POLITIEZONE NOORD KRIJGT 127 INTELLIGENTE CAMERA’S
In Schaarbeek ziet de politie u (bijna) PAGINA 2-3 overal
03 05 12
POPPRINSES LIANNE LA HAVAS OP LES NUITS BOTANIQUE En ook: Kunstenfestivaldesarts, Jef Geys en Tony Kaye. AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
© GRIET VANDERVELDE
Aperitief op kot
BIODIVERSITEIT OP THURN & TAXIS IN HET GEDRANG
BEESTJES HEBBEN HET GRAAG RUIG
PAGINA 8
BIJ DE DIENST RECHTSBESCHERMING VAN DE FOYER IN MOLENBEEK
“Streng en duidelijk, zonder eeuwenlang te wachten als je aan de criteria beantwoordt, en zonder valse illusies als dat PAGINA 6-7 níet zo is”
SCHAARBEEK – Het begin van de avond, ergens op een dak in de Ezelsgemeente, met zicht op het Atomium. Studentenorganisatie Br(ik vroeg in februari aan alle Nederlandstalige studenten in Brussel om hun studentenleven in beeld te brengen en zo uit te drukken wat studeren in de hoofdstad voor hen betekent. En blijkbaar valt er heel wat te zeggen over studeren (en
aperitieven) in Brussel, als we de bovenstaande sfeervolle foto mogen geloven. Nu donderdag 3 mei wordt de winnaar bekendgemaakt en krijgt u bij Br(ik (Bloemenstraat 32 in Brussel-centrum) de kans om een selectie van 25 inzendingen te bewonderen. Even vermelden dat het op 6 mei ook nog eens Open Kotdag is en u naar hartenlust bij studenten op bezoek kunt.
Wie weet krijgt u zin om zelf (opCD nieuw) op kot te gaan. ADVERTENTIE
NISSAN
CAS OORTHUYS FOTOGRAFEERDE OVERVOLLE TRAMS IN 1946...
Was het ooit anders? PAGINA 16-17
N° 1327 VAN 3 TOT 10 MEI 2012 ¦ WEEK 18: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1327 PAGINA 2 - DONDERDAG 3 MEI 2012 © SAIGNEUR DE GUERRE
Uitgelicht > Politiezone Noord krijgt 127 intelligente camera’s POLITIE ‘WIL NIET KOMEN’ NA BRUTALE OVERVAL BRUSSEL/LEUVEN – Na een diefstal met geweld aan Brussel Centraal vertikte de politie het om langs te komen. Voor twee Leuvenaars is een verjaardagsfeest in het centrum van Brussel in mineur geëindigd. Als de nuchtere V.B., een 27-jarige student psychologie, zich met zijn 52-jarig dronken familielid zondagochtend 15 april vanuit café Merlo naar Brussel Centraal begeeft, volgen twee ‘ruziënde’ mannen hen. Omstreeks halfvier aan het Europakruispunt, op enkele meters van de hoofdingang van het station, vragen de volgers vijf euro. De Leuvenaars weigeren. In het daaropvolgende tumult vernielen de volgers de bril van V.B. en duwen ze zijn familielid omver. Zodra V.B. tussenbeide komt, wordt hij tegen de grond gewerkt. Terwijl één volger op de rug van de student gaat zitten, stampt de andere hem – “zoals op een voetbal” – zeven keer in het aangezicht. Uiteindelijk maakt V.B. zich los, waarna de volgers zijn jas, met daarin gsm en portefeuille met geld, stelen. Van een voorbijganger die de politie belt, hoort de student het volgende: “De politie wil niet komen omdat dit soort dingen constant gebeurt.” Een ambulance sturen ze wel. Een uur later sporen de Leuvenaars huiswaarts. ’s Anderendaags laat V.B. de Leuvense politie proces-verbaal opstellen en dient hij een klacht in tegen de twee onbekenden. V.B., die over de reactie van de Brusselse politie ‘verbaasd en teleurgesteld’ is, maakt enkele bedenkingen. “Een klacht tegen de politie hoeft niet, maar zullen ze iets met de camerabeelden aanvangen? Gaan ze de telefoonoproep beluisteren?” Tegelijk dringt de vraag zich op of dieven soms een vrijgeleide krijgen. Volgens de Brusselse politiewoordvoerster Ilse Van De Keere is het “nog altijd de bedoeling om overtreders zo snel mogelijk op te pakken. Wij zijn niet gelukkig met het antwoord van de telefoonoperator; er loopt een intern onderzoek. Maar over een lopend onderzoek communiceren we niet.” Tegelijk benadrukt ze “dat er dit jaar nog meer veiligheidscamera’s in de buurt van Brussel Centraal komen.” Na haar onderzoek maakt de politie de zaak over aan het Brusselse parket. Voor de volledigheid: V.B. laat weten geen blijvende lichamelijke of psychische schade over te houden. Steven Vandenbergh
‘Camera vervangt politieagent niet’ SCHAARBEEK – De politiezone Schaarbeek/Evere/SintJoost-ten-Node heeft de plaatsen vastgelegd waar er nieuwe 127 intelligente camera’s komen. Weinig straten ontsnappen aan het oog van de politie.
D
e beslissing om intelligente camera’s te plaatsen dateert al van enkele jaren geleden, maar zopas hebben de drie gemeentebesturen van de zone BrusselNoord ook de plaatsen bepaald waar de 127 camera’s komen. De keuze komt er na grondige analyse door de politiediensten. Camera’s komen er op plekken die als problematisch worden ervaren. “Om de buurten niet te stigmatiseren hebben we in de lijst die we publiek maken, die analyse vereenvoudigd tot de categorieën verkeer, openbare orde, veiligheid, vandalisme en/of overlast,” zegt de Schaarbeekse burgemeester Bernard Clerfayt (FDF), een van de grote voorstanders van camera’s op zijn grondgebied. Dat sommige wijken meer camera’s
krijgen dan andere, komt volgens Clerfayt ook omdat daar er meer passage is. “Grote verkeersassen en pleinen krijgen sowieso veiligheidscamera’s.” Zowel op het vlak van preventie als van criminaliteitsdetectie, -analyse en -repressie ziet Clerfayt in de camera’s een welgekomen hulpmiddel voor het politionele werk – maar ook niet meer dan dat. “De camera’s vervangen de politie niet, laat dat duidelijk zijn. Ze zijn ondersteunend,” zegt Clerfayt.
Privacy Behalve om de criminaliteit te bestrijden kunnen de camera’s ook nuttig zijn om de mobiliteit te analyseren. De camera’s geven tot slot ook op elk moment van de dag een
‘algemeen beeld van de politiezone’. Het gaat om camera’s van de laatste generatie. Ze bestrijken een veld van 360 graden, kunnen inzoomen, geluid opnemen enzovoort. Het verk laart de indrukwekkende dekkingsgraad van de camerabewaking (zie kaart hiernaast). Maar het cameranetwerk is ook volledig geïnformatiseerd. De camera’s herkennen bepaalde patronen en geven een alarmsignaal bij verdachte bewegingen. De camera haalt er bijvoorbeeld een potentiële autodief uit, dankzij de herkenning van typische gedragingen. Maar ook bij gegil gaat er een belletje rinkelen in de dispatching van de politie, of als er iemand overvallen wordt, wanneer een sluikstort wordt gedumpt, of als er zich opstootjes voordoen. Burgemeester Clerfayt benadrukt dat de camera’s maar één stap zijn in een lange reeks maatregelen om de misdaadbestrijding in de politiezone op te voeren. Ook zonder
camera’s is de criminaliteit in zijn gemeente tussen 2002 en vandaag met bijna dertig procent gedaald, zegt Clerfayt. Onlangs uitte de Privacycommissie in De Tijd haar ongerustheid over de explosie aan aanvragen voor bewakingscamera’s. De commissie vindt dat gemeenten al te snel een beroep doen op camera’s bij het politiewerk en vraagt zich af of die tendens wel in verhouding staat tot het veiligheidsprobleem. De Privacycommis sie pleit voor een aanpassing van de wet, en in ieder geval voor een grondige evaluatie van het cameragebruik. Volgens de gemeente Schaarbeek is het cameragebruik in de politiezone Noord in overeenstemming met de aanbevelingen van de Privacycommissie. De eerste camera’s komen er in juni 2012. Twee jaar later zal de operatie in de hele politiezone afgerond zijn, goed voor een investering van zes miljoen euro. Steven Van Garsse
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT
De koninklijke serres in Laken zijn de laatste week van hun jaarlijkse openstelling ingegaan, en het is er druk als vanouds. Nog tot en met nu zondag, 6 mei.
© IVAN PUT
WEEKOVERZICHT
BDW 1327 PAGINA 3 - DONDERDAG 3 MEI 2012
© ANNE GILAIN
WOENSDAG 25 APRIL NIEUWE VILLO’S IN ANDERLECHT. In Anderlecht worden 28 nieuwe Villo-stations in gebruik genomen. Het zijn de eerste standplaatsen van de grootschalige uitbreiding van het fietsdeelssys teem. Hiermee zijn de stadsfietsen voortaan beschikbaar tot aan de gewestgrens. Anderlecht had al vijf Villo-stations en telt er nu 33. AKKOORD OVER EUROPESE ESPLANADE. Het Europees parlement, het Brussels Gewest, de Stad Brussel en de gemeente Elsene ondertekenen een protocollair akkoord. Hiermee hebben ze een overeenkomst over het beheer van evenementen op de Esplanade Solidarnosc 1980, het plein voor het Europees parlement. 127 CAMERA’S. De gemeente Schaarbeek legt de plaatsen vast waar er tussen nu en 2013 nieuwe camera’s komen. Ook Sint-Joost-ten-Node en Evere, die deel uitmaken van dezelfde politiezone, plaatsen veiligheidscamera’s. Alles bij elkaar komen er 127 camera’s op 65 plekken. Het gaat om intelligente camera’s, die alarm slaan als er verdachte situaties worden gedetecteerd. HONGERSTAKING VOLLEDIG AFGELOPEN. De laatste hongerstaker aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) stopt na 103 dagen met zijn actie. 21 van de 23 ex-hongerstakers worden opgeroepen om binnenkort hun uitwijzingsbevel op te halen. De twee overige sans-papiers zitten in de gevangenis op verdenking van misdrijven en moeten ook het land verlaten. POLITIE VERSPREIDT BEELDEN VANDALEN. De federale politie verspreidt beelden van vandalen in het premetrostation Horta. Een tiental mensen bekladden het station met verf in de nacht van 21 op 22 januari van dit jaar. Omdat de daders nog steeds niet gevat zijn, beslist de politie de beelden openbaar te maken en een opsporingsbericht te verspreiden.
DONDERDAG 26 APRIL JOBHAPPENING UZ BRUSSEL. Het Universitair Ziekenhuis in Jette organiseert een banenbeurs. Het ziekenhuis zoekt nog een honderdtal mensen: verpleegkundigen, artsen, laboranten, IT’ers, technici, onderhoudspersoneel en administ ratieve medewerkers.
De nieuwe bewakingscamera’s bestrijken alle Schaarbeekse straten en pleinen die in het geel zijn aangegeven. De stippen geven de locatie van de camera aan.
“ “ HET WOORD
KWART RAND IS BUITENLANDER. Uit een onderzoek van de studiedienst van de Vlaamse regering blijkt dat 27 procent van de randbewoners van buitenlandse origine is. Dat is een verdubbeling vergeleken met 1991. Volgens Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA) bewijst dat de behoefte aan taalpromotie van het Nederlands.
VRIJDAG 27 APRIL
De Vlaamse Rand is Nederlandstalig, moet het blijven en zal het blijven.” Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA) bij de voorstelling van een studie over de toenemende internationalisering van de Vlaamse Rand (in La Libre Belgique).
G1000 NIET WELKOM IN PARLEMENT. De slotzitting van het burgerinitiatief G1000, gepland voor 11 november, mag niet plaatsvinden in de Kamer en de Senaat omdat het een privé-initiatief is. Dat beslissen de voorzitters van Kamer en Senaat. STAKING BIJ FNAC. Aan de hoofdzetel en de opslagplaats van de winkelketen Fnac in Schaarbeek leggen de werknemers het werk neer. Ze eisen meer duidelijk over hun toekomst. Fnac kondigde eerder besparingen aan. Op 15 oktober loopt ook het huurcontract van het pand af.
ZONDAG 29 APRIL
Neem nu de parkeermeters: een privéfirma, die aan georganiseerde afpersing doet, is in staat om in alle wijken van de hoofdstad aanwezig te zijn. Waarom kan de politie dat niet?”
VERDACHT VEEL RUSTHUISOVERLIJDENS. Sinds een ingrijpende herstructurering in januari overleden in het Molenbeekse rusthuis Arcadia drie keer meer bejaarden dan in dezelfde periode vorig jaar. 25 artsen melden in een open brief dat de kwaliteit van de hulpverlening lijdt onder de herstructurering. Op één dienst zouden geen verpleegkundigen meer zijn. OCMW-voorzitter Christian Magerus (PS) noemt de beweringen fout en ziet in de aantijging een politieke dimensie.
Alain Courtois (MR), kandidaat-burgemeester in Brussel, maakt van veiligheid het hoofdthema voor de komende gemeenteraadsverkiezingen (in La Dernière Heure).
MAANDAG 30 APRIL
Bypad
Brussel-Stad, Jette, Vorst, Schaarbeek, Anderlecht en Watermaal-Bosvoorde stappen in Bypad. Bypad, voluit Bicycle Political Audit, is een Europees initiatief voor de verbetering van de fietsinfrastructuur in steden en gemeenten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest trekt er 70.000
euro voor uit. Elke Brusselse gemeente kon meedoen op voorwaarde dat Bypad werd opgenomen in het gemeentelijk fietsbeleid. Het lokale Bypad-project moet ook wel overeenstemmen met de gewestelijke mobiliteitsplannen, zoals het Iris 2-plan. In 2018 moet het Bypad-project gerealiseerd zijn. In Vlaanderen gingen enkele steden Brussel al voor. Zo lieten Oostende, Brugge, Kortrijk, Gent, Sint-Truiden en Hasselt de kwaliteit van hun fietsbeleid evalueren om NV het te verbeteren.
75 JAAR ELISABETHWEDSTRIJD. De eerste ronde van de vioolwedstrijd gaat van start, en heeft voor het eerst plaats in Flagey. 78 kandidaten nemen het tegen elkaar op. Het concours duurt tot en met 26 mei. Nadien volgen laureatenconcerten. TWEE MAANDEN HINDER OP RING. Vanaf vandaag, en nog tot en met zaterdag 30 juni, zijn er omvangrijke werkzaamheden aan de Ring rond Brussel, tussen Dilbeek en Zellik.
Samengesteld door Nick Vervaeck en Tuur De Moor
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1327 PAGINA 4 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Maatschappij > Heidi De Pauw van Child Focus pareert de kritiek
‘We mogen geen enkel taboe uit de weg gaan’ BRUSSEL – Begin vorige maand kwam Child Focus plots in het oog van de storm, na kritiek uit politieke hoek en van het welzijnswerk: Child Focus zou te dominant zijn, zou te weinig overleggen. Directrice Heidi De Pauw trekt resoluut de kaart van de dialoog, want de samenwerking kan beter.
H
eidi De Pauw volgde op 2 januari Kristine Kloeck op als algemeen directrice bij Child Focus. De ngo, die werd opgericht in de nadagen van de affaireDutroux, kende ze al: tussen 1998 en 2004 had ze er al gewerkt als casemanager. De afgelopen zeven jaar stond ze aan het hoofd van Pag-Asa, een vzw die de strijd aanbindt met mensenhandel.
De meeste meldingen komen niet van de kinderen zelf. Waar kunnen kinderen terecht? De Pauw: “We hebben een chatlijn
geopend, omdat we vaststellen dat kinderen van deze generatie – die digital natives zijn – via chat veel makkelijker hun hart luchten. On-
line proberen we dan te zien wat er aan de hand is, moedigen we aan om hulp te zoeken in de nabije omgeving, en ook om professionele hulp te zoeken. Dat laatste ligt vaak moeilijk, omdat politie en hulpverlening de jongere of het kind uit een anonieme omgeving halen.” Renaat Landuyt (SP.A), lid
Het brede publiek kent Child Focus vooral van de affiches, maar wat doet u nog? Heidi De Pauw: “Op ons noodnummer 116000 zijn we dag en nacht, zeven op zeven, gratis bereikbaar. We willen als meldpunt zo laagdrempelig mogelijk zijn.” “Enerzijds zetten we ons in voor vermiste kinderen. Daarbij denkt iedereen vaak meteen aan het meest dramatische, namelijk ontvoering door derden. In de praktijk gaat het meestal om kinderen die weglopen van huis, maar we onderscheiden ook nog andere types. Elk vermist kind krijgt bij ons een dossier. Een opsporingsbericht in de media verspreiden we alleen als de situatie heel onrustwekkend is, of wanneer er verder geen enkel spoor meer is. Wij stellen zelf geen onderzoeksdaden. Dat is het terrein van politie en parket, waarmee we een samenwerkingsakkoord hebben. We ondersteunen ouders op allerlei manieren, ook in hoe ze het best omgaan met de media. Daarnaast zijn we ook een meldpunt voor seksueel misbruik. We bieden een luisterend oor, waarna we de mensen doorverwijzen naar justitie, welzijnswerk, of beide. We zijn dus een draaischijf die complementair is aan de andere partners op het terrein. De echte hulpverlening ligt daar. Wij zien het kind nooit en we bieden zelf ook geen therapie aan. Zodra we er zeker van zijn dat de nodige stappen zijn gezet, sluiten we het dossier af.” Heeft België een goed hulpverleningsnetwerk? De Pauw: “België heeft een uitgebreid en uitstekend hulpverleningsnetwerk, maar wel heel gefragmenteerd en niet echt bekend bij de burger. Daarom geloof ik dat Child Focus een meerwaarde heeft, omdat wij informatie bieden en de sociale sector kennen.”
van de commissie Seksueel Misbruik, vindt dat elk geval van misbruik door justitie behandeld moet worden. Bent u het daarmee eens? De Pauw: “Het allerbelangrijkste zijn de slachtoffers. We moeten hen empoweren en de omstandigheden creëren waarin ze de mogelijkheid krijgen om met hun verhaal naar buiten te komen, want een grote groep heeft dat nog niet gedaan. Heel vaak gebeurt misbruik door een bekende. Het is heel moeilijk voor een slachtoffer om dat naar de politie te brengen. Elk geval is specifiek, en daarom vind ik ook dat elk dossier individueel moet worden geanalyseerd.” “Tegelijk vind ik de justitiële reactie maatschappelijk heel belangrijk. Elke organisatie die rond deze problematiek werkt, draagt een verantwoordelijkheid. Vandaar de hele discussie over meldingsplicht of meldingsrecht bij justitie. Dat is inderdaad soms een moeilijke afweging waar geen sluitend draaiboek voor bestaat. Ik denk dat een hulpverlener de stap naar justitie moet kunnen zetten, in het belang van het kind, of om verdere slachtoffers te voorkomen. Niet elke jongere is in staat om eigenhandig zo’n beslissing te nemen. Ik denk dat politie en justitie respect moeten tonen voor hulpverlening, en vice versa.” In de vaak conservatieve onderwijswereld is zelfs de leuke seksualiteit nauwelijks bespreekbaar. De Pauw: “De basisgedachte van ons preventie- en bewustmakingswerk besteedt daar veel aandacht aan. We willen gezonde seksualiteit bespreekbaar maken. Het taboe moet doorbroken worden. Het is heel belangrijk dat jongeren de grenzen van seksualiteit kunnen herkennen.” Evelyne Huytebroeck, minister van Jeugd van de Franse Gemeenschap (Ecolo), verweet Child Focus onlangs de bevoegdheden van anderen onderuit te halen. Ze vindt uw houding ambivalent en contradictorisch. De Pauw: “We zijn zeker niet doof voor die kritiek, maar toch denk ik dat we de zaken beter tot hun ware proporties herleiden.” “Ik ben het ermee eens dat er meer overleg nodig is tussen de verschillende partners, maar ik kan u zeggen dat de hulpverlening en samenwerking met SOS Enfants, met vertrouwenscentra, diensten slachtofferhulp en andere in de praktijk wél werken. Mocht dat niet het geval zijn, ik zou niet meer slapen, denk ik. Ik betreur ook dat het debat in de media is gevoerd.”
Heidi De Pauw, algemeen directeur van Child Focus: “Emotionele reacties zijn normaal voor een samenleving, maar het debat moet verder gaan en nuance bieden.”
© SASKIA VANDERSTICHELE
Ook de Child Focusaffiche tegen kinderporno – professionele pornoacteurs die kinderporno een halt toeroepen – zorgde voor heel wat commotie. Zijn de geesten in België nog niet rijp voor dit soort campagne? De Pauw: “Ik had wel wat tegenwind verwacht, maar de felle kritieken hebben me toch wat verrast.
