EEN JONGERENKRANT MET PIT
N°4 7 MAART 2013
TRIXIE WHITLEY STAAT EINDELIJK OP EIGEN BENEN En ook: Ars Musica, Ludovico Einaudi, Elia Suleiman. AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
Een lichtkunstwerk van de Fransman Vilmouth op alle vier de rotondes van de Bruynstraat bleek te duur.
© CONZ
07 03 13
EEN NIEUWE ZAZIE IN HET MIDDEN VAN DEZE KRANT
© SASKIA VANDERSTICHELE
Stedenbouw > Liberalen Brussel-Stad knabbelen aan gemaakte afspraken
Geen vogelkooi voor Heembeek NEDER-OVER-HEEMBEEK – De liberalen, nieuw in de coalitie van Brussel-Stad, knagen fors aan de onder de vorige meerderheid gemaakte afspraken. Nu stelt schepen van Stedenbouw, Geoffroy Coomans de Brachène (MR), ook het aan de Bruynstraat in Neder-over-Heembeek geplande kunstwerk ter discussie.
E
erst was er het parkeerplan dat onder invloed van MROpen VLD afgezwakt werd. Toen besloot Open VLD-schepen Els Ampe de Wetstraat toch weer een extra rijstrook te geven. En nu wil Geoffroy Coomans de Brachène af van de beslissing om in Heembeek een lichtkunstwerk van de Fransman Jean-Luc Vilmouth neer te zetten. Tijdens de vorige bestuursperi-
ode verrees aan de Bruynstraat een compleet nieuwe woonwijk. Ook de Bruynstraat zelf werd opnieuw aangelegd, met vier rotondes. Als kers op de taart zou op elk van die rotondes een ‘artistieke interventie’ komen. Op die manier zou de nieuwe entree tot Brussel extra in de verf gezet worden. Het hele kunstproject mocht 250.000 euro kosten. De voorganger van Coomans de Brachène vroeg
aan vier internationale artiesten een voorstel. Het comité voor stadskunst koos uiteindelijk voor het project van de Fransman Jean-Luc Vilmouth. Die wilde op elk van de rotondes een soort van reuzevogelkooi, gemaakt van geplooide lantaarnpalen, neerzetten. ‘s Avonds zou op elke rotonde een andere kleur licht schijnen. Toen de kunstenaar zijn plan verder uitwerkte, bleek het duurder
dan ingeschat. Eén rotonde zou al 150.000 euro kosten. Daarop besloot het vorige gemeentebestuur om alleen op het kruispunt van de Bruynstraat met de Trassersweg zo’n lichtkunstwerk neer te zetten. Vlak voor de verkiezingen werd de aanbestedingsprocedure gestart. Coomans de Brachène ziet het project echter niet zitten. “De bedoeling was juist dat het kunstwerk continuïteit zou brengen voor de vier rotondes. Eén kunstwerk heeft geen zin,” zei hij vorige week op het wijkforum. Coomans wil dan ook onderzoeken of hij de gemaakte afspraken nog kan terugdraaien. In de buurt is men niet rouwig over
deze nieuwe wending. “De buurtorganisaties hadden destijds al gevraagd om betrokken te worden bij de artistieke invulling,” zegt Benoît Ceysens van de vlakbij gelegen zorgboerderij Ferme Nos Pilifs. “Dat is nooit gebeurd.” Hij pleit voor natuurlijke beplantingen op de rotondes. “Voedingsgewassen bijvoorbeeld. Aan deze kant van Brussel heb je immers nog moestuinen, weiden, volkstuinen en boomgaarden.” Ook Coomans ziet meer heil in beplante rotondes. Die zouden dan door de organisaties in de buurt onderhouden kunnen worden. Bettina Hubo
N° 1368 VAN 7 TOT 14 MAART 2013 ¦ WEEK 10: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1368 PAGINA 2 - DONDERDAG 7 MAART 2013 © LOW-ARCHITECTEN
HUB BOUWT STADSCAMPUS MET KOTEN BRUSSEL – De HogeschoolUniversiteit Brussel (HUB) gaat het aangekochte pand op de hoek van de Broekstraat en de Zandstraat grondig verbouwen en uitbreiden. Er komen behalve leslokalen, kantoren, een grote aula, een turnzaal en een studentenfoyer ook 78 koten in het gebouw. De HUB is al enkele jaren bezig met het centraliseren van haar opleidingen in de buurt van de Stormstraat. Zo kwam de faculteit rechten over vanuit Koekelberg, het talendepartement vanuit het Vlekhogebouw in de Koningsstraat en de lerarenopleiding vanuit Nieuwland. De meeste lessen worden momenteel gegeven in het Hermesgebouw, het vroegere Ehsalgebouw met de groene ramen aan de Stormstraat. Enkele jaren geleden kocht de HUB het gebouw er tegenover aan, ‘t Serclaes op de Warmoesberg. Ook huurde ze het gebouw op de andere hoek, het Erasmusgebouw. Deze twee panden zijn echter niet bijster geschikt om les in te geven, en worden dan ook vooral benut als kantoorruimte voor onderzoekers, docenten en de administratie. ‘t Serclaes herbergt ook een groot studentenrestaurant. Vanwege plaatsgebrek huurt de HUB nu enkele vaklokalen en de turnzaal van Sint-Joris in de Cellebroersstraat. Om wat comfortabeler te kunnen zitten, kocht de HUB het pand op de hoek van de Broekstraat aan. Het zogenaamde Meyboomgebouw werd vroeger gebruikt door Bloso, later waren er plannen voor een hotel. De HUB gaat het deels renoveren, deels heropbouwen en uitbreiden. Bedoeling is dat 2.000 studenten er les kunnen volgen. In het te renoveren deel worden 78 koten ingericht rond een patio. Nu heeft het gebouw een soort van atrium met een glazen dak, maar het architectenbureau Low, dat zopas de ontwerpwedstrijd won, wil het glas weghalen en er een open ruimte van maken. Voor het eerst bouwt de HUB zelf koten. “Er is nood aan studentenkamers in Brussel, en het is altijd een meerwaarde als er ook kamers op de campus zelf zijn,” zegt algemeen beheerder Greet Raspoet. “We willen een moderne campus worden, die Brussel als studentenstad versterkt.” Het bouwproject kost zestien miljoen euro, en zou over twee jaar klaar moeten zijn. Bettina Hubo
Financiën > Geld nodig voor vergrijzing, vergroening en sociale hulp
Gemeenten krijgen het financieel moeilijk BRUSSEL – De gemeenten nemen van alle overheidsinvesteringen bijna de helft (49 procent) voor hun rekening terwijl maar vijf procent van de overheidsschulden lokaal zijn. Toch zitten ze niet safe. De ongunstige economische context - en de deelname aan het Europees stabiliteitspact - dreigt de gemeenten voor het blok te zetten. Met alle gevolgen vandien voor de economie.
H
et slechte nieuws kwam vorige week uit Vlaanderen: de stad Mechelen schrapt 116 jobs, Beringen laat 65 personeelsleden afvloeien en het OCMW van Zelzate moet het met 25 mensen minder stellen. En dit is nog maar het begin. Ook de stad Kortrijk heeft al laten weten dat er tegen het einde van de legislatuur minder stedelijke ambtenaren zullen zijn. In Brussel is het nog niet zover, maar de trends die Belfius - ex-Dexia, exGemeentekrediet - ontwaart gelden voor heel het land. Al zijn er nuances tussen gewesten en gemeenten binnen een gewest onderling. Een voorbeeld: terwijl in Vlaanderen de vergrijzing toeslaat, kijkt het Brussels gewest - vooral dan de gemeenten van de eerste kroon - aan tegen vergroening. Ook groeien de uitgaven voor sociale bijstand in de steden. En dat alles in een ongunstige economische context.
Zes jaar geleden was dat wel eventjes anders. De bomen groeiden in 2006 nog tot in de hemel. Maar in 2008 sloeg de financiële crisis toe, gevolgd door een recessie en een
wil deflatie vermijden.” Verwacht wordt dat de rente lichtjes gaat stijgen, maar laag blijft. Energie daarentegen blijft vrij duur. De vergrijzing binnen de vergrijzing
“In 2011 lag de fiscale druk op de Brusselse belastingbetaler vijftien procent hoger dan in de vier andere grote steden van ons land” economische crisis in 2009. In 2010 was er sprake van een bemoedigende, maar zwakke heropleving. In 2011-2012 was er dan de crisis van de overheidsschulden. Frank Lierman, hoofdeconomist bij Belfius: “We zullen moeten leren leven met een bescheiden groei en een inflatie van rond de twee procent, Europa
- de toename van het aantal 85-plussers - neemt in Brussel veel trager toe dan in Vlaanderen (en Wallonië). Maar toch komt ook Brussel aan de beurt. Al vertellen de prognoses ons dat de grootste schok er pas in 2030 zal komen. Vergrijzing (binnen de vergrijzing) betekent meer capaciteit voor opvang, meer thuis-
zorgdiensten, het aanpassen van de openbare ruimte, en een aangepast mobiliteits- en huisvestingsbeleid. De vergrijzing heeft ook impact op de belastingbasis: gepensioneerden hebben minder besteedbaar inkomen dan werkenden. Vanaf 2015 wordt ouderenzorg bovendien een regionale (binnen de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie) materie. “Nieuwe gepensioneerden zijn veeleisender,” zegt Lierman.
Inkomsten En dan zijn er de inkomsten: met de vereffening van de Gemeentelijke Holding leveren de (meeste) gemeenten heel wat in. Hamvraag blijft echter of de belastbare basis gaat eroderen of niet. Een lichtpunt: de Brusselse gemeenten hebben altijd op het Gewest kunnen rekenen. Bovenop het reguliere gemeentefonds is er jaarlijks 30 miljoen euro voor het rechttrekken van het budget, en vijfien miljoen euro voor een Fiscaal Pact. Het Gewest komt ook jaarlijks tussen voor de tekorten van de openbare ziekenhuizen, en de gemeenten van de eerste kroon plukken ook de vruchten van het federale grootstedenbeleid. De vraag luidt
DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS
Bij werken aan de verlichting van de Grote Markt beschadigt een hoogwerker de balustrade op het dak van het Huis van de Hertogen van Brabant. Er vallen geen gewonden maar de materiële schade is aanzienlijk.
© JO VOETS
WEEKOVERZICHT
BDW 1368 PAGINA 3 - DONDERDAG 7 MAART 2013
© CHENETTE
WOENSDAG 27 FEBRUARI 2013 BRONZEN ZINNEKE VOOR arteXIS. Eric Everard, CEO van beursorganisator Artexis, krijgt als eerste ondernemer het Bronzen Zinneke, een onderscheiding van de Brusselse regering voor personen die zich verdienstelijk maken voor de stad. VERBOD OP PARTIJ ISLAM? Brussels parlementslid Alain Destexhe (MR) heeft een voorstel klaar die niet-democratische partijen de toegang ontzegt tot een reeks gemeentelijke functies en beheersorganen. Destexhe viseert de moslimpartij Islam, die in Brussel twee gemeenteraadsleden telt.
DONDERDAG 28 FEBRUARI 2013 BELFIUS WAARSCHUWT. Belfius voorspelt moeilijke tijden voor de gemeentefinanciën. Kiezen wordt moeilijk: besparen op personeel betekent slechtere dienstverlening, minder investeren is dan weer slecht voor de economie.
De gemeenten staan voor een moeilijke keuze: besparen op personeel kan een vermindering van de dienstlevering betekenen, besparen op investeringen duwt de economie in de put.
of die geldstromen blijven bestaan. Kort samengevat: er zijn heel wat onbekenden en als er moet bespaard worden, waarop zullen de gemeenten dan besparen? Op personeel zoals in Mechelen - of op investeringen? Een moeilijke keuze: besparen op personeel kan een vermindering van de dienstverlening betekenen, besparen op investeringen duwt de economie in de put. Toch kopte de laatste nieuwsbrief van Stad en Gemeenten van het Brussels Gewest al: ‘De financiën
“ “ HET WOORD
van de Brusselse gemeenten. Beter dan elders... maar sombere vooruitzichten’. Robert Petit vergelijkt de cijfers van de negentien gemeenten met die van de vier andere grote steden - Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi. De inkomsten van de Brusselse gemeenten zijn in 2011 voor 52 procent afkomstig uit belastingen, voor de andere vier steden is dat maar 31 procent. Petit: “Zo was in 2011 de fiscale druk op de Brusselse belastingbetaler vijftien procent hoger dan in de vier andere
grote steden, terwijl de Brusselse gemeenten per inwoner twee keer minder geholpen (of gecofinancierd) werden dan die andere steden, en hun eigen inkomsten ook bijna twee keer minder hoog zijn.” Wie niet - of in ieder geval veel minder - te klagen heeft, is de stad Brussel die haar specifieke dotatie als hoofdstad kon behouden. Daardoor kan ze zich nog altijd de aankoop van kasteelhoeves in de Westhoek veroorloven. Danny Vileyn
NIEUWE METROLIJN KRIJGT VORM. De Brusselse regering raakt het eens over een metrotraject van het Noordstation naar Evere. De nieuwe metro zal niet langs het station van Schaarbeek rijden, zoals de NMBS had gevraagd, maar door de dichtbevolkte wijken van Schaarbeek. Ook het traject naar het zuiden van Brussel wordt voorbereid met de studie voor de bouw van een metrotunnel tussen Anneessens en het Zuidstation. BRUSSEL AKKOORD MET RANDTRAM. De Brusselse regering geeft een positief advies over het project van De Lijn om vier tramlijnen tot in Brussel te laten doorlopen. TOEKOMST VORST-ZUID IS ONZEKER. De gemeenteraad van Vorst is tegen de plannen van Infrabel om het station van Vorst-Zuid af te breken. De gemeente steunt daarmee erfgoedvereniging PétitionsPatrimoine. Infrabel stelt voor om het neoclassisistische gebouw aan de gemeente te verkopen voor een symbolische euro.
VRIJDAG 1 MAART 2013 NIEUW ERASMUS IN 2020. Het Erasmusziekenhuis plant op de huidige campus een nieuw complex van 110.000 vierkante meter tegen 2020. De gebouwen zijn al langer aan vervanging toe. De ULB voorziet een investering van 250 miljoen euro. Naast het universitair ziekenhuis heeft Iris, de koepel van openbare ziekenhuizen, plannen voor de bouw van een nieuw Bordetziekenhuis. Dat zou klaar moeten zijn tegen 2018.
ZATERDAG 2 MAART 2013 16.000 BEZOEKERS VOOR MUSEUM NIGHT FEVER. De zesde editie van Museum Night Fever is met zijn 16.000 unieke bezoekers een recordeditie. Elk deelnemend museum bracht een mix van rondleidingen, concerten en workshops.
Cerexhe wil bedrijven in Brussel verplichten vacatures bij Actiris aan te melden. Zwaktebod waar niemand beter van wordt. Zeker Actiris niet.”
ZONDAG 3 MAART 2013 VOORGEVEL SINT-KATELIJNEKERK KLAAR. Beliris haalt de stellingen van de pas gerestaureerde voorgevel van de Sint-Katelijnekerk. Die is nu voor de helft gerenoveerd.
MAANDAG 4 MAART 2013 Arbeidsmarktspecialist Jan Denys van Randstad (op Twitter).
Klopt. Hij wil de partij Islam verbieden, terwijl hij nooit het verbod gevraagd heeft van het Vlaams Belang dat, uiteraard, veel dichter bij zijn overtuiging staat...” PS-coryfee Philippe Moureaux is tegen een verbod op de shariapartij Islam en haalt in een ruk uit naar MR-parlementslid Alain Destexhe (in La Libre Belgique).
Chondriet
Een chondriet van achttien kilo, de vaakst voorkomende soort meteoriet, is door vijf Belgische wetenschappers van de VUB en de ULB in Antarctica gevonden. De wetenschappers maken deel uit van het SAMBA-project, een wereldwijd verzamelproject van Antarctische meteorieten. “Deze meteoriet was een zeer onverwachte vondst voor ons. Niet alleen omwille van zijn gewicht, maar ook omdat we normaal niet zulke grote meteorieten vinden op Antarctica,” zegt Vincent Debaille, geo-
loog aan de ULB die het Belgische team leidde tijdens de expeditie. Het SAMBA-project is de Belgische bijdrage aan een wereldwijd verzamelproject van meteorieten op de Zuidpool, onder leiding van de Verenigde Staten en Japan. De chondriet, die nu in Japan op een speciale manier wordt ontdooid zodat er geen water binnendringt, zal in de toekomst voor verdere studie naar Brussel gebracht worden. HBA
FREMAULT VOLGT CEREXHE OP. Céline Fremault (CDH) is de nieuwe minister van Economie en Werk. Ze volgt minister Benoît Cerexhe (CDH), die burgemeester van Sint-Pieters-Woluwe wordt, op. Frémault was fractieleidster in het Brussels parlement en schepen in Ukkel. EU BOOS OVER BRUSSELS MOBIEL INTERNET. In een brief aan de Belgische EU-afvaardiging is Europees commissaris Neelie Kroes bijzonder scherp over het uitblijven van 4G in Brussel. Het Brussels Gewest hanteert dermate strenge stralingsnormen dat de operatoren weigeren om nog te investeren in de uitbouw van snel mobiel internet.
DINSDAG 5 MAART 2013 STEVEN VANACKERE STAPT OP. Brusselaar Steven Vanackere (CD&V) neemt ontslag als federaal minister van Financiën in de regering Di Rupo I. Hij ligt onder vuur in de ACW/Belfius-affaire. Vanackere zegt dat hij niet in de fout ging. KANTOORLEEGSTAND DAALT. Het aantal lege kantoren is voor het derde jaar op rij gedaald. De leegstand bedraagt nu 8,3 procent. Brussel doet het beter dan de Rand, maar in de Europawijk ligt de leegstand boven het gemiddelde. Samengesteld door Houda Ben Azzouz, Arno Deflorenne en Steven Van Garsse
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1368 PAGINA 4 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Verenigingsveld > Jo Bossuyt: de nieuwe paus van het sociaal-cultureel verbondenoverleg
‘Verenigingen veranderen multi BRUSSEL – “Het verenigingsleven is volop aan het ‘boomen’ in de stad, door de groei van jongerenverenigingen en de toename van allochtonenparticipatie.” Zo had de media, die de mond vol heeft over de vergrijzing van het veld, het nog niet bekeken. Jo Bossuyt, de nieuwe voorzitter van het Brusselse verbondenoverleg van alle regionale en bovenlokale sociaal-culturele verenigingen, is echter niet onverdeeld enthousiast. “We zullen met minder middelen meer mensen moeten bedienen.”
