De jonge Auguste Rodin in Brussel
autumn falls: muziek voor herfstige zielen En ook: Tony Oursler, Jaune Toujours en Guillaume Gallienne.
21 11 13
Een hoofdstuk uit het boek “De eeuw van Brussel, biografie van een wereldstad” VOORPUBLICATIE OP P. 18-19 INTERVIEW MET ERIC MIN OP. P. 16-17
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
© SASKIA VANDERSTICHELE
2
MEER DAN 4 MILJOEN M LEEGSTAND
Hallucinante beelden in het Rad in Anderlecht. Terwijl de stad lijdt aan een tekort aan sociale woningen, worden ze in deze sociale woonwijk dichtgemetst. Het is illustratief voor de leegstand in Brussel. Frederik Serroen en Julien Tregarot stellen in hun boek ‘Bewoonbaar verklaard’ dat Brussel eerst de leegstand moet aanpakken, alvorens de stad verder SVG te laten verstenen. Ze pleiten tegelijk voor nieuwe en innovatieve woonvormen. Zie pagina 4.
Lokale besturen > Burgemeesters azen op geld herfinanciering van Brussel
SP.A: ‘Fusioneer de OCMW’s’ BRUSSEL – De Brusselse burgemeesters azen nu ook op het geld voor de herfinanciering van Brussel. SP.A vindt dat de gemeenten eerst orde op zaken moeten stellen. “Fusioneer de negentien OCMW’s. Dat zorgt voor geld in het laatje én voor meer solidariteit.”
H
et financieel plaatje van de Brusselse gemeentebesturen oogt weinig rooskleurig. Door de verarming van de bevolking dalen de inkomsten, terwijl de uitgaven stijgen, onder meer voor het OCMW en de politie. De gemeentes kunnen nauwelijks het hoofd boven water houden.
De Brusselse burgemeesters laten nu hun oog vallen op het vele geld dat naar Brussel stroomt dankzij de zesde staatshervorming. Zo komt er 24 miljoen extra als compensatie voor de dode hand en voorziet de federale regering 135 miljoen euro voor de mobiliteit in de hoofdstad. De burgemeesters willen minstens
een deel van dat geld inpikken. Dat staat in het memorandum dat ze hebben opgesteld in aanloop naar de gewestverkiezingen.
Efficiëntiewinst De SP.A is daar niet over te spreken. “Dit is het oude recept: meer geldstromen zonder resultaatsverbintenis,” zegt parlementslid Sophie Brouhon. “Wij zeggen dat er heel wat geld in het laatje kan komen door een efficiënter én meer solidair gewest.” De SP.A ziet hoe armere gemeentes, armere bewoners aantrekken
en rijkere gemeentes rijkere. “Dat is het gevolg van sociale shopping. Gemeentes met veel armen hebben een beter armoedebeleid en trekken daardoor meer armen aan. Daardoor dragen de arme gemeentes de grootste sociale lasten.” SP.A toont dat aan met cijfers. Om die negatieve spiraal te doorbreken heeft de SP.A een radicaal voorstel: het fusioneren van de negentien OCMW’s tot één OCMW. Dat is drie vliegen in één klap. Door de schaalvergroting levert het efficiëntewinst op, het gaat de sociale shopping tegen en er is meteen meer
solidariteit tussen de gemeentes. Steven Van Garsse Lees p.4 ‘Huisje, tuintje is verleden tijd’ en edito p.15 ‘Leeg, leger, leegst’ ADVERTENTIE
Curieus wat de toekomst jou brengt? Ga dan naar pagina 7
N° 1403 VAN 21 TOT 28 NOVEMBER 2013 ¦ WEEK 47: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1403 PAGINA 2 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
OPMERKELIJK © NOS PILIFS
Uitgelicht > Heisa over personeelswissel in gemeenschapscentrum Ten Weyngaert
NOS PILIFS OPENT POP-UP STORE AAN BROUCKERE BRUSSEL – Zorgboerderij Nos Pilifs heeft sinds deze week een tijdelijke winkel op het De Brouckèreplein. Ook Oxfam doet mee. De pop-up store, gelegen vlakbij de UGC-bioscoop, ging maandag open. Begin deze week waren de medewerkers nog volop bezig met de inrichting en de etalage. De winkel zit op nummer 44, waar vroeger een kranten- en nachtwinkel zat. Toen het huurcontract met de vorige handelaar beiëindigd werd, wilde eigenaar Allianz, die het hele gebouw bezit, de handelsruimte niet leeg laten staan. Allianz plant grote werkzaamheden en die kunnen pas volgend jaar beginnen. Daarom werd contact gezocht met Nos Pilifs, die in haar vijf hectare grote vestiging in Neder-over-Heembeek behalve een plantencentrum, kinderboerderij, moestuin en restaurant ook een kruidenierswinkeltje heeft. Daar worden brood en koekjes uit de eigen bakkerij, verse eieren van de kippen en biologische zuivelproducten, groenten en fruit verkocht. Nos Pilifs kreeg het voorstel om zich tot het einde van het jaar te vestigen in het pand van 60 vierkante meter. De eigenaar hoeft tot die tijd geen huur. Nos Pilifs was meteen geïnteresseerd om voor enkele weken naar het centrum van de stad te komen. “Voor ons is het een gelegenheid om in een andere omgeving te werken. En voor onze zichtbaarheid is het natuurlijk ook goed,” zegt Frédérique Pintus, communicatieverantwoordelijke van de zorgboerderij. Nos Pilifs bood aan Oxfam aan om de ruimte te delen. In de pop-up store worden de bakkerijproducten van Nos Pilifs verkocht, biologische groenten en fruit alsook droge voeding en tafelbenodigdheden van Oxfam. Er kunnen biomanden besteld en afgehaald worden. Twee – mindervalide – werknemers van Nos Pilifs zullen de winkel runnen, samen met een begeleider. Is dit het begin van een permanente vestiging in het centrum voor Nos Pilifs? Pintus: “We gaan eerst kijken hoe het werkt. Zo’n project vergt veel energie en we hebben er geen extra personeel voor. Maar je weet nooit.” Bettina Hubo
Iedereen wil Rik terug VORST – Er woedt een kleine oorlog in Vorst. De baas van het gemeenschapscentrum Ten Weyngaert is terug, na een sabbatical leave. De gebruikers zijn niet te spreken over wat ze noemen de brutale personeelswissel. “Geef ons Rik terug,” klinkt het. Alleen ligt dat juridisch niet zo eenvoudig.
R
ik, dat is is Rik Fobelets. Hij heeft jarenlang aan het roer gestaan van Nekkersdal, het gemeenschapscentrum van Laken. Sinds een jaar is hij centrumverantwoordelijke van Ten Weyngaert, ter vervanging van de eigenlijke centrumverantwoordelijke. Die laatste liet onlangs weten op 12 november terug te willen komen na zijn loopbaanonderbreking. Exit Rik. Dat bericht is niet in goede aarde gevallen bij de gebruikers van het centrum. Die hebben prompt een benefietconcert georganiseerd en een petitie op touw gezet voor het behoud van Rik Fobelets. Ze krijgen daarbij de steun van het gemeentebestuur en de culturele wereld. Zo’n actie is ongezien in Vlaams Brussel. Samengevat komt de boodschap hierop neer: “Nu pas valt op hoeveel potentieel Ten Weyngaert heeft. Rik weghalen midden in het
jaar is de dynamiek in de kiem smoren.” Jutta Buyse (SP.A), Vlaams schepen in Vorst, steunt de actievoerders. “Met de huidige centrumverantwoordelijke valt niet samen te werken. We zijn verschillende keren op hem toegestapt om het lokaal cultuurbeleidsplan op te stellen,” zegt Buyse, “maar kregen nooit gehoor.” Met Fobelets lukte dat wel. Deze week wordt, dankzij de nieuwe samenwerking, het lokaal cultuurbeleidsplan 2014-2019 voorgesteld. Buyse: “Ik stel me vragen over de toekomst. Hoe zal ik aan mijn decretale verplichtingen kunnen voldoen? Want de wet legt een samenwerking op tussen gemeente en gemeenschapscentrum.” Buyse ziet hoe de buurt in de schaduw van het Dudenpark terug opleeft. Dat heeft onder meer te maken met de komst van het kunstencen-
trum Wiels. Ten Weyngaert slaagde er lang niet in om zijn karretje te hangen aan dat vernieuwd élan. Het werd volgens Buyse “een zorgenkind in de buurt.” Met de komst van Fobelets kon het wél. Plots werden er allerlei culturele activiteiten georganiseerd en kwam er weer volk over de vloer. Het centrum heeft zijn deuren opengegooid en werkt samen met de culturele partners uit de buurt zoals Le Brass en Wiels. Ook de vorige Vlaamse schepen
plek. Vergeet niet: er is bijna niets in de buurt.” “Het zit ‘m soms in kleine dingen,” zegt een gebruiker. “Ouders die wachtten op hun kinderen in de buitenschoolse opvang, moesten vroeger in een koude gang zitten. Onder Fobelets konden ze in een gezellige warme ruimte terecht.” “De eigenlijke centrumverantwoordelijke?”, zegt een oudgediende van het gemeenschapscentrum. “Die heb ik nooit gezien op mijn activiteiten, en ik ben al tien jaar in Ten
“De mensen uit de wijk zaten echt te wachten op een bruisende plek. Er is bijna niets in die buurt” heeft zijn tanden stukgebeten op een samenwerking met het gemeenschapscentrum. Luckas Vander Taelen (Groen). “De centrumverantwoordelijke koos voor de meer traditionele aanpak, maar zag niet hoezeer de gemeente veranderd is. Vandaag wonen er talrijke meertalige jonge gezinnen in de wijk. Die zaten écht te wachten op een bruisend
Weyngaert actief. Fobelets komt wél.” Het is moeilijk om iemand te vinden die een ander geluid laat horen. We drongen aan op een reactie van de betrokkene zelf, maar die ging daar niet op in. Wie wel de verdediging opneemt, is Mireille Corteville (Open VLD), voorzitster van de raad van bestuur
DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE
Volgens een graffiti aan de bovengrondse tramhalte van het Zuidstation is burgemeester van Sint-Joost-ten-Node Emir Kir (PS) kop van Jut, wellicht omdat hij onlangs het Gesùkraakpand liet ontruimen.
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1403 PAGINA 3 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
WEEKOVERZICHT
© BRAM TACK
DONDERDAG 14 NOVEMBER Zou u dat niet doen misschien?”, vraagt ze.
Tijdelijke contracten
Volgens critici was Ten Weyngaert te lang een gemeenschapscentrum met de rug naar de stad.
van Ten Weyngaert. Volgens haar is de petitie het werk van een enkeling die de buurt heeft opgehitst. “Ten Weyngaert heeft wel degelijk contact gelegd met het Franstalig
“ HET GETAL
VEILIGHEIDSBUDGET. De federale ministerraad kent aan Brussel dit jaar een veiligheidsdotatie toe van 55 miljoen euro. Die gaat zowel naar het Gewest als naar de politiezones. De zes politiezones mogen 22,2 miljoen euro onder elkaar verdelen, bestemd voor extra veiligheidsmaatregelen op het openbaar vervoer en extra personeel. PEILING. Een derde van de Brusselaars kiest, als het erop aankomt, voor het aanbod van de Vlaamse Gemeenschap. Dat concludeert N-VA na een peiling over de ‘Brusselkeuze’, waarbij de Brusselse bevolking zou moeten kiezen tussen het Vlaamse en Waalse systeem voor sociale zekerheid en onderwijs. Een duizendtal Brusselaars werd ondervraagd door onderzoeksbureau TNS, in opdracht van … N-VA.
VRIJDAG 15 NOVEMBER ONDERDAK. In de negen transitwoningen voorzien door de gemeente Sint-Joost en het OCMW kunnen 44 Gesùkrakers terecht. Er wordt voorrang gegeven aan bejaarden en gezinnen met schoolgaande kinderen. Ook het Brusselse Gewest liet eerder al weten twaalf tijdelijke woningen ter beschikking te stellen voor de ex-bewoners van het Gesùklooster. Daar kunnen zowat vijftig mensen terecht. ONDERDAK BIS. Samusocial, verantwoordelijk voor winteropvang van zo’n 400 daklozen in Brussel, wil het akkoord over die opvang niet tekenen. De vzw wil eerst duidelijkheid over een aantal Gesùbewoners die nu in de infrastructuur verblijven. De winteropvang zal daardoor pas woensdag van start gaan.
MAANDAG 18 NOVEMBER NIEUWE POLIKLINIEK. Op de Louizalaan opent een gloednieuwe polikliniek. Patiënten kunnen er terecht voor langdurige kankerbehandelingen, maar evengoed voor een tandartsen- of oogartsenbezoek. Het gaat om een samenwerking tussen privéziekenhuisnet Chirec en Brussels Quality Medical. Prijskaartje: 3 miljoen euro.
Steven Van Garsse CHECK-OUT IN DE METRO. In het Brusselse premetrostation Albert start de testfase van een check-out. Wie het station wil verlaten, moet ook dan een vervoerbewijs gebruiken om de toegangspoortjes te openen. Openbaarvervoermaatschappij MIVB wil zo onveiligheid en fraude bestrijden.
Brussel is een geweldige stad die enorm belangrijk is voor ons land en voor Vlaanderen. We moeten opletten dat Brussel niet van een van de kanten van het land vervreemdt.” Minister van Financiën Koen Geens (CD&V) over de voor- en nadelen van de splitsing van de sociale zekerheid (in De Morgen).
Dit wordt het Soho van Brussel... Misschien, ooit.”
32
Vuilniszakringen. Makkelijker, luchtiger en properder kan het niet: de afvalzak laten bengelen aan een metalen ringhouder aan een of andere paal. Vorige vrijdag werden aan het Zuidstation de eerste 32 stuks gemonteerd van de in totaal 1.500 exemplaren vuilniszakringen in het
hele Brusselse Gewest, en in gebruik genomen. Het initiatief van de ‘beterkoop’ vuilniszakringen werd
KOSTEN AAN HET LOKET. De Brusselse gemeenteraad keurt een prijsverhoging goed van enkele administratieve documenten. Zo kost het openen van een dossier bij de dienst vreemdelingenzaken totnogtoe gratis - voortaan 25 euro. Ook paspoorten, documenten van gezinssamenstelling en inschrijving in het bevolkingsregister worden duurder. EX-LERAAR COLLEGE GANSHOREN VEROORDEELD. Een voormalige leraar wetenschappen van het Sacré Coeurcollege krijgt van de Brusselse correctionele rechtbank een gevangenisstraf met uitstel van 5 jaar omdat hij vier leerlingen seksueel misbruikte. Met een van de meisjes had hij zelfs gedurende meerdere jaren een verhouding. De feiten dateren van eind 1990 tot eind 2010.
DINSDAG 19 NOVEMBER BOMALARM. Het justitiepaleis wordt volledig ontruimd na een bommelding. Er wordt geen springtuig gevonden.
Tim Siaens (Milk & Cookies) opent een B&B in de Dansaertwijk en hoopt dat de buurt nog hipper wordt dan die al is (in De Tijd).
© KABINET RACHID MADRANE
“
cultuurcentrum,” zegt Corteville. “Bovendien heeft de eigenlijke centrumverantwoordelijke gewoon het recht om de post na zijn loopbaanonderbreking terug op te nemen.
Die ‘enkeling’ waar Corteville het over heeft, is Els Rochette van kunstenwerkplaats Globe Aroma. Ze zat in de raad van bestuur tot 2009. Toen werd ze eruit gezet “wegens te kritisch.” Ze werd prompt voorzitter van de cultuurraad in Vorst. De samenwerking tussen Ten Weyngaert en de gemeente werd een onmogelijke zaak. Tot Fobelets kwam. Een personenkwestie dus? “Dat denk ik niet,” zegt Rochette. “De petitie bewijst dat.” Die is door meer dan vijfhonderd mensen ondertekend, van alle gezindten. VGC-collegelid Bruno De Lille (Groen), bevoegd voor de gemeenschapscentra, zoekt intussen koortsachtig naar een oplossing. De vraag rijst of de eigenlijke centrumverantwoordelijke nog wel kan functioneren met zoveel tegenstand. De VGC kan hem moeilijk aan de kant schuiven. De man heeft een tijdelijk contract. Dat is onlangs nog maar, in september, verlengd en loopt af in juni. De problematiek van de persoon in kwestie hangt samen met de tijdelijke contracten waarin de VGC grossiert. De Lille belooft al een tijdje examens om centrumverantwoordelijken met een contract van onbepaalde duur te kunnen aanstellen, maar slaagt daar maar niet in. Het is onwaarschijnlijk dat dit nog voor de verkiezingen lukt.
INKOMENSKLOOF. Een Brusselaar verdient gemiddeld 20 procent minder dan de doorsnee Belg. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de overheidsdienst Economie over de fiscale inkomens van 2011. Met Vlaanderen ligt het verschil al op 25 procent. De kloof tussen Brussel aan de ene kant en Vlaanderen en Wallonië anderzijds blijft groeien. Binnen Brussel zijn de verschillen tussen de gemeenten heel groot. Inwoners van Watermaal-Bosvoorde verdienen meer dan het nationale gemiddelde, inwoners van Sint-Joost maar de helft daarvan.
HEIKELE DIRECTEURSWISSEl. In GC Ten Weyngaert in Vorst is de voormalige directeur opnieuw aan de slag. Huidig directeur Rik Fobelets moet vertrekken, maar dat zien buurtbewoners en trouwe bezoekers niet zitten. VGC-Collegelid Bruno De Lille (Groen) krijgt hierover vragen in de VGC-raad. genomen door staatssecretaris Rachid Madrane (PS). Zijn voorganger Emir Kir (PS) was, twee jaar terug, beleidsmatig eerder voorstander van vaste vuilnisemmers, om het openscheuren door dieren te voorkomen. De Brusselse vuilniszakring kost 100 euro, montage inbegrepen. Rotterdam deed het vorig jaar al met vuilniszakringen van 35 euro per stuk. Jean-Marie Binst
Nederlandstalige Klassen Nooit zo vol. Het aantal scholieren in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel bereikt een nieuw record en groeit ook sneller dan het Franstalig onderwijs. Het is nu goed voor bijna 41.000 kinderen. Bovendien droogt de overstap naar het Franstalig onderwijs op. Samengesteld door Kim Verthé
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1403 PAGINA 4 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Julien Tregarot en Frederik Serroen aan het Eiland van Aa: reconversie van het oude industriële erfgoed is beter dan slopen en opnieuw bouwen.
Stad > Frederik Serroen en Julien Tregarot willen leegstand terugdringen met cohousing-projecten
‘Huisje, tuintje is verleden tijd’ BRUSSEL – Brussel telt ruw geschat vier miljoen vierkante meter leegstand. Van elke twintig gebouwen in een straat, staat er één leeg. Frederik Serroen en Julien Tregarot vinden dat Brussel meer creativiteit aan de dag kan leggen om die leegstand te valoriseren. “Leegstand is een grondstof,” zegt Serroen.
W
e spreken af aan het Eiland van Aa, een vergeten plek in Brussel aan het Kanaal, aan de overkant van het Rad in Anderlecht. Ik bezocht de plek ooit voor een reportage over de loop van de Zenne. De Zenne ligt er niet onder de grond zoals in de rest van Brussel en heeft er twee eilandjes gevormd waar al meer dan een eeuw industriële gebouwen op
staan. Zo’n zeven jaar geleden was het een troosteloze buurt met lege loodsen. Vandaag is er tenminste wat activiteit: de gebouwen zijn ingenomen door bedrijfjes én, vreemd genoeg, een Italiaans restaurant. Het bewijst dat de stad eigenlijk geen leegstand verdraagt. “Maar vergis u niet,” zegt Frederik Serroen. “Een groot deel van het Eiland van Aa staat leeg. De site heeft
ook veel meer potentieel. Je kan hier een erg mooi stadswijkje maken, inclusief een hip café met Vedettestrandstoeltjes die over het kanaal kijken.” Historicus Serroen heeft samen met architect Julien Tregarot een studie gemaakt over leegstand en cohousing in Brussel. ‘Bewoonbaar verklaard’ heet het werkstuk. Het Eiland van Aa is een van de vier be-
studeerde cases. Het is een puik afstudeerproject van de twee voor een Master Stedenbouw aan de Erasmushogeschool. “Onze bedoeling was om een studie te maken over nieuwe woonvormen, zoals kangoeroewonen en collectief wonen. We hebben dat gekoppeld aan het probleem van de leegstand in Brussel.” En die is, zoals bekend, erg precair. Serroen en Tregarot hebben getracht de totale leegstand in Brussel te berekenen, en komen al gauw uit op een kleine vier miljoen vierkante meter (zie kader). Dat is goed voor meer dan 5 procent van de gebouwen. “En daar zijn een heleboel pu-
blieke gebouwen of kerken niet bij inbegrepen,” zegt Serroen. Woningleegstand is er over de hele stad, kantoren staan meer leeg naargelang ze perifeer gelegen zijn. Dergelijke kantoren zijn slecht bereikbaar met het openbaar vervoer, en nu het verkeer steeds meer dichtslibt, raak je er met de wagen ook al niet meer. De structurele leegstand loopt er op tot 30 procent. Keiberg in Zaventem, net over de grens met Evere maar nog binnen de Ring, is zo’n kantorenpark waar de leegstand hoge toppen scheert. Serroen en Tregarot namen het als tweede case-studie. Ze zien dat de
een teer punt, maar als je ziet hoe moeilijk het is om aan een woning te raken in Brussel, dan kan dat voor sommige mensen misschien wel een keuze zijn om daar te gaan wonen.”