BDW 1327 PAGINA 5 - DONDERDAG 3 MEI 2012
De affaire-Dutroux staat in het collectieve geheugen gegrift, maar hebben we deze hele problematiek als samenleving eigenlijk goed aangepakt? De Pauw: “We vragen ons als Child Focus af wat de maatschappelijke noden vandaag zijn. Wat de laatste
“Mannen hebben vaak de perceptie tegen” tijd allemaal naar boven komt – de grootscheepse pedofiliezaak in Nederland, aantijgingen over ongewenst seksueel gedrag in de media –, is nog maar eens het bewijs dat er een enorm taboe op seksualiteit en slachtofferschap rust. Hoe kunnen we een klimaat creëren waarin deze thema’s bespreekbaar worden, dat is de hamvraag.” Daders van seksueel misbruik worden compleet gediaboliseerd. Is het bredere debat daarmee gebaat? De Pauw: “Die emotionele reacties lijken me normaal voor een samenleving, maar het debat moet daarnaast ook verder gaan en nuance bieden. Sensatie is nooit veraf als het over kinderen gaat, en de media spelen in op dat gevoel.” “Onderzoek toont aan dat uitsluiting en marginalisering van pedofielen de kans op recidive verhoogt. Het spreekt voor zich dat plegers van
seksuele misdrijven opgevolgd moeten worden nadat ze de gevangenis verlaten. Daderhulpverlening is essentieel.” “We zien in de media vaak uitsluitend de meest extreme vormen van misbruik, terwijl een bepaalde groep mannen – en in mindere mate vrouwen – pedofiele gedachten hebben. Toen ik nog casemanager (nu heet dat consulent(e), TDM) was, belde er een man. Hij vertelde me dat hij niet wist hoe lang hij zijn fantasieën nog onder controle kon houden. Het is niet omdat je die fantasieën hebt, dat je automatisch ook een pedoseksueel wordt. Deze mensen kunnen geholpen worden, dus laten we alle middelen inzetten om hen de weg naar de hulpverlening te wijzen. Op het vlak van preventie moeten we informeren en geen enkel taboe uit de weg gaan, al vraag ik me wel af of we daar als samenleving rijp voor zijn. Zoals ik ook eerder al zei: het is niet omdat men een probleem niet ter sprake brengt, dat het niet bestaat. Ouders, opvoeders en leerkrachten spelen daarin een heel belangrijke rol.” En ondertussen durven sommige mannen geen kind meer op schoot te nemen; mannen in het kleuteronderwijs worden nog schaarser. De Pauw: “Dat is een kwalijke evolutie die toont dat we er nog lang niet zijn. De angst verstoort de normale verhoudingen. Het is belangrijk dat kinderen positieve voorbeelden hebben. Kinderen zijn er niet bij gebaat dat we alle mannen in een hoekje stoppen. Het gaat ook om opvoeding. We moeten kinderen leren respecteren en hun tools aanreiken, zonder ons om de haverklap bij alles vragen te gaan stellen en onnodig scrupuleus te worden. Zo’n sfeer is ook nefast voor het kind.” “Mannen hebben ook vaak de perceptie tegen. Ik zal nooit het voorbeeld van mijn prof in de criminologie vergeten: ‘Als een vrouw naakt het gras afrijdt, en de buurman kijkt, is hij een voyeur. Als een man naakt het gras afrijdt, en de vrouw kijkt, is hij een exhibitionist.’ Er zijn bijvoorbeeld ook veel vrouwelijke sekstoeristen. We moeten dat onder ogen durven te zien. Er is nog veel werk aan de winkel.”
Tuur De Moor
www.childfocus.be, gratis noodnummer: 116000. Op www.stopchildporno.be kunt u (desgewenst anoniem) vermoedelijk seksueel misbruik van kinderen melden
Politiek > ‘Alliantie met FDF is geen verraad’
Olivier de Clippele ambieert burgemeesterssjerp ELSENE – Olivier de Clippele, schepen zonder bevoegdheden, is kandidaat-burgemeester in Elsene. Hij voert de kartellijst FDF/Democratie & Respect aan. Tot nader order blijft hij parlementslid voor de Franstalige liberalen van de MR.
© IVAN PUT
De boodschap was dat kinderporno niet oké is. Kinderporno is misbruik. Met porno – waar er instemming is tussen de meerderjarige partners – heeft het niets te maken en het moet op alle mogelijke manieren bestreden worden. Daarom roepen we ook actief op om dit te melden op www.stopchildporno.be. Ook hier werken we nauw samen met politie en parket. Interessant daarbij is dat de meldingen die wij ontvangen, vaak andere zijn dan die bij de politie. Ook hier spelen we dus een belangrijke, complementaire rol. In drie jaar tijd heeft Interpol 2.500 misbruikte kinderen kunnen identificeren.”
De breuk tussen MR en FDF blijft voor verrassingen zorgen. Eerder stapten twee FDF’ers over naar de MR. Nu kondigt De Clippele aan dat hij samen met het FDF naar de kiezer trekt. Hoeveel medestanders De Clippele mag meenemen, is nog niet uitgemaakt. Ook de naam van de lijst is nog niet bekend. De Clippele onderhandelt ook met Nederlandstaligen, maar namen heeft hij nog niet. De Clippele ontkent dat hij verraad pleegt, zoals zijn vroegere gemeentelijke MR-medestanders hem voor de voeten werpen: “Ik ben geen kazakdraaier. Sinds ik Brussels parlementslid ben, heb ik altijd op MR-FDF-lijsten gestaan.” “Ik herinner eraan dat het FDF van goed bestuur een topprioriteit gemaakt heeft, in tegenstelling
Olivier de Clippele. tot de MR, die een alliantie met de PS verkiest ten koste van gezond financieel beheer.” De Clippele raakte zijn bevoegdheden kwijt toen hij als schepen van Financiën weigerde de begroting goed te keuren. De Clippele wil niet weten van een nieuw, duur gemeentehuis terwijl de schulden ‘al de pan uit rijzen’. Elsene heeft na Brussel-stad de hoogste schulden van alle Brusselse gemeenten. Danny Vileyn
Mobiliteit > Weerbaar in het verkeer met opleiding Fietsersbond
Fietsacademie van start BRUSSEL – Meer mensen leren fietsen, maar ook veilig fietsgedrag aanleren bij mensen die niet naar hun werk durven te fietsen: dat beoogt de Fietsersbond met zijn Fietsacademie. De projecten om mensen op de fiets te krijgen, stapelen zich op. Naast stilaan ingeburgerde initiatieven als Bike to Work en Bike Experience, waarvan de derde editie deze week begon, ging zopas een nieuw project van start: de Fietsacademie. Deze opleiding van de Fietsersbond richt zich tot mensen die niet kunnen fietsen, én tot mensen die het wel kunnen, maar zich niet veilig voelen. Hoe werkt het? Wanneer een bedrijf, overheid of organisatie tussen tien en 25 geïnteresseerden telt, komt er een fietsdocent langs. Cursisten die al kunnen fietsen, krijgen vier uur vorming. Concreet gaat het om een theoretische les (verkeersreglement, rechten/plichten, preventief fietsen, onderhoud, uitstippelen woon-werktraject), een fietsvaardigheidsparcours in een beschermde omgeving en een tocht in de werkregio. Voor dit standaardpakket betaalt een bedrijf 750 euro. Een groep volwassenen leren fietsen duurt een hele week en kost een bedrijf 1.000 euro. Ten slotte kan de Fietsersbond in een instelling, zoals bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie gepland staat, een fietsdocentenopleiding organiseren. Zo zal de
VGC zelf over docenten beschikken die volwassenen kunnen leren fietsen. Volgens Renske Witteveen, preventie- en educatiemedewerkster van de Fietsersbond, meldden zich ook al een federale overheidsdienst, een waterbedrijf, zorgcentrum en seniorenorganisatie. Zij krijgen de volgende weken een van de vijftien fietsdocenten over de vloer. De docenten zijn vrijwilligers die drie dagen opleiding hebben gekregen en uit alle provincies in Vlaanderen en Brussel komen. Toch rijst de vraag waarom Brusselse werkgevers hun werknemers zouden motiveren om door weer en wind en over vaak onaangepaste weginfrastructuur te laten fietsen. Caroline Eeckhout, leerkracht in het volwassenenonderwijs in Brussel en fietsdocente, hoeft niet lang na te denken: “Werknemers komen op tijd aan – ook bij stakingen –, ze zijn minder vaak ziek en mentaal en lichamelijk gezonder. Daarnaast hebben ze geen grote parkeerplaats nodig en zijn ze meestal sneller dan het openbaar vervoer, zeker bij korte afstanden. En ten slotte is fietsen goedkoop.” Volgens het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid kan dit initiatief “de veiligheid in het verkeer alleen maar ten goede komen”. De Fietsersbond, die nog fietsdocenten zoekt, kreeg van de Nationale Loterij een projectsubsidie voor één jaar werking. Steven Vandenbergh
ADVERTENTIE
s ’ o o n n a L t k r a m n e k oTGeOEDKOOP! Gratis toegang! B SPO meer informatie www.lannoo.be
Brussel | koninklijke stallingen Paleis der Academiën – Hertogsstraat 1 – 1000 Brussel
10u - 19u Do
vrij
zat
zon
10 mei
11 mei
12 mei
13 mei
BDW 1327 PAGINA 6 - DONDERDAG 3 MEI 2012
© SASKIA VANDERSTICHELE
In de wachtzaal bij de dienst rechtsbescherming van de Foyer. “Er zullen altijd mensen zonder papieren zijn, en daar moeten we een beleid voor hebben.”
REEKS
FOYER IN MOLENBEEK, ORGANISATIE MET VELE GEZICHTEN (AFLEVERING 6)
Wegwijs in vreemdelingenrecht SINT-JANS-MOLENBEEK – Negen uur ’s ochtends. Rond de Sint-Jan de Doperkerk is de markt al druk gaande; een straat verder is het nog rustig bij de dienst rechtsbescherming van de Foyer. De aanwezige personeelsleden, Ann Bogman, Indra Janssen, Sebastiano Guzzone en Dirk Van Daele, nemen geconcentreerd alle mails door. Af en toe leest iemand mailtje voor aan de anderen en overleggen ze. Welkom in het kluwen van vreemdelingenrecht en hulp aan nieuwkomers.
D
e dienst rechtsbescherming is een van de oudste en bekendste diensten van de Foyer. Om preciezer te zijn is de dienst deels van de vzw Regionaal Integratiecentrum Foyer en deels van het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Archipel, maar van de ingewikkelde verdeling van verantwoordelijkheden en arbeidscontracten merk je als klant gelukkig niets. Je kunt bellen of schrijven, of na afspraak persoonlijk op consultatie komen met al je vragen over je dossier als asielzoeker of immigrant. “Vreemdelingenrecht is meer dan alleen asielzoekersdossiers,” benadrukt Ann Bogman. “Het gaat erom dat een buitenlander niet zomaar naar België kan komen. De manie-
ren om legaal naar dit land te komen, zijn via een kort verblijf als toerist of voor zaken, of een langer verblijf op basis van gezinshereniging, werk of studie. Daarnaast is er nog de asielprocedure als toegangspoort. Wie illegaal in België verblijft, kan in bepaalde gevallen in aanmerking komen voor regularisatie.” De dienst rechtsbescherming geeft regelmatig vorming over vreemdelingenrecht. Geïnteresseerden zijn bijvoorbeeld OCMW’s, CAW’s, kabinetten of de balie, want het is een moeilijke materie. Je moet niet alleen de wetten kennen, je moet ook weten hoe die wetten worden geïnterpreteerd en toegepast. Vreemdelingenrecht, en met name de criteria voor regularisatie die nergens in de wet staan, is vooral een kwestie
van praktijk. Veel studenten in de rechten hebben nooit vreemdelingenrecht gehad en moeten soms meteen na hun studie, zonder enige kennis van zaken, als pro-Deoadvocaat de belangen van vreemdelingen behartigen. Soms bellen zij dus ook voor advies naar de dienst rechtsbescherming.
Tien jaar wachten Indra Janssen heeft vanochtend twee consultaties. Haar eerste afspraak is met een jonge Afrikaan die verlegen binnensloft. Hij weet duidelijk niet of het wel de moeite waard is geweest om helemaal vanuit Leuven naar Molenbeek te komen met de vragen die hij heeft. Maar al gauw wint hij aan vertrouwen en vertelt hij zijn verhaal. Hij zit
al bijna tien jaar in een asielprocedure en vier jaar in een regularisatieprocedure, genoeg tijd om onder meer voor burgerlijk ingenieur te studeren. Nu het einde van zijn studie in zicht komt, zou hij toch eindelijk graag die papieren in orde hebben. “Een werkgever wil zeker zijn dat ik bij hem kan blijven voordat hij in mij investeert,” legt hij uit. Waarschijnlijk is het een kwestie van administratieve traagheid dat het dossier nog niet in orde is, en daarover zal de consulente enkele telefoontjes plegen. “Ik vind zeker niet dat iedereen op onze sociale zekerheid kan komen teren, maar ik moet wel zeggen dat ik veel mensen zie die gewoon een meerwaarde zijn voor onze samenleving. Iemand als deze man wil je toch in je land houden! Ik woon en werk in Molenbeek en denk dat ik daardoor veel zaken meer nuanceer dan mensen die over deze thema’s beslissingen nemen zonder enig contact met de werkelijkheid.” De volgende klant stemt minder tot optimisme. Hij is een oude bekende van de consultatiedienst en heeft
net bericht gekregen dat zijn regularisatieaanvraag is afgewezen. “Volgens de criteria zou zijn aanvraag goedgekeurd moeten worden, maar zijn advocaat heeft geen goed werk geleverd,” besluit de consulente een beetje moedeloos. “Het zou allemaal wel wat humaner kunnen. Streng en duidelijk, zonder eeuwenlang wachten als je wel aan de criteria beantwoordt, en zonder valse illusies als je niet binnen de criteria valt.” Een moeilijk aspect van haar werk is aan mensen zeggen dat ze niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. “Omdat er zoveel onduidelijkheden en uitzonderingen zijn, blijven mensen vaak hopen, hoe duidelijk het nee ook is. Op dat moment zou je psycholoog moeten zijn, maar die opdracht heb ik niet,” legt ze uit.
Toekomst zonder papieren Haar collega Dirk Van Daele ondersteunt sociale diensten waar mensen zonder papieren aankloppen voor hulp. Het is een hoofdbreker: hoe help je mensen die eigenlijk buiten de wet staan? Van Daele or-
BDW 1327 PAGINA 7 - DONDERDAG 3 MEI 2012
ganiseert vormingen over thema’s als basisrechten, regularisatie en terugkeer. Hij legt uit dat het voor mensen die de boodschap krijgen dat ze niet het recht hebben om in het land te verblijven, heel moeilijk is om dit te aanvaarden. “Ze hebben vaak hun leven geriskeerd om naar hier te komen en willen dat niet zomaar opgeven. Maar als we hun situatie op een andere manier benaderen, is het soms toch mogelijk om tot een bevredigende uitweg te komen. Het lijkt alsof deze mensen alleen maar ‘papieren’ willen. Maar dat is niet de reden waarom ze naar België zijn gekomen. Sommigen zoeken hier bescherming, anderen willen geld verdienen voor hun
“Streng en duidelijk, zonder eeuwenlang wachten als je aan de criteria beantwoordt, en zonder valse illusies als dat níet zo is” achtergebleven familie of voor een huis of studie. Als ze hier uiteindelijk in de illegaliteit belanden, dan betekent dat meestal dat hun migratieproject in het slop zit. Daarom helpen we deze mensen om de focus op papieren los te laten en terug te keren naar de oorspronkelijke reden van hun migratie. We stimuleren hen om vandaaruit opnieuw te gaan nadenken over alternatieven, we adviseren over wat wettelijk kan en wat niet. Een vrijwillige terugkeer is een van de mogelijkheden.” ‘Toekomstoriëntering’ noemen ze dat in het Integratiedecreet: mensen zonder papieren naar een zinvol toekomstperspectief oriënteren. Maar hoe dat concreet moet gebeuren, staat niet in het decreet. “Daarom hebben we in Brussel een visietekst ontwikkeld, zodat we met de verschillende organisaties die werken met mensen zonder papieren, op één lijn zitten.” Als mensen opteren voor een vrijwillige terugkeer en een reïntegratieprogramma, wordt er in de praktijk samengewerkt met ngo’s in het land van herkomst voor de uitvoer van het opgestelde plan. “Er zullen altijd mensen zonder papieren zijn, en daar moeten we een beleid voor hebben,” zegt Dirk Van Daele. “Er zullen altijd immigranten zijn, en die moeten worden bijgestaan,” zegt directrice Loredana Marchi. Geen uitspraken van dromers, maar van mensen die problemen niet uit de weg willen gaan. De dienst rechtsbescherming houdt elke werkdag permanentie van 9 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur op het nummer 02-414.04.53. Individuele consultaties zijn er alleen op afspraak. Jo Govaerts De hele reeks kunt u blijven nalezen op www.brusselnieuws.be/foyer
P-PRAAT Evelyne Huytebroeck wil binnenkort, als de kinderen het huis uit zijn, verhuizen naar een passiefappartement in het stadscentrum. Dat betekent dat de Ecolo-minister van Leefmilieu haar Vorstse herenwoning te koop zal stellen. Volgens twee pagina’s in Le Soir Immo is die bijzonder smaakvol ingericht. We zien parket, witte meubelen, Afrikaanse kunst en een grote bibliotheek. Over de prijs zullen we het hier niet hebben, dit is een krant voor middenklassers, maar volgens de minister gaat het toch makkelijk om het drievoudige van indertijd. En wij maar denken dat groenen in een boomhut leefden. Nog volgens de vastgoedbijdrage van de Brusselse krant is de meest gewilde woonlocatie voor expats “Ixelles, avec une préférence pour la place Brugmann et le quartier du Châtelain.” Met expats bedoelt Le Soir waarschijnlijk Fransen. En volgens La Capitale zijn steeds meer rijke Fransen van plan om in Elsene en Ukkel neer te strijken als François Hollande president wordt. De Franse socialist zou een belastingtarief van 75 procent willen opleggen aan vermogende Galliërs. Een mens met geld vlucht dan inderdaad al eens naar Elsene. Willy Decourty (PS-Belgische variant) kan zijn vingers al beginnen aflikken. De Elsense burgemeester ziet zijn gemeente nu als Grote Brusselse Uitzondering, Petit Paris en “zeker niet Koekelberg of Sint-Agatha-Berchem.” Een reuzenkans ook om (a) de Avenue Louise te her annexeren en tol te vragen aan al die Brusselaars die verpozing zoeken in het Ter Kamerenbos, (b) Matonge te verkopen aan Etterbeek en (c) van het Flageyplein een parkeerplaats voor welgestelden te maken. Gedaan ook met problemen in de Livornostraat, want zodra die straat Elsens wordt, zwaait de politiezone Super-Ixelles er de plak.
CHIEN ÉCRASÉ ZUIDSTATION – Jawadde. Dag 1 van onze observatie: politieagenten. Dag 2 van onze observatie: politieagenten. Dag 3 van onze observatie: hulpvaardige preventiemedewerkers. En geen enkele poortjesglipper. Geen enkele. Vermits we nog af en toe in de mensheid willen geloven, zien we af van een vierde dag observatie. Stel ons niet teleur. VOORUITGANG – Brusselnieuws.be, 30 april 2012: “Brussels milieuminister Evelyne Huytebroeck (Ecolo), haar Vlaamse collega Joke Schauvliege (CD&V) en de Waalse milieu minister Carlo Di Antonio (CDH) hebben een protocolakkoord getekend over het Zoniënwoud. Het document legt vast hoe de drie gewesten zullen overleggen over het beheer van het beukenbos.” DE TIJD VAN TOEN – Brussel Deze Week, 13 november 2008: “De drie regionale ministers van Leefmilieu hebben een intentieverklaring ondertekend waarin ze beloven een gemeenschappelijk beleid voor het Zoniënwoud te voeren. Daartoe worden vier belangrijke maatregelen genomen. Het woud blijft weliswaar verdeeld over de drie gewesten.” AFGEVOERD – U ziet, het loont om af en toe een krant van onder het stof te halen en te zien welke hoofdstedelijke projecten werden afgevoerd, herhaald of opnieuw verkocht. Enkele titels uit dezelfde krant van 13 november 2008: ‘Daar komt het openluchtzwembad’, ‘Stadstol niet duurder dan parkeermeter’. Sjongejonge.
ADVERTENTIE
BDW 1327 PAGINA 8 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Natuur > Grote soortenrijkdom op Thurn & Taxis
Beestjes hebben het graag ruig merken dat ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap of werknemers van bedrijven in de buurt hier ’s middags waarnemingen komen doen. Vaak wonen die niet in Brussel, maar hebben ze vlak bij hun werk een bijzonder stukje natuur liggen.”
Tv-toestellen en wilgen
In dit vijvertje op Thurn & Taxis leven salamanders. Op de oever groeit klein hoefblad.
BRUSSEL – De natuur en de stad hebben meer met elkaar dan men denkt. “Thurn & Taxis is jaren top geweest voor fauna en flora,” zegt Bart Hanssens van Natuurpunt.
