Eerste Belgische EXPOSITIE van Francis AlŸs bij wiels En ook: Stijn, James Ensor en de film Illégal
07 10 10
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
SLAPELOZE NACHT IN SPIEGELTENT
Wensen naar de maan sturen, een paardenspektakel bewonderen, deelnemen aan interactieve performances, fuiven, gamen en tangodansen in de Spiegeltent op het Sint-Katelijneplein. HUB Het behoorde zaterdagnacht allemaal tot de mogelijkheden op de negende editie van Nuit Blanche, het culturele publieksfeest van de Stad Brussel.
GESPREK MET vanraes
Internationaal > Zakenlui zetten Brussel opnieuw op vier
Een bank vooruit L
onden, Parijs en Frankfurt domineren opnieuw de topdrie. Al sinds de vastgoedonderneming Cushman & Wakefield een onderzoeksbureau jaarlijks laat peilen naar de aantrekkelijkste zakensteden, bekleedt Londen onafgebroken de eerste plaats, al 21 jaar lang. Wenen is dit jaar de grootste stijger (+6), maar staat nog altijd op de 22ste plaats, alsnog geen concurrentie voor Brussel. Vooral Barcelona en Amsterdam moeten in de gaten gehouden worden. Barcelona heeft al meer dan eens op 4 gestaan, en Amsterdam, vaak op 5 of 6 (en vorig jaar uitzonderlijk op 8), is aan
een fikse inhaalbeweging bezig en staat dit jaar opnieuw op 6. De European Cities Monitoring, zoals de jaarlijkse enquête naar de beste vestigingslocaties voor bedrijven heet, wordt gehouden bij bedrijfsleiders en senior managers van vijfhonderd Europese topbedrijven. Er wordt dus naar een mening gepeild, en meningen zijn soms onvoorspelbaar: waarom bevindt Brussel zich dit jaar bijvoorbeeld niet meer in de toptien wat de kwaliteit van de telecommunicatie betreft? Dat de aantrekkelijkheid van Brussel te maken heeft met zijn internationale roeping, staat buiten kijf,
evenals de centrale ligging in een markt met honderden miljoenen consumenten. Maar als het over personeel met de juiste opleiding gaat, zakt Brussel van de zevende naar de negende plaats. Moet het hoger onderwijs een tandje bijste-
Ook in Brussel woont een grote groep hoogopgeleide buitenlanders ken? Met de talenkennis zitten we goed: Brussel deelt de tweede plaats met Amsterdam; Parijs staat pas op 6 en Frankfurt op 7. Opvallend is dat ook hier Londen de eerste plaats be-
“De Vlaamse Brusselaar is quantité négligeable voor Vlaanderen. Er is een onafhankelijkheidsdrang in Vlaanderen waarbij Brussel niet meer telt.”
4
kleedt. Heeft de stad dat te danken aan haar kosmopolitische karakter, of heeft ze gewoon het geluk dat de wereldtaal Engels nu eenmaal de moedertaal is van de autochtone Brit? Het is een legitieme vraag. En al is Brussel Londen niet, ook hier woont een grote groep hoogopgeleide buitenlanders. Eric Peeters van Cushman & Wakefield: “Brussel profiteert van een relatief stabiele economie in combinatie met een goed lokaal en extern transportnetwerk, beschikbare kantoorruimte en een meertalige, internationale bevolking.” Tot slot relativeert Cushman & Wakefield de invloed van mega-evenementen als de Olympische Spelen. Dat laat Athene zien: sinds 2008 is de Griekse hoofdstad twee plaatsen gezakt, naar de 36ste en laatste plaats. Danny Vileyn
Minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD) over de centen van Brussel en de communautaire patstelling
Economie zoekt ruimte
8
De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij (Gomb) en de Haven zoeken extra ruimte voor de industrie. ADVERTENTIE DB38/609846I0
BRUSSEL – Barcelona zakt, Brussel stijgt. De Europese hoofdstad is door internationale zakenlui uitgeroepen tot vierde aantrekkelijkste zakenstad. Daarmee staat Brussel (opnieuw) op de hoogst haalbare plaats.
© JO VOETS
Ga snel naar pagina
28 & 29
N° 1249 VAN 7 TOT 14 OKTOBER 2010 ¦ WEEK 40: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE
BDW 1249 PAGINA 2 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
OPMERKELIJK © BART DEWAELE
Uitgelicht > Brussel Citizens University wil eigen onderwijs
AB HEEFT NIEUWE DIRECTEUR BRUSSEL – Concertzaal Ancienne Belgique heeft bekendgemaakt wie Jari Demeulemeester opvolgt als directeur. De Brusselaar Dirk De Clippeleir (48) treedt begin maart 2011 in dienst. Eind februari volgend jaar gaat Jari Demeulemeester met pen sioen. Demeulemeester staat sinds 1988 aan het hoofd van de AB, die onder zijn leiding een prominente plek veroverde in de Belgische muziekwereld en daarna uitgroeide tot een inter nationaal geprezen concertzaal. Door het afscheid van de le vende legende uit Jette was er sinds april een vacature voor een nieuwe algemeen directeur. Uit meer dan dertig kandidaten werd Dirk De Clippeleir geko zen. De Clippeleir heeft meer dan vijftien jaar ervaring in de muziekindustrie, eerst als mar ketingdirecteur en later als alge meen directeur van EMI Music. In 1997 begon hij bij Univer sal Music Belgium en in 2008 richtte hij C.L.I.P. Coaching op, dat bedrijfsleiders individueel coacht en begeleidt. Op 1 maart 2011 mag De Clip peleir dus zelf opnieuw aan de slag als bedrijfsleider. Het wordt zijn taak om samen met zijn vijftigtal personeelsleden in te spelen op de uitdagingen van de veranderende muziekbusiness zonder de financiële beperkin gen uit het oog te verliezen. MB
Kosmopolis naar wens BRUSSEL – De Brussels Citizens University haalde afgelopen weekend bekende Brusselse thema’s en eisen boven. Het initiatief van de denktank Aula Magna heeft de verdienste Brussel een eigen stem te geven. Vijfhonderd mensen kwamen erop af.
D
e Brussels Citizens Universi ty (BCU) verzamelt het Brus selse middenveld. Het is een initiatief van de denktank Aula Magna, onder leiding van huisideo loog Eric Corijn en oprichter Alain Deneef. Twee evenementen tijdens de BCU van afgelopen weekend trokken onze aandacht: het hoofd stuk ‘Brussel en het ommeland’ en het slotdebat met drie politici van de Brusselse regering. Tijdens het debat – in feite een voorstelling door academici en er varingsdeskundigen voor een audi torium – over Brussel en het omme land kwamen vooral economische verhalen aan bod. Jean de Salle, de voorzitter van de Gewestelijke Ont wikkelingscommissie, toonde aan
dat Brussel het middelpunt is van de Vlaamse Ruit (het gebied tussen Gent, Antwerpen en Leuven) én de Waalse Driehoek (Brussel, Char leroi en Namen). Hij riep op tot sa menwerking onder de vorm van een Communauté Urbaine, een model dat eerder Frans De Keyser, advi seur bij Beci (het Brusselse samen werkingsverband van Kamer van Koophandel en het Verbond van On dernemingen), gepromoot had on der de noemer Brussels Metropolitan Region, een grootstedelijk gebied van economische samenwerking dat naast Brussel het arrondissement Halle-Vilvoorde en de provincie Waals-Brabant omvat. Het betoog van KUL-professor Christian Kesteloot was iets meer
uitgewerkt. Kesteloot nam eerst de tijd om concreet uit te leggen wat kernstad, stadsagglomeratie en banlieue juist inhielden, en hij paste dit toe op de Belgische situatie. In ver houding tot het aantal inwoners dat er woont en er gebruikt van maakt, is de Brusselse periferie groter dan die van grote steden als Londen en Parijs, zegt Kesteloot. Dan kwamen de vele problemen aan bod. Het arme stadscentrum versus de rijkere gebieden buiten de stad. De werkloosheid, en de socia le segregatie die daaruit volgt. In dat licht merkte Emmanuel van In nis, de voorzitter van Beci, op dat de Vlaamse Wooncode in de eerste plaats een maatregel is tegen een toevloed aan arme mensen in de Rand, veeleer dan een puur linguïs tisch verhaal. Van Innis waarschuwde ook voor bepaalde lobbygroepen, die “al aan het werk zijn om Brussel Europese hoofdstad-af te maken.” Aanvul lend besloot Anton van Assche, van
de zelfstandigenorganisatie Unizo, dat er een steeds grotere kloof gaapt tussen politieke besluitvorming en
“Kosmopolitisme is het antwoord op verdeling volgens taal”
economie. “Zo moeten overheden zich vandaag meer en meer beroe pen op economische principes zoals concurrentie, wat ervoor zorgt dat ze elkaar gaan bekampen.” Van Assche stelde voor dat de Brusselse politici misschien eens moeten denken aan een roadshow door Vlaanderen, waarin het Brussels Gewest als een betrouw bare economische partner wordt voorgesteld. Een idee dat opgang
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT
BDW ÉN
AGENDA*
GRATIS THUIS? BEL 02-226.45.45 OF MAIL ABO@BDW.BE * GRATIS VOOR WIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST WOONT
Met zijn mecenassendiner haalde het operahuis De Munt bijna 230.000 euro op. De dresscode voor de vrouwen was ‘Russisch’.
© IVAN PUT
WEEKOVERZICHT
BDW 1249 PAGINA 3 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
© CD
WOENSDAG 29 SEPTEMBER Betogen tegen besparingen. 56.000 mensen uit heel Europa komen demonstreren tegen de besparingsmaatregelen die verschillende Europese overheden hebben aangekondigd. Het traject loopt van het Zuidstation over de Kleine Ring naar het Jubelpark. De demonstratie verloopt rustig, maar toch worden 244 mensen preven tief aangehouden. Al bij al verloopt de manifestatie zonder al te veel verkeershinder. flagey-GARAGE voor november. De Elsense burgemeester Willy Decourty (PS) zegt dat de garage onder het Flageyplein midden november open zal gaan. Daarmee is het Flageyplein na acht jaar officieel volledig heraangelegd. Of de parkeergarage ook daadwer kelijk half november opent, is niet zeker. De datum is al meermaals verschoven.
DONDERDAG 30 SEPTEMBER NEGEN JAAR CEL. De criminelen die eind januari een wissel kantoor overvielen aan de Adolphe Maxlaan en bij hun vlucht een agent neerschoten, worden veroordeeld. De schutter krijgt negen jaar gevangenisstraf, zijn kompanen zes en vier jaar.
Jean-Luc Vanraes (r.) in gesprek op het podium met filosoof Philippe Van Parijs. Plaats: de VUB. Aanleiding: de Brussels Citizens University.
maakte, ook tijdens het slotdebat. Dat slot, met enkele ministers van de Brusselse regering (Jean-Luc Vanraes, Open VLD en Charles Picqué, PS) en de voorzitter van de Franse gemeenschapscommissie Christos Doulkeridis (Ecolo), was dan weer ideologisch: er werd opge roepen om Brussels onderwijs te or ganiseren en die bevoegdheid bij de twee gemeenschappen weg te halen. Een idee waartegen alleen Vanraes, er deels voor bevoegd, zich verzette. Eric Corijn riep de zaal en de politici
“ “
op eindelijk eens een volwaardige Brusselse opinie te vormen. “Kos mopolitisme is het Brusselse ant woord op verdeling volgens taal.” Luid applaus. Corijn vroeg zich ook af waarom er niet sneller werk gemaakt wordt van de Brusselse staatshervorming, de herverdeling van bevoegdheden tus sen gemeenten en Gewest. Picqué: “Er moeten inderdaad bevoegdhe den overgeheveld worden naar het Gewest, maar dat neemt niet weg dat gemeenten ook ‘contractueel’
goed kunnen samenwerken met het Gewest.” Tweetalige verkiezingslijsten was ook zo’n stokpaardje van de aan wezigen. Doulkeridis: “Ik vind het oneerlijk dat er, wanneer we over de herverdeling van bevoegdheden pra ten, niet geraakt mag worden aan de minderheidsregelingen die gelden voor de Vlamingen in Brussel. Daar moet dan zogezegd afgebleven wor den. Dat is hypocriet.” Christophe Degreef
De bevolkingspiramide in Brussel lijkt tegenwoordig op die van een stad in de derde wereld.” Demograaf Frans Lespagnard vindt de voorspelde bevolkingstoename voor Brussel nog onderschat (in Le Soir).
Veel Nederlandstaligen (in Brussel) voelen zich Brusselaar, eerder dan Vlaming. En veel Brusselaars hebben het gevoel dat de huidige politieke discussie over Brussel gaat, maar tegelijk ook zonder Brussel.” VUB-onderzoeker Rudi Janssens blikt in La Libre Belgique terug op de (Franstalige) berichtgeving over het dalende aantal Vlamingen in Brussel.
Opnieuw verkeer gaucheret. In de Gaucheretstraat in Schaarbeek is opnieuw verkeer toegelaten. Na de gasontploffing van 25 september stortten drie huizen in op het kruispunt met de Destouvellesstraat. Er vielen drie doden en zeventien gewonden. De federale overheid kondigt aan dat ze 30.000 euro extra uittrekt voor de opvang van de slachtoffers. ÉÉN procent bejaarden krijgt prik. Volgens Brussels parlementslid Elke Roex (SP.A) krijgt slechts één procent van alle Brusselse rusthuisbewoners een gratis griepprik. Van de 17.000 bewoners van rusthuizen in Brussel zijn er maar 195 die in een instelling van de Vlaamse Gemeenschap resideren. In Vlaanderen is de griepinjectie gratis.
VRIJDAG 1 OKTOBER RECORDAANTAL faillissementen. In de periode tussen januari en september is een recordaantal Brusselse bedrijven failliet gegaan. Dat berekent het informatiebureau Graydon. 1.677 bedrijven gingen over de kop. Dat is een stijging van 6,6 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, en het is het hoogste cijfer ooit. politiekantoor geviseerd. Het politiekantoor op het Vos senplein in de Marollen en enkele politiecombi’s worden door linkse heethoofden bewerkt met ijzeren staven en stenen. Dat gebeurt nadat de politie tweehonderd mensen arresteert na een manifestatie van linkse activisten aan het Zuidstation. Die betoging voor open grenzen en tegen het asielbeleid was niet toegelaten. ’s Anderen daags wordt er opnieuw betoogd in het centrum van de stad.
ZATERDAG 2 OKTOBER JOBDAY EUROPE. In het Berlaymontgebouw vindt de Europese Jobday plaats. Veertig werkgevers uit heel Europa hengelen er naar werknemers. Ook dit jaar blijkt de Europese Commissie een gegeerde werkplek.
ZONDAG 3 OKTOBER MIDDENVELD SPREEKT. Brussels Citizens University, een initiatief van de Brusselse denk tank Aula Magna en het middenveld, sluit af met een politiek debat. Brussel moet de teugels in handen nemen, is het uitgangspunt.
MAANDAG 4 OKTOBER MET MEER DAN 1,1 MILJOEN. Brussel had op 1 augustus 1.114.555 inwoners. Dat schrijft de krant Le Soir op basis van cijfers uit het Rijksregister. Dat betekent dat de Brusselse bevolking veel sneller toeneemt dan voorspeld. stekker uit formatie. N-VA-voorzitter en federaal onder handelaar Bart De Wever besluit uit de onderhandelingen over de staatshervorming te stappen. Volgens De Wever is er na 113 dagen formatie geen vooruitgang geboekt.
DINSDAG 5 OKTOBER
HET GETAL
0,34
0,34 kilogram. Zo veel (of zo weinig) gebruikt frituurvet verzamelt het doorsnee Brusselse gezin. Daarmee toont de Brusselaar zich een slechte Belg, want het nationale gemiddelde ligt op 2,3 kilogram. Laten we toegeven dat we allemaal een beetje te snel frituurvet lozen waar het niet mag. Volgens Valorfrit,
de vzw die ons allen bewust wil maken (inderdaad, die van die enge figuurtjes die in de fles gevangen worden of in uw afvoerbuis komen spoken), ligt het inzamelpoten tieel op 5,5 kilogram per gezin. De helft van alle frietvet verdwijnt dus nog lustig in de afvoerbuis of de tuin, om daar in grondlagen te gaan rondspoken of het oppervlak tewater te vervuilen. Misschien toch maar eens overwegen om meer naar de frituur te gaan. Steun de middenstand. CD
vingerafdrukken van kindjes. De Nederlandstalige basisschool in Wemmel neemt vingerafdrukken van kindjes. Op die manier wil de school foute facturen voor opvang tegengaan. Als de ouders geen afdrukken willen, kunnen ze een badge aanvragen voor hun kroost. Samengesteld door Christophe Degreef
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP
BDW 1249 PAGINA 4 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Politiek > Minister Jean-Luc Vanraes over de centen van Brussel en de communautaire patstelling
‘Wij moeten elke euro 25 keer omdraaien’ BRUSSEL – Open VLD staat aan de zijlijn bij de onderhandelingen over een staatshervorming, maar voor de Brusselse minister van Begroting Jean-Luc Vanraes (Open VLD) is de uitkomst cruciaal. Als de verwachte vijfhonderd miljoen euro er niet komt, verdwijnen er heel wat projecten in de koelkast.
M
inister Jean-Luc Vanraes maakt een ontspannen indruk. Nochtans hangt er zwaar weer boven Brussel. In oktober komt de opmaak van de begroting op kruissnelheid. Brussel zal het geld uit alle hoeken bijeen moeten schrapen.
Hoe staat het met de begroting? Jean-Luc Vanraes: “We zijn op twee fronten bezig. Voor de begrotingswijziging van dit jaar hebben we goed nieuws. We rekenen op 71 miljoen euro meer dan voorzien, dankzij hogere registratierechten. Dat goede nieuws is relatief, want we gaan dit jaar diep in het rood. Herinner u: het verlies is geraamd op 320 miljoen euro. Voor de begroting van volgend jaar willen we uitkomen bij een deficit van 254 miljoen euro. Dat is binnen het tijdspad dat door de vorige minister van Begroting is uitgestippeld en dat is goedgekeurd door Europa.” Maar dat is zonder de vijfhonderd miljoen euro die de PS voor Brussel uit de brand heeft proberen te slepen. Vanraes: “Inderdaad. Dat betekent dat heel wat zwaar en noodzakelijk infrastructuurwerk zal moeten worden uitgesteld: de toegangspoortjes in de metro, nieuwe metrolijnen, wegwerkzaamheden, het uitzicht
van de stad, de Europese wijk, de kanaalzone. We kunnen dus wel overleven, maar we zullen de komende jaren noodgedwongen onderinvesteren.” Betekent dat ook dat Brussel in de gevarenzone blijft hangen die de ratingbureaus aangeven? Vanraes: “Begin dit jaar kregen we een AA+-rating, omdat er een herfinanciering van Brussel in het vooruitzicht was gesteld. De dag dat het ratingbureau vernam dat de herfinanciering niet voor morgen zou zijn, stonden ze hier al aan de deur en hebben ze de rating aangepast naar AA-. Toch kunnen we nogal altijd goedkoper lenen op de financiële markten dan de Belgische overheid. Dat heeft dan weer te maken met ons uitstekende schuldbeheer. Wat de ratingbureaus vertellen, komt dus niet altijd overeen met hoe de financiële markten ermee omgaan. Brussel heeft in het buitenland nog altijd een positief economisch imago. Dat vergeten we weleens als we alleen de binnenlandse kranten lezen.” De Brusselse begroting kampt ook met twee enorme tegenvallers: slecht ingeschatte uitgaven voor de premies voor zonnepanelen, en een
Dat is dramatisch. Brussel haalt (in tegenstelling tot de twee andere gewesten, SVG/DV) bijna vijftig procent uit eigen inkomsten. Het Lombardakkoord van 2001 had voor een vangnet gezorgd, maar dat was beperkt in de tijd. We kunnen daarop al enkele jaren niet meer rekenen.”
schadevergoeding aan Sogaris omdat het Bilc niet wordt gebouwd. Vanraes: “De schadevergoeding was ingecalculeerd in de begroting. De premies voor de zonnepanelen, dat is een ander probleem. Wij hebben als Brusselse regering geen zicht op de rekeningen van Sibelga, die de premies uitkeert. Dat is vervelend, want alle andere overheidsbedrijven worden op de voet gevolgd, zodat we dit soort verrassingen kunnen vermijden. Daar zit dus het probleem. Maar goed, we moeten dus vijftien miljoen euro vinden. Minister Eve-
Verklaart dit de Franstalige koudwatervrees voor responsabilisering? Brussel voelt aan den lijve wat het betekent om de eigen boontjes te doppen. Vanraes: “Wij, vanuit Open VLD, hebben geen enkele schrik. Bij een herziening van de Financieringswet zal iedereen geresponsabiliseerd worden. Ik steiger als ik Vlaanderen hoor over de ‘blanco cheque voor Brussel’. Ik wil best de vergelijking met de andere gewesten maken. Wij moeten elke euro 25 keer omdraaien voor we hem uitgeven.” “Ik heb lang gewacht om met het Brusselse financiële verhaal naar buiten te komen. Maar ik heb iets merkwaardigs vastgesteld. Toen de VRT mij hierover aansprak, heb ik een debat met woord en wederwoord gevraagd. En wat heb ik gekregen? Ik mocht in een vooraf opgenomen filmpje mijn ei kwijt, terwijl een professor van de denktank Vives in de studio zijn mening mocht ventileren. Dat is geen debat, hé. De professor wint altijd. Ik weet intussen ook beter sinds ik De Morgen drie weken geleden heb gelezen. (De krant bracht uit dat Vives opgericht werd door mensen uit Vlaamsnationalistische kringen, SVG/DV.)”
