DE POLITIEKE ISLAM IN BRUSSEL: TWEE VERKOZENEN SPREKEN
‘DE WERELD IS ZIEK, DE DUIVEL ZIT OVERAL’ LEES P. 6-7 © IVAN PUT
tof théâtre: een gezelschap van weinig woorden En ook: Jan Decorte & De Roovers, Jetherfst en Shantel.
08 11 12
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
DE GROOTE OORLOG HERDACHT BRUSSEL – Het is bijna een eeuw geleden dat de Eerste Wereldoorlog Europa vier jaar lang in zijn greep hield. Ook Brussel wil de ‘Groote Oorlog’ herdenken. De hoofdstad mikt ook op 2018 om zichzelf op de kaart zetten door een groot vredesmonument te onthullen. Zo moet honderd jaar na het einde van de oorlog het Brusselse verhaal verteld worden. Deze stad leed namelijk erg onder de bezetting van Keizerlijk Duitsland. Begin januari wordt er een oproep gelanceerd voor projecten. Lees pagina 4-5. CD
Jongeren > Beroepskrachten ondergebracht in nieuwe vzw
Jeugdhuis verliest vaste man BRUSSEL – De beroepskrachten verdwijnen uit de Brusselse jeugdhuizen. Ze worden gegroepeerd in een nieuwe vzw, vanwaar ze de jeugdhuizen begeleiden. De hervorming moet de sector dynamischer en professioneler maken.
D
e hervorming, die een paar jaar in beslag genomen heeft, komt er op vraag van de jeugdhuizen zelf. “Het subsidiesysteem was verouderd en ook te flou,” zegt Katrien Vereeken, die de Brusselse jeugdhuizen de afgelopen jaren vanuit JES (Jeugd en Stad) ondersteunde. In Brussel zijn er nu vijf jeugdhuizen. Zij krijgen voldoende subsidies voor elk een fulltime beroepskracht, die de jongeren met raad en daad bijstaat, bijvoorbeeld met het opmaken van een begroting. De vijf zijn ’t Mutske in Laken, De Branding in Jette, De Schakel in Sint-Lambrechts-Woluwe, Tongeluk in Ganshoren en Alleman in Oudergem.
fronteerd wordt. En hoe een halt toeroepen aan het dalende aantal bezoekers. “Tien jaar geleden waren nog 1.700 lidkaarten in omloop, nu nog 1.000,” zegt Vereeken.
Jeugdhuis=jeugdclub Daarnaast zijn er nog jeugdclubs, jeugdhuizen zonder beroepskracht. Tot voor kort waren er daar vier van, maar JIA in Anderlecht en ’t Schabernak in Evere hielden het enkele maanden geleden voor bekeken. “De beroepskracht werd toegewezen op basis van het aantal georganiseerde activiteiten in een bepaald jaar. Ook al was het jeugdhuis het jaar nadien minder actief, toch bleef het zijn beroepskracht behouden. Op den duur waren de clubs soms actiever dan de jeugdhuizen.” De sector staat ook voor grote uitdagingen: hoe als jeugdhuis overleven in een dichtbevolkte buurt, een probleem waar bijvoorbeeld ’t Mutske dezer dagen mee gecon-
Om sterker te staan kwam er een hervorming, die de VGC coördineerde. Afgelopen zondag werd een nieuwe vzw boven de doopvont gehouden: JOB (Jeugdhuizen Ondersteuning Brussel). De jeugdhuizen blijven autonoom werken, maar de vijf beroepskrachten worden overgeheveld naar de nieuwe vzw. Die wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de jeugdhuizen. Het onderscheid tussen jeugdhuizen en jeugdclubs verdwijnt en iedereen krijgt voortaan hetzelfde budget. Sommige vrijwilligers vrezen dat het niet simpel zal zijn om de invloed te laten gelden in de nieuwe vzw en de eigenheid van hun jeugdhuis te behouden. Nog onduidelijk is
“Hopelijk kunnen we binnen twee, drie jaar een jeugdhuis in het centrum beginnen” voorts hoe de verhouding wordt met Bruksellive, het snel groot geworden jaarlijkse festival van de Brusselse jeugdhuizen. Vooraf was gezegd dat de beroepskrachten er zich minder mee zullen mogen bezighouden. “Wij zijn een aparte vzw en draaien nu al bijna volledig op vrijwilligers,” zegt coördinator Fred De Ryck van Bruksellive. Ook bestaat de angst dat de beroepskrachten, die nu van op een centrale plek zullen werken, niet vaak genoeg naar de soms ver weg gelegen jeugdhuizen zullen gaan. Baptist Bosmans,
op dit moment nog beroepskracht in ’t Mutske, gelooft niet dat de link tussen beroepskrachten en hun jeugdhuis plots wordt doorgeknipt. “Ook na 1 januari zal ik nog heel veel in ’t Mutske zijn.” Hij is ervan overtuigd dat de nieuwe structuur meer professionalisering en meer dynamiek zal brengen. “Ieder van ons zal kunnen doen waar hij sterk in is, de ene is goed in subsidiedossiers aanvragen, de andere in vrijwilligers motiveren, nog een ander in promotie en communicatie.” De nieuwe structuur zal volgens hem hopelijk ook leiden tot de oprichting van nieuwe jeugdhuizen. “Nu zijn er nog grote blinde vlekken, zoals Brussel-centrum. We willen langsgaan in scholen om te horen of jongeren geen zin hebben om een jeugdhuis op te richten. Hopelijk kunnen we binnen twee, drie jaar iets in het centrum beginnen.” Bettina Hubo
N° 1352 VAN 8 TOT 15 NOVEMBER 2012 ¦ WEEK 45: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1352 PAGINA 2 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Erfgoed > HUB-decaan Remco Sleiderink vindt schatten op zolder PARTITUREN OP DE TABLET BRUSSEL – Het Brussels Philharmonic heeft een wereldprimeur beet. De papieren partituren werden vervangen door digitale tablets.
JETTE – Op een zolder in Jette heeft Remco Sleiderink, decaan van de faculteit Taal en Letteren van de HUB, een middeleeuws handschrift gevonden van de schuttersgilde Sint-Sebastiaan. Het merkwaardige perkament werd dinsdag samen met latere, historische handschriften geschonken aan het Stadsarchief.
B
eeldt u zich eens in: u bent historicus-onderzoeker van beroep, rommelt door een zak op een zolder een vindt een geïllustreerd middeleeuws manuscript. Bovendien is het een werk verankerd aan de geschiedenis van de Brabantse hertogenstad Brussel en de taalgemeenschap waarop u promoveert en blijft publiceren. Het overkwam literatuurhistoricus Remco Sleiderink, hoofddocent oudere Nederlandse literatuur en decaan van de faculteit Taal en Letteren van de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Het historisch merkwaardige handschrift dat hij (her)ontdekte, dateert uit 1468, toen het hertogelijk paleis op de Coudenberg nog in volle groei was. Het perkament werd gedurende eeuwen bewaard door een schut-
tersgilde, maar dat was niet bekend bij wetenschappers. Ook de overheid was ondanks publicaties over het werk nooit alert geweest voor de conservatie-omstandigheden van deze erfgoedparel en het eeuwenoude archief van de kring. “Ik zag toevallig in een bladje van de Sint-Sebastiaansschutterskring van Schaarbeek een kopie uit dat middeleeuws handschrift afgedrukt,” vertelt Sleiderink vanuit Nederland. “Het bracht me na wat rondvragen bij de laatste hoofdman (voorzitter, JMB) van een schuttersgilde die in 2005 ophield te bestaan. De tachtigers die overbleven, leidden me naar hem, Walter Holbrecht in Jette. Tussen het stof van zijn zolder, bijeengezet in een gemeentelijke gele zak van oud papier, vond ik het handschrift met veel ander interes-
sant archiefmateriaal. De oude man heeft het me allemaal maar meegegeven.”
Aartshertogin Isabella De vondst was niet min. Het ging om een perkamenten boekje uit 1468 met het reglement van het SintSebastiaansbroederschap (Serment royal Saint-Sébastien des archers de Bruxelles). Voorts trof Sleiderink een zak handschriften aan met verslaggeving van bijeenkomsten van de Sint-Sebastiaansgilde. Notities over belangrijke vieringen ook, of commentaren over beschermheren en –vrouwen (sponsors zeg maar), zoals aartshertogin Isabella. En een guldenboek met haar wapenschild (1628, waaraan doorgewerkt is tot begin vorige eeuw). Ook jaarlijkse schutterskoningen- en vieringen
“Op zolder, in een gele zak voor oud papier van de stad Brussel lagen wat handschriften bijeen” worden benoemd. Materiaal waar onderzoekers jaren zoet mee zijn. Op de oudste vondst, het boekje, staat een miniatuur van Sint-Sebastiaan met een handboog in de hand. De patroonheilige staat herkenbaar in het interieur van de afgebroken Sint-Gorikskerk. “Dat het perkamenten boekje met een prachtige miniatuur is geïllustreerd, onderstreept het prestige van het broederschap,” zegt Sleiderink. “Uit het handschrift blijkt dat het broeder-
DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS © JO VOETS
De muzikant krijgt in plaats van de klassieke partituur een tablet voor zijn neus. Daarvan leest hij de partituur af. De tablet kan in landscape of verticaal geplaatst worden. De pagina’s worden met een eenvoudige vingerveeg (de swipe-beweging) gedraaid. De toepassing ‘Smart Stay’ garandeert dat het scherm actief blijft zolang de muzikant ernaar kijkt. Bovendien kun je de tablet in een speciale concertmodus zetten, vergelijkbaar met de flightmodus, opdat er geen storingen optreden. Het grootste voordeel van tabletpartituren is dat de orkestmeester met één druk op de knoop al zijn notities kan doorsturen. Gedaan met honderden bladzijden kopiëren voor iedere repetitie of zaaluitvoering. Ook het enorme probleem van stockeren, archiveren en verhuizen van partituren lijkt van de baan. Samsung steekt zo Apple de loef af, dat met zijn iPad niet klaar is voor zo’n technologie. Al in 2000 probeerde Siemens in het Duitse Bamberg een orkest te doen spelen met laptops in plaats van partituren. Het project werd afgevoerd wegens te duur en onpraktisch. Maar deze keer is het menens. Als het project slaagt, is de ‘middeleeuwse’ manier van muziek lezen en spelen voorbij. Of de muzikant die gewend is om met papier te werken, ook mentaal voorbereid is op klassieke uitvoeringen met de tablet, zal de toekomst uitwijzen. “Alles is aanwezig om er een succes van te maken,” zegt Broucke. “Er is het Brussels Philharmonic dat openstaat voor de technologie. Er is de hardware van Samsung, al zal allicht een groter formaat ontwikkeld moeten worden om de grootte van de papieren partituren te evenaren. En er is de software, die wel nog verfijnd moet worden.” In april zal het Vlaams Radio Koor het systeem voor het eerst voor een publiek gebruiken. Het orkest wil tegen september 2013 klaar zijn voor eindevaluatie. Hoe het zo snel is kunnen gaan? “Ik sprak bij toeval iemand van Samsung tijdens de Elisabethwedstrijd aan, en ook de ambassadeur van Korea zag muziek in het idee. We’ll work together, we’ll change the world, JMB zei hij.”
Vondst sticht vrueght
Zondagnamiddag. Leden van het extreem rechtse Nation bereiden een sketch voor in de Guimardstraat tegenover de ambassade van de Verenigde Staten. Ze zijn opgetrommeld om te betogen tegen het “US-imperialisme”. Bezieler is Euro-Rus, de denktank van voormalig Vlaams Blokker Kris Roman, die de solidariteit tussen Rusland en Europa propageert, in onder andere de strijd tegen de immigratie.
WEEKOVERZICHT
BDW 1352 PAGINA 3 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
©REMCO SLEIDERINK
DINSDAG 30 OKTOBER GRIFFIEMEDEWERKER VEROORDEELD. Een voormalige medewerker van de Brusselse jeugdrechtbank wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en een geldboete van 2.750 euro. Hij was 19 jaar actief als boekhouder op de griffie en verduisterde er in twee jaar tijd 19.000 euro.
WOENSDAG 31 OKTOBER ACTIECOMITÉS BEZETTEN RVA. De actiecomités tegen de besparingspolitiek in Europa bezetten het gebouw van de RVA in Brussel. Hiermee uiten ze hun ongenoegen over het feit dat vanaf 1 november werkloosheidsuitkeringen sneller afnemen in de tijd. Volgens de actievoerders zal de armoede zo alleen maar toenemen.
DONDERDAG 1 NOVEMBER DODE BIJ BRAND IN KRAAKPAND. Een man komt om bij een brand in een kraakpand in de Louis De Gunststraat in Molenbeek. Omstreeks 9 uur wordt de brand opgemerkt. De brandweer krijgt het vuur snel onder controle maar vindt een levenloos lichaam nabij de vuurhaard. De identiteit van het slachtoffer is nog niet bekend. Mogelijk werd er een vuurtje gemaakt. Onderzoek moet de precieze omstandigheden nog duidelijk maken. ZWAARGEWONDE NA SCHIETPARTIJ. Een 24-jarige man raakt zwaargewond na een schietpartij op het Bethlehemplein in SintGillis. Hij wordt overgebracht naar het ziekenhuis. De politie tast nog in het duister over de dader. Een van de ontdekte handschriften van de Sint-Sebastiaansbroederschap, geschreven in 1468 en onderaan met korenbloemen geïllustreerd.
schap nauw verbonden was met de rederijkers (amateurdichters en toneelspelers, JMB) van De Corenbloem. In het handschrift staan onderaan korenbloemen afgebeeld en is de spreuk van de rederijkerskamer weergegeven: ‘Jueght sticht vrueght’.”
1830? Frans! De ongebreidelde schat aan informatie bleek meteen duidelijk voor de vinder. “In het boekje staan de namen van 119 Brusselse rederij-
kers, namen van honderden andere leden van de schutterskring, vaak met vermelding van hun beroep. Daarbij nog namen van ambachtslui en kunstenaars als schilder Bernard van Orley, beeldhouwer Jan Borreman en boekdrukker Thomas van der Noot,” geeft Sleiderink mee. “Wat opvalt, is dat de voertaal Nederlands vanaf 1830 abrupt naar het Frans verspringt in de verslaggeving van de kring. Ik vond ook een zilveren ketting van de gilde, die nog door koning Leopold II als erevoor-
zitter bij een evenement werd gedragen.” “Ik ga over het handschrift an sich een artikel schrijven in verband met de geschiedenis van de rederijkers in Brussel. Al het overige materiaal belandt in het Stadsarchief dat openstaat voor verder onderzoekswerk,” stelt Sleiderink nog nuchter na de vondst. De stad is blij met de schenking van wat rest van de Sint-Sebastiaansgilde. Jean-Marie Binst
ZATERDAG 3 NOVEMBER KOERDISCHE BETOGING. Zo’n 6.000 Koerden trekken van het Noordstation naar de Europese wijk om hun steun te betuigen aan de Koerdische gevangen in Turkije. Het gaat om Koerden uit België en andere Europese landen. Honderden van hen zijn al meer dan vijftig dagen in hongerstaking. De ordediensten zijn massaal aanwezig maar op één incident na blijft alles rustig. Een Turk en een Koerd worden administratief aangehouden.
ZONDAG 4 NOVEMBER BRUSSELSE BIEREN HALEN GOUD. Twee Brusselse brouwerijen winnen elk een gouden medaille op de eerste Brussels Beer Challenge. De Anderlechtse brouwerij Cantillon valt in de prijzen met haar geuze. De Brasserie de la Senne krijgt goud voor haar ‘Stouterik’. Een internationale jury proeft zo’n 500 bieren uit binnen- en buitenland. In totaal winnen elf Belgische brouwerijen een gouden medaille. De Beer Challenge is een nieuwe internationale biercompetitie, georganiseerd in het kader van het gastronomische jaar in Brussel.
MAANDAG 5 NOVEMBER
“ “
Het aantal stemmen dat ik haalde bij de verkiezingen staat niet in verhouding met de kwaliteit van mijn werk op het terrein.” Olivier Kayomo Mibier, kandidaat voor het FDF in Brussel-stad, vraagt een hertelling omdat hij maar 174 stemmen haalde tijdens de jongste gemeenteraadsverkiezingen (Le Soir).
Met de veiligheid van onze chauffeurs en reizigers wordt niet gesjacherd.” Ridouane Chahid, vicevoorzitter van de MIVB, vindt dat alles in het werk moet worden gesteld om de veiligheid op het MIVB-net te garanderen (Le Soir)
MEER INTERVENTIEPLOEGEN BIJ MIVB. Bonden en directie raken het eens over een reeks maatregelen waaronder bijkomende interventiemedewerkers en -voertuigen. De beslissing komt er na drie ernstige gevallen van agressie op het MIVB-net. Afgelopen vrijdag nog zijn een buschauffeur en een passagier afgevoerd naar het ziekenhuis nadat ze werden aangevallen door twee passagiers die weigerden te betalen. Voorlopig worden de controles al opgevoerd op lijnen 46, 49, 81, 46 en 89. VOETGANGER STERFT ONDER BUS. Een 18-jarige man wordt ’s ochtends gegrepen door de MIVB-bus aan het trammuseum in Sint-Pieters-Woluwe. Hij sterft ter plaatse. Het ongeval veroorzaakt heel wat verkeershinder. GEEN 4G VOOR BRUSSEL. Belgacom lanceert in verschillende Belgische steden zijn 4G-netwerk, maar niet in Brussel. Volgens de operator zijn de stralingsnormen in de hoofdstad te streng. Technisch zou het mogelijk zijn, maar dan moeten er veel meer zendmasten komen. De 4G-technologie evenaart via een draadloos netwerk de snelheid van een vaste internetverbinding. Daardoor is het mogelijk om van op een smartphone of laptop zware bestanden te downloaden of naar een HD-video te kijken.
