CARITAS HELPT MIGRANTEN BIJ RE-INTEGRATIE IN VADERLAND
Nabil ben yadir: van Molenbeek tot het élysée En ook: Hamlet, Ayo, Michel Seuphor en Kris Verdonck.
28 11 13
‘Wat heb ik aan papieren als er geen werk is?’
LEES P. 6
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
© SASKIA VANDERSTICHELE
EEN PARK ONDER DE BRUGGEN. VROEGER LAGEN HIER DE SPOREN NAAR THURN & TAXIS. BINNEN VIJF MAANDEN OPENT ER EEN GROOT GROEN PARK. MEER OP P. 2-3
sulteren in minder wachtdiensten.”
Welzijn > Franstalige huisartsenkring wil in zee met Nederlandstalige
Naar één tweetalige wacht BRUSSEL – De Nederlandstalige en Franstalige huisartsen willen één tweetalige wachtdienst voor Brussel opzetten.
N
u organiseren de Brusselse Huisartsen Kring (BHAK) en de Fédérations des Associations de Médecins Généralistes de Bruxelles (FAMGB) elk hun eigen wachtdienst voor huisartsen. Er is zelfs nog een derde speler, SOS Médecins, die volledig privé is. Voor de artsen van de Brusselse Huisartsen Kring is de wachtdienst verplicht. Omdat er maar honderd Nederlandstalige huisartsen zijn in heel Brussel, is elke huisarts minstens zeven weekends per jaar van
wacht, wat een behoorlijke belasting is. Het maakt de sowieso al zware job er voor potentiële starters ook niet aantrekkelijker op. En Brussel heeft dringend behoefte aan jonge Nederlandstalige huisartsen.
Win-winsituatie Daarom heeft de Brusselse Huisartsen Kring wel oren naar het voorstel van haar Franstalige tegenhanger. De FAMGB, die 1.600 huisartsen telt, wil de eigen wachtdienst reorganiseren en er, samen met de
Nederlandstaligen, één tweetalige dienst van maken. “Met een vernieuwde tweetalige dienst willen we de huisartsgeneeskunde in Brussel zichtbaarder maken. Nu heeft ruim 30 procent van de Brusselaars geen huisarts. Velen gaan nog altijd rechtstreeks naar een specialist of naar spoed,” zegt dokter Michel De Volder, voorzitter van de FAMGB. Door de vernieuwing zouden alle Brusselse dokters van wacht bepaalde faciliteiten krijgen, zoals taxivervoer bij huisbezoeken. Maar daar hangt natuurlijk een financieel kaartje aan vast en het Riziv betaalt makkelijker voor kwalitatieve, efficiënt georganiseerde – en dus tweetalige – projecten.
Om die tweetaligheid te kunnen garanderen, klopte de FAMGB aan bij de Nederlandstalige Brusselse Huisartsen Kring. “Onze kring is voor, maar er zijn toch nog enkele kwesties waarover we het eens moeten worden,” zegt voorzitter Anne Marie Deleenheer. “Over de financiering met name en ook over de vraag hoe de tweetaligheid georganiseerd zal worden. Bij de Franstaligen is de wacht immers niet verplicht. Gaan zij evenveel wachten doen als onze artsen? Rekenen ze alleen op ons voor de tweetaligheid of zetten ze ook eigen artsen in? Het moet voor beiden een win-winsituatie worden. Voor de Nederlandstalige artsen moet het project dus re-
Eigen oproepnummer Omdat deze kwesties nog niet uitgeklaard zijn, is het niet duidelijk of de Brusselse Huisartsen Kring er al meteen bij is als de FAMGB op 1 januari met zijn vernieuwde wachtcentrale begint. Eerstdaags wordt een nieuw, handig telefoonnummer voor de Brusselse wachtdienst gekozen. Naast het nummer 1733, het overkoepelende wachtnummer dat minister Onkelinx vorige week introduceerde voor heel België, krijgt de nieuwe Brusselse wachtdienst voor huisartsen immers een eigen oproepnummer. Bettina Hubo Lees p. 4-5: Huisarts in Kuregem ADVERTENTIE
Weg met Daklozen? Ga dan naar pagina 7
N° 1404 VAN 28 NOVEMBER TOT 5 DECEMBER 2013 ¦ WEEK 48: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1404 PAGINA 2 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
OPMERKELIJK © BART DEWAELE
Uitgelicht > Industrieel spoorterrein wordt groen gebied
Een park onder de bruggen JEAN-LUC VANRAES VAN PARLEMENT NAAR GIMB BRUSSEL - Het vertrek van Jean-Luc Vanraes (Open VLD) uit het Brussels parlement hing al een tijdje in de lucht. Het is nu ook bevestigd. Vanraes gaat mee de Gewestelijke Investeringsmaatschappij (Gimb) leiden. Vanraes (59) is een vaste waarde van de Brusselse Open VLD. Hij is al sinds 2000 onafgebroken lid van het Brussels parlement, behalve van 2009 tot 2011. Toen was hij minister van Begroting in de Brusselse regering, als opvolger van Guy Vanhengel die naar de federale regering was verhuisd. Vanraes is vandaag ook voorzitter van de raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het vertrek van Vanraes als parlementslid en VGC-voorzitter maakt deel uit van afspraken die Open VLD heeft gemaakt in december 2011. Toen kwam federaal minister Guy Vanhengel terug naar de Brusselse regering. Dat bracht een hele stoelendans met zich mee, waarbij Herman Mennekens zijn zitje verloor in het Brussels parlement. Mennekens kan nu terugkomen als eerste opvolger. Hij heeft zes maand de tijd om zich, met het oog op de verkiezingen, in de kijker te werken.
BRUSSEL/SINT-JANS-MOLENBEEK – Langs de sporen van Thurn & Taxis komt een evolutief park van tien hectare. “Het is van Leopold II geleden dat er nog een park van dergelijke omvang werd gebouwd,” zegt minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo).
K
inderen van de Tivolischool en de school Bruxelles II mochten de eerste bomen planten van dit park dat uiteenvalt in drie delen en een echte groene long moet worden in een (toekomstig) dicht geürbaniseerd gebied. Vooreerst is er het park op de site van Thurn & Taxis zelf, waar landschapsarchitect Bas Smets voor tekent. De uitvoering is in handen van projectontwikkelaar T&T, eigenaar van een groot deel van de site. De werken starten na de winter. Dat park sluit vanaf de Jubelfeestbrug tot de Demeerbrug aan op een tweede park waar Leefmilieu Brussel de initiatiefnemer voor is. Het is de bedding van de voormalige spoorweg naar Thurn & Taxis. De sporen zijn weggehaald, het puin is geruimd en vandaag ziet het er al aangenaam groen uit, met gras en spontaan opgeschoten berken. In het park komen een boomgaard en
moestuinen. In het dal kabbelt een ‘riviertje’. Op termijn kan die groene long nog verder worden doorgetrokken in noordelijke richting, tot aan Bockstael. Het park van Leefmilieu Brussel loopt onder drie mooie negentiendeeeuwse bruggen. Hoe en of die bruggen opgewaardeerd zullen worden, is nog niet bekend. Vandaag wonen onder de bruggen nog daklozen in sjofele tentjes en barakken. Als derde ‘park’ is er het project van Beliris langs treinlijn L28. Dat wordt een eerder minerale publieke ruimte met een speelpleintje en sportinfrastructuur voor jongeren. Het ligt hoger dan het spoorpark van Leefmilieu Brussel, maar sluit er wel op aan. Het masterplan voor de vergroening van Thurn & Taxis is van de hand van landschapsarchitect Michel Desvigne. Een van zijn voormalige medewerkers is Bas Smets, die nu
zelf aan de slag mag op de site van Thurn & Taxis. Hij legt uit hoe hij te werk zal gaan (telefonisch vanuit Hong Kong waar hij deze week een lezing geeft, red.). “We maken een park van 4 hectare op een voormalig industrieel terrein. Het is een inerte vlakke zone die we zo snel mogelijk willen vergroenen.” Smets werkt hiervoor samen met botanici en biologen. Er zullen wel duizend boompjes worden geplant, zowel pioniersbomen als meer kwaliteitsvolle bomen. De eerste, vooral wilgen, moeten via de wortels de grond verbeteren. Ze zullen zo de hoogwaardige bomen (moeraseiken, cipressen, etc.) meer groeikansen geven. “Het is een versneld proces om de natuur terug te herwinnen,” zegt Smets. “We kunnen geen vijftig jaar wachten tot het park klaar is.” Midden in dat groengebied worden grote groene graszones voorzien waar gepicknickt kan worden, of
Er zullen wel duizend boompjes geplant worden, zowel pioniersbomen als hoogwaardige.
gevoetbald. “In die zin verschilt ons park niet veel van de negentiendeeeuwse parken als Ter Kameren of het Woluwepark,” zegt Smets.
Verbeterde fietsmobiliteit Het park krijgt reliëf door de taluds die er zullen komen met afgegraven grond van de lagere gebieden. Daar, in die kommen, bevinden zich de groene graszones. Het zijn wadi’s, genoemd naar de meestal droge ri-
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT
Toscane Het vertrek van Vanraes werd vroeger op het jaar verwacht, maar Vanraes, die een buitenverblijf heeft in Toscane, wou nog ‘iets’ in het Brussels Gewest doen. Steve Dubois (CD&V) nam onlangs ontslag als ondervoorzitter van het directiecomité van de Gewestelijke investeringsmaatschappij omdat hij op pensioen vertrekt. Die post kwam dus vacant. Vanraes kan Dubois nu opvolgen. Het voorzitterschap van de Gimb is niet verenigbaar met een zitje in het Brussels parlement. Vanraes zal daarom binnenkort ontslag nemen. Vanraes blijft voorzitter van het OCMW in Ukkel. Hij is daarnaast ook zakenadvocaat. Omdat Vanraes zelf uit het Brussels parlement stapt, verliest hij zijn uittredingsvergoeding. Het is nog niet duidelijk of Vanraes zal deelnemen aan de verkiezingen van 2014.
Steven Van Garsse
Afghaanse asielzoekers verzamelen in de Begijnhofkerk. Enkele vrouwen luisteren tijdens de vergadering naar de bespreking over de te volgen tactiek: hongerstaking of niet?
© IVAN PUT
WEEKOVERZICHT
BDW 1404 PAGINA 3 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
© SASKIA VANDERSTICHELE
WOENSDAG 20 NOVEMBER MOLENBEEK WIL BOUWEN. Tegen 2019 wil de gemeente SintJans-Molenbeek 750 woningen renoveren en 900 nieuwe bijbouwen. Dat staat te lezen in een huisvestingsovereenkomst die de gemeente tezamen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft afgesloten. Naast woningen moeten er ook crèches, scholen en handelszaken komen. Jaarlijks zou er 20 miljoen euro voor het contract vrijgemaakt worden, waarvan de hoofdmoot voor het gewest is. De Molenbeekse PS-oppositie is kritisch, volgens hen legt de gemeente te veel nadruk op de middenklasse.
DONDERDAG 21 NOVEMBER taalrel rond ocmw’s. Brussels OCMW-voorzitter Yvan Mayeur (PS) verwijt Vlaamse gemeenten als Antwerpen leefloners die geen Nederlands spreken door te sturen naar Brussel. Dat staat in Le Soir te lezen. Volgens de Franstalige krant La Capitale moeten leefloners bij de OCMW’s van Luik, Namen en Charleroi echter ook Frans leren om aanspraak te kunnen blijven maken op steun. Overigens start de winteropvang voor daklozen pas vandaag, omdat er nog documenten moesten getekend worden door Mayeur en de ministers Grouwels (CD&V) en Huytebroeck (Ecolo).
Kinderen van de scholen in de buurt mochten de eerste boompjes planten van de toekomstige boomgaard met appelaars en steeneiken.
vierbeddingen in het Midden-Oosten. Omdat het vochtig gebied is, zal dat water weggedraineerd moeten worden via een ingenieuze fundering. “Maar bij hevig regenweer, kunnen de zones toch nat komen te staan,” zegt Smets. Een probleem is nog de toegang tot het park. Zoals het er nu uitziet, zal de toegang vooral via Bockstael mogelijk zijn. Smets gaat ervan uit dat ook de toegang via de Havenlaan mogelijk wordt gemaakt. Nu wordt daar een groot gebouw neergezet voor Leefmilieu Brussel. Vraag is hoe het park naadloos kan aanslui-
ten op het andere groen parkje, dat er langs het Becodok zal komen. Een heikel punt was nog de tram die op de site zal rijden. De MIVB had graag de oude spoorbedding gebruikt om er de tram te laten rijden, maar deze zomer heeft de regering het anders beslist. De tram zal via de Charles Demeerstraat de site oprijden. Of die dan door het park van T&T of er langs zal rijden is nog niet helemaal duidelijk. De drie parken vormen ook een uitgelezen kans om de fietsmobiliteit te verbeteren. Zo kan het vanaf Bockstael een ideale route zijn om over
Thurn & Taxis, via de toekomstige Picardbrug naar het Noordstation te rijden. Vandaag moeten fietsers voor dat traject heel wat omwegen maken. Het is nog niet zeker of het park ook voor fietsers opengesteld zal worden. Al in mei kan het park ingehuldigd worden, belooft minister Huytebroeck. De opening van het park zal samenvallen met de tweejaarlijks wedstrijd Parckdesign dat dan in het teken zal staan van de stadslandbouw.
Steven Van Garsse
mivb zoekt chauffeurs. De vervoersmaatschappij wil tot 2015 290 bus- en 150 tramchauffeurs aanwerven. De MIVB zit midden in een vergrijzingsgolf en vervoert jaar na jaar meer passagiers. Ook bestelt de MIVB 172 extra bussen. De eerste extra bussen zouden er al in december geweest moeten zijn, maar door een juridisch probleem bij de aanbesteding worden ze vertraagd geleverd.
VRIJDAG 22 NOVEMBER BRUSSELSE SCHOLEN VOOR 50 PROCENT KANSARM. Volgens een document van de Ciri, het Franstalige comité voor inschrijvingen, hebben de Franstalige Brusselse scholen 50 procent kansarme kinderen ingeschreven in 2013. In 2010 was dat nog 36 procent. Sommige scholen zouden een volledig kansarme schoolpopulatie hebben, onder meer in Brussel en Schaarbeek. In WaalsBrabant zijn er dan weer heel wat scholen zonder kansarme kinderen. Het Ciri spreekt dan ook van gettoïsering, zo staat in La Libre Belgique te lezen. ps/MR leidt de dans. Volgens een peiling besteld door RTL, Le Soir en De Morgen blijft de PS de grootste partij in Brussel. Zij zou 24 procent van de stemmen halen. De MR komt uit op 18 procent. Aan Vlaamse zijde zou de N-VA de grootste partij zijn met drie procent van de stemmen. Volgens een andere peiling van RTBF en La Libre Belgique zou de MR dan weer de grootste partij worden in Brussel.
ZATERDAG 23 NOVEMBER
“ “ HET GETAL
Dit is sheriff-rechtspraak.” Vanessa De Greef van de Liga voor de Rechten van de Mens over de GAS-boetes die volgens de Liga een burgemeester voortaan het recht geeft om een dader de straat te ontzeggen (in Le Soir).
VOETBAL ZONDER LOOPPISTE. RSC Anderlecht, de Belgische voetbalbond en de organisatoren van de Memorial Van Damme zouden een akkoord bereikt hebben over de bouw van een voetbalstadion op Parking C in Grimbergen. Dat stadion zou er een zijn zonder looppiste. Anderlecht zou zich engageren om een oplossing te vinden voor het ‘pisteprobleem’.
MAANDAG 25 NOVEMBER 100.000 bezoekers voor muntpunt. De Nederlandstalige Bibliotheek Muntpunt op het De Brouckèreplein ontvangt haar 100.000ste bezoeker. Daarmee doet de bibliotheek het beter dan haar eigen verwachtingen. Wel wordt er minder uitgeleend dan in 2008, toen Muntpunt nog de Hoofdstedelijke Bibliotheek was.
Het tijdperk van de flamand de service is nog niet voorbij.” Plaatstelijk N-VA-voorzitter Rik Dhoest trekt naar de Raad van State tegen een beslissing van burgemeester Olivier Maingain (FDF) om, met het geld van Vlaamse schepen Xavier Liénart (ex-CD&V), een website op te zetten ten behoeve van Franstaligen in de Rand (op RTBF).
5.446
Van november 2012 tot oktober 2013 hielp de Brusselse arbeidsdienst Actiris 5.446 werkzoekenden aan werk. Voor dezelfde periode 2011-2012 waren dat er 3.031, en tussen 2010 en 2011 2.240. Dat laat Actiris zelf weten. Het is ondertussen ook al een jaar geleden dat Actiris
zijn diensten herorganiseerde. Potentiële werkgevers worden nu ingedeeld per sector, waardoor er gerichter kan worden gezocht naar kandidaten met het juiste profiel. Actiris gaat zelfs zo ver te zeggen dat door die omslag de jongerenwerkloosheid in Brussel is gedaald. Maar er blijft natuurlijk werk aan de winkel: de Brusselse werkloosheid ligt nog altijd boven de 20 procent, en de jeugdwerkloosheid ligt ondanks het goede nieuws nog altijd rond de 28 procent. CD
damien thiery verlaat politiek. De FDF-burgemeester van faciliteitengemeente Linkebeek stelt zich geen kandidaat tijdens de verkiezingen van volgend jaar. Thiéry wil opnieuw in de privésector aan de slag, maar blijft wel burgemeester tot aan de verkiezingen. Hij is tot op de dag van vandaag nog altijd niet officieel benoemd door Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Geert Bourgeois (N-VA), maar werd wel met een absolute meerderheid verkozen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. Thiéry gaf in het verleden meermaals te kennen dat hij Linkebeek liever bij Brussel zag. aanzet tot park. Op de braakliggende Thurn & Taxissite op de grens van Brussel en Molenbeek wordt de eerste boom geplant voor het toekomstige park. Dat park moet op termijn 20 hectare groot worden. Daarnaast komen er op de site woningen, kantoren en een tram. Samengesteld door Christophe Degreef
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1404 PAGINA 4 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Huisartsen in Brussel, met name Nederlandstalige, zijn een soort witte raven aan het worden. Er zijn er nu honderd, maar een deel van hen bereikt over enkele jaren de pensioensleeftijd. Het aantal starters is onvoldoende om het wegvallen van de oude garde te dekken. Vele jonge artsen laten zich afschrikken door de anonimiteit van de grootstad, de hoge prijzen en het multiculturele publiek. Wij spraken met Louis Ferrant, al 37 jaar huisarts in Kuregem, en met Hakki Demirkapu, die zopas een praktijk begon aan Meiser.
Gezondheidszorg > Louis Ferrant, huisarts in Kuregem sinds 1976
‘Wie lang in de wijk blijft werken, krijgt respect’ ANDERLECHT – Dokter Louis Ferrant (67) is een man van contrasten. Al meer dan twintig jaar brengt hij het weekend door in een rustig, dunbevolkt Ardeens dorpje, waar zijn vrouw woont en werkt als huisarts. Tijdens de week is hij aan de slag in het rumoerige en kleurrijke Kuregem. Hij begon er 37 jaar geleden een duopraktijk die inmiddels uitgegroeid is tot een druk wijkgezondheidscentrum. Tot zijn zeventigste hoopt hij op dit ritme door te kunnen gaan.
