VLEERMUIZEN BOVEN DE STAD BIJNA KRAAMKOLONIE-TIJD
17 05 12
Onze kansen in cannes: Brusselaars op de croisette En ook: Zinneke Parade, David Bovée en Pieter De Buysser.
OP STAP MET DE BATDETECTOR, P. 20
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
© IVAN PUT
Milieu > Gewest wil recyclage opvoeren
Heffing op afvalverbranding BRUSSEL – Vanaf volgend jaar zal Net Brussel per ton afval die naar de verbrandingsoven gaat, zes euro moeten betalen. Op die manier wil het Brussels Gewest het sorteren en recycleren opdrijven. Tegen 2020 moet minstens de helft van alle afval gerecycleerd worden.
B
russel recycleert nu maar een kleine dertig procent (oftewel 130.000 ton per jaar), terwijl Vlaanderen en Wallonië aan zeventig procent zitten. Volgens Ecolo-minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck is dit voor een stukje te verklaren door de grootstedelijke context en populatie. Maar het kan veel beter. Daarom is ze blij met de nieuwe ordonnantie die het Brussels parlement deze week behandelt – een omzetting van een Europese richtlijn. Hierin staat dat tegen 2020 nog maar de helft van alle afval naar de verbrandingsoven mag. De rest moet worden gerecycleerd. “Op die manier worden koper, palladium en andere waardevolle grondstoffen gerecupereerd. De verkoop van gesorteerde materialen levert ook geld op, zodat het afvalbeheer goedkoper wordt. Bovendien schept recyclage veel meer banen,” zegt de minister. Voor de praktische uitwerking van de recyclagedoelstelling is Huytebroeck afhankelijk van haar PS-collega Emir Kir; hij gaat over het afvalbeheer. Huytebroeck: “Klopt, maar in het regeerakkoord staat ook een en ander. Bedrijven zullen binnenkort ook moeten sorteren. En in Vorst moet er een biogaseenheid voor de verwerking van organisch afval komen. Ho-
pelijk volgt daarna snel de ophaling van keukenafval.” Ook heeft het akkoord het over een containerpark voor elke Brusselaar binnen een straal van drie kilometer. Nu telt Brussel twee gewestelijke en zeven gemeentelijke containerparken. Huytebroeck liet een studie uitvoeren waaruit blijkt dat er zeker twee of drie extra parken nodig zijn. “Je kunt beginnen met de gemeentelijke parken voor iedereen open te stellen.” Hoe zal de nieuwe sorteer- en recyclage-infrastructuur betaald worden? Deels met de opbrengst van het fonds dat door de nieuwe ordonnantie gecreëerd wordt. Vanaf 2013 zullen Net Brussel en andere bedrijven zes euro moeten betalen per ton afval die ze aanbieden bij de verbrandingsoven. En als het aandeel afvalverbranding niet snel genoeg daalt, dan wordt het 29 euro per ton vanaf 2015. Huytebroeck: “Net Brussel mag dit geld investeren in recyclage. Het agentschap profiteert er dus ook van.” Huytebroeck is er ook voor te vinden om de Brusselaar te laten betalen voor zijn (witte) zakken voor restafval. “Je ziet in de andere gewesten hoe goed zoiets werkt.” Maar daar wil de PS onder geen beding van weten. Bettina Hubo
Schreeuw tegen homofobie BRUSSEL – We willen het hele jaar door zichtbaar zijn, dat was de boodschap zaterdag op de Belgian Pride, die voor de zeventiende keer door de straten van Brussel trok. De Pride begon met een minuut stilte voor de Luikenaar Ihsane Jarfi (32), vermoord omdat hij homo was. Alleen een onschuldig kinderstemmetje doorbrak de stilte aan de Beurs. Daarna weerklonk een langgerekte schreeuw tegen homofobie en geweld tegen holebi’s. ‘Geweld raakt je dieper dan je denkt’ was een van de slogans. Het aantal deelnemers werd geschat op vijftigduizend. Voor het eerst namen ook de Rainbow Cops en African Pride deel. Maar de Pride betekent ook, en vooral, een kleurrijke stoet en veel gefeest. DV
N° 1329 VAN 17 TOT 24 MEI 2012 ¦ WEEK 20: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1329 PAGINA 2 - DONDERDAG 17 MEI 2012 © ARCHIEF BDW
Uitgelicht > Internationale studie bevraagt niet-Europese immigranten
BURGEMEESTER MAG HAMER UIT HANDEN GEVEN BRUSSEL – Het Brussels parlement wil dat voortaan ook gemeenteraadsleden de gemeenteraad kunnen voorzitten. Zoals in Vlaanderen.
BRUSSEL – Uit een Europese studie blijkt dat Brusselse migranten van nietEuropese origine behoorlijk tevreden zijn over hun integratieparcours en hun levensomstandigheden. Ze zijn vragende partij voor taalcursussen en willen zich ook politiek engageren, ondanks discriminatie en vaak precaire arbeidsomstandigheden. Het verwerven van de nationaliteit kan een instrument zijn om nieuwkomers zich betrokken te doen voelen.
D
eze en andere bevindingen komen naar voren in de studie Immigrant citizens survey, gepubliceerd door de Koning Boudewijnstichting (KBS) en de Migration Policy Group en meegefinancierd door Europa. Grootschalige, representatieve enquêtes peilen daarin bij niet-Europese migranten in vijftien Europese steden in zeven landen naar de beleving van hun integratieparcours. “De resultaten zijn buitengewoon. Hoewel het publieke debat meestal focust op integratieproblemen en veel minder op successen, laat deze enquête een ander beeld zien,” zegt Françoise Pissart van de KBS. In België werden drie steden onder
de loep genomen, één uit elk gewest: Brussel, Antwerpen en Luik. Daarin worden enkele opvallende verschillen duidelijk. In Wallonië en Brussel worden taalen maatschappijcursussen aan geboden op vrijwillige basis, waar dat in Vlaanderen verplicht is. De overgrote meerderheid van de ondervraagden in België gelooft in het belang van taalcursussen, maar slechts twintig procent volgde er al een in Brussel, tegenover veertig procent in Antwerpen. “In Brussel zijn er lange wachtlijsten en is het beperkte aanbod heel versnipperd,” verklaart Dirk Jacobs, socioloog aan de ULB en auteur van het Belgische luik van de studie. Brussels staats-
secretaris Emir Kir (PS) belooft het aanbod meer te centraliseren, maar hij gelooft niet in de verplichting van taal- of inburgeringscursussen. Jacobs denkt nochtans dat dit geen slecht idee zou zijn, maar vindt “dat Vlaanderen de fout maakt om deze regels en voorwaarden als absolute voorwaarde te koppelen aan het verwerven van de nationaliteit. Als we een inclusieve en participatieve samenleving willen, dan moeten we een klimaat scheppen waarin migranten zich deel kunnen voelen van de samenleving. Het verwerven van de nationaliteit kan daarin een belangrijk instrument zijn, opdat nieuwkomers zich meer betrokken voelen. Die procedure kan zich pa-
rallel met de inburgering voltrekken.” Taal is uiteraard een belangrijk instrument. Ondanks het opmerkelijke feit dat het merendeel van de ondervraagden duidelijk meertalig is, spreken ze vaak maar een van de landstalen, waardoor een op de drie in Brussel en Luik zijn of haar kansen op werk aangetast voelt.
Slechts een op de drie laat elders verworven competenties of diploma’s gelijkschakelen Daarnaast blijkt uit de studie ook dat 51 procent van de ondervraagden in Brussel wettelijk betaald werk heeft,
DE WEEK IN BEELD DOOR BART DEWAELE © BART DEWAELE
De meerderheidspartijen hebben een ordonnantie ingediend in het Brussels parlement: de gemeenteraad zal een voorzitter kunnen aanduiden die geen deel uitmaakt van het schepencollege. Vandaag zit nog altijd de burgemeester de gemeenteraad voor. De parlementsleden willen met de wijziging van de gemeentewet de lokale democratie versterken. Een gemeenteraadslidvoorzitter staat neutraler ten opzichte van het beleid dan een burgemeester. “We voeren hiermee het regeerakkoord uit,” zegt parlementslid Annemie Maes (Groen). Om de job aantrekkelijk genoeg te maken, krijgt de voorzitter van de gemeenteraad dubbel presentiegeld. Brussel ging de mosterd halen in Vlaanderen, waar de gemeenteraad al langer een voorzitter kan aanduiden. De Vlaamse lokale besturen blijken daar verbazend vaak gebruik van te maken. Volgens de Vereniging voor Steden en Gemeenten is bij de helft van de gemeenteraden de burgemeester niet langer voorzitter. En heeft de maatregel een positief effect gehad? “De meeste door ons ondervraagde Vlaamse gemeenteraadsleden vinden dat het de lokale democratie versterkt,” zegt Ellen Olislagers van de Universiteit Gent, die er onderzoek naar heeft gedaan. De voorzittersfunctie blijkt in Vlaanderen voorts een elegante manier om postjes te verdelen. Bijvoorbeeld aan iemand die uit de boot valt als schepen, of om politieke verhoudingen in evenwicht te brengen. De burgemeesters zijn in Brussel, net als in Vlaanderen, niet verplicht om de hamer door te geven. Het is nog maar de vraag hoeveel er daartoe bereid zullen zijn. Annemie Maes is daar niet zo pessimistisch over. “Als ze het in Vlaanderen doen, waarom dan niet in Brussel?” De ordonnantie kan binnenkort besproken worden in het Brussels parlement. Als de parlementsleden er vaart achter zetten, kan de ordonnantie nog voor de gemeenteraadsverkiezingen goedgekeurd worden. Lukt dat niet, dan geldt ze pas vanaf 2018. SVG
Migrant is al met al gelukkig en engageert zich
‘Pompauto’ van Laurent Taquin, Hervé Brunet en Didier De Groef op het Albertinaplein als smaakmaker voor de Zinneke Parade van komend weekend. Dit en drie andere projecten rond de auto zijn het resultaat van een opleiding Metaal & Machinerie van scenograaf Bruno Renson aan vijftien kunstenaars.
© BART DEWAELE
BDW 1329 PAGINA 3 - DONDERDAG 17 MEI 2012
In Wallonië en Brussel (zoals bij BON, foto) zijn taal- en maatschappijcursussen niet verplicht. tegenover 43 procent in Antwerpen en 36 procent in Luik. Dat op het eerste gezicht goede nieuws heeft ook een keerzijde. Een op de drie die betaald werk hebben in Brussel, doet dit in een sector waarvoor hij of zij
“ “ HET WOORD
overgekwalificeerd is. Bijna zeventig procent van de Belgische ondervraagden heeft nog geen enkele stap ondernomen om elders verworven diploma’s of competenties te laten gelijkschakelen. Daarnaast speelt
ook discriminatie een rol. In Brussel en Luik klagen meer dan vier op de tien respondenten over discriminatie tijdens rekruteringsgesprekken; in Antwerpen is dat een op de vier. Precaire arbeidsomstandigheden en zwartwerk zijn in sommige sectoren veeleer regel dan uitzondering. In Brussel hopt 43 procent van de ene job naar de andere, zonder werkzekerheid. Positief voor Brussel is dan weer dat het subjectieve gevoel van politieke en maatschappelijke betrokkenheid groter is dan in Luik of Antwerpen. Migranten maken er vaker deel uit van een politieke partij (9,8 procent, tegenover 7,6 procent in Antwerpen en 3 procent in Luik), van een vereniging of ngo. In 2006 gingen ook bijna zeven keer meer Brusselse respondenten (20,5 procent) stemmen voor de gemeenteraad dan in Antwerpen (3,2 procent). In de hoofdstad werd elke stemgerechtigde persoonlijk aangeschreven, in tegenstelling tot Vlaanderen. Die aanpak heeft zijn effect niet gemist. Dat maakt volgens Thomas Huddleston, lid van de Migration Policy Group, ook duidelijk dat “het gevoerde beleid inzake migratie en integratie echt een verschil maakt.” Dirk Jacobs wijst er ook op dat elke stemgerechtigde die nog niet is ingeschreven om in oktober te gaan stemmen, en hier al minstens vijf jaar woont, voor 1 augustus de inschrijving in orde moet hebben. Minister van Binnenlands Bestuur en Inburgering Geert Bourgeois (N-VA) riep onlangs de Vlaamse gemeentebesturen nog op hier werk van te maken. Tuur De Moor
WEEKOVERZICHT WOENSDAG 9 MEI TWEE TREINEN PER UUR. Op de Diabolo-verbinding tussen Antwerpen en Brussels Airport zullen twee treinen per uur rijden. Minister van Overheidsbedrijven Paul Magnette (PS) wil op termijn meer verbindingen, om de luchthaven optimaal te bedienen. De rechtstreekse verbinding wordt op 10 juni in gebruik genomen. Immigranten over integratie. De Koning Boudewijnstichting stelt de Immigrant citizens survey voor, een peiling bij niet-Europese immigranten in vijftien steden en zeven landen of de integratiemaatregelen aansluiten bij hun verwachtingen en behoeften. In België werden enquêtes afgenomen in Antwerpen, Luik en Brussel.
DONDERDAG 10 MEI EXTRA AUTOVRIJE STRATEN. Zes extra straten tussen de Grote Markt en de Lombardstraat zijn autovrij. Alleen taxi’s, fietsers en automobilisten met een toelating mogen de voetgangerszone nog betreden. De Stad Brussel wil de autovrije zone rond de Grote Markt nog verder uitbreiden. ONGEVAL MET DRIE TRAMS. In Laken botsen drie MIVB-trams op elkaar. Vijf mensen raken gewond. Door het ongeval is het tramverkeer op de lijnen 3 en 7 onderbroken tussen Van Praet en Esplanade. De juiste oorzaak is nog niet bekend. ARCADIA ‘VOLDOET AAN NORMEN.’ Een nieuw inspectierapport van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie stelt vast dat het rusthuis Arcadia in Sint-Jans-Molenbeek voldoet aan alle normen. Ook het personeelsbestand is in orde. De inspectie kwam er na een klachtenbrief van 25 artsen.
VRIJDAG 11 MEI MEER DAN DUIZEND DAKLOZE VROUWEN. Het noodopvangcentrum van Samusocial bood in 2011 onderdak aan 1.092 dakloze vrouwen. Het jaar voordien waren dat er 913. Als de groep blijft groeien, zullen er niet meer voldoende opvangplaatsen zijn. Brussels OCMW-voorzitter Mayeur (PS) wil opvang speciaal voor vrouwen.
ZATERDAG 12 MEI AFSCHEID VAN JEAN SCHOUPPE. In het Oost-Vlaamse Lochristi wordt de laatste eer bewezen aan Jean Schouppe. Schouppe was schepen van Onderwijs in de Stad Brussel voor de PS en gedeputeerde van de toen nog unitaire provincie Brabant. De tweetalige Schouppe is ook voorzitter geweest van de textielcentrale van het ABVV. Hij stierf op 5 mei en is 86 geworden. PRIDE LOKT 50.000 MENSEN. De Belgian Pride focust dit jaar op homofoob geweld en brengt vijftigduizend deelnemers op de been. De stoet begint met een minuut stilte en een schreeuw tegen homofobie.
Ik had ook naar Molenbeek kunnen gaan. Dat is als buitenland dichterbij.” Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) vergelijkt in de voormiddag de wegen in Afghanistan met die in Wallonië. Na de middag haalt hij uit naar ‘Moureaux City’ (in de Kamer).
De sluiting heeft catastrofale gevolgen voor de mobiliteit.” De lokale MR-afdelingen van Elsene, Ukkel en Brussel zijn boos op de plannen van de Stad Brussel voor de sluiting van een deel van het Ter Kamerenbos voor het autoverkeer (in La Libre Belgique).
Piratenpartij
De Piratenpartij heeft sinds kort een Belgische tak, nadat hun links-libertaire gedachtegoed de afgelopen jaren al een ongelooflijke opgang kende in enkele Duitse deelstaten. Van een nationaal bureau of voorzitter is geen sprake; de partij profileert zich als niet-hiërarchisch. Naar analogie met het succesrijke Duitse voorbeeld profileert de partij zich tegen het establishment en pleit ze voor meer transparantie in de politiek én een bredere
burgerparticipatie. Daarnaast staan ook thema’s als internetvrijheid en bescherming van de privacy hoog op de politieke agenda. Op 14 oktober komt de Piratenpartij zeker al op in Schaarbeek, Elsene en Brussel. Zullen ze de traditionele politieke partijen tot meer openheid dwingen en ook zo’n steile opgang maken als hun Duitse zusterpartij? Of wordt het een eendagsvlieg? TDM
INDIGNADOS BETOGEN. Een zevenhonderdtal ‘verontwaardigden’ trekken van het Noordstation naar het Justitiepaleis. Ze protesteren tegen de aanpak van de internationale crisis door de politieke en financiële elite. Onderweg worden onder andere de Nationale Bank en Belfius geviseerd. BRUSSELAAR IN FINALE ELISABETHWEDSTRIJD. De 21-jarige Brusselaar Marc Bouchkov is een van de twaalf finalisten van de Koningin Elisabethwedstrijd. Woensdag 23 mei mag hij in het PSK strijden voor de eerste plaats.
ZONDAG 13 MEI WERK OP DE RING EIST SLACHTOFFER. Een motorrijdster komt om bij de werkzaamheden op de buitenring ter hoogte van Zellik. Een plots niveauverschil brengt haar ten val; andere motorrijders kunnen haar niet meer ontwijken. De familie van het slachtoffer dient wellicht een klacht in voor de gebrekkige signalisatie. ARIËL JACOBS STAPT OP. Anderlecht-trainer Jacobs verlengt zijn contract bij de landskampioen niet. Er wordt besloten de samenwerking in goede verstandhouding stop te zetten. Jacobs stond ruim vier jaar aan het roer bij RSCA en behaalde twee landstitels.
MAANDAG 14 MEI START PROCES DUIVELUITDRIJVING. Voor het hof van assisen in Brussel begint het ‘duiveluitdrijvingsproces’. In 2004 sterft een jonge moslima in Schaarbeek nadat ze door alternatieve genezers doodgefolterd zou zijn omdat ze niet zwanger kon worden, ‘het werk van de duivel’. Haar ouders willen na acht jaar gerechtigheid. Samengesteld door Lynn Pasteleurs
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1329 PAGINA 4 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Economie > MAD Brussels meer dan ooit ‘werk in uitvoering’
Zonder politiek geen mode- en designhuis BRUSSEL – Het blijft minstens wachten tot 2015 voordat MAD Brussels, het centrum voor mode en design in de Dansaertwijk, opengaat. MAD moet het hart vormen van de economische bedrijvigheid en de promotie rond mode en design. Vandaag mist het instituut nog body. CEO Alexandra Lambert moet vele neuzen in één richting krijgen. “De overheid moet zich afvragen of ze de juiste koers volgt, nu er tekenen aan de wand zijn,” zegt ze. Het faillissement van modeambassadeur Christophe Coppens doet duidelijk stof opwaaien.
V
rijdag nam hoedenmaker en modekunstenaar Christophe Coppens ontslag in de raad van bestuur van MAD (Mode and Design) Brussels (zie artikel onderaan). Nu zelfs een icoon als Coppens er het bijltje bij neerlegt, gaat Brussel hard moeten bewijzen dat het menens is met de ondersteuning van ontwerpers, fabrikanten en verkopers. Het idee van de lancering van het referentiehuis MAD Brussels, als economisch promotiecentrum voor beide sectoren, rijpt al sinds 2006, en nog altijd is het project niet op kruissnelheid. Welke impact MAD zal hebben, zodra het pand op de Nieuwe Graanmarkt af is (in 2015), blijft koffiedik kijken. “De mode- en designsector heeft een langetermijnvisie nodig om professionals en starters te kunnen ondersteunen; daarvoor is MAD opgericht,” zegt directeur Alexandra Lambert, die nog een ander petje draagt (zie biootje rechts). Waarom een overkoepelende structuur uitwerken, als Modo Brussels en Designed
in Brussels deze sectoren al ondersteunden? Alexandra Lambert: “Omdat we meer kunnen realiseren in één structuur, als we de som maken van alle versnipperde middelen. De winsten worden dan gemaximaliseerd. In 2006 had het Brussels Gewest veel
idee voor een blijvend instrument, met internationale allure. Het kan het beleid op de lange termijn uitwerken. Het Gewest heeft jarenlang te veel geld gestoken in losse structuren. Als we internationaal willen meespelen, dan moeten we samenspannen.”
