AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
09 08 12
Ondertussen onder de Kunstberg
BRUSSEL - Om van het congrescentrum Square, via Bozar, ondergronds de Cinematek te kunnen bereiken, het Museum van de Coudenberg, het BIP en BELvue, zijn maar twee kleine doorgangetjes nodig. Eén daarvan lijkt binnenkort te zullen worden gemaakt.
I
n de ondergrond van de Kunstberg zitten heel wat verborgen en minder verborgen gangen en straten. Vooral door de renovatie van het in de berg gebouwde Paleis voor Schone Kunsten worden de mogelijkheden van een aantal van die circuits onderzocht. Zo zijn Bozar en het vernieuwde congrescentrum Square al lang vragende partij voor een verbinding tussen deze twee instellingen. Dat dossier wordt beheerd door Beliris, de samenwerkingscommissie van de Belgische en de Brusselse regering, en de fondsen ervoor werden al toegewezen aan Bozar en Square. Nu er een aangepast voorontwerp voorligt bij de betrokken partijen, waaronder Monumenten en Landschappen, hoopt Beliris dat volgend jaar in september met de werken kan worden begonnen.
Theelichtjes Sam Deckmyn, die de investeringen en de technische dossiers van het PSK begeleidt, legt uit waarover het concreet gaat. “Bij de vernieuwing van Square werd er al een gang gebouwd die loopt van de glazen hal op de Kunstberg naar het PSK. Ook in het PSK zijn ondertussen de werkzaamheden voltooid om de verbinding voor te bereiden. Maar het punt waar de verbinding tot stand moet
komen, ligt in de open lucht: in de tunnel van de kleine Terarkenstraat onder de Ravensteinstraat. Square en Bozar hebben nu al een deur die uitkomt in die tunnel, maar daar kom je dus in de openbare ruimte.” “In het verleden hebben we de eindjes van het parcours al een paar keer aan elkaar geknoopt met een loper en theelichtjes, maar dat is natuurlijk niet ideaal. Zeker niet in de winter, en ook niet als onze technische ploeg verderop in de straat moet laden of lossen. Daarom willen we de doorgang onder de tunnel aan beide zijden met een glazen wand afsluiten, om zo een mooie binnenruimte te creëren met aangepaste verlichting. In die glazen wanden moet wel een poort zitten, zodat de hele straat toegankelijk blijft voor de technische diensten van het PSK en vooral voor de hulpdiensten.” Die laatste hadden net als Monumenten en Landschappen vragen bij het project geformuleerd, waar nu in het aangepaste voorontwerp antwoorden op zijn gegeven. Omdat het gaat om een beperkte ingreep is ook de investering ten belope van een paar honderdduizend euro bescheiden. Het doel van de doorgang is de samenwerking tussen Bozar en Square te verstevigen. Niet alle ruimten zijn het hele jaar in gebruik
in Bozar, dat met de Henry LeBoeufzaal ook een grote ruimte met 2.100 zitplaatsen ter beschikking heeft die complementair is met het aanbod in Square. In Square hebben de zalen namlijk een capaciteit van respectievelijk 1.200, 500, 300, en 150 mensen. Voor openings- en sluitingszittingen is de Le Boeufzaal dus uitermate geschikt, congresgangers zouden na hun werkuren meteen ook van het cultuuraanbod kunnen profiteren. Deckmyn: “Wij hopen zo tien tot vijftien middelgrote congressen sa-
Twee kleine ingrepen zouden de onderlinge bereikbaarheid van enkele Brusselse cultuurtempels sterk verbeteren men te kunnen organiseren. Omgekeerd is het ook zo dat wij soms de vraag krijgen om bij prestigieuze tentoonstellingen grote banketten aan te richten waar we niet altijd plaats voor hebben. We kunnen momenteel ook niet alle aanvragen voor tentoonstellingen honoreren. Uitbreiden naar Square zou soms een oplossing kunnen zijn.” Iets verderop in het PSK ligt nog zo’n dossier al tien jaar op een door-
© IVAN PUT
© IVAN PUT
PissiObore eummolorem ilit ilisl il dionsed exer ing iCub is de kleuter onder de robots
Halverwege de ‘rode trap’ in het PSK is vrij makkelijk een verbinding te maken met het museum van het voormalig paleis op de Coudenberg. (Grote foto: doorgang Terarkenstraat.)
braak te wachten. Halverwege de ‘rode trap’ tussen de twee grote tentoonstellingscircuits zullen voorbijgangers misschien al de met foto’s en uitleg becommentarieerde plek gezien hebben waar vrij makkelijk een verbinding tot stand kan worden gebracht met de archeologische vindplaats en het museum van het voormalig paleis op de Coudenberg.
Archeologie Deckmyn: “We delen daar een muur met drie openingen die werden gemaakt toen het PSK gebouwd werd, en die later zijn dichtgemetseld. Die openingen moeten gewoon weer worden opengemaakt om de doorsteek naar de vroegere Isabellastraat te maken.” “Omdat wij bij de renovatie van Cinematek ook een aantal archeo-
logische resten van de eerste omwalling hebben blootgelegd, zit er een logica in het organiseren van gedeelde bezoeken. De Coudenberg leent zich bovendien ook voor bepaalde kunstprojecten. Dat er door de ingreep weer daglicht zou vallen op de archeologische vindplaats maakt ze ook beter leesbaar, want in oorsprong lag de Isabellastraat in de open lucht. Ze verbond het paleis met de kathedraal.” Bovendien zouden met deze ingreep in één klap ook het toeristische informatiepunt BIP en het BELvuemuseum op het ondergronds parcours worden aangesloten. Voorlopig is echter nergens geld voor begroot. Michaël Bellon Lees op p. 14 het interview met BOZAR-directeur Paul Dujardin.
N° 1339 VAN 9 TOT 16 AUGUSTUS 2012 ¦ WEEK 32: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1339 PAGINA 2 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
OPMERKELIJK © JEF BOES
Uitgelicht > Geweld in de samenleving, geweld tegen de politie
Tiende KlaraFestival misschien in maart BRUSSEL - Het KlaraFestival opent traditioneel begin september het Brusselse cultuurseizoen, maar overweegt om met de tiende editie in 2014 naar maart te verhuizen. Vooral Festival van Vlaanderen (FVV) Brussel, samen met enkele partners (zoals radiozender Klara, organisator van het festival), stuurt daarop aan. Gedelegeerd bestuurder Jan Briers: “We hebben wel honderd redenen om te verhuizen, en misschien maar vijf om te blijven. De belangrijkste reden is dat september een heel drukke cultuurmaand is, en dat we nu zelfs onze collega’s van FVV Antwerpen en Gent beconcurreren.” “Een andere artistieke reden is dat heel wat internationale uitvoerders na hun toernee in juli en augustus een maand vakantie nemen en pas opnieuw beginnen in oktober. Een aantal kunstenaars die we al lang zouden willen programmeren zou in maart wel kunnen komen.” “Maar misschien is de Memorial Van Damme wel een van onze grootste concurrenten. Wij worden grotendeels gefinancierd door sponsoring, en daar ervaren we toch heel wat concurrentie van de Memorial. Voorts zijn de hotels in maart ook maar half zo duur als in september en is maart een heel rustige maand qua festivals. Een festival dat wel in maart valt is (het festival voor hedendaagse klassieke muziek) Ars Musica. Maar dat is misschien een gelegenheid om te gaan samenwerken.” Wat kan dan nog het voorbehoud zijn? Briers: “Wat voor september pleit is dat we op dat moment samen met onze partners het seizoen openen. Maar ik weet niet of dat emotionele argument primeert op een beter artistiek programma. Natuurlijk moeten onze partners ook mee willen en kunnen. Behalve Klara zijn dat in Brussel vooral BOZAR, De Munt, en Flagey; in Antwerpen deSingel en in Brugge het Concertgebouw. We zijn met hen in gesprek en ik hoor daar positieve geluiden. 2014 zou een mooie streefdatum zijn, want dan vieren we onze tiende verjaardag en dat is een goede gelegenheid. Ook qua artistieke invulling, organisatie en structuur trouwens, maar daar kan ik nog niets over zeggen.” De partners denken inderdaad al mee over de verhuizing. “Eenvoudig is het niet, maar als het FVV dat wil, moeten we een oplossing zoeken,” zegt Paul Dujardin van BOZAR. Netmanager Chantal Pattyn van MB Klara zegt ook niet nee. KlaraFestival, van 31 augustus tot 4 september, www.klarafestival.
‘Wij zijn met meer, dus het kan’ BRUSSEL - Geweld is al een paar jaar in het nieuws in de hoofdstad, maar ook daarbuiten. Toch wordt er weinig aan gedaan, al wordt er na ieder incident wel steeds van alles beloofd. Veruit de meeste geweldsdelicten worden zelfs domweg niet bestraft. De oorzaak van geweld in grote steden is overigens vaak trivialer dan je zou denken, blijkt uit de rellen die vorig jaar Londen teisterden. Eerst het goede nieuws. Er komen 250 agenten bij in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brussel wordt bevoegd voor veiligheid, zo was de afspraak in het institutionele akkoord dat bij de regeringsonderhandelingen, nu bijna een jaar geleden, uit de bus kwam. Het gewest zal die bevoegdheden - alsook de bijbehorende 30 miljoen euro jaarlijks voor veiligheid - gebruiken om zelf agenten te rekruteren, en om een eigen veiligheidsbeleid uit te tekenen. Dan het minder goede nieuws. Hoewel het vooruitgang is dat het gewest bevoegdheden heeft overgenomen
van het federale niveau - de rekrutering van agenten - komt er geen gewestelijke politie, nochtans een droom van Brussels minister-president Charles Picqué (PS). Daarvoor zou immers de grondwet moeten worden gewijzigd, en dat kon niet tijdens de institutionele hervormingen, geleid door partijen die met wisselend succes uit de (ongrondwettelijke) federale verkiezingen van 2010 kwamen. Geen gewestelijke politie, maar wel een gewestelijk veiligheidsplan dus, waarvan concreet alleen bekend is dat het het gewestelijke veilig-
heidsbeleid zal ‘coördineren’. Veel meer concreets is er niet. Het zogenaamde Brusselse observatorium voor veiligheid en preventie, dat in 2010 werd opgericht en dat het veiligheidsbeleid moet ondersteunen, moet de nodige beleidsplannen nog publiceren.
Nulbestraffing Slecht nieuws is ook dat in het oude gerechtelijke arrondissement Brussel 80 procent van alle delicten niet vervolgd wordt, en 80 procent van alle geweldsdelicten evenmin. In het licht van die vreselijke cijfers verklaarde de Gentse criminoloog Paul Ponsaers in april dat het niet voldoende is om na incidenten in Brussel telkens “een nieuw blik agenten open te trekken” zolang dáár niets aan wordt gedaan. “Straf lichte misdrijven licht en zware zwaar. Maar straf,” aldus Ponsaers. Incidenten waren er opnieuw vorige week, in Vilvoorde, dat zowel morfologisch als maatschappelijk meer
en meer Brussel wordt, en ook in Anderlecht. In beide gevallen zochten allochtone jongeren bewust de
Hoewel de rellen in Londen ook wel te maken hadden met sociaaleconomische achtergrond, was de hoofdoorzaak ervan verveling en opportunisme confrontatie met de politie. In Anderlecht werd de politie zelfs in een val gelokt. Zowel in Vilvoorde als in Anderlecht was het de bedoeling van deze jongeren de politie klein te
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT
Zuidkermis. Schrikt de dresscode van dit duo gaybashers voldoende af? Angstig zien deze jongens er in elk geval niet uit.
© IVAN PUT
WEEKOVERZICHT
BDW 1339 PAGINA 3 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
© BELGA
Woensdag 1 augustus FOYER: ‘WOONWAGENTERREINEN NODIG’. Volgens integratiecentrum Foyer heeft amper de helft van de Brusselse woonwagenbewoners een standplaats, en verhindert dat hun integratie. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding heeft het over systematische discriminatie van woonwagenbewoners in België.
Donderdag 2 augustus
SNELBUSLIJNEN LIMBURG-BRUSSEL BLIJVEN. De snelbuslijnen 68, 178 en 179 tussen Brussel en Limburg worden dan toch niet afgeschaft. De Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn is op die eerdere beslissing teruggekomen. De prijs gaat vanaf zondag 23 september wel omhoog. Een studentenkaartje kost dan 3,50 euro voor één rit, ongeacht de afstand.
Vrijdag 3 augustus INSTORTING OP ELSENSESTEENWEG. De gevelversiering van het pand op de Elsensesteenweg 26 stort neer. Er vallen geen gewonden. DRIEKWART CIPIERS SINT-GILLIS NIET AAN DE SLAG. Vrijdagochtend gaan slechts 37 cipiers aan de slag in de gevangenis van Sint-Gillis. Sinds begin juli voeren de andere cipiers elke maandag en vrijdag actie tegen de overbevolking in de gevangenis. Ze verwierpen dinsdagmiddag tijdens een personeelsvergadering het voorstel tot reorganisatie dat de directie was overeengekomen met het gevangeniswezen. De politie neemt hun werk over.
250 extra agenten in Brussel, geen olie op de golven.
krijgen met brandbommen. En hoewel het Brusselse parket bezweert dat het zulk geweld ernstig neemt, beslist de onderzoeksrechter autonoom over elk delict. “En die kan er een andere mening op nahouden”, klinkt het in Het Laatste Nieuws. In Vilvoorde werden de geweldplegers na verhoor vrijgelaten. Straf volgt misschien. Geweld wordt endemisch in deze samenleving. Verbaal geweld, zo bleek uit de nasleep van de antiseksismereportage Femme de la rue, wordt binnenkort wél bestraft. Met een administratieve sanctie, wat in
“ “ HET GETAL
sommige kringen het nieuwe rechtshandhavingsmodel lijkt te zijn. Waar fysiek geweld wél wordt bestraft is in Londen. Het is exact een jaar geleden dat de Britse hoofdstad, in vele opzichten een voorbeeld van een moderne 21ste-eeuwse stad, geteisterd werd door hardnekkige rellen. De Britse krant The Guardian en de prestigieuze universiteit London School of Economics besteedden een grondige studie aan die rellen, compleet met interviews met relschoppers, die van gemengde origine waren, maar meestal als kenmerk hadden of werkloos of student
te zijn. Hoewel die rellen te maken hadden met de sociaal-economische achtergrond van heel wat relschoppers, gaven de meesten aan dat ze het hoofdzakelijk uit verveling of opportunisme deden. Of hoe één onder hen het omschrijft: “Wij zijn met meer dan de politie, dus het kan.” Of een ander: “Voor het eerst in mijn leven voelde ik me machtig.” Of gewoon: “Let’s cause fucking chaos, let’s cause a riot.” Die studie bracht ook aan het licht dat de politie gehaat wordt omdat ze er is en haar werk doet. Christophe Degreef
In de kantoren gaat het over bazen met veel macht, en op straat over jongens en mannen met te weinig macht.”
Ans Persoons (SP.A) over de korte film ‘Femme de la rue’ van Sofie Peeters. Machisme bestaat in alle lagen van de bevolking en is volgens haar bij Brusselse jongeren in het bijzonder een uiting van seksuele en sociale frustratie (in Humo).
Dat ongedierte is een echt probleem. De vossen komen regelmatig in onze tuinen en hun urine is erg schadelijk voor de gezondheid.” Burgemeester Martine Payfa (FDF) uit Watermaal-Bosvoorde over vossen in de stad (in La Capitale).
360
Het nieuwe academiejaar komt eraan, en voor studenten is de zoektocht naar een kot in Brussel weer begonnen. Vrije studentenkamers worden in ijltempo verhuurd: bij het ter perse gaan van deze krant waren er nog slechts 360 koten beschikbaar in de databank van Br(ik, de Brusselse studentendienst.
Net als vorig jaar begint de daling van het aantal beschikbare kamers vroeger dan gewoonlijk. Kwam de verhuur ooit pas half augustus op gang, tegenwoordig begint het aantal vrije koten al in juli sterk te dalen. Br(ik verwacht bovendien dat er na de tweedezitperiode niet heel veel extra studentenkamers zullen vrijkomen. Wie zeker wil zijn van een studentenkamer voor het komende academiejaar, gaat dus het best nu al op zoek.
Nele Derde
BRUSSELS AMBTENAAR PAKT ZILVER IN LONDEN. Arbeidsinspecteur van het Brusselse Gewest Lionel Cox wint vrijdagmiddag een zilveren medaille op de Olympische Spelen in de discipline liggend karabijnschieten op 50 meter. De sport is vooral mentaal een loodzware inspanning: schutters moeten gedurende 75 minuten doodstil liggen, in opperste concentratie, en 60 perfecte schoten afvuren.
Zaterdag 4 augustus ‘SUAREZ BLIJFT BIJ ANDERLECHT’. De transfer van Gouden Schoen Matias Suárez van Anderlecht naar CSKA Moskou gaat niet door. Dat zegt Anderlecht-manager Van Holsbeeck. Door een knieprobleem raakte Suarez niet door de medische tests van CSKA.
Zondag 5 augustus
POLITIE BESTOOKT IN KUREGEM. Zowel zaterdag- als zondagnacht zijn patrouilles van de politiezone Zuid het doelwit van relschoppers geworden. De politiebonden vinden het vervolgingsbeleid te laks en willen dat er krachtdadiger wordt opgetreden tegen mensen die geweld gebruiken tegen agenten.
DIEF GIJZELT URGENTIEARTS. Een vrouwelijke urgentiearts van het Sint-Jansziekenhuis wordt zondagavond door een patiënt gegijzeld. De man was net daarvoor opgepakt in het station Lemonnier voor diefstal. Hij slikte een gouden ketting in en werd naar het ziekenhuis overgebracht. Daar bedreigde hij de arts met een tang. Toen hij opnieuw wilde vluchten, kon de politie hem oppakken.
Maandag 6 augustus
NIEUW GEVAL VAN HOMOFOBE AGRESSIE. In de Anderlechtse wijk Neerpede raakt een negendertigjarige man gewond door homofobe geweldpleging. Hij kwam tussenbeide toen drie mannen zijn partner belaagden. Een verdachte werd opgepakt. BROERS BORLEE GRIJPEN NAAST MEDAILLE. Kevin en Jonathan Borlée kunnen maandagavond de hooggespannen verwachtingen net niet inlossen op de finale van de vierhonderd meter, en worden respectievelijk vijfde en zesde.