DINSDAG 6 NOVEMBER.
HET WOORD
Manager Openbare Rust
Afgelopen met lawaai en overlast in Brussel-stad. Burgemeester Freddy Thielemans (PS) heeft zopas een manager van Openbare Rust/manager de la Tranquillité Publique aangesteld, een nieuwe functie. De stad realiseert zich blijkbaar dat heel wat inwoners zich ergeren aan nachtlawaai, prostitutie op straat, vandalisme, sluikstorten en andere vormen van inciviek gedrag. Tot nu toe werden deze problemen ‘geval per geval’ aange-
pakt, zo meldt de jongste Brusseleir. Voortaan zal de manager van Openbare Rust, op post sinds half september, “complexe overlastdossiers met veel partijen” sturen en coördineren. Zijn specialiteit: het “deblokkeren van gespannen situaties”. De manager hoeft het overigens niet allemaal alleen te doen. “Hij krijgt de steun van een politiecommissaris met wie hij een duo vormt.” Bettina Hubo
PERKAMENT GESCHONKEN AAN STADSARCHIEF. Remco Sleiderink schenkt een perkament en enkele historische handschriften aan het Stadsarchief. De decaan van de faculteit Taal en Letteren van de Hogeschool-Universiteit Brussel vond het middeleeuws handschrift van de schuttersgilde Sint-Sebastiaan op een zolder in Jette. Het manuscript dateert van 1468.
Samengesteld door Nick Vervaeck
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1352 PAGINA 4 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Geschiedenis > Brussel herdenkt 1914-1918
De Groote Oorlog in de hoofdstad van Europa BRUSSEL – De Eerste Wereldoorlog, een van de bloederigste hoofdstukken in onze geschiedenis, nadert zijn honderdste verjaardag. In Vlaanderen zullen de herdenkingen zich concentreren rond de Westhoek, maar ook Brussel houdt de herinnering aan 1914-1918 levend. Hoogtepunt zou een vredesmonument moeten worden dat op 11 november 2018 wordt onthuld.
D
at Jean-Luc Vanraes (Open VLD), voorzitter van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, door de regering werd aangesteld om de herdenking van de Eerste Wereldoorlog te coördineren, mag niet verwonderen. Vanraes is deze legislatuur niet alleen even minister geweest – en was dus bij de verre voorbereiding be-
trokken – maar is geboren en getogen in Ieper, een van de bloederigste fronten van De Groote Oorlog. De Eerste Wereldoorlog een eeuw later herdenken is geen evidentie, zegt Vanraes: “Na de Tweede Wereldoorlog deemsterde de herinnering aan de Eerste weg, met een dieptepunt in de jaren zeventig. Het is pas de voorbije twintig jaar dat er
opnieuw interesse is in romans en films over 1914-1918.” In Brussel is bijlange niet zo hevig gevochten als in Ieper of in Passendale, maar “natuurlijk moet ook Brussel de Eerste Wereldoorlog herdenken,” zegt Vanraes. “De gevolgen van die oorlog zijn universeel, het is het begin van velerlei omwentelingen.” Een voorbeeld is de positie van de vrouw. Terwijl buitenshuis werkende vrouwen – fabrieksarbeidsters toch – in de negentiende eeuw scheef bekeken werden, stelde het Internationaal Arbeidsbureau na de oorlog bepalingen op van gelijk loon voor gelijk werk: vier jaar lang was immers massaal een beroep gedaan
Brussel kwam tamelijk ongeschonden uit de oorlog, maar is wel een van de steden die het langste bezet is geweest op de werkkracht van vrouwen. Concrete gevolgen bleven weliswaar uit tot 1921, toen het loon voor onderwijzers en onderwijzeressen gelijkgeschakeld werd. In het Belvue Museum staat alvast een tentoonstelling over vrouwen in de oorlog op het programma.
De deportatie van Adolphe Max
Gabrielle Petit hield als spionne de Duitse troepen in het oog.
© BART DEWAELE
© JPPLUS60
Taalkader alweer vernietigd BRUSSEL – Staatssecretaris voor Openbaar Ambt Bruno De Lille (Groen) vraagt dat de federale regering werk maakt van vaste taalkaders. Motivatie: de Raad van State heeft opnieuw de taalkaders op basis van werklastmeting vernietigd. Benoemingen en bevorderingen kunnen niet meer gebeuren en dat werkt demotiverend. De wetgever eist dat de (variabele) taalkaders – hoeveel Nederlandstaligen, hoeveel Franstaligen – gebeuren op basis van de werklastmeting. De Lille: “Voor elke Brusselse
ambtenaar moeten we beschrijven wat hij elk uur van elke dag van het werkjaar heeft gedaan voor welke taalgroep. Het kleinste foutieve detail wordt al sinds 1989 aangegre-
Nog geen maand nadat België geweigerd had te plooien voor de Duitsers – die via ons land Frankrijk wilden aanvallen – trokken de Duitse troepen onder de Triomfboog van het Jubelpark naar de Brusselse Grote Markt. We schrijven 20 augustus 1914. Omdat burgemeester Adolphe Max de bevolking had opgeroepen om niet te vechten of te provoceren, trokken de Duitsers weliswaar met veel vertoon de stad binnen, maar wel zonder gevechten of artillerievuur. Brussel kwam tamelijk ongeschonden uit de oorlog, maar is wel een van de steden die de langste bezetting heeft gekend heeft – van augustus 1914 tot november 1918. En daaronder hadden bewoners en stadsbestuur te lijden. Een maand na de bezetting werd burgemeester Max gedeporteerd omdat hij weigerde een oorlogsbijdrage te betalen. Zijn opvolger Maurice Lemonnier onderging hetzelfde lot omdat hij zich verzette tegen de opvordering van mensen en dieren. De
Het CCN, werkplek van heel wat gewestambtenaren.
pen om het taalkader te laten vernietigen bij de Raad van State. Het is duidelijk dat de wetten niet aangepast zijn aan de Brusselse realiteit.” Het huidige variabele taalkader – 70,62 procent Franstaligen, 29,38 procent Nederlandstaligen – werd op 7 juli 2011 goedgekeurd. Nog dezelfde dag stapte de vzw Association du Personnel wallon et francophone des Services publics naar de Raad van State. Telkens als er een nieuw taalkader is, stapt er wel een of andere francofone ambtenarenvereniging naar de Raad van
Duitsers eisten auto’s, paarden, karren en fietsen op, maar ook duiven. De bezetter was bang dat de duiven zouden worden ingezet om boodschappen naar de geallieerden over te brengen. We hebben er het ontroerende monument ‘De oorlogsduif’ aan de Pantsertroepensquare aan over gehouden. In de hoofdstad van ‘vredesproject’ Europa wordt de herinnering aan de oorlog levendig gehouden. “We moeten deze herdenking aangrijpen om de totstandkoming van Europa te promoten als vredesmodel, vooral dan bij de jeugd. Het gaat ook over de rol daarin van Brussel als hoofdstad van Europa. Het gewest wil samenwerken met de gemeenschappen in scholen en een projectoproep naar jongeren lanceren. De oorlogsherdenking moet ook een grote pedagogische oefening zijn.” Ook een grote internationale tentoonstelling over Bezet Brussel behoort nog tot de mogelijkheden.
Sporen Hoofdsteden zijn herdenkingsplaatsen, het graf van de Onbekende Soldaat aan de Congreskolom is daar het bekendste voorbeeld van. Maar de Eerste Wereldoorlog heeft ook op vele andere manieren sporen nagelaten in de stad. Sporen waarvan we de oorsprong stilaan dreigen te vergeten. Kijk maar naar de straatnamen
State. Het FDF en aanverwanten vinden een werklastmeting niet ter zake doen en willen een taalkader op basis van dossiers. Dat zou in het voordeel van de Franstaligen zijn. Tijdens de federale onderhandelingen voorafgaand aan Di Rupo I hebben de groenen – zonder resultaat – een vast taalkader op tafel gelegd. De Lille vraagt nu actie van de federale regering, want: “Het dreigt steeds moeilijker te worden om de Brusselaar een goede tweetalige dienstverlening te garanderen.” DV
BDW 1352 PAGINA 5 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Het monument ‘De oorlogsduif’ brengt hulde aan de duiven die in de Eerste Wereldoorlog gewaardeerde boodschappers waren.
vell werd in 1915 gefusilleerd door de Duitsers, ondanks internationale druk om haar genade te schenken.
ONTMOETING MET EEN HELD BRUSSEL – Het Leger museum begint al dit jaar met de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Op het menu: een tentoonstelling, een monumtentenparcours per bus en een toneelstuk.
Monument in 2018 oewel het zwaartepunt van de herH denking in 2014 zal liggen, moet de brug gemaakt worden naar 2018. Er gaan stemmen op om een groot monument op te richten dat zowel de oorlog als de vredesopbouw verzinnebeeldt. Als hoofdstad zou Brussel alle landen die bij de Eerste Wereldoorlog betrokken waren uitnodigen voor deelname, alsook de federale overheid, gewesten en gemeenschappen. Een werkgroep heeft voorstellen klaar voor de regering, die eerstdaags de knopen moet doorhakken. Begin 2013 kan dan de projectoproep gelanceerd worden. De tijd dringt. Danny Vileyn
© KLM
in de buurt van het Klein Kasteeltje: Houthulstbosstraat, Passendaelestraat, het zijn namen die stuk voor stuk verwijzen naar de Eerste Wereldoorlog en de Westhoek. Maar er is ook de Barchonstraat, naar een dorp in de buurt van Luik waar de Duitsers lelijk huis gehouden hebben. Of neem de monumenten, van bijvoorbeeld Gabrielle Petit op het Sint-Jansplein. Petit werd wegens spionage door de Duitsers gefusilleerd op 1 april 1916. Een jaar na de oorlog kreeg ze een eervolle herbegrafenis in Schaarbeek, waarbij koningin Elisabeth aanwezig was. “In iedere gemeente zijn sporen te vinden van de Eerste Wereldoorlog,” zegt ook Jean-Luc Vanraes. “In Ukkel hebben we een Edith Cavellstraat en een gelijknamig ziekenhuis, beide opgedragen aan de heldhaftige Britse verpleegster.” Ca-
Monumentum, de eerste tentoonstelling van de cyclus ‘Bespiegeling(en) over de Grote Oorlog’, krijgt vorm. Beeldhouwer Patrice Alexandre interpreteert Vlaamse, Waalse en Franse oorlogsmonumenten. Foto’s, maquettes en archiefdocumenten overlopen de golf van herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog tijdens het interbellum. De expositie wil de bezoekers laten nadenken over de relatie tussen kunstenaar en geschiedenis, tussen beeldhouwer en monument. De vzw E-guides (European Guides) gidst de expo en neemt de
© IVAN PUT
deelnemers achteraf mee voor een twee uur durende rit door Brussel om enkele monumenten te herontdekken. Het interbellum was de periode van heropbouw, maar de bevolking had behoefte aan rouw om het oorlogstrauma te verwerken. Herdenkingsmonumenten ter ere van helden en martelaren gaven een vorm aan de gevoelens met als hoogtepunt De Onbekende Soldaat, die de offers van de natie, van soldaten en burgers symboliseert. Rondleiding en bezoek in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. Inlichtingen en reservatie: expo@gmail.com of 0488/21.39 85. Het Legermuseum mikt ook op kinderen uit de lagere school. De expo ‘Ik heb een held ontmoet’ laat hen kennismaken met de oorlog. Een jonge advocaat maakt de zolder van zijn overleden grootmoeder leeg en stuit op voorwerpen die hem aan zijn overgrootvader, de held uit zijn kinderjaren, herinneren. Het toneelstuk belooft een lach en een traan, een kwinkslag en een stukje magie. Het toneelstuk staat ook op de agenda van het ‘heldenDV weekend’ op 10 en 11 november.
ADVERTENTIE
VRIJZINNIGEN KOPEN SAINCTELETTE 17 BRUSSEL – De pas opgerichte vzw ‘Sainctelette 17’ heeft het Sainctelette-gebouw naast het Kaaitheater gekocht. De Vlaamse Gemeenschapscommissie, eigenaar van het gebouw op Sainctelettesquare 17, wou er vanaf. Het stond leeg na de verhuis van de VGC-administratie naar de Jacqmainlaan. De vzw telt 2,85 miljoen euro neer voor het gebouw. Dat is de prijs die de VGC ervoor wou krijgen.
De vzw bestaat uit belangrijke vertegenwoordigers van de Nederlandstalige vrijzinnigheid in Brussel. ‘Sainctelette 17’ zal het gebouw ter beschikking stellen van sociale organisaties die hulp bieden aan armen, drugsverslaafden, bejaarden, enzovoort. Het gebouw is uiteindelijk uit de hand verkocht, en niet in een openbare verkoop. SVG
www.klm-mra.be
© IVAN PUT
BDW 1352 PAGINA 6 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Politiek > De politieke islam in Brussel: twee verkozenen spreken
‘De wereld is ziek, de duivel zit overal’ ANDERLECHT/MOLENBEEK – De islam is nu politiek vertegenwoordigd in twee gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Verkozenen Redouane Ahrouch en Lhoucine Aït Jeddig behaalden met hun partij ‘Islam’ respectievelijk 1.446 en 1.102 voorkeurstemmen. Dat is veel voor een partij die voor iedereen onder de radar bleef. Met haar keuze voor de sharia oogst ze meteen veel kritiek.
I
n het Arabisch heet de goddelijke wet sharia, ofte ‘de weg’. Die weg nemen de verkozenen van de lijst Islam als uitgangspunt, en volgens hen is het ook de enige wet die er toe doet, want van God. Hun pleidooi voor de sharia levert hen meteen ook een petitie op van meer dan 20.000 handtekeningen die oproept om de partij te verbie den. Maar je kunt van Redouane Ah rouch en Lhoucine Aït Jeddig niet zeggen dat ze er dezelfde methodes als Sharia4Belgium op nahouden: ze blijven vriendelijk, én, ze zijn verkozen. Dat betekent dat ze recht streeks aangesproken kunnen wor den op hun politieke voorstellen. Waarom hebben jullie voor de gemeentepolitiek gekozen? Redouane Ahrouch: “Gemeente politiek staat dicht bij de burger en omvat de volledige bevolking. De zaken die er behandeld worden, zijn concreet en belangen iedereen aan. Als we de burger kunnen dienen met
onze eigen lijst, dan proberen we dat.” Maar waarom heeft u niet voor een andere partij gekozen, zoals PS of CDH? Daar treft men doorgaans veel moslims aan. Ahrouch: “Dat is zo, maar die ver liezen na enkele jaren hun engage ment, en daardoor ook hun belof tes.” “De islam is ons doel, wij zijn daar duidelijk in. PS- en CDH-verkoze
Voor iedereen, of voor moslims? Ahrouch: “We beginnen bij mos lims, maar in feite zullen meer men sen zich aangetrokken voelen tot ons programma omdat de islam nu eenmaal universeel is. Wij verliezen onszelf niet in links-rechtstegen stellingen, maar nemen de oplossin gen die onze godsdienst voorschrijft als uitgangspunt. Zoals een taks op winst bijvoorbeeld, die dan naar sociale doeleinden gaat. De islam is sociaal, en veel meer dan een religie.
“Men is bang van de sharia, en denkt alleen maar aan afgehakte handen voor dieven. Terwijl dat maar een deel is” nen nemen geen maatregelen die de mensen dichter bij de islam bren gen. Dat proberen wij wel, en wel voor iedereen.”
De islam is politiek. Het grootste verschil met andere ideologieën is dat onze ideologie niet door men sen uitgevonden is, maar door God.
Het is de goddelijke wet, de sharia.” Leg eens uit. Ahrouch: “De politiek die wij voor staan maakt deel uit van een alom vattend systeem. Alleen bestaan er veel misvattingen over. Men is bang van de sharia, en denkt alleen maar aan afgehakte handen voor dieven. Terwijl dat maar een deel is.” Lhoucine Aït Jeddig: “De Koran kan rationeel gelezen worden, want volgens de Koran is de wereld nog volop in expansie en moet ze vervol ledigd worden.” Ahrouch: “De wereld is nu nog niet in balans. We zouden nu niet weten waar te beginnen met handen af te hakken, bij wijze van spreken. Pas wanneer de sharia is ingevoerd en de wet duidelijk is, heeft ze volle draagkracht en kunnen gepaste straffen ingevoerd worden.” Er is wel nog de grondwet, door mensen gemaakt, die lijnrecht tegenover zo’n goddelijke wet staat. Ahrouch: “De goddelijke wet be staat altijd, een grondwet kan aan gepast worden. Wat is er immers gebeurd tijdens de voorbije staats hervormingen in België? Dat zijn ook wijzigingen die gaandeweg aange bracht zijn. Dat is toch democratie,
of vergis ik mij? Wij zijn niet voor een staatsgreep, maar willen men sen alleen helder uitleggen waar we voor staan. Men volgt ons wel.” Aït Jeddig: “Deze samenleving is ziek, dat ziet iedereen. Er zijn de
Onderwijs > Eerste passiefschooltje in Brussel
75 procent minder energie nodig
De nieuwe kleuterschool op het groene kasteeldomein in Etterbeek bestaat uit tien klaslokalen, geschikt rond een polyvalente zaal.
© GO!
ETTERBEEK – De kleu tertjes van het atheneum van Etterbeek hebben maandag hun intrek ge nomen in een gloednieuw passiefgebouw met groen dak, een ontwerp van de Gentse evr-Architecten. In deze eerste Neder landstalige passiefschool in Brussel zou het ener gieverbruik 75 procent lager moeten liggen dan normaal. De doorgedre ven isolatie heeft wel haar prijs: 2,6 miljoen euro kostte het gebouw. De GO!-kleuterschool maakt deel uit van een Vlaams pilootproject waarbij 24 passiefscholen worden neergezet in Brussel en HUB Vlaanderen.
