BDW - editie 1274

Page 1

< 20.000 euro < 20.000 - 25.000 euro < 25.000 - 30.000 euro > 30.000 euro

GANSHOREN

KOEKELBERG

SINTAGATHABERCHEM

EVERE

SCHAARBEEK

SINT-JANSMOLENBEEK

SINTPIETERSWOLUWE

ETTERBEEK

SE

EL

VORST

07 04 11

WOUTER DEPREZ IN KVS, TUSSEN TEDERHEID EN PRETENTIE En ook: Jane Alexander, Max!mal Bl!ndman en het Bifff.

Rijken maken het verschil LEES PAGINA 6

NE

SINTGILLIS

SINT-JOOSTSINT-JOOST-TEN-NODE TEN-NODE

SINTLAMBRECHTSWOLUWE

BRUSSEL

ANDERLECHT

Inkomensongelijkheid in Brussel

BRUSSEL

JETTE

OUDERGEM

UKKEL

WATERMAALBOSVOORDE

© SASKIA VANDERSTICHELE

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

ONDERWEG NAAR HAÏTI

LEDE – Vier zevendejaars Integrale Veiligheid van het Anderlechtse Sint-GuidoInstituut rijden met de gocart van Brussel naar Blankenberge, waar ze woensdag aankomen. Joachim, Steven, Mathias en Antony doen dat om geld in te zamelen voor de actie van Broederlijk Delen in Haïti. De tocht wordt gesponsord door leerlingen, ouders, leerkrachten en door enkele stagebedrijven. De jongens verkopen onderweg mattentaartjes en slapen in jeugdherbergen. NK

Onderwijs > Voorstel van decreet breidt voorrang voor Nederlandstaligen uit

Ook voorrang in middelbaar dat in Brussel de Nederlandstaligen alle kans op inschrijving hebben. Nu al hebben de Nederlandstaligen een voorrang ten belope van 55 procent in het basisonderwijs. In het voorstel van decreet wordt dit nog wat uitgebreid. Als er meer broertjes en zusjes dan vrije plaatsen zijn, dan komen de Nederlandstalige broertjes en zusjes het eerst aan de beurt. Bovendien krijgen Nederlandstaligen ook voorrang in het secundair. De volgorde wordt daar als volgt: eerst broers en zussen, dan Nederlandstaligen, dan – een nieuwe categorie – de kinderen van het personeel, daarna, ook nieuw, de leerlingen uit de basisschool op

centage kansarmen in de buurt. Op de ene plek zal daarom voorrang gegeven moeten worden aan kansarmen, op de andere aan kansrijken, maar dat gebeurt in elk geval pas nadat de Nederlandstaligen gebruik hebben kunnen maken van hun voorrang. “Het LOP mag daarbij zelf beslissen of er een verhouding voor heel Brussel vastgelegd wordt en of er per gemeente gediversifieerd wordt,” zegt Paul Delva (CD&V), een van de indieners van het voorstel. “In een kansrijke gemeente zou er dan een lager GOK-percentage gelden dan in een kansarme gemeente.

We willen dat de school een afspiegeling is van de buurt.” Brussels SP.A-parlementslid Jef Van Damme verwacht dat de kwestie opnieuw voor flinke discussie binnen het LOP zal zorgen. “Over de andere voorrangsregels zijn de knopen wel doorgehakt, en dat is een goede zaak.” De stuurgroep van het LOP vergadert later deze week over het voorstel. Voorzitter Dimokritos Kavadias vreest alvast dat de desegregatie die de laatste jaren dankzij het GOK-decreet werd ingezet, weer een halt wordt toegeroepen. Bettina Hubo

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

Ga snel naar pagina

32 en 33

Polo vs. Pomp Ontdek de uitslag op pag 34

DB21/727501C1

D

e voorbije drie jaar mochten de Lokale Overlegplatforms (LOP) experimenteren met aanmeldingssystemen om de wachtrijen bij de inschrijvingen weg te werken. Dit leidde in Brussel tot steeds wisselende regelingen. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) beloofde de regels van aanmelding en inschrijving decretaal vast te laten leggen en zo stabiliteit te bieden. Uiteindelijk zijn het enkele Vlaamse parlementsleden van SP.A, CD&V en N-VA die zopas een voorstel van decreet indienden. Met dit voorstel willen ze bereiken dat de scholen een sociale mix worden, maar ook

de campus, en dan de rest. In het basisonderwijs zullen eerst broers en zussen, daarna Nederlandstaligen, vervolgens kinderen van personeel en dan de overige kinderen aangemeld en ingeschreven kunnen worden. Hoe zit het dan met die sociale mix? Nu hebben Brusselse GOKleerlingen, op hetzelfde moment als de Nederlandstaligen, een voorrang van dertig procent. In het nieuwe voorstel moeten de LOP’s een systeem uitwerken dat ervoor zorgt dat het aandeel GOK-leerlingen in de scholen overeenstemt met het per-

DB11/725221C1

BRUSSEL – Nederlandstalige kinderen krijgen ook voorrang bij inschrijving in het secundair onderwijs. Dat is een van de nieuwigheden uit het voorstel van decreet dat enkele Vlaamse parlementsleden van de meerderheid indienden.

Meer info, zie pagina 18

N° 1274 VAN 7 TOT 14 APRIL 2011 ¦ WEEK 14: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE


BDW 1274 PAGINA 2 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

IN MEMORIAM © BART DEWAELE / IMAGEDESK.BE

Uitgelicht > Winter voorbij, opvang gaat dicht

Een probleem van alle seizoenen JEF BURM, G’HET ONS ÈT GESTOULE BRUSSEL – Nu zaterdag wordt acteur en woordkunstenaar Jef Burm (1923-2011) begraven in zijn geboortestad Sint-Niklaas. Burm was geen Brusselaar, maar wel Brusseleir van ’t Joer (2004), Brussels cabaretier tijdens het Gala van het Brussels en zanger van dialectliedjes in de Weik van ’t Brussels. Kortom, ne pee van hee, ook al woonde hij decennialang in het naburige Meise (van 1971 tot zijn opname in een rusthuis in Sint-Pieters-Leeuw). Waarom denken generaties Brus­selaars dan dat Burm een Brusselaar was? Omdat hij zich als geen andere niet-Brusselaar met gul enthousiasme de streektaal eigen maakte, in acteerwerk en chansons. Het begon nochtans anders. Van het Reizend Volkstheater (1949-’51) ging hij naar de openbare omroep, waar hij de luisteraar met spelletjes aan de radio kluisterde. Van een geaffecteerd Nederlands – ABN was toen een must voor een hele acteursgeneratie – ging het naar revues met Denise De Weerdt, Anton Peters en Connie Neefs.

BRUSSEL – Nu het weer warmer wordt, maakt een koepel van middenveldorganisatie de balans op van de voorbije opvangwinter. De hoofdstad heeft beter gezorgd voor daklozenopvang, klinkt het, maar er is nog altijd een fundamenteel gebrek aan coördinatie. Over opvangproblemen buiten de winter wordt niet gerept.

W

at heeft het voorbije jaar gebracht? In de lente van 2010 logeerden in het Noordstation bij de intrede van de dooi een aanzienlijk aantal daklozen en asielzoekers, wat leidde tot taferelen, een ontwikkelingsland waardig. Augustus van datzelfde jaar: in het Maximiliaanpark, op een boogscheut van het Noordstation, verrijst een heuse bidonville die een kleine maand blijft staan; een stad gebouwd met stadsmeubilair, tenten en afval. Wie er nog aan twijfelde, ziet nu met eigen ogen taferelen van buiten Europa. Najaar 2010: vroege vorst eind november. Weer van dattum, weer het Noordstation. Daklozen en asiel-

zoekers slapen in het CCN-gebouw tussen de treinreizigers. Een Nederlandse journalist die de schrijnende Belgische toestanden wil optekenen, wordt door de politie aangehouden. En dan, in december 2010: Brussels OCMW-voorzitter Yvan Mayeur (PS) kondigt aan dat het Belgische asielbeleid gefaald heeft. Niet onzinnig, want in de hoofdstad (ook elders, maar vooral in de hoofdstad) snijden de assen armoede, asiel en dakloosheid elkaar, culminerend in een punt waar weinigen nog zicht op lijken te hebben.

Geen coördinatie De balans, volgens het Belgian AntiPoverty Network, een koepelorgani-

satie die het Belgische middenveld groepeert in zijn strijd tegen armoede: Brussel doet het beter, maar er wordt bij het begin van de winter nog altijd onduidelijk gecommuniceerd over waar er opvang is, hoe men daar geraakt en wie ervoor in aanmerking komt. Het BAPN richt zich vooral op daklozen, maar vermeldt in zijn besluit ook dat opvang van asielzoekers onvermijdelijk tot het takenpakket behoort. De officiële nachtopvang in Brussel wordt georganiseerd door één organisatie: Samu Social, waarvan Yvan Mayeur trouwens voorzitter is. Daarnaast maakt het BAPN melding van elf privé-initiatieven en zeventien sociale restaurants, die zonder coördinatie los van elkaar opereren. Ten slotte, misschien het  meest kernachtige: er was een  capaciteitsprobleem, stelt het netwerk. De eisen van het BAPN aan de verschillende politieke niveaus zijn: een gecentraliseerde opvang, een

uniform systeem. Noodopvang, altijd en overal, voor alle mensen, of ze nu asielzoeker, dakloze of druggebruiker zijn. Maar er is een maar. Ondanks het feit dat OCMW-voorzitter Yvan

Met de tentenkampen en de opvang in het Noordstation lijkt een grens overschreden

Mayeur toegeeft dat er een probleem is met asielopvang, dat het aantal daklozen in Brussel stijgt, ondanks het feit ook dat staatssecretaris Philippe Courard (PS) toegeeft dat het zo niet verder kan, de toestroom van

DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE

Witte van Brussel Door tv-series als Slisse en Cesar, Het pleintje en De paradijsvogels ging Burms ster pas echt schitteren. Als ervaren senior-acteur werd hij ook gecast in de Gaston & Leo-film Zware jongens (1984), in Boerenpsalm (1989) van Roland Verhavert en in Blinker en het Bagbag-juweel (2000), naar het jeugdboek van Marc de Bel. Maar vooral op de planken was de ‘Witte van Brussel’ een on­ geëvenaard talent, altijd te vinden voor zwans en een lach. In de eerste productie van het Brussels Volkstejoêter (begin van deze eeuw) schitterde de frêle Burm als Madame Chapeau, in het vaudevillestuk Bossemans en Coppenolle: een van de moeilijkste vrouwenrollen voor heren uit het klassieke komedierepertoire. Een straatsculptuur van dit typetje (hoek Mussen- en Zuidstraat) herinnert de Brusselaars voor eeuwig aan Burm. En natuurlijk zijn er ook nog de opnamen van zijn stem, onder meer in ‘Brussel, g’het main èt gestoule, van de Nord tot de Midi’. Jean-Marie Binst

Is deze knuffel in de Belliardstraat van u? Breng dan een ladder mee als u hem terug wilt.

© SASKIA VANDERSTICHELE


WEEKOVERZICHT

BDW 1274 PAGINA 3 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

© IVAN PUT

WOENSDAG 30 MAART Justitiepaleis anders. Een internationale wedstrijd levert 194 nieuwe ideeën op voor het Justitiepaleis. De federale regering besliste tijdens het Belgische EU-voorzitterschap in 2010 de wedstrijd te lanceren. Het prijzengeld van 60.000 euro wordt verdeeld tussen de verschillende laureaten.

DONDERDAG 31 MAART Rechten in twee talen. De uitwisselingsovereenkomst tussen de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) en de Facultés Universitaires Saint-Louis (FUSL) wordt plechtig ondertekend. Daardoor kunnen de studenten van de HUB vanaf september kiezen voor een rechtenopleiding in twee talen. Naast de Nederlandstalige colleges van de HUB kan er ook in het Frans les gevolgd worden aan de FUSL.

VRIJDAG 1 APRIL ZEVENTIEN scholen. Brussels minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD) dient zeventien schooldossiers in bij zijn Vlaamse collega Pascal Smet (SP.A). Vanraes vraagt dat de Vlaamse regering tegen 2013 bijna 36 miljoen euro in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel pompt. Er moeten dringend 1.500 plaatsen bijkomen. Brussel ecohoofdstad. Als erkenning voor hun milieuinspanningen ontvangen 38 Brusselse ondernemingen een ecodynamisch label van de Brusselse regering. Daarvan worden zestien labels voor het eerst toegekend; 22 labels worden verlengd. Twee bedrijven behalen de hoogste categorie voor hun inspanningen.

Tentenkampen ’s zomers, slaapzalen in grote sta­tions in de lente: opvang is het jaar rond nodig.

asielzoekers, en ondanks de sociale bekommernis van het middenveld, lijkt er onlangs een grens overschreden. Een stille grens. Die grens, dat zijn tentenkampen in de zomer, slaapzalen in grote treinsta­t ions in de lente. Dat zijn structurele problemen, niet alleen ’s winters. Een deel van het probleem, dat is de buurtbewoner die oude matrassen naar een tentenkamp brengt en zegt: “Dat is zo in een grootstad, dat mensen uit de boot vallen, en

“ “ HET GETAL

dat gaat er ook niet op verbeteren.” Dat probleem is ook de politieman die vertelt dat het fifty-fifty is met de toestroom havelozen die opvang zoeken: vijftig procent daklozen en vijftig procent asielzoekers die willen blijven proberen. Als een  voldongen feit, als een noodzakelijk iets. De journalist die naar het tentenkamp afzakt, een paar beelden maakt, en weer weg gaat. De pendelaar die nauwelijks opkijkt in de centrale hal van het Noordstation,

op weg naar zijn trein. En de stedeling die nerveus om beleid roept. En misschien, heel misschien toch ook de sociale werker die zegt dat er altijd en overal opvang moet zijn, zonder een lijn te trekken wie het meest behoeftig is. En wat te denken van Yvan Mayeur, die zegt dat het goed gaat met onze sociale zekerheid? Terwijl hij de toevloed van asielzoekers die zijn OCMW overspoelen, heeft aangeklaagd. Christophe Degreef

de straat op. Het einde van de winter betekent ook het einde van de winteropvang voor daklozen. Voor meer dan vierhonderd mensen, onder wie steeds meer vrouwen, wil dat zeggen dat ze vanaf vanavond op straat moeten slapen.

ZATERDAG 2 APRIL Scouts te fiets. Vanaf de middag bezetten scouts uit heel België het Ter Kamerenbos voor de 24 uur fietsen. Elke groep zal proberen in een etmaal zoveel mogelijk rondjes te fietsen. De fietsmarathon zit dit jaar aan zijn 25ste editie. Koerden roeren zich. 1.700 mensen nemen deel aan een Koerdische manifestatie in het centrum van de stad. De gemoederen raken even verhit wanneer Turkse handelaars de betogers uitjouwen op het De Brouckèreplein. De jongeren worden door de ordediensten gekalmeerd. Niemand wordt aangehouden.

ZONDAG 3 APRIL

Ik geef Anderlecht de goede raad om niet tot Pasen te wachten om te verrijzen.”

Paars-Wit verliest. Op de eerste dag van de play-offs in het voetbal verliest Anderlecht met 1-3 van Standard. De Luikenaars, die nochtans met de B-ploeg beginnen en Defour en Witsel op de bank laten, zijn de hele match baas op het veld. Hoewel Anderlecht de play-offs als leider begon, neemt Genk de koppositie van paars-wit over.

Voetbaljournalist Peter Vandenbempt vond Anderlecht afgelopen weekend de slechtste ploeg van Play-off I. Het verloor met 1-3 van Standard (op sporza.be).

MAANDAG 4 APRIL

De Stad Brussel is geobsedeerd door haar congres­ centrum. Er valt niet mee te praten.” Thierry Meeùs, eigenaar van Océade en Mini-Europa, in Le Soir. De toeristische trekpleisters moeten eind augustus 2013 wijken voor het Neo-project van de Stad Brussel.

(10)

Heel soms duiken er aan de horizon verrassingen op. Verrassingen uit het oosten, in dit geval. Volgens de bevolkingscijfers van de gemeente Elsene wonen er momenteel tien Sovjets in de rode oase. Sovjets, u leest het goed. Mensen uit de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie? Die bestaat toch al lang niet meer? De Muur is al lang gevallen, Jeltsin beklom zijn tank en Poetin gaat heden ten dage jagen in Siberië. Maar in Elsene blijft de socialistische droom leven.

“Het gaat om mensen die voor 1989 in de Sovjet-Unie geboren zijn, en zich nooit hebben gemeld met een ander paspoort van een ex-Sovjetstaat,” deelt men ons mee op de dienst Bevolking. “Dit betekent inderdaad dat ze in de cijfers nooit van nationaliteit veranderd zijn, en dus als Sovjet door het leven gaan.” Bewust of onbewust, dan. De dienst Bevolking van de gemeente Elsene nam onze vraag zeer serieus. Alle lof. Daags na de vraag klonk het dat de tien vergeten Elsense kameraden opgeroepen zullen worden om zich te melden op het partijsecr... gemeentehuis, al dan niet met een paspoort waar de gemeente geen weet van heeft. Om dan in de statistieken CD een andere nationaliteit te krijgen.

Franstalige federatie. Het zat er al een tijdje aan te komen en het is nu ook zo ver: de Franse Gemeenschap wordt versneld omgedoopt tot Fédération Wallonie-Bruxelles. Het initiatief komt er nadat Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) in een weekendinterview in La Libre Belgique zegt dat Brussel nooit een volwaardig Gewest kan worden. Beide kampen spreken van provocaties.

DINSDAG 5 APRIL Groene wifi voor de blauwen. Drie MR-leden dienen een voorstel van ordonnantie in bij het Brussels parlement. MR wil in de nabije toekomst Brusselse parken uitrusten met een gratis draadloze internetverbinding. Gratis wifi is volgens de Franstalige liberalen een basisbehoefte van de moderne samenleving. ‘SEPARATISME’. Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) noemt de omvorming van de Franse Gemeenschap tot Waals-Brusselse Federatie ‘separatisme’. Volgens de christendemocrate is de demarche van een dag eerder ongrondwettig. Binnen de Brusselse regering is er al geruime tijd onenigheid tussen CD&V en PS. Volgens de Franstalige socialisten gedraagt de Vlaams-Brusselse christen­ democratie zich niet Brussels genoeg.

Samengesteld door Noémie Kowalczyk en Christophe Degreef

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1274 PAGINA 4 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Erfgoed > Myriam Serck (Koninklijk Instituut Kunstpatrimonium) na 42 jaar met pensioen

‘Laat de belastingbetaler zien wat we doen’

M

yriam Serck behoort tot de laatste generatie conservators-restaurateurs die ‘in het atelier’ zijn gevormd, met polychrome sculpturen als haar dada. In de online fototheek van haar federale wetenschappelijke instelling kunnen vandaag ruim een miljoen foto’s van 750.000 kunstobjecten geraadpleegd worden. Zo blijft er altijd een spoor van het Belgische patrimonium, ook na versnippering en verkopen. Op de drempel van haar pensioen vragen we Serck of er voor haar leven is na het KIK, en omgekeerd. “Ik heb hier heel mijn leven gewerkt,” vertelt ze. “Toen ik het KIK (het pand dateert van 1962, red.) bezocht tijdens mijn studie kunstgeschiedenis aan de toen nog tweetalige universiteit van Leuven, wist ik meteen wat ik wou doen: ‘Daar ga ik werken!’ In de zomer van 1969 – mijn thesis was nog niet af – vroeg ik de directeur, chemicus René Sneyers, of ik stage mocht komen lopen. Voor een historicus had hij geen werk, maar hij zocht iemand die cement rond een muurschildering wou wegschrapen. Ik nam het aan, voor iets van een tachtig frank per dag (equivalent van 2 euro, red.). En ik ben gebleven... De restaurateur voor muurschilderingen, die ik mocht helpen, kwam uit Litouwen. Hij had als mijnwerker zijn studie gefinancierd om in

Rome restauratietechnieken te gaan studeren. Later verhuisde ik naar het beeldhouwwerkatelier, onder leiding van de Duitse gravin Agnes von Ballestrem (1935-2007), die ons leerde hoe polychrome beelden in Duitsland onder handen werden genomen. Na haar vertrek heb ik vanaf

“Geen bezwaar tegen een gewestelijke opdeling van het KIK, er is werk genoeg. Maar wat kosten drie KIK’s?” 1973 dat atelier overgenomen.” In 1999 werd Serck dan hoofd van de tien restauratieateliers. Op een laatste werkdag komen de frustraties boven. Hebt u onvervulde dromen? Myriam Serck: “Tegenover alle realisaties verdwijnen die in het niets. Maar iets wat ik nooit heb kunnen klaren, is de restauratie van

het verwaarloosde interieur van de twaalfde-eeuwse burchtkapel van Edingen, La Chapelle Castrale (verbouwd door Filips van Kleef in 1514; nu staatseigendom, red.). Daar heb ik wel hartzeer van, ja. De kapel heeft zestiende-eeuwse glas­­ramen, gepolychromeerde retabels, houtfragmenten van retabels, schilderingen en een unieke poort. Het is een ware schatkamer. In mijn jeugd maakte ik mijn thesis over de kapelramen. De Koning Boudewijnstichting bezit het dossier; het geld is zelfs gereserveerd. Toch blijven er hinderpalen, zoals de sluiting van de kapeltoren voor het publiek.” Liggen er voor het KIK geen inter­nationalere projecten in het verschiet? Serck: “We staan bekend van Dresden en Parijs tot Indonesië en China. Vooral voor onze expertise in retabels en wandtapijten worden we gesolliciteerd. In 2010 hebben we een jaar lang met een internationale ploeg de voorstudie en een klein onderhoud van ‘Het lam Gods’ in de Gentse Sint-Baafskathedraal uitgevoerd – de eerste restauratie dateert van 1951. Het is tijd voor een grondige restauratie door het KIK, un jour. Binnen het Topstukkendecreet zou dit moeten kunnen, als kanunnik Ludo Collin, Vlaanderen, de provincie, de stad,... – als iedereen er samen wil voor gaan. Het draait zeker niet om geld alleen.” U wou het KIK toch uitbreiden, met nieuwbouw? Serck: “Toen ik in 2005 directeurgeneraal werd, dacht ik een nieuwe bibliotheek te bouwen. (Er kwam een

Myriam Serck Myriam Serck-Dewaide (1946) woont in Sint-PietersWoluwe en bouwde sinds 1969 haar loopbaan uit in het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium, eerst als departementshoofd van het beeldhouwwerkatelier en sinds 2003 (definitief sinds 2005) als directeur-generaal. Ze vormde 95 Belgische en buitenlandse stagiairs in het sculpturenatelier (1973’99) en leidde de restauratie en conservatie van 25 retabels, van meubilair uit kastelen en kerken en van architecturale decoraties (koninklijk paleis, Chinees Paviljoen,...). Serck gaf/geeft les aan La Cambre en het Institut National du Patrimoine van Frankrijk. Ze werkte voor het Louvre en andere Parijse musea, het Musée de Cluny en talloze Franse kerken. Serck is stichtend voorzitster van de Beroepsvereniging voor Conservators-Restaurateurs van Kunstwerken (BRK). Op haar palmares staan 121 (inter)nationale publicaties en 32 tentoonstellingen.

