BDW - editie 1276

Page 1

Wegwijs op de hedendaagse kunstbeurs art brussels En ook: Clara van den Broek, Gorki en Route Irish van Ken Loach. AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

21 04 11

Jean Brusselmans, 14 EEN GENRE OP ZICHZELF

15

Berberklanken in Sint-Jan de Doperkerk SINT-JANS-MOLENBEEK – Een kerk in prachtige art deco, gelegen in het hartje van Maghrebijns Molenbeek? Daar moet meer mee te doen zijn. Het Regionaal Integratiecentrum Foyer organiseerde afgelopen weekend in de Sint-Jan de Doperkerk een concert met Berbermuziek. De gerenommeerde Algerijnse zangeres Houria Aïchi bracht er, a capella, traditionele liederen over liefde, tristesse, de fierheid van de vrouw, maar ze putte ook uit het religieuze repertoire van haar vaderland. De kerk was goed gevuld, met moslims, katholieken, muziekliefhebbers,... Op het einde kreeg Aïchi zelfs enkele mensen aan het dansen. SVG © JO VOETS

Politiek > Veertig VGC-adjunct-directeurs sturen boze brief naar Vanraes, Grouwels en De Lille

Onderdirecteurs in opstand BRUSSEL – Rien ne va plus tussen de ambtenaren en de collegeleden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie of VGC. Veertig onderdirecteurs hebben een brief gestuurd om hun beklag te doen over de eigengereidheid van de kabinetten. “Tellen we eigenlijk nog mee?”

V

erslagen van vergaderingen die door kabinetten worden gewijzigd, ramingen die de administratie moet uitvoeren maar die met één pennentrek naar de prullenmand worden verwezen, dienstreizen die worden georganiseerd zonder de adminis­t ratie op de hoogte te brengen: het vertrouwen tussen de kabinetten van de drie collegeleden Jean-Luc Vanraes (Open VLD, Onderwijs), Brigitte Grouwels (CD&V, Welzijn) en Bruno De Lille (Groen!, Cultuur) en de administratie is helemaal zoek. Dat blijkt uit een brief die veertig onderdirecteurs op 22 maart aan de collegeleden hebben overgemaakt

en waarop ze net voor de paasvakantie een antwoord van collegevoorzitter Vanraes hebben kregen. In de brief uiten de adjunct-directeurs hun ongenoegen over de samenwerking tussen de politiek en de administratie en stellen ze zich openlijk vragen over hun huidige rol en positie als adjuncten in de VGCadministratie. De initiatiefnemers van de collectieve brief willen de diplomatieke weg bewandelen “zonder pers of vakbonden” en willen dus niet praten. Ze hopen de komende weken op een gesprek binnen het management­ comité en zullen dan zien of ze verdere stappen ondernemen.

Een van de ondertekenaars is wel bereid meer uitleg te geven over de malaise. “Wij als adjunct-directeurs zijn het meest rechtstreeks betrokken bij het beleid. We moeten voor alle dossiers uiteindelijk samenwerken met de kabinetten van het VGC-college. Voor de financiering, voor de uitvoering, moeten we het fiat krijgen van het kabinet. Maar die samenwerking wordt ons onmogelijk gemaakt.” Vooral de VGC-kabinetten van  Vanraes en Grouwels, en meer bepaald de twee adjunct-kabinetschefs, wor­den met de vinger gewezen. Die zouden er samen alles aan doen om de VGC-dossiers volledig naar hun hand te zetten. De administratie, die toch het verlengstuk zou moeten zijn van het beleid, wordt daarbij gepasseerd. “Zoals altijd probeer je het kabinet wat te ‘voelen’,” klinkt het nog. “Je houdt rekening met de beleidsop-

De initiatiefnemers willen de diplomatieke weg bewandelen ‘zonder pers of vakbonden’ ties van het collegelid voor wie je werkt. Maar zelfs dan wordt daar totaal geen rekening mee gehouden. De mensen raken totaal gedesillusioneerd. Ze vragen zich ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

KNALPRIJZEN BIJ Afspraak op pagina 27

af: waarvoor dienen we nog?” De brief is door veertig van de iets meer dan vijftig onderdirecteurs ondertekend, met naam en toenaam. Enkele van hun oversten hebben impliciet hun steun betuigd aan de brief. De actie is een primeur in de geschiedenis van de VGC. In een korte brief van 7 april antwoordt collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes dat hij de bekommernis van de onderdirecteurs ter harte neemt. Het is nog maar de vraag of dat de gemoederen kan bedaren. Steven Van Garsse

Gratis stadsfestival

St Katelijneplein - 14u30

zie pagina 7

DB26/736617D1

N° 1276 VAN 21 TOT 28 APRIL 2011 ¦ WEEK 16: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE


BDW 1276 PAGINA 2 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

OPMERKELIJK © DRIES GEYSKENS

Uitgelicht > Sven Gatz (Open VLD) stopt als Vlaams parlementslid KONIJNENPLAAG IN LAKEN LAKEN – Wilde konijnen teisteren het Park van Laken. Leefmilieu Brussel, de beheerder van het park, zou de konijnenpopulatie in het 44 hectare grote Park van Laken graag zien verminderen. Hoeveel er exact rondlopen, weet niemand, maar ze veroorzaken heel wat problemen. Op de Kattenberg, midden in het park, staan eeuwenoude eiken die door de konijnenholen dreigen om te vallen: de dieren graven hun tunnels tussen de wortels. Leefmilieu Brussel heeft ook ontdekt dat het wilde konijn niet het enige konijnenras is in het park. Baasjes die van hun langorige huisdier af willen, dumpen ze daar. Het wilde konijn is een beschermde diersoort in België. “In alle andere provincies zijn er bijna geen wilde konijnen meer. Het lijk alsof ze zich allemaal in Brussel hebben verzameld,” zegt Laure-Anne De Beusscher van Leefmilieu Brussel. “We zouden ze liever naar andere provincies deporteren.” Het parkbeheer heeft de Hoge Raad voor Natuurbehoud toestemming gevraagd om de populatie onder controle te krijgen, maar de kans is klein dat die vraag ingewilligd wordt. NK

ELSENE – Negen maanden nadat de raad van bestuur van vzw Flagey directeur Hugo De Greef op straat had gezet, is de kogel is door de kerk. Gilles Ledure, die de voorbije jaren naam maakte in de wereld van de klassieke muziek, wordt de nieuwe directeur. Flagey moest vorig jaar alles op alles zetten om de nagelaten financiële aderlating tijdens het bestuur van Hugo De Greef uit te gommen. Het boekjaar 2010 is positief afgesloten. Voor de reorganisatie, een nieuwe strategisch plan, een uitbreiding van het seizoens­programma (20112012) en de samenwerking met Brussels Philharmonic (in vaste residentie in Studio 4 van Flagey) wordt nu op Ledure gerekend. Hij treedt op 1 juli in dienst. Tarquin Billiet blijft artistiek directeur. Brusselaar Gilles Ledure stuurt op dit moment het Orchestre National de Lille en was voordien actief bij het Nationaal Orkest van België en het Orchestre Philharmonique du Luxembourg. Met zijn vzw Tactus ten slotte wil hij jonge componisten kansen geven.   JMB

BRUSSEL – Met het ontslag van Sven Gatz als Vlaams parlementslid verdwijnt een gedreven, stedelijke verhalenverteller uit de nationale politiek. Gatz maakt van zijn hobby zijn beroep en wordt directeur van de Belgische Brouwers.

N

et zevenentwintig was hij, toen de Open VLD’er in 1995 het Brussels parlement binnenrolde. Gatz had toen drie jaar op het kabinet van staatssecretaris Vic Anciaux (VU) gewerkt, die hij zijn politieke vader noemt. In de gangen van het Brussels parlement - toen nog op de zolder van de Senaat - stelde hij zich voor met de woorden: vader van drie kinderen, samenwonend, niet getrouwd. In 1995 betekende dat nog iets. Gatz was lid van de VU, een verzameling individuen, links en rechts, maar Vlaams-nationalistisch. Lichtjes anarchistisch ook, zo zegt Gatz vandaag. Zelf was, is Gatz links, links-liberaal. Gatz heeft zich in het Brussels par-

lement van meet af aan ontpopt als een noeste werker. Een denker ook, een man van de nuance die goed gedijde als parlementslid voor de meerderheid. Als oppositieleider had hij het wat moeilijker om de toon te vinden, alhoewel hij er onlangs in slaagde om ministerpresident Kris Peeters in het nauw te brengen. Peeters was met astmapatiënten de Aconcagua gaan beklimmen. Gatz haalde snoeihard uit: “Plus haut monte le singe, plus il montre son cul.” Gatz, pas een jonge veertiger, heeft het niet alleen waargemaakt in de politiek, hij is ook een goede schrijver. Over steden, stedelijkheid en over liberalisme. Maar het boek dat het best is bijgebleven,

is Bastaard – Het verhaal van een Brusselaar. Een boek dat tegelijk in het Nederlands en het Frans is verschenen. “Een Brussel-boek is alleen geloofwaardig als het in de twee talen verschijnt,” zei Gatz toen, in 2008. In Bastaard laat Gatz ook voor een keer de strikte scheiding tussen politiek en privé vallen, omdat het persoonlijke het toelaat over politiek voor een ruim publiek te schrijven: “Thuis werden we opgevoed in Algemeen Nederlands. (...) Mijn ouders hadden nochtans kunnen kiezen voor een tweetalige opvoeding. Mijn moeder, hoewel perfect tweetalig, had het Frans als moedertaal. (...) Mijn vader wist hoe subtiele verfransingsprocessen lelijk hadden huisgehouden in de hoofdstad.” Het citaat zegt veel over de bedachtzaamheid waarmee Gatz tegen de dingen aankijkt.

Vriendschap Gatz heeft het uiteenvallen van de VU van op de eerste rij meegemaakt.

Eerst stapt hij samen met Bert Anciaux mee in VU-ID, later naar Spirit. Maar een hoogoplopende ruzie tij-

“Het enige wat me niet lekker zit, is dat ik kiezers en enkele vrienden, zoals Guy Vanhengel, moet teleurstellen”

dens een barbecue betekent de definitieve breuk tussen de twee. In 2002 deden hier al verhalen over in de wandelgangen, nu spreekt Gatz er in kranteninterviews zelf over. En

DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS © JO VOETS

GILLES LEDURE GAAT FLAGEY (BIJ)STUREN

Bierliefhebber wordt brouwer

Verschillende mensenrechtenorganisaties hebben vrijdag actie gevoerd voor de gebouwen van de Europese Commissie. Die dag was ook de Internationale Dag voor de Palestijnse Gevangenen. In april 2011 zitten er 37 vrouwen in Israëlische gevangenissen voor het plegen van geweldloos verzet en/of om hun politieke activiteiten. Een groot aantal van hen is parlementariër in de Palestijnse Wetgevende Raad.


WEEKOVERZICHT

BDW 1276 PAGINA 3 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

© BART DEWAELE

DONDERDAG 14 APRIL MIVB-BUS BESCHOTEN. Er wordt opnieuw geweld gepleegd tegen een MIVB-bus. De daders schieten rond halftien ’s ochtends op de Versailleslaan in Laken met een luchtdrukgeweer twee ruiten aan diggelen. Er vallen geen gewonden. Het verkeer op lijn 53 ligt tot tien uur stil tussen de haltes De Wand en Militair Hospitaal. De MIVB en de politie treffen extra veiligheidsmaatregelen. Brand in flatgebouw Anderlecht. Rond 21.30 uur breekt er brand uit in een appartementsgebouw aan de Dokter Lemoinelaan in Anderlecht. De honderdvijftig bewoners van het   appartementsblok worden geëvacueerd en kunnen pas maandag terug naar hun appartement. Eén persoon moet met een rookvergiftiging naar het ziekenhuis. POLITIE ONTDEKT NAMAAK. In de Naaldstraat in Anderlecht ontdekt de politie een opslagplaats vol namaakgoederen. Het gaat om vijfduizend batterijen, speelgoed, merkkleding en theeserviezen. Alle spullen worden in beslag genomen en onderzocht.

VRIJDAG 15 APRIL EXIT GATZ. Sven Gatz, fractieleider van Open VLD in het Vlaams parlement, houdt de nationale politiek voor bekeken. Vanaf 1 september wordt hij directeur van de Unie van de Belgische Brouwers. Hij blijft wel gemeenteraadslid in Jette.

Sven Gatz in 2008. Op zijn 27ste rolde hij het Brussels parlement binnen, nu zegt hij de nationale politiek vaarwel. “Maar ik vind politiek nog altijd een mooie job. Ik zou het mijn kinderen nooit afraden.”

Gatz spreekt niet als hij niet heeft nagedacht. Na zijn overstap in 2002 wordt Gatz vlug aanvaard in de liberale club. Samen met de Gentenaar Sas van Rouveroij en de Antwerpenaar Christian Leysen schrijft hij Stadslucht maakt vrij. En in Brussel  raakte hij bevriend met Guy Vanhengel. Zijn overstap naar Open VLD heeft hij zich nooit beklaagd. En hij gaat niet ontmoedigd weg; de kans om zijn carrière een andere wending te geven heeft hij aangegrepen.

“ “ HET GETAL

In De Tijd van vorige zaterdag klinkt het zo: “Ik vind politiek nog altijd een mooie job. Ik zou het mijn drie kinderen nooit afraden. Het enige wat me niet lekker zit, is dat ik kiezers en enkele vrienden, zoals Guy Vanhengel, moet teleurstellen. En dat ik moet weggaan nu de Belgische politiek een van haar donkerste bladzijden schrijft.” Gatz’ liefde voor het bier was bekend. Hij lanceerde het bier Halfrond, schreef een boek met de 101 tofste cafés, Gruuten dëst, en hij

leerde in het volwassenenonderwijs bier brouwen – waardoor hij zich  zytholoog mag noemen. Hoe onverwacht zijn vertrek uit de nationale politiek ook moge zijn, dat hij aan de slag gaat bij de Unie van de Belgische Brouwers verrast niet. Als Gatz’ toekomstige bierverhalen even goed zullen zijn als zijn stedelijke verhalen – en waarom zouden ze dat niet zijn? –, dan wachten de brouwers boeiende dagen. Danny Vileyn

B-H-V is extreem belangrijk voor de Frans­taligen en hun geopolitieke strategie. Wat als morgen het land uiteenvalt? Daar moeten we rekening mee houden.” Grondwetspecialist Christian Behrendt (Université de Liège) legt in De Standaard uit waarom een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde het strategische belang van de Franstaligen schaadt.

Sommige bedrijven geven een firmawagen aan mensen die op 500 meter van hun werk wonen.” Minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) stelt voor om bedrijfswagens af te schaffen om­dat die volgens haar mee verantwoordelijk zijn voor de mobiliteitsproblemen in de hoofdstad (in Trends).

3

De nieuwe directeur van de AB, Dirk De Clippeleir, zei in de krant De Standaard dat de muziektempel een derde zaal nodig heeft, naast de huidige grote zaal en de Club. Anders kan de AB niet meer groeien. “Ons probleem is dat we de grote zaal nu zo vol mogelijk moeten steken om het rendabel te houden. Het zijn de concerten in de

grote zaal, met een staand publiek, die geld opbrengen. Al de rest is verlieslatend.” De Clippeleir zoekt een grotere zaal met 1.200 zitplaatsen, voor artiesten die graag voor een zittend publiek optreden. Hij zegt dat het geen dringend plan is, al worden de Brusselse zalen toch al geïnspecteerd. Een ‘goede zaal in Etterbeek’ lag uiteindelijk te ver van de AB. Het vlakbij gelegen Kladaradatsch is te klein. Dat complex ligt, na de strijd van tien jaar geleden tussen de Franse en de Vlaamse Gemeenschap, politiek misschien ook nog wat te gevoelig?

ANDERLECHT OPNIEUW LEIDER. Paars-wit herpakt zich na twee nederlagen in de play-offs met een overwinning op Genk.   Door de 2-0-zege met doelpunten van Veselinovic en Lukaku springen de Brusselaars over Genk naar de leiderspositie. Anderlecht heeft een puntje meer dan Genk en twee meer dan Standard. Woensdag­avond speelt Anderlecht tegen Gent, de huidige vijfde in de rangschikking.

ZATERDAG 16 APRIL CIRCUS IN DE STAD. De aftrap van de vijfde editie van het circusfestival Hopla wordt gegeven. De activiteiten vinden plaats op en om het Sint-Katelijneplein, het Begijnhofplein en de vismet. Eregast is het Franse circus Aléa, dat een grote tent op de vismet mag neerzetten. Het evenement, georganiseerd door de Stad Brussel en La Maison du Cirque, loopt tot en met 25 april. Baby sterft na val van balkon. Een vijftien maanden oude baby valt in de vooravond van een balkon in de Van Gulickstraat in Laken en overleeft de val niet. De hulpdiensten proberen het jongetje nog te reanimeren, maar alle hulp komt te laat. Het parket gaat uit van een ongeval.

ZONDAG 17 APRIL TIEN JAAR DORP OP STAP. Ter gelegenheid van tien jaar Dorp op Stap organiseert het Festival van Vlaanderen Brussel in de voormiddag concerten in het Paleis voor Schone Kunsten. Na de middag staan er geleide wandelingen op het programma. De ontdekkingstochten worden verzorgd door UiT in Brussel.

MAANDAG 18 APRIL NIEUWSBRIEF VOOR BRUSSELAAR. De Stad Brussel lanceert een tweewekelijkse elektronische nieuwsbrief. Er zullen evenementen in aangekondigd worden, maar er komen ook allerlei praktische informatie, nieuwtjes en diensten in. De nieuwsbrief wordt een aanvulling van het gemeenteblad De Brusseleir.

DINSDAG 19 APRIL Naar zee. De eerste namen voor Theater aan Zee (TAZ) zijn bekend. Onder meer Jan Decorte, Marc Didden, Wim Vandekeybus en Dominique Deruddere maken tussen 28 juli en 6 augustus hun opwachting op het theaterfestival in Oostende. Gastcurator dit jaar is Josse De Pauw. Aanslag op werkgeverskoepel. De federale politie en het parket melden dat onbekenden in de vroege ochtend van 1 april een aanslag met brandbommen hebben gepleegd op de kantoren van Comeos op de Edmond Van Nieuwenhuyselaan in Oudergem. Comeos is de Belgische federatie voor handel en diensten. Over het motief van de daders bestaat geen duidelijkheid. De politie doet een getuigenoproep.

Samengesteld door Sam Vanermen en Christophe Degreef

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1276 PAGINA 4 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Jostein Gripsrud: “Als je je ervan bewust bent dat er verschillende gemeenschappen zijn, moet je ook begrijpen dat er binnen álle gemeenschappen tegenwerkende krachten zijn die integratie onmogelijk willen maken.”

Samenleving > Jostein Gripsrud (Universiteit Bergen) over taalconflicten, natie en hoofdstad

‘Nationalisme is een kwestie van routine’ ETTERBEEK – Naar eigen zeggen kreeg de Noorse communicatiewetenschapper Jostein Gripsrud het benauwd toen hij zag wie er al eerder een Francqui-leerstoel had bekleed. Het waren filosofen naar wie hij opkeek. Gripsrud is sinds januari in België om les te geven aan de VUB, de ULB en de UGent. Hij bestudeert hoe samenlevingen tot stand komen door taal en communicatie.

E

en Francqui-leerstoel is een prestigieus uitwisselingsproject waarbij een professor wordt uitgenodigd om zijn verworven kennis te delen met studenten.

