BDW - editie 1338

Page 1

BDW GAAT MET VAKANTIE! 19 07 12

OP 9 AUGUSTUS ZIJN WE ER OPNIEUW

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

© IVAN PUT

Economie > Eerste dakstadsboerderij

Spruitjes op dak van Slachthuizen ANDERLECHT – De Belgische primeur is voor het Anderlechtse slachthuizencomplex: dat krijgt op het dak van zijn nieuwe voedingshal een heuse stadsboerderij. Minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) steunt het project: de Brusselaar vraagt om meer duurzame projecten, zegt ze.

Landbouw en woningen Volgens een studie van de Facultés Universitaires Saint-Louis kan

© ABATAN

Tegen 2020 neemt het aantal Brusselaars toe met 150.000 zielen. De druk om ondanks de massale leegstand (van kantoren) alles vol te bouwen met nieuwe scholen, crèches, woningen en andere voor-

champignons, sla, spinazie en prei. Die groenten zijn bestemd voor een nieuw restaurant en een winkel op het terrein. Joris Tiebout, gedelegeerd bestuurder van de nv Abatan, die de Slachthuizen uitbaat, zegt: “We gaan vol enthousiasme de uitdaging aan om samen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de wieg te staan van de commerciële exploitatie van dakboerderijen in onze stad.”

Een slamtastische ervaring: de feelgoodshow van The Slampampers.

Brosella: rotweer schrikt jazzen folk­liefhebbers niet af LAKEN – Tussen de vijftien- en twintigduizend jazzen folkliefhebbers daagden vorig weekeinde op in het Groentheater aan de voet van het Atomium. Brosella had een pak minder bezoekers dan vorig jaar, maar het weer was dan ook rotslecht. ‘Een kippenvelmoment’ noemde organisator Henri Vandenberghe het Woody 100-project: bij de honderdste geboortedag van Woody Guthrie bracht de Brussels-Amerikaanse zangeres Be-

verly Jo Scott er samen met Jan De Smet en vele kinderen op het podium flink de sfeer in. Zondag-jazzdag opende met een ijzersterke David Linx. Brosella deed ook zijn reputatie van kindvriendelijk festival alle eer aan. Op de foto: The Slampampers op Brosella Kids. Op 28 juli is er in het Groentheater opnieuw een gratis festival: Bruksellive, het muziekfeest van de Brusselse DV jeugdhuizen.

zieningen, is groot. Tegelijk slonk de landbouwgrond tussen 1999 en 2009 van 728 tot 261 hectare. Steun vanuit politieke hoek (gewestelijk en Europees) voor stadslandbouw is meer dan welkom, en er groeit ook een maatschappelijk draagvlak voor. “De vele collectieve en private moestuinen tonen aan dat steeds meer Brusselaars gewonnen zijn voor duurzame voeding. Schaalvergroting is nodig. Landbouwprojecten op onderbenutte terreinen en gebouwen zijn dus meer dan welkom,” zegt minister Huytebroeck. De stadsboerderij op het dak van de nieuw te bouwen overdekte markt op de slachthuissite moet midden 2014 een feit zijn. Ze wordt 3.000 vierkante meter groot. De activiteiten worden toegespitst op de kweek van plaatselijke producten zoals spruitjes, asperges, witloof,

duurzame land- en tuinbouw in het Brussels Gewest 7.755 bijkomende banen opleveren. Het huidige cijfer is 2.500. Vooral het aantal banen in de landbouw kan stijgen: van 28 naar zesduizend. Het boerderijproject past in het bredere masterplan dat enkele maanden geleden werd voorgesteld voor de Kuregemse slachthuissite. In dat masterplan staan naast de overdekte markt met dakboerderij ook vijf pakhuizen, al is dat nog niet zeker. Tiebout: “Het enige concrete momenteel is onze overdekte voedingshal. Daarnaast loopt er een studie om in één pakhuis een nieuw slachthuis onder te brengen. In de overige zou plaats moeten komen voor economische activiteiten en woningen, want ook daar is in de wijk veel vraag naar.” Danny Vileyn en Christophe Degreef

N° 1338 VAN 19 TOT 26 JULI 2012 ¦ WEEK 29: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


OPMERKELIJK

BDW 1338 PAGINA 2 - DONDERDAG 19 JULI 2012 © Bart Hanssens

Hoofdstad kiest voor het Engels

GESPOT IN ’T MOERASKE: DE GELE MYOLEPTA SCHAARBEEK – Een zeldzaam type zweefvlieg is gespot in het Walckierspark. De gele myolepta (Myolepta dubia) werd dit jaar nog maar één keer waargenomen, in Turnhout. Bart Hanssens van Natuurpunt Brussel fotografeerde de zweefvlieg. “Een matige zomer kent ook zo zijn meevallers. Als het even ophoudt met regenen, komen insecten vaak even rustig op de bladeren zitten.” Het Walckiers­ park, in ’t Moeraske, kent een rijke insectenpopulatie. “Het is niet de eerste keer dat er soorten gezien worden die nergens anders in België opduiken.” Dat komt vooral door de verbinding van groene ruimten en door de variatie op een kleine oppervlakte. “Er zijn oude bomen, vijvers, graslanden en droge keien van voormalige spoorwegen: GDC veel afwisseling, dus.”

BRUSSEL – De concurrentie onder steden wordt steeds feller, en citymarketing is een onmisbaar instrument geworden. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doet het vanaf volgend jaar met be.brussels. Dat is een belangrijke stap: de Brusselse regering durfde te kiezen voor het Engels.

P © RUBEN MEERT

TE SPOTTEN: DE TEUNISBLOEMPIJLSTAART BRUSSEL – De teunisbloempijlstaart (Proserpinus proserpina) is een van de weinige insecten die Europese bescherming genieten. De nachtvlinder met de mooie groene tekening krijg je zelden te zien. De rups daarentegen, die de komende weken kan uitgroeien tot wel zes centimeter, valt op. Wie ze spot in het Brusselse, mag het melden op bru.waarnemingen.be of aan Griet Nijs, brakona@natuurpunt.be, bij voorkeur met foto en exacte locatie. “Anders dan andere pijlstaarten heeft de rups van de teunisbloempijlstaart geen stekel op het eind van haar lijfje, maar een bleekgele, vaak zwartomrande vlek,” legt Ruben Meert van Natuurpunt uit. “De rupsen zijn op teunisbloemen te vinden, maar ook op het wilgenroosje en vooral op de basterdwederik. Die planten groeien aan de bosrand, maar ook in de stad, op braakliggende terreinen, bij spoorwegen of in tuinen. Overdag zit de rups onderaan de voedselplant of op de grond, ’s nachts kruipt ze omhoog om van de plant te AD eten.”

Uitgelicht > Ook overheden spelen Brussel uit als ‘sterk merk’

olitici poneren al jaren (terecht) dat Brussel ‘een sterk merk’ is, maar zelf spelen ze het niet ten volle uit. Anderzijds: journalisten klagen al jaren (even terecht) steen en been dat Brussel veel te weinig aan citymarketing doet. Nu de regering uitpakt met een nieuwe domeinnaam en een nieuw logo, wordt er in de dagbladpers nauwelijks aandacht aan besteed. Het gebruik van de vorm brussels is niet langer het monopolie van de privésector, die haar met Brussels chocolate, Brussels beer en zelfs Brussels South (de luchthaven van Charleroi) te gelde maakt.

Be.brussels moet voor de hoofdstad even belangrijk worden als de A van Antwerpen, al gingen de bedenkers het ook verder zoeken. In de Nederlandse hoofdstad Amsterdam bijvoorbeeld, waar de merknaam I AMsterdam is. Of bij be Berlin. Na de ministerraad van vorige donderdag stelden minister-president Charles Picqué (PS) en minister van Externe Betrekkingen Guy Vanhengel (Open VLD) het nieuwe logo en de nieuwe domeinnaam voor. Het nieuwe merk heet be.brussels; in het logo wordt dat vervolledigd met een uitgepuurde iris. De huidige iris, die al meer dan twintig jaar meegaat, is nooit populair geweest.

Een bananenschil werd hij al vaker genoemd. Of een pissebloem. Kort samengevat: een moerasbloem die nogal zwakjes uitvalt, zeker als je haar tussen een Waalse haan en een Vlaamse leeuw zet. Nu blijven er van de iris alleen de twee buitenste blaadjes over, en ze worden vervolledigd met een hartje. Maar melig is het niet geworden. Het is een ontwerp van het bureau Base Design. Vanhengel is ervan overtuigd dat be.brussels even sterk wordt als Jacques Brels ‘C’était au temps où Bruxelles bruxellait’. Be.brussels is niet zonder symboolwaarde. De benaming verbindt Brussel met het prefix BE en staat voor de Belgische verankering, als federale en Europese hoofdstad. Naast de Belgische verankering is .brussels ook een internetadres. De domeinnaam irisnet.be verdwijnt vanaf 1 januari 2013. Tot slot moet be.brussels ook voor verbondenheid staan. ‘Wees Brussel’ en ‘Wees Brussels’. Met een

De oude iris was nooit populair: een bananenschil, een pisbloem. Te zwak naast Vlaamse leeuw of Waalse haan

DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE

De orthopeden uit de Lombardstraat wensen u een goede vakantie toe. Wij van BDW doen hetzelfde, en zien u graag op 9 augustus terug.

© SASKIA VANDERSTICHELE


BDW 1338 PAGINA 3 - DONDERDAG 19 JULI 2012

WEEKOVERZICHT WOENSDAG 11 JULI

Zomer bij BDW en Agenda 3

30 | 8 | 2012 #1339-1341 NL | FR | EN

S U MTMI oNE R E DI

AUG U S T

DONDERDAG 12 JULI

EST I VAL UMM ER F B RUSS ELS S IEËN F EEËR L’ éTé AU CINé RIGI TT INES B F EST I VAL DES IN hET P ARk EN B oTER hAMM

1339_01_cover.indd 1

open geest. In een taal die (bijna) iedereen verstaat: het Engels.

Dynamiek Een aankondiging op een persconferentie en het gebruik van het logo op briefpapier zullen niet volstaan om het merk ten volle uit te spelen. Het logo zal vaker in een tweeregelig systeem voorkomen. Een voorbeeld: voor de taxi’s kan er boven

“ “ HET WOORD

be.brussels be.overal komen; op de vuilniswagens van Net Brussel kan boven de baseline iets als be.net komen. Er is werk aan de winkel. Totnogtoe heeft het nieuwe logo zo’n 200.000 euro gekost. De bestaande visitekaartjes worden niet in de vuilnisbak gekieperd, de vervanging gebeurt naargelang van de noden. Danny Vileyn

22-06-12 16:42

Als u dit leest, is de redactie van uw stadskrant Brussel Deze Week op (welverdiende!) vakantie vertrokken. Noch op 26 juli, noch op 2 augustus vindt u een exemplaar van onze krant in de brievenbus. Maar op 2 augustus krijgt u wél een superdikke Agenda! Want dan verschijnt het augustusnummer van de Zomeragenda. Vanaf 9 augustus verschijnt BDW weer iedere week. Agenda moet u dan weer even missen. De eerste ‘gewone’ wekelijkse Agenda verschijnt op 30 augustus. In de krant van 9 augustus treft u net als begin juli een extra dik Zazie-gedeelte aan. De andere weken van augustus is de Zazie-redactie er weer even tussenuit. En ondertussen kunt u ons natuurlijk blijven volgen op het web: n www.brusselnieuws.be n www.agendamagazine.be

Prettige vakantie!

Als Vlaamse in Brussel, of in Wemmel, heb ik geleden onder een sfeer waarin we niet serieus werden genomen.” Choreografe Anne Teresa De Keersmaeker vindt dat de houding van de Franstaligen de laatste jaren veranderd is, maar ze begrijpt de onredelijke angst voor de Vlaamse aanwezigheid niet goed (in Le Soir).

Het Nederlandstalig onderwijs moet een echte vernederlandsingsmachine worden, zodat Brusselaars voldoende Nederlands leren om een job te vinden en zonder problemen naar Vlaanderen kunnen verhuizen.” Filosoof Philippe Van Parijs vindt dat elke ‘born again-Brusselaar’ daarnaast ook Frans en Engels zou moeten leren (in Knack).

Streetpage

Altijd al meer contact willen hebben met uw buren? Dan is streetpage.be misschien een oplossing. Enkele jaren geleden organiseerden enkele buren zich om samen bio-manden te bestellen bij dezelfde leverancier. Ze deden dit via e-mail, maar bedachten dat ze ook een website konden creëren. Op die manier kunnen

23 GAS-BOETES IN ALHAMBRAWIJK. Brussel-Stad schrijft gemeentelijke administratieve sancties (GAS) uit voor overlast door straatprostitutie. Eerder patrouilleerde de politie al een week in de Alhambrawijk om prostituees en hun klanten voor deze boetes te waarschuwen. Er zijn al 23 boetes uitgeschreven, twee voor prostituees en 21 voor klanten.

buren in heel België zich online verenigen op de agora van hun straat. Om het initiatief op poten te zetten kwamen er centen van het Waals en het Brussels Gewest. De website is drietalig Frans, Engels en Nederlands. Op de straatfora posten buren van alles en nog wat. Ze zijn op zoek naar een babysit, raden elkaar gezellige restaurantjes aan, stellen expertise of een tuinbank ter beschikking, organiseren een barbecue of een zomerse drink. ‘Maak van je straat een dorp’ is de slogan. TDM

HOOFDSTAD KIEST VOOR HET ENGELS. De Brusselse regering zet volop in op citymarketing en pakt uit met een nieuwe domeinnaam en een nieuw logo. Vanaf 1 januari 2013 wordt be.brussels de merknaam. Het huidige logo, dat nooit echt aansloeg, wordt vervangen door een uitgepuurde iris. AKKOORD VOOR MUNTPUNT. De vakbond ACV-Openbare Diensten eist dat de arbeidsvoorwaarden van de statutaire personeelsleden die van de VGC naar de vzw Muntpunt zijn overgeplaatst, onveranderd blijven. Muntpunt is de opvolger van onder meer de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek. Voor de transfer van de contractuele personeelsleden is eerder deze week al een akkoord bereikt.

VRIJDAG 13 JULI CIPIERS LEGGEN WERK NEER. In de gevangenis van Sint-Gillis leggen de cipiers het werk neer. De federale politie neemt de bewaking van de gevangenis over. De cipiers kaarten de overbevolking aan en zijn van plan om voortaan elke maandag en vrijdag te staken, net zolang tot ze gehoor krijgen. KAMER BEGRAAFT B-H-V DEFINITIEF. De voltallige kamer keurt kort na 17 uur de splitsing van de kieskring Brussel-HalleVilvoorde goed, met 106 stemmen voor en 42 tegen. Donderdag keurde de Senaat de splitsing van het gerechtelijk arrondissement al goed. TIJDELIJK FIETSRIJVAK IN WETSTRAAT. Tijdens de werkzaamheden aan het Schumanstation wordt een van de vier rijstroken in de Wetstraat het exclusieve terrein van fietsers. Auto’s moeten het tot en met 15 september met drie rijstroken doen. Minister van Openbare Werkzaamheden Brigitte Grouwels (CD&V) wil met de ingreep de openbare ruimte fietsvriendelijker maken.

ZONDAG 15 JULI JUSTITIEPALEIS BOUWVALLIG. De Arbeids­inspectie stelt zowat dertig inbreuken op de veiligheid in het gerechtsgebouw vast, gaande van de aftakeling van plafonds tot ontploffingsgevaar door gasflessen in de kelder en niet-conforme elektriciteit. De regering wordt gesommeerd het gebouw ‘onmiddellijk’ in overeenstemming met de wetgeving te brengen. SLACHTOFFER HANDTASSENDIEFSTAL OVERLIJDT. De 96-jarige vrouw die op 3 juli door een groep jongeren brutaal is overvallen in de Laënneclaan nabij het metrostation Houba-Brugmann in Laken, overlijdt aan haar verwondingen in het UZ Brussel. Dat bevestigt het parket.

MAANDAG 16 JULI NATIONALITEITSVERWERVING STRENGER. In het federaal parlement zijn de meerderheidspartijen overeengekomen om de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om de Belgische nationaliteit te krijgen, te verstrengen. Wie zowel taalkundig als sociaal én economisch goed geïntegreerd is, zou na vijf jaar Belg kunnen worden. Wie aan minder criteria voldoet, wacht tien jaar. ‘TETRIS-TOREN’ VOOR NOORDWIJK. In de Noordwijk wordt de TBR-toren uit de jaren 1970 nu toch gerenoveerd en in de breedte uitgebreid. Onder meer door buurtprotest sleepte het dossier jarenlang aan, onder meer door buurtprotest. De nieuwe toren krijgt de naam Brussels Tower mee en lijkt wat op een blokje uit het computerspel Tetris.