F
errant, afkomstig uit de Kempen, studeerde in 1976 af aan de UIA. Op het einde van zijn studies twijfelde hij nog even of hij geen specialisatie geriatrie zou doen of naar een ontwikkelingsland zou trekken. Uiteindelijk koos hij resoluut voor huisartsgeneeskunde. De keuze om in Anderlecht te beginnen was minder doelbewust. “Ik zocht vooral een arbeiderswijk waar nog niet veel huisartsen waren. Van de culturele verschillen in de wijk was ik mij niet bewust. Ik werd er tijdens mijn studies ook totaal niet op voorbereid. Tegenwoordig krijg je, mede door het initiatief dat ik samen met andere huisartsen genomen heb, aan elke universiteit toch minstens een paar lessen over diversiteit. Destijds werd daar met geen woord over gesproken.”
Welke problemen kwam u in het begin tegen wanneer u patiënten van buitenlandse origine over de vloer kreeg? Louis Ferrant: “Er doken allerlei vragen op: hoe communiceer je met hen, wat is de ziektebeleving van niet-Europeanen, hoe interpreteer je hun klachten? Sommigen gebruikten bijvoorbeeld andere beelden en metaforen: mijn longen branden, mijn maag voelt als een steen.” “Ook werden we geconfronteerd met het fenomeen van vage klachten. Mensen die steeds terugkomen met dezelfde klachten, vaak maagof buikpijn. Het is geen ernstige ziekte, maar toch functioneren een aantal organen blijkbaar niet goed. In feite komt dat voor bij alle patiënten, maar destijds zag je dat meer bij de groep niet-Europeanen. Het mal partout-syndroom werd het ook genoemd. Ik vond dat een afschuwelijk woord.” Hoe behandelde u dat? Ferrant: “Door goed te luisteren. Er
konden somatische oorzaken zijn, een overproductie van maagzuur bijvoorbeeld. Maar ook bleken psychische oorzaken, het getob over levensvragen of sociaal-economische factoren soms aan de basis van de ongemakken te liggen. De ontheemding speelde vaak een rol. Uit ge-
sprekken met een van mijn patiënten bleek bijvoorbeeld dat hij met een enorm schuldgevoel zat omdat hij destijds vertrokken was uit Algerije en nauwelijks nog contact had met zijn moeder. Goed luisteren dus, wat destijds door vele andere artsen beschouwd werd als een softe aanpak.”
“Ik moet toegeven: later is ook gebleken dat een bepaalde bacterie in de maag die dit soort klachten kan geven, meer voorkomt bij de NoordAfrikaanse bevolking.” Ook het aantal gevallen van diabetes ligt veel hoger bij sommige bevolkingsgroepen. Ferrant: “Klopt. We zien dat in onze praktijk. Bij Marokkanen bijvoorbeeld, komt diabetes tweemaal zoveel voor als bij de Belgische bevolking. Het heeft enerzijds met genen te maken, maar ook met levensstijl. Mensen eten te veel suiker en
bewegen te weinig. Er zijn in deze wijk ook veel meer emotionele eters omdat het sociale isolement groter is. Dat wordt gecompenseerd met eten. De moeilijkheid is vooral dat vele patiënten het lastig hebben met het idee dat ze levenslang anders zullen moeten leven en medicijnen moeten slikken.” Hoe pakt u de communicatie met de anderstalige patiënten aan? Ferrant: “Dat blijft lastig. Als je met je patiënt in een kindertaal moet spreken, ontstaan er vlug mis-
Gentenaar Hakki Demirkapu (29) opent praktijk aan Meiser
‘Je moet sociaal voelend zijn, zeker in Brussel’ SCHAARBEEK – Hakki Demirkapu, een Gentenaar met Turkse roots, is een van de schaarse jonge Nederlandstalige artsen die besloot om in Brussel aan de slag te gaan. Dinsdag werd zijn huisartsenpraktijk aan Meiser officieel boven het doopvont gehouden. Demirkapu (29) trok na zijn middelbare school in Gent naar de VUB. Daar had hij zo zijn redenen voor. “Mijn vader zit in de horeca en ik moest altijd veel meehelpen. Om daarvan verlost te zijn, besloot ik in Brussel te studeren.” Maar na zijn artsenstudie bleef hij in de hoofdstad hangen. “Er is hier een tekort aan Nederlandstalige huisartsen. Ik vind het fijn om mensen in hun moedertaal te helpen.” Hij liep stage bij Medikuregem en deed wat vervangingen. Toen besloot hij om een eigen praktijk te openen. Dat bleek Hakki Demirkapu: “Ik vind het fijn om mensen in minder eenvoudig. Het liefst had hij zich hun moedertaal te helpen.” in Sint-Joost willen vestigen waar nog geen Nederlandstalige artsen zijn. Maar een mooi huurpand dat groot genoeg was dat bleek uiteindelijk ook interessanter dan huren. bleek niet te vinden, althans niet tegen Demirkapu vestigde er zich in april, samen met een Franstalige arts, die afgestudeerd is aan de ULB, en een betaalbare prijs. Dus zocht hij verder. Tot zijn oog viel op een psychologe. Bedoeling is dat er nog een derde een gelijkvloerse verdieping aan de Eu- arts bij komt, een verpleegkundige en eventueel nog gène Plaskylaan, waar vroeger een bank een tandarts of kinesist. huisde. De ruimte stond te koop, en De praktijk draait inmiddels al behoorlijk goed. Een
kwart van de patiënten is Nederlandstalig, de rest zijn Franstaligen, eurocraten en ook minder welgestelde mensen uit Sint-Joost en Schaarbeek.
Brusselse verscheidenheid “Aan wie het financieel heel moeilijk heeft, vragen we geen remgeld. We willen laagdrempelige eerstelijnszorg aanbieden,” zegt hij. Maar ook voor deze groep is het belangrijk dat ze ontvangen worden in een mooi kader. Daarom spaarde Demirkapu geld noch moeite om de praktijk mooi in te richten. Andere troeven van het nieuwe gezondheidscentrum zijn volgens de jonge arts de tijd die wordt uitgetrokken voor elke patiënt en de talenkennis van het personeel. “Ik sprak al Nederlands en Turks, heb tijdens mijn verblijf in Brussel ook behoorlijk Frans leren spreken en volg nu nog les om mijn Engels te perfectioneren.” Volgens Demirkapu laten vele pas afgestudeerde artsen zich afschrikken door een verkeerd beeld van de hoofdstad. “Ze zien vooral de chaos, al die verschillende talen, de multiculturele patiëntengroep en de sociale gevallen. Ze verkiezen de rust van hun geboortedorp en keren terug. Ik had ook op mijn gemakske in Gent kunnen gaan zitten. Maar ik vind de verscheidenheid in Brussel en de grote mix van patiënten juist leuk. Natuurlijk, je moet wel een beetje sociaal voelend zijn als je hier begint.” HUB
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1404 PAGINA 5 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Wie is Louis Ferrant? • •
•
•
•
•
Geboren in Westmalle in 1946 Studeert in 1976 af als huisarts aan de UIA en begint duopraktijk in Kuregem Kreeg in 1998 de Prijs Verhulst-Van Eeckhoven voor zijn werk met migranten en in 2012 de carrièreprijs van Domus Medica voor zijn maatschappelijk engagement en zijn inzet als opleider van jonge artsen Richt in 2000 het Huis der Gezinnen op, waar gewerkt wordt rond voeding, opvoeding en taal Groepspraktijk wordt in 2008 omgevormd tot wijkgezondheidscentrum MediKuregem Verbonden aan het centrum voor huisartsgeneeskunde van de Universiteit Antwerpen HUB
probleem van als mensen ook andere zaken uitproberen, maar als chemotherapie nodig is, dan dring ik aan.”
Louis Ferrant: “Als je met je patiënt in een kindertaal moet spreken, ontstaan er vlug misverstanden. Zeker bij psychische klachten of depressie is het essentieel dat men zich in zijn moedertaal kan uitdrukken.”
verstanden. Zeker bij psychische klachten of depressie is het essentieel dat men zich in zijn moedertaal kan uitdrukken. Nog steeds zijn er mensen die hun, soms jonge, kinderen mee op consult nemen voor de vertaling, maar dat weigeren wij. Je krijgt dan immers vaak een slechte vertaling. Bovendien geeft het de kinderen macht over hun ouders. Dat is niet goed want in NoordAfrikaanse culturen worden de kinderen, zeker de jongens, al vlug op een piëdestal gezet. Het is ook niet wenselijk dat kinderen op de hoogte zijn van de intieme zaken van hun ouders.” “Wij beschikken als wijkgezondheidscentrum drie dagen per week over een cultureel bemiddelaar, een vertaalster dus die ook de culturele context kent. Zij spreekt Turks en Azerbeidzjaans. Voor het Arabisch worden we geholpen door een van
de dames aan het onthaal. Voor het Berbers hebben we echter niemand. De mensen brengen dan vaak een gelegenheidstolk mee, een vriend of familielid. Sinds enige tijd stelt de federale overheid ook videotolken ter beschikking. Het is een oplossing, maar niet voor alle consulten.” Mensen met een ander etnische achtergrond doen vaker een beroep op traditionele of natuurgenezers. Hoe gaat u daarmee om? Ferrant: “Zolang het onze behandeling niet schaadt, hebben we er geen probleem mee. We aanvaarden het, net zoals we homeopathie en accupunctuur aanvaarden. Maar er zijn grenzen. Epilepsie wordt in bepaalde culturen als iets bovennatuurlijks gezien. De islam ziet het als een straf van God. Ik wijs de mensen er dan wel op dat als hun
kind geen medicijnen krijgt, het schade in de hersenen kan oplopen. Hetzelfde bij diabetes. Sommigen laten de medicijnen achterwege en proberen het met kruiden. Maar als de resultaten slecht zijn, dan zeg ik het. Ook bij kanker maak ik er geen
Hoe is Kuregem veranderd sinds u zich hier gevestigd heeft? Ferrant: “De diversiteit is veel groter geworden. Toen we begonnen, bestond onze praktijk uit 55 procent Belgen, 15 procent Sicilianen, 15 procent Marokkanen, 10 procent Turken en een kleine restgroep. Nu is nog 15 procent Belg. We hebben 35 procent Marokkanen, 20 procent Turken en maar liefst 30 procent anderen: Afrikanen en mensen uit het Oostblok bijvoorbeeld. In totaal hebben we 4.200 patiënten van 85 nationaliteiten. Onze praktijk is zo enorm gegroeid dat we in januari met een grote verbouwing beginnen.” “Ook de werkloosheid is veel groter. De enorme groep jongeren zonder werk is een drama voor de wijk. Vele jongeren komen uit een gezin waar ook de vader geen job heeft. Bij de
vaders leidt dit tot een gevoel van waardeloosheid. Voor de kinderen is het natuurlijk ook niet goed. Elk kind wil kunnen opkijken naar zijn ouders. Bovendien is de drempel naar een geregeld bestaan en naar het arbeidscircuit daardoor heel groot. Er heerst inmiddels een sfeer van fatalisme: wij krijgen toch geen kans op de arbeidsmarkt. Een klein percentage van de werklozen jongeren komt terecht in de delinquentie. Helaas bepalen zij voor de buitenwereld het beeld van Kuregem.” Heeft jullie praktijk last van de criminaliteit? Ferrant: “Tot voor enkele jaren hadden we af en toe een kleine inbraak. Maar sinds wij een wijkgezondheidscentrum zijn, krijgen wij van de mutualiteit een maandelijks forfait per patiënt. Er gaat hier dus geen geld meer over de toonbank. Bovendien heb ik het gevoel dat iedereen respect heeft voor mensen die hier lang in de wijk blijven. Onze medewerkers worden niet lastiggevallen.” Is er een link tussen de grote werkloosheid en de toenemende islamradicalisering? Ferrant: “Zeker, ik ben ervan overtuigd dat als er hier nog tien procent werkloosheid was, de radicalisering zou stoppen. Dan hoeven de mensen hun identiteit niet meer alleen in de godsdienst te zoeken, maar vinden ze die ook in hun werk.” Zijn er ook tendenzen in de wijk die u hoopvol stemmen? Ferrant: “Ouders hechten meer en meer belang aan een goede opleiding voor hun kinderen, ze sturen hen naar scholen buiten de wijk of naar Nederlandstalige scholen. Ze beginnen ook te kiezen voor kleinere gezinnen, niet langer acht, maar twee of drie kinderen. Hier en daar merk je ook dat mensen beginnen te investeren in een goede woning.” “Maar er is nog veel te doen. Er is een soort Marshallplan nodig om Kuregem te ontsluiten. Vele jongeren zitten hier opgesloten. Door de Kleine Ring is er nauwelijks contact met de vijfhoek. Maar dit vergt politieke moed en een breed project, er moet gewerkt worden aan beroepsopleiding, werkgelegenheid en aan de architectuur en huisvesting. Want hoe je woont, is heel bepalend voor je welbevinden. Hier zijn vooral huurders. Eigenlijk zou iedereen een eigen huis moeten hebben, dat lijkt mij bijna een mensenrecht.” Bettina Hubo
ADVERTENTIE
N-VA Anderlecht nodigt u uit voor een
WAFELENBAK op zondag 1 december 2013.
Gastspreker : Brussels parlementslid Paul De Ridder (N-VA) Afspraak om 14 uur in Gemeenschapscentrum De Rinck, Kapittelstraat (Dapperheidsplein), Anderlecht. www.n-va.be/brussel www.veranderingvoorvooruitgang.be anderlecht@n-va.be
Voor 3 euro krijgt u een wafel en koffie of thee. Informatie: hugo.dedeken@n-va.be - 0499 21 04 51
BDW 1404 PAGINA 6 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
helpen in hun vaderland, heeft Caritas, samen met andere Europese ngo’s, het programma ERSO opgezet, dat subsidie kreeg van Europa. Dankzij dit project kunnen mensen die uit de boot van de Belgische re-integratiefondsen vallen, toch op weg geholpen worden. Het programma geldt momenteel echter alleen voor terugkeer naar Kameroen, Togo, Sierra Leone, Marokko en Senegal. “Willen mensen vrijwillig naar een van die landen terugkeren en hebben ze een echt plan, dan kunnen wij hen met maximaal duizend euro steunen. We vragen een businessplan en leggen dat voor aan onze partners ter plaatse. Vaak gaat het om een micro-onderneming, een winkeltje, boerderijtje, schrijnwerkerij of loodgietersbedrijfje.”
Nieuw leven
Caritas International probeert voor terugkeerders werk of studie, huisvesting en een school voor de kinderen te regelen.
© CARITAS
Welzijn > Caritas helpt migranten bij re-integratie in vaderland
‘Wat heb ik aan papieren als er geen werk is?’ BRUSSEL – “Door de economische crisis wordt het leven voor irreguliere migranten hier ook moeilijker,” zeg Anne Dussart van Caritas International. Het is een van de redenen waarom afgewezen asielzoekers en mensen zonder papieren soms vrijwillig terugkeren naar hun vaderland. Als ze het juiste statuut hebben of uit het juiste land komen, kan Caritas hen financieel helpen om hun leven ginder weer op te bouwen.
E
erst enkele cijfers. Vorig jaar werden 5.742 migranten gedwongen gerepatrieerd. Een bijna even groot aantal vertrok vrijwillig: 5.656 oftewel veertig procent meer dan in 2011. Dat er steeds meer mensen uit eigen wil terugkeren heeft ook te maken met het ‘aanmoedigingsbeleid’ van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block (Open VLD). Voor allen die wensen terug te keren, of het nu gaat om uitgeprocedeerde asielzoekers of mensen zonder papieren, betaalt België de vlucht en daarbovenop 250 euro. Voor terugkerende asielzoekers is er nog iets extra. Als ze bereid zijn om snel te vertrekken, biedt Fedasil namelijk een re-integratietraject aan. Zo krijgt een afgewezen asielzoeker die binnen het jaar na zijn uitwij-
zingsbevel beslist om terug te gaan, 700 euro. Maar vertrekt hij al binnen de maand, dan wordt het 2.200 euro. Een beleid dus dat asielzoekers moet stimuleren om vlug op het vliegtuig te stappen.
Micro-onderneming Voor het uitwerken van het re-integratieproject werkt Fedasil samen met Caritas. “Wij werken aan duurzame re-integratie. Daarom staan we ook niet achter gedwongen repatriëring. De mensen zijn dan boos en willen alleen maar terug naar Europa. Maar ook een vrijwillige terugkeer is niet vanzelfsprekend, na jaren verblijf in het westen,” zegt Anne Dussart. “Als er in het land van herkomst een inkomen is, is het al een stuk makkelijker. Voor vele Afrikanen bijvoorbeeld is de
schaamte te groot als ze met lege handen terugkeren. Ze zijn dan niet erg welkom. Wij proberen daarom voor terugkeerders werk of studie, huisvesting en een school voor de kinderen te regelen.” Ook moet het veilig zijn. Voor Afghanistan bijvoorbeeld heeft Caritas geen ondersteuningsprogramma. Dussart: “Te gevaarlijk. Voor ons is dat een conflictland. Duurzame reintegratie is daar dan ook niet mogelijk.” De financiële hulp is pas na aankomst in het land van herkomst beschikbaar en de afgewezen asielzoeker krijgt het geld nooit cash in handen. “We werken met partnerorganisaties ter plekke die samen met de teruggekeerde migrant een en ander in orde brengen. Zij houden een jaar lang een oogje in het zeil.”
“Voor vele Afrikanen bijvoorbeeld is de schaamte te groot als ze met lege handen terugkeren. Ze zijn dan niet erg welkom” Aan mensen zonder papieren, die dus niet of niet meer in een asieltraject zitten, biedt de Belgische overheid geen re-integratie aan. Jammer, vindt Caritas. “Ze zijn vaak veel langer in ons land. Voor hen is het dan ook veel moeilijker om zich ginds weer aan te passen,” zegt Dussart. Om deze mensen toch op gang te
Alles tezamen hielp Caritas vorig jaar 800 terugkeerders met hun reintegratie, zowel alleenstaanden als gezinnen. Dussart: “Naar Afrika zijn het doorgaans alleenstaande mannen, maar naar Irak of Tsjetsjenië keren vaak hele gezinnen terug.” De meest voorkomende terugkeerbestemming is trouwens Tsjetsjenië. Ook Irak staat hoog op de lijst. Dussart: “Dat zijn post-conflictlanden. Als het conflict over is, keert men terug.” De economische migranten, bijvoorbeeld uit Marokko of andere Afrikaanse landen, blijven volgens Dussart veel langer hier. Ze hebben veel moeite gedaan en soms veel geld betaald om hier te geraken en laten zich dan ook niet snel overhalen om terug te keren. Ze blijven hopen op regularisatie. “Maar nu het hier in Europa crisis is, wordt het ook voor hen moeilijker, zeker als ze geen netwerk hebben. Tegenwoordig melden zich zelfs Marokkanen vrijwillig aan voor terugkeer, meestal mensen die na een eerder verblijf in Spanje of Portugal in ons land terechtgekomen zijn. Vrijwillige terugkeer was enkele jaren geleden nog quasi onbespreekbaar met Marokkanen.” Dat de crisis in Europa zich laat voelen, getuigt ook Seki Mbeli, die anderhalf jaar geleden vanuit Guinee naar België kwam in de hoop op een beter leven. Hij vroeg in Brussel asiel aan, werd vervolgens ondergebracht in een opvangcentrum en kon uiteindelijk een sociale woning in Izegem krijgen. Maar over enkele dagen keert hij vrijwillig terug, niet naar Guinee, maar naar Kameroen, waar ook zijn vrouw en kinderen al verblijven. Daar wil hij een bouw- of vervoersbedrijfje beginnen. “Als ik terugkeer, heb ik tenminste rust aan mijn hoofd. Bovendien, hier is ook geen werk. Europa is in crisis. Ik heb me het afgelopen anderhalf jaar bijgeschoold als metser, maar heb nauwelijks kunnen werken. Wat heb ik aan papieren als er geen werk is? Ik wil mijn familie kunnen onderhouden. Daarom ben ik niet in beroep gegaan na de eerste afwijzing van mijn asielaanvraag, maar heb ik besloten om terug te gaan naar Afrika. Wat daarbij ook meespeelde, was het feit dat ik financiële hulp krijg. Ik ben fier om terug te gaan en om een nieuw leven te beginnen.” Bettina Hubo
BDW 1404 PAGINA 7 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Welzijn > Burgemeester Clerfayt bijt van zich af
P-PRAAT
‘Taks op prostitutie is geen winstbejag’
Burgemeester van Schaarbeek Bernard Clerfayt (FDF) is niet te spreken over de teneur van een televisiereportage van de RTBF waarin gemeenten die taxen verhogen op bordelen beschuldigd worden van winstbejag. “De prostitutie kost ons meer geld, dan het ons opbrengt,“ reageert Clerfayt. Hij rekent voor: “een meisje betaalt in de Aarschotstraat 250 euro per vitrine per dag. Elk bordeel heeft minstens twee vitrines, die twee keer per dag verhuurd worden. Een bordeeleigenaar haalt zo al gauw 1.000 euro per dag op.” In de toekomst zal een bordeelhouder 16.000 euro per jaar aan taksen moeten ophoesten. “Dat is een peulschil vergeleken met de winst die ze maken. De prostitutie in de Noordwijk draait een omzet van 100 miljoen euro per jaar,” zegt Clerfayt. Ter vergelijking: de gemeente haalt er jaarlijks 750.000 euro op. De burgemeester voert sinds 2011 naar Antwerps voorbeeld een geïntegreerd prostitutiebeleid. De bordeel- en carrée-eigenaars moeten een conformiteitsattest kunnen voorleggen. Dat kunnen ze pas als ze burgerrechtelijk en op vlak van stedenbouw in orde zijn. Van de 57 ‘prostitutiesalons’ hebben er 55 zo’n attest aangevraagd. Twee derde ervan is goed op weg om in regel te zijn. Wie talmt, krijgt de controleur op
© DIETER TELEMANS / IMAGEDESK
SCHAARBEEK – De overgrote meerderheid van de Schaarbeekse bordeelhouders plooit voor de strengere regels die de gemeente oplegt.
