VAN ALIENS TOT ZOMBIES: HET BIFFF GEVAT IN TIEN CREATUREN En ook: Matthew E. White, The Happy en Flat Earth Society.
BRUSSEL EN DE SAMEN VLAAMSE RAND STERK?
28 03 13
LEES MEER: OPINIE OP P. 14-15
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
FOTO: © BART DEWAELE
© NENA DRIEHUIJZEN
CONSERVATORIUM TAKELT COMPLEET AF
KERK IN
ADEMNOOD
D
BRUSSEL – ‘Zo kan het niet meer’ luidde het spandoek waarmee een tachtigtal betogende studenten van de Nederlandstalige en Franstalige Conservatoria van Brussel maandagmiddag enkele trams gedurende een tiental minuten blokkeerden, vlak voor hun aftakelende hogeschool. Samen met docenten, personeel en leden van de reddende vzw Conservamus uitten ze met groot kabaal hun verontwaardiging. Elke politieke beslissing in het restauratiedossier blijft uit. Vandaag is dertig procent van de site in onbruik door instortingsgevaar. JMB
Religie > Hulpbisschop Jean Kockerols wil tien grote kerken overhouden
Parochies sterven uit BRUSSEL – Gaat het bergaf met het kerkbezoek in Vlaanderen, dan is de toestand in Vlaams Brussel ronduit dramatisch. Hulpbisschop Jean Kockerols heeft een reddingsplan klaar waarbij over twee jaar nog tien à twaalf hoofdkerken overblijven.
e Nederlandstalige Katholieke Kerk in Brussel slinkt in sneltreinvaart. Eind jaren zestig waren er nog 110 parochies met Nederlandstalige eucharistievieringen. Vandaag blijven er nog 21 ‘pastorale eenheden’ over. Dat is het gevolg van een Pinksterbrief van de vorige hulpbisschop Jozef De Kesel uit 2005. Hij spoorde de parochies daarin aan om te fuseren tot pastorale eenheden, groot genoeg om te
kunnen spreken van een ‘levende gemeenschap.’ Eucharistievieringen werden geschrapt, er werd geschoven met priesters en parochiediensten werden gecentraliseerd. Voor loyale kerkgangers was dat niet altijd makelijk. Ze moesten hun vertrouwde parochiekerk vaak ruilen voor een kerk een stuk verderop. De hele operatie blijkt acht jaar later onvoldoende. In een interview met deze krant doet de huidige hulpbis-
schop Jean Kockerols zijn plannen uit de doeken om nog tien à twaalf Nederlandstalige hoofdkerken over te houden in Brussel. Dat moeten ‘lichtbakens’ worden. Daarnaast wil Kockerols inzetten op kleinschalige initiatieven als gebedsgroepen en aalmoezeniersdiensten.
Wegsmeltende ijsberg Hoeveel Nederlandstalige kerkgangers er nog zijn in Brussel, valt moei-
lijk te zeggen. Volgens het Vicariaat zijn het er zeker niet meer dan tweeduizend. Die kunnen vandaag nog terecht in zeventig weekendmissen en tien weekmissen. Door de vergrijzing van de parochies en de daling van het aantal Nederlandstalige Brusselaars staan die vieringen zwaar onder druk. Een doordeweekse Nederlandstalige mis in de crypte van de Koninklijke SintMariakerk in Schaarbeek trekt vandaag bijvoorbeeld nog acht gelovigen, allemaal kloosterzusters en lang niet allemaal Vlamingen. Aan Franstalige kant stelt de hulpbisschop Kockerols een vergelijkbare trend vast. Maar de situatie is
er minder urgent. “Een grote ijsberg die wegsmelt doet er nu eenmaal langer over dan een kleine,” zo klinkt het. Minder vieringen betekent leegstaande kerkgebouwen. Herbestemming is een kwestie waar de katholieke kerk al enkele jaren haar tanden op stuk bijt. Samen met het Gewest dat mee op zoek moet naar een oplossing voor die enorme ongebruikte gebouwen. Steven Van Garsse en Bettina Hubo Lees meer op p. 4-5-6-7: “Kerk in ademnood”
N° 1371 VAN 28 MAART TOT 4 APRIL 2013 ¦ WEEK 13: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1371 PAGINA 2 - DONDERDAG 28 MAART 2013
OPMERKELIJK © SASKIA VANDERSTICHELE
OUDEREN MOETEN DOKKEN VOOR MOBIB BRUSSEL – Vanaf 1 mei zullen 65-plussers zestig euro moeten betalen voor hun MIVBabonnement. Wel wordt nog onderhandeld over de vraag of dit bedrag volledig opgeteld wordt bij de abonnementsprijs die ouderen straks in Wallonië en mogelijk ook in Vlaanderen zullen moeten betalen.
‘Dit is nog maar het begin’ BRUSSEL – Acht Brusselse partijen (zonder FDF en N-VA) hebben woensdag een eerste akkoord over de interne stadshervorming voorgesteld. Of het akkoord voor een grote ommekeer zal zorgen, valt nog af te wachten.
V
ormen de akkoorden over de stadshervorming een muizen- of een reuzenstap? Daarover verschillen de meningen. Alles hangt af van de verwachtingen. Voor een partij als sp.a die veel meer macht wil concentreren bij het Gewest betekent het akkoord maar een eerste kleine stap, maar voor Franstalige municipalisten wordt het ongetwijfeld wennen dat het mobiliteits- en stedenbouwkundig beleid grotendeels in handen van het Gewest komt.
Stedenbouw Vooreerst is er een akkoord rond stedenbouw. Dat is al maanden klaar en bakent af wanneer gemeente en wanneer Gewest bevoegd is. Bij grote projecten levert het Brussels Gewest voortaan de bouwvergunningen af. Het gaat om bouwaanvragen waarvoor een effectenstudie of -rapport vereist is. Voor kleinere projecten leveren de gemeenten een bouwvergunning
af. “Hierdoor wordt de procedure sneller, eenvoudiger en homogener,” zegt parlementslid Els Ampe (Open VLD) die de onderhandelingen mee gevoerd heeft. Ze benadrukt dat er minder conflicten zullen zijn. Sleept een bouwaanvraag langer aan, dan kan het Gewest de
wet. De gemeenten moeten binnen de twee jaar een Gemeentelijk Mobiliteitsplan indienen dat zich in het Gewestelijk Plan inschrijft. Doen ze dat niet, dan grijpt het Gewest in. Hiermee komt er een duidelijke hiërarchie in het mobiliteitsbeleid. Het Brussels Gewest krijgt voortaan het laatste woord.
Sociale huisvesting Het akkoord over de sociale huisvesting was geen gemakkelijke bevalling. Van de 33 openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) blijven er
“De Brusselaars willen tonen dat ze een compromis kunnen bereiken om te bewijzen dat het Brussels model werkt” gemeente aanmanen om voortgang te maken. Meer nog: het Gewest kan zelfs het dossier overnemen.
Mobiliteit Het akkoord over mobiliteit heeft de grootste impact op de Brusselaars. Het Iris-II vervoersplan (of zijn opvolger) krijgt kracht van
nog vijftien over. Die beslissing was al genomen voor het Vlinderakkoord, maar pas onlangs werd een compromis bereikt. “Sommigen hadden misschien gedroomd van één grote sociale huisvestingsmaatschappij,” zegt Els Ampe, “maar die oplossing gaat voorbij aan de complexiteit.” Bij de 33 OVM’s zijn er grote en kleine,
goede en minder goed functionerende maatschappijen. Daarnaast zijn er OVM’s met een belabberde financiële toestand. “We hebben voor de beste schaal gekozen,” zegt Ampe, “niet te groot, niet te klein.” De OVM’s zullen tussen de twee- à vierduizend woningen beheren. Dat moet zorgen voor meer efficiëntie, een kostenbesparing en een betere dienstverlening voor de sociale huurder. Met dit drievoudig compromis hebben de Brussele politieke partijen nu een deel van het luik Brussel van het Vlinderakkoord (politiek akkoord over de zesde Belgische staatshervorming, red.) op papier gezet. De ordonnanties hierover zouden voor de zomer goedgekeurd moeten worden in het Brussels Parlement. Of ze veel zoden aan de dijk zetten valt af te wachten, maar dat was op dit moment misschien niet eens de belangrijkste doelstelling. De Brusselaars willen in deze communautair woelige tijden vooral tonen dat ze eensgezind een compromis kunnen bereiken. Een bewijs, volgens de onderhandelaars, dat het Brussels model werkt. Dat de onderhandelingen na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober in een stroomversnelling zijn gekomen, heeft misschien nog een
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT © IVAN PUT
Eind deze week verstuurt de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB een brief naar haar 65+-abonnees met de melding dat ze vanaf 1 mei over een ti– cket of abonnement moeten beschikken als ze in Brussel de bus, metro of tram willen nemen. Totnogtoe konden ouderen gratis op het openbaar vervoer. Ze hoefden alleen 5 euro administratiekosten te betalen voor hun Mobib-kaart. Dit gold ook voor Vlaamse en Waalse ouderen op bezoek in Brussel. Voortaan zullen 65-plussers een ‘solidariteitsbijdrage’ van 60 euro betalen voor een jaartje openbaar vervoer, zo besliste de Brusselse regering in december. Als ze ook de bussen van de Waalse TEC gebruiken, dan kan daar nog eens 36 euro bijkomen. Want ook Wallonië heeft een einde gemaakt aan het gratis openbaar vervoer voor ouderen. Vanaf 1 juli moeten 65-plussers 36 euro betalen voor een TECabonnement. Ouderen met een laag inkomen reizen wel nog altijd gratis, net zoals in Brussel. En wat met Vlaanderen? Daar kregen 65-plussers tot hiertoe automatisch een omnipas 65+ toegestuurd waarmee ze gratis op De Lijn (en MIVB en TEC) konden. Maar ook Vlaanderen stapt over op een elektronische Mobib-kaart, die alleen op aanvraag zal uitgereikt worden. Omdat er technische problemen zijn, reizen de Vlaamse bejaarden op dit moment nog steeds met hun papieren pasje van 2012. Ook moet Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) nog altijd beslissen of het openbaar vervoer gratis blijft voor ouderen. Volgens ingewijden zou de knoop eerstdaags doorgehakt worden. Of de bedragen die 65-plussers in Brussel, Wallonië en mogelijk ook in Vlaanderen zullen moeten neertellen voor het openbaar vervoer allemaal met elkaar opgeteld zullen worden, is nog niet duidelijk. “Er wordt nog onderhandeld over een eventuele beperking,” zegt MIVB-woordvoerder Guy Sablon. De MIVB heeft 200.000 65+-abonnees, waarvan 85.000 uit Vlaanderen of Wallonië. HUB
Uitgelicht > Eerste luik van interne stadshervorming is goedgekeurd
De Brusselse imkervereniging ging vorige week in bijzondere tenue naar de film Des Abeilles et des Hommes in de bioscoop Vendôme om aandacht te vragen voor het gebruik van neonicotinoïden. Hoewel dat gebruik erg schadelijk is voor de bijenpopulaties, bestaat er in het Europees Parlement geen meerderheid voor een verbod op het gewasbestrijdingsmiddel.
WEEKOVERZICHT
BDW 1371 PAGINA 3 - DONDERDAG 28 MAART 2013
© SASKIA VANDERSTICHELE
WOENSDAG 20 MAART WERKGROEP STELT STADSHERVORMING VOOR. De acht Brusselse partijen, zonder FDF en N-VA, stellen hun eerste akkoord voor in het Brussels parlement. Met de zesde staatshervorming komen er belangrijke veranderingen inzake mobiliteit, huisvesting en stedenbouw. DE LILLE WIL CULTUURWAARDEBON HERVORMEN. VGCcollegelid Bruno De Lille (Groen) pleit voor een hervorming van de cultuurwaardebon, een gratis kortingsbon voor culturele activiteiten in Brussel. De cultuurwaardebon mist zijn doel om kansarmen deel te laten nemen aan culturele evenementen. Volgens De Lille biedt een afschaffing geen oplossing.
DONDERDAG 21 MAART MEISERPLEIN KRIJGT TRAM- EN AUTOTUNNEL. In eerste instantie zou de tramtunnel voorrang krijgen, maar de Brusselse regering kiest er nu toch voor om alle werken in één keer uit te voeren. Het Meiserplein in Schaarbeek is een drukke oversteekplaats en gevaarlijk voor voetgangers. Met dit nieuwe project moet daar verandering in komen. De werkzaamheden starten in 2019.
Nieuwbouw van de Jetse Haard. Van de drieëndertig Openbare Vastgoedmaatschappijen blijven er nog vijftien over.
andere reden. PS-nestor Philippe Moureaux is voorzitter van de werkgroep. Hij is sinds december burgemeester af en zou sindsdien opvallend meer animo aan de dag leggen om de gewestelijke macht te versterken.
Veiligheidsbeleid De werkgroep is nog niet klaar met haar werk. Er is in het Vlinderakkoord ook nog een luik over het veiligheidsbeleid. Dat is vooral een taak voor het federale parlement, maar Brussels parlementslid Vincent Dewolf (MR) lichtte al een tip van de sluier op. Zo zouden de politieregle-
menten van de negentien gemeenten op elkaar afgestemd worden en komt er een regionaal veiligheidsplan met lokale toepassingen.
Openbare reinheid En dan is er nog het delicate dossier van de openbare reinheid. De straatvegers gaan volledig naar de gemeenten. Dat staat in het Vlinderakkoord, maar stuit op syndicale weerstand. Ook bij de Franstaligen groeit twijfel over het welslagen van het dossier. Vandaag worden oudere vuilnismannen van Net Brussel bij wijze van fin de carrière straatveger. Dat wordt moeilijk als Net Brussel al
haar straatvegers naar de gemeenten overhevelt. Bovendien liggen de lonen in de lokale besturen een stuk lager, wat voor de vakbonden dan weer no pasaràn is. Er loopt momenteel een studie over de personeelstransfer. Voor Brussels parlementslid Elke Roex (sp.a) is de interne stadshervorming ook na deze dossiers niet afgelopen. “We leggen deze week nog andere voorstellen op tafel om het Gewest verder te hervormen tot één stad,” aldus Roex.
Steven Van Garsse
schaarbeek tegen ‘villa tinto’. De overlegcommissie van de gemeente Schaarbeek zal volgens schepen van Stedenbouw Cécile Jodogne (FDF) een negatief advies uitbrengen over een megabordeel in de Aarschotstraat. Het project omvat 38 prostitutiestudio’s en 43 appartementen en winkels. Volgens Jodogne zijn zowel de buurtbewoners als de eigenaars van de nabijgelegen prostitutiebars tegen het project gekant. Sinds eind februari werden er meer dan 400 handtekeningen tegen het project verzameld.
VRIJDAG 22 MAART ONTWIKKELINGSCOMMISIE TEGEN WINKELCENTRUM. De GOC (Gewestelijke Ontwikkelingscommissie) is geen voorstander van het NEO-project, een toekomstig winkelcentrum op de Heizel. Volgens de commissie zal dit centrum mobiliteitsproblemen met zich meebrengen en de ontwikkeling van huisvestiging moeilijker maken. Daarbovenop beschikt de regio met Just Under The Sky en Uplace al over twee grote projecten voor de toekomst.
ZATERDAG 23 MAART 24 UUR VAN TER KAMEREN ONDERGESNEEUWD. De aflossingskoers ’24 uur van Ter Kamerenbos’ wordt stopgezet. Door de hevige sneeuwval beslist de organisatie om de fietshappening vroegtijdig te stoppen. Het Rode Kruis vangt ook 60 jongeren op die onderkoeld zijn. Het evenement lokt jaarlijks 10.000 deelnemers.
ZONDAG 24 MAART
“ “
De jongeren zijn hier baas.” Yves Lebrun, pastoor van de Christus Koningkerk in de Mutsaardwijk, heeft alle moeite van de wereld om zijn kerk uit de handen te houden van hangjongeren en vandalen (op FM Brussel).
LITERATUURFESTIVAL PASSA PORTA GROOT SUCCES. Het vierdaagse festival eindigt vandaag met het Parcours, een succesformule. De hele dag worden er in de Brusselse binnenstad auteursontmoetingen, workshops, wandelingen en activiteiten met film, beeldende kunst en muziek georganiseerd. Bijna 8.000 literatuurliefhebbers vinden hun weg naar het festival, dat al voor de vierde keer plaatsvindt.
MAANDAG 25 MAART
Seffens ga ik mijn oude vijand Jean Demannez nog missen...”
BRUSSEL FINALIST EUROPESE GROENE HOOFDSTAD. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bereikt de finale van de verkiezing van Europese Groene Hoofdstad 2015. De titel wordt jaarlijks uitgereikt door een expertenpanel en een Europese jury. Kandidaten worden beoordeeld op de naleving van milieunormen en ambitieuze doelstellingen op vlak van milieu en duurzame ontwikkeling. De andere finalisten zijn Bristol, Glasgow en Ljubljana.
Gemeenteraadslid Thierry Balsat (Les Bleus de Saint-Josse) is niet te spreken over de keizerlijke allures die burgemeester Emir Kir (PS) zichzelf aanmeet op het gemeentehuis van Sint-Joost-ten-Node (in La Libre Belgique).
14 miljoen euro extra voor brussel. In alle Brusselse politiezones werden vorig jaar 274.000 foutparkeerders beboet. Dat schrijft Het Laatste Nieuws. In totaal zijn al die boetes goed voor 14 miljoen euro aan inkomsten.
DINSDAG 26 MAART
HET WOORD
Snellaadpunt
De Delhaize supermarkt Arbre-Ballon heeft haar parking met snellaadpunt voor elektrische wagens voorgesteld. Het concept is uniek in België en dus een primeur. “Bij de oplaadpalen die nu beschikbaar zijn, duurt het vier à vijf uur voor de elektrische wagen is opgeladen. Bij onze nieuwe snellaadpaal duurt het slechts twintig minuten. De klant kan rustig boodschappen doen terwijl zijn auto oplaadt,” zegt Roel Dekelver, woord-
voerder van Delhaize België. Voor de nieuwe laders – er zullen voorlopig twaalf snellaadpunten geplaatst worden – werkt supermarktketen Delhaize samen met autofabrikant Nissan en The New Motion, leverancier van de snelladers. Klanten van Nissan hebben alvast een streepje voor. Zij mogen een jaar gratis laden, andere merken een half jaar. Jonas Gilles
‘walking madou’ begraven. De voetgangerszone tussen het Madou- en Sint-Joostplein die opnieuw toegankelijk is voor verkeer, wordt symbolisch ten grave gedragen. De plechtigheid wordt mede mogelijk gemaakt door het platform Avance Saint- Josse vooruit. De aanwezigen betreuren de beslissing van burgemeester Emir Kir (PS) en zien het als een terugkeer naar de jaren 1950. Er dagen een tachtigtal mensen op. Samengesteld door Jonas Gilles en Christophe Degreef
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1371 PAGINA 4 - DONDERDAG 28 MAART 2013
ELKE 1300 METER IS ER WEL EEN KERK IN BRUSSEL...
...zo berekende hulpbisschop Jean Kockerols. Die overvloed dateert uit de tijd dat het katholieke geloof de norm was. Zelfs in een liberale stad als Brussel ontstonden in de jaren zestig nog nieuwe parochies. Maar terwijl vandaag allerlei andere religies floreren, is het katholieke geloof bij de Belgen op zijn retour en lopen de kerken leeg. Dat is een algemene tendens, die in de grootstad nog sterker waarneembaar is. Bij de Nederlandstalige Kerk in Brussel komt het dubbel hard aan. Het aantal Vlamingen gaat sowieso al achteruit. De huidige kerkorganisatie is niet langer houdbaar, zegt hulpbisschop Jean Kockerols in een openhartig interview. De overblijvende parochianen zien het krimpen van hun Kerk met lede ogen aan (p.6). Voor stedenbouwkundigen en erfgoedspecialisten vormen de lege kerkgebouwen dan weer een echte breinbreker (p.7). ■ DOOR STEVEN VAN GARSSE EN BETTINA HUBO
© SASKIA VANDERSTICHELE
Volgens hulpbisschop van het aartsbisdom Mechelen-Brussel Jean Kockerols ligt de toekomst van de Kerk niet enkel in de grote centrumkerken. “We hebben ook nood aan bescheiden plekken, waar mensen in kleine groepjes samenkomen om te bidden en met elkaar in gesprek te gaan.”
KERK IN
ADEMNOOD
BISSCHOP JEAN KOCKEROLS WIL OVER TWEE JAAR TIEN À TWAALF GROTE KERKEN OVERHOUDEN
‘Het is van moeten’
BRUSSEL – De Nederlandstalige Katholieke Kerk in Brussel kampt met een krimpende en snel verouderende geloofsgemeenschap. Jean Kockerols, hulpbisschop van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, heeft een plan klaar voor een nieuwe organisatie van zijn Kerk. “Over twee à drie jaar moeten er tien tot twaalf centrumkerken overblijven.”