DINSDAG 17 JULI KRITIEK OP DEMOGRAFISCH BESTEMMINGSPLAN. In het Gewestelijk Bestemmingsplan wil de Brusselse regering twintig procent van de huidige bedrijfsgebieden in het gewest veranderen in woonuitbreidingsgebied. De Brusselse werkgevers zijn ongerust en vrezen dat dat zal nefast zijn voor de werkgelegenheid. Samengesteld door Nele Derde en Tuur De Moor

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF


BDW 1338 PAGINA 4 - DONDERDAG 19 JULI 2012

© HANS VANDECANDELAERE

Iraans nieuwjaarsconcert in het zoroastrisch centrum van Khosro Khazai in de Sint-Hubertusgalerijen.

Zomerreeks (3/7) > Een reis door de wereld: de Iraniërs

Kinderen van de ayatollahs BRUSSEL – In de jaren 2000 verwerkte Brussel een golf van Iraniërs die via passeurs overkwamen. Maar het Iraanse instroomverhaal is ouder en complexer. De spilfiguur? De baardige Khomeini.

I

k ontmoet Mansur in een achterafzaaltje van café Cirio. Via een smokkelnetwerk bereikte hij in 2000, na een reis van vijftien dagen, vanuit Teheran Brussel. In zijn relaas duiken dorpen, steden, landen op die naamloos langs hem heen trokken. Door de ene passeur gedropt worden in ‘god weet wat voor een gat op aarde’, door een andere weer opgevist. “Ga naar dat park en wacht. Ga naar dat bos en spring vandaar op die bus. Kruip in de machinekamer van die trein. Stap in dat vliegtuig en kijk bij aankomst uit naar die persoon. Verscheur nu je paspoort.” Soms in het holst van de nacht. Soms bij daglicht. Soms na een week wachten in een dorpskamer, of anders snel. Nu eens in een groep van twintig, met vrouwen en kinderen, dan weer in afgeslankte versie.

“Ik werkte als elektricien in Teheran,” vertelt Mansur. “Ik was niet politiek actief, maar ik had mijn buik vol van het systeem. Waarom mag ik geen bier drinken en niet overal in T-shirt rondlopen? Waarom geen affectie tonen op straat? Wat doe ik verkeerd als ik op een toiletbril ga zitten die kort daarvoor door een vrouw is gebruikt? De invallen op feestjes, het feit dat make-up dragen vrouwen zuur kan opbreken: ik wilde weg.” Kilometers verderop ontmoet ik Anvar in het cafetaria van de Carrefour van Etterbeek. “Ik was een tijdlang woordvoerder van de sociale vluchtelingen (zoals Mansur, red.). In tegenstelling tot de mensen van mijn eigen generatie, die in de jaren 1980 om politieke redenen asiel aanvroegen, waren zij eerder apolitiek. Som-

migen getuigden van een je-m’enfoutisme, ze wilden gewoon vrij reizen en waren voor de oppositie noch voor het regime. Ik kreeg soms kritiek van mijn generatiegenoten: voor hen waren de nieuwkomers opportunistisch en niet-geëngageerd. Maar ik deed het vooral uit menselijke overwegingen. Ik voorspelde hun overigens een lange irreguliere levenssituatie in België en raadde ze vaak aan om naar Iran terug te keren.”

De sjah Een verpletterende meerderheid van de asielaanvragers werd tussen 2000 en 2009 afgewezen. Daarna volgden de regularisatiedossiers. Een fractie ging over tot hongerstakingen. Pers liep de deuren plat van de Miniemenkerk aan de Zavel of de sportzalen van de ULB. Van het totale aantal aanvragen werd uiteindelijk negen procent goedgekeurd. De hoge afwijzingsgraad van asiel en regularisatie maakt het moeilijk om het aantal Iraanse Belgen in te

De hele zomer lang gaat historicus Hans Vandecandelaere op wereldreis... in Brussel. Deze week brengt hij verslag uit van het reilen en zeilen binnen de Iraanse gemeenschap. schatten. In 2008 leefden er 7.513 op een legale manier. Met sanspapiers erbij kom je uit op 10.500 à 12.500. In de loop van de jaren 1990 oefende Brussel de sterkste aantrekkingskracht uit; vandaag is de migratie op Vlaanderen gericht. De populatiecijfers zijn het resultaat van gefaseerde migraties, die bescheiden begonnen in de jaren 1960 en 1970. Iran werd toen bestuurd door de dictatoriale sjah Mohammed Reza Pahlavi. De politieke onvrijheid, maar vooral de behoefte aan hoogopgeleide werkkrachten in het Westen werden de twee componenten voor een vroege migratiegolf. Die richtte zich voornamelijk op de Verenigde Staten. België stond nog niet op de kaart en trok

een marginaal kleine elite aan van vorsers, professoren, studenten én enkele handelaars.

De mollahs en Khomeini In het atrium van het Athénée Léon Lepage in het centrum van Brussel ontmoet ik Ahmad. “Ik kwam in 1974 aan de ULB economie studeren en daarna filosofie en godsdienstgeschiedenis. In 1979 keerde ik even terug naar Teheran voor een vakantie. De revolutie was uitgebroken. De gigantische massa op straat en de kracht van de gebundelde onwetendheid maakten me toen eigenlijk al bevreesd. In 1980 werkte ik in Brussel mijn eindwerk af en nam ik op de Tervurenlaan deel aan de bezetting van de Iraanse


ambassade. Dat was een point of no return. Ik kwam op de zwarte lijst van het regime terecht. Het duurde niet lang of ik werd als beëdigd tolk opgeroepen om het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen bij te staan met de opvang van de eerste echte politieke diaspora.” De corrupte sjah werd aan de kant geschoven door een monsterverbond van liberale, communistische en religieuze fracties. Het boegbeeld dat zowaar door iedereen op handen werd gedragen, was de baardige Ruhollah Khomeini, die zich in afwachting van de Dag des Oordeels en de komst van de twaalfde imam

klasse en waren overwegend agnost. Vanaf het eind van de jaren 1980 werd de migratie socialer en economischer. Khomeini was de pijp uit, de oorlog was ten einde. Paspoorten werden gemakkelijker verkregen, migreren werd banaler. Mensen wilden vooral een andere levensstijl. “In 1993 stopte ik met bemiddelen voor asielaanvragers. Hun dossiers waren te doorzichtig,” zegt Ahmad. Toch was er in de jaren 1990 relatief weinig emigratie. Het land moest worden heropgebouwd. De nieuwe president Rafsanjani voerde een beperkte liberalisering van de economie door, waar een middenklas-

Eerst kwamen de echte activisten naar Brussel: royalisten, nationalisten, al wat links was, maar ook technocraten, studenten en professoren. Daarna volgden oorlogsvluchtelingen, en vanaf 1985 de eerste families Mahdi als plaatsvervangend heilige beschouwde. “Ik ben in 1978 nog van Brussel naar het Franse Neauphle-leChâteau gespoord om te horen hoe Khomeini vanuit zijn ballingsoord het seculiere streefdoel van de communisten beweerde te verzoenen met zijn eigen islamitische ambitie,” vertelt Ahmad. Kort daarna werd God vanuit Frankrijk overgevlogen en werd de Islamitische Republiek Iran uitgeroepen. De pluralistisch samengestelde protestgolf die het koninkrijk ten val had gebracht, raakte al snel uitgehold. Een nieuwe president kreeg een keurslijf van mollahs of geestelijken om zich heen, en aan de top van de piramide stond de ‘Hoogste Leider’. Khomeini was een officiële titel rijker. Moedjahedien en communisten  werden stapsgewijs opgeruimd, uni­­versiteiten werden gezuiverd. “Ik vocht mee met de Fedayan,” vertelt Anvar. “Onder de sjah streden we voor een soort van Iraans communisme, dat zich afzette tegen het model van de Sovjet-Unie. Het is niet dat we pro-Khomeini waren, alleen bekritiseerden we hem niet zo openlijk omdat we vooral van de sjah af wilden. Na de revolutie splitste mijn groep zich op in mensen die nog even de ayatollah steunden en anderen – zoals ik – die hem met civiele acties, zoals het verspreiden van pamfletten, clandestien begonnen te bestrijden. Ik vluchtte uiteindelijk in 1986.” Tot overmaat van ramp sleurde de Iraakse president Saddam Hoessein Iran vanaf 1980 acht jaar lang mee in een oorlog met gifgas en scud­ raketten.

sepubliek de vruchten van plukte. Toen in 1997 de hervormingsgezinde Mohammad Khatami als president verkozen werd, ontstond er hoop. Onderhuids was er evenwel een tweede grote migratiebeweging in de maak. Om de islamitische staat stevig uit te bouwen had het regime jarenlang mensen gestimuleerd om zoveel mogelijk kinderen te krijgen.

“In 1979 brak de revolutie uit. De gigantische massa op straat en de kracht van de onwetendheid deden me toen al vrezen” De Iraanse arbeidsmarkt was te klein voor deze babyboomgeneratie. Inflatie en de lage inkomens maakten bovendien dat mensen vaak verplicht waren om twee à drie baantjes te combineren om rond te komen. Ook president Khatami ontgoochelde. Hij bleef te dociel aan de opperste religieuze leiding. En ten slotte was er de impact van de migratieindustrie: de toegang was erg laagdrempelig geworden. De ‘golf van Mansur’ maakte zich klaar. Deze overwegend sociale en economische migranten zorgden voor een cultuurkloof ten aanzien van de oudere generatie. Hun migra-

tie bleef een gevolg van een politiek systeem, maar was daarom nog niet gepolitiseerd. En hun opleidings­ niveau lag een stuk lager.

Atheïstisch en zoarastrisch Er bestaat heel weinig zicht op hoe de kleine gemeenschap van Iraniërs zich in Brussel organiseert. In Anderlecht is er de sjiitische moskee Imam Reza. Ze wordt gedeeld door Iraniërs en bekeerde soennieten; de voertaal is er Farsi. Los daarvan is er weinig religieuze infrastructuur. Dat houdt wellicht verband met de hoge graad van atheïsme of agnosticisme. Religie lijkt vooral een privézaak. De ronde langs de enkele officiële verenigingen heb je zó afgelegd. Ahmad lag in 1993 mee aan de basis van wat vandaag het Centre Culturel Omar Khayam is. Met onder meer onderzoek en debatten trekt dit centrum aan de Brugmannlaan in Vorst de kaart van het interculturalisme en zoekt het naar een weg om samen te leven vanuit de uiteenlopende achtergronden van migranten en oorspronkelijke Belgen. Anvar is de man achter Persepolis en Europers, twee geëngageerde koepels die zich met debatten en betogingen inzetten voor de mensenrechten en die sociaalculturele activiteiten organiseren. In de Sint-Hubertusgalerijen leidt Khosro Khazai een zoroastrisch centrum. “Ik voer een culturele oorlog tegen het regime,” zegt hij. “Ons doel is de invloed van de islam terug te dringen, en terug te keren naar de echte culturele bakermat van Iran. Die schuilt in de existentiële en universele filosofie van Zarathustra. Het is een beetje alsof het Westen voorbij zijn katholieke middeleeuwen zou kijken en in de oudheid de basisbeginselen van zijn democratie terugvindt.” En hoe vergaat het de Brusselse Iraniërs professioneel, tot slot? Een meerderheid van hen is actief en veeleer goed geïntegreerd. Taxibedrijven en garages hebben een bijna mythische bijklank, maar hun belang mag niet worden overroepen: je hebt het dan over hooguit een drietal grote autogarages in Brussel, en op het hoogtepunt raasden er pakweg een honderdtal Iraniërs als taxichauffeurs door de stad. Ruimer gezien vind je professoren, dokters, bedienden en zelfstandigen, maar relatief weinig arbeiders.

Hans Vandecandelaere

Met de steun van de Vlaamse Overheid en Erfgoedcel Brussel Volgende aflevering: de Grieken U kunt de hele reeks nalezen op www.brusselnieuws.be/ reisdoordewereld

De grote golf Eerst kwamen de echte activisten naar Brussel. In hun rangen zaten royalisten, nationalisten, al wat links was, maar ook technocraten, studenten en professoren. Daarna volgden oorlogsvluchtelingen en vanaf 1985 de eerste families. De meesten maakten deel uit van een goed opgeleide stedelijke midden-

© MARC GYSENS

BDW 1338 PAGINA 5 - DONDERDAG 19 JULI 2012

Hans Vandecandelaere werkte als historicus twee jaar lang aan een lijvig boek over zestig jaar migratie naar Brussel. In Brussel – Een reis door de wereld verschijnt omstreeks begin november bij uitgeverij Epo. Een zevendelige zomerreeks in BDW blikt vooruit met herziene, ingekorte voorpublicaties.

Vlnr.: Bert Anciaux, Elio Di Rupo, Els Ampe en Brigitte Grouwels.

Politiek > 11 juliviering verdeelt, zoals vanouds

Waar is Brussel? BRUSSEL – Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) had het in zijn 11 julitoespraak over Wallonië. Dat deed wenkbrauwen fronsen. Wat een verschil kan een jaar maken. Vorig jaar stond de traditionele 11 juliviering in de Gotische Zaal van het Brusselse stadhuis nog onder hoogspanning; B-H-V was nog niet opgelost, er was geen regering en Jan Peumans waagde het toen een toespraak over Brussel te houden waarin hij kritisch was voor de tweetaligheid in het Hoofdstedelijk Gewest. “Tweetaligheid dreigt een lachertje te worden (met de notaDi Rupo, red.),” verklaarde Peumans toen. Van dit soort spanning was deze editie geen sprake. Vlaams minister voor Brussel Pascal Smet (SP.A), tevens verhinderd schepen in de Stad Brussel, sprak namens het stadsbestuur en riep Brussel en Vlaanderen op om te wisselwerken, wat hem lof opleverde van zelfs de meer Vlaamse partijen. Vooral de frase dat “Brusselaars Vlaming moesten worden voor één dag”, kon op goedkeuring rekenen. Smet had het voorts over de belangrijke symboliek van het Brusselse stadhuis, en over de geschiedenis, waarbij Brussel zeker niet mag vergeten dat het ‘ergens’ vandaan komt. Uit Vlaanderen, dus, of Brabant. Uit het Nederlandstalige deel van het land, quoi. En toch. Toch is de jaarlijkse 11 juliviering een splijtzwam. Want men vond het bizar dat Peumans het over Wallonië had, en de lof zong over het Waal­ se (economische) dynamisme. VGC-voorzitter Jean-Luc Vanraes (Open VLD) vond het raar, Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) ook. Alleen de gemoedelijke Karl-Heinz Lambertz (PS), de minister-president van de Deutschsprachige Gemeinschaft, zag er “de manier om in België samen te werken” in. In het licht van Peumans’ speech wist Brussels parlementsvoorzitster Françoise Dupuis dat er

“geen dialoog” was tussen haar parlement en dat van Peumans. Die zaak dateert al van vorig jaar; om onduidelijke redenen wil het al eens fout lopen met briefwisselingen en pogingen daartoe tussen beide assemblees.

Afwachten Peumans heeft geen band met Brussel; dat gaf hij ook zelf toe voor de camera van tvbrussel. Dat de man twee jaar geleden werd geviseerd door Brussels parlementslid Els Ampe (Open VLD)

Alleen de gemoedelijke Karl-Heinz Lambertz vond Peumans’ speech goed

omdat hij “de reputatie van de Vlamingen bezoedelde” en vorig jaar als antwoord een speech gaf over Brussel als teken van goodwill, maar wel met de traditionele kritiek van de Vlaamse beweging, en dit jaar niet over Brussel sprak: het leek niet voldoende. Laten we niet vergeten dat  het vermaledijde kiesarrondissement B-H-V gesplitst is en dat het gerechtelijke arrondissement wordt ontdubbeld. Bij politici en in de nationale media lijkt dezelfde sfeer te hangen als tijdens de jongste 11 juliviering, een mengeling van gelaten overwinningsroes en afwachting hoe Vlaanderen zal reageren. En waar is Brussel in dat verhaal? Na de splitsing wordt het moeilijk voor Vlaamse Brusselaars om een politicus te verkiezen op het federale niveau. Zoals de collega’s van de krant De Tijd schrijven: de volgende staatshervorming komt er al aan. Inzet: Brussel.

Christophe Degreef


BDW 1338 PAGINA 6 - DONDERDAG 19 JULI 2012

© BART DEWAELE

Deze fietstunnel onder de Brusselse Ring verbindt niet alleen Sint-Stevens-Woluwe met Zaventem, maar ook Brussel met Leuven. Op een gewone weekdag passeren hier gemiddeld 375 fietsers, op drukkere dagen loopt dit op tot vijfhonderd.