O
zilverreiger. Bij de insecten vallen dan weer waterjuffers, bijzondere bijen of zweefvliegen op. Het gaat om dieren die je niet snel in de stad verwacht. Voor het mooie natuurlandschap hoef je niet op Thurn & Taxis te
komt wandelen. We stappen langs de volkstuinen het gebied in. Het terrein is drassig, zonder laarzen nauwelijks te betreden. “De ontoegankelijkheid is een van de voordelen voor de natuur,” zegt Hanssens. “Het betekent minder mensen, en minder verstoring.” We komen aan een vijvertje waarin salamanders zitten. Klein hoefblad groeit rond het vijvertje. Hanssens: “Dat is een typische plant die alleen kansen krijgt op arme grond, zoals
sens: “Op enkele hectaren heb je hier een drassige grond, een tamelijk wilde moestuin, braamstruiken en een zand- en steenvlakte. Dan krijg je vanzelf een heel diverse fauna en flora.” Ook de ligging van het oude spoorweggebied speelt mee. Veel vogels volgen tijdens de trek het open gebied boven het kanaal. Bezien vanuit de lucht ligt T&T er dan heel weids en rustig bij. Het is geen toeval dat migrerende vogels hier belanden.
© BENOÎT DE BOECK
© BART HANSSENS
© YANN COATANÉA
p Thurn & Taxis is een kleine plevier gesignaleerd ‘in broedkleed’. De kleine steltloper hoort oorspronkelijk thuis aan de oevers van meren of op slikken van rivieren, maar op de zanderige vlaktes van Thurn & Taxis gedijt hij opvallend goed. Of het tot kuikentjes zal komen, valt nog af te wachten. Kleine plevieren broeden op de grond. En veel rust wordt het diertje niet gegund. De kranen en bulldozers zijn volop in de weer om het terrein bouwklaar te maken. Er wordt puin en zand aangevoerd, de vrachtwagens trekken grote voren in het terrein. Hier moeten kantoorgebouwen verschijnen. Ironisch genoeg zijn die bestemd voor Leefmilieu Brussel, de administ ratie die in Brussel verantwoordelijk is voor het natuurbehoud. Dat Thurn & Taxis een uitstekend gebied is voor de observatie van vogels, planten, insecten en spinnen, is een goed bewaard geheim onder natuurliefhebbers. Er zijn de laatste jaren heel wat bijzondere vogels waargenomen: blauwborst, buidelmees, kleine karekiet en grote
© DIETER TELEMANS
De ecologische toekomst oogt minder rooskleurig, zelfs al wordt niet alles volgebouwd. Na protest van de buurt en van bewonersverenigingen is beslist om een groot park aan te leggen. Voor natuurliefhebbers is een park eerder een vloek dan een zegen. Te clean, te veel mensen. De natuur heeft het graag ruig. Wel is het zo dat er tegenwoordig bij de aanleg van parken steeds meer rekening gehouden met de natuur. Door dichte begroeiing, hoog gras of omgevallen bomen te laten voor wat ze zijn, kan al heel wat bereikt worden. Afwachten wat er voor het T&T-park in de pijplijn zit. Hanssens weet een andere plek vlakbij. Het kan de komende jaren een interessant alternatief vormen voor natuurobservatie. Hij brengt ons naar een verlaten terrein langs de sporen aan de Jean Dubrucqlaan in Molenbeek. Leefmilieu Brussel wil hier op termijn een park aanleggen. Vandaag is dit Brussel ten voeten uit: kapotgeslagen televisieschermen, stapels kasseien, barakken en blikjes alom. Hanssens vindt het fantastisch. Overal schieten wilgen op, groeien distels en andere planten. Haal de mens weg, en de natuur neemt het in een mum van tijd weer over. Een verlaten stenen barak is ideaal voor de zwarte roodstaart – nog zo’n vogeltje dat de stad heeft ontdekt –, misschien zelfs voor vleermuizen. De betonnen ondergrond, met mos en stenen, is dan weer een geschikte habitat voor insecten. In de zomer
Kleine plevier, vuurjuffer en tapuit: het is maar een kleine greep uit de waargenomen fauna op Thurn & Taxis.
zijn, het is oud industrieel gebied in volle verstedelijking. Het ligt tussen de vrachtwagens van het TIR, de schepen op het kanaal en de vervallen gebouwtjes. Met in de verte de machtige skyline van de Noordwijk. Toch is het er voor fauna en flora top. Dat zegt Bart Hanssens van Natuurpunt, die er zelf wel eens
hier.” De bloemen trekken dan weer een aparte insectenpopulatie aan. Goed voor de diversiteit. Het is precies de grote verscheidenheid aan biotopen die van Brussel een opvallend soortenrijk gebied maakt, zelfs al zijn hier geen uitgestrekte natuurreservaten. Ook Thurn & Taxis bewijst dat. Hans-
“Er was eventjes wel wat animo om Thurn & Taxis tijdelijk het statuut van natuurgebied te geven, maar zonder veel succes,” zegt Hanssens. Zolang het niet echt als natuurgebied staat ingeschreven op het gewestplan, is er geen beginnen aan. T&T was anders wel in trek bij de natuurliefhebber. Hanssens: “We
wordt het er bloedheet, en daar houden bijvoorbeeld sprinkhanen van. “Als je hier in augustus wandelt, dan springt de ene blauwvleugelsprinkhaan na de andere voor je voeten weg. Dat is nochtans een soort die je zelden in Brussel te zien krijgt.” Steven Van Garsse
ADVERTENTIE
BDW REGIO
BDW 1327 PAGINA 10 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Deze week in de Egide Winteroystraat > In zestig jaar een ander publiek
Gezellig gemengd, met de anonimiteit als troef bijgewoond. De straten willen als één wijkcomité problemen aan kaarten en oplossingen aanreiken: eenrichtingsstraten, snelheidsremmers, milieuproblemen. De onvrede van een hele hoop mensen heeft effect: we wachten nu op feedback van de gemeente.” Het had wel enige grond, weten we: telkens als er ergens aan de weg werd gewerkt, werd de omleiding door de Winteroystraat gestuurd. De gemeente reageerde door een zone 30 in te voeren in een paar straten.
Doorgangsplek
Het echtpaar Stacino-Colinet aan weerszijden van het raam van het (schoon)ouderlijk huis, anciens in een straat in verandering.
SINT-AGATHA-BERCHEM – De Egide Winteroystraat: na de oorlog een verkavelingszone voor de Vlaamse en Brusselse middenklasse, vandaag het schoolvoorbeeld van een ‘rustige’ multi-etnische dorpsstraat met haar alledaagse stadsproblemen. Niet dat de oude en nieuwe buren hier direct een straatfeest zullen organiseren, maar de kleine bekommernissen van de straat krijgen wel gehoor, dankzij een wijkcomité.
E
en familie laadt haar hebben en houden uit de auto, van wasmanden tot kartonnen dozen vol huisgerei. Het zijn Grieken, die het huis op nummer 46 hebben gehuurd, overgelukkig dat ze hier gestrand zijn. “Neen, we kennen hier niemand, maar het is kort bij het centrum, proper en nog betaalbaar,” zegt de vader glunderend. Weet hij veel dat de weg die op de Ferrariskaart van 1777 een landelijke bomendreef langs velden is, pas voor de Eerste Wereldoorlog een echte straat werd. Tot 1937-’39 heette de straat Dreefstraat. Daarna werd ze genoemd naar boer en grootgrondbezitter Egide Winteroy (1855-1937), die zijn hoeve op het kruispunt met de Josse Goffinlaan had en gemeenteraadslid was.
Vandaag oogt de straat, zoals andere verbindingen tussen de grote lanen (hier tussen Basiliek- en Goffinlaan), buiten de piekuren vrij rustig. Hier zijn geen winkels te bespeuren, maar des te meer eengezinswoningen, door de jaren opgedeeld in appartementen. In Simon’s Café om de hoek horen we – en het wordt bevestigd door een blik op de namen op de deurbellen – dat hier makkelijk veertig nationaliteiten in één straat wonen. Enkele vrije beroepen zijn er gevestigd. Winkels zijn er niet, een studentenkamer valt er wel te huren. Eén huis staat te koop. Het lijkt een interessante deal. “Een huisjesmelker verhuurde het in delen; in de kelder hebben nog illegalen gewoond,” vernemen we in de straat. “De achterbouw is zon-
der vergunning gezet; de eigenaar probeert de zaak geregulariseerd te krijgen bij de gemeente, die nu eindelijk moeilijk doet.” En zo heeft elk van de ruim honderdvijftig huis-
© SASKIA VANDERSTICHELE
door Molineaux, een familie van bloemkwekers, bevriend met de burgemeester.” Haar man, Jan Stacino, valt haar bij: “Toen kon dat allemaal nog. Dit soort zaakjes heeft ervoor gezorgd dat stadsplanning in Brussel een ramp is: zie die flattoren achter onze tuin.” Stacino woont sinds 1974 in zijn schoonouderlijk huis en staat met beide benen in het loka le socioculturele vrijwilligerswerk: de Aperitiefconcerten van de Oude
“De onvrede van een hele hoop mensen heeft effect: we wachten nu op feedback van de gemeente” nummers hier wel een verhaal. Myriam Colinet woont sinds 1950 in de straat, toen ze twaalf jaar was en haar ouders op het open veld bouwden. “In de beginjaren zagen we vanuit het achterraam de basiliek staan (1,2 kilometer verder, red.). De hele straat werd verkaveld
Kerk, het Masereelfonds, WestUit-fietsclub, De Wilde Pedaal, de Milieuraad... Hij timmert ook aan een wijkcomité. “Met een tiental mensen van de straat en zestig van de wijk – Lauralaan, Helenalaan, Basilieklaan, Katteput – hebben we een workshop van de gemeente
Over de instroom van allochtone gezinnen, het gevolg van de sterke bevolkingsgroei in de gemeente van de laatste vijf jaar, hebben de locals in het café hun zeg, terwijl het de nieuwkomers koud laat, zich van geen kwaad bewust. “De eerste middenklasse die hier na de oorlog kwam bouwen, was grotendeels Nederlandstalig, aangevuld met ‘Walen’, zoals een onderwijzeres uit Molenbeek,” weet Myriam Colinet, en ze verwijst naar haar 92-jarige buurvrouw. Na een generatie die hier haar kinderen grootbracht, ging het internationaal: Marokkanen uit Molenbeek die al een centje gespaard hadden, zoals een trambestuurder. Een Libanees die na verbouwingen het huis doorverkocht. Maar ook eurocraten, Pakistanen, Oekraïners, Polen, Bulgaren, Libanezen, Esten, een oude Roemeense Jood. De straat, ver van Molenbeek en Anderlecht, is een doorgang voor sociaal opklimmende migranten – gezellig gemengd en met de anonimiteit als troef. De laatste autochtone ouderlingen lopen niemands deur plat. Hoog in de straat huist sinds 1995 de vzw Het Meervoud (en Mes-Tissages), in een villaatje. “Met huiswerkklassen en taalstimulering Nederlands helpen we hier kinderen van Evere tot Vorst,” zegt de coördinatrice. “Jonge moslima’s geven we praktische vaardigheden Arabisch, om met hun familie te kunnen praten of tv-zenders te verstaan. Of naailessen, en Nederlands – u kunt ook aansluiten, meneer.” De integratie-ijver vormt een scherp contrast met wat lager in de straat ‘vandalisme’ en ‘racisme’ heet. Een burenruzie zorgde er een halfjaar terug voor dat iemand – de verkeerde dan nog – de onterende letters PD op zijn cementgevel geklad kreeg. Jean-Marie Binst
BDW 1327 PAGINA 11 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Koekelberg > Zelfstandig en ruimer behuisd
Bib wordt volwassen De huidige locatie, naast het gemeenschapscentrum De Platoo aan de Pantheonlaan, is amper zeventig vierkante meter, en dus te klein. Bovendien regent het binnen en lopen de toiletten regelmatig over. Momenteel is de bib, ontstaan in 2004, nog een filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek. De huur wordt betaald door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In aug ustus loopt het huurcontract af. De VGC wil vanaf dan niet langer betalen omdat het de bedoeling is dat de bib een volwaardige gemeentelijke bibliotheek wordt. Koekelberg zal dus voortaan instaan voor de huisvesting. Bij de Vlaamse Gemeenschap werd een aanvraag ingediend voor subsidiëring van het personeel. Eigenlijk moet de bib, samen met De Platoo, verhuizen naar een nieuwbouw aan de voormalige KUB-sporthal, die onlangs werd aangekocht door de VGC. Maar voor
© SASKIA VANDERSTICHELE
De Nederlandstalige bibliotheek verhuist deze zomer naar het vroegere Casa de Andalucia in de Sint-Annakerkstraat.
De Nederlandstalige bibliotheek verhuist naar Casa de Andalucia in de Sint-Annakerkstraat.
deze nieuwbouw is er de eerste jaren geen geld, weet schepen van Cultuur Robert Delathouwer (SP.A). Daarom
heeft het gemeentebestuur zopas beslist Casa de Andalucia te huren, het pand in de Sint-Annakerkstraat ADVERTENTIE
Geniet van de geneugten van de aarde! PRIKKEL UW ZINTUIGEN, HERONTDEK HET PLEZIER EN DE SMAAK VAN UW EIGEN OOGST, HET RITME VAN DE SEIZOENEN, HET CONTACT MET DE AARDE ... UW EIGEN GROENTEN PROEVEN ? Het is mogelijk, zelfs in Brussel ! Een tuintje, een koertje, een balkon, een terras… : zelfs op een beperkte oppervlakte kunt u uw eigen moestuin aanleggen ! COMPOSTEREN IN DE STAD ? Het is makkelijk en het levert u uitstekende, ecologische meststof op. Door aldus een deel van uw afval te verwerken, vermindert u bovendien aanzienlijk het volume van uw witte vuilniszak. EEN NATUURLIJKE TUIN ZONDER PESTICIDEN ? Zoveel beter! Verwelkom de natuur in uw tuin (vijver, nestkastjes, …)
VOLG DE GRATIS OPLEIDINGEN VAN LEEFMILIEU BRUSSEL PROGRAMMA EN (VERPLICHT) INSCHRIJVEN OP WWW.LEEFMILIEUBRUSSEL.BE OF 02 775 75 75
MIJN GEMAKKELIJKE MOESTUIN !!!! Bestel de gratis kit om een moestuin in de stad te beginnen. Kweek de 4 groentevariëteiten om in de zomer te oogsten. Bestelformulier op www.leefmilieubrussel.be/moestuin
ALLE BEETJES HELPEN, WANT WE ZIJN MET MEER DAN 1 MILJOEN BRUSSELAARS
Een initiatief van de Brusselse Minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing
waar tot voor enkele jaren de Spaanse vereniging verzamelde. “Het is een opportuniteit,” zegt Delathou-
wer. “Het gebouw ligt op vijftig meter van het gemeentehuis en is heel groot. Er is plaats voor een bibliotheek met leeszaal, maar ook voor andere activiteiten, tentoonstellingen of optredens – er is ook een klein podium. En voorin zullen we een openbare computerruimte maken. Maar er moet wel flink in gewerkt worden.” Groen en Ecolo stemden tegen het voorstel om het pand te huren, omdat de gemeente het volgens hen wegkaapte voor de neus van andere organisaties. “Er waren ook andere geïnteresseerden, onder meer een zigeunerbeweging,” zegt Tinne Van der Straeten, raadslid voor Groen. “Er is geen transparantie. Het college bepaalt volledig zelf welke activiteiten waar mogen plaatsvinden en hanteert daarbij zijn eigen, enge visie. Een debat is niet mogelijk. Ik ben dat eenzijdige denken kotsbeu.” De bib aan de Pantheonlaan gaat eind juni dicht. In de zomer wordt de nieuwe locatie verbouwd, zodat de Koekelbergenaren vanaf september in de Sint-Annakerkstraat terechtkunnen. Bettina Hubo
BDW 1327 PAGINA 12 - DONDERDAG 3 MEI 2012
DE SUKKELSTRAAT (13)
Koekelberg, Belgian Chocolate Village
Chocola voor meer glamour Op 14 oktober zijn er gemeenteraadsverkiezingen. De komende maanden legt BDW in de reeks De Sukkelstraat elke week een pijnlijk aanslepend dossier uit een van de 22 Brusselse gemeenten op tafel. Deze week: een gemeente die van haar verleden geen chocola kan maken.
Eind dit jaar gaat de Belgian Chocolate Village in de De Neckstraat open, belooft de Koekelbergse burgemeester Philippe Pivin (MR). Dat is ruim zeven jaar nadat de gemeente een stuk van de oude Victoria-fabrieken aankocht.
TELEXREGIO
Het is nauwelijks bekend, maar dit land kende in de vorige eeuw naast Côte d’Or, Jacques en Meurisse nog een belangrijk chocolademerk: Victoria. Eind negentiende eeuw zette Emile Bossaert samen met twee partners de koekjes- en dessertfabriek Victoria op in de Koekelbergse De Neckstraat. Met de verwijzing naar de Britse Queen gaven de drie aan dat ze de beroemde Engelse koekjestraditie naar de kroon wilden steken. In 1908 begonnen ze aan de overkant chocolade te maken. Er gingen fabrieken open in Nederland en Frankrijk. Bossaert werd burgemeester van Koekelberg, net als zijn zoon en kleinzoon, die ook Victoria verderzetten. In 1970, na de overname door General Biscuits, ging de fabriek dicht. Pralinemaker Godiva nam zijn intrek aan de ene kant van de straat.
De gemeente kocht zeven jaar geleden een stuk van de vroegere Victoria-fabriek om er een chocolademuseum in te maken.
De andere kant werd begin 2000 verbouwd tot lofts. De gemeente kocht daarin in 2005 zo’n 800 vierkante meter met de bedoeling er een chocolademuseum te maken. Later herdoopte de burgemeester het project tot Belgian Chocolate Village. “Nergens in Brussel is de band met chocolade zo hecht als in Koekelberg,” zegt Pivin. “En dan heb ik het niet over Godiva. Dat bedrijf is hier veel later, en eerder toevallig, beland. Victoria is echt Koekelbergse geschiedenis. Dat erfgoed wil ik bewaren.”
“Als de financiën er maar geen indigestie van krijgen” Volgens schepen van Cultuur Robert Delathouwer (SP.A) heeft Koekelberg bijkomende culturele attrac-
lid van de MR, maar stapte toen over naar de PS. Hij krijgt nu de twaalfde plaats op de gezamenlijke MR-Open VLD-lijst. Open VLD’ers Herman Mennekens en Sven Gatz staan op de vijfde en zevende plek. Marc Bertrand, voorzitter van HUB MR-Jette, trekt de lijst.
