Zazie, een jongerenkrant met pit EMMA DE SWAEF GIDST ONS DOOR HET ANIMAFESTIVAL En ook: Wim Vandekeybus, Thomas Bayrle en Manuel Hermia.
07 02 13
De vernieuwde maandelijkse bijlage zit in het midden van deze krant
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
© SASKIA VANDERSTICHELE
Raveel leeft voort in metrokunst Vorige week overleed kunstenaar Roger Raveel (1921-2013), Vlaams pionier van de Nieuwe figuratie. In metrostation Merode kwam hij in 19761977 een bijna vijftien meter lange muurfries aanbrengen, toen op de eerste metrolijn die Woluwe met Molenbeek verbond. Raveels signatuur blijft hierdoor voorgoed present in de (ondergrondse) publieke ruimte van de hoofdstad. De titel van het kunstwerk, Ensor: Vive la sociale, refereert
aan het klassenbewustzijn, de emancipatie en de communicatie doorheen de tijd. Het begint met verwijzingen naar de Vlaamse primitieven. Geeft kritiek op stedenbouwkunde met ‘Bouwgrond te koop / met toelating om alle bomen te rooien’. Laat gehaaste passanten zien, en de typisch witte vlakken die de kijker vrijheid gunnen tot invulling. Dankzij twee zelfportretten op de muur blijft Raveel zelf ook eeuwig present. JMB
Werk > Raad van State kritisch voor Franstalig onderonsje Actiris-Bruxelles Formation
Vlaamse werklozen in de hoek BRUSSEL – Actiris (arbeidsbemiddeling) en Bruxelles Formation (beroepsopleidingen) gaan nauw samenwerken. Zo nauw, dat de Raad van State er opmerkingen bij plaatst. Vooral het Franstalig onderonsje is een doorn in het oog.
D
e Brusselse regering heeft een ordonnantie klaar die binnenkort in het Brussels parlement wordt besproken, en die toelaat dat Actiris een verregaande samenwerking aangaat met Bruxelles Formation. Actiris (Brussels Gewest) zorgt voor de arbeidsbemiddeling op het Brusselse grondgebied. Bruxelles Formation is een instelling van de Franstalige Brusselaars (Cocof ) en biedt beroepsopleidingen
aan. Actiris en Bruxelles Formation zullen gezamenlijke infosessies aanbieden, en andere vormen van synergie aangaan. Bovendien krijgt elke werkzoekende een uniek dossier waarin hij in zijn zoektocht naar werk van nabij zal worden gevolgd. De samenwerking is op het eerste gezicht niet onlogisch. Actiris kan vandaag wel de werkzoekende vragen om opleidingen te volgen, maar heeft er geen zicht op of die dat ook
écht doet. Een gezamenlijk beheerd dossier moet soelaas brengen. Vreemd genoeg is in de ordonnantie op geen enkele plaats sprake van de Nederlandstaligen. Brussels parlementslid Elke Roex (SP.A) vreest dat door een uniek Franstalig dossier de Nederlandstalige beroepsopleiding van de VDAB in Brussel buitenspel wordt gezet. “VDAB-Brussel krijgt de opleidingsplaatsen nu al niet vol, en moet die aanvullen met werklozen uit de rand,” aldus Roex. Wie verbaasd reageert is Marc Deleye, directeur van VDAB-Brussel. Hij noemt het “niet normaal” dat de Nederlandstalige beroepsopleiding er niet aan te pas komt. Ook de Raad van State is kritisch
voor de nieuwe ordonnantie van de Brusselse regering. Volgens de administratieve rechtbank is het gelijkheidsbeginsel mogelijk geschonden, omdat het Brussels tweetalig gewest alleen met de Franstaligen een akkoord sluit, terwijl ook de Vlamingen in Brussel beroepsopleidingen organiseren. Kan VDAB dan geen akkoord sluiten met Actiris? Toch wel. In 2006 hebben Vlaanderen en Brussel een akkoord ondertekend, “maar dat gaat vooral over interregionale mobiliteit, namelijk Brusselse werklozen in Vlaanderen aan de slag helpen,” zegt Elke Roex, “en zeker niet over een gezamenlijk dossierbeheer.” Yves Bastaerts, de Nederlandsta-
lige adjunct-directeur van Actiris, maakt zich intussen sterk dat Actiris ook met VDAB een gezamenlijk dossierbeheer zal opzetten. Dat staat zo in het nieuwe beheerscontract van Actiris. Al is daar wel nog geen wettelijk initiatief voor. Intussen doet het Vlaams-Brussels werkveld (Tracé en VDAB-Brussel) er alles aan om het aanbod aan Nederlandstalige beroepsopleidingen zo goed mogelijk kenbaar te maken bij de - vooral Franstalige - Actirisconsulenten. Want al zijn er weinig Vlaamse werklozen in Brussel (2 à 3 procent), het opleidingsaanbod staat open voor iedereen. Steven Van Garsse
N° 1364 VAN 7 TOT 14 FEBRUARI 2013 ¦ WEEK 6: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1364 PAGINA 2 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013 © BART DEWAELE
Uitgelicht > Meerjarenplan NMBS 2013-2025 ingekeken
NACHTTAXI KOST OVERHEID HELFT VAN BUS BRUSSEL - Het nachtelijke busnet Noctis kost de Brusselse overheid per gebruiker dubbel zoveel dan de collectieve taxidienst Collecto. Noctis en Collecto werden in de periode 2007-2008 opgericht. Na twee jaar bleek het nachtelijk openbaar vervoer geen onverdeeld succes. De Collectotaxi’s werden amper gebruikt. In maart 2010 vervoerde de taxidienst maar goed 800 reizigers. En Noctis kostte de vervoersmaatschappij MIVB handenvol geld. Daarom reduceerde minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) in april 2010 het aantal Noctis-lijnen van zeventien naar elf. Alleen de meest succesvolle bleven over. Ter compensatie werden de Collecto-taxi’s goedkoper - van 8 naar 5 of 6 euro voor een ritje - en kwam er een grote publiciteitscampagne voor de taxidienst. Nu, bijna drie jaar later, noemt Grouwels de hervormingsoperatie geslaagd. Collecto heeft inmiddels gemiddeld 9.723 gebruikers per maand. Voor heel 2012 waren het er 116.682, bijna een kwart meer dan in 2011. Ook zitten de taxi’s steeds voller - gemiddeld bijna drie passagiers per rit - zodat de kostprijs voor de overheid per gebruiker lager wordt. De gewestelijke bijdrage bedraagt nu 5 euro per gebruiker, tegen 7,5 euro voor de hervorming. In totaal kost Collecto de Brusselse overheid vandaag 600.000 euro op jaarbasis. Voor de reorganisatie was dat 50.000 euro. De kostprijs van het nachtelijke busnet Noctis is door de afslanking gedaald van 2,2 miljoen euro per jaar naar 1,5 miljoen. Tegenwoordig maken elk weekend tussen de 3.000 en 4.200 mensen gebruik van Noctis. Dat is bijna net zoveel als het aantal gebruikers van voor de hervorming. De overheidsbijdrage per gebruiker is daardoor gezakt. Maar ze bedraagt nog altijd een kleine 10 euro per gebruiker, bijna het dubbele van Collecto. Toch vindt de minister dat beide vormen van nachtvervoer behouden moeten blijven, want “ze zijn complementair.” De Noctis-bussen rijden op vrijdag- en zaterdagnacht tussen twaalf en drie. De taxidienst van Collecto, te bestellen via 02/800.36.36, werkt zeven dagen op zeven tussen elf uur ‘s avonds en zes uur ‘s ochtends. HUB
Brusselaar versus pendelaar: 1-0 BRUSSEL – Het investeringsplan 2013-2025 van de NMBS-groep, dat BDW kon inkijken, gaat er prat op een langetermijnvisie voor het spoor uit te tekenen. De belangrijkste mobiliteitsknoop in de hoofdstad wordt echter niet doorgehakt. De NMBS laat de oplossing voor de Noord-Zuidverbinding aan zijn eigen lot over. De Brusselse regering brengt daar weinig tegen in.
E
erst dit: inzage in het meerjarenplan 2013-2025 leert ons dat de realiteit bijzonder complex is. De opstellers pleiten in een contextbeschrijving onomwonden voor de mogelijkheid om hun langetermijnplanning te kunnen aanpassen en waar nodig zelfs volledig te kunnen bijsturen. Er staat eigenlijk net niet dat men de langetermijnplanning liever kwijt dan rijk is. Dat legt een interessante paradox bloot: iedereen beseft de noodzaak om een langetermijnvisie te hebben, maar iedereen wil die visie ook zo snel mogelijk kunnen veranderen indien dat nodig wordt geacht. Maar laten we kijken naar waarover het investeringsplan het
concreet heeft. De NMBS-groep verwacht dat het reizigersvervoer tegen 2025 sterk zal groeien, onder meer dankzij de ingebruikname van het Gewestelijk Expressnet. In 2008 bedroeg het aandeel van de trein in het totale aantal verplaatsingen in België zeven procent, in 2030 zal dat negen procent zijn. Dat lijkt niet veel, maar is het wel. Voor de reizigers die de trein zullen nemen wil de NMBS-groep vooral stipt, veilig en betrouwbaar zijn. De grootste groei van het reizigersvervoer wordt verwacht in de categorie ‘andere motieven’, en niet in de categorie ‘woon-werk/schoolvervoer’. Met andere woorden: we zullen de trein vaker als noodza-
kelijk beschouwen voor verplaatsingen die niet noodzakelijk zijn.
Alternatieve stations De belangrijkste mobiliteitsknoop van ons land, en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, blijft onontward: de Noord-Zuidverbinding. Heel wat treinen doen die tunnel tussen het Noord- en Zuidstation aan, en al in 2008 klonk het dat die
nel. De tweede optie is het beperken van het aantal doorgaande treinen door de invoering van kopstations (waar treinen hun eindhalte hebben, red.), met eventueel pendeltreinen tussen noord en zuid. Dat betekent echter dat de problemen van de treintunnel naar de stations worden verplaatst. Wanneer treinen in kopstations moeten stoppen, moeten ze immers in het station
Het investeringsplan kan voor 2025 worden omgegooid, en de Brusselse regering kan daarvan profiteren tunnel de maximumcapaciteit had bereikt. Het investeringsplan laat na definitieve oplossingen aan te reiken. Zeker, er worden twee grote scenario’s naar voren geschoven. Het eerste is meteen onhaalbaar wegens geldgebrek: een nieuwe tun-
terechtkunnen, en daarvoor is een uitbreiding van de stations nodig. Volgens onafhankelijke studies, zo stelt het investeringsplan, is dat niet haalbaar op korte termijn. Wat er dan wel moet gebeuren? Daarover zwijgt men in het investeringsplan.
DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS
De sneeuw mag dan alweer gesmolten zijn, een dikke sjaal en een superhoofdtelefoon om de oortjes warm te houden blijven wonderen doen wanneer de wind koud door Brussel blaast.
© JO VOETS
WEEKOVERZICHT
BDW 1364 PAGINA 3 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
© BART DEWAELE
WOENSDAG 30 JANUARI ZES miljoen euro voor onderwijs. De Vlaamse regering trekt een totaalbedrag van 39 miljoen euro uit voor het Vlaamse onderwijs, waarvan zes miljoen euro naar het Nederlandstalig onderwijs in Brussel gaat. Antwerpen krijgt twintig miljoen euro. Dat is niet naar de zin van zowel het Brusselse gemeenschapsonderwijs als de vrije scholen, die vrezen dat Vlaanderen Brussel loslaat. Minister Pascal Smet (SP.A) zegt dat Brussel de voorbije jaren al heel wat middelen heeft gekregen.
DONDERDAG 31 JANUARI OPHEF OVER TAALTEST IN FRANSTALIG ONDERWIJS. Volgens Le Soir wil de minister van de Franse Gemeenschap MarieDominique Simonet (CDH) geen afzonderlijke taaltests invoeren in het Brusselse Franstalige onderwijs en in het Franstalige onderwijs in Wallonië. Vanaf het tweede middelbaar zou er in beide netten een taaltest Nederlands moeten komen. Maar vermits Nederlands in het Brusselse Franstalige onderwijs een verplichte taal is en leerlingen in Franstalige scholen in Wallonië kunnen kiezen tussen Engels, Nederlands of Duits zou zo’n algemene taaltest Franstalige Waalse leerlingen discrimineren, zegt Simonet. Het alternatief, afzonderlijke taaltests, ziet de minister ook niet zitten omdat dat zou neerkomen op de ‘regionalisering’ van het Franstalig gemeenschapsonderwijs in een Brussels en een Waals deel.
Brussel hoopte met een lokaal GEN-netwerk een alternatief te bieden voor het eveneens verzadigde MIVB-net.
Wel wordt vooropgesteld dat een belangrijk deel van het GEN-netwerk dat tussen nu en 2016 in werking zal treden niet het Noord- en het Zuidstation als bestemming heeft, maar wel alternatieve stations, zoals Schuman. Dat is logisch, vermits je geen extra treinen door een al verzadigde tunnel kan sturen.
Stadsvlucht Hoewel men zich niet uitspreekt over een definitieve oplossing voor de Noord-Zuidverbinding, laat de NMBS wel een achterpoortje open. In het plan staat immers dat er voor
“ “ HET GETAL
de uitvoering nauw moet worden samengewerkt met de gewesten, en dat de gewesten bijkomend oplossingen kunnen financieren. Als lokaas voor alternatieve oplossingen aangedragen door de gewesten stelt de NMBS meer dan anderhalf miljard euro in het vooruitzicht - bovenop de 25 miljard euro waarover het in het plan 2013-2025 gaat. Het is algemeen geweten dat de Brusselse regering geen liefhebber is van de Noord-Zuidverbinding. Door die verbinding te brandmerken als “alleen voor de pendelaar” heeft ze haar slag thuisgehaald. Maar de Brussel-
se regering stelt ook, bij monde van minister-president Charles Picqué (PS), dat het investeringsplan 20132025 nog altijd niet tegemoetkomt aan de Brusselse noden: er wordt immers geen lokaal GEN-netwerk gebouwd. Brussel wilde zo’n netwerk als alternatief voor het eveneens verzadigde MIVB-net. Charles Picqué zegt dat het GENnetwerk vergezeld moet worden “door maatregelen die de stadsvlucht moeten tegengaan.” Dat is de eigenlijke inzet, dus. Christophe Degreef
Van twee dingen één: ofwel gaan de inwoners van Parijs binnenkort aan een epidemie ten onder, ofwel heeft Brussel zich vergist” Federaal minister van Economie Johan Vande Lanotte (SP.A) vindt het een “groot probleem” dat de 4G-technologie voor mobiel internet niet in de hoofdstad kan worden uitgerold door de strenge Brusselse emissienormen (Belga).
We hebben er decennia over gedaan om de schadelijkheid van asbest in te zien, maken we vandaag niet dezelfde fout?” Philippe Lamberts, Europarlementslid voor Ecolo, verdedigt het beleid van minister van Leefmilieu en partijgenoot Evelyne Huytebroeck om paal en perk te stellen aan het “bad van straling” waaraan Brusselaars worden blootgesteld (Telebruxelles).
+10,7%
De Brusselse woningmarkt kruipt verder uit het dal. De gemiddelde prijs van een huis is in 2012 met 10,7 procent gestegen, ten opzichte van 2011. Bij de appartementen is er een stijging van 4,4 procent. Dat blijkt uit de jaarlijkse Notarisbarometer. In de rest van België is de stijging minder spectaculair. Er zijn in Brussel ook
meer woningen verkocht dan vorig jaar. De cijfers bevestigen wat ook blijkt uit de inkomsten uit de registratierechten. Die maken een duik in 2009, maar in 2012 zit Brussel bijna terug op het niveau van 2007. De notarissen geven ook cijfers per gemeente. Voor de huizenmarkt zijn er mooie verkopen genoteerd in Elsene, de Woluwes, Heembeek, Molenbeek en Koekelberg. De mediaanprijs voor een appartement met twee slaapkamers in de negentien gemeenten bedraagt 195.000. De twee Woluwes komen in alle categorieën (huizen, appartementen) in de SVG top vijf voor.
‘BRUSSEL HELPT’ HAALT 15.000 EURO OP. De benefietactie van radiozender FMBrussel en de Beursschouwburg, Brussel helpt, heeft 15.000 euro financiële hulp opgehaald. Het evenement trok ook veel volk vorige week zaterdag, maar liefst 1600 mensen. De radiozender spreekt van een succes.
VRIJDAG 1 FEBRUARI OPENBAAR VERVOER DRIE PROCENT DUURDER. Door de indexering van de vervoerprijzen betaalt de MIVB-reiziger vanaf vandaag drie procent meer voor een ticket. Ook abonnementen voor 65-plussers worden duurder: voorheen waren die gratis, maar vanaf mei kosten ze zestig euro per jaar. Scholierenabonnementen worden dan weer goedkoper, van 204 euro naar 120 euro per jaar. protest tegen tram 9. Jetse handelaars en marktkramers vrezen de komst van tram 9 van Simonis naar het UZBrussel. Tezamen met die tram zou ook het Koningin Astridplein worden heraangelegd met een ondergrondse parking. De handelaars vrezen dat door de werkzaamheden de klanten weg zullen blijven. Het dossier sleept al tien jaar aan. dan toch verbinding met nederland. Vanaf 18 februari zet de NS een dagelijkse verbinding in tussen Den Haag en Brussel. Eerst zal die alleen ‘s ochtends en ‘s avonds rijden, vanaf maart acht keer per dag. Een verlenging tot Amsterdam behoort voorlopig niet tot de mogelijkheden wegens “te druk treinverkeer”. De nieuwe internationale verbinding vervangt de gefaalde Fyra-hogesnelheidstrein tussen Brussel en Amsterdam.
MAANDAG 4 FEBRUARI BIJNA HELFT MEER GEBOORTES OP vijftien JAAR. Sinds 1995 is het aantal geboortes met 45 procent toegenomen. Waar er in 1995 nog 12.338 Brusselse vrouwen een kind kregen, waren er dat in 2011 volgens het Rijksregister al 18.301. Sinds kort stagneert het geboortecijfer in Brussel wel. In 2011 waren er 300 geboortes minder dan in recordjaar 2010. In heel het land werden er zo’n 1.500 minder kinderen geboren.
DINSDAG 5 FEBRUARI VERBREDING RING KOST EEN MILJARD EURO. Een studie die door Groen werd besteld zegt dat de verbreding van de Ring rond Brussel ongeveer een miljard euro zou kosten. Ook zou door een bredere ringweg rond de stad het aantal files toenemen. Het studiebureau dat Groen ingeschakeld heeft, Transport & Mobility Leuven, voerde eerder ook al studies uit voor de Bond Beter Leefmilieu en Greenpeace. NMBS-INVESTERINGSPLAN VOORGESTELD. In het federaal parlement wordt het NMBS-investeringsplan voor 2013-2025 voorgesteld. Dat plan geeft een overzicht van alle komende investeringen bij het spoor. En dat zijn er heel wat, want de burger zal steeds vaker op de trein vertrouwen. De voornaamste Brusselse mobiliteitsknoop wordt echter niet ontward: er is geen definitieve oplossing voor de Noord-Zuidverbinding. BDW kon dat vaststellen door het investeringsplan in te kijken. Samengesteld door Christophe Degreef
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1364 PAGINA 4 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Mobiliteit > Brieuc de Meeûs, nieuwe CEO van de MIVB
‘Met de metro rijden moet een belevenis zijn’ BRUSSEL – Brieuc de Meeûs is sinds september de nieuwe CEO van de MIVB. Het openbaar vervoersbedrijf heeft succesvolle jaren achter de rug, maar het zal slagvaardiger moeten worden, zegt De Meeûs. “Ons bedrijf is een sumokampioen, maar moet een tienkamper worden.”
