Kinderen maken kunst
JEF NEVE SCHUDT DE JAZZPOLITIE VAN ZICH AF En ook: Jessie Ware, Cristian Mungiu en Tok Toc Knock.
22 11 12
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
VORST – Misschien viel er wel een nieuwe Anne Teresa De Keersmaeker te ontwaren, of een Wim Vandekeybus, zondag op de Kunstendag voor Kinderen, maar daar was het helemaal niet om te doen. De kinderen in de dansstudio van Rosas (foto) hadden het er vooral naar hun zin. Ook in andere kunsthuizen in Brussel en Vlaanderen konden kinderen kunst opsnuiven. Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) wil de Kunstendag voortaan elk jaar laten plaatsvinden. SVG FOTO: © BART DEWAELE
Onderwijs > Minister Smet stelt voor om inschrijvingsgeld te verdubbelen
‘Ramp voor Brusselse academies’ BRUSSEL – Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) wil het inschrijvingsgeld voor de muzieken tekenacademies verdubbelen. Zeker in Brussel zou dat rampzalige gevolgen hebben, zeggen vakbond en academies.
S
met werkt al een tijdje aan de hervorming van het deeltijds kunstonderwijs, de muziek- en tekenacademies. Vorig jaar presenteerde hij een conceptnota over de inhoudelijke vernieuwing. Die had het onder meer over de verlaging van de beginleeftijd naar zes jaar en een brede, domeinoverschrijdende initiatie. Onlangs lanceerde het kabinet-Smet ook een nota over de financiering van het plan. Daarin wordt een verdubbeling van de inschrijvingstarieven voorgesteld. Nu betaalt een min-achttienjarige 60 euro en een volwassene 197 euro, plus tien à twintig euro kopieer- en materiaal-
kosten. In het voorstel wordt het jeugdtarief opgetrokken tot 120 euro en het volwassenentarief tot 365 euro, ook weer plus onkosten. Een nieuwe tussencategorie, de 18- tot 25-jarigen, zou 185 euro betalen. Net als nu zullen er sociale tarieven zijn en korting voor een tweede kind, maar het huidige studententarief (114 euro) valt weg. Smet verklaarde begin deze week aan het persagentschap Belga dat het om een discussienota gaat, bedoeld om een en ander af te toetsen met de sociale en andere overlegpartners. De christelijke onderwijsvakbond COC is niet te spreken over de voor-
stellen. “Dit zou een aderlating zijn voor het brede kunstonderwijs,” reageert nationaal secretaris Dirk De Zutter. “Zeker in Brussel, waar het Franstalige deeltijds kunstonderwijs voor kinderen tot twaalf jaar gratis is, moet je uiterst voorzichtig zijn. Ik hoor van de Brusselse direc-
twaalf gratis naar de muziekschool moeten kunnen. “Alleen zo heeft iedereen evenveel kans op muziekonderwijs.” De Brusselse muziekacademies tellen zo’n dertig procent volwassen leerlingen, de tekenacademies zelfs zeventig procent. “Twee jaar gele-
Franstalig deeltijds kunstonderwijs voor kinderen tot twaalf is gratis teurs dat de concurrentie nu al zo hevig is.” Bruno De Jonghe, directeur van de Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, bevestigt: “Dit zou een ondermijning zijn van het Nederlandstalige muziekonderwijs in Brussel.” De Jonghe vindt dat ook Nederlandstalige jongeren onder de
den werd al beslist dat volwassenen niet meer met opleidingscheques kunnen betalen. En nu dan een verdubbeling van het tarief.” De Jonghe vreest dat in dit scenario de helft van zijn leerlingen weg blijft. “Er zullen drama’s volgen. Leerkrachten zullen hun werk kwijtraken.” Ook volgens Dirk Baeten,
jarenlang directeur en nog steeds docent aan de muziekacademie van Sint-Agatha-Berchem, zullen de gevolgen van een forse prijsverhoging in Brussel ‘dubbel zo groot’ zijn. “Het wordt echt heel duur voor de leerlingen, die daarnaast bijvoorbeeld nog een piano moeten kopen. De overstap naar de Franstalige academie is gauw gemaakt.” Omdat het in Brussel lastiger werken is, krijgen de elf muziek- en tekenacademies nu dertig procent extra financiering, waarmee onder meer de nevenafdelingen in soms moeilijke wijken in het leven worden gehouden. Baeten: “Ik hoop dat we dat ten minste behouden.” Ook de politiek mengt zich intussen in de discussie. “De plannen zoals ze nu op tafel liggen, zijn een ramp voor de Brusselse academies,” zegt Vlaams parlementslid Khadija Zamouri (Open VLD). Bettina Hubo
N° 1354 VAN 22 TOT 29 NOVEMBER 2012 ¦ WEEK 47: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1354 PAGINA 2 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012 © LV
Uitgelicht > SP.A waarschuwt voor financiële strop, Open VLD wil middenklasse terug
VERKOOP UP-SITE STILGEVALLEN BRUSSEL – Na een bliksemstart is de verkoop van appartementen in de hoogste woontoren van het land stilgevallen. De voorbije zes maanden hebben ongeveer evenveel kopers moeten afhaken als dat er zich nieuwe hebben aangediend. “Kandidaat-kopers krijgen steeds moeilijker een lening.” Van op het kanaal, van in Laken of van aan het Noordstation: de woontoren van UP-site wordt stilaan zichtbaar vanaf verschillende plekken in de stad. De ruwbouw reikt ondertussen ongeveer twintig verdiepingen hoog. Dat is halverwege de uiteindelijke hoogte (140 meter). De toren moet in juni 2014 helemaal af zijn. UP-site wordt de hoogste woontoren van het land, en dat spreekt tot de verbeelding. Bij de start van de verkoop was de vraag heel groot. In een recordtijd was ongeveer veertig procent van de toren (of honderd appartementen) verkocht. De laatste maanden is dat cijfer echter nog nauwelijks veranderd. “Er kwamen nog wel kandidaten bij, maar we zagen ook meer dan tien procent van de kopers afhaken omdat ze geen lening kregen bij de bank,” zegt Stéphan Sonneville van projectontwikkelaar Atenor. Hij hoopt dat de verkoop snel weer aantrekt. “De toren wordt steeds meer zichtbaar en we zijn ook begonnen met het plaatsen van gevelbekleding en ramen op de onderste verdiepingen. Dat geeft een beter idee van hoe hij er gaat uitzien. Bovendien openen we in januari of februari een voorbeeldappartement in de toren. Dat moet potentiële kopers overtuigen.” De gemiddelde verkoopprijs ligt boven de 3.000 euro per vierkante meter. UP-site is overigens meer dan de toren. Langs het kanaal komen ook nog eens 106 appartementen met terras. Atenor is onlangs begonnen met de verkoop; de oplevering is voor eind 2013 of begin 2014. Binnen het project komen ook kantoren langs de Willebroekkaai. Ondanks de leegstand in de aanpalende Noordwijk heeft twee derde van de kantoren al een koper of huurder gevonden. Onder meer Unizo en het Vlaamse gemeenschapsonderwijs GO! zullen er kantoor houden. Laurent Vermeersch / brusselnieuws.be
Een financiële toekomst die zorgen baart BRUSSEL – Parlementslid Sophie Brouhon (SP.A) vindt dat de Brusselse regering als een blindeman haar financiële toekomst tegemoet gaat. “In 2015 staan we voor een muur.”
B
russels minister van Financiën Guy Vanhengel (Open VLD) heeft maandag in het parlement de begroting 2013 voorgesteld: 3,6 miljard uitgaven en 3,5 miljard inkomsten. Voor SP.Abegrotingsspecialiste en oppositielid Sophie Brouhon zijn minder de cijfertjes van tel, dan wel het grote verhaal: de financiële toekomst van het Brussels Gewest. En die oogt niet rooskleurig. Brouhon: “Brussel geeft volgend jaar 160 miljoen euro meer uit. Dat kan. Er is 105 miljoen extra door de herfinanciering van Brussel, ingeschreven in het Vlinderakkoord, en 75 miljoen extra door het solidariteitsmechanisme. Daar komen nog voor 82 miljoen euro ‘eenmalige inkomsten’ bij. Daardoor kan de Brusselse regering haar begrotingstekort beperken tot 131 miljoen,” rekent
Brouhon voor. Daarmee zit de regering op schema om het deficit tegen 2015 volledig af te bouwen. Wat volgens Brouhon echter ontbreekt, zijn maatregelen voor de periode ná 2015. Brussel verarmt zienderogen. Dat blijkt ook uit de inkomsten uit de personenbelasting. De kloof tussen het belastbaar inkomen in Brussel en het belastbaar inkomen in België wordt elk jaar groter. In 2009 was de Brusselaar 13,7 procent armer dan de Belg, vandaag is dat bijna 20 procent. Voor de Brusselse begroting is dat geen ramp: het solidariteitsmechanisme tussen de gewesten treedt dan in werking. Dit jaar is dat goed voor naar schatting 456 miljoen euro, of maar liefst 15 procent van de Brusselse inkomsten. “Welnu,” zegt Brouhon, “in 2015 wordt het solidariteitsbedrag bevroren. Tien jaar lang. Daarna valt
het weg. Zo is het afgesproken in het Vlinderakkoord. Als Brussel dan nog verder verarmt – en dat ligt in de lijn van de verwachtingen –, dan zal Brussel het vanaf 2015 met steeds minder moeten doen. Wat ik de regering verwijt, is dat ze de afgelopen vier jaar geen enkel instrument ontwikkeld heeft om een kentering in haar financieringsbasis teweeg te brengen. In 2015 zullen we over een begroting moeten onderhandelen met een muur voor ons.” Brouhon heeft een verklaring voor de budgettaire lethargie. De Brusselse regering was de afgelopen vier jaar niet bezig met begrotingsopmaak, maar met boekhouding. “De Brusselse begroting is een consensuele begroting. Elke minister mag zijn ding doen. Maar fundamentale discussies? Die zijn er nauwelijks. Een meerjarenbegroting? Die is er niet. Heeft u één publiek debat gezien over de te spenderen middelen of over de inkomsten? Een groot verschil met de federale regering, of met de Vlaamse, waar discussies op het scherp van de snee worden gevoerd,
waar er keuzes worden gemaakt. Nochtans moeten we vandaag beslissingen nemen om de afbouw van het solidariteitsmechanisme op te vangen: de administratie moder-
“Dit is geen begroting. Dit is boekhouding. Een begroting gaat over keuzes maken”
niseren, de activering van de werklozen versnellen, een relancebeleid voeren, enzovoorts.” Volgens Brouhon heeft een en ander niet alleen financiële, maar ook politieke implicaties. Brouhon: “Er zullen geheid weer discussies komen over de herfinanciering van het Brussels Gewest. Maar het lijkt me
DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE
De eerste ochtendlijke herfstkoude slaat hard toe. Zeker als je ‘bed’ gespreid staat in de kiosk van het Warandepark. Zoals voor deze Italiaanse dakloze...
© SASKIA VANDERSTICHELE
WEEKOVERZICHT
BDW 1354 PAGINA 3 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
© IVAN PUT
WOENSDAG 14 NOVEMBER STAKING BIJ HET SPOOR. De 24 uursstaking laat zich stevig voelen op het Belgische spoorwegennet. Het treinverkeer in en rond Brussel ligt volledig plat. De stations Brussel-Zuid en Brussel-Centraal zijn de hele dag dicht, en ook het station Brussel-Noord wordt vanaf 9 uur afgesloten. Het openbaar vervoer van de MIVB rijdt wel normaal. De staking heeft ook gevolgen voor de avondspits op de Brusselse Ring. ONTRUIMING DOOR ‘ANTRAX-ENVELOP’. De brandweer ontruimt een gebouw nabij metrostation Delta in Oudergem. In de ondergrondse garage van het gebouw is een envelop gevonden met als opschrift het woord ‘Anthrax’. Uit onderzoek van de civiele bescherming blijkt het niet om de bacterie Bacillus anthracis te gaan. Antrax of miltvuur is een zeer besmettelijke infectieziekte die dodelijk kan zijn.
DONDERDAG 15 NOVEMBER NSV VERSTOORT KONINGSFEEST. Enkele leden van de Vlaams-nationalistische studentenvereniging NSV verstoren de aankomst van de koninklijke familie bij de Te Deum-viering in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal. Wanneer de prinsen en prinsessen uit de wagen stappen, komen er acht mensen uit het publiek en beginnen ze met Vlaamse Leeuwen te zwaaien. Ze worden opgepakt door de politie. “Een nieuw metronet verhoogt de attractiviteit van het Brussels Gewest. Dat is broodnodig om de middenklasse naar Brussel te halen,” meent Vanhengel.
erg onwaarschijnlijk dat Brussel in een zevende staatshervorming opnieuw meer geld zal krijgen. Het is dus alle hens aan dek.”
Metro In de commissie Financiën van het Brussels parlement zei Vanhengel dat hij niet akkoord gaat met de kritiek dat er een mak begrotingsbeleid is gevoerd. Het Brussels Gewest zit op schema met de afbouw van het deficit. Dat gebeurt in een financieel erg moeilijke context, met weinig economische groei. Vanhengel: “Het feit dat sommigen onge-
“ “
rust zijn over de toekomst van Brussel over twintig jaar, bewijst dat er op de begroting van vandaag weinig aan te merken valt.” Vanhengel geeft wel toe dat een denkoefening over het fiscaal draagvlak van Brussel nodig is: “Het Gewest ziet jaar na jaar de uitgaven stijgen voor andere beleidsniveaus dan het gewestelijke: de gemeenten, de Irisziekenhuizen en, vooral, de gemeenschapscommissies VGC en Cocof.” Die laatste krijgen in de begroting 2013 alweer twintig miljoen euro extra. Vanhengel betwist de noodzaak van die verhoging niet.
“Vlaanderen en de Franse Gemeenschap laten Brussel links liggen. We moeten iets doen om de bevolkingsstijging het hoofd te bieden.” Maar, zegt Vanhengel, “om dit betaalbaar te houden zullen we moeten inzetten op het aantrekkelijk maken van de stad, zodat mensen met een behoorlijk inkomen in de stad komen wonen.” Een eerste aanzet hiervoor vormt de uitbreiding en modernisering van de metro, waarvoor in deze begroting extra middelen worden uitgetrokken. Steven Van Garsse
VERREPT HOOFD VGC. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) stelt Eric Verrept opnieuw aan als leidend ambtenaar van zijn administratie. Hij komt als beste uit de aanwervingsprocedure. Verrept was aan het einde van zijn mandaat en volgt zichzelf nu op. Zijn nieuwe ambtstermijn duurt zes jaar en begint op 1 januari 2013.
VRIJDAG 16 NOVEMBER TWEEHONDERD BETOGERS VOOR GAZA. Zo’n tweehonderd mensen houden ’s avonds een protestactie op de trappen van de Beurs tegen het opnieuw opgelaaide geweld in de Gazastrook. De manifestatie is een initiatief van de Association Belgo-Palestinienne. De actievoerders vragen de Belgische overheid druk uit te oefenen op de Israëlische regering opdat die de aanvallen op Gaza zou stopzetten. ONGEVAL IN LEOPOLD II-TUNNEL. Een aanrijding tussen twee personenwagens in de Leopold II-tunnel zorgt ’s avonds voor zware verkeershinder rond de Basiliek van Koekelberg. Het ongeval veroorzaakt enkel stoffelijke schade. Toch hebben de hulpdiensten anderhalf uur nodig om de tunnel vrij te maken voor het verkeer.
ZATERDAG 17 NOVEMBER
Laten we eerlijk zijn: vierduizend stemmen voor Didier Reynders in Ukkel, dat is nu ook niet om over naar huis te schrijven.” MR-parlementslid Philippe Pivin vindt het niet voor de hand liggend dat Didier Reynders in 2014 kandidaat-minister-president is voor het Brussels Gewest (in Le Soir).
Dit dreigt een stadskanker te worden.” Volgens SP.A-parlementslid Yamila Idrissi heeft Vlaanderen de plannen afgevoerd voor de uitbreiding van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren aan de Wolvengracht (op brusselnieuws.be).
BREL WINT TOP 100. Het nummer ‘Ne me quitte pas’ van Jacques Brel eindigt op nummer 1 van de Brusselse Top 100 van FM Brussel. De Top 100 is de hele dag te horen op de stadsomroep en vanaf 11 uur in alle Brusselse metrostations. Brel volgt Arno op, die de vorige editie won met het nummer ‘Les yeux de ma mère’.
ZONDAG 18 NOVEMBER ‘OPERATIE SOKKEN’. Vrijwilligers verzamelen tussen 11 en 15 uur kleren en hygiëneproducten voor daklozen op het Poelaertplein. Volgens de organisatoren levert ‘Operatie Sokken’ ongeveer honderd kubieke meter kleren en gebruiksvoorwerpen op. In de namiddag worden de kleren verdeeld over twaalf Brusselse verenigingen die zich inzetten voor daklozen. De hygiëneproducten worden de komende dagen op straat uitgedeeld.
MAANDAG 19 NOVEMBER BEGROTING VOORGESTELD. Minister van Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) geeft in het parlement tekst en uitleg bij de Brusselse begroting. Volgens de oppositiepartij SP.A doet de Brusselse regering te weinig om de financieringsbasis van het Gewest gezond te houden.
© NOCTILIO.COM
DINSDAG 20 NOVEMBER
HET WOORD
Kuhl’s
In het Zoniënwoud werd onlangs Kuhl’s dwergvleermuis (Pipistrellus kuhlii) gespot. De typische geluiden van de vleermuizensoort waren al enkele maanden te horen op het binnenplein van het Rood Klooster in Oudergem, aan de rand van het Zoniënwoud: het is de eerste keer dat deze dwergvleermuis waargenomen wordt in België. Ze heeft haar naam te danken aan de achttiende-eeuwse Duitse zoöloog Heinrich Kuhl, die het diertje ontdekte langs de Atlantische kust in Frankrijk. Volgens de Franstalige natuurvereniging Natagora, die de soort in Oudergem spotte, hangt de komst van de zuiderse vleermuis naar België samen met de klimaatverandering. Ook twee andere exoten, de grote rosse vleermuis NV (Nyctalus lasiopterus) en de Myotis alcathoe, zakten al naar ons land af.
DRIE DODEN BIJ BRAND. Bij een brand in de Melkerijstraat in Anderlecht, op de grens met Molenbeek, treft de brandweer drie levenloze kinderlijkjes aan. Een buurtbewoonster merkt de brand omstreeks 15 uur op, maar kan geen hulp meer bieden. Bij het uitbreken van de brand is de moeder van de drie jonge kinderen gaan winkelen. De vrouw, van Congolese origine, wordt opgepakt. Het parket stuurt een branddeskundige ter plaatse. Samengesteld door Nick Vervaeck
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1354 PAGINA 4 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Samenleving > Eric Corijn (VUB), bezieler van de stad
‘Ik ben geen pastoor’ © IVAN PUT
ELSENE – Als het over Brussel gaat, valt sociaal geograaf Eric Corijn nooit uit de lucht. Met opiniestukken en lezingen en ook op Twitter maakt hij zijn visie op stedelijkheid in een geglobaliseerde wereld kond. “Alleen in de stad zullen we onze levensstandaard kunnen aanhouden,” meent hij. “Want de mens kiest niet meer.”