Goede leerling
© SASKIA VANDERSTICHELE
Vlaamse overheid er bewust nog agrarisch gebied rond laat liggen – “patattenvelden” volgens Serroen – maar dat dit eigenlijk weinig coherent is. “Waarom er geen parkgebied van maken en het laten aansluiten op de rest van de stad? Van de lage kantoorgebouwen kunnen met niet al te veel geld woningen gemaakt worden. Van dat soort low cost-conversies bestaan mooie buitenlandse voorbeelden.” Tregarot: “Natuurlijk is dat geen mirakeloplosssing - mobiliteit blijft
Voor Serroen en Tregarot is het duidelijk dat wanneer de ruimte schaars is, die op een betere manier benut moet worden. Serroen: “Dat is de duurzame stadsontwikkeling zoals de universiteiten die vandaag doceren, maar eigenlijk moeten we zeggen dat Brussel al een goede leerling is.” De cijfers spreken voor zich: de bevolkingsdichtheid in Vlaams-Brabant is 500 inwoners per vierkante meter, in Brussel is het 6.500. Wat betreft efficiënt grondgebruik doet Brussel het dus zeker niet slecht. “Wat we zeker niet willen is de stad volledig verder verstenen,” zegt Serroen. “Vandaar ook onze interesse voor leegstand. Daar is nog potentieel. De Brusselse overheid zou moeten beseffen dat leegstand een grondstof is, die nog ontgonnen kan worden, alvorens de stad verder vol te bouwen.” In de studie wijzen de auteurs erop dat de (milieu)kost van slopen en heropbouwen aanzienlijk is, en dat hergebruik te weinig overwogen wordt. Serroen geeft toe dat de huidige Brusselse regering enkele voorzichtige initiatieven heeft genomen. Zo is er een leegstandscel die probeert de leegstand in Brussel in kaart te brengen, zijn er de contracten voor tijdelijke bewoning en is er het reconversieplan om van lege kantoren woningen te maken. “Maar wat Brussel mist is a spider in the web. Een instantie die verbindingen legt tussen de verschillende bestuursniveau’s en zo echt vooruitgang kan boeken.” Want aan bestuursniveau’s in Brussel is er geen gebrek: de NMBS, de federale en de lokale besturen, het gewest, de OCMW’s, de sociale huisvestingsmaatschappijen. Komt daar bij: ook zij hebben tal van lege gebouwen in hun portefeuille, maar hoeveel er dat zijn? Daar lopen ze liever niet mee te koop. Serroen en Tregarot kijken naar buitenland waar prachtige voorbeelden bestaan van de omgang met leegstand. Berlijn en Hamburg kennen bijvoorbeeld Baugruppen. Bewoners die met elkaar afspreken om op een leeg terrein, los van een projectontwikkelaar, een gebouw neer te zetten. Of er zijn de kluswoningen in Rotterdam. De overheid verkoopt
LEEGSTAND IN BRUSSEL Woningen (inclusief sociale) Kantoren Opslagplaatsen Woningen boven winkels Overheidsgebouwen
2 miljoen m2* 1 miljoen m2 550.000 m2 250.000 m2 Onbekend
TOTAAL
3,8 miljoen m2
* Een schatting. Er staan tussen de 25.000 en de 30.000 woningen leeg
aftandse panden voor een schijntje en begeleidt de kopers in het verbouwen. “Niet dat er niets gebeurt in Brussel,” zegt Serroen, “L’Espoir in Molenbeek is een goed voorbeeld. Daar hebben sociale huurders met de steun van een organisatie (Bonnevie, SVG) een passiefgebouw neergezet. En vroeger was er de Afvaardiging van de Vijfhoek waardoor tal van industriële gebouwen omgevormd zijn tot collectieve woningen. Maar die Afvaardiging bestaat vandaag niet meer, hé?”
Gezinsverdunning Serroen en Tregarot zien veel in de nieuwe woonvormen, die ook nu al opduiken in Brussel. Ze zijn in te delen in verschillende categorieën al naargelang de graad van wat de bewoners met elkaar willen delen: collectief wonen, centraal wonen, kangoeroewonen, aanleunwonen, cohousing, woongroepen, leefgemeenschappen, etc... Dat is volgens Serroen en Tregarot de toekomst. “De tijd van huisje, tuintje is voorbij,” zegt Tregarot. “Dat is niet meer betaalbaar. Door ruimtes te delen, kan je de kosten aardig drukken. Het gevolg is een slimmer ruimtegebruik, een lagere energiekost en een versterking van het sociaal netwerk.” Serroen: “Dat sluit ook aan bij het nieuwe profiel van de stadsbewoner. Er is weliswaar een bevolkingsstijging, maar er is tegelijk een gezinsverdunning, met meer alleenstaanden, en mozaïekgezinnen. Voor een alleenstaande moeder kan samenwonen heel wat voordelen hebben.” Serroen en Tregarot vinden dat de overheid die nieuwe woonvormen zou moeten stimuleren, door bijvoorbeeld bij reconversieprojecten quota in te stellen voor collectief wonen, of via fondsen een financieel steuntje in de rug te geven. “Of waarom kan Citydev (voorheen Gomb) hier geen werk van maken?” Tegenover collectief wonen staat wel een prijs: wie gaat cohousen geeft een deel van privacy op. Of toch niet? Serroen: “Belang hechten aan privacy is een gevolg van de individualisering van de maatschappij die we de laatste dertig jaar hebben gezien. Mensen willen een lounge voor zichzelf.” “Maar samenwonen betekent op zich niet dat privacy verloren gaat. Veel hang af van de woonworm.” “Wat wel klopt is dat alternatieve woonvormen meer kans op slagen hebben zijn als de stad zelf voldoende geborgenheid geeft. Die is er vandaag in een stad als Brussel te weinig: mensen vluchten na hun werk zo snel mogelijk naar hun eigen huis.” In de mate dat Brussel convivialer wordt, zullen mensen ook meer bereid zijn om ruimtes te delen, gelooft Serroen. Zo kunnen ze met minder geld meer wooncomfort bereiken. Steven Van Garsse Op de website van de Brusselse Raad voor het Leefmilieu staat een bladerversie van “Bewoonbaar verklaard” met vier case– studies: de Nieuwstraat, Keiberg, het Eiland van Aa en Pepingen www.bralvzw.be
© GOOGLE STREET VIEW
BDW 1403 PAGINA 5 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Paepedelle-Lebon. Volgens Leefmilieu Brussel lag in deze wijk in de jaren 1930 een stort.
Gewest minder streng bij potentiële grondvervuiling BRUSSEL –De ordonnantie voor de sanering van de vervuilde gronden wordt aangepast. Leefmilieu Brussel heeft bijna 20.000 percelen opgelijst die vermoedelijk vervuild zijn, goed voor 17 procent van het aantal gronden in Brussel. Daar zitten er veel bij in de Kanaalzone, maar ook in Oudergem bijvoorbeeld, in Paepedelle, een voormalig stort waar nu woonblokken op zijn gebouwd. Wie op een terrein woont dat potentieel vervuild is, is verplicht dat te saneren, of aan te tonen dat het niet is vervuild. Omdat dat handenvol geld kost, en de eigenaar in de meeste gevallen helemaal niet verantwoordelijk is voor de historische vervuiling, heeft dat tot felle kritiek geleid. Ook de omkering van de bewijslast zette kwaad bloed: het is de eigenaar die moet aantonen dat de grond niet vervuild is. Veel eigenaars reageerden gelaten. Slechts 30 procent van de eigenaars die door Leefmilieu Brussel zijn aangeschreven omdat hun
grond potentieel vervuild is, heeft gereageerd. Anderen trokken naar de rechtbank. Enkele eigenaars die hun eigendom in de Paepedellewijk wilden verkopen, en geen bodemattest konden verkrijgen, kregen van de rechter gelijk. Die verplichtte Leefmilieu Brussel om toch een bodemattest af te leveren. Minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) kondigt nu een wijziging aan van de ordonnantie. “Op basis van onze ervaring blijken een aantal risico-activiteiten niet representatief voor een potentiële vervuiling. Die zullen we terugtrekken uit het bestand.” Daardoor zal het aantal vervuilde gronden een stuk lager liggen. Wie toch eigenaar is van een vervuild stuk grond, zal sneller en goedkoper zijn verplichting tot sanering kunnen vervullen. De nieuwe ordonnantie zal in januari in het parlement worden ingediend, zodat ze nog voor de verkiezingen kan worden goedgekeurd. Steven Van Garsse
Brussel wereldstad is rode draad van Nacht van de Kennis BRUSSEL – Vrijdag vindt in het Kaaitheater de tweede editie plaats van de Nacht van de Kennis over Brussel. Vorig jaar, op de eerste Nacht van de Kennis, werd Brussel in zijn algemeenheid belicht. Dit jaar kozen de organisatoren, het Brussels Studies Institute en de Brussels Academy, voor een thema, met name Brussel als kleine wereldstad. “Elke spreker zal een ander facet van dit thema toelichten, Brussel als spionagehoofdstad, Brussel als lobbyhoofdstad en zo meer,” zegt Geert Cochez, coördinator van Brussels Academy. Sigrid Bousset van Passa Porta zal het bijvoorbeeld over Brussel als toevluchtsoord voor vervolgde schrijvers hebben, Ilke Adam (VUB) over de integratie van nieuwkomers en Jean-Michel Decroly (ULB) over toerisme. De sprekers krijgen exact veertien minuten voor hun presentatie. “Het worden snedige, TEDx-ach-
tige voordrachten,” zegt Cochez. Het publiek kan reageren, maar alleen via tweets, die op een twitterwall zullen verschijnen. De zeventien speeches worden aan elkaar gepraat door Béatrice Delvaux (Le Soir) en Friedl’ Lesage (Radio 1). Tussen de presentaties door zijn er optredens van de Fanfakids en de Duitse Brusselaar David Helbich, de man van Belgian Solutions. Ook is er een debat over Brussel als Europese hoofdstad, met onder meer Jean Quatremer, de correspondent van Libération die zich eerder dit jaar heel negatief uitliet over Brussel. De kennisnacht wordt om 1 uur afgerond met een concert van de Maghrebijns-Brusselse Laïla Amezian. Vorig jaar waren er 450 mensen present. Cochez: “Dit jaar willen we nog beter doen, we hopen op een vol Kaaitheater.”
Bettina Hubo
BDW 1403 PAGINA 6 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Manuel Cervino en Teresa Oliveira: “We willen andere mensen waarschuwen. Het kan iedereen overkomen.”
© BART DEWAELE
Patrimonium > Desastreuze afbraakwerken maken gezin ‘dakloos’
Uitzichtloos conflict © BART DEWAELE
BRUSSEL – Ze heten Teresa Oliveira en Manuel Cervino. Tot 2012 woonden ze in een fraai historisch pand aan de Maria Louisasquare 62. Maar toen begon de ellende: aannemer Lixon ging zo driest te werk bij de afbraak van het voormalige ziekenhuis op nummer 58-60 dat de muren gingen scheuren en het huis verzakte. Lixon zegt de schade te willen herstellen (zie kader) maar de affaire zit muurvast.
‘B
ienvenue. Bienvenido. Bemvindo.” Bezoekers worden aan de Maria-Louizasquare nog altijd in drie talen welkom geheten. Daaronder hangt een bordje met de naam van het Spaans-Portugees koppel en hun twee dochters. Aan de vensters hangen spandoeken: “SOS we lost our home. Support us. Lixon assumez votre responsabilité. Maison evacuée aidez-nous.” Op YouTube (zoekterm ‘we lost our home square marie louise’) smeekt dochter Inès om steun: “Lixon mag hiermee niet wegkomen.” Op drie weken tijd werd het filmpje 4.714 bekeken. “We willen andere mensen waarschuwen,” zegt Teresa, “het kan iedereen overkomen.” En Manuel: “Het ergste is dat Lixon dit had kunnen vermijden. Het is een groot bedrijf met een lange staat van dienst, expertise en kapitaal. Ze wilden, niettegenstaande onze noodkreten, voortmaken uit puur winstbejag.“ Een blik op de webstek van het bedrijf leert alvast dat het bedrijf uit Marchienne-au-Pont in 1895 opge-
vijf maanden geleden dat de stad Brussel de Cervino’s gebood om het huis te verlaten. “De ingenieurs van de stad, politie en brandweer hebben ons zeer goed geholpen. Maar de politici hebben ons in de steek gelaten. Schepen van Stedenbouw Geoffroy Coomans de Brachène (MR) wuift de verzakking weg als een conflict tussen privépartners.” In het salon wijst Teresa naar de linkerhoek waar de barokke moulures helemaal gebarsten zijn: “Toen we dit huis veertien jaar geleden hebben gekocht, was het in heel slechte staat. Het restaureren van de moulures – we hebben een beroep moeten doen op een firma gespecialiseerd in de restauratie van kastelen – heeft ons een fortuin gekost.” Tot voor de afbraakwerken waren de kelders poederdroog, ik heb er veertien jaar de kleren van de kinderen opgeslagen. Gelukkig hebben we een gedetailleerde plaatsbeschrijving, ondertekend door Lixon.” Beperkt de schade zich in de kelder tot paddestoelen en schimmels, dan wordt de schade erger naarmate je een verdieping stijgt. Op de overloop van de tweede verdieping zijn de scheuren zo diep dat er een grote mannenhand in kan. Manuel en Teresa hebben stickers laten komen uit Portugal die moeten laten zien dat de degradatie verder gaat, een fenomeen dat hen uitermate verontrust. Op 21 juni, vlak na de ontzetting, herinnerde Lixon er in de krant Vers L’Avenir aan dat het bedrijf verzekerd is tegen eventuele schade veroorzaakt door haar werf. En op 11 september zei gedelegeerd bestuurder van Lixon Virginie Dufrasnes aan RTBF: “Onze experts hebben de methodes bestudeerd om de grond te stabiliseren, het huis beweegt niet meer en na onze tussenkomst zal het huis ook nooit meer bewegen.” De Cervino’s op hun beurt hebben een ‘internationaal gereputeerde’ Portugese hoogleraar ingehuurd die volgens hen zegt dat het met de methode die Lixon nu voorstelt alleen maar erger gaat worden. Teresa: “Hij heeft in Portugal, Spanje en Angola gewerkt, hij heeft nooit iets dergelijks gezien.”
Een lawine aan spuitbeton richt werd, het een zakencijfer heeft van 65 miljoen euro en meer dan 30 miljoen euro eigen middelen. Lixon heeft 181 arbeiders in dienst en 87 bedienden en kaders. Lixon is actief in de private en de publieke sector, Lixon bouwt ziekenhuizen en kan-
toren en is occasioneel ook promotor van woningen. Aan de squares worden 35 appartementen opgetrokken.
Eclectisch herenhuis Een miezerige donderdagmiddag.
LIXON: “WIJ WILLEN ZO VLUG MOGELIJK HERSTELLEN” Virginie Dufrasne, gedelegeerd bestuurder van Lixon, klinkt gedecideerd aan de telefoon: “Het is onze plicht om de schade te herstellen. De helft van de werf ligt al maanden stil. Denkt u dat wij dit niet achter de rug willen hebben? Toen de Cervino’s hun huis moesten verlaten, hebben wij in een brief voorgesteld om een appartement voor hen te huren gedurende een jaar. We hebben nooit antwoord gekregen. De methode die de experts in juli voorgesteld hebben – en die de Cervino’s verwerpen – is gevalideerd door het onafhankelijke controleorganisme Seco. Wat kunnen wij nog meer doen? Objectief gezien zouden de Cervino’s en wijzelf hetzelfde voor ogen moeten hebben: het huis stabiliseren en de schade herstellen. Alleen vrees ik dat de Cervino’s niet terug willen, ze willen alleen maar veel geld.” DV
De moulures in de trappenhal zijn helemaal gebarsten.
Teresa opent de deur van haar huis. Een weldadige warmte komt ons tegemoet. “Dit was onze droom, heel ons hebben en houden steekt in dit huis. Nu zijn we niet alleen ons huis kwijt, we moeten ook een appartement huren en onze hypothecaire lening verder afbetalen.” Maar Teresa en Manuel willen naar eigen zeggen niets liever dan terug naar hun huis. Dat gaan ze tijdens onze tocht door het eclectische pand meer dan eens herhalen. Het is ondertussen
Al tijdens de afbraakwerken eind 2012 ondervonden de Cervino’s problemen, maar dat er stenen in hun patio terechtkwamen konden ze nog wel begrijpen. En zelfs op 19 februari toen het spuitbeton in de afvoerbuizen naar omhoog steeg, geloofden de Cervino’s nog in tegenslag. Maar het werd alleen maar erger: in maart stuwde het beton dat Lixon onder het huis van de Cervino’s spoot de tegels van patio en garage naar omhoog, de patio was bedekt met een laag van vijf centimeter, in de garage spoot het beton tot tegen het plafond. Maar dat was maar het begin. Toen moesten de verzakkingen van het huis en de talloze scheuren nog volgen. De trap naar de zolder hangt ondertussen helemaal scheef en op de zolder zijn de draagbalken uit de muur gerukt. “Helemaal goed komt dit nooit meer,” vreest Teresa, maar toch wil ze zo vlug mogelijk terug naar haar huis. Danny Vileyn
© NASCI
BDW 1403 PAGINA 7 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
P-PRAAT Het was weer een week waarin de nodige logica ontbrak. U kent ons: wij houden van een duidelijke logica. Helaas voor ons worden wij week na week verplicht om over politiek te schrijven, een stiel waar de logica zich tot verhoudt als een tang tot een varken. Neem nu de bewuste N-VA-peiling over de Brusselkeuze. X procent van de Brusselse Vlamingen is voor een hechte band met Vlaanderen, en Y procent van de Brusselse Franstaligen staat positief tegenover de aanwezigheid van Vlamingen, waaruit geconcludeerd wordt dat de Brusselkeuze dus een goede zaak is. Logisch gezien komt dat neer op de volgende stelling: X procent van de Vlamingen en Y procent van de Franstaligen vindt het Brussels Gewest een goed idee, daaruit volgt dat het Brusselgevoel sterker staat dan ooit. We wisten het vorige week al: ze raken de pedalen een beetje kwijt daar bij de N-VA sinds ze weten dat God niet bestaat.
Nasci helpt moeders die overal uit de boot vallen.
Kansarmoede > Opbrengst naar Nasci, D’Broey en Haiyan
FM Brussel helpt en zoekt hulp BRUSSEL – Onze collega’s van FM Brussel laten opnieuw zien dat ze het hart op de juiste plaats hebben. Net als vorig jaar zamelen ze geld in voor het goede doel: Nasci, D’Broey en Haiyan 21-21. Er is een online veiling en op 7 december sluit de actie af in Bronks. In de namiddag is er een kinderfeest met onder andere een circus en een kinderparty met Stijn. ‘s Avonds treden Coely en Delv!s op, nadien is er een fuif met dj Merdan Taplak. Maar eerst moet er geld in het laatje komen. Op de website van FM Brussel kunt u lezen dat er kan geboden worden op een T-shirt van BX Brussels gesigneerd door Vincent Kompany, een unieke foto van Stromae van de hand van Stephan Vanfleteren, een illustratie van Tom Schamp en het originele tekstvel van Flowers and
Balloons van Bent Van Looy. Even belangrijk is de oproep voor hulp. FM Brussel roept individuen en verenigingen op om financieel bij te dragen: de opbrengst van een wafelenbak of karaoke of een tombola. Of met workshops rond kansarmoede.
Om voort te gaan op logische paden: wist u dat de opwarming van de aarde te wijten is aan het afnemen van het aantal piraten? Jazeker: in 1600 bevoeren zo’n 15.000 piraten de wereldzeeën en de gemiddelde temperatuur wereldwijd bedroeg toen 17,5 graden. In 1890 waren er nog 6.500 piraten en was de temperatuur al gestegen tot 18 graden gemiddeld. Vandaag de dag zijn er nog slecht 300 piraten en is de temperatuur wereldwijd gestegen tot 20 graden. Waar gaat dat eindigen! Als u bovenstaande logica niet gelooft, kijk dan maar eens naar een land als Somalië: een erg bloeiende piratengemeenschap en de laagste CO2-uitstoot ter wereld. Tja... Daar gaat de Reinen Vernunft, beste lezer. Om u maar te zeggen: ze proberen u onder het mom van de rede eender wat te doen geloven. En dan is er nog federaal minister Didier Reynders (MR), die op het feest van de Duitse Gemeenschap zo maar eventjes zei dat de Duitse Gemeenschap een volwaardige deelstaat moet worden, gewest inbegrepen. “Je suis convaincu que le fait régional est en train de s’imposer,” wist Reynders. Wat de logica daarachter is? Dat u goed tussen de regels moet lezen.
