MARC DIDDEN BOEKSTAAFT ZIJN STAD
“Spreek met meer liefde over Brussel” flying horseman: stadsblues met een gebroken hart En ook: Wim Vandekeybus, John Lydon en Stacey Kent.
LEES P.18-19
17 10 13
© SANDER DE WILDE
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
BX HULDIGT STADION IN
JETTE – BX Brussels, de voetbalclub met sociale dimensie van Vincent Kompany, heeft een nieuwe thuisbasis: het Gemeentelijk Stadion van Jette. De spelers wonnen meteen ook de allereerste échte thuismatch, waarbij het stadion werd ingehuldigd, en wel met 2-0 van Sterrebeek. De supporters, een mooie doorsnede van de Brusselse bevolking, zagen dat het goed was. KL
Economie > Beci boos over aanwezigheid van Voka in Brussel
Ruzie onder patroons BRUSSEL – Het zit er bovenarms op tussen de ondernemingsfederaties Beci (Brussel) en Voka (Vlaanderen). Die laatste heeft zijn zinnen gezet op Brussel. “Dit is imperialisme,” zegt Olivier Willocx van Beci.
V
oka-Comité Brussel is niet meer. Voortaan heet het Voka Metropolitan. Voka-leden uit Halle-Vilvoorde worden automatisch lid. De Vlaamse werkgevers willen meer wegen op Brussel. Want in België is er maar één metropool en dat is Brussel, zo vindt Voka-baas Jo Libeer. Bij Beci, de koepel van Brusselse ondernemingen, wordt dat gezien als een oorlogsverklaring. “Dit is
imperialisme,” zegt Olivier Willocx, CEO van Beci, in een interview met deze krant. Volgens Willocx kan Voka onmogelijk de Brusselse belangen verdedigen. “Het zwaartepunt van Voka ligt in Vlaanderen, niet in Brussel.” Willocx wijst er ook fijntjes op dat met de toegenomen regionalisering Voka juist minder aanspraak kan maken op Brussel. Bij Voka zijn ze zich van geen kwaad bewust. “We hebben dit doorge-
praat met Beci,” zegt Libeer. Toch blijkt uit andere reacties dat het water tussen Beci en Voka dieper is dan ooit. Brusselse leden van Voka verwijten Beci te dicht bij de Brusselse politiek te staan en te weinig dynamiek aan de dag te leggen. “We hebben vier jaar geleden samen Brussels Metropolitan Region voorgesteld met het VBO en de Waalse ondernemers, maar Voka heeft al het werk gedaan. En Beci probeert de pluimen op haar hoed te steken,” zo klinkt het. Het conflict gaat uiteindelijk over het marktaandeel in Brussel, en het daaraan gekoppelde moreel gezag. Voka telt onder zijn leden maar een
handvol Brusselse ondernemingen, maar nu Voka Metropolitan ook de leden van Halle-Vilvoorde erbij neemt, is de organisatie plots een stuk groter. Dat geeft Voka meer slagkracht in haar lobbywerk en belangenbehartiging. Libeer begrijpt niet waarom Beci daar moeilijk over doet. “De BrusADVERTENTIE
Curieus wat de toekomst jou brengt? Ga dan naar pagina 7
selse bedrijven verdedigen, dat is voor Beci. Wij houden ons bezig met gemeenschapsmaterie zoals onderwijs en interregionale dossiers als mobiliteit.” Beci is niet van plan om het hierbij te laten. “Waarom zouden wij geen afdeling oprichten in Diegem of Zaventem? Neen, dat is geen grap,” zegt Willocx. Volgens hem hebben verschillende bedrijven in de Rand Voka de rug al toegekeerd. “Er zijn genoeg bedrijven in Vlaanderen die de meertaligheid en openheid van Brussel verkiezen.” Goele De Cort en Steven Van Garsse P.4-5: interview met Olivier Willocx van Beci ADVERTENTIE
Lees over vrijwilligerswerk op pagina 9 in deze krant.
N° 1398 VAN 17 TOT 24 OKTOBER 2013 ¦ WEEK 42: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1398 PAGINA 2 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
OPMERKELIJK © IRISNET
Economie > Citydev luidt alarmbel
REGERING WIL ECONOMIEHUIS, EN SNEL BRUSSEL – De regering is op zoek naar een geschikte locatie voor een nieuw Huis van de Economie. Het gebouw zou nog voor de verkiezingen gevonden moeten worden. Politici hebben iets met de oprichting van ‘huizen’: zo is er al het Huis van Culturen in Molenbeek en zijn er zes Huizen van de Energie. Schaarbeek heeft dan weer een Huis van de Vrouw. Daar komt binnenkort een nieuw huis bij: dat van de Economie. Het is een van de beslissingen die op de regeringsseminars van Oostende en Luik is genomen en waar Brussels minister van Economie Céline Frémault (CDH) graag mee naar de verkiezingen wil. In het Huis van Economie zouden Innoviris, Citydev (exGomb) en het Brussels Agentschap voor Ondernemen (BAO) onderdak krijgen. De regering is op zoek naar een gebouw van 10.000 vierkante meter en heeft daar anderhalf miljoen euro per jaar voor veil. De bedoeling is efficiëntiewinst. Innoviris, dat R&D stimuleert in Brussel, heeft vandaag onderdak in een chique kasteel in Ukkel (eigendom van het OCMW van Brussel). De huur daarvan is torenhoog. Het Brussels Agentschap voor Ondernemen zit dan weer op Thurn & Taxis, naar verluidt aan een schappelijke huurprijs. In de beste der werelden gaan die twee agentschappen naar de gebouwen van Citydev (exGOMB) in Molenbeek. Een deel van dit in de jaren 1990 gerenoveerde art-decogebouw is vandaag onverhuurd. Maar Innoviris en het BAO staan niet meteen te springen om een verhuis naar Molenbeek. Ze zouden liever centraler zitten in de stad. Dus gaat de zoektocht nu naar een gebouw in het centrum van de stad. Het Citydev-gebouw zou dan kunnen worden omgebouwd tot woningen. Opmerkelijk is de snelheid waarmee de operatie zou moeten worden afgerond. De beslissing om te centraliseren dateert van enkele weken geleden. Minister van Economie Céline Frémault (CDH) wil al volgend jaar een gebouw gevonden hebben. Er zijn verkiezingen in mei. Dat wordt dus een race tegen de tijd. Steven Van Garsse
Woningen verdringen de industrie BRUSSEL – Net zoals er destijds massaal woon gelegenheid werd opgeofferd voor kantoren, zo palmen woningen vandaag gestaag industriegrond in. Citdev.brussels maakt zich zorgen en luidt de alarmbel. Minister-president Rudi Vervoort (PS) en minister van Economie en Werk Céline Frémault (CDH) reageren terughoudend.
C
itydev is de nieuwe naam voor de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel (Gomb). Citydev is bij het brede publiek vooral bekend als vastgoedpromotor, maar speelt ook een belangrijke rol in de industriële politiek van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is dan weer de haven die de belangrijkste speler in de logistieke sector is. Samen met de administratie heeft Citydev de nog beschikbare terreinen voor industrie in kaart gebracht. Citydev ontwaart alvast een ‘dramatische’ evolutie in gemengde zones: “Op de nog bebouwbare gronden die volgens het GBP (gewestelijk bestemmingsplan) in gemengd of sterk gemengd gebied liggen, zullen nagenoeg geen productieactiviteiten
meer gedijen. Een dramatische en hardnekkige trend. De woonfunctie is in deze gebieden aan een opmars bezig waardoor ze stilaan tot woongebied ‘verworden’. Het feit dat productiegebieden en woongelegenheid minder verenigbaar worden naarmate er meer woningen komen, werkt dit verschijnsel nog in de hand.”
Een plezierboot Citydev twijfelt er aan of de Ondernemingsgebieden in een Stedelijke Omgeving (OGSO’s) die de regering wil creëren in Brussel, Anderlecht, Schaarbeek en Evere de trend kunnen keren. Deze werden niet in het overzicht opgenomen. Ook de gevangenis in Haren wordt deels op industriegebied gebouwd en aan
“Slechts één project, dat van SchaarbeekVorming, voorziet in specifieke industriële activiteiten en dan nog als randactiviteit”
Beco wordt een lap grond ‘opgeofferd’ voor een park. En daags voor Citydev de alarmbel luidde gaf de regering aan minister Brigitte Grouwels (CD&V) de opdracht om in de buurt van Beco een uitbater te zoeken voor een boot met onder andere een zwembad. Het is de facto enkel nog in gebied voor stedelijke industrie dat produc-
tieactiviteiten beschermd worden. Maar de beschikbare gronden zijn er in zestien jaar tijd tot de helft herleid. En dat geldt ook voor de logistiek. In 1997 telde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 485 hectare onbebouwde industriegrond. Dat is drie procent van de oppervlakte van heel het gewest. Als de terreinen verder tegen hetzelfde tempo ingenomen worden, rest er in 2030 geen enkel industrieterrein meer. Veel gronden zijn overigens kleine lappen – minder dan één hectare – terwijl Citydev op zoek is naar gronden van tien hectare voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Van de terreinen die ‘beschikbaar’ zijn is maar 29 hectare op korte tot middellange termijn inzetbaar.
Schaarbeek-Vorming Citydev stelt ook de vraag of er in diverse grote projecten die op stapel staan plaats zal zijn voor industrie: “Slechts één project, dat van Schaarbeek-Vorming, voorziet in specifieke industriële activiteiten en dan nog als randactiviteit.” De ministers Vervoort en Frémault re-
DE WEEK IN BEELD DOOR BART DEWAELE
Afgelopen maandag bezetten betogende Afghanen Kunst-Wet, met verkeerschaos als gevolg. Aanleiding voor de betoging was een teruggestuurde Afghaanse asielzoeker die werd vermoord door de Taliban. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block (Open VLD) is kop van Jut.
© BART DEWAELE
WEEKOVERZICHT
BDW 1398 PAGINA 3 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
© SASKIA VANDERSTICHELE
WOENSDAG 9 OKTOBER VERTREKPREMIE BRUSSELS PARLEMENT AFGESCHAFT. Ook in het Brussels parlement is de afschaffing van de vertrekpremie een feit. De premie bedroeg 18.000 euro bruto per jaar dat een parlementslid had gezeteld. OPVOEDINGSPRIJS. Chris Van Lysebetten, bezieler van de jeugdorganisatie Habbekrats, ontvangt de tweejaarlijkse Prijs Filson Steers Mariman. Vzw Habbekrats richt zich al 20 jaar tot kinderen en jongeren uit maatschappelijk kwetsbare groepen. Na nieuwjaar opent een Habbekrats-huis op de Brusselse Grote Markt.
DONDERDAG 10 OKTOBER PARKING.BRUSSELS. Het Brussels gewestelijk parkeeragentschap gaat voortaan door het leven als Parking.Brussels - een naamssuggestie van Brussels Mobiliteitsminister Grouwels (CD&V). Het agentschap moet het gewestelijk parkeerplan in goede banen leiden. ZWEMBAD OP BOOT? De Brusselse regering sluit een principieel akkoord over een evenementenboot. Daarin komen activiteiten voor het grote publiek. Er is sprake van onder meer een zwembad en een schaatspiste. Er komt nog een marktbevraging.
VRIJDAG 11 OKTOBER MEER BEDRIJVEN GEVEN ER DE BRUI AAN. In Brussel zijn in de eerste acht maanden van 2013 bijna 20 procent meer ondernemingen gestopt dan in dezelfde periode vorig jaar, blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau Graydon. Daarmee doet Brussel het een stuk minder goed dan de andere gewesten. Maar er komen nog altijd meer starters, vooral eenmanszaken, bij.
In het havengebied woedt er een strijd tussen wonen en logistiek.
ageren voorzichtig. Vervoort: “Wat de logistieke activiteiten betreft, is het van belang dat men zich concentreert op activiteiten die nodig zijn voor het functioneren van de stad. Het project om naast het TIRcentrum aan de Havenlaan een stedelijk distributiecentrum en een economische zone te creëren vormen daar een mooi voorbeeld van.” En nog: “Ik ben ervan overtuigd dat we niet alle productieactiviteit uit de stad mogen weren en dat we projecten moeten kunnen ontwikkelen die een herontplooiing van de economie
“ “
mogelijk maken, ook als het om productie gaat.” Maar ook: “Maar dan wel in een kader dat te verzoenen is met de stedelijke omgeving.”
Uitweg Maar er zijn nog een paar uitwegen, zeker voor bestaande bedrijven op de sites van Citydev. Deze sites zijn momenteel weinig verdicht. Citydev stelt voor om de bufferzones en achteruitbouwstroken af te schaffen zonder de esthetiek onrecht aan te doen. Sommige bedrijfszones zijn minder dan 50 procent bebouwd.
Volgens Vervoort stevenen we af op een verdichting van zowel bedrijven als wonen. Maar ook: “Er zijn nog altijd terreinen die er hopeloos verlaten bij liggen, en dit soms sinds vele jaren. Zo merkte de gemeente Anderlecht op dat in de zone Biestebroek bepaalde terreinen al dertig niet meer gebruikt worden.” Maar of verdichting en het inzetten van een paar verlopen sites de grote behoefte aan terreinen kan opvangen, is weinig waarschijnlijk. Danny Vileyn
SPORTHOTEL. De VUB neemt haar gloednieuwe sporthotel - zeg ‘U Residence’ - plechtig in gebruik. Het biedt plaats aan studenten én aan sporters, die er ook getest kunnen worden in een klimaatkamer. Meteen is er ook een nieuwe toegang tot de universiteitssite. BANEN IN DE KINDEROPVANG. Er komen in Brussel 154 nieuwe jobs bij in crèches en kleuterscholen, beslist de gewestregering. Het gaat om de invulling van een beslissing die dateert van juni. Toen nam de regering zich voor om 2,5 miljoen euro te investeren in zogenaamde gesubsidieerde contractuelen voor de kinderopvang. MINDER TRAMONGEVALLEN. Bij de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB waren vorig jaar 14 procent minder tramongevallen dan in 2011. Ook de ongevallen met voetgangers gaan in dalende lijn. BEDRIJFSGROND GERAAKT OP. Er is slechts 29 hectare bedrijfsgrond beschikbaar voor bedrijven die op korte of middellange termijn willen bouwen. Voor 2030 zullen de laatste gronden zijn opgebruikt.
Ik zou graag de Griekse commentaar kunnen lezen.”
ZATERDAG 12 OKTOBER Daan oogst succes in Griekenland met zijn sirtaki-liedje La Crise (in De Standaard).
Minder Frans meer Brigitte’, die slogan achtervolgt me nog altijd.” CD&V-minister Brigitte Grouwels legt uit waaraan ze haar reputatie te danken heeft als communautaire hardliner. Spijt heeft ze niet van de kiescampagne van 2003 (in L’Echo).
DIENSTENCHEQUESBEDRIJVEN BEZORGD. Aan de vooravond van de overdracht van werkgebonden materies van het federale politieke niveau naar het regionale, vreest het Brusselse Platform van de PWA Dienstencheques voor zijn financiering. Het platform bestaat 5 jaar en verenigt 10 tewerkstellingsagentschappen. Die geven werk aan 400 mensen. Ook duurdere dienstencheques baren hen zorgen. LEIFtime Achievement Award. Het LevensEindeInformatieForum (LEIF) viert zijn tiende verjaardag met een symposium in de KVS. Jacinta De Roeck, Jeannine Leduc en Myriam Vanlerberghe krijgen de allereerste LEIFtime Achievement Award. De drie vrouwen lagen in 2002 als senator aan de basis van de euthanasiewet.
ZONDAG 13 OKTOBER RODE DUIVELS EXTRA AANGEMOEDIGD. Ruim 5.000 supporters trotseren weer en wind om naar de open training van de Rode Duivels in het Koning Boudewijnstadion te komen kijken.
MAANDAG 14 OKTOBER
HET GETAL
HOOP OP VERBLIJFSPAPIEREN. Zowat 150 à 200 Afghaanse sans-papiers protesteren opnieuw aan het kabinet van premier Elio Di Rupo. Ze protesteren in de hoop een verblijfsvergunning te krijgen. De groep Afghanen zwerft al ruim een maand rond in Brussel van de ene naar de andere verblijfplaats.
2.432
De Nederlandstalige hogescholen in Brussel tellen dit schooljaar 2.432 generatiestudenten (studenten die zich voor het eerst inschrijven in het hoger onderwijs). Dat is 5,59 procent minder dan vorig jaar, zo blijkt uit cijfers van de Vlaamse Hogescholenraad. Het is een grotere daling dan het Vlaamse gemiddelde, dat op 2,2 procent ligt en dat volgens Raad te maken heeft met de daling van het aantal 18-jarigen. Het totale aantal studenten
aan de Nederlandstalige hogescholen in Brussel (HUB, Erasmushogeschool, Luca) is wel gestegen, namelijk met 3,58 procent, tot 10.149. Dit is geheel in lijn met de andere Vlaamse hogescholen. Opleidingen die het volgens de Hogescholenraad bijzonder goed doen in Brussel zijn medische beeldvorming, multimedia en communicatietechnologie en interieurvormgeving. Bettina Hubo
Samengesteld door Kim Verthé
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1398 PAGINA 4 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Economie > Olivier Willocx (BECI) over Picqué, Voka en de stad van twee snelheden
‘Het is hier een beetje Oost- en West-Berlijn’ BRUSSEL – Olivier Willocx, CEO van Beci, neemt geen blad voor de mond: Charles Picqué toonde geen leiderschap, de verplichte Actiris-vacatures zijn te gek voor woorden en Voka en de N-VA kunnen maar beter ophouden met hun Brusselse bemoeienissen. “Waarom zou ik de waarheid niet zeggen?”
D
e Brusselse regering zit in de laatste rechte lijn voor de verkiezingen. Voor Beci, de koepel van Brusselse ondernemingen, was het regeerwerk van matige kwaliteit. Een positief punt: de Brusselse economie heeft de crisis tamelijk goed doorstaan, maar dat is meer ondanks dan dankzij de regering. Olivier Willocx: “Er zijn de laatste vijf jaar meer jobs gecreëerd in Brussel dan in Vlaanderen. We gingen van 650.000 naar 714.000. Op een bevolking van 1,1 miljoen is dat een theoretische werkzaamheidsgraad waar vele regio’s alleen maar van kunnen dromen. Het gaat dan wel om een pendelaarseconomie. Dat is om twee redenen minder gunstig: er is een mobiliteitsprobleem dat op termijn de economie in Brussel kan ondergraven, én de laaggeschoolde Brusselaars kunnen niet van die economische groei profiteren. De werkloosheid blijft hoog.” Hoe komt het dat Brussel het al bij al goed doet? Willocx: “Door de diensteneconomie. Die heeft minder te lijden onder de concurrentie van landen als China of Brazilië. De Europese hoofdzetel versterkt dat effect. Ieder land dat bij de EU komt, levert tot duizend nieuwe jobs op in Brussel. Maar dit alles is gezien vanuit macroeconomisch oogpunt. Kijk je van dichterbij, dan zie je dat de bedrijven in Brussel erg kwetsbaar zijn. Ze houden maar net het hoofd boven water. Daarom zeggen wij: voer de druk niet op. Geen extra belastingen dus.” De regering-Picqué kreeg een onvoldoende van BECI. Hoe beoordeelt u de Brusselse regering nu, met een nieuwe kopman? Willocx: “Deze regering communiceert goed, en dat is belangrijk.
Picqué en Cerexhe toonden geen leiderschap, Rudi Vervoort (huidige minster-president, PS) heeft een sterker imago. Hij toont ambitie. Maar de aankondigingspolitiek van de regering-Vervoort is overdreven. Wat deze regering in een paar maanden tijd nog allemaal wil realiseren, heeft veel weg van een show. Hou het toch realistisch!” Mobiliteit was een zwak punt. Willocx: “Picqué heeft mea culpa geslagen, dus zal ik niet te hard zijn. Beci heeft een witboek gemaakt over de mobiliteit van de toekomst in Brussel. Dat is, al zeg ik het zelf, een revolutionair document waarvoor vriend en vijand ons de lof hebben toegezwaaid. Wij zeggen: stadstol is geen absurd idee. Daar zijn natuurlijk voorwaarden aan verbonden: een goed uitgebouwd GEN-netwerk, nieuwe metrolijnen, etcetera.”
Olivier Willocx •
Geboren in 1966
•
Kleinzoon van CVPminister Albert Coppé
•
Economie aan de ULB
•
Europees Recht aan de Universiteit Amsterdam
•
Kabinet Brussels minister Hervé Hasquin (PRL)
•
Sinds 2000 CEO bij Beci
•
Voorzitter Brusselse Sociaal-Economische Raad
Economie Benoît Cerexhe (CDH) is ronduit tegen. Willocx: “Wat wil hij dan wel? Een standstill? Bedrijven staan nu al klaar om Brussel te verlaten door de belabberde mobiliteit. Banken splitsen hun vestigingen en richten afde-
U wil hetzelfde als staatssecretaris Bruno De Lille (Groen). Willocx: “Ja en neen. De Lille is voorstander van stadstol in de Vijfhoek en de Europawijk. Daar geloven wij niet in, want dan slaat het drukke verkeer over op de omliggende wijken. Stadstol in het Brussels Gewest? Dat is dan weer een cadeau voor de bedrijvenzones in de Rand van Brussel. Vandaar onze oplossing: rekeningrijden in de hele GEN-zone (grosso modo de oude provincie Brabant, SVG/GDC).”