In een reservezaal, volgestouwd met 842 vijftiende- tot negentiendeeeuwse schilderijen (op paneel en doek), liet de luchtbevochtiger van Dalkia het op 21 november 2008 af-

weten – het was net voor een vrieswinter. Precies 55 dagen later, op 14 januari 2009, kwam de schade aan het licht. Het technisch toezicht was uitbesteed aan het Brusselse Dalkia,

dat ook aan andere overheidsdiensten klimaatregelaars levert. Het bedrijf had vanuit zijn dispatching op pc niets van de klimaatwissel gemerkt. Ook controle met een veiligheidsagent bleek niet nodig. Mu­seumdirecteur Michel Draguet vroeg een EHBO-ploeg van het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK) – per brief – om hulp.

Waarvoor kan die aanbouw nog meer dienen? Serck: “We missen een atelier voor monumentale werken in brons en steen. De t’Serclaes van de Grote Markt, goed zeven meter hoog, moet nu in stukken binnenkomen. Gelijktijdig arriveren enkele grote barokbeelden en een retabel. Ons plaatsgebrek wordt dramatisch. Voor de microzandstraling met laserstraal ontbreekt een veilige, aparte kamer. In die nieuwbouw planden we ook een educatieve dienst, mét personeel, bij een kijkatelier of expositiezaal. Ik hoop dat mijn opvolger het project kan realiseren.” U spreekt nu over publieksparticipatie, maar dit jaar doet u bijvoorbeeld niet mee aan de Open Monumentendagen. Waarom? Serck: “Het KIK moet nu twee procent besparen, en drie procent in 2012. Vorig jaar zag ik tijdens de Brusselse Open Monumentendagen voor het eerst het bezoekersaantal onder de duizend terugvallen. Hoe dat komt? Doordat de Monumentendagen gingen samenvallen

Infotheek, maar die nam intern plaats af van ateliers, red.) Het dossier met

Hoe zou het zijn met... de schade in het Museum voor Oude Kunst? BRUSSEL – Wat is de stand van zaken in het schadedossier Dalkia/ Museum voor Oude Kunst? Die vraag stelden we ons nu de restauratie is begonnen aan de beschadigde werken in de reserves van het museum, een onderdeel van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.

de Regie der Gebouwen is rond, voor een bouw tussen voorpand en garages. Maar toen sloeg de crisis toe. Ik had nog graag meegemaakt dat het publiek meer toegang kon krijgen tot het kunstpatrimonium dat hier passeert. We hebben een expositiezaal nodig, waar de belastingbetaler kan zien wat er met zijn of haar geld voor het erfgoed gebeurt. Zodra een belangrijk werk gerestaureerd is, zou het daar telkens een maand getoond kunnen worden.”

Myriam Serck van het KIK stuurde zes experts. Volgens hun eerste vaststelling ging de schade van kleine tot meervoudige opstuwingen van de verflaag op de paneelschilderingen van Vlaamse primitieven, waaronder ‘De passie’ (1544), een triptiek van Colin de Coter. De eerste dagen zweeg Draguet de zaak dood voor de pers, tot een infor-

© MICHIEL HENDRYCKX

BRUSSEL – In mei verhuist het beschadigde monument van Everaard t’Serclaes voor studie en herstel naar het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK). Directeur-generaal Myriam Serck-Dewaide zal het niet meer meemaken: eind deze maand zet de ‘moeder aller beelden’ een punt achter haar 42-jarige carrière.

Winter 2008-’09: schade.


© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW 1274 PAGINA 5 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Myriam Serck (r.) in het polychrome-beeldenatelier: “Zodra een restauratie af is, zou de belastingbetaler het een maand moeten kunnen zien.”

met autoloze zondag. Daar zijn wij, buiten het centrum, het slachtoffer van. Als ik zestig man personeel vier verlofdagen moet geven voor weinig publieksrespons, dan is de rekening snel gemaakt. Het KIK zal voortaan om het jaar participeren. Dit jaar doen we wel mee aan de Dag van de Onderzoeker.” Intussen maakt de regering geen haast met de erkenning van het beroep van restaurateur. Wat vindt u daarvan? Serck: “Met de BRK, de tweetalige Beroepsvereniging voor Conservators-Restaurateurs van Kunstvoorwerpen (Serck was stichtend voorzitster in 1991, red.), ijveren we voor de erkenning van die titel. Maar  we krijgen tegenwind. Het erkenningsdossier ligt bij de minister en wordt niet ondertekend, waarschijn-

mant het blad (Télé) Moustique tipte. “We namen 803 werken in observatie, de rest – vooral de doeken – had niets,” bevestigt Serck. “Het ging niet om meesterwerken – die hangen in de zalen –, maar er waren heel interessante stukken bij. In één maand tijd brachten we voorlopige vasthechtingen met papiertjes aan, opdat er geen verdere opstuwingen zouden ontstaan. Die urgentie-ingreep voorkomt dat picturale lagen afbladderen. Daarnaast maakten we een staat op van alle problemen. We klasseerden alles, volgens de be-

te mogen bestuderen, op waarde te schatten en te conserveren.”

Is er plaats voor het federale KIK in een institutioneel hertekend Belgisch landschap?

geen bezwaar tegen een gewestelijk drievoud van het KIK. Werk op ons terrein is er voor het patrimonium uit alle gewesten genoeg. Maar wat kosten drie KIK’s? Wie maakt de rekening? En moet de topexpertise die het KIK sinds 1948 opgebouwd heeft, versnipperd worden?

Wilt u opnieuw een deel van het Jubelparkmuseum worden? Serck: “Over mijn lijk, dat is uit den boze! Het KIK heeft een globale missie. We zijn nu net uit de museum­

relatie met de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis gestapt om een meer algemene invloed te kunnen uitoefenen op alle beheerders van het kunstpatrimonium, ook internationaal. Wij geven lessen in heel de wereld. Onze ethische en kwalitatieve ingrepen op kunstvoorwerpen, vooral met de jongste technologieën, zorgen ervoor dat we impact hebben. Mochten wij afhangen van één of twee musea, om hun collecties in de eerste plaats aan te pakken, dan is daar in theorie niets mis mee. De helft van het KIK-personeel staat dan wel op straat. Want de helft van de onderzoekers is contractueel en werkt op projecten die extern gesubsidieerd worden.  Als we gratis voor een museum moeten werken, wie betaalt dan de factuur?” Jean-Marie Binst

hoeften van elk stuk, met een kleurcode. Rood voor verflagen, geel voor de drager, enzovoort. Door de daling van de vochtigheidsgraad zijn de houtpanelen gaan ‘werken’, met als gevolg dat 211 paneelschilderingen belangrijke verfopstuwingen hadden, 234 werken hadden kleine opstuwingen zonder risico en 158 hadden problemen aan de drager. Het ging meestal om gevolgen van de al aanwezige geblokkeerde parkettage. De conclusie was dat een grondige restauratie – beschermpapiertjes verwijderen, definitieve fixatie, rei-

niging – op de lange termijn nodig was, ook al is niet alles het gevolg van dat ene ongeluk. Kortom, 360 werken vertonen structurele problemen die aangepakt moeten worden.” “We berekenden voor de KMSK en hun verzekeringsmaatschappij wat dat zou kosten. Het is aan de KMSK om dit geld te vorderen; dat is onze zaak niet. Maar natuurlijk moet de factuur van mijn personeel betaald worden. Ik zal het einde van dit dossier niet meer meemaken...” “Het is spijtig dat dit ongeluk in de

reserves is kunnen gebeuren. Amper tien procent van de collectie hangt in de zalen, wat heel uitzonderlijk is voor een museum. Natuurlijk had ook een dubbele controle in het museum veel kwaad kunnen voorkomen, zeker als je met externen en uitbestedingen werkt.” Sinds 2009 communiceren Draguet en zijn museum niet meer over het schadedossier. Ook Dalkia houdt de lippen op elkaar. Alle communicatie rond het dossier zit gecentraliseerd bij één Dalkia-manager, Daniel Noé, met één boodschap na twee jaar:

“Rien n’a changé. De verzekeraars werken eraan.” Ook het museum was kort over het verloop (“Het dossier volgt zijn weg”) en gooide de hoorn op de haak toen we aandrongen. Nu Michel Draguet de titel van directeur-generaal van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wil binnenhalen, moet hij de rotte appel zo snel mogelijk uit zijn Hoorn des Overvloeds zien te krijgen. Sinds kort heeft het museum twee restaurateurs aan het beschadigde erfgoed gezet. JMB

lijk om­­dat lobbyende ambachtslui het afblokken. Nu kan iedereen zich restaurateur noemen. Er zijn privéondernemingen die prachtig werk leveren, zoals Manufactuur De Wit in Mechelen voor wandtapijten – al werken wij nog iets preciezer, waardoor we ook iets duurder zijn. Maar er zijn ook vele charlatans die het erfgoed verprutsen. Mocht onze demarche slagen, dan zouden beschermde kunstobjecten en die van eerste categorie alleen nog behandeld kunnen worden door gediplomeerden. Lijkt logisch, niet? Spijtig genoeg zie ik nu nog veel catastrofes, gewoon omdat mensen lukraak de telefoongids nemen. Ik hoop dat de nieuwe regering werk maakt van de beroepserkenning.”

Serck: “Pleiten voor aparte instituten voor kunstpatrimonium voor Brussel, Wallonië en Vlaanderen is een visie als een andere. Ik heb

Er bestaan retabels, schilderijen, polychrome beelden, textiel en edelsmeedstukken genoeg, overal in het land. We vragen niet liever dan alles

“Wanneer wordt het beroep van conservator-restaurateur erkend? Ik zie nog veel catastrofes omdat mensen lukraak de telefoongids nemen”


BDW 1274 PAGINA 6 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

GEMIDDELD INKOMEN BRUSSELS GEWEST < 20.000 euro < 20.000 - 25.000 euro < 25.000 - 30.000 euro > 30.000 euro

INKOMENSONGELIJKHEID BRUSSELS GEWEST Kleine ongelijkheid Gemiddeld grote ongelijkheid Grote ongelijkheid

GANSHOREN

KOEKELBERG

SINTAGATHABERCHEM

SINT-JANSMOLENBEEK

SINT-JOOST-TEN-NODE

SINT-JANSMOLENBEEK

SINTLAMBRECHTSWOLUWE

BRUSSEL

ANDERLECHT

WATERMAALBOSVOORDE

SINTGILLIS

SINTPIETERSWOLUWE

ETTERBEEK

NE

OUDERGEM

UKKEL

SINT-JOOST-TEN-NODE

SCHAARBEEK

SE

VORST

EVERE

EL

E EN

S EL

SINTPIETERSWOLUWE

ETTERBEEK

KOEKELBERG

SINTAGATHABERCHEM

SINTLAMBRECHTSWOLUWE

BRUSSEL

SINTGILLIS

GANSHOREN

EVERE

SCHAARBEEK

ANDERLECHT

BRUSSEL

JETTE

VORST

OUDERGEM

UKKEL

WATERMAALBOSVOORDE

Financiën > Inkomensongelijkheid blijft groot

Rijken maken het verschil BRUSSEL – Niet de armen bepalen het imago van de Brusselse gemeenten, maar de rijken. “Ook een rijke gemeente als Ukkel telt een groot aandeel lage inkomens, maar ze heeft ook een kleine groep zeer hoge inkomens,” zegt VUB-socioloog Ignace Glorieux. Hem legden we cijfers en kaarten over inkomensongelijkheid voor.

D

e inkomensverschillen tussen de inwoners van dit land zijn nergens zo groot als in Brussel. Bovendien is de kloof tussen arm en rijk de jongste tien jaar nog toegenomen. Dat blijkt uit de cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) die BDW doornam. De ongelijkheid is het grootst in Sint-Pieters-Woluwe en het kleinst in Anderlecht. Sociologen meten (on)gelijkheid aan de hand van de Gini-coëfficiënt. Dat is een cijfer tussen 0 en 1. Hebben alle inwoners hetzelfde inkomen, dan is de Gini 0; is de ongelijkheid extreem – dat wil zeggen dat één inwoner alle inkomen binnenrijft –, dan is het cijfer 1. In 2008 was de Gini-coëfficiënt in België 0,310, in het Hoofdstedelijk Gewest 0,365, in Wallonië 0,311 en in Vlaanderen 0,301. Die Vlaamse Gini-coëfficiënt is exact hetzelfde cijfer als Brussel in 1998 had. Anderlecht was in 1998 al de ge-

meente met het kleinste verschil tussen arm en rijk, en dat blijft zo in 2008. Opvallend is wel dat het verschil in Anderlecht nog altijd groter is dan de verschillen op Belgisch, Waals en Vlaams niveau.

Lage inkomens Ukkel, de gemeente die in 1998 koploper was inzake sociale ongelijkheid, heeft die eerste plaats in 2008 moeten afstaan aan SintPieters-Woluwe. Sociale gelijkheid zegt echter niets over rijk of arm. De sociale ongelijkheid kan in een gemeente met zeer arme mensen en middeninkomens even groot zijn als in een gemeente met middeninkomens en een groepje extreem rijken. Een andere manier om Brussel in kaart te brengen, is te kijken welk bedrag er op de gemiddelde belastingaangifte prijkt. Dat criterium laat toe om de gemeenten in vier groepen in te delen (zie linkerkaart). Er zijn er twee waar de gemiddelde

aangifte lager is dan 20.000 euro op jaarbasis (Sint-Joost-ten-Node en Sint-Jans-Molenbeek); in drie gemeenten stijgt het bedrag boven de 30.000 euro uit (Ukkel, WatermaalBosvoorde en Sint-Pieters-Woluwe). In Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe is de inkomensongelijkheid ook het grootst. Hier hoort wel een belangrijke nuan­ ce. De cijfers gelden op gemeentelijk niveau, terwijl de verschillen zich ook – en vooral – op buurtniveau situeren. Het is bijvoorbeeld weinig waarschijnlijk dat de inwoners van de Louizawijk op het grondgebied van de Stad Brussel minder rijk zouden zijn dan hun nabije buren van Elsene of Ukkel. Of nog: als u in hoog-Sint-Gillis gaat stappen, dan ziet u absoluut niet dat de gemeente arm is. Ten tweede: de cijfers slaan enkel op inwoners die een belastingaangifte indienen. De twee ‘uitersten’ – illegalen en eurocraten – komen er niet

in voor. Toch is het ook belangrijk om te kijken naar de uitersten die er wél in voorkomen: de armen en de rijken (al kun je met een belastingaangifte van 50.000 euro niet echt van ‘rijken’ spreken; dat zijn veeleer middeninkomens die behoorlijk hun kost verdienen. Wie minder dan 10.000 euro op zijn aangifte heeft

Sint-Joost en Molenbeek hebben minder dan drie procent rijken

staan, kan echter wel als ‘arm’ worden omschreven.) Dat er in de ‘arme’ gemeenten een groot aandeel laagste inkomens (minder dan 10.000 euro) is, viel te verwachten. Sint-Joost is hier de absolute koploper met meer dan dertig procent. Maar ook Elsene, Brussel, Schaarbeek, Sint-Gillis

en Molenbeek pieken ver boven de twintig procent. Minder evident zijn de cijfers voor de rijke gemeenten: ook Ukkel, Sint-Pieters- en SintLambrechts-Woluwe, WatermaalBosvoorde en Oudergem tellen ongeveer twintig procent gezinnen die het met minder dan 10.000 euro moeten stellen. Het grote verschil tussen rijke en arme gemeenten zit ’m echter in het aantal gezinnen die meer dan 50.000 euro op hun aangifte invullen. Er zijn maar twee gemeenten die boven de vijftien procent uit komen: Sint-Pieters-Woluwe (18 procent) en Watermaal-Bosvoorde (15,5). Ook Elsene, de zuidoostelijke gemeenten Ukkel, Sint-Lambrechts-Woluwe en Oudergem, en Sint-Agatha-Berchem in het noordwesten scoren boven de tien procent. Sint-Joost en Molenbeek zijn onder de drie procent gezakt. In de woorden van professor Glorieux: “Brussel telt niet alleen een grote concentratie armen, er is ook een rijke bovenlaag. Het is die bovenlaag die in gemeenten als Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe de socia­le ongelijkheid nog versterkt.” Danny Vileyn

© INFOGRAFIEK: BDW. BRON: NIS.

BRUSSEL

JETTE


ADVERTENTIE

BDW 1274 PAGINA 7 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Brussel rijker, Brusselaars armer BRUSSEL – In het Hoofdstedelijk Gewest zorgt één procent economische groei maar voor een half procent banengroei. Dat staat in een ULB-onderzoek voor Brussels Studies. De Brusselse economie doet het goed, stellen de onderzoekers, maar laaggeschoolden vallen almaar vaker uit de boot. De onderzoekers hebben de sociaal­economische evolutie in de vijf stedelijke gebieden van het land (Brussel, Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi) vergeleken. De opvallendste vaststelling is dat het Brussels Gewest het economisch goed doet (alleen Gent doet beter), maar dat de werkgelegenheid voor laaggeschoolden afneemt en die voor hooggeschoolden toeneemt. Dat is de jongste twintig jaar een constante. Cijfers laten zien dat het aandeel van de arbeidskrachten met een diploma hoger onderwijs die in Brussel wonen, tussen 1992 en 2005 gestegen is van 37 naar vijftig procent. De achteruitgang van beroepen voor laagopgeleide handarbeiders, in de industrie en tertiaire sector, was in Brussel groter dan in de rest van het land. Dat is dramatisch voor laaggeschoolden, omdat de werkgelegenheid er ook maar half zo snel toeneemt als de toegevoegde waarde. De onderzoekers citeren Dominique Michel van de werkgeversorganisatie Agoria: “Terwijl de werkgevers op zoek zijn naar gemiddeld 33 procent gediplomeerden van het hoger onderwijs, dertig procent gediplomeerden van het hoger secundair onderwijs en 37 procent gediplomeerden van het basis- of lager onderwijs, volgt het profiel van de werklozen die verdeling niet: de verhoudingen bedragen daar elf, negentien en zeventig procent.” De cijfers spreken voor zich. Toch menen de onderzoekers dat werkloosheid al te vaak als een mismatch tussen vraag en aanbod wordt gezien. Volgens de auteurs geven werkgevers altijd voorrang aan mensen met een hogere opleiding, ook voor banen die geschikt zijn voor laaggeschoolden. Ook de kansen op werk in de Vlaamse Rand rond Brussel mogen volgens de onderzoekers niet overschat worden. Er is wel de taalbarrière (voor Brusselaars die geen of te weinig Nederlands kennen), maar toch zeggen de onderzoekers dat de situatie in de Rand niet zo heel erg verschilt van die in Brussel: “Onze studie heeft aangetoond dat het aantal banen voor laagopgeleiden ook in de Rand afneemt. Het is dus een illusie om de economische dynamiek van de Rand te beschouwen als een oplossing voor de werkloosheid van laagopgeleide Brusselaars.” De sociale polarisatie van de Belgische steden moet volgens de onderzoekers ook bekeken worden in relatie met de ruimtelijke polarisatie, de verschillen tussen wijken. Die verschillen zijn ook al op gemeentelijk niveau af te leiden DV (zie kaarten links).

PASEN

P-PRAAT Er is een nieuw gemeenteraadslid in Etterbeek, en ze heet Colette Njomgang. Ze vervangt in de PS-fractie Jacqueline Berger, die naar een andere gemeente verhuist. Njomgang is van Kameroense origine, is oogarts en volgens de PS ‘het eerste socialistische raadslid van beneden de Sahara’. Ter gelegenheid van deze socialistische wissel stonden er in de jongste gemeenteraad flesjes Spa Rood op tafel. Attent.