E
ind 2012 gaf Myrianne De Ridder de voorzittersstoel van het verbondenoverleg van de Brusselse regionale en bovenlokale verenigingen (het platform van alle koepels) door. Als medewerkster van het Willemsfonds heeft De Ridder ruim dertig jaar het sociaal-cultureel verenigingsveld zien evolueren in de stad. Onder haar is het verbondenoverleg, dat het aanspreekpunt is voor de beleidsvoerders en instanties (Vlaamse Gemeenschapscommissie), gegroeid van 12 naar 21 hoofdstedelijke verbonden. Naast de drie seniorenverbonden kwamen er heel wat organisaties van allochtonen bij. Jo Bossuyt, ook actief in het Davidsfonds, erft een verenigingsveld in volle verandering. Net nu de nieuwe verordening van de overheid slecht onthaald wordt. U gaat niet akkoord met het cliché dat de verenigingen vergrijzen? Jo Bossuyt: “Voor een deel vergrijst het verenigingsveld. Alhoewel, is zeventig jaar vandaag oud, voor wie actief blijft? Verenigingen denken constant na over het bereiken van jongeren. Bij de Brusselse Davidsfonds-afdelingen zie ik ook twintigers en dertigers actief participeren. De tijd van een levenslang engagement in een vereniging is echter voorbij. We merken dat jongeren selectiever zijn, ze zetten zich vooral in voor projecten. Het voordeel van die ‘eenmalige’ projectwerking is dat je mensen laat proeven van het verenigingsleven, waardoor ze gaan uitkijken naar nog meer activiteiten. Systematisch alles van een vereniging bijwonen, zit er niet meer in. Mensen willen gewoon meedoen met wat interessant of plezant is.” Kunnen de sociale media,
die een solidariteitsgevoel willen suggereren, gezien worden als surrogaat voor het verenigingsveld? Bossuyt: “De sociale media, zoals Facebook en blogs, zijn een tijdsgebonden fenomeen. Zij vervangen niet alles van het verenigingsleven. Sociale media kunnen onmogelijk een alternatief bieden voor het reële menselijke contact. Ik ben er zeker van dat mensen die enkel Facebookvrienden hebben niet echt gelukkig zijn. Misschien kunnen ze via
“Sociale media kunnen onmogelijk een alternatief bieden voor het reële en menselijke contact”
Facebook wel meer kwijt over hun gevoelens, maar het middel is vluchtig en te vrijblijvend. De discussies zijn soms dermate heftig, omdat de communicatieafstand een buffer biedt.” “Bij gesprekken en discussies in het echt – met mensen die je goed en minder goed kent, zoals in een vereniging - speelt ‘de mens’ meer mee. Gelaatsuitdrukkingen wekken andere reacties op. De contacten in het verenigingsleven smeden echtere banden. Wat niet wegneemt dat het verenigingsveld een stuk meegaat
LAKEN – De Euroferia vindt vanaf volgend jaar niet langer plaats aan het Atomium. Brussel-Stad heeft de organisator van het meerdaagse Spaanse feest verzocht om te verhuizen. Mogelijke locaties zijn Parking C en Thurn & Taxis. Deze lente wordt de Euroferia voor het laatst georganiseerd aan het
Atomium, meldde schepen van Economie Marion Lemesre (MR) vorige woensdag tijdens een buurtvergadering in Laken. De Euroferia is te groot geworden, geeft te veel overlast in de buurt en zorgt volgens de schepen elk jaar weer voor behoorlijk wat schade aan de plantsoenen rond het Atomium. “Er zijn intussen ook te veel evenementen op die
Bossuyt (°1980) is opgegroeid in Brakel, en liep school in Ronse. In 2003 behaalde hij aan de KU Leuven het diploma licentiaat in de pedagogische wetenschappen, optie sociale pedagogiek. Aansluitend begon hij als stafmedewerker programmatie bij het Davidsfonds. In 2006 zette hij de stap naar het veldwerk als regionale medewerker voor de Brusselse Davidsfondsafdelingen. In december 2012 werd hij voorzitter van het Verbondenoverleg. Bossuyt is verder secretaris van de Cultuurraad van de Stad Brussel en lid van de raad van bestuur van GC Nekkersdal in Laken. JMB
in het fenomeen sociale media, om de activiteiten bekend te maken.” Als kersvers voorzitter stelde u dat het verenigingsleven het wapen tegen verzuring in de maatschappij is. Bossuyt: “De realiteit van het leven in een grootstad is dat mensen er heel eenzaam kunnen zijn, ook met internet en tv. Als we als verenigingen goed willen doen, moeten we hen ‘uit hun kot’ halen. Ik merk het wanneer ik naar activiteiten van verenigingen ga: mensen kunnen daar echt van genieten. Jong of oud speelt daarbij geen rol. Ik hoor vaak zeggen: ‘anders zat ik deze namiddag thuis, en nu heb ik me geamuseerd’ of ‘nu heb ik iets bijgeleerd’.” Toch neemt dat niet weg dat het individualisme oprukt, en het gemeenschapsgevoel bijna taboe wordt. Bossuyt: “Het beste tegenbewijs hiervan is de enorme toename van de jeugdverenigingen, ook in Brussel. Ouders kiezen er nog voor om hun kinderen naar de Scouts en Chiro te sturen, zogezegd om ze van de computerspelletjes weg te houden. Maar mochten kinderen zich er niet amuseren, zouden ze wegblijven. Sommige (jeugd)verenigingen doen ook alle moeite om de allochtonen en anderstaligen te bereiken. Ik ging recent naar een Toast Literair van het Davidsfonds in de bibliotheek van Etterbeek. Ik schat dat daar tweederde anderstalige families waren. Geen leden, maar wel deelnemers aan het verenigingsaanbod.”
“Net nu er meer jongeren en allochtonen bijkomen in de verenigingen wordt de verdeelsleutel van de subsidiepot groter”
Brussel. Het is geen toeval dat allochtonen zich net hier laten zien. Zij zijn zich de jongste vijftien jaar beter gaan organiseren, met koepels als de Federatie van Zelforganisaties in Vlaanderen, de Federatie van Engelstalige Afrikanen en het Internationaal Comité. In
Hebben allochtonen het verenigingsleven ontdekt? Bossuyt: “Zeker. En dat heeft alles te maken met de realiteit van © ARCHIEF BDW
EUROFERIA NIET LANGER AAN ATOMIUM
WIE IS JO BOSSUYT?
Het culturele karakter van Euroferia moet terug aan belang winnen.
plek,” aldus Lemesre. De Euroferia zal dit jaar, net als vorig jaar, slechts drie dagen duren. “En we hebben gevraagd het feest terug te brengen tot zijn oorspronkelijke doel: een culturele happening,” stelt ze. Het Spaanse feest vindt al voor de 21ste keer plaats in Brussel. Het begon in het Elisabethpark in Koekelberg. Aanvankelijk waren er vooral culturele demonstraties: flamenco, paella, Andalusische paarden. In de loop der jaren kwamen er steeds meer kermisattracties en eet- en drinktentjes bij.
Vlaanderen merken we dat hun verenigingen vooral in Antwerpen, Gent en Limburg sterk staan.” “Ook Brussel blijft niet achterop. Een recente avond rond Hongaarse poëzie (van het Willemsfonds, Davidsfonds, Hongaarse verenigingen en de bibliotheek) bracht veel Brusselaars van diverse origine op de been. Het feit dat mensen daar met elkaar aan de praat geraken, heeft zijn effect en zorgt zelfs voor nieuwe vriendschapsrelaties. De meerwaarde van het verenigingsleven is dat we niet louter Nederlandstaligen met elkaar in contact brengen. Het zijn de verenigingen die van de multiculturele stad een interculturele stad maken. Zij zorgen voor de gezonde interactie.” Waar ligt het verschil tussen Brussel en Vlaanderen, als het om ledenwerving gaat? Bossuyt: “Door de anonimiteit van de grootstad is het hier een pak moeilijker om nieuwe leden te vinden. In Vlaanderen kom je makkelijker bij de bakker en slager iemand tegen die je daarop kan aanspreken. Daartegenover staat dat de deelname aan activiteiten in Brussel heel hoog ligt. Ook al zijn de Brusselse lokale afdelingen doorgaans kleiner, wat alles te maken heeft met hun kleinere werkgebied. Op 500 meter van waar ik woon in Jette, kom ik al in het werkgebied van drie verschillende Davidsfonds-afdelingen, elk met een eigen aanbod. Als een ticketverkoop niet lukt, wordt snel rondgebeld door het bestuur, en zo geraakt de zaal toch vol. In Brussel speelt ‘ons-kent-ons’ in het Nederlandstalig verenigingsveld nog mee.” Hoe staat u tegenover de nieuwe verordening van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die de noden van het verenigingsveld moet invullen. Bossuyt: “Wij waren geen vragende partij voor een nieuwe verordening voor het sociaal-cultureel werk door staatsecretaris Bruno De
In 2007 verhuisde het festijn richting Heizel, omdat het te groot geworden was voor het park en er te veel lawaaioverlast was. Dat jaar duurde de Euroferia drie dagen. In 2008 waren dat al vier dagen, in 2011 kwam er nog een dag bij. Omdat er dat jaar nachtelijke vechtpartijen waren en de politie veel klachten uit de buurt kreeg, kortte burgemeester Thielemans het feest vorig jaar in tot drie dagen en liet hij het vroeger afsluiten.
Bettina Hubo
BDW 1368 PAGINA 5 - DONDERDAG 7 MAART 2013
culturele stad in interculturele’
Jo Bossuyt (achteraan): “In Brussel speelt ‘ons-kent-ons’ in het Nederlandstalig verenigingsveld nog mee.”
Lille (Groen). (Deze trad in voege op 1 januari, met een overgangsperiode tot 2014, red.). De vorige herwerkte versie van minister Pascal Smet (SP.A) was amper vijf jaar oud. Voor de stabiliteit van de sector, die toch ruim zeshonderd verenigingen telt, gebeuren richtlijnaanpassingen beter niet om de haverklap.” “Met 21 koepels in Brussel binnen ons verbondenoverleg, stapten wij met één stem naar de overheid.
Daar kwamen we echter een andere visie tegen. De VGC wil kwaliteit en kwantiteit anders gaan beoordelen, door een onafhankelijke commissie. We maken ons zorgen over de maatstaven, en de toelagevermindering die dat zal inhouden voor een aantal verenigingen.” Betere kwaliteit aanbieden is toch een nobel doel tegen de verzuring.
Bossuyt: “Dat betwisten we niet. Maar binnen de vorige verordening werd een voltijdse personeelssubsidie voorzien en daarbovenop een werkingssubsidie op basis van het aantal afdelingen en activiteiten. Nu ziet het ernaar uit dat er enkel een basissubsidie (12.500 euro) zal gegeven worden, naast een toelage voor Brusselwerking (40.000 euro) die kan schommelen in functie van de kwaliteit van de werking. Het
RAND IS VLUCHTHEUVEL VOOR BRUSSELSE KLEUTERS BRUSSEL - Al enkele jaren blijkt rond februari dat zeshonderd kinderen niet ingeschreven raken in de Vlaams-Brusselse scholen. Maar waar zijn die dan op 1 september naartoe? Het debat tussen Open VLD (‘dertig bijkomende scholen bouwen’) en SP.A (‘Vlaanderen doet wat het
moet’) over het Brusselse onderwijs lijkt soms moeilijk te doorgronden: bij beide politieke partijen zijn er zinnige argumenten te vinden. Alles heeft met het uitgangspunt te maken. Open VLD vertrekt vanuit de vraag: honderden Brusselse ouders zijn op zoek naar een plaatsje voor hun kind in het Nederlandstalig onderwijs. De overheid moet daar ge-
noeg scholen tegenoverstellen. SP.A vertrekt vanuit de logica van het aanbod. Vlaanderen is verantwoordelijk voor twintig procent van de schoolgaande kinderen in Brussel. De rest komt het Franstalig onderwijs toe. De vraag rijst waar de zeshonderd kinderen die nu al enkele jaren een inschrijving in het Nederlandstalig
© MARC GYSENS
wordt bang afwachten of een aantal verbonden nu op loonkosten zullen moeten besparen.” “Voor sommige verenigingen betekent het alleszins een budgetvermindering, net op een moment dat er meer (jonge) leden bijkomen. De minister stipt aan dat er aan het totaalbudget niet is geraakt, maar vermits er meer verenigingen bijkomen wordt de verdeelsleutel van de pot groter. En vermits wij niet wer-
onderwijs in de hoofdstad mislopen, naartoe zijn. Parlementslid Jef Van Damme (SP.A) stelde die vraag in de raad van de VGC. Op 1 september (of later voor de onthaalklasjes) lijken alle kinderen plots toch een plaats te hebben. “Als we willen discussiëren, moeten we dat doen op basis van de juiste cijfers,” vindt hij. De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft het uitgezocht. “De helft van de 600 kinderen hebben we kunnen terugvinden in scholen in de Rand,” zegt VGC-collegevoorzitter Guy Vanhengel (Open VLD).
“Van de andere helft veronderstellen we dat ze zich in het Franstalig onderwijs hebben ingeschreven, maar zeker weten we dat niet.” Intussen blijken ook heel wat anderstaligen een taalattest te willen halen om zo makkelijker een plaatsje te kunnen bemachtigen in het Nederlandstalig onderwijs. Want met zo’n attest op zak, zitten ze in de voorrangsgroep. In februari legden 611 ouders een examen af voor het niveau B1 (eenvoudig Nederlands). Driekwart van hen slaagde. Steven Van Garsse
ken vanuit een overlevingsstrategie, maar wel gefocust zijn op een zo groot mogelijk bereik van mensen, zitten we niet op dezelfde golflengte als het beleid. We leggen nu de laatste hand aan een omgevingsanalyse van de verenigingen, waarmee we duidelijker kunnen aantonen wie en wat die stad is waarvoor we werken.” Jean-Marie Binst
BDW 1368 PAGINA 6 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Politiek > OCMW-voorzitter Christian Magerus (PS) neemt afscheid van Molenbeek
‘De extremen zijn afgenomen’ © BART DEWAELE
SINT-JANS-MOLENBEEK – Naar eigen zeggen bestuurde hij een van de meest performante OCMW’s van Brussel, en toch zit zijn tijd er nu op. Christian Magerus’ partij is naar de oppositiebanken verwezen, en hijzelf keert terug naar de Franse gemeenschap. Maar niet voorgoed. “Ik blijf mij voor Molenbeek inzetten.” Il faut des idées, zegt Christian Magerus. Hoewel. Eerder dan als ideoloog valt de man vooral op door een pragmatisch bilan. “Solidariteit is vooral niet gebaat bij ingewikkelde debatten, maar eerder bij concrete actie,” zegt hij. Bij zijn vertrek legt hij uit dat hij veel van zijn ‘klanten’ perspectieven heeft geboden op integratie en werk. “Zeventig procent van onze afhankelijken volgt een inburgeringstraject om aan werk te geraken. Maar daarvoor was er wel een andere, meer centrale aanpak nodig.” Magerus gaat er prat op bijna 2.000 personen met weinig tot geen arbeidservaring aan werk te hebben geholpen, al dan niet met speciale contracten. Het OCMW van Molenbeek werd er vorig jaar voor genomineerd voor de Federale Prijs voor de Strijd tegen Armoede. De in 1956 geboren ex-voorzitter kwam, zo zegt hij, voor het eerst met politiek in aanraking begin jaren 70, toen toenmalig minister van Defensie Paul Vanden Boeynants het uitstel van dienstplicht voor studenten wilde afschaffen. Magerus demonstreerde er tegen. “Er zaten toen bijzonder weinig arbeiderszonen op de universiteiten. Door jongeren dan ook nog eens hun dienstplicht te laten vervullen voor hun studies zorgde Vanden Boeynants ervoor dat heel wat kandidaten voor hogere studies zouden afhaken. Dat was niet sociaal.” Nadien studeerde hij zelf politieke wetenschappen. Zijn carrière bouwde Magerus uit op
Magerus: “We bestrijken tien procent van de Molenbeekse bevolking, met zo’n 6.000 zware dossiers.”
de administratie van de Franse Gemeenschap, en in de gemeenteraad van Molenbeek als schepen van Netheid van 1993 tot en met 2006, en daarna als OCMW-voorzitter. Het dieptepunt van zijn carrière waren de aanvallen van de PVDA op het OCMW-rusthuis tijdens de verkiezingscampagne. “Die partij stelde toen onterecht dat er mensen waren overleden door besparingen. Al konden ze dat niet hardmaken. Verschillende mensen, onder wie dokters, zijn toen om de tuin geleid.” Uitspraken over de omwenteling in Molenbeek en het afvoeren van zijn vorige burgemeester Philippe Mou-
“Solidariteit is niet gebaat bij ingewikkelde debatten, maar bij concrete actie”
Samenleving > Collegelid Grouwels vraagt uitzondering integratiedecreet voor Brussel
‘Geen fusie Bon en Foyer’ BRUSSEL - In het Vlaams Parlement ligt het decreet voor dat de inburgerings- en integratiesector hervormt. VGC-collegelid Brigitte Grouwels (CD&V) wil een uitzonderingspositie voor Brussel. Het ontwerpdecreet van minister Geert Bourgeois (N-VA) stelt een verregaande hervorming voor van de inburgerings- en integratiesector. Zo zullen de Vlaamse integra-
tiecentra, de onthaalbureaus voor nieuwkomers, de tolkendiensten en het expertisecentrum Kruispunt Migratie-Integratie opgaan in een Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA). Het decreet zorgt voor boze reacties binnen de sector (zie ook: de opinie van Johan Leman op blz. 12). De integratiecentra en onthaalbureaus opereren nu in het middenveld. Als onderdeel van een EVA worden ze
een overheidsapparaat. Ze vrezen het contact te zullen verliezen met het terrein en een grotere greep van de Vlaamse regering op de integratie- en inburgeringssector. Ook bij de lokale besturen bestaat die vrees. Gent, Antwerpen en Limburg hebben een uitzonderingspositie kunnen afdwingen. De integratiecentra en onthaalbureaus zullen er niet in het EVA opgaan. Zo stond het toch in het voorontwerp van het
reaux doet Magerus niet. Over ‘zijn’ gemeente wel. Hoe hij ze heeft zien veranderen. “De extremen zijn afgenomen,” weet Magerus. “Vroeger was er heel wat onverdraagzaamheid onder de bevolking, en die is verminderd.”
Nultolerantie Dat het er daarentegen niet makkelijker op is geworden, weet hij ook. “Net nog is het OCMW-budget verdubbeld, uit noodzaak. We rekenen er toch op dat we tien procent van de 94.000 Molenbekenaren bestrijken met ons OCMW, van wie 6.000 permanent. Dat zijn de zware dossiers.”
decreet. In het decreet dat nu ter tafel ligt, worden de regio’s niet langer met naam genoemd. Wel staat er dat bepaalde steden en regio’s een uitzonderingspositie kunnen krijgen. Die keuze is het prerogatief van de Vlaamse regering. Verwacht wordt dat Gent, Antwerpen en Limburg zo bij regeringsbesluit toch buiten de grootscheepse fusieoperatie zullen vallen.
Afgestemd op Franstaligen Brussel behoort niet tot dat informeel lijstje. Dat betekent dat Foyer (integratie) en het Brussels Onthaalbureau Nieuwkomers (Bon, inburgering) zullen opgaan in de grote EVA. En daar is Brigitte Grouwels niet voor te vinden. “Om twee redenen,” zegt haar woordvoerder. “Brussel
Of hij raadgevingen heeft voor zijn opvolger, CDH’er Roland Vandenhove? “Neen, hij kent het terrein.” In zijn afscheidsrede licht de exvoorzitter toch een en ander toe. Zo heeft hij het onder meer over geweld tegen zijn werknemers. “Onze maatschappelijk werkers zijn eerstelijnshulp in tijden van economische crisis. Zij moeten het dus opnemen tegen mensen die gefrustreerd zijn, en geen begrip hebben. Geweld is zeldzaam, maar vaak wel extreem.” Daarom zag Magerus zich genoodzaakt een nultolerantiebeleid in te voeren. Christophe Degreef
kent met haar grote groepen allochtonen een specifieke situatie. Daarnaast werken de Franstaligen ook aan een inburgeringsbeleid. Om het Vlaamse beleid in Brussel op dat van de Franstaligen af te stemmen is het beter om een specifiek VlaamsBrussels beleid te behouden. En dat kan best zonder EVA.” Het decreet moet nog door het Vlaams parlement worden goedgekeurd. Tijdens de voorafgaande hoorzittingen zal onder meer Johan Leman van Foyer zijn bezwaren uit de doeken doen. Onlangs kwam het decreet al onder vuur door een rapport van de Inspectie van Financiën. Dat noemt het decreet te duur, te ingewikkeld en te weinig uitgewerkt.
Steven Van Garsse
BDW 1368 PAGINA 7 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Wonen > Hoofdstad bescheiden trendzetter bij reconversie
BRUSSEL – Met een fraai uitgegeven boek wil minister-president Charles Picqué (PS) promotoren aanmoedigen om leegstaande kantoren om te timmeren tot woningen, rusthuizen of scholen. Brussel speelt een (bescheiden) voortrekkersrol. “Er zijn inderdaad tal van mogelijkheden, maar je moet die geval per geval bestuderen,” zegt stedenbouwkundige Christian Lasserre. Het boek Gisteren kantoren, vandaag woningen belicht 25 voorbeelden van reconversie. Drieëntwintig panden werden verbouwd tot woningen, twee tot scholen. De voorstelling vond plaats in de gebouwen van Saint-Luc. De architectuurfaculteit ruilde zeven huizen in de Overwinningsstraat in voor een kantoorgebouw aan het Moricharplein. Die ruil slaat twee vliegen in een klap: Saint-Luc heeft een comfortabeler onderkomen, en er zijn zeven huizen die hun woonbestemming terugkrijgen. De gemeente Sint-Gillis heeft aan Saint-Luc gevraagd om na te denken over het uitzicht en de aanpassing van de voorgevel. De reconversie van kantoren in wo-
© A2RC ARCHITECTEN
Kantoren worden (echte) woningen
In de voormalige uitgeverij en drukkerij Sint-Laurens, tegenover het Belgisch stripcentrum, komen er naast kantoren ook woningen.
ningen is niet nieuw. De ‘Afvaardiging van de Vijfhoek’ heeft langs het systeem van de collectieve aankopen kleine investeerders kunnen overtuigen om kantoorpanden (en industriële gebouwen) tot woningen te vertimmeren. Het gebouw aan het
Zaterdagplein - met een restaurant op de gelijkvloerse verdieping en de Brusselse Raad voor het Leefmilieu op één - is omgebouwd tot zeven ruime appartementen. De stock voor collectieve aankopen was vlug opgedroogd toen vastgoedpromoto-
Deze kantoren op het Zaterdagplein zijn nu lofts.
ren brood zagen in de reconversie.
450 nieuwe woningen
Gisteren kantoren, vandaag woningen van Christian Lasserre, Pierre Laconte, Anders Böhlke en Béatrice Dooreman , 146 blz., 34 euro.