CHIEN ÉCRASÉ SPAR – Hij zou er moeten staan, de kerstspar op de Grote Markt. Uit de Hoge Venen, en, volgens een persbericht van de Stad Brussel, zelfs een ecologische spar. Bijgevoegde foto’s laten daar toch enige twijfel over bestaan: we zien een mooie grote omgehakte spar die met vereende krachten door een hijskraan uit zijn habitat wordt weggesleept. Waarschijnlijk is het ook een duurzame spar, al kunnen we u niet zeggen hoe.
Emancipatie De schrijnende beelden uit de Filippijnen die iedere dag onze huiskamer binnenrollen nopen FM ertoe om 20 procent te reserveren voor operatie Haiyan 21-21. Nasci steunt moeders die overal uit de boot vallen met een pak melkpoeder, shampoo, zeep of een paar pampers. Vaak komen de vrouwen uit oorlogsgebieden of werden ze verkracht. D’Broey steunt de wijkwerking van jeugdhuizen – een emancipatorische aanpak van kansarmoede, zeg maar. Danny Vileyn Meer info op www.fmbrussel.be
BRIEUC – MIVB-directeur Brieuc de Meeûs heeft op een mooie dag uit het raam gekeken: de Koningsstraat stond vol auto’s, en de tram en bus konden niet meer door. “Er zijn te veel auto’s in Brussel,” zo concludeerde de baas van de vervoersmaatschappij dan ook terecht. “Een stadstol moet soelaas bieden, tenminste als die gebruikt wordt om het openbaar vervoer te financieren.” Opmerkelijker is echter dat Brieuc de Meeûs de toekomstige trams van De Lijn liefst niet tot in het centrum van de stad ziet rijden. Er zal dus moeten worden overgestapt aan de stadsrand. Dat betekent natuurlijk tijdverlies, waardoor de auto op zijn beurt aantrekkelijk blijft om naar Brussel te gaan. Er blijven dus veel auto’s in Brussel, ook in de toekomst. En Brieuc zal nog lang uit het raam kunnen kijken. ALBERT – U hebt ongetwijfeld vernomen dat de MIVB uitgangspoortjes wil testen in premetrostation Albert, en als u het niet vernomen hebt, dan leest u het nu in deze rubriek die zoals u weet heel wat kan vertellen over metropoortjes. U zult dus moeten valideren met uw Mobib als u naar buiten gaat in Albert. De noodknop hebben ze daar normaal gezien ook al ergens anders gezet dus het is de MIVB wel menens, die fraudeurs aanpakken. Maar wat als uw Mobib-kaart stuk gaat en u nog niet het geluk hebt om buiten een metrostation te zijn? Dan kan u een nood-sms sturen die zes euro kost die de poortjes alsnog opent. Want er is tenslotte meestal niemand aanwezig in die metrostations die kan oordelen of u fraudeert dan wel gewoon pech hebt. Tja...
ADVERTENTIE
de school van morgen / L’école de demain
ga in gesPrek met diaLogueZ aVeC PasCaL smet organiseert de school van morgen, een reeks gespreksavonden met minister van onderwijs Pascal Smet. Ontdek wanneer hij langskomt in uw buurt en stel hem al uw vragen. organise l’école de demain, une série de soirées-débat avec le ministre de l’enseignement Pascal Smet. Découvrez quand il passe dans votre quartier: 20/11 27/11 28/11 03/12 04/12
19.30 19.30 19.30 19.30 19.30
Elsene – GC Elzenhof Evere & Haren – GC Everna Schaarbeek – GC De Kriekelaar Sint-Joost-ten-Node – GC Ten Noey Etterbeek – GC De Maalbeek
PasCaL smet Vlaams minister van onderwijs Ministre flamand de l’Enseignement
WWW.CURIEUS.BE/BRUSSEL
BDW 1403 PAGINA 8 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
FOTOTENTOONSTELLING IN HET PARLAMENTARIUM
Achter de schermen van Europa BRUSSEL – In het Parlamentarium, het bezoekerscentrum van het Europees Parlement, loopt een fototentoonstelling die een beeld geeft van wat zich achter de coulissen van het parlement afspeelt. Behalve de 736 europarlementsleden werken er immers nog 6.800 mensen, die de parlementariërs op de een of andere manier ondersteunen: van tolken tot bodes en koks. De foto’s zijn het werk van de fotodienst van het Parlement en de Franse fotograaf Bernard Rouffignac. Zoom in -The European Parliament loopt tot 14 februari. HUB FOTO’S: BERNARD ROUFFIGNAC EN FOTODIENST EUROPEES PARLEMENT
ADVERTENTIE
Ontdek nog meer Brussel
op de vernieuwde brusselnieuws.be We hebben onze website in een nieuw jasje gestoken. Zo kan u nog meer actualiteit uit Brussel en omgeving volgen, terwijl u proeft van onze restauranttips of uw uitstapje in de hoofdstad plant. Ontdek het zelf op www.brusselnieuws.be
BDW REGIO
BDW 1403 PAGINA 10 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Deze week op het Vossenplein > Buurtwerkster en directeurs: ‘gebrek aan huiswerkbegeleiding’
Huiswerk maken in de kelder hij dat vertellen. Wellicht is hij door onze hulp geslaagd.” Beide vrijwilligers stralen.
Tekort aan bijles
Twee gepensioneerde vrijwilligers geven bijles aan Adam (links) en Anass, de kinderen van Saadia.
BRUSSEL – Buurthuis ’t Huizeke op het Vossenplein biedt huiswerkklassen aan voor kinderen van armere ouders uit het Nederlandstalig lager onderwijs. Saadia kan er met haar twee kinderen terecht. “Ik kon mijn kinderen niet meer helpen met hun huiswerk.”
T
erwijl een twintigtal armen zich van allerlei talen op de gelijkvloerse verdieping van het verwarmde buurthuis ’t Huizeke bedient, weergalmt Nederlands door de frisse kelder. In de omgebouwde kelder spijkeren twee vrijwilligers het Nederlands van een handvol jongeren bij. Buiten tikt de regen tegen de afvoerpijp. In de eerste ruimte van de bemeubelde kelder bedekken een schrijfbord, prikbord en geschilderde boom de wit geverfde muren. In de tweede ruimte bevindt zich links een keuken, rechts een diepvriezer. In beide ruimtes staat een tafel met stoelen. Een derde ruimte, te bereiken via een patio, betreft het bureau – met computer – van de buurtwerkster. Elke maandag, woensdag en donderdag schaven jongeren tussen zes
en negentien jaar twee uur lang hun kennis bij in deze ruimtes. Allen wonen ze rond het Vossenplein en gaan ze, verspreid over vijf scholen, naar het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Gewest. Vijf kinderen lopen school in het lager onderwijs, de drie andere in het secundair.
Geslaagd Ook Saadia, een 40-jarige van Marokkaanse origine, komt naar het buurthuis. Terwijl zij op het gelijkvloers een handje helpt, krijgen haar kinderen Anass (12) en Adam (8) ondergronds bijles. Haar man is arbeider, zelf volgt ze een opleiding tot verzorgster. Saadia vertelt, afwisselend in Frans en Nederlands, over haar moeizame zoektocht naar onderwijshulp. “Ik heb lang gezocht naar Nederlandstalige huiswerkbegeleiding, maar
vond enkel Franstalige organisaties. Ten slotte trof ik privéles aan 20 euro per uur aan, maar dat is heel duur.” Tot haar opluchting botste ze op de kosteloze begeleiding in het buurthuis. “Ik kon mijn kinderen niet
© STEVEN VANDENBERGH
Dat laatste is voor vrijwilligers Lieve Meersseman en Boudewyn Deurinck niet het geval. Het echtpaar uit Tervuren geeft de jongeren één keer per week bijles. Meersseman, oudlerares, en Deurinck, een voormalig technisch ingenieur, leggen uit dat de kinderen vooral qua taal een achterstand hebben. Meersseman zegt: “De start die een kind krijgt, is heel belangrijk. Het moet direct meekunnen.” Maar dat is bij deze kinderen niet het geval.
“Soms spreek ik Nederlands met mijn kinderen, maar af en toe zeggen ze dat ze mij niet verstaan”
meer helpen. Elke dag hebben ze vragen over huiswerk. Soms spreek ik Nederlands met hen, maar af en toe zeggen ze dat ze mij niet verstaan.”
Deurinck geeft een voorbeeld over een jongen die vorig jaar moeilijkheden op school had. “Dit jaar haalde hij 25/30 voor een test. Met een glimlach tot achter zijn oren kwam
In het Nederlandstalig lager onderwijs is elke school vrij om huiswerkbegeleiding al dan niet te organiseren. De lagere schooldirecteurs van de vijf leerlingen waarvan sprake in dit artikel pakken dat elk anders aan. Bij De Bron in Sint-Gillis is er al jaren elke namiddag, behalve woensdag, een uurtje voorzien tijdens de opvang. Doordat drie leerkrachten voor 60 leerlingen instaan, is niet elke leerling hiermee echter geholpen. In het Sint-Jan Berchmanscollege in Brussel is geen echte begeleiding voorzien. De Brusselse Sint-Jorisbasisschool biedt zelf ook geen begeleiding aan, maar heeft hiertoe een project ingediend bij het Federaal Impulsfonds voor Migrantenbeleid, dat de integratie van buitenlanders wil stimuleren. Verschilt hun aanpak, over één ding zijn de drie directeurs het wel eens: er is een tekort aan huiswerkbegeleiding, zo geven ze aan tijdens een telefonisch interview. Ouders van niet-Belgische origine trekken hierover vaak aan hun mouw. Buurtwerkster Ann Milis kan ervan meespreken. Ze is de drijvende kracht achter het vrijwilligersproject dat al drie jaar op het Vossenplein loopt en krijgt hiervoor lof van de drie directeurs. Milis: “Wekelijks moet ik ouders met kinderen weigeren voor de huiswerkklas. Dat komt door een gebrek aan plaats en vrijwilligers.” Ze vermoedt dat het probleem zich overal in Brussel, maar ook in Gent en Antwerpen stelt. De 48-jarige buurtwerkster legt uit dat deze ouders een laag inkomen genieten. “Daarnaast hebben de mama’s die langskomen, zelf maar een beperkte scholing gehad.” De praktijk leert ook dat de vaders vrijwel nooit naar de huiswerkklas komen. Milis vervolgt: “Als we de kinderen van jongs af niet beter opvolgen, krijgen we nog meer gedemotiveerde jongeren. Hoe graag ik huiswerkbegeleiding ook in het buurthuis organiseer, onderwijs lijkt me een taak van de overheid,” zegt ze terwijl ze de studeerruimtes tegen 18 uur afsluit. Ze kijkt met grote ogen naar de groeiende plassen op de patio. Als haar bureau maar nu niet weer onder water loopt.
Steven Vandenbergh
© BART DEWAELE
BDW 1403 PAGINA 11 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Elsene > Gemeente doet leegstaand Rodinpaviljoen van de hand
900.000 euro, nog af te werken De gemeente Elsene verkoopt het Rodinpaviljoen. Dat deels gerenoveerde paviljoen staat al enkele jaren leeg. De Ecolooppositie is tegen de verkoop. “Men heeft dit dossier laten aanslepen en nu wil men er snel van af. Bijzonder jammer voor de buurt.”
Het Rodinpaviljoen, te koop voor een slordige 900.000 euro.
Het Rodinpaviljoen, op de hoek van de Kroon- en Rodinlaan, werd tussen 2004 en 2006 aan de buitenkant gerenoveerd en gratis opgeleverd. Dat was de afspraak tussen de gemeente Elsene en de bouwpromotor die de site van het voormalige Militaire Hospitaal omgevormd heeft tot een nieuwe woon- en werkwijk. Het paviljoen moest dienen als ontmoetingsplaats voor de bewoners van de Elswijk. Zegt Ecolo, dat toen in de meerderheid zat. Maar in het jaar van de oplevering
wisselde de Elsense politieke meerderheid en werd Ecolo doorverwezen naar de oppositiebanken. De nieuwe MR-PS-meerderheid gaf geen duidelijke bestemming aan het half opgeleverde paviljoen, maar liet het wel tijdelijk verhuren. “Het paviljoen was enkel gerenoveerd aan de buitenkant en mogelijke definitieve gebruikers lieten zich afschrikken door de investering van twee miljoen euro die nodig was voor de binnenkant,” zegt schepen van Stedenbouw Nathalie Gilson (MR). “Omdat we na al die jaren niemand gevonden hebben, hebben we besloten om het dit jaar openbaar te verkopen. Daarbij zijn we gebonden aan de verkoopprijs van 900.000 euro.” Dat vindt Ecolo te veel van het goede. “Jarenlang heeft het schepencollege geen duidelijk project kunnen afbakenen voor het Rodinpaviljoen
en het gebouw laten leegstaan, en nu verkoopt men het dan maar volgens de klassieke neoliberale logica,” zegt oppositieleider Yves Rouyet. “Natuurlijk is twee miljoen euro te veel voor sociale organisaties. Waarom heeft de gemeente zelf niet geïnvesteerd in een sociaal project voor het Paviljoen, eventueel tezamen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de Franse Gemeenschap? Want in de wijk is een nijpend tekort aan sociale projecten en gemeenschapsruimte, zoals jeugd- of buurthuizen.” Nathalie Gilson heeft nog geen weet van mogelijke kopers. “De koper kan er in principe mee doen wat hij wil. En Ecolo vergeet te zeggen dat er in de nabije Paquotstraat al een jeugdhuis is. We kunnen er toch geen in elke straat voorzien?” Christophe Degreef
ADVERTENTIE
“De congresteksten (van N-VA) bulken van de concrete voorstellen om Brussel er economisch en bestuurlijk bovenop te helpen.” “Het mag duidelijk zijn: de N-VA is een Brussel-vriendelijke partij geworden.” Prof. Bart Maddens (KULeuven) op deredactie.be
Verandering Voor Vooruitgang
Johan Van den Driessche Voorzitter N-VA-Werkgroep Brussel Gemeenteraadslid Brussel-stad johan.vandendriessche@n-va.be
www.n-va.be/brussel www.veranderingvoorvooruitgang.be
BDW 1403 PAGINA 12 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Oudergem > Een zondag in het Rood Klooster
‘Met lief naar den bosch’
V.l.n.r.: Terrasje doen in 1926, Rood-Kloosterschilder Léon Houyoux op de picknick in 1920, en Rouge-Cloître-les-Bains (molenaarshuisje).
Met veel beeldmateriaal wordt in het Kunstcentrum van het Rood Klooster teruggekeken op de zondagse uitstap. De voorkant van postkaartjes werd vroeger ook wel eens benut, de bospaden en vijvers op zichten van het Rood Klooster boden daarvoor de nodige plaats: “Ziehier wat we aanstaande zondag van plan zijn.” Op de zolder van het gebouw waar de lekenbroeders sliepen, kunt u zich nog een beetje de kluizenaar Aegidius Olivier wanen die in de
veertiende eeuw deze contreien uitkoos. Het is er zo geïsoleerd en stil dat de panelen over de geschiedenis van het Rood Klooster gemakkelijk weglezen. Minder bekend is allicht dat na de afschaffing van de priorij eind achttiende eeuw de eerste industriëlen hun spinnerij of zeepziederij in de kloostergebouwen onderbrachten. Met de democratisering van het toerisme eind negentiende eeuw kwamen er meer en meer cafés en restaurants aan de rand van het Zoniënwoud en wegen erdoorheen. De Liga van de vrienden van het Zo-
© COLLECTIION D’ART ABBAYE / COLLECTION HOUYOUX / ARCHIEF GEMEENTE OUDERGEM
niënwoud werd in 1909 zelfs opgericht omdat de natuur bedreigd was. U kunt neuzen in de vele privécollecties oude postkaarten en foto’s en een natuurgids uit 1923 waarin een lyrische urbanist Louis Van der Swaelmen de grote vijver vergelijkt met een traag stromende rivier. Exercice digestif staat op een foto uit 1927 met kinderen in zondagse tenue aan de speeltuigen. Schilderskringen, vrouwengezelschappen in lange kledij, ze poseren aan de boord van de vijvers, languit in het gras, al eens bij een hert. Op postkaarten uit
de reeks Environs de Bruxelles werd er gepland of verslag uitgebracht: “met lief naar den bosch”.
Pensen en penselen In het molenaarshuisje baatte de familie Mignolet een herberg uit waar op den duur attracties bijkwamen zoals ezelskoersen, hengelen, of een ‘Kneipp’kuur in de vijver, de tijd van Rouge-Cloître-les Bains. In het gebouw waar momenteel het Kunstcentrum is ondergebracht, opende deze familie later de Laiterie. Helemaal in het hoekje van een na-
tuurfoto staat een schilder met zijn ezel, alsof de fotograaf iets over de verhouding tussen mens en natuur wilde zeggen. In de gevel van het huis van de prior is de graftegel verwerkt van een van de Vlaamse Primitieven Hugo Van der Goes, die hier Dood van Maria schilderde. Na hem en vooral vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw zijn en blijven kunstenaars aangetrokken door de natuur en de rust van het Rood Klooster. Het molenaarshuis wordt ook wel het huis van Alfred Bastien genoemd, naar de schilder die er verbleef, hetzelfde met de portierswoning of ‘het atelier van Léon Houyoux of Désiré Haine’. En in het priorhuis woonde de schilder JeanBaptiste Degreef. Behalve (reproducties van) schilderijen en foto’s zijn er ook van wandtapijten die verslag uitbrengen van de jachtpartij van Maximiliaan van Oostenrijk, toen die met zijn gevolg op de priorij verbleef. Klasjes kunnen hier leren kalligraferen en verluchten, maar misschien kunnen ze ook nauwkeurig leren overschrijven? Toen de Rode Cluse, de rode kluizenaarshut, een Augustijnenklooster werd, bezorgde dit monnikenwerk het Rood Klooster in de vijftiende en in de eerste helft van de zestiende eeuw zijn hoogtepunt. De stilte is er al, nu nog de aandacht. An Devroe Natuurwandelingen op zondag 24/11, 8/12 en 22/12. Meer info op www.rouge-cloitre.be
ADVERTENTIE
Vragen over het
ederlandstalig onderwijs
in Brussel? Surf dan snel naar onze vernieuwde website ONDERWIJSINBRUSSEL.BE
ZOEKEN
en vind wat u zoekt! EEN INITIATIEF VAN
ADVERTENTIE
BDW 1403 PAGINA 13 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Anderlecht > Werken starten op 25 november
Sint-Pieterscollege Jette
Van Lintstraat volledig vernieuwd De Van Linstraat zal de komende weken volledig vernieuwd worden. De Brusselse vervoersmaatschappij MIVB zal de kasseien tussen de tramsporen door een asfaltlaagje vervangen. Daardoor zal de straat gedurende vier weken gedeeltelijk afgesloten zijn. Nadat de gemeente het Raadsplein de afgelopen jaren in een nieuw kleedje gestoken heeft, neemt ze nu de Van Lintstraat onder handen. De straat verbindt het Raadsplein met het Albert I-plein en is ook een belangrijke doorgangsweg voor MIVB-reizigers die van het Zuidstation door Kuregem naar het centrum van Anderlecht sporen. Zo doen trammen 31 en 81, beiden naar Marius Renard, de straat aan. Dit voorjaar werden de voetpaden al grondig aangepakt, nu is het tijd voor de oude betonnen kasseien om plaats te maken voor een geluidsvriendelijker asfaltlaagje. De werken worden uitgevoerd door de MIVB
Infoavond
‘‘
op uitdrukkelijke vraag van Anderlechtse schepen van Mobiliteit Mustapha Akouz (PS), die zich verheugt op het initiatief van de vervoersmaatschappij: “De buurtbewoners zullen uiteindelijk de vruchten plukken van deze samenwerking.” De schepen van Mobiliteit is, als het bijvoorbeeld over het organiseren van pendelbussen naar het RSCA-stadion gaat, al minder mals voor de MIVB geweest. De werken starten op 25 november en zullen als alles volgens plan verloopt vier weken duren. Om de hinder te beperken zullen de werken in verschillende fases gebeuren waardoor de straat telkens slechts gedeeltelijk zal afgesloten worden. Zo zullen de trams gedurende de werkzaamheden blijven rijden. Het autoverkeer zal wel omgeleid worden. Buurtbewoners zullen dus een tijdlang niet voor hun deur kunnen parkeren. Ze werden alvast met een folder op de hoogte gebracht dat ze wat langer naar parkeerplaats zullen moeten zoeken. Bruno Schols
op dinsdag 3 december 2013 om 19.30 u in het Sint-Pieterscollege in de grote sportzaal over het eerste jaar secundair en de inschrijvingsprocedure.