Mobiliteit > Vlaamse fietsroutes vinden aansluiting op Brusselse, en omgekeerd

Pendelen kan ook per fiets BRUSSEL – In het Brussels Gewest gebeurt vier procent van alle verplaatsingen per fiets, in Vlaanderen is dat veertien procent. De twee gewesten werken samen aan een ‘fietsGEN’, in navolging van het gewestelijk expresnet voor treinen. BDW fietste oostwaarts tussen de koeien en onder de vliegtuigen door richting Leuven, en zag er meer treinen dan auto’s.

A

ls opwarmertje eerst enkele cijfers. Dagelijks pendelen 135.000 inwoners uit het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB) over een fietsbare afstand (acht tot zestien kilometer) naar de hoofdstad. Vijftig procent van de verplaatsingen in Brussel en de Rand is korter dan vijf kilometer. Vier procent van de verplaatsingen in Brussel gebeurt met de fiets. Tel daarbij de volgende vaststellingen: de oplevering van het GEN voor treinen laat op zich wachten, de uitbreiding van het metronet loopt achter de (demografische) feiten aan, en de verzadiging van de wegen in en om Brussel is sinds mensenheugnis een radio-item tot ver buiten de piekuren. Van de zestien snelwegsegmenten met structurele files lagen er in 2009 maar liefst negen in het VSGB, een dunne strook rond het Brussels Gewest. De Ring vormt vooralsnog een barrière voor fietsers, al komt daar stilaan verandering in. Brussel en Vlaanderen richtten samen een werkgroep op die nadenkt over hoe

de fietsroutes uit beide regio’s beter op elkaar kunnen aansluiten. Het initiatief kadert in de ontwikkeling van een fietsGEN, met de provincie

Vlaams-Brabant als nauwe partner. Het paradepaardje én proefproject van de intergewestelijke samenwerking is de ‘hst-fietsroute’ tussen

Brussel en Leuven. Daarnaast zitten nog verschillende concrete plannen in de pijplijn, waaronder een fietsroute langs spoorlijn 60, die Asse met Jette moet verbinden. BDW speelde op een doordeweekse woensdag voor pendelaar, en ving een glimp op van de mobiliteit van morgen. We stellen ons voor dat we in een bar werken aan de Leuvensesteenweg. Het is kwart over drie, en

een jongedame neemt de avondshift van ons over. Om Brussel uit te rijden moeten we eerst route 1b van de Brusselse Gewestelijke Fietsroutes (GFR) volgen. Die verbindt het stadscentrum met Evere en doorkruist Sint-Joost-tenNode en Schaarbeek. We steken de Eeckelaersstraat door en komen al na enkele honderden meters in de Gustave Fussstraat uit, waar route

LONDENSE SUPERHIGHWAYS GEWIKT EN GEWOGEN LONDEN – De gaststad van de Olympische Spelen heeft een ijzersterk fietsimago. Twaalf Superhighways moeten in 2015 de stadsrand met het centrum verbinden. Vier routes zijn al klaar, waaronder de route die de olympische site met het centrum verbindt. Maar volgens activisten strookt de imago-opbouw niet met de dagelijkse realiteit. De Londense burgemeester Boris Johnson nam enkele jaren geleden het initiatief voor de ‘cycling revolution’. Johnson spreekt over “een veiligere, snellere en directere manier om de stad te bereiken”. Hij zegt dat gemotoriseerde voertuigen door de nieuwe kruispunten en blauwe voorsorteerstroken rekening zullen moeten houden met de fietser. Activist David Arditti is heel sceptisch over die ‘revolutie’. Hij hekelt het gebrek aan veiligheid

op deze fietsautostrada’s. “Vorig jaar stierven nog twee fietsers op een gevaarlijk kruispunt vlak bij de olympische site. Daarop ontstond heel wat protest, het is er levensgevaarlijk.” Hij begrijpt ook niet dat de al opgeleverde routes niet eens samenkomen. BDW nam de Eurostar en stond twee uur later al in The City. Daar verkenden we met Arditti delen van routes. Je fietst in Londen niet langs kanalen of spoorwegen, maar aan de kant van drukke invalswegen, op een strookje blauwe verf. Er is geen sprake van een aparte bedding of een afscherming van het autoverkeer. De blauwe stroken verlenen voorrang aan fietsers en worden soms heel dun, tot slechts tachtig centimeter, om dan weer te verbreden. Soms stoppen de stroken ineens, zonder aanleiding, en moet de fietser verder op eigen risico, laverend tussen de vele taxi’s en

bussen. Geparkeerde auto’s op de blauwe strook doen denken aan de Anspachlaan en zorgen voor gevaarlijke situaties. Volgens Arditti gaat het hier om een politiek probleem. “Tijdens de jaren 1980 en 1990 werd onder impuls van toenmalig burgemeester Ken Livingstone een gewestelijk fietsnetwerk langs rustigere, veelal secundaire wegen uitgewerkt (vergelijkbaar met de Gewestelijke Fietsroutes in Brussel, red.). Dat netwerk werd spijtig genoeg nooit helemaal afgewerkt.” “Het gaat ook om imago. Communicatiebureaus zetten grote campagnes op. In de Benelux beseffen ze vaak niet hoe ver Engeland achter loopt wat fietsinfrastructuur betreft. In Londen fietst amper twee procent van de bevolking. GrootBrittannië besteedt jaarlijks 1 pond (1,3 euro) per persoon aan fietsen en infrastructuur. In Nederland is dat twintig euro per jaar.” TDM


BDW 1338 PAGINA 7 - DONDERDAG 19 JULI 2012

1b passeert. Tot onze verbazing treffen we hier nog de blauwe wegwijzers aan, en nog niet de nieuwe waarop ‘Route 1b’ staat aangeduid. Volgens Brussels fietsmanager Frederik Depoortere zijn nog maar vijf van de negentien GFR’s opgeleverd en uitgerust met met nieuwe, kleurrijke borden. Staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen) maakt zich sterk dat de GFR’s tegen eind 2014 helemaal af zullen zijn. We volgen toch maar de blauwe borden, want die overlappen met de nieuwe route 1b. Achtereenvolgens staat daarop ‘Josaphat’, ‘Dunant’, ‘Bordet’ en ‘Leopold III’. Voor we het goed en wel beseffen, zijn we in Evere, maar niet zonder een paar keer verkeerd te zijn gereden. Soms staat er geen blauw bord als we moeten afslaan. En ook als het rechtdoor gaat, staat er niks. Dat is ergerlijk, zeker na een lange werkdag. Gelukkig komt hier binnenkort verandering in.

Kwaliteitssprong Langs de Henri Dunantlaan en de Zaventemstraat rijden we Evere uit. Aan het eind van deze bomenlaan stopt dus de (toekomstige) 1b-route, en sluit ze aan op de Vlaamse hstroute. Een splinternieuw bord wijst ons de weg richting Leuven. Volgens Kris Lambrechts van de dienst Mobiliteit Vlaams-Brabant zijn er 32 van dergelijke aansluitingen gepland. “Het Vlaamse en het Brusselse netwerk zijn complementair. We willen de komende jaren een kwaliteitssprong maken.” In Sint-Stevens-Woluwe volgen we kleine, geasfalteerde fietsweggetjes tussen het groen. Na de dorpskom steken we de drukke Woluwelaan over en duiken we een tunnel onder de Ring in. Die brengt ons veilig in Zaventem, maar ontsluit de noord-

P-PRAAT

We hadden het twee edities geleden over de schaduw van vicepremier Steven Vanackere (CD&V); daarmee bedoelen we alle kabinets­ medewerkers die – in tegenstelling tot de man zelf – op lijsten staan voor de gemeenteraadsverkiezingen. Wel, die schaduw wordt tastbaar, zo getuigt bovenstaande foto. Ziehier de schaduw; zoals u wel doorheeft een parodie op een lp uit de zestiger jaren die u van zijn leven nooit met de christendemocratie in verband zou brengen. Enfin, wij toch niet. What would you do if I sang out of tune, Would you stand up and walk out on me? Lend me your ears and I’ll sing you a song, And I’ll try not to sing out of key. Oh I get by with a little help from my friends, / Mmm, I get high with a little help from my friends, / Mmm, I’m gonna try with a little help from my friends, zong dezelfde groep op een andere, nog beroemdere lp. Maar da’s voor een andere campagne. Hoewel. De redactie van uw geliefde krant sluit, onze pen moet even rusten en wij moeten een nieuwe voorraad bleekwater inslaan. Neemt gemakkelijk twee weken in beslag. En hoe is het leven wanneer uw geliefde rubriek politiek nieuws twee weken gesloten is, als het loket van een ietwat grijze ambtenaar om vijf voor vier? Even grijs, luidt het antwoord. Binnen twee weken zijn we er weer. Tijd genoeg voor verzoekschriften om in deze rubriek te verschijnen, politici.

Samenleving > Jonge filmmaakster zet seksisme op de agenda

‘Vooral allochtone mannen’ BRUSSEL – Met haar eindwerk Femme de la rue brengt Rits-studente Sofie Peeters seksisme bij allochtone mannen onder de aandacht. Op 26 juli wordt haar reportage in première voorgesteld in Galeries Cinéma en tegelijkertijd uitgezonden in Terzake. Toen Peeters enkele jaren geleden in Brussel kwam wonen om er aan het Rits te studeren, had ze niet verwacht dat ze slacht­offer zou worden van allerlei soorten verkeerde aandacht, gaande van het eerder onschuldige “Dag schatje, hoe gaat het?” tot het ronduit degoutante “Wat is je prijs?” Haar frustratie zette ze om in een documentaire, waarin ze vele geviseerde Brusselse vrouwen aan het woord liet, en met de verborgen camera de straat op trok om seksisme te ontmaskeren. “Ik zeg het niet graag, maar in 95 procent van de gevallen gaat het om allochtone mannen,” zegt Peeters. “Vaak zijn ‘voorstellen’ en verwensingen die vrouwen naar het hoofd geslingerd krijgen, het gevolg van verveling; jongeren hangen wat rond en weten niet wat te doen, oudere mannen zitten in het theesalon. Vaak ook is er wederzijds onbegrip voor onze en voor hun cultuur. Moslims hebben een nogal starre houding tegenover seksualiteit; een rokje dragen als vrouw is al aanstootgevend. Ik heb niet de indruk dat de situatie

er sinds mijn onderzoek op verbeterd is, integendeel. Vooral bij warm weer is het erg.” Volgens Peeters is het wel mogelijk om vooral de jonge daders van seksistische opmerkingen aan te spreken op hun gedrag, en er verbetering in te krijgen. “Een aantal van hen ken ik ondertussen, zij respecteren me nu. Toen ik hun vroeg wat de lol ervan was, moesten ze toegeven dat ze er nog nooit een vrouw mee veroverd hadden. Maar met de oudere generatie mannen is het bijna onbegonnen werk.” Haar documentaire is een persoonlijk verhaal, benadrukt de jonge filmmaakster. “Ze toont hoe ik er persoonlijk mee omga. Andere vrouwen vertellen dan weer over hun mijdgedrag, gaande van nooit meer te voet gaan tot geen rokjes meer dragen.” Naar eigen zeggen stuitte Peeters ook op onbegrip. “Het is niet altijd makkelijk om uit te leggen wat er mis is aan bepaalde opmerkingen. Op zich zijn sommige niet echt kwetsend en lijken ze eerder onbeduidend. Maar de manier van zeggen doet veel.” Christophe Degreef Op donderdag 26 juli om 20 uur gaat Femme de la rue in première in Galeries Cinéma, Koninginnegalerij 28. Aansluitend is er een debat. Toegangskaartjes op femme.de.la.rue@gmail.com

ADVERTENTIE

CHIEN ÉCRASÉ Tot in Leuven rijden we nagenoeg constant op verharde weggetjes langs de spoorlijn rand van Brussel niet. Het Vlaams Gewest bestudeert de mogelijkheid van een fietsbrug over de Ring. Het vervolg van de route kunnen we kort samenvatten: tot in Leuven rijden we nagenoeg constant op verharde weggetjes langs de spoorlijn. Bij een lekke band of onweer kunnen we de trein nemen in een van de vele (gerenoveerde) GEN-stations langs de route. We zagen in Vlaams-Brabant wel dertig vliegtuigen, evenveel treinen, en een veelvoud aan koeien. De auto’s konden we met gemak op twee handen tellen. Weinig fietsers ook, maar dat heeft te maken met het tijdstip, de vakantie, het weer en de Vlaamse feestdag. Omstreeks halfvijf doemen de Leuvense torens voor ons op. Voldaan en ontspannen duiken we de avond in. Tuur De Moor

VORST – Het is zomer, dames en heren, en dat betekent dat bij elke plotse regenbui het Dudenpark wordt weggespoeld. Vorig jaar spoelden nog alle parkpaadjes weg, die werden dan ook gedeeltelijk heraangelegd. Dat heeft een jaar geduurd voor de volle tweehonderd meter weg. Ons voorstel: maak van het Dudenpark een Nationaal Park, want het heeft toch geen zin het als een gewoon park te beschouwen. De bergstroompjes bij elke plensbui hou je toch niet tegen, en het reliëf van het stuk bos in de stad nodigt uit om er andere dingen mee te doen. De bergstroompjes kunnen bezocht worden als watervallen, er zijn parkieten in het park – tropisch!!! – en wij zagen er al mensen kamperen met een tentje. Aan de ingang kan gewoon parkgeld betaald worden, en het Brussels Gewest, dat het park beheert, kan er excursies organiseren, zoals een Gorillawandeling, een Overlevingstocht, canyoning in de vele stroompjes en boomhutten bouwen. Het is vakantie, en in de vakantie, dan mag dat. LA CAPITALE – In de vakantie mag alles, trouwens. Onze collega’s van La Capitale bestrijden de komkommertijd met ‘spannende’ reportages over criminaliteit in Brussel. Meerijden met een 19-jarige jointroker zonder rijbewijs is er een van, optrekken met drugsverslaafden in premetrostation Beurs een andere. In beide gevallen gebeurt er weinig opzienbarends; geen politiecontrole, geen ongeluk, niets. Doet ons een beetje denken aan onze pogingen om de preventiemedewerkers van de MIVB te ontmaskeren. Er gebeurt dan hoegenaamd niets.

Die zit zwaar in de puree precies...

Ja, ze voelt zich wat rot na 20 uur in de vrachtwagen.

Belgische tomaten eet u van juli tot oktober. Zeg nu zelf, waarom zou u groenten kopen die van andere kant van de wereld komen of helemaal niets met het seizoen te maken hebben ? Het transport of de cultuur in verwarmde serres vergt onnodig veel energie. Denk eraan seizoensproducten van bij ons te eten. Ze hebben meer smaak, zitten boordevol vitaminen en zijn goedkoper. Zo herontdekt u de smaak van de seizoenen en vermindert u de impact van onze voeding op het milieu. O ja, geef ook de voorkeur aan fruit en groenten die geteeld zijn zonder meststoffen en pesticiden.

Recepten en kalender vindt u op www.leefmilieubrussel.be of via 02 775.75.75. Een initiatief van de Brusselse Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan één miljoen Brusselaars.


BDW 1338 PAGINA 8 - DONDERDAG 19 JULI 2012

Toerisme > TagTagCity maakt komaf met kilo’s reisgidsen in de rugzak

De smartphone als stadsgids je meer te weten wilt komen. Dorst naar informatie: niet gelest. Een volgend punt van kritiek: we sprongen een gat in de lucht toen we zagen dat je op TagTagCity zelf een voorkeurstaal kunt instellen, Nederlands, Frans, Engels of Duits.

Om succesvol een QR-code te scannen moet je je smartphone doodstil houden, en dat lukt niet altijd. Voorbijgangers kijken dan ook vreemd op

Mooi, maar in de praktijk blijkt dat alleen de Franstalige versie ook echt alle informatie verschaft. De versies in andere talen zijn hopeloos onvol­ ledig. Erg jammer, maar de oprich­ ters verzekeren wel dat het in orde komt: de informatie zou constant bijgewerkt worden.

Munten verzamelen

Op de deur van het Muziekinstrumentenmuseum: Chinees? Nee, QR-taal.

BRUSSEL – Het Brusselse toerisme springt op de kar van de digitale revolutie. Weg met de dikke reisgidsen: via de gratis online toepassing TagTagCity leer je de stad en haar bezienswaardigheden met behulp van je smartphone kennen. Het initiatief sleepte onlangs nog een Europese ICT-prijs in de wacht.