Toch is niet ieder kantoorgebouw geschikt om tot om het even welke woonbestemming omgeturnd te worden. In het ‘Overzicht van het ADVERTENTIE
P-PRAAT Moureaux tegen de rest van de wereld, en de kapietalisten in ‘t biezonder, ronde vijf. “Schepmans (Madame Schep dus voor onze lezers) misprijst mensen van vreemde komaf,” zegt de oude vos in een interview met La Libre Belgique. En dat terwijl zijn socialistische fractie te pas en te onpas Madame Schep en haar kornuiten oproept om komaf te maken met de verkiezingscampagne. Als de vos de passie preekt, boer let op uw fractie, zouden wij zeggen. Madame Schep van haar kant reageerde op Twitter een beetje ongepast voor een dame van haar komaf: “Moureaux heeft nochtans tijd voor een psychoanalyse.” Heb respect voor de ouden van dagen, Schep. En voor Maghrebijnen, zo dat de uitdaging zou zijn. Rachid Madrane (PS), de Emir Kir in wording, heeft zijn entree als staatssecretaris niet gemist. Op Télé Bruxelles, waar ze sinds de herlancering niet verlegen zitten om straffe interviews, klonk het zo: “Ik ben catégoriquement tegen duurdere vuilniszakken.” En voorts: “Sommigen voeren een ideologische kruistocht voor de betalende zak.” Complot, ideologie, kapitalisme: termen die nu passen binnen de PS, nieuwe stijl. Nog eventjes en een warm pleidooi voor een propere samenleving wordt door de PS gebrandmerkt als soft fascisme. Of is dit het begin van een verkiezingscampagne? Tous contre le fascisme!
CHIEN ÉCRASÉ WOORDVOERDER – We hebben het een week geprobeerd, maar zijn niet geslaagd in ons opzet. Ons voordoen als woordvoerder. De opdracht aan enkele redacteurs was: probeer met de volgende elementen een geloofwaardig commentaar op te bouwen: boek, belevenis, gezellig, ervaring en punt. Nog nooit een bende redacteurs zo beteuterd zien kijken. “Punt? Wie komt nu op dat woord?,” stelde de stoutmoedigste onder hen. “Een punt staat aan het einde van een zin, en daarmee basta.” Tot daar onze poging als woordvoerder. Wij zijn unaniem: wij blijven aan deze kant van het communicatiespectrum staan. ONGEHOORZAAM – Kwade zielen met al even kwade bedoelingen zouden kunnen denken dat de ‘ludieke’ actie van vorige week op het MIVB-net - u weet wel, enkele linkse jongens en meisjes die opriepen niet te betalen voor de metro en over de poortjes te klimmen omdat ze vinden dat het openbaar vervoer gratis moet zijn - op ons pleidooi tegen metropoortjes zou kunnen geïnspireerd zijn. Niets is minder waar. Wij zijn niet vierkant tegen poortjes. Niet vierkant. Zoals staatssecretaris Rachid Madrane vierkant tegen duurdere vuilniszakken is, zo zijn wij, euh, vierkant niet tegen de veel te dure poortjes. Wij hebben gewoon alle hoop vierkant opgegeven dat het ooit iets wordt met die poortjes. Dat is iets anders.
Kantorenpark’ lezen we: “Vanaf een diepte van meer dan vijftien of zestien meter worden de woningen steeds minder doorlopend - wat er op neerkomt dat een aantal nietdoorlopende woningen volledig (woonkamer en slaapkamers) worden blootgesteld aan het lawaai van de straat waarlangs ze gelegen zijn, terwijl andere dan weer voor alle ruimtes zullen profiteren van de stilte van het binnenterrein van het huizenblok. Dat is onder meer het geval in de Aduatiekersstraat 71-75 in Etterbeek.” Brussel telt meer dan 1,4 miljoen m2 leegstaande kantoren, waarvan een aantal om verschillende redenen nooit meer als kantoor zal kunnen verhuurd worden. Een projectoproep in 2011 heeft plannen voor 450 nieuwe woningen opgeleverd, voor vijf van de acht projecten werd reeds een stedenbouwkundig attest afgeleverd. Tachtig procent is al in opbouw. Picqué herhaalt ook zijn voorstel om de voorwaarden voor de aflevering van bouwvergunningen voor kantoren aan te passen. Hij wil dat promotoren in de toekomst ook de reconversiemogelijkheden moeten aangeven. Maar dat is (voorlopig nog) toekomstmuziek. Danny Vileyn
BDW REGIO
BDW 1368 PAGINA 8 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Deze week in tuinwijk Het Rad > Wiele, wiele, wiele
Rad van vele tongen
ANDERLECHT – Op het Lustplein in Het Rad staan voortaan lekstokken om te kunnen snoepen van de versregels van Mimi Khalvati. Je hoofd moet ervoor in alle richtingen, en dat vindt de bedenkster van de reuzenlollies Orla Barry net goed. Met muziek van Emballage Kado en zwierige krijtletters werd zopas de zevende poëtische installatie van ‘Vers Brussel - Poëzie in de stad’ van Passa Porta ingehuldigd.
‘O
beul kunnen zijn:/draai het - wiele, wiele, wiele, in een steegje,/een hoepel en een stokje en daar zijn de Twenties weer’. Khalvati was wijkdichteres in maart 2007: ze observeert de peuter die ‘papa’ oefent, de hond die driewielers en barbecues bewaakt, de eenzame magnolia (‘een oude filmster in Sunset Boulevard’), en de zucht naar... de rivier, diep onder het asfalt - ze moet er dikwijls hebben gezeten, op ‘een
“In deze tuinwijk zijn de idealistische dromen en principes nog voelbaar”
Wijk vol woorden Met een emmertje vol kleurkrijt stapt Jef Deblonde van Collectief Het Rad op de voorbijgangers af: “’t Is de wijk vol woorden vandaag! Schrijft u iets op?” Deblonde wilde zijn wijk al langer vol woorden en vond in Vers Brussel een ideale partner, en vice versa. De tandem Khalvati-Barry zette de bewoners en de scholen aan het
dichten, het buurtkrantje Le petit La Roue illustré verspreidt de sonnetten in drie talen, en iedereen kan komen meekrijten. In het Nederlands, Frans, Engels en in talen om kalligrafisch jaloers op te zijn als het Chinees en Arabisch. De krrr... van krijt/craie op plavuizen en leegstaande huizen nodigt uit: ‘Baiser de craie/Sur joue de pierre/Jalouse la terre/d’être laissée’, schrijft Deblonde. En Frank De Crits: ‘Krijt op tijd/roept de biljarter/krijt is vlijt/zegt de leraar/geen vlijt of krijt/lacht de leerling’. Een vrouw begint er niet aan, zegt ze, want: “Ik zou heel de stad volAn Devroe schrijven.” www.versbrussel.be © AN DEVROE
ns project zit op het schema dat we altijd bijstellen,” zegt curator Marq Willems: “In 2014 wellicht, na de laatste installatie, verbinden we de twaalf aangedane wijken.” In de Lijsterstraat in Het Rad heeft de Ierse kunstenares Orla Barry zelf lang gewoond: “Een rij verkeersborden langs het Lustplein en het beeld van een rad brachten mij op het idee Mimi’s verzen te laten uitwaaieren als de spaken (‘spokes’) van een wiel. Het zijn ook boompjes en sterren, zoals kinderen ze tekenen, ik noem ze Trees of circular motion.” Ze zijn bestendig tegen het weer (en tegen vandalisme?) dankzij de Emaillerie Belge uit Molenbeek. Een hond snuffelt aan de nieuwe palen, kinderen turen naar de hemel, lijven plooien zich naar de verzen. “Voor poëzie mag je een beetje moeite doen, en als de betekenis niet helemaal meer duidelijk is, dan is dat maar zo,” stelt Barry die in haar werk dikwijls speelt met tekst en beeld die elkaar versterken of onderuithalen. Tot 5 mei is haar installatie Mountain te zien in Bozar. Barry voegde één kruin toe met een stralenkrans van de straatnamen uit deze idealistische tuinwijk uit de jaren twintig, net zoals bij de gedichten afwisselend in de taal waarin ze die het mooist vond klinken: Strawberry Street, Rue des plébéiens, Achturenstraat.
bank voor dichters en voor oudjes’. In de tuin van het Erasmushuis in Anderlecht rijpte het idee van Erasmus als compagnon de route, die af en toe een reistip meegeeft: wat voor een ‘raserie’ (razernij) het is bijvoorbeeld, ‘als de Siele soect van den Lichame te reysen’.
Pa-pa “Als het leven mij hier zou brengen, dan zou ik in de tuinwijk kunnen wonen,” stelt de Iraans-Britse dichteres Mimi Khalvati, stichteres van de Poetry School in Londen. “De idealistische dromen en principes zijn hier nog voelbaar.” De namen van de straten en de wijk bepaalden het ritme van haar cyclus van twaalf sonnetten: ‘Het Rad had het slijpwiel van een smid kunnen zijn,/Het Rad had het wiel van een
Kunstenares Orla Barry en Marq Willems van Passa Porta bij de Trees of circular motion in Het Rad.
De krrr... van krijt/craie op leegstaande huizen nodigt uit om te schrijven.
SP.A Jette start petitie tegen kappen bomen JETTE – De gemeente Jette gaat een honderdtal bomen kappen op de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeslaan in Jette. Gemeenteraadslid Hannes De Geest (SP.A) vindt dit onaanvaardbaar, en start een petitie op. Het gemeentebestuur van Jette is zeker niet over een nacht ijs gegaan, benadrukt schepen voor Leefmilieu Claire Vandevivere. “De bomen zijn gewoon te oud en te ziek,” zegt ze.
“Ze zijn in slechte staat, en moeten dus gekapt worden. We zullen een twintigtal nieuwe bomen aanplanten. Zo maken we meer plaats vrij voor de bewoners om vlotter te
kunnen parkeren. Want ook daar is vraag naar. Andere buurtbewoners willen dan weer meer groen. Het is altijd moeilijk om een evenwicht te vinden in wat iedereen wil. Wat we ook doen, we zullen nooit iedereen tevredenstellen. Positief is wel dat we de hele straat zullen heraanleggen. Alles wordt vernieuwd, van de
voetpaden tot en met het wegdek.” Gemeenteraadslid Hannes De Geest van SP.A vindt de kap van de bomen alvast geen goed idee. “De gemeente zegt dat enkele bomen ziek zijn, maar er is geen enkele studie die dat aantoont,” zegt De Geest. “Het feit dat er een honderdtal bomen zullen gekapt worden, betekent dat er ook
weer heel wat groen zal verdwijnen in Jette. Dat is jammer. Wij willen net meer groen in de straten. Dat is niet alleen goed voor de levenskwaliteit, het vermeerdert ook de waarde van het vastgoed. Dat de straat heraangelegd wordt, vind ik dan weer wel een goede zaak.” De Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeslaan ligt tussen de Charles Woestelaan en metrostation Pannenhuis. Matthias Vanheerentals
BDW 1368 PAGINA 9 - DONDERDAG 7 MAART 2013
ADVERTENTIE
Brusselbazaar.be
Schaarbeek > Antwerps architectenbureau Low wint wedstrijd
Passiefcrèche in binnenblok achter Daillykazerne © LOW ARCHITECTS
De opvallende vorm is geïnspireerd op huisjes zoals kinderen die tekenen.
Op een onbebouwd stukje terrein achter de Daillykazerne komt een gloednieuwe passiefcrèche. “Geen evidente opdracht,” zegt Tom Hindryckx van Low Architects.
TELEXREGIO
Het terrein behoort toe aan de gewestelijke sociale huisvestingsmaatschappij. Die heeft er eerder al een groot vastgoedproject met luxe- en sociale woningen ontwikkeld. Een klein driehoekig terreintje tussen de parking van Delhaize en de appartementsblokken lag nog vrij. Daar plant de gemeente Schaarbeek een gloednieuwe passiefcrèche voor 48 kinderen. Een eerder project voor een crèche aan de nabijgelegen Plaskylaan werd na een juridische strijd opgegeven. Net als het afgewezen project bevindt ook deze crèche zich midden in een binnen-
blok. “Geen evidente opdracht,” zegt Tom Hindryckx van het Antwerpse Low Architects, dat de architectuurwedstrijd won. “Het is een klein driehoekig terrein in een banale, weinig inspirerende omgeving. Om toch een warm gevoel te geven hebben we voor een glooiende vorm gekozen. Tegelijk hebben we het archetype van een huisje zoals kinderen dat tekenen, willen evoceren. Dat moet bij de kinderen een gevoel van herkenbaarheid geven.” Het kinderdagverblijf was bedoeld om in hout te worden bekleed, maar daar wil de gemeente voorlopig niet van weten. De dragende structuur bestaat wel uit hout. Voor de rest beantwoordt de crèche volledig aan de strengste normen inzake passiefbouw.
Steven Van Garsse
ZEVEN KANDIDATEN VOOR MEGA PPS-PROJECT SCHAARBEEK - Het PPS-project voor de bouw van een Franstalige school (650 leerlingen) en een Nederlandstalige school (250 leerlingen) op de Van Oost-site moet worden overgedaan. Uit de openbare aanbesteding zijn zeven valabele kandidaten gekomen, maar er is onduidelijkheid over de prijs voor de sanering van de site. De gemeente gaat nu verder met de zeven kandidaten in een onderhandelde procedure. “Dat is juridisch zuiver op de graat,” zegt schepen Vincent Vanhalewyn (Ecolo). Met het PPS-project zijn miljoenen euro’s gemoeid. De projectontwikkelaar bouwt de twee scholen (21 miljoen euro), en krijgt in ruil gemeenteterreinen op de Voltairelaan SVG en aan de Capronnierstraat om er appartementen te bouwen.
jeugd wordt grootschalig bevraagd SINT-AGATHA-BERCHEM - Op 1 maart lanceert de gemeente een grootscheepse jongerenenquête. Met een vragenlijst van vijf bladzijden wordt gepolst naar hun verlangens, noden, manier van vrijetijdsbeleving, onderwijsinteresse en behoefte aan beroepsbegeleiding. Jongeren van 12 tot 22 jaar, zo’n 2.850 in Berchem, vormen de doelgroep. Om representatief te zijn moeten minstens 500 formulieren (zie: www. JMB berchem.irisnet.be) per post of digitaal terugbezorgd worden.
BELIRIS ZAL alternatief METROTRACE BESTUDEREN SCHAARBEEK - Minister Laurette Onkelinx (PS), bevoegd voor Beliris, gaat akkoord met het meerderheidsvoorstel van Schaarbeek om een variante te bestuderen van een van de drie metrotracés. Ze steunde als gemeenteraadslid vanuit de oppositie de motie hierover. De Brusselse regering heeft deze week besloten om te kiezen voor het tracé door de dichtbevolkte wijken. Het gemeentebestuur wil het tracé een beetje naar het zuidoosten opschuiven zodat het gemeentehuis, zwembad en voetbalstaSVG dion beter bediend worden. Beliris zal nu uitzoeken of dat technisch kan.
SP.A niet akkoord met ‘stoelentaks’ SINT-JANS-MOLENBEEK – Oppositieraadslid Jef Van Damme (SP.A) verzet zich tegen de zogenaamde ‘stoelentaks’ van de nieuwe meerderheid. Het Molenbeekse gemeentebestuur maakt het verhuren van tafels en stoelen voortaan betalend. Een stoel huren kost 50 eurocent, een tafel één euro. De levering kost 25 euro. Van DamCD me spreekt van een asociale maatregel.
Voor de Brusselse jeugd! Zoek je een jeugdhuis? Heb je een vraag waarmee je nergens terechtkunt? Of zit je boordevol energie die je kwijt wil? Op Brusselbazaar.be vind je info over Brusselse activiteiten, verenigingen, feestjes, musea en nog zoveel meer. In de vakanties of tijdens het schooljaar: er is altijd wel iets leuks te doen. Ontdek dus snel de laatste nieuwtjes voor kinderen en jongeren in Brussel!
ADVERTENTIE
20130122_poster_lancering_125x178.indd 1
22/01/13 10:04
BDW 1368 PAGINA 12 - DONDERDAG 7 MAART 2013
doet dat wel. Officieel wordt dit geloochend, want het is niet in de tekst opgenomen. In de praktijk wordt het echter toegezegd. Tenzij men Brussel uiteraard tegelijk een recht geeft op aanbrengen van structuur én van prioriteiten. Dan kan de schade beperkt worden. Het Brussels Gewest werkt aan een eigen inburgerings- en integratiebeleid. Zeker aan Franstalige zijde leeft dit vandaag heel sterk. De toekomst van de lokale sociale cohesie in Brussel zal gewestelijk zijn. Zien de Brusselaars in het Vlaams parlement dit niet? Nu al is heel duidelijk dat je in Brussel veel gemakkelijker met het Gewest en met de burgemeesters omgaat vanuit de bestaande situatie (VGC en vzw’s) dan vanuit om het even welk Vlaams centraliserend agentschap. Die trend zal eerder toe- dan afnemen.
Nattevingerwerk
Het feit dat er ‘hervormd’ moet worden is voor de Vlaamse regering de enige echte prioriteit. Kennis nemen van de inhoudelijke noden op het terrein is iets voor later.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Integratie > Beleidsorganen Brussel en Vlaanderen samengevoegd
BRUSSEL – Met de oprichting van het EVA voor de sector van de inburgering en integratie minimaliseert de Vlaamse regering de expertise van het Brusselse middenveld. Bovendien zal deze centralisatie er volgens antropoloog Johan Leman voor zorgen dat er vooral geëvalueerd wordt, en nog weinig op het terrein ‘gewerkt’.
BDWOPINIE Vanaf 2014 komt er een EVA voor heel Vlaanderen en Brussel, voor de sector inburgering en integratie. Een Extern Verzelfstandigd Agentschap, met een gecentraliseerd personeelsbeleid onder een gedelegeerd bestuurder. De lokaal verankerde vzw’s worden afgeschaft. Het nieuwe centrale bestuur, partijpolitiek overlegd, plant de instructies en werkcultuur voor het personeel. Lokale administratieve organen, zoals de VGC, mogen hun prioriteiten meedelen. De gedelegeerd bestuurder beslist over lokale structuren heen wat hij doet met de adviezen. Stroomlijning heet dat. Als de plannen doorgaan, verdwijnt het personeel van Bon, Regionaal integratiecentrum Foyer en het Sociaal
Vertaalbureau van Brussel Onthaal in dit Vlaamse agentschap met zijn nieuwe werkcultuur. Een heel dure operatie, stelt de Inspectie van Financiën. Nieuwe gebouwen, een ingewikkelde verticale structuur en een nieuwe werkcultuur. Dit wordt een verambtelijkend kader. Kan een overheid via zo’n structuur wat bestaat overnemen en controleren? Via een top-downmanoeuvre? Kan een werkveld waar mensen tot nu toe grassroots werkten, overeind blijven in een nieuwe positie waar ze voortaan wel de plichten, maar niet de rechten van een ambtenaar zullen hebben? Uiteraard zal in een agentschap minder betrokkenheid op het terrein bestaan. Dat is voorspelbaar. Nieuwe initiatieven zullen dus de kop opsteken, want er zullen gaten vallen. Dat zal voor bijkomende kosten zorgen. En dan is er nog het
© BART DEWAELE
EVA: inburgering en integratie zonder middenveld Johan Leman:
Tot nu blijven elementaire vragen onbeantwoord. Dat is tekenend voor het nattevingerwerk van de Vlaamse regering Brusselse fenomeen: jonge mensen komen eerst in Brussel werken en vertrekken na enige tijd naar Limburg, West-Vlaanderen, of elders. Zullen anderen dan naar Brussel overgeplaatst worden?
Maatwerk Volgens minister Bourgeois weegt dit alles niet op tegen de onoverzichtelijkheid en versnippering die hij zal wegwerken. Voor Brussel 19 gaat het vandaag nota bene om drie vzw’s. Een centrale directie zal voortaan tegelijk voor Vlaanderen en Brussel plannen uittekenen. Maar wie zich informeert, ontdekt dat alle Europese landen die een
tijdlang voor zo’n centralisatie geopteerd hebben, zoals Zweden en Nederland, op hun stappen zijn teruggekeerd. Wat men er vaststelt, is de nood aan maatwerk, en zoiets wordt zelden centraal aangevoeld. Limburg en Vlaams-Brabant zijn tegen. Ook Antwerpen en Gent zijn tegen. Wie traditie heeft, is tegen. Wie geen traditie heeft, is voor. En Brussel? Dit bij grondwet bepaalde derde gewest, met zijn eigen politieke en institutionele organen, wordt opgeslorpt als puur Vlaams. Er bestaat een ongeschreven politiek akkoord dat Limburg en de steden Antwerpen en Gent niet onder die structuur zullen vallen. Brussel
Het middenveld is traditioneel een ruimte voor experiment, engagement, koppeling van professionaliteit aan vrijwilligheid, en betrokkenheid van plaatselijke bewoners. Zowel voor en na 17 uur als in de weekends. Het is de zone bij uitstek van sociale cohesie. Dit middenveld fundamenteel verzwakken is op termijn dodelijk voor het samenleven in een multi-etnische complexe grootstad als Brussel. Neem hier het middenveld weg en hol dan nog eens de sociale zekerheid uit, en je krijgt rellen zoals we die gekend hebben in Londen en Parijs. Ik meen te weten wat ik zeg. De ideale werkcultuur en -structuur bestaat er in Brussel in om overheidsinitiatieven en middenveld op elkaar te laten inspelen. Het middenveld staat immers niet synoniem voor minder professionalisme en nog minder voor een tekort aan efficiëntie. Het doet pijn om te zien hoe een Vlaamse regering met de goodwill en expertise van dit middenveld sjoemelt. De manier en het tijdstip waarop bestuursleden geïnformeerd werden, en waarbij zelfs vandaag nog steeds heel elementaire vragen onbeantwoord blijven, is tekenend voor het nattevingerwerk van de Vlaamse regering. Het feit dat er ‘hervormd’ moet worden, is voor de Vlaamse regering en haar administratie de enige echte prioriteit. Kennis nemen van de inhoudelijke noden op het terrein is iets voor later. Nochtans moet je de meeste belangrijke noden lokaal aanvoelen, door ergens te leven en te wroeten. Dit lukt niet door uren tussen vier muren bij enkele tassen koffie en wat fruitsap te vergaderen over schema’s die men tegelijk bedenkt voor Kortrijk, Brussel, Aalst en Limburg. Sommigen verwarren evaluatieschema’s met werkingsschema’s. Een fout van formaat. Dat levert mooie resultaten op papier op, maar leidt tot onmacht in de praktijk. Met dit EVA in Brussel zal er veel geëvalueerd, maar nog weinig op het terrein zelf ‘gewerkt’ worden. Dat is voorspelbaar.
