IN MEMORIAM © Archief Stichting Auschwitz
VERZETSHELD PAUL HALTER OVERLEDEN SINT-JANS-MOLENBEEK - Op paaszaterdag overleed Paul baron Halter (°1920), stichtendvoorzitter van de Stichting Auschwitz, gewapend verzetsstrijder en bij de laatste Belgen die als politiek gedeporteerden het vernietigingskamp van Auschwitz overleefden. In 1996 werd hij tot de adelstand verheven. Paul Halter was een Brusselaar van geïmmigreerde Zwitserse ouders die hier vanaf 1921 een horlogemakerszaak exploiteerden. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, studeerde hij Filosofie en Letteren aan de ULB. “De ULB is de enige universiteit in Europa die de deuren sloot om niet te moeten ingaan op eisen van de Duitser,” zou hij trots tot oude leeftijd herhalen. Na eerder al bij de Rode Valken (jong-socialisten) actief geweest te zijn, engageerde hij zich onder de schuilnaam Stephane in het gewapend verzet. Zo hielp hij onder meer de partizanen bij de legendarische treinstop van het XXste Konvooi, waardoor gedeporteerden konden ontsnappen. Het was minister Paul-Henri Spaak zelf die Halter in Vichy opzocht om hem te vragen de Belgische verzetseenheden vanuit de ULB te organiseren. Halter werd echter na drie maanden opsluiting in Sint-Gillis en na een dag kazerne Dossin (Mechelen) door de Gestapo met 1450 man op Konvooi XXII naar Auschwitz gezet - slechts negentien overleefden dit voorval. In het bijkamp Fürstengruben overleefde hij naar eigen zeggen dankzij ‘extra’s’ (voeding) door het ambacht van horlogemaker dat hij van zijn vader leerde. “In mijn verzetsverleden heb ik heel wat mensen verwond en vermoord, maar ik heb daar geen spijt van,” stelde hij ooit. Na de oorlog was hij medestichter van de Vriendenkring van oud-politiek gevangenen van Auschwitz-Birkenau en het kamp en de gevangenis van Silesie. Dit werd in 1980 omgedoopt tot Stichting Auschwitz en de vzw Herinnering Auschwitz, waarvan hij heel zijn leven voorzitter bleef. Aan hem zijn sinds 1978 de jongerenreizen naar Auschwitz te danken, om de gruwel in herinnering te houden. De 92-jarige schonk zijn lichaam, door de nazi verminkt met nummer 151610 (foto), aan wetenschappelijk onderzoekswerk. Zijn geest echter houdt het vuur brandend: ‘Dit nooit meer!’. JMB
BDW 1372 PAGINA 2 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Cultuur > Schepen Alain Courtois (MR) wil museum voor religieuze kunst
Geen groenten en fruit in Sint-Katelijnekerk BRUSSEL – Het plan om van de Sint-Katelijnekerk een overdekte markt voor groenten en fruit te maken, is begraven. Alain Courtois (MR), de nieuwe Brusselse schepen van Erediensten, wil er graag een museum voor religieuze kunst in onderbrengen.
A
l enkele jaren wordt gezocht naar een nieuwe bestemming voor de Katelijnekerk aan de Vismarkt. De 19de-eeuwse constructie van architect Joseph Poelaert is veel te groot en te duur in onderhoud om nog langer dienst te doen als parochiekerk. Sinds goed een jaar is de kerk dan ook gesloten. Wel werkte Beliris, het federaal fonds voor Brussel, buiten verder aan de renovatie van de voorgevel. Die ziet er sinds kort piekfijn uit. Enkele maanden voor de sluiting, in de zomer van 2011, werd bekend dat de kerkfabriek een plan had om het volledige achterste deel van de kerk af te breken en om er een woontoren met twaalf verdiepingen neer te zetten. Maar de stad Brussel, eigenaar van
het kerkgebouw, stak stokken in de wielen. PS-schepen Philippe Close speelde immers met de gedachte om de kerk om te vormen tot een overdekte markt voor groenten en fruit, een idee dat hij vorig jaar verder liet onderzoeken. Dat plan was echter niet naar de zin van de Vrienden van Sint-Katelijne, een vereniging van Brusselse gelovigen, die prompt een protestpetitie lanceerde. Het project van Close blijkt nu van de baan te zijn. “Het bisdom zou nooit instemmen met zo’n hal voor groenten en fruit,” zegt schepen Alain Courtois. Om een kerk een nieuwe functie te geven, moet ze - geheel of gedeeltelijk - ontwijd worden. Dat doet de aartsbisschop alleen als hij akkoord gaat met de nieuwe bestemming. Courtois overweegt nu
om van de kerk een museum voor religieuze kunst te maken. “Tegen juni wil ik hierover een beslissing nemen,” zegt hij. Al geruime tijd wordt gezegd dat in het Brussels gewest nood is aan zo’n museum, zeker nu duidelijk is dat er nog meer kerken zullen sluiten. Door gebrek aan expositieruimte en uit veiligheidsoverwegingen liggen in heel wat kerken waardevolle cultusvoorwerpen en kunstschatten te verstoffen op zolder. Dat is bijvoorbeeld het geval in
de rijke, grotendeels opgeborgen collectie van het OCMW, die weliswaar eerder op zorgverlening dan op religie is gericht.
Flinke onderhoudsbeurt De Katelijnekerk zelf heeft zo’n 350 schilderijen, beeldhouwwerken en andere waardevolle cultusvoorwerpen. Zopas werden ze geïnventariseerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Om de collectie te vrijwaren nu de kerk
“Een mix van cultuur en handel is ook een optie, een boekhandel zoals Cook and Book bijvoorbeeld” de Sint-Martinuskerk in Ganshoren, die een mooie verzameling damasten kazuifels, verzilverde missalen, koperen kandelaren en curieuze relieken heeft. Ook Brussel-stad beschikt over een flink kerkelijk patrimonium. En er is
dicht is, verhuist ze in de loop van de volgende weken naar een extra beveiligd en vochtvrij lokaal op de verdieping. “Hopelijk niet voor lang,” zegt Yvan Nobels, voorzitter van de kerkfabriek, die het plan voor een museum
DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS
De donkere winterdagen zijn eindelijk achter de rug, de lente is begonnen en het zomeruur van kracht. Een beetje zon, een beetje schaduw, nu nog wat hogere temperaturen om de bomen in bloei te zetten.
© JO VOETS
WEEKOVERZICHT
BDW 1372 PAGINA 3 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
© SASKIA VANDERSTICHELE
WOENSDAG 27 MAART VINCENT KOMPANY NEEMT FC BLEID OVER. Belgisch profvoetballer en Rode Duivel Vincent Kompany investeert in derdeklasser FC Bleid. Hij wil met de ploeg terug vanaf nul beginnen en Brusselse jongeren een kans geven. Het project zal geleid worden door een team van medewerkers onder leiding van zijn zus, Christel Kompany. Ideeën voor naam en slogan kunnen geplaatst worden op de website www.westartfromscratch.com.
DONDERDAG 28 MAART alain beeckmans nieuwe voorzitter mivb. Het partijbestuur van Groen Gewest Brussel draagt Alain Beeckmans voor als nieuwe voorzitter van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB. Hij vervangt Adelheid Byttebier, schepen van Nederlandstalig onderwijs en Cultuur in Schaarbeek. Groen wil belangenconflicten vermijden en kiest een nieuwe voorzitter. Beeckmans wacht de belangrijke taak om het nieuwe beheerscontract zo goed mogelijk uit te voeren.
VRIJDAG 29 MAART akkoord over proefproject kilometerheffing Met het proefproject, dat zal plaatsvinden in de GEN-zone (Gewestelijk ExpresNet), willen de drie Gewesten nagaan welke gedragseffecten een kilometerheffing heeft op mobiliteit en op enkele andere beleidsdomeinen. De resultaten worden in de eerste helft van 2014 verwacht. De Sint-Katelijnekerk met gerenoveerde voorgevel: mogelijk een museum voor religieuze kunst.
toejuicht. “Het is een prachtig idee, veel beter dan een groentenmarkt. Zie je het al voor je: groenten- en fruitkramen tussen de religieuze panelen en beeldhouwwerken. Want niet alleen de buitenkant van de kerk is beschermd, ook de binnenkant en de inboedel.” Het museum zou in de twee zijbeuken komen. Van de middenbeuk zou een grote polyvalente zaal gemaakt worden en er zou ook een kleine ontmoetings- of gebedsruimte overblijven. Nobels: “De verhuring van de grote zaal zou alvast wat geld in het laatje brengen.”
“ “ HET GETAL
Groot probleem van het museumproject is inderdaad de financiering. Niet alleen moeten de drie overige buitengevels en de binnenkant van de kerk een flinke onderhoudsbeurt krijgen, er zijn ook de kosten van uitbating. Dat beseft Courtois en ook zijn MR-collega Marion Lemesre, die als schepen van Economie het dossier van de groentenhal erfde van Close. “Een museum in combinatie met een te verhuren zaal is een mogelijkheid. Of een andere mix van cultuur en handel, een boekhandel zoals Cook and Book bijvoorbeeld,”
zegt ze. “De nieuwe bestemming moet in elk geval de oorspronkelijke functie van het gebouw respecteren. En in samenspraak met het bisdom uitgewerkt worden. We gaan het paard niet opnieuw achter de wagen spannen.” Het bisdom wil pas reageren als de stad Brussel met een concreet voorstel komt. “Tot nog toe hebben we geen officiële vraag gekregen, ook niet over een groentenhal trouwens,” zegt Tony Frison, adjunct van de Brusselse hulpbisschop. Bettina Hubo
Clowns overvallen Aldi-warenhuis. Drie gemaskerde mannen stormen omstreeks half vijf binnen in een Aldi-warenhuis, aan de Joseph Baecklaan, in Sint-Jans-Molenbeek. Ze bedreigen de werknemers met vuurwapens en gaan aan de haal met de kassa. Hoeveel de buit bedraagt, is nog niet duidelijk. Er zijn geen gewonden gevallen maar het personeel is wel in shock. Het parket en het labo starten een sporenonderzoek.
ZONDAG 31 MAART
MAANDAG 1 APRIL Justitiepaleis extra beveiligd. Het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken zet extra politiepatrouilles in aan het Brussels Justitiepaleis. Ze neemt deze maatregel naar aanleiding van een huiszoeking in het appartement van de doodgeschoten terreurverdachte Hakim Benladghem. Hierbij zijn oorlogswapens gevonden. Volgens het parket zou de 39-jarige Fransman van Algerijnse afkomst een aanslag beramen op een politieschool.
De industrie in Brussel kan niet meer op tegen de boomende woonmarkt, aldus Olivier Willockx van BECI (op de RTBF).
BRUSSEL HERDENKT VERZETSSTRIJDSTER. Op het SintJansplein in het centrum van Brussel herdenken oud-strijders Gabrielle Petit. Ze leggen bloemenkransen neer aan haar standbeeld. De Brusselse spioneerde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor de Britse inlichtingendienst. Vandaag is het precies 97 jaar geleden dat ze werd gefusilleerd door de Duitsers. Gabrielle Petit werd 23 jaar.
Nul euro voor Brussel. Nul! Een echte schande. Met dank aan de Vlaamse regering...” VGC-collegevoorzitter Guy Vanhengel (Open VLD) is niet te spreken over de Vlaamse begrotingscontrole. Die voorziet geen extra middelen voor Brusselse scholen (op Brusselnieuws.be).
ANDERLECHT NEEMT VALSE START PLAY-OFF I. RSC Anderlecht verliest op eigen veld van Racing Genk met 1-2. Anderlecht is de hele match de betere ploeg maar moet toch het onderspit delven. Met dit verlies start Anderlecht dramatisch aan de Play-offs.
DINSDAG 2 APRIL
Zes miljoen aan haar imago. Milieu en duurzaamheid worden hoog in het vaandel gedragen. Met bijna 30 procent van de hotelkamers in bezit van een groen label is Brussel één van de ‘groenste’ bestemmingen van Europa. De toekomst ziet er bovendien rooskleurig uit. In het eerste kwartaal van 2013 lag de bezettingsgraad al hoger dan in 2012.
ZATERDAG 30 MAART
kinderen rapen 300.000 paaseieren. De eierenraap is een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in samenwerking met de verschillende Brusselse gemeenten en radiozender Bel RTL. Honderden kinderen zoeken in verschillende parken in Brussel naar paaseieren. Het evenement verloopt zonder accidenten.
De zwakke sector, namelijk de industrie, wordt niet beschermd in Brussel.”
Brussel blijft een populaire bestemming voor toeristen, dat blijkt uit cijfers voor het jaar 2012. Met de economische crisis in het achterhoofd doet de hoofdstad het met zes miljoen overnachtingen meer dan behoorlijk. Dat is overigens hetzelfde cijfer als in 2011, een jaar met 7,5 procent meer bezoekers dan in 2010. Toeristen komen vooral voor het cultureel en historisch erfgoed, gevolgd door kunstwerken en evenementen. De stad werkt ook
ANDERLECHT MOET 4,8 MILJOEN EXTRA LENEN. Voor de Klaverschool, het project voor een nieuwe Franstalige school in Anderlecht, subsidieert de Franse gemeenschap 7,3 miljoen euro aan de gemeente. Dit blijkt nu minder dan oorspronkelijk voorzien, en verplicht Anderlecht om de nodige 4,8 miljoen euro te lenen. De oppositiepartijen Ecolo-Groen en CD&V spreken van een rekenfout van de gemeente zelf. Schepen van Financiën Fabrice Cumps (PS) spreekt dit tegen.
Jonas Gilles
BOtsing tussen twee trams. Om half negen zijn twee trams met elkaar in aanrijding gekomen, aan de halte in de Thomastunnel tussen de Vooruitgangstraat en de Aarschotstraat. Het gaat om de tramlijnen 25 en 94, meldt de MIVB. Bij het ongeval vallen negen gewonden. Het tramverkeer is even onderbroken maar wordt omstreeks halftien terug hervat. Jonas Gilles
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1372 PAGINA 4 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Veiligheid > Criminologe Els Enhus over criminaliteit en geweld ‘voor de kick’
Consumptie, misdaad en straf BRUSSEL – Het geweld in onze samenleving neemt niet toe, meent Els Enhus. Althans, de bronnen ontbreken om dat te kunnen vaststellen. Wel wordt er volgens de VUB-criminologe te vaak voorbijgegaan aan het verleidelijke van over de schreef gaan. “GAS-boetes maken die verleiding net groter.”
M
et die uitspraak onderscheidt Els Enhus zich van haar Gentse collega Paul Ponsaers, die vorig jaar in deze krant een toename zag van gratuit geweld in onze samenleving. Enhus klaagt het consumptiedenken aan en meent dat die evolutie leidt tot een samenleving waarin criminaliteit ‘om de kick’ een steeds belangrijkere plaats inneemt. “Noem het het plezier om over de lijn te gaan en nadien weer netjes terug te komen,” zo verwoordt Enhus het. Structureel legt ze de fout bij politici, omdat die te weinig investeren in Justitie, hierdoor die macht te weinig armslag geven en daarna misdrijven steeds meer willen beboeten met administratieve sancties, de zogenaamde GAS-boetes. Op die manier ontstaat er volgens haar een parallelle justitie. “Telkens er verkiezingen zijn, wordt veiligheid een thema, en daarna hoor je er niets meer over.”