Dinsdag 7 augustus
PERSONEEL STEFANINI HERVAT WERK. Het personeel van callcenter Stefanini in Evere hervat het werk na een tweede stakingsactie op maandagmiddag. Vorige week vrijdag kreeg het personeel er te horen dat Belgacom vanaf februari 2012 niet langer klant is bij het callcenter. Daardoor verdwijnen 182 van de 240 banen. De bonden zullen met Belgacom vergaderen om een oplossing te zoeken voor de ontslagen medewerkers. NIEMAND WIL ROGIERTOREN. De Rogiertoren raakt maar niet verkocht of verhuurd, schrijft De Tijd. Slecht nieuws voor Belfius. De bank hoopte dat de vroegere Dexiatoren snel 225 miljoen zou opleveren. Gesprekken met de Vlaamse regering leverden (nog) niets op. Samengesteld door Nele Derde en Tuur De Moor
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1339 PAGINA 4 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Zomerreeks (4/7) > Een reis door de wereld: de Grieken
Sponsen, chocolade & smeervet BRUSSEL – Zestig jaar Griekse migratie heeft haar sporen nagelaten in Brussel. Van kerken, verenigingen en pita gyros tot godenbeelden als uithangbord van restaurants. Een terugblik die voor even de blik afwendt van de huidige crisis en de aanhoudende migratie.
D
rie uur. Goede Vrijdag. Jezus blaast zijn laatste adem uit. Theeslurpende Maghrebijnse Brusselaars op een terras op de Stalingradlaan trekken zich daar geen snars van aan. Al evenmin het bonte internationale volkje op het Rouppeplein. Grieken denken daar anders over. In de kathedraal van de Heilige Aartsengelen op de Stalingradlaan hebben ze het houten Christusbeeld van zijn kruis gehaald en opgeborgen achter de met iconen behangen wand die het schip van de kerk scheidt van het koor. Een garde van presbyters en de aartsbisschopmetropoliet ontfermt zich erover. Orthodoxe Grieken zijn meer in het sterven en de verrijzenis dan in de geboorte van Christus geïnteresseerd. Pasen is elk jaar een driedaags religieus hoogtepunt. Zeven uur. Byzantijnse gezangen worden ingezet. Mondjesmaat binnenstromende Grieken komen vooraan een symbolisch graf kussen. Twee uur lang. De tijd die de kerk nodig heeft om uit te puilen van het volk. Negen uur. De kathedraal is te klein geworden. Op de middenberm van de Stalingradlaan staat een mensenzee ingetogen te wachten op een eerste climax. Een bonte stoet komt naar buiten om Christus tijdens een korte wandeling rond het Rouppeplein symbolisch ten grave te dragen. Een kruisdrager en de in zijn spoor volgende sleep van misdienaars, priesters, schrijndragers en gewone stervelingen doen de terrasdrinkers voor even verstommen. En zo wordt elk jaar een lang sacraal
weekend ingezet dat pas op zondag, omstreeks middernacht, eindigt met de verlossende boodschap dat de zoon verrezen is. De oudste, embryonale Griekse parochiestructuur in Brussel gaat terug tot het interbellum. In de Stas-
De bekendste van de vroegste Griekse immigranten in Brussel is zonder twijfel Leonidas Kestekidis – ja, die van de pralines saertstraat in Elsene had een groep vrouwen van Griekse handelaars zich verenigd in de Association des Dames Héllènes. Zij bouwden er een kerk uit op de benedenverdieping van een woonhuis. Toen die, decennia later, te klein werd, begonnen ze de ingang van een pand op de Stalingradlaan op te lappen, met een geschilderd timpaan. Zo kun je de kathedraal van de Heilige Aartsengelen verbinden met de vroegste Griekse volksplanting in de stad. In 1947 bestond die uit 641 zielen. Maar zielen die dubbel telden. Rijke zielen. Zielen van handelaars en gegoede bourgeoisie. Een van hun specialiteiten was de handel in sponsen. Je had ook wijn- en tabakhandelaars. Hun bekendste
generatiegenoot is zonder twijfel Leonidas Kestekidis. Hij nam in 1910 en 1913 als banketbakker deel aan de wereldtentoonstellingen in Brussel en Gent en opende hiermee een van de smakelijkste pagina’s uit de geschiedenis van de migratie. Hij trouwde met een Brusselse en opende in de loop van het interbellum een eerste pralineswinkel op de Anspachlaan.
In 1947 richtte deze kapitaalkrachtige kring van pioniers de Communauté Hellénique de Bruxelles op. Tot diep in de jaren 1950 bleef deze vereniging uitgesproken burgerlijk. Daarna werd ze met smeervet ingewreven. Griekse gastarbeiders deden hun intrede. Lassers, loodgieters, metselaars, plafonneurs, trambestuurders, poetsers, naaisters en weefsters. De Communauté Hellénique werd een stuk socialer en hield zich voortaan bezig met het opvangen en wegwijs maken van de nieuwkomers. Naar schatting 20.000 Grieken werden op kosten van de Belgische staat tussen 1956 en 1964 aangetrokken voor de mijnbouw. Ongeveer een derde hiervan zou nooit in de mijnen werken of anders na een korte periode zijn contract verbreken. Of ze keerden terug, of ze richtten de blik op Duitsland, waar al sinds het einde van de jaren 1950 werkvergunningen voor de industrie werden uitgereikt. Geleidelijk aan stroomde ook een aanzienlijk deel terug naar Brussel. “Na drie jaar mijnarbeid werd ik ziek. Op voorwaarde dat ik afstand deed van mijn invaliditeitsuitkering, gaf de overheid me een beroepskaart waarmee ik als zelfstandige aan de slag kon. Zo verliet ik de mijnen van Bergen en kon ik als een van de allereerste Grieken in 1960 een restaurant openen in de Kartuizersstraat in het centrum van Brussel,”
De snelheid voor wie wél rijdt wordt beperkt tot 30 km/u.
combineren. Je hoefde geen culinair wonder te zijn om dit in een migratiecontext te reproduceren. Zo lijken de bekende petits os of ribbetjes een puur diasporagerecht te zijn dat in Brussel werd uitgevonden. Grieken gingen naar de slachthuizen en kochten er ribben met wat vlees eraan op voor een prikje. Belgen smeten die toch maar weg. Gegrild werden ze in de cafés als mezze aangeboden. Met de tijd verkleinde het serveren van mezze uiteindelijk de omschakeling naar restaurants. Op een volwaardige Griekse keuken bleef het nog lang wachten. “Producten uit het zuiden vond je in de jaren 1960 nauwelijks,” zegt Pahatouridis. “Voor de import van Griekse wijn werkten we met een rederij. Voor het bladerdeeg van gebakjes zoals baklava konden we bij een Armeniër in Parijs terecht. Lamsvlees vond je nog niet in de slachthuizen,
“Producten uit het zuiden vond je hier in de jaren 1960 nauwelijks. Griekse wijnen voerden we in via een reder, het bladerdeeg voor de baklava kwam uit Parijs” Ribbetjes
© IVAN PUT
het openbaar vervoer of een taxi je bestemming binnen het gewest wilt bereiken. De MIVB zorgt voor gratis openbaar vervoer en de dienstverlening wordt aanzienlijk versterkt op de meeste metro-, tram- en buslijnen. Genoeg alternatieven dus om de stad te doorkruisen. Wie zijn auto absoluut nodig heeft, kan eventueel een pasje aanvragen dat geldig is in het hele gewest. Zo’n
vertelt Diogène Pahatouridis. Brussel ontpopte zich geleidelijk als de grootste concentratiestad. In 1981 waren er in België 21.230 Grieken geregistreerd. 45% van hen woonde in de hoofdstad. De twee voorkeursbuurten van de Griekse arbeiders bevonden zich rond de stations. De Brussels staatssecretaris Christos Doulkeridis verhaalt: “Mijn vader werkte even in de Limburgse steenkoolmijnen en voegde zich na een motorongeval in het midden van de jaren 1960 bij de stroom naar Brussel. Hij zocht zoals zovelen de nabijheid van de industrie op en vestigde zich in Kuregem. Mijn ouders verhuisden nadien naar die andere zeer uitgesproken Griekse buurt aan het Noord, in de Jollystraat, evenwijdig met de sporen.” De gedeeltelijke sloop van de Noordwijk trof op die manier behoorlijk wat Griekse gezinnen.
De mijnen
AUTOLOZE ZONDAG: VRAAG EEN PASJE Van 16 tot 22 september is het weer week van de Vervoering, met in Brussel de jaarlijkse autoloze zondag op 16 september. Enkel het openbaar vervoer, taxi’s, bussen en orde-, hulp- en openbare diensten zullen rijden. Om veiligheidsredenen is de snelheid van voertuigen die wél mogen rijden overal beperkt tot 30 km/u, dus hou daar rekening mee als je met
De hele zomer lang gaat historicus Hans Vandecandelaere op wereldreis... in Brussel. Deze week brengt hij verslag uit van het reilen en zeilen in de Griekse gemeenschap.
In de loop van de jaren 1960 en ’70 kwam de eerste horeca-infrastructuur van de grond. Het begon met sobere cafés, die nadien geleidelijk aan werden omgevormd tot restaurants. Grieken hebben net als Spanjaarden de gewoonte om drank met hapjes te
maar we hadden een afspraak met een Vlaamse boer in de rand die wekelijks voor ons twee lammeren slachtte.” “Voor de rest was het een leerproces om Griekse smaken af te stemmen op de papillen van ons publiek van
doorgangsbewijs geldt slechts voor één voertuig en alleen voor de precieze reden die erop vermeld staat. Let wel: zo’n pasje moet aangevraagd worden voor 12 september, dus wees er zeker op tijd bij. Wie in Brussel woont, doet de aanvraag bij zijn of haar gemeentebestuur. Mensen van buiten het gewest wenden zich tot het gemeentebestuur van de plaats van hun bestemming. Het gewest wordt afgesloten voor autoverkeer van 9 tot 19 uur. Mogelijk is er buiten die uren ook verkeershinder: de toegangswegen
worden geleidelijk afgesloten en weer heropend, en straten waar activiteiten en feesten plaatshebben kunnen langer afgesloten blijven. Haast je dus niet al om 19 u naar de toegangswegen tot Brussel. Op http://www.mobielbrussel.irisnet.be vind je informatie over alternatieve vervoermiddelen en wordt de verkeershinder in en om het gewest in realtime weergegeven. Meer uitleg over de autoloze zondag is te vinden op http://www.weekvanvervoering.irisnet.be. Nele Derde
© HANS VANDECANDELAERE
BDW 1339 PAGINA 5 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Orthodoxe Grieken zijn meer in het sterven en de verrijzenis dan in de geboorte van Christus geïnteresseerd. Pasen is elk jaar een driedaags religieus hoogtepunt, dat onder meer ingezet wordt in de kathedraal van de Heilige Aartsengelen op de Stalingradlaan.
beursmakelaars. Bij gevulde wijnbladeren aten mensen bijvoorbeeld vaak enkel de vulling op. Zeer belangrijk was het succes, begin jaren zestig, van filmkaskrakers zoals Zorba de Griek en Jamais le dimanche, waarin Melina Mercouri met een zwaar doorrookte stem het wereldberoemde ‘Les enfants du Pirée’ zong. Op een ogenblik dat de Griekse keuken nog nagenoeg onbekend was, werd Griekenland plotseling op de mentale kaart van Belgen gezet.” Pas nadat de migranten in de jaren 1980 wat financiële armslag hadden verworven, begonnen ze de gevels en de binnenmuren van de restaurants aan te kleden met mythologische en oudheidkundige kitsch van Griekse zuilen, kariatiden en godenbeelden. Ondertussen was het verenigingsleven sinds 1967 geëxplodeerd. Het rechtse dictatoriale kolonelsregime vond gehoor bij de Communauté Hellénique, terwijl al wie links was zich
verzamelde in eigen organisaties. De tegenstanders van de militaire junta organiseerden in Brussel grote eenmeifeesten of stuurden geld op voor politieke gevangenen. “In de Kartuizersstraat werd het restaurant van mijn vader een draaischijf voor Grieken die pas aangekomen waren en de vervolging hadden kunnen ontvluchten. Als kind werd ik soms wakker gehouden door gejoel als er onder mijn kamer hevig gediscussieerd werd over nieuwe protestacties,” herinnert de dochter van Diogène zich.
Regionalisering Na de val van de kolonels in 1974 werd de kloof in de loop van de jaren 1980 gedicht. De Communauté Hellénique vind je vandaag in de Zwedenstraat in Sint-Gillis. Samen met de Fédération des Communautés Helléniques de Belgique, die een verdieping hoger zit, blijft ze een koepelorganisatie en organiseert ze feesten,
theaterspektakels en lessen Grieks. Het democratiseringsproces van Griekenland bracht ook een regionalisering van de zelforganisaties met zich mee. Voor het eerst werd het mogelijk om in Griekenland uit te komen voor je culturele roots. En vervolgens dus ook in het buitenland. In Brussel tref je nu verenigingen aan van Thraciërs, Macedoniërs, Kretenzers, mensen uit Epirus, de Peloponnesus en afstammelingen van Grieken uit Istanboel en uit Pontus, het gebied rond het huidige Trabzon in het noordoosten van Turkije. Hoewel. De ledenaantallen hollen achteruit. Bij haar stichting in 1975 telde de vereniging van zogenaamde Constantinopolitanen nog 300 mensen. Vandaag zijn het er een honderdtal. Hetzelfde verhaal bij de Pontische Grieken. “De verenigingen worden vooral door de eerste generaties gedragen. De kinderen komen nog wel naar de feesten,
Europese buitenlanders in ons land hebben sinds 2000 stemrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen, niet-Europeanen sinds 2004. Maar ze moeten zich op voorhand wel
inschrijven. Deze keer hadden ze daarvoor de tijd tot 31 juli. In 2006 schreven 13,7 % van de Europese buitenlanders in Brussel en 15,7 % van de niet-Europese buitenlanders zich in. Blijkt dat zich deze keer volgens de laatste cijfers 20.116 van de 192.181 Europese buitenlanders (10,47%) en slechts 4.738 van de 52.069 niet-Europese buitenlanders
Europese buitenlanders worden afgeschrikt door de stemplicht.
er samen en leven zich uit in de typische Griekse rij- en cirkeldansen.
Hans Vandecandelaere
Met steun van de Vlaamse Overheid en Erfgoedcel Brussel Volgende week: migratie uit de Verenigde Staten U kunt de hele reeks nalezen op www.bruselnieuws.be/ reisdoordewereld
Hans Vandecandelaere werkte als historicus twee jaar lang aan een lijvig boek over zestig jaar migratie naar Brussel. In Brussel – Een reis door de wereld verschijnt omstreeks begin november bij uitgeverij Epo. Een zevendelige zomerreeks in BDW blikt vooruit met herziene, ingekorte voorpublicaties.
© DIETER TELEMANS
Weinig interesse bij buitenlanders om te stemmen op 14 oktober BRUSSEL - Verhoudingsgewijs nemen op 14 oktober minder buitenlandse Brusselaars deel aan de verkiezingen dan zes jaar geleden.
maar zich echt actief inzetten is wat anders,” zegt voorzitster Despina Saltouridou. Grieks lijken de jonge mensen zich in elk geval nog wel te voelen. Feestzaal Aurora, op het dak van de Delhaize aan de rotonde van Veeweyde in Anderlecht, is zowat dé zaal in Brussel die door alle Grieken het hele jaar door wordt afgehuurd. Op 25 maart, de dag dat Griekenland zich in 1821 afscheurde van het Ottomaanse Rijk, komen honderden Grieken uit heel België, jong en oud,
(9,1%) hebben aangemeld. “In absolute cijfers is het aantal buitenlanders gestegen, maar het potentieel was ook veel groter. Verhoudingsgewijs is er een daling. Dat is jammer,” zegt Ans Persoons van het Verbindingsbureau Brussel-Europa. “Samen met het Centre Bruxellois d’Action Interculturelle hebben we in verschillende talen campagne gevoerd om buitenlanders te motiveren. Het gewest verleende alle steun, door ons en nog andere verenigingen te subsidiëren. Wij weten niet wat we nog meer kunnen doen.”
De Europeanen - hét doelpubliek van het Verbindingsbureau - weten volgens Persoons intussen wel degelijk dat ze mogen stemmen. Dat negen op de tien zich toch niet inschrijft heeft te maken met de aversie tegen de stemplicht en soms ook tegen de Belgische administratie. “Ze vrezen een boete als ze toch niet stemmen en veel gedoe als ze een volmacht willen geven.” Daarnaast speelt volgens Persoons ook de desinteresse voor de Belgische lokale politiek mee. Bettina Hubo
BDW 1339 PAGINA 6 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
© WAUTER MANNAERT / EVA HILHORST
BDW 1339 PAGINA 7 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
ADVERTENTIE
Energie > Brussel begint met Huizen van de Energie
Tips voor lager verbruik BRUSSEL - Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar zopas heeft de Brusselse regering het laatste consortium aangewezen dat in Brussel een van de Huizen van de Energie mag runnen. Daarmee zal Brussel zes Huizen van de Energie tellen, één per politiezone. Een wat vreemde keuze, maar ze is bedoeld als tegemoetkoming van de Franstaligen. In plaats van in elke gemeente een Huis van de Energie op te richten, komen er, om de versnippering tegen te gaan, niet meer dan zes van. Minister van Energie Evelyne Huytebroeck (Ecolo) stelt daar ook geld tegenover: elk huis zal over zo’n 400.000 euro beschikken. Daarmee zullen ze de Brusselaar tips geven om hun huizen beter te isoleren, of anders om te springen met energie. Ze zullen ook leningen verstrekken voor wie energiezuinig wil investeren. De oprichting van de zes Huizen is niet on-
zinnig. In Brussel komt de grootste CO2uitstoot van de particuliere huishoudens. Daar is ook de meeste winst te boeken: heel wat huizen zijn verouderd en niet aangepast aan de huidige isolatienormen. Daarbij komt dat die huizen zich bevinden in een arm stuk van Brussel, waar de bevolking best wel wat steun kan gebruiken om energiezuiniger te gaan leven. De keuze van de zes vzw’s die de Huizen van Energie zullen runnen was geen akkefietje. Omdat de geografische verdeling volgens de politiezones loopt, moesten bestaande kandidaat-organisaties, die al veel expertise hebben, plots gaan samenwerken met gemeenten of OCMW’s. Sommige van die organisaties vielen daardoor uit de boot. Uiteindelijk is de Brusselse regering er toch in geslaagd om in zes politiezones een goede kandidaat te vinden. De Huizen zullen in de herfst hun deuren openen. De dienstverlening zal gratis zijn. SVG
P-PRAAT Bianca Debaets (CD&V), die tegenwoordig in Brussel-stad woont, houdt van rokjes, en laat dat ook graag zien. Aan allochtone mannen bijvoorbeeld, die zich vaak niet kunnen gedragen wanneer zij een vrouw in een rokje zien. Iets met een lap en een stier, en rood. Debaets schoot in een colère na het zien van de u ondertussen bekende reportage Femme de la rue, waarin een studente in twintig minuten tijd het goedbewaarde geheim, euh, blootlegde dat er in het stadscentrum vrouwen worden uitgescholden omdat ze rokjes en jurkjes dragen. Debaets koos prompt voor de volle tegenaanval, en de rest is geschiedenis. Er was op 21 juli, een feestdag, een incident met een kleine delegatie Vlaams-nationalisten die hun leeuwenvlag wilden ontvouwen tijdens de feestelijkheden te Brussel ter gelegenheid van de Franse revolutie de vroegere eedaflegging van Leopold I. Volgens de Vlaams-nationalisten werd hen door de politie bevolen het ding op te bergen op last van burgemeester Thielemans. Dat deden ze naar eigen zeggen ook, maar niet snel genoeg, zodat ze in de boeien werden geslagen. Dat is onzinnig, want flaminganten zijn doorgaans nogal braaf, zeker nu er zoveel mensen naar de juiste partij zijn overgelopen. Naar verluidt echter wemelde het in de binnenstad van sujetten - al dan niet met kind op de arm - die volop met Waalse hanen en Brusselse irissen wapperden. Die vendelzwaaiers werden niet aangehouden. Uiteraard niet, want er zou geen volk overblijven om la Belgique te fêteren.