VAN 05/04 T.E.M. 26/04/2011 KINDERWORKSHOPS OP: WOENSDAG 13 EN 20/04 - ZATERDAG 16 EN 23/04 (VAN 14U00 T.E.M. 18U00)

Stel u voor dat er in Etterbeek een partij van de dieren bestond, en dat daar een wissel zou plaatsvinden. Wat zou er dan op tafel staan? “Niet alleen de eenden zorgen voor een zekere terughoudendheid, ook de kwaliteit van het visbestand knaagt aan mijn geweten. Zwemmen er alleen gezonde vissen in de vijver? Heeft het collegelid zicht op de verhouding tussen de kleinere soorten en de vette vissen? Maar wat me het meeste angst aanjaagt, is de paling. Het is mij onduidelijk of in een biologische zwemvijver met of zonder zwemkleding gezwommen moet worden. En de bijtkracht van de Dilbeekse paling is natuurlijk legendarisch. We weten allemaal dat in de vijver van het Neerhof veel palingen zwemmen.” 1 april in de Raad van de Vlaamse Gemeenschaps­ commissie (VGC). Voor uw gemak hebben we   de woordjes (vrolijkheid) en (hilariteit) weggelaten. Waarom Dilbeek? Omdat de grap was dat er daar bij de kinderboerderij (VGC-eigendom) een zwemvijver zou komen. “De VGC staat achter de renovatie en de heropening van gemeentelijke zwembaden. Deze zwembaden bevinden zich meestal in wijken waar een zwembad uit sportief en sociaal oogpunt meer dan zinvol is. De VGC is tevens de ontwikkeling genegen van biologische zwemvijvers in grote Brusselse parken.” Voor wie er niet genoeg van krijgt: www.raadvgc.be.

WWW.BASILIX.BE ADVERTENTIE BDW_Basilix_wk14.indd 1

23-03-11 16:05

CHIEN ÉCRASÉ ELSENE – Het was voorspeld, en het is ook bewaarheid: het Flageyplein was vorige week het vuilste plein ter wereld. De oorzaak hiervoor dient gezocht te worden bij de Millennium­ generatie, ook wel Facebookgeneratie genoemd. U weet wel: die generatie die voor een beter milieu is en om minder te vervuilen bij mama en papa inwoont. Die generatie wilde vorige week protesteren tegen het uitblijven van een regering, en zij protesteerden te Elsene met friet. En bierblikjes, -flessen, en toespraken in de zin van: “Ja, maar wij, euh, zijn voor een, euh, federale kieskring want dat is... euh... solidair en zo.”

Ik heb zo een voorgevoel dat vandaag alles in de soep gaat draaien.

Maar neen, we winnen zeker de eerste preis.

ELSENE – De boodschap is zeker aangekomen. ’s Ochtends stonden de schoonmaakploegen van de gemeente meer paraat dan ooit. Dat is historisch. ETTERBEEK – Historisch was de aprilgrap van de gemeente Etterbeek niet, maar laten vangen hebben we ons wel. Fier kondigde het gemeentebestuur aan dat prins William en zijn verloofde Kate Middleton hun huwelijksnacht op het Jourdanplein wilden doorbrengen (het is te zeggen: in een hotel aldaar). Burgemeester Vincent De Wolf (MR) werd volgens het bericht door de Britse premier David Cameron opgebeld met de belofte tien Etterbekenaren een plaats te geven in Westminster Abbey als bedankje voor de ongetwijfeld heuglijke nacht die de jonggehuwden in de Maalbeekgemeente zouden meemaken. Naast vijf schepenen mochten er vijf burgers mee, en wie op de inschrijfknop klikte, kreeg vervolgens een grote vis te zien.

Belgische prei kan je bijna het hele jaar door eten, van juni tot april. Het zou dus jammer zijn om de heerlijk smaak van prei links te laten liggen ! Zeg nu zelf, waarom zou u groenten kopen die van de andere kant van de wereld komen of helemaal niets met het seizoen te maken hebben ? Het transport of de cultuur in verwarmde serres vergt onnodig veel energie. Kies daarom voor lokale en seizoensgebonden producten. Zo herontdekt u de smaak van de seizoenen en vermindert u de impact van onze voeding op het milieu. O ja, geef ook de voorkeur aan fruit en groenten die geteeld zijn zonder meststoffen en pesticiden.

Recepten en kalender vindt u op www.leefmilieubrussel.be of via 02 775.75.75.

EET LOKAAL EN VOLGENS SEIZOEN D A’ S G O E D V O O R U E N G O E D V O O R O N Z E P L A N E E T. Een initiatief van de Brusselse Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing

Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan één miljoen Brusselaars.


BDW 1274 PAGINA 8 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Religie > Hulpbisschop Jean Kockerols gewijd in de Heilig-Hartbasiliek

Verheugde schipper naast God goed weten te verwoorden, opdat ze beter begrepen kan worden. Dat kan pas als men met elkaar spreekt en elkaar ontmoet. Het blijft een uitdaging om de platforms te vinden waar mensen dat kunnen, zodat ze ook ervaren dat ze iets gemeenschappelijks hebben.” Doelt u dan ook op Vlamingen en Franstaligen? Kockerols: “In de kerk in Brussel bestaat sinds veertig jaar een autonomie van de pastorale werking. Ik eerbiedig dat en ben daar uiteraard ook voorstander van. Maar autonomie wil niet zeggen dat je elkaar niet meer hoeft te zien, en nog minder dat je niets meer met elkaar samen hoeft te beleven. Ik vind dat zij elkaar weer meer moeten vinden, om samen iets te doen in de stad.” Wat heeft het zeerecht u geleerd? Kockerols: ”Ik werkte bij de  Belgische Scheepvaartmaatschappij als jurist. Ik heb daar het recht leren interpreteren. Voor mij blijft  een komma een komma. Als ze  niet nodig is, dan plaats ik ze ook niet. Ik blijf jurist in mijn binnenste.” De Heilig-Hartbasiliek stroomde zondag vol voor de wijding van de Brusselse Jean Kockerols (vooraan op de grond), Leon Lemmens (midden) en Jean-Luc Hudsyn (achteraan).

BRUSSEL – Op de vierde zondag van de vasten of Laetare (‘verheug u’) werden drie hulpbischoppen gewijd: Jean Kockerols (Brussel), Leon Lemmens (Vlaams-Brabant/ Mechelen) en Jean-Luc Hudsyn (Waals-Brabant). Ander heuglijk nieuws van monseigneur Kockerols: “Ik leerde van Brussel houden door uw krant.”

N

schoppelijke blazoen staat (onder meer) de iris, symbool van het Gewest. Uw nieuwe wapenschild draagt in het Latijn de leuze ‘Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd des Heren’. Monseigneur Jean Kockerols: “Kardinaal Danneels sprak ooit de gevleugelde woorden: ‘Een christen die alleen blijft, is een christen in doodsgevaar.’ Dat sprak me erg aan. Het geloof moet samen beleefd en gevierd worden, al betekent dat niet meteen dat je elke zondag in de kerk moet staan. Samenzijn is in ons geloof van groot belang.” U bent er in de anonieme hoofdstad ook voor de talloze vreemdelingen. Hoe benadert u hen? Kockerols: “Mijn plannen zijn nog

niet in detail uitgestippeld. Maar de multiculturaliteit van Brussel is een enorme troef. De uitdaging bestaat erin het risico op anonimiteit niet anders of groter te zien dan in om © WWW.KERKNET.BE

a eerder in februari door de paus te zijn benoemd, werden de drie hulpbisschoppen voor het aartsbisdom Mechelen-Brussel gewijd in de HeiligHartbasiliek. Zij gaan aartsbisschop André-Joseph Léonard bijstaan in zijn aartsbisdom, 660 parochies groot. Voor het vicariaat Brussel is dat theo­loog Jean Kockerols (1958), die pas in 1993 pastoor werd. Vóór zijn wijding was hij jurist bij de Belgische Scheepvaartmaatschappij (‘de Maritime belge’). Na eerder in Etterbeek en Sint-Pieters in Ukkel te zijn voorgegaan, werd hij in 2007 pastoor in de parochies Sint-Marcus en Sint-Paulus in Ukkel. De Brechtse Kockerols, met Duitse voorvaderen, was ook actief in het Franstalige pastoraal in Ukkel. Sinds bijna vier jaar is hij  deken van Brussel-Zuid. In zijn bis-

© IVAN PUT

inwijkeling. We proberen hier allemaal te leven en een stad op te bouwen. Het is een uitdaging die compleet samenvalt met die van de kerk. Kerk zijn en kerk maken is mensen samenbrengen en samen iets beleven.” Merkt u iets van het ellendige gevoel en de frustraties bij allochtonen en andere,

“Ik vind dat Franstaligen en Vlamingen elkaar meer moeten vinden, om samen iets te doen in de stad”

het even welke andere grote stad. Bijna alle inwoners van deze stad komen van elders. Of het nu van tien kilometer is, honderd, duizend of tienduizend, wij zijn hier allemaal

minder geïntegreerde gemeenschappen, en zelfs bij een Vlaamse minderheid? Kockerols: “Ik herken dit in Brussel. Je moet elke frustratie eerst

Is het niet de bedoeling dat u een koers gaat uitzetten? Kockerols: “Dat wil ik doen in overleg met priesters, diakens, pastorale werksters en werkers. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. En ook in overleg met de verschillende christengemeenschappen van buitenlandse herkomst, die alsmaar groeien en iets te betekenen hebben in Brussel. De grote groepen Aziatische en Latijns-Amerikaanse gemeenschappen hebben iets te zeggen; ik wil ze dan ook ontmoeten, zodat ik een koers voor Brussel kan uitstippelen.” “Ik moet nog zeggen dat ik door Brussel Deze Week de stad heb leren kennen, en van Brussel ben gaan houden. Wat voor mij van belang is, is dat men een positieve kijk op de stad biedt. Sommige nieuwsbladen spelen in op het spectaculaire, het negatieve of het moeilijke in de maatschappij. BDW heeft een positieve blik op de stad, en dat vind ik belangrijk.” Jean-Marie Binst Jean Kockerols houdt zijn eerste homilie als hulpbisschop tijdens de chrismamis van zaterdag 19 april om 19 uur in de Sint-Michiels- en SintGoedelekathedraal


BDW 1274 PAGINA 9 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Financiën > Parlementslid Vincent De Wolf vreest voor zijn gesubsidieerde jobs

Preventie anders

Honderdtachtig banen zouden er verdwijnen in de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of dertien in de gemeente Etterbeek. Dat meent Vincent De Wolf, naast burgemeester ook Brussels parlementslid (MR) in de oppositie, te weten. De liberaal kondigt ietwat apocalyptisch aan dat het einde van de preventiecontracten in zicht is, waardoor zijn gemeente veel socioculturele activiteiten (met jongeren) zal moeten schrappen. Dat behoeft nuance. Wanneer het Brussels Observatorium voor Veiligheid en Preventie op volle toeren zal draaien, is het de bedoeling dat die dienst de Brusselse regering zal bijstaan bij het toekennen van

© BELGA / BENOÎT DOPPAGNE

BRUSSEL – Volgens Vincent De Wolf, MR-parlementslid en burgemeester van Etterbeek, staan er in heel het gewest honderdtachtig banen op de tocht als er aan de preventiecontracten gemorreld wordt. Minister-president Charles Picqué (PS) ontkent dat.

zorgvuldiger tegen het licht moeten houden, en ook vooraf een duidelijke analyse moeten maken van waar de centen juist voor moeten dienen, vooraleer ze een contract aangaan met het Gewest. Die rationaliseringsmaatregel lijkt geïnspireerd op de procedures die federaal minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom (Open VLD) nu toepast om federale subsidies toe te kennen aan gemeenten die aanspraak willen maken op cash voor veiligheids- en preventiewerk.

Buurtplan

Minister Turtelboom in gesprek met een stadswacht in Anderlecht. Stadswachten krijgen gewestelijke en federale subsidies.

subsidies voor preventieprojecten. Het is daarbij volgens minister-president Picqué de bedoeling om een

nieuwe procedure te volgen. Zo zouden gemeenten die subsidies willen ontvangen, vooraf hun projecten

In een antwoord van Picqué op een interpellatie van parlementslid Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) van oktober jongstleden klinkt het zo: “De verdeling van de middelen door de minister van Binnenlandse Zaken gebeurt niet op basis van vaststaande criteria. Het Brussels Gewest baseert zich daarentegen op vroegere projecten en op federale parameters, zoals inwonersaantal, criminaliteitscijfers en gemiddeld

inkomen. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van een schatting die de gemeenten in hun subsidieaanvraag maken.” Picqué gaf toen ook mee dat de opmaak van het Brusselse Preventie- en Buurtplan in samenspraak met de minister van Binnenlandse Zaken gebeurt. De Wolfs oproep heeft te maken met het feit dat er dit jaar een nieuw, vierjaarlijks buurtplan in werking treedt. Die rationalisering wordt nu doorgezet, in die zin dat gemeenten een duidelijk initiatief moeten tonen willen ze subsidies van het Gewest binnenrijven. “Gemeenten die goede projecten indienen, worden beloond,” zei Picqué in oktober. Overigens geeft de sociaaldemocraat nu nog mee dat dit niet betekent dat projecten zomaar worden stopgezet, zoals De Wolf meent, maar dat ze – als ze goed zijn – gerust aanspraak kunnen maken op ‘andere programma’s’. Christophe Degreef

ADVERTENTIE

Voor bruisende persoonlijkheden! Scholengroep Brussel start vanaf 1 september 2011 met een nieuwe school Algemeen Secundair Onderwijs Een pedagogisch project op hoog niveau dat gericht is op kennisoverdracht en tegelijk de creatieve persoonlijkheid van de leerling stimuleert. Verdere inlichtingen: Atheneum Brussel | Moutstraat 24 | 1000 Brussel Tel. 02 511 07 42 | info@atheneumbrussel.be | www.atheneumbrussel.be

Een nieuwe school in de Dansaertwijk ATHENEUM BRUSSEL


BDW REGIO

BDW 1274 PAGINA 10 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Deze week bij Thurn & Taxis > Spoorwegtalud wordt Hofje van Eden

Samen tuinieren in de stad

Abdel weet ongeveer alles over elke boom en elke struik in de tuin.

© SASKIA VANDERSTICHELE

LAKEN – Vier jaar geleden werd een verlaten en vies lapje grond onder de Jubelfeestbrug omgetoverd tot een tuin voor de buurt. De stadstuiniers hebben er intussen een kleine Hof van Eden van gemaakt. Maar ze moeten ook strijd leveren: tegen slakken en Japanse duizendknoop, en tegen sluikstorters.

V

an op de brug is de Thurn & Taxis-tuin nauwelijks te zien. Heel wat Lakenaren en Molenbekenaren zijn dan ook niet op de hoogte van het bestaan van dit verborgen paradijsje. Je bereikt de tuin door een deurtje naast de brug, onder het muurfresco van het stripfiguurtje Titeuf. Als je de trap af loopt, bots je eerst op twee grote compostbakken. Daarachter begint de tuin, een lange, smalle strook boven de spoorwegberm. Jarenlang reed beneden de trein en waren er op de hellingen volkstuintjes. Maar op een gegeven moment werden de sporen opgebroken en de volkstuiniers weggestuurd en werd de grond verkocht aan de joint venture Thurn & Taxis. Die was vier jaar geleden bereid om een stukje van het braakland tijdelijk af te staan aan Le Début des Haricots.

Deze organisatie legt, naar New Yorks voorbeeld, collectieve tuinen aan op verlaten en ongebruikte lappen grond. Zo ontstaan er midden in de stad groene plekjes waar de buurtbewoners samen aan kunnen werken. Zeker in Brussel is hier behoefte aan. Een recente studie van de verbruikersorganisatie Oivo toont aan dat maar vier procent van de Brusselaars zijn eigen fruit en groenten kweekt, tegen twintig procent in de Vlaamse en dertig procent in de Waalse steden. Toen Le Début des Haricots aan de tuin onder de Jubelfeestburg begon, was het perceel bedolven  onder groot en klein huisvuil. Dat wordt sinds jaar en dag vanaf de brug naar beneden gekieperd. De organisatie haalde het afval weg, recupereerde de oude kersen- en notenbomen die de volkstuinders

hadden achtergelaten, plantte jonge struiken en bomen, legde een vijvertje aan, bouwde een amfitheatertje en een droog toilet, plaatste bijenkorven en installeerde een tank om het regenwater op te vangen.

Toen de basis gelegd was, droeg Le Début des Haricots de tuin over aan vrijwilligers uit de buurt, die samen de feitelijke vereniging Collectieve Tuin Thurn & Taxis vormen. De vaste kern bestaat uit zeven, acht mannen en vrouwen van heel diverse origine. Meestal hebben ze zelf geen tuin. Een van hen is Aline Rigaux, die vooral vanwege de groepssfeer meewerkt en die, ook nu ze verhuisd is naar Ganshoren, regelmatig on-

“Ik doe het uit liefde. Het doet me denken aan mijn jeugd in Marokko: daar waren ook bijenkorven”

Waterleiding en elektriciteit zijn er immers niet op het talud. De ini­ tiatiefnemers kregen van de Koning Boudewijnstichting een kleine tienduizend euro voor de aanleg.

der de Jubelfeestbrug in de aarde zit te wroeten. Eens per maand komt de groep bijeen voor een zondagse brunch, in de tuin of bij iemand thuis. “Dan be-

slissen we samen wat we gaan zaaien en planten en worden de taken verdeeld. Niemand heeft hier een eigen perk of groentebed. De oogst wordt onder iedereen verdeeld,” zegt Abdel. Hij is de grote trekker van de groep, een sympathieke elektricien die, sinds hij arbeidsongeschikt is, elke dag in de tuin te vinden is. Voor hem is werken in de hof geen corvee. “Ik doe het uit liefde. Het doet me denken aan mijn jeugd in Marokko: daar waren ook bijenkorven.” Abdel weet ongeveer alles over elke boom en elke struik in de tuin. En dat zijn er veel, zo blijkt tijdens de rondleiding. Vooral bessenstruiken en fruitbomen, van kweeperen en pruimen over appels en peren tot perziken en vijgen. Tegen de muur groeien kiwi’s en wijnranken. Dichter bij de grond moeten binnenkort frambozen, aardbeien, rabarber en broccoli verschijnen. De boontjes, erwtjes en uien zijn al gezaaid, de overige groenteperken zijn zaaiklaar gemaakt. De olijfboom en andere mediterrane planten staan nog in de serre. Helemaal achteraan is er een nieuwe kippenren. Vier kippen en een haan doen binnenkort hun intrede op het hof. Alles floreert hier. De tuin ligt dan ook op het zuidoosten, beschut achter een hoge muur. Abdel was zelfs begonnen aan een heuse wijngaard op de flank, met terrassen, maar dat bleek een te zware klus. Soms, als het te nat is, zit de tuin vol slakken, die de planten opeten. En er is ook de ontembare Japanse duizendknoop, die alles dreigt te overwoekeren. Maar de tuiniers weigeren chemische verdelgers te gebruiken. Een ander probleem blijft het sluikstorten. Vorig jaar nog werd met vrijwilligers en de hulp van de Stad Brussel veertig ton vuilnis onder de brug geraapt. Nu is de tuin schoon, maar het mooie vergezicht op Thurn & Taxis en de Noordwijk wordt enigszins ontsierd door de vieze matrassen, afgedankte fauteuils en jerrycans die op het tussenliggende braakland zijn achtergelaten. Toch laten de tuiniers, de occasio­ nele helpers en de andere gebruikers van de tuin zich niet afschrikken. Als het mooi weer is, zit er steevast een kringetje oudere mannen samen in het zonnetje. “Gelijk hebben ze,” zegt Abdel. “Een tuin is niet alleen om in te werken, maar ook om van te genieten.” Bettina Hubo Open dagen op 9 en 10 april


BDW 1274 PAGINA 11 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

© SASKIA VANDERSTICHELE

KOEKELBERG – André Krikilion, die lang als architect gewerkt heeft bij de Koekelbergse Haard, is Koekelbergenaar van het Jaar. Van de jury onder leiding van Robert Delathouwer krijgt hij de prijs omdat hij altijd naar oplossingen gezocht heeft om de sociale woningen comfortabeler te maken. De vestiging van het Leger des Heils in de Sint-Annakerkstraat wordt Koekelbergenaar voor het Leven.  De organisatie doet vooral aan schuldbemiddeling en aan begeleiding van  HUB thuis­lozen.

TELEXREGIO

Architect en Leger des Heils bekroond

Op zoek naar vergeten verzetslui JETTE – Op voorstel van gemeenteraadslid Herman Mennekens (Open VLD) richt de gemeente een commissie op die op zoek gaat naar vergeten Jetse verzetsstrijders uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Hun namen zullen verwerkt worden in een sculptuur, plaat of fresco. De commissie bestaat uit Mennekens zelf, een lid HUB van de oppositie en enkele experts.

De technische ruimte van een kerk is een noodzakelijk kwaad, maar mooi is anders.