T

agTagCity is een initiatief van Olivier Poulaert, Geoffroy Si­ mon, Stijn Vander Plaetse en Maxime Dewelle. Voor dit project werken ze samen met de toeristi­ sche dienst VisitBrussels. Het is de bedoeling om informatie te bieden op een manier die zowel voor han­ delaars als voor toeristen van pas komt. Handelaars, organisaties en restaurantuitbaters kunnen een mo­ biele pagina en een eigen tag creëren via TagTagCity. Toeristen kunnen dan raadplegen welke getagde win­ kels, restaurants, musea of andere bezienswaardigheden zich in hun buurt bevinden. Bovendien kunnen ze de tags scannen, en dan komen

ze meteen bij wat achtergrond­ informatie terecht. Brussel bezoe­ ken, of liever: Brussel ontdekken, wordt een stuk interactiever. Het klinkt veelbelovend, maar wat vaag. Gewapend met een smartphone  trok BDW erop uit voor een praktijk­ test.

Scan the city Voor een TagTagCity-ontdekkings­ tocht door Brussel heb je een smart­ phone nodig, het liefst eentje met QR-reader. Dat is een applicatie die QR-codes kan scannen, die je ge­ woon kunt downloaden. We surfen naar www.tagtagcity.com en kunnen kiezen uit negen wan­

© SASKIA VANDERSTICHELE

delroutes: Chi(ke) Marolle, Comics Walk, Discover Europe, Discover Sablon, Dive in Brussels, Shopping Bailli, en drie verschillende Statues in the City Walks. Elke wandeling neemt je mee langs een parcours door Brussel – reken gemiddeld op een dikke twee uur per wandeling – langs allerlei bezienswaardigheden: restaurants, standbeelden, winkels, parken, bars, bedrijfsgebouwen enzovoort. Deelnemende beziens­ waardigheden hebben een herken­ bare tag met QR-code gekregen. Tag gevonden? Tijd om te scannen. Nieuwsgierige blikken moet je wel kunnen verdragen als je met de QRreader aan de slag wilt, en een vaste hand is geen overbodige luxe. Want om succesvol een QR-code te scan­ nen moet je je smartphone doodstil houden, en dat lukt niet altijd even goed. Het mag dan ook niet ver­ bazen dat voorbijgangers vreemd opkijken als je een tijdlang in op­ perste concentratie een smartphone

voor een sticker houdt. We hebben ondervonden dat het concept in de verste verte nog niet ingeburgerd is.

Dorst naar informatie Als de code ten langen leste correct gescand is, verschijnt er een link op het scherm. Een klikje neemt ons mee naar een gestandaardiseerde mobiele website, die op het eerste gezicht héél wat informatie biedt: achtergrond, openingsuren, links naar Facebook of websites, en hier en daar zelfs een audiogids. Prima. Maar wanneer we de informatie, die ons schijnbaar in overvloed wordt aangeboden, nader willen bekijken, blijven we toch een beetje op onze honger zitten. De uitleg over de be­ zienswaardigheden die op de Tag­ TagCity-webpagina zelf verschijnt, is op z’n zachtst gezegd beperkt. We krijgen maximaal een zinnetje of vijf uitleg per tag, dus je móét al door­ klikken naar de website of Wikipe­ dia-pagina van de organisatie als

Er zit ook een spelelement in Tag­ TagCity verstopt. Elke gescande tag levert virtuele munten op. Als je genoeg virtueel geld verdiend hebt, kun je bepaalde promoties krijgen in winkels of restaurants die een TagTagCity-pagina hebben. Bij een lunch in de Citybar kun je op die manier bijvoorbeeld een gratis glas champagne krijgen. Of je krijgt tien procent korting als je een doosje pra­ lines koopt bij bakker Allemeersch. Een leuk extraatje, als je toch al van plan was om in de deelnemende za­ ken iets te kopen. Voor de rest is het een nogal nutteloze gimmick. Conclusie: dé toeristische relevatie van de eeuw is dit zeker niet. Han­ dig is het wel: je krijgt een aantal ge­ varieerde toeristische wandelingen voorgeschoteld, en je hoeft daarbij niet met brochures of dikke toeris­ tische gidsen te zeulen. Ook voor Brusselse handelaars en restaurant­ eigenaars kan dit een hele interes­ sante toepassing zijn: wie wil, kan zijn eigen locatie uploaden op de website en op die manier extra klan­ ten binnenlokken. Een leuk concept met meer dan genoeg mogelijkhe­ den, maar voorlopig is er nog veel ruimte voor verbetering. www.tagtagcity.com

Nele Derde


ADVERTENTIE

Nu vind je de wachttijden in realtime ook via de QR-codes aan de haltes.

Ontde

m.mivb.be

k de v

ide o


BDW REGIO

BDW 1338 PAGINA 10 - DONDERDAG 19 JULI 2012

Deze week in Scherdemaal > Eerste Brusselse tuin voor slechtzienden

‘Als de zon schijnt, ruikt het hier lekkerder’ tuin, is dat de bezoekers in een rustige omgeving zitten. Slechtzienden worden in de stad overweldigd door het lawaai van het verkeer of van andere mensen. Dat is verschrikkelijk vermoeiend. In deze tuin vinden ze eindelijk rust en kunnen ze genieten van het geluid van stromend water. Aan het einde van het park is een ander fonteintje aangelegd. De waterpartijen zijn zo ingetekend dat slechtzienden het geluid van de twee fonteinen afzonderlijk kunnen horen. De rand van de fonteinen is zo ontworpen dat de bezoekers er even op kunnen uitrusten. Om de rust in de tuin te bewaren  is de tuin in een eerste fase alleen  op afspraak te bezoeken. Slechtzienden kunnen een afspraak maken met tuinier Verboom, die zich voltijds met het onderhoud van de tuin bezighoudt en die de gasten tijdens de zomermaanden zal ontvangen.

Audiogids

Paul Humblet ziet niet goed. In de tuin aan de Neerpedestraat kan hij al zijn andere zintuigen aanspreken.

ANDERLECHT – Genieten van de natuur is voor blinden en slechtzienden niet zo vanzelfsprekend. Zij kunnen nu in Anderlecht terecht, waar speciaal voor hen een tuin werd ingericht. Op afspraak kunnen ze er met volle teugen genieten van de geurende bloemen en kruiden, en vooral de rust die ze nergens anders in de hoofdstad vinden.

W

e spreken ’s morgens af in de tuin. Die ligt in de Neerpedestraat 187, op een boogscheut van het Astridpark. Op het 2.500 vierkante meter grote terrein stonden in onbruik geraakte serres. Nadien werd het gemeentelijke terrein als opslagruimte gebruikt door de groendienst, tot schepen Anne-Marie Vanpévenage op het idee kwam er een tuin voor slechtzienden van te maken. Het precieze adres kennen is echt wel nodig, want de tuin ligt ingesloten in een huizenblok. Een ideale plek, omdat het terrein daardoor helemaal afgesloten wordt van het straatlawaai. Langs een poort treden we een oase van rust binnen. We maken er kennis met de slechtziende Paul Humblet, met Brailleliga-begeleidster Nadia Arnone en met tuinier Gunther Verboom.

Paul Humblet lijdt aan retinitis pigmentosa. Daardoor is zijn gezichtsveld beperkt en is het laterale zicht verdwenen. Voor Humblet is het de eerste keer in de tuin. Met zijn blindenstok vindt hij gemakkelijk de weg: hij tikt tegen de verhoging die de weg afbakent. Het leidt hem langs geurige planten als lavendel, tijm en citroenmunt. De zon verstopt zich achter de grijze wolken. “Jammer,” zegt tuinier Gunther Verboom. “Als de zon schijnt, verspreiden de geurige aroma’s zich veel gemakkelijker in de lucht.” Verboom was vorig jaar nog boomsnoeier van de gemeente, maar na rugklachten schoolde hij zich om tot tuinier. Hij schiet Humblet te hulp als het nodig is en geeft ook een woordje uitleg over de planten. “Ik moet wel nog een en ander leren,” geeft Verboom toe. “Ik volg nog lessen bij de Brailleliga om

slechtzienden zo goed mogelijk te begeleiden en ze maximaal van de tuin te laten genieten.” Met gepaste trots vertelt hij over de planten die hij geplant heeft en het vele werk dat

© SASKIA VANDERSTICHELE

een lieveheersbeestje zie, probeer ik het te vangen en het hier los te laten om de bladluizen op te eten.” In het midden van de tuin hoor je het rustgevende geruis van een fonteintje. Dat maakt een belangrijk onderdeel uit van het ontwerp van de tuin. “Toen de gemeente het plan had om een tuin voor slechtzienden aan te leggen, hebben ze meteen contact met ons opgenomen,” zegt Nadia

Voor slechtzienden zijn de stadsgeluiden overweldigend. In deze tuin vinden ze rust en kunnen ze genieten van het geklater van stromend water

hij steekt in het wieden van het onkruid. “We gebruiken geen pesticiden en dat vergt dus altijd wat meer werk. Ook bijvoorbeeld om de bladluizen tegen te gaan. Telkens als ik

Arnone. Ze werkt als begeleidster voor de Brailleliga en helpt blinden en slechtzienden een zo normaal mogelijk leven te leiden. Wat heel belangrijk is aan deze

De tuin is op dit moment vooral geschikt voor slechtzienden. In een tweede fase komen er een paar aanpassingen, zodat ook blinden probleemloos hun weg in de tuin vinden. Zo zullen er tegels met een speciaal reliëf komen om blinden bijkomende referentiepunten te bieden. In het midden van de tuin komt een serre, waar evenementen georganiseerd kunnen worden. De bezoekers zullen een audiogids aangeboden krijgen met informatie over de planten en instructies om de tuin te bezoeken. “De tuin biedt heel wat mogelijkheden om blinden te begeleiden,” zegt Nadia Arnone. “Wij leren slechtzienden zich van a tot z zich in de stad te oriënteren. Deze tuin is daarvoor een ideale omgeving. Het is hier veilig, een prima voorbereiding op een drukke straat.” Ook voor kooklessen biedt de tuin heel wat mogelijkheden. “In deze tuin kunnen mensen kruiden als tijm en basilicum leren kennen en herkennen.” Arnone hoopt dat heel wat slechtzienden de tuin zullen ontdekken. “We hopen op veel mond-tot-mondreclame, en bij de Brailleliga stellen we ons ook beschikbaar om mensen van en naar de tuin te begeleiden.” Wie graag een geleid bezoek in de tuin krijgt, kan contact opnemen met de Brailleliga: 02-533.32.11.

Bruno Schols


BDW REGIO

© CHRISTOPHE DEGREEF

TELEXREGIO

BDW 1338 PAGINA 11 - DONDERDAG 19 JULI 2012

vroege groenten EN EEN WIJKCONTRACT VORST – Het nieuwe wijkcontract Vroege Groenten omvat dertig projecten, voor vijftien miljoen euro. Blikvanger wordt de herinrichting van de voormalige industriële site Divercity, 6.000 vierkante meter groot, achter het centrum voor hedendaagse kunst Wiels. Er komen speelpleinen en moestuinen, een jeugdhuis, een dagcentrum voor bejaarden en een sociaal-pedagogisch restaurant. Minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) en eerste schepen Marc-Jean Ghyssels (PS) overschouwden de site op het dak van Wiels. Het werk begint in september 2013 en moet twee jaar later klaar zijn. Eind augustus DV wordt de bouwvergunning aangevraagd.

Drie Open VLD’ers op MR-lijst

De Brouwerijstraat krijgt her en der zitbankjes: verpozing tijdens de steile klim.

Elsene > Nieuwe Brouwerijstraat officieel geopend

Grondige facelift voor steile straat De werkzaamheden aan de Brouwerijstraat zijn klaar. De tramsporen, het wegdek en de voetpaden werden heraangelegd. Kostprijs: meer dan vier miljoen euro. Bijna twee jaar werkten rioolnetbeheerder Vivaqua, de MIVB en Mobiel Brussel aan de Elsense Brouwerijstraat. In oktober 2010 werd de steile straat, die het Flageyplein met de Kroonlaan verbindt, voor het eerst opengebroken om nieuwe rioleringen te leggen. Nadien werden de sporen van tramlijn 81 vernieuwd en kregen ze trillingdempende kussentjes. Als laatste kreeg het volledige wegdek een facelift van gevel tot gevel. De werkzaamheden duurden wel zes maanden langer dan gepland. Volgens Brussels minister van Openbare Werkzaamheden Brigitte Grouwels (CD&V) mag het resultaat er zijn. “De Brouwerijstraat stond bekend om het drukke verkeer dat er dagelijks door

denderde. Door een aantal maatregelen, zoals het versmallen van het begin van de straat en het verbreden van sommige voetpaden, hebben we de straat heel wat aangenamer gemaakt.” Omdat de straat zo steil is, werden er op de meest hellende stukken ook bankjes gezet zodat vermoeide mensen even kunnen verpozen. En er worden in het voorjaar, naast de nieuwe bloembakken, ook boompjes aangeplant. Het nieuwe wegdek heeft fietssuggestiestroken gekregen. Een aantal buurtbewoners is evenwel niet tevreden met de uitgevoerde werkzaamheden. Volgens hen zijn de trillingen van tram 81 erger geworden, ondanks de dempende kussentjes. Een aantal personen ondervond tijdens de werkzaamheden ook materiële schade: barsten en scheuren in muren en metselwerk, en scheefgezakte raamkozijnen. Zij hopen een vergoeding te krijgen als de schade officieel aangetoond kan worden. CD

Sint-Pieters-Woluwe > Het einde van een lijdensweg

Nieuwe bibliotheek is nationale primeur De chalets verdwijnen – eindelijk –, en Woluwe krijgt de eerste passiefbibliotheek van het land. De houten chalets achter het gemeenschapscentrum Kontakt waarin de Nederlandstalige bibliotheek al sinds 1987 huist, werden in de jaren zestig van de vorige eeuw opgetrokken. Ze zouden twintig jaar blijven staan, maar ze staan er nog altijd. Ondertussen zijn er al tien jaar plannen om een nieuwe bibliotheek op te trekken. Een paar maanden geleden noemden wij de bibliotheek nog een heuse sukkelstraat. Maar zie, een paar weken geleden heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) 600.000 euro extra uitgetrokken. Alles bij elkaar betaalt de VGC nu anderhalf miljoen euro aan de bibliotheek, de gemeente Sint-PietersWoluwe één miljoen. Het schepencollege heeft vorige woensdag de werkzaamheden gegund. De eerste steen wordt waarschijnlijk eind oktober gelegd. Schepen Carla Dejonghe (Open VLD) haalt opgelucht adem: na tien jaar is het

dossier eindelijk rond. Een gebouw kopen in Sint-Pieters-Woluwe was gezien de vastgoedprijzen onmogelijk, maar gelukkig had het gemeenschapsonderwijs nog een lap grond liggen die het in erfpacht wou geven. Maar toen liet de milieuvergunning op zich wachten omdat er nog een oude stookolietank zat. De nieuwe gemeentelijke bib wordt een primeur op nationaal niveau: het wordt de eerste energiepassieve boekenkast van het land. De bibliotheek aan de Grote Prijzenlaan komt in de buurt van scholen en gemeenschapscentrum. Ze moet meer worden dan een uitleenbalie: bezoekers moeten er zich op hun gemak voelen om te lezen, informatie op te zoeken en culturele activiteiten bij te wonen. Centraal liggen de balie en een leestuin. In 1988 telde de collectie 14.261 boeken, in 2010 waren er dat 36.000 (met cd’s erbij). Ook het aantal lezers steeg, van 759 naar 1.761. Met het aantal uitleningen ging het nog sneller, van 15.942 naar 82.390 in 2010. Danny Vileyn

SINT-JANS-MOLENBEEK – Open VLD krijgt drie plaatsen op de Molenbeekse MR-lijst. Schepen Jan Gypers staat op 4, Gert Van der Eeken op 18 en Arlette Debacker op 33. Lijsttrekster en eerste schepen Françoise Schepmans wil burgemeester worden. Meer netheid, DV veiligheid en burgerzin zijn de liberale sleutelbegrippen. ADVERTENTIE

Scholengroep BRUSSEL

Scholengroep werft met ingang van

HALFTIJDSE

1 september 2012 een

BRUSSEL COMMUNICATIE-

VERANTWOORDELIJKE (m/v) aan

n Diplomavereisten: bachelor of master communicatiewetenschappen. Praktische ervaring in een gelijkaardige job is een pluspunt. n Het gewenste profiel en de functiebeschrijving vindt u op www.scholengroepbrussel.be Kandidaturen, met een motivering en een uitgebreid cv, worden uiterlijk op 20 augustus 2012 per post of via mail gestuurd naar: Peter Luyckx, directeur stafafdeling personeelsbeheer Oudstrijderslaan 200, 1140 Evere sgr8.pers@g-o.be ADVERTENTIE

S OCIALE V ERHUURKANTOREN

Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����


BDW 1338 PAGINA 12 - DONDERDAG 19 JULI 2012

homofobe ‘zij-die-niet-onze-waarden-en-normen-delen’. Laten we dat discours even doorprikken. Een mooie illustratie is de Nederlandse populist Geert Wilders van de PVV, die bijvoorbeeld wel opkomt tegen homofobe uitspraken als ze gelinkt kunnen worden aan de islam, maar in alle talen zwijgt als een rabbijn in Nederland soortgelijke uitspraken doet. De studie van Teney toont net aan dat deze eenzijdige bril (“Welke gemeenschap is schuldig?”) ons geen stap verder brengt, wel integendeel. We hebben dan ook geen keuze te maken in de strijd tegen discriminatie. Men strijdt niet óf tegen homofobie óf tegen racisme, of andere vormen van discriminatie. Men strijdt tegen discriminatie, punt! Homofobie is – net als racisme of elke andere vorm van discriminatie – niet alleen een zaak van ‘de ander’, maar van de gehele samenleving. De recente studie rond homofobie bij jongeren van Marc Hooghe, onderzoeker aan de KUL, toont aan dat het beeld dat moslimjongeren van holebi’s hebben, ondanks een kleine daling, hoog blijft. Als we dit beeld willen bijstellen naar de realiteit, zodat deze jongeren met een open blik naar de maatschappij kijken, dan moeten we hier in Brussel en vooral ook in het onderwijs homofobie op een aangepaste wijze aanpakken, zowel in het Nederlandstalig als in het Franstalig onderwijs.