P
rofessor Eric Corijn is prominent aanwezig op De nacht van de kennis over Brussel, georganiseerd door het Brussels Studies Institute, een samenwerking tussen de drie Brusselse universiteiten. Bedoeling is om meer kennis over Brussel te verspreiden. Wij toetsen onze kennis graag. U woont al lang in de Elsense wijk Matonge. Hoe bekijkt u de wijk na al die jaren, en meer bepaald de gentrificatie die er toch ook bezig is? Eric Corijn: “Matonge is nooit echt een Congolese wijk geweest: er hebben nooit veel Congolezen gewoond. Je kunt Matonge eerder beschouwen als een trefcentrum, waar de Congolezen kwamen winkelen of op café kwamen. De wijk is ook nooit arm geweest; het was altijd een gemiddelde wijk met een zeer specifieke economie, je vond er dingen die je nergens anders vond. Maar nu merk je toch dat de koopkracht bij de Afrikanen in Brussel afneemt, en dat vertaalt zich in negatieve effecten in de wijk, zoals drugs en bendevorming. Bovendien laat de stedenbouwkundige inrichting er te wensen over. Kijk maar eens hoe de Waversesteenweg erbij ligt. Er is geen plein in de wijk, waardoor stadsgebruikers elkaar ook maar moeilijk ontmoeten.” “De gentrificatie speelt zich dan ook af aan de randen van Matonge, en niet in het centrum. De Europese wijk komt langzaam dichter, maar nog niet tot in de kern.” Brussel telt vele gemeenschap pen. Hoe kan deze stad een samenleving worden zonder dat al die gemeenschappen naast elkaar leven? Corijn: “Er zijn geen getto’s in Brussel, laat dat duidelijk zijn. De culturele diversiteit is vooral gelokaliseerd volgens de sociale positie,
het is geen cultureel gegeven. De Marokkanen wonen hoofdzakelijk aan het kanaal en dat is niet omdat ze Marokkaan zijn, maar omdat ze arm zijn. De mensen die wel geld hebben, verlaten die wijken. De expats wonen dan weer in het zuidoosten, waar altijd geld was. Het is dus geen cultureel verschil, maar eerder een inkomensverschil. Dat valt te verklaren door de snelle transitie die Brussel heeft gekend. In dertig, veertig jaar tijd is Brussel van een industriële stad veranderd in een postindustriële dienstenstad, op maat van de voorstedeling.” “Om op uw vraag te antwoorden: los de inkomensspanning op en je krijgt al meer een aanzet tot een samenleving. Hoe bereik je dat? Door een economie uit te denken gebaseerd op de talenten van de lokale bevolking, en niet louter op de talenten die nodig zijn in een diensteneconomie. Maar dan moet Brussel eerst institutioneel hervormd worden, want met negentien gemeenten kun je niet zo’n beleid ontwikkelen. Het Brussel van Moureaux en Maingain, de twee snelheden, is voorbijgestreefd.” Ontkent u toch niet te veel de culturele verschillen tussen mensen? Corijn: “Wat is cultureel? Het kenmerk van Brussel is de mengvorm, geen enkele cultuur is hier dominant. Toch wil ik niet ontkennen dat je in bepaalde buurten de laatste decennia een versterking van het etnische karakter hebt gekregen. Dat komt omdat de herverdelingsmechanismen en de integratiemechanismen mislukt zijn. Dan richten mensen zich op hun oorspronkelijke gemeenschap om geholpen te worden, door familie of vrienden bijvoorbeeld. Als er geen werk is, dan openen migranten een winkel die zich richt op de lokale gemeenschap.”
Eric Corijn ziet de stad als een laboratorium. “Ofwel verarmen we collectief, ofwel maken we nu de keuze voor een stedelijke context waarin we nog een bepaalde levensstandaard zullen kunnen aanhouden.”
Hoe maak je daar een stad mee? Corijn: “Door ons aan het BelgoBelgische model te onttrekken. Onze politici hebben geen kosmopolitische instelling. Het Brussels Gewest moet zelf de gemeenschappen stimuleren om bepaalde dingen gemeenschappelijk te doen, zoals onderwijs en cultuur. Een stad is geen land. Onzuiverheid is hier de norm, net als in andere grootsteden. Het wereldsysteem kantelt in die richting, en wie territoriale achterhoedegevechten levert, zit in het verliezende kamp. In de toekomst gaat het erom goed geplaatst te zijn in grootstedelijke netwerken, omdat de markt zo evolueert.” “Er is globalisation from below. Er zijn economische netwerken tussen migranten hier en hun thuisland. Dat gaat vaak over miljoenen euro’s als je het optelt. De consumptie is multicultureel. De Dansaertstraat gaat een samenwerking aan met de Gentsesteenweg, bijvoorbeeld. Die netwerken zijn al potentieel aanwezig. Brussel zou die moeten uitbuiten. Het verschil is dat dit soort commercialisering niet door handelaars wordt opgedrongen, maar met de bevolking meekomt.” Wat dan met de Vlaamse gemeenschap in Brussel? Corijn: “De Vlaamse Gemeenschap wil 300.000 Brusselaars bereiken. Dat is veel meer dan het aantal Vlamingen in Brussel. Vlaanderen draagt met zijn Brusselnorm dus bij aan de multiculturaliteit, dat is dus goed. Het probleem ligt niet in de taal- en culturele rechten voor Vlamingen, daar ben ik voorstander
Wie is Eric Corijn? Eric Corijn (1947) is doctor in de sociale wetenschappen, filosoof, zoöloog, psychoanalyticus en beeldhouwer. Hij studeerde onder meer in Gent, Brussel, Amsterdam en Tilburg. Hij doceert sociale geografie aan de Vrije Universiteit Brussel en is een fervent verdediger van de stad, en meer bepaald van Brussel. Hij publiceert vaak over ongelijkheid, globalisering, stedelijkheid en economie. Ook is hij vaste klant op het linkse blog dewereldmorgen.be en richtte hij de onderzoeksgroep Cosmopolis aan de VUB op. CD
over democratie in een gedepolitiseerde samenleving waar de mensen niet allemaal van dezelfde soort zijn. Brussel zal nooit een gemeenschap vormen in de traditionele zin van het woord.” In uw visie volgt de samenleving de economie. Corijn: “Dat is altijd zo geweest in steden. De markt wordt op die manier vrijer, omdat ze niet meer lokaal geregeld wordt, maar globaal. Er ontstaan altijd nieuwe, vluch-
“In een dorp wordt eigenheid als illusie gecreëerd: wij volstaan. Dat is het nationalistische project. Wel, ik volsta niet” van, maar in de pariteit (Vlamingen en Franstaligen delen de macht in Brussel, CD/SVG). Er is politieke apartheid die een grootstedelijk beleid in de weg staat. Onvermijdelijk gaan de rechten van de Vlamingen dan binnen dat nieuwe systeem geherdefinieerd worden, evenals de culturele rechten van andere gemeenschappen. Wat pas democratisch zou zijn, is dat het gewestelijke niveau de inzet zou worden van het lokale bestuur. Dan zouden expats wel stemmen. Want de gemeenteraadsverkiezingen gaan nergens over, daardoor is stemrecht voor vreemdelingen zo’n flop. In Antwerpen gaat het over de strijd tussen De Wever en Janssens, maar in Brussel gaat het niet over minister-president Charles Picqué, ziet u?” Men geeft expats dus de kans om deel te nemen op lokaal niveau, en wij zijn op die manier bereid om de aanzet te geven tot een kosmopolitische stad, maar het interesseert hen niet. Corijn: “(ferm) En ik zeg u waarom het hen niet interesseert. We hebben gewoon te weinig nagedacht over de democratie na de natiestaat,
tige netwerken, en het lokale raakt daardoor steeds meer in de verdrukking.” En men verzet zich daartegen, in Vlaanderen bijvoorbeeld. U haalt vaak de tweedeling tussen stad en platteland aan om dat te illustreren. Corijn: “De mentaliteit in Vlaanderen hinkt achterop. Vroeger was Vlaanderen stedelijk, in de middeleeuwen bijvoorbeeld, maar daarna bleef het lang ruraal. Bijgevolg kwamen de industrialisatie en verstedelijking pas laat op gang. En toen ze op gang kwamen, en ik druk me plat uit, evolueerde de mentaliteit niet mee. Vlaanderen heeft lang de culturele prijs voor de verstedelijking niet betaald. En nu moet er met verschil omgegaan worden.” “De postindustriële samenleving vergt stedelijkheid. Er woedt een strijd, een cultuurconflict bijna. Tussen de kleine gezinnen of alleenstaanden die in de stad wonen, en de
meer traditionele gezinnen die in de rand wonen en met de auto rijden.” Toen uw collega Mark Elchardus onlangs met emeritaat ging, verklaarde hij op Klara nochtans dat de vrijheid op het platteland zal worden gevonden, en niet in de steden. Corijn: “Elchardus en ik behoren in de sociologie tot een andere ‘school’. We doen dezelfde vaststellingen, maar de interpretatie die we eraan geven, verschilt. De hele wereld wordt geconfronteerd met dezelfde problemen: klimaatverandering en economische verandering. Het antwoord zal hoe dan ook vrijheidsbeperkend zijn, omdat we aan de limieten van het systeem zitten. De dorpen krijgen nu nog even respijt, ook al omdat de rijken er meer en meer gaan wonen. Maar ook voor hen geldt de verandering. Ofwel gaan we naar een collectieve verarming, ofwel maken we nu de keuze voor een stedelijke context waarin we nog een bepaalde levensstandaard zullen kunnen behouden.” U wilt mensen zeggen: u zult in de stad wonen, of anders maken we die keuze voor u. Corijn: “(zucht) Ik ben geen moralist of pastoor, ik schets alleen tendenzen. En Elchardus vertelde in zijn slotspeech dat de mensheid denkt dat ze kiest, maar in feite heel voorspelbaar is. Ik ben het daarmee eens. De mensen hebben de keuze voor de stad al gemaakt.” Wat Elchardus misschien wil zeggen, is dat leven buiten de stad veel makkelijker is. Corijn: “Absoluut. De stad vereist complexe vaardigheden. Een dorp is makkelijker, op voorwaarde dat je van routine en gelijksoortigheid houdt. Het aantrekkelijke is het verschil. De voorwaarde in de stad is dat het verschil veilig is, en dat de groep moet inzien dat eigenheid nooit volledig is. Je bent nooit compleet. En juist in een dorp wordt eigenheid als illusie gecreëerd: wij volstaan. Dat is het nationalistische project. Wel, ik volsta niet, er komen altijd anderen bij en er zijn altijd verschillen die er niet echt toe doen. Ruis is er altijd. Op een bepaald moment maakt de stad gewoon een kwalitatief verschil. Je moet er kiezen, in alles. En we zullen het met z’n allen moeten dragen.” Maar wat zal de ziel zijn van zo’n stad? Corijn: “Ziel... (denkt na) De ziel wordt gemaakt. De ziel van een land wordt gemaakt door een gedeeld verleden, een traditie. De ziel van de stad is de lotsverbondenheid, het verhaal op basis van het verschil. En dat moeten we construeren. Die ziel zal minder duurzaam zijn, eerder procesmatig en projectgericht. Het besef dat we voort moeten.” Christophe Degreef en Steven Van Garsse
Nacht van de kennis over Brussel, vrijdag 30 november van 19 tot 2 uur in het Kaaitheater, 5 euro. Met onder veel anderen Luckas Vander Taelen, Pascal Delwit, Rudi Janssens, Philippe Van Parijs en Sam Touzani. Meer op brusselsstudiesinstitute.be
© BOGDAN & VAN BROECK ARCHITECTS
BDW 1354 PAGINA 5 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Port Sud in Anderlecht. In 2014 opent er een bedrijvencentrum. Met dank aan Efro, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.
Europese geldkraan dicht voor kanaalzone? BRUSSEL – Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, wil deze week een akkoord bereiken over de Europese investeringen tot 2020. Vallen er besparingen, dan is Brussel mogelijk een hoop geld kwijt. Het Brussels Gewest heeft sinds 2000 al voor 230 miljoen euro geïnvesteerd in de kanaalzone. Brussel kan daarvoor putten uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Efro). Aan die EU-subsidie dreigt een eind te komen. Donderdag 22 november kan beslissend worden. Dan vindt de top plaats waar de Europese staatsen regeringsleiders een akkoord moeten bereiken over de Europese meerjarenbegroting, met de investeringen voor 2014-2020. Het regionaal cohesiebeleid, waarvan Efro een onderdeel is, is daarin de tweede grootste subsidielijn, goed voor 376 miljard euro. Landen als Nederland en GrootBrittannië voeren de druk op. Ze vinden een besparing op hun
plaats, zeker nu de lidstaten voor loodzware bezuinigingen staan. Zet Europa het mes in het cohesiebeleid, dan deelt het Brussels Gewest wellicht in de klappen. Brussel behoort samen met Vlaanderen tot de ‘rijke regio’s’ in de EU. Het lijdt weinig twijfel dat die als eerste uit de boot vallen. En dan is er geen Europees geld meer voor de Brusselse kanaalzone. Brussels minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) hoopt alvast dat de Europese Raad een verstandige beslissing neemt. “Grootsteden zijn vaak rijk op papier, maar arm in de feiten. Het is van essentieel belang dat de overheid ook in moeilijke stadsgebieden investeert.” Wordt Brussel toch nog opgevist, dan moet er nog een kaap worden genomen. De Europese Commissie stelt immers een pak nieuwe voorwaarden. Zo zal het geld meer voor innovatie en de strijd tegen de klimaatopwarming moeten worden ingezet. De besteding van Efro-middelen zal dus hoe dan ook herdacht moeten worden. Steven Van Garsse
ADVERTENTIE
HULP FAMILJOIEUW MAAT ORG OP
THUISZ
Heb jij zorgende handen? Dan bezorgen wij jou de job van je leven.
Familiehulp werft in Brussel 20 verzorgenden en huishoudhulpen aan. Bel ons op 02 514 00 24 of mail ons via aanwervingen3@familiehulp.be. Meer informatie over alle vacatures www.familiehulp.be. vind je op www.familiehulp.be
Thuiszorg zoals je ‘t zelf zou doen.
BDW 1354 PAGINA 6 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Onderwijs > ‘Promotie TSO en BSO begint vruchten af te werpen’
Voor het eerst met meer dan 40.000 I
n vergelijking met het vorige schooljaar werden er opnieuw extra inschrijvingen opgetekend, zowel in het kleuter- en het lager als in het middelbaar onderwijs. Dat blijkt uit cijfers die brusselnieuws.be opvroeg bij Guy Vanhengel (Open VLD), binnen de VGC bevoegd voor Onderwijs. Het totale aantal leerlingen steeg tot 40.038, de eerste keer dat die kaap gerond wordt en een stijging met twee procent in vergelijking met vorig schooljaar. Tegenover 2002, toen er nog ruim 32.000 leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs zaten, valt er een stijging
te noteren van meer dan achttien procent. In het lager onderwijs kwamen er het meeste scholieren bij: plus 3,6 procent, tot 15.411 leerlingen. Het kleuteronderwijs groeide met 1,8 procent tot een totaal van 10.553. Vooral in de onthaalklas en de eerste kleuterklas zitten er meer kinderen. Het buitengewoon onderwijs is de enige tak die leerlingen verliest: dat aantal daalt met 0,9 procent tot 1.443.
Bevolkingsgroei De groei van het Nederlandstalig onderwijs komt er terwijl ook de
© SCHEUTPLANEET
BRUSSEL – Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel telt voor het eerst meer dan 40.000 leerlingen. De laatste tien jaar groeide het aantal scholieren dat les volgt in het Nederlands, met bijna twintig procent. Vooral het lager onderwijs verwelkomt meer leerlingen.
Vanhengel: “Alles uit de kast gehaald om extra plaatsen te creëren.”
Brusselse bevolking groeit. “Het afgelopen jaar hebben wij alles uit de kast gehaald om extra plaatsen in de
fers. Ik zie dit als een teken dat ons investeringsbeleid rendeert en dat de kwaliteit van ons onderwijs nog altijd erg gewaardeerd wordt.” Ook het middelbaar onderwijs groeit, zij het met een bescheiden 0,6 procent. Twee jaar geleden kende het middelbaar nog een dip, en ook in 2008 was het leerlingenaantal al eens gedaald. Op 1 september zaten er 12.631 leerlingen in het middelbaar. Het ASO verliest een beetje terrein ten voordele van het beroepsen technisch onderwijs. “Onze volgehouden inspanning om het technisch en beroepsonderwijs te promoten, begint vruchten af te werpen,” concludeert Vanhengel.
scholen te creëren als antwoord op de demografische druk,” zegt Vanhengel. “Dat vertaalt zich in de cij-
Jelle Couder / brusselnieuws.be
© PROJECT BETLEHEM
Wonen > Sociale verhuur met project Betlehem, een oefening in solidariteit
Kerk waagt zich op vastgoedmarkt BRUSSEL – Het project Betlehem zoekt woningen die kunnen dienen voor sociale huisvesting. Op dit moment worden al vijftig kerkeigendommen in Brussel en Vlaams-Brabant sociaal verhuurd, maar dat volstaat niet om de toenemende vraag en de bevolkingsgroei in de stad het hoofd te bieden. Daarom doet Betlehem nu een oproep naar privé-eigenaars die hun onbewoonde pand door een sociaal verhuurkantoor willen laten verhuren. Het project Betlehem is een initiatief van de Brusselse katholieke kerk dat mensen met beperkte financiële
middelen huisvest. Aanvankelijk werd op zoek gegaan naar ongebruikte kerkeigendommen, om die vervolgens te laten beheren door een sociaal verhuurkantoor. Momenteel worden vijftig ongebruikte eigendommen van de kerk op deze manier verhuurd aan zo’n vijfhonderd mensen. Ondertussen ontving het project Betlehem nog eens zeshonderd aanvragen, maar deze mensen kunnen niet worden geholpen. Daarom doet de organisatie nu een oproep naar privé-eigenaars van onbewoonde panden die bereid zijn hun eigendom ter beschikking te stellen voor sociale huisvesting.
“De panden zouden beheerd worden door sociale verhuurkantoren, waardoor de eigenaar zich hierover voorts geen zorgen hoeft te maken”, vertelt coördinatrice MarieFrançoise Boveroulle. “De eigenaars ontvangen een maandelijkse huur, maar die zal iets lager liggen dan de normale prijs. Daarom zijn we echt op zoek naar mensen die hun naaste willen helpen, eerder dan dat ze er grof geld aan willen verdienen.”