Minister Vanackere zet in op cultuur in Brussel
Steven Vanackere Federaal Minister van Financiën Verhinderd schepen stad Brussel
Brigitte De Pauw: {Cultuur voor iedereen} Brigitte De Pauw ondersteunt initiatieven om cultuur voor iedereen toegankelijk te maken. “In Jette organiseer ik als schepen jaarlijks Bokespop, een muziekfestival voor kids van het Nederlandstalig kleuter- en lageronderwijs. Ook de medioren en senioren komen cultureel aan hun trekken op het 55+ Festival, kerstconcert, Joêrmetfestival, ArtiestenParcoursd’Artistes enz. Ik wil blijven investeren in Nederlandstalige cultuur op maat van alle Jetse bevolkingsgroepen, op cultuur en amusement staat geen leeftijd.”
Helmut De Vos
EVERE - Er werd vorige week gestaakt in het callcenter Stefanini te Evere, de mensen achter uw oplossing wanneer u ruzie hebt met uw internet, telefoon of gsm - vooropgesteld dat u Belgacom-klant bent. Voor staking druk één, woeha. Ahum, even ernstig nu. 180 van de 240 medewerkers daar worden ontslagen omdat Belgacom het contract met dat callcenter niet verlengt. Hopelijk nemen ze nu niet de klantendienst van Numericable in de arm, want dan breken er in Nederlandstalig Brussel rellen uit. VLAAMS BRUSSEL - Goh, stel u voor, beste lezer. Rellen in de Dansaertstraat en omstreken. De Vlamingen komen in opstand. En dan zullen ze bibberen op de Grote Markt, Molenbeek zal slechts een schim zijn. Vlaamse Brusselaars - compleet met designerbril, boekenbon en bakfiets, of met een regenboogvlag - die hun middelvinger opsteken naar het stadbestuur. Niet dat ze dat nu niet doen. Zo getuigen de vreetbuien op de Anspachlaan, die ingefluisterd werden door die filosoof met zijn lange haar (die op de koop toe Franstalig is), al van tegendraadse welmenendheid. Het is tegendraads, maar welmenend, ja. VAKANTIELIEF - Echter, zo leert ons de wijsheid, een vakantieliefde sterft jong en stil. En dus vragen wij ons af of er op zondag nog gegeten wordt op het Beursplein. Want van die filosoof hebben we al lang niets meer gehoord. Facebook zal het bij menige Vlaamse Brusselaar hebben laten afweten. Maar door de staking bij Stefanini is er volk genoeg om de boulevard opnieuw te bezetten. Voor niet-facebook-protest, druk vijf.
Brigitte De Pauw Brussels CD&V Fractievoorzitter Schepen in Jette
Helmut De Vos: ‘Een sterk verenigingsleven als troef’
En nu we het toch over die Brusselse iris hebben. U hebt vast het nieuwe be.brussels-logo al gezien. Dat ding moet dus de traditionele iris vervangen, de meest softe aller vlaggen van Belgische deelstaten. In het nieuwe logo is de iris nog een heel klein beetje weergegeven, maar dan met een hartje erin verwerkt. Brussels is love. Wij vermoeden dat Femme de la rue in deze marketingcampagne paste.
CHIEN ÉCRASÉ
AmerikaansTheater, Theater, het voormalig Het Amerikaans het voormalig AmeAmerikaans paviljoen Expo Heirikaans paviljoen uit uit Expo 58 58 op op de de Heizel, zel, was gedurende 50 bakermat jaar bakermat was gedurende ruimruim 50 jaar voor voor Vlaamse TV-cultuur. Eind trok juniRadio trok Vlaamse TV-cultuur. Eind juni 2 Vlaams-Brabant als laatste het 2Radio Vlaams-Brabant als laatste uit hetuitpavilpaviljoen zijn nieuwe in Leuven. joen naar naar zijn nieuwe stek instek Leuven. Minister van Financiën Vanackere wil deze tempel Vicepremier gaf Brussel vzw Brussels Expo van VlaamseVanackere cultuur in behouden. en de Ancienne Belgique om Hij heeft daarom de verkoopdevanopdracht het gebouw, gedurende een jaar een duurzame bestemeigendom van de Belgische staat, bevroren en ming uit te werken voor het gebouw. Op deze onderzoekt hoe er een duurzame bestemming manier kan het Amerikaans voor kan gevonden worden.Theater zijn status als cultuurtempel in de toekomst behouden.
CD&V Sint-Pieters-Woluwe
In Sint-Pieters-Woluwe sterke en Sint-Pieters-Woluwe kennen kennen we we een sterke en lelevendige verenigingen, die die wekelijks wekelijks vele vele tientaltientalvendige verenigingen, len mensen samenbrengen. Daar mogen we fier samenbrengen. Daar op zijn. Het Het gemeenschapscentrum gemeenschapscentrum Kontakt biedt een uitstekende service aan deze verenigingen verenigingen en ondersteunt ze waar waar mogelijk. mogelijk.We Dewensen toekomst dat van het ons gemeenschapscentrum moet echter verzekGemeenschapscentrum Kontakt deze centrale erd worden de huidige locatie in de Orbanlaan. plaats blijft op innemen in onze gemeente. Daarom Daarom moet er de komende fors geïnvesworden moet er de komende jaren forsjaren worden geïnvesteerd in de toegankelijkheid van hetzodat geteerd in de toegankelijkheid van het gebouw, bouw, zodat de verenigingen hun activiteiten kunde verenigingen hun activiteiten kunnen blijven nen blijven organiseren in dit gebouw. vertrouwde gebouw. organiseren in dit vertrouwde
Frank Van Bockstal: ‘Cultuurbeleving is per definitie {iedereen inbegrepen}’ Brussel is een smeltkroes van culturen en generaties waar heel wat valt leuks te beleven. De lokale verenigingen en culturele organisaties organiseren een aanbod dat aansluit bij de vrije tijdsbesteding van het individu en de integratie van de culturen en ons een permanente vorming biedt. Wijkverenigingen en burgerinitiatieven sluiten hierbij aan en worden gestimuleerd om over alle grenzen heen de cultuurbeleving dichter bij de burger in zijn straat, in zijn wijk te brengen.
Frank Van Bockstal CD&V Etterbeek
CD&V Brussel – Wetstraat 89 – 1040 Brussel l hab@cdenv.be www.visieopbrussel.be www.cdenv-brusselsparlement.be
BDW 1339 PAGINA 8 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Cultuur > Eind 2012 onhaalbaar, maar initiatiefnemer Claude Diouri geeft het niet op
Bioscoopboot niet voor morgen © STEVEN VANDENBERGH
BEEZ – Zes jaar na de officiële presentatie blijft de bioscoopboot een verroest en onafgewerkt vrachtschip. Privé-intiatiefnemer Claude Diouri verwacht ‘dit of volgend jaar’ geen drijvende bioscoop in het Becodok. “Een uniek project heeft tijd nodig.”
O
p een zonnige zomerdag zes jaar geleden nam Claude Diouri een bus vol perslui en enkele gezagsdragers mee naar een scheepswerf in Châtelet, nabij Charleroi. Diouri, uitbater van de bioscopen Styx en Actor’s Studio, presenteerde daar de Ludmeri, een scheepswrak van 82 meter lang en 8 meter breed. Als die eenmaal is omgebouwd, zouden jaarlijks ruwweg 100.000 bezoekers een nietcommerciële film in een van de drie zalen van Actor’s Boat kunnen meepikken. Zes jaar later is van deze culturele stimulans voor de Brusselse kanaalzone nog weinig terechtgekomen. De Ludmeri ligt intussen aangemeerd bij de scheepswerf Meuse & Sambre in Beez, in de provincie Namen. Dobberend op de Maas vallen vooral roest, afbladderende verf, ontbrekende deuren, kapotte ramen en rondslingerend vuilnis op. Is dit niet het wrak van toen? Diouri: “Nee hoor, een derde van de structuur is aangebracht. Twee derde van de structuur en de afwerking ontbreekt. Het werk ligt nu stil totdat de nodige administratieve stappen ondernomen zijn.” Wat zegt u tegen de critici die u verwijten dat het te traag gaat? “Een uniek project heeft meer tijd nodig dan een project dat
al duizendmaal gedaan is. De coördinatie is heel moeilijk en er zijn veel spelers: privé en publieke sponsors, architecten, ingenieurs, scheepswerf, bedrijven, noem maar op. Vergaderingen, onderhandelingen, adviezen, bestekken, openbare aanbestedingen, vergunningen. En dan is er nog de administratieve traagheid.” Kan de boot tegen eind 2012, zoals havenminister Brigitte Grouwels (CD&V) begin vorig jaar in de commissie Infrastructuur van het Brussels Parlement liet uitschijnen, klaar zijn? Diouri: “Niet voor het eind van dit of volgend jaar. Mevrouw Grouwels zei dat toen er nog geen federale regering was.”
De boot komt er. Althans... Aangezien er toen inderdaad geen federale regering was, beschikte Beliris, het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en het Brussels Gewest, nog niet over de middelen voor de bioscoopboot, zo gaf de minister aan. Pas eind 2011 zag de federale regering het levenslicht. Daarnaast was er ook geen zekerheid dat de booteigenaar, cvba Actor’s River Boat, waarvan Diouri aandeelhouder is, het vereiste geld bijeen kon brengen. Anno 2012 maakt Diouri zich wei-
ADVERTENTIE
Vooralsnog ligt de Ludmeri, waarin ooit misschien films zullen worden vertoond, aangemeerd bij scheepswerf Meuse & Sambre in Beez (prov. Namen).
nig zorgen over de financiering. “De totaalprijs wordt nu op 2.350.000 euro geschat. Door onderhandelingen kan dat op twee miljoen euro uitkomen. Via privé- en publieke sponsors kunnen we het bedrag samenbrengen. De boot komt er.” Bij Beliris, dat 500.000 euro voor het project gereserveerd heeft, valt een ander geluid te horen. Projectverantwoordelijke Cédric Bossut:
“Op papier kon mijnheer Diouri tot nu toe niet aantonen dat hij genoeg geld kan samenbrengen. Zolang die voorwaarde niet vervuld is, geven wij niets. Voorlopig blijft het geld beschikbaar, maar hoelang nog, dat weet ik niet.” Volgens Philippe Vanstapel, woordvoerder van minister Grouwels, die al 50.000 van de begrote 200.000 euro aan het project gaf, blijft de
minister hopen dat het project er komt. “Doordat onze raadgever in het buitenland zit, kan ik geen details geven. Voor we op de eventuele vertraging reageren, willen we eerst grondig bekijken wat de huidige stand van zaken is. We benadrukken wel dat het om een privé-initiatief gaat. Onze investering is, indien nodig, contractueel terug te vordeSteven Vandenbergh ren.”
ADVERTENTIE
Scholengroep BRUSSEL
Scholengroep werft met ingang van
1 september 2012 een HALFTIJDSE
BRUSSEL COMMUNICATIE-
VERANTWOORDELIJKE (m/v) aan
n Diplomavereisten: bachelor of master communicatiewetenschappen. Praktische ervaring in een gelijkaardige job is een pluspunt. n Het gewenste profiel en de functiebeschrijving vindt u op www.scholengroepbrussel.be Kandidaturen, met een motivering en een uitgebreid cv, worden uiterlijk op 20 augustus 2012 per post of via mail gestuurd naar: Peter Luyckx, directeur stafafdeling personeelsbeheer Oudstrijderslaan 200, 1140 Evere sgr8.pers@g-o.be
BDW 1339 PAGINA 9 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
© MARC GYSENS
Mobiliteit > Grouwels en belangengroepering bereiken akkoord
100 taxi’s en twaalf MIVB-busjes BRUSSEL - Vanaf 2013 staan zowel taxi’s als MIVB-busjes ter beschikking van personen met beperkte mobiliteit. Dat zijn Brussels minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) en enkele belangengroeperingen overeengekomen na protest tegen de hervormingsplannen.
Op het speelplein Watermolen in Ukkel tekenen de kleuters deze week cowboys en indianen.
Jeugd > VGC creatief met taalondersteuning
Schooltaal wordt speeltaal UKKEL - De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) steunt ook deze zomer volop de taalstimulering op de speelpleinen. Het grote boek van het speelplein’ moet daarbij helpen. Elk van de acht speelpleinen - vijf voor kleuters vanaf drie jaar en drie voor kinderen van het lager onderwijs - ging deze vakantie met dit Grote boek van het speelplein (GBS) aan de slag. Het is de bedoeling dat de kinderen meermaals per week hun activiteiten, ideeën en ervaringen visualiseren. Dat gebeurt met alles wat effect en kleur kan geven aan de grote bladen van het boek. Volgens VGC-Collegelid voor Jeugd Bruno De Lille (Groen) zet dit boek speelpleinbegeleiders ook aan om zelf activiteiten te organiseren met het oog op taalstimulering. “Speelpleinbegeleiders hebben vaak zeer waardevolle ervaringen. Dit boek geeft hen een kader waarbinnen ze zelf hun eigen ideeën kunnen omzetten in nieuwe taalstimulerende activiteiten.”
Nederlands als speeltaal Op het speelplein Watermolen in Ukkel tekenen de kleuters deze week cowboys en indianen. Dat is het thema van de vijfde en zesde vakantieweek. Daarbij verzinnen ze verhaaltjes, zoeken ze woorden, maken ze associaties, allemaal in het Nederlands. Pedagoge Jana Struys is een van de twee speelpleincoaches die deze zomer bij de VGC aan de slag zijn en legt uit hoe dit initiatief wordt begeleid: “Eén keer per week komt een verklede jury langs. Die bekijkt het boek en geeft een stempel als de kinderen het goed hebben gedaan. Vier stempels geven recht op een feestkoffer. Daar hebben ze vorige week een feestje mee gebouwd.” Alle kinderen die hier komen, gaan naar een Nederlandstalige school. Dat is een van de voorwaarden om zich te kunnen inschrijven. Volgens De Lille is de school vaak de enige plek waar deze kinderen Nederlands spreken. Hoofdanimatrice Natacha De Niel weet dat slechts één van de vijftig kleuters op dit Ukkelse speelplein Nederlands
als moedertaal heeft. Volgens Marianne Swerts, jeugdconsulente vakantiebeleid en speelpleinen bij de VGC, variëren deze cijfers van speelplein tot speelplein. Tijdens vakantieperiodes gaat de opgebouwde taalkennis vaak verloren, en dat willen deze speelpleinen tegengaan. Twee jaar geleden investeerden de VGC-speelpleinen ook al in een taalstimulerend project met de ‘taalkoffers’: koffers met verschillende spelletjes die kinderen op een speelse manier in aanraking laten komen met het Nederlands. Het GBS ligt in dezelfde lijn.
Tips tot taalstimulering Volgens Struys wordt taalstimulering ook dit jaar positief aangepakt. “Het is de bedoeling om via spel de taal te laten leven, en de Nederlandse taal ook meer functioneel te gaan gebruiken.” Als speelpleincoach zit Struys tussen de dagelijkse werking en de administratie in. Ze stimuleert de animatoren om constructief met taalverwerving om te gaan. Daarvoor gebruikt ze pedagogische en taalkundige methodes. “Als een kind een verkeerde zinsconstructie gebruikt, of een woord in het Frans zegt, is het veel beter om de juiste formulering ‘terug te kaatsen’, dan om het kind telkens te gaan verbeteren. Dat is beter voor het vertrouwen, en het kind pikt dhet ook veel vlugger op. Verder is herhaling het ordewoord, en proberen de animatoren zo veel mogelijk met handen en voeten uit te leggen.” De acht speelpleinen zijn deze zomer helemaal volgeboekt. Volgens Swerts komen niet alle ingeschrevenen opdagen, hoewel ze wel allemaal betaald hebben. “Dan bellen we de wachtlijst op.” Deelname aan het speelplein kost vier euro per dag, of zeventien euro per week. Gezinnen met een omniostatuut (gezinnen met een beperkt bruto belastbaar inkomen kunnen dit aanvragen, nvdr.), betalen respectievelijk één en vijf euro. Ook elk derde kind van hetzelfde gezin dat zich inschrijft en broertjes en zusjes van speelpleinmedewerkers genieten dit voordeeltarief. Tuur De Moor
In het voorjaar 2012 wilde de Brusselse regering na een principeakkoord de MIVBbusdienst voor gehandicaptenvervoer afschaffen en vervangen door een systeem van aangepaste taxi’s. Dat was niet naar de zin van enkele organisaties, zoals het CAWaB, het Waals-Brusselse comité voor personen met beperkte mobiliteit. Zij vreesden dat de voor hen broodnodige begeleiding en vertrouwensband met de chauffeurs weg zou vallen als hun mobiliteit verzorgd zou worden door anonieme taxibedrijven. Er werd dan ook aangedrongen op behoud van de achttien MIVB-bussen. Grouwels vond dat die omvorming nodig was om financiële en praktische redenen en omdat er capaciteitsproblemen waren, maar luisterde toch naar de grieven. Voor het zomerreces kwam dan de oplossing dat er begin 2013 een gemengd systeem komt in plaats van volledige privatisering. De
bussen kunnen worden ingezet wanneer verschillende mensen hetzelfde traject afleggen of als er mensen met zeer beperkte mobiliteit moeten reizen. De taxi’s kunnen gebruikt worden door individuele reizigers die mobieler zijn. Grouwels benadrukt dat de prijs voor vervoer hetzelfde blijft: 1,7 euro per enkele rit. Voor haar administratie betekent het een besparing van 700.000 euro. Miguel Gerez van CAWaB juicht het compromis toe, maar zegt dat er nog werk aan de winkel is. “Idealiter blijven er vijftien bussen in roulatie, omdat we vrezen dat twaalf niet zullen volstaan. En we vragen dat de MIVB, die alle transport zal regelen, ook rekening houdt met de kleinere taxibedrijven, die vaak een betere service bieden.” Gerez vindt eveneens dat de rolstoelvriendelijkheid van de algehele MIVB nog sterk voor verbetering vatbaar is. “Meer dan 60 procent van de bussen is uitgerust om rolstoelgebruikers aan boord te laten, maar in de praktijk blijkt dat haast geen enkele chauffeur ons wil meenemen, vaak omdat ze niet weten hoe de laadplatformen te gebruiken. Dat verdient toch de aandacht van de minister.” Christophe Degreef
XP@Join the City Ad Agenda 128x178:Layout 1 ADVERTENTIE
6/25/12
3:57 PM
Page 1
BDW REGIO
BDW 1339 PAGINA 10 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Deze Week op de Louizalaan > Oorlogsheld Jean de Selys Longchamps en zijn verkommerde perkje
Het is niet al goud wat er blinkt De Motlaan, aan het kruispunt met de Louizalaan. De vliegenier mikt met grote precisie, en minder dan een halve minuut later trekt hij op, zet weer koers naar de basis en gooit bij het verlaten van Brussel nog een Belgische vlag uit. Zijn aanval doodde enkele belangrijke Gestapo-officieren. De vele gevangenen die in de kelders van het gebouw zaten bleven ongedeerd. De Selys Longchamps mikte zo goed dat hij geen enkel aanpalend gebouw schade toebracht. Zijn daad was die januaridagen the talk of the town en krikte het moreel van de samenleving op, tijdens die koude dagen in de oorlog. De vliegenier werd vanwege zijn solodaad wel gedegradeerd. Maar op zijn 31ste verjaardag kreeg hij alsnog het Distuinguished Flying Cross, een belangrijke Britse onderscheiding. Lang kon hij er niet van genieten, want hij kwam in augustus 1943 om het leven toen hij met zijn vliegtuig neerstortte.