Ukkel > Containerklassen vanaf september 2012

Sint-Lambrechts-Woluwe > Trompe-l’oeil aan kerk

Schooltje aan Wolvendael

De Sint-Lambertuskerk wordt gerestaureerd, en met de belendende elektriciteitscabine wordt creatief omgesprongen. De Lambertuskerk werd net voor de Tweede Wereldoorlog gebouwd ter vervanging van de oude kerk met romaanse toren uit de twaalfde eeuw. Delen van het oorspronkelijke bouwwerk, het kerkhof en de oude ommuring zijn historisch waardevol. Het geheel is dan ook beschermd. En daar valt nu eenmaal ook het ‘technisch lokaal’ onder. Het gaat om een cabine die niet alleen aan de kerk, maar ook aan een deel van de buurt elektriciteit levert. Heel wat inwoners weten nog dat de stroomvoorziening het vaak liet afweten tijdens een begrafenis. Monumenten & Landschap­pen beschouwt de hoogspanningscabine dan

ook als een noodzakelijk kwaad. Daarom wordt ze ‘meegenomen’ in de restauratie. De metalen deur, vroeger in het typische grijs, zal er binnenkort helemaal uitzien als een eikenhouten poort, in harmonie met de kerkdeuren. De natuurstenen, die de deurlijst vormen, worden ook nagebootst. Ondertussen is een onverwacht probleem opgedoken: wat met de knalgele sticker die ostentatief op de deur prijkt? Dat eisen elektriciteitsleveranciers en controlemechanismen nu eenmaal. Er wordt nu hard nagedacht hoe men de klever kan integreren in de trompe-l’oeil. In de barok werden complete kerkkoepels in trompe-l’oeil geschilderd; die moesten dan het hemelgewelf voorstellen. Maar toen waren er nog geen zwart-gele stickers... Lieven Bulckaert

Schaarbeek > Hete hangijzers in mobiliteit

In september 2012 komt er een Nederlandstalig gemeenteschooltje aan het Wolvendaelpark. Er zijn acht Brusselse gemeenten die geen Nederlandstalig onderwijs aanbieden. Aangezien die meestal wél Franstalig onderwijs organiseren, doen ze in feite het tweetalige statuut van de lokale besturen in Brussel geweld aan. VGC-collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes (Open VLD) zegt dat er een lichte verbetering merkbaar is in het communau-

taire klimaat bij de gemeentebesturen. Na Schaarbeek (zie eerdere berichtgeving) gaat nu ook Ukkel Nederlandstalig onderwijs aanbieden. De gemeente stelt een terrein in de Stroobantlaan ter beschikking. Daar komt in september 2012 een schooltje voor honderd­ tachtig kinderen. In een eerste fase zullen er containers worden neergezet, “voorzien van alle comfort,” benadrukt Vanraes. SVG Meer nieuwe scholen op www.brusselnieuws.be/scholenplan

ADVERTENTIE

Brussels sportfeest

Hoogspanningscabine in eik en natuursteen

Veel auto’s, weinig trams

Binnenkort moet er langer betaald worden om te parkeren in de wijk tussen Leuvensesteenweg en Josaphatpark (Dailly/Madeliefjes). Op de grote assen (Dailly-, Chazal-, Rogierlaan) zal bovendien een blauwe schijf niet volstaan: daar komen parkeermeters. Dit gebeurt op vraag van de buurt, voor wie het ’s avonds steeds almaar wordt om een parkeerplaats te vinden. De gemeente hoopt zo de parkeerdruk in de wijk wat weg te nemen. Het gaat om een test; na zes maanden wordt er geëvalueerd. De gemeenteraad heeft ook beslist om een parkeerticket in te voeren in de winkelstraten (rode zone), met twintig minuten gratis parkeren. In de straten met meters, maar vrijstelling voor

buurtbewoners (groene zone), zal dat ‘snelticket’ tien cent voor een kwartier kosten.

‘Tram 4 langs station’ Een betere bediening van Schaarbeek met het openbaar vervoer was in 2006 een van de beloften van de MR-Ecolo-meerderheid. Volgens raadslid Denis Grimberghs (CDH, oppositie) komt daar niet veel van terecht. De MIVB heeft zelfs enkele lijnen geschrapt (trams 24 en 56), waardoor de buurt rond het station nu wel erg karig bediend is. Er komt in september een nieuwe lijn bij (62, Weldoeners-Bordet), maar volgens Grimberghs heeft zo’n korte lijn uit mobiliteitsoogpunt weinig zin. “Iedereen weet dat die vooral bedoeld is om de trams naar het depot van Haren te brengen.” Volgens schepen Christine Smeysters (Ecolo) luistert de MIVB niet naar de vragen van de gemeente. “Wij dringen erop aan om tram 4 langs het station te leiden, maar volgens de MIVB is dat te moeilijk.” Steven Van Garsse

SPORT EN BRUSSEL

v.u.: Eric VERREPT, leidend ambtenaar, Sainctelettesquare 17, 1000 Brussel

Over enkele maanden zal in een deel van de gemeente betaald moeten worden van negen uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds; nu is dat nog tot 18 uur. In de gemeenteraad kwam ook de karige bedeling van de stationsbuurt door het openbaar vervoer ter sprake.


BDW REGIO

BDW 1274 PAGINA 12 - DONDERDAG 7 APRIL, 2011

Vorst > Parkbezoekers verdeeld over toegankelijkheid Abt Froidure

‘Elke dag op ander uur dicht’

Het parkje dankt zijn naam sinds 1995 aan de verbrusselde Ieperse priester Edouard Froidure (1899-1971), ‘apostel van de verwaarloosde jeugd’ en stichter van de Stations de Plein Air (1935) en Les Petits Riens/Spullenhulp (1955). Froidure was oorlogsvrijwilliger in 1918 en verzetsstrijder in 1940. Hij werd door de Gestapo opgepakt en opgesloten in Esterwegen, Bayreuth en Dachau van 1942 tot zijn bevrijding door de Amerikanen in 1945. Het Brussels Gewest, dat eigenaar was van het pand aan de Brugmannlaan 52-54, liet begin jaren 1990 de tuin tot openbaar park hertekenen door landschapsarchitect Jef De Gryse. Verschillende referenties aan water lopen door het symmetrische patroon, wat talloze verscholen hoekjes oplevert. Verstoppertje spelen is hier erg in trek. Toen het Gewest het pand verkocht, gingen ook de Commissie voor Monumenten en Landschappen en de Bibliothèque René Pechère die er gevestigd was, er weg. De salons heb-

© MARC GYSENS

Het verscholen Abt Froidureparkje, ingesloten door de huizen van de Brugmannlaan (Vorst) en de Franz Merjaystraat (Elsene), verbonden door de Hoge-Bruggelaan en de Darwinstraat, trekt een ruim publiek. En dat klaagt over de ‘glijdende sluitingsuren’ en over parkeerhinder.

Een tijdje geleden ging het Abt Froidureparkje ineens om 16 uur op slot...

ben verschillende nieuwe bestemmingen gekregen: culinaire seminaries en  cursussen, eetsoirees en verhuur van  vergaderzalen. The Food and Wine Academy zetelt er, de Havana Club heeft een fumoir, de Club du Cacao (van mevrouw Marcolini) socializet er regelmatig.

Gewest (park) en privé-eigenaar hebben hun respectieve nieuwe eigendommen van elkaar afgesloten met een reuzenhek: terrasrecepties van de culinaire tempel liepen al eens uit in het Froidurepark. Het park is niet beschermd en is voor Leefmilieu Brussel (BIM) en Monumenten en Landschappen

ADVERTENTIE

Brusselse berichten vanaf de middag. Brussel Midi. Het middagnieuws van tvbrussel. Elke weekdag vanaf 12u30.

“historisch en biologisch niet waardevol genoeg om stappen in die richting te ondernemen,” kregen we te horen. Het park staat wel op de inventarislijst van 1995. De exploitanten van Brugmannlaan 52 zijn zich van geen kwaad bewust over de moeilijke toegang voor het BIM om het park te onderhouden, maar geroep en gefluit om één over tien ’s avonds – om de gasten tot stilte te manen – is wel schering en inslag. Burengeschil, dus. Toch hebben de parkbezoekers vooral andere zorgen, met name over de dienst­ uren van de parkwachter. In de winter zou het park van 8 tot 17 uur toegankelijk moeten zijn, vanaf mei tot 18 uur. Een tiental parkgebruikers heeft het over sluitingstijden, soms om halfzes, soms vijf, soms halfvijf, en vorige week zelfs eens om vier uur ’s middags. Een Hollandse dame, die pertinent Frans blijft praten en de dagelijks andermans hond uitlaat in het park, meent het te weten: “Het Tenboschpark wordt klokslag halfzes gesloten. Vooraf komt de sleutelman altijd snel het Froidureparkje slui­ten om toch maar voor halfzes bij Tenbosch te zijn.” Jean-Marie Binst


BDW 1274 PAGINA 13 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN BRUSSEL aflevering 1 OUDERGEM

© AN DEVROE

Bankgeheimen Rechts: de wandgrote kluizenkast herinnert aan de bank die hier vroeger zat. Annelies Van Ende, beroepshalve kindertandarts, maakte muurschilderingen. “We doen wat we kunnen met een pot verf.”

OUDERGEM – Welke troeven hebben de Nederlandstalige bibliotheken van de negentien Brusselse gemeenten? Ons rondje begint deze week in Oudergem. Want lang duurt het niet meer voor ook daar de fichebak verdwijnt. Wie de bibliotheek van Oudergem binnenstapt, wordt begroet door een loketbediende. Het voormalige bankfiliaal is niet groot, maar heeft het voordeel dat het bibliotheekpersoneel gewoon kan meelopen om,

zoals dat in het jargon heet, help the user help himself. “Hier zijn we ‘Michaël’ en ‘Katrien’,” zegt bibliothecaresse Katrien Verbeek over bibmedewerker Michaël Guns en zichzelf, “en de vrijwilligers zijn ‘Magda’ en zo verder. Zo vertrouwd gaat het hier toe dat kinderen soms een uurtje een boek komen lezen en dan weer vertrekken.” Toen de bank verhuisde, kon een wandgrote kluizenkast de deur niet meer uit: “Er hoort een bak vol sleutels bij. We zouden er samen met de

kinderen een of andere schattentocht mee willen spelen.” Een quiz voor jongeren moet de afhakende adolescenten lokken, zodat ze eens met eigen ogen kunnen zien dat de bib van hun kindertijd geëvolueerd is. Dat je er nu de nieuwste dvd’s, strips voor volwassenen en heel actueel leesvoer vindt. “We zouden willen dat ze de bib niet alleen associëren met verplicht lezen voor school, maar ook met leuke dingen ontdekken.” Guns vindt dat ze wel fier mogen

zijn op boeken als Kroniek van het Roklooster, maar dat ze toch liever de laatste thrillers of makkelijke leesboeken voor anderstaligen etaleren. De bibliotheek heeft ook een Facebook-profiel, maar de digitale bibliotheek, dat is volgens Guns nog niet voor morgen. “Een boek is heel duidelijk en tastbaar, ik denk niet dat het zal inboeten aan populariteit.” Al moet het uitleensysteem voor hem niet zo nodig die tastbare fichebak van weleer zijn. “We zitten in een overgangsfase, binnenkort

De Lakense tijd van Van Gogh & co © DJUMBO

Het artiestenparcours begint in het gemeenschapscentrum Nekkersdal. Daarvandaan is het maar een paar tientallen meters wandelen tot aan het Poesjkinplein, zo genoemd omdat er in 1999 een fors standbeeld van Aleksandr Poesjkin, de grootste Russische dichter, werd neergepoot. Rosanne Germonprez, die vorige lente met het Lakense Willemsfonds een huldebetoon aan de dichter organiseerde en nu het initiatief nam voor het artiestenparcours, hoopt nog altijd dat het nabijgelegen metrostation Pannenhuis weldra omgedoopt wordt tot halte Poesjkin. Vandaar gaat de tocht naar de kanaalzone, waar verschillende kunstenaars sporen achterlieten. Zo staat aan de Lakense brug het indrukwekkende ‘Monument van de arbeid’ van de negentiende-eeuwse beeldhouwer Constantin Meunier.

In november 1878 schetste Van Gogh Café au Charbonnage aan het kanaal (l.). ‘De denker’ van Rodin op de grafzerk van Jef Dillens (r.). Het beeld stond aanvankelijk op de Jules de Troozsquare, maar moest in 1949 verhuizen naar de andere kant van de brug. In deze buurt verbleef vanaf 1878 ook Vincent van Gogh, een groot bewonderaar overigens van het sociaal geëngageerde werk van Meunier. Als 25-jarige volgde hij les aan de Vlaamse Opleidingsschool in de Groendreef. Eigenlijk was hij er maar gast-leerling, want de bedoeling van deze protestantse school was om Vlaamse jongelingen op te

leiden tot evangelist. De opleiding was geen succes, maar Van Gogh maakte toen wel zijn eerste bekende schets, van het kleine Café au Charbonnage. Aan zijn broer Theo schreef hij dat het geen bijzonder cafeetje was, maar dat hij onder de indruk was van de kolenarbeiders die er hun boterhammen opaten. Van Van Gogh gaat het naar Multatuli, wiens vrouw Tine een tijd op de Antwerpsesteenweg woonde. Daarna voert de wandeling langs het kerkhof van Laken, waar het eerste

afgietsel staat van ‘De denker’ van Auguste Rodin. Wat verderop in de Sint-Annadreef nummer 24 woonde vanaf 1912 de schrijver Karel Van de Woestijne, die vanuit Brussel als correspondent voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) berichtte. In diezelfde periode betrok ook Willem Elsschot met zijn vrouw en vier kinderen een appartement op de tweede verdieping van het nummer 237 van de Bockstaellaan. Beneden was café Le Cygne, en cafébazin Jeanne-Marie zou later model staan voor Dikke Jeanne in Lijmen/Het been. Het parcours eindigt met de herinnering aan een muzikant, en niet de minste: Jacques Brel trouwde 61 jaar geleden eerst in het Lakense gemeentehuis en een week later in de Goddelijk Kind Jezuskerk met Miche, een meisje uit de Stiénonlaan.

Waversesteenweg 1688, 1160 Oudergem, 02-672.38.42, www.oudergem.bibliotheek.be

Rondleiding in HET Kattebroek

Laken > Willemsfonds organiseert artiestenwandeling

Van Gogh, Meunier, Van de Woestijne, Brel, Multatuli en Elsschot: deze kunstenaars hebben gemeen dat Laken ooit een rol speelde in hun leven of oeuvre. Wie meer wil weten, kan zondag samen met het Willemsfonds op pad.

treden we toe tot het gewestelijk Brussels Netwerk Openbare biblio­ theken (BruNo) met een geautomatiseerde uitleen. Na onze erkenning door de Vlaamse overheid, als een van de laatste in Brussel, kijken we hier het hardst naar uit.” Hoewel vrij klein is de bib toch niet claustrofobisch dankzij de doorkijkjes en de zithoek bij het raam. Huisschilderes Annelies Van Ende verlevendigt de muren met citaten en boekenmonsters. “Een vriendin van mij, die kindertandarts is,” zegt Verbeek. “We hebben geen grote budgetten, we doen wat we kunnen met een pot verf.” Wat ruimer behuisd zijn, daar kijken ze toch naar uit, eventueel weer zoals vroeger onder één dak met het gemeenschapscentrum Den Dam. Hoewel ze zich apart dan weer wat beter kunnen profileren in de gemeente, waar ze trouwens Bibliotheek Hertoginnedal heten om niet verward te worden met de Franstalige bibliotheek van Oudergem. Misschien ligt het aan de dikke muren, maar de stilte is hier nog een troef. Net als de soepele omgang met de uitleentermijn: “Of hebt u liever langer dan drie weken?” An Devroe

Bettina Hubo

Artiestenparcours met gids Hugo Neyrinck, zondag 10 april, om 14 uur vertrek in Nekkersdal, waar het Willemsfonds na afloop pannenkoeken serveert

SINT-AGATHA-BERCHEM – Het Kattebroek, een pareltje natuurschoon in de stad, staat zaterdag centraal in een geleide wandeling tijdens het Brussel Welkom Weekend. Micheline Van de Maele van het wijkcomité SOS Kattebroeck leidt u rond. De 4,5 hectaren op de rechteroever van de Maalbeek op Berchems grondgebied, en verder tot in Dilbeek, werden als landschap definitief beschermd in 2009. Midden jaren 1980 wou de gemeente het terrein nog verkavelen, maar SOS Kattebroeck bond de strijd aan om het drassige gebied te beschermen. Vooral de rietvelden zijn bijzonder binnen Brussel. Ondanks de paden kan het terrein drassig zijn; daarom draagt u het best laarzen. Vertrek om 9 uur in de Kattestraat (tegenover nummer 94). De straat heet verkeerdelijk rue des Chats in het Frans, maar verwijst naar het Middelnederlandse katte, ‘ringwal’, JMB ‘verhoogde berm’. Inschrijven op 02-468.20.52


BDW 1274 PAGINA 14 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Milieu > Annemie Maes (Groen!): ‘Kernenergie? Nee bedankt!’

‘Onbetrouwbaar, duur en onveilig’

Brussel ligt op amper vijftig kilometer van de kerncentrale van Doel.

© ERIC HERCHAFT / REPORTERS

zelfs zo ver om kernenergie voor te stellen als dé ecologische oplossing voor al onze klimaatproblemen en voor onze energieverslaving. Want als er iets duidelijk is, dan is het wel dit: de Belgen zijn enorme ener­ gieslokoppen. En dat brengt ons te­ rug bij onze Brusselse context: ook hier zitten we nog altijd met een te hoog energieverbruik en moeten we met z’n allen een serieuze tand bij­ steken. Ons Gewest heeft helaas weinig po­ tentieel om zelfbedruipend te wor­ den op het vlak van energieproductie – een geplande vergistingsinstalla­ tie, een houtverbrandingsinstallatie en enkele duizenden zonnepanelen niet te na gesproken. Ook projecten met kleine stadswindmolens, zoals ontwikkeld door de Erasmushoge­ school, moeten een eerlijke kans krijgen. Maar waar we als stedelijk gebied wel iets aan kunnen doen, is ons energieverbruik verminderen, zonder aan comfort in te boeten. De Brusselse regering trekt dan ook terecht volop de kaart van energieefficiëntie en energiebesparing: pas­ siefbouw als norm voor nieuwbouw, dakisolatie en dubbel glas in be­ staande woningen, een energiebe­ leid waarbij ook de minder kapitaal­ krachtige Brusselaars gestimuleerd worden tot energie-efficiëntie, voor­ rang voor voetgangers en fietsers en vergroening van ons openbaar vervoer. Bij de introductie van elek­ trische voertuigen in ons gewest moet échte groene energie een van de voorwaarden zijn.

BRUSSEL – “Vergeet de mantra van bepaalde opiniemakers en politici dat kernenergie ‘goedkoop, proper en veilig’ zou zijn,” zegt Annemie Maes (Groen!). “De problemen die Japan nu heeft met de kerncentrale in Fukushima, tonen aan dat kernenergie een onbetrouwbare, dure en allesbehalve veilige energiebron is.”

BDWOPINIE De kans op tsunami’s of grote aard­ bevingen mogen in ons land dan wel zo goed als onbestaand zijn, ook hier kunnen we problemen nooit volledig uitsluiten. Denk bijvoor­ beeld aan een neerstortend vlieg­ tuig, een brand die overslaat op de nucleaire installaties, of problemen met de koelsystemen, blijkbaar de achilleshiel van kerncentrales. Hoe onwaarschijnlijk een ramp ook lijkt, het is wel degelijk mogelijk, en de gevolgen zijn gigantisch. Toch worden de gevolgen van een nucleaire ramp op Belgisch niveau al jaren systematisch geminima­ liseerd. Brussel ligt weliswaar op

een officieel ‘veilige’ afstand van de Belgische kerncentrales, maar laten we alstublieft ernstig blijven: de Belgische normen over een evacua­ tiezone bij een eventueel incident bedragen amper tien kilometer, wat belachelijk weinig is als je ziet dat dertig kilometer wordt aanbevolen door een onderzoekscommissie over nucleaire veiligheid. Brussel ligt op amper vijftig kilometer van Doel en op zeventig kilometer van Tihange. Ter vergelijking: Tokyo – waar men nu mensen massaal aanspoort om veiliger oorden op te zoeken door de gezondheidsrisico’s – ligt op 240 ki­ lometer van Fukushima.

Vergroening Waarover we ons ook zorgen moe­ ten maken, is over de uiterst risico­

© ARCHIEF BDW

Transparantie

“We kunnen ons energieverbruik verminderen zonder aan comfort in te boeten”

Annemie Maes.

volle opwerking van nucleaire stof­ fen, het transport en het jarenlange opstapelen van kernafval waarvoor nog altijd geen enkele oplossing is gevonden. De voorstanders van kernenergie blijven als struisvogels hun kop in het zand steken. De laatste jaren was het bon ton

om de beslissing van paars-groen uit 2003 voor een geleidelijke kern­ uitstap in twijfel te trekken: is het nog wel nodig om in 2015 een aan­ tal kerncentrales te sluiten? Het licht zou massaal uitgaan zonder kernenergie, en onze economie zou ineenstuiken! Sommigen gingen

Het voornemen van een aantal par­ tijen om de oudste kernreactoren (bouwjaar 1975!) tien jaar langer open te houden, blijft een onzeker en risicovol experiment. Deze kernreactoren zijn ontworpen met de bedoeling dertig jaar mee te gaan: we zitten nu dus al over de limiet. Bovendien zijn er nergens anders ter wereld kerncentrales van vijftig jaar oud die nog werken. Groen! vraagt een duidelijke bevesti­ ging van het engagement om de drie verouderde kerncentrales in 2015 te sluiten, en in afwachting van de sluiting moet er volledige transpa­ rantie zijn: de publieke opinie en het parlement moeten volledig ingelicht zijn over de risico’s die wij als burger (ook hier in Brussel) lopen. Daarnaast is het de evidentie zelf dat we in een hogere versnelling gaan met investeren in hernieuw­ bare energie, nog meer energie-ef­ ficiëntie en minder energieverbruik. Dan hoeven we ons geen zorgen te maken: het licht zal in 2015 echt niet uitgaan. Annemie Maes, Brussels parlementslid Groen!