Boudewijnstichting De vzw Betlehem is een project voor sociale huisvesting dat ontstond in 2006, toen kardinaal Godfried Danneels tijdens het Congres Brus-
Woningen uit het Betlehemfonds, in Laken (l.) en Schaarbeek (r.).
sel-Allerheiligen opriep om iets te doen aan het grote tekort aan betaalbare woningen in Brussel. Het Betlehemfonds werd opgericht in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting en werkt sindsdien intensief samen met verschillende sociale verhuurkantoren om een
ADVERTENTIE
zaIE Z
MET ZAZIE ZIE JE MEER IN BRUSSEL HET EERSTE NUMMER ‘ZAZIE XL’ VERSCHIJNT OP 6 DECEMBER Vanaf dan zal de kinderbijlage ELKE MAAND als heus krantje van acht pagina’s bij BDW verschijnen.
betaalbaar onderdak te bieden aan minderbedeelden. Eigenaars die hun pand ter beschikking willen stellen, kunnen contact opnemen met de vzw: 02-533.29.60 of betlehem.bru@skynet.be.
Nick Vervaeck
BDW 1354 PAGINA 7 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Mobiliteit > Nieuw autodeelproject in Brussel
‘Eén Autopia vervangt vier klassieke auto’s’ BRUSSEL – Het autodeelproject Autopia maakt een bescheiden intrede in Brussel. “Met autodeelparty’s proberen we onszelf bekend te maken,” zegt Jeffrey Matthijs. Door autodelen te promoten wil het Brussels Gewest de autodruk in de hoofdstad verminderen, zonder de mobiliteit van de bewoners in het gedrang te brengen. Dat lukt al aardig met Cambio, dat van start ging in 2003 en al meer dan achtduizend klanten lokte. Recenter kwam er Zen Car bij, met elektrische wagens. Nu is er een nieuw initiatief: Autopia. Het is al enkele jaren actief in de hoofdstad en krijgt steeds meer weerklank. Zo vinden op geregelde momenten autodeelparty’s plaats, waar gebruikers uitleg krijgen over autodelen. “We zijn geen concurrentie voor Cambio,” benadrukt Jeffrey Matthijs, “we zijn aanvullend.” Het grootste verschil? Dat het een particulier initiatief is, de kleinschaligheid en de prijs. Autopia levert geen auto’s, heeft geen gesofisticeerd reservatie systeem en is niet grootschalig bedoeld. Het initiatief gaat uit van particulieren die beslissen om samen een auto te delen. Autopia faciliteert, via een standaardcontract en knowhow over verzekeringen. Het biedt ook een online kalender aan. De gebruikers spreken verder onderling af tegen welke prijs de auto gedeeld wordt. Voor een bescheiden zeven euro per jaar ben je lid van Autopia. En dat is meteen het tweede belangrijke verschil: Autopia is een stuk goedkoper dan Cambio, waar de gebruiker een flink deel van de overheadkosten betaalt. Zo beschikt
Cambio over een callcenter dag en nacht, schoonmaakploegen en een onderhoudsdienst. Autopia is nu vooral in Vlaanderen actief. In Gent, Leuven, Mechelen en Antwerpen zijn er regelingen getroffen met de stadsbesturen, waardoor de autodelers bepaalde voordelen krijgen, zoals een gratis parkeerkaart of een gereserveerde plaats. Dat is in Brussel niet het geval. “We kunnen in feite niet eens opere-
Gesprekken met Brussel over subsidies draaiden op niets uit
ren in Brussel,” zegt Matthijs. “We zijn gesubsidieerd door het Vlaams Gewest.” Er zijn wel gesprekken met het Brussels Gewest, maar die draaiden tot nu toe op niets uit. “Een subsidie kan alleen als we een bijdrage leveren aan het milieu, bijvoorbeeld met elektrische auto’s, maar dat past niet in ons concept.” Toch gelooft Matthijs dat er toekomst zit in Autopia. “Een Autopiaauto vervangt al gauw vier klassieke auto’s. Er is dus wel degelijk mobiliteits- en parkeerwinst.” SVG Wilt u weten of er Autopia-gebruikers zijn in uw buurt, of wilt u uw auto delen met buurtbewoners? www.autodelen.net/vraag_aanbod
P-PRAAT Het is een beetje oorlog bij de Brusselse MR. Er heerst spanning tussen overkomers uit andere oorden en Brusselaars die al jaren aan het bewind zijn, en dat ook willen blijven. Tussen Didier Reynders en Vincent De Wolf, bijvoorbeeld. Beiden willen zichzelf een prominente positie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toekennen, en Wolf uit Etterbeek denkt dat hij daar na twintig jaar sjerp en dertien jaar parlement wel aanspraak op maakt. Mis, dacht Reynders, die nadat zijn Luikse huis beklad was, naar Brussel vluchtte, weet u nog? Er staat in 2014 heel wat op het spel: de macht van de PS breken, Brussel alzo redden, en ondertussen ook nog eens het land redden van de ondergang. Hoe het nu juist zit, weet niemand, maar Wolf zou lijsttrekker worden, en Reynders président. Het bovenstaande tekstje is eigenlijk zeer saai, we weten het. Er komt dan ook niet elke week een beleidsbrief van Pascal Smet aanwaaien waaruit wij naar hartenlust kunnen citeren. Gek eigenlijk dat er geen haan naar gekraaid heeft, zelfs geen Waalse. 11 juli in Brussel dreigt afgeschaft, pardon, ‘herdacht’ te worden, en het laat iedereen koud, zelfs de Vlaams-nationalisten. Maak daar een land mee. Er druppelt op de redactie wat nieuws binnen over Brussels gemeenteraadslid Bianca Debaets (CD&V) en haar kerstboom. Hebben we volledig gemist, te meer omdat die zaak zich naar ’t schijnt grotendeels op Facebook en Twitter heeft afgespeeld. Het zit zo: Debaets vindt het spijtig dat er geen spar meer op de Grote Markt staat. In haar persbericht – gelukkig zijn er nog persberichten – klinkt het zo: “Nadat de ‘kerstmarkt’ geen ‘kerstmarkt’ meer mocht heten, dan wel ‘winterpret’, moet er nu een ander element sneuvelen dat al te zeer zou kunnen verwijzen naar Kerstmis. Niet dat de kerstboom een christelijk of religieus symbool is, dat door de rooms-katholieke kerk geclaimd kan worden. Maar de kerstboom draagt uiteraard – alleen al op grond van zijn naam – een verwijzing naar Kerstmis in zich. Ik vermoed dat precies die verwijzing de kerstboom voortaan bant van de Grote Markt. En dat is jammer.” En dat allemaal zonder het woord moslim één keer in de mond te nemen. Bianca Debaets, Gods favoriete pr-bureau.
CHIEN ÉCRASÉ BOONDAAL – In de Kapel van Boondaal is een betonmolen ontploft. Gealarmeerde buurtbewoners dachten aanvankelijk dat het om een offensief van buurgemeente Watermaal-Bosvoorde ging. Martine Payfa (FDF) die voor de lol Elsene binnenviel en daarmee haar opvolger Olivier Deleuze, de groene jongen, in een niets en niemand ontziende oorlog zou storten. Serieus nu: dat van die betonmolen is echt waar. Er is zelfs een arbeider door gewond geraakt. En overal kleeft beton tegen de muren. “Het positieve aan de zaak is dat er nu wel nieuw sanitair geplaatst kan worden,” meldt gemeenteraadslid Yves Rouyet, een andere groene jongen. ALSEMBERGSESTEENWEG – Sint-Gillis, een maandagavond. Op het Voorplein liggen de bobo’s al lang in hun bed. Snackbar na snackbar verspreidt zich de walm van vettige dürüm. In een louche café staat een vrouw met hoofddoek achter een flipperkast, mannen hangen aan de toog. Een doorzopen vijftiger drinkt buiten een glas wijn met een jonge snaak, terwijl ze een sigaret roken. Een grote donkere Audi parkeert en verspreidt een wietwalm. In een donkere zijstraat opent een deurtje piepend, alsof iemand wil ontsnappen. Hoog zijn de appartementsgebouwen er, New Yorks bijna, terwijl een relatieve rust neerdaalt over de Alsembergsesteenweg. Iedereen wacht niets af, de nacht kabbelt. Alles is mogelijk, alles verkrijgbaar. Noem het en het bestaat, al is het maar voor even, hier, op de Steenweg. Behalve brood, waar we al een halfuur naar op zoek zijn. Lekker brood. Gezond brood. Multigranen, donker, een forse homp. Honger! Maar men vergete in Brussel één ding nooit: wanneer de bobo’s slapen, dan is ’t volk bezig met andere zaken. COIFFEUR – Een prijsvraag. Wie, o wie bezorgt ons het adres van de coiffeur van Madame Schep, de nieuwe burgemeester van Molenbeek? Naar verluidt zit ze er elke week, en wij zitten te broeden op het andere soort reportage. Schrijven naar Flageyplein 18 te 1050 Elsene. Nee, wij zitten niet op Twitter. ADVERTENTIE
BMW X1
Echt rijplezier
X-PLOREER UW ECHTE NATUUR.
Het leven zit vol uitnodigende ervaringen en ontdekkingen. De nieuwe BMW X1 is ontworpen om deze hedendaagse levensstijl optimaal te ondersteunen. Hij voelt zich prima in z’n element in de rusteloze drukte van de stad, maar verlaat even graag de gekende paden op zoek naar avontuur. Kortom: hij plooit zich helemaal naar al uw wensen. Compact en sportief, moduleerbaar en elegant, en uitgerust met de nieuwste BMW EfficientDynamics technologieën om u een ideale combinatie van dynamiek en zuinigheid te garanderen. Ontdek al z’n facetten bij ons.
DE NIEUWE BMW X1. BMW EfficientDynamics
Minder uitstoot. Meer rijplezier. BMW Brussels Louizawijk Filiaal van BMW Belux • Waterloolaan 23-24 • 1000 Brussel Tel. 02 641 57 11 • info@bmwbrussels.be • www.bmwbrussels.be BMW Brussels Evere Meiser Filiaal van BMW Belux • L. Mommaertslaan 2 • 1140 Brussel Tel. 02 730 49 11 • info@bmwbrussels.be • www.bmwbrussels.be Milieu-informatie (KB 19/03/04): www.bmw.be
4,5-7,9 L/100 KM • 119-185 G/KM CO2
BDW REGIO
BDW 1354 PAGINA 8 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Deze week in Matonge > Congo van David Van Reybrouck laat Congolezen niet onberoerd
‘Een roman over Congo? Laat ons eens met rust’ “Weet u, laat ons gewoon eens met rust. Congo is rijk aan mineralen, en we hebben onze eigen manieren, maar we zijn niet dom. Laat ons onze eigen geschiedenis schrijven, zelf in het reine komen met ons verleden, en zelf met onze corruptie afrekenen. Dank u wel.”
Opgedrongen
Boekhandel Panafrica in de Tulpstraat. Een exemplaar van Congo wordt in de etalage gelegd.
ELSENE – Het boek Congo van David Van Reybrouck is onlangs in het Frans vertaald en verkoopt goed in Franstalig België. En ook de Congolezen van de wijk Matonge zijn nieuwsgierig naar wat de Vlaamse auteur over hun land te vertellen heeft. Aan hen heeft Van Reybrouck een erg kritisch publiek. “Het gaat niet echt over ons.”
H
et heeft een tijdje geduurd, maar na wat zoeken en afwachten in de wijk Matonge vonden we enkele kritische Congolezen bereid om het boek helemaal te lezen en er commentaar op te leveren. Hoewel de Franse vertaling goed verkoopt – bij Fnac in Matonge waren er bij het begin van onze zoektocht al 370 exemplaren verkocht, niet slecht voor een Vlaamse auteur –, kregen we een ander verhaal te horen dan de lofzang die in de media tot nog toe de regel was. “Wat David Van Reybrouck probeert met Congo, is de relaties tussen onze landen te normaliseren,” zegt Nzema Omba van boekenwinkel Panafrica in de Elsense Tulpstraat. “Maar daarvoor heb je een correcte uitgangspositie nodig, en die vind
ik jammer genoeg niet in het boek. Er is één ding dat jullie Belgen goed moeten weten, en dat is dat de geschiedenis niet voorbij is, en dat er in het verleden te veel is gebeurd om nu zomaar boeken te schrijven die pretenderen dat de geschiedenis geschreven is. Wel integendeel,” meent Omba. Eenzelfde geluid valt te horen bij Chicko Mwamba Kabwe, François Kasongo en een dame die alleen met haar voornaam Feza in de krant wil. “De geschiedenis begint nu pas, het debat is geopend,” zegt Kasongo. “Dit boek is een persoonlijk relaas van de avonturen van de schrijver. Daar heb ik geen probleem mee, maar we hebben als Congolezen geen behoefte meer aan persoonlijke indrukken en romans van de Blanke Man die op bezoek is in
Congo zonder het land echt te kennen,” vult Feza aan. “Ferm? Jazeker, maar beeldt u zich eens in, meneer, dat ik een jaar een boek over Vlaan-
© MARC GYSENS
golezen, dan komt – nog steeds – het grote trauma van de kolonisatie bovendrijven. Uiteindelijk kunnen moderne Congolezen ermee om, maar het blijft knagen. “Er blijft een gapende kloof bestaan tussen jullie perceptie en onze geschiedenis. Pas op, Van Reybrouck probeert wel, maar hij slaagt er niet in om de nodige empathie op te brengen. Als je
“Jullie vergeten dat Congolezen bijna nooit zeggen wat ze echt denken” deren zou willen schrijven en geen woord Nederlands zou spreken. Dat zou toch ook niet gaan? Wat jullie vergeten, is dat Congolezen tegenover blanken niet snel geneigd zijn te zeggen wat ze echt denken. Ook niet in het Frans.” Ga je iets dieper in gesprek met Con-
niet kunt doorprikken dat Congolezen tegen blanken vaak dingen zeggen om de kool en de geit te sparen, dan voel je onze cultuur niet aan,” weet Feza. We werpen tegen dat het zo wel erg moeilijk is om een boek te schrijven. Meteen krijgen we weerwoord:
Van Reybrouck wordt door zijn Congolese critici wel altijd als ‘monsieur David’ aangesproken. Het respect blijft dus. “Kijk, hij is er van in het begin ook eerlijk over geweest: het was het boek dat hij zélf wilde lezen. En het is ook heel goed geschreven. Alleen, ik herhaal: we hebben geen romans nodig.” Nzema Omba van de boekenwinkel drukt zich nog steviger uit. “We hebben geen behoefte meer aan paternalisme. We zijn niet wraakgericht. Maar waar jullie Belgen wel erg goed in zijn, is in jullie voordoen als de nar van Europa, het land van de vrolijke zotheid. Dat is gemakkelijk om je achter verschuilen. Maar ondertussen is er uranium uit ons land gehaald om een atoombom te maken (uranium uit Congo diende om de eerste atoombommen te vervaardigen, CD) en werd Patrice Lumumba (de eerste premier van Congo, CD) vermoord. En toch gebaren jullie van krommenaas. ‘Wij Belgen? Kom zeg.’” We werpen tegen dat er een onderzoekscommissie is geweest die de omstandigheden rond de vermoorde eerste premier van Congo heeft onderzocht. “U gelooft toch zelf niet dat die ook maar iets echt heeft onderzocht?” Gaandeweg komt naar boven dat de Congolezen sterk worstelen met de geschiedenis, waarvan ze aanvoelen dat die hun vooral wordt opgedrongen. Er blijkt onbegrip te bestaan over de intellectuele verwarring die in het Westen bestaat. “We hoeven niet meer geholpen te worden, niet met noodhulp, niet met Verenigde Naties, niet met door de machthebbers ondersteunde schrijvers en al zeker niet met westerse ‘democratie’,” vat Mwamba Kabwe samen. Waar iedereen tot slot wel min of meer opgetogen over is, is dat een Vlaming een poging onderneemt om tot geschiedschrijving te komen. “Jullie weten wat onderdrukking is, dat hebben jullie mee,” zegt Feza. “En het feit dat we kritiek op het boek hebben, maakt natuurlijk dat iedereen er uiteindelijk beter van wordt.” Christophe Degreef
Sint-Pieters-Woluwe > Wachten op de Raad van State
Draps nog even aan het roer Benoît Cerexhe (CDH) wordt pas eind januari burgemeester in Sint-PietersWoluwe. Zolang blijft hij minister in de Brusselse regering. Huidig burgemeester Willem Draps (MR) diende een klacht in bij het kiescollege: Sint-Pieters-Woluwe was testgemeente voor nieuwe stemcomputers, en volgens Draps hebben de computers Woluwe+, de lijst van winnaar Cerexhe, bevoordeeld. Zopas verklaarde het kiescollege de verkiezingen geldig, maar Draps trekt naar de Raad van State. Die krijgt zestig dagen om zich over de zaak uit te spreken. Zolang kan
Cerexhe geen burgemeester worden en blijft Draps aan het roer. De schepenen van de nieuwe meerderheid leggen al wel begin december de eed af. De coalitie bestaat uit Woluwe+, FDF, Ecolo en Gestion Communale. Het meerderheidsakkoord is bijna rond. Er is wel nog geen oplossing voor het Vlaams schepenambt. Er is geen Nederlandstalige verkozen binnen de meerderheid. Ofwel moeten vijf gemeenteraadsleden ontslag nemen, ofwel krijgt de CD&V’er Helmut De Vos het OCMW-voorzitterschap. De onderhandelingen hierover verlopen bijzonder moeizaam. Steven Van Garsse
© IVAN PUT
BDW 1354 PAGINA 9 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Michelle Geudens (r.) en Bram Van De Velde: in touw tegen muco.
Elsene > Strategisch zetelgeschuif in het vooruitzicht
Sint-Jans-Molenbeek > FM Brussel strijdt tegen taaislijmziekte
Caroline Désir moet de socialisten redden
Klimmen tegen muco
PS-gemeenteraadslid Caroline Désir vervangt eind juni 2013 schepen van Openbare Werkzaamheden Pierre Lardot. Een maneuver van burgemeester Decourty om zijn opvolging voor te bereiden.
