BDW - editie 1409

Page 1

VAN VOLKSMUZIEK TOT OPERA: JANACEKS HIT JENUFA IN DE MUNT En ook: La Zouze, The Selfish Giant en Laika.

FRANÇOIS SCHUITEN, HET TIJDPERK VAN DE STEDEN. LEES P.16-17

16 01 14

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

© MARC GYSENS

EEN FEESTJE IN WASTELAND

Erfgoed > OCMW-Brussel is gestopt met restauratie

Familistère peperduur LAKEN – De restauratie van de Familistère, op de Godin-site, zit strop. Het OCMW van Brussel is gestopt met de werken wegens te duur. Bedoeling was om er 58 woningen in te maken.

E

ind negentiende eeuw liet de socialistische industrieel en utopist Jean-Baptiste Godin naast zijn grote kachelfabriek aan het kanaal een comfortabel gebouw met 72 woningen bouwen voor zijn arbeiders, de Familistère. Met de bouw van dit ‘werknemerspaleis’ wilde Godin zijn arbeiders laten participeren in de winst. Rond 1970 werd geprobeerd om de Familistère te herbestemmen als kantoorgebouw, maar dat mislukte. Momenteel is het sinds 1988 beschermde gebouw eigendom van

het Brusselse OCMW. Dat wilde er goedkope woningen van maken. De bijgebouwen zouden een crèche en een ontmoetingsruimte worden. Het Brussels Gewest maakte eind 2009 2,3 miljoen euro vrij voor de restauratie. Ruim vier jaar later is de buitenkant van het gebouw grotendeels gerenoveerd. Binnen moet echter nog alles gebeuren. De kosten blijken echter de pan uit te rijzen, 3.000 euro per vierkante meter. “Dit komt doordat het om een beschermd gebouw gaat, bovendien zijn er serieuze sta-

biliteitsproblemen,” zegt OCMWvoorzitster Pascale Peraita. Omdat het op deze manier voor het OCMW veel te duur wordt, zijn de renovatiewerken gestopt. Wat er met het gebouw gaat gebeuren, wordt een van de komende weken beslist. Een van de opties is de verkoop van het gebouw. Mogelijke geïnteresseerde is dan natuurlijk Equilis, de bouwpromotor die, op de plek waar tot voor kort de kachelfabriek stond, het shoppingcenter Docks gaat neerzetten. Olivier Weets van Equilis wil er voorlopig niets over kwijt. Christian Ceux (CDH), die de kwestie afgelopen maandag ter sprake bracht op de Brusselse gemeenteraad, vindt dat het gebouw in publieke handen moet blijven en dat

het dus niet aan een privéontwikkelaar verkocht moet worden. “Waarom neemt Brussel-Stad het niet over?” Ook Guido Vanderhulst van erfgoedvereniging BrusselFabriek, die de hele Godinsite jarenlang met hand en tand heeft verdedigd, zou het een schande vinden als het gebouw naar een privépromotor zou gaan. “De Familistère moet zijn sociale bestemming behouden.” Bettina Hubo

Dat de Ninoofsepoort een stukje niemandsland is waarvoor het Brussels Gewest en de gemeenten Molenbeek en Anderlecht de verantwoordelijkheid steeds weer op elkaar afschuiven, werd opnieuw pijnlijk duidelijk in het debat dat volgde op het neerschieten van een fietser enkele weken geleden. Zondag verzamelden zo’n 200 buurtbewoners, sympathisanten en actievoerders voor een nieuwjaarsdrink tussen de leegstaande loodsen van Net Brussel met de duidelijke eis aan alle verantwoordelijken snel werk te maken van het lang beloofde groene park. Er werden kerstbomen geplant, een zelfgemaakt werfbord geplaatst en hardop gedroomd van een leefbare en veilige woonbuurt. Ondertussen heeft architect Xaveer De Geyter alweer een studie klaar, waarbij groen een plaats zou moeten krijgen naast twee woontorens en waarbij ook het plan voor een (ondergronds) museum wordt opgediept. Maar daar komt niets van in huis zonder herziening van de Stedenbouwkundige Verordening. En zo wijst iedereen weer naar elkaar. PD

EEn complExlozE toEkomstvisiE voor onzE hoofdstad – Bianca dEBaEts ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

Brussel is een stad met veel uitdagingen. Maar ook met veel potentieel, dat beter moet worden benut. Dan kan, als ze de ’10 geboden’ uit dit boek volgt. Zo kan Brussel een wereldstad mét wereldklasse worden.

10 GEBODEN VOOR BRUSSEL

Van wie is 2014?

dEBatavond ’10 gEBodEn voor BrussEl’ vErwElkoming door Ann Van Driessche (Muntpunt), Maarten Van Steenbergen (Lannoo) inlEiding door de Voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy. panElgEsprEk: prof. Eric Corijn (VUB), Karel Van Eetvelt (Unizo) en Dirk De Clippeleir (AB) gaan in gesprek met de auteurs Bianca Debaets, Guido Fonteyn en Dirk Van Gerven

HET BOEK EN HET DEBAT

Dat lees je op pagina 7 LEES P.9 wannEEr: 29/01, onthaal vanaf 19u, start 19u30 waar: Muntpunt – Munt 6, 1000 Brussel inschrijvEn via: bdebaets@bruparl.irisnet.be of 02 213 71 58

N° 1409 VAN 16 TOT 23 JANUARI 2014 ¦ WEEK 3: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


OPMERKELIJK

BDW 1409 PAGINA 2 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

‘SOLIDARITEIT SOCIALE ZEKERHEID GEVRIJWAARD’ BRUSSEL – De Brusselse regeringspartij Ecolo heeft enkele bepalingen kunnen afdwingen die de door Europa verplichte bezuinigingen misschien kunnen temperen. Daardoor was eind december 2013 de weg vrij om het Europese Begrotingsverdrag te ratificeren. Enkele vragen aan Brussels begrotingsminister Guy Vanhengel (Open VLD). Waarom is het Europees Begrotingsverdrag goed voor Brussel? Guy Vanhengel: “Het feit dat het Begrotingsverdrag nu in alle EU-lidstaten (op het VK en Tsjechië na, red.) is geratificeerd, zal er voor zorgen dat het budgettair beleid binnen de EU, waar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deel van uitmaakt, beter wordt afgestemd. Begrotingen in evenwicht worden afdwingbaar. Het pact legt landen en deelstaten namelijk een begrotingsevenwicht op. Daarenboven moet de staatsschuld op 20 jaar tijd zakken tot 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Indien dat niet lukt, kunnen sancties worden opgelegd.” Welke aanpassingen heeft Ecolo verkregen? Vanhengel: “De Brusselse regering heeft een aantal bepalingen opgenomen. Er wordt bijvoorbeeld voorzien in de mogelijkheid van een evaluatie van de sociale en ecologische gevolgen van de begrotingsmaatregelen, en er wordt op toegezien dat de solidariteitsmechanismen van de Belgische sociale zekerheid gevrijwaard blijven.”

Uitgelicht > Daling van het autoverkeer met 7 procent in tien jaar tijd

Minder auto’s, meer fileleed BRUSSEL – Het autoverkeer in Brussel is in tien jaar tijd met 7 procent gekrompen. Dat blijkt uit tellingen van Mobiel Brussel. Maar de files verdwijnen niet. De cijfers waren meteen goed voor een flinke rel tussen Bruno De Lille (Groen) en Els Ampe (Open VLD).

E

r zijn verschillende manieren om het autoverkeer te meten in Brussel. Eén daarvan is via de driehonderd telpunten van Mobiel Brussel. Die tellen, via camera’s en strips in het asfalt, gedurende 24 uur het aantal auto’s dat bepaalde lussen kruist. Mobiel Brussel deed de telling in 2003, 2008 en 2013. Tussen 2003 en 2013 is het aantal getelde auto’s gedaald van 2,4 miljoen tot 2,25 miljoen. Omdat sommige auto’s meerdere keren geteld worden, betekent dit omgerekend een daling van 775.000 auto’s naar 725.000. Dat is goed voor een vermindering van het volume auto’s van 7 procent in tien jaar tijd. De cijfers ogen vreemd omdat Brussel volgens het verkeersinformatiecentrum Inrix filehoofdstad is in Europa. Ook uit andere cijfers blijkt dat het gemiddelde traject per auto

in Brussel in tien jaar tijd aanzienlijk is gestegen. Het een is niet onverenigbaar met het ander, legt professor Michel Hubert uit, verkeersspecialist van de Université Saint-Louis. “Subjectief lijken er meer auto’s in Brussel. Dat komt omdat er meer files zijn. Mensen zitten ook langer in het verkeer. Maar precies daardoor daalt het volume auto’s.” Hubert maakt wel twee maal voorbehoud bij de cijfers: de telpunten bevinden zich nauwelijks op de inen uitgaande wegen in Brussel. En daarnaast stijgt het aantal gereden kilometers in Brussel, zeker bij pendelaars. Toch ziet Hubert een duidelijke modal shift in Brussel, het jargon voor de (gewilde) overstap van gemotoriseerd vervoer naar openbaar vervoer of de fiets. “Zowel bij pendelaars

als bij Brusselaars is er een duidelijke keuze om de auto meer te laten staan,” zegt Hubert. De grote stijging van het aantal reizigers bij de MIVB bewijst dat. Of dat een vrijwillige gedragswijziging is, is wel de vraag. Hubert: “Veel mensen laten de auto staan, niet omdat ze voor het openbaar vervoer kiezen, maar omdat de auto te duur is geworden.” Het verklaart ook de opvallende knik in het autogebruik in Brussel in 2008, toen de economische crisis toesloeg. Daarnaast zijn er ook verkeerstechnische oorzaken waardoor het volume auto’s op de baan de laatste jaren gedaald is. Het Brussels Gewest is al enkele jaren, heel voorzichtig, de autocapaciteit op de wegen aan het dichtknijpen ten voordele van de andere vervoersmodi. Door busbanen en fietspaden aan te leggen, maar ook bijvoorbeeld door trams voorrang te geven aan kruispunten. Een voorbeeld: in 2009 legde Mobiel Brussel een busbaan aan op de Kroonlaan. Tussen 2008 en 2013 daalde het autoverkeer er met 32 procent.