“Iedereen zit opgesloten in zijn eigen grote gelijk”
lyne Huytebroeck (Ecolo) heeft verklaard dat ze dat in haar eigen portefeuille zal vinden, maar dat lijkt mij niet voor de hand liggend.” Brussel heeft altijd een begroting kunnen indienen die beantwoordt aan de normen van de Hoge Raad voor Financiën. Wat ging er mis in 2009? Vanraes: “Onze inkomsten zijn ingestort. We hadden plots dertig procent minder uit registratierechten.
U betwist de stelling van
Ook telefoneren heeft een kleurtje
Vincent Blondel, Gauthier Krings en Isabelle Thomas van de UCL, hebben het mobieletelefoonverkeer van 2,6 miljoen abonnees onderzocht. Vreemde belangstelling? Hun moti-
vatie: “Al decennia zijn onderzoekers binnen de regionale wetenschappen gefascineerd door herkomst-bestemmingsmatrices.” En: “(...) Deze modellen tonen het belang aan van
© BEAU MAES
BRUSSEL – Het Brusselse telefoonbassin – een gebied waarbinnen druk over en weer getelefoneerd wordt – telt geen negentien, maar 66 gemeenten. Dat staat in de jongste editie van Brussels Studies, het elektronisch wetenschappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel.
Mobiel bellen: interesse vanuit de wetenschap.
de taal en van de afstand in het mobiele telefoonverkeer.” Het resultaat van de analyse van tweehonderd miljoen gesprekken over zes maanden? België bestaat uit zeventien bassins als men de frequentie bekijkt; analyseert men de duur van de gesprekken, dan zijn er maar twee. De onderzoekers stellen: “Zo blijkt de taalgrens – op enkele uitzonderingen na – waterdicht. Een opmerkelijke uitzondering is Brussel. Vanuit het perspectief van de frequentie van de gesprekken blijkt Brussel duidelijk verankerd in een
Vives dat Brussel genoeg middelen krijgt... Vanraes: “Dat is zo klaar als een klontje. Neem nu Beliris, het samenwerkingsakkoord tussen Brussel en België. We krijgen 125 miljoen euro per jaar. Maar we krijgen dat ook maar naarmate de werkzaamheden worden uitgevoerd. Dat is lang niet jaarlijks de volledige som. Twee: we hebben beslist om dat geld prioritair naar openbaar vervoer te laten gaan. Honderd miljoen is een relatief kleine som in vergelijking met de 680 miljoen die Brussel zelf elk jaar moet ophoesten voor het openbaar stadsvervoer.” Bent u voorstander van een regionalisering van een deel van de personen- en de vennootschapsbelasting, zoals Voka voorstelt? Vanraes: “Dat zijn uitvoeringsmodaliteiten. Vlaanderen zal eerder de personenbelastingen willen regionaliseren, Brussel heeft meer baat bij eigen vennootschapsbelastingen, maar daar gaat het mij niet om. Ik ben voorstander van het Duitse systeem: er wordt geld geïnd en dan volgens objectieve parameters verdeeld (volgens het principe: elke Duitser heeft recht op een gelijke dienstverlening, SVG/DV). Waar het geld vandaan komt, maakt dan niet zoveel uit. Als het maar transparant en objectief is. We zouden moeten kunnen vertrekken van een tabula rasa. Jammer genoeg is dat erg moeilijk omdat iedereen opgesloten zit in zijn eigen gelijk.” “Tegelijk moet er een lijn getrokken worden in het concurrentievermogen van de gewesten. Gewesten
telefoonbassin dat de stadsrand in Vlaams- en Waals-Brabant bijna volledig omvat.” Opmerkelijk zijn de conclusies die de onderzoekers trekken: “De grenzen die in dit artikel naar voren worden geschoven, laten enkele belangrijke aspecten zien van onze sociale relaties, aspecten waarmee rekening zou kunnen worden gehouden in het kader van de administratieve en geopolitieke organisatie van België.” Horen we daar een nauwelijks verholen pleidooi voor de uitbreiding van Brussel? DV
BDW 1249 PAGINA 5 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD) over de Brusselse financiën: “We kunnen overleven, maar de komende jaren zullen we noodgedwongen onderinvesteren.”
moeten nuances kunnen leggen, maar dat mag niet leiden tot dwaze fiscale concurrentie ten koste van het andere gewest. Daarvoor is België te klein. Want dán is het
“Meertalig onderwijs is nadelig voor wie het nu al moeilijk heeft op school” eenvoudig. Dan neemt Brussel de volle bevoegdheid over de vennootschapsbelasting en verlaagt het Gewest die zo dat het een soort Liechtenstein wordt. Een klein fiscaal paradijs. Laat het duidelijk zijn dat ik hiervan geen voorstander ben.” “Objectieve cijfers zijn belangrijk.
Neem nu het onderwijs. Als er in Brussel een stijging is van het aantal leerlingen, dan moet de financiering gelijk opgaan. Dat heeft Vlaanderen niet meteen begrepen. Het is maar omdat Antwerpen kampt met een scholentekort dat Vlaanderen ook voor Brussel inspanningen heeft willen doen.” Wordt onderwijs ooit een bevoegdheid van het Brussels Gewest? Vanraes: “Never! Vlamingen in Brussel moeten eenzelfde kwaliteitsonderwijs krijgen als Vlamingen in Vlaanderen.” Franstaligen zien dat anders. Ze gaan steeds meer uit van een federatie Brussel-Wallonië, waarin Vlaanderen nauwelijks nog een rol speelt. En ook in andere kringen gaan stemmen
op voor een ‘Brusselser’ onderwijs. Vanraes: “Dat beangstigt mij. Meertalig onderwijs, zoals de immersiescholen van de Franse Gemeenschap, zijn misschien succesvol voor kinderen uit de gegoede burgerij, maar ze zijn nadelig voor wie het nu al moeilijk heeft op school. Franse en Vlaamse Gemeenschap moeten allebei hun rol spelen in het uitbouwen van een kwaliteitsvol onderwijs. Dat is hard nodig om de honderdduizend werklozen terug te brengen tot twintigduizend.” Riskeert Brussel bij een herfinanciering geen usurpatie van bevoegdheden? In het lijstje met noden voor Brussel zet Charles Picqué steevast: scholen bouwen. Dat kan makkelijk door het geld van het Gewest door te sluizen naar
Jef Van Damme: ‘Scholen sjoemelen met inschrijvingen’ BRUSSEL – Jef Van Damme, SP.A-schepen van Onderwijs in Sint-Jans-Molenbeek en Brussels parlementslid, is boos. Alleen al in zijn gemeente heeft hij weet van drie, vier Nederlandstalige basisscholen waar de directies eind juni of begin september buiten de wachtlijsten om Nederlandstalige kinderen hebben ingeschreven. “En ik vermoed dat er elders in Brussel ook gesjoemeld is.” Na de elektronische inschrijvingen voor het schooljaar 2010-’11 werden
voor alle scholen wachtlijsten aangelegd. Kwam er een plaats vrij, dan
diende die ingevuld te worden door het kind bovenaan op de lijst. Pas na
© SASKIA VANDERSTICHELE
de gemeenten. U weet net zo goed als wij dat die gemeenten daarmee vooral Franstalige scholen zullen bouwen. Vanraes: “We hebben hoe dan ook de gemeenten nodig om genoeg nieuwe scholen op te richten. Ik heb de kwestie aangekaart bij de Conferentie van Burgemeesters en Schepenen. Daar is wel degelijk enthousiasme voor de bouw van Nederlandstalige scholen. Met name politici van allochtone oorsprong staan open voor het Nederlandstalig onderwijs. Af en toe botsen we nog wel op praktische drempels. Soms zijn de Brusselse gemeenten gewoon niet in staat om een Nederlandstalig subsidiedossier op te maken.” De Vlaamse Brusselaar is haast volledig afwezig in de discussies over de staatshervorming, terwijl
het vervallen van de wachtlijsten, op 15 september, mochten de scholen weer vrij leerlingen inschrijven. Van Damme: “Sommige scholen, die officieel vol zaten, creëerden eind juni of begin september toch nog een plaatsje voor een Nederlandstalige leerling die niet boven aan de lijst stond. Andere directies verzekerden Nederlandstalige ouders begin september al dat hun kind na 15 september kon worden ingeschreven. Dat is juridisch misschien niet laakbaar, maar het is toch vals spelen.” Voor de ouders van de kinderen op
hij weleens in de hoek zou kunnen staan waar de klappen vallen: minder taalrechten, een splitsing van B-H-V, een nieuwe federatie BrusselWallonië. Of overdrijven we nu? Vanraes: “De Vlaamse Brusselaar is quantité négligeable voor Vlaanderen. Er is een onafhankelijkheidsdrang in Vlaanderen waarbij Brussel niet meer telt. Dat is onzinnig. Wat de federatie Brussel-Wallonië betreft: als ik Franstaligen hierover aanspreek en zeg dat ook de as Vlaanderen-Brussel in stand moet worden gehouden, dan kunnen ze daar natuurlijk niet tegen zijn. Ze zijn immers eerst en vooral Belg. Dat zeggen ze toch altijd zelf, nietwaar?”
Steven Van Garsse en Danny Vileyn
een wachtlijst, die nu vermoedelijk allemaal elders onder dak zijn, valt het allemaal niet te controleren. Van Damme pleit ervoor dat de wachtlijsten langer van toepassing zouden blijven. “Maar bovenal wens ik dat de directies hun verantwoordelijkheid opnemen. Ook als ze niet akkoord gaan met de nieuwe manier van inschrijven, moeten ze het correct spelen. Wachtlijsten niet respecteren om Nederlandstalige kinderen te kunnen inschrijven, is een verdoken vorm van racisme.” HUB
BDW 1249 PAGINA 6 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Reportage > Bij de Atomium Toastmasters, Engels-Nederlandse sprekersclub
Tweetaligheid anders BRUSSEL – Spreken is zilver, zwijgen is goud. Maar wat als spreken je hobby is? Of als je het wilt leren volgens de regels van de kunst? Dan ga je naar een sprekersclub, waar gelijkgestemden samenkomen uit liefde voor de retorica. De Atomium Toastmasters, een Brusselse Engels-Nederlandse sprekersclub, doet dat twee keer per maand.
verschillende voorbeelden – van JFK tot Barack Obama – toont hij aan dat een speech geschiedenis kan schrijven en dat goede speechers met één redevoering verkiezingen kunnen winnen.
Napraten Na de evaluatie gaan de aanwezigen elk hun weg. Sommigen blijven nakletsen, anderen zien er overtuigd uit als ze zeggen dat ze zeker terugkomen, nog anderen houden het in het midden. Wereldwijd zijn er ongeveer 240.000 Toastmaster-leden, zegt LoweyBall, verspreid over meer dan honderd clubs. “Europa is grotendeels maagdelijk gebied, met vijfduizend sprekers,” weet de voorzitter. Zijn secondant Denis zegt dat het de wens van de Atomium Toastmasters
T
he Quaker House. Zo heet het huis waar twee keer per maand de Toastmasters samenkomen. Een statig pand op de hoek van de Ambiorixsquare en de Eburonenstraat. De eerste bijeenkomst van het nieuwe seizoen zal zo meteen beginnen. Leden en leken druppelen binnen, voetstappen weerklinken over het krakende parket in de sprekerszaal. Voorzitter Alfred Lowey-Ball schenkt koffie en heet iedereen welkom. “Dadelijk beginnen we met een table topic: de ceremonieleider reikt een willekeurig iemand uit de zaal een onderwerp aan, en die persoon mag zich vervolgens eens laten gaan. Het is de bedoeling om in enkele minuten zo vlot mogelijk over een bepaald onderwerp te praten. Uit het niets.” Sylvia, een journaliste uit Londen, houdt de tijd strak in de gaten. Ze bedient een bak met drie lampjes: lichtgroen, groen en oranje. Als de oranje lamp brandt, weet de spreker dat het tijd is om af te ronden. Na de table topics is het de beurt aan twee ervaren sprekers die voor vanavond een werkstuk hebben voorbereid: een heuse speech, ernstig als het moet, grappig als het kan.
Spreker Denis wordt voor de vuist weg gevraagd of hij een expat is, dan wel een migrant. Een migrant, zegt hij, want hij haat het woord expat
Unicum Afwisselend verlopen de conversaties in het Nederlans en het Engels. De motivatie om mee te doen, is bij iedereen verschillend. Kevin, een Ier die in de Europese wijk werkt, doet het “uit culturele interesse voor het Nederlands”. Dimitri, een Nederlandse bedrijfleider, wil er zijn speechcapaciteiten door verbeteren, in beide talen. Lowey-Ball glundert. “Omdat we Brussel een belangrijke internationale stad vinden, hebben we voor de combinatie Nederlands-Engels gekozen. Dat is een unicum.” Ondertussen gaan de table topics van start. Onvoorbereid, net als in het echte leven. En net als in het echte leven verschillen de geïmproviseerde voordrachten in kwaliteit en duur. Het thema is ‘migratie’. Spreker Denis wordt gevraagd of hij een expat is, dan wel een migrant. Antwoord: een migrant, want hij haat het woord expat. Dan bouwt hij zijn betoog op: in Europa zijn geen grenzen, is het uitgangspunt. Denis landt nadat de oranje lamp
Alfred Lowey-Ball (zittend) en Denis J. Buckley (staand): “We willen jonge mensen aantrekken.”
is aangegaan, netjes afgerond. Ben, een Amerikaan die luistert naar de achternaam Rockefeller, krijgt de vraag voorgeschoteld waarom hij in Brussel woont. Het antwoord blijkt prozaïsch: voor zijn vrouw. Waarna hij betoogt hoezeer hij nationalisme haat, en daarom voor Brussel heeft gekozen. Kevin op zijn beurt benadrukt hoezeer hij zich al Belg voelt en aan dit land gehecht is. Na de evaluatie van de table topics
– iedereen wordt uitgenodigd om opbouwende kritiek op elkaars timbre en welsprekendheid te geven – is het tijd voor een korte pauze. Even temporiseren, en vooral: praten en netwerken. Er zijn vandaag heel wat nieuwe gezichten, aangetrokken door het concept, of om een keer te polsen wat dat nu is, zo’n sprekersclub. De eerste voorbereide speech komt van een native English speaker en
© SASKIA VANDERSTICHELE
gaat over ‘Hotel Mama’: jongvolwassenen die lang thuis blijven wonen. Spreker Jeffer houdt in het Engels een grappig, onderbouwd en goed gedoseerd betoog, dat op instemming van de zaal kan rekenen. Nadien houdt de Nederlander Dimitri een uitgebreid exposé over de kracht van spreken, in het Nederlands. Met
is om de tiende sprekersclub in België en Nederland te worden. “Er zijn wel andere meertalige sprekersclubs in Brussel, maar die combineren andere talen met het Frans.” “Vanaf tien sprekersclubs krijgen we de mogelijkheid om lesmateriaal in het Nederlands op te stellen,” legt Denis verder uit. “We willen graag meer jonge mensen aantrekken, en daarvoor hebben we een programma opgezet, gesteund door de Koning Boudewijnstichting. Maar we kunnen pas groter worden als we erkend worden als volwaardige sprekersclub.” De voorzitters zeggen dat ze graag over Europese en internationale onderwerpen spreken, en impliciet geven ze te kennen dat dat met de sponsoring door de Koning Boudewijnstichting te maken heeft. Op het einde is het aan ons: er wordt ons gevraagd wat we van de meeting vonden. Benadrukken dat het Nederlands zonder meer belangrijk is voor Brussel, lijkt ons op dat moment erg aangewezen.
Christophe Degreef
sites.google.com/site/b1toastmasters/Home/atomium-toastmasters
ADVERTENTIE
BDW 1249 PAGINA 7 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Samenleving > Berichten van Luckas Vander Taelen (Groen!)
Na de column, het boek BRUSSEL – Vlaams volksvertegenwoordiger en Brusselaar Luckas Vander Taelen heeft een boek geschreven. Een persoonlijk boek, en een doordacht boek. Luckas Vander Taelen schopte een jaar geleden keet door een column te schrijven in De Standaard. Die column zou nadien veelbesproken worden, zowel te linker als te rechter zijde. In zijn column had Vander Taelen het over wat hij bedreigend vond voor ‘zijn’ Brussel: de niet erg geslaagde migratie, en de daaraan gekoppelde angst om onze waarden uit te dragen. De parlementariër werd er in sommige kringen bijna voor uitgescholden; in andere milieus werd hij er nogal laatdunkend aan herinnerd dat hij niets te vroeg kwam met zijn analyse. Analyse, want met Berichten uit Brussel toont Vander Taelen aan dat ‘analyse’ best persoonlijk mag zijn. Zijn boek is ook geen aaneenrijging van columns, maar een verhaal van een idealist die in de stad kwam wonen en zich nu verzet tegen mensen en meningen allerhande die hem van dat idealisme zouden kunnen afbrengen. Het resultaat is een boek dat op een rustige manier
uitlegt waar het Vander Taelen om te doen is: een stadssamenleving in goede banen leiden zonder de – talrijke – problemen te negeren. Misschien heeft veel te maken met het niveau van het debat in dit land, maar soms opent het schrijfsel nog eens ogen die in de loop der tijden dichtgegaan zijn, door cynisme, verzaking of omdat we het stomweg vergeten zijn. Het is hallucinant hoe Vander Taelen indertijd (maar al met al niet zo heel erg lang geleden) zijn entree in de Elsense gemeenteraad maakte: misprezen louter omdat hij Vlaming was. Ook dat neigt naar racisme. Hallucinant is ook hoe sommigen als reactie op de column, een pleidooi voor waarden, Vander Taelen ervan beschuldigen niet meer links te zijn. Alsof links geen waarden behoeft. Uiteindelijk wil Vander Taelen gewoon zeggen: plus est en vous. En dat geldt voor iedereen. Christophe Degreef
Luckas Vander Taelen, Berichten uit Brussel – Leven in de hoofdstad, uitg. Houtekiet, 131 blz., 14,50 euro
P-PRAAT Het hoge woord is eruit, dames en heren. Wie het voorbije weekend De Standaard las, weet hoe de vork in de steel zit. ‘Kroonprins’ Paul Magnette, de nummer twee van de PS, praat in een interview – gewild of ongewild, dat laten we in het midden – zijn mond een beetje voorbij. Leest u even mee: “Wij hebben de Vlaamse vraag voor meer autonomie echt begrepen. Maar de Vlamingen moeten ook een inspanning leveren om de evolutie van de twee Franstalige gewesten – enfin, Brussel met de Vlamingen als best beschermde minderheid ter wereld – te begrijpen.” Wij leven dus in een Franstalig gewest. Weg, hoofdstad.
Hey maskes, ik ben een koolraap.
O ja, en kunt gij rappen?
De koolraap, een vergeten maar o zo lekker groente, is de kruising tussen een savooiekool en een raap. Bij ons worden koolrapen geoogst van oktober tot maart. Zeg nu zelf, waarom zou u groenten kopen die van de andere kant van de wereld komen of helemaal niets met het seizoen te maken hebben? Het transport of de cultuur in verwarmde serres vergt onnodig veel energie. Kies daarom voor lokale en seizoensgebonden producten. Zo herontdekt u de smaak van de seizoenen en vermindert u de impact van onze voeding op het milieu. O ja, geef ook de voorkeur aan fruit en groenten die geteeld zijn zonder meststoffen en pesticiden.
Recepten en kalender vindt u op www.leefmilieubrussel.be of via 02 775.75.75.
EET LOKAAL EN VOLGENS SEIZOEN D A’ S G O E D V O O R U E N G O E D V O O R O N Z E P L A N E E T. Een initiatief van de Brusselse Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing
ADVERTENTIE 2IBG0085_BDW_Rutabaga 178x125 Iris NL.indd 1
Men kan veel van Vlaams Open VLD-parlementslid Ann Brusseel zeggen, maar niet dat ze een randgeval is. Integendeel, deze inwoonster van de Brusselse Noordwijk liet onlangs in Le Vif/L’Express haar licht schijnen over Vlaanderen: “Que signifie ce combat visant à renforcer le caractère flamand ? Devoir manger de la saucisse, des patates et du chou-fleur?”
10/09/10 09:56
d i e
h j i r V l
nd va
e
Het is maar dat mijnheer Magnette, en bij uitbreiding de hele PS, het weet, maar elke aanspraak op meer federaal geld voor Brussel om de hoofdstedelijke functie te kunnen uitoefenen, komt daarmee wel op de helling te staan. Of bestaat er zoiets als de Franstalige functie? Het Vlaams Belang houdt van statements, en dus hing die partij onlangs in Vorst een affiche omhoog waarop ‘Republiek Vlaanderen’ stond. Aanstootgevend voor enkele jeugdige grapjassen, en dus maakten die met behulp van een verfpot Répugnant (‘walgelijk’) van Republiek. Het ene nationalisme is daarbij het andere niet, want op het YouTube-filmpje dat de verfpotters van hun actie maken, weerklinkt de Brabançonne.
Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan één miljoen Brusselaars.
a Centra Morele Dienstverlening v i t
s e F
FESTIVAL VAN DE VRIJHEID 2010 /concerten/theater/cinema/debatten/ /podiumkunsten/
@THEATRE NATIONAL EN KVS 21 tot en met 30 oktober 2008 Programma: www.festivalvandevrijheid.be Naar aanleiding van het Festival van de Vrijheid 2010 hebben volgende filmvertoningen plaats in Galerij Y’ aan de Vrije Universiteit Brussel: 4 oktober 2010 > Heavy Metal in Baghdad
CHIEN ÉCRASÉ
Gastspreker: Mayke Vermeren
BRUSSEL – Na Beenie Man, de dancehall-artiest die de voorbije zomer van de affiche van Couleur Café werd gegooid omdat hij homo’s haat en dat ook laat blijken in zijn teksten, is er nu de Franse banlieue-rapgroep Sexion d’Assaut, die op 2 november optreedt in de AB. Vroeger durfde die groep al eens homofoob te wezen in een liedjestekst, genre: ‘Homo seksualiteit is een zonde die door bekering tot de islam moet worden tenietgedaan’. Geen mop. En dus hoedt de AB zich ervoor dat de groep tijdens het optreden niks in die richting zal zeggen - voor zover het taaltje van de groep begrepen kan worden. Lieverdjes zullen het wel nooit worden: Sexion d’Assaut heeft onlangs nog in een interview gezegd dat homoseksualiteit ‘afwijkend’ is. Wij zien een mogelijkheid: de AB ligt in de homobuurt in Brussel; misschien kunnen de groepsleden van dit testosteronensemble begin november op een aangename manier kennismaken met de herenliefde. Of ‘bekeerd’ worden. BRUSSEL/ANDERLECHT – U kent de Poincarélaan, dat stuk autosnelweg tussen de Ninoofsepoort en het Zuidstation. Die snelweg ligt op het grondgebied van twee gemeenten, te weten Brussel langs de ene kant en Anderlecht langs de andere. Maar zo eenvoudig is het niet, want langs de ene kant zijn de voetpaden eigendom van Anderlecht, maar de rijweg van de Stad Brussel. En dus moest de gemeente Anderlecht nieuw geplaatste parkeerautomaten verwijderen, want als je daar wilt parkeren, parkeer je dus in Brussel-stad. En wij die dachten dat territorialiteit zo on-Brussels was.
11 oktober 2010 > XXY Gastspreker: Max Nisol
18 oktober 2010 > Technocalyps Gastspreker: Frank Theys
Plaats: Galerij Y’ Campus VUB Pleinlaan 2, 1040 Etterbeek Aanvang 19u00, gratis. Naar aanleiding van het Festival van de Vrijheid verdelen wij GRATIS tickets na elke vertoning!
Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] tel. 02 242 36 02 E-mail: cmd.brussel@uvv.be Unie Vrijzinnige Verenigingen www.uvv.be
Jetse laan 362, 1090 Jette [Bus 14 halte Legrelle] tel. 02 513 16 33 E-mail: cmd.jette@uvv.be
BDW 1249 PAGINA 8 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Economie > ‘Woningbouw mag niet ten koste gaan van bedrijven,’ vindt Gomb
Kmo-zones raken uitgeput SINT-JANS-MOLENBEEK – De beschikbare ruimte om bedrijven te ontwikkelen, krimpt. Nochtans stijgt de vraag. De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel (Gomb) trekt aan de alarmbel.
vastgoedontwikkeling. Die zorgt bovendien voor werkgelegenheid voor laaggeschoolden.
B
De Gomb, die met voormalig CDH-parlementslid Denis Grimberghs sinds deze zomer een nieuwe voorzitter heeft, wil volop de kaart van de economische ontwikkeling trekken. Dat blijkt uit de campagne Samen voor uw
russel telt dertien miljoen vierkante meter kantoren. Daartegen blijft de beschikbare oppervlakte voor bedrijven een mager beestje: amper 217.000 vierkante meter. Zestig keer minder. Dat Brussel een echte kantoorstad is, daaraan zal de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel (Gomb), die de cijfers aanhaalt, niet meteen veel kunnen veranderen. Maar er is wel wat aan de hand. Tussen 2004 en 2008 verdween veertig procent van de ateliers en depots in Brussel, zo blijkt uit een analyse van de bouwvergunningen in Brussel die de Gomb liet uitvoeren. Veel van die ateliers zijn nu kantoren of woningen. Die tendens is logisch. Demografen verwachten over tien jaar een stijging van de Brusselse bevolking met zestien procent. De druk vanuit de woningmarkt zal dus nog even aanhouden. De druk vanuit de kantoormarkt is er al langer. Maar de Gomb staat al enige tijd op de rem. Ook de economische functie
moet beschermd worden. De zopas geschetste evolutie kan, zeker op termijn, nadelig zijn. Een stad heeft baat bij vele functies. Naast kantoren en woningen moet er dus meer aandacht zijn voor de economische
Tegen het plafond
In vier jaar tijd verdween veertig procent van de ateliers en depots in Brussel
Brussel, die zopas werd voorgesteld. De Brusselse instelling heeft nu al dertig procent van de bedrijfsterreinen in Brussel in handen. Ze houdt ook nauwlettend in het oog waar er bedrijfsterreinen vrij komen. Kan de Gomb die niet zelf kopen, dan treedt ze op als bemiddelaar voor bedrijven die zich in Brussel willen vestigen. Maar ook via het recht op voorkoop en zelfs het onteigeningsrecht kan de Gomb blijvend een rol spelen
gomb-woningen: ‘6 procent btw’ SINT-JANS-MOLENBEEK – De Gomb vindt dat haar woningen passen in een sociaal woonbeleid. En dus moet het btw-tarief naar beneden. In mei 2009 werd de federale btw-wetgeving herzien. Daardoor komen niet alleen sociale woningen in aanmerking voor een tarief van zes procent, maar ook woningen die kaderen in een sociaal woonbeleid. Voor de Gomb is dat een uitstekende reden om dat tarief te laten gelden voor de Gomb-woningen. Van 21 procent naar zes procent, dat scheelt voor de koper een slok op de borrel. Het gaat al gauw om 15.000 à 20.000 euro. Dat Gomb-woningen een sociaal karakter heb-
ben, staat volgens de Gomb-directie buiten kijf. “Twee derde van onze clientèle heeft een belastbaar inkomen dat onder de drempel voor een sociale koopwoning valt,” zegt directeur Nicolas Joschko. De Gomb vindt dan ook dat de Brusselse regering stappen moet zetten om een lager btw-tarief aan te kaarten. De PS lijkt daar alvast niet tegen gekant. De Gomb heeft nog een bijkomend voorstel om de drempel te verlagen voor de aankoop van een Gomb-woning: cofinanciering. Naar het Nederlandse voorbeeld van de Volkshuisvesting zou dan boven op het reguliere hypothecair krediet een bijkomende lening kunnen worden afgesloten waarvoor de overheid zich garant stelt. “Het is een kleine moeite, die aarzelende kopers over
de streep kan trekken,” zegt Joschko. Het risico voor de overheid, zo toont het Nederlandse voorbeeld aan, is klein. Het voorstel komt er niet toevallig. Vorig jaar heeft de Brusselse regering beslist dat kopers van een Gomb-woning niet langer in aanmerking komen voor een (goedkope) lening van het Woningfonds, omdat de koper dan een dubbele subsidie krijgt. Dat betekende voor heel wat kopers van een Gomb-woning een flinke streep door de rekening. Christos Doulkeridis, de Brusselse staatssecretaris voor Huisvesting (Ecolo), heeft onlangs wel laten uitschijnen dat hij dat verbod op de dubbele subsidie wil herzien. SVG
© REINHOLD BEHRINGER
Haven > Minister Grouwels wil de as Antwerpen-Brussel-Charleroi versterken
‘Containerboten tot in Halle’ NEDER-OVER-HEEMBEEK – Brussel investeert van nu tot 2014 jaarlijks 25 miljoen euro in de Haven. De economische ontwikkeling van de haven rijmen met haar integratie in de stad blijft de grootste uitdaging. Eerst het goede nieuws. De Brusselse Haven stelt een lichte economische heropleving vast. De containerterminal ziet dit jaar bijvoorbeeld de overslag van vrachtvervoer met twintig procent stijgen en komt daarmee, na een dip in 2009, in de buurt van de cijfers van 2008. De Brusselse regering wil op dat elan verder gaan. De Haven creëert niet alleen werk voor laaggeschoolden (die Brussel op overschot heeft), ze kan ook een antwoord bieden aan de verkeerscongestie. Meer vracht-
vervoer over het water betekent minder vrachtwagens op de weg. Nu al houdt het vervoer over het water tweeduizend vrachtwagens per dag uit Brussel. Maar het kan nog beter. Jaarlijks ‘verhandelt’ de Haven 24 miljoen ton goederen, minder dan een derde komt over het kanaal. “Dat aandeel moeten we optrekken,” zegt Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V). Een van de manieren om dat te doen, is het kanaal bevaarbaar maken naar het zuiden, richting Charleroi. Zo kan de oude indust riële ABC-as hersteld worden. En dat zou bijvoorbeeld Colruyt kunnen interesseren, die in Halle een groot distributiecentrum heeft. De ontwikkeling van de Haven-Zuid, die nu nog maar zeven procent van het binnenverkeer voor haar reke-
ning neemt, wordt dus een van de uitdagingen voor de komende jaren. Obstakels zijn er nog genoeg. Vandaag kunnen hoge containerboten het stadscentrum niet door omdat heel wat bruggen te laag zijn. Grouwels pleit er dan ook voor om de bruggen te verhogen. Eerst tot 5,2 meter, in een later stadium tot zeven meter. Eenvoudig wordt die klus niet. Zo moeten de brug aan het Klein Kasteeltje, aan de Vlaamsepoort en de Kuregembrug er dan aan geloven. En worden die dan vervangen door een ophaalbrug (wat het autoverkeer zal stremmen) of door een opgehoogde brug (wat lelijke ‘aanloopwegen’ geeft)? Dat zijn heikele vragen voor de toekomst. De Haven is ook hard op zoek naar extra terrein. De beschikbare oppervlakte binnen het gewest is beperkt
De Havenarchitect waakt over de kwaliteit van de bouwprojecten.
(lees ook ‘Kmo-zones raken uitgeput’, hierboven). En er zijn kapers op de kust. Vastgoedontwikkelaars hebben de aantrekkingskracht van wonen aan het water ontdekt. Grote woonprojecten aan het kanaal botsen geregeld met de economische functie van de Haven. Minister Grouwels wil hoe dan ook de integratie van de haven in de stad nog verbeteren. Zo is er een Havenarchitect die waakt over de kwaliteit van de bouwprojecten,
is er een Verlichtingsplan en komt er met de voetgangersbruggen ook aandacht voor wie rond het kanaal woont. Cruiseschepen zullen kunnen aanmeren aan het Meudonpark, het fietspad langs het kanaal wordt afgewerkt, en aan de linkeroever van het Becodok, waar voormalig minister Pascal Smet (SP.A) een openluchtzwembad wou, komen een park en een recreatieve zone. Steven Van Garsse
BDW 1249 PAGINA 9 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
© BART DEWAELE
Brussel blijft probleem voor Open Bedrijvendag
De Birmingham-site van de Gomb in Molenbeek: wonen en werken op één plek.
om bedrijven een plaats te geven in Brussel. De Gomb heeft momenteel 150.000 vierkante meter in de portefeuille die als nieuwe kmo-zone ontwikkeld kan worden. Steeds meer kiest de Gomb de weg van de gemengde sites: woningen en bedrijfjes op één plek. Toch zit de maatschappij zo stilaan aan een plafond. En er is niet zo gek veel ruimte meer vrij om
© GOMB
in de nabije toekomst bedrijven te vestigen. De laatste kmo-zones zijn gepland of worden ingericht, “en die raken snel ingevuld,” zegt Philippe Antoine van de Gomb. Inbreiden is soms een mogelijkheid, zegt Denis Grimberghs, maar zeker niet altijd. Intussen staan er veel kantoren leeg: meer dan een miljoen vierkante meter. Kunnen die niet tegemoet
komen aan de vraag naar bedrijfsgebouwen? “Dat ligt moeilijk,” zegt Antoine, “door de typologie van de gebouwen. Lage plafonds, gebouwen in de hoogte. Dat is niet wat een kmo wil. Die wil gelijkvloerse gebouwen met een goede toegankelijkheid voor vrachtwagens.” De Gomb doorprikt intussen ook het idee dat bedrijven Brussel eerder verlaten dan dat ze zich er wil-
len komen vestigen. Tussen 2007 en nu zijn er bij de Gomb duizend aanvragen binnengelopen van bedrijven die in Brussel geïnteresseerd zijn. Slechts een deel van die aanvragen zal ook echt een gevolg krijgen, maar dat er geen interesse zou zijn van kmo’s om zich in Brussel te vestigen, klopt zeker niet. Steven Van Garsse
BRUSSEL – Zondag was het weer Open Bedrijvendag, maar Brussel bleef min of meer een blinde vlek. Twee jaar geleden waren er nog 47 Brusselse deelnemers, vorig jaar negen en dit jaar maar zeven. In Wallonië waren dat er 106, in Vlaanderen 392. Sinds vorig jaar krijgt de organisatie Open Bedrijvendag geen subsidies meer van de Brusselse regering en wordt er voor het Brusselse gewest geen afzonderlijke OBD meer georganiseerd. Brusselse bedrijven die dat wensen, kunnen zich aansluiten bij Vlaanderen of Wallonië. De zeven die afgelopen zondag deelnamen, hebben het niet slecht gedaan, vindt Ann Van Doren van OBD. “Acquiris trok 7.500 bezoekers, de Nationale Loterij in Jette 2.500.” Toch ziet het er niet naar uit dat Brussel in de toekomst weer een eigen OBD krijgt. “De naamsbekendheid is kleiner, het is moeilijker om deelnemers te vinden omdat er in Brussel vooral dienstenbedrijven en hoofdkantoren zitten, het publiek is zeer heterogeen zodat elke campagne drietalig moet zijn, en zonder subsidies is zo’n evenement in Brussel niet rendabel. Alleen grote bedrijven kunnen dan meedoen.” HUB
ADVERTENTIE
kVS_BINNENkORT OVER DE BERGEN
DE EUROPESE GRONDWET IN VERZEN
IN DE STRAfkOLONIE / HET HOL
DURE WOORDEN
BRUSSLD
POSTCARDS fROM THE fUTURE
MONkEY SANDWICH
VAN PLATO TOT NATO
CORRIE VAN BINSBERGEN / JOSSE DE PAUW
PASSA PORTA & kVS
kVS & TONEELHUIS OLYMPIQUE DRAMATIQUE
BEHOUD DE BEGEERTE
ARNO
C&H & kVS
ULTIMA VEZ & kVS
kVS & DE ENTHOUSIASTEN
06 >09.10 – 20:15 THéÂTRE NATIONAL
08.10 – 20:00
09 >23.10 – 20:30 10.10 – 15:00 14.10 — 12:30
17.10 – 16:00
20.10 – 20:00
24.10 – 14:00 >18:00 (DOORLOPEND) fLAGEYPLEIN
02 >11.11 – 20:00
13.11 >04.12 – 20:30 28.11.2010 – 15:00
www.kvs.be – T 02 210 11 12 ARDUINkAAI 9 – 1000 bRUsseL
SOLD OUT!
BDW REGIO
BDW 1249 PAGINA 10 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Deze week in Moortebeek > ‘We willen het karakter van onze wijk behouden’
Zuinig op ‘ons sprookjesland’
Tuinieren
dat veranderde een boel. “De meeste buurtbewoners brachten hun vrije tijd niet meer spontaan in de wijk door, maar zochten andere oorden op,” zegt Jacqueline. “We moesten de mensen veel meer mobiliseren om activiteiten te organiseren.” De memorabele voetbal- en basketpartijtjes in de wijk zijn al lang verleden tijd. Ook de houten School nummer 15, waar oudere buurtbewoners tot hun vierde leerjaar in de schoolbanken zaten, staat er niet meer. Maar de chalet ontvangt nog altijd als vanouds de bewoners uit de wijk. In de driemaandelijkse wijkbrochure staan de vele activiteiten die de Fondation J. & E. Lombaerts samen met Les Foyers Collectifs en de CPEM organiseert. Of de namen van die verenigingen ook vertaald worden? “Neen, we vertalen alle informatie, maar Les Foyers Collectifs blijft Les Foyers Collectifs. Dat staat zo in ons collectieve geheugen gegrift en dat kunnen we dus niet zomaar veranderen,” zegt De Bruyne. Met haar man Sam gaat Jacqueline nog altijd trouw naar de bijeenkomsten in de chalet. “Het is nog altijd even fijn. Maar we zien vooral de oude bewoners opdagen. De nieuwe bewoners komen hier eerder toevallig terecht en kennen de traditie van de wijk niet zo. Dat is natuurlijk hun goed recht. Ze zorgen niet voor overlast, en dat is wat telt.” Ook al is Moortebeek nog altijd een dorp in de stad, de wijk ontsnapt niet aan de typisch stedelijke fenomenen. In de parkjes worden regelmatig spuiten en andere relicten van drugsgebruikers gevonden. Er worden ook regelmatig overvallen gemeld. En ook de bewoners zijn veranderd. “Heel wat nieuwkomers zijn blij verrast als ze zien dat ze over een tuin beschikken, maar ze beseffen niet goed hoeveel onderhoud een tuin vergt. Maar als we het karakter van de wijk willen behouden, dan moet iedereen de handen uit de mouwen steken en iets moois van zijn tuin maken,” zegt Jean Iwazko, die zijn boterham verdient als tuinier. Hij moedigt als vrijwilliger de bewoners aan om hun tuin op te fleuren. “In het wijkblad schrijf ik stukjes met tuintips, en als iemand het vraagt, steek ik weleens een handje toe. We organiseren ook drie keer per jaar een bloemenmarkt waar je goedkoop bloemen kunt kopen, en we reiken prijzen uit aan de beste tuiniers. Nu, goed, tuinmateriaal kost geld en is dus niet voor iedereen betaalbaar. Alleen door de mensen op een positieve manier te motiveren, kunnen we het kleurrijke karakter van onze wijk behouden.”
Na de oorlog beschikten heel wat buurtbewoners over een auto, en
Jacqueline en man Sam, al bijna tachtig jaar gelukkig in Moortebeek.
ANDERLECHT – Tussen de Ninoofsesteenweg en de Sylvain Dupuislaan, op een boogscheut van Peterbos, ligt de tuinwijk Moortebeek. Het contrast met de omgeving kon nauwelijks groter zijn.
M
oortebeek is een charmante Brusselse woonwijk. Maar anders dan andere charmante Brusselse woonwijken heeft ze haar karakter kunnen behouden en de verloedering die veel wijken parten speelt, kunnen tegenhouden. “We blijven ons daarvoor elke dag inzetten; we sporen alle inwoners aan hun woning goed te onderhouden.” Het geheim van de Moortebeekwijk? “Anders dan de tuinwijken die onder de hoede staan van een sociale huisvestingsmaatschappij, waar de bestuurders politiek gekozen zijn, hebben de bewoners hier het heft helemaal in handen,” legt Robert De Bruyne, de grote baas van Les Foyers Collectifs uit. “We zijn de alleroudste collectieve vereniging in het gewest, ouder nog dan bijvoorbeeld Floréal in Watermaal-Bosvoorde. Al sinds de vroege jaren 1920 slaan de inwoners de handen in elkaar om de wijk te onderhouden. En dat werkt. Wie hier woont, heeft er alle belang
bij dat het hier leefbaar blijft. We vragen elke huurder met aandrang om zijn sociale woning goed te onderhouden. Velen behandelen hun huurwoning alsof het hun eigendom is. Sommigen zijn hier komen wonen toen ze het financieel moeilijk hadden, en nu het beter gaat, willen ze niet meer weg. Dit is hun thuis.” Een van die trouwe bewoners is Jacqueline. Ze zag in 1932 het levenslicht in de tuinwijk, waar haar ouders in 1924 als een van de eersten waren komen wonen. “Het was hier ongelooflijk. In de jaren voor de oorlog speelden alle kinderen heelder dagen in de wijk. Ik herinner me de talloze dagen dat ik van ’s morgens tot ’s avonds verstoppertje speelde in de wijk en alleen even thuiskwam om mijn boterhammen te halen. Op zondag werd er in de voormiddag gebasketbald en na de middag gevoetbald. Dan kwam heel de buurt supporteren. We verveelden ons geen moment.” Jacqueline is niet de enige die mooie
© SASKIA VANDERSTICHELE
jeugdherinneringen overhoudt aan de wijk. Mensen kwamen uit het stadscentrum afgezakt om op zomerdagen te ravotten. Robert Diederich, molenaar van de Luizenmolen en gelegenheidsgids, kwam geregeld met de boerentram van het centrum naar de tuinwijk gespoord voor een hele dag sport en spel. “Moortebeek was voor ons een echt sprookjesland,” zegt hij. Jacqueline vertelt dat er in de voor-
de chalet in de De Sévignéstraat. Ook nu nog is dat dé ontmoetingsplaats voor de Moortebekenaren. Ik herinner me de legendarische danscursussen en bals populaires en het koor onder leiding van Roger Rogers.” “De oorlogsjaren waren wel hard,” vervolgt Jacqueline. “Maar de solidariteit in de wijk was groot, waardoor niemand ooit echt iets tekort is gekomen. In de wijk hadden ook
“Anders dan de tuinwijken die onder de hoede staan van een huisvestingsmaatschappij, hebben de bewoners hier het heft in handen” oorlogse periode in heel de wijk maar twee auto’s waren. “De mensen brachten al hun vrije tijd in de wijk door. De bewoners verenigden zich in de Cercle de Moortebeek, de huidige Cercle d’Éducation Physique et Morale de Moortebeek, kortweg CEPM, om talloze sportieve en culturele activiteiten te organiseren in
zes Spaanse oorlogsvluchtelingen onderdak gekregen. We gebruikten de tuintjes toen als moestuin, en zo hadden we ook in de magere jaren altijd brood op de plank.”
