BDW - editie 1250

Page 1

ARNO OP TOURNEE DOOR BRUSSEL En Ben Hamidou, Tom Dewispelaere,...

14 10 10

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

Op 14, 15 en 16 oktober spelen ‘thuislozen en zielsverwanten’ de voorstelling Kaputt! in de Begijnhofkerk – 17 oktober is Werelddag van Verzet tegen Armoede. Regisseur Kris Kaerts nodigt uit (p. 14): “Beste rijke, ongelukkige Vlaming, kom a.u.b. kijken.”

Welzijn > Duizenden extra armen sinds 2000, zeggen statistieken

Armoede blijft toenemen BRUSSEL – In tien jaar tijd kreeg Brussel duizenden extra armen te verwerken. Dat blijkt uit de statistieken van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn. Onrustwekkend, vindt de studiedienst.

H

et aantal armen in het Brusselse gewest is de jongste tien jaar met duizenden toegenomen. Dat blijkt uit een vergelijking van armoede-indicatoren. Volgens Truus Roesems, die sinds 2000 als wetenschappelijk medewerkster de armoederapporten van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn mee opstelt, kwamen er zelfs “tienduizenden armen” bij. Nu leeft 26,3 procent van de Brusselaars onder de armoederisicogrens, wat voor een alleenstaande een maandelijks inkomen van 899 euro betekent. In absolute cijfers zou Brussel 290.000 armen tellen.

Verschillende armoede-indicatoren laten de groeiende armoede zien. Tussen januari 2000 en november 2009 steeg het aantal Brusselaars officieel met ruim 140.000, tot 1.101.872. Bedroeg het aantal werklozen in september 2000 nog 71.758, dan steeg dat vorige maand tot 111.267, een historisch record. Vooral de jongerenwerkloosheid blijft hoog: in 2009 had meer dan een derde van de jongeren jonger dan 25 jaar geen baan; in Sint-JansMolenbeek en Sint-Joost-ten-Node was dat zelfs meer dan veertig procent. Tegelijk nam het aantal OCMW-steuntrekkers tussen ok-

ARM IN BRUSSEL 11 PAGINA’S IN DEZE KRANT

tober 2002 en maart 2010 toe van 16.261 naar 26.610. En dan is er nog de zogenaamde twintigste Brusselse gemeente. Die niet-bestaande gemeente slaat volgens sociale organisaties op de vele duizenden mensen zonder verblijfspapieren, die veelal in extreme armoede leven.

Deprimerend Het pas voorgestelde Brussels Armoederapport 2010 bevestigt de trend. De opstellers gebruiken meer dan een keer het woord onrustwekkend, of het nu gaat om (jongeren)werkloosheid, langdurig werklozen, schoolse achterstand of een laag opleidingsniveau. Brigitte Grouwels, een van de twee bevoegde Brusselse ministers, sprak van ‘deprimerende cijfers’. Als actie stelde de CD&V-politica een plan met 34 doelstellingen – inclusief budget,

maar zonder timing – voor. Grouwels vond het ‘te vroeg’ om een cijfer op de doelstellingen te plakken. “Ik hoop wel dat we binnen twee jaar een stagnatie of lichte daling optekenen.” Tegelijk prees ze het feit dat de Brusselse regering en de drie gemeenschapscommissies voor de eerste keer samen ageren. Maar de cijfers zijn al jaren bekend; de vraag rijst waarom dat niet vroeger kon. Toch is armoede niet alleen een verantwoordelijkheid van de Brusselse politici. Zo moeten de Brusselse ministers bij de federale overheid ‘aandringen’, vindt Grouwels, om de minimuminkomens en laagste inkomens van de arme Brusselaars te verhogen. Tegelijk dienen ze bij de gemeenschappen aan te kloppen ter versterking van het (Franstalige) onderwijs, dat al jaren tekortschiet. Steven Vandenbergh

© DIETER TELEMANS

VLAAMS ZORGDORP MAG NIET VAN PICQUÉ BRUSSEL – Slechts twee Vlaamse rusthuizen zijn er in Brussel. En als het van de Brusselse regering afhangt, hoeven er geen bij te komen. Althans, dat valt af te leiden uit het antwoord van Brussels staatssecretaris Emir Kir (PS) in het Brussels parlement. Kir zei, in naam van de regering-Picqué, dat het Vlaams project voor een ‘zorgdorp’ op de verlaten site van de Katholieke Universiteit Brussel er beter niet komt. Hiermee gaat hij in op de vraag van de Koekelbergse burgemeester Philippe Pivin (MR). Die vindt een zorgdorp ‘weerzinwekkend’ en zegt er alles aan te doen om het ‘bejaardengetto’ uit zijn gemeente te weren. Pivin krijgt de steun van parlementslid Marie Nagy (Ecolo), die vindt dat er op de KUB-site een sociale wijk SVG moet komen. Lees ‘Uitgelicht’ op p. 2: ‘Vlaamse bejaarden niet welkom in Koekelberg’

‘WE ETEN LEKKER EN GOEDKOOP EN WE ZITTEN SAMEN AAN TAFEL.’ Sociaal restaurant De Harmonie ‘EEN BEETJE LUXE, OOK VOOR DE ARMEN.’ Een sociale supermarkt in het hart van de Marollen ‘MOEDERLIEFDE IS ONVERVANGBAAR.’ Portret van Caro Bridts, ‘ervaringsdeskundige’ ‘ARMOEDE IS IDEOLOGIE.’ Francine Mestrum over de dubbele bodems van de Europese politiek DRIE LESSEN DER ARMEN. Kris Kaerts over Kaputt!, een theatervoorstelling ‘met thuislozen en zielsverwanten’ BDW OPINIE: ‘Allerminst opbeurend’ – Anne Brumagne over armoede ‘WELKOM IN PING CITY!’ Zazie en het KTA Jette spelen Ping, een game over twee tieners in armoede

4-5 6-7 8-9 14-15 26-27

N° 1250 VAN 14 TOT 21 OKTOBER 2010 ¦ WEEK 41: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE


BDW 1250 PAGINA 2 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

OPMERKELIJK © ANJA GALICIA

Uitgelicht > Burgemeester Pivin wil niet weten van zorgdorp aan KUB

BESCHUTTE WERKPLAATSEN GETROFFEN BRUSSEL – De economische werkloosheid bij de 1.850 werknemers van de Brusselse beschutte werkplaatsen is in twee jaar tijd verdriedubbeld. De sector luidt de alarmbel.

KOEKELBERG – Een Vlaams woonzorgcentrum in Koekelberg op de site van de voormalige Katholieke Universiteit Brussel? Voor burgemeester Philippe Pivin (MR) is dat no pasarán. Hij wil geen ‘bejaardengetto’, noemt het project zelfs ‘weerzinwekkend’. Ook de Brusselse regeringspartijen PS en Ecolo reageren afwijzend.

V

laanderen wil al sinds 2003 meer Nederlandstalige bejaardenvoorzieningen in de hoofdstad. Om senioren ideaal te bedienen wil de Vlaamse Gemeenschap daarbij graag serviceflats, dagcentra, paramedische beroepen en een rusthuis op één plek onderbrengen. Dit concept van woon- en zorgcentra doet het goed in Vlaanderen. In Brussel is de ruimte beperkt. Grote beschikbare sites zijn of moeilijk te vinden, of erg duur. Het Masterplan Woonzorgzones van de Vlaamse Gemeenschap moet  voor een doorbraak zorgen. Dat  is geen overbodige luxe. Er zijn  vandaag maar twee Nederlandstalige rusthuizen in Brussel.

In Koekelberg ligt nu een grote kans: de gebouwen van de Katholieke Universiteit Brussel (KUB) staan volledig leeg. De laatste profs, studenten en de administratie zijn vorig jaar verhuisd naar de Stormstraat in hartje Brussel. De universiteit gaat daar verder onder de vlag van de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Hiermee komt in Koekelberg bijna twee hectare vrij op een interessante plek in de stad: dicht bij een park en vlak bij metro en tram. Een woon- en zorgcentrum op  die plek is win-win voor de Vlaamse gemeenschap in Brussel. De HUB kan haar grond en gebouwen  verkopen en vermijdt zo leegstand, en er komt plaats vrij voor nieu­we bejaardenvoorzieningen.

De deal is rond. De HUB (ex-KUB) verkoopt volgende week gebouwen en grond aan de vzw Sint-Vincen­ tius, die in Erpe-Mere al een bejaardentehuis uitbaat. De vzw zal er een rusthuis, serviceflats en een herstelhotel bouwen. Dat alles samen moet een echt zorgdorp worden. “De erkenningen zijn aangevraagd bij de Vlaamse Gemeenschap,” zei David Larmuseau, directeur van Sint-Vincentius, in juni in deze krant. Maar Franstalige politici gooien roet in het eten. In de commissie Stedenbouw van het Brussels parlement gaf Marie Nagy (Ecolo) een schot voor de boeg. Zij vindt de site niet geschikt voor een (Vlaams) bejaardenproject. “Er zijn al veel tehuizen in die buurt, en je kunt je afvragen of een monofunctionele invulling van een dergelijke strategische zone voor het Brussels Gewest een goed idee is.” Nagy vindt dat er sociale woningen moeten komen, waarvan er in Koekelberg te weinig zijn. Ze vraagt aan staatssecretaris voor Huisvesting Christos Doulkeridis

(Ecolo) om dat idee te onderzoeken. Philippe Pivin, burgemeester van Koekelberg en Brussels parlements-

De gemeente Koekelberg wil het BBP aanwenden om het project te kelderen lid, gaat nog verder. Hij neemt het niet dat de gemeente niet geraadpleegd werd (wat betrokkenen ontkennen, zie verder) en dat de verhuizing van bijna duizend studenten ‘en stoemelings’ is gebeurd. Ook over de toekomst van de site laat hij zich uit. “Het project, met de weerzinwekkende naam ‘Zorgdorp’, is niet welkom in de gemeente Koekelberg. Wij zullen dit bejaardengetto

DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS © JO VOETS

Bedroeg de tijdelijke werkloosheid van de dertien Brusselse beschutte werkplaatsen samen in 2008 bijna vijfduizend dagen, dan waren er dat een jaar later al meer dan zestienduizend. Volgens Benoît Ceysens, de voorzitter van Febrap, de Brusselse federatie van beschutte werkplaatsen en ook directeur van de Heembeekse beschutte werkplaats Nos Pilifs, hebben de werkplaatsen dit jaar al bijna elfduizend werkloosheidsdagen opgetekend. “Eind dit jaar ligt dat dus minstens even hoog als vorig jaar.” In de beschutte werkplaatsen werken nu 1.850 mensen, van wie 1.450 met een handicap. Het voorbeeld van ManufastABP spreekt boekdelen. De 350 werknemers, onder wie driehonderd mindervaliden, in de Berchemse beschutte werkplaats scannen kortingsbonnen en versturen mailings. Toen Manufast-ABP vorig jaar een grote klant aan een andere beschutte werkplaats in Vlaanderen verloor, werden zeventig mensen getroffen. Zij bleven in totaal duizend dagen afwezig. Maar het bedrijf herpakte zich, en iedereen kon opnieuw aan de slag. Tot het vorige week vernam dat zijn grootste klant naar Wallonië verkast. “We vermoeden dat ze dat doen om daar met een andere beschutte werkplaats samen te werken,” zegt Anne-Marie De Herde, human resources director bij Manufast-ABP. “Ook nu gebeurt de verhuizing omdat de klant de kosten wil drukken, niet omdat hij ontevreden zou zijn.” Het contract met deze klant eindigt september 2011, met de bedreiging van tientallen banen tot gevolg. Volgens Benoît Ceysens treft de malaise vooral bedrijven die goederen behandelen (verpakking, mailing) en drukwerkbedrijven. De stijgende werkloosheid wijt hij aan “bedrijven die naar het oosten trekken, en banen die verdwijnen door informatisering.” SVdb

Vlaamse bejaarden niet welkom in Koekelberg

De Keniaan Levy Matebo liep in Brussel zijn eerste marathon en won die ook meteen, met een tijd van 2u13:30. Hij deelde het podium met twee landgenoten. Gino Van Geyte kwam een kleine tien minuten later als vierde aan op de Grote Markt en pakte zo de Belgische kampioenstitel.


BDW 1250 PAGINA 3 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

© SASKIA VANDERSTICHELE

WEEKOVERZICHT WOENSDAG 6 OKTOBER BIJ DE KONING. De partijvoorzitters van N-VA, SP.A, CD&V, PS, CDH en Groen! gaan langs bij koning Albert voor een consultatiegesprek. Het zijn eerste stappen in de nieuwe onderhandelingen over een staatshervorming nadat Bart De Wever (N-VA) twee dagen geleden de teller op nul heeft gezet. ‘ALORS ON DANSE’. Op het Flageyplein luisteren enkele duizenden fans naar een gratis optreden van de Brusselse artiest Stromae. Het optreden past binnen Oversteken zonder streken, de nieuwe verkeersveiligheidscampagne van het Brussels Gewest en een initiatief van staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!). BUS BESCHOTEN. Aan een bushalte in de Verdunstraat in Haren worden de ruiten van een bus beschoten. Kort daarna worden in Neder-Over-Heembeek de stoelen van een andere bus in brand gestoken. De politie vermoedt dat het om een bende gaat die eerder al verschillende feiten in de buurt gepleegd heeft.

DONDERDAG 7 OKTOBER

Vlaamse Gemeenschap, Hogeschool-Universiteit Brussel en een vzw uit Erpe-Mere hebben plannen voor een groot rustoord in Koekelberg. Brussels Gewest en gemeente Koekelberg reageren gepikeerd.

op ons grondgebied weren. We zijn voorstander van een gemengd project waar plaats is voor gezinnen en crèches.” Het is merkwaardig dat de twee Franstalige politici al dromen van de invulling van de site terwijl ze helemaal geen eigenaar zijn. Toch heeft de Brusselse overheid wel degelijk een vinger in de pap. De site staat in het Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) ingekleurd als universiteit. Er is dus een wijziging van het BBP nodig. En daarin hebben de gemeentelijke en de gewestelijke overheid wel degelijk een sturende rol. De gemeente Koekelberg wil het BBP aanwenden om het project te

“ “

kelderen, laat Pivin weten. En ook de Brusselse regering lijkt van plan om dat spoor te bewandelen. Staatssecretaris voor Stedenbouw Emir Kir (PS) zei in dezelfde commissie: “Gezien de eenzijdige verhuizing van de academische overheden is het beste wat wij kunnen doen, in overleg met Koekelberg, een project te onderzoeken waarbij woningen, een crèche en een cultureel centrum op de site worden gebouwd. Het kan een ambitieus project worden, dat tegemoetkomt aan wat de plaatselijke bevolking nodig heeft.” Is dit een streep door de rekening van het Vlaamse bejaardenbeleid in Brussel? Bij de Vlaamse Gemeen-

schapscommissie (VGC), waar het woonzorgproject minutieus is voorbereid, hopen ze dat het zal koelen zonder blazen. Vlaams woonzorgexpert Herwig Teugels: “Het is een politiek woelige periode. Als alle adminis­t ratieve procedures doorlopen zijn, zijn we negen maanden verder. Tegen dan hebben we misschien een federale regering en zal de rust wel zijn teruggekeerd.” Teugels ontkent intussen dat het project en stoemelings tot stand kwam. “We hebben contact gehad met de gemeente. Van een weigering was daar zeker geen sprake.” Steven Van Garsse

ZORGDORP ‘WEERZINWEKKEND’. Franstalige politici spreken zich in het Brussels parlement erg negatief uit over het project van de Vlaamse Gemeenschap om een woon- en zorgcentrum te bouwen op de site van de voormalige Katholieke Universiteit Brussel. De Koekelbergse burgemeester Philippe Pivin (MR) noemt het idee van een bejaardendorp in zijn gemeente zelfs ‘weerzinwekkend’. PETITIE TEGEN ROMA. In Sint-Joost-ten-Node tekent een dertigtal mensen een petitie tegen de aanwezigheid van Romazigeuners in hun gemeente. Volgens enkele van de ondertekenaars heeft de actie niets racistisch, maar gaat het om een protestkreet tegen de aanhoudende bedreigingen en winkeldiefstallen.

VRIJDAG 8 OKTOBER POLITIE BETOOGT. Een tweehonderdtal mensen van de vakbond VSOA Politie betoogt voor het Justitiepaleis tegen de toenemende agressie tegen ordehandhavers in de hoofdstad. Een week geleden raakten twee agenten gewond toen activisten het commissariaat aan het Vossenplein bekogelden. Volgens VSOA Politie moet strenger worden opgetreden tegen daders van zulke daden van agressie. Studentencafé moet dicht. In Koekelberg moet het studentencafé Het Groot Gevaar zijn deuren sluiten om tien uur ’s avonds. De maatregel geldt voor negentig dagen en komt er na een petitie van buurtbewoners tegen nachtlawaai. De uitbaters lanceren op hun beurt een petitie om de maatregel ongedaan te maken.

ZATERDAG 9 OKTOBER

In elk kind dat geboren wordt, herkennen wij het gelaat van God, ook in een ivf-kind en misschien in een ivf-kind nog meer.” Johnny De Mot, pastoor van de Goede Bijstandskerk, verdedigt in-vitrofertilisatie tegen het officiële standpunt van de Kerk in (in zijn homilie in een door Eén uitgezonden eucharistieviering).

Het aantal EU-geaccrediteerde journalisten in Brussel is in vijf jaar tijd met de helft gedaald. Precies in de periode dat de commissie-Barroso aan de macht was.” Jean Quatremer, Europa-correspondent voor Libération, maakt zich zorgen over de groeiende desinteresse voor Europa. Ook de crisis in de media speelt een rol, zei hij op de opening van het academiejaar van het Institut des Études Européennes van de ULB.

INCIDENTEN BIJ ANTI-KABILABETOGING. Aan de Congolese ambassade wordt een vrouw het doelwit van enkele betogers nadat ze met haar auto vast komt te zitten in de drukte van een demonstratie tegen de Congolese president Joseph Kabila.

ZONDAG 10 OKTOBER Brussels marathon. De Keniaan Levy Matebo schrijft de zevende editie van de Brussels Marathon op zijn naam. Gino Van Geyte wordt vierde en kroont zich zo tot Belgisch kampioen. De marathon kent dit jaar een recordaantal deelnemers: tienduizend, onder wie vierduizend buitenlanders. Dag tegen alzheimer. Op het Sint-Katelijneplein organiseert de Nationale Alzheimerliga een dag rond de ziekte van Alzheimer. Geïnteresseerden kunnen er met patiënten en hun familieleden praten. Er is doorlopend animatie in het Frans en Nederlands.

MAANDAG 11 OKTOBER GAT IN GEVANGENIS. In de gevangenis van Vorst ontstaan twee gaten door een waterlek. Even wordt gevreesd dat een van de twee vleugels van het gebouw weg zou zakken. De gevangenis in Vorst is sterk verouderd. In 2016 moet er een nieuwe grote gevangenis komen in Haren.

DINSDAG 12 OKTOBER

HET GETAL

111.267

Eind vorige maand waren er in het Brusselse gewest 111.267 werklozen. In vergelijking met een jaar geleden is hun aantal gestegen met negenduizend. Sterker nog: de werkloosheidsgraad in Brussel was nooit hoger en ligt nu op 21,8 procent. Even leek het beter te gaan

toen er eind augustus drieduizend werklozen minder geteld werden dan de maand voordien. Dat was de grootste daling sinds de economische crisis losbarstte. Waar  minister van Werk Benoît Cerexhe (CDH) toen nog sprak van een gevoelige daling, zijn er sindsdien opnieuw 3.500 werklozen bijgekomen. Volgens Cerexhe is de opvallende stijging enigzins te verklaren door het feit dat veel schoolverlaters zich in september hebben ingeschreven. BD

Elektrisch tanken. Langs de E19 in Ruisbroek wordt het eerste oplaadpunt voor elektrische wagens in gebruik genomen. In totaal komen er tien over het hele land. Samengesteld door Christophe Degreef en Benoît Demeester

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1250 PAGINA 4 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

26,3%

ARM IN BRUSSEL

Meer dan een kwart van de Brusselaars leeft van een inkomen dat lager ligt dan de armoederisicogrens die de EU voor België hanteert. Voor een alleenstaande ligt die grens op 899 euro, voor een koppel met twee kinderen op 1.888 euro.

36.000 8,6% 36.000 gezinnen zijn op zoek naar een sociale woning. Met de stijgende huurprijzen is de zoektocht naar een woning een van de nijpendste problemen waarmee armen kampen.

8,6 procent van de Brusselaars had in 2005 consumptieschulden. 13,3 procent heeft achterstallige betalingen voor basisvoorzieningen.

Bijna drie Brusselse kinderen op de tien groeien op in een gezin zonder arbeidsinkomen. Dat is dramatisch, geven specialisten aan, omdat kinderen hun ouders niet zien werken en omdat ze makkelijk in een spiraal van generatiearmoede terechtkomen.

Reportage > Een middag in het sociaal restaurant van dienstencentrum Harmonie

‘We eten lekker en goedkoop BRUSSEL – Twaalf lokale dienstencentra telt het Brusselse gewest. Twaalf plekken waar mensen met weinig centen goedkoop een warme maaltijd kunnen krijgen, twaalf plekken ook waar alleenstaanden terechtkunnen voor een babbel. “Thuis loop ik de muren op van eenzaamheid,” vertelt Daniël, een van de gasten in het restaurant van het lokale dienstencentrum Harmonie in de Noordwijk.

