P .4-5
CLAUDE BLONDEEL: KUNSTRECENSENT MET EEN MISSIE En ook: Patti Smith, Mélanie De Biasio en Orgasmorama.
20 06 13
WAT LOOPT ER MIS MET HET FRANSTALIG ONDERWIJS?
© BART DEWAELE
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
Voetganger haalt auto in BRUSSEL – De Brusselaar gaat vaker te voet dan met de auto. Dat is de voornaamste conclusie van een studie van het kenniscentrum Brusselse Mobiliteit. Toch blijft het autogebruik aanzienlijk en bij het hoogste van Europa.
Z
evenendertig procent van alle verplaatsingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebeurt te voet, tegenover 32 procent met de auto. Tien jaar geleden was dat nog respectievelijk 32 procent en 50 procent. Conclusie: stappen is in de stad het voornaamste vervoermiddel geworden. Het gebruik van metro, tram of bus bedraagt 24 procent van alle verplaatsingen in de stad. Dat alles staat in de tweede editie ‘katernen’ van het Kenniscentrum voor Brusselse Mobiliteit. Die brengt - onder meer op gezag van Brussels Staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen) - allerhande cijfers over mobiliteit samen in één document. Het succes van stappen in de stad hoeft niet te verbazen, gezien het drukke verkeer waarmee Brus-
sel dagdagelijks te maken heeft. Volgens het kabinet-De Lille is het autoverkeer dan wel licht afgenomen de voorbije tien jaar – onder meer door een sterke instroom van mensen zonder auto – maar is de autodruk wel gestegen, onder meer omdat de openbare ruimte gestaag is aangepast aan andere vormen van mobiliteit, zoals stappen, fietsen en openbaar vervoer. Uit de studie blijkt bijvoorbeeld duidelijk dat een gebrek aan parkeerplaatsen in de nabijheid van het werk een sterk ontradend effect heeft op wie hoofdzakelijk de auto neemt. Ter illustratie: als je kan parkeren, dan is het autoverkeer binnen Brussel goed voor 38 procent van alle verplaatsingen. Is er geen parkeerplaats, dan zakt het aantal verplaatsingen per auto tot vijftien procent. Die cijfers komen overeen met een sterke
stijging van stap- en openbaar vervoersverkeer. Kan je parkeren, dan zijn die middelen goed voor respectievelijk 29 procent stapverkeer en 21 procent openbaar vervoersverkeer. Is er geen parkeerplaats, dan stijgt het stapverkeer tot 34 procent en het openbaar vervoersverkeer tot 30 procent.
ber is. 65 procent onder hen heeft één of meerdere auto’s. Na Turijn (623) en Napels (537) is Brussel de derde stad met het hoogst aantal inschrijvingen voor auto’s per duizend inwoners (482). Steden als Kopenhagen (218), Glasgow (286) en
Brussel vs Vlaanderen
“Vooral niet kunnen parkeren jaagt mensen uit de auto”
Een ander verhaal is het pendelverkeer van en naar Brussel. Daar blijft de auto het hoofdvervoermiddel. 50 procent van alle verplaatsingen gebeurt individueel per auto, alle andere vervoersmodi zijn van verwaarloosbaar belang voor pendelaars, behalve de trein, die goed is voor ongeveer 27 procent van alle verplaatsingen. Dat wil echter niet zeggen dat de Brusselaar zelf geen autoliefheb-
Amsterdam (286) doen beter. Het autobezit daalt wel lichtjes in Brussel. Een aanzienlijk percentage van de Brusselaars - 35 procent - heeft helemaal geen auto. De fiets is in Brussel goed voor ongeveer 3,5 procent van alle verplaatsingen. Op tien jaar tijd is dat
een verdrievoudiging. Zestig procent van de inwoners van het stadsgewest hebben echter geen fiets, hoofdzakelijk wegens plaatsgebrek. Opmerkelijk in de cijfers is dat de stedelijke mobiliteit zich distantieert van de mobiliteit in Vlaanderen en Wallonië. Enkele voorbeelden: tachtig procent van de Randbewoners heeft geen abonnement op het openbaar vervoer, vijftig procent van de Brusselaars heeft dat wel. In de Rand heeft tachtig procent van de bewoners één of meerdere auto’s. Maar in diezelfde Rand heeft zeventig procent ook wel één of meerdere fietsen. Dit en volgend jaar worden nog twee edities van de ‘katernen’ uitgebracht door het kabinet van de staatssecretaris, de Facultés Universitaires Saint-Louis en Brussels Studies. Christophe Degreef
Lees ook pagina 8: ‘Voetgangers, loop door’
N° 1383 VAN 20 TOT 27 JUNI 2013 ¦ WEEK 25: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1383 PAGINA 2 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
OPMERKELIJK © BART DEWAELE
Uitgelicht > Bristol uitgeroepen tot Europese Groene hoofdstad
WAAROM BRUSSEL GEEN GROENE EUROPESE LOGISTIEK CENTRUM WERPT ANKER UIT BRUSSEL – Nu het richtschema Schaarbeek-Vorming is goedgekeurd, heeft havenminister Brigitte Grouwels (CD&V) zekerheid over ‘haar’ logistiek distributiecentrum. Dat leverde tot voor kort nog strijd met een fictief voetbalstadion. Vorige week heeft de Brusselse regering het richtschema Schaarbeek-Vorming (S-V) in eerste lezing goedgekeurd. Dat wil zeggen dat er consensus bestaat onder de ministers over wat er precies waar moet komen op het immense terrein. Het richtschema heeft enkele jaren op zich laten wachten. Concreet: S-V wordt begrensd door Brussel, Schaarbeek en Evere. Het schema spreekt van 594 hectare grond. Meer dan de helft van de oppervlakte van het gebied (342 hectare) wordt ingenomen door spoor-, wegen- of waterloopinfrastructuur. Van de 108 hectare die voorzien is als havengebied wordt 70 hectare daadwerkelijk gebruikt voor haven- en logistieke activiteiten. Met het geplande distributiecentrum zou de volle 108 hectare benut worden voor de haven. Grouwels: “Het distributiecentrum is nu verankerd op S-V. Dat is een belangrijke stap voorwaarts, want het moet dienen om de stad op een ecologische manier te bevoorraden. Er zal optimaal gebruik worden gemaakt van kanaal, trein en autoweg.” Volgens de christendemocrate was er tot vorige week nog geen zekerheid over het centrum. “Dat bleef een witte vlek op de kaart waar men in vroeger tijden nog een voetbalstadion zag. Men heeft die vlek echter nooit definitief aangepast. Tot nu.” Twee jaar geleden verklaarde Thierry Nuttin, directeur van het Europees Centrum voor Fruit en Groenten (ECFG) dat hij zijn toekomst op S-V zag, of dat hij zijn activiteiten anders naar buiten Brussel zou moeten verhuizen wegens plaatsgebrek. Grouwels herhaalt dat argument. “Een aantal havenbedrijven kent nu een generatiewissel. Het was belangrijk voor hun toekomst om zekerheid te kennen over hun plaats en functie in Brussel.” Waar het ECFG nu gelegen is, komen volgens het richtschema woningen. Voorts wordt er in het plan een ballonnetje opgelaten om het station van Schaarbeek fors te laten groeien. CD
BRUSSEL/NANTES – Bristol is Europese Groene hoofdstad in 2015. Dat is vrijdag in Nantes aangekondigd. Brussel strandt op de tweede plaats. Maar daar koop je niet veel mee. Vier redenen waarom Brussel aan het kortste eind trok.
N
aar verluidt zat de schrik er bij Bristol in dat Brussel zou winnen. Maar de olijke burgemeester van Bristol, Georges Ferguson, mocht vrijdag met de award naar huis. De man, een liberaal, draagt al zijn halve leven knalrode broeken. Zo ook bij de uitreiking in Nantes. Nu heeft hij aangekondigd dat hij voortaan groene broeken zal dragen. Voor Brussel is de ontgoocheling groot. De voortekens waren niet al te best, maar toch had Brussels minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) gehoopt haar tien jaar lange milieubeleid met een European award te kunnen bezegelen. Dat het niet gelukt is, heeft vele redenen. Wij zetten de vier voornaamste op een rijtje. 1. TE VEEL FILES, ONDERMAATSE LUCHTKWALITEIT Het juryrapport is positief over het duurzaam gebouwenbeleid en inspanningen in de wijken, maar “in
een aantal domeinen, onder meer in mobiliteit en luchtkwaliteit, is er meer vooruitgang nodig,” stelt het rapport. Dat Brussel filehoofdstad is waar de auto alomtegenwoordig is, was duidelijk een minpunt voor de jury, die daarmee afwijkt van het eerdere expertenrapport waar mobiliteit niet zo negatief werd beoordeeld. De equipe van minister Huytebroeck heeft de kritiek nog proberen te pareren door er de ontwikkeling van het Gewestelijk Expresnet (GEN) tegenover te zetten, maar dat heeft de jury niet kunnen overtuigen. Die heeft waarschijnlijk net zo goed als elke Brusselaar kunnen zien, dat er al jaren over het GEN gesproken wordt, maar dat daar nog bitter weinig van te merken is. En ook voor luchtkwaliteit krijgt Brussel een rode kaart. Er hangt Brussel een veroordeling boven het hoofd door het Europees Hof van Justitie voor overschrijding van de normen voor fijn stof en stikstofdioxide. Anderzijds kent ook Kopenhagen
een overschrijding van de Europese luchtkwaliteitsnormen, en mocht de Deense hoofdstad wél Groene Hoofdstad worden. 2. GROTE STEDEN ZIJN BENADEELD Het is een stelling die er bij Brussel ingaat als zoete koek: grote steden hebben een handicap. Het is immers eenvoudiger om een klein schip van koers te laten veranderen, dan een mastodont met meer dan een miljoen inwoners. Karl Falkenberg, de grote baas van Leefmilieu bij de Europese commissie, en juryvoorzitter, is het daar niet mee niet eens. Hij citeert Stockholm, Kopenhagen en Hamburg, drie grote steden die wel Europese Groene Hoofdstad konden worden. Maar daar staat dan weer tegenover dat dat drie rijke steden zijn. Hoe dan ook zit de Europese prijs met een probleem. Hij boet aan prestige in. Dit jaar namen maar acht steden deel. De procedure is loodzwaar en de Europese Commissie houdt naar verluidt niet op met het vragen van extra informatie. Het deed onder meer Parijs in het verleden al afhaken, midden in de procedure. Europees commissaris Janez Potocnik
kondigde in Nantes aan dat steden met 100.000 inwoners vanaf volgend jaar ook mogen deelnemen. Dat zou betekenen dat Brussel, als grote stad, extra concurrentie krijgt van kleine enthousiaste steden. In een latere fase komen er dan twee prijzen: een voor kleinere, en een voor grotere steden. Misschien is dan voor Brussel het moment gekomen om opnieuw deel te nemen. Huytebroeck heeft er voor nu alvast even genoeg van. 3. EUROCRATEN KENNEN BRUSSEL DOOR EN DOOR Het is eigenlijk een paradox. De euroambtenaren zouden met veel plezier hun eigen hoofdstad, Brussel, een prijs moeten kunnen toebedelen, maar precies omdat ze er zo met hun neus opzitten, weten ze ook wat de zwakke punten zijn. Ze werken er, wonen er, en met een beetje pech staan ze er dagelijks in de file. De European Green Capital award win je door de jury te overtuigen. Door sterke punten in de verf te zetten, en minpunten zo mogelijk achterwege te laten. Voor Brussel is het net iets moeilijker om de zwakheden te verdoezelen met mooie woorden.
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT
Zwaar zweten geblazen bij temperaturen die haast uit het niets opklimmen tot meer dan 30 graden Celsius. Je zou voor minder een siësta doen en de studieboeken even laten voor wat ze zijn.
© IVAN PUT
WEEKOVERZICHT
BDW 1383 PAGINA 3 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
WOENSDAG 12 JUNI BRUSSELSE SCHOLEN KRIJGEN CONTROLE. Alle Nederlandstalige scholen in Brussel krijgen volgend jaar bezoek van de onderwijsinspectie. Dat beslist minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A), nadat gebleken is dat heel wat middelbare scholieren in Brussel de eindtermen niet halen. Volgens Paul Delva (CD&V) is dit te wijten aan de moeilijke thuissituatie en de taalachterstand van de leerlingen.
HOOFDSTAD MOCHT WORDEN © STEVEN VAN GARSSE
DEEL KLEINE RING KRIJGT FIETSPAD. Er komt een gemarkeerd fietspad op de Zuidlaan en de Poincarélaan. In beide richtingen verdwijnt er daarom een rijstrook. Na de zomer wordt het fietspad doorgetrokken tot aan de Hallepoort. De plannen maken deel uit van de heraanleg van dat deel van de Kleine Ring.
DONDERDAG 13 JUNI PARIJS-BRUSSEL VOORTAAN ‘BRUSSELS CYCLING CLASSIC’. De wielerklassieker Parijs-Brussel krijgt een make-over: de wedstrijd heet voortaan ‘Brussels Cycling Classic’ en wordt volledig op Belgisch grondgebied gereden. Bedoeling is om de hoofdstad meer in de kijker te zetten. “We moeten niet aarzelen om de vele landmarks die Brussel heeft ten volle uit te spelen,” aldus organisator Wim Van Herreweghe. FIETSEN TEGEN RICHTING IS VEILIG. Een studie van Mobiel Brussel en het BIVV komt met een opmerkelijk resultaat: het aantal ongevallen met fietsers die tegen de richting inrijden in een straat met beperkt eenrichtingsverkeer ligt lager dan wanneer men met de autostroom meerijdt. Brussel is een van de weinige hoofdsteden waar zoveel straten open zijn voor fietsers in beide richtingen.
VRIJDAG 14 JUNI De Brusselse inzending, onder leiding van minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo), strandde op de tweede plaats.
4. DE EUROPESE COMMISSIE SPEELT OP VEILIG Een European Green Capital–award voor Brussel hield één groot risico in: controverse. Brussel wil graag toonbeeld zijn van duurzaamheid en groene economie maar kampt met een imago van vuile, onveilige en
“ “ HET WOORD
ongezonde stad. Ook bij de Europese Commissie hebben ze ongetwijfeld Jean Quatremer gelezen, Europees correspondent voor Libération, die inzijn artikel Bruxelles, pas belle een weinig flaterend beeld van de Europese hoofdstad heeft opgehangen. Daarnaast was er ook bij de milieubewegingen in Brussel gemopper
over de Brusselse kandidatuur, omdat Brussel nog lang geen duurzame stad is. Indien Brussel gewonnen had, had dat een storm van protest kunnen ontketenen. En dat zou negatief hebben kunnen afstralen op de European Green Capital-award. Steven Van Garsse
Ik heb wel gezegd: één ding moeten jullie weten. Ik ben een enorme Brusselfan. Ik zal dus op alle mogelijke manieren verdedigen dat Vlaanderen zijn band met Brussel behoudt.” Jan Briers op de vraag van de N-VA of hij provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen wou worden (in Knack).
We zien steeds meer jonge comadrinkers in het stadscentrum.” Burgemeester Freddy Thielemans (PS) bij de start van een campagne om het fenomeen van binge drinking’ in de stad in te dijken (in La Libre Belgique).
BRUSSEL GRIJPT NAAST GROENE HOOFDSTAD. Voor het tweede jaar op rij grijpt Brussel naast de titel van Groene Hoofdstad van Europa. Winnaar voor 2015 is de Britste stad Bristol. Brussel strandt op de tweede plaats. Minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) geeft aan dat de stad volgend jaar niet meedingt naar de eretitel. elektrische taxi’s in 2014. De regering keurt de oproep tot kandidaatstelling voor het gebruik van elektrische taxi’s in Brussel goed. In het voorjaar van 2014 zouden er 50 dergelijke taxi’s operationeel moeten zijn, een primeur voor België.
ZATERDAG 15 JUNI CYCLONUDISTA OP DE TRAPPERS. De negende editie van Cyclonudista mobiliseert een zeventigtal (semi-)naakte fietsers. De deelnemers pleiten voor minder autoverkeer in de stad en vestigen de aandacht op de milieuvriendelijke tweewieler. Hun keuze van klederdracht symboliseert de vrijheid en kwetsbaarheid van fietsers.
ZONDAG 16 JUNI PS blijft OP KOP. De PS blijft, ondanks een daling van bijna 3 procent, met 24,5 procent de populairste partij in Brussel. Dat blijkt uit een peiling van VTM, De Morgen, Le Soir en RTL, die 500 Brusselaars ondervroeg. De MR is de tweede favoriet en haalt 20,9 procent. N-VA is met 3,2 procent de grootste Vlaamse partij in de hoofdstad.