’’
HOOGSTAAND TALENONDERWIJS, STERK IN WISKUNDE & WETENSCHAPPEN, TRADITIE IN KLASSIEKE TALEN, PIONIER IN HUMANE WETENSCHAPPEN, ONDERNEMEND IN ECONOMIE, ZIN VOOR KUNST & CULTUUR, GEDREVEN LEERKRACHTEN, HEDENDAAGSE LEERMIDDELEN, KRACHTIGE LEEROMGEVING, TOEGEWIJDE BEGELEIDING, OPEN VENSTER OP DE WERELD, VERZORGDE OMGEVING, ACCENT OP NEDERLANDS, ZORG VOOR NATUUR & MILIEU.
Nederlandstalige kwaliteit in Brussel met een hart voor jonge mensen. Sint-Pieterscollege Jette - Léon Theodorstraat 167 - 1090 Jette - T 02/426 85 15 - F 02/425 47 50 aso@sint-pieterscollege.be - www.sint-pieterscollege.be
Onze school is gelegen vlakbij het station van Jette © SASKIA VANDERSTICHELE
Xp@Ad 125x178:Layout 1
11/13/13
5:33 PM ADVERTENTIE
Laken > Brug pas volgend jaar in april open
Pijlers veroorzaken barsten in woningen De nieuwe voetgangers- en fietsbrug aan de Fransmanstraat zal ten vroegste in april volgend jaar toegankelijk zijn. De plaatsing van de pijlers veroorzaakte enkele weken geleden scheuren in de naburige huizen. De brug over het spoor is een uitloper van het wijkcontract Leopold tot Leopold, dat onder de vorige Brusselse legislatuur bedacht en uitgevoerd werd. Omdat de honderd jaar oude passerelle die de Alfred Stevensstraat met de Fransmanstraat verbindt versleten was, werd een nieuwe gepland. De ontwerpbureaus Ney en MSA bedachten een futuristisch ogend stalen gevaarte in x-vorm, kostprijs 2,4 miljoen euro. Afgelopen winter werd de oude brug afgebroken en de romp van de nieuwe geïnstalleerd op voorlopige stuts. Aannemer Viabuild zou de sokkels tegen oktober afwerken, zo werd gezegd. Inmiddels is er flink wat vertraging. Het plaatsen van de steunpilaren bleek lastiger
dan verwacht, zo klinkt het op het kabinet van huidig schepen van Wijkcontracten Ans Persoons (SP.A). Doordat de constructie zo zwaar is, moesten de pijlers dieper in de grond geboord worden. De trillingen bij het boren veroorzaakten bovendien barsten in enkele oude huisjes in de buurt. Eén gezin moest geëvacueerd worden. Bedoeling is dat de verzekeraar van de stad Brussel de schade aan de huizen vergoedt. De werkzaamheden aan de brug werden dan ook onderbroken voor de nodige expertises. Na de steunpilaren moeten nu de trappen en fietshellingen worden aangebracht. Hiervoor is toestemming nodig van de NMBS want het treinverkeer moet stilgelegd worden. In de nacht van 11 op 12 januari zal de kant van de Fransmanstraat afgewerkt worden. De andere zijde volgt later. De aannemer rekent erop dat alles zal klaar zijn in april 2014.
HUB
Page 1
BDW 1403 PAGINA 14 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
ook kon wachten. Niemand, behalve Samusocial, weet op dit moment hoe het winterplan dit jaar concreet aangepakt zal worden. Alle andere diensten en organisaties staan met hun mond vol tanden bij de vragen van daklozen. Eens te meer gedraagt Samusocial zich als Solo Social. Uit een bevraging die het Brussels Platform Armoede (BPA) vorige winter gedaan heeft bij daklozen die bij Samusocial overnachtten, bleek de gebrekkige communicatie al een belangrijk verbeterpunt. Deze noncommunicatie gaat ten koste van de rest van de sector die instaan voor de toeleiding naar de nachtopvang, en dus van de daklozen zelf.
Cavalier seul
De GGC moet eisen dat er efficiënt wordt omgesprongen met haar middelen, onder andere voor nachtopvang, zeggen Daniël Alliët en Gregory Cremmerye.
Samenleving > BPA plaatst kanttekeningen bij nachtopvang
Samusocial mag geen cavalier seul spelen BRUSSEL – De aanloop naar deze editie van de winteropvang voor daklozen in Brussel verloopt nog stormachtiger dan de vorige jaren, zeggen Daniël Alliët en Gregory Cremmerye van het Brussels Platform Armoede. Samusocial gedraagt zich eens te meer als Solo Social, klinkt het, terwijl alle organisaties die zich inzetten voor daklozen net zouden moeten samenwerken.
BDWOPINIE Laten we toch met een eenzaam lichtpuntje beginnen. Na vele jaren komt er eindelijk een serieuze investering in het voorzien van extra dagopvang voor daklozen deze winter. Dit initiatief biedt een begin van antwoord op het probleem dat daklozen al jaren ervaren: het vinden van een warme plek om de dag door te brengen. Over de nachtopvang zijn er dit jaar echter weer heel wat kanttekeningen te maken. De compleet onverantwoorde ontruiming van het Gesùkraakpand vlak voor de aanvang van de winter heeft voor heel wat chaos gezorgd. Samusocial – de organisatie die instaat voor de nachtopvang voor daklozen tijdens
de winter in Brussel – lijkt de enige actor te zijn die in een beter daglicht kwam te staan na de potige ontruiming van het voormalige klooster. Bijna onmiddellijk kondigde de vzw aan om onderdak te voorzien voor de gezinnen die nu op straat stonden. De boodschap in de media was ondubbelzinnig: Samusocial neemt wel haar verantwoordelijkheid, op deze organisatie kunnen de daklozen rekenen. De realiteit is jammer genoeg veel genuanceerder. 115 personen waarvan 63 kinderen (!) werden opgevangen door Samusocial. Een kleine honderdtal van de ex-bewoners blijft momenteel op de dool. Het beeld dat Samusocial dé speler is inzake dakloosheid in Brussel werd echter opnieuw bevestigd. Dat daardoor niemand Maggie De Block (Open VLD) aansprak op haar verantwoordelijkheid als fe-
DANIËL ALLIËT EN GREGORY CREMMERYE:
“Een winterplan gericht op de noden van de daklozen zelf zal er één zijn waar alle organisaties samen aan werken” deraal staatssecretaris ten aanzien van de Romabewoners, kwam haar goed uit. De eind oktober gelekte financiële doorlichting van Samusocial heeft heel wat stof doen opwaaien. Vooral
© MARC GYSENS
de huidige directrice Pascale Peraita kreeg de wind van voren wegens van haar (hoge) loon. Bovendien zou de financiële transparantie van de vzw te wensen overlaten. Het moment waarop deze zaken werden uitgelekt, doet vermoeden dat het de bedoeling was om mevrouw Peraita (genoemd als toekomstig Brussels OCMW-voorzitster) in diskrediet te brengen. Jammer dat er voor zo’n doeleinden aandacht geveinsd wordt voor de daklozen. Meer woorden maken we hier niet aan vuil. Over de trieste komedie bij de opmaak van de overeenkomst inzake de Brusselse winteropvang voor daklozen tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), OCMW Brussel en Samusocial kunnen we niet zwijgen.
Gebrekkige communicatie De Brusselse winteropgang zal dit jaar van start gaan op 20 in plaats van op 15 november. Die geplande startdatum heeft meer met traditie te maken dan met objectieve factoren. Er valt dus altijd over te discussiëren. Wat niet kan is dat – zoals nu het geval was – de opvang niet van start gaat omwille van nukkigheid bij Samusocial. Sinds 7 november staat op hun website: “Samusocial wijst er wel op dat de onderhandelingen met de kabinetten van de ministers van Welzijn bij de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nog steeds niet zijn afgerond, die moeten uitmonden in een overeenkomst voor het wintermandaat. Pas hierna kan het Winterplan echt van start gaan.” Daarmee leken ze ook te bedoelen dat elke communicatie over het plan
De vraag die niemand luidop durft stellen, is waarom de overeenkomst zo lang uitbleef aangezien de winter toch een jaarlijks terugkerend fenomeen is. Wij vernemen dat Samusocial er alles aan deed om een overeenkomst te onderhandelen met zo weinig mogelijk specifieke opdrachten en vereisten. Dit is uiteraard onaanvaardbaar. Ten eerste krijgt Samusocial publieke middelen om een publieke dienst uit te voeren. Het gaat om 1,1 miljoen euro om 400 slaapplaatsen te voorzien voor 135 dagen. Omgerekend 20,22 euro per dakloze per nacht of 606,62 euro per maand. We mogen niets minder verwachten van een (arme) overheid als GGC dat ze eist dat er efficiënt omgesprongen wordt met haar middelen. Ook moeten er duidelijke eisen zijn inzake kwaliteit van de dienstverlening. Uit de hierboven vermelde bevraging van het BPA blijkt dat de gebruikers van de diensten van Samusocial heel wat opmerkingen hierover hebben. Gebrek aan warme douches of opbergkastjes voor persoonlijke spullen en vuile lakens zijn maar enkele van de problemen die aangekaart werden. Het kan niet de bedoeling zijn dat een dakloze schurft oploopt tijdens zijn overnachting. Ten laatste moet Samusocial ophouden met zich als cavalier seul te gedragen. Heel wat andere organisaties zetten zich heel het jaar door in voor de Brusselse daklozen. Een winterplan gericht op de noden van de daklozen zelf zal er één zijn waarin al deze organisaties samen werken. Niet een plan waarvan die organisaties de startdatum via de pers moeten vernemen. De eindverantwoordelijkheid van de winteropvang in Brussel ligt echter niet bij Samusocial, ook al hebben ze nu een monopolipositie, maar bij de overheden die deze organisatie het mandaat en de middelen geven om de winteropvang te voorzien. Ministers Grouwels en Huytebroeck en staatssecretaris De Block hebben de politieke verantwoordelijkheid hier in. Hopelijk grijpen zij of hun opvolgers volgende winter hun kans om in te zetten op een kwalitatieve en op de noden van de daklozen gerichte winteropvang. Van hun collega’s verwachten we dat ze er zo snel mogelijk voor zorgen dat die winteropvang niet meer noodzakelijk zal zijn. Daniël Alliët en Gregory Cremmerye, voorzitter en coördinator Brussels Platform Armoede
BDW 1403 PAGINA 15 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be © MARC GYSENS
BDWOPINIE Leeg, leger, leegst door Danny Vileyn
Vorige week stond in de krant (BDW 1402, p.2) een foto van Bart Dewaele aan de achterzijde van het pand op de Emile Jacqmainlaan. Interessanter is de voorkant van dit gebouw. Vele Nederlandstalige Brusselaars zagen met weemoed het uithangbord Boekhandel Gudrun uit lang vervlogen tijden. Vorige zondagmorgen zag ik weer een stukje Nederlandstalige geschiedenis verdwijnen in onze hoofdstad. Michiel Plaizier, Laken
Boekhandel Gudrun
Onderwijsmisbruik Het immersieonderwijs wordt door onze strot geduwd. Beleidsvoerende onderwijsdeskundigen zijn hun geschiedenis vergeten. In 1930 werd de Gentse universiteit volledig vernederlandst, de andere universiteiten volgden. Omwille van het Frans haakten toen vele Vlamingen af. Men studeert het best in zijn moedertaal, andere talen volgen. Een mondje Frans of Engels praat vrijwel iedereen maar in een andere taal verder studeren, vraagt niet alleen intelligentie maar ook taalgevoel. Daar wringt het schoentje: niet iedereen is geboren met een talenknobbel! In Wallonië bereikt minder dan de helft van de scholen het vereiste aantal lesuren Nederlands. In hun immersiescholen vanaf de derde kleuterklas tot het laatste middelbaar verplicht, aanvaardt men enkel leerlingen met uitsluitend Frans als thuistaal. Ook Brusselse schepen van onderwijs Faouzia Hariche heeft vele vraagtekens bij deze onderwijsvorm. Wat beoogt de Vlaamse regering met het immersieonderwijs? Niet alleen pedagogisch maar ook praktisch is het niet haalbaar. De ene school geeft het ene vak in het Frans, de andere hetzelfde vak in het Engels of het Duits. Vakleerkrachten moeten dan ook een andere taal machtig zijn! Er is nu al een tekort aan leerkrachten! Dat belooft een rommelige schoolorganisatie… Voor het kind wordt veranderen van school problematisch. En wat met het inschrijvingsbeleid? Omdat volgens Jan Busselen (BDW 1398, p.16) de Brusselse scholen geen garantie op tweetaligheid bieden, haalt hij de taalmethode in Canada, Zwitserland en Finland aan. Bij mijn weten kan je naar die landen niet immigreren zonder werkzekerheid én een spaarpotje. Hun kinderen krijgen bij aankomst een taalbad vooraleer ze het gewoon onderwijs instappen. In het Nederlands studeren is voor onze anderstaligen een handicap maar door zich in te burgeren zou de volgende generatie geen nadeel meer mogen ondervinden. Het gezin van UCL-
professor Philippe Van Parijs bewijst dat meertaligheid zonder immersieonderwijs kan. Willen we dat de anderstaligen echt het Nederlands onder de knie krijgen, dat iedereen de andere landstaal en de wereldvoertaal kent, dan moet er meer aandacht gestoken worden in goed gestructureerd taalonderricht, best in klasgroepen met hetzelfde niveau. Dan pas gaat de kennis vooruit en krijgt elk kind gelijke kansen! Wie de schooltaal begrijpt, heeft zin om te studeren. Het Nederlandstalig Onderwijs staat aan de top van Europa. Het is onze plicht het te behouden! Rita Harnie, Sint-Agatha-Berchem
N-VA en Brussel Ik begrijp sommige Vlaamse politici uit Brussel niet. Jarenlang hebben zij ons gewaarschuwd dat de Vlaamsnationalisten Brussel zouden laten vallen. Maar nu de N-VA een grondwettelijk stelsel uitgedokterd heeft waarbij de Brusselaars de mogelijkheid krijgen opgenomen te worden in hun gemeenschap met alle rechten (en plichten) vandien, is het weer niet goed. Zoals minister Brigitte Grouwels terecht opmerkt bestaat die keuzemogelijkheid nu al wat het onderwijs betreft. Het N-VA-voorstel trekt dit gewoon door naar de andere persoonsgebonden aangelegenheden zoals pensioen of sociale zekerheid. En laat voor de rest de Brusselaars baas blijven over de eigen grondgebonden materies, zoals thans reeds het geval is. Dat in de huidige overdaad aan politieke mandatarissen sterk gesnoeid wordt, lijkt mij eveneens een goede zaak. (Aan de gemeenten die het dichtst bij de bevolking staan zou ik echter niet raken). Wij moeten nog zien wat er uiteindelijk uit de bus komt, maar als geboren en getogen Brusselaar sedert tenminste drie generaties, vind ik dit confederaal model bijzonder gunstig voor ons. André Monteyne,Jette
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
“Wat we zeker niet willen, is de stad verder verstenen.” Dat zeggen historicus Frederik Serroen en stedenbouwkundige Julien Tregarot die hun masterproef over leegstand en cohousing in het Brussels Gewest (en een stukje Rand) hebben geschreven. Het heet toepasselijk ‘Bewoonbaar verklaard’. Dat studenten hun masterproef aan Brussel wijden, is een goede zaak. Dat ze de vinger op de wonde leggen, is nog beter. Brussel telt ruw geteld vier miljoen vierkante meter leegstand. En toch kennen de betonboeren gouden tijden. Niet met het renoveren van leegstaande panden, maar met het volbouwen van open ruimte. Neerpede, Neder-over-Heembeek en de campus van de ULB zijn maar drie voorbeelden. De ‘demografische boom’ is het excuus. De helft van de leegstaande gebouwen zijn woningen, sociale inbegrepen. Leegstand wegwerken is tijdrovend, arbeidsintensief en vergt veel overleg. Het is lastig, een nieuw pand neerpoten op een braakliggend stuk grond of bos (in het geval van de ULB) is zoveel gemakkelijker. De Brusselse regering heeft wel een paar schuchtere initiatieven genomen – het vertimmeren van leegstaande kantoren tot woningen – maar het blijft al bij al veel te weinig. Maar te laat is het nooit. De regering wil dat er jaarlijks 6.000 woningen bij komen. Een groot deel moet de privé bouwen. Als we verder gaan op de ingeslagen weg, betekent dat massale nieuwbouw. En dat is nefast voor de stad. Ook als het na afbraak van leegstaande panden is. Serroen en Tregarot wijzen ook op de aanzienlijke milieukost van slopen en heropbouwen. Een evidentie, maar in Brussel wordt die optie te zelden naar voor geschoven. Opmerkelijk na tien jaar Olijfboomcoalitie met een stevige groen poot. Leegstand is een grondstof, zeggen Serroen en Tregarot. Terecht. Het wordt een grote uitdaging om de leegstand weg te werken in een context van bevolkingsgroei, toenemende verarming en een schrijnend tekort aan middeninkomens. Om een en ander in historisch perspectief te plaatsen: in 1977 was de gemiddelde Brusselaar 18 procent rijker dan de gemiddelde Belg. Anno 2011 was de Brusselaar 20 procent armer. Maar de gemiddelde Brusselaar bestaat niet, evenmin als de gemiddelde Belg. Leegstand, woonbehoeften en reconversie moeten op wijkniveau worden onderzocht. Hoe meer de bevolking groeit, hoe meer open ruimte we nodig hebben. De stad verder verstenen mag geen optie zijn. Zeker niet met zo’n omvangrijke leegstand.
WAUTER MANNAERT
© KMKG
BDW 1403 PAGINA 16 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© IVAN PUT
lichtpuntje voor kmkg BRUSSEL – België is een Henry van de Velde rijker, dit dankzij de schenking van een tafellamp uit 1897 door verzamelaar Roberto Polo aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG). Een onweerstaanbare Van de Velde, in de vorm van een vrouw met hoepelrok en hoedje dat met drie lintjes op zijn plaats wordt gehouden. In de technische fiche klinkt dat zo: “Het armatuur voor een bol is naar binnen gebogen tot een driebenige voet; bovenaan dragen drie slanke draden een platte kap van koper of messing met een ronde bobbel in het midden. De gegoten voeten zijn binnenwaarts gekeerd en door de accentuering van hun lijnen, benadrukken zij de curves van de constructie die, haast zonder ornament, haar doel dient door het spel van concave en convexe lijnen.” Het is Van de Veldes eerste gedocumenteerde elektrische tafellamp. Ze schittert momenteel al op de expo Henry van de Velde Passie - Functie - Schoonheid die nog tot 12 januari 2014 in de KMKG loopt. Twee exemplaren van de lamp waren voor het eerst te zien in de eetkamer van Hubert Clerckx in Ukkel, dokter en vriend van Van de Velde voor wie hij de lamp ontwierp. Voor Clerckx tekende hij ook het interieur van de inkom van zijn woning, de wachtkamer en het dokterskabinet waarvan de instrumentenkast nog bestaat (foto’s verschenen in Art Décoratif in 1898). Elders werd de lamp gespot in interieurs in Elsene en Berlijn. De bewaarde exemplaren zijn waarschijnlijk allemaal authentiek en verschillen nauwelijks. Soms is de kap van koper in plaats van messing. Ze is bijna een halve meter hoog en de kap heeft een diameter van bijna 30 cm. De waarde is niet in cijfers uit te drukken.
AD ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
Eric Min gidst ons door de Sint-Hubertusgalerijen, destijds bovenal een burgerlijke plek.
Literatuur > Eric Min gidst ons door Brussel (1850-1914)
Op stap door een wereldstad BRUSSEL – Eric Min schreef met ‘De eeuw van Brussel. Biografie van een wereldstad’ het boek dat al lang geschreven had moeten worden. De stadsbiografie schetst voor het eerst uitvoerig en correct het intellectuele en artistieke leven in onze hoofdstad tussen 1850 en 1914. In tien hoofdstukken waarin we grootheden als Baudelaire, Hugo, Verlaine, Rodin, Horta, Van de Velde en Huysmans volgen in de Brusselse straten en salons. Wij wandelden samen met Eric Min in hun spoor.