‘Dien ALTIJD EEN klacht in bij problemen’ ELSENE – Burgemeester Willy Decourty (PS) raadt omwonenden van de Livornostraat aan bij elke vorm van nachtlawaai, zwerfvuil of ‘onburgerlijk gedrag’ een klacht in te dienen bij de politie. “Wil de gemeente de situatie in de Livornowijk aanpakken, dan hebben we elementen nodig. Zo ben ik bijvoorbeeld niet op de hoogte van nachtlawaai in de straat, en zolang er geen klacht is, kan ik ook geen tijdelijke sluiting opleggen.” Volgens de burgemeester pakt de gemeente de criminaliteit en overlast in zijn gemeente wel degelijk aan. “Elsene is opgedeeld in vier uitgaanszones, en voor elke zone zijn de politiediensten alerter dan vroeger. Dat is mede mogelijk geworden door de decentralisering van de politiezone Brussel-Elsene, waardoor we
ties nodig, naast de basiliek en de circusactiviteiten van Espace Catastrophe die op stapel staan. “Zo trek je ook mensen van buiten Brussel aan.” Delathouwer erkent dat Brussel al een chocolademuseum heeft, vlak bij de Grote Markt. Maar: “Dit wordt iets anders, iets interactiefs.” Wat het precies gaat worden, blijft voorlopig nog een raadsel. Zeven jaar na de aankoop moeten de aannemer en de tentoonstellingsmaker nog altijd aangeduid worden. Dat zou nu toch volgende maand gebeuren, verzekert Pivin. De verbouwing
Watermaal-Bosvoorde > Aanklacht tegen leegstand
PS-RAADSLID NAAR MR JETTE – Het PS-gemeenteraadslid Joseph Amisi, die lange tijd afwezig was in de gemeenteraad wegens ziekte, verklaarde bij zijn terugkeer afgelopen woensdag dat hij (opnieuw) overstapt naar de MR. Hij laakt het gebrek aan transparantie binnen de Jetse PS. Amisi was tot in 2006
© SASKIA VANDERSTICHELE
zou een halfjaar duren, zodat de Chocolate Village nog dit jaar open kan. Na de verkiezingen dus, maar dat geeft niet. “Dan kan men me niet van een stunt verdenken.” Waarom het zo lang aansleept? “Een ingewikkeld dossier,” zegt Pivin. “Er kwam een zware architectenstudie aan te pas.” Bovendien moest voor het beheer een gemeentelijke regie worden opgezet, zodat er geen btw hoeft te worden betaald. “Ook dat kostte tijd.” Het project heeft intussen al een miljoen euro gekost en er is nog zeker twee miljoen nodig voor de werkzaamheden. Pivin is van plan om sponsors te zoeken. Daarvoor heeft hij net een flashy brochure laten maken. Hij denkt aan het Gewest, aan Godiva. “Maar het zal geen Godiva-museum worden.” De Koekelbergse oppositie is niet te spreken over het initiatief. “Het heeft geen enkele zin. Brussel heeft al een chocolademuseum. Het is gewoon een cadeau aan Godiva, nu in handen van een Turkse multinational,” zegt Tinne Van der Straeten van Groen. Ze is ook verbaasd dat de burgemeester bekommerd is om erfgoed. “Toen brouwerij De Boeck tegen de vlakte ging, hoorden we hem niet.” Voor haar mag er best iets gedaan worden om het chocoladeverleden te koesteren. “Maar moet dat miljoenen kosten? Als er toch zoveel geld is, steek het dan bijvoorbeeld in een beter en veiliger Elisabethpark.” Ook PS-gemeenteraadslid Ahmed Laaouej heeft grote moeite met de kostprijs van deze ‘gril’ van de meerderheid. “Als dit chocoladeproject maar niet tot een financiële indigestie leidt,” waarschuwt hij. Ook laakt hij het gebrek aan transparantie en visie. “We weten niet wat het wordt en er is nog altijd geen exploitatiemodel.” Dat is de reden waarom de PS uit de regie is gestapt. “De Koekelbergenaren hebben crèches, woningen, sport- en expressieruimtes nodig. Aan een Chocolate Village hebben ze niets.” Bettina Hubo
opnieuw een beetje een Elsense nabijheidspolitie hebben. De jongste twee jaar is het aantal pv’s gestegen, maar dat bewijst net een grotere alertheid van zowel politie als buurtbewoners. Zo hebben we in Matonge vijf nachtclubs kunnen sluiten doordat er herhaaldelijk pv’s werden opgesteld. Pas dan kan een gemeente ingrijpen, want – ter herinnering – zonder aanleiding kan een horecazaak geen sluitingsuur opgelegd worden. Dat is de wet. Dus: altijd van je laten horen bij overlast.” Decourty antwoordde op een interpellatie van raadslid Bianca Debaets (CD&V). Die klaagde vorige week in BDW de verloedering van de Livornostraat aan (‘Oude Louiza of nieuw Matonge?’, p. 10). CD
Krakers in de tuinwijk Een groep jongeren heeft een huis in Floréal gekraakt. Hiermee willen ze de leegstand in de sociale wijk, en bij uitbreiding in heel Brussel, aanklagen. “We waren hier al vaak komen wandelen,” vertelt een van de kraaksters, die haar naam liever niet in de krant wil. “Toen stelden we vast dat heel wat woningen hier gewoon leegstaan. Ze staan te verkommeren en te verkrotten. Het probleem van de leegstand steekt uiteraard niet alleen de kop op in de Floréalwijk: in heel het Brusselse gewest staan massa’s sociale woningen leeg, terwijl er zoveel daklozen zijn. We vinden dat onaanvaardbaar.” De groep jongeren wil zichzelf in geen geval opsluiten in hun gekraakte woningen, ze willen net contact leggen met de buurt. “We
willen deelnemen aan het verenigingsleven. Op zondag 22 april organiseerden we nog een ontmoetingsdag voor de buurt. We hebben toen gebakjes bereid en thee geserveerd. We vinden het contact met de buurt heel belangrijk.” Gemeenteraadslid Jos Bertrand (SP.A), die Floréal door en door kent, steunt de actie. “Van de achthonderd woningen in Floréal staan er maar liefst honderdtwintig leeg. De woningen zijn verouderd en moeten dringend gerenoveerd worden. De beheerder is momenteel bezig met renoveren, maar dat gaat traag. De woningen zijn immers beschermd, waardoor de procedures traag verlopen. En ondertussen staan er maar liefst dertigduizend Brusselse gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning.” Matthias Vanheerentals
BDW 1327 PAGINA 13 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Brussel > Twintig individuele en acht collectieve bakken
Schaarbeek > Onvrede bij bewoners Brabantwijk
Moestuin in de Marollen
Na een grondige schoonmaakbeurt van de overwoekerde tuin achter het huis aan de Miniemenstraat 71 werden twintig individuele en acht gemeenschappelijke bakken met potgrond op het terrein geplaatst. Omdat de tuin op een heuvel ligt, kan er niet rechtstreeks in de bodem geplant worden. Daarom kreeg de helling verschillende kleine, horizontale trapjes. Zo loopt het water niet weg. In de bakken zullen zowel bewoners als verenigingen bloemen en planten kunnen telen. Ze mogen de teeltbakken van 1 op 1,20 meter gratis gebruiken. Voorwaarde is wel dat ze meegewerkt hebben aan de opknapbeurt en een tiendelige cursus tuinieren hebben gevolgd. Omdat de tuin ook moet dienen als ontmoetingsplaats voor alle buurtbewoners, komen er nog bankjes en tafels in de tuin.
© KABINET STADSEIGENDOMMEN STAD BRUSSEL
In de Miniemenstraat werd de stedelijke moestuin geopend met een feestje. In verschillende bakken zullen buurtbewoners en verenigingen bloemen en planten kunnen kweken. Het beheer is in handen van de Samaritanencommissie.
Terrascultuur in de Miniemenstraat 71.
De tuin heet in het Frans Mange-Tout en verwijst dus duidelijk (ook) naar de sluimerwt, het peultje. In de Nederlandse versie van het perscommuniqué, dat uitging van het kabinet van burgemeester Freddy Thielemans (PS), werd dat – wel heel erg letterlijk – vertaald als ‘Alles-Eten’. Een verstrooide vertaler op de communicatiedienst? Of heeft de Google-vertaalfunctie alles
weer wat te letterlijk genomen? ‘Alles-Eten’ wordt ’s avonds afgesloten met een poort om vernielingen te voorkomen. Het project kostte 25.000 euro, waarvan de Grondregie 23.000 euro betaalde. Het materiaal, ter waarde van 2.500 euro, werd gesubsidieerd door de Stad Brussel.
Nick Vervaeck
ADVERTENTIE
‘Stop het carrouselrijden’ Wie het hardst roept, wordt het best gehoord. Dat is ook bij verkiezingen zo. De verpauperde Brabantwijk wil ook haar stem laten horen. De Brabantwijk mag dan floreren als commerciële as; voor wie er woont, blijft het een verpauperde buurt met veel problemen. Het huizenbestand is oud met nauwelijks comfort en de woningen zijn er erg klein. Een derde van de gezinnen beschikt over minder dan 45 vierkante meter. Met medewerking van Samenlevingsopbouw hebben de bewoners hun grieven gebundeld. De bedoeling is het schepencollege wakker schudden, net als de partijen die aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemen. Openbare netheid staat het hoogst genoteerd op het klachtenlijstje. Sluikstorten, zwerfvuil en wildplassen blijven een groot probleem. De grote passage aan mensen (treinreizigers, hoerenlopers, shoppers) is een van de oorzaken, maar nieuw is dat niet. Wel is de hoerenbuurt steeds meer in trek omdat de prosti-
tutie in Antwerpen en Noord-Frankrijk aan banden is gelegd. “Heel wat jongeren uit Frankrijk komen met hun auto feesten in de Aarschotstraat. Het carrouselrijden is een echte plaag geworden,” vinden de bewoners. “Dat moet stoppen.” Daarmee zijn we bij ergernis nummer twee beland: mobiliteit. Niet alleen de bordeelbezoekers komen het liefst met de wagen, dat geldt ook voor de internationale clientèle voor de mediterrane winkels in de Brabantstraat. In het weekend staat er een permanente file, ook in de zijstraatjes. De bewoners vragen een ondergrondse parkeergarage met een goede geleiding. Andere ergernissen zijn veiligheid (door 47 procent van de bewoners als prioriteit aangegeven), een deficiënt woonbeleid (43 procent) en, niet verwonderlijk, een gebrek aan groen (35 procent). Sinds enige tijd is er wel het Koningin-Groenpark, maar de bewoners vinden het slecht toegankelijk voor oudere mensen, te weinig groen, met te weinig ruimte om te spelen, en te vuil. Steven Van Garsse
BDW 1327 PAGINA 14 - DONDERDAG 3 MEI 2012
door elke nieuwkomer vertrouwd wordt met de sociale, economische, culturele en politieke werking en structuur van deze stad. Daarom wordt het dringend tijd dat ook de Franse Gemeenschap een krachtig en volwaardig inbur geringsbeleid uittekent (de tijd lijkt er rijp voor), én dat de Vlaamse en Franse Gemeenschap vervolgens een samenwerkingsovereenkomst sluiten. Daarbij moeten dan waar schijnlijk ook het Brussels Hoofd stedelijk Gewest en de Brusselse gemeenten betrokken worden. Ge meenten moeten deze nieuwkomers bij hun inschrijving wijzen op de verplichting om een inburgerings cursus te volgen (van de Vlaamse of de Franse Gemeenschap). Een an dere mogelijkheid kan erin bestaan dat de gemeenten de adressen van de doelgroep doorgeven aan bei de Brusselse inburgeringsbureaus, zodat zij de nieuwkomers kunnen aanschrijven en hen informeren over het inburgeringsbeleid en de te volgen cursussen. De nieuwkomers zouden dus de keuze krijgen tussen de twee systemen (van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap). Maar hij of zij zal wél verplicht worden om die keuze ook echt te maken. Emmanuel Boodts en Paul Delva: “Het Brusselse onthaalbureau BON (foto) levert prachtig werk en ontvangt jaarlijks steeds meer geïnteresseerde ‘inburgeraars’ uit de hele wereld.”
© BART DEWAELE
Maatschappij > CD&V: verplichte inburgeringscursus voor elke nieuwkomer
Inburgeren om sterker te brusselen BRUSSEL – Jaarlijks zakken duizenden mensen naar Brussel af om hier een nieuwe toekomst op te bouwen. Van asielzoekers en politiek vluchtelingen tot kapitaal krachtige expats die in de Europese hoofdstad komen werken: een inburgeringstraject is in ieders belang, vinden Paul Delva en Emmanuel Boodts (CD&V).
BDWOPINIE Als nieuwe inwoners in Brussel aankomen, ontdekken ze een duale en complexe stad. Niet alleen door de grote kloof die er gaapt tussen arm en rijk, maar ook door het in gewikkelde institutionele kluwen, eigen aan onze hoofdstad. De ge meenten leveren de identiteitspapie ren af; het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zorgt er via de MIVB voor dat bussen en metro’s de stad door kruisen; de twee gemeenschappen zijn bevoegd voor onderwijs, cultuur en welzijn en werken nauw samen met de gemeenschapscommissies VGC en Cocof. En dan zijn er bij voorbeeld nog de Brusselse rust huizen die tot de bicommunautaire sector behoren. Begrijpelijk dat in Brussel niet alleen Duitsers het in Keulen horen donderen...
Deze institutionele complexiteit zorgt er mee voor dat ons inziens te weinig nieuwe Brusselaars zich actief en/of duurzaam engageren in hun gemeente, bijvoorbeeld door deel te nemen aan het verenigings leven of het lokale beleid. Dit wordt treffend geïllustreerd door het lage aantal buitenlanders die zich voor de komende gemeenteraadsverkie zingen inschreven: alle campagnes ten spijt zette tot enkele weken gele den slechts zeven procent van deze groep de stap om zich in te schrij ven, en zo hun stem uit te brengen in een van de negentien Brusselse gemeenten. In Vlaanderen wordt al jaren een actief inburgeringsbeleid gevoerd, met specifieke verplichtingen voor nieuwkomers. Ze moeten zich ver plicht aanmelden bij een inburge rings- of een onthaalbureau, waar ze Nederlandse les (NT2) en een cursus maatschappelijke integratie
Paul Delva en Emmanuel Boodts.
“Een sterk inburgerings beleid in Brussel leidt tot meer empowerment van de nieuw komers”
kunnen volgen. Daar krijgen ze uit leg over het leven van alledag, en in
het bijzonder over de socioculturele aspecten en de politieke structuur en werking van dit land. Dankzij een stevig informatiepakket raken deze nieuwkomers sneller vertrouwd met hun nieuwe omgeving. In Brussel is het verhaal helaas niet zo eenduidig. Omdat aan Fransta lige kant nog steeds geen inburge ringsbeleid is uitgebouwd, valt met een ook de verplichting in Brussel weg om een inburgeringscursus te volgen. Aan Nederlandstalige kant bestaat in Brussel wel een sterk aanbod voor nieuwkomers, die zich op vrijwillige basis kunnen inschrij ven. Dat is overigens een groot suc ces. Het Brusselse inburgerings bureau BON levert prachtig werk en ontvangt jaarlijks steeds meer geïnteresseerde ‘inburgeraars’ uit de hele wereld. Maar helaas valt het gros van de nieuwkomers in Brussel nog altijd uit de boot... omdat er nog geen vergelijkbaar initiatief bestaat aan Franstalige kant. Gevolg: we kunnen in onze hoofdstad geen sluitend en verplicht systeem uitbouwen waar
Emancipatie Dit inburgeringsverhaal heeft voor ons een belangrijk emancipatorisch aspect. Hoe kan een nieuwkomer een elektriciteitsrekening lezen of interpreteren als hij die nog nooit eerder ontving? Hoe kan een nieuw komer op een zinnige manier een stem uitbrengen bij democratische verkiezingen als hij of zij nooit een meerpartijensysteem heeft gekend? Hoe kan iemand de absolute gelijk heid van man en vrouw eerbiedigen en stimuleren als dit gegeven onbe kend of onbelangrijk was in het land van herkomst? Hoe kan iemand de rechtsstaat respecteren als in het land van herkomst nauwelijks een vorm van justitie bestaat? Een goed inburgeringsbeleid in Brussel is in het belang van ieder een: van de ‘autochtone’ Brusse laars, omdat de kloof tussen hen en de nieuwkomers kleiner wordt, en van de nieuwkomers, omdat die zich meer welkom zullen voelen in onze hoofdstad, én de werking van deze ingewikkelde stad ook beter zullen begrijpen... Het is geenszins de bedoeling – zo als sommigen het kwaadwillig voor stellen – om mensen ‘de les te lezen’ of om ‘hen te dwingen in de pas te lopen’. Integendeel, een sterk inbur geringsbeleid in Brussel moet juist leiden tot meer empowerment van de nieuwkomers; het kan hen hel pen om zich echt thuis te voelen in deze stad. En is dat niet de wens van elke inwoner van een gemeente, stad, regio of land, waar ook ter we reld? Meer dan ooit zal een sterk beleid in en voor Brussel staan of vallen met een sterk inburgeringsbeleid door de twee gemeenschappen. Paul Delva en Emmanuel Boodts
Paul Delva is Vlaams parlementslid voor CD&V, Emmanuel Boodts is voorzitter van de Oudergemse CD&V
BDW 1327 PAGINA 15 - DONDERDAG 3 MEI 2012
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
Belgacom In Brussel is het onmogelijk om National Geographic Channel (NGC) in het Nederlands te ontvangen. Ik deed natuurlijk navraag bij mijn kabelmaatschappij, Belga com. Daar werd me eerst gezegd dat National Geo graphic dat weigerde, het kon alleen in het Frans in Brus sel. Dat zou trouwens ook het geval zijn bij Telenet. Na contact met NGC bleek dat dat niet klopte: zij stuurden de Nederlandstalige versie naar iedereen, ook in Brus sel. In Vlaanderen zit NGC zelfs in het basispakket. In de regio’s Brussel en Wallonië moet je ervoor bij betalen. Weer contact opgenomen met Belgacom, en nu werd me gezegd dat het de Brusselse regio was die de Ne derlandstalige versie blokkeerde en dat ik het maar met hen moest uitvechten, zij stonden machteloos. Belgacom machteloos...? Uitspraak van hun klanten service: “U kunt het natuurlijk ook in het Frans krij gen, tegen betaling, of anders verhuist u toch?” Fraai. Nu is de grote vraag: wie blokkeert eigenlijk de Ne derlandstalige versie van NGC in Brussel? Bij wie kun je een klacht indienen, want hier is toch sprake van pesterij of discriminatie? Dat kan toch zomaar niet? Als iemand een antwoord weet, graag!
Marleen Behen-Van Hyfte, Sint-Jans-Molenbeek
La Douce Ik heb met interesse het artikel ‘In het spoor van Schuiten’ gelezen in BDW 1326 van 26 april (p. 20), en ik zou toch graag een opmerking maken. U vermeldt dat de stoomlocomotief Type 12 wereldre cordhoudster was met 165 kilometer per uur. Ze was misschien wel de recordhoudster in België, maar zeker niet in de wereld. Die eer kwam Sir Nigel Gresley’s A4 ‘Pacific’-stoomlocomotief van de LNER (London and North Eastern Railway) toe. Nummer 4468 ‘Mallard’ haalde in 1938 een snelheid van 203 kilometer of 126 mijl per uur tussen Edinburgh en Londen. Dit record voor een stoomlocomotief werd tot nu toe nooit geëve naard. Die machine is te bezichtigen in het York Rail way Museum; ze is nog steeds rijvaardig. Ter informatie: de tweede snelste stoomlocomotief was de Duitse ‘DRG 05’. In 1936 haalde die 200,4 ki lometer per uur. Guy de Valk, Laken
Art Brussels Kunstkritiek en -recensie zoals die vroeger in onze dagbladpers gebruikelijk waren, en die gewaardeerd werden door een nieuwsgierig en breed publiek, zijn bijna volledig in de verdrukking geraakt door andere redactionele prioriteiten. Eigenlijk is dat onbegrijpe lijk, want in vergelijking met vroeger is de program mering van (en de belangstelling voor) beeldende kunsten sterk toegenomen. Dat wordt onder meer be vestigd door het grote succes van de Canvascollectie, of door de vele nieuwe galerieën, waarvan sommige buitenlandse en niet van de minste reputatie, die in Brussel-centrum al lang niet meer op tien vingers te tellen zijn. BDW als weekblad maakt daar enigszins een uitzon dering op door zowel expo’s van diverse pluimage aan te kondigen, als door een wekelijkse rubriek in Agenda met een bezoek aan een kunstenaarsatelier (‘Wunder-
kammer’, red.) te publiceren, toegevoegd aan de gewo ne tentoonstellingskalender. Nochtans is het artikel van Michaël Bellon in BDW 1326 van 26 april (‘Praat achteraf’, p. 19) over de kunstbeurs Art Brussels van afwijkende aard door de discrepantie tussen titel (‘De verbeelding aan het werk’, red.) en artikel. De titel geeft de aanmoedigende indruk dat deze edi tie veelbelovend was. Daarentegen is de opsommende beschrijving van een groot aantal tentoongestelde kunstwerken louter informatief, zonder het min ste persoonlijke, inhoudelijke commentaar. Van een kunstrecensent die zich aan een artikel waagt over een beurs waar exclusief eigentijdse kunst wordt aan geboden, mocht minstens een commentaar verwacht worden op een kunstbeurs die er – al dertig jaar! – alles aan doet om een eigen profiel te ontwikkelen. Vooral in een bijzonder agressieve concurrentiekunst markt is Art Brussels een waardevol initiatief dat mag worden aanbevolen en gewaardeerd, en waarover in de pers cynisch noch spottend hoeft te worden gedaan. Vandaar dat het opsommende artikel in BDW op een andere aanbevelende toon had mogen eindigen dan met “(...) en nog een hoop zaken die nog minder accuraat te omschrijven zijn.” Volgens mijn inschatting was deze editie niet de al lerbeste van de dertig, maar er was een toenemend aantal aandachtige bezoekers. En de meeste deelne mende galeries klagen niet over hun verkoop. Wat kan een galerist en – vooral – de betrokken kunstenaar nu gelukkiger maken? Want deelnemen aan een kunst beurs kost – in tegenstelling tot musea, kunsthallen of culturele centra – enorm veel, en heeft als enige doel commerciële voldoening en rendement. Daar is overi gens niks vies aan; kunstenaars hebben een lange tra ditie om zich op te houden in welgestelde commerciële milieus, die meestal functioneren zonder de minste subsidie. Jonas Wille, Oudergem
De Irisfeest Een bericht op p. 3 van BDW 1325 van 19 april, ‘De Irisfeest’, doet me reageren. Hoe is het mogelijk dat de ‘officiële Brusselse toeristi sche dienst VisitBrussels’ zo’n Nederlandse tekst naar de omwonenden stuurt, zonder enige reactie bij de verschillende Vlaamse overheidsdiensten in Brussel (hoofdstad van Vlaanderen!) te veroorzaken? Wie kan dan nog in hun werking geloven? Hoe kunnen Vlamin gen zo met zich laten sollen? Hier gaat het toch om een duidelijk gebrek aan respect? J. Deheyder, Elsene
Rechtzetting In het artikel over de rode hop on/hop off-bussen (BDW 1326 van 26 april, p. 2-3) staat dat de Raad van State de uitvoeringsbesluiten een aantal keer heeft verbro ken. Dat was zo op de persconferentie gezegd, maar het klopt niet: het was het Grondwettelijk Hof dat zich over het wettelijk kader uitsprak. Het Hof heeft in een arrest van 28 mei 2009 de vraag tot nietigverklaring van de ordonnantie verworpen. Daarna lag de weg open voor de toepassing van de wet. De ontwerpordonnantie is eind 2007 door toenmalig minister van Vervoer Pascal Smet (SP.A) in het Brus sels parlement ingediend en werd in 2008 goedge keurd.