Slecht gerenoveerd
Een achtergelaten bumper getuigt van een recent ongeval bij De Selys Longchamps’ perkje.
BRUSSEL - Het standbeeld van oorlogsheld Jean de Selys Longchamps glimt van het goud, maar het perkje rondom het gouden hoofd is in vreselijk slechte staat. Dat het verwaarloos werd, dankt het ook aan zijn onconventionele ligging: in het midden van de Louizalaan, waar voetgangers nooit komen. Auto’s daarentegen... Sic transit gloria mundi. Zo vergaat ’s werelds roem. Het zou bij de oplettende voorbijganger kunnen opkomen als hij of zij langs het standbeeld van baron Jean de Selys Longchamps loopt. Misschien niet echt vanwege het standbeeld - het vliegeniershoofd glimt van het bladgoud -, maar wel na een blik op het kleine perkje eromheen. Zoals u ziet op de foto hierboven is dat in niet erg goede staat. Het arduin dat het gazonnetje rond het standbeeld afzoomt wordt gebruikt door skateboarders, en sommige automobilisten gebruiken het om hun snelheid bij te schaven. Met alle gevolgen van dien, zoals losliggende bumpers die het perkje opleuken. Jean de Selys Longchamps werd op 31 mei 1912 geboren te Brussel. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, nam de telg uit het adellijke geslacht dienst in het Belgi-
sche leger, waar hij achttien dagen lang tegen de oprukkende Duitsers vocht. Toen België eind mei 1940 capituleerde, sloeg hij op de vlucht. Na enkele omzwervingen in onder meer de Pyreneeën en Marokko die op zich al genoeg stof zouden opleveren voor een stevige avonturenfilm, belandde hij uiteindelijk in het Verenigd Koninkrijk, waar hij dienst nam als vliegenier bij de Royal Air Force, hoewel hij daar eigenlijk al te oud voor was.
Solo Het bekendst werd hij door zijn aanval op het Gestapo-gebouw in Brussel in het midden van de oorlog. Die aanval op het hoofdkwartier van de toenmalige nazi-inlichtingendienst is ook de reden waarom hij een standbeeld kreeg op de Louizalaan, tegenover nummer 453, het toenmalige hoofdkwartier.
In de vroege ochtend van 20 januari 1943 stijgt Jean de Selys Longchamps op het vliegveld van Manston in het Verenigd Koninkrijk op om samen met zijn compagnon André Blanco enkele bombardementen op Duitse treinstellen in
© SASKIA VANDERSTICHELE
op de hoogte van Gestapo-gruwelen die plaatsvinden op de Louizalaan 453, en dus zet hij koers naar Brussel. Daar aangekomen wordt hij slechts opgemerkt door enkele vroege wandelaars, maar niet door de Duitsers. Jean zwenkt enkele keren uitdagend over het Jubelpark en koerst vervolgens naar het zuiden. Boven Watermaal-Bosvoorde neemt hij een wijde bocht en dwingt hij zijn Hawker Typhoon in de richting van de brede
De vliegenier mikte met grote precisie; geen enkel gebouw naast het Gestapo-hoofdkwartier werd geraakt tijdens zijn raid in 1943 Gent en Kortrijk uit te voeren. Blanco vliegt na die raids terug naar de Engelse basis, maar Jean heeft andere plannen, die hij alleen wil uitvoeren. Door verzetskranten is hij
De Motlaan aan de abdij van Ter Kameren. Hij neemt gas terug en vuurt zijn boordgeschut leeg op het hoofdkwartier van de gehate Gestapo. Dat ligt namelijk in het verlengde van de
In 1992 kreeg De Selys Longchamps een standbeeld van de hand van de Brusselse beeldhouwer Paul Boedts. Boedts is op de hoogte van de slechte staat van het perkje, maar wijst erop dat het standbeeld zelf in goede staat is. “Dat werd nog niet zo lang geleden opnieuw voorzien van een laagje bladgoud.” Inge Paemen van Mobiel Brussel, de gewestelijke administratie Openbare Werken, die het standbeeld onderhoudt, zegt dat het perkje rond het beeld in de maand juni nog werd gerenoveerd na een autoongeval. “Die werkzaamheden zijn echter slecht uitgevoerd, waardoor de aannemer besloten heeft ze over te doen. Maar het is bouwvakantie, dus het zal voor in augustus zijn.” Paemen zegt dat er ondertussen nog een tweede auto-ongeval is gebeurd, wat de staat van het afbrokkelende arduin niet ten goede komt. Selys de Longchamps intussen ziet het met lede ogen aan. Afgezien van een bekommerde journalist zijn er niet veel mensen op de hoogte van het bestaan van het perkje. “Jean wie?” klonk het op een kabinet, toen we op zoek waren naar een verantwoordelijke. Alleen de auto’s van de Louizalaan zien Jean uiteindelijk staan. En botsen op onze held. Was hij nog in leven, hij zou wellicht kunnen denken: “En dat heet dan vooruitgang?” Christophe Degreef
BDW 1339 PAGINA 11 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
© Saskia Vanderstichele
Jette > Voor de zesde keer: de Jetse Floraliën
Kerk in de bloemetjes tijdens jaarmarkt JETTE – Ter gelegenheid van de Jetse jaarmarkt op 27 augustus 2012 zal de Sint-Pieterskerk aan het vernieuwde Kardinaal Mercierplein van vrijdag 24 augustus tot en met zondag 2 september uitbundig versierd worden met bloemen. De zesde editie van de Jetse Floraliën is georganiseerd in samenwerking met de Koninklijke Unie van de Floristen van België en Musica Cultura Jette. De eerste vier dagen is de bloemen-
Dit voormalige clubhuis van de Spaanse vriendenvereniging wordt de nieuwe stek van de Nederlandstalige bibliotheek van Koekelberg.
Koekelberg > Boekelberg, Boekenkorf of ...
Bibliotheek op zoek naar nieuwe naam
tentoonstelling (gratis) toegankelijk van 14 tot 24 u, daarna van 14 tot 18 u. De expo in de kerk wordt geopend met een speciaal bloemenconcert van de Koninklijke Filharmonie Jette, op donderdagavond 23 augustus. Kaartjes kosten vijf euro. Bettina Hubo Info: www.kerkjette.be
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer
Vanaf september krijgt de gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek van Koekelberg onderdak op nummer 63 van de Sint-Annakerkstraat. Deze nieuwe locatie is groter en biedt ook plaats aan een lees- en studiezaal, computers, tentoonstellingen en andere activiteiten. Bij een nieuwe stek hoort een nieuwe naam. Daarom roept de bieb de bezoekers en andere Koekelbergenaren op om voorstellen te doen. Zelf schuift ze
ook enkele suggesties naar voren: Boekelberg, De Boekenkorf, Bib Bib Hoera of toch maar gewoon Gemeentelijke Bibliotheek Koekelberg. Wie zich in de naamkeuze wil mengen, kan een mail sturen naar ndefour@koekelberg.irisnet.be. Om de verhuizing mogelijk te maken is de bieb nog gesloten tot eind augustus. Begin september gaat ze open op de nieuwe locatie. Bettina Hubo
Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
SINT-GILLIS > HORTAPAND VERHUURD ALS FOTOGALERIE
Chinezen in het Hôtel Winssinger
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G����� ADVERTENTIE
TELEXREGIO
De kunstgalerie Paris-Beijing Gallery neemt zijn intrek in het voormalige Hôtel Winssinger. Vanaf medio oktober zullen er een dertigtal Aziatische fotografen-artiesten van de nieuwe generatie worden geëxposeerd, onder wie Zhang Huan en Ai Weiwei (beiden door vroegere tentoonstellingen al bekend in Brussel), Rong Rong en de Goa Brothers. Het artnouveaupand in de Munthofstraat 66 werd voor ingenieur Camille Winssinger gebouwd door Victor Horta (1861-1947). Het onderging ingrijpende transformaties in de loop van de tijd. Lange tijd werd het als kantoor ingericht voor de verzekeringsgroep
De Belgische Leeuw. In 2004 kocht een vastgoedmakelaar het Winssingerhuis en begon met een restauratie, deels onder expertise van Horta-specialiste Barbara van der Wee. De trap, de hal en de tussenverdieping zijn inmiddels beschermd (2007). Het Brusselse gewest stak al 770.000 euro subsidie toe; een aanvraag voor een extra 300.000 euro loopt nog. Als die toegekend wordt, dan zou het Hôtel Winssinger al meer krijgen dan het Hortahuis zelf, aldus De Standaard. De internationale Paris-Beijing Gallery huurt het huis. Jean-Marie Binst
Manu de rons (open vld) terug van weggeweest BRUSSEL - Manu De Rons staat op de lijst MR-Open VLD in Brussel-stad. De voormalige schepen van Vlaamse Aangelegenheden ruilde zes jaar geleden Neder-Over-Heembeek voor Kasterlee, de parel van de Kempen. De Rons is er 67 en steunt Open VLD-boegbeeld van de stad Brussel Els Ampe. De Rons heeft indertijd de restauratie van de KVS bespoedigd.
facebookgroep tegen tram 62 SCHAARBEEK - De buurt rond het Weldoenersplein is een facebookpetitie begonnen tegen het lawaai veroorzaakt door tram 62. Burgemeester Bernard Clerfayt (FDF) overweegt zelfs de tram te verbieden. Op de lijn, die voor een groot deel door bedrijfszones rijdt, zet de vervoersmaatschappij MIVB de verouDV derde T2000 in. De MIVB is zich bewust van het probleem en zoekt naar een oplossing.
BDW 1339 PAGINA 12 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
turele organisaties te kunnen genieten van een visionair en geïntegreerd cultureel beleid eerder dan te grabbelen in potjes her en der? En kan je het eigenlijk maken dat een stad diensten verleent of financiële ondersteuning biedt à la tête du client? Is het ook niet zo dat een Nederlandstalige organisatie dezelfde zorgen deelt als een Franstalige als het er bijvoorbeeld op aankomt kwalitatief over je culturele activiteiten te communiceren via de kanalen van de gemeente? Ook andere burgers dan de Nederlandstaligen stellen zich vragen over de efficiëntie van de communicatiekanalen, of hoe tal van evenementen of zogenaamd culturele activiteiten in de publieke ruimte niet beter met wat meer respect voor de bewoners georganiseerd kunnen worden. De vraag of de stad überhaupt als culturele organisator moet optreden klinkt ook wel eens luider en luider over de (taal)grenzen heen. En hoeveel cultureel geld zou er zoal stromen naar evenementen die we eerder tot de citymarketing rekenen: Brussel Bad, de draak Winterpret, Summer Festival?
“Hoeveel voor cultuur bestemd geld zou er zoal stromen naar evenementen die we eerder tot de citymarketing rekenen: Brussel Bad, de draak Winterpret, Summer Festival?”
© DIETER TELEMANS
Cultuur > Tegen de versnippering
Een gedeeld cultuurbeleidsplan voor de stad Brussel BRUSSEL – In de aanloop naar de komende gemeenteraadsverkiezingen vindt de Cultuurraad het hoog tijd een visie op cultuurbeleid in de Stad Brussel te ontwikkelen. Kan de Cultuurraad hier in de toekomst een rol in spelen?
BDWOPINIE De Cultuurraad werd in 2008 opgericht als adviesorgaan voor het stadsbestuur. De oprichting van deze raad volgde enerzijds uit de beslissing van de stad om in het decreet lokaal cultuurbeleid van de Vlaamse Gemeenschap te stappen, en anderzijds uit het beleidsplan met een verbeterde communicatie tussen stad en cultureel middenveld als strategische doelstelling. Meesleutelend aan het samenleven van de verschillende gemeenschappen in deze stad, werd ook de Cultuurraad geconfronteerd met de gevolgen van de institutionele hervormingen die een soms hinderlijke druk leggen op de wens van het werkveld – grote cultuurhuizen evenals de gemeenschapsraden en de vele culturele verenigingen - om
samen met het politiek bestuur en de bijbehorende administraties een stedelijk cultuurbeleid te voeren. In het federale België is cultuur een gemeenschapsmaterie. De opsplitsing geldt voor de gemeenschappen, in Brussel voor de gemeenschapscommissies. Voor gemeenten geldt er geen regelgeving. Brussel heeft gekozen voor een tweetalige culturele dienst, een schepen voor cultuur en een schepen voor Vlaamse Aangelegenheden, die in specifiek Nederlandstalige dossiers bevoegd is. De Nederlandstalige culturele sector laat zich leiden door de decreten van de Vlaamse Gemeenschap, de Franstalige culturele sector wordt aangestuurd door de decreten van de Franse Gemeenschap. In die context is het moeilijk om een stedelijk cultuurbeleid uit te bouwen waarin de verschillende cultuurgemeenschappen zich thuis voelen.
Anne-Sophie Van Neste.
Nu stelt de Cultuurraad voor om in dialoog, over de cultuurgemeenschappen en mogelijke grenzen heen, de handen in elkaar te slaan en samen een stedelijk cultuurbeleid uit te bouwen dat tot stand kan komen door overleg tussen de culturele sector, de administratie en de politiek verantwoordelijken die het vanaf 2013 voor het zeggen hebben. Dit cultuurbeleidsplan voor de stad zal en moet dan het resultaat worden van een breed participatietraject waaraan in dialoog en met respect voor Nederlands-, Frans- en anderstalige burgers en culturele organisa-
ties politici, administratie en cultureel middenveld meewerken. In deze belangrijkste beleidsaanbeveling volgt de Cultuurraad als overlegorgaan tussen stadsbestuur en de culturele sector de logica van het (Vlaamse) decreet lokaal cultuurbeleid. Maar daar blijft het dan bij, want om de werking van een nieuwe cultuurraad te continueren is het absoluut noodzakelijk een Franstalig broertje of zusje erbij te krijgen. Naar analogie van het BrusselsKunstenOverleg en RéseaudesartsBruxelles - een ‘zuiver’ cultureel netwerk dat enkele jaren geleden een cultuurplan voor Brussel lanceerde - kunnen beide Nederlandstalige en Franstalige adviesraden vertrekken van de eigen werksituatie en dan gezamenlijk optreden als stedelijke adviesraad. Is het niet veel efficiënter wanneer een bepaalde wijkwerking cultureel ondersteund wordt door de stad vanuit een globale visie waarin sociaal, jeugd- en sportbeleid, om maar iets te noemen, ook geïntegreerd worden dan alleen te kunnen profiteren van het potje ‘Vlaamse aangelegenheden‘? Het zou toch ook een meerwaarde zijn voor cul-
“Culturele organisaties zouden beter kunnen werken binnen een visionair en geïntegreerd cultuurbeleid, eerder dan te moeten grabbelen in potjes her en der” Graag pleit de Cultuurraad voor een gezamenlijke aanpak en beter overleg tussen sector en stad om een betere spreiding van de culturele activiteiten en een gediversifieerder aanbod te verwezenlijken. Ook hier lijkt het de Cultuurraad zinvol grensoverschrijdende partners te hebben die de stad zouden aanbevelen haar rol als culturele organisator opnieuw te definiëren. Begin deze zomer presenteerde de Cultuurraad deze beleidsaanbevelingen aan het College . Dit resultaat van de werkzaamheden en denkpistes in de Cultuurraad wordt gedragen door een breed samengaan van culturele actoren op het grondgebied van de stad. In de voltallige Brusselse Cultuurraad zetelen Zinneke zowel als gemeenschapsentra, Passa Porta, Kaaitheater en andere cultuurhuizen en –verenigingen, al of niet plaatselijk actief. Samen verwachten we van de verschillende politieke partijen dat ze dit mee oppikken wanneer er over het volgende bestuursakkoord onderhandeld zal worden. Misschien zal zo’n gedeeld cultuurbeleidsplan ook inspirerend werken in andere Brusselse gemeenten waar een adviesraad ageert. In Brussel moet dit alvast zeker kunnen ! Anne-Sophie Van Neste, voorzitter Cultuurraad
BDW 1339 PAGINA 13 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be Filosofen
Regelmatig contacteer ik de stadsreinigingsdiensten van Brussel (stad én regio, want het is niet altijd duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is, wat de rol is van de stad, welke die van het gewest, enzovoort. Ook is de onderlinge communicatie tussen die diensten blijkbaar nog steeds erbarmelijk, voor zover zij al bestaat). Het resultaat van mijn verzoeken om bepaalde plaatsen in de stad waar ik voorbij fiets schoon te maken, is maar zelden positief. Als bewijs hiervan enkele ‘leuke’ sfeerbeelden van de staat waarin de vuilnisbakken en de parkjes rondom de brug van Laken zich bevinden op 1 augustus 2012. Ik rijd hier dagelijks met de fiets voorbij en kan u verzekeren dat dit geen uitzonderlijke situatie is, maar dat deze vieze boel daar al minstens zes maanden aan het aangroeien is. De foto’s zijn genomen van op het fiets-/voetpad; ik heb me echt niet moeten inspannen om naar deze beelden te zoeken. Pendelaars en bezoekers krijgen dan ook een heel typisch Brussels zicht op deze mooie stortplaatsen voorgeschoteld bij het binnenrijden van de stad. Ook het (prachtige) monument voor de Arbeid van Constantin Meunier, dat aan deze brug ligt, wordt niet gespaard van dit soort decoratie. Het is me niet meer duidelijk of (en hoe) een of andere bevoegde schepen, minister, of wakkere vuilnisophaler op dit schandaal kan worden gewezen. Mevrouw Lalieux, Mijnheer Kir, hebben jullie een goed idee misschien? Wie weet. Of misschien kennen jullie links of rechts wel iemand die het hele onfrisse zootje zou willen opruimen? Tenzij het een kunstwerk is; in dat geval excuseer ik me, ik had het niet herkend als kunstwerk (en in dat geval richt ik mijn pijlen uiteraard op de verkeerde diensten).