MAANDAG 17 JUNI toekomst MINI-EUROPA EN OCEADE onduidelijk. Brussel beslist dat de themaparken dan toch tot 2015 op de Heizel mogen blijven. De parken moesten oorspronkelijk deze zomer hun deuren sluiten om plaats te maken voor het geplande vastgoedproject Neo. De eigenaar van de parken heeft het aanbod echter nog niet aanvaard. WERF MARIA-LOUIZASQUARE DOET HUIZEN SCHEUREN. Het huis net naast de bouwwerf is onbewoonbaar verklaard wegens de vele diepe barsten in de muren. Verschillende andere huizen in de straat vertonen ook scheuren. Enkele bewoners hebben een gerechtelijke procedure gestart tegen de projectontwikkelaar.
DINSDAG 18 JUNI
Eetbaar park
Je nipt van je glas cava, plukt een vers blaadje sla uit de bak of graaft een radijsje uit de grond. Dat is het concept van het ‘Eetbaar Park’ dat donderdag door minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) wordt voorgesteld. De Apéro urbain wordt zo een apéro végétal. In tientallen bakken aan de Kunstberg groeien kruiden, van basilicum tot bieslook en ‘verge-
ten’ groenten, van ganzenvoet tot oost-indische kers. Het Brussels Gewest wil hiermee de voedselketen dichter bij de mensen brengen. Na de stadslandbouw en de collectieve moestuin, kan je nu dus gewoon in het park je kruiden en groenten gaan halen. Als dat maar goed afloopt. Steven Van Garsse
PETITIE TEGEN BOUWPROJECT ULB. Twintig tot dertig studenten demonstreren met spandoeken tegen het bouwproject op de ULB-campus, dat naast woningen en een parking ook hoogbouw inplant. De petitie tegen het project telt al 4.000 handtekeningen. De campus is de belangrijkste groene zone in Elsene. Voor het ontwerp zouden heel wat bomen moeten wijken. Samengesteld door Céline Vincent
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1383 PAGINA 4 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Onderwijs > Wat loopt er mis met het Franstalig onderwijs?
‘Onderwijs is de spiegel van de samenleving’ BRUSSEL –“Het Franstalig onderwijs faalt.” Die striemende analyse kwam de voorbije weken niet van N-VA, maar van Franstalige politici die er dé reden in ontwaren voor het grootste Brusselse probleem: de torenhoge werkloosheid, vooral bij de jeugd. Maar wat loopt er nu precies mis? “De Franse Gemeenschap heeft heel lang de kop in het zand gestoken.”
F
DF’er Didier Gosuin haalde onlangs snoeihard uit naar de kwaliteit van het onderwijs in Brussel en dan vooral aan Franstalige kant. Dat is niet de fout van de Nederlandstaligen of de N-VA, maar “absoluut de fout van de Franstaligen,” zei hij tijdens het Brusseldebat in de Bozar. Zijn liberale collega Reynders liet zich in gelijkaardige bewoordingen uit. En ook volgens
voormalig minister van Economie Benoît Cerexhe (CDH) is beter onderwijs, eerder dan dure bedrijfsstages, de sleutel tot meer werk voor de Brusselse jeugd. PISA-resultaten geven al langer aan dat het Franstalig onderwijs danig onderpresteert. Waar Vlaanderen binnen de OESO-landen meestal aan de kop van het peloton rijdt, zit Wallonië vaak op of net onder
het gemiddelde en soms zelfs in de staart. “Kinderen met dezelfde sociaal-economische achtergrond scoren systematisch slechter in het Franstalig onderwijs, zowel voor lezen als voor wiskunde en wetenschappen”, zegt onderwijssocioloog en professor Dirk Jacobs. Nochtans is dat niet altijd het geval geweest. In de jaren 80 lagen de resultaten van beide landsdelen veel
dichter bij elkaar. Is het schoolsysteem in die relatief korte periode dan zoveel veranderd? Neen, blijkt uit onderzoek van professor Dominique Lafontaine van de Universiteit Luik. “Beide systemen hebben nog veel gemeen”, stelt ze in een artikel. “Er wordt gedubbeld, het begin van het secundair onderwijs biedt verschillende studiekeuzes, er zijn grote ongelijkheden op basis van sociale afkomst, en de verschillen in resultaat tussen de verschillende scholen zijn opvallen. Het onderwijs is daardoor in beide gevallen heel inegalitair, wat wil zeggen dat het verband tussen sociale achtergrond en leerprestaties sterk is. Eigenlijk
zijn de goede resultaten van Vlaanderen verwonderlijker dan de middelmatige van de Franse gemeenschap.”
Veeleisender Wat wel veranderde, was de economische situatie. De resultaten van Vlaanderen en de Franse Gemeenschap begonnen uit elkaar te groeien op het moment dat de werkgelegenheid in het zuiden van het land in het slop geraakte. De dagelijkse realiteit in beide systemen verschilt volgens Lafontaine dan ook sterk. “55 procent van de schooldirecteurs ziet een probleem met armoede in de school,
© EVA HILHORST
een werken aan Franstalige kant.” Ook wat betreft pedagogie ziet Lafontaine verschillen. “Vlaamse leerkrachten zouden veeleisender zijn en meer belang hechten aan schoolprestaties. Terwijl leerlingen in de Franse Gemeenschap hun leerkrachten eerder als menselijk, behulpzaam en zorgzaam zien. Maar je moet oppassen om oorzaak en gevolg niet te verwarren. Het kan ook zijn dat Vlaamse leerkrachten het zich kunnen permitteren om veeleisend te zijn, omdat hun leerlingen beter aangepast zijn aan die aanpak.” Een ander verschil is de invulling van de eindtermen. Die zijn aan Franstalige kant veel vager en abstracter. “Meer vrijheid voor de leerkracht dus, maar ook meer onzekerheid, minder duidelijkheid over waar naartoe”, zegt Jacobs.
Finland
“Amerikaanse toestanden zijn het horrorbeeld van Franstaligen. Welnu, voor lezen scoort het Franstalig onderwijs even slecht als het Amerikaanse en voor wetenschappen slechter. Dat is een hele schok geweest”
tegenover 9,5 procent in Vlaanderen. In de Franse Gemeenschap klaagt 83 procent over een gebrek aan ouderlijke steun, in Vlaanderen is dat 33 procent. Er zijn ook gevoelig meer leerlingen met een migratie-achtergrond. De uitdagingen zijn dus anders, en wat werkt in Vlaanderen, zal daarom niet met-
Op vlak van financiering is het Franstalig onderwijs in het nadeel. Donat Carlier van de Commission consultative Formation-EmploiEnseignement (CCFEE) rekende het na. “In 2006 bijvoorbeeld gaf het Vlaams middelbaar onderwijs 1.100 euro meer uit per leerling. Extra geld van de netten of de VGC is daar dan nog niet bijgerekend.” Toch is dat lagere budget volgens Jacobs niet doorslaggevend, want in Finland, sinds enige tijd het lichtend voorbeeld voor onderwijsspecialisten, geven ze per leerling nog minder uit. “Maar het geld moet natuurlijk efficiënt besteed worden, en daar wringt het schoentje,” zegt Jacobs. Zo telde het Franstalig onderwijs in 2006 liefst 49 procent zittenblijvers, terwijl dat in Vlaanderen 27 procent was. “Zittenblijven is zeer duur én inefficiënt: als een kind het in jaar één niet snapt, zal het het in jaar twee ook niet snappen, als het door dezelfde persoon op dezelfde manier uitgelegd wordt.”
Amerikaanse toestanden De problemen zijn al langer bekend; waarom werd er dan niets aan gedaan? “Heel lang ontbrak er in Wallonië een sense of urgency”, zegt Jacobs. “Aan Vlaamse kant wordt er geluisterd als je praat over PISA-uitslagen, ongelijkheid en dergelijke. Aan Franstalige kant hebben ze heel lang de kop in het zand gestoken. ‘Over problemen praat je niet, want dat zou kunnen stigmatiseren’, zoiets. Ik leur al tien jaar met de PISAbevindingen; pas nu komt er schot in de zaak.” “Wat Franstaligen echter wakker schudt, is de vergelijking met de Verenigde Staten. ‘Amerikaanse toestanden’, dat is hét horrorbeeld. Welnu, voor lezen scoort het Franstalig onderwijs even slecht als het Amerikaanse en voor wetenschappen slechter. Dat is een hele schok geweest.” Volgens Carlier had het Franstalig onderwijs lange tijd ook wel meer aan het hoofd dan PISA-resultaten. “Aan Franstalige kant is de communautarisering met veel meer spanning gepaard gegaan dan in Vlaanderen. Sinds de jaren 80 was er vijftien jaar lang de ene crisis na de andere. Leerkrachten en ander personeel werden aan de deur gezet, de
sociale onrust was groot. Pas sinds een tiental jaar is de situatie ietwat stabiel.”
Verkrampt Toch liet minister van Onderwijs Marie-Dominique Simonet (CDH) zich vorige week nog minimaliserend uit over de problemen in het Brusselse onderwijs. “De files zijn ook de fout van het onderwijs, zeker? En het is in elk land crisis, dat is niet de schuld van de scholen,” zei ze. Toch de kop in het zand, dus? “Nee, helemaal niet,” zegt woordvoerder Eric Etienne. “Maar voor ons is het onderwijs in Brussel niet de oorzaak van de samenlevingsproblemen; het is de spiegel ervan. Het vak van leerkracht is oneindig veel complexer geworden, er zijn veel nieuwkomers met taalproblemen. Kinderen moeten eerst opgevoed worden, nog voor we ze kunnen onderwijzen. Dus ja, het onderwijs moet zich aanpassen aan de stedelijke situatie. Maar dat doen we liever in samenwerking met alle niveaus en alle betrokken partijen. Het is niet erg motiverend voor leerkrachten om altijd maar te horen dat het hun schuld is. Dan raken ze verkrampt en haken ze af.” En bovendien, zegt Etienne, “is het gemakkelijk voor andere politici om alles aan het onderwijs te wijten. Dat hoeven ze niks te doen op hun eigen bevoegdheidsdomein.”
© VLERICK BUSINESS SCHOOL
BDW 1383 PAGINA 5 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Een van de drie auditoria. In een mum van tijd verdwijnen de schotten tussen de drie ruimtes.
Vlerick Business School: na Sint-Petersburg nu ook hier BRUSSEL – In België zijn er Business Schools in Gent en Leuven, in het buitenland onder andere in Sint-Petersburg en er is intensieve samenwerking met Stellenbosch en Peking. En nu dus ook in Brussel. “Schrijf maar dat Vlaanderen Brussel niet mag loslaten,” zegt decaan Philippe Haspeslagh. In september moeten de tweede en derde verdieping van het Manhattencenter een en al bedrijvigheid worden.
Stage bij Audi Ondertussen beweegt er ook heel veel in het onderwijslandschap. “Er zijn hervormingen doorgevoerd die ervoor zorgen dat er een gemeenschappelijke eerste graad is, tot 14 jaar, zoals het geval is in veel goed scorende landen (in Vlaanderen is daar nog maar net een akkoord over, red.). Nu dat achter de rug is, proberen we op het terrein dingen te veranderen. In Brussel ontwikkelen we bijvoorbeeld een nieuw stagesysteem samen met het bedrijfsleven; zo is er al een project met Audi Brussels.” Ook Carlier ziet een actievere aanpak van de problemen. “Er is bijvoorbeeld geïnvesteerd in infrastructuur in het technisch onderwijs, duur materiaal dat dan door verschillende scholen wordt gebruikt. Of neem de invoering van het modulair systeem in de laatste jaren van het middelbaar; wie voor bepaalde vakken slaagt, krijgt een vrijstelling, ook als er andere vakken overgedaan moeten worden. Maar die maatregelen hebben wel tijd nodig om effect teweeg te brengen. Voorlopig zie ik verbetering noch verslechtering.” En ook wat het vaak verguisde talenonderwijs betreft, staat het Franstalig onderwijs volgens Carlier niet stil. “Lange tijd was dat niet performant, maar met de invoer van het immersieonderwijs is een belangrijke stap gezet. Alleen blijkt het in Brussel wat moeilijker op gang te komen. Het is niet eenvoudig om native speakers te vinden voor vakken als wetenschappen en wiskunde, zeker omdat een Nederlandstalige leerkracht toch minder verdient en een lagere status geniet dan als hij in zijn eigen gemeenschap lesgeeft.”
Goele De Cort
De stad Brussel had 4,7 miljoen euro veil om de Vlerick Business School uit het Beursgebouw te houden, maar niet getreurd: ondertussen heeft Vlerick niet minder dan 5,7 miljoen euro in de tweede en de derde verdieping van het Manhattancenter aan het Rogierplein geïnvesteerd. De enorme plateaus – 4.800 m 2 groot – ogen flashy, maar er zijn ook hoeken met een biljart. Stellingen zoals “belangrijke beslissingen worden aan de koffieautomaat genomen” doen het nog altijd. Algemeen directeur Patrick De Greve: “Het is meer dan lesgeven, we creëren hier een
aparte sfeer met een restaurant en een bar waar mensen kunnen netwerken.” In tegenstelling tot de opleidingen in Gent en Leuven focust de school in Brussel vooral op Engelstalige opleidingen voor mensen die al werken. Concurrentie voor de Franstalige Solvay is de school dus niet. En dat is ook niet de bedoeling van Vlerick. Dagelijks kunnen er 400 cursisten deelnemen aan opleidingen, de zestien open opleidingen inbegrepen. In september start een MBA in avondopleiding voor mensen die in Brussel werken of wonen. Vlerick richt zich tot het lokale bedrijfsleven – zeg maar de Brusselse bedrijven – en de internationale gemeenschap. Vlerick wil zich ook verankeren in Brussel, waar nog meer studenten een opleiding volgen dan in Gent en Leuven. De Greve: “In een zone van één vierkante kilometer rond onze campus zijn scholen en zorginstellingen met 14.000 studenten gevestigd.” Ook studenten uit Gent en Leuven zijn welkom in Brussel.
Danny Vileyn
‘De juiste man op de juiste plaats’ BRUSSEL – De Brusselse regering heeft het nieuwe organigram van haar eigen administratie goedgekeurd. Die moet slagkrachtiger worden. Er verdwijnen geen jobs, maar er komen er ook geen bij. De administratie heet voortaan Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. De uitgaven onder controle houden en tegelijk voorbereid zijn op de bevolkingstoename in Brussel was de grootste uitdaging voor staatssecretaris Bruno De Lille (Groen). “We doen dat niet met extra personeel, maar door het bestaande personeel beter in te zetten.” Dat kan door ambtenaren met
pensioen niet te vervangen, en tegelijk door hogere profielen aan te trekken. Een aantal diensten, zoals communicatie en HRM worden gecentraliseerd. Het personeel krijgt tegelijkertijd een nieuw statuut. De aanwervingsreserves verdwijnen, wat de invulling van vacatures moet versnellen en de ambtenaren krijgen een jaarlijkse evaluatie. De hervorming geldt voor het 5000-koppig personeel, inclusief dat van de pararegionale instellingen. De hervorming is in eerste lezing goedgekeurd en treedt op 1 januari 2014 in voege.
Steven Van Garsse
BDW 1383 PAGINA 6 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
om het aanbod op elkaar afstemmen. De toetreding van privéoperatoren mag daarbij geen taboe zijn. Open VLD pleit intussen voor de vrije keuze van vervoersmiddel, en wil af van de betutteling van bepaalde partijen “die ons willen opleggen hoe wij ons in de stad moeten verplaatsen. Door het STOP-principe (eerst stappen, trappen, en openbaar
“De democratie is in de polissen ontstaan. Wij geloven dat liberalisme en stedelijkheid hand in hand gaan” vervoer, dan pas privévervoer, SVG), kunnen ze niet anders dan blijven stilstaan,” haalde congresvoorzitter Ampe uit naar de groenen.
Vrij initiatief Minister Guy Vanhengel pleit voor een pragmatisch stedelijk beleid, wars van ideologie. Congresvoorzitter Els Ampe zorgt voor de profilering.
Politiek > Open VLD Brussel vernieuwt het partijprogramma
De stad is de inzet, niet het land BRUSSEL – Open VLD Brussel heeft een nieuw Liberaal Manifest goedgekeurd. “Liberalisme en stedelijkheid gaan hand in hand,” zegt minister Vanhengel.