Lawaai op de redactie. Uit het hoekje waar nog een eenzame oude telex stof staat te vergaren, klinkt gereutel. Georges, telex met jarenlange staat van dienst, begint na anderhalf jaar plots weer een bericht te printen. Staat te lezen: ‘HIER GOD. STOP. IK BESTA TOCH. STOP.’ Uw P-Praatcommentator keek even versuft op toen er door deze verre boodschap van God enige commotie ontstond, en ploegde daarna naarstig voort. In Le Soir, ons favoriete tijdverdrijf, stond namelijk een alarmerend edito te lezen onder een artikel met als kop: ‘Un Flamand sur deux approuve le projet de la N-VA’. Meteen haalden ze het zware geschut boven bij Le Soir om dit slechte nieuws te kaderen. Niet Madame Delvaux deze keer, neen, veel zwaarder geschut: Véronique Lamquin. Die betoogt namelijk in een editoriaal in die krant (getiteld: ‘La Flandre veut-elle encore la Belgique?’) dat het vijf voor twaalf is, dat de communautaire vrede zonder twijfel efemeer is (efemeer betekent kortstondig) dat de Vlamingen dit en de Vlamingen dat, dat de N-VA dit en de N-VA dat, dat si en la... Enfin, een lange redenering om te besluiten: “On ne pourra peut-être pas indéfiniment retenir sous le toit belge une Flandre qui ne partage plus toutes les valeurs du sud,” schrijft Lamquin. Uw commentator juicht. Eindelijk weten we wat dat verdomde Brusselgevoel is: partager les valeurs du sud. Goed. Dat punt wilde uw commentator eigenlijk niet maken. Wij willen toch even sterk aan de oren van de Vlaams-nationalisten trekken omdat ze aan het bestaan van God de Vader hebben getwijfeld, en dat het opperwezen daarom zijn toevlucht moest nemen tot onze redactie om zichzelf wereldkundig te maken. Maar, dus: God bestaat, en wel hierom: Olivier Maingain, FDF-burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe, heeft in 2009 een medewerkster van een gemeentelijke vzw ontslagen in dubieuze omstandigheden. Die medewerkster heeft nu van de arbeidsrechtbank gelijk gekregen en het gemeentebestuur van Woluwe moet haar 100.000 euro schadevergoeding betalen. De naam van die medewerkster: Sophie Flamand.
Clerfayt: “16.000 euro per jaar? Een peulenschil in vergelijking met de winst die een bordeelhouder maakt.”
zijn dak. Bordelen die niet in orde zijn, worden tijdelijk gesloten. Clerfayt heeft er sinds juni twaalf gesloten. Bij de carrées werden er vijf gesloten waarvan vier definitief. Clerfayt verwacht ook een verdere daling van het aantal bordelen. Met een nieuw bordeel beginnen op een ander adres is hoe dan ook onmogelijk. “Ze allemaal sluiten kunnen we niet,” zegt Clerfayt. “Prostitutie is niet verboden. Een volledig verbod is ook niet aangewezen. Wat we wél kunnen, is de excessen aan banden leggen.” Steven Van Garsse
CHIEN ÉCRASÉ LICHTKRANT – Wie heeft dat ding op het traject van bus 71 gezet? U weet wel: die lichtkrant waarop mensen via de website van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - be.brussels.be - hun naam kunnen achterlaten tezamen met een ‘leuk’ berichtje. Dat is dan iets in de zin van: ‘be... be Brussels’ (de ... kan u dus zelf invullen). Uiteraard toonde de wereld zich weer uiterst grappig: ‘be or not to be in Brussels’, ‘be all you want & be Brussels’, ‘be bises be Brussels’ (ach ja, Franstaligen...). De lichtkrant staat naast de Kleine Ring zodat de pendelaars de geneugten van de citymarket.ing kunnen zien. Maar dat ding staat dus in de weg, en bus 71 moet een stukje omrijden. Zoals iemand op de lichtkrant wist: ‘be stucked in traffic while reading this message’ (sic). Eigenlijk vat dat alles samen, ook het geneuzel over taal dat deze stad in de ban houdt. VAKBONDEN – Bij het ter perse gaan trekt er een stoet van 250 boze taxichauffeurs langs de Kleine Ring. De chauffeurs zijn boos omdat Mädchen Grouwels een gps in elke taxi wil installeren zodat er niet meer gefoefeld kan worden met ritten. Kregen wij gisteren om 16u44 in onze mailbox: Sociale Partners Taxisector distantiëren zich van de stakingsoproep van dinsdag 26 november. En dan om 16u45 de volgende e-mail: ‘XXX wil bericht Les partenaires sociaux se distancient par rapport à l’appel à la manifestation des taxis bruxellois pour ce 26 novembre intrekken’. GEDAANTEVERWISSELING – Overigens: het Mädchen vertrekt binnenkort naar Berlijn. Om het andere Mädchen te ontmoeten? Dus: niet raar opkijken als het Mädchen binnenkort echt Duits spreekt. Dan zal niemand nog lachen. ADVERTENTIE
Weg met De Daklozen Brussel telt duizenden daklozen, ook vrouwen en kinderen. Vandaag zijn er 32 politici bevoegd, de winteropvang is echter met vertraging op gang gekomen. Het alternatief voor ruziënde politici en het falende beleid van de Brusselse ministers Grouwels (CD&V) en Huytebroeck (ECOLO/Groen) is één beleid voor alle Brusselse daklozen. Een beleid dat werk maakt van opvang, begeleiding naar huisvesting, werk en medische zorg. Dat is een warme stad.
les sans-abris ne sont pas une fatalité Bruxelles compte des milliers de sans-abris, en ce compris des femmes et des enfants. Aujourd’hui, 32 politiciens sont compétents en la matière, mais l’accueil hivernal a pourtant pris du retard. L’alternative aux querelles de politiciens et au fiasco de la gestion des ministres bruxellois Grouwels (CD&V) et Huytebroeck (ECOLO/Groen), c’est une seule et même politique pour l’ensemble des SDF. Une politique qui s’attèle à l’accueil, l’accompagnement en vue d’un logement, d’un travail et de soins médicaux. Une ville bienveillante.
BeRt anCIaUX fractieleider SP.A Senaat
www.spa-brussel.be
BDW 1404 PAGINA 8 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Mobiliteit > Renovatie van de premetrostations laat op zich wachten
Vertragingen alom
BRUSSEL – De renovatie van de premetrostations in de Vijfhoek komt maar niet van de grond. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van parlementslid Jef Van Damme (SP.A) aan minister Brigitte Grouwels (CD&V). DOOR STEVEN VAN GARSSE
BEURS
WAT VOORAFGING
September 2006. Xaveer de Geyter wint de architectuurwedstrijd voor de heraanleg van het Rogierplein. De start van de werken loopt veel vertraging op, onder meer omwille van een glazen luifel die gebouwd moet worden en discussies over de (te dure) materialen. Pas in januari 2011 gaat de werf van start. Simultaan wordt het metrostation gerenoveerd. Het einde van de werken is is aangekondigd voor de zomer van 2013. HUIDIGE SITUATIE
© DOGFAEL
© SASKIA VANDERSTICHELE
© DANIEL SPARING
ROGIER
Augustus 2013. De werken lopen grote vertraging op. Ze zijn tot twee keer toe opgeschort, voor studiewerk en voor de levering van roltrappen. De voorziene einddatum vandaag is de zomer van 2014.
ANNEESSENS
WAT VOORAFGING
Augustus 2012. Minister Brigitte Grouwels kondigt de renovatie van het station Beurs aan. “Het moet het visitekaartje van de stad worden.” Er zullen nieuwe winkels komen, liften, openbare toiletten en een filiaal van VisitBrussels. Het museum Scientastic dat er al sinds 1994 onderdak had, moet de deuren sluiten, omdat “de werken nakend zijn.” HUIDIGE SITUATIE
September 2013. De overlegcommissie analyseert de bouwaanvraag en stuurt Mobiel Brussel terug naar af. Het studiewerk moet worden overgedaan. Daarna kan een bouwvergunning volgen. Dan is nog eens negen maand nodig voor het lastenboek. De start van de werken is dus ten vroegste over een jaar.
WAT VOORAFGING
Augustus 2012. Minister Grouwels kondigt de renovatie van het station Anneessens aan. Het krijgt een minder commerciële invulling dan Beurs. Zo zou er een opvangcentrum voor daklozen komen. Het hele station zal worden gestript. Het station moet tijdens de werken niet dicht, maar de reizigers zullen wel hinder kunnen ondervinden. HUIDIGE SITUATIE
November 2013. Mobiel Brussel start met het voorontwerp voor de herinrichting. Minister Grouwels hoopt dat de werken kunnen beginnen “in de loop van 2015.” Het is hoe dan ook wachten op de herinrichting van station Beurs want twee werven tegelijkertijd “kunnen de werking van de stations ontregelen.”
Politiek > Paul Dirkx over het ‘etnoliberalisme’
‘Brussel is product van de Vlaamse en Waalse Beweging’ BRUSSEL – In ‘De Vlaams-Waalse fictie’ analyseert Paul Dirkx hoe de Belgische politiek de eigen natie-staat de nek omwringt. Met dank aan het neoliberalisme, en aan Europa. Dirkx is romanist (KU Leuven) en doceert literatuursociologie aan de Université de Lorraine. Hij staat ook aan de wieg van het Studiecentrum Franstaligen in Vlaanderen. In een boek, dat eerder in het Frans verscheen, maakt hij een vlijmscherpe analyse van anderhalve eeuw Belgische politieke geschiedenis. Ons land is al vrij snel onderhevig aan wat Dirkx noemt ‘antinomische strekkingen’: een Franstalige/Waalse, die eerder aanleunt bij Frankrijk, en een Nederlandstalige, die eerder
aanleunt bij Duitsland. Stap voor stap, opgehitst door de Vlaamse en de Waalse Beweging, wordt de Belgische staat verder ontmanteld. Dirkx laat die ‘federalisering’ van België al heel vroeg beginnen: bij Gaston Eyskens die zich in de jaren 1930 laat inspireren door Lodewijk De Raet, Brusselse econoom en voorvechter van de Vlaamse zaak. De Belgische bevolking ondergaat willens nillens die ontmanteling van België. “De ‘federalisering’ verandert in een etnische concurrentiestrijd, waarin de betrokken etnieën (Nederlandstaligen en Franstaligen, SVG) de onmachtige hoofdrolspelers zijn,” zo schrijft hij. Dat is ook zo voor Brussel dat in de jaren 1970 tot een nieuw gewest is gekneed, maar dan wel vanuit de
visie van de Vlaamse en de Waalse Beweging: “Brussel is geen tweetalig gewest maar een bi-eentalig gewest. De bewoners worden verondersteld ofwel Frans, ofwel Nederlands te praten.” De hoofdrolspelers van die federalisering worden goed geholpen door de media, zowel Franstalige als Vlaamse, die niet nalaten om de verschillen tussen Walen en Vlamingen in de verf te zetten en zo van de etnicisering een zelfvervullende voorspelling te maken. Het is een vorm van autosuggestie, zegt Dirkx, dat Walen en Vlamingen zo fundamenteel verschillen dat er aparte wetten voor moeten worden uitgevaardigd, in aparte landsdelen. Dat die landsdelen elkaar overlappen, in Brussel en in de randgemeenten, geeft aan-
leiding geeft tot permanente belangenconflicten en misverstanden. “Het ‘Belgisch federalisme’ is een uniek systeem in de wereld, dat niet kan werken,” schrijft Dirkx. De originaliteit van Dirkx’ boek bestaat erin dat hij die hele staatkundige evolutie koppelt aan het neoliberalisme. Hij vindt er een nieuwe term voor uit: etnoliberalisme. De auteur ontpopt zich hier tot een harde criticaster van een politiek systeem dat de belangen van de bedrijfswereld vooropstelt ten koste van de bevolking. Dat zit diep ingebakken in de Belgische geschiedenis. Al in het vroege België was er een onlosmakelijke samenhang tussen staat, kapitaal en industrie. Het naoorlogse Vlaanderen neemt die, zonder het goed
en wel te beseffen, gewoon over. De verwevenheid tussen de Vlaamse Beweging/ de N-VA, en de bedrijfswereld (Voka) is daar de culminatie van. Het etnoliberalisme bestaat erin dat politieke partijen, tegelijkertijd met het uitkleden van België, ook de macht van de staat uithollen, zodat bedrijven vrij spel krijgen. Het concept ‘minder staat’ krijgt een dubbele betekenis: minder België, maar ook minder staatsinmenging. Ook het linkse Wallonië ontsnapt hier niet aan, zegt Dirkx, die vaststelt dat Franstalige politieke partijen, ook de PS, het neoliberale discours van Vlaanderen gretig overnemen. Dirkx schreef met De Vlaams-Waalse fictie een erg links boek dat de Belgische politieke geschiedenis met een aparte blik bekijkt. Daarbij miskent hij wel het emanciperende, linkse karakter van de Vlaamse Beweging in haar beginperiode. Hij stelt zich ook niet de vraag hoe België er had uitgezien zonder de Vlaamse en Waalse Beweging. De kans is groot dat ons land dan grotendeels Franstalig was geworden. Steven Van Garsse Paul Dirkx, De Vlaams-Waalse fictie, EPO, 2013, 199 p.
BDW 1404 PAGINA 9 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Verkiezingen > FDF wil ommekeer in Brussel
Massaal bouwen hoeft niet
procent. Die pickpocketpolitiek wil FDF in heel het gewest verspreiden.” Ook wat de bouw van nieuwe woningen betreft roeien Gosuin en Clerfayt tegen de stroom op: massale (sociale) nieuwbouw hoeft niet, wat er ontbreekt is koopkracht. Huursubsidies zijn veel rationeler.
Schril contrast BRUSSEL – “Er zijn eigenaars die een eengezinswoning – legaal of illegaal – vertimmerd hebben tot drie flats en 250 euro onroerende voorheffing per jaar betalen. De NMBS en MIVB betalen ook geen onroerende voorheffing voor de winkels die ze verhuren. Dat kan niet langer,” zeggen Didier Gosuin en Bernard Clerfayt. En dat is maar één voorbeeld. Didier Gosuin (burgemeester van het welgestelde Oudergem) en Bernard Clerfayt (burgemeester van het rijke Schaarbeek) menen dat gewest en gemeenten op die manier minstens 40 miljoen euro mislopen. Dat is maar één voorbeeld. De twee FDF’ers pleiten in een boekje dat ruim verspreid wordt voor een radicale ommekeer. Want, zo zeggen ze, de herfinanciering van Brussel en de zesde staatshervorming brengen absoluut geen soelaas. Ze willen dat de nieuwe meerderheid na de verkiezingen zich gedurende drie maanden buigt over politieke prioriteiten. “Alles doen en iedereen plezieren kan niet langer,” zeggen ze. Met hun voorstel om de lasten op
Didier Gosuin: “Alles doen en iedereen plezieren, kan niet langer.”
arbeid te verschuiven naar hogere belastingen op vastgoed zullen ze in ieder geval de huiseigenaars de gordijnen injagen, zo blijkt uit de
reactie van parlementslid Olivier de Clippele (MR): “Clerfayt is niet aan zijn proefstuk toe. Van het ene jaar op het andere is de onroerende
© BELGA / LAURIE DIEFFEMBACQ
voorheffing in Schaarbeek met 13,4 procent gestegen. Om dat goed te maken zijn de opcentiemen op de personenbelasting gedaald met 0,2
Gosuin en Clerfayt willen ook dat het Rekenhof de gemeentelijke rekeningen controleert - ze geloven niet langer in de neutraliteit van de inspecteurs van de voogdij - en de inzet van middelen (om bepaalde doelen te bereiken) beoordeelt. Gosuin en Clerfayt: “Sinds de oprichting van het gewest is Brussel enorm veranderd - de bevolkingsgroei alleen al - er is de voorbije 25 jaar heel veel geïnvesteerd in stenen, nu moet in mensen worden geïnvesteerd. De kloof tussen rijk en arm moet gedicht worden.” Overigens houdt het FDF ook vast aan basiswaarden zoals de scheiding tussen kerk en staat en de laïciteit. Loketambtenaren mogen geen hoofddoek dragen. Heel opvallend: Gosuin en Clerfayt hebben de tekst die ze geschreven hebben ook naar het Nederlands vertaald (www.jabrussel.be). Dat in schril contrast met hun voorzitter en burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe Olivier Maingain die 100.000 euro van het geld van de Vlaamse schepen (Xavier Liénart) gebruikt om Franstaligen in de Rand te sponsoren. Danny Vileyn
ADVERTENTIE
“Eén samengevoegd OCMW voor de hele Brusselse regio zal de slagkracht voor armoedebestrijding verhogen.” (N-VA voorstellen - resolutie 290)
“Vlaanderen zal moeten investeren in het Brusselse aanbod (onderwijs, gezondheid) zodat iedereen die wil van de Vlaamse diensten effectief gebruik kan maken.” (N-VA voorstellen - resolutie 318)
Lees alle voorstellen van N-VA voor Brussel op:
www.veranderingvoorvooruitgang.be
Karl Vanlouwe Senator Lid van het partijbestuur karl.vanlouwe@n-va.be
www.n-va.be/brussel brussel@n-va.be
BDW 1404 PAGINA 10 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
BDW REGIO
Links: voormalig ziekenhuis Deux Alice op de Groeselenberg. Rechts: operatiekamer in verlaten gebouwen van Deux Alice (2012).
Deze week op de Groeselenberg > Wat met de nagedachtenis?