Vraag is wat erger is voor het leefmilieu: 150 auto’s die vlot door Brussel rijden, of 100 auto’s die in de file staan. Volgens Hubert zijn hier dan weer andere factoren van tel. “Veel

“Veel auto’s hebben een start-stopmotor. Anderzijds rijden er in Brussel nog veel auto’s met vervuilende dieselmotoren” auto’s hebben een start-stopmotor. Anderzijds rijden er in Brussel nog veel auto’s met vervuilende dieselmotoren.” Ook daarrond kan het Brussels Gewest een beleid uitwerken. Een daling van 7 procent is alvast mooi nieuws voor Bruno De Lille

DE WEEK IN BEELD DOOR SANDER DE WILDE

Was er niet te weinig debat over het verdrag? Vanhengel: “Er zijn vele vergaderingen voorafgegaan aan de ratificering door alle zeven Belgische deelstaatparlementen, die een samenwerkingsverdrag hebben afgesloten. Brussel hoeft de Europese begrotingsregels niet te vrezen. Onze rekeningen zijn veel eerder dan gepland in evenwicht, en in 2013 en 2014 zijn er zelfs overschotten. Door een strak financieel en budgettair beleid zijn we uitgegroeid tot de beste begrotingsleerling van de Belgische klas zonder de lasten op burgers en bedrijven te verhogen.” Het Begrotingsverdrag blijft echter het mikpunt van kritiek. In het Brussels parlement stemden tien personen tegen, onder wie de voltallige SP.A-fractie. Maar de meest fervente tegenstander van het verdrag is PSparlementslid Sfia Bouarfa, die verder in deze krant wordt geïnterviewd. Christophe Degreef Lees pagina 8: “Rechts vraagt, links voert uit’

De bronzen monsterdieren op de Vismarkt van de hand van beeldhouwer Godefroid De Vreese, die horen bij de monumentale fontein ter ere van Jules Anspach, brengen de winter door onder een glazen stolp.

© SANDER DE WILDE


WEEKOVERZICHT

BDW 1409 PAGINA 3 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

© BART DEWAELE

WOENSDAG 8 JANUARI PLUIM VOOR BRUSSELS FINANCIEEL BEHEER. Kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) geeft het Brussels Gewest een rating van AA, met negatieve vooruitzichten. Het ratingagentschap gaat ervan uit dat het gewest de komende jaren betere begrotingsprestaties zal voorleggen. S&P heeft ook lof voor het gewestelijk financieel beheer. Over de Brusselse economie luidt het dat die welvarend en aantrekkelijk is, ondanks een hoge werkloosheidsgraad.

DONDERDAG 9 JANUARI POLITIEKE LIJSTVORMING. In aanloop naar de verkiezingen in mei maken partijen hun lijsten bekend. Voor CDH zal federaal vicepremier Joëlle Milquet de Brusselse lijst trekken. Ze wil zich volop inzetten voor het Brussels Gewest, terwijl ze een terugkeer als federaal minister niet helemaal uitsluit. Bij Open VLD zijn Guy Vanhengel en Ann Brusseel aangeduid als lijsttrekkers voor respectievelijk het Brussels en Vlaams parlement. Ook FDF legt zijn kaarten op tafel. Voorzitter Olivier Maingain trekt de Kamerlijst in Brussel, voor de niet-benoemde burgemeester van Kraainem Véronique Caprasse. Didier Gosuin trekt de lijst voor het Brussels Parlement. BESCHERMING VOOR GESTAPO-KELDERS. De Brusselse regering start de beschermingsprocedure voor de kelders van enkele woningen op de Louizalaan. De kelders werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt door de Gestapo om opposanten van het naziregime en Joden op te sluiten. Het Meiserplein. Brusselaars en pendelaars kiezen meer voor het openbaar vervoer, en minder voor de auto.

(Groen). Die liet in 2009 het vervoersplan Iris II goedkeuren in de Brusselse regering. Iris II stelt een vermindering van het autoverkeer voorop van 20 procent tegen 2018 (ten opzichte van 2001). Brussel is dus op de goede weg. Maar is deze daling wel voldoende om de 20 procent te bereiken? Wellicht niet. De meeste verkeersspecialisten geloven dat er een radicalere ingreep nodig is: stadstol of rekeningrijden, en dat zit er nog niet meteen aan te komen. Hubert blijft voorzichtig: “Brussel herziet momenteel zijn verkeers-

“ “ HET WOORD

modellering (berekening van de toekomstige verkeersstromen). Daarna zou duidelijker moeten worden hoe Brussel die 20 procent minder auto’s kan bereiken, want niemand kan precies zeggen op welke cijfers die doelstelling gebaseerd is.” Wie minder opgezet is met het bericht over het dalend autoverkeer is Els Ampe (Open VLD), mobiliteitsschepen van de stad Brussel. Volgens Ampe kan er bezwaarlijk van goed bestuur gesproken worden als er meer files zijn. “Het huidig ontradingseffect door wegen te ver-

VRIJDAG 10 JANUARI

smallen werkt duidelijk niet, want het zorgt voor meer files. Terwijl een goed mobiliteitsbeleid juist het hele verkeer, zowel auto, fiets als openbaar vervoer, vlotter moet laten doorstromen.” Ampe wijst er ook op dat er vandaag nog niet voldoende alternatieven zijn. “Brussel moet eerst inzetten op het enige échte alternatief voor de wagen: een verdubbeling van het metronetwerk in Brussel, gecombineerd met goede randparkings.” Steven Van Garsse

Brussel is altijd een provinciestad geweest. Dat is vandaag niet anders.” Volgens vastgoedmakelaar Eric Verlinden (Trevi) is Brussel niet in staat om kapitaalkrachtige investeerders aan te trekken en zullen de prijzen daarom de komende jaren tot 15 procent dalen (op tvbrussel).

Ik ga Vlamingen trachten te overtuigen om voor mij te stemmen.” Vicepremier Didier Reynders (MR) gaat samen met Guy Vanhengel (Open VLD) campagne voeren in Brussel voor de Kamerverkiezingen (in La Libre).

Stadskaas

In de winkelrekken vindt u tegenwoordig een bijna oneindig aantal soorten kaas. Geitenkaas. Schapenkaas. En niet te vergeten: de aloude Gouda. Binnenkort ligt er misschien ook stadskaas. Als geitenkaas van de geit komt, schapenkaas van het schaap en Gouda van de koe, van welk dier komt de stadskaas dan? Een mooie quizvraag, waarop het antwoord een beetje ontgoochelend luidt: van het schaap. Al willen we niet ontkennen dat stadskaas goed bekt. En we moeten toegeven dat het

een schitterend initiatief is van de milieuvereniging Le Début des Haricots om op de boerderij Chant des Cailles om geitenkaas te maken. Chant des Cailles is dan ook niet toevallig in Watermaal-Bosvoorde gelegen. Er is alvast heel veel enthousiasme voor het project, via Growfunding werd 7.000 euro bij elkaar gehaald. Achttien ooien en een ram zijn u dankbaar. Vanaf april kan u er terecht voor (stads)kaas. Steden zijn zalige plekken. Danny Vileyn

VERDRIETTAKS VERDWIJNT. De langstlevende partner moet voortaan geen successierechten meer betalen op de gezinswoning, de zogenaamde ‘verdriettaks’. Dat moet voorkomen dat de Brusselaar die zijn partner verliest, de woning moet verkopen om de successierechten te kunnen betalen, aldus Brussels Begrotingminister Vanhengel. RUSTHUISTAKS GETACKELD. Na Evere plant ook Ukkel om een belasting te heffen op rusthuisbedden. Het Brussels Gewest accepteert dat niet en dreigt ermee geen middelen uit het compensatiefonds meer toe te kennen. Ukkel wil een gemeentelijke belasting heffen op rusthuisbedden: 60 euro per bed. Dat is wel lager dan de ondertussen afgevoerde taks die Evere wilde invoeren, maar zou toch 100.000 euro in het laatje moeten brengen. DUW VOOR KANAALZONE. Met ruime meerderheid schaart het Brussels parlement zich achter een plan dat het bedrijfsleven en de werkgelegenheid in wijken rondom de Kanaalzone moet aanmoedigen. Bedrijven die in een zogenaamde Zone van Economische Uitbouw in de Stad (ZEUS) liggen, kunnen door het plan fiscale en andere voordelen krijgen als ze bijvoorbeeld inspanningen doen om buurtbewoners aan te werven.