Aangifte doen

Uit de recente affichecampagne van Merhaba en etnisch-culturele minderheden: ‘Je weet waar het begint, maar niet waar het eindigt. Discriminatie, begin er niet mee.’

Samenleving > Anti-gaybashing: ‘geen fierheid zonder moed’: ja, maar...

Wat is moed? BRUSSEL – Een tijd geleden verscheen in deze kolommen een oproep om moed te tonen en ‘de feiten bij naam te noemen’: verbaal en fysiek geweld tegen holebi’s is niet oké. Dat onderschrijven ook de vzw’s Merhaba, Garance, Ella, Kif Kif en MRAX. Maar is homofobie wel eigen aan jonge (mannelijke) allochtonen? Enige kanttekeningen.

BDWOPINIE Gaybashing is het afgelopen jaar een heet hangijzer geworden. In krantenartikels en op webfora worden de beledigingen, het fysiek geweld, de aarzeling van de slachtoffers om een klacht in te dienen en de straffeloosheid van de belagers gehekeld. Dit zijn problemen die ernstig moeten worden genomen. Maar de analyse van de feiten mondt al te vaak uit in een vingerwijzing die steeds in één richting gaat: in onze steeds toleranter wordende maatschappij is homofobie eigen aan ‘bepaalde bevolkingsgroepen’, aan ‘de anderen’, aan jonge allochtonen en meer bepaald: aan moslimjongens. Dit is bijvoorbeeld het geval in een gastbijdrage die in maart in De Stan-

daard werd gepubliceerd. In dezelfde geest bood BDW op 10 mei een forum aan drie vertegenwoordigers van de N-VA ter gelegenheid van de Gay Pride, onder de titel ‘Geen fierheid zonder moed’ (in BDW 1328, p. 16). De vraag is wat deze ‘moed’ dan wel inhoudt voor de auteurs. De moed om de schuldigen van een steeds toenemend aantal gevallen van gaybashing te benoemen die zij menen vast te stellen in ‘bepaalde’ steden en wijken en bij ‘sommige groepen’, aan de hand van cijfers waarvan de bronnen niet worden bekendgemaakt?

Dader ‘van bij ons’ Naar aanleiding van de Pride, die samenviel met een van de ergste homofobe misdaden van de laatste jaren – de moord op Ihsane Jarfi in

Luik –, riepen de auteurs op om blijk te geven van ‘moed’ om ‘de feiten bij naam te noemen’, dit wil zeggen een homofobie die eigen zou zijn aan allochtonen. Welnu, in het geval van Ihsane blijkt het slachtoffer van allochtone afkomst te zijn, terwijl de daders (op één na) mannen ‘van bij ons’ zijn. Bovendien verwijzen de drie auteurs naar een studie die zou aantonen dat jonge allochtonen vijandiger staan tegenover homoseksuelen en meer vooroordelen hebben dan jonge Belgen. Dit zou volgens hen te maken

aspecten aan het licht, die de auteurs in BDW verzwijgen: dat de etnische afkomst minder relevant is voor de houding tegenover homoseksuelen dan de graad waarin de individuen zich vereenzelvigen met de Belgische maatschappij. Hoe meer allochtone leerlingen voelen dat ze zelf worden gediscrimineerd, des te negatiever ze tegenover homo’s en lesbiennes staan. Beide aspecten zijn met elkaar verbonden: het is moeilijk om je te identificeren met een maatschappij die jou uitsluit...

“De familie van IhsaneJarfi toont ons wat echte moed betekent: ingetogen tegen de stroom van vooroordelen in durven te gaan” hebben met de islam. Het is een feit dat religies in het algemeen weinig openstaan voor homoseksualiteit, maar het onderzoek uitgevoerd door Céline Teney van de ULB (ccr. sagepub.com/content/44/2/151. abstract?rss=1) brengt ook andere

Wij/zij-denken Veel te vaak stellen we vast dat holebirechten, net als vrouwenrechten in het verleden, gebruikt of misbruikt worden als een wig tussen het zogenaamde beschaafde, tolerante en liberale ‘wij’ en het

De vraag die we ons nu moeten durven te stellen, is wat echte moed is. Getuigt het van moed om de schuld van homofobie als een probleem van ‘de ander’ te labelen, maar zelf ondertussen het onthaal van holebi’s bij de politie jarenlang niet aan te pakken? Het geringe aantal aangiften werd als een probleem van het slachtoffer zelf voorgesteld. Ironisch genoeg zijn ook allochtonen minder snel geneigd om naar de arm der wet te stappen als zij het slachtoffer worden van racisme. Getuigt het van moed om bepaalde groepen in onze samenleving verantwoordelijk te stellen voor homofobie, terwijl wij vaak schuldig verzuim plegen wanneer diezelfde groepen geconfronteerd worden met structurele vormen van uitsluiting en racisme? Hoelang duurde het bijvoorbeeld voor het gerecht structureel de haatspuierij van Blood and Honour aanpakte? Het getuigt pas van moed als we iedereen even goed beschermen, maar ook evenveel kansen bieden. Niet als aalmoes, maar omdat we geloven in onze eigen normen en waarden, in onze grondwet. Moed is juist aanvaarden dat emancipatie op verschillende manieren kan. De familie van Ihsane Jarfi kreeg soms te maken met beledigingen over de homoseksualiteit van hun zoon, maar ze verdedigde de jongen altijd. De familie van Jarfi toont ons wat echte moed betekent: ingetogen tegen de stroom van vooroordelen in durven te gaan, kiezen voor een open samenleving waar ieder zijn plaats heeft én kan innemen. De vzw’s Merhaba, Garance, Ella, Kif Kif en MRAX


BDW 1338 PAGINA 13 - DONDERDAG 19 JULI 2012

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be Straling Een pluim voor minister Huytebroeck en de Brusselse parlementsleden die destijds hebben geijverd voor een stralingsnorm van 3 volt per meter (V/m) in onze hoofdstad. De telecomoperatoren klagen steen en been dat ze hun 4G-netwerk voor (sneller) mobiel internet niet kunnen lanceren en dat Brussel in een ‘digitale oertijd’ zou belanden. Volgens de propaganda van de operatoren zou de norm van 3 V/m ‘absurd streng’ zijn en zonder wetenschappelijke grond. Niets is minder waar. Al meer dan tien jaar pleit de Belgische Hoge Gezondheidsraad op basis van wetenschappelijke bewijzen voor een norm van 3 V/m. Intussen staat de wetenschap echter niet stil en stellen ongeveer alle onafhankelijke wetenschappers dat een norm van 0,6 V/m nodig is om de volksgezondheid adequaat te beschermen. De operatoren blinken uit in paniekzaaien: als we hen mogen geloven, zal de hele economie prompt in elkaar storten als er geen 4G komt. Heus? Is televisie kunnen kijken op de smartphone dan zo cruciaal? Mensen kunnen nu al zo goed als overal online; die 4G zal het verschil niet maken, behalve dan voor de winstcijfers van de operatoren zelf. Maar zelfs al zou er een impact zijn op de omzet, moeten we dan de biologische realiteit zomaar negeren? Wetenschappelijke studies tonen nu eenmaal aan dat die straling schade aanricht in ons lichaam en kankers doet ontstaan; moet die technologie dan koste wat het kost door onze strot geramd worden? (...) Het is verontrustend dat politici als Els Ampe (Open VLD) bepleiten om eerder de wensen van de vervuilende industrie als vertrekpunt te nemen en de blootstellingsnormen net zo laks mogelijk in te stellen als voor de industrie comfortabel is. Pleiten zij dan voor een economie die letterlijk over lijken gaat? Brussel staat zeker niet alleen met zijn ’strenge’ norm. In wereldstad Parijs bestaat er sinds 2003 een charter tussen het stadsbestuur en de operatoren om de stralingsniveaus te beperken tot 2 V/m. Maar het stadsbestuur ziet in dat deze norm niet volstaat. Men weigert daar nu alle nieuwe antennes op publieke gebouwen, en in bepaalde wijken wordt de norm van 0,6 V/m uitgetest. (...) Nee, Brusselaars hebben geluk. De norm is geen ‘folietje’ van een Ecolo-minister, maar een breed gedragen en noodzakelijke norm, die gehoor geeft aan de talloze waarschuwingen uit de wetenschappelijke en medische wereld. Ze getuigt van een democratisch respect voor een bezorgdheid die bestaat bij een groot deel van de bevolking. (...) Nu maar hopen dat minister Huytebroeck voet bij stuk houdt en niet zwicht voor het lobbywerk en de bangmakerij van de operatoren, zoals dat bij haar Vlaamse en Waalse collega’s jammer genoeg wel is gebeurd.

Jan Allein, coördinator Beperk de Straling, Drongen

Oversteken Jammer genoeg moet ik Emma Denorme en Katrien Quisthoudt gelijk geven met het artikel in BDW 1335 (p. 11: ‘Oversteken door rood soms veiliger’). In Anderlecht bestaat er ter hoogte van Help Animals en Viangros een soortgelijke situatie. (...) Bus 78 heeft een halte ter hoogte van het punt waar de Industrielaan doorloopt naar de Humaniteitslaan, met een afslag naar de Internationalelaan. Wil men dan de Bollinckxstraat nemen, dan hoeft men maar op een knop te drukken; na enkele seconden springt het licht op groen voor de voetgangers. En daar beginnen de problemen: minstens vijftien procent van de automobilisten negeert dit groene licht voor de voetgangers; over het algemeen zijn het de mensen die van de Industrielaan komen. Wel enigszins normaal: er staan twee verkeerslichten op minder dan 25 meter van elkaar. De auto’s zijn juist in volle vaart vertrokken en moeten

alweer snel op de rem staan. Gevolg: ik ben verplicht door het rood te gaan tijdens de ‘overgangs­periode’, dat wil zeggen als de auto’s op de Industrielaan rood hebben en de enkele auto’s komende van Vorst-Drogenbos gepasseerd zijn. Zo niet loopt men gevaar om op het zebrapad aangereden te worden. En dan zwijgen we nog van het zebrapad (zonder verkeersbord) dat een kleine vierhonderd meter verder ligt op de Internationale­laan. Eer er een wagen stopt, kun je eerst rustig je BDW uitlezen. Dus op nog geen vijfhonderd meter van elkaar twee infrastructuurproblemen. Roger Certyn, Evere

OCMW in Spanje Het interview met de burgemeester van Schaarbeek in uw krant van 7 juni (BDW 1332, p. 4-5) bevat enkele ernstige onjuistheden. In de periode waarover de burgemeester spreekt, was ik voorzitster van het OCMW van Schaarbeek. Ik voel mij dus aangesproken door zijn onjuiste beweringen. Zij zijn trouwens van dien aard om mij te schaden, want ik neem deel aan de verkiezingen in Schaarbeek op de tweetalige lijst MR-Open VLD. Er waren helemaal geen geheime appartementen (in het meervoud) in bezit van het OCMW. Het OCMW van Schaarbeek was testamentair één enkel appartement in Spanje toegezegd, maar dit testament was pas geldig na het overlijden van de schenker. Tot op dat ogenblik werd dit testament, ten voordele trouwens van de schenker, volledig autonoom beheerd door de ontvanger van het OCMW van Schaarbeek, zoals de wet dat op dat ogenblik voorschreef. Bij het overlijden van de schenker werd ik als voorzitster door de ontvanger van het OCMW ingelicht en heb ik, na raadpleging van de raad, een Schaarbeekse notaris aangeduid om het appartement te verkopen. Dat was niet eenvoudig en we kregen veel kritiek van Ecolo. We mochten nadien vaststellen dat, nadat zij in 2001 de directie van het OCMW overgenomen hadden, ze nog ongeveer acht tot negen jaar nodig hebben gehad om dit appartement te verkopen. Kritiek hebben is gemakkelijk. En nu iets over de schepenen die met hun familie in dit appartement in Spanje met vakantie zouden zijn gegaan. Deze bewering van de burgemeester is volledig uit de lucht gegrepen. Als hij het allemaal zo goed weet, dat hij dan man en paard noemt en dat hij zegt welke schepen met zijn familie in het appartement van het OCMW de vakantie is gaan doorbrengen! Ik wacht echt op zijn antwoord. Ik weet zeer goed wat er gebeurd is, en ik kan u verzekeren dat nooit één schepen of OCMW-raadslid een nacht (alleen noch met zijn familie) in het appartement heeft doorgebracht, of zelfs maar in de omgeving van het appartement is geweest. Wij wisten aanvankelijk niet eens waar het appartement zich bevond; het heeft heel wat moeite gekost om het te vinden. Nadat de huidige burgemeester en de nieuwe voorzitter van het OCMW begin 2001 in dienst waren getreden, is een OCMW-raadslid van Ecolo met een bevriende dokteres tijdens hun vakantie in de buurt van het appartement, ongevraagd dit appartement gaan opzoeken. Hun verhaal was ontluisterend. Volgens hen was het appartement klein, vervallen en in feite onbewoonbaar. Het heeft hen niet belet te trachten hun volledige verlof, verplaatsing, hotel en verbruik aan te rekenen bij het OCMW. Ik weet niet hoe dit afgelopen is, maar ik geloof dat het OCMW die betaling geweigerd heeft. Wij hopen op deze wijze de waarheid recht te doen. We begrijpen ook niet dat wij of iemand anders op deze beweringen tien jaar geleden niet gereageerd hebben/heeft. Wij kunnen er niet aan doen, maar we hebben deze beweringen nooit eerder gezien of gehoord. Anne-Marie Gerrebos, oud-voorzitster OCMW Schaarbeek, oud-directrice gemeentelijk onderwijs

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

BDWOPINIE Echte baronnen door Anne Brumagne Zaterdag wordt de nationale feestdag gevierd, en in de aanloop ernaartoe heeft koning Albert II nog eens wat adellijke titels verstrekt. Dat was blijkbaar al een tijdje geleden, van 2009 meer bepaald. Heel veel belang wordt er niet meer gehecht aan die toekenning, maar toch. Meestal zeggen de uitverkorenen dat ze het allemaal niet zo belangrijk vinden en dat het hun leven niet zal veranderen, maar dat ze best blij zijn met de erkenning. En de media pikken er dan die namen uit waarvan ze vermoeden dat die het meest tot de verbeelding van hun publiek zullen spreken. Dit jaar zijn dat aan Vlaamse kant bijvoorbeeld journaliste en BV Annemie Struyf, en Kamiel Sergant, Keizer Carnaval van Aalst. Nochtans worden beiden ‘maar’ Commandeur in de Kroonorde, en geen barones of baron, de hoogste onderscheiding. Wij zouden u nu de lijst van Brusselaars moeten voorleggen, maar vergeef het ons: we wagen ons er niet aan om de domicilies van de betrokkenen te gaan uitzoeken. Waar we wel een duidelijk beeld van kunnen hebben, is het aantal mannen en het aantal vrouwen op de lijst. Als we ons beperken tot baronnen en ridders, dan komen de dames er wel bijzonder bekaaid af. We tellen amper drie baronessen, tegen tien baronnen en negen ridders. (Vrouwen kunnen zelfs niet tot ridder worden benoemd.) Het centrale criterium voor een titel is naar verluidt ‘de uitzonderlijke verdiensten voor het vaderland’. Afgaand op het aantal mannen en vrouwen in de lijst moeten we er dan maar van uitgaan dat de verdiensten van de vrouwen voor het vaderland een pak minder zijn dan van de mannen. Hoe kan dit nu in ’s hemelsnaam? In een tijd waarin vrouwen vaak voltijds gaan werken, nog steeds de grootste zorg voor de kinderen op zich nemen en in heel wat (zogenaamde ‘zachte’) sectoren de dienst uitmaken, worden hun ‘verdiensten voor het vaderland’ vertaald in welgeteld drie adellijke titels op de negentien! Dat is zo’n vijftien procent. Bovendien kun je bezwaarlijk stellen dat de lijst een weerspiegeling is van de diversiteit in onze maatschappij. Een al wat oudere blanke man zijn, een das dragen, ondernemer zijn... het helpt om baron te worden (een ‘echte’ baron dan, niet eentje uit Molenbeek). Sire, of u gaat door met de toekenning van die adellijke titels, maar dan maakt u het lijstje representatiever voor de samenleving. Of u stopt maar helemaal met deze oubollige traditie. Hoeveel mensen hadden gemerkt dat er de voorbije twee jaar geen adellijke gunsten waren toegekend?