Twee Alicen aan de kant gezet
UKKEL – Van het voormalige ziekenhuis Deux Alice op de Groeselenberg is er al een vleugel gestript tot op het skelet, aan een andere hangt nog de gestreepte betongevel uit de jaren 1970. De reconversie tot appartementen en een crèche Domaine de l’Observatoire, een project van Beaufort House, herinnert nergens aan de twee Alicen met wie het allemaal begon. Op twee bas-reliëfs in de struiken na.
D
e gevels van Domaine de l’Observatoire zullen van Franse natuursteen zijn. In de promotiefolder wordt het comfort van de karakterappartementen aangeprezen, die dan ook goed beveiligd zullen zijn. Het staat ver af van het huis voor de Ukkelse minderbedeelden die de stichter van Deux Alice, de liberale industrieel Adrien Bruneau, vader en grootvader van de twee Alicen, voor ogen stond. In Les Deux Alice (Uitg. Louis Musin, 1985) vertelt kapelaan Pol Jacques de geschiedenis naar aanleiding van de honderdste verjaardag van het ziekenhuis. Adrien Bruneau en zijn echtgenote Adèle Droesbeque, die op het Boetendaelkasteel verbleven, verloren in 1860 hun dochter Alice DolezBruneau, ze had de vliegende tering gekregen. Ze ontfermden zich over hun vijfjarig kleindochtertje dat ook Alice heette. Ukkel bestond uit een aantal gehuchten waar veel arme mensen woonden, maar longziekten velden toen arm en rijk. In 1874 stierf ook de jonge Alice, door een tyfus longontsteking. Om de herinnering aan de twee Alicen levendig te houden, brachten de Bruneaus hun droom van een armenstichting in een stroomversnelling.
Als locatie werd de Groeselenberg gekozen omwille van de goede lucht en zijn ligging tussen de twee armste en dichtst bevolkte gehuchten Sint-Job en De Kat. Bij de jonge beeldhouwer uit SintGillis Julien Dillens (waterdraagster aan Bareel, t’Serclaes beeld) bestelde Bruneau twee bas-reliëfs voor de monumentale dakkapellen. In 1885 opende het ziekenhuis met vooruitstrevend ventilatiesysteem, hoeve en veel weiland. Uiteindelijk was Bruneau genoodzaakt het gebouw aan de Augustijner Zieken-
zusters te verkopen. Met lede ogen zag hij dat er in de plaats van een weeshuis in de rechtervleugel appartementen kwamen voor (welgestelde) vrouwen die een kuur nodig hadden. De nieuwe congregatie die Deux Alice in de loop der tijd in handen kreeg, de Zusters van Liefde van Jezus en Maria, liet achter het oude het nieuwe ziekenhuisgebouw oprichten. De eerste diensten gingen in 1973 open. De kapelaan-verteller is vol lof over het licht in de kamers en de vergezichten tot aan het
“Er werd voor gekozen om in Deux Alice die afdelingen onder te brengen waarvoor er in het eerste gebouw van Sint-Elisabethziekenhuis al van bij aanvang geen plaats was: dialyse, oncologie, radiotherapie”
domein Boetendael waar de twee deugdzame Alicen ooit leefden.
Familieportret
Deux Alice (1885), met rechtsboven het bas-reliëf met de twee Alicen.
De zusters betrokken het gebouw Caillou Blanc, de verbouwde oude wasruimte van het ziekenhuis. “Daar wonen vandaag nog steeds zusters, ze verkochten de grond van Deux Alice en nog enkele terreinen aan de Groeselenbergstraat en Beeldhouwerslaan, maar houden hier dan nog grond over,” zegt Daniel Hublet (Ukkelse CDH) die ons wegwijs maakt op het terrein. Hij is als uroloog verbonden aan de Europaziekenhuizen waarin Deux Alice opging om twee jaar geleden uitein-
© DANIEL HUBLET
delijk ook te verhuizen naar de De Frélaan (site Sint-Elisabeth). Hublet werd in Deux Alice geboren, heeft er gewerkt en vanuit zijn raam kijkt hij uit op de Groeselenberg: “De fusie en schaalvergroting van Deux Alice en Sint-Elisabeth is in verschillende etappes gebeurd. Zo werd ervoor gekozen om in Deux Alice die afdelingen onder te brengen waarvoor er in het eerste Sint-Elisabethziekenhuis al van bij aanvang geen plaats was: dialyse, oncologie, radiotherapie. We wisten allang dat Deux Alice zou verhuizen, en Beaufort House wilde het allang kopen, spijtig dat de naam Alice niet werd gerecupereerd.” Van het eerste Deux Alice is enkel het oude hoevegebouw bewaard, waar nu de crèche Le Lapin Blanc gehuisvest is die zeker tot 2020 zal uitgebaat worden. De verpleegstersschool werd hier ooit in ondergebracht en de smalle kamertjes en het sobere meubilair gaven het de bijnaam ‘begijnhof’. Ook het huis van de eerste kapelaan uit 1886 staat er nog, dichter naar de Groeselenbergstraat toe: “Hij moest wat afstand houden van de zusters.” Hublet toont de twee bas-reliëfs van negen op bijna drie meter, flink bemost intussen, die sinds 1992 beschermd zijn en wachten op een bestemming. Het ene, L’éducation mutuelle, dat boven de rechtervleugel hing, stelt grootmoeder Adèle en moeder Alice voor die zes weeskindjes ontvangen die door hun (klein) dochter Alice worden gebracht. Monumenten en Landschappen laat weten dat ze steeds de voorwaarde heeft gesteld om de beschermde frontons te integreren in het project, en ze werden hierin gevolgd door de gemeente en het gewest. Hublet nam foto’s van de verhuis, maar ook van de leegstand in de vier seizoenen, met grazende schapen en ziekenhuisgangen en -zalen vol graffiti. Hublet loopt er weer rond als hij naar de onwezenlijke foto’s kijkt: “Dat is de inkom, dat de recovery, dat een operatiekamer, dat moet een kamer zijn,... het opschrift: Un peu de beauté dans ce monde de brute.” An Devroe
BDW 1404 PAGINA 11 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Brussel > Bewoner ruimt dagelijks Gutenbergsquare op
‘Net Brussel komt zelden langs’ Buurtbewoners klagen dat het netheidsagentschap Net Brussel de Gutenbergsquare nauwelijks reinigt. De 78-jarige Pierre Costa doet het dan maar zelf. Een arbeider is niets menselijks vreemd, ook al gaat hij gekleed in een werkpak met symbool van stad Brussel. Wanneer de natuur roept, dan luistert hij. Terwijl zijn collega kleurige herfstbladeren onderaan de Maria-Louizasquare wegruimt, plast de man in een struik. Enkele meters verder, aan de Gutenbergsquare, raapt Pierre Costa plastic zakken en flesjes, sigarettenpakjes en een lege fles wodka op. Sinds begin jaren 1960 woont hij op het driehoekig plein dat grenst aan Sint-Joost-ten-Node. Sinds vier jaar reinigt de gepensioneerde dagelijks gedurende een twintigtal minuten het plein dat genoemd is naar de Duitse drukker Johannes Gutenberg. Costa, voorheen werkzaam in de onderhoudssector, vertelt dat het hem gezond houdt én, vooral, dat de vuiligheid blijft als hij niet opruimt. “Net Brussel komt zelden langs. Bovendien maken ze enkel
Pierre Costa ruimt dagelijks de Gutenbergsquare op.
het midden van het plein schoon, maar het vuil hoopt zich op aan de stoepranden.” Hij wijst naar de ri-
© STEVEN VANDENBERGH
olering, die vol bladeren plakt en vaak kleine overstromingen veroorzaakt. Waar mogelijk opent hij de
riolering en haalt de bladen eruit. In het hoekcafé Le Gutenberg bewonderen ze de inspanning van
Costa. Hoopte de 78-jarige met zijn voorbeeld andere buurtbewoners te motiveren, voorlopig komen ze niet verder dan felicitaties of opmerkingen zoals: “Dat is uw werk toch niet.” Net Brussel, het gewestelijk agentschap voor netheid, zegt drie avonden per week met een grote straatveegmachine en één straatveger het plein schoon te maken. Woordvoerder Wannes Vermeersch vertelt dat “de rioolputjes eenmaal per week gereinigd worden, maar in de herfst liggen er snel nieuwe bladeren bij. Net Brussel ruimt ook de stoepranden op, de stoep is voor de eigenaar van de woning.” Maar dat is niet alles. Terwijl een van de vuilnisbakken is verdwenen, blijft rond de andere rommel staan. Een lantaarnpaal, waarvan enkel de onderste helft overblijft en elektriciteitsdraden toegankelijk zijn, doet dienst als vuilbak. Op een elektriciteitskast prijken tags. Rond het kraaknette hondentoilet liggen bruine drollen te wachten op schoenen en spelende kinderen. Costa, met een nieuw paar plastic handschoentjes voor elke reinigingsronde, vult dagelijks een boodschappentas met vuilnis, in het weekeinde zeker twee per dag. “Picknickers laten hun vuil achter, autobestuurders legen hun asbak op de weg. Het is geweldig om zien tijdens een art-nouveauwandeling in de wijk.” Steven Vandenbergh
ADVERTENTIE
Ontdek nog meer Brussel op de vernieuwde brusselnieuws.be We hebben onze website in een nieuw jasje gestoken. Zo kan u nog meer actualiteit uit Brussel en omgeving volgen, terwijl u proeft van onze restauranttips of uw uitstapje in de hoofdstad plant.
Ontdek het zelf op www.brusselnieuws.be
ADVERTENTIE
UW KALENDER 2014 VOOR DE OPHALINGEN VAN UW VUILNISZAKKEN IS BESCHIKBAAR!
HOE UW KALENDER VERKRIJGEN? Download uw gepersonaliseerde kalender 2014 op www.netbrussel.be
of
Stuur gratis uw antwoordkaart terug (in uw brievenbus in de loop van december)
NIEUW!
U kunt ook gratis de mobiele app ‘Recycle!’ voor smartphone of tablet, met de ophaaldata van uw vuilniszakken, downloaden vanaf 1 januari 2014.
0800/981 81
www.netbrussel.be
BDW 1404 PAGINA 13 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Schaarbeek > Gebruikers van zwembad Neptunium klagen wanbeheer aan
Een conciërge als directeur Vorst > Nieuwe Luttrebrugwijk in de maak
Het gemeentelijk zwembad Neptunium zit al meer dan twee jaar zonder directeur. Met alle gevolgen van dien. “Dit is een ware schande,” vinden de gebruikers.
Tentoonstelling Brass geeft al een voorsmaakje Het wijkcontract Vroege Groenten - Luttrebrug in laag-Vorst is aan zijn laatste fase aanbeland. Volgend jaar gaan de eerste spades de grond in. Tegen 2015 moeten er in buurt aan de spoorweg onder andere een nieuw sportcentrum en park verrijzen. Vier jaar geleden kreeg de gemeente Vorst groen licht om de Luttrebrug en Vroege Groentenwijk een facelift te geven. De zogenaamde duurzame wijkcontracten maken een grote som subsidies vrij om in een sociaal-economisch kwetsbare wijk te investeren. De Luttrebrug- en Vroege Groentenwijk is er zo één. De wijk heeft een sterke stimulans gekregen met onder andere het hedendaagse kunstencentrum Wiels, maar de wijk die tussen twee spoorwegen geklemd zit, had al lang nood aan een sterke oplapbeurt. De voorbije vier jaar werden al heel wat sociale projecten uit de grond gestampt. Zo werd er een echte jeugdhuiswerking op poten gezet die de komende jaren in de wijk een vaste stek zal krijgen, kreeg een collectieve moestuin voet aan de grond, de Nederlandstalige bibliotheek organiseert creatieve ateliers om buurtbewoners op een speelse manier Nederlands te laten leren. Deze en andere projecten moeten de basis leggen voor een goede sociale cohesie in de wijk. Op de eerste steenleggingen was het vooralsnog wachten, want het is de bedoeling
Badmeesters die in het zwart bijverdienen met zwemlessen, een slechte sfeer onder het personeel en demotivatie. Volgens de vereniging van gebruikers van het zwembad Neptunium loopt er heel wat mis en is dat het rechtstreeks gevolg van de lege directeursstoel. De laatste directeur werd in mei 2011 de laan uitgestuurd. Een jaar later probeerde sportschepen Saït Köse (FDF) er zijn kabinetschef te parachuteren, Jean-Louis Peters (FDF), maar die weigerde op het allerlaatste moment omdat hij geen aanspraak kon maken op een loonsverhoging en hij voor een commissie moest verschijnen om zijn kandidatuur te verdedigen. En zo zit het zwembad al meer dan twee jaar zonder directeur. “De eigenlijk directeur is de conciërge,” zegt Anne Deroitte van de vereniging van zwembadgebruikers. “Hij doet ‘s morgens de kassa en houdt
dat de wijk de komende jaren een ware gedaanteverandering ondergaat. De wat grauwe wijk moet er frisser, lichter en aangenamer uit gaan zien, wat de veiligheid ook in de wijk moet stimuleren. Het uithangbord is ongetwijfeld Divercity. Het is een geheel aan collectieve voorzieningen op een voormalig industrieel terrein. Het omvat een park met speelgelegenheden en een collectieve moestuin. Verder ook een nieuw gebouw waarin een dag en verzorgingscentrum, een kinderdagverblijf en een horecaopleidingscentrum zullen gehuisvest worden. Aan de overkant van de Luttrebruglaan komt een nieuw gebouw voor de jeugdhuisantenne en een polyvalente zaal. In de Vroege Groentenstraat zal het huidige en verouderde sportcomplex helemaal vernieuwd worden tot een moderne multifunctionele sportzaal. In de wijk komen er ook nieuwe en betaalbare woningen. Zo beginnen de werken aan een appartementsgebouw in de Leclercqstraat, goed voor tien sociale woningen. Wie al een glimp wil opvangen van de nieuwe wijk kan op 4 december tussen twee en negen naar Brass (Van Volxemlaan 364). Naast de op til zijnde projecten kan u er ook kennismaken met de verschillende verenigingen die in de wijk actief zijn. Bruno Schols
alles in de gaten. Niets tegen die man, maar dit is een zwembad als Neptunium onwaardig.” Intussen blijft het zwembad verder aftakelen. Beliris heeft geld uitgetrokken voor de restauratie, maar burgemeester Bernard Clerfayt (FDF) zei in de gemeenteraad dat de voorziene 6 miljoen euro niet voldoende zijn. “En de studies voor het zwembad slorpen steeds meer van dat geld op,” weet Deroitte. Clerfayt zei dat de gemeente bij de Franse Gemeenschap zal aankloppen voor een subsidie voor een sportdirecteur, maar het is niet zeker, gaf hij zelf toe, SVG dat die er snel komt.
Elsene > Nieuw gemeentehuis op koers
Solvay-piste niet gevolgd In de lente zou de gemeente Elsene een bouwvergunning op zak moeten hebben voor het nieuwe gemeentehuis. Daarvoor worden vier huizen afgebroken. Pétitions-Patrimoine en oppositiepartij Ecolo hebben een ander voorstel. Het gemeentebestuur van Elsene wil achter het huidige gemeentehuis een bijkomende vleugel bouwen. Daarvoor moeten vier huizen wijken in de aanpalende viaductstraat. De nieuwe vleugel was een verkiezingsproject vorig jaar waarmee de MR-PS-meerderheid de gemeentelijke administratie wilde vernieuwen. Vorige week woensdag vond de eerste overlegcommissie plaats. De vergunningsaanvraag moet vervolgens door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden goedgekeurd omdat het om de bouw van een gemeentedienst gaat. Volgens schepen van Stedenbouw Nat-
ADVERTENTIE
halie Gilson (MR) zal die vergunning in april 2014 afgeleverd worden. De oorspronkelijke plannen worden licht gewijzigd. Zo zou het gemeentehuis een verdieping minder krijgen dan oorspronkelijk voorzien. Maar al in verkiezingstijd was er ook protest tegen de nieuwe vleugel. De scheurlijst-de Clippele maakte er een thema van, en ook Ecolo en CDH kantten zich tegen de werf van 15 miljoen euro. En dan is er nu ook nog de erfgoedvereniging Pétitions-Patrimoine (PP) die voorstelt om de leegstaande Solvaysite in het hart van Elsene als gemeentehuis te gebruiken, een idee dat voorheen al opgang maakte in Ecolo-kringen. De gemeente wil van de Solvaysite echter appartementen, kantoorruimte en een hotel maken. “Tijdens de overlegvergadering was er niemand van PP aanwezig om die opmerkingen te maken,” klinkt CD het bij Nathalie Gilson.
ADVERTENTIE
DE WEIK VAN’T BRUSSELS be brusseleir goesting in ‘t Brussels
KVS & TRISTERO A MAP OF THE WORLD
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
be brusseleir goesting in ‘t Brussels
07 > 21.12.2013
Een fijnzinnige komedie van David Hare, scenarist van o.a. The Hours & The Reader.
KOMT DA ZEEN EN UURE
BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER GENTS TEJOÊTER TALK-SHOWS GOUDGEBLOMD LITERAIR SALON BRUSSELS STAMENEI GIDEIDE STOEMP RADIODAG FM-BRUSSEL TV-BRUSSEL ...
www.bebrusseleir.be
© DANNY WILLEMS
17/11/’13 > 9/12/’13
WWW.KVS.BE HET BRUSSELS STADSTHEATER
BDW 1404 PAGINA 14 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
“Werkende ouders ondervinden problemen om hun kinderen een dag speelplezier te laten beleven. Wij vinden dat jammer,” zeggen Maarten Bijnens en Sander Roelandt (Jong N-VA Brussel).
© SASKIA VANDERSTICHELE
Kinderopvang > Jong N-VA Brussel over kinderopvang in Brussel
Geef voorrang aan werkende ouders BRUSSEL – Vaak horen we verhalen over het schrijnend plaatstekort in de Brusselse kinderdagverblijven. Ouders vinden voor hun kinderen ook steeds moeilijker een plaats in de buitenschoolse kinderopvang. Vooral tijdens de vakantieperiodes blijken er problemen te zijn om voldoende plaatsen te voorzien. Jong N-VA Brussel wil graag haar steentje bijdragen aan het debat.
BDWOPINIE Een efficiënter systeem van verdeling van de plaatsen voor kinderopvang, zou een groot deel van de problemen oplossen. Het huidige systeem nodigt uit tot misbruiken en werkt zelfs contraproductief. Een voorbeeld: een gezin met twee werkende ouders betaalt een dagprijs van 25 euro per kind voor een kinderdagverblijf. Indien ze beslissen om hun kind toch niet te brengen, zonder te verwittigen, betalen ze een boete van 12,50 euro. Gezinnen met een laag inkomen krijgen voorrang bij het toewijzen van een plaats voor hun kinderen. Kinderdagverblijven moeten zelfs een vastgelegd percentage kansarme kinderen opnemen. Vaak werken
beide ouders niet en betalen ze een beperkte dagprijs van anderhalve euro. Ook deze ouders betalen een boete als ze beslissen om hun kind niet naar de buitenschoolse opvang te brengen, maar deze bedraagt slechts 75 eurocent. Uit cijfergegevens blijkt dat kinderen uit gezinnen met een laag inkomen vaker afwezig zijn. Probleem is dat de subsidies voor de kinderdagverblijven afhankelijk zijn van de aanwezigheidscijfers van hun ingeschreven kinderen. Doordat ze verplicht worden een bepaald percentage van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen aan te nemen, gaan hun aanwezigheidscijfers naar beneden en hierdoor vermindert hun subsidie drastisch en daardoor moeten ze besparen op personeel en werkingsmiddelen. Dat systeem moet dus verbeterd worden.