“Nederlands kennen is het verschil tussen een huis kunnen kopen of enkel een appartement”
Gaan de BECI-bedrijven daarmee akkoord? Willocx: “Ja. Dat is niet zo vreemd. Ook in Londen hebben bedrijven de eerste stap gezet richting stadstol, en het is uiteindelijk door een socialistische burgemeester ingevoerd. Dat heet convergentie van standpunten.”
lingen op in Gent en Luik omdat het personeel niet langer in de file wil staan. Eigenlijk is het is heel eenvoudig: hoeveel wil je betalen om een uur minder in het verkeer vast te zitten? Negen euro lijkt dan een aanvaardbaar bedrag.”
De vorige minister van
Hoe komt u zelf naar het werk? Willocx: “Met de wagen als ik mijn kinderen naar school breng, anders
met de brommer. Dat is de snelste manier. Van Ter Kameren tot de Grote Markt doe ik er tien minuten over. Openbaar vervoer is alleen efficiënt als er metro ligt.” De Brusselse regering wil parkeerplaatsen schrappen in kantoorgebouwen. Dat is ook een maatregel om het autoverkeer aan banden te leggen. Jullie zijn tegen. Willocx: “Brussel heeft ons vroeger verplicht om parkings te bouwen onder kantoren. Die hebben intussen een zekere vastgoedwaarde. Dat nu willen terugschroeven is onfair. Het brengt ook geen zoden aan de dijk. Bedrijven zullen hun werknemers altijd een parkeerplaats willen bieden. Anders blijven die weg.” Brusselse bedrijven worden binnenkort verplicht om voor elke vacature met Actiris in zee te gaan. Willocx: “Dat is te gek voor woorden. Hoe kan Brussel ons die verplichting in de maag splitsen als de informatica voor de matching nog niet operationeel is? Actiris is niet in staat om op de personeelsvraag van de Brusselse bedrijven te antwoorden. Zo’n maatregel is een rondje bedrijven pesten. Moet ik gaan uitleggen aan Toyota dat ze voor de aanwerving van hun nieuwe Japanse CEO langs Actiris moeten passeren? Of aan Coca-Cola? Als die verplichting er komt, is dat bedrijf zo uit Brussel weg. Dat kan, hé. De verhuis van de maatschappelijke zetel kan in een uur. De enige relevante vraag is: waarom kloppen Brusselse bedrijven vandaag liever bij VDAB aan, dan bij Actiris?” Ook voor dit dossier stond u lijnrecht tegenover Cerexhe, terwijl hij toch doorgaat voor een minister die de bedrijven verdedigde. Willocx: “De laatste twee jaar niet meer. Cerexhe ziet de zaken heel erg communautair. Het probleem van de arbeidsmarkt is volgens Cerexhe dat van discriminatie. Hij ziet met lede ogen aan hoe snel Vlamingen aan een baan komen en Franstaligen in de werkloosheid blijven han-
© SASKIA VANDERSTICHELE
gen. Hij heeft deels gelijk. Tachtig procent van de human ressources in bedrijven is in handen van Vlamingen. Die rekruteren makkelijk andere Nederlandstaligen. Want onder Nederlandstaligen is er een soort van solidariteit: het minderheidssyndroom. Ze geven elkaar niet makkelijk kritiek. Maar er is ook een objectieve reden waarom veel Vlamingen gemakkelijker een baan vinden. Het volstaat om naar de Pisa-cijfers te kijken. Franstalige leerlingen van vijftien hebben een achterstand van een jaar ten opzichte van Vlaamse. Dat is enorm!
die laag- en middengeschoolde Brusselse werklozen? Willocx: “Brusselaars moeten leren om ook buiten Brussel een baan te zoeken. Hier heeft Cerexhe wel een goed beleid gevoerd, met een betere doorstroming van de Brusselse werklozen naar Vlaanderen.” De N-VA staat klaar om Brussel mee te besturen. Op socioeconomisch vlak staat die partij dicht bij het patronaat. Willocx: “De N-VA heeft nooit veel respect getoond voor Brussel. Ik geloof ook niet dat de N-VA Brussel goed kent. Kennis van en respect voor Brussel zijn toch een belangrijke voorwaarde om mee te besturen.” “Het zwaartepunt van de N-VA ligt in Vlaanderen, niet in Brussel. Dat betekent natuurlijk niet dat de N-VA zich niet kan aanpassen. Tot nu toe spraken ze oppositietaal. Dat kan veranderen.” “En wat het socio-economische programma betreft: ik heb de N-VA nog niet veel horen zeggen over het Brusselse bedrijfsleven. Ze spelen eerder in op de Vlaamse perceptie die van Brussel bestaat. Maar klopt die wel? Brussel is de derde rijkste regio van Europa. Vlaanderen staat op de 58ste plaats. Ik wil wel lessen krijgen van een ander, maar dan moet die wel zijn plaats kennen.”
Olivier Willocx: “Beci-bedrijven zijn voorstander van rekeningrijden in de hele GEN-zone. Is dat zo vreemd?”
Het verschil in niveau is dermate groot dat alle bedrijfsleiders liever een technicus uit Gent aanwerven, dan eentje met hetzelfde diploma uit Molenbeek.” “Dus ja, er is discriminatie, maar die is wel ergens op gebaseerd: op het verschil in resultaat tussen twee systemen. Brussel is een beetje Oost- en West-Berlijn geworden. En ik moet u niet vertellen wie OostBerlijn is.” “Talenkennis is ook een pijnpunt. Ik ben zelf opgegroeid in Ukkel, ik hoorde geen woord Nederlands op straat. Ik was ook niet gemotiveerd
om het te leren (Willocx staat ons te woord in vlekkeloos Nederlands, SVG/GDC). De Brusselse jeugd moet beseffen dat het leren van Nederlands het verschil maakt tussen een huis kunnen kopen of enkel een appartement. Het salaris in Brussel ligt 18 procent hoger dan in de rest van België. Waarom? Omdat tweeen drietaligheid de regel is.” U wil beter technisch onderwijs, maar meer dan ooit is Brussel een stad waar de tertiaire economie het goed doet. Is er wel plaats voor al
Ondertussen krijgt u concurrentie. Voka Brussel heet nu Voka Metropolitan. Willocx: “Euh, wie zegt u? Elke keer als ik Voka om hun plannen vraag, krijg ik een andere uitleg. Voka zit dan ook met een huizenhoog probleem. Ze pleiten voor verdere regionalisering, maar dat betekent meteen ook minder macht in Brussel. Het is een paradox in hun programma. Voka verdedigt de belangen van de Vlaamse bedrijven buiten Brussel, niet die van de Brusselse bedrijven. Neem het logistiek bedrijf DHL. Dat wil niet meer vertegenwoordigd worden door Voka, en heeft zich nu bij Beci aangesloten. Ook de hoofdzetel van Brussels Airport is trouwens in Brussel gevestigd, omdat hier meertaligheid de regel is. We krijgen klachten uit Tervuren en Overijse van Chinezen en Japanners: de dame achter het loket kan wel Engels spreken, maar ze mag niet.” “Brussel is hoofdstad van Europa, net omdat we altijd open en vriendelijk zijn geweest ten aanzien van buitenlanders. Vlaanderen lijkt dat niet te begrijpen.” Voka kan in Brussel actief zijn. Beci niet in Vlaanderen. Steekt dat niet? Willocx: “Wie zegt dat wij dat niet kunnen? We zijn hetzelfde van plan. Beci wordt actief in Diegem. Neen, dat is geen grap.” Komt het nog goed tussen Voka en Beci? Willocx: “Er is een gebrek aan vertrouwen. Voka stelt zich imperialistisch op. Wij zien het anders: wij zijn een economische structuur, geen communautaire vereniging.” Goele De Cort en Steven Van Garsse
© JO VOETS
BDW 1398 PAGINA 5 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Rolstoelatlete Marieke ‘Wielemie’ Vervoort getuigt over haar ziekte en de ondersteuning die ze krijgt van de mensen van LEIF.
Welzijn > Euthanasie en palliatieve zorg
‘Begaan met de wil van mensen’ BRUSSEL – LEIF bestaat tien jaar en dat werd gevierd in de KVS. LEIF staat voor Levens Einde Informatie Forum en telt 400 artsen en verpleegkundigen die het levenseinde bespreekbaar maken. VUB-professor geneeskunde en voortrekker Wim Distelmans: “Wij zijn begaan met de wil van mensen, wij willen niet dat er beslissingen vallen over de hoofden van mensen.” Tijdens de vie-
ring werd ook de eerste LEIFtime Achievement uitgereikt aan drie politicae die aan de basis liggen van de euthanasiewet: Jacinta De Roeck, Jeannine Leduc en Myriam Vanlerberghe. Getuigenissen waren er onder andere van rolstoelatlete Marieke Vervoort. Er zijn al 16.000 aanvragen voor LEIF-kaarten waarmee mensen hun wensen voor het levenseinde kenbaar maken. DV
Onderwijs > VBB twee jaar verlengd
Fusie-vzw komt er niet BRUSSEL – De nieuwe fusie-vzw die Voorrangsbeleid Brussel en Broso (Brussels Ondersteuningspunt Secundair Onderwijs) moest bundelen komt er niet. Broso maakt inmiddels deel uit van SNPB, het Samenwerkingsverband Netgebonden Pedagogische Begeleidingsdiensten. In Brussel bestonden tot voor enkele jaren heel wat ondersteunende organisaties voor het Nederlandstalig onderwijs. Omdat de scholen tussen de bomen het bos niet meer zagen, liet de Vlaamse Gemeenschapscommissie de verenigingen in 2008 fuseren tot het Onderwijscentrum Brussel (OCB). Eigenlijk moest Voorrangsbeleid Brussel (VBB) mee fuseren. Maar omdat VBB grotendeels door Vlaanderen wordt gesubsidieerd, bleek dit niet haalbaar. Nochtans doen beide organisaties hetzelfde werk: Brusselse scholen begeleiden op het vlak van taalonderwijs. Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) nam zich van bij zijn aantreden voor om in elk geval de Vlaamse onderwijsbegeleiders te laten samensmelten. Want behalve VBB, dat het basisonderwijs ondersteunt, subsidieert Vlaanderen ook Broso, een kleine organisatie die in het secundair werkt. Door de fusie zou de aanpak van
VBB naadloos overlopen in het middelbaar onderwijs. Hoewel de oprichting van een fusie-vzw opgenomen werd in het onderwijsdecreet XXII is het plan niet gelukt. Reden? In de nieuwe vzw zou netoverschrijdend gewerkt worden (zoals VBB en ook OCB doen) maar Broso hield vast aan zijn netgebonden werking. Uiteindelijk heeft Smet dan maar beslist om de werking van VBB voor twee jaar te verlengen en Broso onder te brengen in het SNPB, waar ook Rand en Taal in zit. Bedoeling is om een taalondersteunend beleid voor het secundair in Brussel en de Rand op te zetten. Piet Vervaecke, directeur van het OCB, betreurt dat de decretaal verankerde fusie-vzw er niet komt. “Het engagement van Vlaanderen is nu nog steeds niet duidelijk. Wat over twee jaar?” Bovendien had het OCB gehoopt op een betere samenwerking voor het secundair. “In het basisonderwijs werken OCB en VBB goed samen. Niemand merkt dat het twee verschillende organisaties zijn. Maar voor het secundair zullen we nog steeds moeten samenwerken met een organisatie die netgebonden werkt, met drie mini-teams dus. Dat lukt niet goed.”
HUB
BDW 1398 PAGINA 6 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Samenleving > Indisch-Brusselse gemeenschap koestert eigen cultuur
In de slipstream van de slimste IT’ers EVERE – Groeit er een Little India in Evere? De woonmarkt leeft er alleszins op expats en sedentaire Indiërs, die de IT-noden in Brussel komen ledigen. Geen wonder dat cultureel centrum Brussels Mandir en de kruidenier City Express zich in de buurt hebben genesteld. Naar aanleiding van Europalia India toerde BDW rond. We zagen, luisterden, proefden en overstegen oorzaak en gevolg, met karma. © SANDER DE WILDE
A
Westerse hemdsmouwen De Indische diaspora, met haar vele religies, mag dan wel de grootste in de wereld zijn met 22 miljoen uitwijkelingen, in Brussel zijn 95 procent van de Indiërs Hindu. Dat valt meteen op in het cultuurcentrum Mandir in de Kolonel Bourgstraat, dat sinds een jaar nieuwe ruimtes inricht voor yoga op zondagoch-
“Indische wrongel, drumsticks, bittere fenegriek, verse mosterdbladeren en okra’s die je mag betasten: alles bij enkele kruideniers”
Keukengoeroe Apolina Fos vindt 30 rijstvariëteiten en groenten bij een handvol kruideniers. © SANDER DE WILDE
ntwerpen leeft van Jains & Jew(el)s, gekscheert men, verwijzend naar de European looking Indiërs die, naast de Joden, de Scheldestad op de wereldschaal tillen dankzij de juweelhandel. De Jains, die niets eten wat onder de grond groeit, – terwijl de meeste Indiërs trouw zweren aan de heilige kookdrievuldigheid ‘gember, look en ajuin’ – vormen samen met de Noord-Indische Sikhs (groentenkwekers en fruitplukkers in de regio Sint-Truiden) een minderheid van de Indiërs hier. De grote meerderheid vormt de jonge IT-generatie, uit het zuiden van India. Die heeft zich wat Brussel betreft genesteld in de bedrijvenzone richting Zaventem. Nirman Arora, voorzitter van de IndoBelgian Association (www.InBelg. eu) en See-EU, de snelst groeiende vereniging van Indiërs in Brussel, heeft een Helpdesk voor expats en organiseert ontmoetingsfora voor studenten en families. Als eerste contactpunt is hij dé referentie om over het Indische doen en laten te vertellen. Jongens spreken af om cricket te spelen, of het bij de oudste Brusselse club is of op een zondagsterrein. De vrouwen spelen een partijtje tennis. Vorig jaar nog wonnen twee Indische meisjes het dubbelspel van de WTA Brussels Open. Nirman Arora: “Met 5.000 studenten in België, waarvan toch 400 in Brussel (vooral VUB) hebben we onze handen vol. Officiële cijfers hebben het over 7.000 Indische residenten - bijna louter zakenlui en hoogopgeleide technici. Maar de grote massa leeft hier in ‘transit’. Ik heb het dan over 20.000 Indiërs, vooral experts in de IT-sector en actief bij grote bedrijven als Tata Consultancy Services (TCS), HCL, Infosys (Koloniënstraat) en NXMH (Kunstlaan). Ze lossen elkaar af, in contracten van zes maanden tot een jaar of twee, met speciale loonafspraken. Alleen al bij Belgacom (in de Noordwijk) werken jaar in jaar uit 800 Indiërs met (tijdelijke) contracten.” InBelgs ondervoorzitter, Kumar Harsch Ranjan, die met roommates in de Madoutoren woont en als softwareconsultant van Think Soft door BNP-Paribas ingehuurd werd, treedt hem bij: “Ook vrouwen die tien jaar terug hun man naar
België volgden, zijn bedrijvig in de softwaresector. Wat gendertermen betreft, zijn hier toch 35 procent vrouwen tewerkgesteld. Dat mindere aantal is te wijten aan hun grotere terughoudendheid voor expatriëring wegens familiebanden.”
In de winkel vind je de vreemdste groenten, zoals drumsticks.
tend, dansles (als kathak en salsa) en klassieke muziekstudie, waaronder gitaar. Achter de polyvalente zaal schuilt een gouden tempel, vol bloemenslingers, rode matten en offergoden. “We houden avondvieringen, met muziek en eten tot in de vroege uurtjes,” geeft de zaalverantwoordelijke mee, terwijl hij achterliggende lokalen toont die wachten op donaties om ingericht te worden. “Subsidies krijgen we niet, het hindoeïsme is hier niet erkend,” relativeert hij, “maar ongeacht het geloof heten we iedereen welkom. Met vier kilo linzen en een pot rijst koken onze vrouwen makkelijk voor vijftig bezoekers.” Binnenkort, op 3 november, wordt bij Mandir Divali (het Lichtfeest of het Hindu-kerstfeest) gevierd met veel sfeer en kleur, en ook Inbelg trommelt voor Divali 500 rijkelijk geklede feestvierders op, dit jaar in Gent. Dit soort feestdagen blijkt net als de Indische dj-party’s, de link die Indiërs cultiveren om hun roots te honoreren. “De perperdure kurtas of sherwanis (goudbrokaatkleren) die ik uit India meebreng - want niet in Brussel en enkel in Parijs te vinden - spaar ik voor deze hoogdagen,” bekent Arora, in Westerse hemdsmouwen. “Dan moét deze feestkledij, maar op een
doordeweekse dag zou het op carnaval lijken,” lacht hij.
Mosterdbladeren De sterkste overlevering van de Indische cultuur is echter te vinden in de eetgewoontes thuis. Aan restaurants valt in Brussel amper wat te vinden, al komt Pakistaanse en Bengaalse keuken dicht in de buurt. Zelfs het bejubelde La Porte des Indes op de Louizalaan, wordt als vereuropeeste keuken afgeschilderd. Apolina Fos, die al zeventien jaar in Brussel woont, en als keukengoeroe met haar blog (Bombay-Brusselsblogspot.com) en kookworkshops India-fans te vriend heeft, tipt maar één eetadres: “Enkel bij Ganesh, al sinds 1999 een open eettent in de kelderverdieping van City 2, smaakt de Biryana (groentebol met bombaynoot en raïta (sojagalet)) echt authentiek.” De kok mag dan wel een Bengaal zijn, de recepten komen van ‘moeders keuken’ van de Indiër die met eigenares Véronique Vandevelde trouwde, vernemen we ter plaatse. “Dat er amper Indische eethuizen te vinden zijn in Brussel, heeft alles te maken met de hoogopgeleide klasse Indiërs hier, heel anders dan de nazaten van de politieke vluchtelingen na 1947, die in Engeland met eetstandjes begonnen,” bekent ze bij de Indiër Mulatani Surjit, van kruidenierszaak City Express op de grens van Schaarbeek met Evere. Op loopafstand bedient hij 400 Indische families. Hier vindt Fos haar Indische wrongel, dertig soorten rijst, mango’s die ze mag betasten en verse groenten als talloze boonsoorten, waaronder drumsticks (voor een aspergesmaaksaus bij zwarte en oranje linzen). Er lonkt ook digestief venkelzaad, bittere fenegriek (borstvergroter en smaakmaker tegelijkertijd), verse mosterdbladeren en voorverpakte snelgerechten en snacks, om de dag rond te komen. Lager in de stad bij Suryansh (Georges Henrilaan), Garam Masala en The Green Pepper (achter Jourdan), vindt de Indiër eenzelfde gamma, maar ook dadels uit Iran en limoen uit Pakistan. Of okra’s in bulk, alles betastbaar want celofaanverpakking is voor Indiërs taboe. Je moet de versheid voelen. “Enkel naar geitenvlees blijft het zoeken, maar daarvoor biedt Brussel ons als multiculturele stad soelaas, bij de Arabische slager aan de Leuvensesteenweg 186,” tipt Fos nog.
Jean-Marie Binst
BDW 1398 PAGINA 7 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
© SASKIA VANDERSTICHELE
Verjaardagsfeest met ambitie
Tien jaar na de start kan het Brusselse Huis van het Nederlands een goed rapport voorleggen. Het aantal intakes van mensen die een cursus Nederlands gaan volgen, stijgt jaar na jaar, tot een record van 19.890 vorig schooljaar. Het Huis is bovendien een pionier in de promotie van het Nederlands, zegt directeur Gunther Van Neste. “We gidsen anderstaligen naar vrijetijdsactiviteiten en leren organisaties hoe ze met anderstaligen kunnen omgaan. Dat werkt zo goed dat Vlaanderen onze projecten overneemt.” Wie zijn de cursisten van het Huis? “Twee derde is werkzoekend. Werk vinden blijft dé reden om Nederlands te leren. Daarbij zien we meer expats, en ook studenten hoger onderwijs komen vaak langs.”
“Als er geen auto’s rijden op de centrale lanen, kan je er even goed koeien op laten grazen.” Aan het woord is Marion Lemesre (MR), onze favoriete schepen van Handel in Brussel-Stad, in gesprek met een anoniem redactielid. Op gezette tijden spreekt de schepen zich al eens uit over de mobiliteit in de binnenstad, bijvoorbeeld als je haar vraagt hoe het nu zit met de plannen om de centrale lanen autovrij te maken. Tot ontzetting van de hippe stadsbewoner die al eens naar een picknick gaat, verkondigt Lemesre dan met de regelmaat van de klok dat het met dat autovrij niet zo’n vaart zal lopen. Een stad zonder auto vindt de schepen “een illusie.” Overijverig als we zijn, hebben we op de redactie nog eens het beleidsakkoord van Brussel-Stad erbij gesleurd. Dat heeft het over de “transformatie van de structurerende assen van het centrum in gedeelde, doch overheersend voetgangersruimten.” Politiek gezien een prima zin: het kan dus nog alle kanten uit. Als u het gruwelwoord inclusief leest, dan kan ons aller staatssecretaris Bruno De Lille (Groen) nooit ver uit de buurt zijn. De Lille probeerde maandag met een jongeren-vzw het wereldrecord praten via een bliktelefoon te verbeteren. Het hoe en het waarom daarvan ontging ons zoals gewoonlijk helemaal, maar het drukt ons met de neus op de feiten: politiek is een stiel waarin men best openstaat voor nieuwe ervaringen. Maar we dwalen af: staatssecretaris en vzw maakten van de gelegenheid gebruik om een “meer inclusief jeugdwerk” te vragen. De goeie ouwe Van Dale omschrijft inclusief als ‘met inbegrip van’. Wie het woord gebruikt in zijn ‘iedereen er gezellig bij betrekken’-hippiebetekenis, begaat dus een taalfout. Ook: een pintje en een gifbeker voor de politicus of vereniging die een promostunt organiseert om te zeggen dat ze mensen gewoon lekker uitsluit.