H
et gesprek met de bisschop vindt plaats enkele uren voor er witte rook uit het Vaticaan opstijgt en de naam van de nieuwe paus bekend wordt. Paus Franciscus komt dus niet ter sprake in het gesprek met de hulpbisschop. Aan zijn voorganger Benedictus bewaart Kockerols een opmerke-
lijke herinnering. “Toen ik aan hem voorgesteld werd, zei hij: ‘Ah, Brussel, waar er zoveel problemen zijn.’” Kockerols geeft het toe: de Nederlandstalige Katholieke Kerk in Brussel verkeert in crisis. “Maar een crisis is niet noodzakelijk negatief. De hele Westerse wereld beleeft op dit moment een crisis: de eco-
problemen – of beter gezegd – uitdagingen.”
Moeten we spreken van een crisis van de Kerk of van het geloof? Jean Kockerols: “Van allebei. Vele gelovigen hebben het geloof de rug toegekeerd vanwege nomie, het gerecht, etc. In België heeft de Kerk de crisis in de Kerk.” veel geleden onder pedofi lieschandalen, ze heeft enorm aan geloofwaardigheid ingeboet. Concreet: Hoe ernstig is het gesteld met In Brussel werd het aantal Nederlandstali- Brussel? gen daarenboven in enkele decennia herleid Kockerols: “Ik durf geen cijfer te plakken op tot een kleine minderheid. Dat is een rouw- het aantal Nederlandstalige gelovigen, maar proces. Zo verkrijg je een opeenstapeling van de meeste geloofsgemeenschappen in Brussel
BDW 1371 PAGINA 5 - DONDERDAG 28 MAART 2013
INFOGRAFIEK: BDW
21 PASTORALE EENHEDEN VANDAAG
VAN 110 NAAR 10 PAROCHIES In 1965 telde Brussel 110 parochies, met sinds het Tweede Vaticaans Concilie Vlaamse en Franstalige missen. Dertig jaar later werd echter duidelijk dat die situatie niet langer houdbaar was. De kerk kalfde af en vanuit het Vicariaat, eerst door Herman Cosyns, later door de hulpbisschop Jozef De Kesel werden parochies samengevoegd. In een brief van 2005 liet bisschop De Kesel de Brusselse parochies weten dat een pastorale werking slechts kan standhouden als er een “voldoende levendige gemeenschap”. Vandaag zijn er aan Nederlandstalige kant nog 21 pastorale eenheden. Als het van huidig bisschop Jean Kockerols afhangt worden dat aantal tegen 2015 nog eens gehalveerd.
110 PAROCHIES IN 1965
zijn heel klein. Hier en daar zijn er uitzonderingen. Langs de Westkant, in Jette bijvoorbeeld, valt het nog mee. En in het Centrum worden de Finisterrae- en de Bijstandskerk regelmatig goed bezocht. Maar dat gebeurt grotendeels door gelovigen uit de Rand. Het betreft mensen die op zaterdagmiddag in de Nieuwstraat geshopt hebben of mensen die vanuit Dilbeek of Sint-Pieters-Leeuw naar Brussel komen voor de kwaliteit van de viering. Want het moet gezegd: in Brussel kan je nog een echte mooie mis bijwonen”.
WIE IS JEAN KOCKEROLS?
© SASKIA VANDERSTICHELE
Sommige Vlaamse gelovigen vrezen dat er straks geen missen in het Nederlands meer zullen opgedragen worden. Evolueren we naar tweetalige missen, zoals hier en daar al het geval is? Of naar het Latijn? Kockerols: “Latijnse missen zijn niet de oplossing. Ik heb graag dat mijn gelovigen weten wat ze zeggen en dat ze niet zomaar iets aframmelen. Tweetalige missen zijn ook niet ideaal. Je kan je preek nooit exact fi ftyfi fty in de twee talen houden. Er zijn achteraf altijd mensen die klagen dat er te veel in het Frans of in het Nederlands gezegd wordt.” “Ik wil de toekomst van de Vlaamse missen garanderen, toch zeker op die plekken waar men duidelijk iets opbouwt, waar een beduidend, kwaliteitsvol iets ontstaat.” U wilt het aantal kerken dus afbouwen? Kockerols: “Ik denk dat de kerkelijke organisatie anders moet aangepakt worden. We moeten niet langer proberen om overal, tot in de kleinste uithoek, aanwezig te zijn. Jezus zegt: ‘Gij zijt het zout der aarde, gij zijt het licht der wereld.’ De Kerk is geroepen om zowel licht te zijn, heel zichtbaar dus, als zout, een bescheiden substantie die smaak geeft aan het voedsel. Die merkwaardige paradox moeten we proberen te verzoenen.” Hoe ziet u dat in de praktijk? Kockerols: “Binnen twee à drie jaar blijven er aan Nederlandstalige kant in Brussel tien à twaalf centrumkerken over, de zogenaamde lichtbakens. Daar wordt de zondagse eucharistie gehouden, met medewerkers voor het onthaal en met begeleiding van volwassenen en kinderen. Daarnaast moeten er plekken zijn, veeleer bescheiden, waar mensen in kleine groepjes samenkomen, dichtbij hun woning of op weg naar het werk. Ik denk aan gebeds- en gespreksgroepen, kapellen en aalmoezeniersdiensten van gevangenissen of ziekenhuizen.”
Gaat dat niet op groot protest stuiten bij de huidige kerkgangers? De meesten zijn bejaard en klagen nu al dat ze zich verder moeten verplaatsen voor de zondagse mis. Kockerols: “Ik heb respect voor oudere mensen. Ik wil die mensen dan ook niet shockeren of bang maken. Maar het is van moeten. Brussel telt 108 parochiekerken, evenveel als de Parijse binnenstad, terwijl daar toch dubbel zoveel mensen wonen. Om de 1300 meter is hier wel een kerk. We zijn verwend geweest, maar dat zal veranderen. Je moet nu ook al verder rijden om een goede bakker of krantenwinkel te vinden. Ik denk dat er solidariteit moet
Jean Kockerols (Brecht, 1958) studeerde rechten aan de ULB en werkte vervolgens enkele jaren als maritiem jurist in de haven van Antwerpen. Ook was hij drie jaar vrijwilliger bij de Ark, een gemeenschap die gehandicapten opvangt. Pas toen hij dertig was, ging hij naar het seminarie. Vijf jaar later werd hij tot priester gewijd. Kockerols was parochiepriester in Etterbeek, Sint-Pieters-Woluwe en Ukkel. Twee jaar geleden benoemde de paus hem tot hulpbisschop voor Brussel. Kockerols is perfect tweetalig. SVG/HUB
“Een zondagsmis op wandelafstand in heel Brussel is niet meer van deze tijd. Je moet nu ook veel verder rijden om een goede bakker te vinden”
ontstaan, ook op dit vlak. Waarom groeperen de mensen zich niet om samen in één auto naar de kerk te rijden?” “Het is niet zo dat de missen van de andere kerken meteen worden afgeschaft. Zolang ik over voldoende priesters beschik, kan de eucharistieviering daar nog enkele jaren behouden blijven.” Hoe gaat u die hervorming doorvoeren? Zal ze van hogerhand worden opgelegd? Kockerols: “Ik probeer om autoritair te zijn. Ik heb een werkdocument geschreven om de discussie met de pastorale ploegen op gang te brengen. Ik hoop dat hun frank zal vallen, dat ze begrijpen dat de manier van gelovig zijn in kerkverband moet veranderen.” Als er tien of twaalf centrumkerken overblijven, zullen er op termijn heel wat kerkgebouwen op overschot zijn. Hebt u een plan om dit op te lossen? Kockerols: “We gaan eerst de werking aanJean Kockerols: “Eerst moeten we onze pastoraal herorganiseren. Daarna pas komt de vraag over de toekomst van de kerkgebouwen.”
LEES VERVOLG OP PAGINA 6
BDW 1371 PAGINA 6 - DONDERDAG 28 MAART 2013
VERVOLG VAN PAGINA 5 passen en in functie daarvan kijken wat er met de kerkgebouwen gebeurt. Maar het is duidelijk dat bepaalde kerken beter een nieuwe bestemming krijgen. De enorme SintHubertuskerk in Watermaal-Bosvoorde en de Sint-Katelijnekerk in Brussel-Stad zijn te grote, onbewoonbare gebouwen. Daar hebben we niets aan. Maar herbestemming is niet simpel. We hebben sinds anderhalf jaar een werkgroep die zich over het probleem buigt. Samen met het Gewest bekijken we wat er met die gebouwen kan gebeuren. Uitlenen aan katholieke gemeenschappen van buiten-
landse herkomst bijvoorbeeld, zoals nu al gebeurt met de Kapellekerk. Of aan andere christengemeenschappen, tenminste als ze erkend zijn. Blankedelle in Oudergem wordt gebruikt door de International Protestant Church. Er scholen in maken is een andere mogelijkheid.” Waarom geen kerken ombouwen tot moskees? Kockerols: “Ik denk niet dat dat mogelijk is. De verhoudingen tussen christenen en moslims hebben nog een hele weg af te leggen. Die relatie heeft een geschiedenis van oorlogen en spanningen en is daardoor nog te beladen.” Hoe moeilijk is het om de Kerk te laten opbloeien in een stad waar één op vier inwoners moslim is? Kockerols: “Als christen voel ik me daardoor uitgedaagd, op een goede manier welteverstaan. Er zijn heel wat overeenkomsten tussen de christelijke en de moslimgemeenschap: het zijn allebei groepen van gelovige mensen die de stad delen. Het is dus van belang om bruggen te bouwen. Sommigen spreken over de interreligieuze dialoog. Het woordje dialoog is mij te sterk, ik heb het liever over ontmoetingen en het ontkrachten van vooroordelen.”
Ook andere religies tieren welig in de grootstad, kijk maar naar de Pinksterkerken die als paddestoelen uit de grond schieten. Hoe komt het dat de Katholieke Kerk niet heeft kunnen profiteren van die spirituele hausse? Kockerols: “De Katholieke Kerk heeft eeuwenlang in een context geleefd waar alles christelijk was: de scholen, de hele cultuur. Maar die tijd is voorbij. Te lang heeft men de zondagse mis als toppunt van het christelijke leven beschouwd en heeft men wat eronder ligt verwaarloosd. Wat naast de zondagse mis gebeurt, is nochtans van groot belang. Dat netwerk van kleine initiatieven, samen iets doen, de Bijbel lezen, bidden, geldinzamelacties voor de derde of vierde wereld, daar draait het om. De zondagse mis is noodzakelijk, maar niet voldoende om de Kerk levendig te houden.” Over die zondagse mis: er lijken in de Nederlandstalige Katholieke Kerk in Brussel niet zoveel pogingen ondernomen te worden om modern en eigentijds te zijn en om de jeugd enthousiast te maken. Waar is de tijd dat jongeren met elektrische gitaren en popmuziek de kerk in werden geloodst? Kockerols: “In de jaren zeventig en tachtig werden inderdaad allerlei zaken uitgeprobeerd. Tegenwoordig onderneemt de Nederlandstalige Kerk nog weinig pogingen om het muzikale repertoire te moderniseren. In Jette probeert pastoor Dirk Vannetelbosch met missen in het Brussels en motorwijdingen een ander publiek aan te spreken. Daarmee opent hij een deurtje. Ik denk dat de eucharistievieringen vooral baat hebben bij meer stilte, momenten om een en ander te laten bezinken. Ook moet er meer fysieke beweging zijn. In de Nederlandstalige parochiekerken blijven de mensen veel te veel zitten. De houding in de liturgie is rechtopstaand, dat zie je op oude schilderijen.” Steven Van Garsse en Bettina Hubo
Paul Delva is naast Vlaams parlementslid voor CD&V ook actief als lector en catechist in de Vogelzangparochie in Woluwe. Delva ziet met lede ogen aan hoe de Vlaamse kerk in Brussel uitdunt. Tekenen genoeg. “Ik herinner me de Sint-Juliaankerk in Oudergem uit mijn jeugd,” zegt Delva. “Die kerk zat altijd vol, hé.” Onlangs heeft de pastoor van Woluwe beslist om een aantal Vlaamse missen af te schaffen. Twee pastorale eenheden worden samengevoegd. Delva: “Onze pastoor is daar heel duidelijk in. Als er geen tien parochianen meer zijn, dan wordt de eucharistieviering opgedoekt. Natuurlijk zijn dat moeilijke momenten. Bij elke mis die verdwijnt is de parochie een derde van de kerkgangers kwijt. Maar het heeft natuurlijk wel het voordeel van de duidelijkheid.” De afkalvende kerk baart Delva wel zorgen. Brussel zonder ook maar één Vlaamse mis? Het lijkt geen onrealistisch scenario. Delva: “Men zegt wel eens: er zal altijd een waakvlam blijven. Maar wat als de zuurstof helemaal weg is?” Dat de buitenlandse kerken het uitstekend doen, is voor Delva maar een schrale troost. “Het succes van de Poolse missen is irrelevant voor mijn geloof.” Delva put hoop uit andere formules. Zo trekt hij jaarlijks met vrienden langs de pelgrimswegen naar Compostela en zijn er de maandelijkse druk bijgewoonde familievieringen in de kerk van Stokkel. Een nieuw fenomeen zijn de Nederlands-
Paul Delva: “De mis is een rustpunt.” talige bijbelgroepen in Brussel. Daar wordt eerst uit de bijbel voorgelezen en daarna gediscussieerd. “Het voordeel is dat je onder gelijkgestemden bent en het staat los van de wekelijkse kerkverplichting. Ik denk dat bijbelgroepen een toekomst hebben in een stad als Brussel. Bovendien blijken ze in trek bij jonge mensen.” Toch blijft het vreemd om bij de Kerk te blijven op een moment dat steeds meer Vlamingen zich ervan afkeren. Delva: “Ik heb er veel aan. De eucharistieviering is een rustpunt. Er heerst ook een andere taal en logica dan in mijn professionele leven. Neem nu het woord ‘genade’. Dat hoor je nergens meer, terwijl daar zoveel inzit. Het is een prachtig woord. Daarover denk ik graag na. Ik vrees dat als de kerk verdwijnt, ook de geloofstaal zal verdwijnen.” SVG
TOEKOMSTIG KLEUTERLEIDSTER SOFIE LAAT ZICH DOPEN
‘Mijn geloof tonen’ Veertig nieuwe Brusselse gelovigen laten zich op Pasen dopen. Ze komen uit de hele wereld. Voor het eerst sinds lang is er een Nederlandstalig meisje bij. De zogenaamde uitverkiezing is een bijzonder moment voor de Kerk. Elk jaar bevestigen volwassen gelovigen op de eerste zondag van de Vasten dat ze voortaan tot de kerkgemeenschap willen behoren. Op 17 februari traden er opnieuw een veertigtal personen toe. Onder hen veel Afrikanen, Zuid-Amerikanen, maar ook Italianen, Spanjaarden en Franstalige Brusselaars. De mis was tweetalig, en dat was niet zonder reden. Voor het eerst sinds lang liet ook een Vlaams meisje zich dopen. Sofi e Deschouwer uit Schaarbeek zit in het laatste jaar van de lerarenopleiding kleuteronderwijs. “Dat ik nooit gedoopt ben, komt omdat mijn vader niet gelovig is. Mijn moeder is dat wel. Mijn ouders hebben beslist dat ik me kon laten dopen wanneer ik volwassen werd. Dat vind ik op zich wel eerlijk: ik kies er helemaal zelf voor.” Niet dat de katholieke leer helemaal nieuw is voor Sofi e. Haar moeder voedde haar op met de christelijke waarden en ze liep altijd school in het katholiek onderwijs. De toetreding tot de Kerk kon voor Sofi e dan ook niet uitblijven. “Van jezelf weet je wel dat je gelooft, maar de anderen weten dat niet. Er komt een moment dat je dat wil tonen.” Dat de Kerk zwaar onder vuur ligt wegens pedofi lieschandalen verandert daar niets
© SASKIA VANDERSTICHELE
‘Een moskee in een kerk? Ik denk niet dat dat mogelijk is.’
Maar u wordt wel geconfronteerd met een groeiende moslimgemeenschap, die ook explicieter is in haar geloofsuitingen, terwijl de eigen Katholieke Kerk afkalft. Kockerols: “Ik durf toch te geloven dat bij ons ook zaken bloeien, dat we iets opbouwen, uiteraard kleinschaliger en misschien minder expliciet. Maar het is onvoldoende, dat klopt.”
‘Samen de Bijbel lezen’ © SASKIA VANDERSTICHELE
© ÉGLISE CATHOLIQUE DE BRUXELLES - ARCHEVÊCHE DE MALINES
Kockerols: “Ik durf toch te geloven dat bij ons ook zaken bloeien.”
PAUL DELVA, LECTOR EN CATECHIST
‘Sofie Deschouwer: “De kerk zal goed gevuld zijn. Ik heb een grote familie.’ aan. “Natuurlijk is het verschrikkelijk wat er met die kinderen gebeurt, maar ook in sportclubs heb je misbruik. Je gaat daar toch niet minder door sporten.” De belangrijkste motivatie voor Sofi e om zich te laten dopen is haar wens om het geloof te kunnen doorgeven aan de kleutertjes. “Ook in de klas beleef je het geloof samen. Dat er moslimkindjes in de klas zitten, is niet erg, integendeel. Zij vertellen hoe zij hun geloof beleven, ik vertel hoe het er in mijn kerk aan toegaat, en dan merken we samen dat er niet zo gek veel verschillen zijn.” Sofi e kijkt alvast uit naar de doop. Die vindt plaats op Pasen, in haar eigen kerkgemeenschap in de Sint-Jozefskerk in Evere. “Ik weet zelf nog niet hoe het doopritueel precies zal verlopen. Dat moeten ze me nog vertellen. Wat ik wel weet, is dat de hele familie erbij wil zijn. De kerk zal goed gevuld zijn, want ik heb een grote familie.” SVG
BDW 1371 PAGINA 7 - DONDERDAG 28 MAART 2013
PROFESSOR THOMAS COOMANS (KU LEUVEN) OVER DE LEGE KERK
‘Slopen betekent erfgoed verliezen’ KERK IN
SINT-PIETERS-WOLUWE – Architectuurhistoricus Thomas Coomans (KU Leuven) pleit voor een omzichtige aanpak van de kerkleegstand. “Geef de kerk terug aan de buurt.”
ADEMNOOD
een rol spelen om die maatschappelijke leegte op te vullen?” “Kerken zijn voorts publieke gebouwen. Die functie moeten ze zoveel mogelijk behouden. Van een kerk appartementen maken, is doorgaans geen goed idee. Monofunctionele kerken bieden ook geen oplossing. In Canada heb ik gezien hoe ze van een kerk een circusschool gemaakt hebben. Prachtig is dat. De
hoge ruimtes zijn ideaal voor trapezisten. Maar als de circusschool geen succes meer heeft, staat de kerk wel weer leeg.” “Daarom pleit ik ervoor om in de kerk verschillende functies onder te brengen: een leesclub, een postkantoor, een crèche, een wijkpraktijk, een buurtrestaurant. Er zijn voldoende succesvolle voorbeelden in het buitenland. Een deel van de kerk
“Een kerk ontwijden is altijd een trauma voor de bisschop” kan gereserveerd worden voor erediensten. Een kerk ontwijden is toch altijd een trauma voor de bisschop.” “Er is nog een ander voordeel aan © SASKIA VANDERSTICHELE
C oomans is een buitenbeent je in zijn vakgebied. Hij is mediëvist, kunsthistoricus en archeoloog en doceert architectuurgeschiedenis en monumentenzorg aan toekomstige ingenieurs aan de KU Leuven. Een van zijn specialiteiten is het behoud van het kerkelijk erfgoed. Hij maakt deel uit van het internationale netwerk Future for Religious Heritage dat in Brussel gehuisvest is. Coomans is ook lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Als er een kerk moet worden beschermd in Brussel, moet je bij hem aankloppen. De architectuurhistoricus bereidt nu een studie voor in opdracht van de Brusselse Regering over de leegstand van kerken in de hoofdstad. Hij stelt binnenkort, in samenspraak met het Gewest en Bisdom Brussel, vier cases voor van lege kerken die getransformeerd kunnen worden. “Ik zeg nog niet over welke kerken het gaat. Dat zou voor ophef kunnen zorgen.”
Schaarbeek wil van de SintMariakerk een concertgebouw maken. Coomans: “Een cultureel centrum maken van een kerk klinkt aanlokkelijk, maar het succes is niet altijd gegarandeerd. Van een kerk een bibliotheek maken, is relatief eenvoudig. Kerken ombouwen tot een theater- of muziekzaal ligt wat moeilijker. Het ontbreekt kerken vaak aan de nodige infrastructuur. Het beste bewijs is de Brigitinnekerk. Die werd ‘gekloond’ om de nodige faciliteiten te voorzien: backstage, kleedkamers, toiletten, etc.” Een kerk onderhouden kost veel geld. U pleit voor openbare functies, terwijl net privéinvesteerders met geld over de brug zouden kunnen komen. Coomans: “Ik heb geen bezwaar tegen beperkte kantoren en woningen in een deel van de kerk. Het klopt dat het onderhoud duur is. De toren is onbetaalbaar geworden. Toch is een kerk niet zo eenvoudig in vastgoedlogica te vatten. De vastgoedsector rekent in vierkante meters, een kerk bestaat vooral uit kubieke meters.”