MAARTEN BIJNENS EN SANDER ROELANDT:
“Kinderen van kansengroepen en middenklassegezinnen moeten met elkaar in contact kunnen treden om voor een goede sociale mix te zorgen”
Een ander voorbeeld: de speelpleinwerkingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie lijken op het eerste zicht goed werk te leveren. Dit blijkt toch uit de buitengewoon lange wachtlijsten ieder jaar. Maar ook hier zien we problemen. Er zijn acht speelpleinen, waar per speelplein iedere dag ongeveer 80 kinderen terecht kunnen om een dag speelplezier te beleven. Op sommige dagen zijn er echter slechts een dertigtal kinderen aanwezig.
Speelplezier Concreet betalen ouders 4 euro per dag om hun kind een dagje speelplein te gunnen, terwijl zij aan het werken zijn. Ouders met een leefloon betalen 1 euro, die ze achteraf terugbetaald krijgen van het OCMW. Niet zelden schrijven ouders hun kinderen sowieso in, om zeker te zijn van een plaats. Maar soms vertrekken ouders met hun kind op vakantie naar het buitenland zonder tijdig hun plaats vrij te geven, of ze beslissen een dagje vrijaf te nemen om een pretpark te bezoeken en vergeten hun plaatsen vrij te geven, ... Problematisch is dat in zo’n gevallen onbenutte plaatsen open blijven staan, terwijl de wachtlijsten net
aantonen dat er meer dan voldoende kinderen zijn om deze plaatsen op te vullen. Werkende ouders ondervinden dus problemen om hun kinderen een dag speelplezier te laten beleven. Wij vinden dit jammer omdat er wel degelijk oplossingen bestaan om het systeem optimaler te laten functioneren, zodat ouders die opvang voor hun kinderen het meest nodig hebben, er ook gebruik van kunnen maken. Jef Van Damme (SP.A) gaf deze zomer overigens ook kritiek op de dalende cijfers en weet ze aan de slechte werking van de speelpleinen en het slechte beheer door de VGC Jeugddienst. Hoewel bovenstaand systeem werd ingevoerd met goedkeuring van zijn partij, begrijpen wij zijn verzuchtingen en zijn we bereid om een constructieve oplossing voor te stellen om een beter systeem te ontwikkelen. Wij begrijpen de nobele gedachte die achter de invoering van dergelijke systemen schuilgaat. Kinderen die een moeilijk gezinssituatie hebben, moeten ook de nodige kansen krijgen. Wij geloven sterk dat kinderen van kansengroepen en middenklassegezinnen met elkaar in contact moeten kunnen treden om voor een goede sociale mix te zorgen. Sterker zelfs, alle kinderen hebben een basisrecht op een kwalitatief aanbod van ontspanning om zich ten volle te kunnen ontwikkelen. Maar het huidige systeem werkt niet goed. Jong N-VA Brussel pleit om het bestaande aanbod aan kinderopvang te herzien en efficiënter te organiseren. Kinderopvang dient goed geregeld te worden voor alle gezinnen.
1.
Laat de subsidies van kinderdagverblijven niet afhangen van het percentage kansarme kinderen.
2.
Een boete is een vast bedrag voor elke ouder, ongeacht hun inkomen. Dit bedrag kan niet teruggevorderd worden bij het OCMW. Een dergelijk systeem van terugvorderingen werkt misbruiken in de hand.
3.
Geef voorrang aan kinderen van gezinnen met tweeverdieners, zij hebben de grootste moeilijkheden om in opvang voor hun kinderen te voorzien.
4.
Schakel het dagtarief van de VGC-speelpleinen gelijk op 4 euro per dag. Kansarme gezinnen kunnen het bedrag enkel terugvorderen als het kind aanwezig was.
Kinderen hebben recht op een kwalitatieve opvang, maar ouders hebben ook plichten. Ten opzichte van hun eigen kinderen, maar ook ten opzichte van andere gezinnen. Als iedereen zijn plicht doet, dan krijgen ouders in Brussel waar ze recht op hebben: een betere stad met kansen voor alle kinderen. Maarten Bijnens, penningmeester Jong N-VA Brussel Sander Roelandt, voorzitter Jong N-VA Brussel
BDW 1404 PAGINA 15 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Opinie > Benjamin Dalle (CD&V) wantrouwt al te eenvoudige oplossingen
Een genuanceerde visie op Brussel BRUSSEL – De laatste tijd regent het visies en standpunten over Brussel, vaak verleidelijk door hun eenvoud. Maar simplistische oplossingen hebben in de complexe Brusselse realiteit bitter weinig overlevingskansen, zegt Benjamin Dalle (CD&V). Om de Brusselaar het best te dienen moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verder zijn rol opnemen als een sterk gewest, maar ook als een meervoudige hoofdstad. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft sinds zijn oprichting in 1989 een enorme vooruitgang geboekt in het beheer van de hoofdstad. Weinig Brusselaars willen terug naar de tijd dat beslissingen over openbare werken, ruimtelijke ordening of mobiliteit boven hun hoofden werden genomen, vaak louter in functie van de pendelaars. Het Viaduct van Koekelberg was daar een sprekend voorbeeld van. Bij de Wereldtentoonstelling van 1958 werd die autobrug in de Leopold II-laan aangelegd als voorlopige constructie. De ‘stadsautosnelweg’ bleef er uiteindelijk tot 1984 staan. We moeten het Brussels Gewest nog verder durven versterken, zeker ten opzichte van de negentien gemeenten. De Brusselse interne hervormingen die deel uitmaken van de zesde staatshervorming zijn een eerste stap in de goede richting. Hoe frustrerend is het bijvoorbeeld om aan de grens van een Brusselse gemeente te wonen en vast te stellen dat een bewonerskaart geldig is aan de ene kant van de straat, maar niet aan de andere kant omdat dat toevallig een andere gemeente is? Het goedgekeurde gewestelijk parkeerbeleidsplan, op voorstel van minister Grouwels, lost dit staaltje Brussels surrealisme op: bewonerskaarten worden geldig in woonwijken die niet beperkt zijn tot de gemeentegrenzen. Hoe inefficiënt is het dat voor grote projecten bij de gemeenten bouwvergunningen moeten aangevraagd worden? De recent aangenomen stedenbouwordonnantie vertrouwt dit toe aan het Brussels Gewest. Eerder dan alle heil te verwachten van een fusie van gemeenten, is CD&V voorstander van nog verder gaande overhevelingen van lokale bevoegdheden naar het Brussels Gewest, onder meer op vlak van mobiliteits- en parkeerbeleid, ruimtelijke ordening en veiligheid. Het lokaal bestuur moet zich concentreren op de nabijheidspolitiek. Binnen een versterkt Brussels Gewest is het niet meer nodig om te praten over fusies van gemeenten, maar kunnen we integendeel bekijken hoe we het lokaal bestuur nog dichter bij de mensen kunnen brengen. Zou het bijvoorbeeld niet zinvol zijn dat de inwoners van Haren, Neder-OverHeembeek en Laken zich niet tot Brussel-Stad moeten richten voor bepaalde zuiver lokale aangelegenheden?
Geen opgelegde keuze Sommigen willen dat Vlaanderen en Wallonië zoveel mogelijk Brussel besturen en het Brussels Gewest niet veel meer is dan een uit de kluiten gewassen stadsbestuur. Professor Van Orshoven pleitte bijvoorbeeld voor een volledige opheffing van het Brussels Gewest. Ook in het ‘confederalisme’ van N-VA krijgt het gewest een beperkte rol. De sociale zekerheid en de personenbelasting worden gesplitst en aan de gemeenschap-
pen toevertrouwd. De Brusselaars zijn verplicht om een keuze te maken tussen Vlaanderen en Wallonië. De realiteit is echter dat veel Brusselaars niet willen kiezen tussen de twee gemeenschappen. Een verplichte keuze tussen Vlaanderen en Wallonië voor een al te uitgebreid pakket van nieuwe bevoegdheden creëert ook een grote kloof tussen bevolkingsgroepen in Brussel. Dat is een regelrechte bedreiging voor de sociale samenhang van Brussel. CD&V is een groot voorstander van vrijwillige keuzes (van schoolkeuze tot theatervoorstelling…), maar is tegen een splitsing van de volledige sociale zekerheid en personenbelasting tussen Vlaanderen en Wallonië.
Meervoudige hoofdstad Brussel is als ‘Hoofdstedelijk’ gewest hoofdstad van Europa, België en de twee gemeenschappen. Het spreekt voor zich dat de twee gemeenschappen dan ook blijven investeren in die hoofdstad. Sommigen denken dat het Brussels Gewest beter zou evolueren naar een ‘gemeenschapsgewest’ dat naast de gewestbevoegdheden ook de gemeenschapsbevoegdheden uitoefent. Langs Vlaamse kant hoorden we de meest uitgesproken vertolking hiervan bij Groen, dat pleitte voor een volledige overdracht van het onderwijs naar het Brussels Gewest. De initiatieven van de gemeenschappen zorgen nochtans voor een grote meerwaarde in Brussel. Dankzij de Vlaamse Gemeenschap hebben we in Brussel culturele instellingen als de KVS en het Kaaitheater, kwaliteitsvol Nederlandstalig onderwijs en kinderkribbes, en professionele Nederlandstalige welzijnsvoorzieningen. De Vlaamse Gemeenschap staat ook garant voor een goed Nederlandstalig (en meertalig) aanbod. Hoeveel gezinnen, Nederlands- én anderstalig, genieten bijvoorbeeld van de uitstekende ondersteuning van de Brusselse consultatiebureaus van Kind & Gezin? In een Brussels ‘gemeenschapsgewest’ is er geen plaats meer voor die Vlaamse initiatieven. Verwachten dat het Brussels Gewest dezelfde kwalitatieve Nederlandstalige dienstverlening zal kunnen verzorgen, is behoorlijk naïef. Als CD&V-lijsttrekker voor de Kamer leg ik tot slot ook graag de nadruk op de belangrijke rol die de federale overheid rol speelt in de hoofdstad, in domeinen als migratie, justitie, veiligheid en sociale zekerheid. Vanuit haar verantwoordelijkheid voor de internationale en hoofdstedelijke rol van Brussel moet zij blijven investeren in Brussel. De ontmanteling van de federale overheid zou voor Brussel een zeer slechte zaak zijn. Een genuanceerde visie op Brussel vertrekt vanuit de mensen. Structuren dienen in de eerste plaats de Brusselaar en niet zichzelf. Als we het belang van de Brusselaar voorop stellen, moeten we erover waken dat de federale overheid, de gemeenschappen en een sterk Brussels Hoofdstedelijk Gewest actief blijven in Brussel. Wantrouw iedereen met eenvoudige oplossingen voor Brussel. Benjamin Dalle (CD&V), Kabinetschef van staatssecretaris voor Staatshervorming Servais Verherstraeten
BDWOPINIE Exit Rogier door Anne Brumagne De twee tentoonstellingen die dit najaar in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en in die voor Kunst en Geschiedenis op het programma stonden, respectievelijk De erfenis van Rogier van der Weyden en Henry van de Velde, stemden optimistisch over de toekomst van beide federale instellingen. Twee keer ging het om een bijzondere expositie: interessant, met prachtige stukken, met veel passie samengesteld door de curatoren. Het waren publiekstrekkers. Tentoonstellingen waarvoor je vanuit het buitenland naar Brussel zou willen afzakken. En die zin gaven om in de stad op zoek te gaan naar verdere sporen van de twee gepresenteerde tijdperken. Bijna zou je al het geklungel van de afgelopen jaren in beide musea met de mantel der liefde hebben bedekt: de emmers die her en der in het Jubelpark staan opgesteld of de zeilen waarmee het erfgoed er moet worden afgeschermd tegen binnensijpelend water. De problemen met de klimatisering in het depot voor oude meesters bij Schone Kunsten in 2009. De recente sluiting van de Japanse Toren en het Chinees Paviljoen, twee afdelingen van het Jubelparkmuseum, vanwege bouwvalligheid. Het afgelasten van andere prestigieuze tentoonstellingen wegens geldgebrek. En dan nu, nu er wél een eigen toptentoonstelling liep bij Schone Kunsten, moest die abrupt worden stopgezet. Omdat er voor de voorbereiding van het nieuwe Fin de Sièclemuseum gaten werden geboord vlak boven de tentoonstellingsruimte van De erfenis en er gevaar voor waterschade dreigde aan de van over de hele wereld uitgeleende kostbaarheden. Ligt de verantwoordelijkheid bij de bouwmaatschappij, bij de Regie der Gebouwen of bij het Museum voor Schone Kunsten? Daar zal nog veel over worden gebakkeleid. In ieder geval is er bij de werken een bijzonder zware coördinatiefout gemaakt. Een die een lange schaduw werpt over de opening van het Fin de Sièclemuseum, over enkele dagen. Dit debacle is hopelijk een echte wake up-call voor de verantwoordelijken, ook de politieke. Erfgoed kan je niet bewaren in bouwvallige gebouwen. Musea die én vaste collecties zo goed mogelijk willen bewaren en presenteren én goede tijdelijke tentoonstellingen willen opzetten, hebben daar de nodige mankracht voor nodig. En ja, dat kost geld. Maar voor de economen: er is ook een belangrijke, vergeeft u ons het lelijke woord, return. Laat het lichtpuntje zijn dat in Tervuren na zovele jaren wachten eindelijk de werf is opgestart voor de complete renovatie van die derde federale instelling, het Afrikamuseum. De Henry van de Velde-expo kan u gelukkig nog steeds gaan bezoeken, tot 12 januari.
WAUTER MANNAERT
© CITIZENNE
VORMINGPLUS CITIZENNE WINT PRIJS
JONG TALENT IN KRISTAL KLAAR BRUSSEL – Henri Vandenberghe, manager van De Vrienden van Brosella, programmeert in de reeks Kristal Klaar een avond in het teken van de Fender Rhodes piano, bekend om zijn aparte sound. Kristal Klaar brengt lesgevers en leerlingen samen van de Kunsthumaniora Brussel. Het Trio Triopated opent de concertavond (28 november, 20 uur, in GC De Markten). Het trio bestaat uit bassist Soet Kempeneer (student Kunsthumaniora Brussel), percussionist Joram Bemelmans (oudstudent Kunsthumaniora Brussel) en op de Rhodes Hendrik Lasure (Conservatorium Brussel). Voor de gelegenheid wordt dit trio uitgebreid naar een kwintet met saxofonisten Egor Doubay en Erik Bogaerts. Daarnaast treedt ook een nieuw combo aan, gestuurd door trompettist Yves Fernández-Soliño. De muzikanten verdienden al hun sporen in het Belgische pop- en jazzcircuit. JMB Reservatie: 02-474.06.41 en www.brosella.be ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© PHILIPPE KESSELS
BRUSSEL – Vormingplus Citizenne, de Brusselse afdeling van de Vormingpluscentra, ontving als ‘volkshogeschool’ de Vlaamse Cultuurprijs voor sociaal-cultureel volwassenenwerk 2013. De Cultuurprijs kiest dit jaar dus voor een ‘volkshogeschool’ die participatieve vormingen aanbiedt. Eerste bedoeling van het gevarieerd aanbod van Citizenne is volwassenen prikkelen om hun sociale en persoonlijke competenties te versterken. Dat gebeurt aan de hand van themarondleidingen in de stad, ateliers, debatten en cursussen. “Leren dat het een plezier is, met extra aandacht voor groepen die moeilijker hun weg naar vorming vinden. De werkkrachten en vrijwilligers van Vormingplus Citizenne (...) stralen die boodschap uit met een bezieling die bergen verzet.” Mooier en enthousiasmerender kon minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) het niet verwoorden. JMB
BDW 1404 PAGINA 16 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Van links naar rechts: Klein-Eiland, Anderlecht (1994) en Carcoke, Neder-Over-Heembeek (2004-5).
Expo > Industrieel Brussel. Fotografische paden
De x-factor van industrielandschappen BRUSSEL – “Al lijkt het een kil onderwerp, voor mij is het dat net niet, ik vind het opwindende plekken,” en dat geldt eigenlijk voor de vier fotografen van wie u tot 12 januari in La Fonderie de omzwervingen kunt gaan bekijken door industrieel Brussel, of wat daar nog van overblijft.
É
tienne Ketelslegers, Dominique Vanderhofstadt, Philippe Kessels en Paula Bouffioux zijn geen beroepsfotografen, maar wel serieus met het vak bezig. De manier waarop Ketelslegers zijn werkproces beschrijft is exemplarisch: “Mijn materiaal klaarmaken. Het dragen. Stappen. Kijken. Kadreren. De secondenlange pure observatie tijdens lange sluitertijden. Het resultaat van een dag fotograferen, maar ook de beelden bewerken tot ze voor mij af zijn. De mogelijkheid om het onverwachte te tonen in een op het eerste gezicht banale omgeving.”
Doorlichtingen Ketelslegers focuste zich in de relatief korte tijd van een jaar op een afgebakend gebied tussen de Brusselse voorhaven en de Verbrande Brug. Zijn fotoreeks is daardoor erg homogeen, al bekroop hem wel het gevoel dat de huidige toestand dringend moest worden
vastgelegd voordat alles op elkaar gaat lijken. Nu was het er in elk geval nog fotogeniek: “Het contrast tussen de wereld van de industrie en de potentiële rust en stilte ervan heeft mij verrast, net zoals dat tussen de kleurenrijkdom en de haast louter functionele omgeving. Een ander uitgangspunt was de veelvuldige symmetrie tussen het tracé van het kanaal en de industriële architectuur.” De fysieke barrières van omheiningen en blinde muren wilde hij behouden, als deel van de realiteit. Soms voegde Ketelslegers daar extra lagen aan toe, van regendruppels, sneeuwvlokken of een raam in craquelé, waardoor je de havenloodsen of de Budabrug pas op een dieperliggend plan ziet. Dat deed ons vermoeden dat zijn beroep van radioloog daar wel iets mee had te maken: “Radiologen en fotografen kan je er inderdaad niet van verdenken dat ze enkel mooie plaatjes schieten. Ik wil met mijn beelden de toeschouwer meenemen voorbij de
eerste indruk. Het beeld interpreteren is heel belangrijk, net zoals in de radiologie. Ook daar gebruikt men soms contrastmiddelen om een duidelijker beeld te krijgen en de diagnose mogelijk te maken.” Uit de titels die Ketelslegers kiest, kan je niet altijd opmaken welk bedrijf achter de sheddaken, de felgekleurde schoorstenen en machinerie schuilt. Ze bevatten verwijzingen naar spinnen, snoep, fonkelingen. Dat komt omdat Ketelslegers die informatie soms minder belangrijk vindt dan de esthetiserende kracht of zelfs de humor van bepaalde industriële zichten. Zijn beelden geven gemakkelijk aanleiding tot allerlei associaties. Het blauwe monster van Ketelslegers, heeft dat niet wat weg van de mechanische olifant Celebes van Max Ernst, en de foto ‘April’ met de bloesems bij een afbladderende, okergele schoorsteen, herinnert die niet aan de wreedste maand uit The Waste Land van T.S. Eliot? Ook Dominique Vanderhofstadt heeft iets met lagen, ze bouwt er haar beelden mee op. Door haar opleiding als interieurarchitect ging haar interesse uit naar de ateliers van Brusselse bedrijven waar het ontwerp en de productie plaatsvinden. Ze ging de binnenruimte op-
BDW 1404 PAGINA 17 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
© ETIENNE KETELSLEGERS
meten, zoals zij het noemt, bij Vendredi, een schrijnwerkerij en meubelmakerij in Anderlecht en bij de firma Vervloet in Molenbeek, gestart in 1905 en wereldwijd gekend om haar ambachtelijk decoratief ijzerwerk en handsmeedwerk. Haar fotowerk is gelinkt aan haar werk als papierkunstenares. Dag en nacht is ze in de weer met Japans papier, bekend om zijn lichte en doorschijnende kwaliteiten, dat ze beschildert met acrylverf. Ze combineert vervolgens verschillende lagen zodat kleurintensiteit en densiteit gaan variëren. Tijdens de fotobewerking integreert ze ook transparante kleurstroken, soms zo subtiel dat je ze als toeschouwer niet meteen opmerkt. Het resultaat is dat de blik geactiveerd wordt: “Het ruimtelijke wordt versterkt door de opeenstapeling van vlakken en zichtassen, verdwijningen, verschijningen, transparanties. Door deze lagen wordt de verbeelding geprikkeld, wil je er meer van zien, meer over weten. Het fotopapier is glanzend, en ik stel het me luidruchtig voor, terwijl Japans papier mat is en het beeld verstilt.”