DE DAGELIJKSE PENDEL SPECIAL
Elke dag komen 240.000 Vlamingen en 132.000 Walen werken in Brussel. Twee derde van hen komt met de auto, maar waar kunnen ze die kwijt?
Redacteur Jean-Marie Binst rijdt wanhopig rondjes door Anderlecht op zoek naar een parkeerplek en vindt een geheime gratis parking. Zijn tip zal een paar honderd mensen helpen, maar dat is niet meer dan een druppel op een hete plaat. Waarom nemen niet meer pendelaars de trein? Gastredacteur Tijs van den Boomen maakte een exclusieve kaart van alle parkeermogelijkheden nabij 86 stations in de Rand, en neemt de plannen voor de nabije toekomst onder de loep.
VOLGENDE WEEK IN BDW
BDW 1352 PAGINA 7 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
CHIEN ÉCRASÉ
Redouane Ahrouch (l.): “Pas wanneer de sharia is ingevoerd en de wet duidelijk is, kunnen gepaste straffen ingevoerd worden.”
Omdat men weet dat wij oplossin gen hebben.” U wilde er in de eerste plaats toch voor moslims zijn? Ahrouch: “We beginnen lokaal, maar als onze voorstellen ooit op het federale niveau doorgevoerd kunnen worden, dan is dat na tuurlijk goed. Maar ik herhaal: ze maken ons zwart omdat ze bang zijn van ons. Twee verkozenen, en ze zijn bang. Zoals die petitie die momenteel tegen ons loopt. De personen die daar achter zitten zijn dan wel intelligent, maar in dienst van de duivel, en de duivel zit overal.” Is dat niet gewoon oppositie, normaal in een democratie? Ahrouch: “Ja, maar niet op deze manier. Waarom moeten mensen tegen ons worden opgezet? Voor de islam is tegenspraak goed, maar alleen als ze waardig is. Het individu staat bij ons voorop. Bij andere politici zogezegd ook, maar waarom ligt de nadruk dan op beledigen? Als je scheldt, dan is dat omdat je slecht bent opge voed of geen argumenten hebt.”
pressies, er zijn zelfmoorden, er is klassenstrijd en uitsluiting. Wij wil len de wereld opnieuw spiritualiteit bijbrengen, en de mensen uitleg gen waarop ze recht hebben. Want waarom is men bang van de islam?
Het blijft moeilijk: een goddelijke wet toepassen op niet-moslims. Ahrouch: “Wij zijn voor de schei ding van kerk en staat, maar het zijn de anderen die zich daar niet aan houden. Philippe Moureaux voerde politiek in de moskee. Wat had hij daar te zoeken? En de ko ning gaat toch ook naar de mis. Ik heb de indruk dat de scheiding tussen geloof en staat er alleen voor ons moet zijn.” Aït Jeddig: “En koning Boudewijn weigerde de abortuswet toch ook te tekenen wegens zijn geloof?”
Wat zou u denken van een Gay Pride door Molenbeek? Aït Jeddig: “Mensen moeten zelf weten of ze homoseksueel zijn. Zij zijn welkom in Molenbeek. De al gemene veiligheid en de openbare zeden in acht genomen, natuurlijk, zoals bij elke optocht. En men moet dan ook van ons aanvaarden dat wij er voor pleiten om te trouwen en kin deren op de wereld te zetten. Anders worden de homo’s geprivilegieerd. En waarom zouden we dan voor zo’n optocht mee moeten betalen?” Ahrouch: “Kijk, de islam is geen archaïsche aangelegenheid, maar eerder moderniteit. Dat was al zo ten tijde van de Moren, waarom hebben de Europeanen hen anders uit Spanje verdreven? De islam is een evolutie: eerst was er de joodse godsdienst, dan het christendom, en als vervollediging daarvan, de islam. De democratie zal met ons mee evo lueren.” Wat houdt dat dan in voor nietmoslims? Ahrouch: “Wij sluiten niet uit. Als er in een klas 25 kinderen zitten, waarvan 24 moslims, dan heeft die ene Belg recht op varkensvlees, bij voorbeeld. Als hij dat wil, is dat geen probleem. Er moeten dan wetten ko men voor moslims en voor niet-mos lims. Ons project is echter gebaseerd op samenwerking, en niet op uitslui ting. Niet alleen moslims zullen van onze voorstellen profiteren, je zal zien. In de gemeenteraad zullen veel partijen onze moties steunen omdat ze het welzijn van de hele bevolking voor ogen hebben. Dát is ons ware gelaat.” Christophe Degreef
BUSCHAUFFEURTJES – Het moet straf spul zijn dat ze bij de MIVB in het voer van hun buschauffeurs draaien. Onlangs waren we nog zeer lovend over een chauffeur van de ergste buslijn die er is, de 71, en deze week permitteren we het ons zeer lovend te zijn over die van lijn 38, een rustiger alternatief voor de 71. Met meer bezienswaardigheden en zo. Op lijn 38 dienen zich zelfs klanten aan die er op staan de buschauffeur te complimenteren. Daar fluiten de buschauffeurs ook. Blijven ze kalm in het drukke verkeer. Lachen ze naar klanten. Zeggen ze zelfs goeie dag. Er is echt iets aan de hand bij de MIVB, en als het het voer van de chauffeurs niet is, hebben wij er het raden naar. Opslag? CIJFERTJES – Maar ook al houden ze in het hoofdkwartier van de vervoersmaatschappij in de Koloniënstraat misschien wel goede hoe veelheden pillen bij om aan hun chauffeurs te geven, cijfers over andere zaken stemmen wat minder optimistisch. Zo is het aantal vandalen streken in 2011 gestegen: 1.272 feiten in 2011 tegenover 1.117 in 2010 en 988 in 2009. Toch koesteren ze nog een sprankeltje hoop: in het eerste semester van 2012 is het aantal vandalenstreken weer gedaald tegenover het eerste semester van 2011. Hoera! In de Koloniënstraat zeggen ze dat het door de poortjes komt. De poortjes! Ja, de poortjes... Ach, de poortjes.
P-PRAAT De wereld staat niet stil. Mocht hij dat wel doen, dan had u er waar schijnlijk ook geen behoefte aan een krant te lezen, dus is het maar goed dat hij draait. Sinds kort hebben wij bij de krant het fenomeen Twitter leren kennen. Het is niet makkelijk om uit te leggen, maar het speelt zich af op eenieders computer en het logo is een blauw vogeltje. Een blauw. Bedoeling van Twitter is om allerhande boodschappen de wereld in te sturen, wisselend van toon, en ook van inhoud. Zo wordt terwijl u dit nu leest waarschijnlijk op Twitter ‘getweet’ (spreek uit: ge twiet), wat wil zeggen dat men het er over de Amerikaanse presidents verkiezingen heeft, of de herkapitalisatie van Dexia. Belangrijke zaken, kortom. Brusselse notabelen ‘twieten’ echter ook. Hier zijn de zaken een beetje prozäischer. Geen hoogoplopende discussies of ideologische debatten, maar gewone, alledaagse dingen. Want als politici hier één ding willen, dan is het wel dicht bij u staan, of tenminste doen alsof. Ann Brusseel: “Zoekt adoptiegezinnen voor een mama poes en kleintjes. Aub mail naar ann@annbrusseel” Bruno De Lille: “Is prins Filip niet in het reine met zichzelf of wordt hij daartoe gedwongen door de maatschappij? #respect” Ans Persoons: “One cosmopolitan a day keeps the doctor away:-)”
Lees ook het commentaar van Danny Vileyn op pagina 15
Bianca Debaets: “Ik wou dat ik nu in het sportpaleis was #radiohead”
ADVERTENTIE
BMW 1 Reeks Sportshatch
Echt rijplezier
ONTMOET UW DUBBELGANGER.
Hebt u een uitgesproken karakter? De nieuwe BMW 1 Reeks Sportshatch ook. Onderscheidt u zich graag van de massa? Met zijn atletische lijnvoering en dynamische silhouet rijdt de BMW 1 Reeks Sportshatch nergens ongezien voorbij. Hebt u een eigen stijl? Hij biedt u de keuze: Sport Line, Urban Line of M Sportpakket. Kies de stijl die het best bij u past en maak van uw wagen uw evenbeeld dankzij de talrijke personalisatiemogelijkheden. Zo wordt uw nieuwe wagen even uniek als uzelf. En met de BMW 114i Sportshatch is dit model al beschikbaar vanaf € 21.800. Afspraak bij ons voor een eerste kennismaking en een onvergetelijke proefrit.
NIEUWE BMW 1 REEKS SPORTSHATCH. BMW EfficientDynamics
Minder uitstoot. Meer rijplezier. BMW Brussels Louizawijk Filiaal van BMW Belux • Waterloolaan 23-24 • 1000 Brussel Tel. 02 641 57 11 • info@bmwbrussels.be • www.bmwbrussels.be BMW Brussels Evere Meiser Filiaal van BMW Belux • L. Mommaertslaan 2 • 1140 Brussel Tel. 02 730 49 11 • info@bmwbrussels.be • www.bmwbrussels.be Milieu-informatie (KB 19/03/04): www.bmw.be
3,8-8,0 L/100 KM • 99-188 G/KM CO2
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ouders welkom!
reis naar de toekomst en ontdek het beroep van je kind.
Wordt het Kunst of Koeltechnieken? Latijn of Moderne Talen? Misschien wel Brood en Banket? Met de stap naar het secundair onderwijs begint uw kind aan een nieuw hoofdstuk in zijn leven. En u kunt als ouder helpen de juiste keuze te maken. Tijdens de Studiekeuzebeurs ontdekt u de talrijke studierichtingen van het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel. Met daarbij uitleg over de vele beroepsopties in de toekomst. Bezoek de beurs samen met de klas van uw kind, of kom naar de ouderavond op donderdag 15 november 2012. Tijdens deze avondeditie speciaal voor ouders, ontmoet u tussen 17 uur en 20 uur vakmensen, leerkrachten en specialisten die uw vragen graag beantwoorden. Ook ‘special guest’ Miss België Laura Beyne getuigt over haar ervaringen als oud-leerling van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.
Afspraak dus op donderdag 15 november 2012, van 17 uur tot 20 uur in Square Brussel.
studiekeuzebeurs
DATUM
AVONDEDITIE VOOR OUDERS UUR
PLAATS
LOCATIE
15 NOV 2012 17U-20U SQUARE BRUSSEL 13-16/11 Square-Brussel
www.ontdekjetoekomst.be
BDW 1352 PAGINA 9 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Fotografie > Dialoog tussen generaties en culturen met de camera in de hand
Jong en oud verbonden door foto’s ANDERLECHT – De crisis mag het generatieconflict dan wel hebben aangescherpt, het hoeft niet altijd scheef te zitten tussen jong en oud. Senioren van dienstencentrum Cosmos trokken samen met jongeren op uitstap naar enkele historische plekken in België. De mooiste foto’s van die trips werden verzameld, bewerkt en vrijdag tentoongesteld. Als senioren erop uit trekken, heten de bestemmingen al snel Scherpenheuvel, Blankenberge of Lourdes. Maar het kan ook anders, bewezen de ouderen van Cosmos. In april, mei en juni van dit jaar bezochten ze samen met de jongeren van het jeugdhuis Alhambra verschillende belangrijke historische plekken in België. Bestemmingen waren onder meer het Afrikamuseum in Tervuren, de citadel van Dinant, de Antwerpse haven, de mijn in Marcinelle en de begraafplaats voor gesneuvelde soldaten van de Eerste Wereldoorlog in Ieper. Omdat veel van de senioren
stek om de dialoog tussen verschillende culturen te stimuleren.
Photoshop
Organisator Pascal Boëcasse doorloopt het fotoboek met de trotse makers ervan.
migranten zijn uit Zuid-Europa en de jongeren voornamelijk Noord-
Afrikaanse roots hebben, was het project niet alleen bedoeld om twee
ADVERTENTIE
© DIETER TELEMANS
generaties samen te brengen, maar was het ook een gelegenheid bij uit-
Fotografie stond centraal bij de uitstappen. Zowel de jongeren als de senioren en hun begeleiders volgden workshops rond digitale bewerking van foto’s. Ze leerden ook onlinepresentaties maken en kregen een korte mediatraining. De foto’s die vrijdag werden getoond, zijn dan ook door henzelf verwerkt tot posters en flyers van deze tentoonstelling. Dienstencentrum Cosmos organiseert overigens gedurende het hele jaar verschillende workshops, uitstappen en andere evenementen. Jong en minder jong, Belg of nietBelg, iedereen is van harte welkom om zich aan te sluiten. Voor meer informatie kan u contact opnemen met Pascal Boëcasse (02527.89.73) of een kijkje nemen op de website. Nick Vervaeck www.ldcbrussel.be/brusselselokale-dienstencentra/cosmos
ADVERTENTIE
MARIA-BOODSCHAPLYCEUM GEEST HART TOEKOMST OPENDEURDAG ZATERDAG 24 NOVEMBER, van 14 tot 18 uur
SINT-NIKLAAS INSTITUUT ZATERDAG 17 NOVEMBER ‘12 VAN 12 TOT 21u.
PANNENKOEKENFEEST: 12-21 UUR OPENDEURDAG: 13-17 UUR
GEEFT JE RUIMTE INSCHRIJVINGEN info op de opendeurdag en daarna op onze website
ZATERDAGMARIA-BOODSCHAPLYCEUM 17 NOVEMBER 2012
ERSCHOOL, LAGERE SCHOOL EN SECUNDAIRE SCHOOL MOUTSTRAAT 22, 1000 BRUSSEL 02 506 89 20 ı mabo@skynet.be ı www.mabobrussel.be
BERGENSESTEENWEG 1421, 1070 ANDERLECHT www.SNI.BE
BDW REGIO
BDW 1352 PAGINA 10 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Deze week in de aula > VUB laat toekomstige studenten proeven van studierichtingen
Het labo, de computer of toch maar het wetboek?
Sofie Denaeghel is door de stage alleen maar overtuigder van haar keuze. “Ik weet al heel lang dat ik later wil bezig zijn met biologie.”
© JO VOETS
ETTERBEEK – Je bent zeventien en je wil wat, maar je weet niet wat precies. Bekend probleem op menig speelplaats, en al zeker als het over studiekeuzes gaat. De VUB helpt twijfelende jongeren graag op weg, en bood tijdens de herfstvakantie proeflessen aan.
lies Tas, organisator van het herfstkamp. In totaal hebben 385 jongeren zich ingeschreven. Wie eens wil proeven van het leven aan de universiteit kon voor één dag kiezen, wie zich meteen wilde onderdompelen kon de volle twee dagen deelnemen aan de stage. Voor die laatste formule is er een verblijf geregeld op kot bij een VUB-student. Zo kunnen de jongeren al eens proeven van de avondactiviteiten van de Brusselse student. “Voor wie in Brussel overnacht, werden ’s avonds verschillende activiteiten georganiseerd. Zo nemen onze ambassadeur-studenten de leerlingen mee op stap langs verschillende cafétjes in de stad. Voor diegenen die het liever wat rustiger aan doen, zijn er ’s avonds films in het KultuurKaffee,” vertelt Tas.
K
laslokaal 1.05, VUB-campus, Etterbeek. Het geluid van tokkelende vingers op een klavier vult de ruimte. Een twintigtal scholieren is geconcentreerd bezig allerlei codes in te voeren waarvan de gemiddelde medemens geen snars begrijpt. “Deze cursisten maken een eigen Wii-console,” verduidelijkt Coen De Roover, postdoctoraatsstudent computerwetenschappen. Hoewel ze op school niet vaak bezig zijn met informatica, lijkt er voor velen onder hen niets nieuws aan deze materie. “In mijn vrije tijd ben ik vaak bezig met programmeren, daarom is dit een leuke oefening”, vertelt Bernd Wethmar, zesdejaars wetenschappen-wiskunde. Bijna alle aanwezige studenten
zijn er eigenlijk al bijna uit: ze kiezen voor informatica in het hoger onderwijs. Zo ook Shati Patel, studente Latijn-wiskunde in het vijfde
wel nog 15 procent kans dat ik toch voor wiskunde kies, maar dat zal de workshop in de namiddag bepalen,” lacht ze.
“Ik weet voor 85 procent zeker dat ik iets met informatica wil doen. Al is er nog 15 procent kans dat ik toch nog voor wiskunde kies” middelbaar. “Hoewel mijn richting het niet onmiddellijk doet vermoeden, weet ik voor 85 procent zeker dat ik later iets met informatica wil gaan doen. Natuurlijk bestaat er
“Dit is de derde editie van de herfstkampen in de huidige vorm op de VUB-campussen. Nu voorziet elke opleiding en faculteit in workshops tijdens de tweedaagse”, vertelt Mar-
Gunstige bacteriën Maar de stages draaien in de eerste plaats natuurlijk om het serieuze werk. In een van de laborato-
ria van de faculteit bio-medische ingenieurswetenschappen is een kleine groep van louter vrouwelijke zesdejaars bezig met een bacterieonderzoek. “Tijdens deze workshop maken de deelnemers kennis met het gebruik van bacteriën in de voedingsindustrie. Aan de hand van proeven wordt het belang van gunstige bacteriën in onze basislevensmiddelen aangetoond”, zegt Frédéric Leroy, docent industriële microbiologie en voedingsbiotechnologie. Voor Sofie Denaeghel, studente wiskunde-wetenschappen in het laatste jaar, is een laboratorium niet nieuw. “Omdat ik wetenschappen studeer heb ik zeer veel les in het labo, waardoor deze proeven en termen als vortexen mij niet onbekend zijn,” zegt ze. “Ik weet al heel lang dat ik later wil bezig zijn met biologie. Deze workshop bevestigt dat nog maar eens.” Lore Steyaert volgt dezelfde richting als Sofie maar weet absoluut nog niet wat ze volgend jaar wil gaan studeren. Zij is al voor de tweede dag op herfstkamp in Etterbeek. “Ik weet echt nog niet wat ik wil studeren. Mijn interesses liggen zo ver uit elkaar. Ik heb al deelgenomen aan de workshops van rechten, filosofie, geschiedenis, geografie, biologie en nu biologische ingenieurswetenschappen. Biologie en rechten vond ik de leukste opleidingen, al weet ik niet of de lessen tijdens het academiejaar even leuk zullen zijn. Mijn zoektocht naar de juiste richting is dus nog niet afgelopen. Hopelijk heb ik voor september mijn keuze gemaakt.”