Steeds meer kerken komen leeg te staan. Wat moeten we ermee? Coomans: “Slopen betekent altijd erfgoed verliezen. Kerken hebben niet alleen een religieuze betekenis. Zij zijn ook een uiting van een bepaalde tijd en hebben een bepaalde betekenis in de buurt. Niet iedereen heeft dat zo begrepen. Zelfs binnen de Rooms-Katholieke Kerk leeft soms de idee dat lege kerken maar beter afgebroken kunnen worden, liever dan dat ze er een discotheek, winkelcentrum of moskee van zouden maken. Die evolutie zien we sterk in Nederland.” “Dat slopen een slecht idee is, valt makkelijk aan te tonen met de afbraak van de Sint-Gertrudiskerk in Etterbeek. Die werd gesloopt en nooit meer heropgebouwd. Dat is vandaag een trou de mémoire, een litteken voor de stad en haar inwoners.” Wat is het altneratief? Coomans: “Een goede oplossing veronderstelt vooreerst een value assesment, een waardebepaling. Verschillende facetten komen daarbij aan bod: de cultuurhistorische betekenis, de ligging van de kerk, de morfologie. In een kruiskerk heb je bijvoorbeeld niet dezelfde mogelijkheden als in een koepelkerk.” “Daarna moet je nagaan wat de socio-culturele noden van de buurt zijn. Hoe kan een leegstaande kerk
multifunctionele kerkgebouwen verbonden. Veel mensen hebben niets aan gesloten en leegstaande kerken in hun wijk. Als herbestemde kerken een buurtfunctie krijgen, krijgen ze opnieuw een sociaal draagvlak. Zelfs voor moslims en vrijzinnigen, die kerkgebouwen dan echt als hun Brussels erfgoed kunnen beschouwen.”
Voor de Helmet-, de SintKatelijne- en de SintHubertuskerk bestaan vage plannen voor herbestemming. Coomans: “De herbestemmingsproblematiek is nog erg pril in Brussel. We zitten daarenboven met een drievoudige crisis: een economische crisis, een identiteitscrisis - waar gaat het met Brussel naartoe? - en een crisis van de Kerk. Dat verklaart deels de passiviteit. Maar het kan anders. Zo staat Vlaanderen al een stuk verder in de reflectie over het gebruik van parochiekerken. N-VAminister Geert Bourgeois heeft in 2011 duidelijkheid gevraagd aan de Katholieke Kerk. In Wallonië daarentegen ziet men het probleem niet. De meeste kerken uit de negentiende en de twintigste eeuw worden niet beschouwd als erfgoed, maar als symbolen van de Katholieke Kerk. Een kerk die verdwijnt wordt er nog altijd gezien als een overwinning.”
Thomas Coomans aan de Sint-Katelijnekerk. “Brussel telt 108 parochiekerken. Enkele daarvan staan leeg, andere zullen volgen. Het debat hierover ligt erg gevoelig.”
Steven Van Garsse
Thomas Coomans, “Brusselse kerken beschermd? Naar een geïntegreerde erfgoedbenadering”, Erfgoed Brussel, 06/2012
BDW 1371 PAGINA 8 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Politiek > Jean-Luc Vanraes (Open VLD) vertegenwoordigt hoofdstad in Comité der Regio’s
Steden moeten meer wegen op Europa BRUSSEL - Overal wordt nagedacht over de nieuwe uitdagingen waar de wereld voor staat. Verstedelijking is daar maar één voorbeeld van, maar wel een belangrijk. “Ondertussen voeren wij een middeleeuwse strijd tussen Nederlandstaligen en Franstaligen, een pure machtsstrijd,” zegt Jean-Luc Vanraes (Open VLD), voorzitter van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, OCMW-voorzitter van Ukkel en sinds kort Brusselaar van dienst in het Comité van de Regio’s.
J
ean-Luc Vanraes heeft zijn entrée tot de Europese scène niet gemist. Nog maar net is hij Jos Chabert (CD&V) opgevolgd als vertegenwoordiger van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij het Comité van de Regio’s of hij mocht het Brussels Forum al toespreken. Brussels Forum is een jaarlijkse bijeenkomst van ‘de meest invloedrijke politieke, zakelijke en intellectuele leiders,’ zo heet het op de webstek. Vanraes maakt ook deel uit van de Assembly of European Regions, een instelling waar 272 gewesten deel van uitmaken. Naast regio’s uit de Europese Unie zijn Turkije en staten van de vroegere Sovjet-Unie ook lid. Jean-Luc Vanraes : “Terwijl er een economische crisis woedt, dreigt Brussel opnieuw in het middelpunt van een communautaire storm terecht te komen. Aanleiding zijn de zesde staatshervorming en verdere staatshervormingen.” Uiteraard doelt Vanraes op de N-VA - op de plannen voor Brussel van de Vlaams-nationalistische partij is het nog een jaar wachten. Hij hekelt ook PS-voorzitter Paul Magnette wat betreft Wallo-Brux, sp.a-vicepremier Johan Vande Lanotte die zegt dat de Vlamingen in Brussel oververtegenwoordigd zijn en Groen dat alle bevoegdheden naar het Gewest wil overhevelen. De laatste in de rij is Geert Bourgeois (N-VA), die vindt dat Vlaanderen en Wal-
luidt het bij Vanraes. Maar moet Brussel zich ook intern niet aan de veranderende wereld aanpassen?. Vanraes: “De interne staatshervorming (zie p.2, red.) is inderdaad niet de grote revolutie, maar er is wel een verschuiving van de macht van de gemeenten naar het Gewest. We moeten nog verder gaan en daar zijn ook de Franstaligen van overtuigd. Alleen: het denken in machtsblokken - Vlamingen versus Franstaligen - verhindert dat ze verder gaan. Ze willen nog iets achter de hand hebben bij een volgende staatshervorming. Wie wordt daar het slachtoffer van? De burger.”
lonië samen Brussel moeten besturen. Vanraes: “Brussel wordt al lang bestuurd door Franstaligen en Nederlandstaligen. Via de gemeenschappen zijn de Brusselaars verbonden met de Franse of de Vlaamse Gemeenschap. We moeten ophouden met te discussiëren over het geslacht der engelen. De discussie die Bourgeois poogt te voeren is eindeloos achterhaald.” Maar toch, politiek gaat over macht. Vanraes: “Politiek is het lenigen van de noden van de bevolking met een maximale sociale rentabiliteit.”
Bruistablet
Subsidiariteit Volgens Vanraes gaat het hoe langer hoe meer over subsidiariteit : “De juiste bevoegdheden op het passende beleidsniveau. De sociale zekerheid is een verzekering, die op federaal niveau thuishoort. Leefmilieu hoort op verschillende niveaus, parken en ophaling huisvuil zijn lokale bevoegdheden, geluidsnormen daarentegen horen op Europees niveau, net zoals energie. Op economisch vlak hoort Brussel tot de driehoek Brussel-Rijsel-Antwerpen.” Vanraes vindt ook dat de subsidiariteitsdiscussie moet gevoerd worden, los van het commnunautaire niveau. “Vlaanderen vergrijst, terwijl Brussel een jonge bevolking heeft. Mits goede scholing en opleiding zijn de Brusselse jongeren de rijkdom van morgen, ook van Vlaanderen. Twee
Jean-Luc Vanraes: “Financiële crisis en verstedelijking zijn de grote uitdagingen.”
weken geleden zat ik op Brussels Forum naast de Japanse minister van Economie. Japan kampt al vijftien jaar met een verouderende bevolking: dat betekent meer uitgaven voor gezondheidszorg, meer inactiviteit en minder inkomsten. De poli-
tiek probeert er nu deals te sluiten zodat de bedrijven hun weddes zouden verhogen om de interne markt op te krikken. Dat is Japans manier om de vergrijzing aan te pakken.” Meer macht voor de regio’s: decentralisatie leidt tot meer groei, zo
© BART DEWAELE
Politiek> Minister Buitenlandse Zaken te gast bij VOKA
Reynders verdedigt het status-quo BRUSSEL – De werkgevers hebben de voorbije weken de toon gezet met etentjes over de taalgrens heen. Eerst was N-VA-voorzitter Bart De Wever te gast in de Cercle de Lorraine, vorige week werd minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) ontvangen bij VOKA. Het Franstalig patronaat lustte het rechtse sociaal-economische discours van De Wever wel. Het bezoek van Reynders bij de werkgevers van VOKA werd minder goed onthaald. De mayonaise pakte niet echt. Reynders’ speech over de internationale rol van Brussel hield meer dan steek. Brussel leeft van Europa
en van de wereld. Brussel staat voor politiek, lobbying en pers. Reynders wil die internationale rol nog versterken. VOKA merkt steeds meer interesse van Wallonië voor Brussel. De vereniging wijzigt zijn roepnaam vanaf september in VOKA Metropolitan. Reynders verdedigde de status quo. Dat er op de webstek van de MR voor de uitbreiding van Brussel wordt gepleit, wuifde hij weg met: “De PS heeft ook nog altijd de klassenstrijd in haar beginselverklaring staan en de N-VA zelfs de onafhankelijkheid van Vlaanderen.” Danny Vileyn
© BART DEWAELE
In het verhaal van de subsidiariteit en meer invloed voor de regio’s ziet Vanraes - in tegenstelling tot Bart De Wever - wel nog een toekomst voor België : “Laat De Wever maar vertellen dat België als een bruistablet in een Europese staat zal opgaan. Dat verhaal klopt niet, Vlaamse politici en opiniemakers verkondigen al twee decennia die onzin. De meeste landen van de Europese Unie - van Frankrijk tot Polen en van Spanje tot Zweden - willen blijven bestaan.” Toch wil Vanraes dat de regio’s en zeker de grote steden meer wegen op Europa. Vanraes stelt voor om binnen het Europees Parlement een Senaat van de regio’s en steden op te richten. Die zou in een beginfase bestaan uit de vertegenwoordigers van het Comité van de Regio’s. Vanraes: “We moeten komen tot een Europa met en van de regio’s. De regio’s en steden moeten een fundamentele plaats krijgen in het Europees Parlement.” Danny Vileyn
Didier Reynders in het belle époquekader van Le Plaza.
BDW 1371 PAGINA 9 - DONDERDAG 28 MAART 2013
P-PRAAT U kent het fenomeen: Franstaligen die het over ‘lokaal beleid’ hebben als tegenargument voor de al te Vlaamse fusieplannen van de negentien Brusselse gemeenten. Op zich is dat een mooi verhaal; wie is er immers tegen een beleid dat dicht bij de burger staat? Gelukkig laat de realiteit zich maar moeilijk door dit argument uit het lood slaan. Zo was er vorige week in Elsene gemeenteraad, de lokale oase waar er nog voor de burger wordt gezorgd en waar gemeenteraadsleden altijd veel vragen aan en interpellaties voor het schepencollege hebben. Wel, van de achttien aangekondigde interpellaties werden er vijftien ongeldig verklaard door burgemeester Decourty (PS) omdat ze te laat werden ingediend. Sommige gemeenteraadsleden begonnen dan maar een uiteenzetting over hoe druk ze het wel niet hadden met hun leven naast de politiek. Dus, beste lezer, zo ernstig nemen Franstaligen hun gemeentepolitiek. Trouwens: bij de goedgekeurde interpellaties zat er eentje van Groen-gemeenteraadslid Sabah Meschi. En Elsene heeft nochtans niet veel Nederlandstalige gemeenteraadsleden.
“Voor sommige scholen is het problematisch dat er iemand met een hoofddoek langskomt om ondersteuning te bieden,” zegt Steven Vervoort (VGC).
© BRAM TACK
Politiek > VGC-onderwijscentrum voert nieuw kledingvoorschrift in
Hoofddoek af in GO-school BRUSSEL – Het Onderwijscentrum Brussel, onderdeel van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, heeft nieuwe kledingregels ingevoerd. Personeelsleden mogen geen religieuze tekens meer dragen als ze een school van het Gemeenschapsonderwijs bezoeken – geen hoofddoek meer, dus.
O
nderwijscentrum Brussel (OCB) is een VGC-instelling die Nederlandstalige scholen in Brussel advies en ondersteuning geeft. Het OCB heeft een nieuwe regeling ingevoerd die bepaalt dat personeelsleden die naar scholen gaan met een hoofddoekverbod, geen hoofddoek meer mogen dragen. “Het Gemeenschapsonderwijs herbevestigde onlangs het verbod op hoofddoeken in haar scholen,” zegt Steven Vervoort, directeur Onderwijs en Vorming van de VGC. “Na die uitspraak moesten we positie kiezen. Voor sommige scholen is het problematisch dat er iemand met een hoofddoek langskomt om ondersteuning te bieden. Daarom heb ik een tweetal weken geleden een addendum met de nieuwe regeling toegevoegd aan de arbeidscontracten.” De regel is vooral van toepassing op onderwijsondersteuners. Hun job bestaat erin om in scholen ondersteuning te bieden en advies te geven over onder andere anderstalige leerlingen, ouderbetrokkenheid en diversiteit. De nieuwe regeling bepaalt dat de onderwijsondersteuners in elk net inzetbaar zijn en dat ze dus niet mogen weigeren om naar een bepaalde school te gaan voor een
opdracht. Tegelijk moeten ze zich daar aanpassen aan het schoolreglement. Ze mogen geen hoofddoek dragen in scholen waar dat verboden is. Dat is in heel wat katholieke en gemeentescholen het geval, evenals in alle scholen van het Gemeenschapsonderwijs.
JACKY GORIS (GO BRUSSEL):
“Het is normaal dat een externe begeleider zich aan het reglement houdt”
Bij het OCB werkt al jaren een onderwijsondersteuner met een hoofddoek. Niet alle schooldirecties zouden daar blij mee zijn. Het is niet duidelijk of de vrouw in kwestie haar job kan blijven uitvoeren. “Scholen zijn gevoelig voor ons respect voor hun pedagogisch project,” zegt Vervoort.
Sinds de overwinning van de emir van Sint-Joost, het volkomen terecht weghalen van autowrakken, gele verfspatten en voetgangers aan Madou, waant burgemeester Kir (PS) zich onoverwinnelijk. Het gemeenteblad ‘1210’, voorheen ‘Joske’ genaamd, wordt volgens kenners volop in beslag genomen door staatsieportretten van Emir Kir, uitleg van Emir Kir, inzichten van Emir Kir en een ode aan Emir Kir. Burgemeester Kir oefent dan ook acht bevoegdheden tegelijkertijd uit - in het lokaal belang, dat spreekt voor zich. Wij wilden het zelf controleren, maar bij het ter perse gaan was er van onze uitgestuurde ruiter nog steeds geen spoor. Opgeofferd pour la cause locale, heet dat dan. Iemand moet het doen.
CHIEN ÉCRASÉ “Daar mag niet aan getwijfeld worden. Voor ons is het belangrijk dat we in alle netten kunnen werken. En het Gemeenschapsonderwijs is een groot en belangrijk net.” Jacky Goris, de baas van het Brusselse GO, vindt de regeling vanzelfsprekend. “Het is normaal dat een externe begeleider die met de leerlingen in contact komt, zich ook aan het reglement houdt. Wij hebben al sinds 2000 een verbod op religieuze tekens. Dan geeft het spanningen als iemand met een hoofddoek in de school komt werken,” zegt hij. Dat dit een voorwaarde was om met het OCB te blijven werken, wil Goris niet gezegd hebben. “De beslissing ligt bij de VGC, ik heb daar geen bevoegdheid over. Maar voor ons was het wel een duidelijke afspraak.”
De Lille Het is de eerste keer dat er binnen de VGC een dergelijke regeling getroffen wordt. Staatssecretaris voor het Openbaar Ambt Bruno De Lille (Groen), die binnen de VGC bevoegd is voor ambtenarenzaken, sprak zich vorige week nog uit tegen een algemeen verbod op religieuze tekens voor mensen in openbare dienst. Volgens hem is er op dit moment ook geen meerderheid voor een algemeen hoofddoekenverbod in de Brusselse ambtenarij. “Een goede dienstverlening is van belang, niet wat je op je hoofd hebt,” vindt hij.
GEEN TIJD – Nadat u vorige week kon meelezen hoe sommige woordvoerders omgaan met eerbiedwaardige lieden van de pers, bieden wij u deze week het tegenovergestelde geval aan. Er zijn namelijk woordvoerders die geen afwachtende houding aannemen en voor de publicatie van elk persbericht aankondigen dat er een persbericht op komst is. U moet weten dat journalisten zelden op nieuws zitten te wachten, en al zeker niet op persberichten, want dan is het al te laat. Nee, journalisten maken nieuws. Dat is iets anders. Dat betekent dat wij woordvoerders alleen nodig hebben wanneer het ons uitkomt, en niet andersom. Natuurlijk, er zijn uitzonderingen. Sommige woordvoerders kunnen namelijk een boodschap verkopen zonder dat het zo over komt. Doch, zij zijn met weinigen. En waren zij met velen, dan stond de krant vol met interessant nieuws. Zoals u weet: dat kan niet. SUPERINTERESSANT – Maar leest u mee hoe een opdringerige woordvoerder ons doorgaans lastigvalt. WOORDVOERDER: “Hallo, met XXX. Zeg, wij hebben een persbericht. Superinteressant! Komen jullie?” WIJ: “Hmm.” WOORDVOERDER: “Het is echt niet te missen.” WIJ: “Hmm.”
Goele De Cort / brusselnieuws.be
WOORDVOERDER: “Het wordt een echt event.”
BDW REGIO
BDW 1371 PAGINA 10 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Deze week in Sint-Jans-Molenbeek > Socialisten na twintig jaar uit elkaar
De vloek van de spar Moureaux wilden. Iets dat de sp.a niet kan opeisen. De splitsing van de socialistische groep betekent niet alleen voor de sp.a een herbronning. Ook de PS heeft nu volop de ruimte om te experimenteren. Ook al wordt aan de buitenwereld gezegd dat men de erfenis van Moureaux hoog houdt. Azaoum zegt het zo: “We moeten koelbloedig blijven met onze zeer jonge équipe.”
Zionist
Moureaux bij zijn afscheid in oktober. Na zijn vertrek is het zoeken voor de PS, en zeker voor de sp.a.
SINT-JANS-MOLENBEEK – Sinds kort vormen de Molenbeekse socialisten twee afzonderlijke fracties. Officieel heet het dat het om een verschil in oppositiestijl gaat, in werkelijkheid wil de sp.a afstand nemen van het tijdperk-Moureaux en zich volop richten op de Vlaamse kiezer. De PS heeft natuurlijk andere belangen, in eigen rangen.