Taalbeleid > Tien jaar Huis van het Nederlands
BRUSSEL – Het Huis van het Nederlands viert vrijdag zijn tiende verjaardag met de Nacht van de Ambitie en een fuif in Bozar. Met reden, want vorig jaar klokte het Huis af op bijna 20.000 intakes van Brusselaars die Nederlands willen leren.
P-PRAAT
Opvallend: twintig procent van de cursisten komt uit Molenbeek. Vijf jaar geleden was dat slechts tien procent. Campagne gevoerd? “Nee, helemaal niet. Dat doen we nooit, want de vraag is al zo groot dat er dan niet genoeg plaatsen zouden zijn. Mond-tot-mondreclame werkt het beste, en Molenbeek is een hechte gemeenschap. Als daar een jonge gast aan een vriend vertelt dat hij werk heeft gevonden door Nederlands te leren, dan is dat de beste reclame.” Vrijdag organiseert het Huis een verjaardagsfeest met de Nacht van de Ambitie in Bozar. “Organisaties konden de afgelopen maanden hun ambitie insturen,” legt Lauriane Van der Eecken uit. “De gemeente Jette wil bijvoorbeeld volledig tweetalig personeel, de woonzorgcentra willen mensen in hun eigen taal kunnen verzorgen, enzovoort. Vrijdag maken we de winnaars bekend, hen helpen we in 2014 om hun ambitie waar te maken.” Om 21 uur volgt dan de verjaardagsfuif. Goele De Cort
CHIEN ÉCRASÉ CHAMPIGNONS – Slecht nieuws voor de liefhebbers van fauna en funghi: het Zoniënwoud wordt geteisterd door bendes die het op de paddenstoelen gemunt hebben. De onverlaten zouden clandestien leveren aan de hoofdstedelijke restaurants. De populairste soorten zijn eekhoorntjesbrood, hanenkammen en – we verzinnen het niet – de hoorn van overvloed. Door de diefstallen zouden de plantjes de kans niet meer krijgen om zich voort te planten; gevaar voor hun voortbestaan dreigt. Benieuwd of de politie de dieven al op het spoor is. DUIVELS – Afgelopen weekend was de stad in de greep van een voetbalpsychose. Uw P-praatcommentator, die zich voor de gelegenheid onder het bier zwelgende plebs begaf, hoorde op de Kunstberg hoe de plaatselijke dj Formidable van Stromae oplegde nadat duidelijk was geworden dat de Rode Duivels hun ticket voor Brazilië mochten boeken. Dat leek ons nogal vreemd: een liedje over een stukgelopen relatie om een WK-kwalificatie te vieren. Het moet van toen Ronald Reagan in zijn kiescampagne gebruik maakte van Bruce Springsteens Born in the USA geleden zijn dat een popsong minder op zijn plaats was. VOETBAL – Voetbal doet wel vaker vreemde dingen met mensen. Als we er de vaderlandse pers op nalezen, volstaan twee doelpunten van een jongeman uit Boom om de Belgische natiestaat nieuw leven in te blazen.
ADVERTENTIE
de school van morgen / L’école de demain
GA IN GESPREK MET DIALOGUEZ AVEC PASCAL SMET organiseert de school van morgen, een reeks gespreksavonden met minister van onderwijs Pascal Smet. Ontdek wanneer hij langskomt in uw buurt en stel hem al uw vragen. organise l’école de demain, une série de soirées-débat avec le ministre de l’enseignement Pascal Smet. Découvrez
21/10 22/10 24/10 06/11 12/11 13/11 18/11
19.30 19.30 19.30 19.30 19.30 19.30 19.30
St-Agatha-Berchem – GC De Kroon Ganshoren – GC De Zeyp Koekelberg – GC Platoo St-Jans-Molenbeek – La Fonderie, Ransfortstraat 27 Anderlecht – GC De Rinck Laken – GC Nekkersdal Neder-Over-Heembeek – GC Heembeek-Mutsaard
PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS MINISTRE FLAMAND DE L’ENSEIGNEMENT
CURIEUS ORGANISEERT DIT DEBAT IN ALLE BRUSSELSE GEMEENTEN. HET VOLLEDIGE OVERZICHT VIND JE OP:
WWW.CURIEUS.BE/BRUSSEL
BDW 1398 PAGINA 8 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
betonnen hindernissenpiste waar Parkours kan worden beoefend (in Ørestad). Soms slaat de creativiteit wel heel ver door. Het lijkt erop dat de burgerzin van de Denen die er onmiskenbaar is (het is proper, werkelijk ìedereen fietst) en de calvinistische samenleving gecompenseerd moeten worden met een stevige scheut krankzinnigheid. Dat is bijvoorbeeld het geval in Nørrebro waar op een
Voor de Brusselse beleidsmakers was het bezoek aan al dat fraais in Kopenhagen af en toe aan de pijnlijke kant
Kopenhagen: de verbeelding aan de macht. Boven: de nieuwe wijk Sluseholmen en silo’s in het havengebied die tot woningen zijn omgevormd. Onder: knalrode muren en een Oosterse fontein in Superkilen. Schuine balkonnetjes in Ørestad.
© STEVEN VAN GARSSE
Stedenbouw > Hoe Kopenhagen het schopte tot meest leefbare stad ter wereld
Een stad op ooghoogte KOPENHAGEN – Kopenhagen is een paradijs voor wie geïnteresseerd is in architectuur en stadsontwikkeling. Brusselse burgemeesters en vastgoedoperatoren trokken er samen naartoe op uitnodiging van minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo).
K
openhagen levert het bewijs dat met veel goede wil en gezond verstand een stad een andere richting kan worden ingeduwd. De hoofdstad van Denemarken stond in de jaren 1980 op de rand van het bankroet. Na enkele gerichte beslissingen is het nu een welvarende stad die maandelijks aangroeit met duizend inwoners. Dat is een zegen voor de stad. De aangroei is goed voor miljoenen nieuwe inkomsten, terwijl de extra uitgaven beperkt blijven. “We hebben er dus belang bij,” zegt stadsarchitecte Tina Saaby, “om veel woningen te bouwen.” En gebouwd wordt er in Kopenhagen. Hele nieuwe duurzame wijken rijzen als champignons uit de grond. Terreinen van de voormalige haven lenen zich daar uitstekend toe. In de Zuidhaven bouwden de Denen in 2005 de wijk Sluseholmen: acht huizenblokken langs een netwerk van kanaaltjes. Om de saaiheid van de blokken te
doorbreken, kregen ze gevels aangemeten in de meest diverse vormen. Het is een rustige wijk, piekfijn gebouwd, met de charme van het altijd aanwezige water. Nog indrukwekkender is de bouw van een volledig nieuw stadsdeel aan de Noordhaven. Dat moet op termijn plaats bieden aan 40.000 bewoners en evenveel werknemers. Over enkele jaren opent daar een nieuwe metrolijn. Die bouwlust gaat gepaard met innovatieve architectuur. Het zijn vaak jonge Deense architecten die hun verbeelding de vrije loop laten. Dat levert spectaculaire gebouwen op die internationale prijzen winnen en in architectuurtijdschriften verschijnen. Zo bijvoorbeeld het 8Tallet in het nieuwe stadsdeel Ørestad. Het is een gebouw met het grondplan van een acht. Getekend door Bjarke Ingels, een dertiger. Het ligt pal naast een natuurgebied en tart door de vormtaal alle verbeelding. Toch is het geen architectuur om de architectuur. Er zit visie achter.
Over de Deense architectuur is nagedacht, of het nu om het gebruik van zonlicht en schaduwpartijen gaat, of om de interactie tussen het gebouw en de gebruikers. De invloed van architect en theoreticus Jan Gehl is onmiskenbaar. Gehl gaat eerst observeren, en pas dan ontwerpen. “Eerst komt het leven,” zegt Kristian Villadsen van Gehl Architects. “dan de ruimte, en pas dan het bouwen.” Dat levert bij Gehl een universele ‘antropologische’ architectuur op. Het maakt niet uit waar de architect moet bouwen, in China, Europa of Brazilië: de mensen zijn overal hetzelfde.
Veel inkijk Er wordt tegelijkertijd heel sterk gewerkt met zichten. Hoe kijken mensen als ze in de straat lopen? Wat zien ze? En hoe kan de interactie tussen de mensen verbeterd worden? Het verklaart waarom Denen erg veel belang hechten aan ‘open’ gevels: met veel glas, en liefst nog zonder gordijnen zodat binnen en buiten met elkaar verbonden wordt. Voortuintjes zijn ideaal, want ze zorgen vanzelf voor gesprekken tussen bewoners en passanten. Architecturale kwaliteit is niet alleen van tel bij woon- of kantoor-
torens. Julien De Smedt, die zijn reputatie opbouwde bij het bureau van Bjarke Ingels heeft aan de zeearm die door de Kopenhagen loopt een promenade gebouwd, met openluchtzwembad, en kayak-schans. Het is een relatief kleine ingreep in de stad die zijn effect niet heeft gemist. In de zomer is het the place to be in Kopenhagen. De Brusselse architect toont ons in Nørrebro de hedonistic rooftop penthouses die hij ontworpen heeft boven een negentiende-eeuws woonblok. In ware teletubbiestijl zaaide hij er gras op glooiende hellingen, en maakte hij een terras van oranjerode tarmac. Verder is er een speeltuin, een observatieplatform en een buitenkeuken. De daktuin is niet van een of andere miljonair, maar is er voor de inwoners van het hele huizenblok.
Krankjorum De vastgoedcrisis van 2008 heeft ook in Kopenhagen toegeslagen. Een aantal grote projecten vielen stil, zo bijvoorbeeld de reconversie van de oude Carlsbergbrouwerij tot een nieuwe stadswijk in het centrum. De Denen lossen dat slim op door er tijdelijke installaties te bouwen: een avonturenpark voor kinderen, of een
oude treinterrein het park Superkilen is gebouwd. Het was een participatief project in deze wat armere buurt waar veel migranten wonen. De uitkomst is een inrichting waar elke homogeniteit zoek is en waar wordt geflirt met de ‘moeilijke kanten’ van de stad. Zo is er een publieke boksring in de buitenlucht, enorme luidsprekers in een betonnen omhulsel waar iedereen zijn mp3speler op kan aansluiten en een Zwarte Markt. Die kwam er op vraag van migranten die niet begrijpen dat altijd en overal belastingen moeten worden betaald. De plek is, onder meer, een taksvrije handelsplaats. Opzienbarend is ook het gloednieuwe Ørestad schoolgebouw. De lagere school biedt plaats aan 750 kinderen, is in de hoogte gebouwd en maakt komaf met heel wat architecturale conventies. De ramen situeren zich laag, wat vervelend is voor volwassenen, maar kinderen zijn er dol op. Er zijn tal van speelplaatsen, onder andere op het dak. Door de ingenieuze indeling van het gebouw heeft de gebruiker nooit de indruk dat hij in een toren zit. Pijnlijk Voor de Brusselse beleidsmakers was het bezoek aan al dat fraais in Kopenhagen af en toe pijnlijk. De Deense overheid heeft duidelijk veel geld ter beschikking – het schoolgebouw bijvoorbeeld heeft meer dan 50 miljoen euro gekost. De Deense economie, met haar flexicurity en strenge migratiewetten, lijkt goed te functioneren. Als de stad iets wil, dan komt het er, en meestal nog snel ook. Brussel wordt, in tegenstelling tot Kopenhagen, alleen maar armer door de demografische groei. Verder kan de Kopenhaagse stedenbouw ook spelen met waterpartijen en is er nog heel veel ruimte beschikbaar. Daar kan Brussel alleen maar van dromen. Nog één vergelijking: het Gewestelijk Ontwikkelingsplan voor Brussel telt meer dan vierhonderd pagina’s. Dat van Kopenhagen vijfentwintig. Of zoals iemand ooit zei: “Een goed idee hoeft niet veel betoog.”
Steven Van Garsse
ADVERTENTIE
Uitgave nr 21 - verschijningsdatum 17 oktober 2013 - hetpuntbrussel@gmail.com
Vrijwilligen in Brussel Nostalgie: ’s morgens op dauwtrip gaan, vlinders achterna hollen, spinnenwebben analyseren, knutselen met herfstbladeren…heerlijk. Wil jij dit herbeleven en zelf touwtrekker zijn van een project? Lees dan snel het artikel over NATUUR EN VRIJWILLIGERSWERK. Een gezonde combinatie voor jong en oud!
Natuur spelenderwijs Kampen bouwen, over een beek springen, in een boom klimmen of kriebelbeetjes vangen… Meer hebben kinderen niet nodig om zich volledig uit te leven. En dit kan allemaal in Brussel! Zo klinkt de uitnodiging voor het nieuw project van GoodPlanet Belgium, voorheen Green vzw. Dagelijks zetten 50 medewerkers en tientallen vrijwilligers zich in om jongeren en volwassenen te leren duurzaam leven. GoodPlanet Belgium ontwikkelt en begeleidt projecten, vormingen en lespakketten rond alle duurzaamheidsthema’s als water, energie, mobiliteit, consumptie, afval, natuur, biodiversiteit en veel meer.
Dit jaar start GoodPlanet in samenwerking met de JNM, Jeugdbond voor Natuur en Milieu, een nieuw project in Brussel. 20% van Brussel bestaat uit openbaar groen, maar veel leuke plekken blijven ongekend. Met het project ‘Natuur Spelenderwijs’ willen zij Brusselse kinderen terug laten proeven van de natuur, de natuur beleven in al haar aspecten. Door vrij spel in de natuur, ontwikkelen kinderen een sterke verbondenheid met hun leefomgeving. Tijdens de kinderjaren wordt de basis gelegd voor verwondering, affectie en zorg voor het milieu. Bovendien is het niet enkel gezond, het is ook goed voor de motorische en cognitieve ontwikkeling van kinderen. De natuur prikkelt de fantasie -omgevallen bomen worden piratenschepen, een holle boom wordt een huisje-, stimuleert de creativiteit en de
SUREN G N I N E P
O
Ja! Iedereen kan deelnemen. Voorwaarde? Graag in de buitenlucht vertoeven en anderen laten meegenieten van de wonderen en schoonheid der natuur. Geen voorkennis vereist! Wie jonger is dan 26 kan bij JNM een vormingsvierdaagse volgen tijdens de Krokusvakantie. Vier dagen lang met gelijkgezinde jongeren de Brusselse natuur induiken, brainstormen en actie ondernemen voor een groenere stad. Iedereen ouder dan 26 kan zich inschrijven voor een traject van een 5-tal vormingsmomenten bij GoodPlanet.
En wat met materiaal?
ondernemingszin. Tijdens natuurbeleving worden kinderen de auteurs van hun eigen spel. De natuur is niet langer iets waarover ze leren op school, natuur wordt gewoon ‘cool’. In het voorjaar van 2014 organiseren JNM en GoodPlanet verschillende vormingsdagen voor vrijwilligers. Tijdens deze natuurbelevingssessies maak je kennis met allerlei leuke methodieken en krijg je de nodige tips, ideeën en ondersteuning. Daarna kan je zelf aan de slag als natuurbelevingsgids en kan je, als je wil, een eigen groep onder de arm nemen. Enkele voorbeelden van natuurbelevingsactiviteiten zijn het blote voeten parcours, een tocht in het donker, kruidenpannenkoeken bakken, over beken springen, kunstwerken maken met natuurlijke materialen, zich camoufleren, vogels spotten, naar de sterren kijken, in bomen klimmen…
OVERTUIGD? Iedereen die zin heeft om er met een groep kinderen op uit te trekken en de natuur te (her)ontdekken, kan zich melden bij GoodPlanet. Meer informatie vind je op www.goodplanet.be/natuurspelenderwijs
Contact
Onthaal voor vrijwilligersorganisaties op de Steenkoolkaai 9b, Brussel: Di-do-vrij: 9-13u Sint-Jan. Bij Present vzw – Félix François, 02 221 90 39, vrijwilligerswerk@klstjan.be. Talenkennis
u Studiebegeleiding voor zieke leerlingen
1000 BRUSSEL
Individueel onderwijs aan zieke leerlingen (kleuter, basis, secundair). Les aan huis of in ziekenhuis met boeken en nota’s van school. Onkostenvergoeding. Bij S&Z, School en Ziekzijn vzw – Catheline Luyten, 02 731 43 96, brussel@s-z.be. Talenkennis
u Administratieve duizendpoot
u Tolken/Vertalers
www.hetpuntbrussel.be
Je staat in voor een piekfijn administratief beheer van de sollicitatieprocedures: versturen uitnodigingen, bellen kandidaten, praktische omkadering, ... Bij Muntpunt – Kristien Verheyen, 02 227 18 04, kristien.verheyen@muntpunt.be. Talenkennis
u Ondersteuning voor een boeiende stichting voor jongeren Algemeen secretariaatswerk en beheer van de jaarlijkse kandidaturen. Profiel: tweetalig met goede computerkennis. VOCATIO reikt beurzen uit aan jongeren met passie en talent. www.vocatio.be. Bij Vocatio – Sylviane Jacquet, 02 213 14 90, jacquet@vocatio.be. Talenkennis
u Nederlandstalige gesprekspartners
vzw Bru-taal zoekt Nederlandstalige gesprekspartners om tijdens conversatietafels gesprekken te modereren en anderstaligen te stimuleren tot praten. Bij vzw Brutaal – Danielle Peeters, 02 501 66 90, info@bru-taal.be. Talenkennis
u Passie voor Oxfam Vintage
Unieke ervaring in het hartje van artistiek Brussel. Kom Oxfam Vintage versterken tijdens de donderdag, vrijdagof zaterdagshift, om vintage te verkopen en te sorteren. Bij Oxfam Solidariteit - Katie Vanhemelrijck, 02 522 40 70 of 0477 34 71 46, vintage.bruxelles@oxfamsol.be. Talenkennis Een bezoekje brengen, helpen bij de maaltijd, patiënten vervoeren, ... Kortom extra aandacht aan de patiënt. Interesse? Infodag op 15/10 van 9u tot 12u in Kliniek
Het Sociaal Vertaalbureau Brussel Onthaal zoekt vrijwilligers om te tolken en te vertalen. Spreekt u Nederlands en 1 of meerdere andere talen, aarzel dan niet om ons te contacteren. Bij Brussel Onthaal vzw – Bjorn Truwant, 02 511 72 68, vertalen.svb.bo@skynet.be. Talenkennis
u Administratieve versterking
Ben jij graag bezig met informatie opzoeken op de computer? Of help je liever mee met verzendingen? Versterk dan onze administratie met jouw talent! Contacteer Elise Goos van Het Punt vzw, 02 218 55 16, hetpuntbrussel@gmail.com.
u Trainers/lesgevers/coach
Ben jij sterk in het geven van vormingen? Ben je een expert in een bepaalde vaardigheid? Voor een nieuw project in Brussel zoeken we trainers die op een praktische en laagdrempelige manier hun kennis en ervaring willen delen. Jij geeft het onderwerp aan. – Ilse Verhamme, Het Punt vzw, 02 218 55 16, hetpuntprojecten@gmail.com Talenkennis: Nederlands moeilijk
1020 LAKEN
u Communicatie evenementen organisator
We zoeken vrijwilligers die onze verse school willen ondersteunen. We stellen samen je takenpakket op: webmaster, evenementen creëren,… Bij Freinetschoolbrussel vzw – Christine, 0473 74 33 40, freinetschoolbrussel@gmail.com. Talenkennis
1030 SCHAARBEEK
u Whizzkid of whizzmedior of whizzsenior Met steun van de Vlaamse minister bevoegd voor Brussel
Ilse Verhamme
Onthaal voor vrijwilligers in Muntpunt: Weekdagen: 11-14u en 16-19u / Zaterdag: 12-15u
Hier vind je een greep uit de Brusselse vrijwilligersvacatures. Surf voor nog meer vacatures naar
u Vrijwilliger in Kliniek Sint-Jan
Heb je materiaal of informatie nodig? Je vindt heel wat interessante info en tools in de Mundo-bib! Deze bibliotheek, in de Edinburgstraat 26 in Elsene en met uitzicht op een ecologische tuin, is een groot documentatiecentrum voor duurzame ontwikkeling. Je vindt er boeken, tijdschriften, educatief spelmateriaal en zelfs rugzakjes boordevol natuurbelevingsmateriaal (verrekijker, loepen, touw, spiegels…). u
Digitale ondersteuning van het project www.communicatiepas.be. Bij Inclusie Vlaanderen vzw – Bernadette Rutjes, 0497 54 98 89, secretariaat@inclusievlaanderen. be. Talenkennis
u DrugLijn beantwoorder
We zijn op zoek naar luisterende oren en vlotte pennen om al wie vragen heeft over drank, drugs, pillen, gokken... met raad en daad bij te staan. Bij DrugLijn vzw – Tom Evenepoel, 02 423 03 44, druglijn@druglijn.be.
u Cultuurliefhebber
Vrijwilligers die een team willen vormen om culturele activiteiten te organiseren voor inwoners van Schaarbeek en omgeving. Bij vtbKultuur vzw – Eef Verschueren, 0478 79 13 74, eef.verschueren@vtbkultuur.be. Talenkennis
u Lesgever Nederlands
Ben jij een krak in de Nederlandse taal en kan je deze met enthousiasme aanleren? Heb je zin om één keer per week een conversatietafel Nederlands te begeleiden? Bij Aksent vzw – Kim De Bock en Lien Raes, 02 240 71 90, info@aksentvzw.be. Talenkennis
Sara Stuyck, s.stuyck@goodplanet.be of 0473 88 67 82
Vrijwilligersacademie van start! Via een ruim aanbod aan heel praktische en praktijk gerichte vormingen, een persoonlijke en lokale aanpak, kan iedereen ervaring opdoen die je direct kan toepassen. Proef van onze eerste vormingsreeks over communicatie en onthaal (15, 22, 29 november) en versterk je sociale vaardigheden! Meer info over deze eerste reeks bij het onthaal van LDC De Zeyp, 02/422 00 50 dienstencentrum@dezeyp.be. Meer info over de vormingen van de vrijwilligersacademie vind je hier: http://www.hetpuntbrussel.be/nl/vormingen-0
1050 ELSENE
u Begeleider natuurbelevingsactiviteiten met kinderen
Kampen bouwen, over beken springen, kriebeldiertjes vangen... Zin om met kinderen de Brusselse natuur in te trekken? Laat je gegevens na op www.goodplanet.be/ natuurspelenderwijs. Bij GoodPlanet – Sara Stuyck, 0473 88 67 82, s.stuyck@goodplanet.be. Talenkennis
u Buddy bij BUDDYNAMIC!