Bent u het met uw collega Paul Ponsaers eens om lichte misdrijven licht te straffen en ernstige misdrijven zwaar? De overgrote meerderheid van de gewelddelicten wordt namelijk gewoon geseponeerd door het parket. Uw collega zag in de toenemende straffeloosheid een groot gevaar. Els Enhus: “Kleine feiten en geweld worden inderdaad bijna niet
vervolgd. Het parket seponeert de overgrote meerderheid van het aantal PV’s. Het motief is meestal dat de dader onbekend is. Terwijl het net de taak van justitie is om daders op te sporen.” “Waar ik het echter niet mee eens ben, is met de analyse dat het aantal gewelddelicten stijgt. De politiecij-
“Je kan justitie niet verwijten dat het slecht werk levert. Politici houden die situatie in stand” fers daarover zijn niet duidelijk omdat er - wegens besparingen - geen slachtofferenquêtes meer worden gehouden. Als men criminaliteit vergelijkt op wereldschaal, dan is dat altijd op basis van zulke enquêtes. Dat is betrouwbaarder, want naakte politiecijfers blijven zeer gevoelig aan de aangiftebereidheid en geven de context van een misdrijf niet weer. Dat doet een slachtofferenquête wel.” “Is de burger niet bereid tot aangifte, dan komt dat omdat men denkt dat de politie toch niets met de aan-
gifte zal doen. En als de politie er niets mee doet, dan is dat omdat het parket er niets mee doet. We kunnen dus niet hard maken dat het geweld toeneemt. Wat de harde cijfers wel zeggen, is dat er al sinds het jaar 2000 een daling is van de criminaliteit in heel West-Europa.”
Hoe meer dit bekend raakt, hoe minder legitimiteit bij de burger, niet? Enhus: “Absoluut. Bij de politie is men natuurlijk niet gek om stapels papier in te vullen als men weet dat het parket er toch niets mee doet. Dus wordt de registratie van criminaliteit naar het achterplan verwezen. Ik merk op dat de politie steeds meer evolueert naar loutere ordehandhaving. Dat betekent ook dat de politie grover wordt in haar handelen omdat ze het gevoel heeft dat ze er alleen voor staat. En dus neigt de politie zo naar het eigenhandig straffen, want ‘iemand moet het doen,’ vinden ze.” “De politiediensten houden zich in negentig procent van de gevallen be-
zig met relatief kleine feiten, zoals ordeverstoring, conflicten en ruzies. Niet met zware criminaliteit, die nog steeds maar een fractie van de totale criminaliteit inhoudt. Net op het laagste niveau van criminaliteit heeft de politie echter geen steun meer van justitie. En dat is problematisch.” Misschien dalen de criminaliteitsstatistieken daarom. Wat haalt het immers
© Conix Architects
ETTERBEEK- De Vrije Universiteit Brussel heeft haar ontwerp van het nieuwbouwproject voorgesteld. Door haar sterke groei ziet de grootste academie van Brussel zich genoodzaakt uit te breiden. Vooral het opvangen van nieuwe studenten is een must. pervlakte van 25.000 m 2 met studentenkoten, nieuwe leslokalen en een cultuurgebouw. De aangrenzende Triomflaan krijgt hierdoor een stedelijk aangezicht met een open groene toegang tot de
Professor Els Enhus (1953) is hoofddocent in de vakgroep criminologie aan de Vrije Universiteit Brussel en is gespecialiseerd in politieen veiligheidsbeleid. In die hoedanigheid assisteert ze regelmatig de federale overheid en werkt ze onder andere mee aan Brussels Studies, het universitaire kenniscentrum voor Brussel, en aan de onderzoeksgroep Sociale Veiligheidsanalyse VUB-UGent. Naast criminologe is Enhus ook sociologe. Recent studiewerk van haar omvat jeugdcriminaliteit in Brussel, de perceptie van de politie bij de burger, hang– jongeren, politiewerk in de stad, criminaliteit tegen kleine ondernemers en het onveiligheidsgevoel bij de burger.
Hoe komt het dat justitie niet aan bestraffing toekomt? Enhus: (denkt na) “Het begint bij de achtergestelde infrastructuur bij Justitie. Dat is nog altijd een log apparaat dat niet aangepast is aan deze eeuw. Parketten kunnen buiten de grenzen van hun arrondissement bijvoorbeeld niet zien of iemand in een ander arrondissement al een dossier heeft.” “De rechterlijke macht wordt in dit land ook zwaar ondergefinancierd. Eigenlijk kan je justitie niet verwijten dat het slecht werkt, want het is de politieke wereld die die situatie in stand houdt, vaak omdat justitie te onafhankelijk is.”
VUB BREIDT UIT MET OOG OP AANGROEI STUDENTEN
De VUB koos voor een ontwerp van het gerenommeerde Antwerpse architectenbureau Conix Architects omwille van zijn functionaliteit en behoudt van groene omgeving. Het nieuwbouwcomplex heeft een op-
Els Enhus
campus. Met het nieuwe project komen er ook verschuivingen. Van de huidige studentenkamers zullen er 380 verdwijnen en 650 in de plaats komen. Deze worden gegroepeerd in de vorm van een ‘dorp’ aan de rand van de campus. De VUB wil zoveel mogelijk studenten een betaalbaar studentenkot aanbieden, een voorrecht voor Brussel.
Voorontwerp 380 studentenkamers verdwijnen, 650 komen in de plaats.
Het bekende Kultuurkaffee, dat onlosmakelijk verbonden is aan de universiteit, verhuist naar het
uit om aangifte te doen? Enhus: “Er is volgens mij nog een belangrijker argument. Sinds 2000 heeft er een verschuiving in het denken plaatsgevonden bij overheden en politie. Men is meer en meer in preventie gaan geloven. Sommige criminologen denken dat door die andere aanpak, de geregistreerde criminaliteit gedaald is. Want men disciplineert overtreders tegenwoordig meer door preventie dan door ze te straffen. Men levert fantastisch werk met preventie. Tegelijkertijd falen vele preventieprojecten en dat durft men moeilijk toe te geven. Vaak is het gewoon een manier om potentieel ‘verkeerd’ gedrag op voorhand proberen in te perken.” Zijn administratieve sancties, GAS-boetes, niet de andere kant van de preventiemedaille? Als het niet lukt om straffen te voorkomen dan legt men een uniforme straf op in de vorm van een geldboete, om af te schrikken. Enhus: “GAS-boetes zijn inderdaad een vorm van preventie, en eigenlijk een heel repressieve vorm. Het verraderlijke aan administratieve sancties is dat ze zich afspelen op een zeer lokaal niveau, waar men nog veel autonomie heeft. Want gemeentebesturen worden niet gecontroleerd op de administratieve sancties die ze uitschrijven. Het aantal ambtenaren dat een GAS-boete mag uitschrijven, stijgt ook.” “Kijk, binnen justitie werden verschillende veiligheidskleppen ingebouwd om misbruiken en onrecht te voorkomen. Burgers hebben in een rechtsstaat een heleboel garanties, maar die hebben ze veel minder wanneer ze een GAS-boete krijgen. Integendeel, de overheid
nieuwe cultuurgebouw, waar ook plaats zal worden gemaakt voor een raadzaal en tentoonstellingsruimte. Conix Architects werkt nu aan een verfijnd voorontwerp, daarna zal een bouwvergunning worden aangevraagd. Als alles goed verloopt, start de bouw in oktober 2014 en moet alles afgerond zijn op het einde van 2016. Het prijskaartje van het project wordt geschat op 50 miljoen euro.
Jonas Gilles
BDW 1372 PAGINA 5 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
© MARC GYSENS
gaat naar de diepere oorzaken van crimineel gedrag. Daarover zijn al verschillende theorieën geopperd. Een van de nieuwste is dat criminologen altijd de emotie negeren die achter misdaad schuilt. Criminelen worden vaak ‘verleid’ tot misdaad omdat ze die verleiding aangenaam vinden. Dat brengt men tegenwoordig in verband met de consumptiesamenleving, het streven naar ‘kicks’, alleen voor de spanning. GAS-boetes houden die verleiding niet tegen, maar maken ze integendeel groter.” Verleiding. ‘Omdat het kan,’ met andere woorden. Is dat een van de oorzaken van geweld en rellen in grote steden, zoals recentelijk nog in Londen het geval was? Enhus: “Inderdaad. Noem het verveling en het plezier om over de schreef te gaan, om daarna weer
“Somber? Ik geloof in veerkracht. Mensen zijn niet dom”
Els Enhus: “Justitie is een fundament van onze samenleving. Je kan niet zomaar morrelen aan de marges van de rechtspraak.”
vordert rechtstreeks de straf. Het is een tendens die je overal in WestEuropa vaststelt. Men creëert naast het klassieke justitiële apparaat een parallelle rechtspraak gebaseerd op ‘voorkomen’ of ‘beboeten’. Dat is geen goede evolutie.”
Met GAS-boetes wordt wel opgetreden tegen inbreuken en overlast, in tegenstelling tot wanneer het parket zich over zo’n zaak zou buigen. Enhus: “Ja, maar justitie is een fundament van onze samenleving met
ZWEMBAD OPEN IN HERFST, MAAR NOG GEEN BEHEERSPLAN JETTE/GANSHOREN – Nereus, het zwembad van Ganshoren, zou deze herfst na elf jaar weer opengaan. Maar hoe de verlieslatende uitbating zal geregeld worden, blijft een vraagteken. Het zwembad ging dicht in 2002 omdat er lekken en andere gebreken waren. De gemeente Ganshoren, die vanwege financiële problemen al jaren onder curatele van het Gewest
staat, bleek zelf geen geld te hebben voor de renovatie. Na tussenkomst van het Gewest werd uiteindelijk beslist dat de renovatie met geld van Beliris (het federaal-gewestelijk samenwerkingsakkoord) zou gebeuren. De werken begonnen in februari 2012 en zijn nu bijna afgelopen. Het Ganshorense gemeentebestuur palavert intussen al jaren over de uitbating van Nereus na de herope-
netjes terug te komen. Er bestaat in onze samenlevingen meer en meer de neiging om alles op te hangen aan een consumptiemodel. Je bestaat als je consumeert. Snelle behoeftebevrediging wordt normaal. Zo kan je ook verklaren waarom jongeren in een stad als Londen massaal iPods gingen stelen in plaats van geld of voedsel. Men ging als het ware stelen om erbij te horen, om zichzelf te zijn. Want zonder de juiste goederen die je onmiddellijk moet hebben, tel je niet mee en ben je niemand. En dan voelt men zich beledigd of heeft men het gevoel anders behandeld te worden, voelt men zich niet erkend, enzovoort. Er zijn veel nuances, maar geweld en criminaliteit kunnen wel degelijk een manier zijn om zich een identiteit aan te meten.”
een duidelijke rol. Je kan niet zomaar wat beginnen rommelen in de marge van de rechtspraak.” “Naast dat eerste fundamentele argument tegen GAS-boetes heb ik er nog een tweede. Er is in de criminologie een omslag bezig die op zoek
Is dat een gevolg van de individualisering? Enhus: “Ik ben het met mijn collega Mark Elchardus eens dat er meer individualisme is, maar niet meer individualisering. We denken dat we als uniek individu vele keuzes kunnen maken, maar eigenlijk doen we dat niet. Vrijwel iedereen wil een
ning. Verwacht wordt dat het verlies tot een half miljoen euro per jaar kan oplopen. Van meet af aan keek het gemeentebestuur in de richting van buurgemeenten Jette, Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem, wier scholen en inwoners het zwembad ook zullen gebruiken. Een studiebureau werd aan het werk gezet om de mogelijke oprichting van een intercommunale te onderzoeken. Maar evident is het niet om de buurgemeenten te laten meebetalen. Ook Jette en Berchem zitten onder gewestelijke curatele. En zoals de Jetse
burgemeester Hervé Doyen woensdag op de gemeenteraad zei. “Wij moeten niets. Wij vragen ook niet aan Ganshoren om te betalen voor onze scholen of muziekacademie.” Waarmee niet gezegd is dat Jette niet wil helpen. Maar dan moeten er wel goede afspraken gemaakt worden. “Ganshoren verwacht dat wij betalen en voor de rest zwijgen. Zij zullen zelf wel alles beslissen en beheren. Dat gaat niet,” zei de Jetse schepen van Sport Benoît Gosselin (LB). “Na al die jaren wachten we nog steeds op een concreet en redelijk voorstel.”
iPod, je vindt in elke grote WestEuropese stad dezelfde kledingwinkels. Wie is er dan nog origineel?” Kan het niet zijn dat individualisme een gebrek aan sociale controle in de hand werkt, waardoor geweld meer opvalt? Enhus: (denkt na) “Dat is een moeilijke vraag. Er zijn tegenwoordig andere vormen van sociale controle, die er voor zorgen dat we meer met elkaar omgaan in sferen die sterk verschillen van elkaar. Dat is een gevolg van onze sterke individuele ontplooiing. Binnen verschillende privésferen zijn er altijd bepaalde gedeelde waarden. Maar wanneer de omgang tussen mensen buiten deze privésferen gebeurt, op de trein, bijvoorbeeld, dan is men onwennig en zijn er niet veel algemeen geldende waarden meer, waardoor men minder durft in te grijpen als er iets gebeurt.” “Nu, binnen wat we primaire groepen noemen, onze vrienden en familie, is er nog een heel sterk sociaal weefsel. Dat breek je niet zomaar af. Maar onze secundaire contacten verlopen anders: op het sociale netwerkforum Facebook kan je makkelijk ‘afscheid’ nemen van iemand door hem te ‘wissen’ van je virtuele vriendenlijst wanneer die persoon iets doet dat in jouw ogen fout is. In secondaire contacten wordt er meer gesanctioneerd, en minder gecorrigeerd. Corrigeren is iets typisch voor primaire groepen met een sociaal weefsel.” Wordt u niet somber door al die evoluties? U bent natuurlijk een wetenschapper die de feiten moet bestuderen, maar toch. Enhus: “Ik ben strijdvaardig zonder pessimistisch te zijn. Samenlevingen gaan niet zomaar ten onder en zijn behoorlijk dynamisch. Er komen trouwens tegenbewegingen op gang, tegen het consumentisme en voor een versterking van de duurzaamheid, ook in menselijke relaties.” “Weet je, ik geloof in veerkracht. Mensen zijn niet dom. Maar het leven in deze complexe samenleving vraagt heel wat energie waardoor mensen soms kiezen voor gemak en gewoonte. Wanneer dat leven als negatief, oneerlijk en problematisch wordt ervaren, zal men collectief zoeken naar andere manieren om dit in te vullen.”
Christophe Degreef
In Ganshoren lijkt de nieuwe meerderheid niet in de gaten te hebben dat ze het anders moeten aanpakken. Donderdag, op de eerste - woelige - gemeenteraadszitting van burgemeester Hervé Gillard (MR), liet de nieuwe bestuursploeg uitschijnen dat alles snor zit: “Er komt een intercommunale. De buurgemeenten zijn plutôt positifs.” Michèle Carthé (PS), nu schepen van Openbare Werken, dreigde er intussen in Le Soir mee dat als de gemeenten niet meewerken ze wel eens een veel hoHUB ger tarief zullen betalen.
