BACK IT UP: CARO EMERALD DOET DE AB SWINGEN! En ook: Herbie Hancock, Marion Hänsel en Eleanor Bauer.
02 12 10
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
BREIEN TEGEN AIDS © SASKIA VANDERSTICHELE
Voor Wereld Aidsdag breiden topontwerpers, modestudenten en burgers sjaals, die bij opbod verkocht worden. Op de foto legt Marina Yee in de Beursschouwburg de laatste hand aan de presentatie van de sjaals. Lees meer over Knitting Against Aids op p. 7, over een nieuwe benadering in aidspreventie op p. 9, en vijfdeklassers over ‘die grote ziekte met die kleine naam’ bij Klas in de Media op p. 26-27. N° 1257 VAN 2 TOT 9 DECEMBER 2010 ¦ WEEK 48: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1257 PAGINA 2 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010 © MARIA BISOGNIN
Uitgelicht > Campus Nieuwland wordt eerste ‘brede school’
GRAVEN MOETEN WIJKEN VOOR CREMATORIUM BRUSSEL – De gemeente Evere gaat veertig graven ontruimen om plaats te maken voor een nieuw crematorium. Burgemeester Rudi Vervoort (PS) verzekerde in de gemeenteraad dat alles in overleg met de betrokken families gebeurt. “De kisten zijn in goede staat omdat ze zich in grafkelders bevinden en niet in contact zijn gekomen met de aarde,” zei Vervoort. De graven zullen elders op de begraafplaats heropgebouwd worden. De vrijgekomen plaats, zo’n 25 are, staat Evere af aan de Brusselse Intercommunale Samenwerkende Maatschappij voor Crematie, waarvan Evere nu ook lid wordt. De Intercommunale heeft al één crematorium in Ukkel, het enige overigens in het Brusselse gewest. Dat barst uit zijn voegen. Twee derde van de Brusselaars kiest voor crematie. Dat betekent 6.200 ceremonies per jaar, een aantal dat jaarlijks nog stijgt. “Bovendien,” zegt crematoriumdirecteur Xavier Godart, “organiseren we steeds meer ceremonies op maat. Door die diversificatie zijn er meer en meer lokalen nodig.” Een nieuw crematorium is ook nodig om mobiliteitsredenen. Wie van het noorden van Brussel naar Ukkel moet, is al gauw een uurtje kwijt. Er is weliswaar een crematorium in Vilvoorde, maar dat zou over twee jaar de deuren sluiten en naar Zemst verhuizen. Terwijl Evere het terrein bouwklaar maakt, is de Intercommunale voor Crematie bezig met de volgende stappen. Er moet een openbare aanbesteding voor de bouw komen, er moeten plannen worden getekend en vergunningen worden aangevraagd. Als alles goed gaat, kan het crematorium van Evere er in 2013 staan. Vraag is nog waarom het nieuwe crematorium van Evere precies op die plaats moet komen, waar zich nog graven bevinden. Dat heeft praktische redenen, zegt burgemeester Vervoort. Er moet een toegang zijn langs de Jules Bordetlaan. Maar het gebouw mag zich ook niet op Vlaams grondgebied bevinden. Een stuk van de Everse begraafplaats ligt op het grondgebied van Sint-Stevens-Woluwe, en daar wou de Intercommunale het crematorium onder geen beding bouwen. SVG
Een heel kinderleven in het Nederlands BRUSSEL – Op de site van campus Nieuwland, vlak bij het Zuidstation, willen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Vlaamse Gemeenschap de eerste echte brede school maken. Behalve een basisschool komen er een crèche, buitenschoolse opvang, opvoedingsondersteuning, een muziekacademie en zelfs een secundaire school voor buitengewoon onderwijs. Het Brusselse Nederlandstalige basisonderwijs moet dringend uitgebreid worden. Minstens drieduizend plaatsen moeten er tegen 2015 bijkomen, bleek uit recente studies. De VGC moedigde de schoolbesturen de afgelopen maanden dan ook aan om uit te breiden en ging ook zelf op zoek naar leegstaande gebouwen. Zo kwam ze uit op campus Nieuwland, de vroegere normaalschool Sint-Thomas, een complex met negen gebouwen, twee speelplaatsen, een sportzaal, een cafetaria en een feestzaal. De eigenaar, de Hogeschool-Universiteit Brussel, wil al zijn studenten onderbrengen
in de buurt van de Stormstraat, waar de instelling vorig jaar voor zestig miljoen het T’Serclaesgebouw aankocht. De andere HUB-campussen moeten daarom dringend de deur uit. Open VLD-minister Jean-Luc Vanraes zag dit als een ‘opportuniteit’ voor de VGC. In de Vijfhoek, een van de plekken waar de nood aan extra scholen het hoogst is, komen maar weinig geschikte gebouwen vrij, en de basisschool Sint-Joris in de Cellebroersstraat, amper negenhonderd meter van Nieuwland, was al geruime tijd op zoek naar een goede locatie voor een tweede
vestiging. Bovendien moest er een oplossing komen voor Zaveldal, de eigen VGC-school voor buitengewoon secundair onderwijs. Die zit nu in een verouderd gebouw in de Huidevettersstraat en barst er uit haar voegen. Negen jaar geleden waren er dertig leerlingen, nu honderd, en het zouden er volgens directrice Linda Sergooris makkelijk honderdtwintig kunnen zijn.
Knuffeltaal Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) wilde de VGC financieel steunen, op één voorwaarde: het moest een ‘brede’ school worden, waar kinderen al van jongs af, in de crèche, op school en in de vrije tijd, Nederlands horen en spreken. “Voor anderstalige kinderen in Brussel is het Nederlands nu te zeer een instructietaal. Nederlands moet de knuffeltaal worden,” vindt Smet. Alleen zo kan volgens de minister de kwaliteit van het Neder-
landstalig onderwijs in de hoofdstad gewaarborgd blijven. “Elke capaciteitsuitbreiding in Brussel
“Elke capaciteitsuitbreiding in Brussel betekent een procentuele daling van het aandeel Nederlandstalige kinderen” betekent immers een procentuele daling van het aandeel Nederlandstalige kinderen.” Daarom komt er op de Nieuwlandsite ook een crèche met 61 plaatsen, buitenschoolse opvang (IBO) voor
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT
ZOEKERTJE. Grootstedelijke loft met enorme glaspartijen komt binnenkort vrij door gedwongen verhuizing. Ligging dicht bij Noordstation. Ruime kinderkamer in de linkerbenedenhoek.
© IVAN PUT
WEEKOVERZICHT
BDW 1257 PAGINA 3 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
© SASKIA VANDERSTICHELE
WOENSDAG 24 NOVEMBER VB STRENG VOOR SPOTTEN MET KANKER. Valérie Seyns, gemeenteraadslid voor het Vlaams Belang in Sint-Jans-Molenbeek, en haar partner Bart Debie worden uit de partij gezet. Debie wordt ook ontslagen. Vlaams Belang-voorzitter Bruno Valkeniers neemt die beslissing nadat op Facebook zegeberichten verschenen zijn over het nakende overlijden van Marie-Rose Morel, die aan kanker lijdt. Volgens Debie zijn de berichten verkeerd geïnterpreteerd. Hiv STAGNEERT. Het aantal hiv-besmettingen in Brussel blijft stabiel, terwijl ze in Vlaanderen stijgen. Dat blijkt uit cijfers van Volksgezondheid. Toch is Brussel nog altijd goed voor een derde van de nieuwe hiv-besmettingen. Vooral homoseksuele mannen worden getroffen.
DONDERDAG 25 NOVEMBER NIEUWLAND WORDT BREDE SCHOOL. De HUB verkoopt campus Nieuwland aan de VGC en Sint-Joris. Die gaan er een brede school inrichten. Crèche, basisonderwijs, buitengewoon secundair onderwijs en buitenschoolse opvang komen er allemaal onder één dak. BANEN OP DE TOCHT BIJ ABBOTT. Het farmaceutische bedrijf Abbott schrapt 27 banen, vooral bij het kader en de commerciële functies. In september al had Abbott wereldwijd een reorganisatie aangekondigd.
De HUB verkoopt campus Nieuwland voor acht miljoen euro aan de VGC en Sint-Joris. Die maken er een brede school van.
tachtig kinderen en een bureau voor opvoedingsondersteuning. Met wie de VGC hiervoor in zee gaat, staat nog niet vast. In de sportzaal zullen sport- en andere activiteiten worden aangeboden, na de schooluren en tijdens de vakantie. Bovendien stemt de Stad Brussel ermee in om de Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, die nu verspreid zit over wel vijftien – soms totaal ongeschikte – locaties, over te brengen naar Nieuwland. De VGC kreeg van Smet de taak om ervoor te zorgen dat alle organisaties ook daadwerkelijk gaan samenwerken.
Afgelopen donderdag werd het compromis getekend. Sint-Joris en de VGC, de nieuwe eigenaren, tellen samen acht miljoen euro neer voor de campus. Sint-Joris betaalt twee miljoen, deels met Vlaamse en deels met VGC-subsidies. De zes miljoen euro die de VGC moet betalen, komt voor twee derde uit het Vlaams Brusselfonds. Ook de inrichting van de crèche, het IBO, het opvoedingssteunpunt, de muziekacademie en alle gemeenschappelijke ruimten zal voor een flink deel gebeuren met middelen uit het Vlaams Brusselfonds. Smet heeft immers beslist
dat de VGC de komende tien jaar telkens twee miljoen euro uit dat fonds krijgt, als extra dotatie. De brede school zou tegen 1 september 2011 grotendeels klaar moeten zijn. Sint-Joris begint dan met twee of meer klasjes. Directeur Peter De Donder kijkt uit naar de nieuwe aanpak. “We zeggen vaak tegen ouders dat hun kind meer Nederlandstalige activiteiten moet ondernemen, maar daar komt nu weinig van. In een brede school zal dat een stuk vlotter gaan.”
Bettina Hubo
ETTERBEEK BOOS OP GEWEST. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gaat daklozen opvangen in een gebouw aan de Jacht in Etterbeek. Burgemeester Vincent De Wolf (MR) is er niet over te spreken dat die beslissing er zonder overleg kwam.
VRIJDAG 26 NOVEMBER BENEFIET VOOR WIELS. Een benefietveiling voor kunstencentrum Wiels in Vorst brengt 275.000 euro op. Het topstuk is een werk van de Belgische, in Mexico wonende kunstenaar Francis Alÿs. Het kunstencentrum zit in financiële problemen omdat een miljoenensubsidie geblokkeerd is. AANGIFTEN HEBBEN ACHTERSTAND. 10.692 Brusselse bedrijven hebben nog geen belastingaangifte voor 2009 ingediend. Dat is verhoudingsgewijs vier keer meer dan in Vlaanderen. Dat blijkt uit cijfers van minister van Financiën Didier Reynders (MR) die Het Nieuwsblad kon inkijken.
ZATERDAG 27 NOVEMBER
“ “ HET WOORD
VEILIGHEIDSPLAN IN HET SLOP. De Brusselse burgemeesters van MR vragen dat de regering van lopende zaken werk maakt van de uitvoering van het Brusselse veiligheidsplan. Dat werd afgesloten na de rellen in Kuregem, enkele weken voor de val van de federale regering, maar is nooit verder geraakt dan een papieren versie.
Het is een kwestie van economie.” Alain Boschman, chef van het restaurant Le Grand Ryeu in Grandrieu, verklaart in Le Soir waarom het rijke Vlaanderen meer sterrenrestaurants heeft dan Brussel en Wallonië.
ASIELZOEKERS WEG UIT NOORDSTATION. Plaatsvervangend burgemeester van Schaarbeek Cécile Jodogne (MR) beslist dat asielzoekers en daklozen niet langer de nacht mogen doorbrengen in het CCN aan het Noordstation. Volgens haar kan de hygiëne niet gewaarborgd worden. De Schaarbeekse SP.A is verbolgen omdat de asielzoekers op straat worden gezet net nu de winterkou aanbreekt.
ZONDAG 28 NOVEMBER
Het behoud van de pariteit op alle niveaus is irrealistisch.” Eric Corijn pleit in De Standaard voor een fusie van de gemeenten in een stadsgewest. De Vlamingen in Brussel zullen dan wel moeten inleveren op de taalbescherming waarvan ze nu genieten.
Swishing
Het Engelse to swish is letterlijk ‘ruisen’ of ‘ritselen’ (zoals zijde dat doet). In modetermen betekent het de ideale manier om van miskopen af te raken en gratis een nieuw kledingstuk in de plaats te krijgen. Het fenomeen is ontstaan in modestad Londen, waar het ondertussen razend populair is, vooral onder vrouwen. Uitvindster van het concept is de Londense Lucy Shea. Ze werkt bij een ethisch communicatiebureau en
BETOGING VOOR KLIMAAT. 1.500 mensen nemen deel aan een klimaatbetoging. Ze vragen aandacht voor de opwarming van de aarde net voor de start van de VN-klimaatconferentie in het Mexicaanse Cancún.
MAANDAG 29 NOVEMBER KWART MEER AFVAL GESORTEERD. In de eerste tien maanden van dit jaar heeft Net Brussel een kwart meer gesorteerd afval opgehaald dan in dezelfde periode vorig jaar. De hoeveelheid restafval daalde met ruim tien procent. Staatssecretaris voor Openbare Netheid Emir Kir (PS) is tevreden met de cijfers. Juist sorteren blijft wel problematisch.
DINSDAG 30 NOVEMBER
ziet in swishen de perfecte manier om op een ‘ecologisch verantwoorde manier’ met vrienden samen te komen en te feesten. Vorige donderdag werd in het Rits Café de eerste Brusselse swishing-avond georganiseerd. Studenten konden er hun kleren wisselen, maar ze konden ook terecht op een ecologische beauty- en wellnessmarkt. Afwachten BD of swishen ook in Brussel populair wordt.
VN HARD OVER BELGISCH ASIELBELEID. De Verenigde Naties tikken België op de vingers voor de manier waarop wordt omgegaan met de asielcrisis. Die is een geïndustrialiseerd land onwaardig, vinden de VN. Samengesteld door Steven Van Garsse
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP
BDW 1257 PAGINA 4 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Mobiliteit > De wereld na de olie volgens doemdenker John Urry
‘De auto is zó 20ste-eeuws’ A
fter the car is een knipoog naar After Ford, de tijdrekening die de Brit Aldous Huxley gebruikt in zijn dystopische roman Brave new world. Die tijdrekening duidt de uitvinding van het eerste Ford T-model in 1908 als het jaar 1, het begin van een nieuwe wereld. We strikken John Urry voor hij een lezing geeft over zijn boek in het Kaaitheater. Volgens de socioloog maken we binnenkort het begin mee van een nieuwe, maar heel andere tijdrekening: die zonder auto.
De auto is een anachronisme, meent u. Leg eens uit. John Urry: “De auto is een negentiende-eeuwse uitvinding gebaseerd op negentiende-eeuwse technologie. De opkomst van de auto is gekoppeld aan de opkomst van de olie-ontginning. Op het einde van de negentiende eeuw concurreerden drie verschillende systemen met elkaar om de auto te mogen voortstuwen: stoom, elektrische batterijen en olie. Henry Ford had de intentie om auto’s op herlaadbare batterijen te produceren, maar olie bleek plots een goedkopere manier. Er bestond in die tijd ook haast geen veiligheids- en gezondheidswetgeving, wat de weg vrijmaakte voor een snelle opgang van ontploffingsmotoren. Mocht een soortgelijke motor nu worden uitgevonden, dan werd-ie waarschijnlijk niet toegelaten omdat hij ontploft (lacht).” “De Eerste Wereldoorlog betekende een omslag: het was de eerste oorlog waarin auto’s ingezet werden. Al gauw zag ook de burger er de meerwaarde van in. De auto is nu heel sterk met ons dagelijks leven verweven. En dat is gek, want uitein-
delijk is het een vervuilende, weinig duurzame uitvinding. In vrij korte tijd werd er een manier gevonden om zoveel mogelijk auto’s te produceren. Denken we maar aan Henry Ford, die een hele assemblagetechniek uitvond en tienduizenden ar-
“Reizen tussen steden wordt haast onmogelijk en zelfs gevaarlijk”
beiders aan het werk zette. Die massaproductie maakte het mogelijk dat de prijzen omlaag gingen en belette dat mogelijke concurrenten ook maar een kans kregen.” Olievoorraden slinken, maar we blijven wel massaal met de auto rijden. Een paradox? Urry: “Absoluut. Maar die paradox stoelt niet zozeer op de gigantische autoproductie, maar eerder op onze afhankelijkheid, onze manier van leven. Wegen worden gebouwd voor auto’s. Steden worden gemodelleerd op basis van de auto. De auto heeft haast een monopolie op het gebruik van de weg. Weet u, er zijn enquêtes geweest onder mensen die geen auto hadden. 85 procent van die mensen vond dat een spijtige zaak en wenste er toch een te hebben. Een auto is ook makkelijk: persoonlijk en flexibel, en op stadscentra na kun je doorgaans snel overal geraken.”
In uw boek lijkt u niet echt te geloven in het openbaar vervoer als alternatief. Urry: “Openbaar vervoer zal het probleem niet oplossen. Zelfs op plaatsen waar het goed georganiseerd is, blijkt dat het verkeer nog altijd voor het overgrote deel uit auto’s bestaat. De combinatie olie-auto is waarschijnlijk een van de sterkste relaties die ooit bestaan hebben op zo’n globale schaal. De enige mogelijkheid om die logica te temperen is wanneer de olieprijzen tien of twintig keer hoger zouden liggen. Het openbaar vervoer is geen alternatief, want dat zou dan zo massaal moeten uitbreiden dat het onmogelijk is.” “Een werkbaar alternatief voor de auto moet ook een persoonlijk vervoermiddel zijn, geen collectief. Er zijn wel alternatieven, zoals biobrandstof, waterstof en elektriciteit, maar die systemen hebben allemaal serieuze tekortkomingen. We zitten midden in een overgangsfase: het oude systeem komt ten einde, maar de alternatieven zijn nog niet werkbaar. Het is alsof we dit interview zouden hebben in 1900 en u zou vragen: ‘Vertel eens over die nieuwe uitvinding, de auto.’ Ik zou haast niet kunnen antwoorden. Net zomin kan ik antwoorden welk van de drie alternatieven mogelijk en werkbaar is. En, belangrijk: het is niet noodzakelijk zo dat het beste alternatief wint. De auto zoals we die nu kennen, was in 1900 ook niet het beste alternatief op de lange termijn, want hij verbruikte veel en was afhankelijk van niet-hernieuwbare energie.” In veel westerse steden is de auto al een beetje minder sexy. Urry: “Er is inderdaad een kleine mentaliteitswijziging. In moderne steden zijn er al alternatieven, zoals autodelen. Mensen krijgen een minder hechte band met hun auto. Maar die verandering verzinkt in het niets als je gaat vergelijken met China, waar het aantal auto’s enorm toeneemt. In China bestaat er nu bij
John Urry © SASKIA VANDERSTICHELE
BRUSSEL – Deze eeuw raken de olievoorraden uitgeput en moeten we allemaal andere manieren vinden om ons te verplaatsen. Dat zegt de Britse socioloog John Urry. Maar niet alleen onze basismobiliteit zal veranderen, onze hele samenleving gaat er fundamenteel anders uitzien. Reizen wordt lastig, steden winnen aan belang.
John Urry (64) studeerde economie en sociologie aan de universiteit van Cambridge. Momenteel doceert hij aan de universiteit van Lancaster, in het noorden van het Verenigd Koninkrijk. Zijn vakgebieden zijn mobiliteit, systeemtheorie en globalisering. Samen met zijn collega Kingsley Dennis schreef hij in 2009 After the car. CD
velen een verlangen om zelf een auto te hebben, het liefst een zo groot mogelijke. China is een probleem, zegt men. Want als meer en meer Chinezen met de auto gaan rijden, dan is de olie nog veel sneller op.” “Het interessante aan China is echter dat zij nu al moeilijkheden hebben om hun olievoorraden op peil te houden. Kolen hebben ze wel, oliebronnen niet, dus moeten ze olie importeren. Anderzijds investeert men in China ook in milieuvriendelijke alternatieven. Misschien wordt China wel een pionier, want zij zijn nog niet in die mate afhankelijk van de auto als wij in het Westen. Zo’n ommekeer vereist een enorme sociale, politieke en culturele innovatie en veel leiderschap, en China
is van alle economische reuzen misschien wel het best af om zoiets te bewerkstelligen. De overheid kan er sneller zeggen: ‘Nu stoppen we met de auto.’ Maar zo ver zijn ook zij niet. Ze bouwen nu vooral wegen.” U bent niet echt een optimist. Urry: “In mijn boek heb ik drie toekomstscenario’s uitgewerkt, en geen van de drie is echt rooskleurig. Het eerste scenario behoudt motorvoertuigen, maar omdat olie veel duurder zal zijn, worden lange en verre reizen minder mogelijk, ook met het vliegtuig. Lokaal kan een soort persoonlijk vervoermiddel nog wel een rol spelen, maar tegelijkertijd gaan mensen meer en meer te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer reizen. Dat betekent dat we ons dichter en beter gaan moeten organiseren.” “In het tweede scenario is er bijna geen olie meer en stort het mobiliteitssysteem in. Reizen tussen steden wordt haast onmogelijk en zelfs gevaarlijk, want steden zullen meer en meer beschermde forten worden, waarbinnen het eventueel nog wel goed leven en bewegen is.” “Het derde scenario houdt rekening met een valabel persoonlijk alternatief voor de auto, maar wel een controlerend alternatief. We kunnen ons nog wel verplaatsen, maar we worden overal gegidst, bekeken en gecontroleerd. Alle mobiliteit, of het nu fysiek of digitaal is, wordt gelinkt in een grote database. Dat betekent dat we minder persoonlijke vrijheid gaan hebben. In alle drie de scenario’s hebben we trouwens minder democratische vrijheid, want we zullen minder kunnen kiezen hoe en waar we ons bewegen.” De twintigste eeuw was de eeuw van de vrijheid en de beweging, maar dat feest is ten einde, bedoelt u? Urry: “Snel vervoer zal alleszins moeilijker zijn. Ik ben gisteren aangekomen in Brussel voor een conferentie, en vanavond ben ik opnieuw
CRÈCHEPLAN RAAKT MOEILIJK VAN DE GROND BRUSSEL – Het Crècheplan van minister-president Charles Picqué (PS) is niet bepaald een succes. Dat blijkt uit cijfers die parlementslid Elke Roex (SP.A) opvroeg. In 2009 was er voor drie miljoen
euro toegekend aan Brusselse gemeenten voor de bouw van kinderdagverblijven in Sint-Jans-Molenbeek, Jette, Ukkel, Sint-Gillis, Sint-Agatha-Berchem, Schaarbeek en Anderlecht. Slechts één miljoen daarvan is besteed. De rest is ver-
loren gegaan omdat gemeenten niet tijdig een dossier hadden ingediend of het gebouw nog niet hadden aangekocht. Het plan moest zorgen voor 225 nieuwe kinderopvangplaatsen in tien crèches. Slechts 74 opvangplaat-
sen zullen er ook echt komen. Het gaat om vier crèches (in Molenbeek, Ukkel, Sint-Gillis en Anderlecht), op één na allemaal Franstalig. Eentje is tweetalig, maar in die crèche zouden maar vier opvangplaatsen erkend worden door Kind & Gezin.