BDW 1274 PAGINA 15 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

De torens: rechtgezet In het artikel naar aanleiding van een gesprek met mij over de Noordwijk (‘De Titanic zinkt nog altijd’, in BDW 1273, p. 4) staat dat in het Manhattanplan acht kan­ toortorens gepland waren. Dat klopt niet. Het ging om tachtig (!) torens, waarvan acht voor het WTC, op het kruispunt van de twee autowegen. Op dit ogenblik staan er een twintigtal kantoortorens (binnen de omtrek van het vroegere BPA) en nog eens een vijftiental in de on­ middellijke omgeving. Dit alles staat op onze website. Ik begrijp niet hoe deze fout is kunnen gebeuren. Albert Martens, prof. em. sociologie K.U.Leuven

Vervuild Naar aanleiding van het artikel ‘Duizenden dupe van vuile grond’ (BDW 1273, p. 1) willen we het volgende rechtzetten. 1. Volgens het artikel verplicht de ordonnantie van 5 maart 2009 een bodemonderzoek voor de verkoop van ‘vermoedelijk vervuilde grond’. Die verplichting is er al sinds de ordonnantie van 13 mei 2004, dus al zes jaar. Sindsdien hebben alle vastgoedtransacties (verkopen) het voorwerp uitgemaakt van dit onderzoek. In het geval van een verkoop van de Gomb uit 2005, waarvan sprake in het artikel, heeft de Gomb normaal gezien de grond moeten laten onderzoeken. Zo niet kan de verkoop te­ niet worden gedaan. Wij willen er overigens op wijzen dat de verplichting in Vlaanderen al sinds 1995 bestaat. 2. In het artikel staat dat de betrokkene, mevrouw V., vandaag de verplichtingen ontdekt inzake het bodem­ onderzoek, naar aanleiding van een verkoop. De ordon­ nantie van 13 mei 2004 heeft heel wat vergelijkbare situaties doen ontstaan bij gebrek aan een informatie­ procedure. Mensen ontdekken op het moment van het verlijden van de akte – dus heel laat in de verkoopspro­ cedure – dat er sprake is van vervuilde grond. Dit heeft serieuze gevolgen voor de betrokken partijen op het vlak van timing en van prijs. Precies om dit probleem te verhelpen, voorziet de ordon­ nantie van 5 maart 2009 erin om vooraf een informatie­ procedure in te stellen. Leefmilieu Brussel is dus bezig met alle mensen die hiertoe in de toekomst verplicht zullen zijn, te informeren over de toestand van hun ter­ rein als er een vermoeden van vervuiling is. Dat is een omvangrijke operatie die drie jaar zal duren en die be­ gin januari van start is gegaan. De eigenaars hebben de mogelijkheid om dit vermoeden te betwisten. Ze worden ook geïnformeerd over de gevolgen als het vermoeden overeind blijft, zoals de verplichting van een bodem­ onderzoek bij een verkoop. Het doel is juist mensen de kans te geven beter te anticiperen op hun verplichtingen en te vermijden dat ze voor verrassingen komen te staan. 3. Het artikel vermeldt de gevolgen als er een vervuilde grond ontdekt wordt, en de verplichtingen tot saneren op kosten van de eigenaars. Wanneer de verantwoorde­ lijke van de vervuiling onbekend is (bij historische pol­ lutie, bijvoorbeeld), dan bestaat de enige verplichting voor de eigenaars erin na te gaan of de vervuiling een gevaar vormt voor de gezondheid. Als dat zo is, dan zal de eigenaar alleen gevraagd worden om dat gevaar uit de weg te ruimen. De eigenaar hoeft dus niet over te gaan tot de sanering van zijn gronden! Als blijkt dat de verant­ woordelijke van de vervuiling identificeerbaar is, dan zal Leefmilieu Brussel zich tegen de vervuiler richten. In dat geval zal een sanering van het terrein worden gevraagd, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. 4. Tot slot: Leefmilieu Brussel kent ook premies toe (tot

BDWOPINIE

zestig procent, voor een maximum van 2.200 euro) voor wie een bodemonderzoek wil. Evelyne Huytebroeck, Brussels minister van Leefmilieu (Ecolo)

Boeken toe De Slegte van Brussel gaat dicht. Ik ben wrevelig, teleur­ gesteld, ontgoocheld, nijdig – pisnijdig. Is Brussel soms het (zeer verre) familielid met wie men de banden het eerst verbreekt? Of dacht u dat de Nederlandstaligen in de hoofdstad zo verwend zijn in het aanbod aan boeken­ winkels? Weet dan dat het aanbod zeer beperkt is, zeker in verhouding tot de Franstalige boekenwinkels. Daar kunnen we jaloers op zijn. Ja, je kunt een boek online bestellen, maar ik word daar zo triest van. Ik wil de sfeer van een winkel, een boekenwinkel... Ik betuig mijn oprechte solidariteit met het personeel van De Slegte in de Lievevrouwbroersstraat en hoop dat ze terechtkunnen in een andere boekenwinkel.

Mieke Vanhouche, Brussel

Scheldestraat Ik woon in de Jean Dubrucqlaan, vlak bij de Schel­ destraat. Sinds een maand is het hier oorlog. Jongeren klommen vanuit een speeltuintje in onze tuin, stookten er vuurtje en lieten er gestolen handtassen achter. Uit­ eindelijk is dat (voorlopig?) gestopt door met mensen uit de buurt erop af te gaan en te praten. Mijn ervaring met de politie was negatief. Het speel­ tuintje was Molenbeek, mijn tuin Brussel. Ik moest de politie van Brussel hebben. Zij konden mij écht niet hel­ pen. Wel moest ik bellen, elke keer als ik iets zag. Aan preventief langskomen deden ze niet. En effectief, ik zie ze hier niet rondrijden. Ik heb nu gebeld met Bravvo (preventiedienst van de Stad Brussel, red.). Die mensen waren heel vriendelijk en gaan kijken wat ze kunnen doen. En daar geloof ik ook volledig in. Pak die jongens aan voor het escaleert. Dit zijn absoluut jongeren die zich vervelen en eigenlijk roepen om aangepakt te worden. Maak mij niet wijs dat zij hierdoor gelukkiger worden. Ik begrijp de houding van de politie echt niet. Als ze het niet aankunnen, waarom trekken ze dan niet aan de alarmbel? Dit kun je toch niet zo laten, het gaat van erger naar erger. Je kunt een buurt toch niet zomaar op­ geven? Ik hoop van harte dat BBDO niet wegtrekt (‘Wanneer werken in Molenbeek moeilijk wordt’, in BDW 1273, p. 4-5: communicatiebedrijf BBDO denkt eraan weg te gaan uit de Scheldestraat). Hun aanwezigheid draagt bij tot een sociale mix in de buurt. Het zou zo’n negatieve be­ slissing zijn. Ik hoop van harte dat er gereageerd wordt op dit artikel, ik hoop van harte dat er buurtwerkers komen die deze jongeren op de voet volgen, ik hoop van harte dat de po­ litie beseft wat haar taak is, ik hoop ook dat de buurt wakker wordt. Ik geloof stellig dat als alle bewoners zich uitspreken tegen dit geweld, deze jongeren onder de in­ druk zullen zijn. Soit, ik geloof er nog in, omdat dat volgens mij de enige oplossing is. Dat is niet goedkoop, want ik woon er mid­ denin, met drie opgroeiende kinderen. Er is een pro­ bleem. Een groot probleem. Maar we kunnen toch niet allemaal weglopen? Het probleem zal dan alleen maar groter worden. Ruth Plaizier, Sint-Jans-Molenbeek

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

Spierballen door Danny Vileyn “Brussel zal nooit een volwaardig gewest worden.” Dat zei Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) in La Libre Belgique. Niets nieuws onder de zon, maar aan Frans­ talige kant werd het gepercipieerd als een provocatie, en dus een mooie aanleiding om de spierballen te laten rollen. FDF-voorzitter Olivier Maingain kondigt in het Brussels parlement een resolutie aan over de erken­ ning van Brussel als volwaardig én voor uitbreiding vatbaar gewest. Minister-presi­ dent Charles Picqué (PS) zegt dat Brussel een volwaardig gewest is en dat de Brusselaars nooit iets anders zullen aanvaarden. En Waals minister-president Rudy Demotte (PS) zegt dat er geen sprake kan zijn van een beheer door de twee gemeenschap­ pen. De ene Franstalige zegt dus dat Brussel een volwaardig gewest moet worden, de andere zegt dat Brussel een volwaardig gewest moet blijven. En Demotte meent zelfs te weten dat Kris Peeters het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil opdoeken. Waarop Picqué en Demotte dan maar de Franse Gemeenschap opdoeken en vervangen door de Fédération Wallonie-Bruxelles. Een tip aan de politici: stel een verklarende lijst met politieke begrippen op (wat is bijvoorbeeld een volwaardig gewest?). Laten we dezelfde definities hanteren. Dan gaan we ten minste weten waarover we het oneens zijn. Misschien had Peeters de journalisten die hem uitvroegen over Brus­ sel, wandelen moeten sturen. Maar hij heeft gezegd wat hij gezegd heeft. Maar wat heeft hij precies gezegd? Niet dat het Hoofdstedelijk Gewest door de gemeenschappen moet worden bestuurd, niet dat Brussel zijn huidige statuut moet lossen. Brussel is een volwaardig gewest: het heeft niet alleen dezelfde be­ voegdheden als Vlaanderen en Wallonië, het heeft er zelfs meer. Brus­ sel heeft een bicommunautaire sector, het heeft provincie- en agglomeratiebevoegdheden (brandweer en vuilnisophaling), en het mag het predicaat ‘hoofdstedelijk’ voeren. Brussel is op twee vlakken geen gewest als Vlaanderen en Wallonië. Eén: het Brussels parlement heeft geen decreten, maar ordonnnanties. De jure is er een verschil, de facto niet. Twee: Brussel heeft geen constitutieve autonomie. Dat wil zeggen dat Brussel de samenstelling van zijn parlement niet kan wijzigen. De Franstalige politici vinden dit een groot onrecht, maar er zijn allicht weinig Brusselaars die er wakker van liggen. Moet Brussel constitutieve autonomie krijgen? Nee. En indien wel, dan moeten we terug naar de dubbele meerderheid van 1989. De afge­ zwakte versie van 2001 (Lambermont-Lombard) biedt de Vlamingen onvoldoende garanties om niet politiek buitenspel gezet te worden.

EVA HILHORST


© SASKIA VANDERSTICHELE

DORP OP STAP, DE JUBILEUMEDITIE BRUSSEL – Dorp op Stap, een initiatief van het Festival van Vlaanderen Brussel, viert dit jaar zijn tiende verjaardag. En die gaat niet onopgemerkt voorbij. Op zondag 17 april worden alle zestig dorpen, gehuchten en wijken die ooit hebben deelgenomen aan Dorp op Stap, uitgenodigd op een groot feest in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. In de voormiddag komt een special guest herinneringen ophalen met grappige foto’s en anekdotes. Daarna volgt een exclusief concert door het Nationaal Orkest van België. Na de middag staan geleide wandelingen door Brussel op het programma (waarvoor reserveren noodzakelijk is). Sinds 2001 organiseert Dorp op Stap jaarlijks een klassiek concert in Brussel voor vijf dorpen, wijken en gehuchten uit heel Vlaanderen. In de beginjaren waren er zelfs Wijk op Stap en Dorp op Stap in de Provincie: alles bij elkaar hebben al meer dan twintigduizend mensen kunnen genieten van een dagje Brussel en van toegankelijke klassieke muziek. Het doel van Dorp op Stap is mensen op een aangename manier dichter bij klassieke muziek te brengen en de vooroordelen te ontkrachten die mensen vaak tegen dat muziekgenre hebben. Gezien het succes dat het initiatief oogst, is de opdracht voor een groot deel geslaagd. De doelgroep van Dorp op Stap zijn ‘agrarische dorpen’, waarvan de inwoners, door een soms behoudende of onwennige mentaliteit, de weg naar een concert in de stad niet vinden. Dorp op Stap probeert ook de sociale cohesie in de dorpen te verstevigen. Wat Dorp op Stap ook populair maakt, is dat deelnemers niets hoeven te betalen, zelfs niet de vestiaire of het programmaboekje. Bussen worden ingelegd van op het dorpsplein tot aan de concertzaal, en voor kinderen jonger dan zes wordt een babysit geregeld.

BDW 1274 PAGINA 16 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

Het Nederlandse City 4 ziet rond het Justitiepaleis veel groene openbare ruimte ontstaan (en als bonus het stadsspel ‘Zoek Vermassen’).

Architectuur > Bozar presenteert ideeënwedstrijd over toekomst Justitiepaleis

In de sporen van de scheve architect

Noémie Kowalczyk ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

 02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

BRUSSEL – Gent, Antwerpen, Luik en Bergen hebben ondertussen allemaal een nieuw gerechtsgebouw. Brussel moet het nog altijd doen met de kolos die Joseph Poelaert bouwde tussen 1866 en 1883. Of mág het nog altijd doen, want een tentoonstelling met architectuurideeën in Bozar laat zien dat het gebouw behalve beperkingen ook veel mogelijkheden heeft.

F

unctionaliteit was duidelijk niet de hoofdbekommernis van skieven architèk Joseph Poelaert, en naarmate de tijd vordert, doet zich dat almaar sterker voelen. Het gebouw is niet aangepast aan de hedendaagse noden, waardoor verschillende gerechtelijke instanties er al zijn weggetrokken en de overblijvers worden geconfronteerd met

ernstige beveiligings- en comfortproblemen. Wat kun je aan met zo’n gebouw? De federale regering, die via de Regie der Gebouwen de eigenaar, en via het ministerie van Justitie de eindverantwoordelijke van de gebruikers is, besliste over die vraag een internationale ideeënwedstrijd te lanceren. Omdat er nog geen welomlijnd programma

is voor de (her)bestemming, konden de deelnemers aan Brussels courthouse – Imagine the future! werken binnen twee mogelijke scenario’s: een waarbij het Justitiepaleis (gedeeltelijk) een justitiële functie behoudt, en een waarbij die functie verdwijnt. Van het tweehonderdtal inzendingen van over de hele wereld stapten er 81 in het eerste scenario en 113 in het tweede. De jury, onder leiding van de Brusselse bouwmeester Olivier Bastin, bekroonde voor elk scenario drie laureaten, die samen met een selectie van een dertigtal andere ontwerpen worden tentoongesteld. Curator Joachim Declerck van Architecture Workroom Brussels koos daarbij voor een thematische aanpak,


KANSARM, KANSLOOS?

© NOÉMIE

© MARC GYSENS

BDW 1274 PAGINA 17 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

In het spoor van joan mirÓ

Vinden kansarmen hun weg naar de sportzalen en -velden? “Doorbreken in de sport is altijd moeilijk, en zeker voor iemand uit een kansarm milieu.” Raf Wyns van BIS-Foyer ziet in Brussel veel talent verloren gaan. Foyer wijdt er een congres aan: Inclusie in en door sport.

De negenjarige Noémie ging op het Koningsplein naar de grote Miró-tentoonstelling. Niet alleen om te kijken; ze dook ook de ABC-studio in om te werken naar het voorbeeld van de grote Spaanse schilder. Hiernaast zie je haar ‘Wang van de zon’.

LEES MEER OP PAGINA 24-25

LEES EN BEKIJK MEER OP PAGINA 26-27

Boven: Surentu/De Mul Architects. Onder: Pierre Silande & Mickael Papin.

In de achtbaan: ‘Equilibre précaire’ van A. Chaudemanche/BXLMRS.

naargelang de ontwerpideeën meer nadruk leggen op de symboliek, de stedelijke dynamiek, de functionaliteit, de monumentaliteit of de inplanting van het gebouw en de site.

Rotsblok of schandpaal? Uiteraard zijn niet alle ideeën even pragmatisch en mag er ook al eens gelachen worden. Zo wil AVA het Justitiepaleis letterlijk laten verstenen tot een gigantisch rotsblok, en  wil ORG het gebouw uit elkaar halen om de onderdelen te kunnen verschuiven en herverdelen. Iets meer programmatisch zijn de ideeën van Peter Janssen en Suzy Van Gerwen, die het paleis langzaam tot een imposante ruïne willen laten verworden, of van Donis uit Nederland, dat een transparant scherm voor het gebouw plaatst met de naar Magritte verwijzende naam ‘This is not a scaffolding’ en het gebouw wil toevertrouwen aan de kunsten. Office Kersten Geers David Van Severen, Guido Jan Bral en Kuehn Malvezzi zien het paleis dan weer als een onderdeel van een tijdelijke tentoonstelling van Europese architectuur. Het Grieks-Portugese duo Oliveira-Ruivo wil in het Justitiepaleis niet alleen de rechtspraak, maar ook de bestraffing organiseren, door op de bovenverdiepingen en in de koepel een gevangenis te installeren waarnaar de gevangenen na hun vonnis ‘opstijgen’ met een rondje om de toren. Het (bedenkelijke) principe van de schandpaal.

Kun je een theaterzaal inrichten waar twee verdiepingen hoger in de assisenzaal waargebeurde gruwelverhalen verteld worden?

En met welke ideeën kwamen de laureaten? De eerste laureaat in de categorie met behoud van een (gedeeltelijke) justitiële functie is de associatie van T.O.P. Office en Expo68. Hun voorstel brengt op een elegante manier bepaalde nieuwe functies binnen in het gebouw, die evenwel strikt gescheiden blijven van de justitiële. Uitgangspunt is de recuperatie en herbestemming van de enorme sokkel – de kelder, zo u wilt – van het paleis: liefst vijftienduizend vierkante meter gewelfde ruimtes die de verbindingen van het oorspronkelijke stadsweefsel kunnen herstellen, zich lenen voor wandelroutes waarin ook de enorme binnenplaatsen zijn opgenomen, maar ook voor commerciële, culturele en toeristische activiteiten. Ook de Miniementrap, de Salle des Pas Perdus en de koepel met panoramisch zicht

worden publiek, maar de rest van het gebouw wordt integraal door justitie opgenomen. In dezelfde categorie volgen de twee andere laureaten (Surentu/De Mul en City 4 uit Nederland) hetzelfde spoor, met veel aandacht voor de toegankelijkheid en de transformatie tot groene zones van de omliggende ruimten. City 4 organiseert daarin ook het stadsspel ‘Zoek advocaat Vermassen’.

Radicaal In de categorie die geen rekening meer houdt met een justitiële functie, won het radicale project ‘Pas de Palais, pas de Palais’ van Scale: het Justitiepaleis wordt ontmanteld, de restanten worden opgesplitst en getransformeerd tot een stadswijk. Die afbraak zou dan wel wat aan het lot van Horta’s Volkshuis doen denken, terwijl tweede laureaat Graphical Arch van het paleis net een Volkshuis wil maken door er een residentiële, culturele en recreatieve functie aan te geven. Derde laureaat Silande/Papin focust vooral op de Salle des Pas Perdus als onderdeel van een voetgangersstraat waar eventueel de Marathon van Brussel kan passeren.

Zo heeft deze tentoonstelling zeker de verdienste dat ze aan het denken zet. Kun je de justitiële functie binnen één gebouwencomplex combineren met andere functies, en zo ja, met welke dan? Kun je een theaterzaal inrichten waar twee verdiepingen hoger in de assisenzaal waargebeurde gruwelverhalen verteld worden? Wonen op een plek waar criminelen af- en aangevoerd worden? Shoppen in een wandelstraat waar de Witte Mars zijn eindpunt heeft? Moet je dit Guggenheim van Brussel aan het publiek geven? Of heeft Justitie alle recht op zo’n monument, ook al maakt dat fundamentele ingrepen in de oorspronkelijke architectuur noodzakelijk? Minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) en de Brusselse balies hebben alvast hun voorkeur laten blijken voor het behoud en terugkeer van de gerechtelijke instanties naar het Justitiepaleis. Als minister van Financiën en verantwoordelijke voor de Regie der Gebouwen hoopt Didier Reynders (MR) binnenkort op de ministerraad over een concreet programma en een financieringsmodel te kunnen spreken. Michaël Bellon

Tentoonstelling Architecture for Justice, nog tot en met 15 mei in het Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel. Gratis, elke dag (behalve maandag) van 10 tot 18 uur, donderdag tot 21 uur. Meer op 02-507.82.00, info@bozar.be of www.bozar.be. U kunt alle ingediende ideeën consulteren op www.brusselscourthousecontest.be


BDW 1274 PAGINA 18 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Strip > Op verkenning door middeleeuws Brussel

Tristan schudt t’Serclaes de hand H

erinnert u zich nog de lessen geschiedenis – of uw jongste geleide stadswandeling – waarin de oorsprong van Brussel ter sprake kwam? In 1979 vierde de stad haar duizendjarige bestaan; dat betekent dus dat Brussel in 979 gesticht werd. De naam, zo kregen wij destijds te horen, komt van Broeksele, ‘vestiging in het moeras’. In het beeldverhaal Tristan worden nog twee andere hypothesen opgediept. Volgens de eerste zou Brussel niet van het ‘Vlaamse’ Broeksele komen, maar van het Keltische buroc of burco – ‘met struikgewas bedekte, moerassige plek’ – en het Latijnse cella, ‘deel van een tempel’. Ook de tweede hypothese grijpt terug naar de Kelten: Brussel zou van het Keltische briga, ‘heuvel’, komen. Tempel op de heuvel, dus. Het woord is aan de historici. Tristan is natuurlijk veel meer dan onenigheid onder historici; het is vooral mooie plaatjes kijken. Bijvoorbeeld die van de zeven stadspoorten: ik had ze me nog nooit zo duidelijk voorgesteld. Ook herinnert een apocalyptische plaat ons eraan hoe afschuwelijk het antisemitisme ook in het middeleeuwse Brussel was.