D

3 op 10

e Harmonie is ondergebracht in een oud, opvallend pand in de Harmoniestraat nummer 1. “Dit is een vroegere verkoopzaal, daarom kom ik hier graag, dit is een mooie ruimte,” legt Daniël uit terwijl hij een aquarel uit zijn tas haalt. Daniël is ontgoocheld: hij is naar het pandjeshuis geweest, maar daar hebben ze het schilderij van de hand van zijn vader geweigerd. “Ze nemen alleen nog maar olieverfschilderijen aan.” Daniël, een voormalige opvoeder die van een ziekte-uitkering moet rondkomen, komt maar heel af en toe naar de Harmonie, hij woont in oud-Molenbeek en gaat meestal naar Les Uns et Les Autres, een sociaal restaurant in de buurt van het Molenbeekse gemeentehuis. In Les Uns et Les Autres betaalt Daniël maar tweeënhalve euro, in de Harmonie bedraagt het dagtarief vijf euro. In Les Uns et Les Autres betalen de gasten naargelang van hun inkomen: maximaal 7, minimaal 2,50 euro. Daniël kent ondertussen alle sociale restaurants van Brussel: “Thuis loop ik de muren op van eenzaamheid.” In de Harmonie is het publiek veeleer oud en blank, in Les Uns et Les Autres is het publiek gemengd: jong en bejaard, autochtoon en allochtoon. Maar dat is dan ook de opdracht van het sociaal restaurant. De opdracht van de Harmonie is

anders: mensen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving laten wonen. Coördinator Veerle De La Ruel­ le: “Allochtone bejaarden zijn heel moeilijk te bereiken, er is nog werk aan de winkel.” Thérèse, die recht tegenover Daniël zit, gelooft niet dat je een lekkere maaltijd kunt aanbieden voor maar tweeënhalve euro. Gewoonlijk deelt

ze haar maaltijd met een vriendin, omdat ze slank wil blijven en omdat ze met haar OCMW-uitkering maar 2,50 euro kan betalen. Omdat er vorige vrijdag scampi op het menu stonden en haar vriendin er niet was, heeft ze voor één keer een volledige maaltijd genomen. “Als ik thuis kook, moet ik de helft weggooien.” Ze looft de Iraniër die haar

Samen aan tafel in de Harmonie, (vlnr.) Maria, Elise, Yvonne en Agnes.

de weg wees naar de Harmonie. De Harmonie staat niet alleen voor goedkope maaltijden, maar ook voor een betaalbaar bezoek aan het thea­ ter of een tentoonstelling. Thérèse moet rondkomen van 740 euro. Na het betalen van huur, elektriciteit, gas en internet schiet er niet meer dan 350 euro over. “Als alleenstaande kan ik niet zonder internet,” zegt Thérèse. Aan tafel worden er telefoonnummers uitgewisseld.

Geen vis Elise zit samen met Maria en Yvonne aan tafel. Maria en Yvonne hebben de dagschotel besteld, Elise niet, ze heeft een broodje

© JO VOETS

genomen, want ze lust geen vis. Hoe doen ze het om van hun pen­ sioentje rond te komen? Klagen doen de vrouwen niet. Maria: “We trekken ons plan, we mogen niet stoefen, maar we klagen ook niet. Het diner kost zonder dessert maar vijf euro, en onze appartementen van de Foyer Lakenois zijn ook niet duur. We moeten alleen opletten dat de dokterskosten niet te hoog oplopen, anders wordt het moeilijk.” En, ook niet onbelangrijk: ze zitten niet thuis alleen te eten, op café gaan ze niet, en ’s avonds komen ze ook niet buiten. “Niet in deze buurt” – daarover zijn ze het eens. Elise: “In de zomer gaan we weleens naar zee.” Maria: “En we zijn ook al paling in ’t groen gaan eten in OvermereDonk.” Het dienstencentrum zorgt er ook voor dat ze in het sociaal restaurant geraken, en om de twee weken worden ze naar de Carrefour gebracht om inkopen te doen (prijs voor het vervoer: 2,50 euro). Na het eten komt Agnes zich bij het trio voegen. Agnes slaapt in SintJoost, vertelt ze. Slapen, niet wonen. “Ik heb heel mijn leven in een huis in Grimbergen gewoond. Toen de dokters mij ongeneeslijk ziek verklaarden, heb ik de notaris opdracht gegeven om mijn huis te verkopen. Terwijl ik in het ziekenhuis lag, is heel mijn huis leeggemaakt. Hoe en door wie weet ik niet, ik heb alleen maar vermoedens,” vertelt ze. Jarenlang kon ze geen vrede nemen met haar lot. Ze bleef verwoed zoeken naar een echt huis. Twee jaar geleden heeft ze zich in Banneux met haar situatie verzoend. “Dankzij een jonge priester uit Perpignan.” Agnes komt tot drie keer per week. “Het eten is niet slecht en de men-


BDW 1250 PAGINA 5 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

28%

40%

28 procent van de Brusselaars leeft in een gezin dat grote tot zeer grote moeilijkheden heeft om rond te komen.

Veertig procent van de gezinnen in het Brusselse gewest kan zich geen weekje vakantie veroorloven omdat dat te duur is.

Een kwart van de jongeren heeft alleen een diploma lager onderwijs. Volgens het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn zijn de schoolachterstand en het lage opleidingsniveau van een belangrijk deel van de jonge Brusselaars ‘bijzonder onrustwekkend’.

32.000 Meer dan 32.000 huishoudens leefden eind december 2009 met een leefloon van het OCMW (of een equivalent daarvan).

22.000

¼

22.000 gezinnen in Brussel hebben moeite om hun energiefactuur te betalen en krijgen een sociaal tarief.

CIJFERS 2006-2009. BRON: OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, NIS EN SIBELGA

en we zitten samen aan tafel’ sen zijn heel vriendelijk. Hier vind je gezelligheid. En toen ik in het ziekenhuis lag, zijn er mensen van hier langsgekomen.”

Vrijwilligers Mimi is vorige zaterdag zeventig geworden. Mimi werkt vijf dagen op de zes als vrijwilligster in de Harmonie; op zaterdag doet ze haar huishouden. Ze komt om halftien ’s ochtends aan en ze vertrekt na de afwas in de namiddag. Mimi komt uit Sint-Truiden. Met fotograaf Jo Voets wisselt ze wetens-

“Als ge wilt, kunt ge met zeer weinig rondkomen”

waardigheden uit over de Limburgse dialecten. Mimi: “Als vrijwilliger verdient ge nog iets, en ge zijt van de straat weg.” En over de tevredenheid van de gasten: “We doen ons best.” In de Harmonie zijn er een tiental vrijwilligers actief, maar er zijn ook dertien mensen in loondienst, Belgen, Marokkanen, Turken en Afrikanen. Veerle De la Ruelle: “We doen ons best om een familiale sfeer uit te stralen. Sommige mensen komen al om acht uur of negen uur ’s ochtends. We leveren ook een twintigtal maaltijden aan huis. Een dienstencentrum moet laagdrempelig zijn, en een sociaal restaurant is niet bedreigend: zo bereiken we de ouderen echt.” Maar het doel blijft:

Het dienstencentrum Harmonie, een pand met karakter. Vroeger zat hier een veilingzaal.

mensen helpen om zo lang zelfstandig te blijven wonen. De La Ruelle: “We organiseren ook recreatieve activiteiten, en we geven voorlichting over de griep in de winter en over uitdroging in de zomer.” Het loopt tegen één uur, de meeste gasten zijn vertrokken. Roger heeft gevraagd om te wachten voor onze

babbel tot na het eten. Roger heeft een klein pensioentje (hij krijgt nog een jaarlijkse toeslag van honderd euro voor de verwarming, verduidelijkt hij), maar hij heeft een eigen huis. “Een oud werkmanshuizeke in Woluwe. Ik kom hier niet zo vaak, ik heb een tuin, ik kweek zelf groenten en kook veel zelf,” vertelt Roger. “Ik

© JO VOETS

heb in tien jaar niet echt kleren gekocht, alleen maar schoenen. Een T-shirt vindt ge op de Zuidmarkt voor één euro en een pull voor twee euro. Als ge wilt, kunt ge met zeer weinig rondkomen.” Roger gaat elke zondag naar de Zuidmarkt. Daarna gaat hij eten bij de Griek. “Ge kent de restaurantjes

misschien, ge moogt in de keuken uw vlees en groenten kiezen voor maar acht euro.” Tegen halftwee zitten er nog twee gasten. Het personeel verzamelt rond de tafel. Mimi wordt uitgebreid gefeliciteerd met haar verjaardag. En: er is taart. Danny Vileyn


BDW 1250 PAGINA 6 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

© SASKIA VANDERSTICHELE

ARM IN BRUSSEL

Het maximumbedrag waarvoor klanten mogen shoppen, staat op de kaart: zestien euro per maand voor een alleenstaande, 112 euro voor een alleenstaande moeder met zeven kinderen.

Economie > Sociale superette verkoopt voeding en kleding voor vijfde van de prijs

‘Een beetje luxe, ook voor de armen’

BRUSSEL – In het hart van de Marollen, een beetje verdoken in de Kapucijnenstraat, ligt de sociale superette Les Capucines. Hier kunnen de allerarmsten voeding en kleding inslaan voor een vijfde van de normale winkelprijs. “We verkopen ook merkproducten. En ja, zelfs dierenvoeding. Af en toe een beetje luxe is belangrijk,” zegt Freddy Hartog, de voorzitter van de vzw.

V

rijdagmorgen, kwart voor tien. Hoewel de superette, gevestigd in de turnzaal van een voormalige meisjesschool, pas om tien uur opengaat, staat op het binnenpleintje toch al een rij van zo’n twintig klanten en evenveel boodschappentrolleys. Allemaal vrouwen. De meesten dragen een hoofddoek, maar er wachten ook een paar ‘oude’ Belgen, uit de Marollen of van verder in Brussel. Ze hebben allemaal een kaart, met daarop hun pasfoto. Het toegangsbewijs tot de superette. De kaart hebben ze gekregen van een van de vijftien sociale diensten waarmee de vzw Les Capucines een overeenkomst heeft. “Ik haal mijn kaart in het buurthuis Querelle, hier vlakbij,” zegt een van de Marolliens. “Ik krijg maar geen sociale woning en moet zoveel geld

aan geneesmiddelen uitgeven, dat ik bijna niets overhou voor de gewone boodschappen.” De jonge vrouw naast haar is gestuurd door het Resto du Cœur van Sint-Gillis. Ze is blij dat ze hier terechtkan. Een tijdje geleden belandde ze “door een samenloop van omstandigheden” met haar man en dochtertje van vier op straat. “Gelukkig kwam er hulp. We hebben nu weer een dak boven het hoofd en we mogen hier boodschappen doen.” Straks om elf uur heeft ze afspraak op de eerste verdieping, waar Les Capucines nieuwe kleding verkoopt, ook weer tegen een spotprijs.

Lootjetrek Niet alle behoeftigen van Brussel kunnen hier terecht. “Elke sociale dienst waarmee we samenwerken, mag maar een bepaald

aantal mensen sturen. Met de producten, de ruimte en het personeel waarover we beschikken, kunnen we hooguit zo’n honderdvijftig gezinnen aan,” zegt Jean Barridez, de secretaris van de vzw, die regelmatig ook een handje toesteekt bij de dagelijkse werking. Ook het aankoopbedrag is beperkt. Het staat vermeld op de toegangskaart. Bij sommigen is het zestien euro, het maandbedrag voor één volwassene. Bij anderen, een alleenstaande moeder met zeven kinderen bijvoorbeeld, loopt het op tot 112 euro. Hiermee kunnen ze eens per week, hetzij op dinsdag, hetzij op vrijdag, boodschappen doen in de sociale superette. Barridez: “Het bedrag is beperkt omdat we willen dat de mensen beter met hun budget leren omgaan. Daarom mogen ze hier ook niet voor onbepaalde duur komen. Hun

kaart is hooguit geldig voor drie maanden, daarna kan ze eventueel verlengd worden door de sociale dienst.” Om vijf voor tien komt Mohammed, de hoofdmagazijnier, naar buiten met een paarse rieten mand. Alle kaarten gaan erin, de mand wordt geschud en de kaarten worden er een voor een uitgehaald en teruggegeven, samen met een nummertje. Als om tien uur de winkeldeur opengaat, mogen de vrouwen mondjesmaat, in volgorde van het nummer dat ze gekregen hebben, naar binnen. “We doen lootjetrek om te voorkomen dat er binnen gedrang ontstaat, want zo groot is de winkel niet. Onze klanten zijn altijd bang dat er niet genoeg is en iedereen wil de eerste zijn,” legt voorzitter Hartog uit. Het gaat er inderdaad behoorlijk jachtig aan toe in de superette. De meeste vrouwen nemen meteen twee of drie rode mandjes en plempen die in een mum van tijd helemaal vol. Het schap met wasmiddel – twee euro voor een grote doos Le Chat of een ander  wasproduct – is in een, twee, drie leeg, en


BDW 1250 PAGINA 7 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

ook bij de pasta en de drankjes is het dringen.

Met deukje Alle producten in de rekken komen van de supermarktketen Carrefour of van haar leveranciers. Eenmaal per week, op woensdag, rijdt Mohammed met de chauffeur in een grote bestelwagen naar het verdeelcentrum in Nijvel om een nieuwe voorraad levensmiddelen in te slaan. Carrefour stelt een pakket samen, dat elke week lichtjes varieert. Het zijn deels basisproducten die Les Capucines tegen een zeer lage prijs mag aankopen, deels voedingswaren en andere artikelen die de vzw gratis krijgt. “De producten die we weggeven, zijn kwalitatief in orde, maar ze zijn niet verkoopbaar omdat ze bijvoorbeeld gevallen zijn en er daardoor een deuk in de verpakking is of omdat er een verkeerd etiket op zit. Maar de

“Hier krijgen behoeftigen geen voorverpakt overlevingspakket, ze mogen kiezen”

houdbaarheidsdatum is nooit overschreden,” zegt Lars Vervoort, de woordvoerder van Carrefour. Waarom de supermarkt­ keten, die in de winkel geen reclame maakt, zo genereus is? Vervoort: “Het is voor ons een leuke manier om aan liefdadigheid te doen, aankopen en verkopen is ons metier. Bovendien voorkomen we op deze manier dat we producten moeten wegsmijten.” Doordat de warenhuisketen en de andere leveranciers de wekelijkse pakketten ook samenstellen in functie van de eigen voorraden, zitten er soms extraatjes bij, een lading Le Creuset-casseroles bijvoorbeeld, of een set tuinmeubelen, of – minder bruikbaar – een stapel linkerschoenen die dienst hebben gedaan als presentatie-exemplaar. Voorts maken de leveranciers het mogelijk om af en toe een uitzonderlijke verkoop te organiseren. Zo is er aan het begin van elk schooljaar een verkoop van schoolartikelen.

Asperge en artisjok Ook vandaag is het aanbod in de winkel behoorlijk divers. Boter is er niet, maar de meeste andere basisproducten wel. Een halve kilo koffie kost 0,55 euro en een blikje soep (ongedeukt) 0,20 euro. Er liggen opvallend veel blikjes sardienen en flessen

shampoo in de rekken, voorts scheermesjes, haarverf, elektrische tandenborstels, houten vogelhuisjes, bloempotjes met een plantje erin en een heel uitgebreid assortiment dierenvoeding. “We hebben zo’n 1.200 artikelen, die er weliswaar niet allemaal elke week zijn. Wat droge voeding betreft vind je bij ons alles behalve alcohol en sigaretten,” zegt Hartog. Verse producten – brood, vlees, kaas, melk – zijn er doorgaans niet bij Les Capucines. “Dat heeft met de houdbaarheid te maken. We zijn maar twee keer per week open. Bovendien legt de overheid uiterst strenge maatregelen op aan wie verse voeding verkoopt,” legt Jean Barridez uit. Maar vandaag is een uitzondering. Carrefour stond enkele dagen geleden op een beurs met eindejaarsproducten. De delicatessen werden na afloop afgeleverd in de Kapucijnenstraat. Zo komt het dat de sociale superette ook chapon (een feesthaantje), asperges, artisjokken, kerstomaatjes, kleine witlofstruikjes, een berg ananas en zelfs enkele kerststronken met crème au beurre aanbiedt.

P-PRAAT Oskar Freysinger was in Brussel, en voor het geval dat u niet weet wie dat is: dat is een Zwitsers parlementslid die mee vorm gaf aan het Zwitserse minarettenverbod. Op uitnodiging van de vzw Euboco, christelijk-conservatief, zou de Zwitser eerst een lezing geven over de gevaren van de islamisering in het Diamant Center te Schaarbeek, maar daar zagen de eigenaars van die zaal na een tussenkomst van het gemeentebestuur van af. Prompt zou de lezing plaatsvinden in het Crowne Plaza Hotel in Brussel, maar daarvan zag het bestuur van het hotel af, volgens de geruchten na een tussenkomst van burgemeester Freddy Thielemans (PS). En dus ging de lezing uiteindelijk dan maar naar het Vlaams parlement, in het kielzog van VB-parlementslid Filip Dewinter. De reden die Schaarbeek aanhaalde om het privé-initiatief niet te laten doorgaan: er had protest tegen kunnen rijzen, want er wonen veel moslims in Schaarbeek. Een tip voor Freysinger in de toekomst: in de AB houden ze van controverse. Daarbij denken we aan de Franse rapgroep Sexion d’Assaut (die homoseksualiteit wil ‘oplossen’ door bekering tot de islam), die daar op 2 november komt optreden. Het zou pluralisme op zijn best zijn: op 2 november het concert én in de AB Club een lezing van Freysinger. En daarna gezellig tezamen een pintje drinken in de Plattesteen.

CHIEN ÉCRASÉ

Winkelbediende Bij de kassa staat inmiddels een lange rij. Mohammed leidt vandaag een nieuwe caissière op en dat kost tijd. Want behalve een instrument ter bestrijding van de armoede is de sociale superette ook een leerproject. Negen leefloners, allemaal Artikel 60’s, worden hier opgeleid tot winkelmedewerker. Tijdens de openingsuren van de winkel bestaat de taak van de meesten erin om informatie te geven, gevallen waar op te rapen, te volle boodschappenmanden te dragen en toe te snellen als iemand niet bij een product kan. Allemaal met de glimlach, de klant is hier werkelijk koning. “En zo moet het ook,” zegt voorzitter Hartog. “We willen dat de mensen die bij ons komen winkelen, zich een gewone klant voelen, en zo behandelen we hen ook. Hier krijgen behoeftigen geen voorverpakt overlevingspakket, ze mogen kiezen. Ook uit merkproducten. Er is chocolade van Côte d’Or en er zijn luiers van Pampers. Die zouden ze zich anders nooit kunnen permitteren. Een beetje luxe is belangrijk, ook voor deze mensen.” In de acht jaar dat Hartog de vzw leidt, heeft hij veel armoede zien passeren. Ook heeft hij de aard ervan zien evolueren. “Voor een deel is armoede nog altijd het gevolg van economische factoren, werkloosheid, hoge huren. Maar wat we meer en meer zien, is armoede die vooral te maken heeft met de levenswijze van mensen. Steeds meer mensen, ook werkenden, steken zich zo zwaar in de schulden dat er op den duur geen geld meer is voor de levensnoodzakelijke behoeften. Armoede is heel complex geworden.” Bettina Hubo

BRUSSEL – Groeipijnen van een gele fiets... Dat er af en toe een Villo-fiets gestolen wordt of het mandje van de huurfiets kromgebogen wordt, dat hadden we al door. Maar driest vandalisme tegen de arme fietsjes, dat is iets van de laatste tijd. Zo werd er in het station in de Zespenningenstraat een exemplaar in brand (!) gestoken, wat resulteerde in een verwrongen, zwartgeblakerd Villo-karkas. Schoon was het niet. Of wat dacht u van een Villo die plots onze aandacht trok... ergens in een treintunnel (!!) onder Schaarbeek tijdens een treinrit naar Schuman? SCHAARBEEK – Taalstrijd herkent men soms in de kleine dingen. Zo is er op een perron in Brussel-Noord een hele polemiek (nu ja...) gekalkt op de muur naast een dienstlift, louter en alleen omdat er naast de dienstlift een gebruiksaanwijzing in het Nederlands hangt. Waarop een misnoegde Franstalige gekalkt heeft dat het bordje in de twee talen opgesteld moet zijn. Waarop een Vlaming op zijn beurt heeft geschreven dat Brussel de hoofdstad van Vlaanderen is, en dat de Franstalige maar Nederlands moet leren. Waarop wij zeggen dat er mensen zijn die er veel voor overhebben om hun trein te missen. ADVERTENTIE

OPSPORING VERZOCHT

man, verpleger, Tervuren, Nederlandskundig

© SASKIA VANDERSTICHELE

Zorgzoeker: opsporing geslaagd

Alle Nederlandskundige zorgverleners op één plek

Een kwartier voor de winkel opengaat, staat er al een rij. Zonder kaart kom je er niet in.


ARM IN BRUSSEL

BDW 1250 PAGINA 8 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Portret > Caro Bridts is ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting

‘Moederliefde is onvervangbaar’

BRUSSEL - Officieel is ze een opgeleide ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting. Nu noemt Caro Bridts (46) zich een gelukkige vrouw, maar tot haar dertigste was haar leven een hel. Ze was een ongewenst kind, moest tijdens haar lagereschooljaren stelen om te overleven, en werd ook nog jarenlang misbruikt.