Bruno Schols
BDW 1249 PAGINA 11 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
ADVERTENTIE
© SASKIA VANDERSTICHELE
Culturele middagpauzes
in het Museum van de Stad Brussel 12 en 14 oktober 2010 om 12.30u Boven de refter-turnzaal moet een nieuw schoolgebouw komen.
Jette > Kleuterschooltje Dielegem verhuist
Gemeente wil nieuwe Nederlandstalige school op Poelbos Het gemeentebestuur van Jette heeft een aanvraag ingediend bij de Vlaamse Gemeenschap voor een nieuwe schoolgebouw op het domein Poelbos.
TELEXREGIO
Enkele jaren geleden werden de aftandse paviljoentjes vervangen door een moderne school. Het verouderde refter- en turnzaalgebouw werd toen niet gerenoveerd. Nu zou dit gebouw vernieuwd worden, en bovenop zou een nieuwbouw komen die plaats biedt aan drie kleuterklassen en zes lagereschoolklassen. “Met dit project willen we de capaciteit van het lager onderwijs uitbreiden, zodat die beter aansluit op de capaciteit van het kleuteronderwijs. Het Nederlandstalige
kleuterschooltje van Dielegem wordt gesloten en verhuist naar Poelbos,” zegt Brigitte De Pauw (LBJ-CD&V), schepen van Nederlandstalig Onderwijs. Later gaat mogelijk ook het kleuterschooltje Florair dicht. De gebouwen die vrijkomen, blijven in elk geval bestemd voor onderwijs, zegt De Pauws Franstalige college Paul Leroy (LBJ-CDH). Wellicht worden ze ingenomen door het Franstalig onderwijs, dat ook absoluut wil uitbreiden. De gemeente heeft inmiddels ook beslist dat de Franstalige Poelbosschool (École Diele ghem) verbouwd wordt, maar die subsidieaanvraag is nog niet goedgekeurd. Bettina Hubo
Geborduurde art nouveau De rondleiding is gratis! Toegang: € 3 per persoon Museum voor het Kostuum en de Kant Violetstraat 12 | 1000 Brussel Info: 02 279 43 71 | www.brussel.be ADVERTENTIE
Nederlandstalig Jezuïetenonderwijs in hartje Brussel
Oktoberfest in woluwe SINt-LAMBRECHTS-WOLUWE – De pas opgerichte biergilde Het Lindeke organiseert, samen met Kontakt en Op-Weule, op 16 oktober vanaf 18 uur een bierfeest. Die Jodelbrüder brengen de muzikale show Von Bayern bis Tirol, en er zijn wedstrijden jodelen en boomstamkloppen terwijl op het reuzenscherm (de trots van het GC) alpen- en Oktoberfest-beelden worden geprojecteerd. Toegang 5 euro, worst en groenekoolstoemp 10 euro. Meer bij Kontakt LB (02-762.37.74) en GC Op-Weule (02-775.92.00).
Sint-Jan Berchmanscollege
OPENDEURDAG Zaterdag 16 oktober 2010 • 13.00 uur - 18.30 uur
AlzheimercafÉ Onder de kerktoren BRUSSEL – Op zondag 10 oktober is er een infodag voor dementerenden en mantelzorgers. Op het Sint-Katelijneplein werkt de Nationale Alzheimer Liga (www.alzheimer.be) een tweetalig dagprogramma (11-17 uur) uit. In het Alzheimercafé wordt toelichting gegeven; buurthuizen houden geheugenateliers; er zijn demonstraties ‘aangepast bewegen voor senioren’ (Gymsana), en in Actor’s Studio wordt om 19 uur de film La boîte de Pandore (met simultaanvertaling) vertoond, in aanwezigheid van JMB hoofdrolspeelster Tsilla Chelton. Meer op 0800-15.255.
Wil u weten welke mogelijkheden ons college te bieden heeft aan jongens en meisjes vanaf 12 jaar? Breng dan een bezoekje aan onze schoolgebouwen en maak o.a. rond 15.00 uur het optreden van ons jeugdkoor mee. Alle inlichtingen betreffende inschrijvingen kunnen op deze opendeurdag verkregen worden. Zie hiervoor ook onze website www.sint-jan-brussel.be Voor meer info: Sint-Jan-Berchmanscollege, Ursulinenstraat 4, 1000 Brussel tel 02/5120370 fax 02/5126475
Jette > ‘Honderdduizend euro is niet te veel voor cultuur’
Stationsplein krijgt fresco
Schaarbeek > Fiscale druk niet verhoogd
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW REGIO
BDW 1249 PAGINA 12 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Schilder en illustrator Renier kreeg een tijd geleden de vraag van schepen van Franse Cultuur Paul Leroy (LBJ-CDH): of hij een werk wilde maken voor de enorme blinde gevel aan het Garcetpark. Renier ging aan de slag en kwam op de proppen met een origineel idee. Op een witte achtergrond wil hij 79 geëmailleerde stalen panelen van een vierkante meter elk aanbrengen. Beneden worden de panelen dicht tegen elkaar aan geplaatst. Hogerop zal er steeds meer ruimte tussen de platen zijn. “Het wordt dus geen fresco in strikte zin, eerder een beeldend werk,” zegt Renier. Het kunstwerk wordt figuratief. “Taferelen rond het thema literatuur,” legt Renier uit. En de naam staat ook al vast: ‘Genèse et éclosion’, in het Nederlands: ‘ontstaan en ontluiking’. De gemeente ging akkoord met het voorstel. In de gemeenteraad van afgelopen week werd ook Kaaiad BDW 101007.pdf
1
18/09/10
13:30
De rekening-2009 is goedgekeurd. De inkomsten vallen beter mee dan verwacht. Toch zitten er nog adders onder het gras. Het jaar 2009 sluit initieel af met een overschot van 1,86 miljoen euro (op 186,8 miljoen euro aan uitgaven). Met overschotten uit de overige jaren kunnen de schulden versneld afgebouwd worden, wat positieve effecten heeft op de begroting van de komende jaren. Ook met de inkomsten valt het goed mee, “zonder een verhoging van de fiscale druk,” benadrukt schepen van Financiën Bernard Guillaume (MR). De opbrengsten uit de personenbelasting gaan van 15 naar 18,5 miljoen euro, die uit de onroerende voorheffing van 39 naar 39,5 miljoen. En dat ondanks de crisis. Is het fiscale draagvlak dan gegroeid? Niet noodzakelijk. In hetzelfde jaar is de bevolking met vijf procent gestegen. Dat betekent dat de gemeente dus ook haar dienstverlening moet uitbreiden. Zeker OCMW-uitgaven kunnen dan zwaar op het budget wegen. Iets anders zijn de inkomsten uit de kantoorbelasting. Die gaan van 4,2 naar bijna tien miljoen euro. Een opmerkelijke stijging, maar ze komt, onder andere, door een kantoorheffing op de VRT- en RTBfgebouwen. Maar de omroepen weigeren die te betalen en hebben beroep aangetekend. Een uitspraak is er ten vroegste in 2011. SVG
De Jetse kunstenaar Hughes Renier voor de blinde gevel die hij weldra gaat bekleden met een monumentaal fresco.
Nog voor het Kardinaal Mercierplein heraangelegd wordt, krijgt het plein een fresco. Op de zijgevel van café Le Breughel die uitgeeft op het Garcetpark, maakt de Jetse kunstenaar Hughes Renier een werk van 79 vierkante meter.
Snellere schuldafbouw
de overeenkomst met de eigenaar van het gebouw goedgekeurd. Nu moet alleen de voogdijoverheid, het Gewest, haar fiat nog geven. Het project zal de gemeente honderdduizend euro kosten, 89.000 euro voor het maken van het kunstwerk, de rest voor het opvoegen en schilderen van de muur. Leroy had gehoopt op subsidies, bijvoorbeeld in het kader van het wijkcontract, maar het gebouw ligt net buiten de perimeter. Voor een armlastige gemeente als Jette is het een flink bedrag, Leroy geeft het toe. “We kunnen dit niet elk jaar doen, maar honderdduizend euro voor cultuur is toch niet te veel.” Leroy is tevreden dat het werk van de hand is van een Jetse kunstenaar en dat het uitgevoerd wordt door een Brussels bedrijf, Émaillerie Belge uit Sint-Jans-Molenbeek. Voor Herman Mennekens, gemeenteraadslid van Open VLD, mag Jette nog verder gaan, bleek tijdens de gemeenteraad. “Zou dit project niet de aanzet kunnen zijn voor de opwaardering van het fresco op de woning van de overleden Jetse schilder Jan Verdoodt in de Verbeyststraat?” Bettina Hubo ADVERTENTIE
Anderlecht / Sint-Jans-Molenbeek > Handen in elkaar
Eén parkeerbeleid voor Heyvaertwijk Er komt een gemeentegrensoverschrijdend parkeerbeleid in de Heyvaertwijk. Dat gemeenten als Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek, met respectievelijk een PS- en MR-burgemeester, samenwerken, is niet meer zo uitzonderlijk. Zo pakken de twee gemeenten de illegale handel in tweehandswagens, die in de Heyvaertwijk welig tiert, al een paar jaar gezamenlijk aan. Nu zullen ook de schepenen van Mobiliteit Mustapha Akouz (PS, Anderlecht) en Jef Van Damme (SP.A, Molenbeek) de handen in elkaar slaan om iets te doen
aan de absurde situatie waarbij in wijken zoals Heyvaert of Scheut, die door een gemeentegrens in twee verdeeld worden, twee parkeerreglementen gelden. Concreet zullen bewoners die in de betrokken wijken wonen en over een bewonerskaart of abonnement beschikken, vrij in de twee gemeenten kunnen parkeren. Ook parkeerbonnetjes en vrijstellingsmodaliteiten zullen nu in heel de wijk gelden. Later krijgt ook de Ninoofsesteenweg tussen Weststation en Mette wielaan een eenvormige parkeerzone. BS
BDW 1249 PAGINA 13 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Criminaliteit daalt
Bespaar 125 tot 265 euro per maand op uw energiefactuur
Berchem mag zich op de meeste vlakken een ‘veiliger’ gemeente noemen dan in 2008. De cijfers komen van de politiezone West.
TELEXREGIO
Het aantal criminele feiten per duizend inwoners liep in 2009 met 10,2 procent terug tegenover 2008, berekende de cel Analyse en Advies van de lokale politie. Dat komt door een terugval van het aantal gevallen van moord en doodslag, verkrachtingen en slagen en verwondingen (min 16,1 procent). De helft van de delicten zijn nog steeds diefstallen, al tuimelde het aantal met 9,6 procent terug. Diefstallen en slagen en verwondingen blijven de criminele koplopers in de gemeente. Een zwaargewicht in de statistiek blijft het aantal diefstallen in woningen, winkels en (vracht)auto’s en diefstallen van wagens. Toch is het aantal inbraken in auto’s met 42,3 procent gedaald. Die positieve evolutie mag worden toegejuicht, maar mogelijk heeft deze vorm van criminaliteit zich verplaatst. Sinds 2009 besteedt de politie, in
overleg met het gemeentebestuur, prioritaire aandacht aan overlast op straat, in het bijzonder aan parkeerovertredingen. Ook vernielingen, beschadigingen en graffiti (er bestaat een subsidiesysteem voor het verwijderen van graffiti, maar ook een boetesysteem) worden extra in het oog gehouden. Verder is er een efficiënter politieoptreden tegenover zwartwerk en gemorrel aan de sociale wetgeving en uitbatingsvergunningen. Er wordt dus meer vastgesteld en beboet. De statistieken tonen voorts dat het aantal diefstallen bij particulieren en bedrijven toeneemt, zij het minimaal: in woningen met 0,4 procent (238 inbraken met diefstal in 2009, tegenover 237 in 2008), in winkels met 3,5 procent (118, tegenover 114 in 2008). Het winkelcomplex Basilix, tussen Keizer Karellaan en Gentsesteenweg, doet de resultaten overigens geen goed: volgens de gemeente wordt daar “een vrij groot aantal winkel- en handtasdiefstallen gepleegd”. Jean-Marie Binst
Minister gaat autodelen SINT-JOOST-TEN-NODE – Minister van Vervoer en Openbare Werken Brigitte Grouwels (CD&V) opent deze week een nieuwe standplaats voor het autodeelproject Cambio. Het station komt op het Sint-Lazarusplein. Het ligt niet alleen dicht bij het Noordstation, het is ook vlak bij het kabinet van de minister. Ze heeft dan ook beslist om een dienstauto van het kabinet te ruilen voor een CambioSVG abonnement. “Zo geven we het goede voorbeeld.”
Premie om boven winkels te wonen SINT-GILLIS – Winkeliers en eigenaars van een winkelpand in het stadsdeel tussen de Fortstraat, de Alsembergsesteenweg en de Waterloosesteenweg kunnen een premie krijgen om de bovenverdiepingen dankzij een aparte toegang woonklaar te maken. De premie bedraagt 85 procent van de kosten, maar het bedrag is geplafonneerd op 25.000 euro, btw inbegrepen. DV
Over een periode van twintig jaar zou een passiefhuis vijftien procent goedkoper uitkomen.
Duurzaam bouwen zit in de lift. Toch vind je in de hoofdstad nog geen appartementen die voor de volle honderd procent in hun energiebehoefte voorzien. De primeur gaat naar Ukkel, waar Green Immo dertien van dergelijke woningen in de Xavier De Buewijk uit de grond stampt. Gaat het om een echte primeur? We vragen het aan Peter Wyndaele, architect en docent Bouw aan Sint-Lukas. “Voor zover ik weet wel, en dat is ook niet zo verwonderlijk. In een stad met een densiteit als die van Brussel is energieneutraal bouwen niet vanzelfsprekend. Je kunt ten eerste niet naast een bestaande woning bouwen, want dat doet de energie-inspanning al gedeeltelijk teniet. Je moet dus echt al over een open oppervlakte beschikken om eraan te beginnen.” Ontwikkelaar van het project is Esther Jakober. Ze beaamt dat het niet van een leien dakje loopt. “Je vindt hier weinig gespecialiseerde architecten en aannemers. Bovendien is het een nieuw fenomeen op de markt. Veel potentiële investeerders laten zich afschrikken door de aankoopprijs, die aanvankelijk aanzienlijk hoger ligt dan bij een klassieke nieuwbouwwoning. Het financiële voordeel is dan ook pas op de langere termijn voelbaar. Zo bespaar je maandelijks, afhankelijk van de grootte van je huis, zo’n 125 tot 265 euro per maand
IJzerplein, circa 1913-’14.
aan energiekosten. Samen met alle premies die je kunt krijgen, komt een energieneutrale woning in twintig jaar tijd vijftien procent goedkoper uit. Nog een voordeel van deze woningen is dat ze perfect afgewerkt moeten zijn om aanspraak te kunnen maken op een energiecertificaat. Je hebt dus een grotere kwaliteitsgarantie dan bij klassieke nieuwbouw.” Toch blijft de prijs afschrikken. Zo heeft Green Immo nog geen optie tot aankoop uit de wacht kunnen slepen. Volgens Wyndaele zit er ook een ander addertje onder het gras. De bouw van energieneutrale woningen staat in Brussel echt nog in de kinderschoenen. “In Nederland staan ze ongeveer tien jaar verder. Daar zijn de voor-, maar ook de nadelen zichtbaar. Zo moet de luchtcirculatie heel goed onderhouden worden en vereist zo’n huis dus plichtsbewuste bewoners als je schimmel wilt vermijden. Een energieneutrale woning moet ook een bewuste keuze zijn. Je moet een bewuste levensstijl aannemen. Het heeft bijvoorbeeld geen zin om heel goed te isoleren en dan regelmatig je raam open te laten staan.”
Bruno Schols
www.greenimmo.be
Correspondentie, honderd gedateerde Brusselse prentbriefkaarten en corresponderende foto’s van Gilbert Fastenaekens, nog tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel (Huidevettersstraat 65), op www.arpeditions.org en op www.brusselnieuws.be/fastenaekens.
© GILBERT FASTENAEKENS
FASTENAEKENS
© Green Immo
Ukkel > Eerste ‘nulenergieappartementen’ volgend jaar klaar
IJzerplein, 4 mei 2008, 11.42 uur.
BDW REGIO
Sint-Agatha-Berchem > Minder doodslag, meer diefstal
BDW 1249 PAGINA 14 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
gen dat op de bus- of trambaan rijden gewoon is toegestaan om af te slaan, of dat je niet naar links hoeft te kijken omdat dat “de ander zijn probleem” is? Wat met ‘vrije begeleiders’ die verkondigen dat je gewoon op de fietsopstelstrook mag staan als er op dat moment geen fietser is? (Hoe kun je daarvan als fietser gebruikmaken wanneer je een seconde later dan de auto aankomt?)
Kwetsbaar
Het Meiserplein: de ultieme nachtmerrie voor elke beginnende automobilist.
© BART DEWAELE
Mobiliteit > John Willemsen loodst u door Brusselse jungle
‘Kijk uit voor vijf categorieën bestuurders’ BRUSSEL – John Willemsen breekt een lans voor zijn vak, dat van rijinstructeur. “Helaas maakt het Brusselse verkeer je ook cynisch. Droevig. Bang. Gefrustreerd.” Autobestuurders in spe die in zijn leswagen plaatsnemen, prent hij in goed uit te kijken voor vijf soorten bestuurders. Ook benieuwd welke dat zijn?