ZATERDAG 11 JANUARI AFGHAANS PROTEST NAAR GENT. Vanuit de Begijnhofkerk in het centrum van Brussel vertrekken zo’n 200 Afghaanse asielzoekers voor een voettocht naar Gent. Zo proberen ze sympathie te winnen voor hun zaak en alsnog verblijfspapieren te bekomen. De groep voert al verschillende weken acties om een verblijfsstatuut te bekomen. MUNTPUNT INTUSSEN IN TREK. Sinds de opening begin september kwamen al ruim 145.000 bezoekers langs in Muntpunt. Dat is met 9.000 bezoekers per week meer dan de 6.700 bezoekers voor de verbouwingen. Een opsteker gezien de haperende start in het najaar.

MAANDAG 13 JANUARI AUTOTELLING. Het autoverkeer in Brussel is de laatste tien jaar met 7 procent gedaald. Dat zegt Brussels staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen), op basis van camerametingen.

DINSDAG 14 JANUARI Premie in PRULLEnMAND. De Raad van State vernietigt de premie die de Brusselse regering toekende aan ambtenaren van het Brussels Gewest die in Brussel wonen. De premie, 46,38 euro per maand, moest de hogere levensduurte in Brussel compenseren. AUTOSALON. De 92ste editie van het autosalon opent op de Heizel de deuren voor de pers. Donderdag is het aan het grote publiek. Samengesteld door Kim Verthé

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF


BDW 1409 PAGINA 4 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Bejaardenzorg > Grote vooruitgang sinds de jaren 1980 maar opletten voor de toekomst

‘Ook beursgenoteerde rusthuizen baren me zorgen’ BRUSSEL – Jaklien Vandermeulen zet een punt achter een lange carrière in de ouderenzorg. Als directrice van Home-Info heeft ze vele generaties ouderen aan een rusthuis geholpen. Nu ze met pensioen gaat kan ze zich volop op haar grote passie werpen: tekenen. Een blik achteruit en een blik vooruit.

V

ijfendertig jaar lang heeft Jaklien Vandermeulen Home-Info geleid, de vzw die ouderen die naar een rusthuis of een andere ouderenvoorziening zoeken of er verblijven met raad en daad bijstaat. Heel die periode heeft ze samengewerkt met de Franstalige zusterorganisatie Infor Homes. In 1979 werd het Sociaal Centrum Teledienst opgericht waarbinnen de werking Home-Info opstartte. “Mijn Franstalige collega en ik zijn tegelijk begonnen, dat heeft het ongetwijfeld makkelijker gemaakt, maar ik durf zonder blozen te stellen dat onze vzw’s een voorbeeld zijn voor de samenwerking Nederlandstaligen-Franstaligen,” zegt Jaklien Vandermeulen. En verder: “We verdelen de bezoeken aan alle Brusselse rusthuizen – we zitten samen met de inspectie, we organiseren colloquia en weten eigenlijk alles van elkaar. Dat is niet altijd eenvoudig, maar het loont de moeite. In Vlaanderen zijn mijn toehoorders bij lezingen altijd heel erg verwonderd als ik dat vertel: ze denken dat in Brussel Franstaligen en Nederlandstaligen om de haverklap al vechtend over de straatstenen rollen.”

Problemen “Ik heb altijd schrik om uit te pakken met de problemen in rusthuizen, er wordt zo gemakkelijk veralgemeend. Er zijn nochtans heel veel rusthuizen die uitstekend werk verrichten, directies en verzorgenden die zich dag en nacht uitsloven om

de ouderen goede zorg te verlenen, maar ik kan niet ontkennen dat er ook rusthuizen zijn die ik niet zou willen aanbevelen. Het zijn rusthuizen waar we na klachten gaan praten en waar al vrij snel blijkt: het lukt hier niet. De problemen kunnen heel uiteenlopend zijn: de verzorging is niet wat ze hoort te zijn, de omgang met de residenten is niet goed, de maaltijden deugen niet of de facturen kloppen niet.” “Nochtans is er in de 35 jaar dat ik bij Home-Info werk heel wat vooruitgang geboekt. In de jaren 1990 waren er 340 rusthuizen, nu zijn het er een kleine 160. Brussel telde in de jaren 1980-1990 heel wat kleine rusthuizen. De situatie was typisch Brussels: de kinderen waren het huis uit, de ouders vonden dat hun huis te groot was en besloten om er een rusthuis van te maken. Sommige rusthuizen slaagden erin om een familiale sfeer te creëren, het was er vaak heel gezellig en de ouderen werden er liefdevol verzorgd. Maar de structuur was onaangepast, de woonkamer diende als gemeenschappelijke ruimte, er was soms maar één toilet ergens in een gang, één badkamer en geen lift. En hoe goed sommige uitbaters het ook bedoelden: ze misten een gedegen opleiding. Iedereen kon in de jaren 1980-1990 een rusthuis uitbaten. Nu moet de directie gediplomeerd zijn en jaarlijks bijscholing volgen. Ook moeten rusthuiskamers aan strenge normen voldoen. Ik vind dat we er

wel degelijk op vooruitgegaan zijn.” “Toch maak ik me zorgen over de toekomst. Brussel heeft altijd al veel commerciële rusthuizen geteld, nu worden we echter geconfronteerd met grote (soms beursgenoteerde internationale rusthuisgroepen) die rusthuizen opkopen en centraal beheren. Bij deze grote rusthuisgroepen – en zeker bij de beursgenoteerde – wordt de winst niet (altijd) in de rusthuizen geïnvesteerd, maar uitgekeerd aan de aandeelhouders. Onderschat het fenomeen niet: er zijn nu al achttien rusthuisgroepen die 69 rusthuizen beheren. Die zijn goed voor 7.541 bedden, de helft van de beddencapaciteit. Ik wil het niet allemaal negatief zien: administratief centraal beheer kan betekenen dat de directie minder met de papierwinkel moet bezig zijn en meer met de mensen, maar het loopt niet altijd zo. Ook vrees ik dat de prijs in de toekomst pijlsnel de hoogte zal ingaan. Aandeelhouders willen rendement. Het zal dus een belangrijke taak zijn voor de overheid om toe te zien op de werking van de rusthuizen en dat er naast een gedegen infrastructuur ook voldoende middelen worden vrijgemaakt voor een kwaliteitsvolle dienst- en zorgverlening.”

Personeelstekort “De rusthuizen kampen met een enorm personeelstekort, soms moeten ze een beroep doen op buitenlandse werkkrachten, uit Roemenië of Polen of nog verder, die noch het Nederlands noch het Frans machtig zijn. Ik wil ook hier niet veralgemenen, maar we gaan er hard moeten aan werken om in de toekomst Nederlands- en Franskundige verzorgenden op te leiden. Hoeveel Nederlandstalige ouderen er in een rusthuis verblijven, daar heb ik geen cijfers van, maar toch wel enkele

duizenden. De ouderen die in de jaren 1980-1990 hun intrek namen in een rusthuis waren heel goed tweetalig, het waren vaak verfranste Vlamingen, wier kinderen aandrongen op onthaal in het Nederlands. Nu stelt er zich een nieuw probleem: die Nederlandstalige mensen die ook Frans verstaan en spreken zijn nu echt hoogbejaard en vallen bij dementie of Alzheimer terug op hun moedertaal, het Nederlands.

“In Brussel zijn ouderen vaak minder ‘opgesloten’ dan in een dorp”

De Franstalige verzorgenden in de officieel tweetalige rusthuizen weten niet waar ze het hebben. Sommige directies reageren adequaat en laten de verzorgenden een cursus Nederlands volgen. Sommigen proberen ook echt om Nederlandstalige verzorgenden aan te trekken. Soms lukt dat, soms niet.