Johan Leman, antropoloog, emeritus professor KU Leuven en voorzitter van Foyer
BDW 1368 PAGINA 13 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Samenleving > Jongeren schrijven brieven over hun leven
De kracht van taal Het regent negatieve berichten over de Brusselse jeugd. Alsof in Brussel maar één soort jongere bestaat. Brusselaar en politiek filosoof Bleri Lleshi lanceerde daarom ‘Brieven uit Brussel’. Elke maandag, twintig weken lang, laat hij op zijn blog Brusselse jongeren aan het woord. Hieronder leest u het relaas van Melat G. Nigussie, die 21 is en Taalen Letterkunde studeert. “Toen ik vorig jaar besloot om met mijn studies rechten te stoppen om Taal- en Letterkunde te gaan studeren in Brussel, verklaarde bijna iedereen mij gek. ‘Nederlands en Engels? Om later wat te worden? Toch geen leerkracht, zeker? Doe toch gewoon verder met rechten, zo’n mooi diploma!’ Mijn besluit stond echter vast. Na drie jaar oersaaie hoorcolleges te hebben bijgewoond en mij doorheen cursussen zo dik als telefoonboeken te hebben geworsteld, gaf ik er de brui aan. Ik wou mij toeleggen op talen.” “Ik ben geboren in Ethiopië. Een land dat vooral geassocieerd wordt met langeafstandslopers en hongersnood. In 1994 vluchtte mijn vader weg van een dictatoriaal regime, en kwam hij naar België. Twee jaar later volgden mijn moeder, mijn twee broers en ik. Het was 1996, België was een land in crisis. Marc Dutroux was de eerste Belg die mijn moeder kende.” “Zonder een woord Nederlands te kennen, kwam ik in het derde kleuterklasje terecht. ‘Een kind, dat leert toch snel.’ Daar zat ik dan, helemaal alleen tussen allemaal witte kindjes. Ik was dat vreemde, bruine meisje dat geen woord zei. Gelukkig was er Sabrina, mijn buurmeisje. Ik had haar nochtans in gebarentaal duidelijk gemaakt dat ik haar niet zo leuk vond, en dat ik liever met mijn broers speelde dan mijn tijd te verdoen met een meisje dat ik niet begreep. Toch bleef ze volhouden. Bijna elke dag stond ze aan onze deur om te vragen of ik geen zin had om buiten te spelen. Ik kon haar niet blijven afwijzen en uiteindelijk stemde ik in om deel te nemen aan haar speelpartijtjes. Al spelend en al lachend ontdekte ik dat er achter die eindeloze woordenstroom wel degelijk betekenis zat. Beetje bij beetje begon ik de taal onder de knie te krijgen. Dank je Sabrina, voor je koppigheid.” “Daarom is taal zo belangrijk voor mij. Het was taal die mij van een onwennig, verlegen kind veranderde in een vrolijke babbelkous. Ik heb moeten zwoegen voor het Nederlands. Het is niet iets dat mijn ouders mij hebben aangeleerd, ik heb er voor gewerkt. Omdat het niet vanzelfsprekend was, koester ik het.” Thuis spraken we Amhaars, de officiële taal van Ethiopië. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik moeiteloos kon communiceren met mijn familie in Ethiopië.
Om de zoveel jaar verschijnt er wel een onderzoek in de krant dat zegt dat allochtone jongeren thuis beter Nederlands spreken. Het Frans, Turks, Arabisch, Pools... zou hen verhinderen om het Nederlands volledig te beheersen. Toen ik twee jaar geleden afscheid nam van mijn oma heb ik dat gedaan in haar taal. Zij begreep mij en ik begreep haar. Als mijn ouders indertijd hadden besloten om Nederlands met mij te spreken en het Amhaars achterwege te laten, zou mijn oma nooit hebben geweten wat zij voor mij betekend heeft.” “Sinds dit jaar ben ik vrijwilliger bij de Boekenbende. Dat is een samenwerking tussen Brusselse bibliotheken die lezen en voorlezen willen promoten. Gedurende vijf weken gaan vrijwilligers langs bij kinderen uit het Nederlandstalig Brussels onderwijs om hen de wondere wereld van boeken te laten ontdekken. De ‘voorleeskindjes’ zijn vijf tot zes jaar, en vaak spreken ze thuis een andere taal dan het Nederlands.” “Mijn voorleeskindje, een meisje, spreekt thuis Turks. Ze heeft moeite om zich uit te drukken in het Nederlands, haalt woorden door elkaar en soms begrijpt ze me niet. Bovendien heeft ze ook een licht spraakgebrek. We hebben ondertussen al vijf voorleessessies achter de rug. In het begin was ze verlegen en terughoudend maar na de derde sessie bloeide ze helemaal open: ze begon actief mee te werken en duidde dingen aan op de prenten, vertelde zelf verhaaltjes en leerde tal van nieuwe woorden.” “Projecten als de Boekenbende kan ik alleen maar toejuichen. Ik heb een manier gevonden om op een speelse wijze mijn liefde voor taal met anderen te delen. Mijn voorleeskindje ziet het Nederlands niet langer als een vreemde taal maar als de taal van prinsen en prinsessen, van heksen en van dieren. Het is zo belangrijk dat ouders hun kinderen verhalen vertellen. Niet alleen verbetert dat hun taalvaardigheid, kinderen leren ook om abstract te denken en ontwikkelen hun fantasie. Die verhalen hoeven niet noodzakelijk in het Nederlands te zijn. Het fabeltje van de haas en de schildpad spreekt in het Arabisch even sterk tot de verbeelding.” “Nu de verplichte vijf sessies achter de rug zijn, hebben de ouders mij gevraagd of ik toch niet verder wou ‘lesgeven’, zoals zij het omschrijven. De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat ik even getwijfeld heb. Kon ik het wel blijven combineren met mijn studies? Nam het niet te veel tijd in beslag? Maar toen moest ik denken aan dat vreemde, bruine meisje dat geen woord zei, opgesloten in haar eigen gedachten en aan haar volhardend buurmeisje. Mijn keuze was snel gemaakt.”
“Mijn voorleeskindje ziet het Nederlands niet langer als een vreemde taal maar als de taal van prinsen en prinsessen, van heksen en van dieren”
Melat G. Nigussie is 21 en studeert Taal- en Letterkunde in Brussel. Wie wil kan de reeks ‘Brieven uit Brussel’ volgen op blerilleshi.wordpress.com.
BDWOPINIE Mini-Europa, maxi-Neo door Danny Vileyn De kans is zo goed als onbestaande dat MiniEuropa zijn 25ste verjaardag zal vieren. Het themapark op de Heizel moet op 31 augustus de deuren sluiten. Tegen het einde van het jaar moeten de miniatuurversies van Europese monumenten ontmanteld zijn. En Océade, het enige (gedeeltelijk) openluchtzwembad in de hoofdstad, ondergaat hetzelfde lot. Met het opdoeken van Mini-Europa en Océade verdwijnen twee grote kleppers. Samen zijn ze goed voor 600.000 bezoekers per jaar, en volgens Visit Brussels staan ze in de top tien van de meest bezochte monumenten, bezienswaardigheden en attracties. Een op de vijf toeristen die Brussel aandoet, brengt aan bezoek aan een van beide trekpleisters. En last but not least: met de sluiting verliezen een 200-tal mensen - waarvan 60 in vast dienstverband - hun baan. Eigenaar Thierry Meeùs schopt ondertussen wild om zich heen. Voor de gemeenteraadsverkiezingen had Meeùs nog de steun van oppositiepartijen MR en Open VLD, maar deze slag hebben de liberalen, nu in de meerderheid, niet gewonnen. Meeùs had gehoopt nog vijf, of tenminste twee jaar te kunnen blijven: de tijd om een alternatief te vinden. Dat hij die niet gekregen heeft, is onbegrijpelijk: de bouwwerkzaamheden op het Heizelplateau zijn immers niet voor morgen. Er is nog geen enkele vergunning afgeleverd. Nu al verliezen mensen dus hun baan voor een project dat er misschien ooit komt. De doodsteek voor Mini-Europa en Océade is Neo dat het Heizelplateau moet voorzien van een nieuw congrescentrum en shoppingcenter, een van de Brusselse tegenhangers voor Uplace. Uplace zit in het slop, Neo schakelt een versnelling hoger. Dat Neo weinig sympathie opwekt, heeft ook te maken met de ronduit abominabele communicatie rond het project van het vorige schepencollege. Dat geldt ook voor de communicatie rond Mini-Europa en Océade. Meeùs beweert dat hij geen faire kans gekregen heeft om op de Heizel te blijven, de stad Brussel beweert dat hij zijn kansen niet gegrepen heeft. De stad Brussel heeft het volste recht om het contract met Mini-Europa en Océade, dat dit jaar ten einde loopt, niet te verlengen wegens andere plannen. Onbegrijpelijk is wel dat stad noch Gewest er in geslaagd zijn om beide pretparken een valabel alternatief te bieden. MiniEuropa is een toeristisch succes en de hoofdstad heeft een schrijnend tekort aan waterplezier. Vijftien jaar geleden heeft de stad Brussel het Musée Hergé - dat zwaar wou investeren aan het Fontainasplein - naar Louvain-la-Neuve laten vertrekken. Laat de geschiedenis zich niet herhalen.
EVA HILHORST
BDW 1368 PAGINA 14 - DONDERDAG 7 MAART 2013
met bejo op de filmset
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© SASKIA VANDERSTICHELE
BRUSSEL - In maart en/of april starten in Brussel en Antwerpen filmopnames van Le dernier diamant, een polar van Eric Barbier. Een polar is een Franse genrefilm die het midden houdt tussen een gangster- en politiefilm, en een film noir. Hoofdrolspelers zijn Bérénice Béjo (Oscar voor beste actrice in The artist), Yvan Attal (vader van de kinderen van Charlotte Gainsbourg), Joey Starr en ook oudMarollienne Annie Cordy krijgt een rol. Casting7 deed een oproep om duizend figuranten te vinden, en u kunt er nog steeds bij. De figuranten worden gekleed als advocaten, reporters, obers en toeristen. Vooral mannen tussen 30 en 35 en 50 en 65 jaar, die Frans spreken en van Oost-Europese origine zijn (Rusland, Oekraïne, Kroatië, Bulgarije, Roemenië en Polen) of lookalikes worden gezocht. Op onze redactie waren die niet te vinden. JMB
VADROUILLE
CHOPIN boven ELSENE - Elsene krijgt er een nieuw minifestival bij: de Brussels Chopin Day. De eerste concertdag staat volledig in het teken van romantisch pianowerk van de Poolse componist Frédéric Chopin (1810-1849). Het programma is opgebouwd als een afwisselingsconcert in drie delen, met telkens een verschillend repertoire en twee andere pianisten. De concerten kunnen los van elkaar, of in hun geheel bijgewoond worden. De invulling varieert van het tweede pianoconcerto tot nocturnes en dansen. Chopin, die in Parijs carrière maakte, was ‘slachtoffer’ van de Grote Emigratie. Ook de jonge pianisten (gemiddeld 24 jaar) komen uit het buitenland, op organisator Matthieu Idmtal - een Brusselaar met OostenJMB rijkse voorouders - na. Brussels Chopin Day, 9 maart om 16, 18 en 20.30 uur in het Klein Mercelistheater, Mercelisstraat 13, Elsene. Info: brusselschopinday@ gmail.com
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
Lesage: “De reacties van amateurs zijn spontaan en genereus. Zoiets vergroot natuurlijk de emotionele impact van een uitvoering.”
© LEO JO ESTERCAM
BDW 1368 PAGINA 15 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Lesage: “Met een koor dat alleen maar de juiste noten op het juiste moment zingt, neem ik geen genoegen. In Bachs muziek is de tekst cruciaal.”
Muziek > Interview met Vincent Lesage, dirigent van het Brussels Bachkoor
‘Bach is vertrouwen’ BRUSSEL – Na drie jaar noeste repetitiearbeid voert het Brussels Bachkoor Bachs monumentale Johannespassie uit. “De sterkte van mijn koorleden schuilt vooral in hun begeestering. Op dat vlak scoren ze zelfs beter dan veel professionelen,” vertelt Vincent Lesage, de dirigent van het koor.
‘B
achliefhebbers, maar ook mensen die komen voor de gezelligheid en voor de pint achteraf,” zo omschrijft de dirigent zijn koorleden. “Niet iedereen is even goed in notenleer.” Is het dan geen teken van overmoed om uitgerekend Bachs complexe Johannespassie te willen uitvoeren? Zelfs voor professionelen vormt dit werk namelijk een hele uitdaging. Toch ging Lesage niet over één nacht ijs. Alvorens drie jaar geleden bij het Brussels Bachkoor aan te treden, deed hij ervaring op bij een aantal andere amateurkoren. Bovendien is hij zelf actief als tenor in onder meer het Gentse Collegium Vocale van Philippe Herreweghe.
Verliep het repetitieproces vlot? Lesage: “Natuurlijk liep niet altijd alles van een leien dakje. Ik herinner me levendig dat het eerste stuk dat we drie jaar geleden aanpakten pas na ettelijke weken technisch en
Bent u fier op het resultaat? Lesage: “En of. Nu we in een hogere versnelling naar het concert toewerken, valt alles echt mooi op zijn pootjes. Natuurlijk blijven de verschillen met een professionele uitvoering aanwezig. Maar dat hoeft niet noodzakelijk negatieve implicaties te hebben. Terwijl beroepsmusici bepaalde dingen misschien al lang evident vinden, voel je bij amateurs een voortdurende verwondering. Hun reacties zijn spontaan en genereus. Zoiets vergroot natuurlijk de emotionele impact van een uitvoering.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Hoe pakte u dit titanenwerk aan? Vincent Lesage: “Voor mij was de opdracht duidelijk: ik wilde de inwendige voorstelling die ik heb van de Johannespassie zo dicht mogelijk benaderen. Op geen enkel moment heb ik de lat lager gelegd omdat ik ‘maar’ met amateurs werkte. Heel algemeen probeerde ik vanaf de allereerste repetitie zowel de techniek van de individuele koorleden te verbeteren als de totale klank. Daarnaast moest ik er natuurlijk voor zorgen dat we die enorme hoeveelheid muziek ontcijferd kregen.” “De Johannespassie neemt, inclusief de solopartijen, zo’n twee uur in beslag. Daarvan neemt het koor een dik uur voor zijn rekening. Eigenlijk zit er geen enkel gemakkelijk koorstuk bij. De koralen bijvoorbeeld ogen eenvoudig, maar zijn best veeleisend wanneer je ze homogeen en toonvast wil uitvoeren. Ook de lange openings- en slotkoren zijn niet te onderschatten. Omdat de sopranen daarin vaak heel hoog en de bassen heel laag moeten zingen, klinken deze stukken al gauw wat
schreeuwerig. Maar het meest veeleisend zijn zeker de turbakoren. In die koorgedeeltes zette Bach de commentaren van de menigte uit het passieverhaal op muziek. De tekstzegging is er vaak razendsnel en de verschillende stemmen verlopen meestal compleet onafhankelijk van elkaar. Zeker voor een amateurkoor is het dus oppassen geblazen om niet compleet de mist in te gaan.”
qua notenleer goed zat. En dan moet het echte werk eigenlijk nog beginnen. Met een koor dat alleen maar de juiste noten op het juiste moment zingt, neem ik natuurlijk geen genoegen. In Bachs muziek is de tekst cruciaal. Als zanger moet je altijd perfect op de hoogte zijn van de betekenis en context van wat je zingt. In de laatste fase van ons repetitieproces ging haast alle aandacht daar naartoe.”
Lesage: “In Studio 4 gaat geen enkel detail verloren. Daarom voegden we aan het barokorkest ook een luit, viola da gamba en viola d’amore toe .”
En dat vind ik nu net heel belangrijk. Voor mij leeft zo’n compositie pas echt wanneer er tijdens een concert een brug geslagen wordt tussen de uitvoerders en het publiek. Dergelijke ervaringen zorgen voor de allermooiste momenten in mijn leven. Of het nu als zanger is of als dirigent: het is zalig om een radertje te zijn in het complexe kluwen dat Bach componeerde. Deze muziek mag dan al ingewikkeld zijn en over smart en lijden gaan, uiteindelijk straalt ze, net zoals de rest van Bachs vocale oeuvre, een diep vertrouwen uit. Alles komt altijd goed.” Een amateurkoor verwachten we niet meteen in de grote Studio 4 van Flagey. Vanwaar die ambitieuze keuze? Lesage: “Ik ben een vurig aanhanger van het adagium ‘Plus est en vous’. En dus ging ik de uitdaging aan om een groep amateurzangers in te wijden in de wereld waarin ikzelf als professioneel zanger leef. Vandaar dat we niet enkel streven naar een mooi afgewerkt eindresultaat, we werken ook samen met professionele solisten en een speciaal voor de gelegenheid samengesteld barokorkest. Natuurlijk verdient deze muziek het ook om in de allerbeste omstandigheden te weerklinken. De keuze voor de gerenommeerde akoestiek van Studio 4 was dus gauw gemaakt. Geef toe dat het deze tijd van het jaar net iets minder leuk zou zijn om twee uur lang op een harde stoel achter een pilaar in een koude kerk te zitten. In Studio 4 gaat geen enkel detail verloren. Daarom beslisten we om aan het barokorkest ook een luit, viola da gamba en viola d’amore toe te voegen. Dat zijn heel mooi en intiem klinkende instrumenten die de luisteraars zowel uitnodigen tot stilte in de zaal als in hun hart.” Elise Simoens Johannespassie van J.S. Bach op 16 maart om 20 uur in Flagey, Heilig Kruisplein, Elsene, 02/641.10.20. www.brusselsbachkoor.be
BDW 1368 PAGINA 16 - DONDERDAG 7 MAART 2013
INTERNATIONALE VROUWENDAG LISA VAN DAMME EN JULIE VANSTALLEN PORTETTEREN VROUWEN IN HET KLEIN KASTEELTJE
Gezocht: een normaal leven Asielzoekers krijgen vaak slechte pers en het politieke discours benadert hen als statistieken. Weinig Belgen houden rekening met de mogelijkheid dat ze zelf ooit zouden moeten vluchten. Ze zien asielzoekers vooral als anderen met onuitspreekbare namen. Fotografe Lisa Van Damme en Julie Vanstallen portretteerden voor hun boek vrouwelijke asielzoeksters die bescherming kregen in het Klein Kasteeltje. Een van hen is de Oezbeekse Evgenia, wier leven vooral bestaat uit wachten.