S
chrijver en criticus Eric Min (1959) schonk ons eerder al lijvige en uiterst leesbare biografieën van de schilders James Ensor en Rik Wouters. Aangezien beide heerschappen zich ook lange tijd in Brussel ophielden, moest het er eens van komen dat Min zich op het Brusselse totaalplaatje zou concentreren. We spraken met Eric Min af om een kleine stadswandeling te maken. Met vertrek op de plaats waar ook het boek begint: achter de brede rug van de Franse generaal
Belliard in de Baron Hortastraat. “Veel van wat je van hier kon zien, is er nu niet meer,” aldus Min. “De zusjes Brontë zaten hier in het pensionaat Héger in de Isabellawijk die onder de Ravensteingalerij is verdwenen. Aan de andere kant is er het Warandepark waar Neel Doff – of toch haar alter ego Keetje Tippel – als kind wel eens de nacht doorbracht op een bankje. Dan is er natuurlijk Victor Horta, die hier zowel het Paleis voor Schone Kunsten als het Centraal Station achterliet. Of er is die
vreemde episode in november 1902, toen de Italiaanse anarchist Gennaro Rubino in de Koningstraat een mislukte politieke aanslag pleegde op koning Leopold II. Ik probeer in mijn boek de verbanden te reconstrueren tussen de artistieke, literaire en ideologische aspecten van deze levensverhalen, omdat die volgens mij zeer talrijk waren. Als ik de optelsom maak, kom ik aan hooguit 250 à 300 personen die er in die periode toe deden in Brussel. Het zijn dus steeds dezelfde mensen die op verschillende domeinen hun invloed deden gelden.”
Rijk en arm Maar waarom precies déze periode in de geschiedenis? Min: “Uiteindelijk gebeurde er in verschillende Europese steden toen wel iets vergelijkbaars, maar in Brussel werd een en ander wat steviger aangezet dankzij de linksliberale of zelfs libertaire sfeer. Economische expansie leidde tot intellectuele ontwikkeling. Wie rijk was in die tijd, was meestal puissant rijk, omdat er nog niet zoiets bestond als een inkomensbelasting. Voor het eerst in de geschiedenis heb je dus een behoorlijk aantal mensen dat het zich kan permitteren om kunst te kopen of tijdschriften vol te schrijven. Of een leven lang te schilderen, want bij geld hoort vrije tijd.” Een kleine wandeling brengt ons op het Koningsplein, waar een deel van al dat geld goed besteed werd, want in het Museum voor Moderne Kunsten hadden vanaf 1884 de baanbrekende salons van de kunstkringen Les XX en La Libre Esthétique plaats - met James
BDW 1403 PAGINA 17 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Ensor, Jef Lambeaux, Fernand Khnopff, Théo Van Rysselberghe, ... Was Brussel in die tijd internationaal toonaangevend? Eric Min: “Les XX, dat tussen 1884 en 1894 opereerde, is het belangrijkst geweest. Het was een eclectisch gezelschap dat de belangrijkste kunst van heel Europa (Cézanne, Signac, Gauguin, Van Gogh, Henri Toulouse-Lautrec) naar hier haalde. De opvolger La Libre Esthétique is meer een persoonlijke creatie van Octave Maus.” Op een andere hoek van het Koningsplein, waar ING nu regelmatig tentoonstellingen houdt, was vroeger Le Globe gevestigd, een van de cafés waar Baudelaire en zijn kunstenaarsvrienden Arthur en Joseph Stevens Engels bier dronken uit tinnen kroezen en in pickles gedoopte blokjes kaas aten. Min heeft dan wel een hele tijd met zijn hoofd in het negentiende-eeuwse Brussel vertoefd, hij zou er niet in willen geleefd hebben. “Absoluut niet. Dat is valse nostalgie. Want ook de sociale zekerheid bestond nog niet. Wie toen arm was, was enorm arm. Baudelaire had het niet zeer breed maar moest ook niet bedelen. Je kon hier goed eten en drinken en wonen.” In het openingshoofdstuk ‘Pauvre B...’ dat over de auteur van Les Fleurs du mal handelt, wordt wel duidelijk dat diens gesakker op België en Brussel veel te maken had met zijn eigen lamentabele gezondheidstoestand. “Inderdaad. Baudelaire heeft ook altijd gezegd dat Pauvre Belgique, dat na zijn dood werd uitgegeven, vooral een vingeroefening was voor een schandaalboek dat hij over Frankrijk en Parijs wilde schrijven.”
Anarchistisch We arriveren aan Cantersteen, dat door de nabijheid van de in 1834 gestichte ULB ook al zo’n een rijke cafécultuur had. “Maar wie kent nog het verhaal van de Université Nouvelle, dat even interessant is als bizar? Als vrijzinnig bolwerk was de ULB Europees gezien al een vreemd fenomeen, maar van dat tegengewicht tegen het katholicisme splitst zich in 1894 nog eens een instelling af die op anarchistisch leest is geschoeid. Dan heb je nog het verhaal van de anarchistische kolonie ‘Groupe Communiste Libertaire’ die in 1906 in Stokkel wordt opgericht. En die aanslag van Rubino, zo burlesk dat je het niet voor mogelijk houdt.” Rubino ging in de Sint-Hubertusgalerij zelfs nog een portret kopen van Leopold II, om zeker te zijn dat hij wel de juiste persoon zou treffen. In die Sint-Hubertusgalerijen van de Nederlandse architect Jean-Pierre Cluysenaer bevinden we ons nu. ‘Omnibus Omnia’ (Alles voor Allen) staat boven de toegangspoort. “Maar dat moest toen zeker met een korrel genomen worden. Het was bij uitstek een burgerlijke plek. Portiers waakten over de toegangspoorten en de publieke toiletten waren een rijke bron van inkomsten. In 1873 kwam de Franse dichter Paul Verlaine hier het pistool kopen waarmee hij op zijn collega Rimbaud schoot. Wat nu restaurant Arcadi is, was vijftig jaar lang de Taverne Royale waar niet alleen Baudelaire kwam, maar waar ook de redacteuren van het tijdschrift La Jeune Belgique vergaderden.” In een kamer boven de Prinsengalerij verbleef ook Juliette Drouet, actrice en minnares van Victor Hugo. In het boek laat Min zien dat die tussen zijn politieke, literaire, culinaire en andere amoureuze afspraken maar weinig tijd vond voor Juliette. Toen het haar op alweer een eenzame dag echt te veel werd, vergezelde Hugo haar uitzonderlijk bij een privébezoek aan een ‘tentoonstelling’ van een ‘echte’ Chinese familie die in 1852 in de galerijen werd georganiseerd, bij wijze van attractie.
Middelpunt We dalen af naar de Anspachlaan. Ensorken-
Eric Min, nog steeds met paraplu, in café Le Cirio.
ner Min reserveerde voor dit boek een magistraal hoofdstuk dat Ensors meesterwerk De intrede van Christus in Brussel op verschillende manieren met de laan in verband brengt. We lopen langs het Beursgebouw waarvoor de beroemde Franse beeldhouwer August Rodin aan het begin van zijn carrière verschillende beelden creëerde. Via het filiaal van Dandoy in de Boterstraat, waar (alweer) Baudelaire amandelbrood en pain à la grecque kocht, komen we uiteindelijk op de Grote Markt terecht, het middelpunt van al die kunstkringen:
Hugo woonde er, Verlaine en Rimbaud ook, Marx vergaderde er in De Zwaan. Daar kwam ook de kunstkring L’Effort samen in de eerste jaren na hun stichting in 1858. Het waren kunstliefhebbers die geld bijeenlegden om een (naakt)model te betalen en in tal van bovenen achterkamertjes les te kregen van bekende
© IVAN PUT
kunstenaars. Het zijn ook zij die nu figureren op de kaft van Mins boekwerk, dat net als het model in hun midden niets aan onthullingen te wensen overlaat.
Michaël Bellon
Lees de volledige reportage op www.agendamagazine.be Op de dubbele pagina hierachter kan u een fragment vinden uit het boek van Eric Min over de Brussselse periode uit het leven van Auguste Rodin.
BDW 1403 PAGINA 18 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
© WPG UITGEVERS
Voorpublicatie boek Eric Min > Auguste Rodin in Brussel
Een geduldige beeldhouwer, een kunstpaus en een goddeloze begijn
E
erst huurt Rodin een kamer in het centrum, boven een estaminet aan de Nieuwbrug 36. Voorlopig maakt hij nog elke dag de korte wandeling naar de werf van het Beursgebouw. In de hoofdstad verrijst immers een gloednieuw paleis voor handel en kapitaal. Architect Léon Suys heeft een ambitieus plan voor de sanering van het centrum uitgetekend. Het stinkende, brakke riviertje de Zenne wordt overwelfd, en Suys voorziet ook in een prestigieus onderkomen voor de handelsbeurs. In juni 1865 heeft de gemeenteraad ingestemd met het project; drie jaar later gaan de werkzaamheden van start. Op de plaats waar ooit het Minderbroedersklooster heeft gestaan, verrijst het nieuwe Beursgebouw. De Franse decorateur Carrier-Belleuse heeft de opdracht gekregen om mee te werken aan de standbeelden, kariatiden en friezen die vanaf 1871 op de ruwbouw worden aangebracht. Rodin is zijn werkgever naar Brussel gevolgd.
Een portret van Auguste Rodin uit 1893 door Nadar.
Wanneer de beeldhouwer verneemt dat zijn achterban het vrij goed stelt, is zijn geluk van korte duur. Omdat hij ontwerpen voor kleine beeldjes onder zijn eigen naam heeft verkocht aan de Compagnie des Bronzes, terwijl zijn contract met Carrier-Belleuse bepaalt dat hij uitsluitend voor diens atelier mag werken, gooit zijn patroon hem de deur uit. Gelukkig schuiven enkele sympathisanten hem op© LODE DE CLERCQ, ANTWERPEN
Kosten noch moeite worden gespaard om van de Beurs een ijkpunt in het stadshart te maken, een boegbeeld van het slagschip België dat de golven van de haute finance zal bedwingen. Na de plechtige opening op 27 december 1873 meldt het Parijse blad L’Univers illustré dat het koningspaar en meer dan 3.000 gasten het nu al legendarische openingsbal hebben bijgewoond. Het gebouw barst uit zijn verse voegen. Er worden liefdadigheidsconcerten gehouden, een caoutchoucbeurs en een tentoonstelling waarop de nieuwste telefoontechnieken worden gedemonstreerd. De Beurs is de vitrine van de vooruitgang. De plek kon niet beter gekozen zijn – voor de reisgids van Baedeker en de Guide Conty is het geanimeerde Beursplein niets minder dan het moderne forum van de hoofdstad. De zuilengalerij en de trappenpartij van de Beurs richten zich naar het heden en de toekomst; achter hun rug is de Grote Markt nog hooguit een historisch curiosum, een anekdote in de coulissen. De tempel van het kapitaal fungeert als het symbolische scharnier tussen het middeleeuwse stadshart en de nieuwe boulevards naar Parijs’ model op de as van noord naar zuid. Daar doet de geest van de moderne tijd zijn triomfantelijke intocht. In 1905 zal een lyrische Camille Lemonnier deze gedachte in een fraaie frase vatten: ‘Il sembla qu’on as-
sistât à la Joyeuse entrée de l’esprit du siècle.’ Samen met de ploeg van Carrier-Belleuse gaat een handvol Belgische beeldhouwers aan de slag: Antoine Van Rasbourgh, de gebroeders Jacquet, Victor De Haen, Ernest Salu. In een atelier in de Montoyerstraat leert Rodin zijn collega Julien Dillens kennen. Het is het begin van een lange vriendschap. Aan welke sculpturen de naamloze ambachtsman uit Parijs precies heeft meegewerkt, is een raadsel. Vermoedelijk helpt hij bij het kappen van de allegorische fries die om het gebouw loopt – een stoet blote peuters verbeeldt er de ambachten van het nijvere vaderland: in tijden van kinderarbeid is het een wrang teken aan de wand. Een kwarteeuw later moet Rodins trouwe biografe Judith Cladel weinig moeite doen om een aandoenlijk portret van haar held te schetsen: in gedachten verzonken sjokt de haveloze man van zijn kamertje naar de werf, eenzaam kauwt hij in een café op zijn boterham. Af en toe krabbelt Rodin een radeloze brief aan Rose, die samen met hun zoontje in het kruitvat Parijs is achtergebleven en van wie hij al maandenlang niets heeft gehoord.
© NADAR/WIKIPEDIA
In Parijs is het oorlog. De Pruisen belegeren de stad, en na de Franse capitulatie op 29 januari 1871 breken onzekere tijden aan – even later raast de Commune als een wervelwind door de straten. Een jonge beeldhouwer wacht niet tot er een wonder gebeurt en neemt de wijk naar Brussel. Een naam heeft hij nog niet. Auguste Rodin zal zes jaar in België wonen. Als we zijn latere secretaris Rainer Maria Rilke mogen geloven, heeft hij er de gelukkigste dagen van zijn leven doorgebracht.
Rodin werkte ook mee aan de sculpturen aan het Beursgebouw.
drachten toe. Af en toe kan Rodin een sculptuurtje verkopen en wat geld naar Parijs sturen. Er is licht aan het einde van de tunnel, want de dagen van de Commune zijn geteld en CarrierBelleuse wil zo snel mogelijk terug naar Parijs. Hij draagt de werf van de Beurs over aan Van Rasbourgh, die prompt zijn vriend Auguste opnieuw in dienst neemt. De beide mannen zien hun toekomst groot. Aan de Waversesteenweg delen zij nu een atelier, waar ook Dillens aan de slag gaat. Voor Rodin behoren de godverdomse dagen in Brussel nu definitief tot het verleden. Niet alleen Rose en de kleine Auguste hebben harde tijden meegemaakt: tijdens Rodins eigen ‘belegering’ in België kon hij zich nog hooguit ‘mosselen en frieten voor twee keer tien cent’ veroorloven en smeekte hij zijn vrouw om zijn broek naar de lommerd te brengen. Achter de schuttingen bij de Beurs wordt hard gewerkt. Van Rasbourgh en Rodin voltooien de kariatiden voor het interieur en de beeldengroepen Azië en Afrika, die een plaats krijgen op de kroonlijst. De tandem loopt gesmeerd. Later zullen de beide mannen een contract opstellen waarin bepaald wordt dat de decoratieve sculpturen die hun atelier verlaten in België met ‘Van Rasbourgh’ worden ondertekend en in Frankrijk als werken van Rodin aan de man worden gebracht. In december 1871 komt Rose naar Brussel. Voortaan zal het stel er samenleven, terwijl de kleine Auguste in Frankrijk bij een tante wordt ondergebracht. Rodin is alvast van zijn kamertje boven het café verhuisd naar de Troonstraat. Hij staat er niet slecht voor. De samenwerking met Van Rasbourgh blijkt een goede zet, en aan werk is geen gebrek. De bustes van jonge vrouwen die in het atelier vorm krijgen, zijn geen staaltjes van grensverleggende kunst maar een fijne bron van inkomsten – het bourgeoispubliek is dol op lieflijke kopjes in brons of terracotta. Zij belanden op menige Brusselse schoorsteenmantel. Na een tijdje verhuist het duo naar een nieuw atelier in de Sans-Soucistraat 111. De beeldhouwers gaan aan de slag in het Koninklijk Paleis, waar zij een deel van de decoratie in de troonzaal voor hun rekening nemen. Voortaan zullen zij van de ene werf naar de andere trekken, want in de stad verrijzen de volgende jaren nog enkele sterke staaltjes van burgerlijke trots. Hun atelier levert ornamenten voor het conservatorium in de Regentschapsstraat en allegorische figuren voor de afsluiting rond het Academiënpaleis. Rodin ontwerpt ook robuuste en meer dan levensgrote kariatiden voor burgerhuizen in de Anspachlaan en de Steenstraat – ze zijn allemaal verdwenen. ’s Avonds werkt de beeldhouwer aan zijn kleine vrouwenbustes die door de Compagnie des Bronzes aan de man worden gebracht. In drie formaten gaan Suzon en Dosia een glorieuze toekomst tegemoet. Tot in de jaren 1920 wor-
BDW 1403 PAGINA 19 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
geworden, beraamt hij het plan. Plaats van de handeling is Picards voormalige herenwoning in de Guldenvlieslaan, die in 1894 is ingericht als Maison d’Art, kunstgalerie en ‘belevingswinkel’ in één. Het pand is verbouwd tot een palazzo in Vlaamse renaissance, met een galerij in glas en gietijzer. Niet alleen daar worden nu kunstvoorwerpen geëxposeerd. De ruime, lichte inkomhal en de vier verdiepingen zijn gevuld met decoratieve snuisterijen, tapijten, schilderijen en beeldhouwwerken, die schijnbaar achteloos tussen de meubelen zijn geschikt. Je mag de voorwerpen aanraken, zoals in een warenhuis voor heren en dames van stand. Picard en co organiseren er exposities, lezingen, theateropvoeringen en concerten. Hier zal Judith Cladel het oeuvre van haar idool aan de wereld voorstellen. In dit couvent mondain rijpt het Rodinretrospectief – voor de jonge vrouw die door haar amant ‘een goddeloze begijn’ wordt genoemd, is het een gedroomde plek om zich als curator te manifesteren.
den elk jaar gemiddeld vijftig Suzons verkocht. De Compagnie is de vaste leverancier van ornamenten voor de Brusselse pleinen, maar ook het hekwerk van de New Yorkse dierentuin komt in Brussel tot stand. In de ateliers van Molenbeek worden evengoed precieuze figuren van Rodin en Jef Lambeaux gefabriceerd als de reusachtige bronzen deuren voor het nieuwe Brusselse Justitiepaleis, die in 1896 geïnstalleerd worden – de beide vleugels wegen vijftien ton. Schattig huis-tuin-enkeukengoed wordt geëxposeerd in de opulente toonzaal van de Compagnie in de Stormstraat vlak bij Sint-Goedele. Samen met het Waalse staal en de trams van baron Empain is het bedrijf een van de succesvolle exportproducten die België op de economische wereldkaart zetten. Ook het werk van Auguste Rodin wordt langzaam in een baan om de aarde gebracht. Het is in Londen en tijdens de Wereldtentoonstelling van 1873 in Wenen te zien. In Brussel heeft hij – lang voor Parijs – de eerste stappen van zijn internationale carrière gezet. Hier en daar oppert een criticus dat hij na zijn bevallige vrouwenkopjes met wijnranken en rozen stilaan de weg van de vernieuwing mag inslaan. Dúrven moet hij.
Drie dagen voor de vernissage op 8 mei 1899 komt de beeldhouwer in Brussel aan om de plaatsing van zijn werken te leiden. Alleen de lichtinval interesseert hem; symmetrie en andere principes uit de ‘trukendoos van de conservatoren’ kunnen hem gestolen worden. Een zestigtal sculpturen waarvan vijftien op groot formaat zullen een overzicht van zijn werk bieden. Er zijn ook tekeningen te zien, en tot twee keer toe plaatst de krant Le Petit Bleu ze als illustratie bij recensies. Tijdens de openingsreceptie voert Judith het woord. Op een ereplaats prijkt het borstbeeld van de Meester dat Camille Claudel heeft gemaakt – zedig wordt de kunstenares omschreven als ‘zijn liefste leerlinge’. De expositie is een weergaloos succes.