De gemeenten krijgen dit en volgend jaar een nieuwe kans om projecten in te dienen. De Brusselse regering trekt daarvoor opnieuw drie miljoen euro uit.
SVG
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1257 PAGINA 5 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
in Lancaster. Dat is later misschien niet meer mogelijk, of toch veel minder snel. We zullen vrienden minder vaak kunnen zien, zeker als ze ver wonen. We zullen menselijke relaties opnieuw anders moeten definiëren. In feite is het het einde van de globalisering. Toch in de
“Gek dat de auto zo met ons leven verweven is: uiteindelijk is het een weinig duurzame uitvinding”
eerste twee scenario’s. Vergeet niet dat globalisering nooit mogelijk was zonder olie. Reizen en vliegen, import en export: allemaal hangt het af van olie.” Is er dan geen andere optie? Wilt u niet in iets beters geloven? Urry: “Ik ben een wetenschapper en ik probeer modellen uit te werken. Natuurlijk hoop ik als mens dat het anders uitdraait, maar dat is mijn taak niet. De feiten staan vast. Tot 1980 slaagden we er in het Westen in om de ongelijkheid te verminderen, terwijl die ongelijkheid in steden opnieuw toeneemt. Ik wil best nadenken over democratische postauto-samenlevingen, maar om een alternatief systeem in goede banen te leiden is er een enorm sterk politiek leiderschap nodig, en daar kunnen we maar beter nu mee beginnen. Het is makkelijker om zoiets te bewerkstelligen in een minder democratische samenleving. De surveillance society, de controlestaat, loert dus om de hoek. Om mensen zich op een andere manier te laten verplaatsen moet je ze meer controleren. Overheden werken daar enthousiast aan mee, net als privébedrijven.” Urry wil graag besluiten met een citaat van Edmund Burke: “A society is a partnership not only between those who are living, but between those who are living, those who are dead, and those who are to be born.”
John Urry en Kingsley Dennis, After the car, uitg. Polity Books, 180 blz., o.m. te bestellen op www.politybooks.com
John Urry: “Een post-auto-samenleving is makkelijker in een minder democratische maatschappij. De surveillance society, de controlestaat, loert dus om de hoek.”
mening, u wordt uitgenodigd om te luisteren. Ook dat is af en toe zeer nodig. DV
EEN LESJE BELGIËKUNDE BRUSSEL – 174 dagen na de verkiezingen komt de KVS op de proppen met Belgium for dummies. Een publiek hoorcollege voor een beter begrip van de politieke impasse die we beleven. Of we een antwoord krijgen op de vraag wie gelijk heeft – Bart De Wever of Elio Di Rupo –, daar durven
we aan te twijfelen. Toch is enige duiding door twee hoogleraren zeer welkom. Zijn academici de laat-
Christophe Degreef en Steven Van Garsse
ste hoop voor de politieke klasse? André Decoster, hoogleraar Publieke Financiën aan de KULeuven, en Kris Deschouwer, hoogleraar Politieke Wetenschappen aan de VUB, staan paraat om u wegwijs te maken in het Belgische huishouden. Op het
programma staan de financieringswet, Brussel-Halle-Vilvoorde, mogelijke bevoegdheidsoverdrachten en andere problemen die op termijn uw en mijn leven zullen beïnvloeden. De KVS vraagt dit keer niet naar uw
Belgium for dummies, zaterdag 4 december om 15 uur in de KVS, Lakensestraat 146, 1000 Brussel. Gratis toegang, maar reserveren is verplicht: tickets@kvs.be of 02-210.11.12. Meer op www.kvs.be
BDW 1257 PAGINA 6 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Bedrijvencentrum Dansaert: het dak lekt, een deel van de kantoren is te groot, en het communicatienetwerk is destijds slecht gelegd.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Economie > Noodlijdend Dansaertcentrum krijgt opnieuw financiële injectie
Nieuw dak en vers geld BRUSSEL – Het Brussels Gewest en de Stad Brussel geven een wel heel apart cadeau voor de tiende verjaardag van het bedrijvencentrum Dansaert: een nieuw dak en een financiële injectie. Dat doen ze in de hoop dat de ruimte in het gebouw efficiënter benut wordt. Nu is maar goed de helft verhuurd.
H
et centrum in de Aalststraat is opgericht met de bedoe ling beginnende zelfstandi gen en kmo’s aan goedkope bedrijfs ruimte te helpen. Het loket Lokale Economie, dat ook in het gebouw gevestigd is, moet jonge onderne mers, ook ondernemers die er niet huren, begeleiden bij alle vragen over bedrijfsvoering en subsidies. De kantoren worden verhuurd tegen 150 à 180 euro per vierkante meter per jaar, verwarming, internet en alle lasten inbegrepen. De ruimte van het communicatie bedrijf 6+1 op de eerste verdieping oogt hip, met zitjes, lampjes en vro lijk beschilderde muren. “We zijn hier twee jaar geleden begonnen, we waren met vier jonge reclamema kers en we wilden iets nieuws,” ver telt Benoît Vancauwenberghe. “Ons startkapitaal bedroeg amper 20.000 euro. Nergens anders hadden we zo voordelig kunnen huren. We hoef den ons ook niet te bekommeren om aanvragen en waarborgen voor
telefoon en elektriciteit. Alles lag klaar. In drie maanden, de tijd van onze opzeg, was de opstart geregeld. Er kwamen al vlug twee mensen bij. In plaats van je geld in de huur te steken kun je beter iemand aanne men.” Het bedrijf begon met een opper vlakte van honderd vierkante meter, maar is inmiddels verhuisd naar een ruimte van driehonderd vierkante meter. “Het centrum evolueert met ons mee. Dat is de magie van dit ge bouw.”
Volgens de nieuwe gewestelijke or donnantie op de bedrijvencentra mogen de huurders hoogstens vijf jaar blijven, maar omdat er nog geen uitvoeringsbesluiten zijn, is er geen
toenmalig Ecolo-schepen van Ste denbouw Henri Simons (nu PS), die nog altijd voorzitter is. Het centrum moest de buurt nieuw leven inblazen. Samen met het Ge west richtte de Stad de coöperatieve vennootschap Dansaert op. Die sloot een erfpachtovereenkomst met de Stad. Het gebouw, met een bruto oppervlakte van 7.000 vier kante meter, werd opgeknapt voor
“Ons startkapitaal bedroeg amper 20.000 euro. Nergens anders konden we zo voordelig huren”
Europees geld Het Dansaertcentrum telt op dit moment 51 zelfstandigen en kmo’s. Bijna allemaal zitten ze in de crea tieve sector: ontwerpers, filmma kers, architecten, uitgevers van boeken en muziek, journalisten en reclamemakers, aangevuld met een paar consultants en IT’ers. “Gemiddeld werken er per huurder drie tot vier mensen in het cent rum,” zegt directeur Fabien Lambert.
strikte limiet. Een enkeling zit er dan ook al acht jaar. Alles tezamen waren er de afgelopen tien jaar 132 huurders. De Stad Brussel kocht het gigan tische gebouw, de voormalige de pots van de Grands Magasins de la Bourse, in 1998 voor een miljoen euro. De aankoop, die met Europees geld betaald werd, was een idee van
drie miljoen euro, ook weer groten deels met Europees geld. In de afgelopen tien jaar kwam het centrum regelmatig in het nieuws met de succesverhalen van zijn be woners. Onder andere het animatie bedrijf Walking the Dog en de mo deontwerpster Cathy Pill zetten er hun eerste stappen. Maar even vaak verschenen er ne
gatieve berichten: in 2002 werd de eerste directeur ontslagen op grond van beheersfouten; drie jaar later bevroor het Gewest eventjes alle subsidies omdat er klachten waren over het beheer. Bleek ook dat het centrum een flinke huurschuld had. Om die teniet te doen verhoogde de Stad Brussel het kapitaal in 2006 met 300.000 euro. Maar daarmee waren de liquiditeits problemen nog niet voorbij. Dit jaar moet de Stad haar kapitaalsinbreng opnieuw verhogen met 152.740 euro omdat er weer huurachter stand is, volgend jaar doet ze er nog eens een kleine honderdduizend euro bij. Bovendien is de Stad zopas begonnen met de renovatie van het oude dak – kostprijs: 402.904 euro. Eigenlijk had het centrum dit zelf moeten doen, zo stond in de huur overeenkomst, maar door geldge brek is het er niet van gekomen. Het gevolg is dat het dak al een tijd lekt. Daardoor kan een groot deel van de derde verdieping niet meer verhuurd worden. Op die verdieping zat on der meer de Ligue de la Famille. De eerste jaren zaten in het centrum, behalve bedrijven, immers ook ver schillende sociale organisaties. Zij waren erbij gehaald om de ruimte op te vullen. Maar omdat ministerpresident Charles Picqué (PS) liet verstaan dat ze er niet thuishoren en doordat sommige hun huur ook niet betaalden, waren ze na verloop van tijd niet meer welkom. Alleen de Anonieme Alcoholisten zitten er nog. “De vrijgekomen ruimtes zijn vaak te groot om opnieuw te verhuren,” zegt Lambert. “Bedrijven die twee honderd vierkante meter zoeken, zijn – met het huidige overaanbod aan kantoren – vaak goedkoper af op de privémarkt.” De derde verdieping zou dus, naar het voorbeeld van de tweede, ver bouwd moeten worden tot kleinere lokalen die zo nodig samengevoegd kunnen worden. Maar dat kost weer geld, net zoals de vernieuwing van alle telefoon- en internetkabels die destijds niet goed gelegd zijn. “Het probleem van dit centrum is dat het met te weinig middelen werd opge knapt. Uiteindelijk hadden we maar 500 euro per vierkante meter. Ook was het beginkapitaal, 124.000 euro, te laag,” legt voorzitter Simons uit.
Onderbenut Behalve de Stad is ook het Gewest bereid om vers geld in het centrum te pompen. Dit jaar wordt de wer kingssubsidie van 150.000 euro op getrokken met 125.000 euro om de vernieuwing van het communicatie netwerk mogelijk te maken. Voorts verhoogt het Gewest zijn kapitaals inbreng met 62.000 euro. Op die manier moet het centrum een lening kunnen krijgen, nodig voor de opde ling in kleinere ruimtes. Stad en Gewest rekenen er wel op dat de bezettingsgraad de hoogte in gaat. Nu wordt slechts 2.400 van de 4.400 bruikbare vierkante meters gebruikt. “We zijn ermee bezig,” zegt Simons. “We zoeken nieuwe sectoren en zijn al in bespreking met een privépartner.”
Bettina Hubo
© ANNICK STRYNCKX
BDW 1257 PAGINA 7 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
P-PRAAT De Brusselse regering is een vredige vijver, dat weet u ongetwijfeld. Maar af en toe wordt het stille water in deze vijver verstoord door een olievlek of een overstroming – of beide. Zoals na de overstromingen van twee weken geleden, toen er volgens minister van de Haven Brigitte Grouwels (CD&V) niemand de telefoon opnam bij Leefmilieu Brussel (vroeger BIM), de admi nistratie van Grouwels’ collega Evelyne Huytebroeck (Ecolo). Moraal: als het BIM voor een vlekje olie al de telefoon niet opneemt op zondag, wat dan bij een boot vol napalm die ter hoogte van de sluis van Anderlecht kap seist? Huytebroeck reageert woedend op de aantijging van haar collega.
Evenement > Designerssjaals te koop voor Wereld Aidsdag
Een sjaal tegen aids: eerst breien, dan kopen BRUSSEL – De actie Knitting Against Aids van het Brusselse Regenbooghuis en Het Roze Huis in Antwerpen heeft honderden aan het breien doen slaan. Dit weekend zoeken de laatste sjaals een koper. In ruil voor een warme geste krijgt hij of zij een warme halsdoek voor de winter om. Naarstige Brusselaars schonken 130 sjaals. Ook de derdejaarsstudenten van modeontwerpster Marina Yee (academies van Gent en van Den Haag) stuurden sjaals in, en daarnaast een veertigtal topontwerpers, zoals de Brusselaars Cathy Pill, Annemie Verbeke, Conni Kaminski, Sophie d’Hoore, Edouard Vermeu len (Natan), Olivier Strelli en Le Fabuleux Marcel de
Bruxelles, naast Ann Demeulemeester, Martin Mar giela en Walter Van Beirendonck. Op de veilingavond in de Beursschouwburg werd vorig weekend voor 2.750 euro aan sjaals verkocht. Marina Yee had er voor de gelegenheid een installa tie voor de sjaals ontworpen (zie cover). In de Week for Life scoorde Brussel voorts met een solidariteits mars, het zwemevenement Swim for Life en acties in de Brusselse metro- en treinstations en op het JMB Europaplein. Laatste verkoopdagen op 3, 4 en 5 december in Micro Marché, Steenkoolkaai 9, 1000 Brussel. Meer op www.rainbowhouse.be
Religie > 3,4 procent van de Brusselaars naar zondagsmis
Met uitsterven bedreigd: de Brusselse kerkganger BRUSSEL – De katholieke kerk heeft het moeilijk in België, en nergens voelt ze dat sterker dan in Brussel. Het aantal doopsels en kerkelijke huwelijken ligt drie keer lager dan in Vlaanderen of Wallonië. In 1967 werden nog vier van de vijf Brusselaars gedoopt, in 2008 nog nauwelijks een op de vijf. Ook het zondagse kerkbezoek ligt in Brussel op het laagste niveau van het land. Dat het kerkbezoek laag ligt, is bekend. Wat nog wel standhoudt, zijn de zogenaamde overgangsrituelen (doopsel, huwelijk en begrafenis). Althans in Vlaan deren en Wallonië, want in Brussel zijn ook die ritus sen met uitsterven bedreigd. Dat blijkt uit een studie van de KULeuven. Zo werd in 2008 maar 17,8 procent van de pasgebo ren Brusselaars gedoopt, tegenover een Belgisch ge middelde van 57,3 procent. Amper 7,7 procent van de huwelijken werd in een kerk bezegeld, terwijl dat voor België 26,1 procent was. De kerkelijke begrafenis sen houden in de hoofdstad nog het best stand: 29,1 procent daarvan vond in 2008 in een katholieke kerk plaats. In de rest van het land was dat 61,2 procent. Brussel was ook in het verleden al minder katholiek dan de rest van het land. Toch is de ontkerkelijking
ook hier historisch veel sterker. In 1967 werd nog bijna 82 procent van de Brusselse kinderen gedoopt. Dat percentage bedroeg in 2008 minder dan een vierde daarvan. Meer dan veertig jaar geleden werd nog zeventig procent van de Brusselaars in een kerk begraven en huwde meer dan zestig procent er. “Er zijn twee oorzaken voor deze trends,” zegt Nele Havermans, wetenschappelijk medewerkster Politie ke Wetenschappen van de KUL, die meewerkte aan de studie. “Ten eerste zijn steden minder katholiek dan landelijke gebieden. In andere centrumsteden als Antwerpen, Mechelen en Gent zien we hetzelfde fenomeen. Alleen in Leuven en Brugge zijn de cijfers minder uitgesproken. De tweede factor is de aanwe zigheid van etnische minderheden die niet katholiek zijn.” Ook het kerkbezoek ligt in Brussel het laagst, al zijn de verschillen daar minder uitgesproken. Gemiddeld vond je in 2009 op zondag vijf procent van de Belgen in een kerk. In Brussel is dat maar 3,4 procent. Bij de laatste telling – uit 1998 – klokte Brussel nog af op 6,3 procent kerkgangers. In 1967 ging nog een kwart van de Brusselaars naar de zondagsmis.
Jelle Couder / brusselnieuws.be
Ter verduidelijking: een antwoord op een actualiteitsvraag mag niet afgele zen worden.
CHIEN ÉCRASÉ © HELEEN RODIERS
Topontwerpers, modestudenten, politici en burgers: iedereen sloeg aan het breien.
Een ander sacochengevecht voltrok zich vorige week in het Brusselse parle ment. Brigitte Grouwels wilde op een dringende vraag van de SP.A’er Fouad Ahidar antwoorden, maar werd door parlementsvoorzitster Françoise Dupuis (PS) de levieten gelezen omdat ze haar antwoord aflas. Waarop Grouwels zei dat dat niet waar was, en dat ze naar Ahidar keek. Waarop Dupuis zei dat dat niet zo was. Waarop Grouwels Dupuis verweet het par lement belachelijk te maken. Waarop Dupuis vroeg om dat laatste nog eens te herhalen. Waarop Grouwels haar antwoord afrondde en op zoek ging naar olie om op de golven te gieten.
ELSENE – Het sneeuwt, en dat wil zeggen dat het Flageyplein binnenkort bij de dooi weer buiten gewoon proper zal ogen. Blijkbaar heeft het witte goud een heilzame wer king op de in vet en smur rie gedrenkte arduinen tegels. Sneeuw brengt op het plein ook het beste in de mensen naar boven: in plaats van te vervuilen of met de spuitbus te werk te gaan, tekent men sierlijke ijsjes, hapklare frisco’s en prachtige vogels op de tegels en het stadsmeubilair. BRUSSEL – Wie geen last heeft van de sneeuw, is de bedwants (Cimex lectularius). Dankzij de globalisering profiteert dat beestje van warme hotelbedden, hete, zweterige lijven en zelden geziene liters mensenbloed. Volgens Het Nieuwsblad heeft veertig procent van alle Brusselse hotels last van de parasiet. En om uw maag echt te laten keren bij uw zondagse ontbijt: de mannelijke bedwants heeft niet gewoon seks, maar boort een gat in zijn vrouwtje om zijn zaad af te geven. Smakelijk.
ADVERTENTIE
Een scherpe journalistiek is essentieel voor een democratie. Ze brengt feiten aan het licht, stelt misstanden aan de kaak en schetst een verrassend tijdsbeeld. Daarom kent het Fonds Pascal Decroos werkbeurzen toe aan diepgravende of grensverleggende journalistieke
projecten. In tijden waarin de markt bepaalt wat nieuws is en wat niet, is steun voor gedegen onderzoeksjournalistiek belangrijker dan ooit. Steun het Fonds Pascal Decroos en hou de journalistiek scherp. Kijk op www.fondspascaldecroos.org en doe een gift.
www.fondspascaldecroos.org
BDW 1257 PAGINA 8 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Onderwijs > Boek Leven met een pestverleden luidt alarm over pesten op school
Een kind op twintig dagelijks gepest P
estexpert Gie Deboutte haalde in 1995 met het boek Pesten. Gedaan ermee (13.000 verkochte exemplaren) het pesten onder schoolkinderen uit de taboesfeer. Vijftien jaar later nam Deboutte met Els Schuerman en Monique Neuts (zijn vrouw) interviews af van enkele zwaargehavende getuigen. Beide vrouwen geven les aan het Sint-Jozefscollege in Sint-Pieters-Woluwe. In Leven met een pestverleden praten zeven volwassenen honderduit over hun schooltijd als gepest slachtoffertje of als venijnige pester – soms waren ze beide. De zwaar op de maag liggende getuigenissen lezen als een thriller vol sarcasme. Ze wekken ook veel mededogen op, en durven in hun details ‘herkenbaar’ te zijn. Achteraan zoomen de
auteurs twintig bladzijden lang in op recent onderzoek over het pestfenomeen. Er worden interessante hints meegegeven: pest- en slachtoffersignalen herkennen, het zwijgen doorbreken, suïcidaal gedrag scherper in beeld brengen. En er zijn de cijfers: een op de twintig schoolkinderen in Vlaanderen wordt bijna dagelijks gepest. Pesterijen snijden diep in het vlees en in het hart, zo blijkt uit de levensverhalen. Els Schuerman: “Veel kinderen zwijgen uit schaamte of uit trots, of ze willen hun ouders sparen. Ook denken ze dat het vanzelf zal overgaan. Of dat veranderen van school zal helpen. In de sociale psychologie is Hitler een goed voorbeeld. Velen deden mee om zichzelf veilig te stellen of om mee te snoepen van de populariteit. Zij gaven
© LEEN COOLS / UITGEVERIJ CEGO
SINT-PIETERS-WOLUWE – Een dagelijks sms’je: ‘Trut!’ Pesterijen op een chatsite en Facebook. Cyberpesten is een van de vele vormen van leedvermaak en – voor het slachtoffer – bron van zware ellende, depressie, zelfs van zelfmoordgedachten onder schoolkinderen. Hoog tijd om alle vormen van pesten in te dijken. Ook leraars zijn te laks.