Ben jij sociaal voelend, kan je je regelmatig volgens eigen planning vrijmaken en wil je graag je leven verrijken? Word dan buddy van een psychisch kwetsbaar persoon! Bij CGG Brussel vzw – Ellen Van Ighem, 0474/ 97 58 99, brussel.buddynamic@buddywerking.be. Talenkennis
u Bar Elzenhof zoekt tappers
Elke donderdagavond wordt de bar van Elzenhof opengehouden door vrijwilligers. Ben je sociaal en wil je nieuwe mensen leren kennen? Kom dan onze ploeg versterken! Bij GC Elzenhof – Myriam Saenen, 02 648 20 30, myriam. saenen@vgc.be. Talenkennis
1080 MOLENBEEK
u Gepassioneerd retoucheuze/eur
Bij de VK*Ateliers kom je terecht in een professioneel team met goede begeleiding. Je wordt deel van het team en helpt mee met het retoucheren en naaien van
kleding. Bij vzw De Welvaartkapoen – De Jaeger Gwen, 02 412 39 30, vkateliers@vgc.be. Talenkennis
1080 UKKEL
M/V met passie
Voor ons dienstencentrum zijn wij op zoek naar vrijwilligers die gepassioneerd zijn. Of jouw passie nu koken, tuinieren, reizen of computeren is, wij hebben jullie nodig! Lokaal dienstencentrum Lotus – Marijke Oscé, 0472 20 72 41, marijke.lotus@vgc.be. Talenkennis
1000 BRUSSEL TOT 1210 SINT-JOOST-TEN-NODE
Iemand vraagt, wie draait...?
Je ontvangt de aanvragen van Gezinsbondleden voor een babysit, contacteert een oppasser van de Gezinsbond uit de buurt en bevestigt de aanvraag. Bij Gezinsbond vzw – Reinout Beyaert, 0475 62 42 29, reinout.beyaert@ gezinsbond.be. Talenkennis
1210 SINT-JOOST-TEN-NODE
Vrijwillige schrijfliefhebbers gezocht
Schrijf je graag en heb je een vlotte pen? Dan is het opvolgen van de media en het schrijven van persartikels misschien wel iets voor jou... Bij vzw Zijn – Beweging tegen Geweld - Mieke De Schepper, 02 229 38 70, mieke@vzwzijn.be. Talenkennis
VU: Veerle Leroy, Steenkoolkaai 9, 1000 Brussel
Wil jij je steentje bijdragen?
Voor iedereen?
Philippe, de grootvader van striptekenaar Wauter Mannaert, had als jeugdheld Johnny Weissmuller en overwoog om circusacrobaat te worden. Een carrière in de Brusselse bouw bracht echter meer dan genoeg spanning en avontuur. Met de anekdotes van Philippe als rode draad, wordt de beruchte Brusselse stedenbouw van de jaren 1950 tot nu tegen het licht gehouden. Vandaag: Expo ’58 (aflevering 3 van 3).
© WAUTER MANNAERT EINDE
ADVERTENTIE
BDW REGIO
BDW 1398 PAGINA 12 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Deze week in Jette > Het domein van de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesgrot
‘Bidden en blotevoetenpad gaan niet samen’ het rustig aan de grot. Maar er is altijd wel iemand. Mensen lopen even langs voor een kaarsje, voor een gebedje. Binnen in de grot hangen inmiddels ontelbare handgeschreven briefjes, kruisjes, pasfotootjes en bedankbordjes. Hélène, een orthodox-christen van Afrikaanse origine, is een van de velen die voor en na het werk passeren. Op zoek naar de genade van Maria, zoals ze zelf zegt. Maar ze doet meer: als er in en om de grot bladeren of vuilnis ligt, borstelt ze alles bijeen. “Je laat het huis van je moeder toch niet vuil achter.” In de zomer spreekt ze soms om vijf uur ‘s ochtends af met enkele vrouwen om de grot en ook de raampjes van de kapelletjes en de kruiswegstaties te poetsen. Een andere vrijwilligster zorgt dan weer voor de bloemen en de bevoorrading van de kaarsen. Nog iemand anders opent en sluit elke dag de poort. Alleen voor het onderhoud van het park zijn er op maandag en dinsdag twee PWA’ers.
Klaterend bergbeekje
SP.A-gemeenteraadslid Hannes De Geest wil van de Lourdesgrot in Jette een openluchtcentrum voor natuureducatie maken.
Het domein van de Mariagrot in Jette, ‘t grotteke in de volksmond, bestaat bijna honderd jaar. SP.A’er Hannes De Geest vindt de tijd rijp om het parkje ook te gebruiken voor natuureducatie. De gelovigen reageren afwijzend. “Dit moet geen botanische tuin worden. Het is een sacraal oord.”
H
et domein van de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesgrot in de Leopold Istraat is een van die zeldzame plekken waar de tijd geen vat op lijkt te krijgen. Behalve dat er nu oude, hoge bomen staan en dat aan de zijkant van de grot een kaarsenautomaat geïnstalleerd werd, ziet alles er onge-
veer net zo uit als een kleine eeuw geleden. Het domein werd ingewijd in 1915, een jaar na de aanpalende kerk. Die was al vlug te klein voor alle gelovigen die aan het begin van de Groote Oorlog steun zochten bij Maria. De grot is een replica van de grot in Lourdes waar 160 jaar geleden Maria zou zijn versche-
© SASKIA VANDERSTICHELE
nen aan Bernadette Soubirous. Begin vorige eeuw was het mode om overal in Europa dergelijke replica’s neer te zetten. In Jette kwam naast de grot nog een rotsachtig, glooiend parkje met vijftien rozenkranskapellen, een kruisweg van veertien staties en enkele religieuze beelden. De hoogdagen van het domein zijn de meimaand en Maria Hemelvaart in augustus. Dan trekt de grot honderden gelovigen. Maar ook op andere momenten stopt er geregeld een bus met pelgrims. En elke zondag is een schare getrouwen present voor de rozenkrans. Op een doordeweekse ochtend in oktober is
Hannes De Geest, SP.A-gemeenteraadslid in Jette, heeft veel respect voor het werk van al die vrijwilligers. Maar volgens hem kan het domein beter ingericht en benut worden. “Dit is een waardevolle plek die op de speciale dagen veel volk trekt. Maar op andere dagen is het domein onderbenut. Groene ruimte is schaars in Brussel. Hier kan meer gebeuren. Ik denk aan natuurbeleving voor kinderen. Dit zou een openluchtcentrum voor natuureducatie moeten worden waar scholen uit heel Brussel en ook gezinnen naartoe komen. De Brede school Essegem zou een en ander kunnen coördineren.” De Geest ziet tal van mogelijkheden: een educatief bomenparcours, een eetbare tuin, een buurtcomposteerplek, eventueel met een hangbuikzwijntje dat een deel van het afval opeet, een kruiden- en moestuin, een blotevoetenpad met ook een klaterend bergbeekje, uilen- en vleermuizenkasten, eendjes in de vijver, en waarom ook geen beeldende kunst. “Door naar eendjes of een hangbuikzwijntje te kijken, komen kinderen tot rust. Dat is de bedoeling: mensen tot rust laten komen in de natuur. In die zin is mijn voorstel perfect
Schaarbeek > N-VA wil lid worden van de bibliotheekcommissie
‘Cultuurpact respecteren’ Het ziet ernaar uit dat Vlaamse schepen Adelheid Byttebier (Groen) voor de vierde keer in zes maanden tijd de samenstelling van de Nederlandstalige bibliotheekcommissie moet wijzigen. In de bibcommissie zetelen (onder meer) vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen. De N-VA maakt er geen deel van uit. Tot groot ongenoegen van lokaal voorzitter
Lieven Van Mele, die klacht heeft ingediend bij de nationale Cultuurpactcommissie. Die heeft de klacht zopas ontvankelijk verklaard. De federale instelling organiseert nu een verzoeningsgesprek tussen de schepen Byttebier en de N-VA. Schepen Byttebier is niet onder indruk. “Ik zal daar de methode uitleggen die wij gehanteerd hebben om de vertegenwoordiging in de bibliotheekcommissie te organiseren zoals door de
cultuurpactwet voorzien,” zegt Byttebier. Maar volgens Van Mele valt die methode moeilijk te verdedigen. “De gemeente Schaarbeek kiest voor vertegenwoordigers van partijen die in de gemeenteraad zetelen, maar noch SP.A, noch CD&V hebben een verkozen gemeenteraadslid. Toch zijn ze in de bibliotheekcommssie vertegenwoordigd.” N-VA heeft ook geen verkozen gemeenteraadslid in Schaarbeek, maar wil nu, net als SP.A en
CD&V, na het verzoeningsgesprek een lid kunnen afvaardigen naar de bibliotheekcommissie. Die zou daardoor voor de vierde keer op rij gewijzigd moeten worden. Eerder had de Vlaamse schepen de bibliotheekcommissie zélf samengesteld, zonder overleg met de betrokken politieke partijen.
Steven Van Garsse
ADVERTENTIE
BDW 1398 PAGINA 13 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
complementair met de huidige functie van het park. Ik ben niet gelovig, maar ik geloof in de kracht van de natuur.” De Geest mist ook een wetenschappelijk beheersplan voor het park. “Er staat bijvoorbeeld een bananenboom. Zo’n uitheemse plant is vanuit ecologisch oogpunt niet verantwoord.” En hij wil de achteringang van het domein weer open hebben. Die poort ging tien jaar geleden dicht omdat er op het achterliggend pleintje overlast ontstond. Hélène is niet meteen enthousiast over het voorstel. “Het zijn misschien leuke ideeën, maar waarom hier? Jette is één van de groenste gemeenten, vlakbij ligt het Boudewijn-
Hannes De Geest:
“Door naar eendjes of een hangbuikzwijntje te kijken, komen kinderen tot rust” park. Dit parkje is veel te klein voor natuuractiviteiten met scholen. Bovendien is het een heilige plek.” Dat is ook de mening van Guy-Michel Opdebeeck. Sinds anderhalf jaar is hij – vrijwillig – beheerder van het oord, in opdracht van de vereniging parochiale werken Brussel-West. Die vzw kreeg het domein in erfpacht van de eigenaar, de parochie Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. “Het sacrale karakter moet behouden blijven. Natuureducatie is niet de rol van dit park. Dit is een plek voor gebed en contemplatie, voor mensen van alle godsdiensten. Hier zijn altijd wel gelovigen in stilte aan het bidden. Per maand worden 3.000 kaarsjes gebrand. Dat gaat niet samen met botanische lessen voor scholen. Je kan de kinderen toch niet vragen om te zwijgen.” Opdebeeck werkt wel aan een beheersplan
voor het park. Leefmilieu Brussel heeft zo’n meerjarenplan gevraagd omdat het domein enkele oude bomen wil kappen die de riolering verstoppen. Maar veel meer dan een beschrijving van de huidige tachtig bomen en een voorstel om het bomenbestand uit te dunnen en te vernieuwen, zal dat document niet bevatten. Voor grootse plannen is ook geen geld. Opdebeeck: “Het park wordt onderhouden met de opbrengst van de kaarsenverkoop. Meer is er niet. Nu al zijn we naarstig op zoek naar sponsors om toch nieuwe banken te kunnen kopen voor ons honderdjarige bestaan.” Mogelijk komt het parkje in de toekomst in aanmerking voor subsidies van Leefmilieu Brussel. Opdebeeck: “We willen eventueel met hen samenwerken, maar we willen het beheer zeker niet in hun handen geven. Dit is Dielegembos niet.”
Ontdek samen met andere ouders urt. Nederlandstalige basisscholen in uw bu
Privédomein De Geest, die de kwestie ook aansneed op de jongste gemeenteraad, hoopt dat het schepencollege zich achter zijn voorstellen schaart en in onderhandeling gaat met de kerkelijke vereniging. “Vreemd dat nota bene een socialist die zich anders altijd afzijdig houdt van kwesties over de kerkfabriek, nu wil dat de gemeente er zich mee bemoeit,” reageert de Jetse burgemeester Hervé Doyen (CDH). Hij heeft veel sympathie voor het grotdomein, dat zijn inziens dringend aan renovatie toe is. Om de vereniging te steunen, fotografeerde hij in zijn vrije tijd alle bomen voor het beheersplan. Doyen: “In het verleden heeft de gemeente geprobeerd om het domein te laten beschermen. Dat is niet gelukt. Verder hebben we er ons niet mee te bemoeien. Het is een privédomein met een religieuze functie, het is geen park voor kinderen. Hannes De Geest mag al blij zijn dat de vereniging het overdag openstelt voor het publiek.” Bettina Hubo © SASKIA VANDERSTICHELE
In het parkje staan vijftien rozenkranskapellen en een kruisweg met veertien staties.
Anderlecht > Week van de Solidariteit
Schepencollege trapt balletje Het is de week van de solidariteit en dat is ook in Anderlecht merkbaar. Twee data moet u daarvoor zeker in uw activiteitenkalender te noteren. Op zaterdag 19 november neemt het schepencollege het tegen elkaar op in een vriendschappelijke wedstrijd. Op het wedstrijdblad staan nu al Fabrice Cumps, Elke Roex, Sofia Bennani, Fatiha El Ikdimi en burgemeester Eric Tomas zelf. De lijst wordt nog aangevuld met gemeenteraadsleden uit
meerderheid én oppositie. Aftrap om zeven uur in de Simonetzaal in Anderlecht. De opbrengst gaat naar een vereniging die zich inzet voor vrouwenrechten. Een week later wordt de week afgesloten met een LatijnsAmerikaanse avond in de Curo Hall (Ropsy Chaudronstraat 7) met op het menu een wereldbuffet, traditionele Peruviaanse producten én muziek. Afspraak voor dat laatste op BS 26 oktober vanaf twee uur.
BDW 1398 PAGINA 14 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Ganshoren > Drie buurgemeenten hekelen aanpak zwembad Nereus
‘Wij willen geen kat in een zak kopen’
De renovatie van Nereus door Beliris is bijna afgerond. Binnenkort kan het zwembad na elf jaar dus weer open. Maar het is vandaag nog steeds onduidelijk hoe Nereus uitgebaat zal worden. Omdat de exploitatie volgens alle berekeningen verlieslatend zal zijn, zegt Ganshoren al jaren dat er een intercommunale moet opgericht worden samen met de omliggende gemeenten. Jette, Sint-Agatha-Berchem en Koekelberg willen wel meedoen – hun inwoners zouden dan immers ook goedkoop kunnen zwemmen. Maar niet aan elke prijs. Nadat Ganshoren enkele maanden geleden eindelijk een voorstel had gedaan, formuleerden de buurgemeenten in juni een tiental tegeneisen. Zo willen ze een deficit van maximaal 200.000 euro, vragen ze dat de grote herstellingen voor rekening van eigenaar Ganshoren zouden zijn, eisen ze een bekwame directeur en vinden ze dat de intercommunale ook be-
© BELIRIS
Jette, Sint-Agatha-Berchem en Koekelberg, de drie buurgemeenten van Ganshoren, zijn boos omdat Ganshoren onvoldoende overleg pleegt over de intercommunale die moet worden opgericht voor het beheer van het zwembad Nereus. “Ganshoren wil met ons trouwen, maar bepaalt zelf alle huwelijksvoorwaarden.”
voegd moet zijn voor de parking, cafetaria en hammam.
Liever geen financieel tekort Ganshoren reageerde pas op 9 september. Het antwoord was volgens de buurgemeenten ontgoochelend. “Een deel van onze verzuchtingen bleef gewoon onbeantwoord,” zegt de Jetse schepen van Sport Benoît Gosselin (LBJ). Intussen begon Ganshoren geheel op eigen houtje met de aanwerving van een directeur en legde de gemeente de inkomtarieven van het zwembad vast: drie euro voor de inwoners van de gemeenten van de intercommunale, vijf euro voor de anderen. Voor de buurgemeenten was dat de spreekwoordelijke druppel. Ze schreven afgelopen weekend een boze brief
aan het Ganshorense schepencollege. “Met deze tarifering komen we aan een deficit dat kan oplopen tot 500.000 euro,” zegt Gosselin. “Hoe moeten wij met zo’n deficit onze rekeningen in de eigen gemeente op orde krijgen?” Het liefst willen de buurgemeenten dat het zwembad geen financieel tekort heeft. “We willen vooral geen kat in een zak kopen.” De buurgemeenten zeggen dat ze nog altijd bereid zijn om in te stappen in een intercommunale. Gosselin: “Maar dan moeten er hoogdringend serieuze onderhandelingen beginnen. Met één gesprekspartner. Nu weten we niet of we ons tot de burgemeester, de schepen van Sport of eerste schepen Michèle Carthé (LB) moeten richten.” In Ganshoren verwijst burgemeester Hervé Gillard (MR) voor een reactie naar zijn schepen van Sport Jean-Paul Van Laethem (LB). Die zegt dat de beslissingen genomen werden omdat het college wil vooruitgaan. “We hebben geen tijd te verliezen. Maar we willen gerust opnieuw met de buurgemeenten rond de tafel gaan zitten. Zolang het zwembad niet open is, is alles bespreekbaar, ook de tarieven.” Een zwembad zonder deficit acht Van Laethem echter niet mogelijk. “Dat bestaat nergens in Brussel.”
ADVERTENTIE
Is nim irit ercincilit, quat. Ut wis niat, se dunt il incincipit ad tissequis
Bettina Hubo
De Nieuwstraat heeft veel van haar pluimen verloren, het wegdek is in een zeer slechte staat en voor originele winkels hoef je er allerminst te zijn. In plaats van zich tevreden te stellen met een nieuw wegdek en wat lantaarnpalen wil de stad Brussel ook de zijstraten en de Adolphe Maxlaan in het vernieuwingsproject betrekken. Het is inmiddels bijna vijftien jaar geleden dat de Nieuwstraat heraangelegd werd, François-Xavier de Donnea (MR) was nog burgemeester. En een succes is die heraanleg nooit geweest, binnen de kortste keren was het wegdek om zeep en hadden schofterige leveranciers de lantaarnpalen omvergereden. Schepen van Stedenbouw Geoffroy Coomans de Brachène (MR) en schepen van Handel Marion Lemesre (MR) hebben een project voor de heropleving van de Nieuwstraat en omliggende straten. Samen met Jens Aerts van Buur-Latz (maar zonder schepen van Openbare Werken Els Ampe)
ADVERTENTIE
BDW 1398 PAGINA 15 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
© BUUR / LATZ+PARTNER
Nederlandstalig Jezuïetenonderwijs in hartje Brussel
Brussel > Masterplan voor heraanleg winkelstraat
Nieuwstraat steekt Meir naar de kroon hebben ze de grote lijnen voorgesteld. Eén: de Nieuwstraat moet een eenvoudig, glad wegdek krijgen. “Bezoekers moeten niet naar hun voeten kijken om niet te strompelen over kasseistenen, ze moeten naar de etalages kijken,” oordeelt Lemesre. De Nieuwstraat verwerkt dagelijks 43.000 voetgangers, daarom willen Lemesre en Coomans er geen bomen of zitbanken. Waar wel bomen en zitbanken kunnen komen is op het Finisterraeplein, dat uitgebreid wordt met de Koolstraat die nu – dixit Lemesre – een woestijn is. De filosofie achter het project is volgens Jens Aerts eenvoudig: “De Nieuwstraat moet niet jaloers kijken naar de Meir of bang zijn voor Neo en Just under the Sky. De Nieuwstraat is
Sint-Jan Berchmanscollege
geen winkelcentrum in openlucht, maar een handelswijk met een eigen identiteit. “Vandaar dat de zijstraten en de Adolphe Maxlaan in het project betrokken worden. Terwijl de grote ketens de Nieuwstraat blijven inpalmen moeten de zijstraten meer exclusieve en originele winkels herbergen. Bedoeling is om opnieuw de nummer één te worden.” De heraanleg van de straat wordt op 3,5 miljoen euro geraamd. Het masterplan moet klaar zijn tegen februari 2014, de werken moeten beginnen in de loop van 2015. Hopelijk vallen die niet samen met de heraanleg van de centrale lanen, maar die kans is zeer klein. Danny Vileyn
OPENDEURDAG Zaterdag 19 oktober 2013 • 13.30 uur - 18.00 uur Wil u weten welke mogelijkheden ons college te bieden heeft aan jongens en meisjes vanaf 12 jaar? Breng dan een bezoekje aan ons college en maak o.a. rond 15.00 uur het optreden van ons jeugdkoor mee. Alle inlichtingen betreffende inschrijvingen kunnen op deze opendeurdag verkregen worden. Zie hiervoor ook onze website www.sint-jan-brussel.be Voor meer info: Sint-Jan-Berchmanscollege, Ursulinenstraat 4, 1000 Brussel tel 02/5120370 fax 02/5126475
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Brussel
Sportel-Kicks
ADVERTENTIE
www.sportelkicks.be
VU: Bloso, Arenberggebouw, Arenbergstraat 5, 1000 Brussel - Vrij van zegel KB 2-3-1927. Art 135.
donderdag 24 oktober 2013
www.sportelen.be
HealtHcity VGC-sportdienst - 02-563 05 14 Jette
• prijs: 4 euro bij voorinschrijving
• inlichtingen: Bloso - 015-61 41 64
BDW 1398 PAGINA 16 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
arbeidsmarkt. Marion Englert, onderzoekster economie aan de ULB, stelt vast dat het niet kennen van het Nederlands door de werkzoekenden ervaren wordt als “de meest voorkomende hindernis voor het verkrijgen van een job.” Terwijl de eentaligen 42 procent vertegenwoordigen van de werkzoekenden, vertegenwoordigen ze slechts 19 procent van de personen voor wie Actiris een job vindt. Het gebrek aan tweetaligheid versterkt dus nog de ongelijkheid en de sociale uitsluiting. Laaggeschoolde werkzoekenden halen het meest voordeel uit tweetaligheid: hun kansen op het vinden van een job verhogen hierdoor met 20 procent. Voor de hooggeschoolden vertegenwoordigt tweetaligheid niet in dezelfde mate een troef. Bij de 1.800 enquêtes gevoerd door de PVDA in voorbereiding van de laatste gemeenteraadsverkiezingen werd dit bevestigd door het feit dat arbeiders en personen met een diploma van middelbaar onderwijs meer belang hechten aan tweetaligheid dan bedienden en personen die hogere studies hebben gevolgd.