© LISA VAN DAMME © LISA VAN DAMME
W
e schrijven 25 december 2009. De 44-jarige Evgenia wandelt het huis van haar moeder binnen in Tasjkent, de hoofdstad van Oezbekistan. Ze woont er sinds de breuk met haar tweede man, die politieagent is in de hoofdstad. Haar moeder is ziek en gaat weinig of nooit de deur uit. Evgenia zet haar spullen neer in de inkomhal en roept haar moeder. Geen antwoord. Ze begint door de kamers te lopen, en roept ze opnieuw. Als antwoord is er enkel stilte. Het medicijn dat haar moeder moet nemen, staat op de gebruikelijke plaats. Ze kan geen drie dagen zonder. Langzamerhand slaat de paniek bij Evgenia toe: er is iets ergs gebeurd! Iets zeer ergs... “Ze was verdwenen,” vertelt Evgenia, ‘Jane’ voor het personeel van het Klein Kasteeltje, bijna drie jaar na haar ‘nachtmerrie’. “Ze is weggegaan om nooit meer terug te komen. Tot op vandaag weet ik niet wat er met haar gebeurd is.” Jane zit in een klein bruin zeteltje. Haar kamer is donker: het enige raam heeft tralies en kijkt uit op een hoge muur van rode bakstenen. “Het spreekt voor zich dat mijn tweede man iets te maken heeft met de verdwijning van
mijn moeder.” Het is een ingewikkeld verhaal. Evgenia kruist haar armen en legt ze voor zich op tafel, zoekt zichtbaar naar woorden en staart in het oneindige. Hoe beginnen? Ze denkt na en duwt sierlijk een paar losgekomen lokken blonde haren terug op hun plaats. “Mijn tweede man is moslim, we zijn twintig jaar getrouwd geweest. Uiteindelijk ben ik er in 2008 in geslaagd bij hem weg te gaan. Maar hij stelde me een ultimatum: ofwel kwam ik weer bij hem wonen, ofwel zou hij mijn familieleden iets aandoen. Ondanks de dreigementen heb ik toch besloten om bij moeder te blijven en niet terug te gaan. Maar toen ze verdween, begreep ik dat ik niet meer veilig was. Ik heb haar overal gezocht... Zonder succes. Ik denk dat ze dood is. Het was een ongelooflijk zware keuze om te vluchten.” Jane besloot ‘Baboesjka’, de mama van haar eerste man met wie ze altijd een goede band heeft gehad, met haar mee te nemen richting Europa. “Ze heeft al haar bezittingen verkocht om ons de kans te geven te kunnen vertrekken. We zijn tot in Turkije gereden en hebben daar een mensenhandelaar betaald. Het
“Ik heb de islam gekend als een geloofsovertuiging die respect had voor andere religies. Maar vandaag dicteert de sharia hoe alles loopt” zijn bekende smokkelroutes.” Stilte. Vanuit de gang klinkt het gejoel van enkele kinderen. “Ik voel me verantwoordelijk voor wat gebeurd is. Ik ben schuldig!,” roept Jane plots. “Als ik was teruggekeerd naar mijn man, was mijn moeder nooit verdwenen.” Nieuwe stilte. De tranen staan haar in de ogen. “Dat schuldgevoel, dat zal wel een typisch vrouwelijke emotie zijn.” ‘Baboesjka’, zoals Jane haar teder noemt, heeft kanker. Sinds enkele weken ligt ze in het ziekenhuis. “Ik ga om de twee dagen op bezoek. Soms met een Tsjetsjeense vriend die ik hier
heb leren kennen. Meestal probeer ik ze gewoon wat te vertellen over het leven in het Klein Kasteeltje. Gewoon, om haar zinnen wat te verzetten.” Deze vrijdag, midden in augustus, gaat Jane ’s avonds langs, als de hitte wat bekoeld is. Maar eerst moet ze nog langsgaan bij de opticien. Jane flaneert door de straten van Molenbeek alsof ze nooit iets anders gedaan heeft. Ze draagt een rammelende zwarte plastic zak waarin haar kapotte bril zit. “Ik zie erg slecht van dichtbij. Zonder bril kan ik niet lezen. Plots was het zo, van de ene dag op de andere, waarschijnlijk door de stress.” Het is heet vandaag in de straten van Brussel en Jane heeft hoofdpijn. Ze zucht elke keer als ze in het Engels niet gezegd krijgt wat ze wil zeggen. “Taal is ongelooflijk belangrijk. Het wordt erg moeilijk als je je niet verstaanbaar kan maken. Ik begrijp ongeveer wat andere mensen zeggen, maar ik kan het zelf niet goed praten.” Op de Gentsesteenweg kijkt ze verschillende gesluierde vrouwen na. “In Oezbekistan kwam ik nooit buiten. Ik had bijvoorbeeld nog nooit een zwarte in het echt gezien. Ik bekeek de wereld via mijn televisie of baseerde me op
BDW 1368 PAGINA 17 - DONDERDAG 7 MAART 2013
NOOT: Op 20 september 2012, enkele weken na deze reportage, is Baboesjka overleden. Haar laatste rustplaats werd het kerkhof van Vorst, op duizenden kilometers van de stad waar ze altijd leefde. Nadien kwam ik Jane tegen, die zopas als politiek vluchteling erkend was en een appartementje aan het zoeken was. “Nu ben ik alleen,” zei ze.
Het project Transit51 kwam er met de steun van Fedasil, de Vrouwenraad en Nikon, en resulteert in een tentoonstelling die van 9 tot 31 maart in De Markten loopt en een boek met alle foto’s en verhalen, het door Lannoo uitgegeven Transit51 - Vrouwen in het Klein Kasteeltje.
Praat
Gezien: Bloedsomloopworst van Bernard Van Eeghem, op 29 februari in Bozar, in het kader van het Kaaitheaterfestival Performatik. Samen met Catherine Graindorge brengt hij ook de voorstelling Cognac in Théâtre National, van 7 tot 9 maart. www.theatrenational.be, www.margaritaproduction.be. De Heilig Bloedprocessie in Brugge heeft plaats op Hemelvaartsdag 9 mei.
Wat het gedicht of het kortverhaal is voor de literatuur, dat is de performance voor het theater. En toch kan je in zo’n kortverhaal-op-de-planken blijkbaar een hele bijbel en een heel levensverhaal samenvatten. Dat laat ‘Brusselaar’ Bernard Van Eeghem zien tijdens zijn verraderlijk lichtvoetige schilder- en theaterperformance Bloedsomloopworst, waarvan de Franstalige versie eerder genomineerd werd als beste performance voor de ‘prix de la critique 2012’. Bloedsomloopworst is behalve een geestige titel ook een titel die de omvattendheid van dit half uurtje monoloog mooi samenvat. Op een groot transparant zeil dat als een vierde wand boven de scène is opgehangen, schildert Van Eeghem de illustraties bij het verhaal dat hij ondertussen vertelt. Netjes in het pak gestoken, maar met de dikke witte borstel in de hand glijdt hij van linksonder naar rechtsboven kleine tekeningetjes op het plastic, tot het zeil vol is. Achter elkaar vormen de tekeningen de processie die ook het onderwerp is van zijn verhaal: de Heilig Bloedprocessie in Brugge, waar hij als kind jaarlijks de bewonderende getuige van was, telkens hij er door zijn vader naartoe werd gebracht. De Heilig Bloedprocessie is werelderfgoed dat al zeker zeven eeuwen lang bestaat. We vernamen van Van Eeghem dat ze grosso modo uit drie delen bestaat: de figuranten verbeelden respectievelijk de verhalen van het Oude Testament, het Nieuwe Testament, en het verhaal van de overbrenging van het Heilig Bloed van Christus naar de schone Vlaamse stad. Van Eeghem doet die verhalen dunnetjes over, en dus passeren Adam en Eva, Mozes en de Heilige Geest allemaal de revue. Tot de Romeinse soldaat na het tijdelijke verscheiden van Christus op de Golgotha, nog even ‘checkt’ of Christus wel degelijk dood is, door Hem met zijn lans de zij te doorboren. Het is het bloed uit die ultieme wonde dat uiteindelijk in Brugge is beland. Volgens de transparante en betrouwbare procedures die kerkelijke aangelegenheden toen, en vandaag nog altijd, kenmerken uiteraard. Die kritische nuance bij de hele ‘performance’ van het Heilig Bloed is niet onbelangrijk. Van Eeghem recreëert de processie vrij droog, maar wel op een komisch drafje. Tussendoor maakt hij wat plaats voor wat geestigheden en valse pathos, bijvoorbeeld als hij zich beklaagt over het feit dat aan de indrukwekkende Romeinse soldaten tegenwoordig gestalte wordt gegeven door een ongeregeld zootje studenten, in plaats van door de mariniers van Sint-Kruis destijds, die wél nog wisten wat marcheren was. Van Eeghem brengt zijn schilderingen snelsnel aan, maar wel met de trefzekere hand van de kundige kunstenaar. Uiteindelijk komt Van Eeghem na die lange, Bijbelse omloop terug bij zijn jonge zelf uit. De Bloedprocessie was namelijk - samen met
Van Eeghem schildert de illustraties bij het verhaal dat hij vertelt.
het afsluitende, van Wagneriaanse muziek, klaroengeschal en een wapperende Vlaamse leeuw voorziene Bloedspel op het Brugse belfort - zijn eerste theaterervaring, en markeerde in autobiografische zin dus zijn geboorte als kunstenaar. Maar er is meer. De processie genereerde bij de jonge Bernard ook (stads)nationalistische trots. Hij kon zich inschrijven in de fiere Brugse geschiedenis, die op haar beurt was ingeschreven in die lange Bijbelse traditie. Trots ccB•XXL advertentie buren druk.pdf
29
20/02/13
op zijn stad, en blij dat hij de bijbel als annex aan zijn autobiografie kon toevoegen, bedankt Van Eeghem zijn ouders. Maar dan is er toch dat scheurtje in het doek. Want niet alleen heeft men van dat hele Bijbelse bloedverhaal natuurlijk hoogst discutabele Brugse worsten gedraaid, Van Eeghem zelf is eigenlijk ook helemaal niet van Brugsen bloede. Zijn laatste tekening is er een van zijn barende moeder, die hij nooit gekend heeft. Wat Van Eeghem met Adam, Mozes en Christus gemeen heeft, is dat het ook hem onduidelijk is gebleven hoe dat nu zat met zijn vader en zijn moeder. Hij werd namelijk als wees door zijn pleegouders weggehaald uit het ‘Tehuis der kleinen’ in Antwerpen, waardoor hij eigenlijk trots zou moeten zijn op een andere stad dan Brugge, en op een andere toren dan die van het belfort. De ‘Bloedsomloop’ uit de titel slaat dus niet alleen op de ‘Bloedprocessie’, maar ook op de bloedsomloop van de performer, de Antwerpse Brusselaar die via zijn Brugse memoires zijn aanhorigheid of verwantschap bevraagt. Een kunstenaar in de jaren zeventig zou het zeil waarschijnlijk met zijn eigen bloed hebben beschilderd, maar ook op deze manier snijdt Van Eeghem in zijn bijna perfecte performance een pijnlijk identiteitsvraagstuk aan.
Michaël Bellon
10:12
ADVERTENTIE
Cultuurcentrum Brussel: loop eens binnen bij de buren Het gemeenschapscentrum bij jou in de buurt ken je al. Maar er zijn er 22 in Brussel, elk met een eigen aanbod. Je vindt er muziek, theater, workshops, taalcursussen, films, activiteiten voor kinderen, een infopunt en dienstverlening voor de buurt. Ga eens kijken!
Rencontrez vos voisins > vous connaissez déjà le gemeenschapscentrum dans votre quartier. Mais il y en a 22 à Bruxelles, offrant chacun des activités propres. Vous y trouverez de la musique, du théâtre, des ateliers, des cours de langue, des films, des activités pour enfants et un point info. Allez voir !
www.cultuurcentrumbrussel.be
Cultuurcentrum Brussel is → De Markten I Elzenhof I De Maalbeek I Everna I De Zeyp I De Linde I Heembeek-Mutsaard I Essegem I De Platoo I Nekkersdal Den Dam I De Kriekelaar I De Kroon I De Pianofabriek I De Rinck I De Vaartkapoen I Ten Noey I Op-Weule I Kontakt I Candelaershuys I Ten Weyngaert I WaBo pjotr.be
Julie Vanstallen
© CONSTANCE NEUENSCHWANDER
Pijnlijk vraagstuk, perfecte performance achteraf
de verhalen die mijn man me vertelde. Zelfs gewoon uit het raam kijken, deed ik niet.” Wat ze zegt, contrasteert volledig met de onafhankelijke vrouw die ze lijkt. Een vrouw die een kort grijs kleedje draagt en zonder aarzelen een winkel vol monturen en zonnebrillen binnenstapt. Hoe heeft ze het al die jaren kunnen volhouden? Waarom is ze niet vroeger vertrokken? Het is alsof de druk van een gehele gemeenschap haar zo lang verlamd heeft. Jane dacht vooral aan haar twee kinderen, een dochter uit haar eerste huwelijk en een zoon uit het tweede. “Ik wou absoluut dat ze naar de universiteit zouden gaan, dat ze een goede opleiding zouden krijgen. Ik was bereid om er heel wat voor op te offeren.” Haar blik wordt somber. “In het begin van onze relatie was het helemaal anders. We hebben samen echt mooie jaren beleefd. Maar beetje bij beetje is heel de samenleving veranderd. Ik heb de islam gekend als een geloofsovertuiging die respect had voor andere religies. Maar vandaag dicteert de sharia hoe alles loopt. Zo is onderwijs niet echt toegankelijk meer voor vrouwen en moet je haast een praktiserende moslim zijn om werk te vinden of toegang te krijgen tot gezondheidszorg.” “Hoe het Westen mijn land bekijkt, strookt niet met hoe de inwoners het zelf ervaren. Toen Oezbekistan nog een socialistische Sovjetrepubliek was, ging alles veel beter. We leefden goed. Jonge meisjes gingen naar de universiteit en konden buitenkomen.” Bij aankomst in het Klein Kasteeltje krijgt Jane telefoon van haar Tsjetsjeense vriend. Hij wil haar graag zien. Ze aarzelt, heeft nog steeds hoofdpijn. “Een tijd geleden kreeg ik een huwelijksaanzoek,” geeft Jane een beetje beschaamd toe wanneer ze het gesprek heeft beëindigd. “Het was van een eenvoudige en sympathieke Tsjetsjeense man.” Wat heeft ze geantwoord? “Hij is een moslim,” licht Jane toe met een serieuze blik. “Voor mij blijft dat een barrière.” En, hoe ziet ze haar toekomst nu? (Zucht) “Terugkeren betekent de dood.” Ze neemt een pauze. “Ik hoop op een ‘normaal’ leven. Geen goed of mooi leven, maar gewoon... normaal. Ik ben de mensen die me helpen in België en het centrum erg dankbaar. Natuurlijk, de toiletten en de kamer zijn niet onberispelijk, maar als ik alles in het juiste perspectief plaats, is het hier erg goed.” Na enkele aarzelingen voegt ze eraan toe: “Ik hoop vooral dat er een dag komt waarop mijn zoon me kan begrijpen. Mijn dochter is gevlucht naar Zweden. Mijn zoon geeft mij de schuld. Hij heeft nooit willen geloven dat het mijn man was die mijn moeder deed verdwijnen. Hij staat aan de kant van zijn vader. Hopelijk snapt hij het ooit.” Jane zucht, schikt haar haren en glimlacht triest. Binnen enkele uren ziet ze Baboesjka terug, zal ze haar over het Klein Kasteeltje vertellen en veel moeite doen om haar op te fleuren.
BDW 1368 PAGINA 18 - DONDERDAG 7 MAART 2013
© AAM
Boven (v.l.n.r.): de Centrale Hallen (1951), de Sint-Martinuskerk in Ganshoren (1968-1970) en de Boondaalsite met woonst en handel van architect Pierre Blondel (2001-2008). Onder: de nieuwe zetel van de Raad van Europa in de Wetstraat (2014). © PHILIPPE SAMYN ARCHITECYEN
Architectuur > AAM brengt boek ‘Brussel Architectuur van 1950 tot nu’ uit
Draken en sterren ELSENE – De Archives d’Architecture Moderne heeft een nieuwe bijbel vol kleur klaar, getiteld Brussel Architectuur van 1950 tot nu. Daarin zijn de meest in het oog springende realisaties in het gewest per decennium ingeblikt. Van het Zuidstation tot de nieuwe stek voor de Raad van Europa. Met tussendoor veel hoogtes en laagtes.
H
eel wat periodes in de geschiedenis drukten fundamenteel hun stempel op de Brusselse stedenbouw. Van de Oostenrijkse Verlichting met het Koningspleinplateau tot de negentiende-eeuwse tracés van groene lanen van koning-architect Leopold II. Maar nooit is de toename aan bouwstijlen zo ingrijpend geweest als tussen 1950 en vandaag. De Archives d’Architecture Moderne (AAM) heeft deze zestig jaar aan stadsontwikkeling zo divers en volledig mogelijk willen vatten in een boek. Mogelijk bij gebrek aan de vervollediging van de collectie Bouwerfgoed, die door het St.-Lukasarchief ooit was opgestart. kan dit er als referentiewerk niet aan tippen. Opgebouwd rond foto’s van projecten, die per decennium gebundeld staan, vereeuwigt het AAM ruim 550 architecten die in Brussel bouwden. Het gaat grotendeels om Belgen, en om grote bureaus, die het huidige gezicht van Brussel bepaald hebben: Atelier d’Architecture de Genval (André Jacqmain), JaspersEyers Architects, Samyn and Partners, Atelier d’Art Urbain en Cerau. Daardoor roept de bouwopsom-
Al
ming een dubbel gevoel op: een van overvloed en diversiteit, maar ook een van extreme armoede in tijdloze schoonheid. Brussel heeft geen eigen stijl zoals andere Europese hoofdsteden, op deze na: die van de compromisbouw afgestemd op stedenbouwkundige voorschriften.
in Schaarbeek (Laurent Senterre, 1957) past bij dat lentegevoel, net als het Heizelplateau met Expo 58: op deze erg verrassende site blijft het Atomium tot vandaag trouwens van over de hele wereld bezoekers trekken. De periode 60-70 wordt in het boek
Building, Generali, Pensioentoren) willen als fallussen de kracht van Brussel tonen. Minder prententievolle architecten tekenen gelijktijdig originele plannen, die onopvallend in de stad verspreid liggen: het zwembad Longchamp in Ukkel (van architecten Charles De Meutter en Jean Koning) en de Sint-Martinuskerk van Ganshoren (foto) van Jean Gilson (1968-1970), ook al moesten schoolkinderen mee geld ronselen om de bouw te bekostigen. De jaren 70 en 80 vallen dan weer
Kracht tonen Nochtans was het stedenbouwkundige beleid volgens het boek met een frisse wind gestart in de jaren 50 en 60. Er kwam een ‘stijfmoderne’ bovenbouw op de NoordZuidverbinding van het Zuidstation en de Kunstberggebouwen tot het Rijksadministratief Centrum en de Martini-toren aan het Rogierplein. In dat Internationaal Rogiercentrum kwamen publieksfuncties als een Théâtre National, winkelgalerijen, horeca, jaarbeurszalen en moderne appartementen. Verder boomden de appartementsblokken (aan de Louizalaan bijvoorbeeld) en de kantoorzetels: getuige het Air Terminusgebouw van Sabena (Maxime Brunfaut, 1952-1954) en de Modelwijk aan de Romeinsesteenweg (Renaat Braem en Victor Coolens, 1954-1974). Maar ook het vernieuwende Neptuniumzwembad
Brussel heeft geen eigen stijl zoals andere Europese hoofdsteden. Op de compromisarchitectuur na, afgestemd op bouwvoorschriften omschreven als ‘de grote slippartij’, waarin art-nouveauparels als het Volkshuis van Horta werden afgebroken. Gelijktijdig vormen gordijngevels (met een uitvergroot honingraatmotief ) ‘geleidelijk een plaag’. Bovendien krijgt hartje Vijfhoek een draak van een Administratief Centrum van de Stad Brussel (Group Structures, Polak, Gilson) als pendant voor de historische Muntschouwburg. De talloze torens (Madou, Hilton, Lotto, Botanic
op door de vele sociale woonprojecten: van de Vriendschapswijk en De Drevekens, tot de sites die deze eeuw ontstonden: de Wijk Ernotte (Elsene) en de Boondaalsite (foto). In de jaren 70 ontstond ook een unieke nieuwigheid: metrostations zijn vanaf dan als ankerpunt in de stad zowel boven- als ondergronds zeer present. De generaties nieuwbouw, façadisme, restauraties en verbouwingen die in de laatste twintig jaar van vorige eeuw van de stad
een continue werf maakten - met de Albert II-laan en de voormalige Noordwijk-woestenij op kop - hebben veel kwaad bloed gezet. De auteurs verwijzen ‘nog braafjes’ naar de blauwdruk van het Gewest voor de Europese wijk.