Lofzang op gebroken tegels
© PAULA BOUFFIOUX © DOMINIQUE VANDERHOFSTADT
Philippe Kessels exploreert al decennialang industriële sites, ook buiten Brussel, maar het is een van de eerste keren dat hij deze beelden exposeert. Zo zien we foto’s van de ontmanteling van de cokesfabriek Carcoke Marly in Neder-Over-Heembeek in 2004-2005, waarop de gevallen schoorstenen nog nasmeulen, maar ook van net voor de sluiting in 1993. Archiefbeelden zijn het intussen ook, van het Klein Eiland, waar een brand het staal van het station klein kreeg, en van een steenbakkerij in Anderlecht. We herkennen of lezen in onderschriften (oud)bedrijven als Wielemans-Ceuppens, Siporex (cellenbeton), Petrus Neon,... Ook Kessels kent het gevoel dat er haast bij is: “Ik heb gezien hoe de grote industrieën van bij het kanaal wegtrokken naar gebouwen in de randgemeenten. Dat zie je de laatste tijd nu ook gebeuren met de kleinere ateliers. Het Brussel dat bulkte van de ambachten en de kleinhandel, begon uniform te worden op het moment dat het internationaal werd. De mix van functies is aan het verdwijnen.” Bepaalde beelden van Kessels zijn erg esthetisch, maar het siert hem ook dat dat de documentaire waarde van de beelden niet mag verdringen: “Ik zie mijn werk als een inspanning om het potentieel aan menselijke emoties te genereren dat al in deze plaatsen vervat zit. Ze bezitten een aura van macht maar zijn op zichzelf niets meer. Je hoort er de echo van hard werk, het lawaai van machines, of toch niet, het is enkel de wind of de regen. Al lijkt het een kil onderwerp, voor mij is het dat net niet, ik vind het opwindende plekken. Fotografie van vergane industrie geeft mij een poëtischnostalgisch gevoel vermengd met adrenaline, omdat deze expedities vaak clandestien en soms zelfs gevaarlijk zijn. In de praktijk neem ik weinig mee op mijn trektochten, want het is niet gemakkelijk om met een groot fototoestel om je hals een schoorsteen te beklimmen.” Heel wat urban explorers zullen dit ongetwijfeld herkennen: “Voor mij is fotografie ook een middel om momenten van eenzaamheid te tonen. Het is een lofzang op de wind die door gebroken tegels jaagt, weerspiegelingen op een olievlek, de kruisende lijnen van leidingen en de pracht van het verleden in het algemeen.” Kessels proefde van de digitale fotografie, maar nam algauw zijn oude, analoge toestellen weer ter hand omdat hij niet dezelfde magie terugvond. Hij drukt zijn zwart-witbeelden ook zelf af, met zelfgemaakte producten, uit interesse voor de ‘fotografische keuken’: “Voor mij hebben analoge fotografie en de oude industrie een bloedband. Ze gebruiken dezelfde woordenschat: mechanisch,
Van boven naar onder: ‘Bonbons’ (2013), Benzinestation aan de Werkhuizenkaai (2007), Schrijnwerkerij Vendredi, Anderlecht (2013).
zware metalen, chemische transformatie.”
Werffoto’s Ook Paula Bouffioux (vzw Zumba) versleet aan de haven al enkele fototoestellen: “Ik woon al
25 jaar in de buurt van het station van Schaarbeek, waar de stad grenst aan een industriezone die door sporen en het kanaal wordt afgebakend. Er is meer ruimte dan in de stad en de horizon reikt er verder. Ik stak op een dag
twintig jaar geleden een zwart-witfilmrolletje in mijn fototoestel en trok langs de kaden. Het was mijn eerste verkenning van de buurt. Alles wat ik toen heb gefotografeerd, is vandaag verdwenen, zoals een gigantische houtloods op de Heembeekkaai en de firma Gillion onder de Teichmanbrug naast de Zenne.” Bouffioux ziet de afbraak van de cokesfabriek Carcoke Marly als een soort ijkpunt in de ontwikkelingen van de havenbuurt: “De upgrade in Molenbeek, met de reconversie van de Bellevuesite, de bouw van woningen en lofts en de verdwijning van de oude havencafé’s en -restaurantjes... Voor mij is deze mutatie van de haven veel meer ingegeven door een noodzaak om met de stad te versmelten dan door – laat het ons hopen – speculatieve belangen.” Sinds ze in 2006 de smaak te pakken kreeg tijdens het wijkcontract Sint-Elisabeth is Bouffioux zelf een van die hefbomen die buurten dynamiseren. Zo produceerde ze in 2011 La
“Voor mij is fotografie ook een middel om momenten van eenzaamheid te tonen. Het is een lofzang op de wind die door gebroken tegels jaagt”
Cage RPZT, een film die in de Berenkooi in Schaarbeek werd gedraaid. Ze nam als fotograaf ook deel aan Inside Out SMILE in 2012, 700 portretten van Carolo’s met de bedoeling het imago van Charleroi bij te stellen, gevolgd door Inside Out XL dit jaar, 240 zwart-witportretten van inwoners van Elsene die de muren op straat verzachtten. Haar foto’s over de Brusselse kanaalzone waren al eerder te zien in Thurn & Taxis. Berglandschappen van autowrakken en spuitbussen of beelden met, vol mededogen, één achtergelaten object. Bouffioux fotografeert graag in het licht “voor, tijdens en na slecht weer” en in het elektrisch licht van ‘s nachts. Het licht dat voortdurend verandert en het landschap transformeert is voor haar essentieel. Zo zijn er foto’s van (alleen maar de) reflecties in het kanaal. Daarop is het benzinestation op de Werkhuizenkaai of een skyline van containers te zien. Ze lijken naar boven toe, want de foto’s hangen omgekeerd op, wel op te lossen. Nieuw is Bouffioux’ diaporama over de werf van de bouw van het cruiseschip La Belle de l’Adriatique in de zomer van 2007 toen cruiseschepen nog aan de Heembeekkaai konden aanmeren. En ook de recente nachtopname van de toegangspoort van rederij Smet die al sinds 1927 in de haven aanwezig is. Met een koptelefoon erbij kunt u luisteren naar Léon Smet, achterkleinzoon van de stichter. Smet vertelt over de stiel van het laden, hoe belangrijk motivatie en vertrouwen waren in de tijd voor de mechanisatie, en over hele huishoudens die vertrokken met de Canada-HollandAmerikalijn. An Devroe
Expo tot 12 januari, van maandag tot vrijdag van 10 tot 17 uur, weekends en feestdagen van 14 tot 17 uur, nocturne op donderdag 28 november vanaf 17 uur, gesloten van 23 december tot 1 januari. Meer info op www.lafonderie.be
BDW 1404 PAGINA 18 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
cocktail van cumbia, ska, calypso en Afrikaanse muziek. “Wij voegen daar een goede scheut burlesk aan toe. Het belangrijkste is dat we ons amuseren en daaruit ontstaat onze energie die overslaat op het publiek.” Om dat allemaal in goede banen te leiden, werd in 2011 de vzw Poembak opgericht. “Zo kunnen we de fanfare verder ontwikkelen en ook andere projecten steunen, zoals de oprichting van het sociaal restaurant La Marmite in de Hoogstraat,” legt Benali uit. De fanfare bestaat intussen uit een collectief van 25 muzikanten, zowel architecten, grafisten en dokters als advocaten en professionele muzikanten. “Die komen niet naar alle optredens, maar zo kunnen we continuïteit verzekeren.”
Dans > La Klinik du Dr. Poembak
Dansen als therapie BRUSSEL – De gekste fanfare van de Marollen viert zaterdag haar vijfde verjaardag in Recyclart. La Klinkik du Dr. Poembak, een opgewekt allegaartje van dokters, verplegers, sjamanen en chirurgen, heeft een geheime formule om het volk te genezen van alle kwalen: dansen! “We verzorgen onze patiënten met onze muziek.” La Klinik du Dr. Poembak is vijf jaar geleden verrezen uit de brokstukken van een andere fanfare, destijds gelinkt aan het CC Bruegel in de Marollen. “We wilden muziek blijven maken, mensen rondom hun instrumenten verzamelen om niet in het isolement terecht te komen en een dynamiek te creëren die we, bijvoorbeeld op straat, met een zo groot mogelijk publiek konden delen,” vertelt percussionist Ismaël Benali, die samen met Tim Bresseleers aan de wieg staat van La Klinik du Dr. Poembak. Het feit dat er zoveel ziekenhuizen zijn in de Marollen, zal wel enige invloed gehad hebben op hun naamkeuze, al doen de Poembakkers het op hun manier: “Wij gebruiken muziek om mensen te laten dansen als therapie. We verzorgen onze patiënten met ons goed humeur, ons dynamisme en onze vreugde,” vertelt Benali. “Een poembak is een oude lavabo
Studio Marcel
La Klinik du Dr. Poembak: “We verzorgen onze patiënten met ons goed humeur.”
in het Antwerps. Vandaag worden die vooral gebruikt om allerhande prullen in te smijten. Zo ook onze fanfare, wij zijn een mix van ama-
© AURORE WEEMAELS
teurs, professionele muzikanten en mensen die hun eerste stappen in de muziek zetten.” Muzikaal vertaalt zich dat in een energieke
ADVERTENTIE
Meteen na haar oprichting vond de fanfare een partner in Recycart. “We zijn vast in residentie in Studio Marcel, het atelier van fotograaf Vincen Beeckman. Enfin, zo lang de NMBS ze niet buiten zet, want we weten niet wat er gaat gebeuren,” gaat Benali verder. “Recyclart was voor ons de ideale partner want we wilden in de Marollen blijven. De fanfare is hier geboren en getogen.” Voor haar vijfde verjaardag heeft Poembak twee bands uitgenodigd: de skagroep Skangourou en de Afro-Cubaanse band Pantano Central. Beide groepen bestaan uit muzikanten van de fanfare. Nadien wordt er nog gedanst met DJ Wait & See. Benjamin Tollet Verjaardagsfeest op zaterdag 30 november om 20u30 bij Recyclart, Ursulinenstraat 13 te Brussel. Gratis. Meer info op www.recyclart.be en dr.poembak.org
ADVERTENTIE
BDW 1404 PAGINA 19 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
© KMKG
Ontvoering van Sita uit Panchavati door Ravana. De vogel Jatayu probeert haar te redden.
Praat
Een mythe in 101 miniaturen Gezien: Ramayana, Indiase miniatuurkunst uit het National Museum New Delhi, nog tot 18 mei in het Jubelparkmuseum (KMKG), 02741.72.11, www.kmkg-mrah.be
achteraf
Vorige week werd in het Jubelparkmuseum alweer de vijfentwintigste tentoonstelling geopend in het kader van Europalia India. Het gaat om een kleine maar fijne tentoonstelling, want ze betreft 101 miniaturen die tussen de zestiende en de negentiende eeuw werden vervaardigd in het subcontinent. De miniaturen zijn afkomstig uit de enorm rijke verzameling van het Nationaal Museum van New Delhi. Om de keuze uit de duizenden miniaturen van die collectie al iets makkelijker te maken, werd gekozen voor illustraties die het eeuwenoude epos Ramayana in beeld brengen. De Ramayana (‘Rama’s levensreis’) is net zoals de nog uitgebreidere en in het westen iets bekendere Mahabharata een klassiek hindoeïstisch heldendicht, dat na een lang bestaan in de orale traditie voor het eerst in het Sanskriet op schrift werd gesteld door de dichter Valmiki, meer dan 2.000 jaar geleden. Het bestaat uit zeven boeken van 24.000 coupletten, en vertelt het verhaal van de kroonprins Rama die door een intrige aan het hof samen met zijn vrouw Sita en zijn halfbroer Lakshmana gedurende veertien jaar naar het woud wordt verbannen. Daar wordt de mooie Sita ontvoerd door de tienhoofdige demonenkoning Ravana, die haar meeneemt naar zijn eiland Lanka (Sri Lanka). Daarop beginnen Rama en Lakshmana aan een lange zoektocht vol avonturen en beproevingen. Mede dankzij de hulp van het apenleger onder leiding van apengeneraal Hanuman, slaagt Rama er uiteindelijk in Ravana te overwinnen en Sita te bevrijden. Afgezien van het apenleger en nog een heleboel andere elementen is de Ramayana dus een verhaal met universele thema’s als moed, trouw, vriendschap, liefde en rechtvaardigheid, dat zelfs opvallende overeenkomsten vertoont met de Ilias en Odyssee van Homeros. De Indiërs zien Rama nog steeds als een godheid, met name als de zevende (van tien) incarnaties van de hindoegod Vishnu. De geselecteerde miniaturen zijn - om budgettaire en om veiligheidsredenen - allemaal opgehangen in één vrij kleine ruimte in het
museum. Ze hangen daarom met drie of vier boven elkaar in een druk mozaïek. Erg is dat niet, want de overdaad draagt in belangrijke mate bij tot de impact van het geheel. Bovendien moeten we er niet flauw over doen: om als Westerse leek de draagkracht en de finesses van dit gedetailleerd weergegeven epos te doorgronden, is er een grote bereidwilligheid en inspanning nodig. De tentoonstellingszaal wordt zo een van de vele Wunderkammers die het immense museum - op zijn beurt maar één afdeling van de KMKG - rijk is. De geschiedenis van de wereld laat zich nu eenmaal niet zomaar samenvatten. In de andere richting toont ook elke miniatuur op zich een hele wereld. Ook al omdat ze vervaardigd zijn door verschillende scholen of stijlen binnen de Indische miniatuurkunst. In totaal kan de stijl van zo’n 22 scholen worden vergeleken. Het algemene kenmerk dat natuurlijk meteen in het oog springt, is het kleurenpalet van de prenten, die de kleurenpracht die het Indische subcontinent op zich wordt toegedicht nog vele malen overtreft. De eerste tekening is een klein portret van Rama, afgebeeld met de boog die hij als geen ander weet te hanteren. Hij is getooid met zijn gouden kroon, is gezeten op een duizendbladige lotus, en heeft zelf de donkere lichaamskleur van de blauwe lotus. Heeft James Cameron hier zijn inspiratie gehaald voor zijn blauwe boogschietende Na’vi volkje in Avatar? Verderop hangt ook een portret van Rama’s tegenspeler Ravana, gezeten op zijn gouden troon. Hij wordt afgebeeld met tien hoofden die zijn enorme wijsheid symboliseren, en twintig armen waarmee hij zijn vechtkunst demonstreert. Het epos eindigt met prent negenennegentig, die laat zien hoe Sita door Moeder Aarde wordt opgenomen nadat zij door Rama ten tweeden male werd gevraagd haar kuisheid te bewijzen. Eerder was de bevrijde Sita al achtergelaten in het woud, omdat na haar lange verblijf bij Ravana twijfel ontstond over haar puurheid. Een curieus einde dat misschien eens een aandachtige genderstudie verdient. De bezoekersgids vertelt het hele epos in grote lijnen en geeft ook bij elke miniatuur aan om welke episode het gaat. De Engelse catalogus vertelt het hele verhaal. Michaël Bellon
ADVERTENTIE
Evelyne Doop heeft een foto toegevoegd 5 minuten geleden
Topvoorstelling gezien met de kinderen! Wij zijn nu bij de Bende van Vlieg en vertellen erover op www.UiTmetVlieg.be
Doe mee met Een geslaagde uitstap met de kinderen laat je niet over aan het toeval. Kom net als Evelyne bij de Bende van Vlieg en laat je tippen door andere families. Doe het voor 15 december en maak kans op een Vlieg-bakfiets!
www.UiTmetVlieg.be
Vind ik leuk · Reageren · Delen ·
17
BDW 1404 PAGINA 20 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Cao Xinwen: “De foto’s zijn het bewijs van het onbekende leven van de etnische minderheden, net voor de revolutie van de moderniteit toeslaat.”
Fotografie > Een blik op ruraal China in Brussel
Ontdekking op de grenzen van het landelijke China K
leurrijke speldenknopjes op een Chinese landkaart tonen de reisweg van Cao Xinwen. De Molenbeekse amateurfotograaf van Chinese afkomst vertrok in april 2011 naar China, om pas in september van het volgende jaar terug te keren. Op achttien maanden tijd legde hij ongeveer 20.000 kilometer af, op zoek naar China’s best verborgen minoriteitsgroepen. Het overgrote deel van de Chinezen, zo’n 1,2 miljard, behoort tot de Han
groep. Daarnaast telt China nog 55 (officiële) etnische minderheden. Het gaat om ongeveer 100 miljoen mensen die verspreid leven over het Chinese vasteland. Cao wist er 21 op te sporen en te fotograferen. De veertig tentoongestelde foto’s zijn een greep uit het enorme beeldenarsenaal dat hij tijdens zijn tocht verzamelde. Cao Xinwen heeft een lange, persoonlijke relatie met beweging en beeld. Hij studeerde ballet aan het
Instituut voor Schone Kunsten in Beijing, en danste tijdens de jaren 1980 en 1990 bij gerenommeerde balletgezelschappen. In 1989 vertrok hij, op persoonlijk verzoek van de beroemde choreograaf Maurice Béjart, naar Zwitserland, om vier jaar lang deel uit te maken van het gezelschap Béjart Ballet Lausanne. In 1996 verhuisde Cao naar het Brusselse Molenbeek, waar hij een eigen danscompagnie oprichtte. “Sinds ik ben vertrokken uit China
heb ik enorm veel rondgezworven. Mijn leven wordt vooral gekenmerkt door een liefde voor spektakel, en de daarbij horende instabiliteit.”
© XINWEN
SINT-JANS-MOLENBEEK – Het Huis van Culturen en Sociale Samenhang in Molenbeek pakt als socio-artistiek centrum om de twee maanden uit met een expositie van een lokale kunstenaar. Deze eindejaarsperiode is het de beurt aan Cao Xinwen (55), een Chinees-Molenbeekse fotograaf die anderhalf jaar lang de uitgestrekte grenzen van zijn vaderland aftastte.
Magie en mystiek Cao’s expeditie staat symbool voor een nieuwe soort interesse in zijn vaderland. Als de kracht en snelheid van verandering ergens een hoogtepunt bereiken, dan is het wel in China. “Ik ben nu Belg, waardoor ik met andere ogen naar China kijk. Iemand die er zelf woont, zou zich nooit wagen aan de solitaire tocht die ik gemaakt heb.” Cao vertrok vanuit zijn geboortebasis Tianjin, een havenstad zo’n 150 kilometer ten oosten van Beijing, en reisde van daaruit naar het zuiden,
Fotograaf Cao Xinwen.
ADVERTENTIE
TG STAN & TONEELHUIS| OLYMPIQUE DRAMATIQUE Het wijde land
GISÈLE VIENNE The Pyre
Tragikomedie van Arthur Schnitzler, over overspel!
Fascinating dance theatre to a soundscape by KTL.