Ouderenmis(be)handeling “Ouderenmis(be)handeling heeft vele gezichten. Het is niet voor niets dat we van ouderenmis(be)handeling spreken en niet over ouderenmishandeling. Ouderen worden verwaarloosd, mogen hun brieven niet meer openen, ze worden opgesloten of mogen geen bezoek meer ontvangen. Het gaat maar zelden over fysiek geweld. Er is ook niet altijd kwaad opzet, ouderen verzorgen is niet altijd gemakkelijk. Een

vrouw met een baan, die regelmatig op haar kleinkinderen moet passen en een dementerende moeder verzorgt kan wel eens over haar toeren geraken. Die sandwichgeneratie heeft het ook niet gemakkelijk. Als ze voor de honderdste keer op een zaterdag dezelfde vraag krijgt is de kans groot dat ze verkeerd reageert. We spreken in dergelijke situaties over ontspoorde zorg. In de rusthuizen zijn er dan weer vaak financiële problemen zoals het aanrekenen van supplementen.” “Maar soms willen de ouderen niet dat we ingrijpen, ze willen alleen hun klachten uiten en erover kunnen spreken met iemand, ze willen niet dat we contact opnemen met de zoon die hun rekening plundert. Dat is jammer omdat de zoon vaak zelf in de problemen zit: hij is desgevallend zijn werk kwijt, is net gescheiden en aan de drank. Die man heeft zelf hulp nodig, en die zouden wij hem kunnen bieden. Maar we respecteren de wil van de oudere, tenzij die in gevaar verkeert, natuurlijk.” “De nieuwe generatie ouderen staat meer op zijn strepen. De vorige generaties ouderen, het merendeel vrouwen, is nooit opgekomen voor hun rechten. Het waren vrouwen die zich altijd weggecijferd hebben voor hun gezin en alles lieten gebeuren. Tot voor een paar jaar was het de omgeving die mistoestanden signaleerde, nu bellen de ouderen zelf, ze willen hun leven nog zoveel als mogelijk zelf regisseren. Ik zie het als een positieve evolutie.” “We werken ook samen met diensten in Vlaanderen, de problemen van ouderen mis(be)handeling in een dorp of in de grote stad zijn gelijklopend. Soms is er in de stad zelfs meer sociale controle. In Brussel zijn de ouderen minder opgesloten, ze gaan naar gemeenschapscentra, naar lokale


BDW 1409 PAGINA 5 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Politiek > Minister-president over verkiezingen

‘Woonbonus en kindergeld geen campagnethema’ BRUSSEL – Minister-president Rudi Vervoort (PS) gelooft niet dat de campagne voor de regionale verkiezingen over de gevolgen van de zesde staatshervorming zal gaan. “Franstaligen zijn daar nog niet mee bezig,” zegt hij. In Vlaanderen woedt al volop de discussie over de invulling van de nieuwe bevoegdheden na de zesde staatshervorming. Een aantal daarvan hebben een directe weerslag op het gezinsbudget: de kinderbijslag bijvoorbeeld, of de woonbonus. Vervoort zegt dat de Franstalige partijen in Brussel nog niet klaar voor zijn voor dat debat. “We zijn hier niet mee bezig. En het is zeker geen onderwerp voor de campagne.” Hij gelooft ook niet dat de komende jaren de nieuwe bevoegdheden het beleid in Brussel grondig zullen wijzigen. Ook niet als Vlaanderen wél sleutelt aan woonbonus en kinderbijslag. “Belangrijkste campagnethema is onderwijs,” vindt Vervoort. Hij is van plan om nog voor de verkiezingen een ‘crisismanager’ aan te stellen in de schoot van het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO) die bouwaanvragen voor nieuwe scholen kan faciliteren. Ver-

Rudi Vervoort: ‘De campagne moet over onderwijs gaan’.

der wil hij ook kijken wat het Brussels Gewest rond cultuur kan doen. “In de culturele wereld zijn er geen schotten tussen Frans en Nederlands.” De uitspraak van Vervoort is merkwaardig. Zowel onderwijs als cultuur zijn geen bevoegdheden van de Brusselse regering. Vervoort zit hier op dezelfde lijn als zijn voorganger Charles Picqué (PS). Die tastte ook al de grenzen af van de Belgische staatsinrichting, met maar één doel voor ogen: de versterking van Brussel als région à part entière. Steven Van Garsse

Eerbetoon aan Mandela BRUSSEL – CDH en CD&V van de stad Brussel willen een straat of plein noemen naar Nobelprijswinnaar Nelson Mandela. Mandela, de eerste president van het Zuid-Afrika na de Apartheid, de anti-Apartheidsstrijder die achttien jaar in de gevangenis op Robbeneiland opgesloten was.

Jaklien Vandermeulen: “Er is grote vooruitgang geboekt, maar er wachten ons nieuwe uitdagingen.”

dienstencentra, naar een dagcentrum en spreken er met anderen.”

Migratieachtergrond “Ook ouderen met migratieachtergrond baren me zorgen. Nu worden ze nog thuis verzorgd. De zorg komt op de schouders van de vrouwen die ook meer en meer (moeten) gaan werken. Die ouderen zijn totaal niet voorbereid, ze kennen ook de taal niet, maar eigen rusthuizen voor Marokkaanse en Turkse ouderen zoals her en der geopperd, zijn geen oplossing. Brussel bestaat al lang niet meer uit Franstaligen, Vlamingen en een homogene groep buitenlanders maar is een multiculturele smeltkroes. Anderzijds: de rusthuizen zijn niet voorbereid op een toeloop

van ouderen met migratieachtergrond omdat ze geen vraag krijgen, ik hoop dat het langzaam gebeurt. Hoewel er in de rusthuizen al heel wat buitenlands verzorgend personeel werkt, worden de ouders toch thuis verzorgd.”

Home-Info “Home-info wil niet dat ouderen zo snel mogelijk naar een rusthuis trekken, we raden hen aan om zo lang mogelijk thuis te blijven en een beroep te doen op thuiszorg. Een levensgroot probleem zijn de ouderen die de verhuizing naar een rusthuis niet willen voorbereiden en ze zijn talrijk. Tijdens lezingen en voordrachten zeggen we: ga eens een kop koffie drinken in het cafetaria van het rusthuis in je

© BART DEWAELE

buurt of gemeente en praat met de residenten. Heel ons leven wordt heel goed voorbereid: de studiekeuze, het kiezen van een koopwoning, de school van de kinderen. Maar bij het ouder worden valt de voorbereiding stil: ze trekken noodgedwongen van thuis naar het ziekenhuis, van daar naar de revalidatie en ten slotte naar een rusthuis dat soms het verkeerde blijkt te zijn. Waarop nog een verhuizing naar een ander rusthuis volgt. En dat allemaal op een leeftijd waarop je rust nodig hebt.” Danny Vileyn

Meer info op www.home-info.be of op 02-511.91.20

Het voorstel van CDH/CD&V tijdens de jongste gemeenteraad is een voorstel van eerste orde voor de hoofdstad van Europa. Maar jammer genoeg dreigde het voorstel door een onhandige aanpak van (vooral) Bertin Mampaka (CDH) de mist in te gaan. Maar ook Bianca Debaets (CD&V) kreeg een veeg uit de pan. Niet van de meerderheid, maar van

Marie Nagy (Ecolo), eveneens op de oppositiebanken. Nagy steunt (net zoals Johan Van den Driessche van N-VA) het voorstel, zij het met tegenzin. Ze verwijt de christendemocraten opportunisme en recuperatie. Over een dergelijk voorstel overleg je eerst met alle partijen van meerderheid en oppositie, zo spelde Nagy de christendemocraten de les. Nelson Mandela verdient beter. Eerste schepen Alain Courtois (MR) en burgemeester Yvan Mayeur zijn gewonnen voor het voorstel, als het gedragen wordt door de hele gemeenteraad. Ook willen ze straten en pleinen uitbreiden met gebouwen. Ze stellen zich niet tevreden met een achterafstraatje. Danny Vileyn

ADVERTENTIE

JOURNALISTWEBREDACTEUR

ZOEKT EEN

INTERESSE? Lees meer op www.brusselnieuws.be/nl/jobs/

n

Je schrijft artikels voorbrusselnieuws.be.

n

Je volgt het nieuws over de hoofdstad en zijn brede omgeving en gaat ook op zoek naar eigen verhalen.

n

Samen met de rest van het team sta je in voor de nieuwsbrief, het bewerken en publiceren van bijdragen van de mediapartners - artikels, video en audio - en het beheer van de site.


BDW 1409 PAGINA 6 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Walter Vandenbossche poseert voor een kunstwerk van Michel Mouffe in het Brussels parlement, met als titel ‘Quand les lumières deviennent forme’.

© SASKIA VANDERSTICHELE

Politiek > Walter Vandenbossche ontwerpt nieuw politiek model voor Brussel

‘Bang voor de gouden kooi’ BRUSSEL – Het Brussels Gewest bestaat een kwarteeuw. Eerste ondervoorzitter van het Brussels parlement Walter Vandenbossche (CD&V) is het enige Vlaamse parlementslid die er vanaf het begin bij was. Vandenbossche ziet successen en mislukkingen. Hij waarschuwt echter de Vlaamse Brusselaars: zonder een versterking van hun rechten en zonder een nauwere band met Vlaanderen zijn ze in de hoofdstad een ‘aflopend verhaal’.