De grote stap Het herfstkamp dat de VUB organiseert is uniek in Vlaanderen. “Op de universiteiten van Gent, Antwerpen en Leuven worden weliswaar gelijkaardige initiatieven georganiseerd, maar bij ons gaat het om meer dan open lesdagen. Wij organiseren echte workshops waar de deelnemers centraal staan, en niet zomaar een gewone les als toeschouwer bijwonen,” zegt Marlies Tas. Ook de overnachting die wordt aangeboden is goed om nieuwe contacten te leggen. “Als de jongeren deelnemen aan de avondactiviteiten, leren ze al enkele van hun toekomstige medestudenten kennen. Op die manier is de eerste stap al gezet en wordt die eerste dag op de ‘grote school’ toch iets minder steresserend.”
Nick Vervaeck
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Leer de Nederlandstalige buurtscholrsen kennen samen met andere oude .
Samen naar School in de Buurt
ADVERTENTIE
Brussel Deze Week vzw is uitgever van de weekbladen Brussel Deze Week en Agenda en van de nieuwssite brusselnieuws.be. De bladen kennen een ruime verspreiding in en om Brussel en in de grote Vlaamse steden.
VOOR HET WEEKBLAD BRUSSEL DEZE WEEK ZIJN WIJ OP ZOEK NAAR EEN VOLTIJDS
Eindredacteur (m/v) TAKEN
GeĂŻnteresseerden sturen voor woensdag 28 november 2012 een brief met motivatie en cv naar Brussel Deze Week vzw, hoofdredacteur Anne Brumagne, E. Flageyplein 18, 1050 Brussel of mailen naar anne.brumagne@ bdw.be, trefwoord 'eindredacteur'.
n Tekstcorrectie en proeflezen; verbeteren van fouten, stijl, lengte, structuur en informatie n Medewerkers aanspreken; de levering van artikels opvolgen n Creatief omspringen met titels, tussentitels en foto-onderschriften n Zorgen voor het tijdig afleveren van de pagina’s PROFIEL n Opleiding taal- en letterkunde n Nauwkeurig, zin voor verantwoordelijkheid n Stressbestendig, kunnen werken tegen deadlines n Zowel zelfstandig als in team functioneren n Interesse hebben voor Brussel in al zijn facetten n Minstens vijf jaar ervaring WIJ BIEDEN n Een boeiende baan in een dynamische ploeg n Een voltijds contract van onbepaalde duur n Een goed salaris en voordelenpakket
www.samennaarschool
indebuurt.be
Op zoek naar een basisschool voor uw kind? Samen naar School in de Buurt brengt ouders met elkaar in contact om samen de voordelen van een basisschool in de buurt te ontdekken. Zo wordt de schoolpopulatie opnieuw een weerspiegeling van de buurt, met een waardevolle sociale, talige en culturele mix. Graag tot binnenkort, op een van onze activiteiten!
Openschooldagen van 12 november tot en met 20 december 2012 U bezoekt samen met andere ouders de buurtscholen tijdens de lesuren. Zo leert u hun pedagogisch project kennen en proeft u van de typische sfeer van de school.
Sint-JansMolenbeek
Met de steun van:
Sint-Gillis
ADVERTENTIE
SOS nuchterheid in het UZ Brussel Tijdstip woensdag om 13u00
voor mensen door mensen Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] T 02 242 36 02 E-mail brussel@deMens.nu
Data 14 en 28 november 2012 12 december 2012 Begeleiding Wilfried Van der Borght Locatie UZ Brussel, Laarbeeklaan 101, 1090 Jette Bushalte MIVB 13-14 (UZ Brussel) Meer info SOS Nuchterheid 09/330.35.25 (24u/24u) www.sosnuchterheid.org • e-mail: info@sosnuchterheid.org Onze dienstverlening is kosteloos. SOS Nuchterheid vzw is een lidvereniging van deMens.nu en Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen (VAD) SOS Nuchterheid Brussel is een realisatie van SOS Nuchterheid vzw in samenwerking met huisvandeMens Brussel. Met steun van de Instelling Morele Dienstverlening van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest.
bezoek ons voor meer info op www.deMens.nu
ADVERTENTIE
Contacteer:
Regenbooghuis www.rainbowhouse.be of huisvandeMens Brussel brussel@deMens.nu
Wol liggen? Breng het binnen op dit adres: Lollepotstraat 3 1000 Brussel
SLOTEVENEMENT : 7/12/2012
Zin om mee te breien?
BDW 1352 PAGINA 13 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Equilibrio sospeso heet het kunstwerk van de Italiaanse kunstenaar Mauro Staccioli, oftewel ‘Opgeschort evenwicht’. Het is niet zeker of de brandweerlieden die in de vroege ochtend van 15 februari 2007 uitrukten, die titel kenden. Maar hij beschrijft in ieder geval wel goed wat ze op deze plek aantroffen. Een auto had zich met hoge snelheid in het kunstwerk geboord en de bestuurster moest uit het wrak worden bevrijd. Maar ook het Equilibrio was onstabiel geworden. Om verder onheil te voorkomen, zaagden de brandweerlui het staal in stukken. Toen de constructie plat op de grond lag, was een nieuw evenwicht ingetreden.
De gemeente Watermaal-Bosvoorde was ontzet. Het kunstwerk was in 1998 weliswaar een project van het gewest geweest om zijn grenzen te markeren, maar de gemeente beschouwde het als háár symbool.
kwam het Gewest over de brug en negen maanden later stond het werk weer stabiel op zijn sokkel.
www.brusselnieuws.be/rondbrussel
BDW REGIO
Etterbeek > Jellema en Baeten moeten wachten
Meteen liet ze weten dat het beeld hersteld moest worden. Ook kunstkenners roerden zich, een petitie kreeg al snel 2.955 handtekeningen. Hoewel de remake ruim tweemaal duurder was dan het origineel,
Indrukwekkend is het met zijn hoogte van 26 meter zeker: het werkt voor de naderende automobilist als een reusachtige schilderijlijst die het landschap kadreert. Maar het is jammer dat het een tweedimensionaal beeld is, dat geen gebruik maakte van het feit dat je er omheen rijdt en het dus van alle kanten ziet. Van opzij is het gewoon een rechte streep. Heeft Staccioli zitten slapen toen hij het ontwierp? Misschien wel, maar er zijn verzachtende omstandigheden. In 1964 is de Vorsterielaan aangelegd als bypass voor het steeds drukkere verkeer uit de Rand, in dat jaar is ook de rotonde gebouwd met een afslag voor de oude Terhulpensesteenweg. Maar toen Staccioli aan de slag ging, was die afslag verdwenen en kwam er, behalve via een smal bosweggetje, niemand meer van de zijkant. In feite is het gewoon een weg die rechtdoor loopt en dus vertoont het vierkant alleen frontaal zijn evenwichtskunsten. Tijs van den Boomen
© IVAN PUT
Vlaanderen heeft de reputatie dat de rotondes er vol staan met bespottelijke beelden. Maar hoe zit het in Brussel? Voor BDW onderneemt de Nederlandse rotondoloog Tijs van den Boomen de komende maanden een zoektocht naar de rotondes van de negentien Brusselse gemeenten. Welke spiegel houden ze ons voor?
© TIJS VAN DEN BOOMEN
ROND BRUSSEL (2): VORSTERIELAAN-TERHULPENSESTEENWEG WATERMAAL-BOSVOORDE
Twee van de drie Vlaamse schepenen nog onzeker In Etterbeek zijn drie Nederlandstaligen kandidaat voor een schepenambt. Huidig Vlaams schepen Frank Van Bockstal (CD&V) is al zeker van zijn zitje, de andere twee moeten wachten. Europa en zetelgeschuif steken stokken in de wielen. Groen-kandidaat Rik Jellema werd van op de tweede plaats verkozen en heeft bijgevolg recht op een schepenzitje. Vorige week meldde de Friese Brusselaar dan dat hij na overleg wel degelijk schepen wordt naast partijgenoot Marie-Rose Geuten, die de bevoegdheid Openbare Werkzaamheden heeft. Maar Jellema’s zitje is ook nu nog niet zeker omdat hij problemen heeft met zijn werkgever. Hij werkt als vertaler voor de Europese Raad van Ministers, en daar is men er niet happig op om een medewerker een politiek ambt te laten uitoefenen, ook al is het op lokaal niveau. De situatie stemt Jellema droef. “Een schepenambt in Etterbeek is goed voor een halftijdse job, en bij de EU is het niet de gewoonte dat je halftijds als politicus werkt buiten je Europese job. De EU is een ambtelijke instelling, ik ken het huis, en ik vrees een beetje voor mijn zitje. Dat zou jammer zijn, want Europa
kan tonen dat het de Europese gedachte ook op lokaal vlak uitdraagt als het mij schepen laat worden.” Jellema geeft mee dat hij graag het ambt Mobiliteit wil als hij schepen zou worden. De beslissing valt begin december. Drie jaar geleden kende Jellema al moeilijkheden tijdens de gewestverkiezingen omdat hij Europees ambtenaar was. Omdat dat overeenkomt met een diplomatiek statuut, kon hij niet op een lijst staan.
Baeten tot 2014 De Vlaming Rik Baeten raakte als SP.A’er van op de derde plaats verkozen op de PS-lijst en maakt kans op een schepenzitje omdat huidig PS-schepen van Begroting Rachid Madrane Brussels staatssecretaris van Netheid wordt. Madrane volgt Emir Kir op, die burgemeester van Sint-Joost-ten-Node wordt. Baeten zou schepen kunnen blijven tot de gewestverkiezingen van 2014, tenzij Madrane dan aanblijft als staatssecretaris, wat niet onwaarschijnlijk is. Intern moet dat echter nog bedisseld worden. Zelf wil Baeten nog niet veel kwijt, maar hij laat uitschijnen dat hij de bevoegdheid Begroting wel ziet zitten. De beslissing valt over twee tot drie weken. CD
Aan de Elsense kant van de Venezuelalaan (l.) ligt nieuw asfalt, aan de Brusselse kant niet.
Elsene > Nieuw asfalt Brazilië- en Venezuelalaan tot de gemeentegrens
‘Niet de gewoonte om samen te werken voor kleine ingrepen’ De voorbije weken werd het wegdek van de Braziliëlaan en de Venezuelalaan onder handen genomen. Maar het nieuwe asfalt stopt aan de grens tussen Elsene en Brussel. Volgens gemeenteraadslid Yves Rouyet (Ecolo) is dat vreemd omdat er normaal gezien toch een beetje coördinatie is tussen gemeenten wanneer er wegen worden heraangelegd. “Men asfalteert dan een hele straat, ongeacht de gemeentegrens, en men stuurt de factuur door. Nu is dat echter niet het geval, en krijg je zulke absurde situaties, waarbij het Brusselse deel van de la-
nen er slecht bijligt en je in Elsene zacht rijdt.” Op het kabinet van schepen van Openbare Werkzaamheden Pierre Lardot (PS) heeft men een verklaring. “Het gaat hier om een herasfaltering van de Elsense kant van de genoemde straten, goed voor maar 10 procent van het totale straatoppervlak,” zegt ingenieur Olivier De Klerck. “Bij zulke kleine ingrepen is het de gewoonte dat men niet overlegt met de buren. Bij grote werkzaamheden is het wel de regel dat de gemeente met het grootste aandeel straat werkzaamheden coördineert. Deze herasfaltering was voor ons nodig, maar CD niet voor Brussel.”
BDW 1352 PAGINA 14 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
bij sommigen zou worden uitgehold. Conclusie: men ontdekte vrij snel dat de snel-Belgwet toch niet zo’n goede zaak was. In de praktijk ging men die wet noodgedwongen minder en minder snel en volgens de letter van de wet toepassen.
‘Humaan’ criterium?
Het regionaal integratiecentrum Foyer in Molenbeek.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Migratie > Taaleisen zeggen veel over toekomstbeeld van ons land
Nieuwe Belgen in een nieuw België?
BDWOPINIE Om de snel-Belgwet ten volle te begrijpen, blikken we best terug op de totstandkoming van de wet. Bij de vorming van Verhofstadt I in 1999, in tijden dat een formatie maar een maand hoefde te duren, was er een probleem. De groenen, na de dioxinecrisis een van de winnaars van de verkiezingen, hadden beloofd werk te maken van het gemeentelijk stemrecht voor niet-Europeanen. Ze zouden nooit in een regering stappen die het gemeentelijk stemrecht niet zou toekennen. Ze werden nog maar opgeworpen als kandidaat-coalitiepartner, of de eerste opiniestukken verschenen om de groenen attent te maken op hun belofte. Maar de liberalen hadden zich net verzet tegen dat gemeentelijk stemrecht, ook een verkiezingsbelofte. Zij oordeelden dat de nationaliteitswet zoals die toen van kracht
was, volstond. Wat kon een compromis worden? Een nieuwe versoepeling van de nationaliteitswet. Maar die nationaliteitswet was al versoepeld in 1991, 1993 en nog een laatste keer in 1995. Wat kon nog meer versoepeld worden? De regeling tussen 1995 en 1999 was als volgt: wie vijf jaar in België verbleef (of drie jaar voor iemand met het statuut van erkende vluchteling), was kandidaat om Belg te worden. Hij werd gevraagd of hij al werk had, ofwel of hij met een van de landstalen overweg kon, ofwel of hij als hij kinderen op school had, deze goed opvolgde. De meeste politici oordeelden in 1995 dat dit een goede wet was. De wetswijzigingen van 1991, 1993 en 1995 hadden overigens, zeker in steden als Brussel en Antwerpen, een enorm effect. Tegenover elke niet-Europeaan ‘zonder’ Belgische nationaliteit stond toen in die steden iemand van dezelfde afkomst stond ‘met’ de Belgische nationaliteit. Voor Brus-
© BART DEWAELE
BRUSSEL – Het viel wat tussen de plooien door de sluiting van Ford Genk, maar de snel-Belgwet is eind vorige maand begraven. Niet geheel onterecht, vindt Johan Leman, maar dat je vanaf nu in Vlaanderen Nederlands moet spreken en in Brussel allicht niet, geeft te denken.
Ooit redde een Senegalees een dame van de verdrinking. Wat later werd hij uitgezet. Is dat geen verlies voor de samenleving?
Johan Leman.
sel was dat een belangrijk gegeven. Het leek evenwichtig. Zou een stap verder niet de stap te veel worden?
Snelle reactie? Van het parket? Maar er moest een compromis gevonden worden. Niemand mocht gezichtsverlies lijden bij de regeringsvorming. En dus was daar de snel-Belgwet. Door de nieuwe versoepeling zouden het parket en Staatsveiligheid slechts drie maanden krijgen om verzet aan te tekenen tegen een kandidaat die de nationaliteit aanvroeg. Kwam er binnen
die termijn geen reactie, dan werd het akkoord van parket en Staatsveiligheid verondersteld, zo stelde de nieuwe wet. Maar zie je een parket als dat van Brussel of Antwerpen binnen de drie maanden reageren? Je kon zo voorspellen dat dat tot misbruiken zou leiden en dat sommige mensen de nationaliteit zouden kunnen krijgen die ze echt beter niet kregen. Je kon ook voorspellen dat het stimulerende aspect dat nog in de wet van 1995 te vinden was (hij zet je als kandidaat-Belg minstens toch op weg van de integratie)
Vandaag krijgen we dus een nieuwe nationaliteitswet. Eigenlijk grijpt men grotendeels terug naar de tijd van voor de snel-Belgwet. Het grootste praktische verschil bestaat erin dat er nu sprake is van inburgeringscursussen als een mogelijk bewijs van integratie (die bestonden in 1995 niet, of toch niet op de schaal van vandaag). Ander verschil: er wordt een periode van tien jaar ingevoerd die op zich als een voldoende bewijs van integratie aanvaard wordt, naast de vijf jaar onder condities. Dat was in de wet van 1995 niet het geval. En wat een heel positief nieuw punt lijkt: wetenschappelijk, sportief of cultureel een bijdrage geleverd hebben voor het land wordt ook een criterium. Ik zou er liefst ‘humaan’ ook nog aan toegevoegd zien, maar dat staat er niet. Wat ik bedoel? Ik heb ooit een Senegalees uit het Klein Kasteeltje in het ijskoude water van het kanaal weten springen om een dame van de verdrinkingsdood te redden. Dat lukt nog ook, maar enkele maanden later werd hij toch onverbiddelijk het land uitgezet werd. Mij lijkt dat een verlies voor onze samenleving. Het enige wat me verrast, is dat men zal eisen dat wie in Vlaanderen woont, Nederlands zal moeten spreken. Het vreemde daarbij is dat in de jaren negentig altijd gezegd werd dat zo’n voorwaarde niet mocht, omdat Europa dat nooit zou aanvaarden. De redenering was dat bijvoorbeeld iemand van Marokkaanse herkomst die uit Italië of Spanje komt en Italiaans of Spaans (dus Europese talen) spreekt, niet kan verplicht worden om Nederlands te spreken om Belg te mogen worden, net zomin als een Franstalige Belg niet verplicht kan worden om Nederlands te spreken en niettemin Belg mag blijven in Vlaanderen. Blijkbaar is daar dus verandering in gekomen? En wat in Brussel? Daar mag men kiezen tussen het Nederlands en het Frans, anders dan in Vlaanderen. Impliciet wordt dus allicht aangegeven dat wie in Brussel woont, niet in Vlaanderen woont. (En het betekent ook dat wie in Brussel Belg wordt, dat allicht via het Frans zal doen, wat de kloof nog maar eens vergroot.) De zoveelste bevestiging dat we onafwendbaar naar een staatsstructuur evolueren waar op termijn de gewestelijke structuren veel belangrijker zullen worden dan de gemeenschapsstructuren. Het is een kwestie van tijd. Wat Vlaanderen heet, zal een entiteit worden zonder Brussel. Men denkt er misschien niet aan als men dit soort wetten opstelt, maar zo wordt wel de voeding gecreëerd die dit in de hand zal werken.