Gelukkige jaren in Brussel Als we collega Julien Dillens mogen geloven, wordt Rodin vaak in de Brusselse straten gespot met zijn jaszakken vol boeken. Hij leest tijdens het eten en onderweg naar het atelier. Samen met Rose huurt hij nu een kamer in de Burgemeesterstraat, niet ver van de Ter Kamerenabdij. In de zomer dejeuneert het stel onder de boom in hun tuintje – een privéparadijs is het. Terwijl Rodin aan zijn sculpturen werkt, bekommert Rose zich om het huishouden. Zondagmiddag trekt de kunstenaar met Dillens naar het Musée des Moulages om er in de afgietselgalerij beroemde beeldhouwwerken te bestuderen. Met Rose wandelt hij weleens naar de Sint-Goedele om er de glasramen te bewonderen: hij ontdekt er de schoonheid van de gotiek, die hem een leven lang zal inspireren. In de musea komt hij Rubens en Pourbus tegen. Op de achterkant van de ets De koning drinkt van Jordaens, die hij in het Brusselse Museum voor Schone Kunsten heeft gekocht, maakt hij schetsen. Om den brode houdt de beeldhouwer zich in 1874 ook even onledig met het maken van karikaturen voor het satirische weekblad Le Petit Comique. Wellicht is de apotheker Van Berckelaer een van de geldschieters; een advertentie voor diens Hahnemann-dispensarium aan het Sint-Katelijneplein verschijnt wekelijks in het krantje, dat slechts drie nummers haalt. Rodin levert de tekeningen voor de voorpagina – het zijn vrolijke karikaturen in de stijl van Daumier en Gavarni. Wanneer Rodin zich aan een steenblok vertilt, voert de eminente Brusselse dokter Thiriar de noodzakelijke ingreep uit. Na afloop durft de man, die ook lijfarts van de koning is en begrijpt dat hij met een berooide kunstenaar te maken heeft, als honorarium slechts twaalf frank te vragen. Een dankbare Rodin zal hem met een borstbeeld eren. Een ander werk van zijn hand, Het weesmeisje uit de Elzas, wordt tijdens een expositie bij de Cercle artistique et littéraire aangekocht door Charles Buls, secretaris van de Onderwijsbond en later burgemeester van Brussel. Wanneer Rodin in 1899 door een enthousiaste Buls wordt uitgenodigd voor een bezoek aan zijn stadhuis, zal de beeldhouwer de invitatie beleefd afslaan – hij wil het kopje liever niet meer terugzien. Aan Judith Cladel vertrouwt hij toe dat hij dit soort bustes indertijd heeft gemaakt om te overleven: ‘Ik verkocht ze voor twintig of dertig frank per stuk aan kleine handelaars. C’est mauvais – het is minderwaardig werk. Ik ben zelfs wat
(…)
Lor sustrud esto ex exeriuscip enis doloreet iurerit at. Ut volendre dui eliquam etuero elis dipit. De eerste overzichtstententoonstelling van Rodin vond plaats in het Brusselse Maison d’Art in 1899.
beschaamd omdat Buls het beeldje heeft bewaard.’ Toch heeft Rodin niet al zijn Brusselse werken verloochend. Wanneer hij met Cladel voorbij het Academiënpaleis wandelt, wijst hij haar trots de putti aan, die hij in steen heeft gehouwen. Op zondagnamiddag maken Auguste en Rose vaak een uitstapje naar het Zoniënwoud. In de hoge dreven herkent de kunstenaar de spitsbogen, de kolommen en het licht van de gotiek – daar begrijpt hij waar de ogieven vandaan komen. Bij elke stap wisselt het perspectief en krijgt de middenbeuk van stammen en takken een nieuwe, al even harmonieuze vorm. Tijdens een didactische wandeling met Cladel langs middeleeuwse kerken in Parijs zal hij dertig jaar later in gedachten zijn tochten onder het bladerdak overdoen, terwijl hij het orgel hoort brommen. Het gebaar van de gotiek is dat van de natuur zelf, van blad naar boomstam, van kapiteel tot steunbeer. In een dreef ziet hij een bogengewelf, in een kathedraal het lijf van een vrouw – ‘haar schoonheid neemt toe naarmate zij jou begeert’. Rodin en zijn Rose trekken eropuit richting Rood Klooster, Groenendaal en Bosvoorde. Wanneer de avond valt, genieten zij van boterhammen met plattekaas en geuze in een landelijke herberg, waar een orkestje ten dans speelt. Maar er wordt ook naarstig gewerkt – dan draagt Rose het koffertje met verf en penselen, dat haar man nodig heeft om wat bomen, een vijver of een boerderij op het papier te schetsen. Rodin is natuurlijk niet de enige
© RODINMUSEUM, PARIJS
kunstenaar die dol is op de landschappen in de groene Rand van Brussel; in het kreupelhout gaat een heuse schilderschool aan de slag. De Fransman weet niet dat hij het decor neerzet waar Rik Wouters, Edgard Tytgat en hun vrienden dertig jaar later zullen wonen en werken. Op zijn schilderijtjes herkennen we een landweg bij Watermaal, de spiegeling van lage wolken in de vijvers van Groenendaal of de kleine huisjes van de Bezemhoek in Bosvoorde, waar Rik Wouters en zijn muze Nel in de lente van 1907 intrekken. Rodin ondertekent of verkoopt deze bescheiden schetsen niet. Hij zal ze zijn leven lang zorgvuldig bewaren. In dit openluchtatelier gaat het om het moment en hoe je ervan geniet. Nu kan dat nog. In Brussel is Auguste Rodin hooguit een kunstenaar die zijn weg zoekt – geen diva, geen goeroe, geen spin in een web van nijd en commercie. Langzaamaan komt er een einde aan Rodins eerste avontuur in België. Eind augustus 1877 wordt het contract met Van Rasbourgh beëindigd. Rodin keert terug naar Parijs, Rose reist hem na. Het zal nog tot 1899 duren vooraleer de beeldhouwer zijn eerste persoonlijke overzichtstentoonstelling zal krijgen. Niet in Parijs of Londen maar… in Brussel.
Een huis voor de kunst Een van de aanstichters is Edmond Picard, advocaat, kunstpaus, socialistisch politicus en notoir antisemiet. Samen met zijn medeplichtige Judith Cladel, het schrandere en knappe joodse meisje dat zijn geheime minnares is
In de zomer van 1906 komen Rodin en Rose nog even in Brussel langs. Eerst kloppen ze aan in Groenendaal, waar Judith Cladel met haar moeder een korte vakantie houdt. Het gezelschap wandelt naar de kapel van OnzeLieve-Vrouw-van-Welriekende, waar Rodin herinneringen ophaalt – daar heeft de beeldhouwer zijn ‘woeste muze’ ontmoet, de Natuur. Rodin noteert zijn poëtische impressies in een boekje. Na een dagje stappen in Brussel beseft hij dat hij heel veel aan de stad te danken heeft: ‘Sint-Goedele, de kerk die ik eertijds niet genoeg waarderen kon – zo onwetend was ik nog – keek mij aan met de volmaakte blik van de Mona Lisa.’ Dan reist het stel door naar Oostende. In het Kursaal troont Rodins bronzen Johannes de Doper tussen tweehonderd werken – de fine fleur van de hedendaagse kunst is present. Wanneer de tenor Enrico Caruso er optreedt, brengt een onverwachte reporter verslag uit. Hij heet James Ensor en staat met open mond te kijken wanneer een dame met een duizelingwekkend decolleté op de sokkel van Johannes de Doper klimt om Caruso beter te zien: ‘zij hield het lijf van de heilige in een stevige houdgreep en bleef zo een kwartier staan. Ik durfde geen schets te maken, en nu heb ik er spijt van’. Even later belt Judith Cladel aan bij een souvenirwinkel in de Oostendse Vlaanderenstraat en klimt zij de trap op naar Ensors morsige zolderatelier, waar het reusachtige doek De Intocht van Christus in Brussel in 1889 tegen een vochtige muur is gespijkerd. Maar dat is een ander verhaal. Eric Min Eric Min, De eeuw van Brussel. Biografie van een wereldstad (1850-1914), De Bezige Bij Antwerpen, 418 blz.
BDW 1403 PAGINA 20 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Expo > Maison Maurice Béjart Huis en Studio 49, twee eigenaars onder één dak
Béjart Huis heropent met parcours
In de Greepstraat 49-51, waar choreograaf Maurice Béjart zijn meesterwerken Le Sacre du Printemps en Boléro creërde, en twintig jaar leefde, huist sinds 2010 het Béjart Huis (MMBH). Het werd in vorm gegoten door Béjart-biograaf Michel Robert, die er een museaal documentatiecentrum wist uit te bouwen. Een gedeelte van het archief kreeg onderdak bij de ULB, voor verder onderzoek. Tot vorig seizoen verbleven jonge dansers uit Lausanne in residentie in de duplex van Béjart. Nu is die plek heringericht tot expositieruimte met kantoor. Beliris, het federaal-gewestelijk samenwerkingsakkoord, schonk één miljoen aan de stad Brussel om het adres op te knappen. “Dankzij onze stichting voor openbaar nut is de stad eigenaar kunnen worden van Béjarts
© ROBERT KAYAERT
BRUSSEL – Vijf jaar na de dood van Maurice Béjart (80) is het zover. Het Maison Maurice Béjart Huis (MMBH) is levend. Een intimistische, documentaire tentoonstelling met ongeziene foto’s en schrijfsels van de danssfinx maakt het publiek tot 15 december vertrouwt met Béjarts duplex, eigendom van de stad Brussel. In de gerestaureerde dansstudio gingen in september een Conservatoire en Studio 49 van start. In 2014 gaat de Béjartwinkel open.
De documentaire tentoonstelling toont Maurice Béjart in ongeziene portretten.
huis,” stelt Robert fier. “We kregen het huis in verlengbare concessie voor 27 jaar voor 1 euro per jaar. In 2014 openen we op straatniveau een boekenwinkel over dans.” Robert heeft ook de roeping om een kwaliteitsvolle dansschool voor hedendaagse dans te ontwik-
kelen. Het Conservatoire de danse Maurice Béjart is in september begonnen in de heringerichte studioruimte, die niet van de stad is maar van de vzw Studio Rue de la Fourche 49, een collectief van artiesten. Sinds september telt hun private school een twintigtal jongeren,
ADVERTENTIE
die van twee docenten (in het Frans, Engels en Spaans) klassieke en hedendaagse dans onderwezen krijgen. In de foto- en documentententoonstelling Béjart, parcours libre die er te zien is worden Béjarts lievelingsfotografen alle eer aangedaan. De expo start met de jonge jaren van Béjart (1927-1957). Met ongekende poëzie van zijn hand en een brief ‘A 20 ans’, over wat hij op die leeftijd ambieerde. Na heel die periode Béjart kwam pas in 1958 naar Brussel, om Le Sacre te schrijven voor Muntdirecteur Maurice Huisman - volgen ongeziene foto’s van Béjart met VIP’s als Pompidou, koning Boudewijn, koningin Elisabeth van Engeland of Pierre Cardin. En een filmprojectie van meer dan vijftigjarige opnames van RTB(F). Op 29 november zal La Trois (RTBF) die trouwens heruitzenden. Vooral Béjarts Indische productie Bhakti, de aquarellen voor de kostuums en decors van Le Molière imaginaire, waarin hij meedeed, en fotowerk van William Dupont, die Béjart veertig jaar volgde, verbazen. Jean-Marie Binst Béjart, parcours libre, tot 15/12, alle dagen 14-18 uur, behalve maandag, Greepstraat 49, Brussel. Liefst na reservatie: 02-347.44.68.
BDW 1403 PAGINA 21 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
© DE VRIENDEN VAN FELIX DE BOECK
© DMITRO TCHYSTIAK
Links: het ‘maison blanche’, de vroegere woonst van Maurice Carême waar nu zijn museum gevestigd is. Rechts: Maurice Carême door Felix De Boeck.
Praat
Een late visite bij Maurice Carême achteraf
Gezien: Het Maurice Carême Museum, donderdagavond 14 november in het kader van de Nocturnes van de Brusselse musea, Nellie Melbalaan 14, Anderlecht, 02-521.67.75, fondation@mauricecareme.be, www.mauricecareme.be, www. brusselsmuseumsnocturnes.be
Je hebt grote musea, kleine musea en hele kleine musea. De Nocturnes van de Brusselse Musea zijn een stimulans om ook eens langs te gaan bij die hele kleine - zoals het Maurice Carême Museum, waar ik nog nooit was geweest. Maurice Carême (Waver 1899 Anderlecht 1978) is een naam die bij Brussel hoort. Er is een laan naar hem genoemd, een school, en ook een cultureel centrum. Maar ik heb zijn naam ook eens ingetikt als zoekterm op onze eigen site brusselnieuws.be en ik krijg van het archief geen enkel zoekresultaat terug. In Vlaanderen kent men hem niet of nauwelijks, en ook in Franstalig België schijnt hij eigenlijk onderschat te zijn. Terwijl Carême in Frankrijk, zo zie en verneem ik op deze nocturne, juist overbekend is. Zijn poëzie behoort tot het standaardcurriculum van de Franse scholieren, en op het Île Saint-Louis in Parijs is een promenade over de Seine naar hem genoemd. Ook in de rest van de wereld wordt hij nog altijd druk vertaald en gelezen, van Rusland tot in Japan en sinds kort ook in Iran. Het museum dat aan hem gewijd is, herbergt ook zijn nalatenschap die in een stichting is ondergebracht. Het is zijn vroegere woonhuis in de Nellie Melbalaan in Anderlecht. Een statig huis in een statige straat – een huis dat Carême heeft laten bouwen naar het beeld van de Brabantse huizen die hij uit zijn jeugd kende. Carême werd geboren in Waver in een gezin dat het niet breed had. Omdat zijn talent snel werd erkend kon hij wel lagere school gaan lopen op een internaat in Tienen. Zo werd hij uiteindelijk zelf onderwijzer in de lagere school op de Bergensesteenweg, tot hij zich in 1943 volledig op de literatuur toelegde. Ik mag plaatsnemen in een zetel in het salon waar een dame poëzie voorleest aan het vijftal geïnteresseerden dat voor de eerste rondleiding is opgedaagd. Het zijn kinderversjes, want behalve poëzie voor volwassen, die ook al gekenmerkt wordt door een eenvoudige vorm, schreef Carême ook behoorlijk vaak voor kinderen. Dit zijn allemaal gedichtjes waarin veel kleuren voorkomen, want Carême hield ook van beeldende kunst
en had veel schilders onder zijn vrienden. De vrouw die voorleest is Jeannine Burny, die op het moment dat Carême voltijds ging schrijven zijn secretaresse en compagnonne de route werd. De vrouw beheert nu zijn nalatenschap en doet dat duidelijk met veel liefde. Dat zie je aan de gretigheid waarmee ze voorleest en de uitvoerige wijze waarop ze de vragen van de volwassenen beantwoordt. De gedichten van Carême waren vaak ‘naar de natuur’ geschreven maar bevatten ook een symbolische lading. L’oiseau is een van zijn bekendere. Het gaat over een vogel die wreedaardig bejegend wordt: achtereenvolgens de vleugels, de poten en de bek worden hem afgesneden, maar de vogel glijdt nog steeds door de lucht terwijl zijn hart zingt als een harp. ‘Alors, il lui coupa le cou/ Et de chaque goutte de sang/ Sortit un oiseau plus brillant’. Burny vertelt erbij hoe ze dit gedicht bij lezingen voor de toen door het communisme gekortwiekte en gemuilkorfde Polen mocht voorlezen zonder verdere commentaar, en hoe haar dan werd toegefluisterd hoezeer dat gedicht over hén ging. We krijgen ook een rondleiding door het huis, dat vol hangt met schilderijen en schetsen van vrienden als Paul Delvaux, Félix De Boeck, Roger Somville, Roger Gobron (Carême was gehuwd met diens zus Andrée), Jules Lismonde, Marcel Delmotte en marineschilder Henri-Victor Wolvens, die ‘homme de terre’ Carême ook naar zee wist te lokken. Via de keuken met tegeltjes van Delfts blauw dalen we af naar de kelder waar tussen wasmachines en gedroogd fruit alle kladschriften en manuscripten van zijn immense oeuvre worden bewaard. Verderop is een heuse archiefkamer waar alle vertalingen, alle schoolboeken die teksten van hem bevatten, en alle beeldopnames staan - alsook de muziekstukken die componisten als Francis Poulenc of Carl Orff op zijn melodieuze teksten schreven. Ergens aan de kant staat ook de wieg waar Carême als kind in lag. Nu ligt zijn dodenmasker erin. Ondertussen blijft Burny gedichten citeren. Niet alleen van Carême maar ook van andere Franstalige dichters. Als ze hoort van onze krant, begint ze prompt aan Marc groet ‘s morgens de dingen van ‘de Vlaamse Apollinaire’ Paul Van Ostaijen. Aan de manier waarop haar stem soms lichtjes overslaat wanneer ze al deze verzen de kamer induwt, herken ik telkens de kracht van taal. Michaël Bellon
Mobiliteit > Stap voor stap naar een wandelvriendelijke stad
Gezocht: kaartlezers met wandelbenen UKKEL/ANDERLECHT/OUDERGEM - Een voetgangerskaart met smartphone-app voor het Brussels Gewest en allerlei aanbevelingen om de stadsinfrastructuur voetgangersvriendelijk te maken, het is pas mogelijk met de hulp van stappers op het terrein. Trage Wegen vzw roept voor haar Brussels project Stapas daarom vrijwilligers op voor een laatste inventarisdriedaagse. Wie wil meehelpen autoluwe wegen te inventariseren, kan dat op 29 november in Ukkel (afspraak aan Les Deux Alices, Groeselenberg 57), op 30 november in Anderlecht (Steinerschool, Sint-Janskruidlaan 14) en op 1 december in Oudergem (GC Den Dam, Gemeenteplein 13). Een ontbijt, broodjes en drank van biologische en lokale makelij moeten voor voldoende smeer zorgen van 10 tot 18 uur. Sinds deze zomer zijn al heel wat vrijwilligers aan de slag geweest om vierkante kilometer na vierkante kilometer uit te kammen. Wijkbewoners ontdekten daarbij niet zelden voor hen nog ongekende stukjes weg.
Bewegwijzerde wandelroute Na een briefing wordt u op pad gestuurd
met een werkkaart die de theoretische situatie weergeeft op basis van verschillende cartografische bronnen. Een daarvan is de gemeentelijke Atlas der Buurtwegen uit de jaren 1840, die nog altijd rechtsgeldig is. Op het terrein moet dan gecontroleerd worden of de trage wegen nog bestaan, begaanbaar en/ of toegankelijk zijn, en of ze eventueel problematisch zijn voor mindermobielen. Door de verstedelijking zijn vele van deze buurtwegen verdwenen of omgevormd tot gewone straat. De gebieden die tijdens de driedaagse in kaart worden gebracht, zijn in mindere mate verstedelijkt en kennen daardoor nog relatief veel intacte sentiers/paden, zoals de Broekweg over de Kauwberg in Ukkel of de weg tussen de Koevijverstraat en de Neerpedestraat in Anderlecht. In Haren is er al een bewegwijzerde wandelroute langs het plaatselijk netwerk van historische buurtwegen. Ook in meer landelijke delen van gemeenten als Anderlecht, Ukkel en Jette moet zoiets mogelijk zijn. An Devroe Inschrijven via geert.teboveldt@tragewegen.be of 0489-94.27.47, www.stapas.be
ADVERTENTIE
Evelyne Doop heeft een foto toegevoegd 5 minuten geleden
Topvoorstelling gezien met de kinderen! Wij zijn nu bij de Bende van Vlieg en vertellen erover op www.UiTmetVlieg.be
Doe mee met Een geslaagde uitstap met de kinderen laat je niet over aan het toeval. Kom net als Evelyne bij de Bende van Vlieg en laat je tippen door andere families. Doe het voor 15 december en maak kans op een Vlieg-bakfiets!
www.UiTmetVlieg.be
Vind ik leuk · Reageren · Delen ·
17
BDW 1403 PAGINA 22 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
RHIMOU - ÔDELICE
JAMILA & CO - PIANOFABRIEK
YVES WOUTERS - VZW LE TOUCAN © KIM VERTHÉ
© KIM VERTHÉ
© KIM VERTHÉ
© KIM VERTHÉ
© KIM VERTHÉ
ANNABEL - PICNIK / EVA VZW
JO - VZW COSMOS
SENEGALESE DELICATESSE
THAISE TOFUSPIES
DELICE DE PROVENCE
VRIENDSCHAPSSATE
KIP MET VLEUGJE OCEAAN
Het kippenvlees van de Senegalese saté nam een bad in een marinade van citroensap, mosterd, peper en zout. Bij de complexloze spies krijg je een simpele salade met maïs en komkommer geserveerd.
De spies is een accordeon van tofu en ‘veggies’ (courgette, paprika, rode ajuin), gemarineerd in kokos-koriander-citroengrasdressing. Als bijgerecht gesnipperde groenten (wortel, chinese kool, boontjes, komkommer, rode kool, peultjes en sojascheutjes) met een pittig pindasausje.
Eigenzinnige marinades - met veel peterselie geven de verschillende stukjes vlees van de ‘délice de provence’ pit. Rijst met Provençaalse saus maakt de brochettenhap compleet.
De brochette ‘mélange’ mengt Marokkaanse met Westerse en Braziliaanse keuken. Rundsvlees ‘met een zoete verrassing’ flaneert naast kefta op grootmoeders wijze, naast ook nog kip met gember en pinda. Bijgerechtjes zijn Braziliaanse farofa met bananenschil en gevulde aubergine.
De spies bestaat uit drie grote stukken kip, aan één kant afgeboord met een flinke scampi. Tussen vlees en vis scheidsrechtert een stukje wortel. Een taboulé, gemaakt met tomaten, sjalot, citroensap, olijfolie, gember, koriander en peterselie, vergezelt de brochette.
Culinair > Koks kruisen de degens op brochettenwedstrijd in Week van de Smaak
‘Grillen is gezellig samenzijn’ ANDERLECHT – In de slachthuizen van Anderlecht slijpen op woensdag 20 november tien Brusselse verenigingen de messen. Niet om te slachten, wel om te grillen. Tijdens Grill Kanal maken zij voor u – en voor een professionele jury onder leiding van David Martin (La Paix) – hun ideale brochette.