‘M

ishandeld en misbruikt worden was mijn le­ ven,” vertelt Caro Bridts. Dankzij de opleiding tot ervaringsdeskundige armoede en sociale uitsluiting heeft ze geleerd om stil te staan bij de wonden uit haar verle­ den. Nu werkt ze al bijna acht jaar bij Samenlevingsopbouw Brussel, waar ze vorming geeft en haar getuigenis brengt. “Echt arm waren mijn ouders niet,” vertelt Bridts. “Het waren eenvoudi­ ge arbeiders; hun grootste probleem was niet financiële, maar emotione­ le armoede. Ik was een ongewenst kind. Toen mijn ouders uit elkaar gingen – ik was zes –, nam mijn moeder mijn broer en mij mee naar Wallonië. Vijf maanden later stond mijn vader aan de deur met een von­ nis van een vrederechter. Hij kreeg het hoederecht over een van de twee kinderen. Mijn vijf jaar oudere broer zei spontaan dat hij voor moeder koos, waarop moeder mijn kleren in een kartonnen valiesje propte en ge­ bood: ‘Ga maar mee met je vader.’”

Vilvoorde

ARM IN BRUSSEL

“Mijn vader woonde samen met de uitbaatster van een prostitutiecafé

langs het kanaal in Vilvoorde. Het was een dominante vrouw, hon­ derdtwintig kilo, die me misbruikte en door haar klanten liet misbrui­ ken. Ondertussen moest ik dag aan dag horen dat ik niets waard was, dat ik een dommerik was, dat ik het niet ver zou schoppen. Als je dat dag in, dag uit te horen krijgt, dan ga je dat geloven, je gaat je ernaar gedra­ gen. Op school heb je geen vriend­ jes, je wordt uitgelachen, je wordt gepest, je wordt uitgesloten. Je zelf­ beeld stelt niet veel meer voor.” “Ik was als kind op mezelf aangewe­ zen, voor eten, maar ook voor kleren en schoolspullen moest ik zelf zor­ gen. Mijn vader keek toe, maar hij greep niet in. Hoe hij dat allemaal kon laten gebeuren, ben ik me pas veel later gaan afvragen. Wat ik me wel als kind afvroeg, was wat ik ver­ keerd deed, dat papa toeliet wat die vrouw allemaal met mij uithaalde. Veel later zei papa: ‘Ik ga mezelf nooit kunnen vergeven.’ Maar ik kon hem ook niet vergeven. Dankzij de opleiding tot ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting heb ik geleerd om stil te staan bij mijn kwetsuren en de pijn die ze ver­ oorzaakt hebben. Zo heb ik ontdekt

Honger “Honger lijden, dag na dag, soms drie dagen na elkaar niets te eten hebben, daar krijg je buikpijn van. Al wat je wilt, is dat de pijn ophoudt, alleen weet je niet hoe dat moet. Terwijl de andere kinderen op school kansen kregen om te leren lezen en schrijven en rekenen, moest ik leren

“Nergens bijhoren, dat is het ergste”

Omdat mijn vertrouwen in de grote mensen al serieus geschonden was, zei ik niets. Thuis hadden ze me ge­ waarschuwd: als ik ook maar één woord liet vallen over wat er thuis allemaal gebeurde, dan zouden ze me in een gesticht steken.” ”Omdat de school mij strafte omdat ik met stelen mijn honger wou stil­ len, ben ik de school gaan haten. Ik begon te spijbelen. De school, die niet kon weten wat de gevol­ gen waren, bracht mijn ouders op de hoogte. Van mijn vader en mijn stiefmoeder kreeg ik daarvoor een extra portie slaag, werd ik in de kelder gegooid en vastgebonden. In mijn ogen waren de leerkrachten, de grote mensen, de vertegenwoor­ digers van de maatschappij ver­ antwoordelijk. Vanaf toen was de maatschappij rot, het was een maat­ schappij die mij niet begreep en mij nooit zou aanvaarden. Ik was bezig met de maatschappij te verwerpen, en de maatschappij was bezig met mij uit te sluiten.”

Voetbalclub stelen, stelen om te overleven, om die vreselijke pijn te stoppen. Ik ont­ wikkelde overlevingsvaardigheden. Ik ben er niet fier op, het valt niet goed te praten, maar ik had geen keuze. Ik heb eten gestolen, ik heb kleren gestolen, ik heb leren liegen en bedriegen. En de grote mensen, de leraars, straften me voor mijn ge­ drag. Ze pakten mijn gedrag aan, en pas nadien vroegen ze zich af waar­ om ik aan het stelen was geslagen.

“Rond mijn elfde mocht ik tot mijn grote verbazing bij een club gaan voetballen, op voorwaarde dat al het huishoudelijk werk gedaan was. Acht keer op de tien slaagde ik daar niet in.” “De trainer en zijn echtgenote be­ gonnen te vermoeden dat er iets aan de hand was. Een sociaal werkster kwam langs toen ik alleen thuis was. Die vrouw zei: ‘Je mag mee met mij en een paar dagen bij W. en M.,

de trainer en zijn vrouw, blijven sla­ pen.’ Zonder nadenken ging ik naar mijn kamer, nam hetzelfde karton­ nen valiesje waarin mijn moeder vijf jaar eerder mijn kleren had gestopt, nam de hand van de sociaal werk­ ster en trok de deur achter ons dicht. Op naar W. en M.” “Volgens de wet kon ik niet bij W. en M. blijven, en dus werd ik naar het observatie- en oriëntatiecentrum Ter Heide in Rijmenam gebracht. Ik ben tegen het plaatsen van kinde­ ren, maar voor mij persoonlijk was Rijmenam een goede zaak: het is de enige plek waar ik heel even kind heb mogen zijn.”

Een mooier leven “Rijmenam had de overgang naar een nieuw, mooier leven geweest kunnen zijn, en ik zag W. en M., die mij ondertussen wilden adop­ teren, al als mijn nieuwe mama en papa, maar dat bleek maar een droom. De jeugdrechter dacht er anders over. Op een avond bezoek stonden daar wildvreemde men­ sen voor me: mijn moeder en mijn zeventienjarige broer – van wie ik vijf jaar niets had gehoord –, mijn stiefvader en een meisje van zes, mijn halfzus, die ik nog nooit gezien had. Ze hadden een grote doos met snoep en speelgoed bij zich, alsof dat de jarenlange afwezigheid kon goedmaken. Opnieuw had ik het gevoel dat de maatschappij alles boven mijn hoofd had beslist; op­ nieuw was ik gekwetst. Gelukkig is dat vandaag anders: de maatschap­

Interview > Francine Mestrum over de dubbele bodems van de Europese armoedepolitiek

‘Armoede is ideologie’ BRUSSEL – Een opmerkelijke stem in het armoededebat is die van Francine Mestrum. “Armoedebestrijding is in essentie een neoliberaal verhaal,” zegt ze.

F

dat de vele zelfmoordpogingen van mijn vader een signaal waren dat hij het niet aankon en dat hij enorm bang was voor mijn stiefmoeder.”

rancine Mestrum is tolk in het Europees parlement en is als doctor in de sociale we­ tenschappen ook gespecialiseerd in armoede en ontwikkelings­ samenwerking. Ze heeft drie boe­ ken uit waarin ze op hetzelfde thema blijft hameren. Haar stel­ ling is: armoedebestrijding op de voorgrond plaatsen is solidariteit naar de achtergrond duwen, “ter­ wijl het juist moet beginnen met herverdeling.”

Waar gaat uw nieuwe boek, Ontwikkeling & solidariteit, over? Francine Mestrum: “Ik heb voor mijn doctoraat het armoededis­ cours van de Wereldbank onder­ zocht. Daaruit blijkt dat armoede een dubbele bodem heeft. Niemand ontkent dat er armoede is. Het is een pijnlijke realiteit voor miljoenen, zo niet miljarden mensen in de wereld. Dat is het ene verhaal. Daarnaast is armoede ook ideologie.”

Een verborgen agenda? Mestrum: “Geen complotten, daar geloof ik niet in. Er is wel een andere agenda. Armoedebestrijding is niet in de eerste plaats voor de armen bedoeld, maar voor de armoedebe­ strijders. Dat heb ik niet bedacht, dat werd honderd jaar geleden al gezegd. De Wereldbank heeft het etiket ‘armoedebestrijding’ op een beleid geplakt dat niets anders is dan een neoliberaal beleid. En de Europese Unie is in hetzelfde bedje ziek. Daar gaat mijn boek over.” U gelooft niet in de Millenniumdoelstellingen

waarmee de VN tegen 2015 de extreme armoede de wereld uit wil? Mestrum: “Ik kan er intellec­t ueel niet bij dat de VN de extreme ar­ moede in de wereld wil halveren. De consequentie daarvan is dat de andere helft in extreme armoede blijft leven. Op een moment dat wij in een stinkend rijke wereld leven, vind ik zoiets niet te rechtvaardi­ gen. Daarom ben ik voorstander van een economisch en sociaal ontwikkelingsproces. Pas als er dan nog armen overblijven, kan er aan armoede gewerkt worden. Men denkt te vaak dat armoede het

probleem is van arme mensen. Dat klopt niet. Het is een probleem van de hele samenleving. En zeker in een samenleving waarin de inko­ mensverdeling is scheefgetrokken.” Wat betekent dit voor Europa, voor België? Mestrum: “Ook de sociale zeker­ heid in België staat zwaar onder druk. Hoe? Door de focus te ver­ leggen van solidariteit en herver­ deling naar armoedebestrijding. Dat is heel duidelijk in het Euro­pe­se discours vandaag. (SP.A-boeg­beeld) Frank Vandenbroucke stelt het­ zelfde vast.”


BDW 1250 PAGINA 9 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

ben opgenomen. Anders was ik in de prostitutie beland.”

Extreem

Caro Bridts: “Allicht is mijn verhaal extreem. Ik weet dat vele mensen in de armoede hun kinderen wél graag zien en maar één doel voor ogen hebben: een beter leven voor hun kinderen. Dat betekent niet dat hun verhaal minder schrijnend is dan het mijne.”

pij luistert nu wel naar kinderen.” “De verhalen over hoe ik als kind misbruikt werd, hebben mijn stief­ vader geïnspireerd om mij ook te gaan misbruiken. Mijn moeders reactie toen ik het haar vertelde, was: ‘Je hebt mijn eerste huwelijk kapotgemaakt, je gaat mijn tweede ook niet kapotmaken.’ In Wallonië, waar mijn moeder woonde, moest ik ook opnieuw naar school. Ik wou houtbewerking volgen, zoals mijn voetbaltrainer – ik heb me altijd een halve jongen gevoeld –, maar ik moest naar snit en naad.” “Tot mijn verbazing heb ik in Wal­ lonië nooit gespijbeld, om niet in de buurt van mijn stiefvader te zijn,

denk ik nu. Ook waren er twee leer­ krachten die zo natuurlijk met me omgingen, dat ik me nooit uitgeslo­ ten heb gevoeld. Ze merkten dat ik nooit materiaal had, geen patroon­ papier, geen stoffen, geen speciale scharen. Ze kregen een budget om gezamenlijk met heel de klas – we waren maar met zes – de stad in te trekken en materiaal voor heel de klas, voor heel het jaar, te kopen. Een lerares liet me ook toe in haar privéleven: ik maakte kennis met de leefwereld van de middenklasse. De band van die lerares met haar kinde­ ren heeft mijn verlangen naar moe­ derliefde nog vergroot, dat verlan­ gen heeft vele jaren alle psychische

ruimte in mijn leven ingenomen. Vandaag weet ik: hoe mooi, hoe lief, hoe zacht een vrouw ook is, haar liefde kan de gemiste moederliefde niet vervangen.”

Prostitutie “Ik wist al een hele tijd dat ik meer voor vrouwen voelde dan voor man­ nen, en toch... Om mijn moeder er­ van te overtuigen dat ik niet lesbisch was, ben ik getrouwd met de eerste de beste man die zei dat hij me graag zag. En ik geloofde hem. Hij beweert dat hij me nog altijd graag ziet, en ergens geloof ik hem. Toch heeft hij de sleutel van ons huis aan mijn stiefvader gegeven. Die kon altijd bij

© JO VOETS

ons binnen en ik kon niet verhin­ deren dat hij me tot mijn dertigste misbruikte. Als je jarenlang hebt gehoord dat dit zijn manier is om je graag te zien en als je er hevig naar verlangt om graag gezien te worden, dan laat je dat toe. Je overtuigt jezelf dat je niet beter verdient. Misbruikt en mishandeld worden was mijn le­ ven.” “Ik heb wel het geluk gehad om op mijn levenspad een aantal mensen te kruisen die me stukjes van een andere leefwereld lieten voelen, zien, beleven. Op mijn dertigste heb ik mensen ontmoet die hun deur let­ terlijk voor me hebben opengezet en me in hun gezin en hun leven heb­

Het klinkt tegelijk heel Angelsaksisch. In de VS is armoedebestrijding een zaak van de caritatieve kerken. Mestrum: “Maar bij ons ook! (Toont het blad Bulletin Quotidien Europe.) Kijk waarmee Herman Van Rompuy, de voorzitter van de Europese Raad, en Commis­ sievoorzitter José Manuel Barroso vandaag bezig zijn. Ze hebben de kerken in Europa om zich heen verzameld met de vraag om mee te werken aan de Europese armoede­ bestrijding. En Van Rompuy voegt eraan toe dat de kerken niet alleen materiële armoede moeten bestrij­ den, maar ook de liefde en de men­ selijke waardigheid moeten her­ stellen in een samenleving waar normen en waarden verloren gaan. Dat hou je toch niet voor mogelijk.”

Francine Mestrum: “Men denkt te vaak dat armoede het probleem is van arme mensen. Dat klopt niet. Het is een probleem van de hele samenleving.”

© SASKIA VANDERSTICHELE

“Allicht is mijn verhaal extreem. Ik weet dat vele mensen in de armoe­ de hun kinderen wel graag zien en maar één doel voor ogen hebben: een beter leven voor hun kinderen. Dat betekent niet dat hun verhaal minder schrijnend is dan het mijne. Een moeder die haar kind graag ziet, maar elke dag in moeilijke omstan­ digheden moet overleven, die zich elke dag opnieuw moet afvragen hoe ze eten op tafel krijgt, die voelt zich geen goede moeder. Ze voelt pijn, veel pijn. Ze is bang dat de maat­ schappij zal ingrijpen en haar kind zal plaatsen. Ondanks de inspan­ ningen die ze levert, voelt ze zich afgestraft. Het gaat over de binnen­ kant, over hoe het voelt om uitge­ sloten te worden. Dakloze mensen, illegalen, kinderen in instellingen, ze worstelen allemaal met het ge­ voel nergens bij te horen, en dat is het ergste. De maatschappij gaat aan die mensen voorbij, doet alsof ze niet bestaan, zoals elke morgen in de gang van het Centraal Station: de mensen stormen massaal voor­ bij, ze zien de oudere dakloze vrouw en de man met zijn twee hondjes en zijn konijn niet, maar velen zijn wel happig op nieuwe sensatieverhalen in de media, dan kunnen ze ‘Och­ arme’ zeggen. Maar daar gaat het niet over. Het gaat over verhalen en wat je ermee aanvangt: elke ochtend zeg ik goeiedag tegen de vrouw en de man met zijn dieren. Soms zien ze mij, soms ook niet. Maar ik laat zien dat ze bestaan, ze zijn iemand.” “Vandaag ben ik uit de financiële armoede, ik ben gelukkig getrouwd, heb een lieve echtgenote. Maar mijn levensgeschiedenis, mijn gemiste kansen zullen een rol blijven spe­ len in mijn leven. Een confrontatie met het verleden is nooit ver weg en kan heftige emoties teweegbrengen. Maar ik mag van het leven genieten. En ik doe mijn werk heel graag.” Danny Vileyn

Wat stoort u daar zo aan? Mestrum: “Een waardig leven is een mensenrecht. Mensen mogen niet afhankelijk zijn van de liefda­ digheid van kerken.” U woont in hartje Brussel. Wat denkt u als u de zwervers hier in de buurt ziet? Mestrum: “Het is de perfecte il­ lustratie van mijn betoog. Iedereen heeft de mond vol van de ‘multi­ dimensionaliteit van armoede’, armoede als oorzaak van vele fac­ toren. Ik geloof dat je armoede in eerste instantie oplost met een waardig inkomen. Het leefloon ligt onder de armoedegrens. Vijf procent van de mensen met een inkomen uit arbeid zit in de risicozone. Dat zegt genoeg.” Steven Van Garsse

Francine Mestrum, Ontwikkeling & solidariteit, uitg EPO, 224 blz., 20 euro. Op 30 november om 20 uur gaat Mestrum in debat met Derk Jan Eppink, Gorik Ooms en Marleen Temmerman in de Beursschouwburg


BDW REGIO

BDW 1250 PAGINA 10 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Deze week in de Marollen > Drie artistieke buren werken met en voor de buurt

De Marolliens en de kunsten kandidaten opdagen om zich tot lelijkste Marollien te laten verkiezen.

Les Brigittines Patrick Bonté, de nieuwe directeur van Les Brigittines, wil zijn huis duidelijk definiëren als een plek voor dans, maar hij wil zich ook voor zijn buurt engageren. Zijn voorgangster, Monique Düren, had al het lumineuze idee om de componist Walter Hus te vragen een muzikaal project met buurtbewoners op te zetten. Drie jaar nadat de eerste flyers bescheiden zangtalent opriepen zich te melden, zijn de uitvoerders van de immer evoluerende Marollenopera een hechte groep geworden die nog wekelijks samenkomt. Na een eerste experiment op Theater aan Zee in Oostende willen ze nu ook ‘gezongen discussies’ aangaan met bewoners van andere steden. Vanuit Les Brigittines opereert ook Anna Rispoli. Op het Kunstenfestivaldesarts slaagde zij erin de bewoners van het appartementsblok van de Brusselse Haard achter de Brigittinenkapel te engageren voor een lichtsymfonie. Nu wil ze werk maken van een moestuin met de bewoners.

Théâtre les Tanneurs De jaarlijkse productie van Les Tanneurs met en voor de wijk wordt dit seizoen de playbackshow We could be heroes op het Vossenplein.

BRUSSEL – Aan de poorten van de Marollen doet zich een uitzonderlijke situatie voor. In een straal van een paar honderd meter zitten drie culturele instellingen die ook iets willen betekenen voor hun buurt.

D

e artistieke driehoek die gevormd wordt door Recyclart (muziek, beeldende kunst, architectuur), Les Brigittines (dans) en Théâtre Les Tanneurs (theater), is niet alleen complementair, ze haalden bovendien alle drie vrij onlangs een nieuwe artistiek directeur in huis: respectievelijk Dirk Seghers, Patrick Bonté en David Strosberg. Alle drie spraken ze bij hun aantreden de wens uit om met elkaar te gaan samenwerken. Op puur artistiek vlak zou dat kunnen rond een bepaald thema, dat elk van de drie huizen dan op zijn manier kan invullen. Ook een gezamenlijk abonnement is denkbaar. Maar vorige week kwamen de drie voor de eerste keer samen naar buiten met een studiedag over hun ‘wijkwerking’. In samenwerking met het vlakbij gelegen Faro, het Vlaams steunpunt

voor cultureel erfgoed, presenteerden ze hun projecten die ze hebben ontwikkeld voor en met Marolliens.

Recyclart Als het om wijkwerking gaat, dan heeft Recyclart al een behoorlijke reputatie opgebouwd met onder meer de skatepiste op het Ursulinenplein of de Recyclart holidays, die afgelopen zomer nog werden uitgediept met de installatie van een publieke broodoven. Voorts betrekt ‘huisfotograaf’ Vincen Beeckman al acht jaar lang de Marolliens bij zijn projecten. Zijn individuele artistieke aanpak is een relatief nieuw verschijnsel in het sociaal-artistieke veld, waar nog vaak met doelgroepen en ateliers wordt gewerkt. Beeckman schakelt voor zijn artistiek werk au fur et à mesure wijkbewoners in. In zijn Photomaton (een

fotocabine met een echte fotograaf ) heeft hij al elfduizend portretten van Brusselaars gemaakt. Zijn foto’s van buurtbewoners sieren nu het metrostation Anneessens. Beeckman werkte ook al met visitekaart-

© SASKIA VANDERSTICHELE

en door buurtbewoners die dat wensen. Faro heeft net weer een hele reeks foto’s gebundeld in het boek Garde robe. Een volgend project van Beeckman wordt TV Marolles, het ‘gesproken dagblad’ van de Marollen dat eens per maand zou worden getoond. Recyclart wil ook een project rond Brusselse kapsalons. Dat al deze initiatieven wel degelijk bijval krijgen, mag blijken uit

Miss & Mister Moche, de verkiezing van ‘lelijkste Marollien’ (m/v) van Recyclart, lokte liefst tweehonderd kandidaten

jes, wegwerpcamera’s en foto’s uit oude Brusselse fotoalbums. In zijn Studio Marcel in Recyclart worden bijna permanent foto’s genomen van

de opkomst voor de verkiezing van Miss en Mister Moche, die Recyclart een paar jaar geleden organiseerde. Toen kwamen liefst tweehonderd

Ook in Théâtre Les Tanneurs staat het artistieke centraal, maar toch is de binding met de lokale bevolking er vrij sterk. Voorbeeld zijn Les veillées du lundi, avonden over en met opmerkelijke of minder opmerkelijke buurtbewoners die schrijfster Laurence Veille organiseerde tijdens haar residentie in Les Tanneurs tussen 2006 en 2009. De foto’s van al die mensen tooien nu, als permanente herinnering, de ingang van het theater. Tussen vele deelnemers is er nog altijd een band. Les Tanneurs onderhoudt goede contacten met de talloze doelgroepvzw’s in de Marollen, en werkt ook met een ‘Comité de Spectateurs’, dat regelmatig samenkomt om voorstellingen te bespreken. De jaarlijkse productie met en voor de wijk wordt dit seizoen de playbackshow We could be heroes op het Vossenplein. Zestig à tachtig deelnemers uit de buurt zullen zich daarop gedurende zes repetitiedagen voorbereiden. Voorts onderhoudt Les Tanneurs een partnerschap met het OCMW van Brussel, dat culturele organisaties mag subsidiëren per cliënt die er komt in het kader van zijn of haar sociale integratie.