H
et groeipad van de MIVB van de laatste tien jaar oogt indrukwekkend. Het aantal ritten stijgt spectaculair, het marktaandeel gaat omhoog, de capaciteit wordt stelselmatig verhoogd. Maar de MIVB kan niet op haar lauweren rusten. De uitdagingen voor de nabije toekomst zijn enorm. De verwachte bevolkingstoename noopt de openbare vervoersmaatschappij tot gigantische nieuwe investeringen. Tegelijk wil Brussel het autoverkeer terugdringen en moet er dus meer en beter openbaar vervoer worden aangeboden. De vraag naar openbaar vervoer zal tegen 2016 met maar liefst dertig procent stijgen. Hoe de MIVB in die opdracht kan slagen maakt deel uit van het beheerscontract dat de Brusselse regering met de MIVB sluit en dat over enkele weken gefinaliseerd moet zijn. De kersverse MIVB-baas Brieuc de Meeûs, voordien aan de slag bij het afhandelingsbedrijf Flightcare, heeft dus al van bij de start heel wat katten te geselen. Hijzelf blijft er hoogst placide bij. Wat is het grootste verschil met uw vorige job? De Meeûs: “De MIVB is een openbaar bedrijf. Het doel is niet winst maken maar het organiseren van een publieke dienst. Dat wil niet zeggen dat we het geld niet goed moeten beheren. Maar de doelstelling is anders.” Merkt u dat verschil ook in het contact met het bedrijf? De Meeûs: “Ja. De bedrijfscultuur is anders. Het gaat allemaal wat trager. Het bedrijf is logger dan een privébedrijf. De MIVB is kampioen op vele vlakken, maar het is een sumokampioen. Ik ben op zoek naar een kampioen in de tienkamp, waarbij souplesse heerst en een groot aanpassingsvermogen.” “Daarmee heb ik niets negatiefs gezegd over de bedrijfscultuur van de MIVB: ook sumoworstelaars zijn kampioenen, geruggensteund door een hele filosofie. Maar
het
ontbreekt
aan
flexibiliteit.”
De hamvraag is hoe de MIVB de toekomstige investeringen zal kunnen betalen. In het ergste geval is 1,7 miljard euro nodig, bovenop de huidige dotatie. De Meeûs: “Voor de duur van ons toekomstig beheerscontract is er sprake van 1 miljard. We zoeken sa-
“Het afsluiten van de metrostations met poortjes is vooral een ethische kwestie. Rijden zonder te betalen is niet eerlijk ten opzichte van wie wel betaalt”
men met de overheid naar oplossingen. Want let op: we zullen dat geld moeten vinden. We denken aan Beliris, publiek-private samenwerking, … Er liggen verschillende pistes op tafel. We kunnen ook een aantal investeringen uitstellen, met een of twee jaar. Zo kunnen we dat miljard wel vinden.” Moet het beheerscontract niet net die knopen doorhakken? De Meeûs: “Het beheerscontract geeft pistes, geen definitief uitsluitsel. Bovendien is het nog niet gefinaliseerd.” Mobiliteitsspecialisten verwijzen naar rekeningrijden als nieuwe bron van inkomsten. De Meeûs: “Dat is een mogelijkheid maar het is niet aan de MIVB om hierover te beslissen. Dat is een
politieke keuze. En bovendien een erg complexe. Londen heeft miljarden geïnvesteerd om het systeem van de stadstol op poten te zetten. De files zijn verdwenen, maar het heeft vooralsnog geen winst opgeleverd. Laat staan dat het in het openbaar vervoer kan geïnjecteerd worden.” Bovenop de investeringen zal ook de exploitatiekost stijgen. Niet alleen de aankoop van trams kost geld, ze moeten ook rijden. De Meeûs: “We hebben een dekkingsgraad van 55 procent. Meer dan de helft halen we dus uit eigen inkomsten. De rest wordt door de overheid betaald. Dat zal zo blijven.” “Veel meer eigen inkomsten kunnen we niet binnenhalen op de kap van de reiziger. Anders verdwijnt het idee van een openbare dienstverlening. Voor de rest valt de stijging van de exploitatiekosten mee. Ze is niet lineair met de uitbreiding van het openbaar vervoer.” De ticketprijs laten stijgen is geen goed idee? De Meeûs: “Een te hoge ticketprijs schrikt reizigers af, waardoor de inkomsten dalen. Het komt er op aan een goed evenwicht te vinden.” De MIVB groeit. Zit er een plafond op die capaciteit? De stad zit strop. De Meeûs: “De MIVB is de laatste tien jaar gegroeid door trams en bussen beter te ‘vullen’, de frequentie te verhogen, langere trams in te zetten en het net anders te organiseren. Het maximum is bijna bereikt. Metro, bus en tram zijn verzadigd.” “We staan aan het begin van een nieuwe episode waarbij we zwaar moeten inzetten op een fysieke uitbreiding van het openbaar vervoersnet. Nieuwe tramlijnen, de automatisering van de metro en de uitbreiding van het metronet naar het Noorden zitten in de pijplijn. Dat alles is essentieel, maar vraagt tijd.” U moet ook de stad meekrijgen. Elsene verzet zich nu al tegen de vertramming van buslijn 71. De Meeûs: “Dat is inderdaad een teer punt. De vertramming is mobiliteitstechnisch een noodzaak, terwijl de gemeente stokken in de wielen kan steken. Misschien is er over veertig jaar nog geen
Brieuc de Meeûs d’Argenteuil n
Geboren in 1961
n
Master in industriële ingenieurswetenschappen (ECAM, Brussel)
n
Managementsopleiding aan het INSEAD in Fontainebleau (Frankrijk)
n
Begint in 1987 bij Sabca als kwaliteitsingenieur
n
Van 1991 tot 2000 project manager en directeur bij Hamon Thermal Europe
n
Van 2000 tot 2003 algemeen directeur bij Alstom Cegelec Systems & Services in Charleroi
n
Van 2004 tot 2012 CEO bij Flightcare Belgium SVG/CD
“Forceren werkt nooit in België. Alleen overtuigingskracht brengt soelaas”
tram 71. Dat zou alvast een slechte zaak zijn voor de bewoners.” Bij de MIVB gaan stemmen op om tram 71 te laten varen, en te kiezen voor de vertramming van buslijn 95 (van het centrum over het Luxemburgplein naar de Kroonlaan). De Meeûs: “Dat lijkt me geen goed idee. De vraag naar meer openbaar vervoer situeert zich aan de Elsensesteenweg, niet op de Kroonlaan.” Hoe kan de MIVB de forcing voeren? De Meeûs: “Forceren werkt nooit in België. Alleen overtuigingskracht brengt soelaas.”
Pulsar, de metro zonder bestuurder in de cockpit, is aangekondigd voor 2019. De plannen zijn al meer dan vijf jaar oud. Waarom duurt het zo lang? De Meeûs: “We gaan een metrolijn automatiseren die verschillende vertakkingen heeft (de lijnen 1 en 5, red.). Dat is nooit eerder gebeurd in de wereld. De uitvoering is complex en vraagt tijd.” U had bij Flightcare een harde dobber aan de vakbonden. Ook bij de MIVB staan die sterk. De Meeûs: “Niet alleen met vakbonden moest ik onderhandelen, ook met klanten. Onderhandelen is communiceren. Dat is mijn algemeen principe. Empathie kan daar bij helpen: zich verplaatsen in de denkwereld van de andere.” Er staat een pensioengolf aan te komen bij de MIVB. De Meeûs: “Een IT’er van vandaag is niet dezelfde als die van vijftig jaar geleden. Dus ja, we zullen het gepensioneerd personeel vervangen. Het probleem is dat de arbeidsmarkt volledig droogstaat. De zoektocht naar universitairen is een echte kruisweg. Net zoals die naar bepaalde technische profielen. Goede chauffeurs bijvoorbeeld zijn dun gezaaid.” De MIVB ligt geregeld onder vuur omdat diensten worden uitbesteed. Het onderhoud van de poortjes bijvoorbeeld gebeurt extern en kost bakken geld. De Meeûs: “Het onderhoudscontract maakt deel uit van de aankoop van de poortjes. Dat is dus geen punt. De vraag is of we met de middelen die we hebben alles zelf kunnen blijven doen. Ik heb alles en iedereen gezien bij de MIVB: van lassers, smidsen tot schrijnwerkers.” “Misschien is dat goed zo, misschien ook niet. We zullen geval per geval bekijken wat we zelf kunnen doen en wat niet. Hoe dan ook: wat strategisch belangrijk is voor de MIVB kunnen we best binnenshuis houden, zoals bijvoorbeeld het onderhoud van de trams.” Hebben de poortjes winst opgeleverd door een betere fraudebestrijding? Is die
© BART DEWAELE
BDW 1364 PAGINA 5 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
kosten-batenanalyse al gemaakt? De Meeûs: “Die analyse is nog moeilijk te maken, omdat je nog niet moet valideren bij het buitengaan. Het afsluiten van de metrostations, een beslissing van voor mijn tijd, is vooral een ethische kwestie, vanuit een vraag naar sociale rechtvaardigheid. Vroeger kon je de metro op zonder te betalen. Dat was niet eerlijk ten aanzien van wie wel betaalde.” In sommige stations staan de poortjes permanent open. De noodknop doet daar goed dienst. Zijn stewards aan de poortjes een goede oplossing? De Meeûs: “Er is in de metrostations meer personeel aanwezig dan de reizigers denken. Alleen zijn ze niet altijd zichtbaar. Maar om aan alle poortjes twee stewards te zetten, hebben we gewoon de middelen niet.” Uw voorganger Kris Lauwers zei dat de onveiligheid in de stad toeneemt. Een krasse uitspraak voor de baas van een openbaar bedrijf. Bent u dezelfde mening toegedaan? De Meeûs: “We maken deel uit van de stad. Als de onveiligheid in de stad stijgt, dan reflecteert zich dat ook op het openbaar vervoersnet. We zijn een copy-paste van het leven in de stad. Net zo goed stellen we vast dat het aantal abonnementen voor mensen met een laag loon stijgt. Dat is natuurlijk zo omdat de crisis in de stad heeft toegeslagen.” Als de onveiligheid stijgt op het openbaar vervoer, zullen reizigers afhaken. Vormt dat een bedreiging voor het succes van de MIVB? De Meeûs: “Meer veiligheid is een terechte vraag van onze gebruikers. Het is een aandachtspunt waar we grote inspanningen voor leveren. De reiziger wil niet alleen van A naar B gebracht worden. Hij verwacht dat zijn traject een experience is, een belevenis. Die moet niet alleen in een veilige omgeving gebeuren, maar ook in een aangename: waar wat gewinkeld kan worden bijvoorbeeld. Neem nu het station Sint-Katelijne of het net gerenoveerde Demeystation. Dat zijn uitstekende voorbeelden van hoe een rit aangenaam kan worden gemaakt.”
Brieuc de Meeûs: “We gaan een metrolijn automatiseren die verschillende vertakkingen heeft. Dat is nooit eerder gebeurd in de wereld.”
Steven Van Garsse en Christophe Degreef
creatiefondernemeninbrussel dinsdag 19 feb van 19u tot 21u Bronks Varkensmarkt 15/17 1000 Brussel KOM MEE DEBATTEREN MET Bruno Tobback, voorzitter sp.a - Yamila Idrissi, Vlaams volksvertegenwoordiger sp.a Pascal Smet, Vlaams minister voor Brussel - Joris Tiebout, Abattoir - VOKA-comité Brussel Rachida Aziz, Azira Fashion - Ruben Goots, Caviar - Toya Al, NFTE-Belgium - Amin Dridi, T-Interim - T-heater - Anton Van Assche, Unizo Brussel en Karl Reremoser, Initiate
INFO els.verhaegen@vlaamsparlement.be - 02 552 42 52 [toegang gratis - inschrijven voor 15 februari]
www.yamila.be
foto: reporters
ADVERTENTIE
BDW 1362 PAGINA 6 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Brussel-Stad > Schepen Ans Persoons (SP.A) wil participatie verbeteren
‘Wie trots is op zijn wijk, gooit geen afval op straat’
alle aandacht verdwijnt, dat heraangelegde buurten er soms al snel weer verwaarloosd en vuil bijliggen. Persoons: “Dat is het nadeel van het feit dat een wijkcontract een kortlopende investering in een wijk is. Het duurt vier jaar, plus nog twee jaar voor de beëindiging van de werven. Maar het is niet zo dat daarna alle aandacht verdwijnt. Het vuil wordt nog steeds opgehaald. De gebouwde of heraangelegde infrastructuur blijft bestaan maar moet natuurlijk onderhouden worden. Het klopt wel dat verenigingen die in het kader van het wijkcontract een sociaal-economisch project uitvoeren, na afloop elders financiering moeten vinden.” Bent u, als schepen van Participatie, ook verantwoordelijk voor de participatie in andere dossiers, zoals NEO bijvoorbeeld? Daarover kreeg de Brusselaar tot nu toe wel wat informatie, maar weinig inspraak. Persoons: “Wij willen van de dienst Brussel Participatie, die nu de wijkfora organiseert, een expertisecentrum voor participatietechnieken maken. Bedoeling is om na te gaan hoe ze het in andere grote binnen- en buitenlandse steden aanpakken. Welke technieken ze daar bijvoorbeeld gebruiken om mensen te bereiken die niet kunnen lezen of schrijven. Die expertise kunnen de andere diensten van de stad dan gebruiken als zij participatievergaderingen willen organiseren.”
Ans Persoons bij de beschermde Chambondoorgang: “Prachtig, maar verworden tot een vuilnisbak.”
BRUSSEL – Enkele Brusselse wijken onderhanden nemen, de participatie van de bewoners verhogen en meestrijden voor een Nederlandstalige basisschool van de stad in de Vijfhoek. Dat is de ambitie van Ans Persoons (SP.A), kersvers schepen van Wijkcontracten, Participatie en Nederlandstalige aangelegenheden in Brussel-Stad.
Z
onder dat ze ooit eerder een politiek mandaat had uitgeoefend, werd Ans Persoons in december plots schepen van de stad Brussel. Logisch dat het de eerste maanden nog wennen is. Ook het statige, met wandtapijten beklede kantoor dat ze beneden in het majestueuze stadhuis van Brussel ter beschikking heeft, voelt nog niet helemaal vertrouwd. Liever werkt ze in de veel lichtere en warmere werkkamer boven in het torentje. Dichtbij haar medewerkers ook. Persoons is bevoegd voor de drie wijkcontracten die tijdens de vorige legislatuur werden uitgezet: Bloemenhof, Masui en Rouppe. En voor het nieuwe wijkcontract Bockstael, dat ze helemaal van nul kan opstarten. Vorige week ging ze – in de gietende regen - op stap in de Bockstaelwijk, ter voorbereiding van de eerste buurtvergadering. Ze zag de problemen: de Lakense buurt is zeer dichtbevolkt, 44 procent van de jongeren is werkloos.
Maar ze zag ook de kansen. “Er is een overvloed aan verouderde, leegstaande gebouwen en onderbenutte binnenterreinen die we onder handen zouden kunnen nemen. Het Bockstaelplein zou, zonder dat het opnieuw aangelegd hoeft te worden, veel leesbaarder kunnen worden.” Laken heeft volgens haar veel troeven. “Van het prachtige kerkhof van Laken zou je een Père Lachaise kunnen maken. Ik ontdekte ook de voetgangerstunnel Chambon, een beschermd monument dat verworden is tot een vuilnisbak. Het zou opgeknapt kunnen worden. Het interessante aan een wijkcontract is dat je de buurt op verschillende niveaus onderhanden neemt. Je kan nadenken over de openbare ruimte, de huisvesting, de sportinfrastructuur maar ook over sociaal-economische projecten. Zo broeden we in Bockstael op een opleiding voor werklozen tot groendakspecialist.” Laken had eerder wijkcon-
tracten. Sommige Lakenaars, die er de vorige keren nog enthousiast aan begonnen, zijn inmiddels iets terughoudender. Ze zijn gefrustreerd over het gebrek aan participatie. Ans Persoons: “Ik merk dat er vaak slecht gecommuniceerd wordt over wat er in het kader van het wijkcontract allemaal gebeurt. Ik woon in de Kaaienwijk, waar net een wijkcontract afgelopen is. Zelfs ik wist niet wat men allemaal had ondernomen. Ik wil het participatieluik verbeteren door behalve buurtvergaderingen ook wandelingen door de wijk te organiseren en door de buurtbewoners zelf projecten te laten indienen. Op die manier spoor je mensen aan om creatief te zijn en maak je hen verantwoordelijk. Wie trots is op zijn wijk, gooit geen afval op straat.” De kritiek luidt vooral dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de opmerkingen
© SASKIA VANDERSTICHELE
en wensen van de buurt. Persoons: “Sommige overheden durven participatie en informatie wel eens te verwisselen. Ze denken dat het volstaat om mensen te informeren over genomen beslissingen. De burger wil niet alleen gehoord worden, hij wil ook het gevoel heb-
“Het is niet omdat mevrouw Hariche Franstalig is, dat ze niet zou kunnen zorgen voor goede Nederlandstalige scholen” ben dat er iets met zijn opmerkingen gebeurt. Dat is geen makkelijke oefening, maar we gaan het wel proberen. Natuurlijk kan je niet iedereen tevreden stellen. Vaak zijn er tegenovergestelde belangen. En een wijkcontract kan ook niet alles wat misloopt in de wijk oplossen.” Sommigen hebben er ook moeite mee dat na vier jaar
U bent ook schepen van Nederlandstalige aangelegenheden. In tegenstelling tot elders in het gewest valt het Nederlandstalig onderwijs daar in de stad Brussel niet onder. U hebt dus ook geen controle over de Vlaamse subsidies voor onderwijs? Persoons: “Neen, dat heb ik niet, tenzij als lid van het college. De Nederlandstalige scholen vallen onder de verantwoordelijkheid van mijn PS-collega Faouzia Hariche. In Brussel-Stad wordt gewoon geen onderscheid gemaakt tussen Nederlandstalige en Franstalige scholen. Men wil alle ketjes kwaliteitsvol onderwijs aanbieden. Het is niet omdat mevrouw Hariche Franstalig is, dat ze niet zou kunnen zorgen voor goede Nederlandstalige scholen. En wij gaan zeker met haar samenwerken.” Afgelopen legislatuur kondigde schepen Hariche aan dat het Franstalig schooltje La Clé in de Vijfhoek omgevormd zou worden tot een Nederlandstalige basisschool. Dat is niet gebeurd. Persoons: “Het klopt dat BrusselStad nog steeds geen Nederlandstalige basisschool in de Vijfhoek heeft, terwijl de nood hoog is. We willen dat die er deze legislatuur komt, dat staat ook in het meerderheidsakkoord. Dat ik niet bevoegd ben voor onderwijs, betekent niet dat ik niet zou kunnen meestrijden voor een extra Nederlandstalige school.” Bettina Hubo
© KABINET CHARLES PICQUÉ
BDW 1364 PAGINA 7 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
CHIEN ÉCRASÉ AVERECHTS – Het is weer zover: eens om de zoveel tijd worden deze rubrieken omgewisseld en is het hek van de dam. Wij krijgen dan vaak inzicht in eerder verkeerdelijk gestelde meningen, en dan krijgen wij ook berouw. Zo dachten wij tot nu toe dat men het over een boom had - zo een met een stam en takken - als men sprak van de demografische boom. Wij dachten dat het Brussels Gewest goed voor zijn bomen zorgde, waardoor de bomenpopulatie dan ook exponentieel toenam. Of zoiets. Mis! Het gaat niet over de demografische boom, maar over de demografische BOEM!. Dat is, zo weten we sinds deze week, het sterk toenemen van de Brusselse bevolking de jongste jaren. Vandaar ook het woord BOEM!. Zoals die grote knal in het begin der tijden, maar dan nog veel groter. Zodoende is de demografische boem eigenlijk ook een kosmische boem, want ze stond volgens velen in de sterren geschreven. Of toch niet. Want velen waren gewoon nog bezig met het berekenen van al die pensioenen van binnenkort toen er al lang een boem was. Wij vinden het eigenlijk nogal verwarrend. Naar ‘t schijnt stagneert de boem nu, waardoor hij eigenlijk geen boem meer is. Moeten wij dan spreken over de voormalige boem? De gestagneerde boem? De boem die geen BOEM! meer is? Zucht. Een ding is zeker: volgende week staan deze rubrieken weer normaal en is het wat ons betreft uit met de boem. Al weten we niet of we er over zullen kunnen zwijgen, want het bekt wel lekker. BOEM!