E
en donderslag bij heldere hemel, zo zou men het kunnen noemen. Toen de sp.a half maart haar scheiding van de PSfractiegenoten aankondigde, zag niemand dat aankomen. Dat er een politieke logica achter die beslissing zit, hoeft dan weer niet te verbazen. Een logica die dieper gaat dan de officiële reden, het ‘verschil in stijl’ tussen Franstalige en Vlaamse socialisten. Zeker, de oppositie van Jamal Ikazban, de Molenbeekse PS-leider, wordt gekenmerkt door des petites phrases qui tuent, waardoor elk debat met de nieuwe meerderheid in de gemeenteraad in een wellesnietesspelletje verzandt. Maar los daarvan was er van bij de eedaflegging van de nieuwe meerderheid niet erg veel verschil in stijl tussen
Ikazban en zijn sp.a-collega Jef Van Damme. Ikazban hakte in op burgemeester Françoise Schepmans (MR) en op Ecolo, de partij die volgens de Franstalige socialist ‘verraad’ had gepleegd door in een niet-linkse coalitie te stappen. Van Damme moest wel volgen, zij het iets meer beredeneerd en op een zachtere en minder persoonlijke toon, maar toch. Een situatie die uiteindelijk onhoudbaar werd, want Van Damme verwijderde zich op die manier van zijn kiezers. Die situatie is ook PS-gemeenteraadslid Jamel Azaoum niet ontgaan. “Als ik Van Damme hoorde spreken, dan hoorde ik Ikazban,” zo vat hij samen. Het was voor de Molenbeekse Vlamingen die socialistisch wilde stemmen al een moeilijkheid om een stem te geven aan een lijst aan-
gevoerd door PS-coryfee Philippe Moureaux. Nog eens zes jaar luisteren naar een voltallige socialistische groep die de erfenis van Moureaux levendig zou houden, en dan nog
© BELGA / OLIVIER VIN
lige gevoeligheden uit te spelen.” De Nederlandstalige gevoeligheid is ook iets dat sp.a-gemeenteraadslid Hassan Rahali noemt. “Niet alleen de N-VA is er voor de Vlaamse kiezer, wij zijn er ook.” Het wordt misschien niet met die woorden gezegd, maar de goede score van N-VA-oppositielid Dirk Berckmans is iets dat de Vlaamse socialisten niet verwacht hadden. Berckmans liet het tijdens de cam-
“De sp.a heeft er baat bij om opnieuw hun Nederlandstalige gevoeligheden uit te spelen” met gescheld, deed de deur dicht. En dus: exit sp.a. “De situatie is begrijpelijk,” zegt Jamel Azaoum. “De sp.a heeft andere perspectieven, zeker met oog op de gewestverkiezingen van 2014. En dus hebben ze er baat bij om opnieuw hun Nederlandsta-
pagne niet na om stevig in te hakken op Philippe Moureaux en op de sp.a. In de gemeenteraad verdedigt de N-VA’er ook consequent het beleid van de nieuwe meerderheid, en dus laat Berckmans de kiezer merken dat hij als opposant consequent de ‘verandering’ steunt die velen na
Binnen de PS is men volop bezig met de opvolging. Ikazban is in Molenbeek de meest aangewezen persoon, maar zijn scherpe stijl is niet bij iedereen binnen de partij geliefd. Neem nu de recente scheldpartij tussen terrorisme-expert Claude Moniquet en Ikazban. Die eerste had Egypte een ‘grote open vuilnisbelt’ genoemd, waarop de PS’er Moniquet uitschold voor ‘vuile zionist.’ Kort daarna organiseerde de Molenbeekse PS een debat over zionisme, een debat dat op affiches werd aangekondigd met een grove tekening van een bloeddorstige Jood. Bepaalde mensen van de oude PS-garde, zoals voormalig Jets schepen Merry Hermanus, merkten tot hun spijt op dat de PS er niet in geslaagd was ‘bepaalde waarden’ over te dragen op de nieuwe generatie. Volgens ingewijden zou een stommiteit aan de basis liggen van de hele cartoonheisa: een lokale medewerker zou op Google gezocht hebben naar de trefwoorden ‘zionisme’ en ‘cartoon’, en de bewuste tekening zou tussen de zoekresultaten verschenen zijn, en zo klakkeloos zijn overgenomen. Het zegt natuurlijk iets over het historisch besef bij jonge PS’ers. De interne PS-strijd woedt trouwens niet alleen in Molenbeek. Het betreft volgens sommigen de strijd tussen de oude vrijmetselarij en de nieuwe (migranten)generatie. Een strijd die niet alleen over vrijzinnigheid en religie gaat, maar eveneens stijl, generatieconflict en sociale basis behelst. Binnen de jonge PS is er de wil om opnieuw met zeer sociale thema’s naar de kiezer te stappen, thema’s als huisvestingspolitiek en een beleid dicht bij de (arme) burger. Zaken die ook door Moureaux werden aangehaald, maar daardoor paradoxaal genoeg uitgehold raakten zolang de nieuwe generatie ze zich niet eigen kon maken. Zoals Jef Van Damme het omschreef bij het afscheid van Moureaux: “Philippe Moureaux is een spar waaronder niets kon groeien.” De Vlaamse socialisten uiteindelijk ook niet meer. Christophe Degreef
© JO VOETS
BDW 1371 PAGINA 11 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Brussel > Extra Franstalige in groene fractie
De Lille verlaat gemeenteraad Twaalf jaar heeft Bruno De Lille in de gemeenteraad gezeteld, of beter: zes jaar als schepen (20002006) en zes jaar als gemeenteraadslid van 2006 tot 2012. Nu geeft hij er de brui aan: de zevenkoppige Ecolo-Groenfractie kan zonder hem en als staatssecretaris heeft hij een te drukke agenda. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000 werd Bruno De Lille op 27-jarige leeftijd verkozen voor Agalev. Hij werd onmiddellijk schepen van Gelijke Kansen en Internationale Solidariteit. De oppositie die Ecolo gedurende zes jaar heeft gevoerd - Groen maakte deel uit van de vorige meerderheid heeft bij de verkiezingen gerendeerd. Samen hebben
ze zeven zetels in de wacht gesleept: vier Nederlandstalige en drie Franstalige. Met het vertrek van De Lille zijn de Franstaligen opnieuw in de meerderheid. Het is de zesendertigjarige oud-journalist en voormalig woordvoerder van staatssecretaris Christos Doulkeridis (Ecolo), Michaël François die de plaats van De Lille inneemt. Hij werkt tegenwoordig als coördinator gezondheidspreventie voor holebi’s en zal de dossiers Wonen, Toerisme en Sport opvolgen. François: “We zullen stevig oppositie voeren door te luisteren naar de Brusselaars en door hun bekommernissen te laten horen in de gemeenteraad.” Danny Vileyn
Forenzen moeten opletten op de hoek van de Koloniën- en de Loksumstraat.
Brussel > NMBS-pand brokkelt af
Pendelaars ontwijken stenen en bussen aan Brussel-Centraal
Laken > Toch geen parkeermeters rond metro Stuyvenberg
Van betalend naar blauw © SASKIA VANDERSTICHELE
Marion Lemesre (MR), schepen voor het Parkeerplan in Brussel-Stad, wil een zevental straten rondom metro Stuyvenberg omvormen van betalende tot blauwe zone. In de rest van de buurt blijven de parkeermeters staan. In de Emile Wautersstraat, de Kloosterstraat, de Stevens-Delannoystraat, de Ernest Salustraat, de Stuyvenbergstraat, de Gustave Gilsonstraat en de Laubespinstraat werden enkele maanden geleden fonkelnieuwe parkeermeters geplaatst, net als in de meeste andere straten van Laken. Ze traden nooit in werking omdat er protest kwam tegen het Parkeerplan, dat in juni door het vorige Brusselse gemeentebestuur werd goedgekeurd. In dat plan werd zowat het hele grondgebied van Brussel-Stad opgedeeld in (voornamelijk) betalende en blauwe zones. Sinds december is er in Brussel-Stad een nieuwe meerderheid, met behalve de PS ook de liberalen. Die spanden zich van meet af aan in om het parkeerplan af te zwakken. Heembeek werd uit het plan gehaald er werd afgesproken dat in betalende zones het eerste kwartiertje altijd gratis zou zijn. Laken-Noord en Zuid werden samengevoegd tot één zone. Ook sommige tarieven gingen naar beneden. Eind februari kondigde Lemesre aan dat ze bepaalde betalende zones wilde omvormen tot blauwe zones. Dat blijkt nu het geval voor de zeven straten rond metro Stuyvenberg. Daar zullen de parkeermeters weggehaald worden. Tenminste als het schepencollege, dat op 28 maart over de kwestie beslist, en later de gemeenteraad het gewijzigde parkeerplan
Zeven straten rondom metro Stuyvenberg worden omgevormd van betalende tot blauwe zone.
goedkeuren. De stad zou de overtollige parkeermeters naar elders verplaatsen of proberen te verkopen aan buurgemeente Jette. Het voornemen van Lemesre om enkele straten in Noord-Laken uit het parkeerplan te halen zodat pendelaars er hun auto de hele dag gratis zouden kunnen achterlaten, gaat niet door. De Forumlaan blijft een blauwe zone. En op het parkeerterrein voor het Koning Boudewijnstadion blijven de parkeermeters staan, aldus het kabinet Lesmesre. Bettina Hubo
Een NMBS-pand met loszittende stenen aan Brussel-Centraal is afgesloten. Pendelaars dreigen nu door bussen geraakt te worden. Op de hoek van de Koloniënstraat en Loksumstraat staat een verweerd gebouw waarvan de loszittende stenen een veiligheidsrisico voor de talloze forenzen vormen. Om te vermijden dat voorbijgangers brokstukken op zich krijgen, werd het voetpad op politiebevel met dranghekken afgesloten. Hierdoor verliezen reizigers wel een toegang tot het Centraal Station. Het zes verdiepingen tellende hoekpand, dat eigendom is van de NMBS-Holding en uit de jaren veertig dateert, staat sinds 2009 leeg. In afwachting van een koper startte de NMBS-Holding, dat voor de beveiliging en instandhouding van de gevel verantwoordelijk is, vier weken geleden met oplapwerk. “Het gebouw zelf brokkelt niet af,” vertelt woordvoerster Ines Venneman.
“Enkel door werken van de aannemer vallen stukken naar beneden.” Volgens Venneman wordt, naast de verwijdering van loshangende stukken, tegen midden april een beveiligde toegang tot het metrostation voorzien. In tussentijd begeven gehaaste pendelaars zich op straat om de werf te passeren. Is dit door de vele bussen en taxi’s niet gevaarlijk? “Als een auto op het voetpad staat, is dat ook gevaarlijk,” zegt Christian De Coninck, woordvoerder van de politiezone Brussel-Elsene. “Wij hebben de eigenaar gecontacteerd om alles zo snel mogelijk in orde te brengen.” Chantal Kant, de 46-jarige uitbaatster van de belendende taverne De Zeemeermin, vindt de tijdelijke situatie “niet echt veilig voor voetgangers en buurtbewoners. Buschauffeurs rijden soms tegen de dranghekken. Dat heb ik al verschillende keren gehoord.”
Steven Vandenbergh
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos
Anderlecht > Groenen nemen OCMW op de korrel
Eén sociaal werker bevoegd voor 238 dossiers “Een gebrek aan diepgang en daadkracht,” zo vatte de Ecolo- en Groenfractie van Anderlecht haar kritiek op de beleidsnota van het OCMW samen. Dat het OCMW de uitbreiding van het callcenter, het ontwerpen van een nieuwe logo of de investering in nieuwe software als een van haar prioriteiten beschouwt, schiet bij de groenen in het verkeerde keelgat. Ze wijzen daarbij op veel prangendere problemen, zoals bijvoorbeeld de hoge werkdruk bij het personeel. Zo moet een sociaal werker in Anderlecht gemiddeld 238 dossiers opvolgen, zowat het dubbele van het Brusselse gemiddelde.
Ander opmerkelijk verwijt is dat het OCMW haar energiecel, die de energiefactuur van sociaal zwakkeren naar beneden moet halen, verwaarloost. Zo wierf het OCMW nauwelijks nieuw gesubsidieerd personeel in die cel aan. Ook in het kader van huurwaarborgen haalt het OCMW veel te weinig subsidies op. Daarenboven wordt het beleid van Home J. Vanhellemont op de korrel genomen. De personeelskosten van het belangrijkste rusthuis van de gemeente liggen veel te hoog, met exploitatieverlies als gevolg. Bruno Schols
Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
BDW 1371 PAGINA 12 - DONDERDAG 28 MAART 2013
BDW REGIO
© MARC GYSENS
Vorst > Hoogte Honderd met zicht op boomgaard
Boompjes reizen door de gemeente Een boomgaard voor en van iedereen. Dat is het idee achter Panorama Boomgaard, een project waaraan buurtbewoners in een nu nog braakliggend stuk grond tussen het Dudenpark en het Park van Vorst hun steentje zullen moeten bijdragen. En op termijn de vruchten van zullen plukken.
Startfeest met poëzie in de lift Vorige zaterdag was het eindelijk zover. Het uitgebreide Gemeenschapscentrum De Kroon werd officieel ingehuldigd, samen met een ingemetseld kunstwerk met link van Kelly Schacht (www. theimprint.be). Naast de obligate redevoeringen en dankbetuigingen was er vooral ruimte voor gezellige cultuurbeleving. Entertainment te over in zalen Theaterke, Creaclub en Dans. De nieuwe Grote Zaal kreeg brassband ‘t Schoon Vertier op bezoek, voor een nieuwsoortig Brussels kermis-
vermaak. Vooral kinderen kwamen erg aan hun trekken, dankzij fijngevoelig animatie over literatuur: een frietzak zat vol tekstsnippers en een (niet eetbaar) roos hamrolletje was een boekpagina. Voedsel voor de geest te over dus. Een oudere Berchemnaar stond wel op te kijken van het nieuwe liftcomfort in De Kroon. Hij werd verrast met een stukje poëzie dat hem letterlijk de lucht in hees. En de liftboy, Wies Mertens, zag dat het JMB goed was.
Elsene > Vraag naar gemeentelijk onderwijs
‘Elsene geen prioriteit’ Groen-gemeenteraadslid Sabah Meschi wil weten of er gemeentelijk Nederlandstalig onderwijs in de lucht hangt. Schepen Morren (sp.a) zegt van niet. Schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden Maite Morren zegt dat Elsene volgens de Vlaamse Gemeenschapscommissie “niet pri-
oritair” wordt bevonden om een nieuwe school in te richten. Zonder broodnodige steun van de VGC kan de gemeente dat ook niet zelf doen,
laat onderwijsschepen Marinette De Cloedt (MR) verstaan. Wel hangt het gerucht in de lucht dat Scholengroep Brussel in Elsene zou willen investeren. “Voorbarig,” zegt men daar. CD
TELEXREGIO
Sint-Agatha-Berchem > De Kroon en café Den DK olijk ingewijd
Het stuk grond van ongeveer een hectare ligt ter hoogte van de Besmelaan en maakt deel uit van het geklasseerde uitzicht van Hoogte Honderd. Mooi meegenomen, maar de medaille heeft ook een keerzijde, want aangezien het om een geklasseerde site gaat, moet ook Monumenten en Landschappen zich buigen over de vergunning. De eerste boompjes zullen ten vroegste binnen twee jaar hun definitieve stek krijgen. Maar bezieler van het project Laurent Fontaine wacht niet zo lang om zijn project van de grond te laten komen. Bedoeling is om het beheer van de tuin op termijn zo goed als volledig aan de buurtbewoners over te laten. Daarom probeert Laurent ondertussen zoveel mogelijk buurt-
BRUSSEL - De boete voor sluikstorten verhoogt in Brussel-Stad van honderd naar 250 euro per kubieke meter. Dat kondigde schepen van Netheid Karine Lalieux (PS) vorige week aan. De heffing op wildplassen wordt voortaan honderd euro in plaats van vijftig. HUB
bertrand voor schoonmaakactie WATERMAAL-BOSVOORDE – Oppositielid Jos Bertrand (sp.a) wil burgers sensibiliseren met een lenteschoonmaakactie. De meerderCD heid onder leiding van Ecolo is enthousiast over het voorstel.
Loop mee met De VGC LoopCampaGne BeGin met Lopen: Start to run, 0 > 5 km
BLijf Lopen: keep runninG, 5 > 10 km
elsene: atletiekpiste VUB, Pleinlaan 2, elke woensdag en vrijdag van 19.00 u. tot 20.00 u. vanaf 27/03/2013
jette: Boudewijnpark, ingang H.Hartlaan, elke woensdag en vrijdag van 18.00 u. tot 19.00 u. vanaf 27/03/2013
jette: Boudewijnpark, ingang H.Hartlaan, elke woensdag en vrijdag van 18.00 u. tot 19.00 u. vanaf 27/03/2013
koekelberg: Elisabethpark, elke dinsdag en vrijdag van 19.00 u. tot 20.00 u. vanaf 26/03/2013
koekelberg: Elisabethpark, elke dinsdag en vrijdag van 19.00 u. tot 20.00 u. vanaf 26/03/2013
Schaarbeek: Atletiekpiste Terdelt, Terdeltplein 1, elke dinsdag en donderdag van 18.30 u. tot 19.30 u. en zaterdag van 10.00 u. tot 11.00 u. vanaf 26/03/2013
Vraag jouw gratis exemplaar van de Brusselse Loopgids aan via de VGC-sportdienst: sportdienst@vgc.be, www.vgc.be/sport, www.facebook.com/VGCsportdienst, 02 563 05 14
Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Laurent Fontaine (info@erow.collectifs.net of 0476-09 44 85)
Wildplassen en sluikstorten duurder
ADVERTENTIE
Schaarbeek: Atletiekpiste Terdelt, Terdeltplein 1, elke dinsdag en donderdag van 18.30 u. tot 19.30 u. en zaterdag van 10.00 u. tot 11.00 u. vanaf 26/03/2013
bewoners op de been te brengen om er hun schouders onder te zetten. “Dat loopt moeizaam, want mensen hebben nog niets tastbaars,” aldus Fontaine. Zo ontstond het idee om de bomen al in bloembakken te planten en om ze in de verschillende wijken van Vorst te laten rondgaan. “Als je een boompje ziet staan, zal je je er gemakkelijker over ontfermen,” maakt Laurent zich sterk. De eerste boompjes staan ondertussen op de site van het terrein van Divercity en zullen later deze lente naar Wiels verhuizen om daarna verder te reizen naar Van Halen en andere wijken. Buurtbewoners kunnen zo kennis maken met de op komst zijnde Panorama Boomgaard. Panorama Boomgaard kreeg alvast een financieel duwtje van 5.000 euro in de rug van het Fonds Delhaize Group dat het project looft om de sociale verbondenheid dat het in Bruno Schols de wijk creëert.
BDW 1371 PAGINA 13 - DONDERDAG 28 MAART 2013
ROND BRUSSEL (20): SINT-JOOST-TEN-NODE
Walking Madou
restaurant op de hoek heeft zijn zin gekregen, dus die dient geen klachten meer in. Bovendien werd de Artisjokstraat tijdelijk minder druk door de voetgangerszone op de Leuvensesteenweg, dat hielp echt wel.”
Volgens Michaux is dat de enige structurele oplossing: de hele buurt verkeersluw maken. “Tachtig procent van de verplaatsingen in SintJoost gebeurt te voet, het probleem is het doorgaande verkeer, vooral
in de spits.” Hij zou daarom liefst aan de hele Artisjokstraat eenrichtingsverkeer geven, maar omdat die
www.brusselnieuws.be/rondbrussel
Vorst > Gezocht: Getuigenissen over brouwerijbuurt vroeger en nu
Onder invloed van Wielemans-Ceuppens De gulle patron Léon Wielemans, de bierlucht die in de buurt hing, vreemde expo’s in Wiels: veel mensen hebben íets met het Blomme-gebouw van de oude brouwerij. Met al die ietsen, ingezameld door het Brusselse geluidsarchief BNA-BBOT en Erfgoedcel Brussel, gaan de Italiaanse documentairemakers van ZimmerFrei een kunstwerk maken. Het erfgoed moet de bindende factor worden tussen de vroegere en de hedendaagse activiteiten. De focus ligt op het massieve Blomme-gebouw of de Wielemanstoren, de brouwzaal uit 1931 van de modernistische architect Adrien Blomme – nu het hedendaags kunstencentrum Wiels. Maar ook het Brass-gebouw met onder andere de Nederlandstalige bibliotheek en eigenlijk de hele buurt zijn nog doordrongen van het brouwerijverleden. Elke extra getuigenis is een verrijking, vindt verhalenarchivaris Séverine Janssen van BNA-BBOT (Bruxelles nous appartient - Brussel behoort ons toe): “De voormalige werknemers van de brouwerij reageren nog altijd emotioneel als het over vroeger gaat. Wielemans-Ceuppens is tenslotte nog maar sinds 1988 gesloten – de laatste Wiels werd ge-
brouwen op 29 september 1988. Ze komen samen om te kaarten in een café aan de Luttrebrug. Hun mooie huizen - ze werden goed betaald - staan op een steenworp van het Blomme-gebouw. Sommigen weigeren nog een stap in het gebouw te
“De voormalige werknemers van de brouwerij reageren nog altijd emotioneel als het over vroeger gaat” zetten. Met tranen in de ogen hadden ze zich opgesteld voor het gebouw toen men de koperen kuipen begon te versnijden. Later moesten ze toekijken hoe het gebouw in verval geraakte.”
Vertelstof
“Toen de brouwzaal van Adrien Blomme in 1988 werd gesloten, hadden de brouwers zich met tranen in hun ogen voor het gebouw opgesteld.”
Hoe complex de verkeersknoop in Sint-Joost is, blijkt uit de ruzies over de vlakbij gelegen voetgangerszone Walking Madou. Minister Grouwels wou de hele Leuvensesteenweg autovrij maken, maar burgemeester Kir gaf de auto’s ondertussen opnieuw vrije baan. De gele autowrakken die de zone markeerden werden verwijderd en het asfalt verloor zijn gele kleur. Is de noodrotonde eenzelfde lot beschoren? Ook al vindt commissaris Michaux het een onding, toch hoopt hij dat dat niet het geval is. “Mensen zijn gewoontedieren. Je kunt dus beter een slechte maatregel handhaven, dan elke paar maanden een betere oplossing invoeren.” Sint-Joost is zijn noodrotonde nog lang niet kwijt, het maximaal haalbare is dat Kir haar een keer een andere kleur laat spuiten, want geel lijkt op hem te werken als een rode lap op een stier. Tijs van den Boomen
Een toenmalige vakbondsafgevaardigde en tweede carrossier werkte bij Wielemans-Ceuppens van 1961 tot aan de sluiting in 1988. Over Léon Wielemans, une main de fer dans un gant de velours, kan hij veel
verhalen vertellen. Hoe hij toeliet dat ze zich op de grote koer laafden aan gistdrank, en dat tijdens de werkuren. Wanneer hij als burgemeester van Vorst naar de brouwerij afzakte, stak hij gewoon zijn arm uit als hij de brouwerij binnenreed. Iedereen moest maar wachten. Elke dag mocht een andere gepensioneerde van de brouwerij naar het gemeentehuis, waar hij van Wielemans dan een som geld kreeg. BBOT verzamelde verder al geluidsfragmenten van een ex-chemicus over de mandjes, van de restaurateur van Wiels die alle tegels nummerde en van de ex-arbeider die het brouwerijverleden tot leven ziet komen met paardenkarren. “Voor ex-arbeiders is het wel een geruststelling dat het Blomme-gebouw gered is, we kunnen met ons project misschien een brug slaan tussen wat was en wat is,” zegt Janssen. Een buurtbewoonster die nog geen enkele vernissage van Wiels gemist heeft, vertelt dat ze op een keer bijna wat stof met een kasticket had opgeruimd, dat een kunstwerk bleek te zijn. Ze bekent dat ze vooral komt voor het gebouw dat ooit een ruïne was: “Ik krijg er nooit genoeg van hier rond te kijken.” Benieuwd wat ze dit najaar zal vinden van de installatie die Zimmer– Frei, het Italiaans collectief gespecialiseerd in documentaires over echte en fictieve plekken, van alle getuigenissen maakt. Met inbegrip van geuren en kleuren, “want er hing hier een sterke bierlucht.”