Dat ieder zijn eigen mening heeft over eender welk onderwerp is een typisch eigentijds fenomeen geworden, zoals iedere supporter een eigen mening heeft over trainer, voetballers en de toe te passen tactiek. Ook filosofen hebben een eigen mening, zowel over dezelfde onderwerpen als over verschillende onderwerpen. Sommige filosofen hebben de neiging om hun ideeën en standpunten een praktische, utilitaire wending te geven. Alzo schuimt Bernard-Henri Lévy alle slagvelden en burgeroorlogen af om vervolgens politici te kunnen beïnvloeden (of er minstens een boek te kunnen over publiceren). Philippe Van Parijs pakt weliswaar zachtere onderwerpen aan, meestal in zijn onmiddellijke habitat, zoals zijn PicNic’s op een autovrije Anspachlaan tegen de Brusselse mobiliteitsproblemen. Zo gaat hij ook prat te hebben geijverd voor fietspaden in de Wetstraat. Akkoord, deze zijn er nu, maar hoe werden die opgevat, aangelegd, en in welke toestand bevinden die zich momenteel? Beide fietspaden in de Wetstraat - en op zoveel andere plaatsen in Brussel - zijn levensgevaarlijk. Dat aldaar niet méér ongevallen gebeuren is een mysterie. Het Brusselse probleem is niet alleen de fietspaden of de voetpaden, het is van algemene en structurele aard doordat de beslissingsbevoegdheden in verdeelde slagorde aantreden, en dan nog dikwijls tegen mekaar op. Zoals iedereen kunnen ook filosofen zich vergissen. Volgens Van Parijs zouden er te veel fietsers de fietspaden van de Wetstraat gebruiken (!). Er is geen teveel aan fietsers, het is de combinatie autoverkeer met tussenin onbeschermde fietspaden naast voetpaden; naar analogie met Nederlandse normen is deze combinatie gewoonweg een miskleun! Deze fiets-en wandelaccomodatie is als een prototype van onaangepaste mobiliteit. In Nederland worden de verantwoordelijke aanleggers in gelijkaardige omstandigheden voorzeker niet getrakteerd op een picknick... Eens het nieuw er af was het te verwachten dat de publieke opkomst voor de picknicks vlug sterk zou afnemen. Eens te meer een filosofisch misverstand om maandenlang weekend-picknicks in te richten, in plaats van met de deelnemers praktische initiatieven te treffen die reële oplossingen kunnen regelen op talloze plaatsen waar onder andere de accomodaties voor de fietsers onvoldoende zijn. Niets belet dat in die omstandigheden er een lokale picknick wordt georganiseerd. Jonas Wille, Oudergem
© WIM VAN MOL
Zootje
Nederbelgen Fijn, dat jullie de berichtgeving over de Nederbelgen (BDW 1335 en 1337) nog even hebben gecorrigeerd. Bij het lezen van dat artikel begon ik al aan mezelf te twijfelen. Ik heb me als Nederbelg gemeld bij de Nederlandse ambassade. Daar werd mij verteld dat ze geen lijst met Nederlanders in de verstrooiing bijhouden. Ik heb nog gevraagd wat ze doen bij bijvoorbeeld een terroristische aanslag. De kans daarop is in België verwaarloosbaar, zei de man achter het loket. Ik heb de discussie toen maar opgegeven. Diezelfde middag vermoordde de heer Breivik 77 mensen in een ander net buurland. Hans van Veen, Sint-Lambrechts-Woluwe
Muntplein
Wim Van Mol, Neder-Over-Heembeek
Ik wou graag reageren op het heraangelegde Muntplein: Geen spatje groen op te bekennen! Hoe is dit anno 2012 nog mogelijk?!?!?! Ik zie het Schweitzerplein in Sint-Agatha-Berchem dezelfde kant opgaan (nog een sprankeltje hoop leeft: het is nog niet af ). Wordt het Rogierplein het volgende slachtoffer? Katrien de Pauw, Jette
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Topsport door Anne Brumagne Eén bronzen medaille voor Vlaanderen, voor Evi Van Acker. En één bronzen en één zilveren voor de Franse Gemeenschap, voor respectievelijk Charline Van Snick en Lionel Cox. Dat was althans de (magere) Olympische oogst maandagavond na de teleurstellende individuele race van de gebroeders Borlée. Reken maar dat aan weerszijden van de taalgrens de Belgische medaille-oogst netjes wordt opgesplitst in Vlaamse en Franstalige trofeeën. Politici kijken met argusogen naar de ‘eigen’ prestaties en die van de ‘andere’ kant, want de medailles heten ook af te stralen op degenen die het sportbeleid uittekenen. Na de medaille voor Lionel Cox vorige vrijdag liet André Antoine (CDH), minister van Sport van de Franse Gemeenschap, weten dat de tweede Franstalige medaille binnen was. Waarna Philippe Muyters (N-VA), zijn Vlaamse evenknie, de voorspelbare vraag kreeg voorgeschoteld waarom Vlaamse prestaties uitbleven. Overigens werden er ook uit Brusselse kabinetten meteen na Cox’ zege felicitaties verstuurd. De karabijnschieter is dan wel een Luikenaar, hij werkt als arbeidsinspecteur voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Cox had toch maar mooi een flexibele uurregeling gekregen zodat hij als amateur de tijd kreeg om te trainen. (Sinds vrijdag weten we dankzij minister-president Kris Peeters (CD&V) ook dat van de 75 jumpingpaarden op de Spelen er zestien Belgisch gefokt zijn, en liefst veertien in Vlaanderen!) Na de Spelen zullen weer lange evaluatiesessies plaatsvinden over de (te geringe?) prestaties. Als er dan actieplannen worden gesmeed voor de toekomst, dan hopelijk ook over hoe de twee gemeenschappen, die al een samenwerkingsakkoord inzake topsportbeleid hebben, nog beter kunnen samenwerken. Al was het maar omdat de bedragen die ze ieder apart ter beschikking hebben maar een fractie vormen van de massa’s geld die er in het voetbal omgaan. Maar zonder een uitmuntend ‘sport voor allen’-beleid teken je geen topsportbeleid uit, bezweren commentatoren, die met afgunst naar de Deense medaille-oogst kijken. Zeker Brussel met zijn vele jongeren zou erbij gebaat zijn dat ook dat ‘sport voor allen’-beleid van de twee gemeenschappen, de gemeenten en het gewest naadloos op elkaar aansluiten. En dan niet alleen om een kweekvijver voor topsporttalent te creëren. Ook omdat een goed sportaanbod, met een degelijke begeleiding en infrastructuur, veel meer dan we vaak beseffen mee een antwoord kan bieden op de grote maatschappelijke uitdagingen in deze stad.
EVA HILHORST
BDW 1339 PAGINA 14 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Beursschouwburg focust op thema’s BRUSSEL - Het nieuwe cultuurseizoen is voor de Beursschouwburg het eerste dat wordt geprogrammeerd door zijn nieuwe artistiek leider, Tom Bonte (33). In het nieuwe programma ligt de nadruk minder op festivals en wordt er gefocust op thema’s. Bonte nam in april de fakkel over van Cis Bierinckx, die de Beursschouwburg zes jaar leidde. Eerder programmeerde Bonter dans en theater in deSingel en De Vooruit. Hij wil de schouwburg nadrukkelijk profileren als een plek voor podiumkunsten, zonder daarbij de andere genres en hybride vormen te vergeten. Daarin past ook de komst van nog twee nieuwe programmatoren: Helena Kritis voor video, film en beeldende kunst, Vincent Tetaert voor het muziekprogramma. In het nieuwe seizoen gaat de Beursschouwburg werken met multidisciplinaire ‘programmafocussen’ van een maand of twee rondom bepaalde thema’s of het werk van een bepaalde artiest. De eerste focus, ‘I Fail Good’, is een lange ode aan het falen en loopt vanaf 5 oktober, met in het openingsweekend onder meer performances, een concert van Manngold ft. Peter Vermeersch, een taartenwedstrijd en een tentoonstelling. De twee volgende focussen zijn voor het voorjaar. Verder loopt het filmprogramma door, met DocHouse één keer per maand op woensdag, net als Soundbits, en het terrasprogramma Out Loud! De wekelijkse gratis S.H.O.W.-concerten hebben op woensdag plaats in het Beurskafee, dat vanaf 5 oktober weer van woensdag tot zaterdag open zal zijn en van scenografe Evy van Hövell tot Westerflier een kleine make-over kreeg. Uiteraard blijft er in het programma ook plaats voor gewone projecten en -concerten. Zo is de Beursschouwburg al even open op de Autoloze zondag van 16 september. De Car Free Zen-Day belooft een slow food-ontbijt, kennismaking met tai chi, concerten, ‘De Kortste Tijdrit ter Wereld’, en vertoningen van de op internet druk bekeken fietsfilm Brussels Express. MB 02-550.03.50, A. Ortsstraat 20-28, Brussel, www.beursschouwburg.be. ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK Cultuur > Paul Dujardin over tien jaar vernieuwing in het PSK
‘Nog maar net begonnen’ BRUSSEL - Tien jaar geleden veranderde het Paleis voor Schone Kunsten van structuur. Van een zootje receptief werkende vzw’tjes die onder één dak hun ding deden, werd de federale instelling een ingrijpend gerenoveerd en vervolgens drukbezocht productiehuis onder leiding van algemeen directeur Paul Dujardin.
P
aul Dujardin heeft niet bepaald de reputatie bij de pakken neer te blijven zitten. Een interview met hem heeft veel weg van een bevlogen monoloog waarin kleine ervaringen en grote visies op een boeiende manier met elkaar in verband worden gebracht. Maar eerst even de droge feiten en cijfers. Hoe staat BOZAR er tien jaar later voor? Paul Dujardin: “We staan nu waar Gerard Mortier stond na het einde van zijn mandaat bij de Muntschouwburg. Er is al veel gerealiseerd, maar we zijn ook nog maar pas begonnen.” “In 2010 hebben we hier 1,3 miljoen bezoekers over de vloer gehad, van wie er 900.000 kwamen voor een van de te betalen evenementen. Het ultieme streefcijfer van 1,5 miljoen bezoekers per jaar komt dus in zicht, en de tijd van 300.000 bezoekers per jaar is lang voorbij. Dat doen we dit jaar met zo’n 31 miljoen euro, waarvan 18 miljoen gaat naar het gebouw, de 400 medewerkers en de administratie. Een monument als het Paleis voor Schone Kunsten beheren kost handen vol geld. Van de federale overheid krijgen we hiervoor structureel 12,38 miljoen. Maar daarmee is dan nog altijd geen enkele activiteit geprogrammeerd. De Vlaamse en Franse gemeenschap dragen projectsubsidies bij. Onze structurele kosten liggen hoog, maar BOZAR werkt niet enkel voor eigen winkel. Partners en coproducenten maken het artistieke programma mee mogelijk. Hun investering raamden we vorig jaar op 16,6 miljoen, een bedrag dat nog eens boven op de 31 miljoen komt. De verhouding tussen subsidies en eigen inkomsten is bij ons omgekeerd evenredig in vergelijking met de klassieke gesubsidieerde kunstinstellingen van ons land. Voor een stad die nog te weinig inzet op citymarketing is dat niet slecht, maar we kunnen ons programma ook alleen maar waarmaken omdat Brussel de hoofdstad van Europa is.”
Daarom is Europa ook een van uw en van BOZARs stokpaardjes. Dujardin: “BOZAR moet lokaal de stedelijke gemeenschap ondersteunen, gewestelijk de grenzen overstijgen, solidariteit betuigen aan de natie, én het verhaal vertellen van een open Europa met banden in het oosten en de me-
diterrane wereld. Onze ouders hebben Europa gemaakt, maar ik heb de indruk dat we het een beetje aan het verliezen zijn omdat we het niet meer kennen. De economische crisis zet het Europese project onder druk, maar eigenlijk is Europa al veertig jaar in crisis en elders in de wereld kijken mensen nog altijd gefascineerd naar ons model. Ook cultureel is er nog een groot potentieel, maar dan moeten we wel de typerende Europese diversiteit koesteren.” “Vlaanderen is soms bang voor die diversiteit, maar BOZAR moet die toch durven te tonen. Europa is immers nooit monocultureel geweest. Onlangs werd ik thuis uitgenodigd bij een Turkse familie handelaars, waar de hele joodse lobby rond de Koningin Elisabethwedstrijd bij elkaar bleek te zitten. Een familie die in de zestiende eeuw uit Portugal verdreven was en nu nog altijd in Turkije woont. Het verhaal van dat soort migraties en vermenging vergeten we te snel.” Vlaanderen hoopt op een Europese islam bij een middenklasse die culturele huizen als het uwe komen bezoeken. Daar is dus sprake van? Dujardin: “Natuurlijk. Al heeft de migratie wel veel ongeschoolde mensen uit afgelegen regio’s naar hier gebracht. Veel van die mensen proberen te overleven, maar er groeit ook een middenklasse, dat zie je in de politieke partijen of in het onderwijs. Om die gemeenschappen aan te spreken heb je wel een lokale werking nodig die steunt op mensen die hen kennen. Ik betreur dat het Marokkaans Huis in Brussel zo moeilijk van de grond komt en dat het Zuiderpershuis in Antwerpen bij de Vlaamse subsidieronde uit de boot viel. Wat ook de redenen daarvoor zijn, je hebt een voldoende grote kritische massa nodig om mee samen te werken. Bij ons is programmator Tony Van der Eecken al jaren bekend in die gemeenschappen. In 2010 is hij erin geslaagd om alle Congolese etnieën die in Brussel vertegenwoordigd zijn samen op het podium te krijgen. Zonder messen. We hadden wel metaaldetectoren aan de ingang, maar al die politieke en ideologische strekkingen hebben hun strijd ook niet in het park uitgevochten – al hebben we dat laatste ook al wel eens meegemaakt. Er is in die gemeenschappen
nationalisme en racisme aanwezig, maar ook veel klassieke cultuur. Zo waren we bezig met een groot project over Egypte voor deze herfst, maar door de politieke situatie ginder moeten we dat uitstellen.” Nu opent het nieuwe seizoen met een grote Permeke-tentoonstelling. Dujardin: “Niet uit conservatisme, want Permeke was niet zo conservatief en we contextualiseren zijn werk met dat van twee sterke hedendaagse figuren, Marlene Dumas en Thierry De Cordier, die met nieuw werk komt dat maatschappelijke, ideologische en religieuze vragen durft te stellen. Kijk naar zijn prachtige schilderij ‘Nada’ in Sint-Baafs op de tentoonstelling Sint-Jan, een monumentale zwarte kruisiging, een sterk beeld over iconoclasme dat heel onze cultuur sinds de renaissance synthetiseert. Het is trouwens ongelooflijk interessant hoe de tentoonstelling de dialectiek met de historie durft aan te gaan en van een ruimte als de kathedraal opnieuw een publiek plein maakt. Een de stad in de stad, zoals BOZAR ook probeert te zijn.” Ligt u nog wakker van de opmerking van de Franstalige minister van Cultuur Fadila Laanan dat BOZAR een Vlaams huis is geworden? Dujardin: “Dat is al lang bijgelegd. Ik denk dat Laanan verkeerd geïnformeerd was. Verder is er natuurlijk het socio-economiche probleem van de Franse Gemeenschap, die nog altijd niet gefuseerd is met het Waals gewest. Als ik morgen een Mattheuspassie doe met Philippe Herreweghe, dan weet ik dat hij op tien keer zoveel subsidies kan rekenen als Philippe Pierlot uit Luik, die een even goede Passie brengt, maar ook samen met zijn vrouw het secretariaat moet runnen.” Hoe staat het ondertussen met het gebouw? Dujardin: “We moeten na de basisrenovatie nog verder renoveren om essentiële dingen als het licht en de mobiliteit te verbeteren. Het verkeersvrij maken van de buurt is ook een belangrijk dossier. Wil men nu die tramlijn en een autoarme Kunstberg of niet? Het blijft ook een vuile en onveilige buurt die de dynamiek nodig heeft van cafés, bewoners, zachte weggebruikers, winkels en kunstgaleries. Zelf hebben we helaas nog altijd geen topcafé naast onze brasserie van sterniveau. Dat is helaas een zaak van bureaucratie.“ Er komt wel een documentatiecentrum in het Errerahuis. Dujardin: Inderdaad. We gaan goed naden-
Tijdloos tekenen
dierenplezier met Zazie
Oud-redacteur Amaat Hullebroeck verzamelde vanaf de jaren 1970 alle cartoons van Brasser voor het maandblad De Brusselse Post. Dat archief wordt zondag integraal aan Brassers weduwe geschonken. Maar eerst zijn de politieke spotprenten nog even (alleen zondag zelf ) te zien op Brasser. Tijdloze humor.
Zin in een exotische reis? Neem tram 44, naar het Afrikamuseum in Tervuren. Daar kun je, tot eind augustus, voor één keer afdalen in de kelders − en daar is heel wat bijzonders te zien. Misschien win je wel het olifanten-verrassingspakket! Verder leert Zazie je deze week insecten smikkelen. Mjammie!
LEES MEER OP PAGINA 16
LEES MEER OP PAGINA 22
“Niemand durft na te denken over de grootstedelijke regio die Brussel de facto al is. In steden als Parijs of Londen zien we dat burgemeesters het verschil kunnen maken. Dat is hier nog veraf”
© IVAN PUT
© IVAN PUT
BDW 1339 PAGINA 15 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
ken hoe we in die achttiende-eeuwse architectuur een aantrekkelijke openbare plek kunnen creëren waar we ons interessant materiaal kunnen tonen én ondersteunen door bijvoorbeeld de aanwezigheid van een denktank. We hebben nog twee, drie jaar om dat met Beliris te regelen.” Er is ook sprake van doorsteekjes van het PSK naar her en der op de Kunstberg. Dujardin: “De doorsteek naar het Congressenpaleis Square komt er. Grote congressen werken vandaag met een openings- en een slotzitting in een grote zaal en vervolgens workshops in kleinere zalen. Square zal via de doorgang gebruik kunnen maken van onze zaal voor hun grote sessies. Ook aan de doorgang naar het Paleis op de Coudenberg via het Isabellastraatje wordt gewerkt. We hopen dat de stad en het gewest dat in orde zullen brengen.” Hoe is de verhouding met de stad en de andere overheden intussen? Dujardin: “Freddy Thielemans is een fijne man, maar het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel krijgt van de stad exact 0 euro. Misschien heeft het met het zware dossier van de KVS te maken dat ze het niet meer zien zitten om aan zo’n mastodont te raken, maar ik vind het vreemd dat zij hier als belanghebbende partij afwezig blijven.” “Dit gezegd zijnde is de institutionele versnippering hier zo groot dat de steun ook moeilijk groot genoeg kan zijn. Niemand, de negentien gemeenten noch de drie regio’s, durft na te denken over de grootstedelijke regio die Brussel de facto al is. In steden als Parijs of Londen zien we dat burgemeesters het verschil kunnen maken. Daar zijn we hier nog ver van verwijderd.” Michaël Bellon In het Paleis voor Schone Kunsten zijn momenteel de tentoonstellingen Mapping Cyprus en Sense of Place te zien. In Thurn & Taxis presenteert BOZAR Bamako Encounters. www.bozar.be
Paul Dujardin: ‘De economische crisis zet het Europese project onder druk, maar elders in de wereld kijken mensen daar nog altijd gefascineerd naar. Ook cultureel is er nog een groot potentieel, maar dan moeten we de typerende Europese diversiteit koesteren.’