H

ij maakt al 25 jaar deel uit van de meerderheid, maar was meer dan eens de luis in de pels van de Brusselse regering. Zeker als het over de rechten van de Vlamingen en de taalwetgeving ging. Toch rekent hij de ordonnantie waarvoor hij het initiatief nam voor het begraven van doodgeboren kinderen tot zijn belangrijkste verwezenlijkingen. Vandenbossche: “Een kindje dat doodgeboren wordt, raakt een koppel tot in het diepste van de vezels.” Vandenbossche is de man van de institutionele discussies, de parlementair die als weinig anderen de Brusselse instellingen in zijn vingers heeft. Vandenbossche: “Ik ben vergroeid met de strijd van de Brusselse Vlamingen. Niet alleen professioneel, maar ook stamboomgewijs.

Mijn vader is schepen van Financiën in Anderlecht geweest en zeventien jaar agglomeratieschepen zonder bevoegdheden. In heb de hoogdagen van het FDF meegemaakt; de jonge generatie Vlaams-Brusselse politici die naar Brussel zijn afgezakt voor een goede baan in de administratie of aan de universiteit kent de geschiedenis van deze stad niet. Ze weten niet eens dat het tijdens de hoogdagen van het FDF in de jaren 1970 Vlaamse ambtenaren geweest zijn die in de luwte verder hebben gewerkt, zonder hen zaten wij hier nu niet. Een cursus politieke geschiedenis van Brussel zou zeer nuttig zijn voor die jonge politici.” Vindt u dat Brussel er de laatste 25 jaar op vooruit is gegaan?

Vandenbossche: “Ja en neen. Het staat buiten kijf dat de Brusselse instellingen de stad ten goede veranderd hebben. Ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling en sociale dossiers staan al 25 jaar hoog op de agenda. Ik heb tijdens de eerste legislatuur nauw samengewerkt met toenmalig PS-staatssecretaris voor Stedenbouw Robert Hotyat die een einde heeft gemaakt aan de bruxelisation die we ‘te danken’ hadden aan Paul Vanden Boeynants en Charlie De Pauw. De stedenbouwkundige verloedering is daarmee een halt toegeroepen. Ook de openbare ziekenhuizen werden gered en staan in voor de gezondheidszorg, ook voor het meest kwetsbare deel van de bevolking. De keerzijde is wel dat de macht en de rechten van de Vlamingen er legislatuur na legis-

“We hebben de FDF-periode overleefd dankzij Vlaamse ambtenaren die in de luwte verder hebben gewerkt”

latuur op achteruitgegaan zijn, met als triest hoogtepunt de oprichting van Wallonie-Bruxelles.” U vreest onomwonden voor het voortbestaan van de Brusselse Vlamingen. Overdrijft u niet? Vandenbossche: “De vorige 25 jaar is systematisch geknabbeld aan de rechten van de Vlamingen. Paars heeft met het Lombardakkoord – uit

schrik voor een blokkering van de instellingen door het Vlaams Blok – de dubbele meerderheid in het parlement en in de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie afgezwakt. Die dubbele meerderheid voor materies als ziekenhuizen en welzijn was de garantie dat de meerderheid ons geen Franstalig model kon opleggen. In het huidige, afgezwakte model is de kans reëel dat de Franstaligen er op een dag de verzwakte Vlamingen er uitgooien. Met de evolutie van de middelen (de VGC krijgt meer geld van het Brussels Gewest dan van Vlaanderen, DV) geraakt ook de VGC helemaal in de greep van het gewest.” “Maar als het gewest verbrusselt – waar ik niet per se tegen ben – dan moet de VGC Vlaamser. Daarom stel ik voor dat de VGC in de toekomst in het Vlaams parlement vergadert. Ik ga nog een stap verder. Het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt niet langer door een minister uit de Brusselse regering geleid, maar door de Brusselaar in de Vlaamse regering. Zo wordt de band met Vlaanderen structureel aangehaald. Die minister wordt bijgestaan door twee verkozen Brusselse parlementsleden.” “Beide gemeenschappen komen er in mijn voorstel versterkt uit, de Vlamingen worden weerbaarder. Een gemeenschappelijke gemeenschapscommissie die niet afhangt van de gewestministers (samengesteld uit de collegeleden van Vlaamse en Franse Gemeenschapscommissie, DV) is ook de enige methode om op de nieuwe bevoegdheden een unieke kijk te ontwikkelen vanuit beide gemeenschappen: een visie gedragen door Franstaligen én Vlamingen. Nu hebben de Franstaligen hun zinnen gezet op het opdoeken van de GGC. Dat mogen we nooit laten gebeuren, dan krijgen we een exclusief Franstalige aanpak van gemeenschapsaangelegenheden.” Een andere stelling van u luidt: de Franstaligen proberen vat te krijgen op de Vlaamse instellingen. Vandenbossche: “Alle nieuwe Vlaamse Gemeenschapsmaatregelen met een impact op Brussel worden quasi-automatisch aangevochten bij het Arbitragehof door de Franse Gemeenschap of Franse Gemeenschapscommissie. De Franstaligen proberen inderdaad een greep te krijgen op de Vlaamse instellingen. De 55 procent-voorrang voor Vlamingen in Nederlandstalige kinderdagverblijven die ze aangevochten hebben, is maar één voorbeeld.” U zegt: de Franstaligen gaan ons er uitgooien, dit is het einde van de Vlamingen. Wat moet ik me daar concreet bij voorstellen? Vandenbossche: “U moet zich daar geen vreselijke toestanden bij voorstellen. De Franstaligen gaan ons daarentegen een gouden kooi aanbieden, maar we gaan geen impact meer hebben op het beleid van de stad en de politieke keuzes. En dat hebben we de vorige 25 jaar wel gehad.”

Danny Vileyn


© SANDER DE WILDE

BDW 1409 PAGINA 7 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

P-PRAAT Hebt u het ook gemerkt? De verkiezingen komen er aan – binnen een luttele vier maanden – en elke dag krijgt u in de kranten wel een nieuwjaarsreceptie, oneliner, aanval op de N-VA, aanval op de PS, aanval op Noord-Korea of valse keuze gepresenteerd. Wij zijn daar eerlijk in: wij lezen die onzin niet meer. Eigenlijk zou uw P-Praatcommentator gaarne staken tot na 25 mei, maar daarmee geven we natuurlijk carte blanche aan de verzamelde politici. Dan staat er helemaal geen maat meer op de onzin. Nee, beste lezer, ook dit jaar offeren wij ons op om politieke boodschappen – de best bedoelde eerst – te pluimen, te keren, te blancheren en euh... te ontpitten. Ook dit jaar gebruikt uw commentator zijn geduchte wapens: misinterpretatie en Vernunft. En ook een flinke portie ijdelheid, natuurlijk, want anders zouden we het niet doen. Aan allen een prettig 2014 gewenst.

Actiris zoekt een nieuwe locatie voor zeshonderd personeelsleden.

Economie > Gezamenlijke dienstverlening

‘Ook VDAB in nieuwe hoofdzetel Actiris’ BRUSSEL – Actiris en VDAB plannen een gezamenlijke dienstverlening. Dat zegt Yves Bastaerts, adjunct-directeur-generaal van Actiris. “We hebben een principeakkoord dat er op straatniveau een gezamenlijke dienstverlening komt door Actiris, Bruxelles Formation en VDABBrussel,” vertelt Bastaerts. “Over hoeveel en welke diensten het gaat, is nog niet bepaald.” Die samenwerking moet de dienstverlening voor werkzoekenden verbeteren. De uitspraak verrast, aangezien de VDAB vorig jaar zo’n samenhuizing niet mogelijk achtte. Bastaerts zegt dat de intentie is om ‘in de loop van 2015’ naar de nieuwe hoofdzetel te verhuizen. De hoofdzetel van de Brusselse arbeidsbemiddelingsdienst Actiris huist sinds 1989 in de Anspachlaan, nabij de Beurs. Omdat het gebouw verouderd en niet-conform de nieuwste veiligheidsvoorschriften

is, zoekt Actiris naar een nieuwe locatie voor ruim 600 personeelsleden. Zo komen alle centrale diensten samen, inclusief de juridische, opleidings- en vertalersdienst uit de Kazernestraat én Youth Guarantee aan het De Brouckèreplein. Deze verhuizing staat los van de lokale agentschappen. Van de originele vijftien kandidaatgebouwen blijven er volgens insiders nog vier in de running: North Plaza in de Koning Albert II-laan, Astrotoren nabij Madouplein, het De Ligne-gebouw dichtbij de Nationale Bank van België en Pacheco aan Passage 44. Om de lopende procedure niet te schaden, wil Bastaerts de namen niet becommentariëren. Welke het wordt, zou eind februari bekend worden. Belangrijk voor hem zijn: centrale ligging voor werkgever en werkzoekende, voldoende ruimte (+/- 24.000 vierkante meter), modern qua welzijn en veiligheid en een aangename buurt. Steven Vandenbergh

Bon, en nu ter zake. Vergeet alle vertelselkes, in Brussel komt er binnenkort een coalitie tussen de PS en de MR. Is het niet waar, dan is het alleszins goed gevonden, zo zeggen de Italianen. Het zijn wij niet die het zeggen, alle minder gezaghebbende politici van PS en MR vinden het off the record. Wat opvalt daarbij is dat Ecolo kop van Jut is: de Franstalige groenen willen heiliger zijn dan de paus en linkser dan Laurette Onkelinx. En dat pikt de PS natuurlijk niet. Dus: de groenen krijgen een schop onder hun kont, en ze moeten dan ook op de blaren zitten. Uw commentator mag geen partij kiezen, maar zo’n stevige paarse coalitie, dat heeft natuurlijk het voordeel van de duidelijkheid. De liberalen mogen zich gaan bezighouden met de middenstand en de socialisten met de armen, net zoals het vroeger was. Zeg nu zelf: duidelijker kan niet, iedereen tevreden. Bovendien heeft die coalitie van de hoop ook nog eens mee dat ze laïque is. Want religie en spiritualiteit en zo: allemaal wel mooi, maar je koopt er geen kleren mee. Met groenen trouwens ook niet. Tja, alles zal wel gezegd zijn, zeker? Wat kunnen we er nog aan toevoegen? Schudden maar met die kaarten, waarde kiezer.