Ruim twee jaar geleden lag ze er ineens, de betonnen minirotonde op de kruising van de Artisjokstraat, Spastraat, Gildenstraat en Pacificatiestraat. Aanleiding waren klachten uit de buurt dat deze vijfsprong gevaarlijk was. En dus zorgde de gemeente Sint-Joost-ten-Node in afwachting van een definitief plan van het Gewest voor een provisorische oplossing. “Zo’n punaise op straat helpt helemaal niet, het is een puur politieke maatregel,” bromt politiecommissaris Victor Michaux, directeur verkeerspolitie Noord. Maar het aantal klachten is sindsdien toch verminderd? “Klopt, de man van het Thaise
© TIJS VAN DEN BOOMEN
Vlaanderen heeft de reputatie dat de rotondes er vol staan met bespottelijke beelden. Maar hoe zit het in Brussel? De zoektocht van de Nederlandse rotondoloog Tijs van den Boomen naar de rotondes van de negentien Brusselse gemeenten loopt stilaan op zijn eind. Afgelopen week hield hij een tussenstop in Sint-Joostten-Node.
in twee gemeentes ligt, “lukt dat voorlopig niet.”
An Devroe
BDW 1371 PAGINA 14 - DONDERDAG 28 MAART 2013
BDW OPINIE Willen we in Brussel een metropolitane gemeenschap? BDW-redacteurs Steven Van Garsse en Christophe Degreef vechten het onder elkaar uit op onze opiniepagina’s. Van Garsse is voor, maar vreest dat “de BHG een praatbarak wordt.” Degreef is tegen. “Laat de stad de stad zijn,” zegt hij. “En het platteland het platteland.”
STEVEN VAN GARSSE ZEGT
JA
Praatbarak, geen verfransingsmachine BRUSSEL – De Rand kijkt met argwaan naar de metropolitane gemeenschap. Over de doelmatigheid van het vehikel kan veel gezegd worden, maar dat het de verfransing in de hand zal werken is baarlijke onzin, argumenteert Steven Van Garsse.
D
e Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap maakt deel uit van het Vlinderakkoord en werd vorig jaar in het federaal parlement goedgekeurd. De oprichting kan nog wel even op zich laten wachten. De drie gewesten moeten eerst een samenwerkingsakkoord sluiten en de Vlaamse Regering wacht tot het Grondwettelijk Hof zich over de metropolitane
CHRISTOPHE DEGREEF ZEGT
NEE I
gemeenschap heeft uitgesproken. Dat er nood is aan meer samenwerking tussen Brussel en haar hinterland zullen weinigen betwisten. Al in 2008 riepen de vier werkgeversorganisaties, waaronder VOKA, in een opgemerkt pleidooi op tot een metropolitane gemeenschap. Dat moest een lichte structuur worden voor een beter overleg tussen Brussel en de Rand over allerlei socio-
economische dossiers. De werkgevers hadden er zelfs geld voor veil. De concurrentie tussen Gewest en de Rand vormt een rem op de economische ontwikkeling van de regio. Ook wie met mobiliteit bezig is, kan niet anders dan vaststellen dat er overleg nodig is tussen Brussel en de Rand: de uitbreiding van de Ring, trams uit Vlaanderen naar Brus-
sel en het Gewestelijk Expresnet zijn allemaal grensoverschrijdende dossiers die zowel Brusselaars als Randbewoners aanbelangen. Goede beslissingen hierover kunnen niet zonder goed overleg. En hoewel daar al belangrijke aanzetten voor zijn, verzandt dat overleg vandaag vaak in egelstellingen.
Baarlijke onzin Biedt de metropolitane gemeenschap soelaas? Misschien wel, misschien niet. Dat het vehikel geen enkele beslissingsmacht heeft, draagt zeker niet bij tot haar efficiëntie. Metropolitane gemeenschappen in
het buitenland hebben kunnen wél beslissen. Ze hebben zelfs een echt budget. Ze regelen bijvoorbeeld het openbaar vervoer in de regio. Niet zo in België. De slagkracht van het orgaan zal dus minimaal zijn. Een tweede handicap is ons federaal bestel. De discussies zullen altijd vertrekken vanuit de achterban, of die nu Brussels, Waals of Vlaams is, en niet vanuit een belang voor de gecoverde regio. Toch is dat beter dan niets. Er zal tenminste gepraat worden. Dat de metropolitane gemeenschap tot verfransing zal leiden, zelfs tot een uitbreiding van Brussel, is een
De mens, meer dan consument BRUSSEL – Niet alleen dreigt de metropolitane gemeenschap verfransing te faciliteren, ze betekent ook een offer van cultuur, rust en soevereiniteit ten gunste van een slecht Engels sprekend internationaal economisme, stelt Christophe Degreef.
n 2008 werd de Brussels Metropolitan Region opgericht door de werkgeversorganisaties VOKA, Beci, UWE en VBO. Het lukte politici toentertijd maar niet om het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde op te lossen. Als de politiek faalt, dan is de lokroep van de ‘dynamische’ economie natuurlijk verleidelijk. Ik probeer uit te leggen waarom u best nadenkt over dit hersenspinsel van de economische elite. ‘Les patrons se mobilisent pour le Grand-Bruxelles’ kopte Le Soir samenvattend in de zomer van 2009 over de metropolitane gemeen-
schap. Hoe ‘objectief’ u de grootstedelijke regio ook probeert te bekijken, dit is de manier waarop ze wordt uitgelegd in Franstalig Brussel, in la périphérie en ook in de wereld. Een institutionalisering van de Franstalige claims op Halle-Vilvoorde, overgoten met een economisch sausje om het in naam van het algemeen belang geloofwaardig te maken. Dat men door deze verankering van grootstedelijk Brussel zondigt tegen het federale België en haar ingewikkelde pacificatieregeling - een Waals Gewest, een Vlaams Gewest en een Brussels
Hoofdstedelijk Gewest – is van geen tel. Graag haal ik filosoof Peter De Graeve aan, in een interview met deze krant in 2010: ‘Grenzen zijn spelregels’. Ik denk dat dat de kern is van dit land: respecteer elkaars (deelstaat)grenzen, een goed begin om samen te leven. Maar het probleem ligt dieper dan de traditionele communautaire breuklijn. De BMR is gewoon grof tegenover mensen die ervoor gekozen hebben om niet in de stad te wonen, om welke reden dan ook. Het is de gedwongen verstedelijking. Natuurlijk zal men dit argument
proberen om te keren door te zeggen: ‘De stad breidt uit, onder meer door de bevolkingsgroei.’ Maar bevolkingsgroei en stadsuitbreiding zijn geen natuurwetten, maar verhalen van mensen en resultaten van een bepaald soort beleid. Decennialang kende dit land een aanzienlijke migratie, terwijl daar weinig draagvlak voor was bij de bevolking. Een politiek die een beetje luisterbereid was, had kunnen leiden tot een ander verhaal. De Britse conservatieve filosoof Roger Scruton zou het een schoolvoorbeeld noemen van de drogreden van de utopie: de utopie, in dit geval de grootstedelijke regio die nodig is om de bevolking in goede (economische) banen te leiden, is de oplossing die voortvloeit uit de mislukte droom die de utopisten - beleidsmakers, academici en
ondernemers - zelf gecreëerd hebben. En dus moet Halle-Vilvoorde opgeofferd worden op het altaar van de oververstedelijking, de overdiversifiëring en de droom dat mensen altijd meer welvaart nodig hebben. Wil dat zeggen dat ik een probleem heb met de stad en haar diversiteit? Hoegenaamd niet. In deze fascinerende stad is er uiteindelijk een goedkeuring ontstaan voor de diversiteit. Het is pril, maar het fenomeen is duidelijk. Een deel van de Brusselse bevolking kiest zelfs om die reden voor de stad. In Halle-Vilvoorde ligt dat anders. Daar kijkt men argwanender naar diversiteit. Dat is spijtig, maar het heeft zo zijn redenen. Anders dan te benadrukken dat de plattelandsbewoner verkeerd denkt, is er genoeg werk in Brussel om met al die mensen die dankzij de globali-
BDW 1371 PAGINA 15 - DONDERDAG 28 MAART 2013
© TIJL VEREENOOGHE / ERFGOED.BE
BDWOPINIE Stadsgewijs door Danny Vileyn
© NAAM FOTOGRAAF
stelling die de laatste weken door de N-VA wordt ingenomen in de randgemeenten. De partij doet dat in straffe termen: “Brussel palmt de Vlaamse gemeenten in,” “Groot Brussel staat voor de deur,” etc. Dat is baarlijke onzin, die enkel het electorale gewin dient.
Olievlek Brussel Het gaat hier over de wet en niets dan de wet. De metropolitane gemeenschap krijgt geen zeggenschap over de bestuurstaal, taalgrens of gemeentelijke voogdij. Ze heeft zelfs de macht niet om mobiliteits- en socio-economische dossiers naar haar hand te zetten. Het is een overlegorgaan tussen de drie Gewesten en de lokale besturen van de voormalige provincie Brabant. Komt de metropolitane gemeenschap tot een akkoord, dan nog zijn het de drie parlementen of regeringen die het ‘soeverein’ moeten bekrachtigen. Elk gewest heeft een vetorecht. Wat is dan het probleem?
sering - ik zeg expliciet dankzij - een gemeenschap te vormen. De globalisering is een deel van de toekomst van Brussel, maar dat wil niet zeggen dat ze ook de toekomst van het Vlaamse platteland betekent. Geef met andere woorden de stad wat de stad toekomt en het platteland wat het platteland toekomt. Ik bedoel hiermee niet dat de plattelandbewoner altijd gelijk heeft, maar wel dat men hem niet kan dwingen om van de stad te houden, zeker niet als zijn leefwereld onder druk staat.
Plat consumentisme Een laatste argument: De BMR oprichten betekent het vermoorden van onze taal ten koste van een armoedig wereldengels. Naast de verfransing is er de kans tot verregaande internationalisering. Op de website van de BMR vindt u een artikel waarin gepleit wordt om van het Engels dé Europese taal te maken. Als u had gedacht in Halle-Vilvoorde een rustpunt te vinden voor het zware werk dat u dagdagelijks doet, dan bent u er aan voor de moeite, want ook bij u thuis zal de taal van
Het blijft moeilijk te begrijpen dat een rijke regio als Vlaanderen naar de andere gewesten kijkt met de smoel van de underdog. Met een gevoel van: we worden hier permanent gejost. Natuurlijk zijn er in het verleden communautaire wonden geslagen, maar angst is een slechte raadgever. Het is een vreemde paradox dat Vlaanderen graag meer autonomie wil, maar in elkaar krimpt bij een vraag tot samenwerking met het buurgewest. Vlaanderen kan hier juist sterker uitkomen. Al was het maar door de band met Brussel te verstevigen, de economische motor van ons land. Door de ogen van de Brusselaar blijft dit alles een onwezenlijk schouwspel. Het laat hem maar met één indruk achter: de dédain voor Brussel en haar inwoners moet bij sommige Randbewoners wel erg groot zijn. Olievlek Brussel, zo klinkt het al jaren in de Vlaamse Beweging. Zijn de Brusselaars dan een soort van smurrie die de Rand vervuilen?
Het klopt dat, los van de institutionele context, stedelijkheid geen grenzen kent. Dat is zo in de rest van de wereld, en ook in België. Groen is de Rand rond Brussel met zijn eindeloze verkavelingen en druk autoverkeer al lang niet meer. En dorps zien de meeste gemeenten rond Brussel er in ieder geval niet uit. De Rand is multicultureler en internationaler dan ooit. Er worden meer talen gesproken dan vroeger. Nu al is bewezen dat de politiek daar eigenlijk weinig vat op heeft. We leven in Europa en daar is, gelukkig, vrijheid van personenverkeer. Maar angst voor de import van de grootstedelijke problemen brengt geen zoden aan de dijk. Het is zaak om hiermee om te leren gaan. En oh ja, de Brusselaars kunnen de Randbewoners hier uitstekend in adviseren. Waarom niet tijdens een van de talloze vergaderingen van de toekomstige metropolitane gemeenschap? Steven Van Garsse
het platte consumentisme en de markt overheersen als u VOKA en consoorten laat doen. Naast Arbeid, Kapitaal en Natuur willen bonzen en bestuurders ook nog eens uw Cultuur als offer vragen. Neem deze drie punten, en u hebt een verdedingslinie tegen de BMR. Is dit een pleidooi tegen stedelijkheid en globalisering? Neen. Dit is een pleidooi om de globalisering te gebruiken waarvoor ze nuttig is: een zekere mate van diversiteit, wereldwijsheid en voldoende welvaart - en om ze tegelijkertijd tegen te gaan voor dingen die te belangrijk zijn om zomaar op te offeren zoals rust, taal, cultuur en natuur. Er is een divers beleid nodig voor wat mensen willen dat het platteland blijft, en voor wat ze als stad zien. Zolang die twee elementen niet met elkaar verzoend kunnen worden, is er van geen enkele redelijke samenwerking sprake en schept men vijandelijke reacties tegenover de stad, reacties die Brussel niet vooruit helpen. Als men een afzonderlijk maatschappelijk beleid erkent voor stad en platteland, responsabiliseert men de plattelands-
bewoner. Men kan hem beter aanspreken zodat men begrijpt waarom hij de stad niet hoeft. Misschien is die houding - respect voor de mens en het volk, productiever om de plattelandsbewoner de stad uiteindelijk te laten aanvaarden. Ik geloof dat een redelijke uitbreiding van Brussel mogelijk is: door de stad te beperken tot de fysieke grenzen - alles wat aaneengesloten bebouwing is, met andere woorden. Dat is duidelijk en kan men, mits referendum, uitleggen aan de bevolking. Globalisering is een uitdaging, net als verstedelijking. Volgt men ze echter kritiekloos dan bestaat de kans dat de BMR niets meer wordt dan een kapitalistisch en cultuurvretend onding. De adepten van het wereldengels lezen best volgende versregels van de Amerikaans-Britse dichter T.S. Eliot: What have we to do / But stand with empty hands and palms turned upwards / In an age which advances progressively backwards. Iets om over na te denken. Christophe Degreef
Als België barst, kiezen de Brusselaars niet voor een Franstalige staat met Wallonië, maar voor onafhankelijkheid. Dat geldt althans voor 68 procent van de respondenten die door de krant Le Soir ondervraagd werden. De francofone natie Wallonië-Brussel van PS-voorzitter Paul Magnette is met andere woorden een Waalse hersenschim. In Wallonië kiest 61 procent van de inwoners voor Brussel. In Vlaanderen is 42 procent bereid om Brussel te laten vallen als het land uiteenspat, 44 procent daarentegen wil dat Brussel deel wordt van een onafhankelijk Vlaanderen. Als. Als. Als. Soms kan een mens zich niet van de indruk ontdoen dat allerlei opiniemakers en beleidsmakers met opiniepeilingen een parallelle wereld creëren. Niet dat het onzinnig is om naar de mening van mensen te vragen (over zeep of over het staatsverband waarin mensen verkiezen te leven), maar de hoge frequentie vermoeit en de zichzelf waarmakende voorspelling loert met iedere nieuwe peiling een beetje meer om de hoek. Alle respect voor de 68 procent Brusselaars die in een onafhankelijke hoofdstad wensen te leven, maar ze weten niet waar ze aan toe zijn. Net zoals in veel grote steden het geval is, is het fiscaal draagvlak van Brussel daarvoor te zwak. En dat geldt des te meer voor een stad die zoals wel meer grote steden - flirt met verpaupering. Om te overleven hebben dergelijke steden nood aan een rijk ommeland. Sommigen opperen: “Maak van Brussel een fiscaal paradijs, en de problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon.” Cyprus leert ons nu hoe het artificiële fiscale paradijzen echt vergaat. We kunnen de resultaten ook positief lezen: 68 procent van de Brusselaars heeft een sterk ontwikkelde stedelijke identiteit. Slechts 26 procent kiest voor Wallonië en maar zes procent voor Vlaanderen. Dat stadsgevoel kan kansen creëren. Dat betekent immers dat de Brusselaars - Franstalige en Vlaamse - willen meepraten over de toekomst van hun stadsgewest. En dat hoeft niet eens tegen de anderen gericht te worden. Vlaanderen heeft Brussel nodig, Brussel heeft Vlaanderen nodig. Het is een huizenhoog cliché, maar het is wel de waarheid. Daar verandert de stedelijke veel- en meertaligheid niets aan. Met de zesde staatshervorming worden de gewesten - dus ook Brussel - een stuk autonomer. De concretisering van die staatshervorming zal tonen hoeveel autonomie Brussel in grote dossiers aankan. Eén: de hypothecaire aftrek die naar de gewesten gaat. Twee: idem dito voor de kinderbijslag. Dat is de grote uitdaging voor de komende jaren.
EVA HILHORST
BDW 1371 PAGINA 16 - DONDERDAG 28 MAART 2013
75 jaar flagey met boek
VADROUILLE
ELSENE – Het feestjaar voor driekwarteeuw Omroepgebouw Flagey mag dan wel in januari met veel vuurwerk gestart zijn, de once in a lifetime experiences bieden zich nu aan.
www.flagey.be ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK © SASKIA VANDERSTICHELE
© BART DEWAELE
Op zaterdag 30 maart kan je in de grote Studio 4 de cultfilm Metropolis (1927) van Fritz Lang bekijken. De eerste science fictionprent uit de geschiedenis telde 36.000 figuranten en bleek de duurste Duitse productie ooit. Metropolis zorgt met live muziek door het Brussels Philharmonic ongetwijfeld voor een kippenvelervaring. Ook niet te missen zijn de bijzondere concertencycli. De reeks rond Stravinsky wordt afgesloten op 5 april met De Vuurvogel, met daags voordien een Chopin- en Lisztconcert door pianovirtuoos Ivo Pogorelich. Een ander unicum is de uitvoering van de integrale pianosonates van Beethoven – 32 in het totaal – door Jean-Bernard Pommier. De Franse pianist start zijn marathon in mei en brengt de sonates verspreid tot en met oktober. De jubileumviering mikt verder op samenwerking met festivals zoals Musiq’3 (juni), het Klarafestival (september) en een nieuw eindejaarsfestival dat volledig wordt opgebouwd rond De Stem (december). Als je de eerste Phantom of Flagey eerder deze maand gemist hebt, dan kan je nog een ticket boeken voor april. Phantom zorgt voor oud beeldarchiefmateriaal van RTBF en BRT, toen die nog in Flagey gehuisvest waren. Je kan de beelden bekijken in film- en concertformules, met een busrit naar café Archiduc of een diner in Le Variétés. Voor wie alles te weten wil komen over het geklasseerde NIR-gebouw van Joseph Diongre en zijn hoofdbemanning het omroeporkest, gaf Lannoo Campus een boek uit: Het orkest. Van Radio-orkest tot Brussels Philharmonic in Flagey. De publicatie werd opgebouwd vanuit een historisch onderzoeksproject met bijdrages van Katia Segers (VUB), Kristin Van den Buys (Koninklijk Conservatorium van Brussel), Jos Vandenbreeden (docent-architect Sint-Lukas Brussel) en andere auteurs. De turf is een hommage aan het laatste modernistische bastion dat in 1998-1999 nog op de werelderfgoedlijst van meest bedreigde sites stond, maar op de valreep als Flagey-geluidsfabriek werd gered JMB door Belgische zakenlui.
Joseph Diongre gaf een moderne vorm aan de geklasseerde Sint-Jan-de-Doperkerk in Molenbeek. Misschien voelt de bezoeker zich door het speciale geraamte van de kerk zich als Jona in de walvis?
Architectuur > Joseph Diongre is meer dan de pakketboot van Flagey
Verborgen parels van Diongre BRUSSEL – Dat hij de architect van het NIR-gebouw in Elsene was, wordt telkens vermeld als je iets over een andere realisatie van Joseph Diongre leest. Dat duidt op trots en daar is reden toe, maar mag zijn ander werk er ook zijn? Een verkenning naar aanleiding van de vijfenzeventigste verjaardag van ‘het vlaggenschip.’