O
pen VLD is de grootste Vlaamse partij in Brussel. Maar blijft ze dat ook na 2014? De N-VA zit de liberalen op de hielen. Ook in Brussel wordt dat een spannende strijd. Open VLD scherpt haar profiel aan. Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten heeft aan-
gekondigd dat de staatshervorming op het tweede plan komt. Het socioeconomische komt voorop. In Brussel is dat niet anders. In het goedgekeurde Liberaal Manifest Back to the City. Voor een open stad 2.0 verhuist het hoofdstukje over de staatshervorming naar het achterplan. “Wat
baat het om een huis telkens opnieuw te verbouwen, als je er niet in kan wonen?”, verwoordde congresvoorzitter Els Ampe het. Open VLD voegt meteen de daad bij het woord: Vincent Dewolf, voorzitter van de Franstalige liberalen, was eregast op het congres. Open VLD wil haar programma in Brussel liefst samen met de Franstalige liberalen realiseren. Nu zitten die nog in de oppositie, “maar hopelijk na 2014 niet meer,” zei Vanhengel.
Samenleving > Ondernemingswegwijzer voor Bulgaren
Gezocht: twaalf zelfstandige Bulgaren BRUSSEL – Het Belgisch-Roemeens Cultureel Huis Arthis heeft een Ondernemerswegwijzer klaar voor Bulgaren die als zelfstandige willen starten. Het concept is uniek en volgt op de publicatie en de internetversie die eerder al in het Roemeens verscheen. Een en ander sluit aan bij de subsidiëringspolitiek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)
in het kader van de Voorportaalprojecten. Bulgaren hebben met Roemenen gemeen dat zij volgens de EU-richtlijnen tot 2014 niet met een regulier arbeidscontract in België kunnen tewerkgesteld worden. Op dit moment kunnen ze wel in knelpuntberoepen en als zelfstandige in het arbeidscircuit stappen. Komt daarbij dat ze tot voor kort niet georganiseerd waren in een of andere vereniging, en op
die manier geen aanspraak konden maken op de Voorportaalprojecten van de VGC. Die ‘voorportaalfunctie’ wordt gevraagd van verenigingen die buitenlanders helpt initiëren in ons breed maatschappelijk systeem. Alida Vulpe van Arthis legt uit: “We wouden de belangen van de Bulgaren op dezelfde manier als die van onze Roemenen verdedigen door een aantal projecten uit te werken. Een daarvan is de uitgave van
Wat levert dat op voor het programma? Open VLD wil voluit gaan voor de Metropool Brussel-Brabant. “De vicieuze cirkel moet doorbroken worden waarin Vlaamse gemeenten de samenwerking schuwen uit angst voor de verfransing en Brussel elke Vlaamse inmenging vreest.” Concreet pleit Open VLD voor kleinschalige vrijwillige initiatieven tussen Brusselse en Vlaamse gemeenten. Daarnaast wil Open VLD een Metropolitan Board of Transport waarin de verschillende vervoersmaatschappijen (MIVB, De Lijn, Tec en NMBS) samenzitten
Om de stad mobieler te maken, en Brussel beter bereikbaar, moet dringend werk worden gemaakt van meer metro. Open VLD wil een verdubbeling van het aantal metrolijnen in Brussel. Ampe ziet verder hoe Brussel in de jaren 1950 van de vorige eeuw een stad was waar je arm naartoe kwam, en rijk kon worden. Dat is vandaag niet zo. “Brussel moet terug de naam en de faam krijgen die het verdient, waar de armen rijk kunnen worden. Vandaag krijgen sommige Brusselaars 2.000 euro aan uitkering per maand, maar mogen ze niet werken bij gebrek aan werkvergunning. Dat kan niet langer. Wij willen dat de uitkering een gunst is en werk een recht, en niet omgekeerd.” Applaus op alle banken. Vrij initiatief is ook belangrijk in de huisvesting. Open VLD vindt dat sociale huurders de sociale woning moeten kunnen kopen. Tegelijk moet sociale huisvesting een beleidsinstrument zijn om mensen aan het werk te krijgen. De overheid mag van de sociale huurder verwachten dat hij opleidingen en integratiecursussen volgt. Steven Van Garsse
een ondernemerswegwijzer in het Bulgaars. De handleiding maakt het Bulgaren gemakkelijker om – in hun eigen taal – uitleg te krijgen over hoe ze als zelfstandige kunnen starten of zich in orde kunnen zetten met de Belgische wetgeving.” Daarvoor nam Arthis, naast Unizo, Syntra en de VDAB ook de nieuwe vzw Entraide & Assistance des Immigrés bulgares en Belgique in de arm. In de opleidingscentra van Syntra (Ukkel en Thurn & Taxis) wordt nu al ondernemersopleiding gegeven met simultane vertaling in het Roemeens. Met dat attest kunnen Roemenen als zelfstandige ‘starter’ knelpuntberoepen uitoefenen. Waarom dat nog niet in het Bulgaars gebeurde? Volpe: “Omdat
de Bulgaren versnipperd in het land verblijven, en er geen vereniging was waarlangs we hen konden bereiken. De vzw Entraide & Assistance gaat nu die schakelfunctie waarmaken. We hopen tegen september twaalf Bulgaren te vinden, zodat in Syntra een cursus van start kan gaan. Ondertussen informeren we hen met de brochure. “De Bulgaarstalige Ondernemerswegwijzer werd gedrukt op honderd exemplaren, evenveel als de Roemeense destijds. Via de website www.ondernemerswegwijzer.be kan de publicatie voor starters ook geprint worden in het Arabisch, Russisch, Pools, Turks, Roemeens én (van zodra online) Bulgaars. Jean-Marie Binst
© BART DEWAELE
Guy Vanhengel wil inzetten op het belang van de steden, waar de burgers in kosmopolitisch verband samenleven. Hij verwijst naar politiek filosoof Benjamin Barber die gelooft dat de natiestaat haar beste tijd heeft gehad. Vanhengel: “De democratie is in de polissen ontstaan. Wij geloven dat liberalisme en stedelijkheid hand in hand gaan.”
Betutteling
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1383 PAGINA 7 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
P-PRAAT Het zand van het strand van Oostende (retraite, weet u wel...) was nog niet van tussen de tenen van de Brusselse ministers of Brigitte Grouwels (CD&V) was alweer op reis. Een studiereis, welteverstaan, want naar het voorbeeld van die Duitse christendemocratische sterkhoudster arbeit Grouwels ook als ze met vakantie gaat. Wel nu, waar ging de reis heen? Naar Parijs, en wel in het gezelschap van enkele Brusselse burgemeesters, zoals bijvoorbeeld Wolf van Etterbeek en enkele vertegenwoordigers van diverse Brusselse administraties, zoals de MIVB. De bedoeling was om daar de Direction de la sécurité de proximité de l’agglomération parisienne te bezoeken, een politiedienst die continu de vele camerabeelden die in de stad gemaakt worden bekijkt, uitwisselt en analyseert. Waarom was die Brusselse delegatie daar? Simpel, om op termijn hetzelfde te kunnen doen in Brussel. Binnenkort zit een of andere flik zich dus in een achterkamertje van de politietoren te verleuken op rechtstreekse beelden van in de onderbuik van bus 71, ziet de politie hoe u op de hoek van de Anspachlaan en het Beursplein in uw neus peutert, hoeft Sofie Peeters zelf niet meer de straat op en zendt Canvas bij wijze van kunstinstallatie ‘Sfeer - Beelden uit bruisend Brussel’ uit, met dank aan het nieuwe cameranetwerk van Brigitte. Is eens iets anders dan beelden uit Zell am See. De twaalf nieuwe lokalen zullen in september 2014 gebruiksklaar zijn.
Taalbeleid > Stijgende vraag naar Nederlands in Brussel
Huis van het Nederlands groeit BRUSSEL – Het Huis van het Nederlands in de Philippe de Champagnestraat krijgt 1,8 miljoen euro van Vlaams minister voor Brussel Pascal Smet (SP.A) een nieuwe achterbouw van ongeveer 1000 m². Het Huis promoot en stimuleert de studie van het Nederlands. Om de kwaliteit van de organisatie te verbeteren, krijgt het er twaalf nieuwe
leslokalen bij. Volgens directeur Gunther Van Neste wint het Nederlands de laatste jaren aan belang in Brussel. “Iedereen die iets wil doen met of rond het Nederlands, moet deze plek beter leren kennen,” geeft hij aan. De nieuwbouw komt in de plaats van de gesloopte gebouwen in de Nieuwlandstraat en zal in september 2014 gebruiksklaar zijn. CV
Uw P-Praatcommentator is niet laf, maar ook niet erg dapper. Ons ticket naar Hong Kong is al geboekt. Wij wensen u veel plezier met Big Mädchen.
CHIEN ÉCRASÉ IN HET BOS – Nee maar, de Amerikaanse ambassadeur Howard Gutman gaat ‘s nachts wandelen in het Warandepark, en in het Warandepark zitten homo’s bij nachte. Dus “is de kans groot dat Gutman in het ‘fantastische park’ aangesproken werd door jonge homo’s die uit waren op een vluggertje, tegen betaling. Dat leerde ons een nachtelijk bezoek aan de groene long in de hoofdstad,” zo weet Het Laatste Nieuws. Nou moe, ‘de kans is groot!’ De kans was ook groot dat Charles Picqué eeuwig op zijn troon bleef zitten, en kijk, weg is hij! Maar goed. Op een rustiger moment gaan we misschien ook eens in het Warandepark kijken. Maar wel als de kans klein is dat er iets gebeurt. Uw Chien Ecrasécommentator is niet laf, maar ook niet erg dapper. IN DE TUNNEL – Volgens ingewijden zou het ongeluk met twee trams begin deze week veroorzaakt zijn door een MIVB-bestuurder die stopte voor een familie eendjes. Het is te zeggen: toen de tram de tunnel aan het Koninklijk Paleis in Laken in reed, zag de chauffeur iets bewegen op de sporen, en remde hij uit alle macht. Het bleken eenden te zijn. Waarop een volgende tram op de eerste tram botste. Naar verluidt stelt de eendjesfamilie het wel goed. Misschien moeten we eens op reportage naar de tramtunnel. De kans is immers groot dat we er jonge kuikens tegenkomen. Met een verhaal. Alhoewel, je weet nooit. ADVERTENTIE
Stephanie ging een commerciële uitdaging aan in het hart van Europa. En jij?
“Een paar jaar geleden ging ik als commercieel adviseur aan de slag in een van de 39 Brusselse KBC-bankkantoren. Het leek me een boeiende uitdaging om een carrière uit te bouwen in het hart van Europa. En ik heb gelijk gekregen. Bij KBC heb ik van dag 1 alle kansen gekregen om me te ontplooien. Er is voldoende ruimte om de job te leren, mijn talen aan te scherpen en de contacten met de cliënten op te bouwen. Uitdagingen genoeg en elke dag weer een reden om er met veel goesting in te vliegen. En wie weet wat er in de toekomst nog op me wacht …”
Heb jij ook zo’n commerciële kriebel als Stephanie? Zin om Brussel te veroveren als een van onze commerciële adviseurs? Dan hebben wij de job die perfect bij jou past. • Je bent het aanspreekpunt voor onze cliënten en het gezicht van KBC. • Je handelt courante vragen af uit verschillende domeinen van het bankverzekeren. • Je voert regelmatig adviesgesprekken.
Wat verwachten we van jou? • Je hebt een bachelordiploma op zak (ongeacht afstudeerrichting), of relevante commerciële ervaring. • Je kunt je goed uitdrukken in het Frans en Engels. • Je hebt de nodige ‘goesting’ en de drive om erin te vliegen.
Blij dat je in ons team zit Als je onze nieuwe collega wordt, kun je rekenen op een boeiende job in een bruisende stad. Je wordt grondig opgeleid en kunt rekenen op een interessant loon en doorgroeimogelijkheden. Geïnteresseerd? Surf naar www.9tolife.be en solliciteer voor de functie van commercieel adviseur in de regio Brussel. Vermeld als sollicitatiebron ‘Brussel deze week’. Tot binnenkort?
BDW REGIO
BDW 1383 PAGINA 8 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Deze week in Sint-Lambrechts-Woluwe > Geert Van Waeg van de voetgangersbeweging
‘Voetgangers, loop door!’ verkeerslichten dynamisch zijn. Ze blijven langer groen voor de auto als de detectie aangeeft dat er files op komst zijn.” “Maar je moet de vraag eigenlijk anders stellen. Is het wel veilig om over te steken als het groen is? Kan je niet beter oversteken als het rood is?” Dat is een controversiële stelling. Van Waeg: “Nochtans is het dat wat we onze kinderen moeten leren: als het rood is kan je oversteken, maar heb je geen voorrang. Als het groen is heb je voorrang, maar kan je toch maar best goed uitkijken. In New York gebeurt 57 procent van de ongevallen met voetgangers op zebrapaden bij groen licht. Ik heb een experiment gedaan met een cameraatje aan kruispunten in vijf steden: Washington, Izmir, Luxemburg, Brussel en Porto. Heel veel mensen steken over als het rood is. En als ze dat doen, kijken ze erg goed uit. Als het groen is, kijkt maar 65 procent van de voetgangers opzij, terwijl er wel afdraaiende auto’s aankomen. Ook opmerkelijk: er zijn evenveel auto’s die het zebrapad kruisen als het groen is voor de voetganger, dan als het rood is. Het groene verkeerslicht geeft voetgangers een vals gevoel van veiligheid.”
Geert Van Waeg van de IFP huldigt het nieuwe verkeersbord in. Een primeur voor Brussel.
Deze week wordt verkeersbord F45B opgehangen - de ‘doorlopende weg’ - op een steenworp van het gemeentehuis van Woluwe. Dat is een primeur voor Brussel. Het komt er op vraag van de voetgangersbeweging. Een gesprek met de voorzitter van de International Federation of Pedestrians (IFP) én Woluwenaar Geert Van Waeg.
V
an Waeg trekt rond in de wereld om voetgangers in het verkeer te bestuderen. Hij schreef samen met tien andere auteurs voor de VN een internationaal rapport over voetgangersveiligheid met aanbevelingen en good practices voor de overheden wereldwijd. Dat is tot op de dag van vandaag schromelijk onderbelicht: over verkeersveiligheid voor auto, of zelfs fiets, bestaan tonnen rapporten. Over voetgangers bestond nog niets. Van Waeg: “Het rapport kadert in de Decade of Action for Road Safety van de Verenigde Naties. Met experts uit de hele wereld bekijken we hoe overheden het voor voetgangers veiliger kunnen maken. Jaarlijks komen er in de wereld 1,2 miljoen mensen om in het verkeer. 22 procent daarvan zijn voetgangers, en die statistieken zijn nagenoeg zeker een serieuze onderschatting.” Volgens Van Waeg komt het rapport niets te vroeg. “In veel landen is de urbanisatie volop aan de gang. Neem nu Afrika. Kleine wegen wor-
den groot om handelswaren snel vervoerd te krijgen. Er komen cafeetjes en winkels. Dat brengt extra verkeer met zich mee. Op zo’n moment is het belangrijk dat er ook aan de voetgangers wordt gedacht.” Wat zijn de voornaamste aanbevelingen? Van Waeg: “Een veilig verkeer heeft te maken met ruimte én snelheid. In het jargon gaat het om drie e’s: engineering (weginfrastructuur), enforcement (handhaving) en education (opvoeding). Jammer genoeg komt meestal alleen dat laatste aan bod: laten we de kinderen een goede verkeersopvoeding geven. Dat is hemeltergend! Natuurlijk is verkeersopvoeding belangrijk, maar daartegenover stel ik: moeten we onze kinderen leren leven in een jungle, of moeten ouders leren om een einde te maken aan die jungle?” “Ik vind handhaving veel belangrijker. Neem de zone dertig in de Vijfhoek. Als die niet gecontroleerd wordt, blijft die dode letter. In Leuven
is de pakkans groot. De automobilisten letten er ook op hun snelheid.” “Zelfs de politie in Brussel respecteert de regels niet. Ze gaat sans gêne op zebrapaden staan, ook als dat niet nodig is.” “In het begin vinden automobilisten het niet fijn dat ze boetes krijgen of dat ze niet overal met de auto door kunnen maar als je er een meer leefbare stad door krijgt, waar veel gewandeld en gefietst wordt, dan gaan ze het als vanzelf appreciëren. Kijk naar Barcelona, Parijs of zelfs New York. Dat zijn walkable cities waar iedereen heen wil.” Wat vindt u eigenlijk van de plaveien die gemeentebesturen overal gebruiken bij de aanleg van voetpaden? Van Waeg: “Niet goed. Het is een vloek in de kerk, maar Parijs gebruikt asfalt en dat is gewoon veel beter. Ik hoorde onlangs een onderzoeker over de nieuwe mobiliteit: de ligfietsen, de Segway, ... Ook de Samsonite trolley hoort daar tegen-
© BART DEWAELE
Geert Van Waeg is doctor in de medische wetenschappen (Uppsala, Zweden), voorzitter van de IFP en lid van het VNpanel voor verkeersveiligheid. Hij is al langer met zachte mobiliteit bezig maar ook vader van een dochter die omkwam in het verkeer. Voor haar richtte hij de stichting Johanna op. Johanna stierf tien jaar geleden toen een automobilist haar van de weg reed in de provincie Luik waar ze met een Brusselse scoutsgroep op kamp was.