“Na deze politieke opstartfase vertrouwen we op de experts uit de mode- en designsector om MAD voort te stuwen”
budget uitgetrokken voor het Jaar van Mode en Design. Ik vond het zonde om alles te focussen op één themajaar dat zeer tijdelijk de toeristische kaart zou trekken (in 2012 wordt met Brusselicious de gastronomie gepromoot, red.). Een grote investering moet kunnen renderen op de lange termijn. Vandaar mijn
Ziet u Brussel dan als speler van internationale betekenis in mode en design? Lambert: “Zeker, het is zelfs de basis van onze visie. Vandaar dat we bij de opstart van MAD alle bestaande Brusselse initiatieven rond de tafel hebben gebracht: beginnend met Modo Brussels en Designed in
Brussels, met de vraag om te integreren. Voorts is er ook Brussels Invest & Export (van de administratie Buitenlandse Handel, red.) en het Brussels Agentschap voor de Onderneming (BAO) met zijn ondersteuning van economische activiteiten van bedrijven uit beide sectoren. Ook het bedrijvencentrum Dansaert was geïnteresseerd, omdat het jonge mode- en designbedrijven in de arm neemt. Als we een referentiehuis willen zijn, dan zijn acties samen veel meer waard dan de oneday shots die – met de beste bedoelingen – een fortuin kosten aan iedereen. Zulke acties zijn veel te snel weer uit het vizier.” Modo Brussels en Designed in Brussels werken al lang met krappe middelen; vandaag maken ze nog geen volwaardig deel uit van MAD. Lambert: “We werken aan een progressieve integratie. Hun bureaus zijn begin 2012 naar MAD verhuisd (nu nog gevestigd in het Dansaertcentrum, red.). Met Modo Brussels is een conventie ondertekend tot integratie, met Designed in Brussels is dat nog niet gebeurd. Over enkele maanden maken we met Modo Brussels de evaluatie van beide kanten, met het oog op één versterkte structuur in 2013. Het zou ridicuul zijn om al wat Modo Brussels heeft bereikt, niet naar waarde te schatten en deze politiek niet verder te ontwikkelen.”
KANTTEKENING BIJ HET FAILLISSEMENT VAN EEN MODE-ICOON © SASKIA VANDERSTICHELE
‘Coppens is slachtoffer van systeem’ BRUSSEL – Daags voordat de eerste Christophe Coppens-winkel in Parijs zou opengaan, op zaterdag 5 mei, koos de hoedenontwerper en creatieve duizendpoot, bekend van zijn creaties voor vorsten, sterren en vips, ervoor om de boeken neer te leggen. “Mode, dat is puur commercie,” verklaarde hij nog begin dit jaar in deze krant (in BDW 1315 van 9 februari), toen hij verhuisde naar een droomlocatie in de voormalige Magasins Merchie-Pède. De mode-icoon is gekortwiekt. “Het is altijd al moeilijk geweest, al 21 jaar lang, en moeilijk is oké,” schrijft Coppens in een communiqué, maar de laatste tijd was het ‘onmenselijk en onmogelijk’ geworden. Hij wijt het falen aan de banken die hun rol niet spelen, aan de fabrikanten die voor alles voorschotten vragen, de lonen die in België onbetaalbaar worden, winkels die goedkope gimmicks of de hype van het moment zoeken. Anderen geven ook de overheid de schuld.
Christophe Coppens: “De prijs is te hoog is en het doel heiligt niet langer de middelen.”
Er zijn al zes jaar voorbij, en nóg is het concept niet honderd procent operationeel. Lambert: “Ik blijf de vraag krijgen waarom het zo lang duurt. Het eerste jaar diende om de filosofie van het centrum uit te schrijven. In 2007 is via het Dansaertcentrum een dossier ingediend bij het Gewest. Het zorgde ervoor dat er geld kon worden verkregen in het kader van het Europees structuurfonds Feder 2007-2013. Daardoor was er een
“Christophe Coppens miste ondersteuning van buitenaf, hij is slachtoffer van ons systeem,” stelt Alexandra Lambert, de CEO van MAD Brussels. “Het is hartverscheurend, hij stapt zelfs uit MAD Brussels. Als nu ook al een internationaal bekend ontwerper als Coppens door de crisis moet afhaken, omdat hij botving voor kredieten om zijn ambitie in Parijs waar te maken, dan zal iedereen zich moeten bezinnen over zijn of haar rol. Toen de bankiers hem niet meer wilden helpen, heeft hij in allerijl de Brusselse overheid aangesproken. Ook die wou geen subsidie toekennen aan zijn project.” “Laten we dit trieste voorbeeld uitvergroten,” stelt Lambert. “Met ons economische model wordt het moeilijk strijden tegen de wereldconcurrentie. Als zelfs die éne ster uit honderd beloftevolle jongeren het moeilijk kan waarmaken, moeten we ze dan niet anders coachen, ook in het kunstonderwijs? Er moeten oplossingen gezocht worden om de ontwerpers van morgen aan te moedigen, en hen oplossingen voor te schotelen.” “Ik denk dat het fout is om een icoon als Coppens te laten vallen – ook al kost het ons geld. Zonder ambassadeurs van zijn kaliber hebben we geen imago, geen vertegenwoordiging van onze sectoren in de wereld. In Frankrijk bestaat een Fonds de Capital d’Investissement, een investeringsfonds dat de mode- en designsector ondersteunt. Zulke openbare instrumenten hebben wij ook nodig. Te veel goede krachten kunnen de weg niet meer alleen afleggen, ook in de mode en het design.” JMB
BDW 1329 PAGINA 5 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Alexandra Lambert Alexandra Lambert (1972) studeerde economie aan de ULB en werd in mei 2011 directrice van MAD Brussels, het Brusselse centrum voor mode en design. Sinds 2006 is ze verantwoordelijk voor de internationale uitstraling van de sectoren mode, design en luxeproducten bij Brussels Invest & Export (de dienst Buitenlandse Handel van het Brussels Gewest) en experte Mode & Design bij VisitBrussels. Ze was ook kabinetsmedewerkster: van 2003 tot 2006 van de federale ministers Marie Arena (PS) en Christian Dupont (PS), bevoegd voor Maatschappelijke Integratie en Gelijke Kansen, en van 2000 tot 2003 van Brussels minister van Werk Eric Tomas (PS). Eerder was Lambert ook betrokken bij het programma Objectif II van het Brussels Gewest en bij de investeringen die van het Europees structuurfonds Feder komen. JMB
Alexandra Lambert: “Met MAD kunnen we een referentiehuis aanbieden. Dat is meer waard dan de one-day shots die een fortuin kosten.”
startpot van bijna 7 miljoen euro, waarvan 1,7 miljoen euro van Europa, 1,7 miljoen van het Gewest en 3,5 miljoen als cofinanciering van Brussel-Stad. Er waren drie financieringsvoorwaarden van Europa en het Gewest: we moesten een gebouw vinden, een juridische structuur op poten zetten (MAD ontstond in 2010, red.) en een integratie met de wijk bewerkstelligen.” Terwijl de beroepssector op een neutrale positie rekent, lijkt het hele MAD-project gepolitiseerd door overheden die geld toesteken, te beginnen met het Gewest (minister van Economie, Buitenlandse Handel en Werk Benoît Cerexhe) en de Stad (schepen van Toerisme Philippe Close). Lambert: “Er ging een heel proces van lobbying aan vooraf om MAD van de grond te krijgen. Je moet politici warm krijgen om middelen te steken in deze sectoren. Het bleek duidelijk dat er heel wat meer geld nodig was om mode en design als hefboom te kunnen gebruiken als Brussel een economische return wou.” “Zonder de politieke wil om in onze structuur te investeren trappelden we ter plaatse, en misten we de grote meerwaarde die beide sectoren (kunnen) opleveren. Het had geen zin dat iedereen op zijn niveau ‘klein’ bleef. Bovendien geraken we nu bij Europa binnen, dat zonder
overheidsdossier – of het nu van de Stad of het Gewest is – geen subsidies uitreikt.” “Na deze politieke opstartfase vertrouwen we op de experts uit de sector om MAD te stuwen. De samenstelling van onze raad van bestuur is volledig pluralistisch (voorzitter van PS-signatuur, vicevoorzitster van CDH, red.). Wel geef ik toe dat de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap verstevigd moet worden; de onderhandelingen zijn nog niet gevorderd.” Denkt u dat bij MAD zal worden aangeklopt vanuit alle hoeken van mode en design?
© SASKIA VANDERSTICHELE
“Het Gewest stak jarenlang te veel geld in losse structuren”
Lambert: “We hebben verschillende pijlers ontwikkeld waarop we alles bouwen. Allereerst is er de
MAD: de centen, de cijfers n 1,8 miljoen aankoop gebouw Nieuwe Graanmarkt n 5,2 miljoen euro verbouwing/restauratie n 1,2 miljoen euro werking, met ‘valorisaties’ (waardebepaling
van lonen van gedetacheerden, acties die Buitenlandse Handel steunt...) n 300.000 euro van de Stad Brussel, voor investeringskosten 2012 n 100.000 euro van de Stad Brussel, voor werking 2012 n 140.000 euro dotatie van minister Cerexhe n 30.000 euro dotatie van de Franse Gemeenschap n 30.000 euro als wijkcontract n 15.000 euro van staatssecretaris De Lille, voor een project rond mobiliteit (kunstfietsen tijdens het Modo Parcours) n Nog in onderhandeling: steun van VisitBrussels en Actiris JMB
economische zuil, voor de begeleiding van designers en alle verwante beroepen van de modesector. Dat kan zelfs een modepersbureau of een modefotograaf zijn. Daarvoor doen we een beroep op externe projectbegeleiders, goed thuis in bedrijfscoaching, het opstellen van businessplannen en de begeleiding van subsidieaanvragen.” “Een tweede pijler is de tewerkstelling, waarvoor we met Actiris een ‘Centre of Excellence’ uitwerken. Het is de bedoeling om werkzoekenden uit beide sectoren te begeleiden en een dienstenagentschap uit te werken. Derde pijler is letterlijk en figuurlijk een vitrine zijn voor mode en design, een platform voor innovatie. Niet als een museum, maar met kortlopende tentoonstellingen – over maquillage, bijvoorbeeld – en met workshops. Daarnaast gaan we in ons tweede pand in de Gierstraat bijna-afgestudeerden in residentie nemen, en als het MAD-pand af is, nemen we ook buitenlandse ontwerpers in residentie, zodat er een kruisbestuiving ontstaat.” Dat vraagt om zichtbaarheid, want mensen willen zíén waarom Brussel de naam van mode- en designstad claimt. Lambert: “Daarvoor zullen we het toerisme en de promotie rond evenementen aanzwengelen. Modo Brussels en Designed in Brussels waren de eerste die dergelijke evenementiële promotie voerden, en MAD
hoopt hen hierin te doen groeien. Bedoeling is dat VisitBrussels (toeristische dienst van het Brussels Gewest, red.) onze evenementen meer op de internationale kaart zet. Zo willen we op 1 december de awards voor Mode en Design uitreiken, op de schaal van Les Magrittes du Cinéma. Hopelijk kunnen we er een nationale happening van maken, waarin we graag Vlaanderen – ook voor de jury en de uitstraling – zouden betrekken. Zo’n (inter)nationale focus kan andere, buitenlandse evenementen naar de Europese hoofdstad zuigen, wat verschillende sectoren ten goede komt. Het is hoog tijd dat Brussel zich op de kaart zet.” U sprak van een versteviging van de samenwerking met Vlaanderen. Hoe ziet u dat? Lambert: “Er zijn talloze promotiekanalen in Vlaanderen, van het designmuseum in Gent en het modemuseum in Antwerpen tot de interieurbeurs van Kortrijk. Niemand in dit land speelt alle troeven uit. Juist daarvoor dient MAD. Waar ik van droom, is dat Design Vlaanderen bij ons een vitrine heeft, en een voet binnen onze structuur, zoals Wallonie-Bruxelles Design/Mode al bereid is te doen. Maar laten we eerst het Brusselse project ‘under construction’ tot een goed eind brengen. MAD mag zich niet vergalopperen.” Jean-Marie Binst
BDW 1329 PAGINA 6 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Politiek > Olivier Godfroid, een Waal bij de N-VA
‘Geen francophone de service’ A
fspreken doen we in De Markten. Olivier Godfroid (42) beweegt zich graag in het Nederlandstalige circuit. Nochtans is hij een Waal, afkomstig uit Charleroi. Dertien jaar geleden verkaste hij naar Brussel, zijn lief achterna. De relatie liep op de klippen, maar hij bleef in Brussel. Van bij zijn aankomst is hij zich voor de Vlamingen gaan interesseren. “Nederlands had ik wel op school geleerd, maar ik had het nooit gesproken. Bij mijn aankomst in Brussel ben ik dadelijk mijn Nederlands gaan bijspijkeren. Deels voor mijn werk – ik heb een commerciële functie, en dan bots je al snel op Nederlandstaligen. Maar ook omdat ik mijn Vlaamse vrienden beter wou begrijpen.” Heeft dat u een beter begrip van de Vlamingen opgeleverd? Olivier Godfroid: “Zeer zeker. Ik merkte dat er een duidelijk verschil is tussen Vlamingen en Walen. Vlamingen zijn directer, meer rechttoe, rechtaan. Toevallig of niet vind ik mezelf meer in de Vlaamse aanpak.” Wanneer bent u bij de N-VA gegaan? Godfroid: “In 2010, net voor de laatste verkiezingen. Ik had Bart De Wever gezien in De zevende dag en zag daarna de reactie door de Franstalige publieke opinie. Ik vond die niet rechtvaardig. Ik heb De Wever een e-mail gestuurd, en
© DIETER TELEMANS
BRUSSEL – De N-VA zal in tien van de negentien Brusselse gemeenten deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Ook Franstaligen zijn welkom. In Brussel-stad schopt de Waal Olivier Godfroid het zelfs tot ondervoorzitter. “De N-VA staat het dichtst bij mijn ideeën,” zegt Godfroid in vlekkeloos Nederlands. zo is de bal aan het rollen gegaan.” “Het is allemaal nieuw voor mij. Ik ben nooit lid geweest van een partij – of toch wel: toen ik vijf jaar oud was, heeft mijn grootmoeder me lid gemaakt van de PS.” “Maar ik wou niet langer de aan de zijlijn staan. Brussel is aangenaam
Zijn uw Franstalige vrienden u als een paria gaan beschouwen? Godfroid: “Negen op de tien van mijn vrienden zijn Vlamingen. Ik werd op internetfora wel vergeleken met een Jood die met de Duitsers collaboreerde. En een aantal Facebook-vrienden heeft mij gedeletet, maar dat vind ik best. Als zij mijn mening niet respecteren, dan hoef ik ook niet met hen bevriend te zijn.”
“Brussel mag dan een gewest zijn, het ligt wel pal in Vlaanderen”
om te wonen, maar er loopt ook veel mis. Je kunt dan de stad de rug toekeren of er iets aan doen.” “En waarom de N-VA? Brussel mag dan al een gewest zijn, het ligt pal in Vlaanderen. Het is dan ook logisch dat de Vlaamse Brusselaar aansluiting vindt bij de Vlamingen. Brussel is voor mij ook geen stad van Franstaligen. Het is een stad van iedereen.” In 2010 laaiden de emoties hoog op. De N-VA was voor veel Franstaligen de baarlijke duivel. Op zo’n moment sluit u zich daar als Waal bij aan. Godfroid: “Ik heb nochtans niet getwijfeld. Ik hou niet van onrechtvaardigheid. Als zaken verdraaid
Olivier Godfroid: “Het is allemaal nieuw voor mij. Ik ben nog nooit lid geweest van een partij. Of toch: toen ik vijf was, heeft mijn grootmoeder me lid gemaakt van de PS.”
worden, dan kom ik in opstand. De heksenjacht tegen de N-VA was er voor mij te veel aan.”
De N-VA is een separatistische partij. Godfroid: “Op geen enkele meeting
Hulp aan kmo’s verdubbeld
Brussel wil een ‘licht spoor’
BRUSSEL – In 2011 heeft de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (Gimb) de Brusselse kmo’s twee keer zo hard geholpen als in een gemiddeld jaar. In 2011 ging het om 40 miljoen euro; de jaren ervoor was dat tussen de 15 en de 20 miljoen euro.
BRUSSEL – De Brusselse regering wil dat het federale niveau investeert in een lokaal Brussels spoornet, als aanvulling op het MIVB-net.
Een en ander bleek bij de voorstelling van het jaarverslag 2011. Volgens Serge Vilain, voorzitter van het directiecomité, was 2011 het moeilijkste jaar dat hij ooit meegemaakt heeft. En hoewel hij zich niet aan voorspellingen wil wagen, verwacht hij dat het ook dit jaar nog moeilijk zal zijn. Het faillissement van mo-
deontwerper Christophe Coppens is een teken aan de wand. Anderzijds: dankzij de steun hebben heel wat bedrijven hun activiteit kunnen verderzetten en dus banen kunnen behouden. Ook werden er banen opnieuw naar Brussel gehaald: dat is het geval voor Hello Agency (112 banen) en IPG Group (450). De toename van de faillissementen in België zette zich ook de eerste maanden van dit jaar nog door, in Brussel was dat niet het geval. Maar dat is geen reden tot juichen. Op nationaal vlak stegen de faillissementen de jongste tien jaar met 44 procent, in Brussel was dat met 88 procent. Danny Vileyn
heb ik De Wever horen zeggen dat het land gesplitst moet worden. Hij spreekt vaak over confederalisme, dat wel. Voor mij is een splitsing van België niet het einddoel. Maar als mensen niet meer kunnen of willen samenleven, dan moet je wel een regeling treffen.”