V
an de Brusselse architect Joseph Diongre bestaat geen uitgebreid archief, simpelweg omdat hij zijn eigen archief heeft vernietigd. Hij werd in 1878 in Brussel geboren, woonde aanvankelijk in Schaarbeek en bouwde in 1928 zijn eigen modernistische woning in Ukkel aan de Crabbegatweg 45, waar hij woonde tot aan zijn dood in 1963. Diongre werd opgeleid in Brussel aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten bij Albert Dumont, de architect van het stadhuis
van Sint-Gillis, maar ook in Parijs en Nederland. In 1913-1914 was hij hoofdredacteur van het architectuurtijdschrift L’Emulation, spreekbuis van de architectenvereniging Société Centrale d’Architecture de Belgique. In de burgerhuizen die Diongre in het begin van zijn carrière ontwierp in Sint-Gillis, Schaarbeek en Etterbeek, zijn de lijnen van de pakketboot nog niet terug te vinden. Ze zijn in eclectische of neo-Vlaamse renaissancestijl opgetrokken. Met het huis in de Artanstraat
“Diongres oeuvre uit het interbellum koppelt het modernisme aan het anti-modernisme. Hij beweegt zich tussen beide extremen”
© UITGEVERIJ PLAIZIER
© UITGEVERIJ PLAIZIER
© BART DEWAELE
BDW 1371 PAGINA 17 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Linksboven: Gemeentehuis Sint-Lambrechts-Woluwe. Midden: het Flageygebouw in de jaren ‘60. Rechts: een zeldzame foto van Joseph Diongre.
44 uit 1911-1912 won hij de gevelwedstrijd van Schaarbeek. Diongre had ook voor het gemeentehuis van Sint-Lambrechts-Woluwe een ontwerp klaar in neo-Vlaamse renaissance, dat de naam Stilte zou dragen, toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Pas in de jaren dertig hervatte hij de plannen, die in het nieuwe tijdperk helemaal anders zouden uitdraaien. Het samenkomen van afgelijnde volumes bij het gemeentehuis uit 1937-1939 is geïnspireerd op het wereldberoemde Raadshuis van Hilversum van de Nederlandse architect Willem Marinus Dudok.
het modernisme aan het anti-modernisme. Hij beweegt zich tussen beide extremen.” Het ‘Withuis’ doet ook kubistisch aan, met in- en uitspringende volumes. Oorspronkelijk waren de vensters en het tuinhek dieppaars, in fel contrast met de witte granitobezetting van de gevel. Diongre ontwierp ook de achthoekige tafeltjes, de schelpvormige handvaten in art-decostijl en de groen gebeitste deuren in kaders van zilver en wijnrood: Mennekens noemde Diongre een eersterangs kunstenaar. Het gebouw werd intussen gerenoveerd en samen met de inboedel geklasseerd. Het huis kent een tragische
geschiedenis. In 1943 werd Mennekens voor zijn woning neergeschoten, waarschijnlijk het gevolg van een politieke afrekening. De moord werd nooit opgelost.
Meesterschap Tijdens de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog had Diongre al de Sint-Niklaaskerk van Kapelle-op-den-Bos heropgericht. Het is de enige kerktoren in België die in plaats van een spits een kroon heeft gekregen. De geklasseerde Sint-Jan-de-Doperkerk in Molenbeek kreeg in 1930-1932 al helemaal geen traditionele vorm meer, maar een moderne.
Tuinwijk Moortebeek in Anderlecht. © SASKIA VANDERSTICHELE
In de jaren 1920 is Diongre actief in de sociale woningbouw, in art deco en modernisme, al tekent hij ook nog een serie tuinwijken in landelijke stijl. Soms bijna onopvallend, zoals in de volgebouwde buurt van de Paul Jansonstraat en de Romeinsesteenweg in Laken, soms in een groen kader zoals de wijk Moortebeek in Anderlecht. In Molenbeek ontwerpt hij in de Begijnen- en Joseph Diongrestraat de Cité Diongre. Hij voorziet er elke woning van een unieke gevelversiering, zoals figuren die zich aan een vuurtje warmen of een druiventros omhoog houden. De urbanist Louis Van der Swaelmen die meewerkte aan Moortebeek vraagt zich in het artikel L’effort moderne en Belgique uit 1925 af hoe hij Diongre moet omschrijven: als overgangsmodernist, meer getemperd regionalist of gemoderniseerd folklorist? In Sint-Gillis bouwt Diongre appartementsgebouwen in art deco in de Gisbert Combazstraat 10-12-14 en de Bosniëstraat 127-143. Balkons in gietijzer waren te duur, dus integreert Diongre terrassen, maar dan in een bakstenen uitvoering. Het appartementsblok in de Edmond Bonehillstraat in Molenbeek oogt dan weer modernistisch.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Overgangsmodernist
Withuis De woning uit 1927, met Mondriaanachtige ramen, in de Firmin Lecharlierstraat 175 in Jette, en de strakke woning in de Nieuwenhovestraat 55 in Ukkel, zijn niet zo gekend als het ‘Withuis’ zoals verticaal op de gevel is aangebracht. Diongre bouwde het in 1927 in de Charles Woestelaan 183 in Jette voor Jef Mennekens, Vlaams dichter en gemeentesecretaris van Molenbeek. Jos Vandenbreeden vindt in Joseph Diongre. Een huis, een kerk en een geluidsfabriek (1989, SintLukasarchief en Plaizier) dit huis het beste voorbeeld van Diongres architectuur: “Diongres oeuvre uit het interbellum koppelt
In 1927 bouwde Diongre het ‘Withuis’ voor Vlaams dichter Jef Mennekens.
De sobere buitenkant is heel expressief door het monumentale kruisvenster. Door de geometrische vormen en de achthoekige toren heeft de kerk veel weg van een moskee. De bescheiden middelen dwongen Diongre om voor een betonconstructie te kiezen. Architect Huub Hoste was vol lof over de enorme ellipsbogen: “Zij demonstreren de eigenschappen van dit materiaal en het meesterschap van de mens erover.” Langs de hoge vensters en een plat dak komt het licht in vele kleuren naar binnen, een realisatie van Frans Crickx, de glazenier met wie Diongre al samenwerkte voor het ‘Withuis’. Een jaar later, in 1933, won Diongre de architectuurwedstrijd voor het nieuwe Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (NIR) aan het Flageyplein. Een eerste ronde had geen winnaar opgeleverd en deelnemer Adrien Blomme had zich erover beklaagd dat de technici het beter eerst eens zouden worden over de akoestische isolatie. Het nieuwe wedstrijdprogramma bevatte nu wel specifieke technische richtlijnen, zoals trapeziumvormige grondplannen in de ideale verhoudingen voor de opnamestudio’s. Diongres ontwerp benaderde volgens de jury, de twee architecten Victor Horta en Emile Van Averbeke en voor de rest voornamelijk ingenieurs, het best een ‘geluidsfabriek.’ Al dat ingenieuze zit verscholen in een sober gebouw in gele baksteen uit Venloo, met lange ononderbroken glasstroken. Zelfs de afgeronde hoeken versterken nog de horizontale lijnen. Enkel de inkomhallen en de betonnen luifel met glasbouwstenen springen eruit. Diongre ontwierp ook hier de art-decomeubels van de kantoren, de modernistische buisstoelen en de partituurhouders van de muzikanten. In het manifest Vers une architecture van Le Corbusier uit 1923 staan pakketboten, vliegtuigen en auto’s model voor de architectuur. Binnen doen de lambriseringen en de kabelgoten van het Flageygebouw inderdaad aan bootinterieurs denken, en de hoektoren op het dak is natuurlijk de schoorsteen. Toch stond deze toren niet in het oorspronkelijke plan van Diongre . Het was ingenieur Raymond Braillard die hem erbij wilde als omhulsel van een televisiemast. Op de televisie zelf was het nog twintig jaar wachten. An Devroe Flagey 75 stelt Formule 75 voor: gidsbeurt in het Flageygebouw door Korei en Arkadia, een art-deco- en jazzwandeling in Elsene en een etentje met concert. meer info: formule75@flagey.be
BDW 1371 PAGINA 18 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Opera > De Munt stelt seizoensprogramma 2013-2014 voor
Operahuis ondergaat overheidsbeleid
Theater op zijn best, dit jaar in de Koninklijke Muntschouwburg. Bestuurraad, directie en het hoofdzakelijk Franstalige clientèle van het operahuis trekken zich op aan het succes van de kwaliteitsproducties en operacreaties. Maar terwijl het orkest speelt, zinkt de technische infrastructuur als een Titanic. Tijdens de recente voorstelling van Lucrezia Borgia in het Koninklijk Circus zou de technische renovatie van de Munt van start moeten hebben gaan. Zou, want de voorlopige en niet bevestigde renovatietermijn werd verplaatst naar juni-november 2015. Dat is in organisatietermen maar één seizoen na het volgende, wat de nodige productiebeperkingen met zich meebrengt.
Bi-culturele instelling Het was senaatsvoorzitter Sabine de Bethune die vorige week als eerste sprak op de jaarlijkse persconferentie. De Koninklijke Muntschouw-
© HERMAN RICOUR
BRUSSEL – In de Senaat werd vorige week het seizoensprogramma 2013-2014 van De Munt voorgesteld. De locatie werd eveneens gekozen om de vijftigste verjaardag van het operahuis als federale instelling te vieren. De ‘restbevoegdheid’ legt het huis vooralsnog geen windeieren: hoewel het seizoensthema Revolte is, ondergaat de Munt het overheidsbeleid.
Philippe Boesmans brengt met Au Monde andermaal een wereldcreatie naar De Munt.
burg staat sinds 19 april 1963 geboekstaafd als een nationaal operahuis, met een eigen operagezelschap, orkest en balletgroep. Het theater dat al ruim drie eeuwen bestaat, was voordien eigendom van de stad Brussel. Als een van de laatste bi-culturele instellingen – cultuur is nu eenmaal een gemeenschapsbevoegdheid – blijft de muziektheatertempel trouw aan die vlag. “Een federaal theater zijn, wil zeggen dat
je federerend moet werken,” stelde intendant Peter de Caluwe onomwonden. “Cultuur is het cement van een sterk gemeenschapsgevoel.” Ook in zijn tweede ambtstermijn van zes jaar houdt de Caluwe vaste koers, ondanks de 2 procent jaarlijkse budgetvermindering sinds zes jaar en het botvangen van urgente modernisering voor de Munt. “Om economische redenen hebben we één productie voor volgend
seizoen moeten annuleren. Het financieel gat wordt opgevuld door extra coproducties. De abonnees betalen 65 procent van de inkomsten.” Al blijft hij naar de gulden scène kijken: “Onze missie blijft creatie.” En dat weerspiegelt zich in het nieuwe seizoenprogramma. Er komen creaties van choreografen Anne Teresa De Keersmaeker (Belgische première van Vortex Temporum), Sidi Larbi Cherkaoui en Sasha Waltz (een nieuwe Sacre du Printemps, na Béjart), naast partnerprojecten met theater Transparant, Flagey en het barokorkest B’Rock. Als grote operaproducties met ‘revolterende inslag’ – de Caluwe blijft een moraalridder – krijgen we La clemenza di Tito (Mozart) in een nieuw kleedje van Ivo van Hove, Rigoletto (Verdi), een nieuwe Hamlet (met Marc Minkowski), Willem Tell (Rossini) in een vijf uur durend concert en andermaal een wereldcreatie van Philippe Boesmans (Au Monde). Het eerste grote seizoensevenement wordt de herdenking van 200 jaar Verdi en Wagner in coproductie met het Klarafestival, met Choeurs een pareltje voor koor en ballet (Alain Platel en Teatro Real Madrid). Ook driehonderd kinderen van Brusselse scholen krijgen andermaal een platform, met de productie Sindbad. Jean-Marie Binst Info: www.demunt.be
ADVERTENTIE
Ook het Louvre op de vlucht voor Franse fiscus? Brussel verwelkomt steeds meer Franse fiscale vluchtelingen. Is het Louvre de volgende in het rijtje? Wat er ook gebeurt, u vindt het volledige culturele aanbod van de hoofdstad op brusselnieuws.be
Nieuws
Cultuur
Eten & Drinken
Opinie
BDW 1371 PAGINA 19 - DONDERDAG 28 MAART 2013
De Proost neemt loopje met het leven
TELEX VADROUILLE 40 maal ARCHITECTUUR OP EMILE jacqmainlaan © MIRJAM DEVRIENDT
Praat achteraf
Kent u Kristien De Proost? Wij kenden haar tot op heden niet, maar we kregen zopas een lange inleiding tot haar leven. De Proost is lid van het Brusselse theatergezelschap Tristero, en schreef met Toestand een monoloog die ze ook zelf speelt. Het betreft een extreem geval van typecasting, want De Proost speelt min of meer zichzelf in dit stuk waar ze tegelijkertijd het belangrijkste onderwerp van is. Ze inspireerde zich op de Franse schrijver François de La Rochefoucauld die in 1665, een tijd waarin mensen hun privacy nog niet zomaar op straat of op het net gooiden, een poging ondernam om een minutieus zelfportret te schrijven. Ook de nietsverhullende portretten van schilder Lucian Freud vormden een inspiratiebron. Wat het decor betreft doet Tristero met Toestand haar uitstekende reputatie alvast alle eer aan. Kristien De Proost zet zichzelf te kijk als een museumstuk, in wat eruit ziet als een voorbeeldig onderhouden maar toch licht verouderd gemeentelijk museum. Het museum is integraal gewijd aan haar eigen persoon anno 2013. Tegen een aantal spaanderplaten en in enkele kijkkasten hangen en staan voorwerpen die vermoedelijk verband houden met haar leven. Samen met het uitgangspunt van de voorstelling en een aantal andere vormelijke ingrepen en verrassingen maakt de enscenering alleen al een memorabel stukje theater van Toestand. De Proost staat ook niet stil op een piédestal, maar zet gedurende de hele voorstelling gestaag en letterlijk haar levensloop verder op een loopband. Het is de eerste kritische kanttekening bij het genre van het (zelf )portret: een mens is in voortdurende evolutie. Morgen is zij alvast niet meer wie zij vandaag was. Omdat ook externe invloeden, wijzigende perspectieven, selectieve informatie en fictieve elementen het zicht op iemands ware persoonlijkheid vertroebelen, verstrekt De Proost in eerste instantie verifieerbare gegevens over haar fysieke verschijning. Maar ze draagt in deze voorstelling eerst een (mannen)pak-metdas en nadien de outfit van een majorette. We kunnen dus alleen vermoeden dat haar vestimentaire waarheid ergens in het midden ligt. En wat te denken van haar ogen, waarover ze vanalles vertelt dat wel waar is, behalve dat
ze loensen. Voorts liggen er in het museum nog heel wat andere objecten waar we geen uitleg bij krijgen. En zelfs als er op het einde een verklaring wordt gegeven voor die gekke indianenveren, dan nog krijgen we het gevoel dat we in de maling worden genomen. Het zijn allemaal waarschuwingen: De Proost toont zich in Toestand daadwerkelijk eerlijk en openhartig, maar de waarheid en niets dan de waarheid kan ze ons niet beloven. Ook over het innerlijke leven van De Proost krijgen we veel te horen. Dat ze op het obsessieve af houdt van krokant voedsel, en dat ze de spreekwoordelijke eenzame mossel wil zijn op een hete paella. Dat alles vertelt ze - nog steeds in looppas - vrij droog, met hier en daar een grap of een zucht. De comic relief komt ondertussen van de punctuele interventies van de museumsuppoost. Toch is dit zo’n voorstelling die je even doet stilstaan bij het leven. Sommige autobiografische weetjes zijn banaal en alledaags, andere zijn dat slechts op het tweede zicht. Dat ze slechte tanden zou hebben, last van winderigheid en een vrijmoedige kijk op porno heeft, zijn wel degelijk zaken die tot de privésfeer en de schaamstreek behoren. Maar uiteindelijk zijn ook dat soort ontboezemingen helemaal niet typerend voor De Proost. Ze verbinden haar juist met ons allemaal. Wellicht is het daarom dat juist de gênantste ontboezemingen bij het publiek op extra veel bemoedigend gelach kunnen rekenen. Wellicht is het ook daarom dat De Proost, als ze opsomt wat ze haat, waar ze naar verlangt en wat haar weemoedig maakt, uiteindelijk afsluit met “blablabla.” En wellicht kan ze daarom voor een volle zaal opbiechten waarvoor ze zich zegt te schamen, en verdapperen in de striptease terwijl ze net beweert verlegen te zijn. Zij weet ook wel dat wij haar gevoeligheden grotendeels delen. Tegelijk is het voor elk individu een dubbelzinnige gedachte dat ons zogenaamde zielenleven banaal en alledaags zou zijn. Het is de gedachte die sommige mensen doet besluiten dat de mens in de toekomst zijn privacy helemaal zal prijsgeven. Het is de gedachte die Facebook drijft en tegelijk tot een hopeloos ijdele bedoening maakt. Maar als het individu geen noemenswaardige unieke kern heeft, geen geheim dat een ander zou kunnen verleiden of verwonderen, wat dan met ons verlangen om iets te betekenen, om opgemerkt en geliefd te worden?
over wijkcontracten,” stelt pilootprojectcoördinator en docent Jean-Marc Steno. “We zien vaak dat weinig mensen binnen de architectuur iets afweten over wijkcontracten in de stad. Daarom lijkt het ons een interessant thema om rond te debatteren.” Hoogdag van het project is vrijdag 29 maart, met lezingen door de Brusselse bouwmeester, het bureau Urban Platform en architecten en politici van het Gewest en de gemeente. Verder volgen er studentikoze concertavonden op het traject en een Nuit des architectes in het voormalige SolJMB vaypand in de Gewijde Boomstraat. Info: www.ulbruxelles.be
FERNAND BAUDINPRIJZEN TOEGEKEND
De Proost zet gedurende de hele voorstelling gestaag en letterlijk haar levensloop verder op een loopband.
Gezien: Toestand van Tristero, op 20 maart in de Kaaitheaterstudio’s. (Nog tot 10 mei op tournee in Vlaanderen; www.tristero.be)
BRUSSEL – Tweehonderd architectuurstudenten van La Cambre-Horta (ULB) timmeren deze week aan het openluchtproject Manneken’skis. Esquisse Commune 2013. Vanaf Goede Vrijdag stellen ze heel de paasvakantie lang veertig architectuurconcepten voor langs de hele Emile Jacqmainlaan. Manneken’skis confronteert de voetgangers met installaties die elk drie bij drie meter groot zijn. Al sinds 1993 houden de studenten jaarlijks een dergelijk buitenhuisevenement op openbare plekken. Het thema waar deze week rond gewerkt wordt, is Wijkcontracten in Brussel. “Dit kadert in een pedagogisch en cultureel concept, waarbij professionals meer moeten nadenken
Michaël Bellon
VORST - De Fernand Baudinprijzen 2012 voor best verzorgde boeken uit Brussel en Wallonië werden tijdens de vijfde PA/PER VIEW art book fair in Wiels uitgereikt. De prijs huldigt per boek de drukker, de grafische vormgever en de uitgever. Negen publicaties werden bekroond. De Brusselse uitgeverij Mercatorfonds en dansproductiehuis Rosas scoorden met A Choreographer’s Score: Fase, Rosas danst Rosas, Elena’s Aria en Bartók. Ook Architecture Workroom Brussels viel in de prijzen met Changing cultures of planning: Rotterdam, Zurich, Nantes, Randstad, Bordeaux. Uitgeverij MSSNDCLRCQ won dankzij de moBuilding a Building Maarten Vannografie Xp@Ad 125x178:Layout 1 - 3/20/13 7:55
den Eynde. De Fondation de l’architecture et de l’ingénierie du Luxembourg kreeg de prijs voor Post-City: considering the Luxembourg case. Verder scoorden de boeken Le fils du Roi - The King’s Son - Eric Lambé (FRMK), La Roue voilée - David Widart (L’Amicale Books) en L’Equerre (Editions Foure Tout / Atelier d’Architecture Hebbelinck). De Grafische Cel van Sint-Lucas Gent en Grotto Publications wonnen voor Felix-Leen Voet, de stedelijke musea van Straatsburg voor het boek over beeldhouwer Nicolas de Leyde. Charles Mazé en Coline Sunier gaven de overzichtscatalogus van de winnende boeken uit. Daarin wordt ook PM typograaf Page 1 Baudin in de verf gezet. JMB
ADVERTENTIE
BDW 1371 PAGINA 20 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Design > Architect-designer treedt uit de schaduw van horecagoeroe Frédéric Nicolay
‘Kleine ingrepen met een grote meerwaarde’ BRUSSEL – De (jonge)man achter vele cafés en restaurants van horecagoeroe Frédéric Nicolay treedt uit de schaduw. Architect en designer Jean-Sébastien van Keymeulen (30) doet de projecten uit de doeken die het duo in petto heeft voor Brussel. Naast Brussel-Stad breidt hun actieterrein zich uit naar Sint-Gillis en de Noordwijk. Hoewel, enkel the sky lijkt the limit.
Wat is Frédéric Nicolay het meest: een witte ridder die de stad een nieuw elan wil geven, of een gehaaide zakenman met een goede neus? van Keymeulen: “Een combinatie van de twee. Iedereen wil dat er geld in het laatje komt. Maar het toffe bij Nicolay is dat zijn voornaamste drive eruit bestaat de stad positieve impulsen te geven. Daar is het mij ook om te doen.”