Canada, Zwitserland en Finland
“Laaggeschoolde werkzoekenden halen het meest voordeel uit tweetaligheid: hun kansen op het vinden van een job verhogen hierdoor met 20 procent,” zegt Jan Busselen (PVDA).
© IVAN PUT
Onderwijs > Jan Busselen (PVDA) breekt een lans voor immersieonderwijs
Tweetalig onderwijs voor een tweetalig Gewest BRUSSEL – Negen werkaanbiedingen op tien in het Brussels Gewest vereisen een goede kennis van de twee nationale talen. Maar één op de tien Brusselaars is tweetalig. Spijtig genoeg zijn onze Brusselse scholen zelden een garantie op tweetaligheid, zegt Jan Busselen (PVDA).
BDWOPINIE De Brusselse gemeenten hebben echter een sleutel in handen om tweetalig immersieonderwijs aan te bieden. Volgens de laatste taalbarometer spreekt een stijgend aantal Brusselaars uit Nederlandstalige en anderstalige gezinnen niet langer goed tot uitstekend Frans. Maar ook jongeren die school liepen in het Franstalig onderwijs spreken steeds minder behoorlijk Nederlands. Tegelijkertijd blijkt uit een studie van hetzelfde onderzoekscentrum uit 2007 dat 60 tot 75 procent van de Brusselse ouders voorstander is van tweetalig onderwijs.
Veel Franstalige ouders erkennen het belang van tweetaligheid en doen er alles aan om een plaats te verkrijgen in een Nederlandstalige school. Met het risico dat het kind niet kan volgen omdat het thuis niet de taalondersteuning kan krijgen van de ouders die de schooltaal niet machtig zijn. In sommige scholen zorgt een hoge concentratie anderstalige leerlingen voor een twijfel bij Nederlandstalige ouders om hun kind in de buurtschool in te schrijven, waardoor onbewust en ongewild sociale segregatie in de hand wordt gewerkt.
Volksscholen Vanzelfsprekend zal er meer nodig zijn om de reeds bestaande en toe-
JAN BUSSELEN (PVDA):
“Er bestaat een taalmethode die in Canada, Zwitserland en Finland heeft bewezen dat tweetalig onderwijs mogelijk is: immersieonderwijs”
nemende sociale segregatie in het onderwijs te bekampen. Maar dat neemt niet weg dat we ons kunnen afvragen wat het Brussels Gewest en haar negentien gemeenten kunnen ondernemen om hun toekomstige generaties meer kansen te bieden op de arbeidsmarkt en Nederlandstalige en Franstalige Brusselaars dichter bij elkaar te brengen. De ongelijkheid in het Belgisch on-
derwijs is de grootste van alle geïndustrialiseerde landen. In Brussel is die ongelijkheid tussen de scholen nog groter. Indien tweetaligheid niet verzekerd wordt voor alle leerlingen, dan is dat nog meer het geval in de volksscholen. In de technische en beroepsafdelingen is de kennis van de twee talen dramatisch. De eerste slachtoffers zijn bijgevolg die jongeren die reeds benadeeld zijn op de
Nog een reden om tweetalig onderwijs in te voeren vinden we terug in de realiteit van een stad als Brussel. In woorden is Brussel een tweetalig Gewest, maar in de feiten wordt de stad op verschillende bevoegdheden verdeeld tussen de twee grote gemeenschappen van ons land. Zo blijft ook het onderwijs voor een groot deel afhankelijk van deze gemeenschappen. De invloed van verschillende staatshervormingen, het opkomende nationalisme in het noorden en het groeiende regionalisme in het zuiden van ons land, zorgen voor een onderwijspolitiek die niet meer geënt is op de Brusselse veelkleurige realiteit. Er bestaat een taalmethode die in landen als Canada, Zwitserland en Finland heeft bewezen dat tweetalig onderwijs mogelijk is. Deze methode en haar onderwijsvorm kennen we als immersieonderwijs. Kinderen krijgen les in een andere taal dan hun moedertaal. Een deel van de lessen wordt gegeven in een tweede taal, wat iets anders is dan een ‘taalles’. Zo krijgen kinderen in een Nederlandstalige school bijvoorbeeld aardrijkskunde in het Frans. Het kind leert de taal dus door ze te gebruiken. Daar waar een tweede taal vaak pas wordt onderwezen vanaf een vijfde studiejaar of hooguit vanaf de derde klas, begint men met immersieonderwijs best zo vroeg mogelijk, al van in de kleuterklas of in het eerste studiejaar. Immersie bestaat ook al bij ons. In Wallonië passen driehonderd scholen immersie toe. Maar in Brussel, waar dit het meest nodig is, bestaan er slechts een twaalftal immersieprojecten. De Brusselse gemeenten – met steun van het Gewest – kunnen immersieonderwijs organiseren als ze dat willen. En op die manier een voorbeeld geven aan de gemeenschappen en de verschillende schoolnetten. Waar wachten ze op?
Jan Busselen PVDA Schaarbeek
BDW 1398 PAGINA 17 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be Ecodictatuurdag Deze ochtend zijn m’n kinderen, vol enthousiasme, op scoutsweekend vertrokken. Vier luxe-autocars stonden klaar voor de rit vanuit Sint-Lambrechts-Woluwe naar Maredsous. De sfeer was op zich aangenaam, maar toch voelde ik me er niet goed bij en werd ik zeer gespannen tijdens het wachten op het uitwuifmoment. En nu vraagt u zich natuurlijk af waarom. Wel, die autocars stonden daar al een tijd toen we aankwamen en dit met ronkende motoren. We bevonden ons in een enorme stinkende maar onzichtbare wolk van fijn stof en alle andere toxische stoffen die door de dieselmotoren worden uitgestoten. En ik had het gevoel dat ik de enige was die daar aanstoot aan nam. Als we nu de vergelijking maken met de woorden van Ann Brusseel op Twitter: niemand belet u om niet deel te nemen aan de activiteiten die op een autoloze zondag georganiseerd worden. Niemand belet u om niet te genieten van de rust en de stilte op die dag in de hoofdstad. U mag zelfs de hele stad doorkruisen met de auto, alleen moet u dat dan met een taxi doen. Maar als het om de gezondheid van de kinderen gaat als ze met een autocar op uitstap gaan, heb ik geen keuze. Ik moet de dictatuur van een buschauffeur die het vertikt van z’n motor uit te zetten als hij geparkeerd staat, wel ondergaan. We gaan de motor van de bus uiteraard niet vervangen door een trapas met pedalen en een ketting. Maar als die bussen aan de kant van de weg staan en de bagage wordt ingeladen, hoeven die motoren toch niet te draaien? Als je je te voet of met de fiets door de stad verplaatst, krijg je meermaals per dag te maken met vervuiling die ons opgedrongen wordt en geen nut heeft. De uitlaatgassen inademen als je door een rustige straat fietst omdat iemand aan de kant van de straat zit te bellen met de motor aan, is enorm irritant. En toch beslist die chauffeur dat wij, fietsers of voetgangers, die toxische stoffen moeten inademen. Als we dan toch het woord dictatuur gebruiken, denk ik eerder aan deze nutteloze vervuiling dan aan diegenen die u vragen om één dag per jaar niet met een stinkende auto te rijden. Edwin Hacken, Sint-Lambrechts-Woluwe
Prijs culturele evenementen Graag reageer ik op de brief van Lieve Vanderick (BDW 1395, p.15), die enkele details uit het oog lijkt te verliezen. De Bozar moet zoals alle instellingen ‘rendabel’ zijn. Een voorbeeld: op donderdag 26 september waren wel logetickets op voorhand te koop aan 20 euro, maar niet voor het gesloten tweede balkon, dat klopt. Er waren veel te weinig toeschouwers aanwezig en er werd beslist om de loges ook te sluiten voor de toeschouwers, maar de logeticketshouders mochten op het parket zitten voor dezelfde prijs. Spijtig genoeg bleven zelfs in dit geval vele plaatsen ongebruikt en dit voor het Filharmonisch Orkest van Luik met een heel mooi programma, met onder andere de Derde Symfonie van Beethoven en la Caravane du Caïre. Anderzijds bestaan er voldoende Nederlandstalige dienstencentra (LDC), waar iedereen welkom is, waar cultuurmogelijkheden bestaan zoals goedkopere tickets voor Bozar, de Munt, Conservatorium, en andere plaatsen. Wij hopen u binnen de volgende weken in een van onze LDC’s te zien voor meer informatie.
sierechten meer te innen ten laste van de langstlevende partner. Voor een modaal koppel van bijvoorbeeld 70 jaar, samen eigenaar van een pand van 500.000 euro (zelfs in Brussel een kast van een huis), zonder spaarcenten, met één of meerdere kinderen, betaalt de langstlevende echtgenoot thans nog geen 2.000 euro en niet 20.000 euro zoals uw artikel laat uitschijnen. De langstlevende echtgenoot erft immers slechts het vruchtgebruik (de naakte eigendom gaat naar de kinderen van de overledene) en de waarde van dit vruchtgebruik hangt af van de leeftijd van de langstlevende. Voor iemand van 70 jaar bedraagt die waarde 24 procent. De belastbare grondslag bedraagt derhalve 24 procent van 250.000 euro (de helft van het pand, de andere helft is reeds eigendom van die langstlevende) of 60.000 euro en de erfenisrechten bedragen amper 1.600 euro. De erfenisrechten lopen slechts hoog op indien de overledene alléén eigenaar was van het pand van 500.000 euro en geen kinderen heeft. Toch niet het meest voorkomende geval! De langstlevende echtgenoot, alléén erfgenaam, betaalt dan inderdaad nagenoeg 85.000 euro aan erfenisrechten. Paul Clément, Laken
Laurent Louis Tot mijn verbazing en bezorgdheid las ik in Opmerkelijk (BDW 1396, p.2) dat onafhankelijk kamerlid Laurent Louis het etiket extreemrechts krijgt opgekleefd. Zelf ben ik lid van een partij die niemand ooit zou verdenken van extreemrechtse sympathieën. Sinds enige tijd lees en beluister ik de politieke stellingnames van de heer Louis, en daarbij voel ik vooral respect en bewondering. Zijn visie lijkt me allesbehalve extreemrechts. Wel heeft hij tamelijk gedurfde standpunten en soms tegendraadse visies, denkt hij echt ‘out of the box’ en is zijn stijl wellicht wat polemischer dan nodig. Veel waardering voelde ik onlangs voor zijn grondige en gefundeerde kritiek op de Belgische steun aan de Franse interventie in Mali (deze interventie kreeg internationaal veel aandacht, je vindt ze op zijn website terug). Zijn stellingnames lijken me doorgaans goed doordacht en in ieder geval op feitenkennis gebaseerd. Het doet me pijn aan het hart te zien hoe een groot deel van de gevestigde politieke klasse én media vaak een spottende of ontwijkende houding aannemen als de heer Louis in de Kamer het woord neemt. Villa Politica zapt weg naar de commentator van dienst, en die zegt dan iets als “ach, daar hebben we weer de hofnar van het parlement.” In plaats van eens echt te luisteren naar wat hij te zeggen heeft, zich af te vragen of hij misschien een punt heeft, en hem even terzijde te nemen voor een gesprek. Ik droom van een democratie die haar meest tegendraadse politici en opiniemakers koestert. De visies van de heer Louis zijn duidelijk niet enkel gebaseerd op de feiten zoals de klassieke media die beschrijven, maar ook op ‘alternatieve’ (internet)bronnen zoals Info Libre, Agoravox, Argusoog en vele andere. Beste mediamensen, burgers en politici uit ons zo ruimdenkende en op de wereld betrokken Brussel: doorploeg eens wat grondiger dit soort kritische informatie, laat etiketten als ‘extreemrechts’ even aan de kant en luister met open geest naar mensen en hun opinies, vooral als ze ongewoon klinken. De democratie zal er alleen rijker van worden. Rob Daneels, Vorst
Leopold Vodak, Brussel
Verdriettaks Het artikel over de verdriettaks (BDW 1396, p.3) geeft een iets vertekend beeld over de beslissing van het Brusselse Parlement om, vanaf 1 januari 2014, geen succes-
Rechtzetting In het artikel Net daar is nood het hoogst (BDW 1397, p.15) schreven we dat Saliha Raiss voorzitter is van SP.A Molenbeek. Dat klopt niet: zij is ondervoorzitter van de afdeling. Onze excuses.
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Werk, werk, werk door Danny Vileyn 1. Eén Waals kind op vier is arm en in Brussel is de toestand nog erger. 2. De Brusselse armoedegraad is zelfs hoger dan die van de armste Europese landen. 3. Gezinnen waar niemand werk heeft, lopen bij zwangerschap meer risico op een doodgeboren kind. Het zijn drie zinnen uit Metro en brusselnieuws.be van dinsdag 15 oktober 2013. Gelukkig is de toestand te velde hoogstwaarschijnlijk minder erg dan de cijfers laten vermoeden. Wie regelmatig door Brussel wandelt heeft niet de indruk van in een derde wereldstad rond te lopen. Anderzijds, ook achter nette gevels kan veel miserie schuilen. De vaststellingen blijven hoe dan ook verbijsteren. De toestand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er op vier jaar tijd ook nog eens op achteruitgegaan. In 2009 had één op de vier Brusselaars een inkomen onder de armoedegrens, vandaag is dat één op drie. Lang heette het dat de crisis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest minder hard had toegeslagen dan in de rest van het land. Dus toch niet, al zijn de oorzaken voor de armoede heel uiteenlopend. Volgens Gregory Cremmerye van het Netwerk tegen Armoede ligt het probleem vooral bij de huurprijzen. Dat geloven wij niet. De oorzaak ligt bij het gezinsinkomen. Eén vijfde van de Brusselaars tussen 18 en 64 jaar leeft van een vervangingsinkomen, werkloosheidsuitkering of leefloon. Wie een behoorlijk inkomen heeft, kan de huurprijzen in Brussel wel aan. De vastgoedprijzen zijn hier nog altijd niet die van New York, Londen of Parijs. Meer sociale woningen zijn niet meer dan een tijdelijke oplossing. Een baan en een sociaal vangnet bij onvrijwillige werkloosheid of ziekte zijn veel belangrijker, de vraag naar sociale woningen is zo groot dat de overheid die toch nooit kan inwilligen. Met de zesde staatshervorming krijgt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer bevoegdheden inzake wonen, fiscaliteit en werk. Nog voor de verkiezingen moet de discussie losbarsten over de invulling van de bevoegdheden. Een van de vele mogelijke keuzes die zal moeten gemaakt worden, is die tussen een uitgebreid stelsel van huurtoelages en het in stand houden van een systeem van dienstencheques. Dat klinkt op het eerste zicht vreemd maar dat soort pijnlijke keuzes staat ons te wachten. Huurtoelages zijn een soort noodhulp (die zeer nuttig kan zijn), maar zonder het systeem de hemel in te prijzen: dienstencheques bieden laaggeschoolde vrouwen een baan aan in het wit circuit en halen hen uit de beslotenheid van de huiskamer. Vaak zijn ze ook de enige kostwinner. En een voorbeeld voor de kinderen. Hierover onder andere zou het debat over armoedebestrijding op korte termijn moeten gaan.
WAUTER MANNAERT
BDW 1398 PAGINA 18 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
VADROUILLE
OPENDEURDAG EUROPALIA VOOR LEERKRACHTEN
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Literatuur > Marc Didden boekstaaft zijn stad
‘Spreek met meer liefde over Brussel’ BRUSSEL – U mag het ons niet kwalijk nemen dat we voor één keer een boek waaraan we zelf een kleine bijdrage mochten leveren in de vorm van een bescheiden inleiding, nog wat verder inleiden op de bladzijden van deze krant. Als Marc Didden - inmiddels tweeënzestig jaar Brusselaar - een boek schrijft dat helemaal aan onze stad gewijd is, en dat eventueel zelfs Hollanders zou kunnen overhalen om naar hier te komen, dan vraagt dat om opheldering.