Het boek van Jacques Martin en Nicolas Van De Walle oogt aantrekkelijk; jammer alleen dat er in de tekst af en toe storende neologismen (!) als onverdeelbaarheid opduiken. Het boek eindigt met de geschiedenis en architectuur van de Grote Markt en de geschiedenis van de Ommegang en Beatrijs Soetkens. Over Jacques Martin, die vorig jaar op 88-jarige leeftijd overleed, heeft burgemeester Freddy Thielemans het in zijn voorwoord: “Jacques Martin... het zou bijzonder verwaand zijn hem in enkele zinnen te willen samenvatten. Zijn levensweg is uitgestippeld langs zoveel indrukwekkende bakens: zijn samenwerking met Hergé, de avonturen van Alex... Hij stond nooit weigerachtig tegenover samenwerkingen. Hij beschouwde ze als een verrijking, en uiteindelijk een noodzaak, omdat hij aan een oogziekte leed. De samenwerking met  Nicolas Van De Walle, die begon met CarcasDe Anderlechtsepoort, een van de zeven toegangen tot het oude Brussel. sonne en die jammer genoeg hier eindigt, zal zonder twijfel een van zijn meest geslaagde blijven.” Danny Vileyn En dan is er het verhaal, dat begint in de pre- dom Brabant aan het huis De Sterre hijst. Toen historie en eindigt met de Bourgondiërs. Het is was er nog geen stadhuis, alleen een belfort. een verhaal van weelde, maar ook van uitbui- Everaard t’Serclaes, door Julien Dillens vereeuting en sociale conflicten. Een verhaal van oor- wigd op de hoek van de Grote Markt en de Karel N. Van De Walle en J. Martin, De reizen log en vrede. En van Everaard t’Serclaes die de Bulsstraat, wordt nog elke dag door toeristen van Tristan: Brussel, uitg. Casterman, Vlamingen verjaagt en de vlag van het hertog- gestreeld die geloven dat dit geluk zou brengen. 56 p., 6,95 euro © CASTERMAN

BRUSSEL – Tristan is neergestreken in middeleeuws Brussel. Dat levert een goed verhaal en mooie plaatjes op.

ADVERTENTIE

Schrijf je nu in voor de paaseierenjacht in Bruparck. Zondag 24 en paasmaandag 25 april (14u tot 16u30). Deelnemen kan enkel mits inschrijving vooraf via onze website www.bruparck.com, en voor kinderen tot max.10 jaar. Creatieve ateliers van 13u tot 18u (geen inschrijving nodig). Alle activiteiten zijn gratis.

rck.co a p u r www.b

m


BDW 1274 PAGINA 19 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

© JO VOETS

TELEX VADROUILLE Van Steeno tot Doe Maar BRUSSEL – Het centrum voor volwassenenonderwijs Lethas organiseert op 7 april Zingba(a)r, een groot muzikaal project in het café van de Beursschouwburg. Er zijn twee sessies: een van 14.30 tot 16 uur, gezongen door de studenten van de voor- en namiddaglessen, en een van 18.30 tot 20 uur, gezongen door de studenten die ’s avonds les volgen. Het Nederlandse lied zal er in al zijn veelzijdigheid aan bod komen, van Luc Steeno over Raymond van het Groenewoud tot Herman van Veen en Doe Maar. De zangers zijn studenten van alle niveaus. De

Zingba(a)r-band die de zangers zal begeleiden, bestaat uit studenten en leerkrachten. Het evenement heeft verschillende doelen. De liedjes worden gebruikt als didactisch materiaal in de lessen, maar het is ook een manier om de studenten het Nederlandstalige én het Brusselse culturele erfgoed te leren kennen. Bovendien gaan de organisatoren ervan uit dat samen zingen verbondenheid en vreugde over alle grenzen heen schept. Door de beperkte capaciteit zal het café van de Beursschouwburg die dag uitsluitend toegankelijk zijn voor studenten, leerkrachten en genodigden. NK

Op basis van het smoelwerk van de improvisatiekandidaten moest het publiek raden of die Nederlands- dan wel Franstalig waren.

Praat

Geel voor Vlamingen, rood voor Franstaligen Gezien: La guerre belge/De Belgische oorlog, donderdag 31 maart in gemeenschapscentrum De Linde in Haren (www.bis-produkties.be).

achteraf

In Haren kwam het vorige week tot een Belgische oorlog. Zij het dan op ludieke wijze, met een wedstrijdje improvisatietheater tussen de twee taalgroepen. Zulke tweetalige improvisatiewedstrijden zijn niet nieuw; de twee takken van de Belgische Improvisatie Liga organiseerden er ook al. Maar in dit geval worden vier leden van de Fédération Belge d’Improvisation Amateur samengebracht met vier Vlaamse lolligaards van The Lunatics, voor een tournee waarin de taalstrijd als thema door de hele avond loopt. Voor en na de wedstrijd weerklinkt Belgische muziek. Boven het podium hangen de haan, de leeuw en de driekleur. De presentator opent met enkele grapjes en weetjes over Vlamingen en Franstaligen. Het publiek, dat zowel uit Franstaligen als Nederlandstaligen bestaat, mag zoals altijd aan het einde van elke opdracht beslissen welke van beide teams het er het best van afbrengt: de gele kaart omhoog steken is een stem voor de Vlamingen, de rode één voor de Franstaligen. In GC De Linde in Haren was een vrij talrijk, maar kalm publiek komen opdagen, maar de presentator (Geert De Wael van tvbrussel, die in zijn vrije tijd blijkbaar ook zelf aan impro doet) hield de zaal de hele tijd in de ban. Het idee voor de voorstelling van de kandidaten was geweldig. De acht spelers werden een voor een, maar in willekeurige volgorde en zonder vermelding van hun naam opgeroepen. Het publiek moest alleen op basis van hun smoelwerk (iedereen droeg neutrale zwarte kleren) gokken of de kandidaat Nederlandstalig of Franstalig was. Het raadde er zes van de acht goed. Improvisaties staan of vallen grotendeels met de uitvoering van de opdrachten, al is het idee dat in de opdrachten vervat zit, vaak ook al leuk. Een reclamespot spelen over het andere landsdeel, waar (volgens de eisen van het publiek) ook een draak en een trappist in moeten voorkomen; een aflevering van Blind date waarin kandidaat De Wever voorstelt voor het

eerste etentje naar de frituur te gaan, maar de bestelling wel netjes in twee te splitsen; een scène spelen waarin zoveel mogelijk clichés moeten voorkomen over maatschappelijke minderheden, zoals daar zijn Marokkanen en Sprookjesfiguren: dat zijn de typische ingrediënten die zo’n improavond kruiden. In dit geval kwamen daar nog de communautaire grapjes bij en het feit dat de teams hun scènes ook regelmatig in de andere taal moesten spelen. Dat was charmant en het leverde grappige momenten op. Bijvoorbeeld toen een Nederlandstalige speler het woord œufs, dat hij van de mayonaisepotten kende, nogal fonetisch uitsprak, of toen Charleroi als Karel Koning werd vertaald. Hoewel je improvisatiespelers met hun moedertaal net een van de weinige wapens ontneemt die ze tijdens zo’n wedstrijd ter beschikking hebben, vielen hier en daar taalkundige spitsvondigheden te noteren. Het beste resultaat haalden de verenigde teams in een gezamenlijke ‘abc-scène’. Die moest in het Frans gespeeld worden, maar speelde zich af in West-Vlaanderen, en elke nieuwe zin moest beginnen met weer een nieuwe letter van het alfabet, te beginnen bij de A. Niet alleen begon de Nederlandstalige kandidaat die met een G moest beginnen, met het woordje gier (West-Frans voor histeren), de anderen breidden aan deze accidentrijke scène met een zatte boer ook nog een elegant einde met het rijtje ‘X-ray’, ‘Ypres’ en ‘Z’est juste’. De puntentelling werd bepaald door een gigantische teerling, die zoals bij Walter Capiau destijds over de hoofden van de toeschouwers tot op de scène werd gerold. Het team dat een opdracht had gewonnen, mocht dan het aantal gegooide ogen bij zijn score tellen. Toevallig rolde de dobbelsteen voor de Franstaligen altijd veel gunstiger dan voor de Vlamingen, wat uiteraard aanleiding gaf tot grapjes over oneerlijke transfers. De Franstaligen wonnen dus het pleit, waardoor België voortaan een Franstalig land genoemd mag worden, GC De Linde tot Le Tilleul werd omgedoopt, en de verliezers het volkslied in het Frans moesten zingen.

Michaël Bellon

Belgische wijnbouwers profileren zich BRUSSEL – De Belgische wijnbouwers, verspreid over alle uithoeken van de wereld,  winnen de laatste jaren aan belang. De internationale wijnkenners zijn zich steeds meer bewust van de kwaliteit van deze wijnen. Daarom organiseren Vino Magazine en Vinopres de tweede editie van Belgovino, de beurs van de Belgische Wijnbouwers zonder Grenzen. Het evenement vond ook al eens plaats in 2006 en had in de tussentijd een vertegenwoordiging op de jaarlijkse Megavino. Deze enorme wijnbeurs strijkt elk jaar in oktober

neer op de Heizel en verzamelt wijnbouwers van alle uithoeken van de wereld. In 2010 waren er driehonderd standhouders uit 28 wijnlanden en kreeg de beurs meer dan 25.730 bezoekers over de vloer. Het evenement vindt plaats op zondag 10 april in het prestigieuze Koloniënpaleis in Tervuren van 11 tot 18 uur. Toegangskaartjes kosten  10 euro per persoon; parkeren is gratis. De organisatoren van Belgovino kunnen rekenen op de medewerking van verschillende media, zoals Vinogusto, Knack en FM Brussel. NK

ADVERTENTIE

FOCUS OP Culturele middagpauzes

in het Museum van de Stad Brussel 12 en 14 april om 12.30u

De franciscanen en armoede in Brussel De rondleiding is gratis! Toegang museum: € 4 Museum van de Stad Brussel Grote Markt (tegenover het Stadhuis) Info: 02 279 43 71 | www.musea.brussel.be


BDW 1274 PAGINA 20 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Muziek > Brussels trio Hoquets maakt Belgische versie van Congotronics

‘Alles is een instrument’ K

onono N°1 maakte in 2005 een daverende entree op de Europese festivals met zijn tradi-moderne sound. Die haalden ze uit uit afval vervaardigde instrumenten, aangeslo­ ten op versterkers, gemaakt van motorstukken van afgedankte voertuigen. Voeg daaraan nog een stevige portie distorsie en repetitieve ritmes toe, en je krijgt hypnotiserende akoestische trance. Clubbing op z’n Congolees, zowaar. De band uit Kinshasa stond die zomer op Couleur Café en stak heel Thurn & Taxis in zijn zak. Iets later lanceerde de Brusselse muzikale ontdekkingsreiziger Vincent Kenis de compilatie Congotronics op Crammed Discs, en sindsdien is het hek van de dam. De muzikale vernieuwing uit Congo bleef verbazen, en begin dit jaar bracht Crammed zelfs een dubbelalbum uit, Tradimodern vs. rockers, waarop westerse rockbands zich laten inspireren door de Congotronics.

Innoveren Nu is er met Belgotronics van de

Brusselse band Hoquets een verlengstuk van eigen bodem. Voor de drie jongelui van Hoquets was Konono N°1 liefde op het eerste gezicht. “Het eerste optreden was een buitengewone ervaring. Zoiets had ik nog nooit eerder gezien,” zegt de Franse inwijkeling Maxime Lê Hung. “Zo’n innoverende sound!” De dag na een Congotronics-nacht in de Cabaret Sauvage in Parijs waar Konono N°1, Kasai Allstars en Staff Benda Bilili voor het eerst samen optraden, stond het trio van Hoquets voor het eerst samen op het podium. “McCloud (Zicmuse, red.) had een optreden met zijn soloproject en we hebben hem op percussie begeleid tijdens één nummer, zwaar geïnspireerd door de Congotronics, want die onvergetelijke nacht in Parijs zat nog vers in ons geheugen,” vertelt de Belg François Schulz, die als kind al drumsets in elkaar knutselde door vuilnisbakken aan elkaar te plakken. Twee maanden later werd Hoquets boven de doopvont gehouden. Hun repetitieruimte/atelier hadden ze

© CRAMMED

BRUSSEL – Na Congotronics, de Congolese ‘tradi-moderne’ bands Konono N°1, Kasai Allstars en Staff Benda Bilili, zijn er nu ook de Belgotronics. De band Hoquets stelt op donderdag 7 april bij Atelier 210 zijn debuut Belgotronics voor, uit op Crammed Discs, het Brusselse label dat ook de Congolese pioniers uitbracht.

wat we bespelen, we hebben elk een eigen toonhoogte.” Al die zelfgemaakte instrumenten heten hoquet. Schulz speelt tenorhoquet, Lê Hung bashoquet en Zicmuse high hoquet. Hun naam Hoquets slaat op de hik (‘avoir le hoquet’), maar het is ook makkelijk uit te spreken in het Frans en in het Engels (‘Okay!’). Hockets slaat ook op een techniek die bij ons veel gebruikt werd in de middeleeuwen, maar ook in Afrika en Bali, waarbij een melodie verdeeld wordt over verschillende stemmen of instrumenten. Een techniek die Hoquets in sommige nummers gebruikt.

Belgische folklore

Hoquets’ avonturen in België, met (vlnr.) Maxime Lê Hung, McCloud Zicmuse en François Schulz.

in hun hoofdkwartier La Compilothèque, een collectief op nummer 50 van de Akenkaai dat concerten, collectieve maaltijden, conferenties, filmprojecties, het Bal du Canal en nog veel meer creatiefs organiseert. Net voor ons gesprek zit Schulz nog wat te prutsen aan Russische microfoons (“Niemand moet hiervan hebben omdat ze er niet uitzien,

maar het is echt goed spul”), terwijl de Amerikaan McCloud Zicmuse de laatste hand legt aan een eensnarig gitaartje, de zogenaamde iaeniaen (spreek uit: jang jang). “Het eerste dat ik vervaardigd heb, maakte een erg schel geluid, iaen iaen, vandaar de naam,” zegt Zicmuse. “Nadien creëerde ik ook een tenor- en een basversie, want onafhankelijk van

Hoquets’ debuutalbum Belgotronics is een knipoog naar de Congotronics, maar ook een eerbetoon aan minutieus uitgekozen aspecten van hun teergeliefde vaderland/adoptieland België, zoals de meertaligheid, de Slag bij Waterloo, het abdijbier Orval, de mooie Gentse vrouwen (op het nummer ‘Gentse Speciaal’), enzovoort, allemaal breed gedocumenteerd in hun fanzine Hockets holler. Humor met hopen, zo ook bij de handleiding met tekeningen over de folkloristische Waalse dans ‘Chaud boulet’, of bij hun passie voor de Couques de Dinant van Collard, “zo hard dat je er behoorlijk op moet zuigen, wat dan weer andere conno-

© SASKIA VANDERSTICHELE

Culinair > Dure reclamestunt

Dineren op de triomfboog BRUSSEL – The Cube by Electrolux is een vijfhoekig bouwwerk van zestig ton dat dienst doet als rondreizend restaurant. Om de drie maanden strijkt de Cube op een nieuwe markante Europese locatie neer. Nu is de triomfboog in het Jubelpark aan de beurt. Culinair genieten op 45 meter hoogte. Het bouwwerk, dat niet vast staat, maar vakkundig boven op de triomfboog werd neergepoot, heeft een grondoppervlak van 150 vierkante meter en is getekend door de Italiaanse architect Michele Rossi in opdracht van het Zweedse bedrijf Electrolux. De constructie is volledig uit recycleerbaar materiaal opgetrokken. Een team van achttien mensen zorgt voor de opbouw en de ontmanteling van de Cube: het duurt negen dagen om hem op te bouwen en vijf dagen om hem af te breken.

De Cube kan achttien gasten ontvangen, die samen aan een negen meter lange tafel in een wit interieur aanschuiven. De tafel, gemaakt uit de kunsthars Corian, is gemaakt uit één stuk en weegt een slordige achthonderd kilogram. In het restaurant staan twee sterrenchefs achter het fornuis: Bart De Pooter van De Pastorale (**) en Sang-Hoon Degeimbre van L’Air du Temps (**). Ze wisselen elkaar om de twee weken af en brengen telkens een nieuw menu. De lunch kost de bezoeker 150 euro en het diner 200 euro. Maandag en dinsdag zijn exclusief voor bedrijven die het complex willen afhuren, woensdag is gereserveerd voor de werknemers en de partners van Electrolux, en de andere dagen van de week zijn bestemd voor particulieren. Reserveren kan op www.electrolux.be. Elke week komt er een nieuwe week vrij

Dineren onder de sterren: tot 3 juli in het Jubelpark.

voor reserveringen. Momenteel is alles tot mei volgeboekt. De Cube blijft zeker tot 3 juli in Brussel,

daarna verkast hij onder meer naar Moskou en Stockholm. Deze reclamestunt kost Electro-

lux tot liefst 70.000 euro per dag.

Noémie Kowalczyk


© NIC

K TR AC

HE T

BDW 1274 PAGINA 21 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

taties oproept,” zegt Zicmuse met een knipoog. “De teksten zijn geïnspireerd door onze belevenissen in België,” vertelt hij verder. “Als Amerikaan sta

“Onze sound wordt mee bepaald door het materiaal dat we oppikken tijdens onze tournees”

ik ervan versteld dat jullie Belgen niet meer respect hebben voor jullie traditie. Hier zijn zoveel buitengewone plekjes, maar Belgen geven er niet om. Dat is jammer. Onze muziek zal dat niet veranderen, maar we willen er toch op wijzen dat er heel wat mooie

dingen aan het verdwijnen zijn.”

Sloophout Deze zomer heeft de band een indrukwekkende concertreeks, voornamelijk in België en Frankrijk. Door de broosheid van hun instrumenten zijn ze nu al op zoek naar ateliers waar ze terechtkunnen om tijdens off-days hun hoquets te herstellen. “We nemen van overal materiaal mee. Dit,” zegt Schulz, wijzend naar een soort mini-marimba aan de muur, “is bijvoorbeeld gemaakt met buizen van op een slakkenberg in Charleroi. We hebben ook eens in Parijs grote planken meegenomen: die kunnen altijd dienst doen om percussiekisten van te maken. Onze sound wordt dus mee bepaald door het materiaal dat we oppikken tijdens onze tournees. Benieuwd wat dat deze zomer allemaal gaat opleveren...” En na al die vreemde verhalen blijft natuurlijk de vraag: hoe klinkt nu in godsnaam hun muziek? Heel simpel, het is Belgische groove: r’n’belge! Benjamin Tollet

Hoquets stelt zijn debuutalbum Belgotronics voor op donderdag 7 april om 21 uur in Atelier 210, Sint-Pieterssteenweg 210, 1040 Etterbeek. Kaartjes kosten 5 euro. Op 29 april verzorgt Hoquets het voorprogramma van Staff Benda Bilili in de AB, en op 12 mei neemt de band deel aan de Tradi-modern vs. rockers-nacht op Les Nuits Botanique. Meer op www.crammed.be en www.hoquets.net

Media > Luisterpunt heeft twee nieuwe diensten

Lezen met je oren BRUSSEL – Luisterpunt, de bibliotheek met aangepaste lectuur voor mensen met een leesbeperking, stelt twee nieuwe diensten voor. Een daarvan is Mijn Luisterpunt. Met Mijn Luisterpunt kan de lezer van thuis uit zijn leeshistoriek raadplegen en zijn boekenlijst beheren. De meeste abonnees leggen met Mijn Luisterpunt een voorraadlijstje aan. Zodra ze een boek uitgelezen en teruggestuurd hebben, wordt hun het volgende boek opgestuurd. De andere nieuwe dienst is de Braille-enkel. Vroeger was er de Braille-heen-en-terug, een concept waarbij de lener pas een nieuw boek kreeg als hij het andere boek teruggezonden had. Wie een boek wou lenen dat iemand anders in zijn bezit had, moest wachten tot het boek terug was. Vanaf nu worden de nieuwe boeken niet meer ingebon-

den, maar digitaal opgeborgen. Zodra een lezer een boek bestelt, wordt het geprint en op een gemakkelijke manier samengehouden. Die versies zijn gemakkelijker verzendbaar. Het meest innoverende bij Braille-enkel is dat elk boek altijd voor iedereen beschikbaar is en dat een besteld boek niet hoeft te worden teruggegeven. Zo kan de boekenwurm thuis zijn eigen bibliotheek samenstellen. Lid worden van Luisterpunt, boeken bestellen en laten leveren is volledig gratis. De bibliotheek biedt vandaag achtduizend brailleboeken aan en zestienduizend Daisy-luisterboeken, waarbij het verhaal voorgelezen wordt op cd-rom. Luisterpunt krijgt elk jaar 1,3 miljoen euro subsidies van de Vlaamse overheid. In december ontving de bibliotheek nog de publieksprijs van de Vlaamse Bib NK Web Awards.