EVA HILHORST


© HARD ROCK CAFE

BDW 1338 PAGINA 14 - DONDERDAG 19 JULI 2012

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

© SASKIA VANDERSTICHELE

Hard Rock Cafe: MADONNA’S jurkje en basgitaren BRUSSEL – Op de Grote Markt gaat begin augustus het Hard Rock Cafe open. De legendarische keten met vestigingen over de hele wereld zal een collectie memorabilia uit de rockgeschiedenis tentoonstellen. Wie een pikant kanten jurkje van Madonna ( foto) van dichtbij wil aanschouwen, moet vanaf augustus op de Grote Markt zijn. Het Hard Rock Cafe Brussels stelt er vanaf dan zijn collectie rockmemorabilia tentoon. Hard Rock’s memorabilia designer Giovanni Taliaferro stelde een mooie collectie samen. Johnny Cash’ handgeschreven songtekst voor ‘Starkville City Jail’ zal er de muur sieren, samen met een halsketting van Jimi Hendrix en de basgitaar van John Entwistle, bassist bij The Who. Philippe Close, schepen van Toerisme (PS), ziet het ‘volledig’ zitten. “De komst van het Hard Rock Cafe wijst op de groeiende aantrekkelijkheid van Brussel in het buitenland. Dit helpt ons om het imago op te krikken, en om naast de alomtegenwoordige zakentoeristen ook meer vrijetijdstoeristen aan te trekken.” Close wijst ook op de positieve invloed op de werkgelegenheid: in het café zullen een honderdtal mensen aan het werk kunnen. In de restaurants in de buurt wordt aarzelend gereageerd op de komst van het Hard Rock Café. “Het kan zowel positief als negatief uitdraaien,” klinkt het daar. “Mogelijk krijgen wij extra klanten, als de bezoekers van het Hard Rock Café beslissen om bij ons hun honger stillen. Maar daar kun je niet zeker van zijn, want in het Hard Rock Cafe zul je ook kunnen eten.” Nele Derde ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

Hierboven: Het koor is het enige deel van de vroegere Onze-Lieve-Vrouwkerk van Laken dat is blijven staan; inmiddels is het helemaal gerestaureerd. Vlak voor de restauratie mochten de archeologen van Monumenten en Landschappen rond het gebouwtje enkele sleuven trekken (rechts). Daarbij stootten ze op een stuk van het transept en van de oude kerkhofmuur.


Bij de opgravingen op het Kardinaal Mercierplein in Jette werden vorig jaar oude skeletten en graven gevonden.

© MBHG-DML

Links: Detail van de archeologische kaart van Laken. Basisplan Brussels UrbIS.

© MBHG-DML

© TEKENING C. ORTIGOSA

BDW 1338 PAGINA 15 - DONDERDAG 19 JULI 2012

Rechts: Alle verzamelde stalen en objecten gaan voor analyse naar het archeologisch laboratorium.

Archeologie > Ondergrond van het gewest volledig in kaart gebracht

‘Alles laten liggen waar het ligt, dat is het best’ LAKEN – Zopas verscheen het 24ste en laatste deel van de Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel: een titanenwerk dat twintig jaar in beslag genomen heeft. De archeologische rijkdom van Brussel is nu helemaal in kaart gebracht. “We zijn het enige gewest met een volledige atlas, en we lopen ook voorop in Europa,” zegt archeologe Ann Degraeve.

D

e regionale archeologie komt van ver. Toen in 1989, bij de oprichting van het Gewest, ook de bescherming van het archeologisch erfgoed overgeheveld werd, moest Brussel van nul vertrekken, zonder budget of personeel. Toen er middelen beschikbaar waren, besloot de Directie Monumenten en Landschappen een grote atlas uit te brengen van het archeologische

© MBHG-DML

potentieel van de Brusselse ondergrond. Het eerste deel, gewijd aan Sint-Agatha-Berchem, verscheen in 1992. Eind vorige maand kwam het laatste deel uit, over Laken. In elk van de 24 boekdelen gaat men op dezelfde manier te werk: aan de hand van oude plannen, foto’s en kaarten, toevallige vondsten, vroegere opgravingen en historisch onderzoek

worden alle met zekerheid bekende of mogelijke archeologische vindplaatsen in kaart gebracht en gerangschikt, van de prehistorie tot de achttiende eeuw.

Spanten en skeletten Voor Laken zijn er 77 sites beschreven. Zo is er de wijde omgeving van de Onze-LieveVrouwekerk. Daarvan kan men met zekerheid zeggen dat er overblijfselen van de vroegere Onze-Lieve-Vrouwekerk, van het oude kerkhof en van het veertiende-eeuwse gasthuis in de ondergrond zitten. Bij de Lakense sites ‘Abelenlaan/Seringenlaan’ gaat het veeleer om een vermoeden: in 1955 werden tijdens graafwerk in Wemmel restanten van een Gallo-Romeinse villa aangetroffen. De eigenaar weigerde de werkzaamheden stil te leggen – dat kon toen nog –, zodat er geen opgravingen mogelijk waren. Maar de aarde die hij liet uitgraven, werd deels uitgestrooid op de Heizel, met name op het terrein waar het Spaans paviljoen voor Expo 58 zou komen. “Wellicht zijn daar dus overblijfselen van de villa in Wemmel te vinden,” zegt Ann Degraeve, die de cel Archeologie van Monumenten en Landschappen coördineert. Volgens Degraeve vormt Laken geen uitzondering in archeologisch potentieel. “Alle Brusselse gemeenten hebben een rijk archeologisch erfgoed. Er is hier dan ook al bewoning vanaf de prehistorie.” De geschiedenis van de stad zit voor een stuk opgesloten in de ondergrond. “Maar een deel van het erfgoed is verloren gegaan door de bouwexplosie die vijftig jaar geleden uitbrak. Door de aanleg van metrotunnels en parkeergarages is een stuk van de rijke ondergrond vernield,” zegt Degraeve. Daarom voert Monumenten en Landschappen

een beleid van preventieve archeologie, zoals ook het Verdrag van Malta voorschrijft. “In principe blijft het archeologisch erfgoed het best bewaard door het te laten zitten waar het zit,” legt Degraeve uit. “Daarom lanceren we geen opgravingen op eigen initiatief, daar hebben we ook de mankracht niet voor. We grijpen pas in als er werkzaamheden gepland staan en de overblijfselen in de ondergrond dus vernield kunnen worden. Het is van essentieel belang dat we weten wat er in de bodem zit voor de graafmachines passeren.” De archeologen van Monumenten en Landschappen krijgen tegenwoordig inzage in alle

“Het is essentieel dat we weten wat er in de bodem zit voor de graafmachines passeren” bouwaanvragen, zowel van overheden als van bedrijven en particulieren. Degraeve: “Op basis van de regionale Atlas bepalen we of de betrokken percelen archeologische resten bevatten. De Atlas is dus een belangrijk werkinstrument, dat het Gewest opdeelt in roze en witte zones. De roze zijn zones van ‘hoog archeologisch potentieel’, gebieden rond een site waar vaak al een vondst gedaan werd. In de witte zones is het archeologisch potentieel nog onbekend.” Heeft een perceel archeologisch belang, dan wordt aan de bouwvergunning een clausule toegevoegd. “Daarin kan staan dat er vooraf een opgraving moet gebeuren. We sturen dan een archeologenteam ter plaatse, op onze kosten. Maar het is ook mogelijk dat we alleen vragen de werf in de gaten te mogen houden.” Alles hangt natuurlijk af van de aard van het geplande werk. “We kijken vooral hoe diep in de ondergrond wordt gegraven. Als de bouwaanvraag alleen gaat over een dakvenster, dan voegen we natuurlijk geen clausule toe. Behalve misschien als het om een oud gebouw gaat

dat deels afgebroken wordt en waarin zich bijvoorbeeld interessante dakspanten bevinden. Want archeologie bestudeert niet alleen sporen in de ondergrond, maar ook in gebouwen.” Van de 2.850 bouwaanvragen die vorig jaar nagekeken werden, werd aan 96 een archeologische clausule toegevoegd. “Sommige eigenaars denken dan meteen dat ze hun werkzaamheden niet zullen kunnen uitvoeren. Daar gaat het niet om. De stad moet leefbaar blijven. Wij willen alleen documenteren wat verloren dreigt te gaan.” Toen twee jaar geleden het koor – het enige bovengrondse restant van de vroegere OnzeLieve-Vrouwekerk – gerestaureerd werd, kregen de archeologen van het Gewest dankzij deze afspraken de gelegenheid om vooraf twee sleuven te trekken rond het gebouwtje. “Zo ontdekten we een stuk van het transept en van de oude kerkhofmuur. We weten nu precies hoe die muur liep,” vertelt Degraeve. Vorig jaar waren er 44 archeologische interventies. Zo onderzocht een team van archeologen het Kardinaal Mercierplein in Jette, vlak voor het werd heraangelegd. Er werden oude graven en skeletten aangetroffen. Wordt alles wat gevonden wordt, ook uitgegraven en meegenomen? Degraeve: “Nee, opgraven is vooral documenteren. De vondsten worden gefotografeerd, ingetekend, soms eerst opgepoetst. Funderingen en vloertjes laten we liggen. We nemen alleen een paar stalen mee, enkele bakstenen bijvoorbeeld. En de objecten die we aantreffen.” Het verzamelde materiaal gaat naar het archeologisch lab voor analyse en eventueel restauratie. Vervolgens wordt een uitgebreid rapport geschreven over de betekenis van de vondsten. Daarna wordt alles opgeborgen in het regionale depot bij het Noordstation. “Een museum voor de bewaring van de ontdekte overblijfselen heeft Brussel niet.” In principe zouden de voorwerpen ook terug kunnen naar de eigenaar van het perceel, want die is ook eigenaar van de vondsten. Degraeve: “Maar dat is tot hiertoe nog nooit gebeurd. Niemand zit te wachten op kisten met scherven.” Bettina Hubo


BDW 1338 PAGINA 16 - DONDERDAG 19 JULI 2012

Raymond en het Brussels Philharmonic in Flagey. IJzersterk.

EVENEMENT Vlaanderen heeft echt gefeest in zijn hoofdstad

Een dagje met Raymond FOTO’S: JO VOETS

‘E

r is geen volk,” stelt een collega vast. Aan de ingang van het Flageygebouw, waar Raymond van het Groenewoud woensdagmiddag moest optreden, was het even voor drieën niet drukker dan op andere dagen. Maar toch: Studio 4 zat nokvol. En Raymond was in grote vorm. In even grote vorm als het Brussels Philharmonic, met een allercharmantste Dirk Brossé als dirigent. ‘Brussels by night’. ‘Vlaanderen boven’. ‘Twee meisjes’. Ik heb ze ’s namiddags gehoord, ik heb ze ’s avonds op de Grote Markt nog eens gehoord. In Studio 4 was Raymond teder, rebels, geestig, gevat. Ik was vergeten hoe goed hij wel is. Daar in Studio 4 associeerde ik ‘Brussels by night’ niet automatisch met een rokerig café bij het ochtendgloren en de kater die zich al aankondigt. Raymond en het Brussels Philharmonic, het was een ongelooflijke ervaring. Met een staande ovatie als afsluiter.

By night in de Beurs Er was Raymond in Flagey, en op de Grote Markt. Maar er was ook Raymond voor kinderen in De Markten, en er was de literaire Raymond in Passa Porta met Gerda Dendooven, Christophe Vekeman en Bart Van Loo. Daar

bleven de deuren voor ondergetekende (en vele anderen) dicht. Er was veel belangstelling. Op 11 juli is er ook belangstelling voor schrijvers. En film: in de Beursschouwburg kwam regisseur Marc Didden himself kijken naar Brussels by night, zijn legendarische film uit 1983, waarvoor Raymond de muziek schreef.

Maria, Maria “Maria, Maria, ik hou van jou, voor jou sta ik uren in de kou.” Raymond heeft versterking gekregen van Helmut Lotti. Het publiek brult mee. Heerlijk. Zesduizend toeschouwers op de Grote Markt voor 11 juli, voor het podiumbeest dat Raymond is. En dan springt Hannelore Bedert naar voren: ‘Hij houdt van vrijen’. De sfeer kan niet meer stuk en houdt uren aan. Raymond heeft in zijn lange carrière (hij zingt al dertig jaar dat hij tien jaar in het vak zit) in Peutie, Aalst, Zwevezele en Genoelselderen opgetreden. Maar dus ook in Brussel. Op 11 juli 2012 – 710 jaar na de Guldensporenslag – draaide heel de Vlaamse feestdag rond Raymond. Met succes. Dit wordt moeilijk te evenaren de komende jaren. Danny Vileyn

Raymond op de Grote Markt. In het paars.


BDW 1338 PAGINA 17 - DONDERDAG 19 JULI 2012

© JO VOETS

Nick Trachet

© NICK TRACHET

‘Twee meisjes’, ‘Middenstand Blues’ en ‘Goesting’ in Passa Porta.

BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Gehakt Ik stond bij de slager. Wat zou ik kopen? Gehakt? Alweer gehakt. Is gehakt geen eten voor luie mensen? Brussels by night, en regisseur Marc Didden ziet dat het goed is. Hoe minder de mensen koken, zei een moderne denker, des te meer ze kookboeken lezen en naar sterrenkoks lonken op tv. Het succes van de mediagastronomie is de compensatie voor een schuldgevoel. Onze kinderen krijgen doordeweeks fabrieksvoer voorgeschoteld, dus gaan we in het weekend even voor Wynants spelen. Zelfs ik heb wroeging. Al maak ik dagelijks het avondeten klaar from scratch (zonder kant-en-klare ingrediënten), toch vind ook ik dat ik het gemak zoveel mogelijk moet schuwen. Het heeft iets te maken met verbondenheid met ons voedsel. Wat we eten, moet herkenbaar blijven. Een keer per week is gehakt aanvaardbaar; vaker vind ik gênant. Nochtans... Kijk eens naar de ‘nationale gerechten’ in en buiten Europa. Slavische ćevapčići, Libanese kibbeh of Turkse köfte en pide bestaan allemaal geheel of gedeeltelijk uit gemalen vlees. Hetzelfde in Scandinavië (kjøttkaker) of Griekenland (moussaka). In de Chinese wonton en de Laotiaanse rauwe vleessla bargh zit vaak gehakt. Italiaanse ragù (wij zeggen bolognese) en Franse hachis Parmentier tillen gehakt naar moderne gastronomische hoogte, en dan zijn er nog de worsten! Van grof gehakt in de betere salame tot het separatorvlees van de cervela. In de slagerijen van Frankrijk heet rauw varkensgehakt trouwens chair à saucisses. Dat is wel een hele pedigree voor gehakt! Maar waarom hakken zoveel volkeren hun vlees klein? Lang geleden zag ik op televisie een reportage over een auto-expeditie dwars door Azië. Ergens in de woestijn zagen we hoe de expeditieleden een gazelle neerschoten, voor het avondmaal. En wat deden ze met dat vlees? In plaats van ribbetjes of boutjes te grillen begonnen de lokale gidsen het vlees als razenden te hakken, met van die grote Chinese klievers op een houten plank. Op het einde maakten ze er iets van wat op wonton, Chinese ravioli, leek. Wat een gedoe, dacht ik nog. Maar natuurlijk hadden ze gelijk. Vers vlees is om te beginnen niet erg lekker. Het is taai en metallisch van smaak. Daarom laat men doorgaans gedode

dieren een tijd ‘besterven’. Maar rondtrekkende volkeren, nomaden, hebben geen plek of tijd om vlees te laten hangen. Komt daarbij dat in een heet klimaat vlees ook al niet best bewaart. Door het taaie vlees te verkleinen wordt de taaiheid op mechanische wijze verminderd. Daarom zijn nomadenkeukens gehaktkeukens: de kebab-cultuur is tot ons gekomen vanuit de steppen van Azië, samen met yoghurt en bladerdeeg. Gehakt is ook egalitair. Eenheidsworst is wat het zegt te zijn. Door vlees fijn te malen en te vermengen krijgt iedereen hetzelfde. Geen ruzie meer over wie de onglet verdient en wie het haasje. Met gehakt krijgt iedereen ook precies evenveel. Een slager die een steak afsnijdt, kan er nogal naast zitten, maar met gehakt heeft hij geen excuus. Vroeger werd hier te lande met enige fierheid gesteld dat de Belgen de enige echte rauw-gehakteters zijn. Dat is dus niet zo. Er zijn rauwe bereidingen van gemalen rundsvlees bekend in delen van Azië (Korea, Laos, Thailand...). In Europa heerst meer achterdocht, al merken we de laatste jaren de gestegen populariteit van carpaccio. Dat is chiquer, maar tenslotte hetzelfde als gehakt: zo fijn mogelijk gesneden rauw vlees. Eigenaardig dat een américain préparé als volks beschouwd wordt, en een minder bewerkt product, carpaccio, als luxe... Nog zeldzamer is rauw gehakt varkensvlees. Lang rustte er een waar taboe op rauw varken. “Dat moet goed doorbakken zijn,” horen we alom. Nu pas, de laatste jaren, wordt er al eens gesuggereerd dat een rosé gebakken kotelet beter is. De tijden veranderen. Met het droge magere vlees van het moderne varken is er ook geen alternatief. Doorbakken varken smaakt helemaal niet (meer). Het is nochtans waar dat rauw gehakt altijd een zeker risico voor de volksgezondheid inhoudt. Door het hakken verhogen we het oppervlak van het vlees dramatisch ten opzichte van een gewoon stuk spier. Dat geeft gevaarlijke bacteriën heel wat meer speelruimte om te groeien en te kweken. Wie gehakt ser-