Over pesten op school: “Ook lesgevers dragen, soms, een blinddoek.”
hun verantwoordelijkheid gewoon uit handen. Zo werden ze medepester, iets waar niet makkelijk uit te stappen is. Op de speelplaats dragen leraars – soms – een blinddoek, zodat pesters vrij spel hebben. Bij cyber- en gsm-pesten valt het nog
moeilijker te detecteren. Het gepeste kind geraakt volledig geïsoleerd.” U pleit voor een aanpak vanuit de school. Schuerman: “Omgangsregels bepalen, kinderen trainen in sociale
vaardigheden, een pestactieplan per school opstellen, een vertrouwensleerling in elke klas aanduiden: alle beetjes helpen. Een school moet een warme omgeving bieden, waar kinderen zich verbonden voelen met de lesgevers. De ogen gaan open als er preventief wordt gepraat over pesten en de blijvende littekens ervan. Dan gaat er een lampje branden: ‘Tiens, ik ben een meeloper.’” Kan de leerkracht niet de eerste hulpverlener zijn? Schuerman: “Ik heb zelf ervaren dat in de universitaire leraren opleiding schromelijk tekortgeschoten wordt. Lesgevers zijn niet alert genoeg voor het pestfenomeen. Te vaak is ook de reactie: ‘Ik moet mijn vak geven.’ Ook die lesgevers dragen soms een blinddoek.” Jean-Marie Binst Gie Deboutte, Els Schuerman en Monique Neuts, Leven met een pestverleden, uitg. CEGO, 128 blz., 22 euro (17,60 euro via info@jeugdenvrede.be)
ADVERTENTIE
Beeldenstorm en haar partner Vrije Universiteit Brussel, dienst Cultuur, met de steun van de instelling Morele Dienstverlening Brussel nodigen u uit op
‘17.912 dagen geboeid door schoonheid’ een avond vol muziek en voordracht van de teksten en gedichten van Nik Honinckx uit de gelijknamige kunstuitgave.
4 december 2010
om 19.00 uur de Franstalige productie met kleine bezetting als hors-d’oeuvre Patricia De Cocq verzorgt de voordracht en Elisabeth De Loore, piano, brengt muziek van Brahms, Messiaen, Bach, Cage, Rachmaninov, Deneire en De Loore.
om 20.00 uur de première van de Nederlandstalige productie in grote bezetting met de teksten en gedichten van Nik Honinckx gebracht door Jean-Luc Sterckx en de composities van Hanne Deneire door de muzikanten Nicolas Callot, piano Benjamin Glorieux, cello Eliot Lawson, viool Peter Merckx, klarinet Marc Tooten, altviool Valérie Vervoort, sopraan Bergensesteenweg 145, 1070 Anderlecht 02/523.43.50- Toegang gratis U wordt de mogelijkheid aangeboden om deze gelimiteerde genummerde kunstuitgave te verkrijgen voor 260 euro (fiscaal aftrekbaar). De opbrengst van de verkoop dient integraal ter financiering van de oefeningen voor de studenten VUB rond het sociaal-artistiek opbouwwerk van Beeldenstorm. De kunstuitgave is viertalig. De liefhebber kan de cd met de miniatuurversie van de kunstuitgave aanschaffen voor 16 euro. Bestellen kan op de avond zelf of via onderstaande gegevens. Graag hierop ook uw komst bevestigen. Meer informatie over de reizende voorstellingen en tentoonstelling van de kunstuitgave: jase.vangrembergen@beeldenstorm.be en 02/523.43.50 www.beeldenstorm.be
beeldenstorm
eet meer friet!
BDW 1257 PAGINA 9 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Brusselse leerkracht niet te porren voor uitwisseling
© SASKIA VANDERSTICHELE
Het leven moet vrolijk blijven
© SASKIA VANDERSTICHELE
Maatschappij > Warning pleit voor andere benadering van hiv bij homomannen
BRUSSEL – Sinds een paar jaar bestaat er in Brussel een taaluitwisselingsproject waarbij Nederlandstalige leerkrachten les kunnen geven in een Franstalige school en omgekeerd. Het project moet tweetaligheid bij jongeren stimuleren. Dit jaar kent het wel erg weinig succes.
Erwin Abbeloos: “In België blijft seropositiviteit nog vooral een kwestie van schuld en boete.”
BRUSSEL – De hoofdstad heeft er een nieuwe vereniging bij. Warning pleit voor een andere preventie bij homomannen met hiv. “Condooms zijn niet zaligmakend,” zegt voorzitter Erwin Abbeloos.
D
e Vlaamse Brusselaar Erwin Abbeloos is voorzitter van Warning, een vereniging met thuisbasis in Parijs die in 2003 is opgezet en ook actief is in Montréal en Lyon. Abbeloos, een socioloog, trok in het midden van de jaren 1990 naar Parijs om er te studeren, bleef er hangen en ging werken voor Aides, een Parijse aidspreventievereniging. Nu is hij terug in Brussel. De homoscene in Brussel is, hoewel een pak kleiner, toch vergelijkbaar met die van Parijs, zegt Abbeloos. Kosmopolitisch, veel fun, erg levendig. Maar in aidspreventie is er een groot verschil. “Ik heb soms de indruk dat we in Brussel terug in de beginperiode van de aidsepidemie zijn beland. Er wordt ofwel zonder condoom gevreeën, ofwel juist heel paniekerig gedaan over aids.” Is er dan minder preventie dan in Parijs? Erwin Abbeloos: “Ik wil zeker geen steen werpen naar Sensoa of Ex Aequo (Nederlands- resp. Franstalige aidspreventie, red.), we werken ermee samen. Maar in Parijs
is Aides in elk arrondissement actief. Je stapt er zomaar binnen met je vragen. Er zijn charters met de seksclubs. Die zorgen er onder meer voor dat er altijd condooms beschikbaar zijn. Daarnaast is er een goede begeleiding voor wie te horen krijgt dat hij seropositief is. In Brussel is er niets van dat. Wie seropositief is, wordt aan zijn lot overgelaten. Werk vinden, de depressie tegengaan, dat staat allemaal in de kinderschoenen. Seropositiviteit in België blijft nog vooral een kwestie van schuld en boete.” Hoe komt dat? Abbeloos: “Dat weten we niet zo goed. Met Warning willen we in elk geval seropositieve homomannen uit dat verdomhoekje halen. Er is veel veranderd in vijftien jaar. Mensen met het hiv-virus hebben tegenwoordig een goede levensverwachting. Ze krijgen niet meer plots een doodsvonnis. Ze kunnen nog plezier hebben. Ook seksueel.” In Parijs heeft Warning een flink robbertje gevochten met Act-Up. Die preventievereniging vindt dat jullie de noodzaak van condoomgebruik minimaliseren. Abbeloos: “We zullen niet beweren dat het condoomgebruik niet gezorgd heeft voor minder slachtoffers. Maar we vinden ook dat het condoom niet het enige preventie-
middel moet zijn. In Zwitserland staan ze al erg ver in die benadering. De richtlijn is dat seksueel contact zonder condoom met een seropositieve mogelijk moet zijn, onder bepaalde voorwaarden. Bijvoorbeeld als er geen andere soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen, red.) zijn of als de viruslading zo laag is dat de kans op besmetting minimaal is. In Frankrijk staat dit debat ook op de agenda.” Sensoa vindt dat een dokter moet bepalen of je als seropositieve zonder condoom kunt vrijen. Zijn er in Brussel dokters die hierover kunnen adviseren? Abbeloos: “Bij mijn weten is er maar één dokter die zonder taboes naar seropositiviteit kijkt. Er is hoe dan ook nog veel werk aan de winkel. Er bestaat bijvoorbeeld een achterafbehandeling voor wie risicovol gevreeën heeft: PEPS of Post Exposure Profylaxis. Er zijn maar vijfhonderd pakketten beschikbaar in Brussel. Dat is veel te weinig.” Riskeert u nu niet de verkeerde boodschap te geven? ‘Weg met het condoom, vrij er maar op los’? Abbeloos: “Die houding is er nu toch al. Barebacking – anale penetratie zonder condoom – is zelfs een tijdje ‘in’ geweest. Om nog maar te zwijgen van seropositieve man-
nen die er een sport van maken om andere mannen te infecteren. Met Warning willen we die toestanden juist beter bespreekbaar maken. Want versta ons niet verkeerd: we zijn niet tegen het condoom.” Hoe wilt u uw boodschap overbrengen? Abbeloos: “We gaan een colloquium organiseren rond het penaliseren van crimineel gedrag van seropositieven. We willen ook een seropoint organiseren. Geen zelfhulpgroep waar iedereen aan de klaagmuur gaat staan, maar een café waar het ook over de fijne dingen van het leven kan gaan. We gaan ook een boek verdelen, Santé Gaie, dat zo’n een beetje de basisfilosofie van Warning samenvat. Gaie slaat niet alleen op homoseksualiteit, maar ook op het plezier. Daarnaast zijn we een politieke vereniging. We willen als niet-gesubsidieerde zelforganisatie de overheden bewust maken van onze ideeën. In Frankrijk worden we al geraadpleegd door het beleid. We hopen dat dat ook hier mogelijk is. Alleen zullen we nog even alle draden moeten ontwarren, want preventie in Brussel is een ingewikkeld kluwen van verschillende overheden die niet noodzakelijk met elkaar samenwerken.”
Steven Van Garsse
www.thewarning.info
Vier partnerschappen: dat is een pak minder dan de dertig die Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) dit jaar had vooropgesteld. In het project worden native speakers ingezet om tweetaligheid onder leerlingen te bevorderen. Brussels parlementslid Bianca Debaets (CD&V) vroeg de cijfers van het project op bij Pascal Smet en Jean-Luc Vanraes (Open VLD), bevoegd voor Onderwijs in de VGC. Daaruit blijkt dat slechts acht Brusselse scholen in het programma stapten, wat resulteerde in vier partnerschappen. Het gaat om basisscholen in Anderlecht, Jette (2) en Sint-Lambrechts-Woluwe. Twee jaar geleden schreven zich nog 38 scholen in, vorig jaar 22. Toch wordt het project voortgezet. “Het initiatief is te waardevol om te laten doodbloeden. Zeker in Brussel, waar meertaligheid de sleutel is tot werk. Elk initiatief om de taalkennis te verbeteren, is BD welkom,” zegt Debaets. ADVERTENTIE
OPENBARE EN GERECHTELIJKE VERKOOP DOOR HET AMBT VAN GERECHTSDEURWAARDER
Ann VERREZEN STEENWEG OP BRUSSEL 181, 1780 WEMMEL TEL: 02/461.14.24 FAX: 02/461.14.25
VRIJDAG 10/12/2010 VANAF 14 UUR
in de loods-werkplaats te 1780 Wemmel- Winkel 26
TOT DE OPENBARE EN GERECHTELIJKE VERKOOP VAN n n n n n n n
1 vorkheftruck Komatsu 1 Bestelwagen Mercedes 1 Bestelwagen Opel Vivaro 1 Volumewagen Chrysler 1 mobiele verhuislift 1 aanhangwagen met dubbele as Allerhande benodigdheden en klein materieel voor tuinbouw
TE BETALEN IN KONTANTEN + 30% KOSTEN TENTOONSTELLING: zaterdag 4 december 2010 van 10 tot 12 uur en woensdag 8 december van 15 tot 18 uur
BDW REGIO
BDW 1257 PAGINA 10 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Deze week op de Elsensesteenweg > Eerst een busbaan, ooit een tram
Er zijn kosten aan © CD
ELSENE – De Elsensesteenweg is een zorgenkind. Maar tegen het einde van 2011 wordt een deel ervan heringericht met een busbaan zodat de bus er sneller door kan en ook de fietsers vrijer spel hebben. Op een termijn van vijftien jaar wordt er aan een tramlijn gedacht, maar die plannen zijn lang niet concreet.
D
Op de Vredestraat na zijn alle onder handen te nemen straten gewest wegen, en het lijkt erop dat zowel de gemeente Elsene als de lokale handelaars positief staan tegenover het project. “We willen u bedanken dat u de schrijnende situatie van onze winkelstraat eindelijk onder handen neemt,” verwoordde een vertegenwoordiger van de lokale handelaarsvereniging het tijdens
“Onmiddellijk een tram is een grote omslag. Wij werken stap voor stap”
© MOBIEL BRUSSEL
e Elsensesteenweg. Bus 71, de drukste lijn van de MIVB, rijdt erover. Tijdens de spits is het deel tussen het Fernand Cocq plein en de Naamsepoort een no-go zone voor alle verkeer. Daar komt ook nog eens bij dat de steenweg naast een verbindingsweg ook (en vooral) een drukke winkelstraat is. Zeker aan de Naamsepoort, waar hij tezamen met de Waversesteenweg het hart van de Matonge-wijk vormt. Maar voor een winkelstraat zijn de stoepen behoorlijk schots en scheef en zijn ze te smal, waardoor shop pers vaak inhaalmanoeuvres moe ten uithalen via de straat. U kunt zich inbeelden dat dit, gepaard met alle straatverkeer, voor behoorlijk gevaarlijke en stressvolle momen ten zorgt.
Eerste heraanleg Eind 2011 is dat gedaan, belooft Brussels minister van Vervoer en Openbare Werken Brigitte Grouwels (CD&V). De stoepen worden heraan gelegd, en tussen de Vredestraat en de Waversesteenweg komt er in de richting van de Naamsepoort een busstrook met geverfde fietsjes. In de richting van het Fernand Cocq plein blijft er één rijstrook voor auto’s en fietsers. Op verschillende plaatsen komen er ook leverings stroken voor de winkels. De auto’s die richting Naamsepoort willen, moeten in de Vredestraat afslaan. Die straat wordt een eenrichtings straat. Ook worden de stoepen er heraangelegd en komen er nog maar langs één kant parkeerplaatsen. De werkzaamheden in deze straat neemt de gemeente Elsene voor haar rekening. Via de Waversesteenweg linksaf bereiken automobilisten dan de Naamsepoort. Ook het deel van de Waversesteen weg tussen de Vredestraat en de Elsensesteenweg wordt eenrich tingsverkeer. Wel blijven op de Waversesteenweg de huidige par keerplaatsen behouden. De trottoirs worden ook opnieuw aangelegd. Vanaf het kruispunt van de twee steenwegen tot aan de Naamsepoort komt er in de richting van de Kleine Ring een afzonderlijke busbaan met fietsoptie, naast een afzonder lijke rijstrook voor auto’s. In tegen gestelde richting komt er één rij strook voor auto, fiets en openbaar vervoer. En de trottoirs worden ook hier opnieuw aangelegd.
de voorstelling van de plannen te genover Grouwels. Toch was er ook plaats voor lichte scepsis. De heraanleg komt niets te vroeg. Het probleem van de Elsensesteen weg sleept al lang aan. Eind 2008 belegde de MIVB een vergadering in het chique Brusselse Hotel Métro pole, een denkoefening waarbij vier scenario’s voor de Elsensesteenweg werden voorgesteld. Het ziet ernaar uit dat men nu voor een variant van het toenmalige vierde scenario heeft gekozen: zowel de Waverse- als de Elsensesteenweg blijft maar in één richting toegankelijk voor auto’s. Belangrijk is dat MIVB-directeur Alain Flausch toen de wens uitsprak om op of onder de Elsensesteenweg een tram- of metrolijn aan te leggen. “Die komt er naar alle waarschijn lijkheid ook,” zegt minister Grou wels, “maar pas binnen een jaar of vijftien.”
Niet zo snel De tram- of metroplannen zijn bijlange niet concreet. Er bestaat binnen de MIVB wel een opportu niteitsstudie over een tram, maar meer dan een soort sterkte-zwak teanalyse is dat niet. “We hebben niet direct voor een tram gekozen omdat dat toch wel een grote om slag is voor de handelaars,” legt de minister uit. “Stap voor stap te werk gaan is beter. De Elsensesteenweg wordt tegen eind volgend jaar al veel leefbaarder. Op de langere termijn
Boven hoe het nu is, onder hoe het eind 2011 zal zijn. Maar dan zonder ijsje en T-shirt.
reken ik er dan ook op dat men zal inzien dat de Elsensesteenweg po tentieel heeft als winkel-wandel straat.” In de marge: een volledige heraanleg van de steenweg van Fla gey tot Naamsepoort was volgens de minister niet nodig, want de meeste problemen situeren zich op het deel tussen Fernand Cocq en Naamse poort. De stedenbouwkundige vergunning voor de werkzaamheden moet wel iswaar nog worden aangevraagd. Dat gebeurt rond deze tijd. In janua ri volgt dan het openbaar onder zoek, en zo rond augustus zou het werk moeten beginnen. Tijdens het openbaar onderzoek bestaat de mogelijkheid dat de plannen wij zigen. Zo staat er voor het wegdek op de Waversesteenweg (momen teel zijn dat klinkers) geen nieuwe
wegbedekking gepland. Mocht de buurt daarom vragen, dan kan dat veranderen. Het wegdek op de El sensesteenweg zou wel een nieuwe bovenlaag krijgen. De trottoirs wor den grijze betonsteen, en her en der komen nieuw stadsmeubilair en straatgroen. Alles bij elkaar kosten de werk zaamheden anderhalf miljoen euro, volledig door de MIVB betaald. Het gaat immers om een ingreep die de commerciële snelheid van de MIVBlijnen moet optrekken, en daar be staat bij de vervoersmaatschappij een speciaal budget voor. Soortge lijke ingrepen vonden onlangs ook plaats in Schaarbeek, waar de Gal laitstraat vernieuwd werd. Die spe ciale begroting geeft de MIVB zelfs de mogelijkheid om op gemeentewe gen te interveniëren, wat in Schaar
beek het geval was. Zo’n heraanleg gaat dan vrij breed; ook de trottoirs en het wegdek worden op kosten van de MIVB vernieuwd. Wie wil weten hoe de buurt er na de werkzaamheden zal uitzien, kan terecht op de Elsensesteenweg 103. Daar is in een etalage een se rie plannen en simulaties te zien. Elke donderdag tussen 18 en 21 uur en op zaterdag tussen 15 en 18 uur kunnen bewoners en geïnteresseer den ook bij Atrium (Solvaystraat 12) terecht voor een bezoekerstentoon stelling. Er komen ook vier openbare vergaderingen.
Christophe Degreef
Meer op www.openbareruimtebrussel.be of 0800-94.001
BDW 1257 PAGINA 11 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Anderlecht > Burgemeester wijst club op verantwoordelijkheid
Jette > Unwanted in Abdij van Dielegem
Voetballers maken amok
Bloemfontein, Zuid-Afrika
Sinds de derdeprovincialer zijn terreinen aan de Lenniksebaan heeft moeten verla ten en op de terreinen in de Vogelzangwijk traint, is de rust verstoord. Het incident met de oude man, die waarschijnlijk nooit hele maal van zijn hartaanval zal herstellen, was de druppel. Dat de daders leden van de club zijn, lijdt volgens burgemeester Gaëtan Van
Goidsenhoven (MR-PRL) weinig twijfel: “De amokmakers zijn door verschillende bewo ners herkend met een sportzak. Dan kunnen we moeilijk doen alsof onze neus bloedt.” Samen met de preventiedienst heeft de ge meente met de clubleden rond de tafel geze ten en hen een charter laten ondertekenen. “Zo’n wangedrag is onaanvaardbaar en de sport onwaardig,” zegt Van Goidsenhoven nog. “De rust in de wijk moet meteen her steld worden.” Hij laat ook weten dat het functioneren van de club niet in het gedrang mag komen en dat ze de infrastructuur mag blijven gebruiken tot ze weer terug kan naar de Lenniksebaan. Bruno Schols
© JO VOETS
In de Vogelzangwijk wordt sinds een paar maanden geklaagd over onveiligheid. Triest hoogtepunt is een hartinfarct van een oude man die de vervolging inzette op een jongere die zijn ruit had ingegooid. De amokmakers zijn hoogstwaarschijnlijk lid van de amateurclub Anderlecht-Milan.
Anderlecht > Federale geldkraan dicht voor sportzaal?
Toekomst Curosport onzeker Curosport, de sportzaal die in 2000 onder impuls van het federale Grootstedenbe leid in Kuregem opende, gaat een onzekere toekomst tegemoet. Er zijn al een tijdje ge ruchten dat de federale financiering van de sportzaal volgend jaar wordt stopgezet. Op een bewonersinterpellatie antwoordde An ne-Marie Vanpévenage (in de plaats van de afwezige CDH-schepen van Sport Fabienne
Van 3 tot en met 14 december loopt in de Abdij van Dielegem de fototentoonstelling Unwanted. BDW-fotograaf Jo Voets – hij werd eerder dit jaar laureaat van de Prix National Photo graphie Ouverte van het fotografiemuseum van Charleroi – trok naar de Zuid-Afrikaanse stad Bloemfontein om er in het Saint Nicho las Children’s Hospice foto’s te maken van het dagdagelijkse leven van jonge aidspatiëntjes. Op de foto boven ziet u Mohanwa, een meisje
Miroir): “We hebben nog geen garantie van federaal minister van Grootstedenbeleid Michel Daerden dat het project gefinancierd blijft. De gemeente heeft al de nodige brie ven verstuurd voor de subsidieaanvraag en we zullen blijven aandringen.” Niet minder dan 622 buurtbewoners, vooral laaggeschoolden, maken van de zaal ge BS bruik.
dat van bij haar geboorte besmet was met het hiv-virus. Ze was twaalf toen ze stierf. CD
Unwanted, foto’s van Jo Voets in de Abdij van Dielegem, J. Tiebackxstraat 14. Dinsdag tot en met vrijdag van 14 tot 18 uur, in het weekend van 10 tot 18 uur. Vernissage op 3 december om 19 uur
ADVERTENTIE
1 0 d e c e m b e r - dag va n d e m e n s e n r e ch t e n C e n T R a M O R e l e d I e n ST V e R l e n I n G B R U S S e l - J e T T e ST e l l e n VO O R : F I l M p R e M I è R e e n pa n e l G e S p R e K
HeT
ove
rm
ijn
leV FIlM e n S p RO Cen TRa HeT eInde JeCT Van M O daG I C nFO Rel d e d enTRU RMaT e KVS I I , e eF M Sce n R na egie: ST VeR TOpa ORUM RiS len Z en Ma (l t M a - au t e n u R I n G B d e e I F ) , i u gR pan i e t R : R u ch e , R U S S e de l-Je elG di B Ma TTe e . eg ekaeR MO SpReK vr d t d , eRa MeT IJd tO R V ag : Y V R a aG 10 S eS dec deS TellIn M e l ak mb et G. InF en O
leif
tel e k : 02 Se St R V S - B r 2 0 /51 & ReSe a 3 R 10 .1 V a leIF a 6.3 t 14 Ol 3 O TIe: C IS e va 6, 1 F eM enT paT WaaR en Op 000 na RUM Iën aIl T VOdIG le en InI B C f1 RuS Md MOR ORO Ven TIaTI 9u . S e e S J eI F le d el p eTTe On STaaT. nde V Van M I @ e n UVV deR Me OOR enS S T Ve .Be e aUS T STe pIC Un V IedeRe n en V dee RlenI Iën JOH pan en, n eRe an lna V n W d an Me G JeTT an elle UnI e InSTe aaRBI IGInG I S e J eV KO e BRa den RIJZ llInG ReSpe n dIe STel STR Inn MO CT OO eCK : W e IGe Rele VOO Ven S. O Ve dI R M n F Ren enS de a U ReY IGIn TVe WIl aR ee a p an - FR TeR Be Gen Rlen Van n I d I n R K V a G ZW. CH YnS BRU e nKY e - S SSe RIST I e l. Ine MaR BUSS GFRI C e l V e d GU an B en T He - W BRa YV an ROeC eMMe IM d CKe Hen KHO RM ISTe lMa Gel Ve an n nS
BDW REGIO
BDW 1257 PAGINA 12 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Oudergem > Verhalenbundel en tentoonstelling in Den Dam
Oudergem in Congo, Congo in de Oudergemnaar
Jette > Kostprijs: anderhalf miljoen euro
© FAMILIE BAERT
De familie Baert in haar Congolese jaren. Kinderen Wevine, Bernard, Hugo en Willem staan op de foto met neefjes en nichtjes; Bernard woont nog altijd in Congo.