BDW 1339 PAGINA 16 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Tentoonstelling > 180 cartoons van Brasser uit ‘De Brusselse Post’
Tijdloze humor uit Brussel
D
e hekelprenten van Brasser, pseudoniem van Paul ‘Pol’ De Valck (1937-2001), blijken inderdaad niet te dateren, zoals de titel aangeeft. Dat wordt snel duidelijk uit de vijf grote thema’s in de eendagstentoontelling van zijn werk: Brussel (de meeste cartoons), de verhouding Vlaanderen-Wallonië, Vlaams-Brabant, politieke figuren en de maatschappij. In grote mappen kun je de kopieën van de cartoons bekijken, en de tijdloze rode draad herkennen: de verhouding tussen Vlaanderen en Brussel, en verder met Wallonië is na vele decennia geen pennetrek veranderd. Maar eerst even de geschiedenis van deze collectie. Wie nooit De Brusselse Post ter hand nam, zal ook de politieke en maatschappelijke hekelprenten niet kennen die Brasser in opdracht van het maandblad tekende. De Brusselse Post is het ‘tijdschift voor Vlamingen te Brussel en elders’ en wordt sinds 1950 uitgegeven door het Vlaams Komitee voor Brussel. Het magazine werd gedrukt door het Vlaamsgezinde familiebedrijf Van Hoorick, dat ook de Bouwkro-
niek drukte (toen in de Zennestraat, sinds deze eeuw in Itterbeek) en de technische boekhandel Simon Stevin runde. Gedurende 45 jaar coördineerde Amaat Hullebroeck er de redactie. Op een dag haalde hij Brasser erbij - de cartoonistennaam verwijst naar de bijnaam van de Humbekenaren (Grimbergen); ereburger De Valck werd er geboren. Brasser stond toen al bekend als de ‘keizer van de Vlaamse cartoonisten’. Hij tekende ruim veertig jaar voor ‘t Pallieterke; en was ook illustrator voor Het Nieuwsblad, De Standaard en later Ring-TV. “Ikzelf had Pol overigens aangeworven om voor De Brusselse Post te tekenen,” bekent Hullebrouck. “Toenmalig directeur, wijlen Jan Van Hoorick (van de Bouwkroniek, nvdr.), vader van Leo Van Hoorick, was het daarmee eens. Meestal gaf ik Pol maandelijks de opdracht om een tekening te maken bij een of ander artikel in het blad in verband met de politieke actualiteit. Ik heb de tekeningen jarenlang gekoesterd, maar ben van oordeel dat ze uiteindelijk het best teruggaan naar de familie
© IVAN PUT
DILBEEK - Oud-redacteur Amaat Hullebroeck verzamelde vanaf de jaren 1970 alle originele cartoons die Brasser voor het maandblad De Brusselse Post tekende. Het kunstarchief wordt zondag integraal aan Brassers weduwe Leona De Valck-Van Belle geschonken. Maar eerst zijn de spotprenten over de politiek nog even te zien op de tentoonstelling Brasser. Tijdloze humor.
De Valck.” Niet naar het Archief en Museum van het Vlaams Leven te Brussel dus.
‘Vlaamse tekst op aanvraag’ In de regel illustreerden de spotprenten een kritisch artikel dat kort op de bal speelde over het ‘leven en welzijn’ in Brussel en het land, als Vlaming. Zo tekende Brasser na verkiezingstijd een schavot in de vorm van een stembolletje: de regering gaat serieus onderhandelen over de overheidsuitgaven. En verwijst hij naar ‘horen, zien en zwijgen’, door de politici Schiltz, Van Miert en Martens de zegswijze te laten
uitbeelden, met daarbij ‘Egmont nooit’. Of zet hij Brusselaar André Monteyne vol spinrag bij een bushokje met een zeshoek als halte in plaats van de Vijfhoek. De cartoons over Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Herman De Croo, Karel Van Miert en zelfs Koning Boudewijn spreken boekdelen. Martens zit gebukt onder de ‘36 excellenties’ die hij voor België moet onderhouden. Hoeveel zijn het er vandaag? De spot met de Brusselse boegbeelden is overigens zeker niet minder scherp. Zoals Schaarbeeks burgemeester Nols, die de Vlamingen met de bezem buitenveegt en
slagerszoon-politicus VDB (Vanden Boeynants) die Simonet door de vleesmolen haalt. Al bleek toen in de hoofdstad niets zo duidelijk als de affiche ‘Bonne Année (Vlaamse tekst op eenvoudige aanvraag)’.
Vlamingen de klos Organisator van de expositie Albrecht de Schrijver (Vlaamse actieve Senioren Dilbeek) ziet in de reeks cartoons één grote geschiedkundige constante: “Brasser voelde zich duidelijk zeer betrokken bij de VlaamsWaalse problemen. Het komt erop neer dat wij Vlamingen toen, net als nu, de benadeelde partij van het
Tentoonstelling > De surrealistische vonk in het Museum der letteren en manuscripten
Het surrealistische gehalte van Freud, Christus en Disney
Van de eenentwintig velletjes die het Manifest telt zijn er op de tentoonstelling twaalf uitgestald. In Bretons heldere handschrift is te lezen hoe hij de verbeelding wil bevrijden van de ketenen van rede en moraal. In heel wat brieven, van Breton, Dalí, Magritte, Ernst en Miró, wordt de nieuwe visie op kunst, de mens en het leven verder verfijnd. Ook het tweede manifest van Breton, waarin hij de puntjes op de i zet, is aanwezig. De autoritaire toon hiervan inspireerde Robert Desnos
op zijn beurt tot alweer een derde manifest. Bretons dichtbundel Poisson soluble (‘Oplosbare vis’) is het prototype van de écriture automatique, een schrijftechniek waarmee de surrealisten poogden zo direct mogelijk toegang tot het onderbewuste te krijgen. Zinsdelen uit tijdschriften knippen en plakken hoorde daar ook bij, met soms beklijvende combinaties als resultaat: ‘Un Regard qui fascine / Cent ans après.’ Uit de begintijd stamt nog meer bij-
© Ch. Herscovici / SABAM Belgium 2012 / Museum der letteren en manuscripten
BRUSSEL - Het Manifest van het surrealisme van André Breton uit 1924 is voor het eerst in België te zien. Deze geboorteakte van het surrealisme blijkt zelf heel leesbaar. De expositie De surrealistische vonk toont hoe het surreële achtereenvolgens de literatuur, de muziek en de beeldende kunst binnendrong.
Le temps menaçant, dat Magritte in 1929 schilderde toen hij bij Dalí verbleef in Port Lligat, bij Cadaqués in Catalonië.
zonders, zoals historica Stéphanie Becco van het MLM laat zien: “De surrealisten waren dol op spelletjes. In deze lijstjes kenden ze bekende namen een surrealistische score toe. Christus moest het stellen met -98 of -20 op 100. Freud krijgt dan weer 106 op 100. De oncontroleerbare droom lag de surrealisten wel.” Vertaalwoordenboek In België had je twee groepen surrealisten. De Henegouwse groep sloot nauw aan bij de Parijse lijn van Breton, en koppelde er meteen ook een proletarische strijd aan. De Brusselse groep, met als spil René Magritte, en verder Marcel Mariën, Louis Scutenaire, E.L.T. Mesens en Paul Nougé, week daarvan af. “Voor Magritte ontstond een beeld
BDW 1339 PAGINA 17 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
land waren.” Vandaar de octopus Brussel in wiens tentakels Vlaanderen knopen legt. Brussel dat in de hangmat ligt of op een meiboom zit, terwijl Vlaanderen en Wallonië de draagpalen zijn. Het FDF dat met een grote pen ‘inschrijvingsrecht’
“Brasser voelde zich duidelijk zeer betrokken bij de Vlaams-Waalse problemen. Het komt erop neer dat wij Vlamingen toen, net als nu, de benadeelde partij van het land waren”
in de buik van de Vlaming steekt of ‘Au secours!’ roept terwijl het zelf de Vlaming vertrappelt. En Wallonië dat ‘Wij eisen’ roept, terwijl Brussel aanvult ‘Kompensaties’ op het statistisch gegeven dat Vlamingen langer leven. Al herleeft ook het trieste verleden in de Atomiumbollen die als spookmaskers treuren bij het Heizeldrama. Of tipt Brasser de oplossing van alle problemen in het onderwijs: iemand met twee tongen, de perfecte tweetalige. Bij de sluiting van de gratis tentoonstelling worden de originele platen aan Brassers weduwe Leona De Valck-Van Belle (71) geschonken. Wat ze ermee gaat doen? “Mô joenge, een paar dozen bij zetten bij de overige tienduizend cartoons die ik heb zeker.”
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Jean-Marie Binst
Brasser. Tijdloze humor, op zondag 12 augustus van 14 tot 17 uur, in de Watermolen van Pede, Lostraat 84, Sint-Gertrudis-Pede (Dilbeek). Gratis toegang. © IVAN PUT
niet spontaan, maar was het juist een weldoordacht en talig proces,” legt Becco uit. “Kunst zag hij als een vertaalwoordenboek woord-beeld. Vandaar zijn vele brieven waarin hij zijn correspondenten verzoekt een titel bij een schets te zoeken, of zijn uitnodigingen om samen naar een schilderij te kijken.” Brieven zijn trouwens een ideale bron om relaties tussen artiesten bloot te leggen: “Dalí stapte naar Buñuel met zijn idee voor de film Un chien andalou op een schoenendoos, het was hem te binnen geschoten toen hij schoenen kocht. Ze haakten in op elkaars fantasieën, wat de typische beeldenvloed zonder verhaal opleverde. Breton holde destijds in de bioscoop ook van de ene naar de andere zaal
Nick Trachet
om verrast te worden door de beeldenmix.” In de jaren 1940 werkte Dalí ook ooit samen met Walt Disney. Het animatiefilmpje dat het resultaat was van die samenwerking zou pas lang na beider dood, in 2003, ook echt gemaakt worden. Destino verenigt de typische wereld van Dalí met de gladde Disneyfiguurtjes, maar Becco vindt dat geen vreemde combinatie: “De sprekende dieren bij Disney: hoe surrealistisch is dat niet?” An Devroe Nog tot 21 oktober in het Museum der letteren en manuscripten, Koningsgalerij 1, 1000 Brussel. Meer inlichtingen over workhops via www.mlmb.be of 02-514.71.87.
Radijs Een zomers onderwerp, voor het geval dat het weer er naar zou zijn op het ogenblik dat u dit leest. “Het was geen muis, het was geen rat, ‘t was buurman die radijsjes vrat.” Ik weet niet meer wie dit schreef, John O’Mill, vermoed ik, de grappende plezierdichter uit Nederland die dit jaar honderd wordt. Maar het zegt wat over radijzen en het geluid dat zij voortbrengen. Radijsjes behoren, zoals uit bovenstaand versje blijkt, tot de muzikale groenten. Niet op dezelfde wijze als bonen, niet tussen de koperblazers dus, maar bij de ritmesectie. Het lawaai in de hersenpan van de radijzenvreter tijdens het kauwen is intens, nog groter dan bij de toehoorder. U moet er eens op letten: het is onmogelijk een conversatie gaande te houden terwijl u radijs eet. U kunt de andere mensen niet meer horen. Radijzen, zult u mij tegenspreken, zijn toch kort van stof? Ze maken misschien lawaai maar duren niet lang? Dat kan, maar dat is niet noodzakelijk waar, want er bestaan ook grote radijzen. Maar goed, terug naar de feiten. De radijs heet in wetenschappelijke taal Raphanus sativus L. Onze radijs is een lid van de kruisbloemigen, de familie van de kool en de mosterd (Brassicaceae). Dat laatste zal wel blijken. De planten uit deze familie behoren tot de alleroudste landbouwgewassen en dat betekent dat er tig soorten van bestaan. ‘Sativus’ betekent ‘geteeld, uit de tuin’. En tuinmannen maken graag hun eigen variatie van alles, ze spelen met plantengenen. Tot spijt van supermarktketens en Europese regelgevers, die graag zouden hebben dat komkommers recht zijn en watermeloenen kubistisch, of alle tomaten even rond. Vergeet het maar. De schoonheid van de natuur bestaat erin dat ze variatie bevoordeelt en dat planten- en diersoorten nooit gelijk blijven. Dat is de reden ook waarom oude appelrassen verdwijnen. Altijd hetzelfde materiaal doorkweken van scheuten en stekken maakt een ras ‘seniel’. Er komen minder appels op, ze worden kleiner en minder betrouwbaar, en uiteindelijk moet de kweker op zoek naar iets anders, iets jongs, iets
nieuws. Voor ons blijft dan enkel de nostalgie naar ‘verdwenen groenten en fruit’. Radijzen worden niet gestekt, maar uit zaad gekweekt, dat is een verschil. Toch lijd ik bij het knabbelen van deze simpele zomergroente aan nostalgische oprispingen. Toen ik klein was, durfde ik geen radijzen eten. Die smaakten te sterk. Vandaag vind ik nog zelden scherp smakende radijzen. En wanneer radijzen niet van zich afbijten, gaan ze snel vervelen. Hoe zou dat komen? Zijn mijn smaakpapillen versleten of is de scherpte uit de radijzen ‘veredeld’? Zoals elke marketeer weet zijn het de kinderen die bepalen wat er gekocht wordt voor op tafel thuis. Zouden de veredelaars slinks het gehalte glucosinolaten weggeselecteerd hebben? Want dat is wat radijs zijn scherpte geeft. Het is hetzelfde proces als bij mosterd, wasabi en mierikswortel, ook in kappertjes zit het spul. Glucosinolaten zitten ongeschonden in het plantenweefsel en smaken zelf naar niets, maar wanneer wij (of insecten die van de plant willen eten) radijsjes knagen, mengen we de stof tijdens het kauwen met een enzyme dat er stinkende en bijtende zwavelverbindingen mee vormt. Die zwavelstoffen dampen al spoedig uit onze neusgaten. En dat is, in tegenstelling tot wat de plant trachtte te bereiken, wat net zo heerlijk is aan radijzen eten. Ze verfrissen de neusgaten en verlichten de kortademigen. Er zijn zelfs wetenschappers die beweren dat deze scherpe stoffen in radijs bacteriën kunnen doden. Zouden we het stofje concentreren, het zou aardig giftig blijken. Maar gewoon scherpe radijs is niet gevaarlijk, integendeel. Koop dus eens een bosje of twee of drie. Er zijn er rode, halfrode en volledig witte. Er is de daikon, een zeer grote witte radijs, die de Japanners geraspt bij de vis geven. En er bestaan er nog altijd buitengewoon sterke. Ik was eens op een boerenmarkt waar ik een bos vreemdsoortige langwerpige radijsjes kocht, donkerrood en erg behaard. Ik heb met het bosje een week gedaan, want bij elke hap liepen de tranen uit mijn ogen. Ze bestaan dus nog echt, het is alleen wat zoeken.
U moet er eens op letten: het is onmogelijk een conversatie gaande te houden terwijl u radijs eet. U kunt de andere mensen niet meer horen En dan is er die traditioneelste aller radijzen, voor op de boterham met plattekaas: de zwarte rammenas. Die laatste was bijna vergeten tot de Turken ze weer populariseerden in Brussel. Rammenas wordt groot en combineert wit vruchtvlees met een prachtige zwarte schil. Die moet u er zeker niet afhalen, zo geeft u een artistieke toets aan uw boterham. Bestrijk een dikke bruine boterham (van een rond brood, geen vierkant!) gul met boter en dan met dikke laag volle plattekaas. Gebruik nooit magere witte kaas, die werd door marketingfirma’s uitgevonden en is niet om te eten. Flinterdunne schijfjes rammenas of gewone radijs erbovenop, een beetje gesnipperde bieslook eroverheen en een draai van de pepermolen. Daar een goed glas oude geuze bij en “we zijn weer van de goei”. Maar de radijs heeft nog andere dingen in petto. Hij wordt verkocht met het loof er nog aan. Dat moet dienen als bewijs voor de versheid van het bosje, maar radijzenloof is ook lekker in de sla, in de soep of als puree (denk aan spinazie), al wordt de scherpe smaak ervan wel vernietigd door het koken. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1339 PAGINA 18 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Herman Decleyn is altijd in kunst geïnteresseerd geweest. Nu hij en zijn vrouw alleen nog de zolderverdieping van zijn huis bewonen, heeft hij het grootste deel van zijn collectie verkocht. Maar niet álles, natuurlijk.
D
e betere burgerij, zoals hij het zelf noemt, Herman Decleyn kent ze van haver tot gort. “Met dank aan mijn vader. Al was hij maar tot zijn veertiende naar school geweest, evengoed was hij perfect tweetalig en kon hij pronken met een prachtig handschrift. Maar vooral: hij kon rekenen als de besten, had een neus voor zaken. In 1923 heeft hij ‘Brusselsche Fabriek - Fabriek Bruxelloise’ uit de grond gestampt in de Masuistraat in Schaarbeek, een groothandel in farmaceutische producten en essences die samenwerkte met een grote Nederlandse firma en volledig tweetalig was.” “In dat prachtig patriciërshuis uit 1878 – met tuin, vijver, stallingen voor koetsen en achterbouw – heeft mijn wieg gestaan. In 1927. Ik ben letterlijk een zoon van de oevers van de Zenne, die achteraan door de tuin liep.” “Wat mijn hartje ook maar begeren kon, ik had het. Mijn vader nam me ook dikwijls mee als hij met de auto klanten ging bezoeken. Zo komt het dat ik al heel jong een groot deel van ons landje heb gezien.” Het was een onbezorgde tijd, waaraan abrupt een einde kwam door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Zo heeft Decleyn met eigen ogen de eerste schermutselingen tus-
sen Engelsen en Duitsers zien beginnen. “Bij het uitbreken van de oorlog had de toenmalige burgemeester, Van de Meulebroeck, Brussel tot open stad uitgeroepen. Brussel werd dan ook op 17 mei zonder slag of stoot ingenomen, het leven hernam al snel zijn train van elke dag. Net alsof er niets aan de hand was. Alle winkels in het centrum waren open, het was mooi weer, de terrassen zaten vol. Duitse bezetters en Belgen door elkaar.” “Ondertussen waren er echter al Engelse troepen opgerukt langs het Kanaal van Willebroek, tot aan de drieledige brug die Schaarbeek met Laken verbond. Uitgerekend op dat moment was nonkel Gaston bij ons op bezoek en hij zei me: ‘Kom jongen, we gaan eens kijken wat er aan de brug allemaal gebeurt.’ Luttele tijd later stapten we een café binnen aan de Koninginnelaan, waar net enkele Engelse soldaten aan de toog stonden. Niets aan de hand, tot er plots een sidecar stopte voor het café. Twee soldaten in het blauw gekleed. Ze kwamen het café binnen, zagen de Engelsen staan en trokken hun pistool. De Engelse soldaten gaven zich, totaal verrast, over. De eerste krijgsgevangenen in Brussel. Hun makkers aan de andere kant van het Kanaal hadden het echter in de mot gekregen en openden het vuur. Waarop mijn
© MARC GYSENS
BRUSSEL – “Nu bijna zeventig jaar woon ik aan de Zavel. Die heeft door de jaren zijn authenticiteit weten te behouden en is gespaard gebleven van hoogbouw en de praktijken van speculanten. Steekt het sommigen allicht de ogen uit, het is wat de Zavel met zijn rijke geschiedenis verdient.” Herman Decleyn is architect en gewezen inspecteur van de Nationale Maatschappij voor Huisvesting. En een vat vol anekdotes. Zeker over de Tweede Wereldoorlog.