TELEXREGIO
Désir werd op 14 oktober verkozen met 755 voorkeurstemmen, de derde beste score op de socialistische burgemeesterslijst. Omdat echter de goed scorende lijstduwer Béa
Diallo aanblijft als schepen, evenals Pierre Lardot, kon Désirs score niet verzilverd worden in een schepenambt. Daar heeft Willy Decourty iets op gevonden: aangezien Lardot pensioengerechtigd is, neemt Désir bij het begin van de zomer zijn zitje over. De socialiste geeft zelf in Le Soir te kennen dat ze op meer aast dan Openbare Werkzaamheden, en dat ze Wijkcontracten en Mobiliteit wel ziet zitten. Dat zijn bevoegdheden die nu nog bij Decourty zitten. Op die manier bereidt Decourty zijn opvolging voor. De burgemeester staat binnen drie jaar immers zijn zetel af aan de liberale Dominique Dufourny, en zonder sterke opvolging (Diallo wordt te licht bevonden) dreigt de socialistische fractie weggedrukt te worden in de meerderheid door de veel grotere MR: de liberalen behaalden op 14 oktober vijftien zetels, de burgemeesterslijst behaalde er acht. Bij MR beseffen ze maar al te goed dat ze het de facto nu al voor het zeggen hebben in Elsene. De bekende Alain Destexhe, die voor de verkiezingen werd aangetrokken als voorlaatste op de lijst, diende volgens ingewijden alleen om de stemmen van Olivier de Clippele (die in zee ging met het FDF) te recupereren. Destexhe greep naast een schepenzitje ondanks zijn hoge score, de derde hoogste van de MR in Elsene. De schepenzitjes waren al verdeeld. Christophe Degreef
Eerste winterfeest in KartuizerSstraat BRUSSEL – Om de eindejaarsperiode in te luiden houden de Kartuizersstraat en de Oude Graanmarkt op donderdag 6 december tussen 18 en 22 uur hun eerste winterparty. Beide straten zullen die avond autoluw zijn en versierd met disco- en kerstballen. TheBSide en Cindy Freaks zorgen voor muziek, er zijn garnaal- en kaaskroketten HUB en de winkels presenteren hun nieuwigheden.
ZWEMBAD EVERE DICHT VOOR RENOVATIE EVERE – Het zwembad Triton is tot begin maart gesloten. Kuip en waterinstallatie worden vernieuwd. Het water zal bewerkt worden met ultraviolet licht. Daardoor is er minder chloor nodig. Dankzij zonnepanelen en warmtekrachtkoppeling kan de energiefactuur naar beneden. Triton trekt jaarlijks meer dan 200.000 bezoekers. Die SVG moeten nu tijdelijk uitwijken naar andere badgelegenheden.
Muco Move for Air wil zowel patiënten als mensen zonder mucoviscidose aanmoedigen om mee te bewegen en letterlijk hun adem te geven aan de strijd tegen taaislijmziekte. Als afsluiter van de campagne van de Mucovereniging werden de deelnemers op maandag 19 november in de bloemetjes ge-
zet. Ze kregen een originele prijs, geschonken door enkele bekende mensen. Zo ook mucopatiënte Michelle Geudens. Zij beklom samen met FM Brussel-presentator Bram Van De Velde een zestien meter hoge klimmuur in het fitnesscentrum Stadium in Molenbeek. Nick Vervaeck
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Uw veiligheid begint met goed opletten.
Met de steun van het
BDW 1354 PAGINA 11 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Vlaanderen heeft de reputatie dat de rotondes er vol staan met bespottelijke beelden. Maar hoe zit het in Brussel? Voor BDW onderneemt de Nederlandse rotondoloog Tijs van den Boomen de komende maanden een zoektocht naar de rotondes van de negentien Brusselse gemeenten. Welke spiegel houden ze ons voor?
De Ringlaan in Ukkel. Als er één plaats waardig lijkt om de geliefde koning Boudewijn te gedenken, dan is het deze wel. Akkoord, hij heeft al een bas-reliëf in het metrostation dat zijn naam draagt en een buste in het park van Jette, maar voor een echt standbeeld is de Ringlaan de locatie bij uitstek. Het is namelijk de ultieme rotonde: vanaf een hoogte van 25 kilometer zie je de perfect cirkelvormige laan al liggen. Een vliegtuig is niet nodig om je ervan te overtuigen dat dit de grootste rotonde van Brussel en wijde omtrek is, ook met Google Earth is de cirkel goed zichtbaar. Met zijn oppervlakte van twintig voetbalvel-
© TIJS VAN DEN BOOMEN
ROND BRUSSEL (4): UKKEL
den is hij net zo groot als het Warandepark. Maar als je inzoomt, gebeurt er iets geks. Op het middeneiland zie je alleen de gebouwen van de Koninklijke Sterrenwacht
en het al even Koninklijk Meteorologisch Instituut. Van een monumentaal beeld echter geen spoor. Nog verder inzoomen dan maar, en dan ontdek je dat aan de noord-
kant van de Ringlaan nog een heel klein cirkeltje zit, meer dan hon-
derd keer zo klein in oppervlak. En aan de rand van dit rotondetje staat het beeld dat kunstenares Elisabeth Barmarin van Boudewijn maakte. Licht voorovergebogen, de handen op de rug, lijkt hij van zijn plek weg te willen lopen, naar de grote cirkel. Hoe klein de rotonde ook is, het beeld is nog veel kleiner, zodat het alsnog een verloren indruk maakt. Boudewijn moet het middeneiland dan ook delen met een monument dat er al in 1930, zijn geboortejaar, werd geplaatst. Om te herinneren aan de vier Ukkelse mannen die een eeuw eerder de dood vonden bij de Belgische onafhankelijkheidsstrijd, is er toen een Amerikaanse eik geplant. Hun namen staan op een groot rotsblok. Met Boudewijn erbij komen we dus op vijf doden. Maar nog is het niet genoeg, er blijkt nog een zesde man te worden herdacht. De rotonde is namelijk vernoemd naar de wiskundige Charles Lagrange. Je kunt België veel verwijten, maar in ieder geval geen bombastische koningsverering. Tijs van den Boomen
www.brusselnieuws.be/rondbrussel
ADVERTENTIE
SLOTEVENEMENT 7 DECEMBER 2012 Programma: 18:00 HIV info stands 19:45 La Diva 20:45 Fashion Show 21:00 Designer Sales 21:45 Brussels Pony Club Reservatie verplicht via 02/242 36 02 of via brussel@deMens.nu
BDW 1354 PAGINA 12 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Waar het over multiculturaliteit gaat, vindt An Mertens De Vijfhoek onrealistisch. “Noem mij eens één volks plein waar alleen Vlamingen, Marokkanen en Brusseleirs wonen?”
© KANAKNA
Media > An Mertens bekijkt en becommentarieert tv-serie De Vijfhoek
Marokkaan dealt; blanke snuift coke en spreekt Nederlands BRUSSEL – “Mijn redactrice mailde me half augustus: ‘Je boek is nog niet af of het is al een tv-reeks.’ Want net zoals mijn roman Tot later, die in de lente uitkomt bij De Bezige Bij Antwerpen, speelt de tv-serie De Vijfhoek zich af op een Brussels pleintje dat bedreigd wordt door een bouwproject,” zegt An Mertens. “Met zo’n bijzondere parallel vond ik het mijn taak om de serie te volgen.”
BDWOPINIE De Vijf hoek is goed gemaakte televisie, wat een geluk! Bovendien besef ik hoe fijn en hoe zeldzaam het is om Brussel als het decor van een entertainend programma te zien in panoramische beelden, in shots van de Nieuwstraat en de Stalingradlaan en in acteurs die zowel Frans als Nederlands spreken. Bij elke nieuwe aflevering hang ik gekluisterd aan het scherm. Toch ervaar ik keer op keer ook momenten van ergernis. De serie barst van de clichés, is het commentaar onder vrienden. De secretaresse is blond, de hoofdredacteur van de lokale krant blaft zijn journalisten af, de café-uitbaatster is gescheiden en kan haar kind niet opvoeden, de opkoper rijdt in een Porsche door de
wijk, woont in een loft met uitzicht op de stad en snuift coke. Het gebruik van clichés keur ik niet per definitie af. De klassieke sprookjes bestaan dankzij clichés. Je kunt er een fenomeen kort en krachtig mee duiden. In deze serie helpen ze om het complexe thema van de projectontwikkelaars in Brussel in beeld te brengen. De hoofdstad kent in dat opzicht een pijnlijke geschiedenis. Woorden als bruxellisation en skieven architek zijn voor Brusselaars ondertussen helaas ook clichés. Voor de aanleg van het Justitiepaleis en voor de heraanleg van de Noord- en de Zuidwijk én voor de Europese wijk moesten heel wat bewoners wijken. Telkens gingen die transformaties gepaard met protest. De kern: de projectontwikkelaars waren enkel uit op financiële winst; de manier waarop met het menselijke kapitaal van een wijk
“Onder de blanken heb je ook goedaardigen: af en toe een leugentje om bestwil, maar voorts hartverwarmende voortrekkers. Onder de Marokkanen niet” An Mertens.
werd omgegaan, was vaak gênant. In sommige gevallen slaagden bewoners erin de vastgoedbonzen tegen te houden, zoals in de Marollen tijdens de uitbreidingsplannen voor het Justitiepaleis, of in de Ateliers Mommen, de negentiende-eeuwse kunstenaarsresidentie in Sint-Joost die van de ‘verlofting’ werd gered. Dat de serie De Vijf hoek deze ingewikkelde problematiek als thema kiest, verdient alle lof en is dé reden om de serie te volgen. Het is gewaagd en geslaagd. Dankzij een hoop clichés wisten de makers die
complexe materie te verwerken in een scenario dat spannend genoeg is om te blijven kijken, met alle ingrediënten die een tv-kijker zoekt, romantiek, chantage, overspel, moord, passie. Maar kiezen is ook verliezen. Wat je met het gebruik van clichés uitsluit, is nuance. In sprookjes worden daarom goed en slecht, klein en groot, jong en oud, zwart en wit
tegen elkaar uitgespeeld. Het is een kwestie van evenwicht. Het werkt prima in de manier waarop de serie toont hoe grote en kleine misdaad hand in hand kunnen gaan. Daarvoor gebruikt ze de clichés van de Marokkaanse drugsdealer en de coke-snuivende zakenman, de loser door psychologische en de loser door sociale discriminatie, de gehaaide lobbyiste en de gedreven journaliste die beiden aan de grenzen van de deontologie raken. Dossiers worden door hogerhand tegengehouden, andere krijgen voorrang, bedienden worden bedreigd, persacties manipuleren informatie. Als we kijken naar het multiculturele karakter van de reeks, raakt het evenwicht echter zoek. Dat is een gemiste kans. Waarom spreken alle blanken Nederlands of Brussels en alleen zij die een kleur hebben, Frans? Dat is niet realistisch. De voertaal in Brussel is Frans, vooral bij de blanke bevolking. Dat de kleurlingen enkel van Marokkaanse origine zijn, is ook jammer. Noem me een volks plein waar alleen Vlamingen, Marokkanen en Brusseleirs samenleven, en niet ook Fransen, Turken, Spanjaarden, Congolezen, Kameroeners... Zowel de blanken als de kleurlingen in de serie liegen en bedriegen en gebruiken geweld, en doorheen de serie versta je wat hen daartoe drijft. Maar waar onder de blanke acteurs ook goedaardigen worden geschetst, die – afgezien van een leugentje om bestwil – hartverwarmende voortrekkers zijn, ontbreken die in de Marokkaanse personages. Twee broers spelen mee. Jamal leidt een gewelddadige straatbende, Saïd probeert iets van zijn leven te maken als bokser. Helaas gaat de goedaardige bokser uiteindelijk ook over tot chantage en leugens en betaalt hij dat met zijn dood. De makers hadden ook hier goed en kwaad met elkaar kunnen huwen. Want net zoals grote en kleine criminaliteit in deze stad leven en samenwerken, zo zijn straatbendes in Schaarbeek en Molenbeek via hun familiale en culturele netwerken verbonden met sterke figuren die niet blank zijn, vredelievende idealisten met een gouden hart en een ontroerend gevoel voor solidariteit, die hun tijd en energie investeren om migrantenjongeren een betere toekomst te verzekeren – en daarin slagen. Ze worden helaas niet voldoende gezien, evenmin als de kleurlingen die het tot journalist schoppen, zakenman, bediende of acteur en rechtschapen levens leiden. Waarom krijgen we hen nog altijd niet te zien? Daar ligt de bron van wrevel die een schaduw werpt over mijn kijkplezier.
An Mertens
An Mertens maakte Brussel 2000 van binnenuit mee en engageerde zich voor de Zinneke Parade. Sinds 2006 is ze actief als verteller, kunstenaar en lid van Constant, kunstenwerkplaats voor vrije software en vrije cultuur
De Vijfhoek, dinsdag om 20.40 uur op één (herhaling op maandag), laatste aflevering op 27 november
BDW 1354 PAGINA 13 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be Lebouc De Academie van het Brussels heeft met interesse in BDW 1351 (p. 20-21) het artikel over Georges Lebouc, ‘Fiere Brusselaar, fiere Belg’, gelezen. Daarbij twee opmerkingen. Het gaat op verschillende plaatsen over ‘het Brussels’. Er wordt echter geen onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, het Brusselse (Brabantse) dialect, waarover bijvoorbeeld het in het artikel vermelde woordenboek van Quiévreux gaat en, anderzijds, het Brussels Frans (ook Beulemans genoemd), dat doorspekt is met woorden en uitdrukkingen uit het dialect, zoals de eveneens in het artikel vermelde dialogen van Virgile. Vreemd is de stelling dat “er nooit een echte Academie is geweest zoals l’Académie Française, die al sedert 1635 bestaat.” Namens het bestuur van onze Academie van het Brussels wil ik dit rechtzetten. De Academie van het Brussels werd (uiteraard) niet in de zeventiende eeuw door Richelieu gesticht, maar wel in 1991 door een groep Brusselaars. Al bestaat de Academie nog maar twintig jaar, toch heeft ze al heel wat verwezenlijkt. Een greep: - uitgave van een driemaandelijks blad, Brussels dialect (nummer 81 verscheen in september 2012); - publicaties in en over het Brussels: De grammatica van het Brussels, Brussels lexicon, Bergades – Brussels Bargoens, Haiku’s in het Brussels, De powezeekes van et Ketsje, Lexique bruxellois, Grammaire bruxelloise...; - regels vastgelegd voor de spelling van het Brussels, gehanteerd in alle publicaties van de Academie en in de Gazet van Brussel. De regels vindt u op de site van de Academie van het Brussels: www.avhb.be; - sinds enkele jaren de organisatie van de Dag van het Brussels, met onder meer een Brussels dictee; - organisatie van taallessen en voordrachten; - deelname aan nationale en internationale dialectconferenties. Geert Dehaes, voorzitter Academie van het Brussels Ook Marcel de Schrijver, voorzitter-stichter van de Jetse Dialectvereniging De Speegelmanne, reageerde op het interview met Georges Lebouc; hij wijst er onder meer op dat er naast de Academie van het Brussels ook een Académie pour la Défense et l’Illustration du Parler Bruxellois bestaat. De redactie
Pendelen Om pendelaars uit hun auto te krijgen zal er meer nodig zijn dan parkeerplaatsen aan te bieden bij metroof treinstations (special ‘De dagelijkse pendel’ in BDW 1353, p. 4-9). Zeker als het gebruik van die plaatsen geld kost. Als de automobilist ergens gevoelig voor is, dan is het wel voor zijn portemonnee. Dat bleek in het buitenland (Londen, Stockholm), waar hij stevig moet betalen om de stad binnen te rijden. Bij ons ligt al jaren een kilometerheffing op tafel, maar die komt er vooralsnog enkel voor vrachtwagens in 2018 – als alles goed gaat, het ligt ook politiek gevoelig. We zullen ons verplaatsingsgedrag hoe dan ook moeten aanpassen. Is het u bekend dat 53 procent van onze autoritten korter is dan vijf kilometer, 26 procent zelfs korter dan één kilometer? De pendelaars vanuit de Rand naar Brussel maken voor negentig procent gebruik van de auto, vijf procent van de trein en vijf procent van de bus. Asse, mijn gemeente, is een schrijnend voorbeeld. Het centrum ligt vlak bij het station (zonder te spreken over twee bijkomende stations in de deelgemeenten Zellik en Mollem) en is prima verbonden met Brussel: treinen,
bussen (om de vijftien minuten, meer zelfs tijdens de spits) en snelbussen (om de vijftien minuten in de spits). Meestal is er zitplaats, en het ruime parkeerterrein aan het station staat zelden vol. Maar dat volstaat blijkbaar niet. Het Pajottenland mag weinig spoorwegstations hebben, er zijn wel busverbindingen. Zeker vanuit Gooik is het niet zo erg gesteld als uw artikel laat vermoeden. Tijdens de spits rijden er zowat om de tien minuten bussen die je in twintig minuten naar de metrohalte Erasmus brengen. Een bus is waarschijnlijk te proletarisch voor de doorsnee automobilist. Voor- of natransport met de fiets is ook niet echt populair. In Nederland kan dat wel. Wat denk je van het stadje Houten, waar het station stalling biedt aan 3.100 fietsen en oplaadpunten voor elektrische fietsen? In de toekomst kan de capaciteit worden uitgebreid tot 4.200 plaatsen. In het even verderop gelegen station Houten Castellum is plaats voor 1.700 fietsen. Op de vertramming van de Rand moeten we niet wachten. In 2001 werd al een Brabant-Brusselnet gepresenteerd als alternatief voor het GEN, later herwerkt tot Regionet Brabant-Brussel. Nu krijgen we een Brabantnet dat beperkt is tot enkele tramlijnen. Hoe realistisch is dat? De Lijn presenteerde tien jaar geleden een vergelijkbaar tramnet voor Limburg. Sindsdien werd er vijfhonderd meter spoor gelegd aan het station van Hasselt, en dat is alles… Waar en wanneer zal De Lijn het geld vinden in deze budgettair moeilijke tijden? (...)
Jo Verwimp, Asse
Blunders met bunders Als buurtbewoner van het zeer grote ‘Zijderupsgebouw’, alhier bekend als ‘de Magnanerie’, was ik ten zeerste geboeid door het artikel van An Devroe in BDW 1351 (p. 6-7), een bijdrage waarin ik heel wat bijgeleerd heb over de geschiedenis van mijn directe omgeving. De auteur geeft een waarde voor de bunder van de Zevenbunderslaan, de laan waar ik sinds 1966 woon. Het is een oude vlaktemaat, inderdaad, die zij gelijkstelt met 30,65 are. Na de invoering in 1820 van het metriek stelsel als norm werd 1 bunder = 1 ha vastgelegd, = 10.000 m 2, dus 1 are = 100 m 2. Die vermelde bunder is derhalve maar 3.065 m 2. Andere bronnen (Albert van Lil, Wegwijs te Vorst, 1981) citeren een 90,65 are. De waarde schommelde wel wat van streek tot streek. Hier in hoog-Vorst, met de nabijheid van het Wilhelm Dudenpark dat een stuk is van het middeleeuwse Kruischbosch, is die waarde ongeveer 1,36 hectare. Dat heb ik lang geleden uit nog andere bronnen onthouden. Op basis van een normaliserend taalrapport uit Nederland schrijf ik steeds mijn adres als Zevenbunderslaan. Toen een gedeelte van de laan in 2007 vernieuwd werd, heb ik van het gemeentebestuur van Vorst verkregen dat er nieuwe straatnaamborden mét die bindings-s werden geplaatst. Maar in het Rijksregister staat er nog steeds Zevenbunderlaan zonder -s-, de facto een taalfout. (...) Tot slot een mopje tijdens de voorbije verkiezingen: van die Zevenbunderslaan heeft Ukkel afgerond twee bunders, en Vorst heeft er vijf...