Donderdag stelt de Erfgoedcel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) Oudergem in Congo voor: unieke verhalen en beeldmateriaal uit de privéarchieven van Oudergemnaren met leef- en werkervaring in de ex-kolonie. Het verhaal van de familie Baert begint in de jaren 1950. Norbert Baert volgt zijn vader, die een stuk land heeft gekocht in het dorpje Nsangi om er een weverij op te richten. Acht jaar later volgt Nor berts vrouw Marie. Ze krijgen zes kinderen, die met de Congolese kinderen spelen en er lid zijn van de plaatselijke scouts. “Ze hadden een fantas tische jeugd.” In 1991 komt de familie terug naar België, maar twee zonen blijven in Afrika wonen. Het verhaal van de familie Baert is maar een van
de vele in Oudergem in Congo, een project van de Erfgoedcel van de VGC. Journalist Peter Verlin den, die voor de VRT het gebied van de Grote Me ren verslaat, schreef het voorwoord. Hij brengt op de voorstelling donderdag een beeld van hoe het leven in Congo er nu uitziet. Het beeld- en ander materiaal wordt nog tot en met 14 januari tentoongesteld in gemeenschaps centrum Den Dam en in bibliotheek Hertoginne dal. U kunt er terecht tijdens de openingsuren. Benoît Demeester Oudergem in Congo, vernissage op donderdag 2 december in GC Den Dam om 19.30 uur; daarna nog te zien tot en met 14 januari 2011. Meer op 02-663.89.50 of dendam@vgc.be
Watermaal-Bosvoorde > Ondanks het scholentekort
Franse Gemeenschap sluit atheneum De regeringen van de Franse Gemeenschap en de Franse gemeenschapscommissie Cocof, allebei PSEcolo-CDH, zitten elkaar in de haren. Brussels mi nister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) mag dan in beide regeringen zitten, dat heeft niet kunnen verhinderen dat de Franse Gemeenschap het atheneum La Brise in Watermaal-Bosvoorde wil sluiten. Ondertussen schreeuwt de Brusselse regering al een jaar moord en brand over het dreigende tekort aan scholen. Na protest is de beslissing verdaagd tot mei volgend jaar, na het afsluiten van de inschrijvingen. Maar de vrees
leeft dat er zich weinig leerlingen zullen aanmelden in een school met een onzekere toekomst. La Brise is de enige niet-confessionele middelbare school in Watermaal. In 2012 is er vlakbij ook een nieuwe wijk (Ernotte) klaar met meer dan driehonderd woningen. Maar de school telt niet de vereiste vierhonderd leer lingen, en de kosten voor een nieuwe school (La Brise is in slechte staat) belopen vijftien miljoen euro, zegt de Franse Gemeenschap. Minister-president Charles Picqué (PS) antwoordt dat twee tot drie miljoen euro DV volstaat om de school op te knappen.
ADVERTENTIE
KOM UIT JE TENT… EN NAAR DE ONZE ! 2011 is het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk. Feestweek 3 tot 11 december 2010
in een verwarmde tent op het Spanjeplein aan Centraal Station
WOENSDAg 8 DECEMbER 2010: bRUSSElDAg
Top of The bill • back To The 80ies HOgER lAgER SpEl MET DONAAT DERIEMAEKER! DOE MEE! Voor het volledige programma: www.hetpuntbrussel.be of vraag meer info via hetpuntbrussel@gmail.com of 02 218 55 16 Met de steun van VGC en VG
Ritterklub krijgt eigen veld en kantine De Jetse voetbalvereniging Ritterklub krijgt na meer dan vijftig jaar haar eigen voetbalveld en kantine. Afgelopen woensdag keurde de Jetse gemeenteraad, op voorstel van Open VLD-raadslid Sven Gatz, een overeenkomst goed tussen de club en de gemeente. Daarin staat dat Ritterklub op de gemeentelijke site Heymbos een gebouw met boven een kantine en beneden kleedkamers mag neerzetten. Voorts mag de club een van de drie grasvelden omvormen tot een synthe tisch veld. Het geheel kost anderhalf miljoen euro. Negentig procent van het bedrag wordt betaald door Vlaanderen, de rest door het Brussels Ge west en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). “Op het nieu we terrein krijgt Ritterklub bijna het alleenrecht. Voorts zal onze eerste ploeg ook thuismatchen kunnen spelen op het bestaande kunstgrasveld, dat de gemeente zal renoveren,” legt Gatz uit. Ritter klub wordt geen eigenaar van het nieuwe kunstgrasveld en het kan tinegebouw. “De club krijgt een opstalrecht, het recht om te bouwen op grond van de gemeente, en dit voor twintig jaar. Daarna kan het nog verlengd worden, telkens met vijf jaar, tot maximaal vijftig jaar.” Gatz is tevreden dat de vereniging nu, dankzij de kantine, eindelijk eigen inkomsten kan genereren. “Tot hiertoe moesten we drie keer per jaar een eetfeest organiseren.” De bouw zal komend voorjaar beginnen. Tegen eind volgend jaar zouden de kantine en het kunstgrasveld klaar moeten zijn. Bettina Hubo
Anderlecht > Oppositie kraakt middenstandsbeleid af
Schepencollege maakt de balans op Het gemeentebestuur van Anderlecht heeft alle inwoners een brochure gestuurd met de projecten die het al heeft verwezenlijkt en de komende twee jaar nog wil verwezenlijken. Zoals verwacht is de brochure één grote goednieuwsshow. “Misschien had het college ook iets over de tekortkomingen kunnen schrijven,” was de kritiek vanuit de oppositiebanken. Resultaten halfweg legislatuur heet de brochure, die na bijna vier van de zes jaar legislatuur wordt uitge geven. “Zijn de volgende gemeen teraadsverkiezingen dan in 2014?” vroeg raadslid Philippe Debry (Eco lo) zich hardop af. De brochure wordt onderverdeeld in de klassieke gemeentelijke thema’s zoals openbare werkzaamheden, netheid, mobiliteit, huisvesting en veiligheid, met een hele waslijst aan realisaties en nog te verwezenlijken plannen. Op de lijst staan onder andere de wijkcontracten AumaleWayez en Lemmens, het gemeen telijke mobiliteitsplan, de renovatie en heraanleg van pleinen, parken en straten. De projecten staan netjes per schepen geordend. “Dit toont aan dat deze meerderheid geen hecht team is,” vond André Drouart (Ecolo). “Het is ieder voor zich; van een gemeenschappelijke visie is geen sprake.” Debry citeerde wijlen Jacques Simonet, die in het begin van de legislatuur toegaf dat deze meerderheid ‘un mariage de raison’,
een verstandshuwelijk, was. Het charter, op initiatief van PS, van bijna twee jaar geleden om alcohol consumptie vóór een gemeenteraad te verbieden – Willy Raes en AnneMarie Vanpévenage werden duide lijk geviseerd – was daar een teke nend voorbeeld van. De groene oppositie wees nog maar eens op de verdeeldheid in het MRkamp, tussen de PRL- en de FDFschepenen. Vanuit Ecolo en CD&V, de enige oppositiefracties die van zich laten horen, kwam ook hevige kritiek op het lakse middenstands beleid. “Van een coherent project is geen sprake,” vinden beide fracties. Ze wijzen daarvoor op de overgang van de bevoegdheid van Willy Raes, die door een veroordeling ondertus sen schepen af is, naar eerst burge meester Van Goidsenhoven en nu schepen Vanpévenage. Behalve de tien punten van kritiek – waarbij onder meer het parkeerbe leid volledig afgebroken werd – had Walter Vandenbossche (CD&V) ook een pluim voor de burgemeester. “Het veiligheidsbeleid liep de voor bije jaren uit de hand, met als triest hoogtepunt de brandstichting op het politiecommissariaat. Maar sindsdien merk ik dat u een andere houding heeft aangenomen en het probleem onder handen neemt. Ik merk dan ook een verbetering van de situatie. Dit moet u proberen vol te houden, want u bent goed bezig.”
Bruno Schols
Zaaien, mesten, oogsten aan de rand van Josaphat Aan het Josaphatpark, naast de voetbalterreinen op de Ernest Cambierlaan, kunnen buurtbewoners binnenkort tomaten en boontjes kweken. Infrabel heeft zich zopas akkoord verklaard om de lap grond langs de sporen ter beschikking te stellen van de gemeente Schaarbeek. Die wil er moestuinen aanleggen, zodat ook wie geen tuin heeft, makkelijk groenteafval kan composteren en zelf groenten kan kweken. De col lectieve moestuin aan het Moeraske die eerder al van start ging, is een groot succes. Binnenkort komt er dus een tweede moestuin. “De bedoeling is om er individuele volkstuintjes én een perceel voor collectief gebruik aan te leggen,” zegt Isabelle Vanhay van het kabinet van schepen Michel De Herde (MR). De gemeente roept
de Schaarbekenaren op: kandida ten moeten dichtbij wonen en heb ben bij voorkeur geen eigen tuin. “Het belangrijkste,” zegt Vanhay, “is dat er alleen biologisch geteeld mag worden. Pesticiden zijn uit den boze.” In principe moet de aanleg van de moestuin voor de gemeente bud getneutraal zijn. Wie gebruikmaakt van de moestuin, zal daar een kleine som voor moeten betalen. Die op brengsten moeten volstaan om het terrein in te richten en te onderhou den. Het akkoord met Infrabel zal nu voor een periode van vijf jaar in een con ventie worden gegoten. In februa ri zal de gemeente Schaarbeek een projectoproep lanceren, zodat in de lente 2011 echt met de moestuin van start kan worden gegaan.
Steven Van Garsse
Watermaal-Bosvoorde > Akkoord over ecoduct
Zoniënwouddieren steken eindelijk veilig over Er komt een ecoduct in het Zoniën woud. Het Brussels Gewest en spoorweginfrastructuurbeheerder Infrabel zijn het eindelijk eens ge raakt over de bouw. Het ecoduct moet er komen omdat de fauna lijdt onder de spoorweg Brussel-Namen, de Ring en de Ter hulpsesteenweg die door het woud lopen. Dieren blijven vaak in één be paald bosdeel wonen, waardoor de biotopen in het Zoniënwoud almaar kleiner worden. Het nieuwe ecoduct wordt vijftig
meter breed en komt over de spoor lijn. Een compromis, want het Ge west wou een ecoduct van zestig à zeventig meter, Infrabel wou het bij 35 meter houden. In Leuven hebben ze sinds 2005 een ecoduct dat over de Naamsesteen weg loopt, ter bescherming van de dieren in het Meerdaalwoud. Daar is al gebleken dat het ecoduct zijn functie als oversteekplek voor die ren zeer goed vervult. Benoît Demeester
Ontploffing in de Destouvellesstraat: zestien woningen onbewoonbaar.
Schaarbeek > Twee maanden na de gasontploffing blijft het puin
‘Verzekeraars ronden hun werk op dit moment af’ Na de gasexplosie van 26 september is nog niet alle puin geruimd in de Destouvellesstraat. Twee huizen blijven onbewoonbaar. Eind september kostte een gasexplosie in een ge bouw op de hoek van de Gaucheret- en de Destou vellesstraat aan drie mensen het leven. Zeventien meer gefortuneerden raakten gewond. Twee maanden na de feiten gaapt op de plaats van het bewuste pand nog altijd een diep gat. “Na de gasexplosie bleek dat zestien huizen beschadigd waren en niet meer bewoond konden worden,” legt Marc Weber, de kabinetschef van waarne mend burgemeester Cécile Jodogne (FDF), uit. “Twee daarvan zijn nog altijd ontoegankelijk, de rest is niet bewoonbaar, maar men mag er wel naar binnen om werkzaamheden uit te voeren of spullen op te pikken. 28 families leven op dit moment nog altijd in een vervangwoning van de gemeente.” Weber stelt dat de publieke gasleidingen goed functioneerden. “Over de precieze oorzaak van de ontploffing tast men nog in het duister, maar het is mogelijk dat het aan een privégasleiding lag.”
Elsene, Graystraat, circa 1903-1904.
Terwijl het parket nog bezig is met het onderzoek en Sibelga-woordvoerder Philippe Massart zolang het onderzoek loopt geen bijkomende informatie kan geven, lijkt het alsof de explosie maar zeer onlangs heeft plaatsgevonden. Rond de getrof fen site staan lichte hekken, en her en der ligt be hoorlijk veel glas. “Zeer binnenkort is dat voorbij, want het werk dat de verschillende verzekeraars hadden na de ontploffing, zit er bijna op. We heb ben niets aan het toeval willen overlaten. Je mag ook niet vergeten dat veel van de bewoners van de bewuste huizen geen of weinig ervaring hebben met zulke gebeurtenissen en vaak ook de nodige mondigheid ontberen,” zegt Weber. De gemeente Schaarbeek wil de eerste maanden ook niet denken aan plannen om iets nieuws met de site te doen. “Dat zou de buurtbewoners te veel bruuskeren.” ’s Nachts houdt de politie nog altijd een oogje in het zeil, een maatregel die in het leven werd geroepen na plunderingen uit de on bewoonbaar verklaarde huizen. Over de termijn waarop de hele site grondig zal worden gereinigd, is niets bekend. Christophe Degreef
Correspondentie, honderd gedateerde Brusselse prentbriefkaarten en corresponderende foto’s van Gilbert Fastenaekens, nog tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel (Huidevettersstraat 65), op www.arpeditions.org en op www.brusselnieuws.be/fastenaekens.
© GILBERT FASTENAEKENS
FASTENAEKENS
BDW REGIO
Schaarbeek > Biologische moestuin vanaf lente 2011
© BART DEWAELE
BDW 1257 PAGINA 13 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Elsene, Graystraat, 22 maart 2010, 10.59 uur.
BDW 1257 PAGINA 14 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
© BELGA / BENOÎT DOPPAGNE
goed begaafd zijn, vragen deze leerlingen veel meer leerzorg, ondersteuning en begeleiding om dezelfde leerstof in een andere taal te leren. Een stuk leerstof moet dan ook grondig worden vereenvoudigd om het voor anderstalige leerlingen toegankelijk te maken. Dat leidt uiteraard tot kwaliteitsverlies. Daardoor gaan belangrijke nuances verloren.
Bomen en bos
Waals minister-president Rudy Demotte (PS) bezoekt in 2008 de immersieschool École des Grandes Marées in het Canadese Québec. Ondertussen bieden al tientallen scholen in Wallonië en Brussel immersieonderwijs, soms Frans-Engels, meestal Frans-Nederlands.
Onderwijs > Degelijk taalbeleid nodig, vindt Julien Borremans
Immersieonderwijs, vloek of zegen? BRUSSEL – “Minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) pleit voor extra Nederlandse les op woensdagnamiddag en zaterdagvoormiddag. Het moment is misschien slecht gekozen, maar zijn argumenten snijden wel hout.” Dat zegt Julien Borremans, een man met onderwijservaring in Vlaanderen, Wallonië én Brussel.
BDWOPINIE Met de kennis van het Nederlands bij allochtone jongeren is het slecht gesteld. Maar dat is niet het enige: ook de kennis van vreemde talen bij de jongeren scheert geen hoge toppen meer. Jongeren spreken ronduit slecht Frans, terwijl de kennis van het Engels heel oppervlakkig is. En Duits wordt al helemaal niet meer gesproken. Jongeren die het secundair onderwijs verlaten, beheersen vreemde talen onvoldoende en missen daardoor kansen op de arbeidsmarkt. Onze arbeidsmarkt internationaliseert sterk. Vlotte, meertalige boys & girls pikken de jobs in en om Antwerpen en Brussel in. Onze arbeidsmarkt segmenteert: terwijl de top hagelwit is, zijn de onderste
lagen veelkleurig. Jongeren met een beperkte talenkennis – of het nu Nederlands, Frans of Engels is –, zien hun arbeidskansen ernstig verminderen. De essentie is dus: hoe kunnen we het onderwijs zo organiseren dat leerlingen als ze de school verlaten, beter hun vreemde talen beheersen dan nu het geval is? Er wordt dan meestal naar projecten in Brussel en Wallonië verwezen. In Vlaanderen gaan steeds meer stemmen op om – net als in Brussel en Wallonië – immersieonderwijs te organiseren.
Elite Zelf heb ik een tijdlang in Wallonië in het onderwijs gewerkt. Het immersieonderwijs komt daar stilaan tot wasdom. Vooral scholen langs de taalgrens organiseren immersieonderwijs in zowel het basis- als het secundair onderwijs. Meer en
Julien Borremans.