© MARC GYSENS
oom en ik het vierklauwens op een lopen zetten. Het vuurgevecht heeft een hele nacht geduurd, tot de Engelsen de brug hebben doen springen. Een klap die we tot bij ons thuis in de kelderkeuken konden horen.”
Ongedeerd onder het puin Ook 11 mei 1944 staat voor immer in Decleyns geheugen gegrift. De dag dat de Amerikanen bombardementen uitvoerden, met als belangrijkste doelwit het rangeerstation van Schaarbeek. “Mijn moeder, mijn broer en ik waren enkele dagen tevoren naar ons buitenverblijf vertrokken, dat mijn vader in 1932 in Wemmel had laten bouwen. Een toren met achterbouw; de toren staat er nu nog steeds. We waren naar daar gevlucht nadat Engelse brandbommen de buurt van de kerk van Laken hadden getroffen. Vader was in Schaarbeek gebleven met het personeel. En toen, op 11 mei, rond 18 uur, kwamen de Amerikanen. 125 vliegtuigen in groepen van 25. In Wemmel hebben we dat bombardement kunnen volgen. Eén groep had zich naar de kant van de Masuistraat gericht om daar de spoorweg naar Dendermonde en Antwerpen te bombarderen. Geen enkele bom heeft het beoogde doel getroffen. Wel ons huis. Als bij mirakel heeft mijn vader het overleefd, hij is zo goed als ongedeerd onder het puin uit gehaald door een Duitse officier. Samen met negen Franse nonnen van de belendende school.” “Nog een geluk bij het ongeluk: mijn broer, vier jaar ouder dan ik, stond op de lijst om verplicht te gaan werken in Duitsland. Mijn vader had tevergeefs geprobeerd dat ongedaan te maken via allerlei connecties. Nu was dat niet meer nodig: hij en mijn broer waren zogenaamd om het leven gekomen bij het bombardement.”
Herman Decleyn en zijn broer.
“Zo heeft ons gezin uiteindelijk de oorlog heelhuids overleefd, net als de rest van de familie. Niet iedereen op een even fraaie manier, enkelen hebben hun vingers verbrand. Niet uit ideologie, wel omdat ze van geen hout pijlen wisten te maken. Zwart-wit, het bestaat niet. Niet in het leven, niet in oorlogstijd. Niet alles was ook wat het leek. Zo stond de vrouw die later mijn schoonmoeder zou worden voor de oorlog aangeschreven als rexiste. Tijdens de oorlog maakte ze deel uit van een netwerk dat neergehaalde Britse piloten via Spanje naar onbezet gebied smokkelde. Voor hun afspraken maak-
BDW 1339 PAGINA 19 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
“Ik ben sterk gehecht aan Brussel, het internationale Brussel, het tweetalige Brussel dat bij mijn tweetaligheid past. En ook aan de zelfstandige ziel van de echte Brusselaar”
Herman Decleyn, ere-architect-inspecteur
‘Ik ben verknocht aan de Zavel’ ten ze gebruik van een restaurant naast het Broodhuis op de Grote Markt.”
Grandeur Het is ook door het bombardement van 11 mei 1944 dat Decleyn aan zijn zo geliefkoosde Zavel terecht is gekomen, vertelt hij me bij hem thuis in de Zavelstraat. Bij een goed glas chablis, geschonken in kristallen glazen van Val-Saint-Lambert. Noblesse oblige, toch? “De achterbouw aan de Zenne was weliswaar zwaar beschadigd, maar er lag nog veel marchandise die het bombardement had overleefd. Zo heeft mijn vader zijn zaak op de Anspachlaan opnieuw kunnen openen. Er waren twee uitgangen, voor het geval de Duitsers binnen zouden vallen, want hij was net als mijn broer zogenaamd dood. Pas enkele maanden later, na de bevrijding, heeft vader het bedrijf officieel heropgericht en zijn we hier op het nummer negen komen wonen. Een prachtige woning uit 1827 van de hand van architect F. Coppens, die ook nog het eerste Noordstation getekend heeft. De achterbouw, drie panden palend aan de Coppensstraat, deden dienst als magazijn.” “Voor mij was het geen stap in het onbekende, die verhuizing. Ik kende de Zavel en de buurt al goed, want tijdens de oorlog had ik verscheidene concerten van ‘Les jeunesses musicales’ bijgewoond. Ik was ook artistiek aangelegd (getuige een kopie aan de muur die Decleyn heeft geschilderd van een portret van Marie, prinses van Thurn und Tassis van de hand van Anthony Van Dyck). Vandaar dat mijn vader, die een groot kunstlief hebber was, me naar Sint-Lukas heeft gestuurd, waar ik uiteindelijk ben afgestudeerd als architect. Ik heb daarin mijn weg vervolgd en
ben na verloop van tijd ook architect-inspecteur geworden bij de Nationale Maatschappij voor Huisvesting. Daarbovenop ben ik ook nog eens politiek actief geweest, onder meer als ondervoorzitter van de Brusselse afdeling van de toenmalige CVP. Op een lijst heb ik echter nooit willen staan. De onaf hankelijke geest van de architect die sprak.” “Vaders zaak hebben mijn broer en ik opgeheven in 1959, omdat we niet overeenkwamen. Maar de Zavel, ons huis, ben ik trouw gebleven. Omdat het te groot was voor mijn vrouw Gabrielle – die nog politiek secretaris is geweest van Vanden Boeynants – en mij, hebben we het wel ingedeeld in appartementen, die we lange tijd hebben verhuurd. In 2008 heb ik het huis en de erfdienstbaarheden verkocht aan de NV Sontag. Een kwestie van gezond verstand – onze drie kinderen zijn er heel wel bij gevaren.” Samen met zijn echtgenote woont Decleyn nu op de comfortabel ingerichte zolderverdieping. Struinen door de schitterende salons met de prachtig bewerkte plafonds is er niet meer bij. De tientallen prachtige schilderijen die wijlen Decleyn senior had verzameld, zijn ondertussen ook al lang van de hand gedaan. Van de grandeur van de Zavel kan Decleyn echter nog dagelijks genieten. “Ik ben echt wel verknocht aan dit unieke stukje Brussel dat zo prachtig bewaard is gebleven. Ik ben ook verknocht aan Brussel. Het internationale Brussel, het tweetalige Brussel dat bij mijn tweetaligheid past. Verknocht eveneens aan de zelfstandige ziel van de echte Brusselaar.” Karel Van der Auwera De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
FREDDI SMEKENS Onderweg Laten we ervan uitgaan, waarde lezer, dat ieder van ons op elk ogenblik onderweg is. Of het nu daadwerkelijk of allien in ons kopke es doet er niet toe. Wel belangrijk is het volgende: we kunne onderweg vantaaid mier meimoeke dan woe da we in faaite notoo goen. Hierdoor krijgen we meteen ook de kans om een passend antwoord te formuleren op een vraag die ons af en toe gesteld wordt. Namelijk: “Woe gooj notoo?” Zelfs in het geval we ons duidelijk bewust zijn van onze bestemming, kunnen we altijd gerust uitpakken met: “Ik ben onderweg.” Met die uitspraak is een verdere discussie over onze bestemming zo goed als uitgesloten. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Want weten we zelf wel op elk moment woe da we faaitelaaik onderweg noe zaain? Ik zal in elk geval niet de enige zijn die vindt dat de weg waarover we het hier hebben soms even onbekend als ondoorgrondelijk kan zijn. De uitspraak “We moote altaaid ’n dool hemme” gaat in sommige, zoniet de meeste gevallen niet op. Maar laten we ons daarover alvast niet te veel zorgen maken. En vermits we, zoals hierboven gezegd altaaid onderweg zaain zullen we, hoe men het ook draait of keert, altaaid everans geroeke of tookomme. Zelfs in onze slaap laat het feit onderweg te zaain ons amper los. Mooie dromen of zelfs nachtmerries zijn daar een schoolvoorbeeld van. Maar laten we bij deze de nachtmerries buiten beschouwing laten. Onderweg zaain hoeft liefst niets te maken te hebben met literaire kronkels als daar zijn Op Weg Naar Het Einde van Gerard Reve of Voyage au bout de la nuit van LouisFerdinand Céline. Om over On the Road van Jack Kerouac nog te zwijgen. Mo loete we ons onderweg ni afdwoele no de literateur. Zonder daarbij uiteraard te vergeten dat een boek, een gedicht of de weekkrant die u nu in handen heeft onderweg ne gooie compagnon kan zaain. En bij het bekijken van een mooie film of toneelstuk kunnen we evenzeer een gevoel van onderweg zaain ervaren. Bij alles wat voorafging heb ik het hier nog niet gehad over het onderweg zaain in ons aaige stad. In dat geval heb ik het natuurlijk
over Brussel. Gelukkig staan ons daarbij steeds weer nieuwe ontdekkingen en verrassingen te wachten. Zeker in die zin dat we er ons, als gehaaide inwoner, onderweg altijd op een plaats kunnen bevinden waar we nooit eerder geweest zijn. Dat wat het daadwerkelijke aspect van onderweg zaain’ betreft. Maar nu graag even terug naar onderweg zaain in ’t kopke. In dat verband vermeld ik graag dat het schrijven van deze Brusselse rubriek en het contact dat ik daardoor met de lezer meen te hebben ien van de tofste vormen van onderweg zaain es dee ik ken. Zeker wanneer het gaat om het feit dat één of ander onderwerp ervan op de meest onverwachte ogenblikken, en zeker wanneer ik onderweg ben, ook daadwerkelijk ter sprake kan komen. Dat ‘onderweg’ althans in de komende dagen ook een gespreksonderwerp zal zijn, staat volgens mij buiten kijf. En laat bij die laatste opmerking de mare maar gaan da ‘k wei on het stoefe ben. Want misschien is het alleen maar mijn bedoeling om aan te tonen dat schrijven in zekere zin ook een vorm van onderweg zaain is. Ik ben ervan overtuigd dat mijn collega’s journalisten daar zeker niet het tegenovergestelde over zullen denken. Wat onze eigenste gazet betreft, kunnen de naam van twee rubrieken, ontsproten aan het creatieve brein van evenveel collega’s, daarvan getuigen. Met name ‘En waaile weg’, alsmede ‘Vadrouille’. Twee titels die op de één of andere manier met onderweg zaain te maken hebben. Verre van mij om voor onze eigen winkel te spreken (“Ah! Na goedet komme,” hoor ik daar al iemand zeggen), maar het mag in elk geval gezegd worden dat ons weekblad zijn lezers af en toe e tof stoempske in de rug geift. En dat zal ongetwijfeld zo blijven zolang er in onze stad iets te beleven of te vieren valt. De lezer zal beseffen dat daarover geen discussie bestaat. Haa hij het doe sebeet ni auver ‘ni vé zaaine winkel spreike’? merkt men daarbij misschien niet onterecht op. Het zij zo, waarde lezer. Alvast tot ergens onderweg.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Tuur De Moor (tuur.demoor@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick. jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd. hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1339 PAGINA 20 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Schermen > Thierry Soumagne nam deel aan vier Olympische Spelen
‘Ik had last van het complex van de kleine Belg’ BRUSSEL – Montreal in 1976, Moskou in 1980, Los Angeles in 1984 en Seoel in 1988. Het Olympische palmares van Thierry Soumagne (58) is indrukwekkend. De schermer kijkt er echter met gemengde gevoelens op terug. De Spelen evolueerden door de jaren heen ten goede, maar voor hem enigszins te laat. “De Olympische Spelen zijn vooral het summum voor kleinere sporten, dus ook voor schermers,” vertelt Soumagne. “Een sporter heeft een mooie carrière als hij naar de Spelen mag, die carrière is half geslaagd als hij een medaille wint en helemaal geslaagd bij goud. Spijtig genoeg heb ik geen Olympische medaille kunnen behalen, maar ik ben zeker tevreden over mijn carrière.” De schermcarrière van Soumagne begon op zijn elfde, maar het was zeven jaar wachten alvorens de Brusselaar echt doorbrak. Talent en veel hard werk leverden hem onder meer elf Belgische titels met de floret op en twee Belgische titels met de degen. Soumagne was een complete schermer, die ondanks zijn goede verdediging vooral een aanvaller was. ‘Mijn zege op het A-toernooi Löwe von Bonn is samen met een finaleplaats op de Olympische Spelen de mooiste herinnering van mijn carrière. Ik was de eerste Belg die de wereldbekerwedstrijd won. Je had toen niet zoveel van die topwedstrijden, je kunt het vergelijken met Grand Slams in het tennis. Ik heb ook nog verschillende finaleplaatsen op grote toernooien behaald en een bronzen medaille op het Europees kampioenschap, maar dit stak er toch bovenuit.’
de CLUB
Thierry Soumagne: “Tijdens mijn eerste deelname aan de Spelen was ik op papier een kandidaat voor de finale, maar de zenuwen deden me de das om. Na mijn achtste plaats in Los Angeles ging het wel veel beter.”
© MARC GYSENS
White Star, Woluwe
‘De Borlées zijn echte clubmannen’ © BELGA
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – Atletiekclub White Star is meer dan honderd jaar oud, maar haar geschiedenis wordt nu pas echt geschreven. Met dank aan twee tweelingbroers: Jonathan en Kevin Borlée. “White Star stuurde in zijn beginjaren al atleten naar de Olympische Spelen,” vertelt voorzitter Jean-Pierre Verbist (68). “In de jaren twintig verdween de club echter; in 1947 begon men opnieuw en verhuisde men naar het Fallonstadion, net als het toenmalige White Star voetbal. Onze verstandhouding was toen uitstekend. Vandaag is dat wat minder.” Dan bedoelt Verbist vooral de relatie met voorzitter Farin. Die professionaliseert de club en dat botst met de aanwezigheid van de atletiek. “Niet dat ik iets tegen hem heb. Maar hij wil de atletiekclub eruit omdat hij de piste rond het veld weg wil, zodat de supporters dichter bij het veld staan. Dat zal niet gebeuren.” “We kunnen geen werpdisciplines aanbieden omdat de voetbalclub bang is dat we het veld beschadigen. We hebben het potentieel om
een grote Belgische atletiekclub te worden, maar zonder werpers lukt dat niet.” Een grote club is White Star nu al, met honderden leden en een tweede vestiging in SintPieters-Woluwe. De leden worden actief aangemoedigd om aan competitie te doen.
Geen dikke nek
De gebroeders Borlée zijn het uithangbord van de club.
De familie Borlée heeft al jarenlang haar thuisbasis in het Fallonstadion. Na hun eerste stappen in de atletiek belandden ze er op hun zestiende, nadat vader Jacques de pistes in Brussel en omstreken had getest. White Star plukt nu de vruchten van zijn keuze. “Hun aanwezigheid zorgt voor heel wat enthousiasme,” aldus beheerder François Stroobants. “Als ze hier aan het trainen zijn, komen heel wat jongeren een kijkje nemen. Zelfs degenen die voetbaltraining hebben. De broers nemen achteraf altijd de tijd voor handtekeningen en om met de mensen te praten. Ze zijn goed opgevoed en hebben helemaal geen dikke nek. Het zijn echte clubmannen.” De Borlées bezorgen de club ook naast het veld de nodige goodwill. De atletiekpiste is nog
maar net heraangelegd, met behulp van vader en trainer Jacques. “Hun aanwezigheid helpt zeker, ze vergemakkelijkt veel. Ze zijn een uithangbord van de club. Eigenlijk vormen ze een groep in de club. Onder leiding van Jacques trainen ze in een groep waar ook Arnaud Destatte en Olivia Borlée deel van uitmaken.” “Wellicht zullen ze zich komend seizoen meer inzetten voor de club, onder meer door regelmatig interclubwedstrijden te lopen. Na een paar jaar in Amerika gaan ze hun studies voortzetten in Brussel.” Ook de toekomstplannen van White Star worden beïnvloed door de familie Borlée. “We zouden graag opnieuw een grote meeting organiseren met topatleten,” besluit hoofd communicatie Danny Stockmans. “Met onze nieuwe piste moet dat lukken en vader Borlée wil ervoor ijveren. De aanwezigheid van de broers zal ook wel wat atleten kunnen overtuigen.” “We hopen uiteraard nog een paar topatleten te kunnen opleiden. Met Dylan hebben we alvast nog een sterke Borlée in de club.” Tim Schoonjans http://www.whitestar-athle.be
BDW 1339 PAGINA 21 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
‘Ik vond het frustrerend dat ik tijdens mijn carrière geen financiële steun kreeg en er zelfs geld op toe moest leggen. Met een professionele begeleiding zoals in Italië en Frankrijk was ik wel verder geraakt. Maar spijt heb ik niet. Je moet nu eenmaal keuzes maken tijdens je carrière.”