Herman A.O. Wilms, Vorst
Joden in de Marollen Vorige week gaven we onder het artikel ‘Leven en overleven in de Marollen’ (BDW 1353, p. 12) een fout telefoonnummer op. U kunt de Auschwitz Stichting wél bereiken op 02-512.79.98.
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Januskop door Anne Brumagne Met dochterlief op weg naar de (uitstekende) tentoonstelling over de prehistorie in ‘het Dinomuseum’ lopen we over de Waversesteenweg. Niet het stukje steenweg in Matonge, maar dat tussen de Maalbeekvallei en de hoge trappen die naar het museum leiden, op de grens van Elsene en Etterbeek en met de rug naar het Brusselse Leopoldpark. Daar helemaal beneden in de vallei, grondgebied Etterbeek, floreert de Waversesteenweg. Dat verkeersvrije gedeelte ligt in het verlengde van het levendige Jourdanplein. Elke middag zitten de restaurants er vol met lunchende expats van het nabije Europees parlement. Gezellige winkeltjes hebben er de deuren geopend. Niks van dat al aan de overkant van het kruispunt, op het stijgende stuk groezelige en van groen verstoken steenweg, grondgebied Elsene, waar wij nu wandelen. Het valt op dat bijna alle huizen die we passeren, vroeger winkels moeten zijn geweest. De etalages van weleer zijn dichtgetimmerd of afgeplakt. Hier en daar overleeft een handelszaak: een Aziatische kruidenier, een brico, een meubelzaak. Met elke handelszaak die verdween, kregen de achterblijvers het allicht weer wat moeilijker, tot ook zij de deuren sloten. En dat terwijl we vlak bij de Europese wijk zitten! Of is de kaalslag die ‘Europa’ hier even verderop veroorzaakte, de belangrijkste oorzaak van de teloorgang? Zou de troosteloosheid te maken hebben met het feit dat we in een perifeer stukje Elsene zitten, geprangd tussen Etterbeek en Brussel? Valt deze buurt, tussen de Naamsepoort en Jourdan, te veel buiten het vizier van Atrium? Want Atrium werd door het Gewest opgericht om handelswijken zuurstof in te blazen. Het agentschap zal nooit in de plaats kunnen treden van moedige ondernemers die de stap wagen om op deze of gene plek een zaak op te zetten. Overheden kunnen er wél voor zorgen dat buurten er zo aantrekkelijk mogelijk bij liggen. Of bestaande kleinhandelszaken bijstaan met raad en daad. De Waversesteenweg is helaas lang geen alleenstaand geval in Brussel. Straten met het ene dichtgetimmerde handelspand na het andere komen veel te vaak voor in de Brusselse negentiende-eeuwse gordel. Af en toe slaagt een straat erin zich dankzij een heraanleg te herpakken, worden de oude winkels gezellige woningen en wagen enkele nieuwe handelaars voorzichtig hun kans. Jammer genoeg vertonen overheden een januskop als het over kernversterkende maatregelen gaat. Het blijft een raadsel hoe het aanmoedigen van megalomane shoppingcentra bij autosnelwegen te rijmen valt met kernversterking ten voordele van de kleinhandel in de binnenstad.
EVA HILHORST
© OXALYS
BDW 1354 PAGINA 14 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© SASKIA VANDERSTICHELE
KAMERMUZIEK MET TRAPPIST ACHTERAF JETTE – De Abdij van Dielegem is eind oktober begonnen met haar jaarreeks Klassiek in de Abdij. Nu zondag speelt Oxalys. De concertreeks Klassiek in de Abdij biedt elke maand een matinee op zondag aan, tot juni 2013 (behalve in april). Achteraf krijgen de concertgangers een aperitief; het trappistenbier van Westmalle is sponsor. Decor van de cyclus is het achttiende-eeuwse abdijpaleis van de premonstratenzers, met een klasse-interieur dat zich prima leent voor kamermuziek. De ruimte is beperkt, dus reserveren wordt aanbevolen. Het Brusselse ensemble Oxalys (gesticht in 1993) brengt fluitkwartetten van Wolfgang Amadeus Mozart en Ferdinand Ries, totaal anders dus dan het belle époque-repertoire waarmee de groep graag uitpakt. Werk van Ries is bij jong en oud mogelijk wat minder bekend, maar de romantische spielereien die in het fluitkwartet te horen zijn, passen perfect bij het kader. Het ensemble, dat internationale faam geniet, brengt ook werk van de Rus Anton Arensky. Zijn ‘Strijkkwartet’ uit 1894 is schatplichtig aan Tsjaikovski’s ‘Kinderkamerliederen’. In dat opzicht kan het werk ook een jeugdig publiek charmeren (en daarnaast zorgt Klassiek in de Abdij ook altijd voor kinderopvang!). De reeks vervolgt op 23 december met aria’s uit opera’s van Mozart, Donizetti en Rossini. Ook het Kamermuziekensemble van De Munt, cellist Stijn Kuppens en pianist Erik Pirotte, het ensemble Euterpe Baroque Consort, Romina Lischka (viola da gamba) en Sofie Vanden Eynde (theorbe) JMB treden dit seizoen nog op. Klassiek in de Abdij, Tiebackxstraat 14, Jette, op zondag 25 november vanaf 11 uur. Kaartjes kosten 5 tot 10 euro; reserveren op 02-423.13.73 ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
(Vlnr.) Marc Bober, Kathleen Seghers, Claude Lammens, Kevin Van Doorslaer en Geert Dehaes.
VERLAINE IN DE GEVANGENIS Op het nummer 11 van de Koninginnegalerij, waar nu Café du Vaudeville leegstaat, kocht de Franse poète maudit Paul Verlaine op 10 juli 1873 de revolver die u hiernaast ziet. De bedoeling was zichzelf van kant te maken; in de plaats daarvan schoot hij diezelfde dag nog op zijn jonge minnaar Arthur Rimbaud. Twee geweerschoten als vertrekpunt voor een expositie in het Museum der Letteren en Manuscripten, dertig meter verderop.
© SASKIA VANDERSTICHELE
© KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK VAN BELGIË
BDW 1354 PAGINA 15 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
SNOEPMAAKSTER, WAT EEN JOB! Sophie opende een winkel met zelfgemaakte snoepjes omdat dat ongeveer de enige zijn die ze lust. In de negende aflevering van onze reeks ‘Wat een job!’: de kleurrijke wereld van papabubble op de Kolenmarkt. SNOEP MEE MET ZAZIE OP PAGINA 24-25
LEES MEER OP PAGINA 18-19
Theater > Jarig Volkstejoêter brengt The Bard in het Brussels
‘Shakespeare was een ket’ ANDERLECHT – Het Brussels Volkstejoêter viert zijn tien seizoenen met een heuse primeur. De nieuwe productie ’n Kat es gin poos is de Brusselse vertaling van De getemde feeks van niemand minder dan William Shakespeare.
D
e getemde feeks is een van de meest gespeelde komedieklassiekers van Shakespeare. Het katje in kwestie – dat dus geen poes is – heet Katherina en kan niet zonder handschoenen worden aangepakt. Daarom heeft ze ook heel wat minder aanbidders dan haar zus Bianca. Maar vader besluit dat niemand Bianca zal trouwen voordat ook Katherina aan de man is geholpen. Petruchio neemt de handschoenen op, in een stuk dat slapstick combineert met een controversiële blik op man-vrouwrelaties, en dat door het BVT wordt opgevoerd mét jambische versvoeten en rijm. Daarover, en over de voorbije tien seizoenen Beeveetee, praten we met de stichtende leden Geert Dehaes (ook acteur), Claude Lammens (ook vertaler), Marc Bober (ook regisseur), en de jonge hoofdrolvertolkers Kathleen Seghers en Kevin Van Doorslaer (die debuteert).
Dringen de verzen de acteurs niet in een keurslijf? Bober: “Je moet er op de juiste manier mee omgaan, door te doen alsof ze er niet zijn. Ritme en klank dragen de tekst wel vanzelf,
Het onderwerp blijft ook actueel. Bober: “De strijd tussen de seksen, hé. Op het eerste gezicht is het allesbehalve vrouwvriendelijk wat er in het stuk wordt gedaan en gezegd. Maar tussen de regels en in sommige regels van Katherina voel je zeer duidelijk moderne standpunten. Dat is typisch Shakespeare: hij zal de opvattingen van toen niet duidelijk tegenspreken, maar verwerkt toch altijd zijn visie en commentaar.” Seghers: “De moral ès: onderschat de vraa ni!” Van Doorslaer: “Dat is waar. Op het eind
“De moral ès: onderschat de vraa ni!”
heeft zij haar goesting en hij niet. Zo is dat bij alle koppels: de man denkt dat hij de baas is, maar hij heeft niets te zeggen.” Bober: “Ik denk dat er tussen de twee een mooi akkoord en echte liefde ontstaat. Ze zijn van hetzelfde niveau, en door de creatieve spelletjes die ze spelen, komen ze elkaar tegemoet.” Lammens: “Shakespeare gaat altijd over authenticiteit, en dat wil een Brusselaar ook. Een ket doorprikt alles wat niet authentiek is.” Voor dit stuk staat het BVT weer met zeventien op het podium. Niet niks. Geert Dehaes: “Het BVT kon van bij het begin rekenen op veel volk met talent en engagement. Bij de keuze van onze stukken willen we er dus ook voor zorgen dat die mensen © MARC GYSENS
Van wie komt het idee om met een Brusselse vertaling van Shakespeare uit te pakken? Claude Lammens: “Toen we in 2009 met de artistieke werkgroep samenzaten om een route voor de toekomst uit te stippelen, ben ik zo roekeloos geweest om te zeggen dat we in ons tiende seizoen een Shakespeare moesten spelen. Zijn mooiste komedie is naar mijn smaak De getemde feeks, en ik was roekeloos genoeg om ze in de jambische versvoet en op rijm te willen vertalen.” Marc Bober: “Daar was je al mee bezig.” Lammens: “Ik ben al een Shakespeare-adept sinds mijn achttiende. Uiteindelijk heeft deze tekst me twee jaar werk gekost, maar ik ben fier op het resultaat. Het is een primeur en we wilden ook een literair verantwoord stuk maken, maar je mag ook niet vergeten dat Shakespeare een volkse schrijver was. Hij doorboorde het plafond tussen boven- en onderklasse. Hij hield ook van zwans, dubbelzinnigheden en schunnigheden – net als de Brusselaars. In feite was hij een ket.”
zonder dat je er de klemtoon op moet leggen.” Kathleen Seghers: “Ik moet eerlijk toegeven dat ik nooit de indruk heb dat ik verzen op rijm aan het zeggen ben. Je voelt wel iets, maar het vloeit allemaal mooi in elkaar en er zit altijd een boodschap in.” Kevin Van Doorslaer: “Ik had Shakespeare al in het Frans en het Engels bestudeerd aan de theaterschool, maar mijn moedertaal is Brussels, dus is het magnifique om het in Brussels te doen. Maar je mag nen Brusseleir zijn zoveel als je wilt, je moet eraan wennen om Brussels te lezen als het geschreven staat. En het was veel tekst, dus ik ging met Shakespeare slapen en stond ermee op.”
aan hun trekken komen. Hoe meer we kunnen doen, hoe beter. In tien seizoenen zijn we van twintig naar honderd optredens per jaar gegaan. Maar we willen daarbij ook ambitie blijven tonen. Volks repertoiretheater in het dialect was een gat in de markt, en we blijven aan die vraag van het publiek voldoen, maar we proberen het ook wat op te voeden door de aansluiting met het hedendaags theater niet te verliezen. In die tien jaar hebben we in de keuze van onze stukken, maar ook in ons spel en in de scenografie, een enorme evolutie gemaakt. Met twintigduizend toeschouwers per jaar kun je je ook niet anders permitteren.” Die toeschouwers zijn Brusselaars, uitgeweken Brusselaars, maar ook andere Vlamingen. Bober: “Mensen uit ‘gemengde huwelijken’, mensen die in hun jeugd verfranst zijn en het Brussels uit hun jeunesse willen horen. Gepensioneerden die aan zee zijn gaan wonen, maar speciaal terugkomen om te komen kijken.” Dehaes: “Ik denk dat we nog veel verder kunnen uitzwerven. We spelen al tien seizoenen in Brussel en de periferie, maar we hebben nu ook een uitwisselingsproject met het Vernieuwd Gents Volkstoneel van Bob De Moor. Het Brusselse dialect charmeert tot ver buiten Brussel. Waar hebben we nog eens een keer gezeten?” Seghers: “In Mol!” Lammens: “Daar hebben we wel wat trager moeten spelen.” Bober: “Dat was een kern-achtige voorstelling.” Dehaes: “Wat je ook ziet, is dat andere verenigingen de stukken die bij ons in première gaan, een jaar nadien ook spelen.” Seghers: “Eén gezelschap heeft zelfs al eens een stuk volledig gekopieerd door ook alle pasjes en alle bewegingen op basis van de dvd in te studeren. Waar blijft dan de creativiteit?” Dehaes: “We hebben een covergroep! Dat bestond nog niet in het theater.” Michaël Bellon
2007 was het jaar van Ambras op de Vismet.
’n Kat es gin poos (De getemde feeks) van William Shakespeare door het Brussels Volkstejoêter, van 1 december tot en met 3 februari in Zinnema in Anderlecht. Kaartjes kosten 13 tot 15 euro; reserveren op 02-524.60.95 (maandag, woensdag en vrijdag van 8 tot 11 uur), op www.beeveetee.be en info@beeveetee.be
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
BDW 1354 PAGINA 17 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Experimenten in de humornithologie
SMAKELIJK? © WENDY LYNCH REDFERN
Voedingsfraude en angst hierrond zijn van alle tijden. In het kader van de tentoonstelling Eten, een hele geschiedenis organiseert het Archief van de Stad Brussel een gesprek met Peter Scholliers op zondagnamiddag 9 december om 15u: de VUB-professor neemt ons mee naar het allereerste chemielabo in de wereld…in Brussel in 1856!
expo + lezing: € 2, via reservering op 02 279 53 22 Archief van de Stad Brussel Huidevettersstraat 65, 1000 BrusseL archieven.brussel.be
Michaël Bellon
ADVERTENTIE
Het Sint-Guido-Instituut Het Sint-Jozefscollege Het Sint-Pieterscollege NODIGEN U UIT OP HUN
INFOAVOND 4 ER P O MB E 12 C DE 20 VOOR ALLE INFORMATIE ■
■
■
■
over het eerste leerjaar A en B
SINT-GUIDO-INSTITUUT
achteraf
Of u het verschil kent tussen een kanariepietje? Er is geen verschil: zijn beide pootjes zijn even lang, zeker het linker. Ooit, ik zal een jaar of tien geweest zijn, heb ik hard om die mop moeten lachen. Hij bracht me duidelijk naar een volgend level in de humorologie. Bij die gelegenheid hoorde ik ook voor het eerst de termen absurdisme en surrealisme, die gemakkelijkheidshalve zowat alle geestigheden dekken waarin de kwadratuur van het ongerijmde wordt genomen. Toen ik afgelopen zaterdag naar de Beursschouwburg ging voor de alternatieve, experimentele comedyshow van bovengenoemd stel grapjurken, vroeg ik me stiekem af of zij me nog eens naar een volgend level konden brengen. Mijn verwachtingen waren hooggespannen. De mop van het kanariepietje (in het Engels overigens met de iets minder komische sparrow) was het onderwerp van een van de ruwe ‘sketches’ waaruit de show was samengesteld. Het komische collectief wilde zelf wel eens zien of ze met die mop nog wat méér aankonden. Daartoe werd hij een zevental keer opnieuw verteld, telkens met toevoeging van een nieuw element. Dit, aldus de voice-over waarmee de New Yorker Reggie Watts de hele show nog onduidelijker probeerde te maken, ‘to recreate the effect of an effect, hopefully if successful’. Dus werd Miet Warlop tijdens het vertellen nu eens blootgesteld aan geluiden van 60 tot 1.000 hertz, dan weer gestoord door Ieva Misevičiūtė en Michael Portnoy, die bijvoorbeeld lichamelijke impressies ten beste gaven van ‘any some kind of Egyptian ornithology or other underspecified birds in general’. Dat alles gebeurde in een standaard standupcomedy-setting, met een barkruk en een microfoon geposteerd voor een bakstenen muur die met een akelig perfect cirkelvormige spot werd verlicht. Die setting werd daarna voor de andere sketches en intermezzi weer even
makkelijk verlaten. Ik weet niet zeker of daardoor echt nog een wezenlijke dimensie aan de mop van het kanariepietje werd toegevoegd, maar af en toe was het wel lachen. Omdat ons ook multidisciplinariteit was beloofd, was de show begonnen met een dansje van de behoorlijk flexibele Misevičiūtė. Een dansje dat ze meteen daarna herhaalde, maar dan mét toelichting bij de verschillende bewegingen ten behoeve van het hopeloos onwetende publiek. Of het dan niet duidelijk was dat de laag-bij-de-grondse bewegingen stonden voor ‘gastvrijheid’, en de trippelpasjes achteruit voor ‘contact met onzichtbare geesten’? Nu ik het zo uitleg, valt het misschien tegen, maar in het echt was die act zeker grappig. In het land van Magritte en Kamagurka ligt de lat qua absurdisme natuurlijk hoog. In de act waarin Miet Warlop paardje reed op een verdacht menselijk hoefdier met een stevige derrière en een dito stel kl*ten, ging ze los over die lat. Boven een lege scène de nationale hymne van Litouwen laten weerklinken was dan misschien weer iets te makkelijk. Ook het gemors met stinkende vloeistoffen verwijst nu ook weer niet meteen naar de origineelste momenten uit de geschiedenis van de performancekunst. Op het einde kwam Reggie Watts, die er voordien al in was geslaagd ‘the art of voiceover’ naar een hoger niveau te tillen, zijn ding doen. Foefelen met zijn beatbox om er meteen daarna geweldige klanken uit te toveren. Onnavolgbare songteksten improviseren om meteen daarna over te schakelen op een fake lecture-performance die overduidelijk klanken bezigde uit de talen van zowel de ‘Phlegms’ als de ‘Walloons’. Toch was ook Watts wat slordig in de uitvoering. Zijn afsluiter maakte bovendien duidelijk dat het gelegenheidscollectief niet echt tot een collectieve show was gekomen. Van het uur dat ze het hebben volgehouden, hebben twintig minuten luid gegrinnik opgeleverd, twintig minuten enthousiaste bijval, en nog eens twintig minuten welwillende aandacht. Het mocht misschien iets meer zijn. Behalve het rechter.