Michaël Bellon


BDW 1250 PAGINA 11 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

ADVERTENTIE

d i e

Brussel > Beliris pompt 1,45 miljoen euro in restauratie kerk

h j i r V l

nd

e

Verweerde gevels Sint-Katelijne onder handen

va

a Centra Morele Dienstverlening v i t

© BELIRIS

s e F

FESTIVAL VAN DE VRIJHEID 2010 /concerten/theater/cinema/debatten/ /podiumkunsten/

@THEATRE NATIONAL EN KVS 21 tot en met 30 oktober 2008 Programma: www.festivalvandevrijheid.be Naar aanleiding van het Festival van de Vrijheid 2010 hebben volgende filmvertoningen plaats in Galerij Y’ aan de Vrije Universiteit Brussel: 4 oktober 2010 > Heavy Metal in Baghdad Gastspreker: Mayke Vermeren

11 oktober 2010 > XXY Gastspreker: Max Nisol

18 oktober 2010 > Technocalyps Gastspreker: Frank Theys

Vlnr.: een deel van de noordgevel, de westgevel en een deel van de oostgevel van de Brusselse Sint-Katelijnekerk.

Beliris frist de westgevel en het voorportaal van de Sint-Katelijnekerk tegen komende zomer op.

TELEXREGIO

Parochieadministrator Salomon Dieudonné Odeka Yuguma zal er niet naast kunnen kijken. De Congolees, die sinds juni 2005 door de Kerk aangewezen is als tijdelijk plaatsvervanger van de pastoor in de Sint-Katelijnekerk, kent de mankementen van de kerk in het centrum van de stad als geen ander. Hij is dan ook blij dat Beliris, het samenwerkingsverband tussen de federale overheid en het Brussels Gewest, zopas met de restauratie is begonnen van de westgevel (de kant van het Sint-Katelijneplein), het voorportaal en de aansluitende traveeën van de noorden zuidgevel. Beliris hoopt, afhankelijk van de weersomstandigheden, “binnen de negen maanden” klaar te zijn. Een van de problemen is dat de Gobertange­ steen waaruit de kerk opgetrokken is, sterk aangetast is. Niet alleen komt de gevel daardoor niet meer tot zijn recht, ook de stabiliteit van de gevelelementen komt in het gedrang, wat het gevaar van vallende stenen met zich meebrengt. De verwering is versneld door verschillende oorzaken, zoals de aanwezigheid van vegetatie en vooral hun wortels, waterinfiltratie en het vries-dooiproces waardoor ingedrongen water bij het vriezen uitzet en de steen doet barsten, laat Beliris in een persbericht weten. “Daarom wordt de gevel eerst gereinigd, de vegeta-

tie verwijderd en dan volgt een curatieve en preventieve antimos­behandeling.” Het is de bedoeling om de oorspronkelijke elementen zoveel mogelijk te behouden. Die restauratiefilosofie werd samen met de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen bepaald. Niet alleen de stenen van de gevel worden onder handen genomen. Beliris frist ook het plafond (de bakstenen tongewelven) van de galerijen op de verdieping, het decoratieve buitenschilderwerk boven de hoofdingang, metalen elementen (smeedijzeren hekken, leuning,...), glas-in-loodramen, buitendeuren en trappartijen op. Daarnaast worden de spuwers op de torentjes gerestaureerd. Ten slotte pakt Beliris ook het onderhoud van de urinoirs in blauwe steen aan de noordgevel aan. Het is niet de eerste renovatie aan de SintKatelijnekerk, die door de Brusselse architect Joseph Poelaert tussen 1854 en 1874 gebouwd werd. Onder meer in 1997 knapte de Stad Brussel de koperen dakafwerking van het hoofddak en de zijdaken en de torens in de westgevel op. Dezelfde bouwheer bestudeert op dit ogenblik de restauratie van de noordgevel (kant vismarkt), oostgevel en zuidgevel (kant Zwarte Toren). Beliris investeert 1,45 miljoen euro in het huidige project, de Stad Brussel legt daar nog eens 187.000 euro bovenop.

Plaats: Galerij Y’ Campus VUB Pleinlaan 2, 1040 Etterbeek Aanvang 19u00, gratis. Naar aanleiding van het Festival van de Vrijheid verdelen wij GRATIS tickets na elke vertoning!

Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] tel. 02 242 36 02 E-mail: cmd.brussel@uvv.be Unie Vrijzinnige Verenigingen www.uvv.be

Jetse laan 362, 1090 Jette [Bus 14 halte Legrelle] tel. 02 513 16 33 E-mail: cmd.jette@uvv.be ADVERTENTIE

Nederlandstalig Jezuïetenonderwijs in hartje Brussel

Steven Vandenbergh

OMSTREDEN SCHEPEN NEEMT ONTSLAG SINT-JOOST-TEN-NODE – Nezahat Namli (PS) heeft ontslag genomen als schepen. Ze was eerder de bevoegdheid Huisvesting kwijtgespeeld toen ze in opspraak kwam voor huisjesmelkerij. Na inspectie werd een appartement van Namli onbewoonbaar verklaard; in twee andere werden overtredingen op de Huisvestingscode vastgesteld. BD Namli beweert onschuldig te zijn en legt zich toe op van haar verdediging.

Nieuwe fase heraanleg leopold iii-laan EVERE – Zopas zijn de openbare aanbestedingen gelanceerd voor een nieuwe fase van de heraanleg van de Leopold III-laan. Het gaat om het eerste stuk van de stadsboulevard, tussen Wahis en Hoedemaekers. Daar zijn nu al tramsporen gelegd. Er komen fietspaden aan beide kanten, twee rijvakken voor de auto en rotondes aan gevaarlijke kruispunten. Verderop, richting Vlaams Gewest, komt een autotunnel. Die moet het lokale verkeer, onder meer voor de Navo, scheiden van het doorgaande. Voor die aanleg is Beliris, het federaal-Brusselse samenwerkingsakkoord, verantSVG woordelijk. Eind volgend jaar moet het werk klaar zijn.

Sint-Jan Berchmanscollege

OPENDEURDAG Zaterdag 16 oktober 2010 • 13.00 uur - 18.30 uur Wil u weten welke mogelijkheden ons college te bieden heeft aan jongens en meisjes vanaf 12 jaar? Breng dan een bezoekje aan onze schoolgebouwen en maak o.a. rond 15.00 uur het optreden van ons jeugdkoor mee. Alle inlichtingen betreffende inschrijvingen kunnen op deze opendeurdag verkregen worden. Zie hiervoor ook onze website www.sint-jan-brussel.be Voor meer info: Sint-Jan-Berchmanscollege, Ursulinenstraat 4, 1000 Brussel tel 02/5120370 fax 02/5126475


BDW 1250 PAGINA 12 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Jette > ‘Reclame voor 4x4’s of Vlaams Belang choqueert toch harder?’

’k Zag twee beren Het uithangbord wil het publiek intellectueel prikkelen, provoceren en in de war brengen, zegt de initiatiefnemer, die al veel samenwerkte met de gemeente Jette (Cultuurbal, poëzie-evenement in de bibliotheek,...). “Ik begrijp dat mensen geschokt zijn door het ‘seksuele’ aspect van het werk, maar persoonlijk vind ik het veel obscener om geconfronteerd te worden met publiciteit voor een 4x4 of een affiche van het Vlaams Belang,” stelt de kunstenaar in een persbericht. De cultuurdienst van de gemeente noch de burgemeester kreeg klachten en vindt geen graten in het privé-initiatief. In december verandert het zeil. Jean-Marie Binst

Laken > Energiebeheerder neemt verbruik onder de loep

Brugmannziekenhuis bespaart energie (en geld) De tips van de energiebeheerder van het Brugmannziekenhuis doen het gas- en elektriciteitsverbruik dalen. Het Plage-project bewijst zijn nut, stelt Evelyne Huytebroeck (Ecolo), Brussels minister van Leefmilieu en Energie. De initiatiefneemster van het Plan voor Lokale Actie voor het Gebruik van Energie – kortweg Plage –, een middel om energie in grote gebouwen te besparen, probeerde dat tijdens een persconferentie te bewijzen met een massa cijfers en tabellen. De vijf aan het project deelnemende ziekenhuizen verminderden over een periode van drie jaar hun gas- met 14,3 procent en hun elektriciteitsverbruik met 0,6 procent. In totaal zouden ze 1,37 miljoen euro uitsparen en 4.000 ton CO2 minder uitstoten. Maar wat betekent dat in de praktijk? In het geval van het Brugmannziekenhuis nam energiebeheerder Laurence Caussin het verbruik onder de loep. Onder meer op haar aanraden zijn de nieuwe gebouwen niet langer zes, maar zestien centimeter dik geïsoleerd. Tevens wordt de ventilatie fors beperkt en de warmterecuperatie opgevoerd. Zonnepanelen, geïnstal-

leerd over een oppervlakte van 330 vierkante meter, verwarmen nu het sanitair water voor de patiënten. Op de ramen zit een microswitch die de verwarming stopzet wanneer iemand een venster open zet. Daarnaast wordt de verlichting intelligent gestuurd, en koud water via de plafonds, in plaats van airconditioning, zorgt voor verfrissing in de kamers. De site Horta van het Brugmannziekenhuis kreeg 98.000 euro steun van het Gewest, de site Paul Brien in Schaarbeek 35.000 euro, aldus Caussin. Naast de ziekenhuizen namen ook tientallen ‘energieverslindende’ gebouwen (scholen, gemeentehuizen, zwembaden en sportcomplexen) uit zeven Brusselse gemeenten deel aan het project. Bij hen daalde het gasverbruik met 15,8 procent en het elektriciteitsverbruik met 4,3 procent. In totaal zouden ze zo 1,33 miljoen euro besparen. Door de technische en financiële begeleiding binnen het Plage-project, dat geen structurele subsidies krijgt, wil de overheid vastgoedeigenaars bewustmaken rond energiebesparing. Dat geldt zowel bij bouw en renovatie als bij het dagelijkse beheer van gebouSVdb wen.

Bij het honderdjarige bestaan van Seascouts Internationaal licht de 140ste FOS Seascouts Roodbaard, een jonge Nederlandstalige zeescoutsbeweging, het anker voor een kennismakingsdag. Nu zondag 17 oktober (van 10 tot 17 uur) zijn kinderen van Scouts en Gidsen Vlaanderen, landscouts van FOS, de Chiro en anderen welkom in en rond de lokalen aan het zeekanaal Brussel-Willebroek. Waar? Stroomafwaarts vanaf de Van Praetbrug (Laken), tegenover Net Brussel, achter de Brussels Royal Yacht Club (BRYC), Heembeekkaai 3. Kinderen vanaf 8 jaar kunnen er (vrijblijvend en gratis) kennismaken met tal van activiteiten, waaronder ook typische zeescoutsactiviteiten als kanovaren, roeien en zeilen. De Roodbaarders

zijn aangesloten bij de pluralistische scouts en gidsen FOS Open Scouting en zijn een unicum in Vlaanderen: toch zeescouts zijn en honderd kilometer van de kust wonen. JMB Meer op 02-426.50.89

Ukkel > Tentoonstelling, concert en Huysaperitief

Boonvariaties Elk jaar is Boonjaar, moeten ze bij het Candelaershuys denken, want op 15, 16 en 17 oktober komt de Boonliefhebber ruim aan zijn trekken in Ukkel. Boon, potlood en verf in het Kunstenhuis De Dekenij toont een overzicht van Boontjes grafisch werk. Het gemeenschapscentrum mocht met rode oortjes samen met zoon Jo Boon een selectie maken uit de schilderijen en tekeningen. Acteur en Boon-adept Anton Cogen komt op vrijdag de expo openen. Op zaterdag brengen Antje De Boeck en Rony Verbiest de no-nonsensesfeer uit Boons verhalen tijdens een literair concert. Verbiest, met accordeon­geluid uit het plaatselijke café, en De Boeck, Nette uit de film Daens of Ondine uit het theaterstuk De Kapellekensbaan, geven Boon een stem alsof hij erbij zat. Gerrit Six ontvangt ’s zondags op het maandelijkse Huysaperitief gasten als Luckas Vander Taelen en Jo Boon. Ze zullen in De Dekenij Boonconfessies doen. Het Candelaershuys wou er geen klassiek programma van

© JO BOON

In haar sculpturentuin, zichtbaar van op straat, heeft de kunstgalerie Atelier 340 Muzeum een publiciteitspaneel geplaatst dat tentoonstellingen of evenementen in eigen huis aankondigt. Nu toont het twintig vierkante meter grote zeil ‘Bipolar perversion’, een werk uit 2001 van de Brusselse kunstenaar Pascal Bernier (1960), in het bezit van de Franse Gemeenschap. De bruine teddybeer staat voor de consumptiemens die de witte ijsbeer – symbool van de met uitsterven bedreigde natuur – onbekommerd naait. Waarom de galerie dit werk als blikvanger kiest? Commercieel heel eenvoudig: Atelier 340 Muzeum brengt ook kaartjes uit. En deze prent is de best verkochte in binnen- en buitenlandse boekhandels, kunstwinkels en museumshops.

Natte kennismaking

TELEXREGIO

BDW REGIO

© PASCAL BERNIER

Tot december te zien: ‘Bipolar perversion’ van Pascal Bernier.

Laken > 100 jaar Seascouts ook in Brussel

Grafisch werk van L.P. Boon, een weekend lang in De Dekenij.

maken, want Boon inspireerde niet alleen als schrijver of schilder, maar AD ook als mens. Info en reserveren bij het Candelaershuys, 02-343.46.58, candelaershuys@vgc.be of www.candelaershuys.be. Gratis

WELKOM AAN NIEUWE LAKENAARS LAKEN – Laken bruist! Onder dat motto organiseren Lakense verenigingen op 16 oktober een dag vol activiteiten in GC Nekkersdal, Bockstaellaan 107. Vanaf 13 uur nemen verenigingen je op sleeptouw, van een indoor-fietscompetitie tot improvisatietheater. De nieuwe Lakenaars zijn welkom voor een onthaaldag met gratis brunch en een rondleiding die hen wegwijs maakt in de gemeente. BD Gratis; meer op 02-421.80.60 of www.nekkersdal.be.

RIJCKAERT EN GABRIËLS IN OUDERGEM OUDERGEM – In stand-up comedy heeft de gemeente een dijk van een reputatie opgebouwd. Op 14 oktober om 20 uur brengt Henk Rijckaert Het experiment: op wetenschappelijk verantwoorde wijze ontmaskert hij de wereld. Na de pauze toont Rijckaerts kompaan Bert Gabriëls in Pech! de absurde en hilarische kanten van het fenomeen ‘pech’. Twee apart in het CC, Vorstlaan 183. Kaartjes kosten LB 13,20 euro; VGC-cultuurwaardebon is welkom.


© VISUALPANIC

90 dagen heraanleg na de wintervorst

De winter 2009-’10 was ongemeen hard, ook voor de Etterbeekse wegen. Vanaf 18 oktober krijgen een aantal straten dan ook een nieuwe laag asfalt. Vorige week kwam de Philippe Baucqstraat al aan de beurt. Vanaf maandag 18 oktober worden Morgenlandstraat, De Gerlachestraat, Nieuwelaan (waar  meteen ook nieuwe voetpaden worden gelegd), Pierre Hap-Lemaîtrestraat, Beckers­straat, Van Meyel­plein, Sint-Geertruidestraat, Generaal Henristraat, Dekensstraat, Frontlaan (oneven straatkant), Bollandistenstraat en Atrebatenstraat

opgeknapt. Volgens het gemeentebestuur zullen de werkzaamheden om en bij de negentig dagen duren. Tenminste, als een nieuwe winter geen sneeuw in de straten strooit. Let wel: de straten worden niet allemaal gelijktijdig onder handen genomen, maar een na een. De bewoners worden steeds op voorhand schriftelijk op de hoogte gebracht. Per straat rekent men op een werkduur van vier tot zes dagen. De grootschalige herasfaltering was aangekondigd in de gemeenteraad in april, toen over de begroting werd gestemd. Uiteindelijk wordt er voor de werkzaamheden 880.000 euro vrijgemaakt; in april werd het bedrag nog op 800.000 euro geschat. Een nieuwe laag asfalt in plaats van her en der een putje vullen is veel duurzamer, is de overtuiging van burgemeester Vincent De Wolf (MR). Christophe Degreef

Laagdrempelig en met propere riolen

Laagdrempelig, want na de werkzaamheden is er geen hoogteverschil meer tussen de rijweg en het voetpad. Alleen een kleurtje duidt nu aan waar het voetpad loopt. De Coquilhatwijk – genoemd naar de Luikse koloniaal Camille Coquilhat – is de buurt rond de Coquilhatstraat, opzij van de Waversesteen-

weg. De heraanleg was al enkele jaren nodig, want de wegen in de wijk hadden last van ouderdomsslijtage. Van de gelegenheid werd ook gebruikgemaakt om nieuwe rioleringen onder de straten te leggen. Dat werk nam Vivaqua op zich. De heraanleg was begroot op ongeveer 800.000 euro voor rekening van de gemeente Etterbeek en 520.000 euro voor Vivaqua. Alle werkzaamheden hebben negen maanden geCD duurd.

Brussel > Kinderen terroriseren dieren

Konijnenellende op Robinsoneiland

Tot voor kort werden 35 konijnen geteld, maar dat aantal slinkt zienderogen. “Dagelijks laten twee tot drie konijnen het leven door honden die niet aan de leiband worden gehouden,” bevestigen de twee overzetschippers. “Ook kinderen lopen als wilden achter de tamme konijnen aan, vooral tijdens de weekends, als het hier een Walibi-toeloop is. De diertjes worden opgejaagd, tot ze meestal in de vijver tuimelen en... verdrinken.” Konijnen kunnen niet zwemmen. De restaurateur heeft het groen rond het restaurant in erfpacht. Iets verder op het eiland blijft het openbaar parkje beheerd door de overheid. Die kan niet om de haverklap over de fauna waken. Het is zaak om eenden en andere (water)vogels in het voorjaar rustig te laten broeden. Maar ook zij worden geplaagd. “Ik zag ouders lachend kijken

Stallestraat, Ukkel, circa 1925.

naar een kind dat met een stok een broedende eend van haar nest wou drijven; het dier onderging de terreur om de eieren te beschermen,” zegt de opzichter. Hij is aangesteld door de exploitant, maar kan niet achter alle wandelaars aan lopen, omdat hij ook de veerpont bestuurt. “Het is ongehoord dat ouders amper optreden tegen het leed dat de kinderen dieren aandoen.” Hoe het konijnenbestand zich in nog geen jaar tijd op dit eiland heeft ontpopt, is een verhaal op zich. Op een dag vroeg een dame, die regelmatig kwam eten, om tijdens haar vakantie op haar wit konijn te passen. Ze bracht het dier (met een voorraad eten) in een doos mee, en de Robinsoneilandbewoners zorgden ervoor. Maar de eigenares kwam nooit terug. De rammelaar, waarvoor ondertussen een ren was gemaakt, werd uit zijn isolement gehaald en kreeg er een voedster (vrouwtje) bij. De lampreien (jonge konijnen) volgden snel. En ze zijn zo tam dat ze tot rond het chalet etensrestjes komen schooien. Daardoor vallen ze gemakkelijk ten prooi aan loslopende honden en kinderen, wier (doorgaans poepchique) baasjes decadent gedrag normaal schijnen te vinden. Jean-Marie Binst

Correspondentie, honderd gedateerde Brusselse prentbriefkaarten en corresponderende foto’s van Gilbert Fastenaekens, nog tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel (Huidevettersstraat 65), op www.arpeditions.org en op www.brusselnieuws.be/fastenaekens.

© GILBERT FASTENAEKENS

FASTENAEKENS

Hoe lang nog voor ook dit lieftallige konijn opgejaagd wordt en verdrinkt?

Amper een jaar na de heropening van het Robinsonchalet op het gelijknamige eiland midden in het Ter Kamerenbos wordt de plek geteisterd door ‘klein’ vandalisme. De konijnenpopulatie op het eiland wordt stelselmatig – haast dagelijks en vooral in het weekend – geterroriseerd door kwajongens en loslopende honden.

Etterbeek > Coquilhatwijk in ’t nieuw

De Coquilhatwijk zit in een nieuw kleedje. En mag zichzelf nu ook – letterlijk – een laagdrempelige wijk noemen.

BDW REGIO

Etterbeek > Herasfalteringscampagne

© MARC GYSENS

BDW 1250 PAGINA 13 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Stallestraat, Ukkel, 27 juli 2008, 11.14 uur.


BDW 1250 PAGINA 14 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

ARM IN BRUSSEL

Kris Kaerts (rechts, naast rolstoel) en de Kaputt!-crew: “Dat de wereld niet rond draait, maar vierkant. En daarom blijven lachen.”

© DIETER TELEMANS

Opinie > Wat Kris Kaerts van Kaputt! leerde

Drie lessen der armen BRUSSEL – “Het afgelopen jaar heb ik aan een theatervoorstelling gewerkt met thuislozen annex zielsverwanten, mensen die zich geroepen voelen om met de zwakkeren van deze stad een podium te delen.” The making of Kaputt!, door de ogen van theaterman-kunstenaar Kris Kaerts.

E

en jaar lang hebben een twintigtal mensen wekelijks samen getafeld op kosten van de Vlaamse gemeenschap. Dat cadeau geven we nu terug aan de gemeenschap. Na een paar rekruteringssessies kwamen we tot een evenwichtig samengestelde spelersgroep: jong, oud, met vele maten en gewichten. Een spiegel des levens in Brussel. Meer dan een geroepene heeft bij het betreden van de repetitiezaal onmiddellijk de hielen gelicht, op de vlucht voor de kakofonie. Zelf hield ik er een paar lessen aan over.

deren en haar kartonnen dozen op straat. Ooit. Dat werd les 1 voor me. Etiketten plakken op mensen helpt die mensen niet vooruit. Het is een manier om tot een intellectuele beheersbaarheid van de werkelijkheid te komen. Etiketten: mooie tools voor het beleid, voor geld in subsidiedossiers – ook dat van Kaputt! Maar de betrokkenen zelf steek je ermee in een hokje. Hij of zij kan ertegen vechten of zich ernaar beginnen te gedragen. Bedankt voor de les, beste Kaputt!-speelster: weigeren etiketten!