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDWBrieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw. be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Slecht idee door Danny Vileyn Minister van Economie en Werk Benoît Cerexhe (CDH) wil bedrijven verplichten hun vacatures aan de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling Actiris te bezorgen. Cerexhe dreigt bij weigering zelfs met het schrappen van economische steun. Maar: dreigen is altijd een zwaktebod. En zonder in hyperbolen te vervallen (zoals MR-parle mentslid Françoise Schepmans, die van een maatregel in pure sovjetstijl spreekt): het ideetje van Cerexhe moet wel onverbiddelijk naar de prullenmand verwezen worden. Wat er wel moet gebeuren? Actiris aantrekkelijker maken voor werkgevers, en investeren in begeleiding van werkzoekenden. Dat zou veel efficiënter zijn. Niet nog meer paperassen. Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging Bruno De Lille (Groen) weet wat hem te doen staat. Waar het uiteindelijk op aankomt, is dat bedrijven hun rekruteringskanaal zelf moeten kunnen kiezen. Ook dat behoort tot de vrijheid van ondernemen. Pendelaars – Vlamingen en Walen, dus – vullen 52 procent van de Brusselse banen in. Tegelijk telt Brussel meer dan twintig procent werklozen. Dat was tien jaar geleden zo en dat is vandaag nog altijd zo. De jongste tien jaar is dat cijfer ook nooit beduidend naar beneden gegaan. Tien jaar geleden was de PS’er Eric Tomas minister van Econo mie en werd hij week na week neergesabeld door parlementslid Benoît Cerexhe, die toen in de oppositiebanken zat. Dat de torenhoge werkloosheidscijfers de politici frusteren, is meer dan begrijpelijk. Maar de schuld in andermans schoenen schuiven lost niets op. Het grote probleem is de mismatch tussen banen en opleiding: de Brusselse economie is er een voor hoogopgeleiden. Het Brusselse (Franstalige) onderwijs levert die in veel te kleine getallen af. Er verlaten te veel (allochtone) jongeren zonder diploma de middelbare school. Er doet zich nog een ander fenomeen voor. Werkzoekenden verlaten niet zelden Brussel zodra ze een baan hebben. Omdat ze weg willen uit de verpauperde buurt waar ze wonen. En omdat de betere Brusselse wijken te duur zijn. Zo worden zij pendelaars. Grootstedelijke werk loosheid is een taai fenomeen. Omdat de Brusselse arbeidsmarkt er een is voor hooggeschoolden – en dat wel zal blijven –, zullen Brusselse laaggeschoolde werkzoekenden nog verder buiten Brussel aan de slag moeten. De samenwerking met de VDAB verder uitdiepen zal meer zoden aan de dijk brengen dan bedrijven verplichten hun vacatures aan Actiris mee te delen.
EVA HILHORST
LABTRIO. © JAZZLAB SERIES
BDW 1327 PAGINA 16 - DONDERDAG 3 MEI 2012
VADROUILLE
Jazz in Op-Weule: Marjan Van Rompay Group en LABtrio © CAS OORTHUYS/NEDERLANDS FOTOMUSEUM
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – Het Jazzgeno(o)tschap en Op-Weule eindigen het seizoen met vuurwerk, met twee van de meest veelbelovende groepen van de jonge generatie: Marjan Van Rompay Group en LABtrio. Saxofoniste Van Rompay speelde zichzelf vorig jaar op Jazz Middelheim in de kijker als lid van The Pocket Jazz Orchestra van Dave Douglas, die zich lovend over haar uitliet. Het LABtrio kun je omschrijven als een supergroep van jonge wolven, met Lander Gyselinck op drums (ook bij Kris Defoort!), Bram De Looze aan de piano (wordt wel eens vergeleken met Jef Neve) en Anneleen Boehme op bas. Op het internationale concours in Avignon kaapte het trio vorige zomer de hoofd- en publieksprijs weg. Op 4 mei om 20.30 uur in Op-Weule, Sint-Lambertusstraat 91, op-weule. GTB vgc.be of 02-775.92.00.
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Tête-à-Tijd wil verrassen SINT-JOOST-TEN-NODE – Het festival Tête-à-Tijd slaat op zaterdag 5 mei voor de tweede keer zijn tenten op in Sint-Joost. De hele namiddag zijn er eigenzinnige concerten op dertien plekken waar mensen meestal de tijd doorbrengen met wachten, zoals in een wassalon, maar ook in een garage en een appartement in renovatie. Op het Sint-Joostplein is er een battle tussen twee muzikanten, de een op het frietkot en de ander op de krantenkiosk. In een suite van Hotel Bloom staat een bijzonder concert gepland. Tuur Florizoone, Anu Junnonen en Stijn maken ook hun opwachting. Wandelroutes verbinden de verschillende locaties met elkaar; trefpunt is het Houwaertplein. Alles is gratis; alleen voor de afterparty GetLate in Les Ateliers Claus moet TDM betaald worden (7/8 euro). www.festivaltat.be
De Amsterdammer Cas Oorthuys fotografeerde Brussel: (vlnr.) het De Brouckèreplein in 1949, het Europakruispunt in 1956 en een (toen al verrassend volle) tram in 1946.
Fotografie > Kantelmomenten in middenformaat en kleine verhalen
Decennium in de overgang
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
BRUSSEL – Met de blik van de buitenstaander, zo moet de Nederlandse fotograaf Cas Oorthuys naar de kolossale koffiefilters op een Brussels terrasje gekeken hebben. Het levert een onbevangen beeld op van het Brussel van de jaren 1946-1956, dat wordt versterkt door de mondelinge verhalen van gewone Brusselaars.
C
as Oorthuys (1908-1975) was eerst architect voor hij zich ging toeleggen op sociale fotografie. Als lid van De Ondergedoken Camera nam hij foto’s van de Duitse bezetting in Amsterdam, toen fotograferen verboden was. Die mix van architectuur en sociale bewogenheid vinden we in tal van zijn
stadsfoto’s terug. Met zijn Rolleiflex 6x6 trok hij voor toeristische gidsen naar Europese steden, waaronder ook het naoorlogse Brussel. Het Fotomuseum van Amsterdam bewaart tweeduizend negatieven van Oorthuys over Brussel. Het Museum van de Stad Brussel,
getipt door uitgever Wijnand Plaizier, mocht een selectie maken. Eerder waren in Brussel al enkele digitaal geprinte beelden te zien in het treinstation Congres, maar deze keer maakte het Nederlandse Fotomuseum 69 analoge prints op kwaliteitsvol barietpapier. “Met zo weinig mogelijk retouches voor de authenticiteit,” zegt Jo De Witte van het Museum. “De foto’s worden verkocht tijdens de finissage; reserveren kan al.”
Opklapspiegeltje Door de samenwerking met Brussel Behoort Ons Toe-Bruxelles Nous Appartient (BBOT-
DE DROOMSTAD Vanaf 1910, toen de wereldtentoonstelling neerstreek in Brussel, hield het vooruitgangsdenken deze stad flink en lang in de greep. Beelden van de gedroomde stad, nu te zien op een tentoonstelling in het Civa in Elsene.
© SASKIA VANDERSTICHELE
© AAM
BDW 1327 PAGINA 17 - DONDERDAG 3 MEI 2012
ZAZIE & DE VIOOLSPELENDE ZESDE KLAS In de klas van Kadir en Tracy speelt iedereen viool: alle 25 leerlingen én de juf! En dat doen ze nog lang niet slecht, want nu zondag mogen ze het podium van Bozar delen met het enige echte Nationaal Orkest van België.
LEES MEER OP PAGINA 20-21
LEES MEER OP PAGINA 28-29
ringen oproepen. Oorthuys’ foto uit 1946 van mensen die duwen om in de tram te kunnen, zal daarbij zeker geholpen hebben. “Wij hingen buiten aan de tram. Je had een treeplank waar je kon opstaan en u dan met een hand vasthouden en met uw andere hand uw abonnement proberen te tonen. (...) De hele soepele stonden achteraan op de pare-choc en de
“De hele soepele mensen stonden achteraan op de pare-choc van de tram en de mensen deden dan dat venstertje open en werden langs binnen vastgehouden”
BNA) krijg je nog een beter beeld van hoe die jaren echt werden beleefd. De in mondelin ge geschiedenis gespecialiseerde vereniging verzamelde persoonlijke verhalen over de rantsoenering, het zondagskostuum, de automobiel, voorlichtingsfilmpje over syfilis, de receveurs op de tram. “Ook Oorthuys wist het kleine raderwerk van de alledaagse hoofdstad te vatten,” zegt De Witte. Maar audiogidsen en expo’s zijn een moeilijk huwelijk, omdat iedereen zijn eigen kijkritme heeft. Daarom komen de smakelijk vertelde verhalen nog beter tot hun recht als je ervoor gaat zitten in het salonnetje, of voor- of achteraf op www.bna-bbot.be. Zowel op de foto’s als in de verhalen zie je het decennium voor het Expo-jaar bijna van jaar tot jaar evolueren. Oorthuys had als straatfotograaf de gave van ‘het beslissende moment’. Zo zie je op een foto uit 1956 van een vrouw met opengeklapt spiegeltje als het ware de kiemen van de consumptiemaatschappij. Op de eerste foto’s van vlak na de oorlog zie je nog affiches over de rantsoenering. Iedereen stak in het grijs, iedereen at hetzelfde, en sommigen herinneren zich nog levendig dat ze honger leden. Het was de tijd dat je een Belgische frank per koffieboon moest neertellen en vierduizend frank voor een kilo spek. Je kon iets bijverdienen door een kar te helpen trekken tot boven aan de Kruidtuin. “Ik heb nog op blokken gelopen omdat schoenen te duur waren. Omdat ze beschaamd wa-
de prijs dat hij beneden in de winkel verkocht werd. Probeer dat nu maar nog eens te vinden!” Met de jaren verdween de schaarste en kwam er variatie in het eten, maar ook de eerste bewaarmiddelen tussen de sinaasappelen, melk en eieren in poedervorm. De spaghetti bolognese verving de macaroni met suiker. Veel mensen herinneren zich waar ze hun eerste cola dronken en hoe die smaakte. Reclame deed de rest. “Raar, het had iets weg van medicijn. Daarna werd je het gewoon, en dan kon je niet meer zonder. Voor de prentjes die erbij zaten.” De neonreclame op de foto’s geven Brussel een bruisend elan. Voor een taxi betaalde je toen minder dan nu en je kreeg er een chauffeur in het wit bij. De heren en dames universiteitsstudenten liepen er ook deftig bij. Alleen de werelden van de Munt en die van de voddenmarkt lijken niet zo heel veel veranderd. ren, werden die blokjes zwart geschilderd en er werd onderaan wat caoutchouc gezet om ze op schoenen te doen lijken” (uit de BBOT-verhalenbank). De Brusselaar was een plantrekker. “Mijn vader leverde kolen en – dat was niet stelen – hij schudde de zakken niet uit bij de mensen. Dat deed hij pas thuis, zo hadden wij een soort poeder om ons mee te verwarmen.” In het restaurant van de Sarma in de Nieuwstraat kon je gaan eten tegen een schappelijke prijs. “Een voordeel van toen: als je een flesje wijn wou drinken, dan betaalde je de fles tegen
Post in de tram Het straatbeeld is in die tien jaar dat Oorthuys Brussel fotografeerde, onherkenbaar veranderd. Op zijn foto’s uit de jaren 1940 zie je nauwelijks een auto. Wel veel trams, die ‘in alle straten’ kwamen, met als draaischijf de Beurs, en die nog altijd hilarische herinne-
mensen deden dan dat venstertje open en werden langs binnen vastgehouden.” Heel wat verhalen ook over de ambiance die werd aangezwengeld door de ontvangers, de receveurs, die als zwanzeurs bekend stonden. Als de ontvanger “Jef, de flesj is af!” hoorde, dan wist hij dat de metalen staaf weer eens van de hoogspanningsdraad was losgekomen. “Wij hadden de gewoonte van dezelfde mensen op dezelfde balkon van de tram te ontmoeten. We speelden dan kaart of vertelden blaagskes.” Iemand vond het bewijs van wat hij gaat vertellen, terug in zijn papieren, zo ongelooflijk vindt hij het zoveel jaren later zelf. Dat er achter in de tram een brievenbus stond, zodat de brief die zijn zus daar in Ukkel gepost had, in de namiddag al bij hem aankwam in de Militaire School in de Renaissancelaan. Op Oorthuys’ foto’s zie je naarmate het decennium vordert meer chroom. Op het Muntplein en op de Grote Markt kon je nog gewoon parkeren, wat een bezoeker de woorden ontlokt: “Zálige tijd.” Ook de grote open ruimte voor het vroegere Sabena-gebouw en het Centraal Station, waar de oude Putterijwijk had moeten plaatsmaken voor de noord-zuidverbinding, stond in 1956 vol auto’s. “Het was de tijd van de eerste acht dagen congé. Zelf namen wij als winkelier nooit verlof. En wat deden ze tijdens die acht dagen? Met de wagen naar Nice rijden. Als we achteraf hoorden dat ze vooral veel autopech hadden gehad, waren we al bijna blij dat wij geen congé hadden.” De Witte heeft het over de nostalgie die van de expo uitgaat, “al werden die beelden toen natuurlijk niet als nostalgisch ervaren.” De nostalgische filter, daar hebben we geen app voor nodig, dat zijn wij. An Devroe
Tentoonstelling Cas Oorthuys – Brussel 1946-1956, nog tot en met 31 december in het Museum van de Stad Brussel, Grote Markt, 1000 Brussel, www.museumvandestadbrussel.be en www.brussel.be
BDW 1327 PAGINA 18 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Muziek > Soundpainting: dirigent en uitvoerders vinden nieuwe muziektaal uit
Schilderen met geluid Een rustige zondagnamiddag. In het achterpand van een herenhuis tegenover de gevangenis van Sint-Gillis, toepasselijk Cellule 133 genaamd, zit een gemengd publiek van alle leeftijden intens te genieten van een groep muzikanten en een paar dansers die zich volledig geven onder leiding van een dirigent die zelf de gekste sprongen en bewegingen maakt. Een vrij podium? Moderne dans? Jazzimprovisatie? Nee, en toch ook weer wel. Dit is soundpainting, uitgevoerd door een aantal artiesten verbonden aan Matters Soundpainting Collective, een initiatief van gitarist-percussionist Augustin de Bellefroid, die zich sinds twee jaar specialiseert in deze aparte kunstvorm. “Het is Walter Thompson die de beweging en ook de naam uitvond,” vertelt De Bellefroid. “Aanvankelijk was het iets puur muzikaals waarbij de dirigent met een bepaalde bewegingstaal de muzikanten leidde, alsof hij schilderde op een virtueel doek. De vader van Thompson was schilder, vandaar die rechtstreekse link met schilderen in de naam. De
© WOLUBILIS
SINT-GILLIS – Soundpainting ontstond midden jaren 1970 in New York. Bij ons is het een nog zo goed als onbekend fenomeen. Sinds 2010 probeert het Brusselse collectief Matters daar verandering in te brengen.
hen net zo goed momenten van totale vrijheid gunnen. Elkeen heeft een even belangrijke rol, want elke protagonist kan het roer volledig omgooien. Je zou het kunnen omschrijven als een vorm van directe compositie.” Dit is dus niet zomaar een groep artiesten die even samen gaat jammen of improviseren zoals in jazz. “Er gaat heel wat werk en voorbereiding aan vooraf. Belangrijk is dat iedereen op dezelfde golflengte zit wat het vocabularium betreft. Die taal is echt heel compleet. Er bestaan zo’n 1.200 tekens, maar elk gezelschap gebruikt daar maar een deel van. Elke discipline heeft gemeenschappelijke tekens, maar ook specifieke codes of subtalen.” Matters treedt op de meest uiteenlopende locaties op, van Cellule 133 en Ploef! tot zelfs Théâtre Varia en Wolubilis. Op 4 en 5 mei is er een performance in het semi-indust riële complex Carthago Delenda Est. Het is meteen een grootse première, want Walter Thompson zelf komt een groep van vijftien dansers en zeven muzikanten mee dirigeren aan de zijde van De Bellefroid. Dit is het begin van een grootser plan: vanaf volgend seizoen wil het Matters Collective uitpakken met creaties die ook op tournee gaan. Ze geven overigens ook workshops allerhande, waarmee ze al te gast waren in verschillende scholen. Georges Tonla Briquet
Vergelijk soundpainting niet met ‘eventjes een eind weg’ jammen. Soundpainting, dat is zwoegen.
dag van vandaag komen er naast muziek ook onder meer dans en visuals bij. Maar de basis is nog altijd die aparte gebarentaal waarin de
Matters Collective op 4 en 5 mei in Carthago Delenda Est (Sylvain Denayerstraat 51, 1070 Anderlecht) om 20.15 uur. Kaartjes kosten 10 euro. orkestleider communiceert met de uitvoerders. Meer info en reserveren op Het is heel intens, want hij kan zijn uitvoerders www.soundpainting.be, heel gedetailleerde opdrachten geven, maar www.carthago-bxl.org of 0497-57.11.07
ADVERTENTIE
iteit?lplein! v i t a e r c barst je van ator op het spee anim word (hoofd)
amuseer je te pletter organiseer knallende activiteiten geef je vriendenaantal een boost tover een glimlach op kindergezichten en verdien wat bij door te spelen!
schrijf je in via sp eelplein
en.vgc.be
VOOR DE ZOMER VAKANTIE: IN DE
MAAND MEI
BDW 1327 PAGINA 19 - DONDERDAG 3 MEI 2012
achteraf
Gelezen: Vers uit Brussel – Nederlandse gedichten uit de hoofdstad (uitg. Willemsfonds, 72 p., 3 euro). Verkrijgbaar op kurtdeswert@ hotmail.com of 02-218.44.88. Voorstelling op 3 mei om 19.30 uur in Passa Porta, Dansaertstraat 46, 1000 Brussel.
© WILLEMSFONDS
Omdat dichtbundels niet geweldig in de markt liggen, worden er weinig uitgebracht en moet je als dichter al van goeden huize zijn om je verzen ooit gedrukt te zien. In die wetenschap publiceert het Brusselse Willemsfonds een dichtbundel met ‘divers en laagdrempelig’ werk van bekend, minder bekend of onbekend poëtisch talent uit de hoofdstad en haar omstreken. Zo keert het Willemsfonds ook terug naar zijn roots: de stichter van Willemsfonds Brussel, de Schaarbekenaar Emanuel Hiel, was ook een dichter. De bedoeling van samenstellers Herman Mennekens en Kurt Deswert is om hier een echte traditie van te maken en om elke paar jaar een dichtbundel
uit te geven. Ze roepen alle amateurdichters in Brussel op om hun werk in te sturen. Wat opvalt, is dat de bundel, op de wat uit de toon vallende blauwe rug na (er zitten nogal wat politici van de blauwe strekking onder de opgenomen dichters), zeer mooi is uitgegeven. De nostalgische tekening op de kaft, het papier en de vormgeving zijn top. Al straalt het historische en bucolische karakter van de kaft ook wel wat af op de inhoud, terwijl je net zou verwachten dat hij vooral zou contrasteren met gedichten die het hedendaagse Brussel als inspiratiebron hebben. Bij de opgenomen dichters, die telkens met een kort biografietje worden voorgesteld, zitten er ook een aantal met een geboortejaar in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, en zij durven zich al eens te buiten gaan aan lieflijke gedichten die natuurbeschrijvingen koppelen aan menselijke sentimenten. Mietje Vansina (1923) bijvoorbeeld presenteert ons ‘Lentemorgen’, dat begint met ‘Wit en zilver /
vlokken wolken / blij op helder blauw’. Ook het lange ‘Maalbeek’ van Jan Crabbé (1939), oud-leerkracht van de Kakelbontschool in Laken en natuurliefhebber, bezingt de natuur, zij het in mineur: ‘O Maalbeek! Jij schonk mijn jeugd zoveel genot. / Bedroefd maakt mij je huidig lot. / Waar zijn de nestjes van ’t klein gebroed, / het vleugelvolk heeft zwaar geboet.’ Van recenter datum en andere poëtische strekking is Els Ampe, die door de alfabetische volgorde de bundel mag openen. In haar hommage aan Jef en Mimi Mennekens ter gelegenheid van honderd jaar toneelvereniging De Violier heeft ze het nog wel over een ‘diepblauwe viool’, maar de andere drie gedichten zijn of lijken persoonlijker. ‘Dood bij dageraad’ is om die reden sterk. Met verzen als ‘Geen zin in een woord’ (‘Oma’) of ‘Ik kreeg een baby, een man van weinig woorden’ (‘Mijn zoon’) toont Ampe verderop nog enkele flitsen. Het hedendaagse Brussel is dan weer duidelijker zichtbaar in de gedichten van Assita Kanko, die met enige nooddruft over de vrijheid schrijft, en in de contemplatieve gedichten van Herman Mennekens, die een relatie ziet breken op de trappen van het Centraal Station. Hugo Neirinckx wordt dan weer getrokken door Rusland, IJsland en het allegorische Ispahaan. Het verliteraturen van levenservaring is dus vaak aan de orde. Yvo Peeters doet dat kort, maar puntig. ‘Mijn verleden / is als een anker / dat houvast biedt / in mijn levensstorm / maar ook verbiedt / dat ik verder / doorga tot aan / de einder van mijn lotsbestemming.’ Ann Steeman, die een zoontje met een autismespectrumstoornis heeft, slaagt erin de moeilijke kant van dat onderwerp te bekampen met de lichtvoetigheid van het kindervers (‘Kleine broer’). Frank De Crits, als Brussels dichter toch al gevestigd, zoekt het verder, al zal het gedicht over chocolade (‘Chocolade is zwart of niet geweest’) wel enige autobiografi sche inslag hebben. De aangenaamste verrassing komt naar mijn smaak toch van medesamensteller Kurt Deswert. Hij hoort het geluid van ‘mussen die huizen / in het takwerk van de oude vleugelnootboom / achteraan het Centraal Station’ en besluit dat voldoening niet alleen is weggelegd voor specialisten-ornithologen. En als er nog eens een nijlpaard moet worden geëerd, dan kan Deswerts gedicht gerust dienen: ‘In de encyclopedie van schier onmogelijke dieren / staat het nijlpaard met stip genoteerd.’ ‘Tableau vivant’ begint dan weer aldus: ‘Hooguit een stilleventje of zeven; / de afschildering van je bestaan wanneer je sterft.’ Het Willemsfonds heeft wellicht gelijk dat er een kloofje gaapt tussen poëzie die nog gepubliceerd geraakt en poëzie die maar beter verbleekt in schuiven en dagboeken. Dit dunne bundeltje past precies in dat kloofje.