CHIEN ÉCRASÉ KOEKJE VAN EIGEN DEEG – We hebben vorig jaar al eens gelachen met de citymarketing die nu ook Brussel in haar greep heeft. Komt er toch wel een nieuwjaarskaartje toe op de redactie, gesigneerd door Rudi Vervoort, met zo’n be ‘xxx’ be brussels-tekst op de voorflap. U weet wel: die tekst die ook op zo’n lichtkrant prijkte op de Kleine Ring en waar het volk mee mocht delen in de marketingvreugde door zelf woordjes in te vullen à la be ‘xxx’ be brussels. De Brusselse minister-president is een meester in de ironie. KOEKJE VAN ONS DEEG – Ja, haha, grappig zeg. Gelukkig be’en we hier op de redactie allemaal zo übercool dat we brussels be’en. Maar wat te denken van dat wangedrocht citydev, de nieuwe naam voor de GOMB, de gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel? Die naam citydev kostte de gewestelijke overheid 3.500 euro. Makkelijk, wel: als reclamebureau eventjes vijf minuten doordenken en een dik maandloon binnenrijven. Heel de omzetting van GOMB naar citydev kostte in totaal dan ook 47.200 euro. Dat was nodig om allerlei prullaria te maken met de nieuwe naam op, zoals briefpapier, reclamevaandels, en god weet wat nog allemaal. Zo zijn we trouwens te weten gekomen wat een kakémono is. Dat is een Franse verbastering van het Japanse woord kakemono. In Japan is dat een tekening of kalligrafie op zijde of papier om aan de muur te hangen. Bij ons is het een rechtopstaand vaandel met reclame op. Om u maar te zeggen: u zal nooit meer op dezelfde manier naar de GOMB kijken. KAKEMONO – Tot onze eigenste verbazing bezit Brussel Deze Week, uw stadskrant, ook enkele kakemono’s, al weten ze het zelf nog niet. Maar wij zijn eigenlijk wel tevreden met die kakemono’s, want nu kunnen we eindelijk tegen jobstudenten zeggen dat ze de kakemono’s moeten opzetten, wat het voordeel van de duidelijkheid heeft. Trouwens: zo’n kakemono is nogal lichtvoetig, een zuchtje wind en ze zijn weg. Het is vooralsnog wachten op de eerste die een kakemono op zijn hoofd krijgt. Efficiënte reclame, dat wel. ADVERTENTIE

2014 is Van jou! 2014... een jaar vol wensen en dromen. Laat 2014 je verbeelding prikkelen als het begin van positieve verandering. Laat in 2014 jongeren oog hebben voor ouderen en de ouderen begrip voor het jong zijn, en laat 2014 het jaar worden dat ons verbindt. 2014 is van jou!

2014 est à vous ! 2014... une nouvelle année, synonyme de nouveaux rêves et de désirs. Que 2014 soit pour vous le signe de changements positifs à venir. Veillons à ce qu’en 2014, les jeunes se soucient des personnes âgées et que cellesci se montrent compréhensives à l’égard des jeunes, et faisons de 2014 l’année qui nous unit et nous réunit. 2014 est à vous !

Pascal smet Hannelore Goeman Fouad ahidar sofie Brouhon Bert anciaux Yamilla idrissi jef Van Damme elke Roex

ans PeRsoons Rik Baeten Maite MoRRen RoBeRt DelatHouweR Bea MeuleMans willeM steVens jutta BuYse MaRco Van DaM

www.spa-brussel.be


BDW 1409 PAGINA 8 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Politiek > PS-dissidente Sfia Bouarfa lust begrotingsverdrag niet

‘Rechts vraagt, links voert uit’ We moeten ons als socialistische partij toch eens afvragen of we onze sociale verworvenheden zo nodig moeten opofferen om aan de macht te blijven. En dat allemaal om de ministeriële mandaten van mensen

“Moeten we onze sociale verworvenheden zo nodig opofferen om aan de macht te blijven?” als vicepremier Laurette Onkelinx te kunnen behouden. Hetzelfde geldt voor het Brusselse parlement, waar men de mandaten van al die schepenen en burgemeesters wil waarborgen…”

Sfia Bouarfa: ‘Ik ben niet tegen Europa, maar wel voor een sociaal Europa’

© SASKIA VANDERSTICHELE

BRUSSEL – Net voor de jaarwende heeft het Brussels parlement het Europese begrotings–verdrag goedgekeurd. Dat verdrag verplicht lid- en deelstaten van de EU om hun begrotingstekort onder 0,5 procent van het BBP te houden. Zoniet volgen er automatisch correcties. In de hoofdstad van Europa stemden slechts enkelen tegen deze maatregel, onder wie PS-parlementslid Sfia Bouarfa. “Dit maakt ons armer.”

H

et begrotingsverdrag dateert al van begin 2012 maar moest nog door elke afzonderlijke lidstaat en deelstaatparlement goedgekeurd worden. In België en Vlaanderen werd het zonder al te veel protest goedgekeurd, maar in Wallonië en Brussel gaf men licht tegengas. Zo hield regeringspartij Ecolo de stemming lang tegen (zie Opmerkelijk, p.2). Maar op 20 december 2013 raakte het verdrag toch omgezet in een Brusselse ordonnantie. Tien parlementsleden onthielden zich, onder wie Sfia Bouarfa. Deze militante socialiste is de oudste Brusselse politica van Maghrebijnse origine. “Ik houd mijn mond niet, ook niet tegen de PS.”

Waarom bent u tegen de Europese begrotingsregels? Sfia Bouarfa: “Laten we het om te beginnen over de naam hebben. Voluit heet het pact Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur. Wat een onding, niet? Politici die willen dat de burger onwetend blijft

gebruiken altijd zulke moeilijke woorden. Het was eenvoudiger geweest om het pact gewoon het bezuinigingpact te noemen. Dat zou iedereen begrijpen. Maar om terug te komen op uw vraag: ik geloof in een Europa van de mensen, in een sociaal Europa, en niet in de economische dictaten van de Europese Unie en van de Europese Centrale Bank, die toch alleen dienen om de burger armer te maken.” Het argument dat gebruikt wordt om bezuinigingen te verdedigen, is dat de economische uitdagingen simpelweg te groot zijn om geld te blijven uitgeven. Bouarfa: “Europa is dan ook veel te snel groot geworden. Er zijn op korte tijd te veel Oost-Europese landen bij gekomen, landen waar rechts beleid en racisme hand in hand gaan. Maar waarom moet Europa steeds groter worden? Louter om marktredenen.” “Verstaat u me niet verkeerd: het idee achter een verenigd Europa, de vrede en de mensenrechten, is

mooi. Maar daar moeten we juist naar terugkeren in plaats van ons exclusief bezig te houden met het economische. De economie mag niet ontsnappen aan de democratische controle. Maar dat doen de huidige begrotingsregels wel: zeker als ze op zulke slinkse wijze als in Brussel gestemd worden, zonder veel debat. De bevolking moet dat weten.” Waarom protesteren weinigen binnen de PS daar dan tegen? Bezuiniging is een rechtseconomisch recept, daar zou een linkse partij toch tegen moeten zijn? Bouarfa: “Ik heb de indruk dat rechtse partijen tegenwoordig alles krijgen wat ze vragen. Sterker nog: rechts vraagt, en links voert uit. En het gaat niet alleen over begrotingsregels. Ik heb de jongste jaren het asielbeleid alleen maar harder zien worden, en dat terwijl de PS al die tijd in de regering zat. Ik merk nog op dat men meer en meer aan de indexkoppeling wil knabbelen.