2. Les der lachende smoel 1. Les der etikette(n) Soms stuit je op onvertaalbare woorden, zoals thuisloze. Bij de officiële try-out van de voorstelling Kaputt! stond er plots een speelster voor me. Ze was verontwaardigd omdat in de aankondiging sprake was van SDF (sans domicile fixe). “Hé manneke, ik heb wél een dak boven mijn hoofd!” Je kunt thuisloos zijn met een dak boven je hoofd. Ooit stond ze met haar kin-

Talloos nochtans waren de etiketten der armoe die ik zelf op zak had: dat van de clochard met de Marokkaanse zakken, slapend of slapeloos onder plastic, op karton of pallet of op een stadsbank. Ik heb de hongerstakende sans-papiers voor ogen gehad, de werkhongerigen rond het Klein Kasteeltje, de klassieke Brusselse vierde wereld, de slachtoffers van mensenhandel en prostitutie, familie-inkomens die je aan het

“Etiketten: mooie tools voor het beleid, voor de subsidiedossiers – ook dat van Kaputt! Maar de betrokkenen zelf help je er niet mee vooruit” Kris Kaerts.

denken zetten, de treurige huizenblokken en wijken, de onthaal- en opvangtehuizen, de slaapfoyers, het Leger des Heils, de Restos du Cœur,... Dit alles met een stijgend vermoeden van veel armoede die met succes verborgen wordt. Ik heb bij wijze van inleving teruggedacht aan een periode in mijn leven dat ik de laatste dagen van de maand moest zien te overbruggen met nog twintig frank op zak. Aan mijn koppige trots om vooral geen schulden te maken, of mijn tijdelijke armoede zichtbaar. Ik dacht terug aan mijn eerste verwarrende contacten met derdewereldarmoede: ik vond dat er in landen als Colombia en Ecuador, maar ook in India, veel

meer gelachen werd dan hier. Armoede met een lachende smoel! Dat was even wennen. In een vorig theaterproject nam ik interviews af met mijnwerkersmigranten in Limburg die destijds in barakken waren gehuisvest. “Die vriendschap en solidariteit” (onder de barakkenbewoners, dus) “is in ons leven nooit meer weergekeerd!”

heb ik meermaals uit hun monden opgetekend. De lachende smoel, dat overlevingsinstinct en -talent, de solidariteit, ik heb ze bij bakken teruggevonden tijdens de creatie van Kaputt! Mijn eigen smoel plooide zich in een verbaasde grimas toen ik onlangs (Vlaams minister-president) Kris Peeters de paardenkoers van het parlementaire werkjaar hoorde inzingen rond ‘het geluk der Vlamingen’. Ik ben in Kaputt! niet vies geweest van de zwaardere lagen die op ons bestaan drukken: honger, liefde, oorlog. Via getuigenissen en verhalen van thuislozen, of via Malaparte, de auteur van het boek Kaputt. In weerwil van alle ongeluk en levensschade ben ik de voorstelling welhaast met politieke bedoelingen de stempel van de lachende smoel blijven geven. Beste rijke, ongelukkige Vlaming, kom a.u.b. kijken. U vergeet een poosje het verdriet der Belgen. Laat uw platte scherm voor wat het is en betreed de driedimensionale ruimte van de prachtige Europese stad Brussel. Installeer u met ons voor een avondje theater in de Begijnhofkerk. Ondergedompeld in én verheven boven afgelegde pijnlijke parcours en blijvende stigmata zoals kindermishandeling, verwaarlozing, alcoholen drugsproblemen, boven de soms lang gerijpte en grondig dooreengeschudde cocktails der armoede, pakken thuislozen en armen de koe dagelijks toch maar bij de hoorns, plukken ze de dag en feesten ze ongegeneerd met hun publiek. Nooit een kans tot feesten laten schieten! Met overgave en enthousiasme die je in het echte theater helaas veel te vaak moet ontberen. Met hun grillen en grollen én met een je-m’en-foutisme waarbij je de haren te berge rijzen, maar waarop de hardwerkende burger ook jaloers mag wezen. Thuislozen lezen ons dagelijks de les der menselijke imperfectie. Les twee der armen: dat de wereld niet rond draait, maar vierkant. En daarom blijven lachen.

3. Les der bescheidenheid Thuislozen doen me nadenken over onze maatschappij en haar ziektes: controlezucht, formats, ego’s, perfectionisme,... Ze vervullen een rol, hebben hun betekenis in een groter geheel. Er is een nauwere band tussen hun wereld en de wereld die we doorgaans als ‘de normaliteit’ beschouwen, dan we beseffen. Ieder van ons loopt dagelijks onbewust op een dunne rode lijn. In Hamlet legt Shakespeare aan de hand van een vissende bedelaar uit hoe een koning (dood en ontbonden als worm die dient als aas) een tocht kan maken door de ingewanden van een bedelaar. Les drie, dus. De les der bescheidenheid. Wie wanen we ons? Kris Kaerts

Kris Kaerts regisseerde Kaputt!, een ‘theaterproject van thuislozen en zielsverwanten’, op 14, 15 en 16 oktober opgevoerd in de Begijnhofkerk, 1000 Brussel, telkens om 20 uur (tentoonstelling open vanaf 19 uur). Een coproductie van Archipel/Hobo en De Markten/Laplan. Meer over de voorstelling op www.kaputt.be. Reserveren bij De Markten, 02-512.34.25 of demarkten@demarkten.be. Kaartjes kosten 6 of 10 euro, VGC-cultuurwaardebon welkom, gratis voor min-twaalfjarigen


BDW 1250 PAGINA 15 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

Villo

Ik woon bijna vijftig jaar in Molenbeek, en deze gemeente gaat er echt niet op vooruit.

In jullie artikel over de kinderziektes van Villo (‘Groeipijn van een gele fiets’ in BDW 1248, blz. 6-7) ontbrak volgens mij een stukje over de diefstallen. Misschien is dit alleen in bepaalde delen van Schaarbeek een echt probleem: in sommige stations vind je nog nauwelijks een niet-beschadigde fiets, en als je iets beter kijkt, zie je dat van de ontbrekende fietsen er zeker enkele gestolen zijn: in de bevestigingssleuf zie je het afgebroken gedeelte van de metalen bevestigingsbalk. Dit laatste kun je trouwens ook merken als je je fiets terug wilt plaatsen en dit niet lukt omdat er nog zo’n stuk in het slot zit. Ik zie ook regelmatig Villo’s die met het kettingslot om een paal achtergelaten zijn. Eerst dacht ik nog dat dit gebeurde door mensen die niet begrepen hadden dat de prijs fel oploopt als je de fiets niet snel terugbrengt, maar nu weet ik wel beter. Waarom ik dit naar jullie mail en niet naar Villo? Omdat ze het blijkbaar te lastig vinden om een e-mailadres op hun website te plaatsen. Als je op ‘contact’ klikt, krijg je een telefoonnummer waar je (onder andere om gestolen fietsen te melden) terechtkunt van... maandag tot vrijdag tussen 8 en 18 uur. Dus als ik vrijdag om iets over zes een gestolen fiets opmerk, moet ik tot maandagmorgen wachten om dat te melden? De dieven kunnen tijdens het weekend rustig op beide oren slapen. Er zijn openbare diensten die soepeler werken.

Alex Hetwer, Schaarbeek

Sjoemel (1) ‘Jef Van Damme: “Scholen sjoemelen met inschrijvingen”’ (in BDW 1249, blz. 5). En groot gelijk hebben ze, Jef! Scholen zijn autonoom en moeten dus autonoom kunnen streven naar een kwalitatief hoogstaand onderwijs. Dat heeft niets te maken met racisme. Ik vind het beledigend voor de inrichtende machten van de scholen om het woord racisme zo goedkoop te gebruiken. Is het elitair of zelfs racistisch om Nederlandstalige kinderen op te nemen in een Nederlandstalige school? Om kwalitatief hoogstaand onderwijs te kunnen bieden zijn er voor leerkrachten grenzen. Een gezonde mix van kinderen is absoluut goed, maar een meerderheid van anderstaligen in een klas zetten is de grens voorbij. De kwaliteit van het onderwijs gaat er dan op achteruit, niet alleen voor de Nederlandstaligen, maar ook voor de anderstaligen (...). Ik sta zelf in het technisch secundair onderwijs en zie dat jongeren die het Nederlands niet grondig beheersen vanuit het basisonderwijs, heel dikwijls in de problemen komen. Laat het Nederlandstalig onderwijs Nederlandstalig blijven (met Frans als tweede taal, ondanks de publiciteitsstunt van minister Smet), en laten we hopen dat het Franstalig onderwijs zijn problemen kan oplossen zodat er minder instroom komt van Franstaligen in ‘elitaire’ Nederlandstalige scholen.

Marc Vanhoovels, Jette

Sjoemel (2) Bij het lezen van het artikel van Jef Van Damme was ik wel verontwaardigd. Vindt hij het dan niet normaal dat een Nederlandstalig kind in een Nederlandstalige school terechtkan? Wij worden overrompeld door alle nationaliteiten, het is maar juist dat onze kinderen voorrang krijgen. Waar gaat dit land naartoe?

M. Bormans, Sint-Jans-Molenbeek

Brussel verdient beter De opbrengst uit de vennootschapsbelasting van Brusselse bedrijven of uit btw die in Brussel geïnd wordt, gaan niet naar het Gewest of naar Brusselse lokale overheden. Zo werkt de Financieringswet vandaag. Wellicht moeten deze opbrengsten uit de hoofdstad ook niet in gegarandeerd in Brussel blijven. Maar het kan toch ook niet dat Brussel niet kan rekenen op een structurele financiering om zijn taken uit te voeren. Twee bemerkingen. (1) Evalueer de solidariteit die in het Vlaams Gewest wordt opgebracht voor bijvoorbeeld Antwerpen. Vergelijk dit met het Hoofdstedelijk Gewest, dat op zichzelf is aangewezen. Er werken vandaag meer pendelaars uit het Vlaams Gewest in Brussel dan in Antwerpen. (2) In het kader van de wijziging van de Financieringswet schermen de specialisten vooral met de identificeerbaarheid van de personenbelasting naar de gewesten toe. Ze kiezen daarom voor de personenbelasting als basis voor de financiering van de gewesten. Brussel staat hier zwak (het inkomen van de Brusselaar is lager) en is aangewezen op een federale solidariteitstussenkomst. De gemeenten ontvangen evenwel geen compensatie voor hun geringe fiscale capaciteit. Een structurele financiering van Brussel moet ook rekening houden met de effectieve opbrengsten, die in Brussel hoger liggen inzake btw en vennootschapsbelasting in plaats van ‘dotaties’, die in Vlaanderen nogal eens als cadeautjes worden afgedaan. Brussel verdient ook minder conjunctuurgevoelige inkomsten wegens een veel hoger relatief aandeel gewestbelastingen. Deze werden bij de Lambermontakkoorden aan Brussel toegeschoven binnen een strikte budgettaire neutraliteit... Wouter Bracquené, Elsene

Coditel (2) Net als lezer Michiel Plaizier (BDW 1249, blz. 15) werd ik door Numericable/Coditel uitgenodigd om een nieuwe ‘cablebox’ af te halen. Dat kon in de boetiek in de Maria-Christinastraat. Ook daar was het onmogelijk de dames een simpel woordje Nederlands te ontlokken. Onverwacht was dat niet, gezien vroegere ervaringen met Coditel. De klant(on)vriendelijkheid van de kabelmaatschappij kennende, en gezien ik zeer slecht ter been ben, wilde ik me er vóór vertrek van vergewissen dat men het toestel wel degelijk in voorraad had. Dat bleek onmogelijk: de boetiek is telefonisch niet bereikbaar, ook al treedt Numericable zelf als telefoonprovider op! Ter plaatse gekomen diende ik een nummertje te trekken. Toen het na lang wachten eindelijk mijn beurt was, kreeg ik te horen dat de voorraad uitgeput was en dat het onmogelijk was een toestel te laten reserveren. Ik was dus verplicht de hele lijdensweg (moeizame verplaatsing, lang wachten) een tweede keer te ondergaan. Gezien mijn invaliditeit vroeg ik het toestel uit de verpakking te halen, zodat het in mijn rugzak zou passen en gemakkelijker te dragen zou zijn voor iemand die de steun van een wandelstok nodig heeft. Dat werd resoluut en hautain geweigerd. Klant is koning is blijkbaar geen Franstalige uitdrukking. Marcel Bulckaert, Sint-Jans-Molenbeek

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

BDWOPINIE Armoede, dus door Anne Brumagne Opbeurende lectuur is het allerminst, de Welzijnsbarometer 2010 die de ministers Huytebroeck en Grouwels maandag presenteerden. De samenstellers schrijven onomwonden dat heel wat indicatoren op een verslechtering van de situatie wijzen. Zo heeft de crisis ervoor gezorgd dat de werkloosheid weer piekt, na een tijdelijke daling tussen 2006 en 2008. Er moeten meer mensen een beroep doen op het OCMW. Intussen wordt ongeveer een derde van de Brusselse baby’s geboren in een huishouden zonder inkomen uit arbeid, maar verarmt ook de oudere bevolking en neemt de sociale ongelijkheid verder toe. Al deze cijfers zijn ronduit alarmerend. Met het armoededossier dat we u deze week presenteren, hebben we geprobeerd een heel klein beetje door te dringen in die wereld van armen en van de vele organisaties die, elk op hun manier, de grote noden een klein beetje proberen te lenigen. Voor wie het goed heeft, zijn het vaak onbekende, verborgen werelden, ver van het eigen bed. We kijken er misschien net niet op neer, maar er wel overheen. De sociale segregatie is veel groter dan vroeger. En we hebben weleens kritiek op die wildgroei van sociale organisaties waarvan we vinden dat ze met te veel subsidies gaan lopen. Voor heel wat mensen is hun aanbod nochtans de enige manier om op een betaalbare manier een stapje buiten de deur te kunnen zetten, weg van de eenzaamheid. Freddy Hartog, de voorzitter van de vzw die de sociale superette Les Capucines in de Marollen runt, zegt in deze krant dat armoede heel complex is geworden. Er zijn heel veel factoren en omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat mensen in de armoede terechtkomen. De oplossingen zijn al even complex. Werk hebben is cruciaal. Maar ook het onderwijs is levensbelangrijk. Positief is dat de Brusselse regering en de drie gemeenschapscommissies een gezamenlijke beleidsnota hebben uitgewerkt om armoede te bestrijden. Maar het is duidelijk dat ook zij niet alle hefbomen in handen hebben: ook de gemeenschappen en de federale overheid spelen een cruciale rol. In Vlaanderen waren er commentatoren als de kippen bij om vooral de Brusselse overheid met de vinger te wijzen. Dat het Brusselse beleid mankementen vertoont, zal niemand ontkennen. Toch is die beschuldigende vinger net iets te gemakkelijk. In alle grotere Belgische steden hebben de oude volksbuurten het verschrikkelijk moeilijk – gaat u maar eens rondkijken in de Gentse Dampoortwijk. Deze wijken vangen een toevloed aan niet-bemiddelde mensen op. En dat komt de rest van het land jammer genoeg vaak heel goed uit.

EVA HILHORST


BDW 1250 PAGINA 16 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

FEESTJE VOOR HECTOR

DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

© SASKIA VANDERSTICHELE

ANDERLECHT – Het Brusselse woord- en theatercollectief Cie Mannetje Blauw lanceert op vrijdag 15 oktober de ‘wereldpremière’ van Hectors feest. Het toneelstuk vloeide voort uit een schrijfopdracht van zanger-muzikant-dichter-schrijver Elvis Peeters voor Mannetje Blauw. Marc Bober verzorgt de regie. Onder de vele, vele acteurs vindt u Vic Anciaux, Edwin Smets, Peter Vercauteren en Luce Lemmens. Het verhaal gaat over Hector, een terminaal zieke vijftiger en gewezen vredesactivist. Zijn zoon organiseert in allerijl nog een afscheidsfeest voor Hectors oude liefdes, vrienden, buren, familie en ex-collega’s. En dan verlaat Hector de zaal... Het amateurgezelschap, dat al eerder in Zinnema stond, gaat met het stuk op tournee. Na de voorstelling in Anderlecht op 15 en 16 oktober om 20 uur (reserveren op 0494-39.76.08) volgen speeldagen in De Muze in Meise (23-25 oktober). In de Rand is het theater een paar eurootjes goedkoper. Meer JMB op www.mannetjeblauw.be.

VADROUILLE

VRO GAAT NAAR Besançon ELSENE – Het Brussels Philharmonic/Vlaams Radio Orkest mag in 2011 het legendarische Concours International de Jeunes Chefs d’Orchestre begeleiden, een onderdeel van het vermaarde muziekfestival van Besançon. De tweejaarlijkse dirigentenwedstrijd bestaat dan zestig jaar. Het eerste weekend van oktober was het VRO te gast op het internationale festival Musica Strasbourg, met vier werken van Xenakis. Ook in Straatsburg mag het VRO terugkomen. “Ons orkest is gevraagd om de komende jaren een prominente rol te spelen op Musica,” zegt VRO-intendant Gunther Broucke. “De organisatoren gingen voor deze beslissing niet over één nacht ijs: de knowhow van het orkest en onze uitvoeringen van hedendaagse muziek wekten hun inteJMB resse.” ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

 02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

Meneer en mevrouw Rowies-Trogh: Elvis in Sint-Gillis.


© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW 1250 PAGINA 17 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Huart Hamoirlaan 70, Schaarbeek.

Huidevettersstraat 86, Brussel.

Lesbroussartstraat 75, Elsene.

Nieuwland 3, Brussel.

Reportage > Etalagekunst: weinig middelen, veel verbeelding

Verhalen van achter het glas BRUSSEL – Er zijn genoeg grijze gevels en vuile etalages in de stad. Maar evengoed zijn er vitrines die opvallen door hun creativiteit en ontroerende huisvlijt. Ware kunstwerkjes of curiositeitenkabinetten: BDW liep deze week langs enkele opmerkelijke Brusselse etalages.

H

et zou een erkende discipline moeten zijn: etalagesierkunst. Want sommige stadsbewoners springen wel heel crea­t ief om met hun venster aan de straatkant. Zo is er het bejaarde echtpaar Rowies-Trogh, dat in de Ducpétiauxlaan 114 in Sint-Gillis een hele etalage vol Elvis-parafernalia heeft staan. Het etalageraam is daarbij maar een tipje van de sluier: binnen in hun stadsappartement is er nauwelijks een doorkomen aan. Overal staan of hangen beeldjes, gouden platen, posters van The King. Een obsessie die al op jonge leeftijd begon, toen de vader van mevrouw Trogh stierf “op dezelfde manier als Elvis Presley: aan een hartstilstand. Ik was nog

erg jong toen dat gebeurde, en het was de tijd dat Elvis opkwam. De liefde voor Elvis nam toen een hoge vlucht.” Ook de etalage moet ‘Elvis ademen’, al zegt de eigenares dat de buren vroeger niet erg opgezet waren met het heiligdom aan de straatkant. “Dat is gelukkig veranderd. Al is er toch nog af en toe vandalisme, en is er twee jaar geleden ingebroken en werd er hier thuis een gouden Elvis-medaillon gestolen.” Een rustiger tafereel in de Huart Hamoirlaan, Schaarbeek. Op nummer 70 trekt een etalage met eend, kunstgras en een natuurschilderij de aandacht. Wie naderbij komt, bemerkt nog andere kleine eendjes, bloemen en een fossiel

in de marge. “Gewoon voor het plezier, en voor de positieve reacties van de voorbijgangers. Meer uitleg wil ik er niet over geven,” vertelt de vrouw des huizes van op de bovenverdieping. Om de zoveel tijd verandert de insteek, zo blijkt, want enkele maanden geleden was het nog een tafereel met poezen. In de Marollen is het daarentegen vette vis. In de Huidevettersstraat 86 loert een grote loebas naar de voorbijgangers. Zijn kleur is groen, net als enkele glas-in-loodruitjes daaronder en het houtwerk. Aan de andere kant van de heuvel, in de Elsense Lesbroussartstraat 75, is het dan weer een hele stripwereld die de etalage opfleurt. Lucky Luke, Guust Flater en

zelfs een verdwaalde dodo staan met de rug naar elkaar of zwaaien naar de voorbijgangers. Het geheel blijkt een maquette, maar waarvan precies, daar heeft de passant het raden naar. Boven het tafereel is er dan nog eens lukraak een naaimachine neergezet. Om te eindigen strijken we opnieuw eventjes in de Marollen neer, op Nieuwland nummer 3, waar een porseleinen poes de wacht houdt, naast een lui liggend, levensecht zwart exemplaar. Af en toe zijn dergelijke kunstwerkjes vergangelijk, zo blijkt. In de Elsense Brouwerijstraat was niet zo lang geleden een hele etalage ingericht met spreuken in ware Bond zonder Naam-stijl. En in de Brusselse Fabrieksstraat heeft de eigenaar van een pand besloten om zijn kunstwerk, een etalage vol pluizige roze Duracell-konijntjes, weg te halen. Christophe Degreef


BDW 1250 PAGINA 18 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

“Een bedrijf als de AB moet je professioneel besturen, daar is de culturele sector inmiddels ook van doordrongen”

Dirk De Clippeleir: “Voor de jongere generatie is muziek bijna even alomtegenwoordig en ‘gratis’ als water uit de kraan. Het zal vooral zaak zijn hen toch nog te doen betalen voor muziek.”