“Voor ik naar hier kwam, keek ik even na wie me was voorgegaan. Ik trof namen aan als Michel Foucault en Paul Ricœur, Franse filosofen naar wie ik opkeek. Maar ik slikte

ook wel bij zo’n goed gezelschap. Want hier is dan Jostein Gripsrud, een toerist uit Noorwegen (lacht).” Nog tot 30 juni blijft hij in België. Volgens hem kan een buitenlander

niet echt een waarheidsgetrouw beeld schetsen over België. Toch ondernam hij een poging, en nog wel op een warme namiddag tussen vele eurocraten op het Etterbeekse Jourdanplein. U omschrijft uw vakgebied als ‘media, communicatie en samenleving, en hoe samenlevingen door communicatie en media

gevormd worden’. Maar wat is de plaats van een hoofdstad in een samenleving? Jostein Gripsrud: “Er zijn landen waar de hoofdstad niet zo’n belangrijke plaats inneemt. De hoofdstad leeft niet echt in de nationale cultuur in landen als de Verenigde Staten, waar Washington wel een plaats van belang is, maar niet de culturele hoofdstad: dat zijn New York en Los Angeles. En er zijn nog talloze voor-


BDW 1276 PAGINA 5 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

© BART DEWAELE

beelden, in Australië bijvoorbeeld. De meeste landen daarentegen, en zeker in het Europa van de monarchieën, kennen een cultus waarbij de grootste en belangrijkste stad ook de hoofdstad is. Dat betekent automatisch dat de hoofdstad keer op keer vermeld wordt in nieuwsuitzendingen, omdat de hoofdstad de plaats is waar de belangrijkste economische en politieke beslissingen worden genomen.” “Metropolen trekken onvermijdelijk een belangrijk aantal verschillende organisaties aan. In Noorwegen woedt het debat of het wel nodig is om zoveel belang toe te dichten aan de hoofdstad Oslo, en er zoveel instellingen te laten zetelen. In mijn woonplaats Bergen, de tweede Noorse stad, heerst er bijvoorbeeld het gevoel dat veel meer instellingen ook daar terechtkunnen in plaats van in Oslo.” “Brussel is het centrum van België en het culturele en economische hart van het land, maar ook weer niet. Het is de grootste stad en heeft een levendige culturele

Is België zo mogelijk niet nog meer een geconstrueerde samenleving dan andere Europese landen? Gripsrud: “Ik werd verplicht om jullie problemen te bestuderen omdat ik onderzoek heb verricht naar nationale identiteiten, en omdat mijn inauguratiespeech voor de Francqui-leerstoel daarover ging. Ik heb een boek geschreven over een nationale kwestie die Noorwegen verdeelde en nog steeds verdeelt. Meer bepaald: de patriottische beweging die is opgebouwd rond het Nieuwnoors, het Nynorsk.” “Toen Noorwegen een deel van Zweden werd na de Napoleontische oorlogen aan het begin van de negentiende eeuw, waren er twee stromingen die een Noorse taal tot stand probeerden te brengen. Een ervan bepleitte een graduele evolutie van het Deens, want dat was het land waarvan Noorwegen voorheen deel uitmaakte. Deens was de taal waarin de nieuwe Noorse grondwet was opgesteld, de taal ook die het dichtst lag bij de taal die in de hogere kringen in Oslo gesproken werd. Het was de bedoeling dat geschreven Deens langzaam zou evolueren naar de taal die in de hoofdstad werd gesproken. Dat op het Deens geënte Noors heet Bokmål.” “De Nynorsk-beweging echter wilde een nieuwe taal tot stand brengen op basis van een regionaal bergdialect dat klanken en woorden uit het Oudnoors gebruikte, de taal van de Vikingen. Nynorsk werd de taal van de lagere klasse. Met die taal kwam een cultuur op gang. Er ontstond een parallelle maatschappij, met eigen onderricht, boekenwinkels, uitgevers en theaters. Bokmål is echter de winnende taal gebleken, en waarom? Omdat die taal dichter stond bij de taal die in de hoofdstad en andere steden werd gesproken. En in de negentiende eeuw waren steden erg in opmars door de industrialisering. Tot op vandaag is Bokmål de voornaamste Noorse geschreven standaardtaal, want maar 15 procent van de Noorse kinderen krijgt Nynorsk onderwezen. En de nationale omroep heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Je kunt met een boutade zeggen dat Noorwegen pas een natie werd na de installatie van de radio-omroep. Voor de kleine rurale dorpjes ging een nieuwe wereld open, en die nieuwe wereld was een Noorwegen op maat van de steden.” Er zijn parallellen met België voor het een federale staat werd, omdat de hoofdstad toen ook een zeer belangrijke rol speelde in het vestigen en bevestigen van de natie. Gripsrud: “Frans was hier de taal van de hogere klasse, en daarom geldt het tot vandaag als de taal van de arrogantie – voor de Vlamingen

zomaar doet. Ik weet wel dat ik voor mijn leerstoel door drie universiteiten ben uitgenodigd, en dat die niet allemaal tot één taalgroep behoren. Er is dus nog iets mogelijk.”

Wie is Jostein Gripsrud? © JOSTEIN GRIPSRUD

scene, veel winkels en bovendien is het de hoofdstad van Europa. Toch beweegt er veel in andere Belgische steden. Ik neem er nota van dat Antwerpen een belangrijke speler is, een beetje vergelijkbaar met de rol die Bergen in Noorwegen speelt.”

Jostein Gripsrud (1952) is doctor in de communicatiewetenschappen aan de universiteit van Bergen, Noorwegen. Hij heeft les gegeven aan verschillende universiteiten in Europa en de Verenigde Staten, zoals Los Angeles, Kopenhagen, Stockholm en Parijs. De Noor heeft verschillende publicaties op zijn naam staan over zijn vakgebied, geschiedenis, theater, journalistiek en samenleving. Daarnaast is hij adviseur voor de Noorse Unesco-commissie, televisieproducent en een bekend mediacommentator. Nog tot het einde van het academiejaar geeft hij in België les aan doctoraatstudenten in het kader van zijn Francquileerstoel. CD

dan. Dat kun je vergelijken met de vroegere tweedeling in Noorwegen, die was ook klassegedragen, zoals ik uitgelegd heb. Het ging dus niet alleen om taal, maar ook om een sociale strijd.” “Ik denk dat het probleem hier is dat

Dat is de ironie: u hebt altijd bestudeerd hoe samenlevingen tot stand kwamen, en nu maakt u zelf deel uit van zo’n proces. Gripsrud: “(lacht) Ik dacht altijd dat ik een kosmopoliet was, die lange tijd in verschillende buitenlanden heeft gewoond en verschillende talen sprak. Maar hoe kritisch ik ook was voor mijn thuisland en het

“Ook Noorwegen heeft zijn taalstrijd gekend” nationalisme, na een tijdje moest ik toch toegeven dat ik altijd aan mezelf refereerde als ‘Noors’. Niet om romantische redenen, maar om praktische. De Noorse cultuur is immers de cultuur waarin ik ben opgegroeid.” “Juist door die achtergrond en door mijn opvoeding in het Noors, de boeken die ik gelezen heb, de tvprogramma’s die ik bekeken heb, de sporthelden die ik kende, door die dagelijkse dingen, daardoor ben ik Noors. Nationalisme is dus iets heel praktisch; het is gebaseerd op routine, op gewoonte.” Volgens die logica is kosmopolitisme dan een onpraktisch gegeven. Gripsrud: “Niet echt, want ik ben ook kosmopoliet in die zin dat ik vele vrienden heb in verschillende landen. Ik heb lesgegeven in verschillende landen en heb ervaringen in verschillende landen. Identiteiten zijn te complex om zomaar te vatten. Maar toch: ook al heb ik een huis in Frankrijk of woon ik tijdelijk in Brussel, ik heb een drang om re-

“Ik geef hier les aan drie verschillende universiteiten, en niet binnen één taalgroep. Er is dus nog iets mogelijk in België”

de overkoepelende Belgische publieke sfeer, waarin Franstaligen en Vlamingen moeten samenwerken, strikt gescheiden is en niet meer bestaat. Nationale instellingen die de Belgische nationaliteit mee vorm zouden moeten geven, zijn opgesplitst volgens taal. Dat maakt het moeilijk om nog een geloofwaardige natiestaat te onderhouden. Wil je nog een beetje België behouden, dan zul je een publieke sfeer moeten heropbouwen. Geen idee hoe je dat

gelmatig Noorse tv te kijken. Dankzij het internet is het voor migranten makkelijker geworden om de band met het thuisland te onderhouden. Noren in de hele wereld houden dus van hun schotelantenne om Noorse tv te kijken, schrijf dat maar op (lacht).” In Brussel heb je een grote tweedeling tussen arm en rijk, en die breuklijn valt vaak samen met die tussen

autochtoon en allochtoon. In De Standaard vertelde u dat de meeste jongeren alleen nog maar informatie opnemen die bevestigt wat ze al denken. Denkt u dat de kloof in deze stad zal groeien? Gripsrud: “Dat moeten jullie maar oplossen.” Niet echt een verhelderend antwoord... Gripsrud: “Het is een kwestie van communicatie. Zolang er geen initiatieven zijn om jullie te verbinden, zal er niet veel gebeuren. Er is dus baat bij open discussie, en daarbij moeten zowel de gebruiken en de taal van de autochtone meerderheid gehoord en uitgelegd worden als de gebruiken en de taal van de allochtone minderheid. Zich opsluiten in het eigen gelijk is niet echt een oplossing. Dus alleen maar jouw tv-programma’s bekijken via de schotelantenne zal weinig helpen. Het is een integratiedebat, een activeringsdebat en een cultureel debat.” Mijn generatie heeft uitentreuren gehoord dat we vriendelijk en open moesten zijn en niet mochten discrimineren; op den duur stel je je de vraag of mensen niet murw geslagen zijn door de uitholling van het begrip ‘discriminatie’. Gripsrud: “Er was en is ook een ‘wees vriendelijk tegen de migrant’cultuur in Noorwegen, en er was ook een tendens om partijen die van migratie een kernthema maakten, te weren. Als je je ervan bewust bent dat er verschillende gemeenschappen zijn, moet je ook begrijpen dat er binnen álle gemeenschappen tegenwerkende krachten zijn die integratie onmogelijk willen maken. Er is het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk, dat een zeer ver doorgedreven vorm van multiculturalisme kent, in die zin dat men er denkt dat de sharia er zou kunnen bestaan naast de oorspronkelijke wetgeving. Dat is problematisch, want in een rechtsstaat moeten dezelfde wetten gelden voor iedereen. Je kunt binnen dezelfde staat geen verschillende vormen van rechtspraak hebben, gebaseerd op verschillende rechtsstelsels. En zeker niet om culturele problemen op te lossen. Samenlevingen die dat wel doen, zijn impliciet racistisch. Volgens mij moet de eerste bekommernis het respect voor het individu zijn. Ongeacht iemands afkomst.” Elke samenleving begint bij het individu, zegt u? Gripsrud: “Tenminste elke samenleving gebaseerd op mensenrechten, die het daglicht zagen ten tijde van de Amerikaanse en Franse revoluties. Dat is mijns inziens de basis voor een moderne staat.” Dat is een westerse manier van denken. Gripsrud: “Een universele. Ik wil die waarden uitdragen. Wilt u dat niet?”

Christophe Degreef


BDW 1276 PAGINA 6 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Mobiliteit > MIVB onderzoekt volautomatische metro in Dubai

‘Nu in de Emiraten, straks ook bij © MATTHIAS VANHEERENTALS

metrolijnen en transferia aan metrostations tot, onlangs, een nieuw adressensysteem voor de straten. We beheren alle vervoersmodi in Dubai: de taxi’s, treinen, bussen en metro’s. Ook de 35 milieuvriendelijke watertaxi’s en achttien Dubaiferries horen daarbij. Op tientallen punten in de stad aan de Dubai Creek, een zijarm van de Perzische Golf, kun je voor een prikje in een watertaxi stappen en word je snel van de ene plek naar de andere vervoerd.” De inwoners van Dubai lijken toch vooral hun nieuwe metro te smaken. Het aantal reizigers is al gauw van 8 naar 30 procent gestegen. Vorig jaar vervoerde de metro 39 miljoen reizigers. Tegen 2014 komen er enkele metrolijnen bij en wordt de frequentie verhoogd: dan rijdt er een metro om de negentig seconden. Het fietsgebruik in Dubai is overigens nog lang niet doorgedrongen: je ziet er haast geen enkele fiets rijden.

Brussel

De Brusselse delegatie was in Dubai onder de indruk van het langste automatische metrotraject ter wereld.

DUBAI – Dubai was dit jaar gaststad voor het tweejaarlijkse wereldcongres over openbaar vervoer. De MIVB maakte er kennis met de automatische metro van Dubai. “Een fantastische ervaring,” zegt Kris Lauwers, adjunct-directeur-generaal van de MIVB. “Tegen 2018 hebben wij er ook zo een in Brussel.”

H

et 59ste wereldcongres van de internationale openbaarvervoers­associatie UITP vond dit jaar plaats in het snikhete Dubai, een snelgroeiende stad in de Verenigde Arabische Emiraten. Het pronkstuk van de stad is ongetwijfeld de 828 meter hoge Burj Khalifa, het hoogste gebouw ter wereld. Behalve de hoogste wolkenkrabber heeft Dubai ook nog de grootste golfbaan, de grootste overdekte skihal en fontein, het grootste winkelcentrum en het grootste aquarium ter wereld. Maar de ogen van de MIVB-delegatie waren toch vooral gericht op dat andere wereldrecord: de langste automatische metro. “In amper vier jaar tijd hebben we een lange en een korte metrolijn aangelegd,” vertelt Nitin Fofandi van de Roads & Transport Autho-

rity (RTA). “De twee lijnen zijn samen goed voor meer dan zeventig kilometer sporen die evenwijdig lopen met de Sheik Zayed Road en de Perzische Golf. Er zijn 49 metrostations, waarvan de meeste bovengronds liggen. De metrolijnen zijn op een constructie van viaducten gebouwd die op pijlers staan. In amper een uur zoef je van de ene naar de andere kant van de stad.” De metrostations zijn allemaal op dezelfde manier gebouwd: futuristisch en transparant. En vooral: de vloeren zijn kraaknet en blinken, want ze worden permanent gereinigd. Kris Lauwers, adjunctdirecteur-generaal van de MIVB, is enthousiast over zijn bezoek. “De metrostations zijn heel netjes, ook omdat de reizigers hier veel gedisciplineerder zijn dan bij ons. Als je

iets op de grond gooit, riskeer je hier, omgerekend, vijfhonderd euro boete. Zowel aan de toegangspoortjes als op de perrons staan er veiligheidsagenten. De automatische metro rijdt vlot en zacht en is ook heel veilig. De deurtjes van de glazen wand op het perron openen automatisch, samen met de deuren van de metro. Maar je moet natuurlijk wel oppassen in welk metrostel je stapt. Er is namelijk een silver class waar enkel vrouwen en kinderen in mogen. De eerste dag ben ik zonder nadenken in die wagon gestapt. Ik werd meteen door een veiligheidsagent verwijderd. Maar wees gerust: zo’n maatregel voeren we zeker niet bij ons in. Maar wat me nog het meest verwondert, is dat die metro hier in geen tijd werd gebouwd, terwijl wij er in Brussel al zo lang over spreken. Dubai werkt sneller en doortastender.”

Dubai De metro in Dubai werd in vier jaar gebouwd. In 2009 was hij af. “Het hele mobiliteitsbeleid wordt door één centraal overheidsorgaan ge-

stuurd,” zegt Fofandi van de RTA. “Zo kunnen we alles goed op elkaar afstemmen, wat uiteraard de kwaliteit ten goede komt. Dat gaat van de bouw van nieuwe wegen,

De volautomatische metro doet 49 stations aan. De meeste daarvan liggen op viaducten, gestut door hoge pijlers.

Het UITP-congres is meer dan een netwerkevenement waar wat naamkaartjes worden uitgewisseld. Het congres wil ook een concrete droom waarmaken: het marktaandeel van het openbaar vervoer tegen 2025 in alle steden ter wereld verdubbelen ten opzichte van 2005. De MIVB wil in vijftien jaar het aantal reizigers verdubbelen, van driehonderd naar zeshonderd miljoen. “Als dat niet lukt, zal Brussel stikken in het verkeer,” waarschuwt Kris Lauwers. “We willen die doelstelling bereiken door de bestaande capaciteit uit te breiden. Tegen 2018 moeten de metrolijnen 1 en 5 volledig automatisch rijden; op termijn moeten alle lijnen geautomatiseerd


BDW 1276 PAGINA 7 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Mobiliteit > Investering van 30 miljoen euro

P-PRAAT

ons’ worden. Tegen 2020 plannen we ook een nieuwe metrolijn tussen het premetrostation Albert in Vorst en Bordet in Evere. Die metrolijn zal

De MIVB mag de draaistellen van alle Europese Bombardiertrams onderhouden

N-VA-fractiesecretaris (van één Brussels parlementslid, u mag raden wie. Tip: adel) in het Brussels parlement Lieven De Rouck is overvallen na een nacht doorzakken in de buurt van het Sint-Goriksplein. De Rouck werd hardhandig op de grond geduwd, maar hield kleer- noch andere scheuren over aan het incident, en kon ook have en goed behouden door een snelle tussenkomst van de politie. Het slachtoffer verklaarde na afloop van de feiten dat het wel een speciale ervaring was, in de grote stad om vijf uur ’s ochtends een politiecommissariaat zien.

grotendeels door de noord-zuidas lopen. Toch plannen we ook een nieuwe tunnel, zevenhonderd meter lang, die vanaf het Zuidstation, en onder het Zuidpaleis, naar Anneessens loopt. Er komt ook een nieuw metrostation dat de naam Stalingrad krijgt.” Op het congres heeft de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB nog een belangrijk samenwerkings­ akkoord gesloten met de Canadese trambouwer Bombardier. De MIVB mag in de toekomst de zogenoemde draaistellen van de Bombardiertrams in Europa onderhouden. Draaistellen omvatten het geheel van wielen, assen en motoren die onder de trams hangen. “Als Bombardier in de toekomst opdrachten krijgt van andere steden om hun draaistellen te herstellen, dan mogen wij die in Haren onderhouden,” zegt Lauwers. “We mikken op vijftig extra banen in het depot in Haren. We zijn nu op zoek naar hooggekwalificeerd personeel.”

En – u zit erop te wachten, geef toe – het slachtoffer verklaarde ook dat de opvang door de politie in het Nederlands verliep. Le Soir heeft haar huiswerk dus niet gemaakt. Vijf uur in de ochtend? Die Vlaams-nationalisten kunnen wel doorzakken.

Kunst-Wet in nieuw kleedje © QUICK T VOOR CERAU

De collega’s van Le Soir hebben hun tanden in Brussel gezet. Niet toevallig omdat Le Soir door het leven gaat als Brusselse krant. Ze poneerden op hun pagina’s en op hun website enkele hoofdstedelijke clichés, die dan naar hartenlust bevestigd of ontkracht werden. Zo werd er wetenschappelijk aangetoond dat Nederlands spreken in de hoofdstad geen sinecure is (nieuws!), dat Brussel een probleempje heeft met netheid (nou moe!) en dat het verkeer hier zo lekker stropt (schande!). Op het einde van het Brusselse dossier mocht Charles Picqué (PS), minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alles nog eens samenvatten en het lezerspubliek van Le Soir als een ware burgervader toespreken in de chatbox van de krant. Slotconclusie – hebt u even, want we moeten de plaat omdraaien – KRRRR... KRAK... “La plus belle défense des intérêts francophones a toujours été de faire exister la 3e Région.”

Opener, helderder, akoestisch comfortabeler: zo wordt het nieuwe Kunst-Wet.