WIE IS SFIA BOUARFA? Sfia Bouarfa (1950) kwam in 1970 naar België om te studeren. “Ik had 2.000 frank op zak, een bachelor Literatuur en veel dromen,” zegt ze daarover. Haar middelbare schoolperiode in Marokko werd gekenmerkt door hevige studentenstakingen, die met veel repressie werden onderdrukt. Bouarfa studeerde aan de UCL. In haar carrière was zij onder meer sociaal werker. In 1993 maakt ze deel uit van een scheurlijst van de PS in haar thuisgemeente Schaarbeek. Sinds 1995 is ze Brussels parlementslid, en van 2001 tot 2009 was ze senator. Hoewel ze zichzelf als een klassieke socialiste ziet, kwam ze in het verleden meermaals in botsing met haar partij, waarvan ze de top ‘te burgerlijk’ vindt. CD

Maar denkt u niet dat dat zal veranderen eens de nieuwe generatie, de migranten, aan de macht zijn? Zij weten opnieuw wat sociale strijd is. Bouarfa: (stellig) “Neen. Daarvoor manipuleert de PS de migranten te veel. Omdat de discriminatie op de arbeidsmarkt en op school sterk was, zijn heel wat migranten niet omhooggeklommen op de sociale ladder. Ze richten zich op de politiek als laatste hoop. Er zitten dus veel migranten bij de PS die hun mond houden. Want hen wordt verteld dat er vele anderen klaarstaan om hun plaats in te nemen.” “In de jaren 1960 heeft het patronaat migranten laten overkomen naar België. Men aanvaardde als migrant slechte werkomstandigheden want men was blij dat men werk kreeg. Wel, vandaag gedragen politieke partijen zich net als het patronaat van toen: men zoekt migranten, want migranten houden toch hun mond. Dat is triest.” “Kijk, alle migranten zijn belangrijk. Het socialisme moet zonder enig religieus, nationaal of etnisch onderscheid mannen en vrouwen vertegenwoordigen. Net dat maakt mogelijk dat we allemaal kunnen samenleven. Dankzij de neutraliteit van de staat kunnen we ons verschillend uiten en kunnen we racisme vermijden. Maar jammer genoeg plooien heel wat Brusselse moslimjongeren zich op hun godsdienst terug omdat ze slachtoffer zijn van racisme. Op wereldschaal is er algemeen een terugkeer naar de godsdienst, en dat verdeelt mensen. Sommige Brusselse PS-politici hebben niet graag dat ik onze vrijzinnige waarden verdedig. En dan spreek ik niet alleen over de migranten.” Christophe Degreef


BDW 1409 PAGINA 9 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Mobiliteit > Mobiel Brussel schrijft aanbevelingen voor een goed fietsparkeerbeleid

‘Inhaalbeweging is nodig’

Wielbuigers

BRUSSEL – Een goed mobiliteitsbeleid begint met een goed parkeerbeleid. Dat geldt voor de auto, maar net zo goed voor de fiets. “Er is in Brussel nog veel werk aan de winkel,” zegt Anne Burger van de Fietsersbond, die voor Mobiel Brussel een vademecum schreef over fietsparkings. Het Brussels Gewest wil tegen 2018 20 procent fietsers in het verkeer. Zo staat het in het vervoersplan Iris II. Vandaag schommelt het fietsaandeel rond de 5 procent. Aanleg van fietspaden en andere infrastructuuringrepen liggen voor de hand om dat doel te bereiken. Een goed uitgewerkt fietsparkeerbeleid daarentegen is onderbelicht. Nochtans is het essentieel om mensen op de fiets te krijgen, zegt Anne Burger, een Nederlander die al jaren in Brussel woont. “Fietsdiefstal vormt een rem op de groei van het fietsgebruik in stad,” zegt Burger. “Wie vaak het slachtoffer is van diefstal, stopt met fietsen. Het is dus belangrijk dat fietsers veilig kunnen parkeren.” Hoeveel fietsparkeerplaatsen er vandaag zijn in Brussel is onbekend. Schattingen maken gewag van 2.500 plaatsen. In vergelijking met de 300.000 autoparkeerplaatsen is dat een druppel op een hete plaat. “Belangrijk is dat de hele keten bekeken wordt,” zegt Burger. “Je gaat van huis naar het werk, dan naar het sportcentrum en daarna naar de winkel. Als er op één van die plekken geen goede fietsparking zit, is er een kink in de kabel. Dat kan al

“Fietsdiefstal vormt een rem op de groei van het aantal fietsers in de stad.”

voldoende zijn om de promotie van de fiets te dwarsbomen.” In dezelfde lijn ligt de aandacht voor de intermodaliteit: aan stations en metro’s en drukke tramhaltes zijn fietsparkeerplaatsen erg belangrijk, zodat mensen openbaar vervoer en fiets comfortabel kunnen combineren. Het Brussels Gewest is zich daar ook van bewust, want die plekken zijn vandaag al goed voorzien. Toch kan het volgens Burger nog beter. “En dan wil ik niet per se Amsterdam als voorbeeld nemen,

want daar is nu een probleem van te veel fietsen. Er is niet tijdig geanticipeerd op de enorme groei van het fietsgebruik. Maar wie naar Duitse steden kijkt, ziet toch een groot verschil met Brussel. Het is misschien geen toeval dat de foto’s van goede voorbeelden in ons vademecum vaak uit het buitenland komen, en die van minder goede voorbeelden uit het Brussels straatbeeld.” Het fietsvademecum is een handig instrument voor de gemeentelijke overheden. Ook het nieuwe Gewes-

© SASKIA VANDERSTICHELE

telijk Parkeeragentschap kan er mee aan de slag, want dat heeft als kerntaak de uitbouw van fietsparkings. Er moeten volgens het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan duizenden fietsparkeerplaatsen bij komen. Daarnaast hebben ook bewoners, bedrijven, horeca en winkels er wat aan. Het vademecum geeft aan waar een goede parkeerplaats aan moet beantwoorden. Anne Burger heeft zich laten leiden door een behoefteonderzoek bij de fietsers zelf. Een fietsparking moet veilig zijn, coherent,

ADVERTENTIE

EEn complExloz complExlozE toEkomstvisiE voor onzE hoofdstad – Bianca dEBaEts Brussel is een stad met veel uitdagingen. Maar ook met veel potentieel, dat beter moet worden benut. Dan kan, als ze de ’10 geboden’ uit dit boek volgt. Zo kan Brussel een wereldstad mét wereldklasse worden. dEBatavond ’10 gEBodEn voor BrussEl’ vErwElkoming door Ann Van Driessche (Muntpunt), Maarten Van Steenbergen (Lannoo) inlEiding door de Voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy. panElgEsprEk: prof. Eric Corijn (VUB), Karel Van Eetvelt (Unizo) en Dirk De Clippeleir (AB) gaan in gesprek met de auteurs Bianca Debaets, Guido Fonteyn en Dirk Van Gerven wannEEr: 29/01, onthaal vanaf 19u, start 19u30 waar: Muntpunt – Munt 6, 1000 Brussel inschrijvEn via: bdebaets@bruparl.irisnet.be of 02 213 71 58

goed toegankelijk, dichtbij maar ook comfortabel. Trappen, steile hellingen of moeizame deuren kunnen maar beter vermeden worden.

Fietsrekken waar enkel het voorwiel in gezet wordt, zoals ze nog in zwang zijn in Brussel, zijn helemaal uit den boze. “We noemen ze wielbuigers,” zegt Burger. Bovendien kan de fiets er niet op een veilige manier aan bevestigd worden. “In het vademecum staat een ontwerp voor een standaard fietsbeugel,” zegt Burger, “met tussenbuis”. Daarnaast mag het ook best wat creatiever. “David Byrne (zanger van Talking Heads, SVG) heeft samen met de stad New York een ontwerpwedstrijd gelanceerd voor een fietsbeugel. Het winnende ontwerp ziet er echt leuk uit.” Volgens Burger is het een voordeel dat het fietsparkeerbeleid in Brussel nog in zijn kinderschoenen staat. Dat kan de coherentie ten goede komen. Maar dat er nu iets moet gebeuren staat buiten kijf. “Vandaag gaat het nog om comfort, maar als het fietsen in Brussel echt aanslaat, dan zal het zaak zijn om de fietsparkeerplaatsen compact te houden, want de ruimte in Brussel is schaars.” Anderzijds: op elke autoparkeerplaats op de openbare weg kunnen minstens zes fietsen gestald worden. Ook daar kunnen dus keuzes gemaakt worden. En intussen staat de technologie niet stil. Burger toont een ontwerp van een volautomatische ondergrondse fietsparkeerbox die nu al in Amsterdam staat. “Waarom die niet naar Brussel halen? De onbenutte metroruimtes lenen zich daar goed toe. De nakende heraanleg van de Anspachlaan is misschien het geschikte moment...” Steven Van Garsse Fietsvademecum n°7. Meer info op www.mobielbrussel.be


BDW REGIO

BDW 1409 PAGINA 10 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Sint-Agatha-Berchem > Cultuurbeleidsplan 2014-2019 kijkt naar nieuwkomers

Drie prioriteiten voor Berchem

Agnès Vanden Bremt is tot eind 2015 cultuurschepen van Sint-Agatha-Berchem: “Er zal meer aandacht naar erfgoed gaan, met voorrang voor de Oude Kerk.”