B
elga, Roi des Belges, Mappa Mundo, Bonsoir Clara, Zebra, Walvis, Bar du Matin, Bistro du Canal, Potemkine, Flamingo, La Belle Équipe, BARBETON, het café van de Galeries-bioscoop, etc. Het lijstje Brusselse horecazaken met als initiatiefnemer Frédéric Nicolay lijkt eindeloos. Sinds de inrichting van café Potemkine in Sint-Gillis, dat in de zomer van 2011 de deuren opende, dragen alle Nicolay-projecten de stempel van architect en designer Jean-Sébastien van Keymeulen. In café Flamingo, een van zijn realisaties, schuift hij me zijn eerste essay in de handen, met als titel L’Être urbain. Urbanisme et systèmes complexes. Het is een samenvatting van zijn thesis voor het Institut La Cambre, waar hij in 2006 afstudeerde. “Het boek vertrekt uit mathematische modellen, want de stad ontwikkelt zich volgens wiskundige principes. Kleine ingrepen zorgen voor een multiplicatoreffect. Geslaagde stedenbouwkundige interventies, ook al zijn ze klein in omvang, kunnen de dynamiek van een wijk veranderen. Dat is de hele filosofie van Nicolay én van mezelf. De BARBETON op de hoek van de Dansaertstraat en de Papenvest is daar een voorbeeld van. Eromheen was er een niemandsland waar weinigen zich om bekommerden. Nu draait het café goed en geeft het een boost aan het tweede deel van de Dansaertstraat richting kanaal.”
Hoe is jullie samenwerking begonnen? Jean-Sébastien van Keymeulen: “Zes jaar geleden kwam ik met Nicolay in contact tijdens mijn stage bij een architectectenbureau. Ik verzorgde de inrichting van zijn toenmalig appartement op het Bloemenhofplein. Daar ontwierp ik een dakterras met een cabanon, een kleine houten hut omgeven door bamboestokken en planten. Er ontstond een intieme ruimte, met de blik naar de hemel gericht. Het klikte meteen tussen ons en sindsdien
net als iedereen vechten voor onze vergunningen. Als er bij BrusselStad mensen zijn die ons steunen en dezelfde visie hebben over de stadsontwikkeling, des te beter. Dat betekent niet dat we zomaar een vrijgeleide krijgen. De kritiek van de MR is er onder meer gekomen op het project voor het Greenwoodcafé aan de Waterloolaan nabij het Sint-Pietersziekenhuis. Het is niet toevallig dat die kritiek kwam van buurtbewoner Laurent Nys (nietverkozen MR-kandidaat bij de gemeenteraadsverkiezingen en lid van de Horecafederatie, EVC). Ik begrijp wel de bezorgdheid van de bewoners over de impact op hun buurt. Maar die is juist positief: door de nieuwe dynamiek neemt de vastgoedwaarde van buurten in ontwikkeling toe.”
Is het niet frustrerend om in zijn schaduw te werken? van Keymeulen: “Helemaal niet. Wij hebben een heel gezonde relatie, zonder naijver. We weten wat we aan elkaar hebben.” De integratie in de buurten is niet altijd een succesverhaal. De filmvertoningen in de Potemkine aan de Hallepoort dienden snel gestaakt te worden na klachten over nachtlawaai van de buurtbewoners. van Keymeulen: “Voor alle duidelijkheid: Nicolay start projecten op, maar geeft ze nadien uit handen. De uitbaters hebben steken laten vallen in de communicatie met de buurtbewoners, door hen te weinig bij het project te betrekken. Ook het gemeentebestuur (van Sint-Gillis, EVC) heeft ons niet altijd geholpen. Toch hoop ik dat de onderhandelingen voor de opening van een caféterras met een zestigtal stoelen in het Hallepoortpark weldra worden afgerond. We zouden graag voor deze zomer het terras openen, met een kleine barkiosk in het park, zodat de kelners en de klanten niet steeds opnieuw de Hallepoortlaan moeten oversteken. Bedoeling is ook om er filmvertoningen in open lucht te organiseren.” Architect en designer Jean-Sébastien van Keymeulen zorgt voor de inrichting van heel wat zaken van horecagoeroe Frédéric Nicolay - zo ook de Flamingo.
doet hij telkens op mij een beroep. In 2010 heb ik mijn eigen bvba opgericht, het bureau K, en heb ik twee voltijdse medewerkers en één halftijdse”.
brengt de investeerders en de uitbaters samen. Ik zorg voor de architectuur, design en stijl. Aangezien we helemaal op dezelfde golflengte zitten, loopt dat gesmeerd.”
Wat is jullie taakverdeling? van Keymeulen: “Frédéric Nicolay komt op de proppen met een idee, hij
Zo gesmeerd zelfs dat sommigen, onder meer bij de MR, klagen over favoritisme
© SASKIA VANDERSTICHELE
vanuit het Brusselse PSstadsbestuur. Schepen van toerisme Philippe Close (PS) zei openlijk dat hij jullie projecten “voor honderd procent steunt.” van Keymeulen: “Over Nicolay bestaan er vele fantasmes, die niet kloppen met de realiteit. We moeten
Op welke projecten broedt u nog? van Keymeulen: “Dat zijn er heel wat, want de stad is in constante evolutie. Eerst en vooral komt er snel een uitbreiding van de wijnen pizzabar La Belle Équipe aan de Dansaertstraat. Het atelier en de koude kamer verhuizen naar de kelder, zodat we een derde meer ruimte krijgen voor de horecazaak. Er komt een La Belle Équipe bis aan de Waterloosesteenweg 7 in Sint-
BDW 1371 PAGINA 21 - DONDERDAG 28 MAART 2013
© SASKIA VANDERSTICHELE © IVAN PUT
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT © SASKIA VANDERSTICHELE
Plofkip Vorige week had ik het over échte kip. Spijtig genoeg zijn echte kippen vandaag duur en zeldzaam. Wat tegenwoordig in de supermarkten ligt, is een heel ander verhaal.
Van boven naar onder: La Belle Equipe, Barbeton en Potemkine.
Gillis, liefst met dezelfde uitbaters.” “Aan de Waterloolaan gaan we rond 1 juni de Greenwood openen. Greenwood wordt een merknaam, een dagcafé met lekkere koffie en sandwiches en eigen gebakken brood. Dat concept willen we ook op andere locaties proberen, zoals in het hotel Chelton in de Veronesestraat, niet ver van het Schumanplein. We gaan er ook het restaurant en - bij wijze van experiment – één kamer herinrichten met houten paletten, om zo een eigen sfeer te creëren.” “In het bedrijvencentrum van de stad Brussel in de Aalststraat gaan we een dagbar openen met bioproducten. We hebben ook ons oog laten vallen op een voormalig tankstation aan het Sint-Lazarusplein in Sint-Joost. Ook daar willen we een bar openen, maar het project ligt voorlopig nog in onze schuiven.” “Het project dat het meeste uit de band springt is dat van een hi-tech videogamezaal naast de Potemkine, aan de Hallepoortlaan 1, dat luistert naar de naam Botkamp. De plek voor online gaming met 150 tot 200 computers die op 1 mei opengaat, wordt de grootste in haar soort in
België. Het moet ook een informatica-opleidingcentrum worden.” Toch wil u niet verengd worden tot “de man achter Nicolay.” van Keymeulen: “Dat klopt: meer dan de helft van ons architectenbureau werkt voor andere klanten. Zo ontwierp ik het interieur van de Bellerosekledingwinkels in Antwerpen, Madrid en Barcelona. Ik denk ook aan de bouw van een glazen huis in de buurt van Waterloo, geïnspireerd door het Bauhaus. Er zijn meer ideeën dan tijd om ze verwezenlijken.” (lacht) “Voorts ben ik een boek aan het schrijven met als titel An-Archi (letterlijk: non-architectuur). Er is een paradox: aan de ene kant doet men een beroep op een architect voor de minste kleinigheid. Aan de andere kant krijgen de architecten te weinig bewegingsruimte. Gezien de neergang van de economie in Europa zullen we het voortaan moeten hebben van de kleine ingrepen met een grote meerwaarde”. Eric Vancoppenolle/ brusselnieuws.be
Het ging met kippen zoals met ons dagelijks brood: hoe meer men ze verbeterde, hoe slechter ze werden. Want verbeteringen zijn niet bedoeld voor ons, consumenten, maar voor de winstmarge en de return on investments van grote, soms zéér grote bedrijven. Een ouderwetse kip (Gallus gallus domesticus) heeft zo’n vier maanden nodig om te groeien. Dat kost geld voor voer en verzorging. Ik heb er zelf een paar gekweekt en heb er dus enig verstand van. Kip kweken met gekocht graan is duur. In de oude economie dienden kippen net zoals varkens om etensresten van de mens te valoriseren. Daarnaast kregen ze nog wat extra graan. Kippen kunnen zeer efficiënt erven vrijhouden van insecten, slakken en zelfs mieren. Het zijn allesbehalve vegetariërs. Urbanus zong het al in een lenteliedje: “De kippen rennen zich voor dood achter de eerste duizendpoot.” Wie kip eet uit eigen tuin, eet zijn eigen ongedierte op. Hoenderen zetten ze om in mensenvoer, wanneer ze daartoe de kans krijgen. Iedereen eet kip. Het is een voedingsdier dat door alle religies wordt aanvaard. Wie in een multiculturele omgeving eten wil klaarmaken, kiest dus best voor kip. Ik werkte ooit samen met enkele rastafari’s en dacht dat ze vegetarisch waren, maar voor kip maken ook zij graag een uitzondering. Pluralistisch pluimvee, zeg maar. Er zijn in de wereld dan ook verbazend veel kiekens. Ik las ergens het getal van 50 miljard (FAO), maar dat kan een grove onderschatting zijn. Daarmee is de huiskip de meest voorkomende vogelsoort op aarde. De meeste wonen in China, maar ook in de Sahara van Mauritanië staan er grote, moderne kippenkwekerijen. De pluimen plant men na de slacht in de stuifduinen, om het zand tegen te houden. Geen visserskamp in Amazonië zonder kippen, geen Afrikaans dorp of er rennen poulets cyclistes (kippen met extra grote billen en weinig borst) rond.
Maar van feestmaal verwerd de kip tot het goedkoopste vlees dat er in de schappen van de supermarkt ligt. Kippen werden vorige eeuw zo geselecteerd dat er twee vormen van kwamen: de legkip en de vleeskip. De moderne versie van de vleeskip werd in Amerika vanaf 1948 ernstig aangepakt, door grondige selectie van snelle groei met vooral vleesaanzet op borst en drumstick. Op vijftig jaar tijd werd ons sympathiek neerhofdier omgetoverd tot een ware Frankensteinvogel. Die professionele ‘veredeling’ is zo concurrentieel dat er wereldwijd nog maar een drietal bedrijven bestaan die deze broiler chickens bestieren. De beestjes worden als eendagskuikens geleverd aan de boeren die ze opkweken en afmesten met doorgaans 25.000 tegelijk, in standaardgebouwen van Stavanger in Noorwegen tot Punta Arenas in Patagonië. Mijn gewaardeerde collega Klootwijk vond er zo’n twaalf jaar geleden een nieuw woord voor uit: de plofkip. Plofkippen zijn hybriden. Dat betekent dat vader haan en moeder kip allebei heel andere kenmerken hebben dan hun plofkipkinderen. Door het samengaan van de genen van twee ouders die er nog vrij normaal uitzien, wordt een monsterkip geboren. Zelf kunnen plofkippen geen kuikentjes krijgen. Daar zijn ze niet voor geboren. Wanneer een plofkuiken uit het ei breekt, heeft het meteen reuzehonger. Het begint te eten en stopt daar nooit meer mee. Het enige waar het kuiken aan denkt, is pikken en schrokken. Op vijf tot zeven weken tijd (gemiddeld 42 dagen, naargelang voeder en klimaat) weegt het twee kilo en wordt het geslacht. Zo krijg je een kip van 1,3 kg in de winkel voor 2,90 euro per kilo. Klootwijk ging eens na wat er gebeurt wanneer men het dier niet slacht op die jonge leeftijd. Al spoedig kon het beestje niet meer lopen en ging het hulpeloos liggen. Men moest het eten tot bij het dier brengen, want zelf kon het er niet meer bij. Slachten is het enige humane wat men zo’n dier kan aandoen. Vindt u dat nu walgelijk? Besef dan dat miljoenen mensen zijn aangewezen op dat soort vlees - andere vleessoorten kunnen ze zich niet permitteren. Als ik zie hoeveel plofkippen er dagelijks over de counter gaan in mijn wijk, dan vraag ik mij af of we dat voed-
“Op vijftig jaar tijd werd ons sympathiek neerhofdier omgetoverd tot een ware Frankensteinvogel” sel mogen afnemen van de mensen? Zelf weiger ik nog zo’n ding te kopen. En dat was al van voor ik wist hoe ze gekweekt worden. Het vlees is glazig wit en valt van de dunne botten wanneer men ze langer dan de noodzakelijke tijd laat garen. Stoven is onmogelijk. Het vel - normaal het lekkerste deel van een kip - wordt niet krokant en verspreidt helemaal geen geur. Het borstvlees stinkt. In Nederland zouden de supermarkten beloofd hebben, na protest van de consumenten en politiekers, om dit soort beesten voortaan niet meer te verkopen. En bij ons? Voor de welstellende Brusselaars is er nog vrij degelijke kip te krijgen. Denk maar aan het Franse label rouge, dat wel voor kippen lijkt uitgevonden. Bio-plofkippen bestaan ook. Die leven enkele weken langer en krijgen wat meer ruimte, maar het zijn wel dezelfde soort monstertjes. Wie goede kip wil, zoekt naar ‘traag groeiende rassen.’ Diertjes die niet voor niets hebben geleefd, behandeld als een coq en pâte. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1371 PAGINA 22 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Alain Van Brussel, politieagent op rust, is de tekstschrijver, zanger en gitarist van het bluestrio De Braave Joenges.
© MARC GYSENS
Alain Van Brussel zingt de blues in het Brussels Vloms
‘Brussel, ge zet ma lééf!’ UKKEL – “Ik veronderstel dat ergens een engelke heeft gezegd: Diene, die moet Van Brussel heten. Mijn hele leven draait rond Brussel. Ik heb altijd in Brussel gewoond, ben bij de politie van Brussel geweest. Nu zing ik de blues in het Brussels Vloms en vecht ik voor de Brusselse taal. Iets zegt me dat het geen toeval kan zijn.” Alain van Brussel, politieagent op rust, is de tekstschrijver, zanger en gitarist van het bluestrio De Braave Joenges.
A
lain zingt al lang de blues. De liefde bloeide open toen hij nog een tiener was. “In de jaren zestig luisterde ik naar muziek van kleppers zoals Cream, Savoy Brown, Fleetwood Mac, The Rolling Stones, etc. Straffe gasten met de ‘Hope I die before I get old’-mentaliteit, al zijnde meeste nog in leven. Die muziek van jonge Engelse en Amerikaanse muzikanten was voor mij het begin. Daarna heb ik John Lee Hooker ontdekt, door een plaat die hij samen met Canned Heat had gemaakt. Een openbaring die alles heeft veranderd; het betekende het begin van een zoektocht naar de bron van de blues, de slavenmuziek. Drie akkoorden — of zelfs maar één — en het leven”. Enkele jaren volgde een ander begin: dat van het leven als volwassene. Het betekende werken, een gezin stichten. “Een mens moet zijn
prioriteiten kennen. Mijn geld werd voortaan aan andere dingen besteed dan alleen maar aan het kopen van platen. Mijn gitaar, een kopie van een Gibson Hummingbird waarop ik wat geprutst had, ging de kast in. Daar is ze zo’n tien jaar gebleven, tot de dag waarop ik besloot om ze te verkopen omdat ik er toch niets mee aanving. Maar toen ik ze van onder het stof haalde, was het net alsof ze mij zei: ‘Niet verkopen, jongen. Oefenen!’ Waarop ik voor het eerst in mijn leven gitaarlessen ben beginnen te volgen.” “Kort daarna heb ik mijn eerste groepje opgericht, Mellow Tones Blues Trio. De band was geen lang leven beschoren. Vervolgens was het de beurt aan The Blue Flame. De band bestond uit een drummer en bassist die mijn gitaarleraar aanbracht, een mondharmonicaspeler en ikzelf. Een prachtige tijd. Vijf-
tien jaar lang hebben we samen gespeeld.”
Ervaring van de straat Al die jaren combineerde Van Brussel zijn muziek met zijn job als politieagent. Zo hield hij als politieman te paard tien jaar lang toezicht gehouden in Ter Kamerenbos, deed hij secretariaatswerk en bemande hij mee de verkeersdienst aan de Van Praetbrug. “Ik was graag politieman. Ik stond in dienst van de gemeenschap zonder er de slaaf van te zijn. Als ik de mensen kon helpen, dan deed ik dat met plezier. Ik heb in al die jaren heel wat mooie dingen beleefd, Tragische momenten ook, zoals het Heizeldrama. Het was een prachtige dag, schitterend weer. En plots... Plots was het oorlog. We wisten wel dat het geen gemakkelijke dag zou worden - overmatig drankgebruik en zomerse temperaturen
vormen nu eenmaal voor een gevaarlijke cocktail - maar dat het die proporties zou aannemen, kon niemand voorspellen.” “Mijn laatste post was ook niet echt een geschenk. Ons takenpakket bestond er onder meer uit om ter plekke te gaan bij zware verkeersongevallen, pv’s op te maken en contact op te nemen met het parket. Verschrikkelijke dingen heb ik daar gezien. Uiteindelijk is het me allemaal een beetje te veel geworden en ben ik er op mijn achtenvijftigste mee gestopt. De jobomschrijving was helemaal veranderd. Alles diende op computer te gebeuren, ervaring werd niet meer naar waarde geschat. Beu werd ik het om geconfronteerd te worden met jonge snaken die net van de schoolbanken kwamen en die het allemaal beter wisten. Ze beseften niet dat je het beroep alleen maar al doende kon leren, door de ervaring op straat. Die jonge ketten weten het niet meer. Neen, het draait nu rond regeltjes volgen, reglementen, formulieren invullen, etc. Het aspect van mensen helpen is helaas op de achtergrond verdwenen.” “Mijn vrouw was toen al met pensioen. Het was welletjes geweest. En nu is het genieten,
BDW 1371 PAGINA 23 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Geen egogedoe Muziek spelen doet Alainke nu met De Braave Joenges, zijn partners in crime Bompa Guy op dubbel bas en Super Mario op de mondharmonica. “Het is allemaal zowat vier jaar geleden begonnen. Peter Anger, die bij de RTBF werkte en gespecialiseerd was in het maken van dierendocumentaires, nam contact met mij op. Als laatste bijdrage voor zijn pensioen wilde hij de melomaan in zich plezieren met een
“Ik denk echt wel dat we een mooi verhaal aan het schrijven zijn, een verhaal dat nog lang niet voorbij is”
ouders over de vloer. Zij hebben mij volledig in het Brussels opgevoed, terwijl ik school liep in het Franstalig onderwijs. Op mijn 24ste ben ik politieagent geworden in Brussel-Stad en ook daar was het Brussels de meest gebruikte taal. Bij de federale politie zitten niet veel echte Brusselaars meer. Ik begrijp ook niet dat mensen zeggen: ‘Thuis spraken mijn ouders Brussels, maar ik doe het niet want ik vind het vulgair.’ Een taal kan niet vulgair zijn. Enkel de gedachten die je met taal doorgeeft, zijn vulgair.” “Ik noem het Brussels een volwaardige taal, geen dialect. Een taal die meer en meer aan het verdwijnen is, die moet verdedigd worden, zoals iedere streektaal verdedigd moet worden. Je moet daar fier op zijn, je mag dat niet marginaliseren. Dat Brussels is iets van ons, het zit in ons hart en bloed. Onze teksten zijn tijdloos. Bluessituaties zijn tijdloos: platzak zijn, vrouwenaffaires, drank, liefdesverdriet, etc. Situaties die we met een Brusselse zwans en humor brengen. En bij onze optredens spreek ik het publiek ook toe in het Brussels, vertel ik een verhaaltje rond de nummers, zodat de mensen voor een paar uurtjes hun problemen kunnen vergeten. Mooi is het als iemand achteraf je zegt: Ik heb werkelijk genoten, wat jullie brengen is iets dat ik nog nooit heb gehoord.”
Hart en bloed docu over bluesmuzikanten die niet professioneel bezig zijn. Het wilde niet echt vlotten, waarop ik hem zei: ‘En wat als er een rasechte Brusselse bluesgroep zou bestaan?’ Ik had op dat moment al enkele teksten in het Brussels Vloms geschreven. Mario en Guy maakten het plaatje compleet. Van bij de eerste repetities klikte het meteen. Het resultaat was de docu Little City Blues, die vertoond werd in het RTBF-programma Quai des Belges. De trein was vertrokken.” “Voordeel is dat we alle drie op een leeftijd gekomen zijn waarop we het egogedoe, waar zoveel muzikanten last van hebben, reeds lang achter ons hebben gelaten. Ik beschouw Mario en Guy als broers en ik denk dat dat gevoel wederzijds is. Het moet ook plezierig blijven. Als er constant gerommel en geruzie is, valt het niet vol te houden. Dan kan er volgens mij ook geen goede muziek gemaakt worden: je geeft je gevoelens door aan je medemuzikanten. Er moet een band zijn, een harmonie.”