BRUSSEL – Bijna 150.000 reizigers krijgt het metrostation Kunst-Wet elke dag te slikken. Daarmee is het station het drukste van het land: het bepaalt in sterke mate het imago van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB en van de hoofdstad. Terecht dat Beliris (18 miljoen euro) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (12 miljoen euro) er zoveel geld in pompen. Het station moet niet alleen veel aantrekkelijker ogen, het comfort van de reizigers moet ook veel beter. Twee voorbeelden. Vier van de zes toegangen krijgen een lift, onmisbaar voor mensen met een handicap, handig voor ouders met een kinderwagen. En

twee: in de toiletten – die volledig vernieuwd worden – komt er een verschoonruimte voor baby’s. Omdat het oog ook wat wil, wordt het een doorkijkmetrostation met weinig wanden, veel ruimte en glazen vloertegels die de wachtende reiziger toelaten naar de metro of naar de voorbijrijdende auto’s in de Wettunnel te kijken. Ook de akoestiek wordt aangepakt, het mag in de toekomst niet langer een luxe zijn om de omgeroepen boodschappen te begrijpen. De werkzaamheden beginnen deze week en DV duren liefst 33 maanden.

ADVERTENTIE

1 mei

- 14u30 - Sint-Katelijneplein

CHIEN ÉCRASÉ BRUSSEL – Hebt u ooit al eens geprobeerd een rijpe peer te transporteren in een zakje in het fietsmandje van een Villo-fiets? Niet doen! De zachte Brusselse straten maken dat uw sappige vrucht al na een halfuur is verworden tot een gore moes. Ooit lieten we ons vertellen dat dé manier om de staat van de Brusselse wegen te peilen, erin bestond een mandje eieren te transporteren op uw bagagerek. Daar is nu dus een variant op gevonden.

Matthias Vanheerentals © MV

VORST – Optioneel kunt u ook opteren voor banaan (moes), rijpe appel (pulp), kers (drab) of sinaas (sap). Bolletje ijs en wat melk erbij en u kunt gelijk een milkshake tevoorschijn toveren. Smakelijk. SCHAARBEEK – Nu we toch over Villo bezig zijn: ongetwijfeld hebt u al vele rijen gele fietsen gezien waarvan de ketting hopeloos los op de grond lag te liggen. Niets vandalisme, want sinds deze week staat het ook onomstotelijk vast dat die kettingen gewoon doormidden breken als u eens op een Villo doortrapt. Mooi zicht overigens: een zak vol perenmoes vooraan en een gebroken ketting achteraan. En daarlangs zoevende auto’s die zich ergeren aan de zoveelste Brusselse schooier. ELSENE – Het meest positieve nieuws van deze paasvakantie – naar het schijnt is het paas­ vakantie – is dat de fonteinen op het Flageyplein opnieuw begonnen zijn met spuiten. Nu reinigt het plein zichzelf. Want met de zomer voor de boeg en de Facebookgeneratie weet je nooit.

DJ Castor [ mix ]

The Cadillac Bombers [ rockabilly ] De Fanfaar [ Brusselse rock ]

Merdan live Taplak DJ Lowdjo [ mundial mash up ]

[ ‘OST’-psyched out mutant bass soundz ]

Ron Jaluai met “De kleinste mobiele cocktailbar ter wereld” met springkasteel en grime cocktailbar

Socialistische Mutualiteit

GRATIS brussel vzw


BDW REGIO

BDW 1276 PAGINA 8 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

waren. Al gauw werd het plan groter en groter. Tot broer Jasper het woord ‘festival’ in de mond nam. Niet zomaar een festival. Het zou een laagdrempelig, grotendeels gratis muziekfeest worden in en voor Sint-Joost. Een middag en avond zou er jazz, klassiek en wereldmuziek klinken op plaatsen in de gemeente waar doorgaans gewacht wordt: de wasserette, de bushalte, de hotellobby. Ze zochten een naam, Tête à Tijd, vonden een datum, 30 april, en richtten een vzw op. Eva werd voorzitter, Rik penningmeester, Annelies secretaris. Dat was in augustus. In acht maanden zetten ze het hele festival op poten. Artiesten uitnodigen, locaties vinden, sponsors zoeken, reclame maken.  “We hebben het behoorlijk profes­ sioneel aangepakt,” vindt Rik. “En dat komt vooral doordat onze familie niet alleen maar muzikanten telt.” Zelf is hij, samen met Anouk, op zoek gegaan naar de artiesten. “Het is een mix geworden van mensen die we kennen en mensen die we absoluut wilden. Maar allemaal hebben ze op de een of andere manier wel iets met Sint-Joost.”

Deze week in Sint-Joost > Jonge Vlamingen organiseren Tête à Tijd

Kwartet in de wasserette

Clashes

Vlnr.: Annelies Hemelsoet en een deel van de Sturtewagen-clan: Rik, Benjamin en Anouk.

SINT-JOOST-TEN-NODE – Vier zussen en broers, hun neef en nog een buurmeisje. Allen Vlaamse twintigers die verknocht zijn aan Sint-Joost. Omdat er in hun geliefde gemeente te weinig uitgaansmogelijkheden zijn, organiseren ze zelf een minifestival.

S

amen zouden ze de cast kunnen vormen van een luchtige soap over het wel en wee van een paar jonge Vlamingen die in Brussel zijn komen wonen, niet in de Dansaertbuurt, wel bij het Houwaertplein. Friends in SintJoost. Even de personages voorstellen. Centraal staat de uit Gent afkomstige familie Sturtewagen. Dat zijn Rik, de oudste en violist, Eva, consultant, Anouk, harpiste, en Jasper, die momenteel in Sint-Petersburg woont en dus even uit beeld is. Anouk woont in een huurhuis op nummer 12 van de Uurplaatstraat, dat ze deelt met neef Benjamin, ook een Sturtewagen en diplomaat in spe. Anouks broers en zus hebben de afgelopen jaren ook in  dit huis gewoond, maar de oudste twee zijn inmiddels opgeschoven naar de Bergopstraat, een eindje verderop in de gemeente. En dan is er nog het buurmeisje van

de Uurplaatstraat 14, Annelies Hemelsoet, radioreporter. Zij kwam twee jaar geleden in de straat wonen. “Op een dag probeerde haar vriend een boom te snoeien, wat met het nodige gevloek gepaard ging. Vlaams gevloek. Toen hebben we hen maar uitgenodigd voor een feestje. Ze gingen als laatsten weg,” vertelt Benjamin over het begin van de vriendschap. Hoewel heel wat mensen huiveren voor Sint-Joost, hebben Hemelsoet en de Sturtewagens het er erg naar hun zin. Nochtans vinden ze het niet zo makkelijk om, buiten de groep Vlamingen om, contact te leggen met de buurtbewoners. “Op feestjes ben je geneigd de Vlamingen uit te nodigen. In Gent woonden we in de Muide, ook een Turkse wijk, en ook daar hadden we weinig contact met de buurt. Dat is toch absurd,” zegt Anouk. Het probleem is dat er in Sint-Joost

geen echt uitgaansleven is. Daarvoor ligt de gemeente volgens Rik te dicht bij het centrum. “Er is van alles, maar niet voor ons,” meent

© SASKIA VANDERSTICHELE

zijn ding, de Turken, de Koerden. De enige plek waar ik weleens iemand ontmoet, is de wasserette.” De wasserette speelt dan ook niet toevallig een rol in het project dat de jonge Vlamingen hebben opgezet: de organisatie van een muziekfestival. Dat begon zo: Eva mocht na een paar jaar hard werken van haar baas gedurende drie maanden een project

“Ik ga weleens voetbal kijken bij de Turk op de hoek, maar je kunt er geen pint bestellen, je drinkt er zoete apple tea” Annelies. “Je hebt natuurlijk JazzStation, maar dat is niet elke dag open. Voor de Botanique moet je een kaartje hebben. De theehuizen zijn alleen voor mannen.” Benjamin: “Er zijn hier geen cafés, wel vzw’s. Ik ga weleens voetbal kijken bij de Turk op de hoek, maar je kunt er geen pint bestellen, je drinkt er zoete apple tea. Iedereen doet hier

van haar keuze realiseren. Ze wilde iets kleinschaligs met muziek doen. Ze praatte erover met haar familie en vrienden, die meteen enthousiast

De locaties zijn ook gevonden: het wassalon aan de Steurssquare, coiffeur Tout Tif op het Houwaertplein, een theehuis aan de Leuvensesteenweg, het Gesù-klooster dat bezet is door asielzoekers die wachten op papieren en, er recht tegenover, de lobby van het blitse Bloom-hotel. Soms is de muziek aangepast aan de plek: de wasserette krijgt een ‘strijk’-kwartet op bezoek, de kapper een tenor. En dan is er natuurlijk ook de straat. Anouk heeft al uitgeprobeerd hoe het is om op een druk kruispunt van Sint-Joost harp te spelen. “Er komt meteen volk op af, terwijl er anders voor klassieke muziek moeilijk publiek te vinden is.” Hoeveel volk verwachten de organisatoren op 30 april? Rik: “Moeilijk te zeggen. Sommige locaties zijn piepklein, daar kan maar een handjevol mensen in. Ook voor het avondconcert, in de nieuwe Ateliers Claus in de Rogierdoorgang, zijn er maar tweehonderd plaatsen. We hopen vooral dat er die dag in de straten van Sint-Joost een andere sfeer hangt.” Nu alles zo ongeveer in kannen en kruiken is, kunnen de organisatoren weer wat vrijer ademhalen. Want een heus festival in je vrije tijd in elkaar boksen is toch een hele klus gebleken. Het zorgde af en toe ook voor fikse clashes binnen de clanSturtewagen. “We zijn dat wel gewoon,” zegt Eva. “Vroeger speelden we samen kamermuziek en gingen we elkaar ook regelmatig met de strijkstokken te lijf.” Volgens Annelies is dat net het voordeel van een familie. “Ze maken ruzie, maar het wordt altijd weer bijgelegd.”

Bettina Hubo

Festival Tête à Tijd, met onder meer Pierre Anckaert, Charlotte Vandermeersch, Anne Niepold, Revue Blanche, La Femme Belge, Cordis Quartet, La Fanfare du Belgistan, zaterdag 30 april vanaf 15 uur. Meer op www.festivaltat.be


ADVERTENTIE

- He t energie pre stat iecertificaat voor gebouwen wordt in b r u ssel van krac H t -

Het nieuwe certificaat voor de energieprestatie van gebouwen In Brussel wordt vanaf 1 mei 2011 het Energieprestatiecertificaat (EPB-certificaat) van kracht. Deze « energie-identiteitskaart » zal tijdens de verkoop van vastgoed volledige duidelijkheid verschaffen over het gebouw dat wordt verkocht: energieverbruik, CO2-uitstoot, isolatie, ventilatie, enz. Een echte garantie voor transparantie en consumentenbescherming ! Hoe werkt het ? Voor elk goed dat te koop wordt gesteld (of wooneenheden, of kantoren van meer dan 500 m2) zal de eigenaar een EPB-certificaat dit certificaat vermeldt, net als bij een koelkast, een scHaal van a (zeer energiezuinig) tot g (zeer energieverspillend)

moeten voorleggen. Dat certificaat vermeldt, net als bij een koelkast, een schaal van A (zeer energiezuinig) tot G (zeer energieverspillend). Zo kan de kandidaat-koper de energieverbruiken vergelijken van de gebouwen die hij bezoekt. Wie stelt die energiecertificaten op? Certificeerders die door Leefmilieu Brussel zijn erkend. Op vraag van de eigenaar brengt de EPB-certificeerder een bezoek aan het gebouw en analyseert hij er de energiekenmerken van. Het EPB-certificaat wordt van kracht vanaf 1 mei, maar tot 1 september 2011 is er een aanpassingsperiode voorzien waarin de nodige soepelheid zal worden betoond. Meer info en de lijst van erkende certificeerders vindt u op www.leefmilieubrussel.be/EPB

INFO : WWW.leeFmIlIeubrussel.be · 02 775 75 75 alle beetjes Helpen, want we zijn met meer dan een miljoen brusselaars


© BRUSSELS GEWEST

BDW 1276 PAGINA 10 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Sint-Lambrechts-Woluwe > Koninklijk Instituut zet deuren open

Feest met vele facetten

Bij Prisma worden jongeren met een autismespectrumstoornis opgevangen. Vanwaar die naam? Piet Ketele, algemeen directeur: “Een prisma dat een lichtstraal opvangt, kan de meeste onverwachte kleuren weerkaatsen. Zo kunnen ook jongeren een breed spectrum van afwijkend gedrag vertonen.” Bij de naamgeving van de afdelingen gaat het Instituut zeer poëtisch te werk. De lagere school voor autistische kinderen heet Zeepbel; Waterval helpt kinderen met een

taal- of spraakontwikkelingsstoornis. Het instituut, dat prat gaat op zijn multidisciplinaire aanpak, zorgt voor een gevarieerd feestprogramma. De leerlingen onthullen een zelfgemaakt standbeeld (top secret tot 6 mei!), blinde leerlingen treden op, en voorts zijn er een babbelbox, een schaaktoernooi, cocktailbars en dansvloeren, en ook de culinaire hoogstandjes ontbreken niet: barbecue en dessertbuffet, en... ‘witte koolsla uit eigen keuken’. Doet dat gerecht nare (geur)herinneringen aan schoolrefters opborrelen? Ketele: “Onze kok is heel goed, en zijn witte koolsla is wereldberoemd.”

Het archeologenteam vond al een twintigtal skeletten.

Jette > Vervanging riool onderbroken voor opgravingen

Skeletten onder Mercierplein

Lieven Bulckaert

Koninklijk Instituut Woluwe, Georges Henrilaan 278, vrijdag 6 mei vanaf 13 uur. 02-735.40.85, www.kiwoluwe.org

Bij opgravingen op het Kardinaal Mercierplein werden tot nu toe al een kleine twintig graven ontdekt. De vondst zou meer informatie moeten geven over hoe het met de Jettenaar gesteld was in de middeleeuwen.

Jette > Uitbreiding Ring is kortetermijnoplossing, zegt JNM

Jongeren spelen voor behoud Laarbeekbos © SAM VANERMEN

Als protest tegen de verbreding van de Brusselse Ring, die de vernieling van een deel van het Laarbeekbos tot gevolg kan hebben, spelen jongeren van 7 tot 15 jaar op 24 april een groot bosspel. “Het zal een inhoudelijk spel zijn. De kinderen leren bij over ruimtelijke ordening en het leefmilieu waarin zij zullen opgroeien,” zegt Sofie Defour van organisator Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM). “Zo leren ze dat het bos van grote waarde is.” Laarbeekbos maakt als Natura 2000-gebied deel uit van een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De Vlaamse overheid overweegt al sinds 2004 een uitbreiding van de Ring. In het huidige scenario betekent dat vijf hectare minder Laarbeekbos, nu in totaal 33 hectare groot. “Met de actie wil de JNM aantonen dat het draagvlak daarvoor, ook bij de jeugd, helemaal niet groot genoeg is”, zegt Defour. Volgens de Vlaamse overheid, die het liever heeft over de ‘optimalisering’ van de Ring, is de ingreep noodzakelijk om het fileleed op te lossen en de economische groei van de regio te stimuleren. “Maar dat kan beter op andere manieren ge-

beuren,” zegt Defour. “Er is een goed mobiliteitsplan nodig met veel aandacht voor het verbeteren van het openbaar vervoer en het aantrekkelijker maken van de fietsroutes.” “We kiezen voor een combinatie van maatregelen,” zegt Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits (CD&V). “Er is de aanpassing van de Ring, maar er worden ook tal van andere initiatieven genomen op het vlak van openbaar vervoer en fietsinfrastructuur.” Volgens JNM is een uitbreiding alleen maar een oplossing op de korte termijn. De jeugdbond haalt verschillende studies aan die aantonen dat een grotere capaciteit alleen meer verkeer aantrekt, waardoor de Brusselse Ring over enkele jaren opnieuw verzadigd zal zijn. Een verbreding van de Brusselse Ring hoeft echter niet per se ten koste van het bos te gaan. Jettenaar en voormalig Vlaams parlementslid Sven Gatz (Open VLD) diende een alternatief voorstel in. Gatz denkt aan een verbreding van de Ring aan de noordkant, op Wemmels grondgebied, in plaats van aan de zuidkant, waar het Laarbeekbos zich bevindt. Sam Vanermen

De opgravingen komen niet zomaar uit de lucht vallen. In de atlas van de archeologische ondergrond van het Brussels Gewest staat het Mercierplein ingetekend als archeologische site. Hier stond immers van het einde van de elfde tot in de negentiende eeuw de Sint-Pieters-parochiekerk. In de negentiende eeuw werd de kerk afgebroken en een eindje verder weer heropgebouwd. In de plaats kwam het Kardinaal Mercierplein. Dat wordt nu volledig heraangelegd. Sinds meer dan een jaar doet de cel archeologie van de directie Monumenten en Landschappen van het Gewest opgravingen als er op een plek, die als archeologische zone staat aangeduid, werkzaamheden zijn gepland. “De conventie van Malta, die sinds kort door België geratificeerd is, schrijft dat voor,” zegt Stéphane Demeter van de directie Monumenten en Landschappen. “In de bouwvergunning wordt dan vermeld dat er een archeologisch onderzoek zal plaatsvinden, volledig op onze kosten.” Dus toen afgelopen week een stuk van het plein werd opengelegd om het riool te vervangen, was er ook een team archeologen ter plaatse. “We willen er vooral voor zorgen dat door de werkzaamheden geen archeologische voorwerpen vernietigd worden. We hoeven niet per se alles meteen op te graven,” zegt Demeter. Net onder de afgegraven laag kasseien

TELEXREGIO

Het wat streng ogende complex aan de Georges Henrilaan wordt op 6 mei een reusachtig pretpark. Het Koninklijk Instituut Woluwe herdenkt 175 jaar zorg en onderwijs voor kinderen en jongeren met een sensorische handicap, en in het bijzonder het tienjarig bestaan van de afdeling Prisma.

werden graven aangetroffen, tot grote verrassing van het team. “In totaal werd een twintigtal skeletten blootgelegd,” zegt Ann De Graeve, coördinator van de cel archeologie. “Kleding of andere restanten werden nog niet gevonden. Alleen een paar nagels, waaruit we kunnen opmaken dat de lichamen in kisten begraven werden. Ook vonden we enkele scherven uit de vijftiende eeuw, maar die horen niet noodzakelijk bij de graven,” zegt De Graeve. Ze vermoedt dat de opgravingen zeker tot eind mei zullen duren. Naarmate de archeologen dichter zullen graven bij de plek waar vermoedelijk de kerk stond, verwacht De Graeve dat ze veel meer skeletten zullen vinden. “Hopelijk stoten ze ook op restanten van de kerk. Dat is belangrijk. Nu weten we ongeveer waar die moet gestaan hebben. Als we overblijfselen vinden, dan kunnen we de kerk echt in kaart brengen.” Alle vondsten worden door de archeologen genotuleerd, gefotografeerd en opgemeten. Daarna gaan de skeletten naar het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurkunde. Daar zal een antropologe de beenderen analyseren. De Graeve: “Ze zullen eerst gedateerd worden. We vermoeden dat de skeletten dateren van tussen de 15de en de 18de eeuw, maar ouder kan ook. Tussen de elfde en de negentiende eeuw werden er continu mensen begraven rondom de kerk.” Het onderzoek moet ook informatie opleveren over leeftijd, geslacht, lichamelijke conditie en ziektes van de overledenen. Na het onderzoek worden de beenderen bewaard in het depot van de cel archeologie.