Recreatie > Fouad Ahidar haalt uit naar Annemie Maes
Zwembadenplan zit vast in de kast BRUSSEL - Het opiniestuk van parlementslid Annemie Maes (Groen) over het tekort aan zwembaden is bij haar collega-parlementslid Fouad Ahidar (SP.A) in het verkeerde keelgat geschoten: “Voor Maes opriep een zwembadenplan op te stellen, had ze toch even haar huiswerk kunnen maken. Dan had ze gezien dat er al sinds 2005 een zwembadenplan is, maar dat haar eigen regering er niet in slaagt dat naar behoren uit te voeren.” Voor alle duidelijkheid: Annemie Maes maakt deel uit van de meerderheid, Fouad Ahidar zit sinds 2009 op de oppositiebanken. Groen is dus mee verantwoordelijk voor
het gebrek aan zwembaden. “In 2009 was de financiering rond”, stelt Ahidar. “Er was zeven miljoen voor de renovatie van zes zwembaden, het gewest zou de coördinatie op zich nemen. Maar wat gebeurt er? Het gewest coördineert helemaal niets, waardoor we in de schrijnende situatie beland zijn dat heel het noordwesten van Brussel het zonder zwembad moet stellen.” Ahidar vraagt zich ook af waar “de biologische zwemvijvers blijven, die collegelid bevoegd voor Sport, Bruno De Lille (Groen), heeft beloofd.” Daarom gaat Ahidar over de kwestie interpelleren. DV
P-PRAAT Madame Schep is Bruxelloise politique de l’année 2012. Dat is een soort persoonlijkheidsverkiezing die Franstalig Brussel elk jaar in de ban houdt. Zij is het dus geworden, en wel omdat ze een oude PS-vos van zijn baronst..., pardon, burgemeestersstoel kon trappen. Het moet echt diep hebben gezeten in Molenbeek. En het zit er nog altijd erg diep. Madame Schep kreeg voor haar titel felicitaties op Twitter van PS-oppositieleider Jamal Ikazban, waarop het normale gescheld verderging. Over een ‘heksenjacht’ die er gaande zou zijn, waarbij socialistisch geïnspireerd administratief volk de bons zou krijgen door de nieuwe kapitalistische MR-EcoloCDH-meerderheid. En Madame Schep zei nog wel vriendelijk ‘merci’ op Ikazbans complimentje. Volgens die laatste zou de Molenbeekse PS zich dan nog aan het bezinnen zijn pour préparer l’avenir avec sérénité. Ach ja, Twitter: u merkt duidelijk hoe hoog de kwaliteit van het debat er is. Cafépraat is zelfs nog beschaafder. Vincent De Wolf, al een jaar of twintig blauwe vos op zijn baronst..., pardon, burgemeestersstoel in Etterbeek, moet ook jaloers geweest zijn op Madame Schep, nochtans van dezelfde partij, want prompt startte hij een petitie tegen het gewestelijke parkeerplan van Brigitte Grouwels (CD&V), die ook al lang meegaat, maar wel geen barones kan genoemd worden (of ‘t zou ons verbazen). Dat gewestelijke parkeerplan zou 45.000 parkeerplaatsen schrappen tegen 2018. Niet in Etterbeek, maar in Brussel, welteverstaan. Het is, zo u weet, niet altijd duidelijk wanneer men in Brussel een Brusselse dan wel een gemeentelijke hoed opzet. ADVERTENTIE
huis trostatio e [Prem
8f
ebr
uar
r: voo lt ste zin AAN e W 20u r d 3>
ate
The
ie ant vak ote gro de
SEL RUS U B N NS EME EMENS. D N @D .nu SVA HUI RUSSEL0 Brussel el@deMens O INF OF B 18-20, 100 ail: bruss 0€ 1 02 ngradlaan 36 02 E-m M 6 O 3 K 42 ali IN 242s Brussel Setns] Tel. 02 2 2 T 0vandeMen n Anneess
i2
01
Beu
rss
cho
uwb
urg
e zinnig h-Vrij d VUB c is anist tenbon AZ) n P Hum s.m. Oudstude ussel (TO est i. l e r s , w s B s e u Z r n G ns B V), U elijk e Me el deMe Maakbar ming (UP oofdsted g Bruss n a v in r is H e n o u e D V s l l h , te se ver ie: VV) Brus anen ienst nisat el (H Orga g Bruss ling Perm msfonds Morele D in e ing stra nig Will stell Vere (OSB) Uit de In n a v eun Met st
BDW REGIO
BDW 1364 PAGINA 8 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Deze Week in de hoerenbuurt > Sint-Joost talmt met prostitutiereglement
‘Twintig jaar geleden was het hier gezellig’ euro? In de straten valt het aandeel sjofele mannen op. “Toch bestaat er geen typische klant,” legt Fabian Drianne van Espace P uit. “Eén ding hebben ze wel gemeen: ze zijn discreet. De hoerenlopers die sinds een drietal jaar voor overlast zorgen zijn Franse sekstoeristen. Weekendtoeristen.”
Mensenhandel
Vroeger was het hier proper, aldus Marie. Maar met de komst van de Afrikanen heeft de gemeente het volgens haar laten afweten.
SINT-JOOST-TEN-NODE – Naar de hoeren gaan kostte 21 jaar geleden duizend frank (25 euro), en vandaag 30 euro. Het gaat slecht in de carrées achter het Noordstation. Er resten nog weinig vrouwen zonder pooier. “De enige pooier die ik ooit gehad heb, is de staat,” zegt Marie, die 21 jaar in de stiel zit.
E
en druilerige donderdagmiddag die begint in de lokalen van Espace P, de vereniging die zich het lot van de sekswerkers aantrekt. Op de salontafel liggen brochures met tips voor safe sex, info over hiv en banen bij de Mission Locale. Victoire, de lifestylebijlage van Le Soir, heeft An Pierlé op de cover. De kantoren - twee canapés, drie bureaus - hebben het uitzicht van een studentenkot uit de jaren tachtig. De gaskachel zal hier wel niet vreemd aan zijn. De percolator pruttelt, de koffie smaakt heerlijk. Vijftien jaar geleden was de prostitutiebuurt in Sint-Joost-ten-Node Europees. Vandaag is die voor negentig procent Afrikaans. “Twaalf, dertien jaar geleden is de miserie begonnen,” zegt Marie, die al 21 jaar in de buurt werkt. “Met de komst van de Afrikaanse meisjes roken de eigenaars van de carrées
(benedenverdieping waar een zelfstandige prostituee werkt, red.) grof geld. De Afrikaanse meisjes spreken amper de taal, zijn niet altijd in orde met hun papieren, hebben dus geen rechten en kunnen zich niet verdedigen. Ze worden naar hier gelokt, moeten 50.000 euro neertellen... en dat bedrag afbetalen met beurten van dertig euro.” De huur, zo legt Marie uit, is in twintig jaar tijd gestegen van 400 euro naar 3.000 euro per maand voor een carrée. “En veel van die carrées zijn echt niet om aan te zien.” De carrée van Marie is kraaknet. Ze heeft twee grote plaatsen, de ruimte aan de straatkant telt een canapé, een salontafel en een mooie kast. In de achterste kamer staat een bed, een kast en is er een lavabo. Het geheel is smaakvol ingericht. De kitsch van de Amsterdamse walletjes zoals we die kennen uit Baantjer
ontbreekt. Marie: “Ik wil geen medelijden, ik ben geen slachtoffer. Ik heb er twintig jaar geleden zelf voor gekozen om in de prostitutie te stappen. Ik heb in mijn leven maar één pooier gehad: de staat. Ik wil best belastingen betalen, maar ik wil wel
© IVAN PUT
“De gemeente heeft het hier met de komst van de Afrikanen laten afweten, het is hier smerig en dat is niet onze fout,” zegt Marie. “Het zijn niet onze klanten die tegen de parkeermeters pissen.” Een wandeling door de troosteloze buurt - Plantenstraat, Linnéstraat, Groenstraat - maakt een mens niet echt vrolijk. In de Weidestraat staat een troep vuilniszakken en een afgedankt salon. In de meeste vitrines zitten jonge Afrikaanse vrouwen,
“De Afrikaanse meisjes worden naar hier gelokt, moeten 50.000 euro neertellen... en dat bedrag afbetalen met beurten van dertig euro” iets in ruil.” En daar ontbreekt het nu net aan: het gaat volgens Marie van kwaad naar erger. “Twintig jaar geleden was de buurt aangenaam en proper,” stelt ze.
hier en daar een oudere blanke. De blanke vrouwen proberen me niet te lokken, ze zitten te lezen of hun nagels te lakken. Een Afrikaanse steekt drie vingers omhoog. Dertig
Eind 2011 hebben de gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node een politiereglement en stedenbouwkundig reglement gestemd voor de carrées. Er staan normen in voor hygiëne en veiligheid. En voor het gebruik van de carrées. Zo mag er niet onderverhuurd worden, maar weinigen geloven dat dit niet gebeurt. De inkomsten van de meisjes zijn laag, hun kosten hoog. En ze zitten met de afbetaling. Maar terwijl Schaarbeek de naleving van het reglement al van in den beginne controleert, gebeurt er in Sint-Joost niets. Espace P vindt het reglement een stap in de goede richting, maar is ook niet blind voor de perverse effecten. Fabian Drian: “De Afrikaanse meisjes zullen een werkvergunning moeten aanvragen en een cursus bedrijfsbeheer volgen. Zie je dat al gebeuren?” Espace P is bang dat de meisjes ondergronds zullen moeten werken en in de absolute armoede terecht gaan komen. De Belgische sekswerkers in de carrées werken niet met een pooier, ze zijn zelfstandig. De Afrikaanse hangen af van een madame, een Afrikaanse die hen naar hier haalt tegen 50.000 euro. Mensenhandel? “Niet de klassieke mensenhandel,” zegt Tereza Tylova van Espace P. “De meisjes weten dat ze in de prostitutie zullen terechtkomen, maar niet in welke omstandigheden. Uitbuiting dus.” De meeste Afrikaanse vrouwen komen uit Nigeria, Ghana en Ivoorkust. Als ze hun schulden afbetaald hebben, beginnen ze niet zelden zelf een carrière als madame. In de jaren zeventig was er in de Aarschotstraat een café - De Soldaat bij Maria - waar de prostituees na hun shift pinten kwamen pakken. Blondie was er het grote succes. ‘Denis’ galmde onophoudelijk uit de jukebox. De bar is niet meer terug te vinden. In café De laatste minuut overschouwen twee mannen met trappist de wereld. Het gaat over seksuele losbandigheid en de onvermijdelijke conclusie dat de wereld om zeep is. Danny Vileyn
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Tijdens een woontour verkennen we alle wijken van Brussel met een woonbril. U verneemt alles over huren en kopen in de hoofdstad. U krijgt er een heleboel praktische informatie over de buurten bovenop: de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de aanwezigheid van scholen en groen, de sfeer ‌ Info en inschrijving via 0800 20 400 of www.woneninbrussel.be.
Watermaal-Bosvoorde > Grote werkzaamheden gepland
Nieuwe gasleidingen voor Floréal, riolen onder Keymplein © BART DEWAELE
De riolen krijgen een oplapbeurt.
De ondergrond in Watermaal-Bosvoorde is een zootje. Gelukkig voor de bewoners komt daar de volgende jaren verandering in. Met tussendoor het nodige wachten.
TELEXREGIO
De zuidelijke Brusselse gemeente heeft een verouderd distributie- en afvoernetwerk voor gas, elektriciteit en water. Heel wat rioleringen zijn tot op de draad versleten en delen van Watermaal-Bosvoorde overstromen regelmatig. Volgens bevoegd schepen Cécile
van Hecke (GMH) zal dat binnenkort veranderen. “De staat van onze rioleringen is confronterend. Dat komt omdat er lang geen geld was om de rioleringen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te renoveren. Sinds enkele jaren is dat veranderd, en Vivaqua doet nu al het mogelijke om de achterstand in te halen. Voor onze gemeente zijn er bepaalde moeilijkheden. Sommige straten hebben bijvoorbeeld geen riolen.” Vivaqua werkt nauw samen met andere nutsbedrijven waar het kan, weet Van Hecke. “Zo willen ze vermijden dat een straat in de toekomst opnieuw moet worden opengebroken. Vivaqua coördineert meestal de werkzaamheden en gaat ook proactief op zoek naar versleten afvoerbuizen, zodat wij graag ingaan op hun voorstellen.” Een voorbeeld waar er dringend werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, is het Keymplein. Die buurt wacht op een waterbekken om overtollig water op te vangen. Volgens Vivaqua is de vergunning voor dat waterbekken aangevraagd, maar nog niet afgeleverd. Een ander voorbeeld van een grote werf is de tuinwijk Floréal. Daar is volgens Van Hecke Vivaqua niet bij betrokken, maar wel Sibelga. Bij dat laatste nutsbedrijf klinkt het dat het om broodnodige werkzaamheden gaat. “We vervangen er momenteel versleten gasleidingen,” zegt woordvoerder Philippe Massart. “In de wijk liggen de oudste leidingen van het Brussels gewest, in ijzer en asbest. Die moeten vervangen worden. Meteen maken we van de gelegenheid gebruik om nieuwe aansluitingen voor de elektriciteit te leggen en om Belgacom zelf werkzaamheden te laten uitvoeren.” Einddatum van de werkzaamheden: ergens in 2014. Oppositieraadslid Jos Bertrand (SP.A) volgt de situatie op en heeft al meermaals de trage vooruitgang en de staat van de riolen op de agenda gezet. Christophe Degreef
DELEUZE GEEFT VOORZITTERSCHAP (nog) NIET UIT HANDEN WATERMAAL-BOSVOORDE – Hoewel het ernaar uitzag dat Ecolo-burgemeester Olivier Deleuze het voorzitterschap van de gemeenteraad zou afstaan, viel op de jongste bijeenkomst van de bosgemeente te horen dat dit nu niet meer aan de orde is, althans niet voor de komende maanden. Reden, volgens Deleuze: “De gemeenteraad moet
eerst gesust worden.” Deleuze doelt daarmee op de felle oppositie die het FDF tegen hem voert. Die oppositiefractie deed dan ook erg smalend over zijn uitleg: “Sussen? De oppositie voert oppositie, dat is toch normaal in een waardige gemeenteraad. Uw argument houdt geen steek,” aldus FDFCD boegbeeld Martine Payfa.
POLLET EN HAELVOET VOORZITTER VAN GEMEENTERAAD EVERE - Georges Pollet, liberaal op de lijst van PS-burgemeester Rudi Vervoort, wordt voorzitter van de gemeenteraad. Daarmee maakt, naast Sint-Jans-Molenbeek en Jette, ook Evere van de mogelijkheid gebruik om de gemeenteraad niet langer door de burgemeester te laten leiden. Die
maatregel moet het democratische gehalte van de gemeenteraad verhogen. De gemeenteraad van Evere krijgt ook een ondervoorzitter. Dat wordt Ingrid Haelvoet (CD&V), die ook op de lijst van burgemeester Vervoort verkozen is. SVG
let op voor valse agenten en brandweerlui ELSENE – De dienst diefstalpreventie van de gemeente Elsene vraagt haar inwoners om op te letten voor oplichters die zich onder andere uitgeven voor politieagenten en brandweerlui. Daarbij moeten de volgende tips in acht worden genomen. n Het is aangeraden om een deurketting te installeren. Zo kunt u op een redelijk veilige manier met iemand aan de andere kant van de deur praten. n Pas op voor huis-aan-huisverkopers. n Wees op uw hoede voor onbekenden die aan-
bellen en iets te drinken of te eten vragen. Laat hen zeker niet binnen. n Vraag steeds om de dienstkaart van de brandweerman of politieagent. Aarzel niet om te vragen om ze onder de deur te schuiven. n Wanneer iemand aanbelt en beweert dat hij bij de politie werkt, bel dan naar het lokale politiekantoor en vraag of de ‘politieman’ in kwestie op dat ogenblik dienst heeft. n Bel in geen geval naar het telefoonnummer dat de zogenaamde agent je geeft. Het nummer kan CD van een medeplichtige zijn.
© BART DEWAELE
BDW 1364 PAGINA 10 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Er komt een nieuwe vleugel links aan het gemeentehuis.
Anderlecht > Meerderheid krijgt vleugels na goede cijfers
‘Autohandel Kuregem verhuizen’ De komende zes jaar investeert Anderlecht opnieuw. Het nieuwe gemeentebestuur ziet kansen, vooral in het geplaagde Kuregem. De voorbije zes jaar waren moeilijk, vooral financieel, weet de nieuwe burgemeester Eric Tomas (PS). “De gemeente stond onder voogdij van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wat wil zeggen dat ze zelf niet zomaar kon beslissen waarin er geïnvesteerd werd. De financiële louteringsperiode was nodig," stelt Tomas, "want er was onder vorige besturen een negatieve schuldenspiraal ontstaan die geen marge liet.” Nu is die marge er wel, zegt de nieuwe burgemeester. Er wordt geïnvesteerd in sportinfrastructuur, in het gemeentehuis en vooral in scholen. “We moeten de bevolkingstoename opvangen,” weet Tomas. Anderlecht
is de snelst groeiende gemeente van het gewest. Opmerkelijk is dat de nieuwe meerderheid heil ziet in de wijk Kuregem, enkele jaren geleden nog uitgeroepen tot no-gozone. “Je kan niet zeggen dat er nooit in Kuregem is geïnvesteerd,” zegt Tomas daarover. “Sinds 1998 zijn er zeven wijkcontracten voor die wijk opgesteld, elk ter waarde van ongeveer vijftien miljoen euro.” Natuurlijk weet de socialist ook dat de wijk een probleemgeval is. “Ik hoop ooit de autohandel in de Heyvaertstraat te kunnen verhuizen. De herwaardering van Kuregem is nu al ingezet, en dat is een goede zaak. Maar we moeten er natuurlijk voor zorgen dat er ook nog wat ruimte blijft voor economische projecten, zoals Abatan (de slachthuizen, red.). Anderlecht trekt niet alleen de miCD serie van de wereld aan.”
Watermaal-Bosvoorde > Stadsbende op Wienerplein?
‘Bende is alleen technische term’ Begin januari werd een jongeman op een nachtbus richting Watermaal-Bosvoorde overvallen. Er zou sprake zijn van een bende, al ziet de burgemeester dat niet zo. De feiten. Op vijf januari werd een jongeman op een MIVB-nachtbus in elkaar geslagen en beroofd. De daders zijn gekend en zouden afkomstig zijn uit de gemeente of zich vaak schuilhouden op het Wienerplein. Volgens sommige media vormen ze de ‘stadsbende Wiener’, een term die de lokale politie voor die individuen zou gebruiken. Politicus Michel Kutendakana (PS, oppositie) wil van de burgemeester horen of er echt een stadsbende actief is in het hart van Watermaal-Bosvoorde. “Neen,” stelt burgemeester Olivier Deleuze (Ecolo). “Als de politie de
kwalificatie ‘bende’ gebruikt, dan gaat het om een louter technische benaming die de politiediensten gebruiken om bepaalde soorten daders te categoriseren. Er is geen sprake van een echte stadsbende, maar de feiten krijgen wel die connotatie mee.” Voor de ecologist is dat voldoende. Voor de oppositie van de PS en het FDF niet. “Is er nu een bende of niet?,” vragen ze zich af. Deleuze blijft bij zijn antwoord. Hij weet ook dat het Wienerplein vaak gebukt gaat onder kleinere criminaliteit die gepleegd zou zijn door dezelfde entourage, maar zegt dat “de situatie op dit moment stabiel is”. “Laat me duidelijk zijn. Ik waak over de veiligheid in deze gemeente en ik kijk dagelijks de politieverslagen in,” aldus CD Deleuze.
BDW 1364 PAGINA 11 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
ROND BRUSSEL (13): JETTE
langs het Tandheelkundig Instituut: “De keien onder de smurrie tonen aan dat dit wel degelijk ooit een heuse steenweg was.” Het Oude Afspanningsplein ligt er
nog wel, maar het is gedegradeerd tot een parkeerplaats: het door gaande verkeer maakt gebruik van de naamloze rotonde die er pal naast is gelegd.
Was het uit schuldgevoel dat het Hoofdstedelijk Gewest – de aan-
Tijs van den Boomen
www.brusselnieuws.be/rondbrussel
ADVERTENTIE
Jette mag zich graag afficheren als dorp in de stad, maar ook dorpen worden meegesleurd door de maalstroom van de tijd. Neem het Oude Afspanningsplein, dat vroeger een belangrijke schakel was in de oude Frankische weg van Brussel naar Relegem. Tot eind jaren zestig van de vorige eeuw nam je de Dielegemsesteenweg, en op het Afspanningsplein kwam je dan uit op de Steenweg op Relegem. Maar die steenweg moest plaatsmaken voor een gewestelijke weg – de Laarbeeklaan – en het universitair ziekenhuis. Naar Relegem kon je toen niet meer. Van de oude weg resteert volgens André Monteyne enkel nog een overwoekerd wandelpad achter-
stichter van alle veranderingen – begin jaren 1990 besloot een kunstwerk op het middeneiland te zetten? In ieder geval kreeg de Artistieke Commissie opdracht een kunstenaar voor te stellen. Normaal gezien neemt de minister zulke adviezen over, maar in dit geval wees hij toch zelf een kunstenaar aan: het werd Eric Desmedt, bijgenaamd ‘Le Prince’. Die maakte, in zijn eigen woorden, een beeld dat voortbouwt op ‘ons culturele verleden’. Nou bedoelt hij met dat verleden in ieder geval niet de oude steenweg naar Relegem, want voor zover bekend kwamen hier geen vismensen voorbij. En precies dat stelt het beeld voor. De stad blijft het dorp Jette lastigvallen: er komt een nieuwe tramlijn, die vanaf het metrostation Simonis uiteindelijk naar de Heizelvlakte gaat rijden. Uit het dossier blijkt dat de naamloze rotonde daarbij plaats zal moeten maken voor ‘een compacter kruispunt met verkeerslichten’. Misschien kan de vismens dan een plekje krijgen op het Oude Afspanningsplein.