Volwaardige taal Ook doen De Brave Joenges het een beetje om het Brussels te verdedigen. “Ik heb het Brussels van mijn grootouders van mijn moeder geleerd. Mijn vader was een Waal die nooit een woord Nederlands heeft gesproken. Wij woonden aan de Zwarte Vijvers in Molenbeek. Ik kwam iedere dag bij mijn groot-
Sinds kort is er nu ook een CD, For Brusseleirs Only. Daarop staan nummers als ’K èm Miseire, Op de Vlovemèt, Beire Janssens Boogie, Stamenei Boes en Brussel, ge zèt ma Lééf! “Omdat er steeds meer vraag naar kwam, hebben we uiteindelijk wat centjes aan de kant gezet om de CD te kunnen opnemen. Alle vijfhonderd exemplaren zijn tot onze grote verbazing op enkele maanden de deur uitgevlogen, we hebben er nog eens vijfhonderd laten bijmaken. Ik denk echt dat we een mooi verhaal aan het schrijven zijn, een verhaal dat nog lang niet voorbij is. Waar het einde ligt, weet ik niet. Ik heb nog zoveel inspiratie, de krant zit vol blues tegenwoordig.” “Er zijn soms mensen die me zeggen: ‘Blues, dat moet toch in het Engels gezongen worden!’ Ik zou bij God niet weten waarom. Als ik Sweet Home Chicago zou zingen, zou ik liegen. Ik ben daar nog nooit geweest. Een muzikant die liegt, dat hoor je, dat voel je. Brussel, dat ben ik, dat is mijn hart en bloed. En dat wil doorgeven. Met mijn beperkingen, maar ook met bezieling. Ik heb de verplichting om verder te doen wat ik nu doe. Het is een beetje alsof ik bezeten ben”. Karel Van den Auwera De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
Alain Van Brussel (r.): “Voor mij zijn Mario en Guy als broers. Ik denk dat dat gevoel wederzijds is.”
3 VRAGEN AAN LOUISE CHARLIER © SASKIA VANDERSTICHELE
ben ik op mijn gemak, zijn wij op ons gemak. Ik kan muziek spelen zonder mij in bochten te moeten wringen door onregelmatige werkuren. Ik ben ook beginnen te schilderen, volg lessen aquarel aan de academie van Watermaal-Bosvoorde.”
Louise Charlier mag zich voortaan erkend designer noemen.
‘Meubels doorgeven aan kinderen’ Onder de noemer De Nieuwe Oogst presenteert Design Vlaanderen jaarlijks fris designtalent van eigen bodem. Met illustrator Klaas Verplancke, keramiste Katja Van Breedam en juwelenontwerpster Karen Wuytens komen diverse disciplines aan bod. Ook de jonge Brusselse industrieel designer Louise Charlier haalde de selectie, en mag zich voortaan erkend designer noemen. Waar haalt u inspiratie? Louise Charlier: “Vaak spruiten mijn ontwerpen uit mijn eigen leefwereld voort. Ik ben opgegroeid in Elsene, maar trek tijdens vakanties steevast de natuur in. Omdat het niet altijd eenvoudig is om je tent mee te nemen, bedacht ik Bikok als afstudeerproject aan La Cambre. Net zoals in een tent kan je er enkel in slapen en ben je er dicht bij de natuur. Maar deze tent kan blijven staan, in de winter doet het terras dienst als afsluitstuk. Met een Frans bedrijf bekijk ik momenteel de ontwikkelingsmogelijkheden.” Waaraan hecht u belang in design? Charlier: “Ik werk graag met natuurlijke materialen en eenvoudige ontwerpen. Ik wil de natuur in huis brengen en duurzame objecten maken. Zodat de eigenaars zich eraan hechten en de meubels kunnen door-
geven aan hun kinderen. Hoewel het duurder is, verkies ik om ethische en ecologische redenen voor deze meubels een productie in België of Europa. Al impliceert die keuze dat ik de ambitie uit mijn studententijd, design toegankelijk maken voor iedereen, moet laten varen. Als een product echt goedkoop geproduceerd moet worden, zoals mijn opvouwbaar zitje Kite, moet je naar China.” Wat brengt de toekomst? Charlier: “Binnen Médiane, het communicatiebureau van mijn vader, bouw ik een designpoot uit. Momenteel ben ik bezig met de ontwikkeling van een hek voor paarden. Het prototype is nu te zien op een Duitse beurs, ik wacht dus in spanning de reacties af om eventueel nog wat bij te sturen. Het ontwikkelingsproces verliep zoals een spelletje pingpong, waardoor het object voldoet aan de wensen van het bedrijf en de markt. Dat vind ik de fijnste opdrachten, want mijn hart ligt bij industrieel design.” Elien Haentjens De Nieuwe Oogst, van 29 maart tot 26 mei in de Design Vlaanderen Galerie, Kanselarijstraat 19, 1000 Brussel. www.designvlaanderen.be www.louisecharlier.be
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau (frederik.welslau@bdw.be). HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Ken Lambeets (ken.lambeets@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie. binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Tijs van den Boomen, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1371 PAGINA 24 - DONDERDAG 28 MAART 2013
Voetbal > Copa Favela 2014: straatvoetbal als alternatief voor Wereldbeker
‘Fifa zal nooit goed zijn voor het voetbal’ RECIFE – Brazilië is gekend om zijn zandstranden, samba en voetbal. Aan dat cliché zal met de Wereldbeker in 2014 niet veel veranderen. Het land verwacht duizenden voetbaltoeristen, maar volgens voormalig VRT-cameraman John Erbuer is er nog veel ruimte voor verbetering. Daarom organiseert hij onder de noemer Copa Favela 2014 voetbalmatchen in de Braziliaanse sloppenwijken. “Er is veel geld voor stadions en hotels, maar niets voor de elementaire voorzieningen van het volk.”
B
razilië begint al warm te lopen voor de Copa do Mundo. Affiches en reclamefilms brengen alleen maar goed nieuws. De Wereldbeker lijkt het beste wat Brazilië kan overkomen. Maar is dat wel zo? “Het evenement zou goed zijn voor de werkgelegenheid en de industrie, zelfs voor het milieu. FIFA heeft sociale projecten en engageert zich voor het milieu via wind- en zonne-energie, maar in de praktijk maken ze de mangrove kapot en stroomt ontzettend veel geld naar bouwpromotoren voor de bouw van stadions en luxeprojecten,” zegt John Erbuer, voormalige cameraman van de VRT. “Er kruipt ook veel geld in de propaganda voor de Wereldbeker.” In Brazilië zijn reeds 170.000 mensen onteigend voor de bouw van stadions en andere infrastructuur. “In Recife komt er een nieuw stadion, twintig kilometer buiten de stad. Daar zijn de inwoners van een heel dorp moeten opkrassen voor een stadion met luxehotels en een conferentiecentrum, een superbeveiligd rijkemansgetto op veilige afstand van de
de CLUB
stad. Waar de mensen niet bij stilstaan, is dat daar slechts vijf wedstrijden gespeeld zullen worden. Vijf! Waarom gebruiken ze het bestaande stadion niet? Dat was met zijn 60.000 toeschouwers het grootste van Brazilië, tot ze in Rio Maracanã (een van de grootste voetbalstadions ter wereld, red.) bouwden. Niemand weet trouwens wat aan te vangen met het nieuwe stadion na de Wereldbeker.”
Blootsvoets shotten De reclamespotjes staan diametraal tegenover de echo’s die Erbuer op straat hoort. “De mensen worden zich stilaan bewust van de propaganda en komen de straat op. Sommigen steken autobanden in brand, andere zijn bezig met fanzines of graffiti. In een land dat geteisterd wordt door armoede en sociale onvrede, verdwijnt ontzettend veel geld naar de bouw van stadions, wegen, hotels en conferentiecentra, terwijl er voor de inwoners van de periferie niets gedaan wordt. Er is geen geld voor scholen, ge-
Kin-Ball Brussels Team
‘Onze mannenploeg is Europees kampioen’ ELSENE – Drie ploegen, een grote bal en de nodige portie fair play. Dat is kin-ball in een notendop. Kin-Ball Brussels Team telt meer dan tweehonderd leden. De grootste club van Europa speelt een voortrekkersrol. “Op het eerste zicht ziet kin-ball er ingewikkeld uit,” vertelt trainer Eric Tirlo (41). “Kort samengevat: drie ploegen spelen tegen elkaar en zij moeten ervoor zorgen dat de bal (diameter van 1,22 meter) niet op de grond valt. Bij de opslag roept een van de vier spelers van de ploeg in balbezit “Omnikin!”, gevolgd door de kleur van de ploeg die de bal moet ontvangen. Als zij de bal kunnen vangen, hebben ze tien seconden om terug te slaan. Het spel gaat bij momenten zeer snel: de bal kan snelheden van wel zeventig kilometer per uur halen.” En dan komt fair play in het spel: je moet de bal altijd slaan naar de ploeg met het meeste aantal punten. Indien dat niet gebeurt, wordt de ploeg gesanctioneerd. Wie zich voorbeeldig gedraagt, wordt dan weer beloond met extra
punten. “De sport werd uitgevonden door een leraar lichamelijke opvoeding met als doel om leerlingen te betrekken die zich probeerden te verstopten tijdens de turnles. Daarom mag de bal bijvoorbeeld alleen naar de tegenstander geslagen worden als alle vier teamleden hem hebben geraakt. De ploegen moeten nauw samenwerken. Dat is voor mij een van de grootste charmes van de sport.” De totnogtoe enige Brusselse club werd aan het begin van de eenentwintigste eeuw opgericht en is volgens Tirlo uitgegroeid tot de grootste club van Europa. Door mond-totmondreclame gingen de ledencijfers de hoogte in. “Medeoprichter Olivier Laurent begon met de eerste lessen in de school waar hij lichamelijke opvoeding geeft. Daar zijn veel leerlingen naartoe gekomen, gevolgd door hun vrienden en ouders.” “Gedurende jaren stonden we steeds comfortabel aan de leiding van het klassement. Ondertussen zijn er ploegen bijgekomen met veel potentieel. We hebben nu grote rivalen
zondheidszorg of sanitaire voorzieningen.” Erbuer wou als waarnemer ook zijn steentje bijdragen en kwam op de proppen met Copa Favela, een sportief en kunstzinnig platform dat oproept om tijdens de FIFA Wereldbeker zelf te voetballen op straten en pleintjes, op blote voeten en zonder ‘koop-boodschap’ (logo) op de T-shirts. Voetbalmatchen op blote voeten, de zogenaamde pelada’s, zijn de meest normale zaak in Braziliaanse sloppenwijken, waar mensen verzot zijn op voetbal maar geen geld hebben om schoenen te kopen.
Geldfixatie John Erbuer kwam elf jaar geleden voor het eerst naar Brazilië om vijf dagen lang samen met Zjakki Willems van Radio 1 het carnaval van Recife bij te wonen. Het was liefde op het eerste gezicht met de rijke Afro-Braziliaanse muziekscène. Sindsdien komt hij hier geregeld over de vloer, destijds ook met de Antwerpse muziekgroep Think of One. “Ik ben met kunst en met communicatie bezig. Copa Favela 2014 draagt beide elementen in zich: het is een interventie in een stad zonder geld, om tegen de geldfixatie van FIFA in te gaan. Het is in Brazilië vrij gemakkelijk om zonder geld mensen voor een actie te mobiliseren. In de favela Peixinhos organiseren we een pelada om mensen te verzamelen rond muziek en tentoonstellingen. Het wordt een groot voetbalfeest zonder geld.” Copa Favela 2014 wil het geld- en consumptieparadigma van de FIFA doorprikken. “FIFA
en dat is een goede zaak, want op een bepaald moment wonnen we bijna elke wedstrijd.”
Kinderziektes Het Kin-Ball Brussels Team heeft een eenvoudige structuur: elke ploeg heeft een afgevaardigde en de ouders worden nauw betrokken bij de werking. Doordat de nieuwe leden meestal wel iemand van de club kennen, is het een grote vriendengroep. Tel bij die goede sfeer de nodige portie talent en je hebt spelers van internationaal niveau. “Onze nationale mannenploeg heeft zich tot Europees kampioen gekroond en op het wereldkampioenschap werden we tweede. Onze dames behaalden de bronzen medaille. Onze club is goed vertegenwoordigd bij de Belgische selecties. In november strijden ze voor de wereldtitel in Pepinster.” Om de jonge sport nog beter te verankeren in de hoofdstad, zou Tirlo graag een tweede ploeg zien ontstaan. Daar wil Kin-Ball Brussels Team een handje mee helpen. “We geven opleidingen aan geïnteresseerde leerkrachten lichamelijke opvoeding en lenen materiaal uit aan scholen. De Nederlandstalige federatie komt nu ook van de grond, dat is een goede zaak. De sport wordt nog maar tien jaar beoefend in België en kent nog wat kinderziektes. Maar ze ontwikkelt zich snel. Ik zou op termijn graag een Brussels kampioenschap zien ontstaan. Maar dat is nog verre toekomstmuziek.” Tim Schoonjans www.kin-ball-et-sports.be
is een bedrijf dat zich bezighoudt met winst maken. Je moet maar eens kijken naar de lijst sponsors op hun website: telefoonmaatschappijen, Coca-Cola, McDonald’s, Adidas, etc. Allemaal bedrijven die geen belastingen zullen moeten betalen tijdens de Wereldbeker. Iedereen zegt dat de Wereldbeker een goede zaak is voor Brazilië, maar wij hebben daar onze twijfels over. Alles staat tijdens het tornooi in het teken van de consumptiepiek,” vertelt Erbuer. “Maar dat verhaal van consumptie en groei heeft zijn limieten bereikt. De aarde kan het niet aan. In Brazilië heerst een buitensporig hoog verbruik van energie en airco. Is het volk gediend met twaalf nieuwe voetbalstadions, terwijl ze voor hun ontembare energienood
BDW 1371 PAGINA 25 - DONDERDAG 28 MAART 2013
© BENJAMIN TOLLET
David Steegen Geschiedenis
John Erbuer is organisator van de Copa Favela, een sportief en kunstzinnig platform dat oproept om tijdens de FIFA Wereldbeker op blote voeten te voetballen op straten en op pleintjes.
een groot stuk regenwoud onder water zetten bij de bouw van de Belo Monte stuwdam?”
Copa Molenbeek Onder het motto ‘Om te voetballen heb je geen geld nodig’ trekt Erbuer door de sloppenwijken om contacten te leggen met plaatselijke voetbalploegen. Heel wat ploegen toonden zich reeds bereid om mee te werken. Stiekem hoopt Erbuer dat het concept overslaat naar andere Braziliaanse steden en naar het buitenland. “Bijvoorbeeld naar Zuid-Afrika: zij weten heel goed wat een Wereldbeker organiseren echt is. Ik ga tijdens de Wereldbeker in samenwerking met Welvaart een pelada organiseren in Antwerpen.
In Brussel gaan stemmen op om een soortgelijk evenement op poten te zetten. Waarom geen Copa Favela op straat in Molenbeek? De Marokkaanse gemeenschap speelt daar ook voetbal op straat.” Iedereen kan zich aansluiten bij Copa Favela 2014 door een voetbalmatch te organiseren, op voorwaarde dat er blootsvoets gespeeld wordt en dat er geen koopopdrachten (logo’s) op de kleren staan. “En als er zich iemand geroepen voelt om te helpen, vertalen of om een website te maken, altijd welkom!” Benjamin Tollet Meer info op www.facebook.com/ CopaFavela2014
© MARC GYSENS
Binnenkort brengt RSC Anderlecht een mooi boek uit over haar geschiedenis. Het naslagwerk wordt uitgegeven door uitgeverij Kannibaal/Hannibal, bedreven in het op de markt brengen van prachtige sportboeken, collectors items. Stephan Vanfleteren maakte portretten van de oude en de nieuwe iconen van Anderlecht. Het is de eerste keer dat een voetbalclub de eer heeft om door de lens van de wereldberoemde Vanfleteren belicht te worden. Milan Jovanovic laat zijn ware aard zien. De foto toont wie hij echt is: een Servische krijger met een groot hart. Mati Suarez ziet er wat melancholisch uit, met gevoelige ogen die ambitie en vastberadenheid uitstralen. Het boek wordt een unicum. Grasduinend door de geschiedenis van Royal Sporting Club Anderlecht, blijkt dat paars-wit opgericht is om “binnen de gemeente Anderlecht de atletische sporten in het algemeen en het voetbal in het bijzonder te ontwikkelen.” Sport, en meer bepaald voetbal, verenigt. De eerste weldoener van Sporting Anderlecht was Emile Versé, een lederfabrikant, een gedreven middenstander die kon organiseren, begeesteren en motiveren. Onder zijn impuls verhuisde de club van het achterafveldje in Scheut, waar zelfs een boom in het midden van het plein stond, naar het Meirpark, later omgedoopt tot het Astridpark. Onder zijn impuls groeide de wijk rond het stadion uit tot het kloppende hart van de gemeente Anderlecht. Vandaag houden de activiteiten in het Constant Vanden Stockstadion tientallen bedrijfjes in leven. Versé beleefde, tijdens de eerste wereldoorlog, de bouw van het eerste echte stadion. In 1917 werd het Emile Verséstadion ingehuldigd. Drie van zijn vijf zonen, Gaston, André en Maurice, maakten in de eerste jaren deel uit van de aanval van Sporting Club Anderlecht. Emile Versé werd
vier jaar na de oprichting, in 1912, erevoorzitter van de club. Gaston Versé, gevreesd doelschutter, was ook Belgisch juniorenkampioen op de honderd meter. Maurice Versé vormde met zijn boezemvriend Théo Verbeeck, ook een van de mannen van het eerste uur, al een gevaarlijk spitsenduo op het veld. Verbeeck en Versé junior waren de mentors van het team en bepaalden mee de ziel en de eigenheid van de club. Théo Verbeeck maakte, net voor zijn dood, de eerste kampioenstitel mee. Het officiële adres van de club is tot op heden Théo Verbeecklaan 2, 1070 Anderlecht. Hij heeft het eerbetoon nooit mogen meemaken. De straat werd twee weken na zijn dood naar hem genoemd. Théo Verbeeck was een duizendpoot. Hij oefende de meest uiteenlopende functies uit, zowel binnen als buiten het voetbal. Zo was hij vicevoorzitter van de officiële feesten van Anderlecht en lid van de commissie voor lichamelijke opvoeding en sport. Verbeeck was ook scheidsrechter in eerste klasse. In 1911 was Emile Versé speler en voorzitter van Sporting. Hij was tweeëntwintig jaar jong. Sport en gemeenschap zijn nauw met elkaar verbonden. Verbeeck was een ambitieuze visionair en handelde in de geest van de samenhorigheid, met eerbied voor waarden die op Engelse leest geschoeid zijn. Steeds het algemeen belang dienend. Elke opvolger heeft iets van Théo Verbeeck in zijn bewind toegepast. Onder Verbeeck steeg RSC Anderlecht definitief naar de hoogste klasse en werd het voor de eerste maal landskampioen in 1947. De dag dat Verbeeck zijn aansluitingskaart tekende bij Anderlecht, zou tot feestdag moeten worden uitgeroepen. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Ontdek golf BRUSSEL – Op zondag 14 april openen de Brusselse golfclubs hun deuren, om nieuwe leden aan te trekken en om enkele mythes uit de wereld te helpen. Golf wordt soms gezien als een sport voor rijke, oude mannen, maar niets is minder waar. Kijk maar naar Nicolas Colsaerts, de beste Belgische golfspeler die de sport een hipper imago geeft. Om de twijfelaars en criticasters te overtuigen, worden op 14 april in Brussel en Wallonië enkele gratis initia-
tielessen gegeven door golfleraars en professionals. In Vlaanderen gaan de initiaties een dag eerder door. Al de vragen die u over de golfsport heeft, worden dan beantwoord. En uiteraard kunt u zelf een golfclub in handen nemen om een balletje te slaan. Het Brussels Gewest heeft twee deelnemende clubs: Royal Amicale Anderlecht Golf Club (info@golf-anderlecht.com) en Brussels Golf Club Academy and Training Center TS (info@brusselsgolfclub.com).
ONVERGETELIJKE SPORTDAG BRUSSEL – De campussen van de VUB en de HUB worden op donderdag 28 maart ingenomen door sportende scholieren.
Kin-ball werd uitgevonden door een leraar lichamelijke opvoeding die alle leerlingen actief bij de turnles wou betrekken.
Studenten van de derde bachelor Lichamelijke opvoeding en Bewegingswetenschappen bieden honderden Brusselse scholieren uit de derde graad secundair onderwijs een dag vol sport. Ze willen hen een onvergetelijke sportdag bezorgen, en hen aanzetten om achteraf te blijven sporten. Daarom krij-
gen ze ook informatie over sportclubs in hun buurt. De dag wordt in drie sportblokken opgedeeld: een in de voormiddag en twee in de namiddag. Er is keuze uit tal van sporten waaronder enkele opvallende zoals bubble football, tchoukball en waterbasket. Ook aan de leerkrachten wordt gedacht. Zij kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een initiatieles zelfverdediging of een infosessie van Childfocus over cyberpesten. Enkele spetterende TS shows sluiten de dag af.