Amper vijfduizend Brusselaars maken gebruik van het spoor voor verplaatsingen binnen het Brusselse gewest. Dat is bitter weinig, vinden minister-president Charles Picqué (PS) en staatssecretaris Bruno De Lille (Groen). In het licht van de investeringsplannen 20132025 van de NMBS-Groep (waarover nog onderhandeld wordt) stelde de Brusselse regering, net zoals de andere twee gewesten, een eisenpakket op. Daaruit blijkt dat de regering vooral een eigen ‘Brusselse light rail’ wil, zoals De Lille het omschrijft. Ook stellen de Brusselse excellenties zich vragen bij de sterke concentratie van treinen in de noord-zuidverbinding en het Centraal Station. In een ideaal Brussels scenario wordt er niet geïnvesteerd in een nieuwe treintunnel tussen noord en zuid, maar wordt lokaal treinverkeer meer
De N-VA staat ook ver van de Franstalige publieke opinie door de rechtse koers die de partij wil varen, sociaaleconomisch en inzake migratie. Godfroid: “Een streng migratiebeleid is nu ook beslist door de federale regering. En de N-VA zit niet in de regering. In heel Europa wordt migratie moeilijker. Ik zie niet in waarom de Walen er dan tegen kunnen zijn.” “Voorts werk ik in de privésector. Dan staat men sociaaleconomisch vanzelf al wat rechtser. Ik vind dat iedereen zoveel mogelijk zijn leven in eigen handen moet nemen. Door mensen levenslang een uitkering te geven stimuleer je ze niet om naar werk te zoeken en blijven ze in de werkloosheid hangen. Dat is niet de samenleving waarvoor ik kies.” Steven Van Garsse
over de oostelijke en westelijke ringsporen geleid om daar stations zoals West, Schuman, Simonis en Meiser te bedienen, komt lokaal treinverkeer via andere lijnen het Brusselse gewest binnen om daar heel wat lokale stations te bedienen zoals Sint-Job, Kalevoet of Bordet, en moet ook doorgaand treinverkeer meer omgeleid worden langs de ringsporen. Daarom houdt het Gewest twee nieuwe treintunnels richting West en Schuman als optie open. De filosofie achter de Brusselse plannen is dat door de bevolkingsgroei het stadscentrum verzadigd is, en niet nog meer bezoekers of pendelaars aankan. Andere plaatsen, zoals het Weststation of Delta, kunnen bebouwd worden en worden de ‘ontwikkelingspolen’ van de toekomst, waar stadsbezoekers en -bewoners kunnen overstappen van light rail op metro, tram en bus. De regering ziet het lokale treinnet als complementair aan het MIVB-net, niet als concurrent. Christophe Degreef
BDW 1329 PAGINA 7 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Media > Nieuwe edities, nu ook met BDW-input
Vlan in het nieuw BRUSSEL – Het Franstalige huis-aanhuisblad Vlan Bruxelles ziet er vanaf deze week heel anders uit. Het gratis blad met informatie over de Brusselse gemeenten, a d v e r t e n t i e s , zoekertjes en een cultuuragenda ondergaat een ware metamorfose. “Bijna alles verandert,” zegt hoofdredacteur Mustafa Er. “ V lan krijgt een nieuw logo, de lay-out van de artikels en de advertenties verandert, er komen extra edities bij en we gaan ook werken met een abonnementsformule. Met al die veranderingen willen we een frisse wind door het blad laten waaien om nog dichter bij onze lezers te staan.” Vlan Bruxelles was tot voor kort verkrijgbaar in zes edities; daar komen er nu vier nieuwe bij. “En er komt ook een elfde editie in samenwerking met La Capitale,” vertelt de hoofdredacteur. “Elke maandag zullen
de lezers van La Capitale een gratis V lan bij hun krant krijgen, speciaal ontwikkeld voor de krant.” Aan de redactionele inhoud van het blad wordt ook gesleuteld. Zo komt er in samenwerking met uw eigenste BDW in elke editie van V lan een pagina in het Nederlands. “Meer dan ooit willen we een blad voor alle Brusselaars zijn,” zegt Er. “Het is dan ook vanzelfsprekend dat we de Nederlandstalige inwoners in Brussel niet verwaarlozen. Brussel Deze Week is specialist in zijn vak en daarom hebben we zelf voorgesteld om samen te werken. Concreet houdt het in dat wij een week na de publicatie van B DW de rubriek ‘Deze week in’ zullen opnemen.” Mustafa Er benadrukt dat het blad nog steeds gratis verdeeld wordt. “Maar we gaan wel werken met een abonnementensysteem. Voor maar 29 euro per jaar kunnen lezers zich abonneren.” Abonnees krijgen dan op maandag een V lan Bruxelles én La Capitale. Meer op www.vlanbruxelles.be. Lynn Pasteleurs
P-PRAAT Gespot op de Pride: de PS-praalwagen. Veel praal, grote wagen. Loeiharde beats, rode opblaasbare slurven die pal omhoog stonden, veel mansvolk bovenop. Viriele partij. Tot zover deze P-Pride. Over tot de orde van de dag. Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) zorgde vorige week voor een relletje in de Senaat door te verklaren dat Molenbeek ongeveer hetzelfde is als het buitenland. Aanleiding voor die uitspraak was een reis van Reynders naar Afghanistan. Hij verklaarde dat de wegen daar slecht waren, maar dat hij dat al gewoon was omdat hij uit Wallonië kwam. Dat kon senator en Molenbeeks burgemeester Philippe Moureaux (PS) niet pruimen en die liet dat dan ook merken, waarop Reynders vertelde dat hij evengoed naar Molenbeek kon gaan, dat was dichter bij huis en ook buitenland. Reynders excuseerde zich na afl oop op Twitter en zei dat het zo niet bedoeld was, omdat discussies met Moureaux naar eigen zeggen altijd ironisch zijn. Philippe Moureaux kreeg nog geen steunbrief. Reynders. Waar woont de blauwe excellentie weer? Even opzoeken. In Luik, want onlangs nog werd de gevel van de minister daar beklad met rode verf. Wacht eens even. Reynders, was die niet naar Brussel komen wonen onlangs? Duwde die niet de MR-lijst in Ukkel? Zijn Luikse gevel werd beklad op 30 april, en het nieuws van zijn verhuizing raakte bekend in januari. Verkeerde huis, jongens. Spijtig dat Reynders al een huis heeft gevonden in Ukkel. In Vorst komt binnenkort een mooi herenhuis vrij. Reynders woont dan dichter bij het buitenland, dicht bij huis.
CHIEN ÉCRASÉ CENTRAAL STATION – Wie heeft dat gedrocht voor het Centraal Station neergezet? Dat autowrak met verkeersborden in geprikt? De organisatoren van de Zinneke Parade! Naar het schijnt gaat het om een installatie. Wij zien alleen een autowrak met verkeersborden erin geramd. Moeten we nu geprikkeld zijn? Eerlijk gezegd twijfelden we aanvankelijk of het om een vandalenstreek of een kunstwerk ging, en we weten nog altijd niet wat ons tot die laatste overweging bewogen heeft. Maar misschien was dat de bedoeling. Misschien. VANDALISME – Overigens is in de nacht van zaterdag op zondag de achterruit van het vehikel verdwenen, en vervangen door een houten plank. Of dit bij het kunstwerk hoort, is niet zeker. Misschien hoort dat allemaal bij het plan en moet het autowrak ons tegen volgende week aan de South Bronx in de jaren 1990 doen denken. Misschien. HOLLABACK – Het autowrak kon niet vermijden dat er vorige week tussen die grote bloempotten aan hetzelfde Centraal Station in stoepkrijt de boodschap stond dat iemand daar was lastiggevallen. Een actie van Hollaback Brussel; dat zijn vrouwen die nageroepen en lastiggevallen zijn en terugvechten met boodschappen in stoepkrijt in de hoop de politiek tot actie aan te porren. Kunst heeft de wereld dus nog niet kunnen redden. Jammer. Misschien een extra autowrak aanslepen. INSTALLATIE – Autowrakken zijn een opgestoken middenvinger tegen de verzuring. Jawel. Dat belooft voor de Zinneke Parade. Verwrongen fi etsen aan een vleeshaak, iemand?
ADVERTENTIE
BDW 1329 PAGINA 8 - DONDERDAG 17 MEI 2012
© SASKIA VANDERSTICHELE
JOURNALISTEN VOOR ÉÉN DAG ELSENE – Het zesde leerjaar van de basisschool De Zonnewijzer uit Sint-Pieters-Woluwe won een tijdje geleden de juryprijs in de klasfotowedstrijd van het crossmediale project Klas in de media. (In deze krant, p. 26-27, vindt u overigens alweer de achtste aflevering van deze jaargang.) De voorbije week werden
de winnaars uit Woluwe in de bloemetjes gezet. Eerst kregen ze een rondleiding en vipbehandeling op de ‘hands-on-tentoonstelling’ Prikkels in het Museum voor Natuurwetenschappen. Nadien kwamen ze op de redacties van FM Brussel, tvbrussel, brusselnieuws.be en onze eigenste krant verslag uitbren-
gen van dat bezoek. Daarvoor kropen sommigen van de jonge reporters voor de camera, anderen achter de microfoon of de computer. Zoals Orane op de foto en haar klasgenoten, die in amper twee uur tijd een complete (fictieve) cover van BDW samenstelden met artikels en zelfgemaakte foto’s. Toen we de meiden nadien vroegen hoe het voelde om journalist voor één dag te zijn, met de hete adem van een krappe deadline in de nek, was het antwoord: “Tof! Leuker dan op school zitten.” Patrick Jordens
Mobiliteit > VUB-studenten maken ecovoertuig
Duizend kilometer op één liter brandstof © VUB
ELSENE – De ingenieursstudenten van de eerste master Elektromechanica aan de VUB pakken uit met hun eigen gloednieuwe elektrische racewagen: de Bluecorner EV. Met het voertuig nemen ze komend weekend deel aan de internationale Shell Eco-marathon in Rotterdam. Oliegigant Shell doet een poging om zich groener te profileren. Met de Eco-marathon wil het bedrijf de aandacht vestigen op de toekomst van mobiliteit, en ingenieurs stimuleren om de grenzen van energie-efficiëntie steeds verder af te tasten. Daarom daagt de oliemaatschappij studenten uit om een ecologisch verantwoorde racewagen te ontwerpen en te bouwen. De ingenieurs in spe van de VUB gin-
De Bluecorner EV, ontworpen door VUB-studenten: goed op weg.
gen de uitdaging aan en ontwierpen de Bluecorner EV, een voer-
tuig met een lithium-ionbatterij. Het bouwproces verliep niet altijd
even vlot: een poging om een stofzuiger te betrekken bij het productieproces leidde bijvoorbeeld tot gesprongen zekeringen in een van de VUB-gebouwen. Ondanks dat soort tegenslagen was (en is) er aan motivatie geen gebrek: zo nodig werken de studenten door in de gietende regen of tot diep in de nacht. “Welk resultaat de studenten ook behalen op de race, de voorbereiding alleen al was indrukwekkend en verdient felicitaties,” benadrukt rector Paul De Knop. De Bluecorner EV zal deelnemen in de plug-incategorie van de prototypeklasse op de Shell-wedstrijd. Concreet is het de bedoeling dat deelnemers een zo lang mogelijke afstand afleggen met één liter brandstof, of het equivalent daarvan in kilowattuur (kWh). “We hopen onze presta-
tie van vorig jaar te evenaren of zelfs te verbeteren,” zegt student Sam Peeters. “Dat wil zeggen dat we een plaats in de top acht moeten behalen.” De studenten kunnen rekenen op de hulp van hoofdsponsor Bluecorner, een Belgisch bedrijf dat elektromobiliteit wil stimuleren door de installatie van laadpalen voor elektrische voertuigen. “Het was voor ons een logische keuze om dit project te steunen,” zegt Patrick Maquoi van Bluecorner. “We zijn altijd op zoek naar innovatieve projecten rond mobiliteit, en dit is een pracht initiatief. We moeten nu al denken aan de samenleving van morgen en werken aan alternatieven voor vervuilende auto’s.” Het ambitieuze ‘1000 kilometer per kWh’ is voor de studenten voorlopig nog toekomstmuziek. “Dit jaar zijn we tevreden als we een respectabele vier- à vijfhonderd kilometer per kWh halen,” zegt teamleider en eerste piloot Geoffrey Dumoulin. “Maar wie weet, binnen een jaar of vijf misschien...”
Nele Derde
ADVERTENTIE
BDW REGIO
BDW 1329 PAGINA 10 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Deze week in de gemeenteraad > Démocratie Schaerbeekoise miste er maar één in 25 jaar
‘Wij zijn het schaduwkabinet’ juridische argumentatie hebben we dat verbod ongedaan kunnen maken. We ijveren ook voor een gemeentelijke ombudsman. Die is er nog niet gekomen, maar we blijven op die spijker kloppen.” Sylvie Kempgens: “Een ander voorbeeld: toen we de politieraden begonnen te volgen, zagen we dat de politieraadsleden er het zwijgen toe deden, terwijl daar juist pertinente vragen kunnen worden gesteld. We hebben de raadsleden daarop gewezen. Sindsdien duren de politieraden geen kwartier meer, maar drie kwartier!” “Toegegeven,” pikt Uytdenbroek in, “hier komt onze masochistische kant boven: sindsdien moeten we ook veel meer noteren!” Door een gebrek aan democratie liggen ook de gemeentelijke vzw’s onder vuur. Te weinig transparant, te veel politiek achter gesloten deuren. Uytdenbroek: “Sinds kort merken we wel meer openheid.”
Links clubje
Sylvie Kempgens, Luc Uytdenbroek en Malte Woydt (vlnr.) van Démocratie Schaerbeekoise. Gemeenteraden volgen om de democratie te dienen.
SCHAARBEEK – Eén gemeenteraad hebben ze gemist in 25 jaar tijd. De rapporteurs van Démocratie Schaerbeekoise volgen het gemeentebestuur op de voet. “Wij willen het debat aanzwengelen.”
E
lke maand tekenen de rapporteurs van Démocratie Schaerbeekoise present in de gemeente- en de politieraad. Gewapend met een laptop maken ze een verslag, dat wordt gepubliceerd en geannoteerd. Met de regelmaat van een klok volgt er een debat. Démocratie Schaerbeekoise doet dat al sinds 1988. 1988 was een bijzonder jaar. Burgemeester Roger Nols zat op het hoogtepunt van zijn succes. Hij had de absolute meerderheid in de gemeente. Dertig zetels, tegenover een handjevol voor Ecolo, PS en PRL. 25.000 stemmen. Het is een zwarte bladzijde in de Schaarbeekse gemeentepolitiek. “Nols was onze evidente tegenstander,” vertelt Luc Uytdenbroek, stichtend lid van Démocratie Schaerbeekoise. “Eerst was hij tegen de Vlamingen. Daarna tegen de immigranten. Op het einde van zijn leven was hij tegen het OCMW, tegen de armen. Wij vinden dat het gemeentebestuur er moet zijn voor alle inwoners van Schaarbeek. Dat
zinnetje staat nog altijd vooraan in onze beginselverklaring.” Démocratie Schaerbeekoise vond in 1988 dat het genoeg geweest was en richtte voor de lokale verkiezingen een burgercomité op dat de strijd wou aangaan met het racisme van Nols – Nols die in djellaba op een kameel klom, op het Colignonplein, “als om te zeggen: de Arabieren nemen de stad over,” vertelt Uytdenbroek. “Hij nodigde Jean-Marie Le Pen van het Front National uit. Hij had een enorm succes. Maar misprijzen was ons deel. Nols moest niets van ons weten.” Toen de populariteit van Nols taande, bleef de gemeente nog een decennium lang in de tang van de grimmigheid. In de jaren 1990 had je le commissaire Demol, die met veel machtsvertoon de wetten in de gemeente wou doen respecteren. Er was zijn fel gemediatiseerde aansluiting bij het Vlaams Blok. Er was de racistische moord, precies tien jaar geleden, waarbij Hendrik Vyt een Marokkaans gezin uitmoordde alvorens zelf te sterven in een brand.
Vandaag is de gemeente een stuk aangenamer. De wijken zijn gerenoveerd, de straten properder, de onveiligheid is afgenomen, het gemeentebestuur heeft komaf gemaakt met het Nolsisme, en deug-
© JO VOETS
dan weer vervelend is, is dat er na een burgerinterpellatie wel een antwoord komt van het schepencollege, maar dat de burger niet meer mag repliceren, of bijkomende vragen stellen. Dat moet veranderen.” Heeft Démocratie Schaerbeekoise ook impact? De drie leden knikken. “Zeker in verhouding tot de kleine groep die we zijn,” zegt Uytdenbroek. “Ons tijdschrift wordt druk
“Ons tijdschrift wordt druk gelezen door de lokale politici. Ze willen weten hoe wij het beleid beoordelen” delijk bestuur staat hoog op het prioriteitenlijstje. Is Démocratie Schaerbeekoise nog nodig? Malte Woydt, de archivaris van de vereniging, vindt van wel. “De dialoog met de burger kan beter,” zegt hij. “Neem nu het Neptunium. Het zwembad is een schandvlek voor de gemeente. Mede dankzij ons zijn de gebruikers van het zwembad mee opgenomen in de raad van bestuur. We hebben hierover ook kunnen interpelleren. Wat
gelezen door de lokale politici. Ze willen weten hoe wij het beleid beoordelen. Omdat ze voeling willen houden met de bevolking. Omdat wij de zaken op scherp stellen. En zijn ze het niet eens, dan sturen ze een recht van antwoord.” Woydt: “We slagen er ook in om dingen te veranderen. De gemeente heeft ooit een verbod uitgevaardigd op de verspreiding van pamfletten. Dat is tegen de grondwet: er is vrijheid van meningsuiting. Met een
Zelfs al luisteren de lokale politici naar Démocratie Schaerbeekoise, de vereniging gaat wel nog steeds door voor een ‘linkse club’. Dat is niet verwonderlijk. Ze is mee opgericht door een communistische jezuïet; Woydt was dan weer ooit actief bij de Duitse groenen, Kempgens bij CDH. En er is het antiracistische verzet van de vroege jaren. “Uiteraard zijn we héél politiek,” zegt Kempgens, “maar partijpolitiek staan we neutraal. Toen ik kandidaat was voor CDH, heb ik me in de vereniging bewust op de achtergrond gehouden.” Het beste bewijs voor de neutrale positie van de vereniging is dat CDH denkt dat ze bestaat uit ecologisten, en dat Ecolo dan weer denkt dat ze bestaat uit humanisten. De toekomst? Die is onzeker. “Misschien is het over zes maanden over en uit,” zegt Woydt. Door het verplichte rotatiesysteem van functies en de vergrijzing van het bestuur van Démocratie Schaerbeekoise is het best mogelijk dat er geen kandidaten meer te vinden zijn. Woydt: “In elk geval duwen we nog één keer hard aan de kar om de kiezer goed voor te bereiden op de gemeenteraadsverkiezingen. Politici komen naar ons om te vragen wat ze moeten doen. Maar nu er verkiezingen aankomen, willen wij weten waar de politici voor staan. Wat ze willen uitvoeren in de volgende legislatuur. Dat willen we te weten komen op een debat in september, waarop iedereen welkom is.”
Steven Van Garsse
www.demoscha.be
BDW 1329 PAGINA 11 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Elsene > Ecolo kaart bevolkingsdruk aan
MR-lijst met drie Nederlandstaligen
Franstalige groenen mee op de kar
De Ukkelse MR-lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen zal getrokken worden door burgemeester Armand De Decker. Hij krijgt de steun van federaal boegbeeld Didier Reynders, die duwt. Aan Nederlandstalige kant staan naast de verwachte Jean-Luc Vanraes ook twee nieuwkomers: Stefan Cornelis en Melisa Uygun. Ondanks de goede samenwerking op lokaal vlak staan er geen FDF’ers op de lijst. Ukkelse boegbeelden als Joëlle Maison en Brusselse parlementsleden Emmanuel De Bock en Béatrice Fraiteur worden zo rechtstreekse concurrenten. Toch presenteerde Armand De Decker de lijst als een ‘liberale eenheidslijst’. Op de plaatsen 2, 3 en 4 prijken de schepenen Carine Gol-Lescot (Cultuur), Marc Cools (Openbare Werken) en Boris Dilliès (Financiën en Sport). De afwezigheid van het FDF heeft gevolgen voor de Nederlandstaligen. Zo is er, anders dan bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, plaats voor drie Nederlandstaligen in
plaats van één (toen Brussels Open VLD-boegbeeld Jean-Luc Vanraes). Vanraes krijgt er nu twee partijgenoten bij: zijn rechterhand en huidig OCMW-voorzitter Stefan Cornelis en de 24-jarige Melisa Uygun. Ook MCC-gemeenteraadslid Nathalie de T’Serclaes krijgt een plaats. De Decker werd tijdens de presentatie geflankeerd door federaal minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders, die een jaar geleden “het aards paradijs gevonden heeft” (de woorden van de burgemeester) en zijn liberale kompaan graag een duwtje in de rug geeft. De twee MRboegbeelden staan voor het eerst op eenzelfde lijst. Reynders belooft dat het niet om een schijnkandidatuur gaat en dat hij zeker in de gemeenteraad zal zetelen. Als belangrijkste programmapunten noemt de burgemeester het verbeteren van het openbaar vervoer. Zo wees hij nog eens op de slechte bediening door de MIVB en wil hij al zijn gewicht in de schaal leggen voor een snellere komst van de metro. Bruno Schols
In deze regeerperiode is Elsene gedegradeerd, meent raadslid Yves Rouyet. Ecolo stelt zich vragen bij de bevolkingsdruk en verloedering. Het gaat Elsene voor de wind, zegt burgemeester Willy Decourty (PS), want er komen steeds meer mensen wonen. Sinds het begin van de legislatuur kwamen er meer dan tweeduizend Elsenaren bij. “Dat betekent dat de gemeente soms het slachtoffer is van haar eigen succes,” aldus de socialist. Met die uitspraak in de jongste gemeenteraad doelt Decourty erop dat het uiteindelijk wel meevalt met de onveiligheid en het ‘onburgerlijk gedrag’ in Elsene, en dat er aan al die minpunten ook een absolute bonuskant is: leuke cafés, jong volk, veel dynamiek. De normale gang van zaken was tot voor kort dat een paar meerderheidsleden en soms een CDHCD&V-oppositielid een interpellatie hielden om dit toch enigszins tegen te spreken, et passons. Dat is buiten Ecolo gerekend. Ook de Franstalige groenen hebben het over de nadelen van een toegenomen bevolking. Zo meent gemeenteraadslid Yves Rouyet dat de woondruk in Elsene mensen ook letterlijk onder druk zet en voor breuklijnen in de samenleving zorgt. “Je kunt er toch niet omheen dat Elsene er de voorbije jaren op achteruit is gegaan,” zei Rouyet in de gemeenteraad. Hij formuleerde zijn kritiek niet scherp, eerder bezorgd. Rouyets partijgenote Audrey Lhoest noemde het netheidsprobleem, vooral in de Matongewijk. “Het kan toch
© BART DEWAELE
Ukkel > Didier Reynders duwt lijst in ‘aards paradijs’
Leuke cafés, jong volk, veel dynamiek, maar dat heeft ook allemaal een keerzijde...
niet dat horecagelegenheden zoveel vuilnis produceren, en dat er niets verandert.” Decourty kon niet anders dan toegeven dat de bonuskant van zijn gemeente toch cijfermatig veel overlast met zich meebrengt. “Sinds 2009 is het aantal pv’s voor nachtlawaai sterk gestegen, net als voor allerhande vormen van criminaliteit en diefstallen.” Dat de partijen van de meerderheid onderling af en toe een beetje debatteerden over onveiligheid, al dan niet bijgestaan door CDH, was lange tijd een vertrouwd scenario in Elsene. Dat Ecolo in de loop van de legislatuur mee op de kar is gesprongen, is nieuw. Christophe Degreef
ADVERTENTIE
nschrijven in een Nederlandstalige school in Brussel? p o g e w e t is ju e d t d U vin e b l. e s s u r b in n e v ij r h c www.ins Basisonderwijs
LOP Brussel BaO LOP Brussel SO
Voor alle info over de inschrijvingsprocedure in het Brussels Nederlandstalig onderwijs voor het schooljaar 2012-2013: ga naar www.inschrijveninbrussel.be. OPGELET: belangrijk voor alle kinderen geboren in 2010! Alle scholen organiseren inschrijvingen op 22 mei. Kijk op www.inschrijveninbrussel.be voor een overzicht van de vrije plaatsen.