Bettina Hubo

wandelen langs de vogelzangbeek ANDERLECHT – De Vogelzangbeek geldt als een ecologisch pareltje, een plek die de verstedelijking weerstaan heeft, een laatste toevluchtsoord ook voor planten en dieren. Tijdens een wandeling presenteert Coördinatie Zenne een nieuwe wandelgids. Afspraak op donderdag 28 april om 13.30 uur aan de ingang van het kerkhof aan de Sint-Janskruidlaan. Inschrijven verplicht. Meer op www.coordinatiezenne.be. DV

hoop uit de kanaalzone BRUSSEL – ‘Stigmatisering, creativiteit en hoop’ is het onderwerp van Café Canal 2, dat op 26 april om 19.45 uur plaatsvindt bij Micro Marché, Steenkoolkaai 9. Er staan tien sprekers op de affiche met uiteenzettingen en getuigenissen. Een interessante vraag vinden wij alvast: ‘Wat is het verschil tussen het centrum van Brussel DV (Anneessens) en Molenbeek?’


BDW 1276 PAGINA 11 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN BRUSSEL aflevering 3 WATERMAAL-BOSVOORDE

© AN DEVROE

Vrolijke, vrolijke bib

Hilde Claes geeft uitleg aan een vrijwilliger die boeken invoert. Rechts: de jeugdafdeling.

Ook een eeuwenoude bibliotheek probeert de Google-generatie te vriend te houden. Al is dat niet simpel, zo weet ook bibliothecaresse Hilde Claes: “Er zijn natuurlijk nog

14- tot 16-jarigen die graag lezen, maar meestal hebben ze op die leeftijd andere interesses. Ze zijn dan graag zelfstandig en combineren gaan shoppen in de stad met een anoniem bezoek aan een grote bibliotheek. Maar af en toe komt er iemand terug die blij is dat we hem of haar persoonlijk kunnen begeleiden, bijvoorbeeld bij een eindwerk.” Die nauwe banden houden de boel ook draaiende. Zo kan de bib behalve de vier vaste medewerkers elk jaar een beroep doen op een vijftiental vrijwilligers. De bib laat bezoe-

Etterbeek > Nieuw gemeentehuis stapje dichter

Gezocht: coördinator Het dossier rond het nieuwe gemeentehuis van Etterbeek beweegt. Binnenkort wordt er een persoon aangesteld die de voorbereiding van de werf moet coördineren. Concreet wordt er de komende weken een mandaat gecreëerd “voor de coördinatie van het dossier nieuw gemeentehuis Jean Jolyplein”. Officieel zal de verantwoordelijke zich bezighouden met het

opvolgen van de interactie tussen de verschillende betrokken diensten, de voorbereiding van de werkzaamheden en het contacteren van nutsbedrijven, verschillende besturen en aannemers. Gevraagd aan burgemeester Vincent De Wolf (MR) wie het nieuwe mandaat in de wacht sleept , antwoordt hij: “Dat wordt pas binnenkort beslist. Er is nu enkel een officiële functie ingesteld.” Het CD mandaat loopt twee jaar.

kers weten wanneer hun aanvraag is toegekomen en hier mag je zelfs het laatste nummer van een tijdschrift lenen. Het jaarverslag laat dan ook niet na om te zeggen dat de appreciatie van de leners soms de vorm van een doos pralines of een roos aanneemt – we zijn hier tenslotte in Bibliotheek Rozenberg, genoemd naar de villa waarnaast de bib vroeger gelegen was. Op ons vragensalvo naar digitale nieuwigheden (Hotspots? Zelfscanbalies? Games?) zegt Claes: “Veel te duur allemaal. We zijn een sym-

pathieke bibliotheek die dicht bij de klant wil staan. Je kunt ons niet vergelijken met grote bibliotheken zoals de hoofdstedelijke of die van Schaarbeek.” Die ene gratis internet-pc staat er trouwens werkeloos bij: “Vorig jaar werd hij slechts 17 uur gebruikt, dit jaar tot nu toe anderhalf uur. Andere bibliotheken in Brussel begrijpen dat niet, maar de inwoners zijn hier nu eenmaal niet arm.” Hoewel geen voortrekker op het vlak van de nieuwe media, gaan hier net zoals in andere bibliotheken inter-

Thomsonlaan 3 (en extra uitleenpost ‘De Jachthoorn’, Delleurlaan 41), WatermaalBosvoorde, 02-675.33.79, www.watermaal-bosvoorde. bibliotheek.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/bib

© SASKIA VANDERSTICHELE

Voor het eeuwfeest van de bibliotheek Rozenberg in WatermaalBosvoorde heeft het personeel vorig jaar een lied geschreven op de tonen van ‘Vrolijke vrienden’. Het werd tijdens de opendeurdag opgevoerd met veel enthousiasme en weinig middelen - een bekende combinatie in bibland.

net- en Facebooklessen door. Samen met haar collega-bibliothecaresse Klaar De Man volgt Claes de cursus ‘23 dingen’, die hen introduceert in de wereld van de sociale media (blogs, Flickr, Facebook, Twitter, …) “Om mee te zijn,” zegt ze, “speuren we naar geschikte ‘dingen’ voor de bib. Facebook en een blog zien we wel zitten, maar waar halen we de tijd om alles goed bij te houden? De basisfunctie van de bib vandaag is toch nog altijd individuele bezoekers en klassen boeken en andere materialen bezorgen. En de sfeer is hier goed, de mensen voelen dat.” De bibliotheek mocht voor haar wat beter bewegwijzerd zijn, tenslotte ligt het winkelcentrum van het Keymplein vlakbij. Bibliotheek Rozenberg vind je aan het eind van een doodlopende kasseiweg, bij duister weer een lichtbaken. Vanuit de leeszaal kun je het station van Watermaal zien, terwijl op je schoot een treintje leesvoer wacht. An Devroe

Elsene > Nieuwe politiepost Lang-Levenstraat

Op het ritme van Matonge Op 1 september gaat in de LangLevenstraat 16 een politiepost open, met maximaal twaalf agenten. De politiepost vervangt het huidige kantoor in de Matongegalerij. Op vraag van buurtbewoners werd er gekozen om een nieuwe politiepost te openen in het voetgangersgedeelte van de Lang-Levenstraat.

“Het wordt een bureau op maat van Matonge: open van ’s middags tot elf uur ’s avonds, net het ritme dat dat uitgaansdeel van de wijk heeft,” zegt waarnemend burgemeester Pierre Lardot (PS). “Maar het blijft niet bij preventie. Het takenpakket zal breder zijn dan in het vorige kantoor. Het gaat dus niet om een administratieve politiepost,” geeft CD Lardot nog mee.

Kinderen willen meer speelruimte BRUSSEL – Op woensdagnacht en donderdag 13 en 14 april demonstreerde een vijftigtal kinderen met de actie ‘Goe Gespeeld!’ voor meer speelruimte. Woensdagnacht veroverden ze, verkleed als guerrilla­ strijders, het Poelaertplein om er donderdagochtend uitbundig te kunnen spelen. ‘Goe Gespeeld!’ is een initiatief van het Steunpunt Jeugd, de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk, Karuur en de jeugdvereniging KSJKSA-VKSJ.

De jeugdbewegingen willen de beleidsmakers ervan overtuigen dat er dringend nood is aan meer speelruimte. De actievoerders hekelen vooral dat de kinderen enkel kunnen spelen op speciaal voor hen gereserveerde jeugd- en speelpleintjes. ‘Goe Gespeeld!’ benadrukt dat de openbare ruimtes van iedereen zijn. Pleinen en parken worden volgens de organisatie steeds meer ‘volwassen ruimtes’, waar spelende kinSV deren steeds moeilijker hun plaats vinden.


BDW 1276 PAGINA 12 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Groen > Een mogelijk toekomstplan voor het Elisabethpark

Dromen van een Brussels Central Park aan de basiliek © A. LAURENT / PHOTO NEWS

“Er is veel park, maar de laatste decennia waren er weinig ideeën. Het Elisabethpark is nu honderd jaar oud, het is tijd voor een tweede leven,” vinden Sven Gatz en Jean-Claude Burgelman.

KOEKELBERG / GANSHOREN – Het Elisabethpark is een vat vol mogelijkheden, maar het Gewest laat kansen liggen, vinden Sven Gatz en Jean-Claude Burgelman. De twee, in dezen geen politicus, biertopman of professor maar buurtbewoners, openen een debat dat volgens hen ook op andere groene ruimtes in de stad toepasbaar is.

BDWOPINIE Brussel is naar internationale maatstaven een erg groene stad. Het Zoniënwoud spant de kroon natuurlijk, maar er zijn ook vele parken en zelfs weiden die de leefkwaliteit van een grote stad gevoelig opdrijven. Toch doen we niet erg veel met die groenzones. De meeste liggen daar maar, met een minimum aan onderhoud en met als enig schijnbaar doel daar te blijven liggen. Als buurtbewoners van het Elisabethpark, een van de mooiste stadsparken van Brussel, denken wij dat er veel meer kan worden gedaan met sommige stedelijke groene ruimtes. Domei-

nen als het Zoniënwoud en het Laarbeekbos laat je als overheid natuurlijk best onaangeroerd, een bos mag je immers gewoon bos laten zijn. Hetzelfde geldt voor natuurgebieden zoals het Boudewijnpark in Jette en de Zavelenberg in Sint-AgathaBerchem. Voor een groot stedelijk park als het Koninklijk Domein in Laken daarentegen, vinden we dat een stukje park toegankelijk maken voor de bewoners geen overbodige luxe zou zijn. Maar wat doen we met bijvoorbeeld het Koekelbergse Elisabethpark, het Dudenpark in Vorst, het Josaphatpark in Schaarbeek of het majestueuze park van Sint-Pieters-Woluwe? Zijn die niet evenveel ‘city’ als ‘park’ geworden? En is het niet stilaan tijd dat we die ruimtes

heruitvinden en aanpassen aan de vernieuwde ‘goesting’ om in de stad te wonen? Dus niet ze minder groen maken, wel ze beter inbedden in de stad van vandaag, ze toekomst te geven zoals het Central Park in New York? Het Brussels Gewest, beheerder van die gebieden, laat hier te veel kansen liggen.

‘We have a dream’ Wij zijn twee ketten van noordwestBrussel en buurtbewoners van het Elisabethpark aan de basiliek. We wonen aan beide zijden van het park, in twee verschillende gemeentes in de schaduw van dezelfde majestueuze basiliek. We hebben hetzelfde fabuleuze zicht op downtown Brussel als we naar het Simonisplein lopen en dezelfde ergernis over zoveel onderbenut schoons. Daarom: We have a dream, we have a park. Het Elisabethpark werd aangelegd toen Leopold II zijn plan ontvouwde voor de wijk: op de zandheuvel, waar tot dan het Belgisch leger oefeningen hield, zou een ‘Pantheon der Belgen’ komen. Nadien kwam er het

“Waarom van het Elisabethpark geen E-park maken? Met de E van e-mail, energie, entertainment, enjoy, employment” plan om er een katholieke basiliek te bouwen. Voor deze basiliek zou zich een park uitstrekken en aan weerszijden ervan zou een symmetrisch stratenpatroon komen dat de hele buurt, tot dan erg landelijk, naar een hoger, burgerlijk niveau zou tillen. In de gouden Expo ’58-jaren werd het park in twee gesneden als aanloopstrook voor het autoviaduct dat de Leopold II-laan over haar volledige lengte mismeesterde. In de

late jaren tachtig koos men gelukkig opnieuw voor een eengemaakt park, het begin van een heropleving van de buurt. Het park zelf kreeg weinig aandacht, want op de aanleg van een kleine speeltuin na, ter vervanging van de betonnen zandputten waar wij ooit nog als gamin in speelden, is er weinig nieuws gebeurd. Dat mag en moet eindelijk veranderen. Tien jaar geleden noemde de Koekelbergse schepen Robert De Lathouwer (toen SP) het park een ‘Central Park’ van noordwest-Brussel. Terecht. Die ambitie willen wij nu invullen.

Internet, skatepark, optredens Waarom er geen E-park van maken? Met de E van Elisabeth. Met de E van e-mail en draadloos internet, zodat als het weer meezit iedereen met de laptop kan surfen. Met de E van stedelijke energie: we willen een loopparcours installeren voor de vele joggers van de buurt, een skateplek en BMX-piste voor onze coole pubers en meer dan één speeltuintje voor de jonge gezinnen die deze kant van Brussel opkomen. Of de E van entertainment: in onze droom gaan we elke zondag in de kiosk naar een gratis optreden met hapjes, waar de culinaire handelaars rond het park bij betrokken worden. Een Brusselse zondag, een Spaanse, een Marokkaanse, een Italiaanse, … En er is nog meer E: die van enjoy: een petanque-piste, een levensgrote en een normale schaakhoek. En wie weet leidt heel die nieuwe dynamiek ook tot de E van employment? Want iemand moet die skatepiste onderhouden, de concerten organiseren, de hapjes verkopen, enzovoort. Het park zelf zouden we ook graag meer verbonden zien met de site van de basiliek zelf. Waarom geen twee bruggen bouwen: een voor voetgangers en een voor fietsers, waardoor de site als het ware bijna verdubbeld wordt? En wordt het eens geen tijd om de esplanade voor de basiliek tot een groot volksterras uit te bouwen, met prachtig uitzicht op het lagergelegen Brussel? Er is veel park, maar de laatste decennia waren er weinig ideeën. Het Elisabethpark is nu honderd jaar oud, het is tijd voor een tweede leven. Het Gewest zou een architectuurwedstrijd kunnen uitschrijven waar een hedendaagse invulling van het park en zijn hele ruimte kan voorgesteld worden, een wedstrijd die het debat bij de omwonenden kan aanzwengelen. Misschien zijn onze voorstellen niet helemaal doordacht of realistisch. Het zij zo, maar men kan ons niet verwijten dat we eens aan de majestatische plataan schudden. Uiteraard zijn er enkele randvoorwaarden voor onze droom. We denken aan een verkeersluwe Pantheon- en Landsroemlaan, die statige avenues die het park omzomen, maar ook aan de veiligheid op en rond het Simonisplein (en de metro). Dat moet en kan veel beter. Ons droompark van de 21ste eeuw is klaar. Wie bouwt mee? Sven Gatz (Open VLD) en Jean-Claude Burgelman (VUB), buurtbewoners rond het Elisabethpark


BDW 1276 PAGINA 13 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

Politie Even een overzichtje van mijn ervaringen met de Brusselse politie de afgelopen tien jaar. - 2003: poging tot inbraak in ons appartement. De verbalisant merkt insinuerend op dat ons appartement veel beter gestoffeerd is dan het gemiddelde in Sint-Joost; - 2005: iemand amuseert zich al enkele weken met het bekrassen van de auto van mijn man. Ik wil een klacht indienen, maar vind op het politiebureau van Sint-Joost niemand die genoeg Nederlands kan en druip af; - 2008: het licht op de Anspachlaan floept naar oranje terwijl ik voorbij fiets. Een boete van 160 euro voor door het rood fietsen; - 2010: het stuk Vlaamsesteenweg achter de Walvis is eenrichtingsverkeer, ook voor fietsers: dat wordt mij duidelijk gemaakt door een combi met sirene en zwaailichten die achter me aan rijdt (ook in de verkeerde richting). Ik word in het Frans uitgescholden door vier agenten tegelijk, maar krijg weliswaar geen boete; - 2011, vanmorgen: ik sta op de Lemonnierlaan met de fiets aan het rode licht en moet naar links. Als ik dat op de reguliere manier doe, is het weer rood voor ze me erdoor laten, en veilig is dat ook niet. Dus ik draai mijn stuur en rijd eventjes over het zebrapad, dat groen heeft: een boete van 150 euro voor door het rood fietsen. Tegelijk zie ik op de Anspachlaan – waar ik werk – dagelijks politiewagens in de fietssluis stationeren, door het rood rijden (zonder sirenes of zwaailicht) of (drie)dubbel geparkeerd staan voor de meeneemchinees. Ik ben eventjes te verzuurd om hier objectieve conclusies uit te trekken, maar misschien kan de lezer dat in mijn plaats doen. “Er is erger,” denkt die lezer allicht. Maar misschien is dat net mijn punt...

Veerle Vandenabeele, Sint-Joost-ten-Node

Lijn 124 Dertien treinen in elke rijrichting, dus 26 in totaal, op lijn 124 zijn tijdelijk afgeschaft na een brand in een seinhuis in Etterbeek enkele weken geleden. Streekvereniging Zenne en Zoniën verneemt nu dat de hinder nog tot oktober 2011 blijft aanslepen en reageert ontgoocheld. Als onafhankelijke streekvereniging betreurt de vzw Zenne en Zoniën (actief in de Vlaamse zuidrand van de hoofdstad) de wijze waarop de NMBS de reizigers op lijn 124 (Nijvel, Eigenbrakel, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek naar Brussel) behandelt. Vooral de ‘bediening’ van de beide Vlaams-Brabantse stations, Linkebeek en SintGenesius-Rode, is voor ons inmiddels onaanvaardbaar geworden. Maar vanzelfsprekend zijn ook Brusselse en Waalse treingebruikers het slachtoffer van deze situatie. Het seinhuis in Etterbeek wordt niet meer hersteld, maar versneld door Brussel-Noord overgenomen. Maar ‘snel’ is voor het Belgische spoor blijkbaar een relatief begrip. Bij het kabinet van staatssecretaris Etienne Schouppe (CD&V) luidt het dat dit een aantal maanden in beslag neemt. “De NMBS heeft de treindienst reeds ten dele aangepast en zal op regelmatige tijdstippen verdere aanpassingen doen om het best mogelijke alternatief te bieden.” Op www.b-rail.be/main/N/him/ himwork.php?messageID=16592&hMap=false& luidt het dan weer: “Gezien de omvang van de schade zullen de herstellingswerken aan de infrastructuur niet afgerond zijn vóór 1 oktober 2011. Ondertussen wordt, in functie van wat technisch mogelijk is, de treindienst stapsgewijs aangepast. Zo kunnen reizigers via een alternatieve reisweg hun gebruikelijke eindbestemming bereiken.” Wat ons hierbij meer dan verbaast, is dat de infor-

matie over de gang van zaken niet echt op een klant­ vriendelijke manier beschikbaar is. We hebben ons over die gebrekkige en ambtelijk klinkende informatie en ook over de lange duur van de herstellingen beklaagd bij de ombudsman van de NMBS. Voor ons is het duidelijk dat er meer politieke druk moet ko­men om normaal verkeer op de getroffen lijn te bespoedi­gen. De verbinding wordt onder meer veel gebruikt door universiteitsstudenten (VUB en ULB) en Europese ambtenaren. Wie neemt het initiatief? Of moet een Europese hoofdstad die tegelijk hoofdstad van Europa is, zich zomaar neerleggen bij deze ‘paard en kar’-snelheden?