© TIJS VAN DEN BOOMEN
Vlaanderen heeft de reputatie dat de rotondes er vol staan met bespottelijke beelden. Maar hoe zit het in Brussel? Voor BDW onderneemt de Nederlandse rotondoloog Tijs van den Boomen de komende maanden een zoektocht naar de rotondes van de negentien Brusselse gemeenten. Welke spiegel houden ze ons voor?
Het nieuws uit Brussel, de hele week door Op brusselnieuws.be krijgt u het nieuws uit de hoofdstad. Heet van de naald, elke dag van de week. En bovendien in de juiste context, met kennis van zaken. Een volledig pakket grote feiten en kleine nieuwtjes over politiek, het leven in de stad en alles wat u moet weten over Brussel. Want in de hoofdstad staat het nieuws nooit stil.
Blijf bij op www.brusselnieuws.be
BDW 1364 PAGINA 12 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
van onze woningen komt ook de CO2-doelstelling in het gedrang.
Te complexe aanvraag
Deze thermografische foto uit 2008 toont een Brusselse wijk met de slecht geïsoleerde daken in rood, oranje en geel. De voorbije tien jaar is de situatie nauwelijks verbeterd.
© WWW.GIS.IRISNET.BE/BXLHEAT/
Energie > Sophie Brouhon (SP.A) over het energiebeleid
Socialer energiebeleid moet 2 CO -uitstoot verminderen BRUSSEL – Het energiebeleid in Brussel laat een grote meerderheid van de bevolking in de steek. Voor een duurzaam energiebeleid moet de focus volgens Sophie Brouhon (SP.A) verplaatst worden van specifieke niches naar een brede bevolkingsgroep.
BDWOPINIE In Brussel woont zestig procent van de gezinnen in een huurwoning. Terwijl het Gewest bevoegd wordt voor de woonbonus en de fiscale voordelen voor eigenaars verder uitbreidt, wachten we al acht jaar op de invoering van een huurtoelage, een woonbonus voor huurders. Ook het energiebeleid focust in Brussel meer dan in andere gewesten op niches zoals eigenaars en nieuwbouw. Voor deze niches heeft de Brusselse regering een ambitieus energiebeleid. Sinds 2007 zijn er subsidies voor voorbeeldgebouwen. Vanaf 2015 wordt enkel nog de strenge passiefstandaard voor nieuwbouw toegelaten. Tot slot liggen de bedragen van de talrijke premies
hoger dan in andere gewesten. Maar Brussel bestaat niet enkel uit eigenaars en nieuwbouw. Als Brusselaar huurt u misschien een appartement of woont u in een oud huis. Het gebouw waar u woont en werkt telt voor veertig procent van het energieverbruik en draagt bij tot de CO2-uitstoot die we tegen 2025 met dertig procent willen verminderen. Wat is de effectiviteit van een ambitieus energiebeleid als de meest relevante doelgroepen niet worden bereikt? Is het beleid dat energieminister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) sinds 2004 voert duurzaam?
Huurders genegeerd Vandaag bestaan er in Brussel verschillende manieren om energiebesparing te stimuleren. Maar die energiepremies, groene leningen en fiscale voordelen worden vooral door
Sophie Brouhon (SP.A).
“De Brusselse prijspolitiek doet de inspanningen van de federale ministers op vlak van energie teniet”
eigenaars gebruikt. Zij genieten tegelijkertijd van de investering in hun woning en van de lagere energiefactuur. Bij huurders valt de impuls om te investeren in energie-efficiëntie weg. Waarom zou een eigenaar zijn dak isoleren als de energiefactuur voor de huurder is? Waarom zou een huurder een dak isoleren dat niet van hem is? Dit fenomeen, de zogenaamde split incentive, vormt een van de grootste drempels voor een globale energiebesparing in gebouwen. Met zestig procent van de gezinnen in een huurwoning, is de situatie in Brussel kritieker dan elders. Vlaanderen heeft een manier gevonden die het recht op een energiepremie en de plicht voor een minimale dakisolatie tegen 2020 combineert voor huurwoningen. In Brussel is er echter geen enkel instrument op maat van de huurder. De kritiek van mijn collega Fouad Ahidar (SP.A) op het woonbeleid gaat ook hier op: “Stop met de huurders en eigenaars tegen elkaar op te zetten.” Wanneer het beleid faalt voor zestig procent
Het verouderde patrimonium in Brussel vraagt meer aandacht dan de 0,8 procent nieuwbouw per jaar. Diverse studies wijzen uit dat de energiezuinige renovatie meer geld kost dan een passieve nieuwbouw. Nochtans wordt deze laatste nog altijd overgesubsidieerd: tot 240 euro/m 2 tegenover nul euro voor de zestig procent huurwoningen. Voor appartementen en medeeigendommen zie ik bijvoorbeeld veel groeikansen voor een stedelijk energiebeleid. De bewoners van die gebouwen, huurders én eigenaars, delen immers het dak en vaak ook de verwarmingsinstallatie. De technologieën op vlak van zonne-energie en warmtekrachtkoppeling bestaan, maar de bestaande regelgeving is niet aangepast aan de specifieke context van die gebouwen. Het is duurzamer om deze drempels weg te werken dan om nieuwbouwprojecten te stimuleren. Indien u dan toch in aanmerking komt voor een stimulans, kan u vandaag terecht bij de gemeente, het gewest (dienst Huisvesting, dienst Leefmilieu, Credal, …) en tot 2014 ook bij de federale overheid. De aanvraag voor een premie grenst aan de complexiteit van een doctoraat. Dat is bijvoorbeeld helemaal anders in Hamburg, waar Gewest en stad samenvallen. De Hanzestad voert een vooruitstrevend energiebeleid en droeg in 2011 met succes de titel European Green Capital. Het energiebeleid moet gevoerd worden door één minister en één administratie, en zorgen voor de lokale verankering van het beleid in de wijken.
Duurzaam beleid Dat u als Brusselaar te veel betaalt voor uw energie, toonde ik al aan in een vorig opiniestuk (BDW, 13/07/2011). Ondanks het feit dat een kwart van de Brusselse gezinnen onder de armoedegrens leeft en elke maand de supermarkten afloopt op zoek naar de voordeligste prijs, ligt de focus van de regering niet bij de energiefactuur. De inspanningen van de federale ministers Johan Vande Lanotte (SP.A) en Melchior Wathelet (CDH) om de energiefactuur te beperken worden door de Brusselse prijspolitiek tenietgedaan. Daarom vraag ik me af wat het nut is van een doelstelling om globaal dertig procent minder CO2 uit te stoten, als de meest relevante doelgroepen niet worden bereikt. Minister Huytebroeck legde met haar energiebeleid de voorbije tien jaar de focus op kleine niches. SP.A wil dat het gewest een leidende rol opneemt en één stadsbeleid ontwikkelt op twee thema’s: energiebesparing en lagere energieprijs. Brussel moet nu de grote stap zetten naar relevante doelgroepen zoals de huurmarkt en de renovatiesector, en focussen op appartementsgebouwen en mede-eigendommen. Hoe dan ook zal een socialer beleid leiden tot een grotere CO2-reductie. Sophie Brouhon, Brussels parlementslid voor SP.A
BDW 1364 PAGINA 13 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be Walk your talk Er is heel wat commotie rond Walking Madou – het project voor de heraanleg van de Leuvensesteenweg tussen het Madou- en Sint-Joostplein. Wij, jonge christendemocraten, staan volledig achter de plannen voor een semivoetgangerszone, één van de drie voorstellen van Mobiel Brussel waarbij er gekozen wordt voor bredere voetpaden op dat deel van de Leuvensesteenweg, fietspaden en een aparte busbaan. Om meerdere redenen is dit een goed voorstel voor de inwoners van Sint-Joostten-Node: zestig procent van de inwoners van Sint-Joost heeft een abonnement van de MIVB op zak, een vlotte busverbinding is voor hen dan ook van groot belang. Ten tweede is het een pluspunt voor de handelaars aangezien zij – sinds het aanleggen van de voetgangerszone – veel meer klanten hebben. Ten derde zijn er meer dan 10.000 voetgangers per dag op dat deeltje van de Leuvensesteenweg waardoor een verbreding van de voetpaden geen luxe is, maar een must. Aan de inwoners van de Scailquinstraat wordt ook gedacht, aangezien de Leuvensesteenweg niet langer als invalsweg zal fungeren naar het centrum van de stad. Het project zal de hele buurt leefbaarder en dynamischer maken, en past volledig in het STOP-principe, met voorkeur voor actieve vervoersmodi (stappen en trappen) en openbaar vervoer. We roepen op tot politieke moed en rechtlijnigheid: “Er zijn partijen die altijd uitpakken met een zogenaamd visionaire politiek voor mobiliteit en de inrichting van de openbare ruimte. Diezelfde partijen blijken in de praktijk, op het terrein, vooral partijen van de stilstand te zijn. Een sprekend voorbeeld is Walking Madou. Voor SP.A Brussel (of is het SP.A Sint-Jans-Molenbeek?) kan het niet snel genoeg gaan, de SP.A-schepen in Sint-Joost zit op de eerste rij om haar burgemeester aan te moedigen het hele plan te kelderen…” Als Jong CD&V’ers hebben we ambitie voor Brussel. Wij willen een stad op mensenmaat, waarbij de openbare ruimte zo wordt ingericht dat ze mensen samenbrengt. Wij willen de fysieke breuklijnen, die vaak samenlopen met de sociale breuken, wegwerken. En vooral: wij willen voortdoen zoals we bezig zijn en doen wat we zeggen. Enkel zo kan de politiek haar geloofwaardigheid herwinnen. Just walk your talk! Arnout Justaert (Sint-Gillis), Dries Cools, Peter Timmermans, Véronique Peters (Brussel), Guillaume Deman (Jette), Jan Kindermans (Elsene), Joris Poschet (Watermaal-Bosvoorde), Lieven Lemmens (Sint-Jans-Molenbeek), Margriet-Marie André-Dumont (Koekelberg)
Mensen aan de andere kant Ik wil Danny Vileyn, Christophe Degreef en Anne Brumagne van harte feliciteren met hun zeer menselijke bijdrage over ‘Mensen aan de andere kant’. Persoonlijk deed ik gedurende 25 jaar vrijwilligerswerk in Brussel, in een telefonische hulpdienst, een ziekenhuis en in het Seniorencentrum. Toen ik gedurende deze jaren naar mensen met praktische, relationele, mentale en medische problemen luisterde, was ik telkens zeer verheugd ze te kunnen inlichten over de vele mogelijkheden van deskundige en efficiënte hulp die er zijn. Ik was ook blij voor hen dat ze die hulp wilden opzoeken, ik was ervan overtuigd mijn steentje te hebben bijgedragen tot een betere levenssituatie. Nadien heb ik ervaren dat dit niet zo was. Er zijn inderdaad allerlei diensten die in een mooie brochure hun hulp aanbieden maar ze gaan niet tot de kern van het probleem, volgen de mensen niet voldoende en - indien
nodig - blijvend op. Ze zijn vaak niet meer dan een meldpunt waardoor ze misschien kunnen uitpakken met mooie statistieken, maar de hulpzoekende in de praktijk in de kou blijft staan. Deze diensten schuiven de hete aardappel aan anderen door, en sussen hun geweten met excuses als “de wet op de privacy”, “wat hebben we ermee te maken”, en “ze willen niet geholpen worden”. Is het dan verwonderlijk dat velen niet meer geloven in hulpverleners, en gewoon zo goed of zo kwaad als het kan “overleven”? In een tijdperk van hoog technologisch vernuft is het toch wraakroepend dat beleidsmensen niet hoger inzetten op het algemeen welzijn van onze bevolking. Veel mensen zijn geschokt dagelijks geconfronteerd te worden met geld dat er wel is voor prestigeprojecten, maar niet voor de meest zwakken in onze maatschappij. Telkens ik door de Nieuwstraat wandel ben ik beschaamd dat in die prachtige, bruisende internationale stad die Brussel is, zoveel bedelaars in de kou blijven staan. Deze mensen helpen kost veel minder dan Dutroux naar het justitiepaleis brengen, of een elektronische “kerstboom” opstellen. Ik koester de voorzichtige hoop dat onze beleidsmensen zich hierover ernstig bezinnen. Greta Holemans, Alsemberg
Stralingsnormen Brussel zou omwille van haar strenge stralingsnormen de ontplooiing van het noodzakelijke 4G-netwerk tegenhouden. Volgens de CEO van telecomoperator Belgacom, niet schuw van enige paniekzaaierij, geeft België hiermee de doodsteek aan de industrie. De vermeende behoefte aan 4G die er bij bedrijven zou bestaan, is een loze bewering die op geen enkele manier wordt onderbouwd, maar louter wordt geïnspireerd door het winstbejag van Belgacom. We leven in een land waar overal kwaliteitsvolle, vaste internetverbindingen aanwezig zijn, zowel bij de mensen thuis als op kantoor. Geen enkel mobiel of draadloos netwerk kan tippen aan de snelheid van glasvezelkabel. Aan wifi-netwerken, grotendeels gratis, is er in de openbare ruimte evenmin gebrek. Waarom steeds meer netwerken bovenop elkaar cumuleren, en zo zorgen voor een onnodig hoge stralingsbelasting? Hoever moeten we gaan om tegemoet te komen aan de doorgeschoten internetverslaving die zich blijkbaar manifesteert bij een deel van de bevolking? Het is lovenswaardig dat minister Huytebroeck zich niet zomaar laat bespelen door de telecomoperatoren en oog heeft voor de gezondheid en het welzijn van de bevolking. De behoefte aan een gezonde en aangename leefomgeving blijft tot nader order belangrijker dan een behoefte om te kunnen gamen of tv-kijken op de smartphone. Men heeft steeds de mond vol van innovatie. Welnu, de Brusselse stralingsnormen zijn de ideale manier om bedrijven hun technologie zodanig te laten evolueren dat er veel minder straling bij komt kijken. Bovendien is het vreemd dat deze uitspraak net van Didier Bellens komt. Het is immers bekend dat Bellens zelf steevast belt met de vaste telefoon en dat hij wifi-netwerken uit zijn kantoor weert. Wat weet Bellens dat wij niet weten? Alleszins is het duidelijk dat hij het voorzorgsprincipe hanteert in zijn eigen leefwereld, maar als het gaat om de blootstelling van de gehele Belgische bevolking is die maatregel blijkbaar niet meer van toepassing.
Jan Allein, coördinator Beperk de straling, Drongen Beperk.de.straling@gmail.com
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Andere tijden door Danny Vileyn Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) heeft de drie ministers van Buitenlandse Handel tegen zich in het harnas gejaagd. Reynders wil in de Belgische ambassades economische attachés aanstellen, en dat zien Kris Peeters (CD&V, Vlaanderen), Jean-Claude Marcourt (PS, Wallonië) en Benoît Cerexhe (CDH, Brussel) niet zitten. Dat Reynders collegae-ministers in de gordijnen jaagt, is niets nieuws. Hij heeft er wel een handje van weg. Opvallend is wel dat de drie gewestministers gezamenlijk de federale excellentie de wacht aanzeggen. Het is een bevestiging van het gewestelijke feit. En het bewijs dat Brussel de voorbije twintig jaar aan gewicht heeft gewonnen. In de jaren negentig klaagde wijlen Rufin Grijp (SP) regelmatig dat zijn Waalse en Vlaamse evenknie hem links lieten liggen of samenspanden tegen Brussel om alleen de Waalse en Vlaamse belangen te behartigen. Grijp was de eerste minister van Buitenlandse Handel in Brussel. Tweede belangrijk feit: na de boze brief die hij van de gewesten heeft gekregen wuift Reynders de kritiek niet hooghartig weg, maar spreekt hij van een misverstand en van complementariteit. Ook dat duidt op een andere houding. Ultieme motivatie van Reynders: “Ik raak makkelijker bij Merkel dan bij Kris Peeters.” Een argument dat zeker hout snijdt, maar er ook op wijst dat er met de zesde staatshervorming in zicht een nieuwe verhouding tussen het federale niveau en de gewesten moet worden gevonden. De Brusselaars zouden zich echter vergissen mochten ze alleen maar oog hebben voor de verhouding met het federale niveau, de twee gemeenschappen en de andere gewesten. Die zijn belangrijk maar niet zaligmakend. Met de zesde staatshervorming krijgt Brussel een pak bevoegdheden en geld bij. Kinderbijslag en woonbeleid, om er maar twee te noemen. Dat de strijd om de centen hevig zal zijn, is vorige week in Vlaanderen gebleken. Daar stelde de Woonraad voor om de hypothecaire aftrek af te schaffen. Een aanslag op de portemonnee van middeninkomens. De Vlaamse regering suste, en de discussie verstilde. Maar het zijn discussies die zeker opnieuw zullen opflakkeren, en ons ook in Brussel te wachten staan. De manier waarop de schaarse middelen verdeeld worden tekent de stad van de toekomst uit. En daar moet iedere Brusselaar zich mee bemoeien. Dat mag niet aan adviesraden overgelaten worden.
EVA HILHORST
BDW 1364 PAGINA 14 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Nog niet te veel voor Blondeel
VADROUILLE
BRUSSEL – Op 30 juni gaat de Brusselse radiojournalist Claude Blondeel met pensioen na een lange staat van dienst bij de openbare omroep. De cultuuromnivoor is niet van plan in stilte de ether te verlaten: hij neemt afscheid met een radioreeks, een tentoonstelling, een boek én een cd.
Strips > Boek bundelt tien Brusselse kortverhalen van internationale tekenaars
Oude Graanmarkt grafisch in de bloemetjes gezet BRUSSEL - Bruss., het klinkt als een generisch merk bruistabletten of frisdrank uit Afgelegerije maar het is de titel van een fraai uitgegeven bundeling van tien grafische kortverhalen. Stilistisch en inhoudelijk mogen ze behoorlijk ver uit elkaar liggen, één ding hebben ze gemeenschappelijk: een levendige locatie met geschiedenis, de door de Dansaertstraat in twee gesplitste Oude Graanmarkt.
D
stripauteurs uit om in Brussel een grafisch verhaal van twaalf pagina’s uit te werken. Enige voorwaarde: de Oude Graanmarkt moest erin voorkomen. Uitgeverij Oogachtend geeft die tien verhalen nu uit. Het Belgisch Stripcentrum stelt de originele tekeningen sinds woensdag tentoon. De auteurs krijgen eind maart ook een plek op het Passa Porta Festival. Ze komen uit Groot-Brittannië, Duitsland, Niger, Spanje, Tsjechië, Frankrijk, Brussel (ons stripreportage-duo Eva Hilhorst en Wauter Mannaert) en Vlaanderen. “Deze stad geeft zichzelf niet zomaar prijs. Dankzij de residentie kregen ook de Vlamingen Conz, Frederik Van den Stock en Stedho de kans om Brussel te ontdekken of er op een andere manier mee om te gaan,” zegt Ilke Froyen, programmator bij Passa Porta. Alleen auteurs die al eerder gepubliceerd hadden, kwamen in aanmerking voor een residentie.
Grafische hoogstandjes
Antonio & Carlos Segura Donat haalden inspiratie bij Ensor voor hun verhaal.