© SASKIA VANDERSTICHELE

Muziek > Dirk De Clippeleir is de nieuwe directeur van de Ancienne Belgique

Altijd een elpee onder de arm ELSENE – Een nieuwe Jari Demeulemeester worden is onbegonnen werk en ook niet de ambitie, maar een paar dingetjes heeft de man die per 1 maart 2011 de nieuwe AB-directeur wordt, alvast gemeen met zijn illustere voorganger. Een kennismaking met Dirk De Clippeleir.

D

irk De Clippeleir (48) is een vriendelijk en open man, een Brusselfan sinds de dag (16 oktober 1996, weet hij nog) dat hij in Elsene kwam wonen, en een melomaan – getuige onder meer de ‘wisselende tentoonstelling’ van vintage platenhoezen (momenteel van The Beatles) aan zijn keukenmuur. Hij wil nog niet vooruitlopen op zijn nieuwe baan, maar hij is het ermee eens dat de AB niet meteen een revolutie nodig heeft, maar moet blijven inspelen op nieuwe evoluties. De Clippeleir heeft meer dan twintig jaar ervaring in het commerciële bedrijfsleven. In 1987 ging hij aan de slag als marketeer bij de krant De Standaard. Na drie jaar stapte hij over naar de platenbusiness. Bij EMI, waar hij twee jaar marketingdirecteur en vijftien jaar algemeen directeur was, pionierde hij ooit met een succesvolle actie die The Radios van Bart Peeters naar scholen bracht die voldoende wikkels van het koekjesmerk Delacre hadden verzameld. Na een periode bij concurrent Polygram/Universal zette hij het bedrijfje C.L.I.P. Coaching op, dat managers en hogere kaderleden begeleidde en bijstond in hun worsteling met moeilijke beslissingen of hun ‘eenzaamheid’ als eindverantwoordelijke. Meteen de obligate vraag dan maar: u bent toch evenzeer melomaan als marketeer en bedrijfsleider?

Dirk De Clippeleir: “Ik neem aan dat ze zich dat bij de AB ook afgevraagd hebben, al zochten in de eerste plaats iemand met managementervaring, die bij voorkeur uit de culturele sector kwam. In die zin klopt mijn profiel wel. De AB heeft een behoorlijke omzet, met vijftig mensen in vaste dienst, en nog eens honderd in los dienstverband. Zo’n bedrijf moet je professioneel besturen, daar is de culturele sector inmiddels ook van doordrongen.” “Natuurlijk verschilt de AB wezenlijk van een commerciële instelling in zijn opdrachten: voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk zijn, muziek brengen van Will Tura tot Noorse noise core, aanwezig zijn als Vlaamse instelling in Brussel, en tegelijk een huis zijn waar de hele wereld op bezoek is.” “Liefde voor muziek heb ik altijd gehad. Volgens mijn ouders liep ik vroeger voortdurend rond met een elpee onder mijn arm. Bij de platenfirma hadden we mensen die talent gingen scouten, maar ik ging ook minstens twee keer per week naar een concert, en ik had met de meeste van onze artiesten veel contact.” U heeft de drastische evolutie van de muziekindustrie van nabij meegemaakt. De Clippeleir: “Toen ik begon, zaten we in de nadagen van de Belpop en in de beginjaren van de cd. De muziekmarkt draaide zo goed dat we niet eens zoveel hoefden te doen om hoge ver-

koopcijfers te halen. EMI was toen heel actief in het lokale repertoire: TC Matic, The Radios, Soulsister, De Kreuners, Raymond van het Groenewoud ... Daarmee wilden en konden we de grote buitenlandse namen beconcurreren.” “Eind jaren 1980 is de markt wat veranderd met de komst van VTM en het lichtere genre, maar ook bij Polygram hebben we de lokale stal nog mooi kunnen uitbreiden. dEUS zat er net, en ik heb het ‘geluk’ gehad om meteen Helmut Lotti onder contract te krijgen – toen de grootste Belgische artiest aller tijden. Daarna zijn nog onder meer Admiral Freebee, Jef Neve, Sioen en Absynthe Minded gevolgd, maar na het hoogtepunt in 1999 is het stelselmatig achteruitgegaan. Een halvering van de markt in tien jaar tijd: ik denk niet dat het in veel andere sectoren zo drastisch is gegaan. Vroeger ging een artiest soms met verlies toeren om zijn plaat te verkopen, nu is de plaat een marketingmiddel om te kunnen toeren.” De AB heeft een studio, slijt liveopnamen en organiseert live streamings. Waarom maakt u er niet ook een platenlabel van? De Clippeleir: “Platenfirma’s hebben toch een bepaalde kennis die nodig is om muziek te kunnen verkopen. Het is al gebleken dat je niet zomaar fans vindt op internet. Promotie en marketing zijn nodig, en daarvoor hebben platenfirma’s, concertzalen en de media elkaar nodig. Dat EMI nog altijd nieuwe artiesten kan uitbrengen, komt overigens doordat de herverkoop van The Beatles en John Lennon voor inkomsten zorgt. Al wil dat niet zeggen dat de AB niet met die live-cd’s kan voortgaan. Die

kwaliteitsopnamen zijn inderdaad een belangrijke troef.” Ondertussen stijgen de concertprijzen omdat de artiesten ervan moeten leven, maar de consument lijkt dat niet erg te vinden. De Clippeleir: “De AB heeft dit jaar na negen maanden al even veel kaartjes verkocht als in het hele jaar 2009. Waarschijnlijk omdat beleving belangrijk is. Een cd kun je kopiëren, een concert niet. Ten opzichte van vroeger heb je ook een heel nieuw concertpubliek dat gaat om ‘erbij’ te zijn. Het zal vooral zaak zijn om de nieuwe generatie, voor wie muziek bijna even alomtegenwoordig en ‘gratis’ is als water uit de kraan, toch te doen besluiten om nog te betalen voor muziek. De evolutie naar streaming, waarbij je kleine bedragen betaalt om muziek te beluisteren zonder ze ook te bezitten, is best ingrijpend. Maar ik denk toch dat ook de nieuwe generaties naar concerten zullen blijven komen.” Welke AB-concerten staan in uw geheugen gegrift? De Clippeleir: “Enkele van de eerste die me zijn bijgebleven – al vraag ik me wel af waarom –, waren die van Tanita Tikaram en Indigo Girls. Een van mijn absolute hoogtepunten was dat van Emmylou Harris een jaar of vijftien geleden, in haar Spyboy-periode. Dat zijn nogal veel vrouwen, merk ik nu. Maar het eerste concert van dEUS in de AB was ook een ongelooflijke storm, hoor!”

Michaël Bellon


BDW 1250 PAGINA 19 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

© ARCHIEF BDW

Evenement > Bibliotheekweek 2010 vol onverwachte ontmoetingen

Laat u verwennen door Struyf en Van Bendegem

Ensor beeldde lelijke mensen af, die ook lelijk werden vormgegeven.

Praat

Ensor, Ensor, enzovoort achteraf

Gezien: de tentoonstelling Ensor ontmaskerd, in het ING Cultuurcentrum, Koningsplein 6, 1000 Brussel, nog tot en met 13 februari 2011. (Meer op www.ing.be/art.)

Alweer Ensor?! Het heeft James en zijn werk de laatste jaren inderdaad niet aan aandacht ontbroken. En honderdvijftigste verjaardag of niet, die eeuwige terugkeer naar de erfenis van de Oostendenaar heeft ook iets verdachts. Hebben we echt niets beters te doen? Kan het in die grote musea niet (nog) wat innovatiever? Neemt u dus de komende dagen vooral de gelegenheid te baat om in Wiels naar de tentoonstelling van Francis Alÿs te gaan kijken. Ensor zou het vast zo gewild hebben. In het oeuvre van James Ensor (1860-1949) is er sprake van een opmerkelijke breuklijn – halverwege de jaren 1880, net voor ‘De intrede van Christus in Brussel’ – die vanzelfsprekend ook in deze tentoonstelling duidelijk zichtbaar is. Het is de breuklijn tussen zijn periode als academisch, realistisch schilder en zijn latere expressionistische werk. Volgens curator Herwig Todts is het onmogelijk om voor die breuk een eenduidige biografische aanleiding aan te wijzen, en de talloze tekeningen en schetsen van Ensor die deze tentoonstelling de moeite waard maken, ondersteunen de stelling dat het hier om een geleidelijke evolutie ging. Zitten er heel wat doorwrochte studies en kopietjes van oude meesters als Hals, Rembrandt of zelfs Hokusai tussen de tekeningen, dan wordt het papier voor Ensor ook steeds meer een plek voor experiment. Verschillende schetsblaadjes neemt Ensor jaren later opnieuw ter hand om ze op te vullen met tekeningetjes in een heel andere stijl, die er vreemde hybride kunstwerkjes van maken. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig duiken maskers, skeletten en chinoise­ rieën nog op in netjes afgewerkte schilderijen als ‘De verbazing van het masker Wouse’ of ‘De intrige’, daarna gaan ze een eigen leven leiden. Ook een ouder overgangswerk als ‘De oester­eetster’ bevat al een groot ‘onafgewerkt’ stuk canvas. Maar de evolutie zou zich zo  sterk verderzetten dat vooral zijn werken van na 1900 je met verstomming slaan.

De tentoongestelde jeugdwerkjes van Ensor tonen dat zijn (technische) genie al in zijn tienerjaren vaststond. Maar de marines, interieurs en portretten van familieleden maken ook duidelijk dat het Ensor (zoals alle grote kunstenaars) niet zozeer om de onderwerpen, als wel om de vorm te doen was. Daarin is Ensor tijdens zijn lange leven zozeer geëvolueerd, dat hij de virtuositeit en burgerlijke esthetiek uit de beginjaren hoe langer hoe meer ging ontkennen. Zo werd Ensor de schilder van lelijke mensen (dat was zijn onderwerp), die ook lelijk werden vormgegeven, en hoe langer, hoe slordiger en baloriger op het doek werden gezet. Als het niet zo nadrukkelijk (kleuren)experimenten waren, zou je er bijna waanzin in vermoeden. En omdat Todts er in zijn catalogus zo de nadruk op legt dat Ensor graag tentoongesteld wilde worden, moet je de schilder niet alleen drang naar erkenning, maar ook binnenpretjes om het succes van zijn balorigheid toeschrijven. Nadat Ensor in de jaren 1920 definitief gecanoniseerd was, waren die binnenpretjes wellicht verdwenen, maar bleef hij tekenen en evolueren. Het modernisme had zijn baldadigheid en ongeleide exploraties verkoopbaar gemaakt, en uit dank zette Ensor nog een stapje verder. Het late schilderij ‘De boeteprocessie in Veurne’ uit 1935, dat uit het Vaticaan is overgekomen, stelt elke toeschouwer voor een raadsel. Het is opnieuw een kleurenexperiment, maar het verschil tussen het doek en Ensors experimentele tekeningen, die vaak iets onverdrotens, dwangmatigs, wanhopigs en verveelds hebben, is hier bijna onbestaande. Net als andere massaspektakels van Ensor heeft het iets van een doedel. Ensors ongebreidelde en ongegeneerde baldadigheid is een van de kenmerken van de echte kunstenaar, want ze zal ook de bezoekers van de immer subversieve Magritte aan de overkant van het Koningsplein opvallen. Ook al zal er misschien ook sprake geweest zijn van een goedbetaalde routine, de dadendrang van beide meesters staat in schril contrast met de manier waarop wij, consumentjes, er andermaal langs de resultaten schuifelen. MB

BRUSSEL – Schoon volk op de Bibliotheekweek, 16 tot en met 24 oktober. Met ‘Vol onverwachte ontmoetingen’ kunnen de Brusselse bibliotheken hun troef van ontmoetingsplaats uitspelen, in én naast de boeken. Een rijtje namen die op Verwendag (zaterdag 16 oktober, tenzij andere datum vermeld) komen aperitieven of ontbijten in de bieb. En van u hetzelfde hopen. Stil zal het voor een keertje niet zijn in de bibliotheek van Anderlecht met een workshop djembé door Karel De Ridder. De groep Broes treedt ook op, en Zerox brengt een showcase en workshop beatbox, geluiden produceren met je mond. In Sint-Pieters-Woluwe geeft Hanneke Siebelink op 21 oktober een lezing naar aanleiding van haar jongste boek De 50 dagen die Europa veranderden. Annemie Struyf komt in Evere uw oren verwennen met haar vertelsels over Ladies first, first ladies. In Watermaal-Bosvoorde fluistert Isabel Allende woordkunstenares Katelijne Billet verhalen toe op 23 oktober. Oudergem begint al op 14 oktober met stand-up comedy van Henk Rijckaert en Bert Gabriëls. Marc Vermeersch geeft op 19 oktober een uiteenzetting over de

oorsprong van geweld, en op 22 oktober is er dan ‘een onvervalste bibquiz’. In de Elsense bibliotheek Sans Souci is het knabbelen op breincrackers met Jean Paul Van Bendegem. Zijn lezing Being Jean Paul Van Bendegem – Een duik in een hoofd vol verrassende verbanden is wellicht nog “beter dan het boek”. Van Bendegem veroorzaakt vonkjes in uw hoofd tussen Sherlock Holmes en stripverhalen, wiskunde en literatuur, geloof en humor, een erotisch schilderij van Courbet en intelligent design. Uw kinderen neemt u gewoon mee, want voor hen is er filoatelier met filosoof Peter Algoet en Katrien Van Hecke van Io in de monstertuin en Ahatani en het geheim van het oudste verhaal. In Ukkel brengen Antje De Boeck en Ronny Verbiest het stomende Aalst weer tot leven. Jette ontvangt op 22 oktober verteller Frank Cools, die de vreemde tantes en zwarte kippen van Annie M.G. Schmidt over de soep doet vliegen. Een dagje later krijgt de bibliotheek bezoek van een BM (Bekende Muis), Geronimo AD Stilton. Inschrijven en info over de locaties (soms buiten de bibliotheekmuren) op www.[naam gemeente].bibliotheek.be

ADVERTENTIE

STAD BRUSSEL OPENBAAR ONDERWIJS Hoofdstedelijke

AC ADEMIE MUZIEK WOORD DANS INSCHRIJVINGEN EN INFORMATIE: Deeltijds kunstonderwijs met aangepaste leerprogramma’s voor jongeren en volwassenen, voor amateurs en pré-professionelen. Directeur: dhr. B. De Jonghe Fransmanstraat 118, 1020 Brussel (Laken)  02 421 14 00 02 421 14 08 0477 458 625

 www.hoofdstedelijkeacademie.be

sec.muziekacademie@brunette.brucity.be


BDW 1250 PAGINA 20 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

© CHARLOTTE LYBEER

FOTO: TOM VAN ELST

FOTO: TOM VAN ELST

Het Vlaams parlement investeert al jaren in kunst. Boven, vlnr.: kevers van Jan Fabre, buiteninstallatie van Arne Quinze en werk van Charlotte Lybeer, Roger Raveel en Jozef Legrand. Onder: lichtstraat in het dak van Joaquim Pereira Eires.

Beeldende kunst > Vlaams parlement biedt hedendaagse staalkaart

Kunstcollectie van ons geld BRUSSEL – Door een gestuurd kunstaankoopbeleid sinds 1977 heeft het Vlaams parlement ondertussen een verzameling van ruim driehonderd Vlaamse werken bijeen gespaard. Veel van die kunst werd in de nieuwe parlementsgebouwen geïntegreerd. Een deel ervan valt voortaan ook vanuit de luie stoel te appreciëren: eindelijk is er een catalogus.

M

et ruim 750.000 bezoekers in vijftien jaar tijd is het Vlaams parlement een van de meest bezochte musea voor hedendaagse Vlaamse kunst. Uiteraard komt het volk in eerste instantie om het politieke bedrijf in actie te zien en de parlementaire panden te leren kennen. Dat neemt niet weg dat het Vlaams parlement (en zeker ook de Lokettenzaal) verleidt met een opvallende collectie van hedendaagse kunst in huis.

De hal, gangen, vestibules en zithoeken, kantoren, commissiekamers en het halfrond, tot het muurtje tussen de koffiedame en de parlementsvoorzitter (met ‘Stilte’ van Jan Carlier), alles is opgesmukt met werk van Vlaamse kunstenaars. Tot buiten toe, met installaties van Arne Quinze (de straatoverkapping ‘The sequence’) en Jozef Legrand (de passerellen ‘Een gebouw stapt om zichzelf en ontmoet zijn buurt’). Tijd dus om die hele collectie te

boek te stellen, vond het Vlaams parlement. Dat gebeurde onder redactie van parlementair ambtenaar Wilfried Van Vinckenroye, van 2001 tot 2007 secretaris van de commissie Kunst, en dus de geknipte man om onpartijdig en toch betrokken een selectie uit de kunstaankopen en integratieprojecten te presenteren.

Staalkaart De catalogus stelt niet alle driehon-

derd werken voor, maar geeft, met 81 Vlaamse stukken, wel een representatief beeld van wat met ‘ons geld’ werd gekocht. Al in 1977 werd binnen het Vlaams parlement een Commissie voor de Aankoop van Kunstwerken samengesteld. Voordien werden sporadisch al werken gekocht – een Joris Minne, Felix De Boeck, Raoul De Keyser –, die een plek kregen in de gangen van de Vlaamse Raad in het Paleis der Natiën (Kamer en Senaat). De echte doorbraak kwam er met de regelgeving dat een deel van de investering in de nieuwe Vlaamse overheidsgebouwen (zoals vooral bij culturele centra opvalt) besteed moet worden aan kunst, geïntegreerd in het pand. Een sleutelmo-

ment werd 1995, toen kunstintegratie een beleidsoptie op zich werd. Of het nu om aankopen gaat, of om een oeuvre dat een eenheid wil vormen met de architectuur van de parlementaire gebouwen, het advies van de commissie wordt gevolgd door het parlement. “Uiteraard vallen er spontane voorstellen in de bus, maar het is niet gebruikelijk om hierop in te gaan,” legt Van Vincken­roye uit. “Er moet met zoveel factoren rekening gehouden worden, waaronder niet in het minst de ruimte waarin het kunstwerk geïn­tegreerd moet worden, soms ook de samenwerking met de architect, de monumentaliteit van sommige kunstopdrachten en de keuze van kunstenaars voor elk specifiek project. Dat faam en © NATHALIE DOYEN

Museum > Hedendaagse kunst in confrontatie met faienceklokken

Denkstof in het Clockarium SCHAARBEEK – In het Clockarium Museum staan alle klokken stil. Toch tikte de tijd er nooit luider dan vandaag. Dat komt door de ingrepen van zes Belgische hedendaagse kunstenaars tegen de achtergrond van faienceklokken. De faienceklok, tijdens het interbellum het luxeobject van de gewone man die zich geen marmeren klok kon veroorloven, nu een restant uit een vervlogen tijd. Drie verdiepingen exuberante faienceklokken zijn een

fascinerend gezicht en tegelijk een beetje spookachtig. Restanten blijven altijd doorwerken, zoals littekens die niet goed verzorgd werden, en dat is wat Elodie Antoine lijkt te zeggen met ‘Proliferation textile’.

Van een stoelbekleding vertrekken vilten draden, als een schimmel, zich steeds verder vertakkend. In haar werk is er vaak iets aan het woekeren, of milder, zich aan het verstrengelen. Zwammen in textiel, maar ook molures aan de muur, die heerlijke denkstof opleveren. Het tijdsbesef is ook sterk aanwezig in het werk van de keramiste Natha­lie Doyen. De verbrokkelde vloer ‘Un-

Nathalie Doyen, met ‘Undertow’ te gast in het Clockarium.