Roger Swalens, voorzitter Zenne en Zoniën, Alsemberg

Wallo-Brux Volgens Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) investeert de Vlaamse Gemeenschap 670 miljoen euro in Brussel. Wie garandeert dat een Brusselse Gemeinschaftsregion (d.w.z. een gewest bevoegd voor zowel gewest- als voor gemeenschapsaangelegenheden) even gul zal zijn voor de Brusselse Vlamingen/Vlaamse Brusselaars? De toestand in de nu al geregionaliseerde besturen (gemeenten, OCMW’s, Irisziekenhuizen, intercommunales, publieke vzw’s allerhande,...) doet inderdaad het ergste vrezen. Ooit werd een boek geschreven met als titel De enthousiaste zelfmoord. Met een communautarisering van het Brussels Gewest wordt niet alleen de enthousiaste zelfmoord van de Vlaamse Brusselaars/Brusselse Vlamingen geïnitieerd, maar ook de moord op België. Brussel verliest dan namelijk zijn rol van bindmiddel tussen noord en zuid, en zonder bindmiddel vervalt het concept ‘België’. Maar ja, het ‘België barst’ van sommigen is complementair met het ‘Wallo-Brux’ van Maingain en andere Di Rupo’s. Guido Ghekiere, Brussel

Belasting Heden ontving ik een brief met vraag om informatie aangaande het aanslagjaar 2009 van de directe belastingen. Ik ontvang deze brief in het Frans terwijl ik nog steeds, en al 35 jaar, als Vlaamse Brusselaar ben ingeschreven in Brussel. Let op, ik ben totaal niet extreem Vlaamsgezind, maar dit gaat te ver. Niet alleen de belastingen beginnen officiële correspondentie door te sturen in het Frans. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat ik de informatie (bijna een vol jaar na het inzenden van de aangifte) al heb gestuurd na mijn elektronische aangifte. Ik ben daar niet een klein beetje van overtuigd, ik weet dit met zekerheid, zo zeker als dat Brussel de hoofdstad is van Vlaanderen! Ik ben uiteraard wel bereid om, als goede burger, die voor elk klein spulletje maar belastingen en heffingen blijft betalen, die zijn elektriciteitsrekening elk jaar naar omhoog ziet gaan terwijl hij veel minder verbruikt, die op zaterdag parkeerboetes krijgt in eigen straat mét bewonerskaart, die btw-tarieven van 21 naar 6 procent ziet gaan maar geen verschil in prijs ziet, die bij elk warenhuisbezoek de melk duurder ziet worden, die bij wijze van schatting door de Brusselse watervoorziening zo maar eventjes dubbel zo veel water verbruikte als vorig jaar – kortom, die het kotsbeu begint te worden om in een regeringloos land voor alles meer en meer te betalen, de informatie nogmaals door te sturen. Op voorwaarde uiteraard dat ik deze brief met verontschuldigingen in mijn moedertaal mag ontvangen. Dank u vriendelijk!

Patrick Veeckmans, Schaarbeek

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

BDWOPINIE Koele minnaar door Danny Vileyn Pascal Smet was veel te ambitieus, en Brigitte Grouwels is niet ambitieus genoeg. Misschien moet de PS eens duidelijk maken wat ze wil. Of is de uithaal van de vicevoorzitter van de MIVB aan het adres van minister van Vervoer en Openbare Werken Brigitte Grouwels (CD&V) niet meer dan een rondje pesten? Ridouane Chahid is stevig ingebed in het PS-huishouden. Hij is de zoon van een socia­ listisch parlementslid en politiek secretaris van de PS in Molenbeek. Philippe Moureaux loodste hem de politiek binnen; om den brode werkt hij op het kabinet van vicepremier en minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx. Een onbezonnen uitspraak waar de PS niet achter staat, zal zijn aanval op Grouwels niet geweest zijn. Misschien valt hij Grouwels aan omdat ze van CD&V is. Misschien wil hij de aandacht afleiden van de recente MIVB-tevredenheidscijfers. Eind maart bleek immers nog dat de algemene tevredenheid van de reizigers al drie jaar op rij daalt. Of misschien wil hij de woorden van MIVB-topman Alain Flausch doen vergeten. Flausch, ook voorzitter van de internationale unie van openbaar vervoer, zei onlangs in de Spaanse krant El País: “Ik heb de indruk dat rechtse regeringen beter zijn voor het openbaar vervoer dan linkse.” Chahid was het een paar maanden geleden ook niet eens met de Brusselse regering toen ze tien privéveiligheidsagenten in dienst nam om de toegenomen onveiligheid in te dijken. Chahid gruwt van de privatisering van openbare diensten. Recente verklaringen van Grouwels over meer efficiëntie, meer vrijheid en weer focussen op de kernactiviteiten van de vervoersmaatschappij hebben Chahid allerminst gerustgesteld. Ten onrechte. Had Grouwels er niet aan toegevoegd dat ze het regeerakkoord wil respecteren? Maar wat Chahid Grouwels bovenal verwijt, is dat ze haar netwerken niet exploiteert om meer geld voor de MIVB bij de federale regering los te weken. Waarom zou Grouwels in haar eentje kunnen waar de Brusselse regering collectief niet in slaagt? Los van dat gratuite verwijt doet Chahid hier een interessante uitspraak. Hij zegt – bedoeld of onbedoeld – dat bij een herfinanciering van Brussel een serieus deel van dat geld naar openbaar vervoer moet gaan. Zeer opmerkelijk, want de gegadigden voor het binnenrijven van bijkomende middelen zijn talrijk: de gemeenten, om één groep te noemen. Heel de Brusselse regering zal ambitie moeten tonen voor het openbaar vervoer. Ook de partij van Chahid, die de voorbije decennia vaak niet meer dan een koele minnaar van het openbaar vervoer was. Benieuwd of de PS dat debat wil aangaan.

EVA HILHORST


© SAPHRANE

BDW 1276 PAGINA 14 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

VADROUILLE

brusselse jazz Scoort en scout BRUSSEL – Het Brussels Jazz Orchestra (BJO) is genomineerd op de South African Music Award in Johannesburg. Voor zijn cd Mama Africa met zangeres Tutu Puoane staat het op de shortlist in de categorie Best traditional jazz album. Het BJO zorgde voor nieuwe arrangementen van jazzklassiekers, waaronder songs van Miriam Makeba. De Zuid-Afrikaanse Puoane gooide eerder al hoge ogen in ons land en de buurlanden. Inmiddels staat bij Jeugd en Muziek Brussel de oprichting van het Brussels Youth Jazz Ochestra (Byjo, spreek uit bijou) in de steigers. De audities vonden begin deze week plaats in het Conservatorium van Brussel. Er wordt gevist naar een vijftigtal jonge musici om een jongerenband met speciale interesse in jazz samen te stellen. Het nieuwe ensemble krijgt om de zes maand een andere componist-dirigent en om de drie jaar komen er nieuwe muzikanten bij. Er was interesse voor een plaatsje bij de band uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Onder leiding van Michel Herr hoopt het Byjo in november al JMB van start te kunnen gaan.

Eigenzinnig artiest tot in de kist COLLECTIE MU.ZEE, OOSTENDE. FOTO: STEVEN DECROOS. © SABAM 2011

BRUSSEL – Van 27 april tot 1 mei vindt opnieuw het festival Courants d’Airs plaats. Het wordt georganiseerd door de Franstalige afdeling van het Conservatorium. Er staan vijftig activiteiten op het programma. De projecten die diverse disciplines combineren (muziek, theater, (straat-) circus, dans, videokunst, zang en plastische kunsten), moeten jong talent richting professionele wereld begeleiden. Dit jaar vinden de optredens plaats in het stadhuis van Brussel, op de Grote Markt, in het Brussels parlement en in de gebouwen van het Conservatorium in de Eikstraat 17. Het aanbod is zeer breed: van klassieke muziek over jazz tot hedendaagse muziek; van theaterklassiekers van Jean Racine en Oscar Wilde tot werk van hedendaagse schrijvers als Falk Richter en Philippe Beheydt. JMB

Beeldende kunst > Overzichtstentoonstelling Jean Brusselmans in Oostende

COLLECTIE MU.ZEE, OOSTENDE. FOTO: STEVEN DECROOS. © SABAM 2011

festival HELPT JONG TALENT

DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

Tuinen, 1934: de blinde muur als bijna abstract vlak in een figuratief geheel.

Zelfportret, 1935: streng en robuust.

ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

 02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

OOSTENDE – Jean Brusselmans (1884-1953) was een Brusselse schilder die in het midden van zijn carrière naar Dilbeek verhuisde. Maar voor zijn eerste overzichtstentoonstelling sinds dertig jaar moet u naar Oostende, waar Mu.ZEE (het voormalige PMMK) zijn eigenzinnige werk toont.

H

oewel zijn grootouders van de Kempen afkomstig waren, groeide Jean Brusselmans op in Brussel, waar zijn ouders een kleermakersatelier openhielden. Zelf ging hij op zijn veertiende aan de slag als leerling-steendrukker, maar ondertussen

volgde hij ook lessen aan de Brusselse Academie. In Brussel maakte Brusselmans ook kennis met het werk van de Vlaamse meesters en met dat van de Franse impressionisten. De Brabantse fauvisten en Edgar Tytgat leerde hij

dan weer persoonlijk kennen, terwijl hij met studiegenoot Rik Wouters een atelier deelde. Toch waren al die invloeden van beperkt belang. Zelfs in de brede categorie van de Vlaamse expressionisten paste Brusselmans niet. Zijn werk was daarvoor duidelijk te beheerst en te mathematisch. En hoewel hij vaak dezelfde onderwerpen schilderde, puur om de vorm en de compositie, was ook de stap naar de abstractie er één te ver. Dikke, trefzekere verfstreken of onafgewerkte vormexperimenten, frivole kleuren of inktzwarte taferelen: Brusselmans was zijn eigen genre. Zijn aan-


© JO VOETS

BDW 1276 PAGINA 15 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Vampieren GESIGNALEERD in THURN & TAXIS BRUSSEL – Zaterdag was het groot feest in Thurn & Taxis: het 26ste Vampierenbal, dat honderden griezelliefhebbers lokte, sloot het Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF) af. De massaal opgekomen feestgangers dansten, verkleed als vampiers, op de satanische beats van de dj’s Ravan, Volkan en O. Flitsende lasers en de donkere zaal garandeerden een optimale griezelsfeer. Het Vampierenbal, intussen een echte traditie gewor-

den, wordt door velen gezien als de kers op de taart van het BIFFF. Het BIFFF werd dit jaar georganiseerd van 7 tot en met 19 april, intussen al voor de 29ste keer. Het is een festival voor spectaculaire sciencefiction-, horror-, fantasy- en cultfilms. Eregast op deze editie was Renny Harlin, de Finse regisseur van onder meer Die hard 2, Cliffhanger, Exorcist: the beginning en SV The covenant.

COLLECTIE MU.ZEE, OOSTENDE. FOTO: STEVEN DECROOS. © SABAM 2011

Dikke, trefzekere verfstreken of onafgewerkte vormexperimenten, frivole kleuren of inktzwarte taferelen: Brusselmans was zijn eigen genre

nieuw samengesteld landschap, is wellicht de reeks stadsgezichten die duidelijk een Brusselse achtergrond hebben. Weerkerend thema is zijn jeugdherinnering aan een voetgangersbrug over het Kanaal in Anderlecht, een van de soort die je vandaag nog aan de Mariemontkaai aantreft. Aan dat geïndustrialiseerde decor worden de ‘oude’ torens van Sint-Goedele, het stadhuis en het Justitiepaleis toegevoegd, maar de uitwerking van dat gegeven tot respectievelijk Werklieden aan het kanaal (1920), Het bad van de vagebonden (1936), of De brug (1949) wordt alsmaar bevreemdender.

Nature morte zien was te vergelijken met dat van Constant Permeke, maar onderling onderhielden zij een gezonde vete. Voor die eigenzinnigheid betaalde Brusselmans wel een prijs. De man die geridderd werd in de Leopoldsorde, verkocht vanaf zijn eerste groepstentoonstelling in 1912 bij Georges Giroux tot zijn individuele tentoonstellingen in het Paleis voor Schone Kunsten in 1937 en 1952 nauwelijks wat.

Geconstrueerd landschap

De storm uit 1938. PRIVÉCOLLECTIE. COURTESY GALERIE SEGHERS, OOSTENDE. © SABAM BELGIUM 2011. FOTO: HUGO MAERTENS

Jean Brusselmans verhuisde vaak en had onder meer in Ukkel en Oudergem gewoond, voor hij in 1924 definitief naar het landelijke Koudenaerde in Dilbeek verhuisde. Curatoren Koenraad Dedobbeleer en Philip Van den Bossche laten hun overzicht met ongeveer vijftig doeken op dat moment beginnen. De werken werden opgesteld volgens genre: landschappen, portretten, stillevens en marines (want Brusselmans kwam zelf ook geregeld in Oostende, waar hij Léon Spilliaert en James Ensor ontmoette). Aan de Brusselse Academie had Brusselmans als jongeling ooit een prijs voor landschapsschilderen behaald. Misschien is dat ook zijn sterkste kant gebleven. Al in zijn vroegste werken zie je dat hij het landschap naar zijn hand zet. Hij zet de geometrische vormen erin aan en past de flora en de menselijke figuren in het geschematiseerde geheel. Die handelswijze strookte ook met hoe hij als stadsmens naar het Brabantse landschap keek. Het was geen pure natuur, maar bewerkt, en dus cultuur: “Het Brabantse landschap (zou) zijn onvergelijkbare schoonheid niet bezitten zonder de arbeid en de volharding van deze onbehouwen mensen. De smaakvol geschikte bosjes, de verzorgde moestuinen, de zo symmetrisch aangelegde korenvelden... alles is de vrucht van hun lange en geduldige arbeid.” Vanuit zijn atelier in Dilbeek schilderde Brusselmans doorheen de jaren enkele reeksen van steeds weer hetzelfde landschap. In Landschap (1930), Tuinen (1934), en Landschap te Dilbeek (1936) is de blinde muur van een half vrijstaand rijhuis een bijna abstract vlak in een figuratief geheel. Nog mooier zijn de opeenvolgende winterlandschappen waarmee hij Bruegel op zijn geheel eigen manier naar de kroon steekt. Maar het strafste voorbeeld van Brusselmans’ werkwijze om de bestaande werkelijkheid telkens weer te reconstrueren tot een

Sneeuw in Brabant uit 1938.

In wezen verschillen de landschappen ook helemaal niet zoveel van de stillevens met fruitschalen, schelpen of olielampen. Het zijn oefeningen in vormgeving en compositie, met als krachtige meerwaarde dat de geometrie bij Brusselmans juist de menselijkheid in de hand werkt. Symboliek is van minder belang. Al verraadt een schilderij als Nature morte au hareng (oliekan, olielamp, zak aardappelen en een haring) wel een soort van zwarte humor. Want lichtheid en humor ontwaar je óók in het werk van deze klaarblijkelijk door orde en evenwicht geobsedeerde man, die zichzelf neerzette in strenge robuuste zelfportretten. Volgens intimi was Brusselmans in de omgang een humorist die geliefd was om zijn conversatie (hij sprak doorgaans Frans). Je stelt je er een stijfkoppige Brusselaar bij voor: ernstig en onverstoord in zijn missie, maar signerend met een handtekening waar Brusselse zwans in doorschemert. Toch is het geenszins evident dat Brusselmans is blijven schilderen, want veel geld leverde dat niet op. Brusselmans heeft ook lang reclamepanelen geschilderd onder de naam Rody. Hij kreeg hier en daar opdrachten voor het theater, bijvoorbeeld voor de decors van Erwartung van Arnold Schönberg in het PSK of Lucifer van Joost van den Vondel voor de Hoogdagen van de Vlaamse Letteren te Brussel. Voor de wereldtentoonstelling van 1935 maakte hij de modieuze muurschildering Strandzicht met baadsters. Zijn vrouw borduurde voor extra centen, maar toch werd op een gegeven moment de stroom afgesloten, moest de piano verkocht worden, en stierf Marie-Léonie in 1943 aan de gevolgen van de ontberingen. Van die ontberingen is het schilderij Zolderkamer 1 uit 1938 een van de meest indringende getuigen. In die kamer zonder franje sombert Brusselmans’ vrouw op blote voeten, naast een olielamp die niet brandt, een kruik die een schim lijkt en een homp brood die er misschien iets te smakelijk uitziet om waar te zijn. Michaël Bellon Jean Brusselmans, tot 4 september, van dinsdag tot zondag van 10u tot 18u in Mu.ZEE, Romestraat 11, Oostende, 059-50.81.18, www.muzee.be. Eind juni verschijnt een nieuwe publicatie over het werk van Brusselmans


BDW 1276 PAGINA 16 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Feest > Week van de Amateurkunsten, ook in Brussel

Tussen woord, beeld en dans

Zinfonie begint verrassend vroeg voor een avondevenement. Vanaf 18 uur zijn er open repetities van Afrikaanse dans, zang en percussie. Namun School, Cadence Mandingue en Monyama, allen resident bij Zinnema, zorgen voor de ambiance. Aan de ingang heet de ‘enthousiaste fanfare’ Bagadski vanaf 19 uur de bezoekers welkom. In de hal is een selectie uit de beeldende projecten van het lopende Zinnema-seizoen te zien. In de schouwburg mag Jojo Ngamou, de choreografe van het Zassii Dance Theatre, de spits afbijten met Passé, présent, futur... Rocsa, een 35-koppig Gents koor met een kleurrijk liederenpalet, mag daarna op de bühne, gevolgd door de Brusselse fanfare Café Marché. Top of the bill is het nieuwe Brusselse koor waarvan de naam op Zinfonie wordt onthuld. Omdat de zangers van het Nieuw Brussels Klachtenlied (lied met tekst van Frank de Crits en Guido Schiffer in de lente van vorig jaar voor het eerst gezongen, DV) van geen ophouden we-

© MARC GYSENS

BRUSSEL – Tien dagen lang zetten Vlaanderen en Brussel de amateurkunsten in de kijker. Hoogtepunt in Brussel moet Zinfonie worden, een avondvullend programma voor amateurkunstenaars en vrijwilligers in Zinnema op vrijdag 29 april. En laat 2011 nu net het Europees Jaar van de Vrijwilliger zijn.

ten, werken ze sinds september van vorig jaar aan nieuwe actuele nummers, in ’t Brussels over Brussel. Guido Schiffer dirigeert, Erwin Eysackers neemt plaats aan de piano.

Open lucht De Week van de Amateurkunsten begint op 22 april in het gemeenschapscentrum De Markten met een opvoering van Het sterven van vandaag door D°eFFeKt, een monoloog over oorlog en verlies naar een tekst van dramaturg Howard Barker. Als afsluiter is er op zondag 1 mei een openluchttentoonstelling in het FeliXart Museum in Drogenbos. Tussenin is er een brede waaier aan activiteiten. Een kleine greep uit het aanbod: het Youth Jazz Orchestra, Jong Molenbeeks rockgeweld, circusinitiatie en een tentoonstelling van de Laatbloeiersacademie. Er vinden activiteiten plaats in acht Brusselse gemeenten en drie gemeenten in de Rand. DV

De zangers van het Brussels Klachtenlied weten van geen ophouden.

Zinfonie, vrijdag 29 april vanaf 18 uur in Zinnema, Veeweidestraat 24-26, Anderlecht. Toegang is gratis, een maaltijd is te verkrijgen voor 8 euro tussen 17 en 19 uur. Meer over de Week van de Amateurkunsten in Brussel op www.zinnema.be

ADVERTENTIE

Centra Morele Dienstverlening Het Centrum Morele Dienstverlening (CMD) is het lokale contactpunt van de vrijzinnige gemeenschap. Iedereen kan er terecht voor morele hulp, vrijzinnige plechtigheden, informatie en vormingen rond vrijzinnige waarden. Het CMD wil de draaischijf zijn voor de lokale Brusselse vrijzinnige organisaties en alle andere geïnteresseerden. Onze dienstverlening is kosteloos.

Morele bijstand is een warme en menselijke begeleiding vanuit vrijzinnig-humanistisch perspectief. Worstel je met twijfels, hevige gevoelens, zinvragen...en wil je erover praten? Dan kan je terecht bij een moreel consulent in het CMD.