meer mensen zien in dat de kennis van de Nederlandse taal heel wat professionele kansen biedt. Een deel van de vakken in het immersieonderwijs wordt in het Nederlands of het Engels gegeven. Het is goed om zo vroeg mogelijk een vreemde taal aan te leren. In het secundair wordt vervolgens een vervolgtraject aangeboden. Toch zijn er enkele schaduwkanten. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze het volledige curriculum in het Nederlands verwerven. Dit is uiteraard niet evident. Immersieon-
“Op de school waar ik lesgaf, leidt immersieonderwijs tot een select clubje waar steevast mee wordt uitgepakt”
derwijs is daarom veelal weggelegd voor leerlingen die goed studeren, thuis tweetalig zijn en/of prima worden ondersteund. Immersieonderwijs is dus elitair en verdiept nog meer de kloof met sociaal zwakkeren of leerlingen die meer leerzorg nodig hebben. Op de school waar ik lesgaf – een BSO-, TSO- en ASOschool met meer dan 1.500 leerlingen –, leidt dit tot een select clubje van een jonge intellectuele elite, waar steevast mee wordt uitgepakt. Daarnaast zijn er een aantal pedagogische mankementen. Hoewel ze
Ook het Brusselse Nederlandstalig onderwijs – waar ik nu actief ben – staat voor grote uitdagingen. De aanwas van nieuwe leerlingen is vooral te danken aan de allochtone demografische druk in de hoofdstad en de recente regularisatiegolf. Bij heel wat anderstaligen groeit het besef dat het Vlaamse onderwijs kwalitatief beter is en dat de kennis van het Nederlands voor een flinke verhoging van de kans op werk zorgt. Terecht. Maar de grote meerderheid van de anderstalige leerlingen kampt uiteraard met een grote achterstand. In de school waar ik lesgeef, zijn er 95 procent allochtonen. Er is veel schoolse achterstand, en deze jongeren spreken geen enkele taal naar behoren. Thuis spreken ze een andere taal dan op straat (meestal Frans) en op school (Nederlands). Tel daarbij de achtergrondcriteria – zwakke sociaal-economische situat ie, anderstalige ouders… – en het plaatje is compleet. Maar er is niet alleen een ernstige taalbarrière. Doorgaans begrijpen de ouders niet ten volle hoe een school in elkaar zit en zien ze door de bomen het bos niet. De schoolcultuur staat soms haaks op de thuiscultuur. Dat maakt het bijzonder moeilijk om snel en vlot te functioneren in de prestatieomgeving van het onderwijs. Door de grote instroom van anderstaligen wordt het draagvlak van heel wat scholen overschreden. Om kwaliteitsvol onderwijs te kunnen bieden, moet er volgens Pascal Smet een minimumaantal Nederlandstalige leerlingen aanwezig zijn: minstens een derde. Een deel van de scholen haalt die norm absoluut niet. Daardoor worstelt een groot deel van de leerlingen met een ernstige taalachterstand en educatieve kansarmoede. De gevolgen zijn voorspelbaar: het niveau van de school daalt en leerlingen raken sterk achterop. Ik heb zowel in Vlaanderen als in Wallonië lesgegeven; nu werk ik in een Brusselse school. Het valt me op dat een goede, doordachte beleidsvisie op taalonderwijs ontbreekt. Dat heeft vooral te maken dat de complexe maatschappelijke context waarin scholen moeten werken. De aanpak van deze problemen overstijgt hun mogelijkheden. Scholen worstelen met grote maatschappelijke problemen waarop onze politici geen antwoord hebben. Gezien de groeiende internationalisering is taalverwerving belangrijk. Een goed doordachte, beleidsmatige aanpak over het aanleren van vreemde talen dringt zich op, zowel in Vlaanderen, Wallonië als Brussel. Laat daarover maar eens een discussie ontbranden. Julien Borremans
BDW 1257 PAGINA 15 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
Mosselfile Een reactie op ‘Mosselfile’ (BDW 1255 van 25 november, blz. 15). Er zou dringend een wettelijk verbod moeten komen op de bouw van nog meer shoppingcentra in het land, en vooral in het Brusselse. Niet alleen krijg je dan almaar meer autoverkeer, maar de beschikbare ruimte verkleint ook steeds. Er zijn al zowel shoppingcentra als industrieterreinen te veel. Er is dringend behoefte aan inbreiding in plaats van uitbreiding, volgens het principe ‘minder is meer’. Misschien kunnen de vrijgekomen panden omgevormd worden tot asielopvangcentra? En om (mossel)files te vermijden: maak het rijden duurder door de benzine op te slaan! Paul Lesaffer, Sint-Niklaas
Verfransing Terecht sluit Janine Schavy uit Ukkel (BDW 1255, blz. 15) zich aan bij de klacht van Robert De Groote uit Vorst (BDW 1253) over de fout van vele Vlamingen in het Brusselse en daarrond, om eerst Frans te spreken aan het loket, aan de kassa van een supermarkt, en/of met onbekenden. Als ‘dorpsgenoot’ van mijn vriend Robert De Groote en als Vlaamse Brusselaar sinds iets meer dan een halve eeuw wil ik hier ook mijn akkoord betuigen. Bij de diverse contacten in de handel en de wandel ken ik zogezegd geen Frans: ik pas de taalonkunde van vele Franstaligen toe, hun ‘sens unique linguistique’, en spreek alleen goed Nederlands. Waarom moeten Vlaamse mensen wel genoeg tweetalig zijn en de Franstaligen niet? De taaltoestand in de Brusselse regio is deze eeuw al wat verbeterd, maar zeker nog niet genoeg. Herman A.O. Wilms, Vorst
Halal en vegetarisch In haar reactie in BDW 1255 van 18 november (‘Halal en vegetarisch’) verwart K. Van den Bossche een en ander, waar gesteld wordt dat de staat niet neutraal mag zijn omdat de mensen die ertoe behoren, dat ook niet zijn. De neutrale overheid als middel om “allemaal vrijzinnig en neutraal (te) worden”. Een totaal onterecht amalgaam. Vrijzinnig en neutraal zijn begrippen van een heel andere orde, en vrijzinnigen zijn niet ‘neutraal’, maar hebben een eigen mens- en wereldbeeld, zoals ook gelovigen daaromtrent een visie hebben. Er valt wel iets te zeggen voor een verplicht neutraal gedrag van personen die namens de overheid optreden. (...) Een neutrale overheid garandeert dat iedereen vrij en zonder dwang zijn godsdienst kan beleven, dat eenieder zijn spel kan spelen, met inachtneming van regels die eenieder dient te volgen, om een samenspel mogelijk te maken. Ook stelt Van den Bossche dat de school het geloof van de leerling moet ‘bevestigen’: “Jij bent moslim en jij bent jood”, zoals “Jij bent wit en jij bent zwart.” Het verschil is dat iemand zich niet door zijn huidskleur gedwongen voelt andere kleding te dragen, voedsel te weigeren of feestdagen te respecteren. Huidskleur is een uiterlijk teken dat niets zegt over iemands identiteit (wie het tegendeel denkt, is een racist). Geloof is aangeleerd. Iedereen moet erkend worden zoals hij of zij is, maar als een zwarte huidskleur of ros haar geen verschil maakt, waarom dan een verschil voor wie Koran of Thora naleeft? Komen we terug op de regels, nodig om samen te leven. Als je eenieder zomaar bevestigt in haar of zijn regels, dan krijg je te maken met botsende regels. Moslims mogen alleen halal vlees, joden alleen koosjer vlees en slechts enkele vissen, bepaalde hindoekasten mogen
helemaal geen vlees en ook geen look, Ethiopische christenen moeten vasten op woensdag en vrijdag, moslims gedurende de ramadan, eenieder heeft eigen feestdagen en regels die tegenstrijdig zijn met die van andere godsdiensten. Onderwijs en de maatschappij organiseren zonder duidelijke regels om vreedzaam samen te leven gaat niet. Daarom dient in de moderne, pluralistische samenleving religie een privézaak te zijn, waarbij ieders overtuiging gerespecteerd wordt binnen wettelijke en redelijke grenzen. Bjorn Demeulenaere, Brussel
Verdichting (In ‘Torens: de meningen zijn verdeeld’, BDW 1255 van 18 november, blz. 9, staat dat hoogbouw voor Brussels minister-president Charles Picqué (PS) een van de oplossingen is om de stad te ‘verdichten’.) Waarom begint Picqué met verkeerde cijfers over bevolkingsdichtheid? Volgens de officiële site van de stad Parijs (www.paris.fr) telde Parijs op 1 februari van dit jaar 2.215.197 inwoners. Op een oppervlakte van 105,4 vierkante kilometer betekent dat dus 2.090 per km 2 of 209 per hectare. Volgens de recentste officiële cijfers telt de gemeente Sint-Joost op 1 oktober van dit jaar 27.456 inwoners. Op een oppervlakte van 1,14 km 2 betekent dit 24.084 inwoners per km 2 of 241 per hectare. Dit lijkt muggenzifterij. Maar wanneer rond stadsplanning cijfers en statistieken gebruikt worden, kan men maar beter waakzaam zijn. Meestal – en blijkbaar ook in deze discussie – worden cijfers vooral gebruikt om sfeer te creëren. De ‘fout’ van Picqué is klassiek. In de Franse statistieken worden het Bois de Boulogne (846 ha) en het Bois de Vincennes (995 ha) dikwijls niet meegerekend in de totale oppervlakte van de stad Parijs. Dat gebeurt in Brussel wél met het Zoniënwoud. De compacte stad Parijs bewijst dat de globale dichtheid van Brussel rustig nog een pak mag – en moet – stijgen, willen we met z’n allen fatsoenlijk omgaan met energie, mobiliteit, efficiënte spreiding van werk en cultuur. Het 11de arrondissement in Parijs telt 41.702 inwoners per km 2. Dat is vier keer zo dicht als het dunstbevolkte 1ste arrondissement, dat nog altijd 9.862 inwoners per km 2 telt. In Brussel zijn er zeven gemeenten met een bevolkingsdichtheid die beduidend minder is dan die laagste dichtheid in Parijs: Oudergem, de twee Woluwes, Ukkel, Watermaal-Bosvoorde, Brussel-Stad en Anderlecht. Die twee laatste zijn dan weer zo uitgebreid en divers; kunnen we de Anneessenswijk vergelijken met Neder-Over-Heembeek? Of Kuregem met Neerpede? Net zo kun je de woonzones rond het Scheutbos in hoogMolenbeek moeilijk vergelijken met laag-Molenbeek aan het kanaal, waar de bevolkingsdichtheid de extreme Parijse cijfers nadert. De dichtheid in Sint-Joost met 24.084 inwoners per km 2 is negen keer hoger dan in Bosvoorde met 2.648 per km 2 – wat dus nog bijna vier keer lager is dan het dunstbevolkte Parijse arrondissement! Als men Parijs als voorbeeld wil stellen, geen probleem. Maar laat dit dan correct gebeuren. Het is niet in de kanaalzone – tussen Thurn & Taxis tot voorbij de Ninoofsepoort – dat moet worden begonnen met verdichting en hoogbouw. Bebouwings- en bevolkingsdichtheid zitten daar over de limiet, er is nagenoeg geen groene ruimte, mechanische mobiliteit zit al ver boven wat leefbaar is. De discussie over verdichting van de stad is nu eenzijdig gericht op bouwen (en wonen) in de hoogte. Maar de meest voor de hand liggende oplossing lijkt mij: hoe kunnen we in de Brusselse gemeenten met een (zeer) lage dichtheid het Parijse gemiddelde halen?
Lieven Soete, Sint-Jans-Molenbeek
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE De grote verdwijntruc door Danny Vileyn De 71-jarige Philippe Moureaux (PS), al meer dan twintig jaar de machtigste man van Brussel, zet een stap terug. Of zijn ontslag als voorzitter van de Brusselse PS-afdeling meer is dan een grote verdwijntruc die er geen is, zal nog moeten blijken. In 2012 staat Moureaux alvast paraat om zichzelf op te volgen als burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek. En bij zijn afscheid beloofde hij de militanten ook dat hij ‘hen’ ging blijven verdedigen, in Molenbeek én in de achttien andere gemeenten. Hoezeer gaat de nieuwe voorzitter – de Everse burgemeester Rudi Vervoort – alzo kunnen wegen op het beleid? Hoeveel ruimte zal de dominante persoonlijkheid de nieuwe voorzitter vanuit de coulissen gunnen? Meesterstrateeg Philippe Moureaux is een zegen geweest voor zijn partij. Sinds 1989 is hij erin geslaagd om de PS na iedere verkiezing in de regering te loodsen. Vier keer op de vijf mocht de PS ook de minister-president leveren. En vier keer op de vijf was dat Charles Picqué, de stemmenkampioen van de Brusselse PS, en de absolute tegenpool van Moureaux. Ironisch en pijnlijk. De sociaal-democratische Picqué, die ook een welgesteld autochtoon publiek aanspreekt, moet noodgedwongen een beleid voeren dat fel gekleurd is door de ‘marxist’ Moureaux en zijn entourage. Omgekeerd moet Moureaux – kwatongen noemen hem de architect van het islamosocialisme – dulden dat de populaire pragmaticus Picqué de regering leidt. Medestanders van Picqué verwijten hem nog altijd dat hij nooit de moed heeft gehad om binnen de federatie de strijd met Moureaux aan te binden. En ook nu roept Picqué op om met de opvolging van Moureaux ‘de eenheid te bewaren’. Door voluit de allochtone kaart te trekken zit de PS de komende decennia alvast op rozen, de demografische evolutie is duidelijk. Dat de partij hiervoor de vrijzinnigheid op een waakvlammetje heeft moeten zetten, maakt niet elke PS’er gelukkig, maar de machtspoliticus Moureaux heeft er nooit graten in gevonden. De stap terug van Moureaux is maar de eerste van een reeks wijzigingen die de PS de komende jaren te wachten staat. Er is ook de vraag wie de lijst aanvoert in 2014. Gooit Charles Picqué zich nog eens in de strijd, of ruilt Laurette Onkelinx het federale niveau in voor het gewestelijke? En wat met de Moureaux-getrouwe Yvan Mayeur? Of neemt de jongere garde (de Brusselse schepenen Philippe Close en Karine Lalieux) het roer over? Het antwoord belangt alle Brusselaars aan. De uitkomst bepaalt mede de richting die dit duale (stads)gewest de komende tien jaar inslaat.
EVA HILHORST
© KONINKLIJK CONSERVATORIUM VAN BRUSSEL
TOOTS THIELEMANS AWARDS VOOR DRUMMERS BRUSSEL – Maandag reikte de Stichting Koninklijk Conservatorium van Brussel voor het derde jaar op rij de Toots Thielemans Awards uit. Twee ‘drumacrobaten’, Stijn Cools (1981) en Lander Gyselinck (1987), waren de prijsbeesten. Eerder al ontvingen accordeonspelers Anne Niepold (in 2008) en Thibault Dille (2009) de prijs. Sindsdien nam hun carrière een hoge vlucht. Laureaten Cools en Gyselinck hebben hun kwaliteiten op het vlak van compositie en uitvoering ruimschoots bewezen. Cools werkt voor websites (Jomé), installaties (Rhesus B+), computerspelletjes (Stonefish), theater (Tist!) en liveconcerten (Cymbalarchi) en leerde de knepen bij Stéphane Galland (Aka Moon). Gyselinck haalde na een opleiding in Gent een mastergraad in Brussel, en speelt in LABtrio en het Kris Defoort Trio. Hij is inventief in composities die een mix vormen van hiphop, jazz en elektroniJMB sche muziek.
Dansen voor het goede doel BRUSSEL – Op 4 en 5 december kunt u in de Beurs terecht voor Solidanza, een evenement dat dans en solidariteit hand in hand doet gaan. Solidanza wordt georganiseerd door Handicap International, dat zich wereldwijd inzet voor mindervaliden. De opbrengst gaat dan ook integraal naar dat goede doel. Tijdens het Solidanza-weekend is iedereen – jong en oud, man en vrouw, valide en minder valide – welkom om een danske te placeren op het parket van het Beursgebouw. Van rock-’n-roll over tango tot wals, smaak is geen excuus om de T-dansant te missen. Vorig jaar werd het evenement voor het eerst georganiseerd, en met succes: niet minder dan 1.200 mensen kwamen erop af. Dit jaar is iedereen welkom op zaterdag 4 december vanaf 13 uur. Deelnemers betalen 10 euro, kinderen jonger dan twaalf jaar dansen gratis BD mee. ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
BDW 1257 PAGINA 16 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Groen > Volkstuinenmonument Jean Cornelis na 50 jaar voorzitter af
Het werk van de akker blijft floreren UKKEL – Een niet te vellen Brusselse eik, die Jean Cornelis. De stichter-voorzitter van het Verbond van Brusselse Volkstuinen en Tuinliefhebbers gaf zondag de fakkel door. Als voorzitter van de Koninklijke Vereniging Volkstuinen Ukkel was hij een halve eeuw actief én een (inter)nationale ‘groenpionier’. Die liefde ging zo ver zelfs dat er gefluisterd werd: “Il préfère les arbres aux hommes.”
I
n het spoor van zijn vader werd Jean (Jan-Baptiste) Cornelis (1930) voorzitter van de Ukkelse Volkstuinen. Mét tuinbouwschoolervaring op zak, een specialisatie in plantenteelt in Aalsmeer (Nederland, 1949-’50) en werkervaring als proefleider in het UCB-proefstation in Terhulpen, bij de groendienst in Ukkel en als lesgever aan de Provinciale Tuinbouwschool in Leuven en bij Infac (Ukkel). “Het concept van volkstuinen was in 1878 in Frankrijk ontstaan, en bij ons in 1896 in Sint-Joost-ten-Node,” weet Cornelis. “Al gauw volgden Ukkel met zijn Ligue du Coin de Terre (1899) en andere – nu Brusselse – gemeenten. Het was een nuttige tijdsbesteding voor de ‘slachtoffers’ van de industrialisering, die in de stad het boerenleven misten. En ook: een lapje grond om eigen groenten te kweken hield velen weg uit de extreme armoede en het alcoholisme. Alle ingeweken jonge Vlamingen die voor Les Tramways Bruxellois (nu MIVB, JMB) kwamen werken, pakten gretig vijf are grond aan om kleinvee te houden en groenten te telen.” “De interesse voor volkstuintjes groeide, zodat het Werk van de Akker (oorspronkelijke naam, JMB) in Ukkel in 1918 al 1.222 leden telde, bijna een derde van de actieve bevolking toen. Bij het eind van de Tweede Wereldoorlog was dat aantal geslonken tot 117; de ‘mansardeboeren’ waren het beu om zelf hun patatten te zetten.”
Is de volkstuinier de afgelopen halve eeuw veranderd? Jean Cornelis: “Een constante is dat iedereen bleef ijveren voor een lapje moes- of siertuin. Maar de nieuwe generatie volkstuintjeshouders ziet tuinieren meer als een vrijetijdsinvulling waarop ze trots kan zijn. Eigen tomaten kweken doet velen het water in de mond lopen.” “Doordat de grond schaars is, blijft het pachten van volkstuinperceeltjes een moeilijke zaak. In Jette, dat prat gaat op het grootste volkstuinencomplex in het gewest (3 hectare), wordt alles onderhouden door de gemeente: dat is geen volkstuinliefhebberij meer. En het nieuwe volkstuinenpark aan de
Mettewielaan in Sint-Jans-Molenbeek, ingericht door Leefmilieu Brussel (het vroegere BIM), strekt al evenmin tot voorbeeld. De site is aangelegd op een stort, dus op bezoedelde grond, waardoor de tuinders er geen groenten mogen kweken. We kunnen wél trots zijn op het volkstuinenpark Keyenbempt in Kalevoet (Ukkel), dat het BIM in 2009 opende, al sleepte de aanleg jaren aan en kwamen er maar 25 percelen (van 1,20 are elk) in plaats van de beloofde 75 op anderhalve hectare grond.” Vertel eens over de Tuinenwedstrijd in het gewest – toch dé blikvanger van uw Verbond? Cornelis: “De tijden zijn veranderd: voor lezingen en avondvergaderingen krijg je de mensen hun huis niet meer uit. We geven nu lessen in de tuintjes zelf, op aanvraag. Daar kan iedereen meteen zijn ervaringen en vragen toetsen aan de praktijk. Zo leert iedereen ter plekke bij.” “In de Ukkelse afdeling zijn we in 1950 begonnen met een wedstrijd voor de mooiste
Tuinenwedstrijd 2010: de winnaars WATERMAAL-BOSVOORDE – De laurea tenv iering van de Verbondelijke Tuinenwedstrijd maakte vorige zondag in gemeenschapscentrum Wabo weer heel wat mensen met ‘groene vingers’ gelukkig. In de drie categorieën Moestuin, Siertuin en Bebloemde Gevels werden vijftien gouden medailles (80 procent van de punten of meer), zestien zilveren en 43 bronzen medailles uitgereikt. De hoogste score voor ‘Moestuin’ ging naar
een perceel in een collectieve tuin in Evere. De mooiste siertuin lag in een collectieve tuin in Bosvoorde. En een bebloemde gevel in de Schaarbeekse Haardstraat, winnaar in zijn categorie, is met zijn bloembakken en bevallige voortuintje de voorbije zomer dé blikvanger van de straat geworden. En dat werkte aanstekelijk, want ook buren gingen aan de slag. JMB
STERVEN IN DE MIDDELEEUWEN Hoe deden de middeleeuwers dat, doodgaan? Het Jubelparkmuseum wijdt er een boeiende tentoonstelling aan. “Vandaag is een ‘goede’ dood een onverwachte dood: ‘Hij heeft niet geleden.’ Terwijl onvoorbereid sterven in de middeleeuwen wel het ergste was wat een mens kon overkomen!”
© MARC GYSENS
© KMKG
BDW 1257 PAGINA 17 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
RENIERS MET SCHERPE KANTJES Verwacht van juweelontwerpster Christa Reniers geen hoeraverhaal over de plek waar ze nu al decennia woont. “De vrouwonvriendelijkheid vind ik nog het ergst van al.” Toch is een andere stad of het platteland geen optie.
LEES MEER OP PAGINA 22-23
LEES MEER OP PAGINA 20-21
Jean Cornelis in de nieuwe volkstuinen van de Keyenbempt: “Er waren 75 percelen beloofd op anderhalve hectare; er kwamen er maar 25. Toch zijn we blij.”
moestuin. Die is in 2004 uitgegroeid tot een gewestelijk initiatief (zie inzetstukje). Het succes groeit jaar na jaar; in 2010 waren er 94 inschrijvingen. De stimulans die we aanreiken om gevels te ‘bebloemen’, prikkelt vaak buren om zelf – op kleine schaal, maar wel heel efficiënt – bij te dragen tot een groenere stad.” En geeft de overheid een beetje het goede voorbeeld, met haar groenbeheer? Cornelis: “Daar bestaat een vertekend beeld over. Brussel kent vooral tienduizenden statistische bomen. Eens een sierboom geplant is, is er geen geschoold personeel te vinden om hem te onderhouden. Dat is het grote probleem van het nieuwe stadsgroen. Toch erken ik dat er in vijftig jaar tijd veel is geëvolueerd. In 1978 kregen we in Ukkel, op mijn voorspraak, al een gemeentereglement ter bescherming van laanbomen tijdens werkzaamheden aan het trottoir (Cornelis was chef van de groendienst
van 1956 tot 1991, JMB). In 1979 werd er een oplossing voorgedragen voor het wegwerken van het snoeiafval. Ukkel had toen meer dan
“Er is heel lang gelachen met het biologisch tuinieren waar ik voor pleitte”
twaalfduizend laanbomen. Het systeem van recyclage van gemeentelijk en privaat groenafval is toen geïntroduceerd. Nadien kende het navolging in binnen- en buitenland. Tot aan een universiteit in Canada – nochtans ook
een land met boomervaring – vroeg men mij om lezingen te komen geven.” Een voortrekker bent u altijd geweest? Cornelis: “Ukkel stond in 1969 al open voor een reglementering voor het vellen van bomen in privétuinen. De ordonnantie die de ‘voorafgaandelijke toelating tot vellen’ dicteert, is later overgenomen door het Gewest. Nadien werd het een onderdeel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Zo hebben we veel in beweging kunnen zetten, altijd met respect voor Moeder Natuur.” Milieuvriendelijk tuinieren is waarschijnlijk de grootste trendwijziging? Cornelis: “Daarvoor pleit ik al mijn hele leven. Ik hoor ze nog zeggen dat je DDT op de boterham mocht doen. Ik werd voor zot versleten met mijn manuele arbeid. Dertig jaar later gaf iedereen toe dat DDT zich afzet in
© SASKIA VANDERSTICHELE
vetstoffen. Er is lang gelachen met het begrip ‘biologisch tuinieren’ waar ik voor pleitte (Cornelis was stichtend voorzitter van VeltBrussel in 1976 en Velt-Brabant in 1980, JMB). Om preimot te bestrijden zijn er alternatieven gekomen voor het giftige ES 105, dat uit de oorlogsindustrie kwam en dat tuinders massaal gebruikten. ’s Zomers het preihart continu lichtjes sproeien volstaat. Toen ik voor het biofarmaceutische bedrijf UCB werkte, leerde ik dat op gevaarlijke producten een sintandreaskruis moest staan. Soms vermeldt de bijsluiter dat het product corrosief is voor afsluitingen, maar hoe vaak staat er wat het de mens aandoet? De overheid zou altijd het voorbeeld moeten geven. RoundUp (onkruidbestrijdingsmiddel op basis van glyfosaat, JMB) gebruik ik niet; ik zou nog liever werklozen in dienst nemen om te wieden en de grond om te ploegen.”
Jean-Marie Binst
BDW 1257 PAGINA 18 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Jazz > European Saxophone Ensemble van Cezariusz Gadzina in Kaaitheater
Pan-Europees denken met twaalf saxofoons © TOMASZ CIBULLA
BRUSSEL – Het concert van het European Saxophone Ensemble onder leiding van Cezariusz Gadzina is een gedroomd evenement in het kader van het Belgische voorzitterschap. Een betere Europese en culturele mix vind je niet snel.