SINT-JOZEFSCOLLEGE
Gezien: Alligators! van Ieva . ˘ – Michael Portnoy, Miseviciute, Miet Warlop en Reggie Watts, 17 november in de Beursschouwburg.
over de verschillende studierichtingen over het leven op onze school over hoe je kan inschrijven in onze school
SINT-PIETERSCOLLEGE
Praat
Reggie Watts tilt 'the art of voice-over' naar een hoger niveau.
Dokter Jacobsstraat 67 1070 Anderlecht Tel.: 02 521 60 10 www.sintguido.be info@sgi-anderlecht.be Om 18.30 uur Woluwelaan 18-20 1150 Sint-Pieters-Woluwe Tel.: 02 761 03 80 www.sjcwoluwe.be secretariaat@sjc.skynet.be Om 19.30 uur Léon Theodorstraat 167 1090 Jette Tel.: 02 426 85 15 www.sint-pieterscollege.be ASO@sint-pieterscollege.be Om 19.30 uur
BDW 1354 PAGINA 18 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Literatuur > Tentoonstelling over schietincident Verlaine-Rimbaud en de gevolgen
Van schermutseling tot meesterwerk BRUSSEL – De expositie Verlaine in de gevangenis in het Museum der Letteren en Manuscripten vertrekt van twee geweerschoten. Ze galmen na in de hartstochtelijkste gedichten die de Franse dichter Paul Verlaine ooit schreef. En dat deed hij in de gevangenissen van Brussel en Bergen.
E
sche gevangenissen betekenden voor hem een lijdensweg (hij huilt er des pleurs de plomb, loden tranen), maar evenzeer een ontwenningskuur en een verzoening van alle tegenstrijdigheden in zichzelf. Guéno vat het samen als ‘verscheurd tussen God en Rimbaud’, een tweeslachtige ziel, zoals zovelen van zijn generatiegenoten-poètes maudits. Bij gebrek aan absint, ‘de groene fee’, vlucht Verlaine in de gevangenis in het schrijven. Eerst met in koffie gedoopte lucifers op kaasverpakkingen, later met wat uit een inktpot gespaarde inkt bedoeld voor brieven, die hij bewaart in een spleet tussen de vloertegels. Na zestien maanden cel vond Verlaine geen enkele uitgever voor zijn bundel Cellulairement (Celsgewijs). Het schandaal rond de jonge vader en echtgenoot en de minderjarige Rimbaud was nog niet vergeten. Verlaine liet de gedichten dan maar verspreid opnemen in bundels zoals Sagesse, Jadis et Naguère en Parallèllement, waar ze tot de allermooiste behoren. Beladen woorden als Brus-
O Belgique qui m’as valu ce dur loisir, Merci ! J’ai pu du moins réfléchir, et saisir, Dans le silence doux et blanc de tes cellules, Les raisons, qui fuyaient, comme des libellules, À travers les roseaux bavards d’un monde vain, Les raisons de mon être immortel et divin, Et les étiqueter, comme en un beau musée, Dans les cases en fin cristal de ma pensée.
gen op het velletje met het gedicht ‘Au lecteur’, getekend ‘Bruxelles, de la prison des Petits-Carmes, Juillet 1873’. Aan de hand van kopieën van de overige gedichten kun je op de expo het leven van Verlaine reconstrueren. Een heftig leven, noemt historica Stéphanie Becco van het museum het. “De kleine Paul groeide oog in oog op met de gruwelbeelden van foetussen van drie miskramen die zijn moeder in bokalen bewaarde. Hij vond dat hij erop leek en dat het door zijn lelijkheid kwam dat hij geen vrienden
had, en later geen meisjes kon krijgen. In het gevangenisgedicht ‘Un pouacre’ (‘Een lelijkerd’) ziet hij zijn hele verleden, zijn hele zelfverwijt, door zijn dakraampje grijnzen.” Zijn getekende zelfportretten krijgen de ene keer aapachtige trekken, de andere keer kubistische, norse vormen. “Alleen met zijn acht jaar oudere nicht Elise Moncoble, die door zijn ouders was geadopteerd, had hij een liefdevolle band. Maar zij wordt uitgehuwelijkt en sterft in het kraambed. ‘Mon rêve familiale’ (‘Mijn vertrouwde droom’), misschien wel Verlaines bekendste © AN DEVROE
en expo over Paul Verlaine (1844-1896) in het jonge Museum der Letteren en Manuscripten was onvermijdelijk. De revolver waarmee Verlaine op 10 juli 1873 twee keer op zijn minnaar Arthur Rimbaud schoot, had hij die dag gekocht bij wapenhandel Montigny, Koninginnegalerij 11, op enkele stappen van het museum. De commissaris van de expositie, de Franse historicus Jean-Pierre Guéno, vond het niet meer dan normaal dat de expositie eerst het Brusselse museum en pas daarna zijn grote broer in Parijs aandeed. Niet het schietincident zelf – Rimbaud hield aan de ene kogel die hem raakte, uiteindelijk slechts een kleine armwonde over –, maar de toen nog wettelijk verboden homoseksuele relatie met Rimbaud bepaalde de strafmaat. Na de Amigo (destijds in de Vruntstraat achter het stadhuis) en de Karmelietengevangenis (Petits Carmes, bij de Naamsepoort) belandde Verlaine na zijn veroordeling in de gevangenis van Bergen. De Belgi-
sel en Bergen liet hij veiligheidshalve schrappen. Maar België had een van de grootste Franse dichters bevrijd.
(‘O België dat me deze moeilijke vrije tijd bezorgde. / Bedankt! Ik kon in elk geval nadenken, en begrijpen, / In de zachte en witte stilte van jouw cellen, / Over de redenen, die ontglippen, als libellen, / Doorheen het praatzieke riet van een ijdele wereld, / Over de redenen van mijn eeuwig en goddelijk zijn, / En ze een etiket opkleven, als in een prachtig museum, / In de fijne kristallen hokjes van mijn gedachten’) Het handgeschreven manuscript Cellulairement is in Frankrijk ‘trésor national’, op de expo opengeslaADVERTENTIE
DE WEIK VAN’T BRUSSELS
MAANDAG 26 NOVEMBER 2012 VERKEEZING ‘BRUSSELEIR VAN’T JOÊR’ DE BEURS - BRUSSEL OP UITNODIGING DONDERDAG 29 NOVEMBER 2012 - 12U30 DEBAT ‘GIJ!’ - DIALECTGEBRUIK IN DE KUNSTEN MET AXL PELEMAN, FRED BROUWERS, CLAUDE LAMMENS,... MODERATOR: JAN HAUTEKIET ZINNEMA, VEEWEIDESTRAAT 24-26, 1070 ANDERLECHT INGANG: GRATIS
ZONDAG 2 DECEMBER 2012 - VANAF 11U DAG VAN’T BRUSSELS KLAAN BRUSSELS DIKTEI - UITEENZETTING OVER BRUSSELSE LEEKES MET MUZIKALE OPLUISTERING DOOR MARS MORIAU GOUDBLOMMEKE IN PAPIER, CELLEBROERSSTRAAT 55, 1000 BRUSSEL
VRIJDAG 30 NOVEMBER 2012 - DE HELE DAG RADIODAG FM-BRUSSEL - 98.8FM
MAANDAG 3 DECEMBER 2012 - 12U30 LITERAIR SALON CLAUDE LAMMENS OVER ZIJN BOEK ‘N KAT ES GIN POOS DE EERSTE BRUSSELSE SHAKESPEAREVERTALING OOIT STANDAARD BOEKHANDEL, MUNTPLEIN 4, 1000 BRUSSEL
ZATERDAG 1 DECEMBER 2012 - VANAF 12U KEEKEFRETTERSFIEST MET OPTREDEN EMBALLAGE KADO V.O.S. - EMILE JACQMAINLAAN 124, 1000 BRUSSEL
MAANDAG 3 DECEMBER 2012 - 14U BRUSSELSE DIALECTLES DOOR PROF. EM. SERA DE VRIENDT VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL, GEBOUW D
ZATERDAG 1 DECEMBER 2012 - 20U30 BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER - ‘N KAT ES GIN POOS PREMIÈRE - OP UITNODIGING ZINNEMA, VEEWEIDESTRAAT 24-26, 1070 ANDERLECHT
MAANDAG 3 DECEMBER 2012 BRUSSELS FIEST GOUDBLOMMEKE IN PAPIER, CELLEBROERSSTRAAT 55, 1000 BRUSSEL
GEKOMPRESSEID - 29-11-12 t.e.m. 3-12-12 - www.ara-vzw.be
BDW 1354 PAGINA 19 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
kunt u het medisch rapport nalezen van het onderzoek naar ‘sporen van pederastische gewoonten’.
Verlaine in ons Wij hebben Verlaine nooit uit het hoofd moeten leren, maar toch moeten bepaalde melodieën in ons DNA geslopen zijn: ‘Il pleure dans mon cœur / Comme il pleut sur la ville / Quelle est cette langueur / Qui penètre mon cœur?’ Rimbaud staat erom bekend, maar het was zijn meester Verlaine die voor het eerst, in de gevangenis, met onpare metrums dichtte en zoveel muzikaliteit in de Franse poëzie bracht. In L’art poétique klinkt het vanuit de gevangenis: ‘De la musique avant toute chose !’ “We moeten weer de brug maken naar het leven van Verlaine,” zegt Guéno, die hoopt dat daardoor de interesse in zijn poëzie zal terugkeren. “Dan gaan de gedichten pas vibreren, van lief en leed dat het onze zou kunnen zijn.” An Devroe
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Verlaine in de gevangenis, nog tot en met 13 januari: www.mlmb.be © LOUIS ANQUETIN
© KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK VAN BELGIË © MUSÉE ARTHUR RIMBAUD, CHARLEVILLE-MÉZIÈRES
In de Koninginnegalerij 11 (l.) kocht Paul Verlaine (r.) zijn 7 mm-revolver Lefaucheux met de bedoeling zelfmoord te plegen, maar hij schoot ermee op zijn minnaar Arthur Rimbaud (links onder geportretteerd in zijn ziekbed door de geheimzinnige Jef Rosman).
© NiCK TRACHET
gedicht, is een ode aan die verboden liefde,” zegt Becco. “Verlaine huwde Mathilde Mauté, verleid door zijn dichtkunst, die al snel ondervond dat ze met een dronkaard was getrouwd. Ze wist nooit of ze gestreeld of geslagen zou worden. Hij leerde bovendien de zeventienjarige getalenteerde dichter Arthur Rimbaud kennen. Een relatie van aantrekken en afstoten tussen zielsverwanten en minnaars.” ‘Le sonnet du trou du cul’ (‘Sonnet van het aarsgat’), geschreven door Verlaine en Rimbaud samen, laat niets aan de verbeelding over. Als vagebonden zwerven ze rond in Brussel (bewonen er een hotel aan het Rogierplein, de huidige Brasserie Le Saint Germain) en in Londen. Terug in Brussel, in een hotelkamer in de Brouwersstraat 1, loopt het mis. Rimbaud wilde eerst geen klacht indienen, maar klampt aan het Rouppeplein toch een agent aan. Hij voelde zich bedreigd door Verlaine, die hem zou vergezellen naar de trein, maar hem belette te vertrekken. Na hun verklaringen op het stadhuis wordt Verlaine meteen naar de Amigo gestuurd. Op de expo
Bloed Ik vond een bakje in de Chinese supermarkt, het bevatte gewoon gekookt varkensbloed, gestold tot een klomp. Is dat vies? Neen, het is esthetisch mooi. Een roodbruine, zuivere balk. Maar terwijl een groot deel van de mensheid erop verlekkerd is, halen bepaalde groepen er hun neus voor op.
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Bloed is vloeibaar vlees. De herdersvolkeren uit Afrika tappen, wanneer ze honger hebben, wat bloed af bij hun runderen, ze maken dan de wonde weer dicht en na een week of wat kunnen ze opnieuw ‘oogsten’. Ook de trappers in Amerika blijken zo hun paarden te hebben gebruikt wanneer er weinig anders te eten viel in de wildernis. De mens is als een vampier voor zijn kudde. Primitieve volkeren dachten dat in het bloed de ziel van het dier huisde. Dat leidde tot twee verschillende reacties. In het Midden-Oosten kwam er een taboe op het eten van bloed. Volgens de joodse spijswetten bijvoorbeeld moet alle bloed grondig verwijderd worden van het vlees voor het beschouwd wordt als eetbaar. Bij de Germanen in het Hoge Noorden was het net andersom. Daar werd juist wél, en als eerste, het bloed van het geslachte dier genuttigd. Men hoopte de ziel en de kracht van het dier via het bloed over te nemen. De oorsprong van de pensenkermis? Het vroege christendom, ontstaan uit de joodse traditie, was afkerig van het eten van bloed. Maar zieltjes winnen mag al eens een paar principes kosten, dus zeiden ze tegen de Noormannen dat het wél mocht (net zoals paardenvlees eten). Is de boudin de Noël een symbool van de verzoening tussen de twee zienswijzen? Aan de moslimkant zou er ook weerzin tegen bloed bestaan. Toch is er hier in mijn buurt een Marokkaanse slager die boudin marocain verkoopt. Misschien iets uit de Berbertraditie? Er zijn, zo blijkt uit deze simpele klonter bloed van vierhonderd gram op de foto, wel meerdere manieren om bloed te eten. Het hoeft niet per se worst te zijn. In de Vikinglanden bakt men nog steeds bloedbrood, bloedpannenkoeken en bloedtaarten. Ook in Italië kent men zo’n bloedtaart. Svartsoppa is dan weer een Zweedse soep van ganzenbloed. In Portugal, ook een land van zwarte worsten, wordt
rijst met bloed klaargemaakt. Dat is niet zomaar een recept, maar wederom een symbolisch statement: gezien joden en moslims geen bloed mogen, bewees de eter van deze schotel dat hij een ware christenmens was. Zonder twijfel een recept uit de tijd van de Spaanse inquisitie. Nog dichter bij huis, in Frankrijk, hoorde ik praten over une saignette. Bij het slachten van de zondagse kip (een dag op voorhand) mag niets verloren gaan, dus ook het bloed niet. Moeder de vrouw sneed het dier de kop af, hield de kip onder de arm, perste het bloed eruit in een soepbord en roerde daar wat azijn of fine (brandewijn) door. Met brood was dat een tussendoortje voor de kinderen, als dat bloed al niet gebruikt werd in de saus. Bloed eten is in de buurt van Brussel niet eens zo vreemd. Rond Merchtem, het dorp dat bij de Kiekefretters altijd beroemd stond om zijn kippen, bestaat er een ware verering voor een bereiding die men kiekebloed noemt. “Goed eten, kiekebloed,” zei ook een postbode die afkomstig is van Buggenhout. Ik hoorde het in Peizegem donderen. Nooit kiekebloed gekregen in mijn familie. Nu is kippenbloed ook helemaal niet makkelijk te krijgen in de handel. En wie slacht er nog zelf kippen? Vandaar misschien die mythische verering? Het is iets waar men meer over hoort praten dan het ooit te kunnen proeven. De bloedklonter die ik kocht, past in een Aziatische traditie. Het product is gemaakt in Frankrijk, in de Parijse banlieue, maar door een bedrijf met een Chinese naam. Het bevat naast bloed alleen nog een versteviger (affermissant), calciumchloride (E509). De klonter bloed was ook vaster dan ik had verwacht. Als een stevige trilpudding. Ik kon er makkelijk perfecte kubusjes en schijfjes van snijden, niet korrelig, niet verkruimend, mooi glad en roodbruin. De Chinezen noemen bloed in deze toestand zwarte tofoe, en inderdaad, het heeft er aardig wat van weg. Zelfde beetgevoel, alleen duidelijk meer smaak. Ik proefde ijzer en bloed op mijn tong, maar vreemd genoeg ook lever, dat kwam van dat mondgevoel. Alles bij elkaar niet erg gekruid, eerder flauw van smaak. Daar moet wat verder mee gebeuren. Ik maakte een antikleefpan heet en liet er een kubusje bloed in glijden. Ik verwachtte dat het zou
In de Vikinglanden bakt men nog steeds bloedbrood, bloedpannenkoeken en bloedtaarten
smelten of zo, maar het bleef zijn kubistische zelve, en kleurde braaf bruin langs alle kanten. In China, voornamelijk in Taiwan, serveren ze die ‘zwarte tofoe’ in de soep, vaak naast gewone witte tofoe. Maar ik hoorde ook hoe men er langs de straat blokjes bloed op een stokje verkoopt; die moeten dan even in de bouillon worden gedoopt om het hapje te verwarmen. Een grappig idee. Ik las in de krant dat in café Den Bels in Peizegem op gezette tijden kiekebloed-festijnen worden georganiseerd. Het gestolde bloed (zes emmers voor één avond) wordt in blokjes gesneden en gebakken met ajuin en smout en, naar ik vermoed, wat zout en peper. U hoeft er dus zeker niet voor naar de Chinees. Ik ga het ook eens proberen. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1354 PAGINA 20 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Andrea Clanetti in zijn atelier. Rechts recent werk geïnspireerd op de film La decima vittima, “tekenend voor de durf en de gezonde waanzin van veel films uit de jaren 1960 en ’70.”
Andrea Clanetti, popart met donker kantje
‘Met één leven kom ik onmogelijk toe’ ELSENE – “Films en strips vormen een onuitputtelijk universum van inspiratie. Met één leven kom ik onmogelijk toe om alle beelden die ik voor ogen heb, op canvas te zetten. En ik durf daarin ver te gaan: mijn vrouw denkt soms dat ik gek geworden ben. Maar ja, om Batman van kant te laten maken door tuig uit de favelas, heb je nu eenmaal een gezonde dosis gekte nodig.” Andrea Clanetti is een Italiaanse popartschilder met een donker kantje. Nu bijna negen jaar geleden verruilde hij Venetië voor Brussel.