Michaël Bellon
Kostuumcentrale kleedt amateurgezelschappen SINT-JANS-MOLENBEEK – Dit weekend opende de Kostuumcentrale in de Hovenierstraat 82 de deuren. Toneelverenigingen kunnen er historische kostuums huren. De Kostuumcentrale is een uitleencentrale voor kostuums, accessoires en documentatiemateriaal. “Toneelverenigingen en amateurgezelschappen kunnen bij ons snuisteren in de uitgebreide collectie om inspiratie op te doen voor hun volgende toneelproductie,” zegt coördinatrice Gwen De Jaeger. “Vaak repeteren acteurs heel hard aan hun teksten en vragen ze zich pas op het laatste moment af welke kleren ze op het podium zullen dragen. Dat is jammer. Wij hebben hier historische kostuums, authentieke kledingstukken uit de twintigste eeuw en fantasiekleding. Zo heeft De Munt ons heel mooie kostuums geschonken, die we nu verhuren. Maar ook heel wat oude mensen hebben ons waardevolle spullen geschonken. Wie nog oude kostuums op zolder heeft liggen, kan die hier altijd komen brengen, wij zijn er blij mee.” Daarnaast kunnen toneelverenigingen ook eigen creaties laten maken in het Kostuumatelier. “Kostuums op maat of retouches, het kan allemaal,” zegt De Jaeger. “Toneelverenigingen en gezelschappen kloppen bij ons aan met een min of meer omlijnd idee over welke
© MATTHIAS VANHEERENTALS
Praat
Over het nijlpaard en de Maalbeek
Theater > Toneelkostuums, accessoires en documentatie
Gwen De Jaeger: kostumering is geen bijzaak. kostuums ze op de planken willen dragen. Naargelang van de vraag werken we de vormgeving en het ontwerp mee uit. We bespreken de keuze en de aanlevering van de stoffen en het transport. En, niet onbelangrijk, door voor ons atelier te kiezen maken verenigingen en gezelschappen de realisatie van onze doelstellingen in de buurt mee mogelijk.” De Kostuumcentrale is geen commercieel bedrijf. De centrale maakt deel uit van een sociaal project van de Vaartkapoen-ateliers en streeft betaalbaarheid na. Matthias Vanheerentals Kostuumcentrale, 02-414.29.07 of gwen@vgc.be
ADVERTENTIE
BDW 1327 PAGINA 20 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Architectuur > Honderd jaar stedenbouw in Brussel, 1910-2010
De gedroomde stad in beeld © AAM
Links: Renaat Braem superviseerde de plannen van de Modelwijk in Laken: een zoektocht naar een nieuwe, onveranderlijke stedelijke orde, 1958-1969. Rechts: Stanislas Jasinski’s fotocollage van een administratieve kantoorwijk aan de Anspachlaan, 1929-1930.
ELSENE – Het Civa stelt de komende weken een selectie van zijn indrukwekkende Brusselse collectie tentoon. De bezoeker ontdekt hoe deze stad de turbulente twintigste eeuw overleefde, nu eens als voortrekker, dan weer als meeloper. Jammer dat de tentoonstelling maar een maand loopt.
D
e tentoonstelling in het Civa (Centre International pour la Ville, l’Architecture et le Paysage) toont in een dertigtal panelen met plattegronden, ontwerpen en foto’s de turbulente evolutie van de Brusselse stedenbouw. Het eerste paneel refereert aan twee markante gebeurtenissen in 1910. Het stadsbestuur deelt zijn inwoners in dat jaar mee dat Brussel een treinverbinding tussen het noor-
delijke en het zuidelijke kopstation plant. De inwoners kunnen protest aantekenen of kritiek formuleren bij de stedelijke administratie, toen nog in de Lombardstraat.
Wereldtentoonstelling 1910 was ook het jaar van de wereldtentoonstelling in en om Ter Kamerenbos en -abdij. Dertien miljoen bezoekers vonden hun gading op maar liefst negentig hectaren,
volgebouwd met paviljoenen, feestzalen en promenades. Waar nu de campus Solbosch ligt, was destijds de hoofdingang, aan wat toen nog de Natiënlaan heette, en nu de Franklin Rooseveltlaan is. Op een gedetailleerde tekening kun je zien waarin de aristocratie en bourgeoisie zoal geïnteresseerd waren. Er was bijvoorbeeld een paviljoen voor feminiene kunsten, en ook wapenfabrikant FN Herstal had een stand.
In 1935 ontving Brussel de beau monde van het toenmalige wereld toneel opnieuw, ditmaal op de Heizelvlakte. Alles was nog net iets megalomaner dan in 1910, maar we zien ook dat er plots veel meer landen vertegenwoordigd zijn. De geschiedenis van de Brusselse universiteit komt ook aan bod. De Solbosch-campus, die in 1928 gebouwd werd op de grotendeels platgesmeten terreinen van de wereldtentoonstelling van 1910, kon op deze plek eind jaren 1960 niet meer bijbouwen, waardoor zowel de VUB als de ULB uitbreidde naar het Oefenplein. De betonnen gebouwen die daar werden opgetrokken, doen
denken aan een gestrand schip. Ze zijn schreeuwerige getuigen van de functionalistische bouwprojecten uit die tijd. Alleen het rectoraat, van de hand van de Antwerpse architect Renaat Braem, getuigt van enige visie. De plattegrond van dit smalle, elliptische gebouw doet denken aan de doorsnede van een insect. Deze organische aanpak was wel een héél letterlijke reactie op het omnipresente functionalisme van die dagen.
Tuinwijken Begin jaren 1920 werden tuinwijken plots heel populair. Ze situeerden zich meestal aan het eind van tramlijnen en werden als ideaaltypes
Debat > Wat zou Louis Paul Boon gezegd hebben over de wereld van vandaag?
Aalst-Brussel, heen en terug Donderdag 3 mei wordt er in Aalst gedebatteerd: ‘Niets gaat ten onder – Een visie vanuit Boon op de huidige maatschappelijke situatie’. “De deelnemers werden geselecteerd op hun actuele Boonsiaanse engagement,” licht Ivo Janssens toe. “Socialistisch ereburgemeester Frank Beke, die zijn stad op een kwalitatief hoogstaande manier samenhoudt, Joost Vandecasteele, die kritisch over de wereld schrijft, Rachida Lamrabet, die haar opinie over multiculturaliteit ventileert... De thema’s die aan bod komen, zijn de kleine man die het gelag betaalt, typische Boon-materie, maar ook de
multiculturele samenleving en wat Boon daarover gezegd zou hebben, en politieke antwoorden op de huidige crisissen.” De politici, naast Beke ook Gwendolyn Rutten (Open VLD) en Bart Caron en Jos Geysels van Groen, namen ter voorbereiding De Kapellekensbaan (1953) van Boon door, waarin de organisatie van de sociale strijd voor het eerst zoveel aandacht kreeg, en de auteurs Lamrabet en Vandecasteele deden dat met Hoe durven ze? – De euro, de crisis en de grote hold-up (2011) van Peter Mertens. Moderator is Gie Goris van MO*. Voor het tweede deel, ‘De voorstad
© SCHRIJVERSGEWIJS.BE
AALST/BRUSSEL – Hoe maatschappelijk relevant is Louis Paul Boon nog? In dit herdenkingsjaar wil de Louis Paul Boonkring met de dubbelactiviteit Boon! Uitgesproken? vroeger en nu, literatuur en politiek, Aalst en Brussel ‘verknopen’.
De euro, crisis, Brussel, multiculturaliteit: wat zou Boontje vinden?
groeit – De stad als front voor de politieke strijd’ moet je op donderdag 24 mei naar het Rits in Brussel. Stijn Oosterlynck, docent stadssociologie, interviewt er marxistisch geograaf Erik Swyngedouw, die vindt dat de samenleving moet worden herschapen vanuit politieke gelijkheid. En in een film van de Rits-studenten onder begeleiding van Vincent Rouffaer wordt gepeild naar de problematische relatie van de Vlaming met de hoofdstad, iets waar Boon ook mee worstelde. Geen beter decor om te filmen dan op de pendeltrein tussen Aalst en Brussel die Boon destijds ook nam. Zijn treinstukken, die Boon-specialist Kris Humbeeck selecteerde, zullen AD alomtegenwoordig zijn. www.lpboonkring.be
voor de moderne stad naar voren geschoven. De stijl kon variëren van het voorbeeld van de Engelse cottages – zoals de fermettes of pastoriewoningen nu – tot modernistisch. De hele evolutie verontrustte de bourgeoisie en voedde de vrees voor een ‘rode gordel’ rond de stad. Enkele van deze tuinwijken worden op de tentoonstelling extra belicht, zoals de projecten Floréal en Le Logis van de gelijknamige coöperatieve verenigingen in WatermaalBosvoorde. In 1929 zorgde de modernistische architect Victor Bourgeois met een revolutionair plan voor heel wat animo. Hij had plannen voor een internationaal treinstation. De schetsen voor dit project ogen visionair en lijken onwerkelijk. Zijn speelse collages zetten aan tot dromen. Bourgeois tekende sporen in drie verschillende richtingen, waardoor de plattegrond de vorm van een triangel krijgt.
Centralisering Ook Stanislas Jasinski was sterk beïnvloed door het vooruitgangsgeloof en het modernisme. Onder invloed van Le Corbusier – die de klassieke straat als ‘een onbruikbaar orgaan’ zag – stelde hij omstreeks 1930 voor om langs de Anspachlaan een administratieve kantoorwijk te bouwen, “een promenade waar men via de takken van de bomen massa’s gigantische kristallen kan waarnemen.” Die ideeën voor een administratieve centralisering lieten Brussel de daaropvolgende decennia niet meer los. In 1938 bedacht Pierre Meewis een soort dubbele congreszuil. Het ontwerp, dat overigens nooit gerealiseerd zou worden, kun je zien als een uitdrukking van een architectuurbeweging die onder invloed van een opflakkerend nationalisme een ‘terugkeer naar de orde’ voorstelde. Talrijke andere voorstellen voor
centralisering van de Brusselse bureaucratie bleven dode letter, tot in 1973 uiteindelijk het faraonische Rijksadministratief Centrum werd geopend. Onder invloed van de federalisering werd dit logge bouwwerk in 2001 aan projectontwikkelaars verkocht. Ondertussen werd de noord-zuidverbinding gegraven en kreeg de buurt rond het Centraal Station stilaan het steriele karakter dat ze nu nog altijd heeft. De volkswijken rond de kathedraal werden stuk voor stuk gesloopt, de hieraan gelieerde trauma’s staan in het collectieve geheugen gegrift. Expo 58 luidde een nieuw tijdperk in. De Expo is bij het brede publiek genoegzaam bekend, maar het was ook de periode waarin men autosnelwegen als trechters in de binnenstad liet uitmonden. De auto was koning, stadspleinen had men beter ‘stadsparkings’ gedoopt. En toch... op prenten heeft het iets nostalgisch. In de jaren zestig van vorige eeuw dacht men druk na over de Noordwijk. Het plan werd geopperd om de twee belangrijkste verkeersassen die Brussel aandoen, in het midden van de stad te doen kruisen, onder een plateau van vijftien meter hoog en met daarop acht identieke torens van honderd meter. De prenten doen lachen en huiveren tegelijkertijd. Ook de link met het heden wordt niet vergeten. De plannen van Christian de Portzamparc voor de nieuwe Wetstraat blijven niet onbesproken, zoals dat ook bij heel wat projecten in het verleden het geval was. Tuur De Moor Nog tot en met 17 mei in het Civa, Kluisstraat 55, 1050 Elsene, gratis. Dinsdag tot en met vrijdag van 12 tot 18 uur, zaterdag en zondag van 10.30 tot 18 uur
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Nick Trachet
© NICK TRACHET
BDW 1327 PAGINA 21 - DONDERDAG 3 MEI 2012
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Uier Dit is nu een stukje vlees waar zo goed als nooit over wordt gepraat. Ten onrechte. Toen ik klein was, bracht mijn vader zo nu en dan enkele schellen gekookte uier mee van de zondagmarkt in Jette. Ik vond dat héél lekker. Meestal werd zo’n dikke schel in blokjes versneden en bij het dominicale aperitief opgediend op een plankje. Zo’n portie was snel verdwenen. Klasgenoten, vrienden des huizes die langskwamen, deden verbaasd over deze delicatesse. “Nog nooit van gehoord,” zeiden ze dan en ze proefden met lange tanden. Meestal vonden ze het nog lekker ook. Of ze er daarna ooit gekocht hebben bij hun slager, dat weet ik niet. Mensen hebben zo hun gewoontes. Tien jaar geleden stond hier in Laken nog een tripier op de markt. Hij had, naast fabuleuze worsten, onglet en stoofvlees van de kaak, ook altijd uier. Vandaag is hij verdwenen en ik hoor van die zeldzame andere uierliefhebbers om me heen hoe moeilijk er nog te vinden is. Het wordt nog vreemder. Zelfs in de literatuur valt er nauwelijks wat over uier te vinden. Geen kookboek uit de oude doos waar er iets over in staat. Zelfs de vertrouwde Time-Life-uitgave over ‘les abats’ vernoemt van alles, van testikels over merg en milt tot de staart... maar geen uier. Dit verbaast mij ten zeerste. Uier eten was vroeger toch geen zeldzaamheid? Men vond het niet bij alle slagers, maar meestal hoefde men toch ook geen halve dag te zoeken naar enkele sneetjes uier. Vandaag wel. Triperie was natuurlijk van oudsher volksvoedsel. Het gaat om die delen van de slacht die moeilijk bewaren en in de steden onder het volk via een goed georganiseerd netwerk snel werden verdeeld. In Brussel werd ‘slachtafval’ vaak klaargemaakt in de volkscafés, op slachtdagen. Verschillende delen werden apart gebakken of gekookt, maar ook wel samen gestoofd. Dit zorgde in Brussel voor de vandaag schier mythische choesels au madère, een mengsel van allerhande slachtafval met maderasaus. Men vindt voor alle andere slachtdelen overvloedig recepten, voor uier geen of nauwelijks. Zo eenvou-
dig klaar te maken was het, zo banaal, dat een schrijvende kok het niet nodig vond om uierrecepten te publiceren. In het oude Engeland vermeldde Samuel Pepys, een Brits notabele uit de zeventiende eeuw, in zijn dagboek dat hij in zijn club udder ging eten. Dat is al geen volksvoedsel meer. De uier werd ook wel vermengd met gekook te tong opgediend, wat een grappig spel van licht en donker vlees, versneden als dobbelsteentjes, opleverde. Aan het Britse hof was het een eeuw later nog de gewoonte dat de leverancier van de runderen al de ingewanden (offal ) weer meenam na de slacht. Maar voor uier werd er expliciet een uitzondering gemaakt. Die moest blijven! In onze literatuur blijft het stil. Enkel Louis Paul Boon vond uier lekker. Zo lekker dat hij er in zijn Eten op zijn Vlaams (1972) twee hoofdstukken aan wijdde. Ik hoorde dat goede uier afkomstig moet zijn van (nog) werkende melkkoeien. Afgeschreven melkkoeien hebben afgeschreven uiers. Dat is logisch, want ze worden juist voor die uiers in leven gehouden. Welke boer bij al zijn verstand doet nu een gezonde koe in volle melkproductie weg? Vaarzen hebben nog niets te bieden. Stieren uiteraard ook niet. Bij vleeskoeien wordt de ontwikkeling van de uier onderdrukt (drooggezet) opdat alle groei naar het karkas zou gaan. Het is op onze zoektocht naar uier dus wachten tot er eens een gezonde koe ‘van de camion valt’. Dat laatste is letterlijk te nemen. Zulke uiers komen op de markt bij noodslachtingen (gebroken poten, verwondingen...). In de gewone economie van de koe is er geen plaats om dieren te slachten buiten hun gewone opbrengstcurve. Er is in het hele kweekproces, dat zó al nauwelijks een cent opbrengt voor de boer, echt geen plaats om er zomaar een koetje met een mooie uier uit te halen. En van andere slachtdieren? Van geiten- of paardenuiers heb ik nog geen spoor gevonden. Maar zo nu en dan ligt er bij de slager een gekookte uier te lachen naar de mensen. Mooi geel van kleur,
Op onze zoektocht naar uier is het wachten tot er eens een gezonde koe van de camion valt melkwit romig. De slager heeft ze doorgaans zelf gekookt, we zien dus kwaliteitsverschillen van winkel tot winkel. Te kort gekookt en de uier is nog hard. Te lang en hij wordt draderig. Uier koken is specialistenwerk. Het gebeurt in bouillon en duurt wel een uur of vijf. Dat zou een mens nog niet verwachten van zo’n zacht klierweefsel. Het vlees is licht vergelijkbaar met zwezerik, maar met nog een hint van de smaak van melk. Koop goede gekookte uier in sneetjes van een kleine centimeter dik om koud te eten. Snij dit thuis in blokjes en strooi er gul fijn zout over. Dat laatste hoeft niet, maar uier geeft zijn smaak niet graag af. Dat snuifje zout doet een klein mirakel! Het alternatief is een iets dunnere (halve centimeter) schel uier te bakken in de pan met een klein beetje boter. Net genoeg om doorwarm te maken en lichtjes te bruinen. Peper, zout. Het uiervlees wordt gebakken nog wat zachter. Dát op een boterham, met enkele druppeltjes van het bakvet erbij, is de hemel op aarde. Gebakken uier met een goede puree, het liefst op basis van karnemelk, is een wonder. Versier met peterselie. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1327 PAGINA 22 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Tentoonstelling > Prinses van België, aartshertogin van Oostenrijk, keizerin van Mexico
Charlotte, een waanzinnig leven E
en sterke persoonlijkheid moest ze aankweken, vond haar vader. Charlotte (18401927) studeerde Latijn, wiskunde, aardrijkskunde, literatuur, geschiedenis. Ze sprak vloeiend Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans. Dat waren de sociale vaardigheden voor een toekomstige koninklijke eega. Zo zag de carrièreplanning van Charlotte, prinses van België, enige dochter van de eerste landsvorst, eruit. Kandidaten genoeg, maar uiteindelijk mocht Charlotte van papa kiezen. Op voorwaarde dat het een ‘gelijkwaardig’ manspersoon was. Het werd aartshertog Maximiliaan van Habsburg-Lotharingen, broer van de Oostenrijkse keizer. Charlotte was zeventien toen ze in Brussel trouwden. Samen bestierden ze een tijdje Milaan en
Mexico. Tussendoor brachten ze gelukkige jaren door in het kasteel Miramar nabij Triëste. ‘Mon ange’, zoals Maximiliaan haar noemde, raakte er gefascineerd door de zee. “Wij noorderlingen hebben er geen besef van hoe blauw een zee er kan uitzien. Toen ik haar voor de eerste keer zag, werd ik overweldigd door een onvoorstelbare geestdrift.” Dat enthousiasme bracht ze over in haar schilderijtjes en aquarellen, die nu te zien zijn in Brussel. Ja, de Belgische prinses schilderde (zoals haar moeder, koningin Louiza-Maria): niet zonder talent, wel zonder voldoende oefening. Haar ‘Zonsondergang op zee’ en haar Venetiaanse panoramaatjes getuigen van gedrevenheid. Na het onverkwikkelijke Mexicaanse avontuur, waarbij haar echt-
© BELVUE
BRUSSEL – Een dot van een kind was ze. Later werd ze een van de mooiste vrouwen van Europa, meende haar vader, koning Leopold I. Maar het lot van Charlotte, keizerin van Mexico, was tragisch. Wat weten we eigenlijk over haar? Weinig, blijkt uit een kleine, intimistische tentoonstelling in het BELvue Museum.