BDW 1372 PAGINA 6 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
© BART DEWAELE
Op vier jaar tijd is de kleuterschool van Sint-Ursula weer gemengd geworden. In het eerste en tweede kleuterklasje zitten dit schooljaar acht Nederlandstalige kinderen op een totaal van twintig.
Onderwijs > Opnieuw Nederlandstalige kinderen naar basisschool Sint-Ursula
Van concentratieschool naar gemengde buurtschool LAKEN - Basisschool Sint-Ursula in Laken was jarenlang een slecht behuisde concentratieschool, waar Nederlandstalige ouders met een grote boog omheen liepen. Met het nieuwe gebouw kwamen in 2009 ook opnieuw Nederlandstalige kinderen over de vloer. Nu is er in de kleuterschool weer een goede mix.
N
adia en Annemie wonen in Molenbeek en Laken en hebben allebei twee kleuters in Sint-Ursula. “Wie een plaatsje zoekt in een gemengde school mikt nog te vaak op dezelfde, gekende scholen,” zegt Nadia. “Weinigen durven de stap te zetten naar een concentratieschool, ook al biedt die school kwaliteitsvol onderwijs en zijn de leerkrachten het gewoon om heel flexibel en creatief op een diverse groep kinderen in te spelen. Daarom hebben wij twee jaar geleden nog acht andere Nederlandstalige ouders gezocht met wie we onze kinderen konden inschrijven. Door de voorrangsregel voor Nederlandstaligen – toen 45%, nu 55% - waren we zeker van een plaatsje. Wij konden voor het eerst online inschrijven, kamperen was gelukkig niet nodig.” “Dat had ik er niet voor over gehad, denk ik,” lacht Annemie. “Maar ik wilde
echt wel geen ‘witte’ school. Als je die exotische mix niet leuk vindt, ga je toch niet in Brussel wonen?” De grootste bekommernis van Nederlandstalige ouders in een concentratieschool is heel vaak het niveau van het Nederlands. “Ik houd van de taal en ik wil dat mijn kinderen mooi Nederlands kunnen praten, maar ook dat ze meertalig zijn,” zegt Annemie. “De kinderen gingen naar een Franstalige crèche, de jongste volgt nu circusschool in het Frans.” Ook Ikram, een Marokkaanse moeder, deelt de bezorgdheid om taal: “Eerlijk, de eerste week dat mijn zoontje hier was, dacht ik: wat een school, met enkel Turkse en Marokkaanse kinderen. Hij zal hier geen andere taal leren! Nu praat hij met zijn broer Nederlands en met de rest van de familie Arabisch.” De vrees voor slecht Nederlands bleek ongegrond. Sinds de komst van de Neder-
landstalige kinderen is het taalniveau erop vooruitgegaan, vindt ook directrice Kris Verdoodt. De kinderen houden de gesprekjes onder elkaar langer aan de gang in het Nederlands en omdat de woordenschat van de Nederlandstalige kinderen van thuis uit al rijker is, hoeven de leerkrachten niet zo lang stil te staan bij de elementaire taalkennis.
Vertrouwen is de sleutel “Het allerbelangrijkste argument om ouders over de streep te trekken is vertrouwen in de kwaliteit van het onderwijs. Een groep Nederlandstalige ouders bij elkaar krijgen en houden, is een continu aandachtspunt voor ons,” zegt Nadia. “We spreken ons netwerk aan en nodigen zo veel mogelijk ouders uit voor de info- en bezoekmomenten van ‘Samen naar school in de buurt’. Als ouders ondanks onze aanmoedigingen niet op
schoolbezoek zijn geweest, nemen we nog eens contact op – we stalken ze een beetje, ja.” ‘Samen naar school in de buurt’ werd in 2009 in Brussel gelanceerd door de Molenbeekse schepen Jef Van Damme (SP.A) om Nederlandstalige ouders aan te moedigen hun kinderen samen in een concentratieschool in de buurt in te schrijven. Het project werd door het Onderwijscentrum Brussel van de VGC uitgebreid naar andere gemeenten in de regio Brussel. In sommige scholen is het aantal Nederlandstalige kinderen flink gestegen, in andere had het geen of weinig effect. Een leerling kan van de voorrangsregeling voor Nederlandstaligen genieten als minstens één ouder het Nederlands voldoende beheerst. Dat je met een attest B1 (een beperkte talige zelfstandigheid, red.) van het Huis van het Nederlands al aanspraak kan maken op die voorrang, vinden Nadia en Annemie iets te gemakkelijk: “Het betekent enkel dat die mensen Nederlandse les hebben gevolgd. Het kan best zijn dat ze de taal thuis helemaal niet spreken. Daar zou iets aan moeten verande-
ren. Alleen zo kan je een voldoende aantal plaatsen voor echt Nederlandstaligen behouden.” “Mensen hebben nog altijd een slecht beeld van een concentratieschool, volledig onterecht,” zegt Nadia. Onderzoek wijst inderdaad uit dat de kleur van de klasgenootjes de leerprestaties niet beïnvloedt, wel de sociaal-economische achtergrond van de ouders. Nadia en Annemie noemen zichzelf twee typische Dansaert-Vlamingen, ingeweken en hoogopgeleid. Dat is zo voor de meeste Vlamingen in de oudergroep, zeggen ze. Een groter verschil in leefwereld met de vele kansarme allochtone families in de school, waarvan de moeders meestal niet werken, is wellicht niet denkbaar. Nadia en Annemie vertellen dat het oudercomité er met het Si&La-café toch in slaagt om van allochtone en autochtone ouders een hechte groep te maken. Een ochtend per maandkomt het oudercomité samen voor een informele babbel in alle talen, tot gebarentaal toe. Hier worden activiteiten gepland, de Vintage markt van 26 april bijvoorbeeld, met een
BDW 1372 PAGINA 8 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Samenleving > Vertrouwelinge Brusselse stationsdaklozen neemt ontslag
‘Meer dan conflictbeheersing’ BRUSSEL – Vorige maand stapte Sylvia Bochkoltz op als Brusselse contactpersoon voor daklozen bij de NMBS-Holding. Bochkoltz wil treinstations ‘socialer’ maken, maar zo ziet haar werkgever het niet. “De geesten moeten nog rijpen.”
van het Europese project niet tegemoet wou komen aan Bochkoltz’ eisen voor meer middelen en ruimte, besloot ze om ontslag te nemen. Zonder rancune, al voelde ze zich wel gedwongen. “Ik kon ‘mijn’ daklozen niet blijven voorhouden dat er in de toekomst verschillende nieuwe dingen zouden gebeuren, zonder dat dat waar was. Dat zou mijn geloofwaardigheid bij hen hebben ondermijnd.” “Ik denk dat de geesten bij de NMBS-Holding nog moeten rijpen vooraleer er hier projecten kunnen worden opgezet zoals in Frankrijk.” De voormalige contactpersoon geeft eveneens aan dat haar loon niet conform was aan haar verantwoordelijkheid.
B
ochkoltz was verantwoordelijk voor de drie grote treinstations van de stad: Noord, Centraal en Zuid. Ze werd in het najaar van 2010 aangenomen als sociaal werker om de contacten met de daklozen te faciliteren. Dat kaderde in een project van de Europese Commissie om treinstations in grote steden te laten fungeren als ontmoetings- en rustplaats voor daklozen. Oorspronkelijk gebeurde dat in Brussel alleen maar in het Centraal Station, maar gaandeweg werd het uitgebreid naar de grote drie. Bochkoltz’ functie was onderdeel van de preventiedienst van de NMBS-Holding. Vaak kwam haar werk neer op conflictbeheersing. In die hoedanigheid moest zij als contactpersoon overleggen met de veiligheidsdienst van de NMBS-Holding, Securail. “Daklozen en veiligheidsagenten leven in twee totaal verschillende werelden,” zegt Bochkoltz. “Enerzijds leeft er bij Securail veel frustratie omdat zij geen echte agenten zijn met dito bevoegdheden en omdat ze fungeren als pispaal voor ontevreden reizigers. Anderzijds zijn de daklozen vaak grof tegen de veiligheidsagenten omdat die nu eenmaal de orde in een station moeten handhaven.”
Opvolging
“In het Centraal Station ontstaan de meeste fricties,” zegt Silvia Bochkoltz.
Het werk van de contactpersoon bestond er vooral in om het Europese project zo breed mogelijk ten uitvoer te brengen. Althans, zo zag Bochkoltz het zelf. “Het was mijn overtuiging en bedoeling om in het Centraal Station een heleboel sociale projecten met daklozen op te zetten. Mijn functie was mijns inziens meer dan het louter beheersen van
conflicten. Daarvoor keek ik naar Frankrijk, waar de Franse spoormaatschappij SNCF een eigen sociale dienst heeft voor daklozen in treinstations. Hier in België maakte ik deel uit van de dienst preventie van de NMBS-Holding, wat natuurlijk een andere aanpak vergt.” Bochkoltz benadrukt dat er grote verschillen bestaan tussen de drie
© BART DEWAELE
grote Brusselse stations. “Het Centraal Station leidt tot het grootst aantal wrijvingen omdat het klein is en reizigers en daklozen er letterlijk dicht bij elkaar zijn. Het Noordstation is eerder rustig, terwijl er grote, maar minder zichtbare problemen zijn in Zuid, omdat het station zo groot is.” Vermits de Holding na het aflopen
Bij de NMBS-Holding betreurt men het vertrek en bevestigt men het verschil in aanpak. “Het Europese project dat Silvia Bochkoltz voor ons heeft uitgewerkt, stond nog in zijn kinderschoenen. We willen wel zoals in Frankrijk werken, met een heuse sociale dienst, maar de geesten moeten daar binnen de Holding inderdaad nog voor rijpen,” zegt woordvoerder Ines Venneman. Men geeft er ook te kennen dat er volop naar een opvolger wordt gezocht. “Na het project van de Europese Commissie is er een opvolgingsproject voorzien dat onze visie gelijk probeert te schakelen met de visie in andere Europese landen zoals Frankrijk en Italië,” meent Venneman. Christophe Degreef
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Natuur > Natuurpunt stelt vreemd vogelgedrag vast
Geen vogelzang rond voedertafels BRUSSEL – Met de nachtvorst die tot vorige week standhield, valt het vogelgedrag op zijn minst ongewoon te noemen. De traditionele lentezang van vogels bleef uit. Vinken, kepen en sijsjes steken elkaar de loef af op voedertafels, want de insecteneters zitten op hun honger. Door de koudegolf vlogen sommige trekvogels terug naar warmere oorden. Natuurpunt meldt dat de maartse koudegolf (vorig jaar haalden we temperaturen tot 20°C) de aankomst van trekvogels heeft vertraagd. Vogels die al strandden en verrast werden door de sneeuw en kille noordoostenwind, deden ofwel een sneeuwtrek terug (uiteraard niet helemaal tot Spanje) of probeerden zich te redden boven waterpartijen. Zwaluwen die naar het Noorden kwa-
men om insecten te vinden, zitten op hun honger. De tjiftjaf die half maart al gespot werd, zit meewarig aan de grachtkant te zoeken achter insecten. Net als sijzen en kepen (vinken), proberen ze zich aan voedertafels te goed te doen, ook al zijn het insecteneters. Ook het blauwborstje kwam half maart al in kleine aantallen aan, verrast door de temperatuur. Deze moerasvogel zingt evenmin, en moet noodgedwongen meescharrelen op de grond. De kerkuil blijkt verzwakt, er zijn al dode vogels gevonden in de buurt van broedplaatsen. “De insecteneters profiteren niet mee van de stedelijke context,” (nog resterende voedertafels, red.) zegt Wim Veraghtert van Natuurpunt. “Ook bijtjes zijn nog te weinig actief door de kou, ze teren op hun laatste winterreserves. Rond 7 maart (één dag 17°C) waren er gedurende drie dagen wel vlinders te zien, sindsdien zie je er geen enkele meer,” aldus nog Natuurpunt.
Jean-Marie Binst
ADVERTENTIE
BDW 1372 PAGINA 14 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be © SASKIA VANDERSTICHELE
Inburgering en taal Een op vijf Brusselse inwoners spreekt Arabisch, zegt de Taalbarometer (BDW 1370, p.1 en 4-5). Dat ligt deels aan de overheid. Iedereen moet verplicht worden om een inburgeringscursus te volgen en om een landstaal te leren. Het niveau moet omhoog. De overheid moet zelf het voorbeeld geven. Waarom worden alle cafés, restaurants en winkels niet verplicht om hun naam in een van de landstalen te kiezen? Bijvoorbeeld in Vlaanderen in het Nederlands, in Wallonië in het Frans en in Brussel in een van de twee landstalen. Respect is toch een minimumvoorwaarde? In 1914, bijna honderd jaar geleden, werden de Vlamingen in het Frans bevolen. Waar gaat dat naartoe? Inburgering moet van bovenuit mee gestuurd worden. Dat zou al een goed begin zijn! Jan De Smedt, Merchtem
Sluikstortboete Eind december 2011 kreeg ik van de stad Brussel een wel heel onaangenaam kerstcadeau: 100 euro boete. In augustus had men een niet-conforme zak met twee brieven gevonden en dit op enkele meters van mijn woning. Brieven die ik echter nooit heb gekregen. Op 04/01/12 heb ik een bezwaarschrift ingediend en in april 2012 werd ik door toenmalig schepen De Hertog tijdens de gemeenteraad gehoord. Ik zou binnen de zes weken antwoord krijgen, maar in november had ik nog niets gekregen. Uiteindelijk kreeg ik per aangetekende brief te horen dat mijn bezwaar verworpen was. De twee gevonden brieven waren het bewijs dat ik de vervuiler was. Indien ik niet akkoord ging, kon ik via de Rechtbank van eerste aanleg in beroep gaan. Ik was van plan om een procedure te starten, maar twee juristen hebben mij dit afgeraden omdat ik sowieso zou verliezen tegen de Administratie. De boete werd uiteindelijk via een notaris afgehouden. De periode om in beroep te gaan was zelfs nog lopende. Ik kan helemaal niets ondernemen om dit voorval een tweede keer te vermijden. Ook de dienst Reinheid kon me niet verder op weg helpen. In een BDW van vorig jaar las ik dat de Schaarbeek een speciaal team heeft om bewoners op heterdaad te betrappen. Misschien kan Brussel-Stad daar eens een kijkje gaan nemen? Brussel-Stad heeft misschien 100 euro extra in haar stadkas, maar de uiteindelijke vervuiler hebben ze niet beboet. Sabine (familienaam bekend), Laken
Lore Bellemans: “In een stad waar inwoners zelfs op straat picknicken uit protest voor meer openbare ruimte, is het toch een beetje vreemd dat de koninklijke tuin het grootste deel van het jaar gesloten blijft.”