Een initiatief van de Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw

www.uvv.be

Centra Morele Dienstverlening Brussel-Jette

Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] tel. 02 242 36 02 E-mail: cmd.brussel@uvv.be

Jetse Laan 362, 1090 Jette [Bus 14 halte Legrelle] tel. 02 513 16 33 E-mail: cmd.jette@uvv.be


BDW 1276 PAGINA 17 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Muziek > Brusselse Balkangroep Zongora presenteert debuutplaat

Love and hate op de City Parade

Belgisch realisme versus Balkansurrealisme © GENTS WILD

Gezien: de City Parade, op 21 augustus 2010 op de Heizel.

achteraf

Onlangs raakte bekend dat de City Parade ook dit jaar in Brussel plaatsvindt. Op 27 augustus begint het feestje aan het Noordstation om ’s avonds met de traditionele slotparty te eindigen op de terreinen van Thurn & Taxis. Ik zal er wellicht niet bij zijn omdat het technodansfeest niet helemaal mijn kopje Red Bull is. Maar vorig jaar was ik toevallig wel van de partij. Dat was ter gelegenheid van iemands vrijgezellenfeest, en op vrijgezellenfeesten worden excuses om ergens onderuit te komen niet getolereerd. Na een inspirerend partijtje footgolf in de voormiddag ging het dus richting Heizel, waar het Atomium als grootste verzameling discoballen ter wereld stond te blinken in de hete middagzon. Ik moet zeggen dat de City Parade me reuze meeviel. Shaken was er geen opgave, maar een natuurlijke levenshouding. Voor een keer stoorde het me ook niet dat de muziek te hard stond. De vrijgezel in kwestie moest de hele dag verkleed als komkommer de massa trotseren, maar kreeg tot zijn eigen verbazing bijval van ettelijke tientallen onbekende enthousiastelingen die met hem op de foto wilden. Alsof de duizenden andere aanwezigen allemaal hun dagelijkse plunje aanhadden. Als van een plunje al sprake was, want de mensen met een mooi lijf deelden dat genereus met mensen die alleen maar mooie ogen hadden. Nog andere mensen die elkaar totaal niet kenden, Franstaligen en Nederlandstaligen bijvoorbeeld, lachten, dansten en wisselden gul zweet en kushandjes uit. Bij de meerwaarde van drank en drugs werden in dit eendagsreservaat voor een keer geen kanttekeningen geplaatst. Dichter bij Woodstock komt de westerse beschaving wellicht niet meer zo vaak. In de kranten verschenen daags nadien dan ook alleen positieve berichten over de City Parade. Na de ramp tijdens de Love Parade in Duisburg was iedereen op het ergste voorbereid, maar niemand had achteraf noemenswaardige incidenten te melden. Er waren al-

leen die paar flikken die iets te gretig met een paar meiden en hun combi op de foto waren gegaan. Nochtans zorgde de City Parade in Brussel zeker niet alleen voor positieve vibes. Al vroeg waren we er getuige van hoe twee kerels onder invloed elkaar zodanig hadden getreiterd dat ze er op los begonnen te slaan. Omdat de ene net iets meer beschonken en minder uit de kluiten gewassen was dan de andere verliep die strijd bepaald oneerlijk. Omstanders moesten tussenbeide komen of de zwalpende underdog was zeker in het ziekenhuis beland. Hoewel het opstootje voor behoorlijk wat ophef zorgde, was er al die tijd nergens politie te bekennen. Zo’n vechtpartij is geen groot nieuws, maar een halfuurtje later was het weer prijs. Voor de feestbus van dancing Carré uit Willebroek stonden een paar honderd mensen te staren naar een tiental meiden, die niet gestoord door een teveel aan zelfrespect hun minuscule bikini stonden te showen. Tot plots een aantal in het zwart geklede security-mensen van Carré een gedrogeerd lastpak met enkele mokerslagen in het gezicht terug de massa injoegen. Voor iemand die nooit veel ergere vechtpartijen heeft meegemaakt dan het klassieke robbertje op de speelplaats, was de charge van die robocops bepaald ontzagwekkend. Maar voor het slachtoffer blijkbaar niet, want eenmaal hij terug rechtgekrabbeld was, begaf die zich doodleuk weer in de richting van de feestbus. Toen hij het hoofd van de security aansprak leek hij dat te doen om zich te verontschuldigen. Maar de waanzinnige lafbek wilde eigenlijk ongestoord weer in de buurt komen van de kerel op wie hij zich wilde wreken. Toen is die hele zwarte bende genadeloos en tot bloedens toe op die man beginnen slaan en trappen. Geen fraai zicht. En opnieuw was er geen politie om tussenbeide te komen. Misschien wilden de ordediensten laten zien wat er van komt wanneer mensen bij dit soort gelegenheden menen hun primitieve driften tot in het extreme kunnen celebreren. Charme en shock lagen op de City Parade 2010 dicht bij elkaar. Michaël Bellon

mator, BT) te overtuigen met onze modernere sound!” vertelt Hauzeur met zijn gebruikelijke enthousiasme. “De filosofie van Muziekpublique blijft wel behouden: muzikanten uit de wereldmuziek die in Brussel wonen maar moeilijk van de grond komen, vooruit helpen.”

Doverie betekent vertrouwen in het Bulgaars, maar het is eigenlijk nog mooier dan dat: doverie staat voor ‘zij aan zij ergens voor gaan, samen geloven’. De albumtitel symboliseert het hechte vertrouwen dat is ontstaan tussen de muzikanten van Zongora na al die jaren samen musiceren. Gezien de afstand tussen de Balkan en hier, het cultuurverschil en vooral de verschillende talen, heeft het veel gebarentaal en geduld gevergd om elkaar te verstaan, maar intussen hebben ze hun eigen Esperanto (of eerder Balkanto) ontwikkeld en kijken de zes muzikanten in dezelfde richting: die van de internationale doorbraak met hun debuutalbum. De groep werd eind jaren 1990 gevormd door de Brusselaars Nicolas Hauzeur (viool) en Benjamin Clement (gitaar). Na een reis door de Balkan, voornamelijk in Bulgarije, zijn ze in Brussel Balkanconcertjes beginnen geven. Beetje bij beetje kwamen er muzikanten bij en zo kwamen ze tot een hecht team dat vandaag bestaat uit de Bulgaren Mladen Mladenov

Clash der culturen Het cultuurverschil tussen de muzikanten is volgens Hauzeur een niet te onderschatten obstakel om samen muziek te maken op een professionele manier. “Toen Mladen en Niki hier voor het eerst samen waren, begonnen ze volop te jammen, trouwfeestmuziek. Het heeft wel even geduurd vooraleer ze doorhadden dat het eerder de bedoeling was om samen te bouwen aan iets nieuws. Zij moesten minder Balkan worden, en wij meer Balkan.” De Turks-Bulgaarse trouwfeestmuziektraditie is een wereld van verschil met onze westerse manier van optreden. “Zij treden urenlang op, en naarmate ze dieper in de nacht duiken en het alcoholgehalte in het bloed stijgt, gaan de stoppen steeds meer los. Voor hen is het niet vanzelfsprekend om stipt op een bepaald uur te beginnen en zich te houden aan anderhalf uur optreden. Een ware clash tussen Belgisch realisme en Balkansurrealisme.” “Daarnaast heb je de Argentijnse bassist Javier, die niets kende van Balkanmuziek, maar

© DIETER TELEMANS

Praat

De City Parade 2010: zeer erg Woodstock, al was het niet altijd love and peace.

ELSENE – Zongora, ongetwijfeld de meest beloftevolle Balkanband van eigen bodem, heeft met Doverie eindelijk een album uit. De groep rond de Brusselse violist Nicolas Hauzeur stelt vrijdagavond het album voor bij Muziekpublique.

Zongora: allesbehalve traditionele Balkanmuziek.

(klarinet) en Niki Alexandrov (drum), de Roemeen Relu Merisan (cymbalon) en de Argentijn Javier Breton (bas).

Intercultureel Die bezetting bestaat sinds 2007, toen ze drie nummers opnamen voor Didier Mélons jaarlijkse compilatie Le Monde est un village. Na een tiendaagse residentie in Avignon, waar hun particuliere sound echt vorm kreeg, was de tijd rijp om in de studio te gaan voor de opname van hun eerste album. Maar niet zomaar een studio, Hauzeur wou per se opnemen in de BSB Studio in Brussel, met geluidsingenieur Marc François, vanwege zijn particuliere sound. Het resultaat is elektrisch en dansbaar, erg verschillend van de drie rustige, akoestische albums (van Malick Pathé Sow, Shahkilid en Blindnote) die het label Muziekpublique tot nu toe uitbracht. “Ik vind het wel leuk dat we erin geslaagd zijn Peter (Van Rompaey, de program-

zijn vette latino groove is een fantastische aanvulling op Niki’s drum,” vertelt Hauzeur. “We hebben melodieën uit Bulgarije, Roemenië en Hongarije vermengd tot onze eigen sound. Het resultaat is zeker geen traditionele Balkanmuziek: drum, bas en elektrische gitaar zijn gebruikelijk in Bulgarije, maar niet in Roemenië. Ook het gebruik van klarinet en viool als solisten is ongebruikelijk. Het heeft uren repeteren gevergd, we moesten allemaal water in onze wijn doen en geduldig zijn om de artistieke en culturele verschillen te overbruggen. Om te komen tot eenmaking, symbiose, vertrouwen… Doverie!” Benjamin Tollet Cd-voorstelling vrijdag 22 april om 20 uur bij Muziekpublique, zaal Molière, Naamsepoortgalerij, Bolwerksquare 3, 1050 Elsene. 10 euro, gratis voor leden. Meer op www.muziekpublique.be en www.kopanica.be


BDW 1276 PAGINA 18 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Expo > Hilde De Windt toont pijn en geluk van de geboorte in zwart-wit

© HILDE DE WINDT

© HILDE DE WINDT

Fotograferen op de baren van een

H

oe fotografeer je barenspijn, die ‘functioneel’ wordt genoemd – alsof je dáár wat aan hebt op dat moment? Hoe de trance in beeld brengen van het overrompelende, de handen die je je voor altijd herinnert, de geboorte, kortom, van een kind, moeder én vader? De kans bestaat dat het allemaal ‘terugkomt’ als u gaat kijken naar de zwart-witfoto’s van de tentoonstelling Baren in het Huis van Culturen en Sociale Samenhang in Sint-JansMolenbeek. Hilde De Windt printte ze voor het eerst op het kwaliteitsvolle barietpapier sinds ze twee jaar geleden als projecties te zien waren in de Academie voor beeldende kunsten in Anderlecht. “Met een streepje Bach, er kwamen toen mensen huilend naar buiten,” zegt De Windt over de bezoekers die langs een fluwelen gordijn moesten. Ook nu is er een soort cocon gemaakt in de ruimte waar haar foto’s ophangen. “Je moet er bewust voor kiezen om binnen te stappen. Maar de emoties zijn misschien zo heftig niet, op papier is het stiller, gestileerder ook. Ik ben er dagen mee bezig geweest: wat werkt er op papier? En enkele maanden in de donkere kamer. Omdat het thuisbevallingen zijn, waren de lichtomstandig-

heden verre van ideaal. Soms was het zelfs werken bij kaarslicht.” De Windt kwam in contact met de mensen van het Huis van de culturen tijdens de vernissage van de tentoonstelling over Teun Voeten, de oorlogsfotograaf die in de academie een lezing gegeven had. Ze waren meteen enthousiast over De Windts werk en steunden graag inwoners van de gemeente Molenbeek. “Sympa, non?” zegt de rasechte Brusselse. Toen ze de tentoonstelling aan het opbouwen was, kwam een Berberse vrouw al eens piepen: “C’est la nature!”

Romantiek en oorlog “Ik was niet op zoek naar het onderwerp, het is naar mij gekomen door een bevriende vroedvrouw die vroeg of ik haar zwangerschap wilde fotograferen en uiteindelijk ook de bevalling. Behalve de bevalling van je eigen kind – mijn zoon is nu 23 – maak je zoiets waarschijnlijk nooit meer mee,” vertelt De Windt. “Als een dokter van wacht hield ik me stand-by. We hoopten natuurlijk dat het in mijn job (als VRT-journaliste, AD) zou in te passen zijn als het moment daar was, en toen kreeg ik ’s nachts een telefoon van de aanstaande vader. Dat was een erg emotioneel

moment, maar daarna heb ik me laten meedeinen op de golven.” “Bevallen is zo’n oerkracht, het is alsof je de natuur aan het werk ziet. Het lichaam weet precies wat het moet doen, de kennis is genetisch doorgegeven. Je kunt ook niet terug… Dat zie ik alleen gebeuren bij klaarkomen en bevallen! Het is tegelijk superromantisch en oorlog – je wordt als vrouw wel opengereten, hé? Als reportagemaker probeerde ik daar een evenwicht in te vinden. Ik vond het ook erg ontroerend om een man vader te zien worden.” De gesmaakte foto’s gingen rond onder de collega’s van de vroedvrouw, waardoor nog andere vrouwen vroegen om op die manier gefotografeerd te worden tijdens de bevalling. “Het mocht zeker geen realityshow à la Babyboom worden. Ik wilde weg van de anekdotiek of de herkenbaarheid, maar een verhaal over het baren zelf brengen. Daarom koos ik intuïtief ook voor zwart-wit, wat me meer tot de essentie dwong. Toen de oorlogsfotograaf James Nachtwey gevraagd werd waarom hij per se naar de oorlog moest, antwoordde hij dat hij zich als een doorgeefluik zag. Dat vond ik ergens ook van toepassing bij bevallingen.” “Ja, ik ben geëvolueerd als fotografe. Ik moest heel beweeglijk zijn en toch op de laatste rij plaatsnemen, dat was niet vanzelfsprekend. Ik kende gelukkig de vroedvrouwen en aan hen heb ik alles te danken. Ik werkte als het ware in hun kielzog.” Op haar elfde kreeg De Windt een

© HILDE DE WINDT

SINT-JANS-MOLENBEEK - Socrates zag zichzelf als een vroedvrouw omdat hij mensen hielp bij het baren van kennis die ze al in zich droegen. Ook fotografe Hilde De Windt paste de vroedvrouwtechniek toe en deinde mee op de golven van iets wat niet tegen te houden valt.

“Bevallen is de natuur aan het werk. Het lichaam weet precies wat het moet doen, de kennis is genetisch doorgegeven”

radiootje en op haar twaalfde een kodakske: “Fotografie blijft zich opdringen, ze dwingt je tot een synthese van verhalen, verhalen die ik ook maak voor tv en vroeger voor de radio.” “Ik zou graag bevallingen fotograferen in andere continenten, maar ook een foto-opleiding documentairefotografie in Den Haag aanvatten.” Na een cyclus van zes jaar aan de Academie van Anderlecht - “een fijne plek: een soort tempel of re-

fuge voor prettig gestoorde mensen, waar we andere dingen kunnen doen dan in ons dagelijks bestaan, zéér heilzaam voor de mens” - wil ze nu vooral snel evolueren.

Plooien Terug naar de expo, waar de foto’s geanimeerd worden door verzen van Herman de Coninck, Jacques Prévert, Sylvia Plath en Al-Hallaj (“Ik ben wie ik bemin, wie ik bemin is mij”). Alles is er ‘terug’ voor wie


BDW 1276 PAGINA 19 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

oerkracht

© NICK TRACHET

De expo Baren, een fotografische zoektocht naar het oergevoel van het baren loopt nog tot 13 mei in het Huis van Culturen en Sociale Samenhang, Mommaertsstraat 4, 1080 Sint-JansMolenbeek. Van maandag tot zaterdag, van 9 uur tot 17 uur, gratis

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Roselle Komt hier een vriend binnen met een zak vol gedroogde bloempjes. Van zijn ouders, die in de tropen wonen. Het is hibiscus, zegt hij, om als thee te gebruiken.

goed  kijkt.  De  nabijheid  van  de  vader.  Veel  handen:  van  de  moeder,  vroedvrouw en de vader, handen die  steunen,  sturen  en  verwelkomen.  Dezelfde  gefronste  inspanning  op  het gezicht van de moeder als op dat  van  de  zuigeling.  Een  plooienfoto:  plooien van de pasgeborene, de ma-

mabuik, de lakens – het zijn geruststellende groeven van het leven. En  dan de foto waar man en vrouw naar  elkaar  glunderen,  terwijl  de  baby  één  oog  openspert  en  hen  aankijkt  met  een  blik  van:  dit  zijn  ze  dus,  mijn ouders. An Devroe

ADVERTENTIE

Bloementhee  is  de  laatste  jaren  komen  opzetten.  Na  de  eeuwige  kamille  en  lindebloesem  verkoopt  men  nu  ook  rozebottelthee,  ijzerhard,  rooibos  en  nog  vele  andere  infusiekruiden.  Zelfs  mengsels  waarvan het niet meer duidelijk is wat er nu wel in  zit: ‘Avondgenoegen’, ‘Bosvruchten’ of ‘Yogi Power’.  Het  gaat  erg  ver.  Er  zijn  geuren  bij  die  niets  meer  met  planten  te  maken  hebben.  “Hier,  ruik  eens,”  vroeg de theeverkoper op een dag in de winkel. Ik  stak mijn neus in zo’n groot blik ‘Avondgenoegen’  en  snakte  naar  adem.  De  chemische  stank  deed  mij deinzen. Zijn zulke geuren niet verboden door  de  Conventie  van  Genève?  Die  zogenaamde  kruidenthees zijn synthetische parfumcocktails uit het  lab: nooit ofte nimmer ruiken echte kruiden in hun  natuurlijke staat zo sterk. Dat  er  ook  hibiscusthee  zou  bestaan,  deed  in  mij  dus  een  zekere  scepsis  gloeien.  Hier  en  daar  ziet  men inderdaad ‘hibiscus’ staan op theezakjes. Dat  zal dan wel, dacht ik, en zelfs als het waar is, waarom zou ik dat moeten drinken? Maar dan lag daar  dus plots die zak vol dieprode bloemetjes op tafel.  En  ze  roken  lekker.  Een  beetje  zoals  rozen,  maar  dan  zurig.  Ik  kauwde  op  zo’n  bloempje  en  dat  gaf  een verfrissende mondervaring. Hibiscus  is  een  plantengeslacht  van  de  familie  der  Malvaceae,  of  de  kaasjeskruidfamilie.  Hibiscussen  zijn  beroemd  als  de  sierbloem  (vaak  rood,  maar evengoed geel of blauw) waarmee de Polynesische schoonheden zich tooien. Het zijn struiken  met  grote  bloemen  die  in  heel  de  vochtige  tropen  vanwege  van  hun  schoonheid  worden  aangeplant.  Deze theehibiscus hier noemt men ‘roselle’ (Hibiscus sabdariffa). In de keuken kennen we behalve de  roselle nog een andere hibiscus, de okra of gombo  (Hibiscus  esculentus),  waarvan  men  de  vruchten  eet als groene groente. Voorts niet te vergelijken. De roselle werd voor het eerst in Europa beschreven  door de Vlaamse botanicus Matthias Lobelius (die  van de lobelia) op het einde van de zestiende eeuw.  De bloem van de roselle ziet eruit als een echte hi-

biscus,  met  geel  of  rood  gekleurde  kroonbladeren.  Wanneer  de  bloem  afvalt,  gaan  de  onderliggende  kelkbladeren rood kleuren en vlezig opzwellen rond  de  vrucht.  Het  is  die  vlezige  kelk  die  in  de  keuken  wordt gebruikt, niet de vrucht of  de  bloem  zelf.  Oorspronkelijk  kwam de roselle uit het gebied  tussen India en Maleisië, maar  hij  moet  al  in  voorhistorische  tijden zijn ingevoerd in Afrika. Vandaar ging de plant, eeuwen later, met de  slaven mee naar Amerika. De roselle is zeer  populair in de Midden-Amerikaanse landen  en de Caraïben. De bladeren vinden ook hun weg in  de keuken of de geneeskunde en in Azië kweekt men  een welbepaalde variëteit met planten tot 2,5 meter  hoog, waar vezels uit worden gewonnen voor de  textielindustrie, te vergelijken met jute.  De rode kelken van de roselle worden vers gegeten of op verschillende manieren verwerkt.  Ze komen in fruitsalades terecht en ook in andere  dessertjes.  In  de  Caraïben  en  Australië  wordt  er gelei en jam van gemaakt. De  calyx (kelk) van de  roselle bevat immers 3,20 procent pectine en in Australië wordt de plant daarom  Queensland jelly plant genoemd. Roselle wordt in Europa en de VS aangewend  als  rode  kleurstof  om  onder  andere  alcoholhoudende dranken mee te kleuren. In Afrika worden  de  verse  en  gedroogde  kelken  in  sauzen  verwerkt,  bijvoorbeeld bij de vis, zoals in de nationale  thiéboudienne van Senegal.  Gekookt met suiker doet de smaak van roselle wat  denken  aan  veenbessen.  Tijdens  het  eindejaarsseizoen  verkopen  ze  ook  hier  in  de  supermarkt  rosellekelken  (‘hibiscusbloemen’)  op  suikersiroop.  Het  is  de  bedoeling  daarvan  één  bloempje  in  elk  glas  champagne  te  doen  bij  grote  gelegenheden.  Persoonlijk vind ik dat spijtig voor de champagne, maar  het zal er ontegensprekelijk feestelijk uit zien.  Maar roselle wordt vooral gedroogd verkocht, om in  drankjes  te  worden  verwerkt.  Warm,  als  thee  dus,  maar  ook  koud.  Men  kookt  gewoon  de  gedroogde  kelken in water. In Senegal staat die drank bekend  als   bissap,  elders  als   karkadé.  Gedroogde  kelken  worden  los  verkocht,  maar  ook  samengeperst  tot  blokken of ballen. Ik liet enkele bloempjes in kokend water vallen. Onmiddellijk  ontrolden  ze  zich  en  kleurde  het  water  diep scharlakenrood. Het aftreksel smaakte vrolijk  zuur.  Niet  voor  niets  heet  de  roselle  op  veel  plaat-