Het is een plezier om door het boek te bladeren. Grafisch halen de meeste tekenaars een hoog niveau. Inhoudelijk is het soms wat minder. “Een grafisch kortverhaal is niet zo’n gemakkelijk genre,” zegt Froyen. “Net als in proza mag je het niet zien als een opstap naar het © OOGACHTEND
© OOGACHTEND
e Oude Graanmarkt is voor mij: schoolboeken kopen in (de ondertussen verdwenen) De Plukvogel (1987), na school een pint gaan drinken in (een ondertussen verdwenen) café in de hoop de meisjes van Mabo te zien (1991), na een interview met Hombres Complicados van het leven genieten op het terras van Le Paon Royal (1998), de vogeltjes het ochtendgloren horen aankondigen terwijl ik met een bloedend hoofd op de kasseien lig na een fietsongeluk (1999). En zo heb ik nog honderd andere herinneringen. Hoe Tomáš KuČerovský, Antonio & Carlos Segura Donat, Paula Bulling of Maman Salissou Oumarou de Oude Graanmarkt zien, ontdekt u in Bruss., een knap uitgegeven bundeling van tien grafische kortverhalen. Brussels in shorts heet het door VGC-collegelid Bruno De Lille gesteunde project. Het internationale literatuurhuis Passa Porta nodigde tien
© OOGACHTEND
Deze week is op Klara al de radioreeks begonnen die de afscheidstournee van Blondeel inluidt. In het ochtendprogramma Espresso (rond 6.45 uur) preekt Blondeel elke weekdag zijn passie over een bepaald onderwerp uit de Belgische moderne en hedendaagse kunst. In honderd afleveringen komt zo het imaginaire museum van Claude Blondeel tot stand, waarin schilderkunst, film, video, fotografie, mode, design, architectuur en literatuur met liefde, maar zonder enige vorm van hiërarchie naast/boven/op elkaar worden geplaatst. Het gaat altijd om een werk of object uit een Belgische collectie, van het Musée de la Photographie in Charleroi over het Wiertzmuseum in Brussel tot het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Chronologisch begint Blondeel zijn hoogstpersoonlijke kunstgeschiedenis bij James Ensor, alfabetisch gesproken gaat het van de Brusselse cineaste Chantal Akerman tot schilder Rik Wouters. Daartussen zit zowel een jurk van Ann Saelens als de wandelstok waarmee Maurice Maeterlinck Claude Debussy een klap voor de kop zou hebben verkocht. We horen ook Blondeels verhaal over Herman Selleslags, Benoît Poelvoorde, Maurice Béjart, Jacques Brel, Marcel Broodthaers, Jean Brusselmans... Zelfs de witte lelies uit zijn stamcafé L’Archiduc schijnen de revue te zullen passeren. Op 28 juni zendt Klara de honderdste en laatste aflevering uit. Dat is net na de opening van de bijbehorende tentoonstelling, die vanaf 20 juni te zien is in het centrum voor hedendaagse kunst De Centrale aan het SintKatelijneplein. BAZA(a)R BELG(ï)E loopt daar tot en met 29 september. Borgerhoff & Lamberigts verzorgt de uitgave van de tweetalige catalogus, EMI brengt een cd uit met de favoriete Belgische muziek van Blondeel. MB
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
www.klara.be ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
Eva Hilhorst en Wauter Mannaert verbeelden de Brusselse hemel en de hel.
Conz laat een zieke zwartkijker op wandel gaan met een Iguanodon.
© OOGACHTEND
BDW 1364 PAGINA 15 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
© OOGACHTEND
De Engelse auteur William Goldsmith laat zijn hoofdpersonage op zoek gaan naar sporen van een zekere Sam Rondeau, van wie hij een dagboek kocht op het Vossenplein.
Met zijn Griekse mythe over zwervers en een gitzwart, monumentaal blok komt Stedho het sterkst voor de dag.
Mekka
grote werk. Het moet op eigen benen staan.” Conz laat een zieke zwartkijker met een felgele Iguanodon een herfstwandeling maken van de Oude Graanmarkt naar het Museum van Natuurwetenschappen. Frederik Van den Stock tekende een kotstudent die liever computergames speelt dan van het leven te proeven en bijgevolg niet weet wat te doen als er wel eens een vrouw belangstelling toont. De broers Antonio en Carlos Segura Donat beelden op Ensoriaanse wijze het dagelijkse leven op de
“Met opzet kozen we voor de Oude Graanmarkt als rode draad, en niet voor de Grote Markt. Die zou te gemakkelijk naar historisch Brussel leiden. De Oude Graanmarkt heeft ook een lange geschiedenis. Bovendien is ze niet clean, is er mooie en lelijke architectuur en komt er allerlei volk. Het is een plek met veel lagen. Dankzij hun scherpe, zoekende blik slagen de auteurs erin om ons op een andere, frisse manier te laten kijken naar die verschillende lagen, de architectuur, de interactie of hoe de stad ons verbindt. Zo krijgen we onze stad terug,” zegt Froyen.
Sommigen gebruiken Brussel alleen maar als decor. Elric Dufau’s variatie in rood-zwart op de filmklassieker Vertigo van Alfred Hitchcock zou overal kunnen getekend zijn. Anderen proberen vergeefs het raadsel Brussel op te lossen. De Tsjech Tomáš KuČerovský brengt verslag uit van zijn verblijf. Hij doet een verwoede, goudeerlijke poging om verder te kijken dan de clichés. Hij detecteert contrasten als bakbeesten van auto’s voor Belgische artnouveauhuizen (‘beide statussymbolen’) of brutalistische betongevels vlak naast historische huizen. Hij verbaast zich over ‘monsters
© OOGACHTEND
Dankzij hun scherpe, zoekende blik slagen de auteurs erin om ons op een frisse manier naar Brussel te laten kijken
Oude Graanmarkt uit met zijn visverkopers, katten, honden, jonge diensters en de kleine Julia die huilt als de snauwerige raaf haar chocoladewafel steelt. William Goldsmith laat een kantoorslaaf in de ban raken van het dagboek van een Canadees die begin twintigste eeuw verliefd wordt op het hulpje van een visboer. Hij droomt ervan de vismarkt, de haven, de schepen, de kaaien en de Sint-Katelijnekerk op te tillen en mee te nemen naar zijn thuisstad in Canada. Het sterkst komt Stedho voor de dag met een Griekse mythe over zwervers en een gitzwart, monumentaal blok dat op een winterdag op de Oude Graanmarkt opdoemt.
aan de horizon’ die vanuit elke straat zichtbaar zijn en winkels met niets dan strips. “In hun thuisland opereert het beeldverhaal nog altijd veeleer in de marge. In het Mekka van de strip verblijven vinden ze fantastisch. Alleen al het feit dat ze als tekenaar voor een residentie in aanmerking komen, vormt voor hen een grote vorm van waardering.” Niels Ruëll ‘Bruss. Brussels in shorts’, uitgegeven bij Oogachtend, 19,95 euro. www.oogachtend.be
WIN! 3 EXEMPLAREN VAN ‘BRUSS. BRUSSELS IN SHORTS’ Mail ‘shorts’ naar win@bdw.be en vermeld je naam en adres.
BDW 1364 PAGINA 16 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Literatuur > Luistercd’s met portret en poëzie van ‘De eenzame’
Bericht aan de fans van Jan van Nijlen
In 2011 nog schilderde de kunstenaar Gert Dooreman Van Nijlens gedicht ‘Bericht aan de reizigers’ (uit de bundel Geheimschrift (1934)) op een muur in het Antwerpse Centraal Station. Net zoals Johan Anthierens (1937-2000) het graag had gezien, en nadat Brigitte Raskin tien jaar na zijn dood die wens in herinnering had gebracht. Bij Lannoo verscheen in 2005 Van Nijlens biografie De wereld is zo schoon waarvan wij dromen van Stefan van den Bossche. En sinds eind vorig jaar is er nu ook het luisterboek van Hans Kusters (HKM Literatuur) en uitgeverij Rubinstein. Als je het openslaat, valt er niets te lezen over de keuze of volgorde van de veertig gedichten die door Chris Lomme worden voorgedragen en het ene dat door Dirk Van Esbroeck wordt gezongen. Van Nijlens levensverhaal, opgeschreven door Anthierens aan de hand van gesprekken met zijn 80-jarige dochter Sofie, zijn gedichten en postuum verschenen jeugdherinneringen in Druilende burgerij, krijgt er iets
© ARCHIEF BDW
BRUSSEL - Een van de belangrijkste neoklassieke Vlaamse dichters, de in Antwerpen opgegroeide Ukkelaar Jan van Nijlen (1884-1965), wordt steeds stijlvoller herdacht. Deze keer leenden Chris Lomme en Brigitte Raskin/Johan Anthierens hun lokstemmen.
spannends door. Verstelster Brigitte Raskin, die van zichzelf beweert geen radiofonische stem te hebben, kon het niet beter doen: traag en helder, en met de gepaste dosis melancholie en samenzweerderigheid. De tocht vertrekt van de veilige keuken bij moeder in de Antwerpse Carnotstraat en eindigt in Ukkel waar de dichter met zijn gezin woonde, of liever, waar hij bij de minste onvrede, of na het echte drama met zijn gedeporteerde zoon, vandaan vluchtte naar de kroegen van Kalevoet of Au Vieux Spijtigen Duivel aan de Alsembergsesteenweg. We krijgen inkijkjes in zijn vriendenkring - in Nederland weet hij Rik Wouters op zijn sterfbed alleen nog ontroerd door Gezelle - en uiteraard in zijn poëzie. Zo verwijst ‘Dodengang te Calevoet’ expliciet naar ‘Het huwelijk’ van zijn bevriende schrijver Willem Elsschot.
Katers, dichters en beminden
De gedichtjes van Jan van Nijlen lijken wel te dansen rond hun onderwerp.
huis bezoekt, durft hij zijn moeder op het eind van haar leven nauwelijks in de ogen te kijken, en stelt hij vast dat hij dit geluk in zijn jeugd verfoeide. En op een grandioze manier vereenzelvigt hij zijn vader met zijn zware, schrikwekkende kantoor. Er zijn de cafégedichten, want in de stille buitenwijken kan hij alleen daar, ‘soms met een vriend/en voor een enkel uur’, aarden. In gedichten als ‘De desperate dronkaard’ of ‘De eenzame’ portretteert hij zichzelf, projecteert hij zich in een hond of slaat hij de andere bezoekers gade. In ‘Kerstmisviering’ telt hij ze na, ‘twee kruideniers, één visboer en zes zonen/van brave burgerlui met zeer veel geld’. In het lange, dreinende ‘Maart’ weten ‘katers, dichters en beminden’ hoe kwaad het voorjaar kan zijn. Van Nijlen bleef heel zijn leven andere woorden vinden voor het altijd wisselende licht. In het gedicht ‘Aan Sofie’ hoopt hij dat zijn dochter later glimlachend zal terugdenken aan de zonnestraal op de oude kamermuur. ‘De laatste droom’ gaat over het zomerhuis van zijn jeugd in Schilde en er is het gedicht ‘Aan J.C. Bloem’. “Een dichter en bovendien een mens”, volgens Van Nijlen. Dat net hij dat zegt! An Devroe
Van Nijlens poëzie krijgt wel eens de naam parlandopoëzie, Chris Lomme kon daar dus wel wat mee. Gedichtjes die wel lijken te dansen rond hun onderwerp en dieren uit het paradijs, wisselen af met het weemoedige geluid van ‘De vooruitgang’, ‘Bezoek aan het ouderhuis’ en ‘Een zoon denkt aan zijn vader’. De ‘kruiïge’ sfeer van de zadenhandel van zijn oom en natuurkundige Jan Ignaas De Beucker kan Van Nijlen zelfs na veertig jaar nog oproepen. Als hij het ouderlijk www.hanskustersmusic.be
ADVERTENTIE
BDW 1364 PAGINA 17 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
TELEX VADROUILLE Symposium rond Daniël Rovers ELSENE – Het Studiecentrum voor Experimentele Literatuur van de VUB organiseert dinsdag een klein symposium naar aanleiding van het verschijnen van De figuur in het tapijt, een essaybundel van de Nederlandse schrijver en essayist Daniël Rovers. Die bundel is gebaseerd op het proefschrift dat Rovers eerder maakte aan de VUB. De figuur in het tapijt bevat studies van het oeuvre van zes Nederlandse auteurs: Frans Kellendonk, Willem Jan Otten, Tonnus Oosterhoff, Marie Kessels, M. Februari en Marc Kregting. Bij de presentatie van de bundel komen Christophe Van Gerrewey, Sofie Gielis, Marc Kregting en Matthieu Sergier elk tien minuten over een hoofdstuk uit het
Katrien Stroobants toverde elke week een beetje bij deze krant.
Gelezen: negen jaargangen van Brussel Deze Week, geredigeerd door Katrien Stroobants.
achteraf
Hoeveel mensen zouden van het bestaan van eindredacteuren afweten? Hoeveel mensen die de titel al eens hebben horen vallen, zouden precies weten welke functie eraan vastzit? En hoeveel van de mensen die wel weten dat eindredacteuren de teksten van alle journalistieke medewerkers door hun handen laten passeren om ze in de juiste toon, vorm, volgorde en context op de krantenpagina’s te krijgen, hebben ook een positief beeld van hen? Want als de eindredacteur dan ooit al eens in de belangstelling staat, dan meestal omdat hij of zij volgens een belaagde journalist de eigenlijke verantwoordelijke is voor verkeerd gedraaide woorden in, of een misleidende titel boven een stuk. Een eindredacteur (m/v) is iemand die je als journalist en lezer kan vergeten als een artikel in orde is, en op wie je de schuld kan steken als het gebreken vertoont. Sommige buitenstaanders vinden het zelfs vreemd dat je als journalist nog aan je tekst laat zitten, waardoor uiteindelijk iets in jouw naam op papier verschijnt dat niet uitsluitend door jouw toedoen tot stand is gekomen. Ik ben zelf ook een tijdlang niet zo’n onvoorwaarderlijke supporter van de eindredacteur geweest. Als je jong bent hoor je dan ook te denken dat je een ongeëvenaard en oorspronkelijk schepper bent, die uiteindelijk alles beter weet. Er bestaan overigens ook wel eigengereide eindredacteuren die vinden dat ze alle teksten sowieso naar hun hand moeten zetten, en daarbij maar meteen hun gevoel voor taal en humor overschatten. Maar als het goed zit met haar, dan is de eindredacteur incontournable, en kus je als scribent al snel je beide pollekes dat zij de sluiswachter is die het zwerfvuil uit je stortvloed aan woorden wil halen. Want tussen dat zwerfvuil zitten behalve kleine onzorgvuldigheden, en middelgrote onvolkomenheden, af en toe ook onwaarschijnlijke flaters. De eindredacteur is de eerste lezer van een krant, een lezer met de bijzondere eigenschap dat zij nog kan veranderen of schrappen wat zij te lezen krijgt. Daarbij komt het erop aan het meestal te grote ego van de journalist, en/ of het meestal overschatte belang van diens onderwerp, te laten passen in de meestal
BELCANTO OP HET BALKON
wat kleinere kolommen die een krant ter beschikking heeft voor de lezers, wier belangstelling, eisen en voorkeuren er meestal ook wat ingewikkelder uitzien dan nieteindredacteuren over het algemeen maar willen aannemen. Elke dag die oefening maken zonder dat iemand er wat van merkt, komt in de buurt van de tovenarij. De eindredacteur is dan ook het medium van het medium, de onzichtbare straalverbinding tussen boodschapper en ontvanger, de nooit genoemde maar onmisbare link tussen het halve woord en de goede verstaander. Mensen die zelf zelden of nooit met teksten bezig zijn, onderschatten het gewicht van de laatste loodjes die een tekst vlot leesbaar en volstrekt foutloos maken. De vijf fouten in ‘Ann-Theresa de Keersmaker’ zoeken, of het liggend streepje in ‘NV-A’ weer op de juiste plaats zetten is één zaak, zorgen dat de ingang van een stuk netjes aan het begin zit, of dat het integrale journalistieke jargon niet nog maar eens wordt opgesoupeerd in één artikel, is al een andere. Het zijn maar een paar van de zaken die moeten gebeuren in de tijd die nog rest na de blessuretijd die de journalisten zichzelf nog cadeau deden na de officiële deadline. Mét de eeuwige frisse moed die nodig is om de al wat muf ruikende woordenwolk rond de hoofden van die journalisten te trotseren, en om op een vertrouwelijke manier te blijven omgaan met hun verrassend hoge dt-foutratio, en hun occasionele pekelzonden tegen de journalistieke moraal. Voor dat alles is behalve talent, taal- en mensenkennis, ervaring, kalmte, uithoudingsvermogen, tact, daadkracht, snelheid van handelen, helderheid, communicatie, een goed lange- en kortetermijngeheugen, algemene en specifieke kennis, en betrokken afstandelijkheid, op de zeventiende plaats ook begrip nodig van alles wat Brussels is, en begrip voor alles wat al te Brussels is. En op de negentiende plaats ook de bescheiden bereidwilligheid om de nodige correcties uit te voeren met de terughoudendheid van de plastische chirurg, die niet gefêteerd wil worden ondanks het feit dat de (blad)spiegel ‘s anderendaags weer een rimpeloos beeld laat zien. Aan die bescheiden bereidwilligheid moet in het geval van onze eindredacteur (v) een einde komen. Laat je alsjeblieft even fêteren Katrien.
Michaël Bellon
KOEKELBERG – Op zondag 10 februari 2013 vindt de vijfde editie van Serenade aan balkon plaats, een Valentijnstoer door Koekelberg. Voor deze gelegenheid wordt een parcours uitgestippeld waarbij het publiek van het ene ‘balkon’ naar het andere wandelt. De romantische tocht begint om 17 uur in gemeenschapscentrum De Platoo met
liefdesliedjes gezongen door De Thriva’s. Vervolgens kunnen romantische zielen bij verschillende balkons langs de Pantheonlaan terecht voor fotografie, poëzie en animatie. Om 19 uur is er onder de Basiliek, in zaal Vita, een concert van Melting Point. Kers op de taart is Guido Belcanto die om 20.30 uur in restaurant Le Basilic-Chez Adrienne, ook onder de Basiliek, zijn programma ‘Zo goed als alleen’ brengt. Alle activiteiten zijn gratis. HUB
ADVERTENTIE
Brussels - Flagey 8-17/02/2013 www.animafestival.be
© Benoît Feroumont / Folioscope 2012-2013
Praat
Het medium van het medium
boek spreken. Ook de auteur zelf is aanwezig. Rovers (1975) publiceerde voor verschillende literaire tijdschriften en was redacteur van Yang. Onlangs verscheen van hem de roman Walter (2011), en in 2010 haalde hij de longlist van de AKO Literatuurprijs met zijn debuutroman Elf, waarin elf mensen geportretteerd worden die banden met Brussel hebben. De auteur woonde hier zelf tijdens zijn studie, maar verhuisde in 2008 naar Amsterdam. Symposium rond De figuur in het tapijt van Daniël Rovers, 12 februari om 14 uur aan de VUB (lokaal D.3.13), gratis. Meer op www. vub.ac.be/events/2013/figuur-tapijt. MB
www.knackfocus.be
www.levif.be
BDW 1364 PAGINA 18 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Film > Productiehuis S.O.I.L opnieuw aanwezig op Anima: een interview
‘Meer dan gewoon een verhaaltje’ BRUSSEL – Het filmfestival Anima brengt weer parels uit India, Tsjechië, Italië, Zuid-Korea – en België natuurlijk. Een van de vaak aanwezige, maar nooit in de schijnwerpers lopende aanwezigen is S.O.I.L, een Brussels productiehuis dat ook dit jaar een film voor de nationale competitie heeft geleverd met het poëtische De wake van Pieter Coudyzer.
B
ij het licht van de ondergaande zon doet de Stalingradlaan denken aan de Ramblas in Barcelona. Maar het kantoor tegenover de Brusselse snackbar Las Ramblas waarin S.O.I.L – Sight of an Ignored Landscape voor de intimi – van Geert Van Goethem en Linda Sterckx huist, verraadt in geen enkel opzicht dat dit een organisatie is die al op menig animatiefilmfestival opzien heeft gebaard. En ook nu dingen ze mee naar prijzen op Anima 2013. “Dit is een groot moment voor ons,” legt Linda Sterckx uit. “De film De wake is net op tijd klaar voor het festival, en we zijn er trots op.” Terwijl we samen aandachtig de film bekijken, legt Van Goethem aan Sterckx uit welke veranderingen er nog op de valreep zijn aangebracht. Hij is onder andere geluidsingenieur van opleiding, en dat merk je aan zijn aandacht voor het kleinste geluidje. De gedetailleerde tekenstijl van Pieter Coudyzer vraagt hierom. “Het Filmfonds kon het zich niet voorstellen dat we een halflange film konden vullen met dit onderwerp. Daarom is het een korte film geworden. Het verhaal is inderdaad kort samen
te vatten: een man zit te waken bij zijn vrouw die in coma ligt. Maar bij Pieter Coudyzer gaat het nooit alleen om het verhaal. Zijn films zijn een ervaring die je moet ondergaan. Zulke films komen daarom ook pas echt tot hun recht in groot formaat en met een goede geluidskwaliteit. Voor kortfilms is het niet vanzelfsprekend om de zalen te halen, en daarom is een festival als Anima een uitgelezen kans om deze films op hun best te zien.”