woordig bij. Heeft u al eens met zo’n trolley op een geplaveid voetpad gestapt? Slecht voor de wieltjes en het maakt een hels lawaai. Die kasseien komen er vanuit een soort romantisch idee, maar ze zouden beter verdwijnen.” Brussel experimenteert met aftellichten voor voetgangers. Van Waeg: “Er zijn twee systemen: één dat aangeeft hoeveel tijd er nog rest voor het rood wordt. Dat wijs ik af, want het zet de voetganger onder stress. Het ander toont hoe lang het nog duurt voor het licht op groen zal springen. Dat is technisch moeilijk toepasbaar in Brussel, omdat veel
Maar die regel valt toch niet te veralgemenen? Van Waeg: “Toch wel. In Noorwegen is het niet verboden om als voetganger door het rood te lopen. En in Zweden is die overtreding uit het strafrecht gehaald.” Woluwe krijgt een nieuw verkeersbord: de ‘doorlopende weg’. Dat is een primeur in Brussel. En komt er op vraag van de voetgangersbeweging. Waarom is het zo belangrijk? Van Waeg: “Voor het comfort en voor de veiligheid. Als voetgangers of fietsers een bord zien van een doodlopende straat, gaan ze die niet even uittesten. Ze maken een omweg, vaak langs een drukke baan. (Toont een kaart van Woluwe) “Wie van het Woluwe Shopping Center naar het gemeentehuis wil wandelen, komt vier zogenaamde doodlopende straten tegen. Maar je kan er als voetganger eigenlijk wel door. Het nieuwe verkeersbord verhelpt dat probleem.” “Ik heb het even uitgeteld. Meer dan tachtig procent van de zogenaamde doodlopende straten in Woluwe, zijn eigenlijk doorlopende wegen voor voetgangers. Ik heb hier zelfs wegjes ontdekt die ik nog nooit gezien had. En dat wil wat zeggen, want ik ben in Woluwe geboren en getogen.” Steven Van Garsse
BDW 1383 PAGINA 9 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
ADVERTENTIE
UW OFFICIËLE DOCUMENTEN
Elsene > Commerciële snelheid van bus 71 blijft dalen
EEN MUISKLIK VERWIJDERD!
Stapvoets busverkeer Bus 71 ploetert zich door de stad. Dat blijkt uit recente cijfers van minister Brigitte Grouwels (CD&V) die parlementslid Céline Delforge (Ecolo) heeft opgevraagd. Voor wie lijn 71 neemt is het al lang geen nieuws: de bus raakt maar erg moeizaam door het drukke verkeer en zit meestal overvol. Nieuwe cijfers van de MIVB bevestigen dat het van langsom erger wordt. De ‘commerciële snelheid’ zakt onder de kritische grens van 12 km/u. Op sommige delen van het traject is het helemaal rampzalig: tussen 17u en 18u haalt de bus op de Buyllaan een snelheid van amper 5 km/u. Gemiddeld rijdt de bus er 10 km/u.
Een ander zwak punt is de Elsensesteenweg waar de bus maar 7 à 10 km/u haalt. Ter vergelijking: de gemiddelde commerciële snelheid van het busverkeer in Brussel is bijna 17 km/u. De gevolgen laten zich raden voor de organisatie van de buslijn 71. Omdat de bussen vastzitten, worden ze bijgehaald door de bus die erna komt. Die vorming van bustreinen haalt het hele rittenschema overhoop en zorgt voor ergernis bij de reiziger omdat de eerste bus vaak overvol zit, en de volgende bussen leeg blijven. Het beheerscontract van de MIVB voorziet op relatief korte termijn in een vertramming van de lijn tussen Naamsepoort en Delta die wat soelaas moet brengen, maar de gemeente Elsene verzet zich daartegen, net zoals handelaars en bewoners uit de buurt. SVG
ORTE
GEBO
Laken > Omliggende straten afgesloten
Autovrije zomerweekends in Ossegempark
UW LOKET ONLINE Geboorteakte, parkeerkaart, attest van gezinssamenstelling, getuigschrift van nationaliteit,... Een dienst van het Gewest en uw gemeente. © GOOGLE STREET VIEW
ADVERTENTIE
Hou een extra troef achter de hand!
Graaf Moens de Feringlaan: elk weekend van de zomervakantie autovrij.
Vanaf 6 juli zullen de Dikkelindenlaan (tussen de lokalen van de Hondenbrigade en het Amerikaans Theater) en een deel van de Graaf Moens de Feringlaan elk weekend van de zomervakantie afgesloten zijn voor het verkeer. Dit telkens vanaf zaterdag 7 uur tot en met maandag 6 uur. Wandelaars en spe-
lende kinderen krijgen hierdoor vrije baan om een leuke dag door te brengen in het Ossegempark. Mensen die met de auto naar het Ossegempark willen afzakken, kunnen parkeren in de delen van de twee lanen die openblijven voor het verkeer. Milan Vranckx
Jette > Integratie dementiepatiënten in samenleving
Ook Jette dementievriendelijk De Koning Boudewijnstichting heeft Jette erkend als dementievriendelijke gemeente. Het initiatief werd in 2009 gestart om gemeenten aan te sporen de aandoening, die door de vergrijzing een steeds grotere impact heeft op onze samenleving, meer zichtbaar en bespreekbaar te maken. Via sensibiliseringscampagnes en concrete projecten wil men het isolement waar vele dementiepatiënten in verzeilen, doorbreken
en hen actief integreren in de samenleving. Het OCMW van Jette gaat een netwerk van professionele zorgverleners opbouwen ter ondersteuning en begeleiding van de patiënten. Naast Jette krijgen ook Sint-Gillis, Anderlecht, Molenbeek, Etterbeek en Watermaal-Bosvoorde financiële steun voor hun projecten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt ondertussen twaalf dementieCV vriendelijke gemeenten.
IZEO, de troef die zelfstandigen gemoedsrust geeft.
99
€
per jaar
Het beheer van uw beroepsactiviteiten als ondernemer of bedrijfsleider van een KMO brengt zijn dagelijks deel risico’s en onzekerheden mee. Daarom stelt IZEO, de beweging van de zelfstandigen, u een reeks uitgekiende troeven ter beschikking voor een onklopbare prijs! De verdediging van uw belangen, bescherming, informatie, contacten, welzijn,… Met IZEO hebt u alle kaarten in handen om uw activiteit in alle gemoedsrust uit te oefenen en uit te bouwen!
UW VOORDELEN / Ongevallenverzekering / Invordering van facturen / Rechtsbijstand / Lobbying en verdediging van uw belangen / Gezondheidsbilan / Business networkingavonden / …
www.izeo.be
BDW 1383 PAGINA 12 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
ontwikkeling van de site. Een park van 20 ha (waarvan 10 ha op de site van Thurn & Taxis) vormt de ruggengraat waarrond alle andere activiteiten zullen draaien. Het is het grootste nieuwe park van Brussel sinds de 19de eeuw. Het is belangrijk dat de omwonenden zich terugvinden in dit project.”
Overbevraagde buurpleintjes In de jaren die volgden op de eerste bouwspeelplaats, breidde Yota! haar actieradius uit met de openbare ruimte in de omliggende wijken. Kleine kinderen met hun ouders, oudere bewoners en jonge tieners hebben nood aan kwaliteitsvolle openbare ruimte bij hen om de hoek. Bij gebrek aan een waardig alternatief claimen jongvolwassen mannen heel wat van de schaarse (en te kleine) openbare buurtpleintjes. Te veel tegenstrijdige noden voor een te kleine oppervlakte dus. Het opknappen of zelfs toevoegen – vaak door verschillende overheden - van enkele kleine openbare (groene) speelruimten zal dit niet oplossen. De renovatie van een wijkplein of park moet gezien worden in een ruimer kader en gelinkt worden met andere voorzieningen en plannen voor deze stedelijke omgeving, inclusief de plannen voor Thurn & Taxis. Het plan van Michel Desvigne komt hier alvast aan tegemoet. Een samenwerking tussen verschillende overheden is hierbij uiteraard een must. Drie opeenvolgende zomers werkten meer dan driehonderd verschillende Brusselse kinderen en tieners aan een tijdelijke speel- en sportplek op deze hotspot langs het kanaal.
© IVAN PUT
Plan Desvigne
Samenleving > Yota! en Bral over (gebrek aan) groen aan Thurn & Taxis
Nog steeds geen zicht op een groot stadspark BRUSSEL – Ruimte voor sport en spel en toegang tot groen zijn fundamenteel voor de levenskwaliteit van een dichtbevolkte stad. En daar ontbreekt het aan in de wijken rond Thurn & Taxis. Dat vinden Steyn Van Assche (Bral) en Caroline Claus (Yota!). Juist in dit deel van Brussel wonen veel jongeren, leven mensen dicht op elkaar en is er weinig tot geen privégroen aanwezig.
BDWOPINIE De verkeers- en parkeerdruk zorgen voor weinig plaats voor informele speelruimten. Niet verwonderlijk dus dat een groot deel van de buurtbewoners sinds jaren zijn hoopt stelt op de aanpalende site van Thurn & Taxis. Maar vijf jaar na de aankondiging van een gewestelijk stadspark blijven de poorten van de site voor de huidige buurtbewoners dicht. En het ziet er naar uit dat dit niet het laatste jaar zal zijn. Jammer! Met het manifest Tour & Taxis: TouT Publiek werd in 2006 de vraag naar
groen en speelruimte op Thurn & Taxis voor het eerst luid en duidelijk gesteld. Dit manifest – een soort prioriteitenlijst van bewoners rond T&T – was de vrucht van een door Bral gecoördineerd participatieproces om zoveel mogelijk mensen te betrekken bij het richtschema T&T dat het Gewest toen aan het uittekenen was. Yota!, de participatiewerking van JES vzw Stadslabo, zorgde voor de organisatie van de participatie van kinderen en jongeren, goed voor 30 procent van de lokale bevolking van de wijken rond T&T. Bij de opmaak van het richtschema verenigde Yota! een groep tieners voor een eerste inspraakproject. In
de drie daaropvolgende zomers werd met meer dan driehonderd verschillende Brusselse kinderen en tieners gewerkt aan een tijdelijke speel- en sportplek op deze hotspot langs het kanaal. Uit de actie en dialoog met deze jonge Brusselaars bleek ook opnieuw de dringende nood aan meer kwalitatieve en groene openbare ruimte, en liefst met een gevarieerd aanbod aan animatie.
STEYN VAN ASSCHE (BRAL) EN CAROLINE CLAUS (YOTA!):
“De renovatie van een wijkplein of park moet gelinkt worden met andere voorzieningen en plannen voor de stedelijke omgeving, inclusief de plannen voor Thurn & Taxis”
Ruggengraat Vanuit deze bewonersbevraging en –participatie werd een heel duidelijk voorstel gedistilleerd: geef ons een park van minstens 10 ha als structurerende ruggengraat voor de verdere ontwikkeling van de site. Eerst een park, dan gebouwen dus. Tot ieders vreugde werd hier rekening mee gehouden in het goedgekeurde(!) richtschema voor de site. We citeren de toenmalige ministerpresident in juli 2008: “De nieuwe site bestaat uit een omvangrijke openbare ruimte die bepalend is voor de rest van de
In 2010 vroeg het Brussels Gewest aan de vermaarde landschapsarchitect Michel Desvigne om een visie uit te werken voor een netwerk van complementaire openbare ruimte in het gebied. Hij spreekt van een ‘keten van parken’ dat een doorlopend geheel moet vormen en dat zich uitstrekt van het Emile Bockstaelplein en de Belgicalaan tot de T&T- site en het kanaal. Belangrijkste kenmerk: het zou een ‘evolutief park’ worden. In de eerste fase zou op T&T alvast één centrale groenstrook worden aangelegd als een slenk van de Jubelfeestbrug naar het kanaal. De plannen, voorgesteld op een publiek debat in juni 2011 in de Maritiemwijk, kregen het akkoord van de Brusselse regering. De opening van de eerste fase van het park stond geprogrammeerd voor de lente van 2012.
Keuzes Tot op heden is van de eerste fase van het park nog geen spoor te bekennen. De druk op de openbare ruimte in de omliggende wijken neemt ondertussen niet af. Wij vragen de verschillende overheden om daadkracht. Hak knopen door! Zet in op duidelijke en brede communicatie over concrete timing en plannen van de verschillende projecten op en rond T&T. Start NU met de aanleg van de eerste fase van het park en durf voluit te gaan voor een oprechte vorm van participatie. De bewoners en de Brusselaars wachten al meer dan vijf jaar op duidelijkheid. In het leven van een jonge Brusselaar is dit een eeuwigheid! Caroline Claus (Yota!) en Steyn Van Assche (Bral)
BDW 1383 PAGINA 13 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be © YELLOW BOOK
BDWOPINIE Dag boekhandel door Anne Brumagne
De krant van 16 augustus 2012 (BDW 1340) had het over het precieze hoogteniveau van het Hoogte Honderdplein. Men vermeldde de hoogte van 102,338m boven de zeespiegel ‘om precies te zijn’. In de krant van 20 december 2012 schreef men dan weer dat het niveau zich ‘precies’ 100 meter boven zeeniveau bevond. Dat cijferverschil kaartte ik al aan in een lezersbrief in februari dit jaar. Om alle twijfel uit te sluiten, ben ik enkele dagen geleden
ALTITUDE CENT: PRECIES
Tok Toc Knock Tok Toc Knock, het extra muros-project van de KVS, zou het Vlaams-Brusselse cultuurhuis een uitzonderlijk (goed) seizoen hebben opgeleverd. Die evaluatie maakt initiatiefnemer van het festival Willy Thomas (Agenda 1382, p. 10) zelf. Toch zou er niet zoveel publiek op het festival zijn afgekomen en daar zijn volgens Thomas verschillende oorzaken voor. Uit het lijstje haal ik deze frappante: “de makers begaven zich in de armere wijken waar weinig mensen zich écht interesseren voor kunst.” Ook stoorde Thomas zich aan een niet altijd even enthousiaste pers. Daarnaast deden collega-theatermakers volgens de organisator te weinig inspanning om te komen kijken naar de KVS-verwezenlijkingen in dit uitzonderlijk jaar, terwijl “iedereen er toch goed over sprak.” Ik wil het best geloven. Zelf ben ik als oud-bewoner een keer op de festivaltram gesprongen in Sint-Joostten-Node, waar een voorstelling rond PS-fenomeen Guy Cudell werd opgevoerd. Ter plekke moest ik besluiten dat het alledaagse leven - tot en met de begrafenis - van deze flamboyante man duizend keer boeiender was dan deze (f )lauwe theaterinterventie. Terwijl hier volgens mij bijvoorbeeld wel een kans lag om arme Brusselaars massaal de weg naar het theater te laten vinden. Al was het maar om deze politieke vedette (weer) even in hun midden te laten voelen. Kris Kaerts, Jette
Hyperbolen Ik vind het nodig even te reageren op de lezersbrief van mevrouw Brigitte Daenens (BDW 1382, p.16) die de draak steekt met elke verdediging van de Nederlandse taal. Het verhaal van de striptentoonstelling in het Vlaams parlement is complexer dan het lijkt. De zogenaamde verwijdering van een Franstalige tekstballon uit een stripplaat van François Schuiten op de cover van de catalogus door de uiteraard “perfide nationalist Peumans” kan zeer gemakkelijk beargumen-
naar het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) getrokken. Ik kreeg er te horen dat de correcte hoogte 102,338 meter boven de zeespiegel bedraagt. Volgens de altrimetische fiche van Altitude Cent situeert het hoogtepunt zich aan de westkant van de Augustinuskerk. Het meetpunt vindt u aan de westkant van de kerk, links van het portaal aan de zuidkant. Op 57 centimeter boven het voetpad. En oh ja, de opmeting gebeurde op 5 oktober 1988. Om precies te zijn. Roger Gillyns, Sint-Pieters-Woluwe
teerd worden. Los van het feit of genoemde Peumans effectief deze beslissing nam, stellen wij de volgende vragen: was het nodig Franstalige auteurs op te nemen in een literaire tentoonstelling in het Vlaams parlement? Zo ja, waarom werd van de ruim vijftig auteurs dan net een Franstalige voor het omslagbeeld gekozen? Bovendien verschijnen de albums van Schuiten ook in het Nederlands. Ten slotte is het niet absoluut zo dat de tekstballon bij die plaat hoort. Veel stripauteurs gebruiken tekstschrijvers. Zo grondig hebben de curatoren de zaak blijkbaar niet voorbereid. Kortom, veel geblaat voor weinig wol, maar het geeft Le Soir en andere Franstalige media een uitgelezen kans om de zogenaamde bekrompen Vlamingen de mantel uit te vegen. En als één Vlaams auteur (Kamagurka) zijn tekeningen laat weghalen, luidt het in Le Soir: “Les auteurs flamands se déchainent contre Peumans.” Van hyperbolen kennen onze Franstalige broeders ook wat.