BDW 1329 PAGINA 12 - DONDERDAG 17 MEI 2012
DE SUKKELSTRAAT (15)
Parkeerchaos aan Shopping Center in Sint-Lambrechts-Woluwe
Vrachtwagens verzieken buurt © SASKIA VANDERSTICHELE
Op 14 oktober zijn er gemeenteraadsverkiezingen. De komende maanden legt BDW in de reeks De Sukkelstraat elke week een pijnlijk aanslepend dossier uit een van de 22 Brusselse gemeenten op tafel. Deze week: het parkeerkluwen aan Woluwe Shopping Center.
Meer dan tachtigduizend auto’s en vierhonderd vrachtwagens krijgt Woluwe Shopping per week te slikken. De overlast voor de SintLambertusstraat is bijwijlen niet te harden. Op het eerste gezicht ligt het Woluwe Shopping Center er vredig bij. Veel autoverkeer, dat wel, maar de brede Woluwelaan kan wel wat slikken. Alleen tijdens de koopjes zijn er files. Maar wie achterom loopt, merkt ineens dat ‘de Shopping’ aan de rand van een woonbuurt ligt. De verkeersdrukte zorgt al jaren voor overlast, met name in de Sint-Lambertusstraat. Met de parkeerdruk valt het op zich mee. Er is niet meteen een groot tekort aan parkeerplaatsen in het winkelcentrum. De leveringen vormen wél een torenhoog probleem. Niet iedereen staat erbij stil: al het moois wat de klant in het winkelcentrum kan halen, van een doosje kaviaar tot een boekenkast, moet daar ook ráken. Elke maand komen er naar schatting 1.750 vracht- of bestelwagens langs. De milieuvergunning maakt melding van vier leverkades, “maar een
Leveren op de openbare weg aan het Woluwe Shopping Center: het mag niet, maar het gebeurt dagelijks.
daarvan, aan de Woluwelaan, is vorig jaar illegaal afgeschaft,” zegt Geert van Waeg, de voorzitter van het buurtcomité. Interparking, het bedrijf dat de parkeergelegenheid beheert, heeft er een twintigminutenparking voor klanten van gemaakt. Daardoor kunnen vrachtwagens er nog maar moeilijk parkeren. “Ze kúnnen wel, maar het kost moeite,” zegt Geert van Waeg. “Zo krijgen ze te horen dat ze bij overschrijding van de twintig minuten een eind verderop moeten gaan betalen. De slagboom is ook niet aan-
“Interparking heeft vorig jaar een van de vier leverkades gewoon afgeschaft. Dat is illegaal” gepast.” Voor leveranciers is time money, dus kiezen ze voor de mak-
kelijkste oplossing: omrijden naar de Sint-Lambertusstraat en er leveren van op de openbare weg. “Terwijl dat expliciet verboden is door de milieuvergunning,” zegt Geert van Waeg. Het buurtcomité heeft zelf tellingen gehouden en telde dagelijks gemiddeld meer dan vijf uur leveren ‘in dubbele file’ en meer dan één uur op voetpad, zebrapad of fietspad. De gevolgen van die chaos laten zich raden. Onlangs werd een vrouw, die zelf dubbelgeparkeerd stond, aangereden door een bestelwagen.
Sinds kort wordt er meer gepatrouilleerd door de politie en is het een stuk beter gesteld met de illegale leveringen. Volgens Geert van Waeg heeft burgemeester Olivier Maingain (FDF) begrip voor de situatie, maar moet hij ook maar roeien met de riemen die hij heeft. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij het Shopping Center. “Alle beetjes helpen,” zegt Geert van Waeg. “We hebben er jaren voor geijverd om het administratief adres van de Sint-Lambertusstraat naar de Woluwelaan over te brengen. Want wat kreeg je? De vrachtwagens reden met hun gps naar de SintLambertusstraat, terwijl er daar niet geleverd mag worden. Het adres is nu gelukkig aangepast.” Als het van het buurtcomité afhangt, kan ook de parkeeruitgang aan de Sint-Lambertusstraat maar beter afgeschaft worden, en alleen bij grote verkeersdrukte worden opengezet. Dé oplossing bestaat er natuurlijk in het winkelgedrag van de klant te veranderen. Als minder mensen met de wagen komen, wordt ook het leveren makkelijker. Dat lukt deels. In 2000 kwam tachtig procent met de wagen naar het winkelcentrum, vandaag nog maar zeventig procent. “Uiteraard blijft de auto een belangrijk vervoermiddel,” zegt Geert van Waeg, “en we willen geen hetze voeren. Maar het zou mooi zijn mocht het winkelcentrum bereid zijn te ijveren voor duurzame mobiliteit.” Steven Van Garsse www.brusselnieuws.be/ sukkelstraat
ADVERTENTIE
Wat in Di Rupo’s Vlinderakkoord staat.
Wat zegt het akkoord Di Rupo I over asiel en migratie?
“Veel geblaat en weinig wol.” (prof. staatsrecht Paul Van Orshoven)
Vraag het Kamerlid Theo Francken
“Akkoord splitsing gerechtelijk arrondissement BHV is grote vergissing.” (voorzitter van de Brusselse arbeidsrechtbank). “De band Brussel-Vlaanderen wordt verder doorgeknipt, en leidt tot een verdere marginalisering van de Brusselse Vlamingen.” (Vlaams Komitee voor Brussel) “We
krijgen precies het tegenvan wat werd geëist.” (politicoloog bart Maddens)
overgestelde
“Het resultaat van de onderhandelingen voor Brussel is mager.” (Bert Anciaux, SP.A) “Voor Vlaanderen-in-Brussel en voor Brussel zelf kan er beter geen staatshervorming komen, dan deze.” (Etienne Vermeersch, Jan Verheyen, Nelly Maes, e.a. namens de Gravensteengroep) “Deze staatshervorming is (…) geen copernicaanse omwenteling.” (Jean-Luc Dehaene, CD&V “(…) een gemiste kans” (Joris Tiebout, VOKA Comité Brussel).
Op dinsdag 22 mei, om 20u In: “Au Nouveau Daring”, Bruggestraat 34, 1080 Sint-Jans-Molenbeek
BDW 1329 PAGINA 13 - DONDERDAG 17 MEI 2012
TELEXREGIO
Sint-Joost-ten-Node > Infrabel spendeert 1 miljoen euro
© MARC GYSENS
Een veilig stukje spoorwegerfgoed
BOOM ZONDER BROEDSEL MAG NIET GEKAPT SINT-AGATHA-BERCHEM – Het (ver)bouwwerk aan gemeenschapscentrum De Kroon verloopt volgens timing (de ruwbouw van de nieuwe feestzaal en het café zijn al af ), maar nu zijn de overheidswerkzaamheden toch wel een hak gezet door een Berchemse groene burger. De vijf kastanjebomen voor het oude pand moesten gekapt worden om het werk te kunnen uitvoeren; daar werd ook een kapvergunning voor gegeven. Na de verbouwing zouden er vier wintereiken en een honingboom voor in de plaats komen. De kap begon op 23 april, ongelukkig al in het Brusselse broedseizoen (1 april tot 15 augustus): na een klacht van een buurtbewoner werd de kap stilgelegd. Eén boom staat nog overeind. Staatssecretaris Bruno De Lille (Groen) “betreurt het voorval en zal erover waken dat de vijfde boom effectief blijft staan tot aan het einde van het broedseizoen.” Van de architect vernamen we dat er in geen enkele boom een nest te vinden was, dus ook niet in de hinderende JMB kastanje, die volgens de wet nog tot halfoogst moet blijven staan.
Parkeerzone Astrid uitgebreid ANDERLECHT – Het betaald parkeren rond het Astridpark op RSCA-wedstrijddagen wordt vanaf juni uitgebreid. Zo wil het gemeentebestuur vermijden dat de parkeerhinder naar de Moortebeek- en Scheutwijk verschuift. Ook de straten van de twee wijken zullen voortaan onder de zone vallen: automobilisten moeten op wedstrijddagen vijf euro per uur betalen om te mogen parkeren. Anderlechtenaren zullen voortaan wel gratis kunnen parkeren in de zone. De parkeerregel geldt op wedstrijddagen van zes uur ’s avonds tot middernacht en zondags van ’s middags tot middernacht. BS
PAUZE IN RESTAURATIE VAN BUUREN-TUIN Spoornetbeheerder Infrabel heeft de trappen, balustrades en muren van het voormalige Station Leuvensesteenweg – nu JazzStation – gerenoveerd. Onder de gebouwen van dit stukje spoorwegpatrimonium zien we de treinen tussen Schaarbeek en Schuman uit de tunnel duiken, even toeteren, om dan snel weer te verdwijnen. “De renovatie is vooral een veiligheidsmaatregel
voor het personeel,” vertelt Thomas Baeken van Infrabel. “De trap was in erbarmelijke staat en trok ook de muur scheef. Ook de brandweer moet hier langs kunnen.” Het werd een esthetisch verantwoorde oplossing: de trappen werden waterdicht gebetonneerd en de apparatuur is daar veilig onder weggeborgen. Een stukje patrimonium TDM is hersteld voor één miljoen euro.
ELSENE – Dit weekend wordt de restauratie van de beschermde René Pechèretuin van het Museum David en Alice van Buuren (Erreralaan) gestaakt. In oktober worden de kleine resterende werkzaamheden, zoals een paadje naar een paviljoen en het ontdekte muurtje aan de straatkant, nog gerestaureerd. De tuinwerkzaamheden, die een jaar in beslag namen (na twee jaar archiefonderzoek), hebben 1,2 miljoen euro gekost. Het Gewest betaalt hiervan 80 procent, de rest hoest het art-decomuseum zelf op. In JMB 2014 wordt heel het interieur gerestaureerd.
ADVERTENTIE
Centrum Morele Dienstverlening is vanaf nu
huisvandeMens!
voor mensen door mensen Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] Tel. 02 242 36 02 E-mail: brussel@deMens.nu Jetse laan 362, 1090 Jette [Bus 13 en 14 halte Legrelle] Tel. 02 513 16 33 E-mail: jette@deMens.nu
DeMens.nu staat in voor de uitbouw van de vrijzinnig humanistische dienstverlening in Vlaanderen en Brussel. Iedereen die het wenst kan in een huisvandeMens terecht voor informatie over o.a. ethische thema’s, maar ook voor info over plaatselijke vrijzinnig humanistische initiatieven en activiteiten. Heb je nood aan een luisterend oor (morele bijstand) of wil je stil staan bij een belangrijk moment in het leven (plechtigheden), dan ben je hier aan het juiste adres. Als deMens.nu willen we er immers zijn voor mensen. Onze dienstverlening is kosteloos.
Je kan in ons huisvandeMens terecht voor: Morele Bijstand Soms loop je de muren op. Ruzie thuis, problemen op het werk… Je voelt je alleen, je mist iemand of je zit in de put na je ontslag. Er zijn duizend-en-één redenen om het allemaal even niet meer te zien zitten. Gelukkig sta je er op die momenten niet alleen voor. In het huisvandeMens vind je een luisterend oor. De vrijzinnig humanistische consulent nodigt je uit om je situatie eens door een andere bril te bekijken. Hij helpt je zoeken, maar jij bepaalt welke weg je kiest. Zo geef je zelf weer zin aan je leven.
bezoek ons voor meer info op www.deMens.nu
BDW 1329 PAGINA 14 - DONDERDAG 17 MEI 2012
sing) verzamelde. De islam die we hier ontdekken, is geen ingevoerde godsdienst van de Arabische wereld, maar is het product van een proces van vervreemding. De problemen die we vandaag met bepaalde jonge allochtonen kennen, hebben te maken met ontwortelingsmechanismen. Dat is vooral te wijten aan de verstoorde gezagsverhoudingen in het gezin, een opvoeding vol achterdocht tegenover de heersende structuren, de islamitische huwelijksmoraal die moeders onmachtig maakt, een sterk eergevoel, aanpassingsstress, de onderwijs- en kennisachterstand van de ouders en een noodlottige gedoogcultuur (Fleur Jurgens in haar boek Het Marokkanendrama). Deze explosieve samenloop van omstandigheden zorgt ervoor dat er in de achterstandswijken een multi-etnisch subproletariaat groeit dat zich van de ‘heersende’ cultuur en haar waarden en normen gaat afkeren.
Onderwijs
Het onderwijs moet zich dringend beraden over visie en strategie, vindt Julien Borremans. “Jongeren hebben een duidelijk referentiekader nodig waarop ze zich kunnen richten.”
© SASKIA VANDERSTICHELE
Onderwijs > Leraar Julien Borremans over segregatie en ontworteling
‘Onze gedragcodes moeten gelden voor iedereen’ BRUSSEL – De tweede, derde en zelfs vierde generatie allochtonen bevinden zich nog steeds in de onderlagen van onze maatschappij, én de (radicale) islam wint in Brussel aan belang: Julien Borremans ziet een verband. Zijn pleidooi? Scholen moeten jongeren duidelijk maken dat er niet wordt afgeweken van regels en afspraken.
BDWOPINIE Onlangs zond de RTBf een reportage van Frédéric Deborsu over de islam in Brussel uit. Volgens parlementslid Alain Destexhe (MR) lopen er in Brussel veel meer gesluierde vrouwen rond dan vijftien jaar geleden. Deborsu ging ook rondsnuffelen in Noord-Afrikaanse boekenwinkels, waar hij rijkelijk citeerde uit de plaatselijke bestsellers, waaruit blijkt dat de gelijkheid tussen man en vrouw, op z’n zachtst gezegd, fel in twijfel wordt getrokken. Het is geen geheim dat de (radicale) islam in Brussel aan belang wint. De islamitische gemeenschappen sluiten zich op in zichzelf, met alle gevolgen van dien. Brussel bezit nog amper samenhang. De sociale problemen tieren welig en de criminaliteit scheert hoge toppen. Achttien
procent van de verkrachtingen, slagen en verwondingen… in dit land is voor rekening van de hoofdstad. De etnische en sociale breuklijnen in Brussel zijn meer dan ooit zichtbaar en worden steeds dieper. Als er geen diepgaande hervormingen van de Brusselse beleidsstructuren en vergaande investeringen in het sociale weefsel, werk, onderwijs en opleiding, huisvesting, politie en gerecht gebeuren, dan zullen de sociale problemen, het geweld en de criminaliteit verder escaleren. De komende jaren komen er tienduizenden mensen bij in Brussel, en grotendeels zullen dat kansarme allochtonen zijn. Voor die negatieve ontwikkeling wordt veelal verwezen naar de grote sociale achterstand. Dat klopt voor een deel, maar er is meer aan de hand. De hedendaagse criminaliteit en de toenemende verharding van de omgangsvormen bij allochtone
jongeren ontstaan vooral omdat tweede- en derdegeneratieallochtonen geconfronteerd worden met een maatschappij wier waarden en normen in vele gevallen ver afstaan van wat zij in hun dagelijks leven ervaren. Dat leidt in vele gevallen tot ontworteling. De overgang naar een totaal andere sociale en culturele omgeving kan leiden tot marginalisering, en in het slechtste geval tot – om het met de woorden van de Nederlandse socioloog Hans
zaakten heel weinig problemen. Wat we nu bij de tweede en derde generatie allochtonen zien, is dat ze hun godsdienst gebruiken om zich af te zetten tegen de bestaande, overheersende maatschappij. Godsdienstbeleving wordt dan een soort uniform om de autochtone samenleving te provoceren. Men bekent zich tot de islam om zich te onderscheiden van de westerse samenleving. Godsdienst wordt als een identificatiemiddel gebruikt.