© UITGEVERIJ LUSTER
BRUSSEL – Leerkrachten kunnen op zaterdag 19 oktober (van 10 tot 17 uur) de twee hoofdtentoonstellingen van Europalia India bezoeken, India belichaamd (historisch overzicht) en Indomania. (invloeden op de Westerse kunst). De normale toegangsprijs is 23 euro voor een combiticket, audiogids inbegrepen, maar de leerkrachten kunnen die dag gratis binnen. Hun familieleden krijgen een voordeeltarief. Om 11 uur vindt een gezamenlijke informatiesessie plaats over het jongerenaanbod, dat de interculturele dialoog wil prikkelen. Ook is er mogelijkheid om een gratis begeleid bezoek te winnen voor de hele klas. Klassen van het basis- en secundair onderwijs krijgen dit najaar voor 1 euro per kind toegang tot een van de Europalia-tentoonstellingen in Bozar. Ook is er een gratis Klaspakket voor elke leerkracht beschikbaar, met strips, doe-opdrachten en thema-informatie. Het Klaspakket kan vooraf besteld worden via info@europalia. eu of 02-504.91.21.), of kan voor 5 euro worden toegestuurd. Bij vorige edities van het festival viel de interesse van scholen sterk terug, wegens de kostprijs. Deze voordeelactie moet daar verandering in brengen. JMB
jong talent concerteert in woonkamer GANSHOREN – Kan een huiskamer met een vleugelpiano voor sfeer zorgen? Als u een van de 35 stoelen weet te reserveren ten huize Decraene, ‘s Landsroemlaan 53 (achter de Basiliek) mag u het ervaren op dinsdag 29 oktober (20 uur). In de reeks Podium voor jong talent van Concert@Home, in samenwerking met gemeenschapscentrum De Zeyp, treedt afstudeertalent van het Conservatorium van Luik aan. De Rus David Makhmudov (viool) en de Kazak Artur Burmistrov (piano) werken zich als duo klaar voor Beethovens Zevende Sonate en Prokofievs Eerste Sonate. Hun veelzijdigheid werd opgemerkt en met prijzen beloond. Het kamerconcert in de stad wordt beklonken met een glas. JMB Info en reservatie via 0486-349.338 en op www.concertathome.be
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
I
n Een gehucht in een moeras wandelt Marc Didden (1949) in twintig hoofdstukken door het hele gewest, om in zijn ondertussen gekende schrijfstijl de aandacht te vestigen op wat meer aandacht verdient, om een resem totaal vrijblijvende, maar toch welhaast toeristische tips mee te geven, en om met welgemeend enthousiasme de plussen en de minnen op te sommen van pakweg de Pont Albert, het Josaphatpark, de gemeente Ganshoren, voetbalclub Anderlecht of de Brusselse burgervaders. Al bij al werd het ook wel eens tijd dat Didden zijn stad in kaart bracht. Marc Didden: “Dat voornemen bestond wel al langer, maar ik ben nu in een periode van ‘afsluiten’. Ik ben nog niet van plan om technisch gezien te sterven, maar er zijn toch zaken die ik nu ongeveer definitief gehad heb. Ik zou ook nog eens een rock-‘n-roll-boek voor de hedendaagse jeugd kunnen schrijven, maar eerst was het tijd voor een subjectief boek over Brussel. Volgens de uitgever was daar om tal van redenen behoefte aan. Bijvoorbeeld omdat veel mensen niets weten van Brussel.” Ooit schreef u in de reeks ‘Een passie voor...’ al een boekje over Antwerpen in plaats van over Brussel. Marc Didden: “Omdat Brussel toen al vergeven was aan Eric De Kuyper. Maar er zijn wel de films die ik in Brussel gedraaid heb en de scenario’s van anderen die ik vaak zo’n draai heb gegeven dat er ook in Brussel kon gefilmd worden. Ik was ook nog op zoek naar een vorm voor het boek, want voor een cultuurhistorische of sociologische aanpak zijn er verstandigere mensen te vinden dan ik. Nadat Omtrent Hugo Claus goed ontvangen was, wist ik dat badinerend moest schrijven. Niet al mijn gif inslikken, niet zeggen dat Brussel een aards paradijs is, maar toch met liefde over de stad
“Brussel is een stad die je nooit zal lokken, maar de rommel en de chaos heeft charme” schrijven, omdat er al genoeg kwaad over wordt gesproken.” “De tekst is vaak al wandelend ontstaan. Wandelen is mijn natuurlijke ‘manier van zijn’ geweest de afgelopen vijftig jaar. Dat dateert van toen ik van mijn ouders vrij rond mocht lopen in de stad en dat was al in het eerste studiejaar. Ik nam alleen de tram naar de Marollen (Didden ging naar het Sint-Jan-Berchmanscollege, red.) en tijdens de middag en voor het avondeten liep ik rond.” “Ik ben ook een groot voorstander van afluisteren. Kijken naar een mooi gebouw, tegelijk de smerige vuilbak ernaast zien staan, en ondertussen de twee mensen op het terras horen babbelen - dat is mijn perspectief. Ik heb dus een Moleskine gekocht, puberfantasieën uitgevoerd zoals de tram nemen tot de terminus die Ban Eik heet, om dan in een duivenlokaal of een pretentieuze pub in telegramstijl zaken neer te schrijven. Uitwerken deed ik dan dikwijls op zondag, omdat ik nooit geëquipeerd ben geweest om met de verveling van een zondag om te gaan. Dankzij onze vriend Google kon ik dingen dubbelchecken, en een paar keer heb ik ook op gemoedelijke wijze een expert geraadpleegd, zoals Bob Pleysier over
het Klein Kasteeltje, Dirk De Prins over de Brusselse cuisine, of Guido Fonteyn over het institutionele Brussel.” “Maar de grootste namen van Brussel zijn voor mij de verschillende mensen die samen de stad uitmaken - van de ‘illegalen’ tot de hoge piefen van de EU. Ik heb in mijn boek ook een serieuze lans gebroken voor de Zinneke Parade die mij om de twee jaar tot tranen toe beweegt. Ik vind het ongelooflijk wat die mensen doen, maar meestal krijgen zij van de nationale pers die hier natuurlijk niet woont maar een klein vierkantje in de krant.” Wat opvalt: elke gemeente krijgt aandacht. Niet alleen de Dansaertstraat. Didden: “Dat is iets dat me zelfs irriteert aan de Brusselse media. Het lijkt soms alsof alles zich hier om de hoek afspeelt. En mensen die dan toch eens naar Brussel komen, gaan schoenen kopen in de Dansaertstraat en daarna iets drinken in De Markten. Dat is niet het hart van Brussel. De pars pro toto werkt in dit geval niet. Het DNA van Brussel zit niet in deze buurt. Ik ben hier 35 jaar geleden komen wonen toen we voor Brussels by night een lange praatscène moesten draaien in een bus die van het Beursplein tot in Molenbeek reed. Door het raam zag ik het bordje ‘A louer’ hangen en tijdens de lunch ben ik mijn appartement gaan huren. Dit was toen een wijk met cafeetjes en winkels die visgerief en koorden verkochten.” “De structuur in het boek volgt concentrische cirkels door de stad. Ik vertrek aan mijn deur die op driehonderd meter ligt van het SintGoriksplein, waar Brussel ooit gesticht is. Onderweg wilde ik niets vergeten. Ik moest ook iets over Ganshoren en Jette zeggen, zelfs over Stokkel dat niet eens een gemeente is. Ik wilde het ook graag over de vele parken hebben, want ik zie ook graag bomen en dieren.” “Brussel is een stad waar je iets voor moet doen - een ville secrète. Als je aan het Noordstation uitstapt, dan kan je ofwel naar de hoeren, ofwel terug in de trein stappen en ergens anders naartoe gaan, ofwel de heuvel oplopen om de Louis Bertrandlaan en het Josaphatpark te ontdekken.” Het boek is geen ongebreidelde lofzang. Didden: “Qui aime bien, châtie bien. Maar op het gevaar af apostolisch te klinken, bevat dit boek toch een soort oproep. Ook aan de Brus-
BDW 1398 PAGINA 19 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
is zelden gebeurd dat ik mij als Vlaming benadeeld voelde. Als je gelukkig wil zijn in Brussel moet je van de zoon van een Berberherder niet eisen dat hij Nederlands kent.” “Omgekeerd zal ik de Franstaligen – als het me lukt om dit boekje vertaald te krijgen – ook duidelijk maken dat er geen Vlaams complot bestaat om Brussel over te nemen omdat de directeurs van de Munt en Wiels toevallig Vlamingen zijn of omdat Brussel ongevraagd de hoofdstad van Vlaanderen is geworden. Ik zou er overigens geen probleem mee hebben dat door-en-door Vlaamse steden als Gent, Antwerpen of zelfs Leuven de hoofdstad van Vlaanderen waren.” Voor uw ouders moet de stap van het Limburgse Hamont-Achel naar Brussel vrij groot geweest zijn. Didden: “Ik was toen twee jaar, en hoewel ik er onlangs als een soort ereburger ontvangen ben, heb ik van Limburg alleen nog een vaag beeld van de hond van de buurman die naar mij blafte, waardoor ik lang schrik heb gehad van honden. Mijn ouders hebben de stap naar Brussel inderdaad op een radicale manier gezet. Ze hadden ook geen auto om af en toe nog eens terug te rijden. We woonden heel symbolisch in de Blijde Inkomstlaan aan het Jubelpark. Mijn ouders hebben snel Frans geleerd, en met de drie jongste broers liepen wij als kleine eendjes achter hen aan om de stad te ontdekken. Daarvoor werden plannen gemaakt: gingen we de ene week naar de voddenmarkt, dan de volgende naar de vroegmarkt, of met de tram naar Bosvoorde. We zagen ook de binnenkant van de gebouwen. De Munt, de KVS... Meestal op de goedkoopste plaatsen, maar ik kende de magie van de scène toch. Plots stond de Schipper (Nand Buyl, red.) niet meer naast Mathilde maar tien meter voor mij op de scène. Al die uitstapjes werden een kleine optelling van liefde voor de stad.” “Later ben ik zelf veel verhuisd omdat ik nooit geloofd heb in het kopen van een huis. Ik ben een archetypische huurder die het idee moet hebben dat hij rap weg kan, ook al woon ik nu al 35 jaar op dezelfde plaats. Maar daarvoor heb ik aan de Squares gewoond, in de Spoormakersstraat, aan Schuman, in Elsene, aan het Koninklijk Circus, in Vorst, en zelfs in Ukkel - in die bijzondere wijk die de Kat heet en opgericht is om de mensen die voor het Justitiepaleis moesten wijken.”
Marc Didden: “Kijken naar een mooi gebouw, tegelijk de smerige vuilbak ernaast zien staan, en ondertussen de twee mensen op het terras horen babbelen - dat is mijn perspectief.”
selaars, waarvan er veel Brussel niet goed kennen. De negentien dorpen zijn nog een realiteit. Wie in Woluwe woont is niet per se al in Vorst geweest.” “Maar in de eerste plaats is het een oproep aan de Nederlanders en de Vlamingen - dat ze in plaats van een citytrip naar Tallinn te boeken eens een keer naar Brussel zouden komen. Ze moeten dan wel nog een praktische gids met adressen van hotels en restaurants bij kopen, want een reisgids is dit niet.” “Wat ik het meest beu ben is het dédain waar-
mee soms door provincialen over Brussel wordt gesproken. Alsof wij die hier wel wonen allemaal idioten zijn. Ze klagen over de files die ze grotendeels zelf veroorzaken. Ze vinden dat Brussel niet werkt omdat ze met hun auto niet vanuit hun randgemeente aan het ministerie geraken. Ze spreken over de ‘olievlek Brussel’, en over Franstaligen die de rand ‘overspoelen’. Alsof die mensen een ziekte hebben, terwijl ze gewoon een groter appartement zoeken.” “Spreek met wat meer liefde over Brussel en denk niet dat de mensen die daar wonen
© IVAN PUT
slachtoffers zijn. Je moet Brussel ook niet willen vergelijken met Vlaanderen. Er kan hier meer gefietst worden, maar de topografie van Brussel is nu eenmaal niet ideaal voor wie al wat ouder is of met twee kleine kinderen van het centrum naar Flagey moet.” “Kom ook niet te combattief naar de stad. Bezoek ze met dezelfde tolerantie als je Tallinn zou bezoeken. Als je hier aankomt met het idee dat de eerste die Frans tegen je durft spreken het geweten zal hebben, dan maak je jezelf het leven zuur. Ik woon hier 62 jaar, het
Het boek wordt natuurlijk ook in Nederland verkocht. Moeten we ons schrap zetten? Didden: “Op het einde laat ik het aan de lezer of Brussel hem nu interesseert of niet. Kom naar hier als je wil, en als je niet komt is het ook goed. Ik werk niet voor de toeristische dienst, maar hoop dat mensen hun vooroordelen een keer opzijzetten en zelf komen kijken, of anders hun smoel houden.” “Gent is een fijne stad, maar als ik Nic Balthazar hoor zeggen dat Gent de mooiste stad van de wereld is, dan ben ik vooral bang dat hij dat echt meent. Een Antwerpenaar is al genuanceerder over zijn stad, omdat die ook goed kan klagen. Brussel is een stad die je nooit zal lokken, maar de rommel en de chaos heeft charme. Onlangs stond ik met fotograaf Johan Jacobs op het Poelaertplein de stad te overzien. Daar herken je niet de patronen die andere steden wel leesbaar maken. Je ziet alleen rommel met op het einde het Atomium. Toen bedacht ik iets dat ik vergeten ben in het boek te schrijven: toen God aan Brussel moest beginnen, heeft hij gedacht ‘fuck, ik heb er genoeg van’, en heeft hij alles wat hij nog in zijn doos had zitten er daar uitgesmeten.” Michaël Bellon ‘Een gehucht in een moeras’ van Marc Didden. Met foto’s van Johan Jacobs, uitgeverij Luster, 240 blz., 19,95 euro.
BDW 1398 PAGINA 20 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
stoel. Die foto’s mag hij wel niet commercieel gebruiken, want portretrechten en discretie zijn heilig bij de voetbalbond. Maar de sfeer lijkt in ieder geval opperbest. Bondscoach Wilmots laat zich zo te zien zelfs een hoofdmassage van Sfaxi welgevallen.
Haarkunst > Michel Sfaxi verzorgt de kapsels van de Rode Duivels
De kapper van Fellaini
Roemenië
BRUSSEL – Alles wat de Rode Duivels aanbelangt kan dezer dagen op interesse rekenen. Dus wil u beslist ook weten wie in opdracht van Marc Wilmots en de Belgische voetbalbond de coiffure van onze jongens verzorgt. Het is de bekende Brusselse haarkunstenaar Michel Sfaxi. Het waren de truitjes van Rode Duivels als Witsel, Hazard en Gillet in de vitrine van Michel Hair Fashion die onze aandacht trokken. Ze hangen er al een tijdje. Gastvrij als altijd verschaft Michel Sfaxi ons uitleg in zijn drukke zaak op de hoek van de Van Arteveldestraat. “Die truitjes zijn inderdaad van de spelers zelf en werden door hen gesigneerd.” Het gaat om een wederdienst voor het werk dat Sfaxi sinds ‘de wedstrijd van de ommekeer’ tegen Nederland vorig jaar in augustus voor de Rode Duivels deed. Tijdens de kwalificatiecampagne voor het WK werd Sfaxi geregeld naar het hotel in Zaventem ontboden, waar de Rode Duivels verzamelen blazen voor de voorbereidingen van hun interlands. Ook vorige dinsdag was dat nog het geval. “Ze bellen me. Ik trek er alleen naartoe want er gelden strenge veiligheidsmaatrege-
Met Michel Sfaxi als kapper verloren de Rode Duivels nog nooit.
len. De spelers die willen, nemen plaats.” De bewijzen heeft Michel op een cd-rom die vol-
© IVAN PUT
staat met foto’s waarop hij te zien is met zowat de hele selectie en staf voor zich in de kappers-
ADVERTENTIE
Maar Sfaxi is het gewoon om met bekende lui om te gaan. Verschillende politici komen bij hem langs, een ook veel spelers van Anderlecht zijn klant bij hem. Getuige daarvan ook de Champions League-bal van Anderlecht en het truitje van de Belgische hockeyvrouwen dat in de zaak ligt. Het is op die manier dat ook de Rode Duivels bij hem terechtkwamen. In de kapsels van de Rode Duivels - van Dries Mertens tot Romelu Lukaku - zit behoorlijk wat variatie, maar voor Sfaxi is dat blijkbaar geen probleem. Hij knipt en kleurt op hun aanwijzingen. “Met de meesten is het lachen, andere zijn net iets moeilijker. Benteke bijvoorbeeld, die is veeleisend en niet helemaal gerust in de zaak. Voorts heeft Sfaxi niets dan lovende woorden over voor de equipe. “Wilmots heeft een geweldige dynamiek gecreëerd, met rond zich een heel team dat hij nauwkeurig in de gaten houdt. Ook de spelers zijn welopgevoede jongens zonder vedetteallures.” Bij het schrijven van dit artikel enkele uren voor de aftrap in Kroatië hadden de Rode Duivels nog geen enkele wedstrijd verloren met Sfaxi als kapper. “Hout vasthouden, maar er is niet aan te doen. Toen België die vriendschappelijke wedstrijd in Roemenië verloor, was ik niet langsgeweest.” Of hij dan ook mee moet naar Brazilië straks? “Geen idee (lacht), maar alles voor het vaderland.” Michaël Bellon
© DE BEZIGE BIJ
BDW 1398 PAGINA 21 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Praat
De Man waar je steeds mee neuken kan Gelezen: Vel van Joost Vandecasteele, uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen, 224 blz., 19,95 euro.
achteraf
Muzikale krachttoer met ‘1000 Voices’ voor vrede BRUSSEL – Begeleid door het Brussels Philharmonic Orchestra gaan een dertigtal koren uit de wereld, goed voor duizend zangers, de Brusselse apotheose verzorgen van de herdenkingsvieringen van de Grote Oorlog. Het wereldkoor zingt op 9 november 2014. Samenzang prikkelt het gevoel van verbondenheid. Dat begreep het Festival van Vlaanderen Internationaal Brussel-Europa, toen het bij Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA) het project 1000 Voices (toen met werktitel Flanders Song for Peace) indiende. De minister stak een half miljoen euro toe, van het Impulsprogramma WO-I-evenementen (2012). Bedoeling is dat alle landen die betrokken waren bij de Eerste Wereldoorlog, en dat zijn er vijftig, aangesproken worden om koren naar België te sturen voor het mega-oratorium. De Brusselse afdeling van het Festival coördineert het evenement. Buitenlandse ambassades werden betrokken om bij te dragen tot het transport en logement van de semi-professionele koren en amateurkoren van hoog niveau die 1000 Voices gaan bevolken. Het Vlaams Radio Koor en andere koren uit onze gewesten mogen de Belgische driekleur vertegenwoordigen. Het Festival heeft de lat op
30 landen gelegd, en vist van Thailand en Madagascar tot Zuid-Afrika. “Het zijn de armste landen die het snelst enthousiast zijn over het oratorium, met universiteitskoren (jongeren dus) als insteek,” tipt de coördinator.
80-jarige Penderecki In eerste instantie werd de Amerikaan Philip Glass gevraagd om het oratorium te componeren, maar die bedankte wegens tijdsgebrek. De Poolse multimiljonair Krzysztof Penderecki, in november 80 jaar, hapte wel toe. Penderecki scoorde al met zijn Threnody for the Victims of Hiroshima. Zijn werk zal vertekken van Latijnse teksten van Spinoza en Erasmus, zo werd hem gevraagd. Het oratorium zal 20 tot 30 minuten duren en wordt eenmalig uitgevoerd op 9 november. De locatie ligt nog niet vast, mogelijkheden zijn Vorst Nationaal en Paleis 16 van het Tentoonstellingspark (Heizel). Vermits het werk niet alleen een herdenking van de doden is, maar een eeuwige vooruitblik voor vrede en wereldburgerschap, wordt gedacht aan een herneming – in kleine bezetting – tijdens de kerstperiode van 2014. Jean-Marie Binst
ADVERTENTIE
© KOEN BROOS
Ik herinner me een lang opiniestuk van Joost Vandecasteele in een eindejaarsbijlage van een Vlaamse kwaliteitskrant. Ik kan het niet precies navertellen maar het ging volgens mij onder meer over mislukte relaties en scheidingen, de schade die zij volgens gediplomeerde opvoedkundigen bij de bijhorende kinderen teweegbrengen, en de schuldgevoelens en publieke afkeuring die de ‘mislukte’ ouders er nog eens gratis bij krijgen. Ook ging het over de vanzelfsprekendheid waarmee de veronderstelde succesformule man-vrouw-kinderen desondanks nog altijd wordt uitgedragen, terwijl er toch een aantal factoren zijn die de verhouding tussen man en vrouw schijnen te bemoeilijken. Ik kan me vergissen, maar ik meen dat Vandecasteele de uiteenlopende visie van man en vrouw op streefdoelen als seks en ware liefde als een van die bemoeilijkende factoren aanhaalde. En dat hij, met zijn charmante neiging om de zaken al eens in een apocalyptisch daglicht te stellen, liet uitschijnen dat de strijd tussen de seksen in deze nog niet helemaal gestreden is. Dat er misschien één en ander moet heronderhandeld worden tussen man en vrouw, en dat hij daar in zijn volgende roman een eerste aanzet toe zou geven. Sindsdien heb ik - ondertussen met volle teugen genietend van een niet helemaal gratis maar wel voorspoedig en voldoeninggevend gezinsleven - op die nieuwe roman gewacht. Hij blijkt Vel te heten, en ertoe te doen. De directe scope van Vel is wel beperkter dan die van dat opiniestuk. Een groot maatschappelijk debat over de hoeksteen van de samenleving wordt er niet in gevoerd. De strijd tussen de seksen is aan de orde, al wordt die op zijn beurt (causaal?) herleid tot een strijd omtrent seks: met seks als inzet, seks als wapen, seks als overwinning, seks als nederlaag, seks als de grond van de zaak, enfin. Vandecasteele voert in de dertig korte hoofdstukken die Vel strak trekken ‘de Man’ op als hoofdpersonage. De Man is een opkomende
Herdenking > Koren uit 30 landen zingen voor 1914-1918
tv-komiek die weinig anders het mededelen waard acht dan zijn rechttoe-rechtaan conversaties en daaropvolgende neukpartijen met vrouwen die hem al dan niet met overtuiging welkom heten in hun slaapkamers her en der in de stad. In minstens twintig hoofdstukken herhaalt zich die zwarte tragikomedie. Met meestal weer een andere vrouw, en af en toe dezelfde. ‘Het enige wat mij boeit, is dat lijf. Ik communiceer enkel via dat lijf.’ De seks wordt ook elke keer beschreven, naargelang uw smaak misschien al eens een keer met te veel poespas, maar vooral met grote hardnekkigheid. Je kan die passages overslaan als je het zelf beter weet, al lijkt het me wel de bedoeling dat je als lezer ook wordt sufgeneukt. En dat de verleiding om de Man als ziekelijk en obsessief weg te zetten wordt gevoed, maar nooit helemaal gerechtvaardigd. Vooral als de Man het woord ‘verwoesting’ gebruikt zoals in ‘de wens tot verwoesting drijft hem naar haar en de haren en hij zal pas stoppen als bijna niks meer van haar overblijft’ - verontrust hij. Maar zelfs als zijn destructiviteit in aanmerking neemt, kun je hem niet louter afdoen met de diagnose ‘psychotisch’ of ‘seksverslaafd’. Het valt niet uit te sluiten dat de Man bestaat, en hoe dan ook is hij ook in belangrijke mate ‘een’ man. Het vervelende van de zaak is natuurlijk dat zijn handelen bij tegenpartij-de-Vrouw regelmatig tot tranen en drama’s leidt. In het beste geval komt zij nog gevat uit de hoek met zinnen als “Ben ik zo oninteressant dat enkel mijn kut in mijn voordeel spreekt? Is de gedachte van ons twee samen dan zo ondraaglijk?” Maar het vervolg luidt dan consequent aldus: ‘Hij ziet hoe haar ogen in de zijne het antwoord zoeken en niet vinden.’ De Man maakt er wel altijd zaak van de tegenpartij in alle eerlijkheid, onafhankelijkheid, en op voet van gelijkheid aan te spreken. Zij het vaak met provocerend leedvermaak: ‘Hij verheugt zich steeds op dit moment, de twijfel die opduikt bij de vrouw, of er iets mis is, of het wel mag, of ze het wel echt wil, hem wil.’ Sporen van twijfel bij hemzelf blijven vaag: ‘Zijn wij echt zo speciaal dat we bij elkaar moeten zijn?’ is voor hem slechts een retorische hamvraag. Op het einde komt de Man door een Jos Ghysenachtige mediastorm voor het volkstribunaal terecht en mag u zelf oordelen: ecce de Man, wat vindt u ervan? Dat romans in Vlaanderen dikwijls nogal kort zijn, verraadt vaak een gebrek aan verhaalstof. Ook Vel telt maar tweehonderd smalle pagina’s en een uitdagend gebrek aan plotwendingen. Je zou het evengoed een pamflet als een roman kunnen noemen. Maar dan tenminste één met een pertinente inhoud en een aangepaste vorm, totstandgekomen met evidente intelligentie, humor, schrijftalent en de letterlijke inzet van lijf en leden - in het bijzonder dan het mannelijk lid. Omwille van de inhoud is Vel niet meteen pretje om te lezen, maar daar staat tegenover dat geen enkele zin slecht geschreven is, de dialogen nauwelijks snediger kunnen, en het gepraktiseer van het hoofdpersonage - al is het dan gechargeerd en niet het uwe - altijd ergens op slaat. Het staat iedereen vrij er woorden van liefde en troost tegenin te brengen. Michaël Bellon
STEM OP JE FAVORIETE BRUSSELSE 3 op FMBRUSSEL.BE EN WIN 1 jaar gratis concerten in AB en BOTANIQUE VRIJDAG 1 november van 12u tot 18u MET chantal de smedt
BDW 1398 PAGINA 22 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Schilderkunst > De erfenis van Rogier van der Weyden. Reünie van Brusselse meesters
Meester van het geborduurde loof en andere schilders ‘te Bruesele’ © NATIONAL GALLERY OF VICTORIA, MELBOURNE, FELTON BEQUEST, 1922
BRUSSEL – Waren de ‘kleine meesters’ in de periode tussen Rogier van der Weyden en Bernard van Orley echt klein of zijn ze gewoon niet gekend? Tot 26 januari brengen de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten (KMSK) een overzicht van zeventig jaar schilderkunst in Brussel. Vanuit de hele wereld zijn kwetsbare vijftiende-eeuwse schilderijen naar hun geboortestad teruggekeerd.