Begin juni gingen in één week tijd liefst vijf boekhandels in Vlaanderen failliet. Een Brusselse zaak was daar niet bij, wel onder meer de gereputeerde Markies van Carrabas in Hasselt – een kennis vroeg zich meteen luidop af wat hij nog in die stad te zoeken had nu de Markies er niet meer was. Over het lot van culturele bedrijven en de impact op steden verscheen een tijdje terug een erg lezenswaardig artikel in het weekblad Vrij Nederland, onder de veelzeggende titel ‘De neergang van de creatieve klasse’. Want wat stelde auteur Annemiek Leclaire vast? Vroeger kuierden mensen op zaterdag rond in de stad, ze kochten een paar kranten en eventueel een boek, liepen door naar de platenzaak en naar de bib, om dan met hun stapeltje cultuurproducten op café of in hun luie stoel te gaan zitten. Maar vandaag consulteren mensen het nieuws op hun smartphone, streamen ze muziek en moeten ze hun deur niet meer uit om van al dat fraais te genieten. En door de economische crisis houden de mensen meer dan vroeger de vinger op de knip. “Dag papieren kranten, dag papieren opinietijdschriften, dag glossy’s, dag muziekwinkels, dag boekhandels, dag bibliotheken, dag videotheken – dag alle mensen die er werken,” schreef Leclaire, waarna ze vele voorbeelden gaf van creatievelingen wier business onderuit was gegaan. Toegegeven, Leclaire beschreef de situatie in Nederland, en daar heeft de vorige regering met een bepaald botte bijl op cultuur ingehakt. En wie op een mooie zaterdag door Brussel dwaalt, ziet gelukkig nog wel wat volk met een stapeltje fysieke cultuur op een terrasje zitten. Het voorbeeld van de vijf Vlaamse boekhandels toont echter aan dat het ook hier niet meer evident is. Enkele maanden geleden nog moest de Bozarshop er de brui aan geven. Een Franstalige boekhandel vijftig meter verder in de Ravensteingalerij was alweer weg voor hij goed en wel was geïnstalleerd – al kan dat ook te maken hebben met de Ravensteingalerij zelf, waar geen enkele zaak echt lijkt te floreren. In 2002 kon de gehypete Amerikaanse socioloog Richard Florida nog zeggen dat de creatieve industrie de motor van de economie zou worden en dat steden dus moesten proberen dat creatieve volk te lokken. Vandaag staan de zaken er toch minder florissant voor. Zijn er oplossingen? Gesuggereerd worden een strakke bedrijfsvoering, hybride plaatsen met boeken en koffie, lezingen en activiteiten. En voor de steden: volop inzetten op ICT en design, de genres van de toekomst genoemd. Maar zou dat laatste dan geen verschraling van het aanbod betekenen? En ergens ook van de stad zelf?
Yvo Peeters, ondervoorzitter Algemeen Nederlands Verbond, Jette
Nederfrans
EVA HILHORST
Ik heb met veel genoegen de lezersbrief ‘Nederfrans’ van dhr. Victor Capron (BDW 1381, p. 13) gelezen. Sinds jaren betreur ik de nedergang van het Nederlands door de vele onnodige ontleningen aan het Frans. Die rechtvaardigen zich slechts als het woord in het Nederlands ontbreekt. Ik heb daarover al een woordje geschreven naar de VRT, die de stelling betwist! Bovendien heb ik een Franstalige vriendin die dikwijls samen met mij naar het nieuws op Canvas kijkt en mij soms vraagt: “Bestaat dat woord niet meer in het Nederlands?” Zoals het woord afkeer in plaats van aversie, ontploffing in plaats van explosie, verrukkelijk in plaats van ravissant. Vroeger was Franstalig onderwijs dan ook veel doeltreffender dan nu! Maar ik schaam me soms wel. Janine Deheyder, Elsene
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDW 1383 PAGINA 14 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
© ALEXANDRA COOL
BRUSSEL – Paul Buekenhout, oprichter van Passa Porta, is definitief weg bij het internationaal literatuurhuis in de Dansaertstraat. Vijftien jaar lang was hij fakkeldrager van het huis, dat (gast)schrijvers naar Brussel haalde en met het tweejaarlijkse festival dichters en auteurs op een piëdestal plaatste. Eerder al werd Sigrid Bousset directrice van het schrijvershuis. Recent startte een grondige reorganisatie van de vzw. Als reden van zijn vertrek geeft Buekenhout op: “De overheid werd alsmaar meer veeleisend, en ik kreeg er genoeg van om als manager op te treden en constant dossiers te moeten opmaken. Het heeft geen zin om daarin langer mee te draaien, als je voluit artistiek wilt bezig zijn. Ik wil enkel inhoudelijk bezig zijn en dingen op het podium zetten.” Buekenhout gaat zich nog inlaten met initiatieven voor Bozar en Het Beschrijf en eigen projecten uitwerken. Deze week wordt de Vollezelenaar intern gevierd, met een hommageboek van bevriende auteurs. JMB
HOMELESS CUP BRENGT GEMEENSCHAPPEN SAMEN
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Grafiek > Ensor laatste cadeau van Filip Le Roy aan de academie van Anderlecht
Na veertig jaar nog altijd beginnerspassie ANDERLECHT – “Je krijgt hier drie leraren,” heeft Filip Le Roy zijn studenten vrije grafiek altijd gezegd: “De sukkelaar die ervoor betaald wordt, de fouten die je al doende maakt, en de contacten met andere studenten.” Na veertig jaar academie gaat hij met pensioen, maar niet zonder de eindejaarsexpo te laten knallen met onuitgegeven brieven en zeldzame etsen van James Ensor.
I
n 1973 mocht Filip Le Roy van de toenmalige directeur Frans Minnaert het atelier vrije grafiek voor volwassenen opstarten, toen nog in de Kapittelstraat: “In Sint-Lukas hadden we nauwelijks iets geleerd over de etstechniek, maar een leraar moet slechts een halfuur voorsprong hebben op zijn studenten...” Le Roy zag de Academie voor Beeldende Kunsten Anderlecht evolueren van een beperkt leerprogramma naar de vele specifieke ateliers die studenten aantrekken uit Brussel, het Pajottenland en ver daarbuiten. “Omdat ik hier zo vroeg begonnen ben, had ik nog geen eigen werk, en was ik als leraar dus nooit een concurrent. Ik heb geprobeerd de taal van mijn studenten te versterken. Door een studente, die heel fraai tekende, maar nogal anekdotisch op het randje van flauw, de techniek aan te leren, vergrootten haar uit-
drukkingsmiddelen. Je studenten zien evolueren, is het mooiste cadeau voor een leraar.”
Niet-toxisch “De Anderlechtacademie is geen academie als een ander,” vindt Le Roy. “De gigantische ruimtes hebben ervoor gezorgd dat we onwaarschijnlijke dingen konden doen, zoals concerten en expo’s met werk van Fred Bervoets of psychiatrische patiënten in samenwerking met Art en Marges (nu Art & Marges museum). Daardoor trek je weer nieuwe mensen aan die zich misschien voor een atelier gaan interesseren.” In 2003 hielp Le Roy bij de samenstelling van de expo Meesterprenten, zes eeuwen grafische kunst in De Markten, waarvan een selectie in de academie te zien was “ingegeven door het gezonde opportunisme
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
van toenmalig directeur Wim Klewais.” Een bezoeker confronteerde hem toen met de vraag of het atelier nog steeds met toxische producten werkte, terwijl in de Verenigde Staten al een systeem ontwikkeld was op basis van acrylaten in plaats van vluchtige solventen. Na een workshop bij de Deen Henrik Bøegh (van wie Le Roy het handboek Niettoxisch etsen vertaalde) mocht hij in 2005 van Klewais het etsatelier saneren. “Dat heeft me veel beginnerspassie gegeven,” zegt Le Roy: “Rembrandt zou in ons atelier precies dezelfde etsen kunnen maken als in zijn atelier in de Amsterdamse Jodenbreestraat, maar door de gebruiksvriendelijkheid heb je niet alleen veel sneller resultaat – vroeger waren er tegen het herfstverlof al een aantal studenten ontmoedigd afgevallen – maar zijn er ontelbare technieken bijgekomen.” Le Roy schuift met het ingekaderd werk van de studenten dat wacht om opgehangen te worden. “Tekeningen die met bic zijn gemaakt, daarna ingescand en opgeblazen, waardoor je een heel andere lijnvoering krijgt. En hier zijn vier technieken vermengd: de fotopolymeertechniek, een traditionele aquatint, droge naald en monotype. De techniek in functie van de creatie en niet omgekeerd. Onlangs gaf ik een workshop aan een groep fotografiestuden© COLLECTIE FRANK DECEUNINCK
BRUSSEL – De Prijs van het Prins Filipsfonds gaat dit jaar naar de Belgian Homeless Cup, een opmerkelijk sportinitiatief voor dak- en thuislozen. Bedoeling van het project is deze kansarmere groep door middel van voetbal te re-integreren in de samenleving. In een sociaal-sportief kader leren ze nieuwe doelen te realiseren en kansen te creëren. De Homeless Cup organiseert jaarlijks drie nationale tornooien, waar Vlaamse, Brusselse en Waalse ploegen het tegen elkaar opnemen. Op die manier schept de organisatie ook een dynamische ontmoetingsplaats voor ploegen van de drie Belgische gemeenschappen, wat meteen de aanleiding is voor het winnen van de Prins Filipsfondsprijs. Brussel wordt in de Homeless Cup vertegenwoordigd door Les Barons de Bruxelles, sinds 2011 de vaste thuislozenploeg van de hoofdstad. De stad organiseert elk jaar ook zijn eigen wedCV strijd, de BXLR Cup..
VADROUILLE
© JO VOETS
PAUL BUEKENHOUT WEG BIJ PASSA PORTA
Ingekleurde brieven, net zoals zijn etsen, hier: De baden in Oostende.
BDW 1383 PAGINA 15 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Even meegetroond naar de steendrukpers tijdens de opbouw van de eindejaarsexpo en het Ensorkabinet.
ten van collega Mirjam Devriendt die al na een paar uren perfecte afdrukken van hun foto’s op handgeschept papier konden maken.” De ateliers laten samenwerken, vindt Le Roy belangrijk: “Ook het Ensorkabinet kon maar tot stand komen dankzij de deskundigheid van collega Bart Van Assche van het atelier houtmeubel.”
“Ensor was technisch niet altijd raak, maar hij was als graficus fenomenaal. Hij bewees dat je met een relatief zwakke techniek toch prachtige dingen kunt creëren”
Geluk, picturaal gesproken
zijn moeder, tante, zus,” zegt Le Roy daarover. Maar Simone wenst hij “tous les bonheurs possibles et même impossibles” en empathisch schrijft hij haar dat ze als jonge moeder wel weinig vrije tijd zal hebben. Verder komen we te weten dat hij ijvert voor
misbegrepen, kusttaferelen, spotprenten, Brusselse zichten van de Anspachlaan, de Goede Bijstandstraat, Groenendaal. “Ensor begon met etsen na een reeks donkere interieurs die niet aansloegen, hij wilde zich tenslotte vereeuwigen. Na die korte etsperiode met als topjaar 1888 met 40 etsen zou hij terug met frissere kleuren schilderen. De Intrede van Christus in Brussel, de Guernica van België, hangt intussen in het Getty Museum in Los Angeles...” Wat kunnen de studenten leren van de etser Ensor? Leraar Le Roy: “Ensor was technisch niet altijd raak, maar hij was als graficus fenomenaal. Dat je met een relatief zwakke techniek toch prachtige dingen kunt creëren.” An Devroe
Opening eindejaarsexpo vrijdag 21 juni van 18u-21u, open zaterdag 22 en zondag 23 juni 14u-18u, maandag 24 en dinsdag 25 juni 18u-21u, www.academieanderlecht.be, Dapperheidsplein 17, 1070 Anderlecht, 02-523.03.71.
© COLLECTIE FRANK DECEUNINCK
Of Le Roy iets met brieven van James Ensor kon doen, vroeg een vriend hem. Wie naar de eindejaarsexpo komt, kan ze allemaal lezen, een zevental nog onuitgegeven brieven en briefkaarten. Aan Jules Daveluy, de kleinzoon van Ensors zuster Mariëtte (Mitche), en zijn echtgenote Simone en hun pasgeboren dochter Poupette-Juliette, en aan Hector Van Wouwe, Simones vader. Een verhaal van “net voor een koffer van de Daveluy’s naar het stort afgevoerd zou worden, vond men er toevallig de brieven in.” Ze dateren van de jaren dertig, toen Ensor een zeventiger was die, hoewel hij Oostends praatte, in het Frans schreef. “Verrassend genoeg zijn het lieve brieven met een vrolijke toon, ze herinneren op geen enkel moment aan de scheldtirades uit de biografie van Eric Min. Kapitein Haddock avant la lettre. Ensor besefte dat hij zijn tijd ver vooruit was, hij zag de (post)impressionisten passeren - toen Seurat op een salon van Les Vingt exposeerde, vroeg een recensent zich af of de burgemeester van Brussel confetti dan niet verboden had,” zegt Le Roy: “Maar hier gaat Ensor zich vertederen voor het gezin van zijn achterneef in Boom: ‘Vive Simone, et Vive Jules, et Vive Juliette!!!’” Immers, “les joies familiales sont les meilleures”. “Schrijft de man die nooit getrouwd is geweest, waarschijnlijk omdat zijn hele leven werd gedomineerd door harde tantes als
het behoud van de dokken van Oostende, verschillende voorwoorden schrijft om jonge schilders een hart onder de riem te steken en zijn muziekstuk slijt – La Gamme d’Amour zal samen met zijn sappige ode aan Manneken Pis in Anderlecht te horen zijn. Met een schildersoog beschrijft hij dan weer de luchten aan zee, maar ook de familiefoto die hem werd opgestuurd: “à gauche le bras tendre mais robuste de la maman annonce amour et protection; l’effet est heureux, picturalement parlant.” Zijn brieven zijn hier en daar ingekleurd, net zoals zijn etsen die daardoor “het meest Ensoriaans” aandoen. Uit de vijfhonderdtal etsen afkomstig van alle 133 etsplaten van verzamelaar Frank Deceuninck mocht Le Roy een selectie maken voor de academie: het leven van Christus, net zoals hij
© JO VOETS
De hoofdzonden beheerst door de Dood en De schaatsers: Bruegel als etsoefening.
BDW 1383 PAGINA 16 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Festival > Tuned City wil mensen leren luisteren naar Brussel
Stadslawaai? Stadsconcert! De eerste editie van het Tuned City festival vond in 2008 plaats in Berlijn. Daarna volgden Tallinn en Nürnberg, en nu nodigt de Brusselse kunstenwerkplaats voor experimentele muziek en klankkunst Q-O2 Tuned City uit. Het festival onderzoekt de relatie tussen klank en (de openbare) ruimte en presenteert naast heel wat artistiek werk ook theoretische beschouwingen. Dat alles in de vorm van geluidswandelingen, lezingen, performances, en installaties van meer dan 40 internationale sprekers en artiesten. Zoals de naam van het festival laat uitschijnen, speelt de stad een belangrijke rol in het programma. Zo kan je tijdens de vierdaagse letterlijk achterhalen ‘hoe Brussel klinkt’. Tuned City Brussels doet op vier festivaldagen maar liefst vier verschillende delen van de stad aan: na de openingsavond op 27 juni in de kanaalzone komen respectievelijk de omgeving van de Kruidtuin, Brussel-Zuid en Haren aan de beurt. In die wijken is er telkens een festivalcentrum of informatiepunt voorzien, waar je wegwijs wordt gemaakt in het drukke programma.