6 & 7/12 20:30 + 8/12 15:00 KAAITHEATER
KAAITHEATER & KAAISTUDIO’S 2 FIJNE ADRESSEN IN BRUSSEL
13 & 14/12 20:30 KAAITHEATER
GLOBE AROMA Brussel Noord/Bruxelles Nord
17/12 20:30 KAAITHEATER Sociale fictiefilm met bewoners van de Brusselse Noordwijk.
SALVA SANCHIS, GEORGIA VARDAROU, MARC VANRUNXT & ARCO RENZ
18>20/12 20:30 KAAISTUDIO’S >>> 1 PERFORMANCE PER NIGHT 3 dance performances produced by Kunst/Werk
KAAITHEATER & KAAISTUDIO’S 2 FIJNE ADRESSEN IN BRUSSEL
BDW 1404 PAGINA 21 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
© XINWEN
langs de grenzen van Guangdong, Guangxi en Yunnan. Nadien stak hij Sichuan door, om het noordelijke Inner-Mongolië te bereiken. Een bijna perfecte cirkel langs de Chinese rand. Zelf noemt hij zijn expeditie geen reis, maar een ontdekking. “Het was vaak moeilijk om tot het echte platteland door te dringen. En zonder risico was het ook zeker niet. Urenlang moest ik stappen, omdat er geen paden of andere transportmogelijkheden waren. Maar wat je onderweg tegenkomt, is magie van de bovenste plank.” Cao heeft het over mythische volkeren, die op cultureel en geografi sch vlak zo goed als afgesneden zijn van het binnenland. “Van vele minoriteiten had zelfs ik nog nooit gehoord, zoals de Wa of de Ji-nu. Het zijn volkeren die nauwelijks in aanraking komen met de buitenwereld, en een ongebreidelde culturele vrijheid bezitten.” Zijn foto’s getuigen inderdaad van een legendarische wereld waar de tijd lijkt stil te staan. Cao is erin geslaagd gestolen momenten uit hun dagelijks leven op beeld vast te leggen: een vrouw aan het weefgetouw, een meisje dat zeepbellen blaast. De intieme, ongekunstelde portretfoto’s tonen de band tussen de fotograaf en de minderheden. “Het zijn mensen die doorgaans hun ge-
zicht niet laten zien. Maar anders dan andere fotografen, die twee uur kiekjes komen nemen en dan weer naar huis gaan, ben ik erin geslaagd tijdelijk deel uit te maken van hun gemeenschap.” Wat Cao hoofdzakelijk wilde bereiken was inzicht in en kennis over die delen en inwoners van zijn geboorteland die anders nooit aan bod komen. Hij tracht een schakel te zijn tussen het Westen en dit stukje onbekend China. “Wat ik vooral geleerd heb, is dat ook de etnische minderheden niet bestand zijn tegen de gekte van de moderniteit. Vele groepen, zoals de Mongolen bijvoorbeeld, hebben hun eeuwenoude tradities ingeruild voor een modern leven, met kleren van grote winkelketens en smartphones. Andere groepen zijn met uitsterven bedreigd. Met deze foto’s heb ik de originele sporen van deze volkeren voorgoed vastgelegd. Ze zijn in feite bewijsstukken van het leven van deze etnische groepen, net voor de verwoestende doordocht van de materiële revolutie.” Céline Vincent De tentoonstelling is nog te bezichtigen tot 17 januari 2014. Mommaertsstraat 4, Sint-JansMolenbeek. Gratis toegang.
ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Room Nu het weer kouder is, wordt het tijd voor comfort food, verwarmende kost om te delen met vrienden en familie. Room past in die sfeer. Room is de essentie van de melk. Melk drinken was eeuwenlang iets voor kinderen en boeren. De elite gebruikte room. Het is het gehalte aan room dat de prijs van de melk bepaalde (vandaag wordt de melkprijs bepaald door de subsidie). Voor er een wetenschappelijke analyse bestond, heeft men eeuwenlang gekibbeld met de melkboer of er al dan niet water aan de melk was toegevoegd. Ik schreef het al vaker, Europa leed voor de koloniale tijd aan vetgebrek. Men wou vet in de melk. Vet was weelde. Van room maakte men boter. De boer verkocht die boter en at zelf karnemelkpap. Vandaag is melk ook niet meer populair, om gezondheidsredenen. Men wil lactosevrij leven, maar het is niet de room die melk die hier in opspraak komt, wel de melksuiker, en die blijft na het afromen achter bij de afgeroomde ‘fl uitjesmelk’. Het is die suiker die voor verteringsproblemen zorgt, het is suiker die de tanden bederft, het is suiker die ons dik maakt. Room pleit onschuldig. Vroeger, toen het leven eenvoudiger scheen (maar ook harder was) werd room van de melk geoogst door die te laten staan. Spoedig ging de melk dan scheiden in boven en ondermelk, want koeien maken geen perfecte melk. Dat is in de natuur ook niet nodig want melk hoort zonder blootstelling aan de lucht van koe naar kalf over te gaan. Maar wanneer het goedje staat in een brede kom, komen de vetdruppels bovendrijven Het was dan maar een kwestie van afscheppen. Melk recht uit de koe bevat doorgaans 2 tot 5 procent vet. Hoeveel juist hangt af van het voer dat het brave beest kreeg, de periode van het jaar en het soort koe: ik hoor van kaasmakers dat jerseykoetjes aanzienlijk vettere melk leveren dan de doorsnee holstein. Ook de voeding die ze krijgen beïnvloedt de kwaliteit. Ik was verbaasd over de smaak van verse room in Normandië, en ook in de Verenigde Staten smaakt room anders dan hier. Maar eenmaal die room in de schaal, ontstaat er ook een waterval van afgeleide producten. Na 10 tot 12 uur kon een ervaren ‘afromer’ er room afscheppen met een vetgehalte van 18 procent. Wanneer men de melk 24 uur liet staan, kon men er room afscheppen van 48 procent, iets wat Britten double cream noemen. Maar ondertussen zaten de bacteriën uiteraard niet stil. Die gingen hun geurige
afvalproducten maken, eerst subtiel, later ronduit zuur. Zure room is een product naar eigen recht, meer gebruikt in Oost-Europa en Scandinavië. Maar gewone, ouderwetse room heeft ook een gerijpte smaak. In Frankrijk spreekt men van c rème fraîche. Ongerijpte room heet er c rème fleurette, op voorwaarde dat ze niet werd gepasteuriseerd. Eigenaardig genoeg is ‘fl eurette’ dus meer ‘fraîche’ dan crème fraîche. In moderne melkerijen wordt de room snel gescheiden van de ondermelk en dus is ze bijna altijd ongerijpt en met veel minder smaak. Dat scheiden gebeurt door centrifugatie. Room is immers lichter dan de waterige melk. Het verschil tussen koeien en seizoenen wordt weggewerkt, en er wordt desnoods weer melk bij gemengd om steeds dezelfde concentratie te bekomen. Verder worden er voor het gemak vaak ook bindmiddelen en stabilisatoren aan toegevoegd, want zuiver room, het natuurlijk product, is véél te onbetrouwbaar voor onze moderne technologie. Room is in de keuken beter bruikbaar dan melk, omdat melk de vervelende eigenschap heeft te gaan schiften. Het zijn de eiwitten in de melk die gaan coaguleren, onder de invloed van zuren en hitte. Ook het vormen van een vlies op kokende melk is een gevolg van eiwitten. Met room gebeurt dat niet. Hoe het ook zij, een klungelige kok zoals ik heeft best maar een potje room binnen handbereik. Is de saus te waterig, de groente een beetje aangebrand of werd er wat te veel zout gebruikt? Room is gewillig en verdoezelt heel wat fouten in de keuken. Vertrouw dus nooit een restaurant met veel roomsauzen! “Room en fl amberen”, zei mijn moeder, “zo maak je stront goed.” Om slagroom te kloppen heeft men dus room nodig met hoog vetgehalte . Het is het water dat de boel weer doet instorten. De proteïnen gaan het schuim
“Room is gewillig en verdoezelt heel wat fouten in de keuken. Vertrouw dus nooit een restaurant met veel roomsauzen” van lucht en room vasthouden, net zoals eiwit. Daarom kan niet alle room worden geklopt. Minder geconcentreerde room gaat in sausen of in een kannetje bij de thee of koffi e. Slagroom gaat op desserten, maar ook op de koffi e en dan heet dat Weense koffi e ( café viennois). In de aanloop naar de herdenking van de Eerste Wereldoorlog is het interessant om te herinneren dat Weense koffi e erg in de mode was in Parijs. Na de val van Luik en de gruweldaden in augustus 1914 weigerde men het drankje nog langer zo te noemen, dus werd dat café liégeois. De term is ondertussen verschoven naar een koffi erecept met jenever, maar dat is pas recent zo geworden. Wat nooit met slagroom zou mogen worden gemaakt, is cappuccino! Hier gaat het om melkschuim dat door de stoom van de espressomachine stijf wordt ‘gekookt’. Dat is niet zo gemakkelijk, het vereist expertise van de barman want te veel hitte en het melkschuim stort onomkeerbaar in. Dus spelen de meeste cafés vals. Noem het dan toch gewoon een café liégeois, jongens! Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1404 PAGINA 22 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Mukarram Abbas, doctoraalstudent in Brussel
‘Ik wil rechtvaardigheid in publieke ruimtes’ © SASKIA VANDERSTICHELE
BRUSSEL – Vrouwen ervaren de stad op een heel andere manier dan mannen. Is dat waar? Die vraag houdt de Palestijnse architecte Mukarram Abbas bezig. Sinds vijf jaar werkt ze aan een doctoraat dat stedelijke omgevingen in Nabloes, op de Westelijke Jordaanoever, bestudeert. Dat doet ze vanuit Brussel, waar ze verbonden is aan het Cosmopolis-center, opgericht door VUB-stadsgeograaf en Brusselkenner Eric Corijn.
‘A
ls je gelooft dat verschillende maatschappelijke groepen - bijvoorbeeld mannen en vrouwen - een stad anders aanvoelen en andere noden hebben, gaat stedelijk ontwerp niet enkel meer om gebouwen en pleinen inplanten in een stad. Ontwerpers moeten zich dan ook bezighouden met sociale kansen creëren op die plekken.” Mukarram is een slanke, lange vrouw met een bleke, transparante huid. Kleine blauwe adertjes onder haar oogleden laten zich niet wegmoffelen onder de lichte laag make-up. Het geeft haar iets zorgelijks, alsof ze zich over alle grote theoretische vragen tegelijk wil buigen. Het valt op dat de jonge vrouw telkens haar ogen half dichtknijpt, net vooraleer ze haar gewikte woorden over onze gesprekstafel laat tuimelen. Naarmate ze argumenten één voor één opgesomd krijgt, trekt haar blik zich weer open. Vijf jaar geleden kwam ze als 26-jarige doctoraalstudente aan in Brussel. Ze was al eerder buiten de muren van Palestina geweest. Mukarram bezocht eerder Amman, de Jordaanse hoofdstad waar twee broers van haar wonen. Ook in Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten, verbleef ze drie maanden voor een stage tijdens haar studies Architectuur. België was haar eerste kennismaking met Europa. “Je kan je indenken hoe spannend het voor mij was. Ik had ook veel verwachtingen als onderzoekster, vooral over de toegang tot literatuur, workshops en seminaries.” De twinkeling in haar ogen suggereert dat Brussel haar geen windeieren legt.
Sociaal engagement Als kind wilde ze dokter worden. Studeren was evident. “In Palestina is hoger onderwijs makkelijk toegankelijk, voor verschillende sociale klassen. Er is een ruim aanbod aan universiteiten en hogescholen. Palestijnen, en mijn familie in het bijzonder, hechten veel belang aan opleiding.” Om haar ouders niet op kosten te jagen, koos ze voor architectuur en niet voor duurdere doktersstudies. De economische situatie in Palestina stond begin de jaren 2000 immers hevig onder druk door de Israëlische bezetting. Tijdens haar eerste hoger studiejaar brak de tweede Intifada uit. “Gelukkig werd het architectuur, want mijn vader, die overdag als imam werkte maar ‘s avonds nog bijkluste als boekhouder, verloor in de nasleep die tweede job.” Het was bovendien geen slechte keuze, want schilderen, tekenen en kunst liggen haar ook wel. Maar de ‘goesting’ om anderen te helpen, nam later toch weer de bovenhand. Ik ben een “ruimtelijke rechtvaardigheidszoeker,” herhaalt ze enkele keren tijdens ons gesprek. Haar interesse voor genderthema’s is heel spontaan en zelfs toevallig gegroeid. “Een professor van de An-Najah National University in Nabloes, naar wie ik opkeek, leerde mij het concept ‘gender’ kennen. Dat was nieuw voor mij. Ik moest de term intikken op het internet. En het liet me niet meer los. Het werd de focus van mijn masterthesis, en nu nog steeds van mijn doctoraat. Genderproblematieken in Arabische sociale en humane wetenschappen waren al grondiger bediscussieerd dan in de domeinen
Mukarram Abbas: “Brussel heeft me veranderd. Ik ben niet meer dezelfde persoon als vijf jaar geleden.”
BDW 1404 PAGINA 23 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
“In gemeenten zoals Molenbeek of Schaarbeek valt het me op dat sommige pleinen of wijken door mannen worden gedomineerd”
op het eerste pleintje samentroepen en vrouwencirkels vormen, en bijvoorbeeld zeker niet staan te voetballen met hun kinderen of laat staan een sigaret opsteken, gebeurt dat in het tweede geval wel. De machtsrelaties tussen mannen en vrouwen zijn er evenwichtiger.” Zo’n vorm van ‘parallelle’ publieke ruimte, kan ademruimte scheppen voor bepaalde sociale groepen, schetst Mukarram, en dus gerechtvaardigd zijn. Al is segregatie een heel gevoelig thema, beseft ze. Ze wil met haar stelling dan ook absoluut geen pleidooi houden voor bijvoorbeeld ‘women-only’-zones. “Sinds mijn onderzoek, kijk ik anders naar de publieke ruimte. Ook in Brussel. In gemeenten zoals Molenbeek of Schaarbeek bijvoorbeeld, valt het mij op dat sommige pleinen of wijken door mannen worden gedomineerd. Vrouwen zijn wel vrij te gaan en staan waar ze willen. Ze lopen daar uiteraard ook voorbij, maar eerder uit noodzaak, want ze zijn op weg naar hun werk, de crèche, of ze doen hun inkopen.” Wat raadt ze stadsplanners dan wel concreet aan? “Zolang een ontwerp nog niet is uitgevoerd, kan je als designer niet weten hoe mensen zich zullen bewegen. Vooral nadien moet je durven bijsturen, door bijvoorbeeld meer functies toe te voegen aan het project, of meer verlichting of camera’s te installeren om het veiligheidsgevoel te verhogen.”
Racisme in de publieke ruimte De theoreticus in Mukarram trekt het gesprek nog ruimer open. “Ik vraag me ook af in welke mate stereotypen een effect hebben op het gedrag van vrouwen op straat. Het is geen ge-
heim dat de islam veel kritiek krijgt in Westerse maatschappijen. In augustus was er nog een racistisch voorval in Zweden. (In een voorstad van Stockholm trok in augustus jongstleden iemand de hoofddoek van het hoofd van een zwangere vrouw. Hij sloeg haar hoofd tegen een auto, waarbij hij haar racistische beledigingen toeschreeuwde, nvdr.). De weerklank van zo’n gebeurtenis is groot, en kan als gevolg hebben dat gesluierde vrouwen zich onveilig gaan voelen in de publieke ruimte.” Ook Mukarram sluiert zichzelf. Voelt ze zich soms geviseerd in Brussel? Van haatblikken, zoals ze naar eigen zeggen wel ooit ervoer in Griekenland, heeft ze in Brussel geen last. Al herinnert ze zich wel een concreet incident. “Ik was pas zo’n twee maanden in Brussel. In een bowlingzaal vroeg men mij mijn sjaal af te zetten. Ik was geshoqueerd. Ik dacht: je hebt het met de verkeerde voor. Ik contacteerde het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Het werd een zaak voor de rechter, die ik uiteindelijk won. De verantwoordelijke van het bowlingcenter - een vrouw nota bene - kreeg van de rechter het bevel om de reglementering aan te passen en excuses aan te bieden.”
Brussel is ‘thuis’ geworden Het incident liet geen sporen na. Mukarram houdt van Brussel en haar parken en Grote Markt. Ze geniet van de vrijheid die ze hier heeft als ‘vreemde’. “In Brussel voel ik me minder afhankelijk van sociale controle. In Nabloes, waar ik opgegroeid ben, is dat veel meer het geval. Hier zou ik er bijvoorbeeld niet mee inzitten om te rennen voor een tram die ik wil halen. Ik ga ook regelmatig naar een gemengde sportclub. Ik speel badminton en won vorig jaar zelfs het vrouwen dubbelspel op het jaarlijkse recreatietornooi van de Schaarbeekse club ‘Bad - Ton’. Ik draag een hoofddoek, ja, maar het voelt niet aan alsof mijn kledingsstijl een barrière is tussen mezelf en de publieke ruimte.” Mukarram beviel in die afgelopen jaren in Brussel ook van haar eerste dochtertje, dat intussen drie is en in Brussel schoolloopt. Haar man verbleef in al die tijd ook even in België, maar woont intussen terug in Palestina. “Het is soms hard als je niet kan terugvallen op een familienetwerk, maar het opvangsysteem in Brussel vind ik perfect. Het laat me toe mijn job uit te voeren.” Mukarram keerde slechts twee keren terug naar Palestina, onder meer om onderzoeksmateriaal te sprokkelen. “De reis duurt heel lang. Aangezien ik een Palestijns paspoort heb, moet ik via Jordanië naar Palestina. Het is niet onmogelijk, maar om de grens met de Westelijke Jordaanover over te steken, moet je langs drie verschillende grensautoreiten: de Jordaanse, de Israëlische en de Palestijnse.” Binnenkort verdedigt Mukarram haar doctoraat. Dan bezoeken haar ouders haar hier ook voor het eerst. En wat daarna komt, is nog gissen. Mukarrram voelt zich als een vis in het academische water, en wil misschien wel gelijkaardig onderzoek doen naar Brusselse cases. “Brussel heeft me veranderd. Ik ben niet meer dezelfde persoon als vijf jaar geleden. De stad heeft mijn karakter op een positieve manier gepolijst. Ik ben sterker en wijzer geworden. Mijn vrienden en VUB-collega’s geven me wel vaker het compliment dat ik hen een sterke vrouw lijk, en dat ik me overtuigend uitdruk. Mijn persoonlijkheid is direct en extravert, maar door in Brussel te wonen, is dat kantje van me nog meer boven komen te drijven. En waarschijnlijk ben ik ook een betere moeder geworden. Ik leer veel van hoe medewerkers in de kinderopvang omgaan met de kinderen. Ik denk dat ik een betere persoon geworden ben.” Als dat geen lofzang is op Brussel. Kim Verthé De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
3 VRAGEN AAN ROBERT ESSELINCKX © SASKIA VANDERSTICHELE
architectuur en stedelijke planning Ik hield van dat onontgonnen terrein.” Vanaf de tweede feministische golf - in de jaren 1960 en 1970 - kregen Westerse onderzoekers aandacht voor de thema’s ‘stadsplanning’ en ‘gender’. Ze luisterden naar argumenten van feministen die erop wezen dat stadsplanners hoofdzakelijk mannen waren, en dus onvermijdelijk vanuit een mannelijke blik de stad vormgaven. Zo bestudeerden ze of shoppingcentra, openbaarvervoeraccomodatie, woonblokken enzovoort, makkelijk toegankelijk zijn voor bijvoorbeeld vrouwen die ook een kinderwagen en een hoop winkeltassen meezeulen. Maar intussen hebben researchers ook oog voor de outdoor publieke ruimte, zoals straten en pleintjes. Ook voor Mukarram is de buitenruimte het stokpaardje. Vooral sociale conventies en machtsrelaties die, los van materieel comfort, bepalen hoe mensen de ruimte al dan niet gebruiken, intrigeren haar. “In theorie is de publieke ruimte er voor iedereen. In werkelijkheid is dat niet zo evident. Een dakloze bijvoorbeeld, is niet overal welkom.” Voor haar doctoraat kijkt ze onder meer naar twee publieke recreatieparken in Nabloes, zogenaamde mutanazahat: eentje waar mannen de rollen bepalen, en een ander waar vrouwen de plak zwaaien. In het laatste geval bepaalt de gemeente Nabloes dat mannen alleen er niet inkomen. Enkel in gezelschap van hun vrouw of familie zijn ze welkom. “Daar waar vrouwen
Hoofdredacteur Robert Esselinckx: “We bieden met tvbrussel drie niveaus van concertbeleving aan.”