Gehakt is egalitair. Door vlees fijn te malen en te vermengen krijgt iedereen hetzelfde. Geen ruzie meer over wie de onglet verdient en wie het haasje veert, moet dus opletten. Bij het FAVV weten ze dat best. Ik kreeg het verhaal te horen van een terrasuitbaatster aan de kust. De FAVV-inspecteur ging op het terras zitten, op de plek het verst af van de keuken, en liet zich een americain serveren. De bazin kreeg het nooit voor elkaar om het vlees te serveren onder de voorgeschreven temperatuur. Dat werd een proces-verbaal voor te warm opgediend rauw vlees! Er is een grote keuze aan gehakt. Vroeger was er varken, kalf, rund en paard – en mengelingen daarvan. Vandaag is mijn (Marokkaanse) slager bereid om à la minute vlees voor mij te malen. Ik kan bij wijze van spreken het stuk vlees zelf kiezen. Er is dus ook lamsgehakt, en voorts zien we ook kippengehakt opduiken, wat volgens mij helemaal een bacteriologische nachtmerrie is. Maar met de moderne hygiëne en controlemethodes mag dat geen bezwaar vormen. Hou rekening met de factoren temperatuur en tijd, en er kan u weinig overkomen. Consumeer rauw gehakt zo snel mogelijk en bewaar het koud. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1338 PAGINA 18 - DONDERDAG 19 JULI 2012

Malika Aberkan heeft bijna haar bachelordiploma op zak. “Ik moet het ijzer smeden nu het heet is. Ik ben nog jong, sterk, ik kan veel hebben.” Op naar de master, dus!

Malika Aberkan, dromer en doorzetter

‘Wat wil je later worden?’ SINT-JANS-MOLENBEEK – “Ik ben een dromer, én ik ben een vechter. Met vallen en opstaan leer ik mijn droom te realiseren. Zoals elke vrouw dat moet kunnen. Ik zie steeds vaker bij moslima’s dat ze ervoor gaan. En ze stimuleren elkaar daarin: ‘Wij kunnen het ook!’” Het parcours van Malika Aberkan – jonge moeder van drie, binnenkort vier – leest als een verhaal van doorzettingsvermogen en liefde.

A

chttien was Malika Aberkan, en ze woonde in Borgerhout, waar ze was opgegroeid. Haar toekomstbeeld was niet rooskleurig. Geen diploma middelbaar onderwijs: ze had er in het laatste jaar beroeps de brui aan gegeven. Maar ze had gelukkig een sterk willetje. “Ik ben mijn grote liefde gevolgd naar Brussel. Molenbeek. Uit volle overtuiging. Mijn vrienden en vriendinnen verklaarden me gek. Mijn ouders zeiden: ‘Malika, je bent nog zo jong, zou je dat nu wel doen?’ Maar ik heb het gedaan, en ik heb het me nog niet beklaagd.” Net twintig was ze toen ze haar eerste zoontje ter wereld bracht. Maar een leven aan de

haard was niet haar toekomstbeeld. “Schoolmoeheid was iets van mijn puberteit. Ik wilde  iets doen, iets betekenen, mijn dromen waarmaken, ervoor gaan. De eerste stap: een opleiding kinderverzorging in het tweedekansonderwijs, een A2-diploma behalen. Daarna ben ik gaan werken in de naschoolse kinderopvang, al gauw in de Vaartkapoen. Ik vond het tof dat ik werk had, dat ik mijn steentje kon bijdragen, maar tegelijkertijd zag ik mensen om me heen met een hoger diploma, een diploma dat meer mogelijkheden inhield, een beter loon. Zo is de klik er helemaal gekomen. ‘Wie of wat houdt me tegen om het alsnog  te proberen!?’ dacht ik bij mezelf.”

Aberkan schreef zich in voor een bachelor aan het HIG, het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen in Schaarbeek. “In het volle besef dat het moeilijk zou worden, heel moeilijk. Ons derde kindje was op komst, een goede moeder zijn was óók een ambitie. Werken: naschoolse kinderopvang in de Vaartkapoen, later ook nog eens acht uur per week als islamleerkracht in twee concentratiescholen in Anderlecht. Alweer waren er veel mensen die me zot verklaarden: studeren, lesgeven, naschoolse opvang in de Vaartkapoen en dan nog eens de zorg voor mijn gezin. Maar ik heb doorgezet en nu ben ik er bijna: nog vier herexamens, mijn eindwerk en het diploma is van mij!” “Zonder steun had ik het onmogelijk gekund. Steun van de directrice van het HIG – ‘Je wilt het, Malika! Je kunt het, Malika!’ –, steun van mijn man. Hij was na vier jaar rechten studeren tot de slotsom gekomen dat het niet was wat hij wilde. Nu staat hij in het Franstalig onderwijs, en in feite heeft hij twee jobs: ook thuis neemt hij zijn verantwoordelijkheid.

Aberkan met zonen, thuis in Molenbeek.

Hij kent én respecteert mijn verzuchtingen: ‘Ik wil dat je het maakt, ik wil dat je je weg zoekt.’ Atypisch binnen de Marokkaanse gemeenschap, inderdaad. De opmerking ‘Ben jij wel met een Marokkaan getrouwd?’ heb ik al vaak moeten horen. En het werkt. Zolang je maar structuur hebt in wat je doet,


BDW 1338 PAGINA 19 - DONDERDAG 19 JULI 2012

© MARC GYSENS

het verleden al te vaak dacht: ‘Zou ik het wel aankunnen?’ Eén dagje les in Gent per week en verder zelfstudie thuis, het zal er wel bij kunnen, zeker? Het is tot dusver gelukt, waarom deze keer niet? Ik moet het ijzer smeden nu het heet is. Ik ben nog jong, sterk, ik kan veel hebben. Mijn medestudenten, op kot, die zich enkel zorgen moesten maken om hun opleiding, hadden vergeleken met mij een prinsenleven. En dan nóg stressen, volle bak. Als ik – met mijn gezin, met mijn werk – hetzelfde kon als zij, ja, dan zal ik wel iets in mijn mars hebben, zeker?” Dat zal ook wel moeten, want het vierde kindje is op komst in het jonge gezin, daar in Molenbeek. Krijgen Amine (7), Yasser (5) en Issam (2,5) er een broertje bij? Of wordt het deze keer een zusje? “In oktober zullen we het weten. Een meisje zou wel mooi zijn, maar je hebt het

“Mijn leerlingen groeien op in een omgeving met veel werkloosheid en gelatenheid. Een omgeving waarin het heel moeilijk is om te dromen, zelfs voor een kind”

zolang je er maar in gelooft, kan er veel.”

Doorstromen Aberkan wil veel bereiken. De vooroordelen neemt ze erbij. “Ik ben moslima, ik draag een hoofddoek. Ik ben een jonge moeder van vier kinderen. Het is alsof iemand als ik toch niet te hoog mag willen grijpen; van bepaalde kanten word ik niet aangemoedigd om mijn grenzen te verleggen, zal ik maar zeggen. Je doet kinderopvang, je doet dat goed, waarom zou je dan hoger mikken? Doorstromen is er niet bij. Net of iemand als ik niet het recht heeft verder te geraken in het leven en haar potentieel ten volle te benutten. Dat heeft me altijd gestoord.” “Tegelijkertijd moet ik zeggen dat er hier in Brussel veel verdraagzaamheid is. Opmerkingen over het al dan niet dragen van een hoofddoek krijg ik niet. Ik prijs me heel gelukkig dat ik in zo’n omgeving mag leven en werken. Natuurlijk zijn er beperkingen voor een aantal banen, maar al met al valt het hier in Brussel mee. Ik heb vriendinnen met een universitair diploma én een hoofddoek, en die kunnen hun werk doen als een ander. In een bank, in een advocatenkantoor. Normaal toch, het is tenslotte je competentie die telt, niet of je al dan niet een hoofddoek draagt.” “Mezelf mogen ontwikkelen is en blijft een geschenk. Mijn ambitie is nu: een master in de pedagogiek halen. Dat is een opleiding die mij enorm boeit, dankzij Hans Van Crombrugghe, mijn docent aan het Instituut voor Gezinswetenschappen. Voor mij is het nog niet genoeg geweest, ik heb het gevoel dat ik nog meer stappen vooruit kan zetten. Ik heb nu ook het vertrouwen, de zelfverzekerdheid, terwijl ik in

niet voor het kiezen, hé. En als het nog een jongen is, dan zal het van harte zijn. Zolang het boeleke maar gezond is.” “Mijn kinderen gaan me nog boeiende jaren bezorgen. Ik geloof er sterk in dat ze een toekomst hebben, al weet je nooit wat die brengt. Mijn man en ik staan voor de volle honderd procent achter hen, om hen zoveel mogelijk kansen te geven, en de dingen in goede banen leiden. Mijn zoontjes gaan hier naar de vrije basisschool Vier Winden. In het Nederlands, ja. Daarnaast volgen ze ook Arabische les, omdat we niet willen dat ze het contact met hun roots verliezen. En daarnaast doen ze mee aan Franstalige activiteiten, omdat ze zich niet mogen opsluiten binnen het Nederlandstalige circuit. Het kan hun kansen op een toekomst, op het uitbouwen van een groot netwerk, alleen maar ten goede komen.” “Kinderen zien opgroeien, in al hun oprechtheid, eerlijkheid en onschuld: ik vind dat het mooiste wat er is. Ik vind het dan ook erg dat er zoveel kinderen van allochtone origine geen dromen hebben voor later. Als ik die jongens en meisjes in die twee concentratiescholen in Anderlecht vraag: ‘Wat wil je later worden?’, dan kijken ze je aan met een blik van ‘Geen idéé!’ Als je dat aan autochtone kinderen van die leeftijd vraagt, dan hoor je: ‘Ik wil later dit doen, ik wil dat worden.’ Want zij hebben rolmodellen, dikwijls hun ouders. Mijn leerlingen krijgen die stimulansen niet; zij groeien op in een omgeving met veel werkloosheid en gelatenheid. Een omgeving waarin het heel moeilijk is om te dromen, ook voor een kind. Die onzekerheid die ze al hebben op zeven-, acht-, negenjarige leeftijd: ik vind dat triest. Er zijn natuurlijk uitzonderingen op de regel. Mede dankzij ouders die zich inzetten om hun kinderen die uitzichtloosheid te besparen. Ouders die de schoolprestaties van heel nabij volgen, die hun kinderen bijlessen laten volgen, hun kinderen mee op kamp sturen, met hen cultuurhuizen bezoeken. Ouders die een wereld openen.”

Karel Van der Auwera

www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

FREDDI SMEKENS Taaid

E

en goede vriend van mij, tevens een groot schrijver, formuleerde het ooit als volgt: “Tijd is voor de Zwitsers.” Ik weet niet of hij daarin gelijk had, maar in elk geval zat hij er ni veul neffes. Over taaid dus, waarde lezer. Neemand zal teigespreike da we er allemoe mei te moeke hemme. Vandaar dat ik nog eens graag de tijd neem om er mijn visie op te geven. Laat me stellen da we mè taaid alle kante opkunne. Zeker in die zin dat onzen taaid en oek daan van d’andere relatieve begrippen zijn. Elk zijn of haar gedacht daarover, maar ik heb nuut eemand serjeus gepakt dee zaa: “Ik hem gienen taaid.” Uiteraard is het wel zo dat den taaid de meens getemd heit, en ni oemgekied. Daarin heeft hij veel gemeen met een kat. Anderzijds kunnen we de tijd wel doden en eventueil verleeze of winne. Zelfs al is hij onvatbaar en in de meeste gevallen ook onbegrijpelijk. Maar het blijft in elk geval aan ons vè den taaid as ne kameroed of ne vaajand te bezeen. Dat laatste zou ik echter niemand aanraden. Temeer omdat ik volledig akkoord ga met het gezegde dat hij, als een vriend, alle wonden heelt. Laten we hem in dat geval gerust zaain goesting doon. Ook het feit dat we in staat zijn voor alles en nog wat taaid te moeke, geeft hem een sympathiek tintje. En dat we hem goed gebruiken, betekent niet noodzakelijk da we van hem profiteire. Ik hoef hier niet te onderstrepen dat het tegendeel heel dicht bij de waarheid aanleunt. Misschien is het wel anders wanneer daanzeulfde taaid komt oengebaggerd mè nostalgee. Maar zelfs dan omarmen we hem als ‘daan gooie aaven taaid’. Een vijand? Neen, dus. Zeker niet wanneer we het ons beklagen hem verspild of verloren te hebben. En trouwens, hooveul kiere hemme we ons al ni bekloegd dat hem zu rap vleegt? Ik wil hier dus graag beweren dat we den taaid beter te vriend houden dan taaid te verleeze door hem te bekampen. Misschien nu even iets over de manier waarop we hem in het Brussels indelen en beschrijven. We hebben daarbij meestal de neiging verkleinwoorden te gebruiken. Zo zal men eerder zeggen: “Wacht e segond-

che” dan: “Wacht ne segond”, hoewel dat secondche uiteraard niet van kortere duur is dan ne segond. Ook wanneer de pientere lezer zich zal afvragen of ik da na wei gielegan allien gevonne hem, blijf ik bij mijn stelling. En ik wil er zelfs nog aan toevoegen dat hetzelfde geldt voor e menutche en ne meneut, voor ’n huurke en ’n heur. Het gaat zelfs op voor e jorke en e joer – maar voor een eeuw valt mijn stelling pardoes in het water. We hebben het nog niet gehad over de tijdservaring zelf. Uiteraard hangt die af van de omstandigheden waarin we den taaid beleven en meemaken. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat oude mensen de tijd veel trager voelen voortschrijden. Dat komt, zo blijkt, doordat ze meer herinneringen ophalen en diezelfde herinneringen den taaid mier doon stilstoen as er de zwiep op te legge. Wie het wat optimistisch bekijkt, zou het volgende kunnen stellen: “Het leive, het échte leive, bestoet ooit onienschoekelinge van alle gooje momente dee den taaid ons gegeiven heit.” Persoonlijk denk ik dat daar een grond van waarheid in zit. Hierboven had ik het even over de boude uitspraak “Ik hem gienen taaid.” Zoals gezegd getuigt die van evenveel ijdelheid als onwetendheid. Maar laten we er toch even van uitgaan dat men zich op glad ijs begeeft met de bewering “Ik hem taaid genoeg!” Want het zou wel eens kunnen dat men in dit geval den taaid as ne speilbal zeet, iene woe mei we alles kunne doon wa we mo wille. De lezer weet dat ik de laatste ben om mensen de les te lezen. Uitspraken als “Mo ge doet niks anders” laat ik uiteraard sierlijk over mij heen gaan. Toch wou ik wa den taaid betreft nog efkes zegge wa ’k te zegge hem, namelijk: “Den taaid, zoewel den aave, de neuve as de moderne, heit alles mè de nateur te moeke.” En zoals iedereen wel weet, kan die natuur zowel uitmunten in pracht als in onverbiddelijkheid. Vandaar dat wee den taaid in gooje of slechte taaide respecteit, hem altaaid mè zich mei zal hemme. Met andere woorden: taaid es on my side.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Tuur De Moor (tuur.demoor@ bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1338 PAGINA 20 - DONDERDAG 19 JULI 2012

Basketbal > Maxime De Zeeuw wil met Belgian Lions naar EK

‘We staan op een keerpunt’ BRUSSEL – De Belgische nationale basketbalploeg staat voor cruciale weken. Ze willen zich voor de tweede keer op rij plaatsen voor het Europees kampioenschap (EK), maar daarvoor zullen ze zich eerst door acht moeilijke matchen moeten worstelen. Geen nood: Maxime De Zeeuw (25) bulkt van de motivatie. “Het EK van 2011 is met voorsprong de mooiste herinnering uit mijn carrière,” zegt de 2,04 meter lange Brusselaar. “Je op een groot toernooi meten met toppers, daar doe je het voor. Daarenboven is de nationale ploeg voor mij telkens een speciale ervaring. We leven in groep naar een kwalificatieronde of een groot toernooi toe, en in die periode word je een hechte groep kameraden. Dat is ook onze sterkte. Individueel zijn we misschien minder dan anderen, maar als ploeg staan we sterk. Dankzij dat groepsgevoel hebben we twee jaar geleden Polen kunnen uitschakelen om naar het EK te gaan.” Datzelfde Polen is de komende weken opnieuw een obstakel voor de Lions. De twee landen zitten samen met Zwitserland, Albanië en Finland in groep E. Nummer 1 en 2 van de groep mogen een ticket boeken voor Slovenië, waar het EK van 2013 wordt gespeeld. “Het worden uiterst belangrijke weken, waarin we veel zullen reizen. Op 15 augustus spelen we onze eerste kwalificatiematch in Polen, op 11 september onze laatste tegen Albanië. Dan weten we of we naar het EK mogen. Ik geloof erin. We hebben stugge tegenstanders, maar we maken zeker kans. Het zou een grote ontgoocheling zijn als we het niet halen.” “We staan op een keerpunt. Bondscoach Eddy

Maxime De Zeeuw, trotse Belgian Lion: “Individueel zijn we misschien minder dan anderen, maar als ploeg staan we sterk.”