Zogenaamde kruidenthees zijn parfumcocktails uit het lab: nooit ofte nimmer ruiken echte kruiden zo sterk in hun natuurlijke staat sen rode zuring,  Jamaican sorrel of  oseille de Guinée.  Een theetje is zó gezet en zal in de komende warme  maanden zeker smaken. Om  b  issap te  bereiden  zoals  in  Afrika  brengen  we  een liter water aan de kook en doen daarin een kop  droge rosellekelken. Onmiddellijk afzetten en laten  trekken gedurende tien minuten. Het rode water zeven in een kan.  Bissap kan verder worden op smaak  gebracht  met  vanille(-extract)  en/of  munttakjes,  met  geraspte  gember  of  appelsienbloesemwater.  Het  wordt  ook  gemengd  met  ander  fruitsap.  Commercieel fruitsap is vaak overzoet.  Bissap geeft het  goedje  opnieuw  een  zurige  ‘kick’.  Ten  slotte  zijn  er  de mensen uit de Caraïben: die doen er rum bij. IJskoud opdienen. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1276 PAGINA 20 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Dastid Miluka, met zijn werk The Kiss op de achtergrond: “Toen ik 19 was, is de Albanese dictatuur ten val gekomen. Plots kon alles wat voorheen niet kon. Het was een enorm opwindende tijd. Alsof ik na jarenlange opsluiting in een duistere kerker plots het daglicht mocht zien.”

SCHAARBEEK – “Paul Klee – of was het nu Picasso? – heeft ooit gezegd: ‘Wanneer ik schilder als een kind, dan weet ik dat het echt goed is. Niets is puurder, eerlijker.’ Daarom ook wil ik het speelse, de binding met het kind in mij weerspiegeld zien in mijn werk. En wat is het leven tenslotte meer dan een spel?” Dastid Miluka is een Albanese kunstschilder, al noemt deze begaafde jongeman zichzelf liever visueel artiest.

G

astvrijheid. In Albanië wordt het met hoofdletters geschreven. Mijn jas is nog niet van mijn schouders of ik heb al een kop koffie voor mij staan. En een glaasje raki. Albanese raki. “Raki is in onze tradities ingebakken. Word je bij mensen ontvangen, dan zijn raki en koffie de eerste dingen die op tafel komen. Op gelijk welk uur van de dag of de nacht.” Aan de muren van de kraaknette leefruimte: schilderijen. Alle getekend: Dastid. Ik zie invloeden van Picasso, in een ander werk van Dalí. Zelfs de geest van de animatie van Terry Gilliam uit de gloriedagen van Monty Python waart rond. Met als constante: een rijk kleurenpalet, speelse verbeelding. “Als kind, in Tirana, was ik altijd aan het tekenen en aan het schilderen. Zoals de meeste kinderen doen, met dat verschil dat ik in een artistiek gezin ben geboren. Mijn vader was een befaamde metteur en scène in de circuswereld (Mao en Che Guevara waren fans, KVdA), mijn moeder kunstschilder. Mijn interesse voor het figuratieve heb ik van mijn moeder, de fascinatie voor scenografie en het circus van mijn vader. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik amper vijf was, maar de ar-

tistieke zaadjes waren gezaaid. Toen ik dertien was, moest ik kiezen welke richting ik uit wilde: in Albanië vormden lager en middelbaar één cyclus van acht jaar, waarna je voor een bepaalde studierichting moest kiezen. Voor mij werd het de schilderkunst. Niet dat ik een welomlijnd, glashelder doel voor ogen had, het was eerder het begin van een proces van vallen en opstaan.” “Ik ontleen aan andere kunstenaars wat ik nodig heb, geef het een eigen invulling en tracht zo iets nieuws te creëren. Daar is ook niets mis mee, ik denk niet dat je één kunstenaar kunt noemen wiens werk helemaal losstaat van andere invloeden. Neem nu Picasso. Zijn kubisme was een revolutie, maar wel geïnspireerd door Afrikaanse maskers.” “Aanvankelijk was mijn werk realistisch, daarna heb ik me gestort op het abstracte expressionisme en nu zit ik een derde fase: een huwelijk tussen het abstracte en het figuratieve. Maar altijd weerkerend is de aanwezigheid van sterke kleuren, een van de kenmerken van het abstracte expressionisme. De weg om er te geraken, het avontuur en de ontdekking zijn even belangrijk als het resultaat. Het is een leerschool zonder einde. Als ik schilder,

speelt ook bijna altijd een enscenering. Ik vertel een verhaal, dat iedereen op zijn manier mag invullen. Want iedereen heeft zijn eigen geschiedenis. Ik hou ook van afwisseling, verandering. Mijn kunst moet bewegen.”

© MARC GYSENS

tie die wordt ingevuld met een rijk kleurenpalet. Het is ook een beetje als beeldhouwen. De beeldhouwer creëert door weg te nemen, zodat hij de vorm vindt die hij in zijn hoofd had.”

Paleis voor Schone Kunsten Van Gogh Nochtans is de leerschool die Miluka heeft doorlopen heel klassiek. “Het Albanië van nu is een parlementaire democratie, het Albanië van mijn jeugd was dat van een dogmatisch totalitair regime. Een van de laatste communistische bolwerken, zo goed als helemaal afgesloten van de rest van Europa. Vrijheid, eigen keuze, het uitleven van je verbeelding: je moest er niet aan denken. Op de kunstschool was al wat rook naar hedendaagse kunst dan ook taboe. Anderzijds moet ik toegeven dat de opleiding top was wat betreft techniek en oog voor detail.” “Ik heb ook het geluk gehad op het juiste moment geboren te zijn. Toen ik 19 was, is de Albanese dictatuur ten val gekomen. Plots kon alles wat voorheen niet kon. Die herwonnen vrijheid stond me toe te experimenteren, te ontdekken. Van Gogh bijvoorbeeld. Het lezen van Lust for life, Irving Stones biografische novelle over Van Goghs leven, blies me van mijn sokken. Het was een enorm opwindende tijd. Alsof ik na jarenlange opsluiting in een duistere kerker plots het daglicht mocht zien. Picasso, Dalí, Magritte... Vandaar allicht dat invloeden van al die kunstenaars in mijn werk terug te vinden zijn.” “Tegelijkertijd probeer ik mijn eigen stijl te vinden, mijn eigen compositie. Een composi-

Het buitenland was plots ook een mogelijkheid voor de jonge ontluikende kunstenaar. “Het buitenland, dat was Griekenland. Ik deed er een master in de scenografie. Daarna ben ik naar Albanië teruggekeerd om me voort te bekwamen aan de Academie voor Schone Kunsten. In 2003 ben ik naar België geëmigreerd, mijn vader achterna. Die was in 1996 uit Albanië vertrokken om politieke redenen en heeft hier in Brussel mee aan de wieg gestaan van circusschool Esac.” “Dat mijn vader hier een leven had gevonden, speelde mee in mijn beslissing, de bewondering voor het grote kunstverleden van België eveneens. De Vlaamse primitieven, Bruegel, maar ook Magritte, Delvaux, Ensor... Al op de eerste dag dat ik in Brussel ben aangekomen, heb ik het Paleis voor Schone Kunsten bezocht. Het begin van een prachtige ontdekkingstocht. Ik kon van Belgische hedendaagse kunst proeven, maar ook eens in het land van oorsprong werk zien van klassieke meesters die we op school hadden bestudeerd. Het was als het lezen van een roman: je leest, je vormt je een mening en een beeld. Wanneer je dan met de realiteit wordt geconfronteerd, kan dat een ontgoocheling zijn, maar ook een heerlijkheid. Het was het tweede. Magnifiek.” Verwondering is één ding, een plaats zoeken in België, het adoptieland, en in Brussel, de


BDW 1276 PAGINA 21 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

FREDDI SMEKENS Raar “Op de eerste dag dat ik in Brussel ben aangekomen, heb ik meteen het Paleis voor Schone Kunsten bezocht. Mijn bewondering voor het Belgische kunstverleden was een belangrijk argument om te migreren”

Dastid Miluka, visueel artiest

‘Het kind in mij levend houden’ mijn aankomst werd ik getroffen door de multiculturaliteit, een enorme rijkdom. Allemaal mensen met verschillende roots, allemaal mensen met verschillende dingen te delen. En dat in een betrekkelijk kleine stad. Ik ben nog steeds tevreden dat ik voor België heb gekozen. Een prachtig land, een fascinerend land. Klein, maar altijd weer is er iets nieuws te ontdekken.”

O

ns Brussels woordje raar heeft alles te maken met het Nederlandse ‘eigenaardig’. Hoewel ‘raar’ uiteraard ook in het Algemeen Nederlands gangbaar is. Maar raar heeft wel degelijk een aanzienlijke plaats in onze Brusselse streektaal veroverd. “Da’s raar da ge da paast,” hoor ik daar zeggen. Maar de lezer zal het mij ongetwijfeld gunnen om even bij raar stil te staan. Wat als raar overkomt of omschreven wordt, beslissen we eigenlijk zelf. Wanneer we op een bepaald eet raar vinne kan dat bijvoorbeeld onmiddellijk tegengesproken worden met de woorden “Mo enfin! Doe es toch niks raar oen?!” Wat voor situaties, omstandigheden en voorwerpen opgaat, kan natuurlijk ook gelden voor mensen. Iedereen van ons zal al wel eens iemand omschreven hebben als ne rare pei of e raar madammeke. En het mag ons zeker niet verwonderen, waarde lezer, dat wijzelf ooit onder deze benaming en beschrijving door het leven zijn gegaan. Mo het zou spaaitig zaain moeste we ons van da leste eet oentrekke. Want alles wat we raar vinne kan even goed interessant zijn. En meestal is het dat ook. Ons woordje raar zou wel eens te maken kunnen hebben met de Franse term rare. Wat zoveel wil zeggen als ‘niet veel voorkomend’. En iets wat niet alledaags is, kan nu eenmaal weinig anders dan interessant zijn. Dat is althans wa ik er van paas. Ook heeft raar, ne rare of eventueel eet raar altijd iets mysterieus. Stel dat men uitpakt met “Ik hem deize nacht ne raren druum g’had”. Bedoelt men in dat geval een nare droom, een nachtmerrie of een pracht van een droom? Aan ons om dan de nieuwsgierige toehoorder te vertellen wat raar in dat geval inhoudt. Hetzelfde geldt uiteraard voor rare gedachte of e raar geveul. Met raar kan men dus werkelijk alle kanten op. Neem nu een vorm van ongerustheid. Die uit zich duidelijk in de uitspraak “’t es Wel raar da men hem (of heu) al zu lang nemi gezeen hemme...” Het kan wat eigenaardig klinken, maar iedereen van het gezelschap waar we ons naar richten zal dat automatisch ook raar vinden.

Natuurlijk zijn er andere woorden en uitdrukkingen die raar kunnen vervangen of meer inhoud geven. Zo kan men het hebben over bizaar. Misschien raar maar waar, waarde lezer, maar persoonlijk zou ik raar en bizaar als evenwaardig beschouwen. Hoewel velen van jullie dat ongetwijfeld ook zullen doen. En dan zijn er ook de rare antwaude die men af en toe te horen krijgt. Zo kreeg ik bij mijn opmerking “Schuun weir vandoeg!” als wederwoord: “Wa wilde doe mei zegge?”. Net toen ik dacht dat mijn mond gesnoerd was, kon ik antwoorden: “Awel da’s na raar zi! Ik weit het zeulf ni... Gaa masscheen wel?” Zo zie je maar dat raar een surrealistisch tintje kan hebben. Maar ook iets universeels. Men hoort bijvoorbeeld niet zelden opmerken: “We leive toch in ne rare weireld”. Ook in dat geval kan men het woord raar op haast ontelbare manieren interpreteren. Maar meestal zijn interpretaties als ‘zonderling’ of ‘gek’ nooit ver weg. En bij dat alles vergeten we uiteraard de dooddoener ne rare kwast niet. Om die uitdrukking van het Algemeen Nederlands te onderscheiden, heeft men het in ons Brussels eerder over ne rare Charel. Waar men die Charel dan wel heeft opgediept en waarom het bijvoorbeeld niet François, Lowee of Jef is geworden, laat ik in het midden. Temeer omdat het voor mij altijd een raadsel zal blijven. En voor alle Charels in mijn kennissenkring waarschijnlijk ook. En dan blijft er natuurlijk ook de vraag waarom die rare Charel geen vrouwelijk equivalent heeft. En ook waarom e raar gedacht evengoed e good as e slecht gedacht kan betekenen. Bij dat alles hoop ik dat we nooit verplicht zullen zijn om alles wa we in ons leive raar hemme gevonne ooit op een rijtje te moeten zetten. Het valt meteen aan te voelen dat dat geen klein lijstje zou zijn. Ziezo, waarde lezer, er zullen door middel van mier rare kroenkels mogelijkheden zijn om raar en ne rare of ’n rare beter te vatten. Maar ere aan het woord dat ere toekomt. De dag dat we niet meer met da’s na nek eet raar kunnen uitpakken, zal eentonigheid troef zijn.

Voskopoja

Muzg, geïnspireerd op het park aan een meer nabij Tirana.

adoptiestad, is iets anders. Als mens en als artiest. Maar dat begint aardig te lukken. “Het leven van een artiest is nooit makkelijk. Waar je ook bent. In Albanië, in de Verenigde Staten of in België. Dat is nu eenmaal de realiteit. Discipline, doorzettingsvermogen, oog hebben voor een opportuniteit als die zich aanbiedt, samenwerkingen opzetten: zonder gaat het amper. Hard werken dus, maar in een aangenaam milieu. Omdat artiesten nu eenmaal open van geest zijn, omdat hier kansen te over zijn voor wie echt wil.” “Ik woon nu samen met mijn broer, die muzikant is. Mijn vader woont in Evere met zijn tweede vrouw. Familie hebben in je adoptiestad, in een vreemd land, het is een zegen. Ik houd ook van het leven in Brussel. Al van bij

“België zit diep vanbinnen bij mij, net zoals mijn Albanese roots diep vanbinnen zitten. Al ben ik in al die jaren nog niet terug geweest. Ik mis er de natuur wel: ze is prachtig, dikwijls onherbergzaam. Eeuwige sneeuw, een diep azuurblauwe zee. Ongerept, omdat toeristisch Europa ze links laat liggen. Je kunt Albanië zelfs een beetje vergelijken met België: klein maar fascinerend, altijd iets te ontdekken. Zoals bijvoorbeeld Voskopoja. Ooit een welvarende stad in het zuiden waar tussen de 16de en de 18de eeuw maar liefst 24 kerken werden gebouwd, nu niet meer dan een bergdorp. Slechts acht kerken hebben de tand des tijds en het communistische regime overleefd. Maar een van die kerken, Sint-Athanasius, herbergt wel een schat van Byzantijnse kunst, die nu door Fransen wordt gerestaureerd. Surrealistisch eigenlijk, een wonder dat zo’n parel bewaard is gebleven in een land dat vijftig jaar lang religie heeft vervloekt.”

Karel Van der Auwera

www.dastidmiluka.virb.com

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny. vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Lien Annicaert (lien.annicaert@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1276 PAGINA 22 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

Gymnastiek > Coach Thierry Deleuze verwacht impuls voor Brusselse turnwereld

‘EK moet katalysator worden’ OUDERGEM – Geen enkele Brusselaar was present op het voorbije Europees kampioenschap gymnastiek in Berlijn. Volgend jaar heeft het toernooi in Brussel plaats, en dat moet een ommekeer kunnen inluiden, vindt Thierry Deleuze (35). Hij begeleidde de afgelopen jaren meermaals Belgische turners en turnsters.

‘E

r is potentieel in Brussel,” zegt Deleuze, ook vicevoorzitter van Gym Phenix Auderghem. “Wij hebben vandaag 318 leden, onder wie een paar meisjes die een topsportstatuut hebben. Alle Brusselse gymnastiekclubs samen hebben een kleine 1.200 turners en turnsters onder hun hoede. Een aardige vijver om uit te vissen.” En toch was op het voorbije EK in Berlijn geen enkele Brusselse deelneemster te bespeuren. Het is nochtans ooit anders geweest. “Zo’n tien jaar geleden had je meisjes als Chloé Henry en Jessica Jans die ons vertegenwoordigden op EK’s en WK’s. De kwaliteit is er ook vandaag nog, maar het is aan de clubs om samen te werken. Dat was in het verleden niet altijd het geval. Er is een periode geweest van ruzies tussen de Brusselse clubs. Iedereen probeerde de beste te zijn en dat vergde heel wat energie. Iedereen beseft nu dat door alleen te werken niet de beste resultaten behaald worden. We werken nu samen, we hinderen elkaar niet. We zijn de goede weg ingeslagen. Gymnastiek is zo al moeilijk genoeg.” Volgend jaar wordt het Europees kampioenschap georganiseerd in Hal 11 van Brussels Expo. Zulke grote sportevenementen zorgen meestal voor groeiende interesse. Deleuze

de  CLUB

“Turnsters moeten vroeg volwassen zijn,” zegt Thierry Deleuze. “Er worden zeer snel prestaties gevraagd.”

hoopt dan ook op die golf mee te surfen. “Het EK moet een katalysator worden. Hopelijk nemen heel wat Brusselse gymnasten deel als

© MARC GYSENS

vrijwilliger. Het is echt een goede zaak. Ik voel ook wel dat het bij de turners, turnsters en clubs begint door te dringen dat het EK naar

Brussel komt en dat ze hun idolen aan het werk zullen zien. Hopelijk halen we hier heel wat positiefs uit en kunnen we dankzij dat

gers Brussel. “We proberen ook een familiale sfeer te creëren. Onze leuze is ‘one team, one family, one legend’. American Football is de ultieme ploegsport, je moet collectief sterk staan. Ik denk dat bij ons voornamelijk de sfeer anders is dan bij de andere clubs.”