H
et werk van Andrea Clanetti wordt permanent tentoongesteld in de Monegaskische galerie L’Entrepôt; in Brussel werkt hij samen met Artemptation in de Louizagalerij. Niet slecht voor een autodidact. “Ik heb altijd getekend, al van voor ik het mij kan herinneren. Mijn moeder vertelde dat een potlood in mijn handjes volstond om me uren zoet te houden. Het ging zo ver dat mensen die me bezig zagen, vroegen: ‘Andrea is zo braaf, ben je zeker dat hem niets man-
keert?’ Ik kan niet leven zonder. Niet zonder de geur van de verf, niet zonder kleur in mijn leven, niet zonder de beelden in mijn hoofd. Ik heb geen kunst gestudeerd, maar ik heb al doende geleerd, lessen anatomie gevolgd en me vervolmaakt door stages in ateliers van bekende kunstenaars. Een van hen, wiens werk voor het ogenblik te zien is in het MoMA in New York, heeft me toen gezegd: ‘Straf dat je het allemaal empirisch hebt geleerd, daar moet je echt wel talent voor hebben.’ Vooraleer me op eigen werk te storten ben ik ook ghost
painter geweest voor enkele grote artiesten. Gezegend voel ik me: ik amuseer me elke dag, ik kan leven van wat ik het liefste doe, mag een beetje kind blijven. En de ontmoetingen die het allemaal oplevert, zijn telkens weer een plezier.”
Sergio Leone Waar Clanetti zich de voorbije weken mee heeft geamuseerd, mag ik als allereerste zien in zijn atelier: een hommage aan Sergio Leone en diens spaghettiwesterns. Revolverhelden gedropt in hedendaagse decors. “Mijn eerste liefde was tekenen, mijn tweede film. Mijn grootvader was filmoperateur in een Cinema Arsenale, een kleine Venet iaanse wijkbioscoop, waar koppeltjes kwamen zoenen en waar de kringelende sigarettenrook in het licht van de projector een spektakel op zich was. Op de affiche stonden B-films met helden als de mythische krachtpatser Maciste, spaghettiwesterns, komische films, Italiaanse horror... Grootvader troonde me al mee toen
© MARC GYSENS
ik vijf, zes was. Ik heb er een enorme collectie fiches, affiches en foto’s van films van de jaren 1950 en 1960 aan overgehouden. Er zitten ook massa’s beelden in mijn hoofd waarvan ik zelfs niet weet uit welke film ze komen. Het maakt dat ik in mijn werk altijd getracht heb films opnieuw te interpreteren.” “Voor jongens van mijn leeftijd waren de eerste iconen cowboys, verpersoonlijkt door John Wayne en de indianen. Goed en kwaad. Bij Sergio Leone bestond geen goed of kwaad, zijn personages zaten in een grijze zone. Het heeft picareske meesterwerken opgeleverd, met als absolute uitschieter The good, the bad and the ugly. Velen hebben Leones cinema afgekraakt als pulp, een travestie van wat een echte western hoort te zijn. Ik niet. Voor mij is het kunst met een grote K. Alleen al hoe Leone omging met beeld en tijd! Sequensen van zeven, acht minuten waarin in feite niets gebeurt, maar waarin de beelden – met een inventief gebruik van close-ups – en de schitterende muziek van Ennio Morricone je op de rand van je zitje krijgen. Je weet wat er gaat gebeuren, en toch ben je gebiologeerd.” “Ik heb net een doek afgewerkt voor een verzamelaar in Dubai. Het is geïnspireerd door La decima vittima, een hyperpolitieke sfthriller van Elio Petri uit 1965, met Marcello Mastroianni en Ursula Andress. Een film die tekenend is voor de durf en de gezonde waanzin van veel films uit de jaren ’60 en ’70. Films met ballen, die grenzen durfden op te zoeken. Alles kon, alles mocht.” “Zelf heb ik me ook wel eens gewaagd aan de Zevende Kunst. Heel bescheiden, een kortfilmpje. Geïnspireerd op een Mexicaanse prent van de jaren 1950 met als held Santo, een legendarische gemaskerde catcher. Santo wordt wakker en begrijpt niet waar hij is.
BDW 1354 PAGINA 21 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Poepsimpel verhaaltje, min of meer een metafoor voor het leven. Begeleid door muziek van Guano Padano en het fluiten van Alessandro Alessandroni, befaamd geworden door Leones For a fistful of dollars.” Net zo tuk als op Leones werk is Clanetti op peplumfilms. “Met protagonisten als Maciste, Hercules, Ursus... Ik ga nu een serie maken over de manier waarop het genre omsprong met de Romeinse en Griekse mythologie en mensen aan het dromen brachten. En dat ging heel ver – het resultaat was meer dan eens afschuwelijk. Neem nu Zorro contro Maciste: zo afschuwelijk slecht dat het weer goed wordt. Het waren films die door critici straal werden genegeerd, maar iconen als Pasolini en Fellini noemden het grote cinema. Fellini zei zelfs in een interview dat hij ooit eens een peplumfilm wou draaien en dat Ercole alla conquista di Atlantide zijn favoriete Italiaanse film was. Later hebben mensen als Quentin Tarantino gezorgd voor een revival van films die vroeger enkel waren bestemd voor wijk- en plattelandsbioscopen. Maar het is me allemaal een beetje te gelikt.” Clanetti’s derde grote liefde: de wereld van de strip. “Te beginnen met de strips uit de jaren ’60 die als perverse en gevaarlijke rommel werden afgeschilderd. Diabolique, Satanique, Criminal, Mandrake, Lucifera... Had mijn moeder mij betrapt met die dingen in mijn hand, ze had me enkele oorvegen verkocht. Ik ben wel niet zelf op het idee gekomen om er iets mee te doen – ‘Wie zou dat in hemelsnaam willen kopen?’ –, anderen fluisterden het me in.”
Als Modigliani in Parijs Films en strips zijn voor Clanetti een bron van inspiratie, maar Brussel is dat evengoed. “Soms voel ik me als Modigliani in Parijs. Ik vind het een waar godsgeschenk dat ik in Brussel kan leven.” “De liefde heeft me hier gebracht. Saida, die in Brussel woonde, was in Venetië om een vriendin te bezoeken, met wie ik samenwerkte. Mede door onze gemeenschappelijke passie voor tango is de vonk overgesprongen. Daarna ben ik haar bijna wekelijks komen opzoeken in Brussel. De stad beviel me enorm, en na een tijdje heb ik besloten hier te komen wonen. Ik heb het me nog geen seconde beklaagd, al zou Saida liever terug naar Italië willen. Voor het weer. Maar ik wil blijven. Brussel heeft alles waarvan ik kan dromen, de stad heeft me veel gegeven.” “Mijn eerste tentoonstelling heb ik gehouden in Piola Libri. Meer dan een boekhandel is dat; het is een magisch stukje Italië in Brussel.
Daar heb ik ook Umberto Lenzi leren kennen, een van Tarantino’s idolen, die ondertussen een goede vriend is geworden. Lenzi is bekend van politiek getinte, ultragewelddadige polars uit de jaren ’70 en door zijn kannibalenfilms, die hij maakte om niet te verhongeren. Dat Bozar een tijd geleden zijn film Milano odia, la polizia non può sparare als hommage op de affiche zette, op initiatief van Cinema Nova, was mooi. Ik heb hun toen geholpen door Lenzi, die al in de tachtig is, maar nog altijd vol energie zit, te vergezellen en tolk te spelen.” “Ik heb hier Braziliaanse vrienden, Amerikaanse vrienden, Duitse, Franse, Italiaanse, Belgische... Overal kun je om het even wie ont-
FREDDI SMEKENS Baaliere
W
anneer men het begrip ‘bijleren’, baaliere, in de ruimst mogelijke context bekijkt, is het volgens mij niet uitgesloten dat elk van ons iedere dag eet kan baaliere. Misschien moet ik het eerder hebben over haast elke dag, maar als het over liere en baaliere gaat, is mijn optimisme nauwelijks in te tomen. Elke dag iets, dus. Wat dat iets of eet ook moge zijn, want het kan met alles en nog wat te maken hebben. In de eerste plaats met het dagelijkse leven. We komen straks even terug op het feit dat men niet altijd beseft wannier we eet baagelied hemme. En ook niet, waarde lezer, da we on eemand anders eet baagelied hemme. Want ik zeg het graag met een Brussels adagium: “Gelak as waaile van d’ander liere, liere d’ander van ons.” Mogen anderen komen en het eenvoudiger formuleren. We hadden het daarnet over elke dag eet baaliere. Klopt die redenering, dan fluistert de uitmuntende leerling in het vak wiskunde mij in het oor: “Da zou wille zegge da we, par joer, draahonderdvaaifensestig dinge mier weite dan wa we ’t joer doeveure al wiste.” De lezer zal mij toestaan dat ik die bewering, zonder ze even nader te onderzoeken, lichtjes in twijfel trek. Laten we beginnen met dat nadere onderzoek toe te spitsen op wat we zoal kunnen baaliere. Hierbij komt het erop neer hoe we erin slagen tot eet baaliere te komen. Volgens mij zijn daar evenveel middelen als methodes voor, zowel wat het baaliere door anderen als het baaliere áán die anderen betreft. We mogen daarbij een derde element zeker niet uit het oog verliezen, namelijk dat het geenszins van ijdelheid getuigt wanneer men stelt dat we, op welk ogenblik dan ook, oek onszeulf eet kunne baaliere. Of er van dat laatste voorbeelden te over zijn, zou ik niet meteen durven te zeggen. Het is tenslotte aan de lezer om uit te maken wa hij zaain aaige de lesten taaid hei baagelied. Misschien een wat bruuske benadering van de zaak – wel, het zij zo. Maar zoals het hoort, stel ik mijzelf bij
“Ik hou van het weer van Brussel, omdat het dikwijls regent”
moeten. Zelfs van het weer van Brussel hou ik, omdat het dikwijls regent. Het geeft de stad een atmosfeer die inspireert. Bij regen voel ik me beschermd, het kalmeert me, geeft me energie om goed te werken. Brussel heeft me ook doen begrijpen dat Magritte niets heeft uitgevonden, Brussel ís surrealisme.” “Weet je waar ik ook van hou? Van de stad voelen, ze te voelen onder mijn voeten, het fysieke contact. Ik wandel veel en graag. Ik heb geen rijbewijs, en maar best ook dat ik me niet in het verkeer waag: een publiek gevaar zou ik zijn. Een van mijn favoriete plekken is het Justitiepaleis. In mijn verbeelding zie ik daar altijd een Maciste, een Hercules, een Ursus op de trappen, geen politie of advocaten. De architectuur vind ik overweldigend en inspirerend. Ik heb op een bepaald moment zelfs met het idee gespeeld er een korte peplumfilm te draaien, maar het mocht helaas niet.” “Nog zo’n magische plek is Cinema Nova. Daar vind ik de geur en de atmosfeer terug van opa’s Cinema Arsenale. En niet te vergeten: Cinematek, met zijn schitterende programmering en de stomme films begeleid door een pianist. Een unieke plek, waar ik veel inspiratie uit haal.” Karel Van der Auwera www.andreaclanetti.com De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
© ANDREA CLANETTI
Clanetti’s werk, geïnspireerd door westerns en peplumfilms, strips en... Brussel.
die vraag als eerste in vraag. “Wa zou da na wel neki kunne zaain?” Het eerste wat bij mij opkomt, is: “Ik hem ma zeulf nuut eet baagelied.” Maar ik weet, evenals de lezer trouwens, dat dat een leugentje om bestwil is. Zo hoef ik bijvoorbeeld mijn hersenen niet te pijnigen met de vraag of het gaat over ne noegel in de dui sloege, ’n prees in de prees steike, ’n lamp indrooie of dei prees er wei ooittrekke. En wanneer ik over e poer exempels spreik, zaain dat er mo e poer en gien twie mier. Zeker omdat de lezer die mij min of meer kent, ervan overtuigd is dat ik er ettelijke meer zou kunnen opnoemen. Soit! Het kwam er dus op aan om duidelijk aan te geven da we van alleman, gruut of klaain, slum of stoem, altaaid eet kunne baaliere, en zeule van ons oek. Misschien heb ik dat laatste hier wat te veel benadrukt. Maar dat komt, althans volgens mij, omdat de uitspraak “Leustert na allemoe neki good wa da ’k aaile goen zegge” een haast magische formule blijkt te zijn. Het kan misschien wat eigenaardig klinken, want op dat ogenblik is de aandacht van de toehoorders haast optimaal. Misschien heeft dat te maken met het feit da we allemoe altaaid eet wille baaliere. Maar het is en blijft volgens mij altijd zo dat mensen die op een bepaald ogenblik alle aandacht voor zich opeisen, meestal niks te zegge hemme. Bij alles wat voorafging, zal de lezer ongetwijfeld begrepen hebben dat ik baaliere en liere in het algemeen niet alleen ten zeerste op prijs stel, maar ook dat ik niet zonder zou kunnen leven. En het zou mij ten zeerste verwonderen moest da ni vè alleman van ons opgoen. U zult mij ongetwijfeld toestaan deze Brusselse Rubriek in schoonheid af te ronden. “Ah, de stoefer es waal doe!” hoor ik daar door ouwe getrouwen roepen. Terwijl ik mij daarvan niets aantrek, waarde lezer, wou ik er graag op wijzen da ’k van elk van aaile – of het zal ni veul schille – veul baagelied hem. Mocht een klein stukje daarvan wederkerig zijn, dan zou mij dat ontzettend veel plezier doen. En as ge nog eet moot weite, weute ma wuune.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Tijs van den Boomen, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1354 PAGINA 22 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
Studie > VUB’er onderzocht impact van sport op kansarme jongeren
‘Sport voor Allen-beleid faalt’ BRUSSEL – Sport heeft een positieve invloed op maatschappelijk kwetsbare jongeren. Die veronderstelling wordt algemeen als waarheid aangenomen, maar is dat ook zo? VUB-onderzoeker Rein Haudenhuyse (30) onderzocht het onderwerp voor zijn doctoraatsstudie en plaatst enkele kanttekeningen.
‘D
e positieve impact zou een invloed hebben op zaken als schoolprestaties, actief burgerschap en sociale ontwikkeling,” legt Rein Haudenhuyse uit. “Men neemt zelfs aan dat je kansarme jongeren door sporten minder kwetsbaar maakt, doordat ze bijvoorbeeld geëmancipeerd worden. Men ziet het als een soort sociale integratie en neemt aan dat sport meer kansen biedt. Dat wordt gestaafd met anekdotes en bepaalde succesverhalen, zoals dat van de bokser Sugar Jackson. Ik wou nagaan of dit wel zo is en zo ja, hoe dat komt.”
sportieve context zaken als ondersteuning en warmte vindt die hij in andere contexten minder vindt. Als de voorwaarden gecreëerd worden, kan een jongere op sociaal vlak, qua zelfvertrouwen, maar ook bijvoorbeeld op gezondheidsvlak in positieve zin evolueren. Het
“Sport kan een uitweg bieden, kan kansarme jongeren een identiteit geven”
Kanttekeningen Haudenhuyse concentreerde zich voor zijn doctoraatsstudie op een Genkse boksclub en werkte achteraf mee aan de studie Werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren in sportverenigingen. Dat is het verlengstuk van zijn studie waarin tal van sportclubs en sporters werden ondervraagd. Atlemo, de Brussels Brazilian Jiu Jitsu Academy en BC Foyer Molenbeek waren de Brusselse deelnemers. “Het is natuurlijk niet evident om iemands sociale-integratiegraad te meten. Het is geen zuiver verhaal, net als het gezondheidsaspect bijvoorbeeld. Er moeten verschillende voorwaarden vervuld worden. Een jongere kan minder kansarm worden doordat hij in de
de CLUB
kan een uitweg bieden, iets waarin ze voelen dat ze goed zijn. Sport kan hun een identiteit geven.” Toch moeten hier kanttekeningen bij geplaatst worden. Het zou maar al te simpel zijn om te stellen dat je een kansarme jongere maar in een sportclub moet steken om het probleem van sociale uitsluiting uit te schakelen. “Jongeren kunnen gevoelens in hun sport vinden die ze elders niet vinden. Maar dat wil niet zeggen dat hun thuis- of schoolsituatie daarom ineens beter wordt. Een kansarme jongere die zich bij een sport-
club inschrijft, blijft kansarm en kwetsbaar. De club moet voor die kansarme jongere een sport-plus-organisatie zijn, waarbij sport wordt gebruikt om bredere maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Sport als doel en middel. Maar als het te veel een pedagogisch project wordt waarin sport maar één element is, dan haken velen af. De jongeren willen voluit sporten, punt uit.”
Wachtlijst Uiteraard spant niet elke sportclub zich in voor kansarme jongeren. Die lopen dan ook soms tegen een muur als bij de club de nadruk wordt gelegd op de prestaties en er minder aandacht is voor het extrasportieve. Oprechte interesse zoals de ‘banale’ vraag “Hoe gaat het op school?” kan een wereld van verschil betekenen. Vanuit het jeugdwerk wordt volgens Haudenhuyse vaak stiefmoederlijk naar sport gekeken, en daarbij worden de stereotypes niet geschuwd. De muren naar de sportwereld zijn soms hoog. Op verschillende vlakken wordt er tekortgeschoten, en Haudenhuyse verwacht niet meteen grote veranderingen. “Ik vind dat er onvoldoende in sport wordt geïnvesteerd vanuit de verwachtingen die men heeft. Als men verwacht dat sport een sleutel tot integratie is, dan kan men daar zelfs geen concreet plan voor uitwerken. Zo heeft men op verschillende plekken niet genoeg capaciteit om al de jongeren een plaats te geven. De basketbalploeg van Foyer moet bijvoorbeeld een wachtlijst aanleggen. Een kind heeft het recht om te sporten, maar dat kan niet altijd gestructureerd omdat alles vol zit. En als men in infrastructuur investeert, dan gaat het meest-
al om topsportaccommodatie. Men zou beter moeten nadenken over hoe je de beschikbare ruimte gebruikt.” “Ik heb het gevoel dat er vooral vanuit de basis naar oplossingen wordt gezocht, en niet echt vanuit het beleid. De Brussels Brazilian Jiu Jitsu Academy heeft bijvoorbeeld het initiatief genomen om met scholen samen te werken. Dat is een goede zaak, maar van bovenuit zouden ze ook wel eens een kijkje mogen komen nemen. Het is raar dat die overkoepelende overheid wél investeert in topsportinfrastructuur. Als ik bijvoorbeeld de transferprijzen in het voetbal hoor, dan stel ik me toch vragen.”