lesbehalve aangenaam is. Toch heb ik besloten eerlijk te zijn tegen u. Ik schrijf u dan ook omdat mijn frustraties zich beginnen op te stapelen, net zoals de ingeademde uitlaatgassen in mijn longen. U weet ongetwijfeld dat Brussel zeer dichtbevolkt is. U weet misschien ook dat veel van haar inwoners niet over een eigen tuin of terras beschikken en daarom op de schaarse publieke ruimte aangewezen zijn. Ik denk niet dat u ook weet dat de bestaande parken bij zonnig weer afgeladen vol zitten. Misschien weet u ook niet dat sommige mensen behoorlijk ver moeten stappen om van een beetje groen te profiteren en dat kinderen zich soms genoodzaakt zien om op straat te spelen. In een stad waar inwoners zelfs op straat picknicken uit protest voor meer openbare ruimte, is het toch een beetje vreemd dat een groene zone, bijna even groot als Brussel-Stad, het grootste deel van het jaar gesloten blijft. Als trotse Brusselaar, als overtuigd natuurliefhebster, als fervent jogster, als kindervriend en als buurvrouw, vraag ik daarom deze kleine gunst: zou u kunnen nadenken over de mogelijkheid om al die schoonheid die nu jammerlijk tussen de muren gekneld zit, open te stellen? Zou u Geachte Zijne Majesteit, Beste buurman, willen overwegen om uw frisse lucht en groene Het moet gezegd: u heeft een prachtige tuin. heerlijkheid met uw buren te delen? Tijdens het jaarlijks publiek openstellen van Samen genieten is immers zoveel plezanter dan de Koninklijke Serres van Laken geniet ik alleen. Lore Bellemans, Laken hier met volle teugen van. Het doet dan ook telkens weer een beetje pijn wanneer na drie weken de poorten onverbiddelijk sluiten en de bewakers hun vaste plaatsen terug innemen. De rest van het jaar moet ik verder teren op mijn dromen. Ik kan dan slechts mijmerend Voortaan mag Ivo Van Damme vergeten worden wandelen, fietsen of joggen naast de kilome- als naam van een atletiekmeeting: Belgacom terslange muur die uw gigantische tuin om- Memorial is de nieuwe naam! Waarschijnlijk heint. Tijdens deze momenten word ik veelal hebben de organisatoren geen enkele boodvergezeld door lange rijen auto’s, vrachtwa- schap aan wedstrijden die in de benaming gens en andere gemotoriseerde rustverstoor- nog altijd de verwantschap blijven dragen met oude sportglorieën, zoals de Memorial Rik Van ders. Ik veronderstel dat dit laatste voor u ook al- Steenbergen, GP Jef Scherens of de GP Pino Ce-
Koninklijke tuin
Duvelstadion
rami. Hieruit zou afgeleid kunnen worden dat organisatoren van wielerwedstrijden hun helden wel waarderen. Gelukkig zijn er in dit land nog voldoende intelligente en integere personen om deze naamsverandering als schandalig te bestempelen en om de moneymakers zodanig onder druk te zetten dat ze ‘s anderdaags onverwijld gewijzigd werd in Belgacom Memorial Van Damme met ondertitel In Honour of Ivo Van Damme. Ze zouden beter werk maken van de benaming van het Heizelstadion dat voor onbekende redenen sinds de dood van de vorige koning, Koning Boudewijnstadion wordt genoemd. Aangezien die koning nooit sportief was en zijn weduwe nooit 1 euro heeft besteed aan sport, zou het beter zijn om dit het Belgacomstadion te noemen. Of waarom het nationaal sportstadion niet omdopen tot Duvelstation als hommage aan de Rode Duivels? Jonas Wille, Oudergem
Kerk in Brussel Graag wil ik u laten opmerken dat hetgeen u schrijft op pagina 1 van BDW 1371 absoluut niet correct is. De zin “een doordeweekse Nederlandstalige mis in de crypte van de Koninklijke Sint-Mariakerk in Schaarbeek trekt vandaag bijvoorbeeld nog acht gelovigen, allemaal kloosterzusters en lang niet allemaal Vlamingen” klopt niet. In werkelijkheid zijn we bijna dagelijks met drie (soms vijf ) dames, en absoluut geen kloosterzusters. Daarenboven: van de soms drie of zeven kloosterzusters is er maar één Franstalig. Op sommige dagen komen enkele Franstalige religieuzen dit aantal vermeerderen. En drie heren, evenmin kloosterlingen, nemen ook regelmatig deel aan deze Vieringen. Yvonne Odaert, Schaarbeek
Naschrift van de redactie:
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@ bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@ bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDW heeft één van de weekvieringen in de crypte van de Koninklijke Sint-Mariakerk bezocht. Daar waren acht vrouwen aanwezig. Het waren zonder enige uitzondering kloosterzusters en de helft ervan was Franstalig. Zo is het door één van hen bevestigd. Uiteraard kan het zijn dat de weekviering in de crypte op andere dagen meer parochianen telt. Wij willen ook helemaal niet gezegd hebben dat die viering overbodig zou zijn. Het illustreert wel de moeilijke periode die de Nederlandstalige Kerk momenteel doormaakt in Brussel.
Wallo-Brux Met plezier las ik het relaas in BDW 1370 over een debat aan de Facultés universitaires Saint-Louis. Wat de auteur opmerkelijk vond, vond ik als deelnemer aan het debat dan weer
BDW 1372 PAGINA 15 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
BDWOPINIE niet zo opmerkelijk. Dat men Wallo-Brux zogenaamd economisch invult, kan men als enigszins vreemd bestempelen, gezien de economische vervlochtenheid van Brussel en Vlaanderen in het kader van de Vlaamse Ruit. Paul Magnette (PS) vult die ‘eenheid’ anderzijds net wel heel cultureel in. Welke invulling men er ook aan geeft, de meest correcte invalshoek om Wallonie-Bruxelles te analyseren, lijkt die van het politieke belang. En dan is elk voorwendsel goed. Niet terug te vinden in het interview zijn de vragen die ik stelde aan de Franstalige panelleden, uiteraard zonder een antwoord te krijgen. Wie weten vinden ze toch nog hun weg, na publicatie ervan in BDW: 1. In plaats van partijen en ideeën te verketteren: vanwaar komt toch het fenomeen dat telkens opnieuw partijen met een Vlaams profiel naar verkiezingen trokken en er ook electoraal mee scoorden (VLD, VB, CD&V/N-VA, N-VA)? Hebben Franstalige politici al eens voor de spiegel gestaan en de vraag gesteld: hoe komt het toch dat in dit curieus landje de meerderheid meer autonomie wil? Elders vragen bijna enkel minderheden meer autonomie. 2. Mijnheer Maingain zegt dat taalgrenzen in het huidige Europa voorbijgestreefd zijn. Welke zijn dan de voorbeelden van taalgrenzen die recent veranderd zijn op basis van verhuizingen? Respect voor territorialiteit lijkt integendeel een van de basiselementen van het moderne Europa. 3. Als we dan toch allemaal Belg zijn in de geest van mijnheer Delpérée, waarom zijn er dan eigenlijk Nederlandstalige en Franstalige taalgroepen in de Kamer? Waarom zijn er pariteiten, alarmbelprocedures en bijzondere meerderheden. Voor Belgen onder elkaar is dat toch helemaal niet nodig? Lieven De Rouck, N-VA Brussel
Cultuurbon op de schop Bertold Brecht schreeft volgende beroemde zin: ”Erst das Fressen und dan die Moral.” Parafraserend kan men ook schrijven: ”Erst das Fressen und dan die Kultur.” Nu al geven sommige cultuurtempels zoals musea gratis toegang voor werklozen, maar het effect daarvan is uiterst miniem, om niet te zeggen nihil. Hoe sympathiek ook op het eerste zicht, een kortingkaart voor kansarmen zal dit niet veranderen. Er zijn geen studiebureaus nodig om dit vast te stellen. Wil men het volk cultuurminnend maken, dan moet men het accent in de eerste plaats leggen op opvoeding en onderwijs. Terzijde: welke school leert de kinderen nog op een degelijke manier zingen? Men schafte reeds de cultuurwaardebon af voor diegenen die buiten de rand van Brussel wonen en men zag nadien een lichte dalende trend van de cultuurparticipatie. Wanneer men de cultuurparticipatie analyseert, stelt men vast dat het gros ervan zich bij de senioren bevindt. Die vergrijzing zal in de komende decennia zeker niet dalen. De senioren maar ook de professionelen van de cultuurverenigingen werden al eens het slachtoffer van het cultuurbeleid van De Lille (Groen), hierin gesteund door Open VLD en de CD&V. De afschaffing van de cultuurwaardebon zal zeker de cultuurparticipatie niet bevorderen. Vermelden we nog even dat onze pensioenen tot de laagste van Europa behoren. Wat baat het dan te investeren in een heel dure polyvalente zaal zoals GC De Kroon als de senioren maar ook een deel van de cultuurminnende middenklasse massaal riskeren weg te blijven? Myriam Colinet, Sint-Agatha-Berchem
Fietsen in de Wetstraat De fietsersverenigingen bezorgden op 8 maart een verzoekschrift op het Stadhuis, om op 25 maart een interpellatie te mogen houden over de mogelijke heraanleg van de Wetstraat. Over dit onderwerp schreven wij
in januari ook al een brief aan schepen Els Ampe. Helaas bleef de brief onbeantwoord en raakte het verzoek kennelijk kwijt. Daarom stellen we u onze vragen nu maar via deze weg. Het gedeelte van de Wetstraat langs het Warandepark werd voor de zomer heraangelegd: in beide richtingen bleef één rijstrook voor autoverkeer over en kwam er aan twee kanten een fietspad. Een uitstekend initiatief, op een belangrijke fietsas in Brussel. Helaas liet schepen Ampe kort na haar aantreden weten dat er een heraanleg zou komen zodra de temperatuur dat toelaat: zij wil twee rijstroken voor autoverkeer stadinwaarts, en het fietspad op de plaats van de parkeerplaatsen voor het Parlement. Tijdens de interpellatie hadden we willen vragen hoe deze plannen te verenigen zijn met de doelstellingen van de Stad op het gebied van het verminderen van het fijn stof, het bevorderen van de fiets (streefdoel is 20% fietsverplaatsingen in 2020!), en de zone 30 die de stad zelf heeft ingevoerd voor de hele Vijfhoek? Bovendien vragen we ons af hoe het zit met de inspraak en het democratisch proces: we hadden als fietsers al twee à drie ontmoetingen met schepen Ampe, waar van beide kanten mooie woorden werden gesproken over samenwerking en overleg. Mevrouw Ampe zei dat ze wilde luisteren. Maar vervolgens komt er geen antwoord op onze brief in januari, en raakt ons interpellatieverzoek kwijt. Om te vermijden dat u in het College de indruk zou hebben dat er niemand bezwaar maakt tegen de plannen voor de heraanleg: Fietsersbond, GRACQ-Les Cyclistes Quotidiens en EUCG, de Brusselse fietsersverenigingen, vragen u bij dezen om de Wetstraat langs het Warandepark zo te laten! Carolien Zandbergen namens Fietsersbond-GRACQ Brussel-Stad.
Les Experts Philippe Moureaux, Pascal Smet en zes Franstalige journalisten waren de protagonisten van de uitzending van Les Experts op zaterdag 23/03 op Télé Bruxelles. Een van de gespreksitems in de uitzending was het onderzoek van de VUB naar het taalgebruik in Brussel. Moureaux deed zeer neerbuigend, haast onbeschoft en vernederend tegenover Smet, die zelf beleefd bleef en trachtte te argumenteren. “Ik, ik, ik, 20 jaar ervaring als burgemeester van Molenbeek, mijn echtgenote is van Marokkaanse origine en is perfect tweetalig Arabisch-Frans. Ik, ik, ik heb van Molenbeek gemaakt wat het nu is en heb heel goede contacten met de bevolking... Ik, ik, ik...” Kortom, een zeer pragmatische monoloog van een zeer zelfingenomen Philippe Moureaux die blijkbaar weinig sympathie heeft voor alles wat ook maar ruikt naar Nederlands. Het dagelijks kijken naar de twee Brusselse zenders heeft mij geleerd dat er weinig Franstaligen zijn die empathie voelen voor Nederlandstaligen, ook Brusselaars. De broers Deborsu vormen de uitzondering. Voor alle anderen zijn wij zo’n beetje de oorzaak van alles wat misloopt. Ze zouden ons het liefst bekeren, onder meer tot het Frans. Wel mogen we onze portemonnee afgeven (en zwijgend luisteren naar zij die cultuur hebben), ja knikken, nederig zijn en klein in een hoekje zitten. Zoals vroeger, kortom. Geschreven door een 68-jarige Brusselse die Nederlands-, Frans-, Engels- en Duitstalig is. Rita Reygaert, Koekelberg
Correctie: Kerk in Brussel In het interview met hulpbisschop Jean Kockerols (BDW 1371, p.6) sloop een jammerlijke fout: “Hoe gaat u die hervorming doorvoeren? Zal ze van hogerhand worden opgelegd?” Kockerols: “Ik probeer om autoritair te zijn. (...)” Juist was natuurlijk: “Ik probeer om niet autoritair te zijn. (...)” Onze excuses.
Bedorven kinderen door Danny Vileyn Wat heet schandalig? Dat er met het woord zuinig moet worden omgesprongen, klopt. Maar sommige toestanden komen verraderlijk dicht in de buurt. Het Nereuszwembad in Ganshoren is er een voorbeeld van. Als het zwembad in de herfst van dit jaar opnieuw de deuren opent, zal het elf jaar dicht geweest zijn voor renovatie. Kunt u zich dat voorstellen? Even heel concreet: u heeft een kind dat naar het eerste leerjaar ging in 2002. Naar Nereus gaan om te zwemmen, kon niet. Ook niet toen het zes jaar later de lagere school verliet. Maar geen nood. Het heeft in de vakantie leren zwemmen in het zwembad van Dilbeek of Sint-Jans-Molenbeek en hoopt dat Nereus tijdens zijn middelbare schoolcarrière wel open zal zijn. Hoop doet leven, maar voor de herfstvakantie van het zesde jaar middelbare school zal het zeker niet lukken. In de herfst zou het zwembad dus opnieuw moeten open zijn. Niets dan gejuich zou u denken – al zou een mea culpa vanwege de gemeente Ganshoren ook wel op zijn plaats zijn. Maar neen hoor. Ganshoren wil nu dat Jette, Ganshoren en Sint-Agathem-Berchem meebetalen voor de exploitatie. Die hebben daar evenwel geen zin in. Kersvers burgemeester Hervé Gillard (MR) ontkent dat hij een robbertje wil vechten. “Er komt een intercommunale. De buurgemeenten zijn plutôt positifs,” zegt Gillard. Het antwoord uit Jette liet niet op zich wachten: “Wij moeten niets. Wij vragen ook niet aan Ganshoren om te betalen voor onze scholen of muziekacademie.” Antwoord van Ganshoren: komt de intercommunale er niet, dan moeten niet-Ganshorenaren vijf keer meer betalen. Dus 15 euro voor een zwembeurt. Als het niet zo intriest was, dan zouden we de schouders ophalen. Ganshoren en Jette gedragen zich als bedorven kinderen. Eén: het is Beliris dat de renovatie van het zwembad heeft betaald, Ganshoren moet niet zo hoog van de toren blazen. Twee: Ganshoren is een kleine gemeente waar ook de buurgemeenten gebruik van maken. Het is normaal dat ze meebetalen. Slotsom: als de gemeenten willen blijven bestaan, moeten ze ook hun verantwoordelijkheid nemen. Ook de gewestregering is niet zonder schuld. Jette, Ganshoren en Koekelberg staan alle drie onder curatele. Vooraleer Belirisgeld - geld van alle Belgen - in Gansthoren te steken, had minister-president Charles Picqué (PS) als voogdijminister een intercommunale geëist moeten hebben. Dat had veel onheil kunnen voorkomen.