Alchemie Geert Van Goethem en Linda Sterckx hebben hun roeping gevonden in het producen en promoten van animatiefilms. “Nochtans komen we vanuit de theater- en danswereld. In de jaren tachtig maakten we de bloei van het Vlaamse theater mee, maar we merkten dat veel kunstenaars behoefte hadden aan omkadering en aan hulp voor multimediaprojecten. Daarom zijn we in 1987 begonnen met S.O.I.L. We produceerden multimediale tentoonstellingen als Please do disturb, een kameropera als Jakob Lenz, een opera voor een Decaporgel... allemaal producties die de grenzen doorbraken van wat de ‘instituten’ aandurfden, en die
Uit De wake van Pieter Coudyzer, “net op tijd klaar voor Anima”: een man waakt bij zijn comateuze vrouw.
net daarom veel bijval kregen. Op een bepaald moment kwamen we ook in contact met de sector van de animatiefilm, die in België een ongelooflijk potentieel heeft, al was hij twintig jaar geleden op sterven na dood. Toen we konden meewerken aan Les triplettes de Belleville, hebben we ervoor geknokt om
zoveel mogelijk mensen in België werk te geven. Dat werd gewaardeerd. Maar ook in de animatiefilm zagen we mogelijkheden voor onze aanpak: mensen uit verschillende kunsttakken samenbrengen om te komen tot iets grensverleggends. Niet altijd gewoon een verhaaltje. Zo brengen we de animatiekunst
op plekken waar die anders niet zou komen.” Sterckx haalt er de werkmap bij van alweer een nieuw project, in samenwerking met het Smak in Gent: een natuurdocumentaire met animatiefilmtechnieken. “Dat is in feite een contradictie, want natuur is natuur, en animatie is met beelden een illu-
© LUK STIENS
Festival > Zwitwart+ kiest voor moderniteit
Wit, zwart en méér ANDERLECHT – Dit weekend vindt in Zinnema de derde editie van het multidisciplinaire kunstenfestival Zwitwart+ plaats. Onder de noemer Wor(l)d staat de multiculturele ontmoeting dit jaar in het teken van het woord. “We willen de interactie tussen artiesten en toeschouwers stimuleren.” Fora, het Forum van Afrikaanse Artiesten, slaat voor het derde jaar op rij de handen in elkaar met het Anderlechtse cultuurcentrum Zinnema. “We willen artiesten van verschillende horizonten bijeenbrengen om de culturele diversiteit van Brussel in de kijker te zetten. Zinnema wordt een weekend lang een creatieve pool van ontmoeting tussen kunstenaars en mensen van heel diverse origine,” zegt Daniel Tuyizere, de coördinator van Fora. Zoals de naam suggereert, staat Zwitwart+ voor de interactie tussen blank en zwart, maar het plusteken mag niet uit het oog verloren worden. “Het gaat om blank,
zwart en méér. Alle culturen die in Brussel samenleven, zijn welkom.” Sommige Afrikaanse festivals zetten de folklore centraal, maar bij Zwitwart+ draait het allemaal om hedendaagse creatie. “Wij kiezen voluit voor moderniteit en zetten hedendaagse kunst in de kijker,” zegt Tuyizere. “Wor(l)d slaat zowel op het woord als op de wereld. Het woord is zowel geschreven, gesproken als gezongen. De wereld slaat op de diversiteit die leeft in onze stad.” De Belgisch-Nigeriaanse schrijfster Chika Unigwe komt stukken voordragen uit Black sisters street, haar nieuwe roman over prostitutie. Er komen dichters uit verschillende landen, en
om het woord kracht bij te zetten, zullen ter plaatse de kernwoorden gezeefdrukt worden. Er is ook een expo van gezegden uit de hele wereld over solidariteit en samenleven. Wat dans betreft kiest het festival resoluut voor hedendaags, met de Ivoriaan Pierre Noël en de Latijns-Amerikaanse Paula Opazo. Muzikaal besteedt Zwitwart+ extra aandacht aan de teksten en de boodschap. De Afro-Canadese zangeres Spaïcy licht een tipje van de sluier van haar volgende album, en Johan Misiedjan uit Suriname zet zaterdag het slotfeest extra luister bij met heerlijk dansbare salsa. Benjamin Tollet Zwitwart+, 8 en 9 februari in Zinnema, Veeweidestraat 24-26, Anderlecht, 02-555.06.00. 6 euro/ dag of 10 euro/pas, gratis voor -12
Qua dans kiest het festival resoluut voor hedendaags, met de Ivoriaan Pierre Noël die in 2009 al te gast was met deze Rush.
BDW 1364 PAGINA 19 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
sie creëren. Maar dit is het idee van twee beeldende kunstenaars, Simo-
Anima 2013, van 8 tot en met 17 februari in Flagey. Volledig programma en online reserveren op www.animafestival.be. De wake van Pieter Coudyzer en andere voor de nationale competitie geselecteerde Belgische films op 12 februari om 21.30 uur. Dagelijks zijn er ateliers voor 5- tot 12-jarigen.
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Nick Trachet
© NICK TRACHET
© S.O.I.L
na Denicolai en Ivo Provoost, die samenwerken met een heel team animatiekunstenaars. Ze hebben zich laten inspireren door een reeks wandtapijten in het Louvre, ‘Les chasses de Maximilien’. Daarop staan jachttaferelen in het Zoniënwoud. Denicolai en Provoost zijn op hun beurt naar het Zoniënwoud getrokken en hebben urenlang nauwkeurig de natuur geobserveerd. De tekeningen die daaruit zijn voortgekomen, zijn soms echter dan echt.” Het zijn inderdaad prachtige tekeningen, al zijn ze nog niet ingekleurd en is er nog maar schetsmatig beweging aan toegevoegd. Nog enkele jaren, en dan kunnen we hopelijk ook deze film bewonderen op Anima. Van Goethem doceert ook productie aan het Rits en sluit af met een vurig pleidooi voor zijn vak. “Een producent maakt echt deel uit van het scheppingsproces. Kunstenaars hebben een idee, maar vinden niet altijd de weg om dat vorm te geven. Wij proberen hun idee te voelen en te begrijpen, en de juiste mensen samen te brengen. Dat is ons creatief werk, een soort alchemie waarmee we de kunstenaars versterken.” Jo Govaerts
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Kleefrijst Op tien februari begint het Chinees Nieuwjaar. Dat is veelal gecentreerd rond eten en drinken, knallend vuurwerk en dansende draken. Wat kunnen we eten om mee te vieren met de Chinezen in Brussel? Brussel heeft een Chinatown. Dat zeg ik niet, dat zegt een website over de Chinatowns in de wereld, (vermoedelijk) opgezet door Singaporezen, zelf Chinezen in de diaspora. Wat zo’n Chinatown inhoudt? Gewoon een straat of buurt met een concentratie aan Chinese handelszaken. De Chinezen zijn Brussel binnen ‘geslopen’. Ze waren in het straatbeeld zo goed als onzichtbaar, op de uithangborden van een restaurant hier en daar na. Maar met de eerste Chinese supermarkten in het centrum, destijds Sun Wah en The China Company, begon dat beeld snel te veranderen. Sinds een tiental jaar wordt de Sint-Katelijnestraat gedomineerd door Chinese tekens. Brussel heeft al vrij lang een Chinese krant, er is een Chinees reisbureau en er was een Chinese apotheek (die natuurlijk allerlei wetten overtrad en dus werd gesloten). Ieder jaar gaat voor het nieuwe maanjaar een draak door de straten, van winkel naar winkel, in een poging voorspoed te brengen aan de winkeliers. Wat nog ontbreekt in het straatbeeld, is een Chinese poort die de straat opent, het kenmerk van de ‘officiële’ Chinatown. Het zou een fotogenieke toeristische attractie kunnen worden, zo vlak bij de Beurs en Dansaertstraat. Nieuwjaar is het belangrijkste Chinese feest van het jaar. Chinezen gebruiken de feestelijkheden, die meer dan een week duren, om hun leven weer op orde te zetten. Schulden worden afbetaald, nieuwe kleren gekocht, het huis gaat aan de kant. De familie komt bij elkaar en de banden worden aangehaald. En daarbij wordt er eten klaargemaakt met grote symbolische waarde. Er wordt veel gewerkt met woordspelingen. Een bepaald gerecht of ingrediënt met een naam die klinkt als ‘voorspoed’, ‘geluk’ of ‘rijkdom’, wordt verkozen boven een ander. De kleur rood doet het ook goed. Een van de ingrediënten die bij Chinees Nieuwjaar regelmatig opduiken, is plak- of kleefrijst. Dat is een variëteit van de ‘gewone’ rijst (Oryza sativa var. glutinosa). Rijst bevat twee soorten zetmelen:
amylose en amylopectine. Kleefrijst werd zo geselecteerd dat hij bijna uitsluitend amylopectine bevat, een natuurlijke lijm. In het Engels spreekt men van sticky rice, of officiëler van glutinous rice. Dat woord betekent ‘klevend’, het heeft niets met gluten te maken. In het zuidoosten van Azië, zoals in Thailand en Indonesië, wordt kleefrijst verkozen boven korrelrijst. Het geheel kleeft aan elkaar, zo vallen er geen rijstkorrels op de grond tijdens het eten. Men kan er met de hand ook makkelijk bolletjes van rollen. Eten met de handen geeft een grotere band met zijn voedsel, en kleefrijst geeft de eter een aparte sensatie in handen en mond. Tijdens het Chinees Nieuwjaar symboliseert kleefrijst de eenheid binnen de familie. De gezinsleden plakken ervan aan elkaar! Ik groeide op in een westers gezin waar niet-plakkende rijst het hoogste goed leek; herinner u de reclame van Uncle Ben’s: “Il ne colle jamais” (uit te spreken met Amerikaans accent). Het idee om willens en wetens rijst te laten plakken lijkt me dus op het eerste gezicht vreemd. Maar waarom niet? Ik ben dus kleefrijst gaan kopen. Erg moeilijk te bereiden is het niet. Om te beginnen spoelt men de rijst grondig en laat men hem enkele uren weken of, zoals ik deed, een nacht. Daarna gaat de rijst in een stomer. Ik gebruikte het mandje in mijn drukkookpan, die ik gesloten, maar zonder het ventiel erop, liet koken. Na een zevental minuten de rijst eens voorzichtig omdraaien. Na een kwartiertje was hij klaar. De korrels zijn los herkenbaar, maar plakken enthousiast aan elkaar. De rijst smaakt ook beter dan gewone westerse long grain. Een typische specialiteit voor het Chinese Nieuwjaar is nian gao. Het wordt beschreven als een kleefrijsttaart, maar kleefrijstpudding is misschien een beter woord. Hiervoor wordt het meel van kleefrijst gebruikt, dat in dezelfde supermarkten te koop ligt. Het recept is van een eenvoud die niet kan mislukken, bij mij ook niet, en ik ben niet handig. Er bestaat heel wat variatie in de recepten voor nian gao. Dit is er één van. Het is wel, op z’n Angelsaksisch, uitgedrukt in volumes (delen, cups) in plaats van gewichten, waarvoor mijn excuses. Laat in een pannetje boven het vuur vijf delen
Ik groeide op in een westers gezin waar niet-plakkende rijst het hoogste goed leek (licht)bruine suiker oplossen in drie delen water. Meng na afkoelen in een grote kom met één deel olie (geen olijf ) en negen delen kleefrijstbloem. Eerst roeren, dan kneden tot een glad deeg. Bekleed het stoommandje van de snelkoker met een ingevet bakpapier en stort daar het kleverige deeg in. Hang het mandje boven een laag water in de snelkoker en zet die dan op zacht vuur (zonder het ventiel) gedurende vijftig minuten nadat het stomen is begonnen. Laat de pudding wat afkoelen en haal hem uit het stoommandje. Laat rijpen tot de volgende dag. We hebben nu een plakkend zoet, beetje taai snoep. Kan in punten worden gesneden, of in ruiten. Traditioneel wordt de pudding versierd met drie ‘Chinese dadels’ (jujube). Maar er zijn veel varianten. Ik bestrooide hem met gedroogde kokosnoot. Grappig en lekker. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1364 PAGINA 20 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Een van de projecten van Sibel Dinçer is de vrouwenzanggroep Gavur Gelinler. “Met gavur werden ten tijde van het Ottomaanse rijk al de niet-moslims bedoeld, gelinler betekent ‘toekomstige schoondochter’. Dat is ons statement: we willen multicultureel zijn over de grenzen van godsdienst heen.”
SCHAARBEEK – “Ik dacht dat ik nooit elders zou aarden dan in Istanboel. Maar als ik nu terugga naar de stad van mijn jeugd, dan heb ik het moeilijk met de hectische drukte. Terwijl Brussel voor mij de rust zelve is, een beetje als een multicultureel dorp.” Sibel Dinçer is muzikante, zangeres en actrice.
D
e kleine Sibel leek wel voorbestemd voor het artistieke: haar vader was klarinettist, haar moeder violiste. Maar de weg was kronkelig; het was zoeken, met vallen en opstaan. “Op mijn vijfde of zesde ging ik muzieklessen volgen: piano om te beginnen, maar al snel ben ik overgeschakeld op viool. Eerst privé, thuis, en vervolgens aan het conservatorium, halftijds, na school. Maar de viool was helaas niet mijn vriendin, ze dreef me tot wanhoop, en op een bepaald moment zag ik het niet meer zitten. Het was ook moeilijk oefenen thuis, onder het kritische oog van ouders die muzikant zijn.” “Mijn vader en moeder vonden het jammer dat ik er de brui aan gaf, net op het moment dat ik volgens hen en mijn leraar klaar was om te ‘oogsten’. Ze vroegen me niet alles overboord te gooien, een ander instrument te zoeken. Het is de hobo geworden.” “Ondertussen was ik ook gebeten geraakt door de acteermicrobe. Maar een plaatsje bemachtigen aan het conservatorium bleek onmogelijk: er waren veel kandidaten, en zonder de juiste connecties was het bijna mission impossible. Ik was zoekende, heb zelfs even Latijn geprobeerd aan de universiteit omdat dat een goede basis is om andere talen te leren. Maar de universiteit, met die grote aula’s, was niets voor mij. In diezelfde periode ben ik op aanraden van mijn ouders zanglessen gaan volgen. Klassieke zang. Ik deed dat graag, het
klikte met mijn lerares, een prachtige bejaarde dame. Maar toen ze de school verliet, ben ik er ook mee gestopt, omdat ik de manier waarop zij behandeld was, niet erg netjes vond.”
Open geest Het is niet simpel om je weg te zoeken in het leven. Maar waar een wil is, is een weg, en die weg leidde naar Brussel, waar een oom van Dinçer een tweede thuis had gevonden. “Mijn oom woonde allang niet meer in Turkije, toch was hij al van jongs af heel aanwezig in mijn leven. Toen ik leerde schrijven, was hij de eerste en de enige die me brieven stuurde. In een prachtig handschrift. Fantastisch vond ik dat: ik schreef hem brieven terug, die hij voor mij verbeterde.” “Ik heb heel veel geluk gehad dat ik in zo’n open geest ben opgegroeid. Mijn ouders waren open van geest, mijn oom, die me hier heeft opgevangen, was dat ook. Een prachtige man, met een speciaal parcours: ooit was hij doordrenkt van het linkse ideeëngoed, nu is hij bankier.” “Ik was naar Brussel gekomen om mijn Frans bij te spijkeren. De nieuwe luchten deden me deugd, en ik dacht bij mezelf: ‘Waarom niet hier nog eens proberen, die theaterstudie?’ Ik ondernam een laatste poging – een geslaagde: aan het IAD liep het allemaal van een leien dakje.” “Het was mijn bedoeling om na mijn studie terug te keren naar Turkije, naar Istanboel,
maar in vier jaar tijd kan er veel veranderen. Ik had minder contact met het leven in Turkije, een nieuwe vriendenkring, een omgeving die me beviel; ik vond snel werk na mijn studie. En in het wereldje van de muziek leerde ik mijn man Daniël kennen.”
Samenwerking Het huis van Sibel Dinçer en haar Daniël ademt muziek uit. En leven. Daar zorgen zoontje Dem en kattin Kapka voor. “Ik heb niet de weg gevolgd die mijn ouders me graag hadden zien volgen: mijn opleiding tot violiste afmaken en vervolgens een plek zoeken in een orkest. Dat was de veiligste weg, de meest zekere. Ik heb mijn gevoelens, mijn instincten gevolgd. En mijn weg gevonden. Het is niet altijd even makkelijk, maar
© MARC GYSENS
wat ik doe, doe ik graag. De voorbije jaren ben ik steeds bezig geweest met muziek en theater, telkens als de kans zich voordeed. Ik ben meer met muziek bezig dan met theater: daar is het makkelijker om projecten op te zetten. Voor het theater is de gangbare weg castings doen, en daar heb ik een hekel aan. Ik kan het niet, voor een autoritaire figuur auditie doen en dan het beste van mezelf geven. Ik moet er kunnen in rollen. ‘Ik geef je werk als je goed bent’, daar hou ik niet van, ik kan alleen goed functioneren in een klimaat van samenwerking.” Die samenwerkingen gaan verschillende richtingen uit. “Het is grappig: in Turkije heb ik me nooit beziggehouden met traditionele Turkse muziek, hier ben ik begonnen met Turkse liederen te harmoniseren op piano.
Vakantie in Cyprus: zon, buitenleven en muziek. “Dan zie je mijn zoon Dem opleven!”
BDW 1364 PAGINA 21 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
© ANNE VAN AERSCHOT
3 VRAGEN AAN A.T. DE KEERSMAEKER
“Ik heb heel veel geluk gehad dat ik in zo’n open geest ben opgegroeid”
Sibel Dinçer, van hectisch Istanboel naar rustig Brussel
‘Hier heb ik mijn plaats gevonden’ Ja, dat was ook nostalgie die speelde. Maar ik vond er gaandeweg meer en meer plezier in, en op aanmoediging van vrienden ben ik ermee verdergegaan. Ook Daniël zag er wel iets in.” “Vervolgens is er een Luxemburgse drummer bijgekomen en een vriendin met wie ik theater had gedaan. Zo is de groep Sibel ontstaan; twee jaar geleden heeft een saxofonist ons groepje helemaal compleet gemaakt. We zijn geëvolueerd met de jaren: jazz, fusion, het is er allemaal ingeslopen. Het is mooi zo, we komen geregeld aan de bak en hebben al twee full-cd’s uit.” “Vanuit de zanglessen die ik geef, is ook nog eens een vrouwengroep ontstaan: Gavur Gelinler. We zijn met z’n tienen en zingen a capella. Een Turks repertoire, maar we proberen nu te diversifiëren, omdat er ook Koerdische en Belgische vrouwen in zitten, een Arabische... De naam is wel degelijk bewust gekozen: gavur is het woord dat in de tijd van het Ottomaanse rijk werd gebruikt om al de nietmoslims te duiden, gelinler betekent ‘toekomstige schoondochter’. De naam is ons statement: we willen multicultureel zijn over de grenzen van alle godsdiensten heen.” Derde project: een theatertekst van wijlen Sevim Burak. “Samen met Hilal Sönmez, die ik zowat anderhalf jaar geleden heb leren kennen op een platform voor Turkse artiesten. We raakten aan de praat, merkten dat we een gelijklopende weg hadden afgelegd, en we kregen zin om samen iets te doen. Zo zijn we bij de tekst van Sevim Burak beland. We hebben ook het geluk gehad op de radar te komen van het festival Sounds of Istanbul in het Huis van Culturen in Molenbeek. Dus hebben we snel een goede regisseur gezocht – en met Hüseyin Umaysız ook gevonden – en een try-out van een halfuur in elkaar gebokst. We spelen in
twee talen, Turks en Frans, en als alles naar wens verloopt, brengen we de tekst op 9 maart voor Wereldvrouwendag. De tijd is te kort om het stuk nu volledig te brengen – het is een ingewikkeld stuk, met veel flashbacks. Dat zal voor volgend jaar zijn.”
Vier muren Die laatste woorden gaan een beetje verloren in het schurende geluid van de cello van de kleine Dem. “Is ook hij voorbestemd voor een artiestenleven? We weten het niet, we zullen wel zien. Er staan hier veel instrumenten, en wij verbieden hem niets. Met alle gevolgen van dien, hoor: er is al een viool gesneuveld, een elektronisch klavier. Ondertussen is hij al voorzichtiger geworden. En hij volgt lessen violoncel, dat wilde hij zelf. Ik hoop dat hij het volhoudt; uit ondervinding weet ik dat muziek als hobby heel verrijkend is. Het doet je ademen.” “Het geeft zelfs beetje een vakantiegevoel, iets wat hij hier niet veel heeft. Moeten opgroeien in een stad, in dit klimaat, ik heb een beetje compassie met mijn lieve Dem. We hebben hier wel een minituintje, maar zijn leven speelt zich vooral binnen vier muren af. Als we op vakantie gaan, dan is het ofwel naar een klein vissersdorpje in het zuiden van Turkije – mijn ouders hebben daar een klein vakantiehuisje –, of naar Cyprus. Dan zie je hem echt opbloeien. Maar dit gezegd zijnde heb ik toch geen zin om op het platteland te gaan leven. De stad voelen, met al haar mogelijkheden: ik kan niet zonder.”