‘E
“De accurate weergave van de Zavel- of de Sint-Goedelekerk kan niet anders dan het werk van locals zijn” “Niet alle anonieme schilderijen met stijlkenmerken van van der Weyden zijn ook van Brusselse makelij, hij had nu eenmaal volgers in heel Europa,” zegt Bücken. “Soms maakt een opschrift het gemakkelijk, zoals ‘te Bruesele’ op het altaardoek op het schilderij Het retabel van Affligem: Opdracht in de tempel van de Meester van het leven van Jozef. Archiefdocumenten leren ons over de Brusselse origine van bijvoorbeeld Jacop Sourdiaus of de poindeur du kars, de schilder van de praalwagen in de processie van Nijvel. Ook het merk van de schrijnwerkers van Brussel, een passer en schaaf, dat op de originele lijsten terug te vinden is, of de manier waarop die lijsten ineengezet zijn, met een soort zwaluwstaartverbindingen, wijzen op een Brusselse oorsprong. De accurate weergave van de Zavel- of de Sint-Goedelekerk kan ook niet anders dan het werk van ‘locals’ zijn. De kerken zijn nog in hun onafgewerkte toestand geschilderd, rond Sint-Goedele zie je de vroegere Collegialestraat en op de Zavelschilderijen is de tweede stadsomwalling met hoge Wollendriestoren waarheidsgetrouw afgebeeld. Op de expo
Triptiek van de Mirakels met Christus door de Meester van de Catharinalegende, de Meester van de Vorstenportretten en Aert van den Bossche. © KMSKB. FOTO: J. GELEYNS, ROSCAN
en expo over Brusselse schilders, dat kon alleen met curatoren uit Brussel, toch? Griet Steyaert en ikzelf zijn twee ketjes,” zegt Véronique Bücken, hoofd van de afdeling oude schilderkunst. “Wat gebeurde er in het atelier van Rogier van der Weyden na zijn dood in 1464? De officiële schilder van de stad had zijn invloedrijke atelier op de hoek van de Koninklijke Bibliotheek en de Kunstberg aan de Keizerlaan. De hovelingen van het Koudenbergpaleis, waar de hertogen van Bourgondië zeer regelmatig verbleven, plaatsten er hun bestellingen. We weten dat van der Weyden veel medewerkers had, maar behalve zijn zoon Pieter, kennen we hun namen niet. Van de 120 schilderijen die getoond worden, kan er dus wel een van Pieter van der Weyden zijn. Op enkele schilderijen met signatuur na, zoals Colyn de Coter pingit me in Brabancia Bruselle, dat een gewaad siert, zijn alle laatvijftiende-eeuwse schilderijen uit Brussel die nog geconserveerd zijn anoniem. Ze werden destijds gegroepeerd volgens stijlkenmerken en kregen een ‘noodnaam’, bijvoorbeeld de Meester van de Sint-Catharinalegende en het poëtische Meester van het geborduurde loof, die net zoals Colyn de Coter al onderzocht werden. De meeste Meesters werden echter stilistisch afgewogen tegen van der Weyden en dat was het zo ongeveer, er is nooit veel aandacht besteed aan het individuele van de ‘kleine meesters’ zoals ze genoemd werden. Maar waren ze echt klein of zijn ze gewoon niet gekend? Wij denken dat zij de prijs betaalden voor hun anonimiteit.”
Triptiek Sforza uit het atelier van Rogier van der Weyden.
worden al deze Brusselse aanwijzingen met icoontjes aangeduid.”
Paneel onder de arm “En dan is er nog Hugo van der Goes die uit Gent kwam maar in 1475-6 tot aan zijn dood in 1482 in het Rood Klooster verbleef waar hij productiever is geweest dan men van een waanzinnige, voor wie men hem versleten heeft, kan geloven. Dat is op te maken uit de kroniek van een monnik van het klooster over het leven van frater Hugo. Van der Goes had een grote invloed op
andere Brusselse schilders, vooral bij portretten.” De expo is het resultaat van een vierjarig door het Federaal Wetenschapsbeleid gefinancierd onderzoek van kunsthistorica Griet Steyaert: “Vier anonieme schilders(groepen) hebben we van naderbij bekeken: de Meester van de Verlossing van het Prado, soms geïdentificeerd als de Brusselaar Vrancke van der Stockt maar wij menen nu dat daar geen grond voor is, de Meester van het leven van Jozef, de Meester van de Barbaralegende en de Meester van het gezicht
op Sint-Goedele, die ons enkele van de oudste zichten op Brussel naliet. Onbekend is onbemind, maar ga vooral zelf kijken: de werken spreken voor zich.” “Onderzoek naar de ateliers wees uit dat de Triptiek met de Mirakels van Christus, een triptiek uit Melbourne, door drie verschillende Brusselse meesters werd geschilderd: de Meester van de Sint-Catharinalegende, de Meester van de Vorstenportretten en Aert van den Bossche. Omdat de perspectieven niet overal dezelfde zijn, en ook de horizon niet overal doorloopt, lijkt het er dus op dat elke schilder een paneel onder de arm nam en dat ze onafhankelijk van elkaar schilderden.” “Elk onderzoeker heeft zijn specialiteiten, en omdat ik ook restauratrice ben, let ik vooral op materiële kenmerken,” zegt Steyaert: “Een spectaculaire ontdekking was dat twee schilderijen van de Meester van de Verlossing van het Prado, namelijk de Annunciatie en Christus verschijnt aan zijn moeder, eigenlijk de achterkanten waren van een altaarstuk waarvan de voorkant een schilderij uit Philadelphia, de Kruisiging met Maria en Johannes de Evangelist, was. Dit schilderij werd al aan Van der Weyden toegeschreven, en recent nog aan een assistent van hem, maar zou het dan toch niet eerder werk van de Prado-meester zijn? We tonen ook schilderijen die bij wijze van spreken nog niemand gezien heeft, zoals een Bewening, die Roald Dahl ooit in zijn verzameling had, en alleen op zwart-witfoto bekend was. Via internet vond ik het terug in een klein museum. Ook nieuwe toeschrijvingen hebben we geopperd. We leggen ze voor aan de bezoekers zodat ze niet alleen een idee krijgen waarmee kunsthistorici zoal bezig zijn, maar ook zelf kunnen vergelijken en conclusies trekken.” An Devroe © INSTITUTI MUSEALI DELLA SOPRINTENDENZA SPECIALE PER IL POLO MUSEALE FIORENTINO
© KMSKB. FOTO: J. GELEYNS, ROSCAN
© KMSKB. FOTO: J. GELEYNS, ROSCAN
© PARIJS, LOUVRE
V.l.n.r.: Detail uit Prediking van een heilige waaraan de Meester van het zicht op Sint-Goedele zijn naam dankt, een geschilderd opschrift ‘Te Bruesele’, het merkteken van de Brusselse schrijnwerkers op een lijst en een Bewening voor het Open Graf uit het atelier van van der Weyden.
BDW 1398 PAGINA 23 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
© NICK TRA CHE
T
© CAFÉ KAFKA
De eerste Passa Porta literatuurquiz vindt plaats in café Kafka.
Literatuur > Passa Porta literatuurquiz in café Kafka
Quizzen met schrijvers en een dj BRUSSEL – Wat weet u over de Passa Porta literatuurquiz in café Kafka? Dat u erbij was op de eerste editie van 6 november 2013 om 20 uur. Dat tussendoor schrijvers en performers als Antoine Boute, Nick Defour, An Mertens en Filip Rogiers uit eigen werk voorlazen en dat dj Lizzy Limonka voor en na voor extra grooves zorgde. “De gezellige sfeer primeert. Bij een goede quiz moet élke deelnemer het gevoel hebben dat hij iets heeft bijgedragen aan de prestatie van zijn team. Achteraf moet niemand naar huis met het besef dat hij of zij niets heeft kunnen antwoorden,” zegt literair journalist Michiel Leen, die samen met BDW-eindredacteur Ken Lambeets de quiz organiseert. “Ken verkent al langer literatuurquizzen in Utrecht en Amsterdam die plaatsvinden in bruine kroegen.
Ook in Antwerpen bestaat er een tweejaarlijkse literatuurquiz, maar dan in een grote zaal. In Café Kafka hangt de juiste sfeer en – je zou het bijna vergeten – het café is ook genoemd naar een schrijver.” “Voor de vragen zaten Ken en ik geregeld samen, hoewel een en ander vaak bleef gisten en de betere vragen pas achteraf op café kwamen. Enkele klassieke vragen zullen niet ontbreken, er zijn tenslotte vragenronden over Wereldliteratuur, Nederlandstalige literatuur en Hugo Claus, maar er zijn ook specifi ekere vragenronden over literatuur in Brussel en over het internationaal literatuurhuis Passa Porta, waar we in het archief mochten duiken.” An Devroe Inschrijven voor 04/11 via info@passaporta.be, teams van 3 tot 4 personen
ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a
Verzekerd verhuurbeheer
a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Miso Het zit in kleine doosjes of in dikke pakken. Miso is Japans basisvoedsel. Eigenlijk het bouillonblokje van de Samoerai. Miso is een lid van de familie der gegiste voeding. Vijftig jaar geleden werd daar in de voedingstechnische wereld nog op neergekeken – bier en wijn uitgezonderd, welteverstaan. De twintigste eeuw was de eeuw van de hygiëne, met smetvrees tot in de keuken. Alles moest gekoeld, gesteriliseerd of hermetisch verpakt worden. Bij de minste sporen van melkzuurgeur of schimmel werd het eten weggegooid. Pas laat in de eeuw zijn we gaan inzien dat een beetje gisting, een beetje gecontroleerd bederf en een laag bacteriën bijdragen tot al wat lekker is, zelfs tot onze voedselveiligheid. Gewoon gezouten ham is alleen maar dat: rauw varkensvlees met zout. Maar laat ze rijpen in de Toscaanse bergen en het wordt Parma. Dankzij (bacteriële) gisting. Daarom smaken industriële producten ook vaak zo oninteressant. Omdat ze veel te ‘clean’ zijn klaargemaakt. Onze verre voorouders hadden dat al ontdekt en bedachten er hele ambachten rond. Kaasaffi neurs, vispekelaars, zuurkoolstampers, zij werkten op meesterlijke wijze met allerlei schimmels, gisten en bacteriën, al wisten zij dat toen nog niet. Miso is een smaakmaker, een additief bij de bereiding van de dagelijkse Japanse kost. Vergelijkbare producten bestaan in China en Korea, maar miso is onder die naam bij ons bekend geworden. Vandaag is het een ingrediënt dat gebruikt wordt door koks die graag moeilijk doen (van die kerels die ook agar-agar en tonkabonen gebruiken), maar een generatie geleden was het een soort hippievoedsel. Na de Tweede Wereldoorlog was een schimmige Japanner, Yukikazu Sakurazawa, geld beginnen te verdienen met een fi losofi sch voedingssysteem dat hij ‘macrobiotiek’ doopte. Hij kreeg volgelingen in Parijs en Californië en verkocht boeken onder de naam Georges Ohsawa (die achternaam bedacht hij overigens naar het Frans “Oh, ça va!”). Hij beweerde dat bepaalde voedingspatronen het leven gezond konden verlengen en overgoot dat (letterlijk) met een oriëntaalse saus. Het ging over een evenwicht tussen yin en yang en andere dingen die heel aantrekkelijk klonken maar eigenlijk nergens op slaan. Moest hij gezegd hebben dat rodekool met worst het leven verlengt, zou hij nooit veel volgelingen hebben gekregen. De sojaderivaten werden het
voedsel voor de nieuwe mens van de sixties. Soja was toen nog onbekend in Europa. Miso, shoyu en nigari werden symbool voor het alternatief, met Georges Ohsawa op kop. De sojalobby is hem eeuwig dankbaar. Maar omdat de macrobiotiek ook leert dat we lokaal moeten eten, moest miso lokaal worden gemaakt. Dat gebeurde al rond 1960 in Sint-Martens-Latem met de oprichting van het macrobiotisch handelshuis Lima (Lima was de naam van de vrouw van Ohsawa). Het van oorsprong Vlaamse bedrijf groeide met de opkomende alternatieve levenswijzen uit tot misschien wel de eerste ‘Bio’-multinational. Maar wat is miso nu eigenlijk? Dat blijkt een ingewikkelde vraag, want er bestaan letterlijk duizenden soorten miso. Het kan gemaakt worden van rijst, van gerst, van sojabonen, maar het vaakst nog van mengsels van dat alles, soms met vis erbij in de oorspronkelijke vorm. Men heeft ontdekt dat er in Japan al miso werd gemaakt tijdens het stenen tijdperk. Het product is verwant met sojasaus en vissauzen die ook elders in Azië voorkomen, maar dan dikker, als een pasta. Het was eeuwenlang het belangrijkste condiment om witte rijst mee op smaak te brengen in Japan. De soja en/of rijst wordt nat gemaakt en geënt met koji, dat is een schimmel (Aspergillus oryzae) die op rijst groeit en die ook gebruikt wordt in de productie van sake. Ik kocht eerst een doosje miso soup. Er zitten kleine portiezakjes in met een zwarte dikke vloeistof. Het blijkt een mengsel te zijn van miso en dashi, de Japanse zeewierbouillon. De inhoud van een zakje in een kop doen, stond er op de instructie, 160 ml kokend water bij voegen en roerend opdienen met andere ingrediënten naar keuze. De soep kwam via Engeland, maar het is niet duidelijk waar ze werd geproduceerd. Ik proefde en vond het niet slecht als alternatief voor Oxo of Bovril of zo, minder zout en met een aangename wiersmaak. Maar dat is natuurlijk geen zuivere miso (in zoverre miso zuiver kan zijn). Ik trok terug naar de winkel en vond meerdere soorten missopasta. Ik koos voor de lichte versie omdat die naar het schijnt de meest voorkomende is, gemaakt van rijst en soja. Hij kwam wel in pakken van een kilo, wat veel is voor een normale (niet Ja-
“Kaasaffineurs, vispekelaars en zuurkoolstampers werkten op meesterlijke wijze met allerlei schimmels, gisten en bacteriën, al wisten zij dat toen nog niet” panse) gebruiker. Voor Japanse restaurants, allicht. Tot mijn verwondering bleek deze miso in Brazilië te zijn gemaakt. Er stonden geen gezondheids- of andere claims op, het was no-nonsense miso voor koks, niet voor voedingsfi losofen. Ik proefde een lepel uit het pak. Een echt lekkere, zoute massa. De zoute smaak is niet zo erg, miso moet immers verwerkt worden in sausen of soep, maar ik zou er ook zo op mijn boterham durven smeren. Er is een zoete nasmaak bij en verder iets notigs, denk aan zoute marsepein. U moet eens proberen, miso is te krijgen in alle prijsklassen en gradaties van simpel tot chique. U vindt er wel een toepassing voor, los van elke traditie. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1398 PAGINA 24 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Zuster Giovanna: “Het sociale heeft me steeds aangesproken, ik voelde al van jongs af mee met wie het niet gemakkelijk heeft.”
© MARC GYSENS
Zuster Giovanna van de Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem
‘Franciscus van Assisi heeft me de weg gewezen’ SINT-GILLIS – “Ik ben altijd gelovig geweest. Aanvankelijk zonder eraan te denken het ook als zuster te beleven. Tot ik een film zag over het leven van Franciscus van Assisi.” Zuster Giovanna leeft al tien jaar in Brussel. De Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem zijn haar roeping.
G
eromantiseerd weliswaar, toch was ik diep geraakt. De keuze van die man om zijn makkelijk leventje op te geven, te kiezen voor armoede en het helpen van anderen: het bracht me helemaal van slag. Giovanna, je zou een zuster kunnen worden! Een gedachte die me met vreugde vervulde, met angst ook. Quelle folie?! Maar het bleef hangen. Ik was verliefd geworden, verliefd op de Heer. Ik kon het niet negeren, het omgekeerde zou zelfverloochening geweest zijn.” Met negen zijn ze in Sint-Gillis, zuster Giovanna en haar geestgenoten. Vijfenzestig treden,
– of zijn het er meer? – voeren me naar hun haven van peis en vree aan de Parvis. “Deze wijk is een levendige wijk, zacht uitgedrukt. De dag, de avond. Leven tot 4 uur in de ochtend, om 5 uur beginnen de marktkramers al met hun opbouw. Behalve op maandag,” zegt zuster Giovanna, een zuster met wie ik aan tafel zit. Haar blauw-wit habijt brengt me een beetje uit evenwicht. De keuze om zuster te worden in onze moderne maatschappij, het is iets dat verwondering oproept, vragen. “Ik ben opgegroeid in het noordoosten van Italië. Op het platteland. Vlakbij Ravenna.
Mijn ouders waren boomkwekers; de natuur was een vanzelfsprekendheid voor mij, de stad eveneens. Na de middelbare school, waar ik Frans, Engels en Duits onder de knie heb gekregen, ben ik begonnen aan studies Economie. Waarbij mijn interesse vooral uitging naar de politieke impact van die processen. Het onderwerp van mijn thesis: de schuldenberg van arme landen. Zoeken naar oplossingen, manieren om te helpen. Armoede, oorlog en vrede en ecologie waren dingen die me heel erg bezighielden. Vervolgens heb ik enkele jaren gewerkt voor een ngo die sanitaire projecten op poten zet in de Derde Wereld. Ik keek er vooral op toe dat het ingezamelde geld wel degelijk ter bestemming kwam, goed werd besteed, wat niet steeds evident is. Ook heb ik gewerkt met gehandicapten, met kinderen in zomerkampen, alleenstaande moeders. Jonge moeders.”
“Het sociale heeft me steeds aangesproken, ik voelde al van jongs af mee met wie het niet makkelijk heeft. Armen, gevangenen, ouderen die aan de laatste etappe van hun leven bezig zijn... Het raakte me, waar het uiteindelijk toe zou leiden, wist ik toen nog niet. Tot ik die film zag over de heilige Franciscus van Assisi. Het spoorde me aan om te zoeken. Zoeken bij verschillende religieuze gemeenschappen. Zo ben ik bij de Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem beland. Door een lezing van broeder Pierre-Marie Delfieux. Broeder Delfieux, die in 1975 met Allerheiligen in de Saint-Gervaiskerk, hartje Parijs, de eerste Monastieke Gemeenschap van Parijs boven de doopvont heeft gehouden. Waarmee de voormalig aalmoezenier van de Sorbonne tegemoet kwam aan een lang gekoesterde wens van kardinaal François Marty, toen aartsbisschop van Parijs. Doelstelling: de vol-
BDW 1398 PAGINA 25 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
“Weinig steden zijn zo rijk aan contrasten als Brussel. Contrasten tussen mooi en lelijk, contrasten in etniciteit, contrasten tussen het groen van de natuur en het grijs van het beton”
komen dat ik gelukkig ben met de weg die ik heb gekozen, mijn keuze. Maar het begin was moeilijk. Mijn vader heeft een maand lang niet met mij gepraat, mettertijd heeft hij zich echter neergelegd bij mijn keuze.”
Tapijt van gebed De beleving van de Monastieke Gemeenschappen is niet die van een kluizenaar. Wel een leven tussen de mensen. In solidariteit. Het leven van de andere delen en tegelijkertijd bidden, contemplatie beleven in stilte. God zoeken en eren. “God die ik overal kan vinden door te bidden. In de woestijn, op de top van de hoogste berg, op het platteland, in de natuur. Maar het mooiste beeld van God hier op aarde is de mens. De mens, zijn meesterwerk. Met alle kwaliteiten en gebreken van dien. En steden zijn plekken waar mensen in groten getale samenleven.” “Ieder gelaat, iedere mens spreekt, op zijn manier, over God. Ik kijk, ik bid voor wie ik zie. Een tapijt van gebed ontrollen in het macadam van de grote steden. Om het leven van de anderen te verrijken, zonder dat ze het weten. Terwijl ik wandel, voor het rode licht sta te wachten, wanneer ik op de metro zit. Bidden voor de slager, de marktkramer, de politieman. We zullen ze allen in de hemel weer ontmoeten.” “En dan is er ook de dagelijkse wandeling naar de Sint-Gilliskerk, waar we het ochtendgebed brengen, het middaggebed, waar we eucharistievieringen opwarmen door onze gezangen. Deze kerk, die als een moeder
de wijk beschermt, wier deuren openstaan voor iedereen, is bij wijze van spreken een oase in de woestijn.”