In Italië, gelukkig aan de zijde van haar Maximiliaan, raakte aartshertogin Charlotte gefascineerd door de zee, die ze schilderde (r.). “Wij noorderlingen hebben er geen besef van hoe blauw een zee er kan uitzien.”
genoot gefusilleerd werd (wat men haar maandenlang niet vertelde), trok ze zich terug in die door Maximiliaan bedachte villégiature. Argwanend dronk ze alleen water uit de fontein, en bij straatkraampjes at ze gepofte kastanjes. Uit vergiftigingsangst at ze met een kat op schoot die de eerste brokjes kreeg. Dat
staat – met een paar pittige privé verhalen – te lezen in de archieven van Adrien Goffinet. Deze adviseur van Leopold II kreeg in 1867 de opdracht om de labiele Charlotte naar haar geboorteland te halen. De (intussen) aartshertogin wilde niet weg uit Italië. Op basis van zijn notities, aange-
Eliane Van den Ende
De tentoonstelling Charlotte van België, de jaren van geluk is tot en met 10 juni te zien in het BELvue Museum, Paleizenplein, 1000 Brussel. Het boek De terugkeer van Charlotte. Juli 1867 – een delicate opdracht voor baron Adrien Goffinet is daar te verkrijgen of te bestellen op 070-233.728 of publi@kbs-frb.be
Evenement > Stukjes Sint-Gillis van 2,26 op 2,26 meter
Afspraak bij het witte vierkant © URA/YVES MALYSSE KIKI VERBEECK
SINT-GILLIS – Vrijdag begint de dertiende editie van de biënnale Parcours d’Artistes. Drie weekends lang wordt u naar de achterafateliers van beeldende kunstenaars geleid, maar ook naar verwaarloosde plekken op straten en pleinen. Sinds de vorige editie van Parcours d’Artistes, een initiatief van de vzw Les Rencontres Saint-Gilloises en de dienst Cultuur, levert de dienst Nederlandstalige Aangelegenheden een eigenzinnige bijdrage. Schepen Willem Stevens (SP.A): “De focus in Sint-Gillis ligt nog altijd op het openstellen van de vele ateliers die de gemeente rijk is. In 2010 legden we eigen accenten met de interventie van kunst in de publieke ruimte. Dat was met Blauwe plekken, speciale choreografieën voor de stad. Nu vroegen we het Brusselse architectenbureau URA, bekend van
kocht door het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting, is nu een boek met zijn wedervaren, het gekonkel en de intriges rond die terugkeer verschenen. Goffinet slaagde in zijn opdracht: Charlotte overleed nabij Brussel.
URA greep negen keer in in de openbare ruimte, zes keer tijdelijk en drie keer permanent.
zijn stedenbouwkundige ingrepen op onleesbare plekken in Brussel en Rotterdam – respectievelijk BXL100 en RTM100 –, om zich te focussen op Sint-Gillis.” “SG100 gaat nog een paar stappen verder,” zegt Yves Malysse van URA. “We voelden in Sint-Gillis onmiddellijk de noodzaak om BXL100 om te zetten in een aantal werkelijke ingrepen in de openbare ruimte. URA wil gemeenschappelijke plaatsen creëren waar individuen aangezet worden tot interactie. Daartoe volstaan soms eenvoudige ingrepen. Onze ontwerpen baseren zich op de observatie van dagelijks gedrag op straat. Het materiaal en de kleur zijn abstract gehouden, waardoor alle aandacht gaat naar actie en interactie.” Negen ingrepen kwamen er. Bij zes ervan wordt een stukje straat of plein door middel van een wit vierkant in de verf gezet, toevallig straatmeubilair inbegrepen. “Het is het ‘in de
verf’ zetten van een absurde realiteit van hoe met de publieke ruimte wordt omgegaan. De tijdelijke ingrepen doen mensen nadenken,” vinden ze bij URA. Daarnaast worden drie sites permanent uitgerust met een kunstobject met dezelfde vorm en afmeting, namelijk een vlak van 2,26 op 2,26 meter. Een luifel aan metrostation Horta, een sokkel bij de Kleine Ring, en een grondplaat bij het Sint-Gillisvoorplein. “Verwijzend naar de Modulor, de standaard van 2,26 x 2,26 met de zogenaamde ideale proporties die Le Corbusier ontwikkelde (op basis van een man met uitgestrekte arm, AD),” zegt Stevens. “Je kunt erop of eronder gaan staan, of erop gaan zitten. Misschien gaan mensen zelfs afspreken ‘bij het witte vierkant’.” In De Pianofabriek vind je twee andere projecten van de Nederlandstalige dienst. Op zondag 6 mei kun je er van 14 tot 17 uur gratis je portret laten tekenen door een striptekenaar van De Geslepen Potloden naar keuze: Judith Vanistendael, Wauter Mannaert, Lisa Matthys of Eva Hilhorst. En 24h, de video van Kobe Wens over de Fortstraat, is het startschot van het project ID-fortes door en voor deze straat. An Devroe www.parcoursdartistes1060.be
ADVERTENTIE
Uw Villo!-abonnement begint bij MOBIB.
www.mivb.be
BDW 1327 PAGINA 24 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Eleanor Bauer kwam naar Brussel om aan P.A.R.T.S. te studeren. “Daar begon het liedje weer van voor af aan. Veel hooi op mijn vork, te veel dingen tegelijkertijd. De les was: ‘Het zal dus niet alleen aan New York gelegen hebben...’”
© MARC GYSENS
Z
e stelt zich dus vragen, Eleanor Bauer. Veel vragen. Eén antwoord vond ze al jong, daar thuis in Santa Fe, New Mexico: het moet en het zal hier vooruitgaan! Lachend: “Ik ben snel. Zo snel dat ik mezelf soms voorbijloop en daardoor traag word.” “Ik weet nog goed hoe ik als kleine opdonder lessen ‘creatief bewegen’ volgde. Mijn ouders hebben er nog een videotape van liggen. Hilarisch. Elke oefening deed ik tien keer intensiever dan de anderen. ‘Zo laag mogelijk bij de grond’: ik plat als een pannenkoek, die dóór de grond wilde kruipen. ‘Maak jezelf zo groot mogelijk’: de anderen op hun tippen, ik springen. Springen alsof ik het plafond probeerde te doorboren. Die schier grenzeloze energie investeer ik nu voor de volle honderd procent in mijn kunst. Daarin kan ik doen wat ik wil. Op de manier die ik wil. Waar ik wil, wanneer ik wil. Dat is meteen ook het probleem: kunnen doen wat je wil, zonder limieten, is niet hetzelfde als vrijheid.”
Santa Fe, New York, Brussel Vader en moeder Bauer hadden weinig keuze: ze moesten hun Eleanor haar vleugels laten uitslaan, veel vroeger dan ze het zelf wilden. “Op mijn veertiende zat ik al op kostschool in Californië, aan de Idyllwild Arts Academy. Niet
dat ik een onhandelbaar kind was. Het was mijn keuze. Punt. Ik wilde me meer toeleggen op dans, en mijn studie ernstiger nemen dan voorheen. Drie jaar heb ik daar gezeten; toen ben ik naar New York verhuisd. Om lessen te volgen aan New York University’s Tisch School of the Arts.” Nadat ze haar Bachelor of Fine Arts behaald had, is Bauer nog een jaar in New York gebleven. “Ik danste voor verschillende choreografen, en tegelijkertijd zocht ik mijn eigen weg, was ik conciërge van een dansstudio en deed ik ook nog eens administratief werk, onder meer voor Arts International, een organisatie die buitenlandse beurzen toekende aan artiesten. Het was veel voor één mens. Anderzijds: ik had weinig keuze, ik moest de kost verdienen. Leven en overleven in de heksenketel die New York is.” “Op een bepaald moment zei ik: ‘Wacht eens even. Het is me allemaal toch wat te veel ineens.’ Daarop ben ik op zoek gegaan naar een focus. Die meende ik te vinden door verder te studeren rond dingen die me echt interesseerden in dans. Maar waar? Het aanbod in de States aan masteropleidingen sprak me niet echt aan, allemaal opleidingen die min of meer op hetzelfde model waren gesneden; voor Performance Studies kiezen leek me ook al niet
ideaal. Dat zou betekenen dat ik in boeken zou neuzen, over kunst schrijven, in plaats van kunst te maken. Zo ben ik op de dansschool P.A.R.T.S gevallen. Wow! Daar wordt les gegeven door sociologen, filosofen die over dans spreken. Mensen van andere disciplines die daadwerkelijk in dans geïnteresseerd zijn. Een artistieke én een intellectuele uitdaging.” “Lang heb ik dan ook niet getwijfeld, al was het weer een grote stap. Ik vind het prachtig dat mijn ouders me toen weer die ruimte hebben gegund, mij er zelfs financieel in hebben gesteund. Hoe moeilijk het ook is. Voor hen, voor mij. Zeker in de periodes van de familiefeesten. Dat zijn dingen die ik mis, maar dat ben ik al op jonge leeftijd gewend geraakt.” “Van Brussel zelf heb ik in de drie jaar van mijn studie niet veel gezien. Van mijn flatje naar P.A.R.T.S. en terug. Naar het wassalon, de kruidenier en naar voorstellingen in het Kaaitheater: dat was het zowat. Daarna begon het liedje weer van voor af aan. Veel hooi op mijn vork, veel dingen tegelijkertijd. De les: ‘Het zal dus niet echt aan New York gelegen hebben...’” “Heel interessant in die periode was het meewerken aan B-Kronieken, een studie van Sarma, een online platform voor dans- en performancetechnieken. Wat betekent het om als
© INNEKE VAN WAEYENBERGHE
BRUSSEL – “Vragen stellen, antwoorden zoeken. Antwoorden die leiden tot nieuwe vragen, nieuwe projecten. Als er één constante is in mijn werk, dan is het dat. De manier waarop ik dans benader, loopt parellel met wat Thomas Kuhn schrijft in The structure of scientific revolutions: een systeem om de wereld te begrijpen lijkt voor een tijd te werken, tot er een anomalie optreedt. En die anomalie wordt dan de kern van een nieuw systeem.” De Amerikaanse danseres en choreografe Eleanor Bauer is een aanstormend talent van de Belgische én de internationale dansscene. Ze toont haar nieuwste creatie, Tentative assembly (The tent piece), straks op het Kunstenfestivaldesarts.
Uit Tentative assembly van Eleanor Bauer/ GoodMove: “Mijn grootste project tot hiertoe.”
danser te leven en te werken in deze geglobaliseerde tijden? Sociologisch geïnspireerd, bekeken door een Brusselse bril. Want Brussel maakt heel erg deel uit van het nomadische aspect van de moderne podiumkunstenaars. De interviews die ik toen heb afgenomen – werkelijk tientallen –, hebben mij een pak nieuwe inzichten opgeleverd.”
The tent piece In 2007 richtte Bauer de vzw GoodMove op. Om aan subsidies te geraken, om te kunnen werken binnen een kader. Om de mensen die ze voor haar projecten engageert, deftig te
BDW 1327 PAGINA 25 - DONDERDAG 3 MEI 2012
FREDDI SMEKENS Pateike
“Kunnen doen wat je wilt, zonder limieten, is niet hetzelfde als vrijheid”
E
Eleanor Bauer, danseres/choreografe
‘Vragen, antwoorden, nieuwe vragen’ kunnen betalen. En ondertussen is ze ook blijven dansen voor andere choreografen. “Ik ben naar hier gekomen om te veranderen, om mijn kijk op de verschillende methodes van choreografie te verbreden. Het is een leerproces dat in feite nog steeds gaande is. Net zoals het leven een school is. Ik zou nog verder kunnen studeren, maar ik leer liever al doende. Uit mijn projecten, uit die van anderen. Met mijn eerste creatie, At large, ben ik tot de slotsom gekomen dat het entertainende en de humor in conflict kwamen met de meer cerebrale, abstracte bewegingsresearch. Dus heb ik besloten de twee te scheiden. Eerst heb ik het entertainmentgedeelte verkend met The Heather Lang show by Eleanor Bauer and vice versa en Big girls do big things. Echt voluit: een combinatie van dans, stand-up, zingen... Om voor eens en voor altijd te weten: ‘What’s it about?’” “Daarna ben ik me gaan concentreren op de abstracte bewegingsresearch. De essentie van dans: wat doet het, wat zegt het? Wat is het, wat zoek je? Ik begon met Dance for the newest age. Een choreografie benaderen als een onderzoeksruimte voor alternatieve vormen van samenleven. Geïnspireerd door een boek van Bruno Latour, We have never been modern (oorspronkelijke titel Nous n’avons jamais été modernes, 1991, red.). Vanuit een politiek, wetenschappelijk en antropologisch perspectief heeft Latour het in dat boek over de paradoxen die inherent zijn aan de modern condition. Die modern condition is volgens hem de drievoudige scheiding tussen wat hij de drie velden van waarheidsproductie noemt: wetenschap, politiek en gedragsnormen, spiritualiteit. Die scheiding was er niet vóór de moderniteit; vroeger vloeide dat allemaal in elkaar over.”
“Erop terugkijkend behandelde ik vooral geschiedenis en wetenschap in Dance for the newest age. Toen dacht ik: ‘Waarom geen trilogie? Want ik moet nog heden en verleden, politiek en spiritualiteit doen.’ Daaruit is nu Tentative assembly (The tent piece) gegroeid. Het is het grootste project waar ik tot dusver mijn schouders onder heb gezet, mijn grootste uitdaging. In verschillende opzichten. Door het aantal mensen dat eraan meewerkt: negen dansers – mezelf inbegrepen –, een componist, een lichtdesigner, een decorontwerper, een dramaturg. Door de manier waarop ik het als choreograaf benader. Door de vragen die ik probeer te beantwoorden, over heden en politiek. Welke vormen komen voort uit wat het betekent om samen te zijn?” “De performers die ik heb samengebracht, wonen op een na allemaal in Brussel, maar het zijn totaal verschillende mensen. Ik wil ook niet de choreograaf-baas zijn. Ik ga uit van de individuele bijdrage, op basis van onderhandeling tussen al de betrokkenen. Elkaar ontdekken, zien wat we samen kunnen doen. Een heel coöperatieve manier van werken. Een heel confronterende manier van werken, ook. Niemands idee is hier eigen bezit. Dit stuk is een constant proces, met veel onzekerheden. Het is een permanente revolutie.”
Karel Van der Auwera
Tentative assembly (The tent piece), 4, 5 en 7 mei om 20.30 uur en 6 mei om 15 uur in het Kaaitheater. Kaartjes kosten 16 en 12 euro. Meer op www.kunstenfestivaldesarts.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
en pateike is in de eerste plaats een lekker stukje taart dat bij voorkeur met een kop koffie genuttigd wordt. Maar in ons Brussels is er meer aan de hand. Ieder van ons zal waarschijnlijk ooit de kans of de gelegenheid hebben gekregen om als e pateike omschreven te worden. Ik wil er wel meteen bij zeggen dat e pateike zaain ni altaaid negateef es. Maar wat is dat pateike dan wel? In de eerste plaats gaat het om een klaain maske of klaain menneke dat in meerdere of mindere mate buiten de lijntjes kleurt. De omschrijving rebel of opstandeling zou misschien wat te hoog gegrepen zijn, maar in elk geval is netjes in de rij lopen of zich aan strakke regels houden e pateike ni gegeive. U merkt, waarde lezer, dat hij of zij die, al dan niet tijdelijk, als e pateike beschreven wordt, soms wel met een half schief uug bekeken wordt. Maar ik weet uit ervaring dat zo’n reactie e pateike die naam waardig weinig tot niets kan schelen. Niet dat e pateike zich boven iedereen verheven voelt of als een wereldvreemd stukje taart door de wereld waart. Het is er zich in elk geval van bewust er ten volle deel van uit te maken en ook een steentje bij te dragen, zodat dit ondermaanse niet verwatert tot een saaie boel. Om dat te bereiken moet ons pateike het hebben van zowel ongekunstelde humor als een vorm van rauwe verbeelding. Bij dat alles moet ik wel vaststellen dat men zaain aaige ni tot pateike kan ooitruupe. Het is inderdaad aan de buitenwereld om te beslissen of we de status van pateike al dan niet waard zijn. “Es het waud status ni ewa huug gepakt?” vraagt men mij dan. Welnu, ik vind persoonlijk van niet. Temeer omdat ieder van ons zich tot stikkens toe zou vervelen zonder de pateikes dee rond ons hange. Ik had het er daarnet over dat e pateike zaain vooral kan in de prille jeugd. Dat is natuurlijk een kwestie van appreciatie. Wat of wie zal ons beletten, zonder overgang, de stap van pateike naar aave slasj of aa toet te zetten? Persoonlijk beschouw ik Tijl Uilenspiegel, Suske en Wiske als schoolvoorbeelden
van pateikes. Maar ook Lambik, Nero en – waarom niet? – Tante Sidonia en Madam Pheip kunnen die prachtige galerij vervoegen. Tijd dus om ons af te vragen of we onszelf als e pateike beschouwen. Of, anders geformuleerd, of we als dusdanig de wereld willen verkennen, no ons hand zette en ze dus verbeitere. Aan ieder van ons om daar zelf over te beslissen. Want hoewel het, zoals hierboven aangegeven, aan anderen is om ons het etiket pateike op te plakken, zulle we altaaid zeulf eet in de pap te brokke hemme. Tijd nu vè ons af te vroege wa e pateike na aaigenlaaik ni es. In de eerste plaats schieten mij daarbij omschrijvingen als nen ambetanterik, ne flaave of in het slechtste geval e smeirlapke te binnen. En dat zijn er maar enkele. We hadden het daarnet over de wereld veranderen. Welnu, doe zou ik na neki echt stoem van stoen. En u waarschijnlijk ook. Of het zou moeten gaan om een wereld bevolkt door massapateikes die blindelings, zonder noepaaze, de denkbeelden en bevelen van het Gruut Pateike opvolgen en eraan gehoorzamen. We kunnen daaruit besluiten dat sommige pateikes even onverteerbaar als giftig zijn. Laten we hier alvast bij het positieve en hoopvolle aspect van pateike blijven. Dat wil zeggen: hij of zij die ons doet glimlachen en relativeren. “Naa begint ewa ne schuune preik te haave auver a pateike,” merkt men – niet helemaal onterecht trouwens – op. Laat het maar zo zijn, waarde lezer. Ware het niet om het feit dat we e pateike niet altijd met de nodige ernst, ja zelfs nederigheid benaderen. Het kan misschien wat eigenaardig klinken, maar ik beschouw elke dichter als e literair pateike. Dat heeft veel, zo niet alles te maken met de creativiteit en de vindingrijkheid waarover we het hierboven al hadden. In die hoedanigheid zou ik persoonlijk het statuut van pateike zo lang mogelijk willen behouden. Dat was het zowat wat deze Brusselse rubriek betreft. Zoals altijd blijf ik enorm nieuwsgierig naar de reacties die erop zullen volgen.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Lien Annicaert (lien.annicaert@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Tuur De Moor (tuur.demoor@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick. jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd. hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1327 PAGINA 26 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Voetbal > Jeugdtrainer René Peeters stoomt jonge spelers klaar voor het grote werk
‘Het is moeilijker geworden’ © MARC GYSENS
ANDERLECHT – “Als er één milieu is waar het constant draait en keert, dan wel in het voetbal.” Dat beseft René Peeters (50) maar al te goed. De Anderlecht-man in hart en nieren werkt er al een tiental jaar als jeugdtrainer en heeft de voetbalwereld zien veranderen, en niet per se ten goede. “Van kindsbeen af heb ik al een innige band met Anderlecht,” vertelt Peeters. “Ik ben hier dichtbij opgegroeid, in de wijk Goede Lucht, en ik ben hier beginnen voetballen bij de miniemen. Ik heb in alle jeugdploegen gezeten, alvorens één jaar lang deel uit te maken van de A-kern.” Peeters was een man van het centrum, aanvankelijk op het middenveld, later ook in de verdediging. Als jongeling kwam hij bij Anderlecht in een ploeg terecht waarin onder meer Lozano, Vercauteren en Coeck de sterren waren. Een van de gouden ploegen van de club, en dat was wat te hoog gegrepen voor de Brusselaar. “Uiteindelijk ben ik één keer ingevallen in de competitie, maar ik zat wel regelmatig op de bank. Ik besefte wel dat ik niet het potentieel had om een basisplaats op te eisen, dus ben ik maar vertrokken. Mijn verdere carrière lag vooral in tweede en derde klasse. Met Aalst ben ik nog gepromoveerd naar eerste. Voorts heb ik onder meer bij Union en La Louvière gespeeld.” Peeters is een man van het volk, goedgekend in Anderlecht. Niet alleen als voetballer, ook als postbode. “Ik ben vrij vroeg gaan werken, al toen ik bij de invallers van Anderlecht speelde. Ik begon om vijf uur ’s ochtends te werken, maar had daar geen last van. En dan hoor ik sommige voetballers nu klagen over vermoeidheid... Toen ik bij het eerste elftal speelde, heb ik een jaar verlof zonder wedde genomen. Daarna ben ik gewoon teruggekeerd naar de Post.”
René Peeters: “Het is moeilijker geworden om met jeugd te werken. Nu zijn de voetballertjes dertien en hebben ze al een manager. Er zijn zoveel invloeden van buitenaf, die jonge gasten worden langs alle kanten bestookt.”