© TUNED CITY
BRUSSEL – Eind deze maand heeft in Brussel het internationale geluidskunstfestival Tuned City plaats. Een festival voor mensen die willen leren luisteren naar hun eigen stad.
verlaten industriële sites en bouwwerven zorgen voor een heel specifieke atmosfeer.” Op het programma van Tuned City Brussels staan dus heel wat wandelingen. Zo creëert de Japanse pionier van de geluidskunst Akio Suzuki - een van de belangrijkste gasten op het festival - speciaal voor Brussel geluidswandelingen in de Zuidwijk en Sint-Gillis. Brusselaar David Helbich zal tijdens de openingsavond die zich afspeelt tussen de Kaaistudio’s en de Curo Hall in de Ropsy Chaudronstraat, het publiek dirigeren in een ‘sociale choreografie’ en ook het Italiaanse wandelcollectief Stalker creëert op maat van Brussel. Aan de samenstelling van het programma ging trouwens een lange voorbereidingsfase vooraf waar lokale bewoners en organisaties bij werden betrokken. Zo namen de kunsthogescholen Sint-Lucas Architectuur, Rits, Sint-Lukas Transmedia en La Cambre deel aan workshops met artiesten en de curatoren Carsten Stabenow (Tuned City) Julia Eckhardt (Q-O2). Naast de artistieke praktijk is er ook elke dag een theoretisch luik dat helpt om de publieke ruimte eens op een andere, akoestiMB sche manier te benaderen. Tuned City Brussels, van 27 tot 30/06 op verschillende locaties. Info: Q-O2, Koolmijnenkaai 30-34, Molenbeek, 02-245.48.24, info@q-o2.be, tc@tunedcity.de, www.q-o2. be, www.tunedcity.net, performance €5 – dagpas €8, festivalpas €25
Geluidskunst is een boeiende praktijk om naar de klank van een stad te luisteren, vinden ze bij Tuned City. “Geluidskunst heeft soms de naam om ontoegankelijk of elitair te zijn,” zegt Eveline Heylen van Q-O2, “maar eigenlijk is het een boeiende praktijk om naar de klank van een stad te luisteren. Wat je daar kan horen is in zekere zin ook een concert. Elke stadszone heeft ook een
ander karakter. De Kruidtuin is een idyllische plek, maar de tuin is inmiddels ingesloten door de metro, de tunnels, de kantoorgebouwen en de stationsbuurt. Haren was vroeger een witloofdorp, maar de luchthaven, de hogesnelheidstreinverbinding, en verschillende
ADVERTENTIE
Win 5 x 2 dagpassen voor een dag naar keuze tijdens Tuned City Brussels! Stuur een mailtje naar info@q-o2.be met onderwerp “Wedstrijd Tuned City Brussels” en vermelding van hun naam, adres, telefoonnummer en de dag van hun keuze. De eerste vijf inzendingen worden beloond.
BDW 1383 PAGINA 17 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
ADVERTENTIE
© SIEBEREN DE VRIES
Sieberen De Vries maakte een naïef portret van de Nederlandse prinses Maxima Zorreguieta.
achteraf
Gezien: Zomercollectie & Ontmoeting met Postbode Cheval, tot 8 september in Art & Marges, Hoogstraat 312-314, Brussel, dinsdag tot zondag van 11 tot 18, gesloten op maandag en officiële feestdagen, 02-533.94.90, info@artetmarges.be, www.artetmarges.be, 4€ / 2€.
Art & Marges, het uitstekende museum voor outsiderkunst dat perfect gelokaliseerd is in de Marollen, maakt u erop attent dat het ook in de zomer een geschikte plek blijft om een ommetje in de buurt mee te verrijken. Het museum is wellicht ook voor de meeste kinderen een aanvaardbaar compromis als de volwassenen dan toch weer eens per se naar kunst willen kijken. Dat neemt niet weg dat u er ook gewoon met uzelf naartoe kunt gaan, want tussen al die outsiderkunst wordt u sowieso met uzelf geconfronteerd. In de obsessie, de zenuwachtigheid, de overgave, de vrijheid die spreekt uit het werk van deze amateurkunstenaars, mensen uit de marge, mindervalide of juist geniale geesten, zit altijd iets herkenbaars. Ook het genoegen om felle kleuren uit een viltstift te duwen, al droedelend in een zentoestand te geraken, of een oneindige constructie op papier te zetten, zal u niet vreemd zijn. Voor de komende maanden heeft Art & Marges een nieuwe zomercollectie samengesteld op basis van de vaste collectie, die momenteel driehonderd werken van Belgische en internationale kunstenaars bevat. Je zou kunnen zeggen dat de tentoonstelling uit twee delen bestaat. Op het gelijkvloers staat duidelijk de menselijke figuur en het portret centraal. Dat gaat dan van de naïeve portretten die Sieberen De Vries van de Nederlandse societyfiguren Maxima Zorreguieta en Sophie Hilbrand maakte, over de grillige maar geniale lijntekeningen van de Amerikaanse outsider Dwight Mackintosh, tot de verwrongen, samengeperste gezichten de Fransman Jean-Michel Wuilbeaux. Op de verdieping worden alle individuen dan opgeslokt door de bouwwerken van de grote stad. Dat wordt al duidelijk in de traphal, waar twee van Louis Van Baelens’ afbeeldingen van bakstenen muren. Het is uit dat felrood met hier en daar wat zwart en wit dat een groot deel van Van Baelens’ artistieke universum bestaat. De huisjes van Anne Marie Potvliege zijn iets kleurrijker, maar even rechttoe rechtaan. Net als die van Michel Delaunoy die de hele stad Bergen te-
kent terwijl daar de optocht van Le Doudou plaatsheeft. Bij het thema van de stad sluit mooi het kleine gedeelte aan dat is gewijd aan de Franse kunstenaar Joseph Ferdinand Cheval. Le ‘Facteur Cheval’ werkte van 1879 tot 1912 onverdroten en alleen aan zijn Palais Idéal, een monumentaal bouwwerk dat nog altijd overeind staat in het dorpje Hauterives in zuidoost Frankrijk. Met de stenen die hij op zijn rondes verzamelde is de postbode dat even sprookjesachtige als grillige paleis beginnen te cementeren en uitwerken tot in de details. Over le Facteur Cheval toont Art & Marges een documentaire - terwijl oude postkaarten en foto’s een idee geven van de impact die het kunstwerk een eeuw geleden al had. Ook de citaten van collega-kunstenaars als Picasso, Niki de Saint Phalle en André maken dat duidelijk. Het hoogtepunt van de tentoonstelling is wat ons betreft echter het zaaltje waar Georges Cournasse een miniatuurkermis heeft gebouwd: frietkraam, paardenmolen, bokstent, ... Hij bouwde het allemaal na met gerecupereerd materiaal. Een plastic Lambik figureert als scheidsrechter in de bokstent, het paard van Lucky Luke staat te kijken naar het kraam waar eendjes worden gevist. En als je op een schakelaar drukt, springt er ergens een lampje aan of zet een molen zich in beweging. In hetzelfde zaaltje hangt dan ook nog de tweedimensionele kermis die Jacques Trovic op een enorm patchwork heeft geborduurd. Een kleurrijk kijkstuk waar je lang mee zoet bent. Overigens oogt de hele zomercollectie kleurig en opgewekt. Op een tekening van ex-gedetineerde Mohammed Targa uit de Nijvelse gevangenis na dan. Ook Daniel Douffet werkt alleen met zwart-wit, en creëert daarmee duizelingwekkende geometrische figuren op 5 millimeterpapier die je zou kunnen interpreteren als plattegronden van fantastische tuinen. Voor de synthese tussen mens en stad ten slotte zorgt Michel Goyon, de kunstenaar uit de Marollen die een paar jaar geleden de selectie van Canvascollectie haalde. Het kaleidoscopische L’être capitale bevat zowel elementen van een stad als van een menselijk lichaam. Ook al een werk om in te verdwalen. Vanaf 22 juni zijn er ook werken van Art & Marges te zien in de winkelvitrines van de wijk.
Michaël Bellon
ZORG EN WELZIJN, DA’S WERKEN MET JE
HOOFD HANDEN EN HART
20130430_A5_ikgaervoor_AANGEPAST.indd 2
ADVERTENTIE
6/06/13 16:07
P
KLI
Praat
Outsiderkunst voor de zomer
KLAP
VIDEOKAMP IN HET ATOMIUM
www.atomium.be/kids
ID
#2013 INNOVATIVE DISPLAY J oanie L emerc ier [ An ti V J] — L A b[ au] — VIS UA L S YS TE M
18.06 22.09
POÈME NUMÉRIQUE DIGITAAL GEDICHT DIGITAL POEM ATOMIUM Atomiumsquare - 1020 Brussel
www.atomium.be/id2013
BDW 1383 PAGINA 18 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Evenement > Odysseia Ensemble houdt eerste festival
Debussy, Wagner en een vervallen © SASKIA VANDERSTICHELE
BRUSSEL – Met hun eerste festival, op 22 en 23 juni, vraagt het Brusselse Odysseia Ensemble niet alleen aandacht voor de componisten Debussy en Wagner, maar ook voor de deplorabele staat waarin het Koninklijk Conservatorium zich al jaren bevindt. Het kamermuziekensemble Odysseia bestaat uit vijftien twintigers en jonge dertigers, bijna allemaal oud-studenten van het Conservatorium. Temidden van de vele muziekensembles proberen ze zich te onderscheiden door hun originele bezetting en hun verrassende programma’s. Odysseia heeft strijkers en blazers in haar rangen, maar ook een sopraan, een pianist en zelfs een componist. Soms staan ze met zijn allen op het podium, maar meestal treden ze aan in kleinere, wisselende formaties.
Wandelconcert langs bouwvallige plekjes van het Conservatorium.
Levende legende
Odysseia: soms met zijn allen op het podium, meestal in kleinere formatie.
Een programma van Odysseia bestaat uit een meesterwerk, een veel minder bekend pareltje uit het muziekrepertoire en wat hedendaagse muziek. Die is doorgaans van de hand van de eigen huiscomponist Frederik Neyrinck of andere Belgische componisten. Op die manier probeert het ensemble verbanden te leggen doorheen de muziekgeschiedenis. Voor hun eerste eigen festival koos Odysseia voor Wagner en Debussy als grote kleppers. Richard Wagner werd 200 jaar geleden geboren, vo-
rig jaar werd de 150ste geboortedag van Claude Debussy gevierd. Waarom die twee gecombineerd? “Het is de Franse school versus de Duitse school,” zegt Dries Tack, klarinettist en ook zakelijk leider van het ensemble. “Vaak worden ze gezien als tegenpolen. Wagner was in de late negentiende eeuw een levende legende in Frankrijk. Debussy was echter niet zo onder de indruk en leek zelfs afstand te nemen. Maar het valt niet te ontkennen dat Wag-
ner uiteindelijk ook op hem invloed had.”
Bekvechten Het zaterdagavondconcert zet Wagner centraal, met onder meer de Wesendonckliederen. Zondagavond vormen Debussy en andere Franse impressionisten de hoofdmoot. Tussendoor is er een matineeconcert in Bozar, met het klarinetkwintet van Mozart en werk van de laureaten van de compositieworkshop
Muziekleven > Oude ASLK-harmonie geeft jaarconcert
Betere muziek dan spaarintresten BRUSSEL – Voor mooie intrest op het klassieke spaarboekje komt niemand meer buiten, maar voor de Harmonie van de (voormalige) ASLK, nu BNP Paribas Fortis, stonden de passanten van het Muntplein vorige zaterdag wel even stil.
Ieder jaar vergast de oude ASLK-harmonie de stad weer op een openluchtconcert.
© SANDER DE WILDE
De bedrijfsharmonie bestaat sinds 1950, en is met een veertigtal muzikanten nog springlevend. De repetities vinden plaats tijdens de middagpauze – de bankzetel beschikt over een ruime muziekzaal. Naast de harmonie ondersteunt de bank ook ‘muziekbeleving en ontspanning’ van het personeel in een eigen klassiek ensemble (geslonken tot ongeveer tien muzikanten), destijds
meer bekend als het Symfonisch orkest. Ook is er een Combo, dat jazz standards en entertainmentmuziek speelt. In haar gouden jaren trad de formatie zelfs op met Toots Thielemans. De harmonie kreeg voor haar jaarlijks openluchtconcert naar gewoonte een kiosk te leen van de stad Brussel. Dit jaar stond ze op het Muntplein, vorige decennia afwisselend ook op de Grote Markt en de Vismarkt. “Om veiligheidsredenen houdt de stad sinds dit jaar het aantal evenementen beperkt op de Grote Markt, kregen we te horen,” verduidelijkt Leo Wittens, verantwoordelijke van de muziekafdeling van BNP Paribas Fortis. “Maar ieder jaar staan we weer in de stad.” JMB
BDW 1383 PAGINA 19 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
conservatorium – beschermde - gebouw is eigendom van de federale overheid maar wordt gratis gebruikt door het Nederlandstalige en Franstalige conservatorium, twee gemeenschapsinstelingen. De beleidsniveaus bekvechten al lang over wie moet instaan voor onderhoud en renovatie. Om het gebouw voor het totale verval te behoeden werd enkele jaren geleden de vzw Conservamus opgericht, die inmiddels zelfs een plan liet tekenen voor de verbouwing en uitbreiding.