“Godsdienst wordt een soort uniform om de autochtone samenleving te provoceren”
Werdmölder te zeggen – ontwortelingscriminaliteit. Dit is het gevolg van dagelijkse botsingen tussen cultuur- en denkpatronen. In eerste instantie is het ’m niet om de godsdienst te doen. De eerste generatie ‘gastarbeiders’ waren vrome moslims, maar ze veroor-
De Brusselse situatie vertoont parallellen met de problemen in NoordIerland. Godsdienst werd er als een identificatiemiddel gehanteerd, als een containerbegrip waarin heel wat politiek en sociaal ongenoegen van katholieken (de Ieren) jegens de protestanten (de Engelse overheer-
Uiteraard heeft elke medaille twee kanten. Het zou onheus zijn om alle verantwoordelijkheid bij kansarme milieus te leggen. Zowel de Brusselse als de federale overheid slaagt er niet in haar kerntaken naar behoren uit te voeren. De tweede, derde en zelfs vierde generatie allochtonen bevinden zich nog steeds in de onderlagen van onze maatschappij. Vooral het onderwijs moet zich dringend beraden over zijn visie en strategie. Het is duidelijk dat het huidige onderwijs – een aantal scholen niet te na gesproken – de aanzwellende uitstroom van jongeren zonder diploma niet kan keren. En dan zwijgen we nog over de groeiende desinteresse, demotivatie en toenemende onrust bij de schoolgaande jeugd, of de verschraling van de opgedane kennis en de verworven competenties. Scholen ondergaan te veel en zijn te veel eilanden die op zichzelf proberen een beleid uit te stippelen. De huidige situatie vraagt om een gecoördineerd optreden over de schoolnetten heen. De schoolgaande jeugd heeft een duidelijk referentiekader nodig met een mainstreamcultuur waarnaar ze zich kunnen richten. Leerlingen moeten een aangepast curriculum kunnen krijgen. Ook dient er veel meer in de thuissituatie te worden geïnvesteerd. Schoolopbouwwerk, naschoolse opvang en studiebegeleiding moeten de hoekstenen vormen om de problemen in verband met spijbelen, veiligheid, drugs aan te pakken. Maar wat we zeker niet mogen schuwen, is de noodzaak om jongeren duidelijk te maken dat er gedragscodes, regels en afspraken zijn die noodzakelijk zijn om tot een goede samenwerking te komen. Deze codes gelden voor iedereen zonder uitzondering en moeten worden afgedwongen. Het heeft geen zin om de geldende normen te verzwakken en af te bouwen om zo de toenemende problemen te verdoezelen. Dát is het eerste werkpunt van het Brusselse onderwijs. Julien Borremans Julien Borremans geeft in Brussel les aan 14- tot 18-jarigen
BDW 1329 PAGINA 15 - DONDERDAG 17 MEI 2012
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be Canvascollectie Als afvalwedstrijd kan de Canvascollectie tellen: van meer dan vijfduizend deelnemers een gereduceerde selectie maken, met een expo in Bozar met 250 overblijvers, is een nationaal unicum. Aanbod en selectie mogen er zijn, en het niveau is met de jaren gestegen (...). Het is dan ook verwonderlijk dat in een interview (Agenda 1328 van 10 mei, p. 6-7) Dirk Snauwaert, als directeur van Wiels en als lid van de nationale jury, een afwijkende mening had over verschillende aspecten van de Canvascollectie, zoals over de bedoeling, werking, beoordelingscriteria, deelnemers, vrijblijvendheid... Zijn standpunt inzake het verschil tussen hobbyisten en beroepskunstenaars geeft een anachronistische indruk, waarmee in andere kunstsectoren (film, theater, dans, zang, muziek) geen rekening meer wordt gehouden. (...) Overigens wordt er tegenwoordig over het algemeen veel minder geoordeeld volgens ‘Dit is kunst/Dit is minder kunst/Dit is geen kunst’. Natuurlijk dat niet iedereen zich als professioneel kunstenaar voordoet, wat niet belet dat wie zich aanbiedt als deelnemer aan de Canvascollectie, zich in de kunstwereld begeeft en bevindt. En omgekeerd bieden de deelnemende musea aan de zogezegde ‘niet-kunstenaars’ een professioneel en artistiek kader. De Bozar-directie neemt daar een opmerkelijk radicale en positieve positie in door telkens de eindselectie te presenteren. Het is tamelijk arrogant om achteraf te beweren dat deelnemers aan een initiatief als de Canvascollectie geen ‘kunstenaars’ zijn. (...) De mening van één persoon zal alleszins het succes van de Canvascollectie niet ondermijnen, en anderzijds zal
BDWOPINIE
de deelname van Wiels aan de preselecties de werking van Wiels niet wijzigen. Integendeel, alle deelnemende musea (en hoofdzakelijk Bozar) hebben er baat bij, door de naamsbekendheid van hun instelling te kunnen mediatiseren. En waarom wil Snauwaert pleiten voor een afzonderlijk platform voor de amateurkunsten? Strikt genomen zijn er overal voldoende gelegenheden in de vele cultuur-, gemeenschaps- en wijkcentra en kunstacademies waar de amateurs een onderkomen kunnen vinden. En ook: als de Canvascollectie niet als artistiek initiatief wordt ervaren, kan men zich afvragen waarom een kunstinstelling als Wiels haar infrastructuur ter beschikking blijft stellen. Ook de bewering van Snauwaert over het onderscheid ‘kunstwerk’/‘niet-kunstwerk’, waarbij hij poneert dat een kunstwerk ooit in een museum moet terechtkomen, is kortzichtig. Er kan beter een onderscheid gemaakt worden tussen amateur en professioneel op basis van de persoonlijke instelling ten opzichte van de kunstgeschiedenis. In geen enkel domein wordt er verwacht iets voor de zoveelste keer over te doen; het is dus nutteloos om voor de zoveelste keer het warm water uit te vinden. Jonas Wille, Oudergem
Engagement door Danny Vileyn
Rechtzetting In het artikel naar aanleiding van het verschijnen van Victor Horta 1861-1947 – Leven, werk, art nouveau (BDW 1328 van 10 mei, p. 22) is een fout in de fotoonderschriften geslopen. Het beeld uiterst links is niet het Huis Van Eetvelde, maar het Solvayhuis.
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen. © SANDER DE WILDE
Het FDF is tot zijn ware proporties herleid. Twee keer na elkaar haalt de partij een goede 11 procent in de barometer van La Libre Belgique en RTBf. Voor de scheiding met de Franstalige liberalen van de MR speelde de partij, met elf van de 24 zetels in het Brussels parlement, boven haar gewicht. (Samen haalden MR en FDF 27,1 procent van de stemmen.) Toch betekent de scheiding allerminst dat het FDF uitgeteld is. In Schaarbeek bijvoorbeeld vinden FDF, Ecolo en CDH elkaar in een linkserig onderonsje. Tegen de PS en tegen de MR. Op gewestelijk vlak heeft die alliantie volgens de peiling geen meerderheid, maar met de splitsing heeft het FDF wel meer kans om in een meerderheid te geraken. Met haar links-liberale imago kan de partij zowel terecht bij PS als bij MR. MR en PS zijn in deze peiling aan elkaar gewaagd. De MR is goed voor 20,5 procent van de stemmen, de PS voor 22,4 procent. Ook zonder FDF blijven de Franstalige liberalen een grote partij. Alleen: in de top vijf staat in de hoofdstad geen enkele Franstalige liberaal. De eerste liberaal is Guy Verhofstadt op 5. Voorts op 1, 2 en 4 drie PS’ers (Elio Di Rupo, Charles Picqué en Laurette Onkelinx) en op nummer 3 Joëlle Milquet (CDH). De PS zakt lichtjes, maar heeft de poppetjes. De MR stijgt lichtjes, maar heeft in de hoofdstad geen populaire kopstukken. Of moeten we schrijven: had? Want minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders duwt met de gemeenteraadsverkiezingen de MR-lijst in Ukkel. De MR mikt er op de absolute meerderheid. ’s Ochtends tekende Reynders present bij de voorstelling van de lijst, ’s namiddags joeg hij met zijn uitspraak – dat Sint-Jans-Molenbeek ook het buitenland is – de helft van weldenkend Franstalig links in de gordijnen. Zijn woorden waren gericht aan Philippe Moureaux, senator en burgemeester van Molenbeek (PS). Moureaux en Reynders zijn in hun wrange humor aan elkaar gewaagd. Dat Reynders nu in Ukkel woont, kan de animositeit tussen de twee alleen maar groter maken. Moureaux heeft op eigen terrein een uitdager. De vraag voor de gewestverkiezingen van 2014 is echter of de stijl van Reynders veel nieuwe kiezers naar de MR kan lokken. Luikenaar Reynders is een donkerblauwe liberaal die wel zal aanslaan bij de gegoede klasse in Ukkel. Maar om het boegbeeld van de Brusselse MR te worden zal er meer nodig zijn. Engagement op het terrein bijvoorbeeld. Heeft een minister van Buitenlandse Zaken daar de tijd voor?
EVA HILHORST
Sander de Wilde krijgt Belfius-persprijs BRUSSEL – Op 27 mei 2011 hoorde fotograaf Sander de Wilde, die regelmatig in BDW publiceert, op de radio dat er zwaar onweer boven Dexia hing. Hij holde naar de hoofdzetel, waar alleen een tv-ploeg ter plaatse was. Voorzitter Jean-Luc Dehaene zou de pers te woord staan. “Na een uurtje wachten mochten we naar boven,” vertelt De Wilde. Maar daar was het opnieuw wachten geblazen, tot De Wilde Dehaene zag ijsberen achter de glazen wand. Een druk op de knop op het juiste mo-
ment leverde De Wilde de Belfius-persprijs op, de opvolger van de Dexia-persprijs. “Nadien konden alleen nog de voorspelbare foto’s genomen worden,” vertelt De Wilde. Een schitterende foto, en toch zou het nog tot eind 2011 duren vooraleer De Wilde de foto kon verkopen aan Le Vif/L’Express, voor het jaaroverzicht. Ondertussen heeft Dehaene zijn vertrek bij Dexia aangekondigd voor eind DV juni.
© ALIBI COLLECTIEF
De stelling van Alibi
®echafaudages, vrijdag 8 en zaterdag 9 juni in Nieuw Flavoria, Materialenkaai (aan het kanaal ter hoogte van K-Nal/Thurn & Taxis). Reserveren bij De Markten op 02-512.34.25, demarkten@ demarkten.be, www.demarkten.be of op www.alibicollectief.be
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© SAMMY BALOJI
BRUSSEL – Als u volgende week aan de Materialenkaai bij Thurn & Taxis een tent ziet verrijzen, weet dan dat daar tot 11 juni het nieuwe Flavoria neerstrijkt, de mobiele werkplaats van het onvolprezen Brusselse Alibi Collectief. Alibi is een los-vast artiestencollectief rond de creatieve spil Pat Van Hemelrijck. Met kunstige decors die verrassende mechaniekjes en mysteries herbergen, met weinig woorden, veel verbeelding en veel humor maakt Alibi speelse voorstellingen waarbij niemand, jong noch oud, onberoerd blijft. Op zondag 20 mei, tijdens de Havenfeesten, speelt Alibi aan de Materialenkaai al voor een publiek van genodigden de voorstelling Circa Patagoniña. Diezelfde avond geeft het collectief een verjaardagsfeestje waarbij ook het Ukulogisch Museum en de Fishcaravan betrokken worden. Twee verjaardagfeestjes eigenlijk, want Alibi zelf is 21 jaar en volwassen, terwijl Pat Van Hemelrijck zestig wordt en nog over die volwassenheid twijfelt. Het belangrijkste nieuws is wel dit: in de laatste week dat de tent aan de kaai staat, speelt Alibi voor iedereen die de voorstelling nog niet gezien heeft, ®echafaudages. Dat is een reprise van Echafaudages, de woordeloze, inmiddels dertig jaar oude succesproductie van het legendarische collectief Ra deis, met Josse De Pauw, Dirk Pauwels, technicus-fotograaf Georges Brouckaert en Pat Van Hemelrijck. Ze veroverden in korte tijd de wereld met hun laconieke cartoontheater. Echafaudages werd hun laatste worp. Het is een ballet van machinerieën en menselijke activiteit dat zich afspeelt in een stoffig atelier, waarin de arbeiders tegen de dagelijkse sleur vechten door hun tics en routines te sublimeren en hun werktuigen op een heel oneigenlijke manier te gebruiken. Bijzonder is dat Van Hemelrijck in deze reprise zijn rol van toen weer MB opneemt.
BDW 1329 PAGINA 16 - DONDERDAG 17 MEI 2012
De creuseurs (mijngravers) in hun cité des bâches, tentenkampen opgetrokken uit een samenraapsel van zeildoek en gescheurde rijstzakken.
Tentoonstelling > Sammy Baloji fotografeert de mijngravers van Katanga
Over de wereldwijde crisis en de creuseurs in Kolwezi BRUSSEL – De Congolese fotograaf Sammy Baloji (1978) exposeert voor de tweede keer in de KVS. Na zijn onderzoek van de koloniale geschiedenis en het industriële erfgoed van Katanga belicht hij ditmaal de artisanale ontginning van de mijnen. Voor zijn ‘realistische beeldvorming over Afrika’ ontving hij zopas de Spiegelprijs, uitgereikt door het Fonds Patrick De Spiegelaere.
B
aloji is tegenwoordig regelmatig te vinden in Brussel, waar vrouw en kind verblijven. Maar zijn grote inspiratiebron en werkterrein blijft Lubumbashi, de hoofdstad van de ertsrijke Congolese provincie Katanga. Baloji werd er geboren en ging er naar school. In het middelbaar maakte hij deel uit van een collectiefje van jonge striptekenaars. Later stapte hij over op de fotografie. Het was pas nadat hij in contact kwam met de Gentse professor Johan Lagae, specialist van de Congolese koloniale architectuur, dat hij zijn geboortestreek met andere ogen ging
bekijken. “Ik kende de koloniale geschiedenis niet. Ik ging naar een katholieke school. Daar leerden we vooral te vergeven,” zei Baloji afgelopen week op de opening van zijn nieuwe tentoonstelling, Kolwezi. Baloji focuste bij zijn historisch onderzoek vooral op de mijngeschiedenis van Katanga, met name de koloniale en postkoloniale tijd. De Belgische koloniale mijngigant Union Minière had de koper-, kobalt- en zinkmijnen in Katanga behoorlijk geïndustrialiseerd. De ertsen werden machinaal en op grote schaal gedolven. Na de onafhankelijkheid werd het
bedrijf genationaliseerd en omgevormd tot Gécamines. Door slecht beheer, twisten en corruptie brokkelden de mijninfrastructuur en de ertsproductie geleidelijk aan af. In de jaren 1990, op het einde van Mobutu’s tijdperk, was er nog maar weinig over van de geïndustrialiseerde mijnbouw. Mijnen werden verlaten en liepen onder water.
Chinese posters In zijn eerste grote fototentoonstelling, Mémoire, die in 2006 in de KVS te zien was, toonde Baloji de vervallen mijninfrastructuur van Gécamines; hij combineerde die beelden met etnografische archieffoto’s. De expo was het begin van een internationale carrière. Baloji’s foto’s en montages hingen op de Biënnale van Bamako, in Parijs, in Tate Modern in Londen, in New York, en momenteel zijn ze ook te zien in het Smithsonian in Washington. Hij won verschillende prij-
BDW 1329 PAGINA 17 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Met schop en pikhouweel graven de mijnwerkers naar koper- en kobaltertsen.
zen, waaronder in 2009 de Prins Clausprijs. Maar het hele mijnverhaal was nog lang niet verteld, vond Baloji. Want na de instorting van Gécamines maakte de machinale mijnbouw eind vorige eeuw plaats voor de artisanale ontginning. Dat is vandaag nog steeds zo: duizenden creuseurs trekken elke dag met schop en pikhouweel de mijnen in op zoek naar ertsen, en dit voor amper meer dan een dollar per dag. Intussen zijn er ook allerlei buitenlandse investeerders op het toneel verschenen, die allemaal hopen hun graantje mee te pikken van de natuurlijke rijkdommen van Katanga. Onder hen, zoals overal in de Democratische Republiek Congo, veel Chinese bedrijven. Tot in 2008 stonden er bijna dagelijks lange rijen werk- en gelukzoekers voor hun poorten. Maar toen Baloji zich vier jaar geleden voor het onderwerp begon te interesseren, waren de poorten dicht. Er was geen werk meer voor nieuwe gravers. De mondiale economische crisis was voelbaar tot in Kolwezi. Baloji
“In plaats van geschiedenis leerden we op de katholieke school te vergeven”
maakte een reeks foto’s van gesloten poorten van Chinese bedrijven. En hij besloot het leven van de creuseurs in beeld te brengen. Drie jaar lang zwerft hij met zijn camera door
© SAMMY BALOJI
de, vaak ondergelopen, mijnen in de buurt. Het levert heel verschillende foto’s op. In sommige beelden zijn de bruinrode mijnen het onderwerp. Hun rotsachtige structuur lijkt, als in een schilderij, uit de foto te springen. De mijnwerkers zelf zijn slechts stipjes, met het blote oog nauwelijks waarneembaar. Maar dan zoomt Baloji steeds verder in, telkens op hetzelfde groepje gravers. Tot het gezicht van één mijnwerker in een donkere schacht overblijft. Baloji ging ook langs in het ‘tentenkamp’ van de mijnwerkers, de cités des bâches. Het zijn tijdelijke nederzettingen, die elk moment weggeveegd kunnen worden door de nieuwe investeerders en die opgetrokken zijn uit een samenraapsel van tentzeil en gescheurde rijstzakken. Als decoratie hangt er hoogstens een verbleekte affiche van een Engels voetbalteam. Baloji fotografeert de bewoners in of voor hun plastic krotten. Het valt daarbij op dat de creu© SAMMY BALOJI
Een ‘utopische’ diptiek van Sammy Baloji: verlaten mijnfabriekje in Kolwezi versus wolkenkrabber in New York.
seurs, ondanks hun armetierige en precaire bestaan, recht en zelfbewust in de lens kijken. Baloji wil geen miseriefoto’s maken. Sentimentaliteit en dramatisering zijn aan hem niet besteed. Voor Baloji zijn de foto’s uit de reeks Kolwezi niet puur documentair. “Het is fictie. Ik vertrek natuurlijk vanuit de realiteit, maar vervolgens leg ik er een persoonlijke toets in.” Dat doet hij ook met zijn zogenaamde diptieken, die buiten, tegen de gevel van de oude KVS, omhoog hangen. Het zijn beelden van het gehavende mijnlandschap, gecombineerd met foto’s van Chinese posters. De toevloed van de Chinezen in Katanga is immers ook heel nadrukkelijk zichtbaar in het straatbeeld. Baloji raakte vooral gefascineerd door de kitscherige, felkleurige posters die overal in bars, kapsalons en hotels ophangen. Het zijn zoetsappige, clichématige montages van panorama’s uit heel de wereld, van een Zwitsers Alpentafereel tot metropolen als Sydney en New York. Op het eerste gezicht hebben ze weinig gemeen met de desolate mijnlandschappen in Katanga. Maar, zoals de Franse Afrika-onderzoekster Dominique Malaquais bij de vernissage opmerkte, “als je goed kijkt, valt het spiegeleffect op.” Inderdaad, de schoorsteen van een verlaten Katangees fabriekje vindt zijn tegenhanger in een Amerikaanse wolkenkrabber. En het water van een ondergelopen mijn vloeit over in het water rond het operagebouw in Sydney. De optimist in Baloji ziet er ook de utopische verbeelding van de toekomst van zijn land in. “Het zou het Congo van morgen kunnen zijn.” Bettina Hubo Kolwezi, foto’s van Sammy Baloji, nog tot en met 8 juni in de KVS
BDW 1329 PAGINA 18 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Cultuur > Directeur Gilles Ledure haalt 190 toppers naar het omroepgebouw
Flagey als nest voor vele vogels
Met een nieuw seizoensmodel (van 1 juli 2012 in plaats van september, tot 30 juni 2013) en elkaar aanvullende genres gooit Flagey de zalen open. Goed voor een nest (het affichebeeld van het seizoen) vol muziek en evenementen: Winterjazz, de Koningin Elisabethwedstrijd (minstens zolang het Conservatorium verbouwd wordt), Ars Musica, een nieuwe reeks middagconcerten van Piknik Music, een nieuw videoclipfestival Clip that Beat, Design September, A Writer’s Europe en Anima-zaterdagen voor kinderen. Flagey every day, for everyone slogant het huis. Zelfs VRT (Klara) en RTBf (Musiq’3) krijgen weer een voet tussen de deur in dit ‘mediahuis’. Rode draad in de huisstijl wordt de link tussen verschillende disciplines, zoals muziek met film. De klank- en beeldfabriek met vijf studio’s is perfect uitgerust om de twee te combineren. Zo maakt de videast Alexis De Stoop
die misschien ‘niet meteen hun genre’ zijn. Ook coproducties met (inter)nationale cultuurinstellingen en ensembles, van Passa Porta tot Musiques Nouvelles, voeden de kalender. Samenwerkingen met musea bijvoorbeeld, zijn nieuw. De bedoeling hiervan is thematische trajecten uit te stippelen die vertaald kunnen worden naar muziek, beeld of activiteiten voor kinderen. Voorts speelt Flagey ook etalage voor de jonge garde, zoals voor de virtuozen van de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Zelfs het Filmfestival van Vlaanderen krijgt een platform aangeboden om Franstalig Elsene te veroveren, wie weet met later een verlengstuk richting Gent. En tot slot zijn er de artiesten in residentie. Er waren al het Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor – die nog meer concertdagen krijgen –, maar nu omarmt Flagey ook het Brussels Jazz Orchestra, Le Concert Olympique (met Jan Caeyers) en niet te vergeten Musiques Nouvelles, dat dit jaar zijn vijftigste Het barokorkest B’Rock neemt een prominente plaats in op Flagey for everyone. verjaardag viert. Flagey ontvangt in het najaar ook de World Music Days, met het kruim van ’s werelds nieuwe muziek. De laatste keer dat van de tentoonstelling Paysages flamands in dus los van elkaar, maar combineerbaar aan- dit ontmoetingsfestival Brussel aandeed, was Rijsel een film, die vertoond wordt en door gereikt. Met dit soort van multidisciplinaire in 1983. het barokensemble B’Rock in klank vertaald. invalshoek probeert Flagey heel verschillende Jean-Marie Binst De auditieve en de visuele ervaring worden publieken in contact te brengen met dingen © B’ROCK ORCHESTRA
ELSENE – De eerste volwaardige seizoensprogrammering van Flagey onder de nieuwe directeur Gilles Ledure baart opzien. Geruggensteund door een dertienkoppig artistiek comité dat de keuzes maakt, koppelt Flagey een rits cultuurpartners aan elkaar, gaande van het Filmfestival van Gent en De Munt tot beide openbare radio-omroepen.