Vergeten parels AAM raapt vanaf 2000 de ‘groene’ projecten bijeen, om te tonen dat sommige architecten een andere invulling bezorgen aan de leefbaarheid van de stad. Dit staat echter naar omvang niet in verhouding tot de realiteit, hoe mooi de voorbeelden ook zijn. Op het einde van het boek worden de in uitvoering zijnde projecten ingeblikt, met enkele knappe troeven, op de UP-site na - een wolkenkrabberconcept uit vervlogen decennia. Naar bruikbaarheid is dit naslagwerk te beknopt, gezien de toelichting over ieder bouwwerk in twee zinnen wordt afgehandeld met de naam van de bouwheer, de architect, het adres en het jaar van constructie. Maar als fotocollage heeft het een toeristische troef, zeker voor wie zich laat meevoeren door ‘vergeten’ parels als de zetel van de Royale Belge aan de Vorstlaan (1970) of de Blue Tower aan de Louizalaan. Torens die een ommetje waard zijn, of een klim. Jean-Marie Binst Brussel Architectuur van 1950 tot
BDW 1368 PAGINA 19 - DONDERDAG 7 MAART 2013
© NICK TRACHET
wie zakt voor examens heet ook ‘gefl est’ te zijn. De Italiaanse mandfl es dateert uit de middeleeuwen. Voor gewone vloeistoffen zoals wijn (Fransen en Italianen ontbeten er zelfs mee voor de tijd van de goedkope koffi e) doken glazen fl essen pas laat op in Europa. Glas bleef duur. Manden rond de fl es moesten de breekbare mondgeblazen ballonnen beschermen. De oudste vermelding van een fiasco voor rode wijn is te vinden in de Decamerone van Boccaccio (ca. 1350), de eerste afbeelding dateert uit diezelfde periode. Glazen fl essen zullen pas echt populair worden met de komst van de kurk, drie eeuwen later. De fi asco is een oerfl es. De glasblazer blaast een eenvoudige ronde bel. Deze brute vorm wordt geassocieerd met de Toscaanse chiantiwijn. Zo’n ballonvormige fl essen kunnen niet zelfstandig rechtop staan. Voor de oplossing zorgden de fiascaie, de slecht betaalde vrouwen uit de buurt van het stadje Empoli. Zij draaiden eerst een stabiele ring van plantenmateriaal en vlochten die dan vast aan de fl es. Zij gebruikten daarvoor bladeren van moerasplanten, zoals de sala of lisdodde (Typha latifolia). Ook bij deze moderne fl es op de foto kan men zien dat het vlechtwerk bestaat uit bladeren, niet uit strohalmen. De BRUSSEL EN DE WERELD grommer, de ring waar de fl es op staat, wordt vanCULINAIR ONTDEKT daag gemaakt van plastic. Dit type fl es werd in moderne tijden enkel gebruikt voor goedkopere wijn. Al lang kozen de rijken voor bordolesi, de lange Bordeaux-fl essen die effi ciënter zijn in transport en opslag. Maar wat een nostalgie. Het is een feestje waard. Als de wijn op is, kan de fiasco nog jaren dienstdoen als verzamelaar van stof op de vensterbank, met wat droogbloemen er in. De Toscanen zelf gebruiken een Geef toe, als u het woord hoort denkt u niet lege fiasco om bonen in te koken. Dat lijkt bijzonder onpraktisch, en dat is het ook. Maar overal vind ik meteen aan een fles. Deze Italiaanse dranker recepten van. Toscanen hebben in Italië de bijcontainers beginnen zeldzaam te worden. Maar naam Bonenvreters ( Mangiafagioli ). De keuken is er ze blijven een interessant verschijnsel. schraler dan in het ‘vette’ Emilia-Romagna of in het Ik stond te dromen in de rij aan de kassa. Wijnen gezapige Umbrië. en andere alcoholische dranken staan hier dicht bij de kassa, want dan kan de uitbater ze een beetje in Fagioli nel fiasco: de gaten houden. Ik stond dus oog in oog met de Laat kleine droge witte bonen (300 gram, zeggen de dikbuikige fl es en dacht: wat raar, er zijn nog bolle meeste bronnen) gedurende een nacht weken en doe ze dan in een fi asco van 75 cl waarvan het vlechtchiantifl essen. Wijn drinken begon voor mij in Italië, tijdens de le- werk verwijderd is. Giet daar een glas van het weekgendarische Rome-reis die de jeugd van mijn gene- water op en een glas goede olijfolie. Kruid met wat ratie als afsluiter van de retorica beleefde. Die trip met de trein was een kantelmoment in ons bestaan. Er kan over die week in 1977 dan ook een heel boek worden geschreven. Iets wat we uit pudeur niet zullen doen. Voor die ontdekkingsreis naar het hartland der Italianen dronk ik nooit wijn. Thuis stond die wel vaker op tafel, maar ik vond dat snob. Al die poeha rond etiketten en stoffi ge fl essen die moesten ademen en al dan niet muf smaakten, het was niets voor mij. Maar in Rome ging dat anders, complexloos en daarenboven spotgoedkoop. Romeinen drinken meestal wit. Die lichte wijn komt van de Albaanse bergen vlakbij, en wordt in de Eeuwige Stad verdeeld met tankwagens. Vaten in de osteria werden gevuld zoals men hier benzine tankt, met een slang en een vulpistool. Onder de deftige Belgische wijndrinkers zou dat toen heiligpeper, drie teentjes look en vier blaadjes salie. Stop schennis heten. Rood werd er gedronken door toeristen, en daar de fl es luchtig af met een pluk watten. Breng langhoorden mandfl essen bij. Ook Italiaanse restau- zaam aan de kook. Dat kan in de oven, op een heel rants in België hadden er ter versiering altijd han- zacht keukenvuurtje of in de dovende kooltjes van gen. Als kind was ik gefascineerd door die gekke de haard. Laat ze gedurende drie uur opwarmen, en fl essen met soms meterslange, al dan niet zoals een nauwelijks sudderen. Voeg pas op het einde wat zout kurkentrekker gedraaide hals, of in de vorm van toe. Schud de bonen, die al het water moeten hebben een pistool. Alleen werden die fl essen nooit opge- opgenomen, in een schotel en dien warm of koud op. Waarom Toscanen dat doen? Geen idee. Misschien diend aan tafel. Flauw, vond ik. Een mandfl es noemt men in het Italiaans een fiasco. laat de hoge fl essenhals de damp terugvloeien in de Iets wat ons als nieuwbakken Rome-gangers heel fl es, waardoor alle smaken geconcentreerd blijven? erg deed lachen. Een ‘gewone’ fl es heet er immers Misschien zorgt het glas voor trager, evenwichtiger b ottiglia. Een schoolvriend kon nooit op de naam koken? Het blijft in ieder geval een moeilijke, zelfs fi asco komen en bestelde in de restaurants dan ook gevaarlijke manier van bonen garen. Maar wel zeer ‘ un catastrofe per favore’. Fiasco betekent immers tipico. Smakelijk. ook ramp, fl op, en tegenvaller in meerdere talen, zelfs in het Italiaans. Waar de oorsprong ligt van De hele reeks nalezen? dat fl essenongeluk is nooit echt verklaard, maar www.brusselnieuws.be/trachet
De senioren en jongeren voerden ellenlange discussies om elkaar te begrijpen, en het videospel samen te kunnen maken.
Games > Jongeren en senioren maken samen videogame
Mooiebeek, Molenbeau SINT-JANS-MOLENBEEK – Wie denkt dat senioren en jongeren niet kunnen samenwerken aan een videogame, heeft het mis. Maks vzw bewijst het tegendeel met een spelletje voor en door jong en oud. De game Mooiebeek, Molenbeau draait om thema’s die in een stad als Brussel heel belangrijk zijn. Samen met het videospelletje dat door jongeren en senioren werd gemaakt, konden we ook de nieuwe openbare computerruimte in de Hoveniersstraat in Molenbeek ontdekken. Twee vliegen in een klap slaan, dat hebben Randstad en vzw Maks met dit project gedaan. Ze dichten er meteen twee kloven mee. Enerzijds die tussen jongeren en senioren, anderzijds de digitale kloof die in onze maatschappij nog altijd bestaat. De senioren van dienstencentrum Randstad werkten met acht Marokkaanse jongeren van de vereniging D’Broej. Het spel zelf is te vergelijken met bekende computerspelletjes zoals P acman. De game draait
rond vier thema’s: vrije tijd, veiligheid, mobiliteit en netheid. Voor elk thema of niveau begint, is er een kleine discussie te horen tussen een senior en een van de jongens. Telkens bespreken ze de bestaande clichés rond het thema, en proberen ze die te doorbreken. Ook onderling waren ellenlange discussies nodig om elkaar te begrijpen, en om het spel te kunnen maken. Dankzij de nieuwe openbare computerruimte kunnen ook senioren met hun tijd mee zijn, en de computer leren gebruiken. Niet gemakkelijk volgens de enen, erg plezant volgens anderen. Maar dat het broodnodig is, daar is iedereen van overtuigd. Houda Ben Azzouz Het spel zelf kunt u uitproberen op de site www.gamelabbxl.be, de computerruimte vindt u in de Hoveniersstraat 45, 1080 Molenbeek. Meer informatie over de openingsuren en het aanbod krijgt u op 02/555.09.90.
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Nick Trachet Fiasco
“De Toscanen zelf gebruiken een lege fiasco om bonen in te koken. Dat lijkt bijzonder onpraktisch, en dat is het ook. Maar overal vind ik er recepten van”
BDW 1368 PAGINA 20 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Nicholas Whyte, onafhankelijk diplomaat
‘België kampt met gebrek aan
Whyte: “Met Independent Diplomat willen we zwakkere partijen, zoals bijvoorbeeld Kosovo, steunen in diplomatische onderhandelingen.”
BRUSSEL - Voor wie geïnteresseerd is in internationale politiek, is Brussel the place to be. Zo belandde ook de Noord-Ierse Nicholas Whyte hier. “De Europese Unie is ongemeen boeiend, en - ondanks de moeilijkheden - een enorm project op vlak van menselijke civilisatie en waarden.” Als onafhankelijk diplomaat staat Whyte aan het hoofd van het Brusselse kantoor van de ngo Independent Diplomat.
M
ijn welbespraakte gastheer heeft een beetje last van een jetlag na de vlucht Los Angeles-Brussel. Hij woonde er een Doctor Who-meeting bij. Die liefde voor sciencefiction maakte ook dat Whyte na het secundair naar Londen trok om er voor astrofysicus te studeren. “Al tijdens mijn kinderjaren droomde ik ervan om astronoom te worden, om sterren en planeten te bestuderen. Maar nadat ik als jobstudent een zomer in een observatorium had gewerkt, kwam ik tot het besluit dat mensen oneindig veel interessanter zijn. En dus ben ik overgeschakeld op politiek en geschiedenis.” Eens zijn diploma op zak werd Whyte teruggezogen naar Noord-Ierland, en zijn problematische relatie tussen katholieken en protestanten. “Ik ben opgegroeid in Belfast, dus letterlijk middenin de strijd, of ‘the troubles’ zoals wij het noemen. Met het gloren van het
vredesproces was het politieke klimaat interessanter geworden, en voelde ik de nood om mee in de dans te springen. Dat deed ik als campagneleider van de liberale Alliance Party, die katholieken en protestanten binnen haar rangen verenigt. In die hoedanigheid was ik verantwoordelijk voor de verkiezingscampagne, en heb ik mee aan tafel gezeten bij de vredesonderhandelingen. Die werden voorgezeten door George J. Mitchell, een indrukwekkende figuur en uiterst bekwame man die er net een carrière van zestien jaar in de Amerikaanse Senaat had opzitten.” Drie jaar later volgde een nieuwe stap: Whyte ging werken voor een Amerikaanse organisatie, die actief was in Bosnië-Herzegovina. “Onze taak bestond erin de gemodereerde partijen in Banja Luka te helpen efficiënter campagne te voeren, en zo het democratiseringsproces vooruit te helpen. De dingen die
ik geleerd had in Belfast — of dacht geleerd te hebben — moest ik implementeren in een totaal andere situatie. Maar wel een met een belangrijke gemeenschappelijke factor: ook hier waren mensen die dezelfde taal spraken zwaar verdeeld door religieuze en politieke overtuigingen. Je had Serviërs en Kroaten, en moslims, katholieken en protestanten.”
Conflictpreventie Het was ook de laatste etappe voor Brussel, waar Whyte veertien jaar geleden neerstreek. “Ik vond dat ik genoeg voor de Amerikanen had gewerkt, dat de tijd rijp was om mijn energie in Europa te steken. Dat deed ik als Balkan-expert van het Center for European Policy Studies, een van de bekendste denktanks binnen de Unie. Drie jaar later heeft de International Crisis Group, een ngo die met een onafhankelijke blik analyses maakt van conflicten
© MARC GYSENS
over de hele wereld, me gerekruteerd om hun Balkan-programma te leiden. In beide gevallen betekende het dat ik als onafhankelijk intellectueel moest analyseren wat er omging in de Balkan, en in andere Europese conflictregio’s. Zo heb ik mijn licht kunnen laten schijnen over Cyprus, Moldavië, Georgië, Armenië, en Azerbeidzjan.” “Of ik van al dat analyseren concrete resultaten heb gezien? Ons werk bestond erin mogelijke problemen in de toekomst te voorspellen, en manieren te vinden om ze te vermijden. Bij conflictpreventie is het moeilijk om in te schatten wat precies het resultaat van je werk is: de maatstaf van je succes is dat er niets gebeurt, maar eigenlijk kan je niet weten of het zonder je werk toch gebeurd zou zijn.” “Maar soms weet je het wel. Dat Montenegro onafhankelijk is kunnen worden, daar zaten we voor iets tussen. Wat dan weer zwaar op mijn maag lag, was het conflict tussen Georgië en Rusland in 2008. Ik was er toen al vertrokken, maar we hadden het conflict voorspeld en geen van beide zijden heeft de nodige stappen gezet om het conflict te vermijden. In dezelfde lijn ben ik nu heel bezorgd over
BDW 1368 PAGINA 21 - DONDERDAG 7 MAART 2013
engagement’ wat er zich afspeelt tussen Armenië en Azerbeidzjan rond de regio Nagorno-Karabakh. Ik vrees dat daar een echte oorlog zal uitbreken.”
Kant van de zwakkere Hoe boeiend ook, het was en bleef het werk van een outsider. En Whyte wilde steeds liever van binnenin het internationale kluwen werken. “Dat ik in mijn vaderland betrokken was geweest bij de besprekingen rond het oplossen van ‘the troubles’ smaakte naar meer. Dus heb ik me geëngageerd bij Independent Diplomat, het geesteskind van mijn vriend Carne Ross. Die organisatie wil de zwakkere partijen steunen in diplomatische onderhandelingen. Het is algemeen bekend dat het slecht schrijven van een vredesakkoord in gelijk welk vredesproces de meest waarschijnlijke reden voor
“Als we geweld in België kunnen voorkomen door iets meer te betalen voor publieke dienstverlening en door vreemde overheidsconstructies te tolereren, dan moeten we in mijn ogen bereid zijn die prijs te betalen”
het uitbreken van een nieuw conflict is. En de reden daarvoor is dat de zwakkere zijde niet in staat was om de onderhandelingen adequaat te voeren. Ons eerste contract maakten we voor Kosovo, dat van de Verenigde Naties geen diplomatieke dienst mocht hebben. Terwijl Servië, waarvan ze zich wilden afsplitsen, een goed uitgebouwd, twee eeuwen oud diplomatiek netwerk had.” “We helpen niet zomaar iedereen die komt aankloppen. Onze potentiële opdrachtgever
moet de mensenrechten respecteren, democratisch zijn - of zich in die richting bewegen - en mag geen ongewettigd geweld gebruiken. Zo zijn er toch al een deel gerechtvaardigde separatistische zaken op ons bureau beland, van bevolkingsgroepen voor wie de teerlingen slecht gevallen zijn in de jaren 50 en 60, de dekolonisatieperiode. Die in een land terechtgekomen zijn, waar ze niet thuishoren. Een heel interessante zaak waar we mee bezig zijn is die van Somaliland, het noordelijke deel van Somalië. Somaliland is in 1960 enkele dagen erkend geweest als een onafhankelijk land, vooraleer het werd opgeslorpt door Somalië.”
Onbegrip En wat met het mogelijk uiteenvallen van België? “In tegenstelling tot veel andere mensen van de internationale gemeenschap hebben mijn vrouw en ik al redelijk snel beslist hier lang te blijven. Daarom sturen we onze kinderen ook naar openbare scholen, zodat ze een vaste vriendenkring kunnen opbouwen. Intussen ben ik ook al vijf jaar Belgisch staatsburger, voel ik me betrokken partij en heb ik in deze dus mijn mening. Het is in mijn ogen aan de burgers om te beslissen in welk staatsbestel ze willen leven. Maar ik moet wel bekennen dat de retoriek van de politieke leiders die streven naar een onafhankelijk Vlaanderen, niet bepaald attractief is. Wat me eveneens stoort, is de afschildering van de ene zijde door de andere. Daar speelt de media een grote rol in: er is een tendens in de Vlaamse pers om de Walen af te schilderen als profiteurs en arrogante parasieten. Vanuit een minderwaardigheidscomplex zou je bijna zeggen.” “Terwijl de Franstalige pers de Vlamingen graag karakteriseert als fascisten en egoïsten die de kosten van een gemeenschappelijke staat niet willen dragen. Er is een gebrek aan engagement van beide zijden om de zaken op te lossen, en dat zou moeten veranderen. Het zijn dingen die me raken, mede omdat ik zelf journalistiek bezig ben. Met mijn blog, maar ook als expert voor de verkiezingen in NoordIerland: telkens opnieuw geef ik dan commentaar voor de BBC.” “Dit gezegd zijnde is het wel mooi dat het in België nog niet tot een openlijk conflict is gekomen. Dat het democratisch proces wordt gerespecteerd. Ik denk dat er in de taalstrijd in totaal twee mensen zijn omgekomen, en dat in een tijdsspanne van bijna vijftig jaar. Terwijl we in Noord-Ierland, dat ook deel uitmaakt van West-Europa, zowat 3.000 mensen hebben verloren in het conflict. Een enorm aantal op een bevolking van 1,5 miljoen. Als we geweld kunnen voorkomen door iets meer te betalen voor publieke dienstverlening, en door vreemde - en op zich overbodige - overheidsconstructies te tolereren omdat ze aan de ene of de andere zijde van de grens nodig worden geacht, dan is dat in mijn ogen de prijs die we bereid moeten zijn te betalen.”
Karel Van der Auwera
www.independentdiplomat.org nwhyte.livejournal.com De voorouders van Whyte woonden in Loughbrickland House in Noord-Ierland.
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
© SASKIA VANDERSTICHELE
3 VRAGEN AAN DANIEL COUVREUR
‘Terug naar kindertijd’ Dat het Belgisch Stripcentrum uitpakt met een grote expo rond Willy Vandersteen is logisch, want dit jaar vieren we zijn honderdste verjaardag. Gek genoeg is de curator Franstalig: de gereputeerde stripjournalist Daniel Couvreur. Mogen we het opmerkelijk vinden dat u de tentoonstelling cureert? Daniel Couvreur: “Ik was zelf verrast! Toen de vraag kwam, dacht ik spontaan: ‘maar enfin, vreemd dat je een Franstalige curator aanstelt voor een expo rond dé emblematische auteur van de Nederlandstalige strip’. (lacht) Al ben ik als kind wel opgegroeid met Suske en Wiske, en las ik ook de serie rond Jerom, Bessy en De Familie Snoek. Sommige reeksen zoals De Rode Ridder moest ik in het Nederlands lezen bij gebrek aan een vertaling. Vandersteen en Marc Sleen met Nero waren voor mij de grote Vlaamse striptekenaars. Dat de opdracht me terugvoerde naar mijn kindertijd beviel me. Daarnaast vroeg ik me af waarom ik zo van Vandersteen hield, en waarom hij langs Franstalige kant veel minder succes kent.” En waarom was het succes er minder? Couvreur: “Bessy was in de jaren 60 en 70 een hit maar raakte in de vergetelheid. Robert en Bertrand heeft nooit aangeslagen, net zomin als De Rode Ridder of Safari. Van
Karl May verkocht alleen het album Winnetou goed. Dus blijft Bob et Bobette over, en ook die reeks is uit de mode geraakt. Op het jongste festival van Angoulême sprak ik heel wat tekenaars, scenaristen en uitgevers op Vandersteen aan. Ze kenden hem niet, en lachten ermee tot ik hen vertelde dat hij twee miljoen albums per jaar verkocht. In Duitsland kwam er op een bepaald moment zelfs een Bessy per week uit.” Waarin schuilt zijn grootste kracht? Couvreur: “Alles zelf tekenen was onmogelijk, dus zette hij een studio aan het werk. Op zijn hoogtepunt zelfs twee: Studio Vandersteen en de Bessy-studio. Maar hij stond altijd aan de wieg van een serie: hij verzon de personages, bedacht een mise-en-scène, stelde een grafische bijbel samen en ontfermde zich over de eerste verhalen. Was hij op een reeks uitgekeken, dan lanceerde hij er een nieuwe. Wat mij het meest fascineert is de verteller. Vandersteen had het nodig om te vertellen. Van kindsbeen af. Op school, op straat in de Seefhoek: als hij vertelde, hing iedereen aan zijn lippen.” Niels Ruëll Willy Vandersteen vertelt, van 12 maart tot 1 september in het Belgisch Stripcentrum, Zandstraat 20, 1000 Brussel, 02/219.19.80.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau (frederik.welslau@bdw.be). HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Elien Haentjens (eindredactie@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie. binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Tijs van den Boomen, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1368 PAGINA 22 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Voetbal > Patrick Thairet wil geest RWDM terug tot leven wekken
‘Ik heb een sterk RWDM-imago’ BRUSSEL – Patrick Thairet (52) is een clubman in hart en nieren. Met 394 officiële matchen voor RWDM was hij jarenlang het uithangbord van de vergane glorie. Samen met Michel De Wolf wil hij de voor sommigen vier magische letters terug tot leven brengen. Maar de werkomstandigheden zijn niet van de poes.