EVA HILHORST
© GTB
de gitaarhelden van morgen LAKEN – De blues bloeit nog steeds maar er ontbreekt al jaren een charismatisch figuur om het genre de nodige nieuwe zuurstof te geven. Misschien zit de volgende Stevie Ray Vaughan of Robert Cray wel bij Ruf’s Blues Caravan die volgende maandag halt houdt in de Brusselse Kunsthumaniora.
Georges Tonla Briquet
15/04 om 20u, Kunsthumaniora. 12€ VVK of 15€ kassa.
WIN!
BDW geeft 3 x 2 tickets weg voor dit concert. Mail naar win@bdw.be
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Architectuur > Herdenking architect Henry Van de Velde komt traag op gang
De lentewijding van het modernisme © SASKIA VANDERSTICHELE
De populariteit van de blues beperkt zich tot een kleine incrowd. Spijtig, vinden de verantwoordelijken van de Brussels Blues Society. Daarom organiseren ze een speciaal concert op een al even aparte locatie. Ruf Records is een befaamd Duits blueslabel dat ook als boekingskantoor fungeert met in de catalogus namen als Coco Montoya, Omar & The Howlers en Walter Trout. Na de succesrijke “Girls With Guitars Tour” (die eveneens een halte had in Brussel) pakt Ruf Records dit voorjaar uit met een ander concept, namelijk een tournee met drie jonge gitaristen die volgens hen wel eens de toekomst van de blues mee zouden kunnen bepalen. Zo is er de Canadese Jimmy Bowskill, die reeds op tienjarige (!) leeftijd de goedkeuring kreeg van de veel te jong overleden stergitarist Jeff Healey. Aanvankelijk wilde Bowskill in de sporen treden van akoestische blueshelden als Son House en Mississippi John Hurt maar een koerswijziging richting classic (blues)rock leverde hem meteen het voorprogramma op van o.a. Jeff Beck en Joe Bonamassa. Of wie weet wordt Bart Walker wel de nieuwe bluesmessias. Voor zijn debuut bij Ruf Records kon hij alleszins rekenen op de hulp van producer Jim Gaines (George Thorogood, The Doobie Brothers, Santana). Reese Wynans, de vroegere toetsenist van Stevie Ray Vaughan, bood hem alvast zijn diensten aan om toe te treden tot zijn groep. Of wordt Joanne Shaw Taylor de redder van de blues? Met haar recente album ‘Almost Always Never’ won ze er in elk geval heel wat fans bij. Dat het concert plaatsheeft in de Kunsthumaniora is een bewuste keuze, verduidelijkt mede-organisator Winne Penninckx: “We willen de blues introduceren bij een jong publiek dat niet zo vertrouwd is met het genre. En hoe kan je dat beter doen dan op dergelijke locatie en met een aantal jonge veelbelovende muzikanten? Alle leeftijden zijn welkom!”
BDW 1372 PAGINA 16 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
ELSENE - Dag op dag 150 jaar na zijn geboorte op 3 april 1863 is het wachten op aandacht voor designer Henry Van de Velde. In de Duitse steden Weimar en Chemnitz zijn al tentoonstellingen gestart. Brussel houdt tot de herfst de adem in. Dan komen er lezingen, gidswandelingen, workshops en exposities, om even te genieten van wat de Gesamtkünstler, pedagoog en architect hier te bieden heeft. Eind april kun je aanbellen bij Korei om in de nazomer de interieurrondleidingen mee te maken.
H
et herdenkingsjaar Henry Van de Velde (1863-1957) wordt vooralsnog bescheiden ingevuld in het Brusselse. De autodidact-architect - hij volgde hiervoor geen studies - was nochtans bijna een derde van zijn leven actief in de stad. Niet in het minst als ontwikkelaar-directeur van de kunstambachtenklassen van La Cambre (toen Instituut voor decoratieve kunsten), zonder architectuurafdeling. Hij was toen al zestig jaar en had zijn pedagogisch ‘laboratorium’ in Weimar ontwikkeld. In het Jubelparkmuseum komt in september de tentoonstelling ‘Henry Van de Velde: passie, functie, schoonheid’. Die is nu opgezet in het Neues Museum Weimar met objecten, brieven en foto’s. De Koninklijke Bibliotheek start ook na de zomer met een expositie ‘Brieven van architecten’ over de pennenvruchten van Van de Velde na 1927. Mogelijk komen er nog uitgaven en lezingen vanuit diverse kleinere hoeken. Het architectuurcentrum CIVA denkt aan voordrachten en boekvoorstellingen. “De grote exposities dit jaar zijn voor 125 jaar Le Corbusier en de hedendaagse architectuur van Xaveer De Geyter,” luidt de verontschuldiging. Ook La Cambre denkt nog na over een initiatief. Blijft Van de Velde dan de eeuwige buitenlander voor alleman? Zoals Stravinski’s Sacre du Printemps (Lentewijding) het muzikale modernisme mag symboliseren, maakt Van de Velde toch aanspraak op het modernisme in de architectuur en het design? Als neo-impressionistische schilder bewonderde hij al vroeg Van Gogh, met wie hij trouwens exposeerde. Maar het was door zijn bewondering voor de Engelse beweging
Voor Van de Velde betekende ontwerpen gewoon vertrekken uit de kracht van een lijnenspel.
© ARCHIEF BDW
© SASKIA VANDERSTICHELE
© BIBLIOTHRCA WITTOCKIANA
BDW 1372 PAGINA 17 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
© ARCHIEF BDW
De jonge Henry Van de Velde.
“De invloed van Van de Velde past in een internationale stroming van Bauhaus over De Stijl in Nederland tot Le Corbusier,” zegt Arlette Clauwers van vzw Korei. © SASKIA VANDERSTICHELE
Volgens Van de Velde was de eigen ritmiek van uitgezuiverde lijnen, het nieuwe Leitmotiv om duurzaam te produceren, bouwen, tekenen en te ontwerpen
© ARCHIEF BDW
Art and Crafts dat hij de vader van het modern design op het vasteland zou worden. En zijn pijlen zou richten op het ontwerpen en de fabricage van meubels, tapijten, lampen, bestek, sieraden, stoffen en zoveel meer , tot schepenen treinwagoninrichtingen (NMBS) toe. Hij gaf het allemaal een sobere, praktische en eenvoudige vorm, wat nu ‘tijdloos modern’ heet. In het concipiëren van vormen vermeed hij elk complementair ornament. Voor hem betekende ontwerpen gewoon vertrekken van de kracht van een lijnenspel. Een ronding als hoek van een bakstenen huis. Een stalen raam, als één vlak met de gevelpartij. Dat maakte Van
de Velde de sterkste. De Duitsers begrepen dat en gaven hem kansen (tot de Eerste Wereldoorlog) en lieten hem het concept van de latere Bauhaus-werkplaatsen oprichten.
Linearist Omdat Brussel naar vormentaal, behalve wat betreft de art-nouveaustijl, achterstand had op de omringende landen, en te elitair met de zweepslag van de art-nouveau (Horta, Hankar en Van de Velde) dweepte, werd in het Interbellum ingegrepen. Dankzij de socialistische politicus Camille Huysmans kreeg Van de Velde in 1927 de post van directeur van La Cambre. Daar kon Van de Velde de nieuwe, zoekende bouwstijl die hij al had toegepast in woningen (van zijn eigen art-nouveau- en cottagedakvilla Bloemenwerf uit 1895 tot het huis Wolfers in 1929 in Elsene) loskoppelen van het nobelste doel: een zuivere vormgeving weerhouden voor het ambachtelijke en industriële gebruiksobject. Als ‘linearist’ maakte hij in La Cambre duidelijk aan docenten, studenten en kunstliefhebbers dat er niet moest verwezen worden naar het verleden om sterk en tijdloos vorm te geven. Vooral de eigen ritmiek van uitgezuiverde lijnen, rationeel benaderd ook, was het nieuwe Leitmotiv om ‘duurzaam’ te produceren, bouwen, tekenen en theaters, boten,
Van de Velde was bijzonder veelzijdig: naast gebouwen ontwierp hij ook boekbanden, kleding en gaf hij les aan La Cambre.
Zelfs de deurbellen die Van de Velde ontwierp, vertonen modernistische trekjes.
kleren of keukens te ontwerpen. De eenvoud die hij in 1878 in de Japanse kunst had ontdekt, op de Wereldtentoonstelling in Parijs, zou hem mondjesmaat dat moderne inzicht hebben verschaft. Gelukkig leefde Van de Velde lang (hij werd 94 jaar), zodat hij veel kon verwezenlijken en zijn pedagogische ideeën kon uitschrijven. “Zijn invloed past in een internationale stroming van Bauhaus over De Stijl in Nederland tot Le Corbusier,” stelt Arlette Clauwers van
vzw Korei, die in (wandel)voordrachten de hele periode gaat belichten in Brussel. In de wijk die door baron en bankier Brugmann de Walzin werd ontwikkeld, is het Van de Veldes hoekhuis voor juwelier Wolfers een van de beste ‘getuigenmonumenten’ van de modernistische stroming tijdens het Interbellum. Al heeft hij er ook aardig wat gebouwd op de Rooseveltlaan (Ter Kamerenbos) en in Ukkel (huis Lagasse aan de Dieweg). De hele wijk herbergt voorbeelden van wat de grote inter-
nationaliseringsstroom van het modernisme heeft teweeggebracht bij onze architecten: van Victor Bourgeois tot Louis Herman De Koninck. Goede bewijzen zijn de panden van André Darche, Paul-Amaury Michel (huis Clarté en het Glazen Huis), Stanislas Jasinski en Camille Damman. Een en ander maakt duidelijk dat het gematigde modernisme van toen vandaag nog niets heeft ingeboet aan waarde.
Jean-Marie Binst
Inschrijvingen voor wandelvoordrachten en interieurbezoeken vanaf eind april op www.korei.be
BDW 1372 PAGINA 18 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Tentoonstelling > Buren Blyckaertsplein geven zich bloot
De muren hebben ogen © BART DEWAELE
ELSENE - Enthousiaste mensen, de Elsenaren van de Scepterwijk. Fotografen Paula Bouffioux en Jeep Novak wilden samen met de leerlingen toegepaste kunsten van de Edmond Peetersschool 120 inwoners portretteren. Het werden er 240. Het idee is niet nieuw. De Franse fotograaf JR lanceerde in 2011 een wereldwijde oproep om gemeenschappen in zwart-wit in beeld te brengen. In Elsene werd het project Inside Out XL gedoopt. De vzw Zumba, de gemeente Elsene en het Brussels Gewest sloegen de handen in elkaar. Het wijkcontract Scepter vormde daarbij een ideale gelegenheid. En het moet gezegd: dit is een project dat niet in goede bedoelingen is blijven steken. De Scepterwijk is niet de meest florissante wijk van Elsene, maar doet wel heel grootstedelijk aan. De 240 posters op muren en afsluitingen tillen de wijk naar een hoger niveau. De inwoners lieten zich niet alleen fotograferen, ze hielpen ook massaal, tussen twee sneeuwbuien door, om de posters op te hangen. Om heel het parcours af te leggen heb je wel wat tijd nodig. Wij liepen de Graystraat af - langs de gemeenschappelijke tuinen - en klommen de Scepterstraat op. Wij eindigden onze wandeling aan de Mission Locale op de hoek van het Flageyplein en de Malibranstraat. We keken naar foto’s en we keken naar inwoners, en er waren inwoners die naar ons keken terwijl wij naar portretten van hun buren keken. De portretten hangen er nog tot 15 september. Danny Vileyn Meer info : www.insideoutxl.com
© BART DEWAELE
© BART DEWAELE
Ureet iure dolor sectem augait doluptat nonsequissi.
BDW 1372 PAGINA 19 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Gelezen: Jonathan Robijn, De stad en de tijd, De Bezige Bij Antwerpen, 288 p., € 19,90
© MICH
IEL
HE
ND
RY
C
achteraf
En dan is er plots iemand die een hele verhalenbundel schrijft waarin Brussel een zeer prominente rol speelt. Eerlijk gezegd, ik had nog nooit van Jonathan Robijn gehoord. Het persbericht dat uitgever De Bezige Bij uitgeeft bij het verschijnen van zijn boek vermeldt dat hij sociologie en psychologie studeerde, en van 2003 tot 2011 voor Artsen Zonder Grenzen werkte. Dat zou kunnen betekenen dat hij in die periode regelmatig in het buitenland vertoefde. Toch kent Robijn Brussel goed, want in de negen verhalen die De stad en de tijd telt, lopen de personages rond tussen de Heizelvlakte en Solbosch, tussen de Marollen en het Noordkwartier. En niet alleen langs platgetreden paden, maar ook bijvoorbeeld in een onooglijke gang als het Ooievaarstraatje aan de Vlaamsesteenweg. Behalve de stad speelt ook de tijd een belangrijke rol. Het eerste verhaal speelt zich af in het Expojaar ‘58, en ook in de volgende verhalen kan je de Innovation en de Martinitoren nog bewonderen. Aanvankelijk ademt de bundel de sfeer uit van de foto’s van Cas Oorthuys die onlangs in het stadhuis te zien waren. Toch is het Robijn niet om de nostalgie te doen. Hij schuift decennium per decennium op tot in de eenentwintigste eeuw, en daarbij krijgen we niet per se de indruk dat het vroeger beter was - wél anders. Behalve Brussel en de tijd, zijn ook liefde en kosmopolitisme vaste ingrediënten in elk verhaal. Telkens vindt KX er een ontmoeting plaats tussen twee mensen die aanvankelijk de aantrekkingskracht willen negeren, om daarna toch overstag te gaan. De morele wetten en praktische bezwaren die tussen droom en daad in de weg staan, worden door fatalistische keuzes weggeruimd. De suggestie lijkt te zijn dat de stad sterker is. Dat ze mensen kan samenbrengen, veranderen en weer uit elkaar trekken. Brussel is zo niet alleen een stad van Congolese of Europese immigranten, maar evengoed van emigranten. In elk van de verhalen zit wel een Vlaming, maar veel personages gaan uiteindelijk hun geluk buiten Brussel en België zoeken. Nog een element dat vele personages bindt, is hun zinnelijkheid. Ze oefenen het beroep van parfumier, chocolatier, pianiste of koffiebrander uit en eten opvallend veel taarten en gebak. Het zegt evenveel over de gezonde appetijt van de personages als over de diversiteit aan smaken die Brussel te bieden heeft. Robijn bouwt al zijn verhalen en personages zorgvuldig op. Zijn zuinige schrijfstijl, zijn gevoeligheid voor de middenstand en zijn gekuier door de straten doen onvermijdelijk aan Willem Elsschot denken, al zou een echte vergelijking beslist te veel eer zijn. Er klinkt een flegmatieke zelfzekerheid door in de stereotiepe manier waarop Robijn zijn verhalen begint: ‘Toen Gustaaf De Geest de deuren van zijn parfumerie, gevestigd in een statig herenhuis op de Adolphe Maxlaan, die ochtend opende, had hij de indruk dat de wereldtentoonstelling zijn leven ondersteboven
TELEX VADROUILLE 60 JAAR HET MEIKLOKJE MET IONESCO
© WPG UITGEVERS
Praat
Postkaarten uit begraafplaats Brussel
SINT-AGATHA-BERCHEM - Theatergezelschap Het Meiklokje speelt de literatuurklassieker De Koning sterft van Eugène Ionesco om zijn zestigste speelverjaardag te vieren. De jongste jaren stak Het Meiklokje, dat in het gewest de kroon spant van de amateurtoneelgroepen, zijn nek uit met pittige producties. Er waren primeuruitvoeringen zoals Good People en Rabbit Hole van de Amerikaanse Pulitzer Prizewinnaar David Lindsay-Abaire en de kaskrakers van auteur Neil Simon. Het stuk over koning Bérenger de eerste staat bol van absurde, schijnbaar zinloze dialogen en argumentaties. “De boodschap van Ionesco kan je niet zomaar onder de mat vegen,” stelt Claude
Lammens, die met vijf andere oude rotten speelt. “Niets is vergankelijker dan macht en niemand ontsnapt aan de eindigheid. En op de pot zitten we allemaal met ons gat bloot.” Met de voorstellingen op 13 en 14 april (respectievelijk om 20.00 en 15.00) wordt de nieuwe Grote Zaal van GC De Kroon ingespeeld. Voordien moest de groep het stellen met de technisch zwakkere accomodatie van de oude gemeentelijke feestzaal. Jean-Marie Binst De Koning sterft in GC De Kroon, J.B. Vandendriesschestraat 19. Reservatie: www.meiklokje.be
SCHUITEN BEWAART ORIGINELEN MEESTERWERK
Robijn kent Brussel goed, want in de negen verhalen die De stad en de tijd telt, lopen de personages rond tussen de Heizelvlakte en Solbosch, tussen de Marollen en het Noordkwartier.