Karel Van der Auwera
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
Anne Teresa De Keersmaeker, nu ook doctor honoris causa aan de UCL.
‘Dansen is ook denken’ Deze week werd Anne Teresa De Keersmaeker doctor honoris causa aan de Université Catholique de Louvain. Die eer viel de choreografe van Rosas te beurt samen met twee andere kunstenaars: muzikant-producer Brian Eno en architect Jean Nouvel. U was al Commandeur dans l’Ordre des Arts et des Lettres, barones, ereburger van Wemmel, en na een eredoctoraat aan de VUB in 1994 nu dus wéér eredoctor. Doet zo’n bekroning nog iets? Anne Teresa De Keersmaeker: “Absoluut, ik ben daar zeer erkentelijk voor. Het is in de eerste plaats een erkenning van het werk, ook voor alle mensen met wie ik werk en de collega’s in de danswereld. Als je in een huis van de wetenschap mag constateren dat dans au sérieux genomen wordt, dan is dat mooi.” Waar raken wetenschap en kunst elkaar in uw werk? De Keersmaeker: “Het zijn twee manieren om vanuit je verwondering de werkelijkheid in vraag te stellen en proberen te vatten wie we zijn, hoe en waarom. Je bent op zoek
naar orde in de chaos, en die zoektocht kan verschillende vormen aannemen. Een van de mooie dingen van dans is dat je de meest abstracte ideeën kunt belichamen. Net als muziek combineert dans een hoge graad van schoonheid en abstractie met een bijna mathematische formule, die letterlijk door het lichaam gestalte wordt gegeven.” Wat had u gestudeerd als u geen choreografe was geworden? De Keersmaeker: “Ik heb altijd een grote voorliefde voor Grieks en Latijn gehad. Maar ook geneeskunde was niet uitgesloten geweest: de mechanismen van het lichaam interesseren me. In de loop van de jaren is daar ook wel het rijke veld tussen westerse en oosterse filosofieën bijgekomen. Helaas heb ik daarvoor te weinig tijd. De enige vorm van studie als hobby die ik nog doe, is muziek; ik speel zelf. En bij producties komt ook altijd behoorlijk wat opzoekwerk kijken. Zoals bij En atendant en Cesena over de ars subtilior (14de-eeuwse muziekstijl, MB) en het filosofisch universum in de overgang van middeleeuwen naar renaissance. Dans is niet alleen een manier van bewegen, maar ook een manier van denken.” Michaël Bellon
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau (frederik.welslau@bdw.be). HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EIND REDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie. binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Tijs van den Boomen, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1364 PAGINA 22 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
Voetbal > Julie Van Gysel speelt met RSCA de eerste Beneliga
‘Het zou wat meer mogen zijn’ ANDERLECHT – Het Belgische damesvoetbal kan de mannen heel wat benijden, maar met de oprichting van de Beneliga slagen zij wél waar de heren falen. De acht beste Belgische ploegen nemen het daarin op tegen de acht beste noorderburen. Julie Van Gysel (19) kijkt ernaar uit, maar ze beseft ook dat de titel niet voor dit seizoen zal zijn.
‘I
k vond het als kleine meid leuker om met de jongens te voetballen dan met de meisjes te spelen,” vertelt Julie Van Gysel. “De voetbalmicrobe kreeg ik vooral van mijn peter. Na mijn eerste voetbaljaren bij Eizeringen moest ik op mijn vijftiende een nieuwe ploeg zoeken: op die leeftijd mocht ik niet meer met de jongens spelen, en Eizeringen had geen damesploeg. Ik waagde mijn kans bij Anderlecht en Lucien Paulis was tijdens die ene testtraining vrij snel overtuigd om mij in te lijven.” De Anderlecht-fan kwam bij de jeugdploeg terecht en strijdt sindsdien elk seizoen om de titel. De overstap naar paars-wit tilde haar naar een hoger niveau. “Ik was niet de beste, maar door de nodige speeltijd te krijgen heb ik veel progressie gemaakt. Met Sonja De Schepper hadden we een toptrainster die iedereen liet spelen. Dat is noodzakelijk op jonge leeftijd.” “Van het middenveld ben ik vrij snel een rij achteruitgeschoven. Door mijn jaren bij de jongensploeg is mijn duelkracht wel in orde. Voorts zijn mijn loopvermogen en spelinzicht mijn voornaamste kwaliteiten. Mede daardoor mocht ik al op mijn achttiende
de CLUB
Julie Van Gysel, trots in het paars-wit. Toch besefte ze al snel dat de grandeur van de mannenploeg nauwelijks afstraalt op de dames.
Ritterklub, Jette
Voetballen met een strijdershart JETTE – Nederlandstalige sportclubs zijn dun gezaaid in de hoofdstad. De voetballers van Ritterklub Jette vechten al sinds 1956 om in het Nederlands te kunnen sporten. Met resultaat, net als hun strijd voor een eigen stek. “In de beginjaren van de club hebben we nog onder het toezicht van de rijkswacht gespeeld,” legt voorzitter Joris Van der Borght (79) uit. “We waren met de club begonnen omdat we ons als Vlamingen in het Brusselse voetbal het vijfde wiel aan de wagen voelden. Dat viel niet overal in goede aarde, want men zag ons, onterecht, als extremisten. Nu, dat stond onze groei niet in de weg: vandaag hebben we meer dan driehonderd leden.” Ondanks de moeilijke beginjaren is Ritterklub bij zijn principes gebleven. De club is nog altijd uitgesproken Nederlandstalig, en dat blijkt voor vele ouders een belangrijke vereiste te zijn. “We werken ook samen met Nederlandstalige scholen. Hun leerlingen kunnen bij ons de taal al sportend nog beter onder de knie krij-
gen. Verwijten krijgen we nu niet meer naar ons hoofd geslingerd (lacht). Ik ontmoet wel af en toe bestuursleden van ploegen waartegen ik vroeger nog heb gespeeld. Zij noemden ons tijdens onze beginjaren flaminganten, maar als je hen daar vandaag mee confronteert, blijken ze opeens een kort geheugen te hebben.”
En nu nog de kantine De taalstrijd verschoof in de loop van de jaren 1980 naar de achtergrond door de zoektocht naar een eigen stek. Jarenlang veroorzaakten allerhande omstandigheden uitstel – of het nu om een verdwenen dossier of beschermde muizen ging. Vandaag beschikt Ritterklub eindelijk over een eigen synthetisch terrein, en binnenkort wordt er begonnen met de bouw van hun kantine. “Dat zal ons een boost geven,” vervolgt de voorzitter. “We hebben heel wat zaken moeten uitstellen omdat we niet over eigen infrastructuur beschikten. Zo toonde een groep dames een paar jaar geleden interesse om een vrouwenploeg op te richten, maar dat is dus niet doorgegaan. Ik hoop dat
de bouw van de kantine in de loop van deze maand kan beginnen, om tegen september klaar te zijn. We hebben alvast al heel wat plannen, zoals jonge trainers opleiden.” Het synthetisch veld is een belangrijk instrument om de jeugdschool verder te ontwikkelen. Ritterklub heeft jongeren uit alle windrichtingen rondlopen, een typisch Brussels publiek, en wil hen laten doorgroeien naar de eerste ploeg. “Die eerste ploeg krijgt bij ons geen voorrang. Let wel, als ze promoveren, is dat uiteraard mooi meegenomen, maar we zetten geen druk. Het belangrijkste is de jongeren te laten voetballen in een echte VlaamsBrusselse sfeer.” “Kameraadschap, zo zou ik de sfeer bij ons in één woord omschrijven. De eerste ploeg verdient – op een kleine vergoeding na – geen geld, maar de spelers blijven bij ons voor de ambiance. Na de match rustig met de vrienden een pint pakken en genieten van de zondag, TS daar doen ze het voor.” www.ritterklub.be
© MARC GYSENS
BDW 1364 PAGINA 23 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013
de overstap naar de eerste ploeg maken.” Met het paars-witte truitje maakte Van Gysel een droom waar. Toch kwam ze er al gauw achter dat de grandeur van de mannenploeg te weinig afstraalt op de dames. “Sinds vorig seizoen mogen we in het trainingscomplex voor de jongeren trainen, naast de piste van Yeti Ski. Eigenlijk zou het niet mogen, hé: als eerste ploeg zouden we toch ook op het complex van de mannen moeten kunnen.” “De eerste ploeg en de beloften gaan met de meeste aandacht lopen. Dat is ergens wel te begrijpen, maar het is spijtig voor ons. Anderlecht zou best wel wat meer mogen doen. De club zou bijvoorbeeld supporters kunnen optrommelen om naar onze matchen te komen kijken, en ons een van hun velden ter beschikking stellen. Nu spelen we meestal in het oefencomplex van Tubeke: dat is ontgoochelend. Bij Standard mogen de meisjes voor de Beneliga soms gebruikmaken van het
“We dragen het logo en de kleuren van Anderlecht, maar daar blijft het grotendeels bij”
hoofdveld. Daar kunnen wij alleen van dromen. We dragen het logo en de kleuren van Anderlecht, maar daar blijft het grotendeels bij.”
10-0 tegen Zulte Waregem De Luikenaars zijn een na te volgen voorbeeld voor de Anderlechtse dames. Volgens Van Gysel staan ze in infrastructuur, trainingsintensiteit en omkadering een stap verder. Zij kroonden zich eind 2012 dan ook tot Belgisch kampioen. “In kwaliteit hoeven wij niet onder te doen. We hebben een ploeg met toekomst, als de groep samen kan blijven. Begin dit seizoen waren we zelfs titelfavoriet, maar we hebben de eerste matchen gesuk-
keld en stonden zelfs eventjes laatste. Met acht nieuwe speelsters was het even aanpassen. De trainer testte een en ander uit, en ik belandde ook even op de bank. Waarom? Geen idee. Hij communiceert daar weinig over. Uiteindelijk heeft onze coach toch de juiste balans gevonden, waardoor we nog tweede zijn geworden.” Na de nationale competitie werden de tellers dit jaar op nul gezet voor het begin van de eerste Beneliga. De acht beste Belgische en acht beste Nederlandse ploegen nemen het daarin tegen elkaar op. Een grote uitdaging voor paars-wit. Bij hun eerste match, op en tegen ADO Den Haag, werden ze met 3-0 meteen met de neus op de feiten gedrukt. “We wisten dat de Nederlandse ploegen verder staan. ADO is bijvoorbeeld op kosten van de club op stage geweest naar Barcelona. Intrinsiek zijn we volgens mij even goed, maar onder meer onze trainingsintensiteit moet hoger. We zullen dit seizoen de Beneliga niet winnen, maar in de toekomst zullen we meestrijden voor de titel.” “Door tegen sterkere ploegen te spelen word je beter. In België zijn maar een vijftal ploegen competitief. Tegen Zulte Waregem winnen we bijvoorbeeld met 10-0. De Beneliga stelt ons echt op proef en dat is zeer motiverend.” De Beneliga is een belangrijke stap in de geschiedenis van het Belgische damesvoetbal. De professionalisering komt dichterbij en de o zo belangrijke media-aandacht groeit stilaan. Maar voor Van Gysel is en blijft voetbal een hobby. “Het Belgische damesvoetbal is nog steeds amateurniveau, maar ik heb er vertrouwen in dat dat in de toekomst zal veranderen. Financiële inbreng is daarin belangrijk. Bij de nationale ploeg moeten de meisjes bijvoorbeeld vrijaf nemen op het werk – zoiets is moeilijk. We hebben het niet allemaal breed. Voor mij is dat geen probleem – nog niet –, omdat ik buiten een paar selecties bij de U19 nog niet ben opgeroepen.” “Ik studeer nu geneeskunde aan de ULB en ga het topsportstatuut aanvragen om flexibeler te zijn voor het voetbal. Maar er mijn brood mee verdienen? Nee, dat zie ik niet meteen gebeuren.” Tim Schoonjans
David Steegen La Doyenne Royal Sporting Club Anderlecht – Standard de Liège is de grootste, mooiste en meest traditionele topper van het Belgisch voetbal. Het Prinsendom tegen de Hoofdstad. Voetbalwetmatigheden gelden niet voor de ‘classico’, een benaming die de Franstalige pers graag gebruikt om de topper te beschrijven. ‘El Clásico’ verwijst naar het Spaanse duel der titanen, Real Madrid – FC Barcelona. De nationale autoriteit tegen de eigenzinnige streekstrijders uit Catalonië. Luik met Barcelona vergelijken en Anderlecht met Real is vergezocht, maar er is iets van aan. Luik is altijd al eigenzinnig geweest. De Place Saint-Lambert verwijst naar het assertieve, en soms revolutionaire karakter van de Luikenaars. In 1794 sloopten de inwoners van de Vurige Stede de Sint-Lambertuskathedraal omdat ze niet akkoord gingen met het harde optreden van hun bisschop. Luik is wellicht de enige andere voetbalstad van België. Antwerpen zou ook aanspraak kunnen maken op de mooie titel maar de voetballeiders van ‘t Stad vertikken het om iets uit te bouwen dat naar grootsheid neigt. Royal Antwerp FC en K. Beerschot AC spelen de derby aan de Schelde volgend seizoen hoogstwaarschijnlijk in tweede klasse. Gent vecht tegen de degradatie en Brugge heeft een grote club in een heel kleine stad. De ‘classico’ staat los van alles. Al staan RSCA of Standard slecht gerangschikt, de onderlinge duels blijven de mooiste wedstrijden van het seizoen. De match kent geen uitslag. Wel strijd en emotie. Ook zo vorige zondag. Drie rode kaarten, vier doelpunten, gescheld en getier, maar achteraf eerbiedigen we elkaars grootsheid. Dit soort wedstrijden blijft lang in het voetbalgeheugen hangen. Zo was er in 1999 de
wereldberoemde 0-6 in Luik. Anderlecht kon nog kampioen spelen maar dat was de reden van de vernedering niet. Prestige was dat wel. Twee seizoenen geleden vernederde Standard Anderlecht in Brussel, tegen alle verwachtingen in, met een B-ploeg tijdens de eerste match van de play-offs. Anderlecht was als leider de eindronde ingegaan. De nederlaag betekende het begin van het einde. Sporting eindigde uiteindelijk derde. Als paars-wit de ‘classico’ overtuigend wint, gebeurt het wel eens dat voorzitter Roger Vanden Stock zijn naaste medewerkers uitnodigt voor een gezellig etentje. Ook vorige zondag was dat zo. Iedereen was klaar voor de match. Lucas Biglia bracht het Constant Vanden Stock-stadion al na twee minuten in vervoering met een heerlijk schot in de winkelhaak. De verloren zoon is weer thuis, alles is vergeten en vergeven. Tot de actie van ex-Luikenaar Milan Jovanović. De Serviër is een zegen voor het topvoetbal in België. Altijd in voor geniale acties, interessante interviews wars van alle clichés en een persoonlijkheid waar je alleen maar van kan houden. Al pakte hij terecht rood na een domme actie. Tegen tien man maakte Standard gelijk, en kwam het even later zelfs op voorsprong. Inmiddels kreeg ook Biglia rood en moest Standard ook al met tien verder. RSCA scoort de gelijkmaker helemaal op het einde van de wedstrijd, met negen tegen tien. RSC Anderlecht – Standard Luik is ‘La Doyenne’ van alle voetbalwedstrijden van het land.
www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
© MARC GYSENS
Krokus vol sport BRUSSEL – De gemeenschapscentra worden volgende week – krokusvakantie! – weer overspoeld door sportende jongeren. GC De Kriekelaar organiseert van maandag tot en met vrijdag Olympische Spelen. Elke dag van 8 tot 17 uur staan allerhande disciplines op het programma die garant staan voor massa’s sportplezier. Ook GC Essegem biedt een mooi aanbod sporttakken aan in zijn ondertussen bekende sport- en dansweek. Jongeren met ritme in hun lijf kunnen er ook de hipste dansmoves onder de knie krijgen. In Sint-Pieters-Woluwe pakt GC
Kontakt uit met een gewaagd programma. De Avontuurdagen, woensdag tot en met vrijdag, bieden een duik in de mysterieuze onderwaterwereld, het verre verleden en de spannende wereld van stripfiguren. GC Platoo traint de jongeren dan weer zowel creatief als sportief: in de voormiddag maken ze zelf een sportoutfit, om die na het middagmaal uit te testen. Ook de gemeenschapscentra WaBo en Elzenhof bieden stages aan waar naast knutselen en spelen ook af en toe sport op het programma staat. Meer op www.cultuurcentrumbrussel.be. TS
Petanque: challenge in Ukkel UKKEL – Royal Petanque Uccle Centre (RPUC) organiseert op 24 februari de finale van zijn grote Challenge Robert Verbist.
Ritterklub, “voetballen in een kameraadschappelijke, typisch Vlaams-Brusselse sfeer”.
Wijlen Robert Verbist was een vooraanstaand en graag gezien lid van RPUC naar wie een uitgebreid petanquetoernooi is vernoemd. Aan de grote finale gaan maar liefst acht kwalificatietoernooien vooraf, die een dertigtal finalisten moeten opleveren. De teams bestaan uit doublettes (twee spelers),
heren, dames of gemengd. Op zondag 24 februari begint om 9 uur de grote finale. In de voormiddag worden er poules gevormd, om na de middag uiteindelijk nog twee categorieën over te houden: de winnaars nemen het tegen elkaar op, net als de verliezers. De overwinnaars slepen maar liefst duizend euro in de wacht en zijn meteen geplaatst voor de editie van volgend jaar. Het team ‘beste verliezers’ krijgt 400 euro. Toernooi in de Robert Scottstraat 14, meer op www.royalepuc.be. TS
N째3
7 FEBRUARI 2013
ZAZIE MAGAZINE N° 3 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013 - PAGINA 2
The Anderlecht-team © ILAH
Vroeger, toen wij kind waren, wachtten we elke week vol spanning op een nieuwe aflevering van The A-team. Een tv-feuilleton was dat, over vier straffe mannen die mensen in nood te hulp kwamen. Daar moest ik meteen aan denken toen ik hoorde van het help-team in Anderlecht. Geen vier straffe mannen, wel tien straffe kinderen die ook van aanpakken weten. Meer over dat dappere team kom je te weten op deze pagina’s. Wie doorbladert in dit derde Zazie Magazine, staat nog een en ander te wachten: het bijzondere fotoalbum van Claude Rouyer en haar zonen,
INTUSSEN OP DE SPEELPLAATS: VAN OVERLEVEN TOT LEREN SAMENLEVEN
RUZIE? Haal de papegaaien erbij! uzen bij Bloedne die met , haren de vleet okken, n uitgetr e r d r e w paar jaa bosjes og... Een o w e u d p la no nb s om s e e htpar tije ido n de vec e r a Sint-Gu w n e g teru Pieter tTot in . S n e n topp at s v a niet te s n speelpla o v an o m w a e Een te rlecht g t! e o d o n h c A in er actie s omt als -team in nbeide k e s s het help e tu e t a tw deren d en Adil, tien kin . Ikraam n ij e he t z o s h ie n z r telle e v felle ru , m a at n het te ooral: d leden va aat. En v g k r e w in zijn kt! h e t w er
Ikraam (I): Soms stappen we op kinderen toe die aan het ruziën zijn, maar vaak komen ze gewoon zelf onze hulp vragen. Elke speeltijd zijn we altijd met twee bemiddelaars van het team. De andere kinderen van de school kunnen ons herkennen aan onze badges en de rode band die we rond onze arm dragen. En hoe helpen jullie de ruziemakers dan? Adil (A): We gaan met hen naar het hulp-huisje, een wit huisje op de speelplaats waar we met de ruziemakers rustig kunnen praten. Daar proberen we hen eerst af te koelen. We geven een paar tips: “Tel eerst tot tien”, of “Denk aan iets leuks...” I: Dat is de eerste stap, hé. Daarna vragen we of ze willen dat we helpen om hun ruzie op te lossen. Meestal zeggen ze ‘ja’. En hoe gaan jullie de ruzie bijleggen? I: Eerst vragen we hen allebei om te vertellen wat er precies gebeurd is, en wij papegaaien dan. Papegaaien? I: Ja, we gaan alles wat zij zeggen in onze eigen woorden herhalen, om er zeker van te zijn dat we het allemaal goed begrepen hebben. A: En als ze allebei uitverteld zijn, dan vragen we aan de ruziemakers hoe ze het zelf kunnen of willen oplossen. Wij zijn de bemiddelaars, wij mogen de oplossing niet zelf geven.