Bouwvallige plekjes
© WILLEM DE LEEUW
die Odysseia onlangs organiseerde. Oddyseia is in residentie bij het Koninklijk Conservatorium en de avondconcerten vinden dan ook plaats in de grote conservatoriumzaal met prachtige akoestiek. Die zaal moest begin maart nog een tijd dicht vanwege waterlekken. Het is bekend dat het hele gebouw al jaren in zeer slechte staat is. Een deel van de lokalen kan om veiligheidsredenen niet meer gebruikt worden of hoogstens door twee personen. Het
Eind vorig jaar stelde staatssecretaris Servais Verherstraeten (CD&V) van de Regie der Gebouwen voor om een nv van publiek recht op te richten waarin de federale overheid, de twee gemeenschappen en mogelijk ook het Brussels Gewest en stad Brussel aandeelhouder zouden zijn. Maar vandaag is die nv er nog steeds niet. Volgens de woordvoerder van Verherstraeten is het wachten op de principiële toezegging van de Franse gemeenschap. Om de verloedering en het uitblijven van een oplossing onder de aandacht te brengen, speelt Odysseia zondagnamiddag een wandelconcert doorheen het conservatorium. Een rondleiding langs de meest bouwvallige plekjes van het gebouw wordt afgewisseld met miniconcertjes. “Op die manier hopen we de druk op te voeren,” zegt Tack. Bettina Hubo Meer info op www.odysseiaensemble.be
ADVERTENTIE
S OCIALE V ERHUURKANTOREN
Verhuur uw woning zorgeloos Gegarandeerde huur elke maand Verzekerd verhuurbeheer Onderhoud van uw woning Steun voor de renovatie Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Cervela Volksworst nummer één is een streekproduct geworden. Wie kan zich deze worst, die ongeveer over de hele wereld voorkomt, toeeigenen als “van bij ons?” Toen slager André Coppens uit Zemst zijn cervela uitgeroepen werd tot Vlaams streekproduct, moest ik toch even naar adem happen. De brave man maakt zonder twijfel een uitstekende lookworst, maar is cervela nu plots een typisch Vlaams, laat staan Zemsts product? Dat kasdruiven uit Overijse en Hoeilaart een streekproduct zijn, dat is nogal wiedes. De leopolds en royals groeien nergens anders. Bij mattentaarten moet iedereen spontaan aan Geraardsbergen denken, maar toch worden ze ook elders gemaakt. In Geraardsbergen hebben ze het zo aangepakt dat ze Europese bescherming hebben gekregen voor hun mattentaarten, op voorwaarde dat die gemaakt worden met melk afkomstig uit een duidelijk omlijnde streek – een AOC, met andere woorden. Daarvoor ook mijn respect. Maar heel wat streekproducten doen mij de wenkbrauwen ophalen. Kan koffie, gewoon gebrand en in een zakje gestoken, een Vlaams streekproduct zijn? Bij het uitreiken van een officiële titel van streekproduct, zijn heel wat commerciële belangen gemoeid. Als ik potjesvlees uit de Westhoek kan kopen In La Roche, en op de verpakking lees dat het gemaakt is in pakweg Oudenaarde onder het merk van een grote supermarktketen, is dat dan een streekproduct? Voor mij hoeft dat niet. Voor mij zijn streekproducten spullen of voedingswaren waarvoor men zich naar een bepaalde streek begeeft wanneer men ze wil kopen. Omdat ze elders niet te krijgen zijn. Wanneer een recept, hoe endemisch ook, overal gemaakt wordt en via de grote distributie overal verkrijgbaar is, stopt het een streekproduct te zijn. Lego is géén streekproduct uit Jutland! Maar terug naar de cervela. Herinnering: Ik zat op een dag aan het ontbijt in een hotelletje in Auckland, Nieuw Zeeland. Als warm ontbijt bood de kaart eieren met spek, eieren met worst of eieren met saveloy. “What’s saveloy?”, wou ik weten. De kelner sprak toen de onvergetelijke woorden: “It’s a saveloy, like a sausage. Try one. If you don’t like it, just bang it out of the window.” Een man naar mijn hart: altijd iets proberen vooraleer te oordelen! Ik zocht het woord saveloy daarna op in een woordenboek, het bleek de Engelse verbastering van cervela. Saveloy is in Londense snackbars overal te vinden. Ze zijn wel wat dunner dan hier. In Lyon staan cervela’s op de menukaart van de vele bouchons, de traditionele afspanningen waar men lokale specialiteiten kan proeven zoals tablier de sapeur. Dat laatste is een vierkante lap runderpens die eerst uren werd gekookt, vervolgens door het paneermeel werd gehaald en ten slotte gebakken
in schuimend vet. Zo’n soort keuken, dus. Boeiend, maar best flink nagespoeld met de nodige flessen Côtes du Rhône! In de bouchon die ik bezocht met een aantal collega’s, werden de cervela’s opgediend als voorgerecht, koud in blokjes gesneden met mosterd. Men zou zich in een ouderwets Brussels café wanen. De Zwitsers beschouwen cervela’s ongeveer als hun nationaal gerecht, blijkt op het internet. Cervela is daar onmisbaar op de nationale feestdag van 1 augustus. Zij snijden de einden kruisvormig in en roosteren ze. Nu ik het lees, herinner ik mij een identiek ingekruiste geroosterde cervela uit Oostenrijk. De Duitsers zijn ook zeer trots op hún cervelat of zerfelat, ze vinden dat daar een streekgerecht, onder andere in Braunschweig en nog zeven of acht andere streken. In de jaren vijftig kwam er in Nederland een grote uitgave van het Handboek van de Slager uit, dat voor de Vlaamse markt verkocht werd als Moderne Beenhouwerij en Charcuterie in Woord en Beeld. Ik vernam dat het Nederlandse boek hier razend populair was bij de vorige generatie en dat zowat iedere beginnende slager een exemplaar kreeg waarvoor ouders en vrienden hadden samengelegd. Dat boek bevat al een viertal recepten voor cervelaatworst. Het is trouwens tekenend hoe men in ons taalgebied nog niet eens één en dezelfde schrijfwijze voor deze specialiteit kan vinden! Cervela is dus wel bijzonder internationaal, een waarlijk ubiquiste worst. Hij duikt op in de Renaissance in de eerste grote Italiaanse kookboeken. De naam is dan cervelata, wat ‘met hersenen’ betekent. Vandaag zijn hersenen geen vast ingrediënt meer van de cervela, maar wat er nu wel in gaat is uiteraard een familiegeheim, zoals de slager dan zegt. In de meeste recepten spreekt men van mager runds-
“Wanneer een recept overal gemaakt wordt en via de grote distributie verkrijgbaar is, stopt het een streekproduct te zijn. Lego is géén streekproduct uit Jutland!” vlees, varkensvlees en zwoerd. Uiteraard kan cervela ook van paardenvlees worden gemaakt (maar altijd met toevoeging van varkensvlees), waarbij men een rode worsthuid gebruikt in plaats van een witte. De worst is gekruid met look, gekookt en meestal (maar in Frankrijk niet noodzakelijk) gerookt. In werkelijkheid heeft iedereen al de gruwelverhalen gehoord van de slagersgasten die als job urenlang beenderen moesten afschrapen “voor de cervela.” Hoe fijner de structuur van een worst, hoe verdachter de inhoud! Ik vrees dat we niet echt willen weten, wat er allemaal ingaat. Ik ken in ieder geval veel sullige cervela’s, maar ook enkele bijzonder lekkere. Een goeie vinden is een soort cervela-roulette, maar ze bestaan wel. Hopelijk niet alleen in Zemst. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1383 PAGINA 20 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Paul Schoovaerts: “Op de Zavel of op de Grote Markt slaak ik vaak een zucht van gelukzaligheid: hier voel ik mij thuis!”
© MARC GYSENS
Paul Schoovaerts, een leven voor muziek
‘Zonder passie werkt het niet’ EVERE – “Wanneer gaat ge stoppen?’, vraagt mijn vrouw meer dan eens. Wanneer? Liefst nooit. Als de passie er niet meer is, onmiddellijk. Het publiek kan je niet bedriegen. Sta zonder hart op het podium, het kleinste kind zal het merken.” Paul Schoovaerts maakte 33 jaar deel uit van de Muziekkapel van de Luchtmacht. Eerst als tweede klarinetsolo, later als secretaris. Waarna een tweede leven begon als harmoniedirigent.
Z
aal Toots, hoofdkwartier van De Ster, de harmonie van Evere. Dat de passie nog steeds brandt bij de man die tegenover mij zit, is onmiskenbaar. Ondanks het feit dat tram 6 ondertussen al gepasseerd is. “Het is op deze eigenste plek dat de microbe me heeft gebeten. Grootvader was een van de stichters van De Ster. Vader speelde klarinet, mijn oom speelde klarinet. Ik was acht, de toenmalige dirigent Pierre Weemaels, een prachtige man die mijn muzikale vader is geworden, was klarinetsolo in Rigoletto. Hij had zijn leraar, Jean Tastenoe, die later ook mijn
de overkoepeling van de harmonies en de fanfares in Vlaanderen en Brussel, heb ik ondertussen opgegeven. Omdat het vergaderen om te vergaderen me een beetje te veel werd. Maar ik leid nog wel drie harmonies: De Ster in Evere, Sint-Cecilia in Humbeek en het Muziekkorps VOS Beigem.”
Krek hetzelfde leraar is geworden, gevraagd als dirigent. Na afloop zei ik: ik word ook muzikant. Mijn moeder antwoordde: ‘Maar hoe gaat ge dan uw boterham verdienen?’ Ik: ‘Met muziek.’ Zij: ‘Ja maar, van wat gaat ge leven?’ Ik: ‘Van muziek.’ Zo is het begonnen. Toegegeven, mijn middelbare studies hebben eronder geleden, maar het was wat het was.” “Ik ben er nu 62, zes jaar gepensioneerd na 33 jaar dienst bij de Muziekkapel van de Luchtmacht en ik zit er nog altijd in. De mandaten bij verschillende verenigingen, onder meer als ondervoorzitter van Vlamo-Brussels-Gewest,
Zijn eerste stappen in de muziek zette Schoovaerts aan de Muziekacademie van Schaarbeek. Later volgden studies aan de Muziekacademie van Vorst, waar hij in 1969 de Medaille van de Regering behaalde voor klarinet. Nog later vervolmaakte hij zich aan het conservatorium van Gent waar hij onder de leiding van Jean Tastenoe prijzen behaalde voor klarinet, transpositie, kamermuziek en notenleer. “Aanvankelijk ben ik begonnen met dwarsfluit. Op aandringen van mijn moeder, die thuis heel veel te zeggen had. Maar het was
altijd iets. Mijn armen konden niet volgen, ik had hier pijn, ik had daar pijn. Op zekere dag hoorde ik dat mijn vader mijn moeder achter een hoek de levieten las: ‘Ge ziet toch dat het niet gaat. Die jongen ziet daar vanaf, laat hem klarinet spelen.’ Ik dacht: ‘Nu komen we ergens!’ Doorgezet dus, waarop moeder heeft gezegd: ‘Trekt uw plan met uw zoon.’ Ieder instrument heeft zijn mooie kanten, maar klarinet was en blijft mijn absolute favoriet. Hoor ik ergens een solo voor klarinet... En toch, toch ben ik heel eclectisch. Ik kan thuis luisteren naar Bach, Vivaldi, geroerd zijn. Maar ik kan ook luisteren naar muziek uit de sixties, seventies, eighties...” “Ik heb jaren 15, 16 uur per dag gewerkt. Ik was bij de luchtmacht, gaf 20 uur les aan de Muziekacademie en dirigeerde drie harmonies. Nooit was ik thuis. Ik kwam om middernacht, halfeen de woonkamer binnen en stond om zeven uur op om naar de luchtmacht te gaan. Twintig jaar heb ik dat volge-
BDW 1383 PAGINA 21 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
houden. Natuurlijk ging dat ten koste van mijn kinderen. ‘Heb je daar geen spijt van?’, vragen mensen me wel eens. Neen. Je kan niet alles willen. En mijn kinderen zijn nooit iets tekort gekomen. Niets beklaag ik me. Moest het te herdoen zijn, ik zou alles krek hetzelfde doen. Hoewel, misschien zou ik nog langer gestudeerd hebben. In muziek kan je dat namelijk eeuwig doen, studeren. Maar ik had niet genoeg tijd. Daarom ben ik vier jaar geleden opnieuw beginnen te studeren aan de Academie van Grimbergen: orkestratie, harmonisatie en compositie.”
Will Tura Achter elke gepassioneerde man staat een sterke vrouw. “Wie zo druk bezig is als ik, moet een sterk persoon achter zich hebben. Zonder voorbehoud. Anders hou je het niet vol. Moet ik ergens naartoe, dan weet dat alles klaarligt. Piekfijn, op de juiste plaats. Léontine
“Enkele weken geleden zag ik Will Tura optreden in het Casino van Oostende. Formidabel, die energie. Hopelijk kan ik dat ook nog op mijn 72ste. Tweeënhalf uur op scène, met daartussen slechts een kwartier pauze. Chapeau” weet alles van mijn afspraken, waar ik zit. Wat gaat nog volgen, vraagt u. Ik heb enkele weken geleden Will Tura zien optreden in het Casino van Oostende. Formidabel, die energie. Ik zou willen dat ik op mijn 72ste nog zal zijn zoals hij is. Tweeënhalf uur op scène, met daartussen slechts 15 minuten pauze. Chapeau!” Met Will Tura — “Groot artiest, bescheiden man — is een van de vele namen gevallen die samen met Toots, begeleid door De Ster, voor een mooi eindejaarsconcert heeft gezorgd. “Voor dat concert tracht ik altijd iemand te vinden met een beetje stem. De twee beste die hier hebben opgetreden, zijn Sandra Kim en Ann Van den Broeck. Die laatste heeft geen grote naam, maar wat voor een stem! Toen ze Once upon a time inzette, wist ik niet meer waar ik het had. Veel plezier hebben we ook gehad van Margriet Hermans, of nog Liliane
Saint-Pierre. En dit jaar komt Sofie. Een stem die top is in België, maar miskend. Vlaanderen en België mogen fier zijn op hun muzikanten. Maar erkenning? Toots Thielemans en Jacques Brel zijn eerst naar het buitenland moeten gaan om hier voor vol aanzien te worden.” “Zelf ben ik al lang gestopt als muzikant, omdat het steeds onderweg zijn me een beetje te veel werd. Ze zochten bij de Muziekkapel op dat moment een secretaris, als enige tweetalige paste ik in het plaatje. Ik dirigeerde toen al een tijd. Dat ik niet meer kon oefenen, was dodelijk. Een instrument is iets dat een mens toch twee, drie uur per dag moet onderhouden. Je gaat achteruit of vooruit. Vrienden van mij, dirigenten, vroegen me geregeld om voor hen te komen spelen. Ik ondervond toen dat ik niet veel meer bijbracht, die liefhebbers naast mij waren bijna even goed als ik. En dat voor een laureaat van het Conservatorium, die nog in de Munt heeft gespeeld. Dus ben ik ermee gestopt. Laat me nog doen waar ik goed in ben, neem een jongere die top is en laat me gerust. Ik weet waar ik goed in ben en ik weet waar ik niet goed in ben. En van dat laatste moet een mens afblijven.”
Zucht van gelukzaligheid Paul Schoovaerts is ook Everenaar in hart en nieren. “Vijftig jaar geleden kende iedereen iedereen. Dat is met verloop van tijd veranderd. Sterk veranderd. Met die hoge woonblokken is er veel van de oude geest verloren gegaan. Er zijn mensen van overal naar hier verhuisd. Die zitten op hun appartement, hebben geen enkel sociaal contact met het gemeentelijk weefsel, met het verenigingsleven. Niet met muziek, niet met toneel, met niets. Die gaan werken, boodschappen doen, gaan naar huis en trekken de voordeur achter zich dicht. En af en toe gaan ze nog eens terug naar hun roots. Dat voel je sterk aan het verenigingsleven, zelfs hier. Ik dirigeer ook in Humbeek, daar is het nog meer zoals vroeger. Ik ben een Brusselaar, tweetalig, maar voor de Vlaming die het Frans niet machtig is, is leven in Brussel niet fameus. In Vlaams-Brabant zeggen ze: ‘Naar Brussel moeten wij niet gaan, ze verstaan ons niet. Wij gaan naar Leuven, Mechelen of Antwerpen...’ En de kleine criminaliteit is een probleem. Niet de grote, die is niet erger of minder erg dan in andere grote steden. Wel de kleine, die maakt dat mensen op leeftijd ’s avonds niet meer durven buitenkomen. Maar desondanks vind ik het Brussel nog steeds prachtig. Ik ben al vaak met mijn vrouw op vakantie naar het buitenland geweest. Mooi, interessant. Maar het is pas als ik over de Zavel of de Grote Markt kan struinen dat ik een zucht slaak van gelukzaligheid: hier voel ik mij thuis.” Karel Van der Auwera De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
3 VRAGEN AAN JAN WELVAERT
Jan Welvaert (rechts) geeft met plezier zijn kennis van mode door aan nieuw talent.
‘Brussel is voedingsbodem voor ontwerpers’ De laatstejaarscursisten mode van het opleidingscentrum Syntra in Brussel eindigen hun opleiding met een knal. Op 28 juni stellen ze hun eindcollecties voor in het hippe cultuurcentrum The Egg in Anderlecht. Ze bundelen er hun creatieve krachten in de naam van fashion. Artistiek directeur en hoofddocent mode Jan Welvaert mag weer een nieuwe lading aanstormend talent uitwuiven.
ten naar het ondernemerschap. Een eigen modehuis opstarten is iets dat we aanmoedigen en waar we hen op voorbereiden. Ik raad beginnende ontwerpers altijd aan om te beginnen met een product waar ze goed vertrouwd mee zijn, en daarvan een kleine collectie te lanceren. Op die manier is het mogelijk overzichtelijk en vooral origineel te werk te gaan. Totaalcollecties groeien spontaan tijdens het ontwerpen.”
Wat staat er op het programma op 28 juni? Jan Welvaert: “De laatstejaarsstudenten van het modedepartement hebben een jaar lang gewerkt aan een eigen collectie, die ze op 28 juni voorstellen aan het grote publiek. De cursisten die aan Syntra Brussel afstuderen leren in de loop van de opleiding hun artistieke concepten te vertalen naar coherent uitgewerkte silhouetten. Aangezien we creatieve vrijheid stimuleren werden er geen specifieke thema’s opgelegd. Kleding is niet statisch, het moet in beweging gezien worden. Daarom dat de modeshow cruciaal is.”
Welke mogelijkheden biedt Brussel als modestad? Welvaert: “Brussel wordt op dat vlak zwaar onderschat, en dat is jammer. De stad is nog ongecultiveerd terrein voor de mode-industrie, vooral wat Vlaamse ontwerpers betreft. De goede kledingzaken zijn er schaars, terwijl er wel voldoende potentieel aanwezig is. Brussel is een broeinest van diversiteit en creativiteit, de ideale voedingsbodem voor modeontwerpers.”