BDW 1250 PAGINA 21 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

FOTO: TOM VAN ELST

FOTO: TOM VAN ELST

© NICK TRACHET

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT status van de kunstenaar objectieve gegevens moeten zijn, daarover is altijd consensus in de commissie.” Dat de staalkaart het volledige ge-

Dit jaar kon nog geen enkel werk aangeschaft worden

lauwerde Vlaamse artiestenlandschap van pakweg de jongste 35 jaar bestrijkt, is wat overdreven, zo bewijst ook de catalogus. Zeker is wel dat werk van Roger Raveel, Rik Poot, Gilbert De Cock, Hilde Van Sumere, Panamarenko en William Sweetlove – ‘the Flemish basics’ – niet ontbreekt. Meer nog, ‘mixed media’ van Liliane Vertessen (1995) in de Metsys- en de Memlingzaal en de keverfiguren van Jan Fabre (1996) in de

dertow’ lijkt het claustrofobische kamertje van het Clockarium te willen ontvluchten, maar door allerlei onderstromen die elkaar tegenwerken, is er geen uitweg. Doyens werk is een minutieus stilstaan bij het deinen van de tijd, soms erg letterlijk, zoals bij de laatste sporen van een weg in de natuur. En wat van ver (tijd)lijnen lijken, is bij nader toezien een verzameling stippen. De tijd heeft ook ingewerkt op ‘La niña’, de terracotta buste van Evelyne Dubois, waar het patina van roest afsteekt tegen de trofeeklok met voetballers waarvan de glans intact bleef. Van Mo Ramakers is ‘Blue helmet’ te zien, een blauwhelm in de vorm van een tepel, en een gestolde

Zuilenzaal bekoren een (inter)nationaal publiek. Zeker de jaren 1990 en 2000 (met de renovatie van de panden) zijn goed vertegenwoordigd, Maar mondjesmaat, nu het gebouw vol kunst staat, verzwakt de vertegenwoordiging ‘eigentijdse’ kunst. Vorig jaar konden nog zes werken worden aangeschaft, dit jaar vooralsnog geen enkel. Het onveranderde jaarbudget van 125.000 euro moet voortaan versnipperd worden over nieuwe domeinen als literatuur en de organisatie van exposities. De Kunstintegratiecommissie heet sinds kort Kunst- en Cultuurcommissie. Vraag is of de catalogus een momentopname blijft, of een eerste boekdeel van een snel groeiende en altijd vernieuwende verzameling wordt. Jean-Marie Binst

Wilfried Van Vinckenroye (red.), Hedendaagse kunst in het Vlaams parlement: een selectie, eigen uitgave, 177 blz., 17 euro, uitsluitend te koop in de Parlementswinkel, IJzerenkruisstraat 99, 1000 Brussel, 02-522.11.11

keukenschort. Van de vrouwen die destijds zegeltjes spaarden voor een faienceklok? Van Thierry Renard, die het metrostation Sint-Katelijne inrichtte, zijn er collages te zien die spelen met tijdsindicaties. Christophe Terlinden, van onder meer het LUM-project (verlichte vensters vormen woorden), laat tussen de oubollige klokken simpelweg een digitale klok knipperen. Welke zindert het AD langst na? 10alogue (voor tien jaar Clockarium), nog tot en met 11 november, vrijdag tot en met zondag van 14 tot 18 uur, in het Clockarium Museum, Reyerslaan 163, 1030 Schaarbeek, www.clockarium.be

Poutargue Op zoek naar iets anders kwam ik in hartje Brussel dit tegen. Het is poutargue, bij ons nog schier onbekend, maar in andere culturen heeft het de status van kaviaar. Poutargue zijn de gezouten en geperste viseieren van de harder. Het is dus wel een soort kaviaar, maar dan geperst. Harders zijn van die lieve vissen die men in havens ziet rondzwemmen. Overal ter wereld komen harders voor (mullet, lisa, mújol, mugine, kweriman), maar hun eieren kunnen sterk variëren in diameter. Bij sommige soorten zijn ze als knikkers zo groot. De juiste soort voor poutargue is de Mugil cephalus, in het Nederlands ook wel goudharder genoemd. Deze vissoort bewoont de Middellandse Zee en de westkust van Afrika. Al sinds de vroege oudheid is poutargue een lekkernij. Egyptenaren en Feniciërs, Carthagers en Grieken, allemaal handelden ze druk in de viseieren, die ze aanvoerden vanuit de Zwarte Zee of het huidige Marokko. In strandlagunes rond die zee voelen harders zich bijzonder thuis. De vis was dan ook vrij makkelijk te krijgen. Via de Levantijnse keuken heeft poutargue altijd een aura behouden van voedsel van Duizend-en-één Nacht, al kenden de Siciliaanse en Provençaalse vissers het recept even goed en gebruikten ze het zelf ook, zonder aanvankelijk te weten hoe duur deze exclusieve snack elders wel was. Spanjaarden en Italianen spreken van bot(t)arga, de Grieken van avgotaracho. De edelste poutargue wordt, zoals gezegd, van hardereitjes gemaakt, maar in Spanje en Italië wordt ook goedkope botarga van tonijnkuit bereid. Heel wat plekken eigenen zich de titel ‘hoofdstad van de poutargue’ toe, onder andere Martigues in Frankrijk en Messolonghi in Griekenland. Toch wordt kwaliteitspoutargue nu voornamelijk bereid in grote steden als Parijs, Palermo of New York. Waarom? De Middellandse Zee is een van de vuilste zeeën ter wereld en de strandlagunes vallen ten prooi aan toeristische ontwikkeling. Als lemmingen worden mensen aangetrokken tot de kust, en dat heeft een nefaste invloed. De harder heeft het steeds moeilijker bij gebrek aan habitat. Niet de vissers zijn de kwaaien, wel de vastgoedontwik-

kelaars en toeristenbureaus. En ook: wat veel geld opbrengt, trekt oneerlijke mensen aan. De voornaamste bronnen van hardereitjes liggen vandaag in Mauritanië en Senegal. Waar de vissers er vroeger zelf poutargue bereidden, die dan langs traditionele wegen naar het noorden werd vervoerd, komen nu ongecontroleerde opkopers naar de stranden van de Afrikaanse westkust, en gritsen ze er de rauwe kuit uit de handen van de vissers voor een appel en een ei. De dode vis blijft achter op het zand. In Mauritanië vertelde men mij dat de markt voornamelijk bij de Joodse gemeenschap ligt. Ik ben in de Antwerpse Kievitstraat op zoek gegaan, maar daar hadden ze nog nooit van poutargue gehoord. Het gebruik blijkt zich te beperken tot de Sefardische gemeenschap, en in Europa zit die vooral in Parijs. Het huis Memmi aldaar is vandaag dé referentie voor kwaliteitspoutargue. Om poutargue te maken haalt men de eierstokken voorzichtig en ongeschonden uit een kuitvol harderswijfje. Na wat zouten worden die eierstokken op planken gevlijd en onder een zekere druk geperst, dan nagedroogd. Men krijgt een goudkleurige ‘dubbele worst’, die traditioneel beschermd wordt door ze in bijenwas te dopen. Alleen de betere merken doen dat nog, en bij Memmi vertelt men dat ruwe bijenwas een zeker honingaroma aan de gezouten kuit geeft. Dat refereert aan de Arabische traditie van gesuikerde visproducten. In Mauritanië droogden de vissers, de Imraguen, het vlees van de harder in de wind. Dat werd dan met poedersuiker geserveerd bij de thee. De goedkopere poutargue, zoals die in Italië en Spanje wordt gebruikt, is nu vacuüm verpakt. Toppoutargue eet men in dunne plakjes (de waslaag moet er wel af, dat gaat makkelijker na het snijden). Memmi raadt hierbij champagne aan, maar een wodka, witte wijn of koude ouzo zijn het antwoord van die andere poutargue-nationalisten. In de rest van de poutarguewereld wordt er uiteraard thee bij gedrongen. De kleur is goud en amber, de smaak gejodeerd en zout, met een lichte bitterheid. De goedkope ‘christelijke’ poutargue is sterk gedroogd en al iets geoxideerd aan de lucht; men

Verwerk zo’n exclusief product niet met dure ingrediënten. Eet het zo, of laat het tot zijn recht komen bij iets neutraals, zoals pasta vindt zelfs geraspte poutargue in zakjes. Hier wordt de smaak al snel erg bitter. Hele, onaangebroken poutargue bewaart een jaar buiten de koelkast, maar hoe verser hij is, hoe beter! Poutargue is duur. Ik betaalde 10,15 euro voor deze dubbele kuit van ongeveer tachtig gram. Er stond bottarga di muggine op, en als oorsprong Quartucciu (bij Cagliari, Sardinië). Waar de vis oorspronkelijk gezwommen heeft, daar hebben we het raden naar. Verwerk zo’n exclusief product niet met dure ingrediënten. Eet het zo, of laat het tot zijn recht komen bij neutrale smaakdragers, zoals in Italië pasta. Doe daarvoor de al dente gekookte spaghetti in een kom (zonder afspoelen!). Rasp er een klein beetje citroenschil over, enkele lekjes van een goede olie, en rasp er dan de poutargue over al was het parmezaan. Goed mengen. Sommigen vinden wat room ook lekker. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1250 PAGINA 22 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Radouane Bouhlal, trotse Ket: “Nu, met de gesprekken over herfinanciering, wordt Brussel voor bedelaar versleten. Terwijl het alleen vraagt als een volwaardig Gewest behandeld te worden, en de middelen te krijgen om een grote hoofdstad met grote ambities te kunnen worden.”

Radouane Bouhlal, strijdt voor gelijkheid

‘We leven in een kastenmaatschappij’ ANTWERPEN – “Een samenleving zoals de huidige, niet gebaseerd op de gelijkheid van alle burgers, vind ik onaanvaardbaar. Anderen in een hoekje drummen is niet alleen onrechtvaardig, het is ook contraproductief: er gaat zoveel talent verloren.” Radouane Bouhlal begint binnenkort aan zijn derde termijn als voorzitter van MRAX (Mouvement contre le Racisme, l’Antisémitisme et la Xénophobie).

H

ij is een geboren en getogen Brusselaar, hij woont in de Vijfhoek. Toch geeft Radouane Bouhlal me afspraak op een terrasje van de Ossenmarkt in Antwerpen. De reden van zijn uitstap naar de Scheldestad is tekenend voor de breedte van zijn engagement: “Ik heb net een huwelijk van twee vrienden bijgewoond. Mannen. Omdat ik hun keuze ondersteun, omdat de Belgische wet hun keuze ondersteunt. Ik ben Belg én Marokkaan, en ik word geïnspireerd door beide nationaliteiten. Ik ben erg gehecht aan

die meervoudige identiteit: naargelang van de omstandigheden gebruik ik de ene cultuur meer dan de andere.” “Een voorbeeld. Tegenover mijn vroegere huisbazin, een bejaarde Belgische dame, gedroeg ik me als een Marokkaan. Zoals ik me in Marokko tegenover ouderen zou gedragen, zoals ik me tegenover mijn ouders gedraag. Met veel respect. Ik deed boodschappen voor die mevrouw, hield haar gezelschap, schrobde elke week het voetpad. Ging ze op weekend naar de kinderen, dan zorgde ik voor haar

huisdieren. Voor mij was dat de doodgewoonste zaak.” “Als ik over Marokko spreek, dan heb ik het niet over mijn roots, wel over mijn land. Hier en nu. Net zoals België mijn land is, hier en nu. Ook voor mijn ouders – economische migranten van de jaren 1960 – is het én België én Marokko. Ze gaan nog altijd elk jaar terug. Geen vakantie om de vakantie, wel een herbronning, cultureel en spiritueel. Maar na twee maanden trekt België weer aan hen. België, waar hun kinderen zijn, hun vrienden,

hun huis. België is voor hen een tweede vaderland geworden, niet meer het gastland van voorheen.”

Brussel verdient beter Belg én Marokkaan is Bouhlal, maar Brusselaar is hij net zo goed. “Ik heb daar pas bij stilgestaan toen ik rechten ging studeren in Louvain-la-Neuve. Het was alsof ik in een ander land was terechtgekomen. Op de eerste dag keek ik rond in de aula en ik zag bijna alleen maar blanken. ‘Mon dieu, wat kom ik hier uitrichten?’ Toen ben ik tot het besef gekomen dat er wel degelijk een Brusselse identiteit bestaat. Dat opgroeien tussen Marokkanen, Turken, autochtone Belgen, kleurlingen, Arabieren, katholieken, moslims en zovele anderen me mee gedefinieerd heeft. Ik ben trots op


BDW 1250 PAGINA 23 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

altijd het haantje-de-voorste als er iets of iemand verdedigd moet worden.’” “Recht heeft zich voor mij geopenbaard als een prachtig instrument tot emancipatie. Ik heb ook al snel de kans gekregen mijn expertise ten dienste te stellen van de maatschappij. Het was in 1999, de eerste keer dat de groenen mee aan de macht waren – niemand had hun electoraal succes durven te voorspellen. Bij Ecolo was er dan ook geen kader voorhanden om de kabinetten te bemannen, wat maakte dat ze voor een groot deel moesten terugvallen op hun sterk uitgebouwde basis binnen het studentennetwerk, waarin ik actief was. Zo heb ik een plaats gekregen op het kabinet van Jean-Marc Nollet, minister van Kind en Onderwijs, waar ik me bezighield met kinderrechten, onderwijsrecht, zedenfeiten, pedofilie. Een prioritair strijdpunt was ook het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht. Het was nu of nooit, de katholieken waren voor het eerst in zowat vijftig jaar niet mee aan de macht. En het werd nu.”

Structureel racisme

© MARC GYSENS

Brussel. Voor mij is Brussel niet alleen een volwaardig Gewest, maar ook de hoofdstad van het land. En daarbovenop nog eens de hoofdstad van Europa. Toch krijgt Brussel niet de waardering die het verdient. Veel Vlamingen en Walen komen hier hun brood verdienen, maar ze betalen wel belastingen in hun Gewest. Wij moeten zorgen voor de goede gang van zaken, maar we mogen niet profiteren van de rijkdom die we genereren. Daarnaast wordt Brussel al te vaak afgeschilderd als een blokkendoos van getto’s. Onterecht, dat is niet het Brussel dat ik beleef. Nu, met de gesprekken over herfinanciering, wordt Brussel op de koop toe nog eens versleten voor bedelaar. Terwijl het alleen vraagt als een volwaardig Gewest behandeld te worden, en de financiële middelen te krijgen om een grote hoofdstad met grote ambities te worden. Brussel als een probleem voorstellen is fundamenteel oneerlijk, Brussel is een troef.” Bouhlal werd licentiaat in de rechten, en volgde daarna nog een specialisatie in de mensenrechten. En zeggen dat hij aanvankelijk arts wilde worden... “Mijn medeleerlingen in de retorica hebben me op weg geholpen. In de klas kregen we de vraag wat we wilden worden. ‘Arts’ lag op het puntje van mijn tong, maar de anderen waren me voor. In koor zeiden ze: ‘Advocaat! Radouane is heel welbespraakt, en

Die overwinning gaf Bouhlal de drive om zich op een nieuw engagement te werpen: het antiracisme. “Binnen MRAX, de oudste organisatie tegen racisme van het land, ontstaan vlak na de Tweede Wereldoorlog, op initiatief van enkele Joodse communistische verzetsstrijders. Aanvankelijk om het antisemitisme tegen te gaan, maar met de proletarische immigratie van de jaren 1960 groeide binnen MRAX het gevoel: ‘Die mensen lijken op onze ouders toen die in de jaren 1920 en 1930 in België aankwamen. We gaan ons ook voor hen engageren.’ Zo komt het dat de beweging is gaan werken is voor alle gemeenschappen, en tegen alle mogelijke vormen van racisme.” “Helaas werken we dezer dagen in een negatieve sfeer. Racisme komt in golfbewegingen, en we evolueren weer naar een piek. Er zijn verschillende voorbeelden die me in die overtuiging sterken. De pers die opnieuw begint te stigmatiseren, toenemend politiegeweld gelinkt aan racisme. In Zweden voor het eerst extreem rechts in het parlement, met maar liefst meer dan twintig zetels; Nederland in de greep van Wilders; Frankrijk, dat de Roma keihard aanpakt.” “Het racisme in België is er niet in een bui van verstrooidheid in geslopen. Dit land functioneert structureel racistisch. Zeker in de werksector. Is het al niet evident om als allochtoon de universiteit binnen te raken en te slagen, dan komt daar nog eens bij dat iemand van mijn afkomst met een gelijkwaardig universitair diploma drie keer minder kans heeft om een baan te krijgen dan een blanke. Maar dat wordt niet zo gepercipieerd, omdat onze Belgische samenleving in se een kastenmaatschappij, met bovenaan de blanke Belgen. Zolang iemand van een lagere kaste braaf op zijn niveau blijft, wordt hij getolereerd. Maar o wee als je op gelijke voet behandeld wilt worden. De bewindsvoerders hebben dan wel de mond vol van het vreedzaam samenleven van de gemeenschappen, maar het is wel een samenleven dat gebaseerd is op een hiërarchie volgens afkomst. Geen samenleven gebaseerd op de gelijkheid van alle burgers.” “Het is hoog tijd dat die negatieve trend wordt omgebogen. Daarom ben ik blij dat ik mijn steentje mag bijdragen in het gidscomité dat de regering-Leterme in het leven heeft geroepen om de problemen van interculturaliteit onder de loep te nemen. Ik heb daar samengewerkt met een twintigtal andere experts van uiteenlopende afkomst, politieke en godsdienstige overtuiging, mannen en vrouwen, Nederlands- en Franstaligen. Op 24 oktober dienen we ons rapport in, met concrete voorstellen om tot gelijkheid te komen. Ik denk dat we heel wat stof zullen doen opwaaien.”

Karel Van der Auwera

FREDDI SMEKENS Chansaar

M

et ne chansaar bedoelen we meestal iemand die meestal (of altijd) geluk heeft. Maar we moeten ervan uitgaan, waarde lezer, dat diezelfde chansaar ook iemand kan zijn die maar een keer in zijn leven geluk heeft gehad. Natuurlijk heeft ons Brusselse woordje chansaar alles met het Franse chance te maken. Als alternatief kunnen we terugvallen op ne gelukzak of eventueel ne peetzak, maar meestal maken we het hier zo ingewikkeld niet, temeer omdat in het Brussels het woordje zak niet zo sympathiek overkomt, en wij het meestal in een andere context gebruiken. Zoals ik reeds aangaf, valt op ne chansaar geen profiel te plakken. Het is wel zo dat men het niet altijd als een compliment aanvaardt om als ne chansaar omschreven of aangesproken te worden. Wanneer het mij toch eens overkomt, pak ik steevast uit met: “Ik ben op ne zondag gebaure.” En dat laatste is dan nog waar ook. Is het u anderzijds nooit opgevallen, waarde lezer, dat men in de dagelijkse omgang veel vaker te maken heeft met iemand die zegt: “Ik hem nuut gien chaans” dan met iemand die zichzelf ne chansaar noemt? Soms heb ik de indruk dat zelfs den dikste nek of ’t gruutste bakkes moeilijk kan toegeven af en toe het geluk aan zijn kant te  hebben. Met andere woorden: de uitdrukking ne chansaar gebruikt men nooit – of hoogst uitzonderlijk – om zichzelf te omschrij­ven. Een mooie uitspraak die ik onlangs mocht opvangen, was: “Ik probeir de chaans altaaid e stoempske te geive.” Wat dat stoempske precies is, hangt natuurlijk van de omstandigheden en de persoon in kwestie af. Bij wat voorafging, wil ik toch wel onderstrepen dat men zich zeker niet beledigd hoeft te voelen wanneer men als ne chansaar omschreven wordt. En wat chaans betreft hou ik er persoonlijk een nogal speciale filosofie op na: ik weit ni wa mèrge goe bringe, mo mè en betche chaans ben ik er nog vè het te zeen. Natuurlijk kan men, chansaar of ni, niet inschatten hoe lang het geluk dat ons te beurt valt, zal duren. Maar in de re-

gel zal het ons altijd meer plezier doen te horen zeggen: “Gaa zaait ne chansaar” dan: “Ge zaait ne sukkeleir (of ’n sukkeles).” Want dat laatste reserveert men voor iemand die het geluk altijd aan zich voorbij ziet vliegen. Daaruit kan men het vrolijke besluit trekken, waarde lezer: wee gelukkig es, of zich gelukkig vult, es ne chansaar. Ik denk hier aan iemand die ooit de Lotto won en zich voornam: “Ik goen alles opfrette en alles opzooipe.” Toen alles op was, won onze chansaar weer de Lotto en maakte hij zich de bedenking: “Awel, da’s wel da. De mizeire goe waal beginne.” Zo ziet u maar, waarde lezer, hoe relatief ons begrip ne chansaar wel kan zijn. Wat meteen ook aangeeft da we nuut ni jaloos op ne chansaar moote zaain. Maar doordat onze status van chansaar zo wankel is, hoeven we er niet bang voor te zijn om af en toe eens als ne chansaar door het leven te gaan. Nu graag even over naar een typisch Brusselse uitdrukking die als volgt luidt: “’k Hem twie meneute chaans g’had.” Bij mijn weten bestaat dat gezegde in geen enkele andere taal (maar: aan de lezer om mij terecht te wijzen met een tegenvoorbeeld). Eerlijk gezegd, ziet u iemand al uitpakken met: “I have been lucky for two minutes” of “J’ai eu deux minutes de chance”? Ik alvast niet, waarde lezer. Maar waarom juist twie meneute? En gien draa of veer? Ik prijs mij gelukkig dat ons Brussels mysteries in petto heeft die ik, chansaar of ni, nooit in een handomdraai zal kunnen ontrafelen. Wanneer ik die uitdrukking ontleed, stel ik vast dat ieder van ons die ooit in zijn of haar leven twie meneute chaans gehad heeft, zich alvast voor die twie meneute ne chansaar mag noemen. Om af te ronden, waarde lezer, wil ik een persoonlijke opmerking in verband met die chansaar meegeven. Ik maak me de bedenking: as we good in ons kopke steike da we ni weite wa da de tookomst ons goe bringe, zaain we op veurhand al ne chansaar. Misschien gaat het hier wel om een heel optimistische benadering, maar het is in elk geval ne goojen truk om ons ne chansaar te veule.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.53, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@ bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@ bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@ bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. devestele@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@ bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1250 PAGINA 24 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Alan Haydock stelde zijn talent onder meer ten dienste van La Louvière (l.) en RWDM (r.) en opvolger FC Brussels.

© MARC GYSENS

Voetbal > Alan Haydock gaat nieuwe uitdaging aan na profcarrière

‘De bladzijde is omgedraaid’ BRUSSEL – Alan Haydock (34) speelde meer dan 250 wedstrijden in eerste klasse. Met zijn mentaliteit en doorzettingsvermogen veroverde hij de harten van heel wat Molenbeekse supporters. Het wereldje moe zette hij in juni een punt achter zijn carrière en ging hij een nieuwe uitdaging aan.