Adil (links) en Ikraam (rechts), in het hulphuisje. Achteraan komen de andere leden van het team piepen.
Wow, knap, maar het lijkt me niet simpel. Kan je een voorbeeld geven van een ruzie die je hebt helpen oplossen, Adil? A: Onlangs had een meisje een ander meisje uitgescholden tot ze echt begonnen te vechten.
Toen zijn we met hen in het huisje gegaan. Maar ook in het huisje vochten ze nog verder! Toen heb ik ze eerst uit elkaar gehaald, en gekalmeerd. Ik vroeg hen daarna naar ideetjes om het op te lossen. Uiteindelijk hebben ze voorgesteld om toch weer
ZAZIE MAGAZINE N° 3 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013 - PAGINA 3
Maar een beetje ruzie maken af en toe, is dat nu zo erg? Mieke, juf vijfde leerjaar: Nee, maar we willen met ons help-team laten voelen dat je niet altijd op de vuist moet gaan bij een meningsverschil of een ruzie. Zo ging het vroeger meestal wel. Het help-team laat zien dat er andere manieren zijn om problemen op te lossen. Je kan erover praten...
Je reacties en ideeën zijn altijd welkom op zazie@bdw.be!
Kan iedereen lid worden van het help-team? I: Nee, alleen kinderen van het vijfde of zesde. We hebben daarvoor ook allemaal een training gehad, van een speciale mevrouw, Hanne. In het vijfde leerjaar hebben alle helpers die kandidaat waren, zes voormiddagen allerlei trucjes geleerd om het daarna ‘in het echt’ te kunnen doen.
Uit he t w oo v Pen’de an het he rdenboek lp len (w w, ono -team: 1. af w vergan issele kelijk) nd en t w (voora ee ruziem even va a l waar k te nemakers kijken naar 2. hee e n n i n e Ander werkp n weer r lecht) l aa t s ( e en vaa izen tussen k w s 3. iem tilstaa oon- en and h n in de file) bewegypnotiseren end vo m or wer et een p © SASKIA VANDERSTICHELE
Wat voor trucjes? I: Bijvoorbeeld pendelen, dat is bij een gesprek afwisselend naar de twee ruziemakers kijken zodat ze alle twee genoeg aandacht krijgen. A: In de training deden we ook toneeltjes, zodat we wisten hoe we de dingen moesten aanpakken. Marleen, juf zesde leerjaar: En ze leerden goed luisteren, actief luisteren zeg maar. Want ze mogen nooit partij kiezen. Ze zijn geen scheidsrechter, hé. Ze mogen niet zeggen: “Jij bent fout en jij niet.” Wat doen jullie als een van de ruziemakers een heel goeie vriend(in) van jou is? I: Het eerste jaar dat ik bemiddelaar was, vond ik dat soms lastig, ja, maar nu gaat het beter... Marleen: Als ze het toch te moeilijk krijgen omdat ze de ruziemakers te goed kennen, dan kunnen ze ook altijd iemand anders van het help-team inschakelen. Ze zijn met tien, de helpers mogen natuurlijk ook elkaar helpen (lacht). Is de sfeer op school nu veel leuker dan? I+A (heel overtuigd): Ja!!
vrienden te zijn, maar ook een tijdje niet meer met elkaar te praten, tot het beter zou gaan. Op het einde heb ik hen complimentjes gegeven, dat doen we altijd als er een ruzie opgelost is...
Tot slot: we zitten nu in de Week tegen Pesten. Kunnen jullie ook iets doen tegen pesterijen? I: Soms, niet altijd. Het gebeurt dat de gepeste een oplossing wil, maar de pester niet. Dan kunnen we daar niet veel aan doen, ze moeten het allebei willen, hé. Maar we stappen wel naar de juf om erover te praten, als de gepeste onze hulp heeft gevraagd. Marleen: We merken dat de sfeer, ook op het vlak van pesten, stilaan verandert door het help-team. Hier op school proberen we verschillende dingen uit, altijd samen mét de kinderen. Zo organiseren we vaak leuke speelplaats-spelletjes waarbij de kinderen elkaar op een andere manier leren kennen en beter appreciëren. Pestgedrag aanpakken, dat is niet iets van één week, maar van lange duur. En waar je voortdurend met de hele school aan moet werken. I: Zo kan elke school misschien beginnen met een help-team te installeren... Bedankt voor de tip en voor het interview!
[ SORRY ] SNORRY ?
PS
INTERNET=FUN, MAAR...
Wordt er vaak ruzie gemaakt hier op school? I: Nu valt het mee, we moeten ongeveer drie tot vier keer per week tussenbeide komen. Vroeger was het veel, veel erger. © PATRICK JORDENS
waarvan het beeld op de voorpagina een voorsmaakje is. En verder: gekke stiftgedichten, tips van onze X-perts en ‘Groeten uit Vraagichistan’... om maar enkele voorbeelden te geven.
Op 5 februari werd, al voor de tiende keer intussen, de Safer Internet Day georganiseerd. Om kinderen te waarschuwen voor de gevaren op het net. Internet, gevaarlijk??
“Ik vind internet juist tof,” zegt Mohamed van het vierde leerjaar van de Unescoschool, “want dankzij Skype kan ik nu praten met mijn neef die in Marokko woont.” Mohamed is een van de negentien vierdeklassers die ‘les krijgen’ van het vijfde leerjaar: de vijfdeklassers geven tips voor veilig chatten, surfen enzovoorts. “We organiseren de Juiste Click-namiddag,” vertelt juf Marika. “Mijn leerlingen van het vijfde kregen een tijd geleden een mooie uitleg van een medewerker van de organisatie Child Focus om hen te wijzen op sommige risico’s van internet. En nu geven mijn leerlingen die informatie door aan de ketjes van het vierde.” Alle kids verdelen zich in groepjes, telkens twee uit elk leerjaar, en vertellen aan elkaar waarop ze zoal moeten letten.
Paswoord: tandenborstel “Je moet regelmatig je paswoord veranderen, net zo vaak als je van tandenborstel verandert,” vertelt Fadoi (11) in haar groepje. “Elke drie maand verander ik van tandenborstel, omdat hij begint te verslijten. Een paswoord verslijt niet, maar het kan wel door anderen gestolen of onderschept worden. Ik heb bijvoorbeeld met drie vriendinnen een website gemaakt, waar we persoonlijke dingen op zetten. Andere mensen hebben daar geen zaken mee, dus ze mogen mijn paswoord zeker niet stelen,” vindt Fadoi. De vierdeklassers schrijven alle ‘tips & tricks’ op strookjes, om ze nadien op een papieren hoofddeksel te hangen – dat zie je op de foto. “Zodat ze het zeker niet vergeten, en er met hun juf of ouders over kunnen praten,” zegt Marika. “Voor alle duidelijkheid: internet op zich is een goeie zaak, hé!! Je moet gewoon een paar regels kennen. Net zoals je de verkeersregels moet respecteren om veilig de straat over te steken.” Meer tips op www.clicksafe.be/kinderen. Als je vragen hebt over veilig internetten, of je krijgt te maken met cyberpesten, bel dan met Child Focus op 116.000. Gratis én anoniem!
clauderouyer.wix.com/clauderouyer
ZAZIE MAGAZINE N째3 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013 - PAGINA 4
ZAZIE MAGAZINE N°3 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013 - PAGINA 5
EREGAST VAN DE MAAND
Een ‘ander’ familiealbum...
Elke maand nodigen we een kunstenaar uit om zijn of haar gang te gaan met een dubbele pagina in het Zazie Magazine. Met daarbij één enkele opdracht: verwonder ons!
D
eze maand zijn de Brusselse fotografe Claude Rouyer en haar zonen Felix (9) en Oscar (11) bij Zazie te gast. “Ik neem bijna nooit foto’s van verjaardagsfeestjes, of van op vakantie,” vertelt Claude. “Want meestal als ik die foto’s daarna terugzie, voel ik ontgoocheling, alsof de beelden de echte herinnering nooit kunnen vervangen. De foto’s die ik wel maak – en waarvan je er hier enkele ziet –, zijn niet zozeer van mijn kinderen, maar eerder samen mét mijn kinderen
gemaakt. Ze gedragen zich altijd een beetje als acteurs op die momenten, ze spelen een rol... Dikwijls kom ik met een eerste idee aan, maar dan doen zij toch nét iets anders. Gewoon wat in hen opkomt. Meestal, niet altijd, wordt de foto er dan nog beter op.” “Nadien, als ik hun de resultaten toon, praten we er nooit over. Ze zeggen gewoon of ze het geslaagd of minder goed gelukt vinden, en dat is het.” “De laatste maanden maak ik minder foto’s van en
met hen, ik werk nu aan compleet andere beelden. Onlangs ging ik op stap om te gaan fotograferen, en mijn jongste zoon zei ineens: ‘Tiens, heb je mij dan niet meer nodig?’ Blijkbaar vond hij het jammer. Hij heeft me toen voorgesteld om mee te gaan, om mijn materiaal te helpen dragen (lacht). Lief, hé?” “Je zou kunnen zeggen dat ik werk aan een ander soort ‘familiealbum’. Ik zie het in de eerste plaats als een geschenk van hun moeder die ook fotograaf is. Ik hoop dat ze later, over twintig jaar of zo, plezier mogen beleven als ze naar de foto’s kijken. Door wat ze zich herinneren van de momenten waarop we die foto’s samen hebben bedacht en gemaakt. Leuke en speciale momenten, waarbij we iets delen wat moeilijk in woorden uit te drukken is.”
ZAZIE MAGAZINE N°3 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013 - PAGINA 6
Zesde klas van de Regenboog-school ontdekt poëzie in Zazie! AFLE VERING
4
©2009 Turtle Industries™
vind gedichten anders dan verhalen: ze gaan meestal over gevoelens, zoals in het echte leven. Terwijl verhalen, die zitten vaak vol fantasie,” vertelt Sirine. “Niet alle gedichten vind ik even goed, soms is het saai om ze te lezen. En toch hou ik ervan, want het gaat over dingen uit je hart. Het gebeurt wel eens dat ik erom moet wenen, echt. Eigenlijk heb ik vorig jaar, in het vijfde leerjaar, pas ontdekt dat er zoiets als poëzie bestaat. Toen ik het leerde kennen, vond ik het een goed idee om zelf een gedicht voor mijn ouders te schrijven. Ik heb het gegeven toen ze zoveel jaar getrouwd waren. Hoeveel jaar? Dat weet ik niet meer, maar ze waren wel blij met mijn gedicht,” zegt ze met brede glimlach.
“S o er ms trie vrolijk word zich st.” Zo van, e ik Siri al s ze voelt S n soms ne e i van zit in en ged rine (11 i c ht ) d e R h et z Mol le es eg e vo o nb e ek , enb o o de le e e s t . r b ij r ja a g -s en poë e weke daar ha chool i r zie. n n ee d Wan n pr den ze 31 j a nu t o p d o oje c t r d e G e d ar i w a n der d a on d i c ht s g e n d h et ag!
Zazie-poëzie Tijdens het poëzieproject gingen Sirine & co niet alleen aan het lezen, maar ook aan het schrijven. En aan het... schrappen! “Het leukste vond ik stiftgedichten maken,” zegt Sirine. “We hebben in de oude nummers van Zazie poëzie ontdekt, door heel veel woorden uit de artikels te schrappen. De woordjes die overblijven, vormen samen het gedicht. In het begin was dat moeilijk. We dachten dat poëzie moest rijmen. Maar dat hoeft helemaal niet, zei de juf. En toen ging het beter...” Hieronder en hiernaast lees je een paar stiftgedichten van Sirines klasgenoten, geplukt uit vroegere Zazie-artikels. Geheimtaal, lijkt het op het eerste gezicht... Kan jij ze ontcijferen?
“Ik hou van gedichten,” zegt Sirine, “want ze gaan over dingen uit je hart.” Stiftgedicht van Samia.
Klas in de Media is een samenwerking tussen de Brusselse media (FM Brussel, tvbrussel, brusselnieuws.be, BDW) en het Onderwijscentrum Brussel.
© SASKIA VANDERSTICHELE
“Ik
Over dingen uit je
ZAZIE MAGAZINE N°3 - DONDERDAG 7 FEBRUARI 2013 - PAGINA 7
(en dat rijmt)
hart... Stiftgedicht van Nadia en Oumaïma. PS: Probeer ook zelf eens een stiftgedicht uit. Deze Zazie is er helemaal klaar voor! De kinderen van de zesde klas kozen elk hun favoriete gedicht, en maakten daar een tekening of strip bij. Zoals Rania, die gek was op het gedicht ‘De mummie’.
X-perts
Jonge Zazie-redacteurs vertellen over hun favoriete game, gadget en accessoire van de maand.
Wannes (13), de gameboy
Rula (11) en Rosa (10), de modemeiden
Terraria wordt vaak afgedaan als een 2D-imitatie van de game Minecraft, omdat ook hier de wereld is opgebouwd uit blokjes. Maar als je wat beter kijkt, zie je dat dit spel heel verschillend is. In Minecraft draait het meer om het bouwen, Terraria is veel meer gericht op exploratie en op vechten. Maar je kan ook prachtige dingen maken in Terraria: huizen, bruggen, kastelen.... Het doel van het spel is om alle eindbazen te verslaan. (Eindbazen zijn ultrasterke vijanden met ultraspeciale aanvalstechnieken.) Hiervoor heb je een goede uitrusting nodig. En die krijg je door te mijnen (dingen op te graven) en schatten te vinden, en dit wordt je dan weer moeilijk gemaakt door allerlei monsters. Terraria is een eerder moeilijke game, want de gewone monsters spawnen (verschijnen) in grote aantallen – en ook zij zijn sterk. Door de retro-graphics ziet deze game er ook nog eens fantastisch uit! Daarom verdient hij een 86/100.
Hebben jullie dat soms ook, dat in al je zakken nog wat geld rondslingert? Bij mij, Rula, gebeurt dat wel eens. En ik heb er iets handigs op gevonden: een klein en zelf gecreëerd portemonneetje (foto onderaan). Dit heb je nodig: Twee leuke stofjes, een voor de binnenkant/voering en een voor de buitenkant. Van elke stof heb je twee stukjes van 12 op 13 centimeter nodig, en natuurlijk ook een rits van ongeveer 13 centimeter. Zo ga je te werk: 1 Zoek bij de twee stofjes de goede en de slechte kant. 2 Leg één stukje van de voering met de goede kant naar boven. Leg op de rand van 13 centimeter de rits en daarop een stukje buitenkant met de goede kant naar onder. 3 Speld dit vast aan de rand van 13 centimeter waar je de rits hebt gelegd. Dan moet je dat naaien met een ritsvoetje. (Als je niet weet hoe of wat, kijk dan in de handleiding van je naaimachine.) 4 Doe nu hetzelfde met de andere stofjes aan de andere kant van de rits. 5 Doe nu de rits tot in het midden open, leg de goede kanten van de voering op elkaar, en doe hetzelfde met de buitenkant. 6 Nu heb je een rechthoek met in het midden de rits. Naai dit nu rond om rond, maar laat alleen een stukje van 5 centimeter open in de voering. 7 Naai naast je stiksel nog eentje, maar nu met een zigzagsteek. 8 Haal alles binnenstebuiten, en na wat prutswerk tover je je portemonnee tevoorschijn. Wel niet vergeten de opening in de voering nog dicht te naaien.
Terraria van Re-Logic, 9,99 euro, voor Xbox 360, PS3, Windows XP of beter
De mummie van Shel Silverstein Kijk hoe ik in pleepapier Mij verpakt heb voor de lol, Helemaal in pleepapier, Van mijn beentjes tot mijn bol. Ingepakt in pleepapier Groei ik in mijn mummie-rol. Maar door al dat pleepapier Noemt men mij een rare drol
(Plee is een typisch woord uit Nederland dat ‘wc’ betekent.) Meer Regenboog-poëzie en tekeningen op www. klasindemedia.be. Een knap boekje vol stiftgedichten is Schrap me van Dimitri Antonissen (uitgeverij Wintertuin: wintertuin.nl).
Heb jij het ook al meegemaakt? Je wilt een leuk liedje afspelen voor je vrienden, maar niemand kan het horen omdat er om jullie heen te veel lawaai wordt gemaakt. Wel, de oplossing is dus... Q-Beat!! Je moet gewoon je gsm inpluggen op het Q-Beat-machientje en de dop op een voorwerp plakken zodat het een versterker wordt. Op een schoolbank, een doos, een glas... De prijs varieert wel nogal: op bepaalde sites kost de Q-Beat 17 euro, op andere 30 euro. Dus alvorens je hem koopt, wel even rondzoeken op het net. Op dit moment is een bestelling op groupon.nl het goedkoopst. Het enige minpunt is dat het op batterijen werkt, maar voor de rest is het gewoon super!
© SASKIA VANDERSTICHELE
Quinten (13), de gadgetfreak
UIT- gestippeld
DRIE tips van Zazie om er deze maand FEBRUARI met je ouders of vrienden op UIT te trekken:
FILM: ANIMA-FESTIVAL
8 > 17 FEB
Elk jaar is het Flageygebouw in Elsene tien dagen the place to be als je van animatiefilm houdt. Dagelijks staan er korte films én langspeelfilms voor alle leeftijden en smaken op het programma (want er is meer dan Disney!). Je kan er een gratis workshop volgen waarin verschillende animatietechnieken worden uitgeprobeerd. Misschien zit er wel een tekenfilm in jouw vingers? www.animafestival.be
12 > 15 FEB
Voor alle architecten van de toekomst! In het megagrote Jubelparkmuseum, maar ook in de megagrote stad zelf, ga je eerst op zoek naar allerlei torenmodellen. En dan is het aan jou: een ontwerptekening, een maquette, een heus bouwsel. Hoe hoger, hoe beter (‘XL’, weet je wel)? Blijft je toren overeind? The sky is the limit... Een krokus-stage. www.kmkg-mrah.be/nl/activiteiten
EXPO: SPANNENDE SPINNEN (SPIDERDAY)
Van Fien Troch kwam vorige maand de film Kid in de zalen. “Een film over kinderen, maar niet echt voor kinderen bedoeld,” zegt Fien.
WELKE VRAAG LIGT ER OP JE MAAG?
ATELIER: TORENS XL
17 FEB
In het Afrikamuseum kan je lekker griezelen met de tentoonstelling Spannende spinnen. Spectaculair groot of stevig behaard, deze expo brengt sp(r)in(g)levende achtpotige lieverdjes van over de hele wereld samen. Op Spiderday zijn er ook heel wat verrassende familieactiviteiten. Zou Spider-Man ook van de partij zijn? www.africamuseum.be
Elke maand polst Zazie bij een Bekende Brusselaar naar wat hij/zij wil vragen aan jullie, de Jeugd van Tegenwoordig. Dit keer is regisseuse Fien Troch aan de beurt.
“Onze planeet is een bijzondere plek, en zover we weten ook nog altijd uniek. Want of er ergens anders in het universum nog levende wezens rondhangen, dat is nog altijd een groot mysterie. Maar als op een dag tóch aliens ons een bezoekje zouden komen brengen, kunnen we ons maar beter voorbereiden om een goede gastheer of gastvrouw te zijn. Dus is mijn vraag aan jullie:
Als buitenaardse wezens onze planeet komen bezoeken, wat zou je hun dan als eerste willen tonen of vertellen over de aarde en haar bewoners (mensen, dieren...)?”
ADVERTENTIE
© TERESA SDRALEVICH
Aan jullie om er thuis of in de klas een rondje over te palaveren. Reacties stuur je naar zazie@bdw.be. Met de groeten uit Vraagichistan!
Teresa Sdralevich is grafica, illustratrice en zeefdrukster. Elke maand maakt ze voor Zazie een Posterzegel – zoals ook een postzegel een minipostertje is. Je kan de Posterzegels verzamelen: knip ze uit, of download ze op www.brusselnieuws.be/ posterzegel. Zazie is een maandelijkse bijlage bij Brussel Deze Week en is gratis. Idee & samenstelling: Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be, 02-226.45.54). Vormgeving: Peter Dhondt. Tekeningen: Ilah, Teresa Sdralevich. Eindredactie: Katrien Stroobants. Foto’s: Saskia Vanderstichele, Claude Rouyer (cover en p. 4-5). Vragensteller: Fien Troch. X-perts: Quinten, Rula en Wannes. Contact met Zazie? zazie@bdw.be. Like! facebook.com/zazie.brusseldezeweek. Adverteren in Zazie? rika.braeckman@bdw.be. Neem een abonnement: abo@bdw.be. Verantwoordelijke uitgever: BDW, Anne Brumagne, Flageyplein 18, 1050 Brussel.
Volgende Zazie op 7 maart 2013! www.brusselnieuws.be/zazie