‘I
k had als jeugdspeler snel het Molenbeekse virus te pakken,” vertelt de Brusselaar. “In 1969 zette ik mijn eerste stappen bij Daring, en ik heb het Edmond Machtensstadion pas in 1995 verlaten. Wij dachten niet aan transfers, het sportieve primeerde op het financiële. Vandaag is dat omgekeerd.” Thairet beleefde in Molenbeek heel wat hoogtes en laagtes. Hij herinnert zich vooral zijn eerste match als twintigjarige in het Astridpark van rivaal Anderlecht. Ook zijn eerste doelpunt, een paar weken later op Standard, staat in zijn geheugen gegrift. Net als het jarenlang knokken om in de hoogste klasse te blijven. “Ik heb een achttal seizoenen tegen degradatie gevochten. Dat is uiteraard minder plezant, maar het maakte van ons wel een hechte groep die voor zijn club vocht. In die periode was ik zeker geen publiekslieveling. Want het zijn niet de spelers die het langst blijven die bewierookt worden. Ik had veel supporters maar ook heel wat critici. En die hun stem klinkt altijd net iets luider.” De Brusselaar was niet alleen op het veld actief voor zijn club. Tijdens zijn spelerscarrière werkte hij ook tien jaar als technisch directeur voor de jeugdschool, en hielp RWDM mee aan het imago van een club die jongeren een kans geeft. De stap naar het trainerschap was dan
ook klein. In die periode beleefde Thairet het verdwijnen van de club van dichtbij. “In 2001 nam ik het roer over van Ariël Jacobs, en pro-
moveerden we naar eerste klasse. Maar onze ploeg was niet sterk genoeg, en ik werd het kind van de rekening. Met een zevental nieuwe
© BELGA / ISOSPORT
spelers heeft Emilio Ferrera de ploeg dan wel in eerste gehouden, maar de geest van RWDM was op dat moment al aan het verdwijnen.
© MARC GYSENS
de CLUB
Thairet beleefde in 2001 een glorietijd met RWDM, toen de club onder zijn leiding naar eerste klasse promoveerde.
Anderlecht Tennis
Club van het Brusselse compromis ANDERLECHT – Tweetaligheid bij Brusselse sportclubs is geen evidentie. Maar Anderlecht Tennis heeft een perfecte harmonie gevonden, en dat slaat aan. In mei hangen ze met de Iris Cup hun uithangbord uit. “Tot twee jaar geleden bestonden we uit twee verschillende clubs,” legt bestuurslid Jurgen Michiels (40) uit. “De ene was aangesloten bij de Vlaamse tennisfederatie, de andere bij de Franstalige. Als echte Brusselaars hebben we altijd in perfecte harmonie samengewerkt. Maar we mochten niet op elkaars velden spelen. Nu mag dat wel.” Anderlecht Tennis moet de concurrentie aangaan met nabijgelegen clubs, en doorstaat die zonder veel kleerscheuren. Zeker nu RSC Anderlecht de meeste velden van tennisclub Amicale in Neerpede heeft overgekocht. “Met onze zeshonderd leden zijn we de enige grote club in Anderlecht. Daar mag je nog twee- à driehonderd kinderen bijtellen die stages komen volgen. We zijn een familiale club met veel vrijwilligers, een vereniging uit de goede
oude tijd. Daardoor kunnen we tennis tegen een democratische prijs aanbieden, in tegenstelling tot privéclubs. Al wordt het steeds moeilijker om die vrijwilligers te vinden. Bovendien zijn we een van de weinige Brusselse clubs waar Nederlandstaligen zo verankerd zijn. Wij zijn het Brusselse compromis dat functioneert.”
Totaalpakket Anderlecht Tennis zet in op zijn jeugdwerking, en biedt elke vakantieperiode sportstages aan. Die jongeren vormen de toekomst, maar ze stromen moeilijk door naar de club. “We hebben een vrij oud publiek. De kinderen komen met hun vriendjes spelen maar aan hun doorstroming moeten we werken. Al organiseren we al activiteiten om dat aan te moedigen. Jeugdwerking is een peiler van onze club. Vooral op recreatief niveau dan, niet voor topsport. Al nemen onze spelers wel deel aan wedstrijden.” Dat ze een actieve club zijn, zetten de Anderlechtenaren in de kijker met de vijfde editie
Michiels: “Dankzij de vrijwilligers kunnen we tennis tegen een democratische prijs aanbieden.”
van hun Iris Cup. “De Iris Cup is een vijfsterrentornooi, een van de grootste op Brussels en Belgisch niveau. Tot nu toe was er alleen een tornooi voor heren en dames één (kwaliteitsniveau, red.). Dit jaar gaan we tot niveau zes, zodat mensen uit de Brusselse en omliggende clubs ook kunnen deelnemen. Vorig jaar won Christophe Rochus het tornooi, maar het publiek komt niet louter om hem te zien spelen. Je moet een totaalpakket aanbieden.” Met vijftien velden, waaronder twee overdek-
te, kan Anderlecht Tennis niet al te veel klagen. Al kan alles altijd beter. “Ons clubhuis is best gezellig, maar aan vernieuwing toe. Het staat hier al meer dan dertig jaar. We zouden ook graag meer overdekte velden hebben. Tennis wordt aanzien als een zomersport, maar in België is dat toch relatief.”
Tim Schoonjans
www.anderlechttennis.be - www.iriscup.be
BDW 1368 PAGINA 23 - DONDERDAG 7 MAART 2013
Een jaar voordien hadden de bestuurders de kans gekregen om de club terug op te bouwen. Sportief was dat ook gelukt, maar wanbeheer betekende het einde van RWDM.”
Steun Kompany Na passages bij Olympic Charleroi, La Louvière en Heppignies belandde Thairet in 2009 terug in Molenbeek. Hij ging aan de slag als reservetrainer van FC Brussels, maar kwam snel in aanraking met sterke man Johan Vermeersch. “Na een seizoen is Vermeersch me koudweg komen zeggen dat mijn positie om financiële redenen werd geschrapt. Dat was
“Als we volk willen lokken, moet er een ploeg op het veld staan. Nu komen de supporters nog voor het project, maar dat blijft niet duren” een vrij harde klap, maar ik heb gelukkig bij FC Kosova in tweede provinciale een nieuwe uitdaging gevonden. Tot mijn voormalige ploegmaat Michel De Wolf me gecontacteerd heeft. Ik had de ambitie om hoger te trainen en mijn RWDM-verleden zal wellicht een rol gespeeld hebben in zijn keuze. Ik heb nog steeds een sterk RWDM-imago.” Afgelopen zomer startte Michel De Wolf het project van Bleid–Molenbeek op. Door de korte inloopperiode is de club structureel en sportief nog steeds in volle opbouw. Daardoor staat hij troosteloos laatste in derde klasse B. “Het is moeilijk werken. Onze resultaten zijn ontgoochelend, en een deel van de kern is te zwak. Die kern naar volgend seizoen toe versterken, is het voornaamste. Als we volk willen lokken, moet er een ploeg op het veld staan. De
supporters zullen niet enkel voor het project blijven komen. Volgend seizoen zullen we normaal gezien RWDM heten, en het clublogo gebruiken. Daarover willen we een overeenkomst sluiten met Remy Poussart, die beide bij het faillissement heeft gekocht.” Thairet tekende eind 2012 voor 2,5 jaar, en zegt ook bij een degradatie naar vierde klasse te blijven. Ondanks de moeilijkheden gelooft hij in het project van Michel De Wolf. Volgens de trainer zou het Brusselse voetballandschap een metamorfose kunnen ondergaan. “Alles zou eenvoudiger zijn als we konden samenwerken met Brussels, maar dat ligt gevoelig. Wij hopen alvast volgend seizoen onze thuismatchen in het Edmond Machtensstadion te spelen, om beurten met Brussels. We moeten alleszins een stadion en trainingscentrum vinden. Want nu trainen we ’s avonds om acht uur op de Sippelberg. Bovendien moeten we de jongerenploeg, die we vanaf volgend seizoen moeten hebben, kunnen huisvesten.” “Momenteel liggen de gesprekken over een fusie stil. Er zijn vandaag drie entiteiten (BleidMolenbeek, FC Brussels en White Star Woluwe, red.). Dat is minstens een teveel. Of zelfs twee. Een fusie kan dat probleem oplossen. Want er is, naast Anderlecht, plaats voor een tweede grote Brusselse club.” Enige tijd geleden werd Vincent Kompany genoemd als mogelijk geldschieter. Volgens Thairet is die piste nog steeds concreet, al zou de speler van Manchester City vooral willen investeren in de jongeren, bijvoorbeeld in de vorm van een opleidingscentrum. Maar dat zal nog eventjes op zich laten wachten. Intussen dromen heel wat Brusselaars van de terugkeer van de voor hen vier magische letters op het hoogste niveau. “Begin jaren zeventig is de oprichting van RWDM veel gemakkelijker verlopen door de goede samenwerking tussen L’Ecluse, Mabille en Goris. Ik hoopte even dat de geschiedenis zich zou herhalen, maar ik vrees ervoor. We willen gewoon een nieuw RWDM creëren. Met Belgen en Brusselaars allerhande, zolang ze maar voor hun club vechten.”
Tim Schoonjans
Multisport > Tennisterreinen Jubelpark heraangelegd
Sportterreinen heten iedereen welkom BRUSSEL – Leefmilieu Brussel vormt nog voor de zomervakantie de twee versleten tennisterreinen in het Jubelpark om tot multisportterreinen. Daardoor breidt het voetbal- en basketbalaanbod meteen uit. Nadat het vorig jaar de speeltuigen in de zandbak van het Jubelpark verving, pakt Leefmilieu Brussel (BIM) nu de twee verweerde tennisterreinen, net naast de petanqueruimte, aan. Het BIM vormt de oude tennisvelden om tot twee multisportterreinen waar vooral minivoetballers en basketballers aan hun trekken zullen komen. Al behoort tennis ook nog steeds tot de mogelijkheden. Om die reden worden het synthetische gazon, de omranding en afsluiting vernieuwd. Door de tennisvelden om te bouwen tot multisportterreinen wil het BIM zoveel mogelijk mensen van de sportruimte in openlucht laten genieten. Dat betekent een breuk met de visie uit het verleden, aangezien de tennisterreinen niet publiek toegankelijk waren. Toen Leefmilieu Brussel deze velden zo’n drie jaar geleden in beheer nam, plande het een grote renovatie. In afwachting van die opknapbeurt gebeurden
Trots Er zijn te weinig voetbalscheidsrechters. Begrijpelijk, want je moet het willen doen. Tweeëntwintig voetballers in toom houden is een ware roeping. Je wekelijks laten uitschelden door een horde toeschouwers die hun frustraties bandeloos de vrije loop laten is zuivere zelfkastijding. De maatschappij wordt ruwer met de dag. En mensen misbruiken hun mondigheid. De Koninklijke Belgische Voetbalbond heeft haar schouders gezet onder een nationale wervingscampagne om arbiters te vinden. Een nobele zaak, want het voetbal heeft dringend scheidsrechters nodig. Week na week stapelen de incidenten zich op. Het hoge aantal verbale en fysieke ontsporingen in het jeugd- en amateurvoetbal, die zich vroeger ver weg van de camera’s afspeelden, hebben hun weg naar de media gevonden. Gelukkig maar. De zinloze moord op de lijnrechter van Almere bij Amsterdam, een goede huisvader die zich al vele jaren belangeloos inzette voor zijn clubje, schijnt de voetballiefhebbers wakker te hebben geschud. Zijn zoon kwam in het Gala van de Gouden Schoen moedig pleiten voor een meer tolerante houding ten aanzien van de spelleider door de spelers en toeschouwers. De beklijvende getuigenis was zonder twijfel het allermooiste moment van het druk bekeken televisieprogramma. Op de dag van de terugwedstrijd van de bloedstollende halve finale van de nationale beker, KRC Genk – RSCA, wordt massaal opgeroepen om scheidsrechter te worden en respect te tonen voor de spelleiding. De dertienduizend toeschouwers klappen ingetogen mee. De spelers worden verplicht om een oranje band te dragen met het opschrift ‘I like referees’. Een wervende tekst wordt in krom Frans en degelijk Nederlands afgedreund in het Fenix-stadion. De wedstrijd zelf is een thriller. Een rode kaart en vier
gele voor de bezoekers, twee gele voor de thuisclub. De scheidsrechter heeft het goed gedaan. Ruimte voor interpretatie is er altijd maar de leiding was correct. Al schreeuwen duizenden Limburgers moord en brand bij de minste struikelpartij. Emotie heet dat. Spelers van beide kampen gaan regelmatig een discussie aan met scheidsrechter Alexandre Boucaut, maar het respect blijft gehandhaafd. De emoties laaien bij gelegenheid hoog op. Ook naast het veld is het altijd schrikken wanneer supporters, aan de andere kant van het veld, zich opwinden voor een vermeende buitenspelfase die ze onmogelijk kunnen beoordelen. De olifantenhuid van de arbiters is bewonderenswaardig. Het voorrecht van de fan is een gesel voor de spelleider. Je moet het maar willen doen: uitgescholden worden. Leiden is een roeping. Diezelfde dag woon ik ’s ochtends een U13wedstrijd bij op een kaal veld. De jeugdploeg van KFC Strombeek speelt thuis tegen de leeftijdsgenoten van Delta Londerzeel. Het is een faire wedstrijd. De jonge scheidsrechter heeft de confrontatie goed in de hand. Hij leidt met een natuurlijk aplomb. De ouders houden zich koest. Voetbalvaders maken het soms bont als ze het nageslacht aanmoedigen. Bij een 1-0-achterstand wordt een groepje vaders uit Londerzeel wat onbeleefder. De mannen zijn minstens 25 jaar ouder dan de vijftienjarige arbiter. Hoewel de jonge scheidsrechter correct en degelijk fluit, wordt de toon bitsiger. De onredelijkheid is grenzeloos. De jongen houdt het hoofd koel. Hij verdient alle eerbied. Het is zijn eerste wedstrijd. Ik ben trots op mijn neef. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Scouts en gidsen op de fiets
kleine onderhoudswerken, en plaatste het milieu-instituut vier tijdelijke goaltjes.
Wachten op de zon Heel wat jongere en oudere voetballers maakten dankbaar gebruik van deze veldjes aangezien de nabijgelegen Agoraspace, een multifunctioneel sportterrein met houten omheining, vaak bezet is. Wie langs deze kleine sportruimte passeert, ziet dikwijls groepjes mannen hun beurt afwachten om te kunnen sporten. Als het mooi en droog lenteweer is, start een ondernemer met de werken, die anderhalve maand zullen duren. Om alles vlot te laten verlopen, breken tuinmannen de afsluiting van de vroegere tennisterreinen op dit moment al af. Volgens het departement Technische Uitrustingen van het BIM zouden de twee multisportterreinen, die een totale oppervlakte van 1.141 vierkante meter zullen beslaan, tegen juli klaar zijn. De herinrichting kost om en bij de 78.000 euro, btw inbegrepen.
David Steegen
Steven Vandenbergh
BRUSSEL – Honderden scouts en gidsen palmen voor de 27e keer een etmaal lang het Ter Kamerenbos in. Zowat honderdduizend kilometer wordt er op zaterdag 23 en zondag 24 maart afgelegd tijdens de aflossingswedstrijd. Een honderdtal afdelingen van scouts en gidsen zorgt voor het fietswerk. Voor hen vormt deze 24 uur van het Ter Kamerenbos een van de belangrijkste samenkomsten. De secties zetten verschillende fietsen in die
vanaf zaterdagmiddag afwisselend worden bemand. Niet alleen de snelste, maar ook de mooiste folkloristische fietsen worden beloond. Voor de kinderen wordt op zaterdagnamiddag de vijf uur met mountainbike georganiseerd. Naast het fietsen wordt er allerlei randanimatie op poten gezet, zoals een voetbal- en volleybaltornooi, een grote quiz en jamsessies. Alcohol en energiedrankjes zijn verboden. Meer informatie vindt u op TS www.24heuresvelo.be.
Uitgebreid sportmenu als smaakmaker BRUSSEL – Ket2Sport wil met een menu van meer dan 25 sporten bij Brusselse ketjes de sporthonger opwekken. Kinderen uit de derde graad van het Brusselse Nederlandstalig onderwijs staan op maandag 18 en dinsdag 19 maart voor verscheurende keuzes. Een hele voormiddag lang kunnen ze dan aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) initiaties volgen van 25 sporten, waaronder lacrosse, petanque en golf.
Wie er een hele sportdag van wil maken, kan zich inschrijven voor het aanvullende programma. Daarbij kunnen de scholen kiezen uit een bezoek aan ijsschaatshal Poseidon, een zweminstuif in het bad van de VUB of het iets riskantere Ket 2 Adventure aan de ULB. Een show sluit het geheel af. Dit initiatief wil de Brusselse ketjes meer doen bewegen, en hen laten kennismaken met de sportclubs. Meer informatie vindt u TS op www.ket2sport.be.
N°4 7 MAART 2013
© CONZ
ZAZIE MAGAZINE N° 4 - DONDERDAG 7 MAART 2013 - PAGINA 2
Joepie, het superpopulaire jongerenblad, wordt volwassen! Deze maand is het 40 jaar geleden dat het allereerste nummer van Joepie van de persen rolde. Een verjaardag om even bij stil te staan, vonden wij. En drie jonge Brusselse fans vonden dat ook. Striptekenaar Conz is eregast van de maand bij Zazie, en hij keert veel verder terug in de tijd. Zoals je kan zien op de cover, en op pagina’s 4 en 5. Maak je klaar voor een wilde prehistorische trip met chocoladesmaak. ‘Tijd’, dat is ook het thema van de Jeugdboekenweek, die nu volop aan de gang is. Schrijver Jef Aerts bracht voor die gelegenheid een bezoekje aan een vijfde leerjaar in Watermaal-Bosvoorde. Daar wilden ze alles weten over hoe het voelt om een kinderboek te schrijven. En als jij even tijd hebt, ontdek je zeker nog andere leuke dingen in dit vierde Zazie-magazine.
TELETIJDMAGAZINE
© ILAH
Zazie meets Joepie: op de sofa bij Sylvia
‘Ik ben opgegroeid tussen de sterren’ “Ik lees graag in Joepie omdat het ontspannend en dikwijls grappig is. Je wordt er goed gezind van,” zegt Sien Hendrickx (11) op de trein, onderweg naar Gent. Daar heeft Zazie een exclusieve afspraak met Sylvia Van Driessche, de hoofdredactrice van Joepie. Want het bekende jongerenblad bestaat 40 jaar. Sien, Kato (11) en Amanda (12) zijn verstokte Joepielezers en voor de gelegenheid ook de Zazie-reporters. Ze mogen Sylvia alles vragen wat ze altijd al wilden weten over hun favoriete tijdschrift. “Joepieeeeeeee!!!”
Sien (S): Las jij als kind ook al Joepie? Sylvia (Sy): Ja, absoluut. Mijn vader werkte als journalist voor Joepie, al van helemaal in het begin, en hij bracht het elke week mee naar huis. Ik las er al in voor ik eigenlijk kon lezen (lacht). Ik bedoel: ik keek naar de foto’s en prentjes enzo. Toen ik ongeveer zeven was, las ik het ook ‘echt’. S: Welke waren je favoriete rubrieken? Sy: Oei, dat kan ik me niet meer herinneren. Maar ik weet wel dat ik sommige interviews uitscheurde, zoals die met Madonna en Sandra Kim. Misschien kennen jullie die nu niet meer zo goed, maar dat waren toen mijn grote idolen. Kato (K): Wilde je als kind al journaliste worden? Sy: Omdat ik als kind met Joepie ben opgegroeid dacht ik: “Daar wil ik later ook wel voor schrijven”. Maar mijn vader raadde mij dat af. Hij zei dat de journalistiek een harde wereld is, en eigenlijk is dat ook zo. Nu begrijp ik beter wat hij bedoelde. Iedereen wil altijd het strafste verhaal brengen, of de beste foto’s hebben. Er is veel concurrentie tussen de journalisten. Soms moet je ook ‘vechten’ om een interview te pakken te krijgen. Sommige managers of platenfirma’s maken het een journalist heel lastig. K: Je bent al vier jaar de hoofdredactrice van Joepie. Wat moet je daar allemaal voor kunnen? Sy: Goh. Eerst en vooral je lezers goed kennen. Wat vinden zij interessant, of waar willen zij
graag meer over weten? Dus ik vind het leuk dat sommige meisjes mij op straat herkennen, en op mij toestappen: dan kan ik hen ook vragen stellen. Of dat jullie nu bij mij op bezoek zijn! Verder geef ik ook telkens de opdrachten aan de zes journalisten en de fotografen die bij ons werken. Ik zeg dan: jij kan best dat interview doen, jij dat... Ik lees ook
“Soms zijn de sterren zenuwachtiger dan de journalist. Ze kunnen erg onzeker zijn”
altijd alle stukken na voor ze gepubliceerd worden, bekijk goed de lay-out (de bladspiegel, red.) en beslis wat er op de cover komt. K: Schrijf je zelf nog artikels voor Joepie? Sy: Nee, als hoofdredactrice heb ik daar amper tijd voor. Behalve voor dat kleine stukje dat altijd op de eerste bladzijde staat, natuurlijk. S: Maar ik heb een tijdje geleden toch een interview van jou gelezen met Kirsten Stewart van Twilight? Sy: Klopt, maar dat was een uitzondering. Ik had er gewoon zelf veel zin in, want het was voor het laatste deel van de Twilight-reeks en ik had alle
vorige films al gezien. Dus dacht ik: nu wil ik toch zelf eens met die acteurs praten. Het was met alle drie trouwens, Robert Pattinson en Taylor Lautner waren er ook bij. En het interview ging door in New York, ook altijd fijn om daar naartoe te gaan (lacht). S: Was je zenuwachtig? Sy: Nee, ik ben eigenlijk nooit zenuwachtig geweest als ik met sterren praatte. Of een keer misschien, toen ik Leonardo DiCaprio zag op een receptie, na een of andere show met awards. Ik moest hem niet eens interviewen, maar kreeg toch kriebels in de buik omdat ik hem toen ook heel knap vond (lacht). Maar verder, nee. Misschien is dat het voordeel van opgegroeid te zijn tussen de sterren. Ik weet nog dat Willy Sommers vaak bij ons thuis kwam, en dat mijn broertje toen eens op zijn broek heeft geplast (iedereen lacht). Of nee, het was op John Terra! (nog meer gelach). Weet je, soms zijn die sterren zenuwachtiger dan de journalist. Kirsten Stewart bijvoorbeeld, die zat voortdurend met haar been te wiebelen en kreeg rode plekken in haar nek. Sterren kunnen soms heel onzeker zijn... S: Hoe komen jullie aan al die nieuwtjes en roddels die in Joepie staan? Sy: Wij krijgen die meestal via buitenlandse persbureaus. Maar we zoeken ook zelf dingen op, kijken veel in buitenlandse tijdschriften, bellen vaak met platenfirma’s of zij bellen ons. Die roddels halen we meestal uit Amerika, omdat daar veel paparazzi werken, en wij ook vaak hun foto’s aankopen. Die paparazzi hebben dikwijls allerlei spionnen in hotels. Een kamermeisje zal er bijvoorbeeld veel geld krijgen als ze aan een fotograaf verklapt wie er bij wie op de kamer is geweest, en dat soort zaken. Om eerlijk te zijn: ik zou in de Verenigde Staten niet graag beroemd zijn. Zo gaat het er hier in België niet aan toe, hier zijn de journalisten eerder ‘vrienden’ van de sterren. Wij hebben onze eigen fotografen, maar dat zijn geen paparazzi die zich in de struiken verstoppen voor het huis van bijvoorbeeld Natalia.