Johan Leman, voorzitter regionaal integratiecentrum Foyer en emeritus hoogleraar KU Leuven.
BDW 1352 PAGINA 15 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Cultuur > Academici nemen plannen Brusselse kunstmusea op de korrel
Een museum is meer dan een toeristische attractie
© CUMEN
BRUSSEL – De plannen om drie federale wetenschapsinstellingen te fuseren, botsen op weerstand. Vijfentwintig voorname kunsthistorici vrezen dat zoiets een “onoverzienbaar geheel” oplevert, en noemen de plannen een stap terug in de tijd. Bovendien zijn ze het niet eens met de plannen van museumdirecteur Michel Draguet om thematische musea op te richten. “Het Magritte Museum is slechts een mooi uithangbord dat de verwaarlozing van de collecties verhult.”
Met diepe ongerustheid hebben wij kennis genomen van de projecten van het Federaal Wetenschapsbeleid om de drie federale wetenschappelijke instellingen te fusioneren: de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK). Deze historisch gedefinieerde entiteiten zouden moeten integreren in een koepel die nu wordt voorgesteld onder de noemer van ‘Pool Kunst’. Eén enkele algemeen directeur zou zo’n onoverzienbaar geheel leiden. Wij zijn geschokt dat een dergelijk project, onder het voorwendsel van fictieve budgettaire besparingen, zich heeft kunnen ontwikkelen zonder wezenlijk overleg en vooral zonder grondige doorlichting van de situatie.
KIK Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK), een vooraanstaande speler op Belgisch en Europees vlak in de studie en de conservatie van cultureel erfgoed, geniet sinds zijn oprichting in 1948 een ruime internationale erkenning. Die is de laatste jaren alleen maar toegenomen dankzij het fundamentele werk dat op wetenschappelijk gebied werd geleverd. De ontmanteling van het KIK en zijn opname in de beoogde koepel ‘Pool Kunst’ zouden de resultaten van de gemeenschappelijke inspanningen tenietdoen en dreigen een einde te maken aan een zichtbaarheid die ons land eer aandoet. Een naamswijziging alleen al zou dramatische gevolgen hebben voor de uitstraling van het KIK. Wij zijn ook verbaasd over de plannen om het Instituut te heroriënteren op de federale musea, wetende dat bovenal de kleine instellingen van over heel het land (gemeentebesturen, OCMW’s, kerkfabrieken, kleine musea) op de steun van het KIK rekenen. De ontbinding van het KIK in de Koninklijke Musea, een onwaarschijnlijke stap van 64 jaar terug in de tijd, zou er een zijn tegen de overtuiging van het merendeel van de betrokken culturele actoren in.
Koninklijke Musea Wat betreft de Koninklijke Musea vragen wij de federale overheid om na te gaan wat de werkelijke impact zal zijn
van de onlangs in het beheerscontract aangekondigde plannen. De talrijke problemen waarmee deze instellingen allang kampen, maar die nooit werden aangepakt, worden door deze projecten eerder verbloemd dan opgelost. Vanuit wetenschappelijk en organisatorisch standpunt achten wij de oprichting van een veelvoud aan nieuwe thematische musea die niet beantwoordt aan de structuur van de collecties, weinig gefundeerd. We willen eraan herinneren dat een museum niet louter een toeristische attractie is, maar bovenal de plaats is waar men een collectief erfgoed bewaart, bestudeert en ontsluit aan het publiek. Deze drie fundamentele opdrachten indachtig, bepleiten we dat de collecties moderne en hedendaagse kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten – zoals ook een groot deel van de collecties oude kunst (waaronder uiterst waardevolle schetsen van Rubens) die ten onrechte uit de zalen werden verwijderd – zo snel mogelijk opnieuw aan het publiek worden getoond. We willen de politieke wereld erop wijzen dat het Magritte Museum slechts een mooi uithangbord is dat de verwaarlozing van de collecties van deze musea verhult. We willen ook de toestand aan de kaak stellen van sommige reserves van de Koninklijke Musea van Kunst en Geschiedenis die een ontwikkeld land te schande maken. Vanuit een constructieve instelling zijn we overtuigd van de noodzaak om de federale wetenschappelijke instellingen af te stemmen op de evolutie van de maatschappij, conform de visie die het Federaal Wetenschapsbeleid in 2002 voorstelde in het voortreffelijke witboek over de modernisering van deze instellingen, vooraleer dat project volledig in de vergetelheid geraakte. We roepen dus op tot een brede en sereen gevoerde reflectie over de verbeteringen die onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de wetenschappelijke instellingen en over de projecten die we op nuttige wijze samen tot ontwikkeling kunnen brengen, met wederzijds respect voor onze sterke punten, onder meer op het vlak van samenwerking met de universiteiten en met de gelijkaardige instellingen in het buitenland. Ten slotte willen we wijzen op het funeste klimaat dat volgt uit onmogelijke structurele hervormingsprojecten zonder enige bekommernis om de realiteit; dit klimaat verlamt alle ernstige pogingen tot vernieuwing waaraan deze federale instellingen hoogdringend nood hebben.
Dominique Allart (Université de Liège), Arnout Balis (VUB), Inge Bertels (VUB), Nicole Dacos (emeritus ULB), Ralph Dekoninck (UCL), Claire De Ruyt (Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix Namur), Jean-Patrick Duchesne (Université de Liège), Paul Fontaine (Facultés universitaires Saint-Louis à Bruxelles), Bruno Forment (VUB), Victor Ginsburgh (emeritus ULB), Christian Heck, (Université de Lille 3), Jeanine Lambrecht (emeritus VUB), Michel Lefftz (Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix Namur), François Mairesse, (Université de Paris 3 - Sorbonne Nouvelle), Maximiliaan Martens (UGent), Thomas Morard (Université de Liège), Karin Nys (VUB), Paul Philippot (ULB), Mathieu Piavaux (Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix Namur), Alexander Streitberger (UCL), Yvette Vanden Bemden, (Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix Namur, Benoît Van den Bossche (Université de Liège), Jan Van der Stock, KU Leuven), Hilde Van Gelder (KU Leuven), Bart Verschaffel (UGent)
BDWOPINIE Politieke islam door Danny Vileyn In de negentien Brusselse gemeenten werden op 14 oktober 685 gemeenteraadsleden verkozen. Slechts één daarvan komt op voor het extreem rechtse Vlaams Belang. Daarmee is (net niet) een einde gekomen aan het bestaan van de extreem rechtse partij waarvan ooit gevreesd werd dat ze de Brusselse instellingen zou verlammen. Maar dat betekent nog niet dat het politieke extremisme niet van de kaart is verdwenen. Voor het eerst slaagt de partij Islam – voorstander van de sharia – erin om verkozen te raken. In deze krant leest u een interview van Christophe Degreef met Redouane Ahrouch (in Anderlecht verkozen) en Lhoucine Aït Jeddig (in Molenbeek verkozen). Moet je een (marginaal) fenomeen als de partij Islam een forum geven? Wij vinden van niet. Moet je ze interviewen? Ja, al is het allicht maar één keer. Het is goed om te weten wat de vijand van de democratie in petto heeft. Want dat laatste is de partij Islam wel degelijk. In het Frans staat de partij geboekstaafd als ‘liberticide’, en dat zegt alles. Een liberticide partij maakt van de vrijheid gebruik om de vrijheid af te schaffen. Al sinds 1999 probeert Ahrouch met allerlei formules om de politieke islam in Brussel op de kaart te zetten. Toch had niemand zien aankomen dat de partij Islam op 14 oktober wel zetels zou halen. Er is immers bij (vooral) PS en CDH een aanzienlijk aantal verkozenen met een islamitische achtergrond. Hoeveel onder hen overtuigde moslims zijn, is niet geweten. En dat hoeft ook niet. Godsdienst is een private aangelegenheid. Waarom duikt er dan een islamitische partij op? Het antwoord van de twee is ontwapenend eenvoudig: “PS- en CDH-verkozenen nemen geen maatregelen die mensen dichter bij de islam brengen. En: de islam is veel meer dan een religie, de islam is politiek.” En dat is een ander verhaal. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding houdt de partij Islam in het oog, maar ziet (nog) geen reden om in te grijpen. Wel als de partij oproept om vrouwen, homo’s en niet-moslims te discrimineren. Hun stelling dat er – in een overgangsfase? – wetten moeten komen voor moslims en niet-moslims is een aanfluiting van de rechtsstaat. En komt gevaarlijk dicht in de buurt van een oproep tot discriminatie. Al hoeven we volgens Ahrouch niet direct te vrezen voor het afhakken van handen. We zouden niet weten waar te beginnen, zegt hij met een wrang gevoel voor humor. Islam heeft verspreid over drie gemeenten 5.150 Brusselaars weten te overtuigen. Is dat veel? Alles is relatief, maar het valt wel te vrezen dat er een voedingsbodem is voor het sociale programma van Islam. Waarmee niet gezegd is dat er zonder armoede geen extremisten meer zouden zijn.
EVA HILHORST
YVAN DE BAETS EN BERNARD LEBOUCQ. © BRASSERIE DE LA SENNE
Brasserie de la Senne BEKROOND
BDW 1352 PAGINA 16 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
BRUSSEL – De jonge bierbrouwers van Brasserie de la Senne zijn bekroond als ‘beste Brusselse ambachtslui’. De ‘Prijzen voor de beste Brusselse ambachtslui’ worden al voor de zevende keer uitgereikt. Elk jaar komt een andere sector aan bod, dit jaar was het de beurt aan talent uit de voedingssector. De jury selecteerde onder voorzittersschap van tweesterrenchef Yves Mattagne negen oerdegelijke ambachtslui uit het gewest, van kaasmakerij Langhendries, koffiebrander Corica, banketbakkerij Charli en ijsbereider Comus et Gasterea tot chocolatier Gerbaud. Stuk voor stuk des artisans de bouche. Twee jonge bierbrouwers, Yvan De Baets en Bernard Leboucq, haalden de onderscheiding binnen voor hun artisanale bieren. De twee brouwers maakten onder het label Brasserie de la Senne al voltreffers als het goudblonde Zinnebir (6°), de Stouterik (een stout van 4,5°), het sterk gehopte Taras Boulba (4,5°) en het winterbier Equinox (8°). Stuk voor karakterproducten, met een aparte afdronk. Ook Saisons de la Senne, Jambe-de-Bois en binnenkort nog een kerstbier zijn van hetzelfde huis. Ze worden landelijk verdeeld, van Halle tot Arlon en Grobbendonk. Of zijn al even schaars te vinden in Brusselse natuurvoedingswinkels. Oorspronkelijk was het duo actief in Sint-Pieters-Leeuw, maar toen ze wilden uitbreiden moesten ze verhuizen. Eerst gebruikten ze installaties in Wevelgem, later deden ze een zware investering in gebouwen in de Gentsesteenweg in Sint-Jans-Molenbeek. De tweede prijs van beste ambachtsman ging naar de imker Xavier Renotte uit Etterbeek. Zijn bijenkorven staan op daken van kantoorgebouwen en hotels. André Slabbinck (gevogelte en terrines) en Julien Hazard (kaasrijper) eindigden ex aequo op de JMB derde plaats. www.brasseriedelasenne.be
Muziek > ‘Grand best of’ haalt repertoire Grand Jojo van onder het stof
De striptekenaar die volkszanger werd BRUSSEL – De Brusselse zanger Lange Jojo leek helemaal van het schouwtoneel verdwenen te zijn. Maar nu de Rode Duivels het opnieuw goed doen, lacht de toekomst ook de kwieke zeventiger tegemoet. De tekst van het liedje dat onze footballisten naar Brazilië moet begeleiden, ligt alvast klaar. Maar eerst krijgen zijn populaire meezingers een opfrisbeurt.
‘A
ls mens ben ik serieus, maar als artiest ken ik geen grenzen,” bekent Jules Jean Van Obbergen, nadat hij in Taverne Le Greenwich opnieuw in de huid was gekropen van zijn populaire alter ego Grand Jojo of Lange Jojo. De tweetalige Brusselaar had er vrienden, familieleden en pers uitgenodigd om zijn Grand best of voor te stellen. Eén medley: meer had hij niet nodig om de handen van het publiek op elkaar te krijgen. Zowat al zijn klassiekers passeerden de revue, van ‘On a soif!’ over ‘Le French cancan’ en ‘Jules César’ tot ‘E viva Mexico’. Aan zijn enthousiasme kon je duidelijk merken dat hij het podium gemist heeft. Universal bood hem niet voor niets op zijn 76ste nog een nieuw platencontract aan. De platenmaatschappij brengt in eerste instantie een Franstalige compilatie op de markt, “maar het is de bedoeling dat de plaat straks ook in het Brusselse dialect verschijnt,” stelt de zanger ons gerust. “Ik weet het, in het Brussels zijn mijn teksten nog veel komieker dan in het Frans. We zijn alles wat in de kelder ligt nu aan het digitaliseren. Ik heb er heel mijn carrière een gewoonte van gemaakt altijd twee versies van mijn liedjes op te nemen, één in het Frans en één in het Brussels.”
Als kleine snaak had Van Obbergen nochtans een heel andere carrière voor ogen. Een in zwarte inkt getekend zelfportret op de achterkant van zijn nieuwe best of herinnert er ons aan. “Ik was afgestudeerd aan de academie en wilde striptekenaar worden. Maar daar was geen werk in te vinden. Uiteindelijk werd ik aangenomen als etalage-inrichter bij een grote platenhandel. Maar mijn baas had al snel door dat ik daarvoor te veel over muziek wist. Ik hing in die tijd rond in de bars van de Korte Beenhouwersstraat. Restaurants waren daar toen nog niet, maar ik heb er wel Jacques Brel weten debuteren in jazzclub La Rose Noir. En Georges Moustaki speelde er in een pianobar! Mijn baas zei: ‘Ge gooit uw crayons en uw verf maar in de vuilnisbak, en ik maak van u
een tweederangskeuze beschouwd. “Ook wij deden iets wat niemand anders deed! In die tijd werd er alleen maar ambiancemuziek gemaakt met kleine budgetten. Veel meer dan wat accordeonbegeleiding hoorde je vaak niet. Wij wilden populaire muziek opnemen in de beste studio’s met muzikanten die ook bij pakweg Will Tura speelden. En dat kon bij Vogue, onze toenmalige platenfirma, want die hadden ook ABBA, Sinatra en al de Franse vedetten onder contract. Het was ons geluk dat men daar 30 procent van het jaarbudget spendeerde aan Belgische artiesten. Dat bestond nergens anders.”
Stripverhalen op muziek Maar ook al schreef Van Obbergen meezingers voor het grote publiek, in zijn hoofd hoorden er nog steeds stripverhalen bij. “Al mijn liedjes zijn eigenlijk stripverhalen, maar dan op muziek. Het zijn stuk voor stuk kleine komische scenariootjes.” Waarmee we zijn beland bij een van de projecten die hij in zijn leven nog graag verwezenlijkt zou zien. “Ik zou een stripverhaal willen uitbrengen in de stijl van
“Na de wedstrijd van België tegen Schotland kon ik niet slapen. Ik ben om drie uur ’s nachts opgestaan en heb een liedje geschreven. Ik zie er de Braziliaanse danseressen al bij”
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
Een tip voor Marc Moulin Dat dialect leerde de jonge Jean van zijn grootouders en zou hem uiteindelijk ook lanceren als artiest. Hij herinnert zich het succes van zijn radioprogramma In’t lieg plafond dat hij in de jaren zeventig in het dialect mocht maken voor de toenmalige Omroep Brabant van de BRT. “Vanuit het omroepgebouw in Flagey bereikten we toen wekelijks minstens 400.000 luisteraars. Jammer genoeg kwijnt het echte Brusselse dialect weg. Als artiest was het toen ook al moeilijk: die plaatjes verkochten maar tot in Aalst, niet verder. In Gent of Oostende moest je daar niet mee afkomen, daar hadden ze hun eigen dialect.” (lacht)
onze jazzspecialist.’ Zo ben ik begonnen in de muziek. En zo liet ik de mensen kennismaken met Miles Davis, Sonny Rollins en de grote vedetten van de jaren vijftig. Op een bepaald moment stond er een jonge gast voor mij. Ik heb hem de plaat van The Jazz Messengers gegeven, voor hem het begin van een lange ontdekkingstocht. Dat was Marc Moulin.” Beroepshalve kwam Van Obbergen in contact met artiesten die zouden doorbreken in het chanson en de jazz, maar zelf zou hij zijn heil zoeken in het populaire segment van de amusementsmuziek. Hij heeft het nooit als
Urbanus, maar dan met de teksten van al mijn liedjes. Een tekenaar heb ik al en ook de eerste pagina is al klaar. Ik ben alleen nog op zoek naar een uitgeverij die er zijn schouders onder wil zetten.” Vooralsnog blijft dat laatste een project op iets langere termijn, net als de nieuwe liedjes die klaarliggen en meer in countrysferen zouden vertoeven. Momenteel hoopt de zanger er vooral op dat België zich kwalificeert voor het WK voetbal in Brazilië. Het carnaval in Rio én de feestmuziek van Lange Jojo, een betere match kan je haast niet bedenken.