Voor sommigen De VUB-onderzoeker ziet heel wat mogelijkheden. Vlaanderen en België waren aan het begin van de jaren 1970 pioniers inzake ‘Sport voor Allen’-beleid, maar zijn naar de middenmoot teruggezakt. Met enkele beleidsinspanningen zou er evenwel veel bereikt kunnen worden. “Men wil inzetten op professionalisering, maar alstublieft niet van buitenaf! Het past niet altijd als iemand extern met een visie komt. Laat die professionalisering van binnenuit plaatsvinden. En leer uit de minder goede dingen die andere sectoren met die professionalisering hebben ondervonden, zoals de cultuursector.” “Voorts zou de trainersopleiding beter moeten aansluiten bij wat de clubs nodig hebben. Wat heb je aan een uitgebreide sporttechnische opleiding als je daar amper iets mee kunt binnen je club? Op de Vlaamse Trainersschool zijn de opleidingen te zwaar en te hoogdrem-
Wandelclub De Evertrotters, Evere
Jonge wandelaars gezocht EVERE – De Evertrotters moeten hun snelheid afbouwen: de gemiddelde leeftijd blijft maar stijgen, de opvolging blijft uit. Nochtans zijn de sfeer en het spektakel langs de wandelpaden meer dan de moeite waard. “Vroeger wandelden we tochten van 25 kilometer, ondertussen zijn we gezakt naar maximaal vijftien kilometer,” vertelt voorzitter Victor Van Audenrode (77). “Iedereen heeft wat extra jaren op de teller. Heel wat leden zijn al in de zeventig, en de oudste is zelfs tachtig. We haalden in het verleden gemiddeld twintig leden per wandeling, maar nu moeten we ons tevreden stellen met een twaalftal stappers. We wandelen tegen het gezapige tempo van 3,5 kilometer per uur.” De wandelclub zag het levenslicht in 1984 op initiatief van Roger De Cleen, die toen verantwoordelijk was voor de sociaal-culturele raad in Evere. Hij lanceerde verschillende projecten voor Nederlandstaligen en slaagde in zijn
opzet. De Evertrotters zagen hun ledenaantal snel groeien. “We zijn dan ook redelijk snel van één naar twee wandeltochten per maand overgeschakeld. Dat is vandaag nog altijd het geval: een korte wandeling op een namiddag en een lange wandeling die een hele dag in beslag neemt. Het Nederlands is nog steeds de voertaal, maar iedereen is welkom. We voeren geen uitsluitingpolitiek.” “We spreken altijd af aan het gemeentehuis van Evere en vertrekken samen, meestal rond negen uur ’s ochtends voor de dagwandelingen en halftwee voor de middagwandelingen. Voor onze korte tochten gaan we niet te ver van huis. Dat is, nu het sneller donker wordt, zeker geen overbodige luxe. Af en toe wandelen we ook in Brussel, maar dat is dan eerder voor een kortere tocht van acht à negen kilometer. Na de wandeling nemen we altijd de tijd om iets te nuttigen. En dan durven we wel eens te blijven plakken. Elk jaar organiseren we ook een weekendje weg.”
Leden nemen de organisatie van de wandelingen voor hun rekening en zorgen regelmatig ook voor een woordje uitleg bij bezienswaardigheden. En of het nu regent of vriest, de wandelgroep trekt erop uit. “In de winter wandelen we alleen na de middag. Er breekt nu een periode aan waarin je in het bos de prachtigste kleuren kunt zien. Onlangs zijn we aan de Wijngaardberg in Wezemaal gaan stappen: dan krijg je met het juiste zonlicht echt een knap schouwspel te zien.” “We nemen altijd onze tijd. Wandelschoenen zijn wel een absolute must. Ik heb het eens meegemaakt dat een dame met hoge hakken aan kwam draven. Ze heeft het heel de wandeling volgehouden, maar het kostte haar wel heel veel moeite.” De stapsessies verlopen traditiegetrouw met veel gebabbel en plezier, er heerst een goede groepssfeer. Maar dat dreigt dus verloren te gaan als de opvolging uitblijft. “We proberen wat met mond-tot-mondreclame en denken
eraan om in het gemeenschapscentrum Everna flyers te leggen. We weten het niet goed... Het probleem is dat er geen enthousiasme is bij jongere stappers. En dan bedoel ik niet
BDW 1354 PAGINA 23 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
© ATLEMO
David Steegen De laatste minuut Ahmed Hassan, ‘de Farao’, is op bezoek in Brussel. De magische nummer tien heeft maar twee seizoenen (2006-2008) voor RSC Anderlecht gevoetbald, maar de Egyptenaar bezorgde paars-wit een titel en een beker. Ondanks het korte verblijf behoort hij tot ‘de groten’ van de club. Hij ziet hoe zijn voormalige werkgever de wedstrijd tegen een stug KV Kortrijk in de laatste minuut wint. “Awel, ik ben content,” zegt RSC Anderlecht-voorzitter Roger Vanden Stock met een zucht. De preses heeft tegen zijn gewoonte in zelfs aan de rand van het veld postgevat om te genieten. Dat doet hij hoogst zelden. Normaal gezien komt hij niet verder dan de spelerstunnel. Hij slaat alle medewerkers die in zijn buurt staan, op de schouders. “Gerechtigheid is geschied. We verdienden het te winnen.” Hij beleeft veel plezier aan dat late en enige doelpunt. Positief aanvallend voetbal zit in het DNA van de club. Toegegeven, het lukt niet altijd, maar de club zit in een goede fase. Dat veel tegenstanders zich tegen Anderlecht komen ingraven, is normaal. Elke club strijdt met de middelen die ze ter beschikking heeft. KV Kortrijk wordt geleid door een slimme, sluwe, doortastende coach. Ondanks het beperkte budget – zowat zes maal minder dan dat van Anderlecht – staat de club op een verdienstelijke vijfde (en na de wedstrijd zesde) plaats. De overwinningsgoal in de laatste minuut staat gelijk met zuiver geluk. De ontlading in het Constant Vanden Stockstadion gaat door merg en been en zal tot de volgende wedstrijd (tegen AC Milan) blijven nazinderen. Iedereen is deelgenoot van die ene goede actie van Dieumerci Mbokani. Een wedstrijd lang wordt op het doel van de Zuid-Afrikaan Darren Keet ingebeukt. Paal, keeper en eigen onmondigheid staan de overwinning
Een van de conclusies van VUB-onderzoeker Rein Haudenhuyse: “Het beleid in Brussel is rampzalig. De verschillende bevoegde gemeenschappen praten niet met elkaar.”
pelig. Je moet het opleidingsaanbod hanteren als een sterkte, niet als een drempel.” Wat het Brusselse aanbod betreft, roemt Haudenhuyse de initiatieven die hij onderzocht. Maar dat optimisme verdwijnt snel als hij het Sport voor Allen-beleid in Brussel aanhaalt. “Dat is rampzalig. De verschil-
lende bevoegde gemeenschappen praten niet met elkaar. Er loopt ongelooflijk veel sportief talent rond, maar dat wordt niet bereikt omdat iedereen op zijn eiland zit. Het is eerder een ‘Sport voor Sommigen’-beleid.”
Tim Schoonjans
negentig minuten lang in de weg. Gefrustreerd valt Anderlecht aan. De spelers van KV Kortrijk proberen het aanvalsritme van paars-wit te breken door tijd te winnen, op alle mogelijke manieren. Een laat doelpunt heeft ook iets onrechtvaardigs, voor de verliezer dan. Ooit voerde de Uefa de regel van de ‘Golden Goal’ in. Die maatregel hield in dat de ploeg die het eerst scoort na de reguliere speeltijd (van negentig minuten), de wedstrijd wint. Het Europees kampioenschap in 2000 werd gewonnen na zo’n gouden doelpunt. David Trezeguet, de voormalige ster van AS Monaco, maar vooral van Juventus, scoorde het winnende doelpunt voor Frankrijk in de finale tegen Italië in Rotterdam. Het doelpunt leverde hem een droomtransfer naar Turijn op. De mooie goal is een van de meest onrechtvaardige doelpunten uit de geschiedenis van het internationaal voetbal. Italië verdiende minstens een wederwoord, de resterende speeltijd van de verlengingen volmaken om het onrecht weg te wissen met een gelijkmaker. De regel heeft dan ook niet lang standgehouden. De strafschoppenreeks is iets eerlijker om een winnaar aan te wijzen. Eén tegen één. Hoewel... Op hetzelfde EK miste Nederland maar liefst vijf strafschoppen in de halve finale tegen datzelfde Italië: twee tijdens de wedstrijd en drie in de beslissende strafschoppenreeks. Ach, sport is soms onrechtvaardig, maar dit doelpunt heeft paars-wit niet gestolen. De voorzitter heeft gelijk. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
© CECILIA PLAIZIER
Timmermans KLIMT NAAR EUROPESE TITEL BRUSSEL – Loïc Timmermans heeft het Europees kampioenschap bij de jeugd, categorie A, op zijn palmares geschreven. Het Franse Gémozac ontving begin november het EK voor de jeugd. België vaardigde een sterke ploeg van zeventien klimmers af, van wie er vijf de finales haalden, onder wie de zeventienjarige Timmermans. In één dag tijd kreeg hij zowel de kwalificaties als de finale voorgeschoteld. De Brusselaar loste meteen de hoge verwachtingen in. Tijdens de kwalificaties maakte hij de perfecte klim,
waardoor hij als laatste aan de finale mocht beginnen. Bij het zien van de klimmuur voor de finale was zijn enthousiasme groot. Hij zag en vond vrij snel de beste route en klom dan ook gezwind naar boven. Daar waar zijn concurrenten het moeilijk kregen, bleef de fysiek sterke Timmermans rustig klimmen en sloeg hij zelfs nog twee grepen over. De top haalde hij net niet, maar zijn beklimming was wel genoeg voor de Europese titel: een prachtige revanche voor het gemiste WK in augustus. TS
Zwemmarathon voor het goede doel SINT-GILLIS – Brussels Gay Sports (BGS) organiseert voor de zeventiende keer Swim for Life.
De Evertrotters nemen de tijd voor een woordje uitleg bij bezienswaardigheden onderweg.
per se twintigers; het mogen ook dertigers en veertigers zijn.” “Als het zo doorgaat, zal het op een bepaald moment eindigen. Er kruipt nochtans niet
zoveel werk in en geloof me, het is echt leuk. Geïnteresseerden mogen mij altijd bellen op 02-757.06.39. Iedereen is welkom.” TS
Het principe van de zwemmarathon verandert niet: de weken voor het evenement gaan de zwemmers op zoek naar sponsors die hen met donaties belonen voor het aantal afgelegde lengtes in het Victor Boinzwembad. Gemiddeld brengt een zwemmer 120 euro in de kassa; het ingezamelde geld (liefst 320.000 euro tijdens de zestien voorgaande edities) gaat naar projecten
ter bestrijding van en preventie over aids. Deelnemers nemen in ploegen deel en kunnen dus zelf kiezen hoeveel ze zwemmen. Swim for Life is op zondag 25 november, één week voor Wereldaidsdag, van ’s middags tot 18 uur. Het is een evenement waar iedereen op zijn niveau en snelheid zwemt, maar waar vooral veel plezier wordt gemaakt: gedanst, gespeeld, gedronken – kortom, één groot feest. Niet voor niets komen er ook elk jaar zwemmers uit het buitenland overgevlogen om mee te doen. Meer op swimforlife.bgs.org. TS
BDW 1354 PAGINA 24 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
zaIE
WAT EEN JOB! – AFLEVERING 9 de snoepmaakster
O VO
RE
Z
R IE D E
O T 13 J A T 9
• BD W R A
‘Vaak spuwen we het snoep weer uit’ OEPie,ts “SN h phie s toc
© SASKIA VANDERSTICHELE
EN VAN
Ben je met een snoepwinkel begonnen omdat je zelf een snoeper bent? Sophie (S): (glimlacht) Nee, niet echt. Ik hou zeker niet van de bekende winegums of van al de zoetigheid van Haribo en zo. Eigenlijk zijn de snoepjes die wij zelf maken, zowat de enige die ik lust.
DOOR PATRICK JORDENS
dat i ” zegt So inkel ote o ep w isch! mag an de sn bij de Gr e v tz k Pons bble. Vla verkoop en, k n u a e b papa t maakt lerlei sm an v l Mark jes. In a leuren: oot, p k sn e o n sno men e tot kok arijn. r o n n v e a d melo os tot m r nog r e t wa bo n e .. s ka f r am van terklaa opdoen. e Sin irati insp
En waarom ben je dan wél snoepjesmaker geworden? Niet meteen een ‘gewone’ baan toch...? S: (lacht) Het leek me leuk om een snoepwinkel te hebben. Toen ik een tijdje in Barcelona woonde, heb ik zo’n papabubble-winkel ontdekt. Ik zag ze er zelf snoep maken, en dat vond ik heel fascinerend. Het was vooral de creatieve kant van de job die me aansprak, dat je zelf snoepjes kan uitvinden! We proberen hier voortdurend verschillende smaken uit, en ook verschillende designs. Want snoep, dat eet je ook met je ogen, hé. Dus langs de ene kant gebruik je je hersenen, en langs de andere kant je handen. Wij maken al ons snoepgoed zelf! Het is artisanaal snoep waar geen smeerlapperij in zit. Wat versta je onder ‘smeerlapperij’? S: Kunstmatige kleurstoffen en bewaarstoffen bijvoorbeeld. Of gelatine, dat komt hier niet binnen. Wat zit er dan wel zoal in jullie snoep? S: Ons snoep bestaat voor 98 procent uit suiker, Belgische biologische suiker, en glucose. Daar voegen we dan een beetje citroenzuur aan toe en de aroma’s om er een bepaalde smaak aan te geven. Een aroma zorgt ervoor dat een snoepje bijvoorbeeld naar aardbei of naar peer smaakt? S: Klopt, de aroma’s, dat zijn de vloeistoffen die je daar ziet (ze wijst naar een massa flessen met kleurrijke vloeistoffen erin, net als in een scheikundig lab). Natuurlijke aroma’s zijn het, en ze geven een vruchtensmaak af omdat we ze op een heel hoge temperatuur toevoegen aan de suiker. We schenken veel aandacht aan goeie basisproducten voor onze snoepjes. Hebben jullie bepaalde specialiteiten? S: Goh, nee, want we veranderen constant. Op dit ogenblik zijn we snoep aan het bedenken voor Sinterklaas: met de smaak van mandarijn, sinaasappel en kaneel, en we gaan ook iets uitproberen met speculaas. Spannend! Voor de vorm denken we aan de staf van Sinterklaas, maar dan in XXS-formaat. Wij maken alleen ‘harde’ bonbons – rock candy heet het in het Engels – en lolly’s. Als jullie alles zelf maken, proeven jullie dan ook alles zelf?
“Hoe mijn job officieel heet? Euh, geen idee. Sommige klanten en vrienden noemen me Madame Bonbon, en dat vind ik best oké,” zegt Sophie van de snoepwinkel papabubble. En dan zet ze haar tanden in een van haar giga-lolly’s.
S: Ja, natuurlijk, want soms proberen we vijf manieren uit om de goeie smaak te krijgen. Maar we slikken niet altijd door, hé: vaak spuwen we het snoep gewoon weer uit (lacht). Intussen zijn er al zo’n vijftien
papabubbles over de hele wereld, van Tokyo over Amsterdam tot Lissabon. Wat is het geheim van het succes? S: Mmm, ik denk dat dat komt omdat we niets te verbergen hebben in onze shops. In elke papabubble kun je zien hoe en met
BDW 1354 PAGINA 25 - DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012
[ SORRY ] SNORRY ?
welke ingrediënten het snoep gemaakt wordt. Je kan als klant ook vragen stellen. Kortom, je weet beter wat je in je mond en maag stopt. Ik geloof ook dat als je ziet hoeveel tijd en zorg het vraagt om lekker én kwaliteitsvol snoep te maken, je het meer gaat appreciëren. Het smaakt anders dan het zoveelste snelle snoepje.
Ik haat lezen! Ongeveer 5 procent van alle schoolkinderen heeft dyslexie...
Maar het is en blijft natuurlijk erg veel suiker. Wist je dat een op de vijf Belgische kinderen zwaarlijvig is? S: (schrikt) Echt? Eén op de vijf, oei, dat is veel... Maar ik denk toch niet dat dat te maken heeft met snoepen alleen. Je moet vooral evenwichtig eten, en opnieuw: je moet goed weten wat je eet en drinkt. Ook als het om groenten of fruitsap enzovoort gaat, want in veel soorten voeding en drank zit een fikse portie suiker. Dat beseffen we niet genoeg! En zoals bij zoveel dingen is het ook bij snoepen een kwestie van niet overdrijven.
Dyslexie is een leesstoornis waarbij je je hersenen een beetje anders gebruikt dan de meeste mensen. Je wisselt woorden en letters van plaats, of leest letters ondersteboven. Alle letters lijken wel om elkaar heen te dansen. Logisch dat kinderen met dyslexie meestal een hekel hebben aan lezen. Daarom loopt er nu een campagne om hen op een andere manier aan het lezen te krijgen: met hun oren!! Want ook wie dyslexie heeft, moet af en toe kunnen genieten van bloedstollend spannende verhalen of heerlijk romantische sprookjes! In de Luisterpuntbibliotheek, maar ook in de meeste gewone bibliotheken, vind je Daisy-boeken. Dat zijn boeken die helemaal ingelezen zijn door goeie voorlezers. Ze zijn te beluisteren met een Daisy-speler, maar evengoed op de computer of met een mp3-speler. Meer info vind je op www.luisterpuntbibliotheek.be of www.ikhaatlezen.be. Meer dan drieduizend luisterboeken liggen op je te wachten...
Tot slot, wat is jouw favoriete smaak van alles wat je al hebt gemaakt? S: Op dit moment hou ik vooral van de kokosnoot met gembersmaak, en van de kers met kaneel, mmmm, heerlijk! Maar de ene dag lust ik dit, de andere weer iets anders. Dat is normaal, hé. Je stapt niet elke dag op dezelfde manier uit bed...
© SASKIA VANDERSTICHELE
BLIKVANGER
Poing, spaloef! BENGGGGG! En we blijven nog even bij leuke luisterboeken, want Het Geluidshuis heeft het sprookje van Klein Duimpje in een nieuw en flashy jasje gestoken. Bertram Plastiek, zijn vrouw Poly Ethylena, zijn helper (de Wit-Russische fixer Vladimir Gladjanoeszj) en de modeontwerper Walther Van Nootenberghs: het zijn maar enkele van de hilarische personages die in deze maffe versie van De zevenmijlslaarzen rondlopen. Met liedjes en knotsgekke – poing, spaloef! BENG! – geluidseffecten erbovenop. Dimitri Leue, Koen De Graeve en andere getalenteerde acteurs zetten hun beste beentje voor om je op een lange herfstavond, temidden van een stapel kussens, te laten genieten van deze geestige cd-soap.
papabubble (ja, met kleine p) ligt op de Kolenmarkt nummer 13. Als je er langsloopt, zie je Sophie, Silvana en haar collega’s vaak snoep bereiden. Indrukwekkend! Je kan hun ook een opdracht geven: een lolly met je initialen of je naam op bijvoorbeeld...
Idulfania door Brecht Evens
PS In de klerenwinkel Fred & Ginger kan je nu regenlaarzen kopen, gebaseerd
op de tekeningen uit het cd-boekje van De zevenmijlslaarzen. Kijk eens op www.heerlijkhoorspel.be en www.fredginger.be.