Casteels wil een verjonging doorvoeren: dan is het toch altijd wat afwachten. Maar ik juich het zeker toe. De afgelopen weken heeft hij

alleen de jongeren opgeroepen voor de voorbereidende stage; begin augustus komen de meer ervaren mannen zoals Hervelle, Beghin

© REPORTERS / DARKO VOJINOVIC

en Moors erbij. Dat zal ons een pak sterker maken.” De Zeeuw is al vier jaar de trotse drager van

Olympische Spelen > De Brusselaars in de Belgische delegatie voor Londen 2012

Belgische hoop in Brusselse benen

“Ik hoop en denk dat België drie tot vijf medailles kan halen op de Olympische Spelen in Londen.” Dat verklaarde landgenoot Jacques Rogge, voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, twee maanden geleden. Een gezonde ambitie, waarin de Brusselaars Kevin en Jonathan Borlée een hoofdrol kunnen spelen. De tweelingbroers baren al een tijdje opzien op de atletiekpiste en sluipen rustig naar de wereldtop toe. Dat bewezen ze op 1 juli nog, toen ze op het EK goud pakten op de 4 x 400 meter. Dat kunstje zullen ze proberen te herhalen in Londen, al zal de concurrentie er moordend zijn. Individueel lopen de Borlées allebei de 400 meter, waar ze bij een finaleplaats mogen dromen van een plaats op het podium. Alles wordt in het werk gesteld om een knalprestatie neer

© MARC GYSENS

BRUSSEL – De goedgevulde sportzomer zit vanaf 27 juli in de derde etappe: dan wordt Londen zeventien dagen lang ingenomen door de Olympische Spelen. Brussel vaardigt een knappe delegatie af.

Jongste en oudste Brusselaar op de Spelen in Londen: turner Jimmy Verbaeys (18) en ruiter Philippe Le Jeune (52).


BDW 1338 PAGINA 21 - DONDERDAG 19 JULI 2012

het Belgische shirt. Die plaats dwong hij vooral af dankzij sterke prestaties in het shirt van Verviers-Pepinster, maar de basis legde hij bij Excelsior Brussels. “Daar ben ik op mijn zestiende begonnen, in derde klasse. Dankzij de samenwerking tussen Excelsior en Oostende werden we heel goed omringd. Elke dag stond er een training op het programma: dat heeft me echt geholpen als basketballer. Ik heb de kans gekregen om naar Oostende te gaan, maar ben in Brussel gebleven, onder meer voor mijn studie. Daarbij vond ik dat de doorgedreven trainingen en de ervaring die ik in derde klasse opdeed, de perfecte combinatie waren.”

Impulsief “Op mijn achttiende schotelde eersteklasser Verviers-Pepinster mij een profcontract voor. Toen besefte ik pas echt dat mijn toekomst in het basketbal lag.” De Zeeuw stak er in de jeugdcategorieën niet meteen bovenuit, tot een paar jongens de

“Toen de Antwerp Giants interesse toonden, heb ik toegehapt. Het is toch wel een stap hoger” overstap naar Oostende maakten en hij met rasse schreden vooruitging. De keuze voor de befaamde opleidingsploeg van Pepinster was de juiste, al kende hij tijdens zijn eerste seizoen moeilijke momenten. “Zowel mentaal als sportief had ik een aanpassingsperiode nodig. Ik besefte het allemaal nog niet goed – tot dan was basketbal alleen plezier voor mij geweest. Maar het vraagt veel van je, zowel op als naast het veld.” “Mijn troeven zijn dat ik een speler ben met goede basketbalkwaliteiten die nooit aflaat. Maar dat zorgt ervoor dat ik het soms te goed wil doen. Als we verliezen, verlies ik wat van

© MARC GYSENS

te zetten in Londen. Zo is de atletiekpiste in het Fallonstadion, waar de broers zich voorbereiden, net als in Londen in een blauw jasje gestoken: niets wordt aan het toeval overgelaten. Bij de dames wordt de Brusselse eer in de atletiek verdedigd door Anne Zagré. Zij moest wel vechten voor haar plaats op de Spelen, want ze kon pas eind juni onder de olympische limiet voor de 100 meter horden duiken. De medaillekansen van de explosieve loopster zijn gering, maar dat sluit niet uit dat ze knappe prestaties kan neerzetten. Zagré is de enige Brusselse atlete die aan een individueel nummer deelneemt. Bij de dameshockeyploeg lopen wel een paar Brusselse meisjes rond: denk maar aan doelpuntenmachine Jill Boon of doelvrouw Nadine Khouzam. Het is voor de Belgian Panthers de eerste keer in hun geschiedenis dat ze aan de Olympische Spelen deelnemen, en naar eigen zeggen trekken ze met beperkte ambities naar de Spelen. Met een zestiende plaats op de wereldranglijst zijn de verwachtingen niet

mijn kunnen en ga ik te veel fouten maken. Ik ben impulsief, maar met de nodige ervaring zal dat wel beteren.” Die kwaliteiten kwamen na zijn aanpassingsperiode bovendrijven en zorgden ervoor dat topper Charleroi hem inlijfde. De club leende hem evenwel aldoor uit om hem te laten rijpen. “Zij investeerden in verschillende spelers, om daar later de vruchten van te plukken. Het was een droom voor mij, daarom heb ik getekend. Toen ik in 2009 Belofte van het Jaar werd, heeft Charleroi mijn contract zelfs verlengd. Maar ik heb nooit hun kleuren verdedigd.” “Na vijf jaar bij Pepinster heb ik één seizoen bij Gent gespeeld, maar dat is helemaal in het water gevallen door een knieblessure. Aangezien ik onder contract lag bij Charleroi, heb ik daar gerevalideerd, bij dokters en trainers van het hoogste niveau. Zo ben ik toch naar het EK kunnen gaan, ondanks een rampzalig seizoen.” Vorig seizoen keerde De Zeeuw terug naar Pepinster, waar hij zijn niveau terugvond. Zijn goede prestaties leverden hem zelfs een vierde plaats op in de verkiezing van beste speler van het seizoen. Hij acht de tijd nu rijp voor een volgende stap in zijn carrière. “Na het seizoen heb ik samen gezeten met de mensen van Charleroi, en toen heb ik besloten dat contract stop te zetten. Er zat niets meer in voor mij. Toen de Antwerp Giants interesse toonden, heb ik dan ook toegehapt. Dit is toch wel een stap hoger. Het is een ambitieuze club in de Belgische top vier. Ze spelen ook nog eens Europees, en daar wou ik van proeven. In een competitie waar maar acht ploegen spelen, kom je elkaar vaak tegen. Dan wordt het wat saai.” “Ik leef nu van seizoen tot seizoen, grote plannen voor de toekomst heb ik niet. Ik heb al een paar zware blessures gehad, en dat doet je wel nadenken. Normaal gezien speel ik de volgende twee seizoenen bij de Giants, en waarom niet nog langer? Als ik even mag dromen, dan zou ik ooit bij Real Madrid willen spelen. Dan zou ik met een gerust hart kunnen sterven (lacht).”

Tim Schoonjans

zo hooggespannen, al weet je maar nooit. Bij de mannenploeg klinkt eenzelfde verhaal. De Red Lions zitten in een zware groep, maar hopen toch voor een verrassing te kunnen zorgen. Zij zijn er voor de tweede keer op rij bij en staan met een elfde plaats op de wereldranglijst dichter bij de top. Ook zij kunnen, met onder meer Cédric Charlier en Tom Boon, op verschillende hoofdstedelingen rekenen. Jimmy Verbaeys is met zijn achttien de jongste Brusselaar op de Spelen. Hij is de tweede Belgische turner sinds 1960 die een olympische selectie kan afdwingen. Met zijn leeftijd zal het vooral zaak zijn ervaring op te doen en te genieten. De gemiddelde leeftijd in het turnen ligt rond de 25: toch een flink verschil. Verbaeys heeft zeker de nodige marge om op latere Spelen te kunnen schitteren. Iemand die die eerste ervaring al achter de rug heeft, is de zwemmer François Heersbrandt. Na zijn deelname aan de Spelen in Peking is hij echt doorgebroken. Hij behaalde vorig jaar twee bronzen medailles op het EK in klein bad en zwom vrij gemakkelijk de limieten voor de Spelen. Heersbrandt gaat voor een finaleplaats en durft zelfs te dromen van een medaille. En dan is er nog de ouderdomsdeken onder de Brusselaars: Philippe Le Jeune. Hij werd in 2010 wereldkampioen jumping met zijn paard Vigo d’Arsouilles en wil die knalprestatie herhalen. Net als alle atleten wil hij de hoogst mogelijke erkenning behalen waar elke sporter van droomt: goud op de Olympische Spelen. TS

David Steegen Cesare In het vliegtuig naar het verre vakantieadres zit ik naast een jonge Brit. Hij is gehuld in een truitje van Italië. Een Engelsman, jawel. Engelsen en Duitsers trekken voetbalshirts aan om te reizen. Polyester tijdens lange­afstandsvluchten. De Squadra Azzurra is weer hip. Cesare Prandelli, de meest menselijke trainer ooit – hij verbrak een miljoenencontract met Fiorentina om aan de zijde van zijn terminaal zieke vrouw te blijven, tot aan haar dood – is de enige echte revelatie van het voorbije Europees kampioenschap (al komt Pirlo ook in de buurt). Prandelli is de eerste trainer die de Italiaanse nationale ploeg helemaal sexy gemaakt heeft. Een man van waarden, ook. Hij duldt vuil noch vals spel. In geen geval. Wie Balotelli in de hand heeft, is een meester. Het is ooit anders geweest met Italië. De finale bekijk ik op mijn vakantieadres. Hotel Parque Central, hartje Havana, Cuba. De marketingafdeling van het statige hotel in de schaduw van het Capitolio, een kopie van het Amerikaanse origineel, heeft een zaal ingericht om de Europese gasten de klassieker live te laten beleven op groot scherm. Het eerste biertje is gratis. De finale begint om kwart voor drie Cubaanse tijd. Om twee uur zit ik al op de eerste rij. Ik wil niets missen. De opwarming, de voorbeschouwingen, de clips die beide landen voorstellen, de portretten van de vedetten… Ik laat het mij welgevallen. De Spaanstalige zender is luid en druk. De clichés vliegen ons om de oren. Een halfuur voor de wedstrijd is de zaal helemaal gevuld. Het overgrote deel steunt Spanje. Naast mij zit een jong Spaans koppeltje. Voor de aftrap wensen we elkaar geluk. Aan mijn linkerzijde zit de enige andere Italiaan – en ik ben dan nog maar een halfbloed. Tijdens de rust verlaat ik kort mijn

zitplaats en doorkruis ik de grote ruimte op zoek naar een bar, om de 2-0-achterstand door te spoelen. Ik merk her en der wat verloren gelopen Nederlanders en Duitsers. Sommigen van hen dragen een truitje van Spanje. Nationale trots heeft een andere invulling gekregen. Nationale ploegen worden steeds meer bekeken als clubs. Niemand kijkt er nog van op dat een Griek rondloopt in een truitje van Manchester United of Ajax Amsterdam. Onlangs zag ik een Europeaan in een trui van Ivoorkust aanschuiven aan de paspoortcontrole op de luchthaven. Op zijn rug: de naam en het nummer van Didier Drogba. De finale duurt maar heel even. Italië wordt verpletterd, bijna vernederd, door een oppermachtig Spaans elftal. Nog nooit meegemaakt. Mijn hart ligt bij mijn moederland. Dat gevoel zal nimmer verdwijnen en wordt alleen maar sterker met ouder worden. Dit Spanje speelt waarschijnlijk het beste voetbal ooit. Indrukwekkend. We zuchten al na een kwartier wedstrijd. Na de eerste helft proberen we nog wat hoop te koesteren. Die houdt geen vijf minuten stand. Na de 4-0-pandoering verdwijn ik vrijwel onmiddellijk, maar niet zonder eerst de Spaanse buren te feliciteren. Aan mijn andere kant is de stoel allang verlaten. Ontgoocheld kunnen we niet zijn; het is meer dan verdiend. Geen enkel menselijk argument (genre “De scheids was tegen ons”) kan van stal worden gehaald. De wedstrijd staat boven elk supportersgevoel. De wereld zal binnenkort in Spaanse truitjes rondlopen. Maar eerst toch even hulde brengen aan Cesare. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

Nostalgie op de Grote MArkt BRUSSEL – Kaatsen was ooit sport nummer 1 in de hoofdstad. Vandaag moeten kaatsers tevreden zijn met één uitschieter. Op zondag 29 juli is het opnieuw zover. Dan spelen in de Grote Prijs van Brussel de vier ploegen tegen elkaar die halverwege het seizoen bovenaan in het klassement staan. Kerksken neemt het op tegen Baasrode, en Acoz tegen Thieulain. De Grote Prijs wordt

afgesloten met de grote finale tussen de winnaars van die wedstrijden. Om 12.45 uur zijn de miniemen al aan de beurt, als voor de Wisselbeker Jean Rombouts-Dandoy wordt gespeeld. Het spektakel is toegankelijk voor iedereen. Voor zitplaatsen moet u wel betalen: acht euro. En daarvoor zult u snel moeten zijn, want de kaartjes vliegen de deur uit. Meer informatie vindt u op www.frnp-knk.be. TS

Leeuwen bereiden zich voor NEDER-OVER-HEEMBEEK – De Belgian Lions beginnen in augustus aan hun kwalificatiewedstrijden voor het EK 2013. Hun voorbereiding loopt langs Brussel. Onze basketballers staan voor acht levensbelangrijke matchen om een plaats af te dwingen op het Europees kampioenschap (interview met Maxime De Zeeuw hierboven). Ze zijn al een aantal weken samen om hun campagne tot een goed einde te brengen. Voor die oefenmatchen trekken ze naar verschillende zalen over het land. In Brussel

werd gekozen voor de zaal van tweedeklasser Excelsior Brussel in Neder-Over-Heembeek (Lombardsijdestraat 120). Daar spelen de basketbaljongens op 19 juli tegen Tunesië (19 uur) en op 2 augustus een derby van de Lage Landen (17 uur). Het is een mooie gelegenheid om topbasketbal van dichtbij te zien, met verschillende Brusselaars in de hoofdrol: denk maar aan Maxime De Zeeuw, Christophe Beghin of Quentin Serron. Een kaartje voor één wedstrijd kost 15 euro. Meer op www.belgianlions.com en www.exTS celsiorbrussels.be.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.