BDWOPINIE We gaan linksaf richting Reyers en ik leg mijn leerling, die net voor het verkeerslicht op het kruispunt Notelaarsstraat/Roodebeeklaan de motor heeft laten afslaan, geduldig uit dat dit niet erg is: iedereen ziet toch aan dat grote bord op het dak dat het een leswagen is? Een foutje is niet erg; je bent hier om te leren en zo is iedereen begonnen. De woorden hebben amper mijn lippen verlaten, of een politieauto komt ons als gek voorbij gescheurd. Noodgeval? Achtervolging? Niets van dat: de politie had simpelweg geen geduld. Het feit dat het verkeerslicht al weer rood was geworden voor ons en groen voor de andere auto’s, maakt geen verschil, net zo min als het feit dat de politie hier bijna een ernstig ongeluk had veroorzaakt. Een uurtje later sla ik snel het portier van de auto open om een van links komende overstekende voet-
ganger te redden: wij zijn gestopt om voorrang te verlenen. Mijn leerling heeft echter een beetje ruimte aan zijn rechterkant over gelaten en een bestuurder die overduidelijk moorddadige neigingen heeft, wil hiervan gebruikmaken om ons aan de rechterzijde, deels over het trottoir, in te halen en zo direct het overige verkeer te verlossen van tenminste een van die hinderlijke voetgangers, die lastige obstakels tussen bestuurder en bestemming. Weer later doet een leerling examen. We gaan de Ring op richting Leuven, en er direct weer af bij Kraainem-Woluwe. De examinator berispt de leerling omdat hij geen 50 rijdt, maar iets harder dan 70 (precies 73, zegt mijn digitale dashboard). “U rijdt veel te hard!” is zijn oordeel. Het feit dat de 50-borden ná de afslag Woluwe zijn geplaatst, maakt blijkbaar geen verschil...? Net zo min als het feit dat die gehele weg een 70-weg is...? Aan het einde van de dag rijden we naar beneden op de Wolvengracht om links af te slaan op Anspach
John Willemsen.
richting Beurs. Het licht springt op groen, dus we gaan. We stoppen netjes voor de paar voetgangers die oversteken en rijden daarna door. Een politiebusje dat stond te wachten voor het zebrapad, komt naast me staan; de agent gebaart me het raam te openen. “Waarom reed u door rood, meneer? Bent u nu instructeur?!” Als ik hem probeer uit te leggen dat het licht, geplaatst net vóór het zebrapad, bedoeld is voor het kruisende verkeer, dat wij wel degelijk groen hadden en dus enkel voorrang moeten verlenen aan
“Hoe kan een examinator correct examineren als hij zelf de regels niet kent? Hoe kan de politie een voorbeeldfunctie vervullen als ze zelf de regels met voeten treedt?” rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg (dus voetgangers inbegrepen), denkt hij het beter te weten en dreigt hij met een boete. Met deze trieste waarheid word ik dagelijks geconfronteerd. Hoe kan een examinator correct examens afnemen als hij zelf de regels niet kent of ze niet weet toe te passen? Hoe kan de politie een voorbeeldfunctie vervullen of ons controleren wanneer zij zelf veelvuldig de regels met voeten treedt of ze simpelweg niet kent of snapt? Moet ik vertrouwen hebben in collega’s die verkondi-
Ik vertel mijn leerlingen altijd dat ze moeten oppassen voor vijf soorten bestuurders. Met stip op de eerste plaats: auto’s met een CD-nummerplaat. Wie kent ze niet, de buitenlandse medewerkers met carte blanche? Blijkbaar komt een CD-nummerplaat met een gratis license to kill. De CD’ers worden op de voet gevolgd door de politie – bijna even gevaarlijk. Niet alleen denken ze dat ze alles mogen; bij gebrek aan controle kúnnen ze dat ook! Van dat ‘recht’ maken ze dan ook dankbaar gebruik. Buschauffeurs: duidelijk suïcidale maniakken met moorddadige neigingen. Persoonlijk ren/fiets/rijd ik voor mijn leven bij het zien van die moordmachines. Taxi’s... – moet ik uitweiden? Ik geloof dat iedereen ten minste één bijna-doodervaring heeft gehad met een Brusselse taxi. BMW’s en Mercedessen: de enige auto’s waarbij de richtingaanwijzer als optie geleverd wordt. “Pas altijd op voor deze vijf groepen,” raad ik mijn leerlingen aan. “Reageer zoals bij mist: halveer je snelheid, verdubbel je afstand.” Ik zou willen dat de waarheid anders was. Ik zou willen dat we sociaal met elkaar omgingen, dat we elkaars fouten proberen op te vangen in plaats van ze af te straffen. Rekening houden met anderen en in het bijzonder met kwetsbare groepen als ouderen, fietsers, voetgangers. Het vak van rijinstructeur (dat ik overigens niet hier, maar in Nederland heb geleerd) is een prachtig vak: volop sociale contacten, de voldoening van een terecht geslaagde leerling, je bent vrij om te gaan waar je wilt, geen baas die over je schouder meekijkt... Helaas maakt het Brusselse verkeer je ook erg cynisch. Droevig. Bang. Gefrustreerd. En waarom rijden we zo maniakaal? Om eerder aan te komen op onze bestemming? Je komt niet eerder aan door hard te rijden. Hoogstens in het ziekenhuis. De minieme tijdswinst valt in het niet bij het verhoogde risico. Vertrek eerder, zo simpel is het... En spreek me niet van de onlogische indeling van kruispunten en oplossingen voor complexe situaties, blijkbaar bedacht door een verveelde overheidsmedewerker die een wel heel cynische kijk op het leven heeft – of sadistische trekjes.
John Willemsen
John Willemsen werd in 2003 rijinstructeur in Nederland en werkte er als mentor voor leerling-instructeurs. Nu woont hij in Brussel en geeft hij hier rijles
BDW 1249 PAGINA 15 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
Coditel Vanmorgen naar Coditel ‘Numericable’ geweest voor de inwisseling van een vernieuwde ‘cablebox’. De oproep per brief was in keurig Nederlands. Maar dan, eens ter plaatse in de Tweekerkenstraat, was het huilen met de pet op. Bij het overhandigen van de brief voelt men het al een lange stilte. Na een hele tijd krijgt men dan de nieuwe doos overhandigd, uitsluitend in het Frans. Ik maakte de dame, op een rustige en vriendelijke manier, opmerkzaam dat ik een Nederlandstalige klant ben. Ik kreeg nog gebruiksaanwijzingen mee, ook eentalig Frans. Ik was perplex, heb haar nog uitgelegd hoe men gedag zegt in het Nederlands. Bemoedigend was dat de man die achter mij in de rij stond, mij groot gelijk gaf in het Brussels. Onwillekeurig dacht ik aan mevrouw Onkelinx, over respect hebben voor de andere taalgroep. Kon zij maar eens een dagje in Brussel in ‘tweetalige instellingen’ het woord voeren in het Nederlands, dan zou ze eindelijk begrijpen dat wij het beu zijn om die pesterijen mee te maken in onze hoofdstad. Hoe dan ook, Brussel is ook onze stad en is niet te koop.
Ik heb het geluk gehad de vakantie met mijn familie op het eiland Sylt door te brengen. Daar is bellen aan het stuur ondanks de hoge levensstandaard taboe! Hoe rijker men daar is, des te minder men de gemeenschap voor het hoofd stoot. Wie kan (mag?) deze vaststelling bij ons doen? Marc Pirard, Elsene
Folies Bergère (Van 4 december 2008 tot begin dit jaar publiceerden we in BDW wekelijks een foto uit het archief van het AMVB, later uit dat van onze lezers. De foto’s en de reacties erop kunt u nog bekijken op www.brusselnieuws.be/amvb. Hieronder een reactie die ons onlangs kwam aanwaaien uit Zuid-Frankrijk.) Wat een verrassing en emotie! De eerste dame is Cady, een danseres; naast haar, met de zonnebril, staat mijn moeder, Constance Rithy; zij was balletmeesteres. Dan hebt u Emmy Van Es, J. Borry, Ernest Verryck, Jan Vanden Broeck. Geknield: Frits Vaerewijck, Andre Daumont en mijn vader, Emile Thiry.
Michiel Plaizier, Laken
Na de betoging We leven in een vrij land. Mooi! We hebben recht op vrije meningsuiting (ook al stoten we daar soms heel wat mensen mee voor het hoofd), we hebben recht op staking (ook al gijzelen we daarmee honderden mensen in een luchthaven) en we hebben recht op betoging (ook al...). Bent u al eens gaan wandelen en picknicken in een van de mooie bossen van ons land? Bij heel wat van dit natuurschoon staan bordjes: ‘Laat niet voor het aangenaam verpozen / de eigenaar van het bos de blikken en de dozen.’ Kan dit ook voor de stad alstublieft? Mijn mooie stad is een stort na een betoging. Overal lege blikjes, pakjes friet, de welbekende groene, rode, blauwe plastic vestjes, flyers, groene en zilveren papiertjes,... En dan maar met z’n allen, eenmaal terug thuis, zeggen dat Brussel vuil is! Misschien moeten onze vakbonden, af en toe, in plaats van op te komen voor de rechten van hun leden, diezelfde leden eens op hun plichten wijzen. De plicht om na gebruik van de stad, ze proper achter te laten. De plicht die we met z’n allen hebben ten opzichte van het milieu (of is ‘het milieu’ alleen aanwezig op het platteland?). En vooral de plicht van tenminste een beetje respect op te brengen voor de inwoners van die stad die te pas en te onpas wordt gebruikt. Wij blijven tenslotte zitten met al de rommel nadat we al genoeg hinder hebben ondervonden van al de omleidingen en afgeschafte bussen. Dus, mijne heren en dames van de vakbonden, volgende keer beter? Bri Segers, Brussel
Bellen en rijden Als kaderlid van een academisch ziekenhuis in het Brusselse word ik dagelijks geconfronteerd met gsm-gebruik aan het stuur tijdens de spitsuren. Ik zou zeggen: als het Brussels Gewest geld wil innen en de veiligheid wil verbeteren, bekeur dan toch de gsmgebruikers aan het stuur! Volgens mijn schatting (maar wie ben ik?) zit tijdens de spitsuren plus minus 48 procent te gsm’en aan het stuur. En wij maar denken dat het dan een ‘banaal wegongeluk’ is... Wat zijn we naïef!
Mijn moeder danste en zong (ook in vele operettes) en speelde onder meer Mrs Blackwell naast ‘Rossen Toone’, F. Vaerewijck. Daar heb ik natuurlijk foto’s van. Vier jaar geleden is mijn moeder overleden. Mijn vader hield zich bezig met het zaalpersoneel en met de publiciteit voor de schouwburg. Hij heeft er vijftig jaar gewerkt. Mijn ouders zijn er getrouwd en ik ben er geboren. Nu woon ik sinds acht jaar in het zuiden van Frankrijk. Monique Jadin-Thiry, Frankrijk
Brussels Vloms Terug uit vakantie neem ik met enige achterstand BDW door. In BDW 1245 (9 september, blz. 18-19) heb ik genoten van het artikel ‘L’anniversaire de Mademoiselle Beulemans’. Het staat buiten kijf dat het Brussels Volkstejoêter in 2003 een succes van dit buitengewone stuk gemaakt heeft. Ik wou even aanvullen dat wij met toneelgroep Onder Ons uit Sint-Lambrechts-Woluwe al in 1979 een Brussels-Vlomse versie van dit stuk gaven. In 1980 werd het stuk op aanvraag ook nog gespeeld in de grote zalen van Sint-Gillis en Sint-Pieters-Woluwe. Toneelgroep Onder Ons probeert trouwens regelmatig stukken in het Brussels Vloms te brengen. Zo werd in 2004 Slisse en Cesar op de planken gebracht in een volledig Brusselse constellatie. In 2008 werd het vervolg Slisse baaft ook met een enorm succes op de affiche gezet. Toegegeven, het wordt moeilijker om acteurs te vinden die nog authentiek Brussels spreken. Wij willen er in Sint-Lambrechts-Woluwe toch graag een gewoonte van blijven maken om in het Brussels Vloms regelmatig een goed en aangenaam stuk te spelen. In de gebrachte cafétheaters is het Brussels ook een constante. Misjel Beyns, Toneelgroep Onder Ons Sint-Lambrechts-Woluwe, Zaventem
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Verdomde plicht door Danny Vileyn Het had mooi geweest kunnen zijn. Bart De Wever (N-VA) en Elio Di Rupo (PS), de zakelijke Vlaams-nationalist en de volbloed socialist, water en vuur, die honderd dagen na een klinkende verkiezingsoverwinning een groot communautair akkoord sluiten en onvermoeibaar beginnen aan de sanering van de openbare financiën, met maar één doel voor ogen: het veiligstellen van de welvaart van Vlamingen, Brusselaars en Walen. Iedereen wist dat het moeilijk zou worden, maar de vaste wil om te slagen leek er te zijn. Na 113 dagen praten trekt Bart De Wever er de stekker uit. De Franstaligen zijn in alle staten. Volgens De Wever lag er na al die maanden nog altijd te weinig op tafel. Garanties voor de overheveling van een substantieel deel van de personen- en/of vennootschapsbelasting naar de regio’s zag hij niet. En voor minder doet hij het niet. Er valt iets te zeggen voor het standpunt van De Wever, maar evengoed voor de reactie van de Franstaligen. Waarom oordeelt De Wever nu pas, na al die maanden, dat er niet genoeg in zit voor hem? En waarom kwam hij zo laat op de proppen met de eis voor een grondige hertekening van de Financieringswet? De Franstaligen vinden dat ze al heel veel toegegeven hadden, zoals de splitsing van Brussel-HalleVilvoorde. Als Brusselse Vlamingen zouden we opgelucht moeten zijn dat De Wever van nul wil beginnen, want wat er de voorbije maanden gelekt is over Brussel en de Brusselse Vlamingen, is niet om vrolijk van te worden. Maar dit gaat natuurlijk over veel meer dan het lot van de Brusselse Vlamingen, hoe belangrijk hun rol binnen de Belgische constructie ook moge zijn. Dit gaat over de welvaart en het welzijn van meer dan tien miljoen mensen. Dit gaat ook over de toekomst van ons sociale systeem. En de belangrijke rol hierin van stedelijke polen als (de hoofdstad) Brussel en (de havenstad) Antwerpen: een economische invalshoek proberen te vinden, in plaats van een politiekinstitutionele, zou geen misplaatste oefening zijn. Ondertussen heeft de koning ontslagnemend premier Yves Leterme (CD&V) gevraagd om het economische en sociale welzijn van de burgers te vrijwaren in deze zeer lange periode van lopende zaken. Het klinkt onheilspellend, maar de formulering zou een aansporing moeten zijn voor De Wever en Di Rupo om niet langer rondjes te draaien. Zij zijn de overwinnaars van de verkiezingen, zij zijn het de bevolking verplicht een toekomst uit te tekenen voor dit land, zijn gewesten en gemeenschappen. Dat is hun verdomde plicht. De kiezer heeft al op 13 juni gesproken.
EVA HILHORST
LÉON WUIDAR, ‘COMPOSITION’. © RENÉ MAGRITTE MUSEUM
Concrete centen voor Abstracte Kunst?
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Beeldende kunst > Museum van Elsene over de vroege invloeden van de schilder
Voordat Delvaux Delvaux werd © PAUL DELVAUX FOUNDATION, SINT-IDESBALD/KOKSIJDE, FOTO VINCENT EVERARTS
JETTE – De André Garitte Foundation droomt hardop van een Museum voor Abstracte Kunst. Een gebouw heeft ze al: het pand dat grenst aan het René Magritte Museum in Jette. Een stevig fundament voor de collectie is er ook al. De Antwerpse kunstliefhebber André Garitte, conservator van het René Magritte Museum, verzamelt al drie decennia werk van de vertegenwoordigers van de eerste (jaren 1920) en de tweede generatie (jaren 1950) abstracte kunstenaars. Op dit moment is er in het huis van Magritte een selectie van die zeshonderd werken, van meer dan honderd kunstenaars, te zien. Maar voor er een Museum voor Abstracte Kunst komt, moet het pand van drie verdiepingen en vijftien ruimtes nog gerestaureerd en ingericht worden. Daarom is de Garitte Foundation op zoek naar sponsoring; de kosten worden op enkele honderdduizenden euro’s geraamd. Alle giften zijn fiscaal aftrekbaar via de Koning Boudewijnstichting. Het is de bedoeling dat beide musea via een doorgang op de tweede verdieping met elkaar verbonden worden. Op die manier kunnen de twee grootste creatieve kunststromingen van de twintigste eeuw – surrealisme en abstracte kunst – bij elkaar op bezoek. René Magritte is zijn carrière ook als abstract kubist begonnen, en had contact met verschillende kunstenaars uit de eerste generatie, zoals Flouquet, Servranckx en Maes. Het Museum voor Abstracte Kunst zal worden gerund door het team van het René Magritte Museum, maar hoopt dankzij subsidies op extra personeel. Wereldwijd zijn er maar enkele musea voor abstracte kunst: in een van de casas colgadas (hangende huizen) in het Spaanse Cuenca en het Muzeum Sztuki in het Poolse Łódz, en ook het Guggenheim Museum in New York focust op abstractie. Een dergelijk forum voor de Belgische abstracte AD kunstenaars ontbrak nog.
BDW 1249 PAGINA 16 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
www.magrittemuseum.be Paul Delvaux, ‘Meisjes op het platteland’, 1929. ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
ELSENE – Met de kans om gulzig te plukken uit ruim driehonderd werken van Paul Delvaux kreeg het Museum van Elsene van Belgische privéverzamelaars een soloslim in handen gestopt. Het resultaat is een vergelijkende kunsttentoonstelling die voor tachtig procent uit nooit getoond werk bestaat. En nu hopen dat de expositie gaat reizen.
H
et gemeentelijke Museum van Elsene etaleert in zijn pas geverfde zalen een museale kanjer, een collectie van (vooral) olieverfschilderingen, aquarellen, tekeningen en etsen: Paul Delvaux – De bronnen van het oeuvre. Het begon ermee dat het
museum honderden werken van Paul Delvaux (1897-1994) in bewaring kreeg (voor vijf jaar alvast). “We hebben het geluk dat we ook uit onze reserves kunnen plukken, waar we Belgische privéverzamelingen herbergen van interessant werk van Delvaux en andere
artiesten,” zegt conservator Claire Leblanc enthousiast. Een mooie uitdaging voor medewerkster Laura Neve, die deze ‘referentietentoonstelling’ uitwerkte en de gelijknamige publicatie schreef. De bezoeker wordt bij het binnenkomen overweldigd door een schouder-aan-schouderopstelling van monumentale doeken met vrouwelijk schoon op het (voormalige) toneelpodium: ‘Zittende naakte vrouw’ (1930), ‘Naakt met gebogen hoofd’ (1926), ‘Naakte jonge vrouw’ (1930) – om er enkele van Delvaux te noemen – naast ‘De verloofde’ (1923) van Constant Permeke en ‘Het wachten’ (1934)
© SASKIA VANDERSTICHELE
© TONY LE DUC
BDW 1249 PAGINA 17 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
BROODDOOS ANDERS In die goeie ouwe brooddoos past zóveel meer dan een boterhammetje met kaas of salami. Lut De Clercq (die voor de sterren kookt in de AB) en Tony Le Duc (die zelfs een plakje worst kan doen schitteren) geven een voorzetje. Zodat uw brooddoos een toverdoos wordt.
SCHUBBIGE VUURSPUWERS Zazie gaat deze week met Jorik en Ella en hun klas naar het Kasteel van Gaasbeek, draken kijken! En ze interviewt, in deze Week van het Bos, Olivier Schoonbroodt, boswachter in het Zoniënwoud. LEES MEER OP PAGINA 26-27
© PAUL DELVAUX FOUNDATION, SINT-IDESBALD/KOKSIJDE, FOTO MIXED MEDIA
© FONDAZIONE GIORGIO E ISA DE CHIRICO, ROME / SABAM BELGIË 2010
© SABAM BELGIË 2010, FOTO MIXED MEDIA
LEES MEER OP PAGINA 20-21
Paul Delvaux, ‘Het venster’, 1936.
© SABAM BELGIË 2010, FOTO MU.ZEE OOSTENDE
© PAUL DELVAUX FOUNDATION, SINT-IDESBALD/KOKSIJDE, FOTO VINCENT EVERARTS
Giorgio de Chirico, ‘Poesia dell’estate’, 1952. René Magritte, ‘Lof der dialectiek’, 1936.
Een mooie episode in dat verhaal is de intrede van het naakt in het werk van Delvaux. De warme kleuren van Renoir en Cézanne hebben Delvaux vanaf 1925 duidelijk geïnspireerd. In Delvaux’ ‘Naakten in het woud’ (1926) overheerst de warme gloed van appels (verwijzend naar de stillevens van beide artiesten). En niet alleen van de appel die de jongeling naast zijn balzak houdt. Ook bij het immense oliedoek ‘Meisjes op het platteland’ gaat een lichtje branden. Wordt het niet overduidelijk dat het ovale hoofd, de
James Ensor, ‘Biljartspelende geraamten’, 1903.
van Gustave van de Woestyne. Maar voor we zo ver geraken, moeten we een parcours volgen (trap op, trap af ). Helemaal links beginnend, anders loopt de verhaallijn fout. Op dat circuit worden, chronologisch gerangschikt, de invloeden duidelijk die Delvaux onderging; zijn ‘bronnen’, zeg maar. Het gaat om meesters naar wie Delvaux respectvol opkeek, wat blijkt uit de vele citaten. Zoals: “Omstreeks 1930 heeft Ensor mij het meest beïnvloed”, en: “Ik vond de Vlaamse expressionisten heel getalenteerd en natuurlijk hebben ze me beïnvloed.” Later kreeg Delvaux zijn eigen, unieke ‘Delvaux-stijl’ in de vingers.
Appels en skeletten De stijlinvloeden beginnen met het realistische landschap (de Zoniënwoudschilders) in een hele gang vol bostaferelen van Delvaux. Als jongen en leerling aan de Brusselse academie ging hij tot 1924 dagelijks naar het Rood Klooster om er te schilderen. Het werk van Hippolyte Boulanger, Jean-Baptiste Degreef en zelfs Franz Courtens inspireerde hem. De onderstammen van het boswerk van Degreefs ‘De bron van de keizer’ (1921), een natuurschildering in Oudergem, spiegelt zich
Paul Delvaux, ‘Geraamten bij de trap’, 1934.
dan ook perfect aan ‘Onderbosgezicht in het Rood-Klooster’ van Delvaux (1920), ook al verschilt de kleur (of het seizoen). Het RoodKloosterhuis van kunstenaar Alfred Bastien, dat Delvaux in 1920 schilderde, is overduidelijk een kleurvariant op ‘Het huis van de kunstenaar’ dat Bastien zelf in 1910 schilderde. En zo gaan de vergelijkingen alsmaar verder. Het kleurenpalet van Renoir en Cézanne, de portretschildering naar Modigliani, de expressionistische karikaturen en de skelet-
ten van Ensor, het Vlaams expressionisme (Gustave van de Woestyne, Gustave de Smet en Paul Permeke), de surrealistische stijl van Giorg io de Chirico en René Magritte en tot slot het neoclassicisme van Ingres: de plaatjes vullen elkaar perfect aan, om Delvaux met een nieuwe blik te gaan bekijken. Bovendien lijkt alles wel een inventieve puzzel, die aan het eind duidelijk maakt dat Delvaux zijn eigen weg heeft gevonden, al kijkend naar en lerend van zovele anderen.