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Ramen Het lijkt de zoveelste versie van fastfood, maar ramen maakt toch minstens deel uit van wat ouders ‘jeugdcultuur’ noemen. Ramen is een Japans gerecht. Het is een soep met noedels erin. Vandaag wordt het ook bij ons genuttigd als snack. Mannen van mijn leeftijd zochten ooit soelaas voor hun geeuwhonger in een pak friet of een pistolet met gekapt. De mensheid heeft altijd gesnackt wanneer daar geld voor was. Maar noedels als snelle hap? Het is eens wat anders. De eerste geruchten over snelle noedels kwamen uit mijn tijd als waarnemer in de visserij in de jaren 1980. Jonge mensen die ik begeleidde, liepen stage op Japanse vissersboten. Hoewel ze graag brood bij het ontbijt aten, vonden ze dat niet op hun schip. Volgens hun verhalen keerden de Japanse vissers terug van hun wacht aan dek en haalden ze een potje ramen uit de voorraadkast, goten daar kokend water op en een geklutst rauw ei met wat sojasaus. Zoiets heette dan een maaltijd. Onze jonge stagiairs gruwden bij de gedachte, maar vertelden nog verder: het hoefde niet noodzakelijk een rauw ei te zijn. De noedels konden evengoed versierd worden met geraspte katsuobushi. Dat laatste is voor Japanse noedels wat Parmezaanse kaas is voor Italiaanse pasta. Het is een hard bruin ding dat over de dampende schotel geraspt wordt. Maar het is geen kaas, Oost-Aziaten hebben weinig met melkproducten. Het gaat om filets van de skipjacktonijn, die eerst dagenlang worden gerookt, tot ze hard zijn en eruitzien als donkere stukken hout. Vervolgens worden de visfilets in dozen verpakt waar een schimmel in zit die het visproduct verder ‘op smaak’ brengt. Katsuobushi is vis die gerijpt is als kaas, en verder wordt het ook echt als raspkaas gebruikt. Het kan nog rijker. De meest geliefde saus op de instantnoedels bleek shiokara te zijn. Ik heb het nog niet gevonden in Brussel, maar ik heb er dan ook nog niet naar gezocht. Shiokara komt van dezelfde skipjack, maar dan niet het visvlees, maar de geurige ingewanden, die gezouten worden en vervolgens gegist in grote vaten. Het moet van smaak iets hebben van de oriëntaalse vissausen, gezouten ansjovis of misschien zelfs van de legendarische Romeinse vissaus garum? Stinken, dus. Naar het schijnt, geurde de mess op de visserijboten zo sterk dat zeeziekte spoedig geen punt meer was. Dit le-

ken verhalen van een verre visserij, maar bij mijn terugkeer in België kwamen de instantnoedels hier stilaan ook de winkels binnen. Ramen, men weet niet waar het woord echt vandaan komt, maar het heeft niets met vensters te maken. Het is oorspronkelijk een Japanse maaltijdsoep die in verschillende versies bestaat. Er kan varkensvlees in zitten met groenten en paddenstoelen, of ook zeevruchten of de eenvoudige lekkernijen die ik boven beschreef, en het is uitgegroeid tot een populaire manier van snacken en lunchen voor de gewone arbeider. Overal zijn er eetstalletjes voor noedelsoep. Hoe belangrijk ramen voor de Japanners is, wordt voor ons, onwetende westerlingen, misschien nog het best geïllustreerd in de hilarische film Tampopo, waarin enkele randfiguren uit het Rijk van de Rijzende Zon een arme weduwe helpen om van haar aftandse ramenwinkel een succesvol restaurantje te maken. In het begin van het verhaal zien we een oude meester die zijn leerling leert hoe hij een kom ramen moet appreciëren: hoe men het vlees moet aaien, de groenten moet bekijken met verlangen op wat komen zal en dan de hele hap slurpend naar binnen werken met stokjes, waarna men in rituele slokken de overblijvende soep tot zich neemt. De ramen als bron van filosofie. Als u, net als ik, de film hebt gemist bij zijn uitkomen in de jaren 1980: het hele verhaal is te herbekijken op YouTube, met uitzondering van enkele pikante scènes die iets met rauwe eieren en garnalen te maken moeten hebben. De dagelijkse werkelijkheid van de ramen is natuurlijk niet zo poëtisch als in de film, maar maatschappelijk daarom niet minder belangrijk. Noedelsoep zou in Japan pas populair zijn geworden na de Tweede Wereldoorlog, vooral dankzij het goedkope Amerikaanse meel waarmee het verslagen land weer op de been werd gebracht. In 1958, het jaar van ‘onze’ Expo, vond ene Momofuko Ando de instantnoedels uit. Dat waren de pakjes droge pasta, klaar in drie minuten, die we vandaag ook hier in individuele porties in de oosterse supermarkten aantreffen. In 1971 introduceerde Ando de cup noodles

Nu en dan is het gewoon fun om luiemenseneten klaar te maken

in een kant-en-klaar kommetje, waar men alleen nog kokend water aan hoefde toe te voegen. Mijn kinderen vallen voor deze snelle hap. Ideaal voedsel voor vlijtige studenten in de blok en voor luie canapéliggers voor de buis. Het past ook helemaal in hun cultuur van anime en computerspelletjes. Instantnoedels zijn ‘cool’. Ik durf ook weleens een pakje open te trekken (de plastic kommetjes vind ik net iets té wegwerpmaatschappelijk). Waar oorspronkelijk, zoals op de vissersboten, het alleen noedels waren die op smaak dienden te worden gebracht, zitten er nu pakjes bij met olie en droge kruiden, in de meest exotische combinaties. In de supermarkt sta ik gewoon paf bij wat er bestaat: met kip, met curry, met eend of garnalen, met kimchi (gegiste kool) of vis... Eerlijkheidshalve staat erbij dat het slechts om ‘de smaak van’ gaat, want tussen het poeder zit geen vin of vleugel van welk dier dan ook. Het is echt niets om een voedingsgewoonte van te maken, maar nu en dan is het gewoon fun om zo’n luiemenseneten klaar te maken. Als u gruwt van E-nummers en synthetische smaken, gooi dan de bijgesloten smaakpakjes gewoon weg. Hou de noedels over (ze zijn er al vanaf 35 cent per pakje!), doe die in een kommetje, giet er een kluts kokend water over, zet er een bordje op en wacht drie minuten. Pers er een vers teentje look over en wat gehakte verse peterselie. En o, vergeet dat rauwe ei niet. Roeren. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1274 PAGINA 22 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Giacomo Lariccia is Brussel dankbaar: “Mijn wereld ging pas open op mijn twintigste; voor mijn zoontjes begint het nu al.”

ETTERBEEK – “Ik prijs me gelukkig dat ik iets meer dan tien jaar geleden voor Brussel heb gekozen. Enorm veel mogelijkheden heb ik hier gekregen om me als artiest én als mens te ontplooien. Was ik in Italië gebleven, dan had het plaatje er wellicht anders uitgezien.” Giacomo Lariccia is een gitarist en zanger met Italiaans bloed in de aderen.

P

rofessioneel muzikant worden, daar droomde de kleine Giacomo Lariccia al van. “Helaas, het was wel het laatste waar mijn ouders oren naar hadden. En dus ben ik, hun ter wille, braafjes naar de universiteit gegaan, communicatiewetenschappen studeren. Tegelijkertijd heb ik door uitwisselingsprogramma’s gelukkig een groot deel van Europa mogen ontdekken. Het scherpte mijn honger naar zelfbestemming alleen maar aan: nog geen maand nadat ik mijn thesis had verdedigd, stond ik al met mijn koffers in Brussel. Om te ontdekken wat me als mens het meest kon verrijken en gelukkig maken. Voor mijn vader en moeder was het een beetje alsof de hemel hun op het hoofd viel, al had ik hen er met de jaren zachtjes op voorbereid.” “Waarom Brussel? In de ogen van velen is Rome misschien wel de mooiste stad ter wereld. Maar Rome is meer dan alleen maar het historische centrum. Vier miljoen inwoners, een immense periferie. En in die periferie ben ik opgegroeid, en dat was niet bepaald een lachertje: grote afstanden, het verkeer een nachtmerrie. Ik was ook enorm geboeid door de rijkdom in diversiteit van Europa. En Brussel is daar een exponent van, had ik uit ervaring geleerd. De hoofdstad van Europa, internationaal, stimulerend, open voor alles

wat nieuw is. En op de koop toe een metropool met menselijke huurprijzen. Nog geen seconde heb ik me de keuze beklaagd. Enorm veel mogelijkheden heb ik hier gekregen om me te ontplooien. Als artiest, als mens. In een klimaat dat niet verziekt is door een rampzalige economische toestand en de fratsen van een potentaat als Berlusconi.”

Spellbound Onmiddellijk na zijn aankomst schreef de nieuwe Brusselaar zich in aan het Conservatorium. “Vijf jaar heb ik me daar bekwaamd. Een mooie tijd, maar ook wel hard. Op hulp van mijn ouders kon ik niet echt rekenen; om mijn studie te bekostigen en in mijn levensonderhoud te voorzien, werkte ik acht uur per week in een advocatenbureau, waar ik voor de computers zorgde. Voor de rest was het studeren, studeren en nog eens studeren: ik leefde bijna als een monnik. Maar hoe moeilijk ook, het heeft allemaal geloond. Dubbel en dik.” “Tijdens mijn studie heb ik gewetensvol gevolgd wat de docenten me voorkauwden. Al was ik het er niet altijd mee eens, of was ik niet altijd even geboeid. Pas daarna ben ik mijn artistieke identiteit gaan zoeken. Te beginnen met mijn eerste full cd, Spellbound: min of meer de concretisering van de invloeden die

© MARC GYSENS

ik na mijn vertrek uit Italië had ervaren. Het werd jazz, omdat ik als tiener in de ban was geraakt van alles wat met zwarte muziek te maken heeft. De essentie van jazz is improvisatie, het bood me de mogelijkheid mijn dingen voor te stellen, mijn muziek, mijn type van improvisatie.” “Het project heeft me ook nog maar eens geleerd hoe open van geest Brussel wel is. Voor de promotie had ik mails rondgestuurd naar journalisten. Een tiental hebben me geantwoord, ik heb zelfs de eerste pagina van Le Soir Culture gekregen. Onvoorstelbaar: het was een eerste plaat, jazz dan nog, van iemand die nog maar net kwam piepen. Ik was er helemaal ondersteboven van, maar het was wél de bevestiging dat de weg die ik gekozen had, de juiste was.”

Avventura in musica Op Spellbound beperkte Lariccia zich nog tot zijn gitaar, maar hij begon de behoefte te voelen om letterlijk uit te drukken wat hij voelt en denkt. Met zijn stem, dus. “Muziek in combinatie met tekst kan zoveel meer dan muziek alleen. Meer dan emoties oproepen, de zaken exact beschrijven zoals ze zijn. Dus wilde ik aftasten wat het effect zou zijn om geëngageerde teksten te brengen.” “Het is goed uitgedraaid: dankzij de steun van het Italiaans cultureel instituut heb ik een reeks concerten kunnen brengen, waarin ik hulde bracht aan grote Italiaanse zanger-liedjesschrijvers zoals Fabrizio De André, Lucio Battisti en Gior­g io Gaber.” “Ongeveer in diezelfde periode – zowat twee

Om zijn tweede langspeler, Avventura in musica, te promoten, geeft Giacomo Lariccia gratis huisconcertjes.

jaar geleden – heeft Rocco Granata me gevraagd om met hem op tournee te gaan. Een mooie ontmoeting tussen twee verschillende generaties van Italiaanse muziek, een kennismaking ook met een heel energieke en positieve man. Er was wederzijds respect: na de tournee heeft Rocco me gevraagd teksten te schrijven voor zijn nieuwe cd.” Ook een in Brussel residerende Italiaanse muziekcriticus had ondertussen Lariccia’s talent opgemerkt. “Hij schreef me, buiten mijn weten om, in voor een Italiaans liedjesconcours, dat ik dan ook nog eens won. Het sterkte me in mijn overtuiging op de ingeslagen weg verder te gaan. Met een cd vol zelfgeschreven en -gezongen nummers: Avventura in musica. Een platenfirma die bereid is te investeren in iemand die nog nooit met zijn kop op tv


BDW 1274 PAGINA 23 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

FREDDI SMEKENS “Hier heb ik me als artiest en als mens kunnen ontplooien. In een klimaat dat niet verziekt is door een rampzalige economie en de fratsen van een potentaat als Berlusconi”

Giacomo Lariccia, muzikant

‘De enige Italiaanse zanger in Brussel’ is geweest, die niet de makkelijkste muziek brengt, het leek – zeker met de crisis in de sector – mission impossible. Maar het moest en het zou: via een Brusselse kennis die me altijd heeft gesteund, ben ik hulp gaan vragen aan vrienden, mensen die mijn concerten bezochten, kenners. Zo vormde zich een groep van zowat honderd sympathisanten die het project samen hebben gefinancierd, mee de songs en de single hebben gekozen. Sommigen van hen figureren ook als acteur in de clip, die in het Théâtre Saint-Michel is opgenomen, samen met Belgische muzikanten. Het was een gok, maar vooral was het een mooie alternatieve manier om een album te produceren.” “Het is allemaal heel snel gegaan. Op 10 februa­ri ben ik begonnen met het zoeken naar alternatieve steun, op 14 mei komt de cd uit. In België, Luxemburg, Frankrijk en Italië. Ik was echt verrast door de bereidheid van de mensen om deel te nemen aan het avontuur, verrast door hun enthousiasme. Nu ben ik met de promotie bezig, onder meer door wat ik noem concerts chez moi. Gratis concerten bij de mensen thuis. In België – Brussel, Antwerpen en Gent –, maar ook in Italië en Luxemburg en binnenkort volgen ook nog eens Frankrijk en Engeland. Niet met alle muzikanten: ik op zang en gitaar, samen met de Zweedse celliste Anja Naucler. Een heel intieme sfeer om de songs te ontdekken, de mensen in hun hart te raken met wat ik te vertellen heb.” “Waarlijk bevoorrecht voel ik me, dankbaar dat ik hier in Brussel als artiest ben kunnen groeien. Ik heb ook het gevoel dat ik van hieruit makkelijker de rest van Europa kan bereiken.

Er is ook weinig concurrentie, in tegenstelling tot in Italië: ik moet zowat de enige Italiaanse zanger in Brussel zijn. En mijn ouders zijn ondertussen mijn grootste fans geworden, ze hebben me onvoorwaardelijk gesteund voor Avventura in musica.”

De liefde gevonden Nog zo’n onvoorwaardelijke fan: Lariccia’s vrouw Yael. “Yael is Israëlische. Ik heb haar leren kennen aan het Conservatorium, waar ze barokfluit studeerde. Het is de muziek die ons heeft samengebracht, al heeft ze na een tijd haar studie laten varen. We wonen in Etterbeek, vlak bij het Jubelpark. Thuis is er genoeg leven in de brouwerij, met onze drie schattige zoontjes van vier en twee jaar en zeven maanden jong. Voor mij is dit het zoveelste bewijs dat ik de juiste keuze heb gemaakt door indertijd voor de muziek te kiezen, en voor Brussel. Zo’n goed leven opbouwen: in Italië zou dat allemaal veel moeilijker geweest zijn, misschien zelfs onmogelijk. De lonen zijn er bedroevend laag, de huurprijzen heel hoog.” “Mijn oudste zoontje spreekt nu al Italiaans, Nederlands en Hebreeuws en hij verstaat Frans. De menselijke, linguïstische en culturele rijkdom waarin mijn zoontjes mogen opgroeien, vind ik onbetaalbaar. Voor mij is de wereld pas opengegaan toen ik twintig was, voor hen begint het nu al.”

Karel Van der Auwera

www.giacomolariccia.com, www.avventurainmusica.com

Weite

W

anneer men het in het Brussels over goo geweite heeft, doelt men niet alleen op een goed geweten. Weite heeft alles met ‘weten’ te maken. Onze sympathieke Brusselse uitdrukking “Goo geweite” impliceert een absolute vorm van instemming, een soort onderstreping van woorden als nateurlaaik, goo gezeen en eventueel vanaaiges. Ik zou durven te stellen, waarde lezer, dat het absolute tegengestelde van “Goo geweite” geformuleerd kan worden als het “Da zeede van hee” van vorige week. Natuurlijk kan weite in verband worden gebracht met een zekere vorm van nieuwsgierigheid. Maar het is ook een woordje waarachter men zich af en toe handig kan verschuilen. Wie bijvoorbeeld zijn wereldvreemdheid op tafel wil gooien, pakt uit met: “Ik weit van niks.” Of die uitspraak nu geloofwaardig overkomt of niet, doet er niet zoveel toe. De laatste tijd heb ik het gevoel dat mensen meer dan anders wille weite wat er in de weirelt on ’t gebeure es. Maar misschien is dat maar een heel subjectieve indruk. Wanneer we ergens absoluut van op de hoogte willen blijven, hebben we niet zelden het gevoel da alleman dat oek wil weite. Behalve wanneer het heel persoonlijke aangelegenheden betreft, natuurlijk. Even over naar de dagelijkse conversatie, nu. Het komt voor dat we lichtjes de oren spitsen wanneer iemand zegt: “Moo naa neki eet weite?” Een vraag die alles te maken heeft met mysterie en die ons aanzet tot al dan niet gezonde nieuwsgierigheid. (Daarbij stel ik me de vraag of er ook óngezonde nieuwsgierigheid bestaat.) Al naargelang van ons humeur kan men antwoorden: “Zeg neki” of “Neije!” In beide gevallen zal men iets te weten komen wat niet meteen wereldschokkend is. Hetzelfde gaat op voor “Weut ’t al?” of “Ik goen a neki eet zegge da ge nog ni wist.” Gewoonlijk ga ik ervan uit da ’k veul dinge ni weit dee andere weite. Maar gelukkig geldt net zo goed dat er oek veul es da ’k weit wa andere ni weite. Die laatste bedenking wil ik zonder schroom aan een vorm van ijdelheid wijten.

In verband met weite hoort men af en toe “Haai ik in daan taaid geweite wa ’k naa weit...” Een uitroep waarbij weite in ons Brussels heel goed van pas komt, is “Weute wa!?” Die gebruikt men gezwind wanneer men op een briljant idee of tot de oplossing van een ingewikkeld probleem gekomen is. Iets negatiever klinkt de uitroep “Ik wist ’t!” Die heeft namelijk meestal te maken met verontwaardiging of een soort berusting in de situatie. Eigenaardig genoeg weet men op het ogenblik dat men “Ik wist ’t” aanheft, helemaal niet wat er ging gebeuren of ons ging overkomen. Meestal is het tegendeel zelfs waar. Nu toch graag even terug naar de dooddoeners “Ik weit er niks van” en “Ik weit van niks.” Opmerkingen in die aard sluiten meestal een discussie af. Maar dat kan zich evengoed voordoen met “Ik weit er alles van.” Het is uiteraard nooit uitgesloten dat men tot in de kleinste details van een gebeurtenis op de hoogte is. Maar om er toch eet mier van te weite, laat men die uitspraak maar beter achterwege. Waarmee men echter nooit mag uitpakken – op straffe van zich onsterfelijk belachelijk te maken –, is: “Ik weit alles.” Het kan wellicht eigenaardig klinken, maar ik ken mensen die deze uitspraak tot hun wapenspreuk verheven hebben. Zelfs wanneer we een onnozele opmerking als “Gaa weut niks” naar het hoofd geslingerd krijgen, komt “Ik weit alles” niet van pas. Gelukkig hoeven we onze kop ni te breike over hoe we die opmerking dan wél moeten pareren. Onze grote dichter Remy C. van de Kerckhove schreef ooit: ‘Ik weet ik weet weinig’. Een uitspraak die ik met veel plezier tot de mijne maak. Ten slotte is de beste manier om zoveel mogelijk te weite te komme, het aloude huure, zeen en zwaaige. Hoewel dat laatste niet meteen mijn sterkste punt is, hoop ik met de twee eerste ruimschoots toe te komen. Misschien is het ook leuk om te weten, waarde lezer, dat men altijd kan terugvallen op ‘Wat niet weet, niet deert’. Ziezo, waarde lezer, wee nog mier auver weite wilt te weite komme, weut ma wuune.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina. hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. devestele@bdw.be), Lien Annicaert (lien.annicaert@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@ bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke. vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1274 PAGINA 24 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

Beleid > BIS-Foyer organiseert congres Inclusie in en door sport

‘We zijn de boot aan het missen’ SINT-JANS-MOLENBEEK – Integratie door sport, hoe werkt dat? Hebben kansarmen hun plaats op grasvelden en in sportzalen? En hoe springt de sportwereld met hen om? BIS-Foyer trekt al twintig jaar aan de kar en stelt vast dat lang niet iedereen erop raakt. Er gaat véél talent verloren in Brussel. Hoog tijd om wat good practices uit binnen- en buitenland te bekijken op het congres Inclusie in en door sport. BIS-Foyer bestaat twintig jaar. Brussel Integratie door Sport groeide uit een aantal losse sportactiviteiten met migrantenjongeren. Die vonden moeilijk hun weg naar de klassieke clubs. Coördinator Raf Wyns: “Die eerste jaren werd er nogal vrijblijvend gewerkt. Activiteiten en initiaties allerhande, in de hoop dat die kinderen en jongeren zouden doorstromen naar het reguliere sportaanbod. Maar dat gebeurde niet. Dus besloten we al gauw om zelf clubs op te zetten. We leerden met vallen en opstaan. Badminton trok te weinig volk, de twee tafeltennisclubs draaiden wel een tijdje goed. Maar vaak hangt veel af van één gedreven kracht die er zijn schouders onder zet. Valt die weg, dan wordt het stil. Zo ook met Suru, een Soedanese vluchteling met een pingpongpassie die we in het Klein Kasteeltje leerden kennen. Hij trok heel wat jongeren op gang, maar toen we budgettair krap kwamen te zitten, haakte hij af. Alle begrip daarvoor: ook nieuwkomers moeten leven en willen dus een centje verdienen.” De zaalvoetbalploeg van Foyer scoorde wel. “Die schopte het letterlijk tot derde nationale. Allemaal met jongeren hier uit de buurt. Maar om op dat niveau mee te blijven draaien, heb je grotere structuren nodig, meer centen ook. En die hadden we niet. Terug naar af dus, al zijn

de  CLUB

Ex-atletiekkampioen Raf Wyns ziet veel talent verloren gaan. “Voor heel wat ouders is sport een spel. En spelen is niet prioritair.”

heel wat van die jongens wél doorgestroomd naar andere teams.” Wyns is een voormalig Belgisch atletiekkampioen. Hij is en blijft de drijfveer achter

Atlemo, de Molenbeekse club die al jaren jongeren opleidt en met Monder Rizki een lokale atleet tot tweemaal toe op de Olympische Spelen kreeg. Zonder veel steun van

Royale Amicale Cycliste Uccle (RACU)

‘We zijn geen plakkers’ “Vorig jaar hebben we onze 75ste verjaardag gevierd,” vertelt voorzitter Robert Moerman, zelf al een eind in de zeventig. “In de beginjaren werd er anders gefietst dan vandaag. Er werd toen ook onder meer aan fietsbehendigheid gedaan, tussen kegels rijden bijvoorbeeld. Of ballonrally’s: per fiets een luchtballon proberen te volgen. We organiseerden ook rally’s van zeshonderd kilometer, tot Parijs en terug. Dat is nu verleden tijd.” De RACU had al competitierenners en zelfs een wereldreiziger in haar gelederen, maar ze concentreert zich toch vooral op de recreatieve tochten op zondagochtend. “Dan trekken we naar wedstrijden van bevriende clubs. In eigen tempo rij je je koers. Rustig, zonder druk. Los van de zondag zijn er geen gestructureerde trainingen. Je ziet ons dus nooit samen rijden, ook omdat de jonge gasten te snel gaan voor

© MARC GYSENS

UKKEL – Vlaamse wielergekte heb je amper in Brussel. Toch houden de anciens combattants van de Royale Amicale Cycliste Uccle (RACU) goed stand.