‘De eerste mix van mediaplatforms’ ELSENE – Als apotheose van 75 jaar Flagey pakt het huis op 12 december uit met de Wiener Sängerknaben en schoolkoren uit de drie gemeenschappen. Premier Elio Di Rupo komt langs. Een goede gelegenheid om het land kennis te laten maken met de innoverende contenttelevisie die tvbrussel vanuit Flageystudio’s 4 en 5 en eigen oud-BRT-studio 6 op ons afstuurt. “We lanceren het interactief mediabeleven met ‘rich content’ – extra’s naast de opnames,” glundert Robert Esselinckx, hoofdredacteur van tvbrussel. Wat is er ongezien aan de concertuitzending? Esselinckx: “We bieden drie niveaus van concertbeleving aan: in de zaal, op het scherm met smartphone in de hand en thuis, met full options. tvbrussel verzorgt het beeld, de presentatie (Yasmina) en de regie (mixage boven de zaal bij tvbrussel) van het concert. Een concert dat in de grote Studio 4 plaatsvindt. Daarnaast, in Studio 5, kunnen anderen de rechtstreekse uitzending op groot scherm volgen. Daar kan je op je smartphone bijkomende content ontvangen – rich content heet dat. Denk bijvoorbeeld aan de tekst van een lied, zoals bij karaoke. Of aan de geschiedenis van de Wiener Sängerknaben.”
Thuis via internet is er ook bereik. Esselinckx: “Op je computer kan je op interactieve wijze veel meer bijkomende rich content oproepen. Wie is de dirigent? Of wie is presentatrice Yasmina? Deze extra content wordt verzameld door partners, die alles apart regisseren. Dit experiment is totaal nieuw in het Belgische tv-landschap, en bovendien werken wij live – zoals Eurovisie zeg maar.” Jullie lanceren dus nieuwe ‘belevingstelevisie’ die de kijker zelf kan personaliseren? Esselinckx: “Thuis is de kijker-luisteraar het meest vrij om tijdens het concert of de pauze (dan wordt onder andere een documentaire over 75 jaar Flagey uitgezonden, red.) heel wat info binnen te halen. Het complexe is dat Musiq3, in het Frans, gelijktijdig alles voor haar luisterpubliek vertimmert. Het wordt fun: we breken uit ons lokale, routineuze werk. En we spelen in op wat de gebruiker wil: een mix van mediaplatforms gebruiken, wanneer het hem uitkomt.” Jean-Marie Binst
www.tvbrussel.be op 12 december
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 25 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Patrick Jordens, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1404 PAGINA 24 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
Basketbal > Geoffrey Hockins gaat voor een plaats in de play-offs met Excelsior Brussels
‘We zijn geen figuranten’ BRUSSEL – Geoffrey Hockins (25) is terug thuis. Ondanks zijn jonge leeftijd heeft hij al een mooie carrière achter de rug, met hoogtes en laagtes. De Brusselaar is nu terug in de oude stal en hij is gebrand op een goed seizoen met Excelsior Brussels basketbal. “Sommigen onderschatten ons, maar dat zie ik eerder als een motivatie.” “Ik heb hier in de jeugdploegen nog met Stromae gespeeld,” vertelt Hockins. “Maar we waren toen nog klein, hoor. Ik heb me bij Excelsior aangesloten toen ik nog maar vijf jaar was. Ik deed toen ook aan atletiek, maar uiteindelijk koos ik voor basketbal omdat ik het haatte om buiten in de regen te lopen (lacht).” Het zit hem soms in de details en gelukkig voor de Belgische basketbalwereld koos de Brusselaar voor de geribbelde bal. Hij verruilde Excelsior twee jaar voor BC Eclair om daar een nieuwe basketbalstijl te ontdekken, regelmatig naar het buitenland te trekken voor tornooien en op mentaal vlak vooruitgang te boeken. Op zijn elfde keerde hij terug naar zijn oude stal en ging zijn ster voor het eerst echt schitteren. “Eclair heeft me veel bijgebracht, maar ik was aan het maximum gekomen van wat ik er kon leren. Het is een kleinere ploeg en Excelsior had ondertussen ook vooruitgang geboekt. Met hen kon ik in competities van een hoger niveau spelen en mijn basketbalbagage zo nog uitbreiden.” “Ik kwam er terecht in een ploeg die hoge ogen gooide, met onder meer Maxime De Zeeuw (speelt bij Antwerpen en de Belgian Lions, red.) aan mijn zijde. We wonnen de beker van België op provinciaal en nationaal vlak. Zo trek je uiteraard de aandacht. We waren een uitstekende lichting. Oostende kwam daar dan ook maar al te graag in vissen om zijn basketbalschool te versterken.” De keuze om naar de kust te verhuizen en daar binnen een professionele omkadering te werken, waarin alles draait om basketbal en studeren, was snel gemaakt. Al van jongs af wou Hockins van de bal leven. Zijn grote broer gold als voorbeeld. “Hij heeft in eerste klasse gespeeld, onder meer bij Mariembourg en Braine-l’Alleud. Ik had dat voorbeeld van professionalisme, ik wist hoeveel hij daarvoor had gewerkt en hoe hij er was geraakt. Als je als jonge gast ziet dat het hoge niveau bereikbaar is, dan werkt dat motiverend.” “Ik wist dan ook, voor ik naar Oostende trok, dat ik mijn familie op termijn zou verlaten om me volledig te ontwikkelen binnen een professionele structuur. Ik beleefde twee fantastische jaren bij Oostende. Het heeft me zowel op sportief als op persoonlijk vlak veel bijgebracht. Ik heb er ook Nederlands geleerd. We trainden er twee keer per dag en tijdens mijn tweede jaar speelde ik met de betere jongens ook nog eens in tweede klasse bij Damme. Al die ervaring heeft me veel bijgebracht.”
Mooie binnenkomer Zijn geslaagde passage bij de kustjongens leverde Hockins ook een contractvoorstel op,
Geoffrey Hockins: “Ik had een voorbeeld van professionalisme, ik wist hoeveel mijn broer daarvoor had gewerkt en hoe hij er was geraakt.”
© PHILIPPE ELIAS
BDW 1404 PAGINA 25 - DONDERDAG 28 NOVEMBER 2013
maar de zware concurrentie deed hem uitkijken naar een ander project. Er waren verschillende gegadigden en het was uiteindelijk Pepinster dat aan het langste eind trok. “Hun voorstel was in mijn ogen datgene waarmee ik het snelst van het hoogste niveau kon proeven. Ik wou eerst en vooral spelen. En dat gebeurde ook: doordat de point-guard zich tijdens de voorbereiding blesseerde, kreeg ik tijdens de eerste matchen van het seizoen als zeventienjarige de ploeg in handen.” “Tijdens de eerste match van het seizoen scoorde ik de twee beslissende vrijworpen om de match te winnen. Dat was uiteraard een mooie binnenkomer. Daarna kenden mijn prestaties ups en downs. Ik was jong en dan presteer je nog niet op een constant niveau. Trainer Casteels was soms hard voor mij, maar terecht. Hij was eerlijk en zorgde ervoor dat ik met de voetjes op de grond bleef.” Na het ontslag van Casteels volgden verschillende trainers en dat maakte het leven bij Pepinster toch wat onrustig. Na vier jaar (en een transfer naar Griekenland die in allerlaatste minuut alsnog afsprong) besloot de Brusselaar andere oorden op te zoeken. Ondanks de ambitie om naar het buitenland te gaan, werd het basketbalclub Luik. “Ik had het gevoel dat ik alles had gezien bij Pepinster. De coach van Luik geloofde in me en ik kreeg er de kans om voor het eerst Europees te spelen. Achteraf gezien was het een passage vol omwentelingen. Het eerste jaar heb ik moeten leren vechten om speelminuten af te dwingen, want die ploeg liep over van het talent. Dat zorgt ervoor dat je met je voetjes op de grond wordt gezet, je moet jezelf in vraag stellen. Als je altijd speelt, bestaat de kans dat je te laks wordt.” “Mijn derde seizoen was het beste uit mijn carrière tot nu toe. Het leverde me zelfs een preselectie op bij de Belgian Lions. Ik voelde me vrij en kon overbrengen wat ik al die jaren ervoor had geleerd. Spijtig genoeg kon ik die lijn vorig seizoen niet doortrekken: ik was even out met een blessure en speelde daarna terwijl ik nog niet volledig was hersteld.”
Doelstelling play-offs De wegen van Hockins en Luik scheidden eind vorig seizoen. De club liet hem lang in het ongewisse, maar besloot uiteindelijk om zijn contract niet te verlengen. Gelukkig kon hij in moeilijke tijden terugvallen op een steunende familie. Uiteindelijk kreeg hij de kans om terug te keren naar de club waar het allemaal begon voor hem. Vandaag is hij de enige Brusselaar in de kern van Brussels basketbal die een vaste waarde is. “Ik zie dit zeker niet als een stap achteruit. Ok, Luik staat verder dan Excelsior, maar toen zij naar de hoogste divisie promoveerden, stonden ze even ver. Daarbij, de doelen van beide clubs zijn dezelfde: bij de top zes eindigen en de play-offs halen.” “Wij worden soms onderschat, maar dat zie ik als een voordeel. Zo kan je verrassen en respect afdwingen. Als ze ons als een tweedeklasseploeg zien, motiveert ons dat om het tegendeel te bewijzen. Wat telt, is wat er op het veld gebeurt. We zijn geen figuranten en dat zien de toeschouwers ook wel. We moeten rustig aan groeien, er is geen reden dat dit project niet zou slagen. Als je goede resultaten behaalt, zal de interesse en financiële inbreng wel volgen. Ik heb hier voor twee jaar getekend en zie wel hoe de zaken lopen. Ik kijk niet te ver meer vooruit. Mijn toekomst is het heden.”
Tim Schoonjans
‘Niet focussen op het negatieve’
David Steegen
BRUSSEL – Excelsior Brussels kijkt met gemengde gevoelens naar het seizoensbegin. Het begon sterk met twee opeenvolgende zeges, maar in de daaropvolgende wedstrijden werd duidelijk dat het defensief nog beter moet. Geoffrey Hockins kijkt terug.
Basic-Fit Brussels Voo Wolves Verviers-Pepinster
89 83
6 OKTOBER. “Het was een must om die eerste wedstrijd van het seizoen te winnen, omdat Pepinster een directe concurrent is voor de play-offs. Voor het bestuur was het misschien een bevrijding, maar voor ons spelers was het gewoon een stap richting de top zes. Wij hebben onze doelen, de clubleiding de hare. Een groot deel van die doelen komen uiteraard overeen.” “Die zege was belangrijk om niet meteen met een minderheidsgevoel opgezadeld te zitten. Pepinster zit op ons niveau en ligt binnen ons bereik. Dat hebben we bewezen.”
Basic-Fit Brussels Belgacom Spirou
79 80
3 NOVEMBER. “Voor de tweede match op rij verloren we met één puntje verschil (daarvoor op en tegen Luik, red.), maar het was geen klap. Iedereen had verwacht dat we zwaar gingen verliezen. Als je op een bepaald moment ook nog eens zeventien punten achter staat, lijkt het helemaal gedaan. Maar we zijn blijven vechten. Dit zijn niet de matchen die we moeten winnen, dus ligt de druk bij de tegenpartij.” “Zelfs al was het de vierde opeenvolgende verliespartij, toch bleven we het positieve onthouden. In verschillende matchen hadden wij even goed kunnen winnen, het zat hem in de details. Wij moeten daaruit leren, zodat wij die matchen in de toekomst met één punt voorsprong kunnen winnen. We moeten niet op het negatieve focussen, want dan krijg je te veel gewicht op je schouders.”
Okapi Aalstar Basic-Fit Brussels
114 92
8 NOVEMBER. “We stonden aan de rust al met 69-32 achter. Dat zegt veel. Alles lukte bij Aalst. Ze scoorden bijvoorbeeld tien driepunters op rij! Dat is echt iets uitzonderlijk. Het is bekend dat ze thuis zeer sterk zijn en dat hebben wij ondervonden. Toch geloofden we in onze kansen en hebben we ons tactisch plan uitgevoerd. Op offensief vlak klopte dat ook, want normaal gezien win je als je 92 punten maakt. Maar zij hebben onze zwakheden maximaal afgestraft en waren aanvallend zeer sterk.” Basic-Fit Brussels legt dus een rapport voor met positieve zaken, maar toch ook veel werkpunten. Een voordeel dat de Brusselaars hebben, is dat de competitie dit seizoen gesloten is waardoor geen enkele ploeg kan zakken. Al maakt dat volgens Hockins niet veel verschil uit voor de spelers. Hij gelooft rotvast in de kwaliteiten van zijn ploeg en schuwt het harde werk allerminst. “Op offensief vlak zijn we een van de beste ploegen van de competitie. Excelsior komt misschien uit tweede klasse, maar we kunnen wel basketbal spelen, hé. Neem nu Domien Loubry: een speler die zich altijd volledig geeft en zijn taken zeer goed uitvoert. Of iemand als Nick Célis die goed naar de ring snijdt, en anderen die een uitstekend shot hebben. We hebben zeker kwaliteiten. Het is nu aan ons om te werken aan TS het defensieve werk.”
Het zwarte land Het is ijzig koud op de hoofdtribune van Mambourg, het stadion van traditieclub Sporting Charleroi. De weg naar de stad van Karel de Grote op een koude zaterdagnamiddag in november ontaardt in een ergerlijke calvarietocht. Die middag hadden we, met enkele vaders en moeders, nog gezellig zitten verkleumen op de houten banken van de kleine tribune van ereklasser Hockeyclub Daring Molenbeek. Een andere wereld. Liefdevol en trots keken we naar onze puberende dochters die de leeftijdsgenoten van Wellington inblikten. Na de wedstrijd is het spurten naar huis, een net pak aantrekken en aanzetten naar Henegouwen. Onderweg krijgen we Michaël, de buschauffeur van de spelersbus van RSC Anderlecht, aan de lijn. Hij raadt aan om de oude baan naar Tubeke te nemen en vervolgens over ’s Gravensbrakel te rijden om daar de autostrade naar Charleroi te nemen. Een noodzakelijke omweg om de ellenlange file te vermijden op de E19. Wegenwerken. Rijden wordt een opgave in dit land. We doen er een halfuur langer over maar het kwaad is geschied. De spelersbus van RSCA komt te laat, ondergetekende ook. Gelukkig wordt de wedstrijd een half uur uitgesteld. De vervelende rit heeft wel een voordeel. We rijden door mooie, glooiende landschappen en heel even ook door Le Bois du Cazier in de deelgemeente Marcinelle waar in 1956 262 mijnwerkers de dood vonden. Voornamelijk Italiaanse en Vlaamse gastarbeiders. Mambourg oogt grauw en grijs. Troosteloos. De daken van de tribunes zijn afgebroken. We wanen ons in een Oost-Duits stadion van voor de val van de Muur. Betonrot heeft de treden van de hoofdtribune als een kanker aangetast. Wanneer de de-
legatie van Sporting Anderlecht tijdens de rust de trappen afloopt om samen met de collega’s van Charleroi de traditionele koffie te drinken, moeten we een van de leden van de raad van bestuur opvangen die zich misstapt. De man ontsnapt aan een lelijke val veroorzaakt door de ongelijke treden. Dit stadion is nog geen dertien jaar oud. Eigenlijk is dit topvoetbal onwaardig, maar de menselijke warmte maakt veel goed. In dit stadion werd nog een internationale klassieker gespeeld van het Europees Kampioenschap in 2000. De gloednieuwe tempel ontving destijds Engeland en Duitsland, rivalen die voetbal overstijgen. We herinneren ons de indrukwekkende gezangen van het Engels legioen. Een lied op twee verwees naar de Tweede Wereldoorlog. Een geladen wedstrijd. Rellen in de binnenstad ontsierden het voetbalfeest. Vandaag is de helft van het stadion afgebroken. Een voetbaltempel van 40.000 toeschouwers is te hoog gegrepen voor de zebra’s van Sporting Charleroi. Op een hoogdag, zoals tegen Anderlecht of Standard, komen net geen tienduizend supporters opdagen. RSCA wordt in Charleroi met veel ontzag ontvangen. Het lokale Sporting speelt goed, de bezoekers vinden hun draai niet. Charleroi wint met twee tegen één. In de muisstille kleedkamer maakt de voorzitter van paars-wit de enige juiste analyse. “Als je slecht speelt, kan je niet winnen.” Voetbal is eenvoudig. Na de obligate interviews, laten we het gitzwarte land achter ons. De wegen zijn verlaten. Dat is al iets. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Klimmen in de Sint-Gorikshallen BRUSSEL – Het centrum van Brussel is vanaf dit weekend opnieuw helemaal gehuld in kerstsfeer. Winterpret brengt naast gezelligheid ook een paar leuke sportactiviteiten naar de hoofdstad. Twee jaar geleden werd een skipiste nog met veel tromgeroffel aangekondigd, maar dat bleek achteraf gezien een eenmalige stunt te zijn. De schaatsbaan daarentegen is een vaste waarde en voor velen een obligate activiteit tijdens Winterpret. Ook de Manneken Pis Corrida, een avondlijke loopwedstrijd die het parcours van Winterpret volgt, is aan zijn vierde editie toe. De prijs voor de meest verrassende sportactiviteit gaat dit jaar naar het Belgisch kampioenschap boulderen voor senioren, dat op zaterdag 21 december plaatsvindt in de Sint-Gorikshallen. “Boulderen is een van de drie disciplines van het indoorklimmen,” vertelt Jan Verhoeven van de Klimen Bergsportfederatie. “Een boulder is een korte, moeilijke route op een klimmuur. De deelnemers hangen niet vast aan een touw, maar voor de veiligheid ligt er wel een valmat op de grond.”
“Het Belgisch kampioenschap wordt dit jaar voor het eerst buiten een klimzaal georganiseerd. Dat doen we om de sport wat meer in de picture te zetten. In de Sint-Gorikshallen kan er meer volk binnen dan in een klimzaal.”
Spannend en meeslepend De organisatie van het BK naar het centrum van Brussel halen is een logistieke uitdaging. Zo moeten heel wat stellingen en wanden getransporteerd en opgesteld worden. Maar het zal de moeite lonen: op 21 december wordt heel de dag lang geklommen, zowel in competitieverband als voor demonstraties. “Tussen elf en één uur worden de halve finales geklommen, vanaf vier uur begint de finale. Iedereen is welkom. Boulderen is spannend, meeslepend en je kunt als toeschouwer ondertussen rustig een drankje nuttigen.” “We hebben niet zomaar voor Brussel gekozen. Het is de hoofdstad, het heeft prestige, en Winterpret trekt veel volk. Hopelijk slagen we in ons opzet om boulderen populairder te maken.” Tim Schoonjans