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1352 PAGINA 17 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Jules Jean Van Obbergen, oftewel Lange Jojo, in actie tussen familie en vrienden. Hier zingt hij voor collega Jean-Luc Fonck van de band Sttellla, die hij zijn spirituele zoon noemt.
Spanje, maar als we ons kwalificeren, moet hij maar even terugkomen. In gedachten zie ik de Braziliaanse danseressen er al bij!” Voetbal is altijd een van Jojo’s paradepaardjes geweest. Er is ‘Victor le footballiste’ en het
nummer dat hij als supporter maakte voor Anderlecht wordt nog steeds in het stadion gespeeld. Maar vooral toen hij de kans kreeg om in 1986 met de Rode Duivels naar Mexico te gaan, kreeg hij de smaak te pakken. “De sfeer
© SASKIA VANDERSTICHELE
“Na de wedstrijd tegen Schotland kon ik niet slapen,” zegt hij enthousiast. “Ik ben om drie uur ’s nachts opgestaan en heb een liedje geschreven. Ook mijn vaste arrangeur Roland Verloven is al op de hoogte. Hij woont wel in
Lange Jojo: “Ook wij deden iets wat niemand anders deed: populaire, volkse muziek opnemen in de beste studio’s met de beste muzikanten.”
rond het voetbal blijft speciaal. Het brengt een samenhorigheidsgevoel teweeg.” Die samenhorigheid mist hij weleens elders in de samenleving. Dat was ook de reden waarom de zanger in 2007 de ode ‘Vive La Belgique’ schreef. Het leverde hem de titel Brusselaar van het Jaar op. “Ik ben grootgebracht door mijn grootouders. Mijn grootvader is vijf jaar verloren in de oorlog. Hij vocht aan de IJzer en is teruggekomen als invalide. Hij heeft vele jaren van zijn leven gegeven voor ons. Ik vind het dan ook vanzelfsprekend dat ik wil voortzetten waar hij zich voor heeft ingezet.” Over politiek wil hij niet discussiëren, hij snapt de commotie niet. “Ik ben tweetalig. Ik leef in vrede met iedereen. Ik vraag eigenlijk maar één ding: kan iedereen niet leven met het gevoel van Belg te zijn? De rest is zever en politiek, en proberen om mensen tegen elkaar op te zetten, terwijl de mensen daar niet mee gediend zijn.” Als hij zelf wil ontsnappen, dan kruipt hij wel op het podium en/of verkleedt hij zich. Herinner je bijvoorbeeld hoe hij er op de hoes van ‘Jules César’ uitzag als een fiere Romein in toga. “Dat verkleden is nog steeds een fantasme. Ik heb er altijd op toegezien dat ik er op het podium anders uitzie dan in het gewone leven. Als artiest ken ik geen grenzen. Los daarvan probeer ik een zo normaal mogelijk leven te leiden: niet alle dagen dronken zijn, niet roken, een beetje aan sport doen. Sinds mijn helikopterongeluk in 1989 besef ik het belang van een goede gezondheid en zeg ik elke morgen dankjewel. Alleen zo hou je het vol.” Tom Peeters De ‘Grand Best Of’ van Grand Jojo is uit bij Universal.
BDW 1352 PAGINA 18 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Expo > ‘Lettres du désir’ tonen inspiratiebronnen van de literatuur
Amusement met de muze ‘M
aurice Maeterlinck was iemand die altijd in driehoeksverhoudingen functioneerde,” zegt Marc Quaghebeur, directeur van het AML (Archives & Musée de la Littérature). “Hij had altijd meer dan één vrouw aan de hand.” De Franse operazangeres en actrice Georgette Leblanc kon ervan meespreken. Toen ze voor het eerst naar Brussel kwam om de Franstalige Gentenaar te ontmoeten, bekende Maeterlinck dat hij in zijn thuisstad altijd een minnares beschikbaar had. Maar met Georgette wou hij een ‘mystieke’ liefde beleven. Alhoewel. In een brief kort na hun ontmoeting in 1895 schreef hij: “Ik zou niet anders willen zijn dan een glazen globe in je hand.” Na ruim twintig jaar samenzijn in de oncomfortabele ménage à trois met Renée Dahon hield Georgette het evenwel voor bekeken. Ze vluchtte in de armen van de Amerikaanse Margaret Anderson, en wilde in de Verenigde Staten ‘LOVE-klinieken’ opzetten, “want wat weten Amerikanen nu van liefde?”. De smeekbede van Maurice om terug te komen beantwoordde Georgette schriftelijk met een njet. Ze had genoeg van
© BIBLIOTHECA WITTOCKIANA
SINT-PIETERS-WOLUWE – Het verlangen is de brandstof van de creativiteit. Zoveel wordt duidelijk in de uitgestalde liefdesbrieven in de Bibliotheca Wittockiana. De krabbels tussen auteurs en hun geliefde(n) zijn blijkbaar het fundament van menig schrijfproces. “bébé géant”, het grote kleine kind zoals ze de Nobelprijswinnaar wel vaker noemde. Bovendien was zij het die de jonge Renée, amper achttien jaar, aan Maeterlinck, inmiddels 50-plusser, had voorgesteld. Georgette noemde de jonge deerne ‘Sélysette’. Misschien heeft ze ook wel die naam bedacht, want Maeterlinck wist wel meer vondsten van Georgette te ‘gebruiken’. In elk geval is het bekende stuk van Maeterlinck Aglavaine en Sélysette, over een man en zijn twee vrouwen, gebaseerd op een ‘beleefde’ werkelijkheid en meer bepaald op zijn ‘contacten’ met de Engelse dichteres en schildersdochter Laurence Alma Tadema.
Blauwe vogel Dat is de bedoeling van de tentoonstelling Lettres du désir: aantonen hoe het persoonlijke leven en emoties een rol spelen in het creatieve proces van een kunstenaar. De foto’s, de brieven, de jurk van Paul Poiret die Georgette droeg en vooral de blauwe sluier waarmee ze optrad in Maeterlincks De blauwe vogel (L’oiseau bleu), ze illustreren het ontstaansproces van een letterkundig werk. De diamant die de fee in het sprookje als ‘gps’ aan de
Georgette Leblanc, de muze van Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck met de glazen globe waar Maeterlinck zo gek op was.
kinderen schenkt, is eigenlijk ook een geschenk van Georgette. In haar memoires vertelt Leblanc dat toen ze Maurice voor het eerst ontmoette, ze een diadeem met een diamant op haar voorhoofd droeg. De Gentse klasgenoot van Maeterlinck, Char-
les Van Lerberghe, wordt overigens eveneens opgeroepen in de tentoonstelling. Het unieke materiaal van deze expo komt uit de bijna onuitputtelijke fondsen van het AML, een grot van Ali Baba van de Franstalige Belgi-
TOK TOC
sche letteren. Opmerkelijk daarbij is dat er veel Vlaamse maar Franstalige auteurs bij zitten, zoals Georges Rodenbach of Emile Verhaeren. “Eigenlijk zijn we Zuid-Nederlanders die Frans spreken,” monkelt Marc Quaghebeur, directeur van het AML.
ADVERTENTIE
Culinair > Op zoek naar het beste frietkraam
Wie is de Brusselse koning van de friet? BRUSSEL – VisitBrussels gaat op zoek naar het beste frietkraam van Brussel. Op verschillende plaatsen worden speciale puntzakjes uitgedeeld. Daarmee kun je voor 1 euro een portie friet kopen bij de deelnemende frietkraamuitbaters. In het kader van Brusselicious, het Brusselse jaar van de gastronomie, gaat VisitBrussels op zoek naar de place to be voor een kleintje met mayonaise of aanverwanten. De toeristische dienst roept de Brusselaars op om te stemmen op hun favoriet. Nabij stations, kruispunten en infopunten van VisitBrussels worden 50.000 lege frietzakjes uitgedeeld. Voor het symbolische bedrag van 1 euro kun je het puntzakje la-
ten vullen bij de deelnemende frietkoten. Daarvan vindt u een overzicht op www.visitbrussels.be. Wie voldoende geproefd heeft, kan van 1 november tot en met 4 december zijn favoriete frietkraam aanduiden op diezelfde website. Nadat alle stemmen geteld zijn wordt het beste Brusselse frietkraam bekendgemaakt. Het winnende frietkraam krijgt een reuzenpuntzak. De uitbaters die het niet haalden worden ook beloond voor hun inspanningen. Zij krijgen een plaatsje op de website van VisitBrussels en advertentieruimte in partnerdagbladen en -magazines. Ook zal er een debat zijn over de oorsprong van de friet. De deelnemers zullen worden geselecteerd door historicus Roel Jacobs. Nick Vervaeck
tok toc knock
17.11 > 02.12.2012
Modelwijk/ Cité Modèle laken / laeken theater architectuur stadsactualiteit théâtre architecture actualité urbaine theatre architecture urban topics 02 210 11 12 WWW.KVS.BE CITÉ CULTURE, LAKEN / LAEKEN
TREKT DE STAD IN INVESTÎT LA VILLE GOES OUT INTO THE CITY
BDW 1352 PAGINA 19 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
C DE
AR
AÏB
I S CH
ELMOES. E P O MP
© BIBLIOTHECA WITTOCKIANA
Briefkaart van Marie Gevers aan haar echtgenoot Frans Willems tijdens de Eerste Wereldoorlog.
haar dagboeken uit de jaren twintig al schreef Suzanne: “Ik denk dat het grote gevaar van het huwelijk de wederzijdse inschikkelijkheid is, die toegeeflijkheid op basis van vermoeidheid die maakt dat men de ogen sluit voor de imperfecties van de andere.”
Nick Trachet
© NICK TRACHET
Een ander geval is Georges Eekhoud. In Brugge kreeg hij een proces aan zijn broek voor zijn roman Escal-Vigor en de ‘vleselijke liefde’ tussen een boer en een graaf. De papieren ‘voorschoot’ die de Brusselse kunstenaar E.T.L. Mesens voor Suzanne Willems ontwierp, laat niets aan de verbeelding over: “en de vermoeidheid die kwam slapen op de flank van een viool in papier”. Suzanne was de kleindochter van Marie Gevers, de Antwerpse, Franstalige schrijfster die gehuwd was met schilder-muzikant Frans Willems. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij in Scheveningen, zij in Oude-God (Antwerpen). Hun correspondentie moest de censuur van de Duitse bezetter passeren. Nog een Franstalige Vlaamse was de in Gent geboren Suzanne barones Lilar. De echtgenote van minister Albert Lilar werd eind jaren vijftig verliefd op de Italiaanse magistraat Manlio Borrelli. Die hartroerselen bevruchtten niet alleen hun liefdesbrieven, maar ook bijna gelijktijdig twee tegensprekelijke romans. In
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Tederheid Een van de meest vervlochten koppels uit de kunstgeschiedenis is Rik en Nel Wouters. Nel staat als jonge vrouw de onstuitbare kunstenaar bij en deelt zijn miserabel leven. Op de tentoonstelling ligt een tekenboekje. Niet van Rik, wel van Nel. Met potlood en pastel tekent ze Rik, liggend op zijn ziektebed. Het is van een onvoorstelbare tederheid. Meteen een van de verborgen parels van deze tentoonstelling.
Eliane Van den Ende
De tentoonstelling ‘les Lettres du désir’ is tot 27 januari te zien in de Bibliotheca Wittockiana, Bemelstraat 23, Sint-Pieters-Woluwe.
www.wittockiana.org en www.aml-cfwb.be
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Pompelmoes & greepfroet Dit wordt weer zo’n ingewikkeld verhaal, met twee citrusvruchten die niet van dezelfde plek komen maar toch op elkaar lijken en eigenlijk dezelfde naam dragen. Met een smaak die vooral gelust wordt door mensen die dénken dat ze aan hun gezondheid denken. Het verhaal van de pompelmoes. Wel een pracht van een naam. Een plezier om uit te spreken, zelfs. Het woord pompelmoes zou afkomstig zijn uit het Tamil, een taal uit Zuid-India. Pampa lim su betekent ‘grote citroen’. De Nederlanders keerden terug uit de Indische Oceaan met de kennis over die grote citroen, die in India door kinderen vooral als voetbal wordt gebruikt. Maar maakte de naam wel de grote oversteek, de vrucht bleef ter plekke. Alleen mensen die naar ginder gingen, kenden pompelmoezen. Onze taal gaf wel het woord door aan andere talen, zoals pamplemousse in het Frans. In de Caraïben, helemaal aan de andere kant van de wereld, dook in de achttiende eeuw op een gegeven moment op het eiland Barbados een nieuwe citrussoort op, een hybride tussen een pompelmoes en een appelsien. Groter dan een appelsien, maar niet zo groot als een pompelmoes, noemden de kolonisten hem daar eerst “verboden vrucht” en later shaddock, zogezegd naar de kapitein die voor het eerst die boom had geïntroduceerd. Omdat de grote vruchten in trossen groeiden, ging men ook spreken van trossenvrucht, grape fruit in het Engels. Trossenvruchten waren om naar te kijken en werden verspreid over botanische tuinen als eigenaardigheid. Niemand at ze, want ze smaakten ronduit bitter en slecht. Maar ze werden ook in de VS ingevoerd en daar wou men er geld mee verdienen. De mensen zouden ze eten, willen of niet! Met wat marketing is er altijd geld te verdienen en in het midden van de vorige eeuw werd ons ook de grapefruit door de strot geramd, ik vermoed via damesbladen die er de ideale vrucht in zagen om af te slanken. Omdat greepfroet niet acceptabel is als fruitnaam voor de doorsnee-schepen voor Vlaamse Zaken, werd de oude naam van die grote citrus uit Indië, die hier nog nooit iemand had gezien, er weer bij gesleurd. Het ding heette sinds die damesbladen dan ook pompelmoes. Maar dat is dus niet hetzelfde als
de Aziatische pompelmoes. Die laatste heet voor de wetenschap Citrus maxima, de greepfroet daarentegen Citrus x paradisa. Dat x’je tussen de twee naamdelen betekent dat het om een hybride gaat, niet om een echte plantensoort. De laatste hybride heeft soms stekels op de takken, de Caraïbische hele grote. Of is het nu omgekeerd? Zelfs mijn boekjes raken in de war. Toen die Aziatische échte pompelmoes hier zo’n twintig jaar geleden dan eindelijk ook begon op te duiken via de exotische fruithandels, zaten ze met een probleem. De échte pompelmoes liep commercieel in de weg van de usurpator, de pompelmoes-greepfroet. Dus moesten ze weer op zoek naar een nieuwe naam. Dat werd pomelo, het Spaanse woord voor pompelmoes. Nog altijd twijfelt iedereen eraan wat nu wat is. Om maar te zeggen: als u niet kunt volgen, is dat niet zo vreemd. De Aziatische pompelmoes, de pomelo dus, is heel groot en meestal groen aan de buitenkant. U kerft een snee in de schil, steekt er de vingers van beide handen tussen en rukt de schil uit elkaar. Met grote hompen komt de schuimig witte pit eraf, en wat overblijft is een belachelijk klein hoopje partjes met een taai vel. Het vruchtvlees is doorgaans nogal droog met weinig smaak. Veel geld voor een weinig opwindend stukje fruit. Met het vertrouwde greepfroet daarentegen, hebt u waar voor uw geld. Kleiner en geler dan de pomelo, met een aanvaardbaar dunne schil, maar nog altijd taaie membranen. Je kan hem in twee snijden en oplepelen. Voorts is greepfroet een vorm van toegelaten kindermishandeling. Ooit een kind ontmoet dat greepfroet lust? Wij kregen het regelmatig en op die dagen duurde het ontbijt ontiegelijk lang. Gelukkig vond één of andere marketier er het pompelmoesmes voor uit. Het ding mocht dan slecht smaken, men kon er tenminste mee spelen, snijden, wrikken met een lepel, het sap eruit lepelen. Dasjteren, zeggen we hier in Brussel. Een hoop griessuiker deed de rest. Het sap werd dan wel populair, maar dan vooral als menger met andere ingrediënten. Ik herinner me een grote mode van de ‘Belladonna’, een vervaarlijk niet-alcoholische cocktail in grote glazen. Ik associeer greepfroet vooral met de jaren zestig. Niet alleen was hij onderdeel van het ‘betere’ ontbijt, het fruit werd ook gepusht met alles waar koude garnalen in zaten. Hét cliché van de sixties:
We kunnen erover spreken, ik kan erover schrijven, maar eten met plezier is er nog altijd niet bij
een trappistglas met een mengsel van roze garnalen (‘Noorse’ zeggen ze vandaag), stukken greepfroet, enkele plukjes sla en een kwak cocktailsaus: een mayonaise die was aangemaakt met een lepeltje tomatenpuree (ketchup was nog niet ‘in’) en een scheut whisky, u weet wel, die ouderwetse Schotse drank die naar gerookte terpentijn smaakt. Wie geen whisky in huis had (de meerderheid), deed het met sherry. We kunnen erover spreken, ik kan erover schrijven, maar eten met plezier is er nog altijd niet bij. Gezond is het ook al niet. Dat van die vermageringskwaliteiten is nooit begrepen, maar anderzijds stuurt het sap van greepfroet de medicatie van sommige zieken in de war en wordt het verdacht van het veroorzaken van nierstenen. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1352 PAGINA 20 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
“Toegegeven,” zegt Saïd Jaafari, “het is zeker geen nadeel dat er maar weinig kandidaten zijn als bij audities een acteur van Arabische of Maghrebijnse oorsprong wordt gezocht.”