Evenement > Stadskriebels, dit jaar met groot Fiets- en Voetballand
Het hele gezin doet mee
Naar goede gewoonte is het sportaanbod overweldigend. Meer dan veertig sporten staan tijdens Stadskriebels, van 11 tot 17 uur, in de etalage. U kunt er zelf van proeven tijdens initiaties of van een afstandje genieten van de vele demonstraties. Deze negentiende editie verwelkomt ook een paar nieuwigheden. “De grote nieuwkomer is dit jaar het Fietsland,” vertelt Nele Arys (36), sportfunctionaris van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), die Stadskriebels samen met Bloso organiseert. “Kinderen krijgen onder meer fietsinitiaties voorgeschoteld op de speelplaats van het Maria-Boodschaplyceum in de Moutstraat. Ze leren fietsen aan de hand van leuke spelletjes, die ze achteraf gemakkelijk kunnen herhalen met hun vriendjes. Voor beginnende
en ervaren fietsers is er een behendigheidsparcours. De ouders kunnen van hun kant kennismaken met de verschillende manieren om hun kroost mee te nemen met de fiets. Ze vernemen bijvoorbeeld welke bakfiets bij hen past, of hoe je een Maxi-Cosi kunt ver voeren per fiets. Stadskriebels is ook het startsein voor de campagne ‘Duizend kinderen leren fietsen’. Duizend Brusselse schoolkinderen zullen hierbij nog tot september leren fietsen dankzij de sport- en jeugddienst van de VGC.”
© SPORTDIENST VGC
BRUSSEL – De hoofdstad maakt zich weer op voor een groots sportfeest: op 6 mei palmt Stadskriebels voor de negentiende keer het hart van Brussel in. En het wordt opnieuw smullen, voor jong en oud.
Yah Tararah Wie de tweewieler liever links laat liggen, kan altijd kiezen voor de Japanse krijgskunst tai-jutsu, het snelle lacrosse of de ZuidoostAziatische balsport sepak takraw. Te exotisch? Uiteraard hebben de traditionele sporten ook hun plaats. “Op ons danspodium krijgt iedereen drie minuten de tijd om zijn of haar danskwaliteiten te tonen,” vervolgt Arys. “Vorig jaar hebben we dat nogal wedstrijdgebonden aangepakt,
Vaste waarde naast heel wat nieuwigheden: de bootjes aan de Katelijnekerk.
maar deze keer is iedereen winnaar.” Hiervoor inschrijven kan overigens nog altijd. “Ons terrein wordt dit jaar uitgebreid naar de vismarkt, waar een heus Voetballand komt, met een voetbaltoernooi en PowerPlaySoccer (voetballen in een metalen kooi, red.), en er zullen er ook allerhande testjes afgelegd kunnen worden.” Stadskriebels staat open voor het hele gezien. Voor de allerkleinsten vanaf drie jaar staat er aan de Nieuwe Graanmarkt een groot kinderland, met onder meer een springkasteel en goochelaars. Straattheater, een fanfare of een zeepbellenblazer, alles is aanwezig om er een toffe dag van te maken. De ‘wereldfanfare’ Yah Tararah sluit om halfvijf de dag swingend af. “We verwachten opnieuw een drieduizendtal deelnemers,” zegt Arys. “Gezinnen en jeugdbewegingen hebben daar een belangrijk aandeel in. Stadskriebels is niet leeftijdsgebonden, heel het gezin komt aan zijn trekken, al zijn de meeste activiteiten wel voor jongeren tussen zes en achttien jaar. Voor mensen met een handicap worden ook de nodige aanpassingen gedaan.” En, tot slot, “inschrijven vooraf kost anderhalve euro, ter plaatse drie euro. Maar wie wil langskomen om gewoon wat rond te kuieren en de sfeer op te snuiven, is uiteraard meer dan welkom.” TS stadskriebels.vgc.be
BDW 1327 PAGINA 27 - DONDERDAG 3 MEI 2012
Acht jaar geleden hing postbode Peeters zijn postzak aan de haak. Aan het einde van zijn voetbalcarrière was hij als jeugdscout begonnen bij paars-wit, alvorens als trainer van de -9 te beginnen. Rustig aan is hij opgeklommen in de jeugdschool, waar hij nu aan zijn achtste jaar fulltime bezig is. “Vandaag ben ik trainer van de -19 en assistent bij de -21. Dat betekent zowel overdag als ’s avonds trainen, voorbereiden, nabespreken, samen zitten met de technisch directeur, met de medische staf en sociale cel. Er komt heel wat bij kijken. Het zijn lange dagen, maar ik doe het met plezier. Als je niet gebeten bent, houd je dit niet lang vol.” “Mijn eerste bekommernis is de gasten van
“Iedereen spreekt over Kompany en Lukaku, maar vergeet niet dat zij het geduld hebben gehad om eerst hier door te breken” de U19 te laten doorstromen naar de U21. De volgende stap is nagaan wie klaar is voor het echt grote werk. Als assistent kan ik de jongens wat meer individueel benaderen. In voetbal moet het ook ‘in het kopje’ goed zitten.” Dat laatste blijkt steeds moeilijker te worden. Het voetbal is enorm geëvolueerd. Geld speelt een grote, soms te grote rol. Dat vraagt veel van een jeugdtrainer. “Het is moeilijker geworden om met jeugd te werken. Vroeger was alles simpeler, je had als jongere ook minder. Nu zijn de voetballertjes dertien en hebben ze al een manager. Er zijn zoveel invloeden van buitenaf, die jonge gasten worden van alle kanten bestookt. Ze worden soms uit evenwicht gebracht, er gaan zelfs talenten verloren. Wij moeten proberen hen met hun voeten op de grond te houden, hun duidelijk
te maken waar we met hen naartoe willen. Ik heb soms de indruk dat die negentig minuten op het veld minder belangrijk worden. De essentie wordt opzijgeschoven.”
Vrije markt De succesvolle jeugdschool van Anderlecht blijft uiteraard niet onopgemerkt. Buitenlandse topteams vinden er een vijver vol talent waarin ze gretig komen vissen. Dat zorgt voor nervositeit en discussies rond het veld. “Ach, wij gaan ook jongens weghalen bij andere clubs. Het is een vrije markt, hé. De vraag is wanneer een speler moet gaan. Ik heb al jongens gehad die naar Manchester United zijn vertrokken, maar van wie je niets meer hoort. Iedereen spreekt over Kompany en Lukaku, maar vergeet niet dat zij het geduld hebben gehad om hier door te breken alvorens een stap hoger te zetten.” “De nieuwe mode is dat je met geld toont dat je in iemand gelooft. En op dat vlak kunnen wij niet concurreren met de toppers. Bij ons is alvast de trend gezet om de jeugd meer kansen te geven, en dat kan ik alleen aanmoedigen. Zij moeten wel het nodige geduld hebben en zich bewijzen. Het is niet omdat je bij de beloften speelt, dat je er al bent. En ik heb er geen moeite mee dat er veel geld verdiend wordt, maar sommige jongeren hebben geen besef meer van wat een normale werkmens moet doen om geld te verdienen.” De succesvolle jeugdwerking kreeg vorig jaar een extra boost met het nieuwe jeugdcentrum in Neerpede. Een plek die Peeters niet snel zal verlaten. “Ik ben ervan overtuigd dat we in onze manier van werken voor weinigen hoeven onder te doen. Het nieuwe centrum is fantastisch en de nodige begeleiding is aanwezig. We zijn op de goede weg, al proberen we elke dag nog beter te doen.” “Ik heb nooit de ambitie gehad om hoofdtrainer te worden, en nog altijd niet. Ik ben een Anderlecht-product en kan me niets beter inbeelden. Maar in het voetbal mag je natuurlijk nooit nooit zeggen. Als er één milieu is waar veel draait en keert, dan is het wel in het voetbal.”
Tim Schoonjans
Jong en oud op de tatami
David Steegen Dieumerci Bayern München en Chelsea FC spelen de finale van de Champions League. Dat had niemand kunnen voorspellen. Als de Londenaars winnen, is dat een dikke streep door de rekening van het Belgisch voetbal. Om het eenvoudig uit te leggen: België mag de kampioen naar de groepsfase – die de club verzekert van vijftien miljoen euro deelnamegeld – afvaardigen, alleen als de winnaar van de Champions League rechtstreeks geplaatst is via de nationale competitie. Chelsea staat op dit ogenblik zesde in de Premier League, en het is onwaarschijnlijk dat de club van Abrahamovic en Lukaku op een Champions League-plaats zal eindigen. Onze competitie stopt niet op 13 mei, de laatste speeldag, maar op 19 mei, als de finale gespeeld wordt. De regels van de Uefa zijn soms ondoorgrondelijk. Johan Cruijff werd precies een week geleden 65. Dat is een onbetwistbare zekerheid. Over andere voetbalzaken bestaat zelden een eenduidige, absolute waarheid. De discussiepunten blijven zich aandienen, en de twisten zijn oneindig. De zin of onzin van de play-offs is een onuitputtelijke bron van reflectie. Het debat of de competitieformule het niveau van het vaderlandse voetbal al dan niet verbetert, laait steeds hoger op. Veel spanning, maar wel nerveus en intens voetbal, luidt het. Veel slechte wedstrijden, ja, wordt beweerd. Was FC BarcelonaChelsea FC, de terugwedstrijd van de eerste halve finale van de Champions League, dan zo hoogstaand? Een thriller met honderden miljoenen kijkers, dat wel. Maar mooi en oogstrelend voetbal hebben we niet gezien, want je moet met twee zijn om academisch te voetballen, en de belangen zijn waanzinnig groot. De punten bij de start van de eindronde halveren is oneerlijk, wordt gesteld. Kan wel zijn, maar de voetbalcompetitie is nog nooit zo spannend geweest. Ach, analyses volgen elkaar in snel tempo
op. Randzaakjes worden staatszaken door de nood om kranten en programma’s te vullen. Twittergate. Kanu, middenvelder van Sporting, werd maandenlang verguisd, ook door het eigen publiek. Met Nieuwjaar zocht hij zelfs een club in Rusland. Gelukkig vond hij niets. Vandaag is hij, na acht maanden wedstrijd inactiviteit, zelfs incontournable geworden. De Braziliaan is rechtgestaan. Tom De Sutter lijdt onder de concurrentie van Mati Suarez en Dieumerci Mbokani. Gelukkig is hij niet, maar tegen Genk is ‘Dieu’ geschorst en Suarez is onzeker. (Dit stuk is geschreven vóór de wedstrijd tegen KRC Genk.) Tom is vandaag misschien van levensbelang. Ook de kwaliteiten van Dieumerci Mbokani, die al veertien keer heeft gescoord in de Jupiler League, zijn een geliefkoosd thema van het grote leger analisten die het Belgisch voetbal dagelijks belichten en verblijden met diepgravende analyses. De ene oordeelt dat Dieumerci zonder meer de Europese top aankan, een andere beweert dan weer dat de zwarte parel zeker niet beter is dan de ‘spitsen van Stoke City, Lazio en Sevilla’, middenmoters in hun land. Diezelfde analist argumenteert dat Dieu ‘geen gladde afwerker’ is en zwak scoort in de ‘oog-voetcoördinatie’. De zin werd een paar keer herlezen voor de zekerheid. Het stond zo in de krant afgedrukt. Ach, zolang we ons kunnen opwinden over voetbal, zit het goed met de eerste sport van het land. Het hoort bij de charme van de sport. Grijs bestaat niet in competitiesport. Royal Sporting Club Anderlecht verkoopt altijd, in alle omstandigheden. Dat is een zekerheid. God zij dank. Letterlijk naar het Frans vertalen, a.u.b. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
ADVERTENTIE
ANDERLECHT – Ketjes en veteranen bepalen in de omnisportzaal van Ceria/Coovi wie de sterkste judoka is. Het ploegentoernooi Ketjes National Trophy wordt georganiseerd door de Entente Bruxelloise de Judo en de Franstalige judofederatie. Zowel jongens als meisjes strijden op zaterdag 12 mei in twee categorieën: U11 en U13. De ketjes worden in de omnisportzaal van Ceria/Coovi (E. Gryzonlaan 1 in Anderlecht) al tussen halfnegen en negen uur gewogen; daarna mogen ze zich bewijzen op de mat. Om 12.30 uur worden de prijzen uitgedeeld. Het inschrijvingsformulier (op
www.ebjudo.be) moet voor 5 mei opgestuurd worden. Onze judojeugd is in goeden doen en kan van dit soort initiatieven alleen maar beter worden. Maar ook de ouderen staan hun mannetje op de tatami. Dat kunt u een dag later in dezelfde sportzaal zien: dan wordt het zevende Belgische kampioenschap voor masters bevochten. De masters moeten dertig jaar of ouder zijn en strijden in leeftijdscategorieën per vijf jaar, zowel mannen als vrouwen. De gevechten beginnen omstreeks halftien en de winnaars zouden tegen 14 uur bekend moeten zijn. Inschrijven kan op deTS zelfde website.
VOLLEYBAL OP BRUSSELS ZAND BRUSSEL – De Belgische beachvolleytour begint op 12 en 13 mei in het Ter Kamerenbos. De Gespanhoek in de groene long wordt twee dagen lang omgetoverd tot een heus beachvolleybastion. Maar liefst vier terreinen worden er omringd door tribunes, standjes en eet- en drankgelegenheden. Het hele gebeuren, Iris Beach, is een van de paradepaardjes van Brussels Volley, dat zich voor de volleybalsport in de hoofdstad in-
zet. Op 12 en 13 mei kunt u er de Belgische toppers aan het werk zien. De deuren gaan al open om negen uur ’s ochtends, de toegang is gratis voor iedereen. De dagen ervoor wordt het zand al opgewarmd door bedrijven (op donderdagavond), amateurs (op vrijdagavond) en schoolkinderen die er hun eigen toernooien en initiaties kunnen opzetten. Het zand wordt overigens – de zanddiefstal op de Jumping van Brussel 2010 indachtig – TS bewaakt.
Reserveren vanaf 17/4 --------------------------------Actie 2/5 vanaf 18/5 tot ----------------------------------------------------------------
Nodig een minderbedeelde uit aan je restauranttafel. Meer info via www.tvbrussel.be/fleskebonheur
of via de deelnemende restaurants Henri 02/218 00 08 Amor Amor 02/511 80 33 L’Autre Cantina 02/644 97 77 La Marée 02/511 00 40 Le Grain de Sel 02/648 18 58 Ploegmans 02/503 21 24
BDW 1327 PAGINA 28 - DONDERDAG 3 MEI 2012
O T 13 J A T 9
RE
Z
R IEDE
zaIE
OO
• BD W R V A
EN VAN
Niet alle zesdeklassers van de École Sainte-Marie staan op de foto, maar wel een flink aantal. Kadir is de vierde van links, Tracy de zesde van rechts. Met de viool stevig onder de arm!
© SASKIA VANDERSTICHELE
Zesdeklassers uit Sint-Gillis geven concert met het Nationaal Orkest van België
‘Het is een buitenkans!’ Jullie zijn met het project ‘Het orkest op school’ begonnen in het vierde leerjaar, nu drie jaar geleden. Was het op dat moment de allereerste keer dat je een instrument vasthield? Kadir (K): Ja. Tracy (T): Voor mij ook, maar ik had wel al gezongen in een koor. Wat dachten jullie toen de muzikanten van ReMuA met het voorstel kwamen om viool te leren spelen op school? K: Ik vond het interessant. Ik hou van vioolmuziek,
DOOR PATRICK JORDENS
Tracy (11) en Kadir (11) zijn twee van de 25 kinderen die nu zondag in Bozar een muziekoptreden geven. In drie jaar tijd hebben ze met de hele klas viool leren spelen. Zó goed intussen, dat ze het podium mogen delen met het enige echte Nationaal Orkest van België. Daar wilde Zazie wel het fijne van weten...
ook op school hadden we bijna elke morgen een halfuurtje vioolles.
ik luister graag naar de muziek van Mozart. Dus ik was meteen nieuwsgierig om het te leren. T: Ik ook!
Elke morgen? Waren de begeleiders van ReMuA dan elke dag op school om met jullie te musiceren? K: Nee, dat halfuurtje kregen we les van onze juf, zij heeft ook viool leren spelen. En we leerden het ook aan elkaar. De mensen van ReMuA kwamen maar één keer per week. Dan oefenden we twee uur lang.
En zijn jullie altijd even enthousiast gebleven, die drie jaar lang? T: Mmmm ja, maar soms was het moeilijker dan ik dacht. Vooral om mijn vingers op de juiste plek op de snaren te plaatsen. K: Ik vond het ook wat lastig soms, zeker als je de positie van je vingers moet veranderen. Dan moet je heel precies zijn. Maar ik oefende veel thuis. En
En hoe ging dat ongeveer in zijn werk? T: Eerst kregen we wat opwarmingsoefeningen. Nadien speelden zij een stukje voor en toonden ze ons hoe we de vingers moesten zetten. We probeerden dat zo goed mogelijk na te doen en bleven oefenen tot we het kenden. Vaak kwamen ze ons ook elk apart helpen. K: Soms gaven ze ook partituren mee om het thuis
BDW 1327 PAGINA 29 - DONDERDAG 3 MEI 2012
X-perts
verder te proberen. Ze hebben ons geleerd om noten te lezen.
Game van de maand: Wannes speelde Minecraft
Jullie hebben heel verschillende stukken leren spelen, van verschillende componisten. Heb je een favoriet stuk? T: Ja, ik speel graag ‘Rodeo’ en ‘De dans van de ridders’, want die twee stukken zijn niet te moeilijk en ik amuseer me daar goed mee. Ze geven me altijd zin om te dansen. K: Ik speel ook het liefst ‘Rodeo’, en ‘Khorovode’ (een fragment uit De Vuurvogel van Stravinsky, red.)
Wannes Dewit (12), een van Zazies X-perts, speelde de game Minecraft voor jullie. En hij heeft daar het volgende over te melden...
Maar jij, Kadir, gaat ook een tekst voorlezen, heb ik begrepen... Leg eens uit? K: Ja, ik vertel het verhaal van de Vuurvogel tijdens het concert. Af en toe stop ik met vertellen, en dan spelen de anderen muziek die bij het verhaal past. Of ze zingen. Een beetje zoals in een film. Zijn jullie nu meer van klassieke muziek gaan houden door dit project, door zelf te spelen? T: Ja, maar ik hield er al een beetje van. Mijn papa had een dvd gekocht met klassieke muziek omdat ik niet zo goed in slaap kon geraken. Door de klassieke muziek gaat dat beter, ik word er heel rustig van.
Binnen een paar dagen is het de grote dag en staan jullie samen met het Nationaal Orkest op één podium. Hoe voelt dat? T: Ik vind het een beetje raar. We hebben hen nog niet vaak ontmoet en het zijn toch heel belangrijke personen. Dus ja, ik ben een beetje zenuwachtig, enfin, opgewonden bedoel ik (lacht). K: Ik vind het heel leuk, en spannend! Het is echt een buitenkans dat wij, leerlingen van de École Sainte-Marie, mogen samenspelen met die muzikanten van dat grote orkest.
Het concert ‘Het orkest op school’ kan je bijwonen op zondag 6 mei om 11 uur in Bozar. Op www.bozar.be vind je meer informatie. Meer weten over het project zelf? Surf dan naar www.remua.be (alleen in het Frans)
© ILAH
Als het project hier op school is afgelopen, ga je dan in je eentje viool blijven spelen? T: Misschien. Mijn tante heeft gezegd dat ze me met kerst een viool cadeau wil geven. We zullen zien... K: Ik wel. Het is een nieuwe hobby van mij, eigenlijk speel ik nu al viool op zowat elk moment dat ik vrij heb. Ik hou veel van die klank, het kalmeert mij en dat doet wel goed soms...
[ SORRY ] SNORRY ?
Naar welke muziek luisteren jullie meestal? T: Naar popmuziek, zoals Sistar, Beyoncé en Rihanna. K: Ik hou vooral van rockmuziek, zeker van Can Bonomo.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Minecraft is een leuke game voor alle leeftijden. De creatieve gamers zullen het zeker het tofst vinden. De wereld in Minecraft is helemaal opgebouwd uit blokjes waarmee je dan andere blokjes of kisten, huizen, kastelen, standbeelden enzovoort kan bouwen. Met redstone (elektriciteitskabels in poedervorm), pistons (blokjes die een ander blokje Minecraft voortduwen) en dispensers (blokjes die uitgever: Mojang iets wegschieten als ze elektriciteit voor alle leeftijden 19,95 euro krijgen) kan je complexe of net simpele vallen, geheime deuren enzovoort maken. Voor de avonturiers zijn er ook dorpen, grotten en verschillende landschappen in het spel verwerkt. Als je het allemaal zo bekijkt, zijn er oneindig veel dingen te doen in die blokjeswereld. In Minecraft zit geen verhaal, je moet je verhaal zelf maken. Een game die bewijst dat games niet altijd per se mooi of gewelddadig hoeven te zijn om toch leuk te zijn. Van mij krijgt het 96 op 100!
Straatkunst voor straatkinderen De Sint-Michielsschool in Jette nam vorige week, net als enkele andere Brusselse scholen, deel aan de Stoepkrijtactie. Voor die actie verzamelden de 180 leerlingen en vijftien leerkrachten zoveel mogelijk namen, en alle namen verwerkten ze in één reusachtige straattekening: op de foto zie je hen in actie! Wie zijn naam opgaf, betaalde 1 euro. Het geld dat de kinderen zo inzamelden, gaat naar de organisatie Mobile School. Die zorgt ervoor dat straatkinderen, overal ter wereld, een mobiel schooltje krijgen waar ze kunnen spelen en leren. Zoals hun eigen naam leren schrijven! Meer informatie over de mobiele school staat op www.mobileschool.org.