Paul Delvaux – De bronnen van het oeuvre, tot en met 16 januari 2011 in het Museum van Elsene, Jean Van Volsemstraat 71, 1050 Elsene. Open van dinsdag tot en met zondag van 11.30 tot 17 uur. Op zondag gratis gids. Toegang gratis tot 12 jaar, 5 euro voor studenten, senioren en groepen; overige bezoekers 7 euro. Meer op 02-515.64.22 en www.museumvanelsene.be.
Delvaux vond zijn eigen weg, al kijkend naar en lerend van zovele anderen
amandelvormige ogen, de lange hals en het pruilmondje een schattige variant is op de tekenstijl van Amedeo Modigliani (1884-1920)? Als de skeletten hun intrede maken in Delvaux’ werk, kijkt Ensor over de schouder mee. En bij de surrealistische decors, zoals ‘Paleisruïne’ (1935), is De Chirico (1888-1978) zeker Delvaux’ inspirator. Zo ook Wiertz, Magritte, Ingres,... – elk met hun sterktes. Aan het eind van de tentoonstelling, als de treinstations en antieke cultuurdecors met naakten en dolende personages opduiken, is de puzzel af. Het typische en unieke aan het werk, dat Delvaux tot een van ’s lands grootste kunstenaars maakt, is het eindpunt van een lang en interessant bronnentraject. De tentoonstelling is een ommetje naar Elsene waard, vooraleer Amerikanen en Japanners de deur plat lopen. Jean-Marie Binst
In het kader van de Veertiendaagse van het Jonge Kind (in Elsene) organiseert het museum een ontdekkingstocht en dierenverhalenspel op zondag 10 oktober van 15 tot 16 uur voor kinderen van 1,5 tot 3 jaar. Het vragenspel De geheimen van Paul Delvaux (vanaf 8 jaar), over de Delvauxexpositie, is gratis verkrijgbaar aan de balie.
Kunsthistorica Laura Neve, curator van de tentoonstelling en verbonden aan het Museum van Elsene, schreef de tentoonstellingscatalogus Paul Delvaux – De bronnen van het oeuvre, uitgegeven bij Lannoo (N) en Racine (F), 128 blz., 29,95 euro.
BDW 1249 PAGINA 18 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Sacha Lempereur, Athénée Royal de Ganshoren Detail Stadhuis, Grote Markt, Brussel
Esteban Martinez, Institut Diderot Beelden, Zwaardstraat, Brussel
Laura Knops, Maria-Boodschaplyceum Ingang Park van Brussel, Brussel
Erfgoed > Leerlingen fotograferen architecturale kleinoden
Klein, maar fijn Aristote Nkashama, Institut Frans Fischer Detail gevel, Emile Maxlaan, Schaarbeek
Lea Kestens, Koninklijk Atheneum Anderlecht Slot, Sint-Jans-Molenbeek
BRUSSEL – Het is ondertussen een mooie traditie aan het worden, middelbare scholieren die ter gelegenheid van de jaarlijkse Open Monumentendagen met hun fototoestel de stad in trekken. De wedstrijd, die Internationaal Fotografisch Experiment met Monumenten werd gedoopt, werd gelanceerd in Catalonië, maar vindt ondertussen in veertig landen plaats. Voor de dertiende editie kregen de jongeren de opdracht kleine architecturale elementen te fotograferen. Het resultaat: honderden foto’s van deuren, sloten, brievenbussen, gebeeldhouwde elementen en details van gevels. Een andere blik op de stad.
Simon Langerock, Sint-Jan Berchmanscollege Dak, Koudenberg, Brussel
In de Sint-Gorikshallen hangt nog tot 28 november een selectie van 25 foto’s van leerlingen uit Brusselse scholen. U vindt er ook een selectie van foto’s uit andere deelnemende landen.
DV
Het Internationaal Fotografisch Experiment met Monumenten loopt nog tot en met 28 november in de Sint-Gorikshallen (Sint-Goriksplein, 1000 Brussel). De toegang is gratis, de deuren zijn elke dag open van 10 tot 18 uur
Yassin Assahout, Institut des Arts et Métiers Deur, Lemonnierlaan, Brussel
BDW 1249 PAGINA 19 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Het verhaal achter artisanaal
TELEX VADROUILLE DATING ONDER STADSGENOTEN © SASKIA VANDERSTICHELE
Praat
Het goede nieuws: er bestaat een biotechnologische basis is om te zeggen dat ‘artisanale’ processen wel degelijk bijdragen aan smaak en kwaliteit van voeding.
Bijgewoond: De jacht op ‘artisanale’ aroma’s, college van Uitstraling Permanente Vorming, op 30 september aan de VUB.
achteraf
Niet alleen voor de jonkies is het academiejaar begonnen, ook voor de mensen die in hun vrije uren een beetje willen bijleren, zijn de auditoria weer open. Uitstraling Permanente Vorming is een gespecialiseerde instelling voor wetenschapspopularisering en heeft weer een ruim en divers aanbod aan colleges en activiteiten klaar. Wij zijn een college gaan meepikken over de kwaliteit van ‘artisanale’ (meer specifiek: gefermenteerde) levensmiddelen. Wat is de zin en de onzin van het begrip artisanaal als kwaliteitslabel voor voeding? Wanneer kun je spreken van artisanale ham, en smaakt die ook echt beter? Is het waar dat je alleen artisanaal in de Zennevallei gebrouwen geuze echte geuze kunt noemen? Tijdens de twee lesuren in de gebouwen van de VUB kwamen twee specialisten spreken. Doctorandus Anneke Geyzen van de onderzoeksgroep Fost (Sociale & Culturele Voedingsstudies) schetste de opvallende opmars van voedingsproducten waarrond het aura van traditie, authenticiteit, terroir en artisanaliteit hangt. De globalisering en industrialisering van de voedselketen, de voedselcrises en -schandalen (gekke koeien, dioxine) hebben het vertrouwen van de consument ondermijnd, die daardoor zekerheid gaat zoeken bij ‘ambachtelijke’ producten uit de streek. Hij doet dat in de veronderstelling dat ambachtelijke tradities een kwaliteitsgarantie bieden. Maar voor zover je al objectief zou kunnen bepalen wat een ‘artisanaal’ product is, wordt dat begrip ook weer uitgehold door de marketeers, die op deze tendens inspelen. Bovendien is het niet alleen zo dat de indust rialisering van de voedselketen risico’s inhoudt voor kwaliteit en volksgezondheid, ook artisanale productie krijgt af te rekenen met verhoogde kwaliteitseisen in hygiëne en dergelijke, terwijl de deugdelijkheid van veel ambachtelijke methoden en procédés ook nooit echt bewezen is. Hoewel ambachtelijkheid in de perceptie ook
veel te maken heeft met traditie, lokale verankering, kleinschaligheid, spontane en langdurige bewerkingsprocessen, of gecontroleerde certificaten, zouden de aard en de kwaliteit van het voedingsproduct toch de doorslaggevende parameter moeten zijn. Maar smaakt Spaanse pata negra-ham nu echt zoveel beter, en ligt dat dan aan de eikels die de zwartpotige varkens te eten krijgen? Prof. dr. Frédéric Leroy van de onderzoeksgroep Industriële Microbiologische en Voedingsbiotechnologie gaf een begin van een antwoord door in de bacteriële details van het hele verhaal te treden. Leroy bouwde zijn verhaal op rond gefermenteerde voedingswaren – brood, wijn, rauw verwerkt vlees, chocolade, bier –, omdat die producten bij uitstek artisanale producten genoemd kunnen worden. Zijn onderzoeksgroep analyseert de microbiële activiteit (bacteriën, schimmels, gisten) zowel bij industriële als bij ambachtelijke producten en legt de resultaten naast elkaar. Hun casestudy over rauw verwerkte vleeswaren (ham, saucijzen) illustreerde Leroys stelling dat er een biotechnologische basis bestaat om te zeggen dat bepaalde ‘artisanale’ processen wel degelijk een waardevolle bijdrage leveren aan smaak en kwaliteit. Vlees langdurig drogen is bijvoorbeeld beter dan het snel te verhitten omdat dat industriële procédé de melkzuurbacteriën stillegt die een forse bijdrage leveren aan smaak- en aromaontwikkeling – om maar een van de vele (technische) voorbeelden te geven. Het zal voor veel consumenten én producenten een geruststelling zijn, al moeten die laatsten beseffen dat de wetenschap het op termijn mogelijk zal maken ambachtelijke procédés op een functionele wijze te koppelen aan de industriële. Stilaan geeft onze voeding, waarmee velen haast obsessioneel bezig lijken, haar diepste geheimen prijs. De onderzoeksgroep neemt binnenkort overigens de geuze in het vizier in een studie van de ambachtelijke zure bieren. Michaël Bellon UPV, Waversesteenweg 1077, 1160 Oudergem, 02-629.27.50, upv@vub.ac.be, www.vub.ac.be/upv
BRUSSEL – Tijdens de Dag van de Dialoog op zaterdag 23 oktober staan er op 38 locaties in het gewest gesprekstafels klaar. Gewoon aanzitten, luisteren naar elkaars mening over ‘erbij horen’, en zelf je mening kenbaar maken zijn de rode draden in dit open gesprek. Het regionaal integratiecentrum Foyer organiseert de Dag van de Dialoog al voor de vierde keer, nu in samenwerking met 65 organisaties (waaronder heel wat zelforganisaties). De mosterd van de dialoogtafels werd in Nederland gehaald, en sinds vorig jaar heeft ook Gent zijn Dag van de Dialoog. Het ‘gespreksmoment’ is eenvoudig, boeiend-ontspannend, sociaal verrijkend – en gratis. Een geschoolde begeleider leidt van 14.30 tot 16.30 uur een ta-
fel waar acht tot twaalf mensen kunnen aanschuiven (na inschrijving op 02-609.55.72 of www.dagvandedialoog.be). Hij of zij houdt het gesprek bij het onderwerp van de dag: ‘erbij horen’. Is erbij horen belangrijk voor jou? En voor andere mensen in de stad? Horen armen en rijken er wel echt bij? En wat met culturele en etnische verschillen? Je mening aan die van de anderen toetsen, zonder in debat te hoeven treden, kan pittige ideeën opleveren. En die kunnen misschien leiden tot een (gewenst) nieuw lokaal of een beter grootstedelijk beleid. Wie zin heeft om deel te nemen, vindt het stadsplan met de locaties van de gesprekstafels op www.dagvandedialoog.be onder ‘inJMB schrijvingsformulier’.
Oud-studenten RITS krijgen prijs BRUSSEL – Het Rits, nu een departement van de Erasmushogeschool Brussel, heeft vorige week zijn Alumni Award 2010 uitgereikt. Oud-studenten Roel Van Bambost (afgestudeerd aan de afdeling Televisie, 1966), Miet Martens (Regieassistentie, 1983), Jo Van Hende (Film, 1994), Ben Tesseur (Animatiefilm, 1996) en Marijs Boulogne (Theater, 2002) vielen in de prijzen. Ze krijgen een plekje op
de Brusselse Walk of Fame van BV’s die hun hogeschoolopleiding en talenten wisten te verzilveren. Eerder al kregen Erik Van Looy, Marc Didden, Paul Jambers, Jan Decorte, Erwin Provoost, Franz Marijnen en andere oudstudenten de prijs. De uitreiking was live te volgen op een scherm in het Rits Café in de Dansaertstraat. JMB
ADVERTENTIE
Stel uw talent ten dienste van uw Gewest! Selor organiseert twee vergelijkende selecties voor het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen:
Attachés
(m/v)
algemene kwalificatie (inschrijvingen van 24/09 tot 11/10)
Assistenten
(m/v)
algemene kwalificatie (inschrijvingen van 08/10 tot 25/10) met het oog op de samenstelling van wervingsreserves voor statutaire betrekkingen. Alle praktische info is beschikbaar op www.selor.be
Het Gewest voert een actief beleid inzake gelijke kansen en diversiteit.
BDW 1249 PAGINA 20 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
1.
2.
3.
4.
5.
Culinair > Lut De Clercq en Tony Le Duc tonen hoe veelzijdig de brooddoos kan zijn
Geen voer voor seuten BRUSSEL – Het is een brooddoos, maar er zitten boeken in. Drie. Niet beboterd. Boeken over lunchen en kinderen en grote mensen.
H
et eerste ingrediënt van de doos heet De brooddoos, meer dan kaas en salami en is van de hand van Lut De Clercq en Tony Le Duc. Het is een boek dat de brooddozensleur helpt te doorbreken. Le Duc hoeft nauwelijks meer voorgesteld te worden, een tovenaar van de voedingsfotografie, die zelfs een
plakje leverworst kan doen schitteren. Zijn boeken zijn kunstwerkjes. Lut De Clercq kookt al meer dan twintig jaar voor sterren en artiesten uit de muziekwereld, waarvan twaalf jaar als chef van de catering van de bekende Brusselse concertzaal Ancienne Belgique (AB). Een brooddoos, zegt Lut De Clercq in haar voorwoord, geeft je de volledi-
ge controle over hoe gezond en lekker je wilt eten. Hoeveel bedrijven of scholen zijn er niet met een uiterst beperkte keuze aan lunchmogelijkheden? Waarom elke dag opnieuw kiezen voor Broodje Saai met Garnituur wanneer je creatieve, lekkere en gezonde gerechten in je brooddoos kunt stoppen? Maar het gaat er niet alleen om sterren te verwennen of armoe in de lunchbox te bestrijden, De Clercq schaart zich ook radicaal achter een ‘ecologisch’ voedingspatroon en werkt daarom graag samen met
Velt. Het is de taal van vandaag: ecologisch staat hier voor nabij, duurzaam en met minder vlees, trendy begrippen die niet helemaal objectief te vatten zijn, maar wel goed in de markt liggen bij kritische ouders. Velt is overigens voluit de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren. Velt steunt de uitgave en verzorgde het voorwoord van het boek. Het is een eerbiedwaardige organisatie die als eerste de ‘ecologische landbouw’ in Vlaanderen verenigde (in de jaren ’70). Toen stond het acroniem nog gewoon voor Vereniging voor Eco-
logische Land- en Tuinbouw, maar mettertijd evolueerden de inhoud en de aanpak, vaak spijtig genoeg tot op de rand van het irrationele. “Gezond leven op het ritme van de seizoenen, met respect voor de natuur, zonder pesticiden,” zegt de organisatie vandaag, “dat is ecologisch leven in een notendop.” Velt helpt zijn leden dus om een ‘ecologische’ levensstijl te ontwikkelen in keuken, tuin en daarbuiten. Nu ook via dit boek. De brooddoos, meer dan kaas en salami bestaat uit 224 kijkplaatjes met ‘doe dit, doe dat’-recepten, weinig
Opera > Ateliers De Munt maken decor Kátia Kabanová van a tot z
Handgemaakt zwerfvuil en een echt ruisend beekje BRUSSEL – Voor de eerstvolgende productie van De Munt, de opera Kátia Kabanová, wordt uitzonderlijk alles voor honderd procent in de eigen ateliers gemaakt. “We moeten iedereen aan het werk houden,” zegt diensthoofd Marc Geens. En ‘iedereen’, dat is het vaste personeel van de ateliers schrijnwerkerij, metaalbewerking, beeldhouwwerk, schilderwerk, tapisserie en accessoires. Alles samen 25 man heeft zich de jongste weken op het decorontwerp van de nieuwe huisproductie Kátia Kabanová (van Janácek) gegooid. Inmiddels is met de montage in de zaal begonnen. Scenograaf en regis-
seur bedachten een braakliggend terrein als basisdecor, waar het verhaal zich afspeelt. Niet zo’n makkelijke opdracht, als je bedenkt dat alle begroeiing en zwerfvuil op de site handwerk is. Raffia werd met plastic en verf gehard en bewerkt tot platgeregend gras. Een beek met stromend water kabbelt over het terrein. En een regenbui maakt de weerstand van het hellend vlak waarop de zan-
gers moeten acteren, er niet makkelijker op. Het hele terrein, dat vier procent helt, is waterdoorlatend; onder de bodem zit een systeem van bassins die het water opvangen en terugpompen in de beek. Petflessen werden tot vormen gekneed om kapotte flessen na te bootsen (waarop gelopen kan worden). En of het nu rubberbanden, fietsen of een afgedankte koelkast is, of een bliksemschicht die oplicht: alles is met de hand gemaakt en geschilderd in eigen atelier. “De Munt zou zijn decorbouw kunnen uitbesteden in Polen, Roeme-
Het decor van Kátia Kabanová, met tot platgeregend gras bewerkt raffia.
BDW 1249 PAGINA 21 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
© TONY LE DUC
(1) Soba met miso-dipsaus, groene thee en witte chocoladekoekjes. (2) Appel/ sla/scampi-spiesjes en peultjes-basilicumballetjes. (3) Mutabal van rode biet, halloumi met koolrabi en kikkererwt, blauwe kaas met peer en chutney van watermeloenschil. (4) Balletjes in Marokkaanse tomatensaus, sinaasappel met garam-masala-siroop. (5) Lentefrittata met verse kruidensalade, truffels van witte chocola met espresso.