zou gooien.’ of ‘Toen Karel De Graaf door het winkelraam van zijn koffiezaak de jongste zoon van juwelier De Voogt met een boeket rode rozen voorbij zag snellen, vreesde hij dat het de dag was waarop mannen hun toekomstige bruid ontmoetten.’ Twijfelachtiger is echter dat ook de verhaalstructuren vaak gelijklopen. Een verhalenbundel kan natuurlijk ook te veel coherentie vertonen. Zo ontstaat de indruk dat het boek aan inhoudelijke en vormelijke bloedarmoede lijdt. Robijn kleurt zelden buiten de lijntjes. Alles blijft nogal braaf en licht verteerbaar. De occasionele droge humor is niet droog of hardnekkig genoeg om zoals die van Elsschot subversief te zijn. Robijn is ook in staat tot sterke zinnen als “De gebakken peren waren soms beter verteerbaar dan de rauwe” en deinst er niet voor terug om thema’s als bijgeloof, ontrouw, of koude ambitie aan te snijden, maar hij zegt er vervolgens net te weinig over. Veel acties lijken louter illustratief en wat geënsceneerd in plaats van dwingend te zijn. Dit zijn meer postkaarten uit Brussel dan indringende brieven. Toch doet het je wat om al die levens, al die liefdes en al die dingen die voorbijgaan gechroniqueerd te zien. Het is ook mooi dat de meeste verhalen eindigen op een moment dat ze nog niet afgerond zijn. De levens van de personages lopen nog verder, maar worden dan opnieuw aan ons oog onttrokken. Hier en daar loopt het hoofdpersonage van het ene verhaal nog eens als figurant langs in het andere. Ondertussen verandert Brussel voortdurend, maar blijft het de sepulchral city die Joseph Conrad erin zag in het citaat uit Heart of Darkness dat Robijn als motto gebruikt: een begraafplaats van volbrachte of gebroken dromen. Michaël Bellon
BRUSSEL - De Belgische tekenaar en illustrator, François Schuiten, wil samen met zijn collega Benoît Peeters en broer Luc enkele documenten van zijn bekende werken beschermen en bewaren. Schuiten denkt aan de toekomst en schenkt daarom originelen en tekeningen aan de Koning Boudewijnstichting en de Bibliothèque Nationale de France. Het gaat om de eerste schetsen van zijn bekendste werk De Duistere Steden, de stripreeks waarvoor Schuiten
in 1985 op het internationaal stripfestival van Angoulême de prijs kreeg voor beste album. Andere creatieve documenten worden ondergebracht in het Fonds François Schuiten, voor deze gelegenheid opgericht door de Koning Boudewijnstichting in samenwerking met de Bibliotheca Wittockiana in Brussel. De volledige verzameling blijft ter beschikking van de huidige uitgeverij Casterman, voor een mogelijke heruitgave. Jonas Gilles
ADVERTENTIE
ssel u r B e j d o o Br agpauzes
idd l tad Brusse Culturele m m van de S u se u M t e in h
9 en 11 april .30u 2013 om 12
Stop de tijd
iding De rondle ! is gratis Toegang €4 museum:
Museum van de Stad Brussel Grote Markt (tegenover het Stadhuis) Info: 02 279 43 71 | www.museumvandestadbrussel.be
BDW 1372 PAGINA 20 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Fotografie > Afdwalende blik als levenshouding
Zwerven langs Brusselse volkstuintjes © MATHILDE VAN DER BORGHT
BRUSSEL - Tuiniers met een klassiek lapje grond of met een gemeenschappelijke groentebak gaan voor hetzelfde. Fotografe Mathilda Van der Borght is niet geïnteresseerd in de gezonde raap, zij gaat voor de knipoog.
‘F
otograferen is voor mij een manier van leven,” is het eerste wat Mathilda Van der Borght zegt, een tweetalige pedagoge op pensioen uit Vorst, met Vlaamse en Waalse roots. In haar boeken Agir avec les mains, agir avec les arts plastiques (1994, Labor) en Jouer avec Dada, jouer avec les surréalistes (2010, Aden) probeert ze kleuterleerkrachten de gewoonte om alles voor te doen af te leren, waardoor kinderen een groter vertrouwen krijgen in eigen kunnen.
Errance Spelen met toeval is belangrijk als je met kinderen bezig bent, vindt Van der Borght, en toeval geeft ook in haar fotografie de richting aan. Als metgezel kiest ze de Franse dichter en schrijver Louis Aragon, die surrealistische wandelingen maakte in Le paysan à Paris. Zo ontdekte ze dikwijls bij toeval volkstuintjes door te gluren achter panelen waarop
ook graag ergens in de Brusselse open ruimte. Tegenwoordig fotografeert ze de sfeer van Belgische kermissen, en op geregelde tijdstippen - zoals Harvey Keitel in de film Smoke - telkens dezelfde straathoek bij haar in de buurt in de Rodenbachstraat.
en niet wil gefotografeerd worden, neemt ze al schrijvend dan maar een virtuele foto. En ze kijkt haar eigen kijk, al eens Van Ostaijenachtig: “Te zot dat belletje bij de weg die naar een tuintje op de rand van de heuvel van de spoorweg leidt...” Dan weer prozaïscher: “Daar ligt een hoop afwas te wachten...”
Tuinieren à tout prix
In het tweetalige boek Tuinieren à tout prix brengt Mathilda Van der Borght verslag uit van haar fotografische zoektocht naar volkstuintjes, zoals hier bij Keyenbempt in Ukkel. bouwprojecten worden aangekondigd, of omdat de ene tuinier naar de andere doorverwees. Toen ze in café Normandie in Haren naar de volkstuintjes vroeg die ze op het internet had ontdekt, vertelde de cafébazin haar dat het om Haren in Nederland ging. Het belette Van der Borght niet om toch te gaan rondkijken in de buurt om zo bij weer andere volkstuintjes langs het spoor uit te komen.
De niet-sturende blik van de Franse fotograaf en filmmaker Raymond ‘Errance’ Depardon is haar voorbeeld. Het resultaat van haar jarenlange omzwervingen was vorig jaar te zien tijdens de eindejaarstentoonstelling aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Anderlecht. In oktober stelt ze tentoon in Galerie Verhaeren. Van der Borght ziet haar panoramafoto’s van de volkstuintjes
Bakken op initiatief van de Italiaanse kunstenares Anna Rispoli in de Visitandinenstraat in de Marollen.
In haar tweetalige boekje Tuinieren à tout prix, dat bij Verhaeren verkrijgbaar zal zijn, brengt ze verslag uit van haar fotografische zoektocht. Zowel de letterlijke: waar leidt dit paadje naartoe, als de artistieke: wat wil ik laten zien? Ze vraagt zich af hoe ze de neiging zal kunnen weerstaan om er een groentecatalogus van te maken, omdat ze haar nieuwe vrienden niet wil schofferen. De mantra over gezonde groenten hangt haar intussen de keel uit. Voor haar verspreidt de chemische troep zich sowieso via de lucht en het water. Toch vertrekt ze aan het eind van de dag, vaak gegeneerd, met een zak sla, courgettes en verse munt. Soms loopt ze wat unheimlich zelf in haar foto’s rond, zoals op het beeld met de voetsporen in de sneeuw. Van een man die zogezegd alleen de katten van een vriend komt voeden,
Variëteit Wat Van der Borght wel interesseert, is de toekomst van de lapjes grond, verhuurd door de overheid en even vaak terug opgeëist. Ten tijde van de onhygiënische stedelijke getto’s, werd het volk aangemoedigd om een tuintje te beginnen. In de wereldoorlogen waren zelfgekweekte groenten bittere noodzaak, vanaf de jaren zestig was dat niet langer het geval, maar door het ecologisch bewustzijn zijn er nu weer ellenlange wachtlijsten. De tuintjes moeten soms wijken voor sociale woningen en de fotografe vangt op: “Les habitations dites sociales ont déúx garages!” Er is een beeld van hoogtekranen, beangstigend achter de volkstuintjes, aan de Brits Tweedelegerlaan in Vorst. Een ander beeld, nu met de knipoog, van de co-existentie van twee werelden: de geplande stadsarchitec-
BDW 1372 PAGINA 21 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
© MATHILDE VAN DER BORGHT
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Zuurdesem
© NICK TRACHET
© MATHILDE VAN DER BORGHT
Nick Trachet
roggestreek gebleven. In onze landerijen kwam de rogge op tijdens de Kleine IJstijd die langzaam begon vanaf het midden van de veertiende eeuw, op zijn hoogtepunt was tijdens Hollands Gouden Eeuw (de zestiende) en waarvan we nu nog altijd het staartje meemaken. Klimaatopwarming komt niet alleen van fossiele brandstoffen! Het was hier toentertijd te koud om serieuze tarwe te kweken, dus deden we het maar met rogge.
Pompernikkel Ik ken weinig gezworen liefhebbers van dit vreemdsoortige brood: zuur, klef en zwaar, niet echt een brood en ook geen cake. Wat is dat eigenlijk, pompernikkel?
Bouwstijl planners versus schuilhuisjes tuiniers aan Kruisveld, op de grens tussen Kraainem en Brussel.
Van der Borght ontdekte vaak per toeval volkstuintjes, o.a. door te gluren achter panelen waarop bouwprojecten worden aangekondigd
tuur tegenover de schuilhutjes in de volkstuintjes, aan het Kruisveld op de grens van Brussel en Kraainem. Tuiniers bestaan er in vele variëteiten: een verpozende jonge vrouw met enkele geoogste vruchten, noest werkende vader en zoon als
loten aan dezelfde tak, een vrouw met onaangepaste kledij, lijkt het, wroetend in braakliggende grond. Bij de bakken met groentjes in de Graystraat vertellen jongeren dat ze liever naar hier komen dan dat ze voor de televisie hangen. Organisaties die zich met dit nieuwe collectieve tuinieren bezighouden, zijn Le début des haricots, Ferme Urbaine, Eco Innovation, ... Ze ontmoet een schminkster die een definitie zoekt voor kunst die opgaat voor tuinieren en schminken: dat het werk gaandeweg loskomt van zijn schepper. Ook Van der Borght vindt het heerlijk als de dingen anders uitdraaien: “Dat geldt zowel in het creatieproces met kinderen als in de fotografie!” An Devroe
mathildavanderborght.tumblr.com
© MATHILDE VAN DER BORGHT
Openbare tuin van kunstenaar Jeroen Peters in Molenbeek.
We zullen beginnen bij de clichés. Pompernikkel wordt door de Latijnse cultuur zo oneetbaar beschouwd dat men er verhaaltjes over verzon. Op een dag zou Napoleon op campagne zijn geweest in Westfalen, wat niet onmogelijk is. Men schotelde hem in de herberg het regionale zwarte roggebrood voor. Hij proefde ervan en zei: “C’est bon pour Nicole!” Daarmee bedoelde hij dat het brood enkel geschikt was voor zijn paard. In de Duitse uitspraak wordt dat Pon Pur Nikol: Pumpernickel, dus. Men heeft daar uitgebreid onderzoek naar verricht en van de meer dan honderdvijftig bekende paarden waarop le petit caporal ooit zou hebben gereden, was er niet één met de naam Nicole. Het kan niet uitgesloten worden - mannen met haast wisselden soms meerdere keren per dag van paard - maar toch... Het verhaal van de Fransman, brood en paard werd al opgeschreven nog voor Napoleon geboren werd op het eiland Corsica. Het is een sprookje van de Westfalers zelf, om te lachen met hun broodachtige specialiteit die niemand elders leek te lusten. Te vergelijken met de Brusselse choezels. De naam komt in werkelijkheid van Nickel, een Duitse bijnaam voor de duivel (én voor Sinterklaas) en pumpen, wat we beschaafd als flatuleren zullen vertalen. Een brood dus, waarvan de duivel winden laat. Over een geslaagde slogan gesproken! Als kind zag ik het nu en dan in huis verschijnen. Omdat het van rogge was, heette het gezonder te zijn, maar ik was allerminst overtuigd. Dat is een oude mythe: al wat niet lekker smaakt en zuur of bitter is, moet dan maar gezond heten. Om te beginnen is rogge (Secale cereale) altijd al het vuile broertje geweest van de edele tarwe. Men vermoedt dat deze graansoort oorspronkelijk werd verspreid vanuit Turkije naar het Westen, omdat de graantjes van dit onkruid vermengd raakten met echte tarwe en dus mee werden genomen door reizigers en handelaars. In het begin van de landbouw maakte dat nog niet veel uit. Eten is eten. Maar later begon men een onderscheid te maken tussen de twee. Plinius, de Romein, had het al helemaal niet begrepen op rogge. Hij noemde het “enkel goed om honger te bestrijden.” Rogge kon dan ook groeien in moeilijke omstandigheden en op arme gronden. Oost-Europa, met zijn koude winters, is altijd een
Sinds het warmer werd eten wij, godzijdank, opnieuw tarwebrood. Rogge is geen cadeau. Het bevat geen - of andere - gluten waardoor het niet mooi rijst, zoals brooddeeg hoort te doen. Meestal mengt men een deel rogge met tarwe om een compromisbrood te bakken. Rogge is echt een vulmiddel. Ten tweede: zuurdesem. Ik heb niets tegen zuurdesem, zolang het gebruikt wordt zoals make-up bij vrouwen: nauwelijks merkbaar. In Duitse broden wordt het vaak te veel gebruikt. De wilde gisting die achter deze broden zit, is zo wrang dat er bacteriën noch schimmels op kunnen groeien, wat de lange bewaarbaarheid van deze broodsoort verklaart. Het spul bederft zo traag dat men er zich vragen bij gaat stellen. Dat komt door de vorming van azijnzuur en melkzuur tijdens de gedesemde gisting. Voor modernere pompernikkels slaat men de echte gisting zelfs over en doet men gewoon een scheut melkzuur in het deeg. Herinner u dat Europa onlangs goedkeurde dat men vlees mag behandelen met melkzuur tegen bacteriën, net zoals de Amerikanen doen. Dat leidde al tot grote protesten: “Voeding wassen met melkzuur, hoe barbaars kan men worden?” Welnu, in dit brood is dat al heel lang de regel! In pompernikkel zijn de tarwekorrels niet helemaal gemalen. Ze worden gestampt en gekneusd en daarna gegist. Maar echt rijzen doet het goedje niet. Vervolgens wordt het verbazend lang gebakken
Zoals mijn zoon het verwoordde: “De smaak van het brood is zo sterk dat ik mijn beleg niet meer proef” in lange broodvormen. Eerst gewoon, zoals bij een normaal brood, daarna ook nog gestoomd gedurende 16 tot 24 uur. De zwarte kleur wordt in moderne versies verkregen door er melasse aan toe te voegen. Oorspronkelijk kleurde het zo donker door de lange baktijd: de zogenaamde maillardreactie. Het resultaat is een dens brood dat gedurende maanden goed blijft. Men zegt dat het tijdens de late middeleeuwen werd uitgevonden als reserve tijdens oorlogen. Het is dus geen slecht idee om een pakje in huis te houden voor het geval we vergeten zijn om echt brood te kopen. Voor de survivalliefhebbers die weken door de bergen trekken zonder enig comfort, is dit het brood bij uitstek. Men kan pompernikkel best gewoon eten, zonder extra ingrediënten. Zoals mijn zoon het verwoordde: “De smaak van het brood is zo sterk dat ik mijn beleg niet meer proef.” Geniet er dus van met toespijs van uitgesproken smaak: haringen bijvoorbeeld, zuur gemarineerd of gerookt en stinkende kazen, uiteraard. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1372 PAGINA 22 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Drie dagen per week werkt Céline Quairiaux als zelfstandige in haar atelier thuis, de rest van de week werkt ze in de afdeling foto’s van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in het Jubelpark.