RACU uit Ukkel: “Wij hebben ook leden van rond de veertig, hoor.”

© MARC GYSENS

buitenaf. “Dat is en blijft een pijnpunt. Ik kan alleen maar vaststellen dat er hier een enorm groot potentieel aan talent leeft. Maar doorbreken is absoluut niet makkelijk, zeker

ons. Mensen komen bij ons omdat het bij andere clubs te snel gaat of omdat je er vies wordt bekeken als je eens afwezig bent. Bij ons ben je vrij, en dat trekt onze leden aan.” En zoals het een echte recreatieve wielerclub betaamt, wordt na de inspanning het café opgezocht. “Dat is altijd heel gezellig. Maar pas op, we zijn geen plakkers. Een of twee pintjes, en we zijn weg.” De RACU is een echte Brusselse club waar zowel Frans als Nederlands gesproken wordt. De leden moeten wel kiezen tussen de Nederlandsen Franstalige federatie, en dat zorgt weleens voor wrevel. “Je gaat rijden bij bevriende clubs opdat zij ook bij jou komen fietsen. Een club uit Ruisbroek die bij de Vlaamse federatie is aangesloten, gaat eerder in Menen rijden dan bij ons. Want wij zitten in de Franstalige federatie – overigens zonder dat ze het ons ooit gevraagd hebben. Dat communautaire gedoe is onnozel en vervelend.” De meeste leden van de RACU zijn al jarenlang trouw aan hun club; één lid is al 81. “Je hebt ook leden van rond de veertig, hoor. We krijgen regelmatig telefoontjes van mensen die hun kinderen bij ons willen laten fietsen. Ze denken dat het is zoals bij een voetbalclub, waar je de kinderen dropt en achteraf weer ophaalt. Dat gaat niet. Je moet die kinderen omringen. Ze mogen komen, maar ze moeten hun plan kunnen trekken. We zijn geen leerschool.” Tim Schoonjans www.racu.be


BDW 1274 PAGINA 25 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

niet voor iemand in een kansarm milieu. Voor heel wat ouders is en blijft sport een spel. En spelen is niet prioritair. Of daar investeer je toch niet in als je het al moeilijk hebt. Toch is er hoop. Als ik één ding heb zien veranderen, dan zijn het wel de ouders. Vaak mama’s en papa’s die zelf nog hebben gelopen of gesport en daar echt de voordelen van zien. Steeds meer allochtone ouders gaan nu gericht op zoek naar een sportclub. En jawel, Nederlandstaligheid is dan een extra troef.” “Er zitten zo’n 25.000 kinderen en jongeren in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Maar hoeveel Nederlandstalige clubs zijn er

“Doorbreken is niet makkelijk, en al helemaal niet voor iemand in een kansarm milieu” hier? Niet bijster veel. Er wordt ook niet echt in geïnvesteerd. We zijn de boot aan het missen in Brussel, vrees ik. Ik geef het je op een briefje: van welke discipline ook, als er één sportfederatie of -koepel serieus investeert in de hoofdstad, dan heeft die meteen een enorme voet voor. Maar niemand doet het.”

Huursubsidies Net als heel wat sportclubs overleeft ook BIS-Foyer bij de gratie van de VGC. “De VGC helpt waar het kan,” bevestigt Wyns. “Het is simpel: zonder haar huursubsidies en werkings­toelagen mogen de meeste sportclubs de boeken toe doen. Verschrikkelijk hoe weinig sportinfrastructuur er in Brussel is. En hoe mede daardoor de huurprijzen de pan uit swingen. Lokale overheden tellen flink door: 22 euro voor één basketsportveldje in een sporthal. Wie buiten Brussel actief is, begrijpt dat niet. Een voorbeeld van net over de grens: in Groot-Bijgaarden betaal je voor een terrein 3 euro als je een Dilbeekse vereniging bent. Wie van buiten Dilbeek komt, betaalt het dubbele, zes euro.”

“Met BIS-Foyer huren we heel wat sport­ accommodatie af. Op jaarbasis zitten we tegen de 15.000 euro huurgeld aan. Dat krijg je echt niet meer rond met subsidies. Terwijl we er nadrukkelijk voor kiezen om de lidgelden laag te houden: tussen twintig en veertig euro.” “Bij de meeste clubs loopt dat op tot tweehonderd euro of meer,” zegt Wenke Thewis van de BIS-Foyer-basketmeisjes. “Voor ons doelpubliek is dat veel. Heel veel.” “Terwijl basketbal voor meisjes echt enorm aanslaat,” vertelt Raf Wyns. “We hebben al vaak geprobeerd om allochtone meisjes van twaalf, dertien jaar aan het sporten te krijgen. Maar bijna niks sloeg aan. Behalve basket: dat was meteen een schot in de roos. Het succes deint uit en de vraag is groot. Groter dan de middelen en de vrije zaaluren.” “Op termijn moeten we sowieso naar de verzelfstandiging van de eigen sportclubs. Stilaan wordt de basis breder. Nu al gaat een aantal jongeren een engagement aan als begeleider, coach van de allerkleinsten of ref. En er duiken mondjesmaat ook ouders op die al eens een handje toesteken. Dat is een positieve evolutie. Op die weg moeten we verder, maar het wordt nog hard timmeren.” “Binnenkort trekken we mee een zaalvoetbalcompetitie voor nieuwkomers op gang. We gaan ook een fitnesszaaltje openen. En we willen over de schouders kijken en ideeën uitdragen, zoals nu met het congres over inclusie door sport. Een boksproject in Limburg onder leiding van Abdel Wahhabi, een Free of Charge Sports School in Turkije. En de MasterBoys uit Amsterdam: straatvoetballers die zich verenigen en een... basketbaltrainer in de arm nemen. Interessant hoe dingen ontstaan en groeien. Daar willen we in de toekomst nog meer aandacht aan geven. In de hoop dat ook anderen geïnspireerd geraken.” Francis Marissens Congres Inclusie in en door sport, donderdag 7 april van 13.30 tot 17.30 uur in Sporthal Heyvaert, Nijverheidskaai 31, 1080 Sint-Jans-Molenbeek; gratis. Meer op www.foyer.be

Laat je prikkelen

David Steegen Meneer Weytsman Goede buren zijn van goudwaarde in de grote stad. Mensen op wie je altijd kunt rekenen. Neem nu meneer en mevrouw Weytsman. Het bejaarde koppel staat altijd op de bres voor de buurt. Nieuwe bewoners worden kundig en vriendelijk wegwijs gemaakt door het hartelijke echtpaar. Meneer Weytsman is een beminnelijk man. Hij werkte veertig jaar voor dezelfde bank. Bescheiden bouwde hij een mooie loopbaan uit door hard werk en zelfstudie. Maar Weytsman heeft het niet makkelijk gehad. Hij verloor zijn vader op negentienjarige leeftijd. Verder studeren zat er niet in. De avondschool en veel zelfdiscipline brachten redding. Meneer en mevrouw Weytsman trouwden jong en kregen een dochter. Als hun vrienden uitgingen en van het leven genoten, studeerde meneer Weytsman voor alle examens waarvoor hij ingeschreven was. Zelfs als hij zijn schoonfamilie bezocht. Het echtpaar kwam in 1969 in onze straat wonen. Ze maakten de vele veranderingen in de wijk mee. Ze hebben de bouw van de tunnel onder de basiliek op de eerste rij meegemaakt, de viaduct die Simonis met het Rogierplein verbond, het Elisabethpark dat destijds in twee gespleten werd door de drukke bovengrondse steenweg die de Keizer Karellaan met de Leopold II-laan verbond, het opnieuw samensmelten van de twee parken tot één geheel, de bouw van de Katholieke Universiteit Brussel en de sluiting ervan, de eerste nachtwinkels, de aanleg van de busbanen, de ontwikkeling van de kleine criminaliteit en andere overlast. Er is veel veranderd in de laatste decennia. Niet altijd ten goede, maar het koppel is altijd positief gebleven. Het overkomt me weleens dat ik meneer Weytsman ’s ochtends kruis wanneer hij naar gewoonte even verderop de krant gaat halen en ik naar

mijn werk vertrek. De korte babbel is geen ritueel, daarvoor gebeurt het net te weinig, maar de conversaties dragen bij tot de goede verstandhouding in de buurt. Hij geniet van het contact met jongere mensen, die lieve meneer Weytsman. Dan vraagt hij steevast naar de stand van zaken in het Belgische voetbal, en bij RSC Anderlecht. Zijn echtgenote staat hem overal in bij. Echte liefde is zonder woorden. Ze knijpt een oogje dicht wanneer hij een goede gezondheid veinst. Mannelijke trots is van alle leeftijden. Een mooi koppel dat ongedwongen over de harmonie van het gemeenschap(je) waakt. Na het gesprekje vertrekt hij sloffend naar de krantenwinkel en de bakker om de hoek. Vertrouwde taferelen waar een mens weleens aan denkt op vakantie of bij een andere afwezigheid. Het ‘oost west, thuis best’-gevoel. De conversaties zijn geruststellend. Wanneer iemand in ‘zijn’ gebouw een probleem heeft, staat meneer Weytsman altijd klaar. Samen met enkele buurtbewoners eten we taart in het appartement van de jonge familie die net haar intrek heeft genomen in het gebouw van de familie Weytsman. We spreken over composteren en andere zondagse onderwerpen. Meneer Weytsman geniet van het gezelschap. Hij glundert. De nieuwe, hartelijke bewoners zijn een aanwinst voor het appartementsgebouw en voor de buurt. Vorige zaterdag krijgt mijn vrouw plots bezoek van zijn dochter. Meneer Weytsman is de avond voordien in zijn kantoor gevallen. Hartstilstand. ‘Monsieur Weytsman’ is niet meer. We zullen hem heel erg missen. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

ADVERTENTIE

ETTERBEEK – Sportprikkels palmt opnieuw het sportcomplex van de Vrije Universiteit in. Bloso en de Stichting Vlaamse Schoolsport organiseren voor de negentiende keer de actie Sportprikkels en houden op donderdag 7 april halt aan de VUB. Sportprikkels wordt georganiseerd voor studenten van de derde graad secundair onderwijs, om hun het nut van sport bij te brengen en hen te informeren. Studenten van de universiteiten en de hogescholen hebben het programma opgesteld,

en wat voor een programma! Er zijn Highland Games, clipdance, cricket, lacrosse, sumoworstelen of ‘gewoon’ wat breakdance of een vechtsport – in feite is er veel te veel om het allemaal uit te kunnen proberen. Er worden dan ook verschillende sportpakketten aangeboden. Die bestaan uit één massaactiviteit en drie sporten, één voor en twee na de middag. De leerlingen worden om 8.30 uur ontvangen, en tijdens de lunch krijgen ze een spetterende middagshow voorgeschoteld. De dag wordt tussen 15 en 16 uur met TS een grootse apotheose afgesloten.

EK Gymnastiek KOMT NAAR HEIZEL BRUSSEL – De beste Europese gymnasten nemen het tussen 9 en 13 mei 2012 tegen elkaar op aan de voet van het Atomium. Junioren en senioren zullen in Hal 11 van Brussels Expo strijden voor de medailles op het Europees kampioenschap artistieke gymnastiek voor landenteams. Voor de junioren staan een teamcompetitie, een allroundfinale en toestelfinales op het programma, bij de senioren een teamcompetitie en toestelfinales. Het evenement krijgt als

motto ‘Make it happen’, met Belgisch gymnastiektalent Aagje Vanwalleghem als ambassadrice. Er worden een driehonderdtal gymnasten verwacht op het EK, dat ook meteen de laatste graadmeter is voor de Olympische Spelen, die in de zomer van 2012 in Londen plaatsvinden. Dat geeft het evenement extra piment en belang. Hal 11 biedt plaats aan vijfduizend toeschouwers per competitie. Kaartjes kunt u vanaf 15 mei bestellen op www.brusselsgymnasTS tics2012.eu.

Stem voor de mooiste klasfoto!

16

Brusselse klassen gaan de strijd aan voor de leukste klasfoto.

Nog niet gestemd?

Dat kan tot 8 april op

www.klasindemedia.be


BDW 1274 PAGINA 26 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

‘Ik droom

Miró in de ABC an Jo er ht ic -d er ld hi sc k Ontde

, s t h c a n ’s t i o o n © ILAH

tenaar Joan Miró ooit over ... dat zei de Spaanse kuns en, lijk aan zijn vele schilderij zichzelf. En dat zie je duide t rken, collages... Je hoeft nie we uw ho eld be , en ing en tek Miró’s mooie ‘dromen’ te naar Barcelona te reizen om k in Brussel! bewonderen. Het kan nu oo

‘T

n de opdracht om zonder de speelstations. Ze krijge hun blad papier te gaan nadenken met een lijn op uit it stopt en die alle kanten ‘wandelen’. Een lijn die noo kleuters. tje in de war, krabbelen als gaat. De kids, eerst een bee en toe je blad n. Je mag daarvoor ook af zie te in n me vor rlei alle s “Probeer er nu een in zijn lijn een lachende t het nog ook: Clément ziet luk ing baz ver n hu tot En draaien.” een vogelsnavel. Bij Felipe fut uristische soepkom en een ji Na s, me een en nd mo moerasmonsters zijn blad tot er plots... grote hij ait dra s ken Tel . ger lan duurt het wat verschijnen!

EN VAN

© SASKIA VANDER STICHEL E

rige schilderijen kinderen mee naar de drome Nadien neemt Friederike de hij ’s nachts en hij aan zee woonde, kon “To f. zel ró Mi ter ees otm van gro gemaak t van wel En zo heeft hij een reeks goed de sterrenhemel zien. ilderijen,” ver telt ‘Constellaties’ heten die sch 23 verschillende hemels. Friederike nog. iëren, hij bedacht t van gewoon maar wat kop Joan Miró hield duidelijk nie ook weleens Miróhemelfiguren. Ze worden liever zelf allerlei bizarre gliefen genoemd. jij het mooist of het menten in zijn hemels die “Ga eens op zoek naar de ele voegen,” stelt je eigen sterrenhemel toe te aan ze om dt, vin t igs ard eigena rwan. Naji kiest er alles is mooi!” reageert Ma Friederike voor. “Ja maar, handdoek’ ontdek t. n hij een gek ke ‘lamp met een ‘Constellatie’ uit waari eer. Drazen vindt s boven elkaar een pandab kel cir r paa een in t zie an Marw ant ik hou van haar émie kiest voor een oog, “w overal vreemde vissen. No leg t ze uit. “Deze zulke lange wimpers heeft,” kleur en vorm, en ook dat ze nden.” En ze beg int alien met scherpe hoekta een net k: leu ook ik d vin heel leuk: als je goed d de schilderijen van Miró meteen te tekenen. “Ik vin s in zien.” kijk t, kan je er echt van alle

Z

RE

de vissen Lange wimpers en vreem

zaIE

R IE D E

O T 13 J A T 9

• BD W R A

O VO

wieg e was, zag hij vanuit zijn oen Miró nog een baby’tj el t de echte, maar een hem altijd een sterrenhemel. Nie er, Lat van zijn kinderkamer. getekend op het plafond sterrenhemels ft Miró heel vaak zijn eigen toen hij schilder werd, hee vierde leerjaar rike aan de kinderen van het ede Fri telt ver t Da t.” aak gem ene. Die zijn op é/Cardinal Mercier uit Els van de school Sainte Trinit voor kinderen in dat is een bijzondere plek bezoek in de ABC-studio: er te weten over ró. Je komt er niet alleen me Mi r ove ng elli nst too ten de er ook zelf een beetje Miró. deze kunstenaar, je wordt rike voor nhemel maken?” stelt Friede rre ste een s een f zel we “Zullen op je blad papier, gewoon een aantal punten aan haar groepje kids. “Zet je merken dat er punten verbindt, dan zal met je ogen toe. Als je die kan bestaande d tevoorschijn komt. Of je eel nb rre ste een sch ati om aut wil.” ls op deze poster, als je dat sterrenbeelden kopiëren, zoa ji sluit zijn niet lang na te denken. Na Naji, Noémie en co hoeven een hond, r sterrenbeelden: een vogel, ogen en verzint zo een paa en schetst Felipe tekent liever iets na zelfs een pijl. Zijn vriendje echt mijn enblad: “Dat is ook in het een weegschaal op zijn tek wkeurig, deren tekenen graag nau horoscoop.” Sommige kin er op los. anderen fantaseren er liev

Op wandel met een lijn het even wat, beetje n’impor te quoi, om een t nie s som ró Mi ft hee “Maar... chien,” ant woordt tijdje aan Friederike. “Miss een na ji Na agt vra ?” aan ged worden. Laten we te quoi ook iets heel moois ze, “maar soms kan n’impor eens proberen.” menteren in een van ABC-studio, om er te experi De kids gaan weer naar de

grond een es zelf Miró. Op de achter ntj eve je rd wo dio stu CIn de AB vele schilderijen. reproductie van een van zijn


BDW 1274 PAGINA 27 - DONDERDAG 7 APRIL 2011

-studio!

’ k r e w k i s l ik droom a

Dit schilderij is een van Miró’s ‘Constellaties’, een

© KMSK

n ze die Met wasco en stif ten kleure st een rommeltje fantasiefiguren in. Wat eer nst werkje à leek, wordt een origineel ku r de tekening la Miró. Kijk maar eens naa Dus toch niet van Noémie in ‘Blikvanger’. i... helemaal n’impor te quoi, quo

DOOR PATRICK JORDENS

reeks van 23 sterrenhemels. De ABC-studio en de expositie van Joan Miró kan je bezoeken in het INGCultuurcentrum op het Koningsplein 6, nog tot en met

HTER DOLORE S. © ABC

‘De schilder van de fluitjes uit Mallorca’

dat Miró’s Sommige mensen zeggen n doet denken. werk aan kinder tekeninge daar zelf En waarschijnlijk was Miró onderde die heel geluk kig om. Hij bew vol fantasie tekeningen, omdat ze vaak r, Dolores, zitten. Van zijn enige dochte schat! n, in een grote map. Als een bewaarde hij alle tekeninge uders door, op het eiland zijn vakanties bij zijn grooto hij cht bra s, wa in kle ró Mi Toen (een stier, een cadeau. Dat is een figuurtje rell siu een ns lee we er eg Mallorca. Hij kre pening om op te fluiten. met achteraan een mondo i, kle uit t aak gem ...) ltje duive r een feest. De ze voor hun kinderen, of voo en akt ma s ker bak ten pot Vrouwen van zen. dan er hele dagen op te bla kleine Joan vond niets leuker ijd een grote op Mallorca, stond daar alt had lier ate te gro en eig zijn Later, toen Miró beschilderd met enkel guren zijn helemaal wit en fi uit fl Die . s rell siu g elin verzam n, rood-g roenleuren rood-geel, rood-g roe fdk hoo de in ens telk n, nte streepjes en pu lderd, hij is er zelfs bekend heeft Miró ook vaak geschi ren leu isk bas die t Me . uw bla el’ en ‘Zonnevogel’, otste sculpt uren, ‘Maanvog gro zijn van e twe En en. om geword mde collega-k unstenaar n van de siurell. Daarom noe zijn gebaseerd op de vorme r van de fluit jes uit beetje spottend, ‘de schilde Salvador Dalí hem ooit, een beetje kind gebleven is... kt eerder dat Miró altijd een den ie Zaz ar Ma ca’. llor Ma d je heel wat mooie boeken een kor te film bekijken en vin je kan io tud C-s AB de In (Meer weten? over Miró’s leven en werk.)

BLIKVANGER

JOAN MIRÓ EN ZIJN DOC

[ SORRY ] SNORRY?

19 juni. Heel leuk om met je klas, vrienden of ouders naartoe te gaan. Surf naar ww w.ing.be/art!

‘De wang van de zon’

haar ... zo noemde Noémie (9) Miró kunst werkje, in de stijl van (lees ook het hoofdartikel). tekeningen Miró gaf zijn schilderijen en e: ‘Nachtelijke ook vaak poëtische titels me slakkenspoor’, figuren volgen het lichtende je van ‘De vogel met bijvoorbeeld. Of wat dacht naar de verzilverde ont plooide vleugels vliegt boom’?


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.