Eau de cologne Met zijn vier passages op Olympische Spelen is Soumagne met voorsprong de Belgische schermer die het vaakst aan de Spelen heeft delgenomen. Hij zag het toernooi in die zestien jaar tijd grondig veranderen. “Vroeger waren het amateurs die deelnamen aan de Spelen, maar die zijn langzamerhand opengesteld voor professionals. Een logische evolutie. Je had vroeger Oostblokkers die zogenaamd amateurs waren, maar eigenlijk waren het echte profs. Een Olympische titel leverde hen heel wat voordelen en eer op. Ze gingen dan ook ver om te winnen, ook medisch. Zo zorgden ze ervoor dat sommige vrouwen twee maanden voor de Spelen
“Na hun wedstrijden konden die Oostblokkers ook stevig drinken. In Montréal maakte ik zelfs mee dat een sporter een fles eau de cologne leegdronk, omdat hij geen alcohol vond” zwanger waren, zodat ze op het toernooi het best zouden presteren. Zwemmers werden dan weer geopereerd om een betere positie te hebben.” “Het was ook bekend dat sommigen doping namen. De controles waren toen nog niet zo intensief. Na hun wedstrijden konden die Oostblokkers ook stevig drinken. In Montréal
maakte ik zelfs mee dat een sporter een fles eau de cologne leegdronk, omdat hij geen alcohol vond.” Soumagne maakte mee hoe de veiligheidsmaatregelen verscherpt werden, vooral na de aanslag op de Israëlische ploeg tijdens de Spelen van 1972 in München. Vandaag is het Olympisch dorp een versterkte burcht, bewaakt door duizenden militairen met adequaat materieel. Daar komt ook nog eens een hoop media-aandacht bij kijken, wat van het hele gebeuren een enorm circus maakt. Dat alles leidt tot gespannen zenuwen. “Je hebt maar één kans om de vier jaar, hè. Bij mij werkte die stress wel remmend. Tijdens mijn eerste deelname aan de Spelen was ik op papier een kandidaat voor de finale, maar de zenuwen deden me de das om. Zowel in 1976 als 1980 had ik ook last van het complex van de kleine Belg. Ik was wat onder de indruk omdat er nog nooit een Belg goed had gepresteerd in het schermen, en psychologisch speelde dat wel. Na mijn achtste plaats in Los Angeles ging het wel veel beter.” “In 1980 en 1988 ben ik benadeeld door de jury. De grote landen beschermden elkaar en door bepaalde controversiële beslissingen heb ik toen wedstrijden verloren. Daardoor kijk ik er met een enigszins dubbel gevoel op terug, al blijf ik een positief beeld hebben van de Spelen. Gelukkig is die benadeling vandaag verleden tijd.” De Spelen zijn voor sporters ook de gelegenheid om af en toe sterren te bekijken in het Olympisch dorp. Soumagne stoorde ze niet om samen op de foto te gaan, maar wisselde wel met een paar sporters van truitje. Er werden ook vriendschapsbanden gesmeed. “Iedereen wil uiteraard winnen, maar daarnaast ben je toch nieuwsgierig naar anderen. Zeker in de jaren zeventig en tachtig. Toen kwamen daar mensen die nog nooit hun dorp uit waren geweest. Je had toen nog het IJzeren Gordijn, dat waren mensen uit een andere wereld.” “In het Olympisch dorp worden culturen uitgewisseld en die ontmoetingen beïnvloeden je wel als mens. Eigenlijk zorgt sport er daar voor dat de mensen meer openstaan voor andere culturen en andere mensen. Het is meer dan een sporttoernooi.” Tim Schoonjans
kennismaking met rust en evenwicht GANSHOREN – Het opgejaagde leven van de westerling kan een oosterse toets goed gebruiken. Die kunt u aanleren tijdens de kennismakingslessen tai chi. In de eeuwenoude Chinese bewegingskunst voer je een reeks sierlijke bewegingen uit in een kalme, beheerste en ontspannen toestand. Die brengen zowel het lichaam als de geest tot rust en evenwicht. Tai chi vereist geen specifieke vaardigheden en is voor alle leeftijden. Voor een eerste kennismaking is er op zaterdag elf augustus de kennismakingsmodule van de Tai Chi Summer School. Daar kunt u
voor vijf euro tussen halftwaalf en kwart voor één eens proeven van de bewegingskunst. Plaats van afspraak is de Spiegelzaal van de sporthal van Ganshoren (niveau -1 in de Vandervekenstraat 114). Na de Summer School hernemen op 28 september de wekelijkse lessen die steeds op woensdag worden gegeven. In de gymzaal van het HeiligHartcollege van Ganshoren kunnen dan van zeven uur tot halfnegen ’s avonds beginners de lessen volgen, voor gevorderden is de afspraak om acht uur voor anderhalf uur tai chi. TS http://sites.google.com/site/mthtaichi
David Steegen Maître Danny Royal Sporting Club Anderlecht telt vele sympathisanten en vrienden die oprecht en belangeloos van de club houden. Bijna onzichtbaar duiken ze op in de coulissen van Sporting Anderlecht. De beste vrienden in tijden van crisis. Zuivere voetballiefhebbers van onschatbare waarde. Mannen van een zekere leeftijd die rationele nuchterheid aanbieden om de club te helpen het juiste oordeel te vellen. De wijze heren van RSC Anderlecht zegenen de club met de nodige bezadigdheid en ervaring, bron van alle wijsheid. Stijlvolle mannen van de wereld die in hun vakgebied leiders en specialisten zijn. Ze komen niet noodzakelijk uit het een tikje incestueuze universum van de topsport. Maar goed ook. Zij zijn onze blik op de buitenwereld. De mannen van Anderlecht zijn intelligent, meertalig, doortastend en meestal erg eloquent. De meerderheid is Brusselaar. Een van hen, ‘Maître Danny’, maakt een Britse indruk. Altijd om door een ringetje te halen. Groot jurist, gehuld in de juiste pakken. De riem past altijd bij de schoenen, van Italiaanse of Engelse makelij. Waarschijnlijk handgemaakt. Een eenvoudig teken van grote klasse. Zo nu en dan draagt hij een pochette waarvan de tinten zich harmonieus verhouden tot de rest van zijn kleding. Een heer. Voorkomend en eenvoudig maakt hij duidelijk hoe hij over de zaken denkt. Een sportman ook. Begenadigde tennisser. Tijdens de verplaatsingen van paars-wit bedenkt hij steevast een quiz, onveranderlijk over ‘Brussels voetbal’. Het antwoord moet altijd een naam zijn of ‘ja’ of ‘neen’. Onlangs was er discussie over een van zijn vragen. De vriendschappelijke interland België – Nederland van 30 september 1964 in het Bosuilstadion. Deze derby der Lage Landen is een historische wedstrijd geworden. De eerste interland die gespeeld werd bij
kunstlicht. Maar dat weetje verzinkt in het niets bij het feit dat na een vervanging tijdens de rust (Club Luik keeper Guy Delhasse werd door RSCA doelman Jean Trappeniers vervangen) de volledige ploeg bestond uit Anderlechtspelers. De vraag van de Meester luidde: stond Jean-Pierre Janssens, destijds een Anderlechtspeler, in de basis van de Rode Duivels tijdens die legendarische tweede helft ? Volgens de opsteller van de vraag, de Meester, was Janssens afwezig. Een bestuurslid is overtuigd van het tegendeel. Ondergetekende wordt er als scherprechter bij gehaald. Jean-Pierre Janssens was mijn gymleraar in het Collège du Sacré-Coeur de Ganshoren. Op maandag bespraken we mijn eigen prestaties bij de jeugdploegen van Scup Jette en het laatste resultaat van Sporting. Een lieve man en een groot voetballer. Op het eerste schoolfeest, 1978, in mijn eerste jaar secundair, wist ik niet wie die kleine gespierde man in zijn Adidas training was. Mijn vader had hem herkend. “Weet je wel wie je turnleraar is? Jean-Pierre Janssens!” Vader kon zijn opwinding niet verhullen. De kleine rechtsbuiten voetbalde vier seizoenen in het Astridpark in het begin van de jaren zestig. Hij was een van de elf die het grote Real Madrid uitschakelden. Mijn affectie nam het over van de rede. Ik ben ervan overtuigd dat hij in de ploeg stond tegen Nederland. ‘Maître Danny’, de wereldse gentleman van de goede smaak, wint de weddenschap. Meester Danny Spreutels heeft altijd gelijk. In de rechtbank en in het leven van elke dag.
www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
ADVERTENTIE
Podium voor amateurdans ANDERLECHT – Het Vlaams Huis voor Amateurkunsten Zinnema geeft amateurdansgroepen de kans om podiumervaring op te doen. Dance Unlimited wordt jaarlijks op een verschillende plaats in Vlaanderen gehouden. Op zaterdag 27 oktober vindt de danshappening vanaf 19 uur plaats in de Zinnema. Daar krijgen groepen hedendaagse dans, urban dance en moderne dans een podium. Elke groep brengt een vijf minuten durende
choreografie. Daarna zijn er ook nog optredens van verschillende ambassadeurs van de amateurdans. Ervaren choreografen geven na afloop tips aan de dansgroepen. Groepen kunnen nog tot 14 september inschrijven (meer inlichtingen op www. danspunt.-be). Danspuntleden betalen 50 euro per choreografie, niet-leden 100 euro. Daarvoor krijgen ze ook nog tien toegangskaarten die vrij doorverkocht mogen worden. Kaarten kosten zes euro voor Danspuntleden en acht euro voor niet-leden. TS
Al het stadsnieuws in 3 talen Toute l’info régionale en 3 langues The local news in 3 languages
BDW 1339 PAGINA 22 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
© SASKIA VANDERSTICHELE
TOT 1 9 3 AN
ZIE
DE
R EE N V
Achter de coulissen van het Afrikamuseum: laatste kans!
VO O R I E
za
Wie Afrika zegt, zegt ook olifanten. Het Afrikamuseum heeft een collectie van wel 150 schedels.
W
AR • B D JA
Op safari in de kelder... DOOR PATRICK JORDENS
Binnenkort sluit dat gigantische museum zijn deuren voor een renovatie. Dat betekent dat het gebouw én de collectie helemaal vernieuwd zullen worden. Maar nog tot eind van deze maand heb je de kans om het museum te ontdekken zoals het er nu uitziet. En meer dan dat ook: je kan dankzij de tentoonstelling Uncensored (‘Ongecensureerd’) voor één keertje afdalen tot in de kelders! Wat je daar allemaal aantreft... Zazie maakte voor jou een kleine selectie: 1. Olifantenkerkhof. Of met andere woorden, liefst
150 schedels van Afrikaanse olifanten, van klein (nu ja, ‘klein’) tot kolossaal groot! Op de foto zie je een flink aantal van die olifantenkoppen. Wist je dat een olifant in zijn leven zes keer, ongeveer om de tien jaar, zijn tanden wisselt? Als hij zeventig wordt, sterft hij van de honger omdat het laatste paar kiezen volledig is afgesleten en kauwen hem dan gewoon niet meer lukt. Op voorwaarde natuurlijk dat het prachtige beest al niet eerder door stropers werd gedood voor zijn ivoren slagtanden. Door die jacht op ivoor leeft nu nog maar de helft meer van het totale aantal olifanten in Afrika.... 2. Hoorn kwijt? Waaraan dachten deze buffels toen ze zo’n honderd jaar geleden, vaak door blanke Europeanen, werden neergeknald? In de lange keldergang van het museum vind je nog veel meer van zulke jachttrofeeën: luipaarden, zebra’s, apen, antilopes... Zelfs een neushoorn zonder hoorn! Welk
© SASKIA VANDERSTICHELE
Geen reisplannen deze zomer? Niet getreurd... neem gewoon tram 44 met bestemming Afrikamuseum in Tervuren. In een halfuurtje sta je in een andere wereld!
Van welk dier is deze schedel?
wild verhaal daar achter zit, dat moet je zelf maar gaan uitvissen. 3. Kasten vol kinderkrukjes, denk je? Toch niet,
BDW 1339 PAGINA 23 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
© SASKIA VANDERSTICHELE
‘Mijn avonturen door V. Swchwrm’
© SASKIA VANDERSTICHELE
Geen krukjes zijn dit, maar neksteunen, die Afrikaanse vrouwen (maar ook mannen) gebruikten om in hun slaap hun kapsel niet te verpesten.
hier staan neksteuntjes tentoongesteld, een klein deeltje maar van de in totaal 1500 exemplaren! Op die steuntjes legden Afrikaanse vrouwen én vaak ook mannen destijds hun hoofd neer, om hun bijzondere kapsel ook tijdens hun slaap mooi in model te houden. Die neksteuntjes zijn soms echte hoogstandjes van handenarbeid. Maar of ze ook makkelijk liggen...? Zo zit de expo Uncensored vol met nooit eerder getoonde objecten en sappige, af en toe ook erg geestige verhalen. Niet enkel over dieren en mensen in Midden-Afrika. Ook over de soms eigenaardige manier waarop wij Europeanen dat in dit museum hebben proberen weer te geven. Nu is het aan jou... Ga zelf eens ‘op jacht’ en zoek uit welk verhaal er achter het afgietsel van deze kleine schedel schuil gaat (zie foto hiernaast). Zazie wil van jou weten aan welk dier deze
schedel toebehoort, en ook waarom dat dier momenteel met uitsterven is bedreigd. Tip: het gaat om een diersoort die werd ontdekt dankzij het wetenschappelijk werk van het Afrikamuseum! Wie de juiste antwoorden vindt, krijgt van het museum natuurlijk een trofee cadeau: een exclusief olifanten-verrassingspakket! Stuur je antwoorden voor 1 september naar zazie@bdw.be, en vermeld daarbij je naam, leeftijd en postadres. Veel plezier op je ‘safari’ door een stukje Afrika bij Brussel... Vraag aan de balie ook naar het boekje Open je ogen, een speciale gids voor kinderen. En nadien, bij mooi weer, heerlijk ravotten in het prachtige park van het museum! Meer over het museum op www.africamuseum.be.
“In dit boek staan een aantal van mijn avonturen. Sommige heb ik echt beleefd, andere heb ik verzonnen. Ik vind dat verzonnen avonturen net zo goed avonturen zijn als echt beleefde avonturen”. Zo begint het boek Mijn avonturen door V. Swchwrm van de schrijver Toon Tellegen. Een verhaal over een jongen die dolgraag schrijver wil worden, en in zijn hoofd heel wat beleeft. Dat grappige en best ook filosofische boek is nu verfilmd! Met de Nederlandse Dennis Reinsma (13) in de hoofdrol van V. Swchwrm. Wij belden hem even op: Had je het boek van Toon Tellegen al gelezen voor je aan de film begon, Dennis? Dennis (D): “Nee, maar zodra ik wist dat ik de rol had heb ik het wel gedaan. Een leuk en fantasierijk boek, vind ik.” Herkende je jezelf in het personage van V. Swchwrm? D: “Nee, helemaal niet. Swchwrm is nogal in zichzelf gekeerd, hij heeft niet zoveel vrienden en praat vooral veel met zijn opa. Ik niet, eigenlijk ben ik heel druk. Ze zeggen dat ik ADHD heb. Ik heb ook wel veel fantasie zoals Swchwrm, maar van een andere soort dan hij.” In de film is Swchwrm één seconde almachtig en wenst hij dat er nooit meer oorlog komt. Wat zou jij wensen? D: “Dat alle mensen goed zijn op deze wereld, en er geen slechteriken meer bestaan! Maar ja, nu ik eraan denk, ik wil later politieagent worden, dus misschien kan ik dat toch maar beter niet wensen” (lacht). Het was je allereerste keer voor de camera’s. Leuk om mee te maken? D: “Ja, heel spannend, ook om te zien hoe een film gemaakt wordt. Als je in een zaal naar een film kijkt, denk je vaak dat het allemaal echt is. Het is pas door het zelf te doen dat je beter beseft wat nep is en wat niet. Deze zomer mag ik opnieuw meespelen in een film, Midden in de winternacht heet die. Daarvoor gaan wij drie weken draaien in Zweden, en ook in België!” Je kan Dennis binnenkort in actie zien op het witte doek. De familiefilm Mijn avonturen door V. Swchwrm speelt vanaf 15 augustus in de zaal Galeries, Koninginnegalerij. Elke woensdag, zaterdag en zondag. Meer info op www.galeries.be Ook het boek van Toon Tellegen, waarop de film is gebaseerd, is zeker de moeite waard! Het werd uitgegeven bij Querido.
MEER ZAZIE OP DE VOLGENDE PAGINA’S
BDW 1339 PAGINA 24 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
Respect voor het
insect
...
door Oréli & Patrick Jordens
dat moet, vindt onze vakantieartieste Oréli.
Want insecten maken deel uit van de levenscyclus en zorgen op hun manier mee voor een gezond milieu. Oréli bedacht enkele activiteiten waarbij je andere, misschien onbekende kwaliteiten van die beestjes ontdekt.
Veel plezier ermee!
1
Insectenstofzuiger WAT HEB JE NODIG? n een glazen bokaal met een deksel
(dat niet van glas is) n een plastic buisje van zo’n 60 cm lang
n n n n
en een diameter van 6 tot 8 mm (een buisje voor een aquarium bijvoorbeeld) een stuk nylonkous een kleine elastiek een beetje plasticine een schaar
HOE MAAK JE DE STOFZUIGER? n Knip de plastic buis middendoor n n
n
n
n
in twee gelijke delen Maak twee gelijke gaten in het deksel Maak aan een van de twee buisjes het stuk nylonkous vast met een elastiek (dit zal ervoor zorgen dat je de insecten niet inslikt) Steek de twee buisjes nu door het deksel en zet ze een beetje vast met de plasticine Zoek naar planten of bloemen, zuig een insect op en bestudeer het aandachtig Laat het nadien weer vrij...
2
Versteende insecten Zoek enkele platte stenen. Schilder er je lievelingsinsecten op met acryl- of plakkaatverf. Laat drogen. Je stenen insecten zorgen ervoor dat je kattebelletjes en brieven en andere papieren nooit meer gaan vliegen.
BDW 1339 PAGINA 25 - DONDERDAG 9 AUGUSTUS 2012
3
M
uzikale
slakken
WAT HEB JE NODIG? Verzamel enkele lege (!) slakkenhuisjes van verschillende grootte (om verschillende klanken te maken). De verlaten slakkenhuisjes moeten in perfecte staat zijn. n Voor een fluitje: Zet het slakkenhuisje tegen je mond met de opening naar boven. Verklein of vergroot de opening met je duim. Blaas nu zoals je op een fluitje zou blazen. n Voor sambaballen:
Stop enkele kleinere slakkenhuisjes in grote huisjes. Hou de opening van de grote huisjes dicht met je duim. Schud die sambaballen!! n Voor rinkelbellen: Zoek een dertigtal slakkenhuisjes bij elkaar. Maak in elk ervan voorzichtig een gaatje met een spijker. Neem een dun touw (of lint) en haal het door alle slakkenhuisjes. Laat het geheel mooi rinkelen. Je kunt ook in het ene uiteinde een stevige knoop maken en de huisjesketting dicht bij je raam hangen. De wind blaast er dan muziek in...
4
Mjammie... sprinkhaan als dessert!
In sommige landen vindt men insecten (zoals gefrituurde sprinkhaan) echte lekkernijen. En nog voedzaam ook, omdat in nogal wat insecten veel eiwitten zitten. Wie de voorgaande opdrachten tot een goed einde heeft gebracht, verdient zeker een smakelijke insectenmaaltijd. Spinnensoep? Pasta met kakkerlakken? Of taart op basis van sprinkhaanlarven? Stel met een beetje fantasie een heerlijk gerecht samen op het lege bord. Serveer het daarna aan je mama of papa (hihihi).
ZAZIE VLIEGT ER EVEN TUSSE NU Op 6 septe IT. mbe zijn we ter r ug. Jij ook?