© MARC GYSENS
Céline Quairiaux restaureert foto’s
‘Elke foto heeft zijn geschiedenis’ GANSHOREN – “Net als Guust Flater heb ik een hartsgrondige hekel aan parkeermeters, maar voor de rest is er weinig dat me aan Brussel stoort. Of het moet het gebrek aan urbanistische visie zijn. Er is weinig of geen harmonie, veel mooie dingen zijn met de grond gelijk gemaakt en wat er in de plaats is gekomen, is niet bepaald om van achterover te vallen. Tegelijkertijd heeft die non-uniformiteit ook zijn positieve kantjes, want Brussel herbergt nogal wat verborgen pareltjes. En welke grootstad kan zeggen dat ze nog een echte boerderij binnen de muren heeft?” Céline Quairiaux is restauratrice van foto’s, een allerminst gangbaar beroep. Slechts drie collega’s telt Quairiaux in ons landje en ze is de enige die ook als zelfstandige actief is.
Q
uairiaux blijkt daarenboven een grote dierenvriend. Drie poezen, een hond en een konijn leiden een comfortabel leven bij haar thuis. “Felix, het konijn, heb ik met Pasen gevonden in het Elisabethpark, hier vlakbij. Ik vond nog twee andere konijnen in het park, steeds rond dezelfde periode. Ook voor hen heb ik een
thuis gevonden. Blijkbaar zijn er mensen die het leuk vinden om een konijn in huis te halen voor Pasen en het vervolgens te dumpen. Ook mijn drie poezen Moon, Pimpon en Madame Koek heb ik op straat gevonden. Mijn hond Sally komt uit het asiel.” “Sally is negen jaar oud. Ik wil haar een oude dag zonder zorgen bezorgen. In ruil daarvoor
krijg ik aangenaam gezelschap. Niet onbelangrijk in mijn beroep, dat vaak eenzaam is. Ik heb ook ontdekt dat een hond een belangrijk sociaal smeermiddel is. Zo heb hier in de buurt — voorheen woonde ik aan Flagey — al verschillende mensen leren kennen door te gaan wandelen met Belle, mijn vorige hond die helaas is overleden. Toen ik hier kwam
wonen ,kende ik niemand. Daar is snel verandering in gekomen dankzij Belle. In het park, op straat. En ik ben er zeker van dat het met Sally hetzelfde zal zijn, zeker omdat ze zo lief en aanhankelijk is. Ik heb ook gemerkt dat er nogal wat bejaarden, die vroeger een hond hadden en te oud zijn geworden om er nog een in huis te halen, nu naar het park gaan om honden te voederen en om een beetje van hun gezelschap te genieten.”
Minuscule koffer Geboren is Quairiaux in Doornik, opgegroeid in Waals-Brabant. Midden het groen in de buurt van Clabecq. Maar het is Brussel dat steeds aan haar mouw heeft getrokken. “Het was dan ook een keuze van het hart toen ik na mijn middelbare school aan La Cambre restauratie ben beginnen te studeren. De res-
BDW 1372 PAGINA 23 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
niet altijd eenvoudig. Iets huren bleek haast onmogelijk door de hoge eisen die werden gesteld, ik leefde er letterlijk in een koffer. Heel vindingrijk moest ik zijn, om de ene keer weer hier, dan weer daar onderdak te vinden. Ik heb er geleerd dat een mens ook van weinig kan leven. Wat ik er miste, was de feestelijke kant van Brussel. Hier heb je links en rechts wel festivals en dat het hele jaar door, in Parijs is dat niet het geval. Parisiens leven vaak onder stress. Ik had het er vaak moeilijk om sociale contacten te leggen, terwijl het er in Brussel gemoedelijker aan toegaat.” “Ik hou echt wel van Brussel. Zowat zestien jaar geleden ben ik hier voor het eerst beland. Enkele keren ben ik teruggekeerd, voor mijn stages, maar steeds ben ik weergekeerd. Het is nog steeds mijn favoriete stad. Er is altijd wel iets te doen, de stad is niet te groot en er is veel groen. En voor de fi etser die ik ben, bieden de hellingen een goede conditietraining. In het begin deed ik alles met de fi ets, ondertussen heb ik een auto.” “Het verkeer in Brussel boezemt me als fi etser helemaal geen angst in, neen. Belangrijk is om er rekening mee te houden hoe automobilisten het verkeer zien en om je rijgedrag daaraan aan te passen. Alleen als het regent of sneeuwt neem ik niet de fi ets, omdat het dan te gevaarlijk is. En als ik wil, kan ik mijn fi ets opplooien en terugkeren met het openbaar vervoer.”
© BART DEWAELE
Eenzaam beroep rie dagen per week werkt Quairiaux als zelfD standige in haar atelier thuis, de rest van de tijd werkt ze in de afdeling foto’s van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in het Jubelpark. Wat moeten we juist verstaan onder het restaureren van foto’s? “Het is een eenzaam beroep, gelukkig zijn er mijn dieren en de radio als gezelschap. Ik luister zowel naar Franstalige als naar Nederlandstalige zenders. Proeven van beide culturen. Ook om mijn Nederlands, waar nog veel werk aan is, te verbeteren. Mijn job bestaat uit het wegwerken van scheurtjes, schimmels, stof, etc. Opgekrulde foto’s weer vlak krijgen door er zware gewichten op te leggen. Montages maken in kaders ook, soms in samenwerking met fotografen. Niet alles kan opgelost worden. Een vergeelde foto zal bijvoorbeeld altijd vergeeld blijven, omdat het een chemisch proces is.” “Er bestaat een veelvoud aan fotografi sche technieken, elke keer is het weer anders. Elke foto heeft een geschiedenis en dat is iets wat beklijft. Ik restaureer niet alleen oude foto’s, ik krijg ook steeds meer hedendaagse foto’s in handen. Van kunstfotografen wier werk, bijvoorbeeld op een tentoonstelling, beschadigd is geraakt. Meestal zijn de opdrachtgevers musea en verzamelaars. Goedkoop is mijn werk niet, maar de sentimentele waarde ervan is dikwijls zo groot dat de mensen er wat voor over hebben. En heel uitzonderlijk doe ik al eens water bij de wijn.” “Mijn werk in de Koninklijke Musea neem ik eveneens ter harte. Het is een plek waar ik steeds weer met plezier binnenstap. Een wonderlijke plaats, met een enorm rijke collectie. Een museum dat geschiedenis en kunst ademt. Alle eeuwen zijn er vertegenwoordigd, van de prehistorie tot de moderne tijden. Het is een uitnodiging tot het reizen door de tijd, door de wereld. Een ontdekkingstocht van de meest uiteenlopende materialen en instrumenten; een ontdekkingstocht van de geschiedenis van onze regio’s en van de rest van de wereld. En de tijdelijke tentoonstellingen zijn een mooie bonus, net als de stages voor kinderen en volwassenen. Brussel mag prat gaan op een rijk museumbestand, zowel privé als publiek. Ik ben een trouwe bezoeker. Zo loopt er bijvoorbeeld momenteel een heel interessante tentoonstelling over Kandinsky in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten.” “Thuis ben ik op dit ogenblik aan het werk aan chemiegrammen van de Brusselse beeldende kunstenaars Pierre Cordier, de uitvinder van het procédé waarbij ontwikkelaar en fi xer worden geschilderd op fotogevoelig papier, en Gundi Falk met wie Cordier samenwerkt. Een chemigram combineert de fysica van een schilderij (vernis, was, olie) en de chemie van de fotografi e (fotogevoelig oppervlak, ontwikkelaar, fi xeerbad) zonder fototoestel, zonder vergroter en in het volle licht. Ik ben tevens aan het werk aan een fotoalbum uit de periode 1911-1912. Werk te over, dus.”
Karel Van der Auwera www.celinequairiaux.be
Céline Quairiaux aan het werk.
3 VRAGEN AAN JULIEN DE SMEDT
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
©
M IK
K
T
“Goedkoop is mijn werk niet, maar de sentimentele waarde ervan is dikwijls zo groot dat de mensen er wat voor over hebben. Heel uitzonderlijk doe ik al eens water bij de wijn”
“Ook de aanwezigheid van onze twee culturen is en blijft een enorme troef, wat de politiek ook mag beweren. En ik mag dan wel Franstalig zijn opgevoed, ik doe ook mijn best om het Nederlands machtig te worden. Daarom heb ik me ingeschreven op de site van Patati Patata, die werd gecreëerd door de Vlaamse Gemeenschap om anderstaligen en Nederlandstaligen samen te brengen. Zo heb ik Marieke leren kennen. Ik zie haar één keer per week om mijn Nederlands te oefenen.”
OS FR EL
tauratie van foto’s is echter niet inbegrepen in het studiepakket van La Cambre. En laat nu net dat hetgeen zijn wat me echt boeide: reeds als kind deed ik niets liever dan foto’s nemen. Ik mitrailleerde erop los met mijn Kodakje, het moet mijn ouders een klein fortuin hebben gekost. Na mijn studies restauratie heb ik er nog drie jaar fotografi e aan vastgeplakt. Dat is een draad die ik echt graag opnieuw zou opnemen, dat fotograferen. Het ontbreekt me een beetje aan de nodige tijd.” “Aangezien ik het restaureren van foto’s niet kon studeren aan La Cambre, moest ik naar het buitenland verkassen. Zo heb ik stages gelopen in Parijs, Londen en Amsterdam. Een mooie tijd. Andere culturen ontdekken, andere manieren van leven ook. Al was het in Parijs
‘Brusselse architectuurwereld is incestueus’ Julien De Smedt heeft alles om de absolute ster van de Brusselse architectuur te zijn. Met zijn bureau JDS architects bouwt hij van Oslo over Istanbul tot Shanghai en wint hij de ene prijs na de andere. Recent nog op vastgoedbeurs Mipim en op de Architizer A+ Awards, de Grammy’s van de architectuur. In zijn eigen Brussel komt hij echter niet aan de bak. Waarom kon u hier nog geen opdrachten binnenrijven? Julien De Smedt: Ik zou te ambitieus zijn of te internationaal werken. Of onze projecten zouden te gek of te duur zijn. Maar dat is onzin. We werken binnen de budgetten. Wel zijn onze projecten on-Belgisch extravert. Ik wil niet pretentieus klinken, maar opdrachtgevers en beleidsmakers zitten niet op het niveau van wat wij voorstellen. De middelmatigheid van de Brusselse architectuurwereld is geen geheim. Buiten de lijntjes kleuren blijft inderdaad moeilijk. Hoe komt dat? De Smedt: Er heerst een incestueuze manier van werken. Iedereen kent elkaar. Maar ik heb geen zin om een opdracht te krijgen
omdat ik beste maatjes ben met de juiste persoon. Ik wil worden aangenomen op basis van mijn expertise. Wij hebben iets te zeggen. Niet over bakstenen gebouwen maar over de toekomst van de stad en de samenleving, want dat hangt met elkaar samen. Ik ben teruggekeerd omdat ik zin had om in Brussel te werken. Op een bepaalde manier voelde ik me verantwoordelijk voor de toekomst van mijn stad. Hoe frustrerend is het dan om in uw eigen stad naast opdrachten grijpen? De Smedt: Er zijn momenten geweest waarop ik het zo beu was dat ik mijn bureau hier wilde sluiten als statement. Maar ondertussen trek ik het mij niet meer aan. Ik heb het een beetje opgegeven om hier grote opdrachten binnen te halen. Maar ook zonder lokale projecten zitten we goed in Brussel. Rijsel en Parijs zijn vlakbij en daar hebben we verschillende projecten lopen. En ook Istanbul is niet ver. Laurent Vermeersch Een langer interview met Julien De Smedt en beelden van zijn werk op www.brusselnieuws.be
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau (frederik.welslau@bdw.be). HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie. binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Tijs van den Boomen, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1372 PAGINA 24 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
Cheerleading > Amber Fording mist het Amerikaanse engagement
‘Cheerleaders moeten hun uniform met eer dragen’ BRUSSEL – Een sexy barbiepop die niet slim is. Dat is het beeld dat al te vaak wordt opgehangen aan een cheerleader. Amber Fording (21) traint de cheerleadersploeg van de International School of Brussels (ISB) en spreekt dat cliché luidkeels tegen. Ze ziet de sport ook in ons land groeien, al zal er een andere instelling getoond moeten worden om resultaat te zien. “In Amerika is cheerleading een sport die op hoog niveau wordt beoefend,” legt Fording uit. “Ik trainde bijvoorbeeld vijf keer per week, telkens twee uur lang. Ook weekends en vakanties moest ik regelmatig opofferen. Echte, Amerikaanse cheerleading is een mengeling van gymnastiek en dans waarbij allerlei acrobatieën - denk aan piramides - worden gedaan. Je moet constant trainen om strak te blijven.”