O
p de terreinen van Abattoir, brochettenbattle of niet, tref je Driss. Al 14 jaar bedient hij de poetswagen die het gemors van de versmarkt wegwist. Na zijn shift maakt hij ook enkele dagen per week mee de keuken vuil in het Jetse grillrestaurant Les P’tits Os. En ook thuis is hij de kok, “meer dan madame.” Kookboeken laat hij links liggen. Zijn culinaire kennis heeft hij opgebouwd door van jongs af zijn ogen de kost te geven in andermans potten. “Ik ben opgegroeid zonder ouders. Sinds mijn twintigste ben ik in België, maar vanaf mijn tienerjaren moest ik mijn plan trekken in Spanje. Ik had Marokko achter me gelaten zonder moeder, zussen of nichten. Ik moest op mezelf rekenen.” Driss gooit zichzelf nu in de strijd met een groentebrochette, met als bijgerecht een kippentajine. Annabel sluit geen compromis met de vleeseters. Met haar cateringbedrijf Picnik stelt ze menu’s samen voor Eva vzw, bekend van ‘Donderdag Veggiedag’. De Thaise tofuspiezen moeten doen inzien dat grillen ook voor vegetariërs plezant mag zijn. “Bij een barbecue komt iedereen altijd op de proppen met zoveel vlees. Als vegetariër krijg je een uitgedroogde ‘schijf’ of een zwartgeblakerde groentespies. Of, erger, we worden helemaal niet uitgenodigd!” Rhimou van snackrestaurant Ôdelice, gesitueerd bij de ingang van de
slachthuizen, geeft vlees wel de absolute hoofdrol. Peterselie en gem-
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
ber moeten de smaak maken achter de schermen. “Ik maak altijd mijn
eigen kruidenmengsels en marinades,” fluistert ze. Dat doet ze op donderdag, als haar restaurant gesloten is. Rhimou wordt gelukkig van anderen te bedienen. Tot enkele maanden geleden runde ze een feestzaal.
be b
Rhimou is opgegroeid in Marokko, maar had België al van kindsbeen af in het vizier. “Mijn tante woonde in Namen. Zodra ik de kans kreeg, ben ik vertrokken.” Concurrentiezorgen zijn haar vreemd. “Ik hou van koken.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER
DE WEIK VAN’T BRUSSELS
be brusseleir
be b
be brusseleir
be b
goesting in ‘t Brussels
goesting in ‘t Brussels
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
KOMT DA ZEEN EN UURE
den EMMERDEUR 17/11/’13 > 9/12/’13 auteur: FRANCIS VEBER verbrusseling: CLAUDE LAMMENS regie: MARC BULTEREYS soundtrack: PAUL MICHIELS
cast: ELIE DEVUYST GEERT DEHAES NIKI D’HEERE JOSY RESTIAEN ANOUK VAN DOOSSELAER KURT PAREWYCK VERTONINGEN IN ZINNEMA EN KAAITHEATER VANAF 1 DECEMBER 2013 T.E.M. 8 MAART 2014 INFO & TICKETS 02/502 76 93 - 02/524 60 95 - www.bebrusseleir.be Met de steun van de
BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER GENTS TEJOÊTER TALK-SHOWS GOUDGEBLOMD LITERAIR SALON BRUSSELS STAMENEI GIDEIDE STOEMP RADIODAG FM-BRUSSEL TV-BRUSSEL ...
www.bebrusseleir.be
DE SMET BRUSSELS NORTH ASSE-ZELLIK SOUTH UKKEL-DROGENBOS v.u. be.brusseleir vzw, Johan Verminnen, Cellebroersstraat 59, 1000 Brussel
Met de steun van de
DE SMET BRUSSELS NORTH ASSE-ZELLIK SOUTH UKKEL-DROGENBOS
BDW 1403 PAGINA 23 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
DRISS - ABATTOIR © KIM VERTHÉ
GROENTEBROCHETTE De groentespies houdt het eenvoudig bij een afwisseling van tomaatjes, ui en paprika. De vleesliefhebber krijgt er een tajine van kip bij op Driss’ wijze.
Om de dingen goed te doen, moet je van ze houden.” Zo’n zakeninstinct Rhimou heeft, zo’n dromer is Joe Dioh. Bij ouderencentrum Cosmos beslist hij wat de pot schaft en leidt hij een keukenteam van een vijftal mensen. Maar dat was niet wat hij voor ogen had toen hij als 15-jarige Senegal achterliet. “Ik wilde een voetbalster worden.” Zijn voorbeeld was landgenoot Mamadou Tew, die in Senegal de nationale ploeg had doen scoren en later opgepikt werd bij Club Brugge en Charleroi. “Ik zag mezelf ook al in een club spelen en het schone leven
leiden. Maar ik brak mijn voet twee keren en moest iets anders vinden.” Jo ging werken in een restaurant in Genval, en later op de Brusselse Zavel en de Grote Markt. Slagen als kok werd het plan B. Het gerecht dat hij inmiddels het liefste klaarmaakt, is varkenshaasje met Ardense Jagersaus. Maar voor de brochettenbattle keert hij terug naar Senegal. “In mijn thuisland serveren we kippenvleugelsatés op feesten. De marinade is eigenlijk dezelfde als voor het gerecht ‘kip Yassa’, het op een na populairste gerecht. Senegalezen eten veel vaker vis dan vlees, want vlees is duurder.” Kip is ook het hoofdingrediënt van de spies van buurtwerking Le Toucan. Al pronkt er ook een scampi op het stokje. Directeur Yves, die niet enkel thuis maar ook bij vrienden het fornuis mag opeisen, liet zich inspireren door een bezoek aan New York, enkele jaren geleden. “Ik at er ‘Surf ‘n’ Turf’, een combinatie van steak en kreeft. Heerlijk.” Wat hij vooral associeert met brochetten? “Een gezellige tijd hebben samen.” De brochette, tot slot, die vriendschap haast niet beter kan symboliseren, is die van Khadija, Jamila, Aziza, Fatiha, Myriam en Marcia. De vrouwen leerden elkaar kennen via het cursusaanbod van de Pianofabriek. Sinds een tiental jaar koken ze samen, leren ze samen talen, doen ze uitstappen, maar zijn ze vooral elkaars ‘zussen’ geworden. “Ik had het bijvoorbeeld moeilijk na mijn scheiding. Ik kwam hier alleen aan uit Slowakije,” zegt Myriam. Ook Fatiha was op zoek naar hechte vriendschapsbanden. “Door mijn huwelijk kwam ik vanuit Duitsland in België wonen. Maar eenmaal hier miste ik mijn zussen enorm. Onvoorstelbaar”. Aan u om te proeven. Kim Verthé
ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Kroket Nu de feesten langzaam beginnen te naderen, wil ik het eens met u over kroketten hebben. Kroketten zijn in België een teken van feest. Nooit opgemerkt? Ze worden niet geserveerd in de grijze sleur van de dagelijkse dag, dan zijn het gekookte aardappelen, frietjes of puree. Maar ga eens naar een verjaardag, een wildfestival, een plechtige communie of een Kerst-reveillon en – hop – daar zijn de kroketten. De kroket is zowat de Drievuldigheid van het bescheiden patatje; ze is tegelijk aardappel, friet en puree. Dus verschijnt ze op het bord bij voorname gelegenheden of in de betere middens. Een kroket verhoudt zich hier tot een frietje als een Carlsberg tot een Jupiler. De Nederlandse lezer fronst nu zijn of haar wenkbrauwen. In Nederland kijkt men helemaal anders aan tegen kroketten. Om te beginnen denken wij Belgen, bij het horen van het K-woord, in de eerste plaats aan aardappelkroketten. De rest van de wereld denkt aan vleeskroketten. Ok, wij kennen ook wel kaaskroketten en garnaalkroketten, die laatste zijn zelfs een nationale trots en bevatten géén aardappel. Maar kaaskroketten heten in Franse keukentaal niet eens croquettes, maar fondus (of fondues, al leidt dat tot verwarring). Nederland heeft de vleeskroket (en haar kleine broertje, de bitterbal) uitgeroepen tot plat national. Enkele maanden geleden was ik op een feestelijke verjaardag in de buurt van Utrecht. Na een heerlijk buffet met vlees en kaas en een hoop toetjes worden vanuit de keuken als afsluiter de ‘broodjes kroket’ aangerukt. Toen ik gereanimeerd was van de lachaanval, tastte ook ik enthousiast toe. ‘s Lands wijs, ‘s lands eer. Maar zoals wij, Belgen, na het afsluiten van een exotische vakantie ons thuiskomen vieren met biefstuk en friet, zo reppen de Hollanders zich naar de eerste de beste kroketplek van zo gauw ze Hazeldonk voorbij zijn. Met de aardappelkroketten staan wij zo goed als alleen. In Duitsland komen ze wel voor, maar hebt u ooit al een croquette de pomme de terre ontmoet in Frankrijk? Neen. Toch is het woord Frans. Het komt al voor tijdens de regering van Lodewijk de Veertiende als ‘croquets’ al zijn dat dan gefrituurde hapjes in beignetdeeg. Maar croquette in onze betekenis staat ook al in een Engels woordenboek in 1715. Het gaat in die tijd nog niet over aardappelen,
uiteraard. De eerste croquettes waren van vlees en gevogelte. De oude Vlaamse kookboeken vallen op door overdreven vertaaldwang. De oorspronkelijke Belgische keukenregels waren uiteraard in het Frans opgesteld en in de meeste andere talen liet men Franse keukentermen onvertaald, maar niet bij ons! Alles werd letterlijk vertaald. In het boek van Cauderlier uit het derde kwart van de negentiende eeuw spreekt men dus van krakerkens van aardappelen. Voor de duidelijkheid staat er croquettes naast tussen haakjes. Wat is een aardappelkroket nu eigenlijk? Het is een voorbeeld van extrusie. In zijn drang om de natuur te temmen, neemt de mens geen genoegen met aardappelen die verschillen van vorm en maat. Om de eetgasten te behagen, zouden alle aardappelen even groot moeten zijn. Dus haalt hij de aardappel uit elkaar tot puree, en vormt er dan opnieuw aardappelen mee, maar dan van perfecte vorm. Zolang dat individueel met de hand gebeurde, zagen kroketten er nog vrij aardappelachtig uit. De term patatoïde is trouwens gangbaar in de wetenschap. Zo heb ik de vorm van de aarde tijdens een college aardrijkskunde ooit horen beschrijven als een onregelmatige patatoïde. Dat zegt genoeg. Maar al spoedig gaan de koks de puree anders kneden. Ze wordt gebonden met twee eigelen per kilo aardappelen en op smaak gebracht met (witte) peper, muskaatnoot en een snuifje zout. Vervolgens moet de puree worden uitgerold in de vorm van een worst en dan in stukjes gesneden ‘ter grootte van een kurk’ (zo staat het in meerdere bronnen), Men haalt de kroketten door losgeklopt eiwit, wat handig is want we hadden die twee dooiers al gebruikt, en dan door het paneermeel. Frituren in heet vet en opdienen. Extruderen betekent eigenlijk vorm geven door iets door een mal te persen. Dat gebeurt vanaf 1962 met behulp van de Millecroquettes, de geniale uitvinding van een Antwerps poelier, Gaspard Thienpont. Hoewel ik zelf zelden kroketten maak (ik hou van natuurlijke vormen) koester ik dit zalmkleurige apparaat. Het kwam ons leven binnen na een bezoek aan het Voedingssalon en zal mij eeuwig doen herinneren aan de Golden Sixties. De Millecro-
“Zoals wij, Belgen, na het afsluiten van een exotische vakantie ons thuiskomen vieren met biefstuk en friet, zo reppen de Hollanders zich naar de eerste de beste kroketplek”
quettes wordt overigens nog steeds gemaakt en is, dank zij Jeroen Meus, zelfs opnieuw populair. Het is een aandoenlijk ding. De rollende schaal die de kroketworst opvangt tijdens het persen is zelfs voorzien van een meetlat om tot op een millimeter perfecte kroketten te kunnen snijden. Alleen, weet een lezer soms hoe lang een kroket hoort te zijn? Kroket hoeft ook niet altijd van zuiver aardappel, allerhande zetmelig voedsel kan op die manier gekroketteerd worden. Probeer het eens met pompoen, gegaard in de oven? Of met knolselder (op dezelfde manier koken als aardappelen) of met mengsels van de drie. Er kan nog meer bij: spinazie, peterselie... Elke vorm van stoemp, quoi. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1403 PAGINA 24 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
© IVAN PUT
Philippe De Wulf, met Mannekenfish
‘Stevig en viriel in het water’ ELSENE – Er beweegt wat in het Brussels diep. Oké, Philippe De Wulf ziet als reclamejongen heil in het nieuwe imagobeeld be.brussels van het Gewest. Maar met zijn waterpoloteam Mannekenfish haalt hij pas echt iets van de bodem. Na een jaar sporten in het gemeentelijk bad wint de club al brons op het International Waterpolo Tournament in Amsterdam. En de club steunt de aidsactie van Swim for Life met een blote mannenkalender 2014.
B
Philippe De Wulf: “Mannekenfish kan slachtoffer worden van zijn succes. Als het ledenaantal zo blijft aangroeien hebben we volgend jaar een A en B-team.”
tigde artiesten zijn, vaak weten ze niet echt hoe ze zich het best presenteren. Verder werken we veel op institutioneel niveau, zoals voor het Europese parlement waarvoor we communicatie via objecten ontwierpen. En zopas haalden we een contract voor drie jaar binnen om de communicatie te verzorgen van de administratie van Brussel Mobiliteit. Een leuke uitdaging.”
Wat vindt een reclameman van de campagne be.brussels die het gewest heeft gelanceerd? De Wulf (straalt):”We hadden het oorspronkelijk budget bijna binnengehaald met ons bureau. Ik denk dat het belangrijk is dat een stad of regio een duidelijk profiel heeft. De bewoners moeten zich kunnen identificeren met hun stad. Uiteraard doet be.brussels denken © IVAN PUT
ij kapper Wakko op het Dinantplein ligt continu aflost om even op het droge op adem hij zonder blozen, de blote mannen- te komen. Het gaat er lijfelijk zwaar en stoer kalender 2014 van gay waterpoloteam aantoe. Wie daaraan deelneemt? De Wulf: Mannekenfish. De veertien foto’s moeten het “Toch een typisch internationaal Brussels goede doel van het zwemevenement Swim for publiek: van een Hongaar, Fransman, ItaliLife (van de overkoepelende vereniging Brus- aan, Oostenrijker en Japanner tot Vlamingen, sels Gay Sports) op 1 december helpen finan- Walen en Brusselaars. Via Facebook en het cieren. gay society leven hebben ze Mannekenfish Mannekenfish ontstond ontdekt. Ook wat betreft in de schoot van de beroep is het een gevarizwemclub van BGS. In eerd allegaartje, van een maart 2012 kwam een dierenarts, architect en gay waterpoloteam uit een monteur bij RTBF Parijs een training organiseren in het zwembad tot ikzelf, uit de reclamesector. Mannekenfish van de VUB. Vier zwemmers van de BGS namen wordt wel slachtoffer van daaraan deel. Ze kregen het succes, we zijn al met de smaak te pakken om 28 leden. Als we blijven een eigen waterpoloteam groeien, zullen we een te vormen. “Ik heb zelf als A- en B-team moeten student in eerste afdeling maken en twee coachen waterpolo gespeeld bij of zwemavonden nodig Ghent Swimming en zag hebben.” dat direct zitten,” bekent be.brussels Philippe De Wulf (34). De kalender van Mannekenfish, De Wulf doet overdag “Eerst hebben we een te koop voor 12 euro. wat anders. Bijna tien half zwembad afgehuurd jaar terug spoelde hij in Etterbeek, om balgewenning te oefenen. Er in Brussel aan, op zoek waren daar zelfs geen naar Franstalig werk en goals. Snel sloten zich meer en meer zwem- om er bij zijn vriend (zijn huidige echtgenoot mers aan. Al bij ons eerste Europese toernooi en communicatiemanager van het Atomium) in Parijs, met acht van de tien spelers die nooit te wonen. “Ik wilde absoluut in een Franstalig een match hadden gespeeld, viel op dat we on- bureau ervaring opdoen, en kon bij het evegelooflijk ons mannetje konden staan. Deze nementenbureau Profirst International aan sport staat voor sterk en viriel. Veel wissels de slag. Aansluitend koos ik voor een korte hadden we niet mee (een waterpoloteam vergt leerschool in de field marketing. Uiteindelijk zeven spelers in het bad, en minstens vijftien in kwam ik terecht bij het reclamebureau Anouk totaal, red.). Vanuit die supermotivatie zijn we & Co in de Locquenghienstraat. Daar ben ik nu voluit met onze afdeling gestart. We namen partner en co-zaakvoerder. Ik heb er de smaak een coach in de arm en verhuisden naar het te pakken gekregen van grafische vormgeving. zwembad van Elsene.” Iets waarin we, naast het strategisch denkDat de mannen het ernstig nemen, valt op werk, de lat heel hoog leggen. Ook in de cultuwoensdagavond op. Na een explosieve war- rele sector scoren we sterk. Vorig seizoen nog ming up in de breedte van het bad, komen er voor Bozar Music of voor Flagey. Voor artiesballen bij voor de harde tactiektraining. Ge- ten werken we ook presentatietours op sites volgd door een match, waarin iedereen elkaar en tablets uit. Of het nu beginnende of geves-
Het waterpoloteam Mannekenfish, vier dagen na de ‘bronzen tepel’ in Amsterdam.
BDW 1403 PAGINA 25 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
“Het Gewest toont met zijn Engelstalige slogan be.brussels dat het tweetalige statuut in deze regio voorbijgestreefd is. In de realiteit - zie maar in onze sportclub - is dat al lang zo” verschillende diensten binnen het gewest zich zullen moeten aanpassen aan het gegeven van de strakke slogan be.brussels wordt wel een klus. Ik voel aan dat ze de consequenties van de implementatie, zeker financieel, onderschat hebben. In een, twee, drie heb ik er geen oplossing voor.”
Ook voor hetero’s Terug naar de waterpoloclub, die de training achter de rug heeft. Er vallen twee gewonden die avond. Eén iemand kwetste zijn neus. De doelman sloeg zijn vinger om. De trainer dook het bad in en verving hem in de goal. “Het is een harde sport, alleen al om het zware fysische contact,” bekent De Wulf. “Maar dat maakt het net leuk, om sterk te staan in de recreatieve toernooien van de Vlaamse Zwemfederatie of het Europese waterpolocircuit. Op 1 november haalde Mannekenfish na zeven wedstrijden van tweemaal zeven en acht minuten, brons in het International Waterpolo Tournament van Amsterdam. De beker was een bruine plastiek tepel aan een touw. De voorzitter en ook andere zwemmers spreken me aan over één ander lid: de broer van Philippe. “Hij is hetero, en heeft een vriendin in Brussel.” Ik schrik wat van het marginaliteitslabel dat de jongeling opgespeld krijgt van zijn clubgenoten. Maar de broers lachen er hartelijk mee. “In het uitgaansleven is het makkelijk om gay te zijn, dankzij websites en uitgaansadresjes, maar in de sport ligt het nog steeds moeilijk, ervaren we,” zegt De Wulf. “En dan heb ik niet over het voetbal als cliché.” Zijn er dan echt solitaire gayteams nodig als compensatie, vraag ik plagerig? De Wulf: “Op zich zou dit niet mogen bestaan, ik ben tegen communitarisme. Niets gezonder dan een goede mix, en vlotte omgang met andermans geaardheid. Al is het ideaal wel dat iedereen naast elkaar moet kunnen sporten, in de werkelijkheid blijkt niet altijd mogelijk. In individuele sporten gaat het al wat makkelijker, maar in ploegsporten - bij mannenclubs dan toch - komt er vaak iets bovendrijven dat gevoed wordt door het machogedrag. En dat hanengedrag leidt snel tot het gebruik van
een woordenschat die als kwetsend ervaren kan worden. Ik hoor van de coach van een Antwerps, straight waterpoloteam dat hem wel eens verweten wordt dat hij ook janetten traint. Gelukkig staat hij daarboven.” Waarom dan - op de uitzondering die de regel maakt - enkel gays groeperen in Mannekenfish, vraag ik hem nog. “Het heeft niets te maken met onze geaardheid, maar alles met onze manier van leven. Onze levensstijl maakt dat we ons op een of andere manier verbonden voelen op deze aarde. Door het feit dat we een minderheid zijn, hebben we geleerd om ons te organiseren, vooral dankzij het internet. Op die manier vinden we vandaag meer gelijkgezinden. Samen met elkaar iets beleven vinden we nu eenmaal tof. Die sfeer van samenhorigheid, een soort warm en veilig nest of thuisgevoel, ontstaat spontaan in een gay sportclub als Mannekenfish. En nogmaals, het neemt niet weg dat we openstaan voor iedereen, en graag zelfs. We sluiten nooit iemand uit, precies omdat we goed beseffen wat uitsluiting betekent. En als er iemand nieuw komt – de club groeit zienderogen (verdubbeling van het ledenbestand in één jaar tijd, red.) – vragen we zeker niet of die man bij een man slaapt. De basis van een sportclub die zich als gay affirmeert is net dat iedereen er zich thuis moet voelen. De voorbeelden zijn legio dat dit niet in alle sportclubs kan.” Is Brussel dan niet leefbaar voor homo’s? “Wat is leefbaar? Uitgescholden worden op straat; het gebeurt nog elke dag, al ga je er niet van dood. Integendeel, je bouwt er eigenwaarde en mentale sterkte mee op. Eén geval van gay bashing wordt snel uitgesmeerd door de pers. Gaan we ons daar op focussen? Nee. maar het een fait-divers noemen, om een woord van de burgemeester te gebruiken, hoeft anderzijds ook niet. Ik zie dit niet als een strijd voor homorechten. Alles kan teruggebracht worden tot ‘opvoeding’. Daar krijgt het leren omgaan met anderen een (eerste) plaats. Van daaruit komen dan de reacties. Als die negatief zijn, is dat doorgaans een gevolg van eigen frustraties. Sowieso moet elk geval, zelfs van gay bashing, apart bekeken worden, in functie van het karakter van het individu. Iemand kan zich al gekwetst voelen door een foute blik. Iemand anders door een grap. Alles kan als relatief beschouwd worden, het is pas als men openlijk wil kwetsen en agressief gedrag vertoont omtrent iemands geaardheid, dat nultolerantie aan de orde is. Niemand heeft het recht om de vreedzame manier van leven van iemand anders publiekelijk af te keuren. Ik plaats homofobie in het rijtje van racisme en seksisme, en daar moet heel de maatschappij tegen strijden. En ik denk toch dat dit alles er met de tijd zal uitgroeien, omdat een homovriendelijke houding vandaag mee in de opvoeding zit. In die zin zet ons waterpoloteam Mannekenfish zich ook in voor een groter socialer doel in de wereld, los van het gay-zijn. Het zwemmersevenement Swim for Life in het zwembad in de Wipstraat (www.swimforlife.be), ingericht door onze overkoepelende sportvereniging BGS, steunt diverse aidscampagnes, waaronder voor kinderen in Afrika. De hele opbrengst van onze Mannekenfish-jaarkalender 2014 gaat naar die acties. Precies omdat de gesteunde projecten de homogemeenschap overstijgen. Ook dat tekent de ware spirit van onze sportclub; we doen het voor iedereen die slachtoffer is. En ja, het geeft een wauw-gevoel dat we met de kalenderverkoop iets betekenen. Al was de fotoreportage ook leuk (lacht).” Jean-Marie Binst Kalender 2014 Mannekenfish, voor de aidscampagnes van Swim for Life op 1 december. Te koop in Brusselse winkels. www.bgs.org/nl/waterpolo.php De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
3 VRAGEN AAN MICH JONCKHEERE © BART DEWAELE
aan succesverhalen als be Berlin en I amsterdam of het geslaagde Stad van A voor Antwerpen. De eerste verdienste van be.brussels is dat de meertaligheid in Brussel eenvoudig lijkt. Het Engels als slogan vind ik voor Brussel meer dan terecht. Het biedt een aanzet voor het uniforme beeld dat Brussel al lang nodig heeft. Het tweetalige statuut is in deze regio voorbijgestreefd, zie maar hoe internationaal het gezelschap in onze club is; dat is de Brusselse realiteit. Al moet het concept be.brussels nog groeien. Ik zie de campagne als een stuk integratie van de leuze van België ‘eenheid in verscheidenheid’.” “Ze omzeilt gevoeligheden. En bovendien komt het meer tegemoet aan alle 163 nationaliteiten die maken wat Brussel op straat is. Ik ben al blij dat het gewest professioneler tewerk gaat, door zich een identiteit aan te meten. Dat
Repeteren doen de tangueros van Melting Point bij Mich Jonckheere thuis.