D
e muzikanten en componisten van het European Saxophone Ensemble komen uit alle hoeken van Europa en het repertoire is een doorgedreven symbiose van klassiek en jazz. Het ensemble kreeg niet toevallig de eretitel van Culturele Ambassadeur van de Europese Unie. De Poolse saxofonist Cezariusz Gadzina weerspiegelt op en top de Europese gedachte. Met zijn muziek staat hij open voor alle vormen van toenadering en vernieuwing. Nadat hij in eigen land afgestudeerd was aan de Chopin-muziekacademie in Warschau, kwam hij naar België, waar hij zich inschreef aan het Leuvense Lemmensinstituut en later aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Kort daarop viel hij al meteen in de prijzen tijdens de internationale wedstrijd Jazz Hoeilaart. Eenzelfde scenario deed zich voor tijdens de European Jazz Contest in Avignon. Ondertussen heeft Gadzina bij Deense, Poolse en Belgische symfonische orkesten gespeeld. Daarnaast was hij actief bij het hedendaagse kwartet Bl!ndman, vormde hij zijn eigen groep Saxafabra en musiceert hij bij de crossover-beeldenstormers van Marockin’ Brass. Onlangs was er ook nog Exprezz Chopin, een succesvol project waarbij Gadzina het jazzpotentieel van een aantal Chopinwerken illus treerde met een eigen kwintet. In 2008 verwezenlijkte hij zijn droom van jaren met de oprichting van het European Saxophone Ensemble (ESE) in samenwerking met het Brusselse muziekhuis Met-X.
Het ESE is op alle vlakken een buitenbeentje. Waar vind je twaalf saxofonisten die een speciaal voor hen geschreven repertoire spelen en waarbij zowel klassiek en hedendaags als jazz aan bod komen? Twee dagen voor het begin van een internationale tournee ontmoetten we een enthousiaste Gadzina. “Ik heb zowel een klassieke als een jazz opleiding gehad,” vertelt hij. “Wat ik vaststelde, is dat de twee werelden in de scholen, en ook nadien in de praktijk, strikt gescheiden zijn. Daar komt dan nog bij dat de saxofoon in de klassieke wereld niet als een volwaardig instrument beschouwd wordt, terwijl het zoveel mogelijkheden biedt.” “Met het ESE wil ik al die heilige huisjes omver werpen. Bij dat alles streef ik een pan-Europese gedachte na. Daarom koos ik twaalf saxofonisten uit twaalf verschillende landen. Bovendien spelen we uitsluitend originele werken van verschillende Europese componisten die speciaal voor ons schreven. Onder hen bevindt zich Bert Joris. Hij zorgt voor het jazzluik, maar we brengen ook hedendaags, neoromantiek, improvisatiestukken en zelfs een heel theatrale passage waarmee we het concert beginnen. We wandelen daarbij tussen het publiek door. De muziek komt dus van alle kanten, letterlijk en figuurlijk. Het wordt echt een complete verrassing over de hele lijn.” Georges Tonla Briquet The European Saxophone Ensemble op 7 december om 20.30 uur in het Kaaitheater (Sainctelettesquare 20, 1000 Brussel). Kaartjes kosten 10 euro. Meer op www.kaaitheater.be, www.gadzina.com en www.esax.eu
Cezariusz Gadzina: “Ik wil tegen heilige huisjes schoppen.” ADVERTENTIE
KVS_ARMWOEDE / PAUVÉRITÉ / POWERTY TRAnSqUInqUEnnAl & GROUPE TOc
cAPITAl cOnFIAncE 15 & 16 DEc. – 20:30 Een ironische en sterk beeldende voorstelling over de financiële crisis.
TÊTE-À-TÊTE 5 DEbATTEn 17 DEc. > 16 JAn.
SUSAn GEORGE FRAnK VAnDEnbROUcKE EDUARDO SUPlIcY PhIlIPPE VAn PARIJS PATRIcK DEclERcK RIccARDO PETREllA KAREl DE GUchT FRAncInE MESTRUM cARO bRIDTS STIJn MEURIS
www.kvs.be – T 02 210 11 12 ARDUINkAAI 9 – 1000 bRUsseL
PR
EM
IÈR
E
IÈR
© MIEKE VERDIn
© hERMAn SORGElOOS
EM
MIEKE VERDIn & KRISTIEn DE PROOST
WIJ zIJn FOERT! SIMOnE MIlSDOchTER DE KOORTS 22 & 23 DEc. – 20:30
E
© AnDRÉ ThIJSSEn
PR
KVS
bARAKSTAD 07 >15 JAn. — 20:00 & 16 JAn. – 15:00 Muziektheater van en met Guy Dermul, Nico Sturm, David Dermez, Han Bennink, Kaat De Windt & het Ictus Ensemble. Op basis van teksten van JMH Berckmans en Patrick Declerck.
BDW 1257 PAGINA 19 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Tentoonstelling > Armenzorg in de Marollen
Aan de grens van de grenzen
Van caritas tot sociale actie © PARFATI
Praat
Passa Porta liet schrijvers debatteren over nationalisme.
Gezien: To belge or not to belge, op 24 november in Passa Porta.
achteraf
Betrapt u zich er ook op dat u tegenwoordig vaker ‘Vlaams(e)’ zegt waar u vroeger wellicht gewoon ‘Belgisch(e)’ gezegd zou hebben? Voelt u zich daardoor eindelijk bevrijd, of juist schuldig? Heeft u uw identiteit de voorbije jaren herzien, of is uw newspeak het gevolg van propaganda? Vorige donderdag zaten in Passa Porta vier Belgische schrijvers samen voor de debatavond To belge or not to belge: Stefan Hertmans uit Dworp, Caroline Lamarche uit Overijse, Serge Delaive uit Luik en Anne Provoost uit Antwerpen. Zowel de communautaire kwestie in de literatuur als die in de politiek kwam aan bod. In de literatuur is ze al bij al minder heikel. Bestaat er zoiets als een Belgische literatuur? Nee en ja. Franstalige anthologieën van de ‘Belgische literatuur’ laten schrijvers uit Vlaanderen onvermeld, in het Nederlands bestaan dergelijke anthologieën niet eens. En als ze wat succes hebben, dan worden Belgische schrijvers al snel bij de Nederlandse of Franse literatuur ingelijfd. Anderzijds zijn ‘Vlaams’ of ‘Waals’ dan wel geen talen, door hun specificiteit geven ze toch uitdrukking aan een eigen poëtica die je wellicht wel ‘Belgisch’ moet noemen. Maeterlinck en de andere Franstalige Vlaamse schrijvers die in het verleden het mooie weer maakten, moet je wel Belgische schrijvers noemen, en tot nader order worden ook de schrijvers die vandaag op het grondgebied van België wonen, in het buitenland zo genoemd. Wat trouwens te denken van de opmerking van moderator Piet Joosten, dat de tweetalige Hendrik Conscience zijn draai als schrijver pas vond door de ontdekking van wat letterlijk zijn ‘moerstaal’ was, en dat hij door Leopold II himself uitdrukkelijk werd aangespoord om vooral in het Nederlands te blijven schrijven? Vanuit de zaal benadrukte Geert van Istendael dat de koning dat hooguit deed omdat hij met Vlaamse folklore het jonge België kon affirmeren tegenover Nederland en Frankrijk. Provoost en Hertmans zagen daarin weer een extra argument voor hun stelling
dat Vlaanderen misschien eerder een constructie is (van België) dan België zelf (dat gedefinieerd kan worden als het grensgebied tussen de Latijnse en Germaanse culturen). Toch weigerden alle aanwezige schrijvers zich voor de kar van het Belgisch nationalisme te laten spannen. Hertmans formuleerde de zaken het scherpst. Dat de zachte dwang van het exclusieve Vlaams-nationalisme de ‘naturel’ van het eertijdse Vlaamse bilinguisme par respect et générosité onmogelijk maakt, heeft voor hem iets dictatoriaals. Wat mij opviel, was dat bij de bespreking van deze interne Belgische aangelegenheden ook een paar migranten de neus tegen het venster drukten. Want de tekst die Anne Provoost voorlas – over de nachtmerrie van een personage dat werd verteld dat ze haar nationaliteit verloren had, en niet langer aanspraak kon maken op de voordelen en de bescherming die ze dankzij het geboorterecht aan die nationaliteit te danken had –, ging natuurlijk ook over hén. Als je het mij vraagt, is het nationalisme dat we vandaag kennen, een laatste reactie op een vergelijkbare angstdroom die vroeg of laat toch werkelijkheid wordt. Als kleine jongen kon ik er nooit bij dat de mensheid zo lang had getreuzeld om te erkennen dat slavernij een wraakroepende onrechtvaardigheid was. Dat een mens veroordeeld was tot een miserabel bestaan omdat hij op de verkeerde plek geboren was. Maar als er vandaag nog altijd miljarden mensen op de verkeerde plek geboren worden, dan is dat natuurlijk omdat de nationalisten die wij allemaal zijn, beweren dat de juiste plek nu eenmaal van ons is omdat wij hier zijn geboren. En wellicht zal het nog lang duren eer we echt erkennen dat ons geboorterecht en onze grenzen nergens op gebaseerd zijn. Hoewel we nu misschien nog in de mogelijkheid verkeren om de oplossing voor dit transnationale probleem in een richting te sturen die we in overeenstemming kunnen brengen met ons idee van beschaving. In die zin is het van symbolische betekenis dat Franstalige en Nederlandstalige onderhandelaars al maanden bij elkaar hokken terwijl zich voor hun deur de ergste asielcrisis ooit voltrekt. Michaël Bellon
BRUSSEL – Hospitium, de vereniging voor geschiedenis van de hospitalen en de zorg, brengt in de Hallepoort een kleine, maar mooi gepresenteerde en informatieve geschiedenis over armen- en gezondheidszorg in de Marollen. De tentoonstelling 1210-2010: Marollen, iedereen welkom kwam er ter gelegenheid van het Europees Jaar van de Bestrijding van Armoede en Sociale Uitsluiting en 800 jaar parochie van de Kapellewijk. Naast goed gepresenteerde teksttableaus hangen er ook een paar (reproducties van) schilderijen, archeologische vondsten, kaarten en natuurlijk voorwerpen uit het dagelijkse leven en uit de gezondheidszorg. Een verlostang, bijvoorbeeld. Of nog: een collecteschaal voor de arme zieken van het gasthuis IJzer, die treffend de historische verwevenheid van godsdienst en gezondheidszorg illustreert. Leest u even mee: “Liefdadigheidsinstellingen hebben vaak een bidplaats, want een beroep doen op spirituele bijstand wordt tijdens het ancien régime als evident beschouwd. Zo moet een zieke bij zijn aankomst in het Sint-Janshospitaal (destijds gelegen aan wat nu Sint-Jansplein heet, DV) te biecht gaan, of men weigert hem op te nemen. Het zwaartepunt ligt op de spirituele zielenzorg. De genezing van de ziel wordt immers beschouwd als een noodzakelijke voorwaarde voor lichamelijk herstel. Om een optimaal resultaat te verzekeren staan de ziekenzalen rechtstreeks in verbinding met de kapel.”
Een negentiende-eeuwse collecteschaal uit mahoniehout, uit de verzameling van het OCMW van Brussel. Vandaag heeft elke gemeente haar OCMW en is sociale actie een evidentie. De tentoonstelling loopt nog tot en met 30 april in de Hallepoort (Zuidlaan, 1000 Brussel), dinsdag tot en met vrijdag van 9.30 tot 17 uur, zaterdag en zondag van 10 tot 17 uur (gesloten op maandag, op 25 december en 1 januari). Met het toegangskaartje (1,50 à 5 euro) kunt u ook de vaste collectie van de Hallepoort bezoeken. Daarnaast staat er ook een lezingenreeks op het programma (tussen 2 december en 28 april 2011). De lezingen zijn gratis, maar inschrijven is gewenst (02-543.60.55 of info@hospitium.be). Het volledige programma staat op www.kmkg.be. Danny Vileyn
ADVERTENTIE
Hang dat terug! ’t Is er het seizoen niet voor.
Inderdaad. De winter is nog het seizoen bij uitstek van de peer: bij ons geoogst van september tot maart. Zeg nu zelf, waarom zou u fruit kopen dat van de andere kant van de wereld komt of helemaal niets met het seizoen te maken heeft ? Het transport of de cultuur in verwarmde serres vergt onnodig veel energie. Kies daarom voor lokale en seizoensgebonden producten. Zo herontdekt u de smaak van de seizoenen en vermindert u de impact van onze voeding op het milieu. O ja, geef ook de voorkeur aan fruit en groenten die geteeld zijn zonder meststoffen en pesticiden.
Inschrijvingen voor de workshops, recepten en kalender op brusselleefmilieu.be of op 02 775.75.75.
RKSHOPS
AIRE WO
E CULIN
12/IN12/ GRATSCIS HRIJF U
DUURZAM
10
EET LOKAAL EN VOLGENS SEIZOEN D A’ S G O E D V O O R U E N G O E D V O O R O N Z E P L A N E E T. Een initiatief van de Brusselse Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing
Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan één miljoen Brusselaars.
BDW 1257 PAGINA 20 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
© KMKG
De dood mag wat kosten: (1) graflegging van Christus in Carrara-marmer (14de eeuw), (2) en (4) memento mori in ivoor (16de eeuw) en (3) gouden munt als grafgift (6de eeuw).
Geschiedenis > Sterven in de middeleeuwen in KMKG
Hemelsbrede verschillen BRUSSEL – Sterven is doodgewoon, maar de expo in het Jubelpark over sterven in de middeleeuwen toont heel wat bijzonders. Lepravoeten uit de Nederlanden of een afgietsel van de doorgekliefde halswervel van de graaf van Egmont, die onthoofd werd op de Grote Markt. W e klopten aan bij curatrice Alexandra De Poorter voor een gesprek als een memento mori. Stierven mensen ánders in de middeleeuwen?
Alexandra De Poorter: “Er is niets universelers dan de dood, we kunnen zelfs niet zeggen dat iedereen geboren zal worden. Maar wat ons – mijn medecuratrice Sophie Balace en mij – opviel, is dat de
dood vandaag zo’n taboe is. Men stopt hem weg in ziekenhuizen en tehuizen, kinderen wordt het zicht van het sterfbed bespaard. Dat was vroeger helemaal anders. Er stond altijd veel volk bij iemands sterf-
bed. Vroeger leefden we meer met de dood. Tussen nul en vijf jaar was je erg kwetsbaar, en er stierven veel moeders tijdens het baren of door de kraamvrouwenkoorts. Mensen stierven ook massaal door epidemieën, zoals de pest en lepra, of het zeer besmettelijke ergotisme, vergiftiging door het moederkoren, een schimmel die bijvoorbeeld op rogge groeide. Een pelgrimstocht bracht genezing, dacht men, maar in feite
verwijderde men zich zo gewoon van de besmettingshaard. Ook de kruistochten in de vroege middeleeuwen en de elkaar bekampende koninkrijkjes eisten vele mensenlevens. Het leven was in feite een zo goed mogelijke voorbereiding op de dood. Het christendom, waarvan heel de middeleeuwen doordrongen waren, speelde hier natuurlijk een grote rol. De ‘goede’ dood is vandaag een onverwachte dood, ‘Hij heeft
Strip > Kinky & Cosy-tentoonstelling in Belgisch Centrum van het Beeldverhaal
Tweeling teistert museum © NIX
BRUSSEL – Dat strips rock-’n-roll kunnen zijn, bewijst Kinky & Cosy al jaren. De roodgejurkte, blonde tweelingzussen zijn een verzinsel van Nix, in Zaventem bekend als Marnix Verduyn. Ze blijven maar potten breken. De Beursstraat is naar hen genoemd. In 2006 ontvingen ze op het prestigieuze stripfestival in Angoulême de Humorprijs. Televisiekijkers kennen de meisjes van de korte animatiefilmpjes in Volt op Eén. Ook in Frankrijk wordt de wilde, tegelijk absurde en huiselijke humor van Nix gesmaakt. Momenteel worden er honderden korte animatiefilms van het tweetal en hun familie geproduceerd voor de Franse televisie. En ook het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal gaat voor de bijl. Tot en met 9 januari loopt er een tentoonstelling in The Gallery, een ruimte die voorbehouden wordt
voor originele platen uit nieuwe en actuele albums. In dit geval komen de platen uit het nagelnieuwe vijfde verzamelalbum Kinky & Cosy – 10.000 ampère. Nogal wat gags zijn onverwacht actueel: pesterijen op het werk, Facebook, twaalf verschillende sinterklazen. En wat te denken van de ondervragingstechnieken die agent Lex gebruikt om Kinky en Cosy te laten bekennen dat ze de gsm van meester Deraedt gestolen hebben? Het Stripmuseum ziet in Kinky & Cosy een vernieuwende gagreeks met echo’s van Vlaamse grootmeesters van de humoristische strip als
De schattige etterbakjes Kinky en Cosy: op naar de Zandstraat!
Marc Sleen en Willy Vandersteen, “al kun je er evengoed Angelsaksisch absurdisme à la Gary Larson in ontdekken.” De expositie kan gecombineerd worden met een bezoek aan het Marc Sleen Museum, recht tegenover het Stripmuseum. U kunt er gaan kijken naar een aantal politieke cartoons van Marc Sleen en enkele Nerostroken waarin hij bekende politici opvoert. Zo duikt Jozef Stalin op in Het vredesoffensief van Nero (1951) en Boris Jeltsin in De Vijfurenboom (1999). Minister van Staat Mark Eyskens zou vandaag (donderdag) de opening van de nieuwe tentoonstelling bijwonen. Hij was Sleens slachtoffer in De A-straal (1981). Niels Ruëll Nix, Kinky & Cosy – 10.000 ampère, uitg. Silvester, 48 blz., 8,95 euro. Tentoonstelling nog tot en met 9 januari 2011; meer op www.stripmuseum.be en www.nix.be. Tentoonstelling Europese politici in het oeuvre van Marc Sleen, tot en met 3 april 2011; meer op www.marc-sleen.be
BDW 1257 PAGINA 21 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Wat vertellen middeleeuwse graven ons? De Poorter: “Hoewel volgens het spreekwoord in de dood iedereen gelijk is, was er toch een duidelijke ‘topografie van de dood’. Armen werden dikwijls begraven in een anoniem massagraf, alleen gewikkeld in een lijkwade. Hoe dichter bij de kerk begraven, hoe belangrijker je was, en het summum was in de kerk, en dan nog het liefst zo dicht mogelijk bij het altaar begraven worden. Lepralijders, veroordeelden, homoseksuelen en Joden waren verstoten van het kerkhof. Voor zelfmoordenaars werd zelfs een gat onder de drempel gemaakt, om het lichaam toch maar niet over de drempel naar buiten te hoeven dragen. Zij werden naar het galgenveld gesleept en daar aan de natuurkrachten overgelaten. Voor ongedoopte kinderen werd het ‘voorgeborchte’ gecreëerd, want ook zij zouden nooit god in de hemel aanschouwen. Tenzij ze nog snel werden gedoopt op de ‘altaren van respijt’, waarbij het gestorven kind tijdens een stuiptrekking of een verkleuring van de huid, wat gezien werd als een teken van leven, nog snel werd gedoopt.” “Niet alleen de plaats waar men werd begraven, ook de inhoud van het graf vertelt ons heel wat. In de vroege middeleeuwen had men nog de heidense gewoonte om grafgiften mee te geven. Dat is onder andere te zien bij het Merovingische graf van ‘la dame de Grez-Doiceau’. In haar mond werd een gouden munt, een obool, teruggevonden, het tolgeld voor de veerman van de Styx. Vrouwen konden verder hun hele uitzet, mannen hun wapens meekrijgen, zo bleef na de dood hun identiteit behouden. Omdat Karel de Grote dit gebruik verbood, kunnen archeolo-
gen Karolingische graven veel moeilijker dateren.” “Behalve skeletten tonen we sarcofagen, zoals een kopie van de uniek versierde sarcofaag van Sancta Chrodoara in Amay (Luik) en het grafbeeld ‘L’homme à moulons’ uit de kapel van de Heren van Boussu (Henegouwen). Dat is een indrukwekkend ligbeeld, voorgesteld als een transis, een persoon van wie het lichaam al gedeeltelijk is vergaan.” Welk gezicht had de dood? De Poorter: “De dood is uiteraard uitgerust met zeis en zandloper: je tijd is beperkt. De voorstellingen van de hel in manuscripten, als monster of als grote muil, linken we aan schilderijen van onder anderen Jeroen Bosch. Op gravures zie je duivels in de weer om zondaars op de barbecue te roosteren, terwijl de engelen in de hemel de genade over de geluksvogels uitstrooien. Om te ontsnappen uit het vagevuur, een constructie uit de twaalfde eeuw om zich met de hel te verzoenen, kon je aflaten betalen aan de bedelorden. Met die ‘liefdadigheid’ werden veel sculpturen en retabels in de kerk betaald.” “Naar het einde van de middeleeuwen ontstaan kunstwerken om ons eraan te herinneren dat we sterfelijk zijn: memento mori, ‘gedenk te sterven’. Verfijnde ivoren beeldjes en paternosters van hoofdjes waaraan de wormen vreten. Het was het christelijke alternatief voor carpe diem of ‘pluk de dag’, met de boodschap: leef goed, want ooit moet je verantwoording afleggen.” An Devroe
Tussen hemel en hel – Sterven in de middeleeuwen, tot en met 24 april 2011 (Pasen) in het Jubelparkmuseum. Meer op www.kmkg.be
Culinair > Minister Cerexhe droomt van biofrietkot
Friet is weer helemaal Belgisch BRUSSEL – De Week van de Friet, waaraan het Brussels Gewest voor het eerst deelneemt, werd voorgesteld in Belgian Frit’n Toast op de hoek van de Magadelenasteenweg en de Grasmarkt, hartje Brussel. Frituur ’t Draakske in Deurne is dankzij Bart De Wever het bekendste frietkot van het land, maar ’t Draakske krijgt concurrentie. Heel erg opvallend is dat de Brusselse minister van Werk en Economie Benoît Cerexhe (CDH) persoonlijk naar de Belgian Frit’n Toast kwam afgezakt om er friet met een frikandel en een glas champagne te proeven. Voor de gelegenheid werd er zelfs speciale Ketjessaus op de markt gebracht. Aan de Week van de Friet nemen achttien Brusselse frietkramen deel. Ze verbinden zich ertoe hun klanten
© NICK TRACHET
niet geleden.’ In de middeleeuwen was dat het ergste wat je kon overkomen: onvoorbereid sterven.”