M

aar eerst blikt Haydock nog even terug. “Als zestienjarige debuteerde ik bij de eerste ploeg van Diegem, in eerste provinciale. Ik heb er veel geleerd: veel tikken geïncasseerd, maar er net zo goed leren uitdelen. Die ervaring heeft mij veel bijgebracht. Ik heb met Diegem ook de titel behaald in eerste provinciale.” Haydock doorliep bij Diegem al de jeugdcategorieën. Heel wat Belgische eersteklassers aasden op de spits, maar zijn vader achtte het beter dat hij eerst zijn school afmaakte. Op achttienjarige leeftijd tekende hij bij RWDM. “Het was een gok. Ik kwam bij de beloften terecht en wist niet of ik echt een grote stap vooruit had gezet. Dankzij de grote blessurelast in de eerste ploeg kwam ik op de bank terecht tijdens de wedstrijd tegen AA Gent. Tot mijn grote verbazing mocht ik een halfuur voor tijd invallen. Daar stond ik dan met mannen als Gunther Jacob en Guy Vandersmissen op

het veld, spelers naar wie ik opkeek. De wedstrijd stevende af op een 0-0, tot ik in de 91ste minuut scoorde. Wat een binnenkomer!” Dankzij die vierde plaats mocht RWDM Europees gaan. Het bleef beperkt tot twee wedstrijden tegen het Turkse Besiktas JK, maar het was een mooie ervaring. De goede prestaties van Haydock leverden hem een selectie op voor de Belgische beloftenploeg. “Op het toernooi van Toulon speelde ik onder meer tegen David Beckham. Een jaar eerder speelde ik nog bij een eersteprovincialeploeg. Het kan snel gaan in het voetbal.” RWDM zakte uiteindelijk naar tweede klasse en na vijf jaar in het Edmond Machtensstadion besloot Haydock naar La Louvière te vertrekken. Hij beleefde er drie mooie jaren, met een Beker van België als uitschieter. Ondertussen ging zijn RWDM failliet. “Ik had het voelen aankomen en we hadden het kunnen vermijden. Maar alle waarschuwingen vielen toch in dovemansoren. Vooral voor de supporters was het een zware slag.” Johan Vermeersch lanceerde het project FC Brussels; de ploeg werd vrij snel kampioen in tweede klasse. In eerste hebben ze vooral tegen de degradatie gevochten, maar ook een goed seizoen gedraaid onder trainer Albert Cartier. “Uiteindelijk ben ik na vijf seizoenen

vertrokken, ik was op, ik had er genoeg van. Op een bepaald moment was ik meer met de so­ ciale werking bezig dan met mijn voetbal. Het is niet mijn taak om bezig te zijn met papieren, om de problemen van de spelers op te lossen. Je had dan ook nog de uitspraken van de voorzitter, wij moesten de buitenwereld sussen. Vertrekken deed pijn, maar het moest.” Haydock sloot zijn professionele carrière af bij

“Vertrekken bij Brussels deed pijn, maar het moest” Tubeke, waarmee hij naar tweede zakte. Begin dit jaar besliste hij te stoppen met voetballen en ging hij in op een voorstel dat hij naar eigen zeggen niet kon afslaan: “Ik ben commercieel verantwoordelijke van het Neutraal Ziekenfonds in Brussel. Nu wil ik op dit terrein slagen.” “Ik heb verschillende andere voorstellen gekregen toen ik bekendmaakte dat ik stopte. Om aan de slag te gaan bij de jeugdwerking

van Anderlecht, bijvoorbeeld. Het kabinet van Laurette Onkelinx heeft me ook gevraagd om op te komen voor de PS bij de verkiezingen in juni. Cartier stelde me onlangs nog voor om assistent-trainer te worden bij Eupen. Ik heb dat naast mij neergelegd, eerst wil ik me bewijzen in mijn huidige werk.” Zestien jaar heeft Haydock meegedraaid in de professionele voetbalwereld. Hij kijkt tevreden en trots terug. “Van geen enkele beslissing heb ik spijt. Met ups en downs heb ik een prachtige carrière gehad.” Haydock heeft zijn voetbalschoenen nog niet helemaal aan de haak gehangen. Hij blijft spelen bij SK Halle in eerste provinciale, samen met zijn goede vriend Yves Buelinckx. Nog twee jaar wil hij blijven voetballen. “We zien wel wat de toekomst brengt. Ik heb nu mijn diploma Uefa B en zal binnen een paar jaar wel mijn andere diploma’s behalen. Nu krijgt mijn gezin voorrang. Molenbeek trainen? Dat zou een droom zijn, maar dan moet de club eerst beter georganiseerd zijn, en ze moeten natuurlijk ook willen. Het is alvast een goede zaak dat mijn goede vriend Thierry Dailly er manager is. Hij zit er ook mede dankzij mij; ik heb hem een duwtje in de rug gegeven.” Tim Schoonjans


BDW 1250 PAGINA 25 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

© BROCHA

Ontdek Nordic Walking

David Steegen

SINT-PIETERS-WOLUWE – Nordic Walking is meer dan ‘gewoon wat wandelen met stokken’. Niet overtuigd? Dan moet u op 15 oktober naar het Park van Woluwe. Ze duiken overal op, mensen die met twee stokken in de hand gewoon wat lijken te lopen. De sport die ze beoefenen, heet Nordic Walking en raakt stilaan ingeburgerd; in Scandinavië en de VS is het zelfs een ware hype. De sport biedt een vrij volledige training: negentig procent van alle spieren zou erbij gebruikt worden. Toch volstaat het niet om eventjes twee Nordic Walking-stokken te kopen en eraan te beginnen: techniek speelt

de  CLUB

Xander en Zvonko een belangrijke rol. Op 15 oktober kunt u een initiatie krijgen. Gemeenschapscentrum Kontakt organiseert deze initiatie in het kader van Broodje Brussel. Daarvoor moet u naar het Park van Woluwe, onder de brug aan de kant van het park. Van 12 tot 13 uur krijgt u er de basis aangeleerd. De instructrice brengt het materiaal mee. U betaalt 7,50 euro. Reserveren op 02-762.37.74. TS

Bijna een jaar geleden sloeg het noodlot toe. Het goede leven van Xander, de behendige spits van KSC Grimbergen en Ritterklub Jette, de uitstekende student, de populaire scoutsleider van de Klauwaerts in Jette, zou die dag voor altijd veranderen. De wagen waarin hij zat, werd aangereden op de Ring van Antwerpen; Xander en zijn vrienden hadden het nieuwe jaar in de stad aan de Schelde gevierd. Xander belandt na het ongeval in Vlezenbeek, in Inkendaal. De medewerkers van het gespecialiseerde revalidatiecentrum verrichten dagelijks wonderen. Xander is sinds die nacht verlamd. Hij kan niet meer lopen. Waarschijnlijk nooit meer. Ik heb hem enkele maanden niet gezien. Nieuws krijgen we regelmatig van zijn moeder Ingrid. Bewondering en deernis zijn hun deel. Na verloop van tijd gaat bij iedereen het leven verder. De omgeving blijft betrokken, maar het wordt alsmaar minder. Vorige week, nu bijna tien maanden verder, ging het scoutsjaar weer van start. Met een pita-avond. Mijn kinderen staan erop dat we erbij zijn. We zijn wat te laat en schuiven aan bij bevriende ouders. Na enkele ogenblikken merk ik dat Xander erbij is. Zijn eerste sor­ tie sinds het ongeval. Ik schrik me rot. Wat zeg je tegen iemand die door het lot onheus behandeld wordt? Ik ga het gesprek aan. Hij vertelt dat hij het moeilijk had toen zijn vrienden en alle scouts hem hulde brachten tijdens het slot van de vergadering. Drie meisjes, leeftijdsgenoten, komen hem wat onhandig groeten. Vrienden brengen hem de ene pint na de andere. Hij lacht om zoveel hartelijkheid en looft en passant de verzorgers van Inkendaal. Daar revalideert hij in alle rust; hij is ook al veel beweeglijker geworden. Ik vertel hem over de Ritterklub,

Centre National du Karate, Sint-Pieters-Woluwe

In de voetsporen van Jean-Claude Van Damme SINT-PIETERS-WOLUWE – Het Centre National du Karate (CNK) is de school waar het voor Jean-Claude ‘Muscles from Brussels’ Van Damme allemaal begon. “Claude Goetz, onze oprichter, is een kam­ pioenenmaker,” stelt Jacques Kopf (53), Goetz’ assistent. “Sinds hij in 1962 de voorloper van het CNK oprichtte, heeft hij ettelijke Europese en wereldkampioenen opgeleid en getraind. De wereldberoemde K1-vechter Krokop, bij-

delijk of hij in Brussel of elders zal trainen.” Het CNK verhuisde verschillende keren binnen Brussel en heeft nu zijn thuisbasis in SintPieters-Woluwe. “We zijn nu wat kleiner dan vroeger, met een zestigtal leden. We trainen op woensdag (18-20 uur) en vrijdag (19-21 uur).” Het karate dat tijdens de lessen wordt aangeleerd, wijkt wat af van de traditionele vechtsport. “We leren light contact aan, dat is harder dan het klassieke karate, met meer directe

de mensen die hij er nog kent, hoe sommigen regelmatig naar zijn toestand vragen en dat ze niet durven te komen. Xander begrijpt het. Daar komt weer een pint aan. Hij geeft toe dat het soms erg moeilijk is. Dat hij hoogten en laagten heeft gekend. “Kun je al lezen, een boek vasthouden?” probeer ik. “Nu wel, ja,” antwoordt hij. Als Xander het scoutslokaal even later verlaat – hij moet voor acht uur ’s avonds weer in Inkendaal zijn –, praten we na. Hoe zouden wij reageren? Zouden we even veel moed hebben? Zoveel kracht opbrengen? Xanders toestand is gewoonweg niet te vatten. Een vriendin vertelt dat hij zijn rijbewijs wil halen en volgend jaar aan de VUB wil komen studeren. Xander blijft niet bij de pakken zitten. De onfortuinlijke jongen is een inspiratiebron voor iedereen. In december komt Zvonko Milojevic, de voormalige, populaire doelman van RSC Anderlecht, naar Brussel. De club nodigt hem uit om hem te steunen. Ook hij is verlamd geraakt na een auto-ongeval. De Serviër staat er helemaal alleen voor. Alleen zijn goede vriend Dejan Stankovic, middenvelder van FC Internazionale Milano, helpt hem financieel. Zijn vrouw heeft hem verlaten, de kinderen ziet hij bijna niet meer, de kosten voor de revalidatie kan hij nog moeilijk ophoesten. Een wereld van verschil met Xander. Als Brusselaar wordt hij even verderop in Vlaanderen behandeld dankzij een fijnmazig sociaal vangnet, eigen aan ons landje. Moge het nog even samenblijven.

David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

© BOZENKA

© MARC GYSENS

www.brusselnieuws.be/steegen

Het CNK traint op z’n Amerikaans. “Ik kan je verzekeren, daarna wil je meteen je bed in.”

voorbeeld. Goetz is nu 73 jaar en doet het iets rustiger aan, maar bij elke les is hij aanwezig en geeft hij aanwijzingen.” Het CNK was een van de eerste scholen in Europa waar uitsluitend karate werd beoefend. Ooit trainde ook een zekere Jean-Claude Van Varenbergh bij het CNK – later zou hij wereldberoemd worden als Jean-Claude Van Damme. “Jean-Claude is zo’n 34 jaar geleden bij het CNK begonnen. Daarna is hij naar Amerika vertrokken, waar hij naam en faam heeft gemaakt. Natuurlijk verwachtten we dat niet meteen toen hij nog bij ons zat. Binnenkort zal Goetz hem opnieuw trainen, want Jean-Claude neemt begin volgend jaar deel aan het WK full contact. Het is nog niet dui-

slagen, iets meer naar het kickboksen toe. Naast de techniek wordt er elke les ook zo’n drie kwartier gespard. Ik kan je verzekeren dat je na de training meteen je bed in wilt. Eindigen doen we met een kwartier zelfverdediging. Mijnheer Goetz heeft bij de politie speciale interventieploegen getraind, dus ook daar is hij een referentie in.” Mentaliteit en sfeer hier ademen niet echt de oosterse traditie: “Wij hebben die Japanse mentaliteit niet waar je honderd trappen in het niets geeft. We trainen meer op de Amerikaanse manier, met meer contact en sparring. Natuurlijk dragen de leden de nodige bescherming, het is hier geen beenhouwerij.” TS

Buikdansen met Bozenka ANDERLECHT – Bozenka’s bijnaam is de Bellydance Superstar. Op 23 oktober kunt u haar heupbewegingen in Anderlecht bewonderen. Haar elegantie en prachtige techniek hebben Bozenka – haar naam betekent ‘geraakt door de hand van god’ – tot een ster verheven. Wereldwijd is ze een van de meest gevraagde buikdansinstructeurs. Zo zit de Amerikaanse begin oktober in Zuid-Afrika, alvorens langs Brussel te komen en naar Zweden te vliegen. In Miami heeft ze een ei-

gen buikdansacademie, en ze gaf les aan de zangeres Shakira. Op zaterdag 23 oktober om 20 uur komt Bozenka naar Anderlecht, waar ze in het amateurkunstencentrum Zinnema een grootse, drie uur durende show geeft. Naast Bozenka zijn ook andere professionele buikdanseressen te gast, zoals Artemisia, Khalida, Queenie en Kokoro. Kaartjes kosten 20 en 25 euro; reserveren kan op www.creati­ TS vitydance.be. www.bozenka.biz


BDW 1250 PAGINA 26 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

zaIE

ER

Z

OR IE D

O T 13 T J 9

© SASKIA VANDERSTICHELE

• BD W VO

R A A

Welkom in Ping City!

Gamen in de klas, het bestaat! Myriam (16) en Oussama (16) zitten allebei in het derde jaar Sociaal-Technische Wetenschappen in het KTA in Jette, en daar loopt nu het Ping-project. Ping is een game over twee tieners die in de armoede verzeild geraken. “Het doet je beter beseffen wat er allemaal in de wereld kan gebeuren,” zegt Myriam.

INTERVIEW: MYRIAM EN OUSSAMA SPELEN PING, EEN GAME ROND ARMOEDE

Op 17 oktober is het Wereldarmoededag. Als je het woord armoede hoort, dan denk je misschien meteen aan hongerige mensen in Afrika. Maar wist je dat een kwart van de Brusselaars ook in armoede leeft? Dat is een mens op de vier! En onder hen zijn ook heel wat kinderen en jongeren. Hoe kom je in zo’n situatie terecht? Hoe voelt het als je bijvoorbeeld niet naar een sportclub of academie kan omdat je ouders werkloos zijn? We hebben er niet meteen een antwoord op, want armoede is een ingewikkeld probleem. Maar de bedenkers van de 3D-game Ping (Poverty Is Not a Game, ‘armoede is geen spelletje’) gaan wel een eind in de goeie richting, in het zoeken naar enkele antwoorden. Lees er het interview met Myriam en Oussama eens op na.

EEN VAN

DOOR PATRICK JORDENS

S

ophia en Jim heten de tieners uit die game, en ze wonen in Ping City. Sophia leeft bij het begin van het spel bij haar oma. Als die naar het rusthuis moet, komt Sophia in haar eentje op straat terecht. Jim beslist op een dag om van huis weg te lopen omdat het niet meer botert met zijn ouders. Hij verkoopt zijn bromfiets en gaat op zoek naar een kamer om alleen te wonen. Maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Myriam (M): Ik speel met het personage van Jim. Je moet regelmatig een opdracht voor hem oplossen. Zo wil hij een kamer huren in een goeie buurt, en ik had daar ‘ja’ op geantwoord. Maar dan blijkt dat dat te veel geld kost, en daardoor staat hij weer op straat. Zo moet je constant op zoek naar wat het beste is om te doen. Niet makkelijk als je weinig of geen geld hebt. Uiteindelijk komt het wel goed met hem – hij gaat zelfs met Sophia samenwonen. Oussama (O): Het spel duurt ongeveer anderhalf uur, maar omdat er zoveel opdrachten zijn, voelt het niet zo lang. Het zit knap in elkaar, het is heel realistisch. Al zou ik het thuis niet gauw uit eigen beweging spelen. Hadden jullie vóór Ping al eens stilgestaan bij arme mensen of armoede in Brussel? M: Ja, want we zien hier op straat in Jette soms ook mensen bedelen, en in het centrum zie ik vaak daklozen. O: Vlak bij de Beurs bijvoorbeeld: daar komen

precies almaar meer daklozen bij, en vaak ook heel jonge mensen. Als ik dat zie, ja, dan vraag ik me altijd af hoe het zo ver is kunnen komen. Heb je daar nu een antwoord op? O: Meer dan één antwoord, eigenlijk. We hebben in dit project geleerd dat er twee soorten armoede bestaan, generatie-armoede en situatie-armoede. Bij de eerste vorm word je in een arm gezin geboren en is het heel moeilijk om uit de armoede te geraken. Bij de tweede vorm is het meer zoiets als Jim meemaakt: dat je bijvoorbeeld beslist om van huis weg te lopen en daardoor arm wordt. Wat ik nu vooral beter besef dan vroeger, is dat die arme mensen niet altijd met opzet arm zijn. In het spel probeert Jim bijvoorbeeld hard om aan werk te geraken. Als hij dan eindelijk werk vindt, gaat zijn fabriek failliet en moet hij weer van nul beginnen. Soms heb je ook gewoon echt pech. Dachten jullie vroeger dat alle arme mensen lui zijn? O: Ja, toch wel. M: Ik denk dat die er nog altijd zijn. Er zijn luie mensen die bedelen en zelfs meer geld hebben dan wij, maar er zijn er ook anderen die echt arm zijn. Het is gewoon lastig om het verschil te zien. Geef je soms geld aan bedelaars? M: Nooit. Al vind ik dakloos zijn wel heel erg. Erger nog dan ‘gewoon’ arm zijn. Ik zag onlangs een reportage op tv. Daarin toonden ze dat ze in een

stad voor die mensen zorgden door hen op te vangen in een grote zaal en hen eten te geven en zo. Ik vind dat goed, het is aan de maatschappij om zich om die mensen te bekommeren. Denk je daar nu zo over door dit Ping-project? M: Nee, zo dacht ik vroeger ook al. Alleen begrijp ik door dit spel iets beter hoe het in elkaar zit. Het doet je beter beseffen wat er allemaal in de wereld kan gebeuren, vind ik. Kunnen we zelf iets tegen armoede doen? O: Ik vind het meer een taak voor de politiek, ik denk niet dat ze er nu genoeg voor doen. M: We zouden op school een project kunnen doen door in kleine groepjes arme mensen te interviewen, en dan met die informatie naar de minister of burgemeester te stappen. Dan gaan ze misschien echt inzien hoe het in elkaar zit, en in actie schieten. Tot slot, een overbodige vraag misschien, maar... gamen jullie graag? O: Ik wel. Al drie jaar lang speel ik dezelfde game, Counter-Strike. Dat is een schietspel, maar ik vind het vooral tof omdat ik me dan amuseer met mijn vrienden. M: Ik hou niet zo van games, maar wel als het in de klas mag, zoals nu bij Ping. Het maakt de lessen minder saai, je kan meer zelf ontdekken ook. En omdat je moet overleggen, mag je babbelen met je speelpartner.


BDW 1250 PAGINA 27 - DONDERDAG 14 OKTOBER 2010

Ping staat voor Poverty Is Not a Game (‘armoede is geen spel’). Vanaf 20 oktober gaat het online en kan je het thuis spelen. Als je op de middelbare school zit, kan je je leerkracht vragen de cd-rom + handleiding gratis (!) te bestellen op povertyisnotagame. com.

Nog meer games...

VANGER

BLIK

Zazie-reporter en grote game-kenner Oskar De Wolf (13) uit Elsene testte voor jullie enkele nieuwe games, twee must-haves zoals hij ze zelf noemt: Super Mario Galaxy 2 en Sports Champions.

Het oordeel van Oskar: “Veel kinderen die dit lezen, zullen wel een Nintendo Wii hebben. Op die console is er onlangs een nieuw superspel gelanceerd. Mario Galaxy 2 is een waar verkoopsucces en IGN (ign.com), de belangrijkste gamer-website, heeft het dan ook bekroond met een 10/10. Daarmee komt het op de eerste plaats van alle games aller tijden! Het is heel creatief gedaan; vooral de vindingrijke niveaus scoorden heel goed voor de website. Er zit ook een dvd bij, die de beginnende spelers uitleg geeft.” “Toch is er niet alleen goed nieuws voor Nintendo. Sony, de uitvinder van de PlayStation, heeft de PS Move uitgebracht, een apparaatje dat verdacht veel op de Wii lijkt en gewoon op de PS3 kan worden aangesloten. Het eerste PS Move-spel heet Sports Champions en het is, toegegeven, echt honderd keer beter dan Wii Sports, het beginspelletje van de Wii. Het ziet er veel realistischer uit, al je bewegingen worden perfect opgenomen...” “Hier ook nog een link voor IGN: www.youtube.com/watch?v=Yat9LvFtixs. Veel plezier!”

Een lijst met allerlei ‘serious games’, spelletjes waar een en ander uit te leren valt, vind je op gamesforchance.org.

© SASKIA VANDERSTICHELE

[ SORRY ] SNORRY?

Stromae kwam, zag en overwon... ... het Flageyplein! Duizenden jongeren kwamen vorige woensdag naar Elsene afgezakt om een glimp op te vangen van hun idool. “Ik vind hem geweldig,” riep de 12-jarige Alice tussen de stevige dansnummers door, “ook voor zijn looks. Hij ziet er anders dan de anderen uit, en dat strikje, keicool!” En dan begon Alice mee te kelen met het nieuwste nummer, ‘House’llelujah’. Stromae kwam niet zomaar een mini-concert geven, op de dubbeldekbus van FM Brussel nota bene. Hij was er ook als ambassadeur van de actie Oversteken zonder streken, een actie voor meer verkeersveiligheid. Elk jaar worden in Brussel zowat vijfhonderd mensen aangereden terwijl ze de straat oversteken, en een derde daarvan zijn jongeren! Maar ligt dat aan de verstrooide voetgangers, of aan al te roekeloze automobilisten, vraagt Zazie zich dan af. In ieder geval, op www.overstekenzonderstreken.be vind je heel wat Goeie Raad Voor Je De Stad In Gaat.

Idulfania

door Brecht Evens


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.