achtergrond, behalve dan een portie ecologische filosofie en kleine kadertjes over pakweg de brandnetel. Er zitten zeker frisse en opbeurende ideetjes tussen, ook voor drankjes en ijsjes en potjes om mee te nemen. En het is zelfs niet strikt vegetarisch. De vraag die zich telkens weer stelt, is: waarom kopen mensen kookboeken? Het is mijn theorie dat de kopers vaak vanuit een schuldgevoel vertrekken: in een tijd van ‘geen tijd’ kijken naar plaatjes van hoe het anders zou kunnen. Het is spijtig genoeg mijn ervaring dat men uit boeken met plaatjes weinig kookt. Hoe mooier de foto, hoe minder het gerecht op het aanrecht terechtkomt, maar juist wel in het salon (waar nooit gekookt wordt). Dat is mijn zwaarste kritiek op een verder heerlijk mooi werk. Er zit nog meer in de doos: een boek met portretten van brooddooseters allerhande. Mijn brooddoos, portretten en verhalen werd opgetekend door Margot Vanderstraeten met foto’s van Michel Vaerewijck. Het
© MARC GYSENS
is eerder een sociologisch boek, dat gluurt in de brood- en andere dozen van gewone mensen, geslaagden in het leven en echte helden. Allemaal eten ze uit een brooddoos (of ze steken er hun computerkabeltjes in). Er zit ook een kinderboek bij: Brooddoos, een verhaal in veertien sneetjes, over een kind dat op school wordt gepest en Brooddoos wordt genoemd. De brooddoosdrager als seut. Het boek werd geschreven door Dimitri Leue en de tekeningen zijn van Tom Schoonooghe. Het verhaal is gebaseerd op een theatervoorstelling van Bronks. Met al die boeken over brooddozen vermoed ik een boodschap van de uitgever en auteurs. Zou het? Nick Trachet Meer dan kaas en salami, Portretten en verhalen, Een verhaal in veertien sneetjes: per deeltje of samen als De Brooddoos Trilogie (al dan niet in een luxe ‘echte’ brooddoos) te koop in de handel en op www.minestrone.be
nië of Bulgarije, maar tegen welke meerwaarde?” stelt Marc Geens, die 24 jaar in De Munt werkt en pal achter zijn werklui staat. “Het studiebureau, de regisseur en de scenograaf kunnen nu continu inspelen op lastminutetoevoegingen of -wijzigingen. De grote expertise van onze ambachtslui is onbetaalbaar en zeldzaam geworden. Mensen die kwaliteit in hun handen hebben, willen we werk blijven geven. Trouwens, mogelijk is een decorbouw in het buitenland goedkoper – tot er de extra’s na de offerte bijkomen.” De nieuwe realisatie is de laatste in de ‘oude’ montagezaal geweest. Begin 2011 wordt de ruimte heringericht met een kapstok- en katrollensysteem om decoronderdelen te verzetten (zoals op podia). Nu moet een wand, die liggend geschilderd wordt, nog met de hand tien meter hoog rechtgetrokken worden. Ook voor de werklui op stellingen is dit veel veiliger. Jean-Marie Binst
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Doerian Ik pakte in de Chinese supermarkt mijn moed in beide handen en greep een doerian vast. Ik snoof voorzichtig (je humais, zeggen ze in het Frans) en ja, daar kwam de doeriangeur als een vuistslag in mijn gezicht. Eerste kennismaking met tropisch fruit met een reputatie. Ik had al vaker Aziaten in de winkel zien snuiven aan deze rare vrucht. Meestal leggen ze ze daarna eerder ontgoocheld terug in het rek. In een andere (kleine) winkel gaf de eigenaar mij uitleg. Het is moeilijk om juist gerijpte vruchten te vinden. Ook weet je nooit of een getransporteerde doerian ooit volledig rijp en geurig zal worden, en zulke zware vruchten vanuit Zuidoost-Azië hierheen sleuren voor niets, is economisch niet rendabel, daarom zien we ze hier zelden. Alle smakelijke en geurige tropische vruchten hebben zich snel over de wereld verspreid. De doerian niet. Maar iedereen die in de tropen heeft verbleven, heeft er vast over horen praten. Tijdens mijn eerste tropische verblijf hoorde ik sterke verhalen over die vrucht uit Indonesië die zo stonk dat ze op sommige plekken verboden werd. Waar ik toen zat, kwam deze plant – “gelukkig” – niet voor. Bij mijn latere bezoek aan Azië, in Kuala Lumpur en Singapore, zag ik vreemde symbolen op de deur van kantoorgebouwen en hotels: een verbodsteken met daarop het silhouet van een vrucht: ‘Verboden voor doerians’! In Thailand mag je ook geen doerians binnenbrengen in een ziekenhuis. De doerian (Durio zibethinus L.) is een boom uit de familie van de Bombacaceae (kapokboomfamilie). Vermoedelijk komen de bomen oorspronkelijk uit Borneo of continentaal Maleisië. Er bestaan zo’n dertig soorten doerian en vele honderden rassen die verschillen in smaak, geur en grootte. De vruchten kunnen drie kilo zwaar zijn en de boom wordt veertig meter hoog. Tweemaal per jaar rijpen de vruchten en dan moet het behoorlijk gevaarlijk zijn om te gaan wandelen in zo’n doeriangaarde! Mensen zijn gefascineerd door de doerian. Ik denk dat de enige vergelijkbare huisproducten wijn en kaas zijn. Er wordt vergeleken, gesnoven, wijsheden geponeerd, rijpingstijden en serveertips uitge-
wisseld, kortom, het is fruit voor culi’s uit de tropen. Ik heb er dus een meegenomen, Hij woog 1.100 gram en kostte zowaar tien euro per kilo. Maar voor die prijs heb ik veel plezier beleefd! Om te beginnen voelde ik toch een zekere gêne. Mensen keken vertwijfeld naar links en rechts, zich afvragend waar die vreemde geur vandaan kwam. In de metro merkte ik dat twee kinderen hun neus dichtknepen, en gedurende een dag of twee lag het ding in mijn fruitschaal: ik kon de plantkundige stinkbom duidelijk ruiken vanuit mijn slaapkamer. Naar wat geurt een doerian eigenlijk? Moeilijk te omschrijven. Ik vroeg het aan verschillende mensen onderweg. De ene moest aan meloen denken, maar dan wel rotte. Ananas, zei een ander. “Net een kelder,” oordeelde een scholier. Zelf moet ik even denken aan de geur van een vuilniszak die te lang in de zon heeft gestaan, aan bergamot en vanille, zelfs aan sommige zeepsoorten. Toch is die geur niet onaangenaam, en hij lijkt ook te variëren met de tijd. Nu eens ruik je hem sterker dan op een ander moment. Het woord walm krijgt een precieze betekenis. Het is alleen wat van het goede te veel. Mijn zintuigen raakten verward. De doerian voelt hard aan, zoals een paardenkastanje. De stekels op de vrucht zijn behoorlijk puntig en men moet de vrucht voorzichtig vastpakken, zoals men een egel optilt. Onderaan (aan de andere kant van de steelaanzet) splijt de bolster open. Als die spleten al op een kier staan, is dat een bewijs van rijpheid. De geur wordt nog sterker en ik moet er even bij gaan zitten. Binnen in die grote bolster vind ik vijf kamers. Ze zijn gevuld met een zachte bleekgele massa, de zogenaamde arillen (zaadmantels). Die arillen vormen het eetbare deel van de vrucht. In elk zit nog een zaad ter grootte van een soissons-boon. Naar het schijnt zijn die zaden ook eetbaar, maar ze moeten wel eerst gekookt worden. Het vruchtvlees is romig zoet en bedwelmend, met een licht zurige aanzet. Het spookt door mijn hersens met geuromschrijvingen – ruik ik daar camembert? –, maar ik herken zeer duidelijk ook de zwavelachtige lucht van ajuin. Een doerian bevat niet zoveel eetbaar spul, maar deze was toch wat veel voor één persoon. Ik schrijf nu al elf jaar culinaire artikels voor deze krant, maar ik kan u verzekeren dat dit de vreemdste belevenis is die ik in deze carrière heb meege-
Ik moet denken aan de geur van een vuilniszak die te lang in de zon heeft gestaan, aan bergamot en vanille, zelfs aan sommige zeepsoorten maakt. Als afsluiter blijkt de vrucht ook nog zwaar op de maag te liggen en ik breng de rest van de dag boerend door, terwijl de sterke doerianparfums oprispen, iets wat in de literatuur als vrij normaal wordt beschouwd. Ik kan u het avontuur aanbevelen, maar doerian eten is beslist geen alledaagse bezigheid. Ik heb daarbij blijkbaar het geluk gehad om een vrij rijp exemplaar te vinden. Sommige importeurs selecteren en openen rijpe vruchten in de tropen en laten dan het beste vruchtvlees invriezen voor transport naar onze streken. Zo kunt u zekerder zijn van de kwaliteit. Ik hou de bolster als aandenken en hang hem buiten te drogen. Doerianbolsters worden in droogboeketten gebruikt (en stinken dan niet meer). Ik daag u allen uit. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1249 PAGINA 22 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Anwar Abudragh: “Voor veel mensen lijkt het chaos troef in België. Maar voor iemand die zoals ik uit Irak komt, is België een land waar alles goed geregeld is, waar alles zijn plaats heeft.”
© MARC GYSENS
Anwar Abudragh, meester in de Iraakse traditionele muziek
‘Ik heb geen klachten’ SINT-GILLIS – “Ik heb mijn vaderland verlaten om één reden, één: de hunker naar artistieke vrijheid. Vertrekken en mijn familie achterlaten was hard. Maar ik had geen keuze, als ik consequent wou blijven met mezelf.” Anwar Abudragh, meester in de Iraakse traditionele muziek, besloot tien jaar geleden zijn geluk in Europa te beproeven.
H
et Sint-Gillisvoorplein is, zoals altijd, gezellig druk, het weldoende nazomerzonnetje is een bonus. Anwar Abudraghs vriend en collega Mohammed Ali Khalid, voor enkele dagen op bezoek uit Dubai, weet de zalige Belgische herfstdag naar waarde te schatten. “Heel wat aangenamer dan de 38 graden die de thermometer in Dubai nu aangeeft.” Zelf staat Abudragh op het punt te vertrekken voor een optreden in Masqat, de hoofdstad van het sultanaat Oman. Business as usual. Festivals en losse optredens hebben hem al naar Algerije, Libanon, Abu Dhabi, Egypte, Jordanië,... geleid. Naar Europese podia ook, van noord tot zuid. Griekenland, Zweden, De-
nemarken, Portugal, Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Nederland... En niet te vergeten: Vlaanderen en Wallonië. Altijd met Brussel als uitvalsbasis. “Toen ik eenmaal besloten had mezelf vanuit Europa als artiest te ontplooien, heb ik voor België, voor Brussel gekozen. Om twee redenen. Eén, de centrale ligging: het is heel makkelijk om je van hieruit binnen Europa te bewegen, de Thalys en de luchthaven bij de hand. Twee, hier woonden al vrienden van mij. Ze hebben me op weg geholpen en tegelijkertijd heb ik al snel werk gevonden als muziekleraar in het Arabisch cultureel centrum in SintJoost-ten-Node. Er was dus geen enkele reden om weer weg te gaan. Temeer omdat opgroei-
en in Bagdad van mij een echte stadsmens had gemaakt en Brussel een prima biotoop is voor een artiest. Je kunt hier collega’s van de meest uiteenlopende nationaliteiten ontmoeten; wie er echt wil voor gaan, vindt enorm veel mogelijkheden tot samenwerking.”
Makam Toch was Abudragh niet voorbestemd om artiest te worden; thuis was het geen artistiek nest. “Toch was ik al zolang ik het me kan herinneren begeesterd door muziek. Van ’s morgens vroeg tot het slapengaan liep ik al zingend rond. Thuis, op straat. Toen al wist ik wat ik later wilde worden.” Tot zover de droom, de passie – maar een goede opleiding krijgen is een andere zaak. En die opleiding heeft Anwar Abudragh gekregen aan het Institute of Music Studies in Bagdad, waar hij in 1991 afstudeerde, en vervolgens aan de plaatselijke universiteit. “Mijn grootste inspirator was grootmeester Munir Bashir, befaamd over de hele wereld.
Wat ik van hem heb opgestoken, is onbetaalbaar. Ook heb ik het voorrecht genoten met Bashir te kunnen samenspelen in zijn groep Al-Bayariq. Op de djoze, de Arabische versie van de vedel. Daarnaast heb ik nog in de Iraqi Symphonic Group gespeeld als violist. Maar de djoze en de oed – ook al een snaarinstrument, waarop ik mezelf begeleid terwijl ik zing – blijven mijn favorieten. Beide nemen ze een belangrijke plaats in de Iraqi maqam, de Iraakse makam, een vocale muziektraditie waarbij een juist gebruik van keel en borst bij het zingen essentieel is. Er zijn maar weinig mensen die de techniek beheersen.” “De traditionele muziek van mijn vaderland blijft mijn voorkeur wegdragen. De makam komt als melodisch modaal systeem in de hele Arabische wereld voor, en in Turkije en Centraal-Azië. Het is de basis van de Arabische en oosterse modale muziek, van waaruit improvisaties en suites worden gespeeld. Elke makam komt overeen met een gemoedstoestand, een moment van de dag en een speci-
BDW 1249 PAGINA 23 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
fieke emotie. Meer specifiek bestaat Iraakse makam uit een aantal poëtische stukken die in korte suites worden opgevoerd. Die suites worden opgedeeld in een instrumentale inleiding en verschillende gezongen passages.” In zijn ambitie om zijn stempel te drukken op de traditie, richtte Abudragh in 2006 het Maqamat Ensemble op, met maqamat als het meervoud van maqam. “Je kunt het min of meer zien als een voortzetting van Al-Bayariq, waarin ikzelf en de andere groepsleden nog
“De tijd dat een artiest in Irak genoeg vrijheid en mogelijkheden had, ligt alweer dertig jaar achter ons”
hebben gespeeld. Allemaal hebben ze, net als ik, de Iraakse makam-stijlen van verschillende periodes onder de knie. Vertrekkend van de aloude tradities probeer ik met Maqamat een dimensie toe te voegen, geïnspireerd door mijn ervaringen met andere groepen van de meest uiteenlopende horizonten. Jazz, flamenco, Indiase muziek, Turks en Grieks...”
Niet vrij Toen hij zijn diploma op zak had, ging Abudragh lesgeven aan het Institute of Music Studies in Bagdad en ook aan de muziek- en balletschool. Maar hij voelde zich beknot in zijn creativiteit – geen rechtgeaard artiest die daarmee kan leven. “De tijd dat een artiest in Irak genoeg vrijheid en mogelijkheden had om zich volledig te ontwikkelen en de grenzen van zijn creativiteit op te zoeken, ligt inmiddels al makkelijk dertig jaar achter ons. Wat ik echt wilde doen, kon ik niet vrijuit in Irak. Daarom ben ik vertrokken, en zo ben ik in Brussel terechtgekomen. Een compleet onbekende omgeving, een heel nieuwe wereld. Gelukkig maar dat mijn Engels behoorlijk was – ondertussen is er het Frans bij gekomen –, en dat ik vrienden en kennissen had om op terug te vallen. Gelukkig ook dat
de Belgen heel vriendelijk bleken te zijn, charmant zelfs. Het heeft er allemaal toe bijgedragen dat ik weinig of geen aanpassingsmoeilijkheden heb gehad, en dat ik hier nu gelukkig en comfortabel kan leven met mijn Iraakse vrouw, en mijn dochtertje en mijn zoontje die hier geboren zijn.”
Kalme chaos “Voor veel mensen lijkt het chaos troef in België. Maar voor iemand die zoals ik uit Irak komt, is België een land waar alles goed geregeld is, waar alles zijn plaats heeft. Ik hou van het leven zoals ik het hier heb leren kennen. Kalm, veilig. Ik weet wel dat er mensen zijn die klagen over het weer, het verkeer, de ‘onveiligheid’, noem maar op, maar ik heb geen klachten. Mocht het anders zijn, dan zou ik al lang mijn koffers hebben gepakt. Zonder ook maar een seconde na te denken.” “Heel mooi aan België is dat er misschien wel gehannes is – politici, Vlamingen en Franstaligen die elkaar om de haverklap in de haren vliegen –, maar dat dat niet leidt tot uitbarstingen van geweld. Hoe oneens de Belgen het ook zijn, toch wordt er steeds gezocht naar het compromis. De tongen spreken, en gelukkig niet de wapens. In Irak zou dat anders zijn. Ik voel me hier dan ook op mijn gemak, zonder voortdurend over mijn schouder te hoeven kijken.” “Ik heb het in Brussel echt wel naar mijn zijn. Als mens, als artiest, als leraar. Nu al bijna tien jaar geef ik les aan het Arabisch cultureel centrum en ik doe dat nog altijd even graag. De djoze, de oud, de viool zelfs. Mijn leerlingen komen uit de vier windstreken: Belgen, Spanjaarden, Grieken en Arabieren. Sommigen houden het vol, anderen haken af. Dat is ook allerminst verwonderlijk. De Arabische klassieke muziek kan nu eenmaal in moeilijkheidsgraad makkelijk de vergelijking met de klassieke Europese muziek doorstaan. Of je erin slaagt het onder de knie te krijgen, hangt niet alleen van je aanleg af: zoals dat met alles gaat, zijn de arbeid en de tijd die je bereid bent erin te steken, ontzettend belangrijk. Het doet dan ook deugd dat er nog altijd leerlingen van het eerste uur zijn. Leerlingen, die ondertussen vrienden zijn geworden.” “Ik heb nu misschien een nieuwe thuishaven gevonden en mijn ouders zijn ondertussen overleden, maar toch hou ik nog altijd veel contact met mijn vaderland en met mijn familie die gebleven is. Mijn vaderland, dat het al vele jaren zwaar te verduren krijgt. Toch is er volgens mij hoop op beterschap. De Amerikanen druipen af, zij het schoorvoetend; het voelt alsof Irak binnen afzienbare tijd een nieuwe start kan nemen. Er is dus wel degelijk hoop op minder geweld, en meer vrijheid.”
Karel Van der Auwera
Met het Maqamat Ensemble: “Traditionele muziek uit mijn vaderland.”
FREDDI SMEKENS Drooj
‘T
ot in den drooj!” heb ik altijd al een mooie Brusselse uitdrukking gevonden. Daarmee kunnen we namelijk twee wensen uitdrukken: “Tot weerziens” en: “Het ga u goed.” Ik geef graag even mee hoe ik die uitspraak zelf aanvoel. “Tot in den drooj!” zeggen we meestal tegen iemand met wie we al een tijdje onderweg zijn en die we voor een tijdje zijn of haar weg alleen moeten laten vervolgen. Met andere woorden, waarde lezer, in den drooj zullen we elkaar weer tegenkomen. Om dan onze weg samen verder te zetten. Men merkt hierbij terecht op: “Donc, noe e lang stuk rechte weg wilde ni alle twie tegelaaik ooit den drooj goen.” Zo zou men het kunnen stellen. Helemaal juist in die zin, dat een stuk rechte weg veel gemakkelijker af te leggen valt dan een bocht nemen. Er zijn uiteraard nog vele andere situaties waarbij “Tot in den drooj” toepasselijk kan zijn. Zo kreeg ik ooit een brief van een trouwe lezer die eindigde met de formule: “Tot in den drooj.” Onmiddellijk dacht ik: “Daan leizer wil ik in de nosten drooj gerust teigekomme.” Bij wat voorafging, wil ik aangeven dat “Tot in den drooj” een ander gehalte heeft dan “Tot zeens”, “Tot de volgende” of eventueel “Tot noste ki.” Volgens mij houdt die drooj een grotere uitdaging in. Wie het iets mysterieuzer wil aanpakken, kan het hebben over: “Tot dèn.” Waar dèn in de tijd gesi tueerd is, mag even onduidelijk zijn als waar die drooj zich dan wel mag bevinden. Maar wat, waarde lezer, als we die befaamde drooj bereiken en er niemand komt opdagen? Hierbij begin ik me vragen te stellen. Wanneer men zegt: “Tot merge”, of eventueel: “Tot noste weik”, dan heeft men wat men in het Brussels repair noemt. Niet zo met “Tot noste ki”, of nog minder met: “Tot in den drooj.” Maar één ding staat wel vast, waarde lezer: er zijn nu eenmaal drooje op overschot, en noste ki kan in feite op elk ogenblik slaan. En zo komen we bij de vele andere manieren om in ons Brussels afscheid te nemen van iemand van wie we niet weten of we hem of haar in de kortste keren terug zullen zien. Wat bij-
voorbeeld gedacht van het onnavolgbare “Haafd a good”? Het enige wat ik daarop weet te antwoorden, is wat u ook zou zeggen, namelijk: “Gaa oek!” De Engelsen gebruiken weleens “Take care”, maar ik zie ons hier moeilijk uitpakken met: “Let op a zeulf.” Terug naar “Tot in den drooj”, waar het hier ten slotte om draait. Het is ons allemaal al overkomen dat we een eigenaardig voorgevoel hebben wanneer we “Tot in den drooj” gebruiken. Omdat de uitdrukking meestal aangevuld wordt met de gedachte: “We zulle wel zeen...” En er kleeft aan die uitdrukking nog iets eigenaardigs. Stel u voor, waarde lezer, dat er in den drooj toch iemand op ons te wachten staat. Op dat ogenblik kan men zich de bedenking maken: “Awel! Zaaj gaa al doe?!” Om u maar te zeggen dat ik de surrealistische draagwijdte van onze uitdrukking “Tot in den drooj” niet hoef te onderstrepen. Soms hou ik me bezig met Brusselse uitdrukkingen een andere wending te geven. Zo heb ik voor “Tot in den drooi” het pittige alternatief “Tot achter ’t hoekske” bedacht. Iemand achter ’t hoekske tegenkomen houdt veel meer verrassing in dan wanneer men iemand in de verte nen drooj ziet nemen. Ik heb ooit aangegeven dat, in het geval dat iemand ons per vergissing opbelt, men altijd “Tot straks” moet zeggen. In den drooj krijgt men binnen de kortste keren toch diezelfde persoon weer aan de lijn. Tot slot hoop ik van harte elke lezer die mij vereert mè ‘n briefke als reactie op deze Brusselse Kroniek, ooit in den drooj tegen te komen. En ik maak graag van de gelegenheid gebruik om diezelfde lezers, en uiteraard ook alle andere, ne gruute merci te zegge vè de gooje roed dee ik van heule kraaig vè auver ’n Brussels waudje nog deeper noe te paaze. Iets wat ik overigens altijd met veel plezier doe. Bon! Gelaaik as we gezeid hemme! Laat één ding alvast als een paal boven water staan, waarde lezer: as we ons in den drooj ni teigekomme, blaaft er nog altaaid de sprint auver. En noe de finish komme we toch allemoe waal baa ien. Zonder drooj...
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.53, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@ bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina. hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw. be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw. be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. devestele@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@ bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1249 PAGINA 24 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Hard getraind voor de halve marathon op 10 oktober: (vlnr.) Bashar, Klaartje, Haider en trainer Abdel, (onder) Abdul Rahim.
© FRANCIS MARISSENS
Lopen > Brussels (anderhalve) marathon op zondag 10 oktober
Vluchtelingen op de loop BRUSSEL – Is de 20 km door Brussel al jaren het Belgische loopevenement bij uitstek, dan weet ook de marathon telkens duizenden sporters naar de hoofdstad te lokken. Niet dat ze allemaal voor de 42,195 kilometer gaan: er staat ook een halve marathon op het programma, en die afstand is veel populairder.
D
it jaar worden er ruim 7.500 lopers verwacht voor de Brussels Marathon. Sommigen zijn geboren en getogen Brusselaars, anderen komen van ver uit het hinterland afgezakt. Of nog van veel verder, zoals een achttal jongeren uit Afghanistan en Afrika. Niet dat ze speciaal een vlucht boekten om hier deel te nemen; nee, ze zijn echt op de loop, vluchtelingen die asiel in België hebben aangevraagd en nu in het Klein Kasteeltje logeren. Het onthaalbureau BON werkte met hen een begeleidingstraject af: Masir Avenir, een zomerprogramma inburgering voor minderjarige
asielzoekers, gefinancierd door het Europees Vluchtelingenfonds (EVF). Ook BON-medewerkster Klaartje Ory haalde tijdens het zomerkamp haar loopschoenen boven. “Naast een twintigtal Afghaanse jongeren hadden we ook tien Afrikanen in de Masir Avenir-groep,” vertelt Ory. “Een van die gasten had op kamp nergens zin in. Echt nergens in. Eerder had hij weleens laten vallen dat hij heel graag liep. Dus trok ik mijn outfit aan voor een toertje: ik hoopte hem zo uit zijn kot te lokken. Het lukte niet, ik kreeg hem niet mee, maar heel wat Afghaanse jongeren wel. En voor we het goed en wel doorhadden, vormden we een loopclubje.”
“Ook terug thuis gingen we door. Dus daagde ik hen uit: waarom niet eens meedoen aan de halve marathon van Brussel? BON-collega Abdel kwam mee de trainingen begeleiden. Want als het echt hard gaat, kan ik de jongens niet volgen.” “Golazo, het evenementenbureau dat de marathon organiseert, schonk ons twaalf gratis inschrijvingen. En men bracht ons ook in contact met de loopschoenenfabrikant Asics, die voor iedereen een loopuitrusting veil had. Sommige jongens liepen tot dan op gewone schoenen.”