tussen 29 november en 5 december een extraatje aan te bieden. Er zijn affiches met Manneken Pis die de aandacht moeten trekken. Minister Cerexhe wil de friet in 2012 opwaarderen tijdens het Brusselse Jaar van de Gastronomie. Om de kwaliteit op te drijven, droomt Cerexhe ook van biofrietkramen. De organisatoren zien in de Week van de Friet – waaraan de drie gewesten deelnemen – een mooi voorbeeld van ‘eendracht in verscheidenheid’. Dat deze week samenvalt met het einde van het Europees voorzitterschap, is ook mooi meegenomen. DV
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Pommerak Een frisse, delicate en subtiel geurende tropische vrucht. Een bron van heerlijke herinneringen. Ik dacht dat ik ze nooit meer zou ontmoeten. Ik liep in de Chinese supermarkt tussen de verse groente en fruit en kon een verbaasd “Ooo!” niet onderdrukken. Op een schap lagen enkele schaaltjes met rode vruchten die ik ken van vroeger, van toen ik nog in de tropen woonde. Er stond Tubtimjan Rose Apple (red) op. Ik vermoed dat tubtimjan de Thaise naam voor de vrucht is, want daar leek de verpakking vandaan te komen; rose apple is een rare benaming, want de vrucht is noch appel noch roos noch roze van kleur. In Paramaribo noemden we deze lekkernij in het Surinaams Nederlands pommerak. De vrucht van de pommerak ziet eruit als een peer, maar is in werkelijkheid een bes. Ze groeit aan een behoorlijk grote boom uit de mirte-familie: Syzygium aqueum of S. malaccense. Botanisch is het hier opletten geblazen, want er zouden meer dan duizend soorten Syzygium bestaan en tropische bomen kunnen nogal variëren. Binnen deze plantengroep is de pommerak in elk geval nauw verwant met de kruidnagel (S. aromaticum). Toen ik in Paramaribo woonde, stond er een grote pommerakboom in mijn tuin. Tweemaal per jaar verschenen er hevig paarsrode bloesems aan. Het waren draadbloemen, meer borstel van meeldraden dan bloemkelk. Als ze afvielen, vormden ze een paars tapijt op de grond. Dan verschenen de vruchten. Eerst wit, dan roze, ten slotte dieprood. Het was makkelijk waar te nemen wanneer ze rijp werden. Op een namiddag zou ik terugkeren van het werk en een boom vinden vol kinderen, die in alle richtingen uiteenstoven als ik aan kwam rijden. “Hebben jullie aan een plastic tasje gedacht?” riep ik dan. Neen, dat hadden ze niet, en schoorvoetend kwamen ze terug. Ik gaf hun twee zakken: “Een voor jullie en een voor mij!” Ja, dat vonden ze een deal en ze zaten zó weer de boom in. Op die manier had ik dan voor enkele dagen weer een ruime voorraad verse pommeraks, en dat tweemaal per jaar. In de pommeraktijd hoorde ik ook ’s nachts in de boom altijd gerucht en gefladder. Dan waren het geen kinderen, maar vleermuizen die zich aan de vruchten te goed deden. De vrucht was krokant met een dunne gewaxte rode schil, maar vanbinnen zat sneeuwwit vrucht-
vlees met een wattige textuur. Dat zag er op het eerste gezicht droog uit, maar bleek bij het bijten verbazend sappig. Het parfum van de vrucht was ook heerlijk. Moeilijk te beschrijven, maar nu je het zegt, misschien komt de geur van een roos wel in de buurt. In het Engels noemen ze deze vrucht ook wel watery rose apple, in het Frans pomme d’eau. De pommerakboom komt uit Zuidoost-Azië, maar hij is met geestdrift geëxporteerd naar alle tropische gebieden. Pommeraks gedijen enkel in een equatoriaal klimaat, warm en met véél regen. Ook de bladeren zouden worden gegeten, en het hout van de boom is erg gezocht, want hard en veerkrachtig. Pommeraks zijn heel delicaat. Wanneer ik er een emmer van meenam naar het werk, om onder collega’s te verdelen, dan kwamen de vruchten meestal geblutst en lekkend aan. Daarom had ik nooit verwacht er ooit in een Brusselse supermarkt te vinden. En toch. Dat betekent dat er nu nog maar één tropische vrucht is die ik ooit heb leren kennen op mijn reizen, maar nog nooit in Brussel heb gezien, en dat is de caju (cashew). Op enkele zeldzame soorten na, misschien. Ik vermoed dat er een probleem is met de volksgezondheid om verse caju’s te importeren, maar daar schreef ik zo’n vier jaar geleden al over. De pommeraks in de supermarkt waren elk zo’n acht centimeter en waren individueel verpakt in netjes zoals er ook worden gebruikt om de flessen uit de taxfreeshops op luchthavens mee te beschermen. Vervolgens waren ze met vijf stuks op een piepschuimen schaaltje verzegeld. Behoorlijk wat voorzorgen voor zo’n bescheiden en weinig bekend stukje fruit. De prijs: 5,50 euro per kilogram! Voor deze jongen met heimwee naar de tropen is dat nog aanvaardbaar, maar voor wie er eerder nog nooit een heeft geproefd...? Daarenboven wordt er wel erg veel piepschuim mee gewogen bij de prijsbepaling. En dus bekroop me de twijfel. Hoe smaakt pommerak uit vliegtuigimport? Heel vaak zijn tropische vruchten, ingevoerd in onze streken, maar een schim van wat hun smaak betekende wanneer ze aan de boom rijpten in de tropenzon. Neem nu de avocado’s: tachtig procent van die vruchten in onze winkels is zo goed als oneetbaar, omdat ze te vroeg
Heel vaak zijn ingevoerde tropische vruchten maar een schim van wat hun smaak betekende wanneer ze aan de boom rijpten in de tropenzon geplukt zijn. En veel tropisch fruit rijpt ook nooit meer verder nadat het werd geplukt. Om minder schade op te lopen tijdens het transport, eisen de distributiemaatschappijen dat men vroeg oogst, dan zijn de vruchten steviger. Dat is ook zo met tomaten, aardbeien en zelfs met gewone appels. De voordelen zijn er uitsluitend voor de distributie, de consument heeft het nakijken. En baalt. Mijn vrees werd ook hier bewaarheid. De vruchtjes zagen er wel mooi uit, maar smaakten nauwelijks naar hun volle parfum; de wattige textuur ontbrak grotendeels en was slechts licht krokant en appelachtig. Spijtig. Mocht u op een dag rijpe pommeraks tegenkomen, dan moet u ze toch eens proberen. Het is fruit dat vrolijk maakt. De smaak kan wel wat opgepimpt worden door ze met een snuifje (echt niet te veel) zout te besprenkelen en even te laten trekken. Ook in de tropen durven ze dat te doen. Pommeraks worden niet alleen als handfruit gegeten. De onrijpe vruchten worden op azijn gelegd als condiment of tot gelei gestoofd. De rijpe vruchten kunnen dan weer tot een aangename coulis of compote worden verwerkt. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1257 PAGINA 22 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Christa Reniers heeft geleerd op haar hoede te zijn. “Mijn zoon moet uitkijken langs welke weg hij naar huis komt – Anspach en Lemonnier, dus. Gaat hij langs de Papenvest, dan is het van dat.”
© MARC GYSENS
S
tapje bij stapje vond Christa Reniers de weg naar Brussel. Hetzelfde kan gezegd worden van waar ze het best in is: juwelen ontwerpen. “Dingen maken met boetseerklei, knutselen, dat heb ik altijd graag gedaan. Maar weten wat ik later wilde worden? Nee. Mijn vader was onderwijzer en ik dacht: tja, misschien toch regentaat proberen. Maar al gauw voelde ik dat lesgeven me niet zou liggen. Toen gekozen voor kunstgeschiedenis – alweer geen vonk. Veel liever maakte ik juwelen in polymeerklei en experimenteerde ik met het in vormen gieten van polyester. Voor mezelf, voor vrienden. Zonder erbij stil te staan. Toch is mijn studententijd in Leuven niet voor niets geweest, want ik heb er mijn man leren kennen. Nadat Francis zijn diploma van kunsthistoricus had behaald, zijn we naar Brussel verhuisd; die stad was in onze ogen het einde.” “Ik had de man van mijn leven gevonden, de stad waar ik wilde wonen. Nu nog een professioneel doel. Als bediende een hele dag naar de klok turen tot ik weer naar huis mocht, dat zag ik me mijn hele verdere leven niet doen. Dus heb ik eerst een zelfstandigenopleiding opgevolgd en dan samen met Francis met een winkeltje begonnen in de Kartuizersstraat. Echt leefbaar was dat niet. 33 procent btw, importheffingen, amper winstmarge. Dat met
de Eerste Golfoorlog de verkoop helemaal stil viel, had de genadeklap kunnen betekenen, maar het is uiteindelijk een zegen gebleken. Met dank aan wijlen mijn schoonvader, een tandarts vanuit de tijd dat tandartsen nog alles zelf moesten maken. Van hem had ik, na zijn pensioen, een voorraad was en een bakelieten freesapparaatje gekregen. Daarmee ben ik gaan experimenteren. Met was dingen ontwerpen die we vervolgens naar de gieter brachten. Zo heb ik al doende geleerd echte juwelen te maken.” “Een klein jaar later was mijn eerste collectie een feit en is Francis de baan op gegaan. Te beginnen met de betere zaken: Stijl, Louis in Antwerpen... De volgende stap was een eigen winkeltje. Op de Oude Graanmarkt, in het pand waar we woonden. Drie dagen per week waren we open, de rest van de tijd was ik bezig met ontwerpen, en ondertussen bevoorraadden we ook andere winkels. Van het een kwam het ander en in 1999 hebben we een appartement gekocht in de Dansaertstraat en onze winkel daarheen verhuisd. Toen pas zijn we zichtbaar geworden.”
Groeipijnen Ondertussen zijn er winkels bijgekomen aan de Zavel en in Antwerpen en heeft Reniers haar activiteiten verhuisd van de buurt van
de Beurs naar die van het kanaal. “Het eerste stuk van de Dansaertstraat is nu de speeltuin geworden van de grote ketens. Ook wij zijn gezwicht voor het aanbod van zo’n keten, omdat het nu eenmaal te mooi was om af te slaan. Hier is het allemaal wat ruiger, de buurt ontwikkelt zich nog altijd met vallen en opstaan. ’s Avonds wordt er gedeald voor onze deur, er worden gestolen goederen verkocht. Toen we hier pas zaten, hebben ze tot twee keer toe proberen in te breken: met bakstenen de ruit van de deur bewerkt. Is de buurt dus duidelijk nog aan het zoeken naar evenwicht, dan moet ik zeggen dat we aan de Zavel, de chique Zavel, meer last hebben van dieven. Meestal Oostblokkers. Die komen binnen, netjes in kostuum, graaien prompt naar het goud om vervolgens als de weerlicht te verdwijnen.”
Tijdloos, stijlvol “Een bepaalde klant heb ik niet voor ogen wanneer ik iets nieuws creëer. Ik maak in feite dingen voor mezelf. Dingen die ik zelf mooi vind en zelf graag zou dragen. Niet te braaf, niet te modegebonden, maar toch passend in het tijdsbeeld. Ik heb stukken die al meer dan tien jaar goed verkopen. En beetje bij beetje voeg ik toe.” Nog iets waarmee Reniers haar eigen stempel drukt, is de presentatie van haar juwelen. Met
© CHRISTA RENIERS
BRUSSEL – “Geen enkele andere Belgische stad kan voor mij aan Brussel tippen. Ze zijn te klein, te provinciaal, te saai. Toch vind ik de overlast en de kleine en grote pesterijen hier erg jammer. En, vooral, de vrouwonvriendelijkheid. Soms denk ik weleens: zou het niet schitterend zijn om in Londen of New York te wonen? Maar dat zal wel wishful thinking blijven.” Juwelenontwerpster Christa Reniers, moeder van drie, is een vaste waarde in Brussel, modestad.
Ring van Christa Reniers, geïnspireerd op het werk van Pol Bury, in Brussel onder meer aanwezig met een plafondsculptuur in metrostation Beurs en de kinetische ballenfontein op de Jacqmainlaan.
hoofden, handen. “Ik ben doorlopend op zoek naar mooie voorwerpen, tweedehandsboeken ook. Voor de winkel, voor thuis. Aanvankelijk alleen op rommelmarkten, in kringloopwinkels, sinds 2004 ook op eBay. Er gaat geen dag voorbij of ik zit op mijn computer te zoeken. Snuisteren, het is mijn lange leven. Laat me los in een kringwinkel en ik vergeet alles. Zie ik iets moois voor een klein prijsje, dan komt het mee naar huis. Tot wanhoop van mijn man.”
Pute, salope Als Christa Reniers ‘thuis’ zegt, dan is dat
BDW 1257 PAGINA 23 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
FREDDI SMEKENS “Het eerste stuk van de Dansaertstraat is de speeltuin van de grote ketens geworden. Ook wij zijn gezwicht voor het aanbod van zo’n keten”
Stoem stoen
A
Christa Reniers, juwelenontwerpster
‘Neem de scherpe kantjes erbij’ tegenwoordig de Anneessenswijk. Voor haar en haar man, voor Amor (19), Elmo (13) en hun zusje Alpha (6). Een oud industrieel pand, waar ze ook haar atelier heeft ondergebracht. “Een work in progress: we wonen op de eerste verdieping boven het atelier. Voor de bovenste verdieping hebben we nog geen budget, maar dat is niet erg: we wonen veel ruimer en rustiger dan in de Dansaertstraat. Sirenes, bussen, boomcars: het was daar dagelijkse kost; waar we nu wonen niet.” “Maar Anneessens, een migrantenbuurt met veel verloop, heeft ook zijn nadelen. Te beginnen met het vuilnis. Als ze ergens van af willen – een ijskast, een matras of zo –, dan belandt het op straat. Wij wonen in een achterhuis: ze gooien van alles door hun venster op onze koer, zonder erbij na te denken. Ook sigarettenpeuken: een zwembadje moet je dan ook niet buiten zetten of het is stuk. Het sociaal en vriendschappelijk contact met de allochtone jongeren uit de buurt noem ik mislukt, zoals ze misbruik gemaakt hebben van onze goede wil. Je moet bovendien altijd op je hoede zijn. Elmo gaat naar Groot Mabo: hij moet uitkijken langs welke weg hij naar huis komt – Anspach en Lemonnier, dus. Gaat hij langs de Papenvest, dan is het van dat.” “Onze jongens hebben een hekel aan dat soort toestanden, en toch zijn het echte stadsvogels. Ook ik heb me nooit laten afschrikken door de harde kant van Brussel. De vrouwonvriendelijkheid onder meer, die ik nog het ergst van al vind. Dat, en de eeuwige sirenes. In geen enkele grootstad die ik ken, zijn de sirenes zo aanwezig als in Brussel. Wij kijken er al lang niet meer van op, maar het is grappig om te
zien hoe mensen die niet vertrouwd zijn met Brussel, telkens schrikken. Alsof ze in een belegerde stad zijn beland. Pute, salope, ik heb het allemaal al mogen horen. Op straat bekogeld met stenen, lastiggevallen door Marokkaanse broekventjes. Mijn nichtje kwam eens met enkele vriendinnetjes naar Brussel, en ze werden onmiddellijk lastiggevallen. Gevolg: die meisjes komen niet meer naar Brussel.” Het is niet makkelijk, maar toch blijft Brussel met stip nummer één voor Reniers. Een andere stad in België of het platteland is geen optie, al zou haar man daar wel oren naar hebben. “Francis is in de stad opgegroeid, in Gent; op hem oefent het platteland een romantische aantrekkingskracht uit. Ik heb heel mijn jonge leven buiten gewoond. Weilanden, bossen, vijvers: ik heb het genoeg gezien in de neus van West-Limburg, waar ik ben opgegroeid. Voor mij heeft dat geheimen noch aantrekkingskracht. Trouwens, wat zou ik er kunnen aanvangen? Ik heb geen rijbewijs en autorijden heeft me nooit iets gezegd. Het is inderdaad een van de redenen waarom we in de stad wonen, waar een mens perfect zonder auto kan.” “Ik ken mensen die Brussel ontvlucht zijn omdat ze kinderen hebben. Wel, die kinderen zijn mettertijd bijna allemaal teruggekeerd. Gewoonweg omdat de stad zoveel interessanter is. Je kunt op elk moment ergens naartoe, zelfs ’s zondags zijn er veel zaken open. Bioscopen, theaters, musea: wie wil, kan er elke dag van genieten. Niet dat het echt aan mij besteed is, hoor: mijn werk en mijn gezin slorpen het leeuwendeel van mijn tijd op.”
Karel Van der Auwera
f en toe hebben we allemaal met verwondering te maken, en gelukkig vormen de Brusselaars daarop geen uitzondering. Natuurlijk heeft de Algemeen Nederlandse uitdrukking “Dat verwondert mij” heel wat varianten en subtiele kronkelingen. Zo ook in het Brussels, uiteraard. Die allemaal op een rijtje zetten zou ons wat ver leiden, maar enkele willen we er toch graag aanhalen. De oer-uitdrukking is: “Doe stoen ik stoem van!” Wil men die ietwat kruiden, dan kan men zeggen: “Doe stoen ik na neki stoem van.” Bij dat laatste zou ons woordje neki uiteraard kunnen wijzen op het feit da we nuut hemme stoem gestoen. Wat mij zeer zou verwonderen, waarde lezer. Maar trekken we de lijn even door zonder buiten de lijntjes te kleuren... Wie er nog e scheupke wil baa doon, kan gerust uitpakken met: “Doe stoen ik na neki gielegan stoem van!” In dat geval geeft ons woordje gielegan uiteraard de overtreffende trap van stoem stoen aan. Dit alles om onze Brusselse uitdrukking stoem stoen even in de juiste context te plaatsen. Van het wat schakelen we even over op het waarom. Uiteraard zijn er ontelbare situaties, gebeurtenissen, toevalligheden, ontmoetingen..., noem maar op, woe da we stoem van stoen. En gelukkig is het aantal keren waarbij de verwondering ons heeft overvallen en ons nog altijd overvalt, haast niet te tellen. Natuurlijk komt het sympathieker over wanneer iemand ons zegt: “Awel, ni vè ’t ien of ’t ander, mo ik stoen stoem da’k nog leif” dan dat diezelfde (of een andere) persoon zou zeggen: “Ik stoen stoem da gaa nog leift!” Toch kan dat laatste nog altijd geïnterpreteerd worden in de zin van: “Ik ben blij-verwonderd je nog eens te ontmoeten.” Bij dat alles vergeten we uiteraard niet dat ons woordje stoem alles met het Algemeen Nederlandse stom en niet met dom te maken heeft. Met andere woorden, stoem stoen verwijst naar een vorm van sprakeloosheid. Die laatste stelling wil ik graag bewijzen met het feit dat niemand van zichzelf zou beweren dom te zijn, van het teigenauver-
gestelde zou ik echt stoem stoen. Maar uiteraard is het ook met het woordje stoem in stoem stoen opletten geblazen. Neem nu de aantijging: “Ik stoen er stoem van hoo stoem da ge zaait.” Dát stoem, op het einde van de zin, moet wel degelijk als ‘dom’ geïnterpreteerd worden. Laten we nu even het filosofische aspect van stoem stoen onder de loep nemen. De lezer beseft ongetwijfeld dat ons dagelijkse leven er heel wat saaier en eentoniger zou uitzien als we nooit stoem zouden stoen. Misschien is stoem stoen wel, samen met lachen, eigen aan de mens. Ik kan mij daarin vergissen, ’k zou er ni stoem van stoen moest het zu zaain. In elk geval is het mooie daarbij dat we over de meest subtiele ervaringen stoem kunne stoen. Volgens een oude Griekse filosoof – ’k zou er ni stoem van stoen moest het Plato zaain – zou stoem stoen weleens het begin van de filosofie geweest kunnen zijn. Welnu, waarde lezer, volgens mij mag stoem stoen alles doen, behalve ons afschrikken. Dat hoop ik tot hiertoe voor een stuk bewezen te hebben. Ook wanneer iemand ons aanspreekt met: “Ik goen a neki eet zegge woe da ge écht stoem van goet stoen!”, mag men zich niet afgeschrikt voelen. In dat geval gaat het meestal om een mededeling waarvan we al alles wisten en kenden. Natuurlijk kan het heel uitzonderlijk wél zo zijn dat we bij die mededeling van onze stool valle. Maar van dat laatste zou ik echt stoem stoen. U zult het wellicht gemerkt hebben, waarde lezer: met stoem stoen kunnen we alle kanten op, en dus zijn we er nog wel een tijdje zoet mee. Ik hoop dus van harte dat ieder van ons de nodige tijd neemt om af en toe van eet stoem te stoen. Sta mij toe hierbij het voorbeeld te geven. Ik stoen er stoem van da ’k auver stoem stoen hee zu nen dooidelaaike ooitleg gegeiven hem. En uiteraard zou ik er ook niet stoem van stoen als ik door een enkeling “Stoefer!” hoor fluisteren, of zelfs uitroepen. Welnu, het zij zo. Om te besluiten wou ik u nog iets meegeven waar ik zeker ni stoem van stoen. Namelijk da het ni vè merge es da ons Brussels de paaip on Mettes goe geive.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny. vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1257 PAGINA 24 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
Atletiek > Marc Vanderlinden loopt al vijftien jaar ultramarathons
‘Ik ben geboren om te lopen’ WATERMAAL-BOSVOORDE – Meer dan zes uur lopen over een afstand van honderd kilometer: velen noemen het gekkenwerk, voor Marc Vanderlinden (51) is het een plezier. “In zes uur tijd 91,593 kilometer lopen, dat was het wereldrecord tussen 1996 en 2004,” vertelt Marc Vanderlinden. “Ik waagde me in Nederland eens voor het plezier aan dat record, en tot mijn verbazing klopte ik het zesuurrecord. Ik heb altijd gelopen om te presteren, en dit was toch een van mijn mooiste prestaties.” Marc Vanderlinden begon pas op 28-jarige leeftijd serieus te lopen. Het werd een echte passie en nam gaandeweg extreme vormen aan. Een ultramarathon is elke loopwedstrijd die langer is dan de 42,195 kilometer van een ‘gewone’ marathon. Meestal bedraagt een ultramarathon honderd kilometer, maar het kan ook langer uitvallen. “In 1995 ben ik erin gerold via een vriend. Ik liep toen de marathon in twee uur en 25 minuten. Ik was niet zo snel, maar had wel een goede uithouding.” “Mijn eerste ultramarathon was in het Franse Perpignan: honderd kilometer. Ik trainde toen heel fanatiek en wou meteen een goede prestatie neerzetten. Ik wou binnen de zeven uur lopen zodat ik een jaar later naar het WK in Moskou mocht. Ik zette een tijd van 6.52’ neer en won. Ik had me dan ook heel goed voorbereid, met weken waarin ik tweehonderd kilometer liep. Mijn dagen waren – kort
Marc Vanderlinden staat in de startblokken voor zijn duizendste loopwedstrijd. “Binnenkort pen ik mijn ervaringen neer, de leuke verhalen die ik dankzij het lopen heb meegemaakt.”