American footballclub Brussels Bulls

‘Nadruk op jeugdwerking en sfeer’

“Brussels Bulls is opgericht omdat medeoprichter Stijn De Backer en ikzelf onze stempel op het American football wilden drukken,” zegt Lesley Moreels (36), voorzitter en trainer van de club. “We wilden de nadruk leggen op de jeugdwerking en zijn daar ook in geslaagd.” Zes jaar na het ontstaan is de club met 170 leden een van de grootste in België. De trainersstaf is volgens Moreels een van de grootste en beste van het land. Op dit moment zijn het de jeugdploegen die de hoogste ogen gooien. “De jeugdwerking is het fundament. Ons doel is om in de toekomst geen spelers meer hoeven aan te trekken, zodat onze seniorenploeg volledig uit zelf opgeleide spelers bestaat.” Niet alleen die uitgebreide jeugdwerking onderscheidt de Bulls enigszins van de andere twee Brusselse ploegen, Black Angels en Ti-

© MARC GYSENS

SINT-AGATHA-BERCHEM – Brussels Bulls is de rijzende ster van het Belgische American football. In vijf jaar tijd hebben ze een stevige structuur neergezet en vandaag strijden ze voor een plaats in de play-offs.

Analyses en scouting Brussels Bulls is een amateurclub die werkt als een professionele vereniging. Wekelijks staan twee trainingen op het programma, maar de spelers moeten ook naast het veld aan het werk. Er is het harde labeur in de fitness, maar daar houdt het niet op. “We scouten ook altijd onze tegenstanders en onze eigen wedstrijden en onderlinge partijen worden steevast gefilmd. We hebben ook een Facebook-pagina waarop spelsituaties en analyses geplaatst worden, die de spelers dan thuis kunnen bekijken. De sport verwetenschappelijkt en we moeten volgen.” Terwijl Bulls de vorige seizoenen de play-offs nog miste, strijdt de seniorenploeg dit seizoen wel voor een plaatsje in de eindronde. “We hebben de afgelopen jaren stap per stap vooruitgang gemaakt en een plaatsje in de play-offs zou een mooie volgende stap zijn. Zes jaar na de oprichting zijn we nog steeds ambitieus en willen we voortbouwen op het fundament: de jeugdwerking.

“We willen ooit een seniorenploeg met enkel zelf opgeleide spelers.”

www.brusselsbulls.be

Tim Schoonjans


BDW 1276 PAGINA 23 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

David Steegen Derby kampioenschap het niveau van de Brusselse gymnastiek verhogen.” Maar de clubs hebben ook niet alles in handen. “Een van de grootste ‘moeilijkheden’ is dat verschillende leden kinderen zijn van buitenlanders die bij de Europese instellingen werken. Zij zijn niet afkomstig uit België en velen onder hen trekken na verloop van tijd terug naar hun land van oorsprong.

“De clubs werken nu samen en hinderen elkaar niet meer. Gymnastiek is zo al moeilijk genoeg”

Neem nu Isabelle Zwirtz, een Duits meisje dat een van de beteren was, maar weer naar Duitsland is verhuisd. Vandaag is ze actief bij een van de beste gymnastiekclubs van haar land. Dat is een van de redenen waarom minder Brusselse gymnasten doorbreken. Maar in Brussel loopt zeker niet minder talent rond dan in andere regio’s.”

den als gymnast. Hij verzamelde één nationale selectie en werd een keer Belgisch kam­ pioen in reeks 1B. Sinds 2000 is hij actief bij Gym Phenix Auderghem, een van de grootste gymnastiekclubs uit de regio. Zijn grootste successen behaalde hij als trainer. “Ik heb als verantwoordelijke trainer EK’s, WK’s en de Olympische Jeugdspelen meegemaakt. Dat betekent dat ik met een ploeg instond voor de voorbereiding en begeleiding van de meisjes op die toernooien. Onder meer Chloé Henry en Aagje Vanwalleghem hadden we onder onze hoede. Met een paar finaleplaatsen hebben we toch mooie prestaties neergezet met onze turnsters.” Gymnastiek is vooral een meisjeszaak, en dan voornamelijk een van jonge meisjes. Adolescenten zijn een speciaal doelpubliek om mee te werken. Maar Deleuze kan terugvallen op zijn universitaire opleiding sportpsychologie. “Turnsters moeten vroeg volwassen zijn, er worden zeer snel prestaties gevraagd. Het is constant presteren op de rand van blessures, en conflicten met de adolescenten zijn nooit ver weg. Die opleiding helpt me om als trainer de atlete te begrijpen en haar oplossingen aan te bieden.” “Gymnastiek is gewoon onze passie,” besluit Thierry Deleuze. “We steken er als vrijwilligers heel veel energie in. De resultaten zijn natuurlijk belangrijk, maar je doet het toch ook voor die glimlach van een tevreden meisje.”

Tim Schoonjans

Aagje Vanwalleghem Deleuze heeft overigens zelf ook een verle-

www.gymphenix.be

SPORTEN ALS EEN BEEST in het VELAARTBOS

Ik heb een fout gemaakt vorige week. En niet de minste. Royal Union Sportive Albert Schaerbeek (Rusas) heeft niets te maken met Crossing Schaerbeek, de eerste profclub van Georges Leekens. Ik bied alle lezers mijn excuses aan. Ik kreeg zaterdagnamiddag telefoon en werd door een aimabele lezer vriendelijk maar glashelder gewezen op de vergissing. De man legde uit dat hij een ex-voetballer is die decennia geleden in Brussel beland is. Hij heeft zijn opleiding bij KV Mechelen genoten, het Malinwa van Victor ‘Torke’ Lembrechts, Rik De Saedeleer en Bert De Cleyn. Die scoorde 40 doelpunten in het seizoen 1945-’46. Erwin Vandenbergh kwam ooit tot op één doelpunt van dat record, maar Bert De Cleyn is nog steeds de beste schutter van Europa. De lezer vertelde me dat hij ook voor Rusas heeft gespeeld. Vroeger was het anders, zei hij: een transfer werd gewoon aangevraagd bij de KBVB en alles werd snel en vlot in orde gebracht. Hij heeft vele mooie voetbaljaren in Schaarbeek beleefd. “Rusas was een parochieclub, op dinsdagavond kwamen we samen met het bestuur. Het waren gezellige tijden,” vertelde de man. De ex-voetballer woont na al die jaren nog altijd in Schaarbeek en is inmiddels een echte Brusselaar geworden. Brussel Deze Week is zijn lijfblad. Het Brussels clubvoetbal is een interessant fenomeen. Het houdt nooit op. Crossing Schaerbeek krijgt een nieuw stadion, Royal White Star Woluwe FC staat op een zucht van tweede klasse en FC Brussels is bijna zeker van het behoud in dezelfde reeks. Het zou wat zijn. Als het even meezit, zal de cirkel rond zijn met de derby White Star Woluwe–FC Brussels. Oftewel het ‘nieuwe’ White Star Woluwe tegen het voormalige Racing White Daring Molenbeek, de fusieclub van, jawel, White Star Woluwe en Daring Mo-

lenbeek. Surrealisme, ook daar heeft Brussel, en bij uitbreiding België, een patent op. Fusies zijn een Brussels voorrecht. Samenwerkingen ook. FC Brussels zal zich misschien redden dankzij Anderlecht-huurling Sébastien Siani en paars-wit wordt misschien kampioen mede dankzij ex-Brusselsspits Dalibor Veselinovic. Eerder kwam Cheikhou Kouyaté (ook ex-Brussels) al de paars-witte rangen versterken. RSCA-coryfee Johan Walem genoot dan weer een deel van zijn opleiding in Molenbeek. Paul Van Himst speelde voor RWDM, net als Frank Vercauteren. Hoewel de rivaliteit soms groot kan zijn, versterken we elkaar. Op natuurlijke wijze. De betrokkenheid is groot. Dit weekend heb ben tvbrussel en Télé Bruxelles de eerste van de laatste twee competitiewedstrijden van White Star Woluwe live uitgezonden. Het huidige White Star is het resultaat van vele samensmeltingen, afscheidingen en hergeboorten. Alleen Anderlecht en Union ontsnappen aan de Brusselse trend. En toch zijn er vele banden. Daniel Renders, T3 bij RSCA, was een man uit Molenbeek. Herman Van Holsbeeck kwam dan weer van Woluwe. Bij de fusie in 1973 belandde hij in de tweede ploeg van fusieclub Racing White Daring de Molenbeek. Later trainde hij Sporting Club Union & Progrès Jette (vandaag RSD Jette), waar Renders jeugdtrainer is geweest. Renders leidde ook het ter ziele gegane Racing Jet in eerste klasse, waar een zekere Laszlo Bölöni ooit aanspoelde als speler. De geschiedenis van de Brusselse voetbalclubs is een ingewikkelde affaire. Gelukkig hebben we lezers en liefhebbers die bij de pinken blijven. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

ADVERTENTIE

MEISE – Bent u even sterk als een mier? Of kunt u beter uw evenwicht houden dan een eekhoorn? Op die vragen krijgt u vanaf zondag antwoord op de fit-o-meter in het Velaartbos. “Het dier staat centraal op deze fit-o-meter,” vertelt bedenkster Hilde Leon (43). “Wie het parcours aflegt, wordt langs tien stops geleid waar hij of zij zich kan meten met de dieren. Bij een van de tussenstops gaat het bijvoorbeeld over de eekhoorn en zijn uitstekende evenwichtsgevoel. Maar de deelnemer kan op een balk ook nagaan hoe het met zijn eigen evenwichtsgevoel zit. Op onze website zal binnenkort een scorebord komen waarop de deelnemers hun prestaties kunnen schrijven.” De verschillende stops zijn uit natuurlijke materialen gemaakt en bevinden zich in prachtig natuurgebied. Elke stop wordt ook geïllustreerd met foto’s, vastgelegd door lokale natuurfotografen. De dieren in kwestie zijn allemaal in het Velaartbos te vinden. “Het parcours is 1,7 kilometer lang en kan door iedereen op zijn eigen ritme worden afgelegd. De fit-o-meter staat voor een combinatie van ontspanning, inspanning, spel en creativiteit.” “Maar je hebt dus ook wel uitdagingen. Zo-

als de opdracht om één minuut omgekeerd te hangen, zoals een vlieg dat kan.” Behalve de gezondheid dient de fit-o-meter nog een ander doel. “We hopen dat wie het parcours aflegt, ook wat meer respect krijgt voor de dieren en de natuurbescherming.”

Dagjesmensen De fit-o-meter is er voor alle leeftijden. Hilde Leon ziet er met de zomer in zicht een mooie daguitstap in. “Je kunt het parcours afleggen en daarna even picknicken in een mooi stuk natuur. En dat allemaal gratis. Ook mensen uit Brussel komen af en toe eens wandelen in het Velaartbos en zijn zeker welkom. We hopen heel wat dagjesmensen te mogen ontvangen. Ook scholen uit de buurt en het Brusselse hebben we al aangeschreven.’ Zondag wordt de fit-o-meter tussen 14 en 17 uur feestelijk in gebruik genomen. Tot en met 16 oktober kan iedereen er van genieten. “Dan stoppen we ermee. Het kost veel energie en financiële middelen, waardoor we het niet constant open kunnen houden. Het Velaartbos is een natuurreservaat, het is niet de bedoeling dat het een attractiepark wordt.” TS www.natuurpunt-meise.be


BDW 1276 PAGINA 24 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

© SASKIA VANDERSTICHELE

O T 13 J

9T

EEN VAN REPORTAGE

ER

Z

OR IE D

zaIE

VO

A

• BD W R A

Straatkatten, vleermuizen, spinnen...de kinderen maakten in Le Wolf collages van hun favoriete enge beesten. Vind je Asha’s ‘feestkikker’?

Kleine maar fijne expo over bijzondere tekenaar

De wonderlijke zoo van Wolf DOOR PATRICK JORDENS

Vrolijk, droevig, kwaad, moedig, nieuwsgierig, .... Iedereen, groot of klein, kent meer stemmingen dan er smileys voor zijn! In de kinderboekenwinkel Le Wolf loopt op dit moment een leuke tentoonstelling over al die verschillende gevoelens. Ontdek de dappere vissen, dromerige geiten en onrustige ratten van de Duitse tekenaar-schrijver Wolf Erlbruch.

E

en geit met een brede glimlach op haar muil die als een hangmat tussen twee muren hangt... Een kat in een bolletjeskleed en een fladderend kleurrijk vogeltje die samen gezellig slurpen van een groene limonade... Een krokodil en een kleine rat in matrozenpak die in de regen staan te staren naar de zee, handen in de zakken... In de grote boekenwinkel ‘Le Wolf’ in het hart van Brussel kun je op dit moment 26 dieren gaan bewonderen die zich allemaal ‘verschillend’ voelen. Grote ingekaderde posters zijn het, gemaakt door de Duitse illustrator Wolf Erlbruch. Misschien heb je al eens een van zijn prentenboeken gezien en gelezen. Ooit gehoord

van Olek schoot een beer of De Schepping? Voor die twee prentenboeken werkte Wolf niet zo lang geleden samen met de Vlaamse schrijver Bart Moeyaert (zie ook ‘Sorry snorry’). Maar Wolf schrijft ook dikwijls zijn eigen verhalen. De meeste van zijn wonderlijke boeken zijn te vinden in Le Wolf, nabij de Grote Markt. Je kunt ze er kopen natuurlijk, Wolf Erlbruch. maar ook gewoon inkijken. Wie zich neervleit in de knusse leeshoek vol kussens kan heerlijk wegdromen bij Wolfs verzinsels en prenten...

De feestkikker Toen Zazie in Le Wolf de expositie van Wolf Erlbruch ging bekijken, hing daar een toffe bende kinderen rond. Asha en Serguey deden er tijdens de paasvakantie met wat vriendjes mee aan een knutselworkshop. “We maken collages,” vertelde de elfjarige Asha uit Schaarbeek aan Zazie. “Soms doe ik dat thuis


BDW 1276 PAGINA 25 - DONDERDAG 21 APRIL 2011

ook: dan knip ik uit een tijdschrift een hoofd van een mijnheer en plak ik daar het lijf van een hond onder. Zo krijg je grappige fantasiefiguren.” Asha is net bezig de laatste hand te leggen aan een vette kikker in vrolijk kostuum: zijn vest staat vol met gekleurde cocktaildrankjes, zoals volwassenen vaak op deftige feestjes drinken. “Mathilde, onze begeleidster, zei dat we voor de kleding van onze beesten mochten knippen uit oud behangpapier. Ik vond deze wel grappig, met al die kleurtjes. Nu is het echt een ‘feestkikker’ geworden,” zegt ze. En als ik hem goed bekijk, hoor ik hem inderdaad eerder “Hik!” zeggen dan “Kwaak!”.

[ SORRY ] SNORRY?

WIN! ... ‘EEN WOLF’!

Zazie wil graag drie prentenboeken van Wolf Erlbruch & Bart Moeyaert weggeven. Cadeautjes zijn altijd leuk in de paasperiode, en het zijn natuurlijk ook gewoon zulke mooie boeken. Olek schoot een beer is het spannende verhaal van een jonge, dappere berenjager die ineens voor een wel heel lastige klus staat: hij moet in hoogsteigen persoon twaalf meisjes redden uit de handen van de duivel!

‘De verschrikkelijke vijf’

Had je graag een exemplaar van Olek schoot een beer in je boekenkast? Daar moet je wel wat voor doen... Zie je de prent van de reuzenmuis en de minikat van tekenaar Wolf Erlbruch hiernaast? Het is een van de 26 dierenposters die op dit moment in Le Wolf hangen (zie ook hoofdartikel).

Wolf Erlbruch werkt voor zijn prentenboeken ook vaak in zo’n collage-stijl: tekeningen die bijvoorbeeld gemaakt zijn met stukjes papier van kranten of ruitjesschriften. Ik vraag Asha of ze de collages van Wolf al kende. “Ja, op school heb ik weleens boeken van hem gezien. Ik vind zijn prenten wel goed gedaan, maar meestal nogal somber. En ook, hij gebruikt weinig blauw en dat is net mijn lievelingskleur.” En ze glimlacht. “Ik vind ook dat in zijn boeken te weinig tekst staat. Roald Dahl lees ik toch nog liever. Maar vanochtend, voor we begonnen te knutselen, heeft Mathilde ons een grappig verhaal van Wolf verteld. De verschrikkelijke vijf : over een rat, een vleermuis, een hyena, een pad en een spin. Ze voelen zich lelijk, niemand houdt van hen. Maar op een dag beginnen ze samen een pannekoekenkraam. En plots wil iedereen vriend met hen zijn.”

Hoe voelt die muis zich op deze prent, denk jij? Wie er het dichtste bijzit of wie het meest verrassend uit de hoek komt, krijgt het boek Olek schoot een beer opgestuurd. Stuur je antwoord voor donderdag 28 april naar zazie zazie@bdw.be, samen met je naam, leeftijd en adres. VEEL SUCCES!! Met dank aan Querido en WPG-uitgevers.

Gemoedsstemmingen, de bijzondere beestenboel van

itut Nancy Goethe-Inst Affiche : ©

De meeste kinderen hebben collages gemaakt van nogal griezelige beesten: vleermuizen, ratten, wolven. “Kijk!” roept Serguey (7,5), “mijn picknickspin is klaar!” Ik vraag hem waar hij die originele naam vandaan heeft gehaald. “Ik heb als achtergrond een groen-wit geruit behangpapier gebruikt. Dat lijkt toch op een picknickkleedje, vind je niet? Daarop heb ik het lijf en de poten van een zwarte spin gekleefd. Zo is het net alsof je bij een picknick ineens een dikke vieze spin ziet kruipen. Brrr!” Ja, Sergueys picknickspin zou perfect een personage uit één van Wolf Erlbruchs prentenboeken kunnen zijn.

2009

Pas op voor de picknickspin!

ERLBRUCH A LA WORULFCH EN G N U M STIM WOLF ERLB RUCH E A LA WOLF ERLB ETATS D’AM ZOALS BIJ EMMINGEN GEMOEDSST ELLING TOONST

ITION|TEN

NG|EXPOS

AUSSTELLU

6.2011 18.03.-05.0 /20 lette 18 e de la Vio Le Wolf|Ru /20|1000 Brüssel t 18 Violetstraa

Wolf Erlbruch, hangt nog tot 5 juni in Le Wolf, Violetstraat 18-20 (vlak bij de Grote Markt). In die gezellige boekenwinkel staat ook een ‘verhalenjukebox’: steek twee euro in een gleuf, en je krijgt in een klein theaterhuisje een animatiefilm te zien van een prentenboek. Maar je vindt er natuurlijk vooral veel prachtige boeken, in allerlei talen en formaten en voor alle leeftijden! Wie van al dat kijken en lezen honger krijgt, kan in ‘Roodkapjes kantine’ een stuk rabarberframbozentaart of chocoladecake met peer eten. Heerlijk!! Alle info op www.lewolf.be

© ILAH

Vergeet de paashaas! Want in het Museum voor Natuurwetenschappen hebben insecten, vissen, vogels, reptielen en zelfs dino’s hun eieren verstopt in de vele verschillende zalen. Aan jou om ze te vinden! Op zaterdag 23 april van 10 tot 18 uur kun je naar hartenlust paaseieren zoeken te midden van de gigantische dino-poten. Tegelijk kom je natuurlijk meer te weten over prehistorische en allerlei andere beestjes. www.natuurwetenschappen.be

VANGER

BLIK


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.