ADVERTENTIE
iteit?lplein! v i t a e r c barst je van ator op het spee anim word (hoofd)
amuseer je te pletter organiseer knallende activiteiten geef je vriendenaantal een boost tover een glimlach op kindergezichten en verdien wat bij door te spelen!
schrijf je in via sp eelplein
en.vgc.be
VOOR DE ZOMER VAKANTIE: IN DE
MAAND MEI
BDW 1329 PAGINA 19 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Ontroerende beelden van moeders en kinderen BRUSSEL – In het Warandepark loopt nog tot en met 29 mei de fototentoonstelling Welcome to life van Handicap International.
In een behoorlijk duister Museum voor Natuurwetenschappen voerde New Forms of Life een bevreemdend mysteriespel op.
Praat
Archeologie in het museum achteraf
Gezien: Natural mysteries van New Forms of Life, op 6 mei in het Museum voor Natuurwetenschappen (voorstelling binnen het Kunstenfestivaldesarts: www.kfda.be).
Het collectief New Forms of Life (NFoL) beloofde tijdens het Kunstenfestival een interessante performance te maken met de kamers, gangen en collecties van het Museum voor Natuurwetenschappen als decor. Tussen droom en daad, en dit geval ook tussen daad en droom, bleken evenwel wetten te staan, en praktische bezwaren. Voor Natural mysteries had het internationale collectief verzamelen geblazen in de hal van het museum. Aangezien de werkelijkheid met fijne fictie zou worden uitgebreid, werd die hal de ‘Doorgang der Dromen’: een niet zo lang geleden ontdekte toegang tot een bijzondere archeologische site, een grottencomplex bedolven onder sedimenten die dertigduizend jaar eerder het aardoppervlak hadden bedekt, nadat het ijs op de polen was gesmolten. Een intrigerende site uiteraard, met een hoge concentratie specimina van natuurlijke soorten die er in een vreemde constellatie bij elkaar bewaard waren gebleven. In een architectuur die alleen maar liet gissen naar wat de verdwenen, geavanceerde beschaving van toen (wij, dus) er ooit mee op het oog had gehad. De bezoekers werden door NFoL (in hun rol van archeologisch team) door het grottencomplex geloodst. Ik had er veel van verwacht, maar uiteindelijk zal ik net als NFoL de theatrale mogelijkheden van het museum hebben overschat. Het museum is mooi gestoffeerd, maar heeft niet de archaïsche charme die pakweg het Brusselse Legermuseum of het Museum of Natural History in Oxford wel heeft. De hedendaagse setting maakte het iets te moeilijk om, zoals NFoL verlangde, alle ongeloof te laten varen, een tijdsprong van dertigduizend jaar te maken, en te doen alsof je door de relieken van een ver verleden rondwandelde. Een wc-deur die openstond, volstond om terug in het Brussel van 2012 te worden gekatapulteerd. Nochtans was er alles aan gedaan om de fictie te ondersteunen. Het gebouw bleef zoveel mogelijk verduisterd, een audiosysteem van draad-
loze zendertjes en koptelefoons moest er een trip van maken. De extreme hypothese die het uitgangspunt van de performance vormde, gaf natuurlijk ook aanleiding tot humor. Maar dan was het wel de vraag in hoeverre die initieel bedoeld was en niet gewoon aan terrein had gewonnen naarmate NFoL had ingezien dat ze de ongerijmdheden niet uit hun opzet zouden kunnen bannen. Zo werden de logistieke problemen van het draadloze audiosysteem toegeschreven aan het feit dat het hier ging om de recuperatie van een archeologische vondst: het zogenaamde ‘internet’ waarover men dertigduizend jaar geleden had beschikt en dat de archeologen nu trots door het grottencomplex met zich meedroegen. Voorts kon wie slecht ter been was, de prehistorische lift nemen. Niet hilarisch, en ook al niet bevorderlijk om de mayonaise van het mysteriespel te laten pakken. Je kon dan hopen dat de productie ook zonder de romantische hang naar een tijdreis de moeite waard zou zijn. Maar NFoL toonde gewoon te weinig zeggingskracht. Aan de onbeholpen bindteksten en herhalingen voelde je al dat ze materiaal te kort kwamen. De schaarse poëtische intermezzi waren niet poëtisch genoeg. Eén keer maakte ik aanstalten om de zielsverhuizing te maken: op het moment dat in de Pooltunnel, waar het museum een impressie geeft van het polaire leven, de veronderstelling werd geuit dat men dertigduizend jaar geleden al moet hebben geweten dat de polen het zouden begeven. In de ‘Blauwe kathedraal’, waar skeletten van walvissen aan het plafond hangen, zette de hypothese dat deze kolossale dieren misschien ooit door de lucht hadden gezweefd, even aan het dromen. De zaal met de opgezette en voor zich uit starende hoorn- en geweidragers de ‘Room of Faces’ noemen, was ook mooie aanzet, maar gesuggereerde verbanden met andere kamers zoals de ‘Room of Crystal’ waren niet overtuigend. Zo kon Natural mysteries alleen boeien als alternatieve rondleiding in (en eventueel als commentaar op de representatiemethoden binnen) het museum, en als prettig weerzien met de ginds geconserveerde sneeuwhaas en het waterzwijn.
Michaël Bellon
De tentoonstelling, ter gelegenheid van de eerste editie van de Dagen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, wordt georganiseerd door Handicap International. Sinds 2006 zet die ngo in een zestigtal landen projecten op om handicaps bij moeders en kinderen te voorkomen of vroegtijdig op te sporen. Jaarlijks sterven 380.000 vrouwen tijdens of vlak na de bevalling, vooral in ontwikkelingslanden. Daarnaast halen 7,6 miljoen kinderen hun vijfde verjaardag niet. Een gebrek aan hygiëne, materiaal, kennis en zorg bij de geboorte en tijdens de eerste levensjaren kan bovendien leiden tot langdurige handicaps. Drie Belgische fotografes trokken naar verschillende landen om in beeld te brengen hoe een moeder in het Zuiden en in België haar zwangerschap, de geboorte en de eerste levensjaren van haar kind beleeft. Bieke Depoorter trok naar Mali, Layla Aerts naar Cambodja en Vietnam, en Katrijn Van Giel ging in België op zoek naar indrukken en verhalen. “Als fotograaf ben je getuige van stukjes van
© KATRIJN VAN GIEL
© LUC VLEMINCKX - ACADEMIE ANDERLECHT
Tentoonstelling > Foto’s in het Warandepark
Louise, mama van Moussa, wou bevallen in een geboortehuis. “Ik wou een zo natuurlijk mogelijke bevalling. Het geboortehuis is een goed alternatief.”
andere mensen hun leven,” zegt Van Giel. “Ik fotografeerde het begin van een leven en zag vreugde, maar ook bezorgdheid. Ik wens de ouders toe dat de vreugde groeit en de zorgen afnemen.” De beelden worden nog tot en met 29 mei in het Warandepark tentoongesteld op tien verlichte kubussen. Welcome to life is gratis, en toegankelijk voor mensen met een handicap. Lynn Pasteleurs
ADVERTENTIE
BDW 1329 PAGINA 20 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Fauna > Op vleermuizenjacht met Natuurpunt Brussel
‘Heb je dat ritsje gehoord?’ N
atuurpunt Brussel en Plecotus, de vleermuizenwerkgroep van de Franstalige zusterorganisatie Natagora, werken samen met Leefmilieu Brussel (BIM) om het vleermuizenbestand in kaart te brengen. Door de verdwijning van een gevarieerd landschap en de vervuiling zijn ze een bedreigde diersoort. Eddie Maes van Natuurpunt Brussel licht de deal toe: “De Europese Commissie vraagt aan Leefmilieu Brussel om de vleermuispopulaties in de Natura 2000-gebieden te monitoren. Wij helpen daarbij omdat soortendetectie heel wat mankracht vraagt. Het BIM geeft ons jaarlijks de lijst met de locaties die we afstappen, batdetector en pen in de aanslag. In ruil voor ons werk kunnen we uitstekende – en geen goedkope – apparatuur kopen, die we ook inzetten bij eigen activiteiten zoals de Nacht van de Vleermuis.” Drie keer per jaar is het dus tijd voor wetenschappelijk onderzoek. Half juni, de tijd van de kraamkolonies, in het midden van de zomer als de kleintjes volgroeid zijn en uitvliegen, en in september tijdens de voortplanting en wanneer ze zich voorbereiden op de winterslaap. Over de
wonderen van de natuur zegt Maes: “Om energie te sparen voor de winter bevruchten de vrouwtjes zichzelf – façon de parler – met het sinds het najaar bewaarde sperma. Winterkolonies zijn meestal ook groter dan broedkolonies: veel volk om zich aan elkaar te warmen.” Met de handzame batdetector of vleermuisherkenner wordt ultrasoon geluid (met een frequentie hoger dan 20 kHz niet waar te nemen door het menselijk oor) in hoorbaar geluid omgezet. Achteraf worden de klankopnames in een softwarepakket (Batsound) visueel weergegeven. De combinatie van de frequentie en de duur wijst op een bepaalde vleermuizensoort. “Echte kenners kunnen dat ook op het gehoor,” zegt Maes, “al zal iedereen wel snel het geluid van de gewone dwergvleermuis, de meest courante soort in Brussel, herkennen.”
Na zonsondergang Eerst moet het veldwerk verricht worden. Samen met Natuurpunters Eddie Maes en Marianne D’Hulster wachten we tot een kwartier na zonsondergang, de door het BIM aanbevolen tijd. “We krijgen een tabel met de zons-
© EDDIE MAES
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – Het onhoorbare regis treren, dat is wat vleermuizendetectie zo mysterieus maakt. Maar het is tegelijk ook wetenschap bedrijven, samen met Natuurpunt Brussel, dat nog enkele vrijwilligers kan gebruiken. Wij konden al eens meeluisteren.
De batdetector (l.) vangt ultrasoon geluid: frequenties van 20 kHz of hoger.
ondergangen mee. In de zomer zijn we een uur later thuis... na tochten die toch telkens twee tot drie uur in beslag nemen. In de praktijk moeten we op elk van de tien trajecten van een kilometer op twintig welomschreven stopplaatsen, dus ongeveer om de vijftig meter, drie minuten registreren.” De tien tran sects dit jaar zijn Lindekemale, Ter Bronnenpark, Drie Kleuren, Blankedelle, Tamboer, Bunzingen, Grip-
pensdelle, Vuilbeek, Korporaal en Grasdelle. We zijn nog in de Emile Vanderveldelaan, vlak bij de Woluwe met de Lindekemalemolen, als Maes de batdetector opzet en onmiddellijk vleermuisgeluid opvangt. Toktoktokketok...: als rollende knikkertjes wordt het geluid soms omschreven. “Natuurpunt verzint dat niet, hé, dat er in Brussel vleermuizen zitten. We zitten aan 50 tot 60
kHz: het is wellicht geen gewone dwergvleermuis, die meestal rond de 45 kHz zit. Een watervleermuis misschien?” denkt Maes hardop. We kunnen er inderdaad een spotten, boven een klein waterpartijtje langs het pad langs de Woluwe. “Ze zíén vliegen voegt toch iets toe aan het plezier. Met zijn bleke buik is hij in het donker ook iets beter te zien dan de dwergvleermuis.” En kijken is al net zo belangrijk als
Natuur > Meikever gezien? Meld het!
S.O.S. Melolontha melolontha De meikever (Melolontha melo lontha), die heel groot kan zijn voor een kever, tot drie centimeter lang, heeft kastanjebruine dekschilden en een zwart-wittekening op de flanken. De waaiervormige antennes zijn oranje. Behalve op het opvallende uiterlijk wijst Wim Veraghtert van Natuurpunt Studie nog op iets anders waaraan je de kever kunt herkennen: “Ze brommen en staan bekend om hun stunteligheid: net als motten komen ze op licht af, maar als ze tegen een lamp vliegen, liggen ze vaak hulpeloos op hun rug te spartelen.” U kunt hun aanwezigheid online
melden op bru.waarnemingen.be. “Zo willen we een beter zicht krijgen waar in het Brusselse gewest de meikever voorkomt, om aan de hand daarvan een lokale staat van in standhouding (LSVI) op te maken,” vertelt Griet Nijs van Natuurpunt Studie, dat in opdracht van Leefmilieu Brussel (BIM) werkt. “Afgaande op het kleine aantal spontane meldingen is de gewone meikever de laatste dertig jaar vermoedelijk sterk in aantal afgenomen. Omdat de larven onder meer graswortels eten, worden ze verdelgd met insecticiden. Oudere mensen denken nog vaak met nostalgie terug aan
© MARC HERREMANS
BRUSSEL – Midden mei is de piekperiode om bij zwoele valavond de meikever (Melolantha melolantha) te zien rondvliegen. Kijkt u er mee naar uit? Dat vraagt Natuurpunt Studie in het kader van zijn onderzoek naar enkele Europees en regionaal belangrijke soorten.
De meikever eet graswortels. Dat maakt hem een makkelijke prooi voor insecticiden.
de tijd dat meikevers, en vele andere soorten, heel algemeen waren. Met een gevarieerd, bloemrijk gazon kun je vaak het hele jaar door genieten
van een kleurrijk tapijt, prettig om te zien én het komt de biodiversiteit ten goede. Denk maar aan de bijtjes die er nectar komen zoeken. Boven-
dien heeft een gazon met minder gras het voordeel dat het minder vaak moet worden gemaaid.” Van 26 soorten (vier zoogdieren, acht vogelsoorten, negen ongewervelden, drie reptielen, een vissoort en een amfibie) wordt een LSVI opgemaakt. Niet voor alle soorten zullen er oproepen in de natuurbladen verschijnen, omdat ze niet allemaal even makkelijk herkenbaar zijn. Dat gebeurt wel voor twee reptielen, de levendbarende hagedis en de hazelworm, en voor de eikelmuis of fruitrat. “Deze slaapmuis leeft in de directe omgeving van de mens en maakt daarbij graag gebruik van wilde hoekjes in tuinen en rommelige schuurtjes om te eten en te slapen. Het is een soort die je vaak terugvindt in boomgaarden en tuinen met fruitbomen. Voor de eikelmuis willen we nog wat uitgebreider te werk gaan, met interviews en controle van nestkasten.” Wie hieraan wil meehelpen, of meer wil weten over het project, kan contact opnemen met Griet Nijs op griet.nijs@ natuurpunt.be of 015-77.01.61.
AD
BDW 1329 PAGINA 21 - DONDERDAG 17 MEI 2012
© NATUURPUNT
www.natuurpuntbrussel.be, www.yearofthebat.org Ook met de batdetector aan de slag? Neem contact op met Marianne D’Hulster, marianne.dhulster@hotmail.com
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Nick Trachet
© NICK TRACHET
luisteren. “We moeten ook noteren of ze gewoon overvliegen of insecten najagen,” zegt D’Hulster. En voorts ook of er water aanwezig is, of het waait, de minimum- en maximumkilohertz, en zo verder. Het wordt duidelijk waarom Natuur-
punt het liefst met drie of vier mensen een transect afstapt: “Iemand om te noteren, een of twee met de batdetector, iemand die de klok in de gaten houdt. Het is ook gezelliger dan in je eentje in een donker bos of park. Het licht van een zaklamp lijkt vleermuizen, in tegenstelling tot vossen, niet te deren. Ik heb ook nooit geweten dat mensen in groep vleermuizen konden afschrikken.” En dan duikt juist voor Maes een vleermuisje op, of het is al weer weg, zich perfect oriënterend door de echo die zijn piepjes terugkaatsen. Het gehoor van de vleermuis(geluid) vangers zelf wordt ook getraind: “Heb je dat ritsje gehoord?” vraagt D’Hulster. “Het ritme dat versnelt als ze hun prooi te pakken krijgen, dat is typisch voor de watervleermuis. Vleermuizen passen hun frequentie ook aan hun omgeving aan. In een open omgeving zal het geluid helemaal anders zijn.” Bij de watermolen van Lindekemale lijken de Natuurpunters zich al goed in de vleermuis te kunnen verplaatsen. “Een ideale plek voor vleermuizen is dit. Wat beschut, en bomen met oude holletjes van spechten om in te wonen. Het is dus interessant om oude bomen niet altijd weg te doen,” legt D’Hulster uit. We horen weer veel vleermuisactiviteit, en sporadisch zien we er ook een. De lawaaierige vliegtuigen zijn geen stoorzender, maar bepaalde krekels en sprinkhanen worden ook waargenomen door de detector, gelukkig niet te verwarren met vleermuisgeluiden. “Een keer waren we misleid,” zegt D’Hulster. “Dat was toen we afgingen op iets wat op een vleermuis leek, maar in dat tunneltje bleek gewoon een fuif aan de gang.” An Devroe
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Ghee Wij zijn van nature een boterland. We smeren onze boterhammetjes met boter vooraleer er beleg op te leggen, we bakken in goei boter als het eens feestelijk mag zijn. Maar boter is niet zo’n eenvoudig product om te gebruiken. Daarom maken we ghee. Vroeger stond een groot deel van onze contreien vol weiden en koeien, met de uiteindelijke bedoeling om boter te maken. Dat was het voornaamste handelsproduct van de veeboeren. Kaas was hier te lande bijzaak, rundsvlees slechts het onvermijdelijke bijproduct van de boterproductie. Voor de ontdekking van de ijskast kon boter een tijd bewaren, melk daarentegen werd héél snel slecht. Ernstige mensen dronken ook geen melk meer na hun plechtige communie. Melk drinken was boertig. Boter was deftig. Boter stond dus centraal in het leven van onze voorouders. Vrouwen lieten er hun haar mee glimmen. Maar bakken in boter is niet zo eenvoudig, boter in de pan is onwillig. Vaak spettert hij, en wanneer de pan te heet is, verbrandt boter in een oogwenk. Frituren in boter is uitgesloten. Het enige echt oude frituurrecept uit onze streken zijn... smoutebollen. Geen ‘boterbollen’ of zo, want dat gaat niet. Boter hoort het vet van de melk te zijn, maar in normaal gebruik is dat vet niet zuiver. Meestal zit er nog achttien procent water in, zeg maar karnemelk die niet uit de boter is gekneed of geslingerd. Die karnemelk bevat ook nog een beetje melksuiker en een portie eiwitten. Wanneer we nu in boter willen bakken, zijn het vooral die laatste twee die ons parten spelen. Water doet de boter kissen in de pan, maar verlaagt ook de temperatuur van het bakken. De suikers gaan eerst karamelliseren (hazelnoot boter heet dat in keukentermen) en daarna verbranden, samen met de eiwitten. Dat geeft de zwarte kleur en de slechte smaak van verbrande boter. Nochtans is er een manier om boter bruikbaarder te maken bij het bakken, en dat is door de boter te klaren. Het is een aloude keukentechniek, maar toch wordt geklaarde boter maar in weinig gezinnen gebezigd. Geklaarde boter is maar hier en daar te koop in de supermarkt. In India daarentegen
wordt geklaarde boter overal verkocht, in potten, in blik of in flessen. Ze noemen het daar ghee. In India en andere Aziatische landen is het veruit de belangrijkste vetstof in de keuken. Ghee maken zou eenvoudig zijn. Laat boter smelten, schuim de proteïnen aan de oppervlakte af en scheid het vet van het water dat zich onderaan in de pan concentreert. Ik probeerde het thuis. En dan blijkt het toch weer niet zo eenvoudig. Ik kocht voor het experiment een pakje gezouten boter. Die koop ik nooit, maar omdat ik gelezen had dat het zout in de boter in de waterfase blijft, zou het mogelijk moeten zijn om zoete geklaarde boter te maken van gezouten boter. Ik liet de boter smelten in een pannetje. Dat gaat eenvoudig: smelten, afschuimen. Zo ontstaan twee lagen ( fasen, zegt de wetenschapper). Een witte waterige en een gele doorzichtig vette. Ik goot het vloeibare vet af in een kommetje, maar de waterfase wou al spoedig mee. Dus zette ik het pannetje schuin en lepelde ik nog wat extra vet af. Dan proefde ik. Bar zout! Hoe kan dat nu? Ik heb vervolgens de boter ‘gewassen’. Met veel water opnieuw in de pan, even laten koken en afkoelen. De zogezegd geklaarde boter stolde als een laag boven het water. Maar nog steeds zout. En ook nog heel erg als gewone boter. Wel, ik was alweer te snel willen gaan. Eenvoudig smelten is voor het klaren van boter niet voldoende. Boter is een emulsie van water in vet, maar ook de vetten zijn niet gelijk gestructureerd, er zitten vetkristallen in, maar ook losse vetten. Die laatste komen eerst los, de harde vetten pas later. Na het eerste scheiden van de boter moeten we rustig verder verhitten op een laag vuurtje en wachten tot de boter helemaal doorzichtig wordt. Dan pas is de boter echt geklaard. Hij zal dan ook nooit meer echt opstijven. Na het eventueel uitwassen van restjes laat men de ghee net zo lang op het vuur tot het borrelen stopt. Dat wil zeggen dat alle water verdampt is. Het is duidelijk dat dit proces veel efficiënter kan gebeuren op grote schaal. Met één pakje boter is het verlies nogal groot. Zo’n geklaarde boter, ghee, bewaart veel langer en bakt veel beter dan gewone boerenboter. Hij hoeft
Ghee maken – boter klaren – zou eenvoudig zijn. Ik probeerde het thuis. En dan blijkt het toch weer niet zo eenvoudig ook niet meer gekoeld te worden. Naast bakken kan men ook voedsel konfijten in geklaarde boter. In Engeland is clarified butter nog altijd hét middel om grijze garnalen te bewaren: potted shrimp. In Normandië en Bretagne bewaarde men vroeger zo ook sardienen en andere snel bederfelijke vis. Hier en daar worden nog blikjes sardines au beurre verkocht. Vergelijk het procédé met de nu zo populaire confits uit het zuidwesten van Frankrijk. Vlees opleggen onder vet. Het werd altijd al gedaan. Ghee zal op den duur ook rans worden, maar zelfs daar is nog een markt voor. Met deze ranse ghee, smem, die men bij de Marokkaanse bakker verkoopt, worden koeskoes en bepaalde oosterse rijstgerechten op smaak gebracht. Ranse boter als specerij, soms van honderd jaar oud! Komaan, zuivelboeren, er ligt een heel gat in de markt voor u open. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1329 PAGINA 22 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Emanuela Lodato met de acht maanden oude Stella. “Zij kan opgroeien in twee culturen, zich laven aan verschillende bronnen. Ik denk dat ze best een interessant leven tegemoet gaat.”