© SASKIA VANDERSTICHELE
ZAZIE MAGAZINE N° 4 - DONDERDAG 7 MAART 2013 - PAGINA 3
© SASKIA VANDERSTICHELE
[ SORRY ] SNORRY ?
...dat zou de gemiddelde leeftijd van de Joepie-lezer zijn. Zo vertelt hoofdredactrice Sylvia Van Driessche ons toch. En wij die dachten dat dat twaalf jaar was. “We hebben dat getest, en blijkbaar wordt elke Joepie aan gemiddeld vijf verschillende personen doorgegeven,” legt Sylvia uit. “Ook aan ouders en grootouders, daardoor komen we dus op een leeftijd van gemiddeld 33 jaar. En ook op een totaal van zo’n 335.000 lezers. Maar dat zijn niet de verkoopcijfers hè! We verkopen gemiddeld zo’n 53.000 magazines per week,” zegt Sylvia nog. Waarmee Joepie wel nog altijd een van de meest populaire Nederlandstalige magazines is in ons land. De Brusselse meiden Amanda, Sien en Kato zijn enkele van de vele fans.
33 jaar...
Lees hoe zij zelf over dit jarige jongerenblad denken:
✱ “Ik heb een jaarabonnement en lees het elke week, van voren naar achteren.” (Amanda)
✱ “Ik heb het leren kennen op scoutskamp. Het is gewoon tof om meer te weten te komen over die sterren, en hoe zij leven. Die maken precies altijd zoveel mee.” (Kato)
✱ “Ik hou vooral van de rubrieken ‘Hot or Not’ en ‘Geflitst’. Daarin zie je foto’s van hoe de sterren gekleed zijn, en zegt Joepie wie er hot is en wie niet. En bij ‘Geflitst’ zetten ze grappige en zelfverzonnen tekstballonnen bij beroemde mensen. Lachen!” (Sien)
Kato, Amanda en Sien bij Sylvia: “Ik kan me nog heel goed herinneren hoe het voelde toen ik jullie leeftijd had.”
Amanda (A): Hebben jullie het nog nooit meegemaakt dat een ster reclameert op een artikel, of jullie een proces aandoet in de rechtbank omdat jullie zomaar wat vertellen? Sy: Nee. Wat we soms meemaken, is dat sommige sterren vragen om er bepaalde spannende fragmenten uit te halen, omdat ze tijdens het interview naar hun gevoel ‘hun mond hebben voorbijgepraat’. Maar daar proberen we dan over te onderhandelen. A: Als jullie naar New York vliegen, doen jullie dan gewoon snel het interview en komen jullie daarna direct terug? Sy: Nee, we blijven daar minimum twee nachten en tussendoor hebben we meestal veel tijd om bijvoorbeeld te gaan shoppen. Zo ben ik ooit eens vertrokken met een lege valies, en twee dagen later
teruggevlogen met een keivolle. Soms heb ik het er zo naar mijn zin dat ik bijna zou vergeten om naar de afspraak van het interview zelf te gaan (lacht). A: Je werkt al twaalf jaar bij Joepie en hebt veel beroemde mensen ontmoet. Welke vond je de tofste? Sy (denkt na): Will Smith, Brad Pitt, Johnny Depp... die is echt heel cool, en open ook. Hij was wel ruim twee uur te laat, maar ja, ‘t is Johnny Depp hè! Usher, die was ook heel lief, een echte charmeur. Hij heeft mij na het interview een kaars cadeau gedaan. S: Euhm, een kaars? En zo bleven onze Joepie-vriendinnen nog wel een tijdje gezellig doorkletsen...
✱ “Ik ben wel niet altijd akkoord met de keuze van Joepie van wat er hot of niet hot uitziet. Hun modetips zal ik niet volgen, ik koop gewoon wat ik zelf mooi vind.” (Amanda) (En Sien is het daar helemaal mee eens)
✱ “Het is ook leuk dat er elke week posters inzitten. Op mijn kamer hangen er nu van Taylor Swift en Vanessa Hudgens.” (Kato)
✱ “Mijn kamer hangt vol. Ik heb een dakkamer en als ik in mijn bed lig, dan kijk ik naar alle sterren die boven mij aan de muur hangen. Zoals Taylor Lautner van Twilight. Die heeft een sixpack!!” (Amanda)
✱ “Ik hang de posters gewoon op als ze kleurrijk genoeg zijn. Ik heb niet van die idolen waar ik compleet wild van ben.” (Sien)
✱ “Het is ook goed dat er veel over liefde instaat, en dat je daar vragen over kan stellen aan de redactie. Want liefde, dat is belangrijk hè. Ge hebt dat nodig in uw leven!” (Amanda)
ZAZIE MAGAZINE N°4 - DONDERDAG 7 MAART 2013 - PAGINA 4
EREGAST VAN DE MAAND
Striptekenaar Conz
© CONZ
Elke maand nodigen we een kunstenaar uit om zijn of haar gang te gaan met een dubbele pagina in het Zazie Magazine. Met daarbij één opdracht: verwonder ons! Dit keer is striptekenaar Conz te gast, samen met zijn dino-kameraden. Speciaal voor deze pagina’s maakte hij een ingekorte bewerking van de strip die verschenen is in het boek Bruss. Brussels in shorts, uitgegeven bij Oogachtend.
ZAZIE MAGAZINE N°4 - DONDERDAG 7 MAART 2013 - PAGINA 5
© CONZ
ZAZIE MAGAZINE N°4 - DONDERDAG 7 MAART 2013 - PAGINA 6
Schrijver Jef Aerts op bezoek in het vijfde leerjaar van ‘De bloeiende kerselaar’
AFLE VERING
5
‘Ik schrijf liever dan vakantie te nemen’ ©2009 Turtle Industries™
© SASKIA VANDERSTICHELE
Jef krijgt een hertengewei op zijn hoofd. Om te weten wat dat precies met zijn boek te maken heeft, kan je het best eens lezen...
De Jeugdboekenweek is volop aan de gang, en 2013 is uitgeroepen tot Jaar van het Voorlezen. Hoog tijd dus om eens een echte schrijver naar de klas te halen. En zo geschiedde: Jef Aerts, schrijver van het kinderboek Het kleine paradijs, was te gast in de vijfde klas van ‘De bloeiende kerselaar’. En om het feest compleet te maken: voor een keertje moesten de leerlingen niet op vragen antwoorden, maar mochten zij zelf de vragen stellen.
Soufian: Schrijf je enkel boeken voor kinderen, of ook voor volwassenen? Jef Aerts (J): Ik ben eigenlijk begonnen met boeken voor volwassenen, vier romans heb ik al geschreven. Maar in die boeken speelden kinderen en jongeren wel vaak een belangrijke rol. En sommige mensen zeiden: “Komaan, Jef, probeer ook eens iets voor kinderen te schrijven.” Ik ben dan eerst begonnen met een paar gedichten voor kinderen, daarna verhalen en nu uiteindelijk een boek. Het kleine
het begin was het wel een beetje zoeken, want ik had geen zin om te kinderachtig te schrijven. Ik vind het belangrijk dat ook kinderen mooie en poëtische teksten te lezen krijgen. Het mocht dus wat de taal betreft zeker niet te simpel zijn, maar tegelijk wil je ook een verhaal vertellen dat zoveel mogelijk lezers kunnen volgen.
paradijs is vorige zomer verschenen. Soufian: Was het moeilijk om een kinderboek te bedenken? J: Om eerlijk te zijn: ik denk dat ik liever voor kinderen schrijf. Een boek voor volwassenen moet vaak nogal ernstig zijn, terwijl je in een kinderboek als vanzelf met je fantasie aan de slag kan. Mijn hoofd ontploft vaak van de ideeën, en in een kinderboek kan ik die precies makkelijker kwijt. In
Nawal: Waar haal je je inspiratie vandaan? J: Dat is voor elk boek een beetje anders. Als schrijver loop je altijd rond met je ogen, oren en neus wagenwijd open. Alles wat je ziet, sla je op. En eens je begint te schrijven, komen die dingen dan naar boven en sijpelen ze binnen in je verhaal. De inspiratie voor Het kleine paradijs heb ik deels gevonden in een oud en minder gekend bijbelverhaal, over het aards paradijs. Eentje waar
ZAZIE MAGAZINE N°4 - DONDERDAG 7 MAART 2013 - PAGINA 7
Adam eerst samenleeft met Lilith, en niet met Eva. Maar Lilith heeft zo haar eigen willetje, ze is nogal zelfstandig en uiteindelijk laat ze Adam in de steek. Dat vond ik een interessant idee. Maar ik kreeg ook inspiratie door een verblijf in Zuid-Afrika. Toen ik daar was, bestond de apartheid nog, waardoor de blanken aan de ene kant van een muur woonden en de zwarten aan de andere kant. Daar was ik echt door geschokt. De idee van een ommuurde stad, zoals beschreven in Het kleine paradijs, komt daar ook vandaan: een stad waar slechts enkele mensen het goed hebben, en alle anderen enkel kunnen dromen van dat ‘paradijs’, en in sloppenwijken moeten wonen. Leya: Hoelang doe je erover om een boek te schrijven? J: Dat wisselt, maar voor Het kleine paradijs heeft het in totaal twee jaar geduurd (de mond van zowat alle leerlingen valt open, red.). Ik had eerst een verhaal van zo’n twintig bladzijden, daarna werd het plots tweehonderd pagina’s dik. Maar toen wilden ikzelf en de uitgeverij het toch nog anders... Als je schrijft, moet je vaak herschrijven, stukken schrappen en nog eens herschrijven. Het is nooit van de eerste keer goed. Natuurlijk heb ik niet twee jaar aan een stuk elke dag geschreven, maar toch min of meer. Misschien vind ik dat wel het moeilijkste: dat je je idee voor je boek soms heel lang moet kunnen ‘vasthouden’ tot het goed zit. Soms is dat wel vloeken! Maar op zich schrijf ik meestal heel graag. Voor mij is schrijven als vakantie nemen. Meer nog, ik doe het liever dan vakantie nemen (lacht). Violaine: Wilde je als kind al schrijver worden? J: Mmm, ik wilde graag iets doen met tekenen, muziek of schrijven. In het begin verzon ik vooral verhaaltjes bij de tekeningen die ik maakte. Maar ik was ook helemaal zot van dieren, dus dacht ik ook aan dierenarts. Uiteindelijk is het schrijver geworden. En weet je wat zo leuk is: ik kan nu zoveel verhalen over dieren verzinnen als ik wil (lacht). (En daarna las Jef nog een fragment voor uit het spannende Het kleine paradijs. De kinderen hingen aan zijn lippen...)
WIN!
Benieuwd geworden naar Jefs wilde fantasie? Zazie mag drie exemplaren van Het kleine paradijs cadeau geven. Ken je het antwoord op deze makkelijke vraag: hoe heette de eerste vrouw van Adam? Stuur je antwoord voor 16 maart naar zazie@bdw.be, en vermeld je naam, leeftijd en adres. SUCCES!
Meer weten over het leesplezier van deze vijfdeklassers? Kijk op www.klasindemedia.be. Klas in de Media is een samenwerking tussen de Brusselse media (FM Brussel, tvbrussel, brusselnieuws, BDW) en het Onderwijscentrum Brussel.
X-perts
Jonge Zazie-redacteurs over hun favoriete boek en strip van de maand: lezen, jongens!
Sien (11), de verhalenverslindster Het verhaal van Koning van Katoren begint zeventien jaar eerder, tijdens een stormachtige nacht waarin het hevig hagelde en bliksemde. Die nacht stierf de koning van Katoren, hij was tachtig jaar. Maar ook voor Stach was dit een belangrijke nacht, want hij werd geboren. Zeventien jaar later woont Stach met zijn hondje Vlot en zijn oom in een klein huisje achter het paleis. Er is nog steeds geen troonopvolger, en al zeventien jaar lang regeren zes ministers het land. Op een dag besluit Stach naar het paleis te gaan. Hij stelt de vraag die niemand durft te stellen: wat moet iemand doen om koning van Katoren te worden? En dan begint het hele avontuur. Stach krijgt zeven opdrachten die onmogelijk zijn, maar waagt zich er toch aan. Hij is een heel dappere jongen, die heel veel durft en de moed niet opgeeft... Auteur Jan Terlouw schreef Koning van Katoren al in 1972. Het boek is een beetje fantasie en sprookjesachtig, en je bent al vanaf de eerste
Leyna (12), miss strips Dit keer ga ik het hebben over de strip Lou! 6: de kristallen leeftijd, van Julien Neel. Lou is net twintig geworden, en zit nu aan de universiteit. Ze heeft nooit durven vertellen aan haar overbuurjongen Tristan dat ze gevoelens voor hem heeft. Haar hele jeugd lang had ze liefdesproblemen. In Lou! 6 gaat haar moeder haar eigen boek regisseren, in de vorm van een musical op een schaatsbaan. Ondertussen moet Lou voor haar broertje zorgen, die Fulgor heet. Lou en haar moeder verdenken de vervanger van een acteur in
bladzijde helemaal mee. Of Stach de zeven opdrachten ook tot een goed einde brengt, lees je in het boek. Of je kan gaan kijken naar de film, want het boek werd dit jaar ook verfilmd (al is hij in Brussel niet te zien). Dit boek is zo leuk en spannend dat het kinderen al veertig jaar lang kan boeien, dat moet je gewoon gelezen hebben. PS: Er zijn al meer dan 600.000 exemplaren van Koning van Katoren verkocht.
Hier lees je een fragment uit het verhaal: “Ik veronderstel dat je een tweede opdracht wilt?” “Inderdaad, Excellentie.” “Je begrijpt zeker wel dat we je moeten straffen als je faalt.” “Nee,” zegt Stach, “daar begrijp ik geen sikkepit van.” “Ofschoon het onschadelijk maken van de vogels van Decibel betrekkelijk eenvoudig was, heb je toch zekere verwachtingen bij de mensen gewekt. Als je een volgende opdracht aanvaardt en je slaagt niet, dan zul je de mensen ernstig teleurstellen. Dat kan ons als verantwoordelijke ministers niet onverschillig laten.” “O,” zegt Stach. “Hier is een treinkaartje naar Wapenfelt. Je opdracht is het omhakken van de granaatappelboom in die plaats.” “Ik zal een bijl kopen,” zegt Stach. “Misschien heb je meer aan een harnas,” zegt de minister. “Goeiemorgen.”
haar musical ervan eigenlijk de vader te zijn van Fulgor. Zowat overal in de stad bevinden zich grote kristallen, en Lou is daar heel erg in geïnteresseerd. Met behulp van rare apparaten probeert ze te communiceren met die kristallen. Tussen Nina, haar beste vriendin, en Nina’s vriendje Jean-Jean is het steeds aan en uit. En Tristan en Jean-Jean werken allebei bij Logan, het restaurant waar Lou en haar vrienden altijd gaan eten. Kan je nog volgen? Ik heb voor deze strip gekozen omdat ik mij een beetje in het personage van Lou herken. Ze heeft veel problemen maar ze durft er wel altijd over te praten. Ik vind de tekeningen niet echt gedetailleerd (de knieën zijn bijvoorbeeld altijd rond), maar wat wel plezant is, is dat de stijl soms ineens helemaal van kleur verandert. Als Lou! 6 je interesseert, raad ik je aan om ook de vijf eerste delen te lezen. In elke deeltje wordt Lou telkens een jaar ouder... Deze strip van Julien Neel is in november 2012 uitgegeven bij Glenat, en is opgedragen aan de afdeling kinderhartchirurgie van het Hôpital de la Timone in Marseille.
© HIKARI KAGE
UIT-–gestippeld
DRIE tips van Zazie om er deze maand MAART met je ouders of vrienden op UIT te trekken:
CINEMA: OZMANIA
6 > 24 MAART
Aan de overkant van de regenboog: daar ligt het land van de tovenaar van Oz. En daar beleeft de jonge Dorothy (zie foto) de gekste avonturen... Deze maand woedt er een echte ‘Ozmania’ in Brussel. In Cinematek kan je drie verschillende filmversies gaan bekijken van De tovenaar van Oz, eentje uit 1939, 1978 en 1985. Maar ook in 2013 spreekt het land van Oz nog tot de verbeelding, want zopas is er een gloednieuwe film over gemaakt: Oz, the great and powerful, te zien vanaf 13 maart in de zalen van UGC. www.cinematek.be en www.cinebel.be Kitty Crowther, en het spel van licht en schaduw.
24 MAART
WELKE VRAAG LIGT ER OP JE MAAG?
WORKSHOPS: BEELD JE IN! Bij jeugdtheater Bronks strijken enkele straffe jeugdschrijvers- en illustratoren neer, in het kader van het Passa Portafestival. Zijn onder andere van de partij: Gerda Dendooven, Kitty Crowther, Tom Schamp (foto)... Je kan samen met hen aan het tekenen en knutselen slaan, of gewoon gezellig luisteren naar een mooi verhaal. www.passaporta.be
EVENEMENT: BUITENSPEELDAG
27 MAART
En als je schoon genoeg hebt van binnen zitten met boeken en films, is het tijd om naar buiten te gaan. Mountainbiken, boogschieten, kampen bouwen met bamboestokken ...het kan allemaal op de Buitenspeeldag. Hopelijk doet de zon ook mee! www.buitenspeeldag.be
Elke maand polst Zazie bij een Bekende Brusselaar naar wat hij/zij wil vragen aan jullie, de Jeugd van Tegenwoordig. Dit keer is de schrijfster en illustrator Kitty Crowther aan de beurt.
“Waar voel jij het meest voor: in het licht zitten om de schaduwen te observeren? Of in de schaduw zijn en kijken naar het licht...?” Een vraag om even bij stil te staan. Alle reacties zijn welkom op zazie@bdw.be. Met de groeten uit Vraagichistan!
Op 24 maart, tijdens het Passa Portafestival, geeft Kitty Crowther een workshop ‘tekenen’ in jeugdtheater Bronks. Meer info hierover vind je links, in onze UIT-kalender.
3 1 0 2 T R A A 9 & 10 M XPO BR U S SE L S E
1.500 m² hobbyruimte voor kinderen met tal van leuke activiteiten : creatieve workshops, spelletjes, knutselen, springkasteel, grimeerstand,...
www.creativa-belgium.com
© TERESA SDRALEVICH
www.warmred.be
ADVERTENTIE
Teresa Sdralevich is grafica, illustratrice en zeefdrukster. Elke maand maakt ze voor Zazie een Posterzegel – zoals ook een postzegel een mini-postertje is. Je kan de Posterzegels verzamelen: knip ze uit, of download ze op www.brusselnieuws.be/ posterzegel.
Zazie is een maandelijkse bijlage bij Brussel Deze Week en is gratis. Idee & samenstelling: Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw. be, 02-226.45.54). Vormgeving: Peter Dhondt. Tekeningen: Conz, Ilah, Teresa Sdralevich. Eindredactie: Elien Haentjens. Foto’s: Saskia Vanderstichele. Illustratie cover: Conz. Vragensteller: Kitty Crowther, X-perts: Sien en Leyna. Contact met Zazie? zazie@bdw.be. Like! facebook.com/zazie.brusseldezeweek. Adverteren in Zazie? rika.braeckman@bdw.be. Neem een abonnement: abo@bdw.be. Verantwoordelijke uitgever: BDW, Anne Brumagne, Flageyplein 18, 1050 Brussel.
Volgende Zazie op 11 april 2013! www.brusselnieuws.be/zazie