Laboratorium Twaalf jaar al maken de zusters van de Monastieke Gemeenschappen van Jeruzalem deel uit van het beeld van het Sint-Gillisvoorplein. Ze delen het ritme van de stad, bewegen zich tussen de mensen. Bedruipen zichzelf zonder hulp van hogerhand. “Voltijds werken kan niet omdat de nodige tijd zou ontbreken om te bidden. We zijn hier met negen zusters, van wie er zes halftijds werken. De andere drie – onder wie ik – zorgen binnenshuis voor de goede gang van zaken. Koken, poetsen, de administratie verzorgen, mensen ontvangen. Eén zuster is met pensioen. Zuster Christiane, die niet meer werkt, die ons rustpunt is.” “Ik heb vroeger ook gewerkt. Toen ik zes jaar in Parijs was, vijf jaar in Firenze. Daarna is me gevraagd naar Brussel te komen. Ik heb de vraag maar wat graag positief beantwoord. Mede omdat het een ongemeen boeiende stad is, een laboratorium als het ware. Hier leven op een zakdoek mensen van verschillende etniciteit, van verschillende sociale status. Mensen die op de ene of andere manier moeten trachten in vrede samen te leven. In verschillende gemeenschappen, kleine stadjes, of beter gezegd dorpen. Het is een stad ook die beweegt op het kruispunt van Romaanse en de Germaanse cultuur, die tegelijkertijd de hoofdstad van België is en die van Europa. Rijk en arm dat mekaar raakt. Afwisselend schoon en lelijk. Weinig steden die zo rijk zijn aan contrasten. Contrasten tussen mooi en lelijk, contrasten in etniciteit, contrasten tussen het groen van de natuur en het grijs van het beton.” “Brussel is ook een stad waarvan je moet leren houden. Omdat ze zo complex is, veel verborgen geheimen heeft. De keren dat ik me verloren heb gevoeld in het begin zijn niet op één hand te tellen. Het weer heeft eveneens geduld gevraagd om het te aanvaarden. Net als deze wijk, met haar uitdagingen, met haar verschillen het heeft gedaan. Breng dat geduld op en je ontdekt een mooie mozaïek. De contacten met de mensen op straat, de marktkramers, elke dag naar de kerk komen om te bidden, ons geloof te delen: verrijkend. Benevens de onze zijn er ook nog verschillende andere religieuze gemeenschappen. Gemeenschappen waarmee we een goed contact hebben, uitwisseling. De gemeenschap van de Latijns-Amerikaanse zusters onder meer, de Jezuïeten... Vriendschap, samenwerking, steun.” Karel Van der Auwera
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
3 VRAGEN AAN DIDIER COURTMANS © HEDWIGE PINT
maakte liefde, met God als bron, uitdragen. Dat gecombineerd met integratie in het stadsleven. Een leven van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid in deze moderne tijd. In de woestijn van de steden die zoveel eenzaamheid kennen, waar zoveel behoefte is aan liefde en waarheid.” “De familie? Die was geschokt door mijn beslissing. Maar na een tijd is er het besef ge-
Didier Courtmans, organisator van de Brosella Guitar Fair.
‘Gitaren zijn als goede wijnen’ BRUSSEL – Gitaren, je hebt ze in alle maten en kleuren en vooral ook in alle prijscategorieën. Ga eens langs op de Brosella Guitar Fair en je bekijkt het instrument nadien op een andere manier. Een van de stuwende krachten achter dit evenement is Didier Courtmans, zelf gitarist en meteen ook (gematigd) verzamelaar. Waarom een gitaarbeurs? Didier Courtmans: “Het fenomeen ontstond in de Verenigde Staten eind jaren 1960 toen artiesten als Crosby, Stills, Nash & Young op zoek gingen naar oudere modellen omdat deze een veel rijkere klank hadden dan de nieuwe exemplaren. Het duurde niet lang of er ontstond zo een nieuwe markt. Zoals bij alles waaide het fenomeen over naar Europa. Wij begonnen in 1993. Er is even een kleine onderbreking geweest maar sinds een aantal jaar staan we er weer en met succes. Dat we hier in België een aantal bekende snareninstrumentenbouwers hebben, zal daar niet vreemd aan zijn. Zo is er het CMB (Centrum voor muziekinstrumentenbouw) in Puurs. Maar ook in onze buurlanden bestaat er ondertussen een hele traditie van dergelijke markten. Voor de volledigheid, gitaren vormen het gros van het aanbod maar je kan hier tevens banjo’s, cello’s en andere snaarinstrumenten op de kop tikken.”
Welk publiek trekken jullie aan? Courtmans: “Zowel professionele muzikanten als amateurs. Hoofdzakelijk zijn het wel gitaristen die elkaar hier eenmaal per jaar treffen en hun ervaringen en verhalen uitwisselen. En zij zijn natuurlijk op zoek naar dat specifieke model dat ze o zo graag op de kop willen tikken tegen een schappelijke prijs. Je mag daarbij niet vergeten dat het gamma gitaren enorm uitgebreid is: elektrische, akoestische, jazzgitaren, gipsygitaren, … Gibson en Martin blijven daarbij de grote referentiemerken.” Over welke prijscategorieën praten we hier? Courtmans: “Een Martin van het interbellum kan een aardige duit kosten. Dat kan oplopen tot 8.000 euro. Typische jazzgitaren uit die tijd halen makkelijk hogere bedragen. Een van de meest exclusieve modellen die we ooit hadden, was een D’ Angelico van eind jaren dertig. De prijs: 650.000 BEF. Maar dat is het zeker waard. Als gitarist weet ik waarover ik het heb. Met gitaren is het net hetzelfde als met goede wijnen, de kenners halen de beste er zo uit.” Georges Tonla Briquet Brosella Guitar Fair, 20/10, van 10 tot 18u, Heyzelpaleis 10. Inkom: 5 euro.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Paul De Weerdt, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Rika Braeckman: 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Patrick Jordens, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
De zusters van Jeruzalem in het Brusselse straatbeeld.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1398 PAGINA 26 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
Samenleving > Overleg Beperkt?!’ wil drempels wegwerken voor jongeren met een beperking
‘We hebben de instrumenten om angst weg te nemen’ BRUSSEL – Het vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren met een beperking botst in Brussel nog te veel op drempels. Groep Intro kreeg vorig jaar de opdracht om die doelgroep te helpen om hun weg beter te vinden. Het wegwerken van angst en opbouwen van vertrouwen blijken de voornaamste uitdagingen. De eerste stappen voor een oplossing zijn gezet. Laat ons eerst even Groep Intro voorstellen: de vzw zet zich in voor kwetsbare groepen, gaande van vluchtelingen tot mensen met een beperking. Het doet dat zowel op vlak van werk, schoolondersteuning als vrije tijd. Vorig jaar werd Groep Intro ingeschakeld door de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). “We kregen de opdracht om de vrijetijdssector voor kinderen en jongeren met een beperking toegankelijker te maken,” vertelt Jo Robberechts, coördinator bij Groep Intro. “We moeten een kenniscentrum worden voor mensen die hun weg zoeken, zodat wij hen naar de juiste personen en organisaties kunnen sturen. Daarnaast moeten we de jeugdwerking toegankelijker maken voor kinderen met een beperking, en ondersteuning bieden in het vinden van een aanbod.” “Het begon eigenlijk een paar jaar geleden met een studie van de HUB over dit onderwerp, op vraag van de VGC. Dat leidde onder meer tot de aanpassing van het beleid: zo werd jeugdcentrum Aximax bijvoorbeeld toegankelijk gemaakt voor mensen met een beperking. Met dit project moeten wij drempels die voor problemen zorgen zoveel mogelijk wegwerken.” Een van de voornaamste constateringen was dat de doelgroep het aanbod te weinig vindt. Ouders vinden hun weg niet in wat er wordt aangeboden, er is (nog) geen structuur. Zowel op vlak van sport, spel, muziek, etcetera. Om hier
Annelies Van Aelst: “Het belangrijkste is de angst wegnemen en vertrouwen geven. We zetten allerhande acties op om daarin te slagen.”
aan te werken, werden organisaties samengebracht die in Brussel werken met deze doelgroep onder de noemer: “Overleg beperkt?!”.
“We willen ouders beter informeren. Kwetsbare groepen, bijvoorbeeld, kennen het aanbod niet en zijn sowieso op hun hoede. Met de
Infrastructuur > Militair zwembad heropent na renovatie
Buurt sport in militaire school BRUSSEL – Het zwembad van de Koninklijke Militaire School (KMS) in de Hobbemastraat is na een maandenlang onderhoud opnieuw geopend. Mensen uit de buurt kunnen er tijdens de week baantjes trekken. Daarnaast stelt de KMS ook andere sportinfrastructuur ter beschikking. Met bikini komt u er zeker niet in. Met kinderen die niet of nauwelijks kunnen zwemmen evenmin. En met een besmettelijke ziekte of in dronken toestand kunt u het helemaal schudden. De regels zijn er om gerespecteerd te worden, zeker in het zwembad van de Koninklijke Militaire School, een monumentaal gebouwencomplex in de Hobbemastraat. Na vijf maanden onderhoudswerken is het over-
dekte bad opnieuw open. Dat geldt niet alleen voor de honderden officieren in opleiding, ook voor de nabijgelegen scholen en mensen die in de buurt wonen of werken. Leerlingen van de KMS krijgen wel voorrang, maar voor nietleerlingen zijn specifieke uren vrij gehouden. Voor het zwembad bijvoorbeeld, waarvoor maximaal 300 zwemmers kunnen inschrijven, is dat op de middag en ’s avonds. Een overrompeling zoals in sommige gemeentelijke baden gebeurt hier niet. Het zwembad staat pas ter beschikking na lidmaatschap bij het Vermogen KMS Sport én na betaling van een schappelijke abonnementsprijs. “Mensen komen om baantjes te trekken, niet om te spelen,” zegt adjudant-chef Antoon Deckers, die de public relations verzorgt bij de
KMS. Intussen kijkt hij naar de zwemlustigen in het 25 meter lange bad met zes banen, die extra breed zijn. “Schrik dat iemand op uw hoofd springt, hoeft u hier niet te hebben.” Een redder houdt alles nauwlettend in de gaten. Deckers maakt zich bovendien sterk dat het zwemwater van zeer goede kwaliteit is: “Het is gezuiverd op basis van ozon(filter) plus toevoeging van heel weinig chloor. Dat irriteert veel minder aan de ogen dan in baden waar uitsluitend chloor aangewend wordt.” Verder kunnen individuele bezoekers ook andere moderne sportfaciliteiten gebruiken, zoals de twee squashzalen en fitnessruimte. Squash (maximaal 100 leden) kan enkel na reservatie. Voor de fitness, met een maximum van 150
© JO ROBBERECHTS
overleggroep willen we tonen wat dat juist is, die jeugdwerking. Daarom hebben we de hele zomer lang activiteiten gefilmd en dat hebben
leden, geldt: ‘Geen handdoek, geen toegang.’ Trouwens: neemt u de halters van de fitnesszaal mee naar huis, dan vliegt u meteen buiten.
Sporten via een club Naast de drie bovenvermelde activiteiten kunnen niet-militairen tevens in clubverband van de faciliteiten gebruik maken. Zo is er bijvoorbeeld de vijftien meter hoge klimmuur. Daarnaast sporten ook een volleybal-, basketbal- en minivoetbalclub in de nette en goed verlichte zalen. Beoefenaars van judo, karate en duiken komen ook langs. Verder is een spinningsruimte voorhanden. Ten slotte is ook het groene voetbalterrein met omringende atletiekpiste in het Jubelpark beschikbaar. Volgens de KMS maken atletiekclubs hiervan gebruik ’s avonds en tijdens het weekeinde. Dat neemt niet weg dat deze sportruimte er dikwijls ongebruikt bij ligt. Steven Vandenbergh Meer informatie? E-mail: didier.defroy@ mil.be, telefoon/fax: 02-742.67.35.
BDW 1398 PAGINA 27 - DONDERDAG 17 OKTOBER 2013
we gebundeld in een promofilm. We hebben ook een brochure ontwikkeld. Hiermee willen we vertrouwen wekken. Het mag geen dode letter blijven. We willen met deze instrumenten naar buiten treden, het inzetten om drempels te verlagen, laten zien wat er is om de mensen te overtuigen. We willen ons doelpubliek naar de werkingen brengen.”
perking. Ervaringsdeskundigen begeleiden het. Bij de opdracht die ik begeleid krijgen de kinderen een blinddoek om en dan moeten ze allerlei zaken doen. Ik geef uitleg over hoe ik met mijn beperking omga en welke truukjes ik gebruik. Dit spel maakt de stap kleiner om iemand te aanvaarden en het wekt ook interesse bij de kinderen.”
Vallen en opstaan
Dorpsgevoel in de stad
De voornaamste drempel is angst, maar zaken als wantrouwen en mobiliteit mogen niet verwaarloosd worden. Het aanbod specifiek voor kinderen en jongeren met een beperking is vaak niet naast de deur. Daarbij komt dat spontaniteit niet evident is, omdat de organisaties inschrijvingen vaak ruim op voorhand willen, zodat ze zich kunnen voorbereiden. “Organisaties denken dat ze iemand moeten ‘opofferen’ om voor het clublid met een beperking te zorgen,” stelt Annelies Van Aelst, educatief medewerker bij Groep Intro. “Dat
De sportsector staat volgens coördinator Jo Robberechts al redelijk ver in vergelijking met de andere vrijetijdssectoren. De VGC speelt daar een belangrijke rol in, met zijn redelijk uitgebreide reeks G-sporten. Een goed voorbeeld daarvan is het knappe aanbod dat jeugdcentrum Aximax de komende maanden aanbiedt. “VGC speelt een belangrijke rol. Naast het organiseren van evenementen onderhandelt het ook met clubs om mensen met een beperking op te nemen. Velen zijn op dat vlak nogal argwanend. Dat we in een grootstad zitten, speelt daarin ook wel een rol. Ik ben opgegroeid in een dorpje en bij de chiro zaten minsten drie kinderen met een mentale beperking. Voor ons was het logisch dat zij erbij hoorden, ik heb daar nooit over moeten nadenken. Hier is dat anders. In een stad als Brussel loop je snel verloren in het aanbod.” Groep Intro wil dat dorpsgevoel naar de grootstad brengen en is goed op weg. De eerste evaluatie was positief en het is de bedoeling hiervan een langlopend project te maken. Er is al heel wat werk gedaan, maar de weg is nog lang. “We hadden niet verwacht dat het gat zo groot was. Er gebeurt veel, maar het overkoepelende ontbrak. Er was geen aanspreekpunt, geen gecoördineerde aanpak. Vandaag is die koepel er wel. Mensen met vragen kunnen bij ons terecht en wij verwijzen hen door naar de juiste personen en organisaties.” “De komende maanden en jaren gaan we onze brochure en onze methodiek gebruiken op scholen, tijdens oudercontacten, noem maar op. We hebben veel instrumenten in handen om angst weg te nemen. Als ik even mag dromen, dan zou ik graag één persoon hebben die het kenniscentrum bemant, iemand die zich bezighoudt met de ouders en een persoon die zich richt op de organisaties. Indien we zo gespecialiseerd te werk gaan, dan zullen de drempels vervagen.”
is niet altijd nodig. Het is belangrijk dat die jongere opgenomen wordt in de groep en gewoon functioneert. We merken veel weerstand, maar boeken wel successen. Het gaat met vallen en opstaan. Je probeert verschillende zaken, maar weet niet altijd of het zal lukken.” “Het belangrijkste is de angst wegnemen en vertrouwen geven. We zetten allerhande acties op om daarin te slagen. We hebben het gevoel dat we het afgelopen (start)jaar op veel vlakken zaken in gang hebben gezet. We gaan nu zien wat werkt en wat niet. Alles zal niet lukken.” Een van de succesvolste projecten die ze op poten hebben gezet, is handiknap. Wat dat juist is? Dat vertelt Stijn Van Roey, een van de ervaringsdeskundigen: “Met dit spel gaan we naar speelpleinen en laten we kinderen inleven in de wereld van mensen met een be-
Tim Schoonjans
David Steegen Vroeger is dood Sinds vorige week vrijdag kwart voor acht is een dikke, donkere voetbalbladzijde definitief omgeslagen. We hebben twaalf jaar kommer en kwel in het Maksimirstadion in Zagreb definitief van ons afgeschud. “We”, jawel. Zelfs in Antwerpen stond een groot scherm opgesteld. Romelu Lukaku, exponent van de nieuwe meertalige Belg, als voetballer gevormd en opgeleid in Brussel, heeft het gitzwarte Belgische voetbalverleden helemaal aan flarden geknald. Die doelpunten gaven de zwartgallige criticasters lik op stuk. Die “kritische kenners” staan vandaag op de eerste rij om hem te bewieroken. We weten beter. De nieuwe Rode Duivels zijn wereldburgers dankzij hun opleiding, hun instelling en talent. De Rode Duivels zijn de kerktoren voor eeuwig ontstegen. Opgeleid in Brussel, in Amsterdam, in Apeldoorn, in Rijsel, Alkmaar en Tilburg. Ook in Gent en Genk. In 1986, toen de nationale elf de halve finale bereikten van het Wereldkampioenschap in Mexico, bestond de nationale ploeg uit Vlamingen, Walen en een verloren Brusselaar. Zij kwamen uit het oude België. Opwijk, Lier, Brugge, Luik, de hoofdstad (Frankie Vercauteren), Lokeren en andere Belgische dorpen en gehuchten. Vandaag zijn de Rode Duivels volwaardige stedelingen. De helden wonen en leven in Londen, Madrid, Brussel, Porto, Manchester, Liverpool, Napels en Sint-Petersburg. Europeanen. Neem nu de held van de beslissende wedstrijd. Romelu Lukaku. Zijn kindertijd bracht hij door in Wintam, bij Bornem. Thuis wordt Frans gesproken. De donkere spits verhuist snel naar de hoofdstad om voor RSC Anderlecht te voetballen. School loopt hij in het Nederlands. Hij pikt het allemaal op. De club schept de voorwaarden om hem toe te laten
www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
VRIENDEN IN DE STRIJD KOEKELBERG – De Brussels Brazilian Jiujitsu Academy (BBJJA) ontvangt op zaterdag 26 oktober allerhande clubs voor vriendschappelijke wedstrijden.
Meer info op www.groepintro.be
een wereldster te worden. Op zijn zestiende speelt hij al in het eerste elftal van de grootste club van het land. De sterke spits scoort zijn eerste doelpunt op Zulte Waregem. Een nieuw fenomeen is geboren. Even bejubeld in eigen land. Na twee seizoenen verhuist hij naar WestLonden. Chelsea. De miljoenentransfer dwingt hij helemaal alleen af. Hij heeft België nog niet verlaten of de eerste kritieken steken de kop op. Zijn eerste balaanname en zijn basistechniek deugen niet volgens de “kritische kenners”. De oudste Lukaku lijdt in stilte en werkt verder. De jongen is amper achttien jaar jong en al een man. Natuurlijk raken de negatieve analyses hem maar hij breekt toch door. In Birmingham, bij middenmoter West Bromwich Albion. Na een seizoen keert hij terug naar de club van zijn hart (na Anderlecht), Chelsea. De zware concurrentie in Londen verbant hem naar Liverpool. Naar Everton FC. Daar schittert hij onmiddellijk. De twijfel blijft bestaan. Onbegrijpelijk. Ondanks de vele doelpunten. De jongen is nog maar twintig jaar jong. Zijn idool, Didier Drogba, schittert pas op zijn zevenentwintigste in de Premier League. Wij, die hem dagdagelijks meegemaakt hebben, weten echt wel beter. Romelu Lukaku is uit sterk ebbenhout gesneden. Royal Sporting Club Anderlecht heeft de geboren kampioen geholpen om de held des vaderlands te worden. Toegegeven, wij hebben een traantje weggepinkt. Romelu Lukaku heeft het verleden vermoord. Helemaal alleen. Dank.
© STEVEN VANDENBERGH
Voor de zesde maal zakken clubs uit Brussel en omstreken af naar sportzaal Victoria voor de interclubcompetitie. Het achterliggende idee van deze competitie is het versterken van de samenwerking tussen de clubs en heeft als motto ‘Eerst de vriendschap, dan de wedstrijd’. Zowel kinderen, jongeren als volwassenen strijden mee voor de overwin-
ning. De deelnemers worden op de middag verwacht zodat ze zich rustig kunnen installeren. Een uur later beginnen de gevechtjes voor kinderen tussen vier en elf jaar. Om drie uur komen de deelnemers in actie die twaalf jaar en ouder zijn. Deze interclubcompetitie dient vooral om in vriendschap de sport te beoefenen, en te leren. Zo kan beslist worden om beginnelingen volgens een aangepast reglement te laten vechten om het plezier te waarborgen. Meer info op www.bbjja.be. TS
SENIOREN, WARM U ALVAST OP JETTE – Seniorenverenigingen en Brusselse sportclubs stellen op donderdag 24 oktober hun werking voor tijdens SportelKicks.
Heel de buurt mag baantjes trekken in het zwembad van de KMS.
Vijftigplussers mogen zich verwachten aan een stevige brok sport. In sportcentrum Health City in Jette wordt op 24 oktober omstreeks twintig voor tien begonnen met een opwarming en de presentatie van het programma. Wat volgt is een moeilijke keuze, want de deelnemers moeten vier sporten
kiezen uit het gevarieerde aanbod. Voor elke discipline wordt ongeveer een uur uitgetrokken, om kwart na twaalf is het tijd om wat energie bij te tanken tijdens de middagpauze. Na een laatste cooldown wordt de sportdag om 16 uur beëindigd met de prijsuitreiking. Er is een breed aanbod aan sporten: curling, bokwa, salsa, bowling, flowball, of ‘gewoon’ valpreventie. U kunt ter plaatse inschrijven en betaalt dan zes euro. Meer info op www.sportelkicks.be. TS