© MARC GYSENS
Emanuela Lodato, de ziel van Zuid-Italië
‘Brug tussen Brussel en Sicilië’ SCHAARBEEK – “Ik ben naar Brussel gekomen om andere horizonten op te zoeken, om me verder te ontwikkelen als artiest – en omdat de liefde riep. Maar makkelijk was het allerminst, mijn Siciliaanse wortels zitten echt wel diep. Ik had het gevoel mijn vrienden in de steek te laten om in België een ‘makkelijker’ leven te leiden. Daarom wou ik ook zo graag een artistieke brug slaan tussen Sicilië en mijn adoptieland. Het geeft me troost dat de banden niet compleet zijn doorgesneden.” Emanuela Lodato is zangeres, percussioniste en danseres.
H
et Sicilië waarover Emanuela Lodato het heeft, dat is het stadje van haar jeugd, Caltanissetta, en dat is Palermo. Het dorpsleven ook, de woeste natuurpracht. “Mijn ouders zijn kinderen van Delia, een dorpje in het centrum van Sicilië. Voor die eerste generatie van na de Tweede Wereldoorlog was er amper werk te vinden, het was armoe troef: zoals zoveel leeftijdsgenoten zagen ze zich verplicht het zuiden van Italië te ontvluchten en elders werk te zoeken. Mijn moeder in een fabriek in Duitsland, mijn vader aan de grens
met Frankrijk. Maar ze zijn kunnen terugkomen, en hebben dan toch de kans gekregen in hun geboortestreek de kost te verdienen en een gezin te stichten. Weliswaar niet in Delia, wel in Caltanissetta, het hoofdstadje van de regio. Daar ben ik samen met mijn twee zussen – ik was een nakomertje – opgegroeid.” “Over mijn jeugd heb ik niet te klagen. Zeker omdat ik zowel kon genieten van het stadsleven – ‘stad’ met een korreltje zout te nemen – als van het platteland. De weekends en de zomers bracht ik bij mijn grootouders door. Ravotten met de neefjes in het hooi: heerlijk.”
Van haar ouders kreeg Lodato de kans om verder te studeren. In Palermo volgde ze een specialisatie in de kunstgeschiedenis, met veel aandacht voor podiumkunsten. “Caltanissetta was kalm en burgerlijk; Palermo, dat is een explosie van... van alles. Geheimen, verrassingen om elke hoek. Volkse buurten met kleurrijke, kakofonische markten naast meer gegoede wijken. Een universiteitsstad ook. Een beetje als Brussel, maar kleiner, zeker wat het culturele aanbod betreft.” “Ik hield echt van die stad. Om haar vitaliteit, haar vele verschillen. Na mijn studie kon ik
geen afscheid nemen: tien jaar lang ben ik er gebleven. Maar het werd me er niet makkelijk gemaakt om mijn passie als artiest – muziek en traditionele dans – te beleven. In een klimaat van hoge werkloosheid en sociale moeilijkheden proberen te leven van cultuur, dat is een avontuur zonder vangnet. Zo moeilijk was het om mensen aan het verstand te brengen
BDW 1329 PAGINA 23 - DONDERDAG 17 MEI 2012
dat artiest zijn een volwaardig beroep is. Tot in het absurde toe. Dan kreeg je bijvoorbeeld de vraag: ‘We organiseren een dorpsfeest, kunt u iets op poten zetten voor ons? Met muzikanten, jongleurs en van die dingen?’ Antwoord: ‘Geen probleem, dit is onze prijs.’ Hun antwoord weer: ‘Betaald worden?! Wij dachten dat jullie het voor het plezier deden.’” “Mijn verhouding met Sicilië is dan ook een beetje ambivalent. Enerzijds is er de liefde voor al het mooie wat mijn moederstreek te bieden heeft, anderzijds voel ik een aversie
“Ik wist dat welke keuze ik ook zou maken, ze verscheurend zou zijn”
tegen de beknotting. Gaandeweg begon ik de drang te voelen om andere horizonten op te zoeken. Om me verder te kunnen ontwikkelen als artiest, wat ik toch echt wilde. Daarom heb ik drie jaar geleden besloten andere luchten op te snuiven. Om naast de traditie het hedendaagse te verkennen. Mijn keuze viel op Brussel. Daartoe werd ik aangespoord door Pierre Vaiana, een hoogst getalenteerde jazzmuzikant die ik aan de universiteit had leren kennen en die ondertussen al verkast was naar hier.” “Ik kwam met een klein hartje, bang voor het onbekende. Ongegrond, zo bleek al gauw. Ik ontdekte een stad op mensenmaat, die bovendien de perfecte uitvalsbasis is voor de rest van het land, voor Europa. Een stad waar het wemelt van mensen van verschillende origines, interesses en besognes. Het was een coup de foudre.” “Toch ben ik na vier maanden teruggegaan naar Sicilië. Omdat ik het moeilijk had met het loslaten van de banden met collega-artiesten die het professionele overstegen, met het loslaten van Sicilië. Ik wist dat welke keuze ik ook zou maken, ze verscheurend zou zijn.”
Motiveren Verscheurend. Maar balsem op de wonde was er ook, en bijkomende motivatie. Die vond Lodato in de persoon van Vincent Noiret, een gewaardeerd contrabassist, maar vooral: de man die haar hart had gestolen. “Liefde kan bergen verzetten. Het gaf me de moed en de kracht om naar hier te komen. Spijt? Ik denk er zelfs niet aan. Al kan ik mijn roots natuurlijk niet verloochenen. Daarom heb ik mezelf tot doel gesteld een culturele uitwisseling op poten te zetten: artiesten uit Sicilië naar hier brengen, artiesten van hier naar daar brengen.” “Dat geeft me troost, omdat ik de banden niet volledig heb doorgesneden. Niet op muzikaal vlak, niet op sociaal vlak, en ook niet in mijn engagement. In Sicilië gaf ik workshops in scholen in achtergestelde wijken van Palermo. Muziek en dans, om de leerlingen te
motiveren. Dat waren dan leerlingen die het sociaal niet makkelijk hadden. Hier doe ik hetzelfde. Onder meer in de kanaalbuurt van Molenbeek. Het kadert in een project van het Centre Culturel Omar Khayam: DAS, Dispositif d’Accrochage Scolaire (bestaat ook in het Nederlands: Programma Preventie Schoolverzuim, red.). Theater, dans, acrobatie: een project voor jongeren van vijftien tot zeventien om schoolmoeheid tegen te gaan. Om die jongens en meisjes het gevoel te geven dat school meer kan zijn dan ‘saaie’ lessen, huiswerk maken, boekenkennis opdoen. Jongeren activeren, ze helpen hun vleugels uit te slaan. Veel van die jongeren zitten opgesloten in het wereldje van hun wijk. In hun gewoonten – familiaal en sociaal –, in hun kansarmoede. Niet zo heel verschillend van de toestand in de achtergestelde wijken van Palermo.” “Dit werk geeft me ook ideeën om bijvoorbeeld uitwisselingen tussen scholen in Palermo en scholen hier op te zetten. Hoe of wanneer weet ik nog niet, maar het is zeker iets waarin ik wil doorzetten. Daar heb je weer die band met Sicilië... Ik werk ook samen met La Vita è Belga, een vereniging die activiteiten organiseert rond de Italiaanse cultuur. Ik geef daar les in traditionele percussie. Op tamboerijnen in hout, bespannen met koeienhuid.”
Stella Die tamboerijn wordt in de huiskamer al enthousiast verkend door de kleine Stella, een uk van acht maanden, zie ik. “Mijn leven in Brussel begint duidelijk vorm te krijgen, en daar kan ik alleen maar blij om zijn. Het is echt wel een plek met kwaliteiten waarin ik mij kan vinden, waarin ik beetje bij beetje mijn plaats vind. Waar ik de ontmoeting tussen Noord en Zuid kan verkennen, niet alleen op amoureus vlak.” “Vincent en ik zijn nu druk bezig met het project Nisia. Ik schrijf teksten in het Siciliaanse dialect, Vincent maakt de arrangementen, voor contrabas, twee stemmen en percussie. Het begint goed te lopen, de optredens beginnen zich aan te dienen.” “Mijn mama en papa mogen het gelukkig nog allemaal meemaken. Natuurlijk zijn ze al langsgekomen, en natuurlijk zijn Vincent, Stella en ik ons geluk al in Sicilië gaan uitstralen. Voor mijn ouders was hun eerste keer in Brussel als landen op de maan. Die vreemde stad met al die verschillende geuren en kleuren... Maar mama wist er onmiddellijk raad mee: koken, heelder dagen. In hun bagage zat het absolute minimum aan kleren en het absolute maximum aan lekkere dingen van ginds. Mijn moeder zal er wel voor zorgen dat ik de band met het zuiden van Italië nooit verlies.” “Voor Stella is het een zegen. Zij kan opgroeien in twee culturen, zich laven aan verschillende bronnen. Ik denk dat ze best een interessant leven tegemoet gaat.”
Karel Van der Auwera
Nisia, zaterdag 26 mei om 20.30 uur in La Chapelle de Verre, rue Arthur Brancart 100 in Ronquières/’s-Gravenbrakel www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
Eeuwig heimwee naar het Siciliaanse Caltanissetta...
FREDDI SMEKENS Betche ambras
M
oesten we ervan uitgaan dat ons Brusselse woordje ambras van het Franse embarras komt, zouden we er volgens mij niet ver naast zitten. En om eerlijk te zijn: ik zit ’n betche in den ambras as ’k wil weite of ik na gelaaik hem of ni. Maar dat laatste beschouw ik graag als bijzaak. Laten we beginnen met een paar afleidingen die nauw verwant zijn met ambras. In dat geval merk ik op dat we nen ambarrassante of ’n ambarrassante ni in onze streiktoel kunne opvange of aksepteire. Wanneer we in dat geval toch tot een minnelijke schikking moeten komen, heeft men het over nen ambetanterik (m) of ’n ambetante (v). Ik laat het graag aan lezer dezes over om na te gaan wat hem of haar als eerste te binnen schiet. Om de peer netjes doormidden te snijden zou ik zelf haast durven te antwoorden “Ja, madam” in het geval van (m), en “Nateurlaaik, menier” wanneer het om (v) gaat. Wa kindere oengoet, zou ik deizeulfde peir in veer moote snaaie. En dat is niet mijn bedoeling. Laten we dus met ons Brusselse woordje ambras niet te veel buiten de lijntjes kleuren. Die opdracht laat ik met alle respect en dito genegenheid over aan ons aller Academee van ’t Brussels. Het weze mij toegestaan om er (tussen haakjes) aan toe te voegen waarom ik er miljaardedju nuut ni gevroegd ben vè er diel van ooit te moeke. Enfin, ik ga ervan uit dat het met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vè ien van de volgende joere zal zaain. Wee in da geval e waudje vè maa kan doon, betoel ik geire e klaain pakske fritte plus ’n pint. Maar genoeg afgeweken van ons onderwerp. In ons aller Brussels hebben we het gemeenzaam over nen ambrasmoeker, nen ambraszeuker en ambras hemme. Laat mij in dat laatste geval nogal kategoreek ooit den hoek komme, en wel door boudweg te stellen da wee nuut gienen ambras heit, in faaite ni leift. Met andere woorden: ambras hemme mokt diel ooit van ons doegelaaks bestoen. Dat ik ambras hèm vè auver ambras te schraaive, is daar een schoolvoorbeeld van. Maar gelukkig gaat het hier over plezanten ambras. Welke trouwe lezer ziet er mij anders aan beginnen? Maar laat me bij
dit alles de eigenste titel van deze Brusselse Kroniek niet uit het oog verliezen. We hadden het namelijk over een betche ambras. Elke lezer zal met mij onderschrijven dat ’n betche in dat geval altijd met veul of zelfs e giel pak eindigt. En gelukkig is dat niet alleen met ambras het geval. Zo kan eemand dee ’n betche kontent es, al gauw overvallen worden door een plezant gevoel van gelukzaligheid of zelfs euforie. (Ik zoek tevergeefs naar een andere uitdrukking voor ‘te maken krijgen’, maar ik kan er niet onmiddellijk een vinden. Opgezoedeld zitte komt hier zeker niet van pas, zoveel is zeker.) Wat mezelf betreft, stemt ’n betche ambras hemme altijd tot nadenken, om over dat vleugje sereniteit nog te zwijgen. Maar dat betche mag geen camionlading worden. “In da geval raaie we mè ne velo,” zou de wijze zeggen. Bij dat alles mag het ons zeker niet ontgaan dat ’n betche of eventueel veul ambras evengoed komt als gaat. Wat denkt de lezer daarvan? En laat dat betche ambras ook maar gepaard gaan met e klaain betche schomte. En het is zonder ambras – zelfs zonder ’n betche – dat ik er “Hij es waal on ’t preike” op fluistertoon graag bijneem. Natuurlijk zullen er dagen komen die we hoe dan ook zonder ambras zulle moote deukomme. Maar ik ben er zeker van dat we die moeilijke momenten doorkomen zonder ambetant te zijn. En zeker zonder er al te veul ambras rond te moeke. U zult het mij ongetwijfeld niet kwalijk nemen dat ik die laatste stelling onmogelijk hier en nu kan bewijzen. De eerstvolgende keer dat ik een van u tegenkom die ’n betche ambras heit, zal ik hem of haar ongetwijfeld wel wat goede raad kunnen meegeven. Ik zou er haast het aloude Brusselse gezegde “En as ge da ni geluuft, moek ik aaile eet anders waais” tegenaan willen gooien. Maar dat doe ik niet. Waarom zou ik ook, waarde lezer? Zoals ik in het begin van deze Brusselse Kroniek heb aangegeven, lijkt ’n betche ambras een beetje op een basketbal. Zo gauw hij opbotst, valt hij weer terug. Wie hem echt recht in de mand wil krijgen, moo wel ’n betche posjeense hemme.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Lien Annicaert (lien.annicaert@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Tuur De Moor (tuur.demoor@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick. jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd. hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1329 PAGINA 24 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Rugby > Pierre Plasman over de opkomst van het Belgische rugby
‘Vechten, tot het einde’ BRUSSEL – De Zwarte Duivels zijn uitgegroeid tot een hype. De wedstrijden van de nationale rugbyploeg lokken steeds meer volk, en de resultaten gaan in stijgende lijn. Pierre Plasman (34) neemt na dit seizoen afscheid van de Duivels en van de eerste klasse. Hij gaat wat lager spelen, maar de ovale bal zal hij nooit laten vallen. “Rugby is een sport die heel wat emoties uitlokt,” vertelt de Brusselaar Pierre Plasman. “Het is een vechtsport: vijftien man die je vel willen. Alleen ben je niets, solidariteit is dus heel belangrijk. Als krijger ga je de strijd aan – binnen de perken natuurlijk. De kans zit er altijd in dat je pijn hebt, en die fysieke dimensie zorgt voor verbondenheid tussen de spelers. Sinds ik op mijn zesde bij Watermaal-Bosvoorde begon, ben ik er nooit mee gestopt. Ik ben echt verzot op het spelletje.” Plasman komt uit een familie die sterk verweven is met de ovale bal en de Bosvoordse rugbyclub, die bekend is voor zijn sterke jeugdschool. De Brusselaar maakte deel uit van een van de eerste generatie spelers die samen doorstroomden naar de eerste ploeg en een gouden generatie vormden. “Het exacte aantal titels die we hebben gewonnen, weet ik niet meer. Een tiental. We zijn zeker acht keer op rij kampioen geworden, waarvan zeven dubbels – titel én beker – op rij. We verloren eigenlijk alleen als we slecht speelden. Dat zegt veel over het Belgische niveau; het is niet normaal dat je constant wint. De ING Cup, dat was dan weer een pak straffer. Dat is een competitie waar de beste vier Belgische en Nederlandse ploegen deelnemen. Daar moest je er staan. Ik heb de Cup twee keer gewonnen.”
Aan zet: Pierre Plasman, ex-Watermaal-Bosvoorde, en nog één seizoen bij Dendermonde en de Zwarte Duivels. Maar ook volgend seizoen laat hij de ovale bal niet los.
“Wat ik me vooral herinner, is de sfeer binnen de groep. Het plezier om samen te spelen. De
zeges zijn mooi, maar echte vriendschap is echt fantastisch.”
De Brusselaar heeft steevast zijn plek in de scrum. Hij is een natuurlijke leider, een ge-
Tennis > Tweede editie van WTA-toernooi Brussels Open
Resolute keuze voor jong talent © BRUSSELS OPEN
BRUSSEL – Een week voor Roland Garros zijn alle ogen in de tenniswereld gericht op onze hoofdstad. De Brussels Open zit aan zijn tweede editie en belooft nog beter te worden dan vorig jaar. Het gravel van de Brusselse Royal Primerose Tennis Club is schoongeveegd en ligt klaar voor een paar van de beste tennissters. Van 19 tot en met 26 mei wordt voor maar liefst 618.000 dollar prijzengeld gespeeld. Met Marion Bartoli, Andrea Petković, Agnieszka Radwańska en Yanina Wickmayer is er gekozen voor tennissters met potentieel. “We hebben zes speelsters uit de top twintig en heel wat nieuwe namen vergeleken met de vorige editie,” vertelt toernooidirectrice Dominique Monami (38). “Vorig jaar had je ook speelsters als Francesca Schiavone, gevestigde waarden die toch al een zekere leeftijd hebben. Deze keer hebben we resoluut gekozen voor de nieuwe generatie. Dit zijn de meisjes die in de toekomst Roland Garros gaan winnen. Vergeleken met andere grote toernooien kunnen de supporters hen van heel
Goed omringd en klaar voor een toptoernooi: Dominique Monami, derde van links, en jong talent Alison Van Uytvanck, derde van rechts.
dichtbij zien: toch wel een bijzondere ervaring. Vergeet niet dat er wereldwijd maar twaalf toernooien in onze categorie zijn.”