H
et gaat hard voor de goedlachse Jaafari, oerend hard. De opnames voor De Vijf hoek boden zich aan kort nadat hij zijn diploma had behaald aan het conservatorium van Bergen. Hij stond nadien nog op de planken met een theateropvoering die eerst de KVS en zelfs Palestina aandeed, wat later speelde hij mee in een productie van Geneviève Damas in het klooster van de Rijke Klaren. Niet slecht voor een jongen die opgegroeid is in de schaduw van het Noordstation. Al hoeft het ook niet te verwonderen, want Jaafari begon al erg jong te acteren. “Al op mijn achtste stond ik op de planken in jongerencentra. Na de middelbare school heb ik me ingeschreven in het conservatorium van Bergen. In de klas van Frédéric Dussenne, een Belgische regisseur die voorheen les had gegeven aan het conservatorium van Brussel. Hij leek me de geknipte persoon om mij op de goede weg te zetten. En dat was hij ook, ik heb daar in die vier jaar heel veel opgestoken, vooral over hoe je je naturel in het dagelijkse leven kan overbrengen op scène of voor een camera.” “Ik zat in Bergen op kot. Het leven viel er goed mee, al had ik het er aanvankelijk een beetje moeilijk omdat het zo’n klein stadje is, zo rustig. Ik kende er niemand. Ik kwam ook uit een school waar slechts enkele ‘autochtone’ Bel-
gische leerlingen rondliepen, en op het conservatorium was ik plots de enige student van ‘allochtone’ afkomst. Het heeft me veel bijgebracht, mijn geest geopend. Het wij-zijdenken is dan ook niet aan mij besteed.”
In het Nederlands, dan nog Terug in Brussel, met zijn diploma op zak, kreeg Jaafari algauw een eerste kans. Van het productiehuis Kanakna nog wel, dat op zoek was naar acteurs voor De Vijf hoek. Al had het productiehuis wel wat overredingskracht nodig. “Toen ze mij een eerste keer belden, heb ik neen gezegd, omdat het in het Nederlands was. De tweede keer heb ik een leugentje om bestwil opgedist: ik kan niet, ik zit vast in Spanje. Weer die angst omdat het niet in het Frans was. Pas bij hun derde telefoontje heb ik toegezegd. Met lood in de schoenen, letterlijk en figuurlijk. Het was december, het had gesneeuwd, ik heb een uur lang door de bittere kou gewandeld, maar de plaats van afspraak niet gevonden. Waarop ik de mensen van Kanakna belde om te zeggen dat ze het maar beter zouden vergeten. Omdat ik het beu was, ik begreep niet waarom ze iets van mij wilden. Maar blijkbaar zagen ze toch echt wel iets in mij en hebben ze mij een vierde keer gebeld, nu met het aanbod mij te komen op-
halen. Ze stelden me ook op mijn gemak door te zeggen dat de reeks gemengd in het Frans en het Nederlands zou zijn. Gelukkig maar, want het viel allemaal goed mee. Ik kreeg de rol van Saïd, de jonge Marokkaanse bokser in de reeks.” “Nederlands moeten spreken voor de camera boezemde me aanvankelijk angst in. De eerste draaidag was er zelfs een scène die we vijftien of misschien wel twintig keer hebben moeten hernemen, omdat ik de tekst helemaal kwijt was. Nochtans had ik hem goed uit het hoofd geleerd, iets wat ik voor een Franse tekst nooit doe. Het was echt wel een uitdaging, maar ik heb heel veel hulp gekregen. Die was ook welkom.” “Ik kijk met heel veel plezier terug op het avontuur. Het was een toffe ploeg, de sfeer op de set was heel positief. Ik kon het vooral goed vinden met Jenne Decleir – zoon van – en Mourade Zeguendi, onder meer bekend van zijn rol in Les barons. Mourade is zelfs een hele goede vriend geworden. Bovendien is het verhaal van De Vijf hoek heel interessant, genuanceerd ook. De journalisten die hebben geschreven dat de reeks barstensvol van de clichés zit, zou ik dan ook willen zeggen: kom eens naar Schaarbeek en kijk. Dat de twee landstalen worden gebruikt, maakt het allemaal nog veel boeiender. Want dat is een zeldzaamheid, zelfs in het theater. Het zou eigenlijk meer moeten gebeuren, Vlaamse en Franstalige acteur die elkaar ontmoeten voor de camera of op de planken.”
Alcohol op straat De opnames van De Vijfhoek waren nog maar net achter de rug, of er volgde een nieuw mooi
© HERMAN RICOUR
SINT-JOOST-TEN-NODE — “Mijn personage is een jonge bokser die er alles voor over heeft om het te maken in het leven. Hij wil slagen door zijn passie voor zijn beroep. Dat raakte me, omdat voor mij hetzelfde geldt.” Saïd Jaafari, een jonge Brusselse acteur van Marokkaanse afkomst, is een van de opvallende gezichten in De Vijfhoek, de VRT-reeks die zich afspeelt in een fictieve Brusselse wijk.
© MARC GYSENS
Jaafari (r.) was eerst niet happig op een rol in De Vijfhoek. “Ik zei zelfs dat ik in Spanje zat en geen audities kon komen doen.”
avontuur. Met Keffiyeh/Made in China, een theateropvoering geregisseerd door Bart Danckaert. “Alweer in de Nederlandstalige cultuursfeer, jawel. Een voorstelling die speelt met vooroordelen en clichés. Over Palestina en de Palestijnen, maar ook over onszelf. Het was onvoorstelbaar boeiend, zeker omdat we research hebben mogen doen in Palestina. Wat me toen vooral heeft getroffen is dat de Palestijnen ondanks hun miserie en hun pijn toch vreugde weten te vinden en hun lot met waardigheid dragen. En dat men er alcohol mag drinken in het openbaar, wat bijvoorbeeld in
BDW 1352 PAGINA 21 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
FREDDI SMEKENS
“Ik had aanvankelijk veel schrik om Nederlands te moeten spreken voor de camera. De eerste draaidag hebben we een scène wel twintig keer moeten hernemen”
Lamenteire
D
Saïd Jaafari acteert in VRT-reeks ‘De Vijfhoek”
‘Clichés? Kom naar Schaarbeek en kijk’ Marokko niet kan. Na de opvoering in de KVS hebben we de voorstelling ook gebracht in Palestina zelf.” “Ik heb nog geen seconde stilgezeten sinds ik van het conservatorium afstudeerde. Ik heb veel geluk gehad, ongetwijfeld, maar ik wil er echt wel het beste van maken. Ik wil slagen in dit beroep, en ben ook bereid ervoor te knokken. Toegegeven, het is zeker geen nadeel dat er maar weinig kandidaten zijn als bij audities een acteur van Arabische of Maghrebijnse afkomst gezocht wordt. In de huid van een ander kruipen en daar helemaal in opgaan, het werkt bevrijdend voor mij. Het geeft me energie, het maakt dat ik elke ochtend enthousiast mijn bed uitstap. Ik heb eigenlijk nog nooit een dag met tegenzin gewerkt. En stap voor stap maak ik vooruitgang. Ik heb het ook nodig om te bewegen, tussen de mensen te zijn, met de mensen te praten. Ik ben superactief, ik moet kunnen ontdekken en leren. Het leven savoureren, eigenlijk.”
Niet wederzijds stigmatiseren Jaafari studeerde dan wel in Bergen, hij is een fiere Brusselaar. “Ik heb echt wel een toffe jeugd gehad, ook al ben ik opgegroeid in wat men noemt un quartier chaud. Maar ik ben nooit echt in de problemen geraakt, heb nooit echt discriminatie ondervonden. Goed ook dat mijn ouders, vooral mijn moeder, een oogje in het zeil hielden en erop toekeken dat mijn broer, mijn zus en ik geen te gekke dingen uithaalden. En ze hebben mij zelf mijn weg laten kiezen, ze hebben mijn keuze om aan het conservatorium te studeren gerespecteerd en gesteund.” “En nu ben ik terug in Brussel. Mijn Brussel.
Het is een mooie stad, wat anderen ook beweren. Met veel groen. Het Terkamerenbos of de tuin van de Botanique bijvoorbeeld, twee plaatsen waar ik graag wandel, prachtig toch? En er zijn er nog zoveel meer plekken waar groen voor schoonheid en verpozing zorgt. Brussel is een dynamische stad, die je aan het lijf kleeft als je dat toelaat. Ik vind eigenlijk alles mooi in Brussel, zelfs de lelijke wijken. Je moet alleen maar je ogen opentrekken en dan zie je het wel. Mijn Brussels universum beperkt zich ook niet tot Schaarbeek, waar ik ben opgegroeid. Ik heb zelfs in Watermaal gewoond en nu woon ik in Sint-Joost-ten-Node.” “Brussel is niet alleen mooi, maar zit ook boordevol kansen. De verschillende gemeenschappen moeten zich openstellen voor elkaar in plaats van elkaar wederzijds te stigmatiseren. Dat geldt trouwens ook voor Vlamingen en Walen. En als Maghrebijnse gemeenschap moeten we ons niet wentelen in een slachtofferrol of uitschreeuwen dat we gediscrimineerd worden, maar het heft zelf in handen nemen. Al is het heel jammer dat er pseudogetto’s zijn waar de mensen ervoor kiezen om zich op zichzelf terug te plooien in plaats van het multiculturele te omarmen. En als ik het over pseudogetto’s heb, dan heb ik het zowel over arme als welgestelde. Brussel is een laboratorium, maar een mooi laboratorium.”
Karel Van der Auwera
‘De Vijfhoek’, nog tot 27 november elke dinsdag op Eén De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
at ons Brussels woordje lamenteire mij in de eerste plaats aan het Engelse to lament doet denken, hoeft helemaal geen verwondering te wekken. Wat wel enigszins verwonderlijk zou zijn, is dat diezelfde Engelsen hun uitdrukking van de onze zouden afgeleid hebben. Maar genoeg aan etymologie gedaan. Lamenteire kan niet bepaald als een vrolijk of aanmoedigend werkwoord omschreven worden. Temeer omdat het, in de omgang en daarbuiten, alles met zoege en kloege te maken heeft. Maar dan eerder met kloege dan met zoege. In ons Brussels hebben we het echter niet over ne lamenteirder of eventueel ’n lamenteirster. We spreken eerder van ne kloeger. Alhoewel er uiteraard mannelijke en vrouwelijke kloegers bestaan, heeft men het in het Brussels niet over ’n kloegster. Maar graag terug nu naar de fundamentele aard van het begrip lamenteire. Ik zal waarschijnlijk niet de enige zijn die van oordeel is dat stien en bien kloege ons nooit een sikkepit verder heeft geholpen als we zoeken naar een oplossing voor welk probleem dan ook. “Ah! De schaulmiester es wei on ’t woud,” zal hier en daar een lezer opmerken. Misschien niet onterecht trouwens. Maar de meesten, met een zekere wijsheid en ervaring op dat gebied, zullen het ongetwijfeld grotendeels met mij eens zijn. Dat er echter e gruut verschil bestoet tusse kloege en oenkloege hoeft hier niet verder onderstreept te worden. Temeer omdat lamenteire veel, zo niet alles, te maken heeft met zelfbeklag. Natuurlijk is het wat onkies om uit te pakken met “Ge zaait waal on ’t lamenteire!” wanneer iemand de opmerking maakt: “Tiens… maaine neus es verstopt”. Met andere woorden, lamenteire moet iets hardleers en hardnekkigs hebben alvorens het als dusdanig door de omstanders en toehoorders wordt onderkend en afgedaan. Waarbij ik gerust wil opmerken dat het bij niemand ooit zal opkomen om uit te pakken met: “Leustert allemoe neki good. Er es eet woe da ’k absoleut moot auver lamenteire.”
De lezer zal ongetwijfeld beseffen en het met mij eens zijn dat het de anderen zijn die beslissen of we al dan niet on ’t lamenteire zaain. Waarmee ik ook niet gezegd wil hebben dat ons het recht tot klagen en jammeren altijd en door iedereen ontzegd moet worden. Stel u bijvoorbeeld eventjes voor dat men u, of zelfs mij, bij elk onderwerp dat we aansnijden, de pas zou afsnijden met de opmerking: “Gooi waal beginne?!” En dat terwijl onze zogezegde toehoorder in kwestie niet het minste benul heeft waarover we het zullen of willen hebben. Die toehoorder plaatst zich in dat geval op hetzelfde niveau, zo niet een lager, van iemand die uitentreuren on ’t lamenteire es. Natuurlijk is het voor niemand van ons een morele of andere verplichting om gewillig als klaagmuur te functioneren. De dichter in mij hoor ik zelfs fluisteren: “E gewillig uur es er vantaaid twie weid”. Waarmee hij ongetwijfeld wil aangeven dat ook de kloeger of de lamenteirder recht heeft op een dosis tolerantie. Zeker omdat de dichter waarvan sprake het niet kan nalaten om af en toe oek neki te lamenteire. Maar laat dat, zoals voor iedereen van ons trouwens, ook maar zijn goed recht zijn. Lamenteire is nu eenmaal des mensen en het zal blaaive bestoen zoe lang er meense op de weireld rondluupe. Natuurlijk zou het ons hier veel te ver voeren om onderwerpen en redenen op te sommen waarover diezelfde meens kan lamenteire. Ik zou gerust durven stellen da we auver alles en niks kunne kloege en lamenteire. Maar het is in ons aller voordeel dei onderwerpe zu klaain en beperkt meugelaaik te haave. Laat dus gerust de jammerklachten en lamentoeses tot ons komen, waarde lezer. “Mè moet mo leefst ni mè reigelmoet,” zou ik zeggen. Mag ik u, tot besluit van mijn betoog, nog één hint aanreiken: “Lamenteire auver ’t weir es gien avans. Het beste da we er auver kunne zegge es da ’t merge slechter kan zaain.”
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina. hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIE-SECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Tijs van den Boomen, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDE-LIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP
BDW 1352 PAGINA 22 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Tienkamp > Daan Elsen wil in voetstappen van Hans van Alphen treden
‘Eén sport zou me snel vervelen’ JETTE – Tienkamp geldt als de meest complete aller atletiekdisciplines. De knappe vierde plaats van Hans van Alphen op de Olympische Spelen werd her en der dan ook hoger ingeschat dan een medaille in pakweg het schieten. De 18-jarige Brusselaar Daan Elsen neemt de prestatie van Van Alphen als voorbeeld en droomt van een olympische medaille.
‘I
k wil ook een tienkamper worden,” zei Elsen tegen zijn moeder toen hij in 2000 als zesjarig ukje naar de Olympische Spelen in Sydney aan het kijken was. De jonge Daan werd prompt ingeschreven bij atletiekclub Excelsior en begon als meerkamper. “Vooral de variatie spreekt me aan. Je moet alles kunnen, hé. Meerkampers worden ook aanzien als de meest volmaakte atleten. Bovendien, na pakweg één maand alleen maar verspringen zou ik het al beu zijn.” Groeipijnen aan de knieën hielden Elsen tijdens zijn jeugdjaren drie jaar lang van de piste. Hij zat echter niet stil en groeide uit tot een fervent fietser. Maar zodra het mogelijk was, hernam hij de meerkamp. Met succes. “Ik werd vrij snel Belgisch kampioen. Ik was ondertussen heel wat gegroeid en dat is een voordeel als meerkamper. Je springt bijvoorbeeld gemakkelijker over de horden.” Elsen heeft wel het nadeel dat hij blessuregevoelig is. “Zo heb ik achter aan mijn voet een beentje te veel dat mij regelmatig last bezorgt. Het voorbije seizoen is voor mij grotendeels in het water gevallen toen ik op stage in Valencia een scheur in een hamstring opliep. Even voordien was ik nog Belgisch kampioen indoor geworden in de meerkamp en het hordelopen, maar het wereldkampioenschap moest ik door die blessure laten schieten.” Maar de jonge Brusselaar vecht altijd terug. “Ach, ik doe de sport zo graag. Meerkampers hebben een andere mentaliteit en dat spreekt
de CLUB
Daan Elsen is verliefd op de tienkamp, “maar als ik me ooit op één atletiekdiscipline zou moeten toeleggen, dan zou het hordelopen zijn.”
me aan. Ze vormen een hechte vriendengroep, meerkamp is de enige atletiekdiscipline waarin je dat terugvindt. Zowel op als naast de piste. Zo is mijn grootste concurrent in België, Arne Broeders, ook gewoon een zeer goede vriend.”
Het trainingsprogramma van de Brusselaar werd twee jaar geleden aangescherpt in het vooruitzicht van het Europees kampioenschap van volgend jaar. Hij werkt nu zeven trainingen af in zes dagen, die telkens twee à
© MARC GYSENS
drie uur duren. En dat is niet te onderschatten. “Je gebruikt bij meerkamp bijna elke spier in je lichaam. Eigenlijk ben je altijd moe. Telkens als ik ga trainen, hangt de training van de dag voordien nog in mijn lijf. Je recupereert nooit
Elzengym en Sport
Sporten voor nachtuilen ELSENE – Mountainbike, joggen en badminton, dat is de nogal ongewone combinatie die Elzengym en Sport aanbiedt. En dat is niet het enige wat onconventionele aan deze sportclub met een eigen bioritme. “Mijn vader is 35 jaar geleden begonnen met de combinatie gymnastiek en badminton,” legt voorzitter Stefan Martens (50) uit. “In die tijd was de club uitgesproken Nederlandstalig. Daar was toen behoefte aan, het was een impuls om de club op te richten. Ondertussen is dat er grotendeels uit. Je hoort verschillende talen door elkaar. De club heeft door de jaren heen de gymnastiekafdeling opgedoekt en er een jogging- en mountainbikeafdeling bijgenomen.” Badminton is de belangrijkste sporttak van de
club, de joggers en mountainbikers zijn in de minderheid. De verschillende sporten combineren is er nauwelijks bij. “Er is eigenlijk maar één lid dat de drie sporttakken combineert,” zegt Martens. “Dat is ook niet zo evident. Badminton draait bijvoorbeeld vooral rond snelheid, terwijl mountainbike eerder het uithoudingsvermogen op de proef stelt. Mountainbike doen we maar één keer per maand, maar het niveau ligt er wel vrij hoog. We combineren het ook regelmatig met een lekkere maaltijd in een streekrestaurant.” “Onze vijf badmintonterreinen, waar dubbelspel wordt gespeeld, zijn bijna altijd bezet. Als we eens aan een tornooi deelnemen, stellen we vast dat ook hier het niveau van onze leden behoorlijk hoog ligt. Maar de meeste leden komen voor de gezelligheid, en dat is ook
de bedoeling. We gaan ons niet meteen meer richten op competitiesport.” Het publiek van Elzengym en Sport is erg gemengd, maar jongeren zijn een rariteit. Dat heeft veel te maken met het tijdstip van de trainingen, die om pas halftien ’s avonds beginnen. “We hebben nauwelijks leden onder de twintig jaar. Maar voor wie ouder is, is het aanvangsuur perfect. Onze leden kunnen na hun werk naar huis om te eten, hebben tijd om wat te rusten en komen dan sporten. Dat trekt aan. Een journalist kwam bijvoorbeeld bij ons terecht omdat de training na zijn deadline begon.”