Gepensioneerd Fording verhuisde drie jaar geleden met haar familie naar Brussel. Ze groeide op in Oregon en schopte het na jaren dans en gymnastiek tot kapitein van de cheerleadingploeg. Een prestatie die niet te onderschatten valt. “Elk jaar zijn er try-outs in juni. De strijd is bikkelhard. Er dagen altijd veel meer meisjes op dan dat er plaatsen zijn. Maar in tegenstelling tot wat je op televisie ziet, is de sfeer onder de meisjes zeer goed.” “Ik haalde een redelijk hoog niveau, maar het is nooit mijn ambitie geweest om ermee verder te gaan. Verder dan de universiteit gaat cheerleading niet echt. Eigen-
de CLUB
Amber Fording (l.) is coach van de cheerleadersploeg van de International School of Brussels. “Ik let er op dat de rokken niet te kort zijn, dat de buik niet bloot is en dat de choreografieën niet te sexy zijn. Het zijn jongedames en ze moeten respectabel voor de dag komen.”
© STÉPHANE BROWET
Lunch Class Pilates
Sport als middagmaal BRUSSEL – Sporten wordt door onze drukke agenda maar al te vaak naar de achtergrond verschoven. Lunch Class Pilates biedt een oplossing: tijdens de middagpauze werkt u met pilates aan een betere lichaamshouding en balans. Een aanrader voor werknemer en werkgever.
haling en om stress beter te kanaliseren. Pilates is bovendien complementair met andere sporten. Het ene sluit het andere niet uit.”
Beschadigde organen “Sportlessen tijdens de middagpauze staan hier nog in hun kinderschoenen,” vertelt lesgeefster Aline Salvé (33). “In Parijs is dat concept al veel meer ingeburgerd. Ik geef buiten de Lunch Class Pilates in Gemeenschapscentrum Maalbeek ook lessen in bedrijven. Pilates is een sport die zich perfect leent tot beoefening tijdens de middagpauze.” Pilates is een fitnesssysteem waarbij wordt gewerkt vanuit het centrum van het lichaam, met dieperliggende spieren zoals de buik- en rugspieren. “Dat zorgt voor een betere lichaamshouding, souplesse en balans. Meer en meer kinesitherapeuten en osteopaten sturen patiënten, die bijvoorbeeld sukkelen met pijn aan de onderrug, naar ons.” Salvé geeft sinds begin februari elke vrijdag-
middag (van 12.30 tot 13.15) een les pilates in Gemeenschapscentrum Maalbeek. Werkende mensen kunnen er even ontsnappen aan de werkstress door aan hun lichaam te werken. Dat levert alleen maar voordelen op voor werknemer en werkgever.
Stress kanaliseren “Mensen die regelmatig pilates volgen, voelen zich automatisch goed in hun vel. Maar dat is iets dat regelmaat vraagt en veel herhalingen van de oefeningen. Wie ermee stopt, voelt een gemis. Je wordt een beetje verslaafd, maar dan in de goede zin.” (lacht) “Het is geen mirakelproduct, maar ik hoor wel dat mijn leerlingen zich na de les beter kunnen concentreren. Het helpt bij de adem-
Salvé heeft elke vrijdag een zestal leerlingen onder haar hoede. Dat aantal mag aandikken tot tien à twaalf, maar dan moet de rem erop. “Pilates is een sport waarbij je constant bijstuurt. Ik moet zeer geconcentreerd zijn en goed rondkijken. De oefeningen slecht uitvoeren, kan nare gevolgen hebben. Systematisch verkeerde buikspieroefeningen uitvoeren kan bijvoorbeeld je organen beschadigen. Het is belangrijk om als lesgever de menselijke anatomie te kennen.” De lessen pilates vinden in de Maalbeek in een zeer rustige sfeer plaats. Aan de leerlingen wordt gevraagd om het werk te vergeten en om zich op de les te concentreren. Wat volgt zijn intensieve oefeningen, zonder dat het zweet te uitvoerig van het voorhoofd parelt.
“In het begin lijkt de sport niet zo intensief, maar vrij snel voel je je lichaam werken. Naarmate de lessen volgen, werk je beter en intensiever. Je hebt tien lessen nodig om de sport echt te leren kennen.” “Er komen voornamelijk vrouwen naar de lessen. Dat is omdat mannen volgens mij sneller resultaat willen zien, ze willen hun spieren echt voelen. Wij nemen de tijd. Kwaliteit telt, niet kwantiteit. Het haalt niets uit om oefeningen vijftig keer uit te voeren op de verkeerde manier.” De huidige lessenreeks loopt nog tot mei en zal wellicht in september herbeginnen. Salvé is tevreden over het begin en hoopt op dit elan door te kunnen gaan. “Sporten tijdens de middagpauze heeft een mooie toekomst. Het heeft zoveel voordelen. Hopelijk raken de werkgevers en werknemers daar ook van overtuigd.” Tim Schoonjans http://demaalbeek.vgc.be
BDW 1372 PAGINA 25 - DONDERDAG 4 APRIL 2013
lijk ben ik nu al gepensioneerd.” (lacht) De vergaarde kennis geeft ze al meer dan twee jaar door aan studentes van de ISB. Ze leerde vrij snel dat je als coach de nodige striktheid aan de dag moet leggen, zeker in een sport die om veel discipline vraagt. Maar niet iedereen luistert even goed. “Ik heb meisjes van alle uiteenlopende nationaliteiten in mijn team. Wat opvalt, is dat de meisjes uit Latijns-Amerikaanse landen bijna elke les te laat komen. (lacht) Het niveau en het engagement liggen hier veel lager dan in Amerika. Ik heb moeite om meisjes te vinden die er veel tijd in willen investeren. Het vraagt veel engagement. Drie trainingen per week volstaan eigenlijk niet. En tijdens de vakanties worden de trainingen onderbroken. Dat betaal je achteraf cash.”
Pompom girl De ISB Raiders Cheerleading staan bij elke wedstrijd van de basketbal- en American footballploeg het publiek op te zwepen. Daar kruipen uren werk in. En vergis u niet, een cheerleader is geen pompom girl. “Er is een verschil tussen beide. Pompom is de Europese interpretatie van cheerleading en legt meer nadruk op dans.” Tijdens de wedstrijden voeren de cheerleaders korte cheers uit. Er zijn een veertigtal variaties die de meisjes aan het begin van het seizoen moeten leren. Tijdens de rust volgt een volwaardige choreografie waarbij acrobatieën voorkomen. De concentratie moet hoog zijn, want blessures zijn snel opgelopen. Competities staan niet op het programma van Fordings meisjes. Volgens haar is hun niveau daarvoor vooralsnog niet hoog genoeg. Naast de sportieve inspanningen vraagt ze ook buiten het sportveld volledige toewijding. “Een cheerleader is ambassadrice van haar ploeg en moet zich goed gedragen, ze moet haar uniform met eer dragen. Dat houdt bijvoorbeeld in dat ze moet opletten hoe ze praat – scheldwoorden zijn niet toegestaan! – en dat ze niet teveel affectie toont voor haar vriendje. Ik wil niet dat mijn meisjes hun vriend tongzoenen in het zicht van de supporters.” “Cheerleading is een zeer Amerikaanse sport, er komt veel show bij kijken. Je mag niet timide zijn. Je moet je ploeg aanmoedi-
David Steegen
gen, je vormt de link tussen de ploeg en het publiek. Dat wil zeggen: roepen, lachen, expressief zijn. Iedereen bekijkt je.” Die spontaniteit zorgt, in combinatie met een vertekend beeld van cheerleaders, af en toe voor bizarre situaties. Fording probeert haar meisjes daarom zo goed mogelijk te beschermen. “Europeanen hebben een imago van cheerleading dat is ingelepeld door de media, maar dat is vals en geseksualiseerd. Ik let er op dat de rokken niet te kort zijn, dat de buik niet te bloot is en dat de choreografieën niet te sexy zijn. Het zijn jonge dames en ze moeten respectabel voor de dag komen.” “We hebben al heel wat shows gegeven op buitenschoolse evenementen. Daar is het al gebeurd dat mannen van 35 à 40 jaar mijn meisjes, die tussen de dertien en zeventien jaar oud zijn, lastigvallen. Ze geven dan bijvoorbeeld dubbelzinnige opmerkingen over souplesse en dergelijke. Dat vind ik toch zeer jammer.”
De tuin van Eden De stilte voor de storm. In de kalme weken voor de ontknoping van het nationaal clubkampioenschap komen de Rode Duivels elke dag trainen in het jeugd- en opleidingscentrum van RSC Anderlecht. Moussa Dembélé, de schrik van FC Internazionale Milano dat hij met Tottenham Hotspur na een heuse thriller uitschakelde in de Europa League, glimlacht minzaam naar alle medewerkers van Anderlecht en schudt de omstaanders vriendelijk de hand. Jan Vertonghen, strakke blik, borst vooruit, een blok assertiviteit, begroet iedereen met korte “goeiedag.” De Amsterdamse tongval past goed bij de zelfbewuste uitstraling. Toby Alderweireld, ex-collega bij Ajax Amsterdam, helemaal klaar voor de volgende stap naar de Premier League, voelt zich thuis in Neerpede. De verzameling van de beste Belgische voetballers ooit past wonderwel bij het eigentijdse trainingscomplex. Mooie hippe jongens in een strak en functioneel gebouw. De Duivels zijn sterren geworden. Op een oefenveld naast het trainingsterrein staan doeken, camera’s en vrachtwagens om een dure reclamefilm te produceren. Een van de hoofdsponsors van de Duivels zal uitpakken met de voetbalsterren om hun product te verkopen. Het is ooit anders geweest. Eden Hazard, bijna wereldvedette, loopt glimlachend door de kantoren van RSCA dat hem jaren geleden vruchteloos hoopte in te lijven. De omgeving en de speler verkozen Rijsel boven de hoofdstad. Voetbal is een klein wereldje. Oud-collega’s als Romelu Lukaku en Guillaume Gillet komen dagelijks een praatje maken. Vincent Kompany, ook al een zoon van Anderlecht, zou een van de pleitbezorgers zijn om in Neerpede te komen trainen. Alle ingrediënten zijn aanwezig. De goed uitgeruste Wellness, de grote fitnesszaal van 500 m 2, het
Brussels Tigers De Belgen missen dan misschien de cheerleadingcultuur, toch is de sport aan het groeien in ons landje en bij uitbreiding in heel Europa. Fording zou met haar ploeg graag op die golf meedrijven. “Vanaf volgend jaar zou ik graag twee ploegen hebben, met als speerpunt een tiental meisjes die er echt voluit voor gaan. Met hen zou ik graag aan competities deelnemen. Daarmee zouden we ook wat nauwer willen aansluiten bij de Belgische federatie. Ik denk dat de initiatieven in de toekomst vooral van Vlaamse kant zullen komen. Het niveau is zeker aan het groeien, maar het is gewoon moeilijk om een mentaliteit en cultuur op te leggen die hier niet bestaat.” “Ik blijf coachen tijdens mijn studies internationale betrekkingen aan de Vrije Universiteit Brussel, maar verder heb ik op dit moment geen ambities. De cheerleadinggroep van American Footballploeg Brussels Tigers heeft me gevraagd om een handje te helpen. Ik ga daar eens een kijkje nemen en zie wel wat de toekomst brengt. Zelf nog actief zijn als cheerleader? Nee, ik blijf liever op pensioen.” (lacht)
verwarmde veld, de erg ruime kleedkamer, de grote perszaal en de belendende interviewzaal maken van Neerpede de uitgelezen plek voor trainers, spelers en media om zich voor te bereiden op de cruciale kwalificatiewedstrijden tegen Macedonië. Neerpede nodigt uit tot prestaties. Brussel, de hoofdstad van het Belgisch voetbal. Is het ooit anders geweest? De Rode Duivels zorgen voor ons, de clubmedewerkers, aan de vooravond van de ontknoping voor ontspanning. Hun aanwezigheid houdt de geesten weg van wat moet komen, zenuwslopende play-offs. Op de avond van België – Macedonië spreken we met de veteranen van Ritterklub Jette af om de wedstrijd op café te bekijken. We belanden in café de Welkom aan het station van Jette. De eerste ploeg van de vierdeprovincialer is er ook. Eendracht maakt macht. We kijken, praten en lachen. Drinken doen we ook. In het volgepropte stadion verloopt het stroef op het veld. Op café gaat het vlotter: hier kan een mens zijn gedachten even verzetten. Voor een club werken is bijwijlen slopend. Het beheersen en onderdrukken van emoties is niet altijd gemakkelijk. Ik ontmoet een diehard supporter van paars-wit, Brusselaar. We praten over Brussel en de club. Over de gedeelde beleving en de passie voor Anderlecht en voetbal. Het café ontploft wanneer Eden Hazard de wedstrijd beslist. Het Koning Boudewijnstadion is, vanaf dat historische ogenblik, zijn eigen tuin geworden: de tuin van Eden.
www.brusselnieuws.be/steegen
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Tim Schoonjans
Lopen voor de wetenschap BRUSSEL – De studenten van de Wetenschappelijke Kring van de Université Libre de Bruxelles (ULB) sturen lopers op pad in het Ter Kamerenbos.
© MARC GYSENS
Vorig jaar stonden er meer dan duizend lopers aan de start van de eerste editie van de tien kilometer van de ULB. Een knap cijfer dat de organisatoren dit jaar uiteraard willen overtreffen. De tweede editie wordt op zondag 21 april om halfelf aan de Solboschcampus van de ULB op gang geschoten. Vervolgens loopt het parcours in en rond het Ter Kamerenbos. Uiteindelijk wordt de universi-
teit terug bereikt na onder meer een passage langs de hippodroom van Bosvoorde. Deelnemers hebben maximaal twee uur de tijd om tien kilometer af te leggen. Iedereen is welkom, student of niet. Wie zich via internet inschrijft, betaalt zes euro (voor studenten) of tien euro (voor niet-studenten). Als u zich ter plaatse inschrijft, komt daar nog eens twee euro bij. De opbrengsten van de jogging gaan naar het wetenschappelijk onderzoek van de ULB. Tim Schoonjans www.10kmulb.org/nl
Puur voor het plezier ETTERBEEK – Onvervalst plezier tijdens volleybalwedstrijden met vrienden: dat mag u verwachten op het Just For Fun volleybaltornooi.
Met pilates werk je aan een betere lichaamshouding en balans.
Het Koninklijk Atheneum van Etterbeek (Edmond Mesenslaan 2) opent op zaterdag 27 april zijn deuren voor recreatieve volleybalspelers. Elke ploeg mag vijf spelers tellen, waarvan er telkens drie op het veld staan. De deelnemers moeten vijftien jaar of ouder zijn. De eerste volleybal wordt om elf uur opge-
worpen, maar de spelers worden al een kwartier eerder verwacht om zich aan te melden. Scholen kunnen zich inschrijven bij Erik Azijn (erik.azijn@vlbrabant.schoolsport. be), andere geïnteresseerden moeten Jeugdhuis De Schakel contacteren (jhdeschakel@ gmail.com). De inschrijving kost vijf euro per ploeg. Daarvoor krijgt u naast een plaats op het wedstrijdblad ook nog eens zes drankjes en een fles water aangeboden.
TS