‘Alles draait rond een intieme sfeer creëren’ BRUSSEL – Streven naar een smeltpunt, waar de klassieke Argentijnse bandoneon, de gitaar, piano, viool en contrabas elkaar vinden. Dat is de betekenis achter de naam Melting Point, een groep tangueros (tangomuzikanten), rond bandoneonist Gerardo Agnese, die niet alleen traditionals spelen. Hoe geraakte Melting Point aan de bak? Jonckheere: “Drie jaar terug hebben een aantal professionele muzikanten, dertigers, elkaar gevonden rond hun gezamenlijke liefde voor de tango en Piazzolla. Contrabassist Joris Vanvinckenroye had zich al langer als geen ander die muziek eigen gemaakt. Repeteren doen ze bij mij thuis, aan het Elisabethpark in Ganshoren; mijn dochter Isabelle Decraene speelt als violiste mee. Recent speelde Melting Point bij de opening van het Huis van de Mens en voor 40 jaar Westrand organiseerde de groep een tangocafé. Vorig jaar was de groep artiest in residentie in het kunsteducatieproject van Beeldenstorm (Nik Honinckx). En Melting Point is ook erkend als ‘jong talent’ in het Podiumaanbod van de Vlaamse Gemeenschap, dat organisatoren 50 procent
korting geeft als ze die groep boeken.” Wat is de meerwaarde die ze bieden? Jonckheere: “Ze hebben diverse genres van de tangomuziek onder de knie, en bij sommige concerten - waar er mogelijkheid is (zoals in GC De Kroon) - treden ook professionele tangodansers op, een visuele extra. Alles draait rond een intieme sfeer rond de tango creëren. Nu denkt Melting Point aan de opstart van tangobals, maar zover staat het nog niet.” U organiseert ook tien concerten thuis. Jonckheere: “Ja, maar niet met Melting Point. Ik organiseer al vier jaar de concertenreeks Concert@home, in samenwerking met GC De Zeyp dat de logistiek verzorgt. Ik kwam op dat idee omdat ons herenhuis zo een prachtige akoestiek heeft, en ik er echt iedereen van wil laten genieten.” Jean-Marie Binst De eerte concerten van Melting Point vinden plaats op 25/11 in het Paleis der Academiën en op 19/12 in GC De Kroon (www.gcdekroon.be) en voor Concert@home: www.dezeyp.be
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Paul De Weerdt, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Patrick Jordens, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1403 PAGINA 26 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
Hockey > Racing Club de Bruxelles settelt zich zowel op als naast het veld bij de top
‘We leven op een wolk’ UKKEL – Racing Club de Bruxelles heeft zich voor het eerst in haar geschiedenis geplaatst voor de kwartfinales van de Euro Hockey League (EHL). Een sterke prestatie die in de evolutie van de club past. Voorzitter Thomas François (50) en zijn troepen ontwikkelen de club zowel op als naast het veld. Ze surfen maar al te graag mee op de hoge golf waar het Belgische hockey op zit.
‘T
oen ik een drietal jaar geleden aangesteld werd als voorzitter, was mijn voornaamste doel dat de eerste ploeg zich zou nestelen bij de top in de eredivisie,” vertelt de voorzitter. “Mijn voorgangers hadden al mooi werk verricht en de toenmalige trainer, Luc Melotte, had een sterke ploeg neergezet. Daar kijken de jongeren naar op en het is eveneens een goed uithangbord voor sponsors.” François werd niet zomaar gevraagd om voorzitter te worden. Hij ademt hockey. Als speler verzamelde hij een resem titels en met de nationale ploeg name hij deel aan een wereldkampioenschap en Europese kampioenschappen. Op zijn vijfenveerstigste laste hij een laatste seizoen in bij Racing alvorens zich op bestuursniveau in te zetten voor de club. “Ik ben een competitiebeest. De uitdrukking ‘Ik speel geen spel dat ik niet kan winnen’ is mij op het lijf geschreven. Bij mijn aanstelling heb ik benadrukt dat we in onze eerste ploeg moesten investeren. In een professionele omkadering, eventueel met externe aanwinsten. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen: de afgelopen vier seizoenen hebben we drie keer de finale van de play-offs gehaald, jammer genoeg zonder succes, en we zijn zes keer op rij kampioen geworden in de zaal. Niet mis, hé.” “We hebben uiteraard ook geïnvesteerd in de jeugdwerking. De structuur professionaliseert en goede coaches zorgen voor de juiste bege-
de CLUB
Enthousiaste fans van Racing Club de Bruxelles.
leiding. De reputatie van onze jongerenschool staat er nu wel. We hebben zeker en vast een stap vooruit gezet.”
Beter imago Die vooruitgang blijft niet beperkt tot het sportieve. De Belgische hockeyhype komt er dankzij het hoge niveau dat we op het veld halen, maar ook daarnaast moet er geïnvesteerd worden om de evolutie niet te fnuiken. “Ook ons imago is verbeterd. We hebben ons logo en onze uitrustingen opgefrist, onze gra-
fische lijn is veranderd, we hebben schermen in onze cafetaria waar onder meer reclame van onze sponsors wordt afgespeeld. Kortom: we hebben een moderner imago gecreëerd. We proberen altijd te innoveren. Om ons te inspireren gaan we zeker piepen bij andere sporten.” “Behalve sponsoring komt er niet zoveel geld binnen bij een hockeyclub. Je moet je dus inzetten om het aan te trekken. Dat doe je met een goed draaiende eerste ploeg, veel leden en een kwaliteitsvolle omkadering.”
Baddicts
Verslaafd aan het pluimpje SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – Brussel heeft er een nieuwe badmintonclub bij. Topper Agnieszka Jean Villanueva (33) zet haar schouders onder Baddicts en wil haar kennis en passie overbrengen om zoveel mogen (b)addicts te maken. De voorzitter en trainer van Baddicts kan een pak adelbrieven voorleggen. Ze maakte jarenlang deel uit van de Poolse nationale ploeg en won heel wat prijzen in de Poolse competitie. Sinds 2002 speelt ze in onze competitie, komt ze uit voor de Belgische nationale ploeg en ook hier verzamelt ze trofeeën. Zo werd ze het afgelopen seizoen nog Belgisch kampioen met badmintonclub Saive. “Ik ben ondertussen wel aan het afbouwen,” vertel Agnieszka Jean Villanueva. “Ik ga stil-
aan naar mijn sportief pensioen, al speel ik wel nog in de Belgische competitie. Door de komst van sterke Belgische jongeren behoor ik niet meer tot de top vijf. Maar men kent mij hier wel in het badmintonwereldje.” Al haar kennis en passie zal de topper nu doorgeven dankzij de Baddicts. De club werd in augustus opgericht in de schoot van de Europese School van Brussel 2, waar ze werkt. “Ik leidde daar al even naschoolse badmintonactiviteiten, voor in totaal een tweehonderdtal kinderen. Dankzij de club kunnen zij nu ook aan competities deelnemen. Ze hebben een structuur ter beschikking.” “De naam is door hen gekozen: ik had een wedstrijdje georganiseerd waarmee de kinderen namen mochten voorstellen. Ik heb een dertigtal voorstellen ontvangen en Baddicts
haalde het. Het verwoordt ook mooi wat we willen doen: mensen laten proeven van badminton en hen “verslaafd” maken, zodat ze nooit nog willen stoppen.”
Steentje bijdragen De club heeft de sportzaal van de Europese School van Brussel 2 als thuisbasis, maar dat wil uiteraard niet zeggen dat alleen de kinderen van de school de doelgroep zijn. De Baddicts staan open voor iedereen, om hen in een aangename sfeer de sport te leren kennen en er (eventueel) verder mee te gaan. “We zitten nog steeds in onze opstartfase. We bestaan al sinds augustus, maar de gestructureerde trainingen zijn pas midden november gestart. Toch hebben we al negentig leden. Dat zijn vooral kinderen van de Euro-
© PHDPH.COM
De investering in de spelers kost ook steeds meer. Waar vroeger amper geld werd gepompt in die protagonisten, moet er vandaag een aanzienlijk budget voor voorzien worden. François verwacht dat die evolutie hen zal brengen tot het punt waar de topclubs verschillende voltijdse krachten in dienst zullen hebben, zoals in het voetbal. “We zijn naar het professionalisme aan het overhellen. Al onze spelers krijgen bijvoorbeeld al een vergoeding, al verschilt die uiteraard wel onderling. Ook de trainers worden
pese school, maar dankzij ons ruime netwerk hebben we ook al volwassenen van buiten de school aangetrokken. Het is een zeer internationaal publiek, zowat al de Europese vlaggen zijn vertegenwoordigd (lacht).” “Een van onze grote voordelen is dat we over twaalf velden beschikken. Heel wat clubs hebben kleine zaaltjes en dat maakt toch wel een verschil. Wat het niveau betreft: daar moet nog aan gewerkt worden. We zijn zeer jong en dat moet groeien. Onze ambitie is om op termijn iets te betekenen in de Belgische competitie. Ik wil mijn ervaring doorgeven en hoop dat er ooit een topper uit voortkomt.” Dat laatste is volgens de trainer-voorzitter geen onhaalbare doelstelling. Zoals in veel andere sporten zijn de Belgische badmintonspelers aan een inhaalbeweging bezig. Al is de weg nog zeer lang. “Het potentieel is zeker aanwezig, in Brussel en bij uitbreiding in heel België. Vroeger was het niveau hier een pak lager. De sport is aan het evolueren en ik wil daar mijn steentje aan bijdragen.”
Tim Schoonjans
BDW 1403 PAGINA 27 - DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
steeds vaker vergoed. Je hebt nog wel ouders die training geven, maar ook dat is stilaan aan het veranderen.”
Europese première Die evolutie verteert Racing blijkbaar zonder problemen. Zelfs het vertrek van zes sterkhouders, waaronder topper Tom Boon, werd goed opgevangen. De Brusselaars bevinden zich in de hoogste regionen van het klassement en ze hebben zich voor het eerst geplaatst voor de kwartfinales van de Euro Hockey League. “Dat is uiteraard zeer leuk voor de club. We hadden hiervoor al twee keer deelgenomen
“Een paar jaar geleden waren we nog geen vaste waarde op het hoogste niveau, maar dat is nu wel het geval”
aan de EHL, maar telkens konden we ons niet plaatsen voor de volgende ronde. Dit is een beloning voor onze spelers, de kers op de taart. Hopelijk kunnen we in die kwartfinales (die in april gespeeld worden, red.) iets forceren.”
“Ik geef toe dat we schrik hadden voor dit seizoen. Heel wat spelers waren vertrokken en een deel van onze staf was vernieuwd. Maar alles loopt goed. We hebben misschien minder spelers die individueel het verschil kunnen maken, maar als ploeg zijn we sterker. We zitten momenteel op een wolkje, maar in de sport kan dat snel keren.” Onze nationale competitie is uitgegroeid tot een van de beste ter wereld en dat trekt uiteraard buitenlandse toppers aan. Zij verhogen het niveau, maar maken het voor onze jonge talenten wel moeilijker om door te stromen. De juiste mix vinden tussen Belgisch talent en buitenlanders die een meerwaarde vormen, dat is de moeilijke taak waar de clubs voor staan. “De sterkte van onze nationale ploeg doet ons ook goed. Verschillende van onze spelers trainen en spelen met de Red Lions en trekken zo het niveau van de andere spelers naar boven. Dat helpt ons om een van de beste ploegen van de eredivisie te zijn. Een paar jaar geleden waren we nog geen vaste waarde op het hoogste niveau, maar dat is nu wel het geval.” “Die positie bij de top behouden is onze ambitie. Op termijn zouden we ook graag onze dames in de hoogste divisie zien uitkomen. Zij zijn net naar de eerste klasse gepromoveerd. We zouden ook graag een derde veld vinden, in samenspraak met de gemeente. Racing evolueert op alle domeinen en we zijn van plan die lijn de komende jaren door te trekken.”
David Steegen Ambiance Auderghem
Tim Schoonjans © PHDPH.COM
Luc Melotte: “We hebben een moderner imago gecreëerd. We proberen altijd te innoveren. Om ons te inspireren gaan we zeker piepen bij andere sporten.”
Een verloren zaterdagnamiddag in de herfst. We verzamelen op de velden van Royal Union Auderghem aan de rand van het Zoniënwoud in het zuidoosten van Brussel. RU Auderghem is de fusieploeg van AS en US. Het complex ligt aan de drukke invalsweg op het einde van de E411 tegenover de mooie sporthal van de Adeps, de Franstalige tegenhanger van de Bloso. De veteranen van FC New Inn, een ploeg uit Kraainem bevolkt door allemaal Brusselaars, maken zich klaar om te voetballen tegen de leeftijdsgenoten van Ambiance Augerhem. Ik ben hier niet meer geweest sinds het begin van de jaren 1980, toen we met jeugdploegen van SCUP Jette wel eens voetbalden tegen het ter ziele gegane US Auderghem. In de kleedkamer heerst de gewoonlijke, wat opgewonden maar gezellige drukte. Mannen onder elkaar. De ultieme ontspanning voor oude mannen die voor altijd jongetjes zullen blijven. De wedstrijdspanning wordt verdreven door discussies over de juiste schoenen, de voorbije werkweek, de tegenstander, typische voetbalhumor, de rangschikking en de geur van de vele zalfjes en andere hulpmiddelen om de oude knoken en spieren warm te krijgen. Tijdens de opwarming vertelt een medespeler mij dat we tegen Didier Wittebolle zullen voetballen. De voormalige spits is een leeftijdsgenoot. De Brusselaar uit Etterbeek heeft een mooie loopbaan in eerste en tweede klasse achter de rug. Wittebolle is een echt ketje. Bourgondiër, goedlachs en een hart van goud. Van het type van de eeuwige voetballer. Het voetbaldier is wat bijgekomen maar een opleiding bij RSC Anderlecht is altijd zichtbaar. Fluwelen baltoets en veel inzicht. Lopen doet hij niet meer, maar hij leidt zijn verdediging zoals Beckenbauer dat deed. Als een generaal. Slim maant hij zijn
mannen rustig en op het goede moment aan om in te stappen. Prompt staat onze voorhoede collectief buitenspel. Ervaring. Als dartele en snelle aanvaller werd het ketje in het midden van de jaren 1980 bij Anderlecht geflankeerd door wereldspitsen Arnor Gudjohnson en Erwin Vandenbergh. Hij viel een keer in en scoorde in een 0-5 overwinning op Lierse. Wittebolle vertrok al snel naar Cercle Brugge waar hij de naar RSCA vertrokken Edi Krncevic mocht vervangen. Een goede zet, de snelle spits voetbalde een eerbiedwaardige carrière bij elkaar. Hij speelde verder nog voor Lierse SK, Eendracht Aalst en Racing Jet Waver. Wittebolle was ook eventjes in Zwitserland actief, bij AC Bellinzona. Op het einde van zijn loopbaan zakte hij af naar clubs als SK Lombeek, La Rhodienne, KOVC Sterrebeek en Stade Evere RC. Het leven van Didier Wittebolle draait bijna uitsluitend rond voetbal. Vandaag is hij trainer van het eerste elftal en de beloften van Rofc Stockel in derde provinciale. We winnen met 1-2. Zonder de gewichtige libero van Ambiance zouden we wat meer gescoord hebben. Het spel van Wittebolle leest als een boek. Het is als voetballiefhebber smullen van de kleine maar bepalende beslissingen die hij op het achterafveldje neemt. Van mobiliteit is nauwelijks nog sprake, maar de man kan voetballen. In de gezellige kantine verbroederen we met z’n allen na de wedstrijd. Rang of stand gelden niet. We praten en we lachen. Gewoon en oprecht geluk. Er is niets mooiers dan voetbal. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Met de sticks de zaal in © MARC GYSENS
UKKEL – Royal Ukkel Sport Hockeyclub organiseert op zondag 15 december voor de tweede keer haar Gentlemen Indoor Tornooi. De winter is in aantocht en dan verlaten de hockeyspelers traditiegetrouw even de buitenvelden om de zaal in te trekken. Naast de indoorcompetitie worden er ook verschillende tornooien georganiseerd, zoals het Gentlemen Indoor Tornooi van Royal Ukkel Sport Hockeyclub. Op zondag 15 december
begint het tornooi om twintig voor negen, in het Sint-Pieterscollege te Ukkel. Vijf ploegen zullen de strijd aangaan, elk gevormd uit vijf spelers (inclusief doelman). Elke ploeg moet vier keer aan de bak in wedstrijden die telkens twintig minuten zullen duren. Omstreeks 13 uur zal de sterkste ploeg zijn overwinning afgedwongen hebben. Na het tornooi wordt voor een maaltijd afgesproken in het clubhuis van de hockeyclub, waar de prijzen uitgedeeld worden. Meer informatie TS op www.ucclesport.be.
Dag vol g-sporten SINT-AGATHA-BERCHEM – Sportliefhebbers met een matige verstandelijke handicap kunnen zich op donderdag 21 november helemaal uitleven.
Coach Agnieszka Jean Villanueva: “Ik wil mijn ervaring doorgeven.”
De Vlaamse Gemeenschapscommissie organiseert dan namelijk de Sportdag Aangepast Sporten in samenwerking met de HUB-campus Parnas. Het sportcomplex van Sint-Agatha-Berchem (Lusthuizenstraat 1) is traditiegetrouw de plek van afspraak. De deelnemers zijn al vanaf half tien welkom
voor het onthaal en een gezamenlijke opwarming. De sporters krijgen de keuze uit vijf activiteiten: Afrikaanse dans, dansen met klein materiaal zoals sjaaltjes en linten, meerkamp (lopen, springen en werpen), balvaardigheid en New Games waarbij met alternatief materiaal wordt gespeeld. De sportdag zit er omstreeks half drie op. Personen met een ernstige verstandelijke handicap kunnen op 1 april 2014 terecht op een aparte sportdag. Meer informatie op www. TS vgc.be/sport.