Scoutssfeer Badminton is een sport die aantrekt. Velen vinden het een leuke sport, maar er heerst
“Badminton combineert respect voor de tegenstander en intensiteit in de sport.”
BDW 1352 PAGINA 23 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
David Steegen Robbie
volledig en dat is best wel zwaar. En net door die vermoeidheid loop je meer risico’s op blessures. Jaarlijks kun je ook maar twee à drie meerkampen doen. Het is zo zwaar en het vraagt ook veel voorbereidingstijd omdat je er echt naar moet pieken. Dat brengt wel wat druk mee. Het moet meteen lukken, je hebt weinig kans op herkansing.” “Na een meerkamp ben je helemaal leeg, je gaat echt tot aan je limiet. Over die limiet ben ik nog nooit kunnen gaan, al zou ik het wel
“Je gebruikt bij meerkamp bijna elke spier in je lichaam. Eigenlijk ben je altijd moe. Als ik ga trainen, hangt de training van de dag voordien nog in mijn lijf” willen kunnen. Maar dat vraagt veel doorzettingsvermogen.” Niet dat Elsen dat niet heeft. Zie een tienkamper maar eens sterven in de afsluitende 1.500 meter, een echte beproeving voor krachtpatsers. “Het is een hel. Je bent al een heel weekend tot het uiterste gegaan en dan moet je uitgeput nog eens lopen. Dat is doodgaan. Daar ziet iedereen tegen op, denk ik.”
Doodgaan Tussen de meerkampcompetities door neemt Elsen ook regelmatig deel aan andere disciplines. “Polsstokspringen en hordelopen hebben mijn voorkeur. Ik ben dit jaar Bel-
gisch kampioen indoor geworden in het hordelopen. Als ik me ooit op één atletiekdiscipline zou moeten toeleggen, dan zou het hordelopen zijn. Maar daar heb ik nog niet aan gedacht. Het zou me snel vervelen, denk ik. En ik hou gewoon te veel van meerkamp.” En dus richt Elsen zich op zijn grote sportliefde. “Sowieso de komende twee jaar. Als het echt niet zou lukken in de tienkamp, kan ik nog overwegen om over te schakelen.” De jonge Brusselaar zag Hans Van Alphen de voorbije zomer een knappe vierde plaats behalen op de Olympische Spelen in Londen. Een inspirerende prestatie. “Ik werk nu om naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro te gaan. Als alles goed verloopt en ik geen zware blessure oploop, dan is dat zeker mogelijk. Ik denk wel dat ik het potentieel heb, dat zegt mijn entourage toch. In Rio wil ik kennismaken met de Spelen om vier jaar later voor een medaille te strijden.” Elsen heeft nog vijf à zes jaar als student voor zich en wil pas daarna voluit voor de atletiek gaan. Dat staat vast, zelfs al wordt er aan zijn mouw getrokken om net als de broers Borlée en Anne Zagré naar de VS te trekken om er sport en studies te combineren. “De organisatie Overboarder bood me vorig jaar studies in Amerika aan. Ik mocht kiezen waar en als ik een bepaald aantal punten behaalde, zouden zij een groot deel van de kosten betalen. Het probleem is dat als ik terug naar België zou keren met een Amerikaans diploma burgerlijk ingenieur, ik hier vakken zou moeten hernemen. Bovendien is het zo dat als je daar geblesseerd uitvalt, niemand nog naar je omkijkt. Er loopt zoveel talent rond. Ik heb wel getwijfeld hoor, maar uiteindelijk heb ik geweigerd. Ze hebben me dit jaar opnieuw gecontacteerd, maar ik blijf in Brussel om mijn carrière voort op te bouwen.’
Vorige week mocht Anderlecht rekenen op het bezoek van vijf toekomstige Nederlandse trainers. De voormalige profs volgden een verplichte vierdaagse buitenlandse stage, die past in de opleiding om beroepstrainer te mogen worden. De vijf zijn allemaal al actief in de voetballerij, bij clubs uit eerste en tweede klasse in Nederland. Dat soort bezoekjes gebeurt wel vaker, en is altijd heel aangenaam. De sfeer is gemoedelijk en het respect wederzijds. We leggen onze werking uit en peilen graag naar hun reacties. Die zijn leerrijk. Als club genieten we duidelijk enig aanzien, anderzijds houden de bezoekers ons een spiegel voor. Daar leren we echt veel van. Het is ook om die reden dat de Europese competities zo belangrijk zijn, dat overstijgt het louter sportieve. Zo is ook het jeugd- en opleidingscentrum van Anderlecht tot stand gekomen. Door jarenlang de centra van de grootste en beste clubs van Europa te bezoeken en grondig door te lichten, heeft RSCA zijn eigen concept bepaald. Vorig seizoen kwam voormalig Anderlechten Club-verdediger Aleksandar Ilic op bezoek om met een aantal personen van de club te praten. Het verslag daarvan zal doorwegen in de eindbeoordeling van zijn trainersopleiding in zijn vaderland. De Serviër voetbalde in het begin van de eeuw vier seizoenen voor paars-wit en, helemaal op het einde van zijn loopbaan, even voor FC Brussels. Hij schrok van de positieve evolutie van de werking van zijn voormalige werkgever. Het jeugdcomplex in Neerpede was in zijn tijd nog helemaal verouderd. De Nederlandse trainers die onlangs op bezoek waren, praatten een uurtje met een aantal stafleden, zoals John van den Brom hen had opgedragen. Tussen de vijf zat er eentje die ik vrijwel meteen herkende: Rob-
SINT-AGATHA-BERCHEM — Mensen met een matige verstandelijke handicap kunnen zich sportief uitleven op 15 november.
bij badmintonclubs en op tornooien altijd een zeer aangename sfeer. “Ik denk dat de sport een bepaalde groep mensen aantrekt. De ambiance kun je vergelijken met een scoutssfeer. We trekken ook af en toe op weekend met leden van de club.” “Badminton is een plezierige sport. Het is een aangename combinatie van respect voor elkaar en toch een bepaalde intensiteit. Er zit een grote contradictie in: er zijn krachtige momenten met agressie, maar geen directe confrontatie met de tegenstander.” De goede sfeer wordt bij Elzengym en Sport ook opgebouwd en onderhouden aan de toog. De club draait lekker en Martens doet graag voort zoals hij bezig is. Al is er toch twijfel over het late aanvangsuur. “Het tijdslot maakt het voor jongeren en sommige andere mensen onmogelijk om mee te doen. Het heeft zijn voordelen, maar ik kan me voorstellen dat weinigen zouden mopperen als we iets vroeger zouden beginnen. Het zou ons toch meer mogelijkheden geven.”
De jaarlijkse sportdag mikt op jongeren vanaf twaalf jaar en volwassenen. Plaats van afspraak is het sportcomplex van Sint-AgathaBerchem, in de Lusthuizenstraat 1. Deelnemers kunnen vanaf halftien kiezen uit een aanbod van vijf sporten. Bij bewegingsdrum wordt muziek en beweging samengebracht, terwijl er bij de balspelen en het mikken naar doel met precisie geschoten moet worden.
Tim Schoonjans
© MARC GYSENS
www.elzengymensport.be
www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Aangepast sporten
Tim Schoonjans
bie Alflen. Studio sport-voetballer. Zijn naam weerklonk nadrukkelijk in de verslagen van het wekelijkse voetbalprogramma in de jaren tachtig en negentig op zondagavond op de NOS. Vaste afspraak om 19 uur. Het programma bestaat al decennia lang en is de bron van alle liefde voor het Nederlandse voetbal. Studio sport, of een vader-zoonmoment uit de vervlogen jeugd. Alflen begon zijn loopbaan bij subtopper FC Utrecht, en trok na enkele seizoenen naar Ajax, waar hij ernstig geblesseerd raakte. Hij was een lekkere straatvoetballer met branie. Vandaag is hij assistent van huidig Utrechthoofdcoach Jan Wouters, voormalig Nederlands international. Wouters is de man die tevergeefs aan de tweede paal stond toen Philippe Albert het enige doelpunt scoorde tegen Nederland op het WK ’94 in de VS. Alflen heeft een lach op het gezicht. De straatjongen staat er op zijn 45ste nog steeds. Samen met zijn collega’s woont hij trainingen bij, praat met de coach, de teammanager, de algemeen manager, de dokters, de andere trainers en ondergetekende. De bezoekers waarderen de Brusselse gastvrijheid en de openheid, feesten mee in het spelershome als er met 5–0 gewonnen wordt van AA Gent. Het klikt wonderwel. De dag van het vertrek trakteren de vijf het hele kantoor op ‘gebak’. Ze hebben lof voor onze trainingsinfrastructuur, de manier van werken en de beleving. Zelfs het verouderde stadion mag op Nederlandse waardering rekenen. Als ik peil naar hun indruk van ons sportief niveau, antwoordt Robbie: “In de Nederlandse top zouden jullie het wel moeilijk hebben, hoor.” Zo.
Klimmers en kruipers op hun beurt kunnen het behendigheidsparcours proberen en de circusbeesten kunnen zich aan de circusactiviteiten wagen. Alle activiteiten zijn toegankelijk voor rolstoelgebruikers en worden aangepast aan het niveau van de groep. Deelnemen kost 3 euro. De sporters moeten wel aangepaste kledij en hun eigen middagmaal meebrengen. TS www.vgc.be/sport
Rugbytalenten schouder aan schouder BRUSSEL – De Brusselse studenten vechten een robbertje uit met hun collega’s uit andere steden. Kituro Rugby Club is op donderdag 8 november het toneel van een recreatief tornooi rugby sevens, een variant van het klassieke rugby. Hogeschool- en universiteitsstudenten strijden er vanaf 13 uur om de ovale bal. Aan motivatie zal het de studenten niet ontbreken. Het tornooi is een goede voorbereiding op het Belgische Studentenkampioenschap rugby sevens in april 2013. Scouts van
de rugbyfederatie speuren naar talent. Wie in het oog springt, maak kans op een selectie voor de Belgische studentenploeg. Een dag eerder, op woensdag 7 november, vindt aan de Koninklijke Militaire School het Belgische Studentenkampioenschap judo per ploeg plaats. De wedstrijd gaat tussen teams van acht judoka’s: drie dames en vijf heren. Ploegen met minstens vijf judoka’s kunnen ook deelnemen, maar moeten wel ten minste één dame in hun rangen hebben. Elke onderwijsinstelling mag maximaal twee ploegen TS afvaardigen.
BDW 1352 PAGINA 24 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
zaIE
KLAS 1AB UIT HET SINT-GUIDO-INSTITUUT OP BEZOEK
En toen was er
Z
© SASKIA VANDERSTICHELE
AF
LE VERING
1
‘JA,
voor een weekje zou ik wel in de oertijd willen leven, om te zien hoe ze toen overleefden,” vertelt Enrique uit klas 1AB, net voor hun bezoek aan het Museum voor Natuurwetenschappen. Daar loopt op dit moment de boeiende expo ‘Prehistorie-Do it yourself!’
D
at ‘Do it yourself!’ neem je best heel letterlijk. In de tentoonstelling staan enkele animatoren klaar om je terug mee te nemen in de tijd: op mammoets jagen, dierenhuiden behandelen, vuur maken... Je mag het allemaal zelf uitproberen. “Zonder vuur had de mens in de prehistorie weinig kans om te overleven,” vertelt animatrice Françoise aan de kinderen uit Anderlecht. “Duizenden jaren geleden, in de IJstijd, was het gewoon te koud zonder vuur. Maar waar was vuur nog zoal goed voor?” vraagt ze. “Om eten klaar te maken!” “Om wilde dieren te verjagen!” “Om ’s avonds licht te hebben?”, probeert er eentje. “Tuurlijk,” zegt Françoise. “Vergeet niet dat elektriciteit toen nog niet bestond.” En dan toont ze hoe onze heel verre voorouders erin slaagden om een vuurtje te stoken. “Ik neem een vuursteen en nog een andere steen, de pyriet. Dat is een speciale steen waar behalve zwavel ook ijzer in zit. Je kan dat zien aan de bovenkant, die een beetje oranje ziet, zoals je soms merkt bij verroeste spijkers. Door
Een nieuwe winterjas nodig in de oertijd? Daarvoor kan de gestroopte huid van een hert dienen. Vela maakt die huid, opgespannen met de darmen van het hert zelf, soepeler met een stukje hertengewei. Werkelijk niets lieten onze voorvaderen verloren gaan...
BDW 1352 PAGINA 25 - DONDERDAG 8 NOVEMBER 2012
Lucy, onze overgrootmoe
BIJ ONZE VOOROUDERS
vuur...
ATELIER
Zo stellen Hind, Ranya en Soukaïna van klas 1AB zich Lucy voor. Lucy was een volwassen vrouw die ongeveer 3,2 miljoen (!) jaar geleden leefde in het land dat nu Ethiopië heet. Ze is één van de oudst bekende mensachtigen van wie we zeker weten dat ze rechtop liep. De wetenschappers die haar resten vonden, doopten haar ‘Lucy’, omdat ze tijdens hun opgraafwerk voortdurend naar het nummer van de Beatles, Lucy in the sky with diamonds, luisterden. Maar als je deze grappige tekening bekijkt, kunnen we haar net zo goed ‘Lucy met de pittige okselgeur’ noemen.
met de vuursteen op het pyriet te kloppen, ontstaan er vonkjes. Kijk.” Françoise vraagt aan Enrique om het uit te proberen op zijn hand. Ze klopt de stenen constant op elkaar, de vonkjes springen in het rond, en Enrique voelt het: “Au, dat is warm!!!”, roept hij. “Oei, sorry!”, zegt Françoise, “maar je was een geweldig proefkonijn,” en ze lacht. “Maar op een hand van een mens zullen die vonkjes niet ontbranden, op een poeder van zwammen wel. Ook dat hebben onze slimme voorvaderen dus ontdekt.” En inderdaad, als Françoise en de kids een beetje later weer vonken maken, ontsnappen er hier en daar witte rookpluimpjes uit het paddenstoelenpoeder. “Maar zo hebben we natuurlijk nog geen vuur,” zegt Françoise. Ze haalt er een bosje droog stro bij, en vraagt het groepje van Rebecca om het smeulende zwampoeder in dat stro te stoppen. “En nu blazen!”, maant Françoise hen aan. De meiden tuiten de lippen, maar echt gerust zijn ze er toch niet in. “Zachtjes, maar langer blazen,” steekt Françoise een handje toe. “Blazen, blaaazen,” supporteren hun klasgenoten. En ja, daar verschijnen de vlammen! Rebecca schrikt ervan. “Je moet veel adem hebben om vuur te kunnen maken!”
© SASKIA VANDERSTICHELE
DOOR PATRICK JORDENS
Bizons jagen
‘Prehistorie-Do it yourself’ loopt tot 26 mei 2013. www.natuurwetenschappen.be
Klas 1AB van het Sint-Guido-Instituut IDENTIKIT
“Ik dacht eigenlijk dat men in de prehistorie vuur maakte door houten stokken tegen elkaar te wrijven,” zegt Vanessa aan Françoise. “Dat zou kunnen,” antwoordt Françoise, “maar daar hebben we geen bewijzen van gevonden. Hout vergaat na een tijd immers. Alleen van de stenen weten we het echt zeker, omdat er op verschillende plekken pyrietstenen zijn gevonden, met diepe gleuven erin van het kloppen.” Er valt natuurlijk nog meer te doen dan vuurtjes stoken op deze expo. Je kan bijvoorbeeld op bizons leren jagen (“vooral een kwestie van goed mikken,” vindt Hamza), of dierenhuiden bewerken (zoals Vela doet op de foto). Vanessa is enthousiast over het bezoek. “Maar wat de kinderen toen zoal deden, dat ben ik niet te weten gekomen. Ze konden toch nooit naar muziek luisteren, of tv kijken, of naar school gaan? Ik denk wel dat ze soms dansten, omdat ze rituelen hadden. Ik dans zelf ook graag, in mijn vrije tijd”, zegt ze. Er zijn zo van die dingen die van alle tijden zijn.
Met hoeveel zijn jullie? 18 (maar vandaag zijn we maar met negen omdat het Offerfeest is) Hoeveel kinderen in deze klas kijken regelmatig in een krant? 1 Wat willen jullie liever NIET prijsgeven aan onze lezers? Dat onze leraar godsdienst soms heel zijn leven vertelt Wat vinden jullie de meest vervelende eigenschap van volwassenen?
WIN!
Zazie geeft 20 × 2 gratis kaarten weg voor deze expo. Stuur voor 23 november een mail naar zazie@bdw.be, en vermeld ‘Do it yourself!’
Dat ze soms helemaal niet naar kinderen luisteren Wat is jullie lijflied van het moment? ‘Ma direction’ van Sexion d’Assaut