Dari en sporttaal Drie keer per week wordt er getraind in het Koekelbergse Elisabethpark. Hussein Amiri (18) gaat niet mee vandaag. Hij is gisteren gaan lopen met een vriend. “Toch twee keer tien kilometer,” zegt hij. En die hangen nu nog in de benen. “Maar ik wil deze week
graag ook eens naar Steenokkerzeel lopen. Naar dat andere opvangcentrum. Iemand van het Klein Kasteeltje gaat me de weg tonen. Bovendien spreken ze daar Nederlands. Ik vind dat een heel mooie taal. Frans niet: daar snap ik niks van.” “Vijf maanden ben ik nu in België,” vertelt Amiri. “Vroeger liep ik nooit, tenzij om te spelen. Maar die halve marathon haal ik zeker. Toch ga ik daarna niet verder doen: gewichtheffen, dat is wat ik wil. Ik ga al af en toe fitnessen, maar ik zou me moeten aansluiten bij een echte club. Die ken ik hier nog niet.” Bashar is zestien en woont een jaar in het Klein Kasteeltje. “We zijn nu zo’n vijftig dagen aan het trainen, drie keer per week. Voor mij was dit nieuw. In Afghanistan had ik enkel wat aan karate gedaan. Maar 21 kilometer lopen, dat gaat ons lukken. We leggen nu meestal vijf, zes rondjes in het park af.”
BDW 1249 PAGINA 25 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
Haider is Irakees. Hij is al 25 jaar en zat niet in de oorspronkelijke groep jongeren. Maar ook hij wilde graag meedoen. “Ik ben nu een jaar en acht maanden in België en wacht nu om te mogen blijven. Sportief ben ik altijd al geweest. In Irak speelde ik voetbal, ik ging zwemmen en lopen. En ik heb er ook eens
“Ik zou deze week graag eens naar Steenokkerzeel lopen. Naar dat andere opvangcentrum. Iemand van het Klein Kasteeltje gaat me de weg tonen”
ook na de halve marathon van Brussel wil ik verder blijven lopen.” “Het werkt dubbel,” legt Klaartje Ory uit. “De Afghanen spreken Dari, maar volgen Nederlandse les. De gemeenschappelijke taal hier is sport, gekruid met enkele woordjes Nederlands. Mentaal sterkt het hen. ‘Zo denken we eens niet aan problemen,’ zeggen ze vaak.” Abdul Rahim (17) heeft er in elk geval schik in. “Brussel is oké, maar hier spreken ze wel niet veel Nederlands. Geef mij maar Gent, Antwerpen of een plaatsje in een Vlaamse provincie. Daar zou ik later graag wonen. Andere mensen begrijpen is belangrijk.” “Dat we samen lopen, vind ik tof,” zegt Rahim. “We zijn vrienden geworden. Individueel gaan lopen, daar hou ik helemaal niet van. In groep is het veel aangenamer.” Enkele jongens trainen niet meer mee of komen minder vaak. Ze kregen een nieuwe woonplaats toegewezen. “Er is een jongen verhuisd naar Roeselare; een andere wordt opgevangen in Tongeren,” zegt Ory. “En die liet me al weten: ‘Het eerste wat ik hier heb gevonden, was een tof park om te lopen.’ Dat was dus al een heel klein beetje thuiskomen. Ook zij zullen er op 10 oktober bij zijn in Brussel.”
meegedaan aan een lange wandeltocht: twee dagen en één nacht stappen, met alleen een paar pauzes van tien minuten om wat te eten en te drinken. Stoppen is voor mij geen optie:
Francis Marissens
Meer over het BON-project Masir Avenir op de blog masiravenir.wordpress.com. Meer over de Brussels Marathon op www.sport.be/runningtour/ brusselsmarathon/2010/nl
MEER MARATHON: ‘DE COMFORTABELSTE’ SCHAARBEEK – 42,195 kilometer lopen op een atletiekpiste: de unieke pistemarathon van de Schaarbeekse atletiekclub – dit jaar op zaterdag 16 oktober – zit aan zijn negende editie. 105 rondjes van telkens vierhonderd meter zwoegen: gelukkig wordt de marathon in ploegen van zes lopers afgelegd. Voor er om 15 uur gelopen wordt, staan in de voormiddag de individuele nummers op het programma. Om 9 uur wordt de 5.000 meter gelopen, vooral door mensen die Start to run volgen. Een uur later wordt een individuele halve marathon gelopen. “Het is altijd een feest,” stelt Dirk Ghys, voorzitter van Schaarbeekse atletiekclub RCAS.
“Er is altijd muziek en animatie. In het verleden waren er bijvoorbeeld al Burundese tamboerijnspelers, een accordeonspeler en een buikdanseres. Wie er dit jaar komt, blijft nog een verrassing.” “Elke vierhonderd meter is er bevoorrading, en er staan masseurs en kinesitherapeuten ter beschikking. Het is de meest comfortabele marathon die je kunt vinden. Voor deze negende editie proberen we nog met een sponsor wat speciaals te organiseren, maar ook dat ga ik nog niet verklappen.” Inschrijven kan op www.pistemarathon.centerall.com en kost 12 euro. Een groot deel van de opbrengst gaat naar Artsen Zonder Grenzen. TS
EN NÓG MARATHON: DE GROENSTE LAKEN – Ook tijdens de Acerta Brussels Ekiden, ook op zaterdag 16 oktober, leggen zes lopers samen een marathon af. Maar eerst lopen zes- tot twaalfjarigen de dag in. Van het Koning Boudewijnstadion naar het park van Laken en terug: het parcours is vijf kilometer lang en wordt acht keer afgelegd, waarbij de laatste ronde iets langer wordt gemaakt om de 42,195 kilometer van de marathon vol te maken. De eerste loper loopt vijf kilometer, de volgende tien en zo wisselen de lopers steeds af. Deelnemers krijgen heel wat voordelen. Een medaille, kleedkamers en een massageteam te hunner beschikking, of nog: een uitstekende bevoorrading – het is er allemaal. De winnaars strijken ook een aardige stuiver
op. Zo ontvangt de eerste ploeg bij de mannen 1.440 euro, bij de vrouwen 1.200 euro. Voor de eerste atletiekclubs is er een speciale bonus. De aflossingswedstrijd gaat om 13 uur van start. Een uur eerder schieten de zes- tot twaalfjarigen uit de startblokken in de Chiquita Kids Run, die een kilometer lang is. Wie de dag zelf nog wil inschrijven, moet om 10 uur bij het Koning Boudewijn stadion zijn. De inschrijvingsprijzen varië ren van 60 euro voor atletiekclubs tot 120 euro voor verenigingen, vriendenploegen en bedrijven. Wie daar een functioneel T-shirt bij wil, moet 60 euro meer op tafel leggen. Inschrijven kan ook vooraf op www.acertabrusselsekiden.be. TS
David Steegen One Ze zijn met weinig in orde, die Kroaten. Het strenge lastenboek van de Europese voetbalbond, bestemd om de wedstrijdorganisatie in goede banen te leiden, heeft weinig waarde in de badplaats Split. De veiligheid laat te wensen over, heethoofden van Hajduk vallen RSCA-fans overal aan in de prachtige stad, vuurpijlen leggen de wedstrijd stil, er is geen catering voor onze spelers – maar het kan ons allemaal niet deren. We spelen goed. Daarover zijn zelfs de meegereisde Belgische journalisten het eens. Hajduk Split speelt voor de eerste maal Europees sinds 1994. De honger is groot en voelbaar. De tribunes daveren op hun grondvesten. De avond voor de wedstrijd dineer ik met enkele mediamensen in het restaurant van de voormalige stervoetballer Igor Tudor, die nog niet zo lang geleden het mooie weer maakte bij Hajduk Split en Juventus. Alle Kroaten zijn ervan overtuigd, Anderlecht gaat eraan. De volgende dag zit ik naast diezelfde journalisten op de perstribune. We zijn opgetogen over de geleverde prestatie. Dit kan niet meer mis gaan. En toch – de magie van voetbal. We blijven aanvallen. De overwinning lijkt nabij. Een gesmoorde aanval leidt het enige doelpunt van de avond in. Voor Hajduk. RSCA heeft een keer te veel aangevallen. Na de wedstrijd worden de wonden gelikt, maar elke speler is professioneel. Deze nederlaag is onterecht. Op vrijdag maken we ons klaar voor de verplaatsing naar Luik. Bous komt me vertellen dat hij erin gelooft, Jonathan Legear en Matti Suarez hebben vertrouwen. Tegenslag loert dit seizoen voortdurend om de hoek. Op zondag komen we in de late namiddag aan in Luik voor de Classico tegen erfvijand Standard. De ontvangst is vurig. De tweehonderd meter die we moeten overbruggen van het parkeerter-
rein naar de bestuursruimte, is hallucinant. Tientallen stewards moeten de Brusselse delegatie escorteren. Het loopt gelukkig niet uit de hand. Anderhalf uur later komt de 5-1 pandoering hard aan. Sommige Luikenaars – enkelingen – blijven tot ver na de wedstrijd in het stadion om onze coach uit te schelden. Soit. Na de wedstrijd nemen RSCA-supporters algemeen directeur Herman Van Holsbeeck op de korrel. De klap komt hard aan. De baas neemt zijn verantwoordelijkheid en gaat de dialoog aan. Tevergeefs. De woede is te groot. Er gebeurt elke dag iets in Brussel. Alleen de eerste plaats telt voor Royal Sporting Club Anderlecht. We zijn de enige club die op negatieve kritiek mag rekenen na een 5-0 overwinning tegen KV Mechelen, onze dichtste achtervolger. Dat is ons lot, geen excuus. Hoge bomen vangen veel wind, alle wind. We raken niet weg uit Sclessin. De baas van de Rouches, Luciano D’Onofrio, ontfermt zich over de delegatie in zijn loge. Voetbal kan, achter de schermen, vriendschappelijk zijn. De sfeer rond een topper is niet overal beklemmend. Vele Luikenaars zijn vriendelijk, andere minder. Bij het verlaten van het stadion lopen we over het verlaten veld. Ik werp een laatste blik op de doelen waar we ten onder gingen. Onderweg naar de bus bezoeken we kort de verlaten kleedkamer van RSCA. De rit naar Brussel is stil en lijkt eindeloos. Omstreeks halftwaalf neem ik afscheid van Van Holsbeeck, gelouterd en geplaagd. Maar wat er ook gebeurt: we are one. Wij zijn Brussel.
www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Avontuur > Geocaching is nieuwe rage
Moderne schattenjacht met gps BRUSSEL – Geocaching: met een gps in de hand en de coördinaten op zak ontdekt u stad en wereld op een andere manier. “Met je gps-toestel in de hand ga je op zoek naar de schat, een waterdichte doos, ergens op een weinig bezochte plek,” vertelt Marc Nollet (58) uit Sint-Lambrechts-Woluwe. Bijna tien jaar geleden was hij van de eerste geocachers in België. “De coördinaten vind je op www.geocaching.be. Als je de schat hebt gevonden, schrijf je je bevindingen in het logboek dat in de doos steekt. Je mag er ook een voorwerp uit nemen, maar je moet er zelf ook weer iets in stoppen.” De schat wordt verstopt door een geocacher, die de coördinaten op de hierboven vermelde website zet. Daarop tikt een cacher de coördinaten in op zijn gps en volgt hij de pijltjes tot hij de doos vindt. “Tijdens de zoektocht kom je op plekken waar je anders misschien nooit zou komen. Brussel ontvangt elke dag bijvoorbeeld een hele
hoop zakenmensen en toeristen. Sommigen onder hen ontdekken met geocaching een ander gezicht van de stad.” “In onze hoofdstad is een van mijn favoriete caches die waarbij je zowat al de kleine doodlopende straatjes in het centrum door moet,” vertelt Nollet. “Het is in feite een multicache. Je moet naar verschillende plekken, waar je elke keer hints vindt en zo uiteindelijk de schat vindt. Je hebt ook caches waarvoor je de fiets of zelfs de auto moet nemen.” België telt nu 7.193 caches, Brussel 181. Wereldwijd zouden er zo’n 1,2 miljoen schatten verborgen liggen, en er komen er zowat elke dag nieuwe bij. “Sinds de opkomst van de gps is het echt ontploft, en het blijft maar groeien. Wel zeker kun je dit als een sport zien! Voor sommige caches moet je bijvoorbeeld tien kilometer wandelen. Sommige geocachers zoeken wel tien doosjes in een weekend.” Tim Schoonjans www.barontoo.com, www.geocaching.be
BDW 1249 PAGINA 26 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
zaIE
STICHELE
R IEDE
RE
Z
V OO
T 13 J A TO
BD W
© SASKIA VANDER
• R A
EN VAN 9
ering... Jorik in volle bewond
voor een schubbige
vuurspuwer.
van Gaasbeek l e te s a K t e h in d e ro lling Drakengeb te s n o to n te : e g a rt o p Re
o n i d e d n a v e j f e e n r e t h c a t e H en een spannende film em no : en ijz W r de n r en de Stee ende d, Avatar, Harr y Potte an rl de on W ze schattige vuurspuw in de e er ic Al ov en et w Shrek, il w r ie mee k over het scherm. W eel van Gaasbeek. st aa dr Ka t n he ee in el d w oe gt ie br vl ge er aan Draken een bezoek brengen nd ge in dr t oe m s, beestje
ENS DOOR PATRICK JORD
T
Drakendans Of ze nu echt geleefd hebben of niet, dat doet er weinig toe. Op de tentoonstelling krijg je goed te zien dat draken al eeuwen lang tot de verbeelding spreken: tekeningen, schilderijen, covers van stripverhalen, beeldhouwwerken, affiches... draken zijn er in overvloed aanwezig, in allerlei soorten, maten en gewichten. “Ook in het Oosten is de draak een belangrijk dier,
maar wel op een compleet andere manier dan hier in het Westen,” vertelt Marieke nog. “Bij ons staat de draak symbool voor het kwade, in het Oosten brengt hij geluk en rijkdom en wordt hij gezien als de voorvader van de keizer. Volgens de legende had de eerste Chinese keizer zelfs een drakenstaart! In China wordt Nieuwjaar nog altijd gevierd met een drakendans.” De kinderen zien op de zolder van het kasteel een heel
© ILAH
ot in de zeventiende eeuw hebben wetenschappers hun hersenen gepijnigd over de vraag of draken echt hebben bestaan of niet. Hele boeken hebben ze erover vol geschreven, zo groot was het draken-mysterie. Zo’n wetenschapper noemde men een drakoloog. De vijfdeklassers van De Kleine Prins, een school uit Lennik, bezoeken samen met Zazie de tentoonstelling. Ze zijn geen drakologen en ze geloven ook niet dat hier ooit draken hebben rondgelopen. “Alleen maar in sprookjes,” zegt Ella, “want we hebben er nooit een bewijs van gevonden.” Maar Marieke, onze gids, twijfelt. “Kijk maar eens naar dit skelet van een dino: een hoge, stekelige rug, een lange staart, heel veel scherpe tanden... Met een beetje fantasie kan je er een draak in zien, toch?” – “Maar dino’s konden geen vuur spuwen!” reageert Jorik heel pienter. Waarna Marieke een gigantische schedel van de Tyrannosaurus rex toont, met zulke grote neusgaten dat er makkelijk hele vuurballen uit konden rollen. “Mmmja, wie weet...” zie je iedereen denken.
BDW 1249 PAGINA 27 - DONDERDAG 7 OKTOBER 2010
lang, sierlijk drakenlichaam, gemaakt van kleurrijke stof. Met Nieuwjaar kruipen daar verschillende mensen in om er feestelijk dansend mee op straat te komen. En nog een bewijs van de populariteit van de draak: al die mooie drakenvliegers waar Japanse en Chinese kinderen zo verzot op zijn...
IEP!
Gevleugeld of... besnord? Westere en oosterse draken lijken broertjes, maar er zijn best nogal wat verschillen: in het Westen wordt een draak meestal afgebeeld met vleugels, en zijn poten hebben een drietal klauwen. De Aziatische draak moet het zonder vleugels stellen, maar hij kan toch vliegen, dankzij een XXXL-staart waarmee hij zijn lichaam heel snel op en neer beweegt. Meestal heeft hij vijf klauwen én – pikant detail – een snor! “Maar die draken zien er wel net zo angstaanjagend uit,” merkt een van de vijfdeklassers op. “Dat komt omdat ze op die manier de boze geesten op afstand houden,” weet Marieke nog te vertellen. “In feite beschermen ze dus de mensen, terwijl wij in het Westen dachten dat we ertegen moesten vechten.” Zo zit deze tentoonstelling vol leuke weetjes over leuke beestjes. En natuurlijk zijn er veel bloedstollende filmfragmenten te zien, de kinderen uit Lennik kregen er maar niet genoeg van. Uit welke films gaan we hier natuurlijk niet verklappen, of wat dacht je? Ga zelf eens op drakenjacht in Gaasbeek!
VANGER
BLIK
Is het een piepklein meisje met vleugels, of een wat groot uitgevallen vogeltje met benen? Op een dag als geen ander vindt Vogelkijker Warre onder een struik een vreemd wezentje. Hij neemt het mee naar huis. Samen met zijn vrouw Tine besluit hij Viegeltje (want zo heet ‘het’) te houden... Dat wezentje brengt namelijk leven in huis. Maar dan vliegt Viegeltje er zomaar ineens vandoor, de vogels achterna... Het begin van een groot avontuur. Iep! is een heerlijke jeugdfilm die enkele maanden geleden heel kort in onze bioscopen te zien was, en op nu zondag 10 oktober één keer getoond wordt bij Bronks. In dat jeugdtheaterhuis kan je dus voortaan ook af en toe een goeie film meepikken. Iep! is gebaseerd op het bekroonde en al even steengoede boek van Joke van Leeuwen. Surf naar www.bronks.be voor meer info!
Drakengebroed kan je nog gaan bekijken tot en met 7 november (gesloten op maandag). Meer info op www.kasteelvangaasbeek.be.
[ SORRY ] SNORRY ?
© SASKIA VANDERSTICHELE
Gewoon genieten!
Olivier Schoonbroodt is boswachter. “Eerst wou ik F-16-piloot worden!”
In Brussel loopt de Veertiendaagse van het Woud op zijn einde, en in Vlaanderen begint op 10 oktober de Week van het Bos. Onze bossen krijgen terecht wat extra aandacht, zo bij het begin van de herfst. Olivier Schoonbroodt werkt als boswachter in het Zoniënwoud, al veertien jaar intussen. En wie kan ons beter vertellen over de toestand van het bos dan een boswachter? Was het een kinderdroom van jou om in een bos te werken? Olivier (O): Eerst wou ik F-16-piloot bij het leger worden. Maar toen dat niet lukte, ben ik een cursus bosbouwkunde gaan volgen. Je moet dus wel studeren om boswachter te worden! Na drie examens ben ik hier in het Zoniënwoud terechtgekomen. Als kind heb ik heel vaak in het bos gespeeld, ben ik op jacht geweest met mijn vader
en zo. Ik heb altijd veel liefde gehad voor de natuur. Hoe ziet een werkdag van een boswachter eruit? O: Ik ben nu de chef van een brigade, en per brigade zijn er vijftien mensen. Voor heel het Zoniënwoud zijn er twee brigades verantwoordelijk. ’s Ochtends om acht uur beginnen we en geef ik de werkopdrachten aan de mannen van mijn brigade. Ons belangrijkste werk bestaat uit toezicht en beheer van het bos. ‘Toezicht’ wil zeggen dat we erop letten dat mensen het bos respecteren. Daarvoor rijden we vaak rond met onze terreinwagens, we spelen een beetje voor bospolitie. Er wordt hier toch nog redelijk veel gesluikstort. ‘Bosbeheer’ wil, kort samengevat, zeggen dat we een aantal stukken bos opnieuw aanplanten. Oude bomen worden verkocht en geveld, en nadien planten we nieuwe bomen. Dat is het grootste deel van ons werk. Wist je dat van de ongeveer 2.500 bomen die per hectare worden aangeplant, er gemiddeld maar honderd overleven? Een boswachter wil voor de toekomst een zo schoon en een zo groot mogelijk bos achterlaten. Gaat het goed met het Zoniënwoud? O: Het is duidelijk dat de beukenbomen veel last hebben van de opwarming van de aarde. Vroeger bestond het Zoniënwoud voor tachtig procent uit beuken, nu nog maar voor zestig procent. Een beuk kan hier tot tweehonderd jaar oud worden, maar je ziet nu soms aan het bladerdek van veel jongere beuken dat ze al op sterven na dood zijn. Als de wetenschappelijke voorspellingen kloppen, dan zal de beuk onze streek niet overleven. Daarom planten we nu almaar meer andere bomen aan, eiken bijvoorbeeld. Heb je nog een tip voor de lezers als ze hier komen wandelen? O: Gewoon genieten! En ja, natuurlijk respect hebben voor het bos... Het is echt wel bijzonder dat we zo dicht bij de stad zo’n prachtig woud hebben. Surf eens naar www.weekvanhetbos.be!