Studiedag > Buurtsport maakt balans op bij tiende verjaardag
‘Wijk af van de platgetreden paden’
“In juni hebben de kinderen ons tienjarig bestaan gevierd op een groots opgezette sportdag, nu herhalen we de festiviteiten op een inhoudelijke manier,” vertelt coördinator Gert Eeraerts (33). “De kennis en knowhow die we door de jaren hebben vergaard, zullen we delen met beleidsmensen uit de socioculturele sector en de partners uit het veld. Ook de collega’s van onder andere Buurtsport Antwerpen en Mechelen komen langs.” De verschillende Buurtsporten in Vlaanderen passen hun manier van werken aan de context van hun omgeving aan. De weg die de Brusselaars insloegen, vond navolging. “We zorgen voor een bijkomend sportaanbod en vormen jonge mensen zonder diploma als monitor om hen meer kansen te geven op de arbeidsmarkt. Dat idee heeft navolging gekregen in heel wat Vlaamse centrumsteden.”
© VGC
BRUSSEL – Buurtsport Brussel sluit het feestjaar 2010 af met een studiedag. Tien jaar na zijn ontstaan worden op 3 december lessen getrokken uit het verleden, maar er wordt ook vooruitgekeken.
De aanpak van Buurtsport heeft navolging gekregen in veel Vlaamse centrumsteden.
Na de ontvangst om halftien in GC De Pianofabriek worden vanaf tien uur lessen getrokken uit het verleden. “Een daarvan is dat Buurtsport niet noodzakelijk op de platgereden paden moet blijven. We zijn intensief met jeugd gaan samenwerken en hebben een
sociale economie ontwikkeld door jongeren in precaire situaties de kans te geven hun talent te ontwikkelen. Een tweede les is dat je niet zozeer moet kijken naar wat iemand niet kan, maar naar wat hij wel kan. Je hebt mensen die nog niet zo lang in België zijn en wier Neder-
© MARC GYSENS
lands nog niet zo goed is. Is zo iemand goed in voetbal, dan zetten we een voetbalproject op; de taal volgt wel.” De studiedag biedt negen workshops gespreid over de voor- en namiddag, waarvan de deelnemers er twee kunnen kiezen. Er is keuze tussen meer praktische sessies zoals een kennismaking met de kracht van het boksen, getuigenissen over vrouwensport en interactieve brainstorms, onder meer over de vraag of er een opleiding op maat van ‘doelgroepjongeren’ moet komen. Ook de toekomst van Buurtsport Brussel komt aan bod. “We moeten onszelf in vraag stellen om te groeien,” vervolgt Eeraerts. “In een veranderend Brussel zijn we actief in vier wijken, die tien jaar geleden zijn vastgelegd. Brussel is geëvolueerd; er zijn nu meer kansarme wijken. We zouden veel actiever kunnen zijn. Bijvoorbeeld in Laken of in SintJoost-ten-Node. We moeten ons daarop voorbereiden en dus uitbreiden.” Bruno De Lille (Groen!), VGC-collegelid bevoegd voor Sport, zal de dag afsluiten. Om 15.30 uur volgt dan nog een receptie. Deelnemen kost tien euro en inschrijven kan op www.buurtsportbrussel.be of info@buurtsportbrussel.be. “Als de deelnemers vertrekken met nieuwe ideeën om in de praktijk te brengen, en wij op onze beurt iets geleerd hebben van hen om onze strategie aan te passen, dan is deze studiedag geslaagd,” besluit Eeraerts. TS
BDW 1257 PAGINA 25 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
samengevat – werken, lopen, eten en slapen.” In Moskou behaalde Vanderlinden onverwachts de vierde plaats, en kort daarna won hij de eerste van zijn twee Belgische titels. Ondertussen begon zijn lichaam om rust te smeken. “Ik liep toen om de twee maanden een ultramarathon, en dat is te veel. Ik ben meer gaan doseren.” “Uiteindelijk heb ik nog twee WK’s gelopen: ik behaalde een zesde plaats in het Nederlandse Winschoten en een elfde in het Taiwanese Taipei. Dat zijn toch stuk voor stuk prachtige herinneringen. Je met de wereldtop meten en ervaringen uitwisselen met andere delegaties: prachtig. De zeventig ultramarathons die ik heb gewonnen, nemen ook een speciale plek in.” Trainen voor een ultramarathon is niet van de poes. Naast twintig à dertig kilometer per dag is er elke week een lange loop van een vijftigtal kilometer. “Je moet hard trainen, anders breek je bij kilometerpaal zeventig. Mentaal weegt het, maar dat is mijn sterke punt.” Tot 2003 concentreerde Vanderlinden zich voluit op de ultramarathon. Sindsdien heeft hij wat meer afwisseling in zijn wedstrijden gestoken. De 20 km door Brussel is de wedstrijd van zijn hart en hij is er al een viertal keer in de top twintig geëindigd. Jaarlijks loopt hij ook een à twee marathons, wat joggings en af en toe een ultramarathon. Vanderlinden is vandaag de oudste loper onder de ultramarathonlopers en is een naam in het wereldje.
want na een week kon ik het ziekenhuis al verlaten en na een maand mocht ik weer lopen. Mijn dokter zei dat ik opnieuw voluit moest gaan, dus loop ik weer zoals vroeger. Maar het zet je wel even aan het denken.” Vanderlinden staat nu voor een feestjaar. “In mei loop ik waarschijnlijk mijn duizendste loopwedstrijd. Dat weet ik omdat ik al de wedstrijden die ik loop, bijhoud in een boekje. Het is leuk, maar ik ga het niet speciaal vieren, hoor.” Hij heeft ook plannen om zijn carrière te vereeuwigen. “Binnenkort ga ik mijn ervaringen neerpennen. Geen opsomming van mijn resultaten, maar de leuke verhalen vertellen die ik dankzij het lopen heb meegemaakt.” Ondanks zijn leeftijd denkt de Brusselaar nog niet aan stoppen. Toch voelt zijn lichaam de vele kilometers op de teller. “Je verliest kracht, in de klimmen gaat het minder snel. Net als de recuperatie. Twee dagen worden er drie of vier. Maar je past je aan. Ik heb het geluk weinig blessures te hebben gehad. Ik verzorg me goed.” “Zolang ik het graag doe, doe ik het voort. Ik wil lopen, ik ben ervoor geboren. Stoppen is niet voor morgen, maar voor overmorgen.”
Tim Schoonjans ADVERTENTIE
Hersenberoerte “Ik loop nu iets minder dan vroeger, 120 à 160 kilometer per week. Dagelijks loop ik een achttal kilometer naar mijn werk in Vorst, en ’s avonds loop ik langs een andere route vijftien à twintig kilometer terug. Dinsdag en donderdag komt daar nog eens pistetraining bij, dat maakt het zwaar. Dat is bij Racing Brussel, waar ik ook lesgeef aan een vijftiental mensen. De meesten lopen de marathon en een van hen de ultramarathon.” Vorig jaar sloeg het noodlot toe. Vanderlinden kreeg een hersenberoerte die zware gevolgen had kunnen hebben. “Een bloedklonter in mijn hoofd. Uiteindelijk viel het wel mee,
stoppers_pave _staand_1013.indd 5 PRINSES WERELDKAMPIOENE THAIBOKSEN
David Steegen Buenos Aires in Brussel De Argentijnse sterspeler van Royal Sporting Club Anderlecht kijkt zich de ogen uit. Het stadion van hockeyclub Royal Racing Club de Bruxelles (1891) zit propvol om de Rode hockey-Duivels aan te moedigen. Jong en oud zingen de ‘Brabançonne’ uit volle borst mee wanneer de twee ploegen waardig naast elkaar staan voor de wedstrijd. Racing is een prachtige en statige club die zich in Ukkel over vier hectaren uitstrekt, niet gek ver van het toprestaurant Villa Lorraine en dat andere culinaire huis van vertrouwen, Brasserie Georges. RCB zit verscholen tussen de bomen in een statige villawijk. Racing ademt nostalgie uit. Ze hebben de oudste (en beschermde) tribune van het land. Lucas Biglia wordt ontvangen door Marcelo Orlando, voormalig coach van Racing en huidig coach van de vrouwen van White Star Hockey. Orlando is een autoriteit. Een van de eerste buitenlanders die ons hockey met zijn kennis verrijkte. Het Brusselse hockeymilieu onderhoudt een nauwe band met Argentinië. Marcelo Orlando werd twintig jaar geleden door hockeyclub Wellington binnengehaald. Hij was een van de eersten. Vandaag is Orlando coach van de manneneredivisie van Racing en van de eerste ploeg vrouwen van White Star Woluwe. Die spelen in de eerste divisie (tweede klasse). Hij importeerde de drie broers Garreta, Maxi, Juane en Gaby. De eerste speelt nog altijd voor Racing Club de Bruxelles, Juane zit inmiddels in Leuven, en de derde speelt voor Lara (La Raquette) uit Waver. Argentijnen zijn modelprofs. Grote kampioenen. Sinds de komst van de buitenlanders ging het algemene spelniveau met rasse schreden omhoog. De Argentijnen effenden het pad voor andere buitenlanders die als semiprof voor Belgische clubs kwamen spelen. Wij hebben in Anderlecht alleen maar goede ervaringen met Argentijnen. Ook als ze het
12-10-2010 13:17:00
niet haalden, zoals Leiva. Beroepsethiek. Ze combineren de winnaarsmentaliteit van de Italianen, de Grinta, met de welgemanierdheid, de opvoeding en de fairplay van de Britten. Nico Frutos was een leider, een trainingsbeest. Ondanks alle tegenslag. Een voorbeeld voor iedereen. Nu is er Lucas Biglia. Nederig, maar vastberaden streeft hij naar de top. Of hij nog lang in België blijft, weet niemand, want hij heeft alles om het te maken. Biglia heeft zijn hart verpand aan ons land en aan Brussel. De Argentijnen zijn gelukkig in België, voor hen is het een veilig land. Een land van vele geneugten en een hoogstaande levensstijl. Wanneer Biglia de aftrap heeft gegeven, neemt hij naast Orlando plaats in de oude tribune. Hij vuurt de ene vraag na de andere op hem af. Hockey is een technische sport, je moet het gespeeld hebben om het helemaal te snappen. Snel en technisch. Tactisch lijkt het op voetbal, maar de beleving is anders. Er is geen groot geld mee gemoeid. Spelers komen na de wedstrijd in hun trainingsplunje een pint drinken in de kantine. Tussen de supporters. Ik schrik me rot als Jérôme Truyens, sterspeler van Racing en van de nationale ploeg, na de wedstrijd het café binnenstapt. Truyens is een icoon. Hij scoorde het beslissende doelpunt dat de nationale ploeg na decennia afwezigheid kwalificeerde voor de Olympische Spelen (Peking 2008). De dag na de wedstrijd komt een vriendin ons vragen of haar wagen in onze garage mag, want ze is voor de derde opeenvolgende keer gecarjackt aan het Zuidstation. Brussel veilig? www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
ADVERTENTIE
BRUSSEL – Thaibokster Sanae Jah (28) heeft op een tumultueus wereldkampioenschap in Spanje opnieuw de titel behaald. Sanae Jah maakte haar favorietenrol waar, maar niet zonder slag of stoot. Op het WK van Iska, een van de grootste vechtsportfederaties, liet de organisatie het volgens Jahs trainer (en man) Jean-Christophe Van Ghyseghem geregeld afweten. “De tijdstippen van de kampen verschoven bijvoorbeeld constant. Je wist bij het begin van het toernooi ook niet hoeveel tegenstanders je zou ontmoeten. Het zijn er uiteindelijk drie ge-
worden voor de finale. Sanae heeft haar drie tegenstanders in de eerste ronde KO geslagen.” De finale moest Jah tegen een maar liefst elf kilo zwaardere dame vechten. Een groot risico in het boksen, maar Jah won uiteindelijk met een KO in de derde ronde. Toch dienden ze een klacht in. “Het is echt schandalig om Sanae tegen een veel zwaardere tegenstandster te laten kampen. Omdat we die klacht tegen de federatie hebben ingediend, ontvangt Sanae pas in februari haar riem, nadat de klacht is behandeld. Belachelijk.” TS
NIEUWSTE FITNESSHYPE IN WOLUWE SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – SH’BAM wil de harten van de fitnessers veroveren. Een full-body workout door eenvoudige dansbewegingen op de nieuwste hits, dancemuziek, remixen van bekende classics en swingende Latin. Het nieuwste Les Millsgroepsfitnessprogramma wordt sinds kort aangeboden in de nieuwe Passage Fitness First in Sint-Lambrechts. Tijdens een 45 minuten durende SH’BAM-les vindt u de sfeer
terug van een discotheek. De Passage Fitness First in de Marcel Thirylaan 79 opende pas zijn deuren en is de eerste club in België die SH’BAM aanbiedt, momenteel op dinsdag, vrijdag en zaterdag. Betekent de nieuwe hype dan het einde van zumba? Zeker niet. Beide bieden een workout aan op dansmuziek, maar SH’BAM heeft een vooraf opgestelde choreografie door Les Mills, terwijl zumba een vrije interpretatie is van de lesgever. Het TS wordt een moeilijke keuze.
Ben je een 4de, 5de of 6de leerjaar? n e e 1 1 0 2 t r a a m 5 r o o v r u Stu n e e in w n e o t o f s la k le e origin super-uitstap! e .b ia d e m e d in s la .k w w w
BDW 1257 PAGINA 26 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
l in Etterbeek oo ch ss di ar tg Lu de n va as g en de vijfde kl REPORTAGE: Wereld Aidsda
Aflevering 2
t e m e t k ie z e t o r g Die die kleine naam 1 decem Wereld ber = Aidsdag ! Een
© SASKIA VANDER
STICHELE
mome langer s nt om eens wat til miljoene te staan bij de n wereldw mensen die ijd aan a id ‘Die gro te ziekte s lijden. m naam’, z et die kl ei e ooit. De de zanger Princ ine vij e Lutgard fdeklassers uit isschool de doen ve meer da el n drie wek er even bij stilst aa en een proje lang wijdden z n: e er ct aan.
©2009 Turtle Industries
™
May
‘aidslintje’. Nu no oli boetseerde een
g even rood schild
eren...
W
ist je dat ons lichaam een eigen systeem heeft om ziektekiemen tegen te houden? Zo’n systeem heet een immuunsysteem of afweersysteem. Aids is een ziekte die maakt dat dat immuunsysteem niet meer goed werkt (de afkorting aids staat voor acquired immune deficiency syndrome). De ziekte wordt veroorzaakt door een virus dat we hiv noemen. Maar het is niet omdat je besmet bent met het hiv-virus (ofwel: ‘hiv-positief bent’) dat je ook automatisch aan aids lijdt. Het kan uiteindelijk wel zo ver komen, als je niet goed verzorgd wordt. Iemand met aids wordt heel kwetsbaar voor virussen, parasieten of bacteriën, en kan zo allerlei andere ziektes oplopen. Daardoor zijn er al heel wat mensen overal ter wereld aan gestorven. De vijfdeklassers van de Lutgardisschool hadden bij het begin van hun project heel veel vragen over dit akelige ziektesyndroom. Zazie pikte er drie van hun vragen uit en vroeg aan de kids of ze nu ook antwoorden op die vragen hebben gevonden. Hoe is aids ontstaan, en hoe kan je het oplopen? (vragen van Mayoli en Loïc) Mayoli: We weten niet echt hoe aids is ontstaan, ineens was het er gewoon. Loïc: Ze hebben het voor het eerst ontdekt in Amerika, in 1981. De eerste mensen met aids waren homo’s, maar nadien merkten ze dat ook hetero’s, vrouwen en kinderen het konden krijgen. Het is een virus in het bloed, dat hiv heet, en dat in het bloed van andere mensen terecht kan komen waardoor je besmet geraakt. Bijvoorbeeld via seks. Daarom doe je best een condoom om als je seks hebt. Mayoli: In de arme landen kunnen mensen ook besmet geraken in het ziekenhuis door verschillende keren hetzelfde spuitje te gebruiken. Als ze met die spuit bloed hebben getrokken bij iemand die het hiv-virus heeft, en
BDW 1257 PAGINA 27 - DONDERDAG 2 DECEMBER 2010
© SA SK IA
za Z
N 9 TOT A V
ST ICHELE
VOOR I DW
IE
VA NDER
JAAR • B 3 1
EREE N ED
DOOR PATRICK JORDENS
ek: e b r e t t E l in o o h c s s i im d r a W g r t e u t L T s I e K I me IDENT n a v s a l k de vijfde
ze gebruiken die spuit opnieuw bij iemand anders, dan kan die op die manier ook aids krijgen. Loïc: Dat komt ook omdat ze niet genoeg geld hebben om telkens nieuwe spuiten te gebruiken...
Wat kunnen wij doen voor mensen die hivpositief zijn of aan aids lijden? (vraag van Sarah) Sarah: We kunnen op de speelplaats allemaal samen zo’n rood lintje vormen, het symbool van de Wereld Aidsdag. Perrine: Als ik een biochemiste was, ja, dan kon ik wel iets doen! Maar nu ga ik op 1 december gewoon aan al die zieke mensen denken. Kristian: Op een drukke plaats, zoals de Grote Markt, kunnen we een grote doos neerzetten waar mensen geld in stoppen om de aidspatiënten te helpen. Of we zamelen geld in door bijvoorbeeld pannenkoeken te bakken en die dan te verkopen voor het goede doel. Mayoli: Ja, die pannenkoeken kunnen we bakken met de eieren van de kippen die we op de speelplaats houden! Dani: Dat geld sturen we dan naar Afrika. Het is niet nodig voor de mensen hier, daar hebben ze het veel meer nodig. Er zijn nog zoveel meer mensen daar die aan aids lijden...
Wil je meer weten over ‘die grote ziekte met de kleine naam’?
ATELIER
MISSING LINK
Mag je nog spelen met iemand die aids heeft? (vraag van Fiona) Fiona: Ik vroeg me in het begin af of het gevaarlijk is om met zo iemand te spelen, omdat je dan misschien zelf besmet geraakt. Maar nu weet ik dat je alleen via het bloed besmet kan worden. Sarah: Ik was eerst ook bang, zeker toen de meester zei dat Geert in de klas zou komen praten, over hoe het is om hiv-positief te zijn. Maar nu ben ik niet meer bang, nu ik Geert heb leren kennen. Perrine: De mama van Fiona is verpleegster en zij is ook in de klas komen vertellen. Ze zorgt voor mensen met aids, ze geeft hen kussen en zo... In het begin is het normaal dat je een beetje bang bent, zei ze, maar nadien gaat dat weg. Als een vriend of vriendin van mij aids zou hebben, dan zou ik die eerst goed troosten en er daarna nog meer mee spelen dan anders. Zodat iedereen kan zien dat die gewoon nog mijn vriend is.
ie? l zijn jull e e v e o h Me t klas? “Met 13.” ren in de o !)” h je n u Aramees n l en k e a t s l e e e e n v Ho e en uit!” ees, Alba vliegtuig der Chin g n a o a ? r r p a g a a h n vinde igensc “Tien (w lding. We ondere e e z e ij b b r t e s v e l e el vee Jullie m ebben he h n e f ie t crea ek ? “We zijn a n de w e v g a d l o e s c ho en.” Favoriet d zwemm ij lt a e w n , dan gaa “Vrijdag p? omuitsta o r d ie l l Ju ssen!” op skikla “Samen
15-jarige In Nederland hebben twee site tieners, Demi en David, een aan! ged ap Kn ont worpen over aids. Sur f eens naar /~lle0519 mediatheek.thinkquest.nl d je Ook op andere plekken vin rbeeld bij voo Bij s. informatie over aid Sensoa, op www.sensoa.be ten wat er in Je komt er onder meer te we Aidsdag, en Brussel gebeur t op Wereld tje bestellen je kan er ook zo’n rood lin om zelf op te spelden. actie Music En ten slotte: hou zeker de in de gaten, for Life van Studio Brussel iten enkele slu later deze maand. Dit jaar in een glazen radiopresentatoren zich op elen voor de huis om veel geld in te zam en in Zuidduizenden aids-weeskinder op Afrika. Neem al een kijk je musicforlife.rodekruis.be
Twee elf jes
In hun ‘Identik it’ zegge n deze vijfdeklassers van zichzelf dat ze creati ef zijn. En ze bewijzen het nog ook, me t hun korte gedichten over aids. Eig enlijk zijn het ‘elfjes’, verzen die uit elf woord en bestaan. Je leest er hier twee: Rood Ik schrok Uit de kast Spelen praten toch ge lukkig Blij
Xiao Yao schreef dit op nadat ze Geert in de klas had horen ver tel len over zijn ziekte. Geert is al zeventien jaa r hiv-positief. Maar hij kon, net als iedereen , ook gewoon lachen en blij zijn... Dani zag aids als een ge
vaarlijk dier:
Draak Slechte draak Besmettelijke gevaar lijke draak Zit in mijn aders Aids