U bent zelf ontwerper. Wat is uw advies voor de laatstejaars? Welvaert: “De bedoeling van een opleiding bij Syntra is dat de cursisten de stap zet-
De modeshow vindt plaats op 28 juni in The Egg, Barastraat 175, 1070 Anderlecht. Voor tickets en info: info@syntrabrussel.be
Céline Vincent
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Paul De Weerdt, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Rika Braeckman: 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Patrick Jordens, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Tijs van den Boomen, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Paul Schoovaerts, hier aan het werk als dirigent.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1383 PAGINA 22 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
Klimmen > Voormalig wereldkampioene Isabelle Dorsimond stond aan wieg van Belgische klimzalen
‘Wij waren pioniers’ BRUSSEL – Onze hoofdstad speelt al jarenlang een prominente rol in de Belgische klimwereld. Heel wat Brusselaars klommen zich bij de wereldtop, maar ook op vlak van infrastructuur stonden we vooraan. De indoor klimzaal zoals we hem nu kennen ontstond in de Nieuwlandstraat. Isabelle Dorsimond stond mee aan de wieg van die zaal, en klauterde zelf een mooi palmares bij elkaar.
‘T
oen ik in de jaren 1970 begon met klimmen, werd dat alleen op de rotsen en in de bergen gedaan,” legt Dorsimond uit. “Eigenlijk deed men het vooral ter voorbereiding van de bergbeklimmingen die op vakantie werden ondernomen. Het was een kleine wereld waarin je niet zo eenvoudig kon toetreden. Je moest eigenlijk iemand kennen die het al deed, zodat die persoon je kon inleiden in de sport.” Die wereld opende zich voor Dorsimond pas op haar zeventiende. Ze groeide op in het Luikse en leek op weg naar een mooie judocarrière. Ze was een talentvolle judoka die wekelijks vijf à zes keer trainde en zich volledig toelegde op de vechtsport. Tot een buur haar meenam naar de rotsen langs de Ourthe om te klimmen. De liefde groeide en haar judocarrière kwam vroegtijdig tot een einde. “Het feit buiten te kunnen sporten en niet opgesloten te zijn, trok me aan. Bij klimmen ga je de strijd aan met jezelf, niet met een tegenstander. En dat ik altijd met vrienden klom - er hing altijd een leuke sfeer - heeft ook een belangrijke rol gespeeld.” “Het mooie aan klimmen is dat je altijd veel kunt reizen. Er zijn zoveel rotsen en bergen, zoveel mogelijkheden. Ik herinner me mijn eerste reis naar het buitenland. Marseille was
de CLUB
Isabelle Dorsimond: “Zo’n grote beker, logeren in een chic hotel, dat is allemaal wel leuk, ja. Maar daarom niet het mooiste.”
onze bestemming. Ik zat toen op het secundair, dus vertrokken we vrijdag na school. Met vier in een 2PK, twintig uur rijden langs secundaire wegen. We sliepen voor de rotsen, aan een haventje. Heel het weekend lang
© MARC GYSENS
klommen we en op zondag keerden we terug naar huis. Terug twintig uur. Onze passie was groot.” Die klimpassie bracht haar als prille twintiger naar de hoofdstad. Ze werd namelijk verliefd
op een Brusselse klimmer en besloot met hem een vzw op te richten. Het klimmerskoppel organiseerde klimreizen in het weekend en tijdens de schoolvakanties. Ze verdienden net genoeg om te eten en hun eigen avonturen te
de hockeyploegen uit de buurt, zonder onze eigen aanpak te verloochenen.”
gen te stallen. Van hen vragen we een volledige toewijding. De gevraagde discipline en opgelegde regels zullen in die ploegen groter zijn dan hun leeftijdgenoten die in de eerder recreatieve ploegen zullen spelen. Al vragen we altijd, uiteraard, respect en inzet.” “We willen dat iedereen zijn plaats vindt binnen onze club. Het is best wel opwindend om met dit plan bezig te zijn. Twee jaar na de lancering beginnen we al resultaten te zien.” Behalve kwaliteit wil Parc ook groeien op vlak
Parc Oudergem
Parc wil uitbreiden OUDERGEM – De ledenaantallen van hockeyclubs blijven maar stijgen. Parc Oudergem is geen uitzondering en maakt zich zelfs klaar voor een verdubbeling van de aantallen. De ambitieuze toekomstplannen krijgen stilaan vorm. “De club had bij haar ontstaan in 1953 het park van Woluwe als thuisbasis,” legt voorzitter Pascal Reyntjens (48) uit. “Vandaar onze naam. In 1981 verhuisden we naar Oudergem, waar wij als eerste Belgische club een synthetisch veld hadden. Onze geschiedenis werd onder meer gekleurd met een beker van België en de deelnames van een paar van onze spelers aan de Olympische Spelen, jaren terug. Ons topjaar was 2002: toen werden onze dames zowel Belgisch kampioen indoor als outdoor, en wonnen ze de beker van België.” Dat topjaar kreeg echter geen gevolg. De kampioenenploeg was voornamelijk samengesteld
uit dames die samen waren opgegroeid en de jeugdreeksen hadden doorlopen. Andere verantwoordelijkheden en een tekort aan goede opvolgers, zorgde voor het ineenstuiken van de damesploeg. Maar de wind is ondertussen gekeerd. “Ze hebben afgelopen seizoen de promotie naar de eerste klasse (onder de ereklasse, red.) afgedwongen. Onze inspanningen om meisjes aan te trekken en hen goed op te leiden, werpen hun vruchten af. Het doel is nu een vaste waarde te worden en binnen de drie jaar te promoveren naar de eredivisie. Onze mannen spelen in tweede klasse. Met hen willen we op termijn een stevige eersteklasser worden.” “We hebben een strategisch plan voor de komende jaren, er is een echte wil om samen te werken en vooruit te gaan. We trekken aan één zeel en de verantwoordelijkheden worden goed verdeeld tussen de bestuursleden. Ons doel is de concurrentie aan te gaan met
Geen limieten Die eigen aanspraak houdt zowel “hockey voor iedereen” als hockey op hoog niveau in. Reyntjens beseft maar al te goed dat niet al de spelers het potentieel hebben om een topper à la Tom Boon te worden. Daarom deze aanpak, waarin iedereen zijn gading vindt. “Ons doel is de beste spelers bij onze topploe-
BDW 1383 PAGINA 23 - DONDERDAG 20 JUNI 2013
bekostigen. Het streven om van klimmen hun job te maken, leidde tot een doorbraak in het indoorklimmen. “Wij hebben eind jaren 1980, samen met een paar vrienden, het concept van de moderne klimzaal gelanceerd: artificiële klimmuren waarop verplaatsbare grepen aangebracht worden. Eigenlijk waren wij pioniers in België. We waren de eersten die een privézaal openden waar je tegen betaling kon klimmen.” “Het begon in de Nieuwlandstraat, waar onze zaal nog altijd is. We installeerden de panelen en testten die aanvankelijk zelf uit, samen met bevriende klimmers. Na een tijdje
“Wij hebben eind jaren 1980 het concept van de moderne klimzaal gelanceerd: artificiële klimmuren waarop grepen worden aangebracht”
vroegen we onze vrienden om lidgeld en zo is het gegroeid. We deden dat helemaal in eigen beheer, met eigen geld. We zijn niet gaan aankloppen bij de bank. Dat betekent dat het paneel per paneel ging, stilletjes aan. Wij hadden de eerste zaal van het land, maar ons systeem vond vrij snel navolging.”
Gestrande Chilenen en Russen De stap naar competitieklimmen was logisch voor Dorsimond. Dag in, dag uit was ze bezig met klimmen – zowat al haar vrienden waren klimmers – en ze had er het talent voor. In 1986 werd ze nog vijfde en laatste tijdens haar eerste wedstrijd, maar daar kwam snel verandering in.
“Aanvankelijk was dat rotsklimmen, maar stilaan verplaatsten de wedstrijden zich naar de zaal. Dat was onder meer om praktische redenen. Ik herinner me een internationale wedstrijd in de Alpen die niet kon doorgaan door het slechte weer. Daar stonden die Chilenen, Russen en andere buitenlanders dan.” “Het hielp me wel om een eigen zaal te hebben, al was de combinatie werken en sporten niet evident. Klimmen was mijn hobby, mijn werk, mijn passie. Ik was er altijd mee bezig en soms werd het toch wat veel. Tegelijkertijd was dat ook een van de redenen van mijn succes. Ik was constant aan het klimmen. Dat ik iemand ben die er altijd voor gaat en geen schrik heeft, hielp ook wel.” En succes had ze. Dorsimond won heel wat internationale wedstrijden, had een abonnement op Belgische titels, maar vooral: in 1989 en 1991 werd ze wereldkampioene snelheidsklimmen. Haar manier van trainen heeft ze echter nooit aangepast. “Discipline is zeker niet mijn sterkste punt. Echt specifiek trainen, urenlang, dat kan ik niet. Ik moest vrienden rond mij hebben, eens in de rotsen gaan klimmen. Mij amuseren. En ik moest kunnen afwisselen. Vroeger kon dat nog, de toppers kwamen uit het rotsklimmen. Nu zijn de mogelijkheden in de klimsport groter en moeten ze zich eerder toeleggen op een bepaalde discipline.” “Mijn mooiste moment? Die wereldtitels waren mooi, ja. Maar ik heb ook goede herinneringen aan andere gebeurtenissen buiten competitie. Ik was bijvoorbeeld een van de eerste klimmers die het 8A-traject aan haar palmares heeft toegevoegd. Ik heb daar zeker hard voor moeten werken, voor moeten strijden, en dat is even mooi voor mij. Zo’n grote beker, logeren in een chic hotel, dat is allemaal wel leuk, ja. Maar daarom niet het mooiste.” Dorsimond is vandaag mede-eigenaar en -uitbaatster van klimzaal Terres Neuves, waar ze ook nog les geeft. Maar met mate, want ze kan het klimmen en reizen niet laten. “Het is mijn sport, ik blijf doorgaan. Geld is niet belangrijk om gelukkig te zijn. Mensen ontmoeten, je passie beoefenen en reizen zijn dat wel.” Tim Schoonjans
David Steegen Lilicup Mijn vriend Axel is scenarioschrijver, copywriter, vertaler, tekenaar en hij kan een afwasmachine herstellen. Een man met een fijnzinnig gevoel voor humor. Brusselaar. We zien elkaar niet zoveel omdat de werkdruk te hoog is en het familiaal leven ook heel belangrijk is. Daarnaast moet er nog wat gevoetbald en gesport worden. Ik pleit schuldig. Zijn vele voorstellen worden door mij bijna voortdurend afgewimpeld. Het is frustrerend. Axel is een man van tienduizend ideeën per seconde. De creatieve Brusselse geest wil voortdurend bruggen bouwen tussen cultuur en voetbal, zijn onvoorwaardelijke passies. Altijd broedend op ‘projecten’ (wat een gruwelijk woord), slaagt hij erin, in tegenstelling tot vele fantasten die deze aardkloot rijk is, om de ene verwezenlijking na de andere neer te zetten. Zo heeft hij zich in het zuiden van het land een mooie naam als cartoonist bij elkaar getekend. Zijn tekeningen zijn typisch Brussels. Nooit stout, altijd met een knipoog en enige zelfspot is hem niet vreemd. Zo was Axel graag ambtenaar op ziekteverlof geworden of herder met een fluit. De duizendpoot werkt ook voor een van de beste radiozenders ter wereld, Classic 21 van de RTBF. Axel is een Anderlechtsupporter en voetbalpurist. Twee keer hetzelfde. Hij beleeft de club met nostalgie, met veel liefde en met een onbegrensde eerbied voor het verleden. We delen de onvoorwaardelijke en romantische liefde voor Robby Rensenbrink, Ludo Coeck en Enzo Scifo. De voetbalvirtuozen belichamen onze passie. Voor een verjaardag schonk hij me ooit een tegel met de afbeelding van Johan Cruijff. Zuivere vintage. Hij had er honderden op de kop getikt. Op een of andere rommelmarkt. Die ene tegel koester ik als een kleinood. Enkele maanden geleden vertelde hij dat zijn partner een
bakkerij zou openen die cupcakes zou aanbieden. “Hoe kan je daar nu je brood mee verdienen?”, dacht ik in alle stilte. Onlangs zocht hij me na het voorbije glorierijke seizoen op om mij iets voor te stellen. Aan de telefoon verontschuldigde hij zich alvast. “Deze keer is het ernstig, David,” verzekerde hij me. “Ik heb een uitgever en al, echt waar.” Hij vertelde dat hij, samen met een vriend, een boek over de Rode Duivels aan het opstellen is. Duizenden anekdotes over de nationale ploeg, gebundeld en geïllustreerd met zijn cartoons. Om de gewonnen 32ste titel te vieren had hij een mooie doos met vier cupcakes meegebracht. De roze linten en letters op de spierwitte doos straalden klasse en familiale warmte uit. Gezelligheid zoals we die op zondag bij onze oma’s beleefd hebben. Zorgeloosheid, in het volwassen leven helemaal verdampt en verdwenen. “De bakkerij is dus nog steeds open, goed voor hem,” dacht ik nuchter. Het is geenszins de bedoeling om het terrein van Nick Trachet of van een of andere culinair erudiete restaurantcriticus te betreden, maar nu kan het even niet anders. De cupcakes van bakkerij Lilicup aan de Edelknaapstraat in Elsene zijn onwaarschijnlijk en onbeschrijfelijk lekker. Dat bevestigt mijn jongste dochter, die bekend is met de suikerzoete smaak dankzij een meter van tachtig jaar. Het mooiste is dat de vitrine van Lilicup in het paars en wit geschilderd werd toen RSCA kampioen werd. Une maison de confiance. Nu al. Brussel is de mooiste stad ter wereld. www.brusselnieuws.be/steegen
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
VOOR EEN PLAATSJE BIJ DE TOP © PA RC AU DERGHEM HO CK EY CLUB
Parc Ouder gem: ieder jaar stijgen de ledenaan tallen.
van kwantiteit. Er zijn vandaag zo’n 550 leden en dat aantal moet de komende jaar gestaag groeien. De omkadering en infrastructuur staan klaar om dat op te vangen. “Volgend seizoen willen we aan zevenhonderd leden komen en op middellange termijn moeten we met een duizendtal zijn. Maar pas op, we zijn en blijven een familiale club. Zo zijn heel wat leden familie van spelers van het eerste uur.” “Op vlak van infrastructuur hebben we niet meteen limieten. Komend seizoen zal ons
BRUSSEL – Onze nationale sevens rugbyploeg speelt dit weekend de tweede ronde van het Europees kampioenschap in eigen huis. Onze nationale ploeg trok begin deze maand naar Israël om er deel te nemen aan de eerste ronde van het Europees kampioenschap in divisie A. Daarin spelen twaalf landenploegen een weekend lang tegen elkaar om zoveel mogelijk punten te verzamelen. Het doel? Eerste eindigen en zo een promotie afdwingen naar de Grand Prix Series, bij de
Europese top. Onze jongens wonnen al hun wedstrijden en incasseerden amper punten. Komend weekend moet die prestatie herhaald worden in het Koning Boudewijnstadion. De grootste tegenstanders worden wellicht Nederland, Polen en Moldavië. Op zaterdag 22 juni worden de poulematchen afgewerkt en op zondag staan de finales geprogrammeerd. Er wordt telkens van tien uur ’s ochtends tot zes uur rugby gespeeld. Per dag betaalt u tien euro, voor beide dagen kost een ticket vijftien euro. TS
PETANQUE IN EEN PAKJE nieuw veld klaar zijn, waardoor we meer spelers kunnen verwelkomen. Als we zo blijven groeien, zou het me niet verrassen als we 1.500 leden halen. Dan zou er wel een derde veld moeten aangelegd worden. Dankzij de goede verstandhouding met de gemeente kunnen we nog groeien.” Tim Schoonjans Meer info op www.parchockeyclub.be
BRUSSEL – De Challenge Suzanne zet het park van Woluwe opnieuw op stelten met petanque, pakjes en pastis. Dit gezellige tornooi ontstond in de jaren 1960, maar kende de afgelopen decennia een woelige geschiedenis. Tot 2009. Een groep gemotiveerde mensen nam toen de Challenge Suzanne in handen, genoemd naar een dame die in het verleden een vooraanstaande rol speelde in de organisatie. Dit tornooi is dan ook meer dan petanque alleen. Op zaterdag 6 juli kunt u het aan den
lijve ondervinden. Triplettenploegen nemen het dan tegen elkaar op. De deelnemers worden aangemoedigd om zich te verkleden en dat zorgt elk jaar voor grappige taferelen. Uiteraard wordt er voor de dorstige spelers en toeschouwers de nodige pastis voorzien. Het tornooi begint om tien uur ’s ochtends en loopt omstreeks zeven uur op zijn einde. Na de prijsuitreiking wordt het diner om halfnegen op gang getrokken. Zowel het tornooi (per ploeg) als het diner (per persoon) kosten twintig euro. Meer info op www.challengeTS suzanne.com.