© MARC GYSENS
Het verjongde deelnemersveld is niet de enige aanpassing. Toeschouwers beschikken deze keer over royaal veel parkeergelegenheid.
Ze kunnen ook genieten van een groter publieksdorp. “We zetten de straat vóór de Primerose af, waardoor elke dag een drieduizendtal mensen heel de straat kunnen innemen. Daar zijn randactiviteiten, en er zullen nog meer eet- en drankstandjes staan.” De eerste editie van de Brussels Open mag een succes genoemd worden, met de toenmalige nummer één Caroline Wozniacki als winnares. Toch was het vechten tegen vooroordelen. “Heel wat mensen zaten met vraagtekens, maar uiteindelijk was iedereen verrast door de kwaliteit, en de scepsis is dan ook snel weggeëbd,” zegt Monami. “Dat zie je nu ook: mensen bestellen hun kaartjes vroeger dan vorig jaar. De twee laatste dagen zijn al bijna uitverkocht. Haast je dus maar! Ook de eerste speeldagen zijn de moeite waard. Heel de week zal er toptennis te zien zijn.” “Natuurlijk waren er vorig jaar wat fouten, daarom moet het voor deze tweede editie beter. We hebben hier een contract voor vijf jaar getekend met de mogelijkheid te verlengen tot acht jaar. We willen iets opbouwen.” Het toernooi aan de voet van het Atomium moet dus snel een vaste waarde worden. Over het op stapel staande Neo-project is Monami niet ongerust. “Daar zullen we niet te erg onder lijden. Primerose bestaat al meer dan honderd jaar! We denken vooral aan groeien, maar we moeten natuurlijk stap per stap werken.” TS www.wta-brusselsopen.com
BDW 1329 PAGINA 25 - DONDERDAG 17 MEI 2012
boren kapitein, die zijn communicatieve vaardigheden daarnaast ook gebruikt bij de politie, waar hij overlegassistent is. “In groep neem ik snel de bovenhand. Dankzij mijn ervaring kan ik mensen motiveren. Je moet weten wanneer je moet roepen en wanneer je moet zwijgen. Je moet je troepen naar de strijd sturen. Er zijn veel karakters binnen een groep, en daarmee moet je leren omgaan.” Het boegbeeld van Watermaal-Bosvoorde besloot twee jaar geleden zijn club te verlaten. Het ontslag van de trainer en het doof blijven voor de oplossingen die hij voorstelde, waren de druppel. “Het was een moeilijk afscheid, maar ik was het gewoon niet meer
“Wij zijn een van de beste amateurploegen. Op wereldvlak”
eens met de beslissingen binnen de club. Dendermonde stelde me ondertussen een dubbelfunctie speler/trainer voor en daar ben ik op ingegaan. Dat loopt vrij goed. Dit seizoen hebben we toch de beker en de titel gewonnen.”
Geld als rem Het afgelopen seizoen ontdekten veel mensen ineens de Zwarte Duivels. Onze nationale rugbyploeg heeft de promotie naar divisie 1A van de Europabeker afgedwongen en is uitgegroeid tot een hype. Plasman verdedigt al sinds zijn jeugdjaren de Belgische kleuren, jarenlang als kapitein. “Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat we een beter niveau hadden dan uit onze resultaten bleek. We hebben vroeger even in een dipje gezeten, er was geen fierheid meer om het truitje te dragen. Met de aanstelling van Richard McClintock als trainer een achttal jaar geleden kwam daar verandering in. Hij
had een project en iedereen is gevolgd. De goesting om te spelen is toen teruggekeerd.” “Het is geen verrassing dat we zo ver zijn geraakt. De vorige campagnes waren we er al dichtbij, het zat er al in. Een zestal jaar geleden waren we trouwens al eens van een lagere afdeling naar 1B gestegen. In vijf jaar tijd zijn we van 55ste op de wereldranglijst naar de 24ste plaats gestegen. Dat kan toch wel tellen. Op wereldvlak zijn we een van de beste amateurploegen.” Met de promotie komen de Belgen bij de grote jongens terecht. Zo heeft toekomstig tegenstander Georgië een pak spelers die het mooie weer maken in onder meer Frankrijk en Engeland. Sommigen denken dat 1A te hoog gegrepen is voor onze Duivels. “Acht jaar geleden hadden de mensen het nooit voor mogelijk gehouden dat we zouden staan waar we nu staan. Maar we zijn er nu, en we zullen ervoor moeten vechten. Kijk, als we niet willen winnen, dan moeten we er niet aan beginnen. Ik ben nooit een veld op gestapt zonder erin te geloven. Je vecht tot het einde.” “Ik heb dit seizoen gespeeld om de promotie af te dwingen, maar volgend seizoen stop ik bij de nationale ploeg. Ik ga ook Dendermonde verlaten om bij Leuven in derde klasse te spelen. Ik wil niet ‘het seizoen te veel’ spelen. Maar dat wil niet zeggen dat ik ga uitrusten. De komende een of twee seizoenen zal ik nog met de nodige ambitie spelen. Daarna word ik wellicht trainer.” De Belgische rugbysport maakt dus opgang, maar zal wellicht enigszins afgeremd worden. Plasman waarschuwt: “We moeten voorzichtig blijven. Een rugbyploeg draait een heel seizoen op vijftig à zestig spelers. Je kern moet groot genoeg zijn, en als je professional wilt zijn, moet je al die mannen betalen. Want om een volgende stap te zetten moet je gewoon prof worden. Tot nu toe namen we allemaal vrijaf op het werk om de matchen te spelen, maar nu we een afdeling hoger spelen, zullen daar nog meer dagen bijkomen. Daarvoor is geld nodig, en dat is er in het Belgische rugby niet met hopen.”
Tim Schoonjans
RUGBY, EEN Wereldsport
David Steegen De beste aller tijden Wie is de beste voetballer die ooit voor Royal Sporting Club Anderlecht heeft gevoetbald? Domme vraag. Tijdperken met elkaar vergelijken is onmogelijk. Was Pelé beter dan Maradona? Paul Van Himst beter of slechter dan Enzo Scifo? De dag na het behalen van de titel, in de coulissen van een voetbalshow. RSCA-voorzitter Roger Vanden Stock, centrale gast, Enzo Scifo, de presentator, een krantenjournalist, Olivier Doll en ondergetekende keuvelen in afwachting van de opname. De krantenman introduceert Scifo: “Voorzitter, ziehier de allerbeste speler die ooit voor Sporting gespeeld heeft.” Ik kan er me iets bij voorstellen. Vincenzo Scifo is een van mijn lievelingsspelers. Exact even oud als ik. Ik heb hem veel van hem genoten, ook in het buitenland. “De allerbeste? Dat kan hij onmogelijk zijn,” antwoordt de voorzitter, “hij is veel te jong vertrokken naar het buitenland.” Vincent Kompany zal het dus ook nooit worden, ondanks de wereldse klasse van de Brusselaar. Wie dan wel? De voorzitter gaat voor Jef Mermans (“Volgens kenners van die tijd was hij de allerbeste, en hij heeft lang voor Anderlecht gespeeld. Lang genoeg om bepalend te zijn”), en ook Robbie Rensenbrink neemt een heel speciale plaats in het voetbalhart van de preses in. Mijn eerste idool. Robbie de goalmachine. Voor de laatste competitiewedstrijd tegen Standard neemt het instituut afscheid van Filip De Wilde, onze keeperstrainer en voormalig doelman van paars-wit. Hij was mijn lievelingskeeper. Goede collega ook. ‘Keepers en RSC Anderlecht’ is een moeilijke combinatie. Aanvallende middenvelders en voorspelers zijn de echte sterren van de club. Moeilijker ligt het met verdedigers en doelmannen. De Oostenrijkse ster Friedrich Koncilia, de beste keeper van het WK ’78,
werd met grote trom door RSCA binnengehaald. Hij had maar enkele weken nodig om verguisd te worden. Nooit populair geweest. Nico de Bree dan maar. Volksjongen. Jan Ruiter met zijn mooie, lichtblauwe keeperstrui. Goede keeper – waarschijnlijk zonder meer. Jean Trappeniers had het allemaal. Secuur sluitstuk, hoog glamourgehalte en veel charisma. Een Brusselse James Dean, maar dan in de luidruchtige versie. Naar het schijnt was Trappeniers een van de beste doelmannen die RSCA ooit gehad heeft. Ik geloof het graag, maar ik heb hem nooit in het echt zien voetballen. ‘Trap’ was een ploegmaat van Jean Cornelis, Jean Plaskie, Paul Van Himst, Laurent Verbiest, Wilfried Puis en Jan Mulder. Hij stond onder de lat in de allereerste Europa Cup-finale van Sporting. In 1970, verloren van Arsenal FC. Henri Meert, zijn voorganger, is een icoon. Maar dat is lang geleden... Geef ons maar Filip De Wilde. Betrouwbaar, een winnaar. Groot keeper, sober man. Een boekhouder, gezegend met een geweldig gevoel voor humor. Na de gewonnen kampioenstitel wist hij kurkdroog te vertellen dat “op een ander een titel een feest is, bij ons een opluchting.” De spijker op de kop. De Wilde speelde de meeste Europese wedstrijden voor Anderlecht. Meer dan wie ook. De Zelenaar keepte ook de laatste Europa Cup-finale van RSC Anderlecht, verloren van Sampdoria Genoa. Na vijf jaar als keeperstrainer verlaat De Wilde paars-wit. De harde wet van het profvoetbal. We verliezen een goede collega en een fijn man. Scheiden doet lijden. We vergeten hem nooit. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
ADVERTENTIE
SCHAARBEEK – Rugbyclub Kituro organiseert op zaterdag 19 mei de tweede editie van het Country of Origin-toernooi. Rugby brengt mensen samen. Rugbyspelers zoeken elkaar wereldwijd op om zich te verzamelen rond de ovale bal. Ook in Brussel. Rugbyclub Kituro speelt daarop in met een eigen ‘wereldkampioenschap’. Country of Origin wordt met achttien ploegen van tien spelers gespeeld. Samoa, Kazachstan, Hawaï of nog Fiji: de hele wereld is vertegenwoordigd. De spelers van de verschillende lan denteams zijn afkomstig uit de landen waar-
voor ze spelen, of zijn erdoor ‘geadopteerd’. Op 19 mei wordt het toernooi om tien uur op gang getrapt. Zowel mannen- als vrouwenploegen zullen heel de dag lang het beste van zichzelf geven. Rond zeven uur wordt de dag gastronomisch afgesloten met een Pasta Party, om daarna de befaamde derde helft te laten gelden tijdens een Party Night. De ploegen zijn al een tijdje gevormd, maar supporters zijn uiteraard van harte welkom: am biance en een uitstekende sfeer verzekerd. Rugbyclub Kituro Schaarbeek zit in de Bloemtuinenlaan 50 bis. TS
Anderlechtse petanquezomer ingezet ANDERLECHT – De strijd voor een plaats in de grote finale van het Anderlechts petanquetoernooi begint binnenkort. Anderlecht zet al een tijdje in op petanque, met de aanleg van een pak nieuwe velden en nu al zes jaar een groot toernooi. Die grote finale vindt op zondag 2 september tussen 12 en 18 uur plaats in de Bloeistraat in Neerpede. Maximaal veertig tripletten (ploegen van drie spelers) kunnen daaraan deelnemen. Om daar te geraken, moet u wel
eerst de voorrondes overleven. De gemeente roept de Anderlechtenaren nu op om zelf een voorronde in hun wijk te organiseren. Wat daarvoor nodig is? Minstens vier tripletten, een set ballen met cochonette en een mooie locatie. Hoe meer ploegen deelnemen, des te meer winnaars naar de finale kunnen doorstoten. Zo mogen maar liefst vier ploegen naar de grote finale als er meer dan twintig tripletten deelnemen. Meer informatie krijgt u bij de dienst Cultuur: 02-558.08.99 of TS cultuur@anderlecht.irisnet.be.
Discussieer met Brussel www.brusselnieuws.be
BDW 1329 PAGINA 26 - DONDERDAG 17 MEI 2012
De klassen Paars en Oranje van Kasterlinden en hun project rond ‘gezin’ AFLEVERING 8
‘Misschien heb ik wel familie in China’ s™
dustrie Turtle In ©2009
DOOR PATRICK JORDENS
© SASKIA VANDERSTICHELE
“We are family. I got all my sisters with me...” Zo gaat het refrein van het favoriete lied van de groepen Paars en Oranje van de Kasterlindenschool. Ze hebben de voorbije weken allerlei leuke dingen gedaan die te maken hebben met ‘familie’. Want dinsdag 15 mei was het de Werelddag van het Gezin.
E
en familie hebben we allemaal, maar de ene familie is de andere niet. Daarvan zijn Yordi en Robin, allebei twaalf, het levende bewijs. Ze vertellen aan Zazie wat er bijzonder is aan hun gezin. Yordi (Y): Ik woon de ene week bij mijn papa en de andere week bij mijn mama. Mijn ouders zijn gescheiden. Bij papa Joel en Eliane, zijn nieuwe vrouw, zijn er twee honden, Toby en Tilly, twee katten, Tor en Bo, en een hamster, Hammie. Bij mama Sandra en Els hebben we vijftien vissen, een hond, Sana, en een konijn, Basil. Er is ook nog mijn zus Kelly, die verhuist om de week mee met mij. Maar Emma, die verhuist nooit mee, zij is het baby’tje van Els. En Els, dat is de vriendin van mijn mama, want die is lesbisch. En jij, Robin, heb jij ook twee families? Robin (R): Nee, mijn ouders zijn niet gescheiden. Mijn papa heet Olivier, met hem spreek ik soms Frans. Met mijn mama Cindy spreek ik Nederlands.
Yor Robin di (links) en s t aan ‘ huiz vo e gen h n’, en daa or hun un ro h u n n g e b o o r te p h a n kaar aam g t f o t o d e d i c h t , e e j e, a gb o n ek en zo vo o r t .
Ik heb ook nog een tweelingbroer, Arno. Die is iets ouder dan ik, maar wel een halve kop kleiner. En ik heb nog een kleinere broertje, Yoran, die is zes jaar. We hadden ook een hond, Cartouche, en nu hebben we een Perzische kat, en veel vissen. Maar hoeveel precies, dat weet ik niet. Familie, dat is elke dag samenleven met veel mensen en ook nogal wat dieren, blijkbaar. Hoe gaat dat? R: Soms maak ik wel eens ruzie met mijn broers, zeker als ze iets van mij hebben gepakt om te spelen. Zoals mijn Nintendo. Maar het valt wel mee. Deze zomer krijg ik een eigen kamer, en dat vind ik wel leuk. Y: Ik vind het moeilijk om altijd te verhuizen. Als ik bij mama net rustig geworden ben, moet ik weer weg. Bij papa heb ik een grote zolder waar ik vaak in mijn eentje kan spelen. Ik speel graag alleen. En heb je bij je mama ook een eigen kamer? Y: Ja, dat vind ik maar normaal. Bij mijn mama
zit ik vaak op mijn kamer met de koptelefoon tv te kijken. Ik mag niet te veel lawaai maken omdat baby-zusje Emma vlakbij slaapt. En als die wakker is, kan het thuis wel heeeeeeeel druk zijn! Wanneer vinden jullie het echt gezellig met de familie? R: Soms vind ik het net leuk als ik alleen thuis ben (lacht). Dat gebeurt niet zo vaak, maar als ik ambetant ben, doet dat goed. Dan zeg ik: “Laat me eens met rust.” Soms kan het ook tof zijn om samen te spelen, met de trampoline bijvoorbeeld: dan doen we ‘om ter verst springen’ in de tuin. Dan ben ik blij dat ik broers heb, allez, meestal toch. Y: Ik vind Kerstmis tof. Dan krijg ik aan allebei de kanten cadeautjes. Maar mijn favoriet is als we op stap gaan met Halloween, om samen griezeltochtjes te maken in het bos en zo. Maar ik ben altijd de enige die zich verkleedt! R: Onlangs had ik mijn Lentefeest, en ik vond het plezant dat er veel familie langskwam. Zoals de Franse broers en neven van mijn papa.
BDW 1329 PAGINA 27 - DONDERDAG 17 MEI 2012
Y: Euh? Ik dacht dat jij Italiaanse familie had? R: Ja, ook. Maar die kunnen niet komen vanuit Italië, dat is te ver. We zijn ze een tijdje geleden zelf gaan opzoeken. Ze wonen op Sardinië. Toen zag ik dat mijn vader heel erg blij was om eindelijk zijn neef terug te zien. Het was een soort droom van hem die uitkwam...
Meer weten? Luister naar Klets op FM Brussel (zaterdag van 12 tot 13 uur), kijk naar Brussel vandaag op tvbrussel (zondag vanaf 18 uur) en surf naar www.klasindemedia.be!
MISSING LINK
Anders is niet gek Yordi en Robin zitten op een speciale school in Sint-Agatha-Berchem omdat ze autistisch zijn. Misschien heb je daar al ooit van gehoord? Autisme komt van het Griekse woordje autos, wat ‘zelf’ betekent. Je zou kunnen zeggen dat autistische kinderen doorgaans graag op zichzelf zijn. Al lijken Yordi en Robin het ook best goed met elkaar te kunnen vinden...
IS LOU
THEROU X
Wil je meer weten over autisme? Kijk dan nu vrijdag naar
een interessante reportage van de Engelse journalist Louis Theroux. Hij bezoekt een school in Amerika die gespecialiseerd is in de begeleiding van autistische kinderen, en hij gaat ook langs bij families met een autistisch kind. Hoe ga je daarmee om? Kunnen zulke families en de kinderen zelf nog een ‘gewoon’ leven leiden? Natuurlijk ontmoet hij ook een aantal autistische kinderen in verschillende fasen van hun leven, van heel jong tot bijna volwassen. Daarbij ontdekt hij op welke bijzondere en soms fantastische manier zij naar de wereld om hen heen kijken. Extreme love: autism, nu vrijdag 18 mei om 20.40 uur op Canvas
© SASKIA VANDERSTICHELE
De toffe bende van de Kasterlinden-school voelt de lente kriebelen!
IDENTIKIT
Mooi verhaal! De voorbije weken liep er in jullie klas een project rond ‘gezin’. Ben je iets te weten gekomen wat je nog niet wist? R: Ja, dat een familie enorm groot kan zijn! Ik heb op internet van alles opgezocht over stambomen, over de betoverovergrootouders en zo. Toen besefte ik pas hoeveel familieleden je kan hebben. Y: Iedereen is ergens een beetje familie van elkaar. Mijn achterachterachterachterachterenzovoort-oom was misschien ooit getrouwd met een achterachterenzovoort-nicht van Robin. Hé, nu ik erover nadenk: het zou kunnen dat ik familie heb wonen in China! R: Ah ja toch! Mensen zijn mensen, hé.
De groepen Paars en Oranje van juf Cathy en juf Kaat
Met hoeveel zijn jullie? “Met twaalf: zes in groep Paars en zes in groep Oranje.”
Welk cijfer geven jullie je school? “8 op 10.”
Kennen jullie een leuke bijnaam voor de juffen? “Kitty Kat voor juf Cathy en juf Praat voor juf Kaat.”
Welk nieuw vak zouden jullie graag krijgen? “Chemie.”
Wat is jullie lijflied van het moment? “‘We are family’, in de versie van The Chipmunks.”
ATELIER
Me op het lijf geschreven Enkele leuke naamgedichten die de jongens van groep Paars en Oranje bedachten tijdens hun project! Elke versregel begint met een letter van hun voornaam.
A ltijd aardig R obin is mijn leuke broer N ooit zal ik iemand opzettelijk pijn doen O nnozel ben ik al (Arno)
R obbe is mijn naam O p 1 oktober ben ik jarig B ij mijn familie is het leuk B eroemd wou ik vroeger worden E n ik ben blij met mijn leven (Robbe)
Y es! een cadeau van Els. wat zal het zijn? O pendoen als Els er is? zeuren dus! of wachten bij het R aam... eindelijk ze is er: gezelschapsspel van Angry Birds D ank je Els, Angry Birds is echt mijn I dool, alhoewel ik niet weet hoe het te spellen (Yordi)