“Ik zal mijn uiterste best doen om de aanzet te geven voor de restauratie van de Oude Kerk,” zo draagt Agnès Vanden Bremt (CD&V), Cultuurschepen van 2013 tot 2015, een van haar prioriteiten aan. Naast De Kroon is de Oude Kerk de meest waardevolle cultuurzaal in de gemeente. “Ik wens de volgende te zijn die in de gemeenteraad iets krijgt.”

E

erst het rapport van het cultuurbeleidsplan Belofte aan Berchem 2008-2013, onder sturing van voormalig Nederlandstalig cultuurschepen Peter Decabooter (CD&V), die de laatste drie jaar van deze legislatuur (20162018) zal terugkomen op die stoel. Grootste verwezenlijking van vorig plan is de renovatie en uitbreiding ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

van gemeenschapscentrum De Kroon (2013). Ook is de modernisering van de Nederlandstalige bibliotheek doorgedreven, met uitzondering van de leestuin met paadjes: een Doornroosjesverhaal. Maar de luifel voor het leesterras, de tafels en de stoelen zijn besteld, bevestigt Vanden Bremt. Verder werd de jeugdinfrastructuur in de Groendreef (voor De KUUB en Chiro) uitgevoerd. En is dankzij de programmering van De Kroon, onder andere met het Visueel Festival Visuel, het publiek vermenigvuldigd, precies door geen accent meer te leggen op taalorigine: de samenwerking met de Franstaligen staat model voor het Gewest. De nood aan een communicatieplan blijft echter hoog. “We gaan prioritair werk maken van een communicatieplan,” stelt Vanden Bremt. “De ontwikkeling ervan ligt in handen van de public relationsdienst van de gemeente. Het is de bedoeling dat de gemeentelijke website wordt uitge-

breid met een cultuurpagina met links naar de websites van programmatoren. Het zal problemen kunnen oplossen zoals het afstemmen van belangrijke evenementen op elkaar.” Zwak in de uitvoering van de Belofte aan Berchem is de aandacht die ging

© MARC GYSENS

denis, bleef het zes jaar stil. Vanden B remt: “Er zal meer aandacht naar erfgoed kunnen gaan van zodra de Erfgoedbank van het gewest een bruikbaar instrument wordt. Het fotoarchief dat de Berchemnaar hier zelf aan kan toevoegen, kan de aanzet vormen tot nieuwe interessante erfgoedprojecten.”

Nieuwkomers En dan het nieuwe cultuurbeleidsplan, met drie topprioriteiten: kansengroepen en inwijkelingen,

“Het gesukkel van staatssecretaris De Lille (Groen) rond de vrijetijdswaardebon was een verkeerd signaal naar de burger”

naar erfgoedbeleid. Uitgezonderd een tentoonstelling met boek over honderd jaar vliegveld, die bewees dat de burger veel interesse betoont in erfgoed, en een project rond mondelinge overlevering van de geschie-

restauratie van de cultuurtempel Oude Kerk, en uitbreiding van de capaciteit van het Nederlandstalig onderwijs. Sinds 2007 kreeg de gemeente er pakweg 3.000 inwoners bij. Dat zette de Vanden Bremt ertoe

aan om onder impuls van cultuurbeleidscoördinator Marc Bultereys het volgende cultuurbeleidsplan 2014-2019 te focussen op ‘Nieuwkomers maken het dorp spannend’. De ambities liggen niet hoog, blijven realistisch op korte termijn en leggen een accent op meer input van de nieuwe populatie in het sociocultureel leven. En niet alleen via integratie dankzij de Brede School. “In het vernieuwde Adviesorgaan voor Nederlandstalige cultuur zijn alvast mensen opgenomen die belangrijke minderheidsgroepen in de gemeente vertegenwoordigen, zoals The Voice of Afro-Belgians, vzw Het Meervoud en dienstencentrum Ellips,” stelt Vanden Bremt. “Bedoeling is dat zij de sociale programmatie en cultuurbeleving mee inhoud geven en sturen, en zo de diverse gemeenschappen warm te maken voor het aanbod. Wat staatssecretaris De Lille (Groen) met het gesukkel rond de vrijetijdswaardebon heeft getoond, was een verkeerd signaal naar de burger. Vanuit de gemeente sturen we aan op cultuurdifferentiatie.” Daarvoor zijn alvast enkele troeven voorhanden, zoals het nieuwe cultuurcomplex De Kroon (2013), op de valreep van de Belofte aan Berchem gerealiseerd. Ook staat de samenwerking met de Franstalige Gemeenschap model, in projecten als Symbiose 1082, het Visueel Festival Visuel en de bicommunautaire deelname aan de Zinneke Parade. “Voor alle samenwerkingsprojecten tussen de Vlaamse en Franse cultuurgemeenschap wordt de afspraak gemaakt dat ieder de helft betaalt,” verklaart Vanden Bremt. “Op die manier heeft iedereen er evenveel baat bij.” Wie kansengroepen zegt, denkt ook aan werkloosheid. “Die zit met 16,3 procent een stuk lager dan het gemiddelde van 20,2 in het Gewest (2011),” geeft Bultereys mee. “Waar we geen verklaring voor vinden is het feit dat het aandeel laaggeschoolde werklozen in Berchem zo hoog is, 34,4 procent tegenover 29,2 in het hele Gewest. Met wijkprojecten op sociocultureel vlak kunnen we die kansengroepen bereiken.” Blijft als grote uitdaging nog de recente explosie van het aantal kleuters in de gemeente, als gevolg van de instroom van nieuwkomers en de definitieve aanpak van de cultuurzaal Oude Kerk. “De reorganisatie van de klasjes is tijdelijk opgelost, maar de toekomst zal uitbreiding van de infrastructuur vragen. Voor de Oude Kerk moet er voorrang gegeven worden aan de restauratie.”

Jean-Marie Binst


BDW 1409 PAGINA 11 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Ganshoren > Oppositie hekelt aanpak van exploitatie Nereus

Het Ganshorense schepencollege, ex-burgemeester Michèle Carthé (PS) op kop, heeft een potje gemaakt van het dossier van het beheer van het zwembad Nereus. Zoveel is duidelijk na de speciale gemeenteraadszitting over de kwestie. De zitting van donderdag kwam er op vraag van de oppositie. Die had inzage gekregen in de stukken en gaf een uitgebreid relaas van de feiten. Het zwembad ging dicht in 2002 en werd de afgelopen jaren gerenoveerd op kosten van Beliris. Wanneer het eindelijk weer opengaat, is niet bekend. Carthé – tot eind 2012 burgemeester, nu eerste schepen – is sinds de sluiting op zoek naar een oplossing voor de exploitatie. Het zwembad zou immers per definitie deficitair zijn. Het college hoopte het jaarlijkse verlies, geschat op een half miljoen euro, te kunnen delen met buurgemeenten Jette, Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem. Die hadden ook nood aan een zwembad

© BELIRIS

‘Buis voor management’

Nereus is opgeknapt, maar de heropeningsdatum is nog niet bekend.

voor hun scholen en inwoners. In 2006 kreeg het Ganshorense college subsidies voor een studie naar mogelijke samenwerkingsvormen. De opdracht ging niet naar een studiebureau, maar naar een advocaat, volgens oppositiepartij ProGanshoren een ‘bevriende PS’er’. Het kantoor stelde de oprichting voor van een intercommunale. Jette, Koekelberg en Berchem waren voor, maar wilden wel weten wat dat ging kosten. Ze moesten echter eindeloos wachten op een financieel en be-

heersplan. Toen dat er kwam, bleek het nogal in het voordeel van Ganshoren uit te vallen. Ganshoren zou bijvoorbeeld zes en de drie andere gemeenten maar drie bestuursmandaten krijgen. Zonder veel overleg schoof Ganshoren even later ook de inkomtarieven naar voren. Voor de buurgemeenten was de maat vol. In een open brief lieten ze weten niet zinnens te zijn alleen maar te betalen. Ze wilden ook mee beslissen en zeiden te streven naar een zwembad zonder deficit.

Daarop veranderde het Ganshorense college het geweer van schouder. Na zeven jaar gepalaver over een intercommunale met de buurgemeenten, zocht Ganshoren eind 2013 plots toenadering tot Brussel-Stad. Er moet met minstens één andere gemeente samengewerkt worden om de 120.000 euro subsidies te behouden die het gewest in het vooruitzicht heeft gesteld. Ganshoren onderhandelt nu met de stad Brussel, die zwemgelegenheid zoekt voor zijn Lakense scholen. De baden van Molenbeek en Laken zijn namelijk dicht. Maar of Brussel-Stad ook zal delen in het deficit is niet duidelijk. Carthé deed donderdag weinig moeite om de oppositie tegen te spreken. “Een intercommunale werd moeilijk omdat het zwembad voor de buurgemeenten niet deficitair mocht zijn. Maar dat kan alleen met hogere inkomprijzen, en wij willen democratische tarieven. Daarom opteren we nu voor een lichtere samenwerkingsvorm, die tijdelijk is. De volgende regering neemt het beheer van de zwemba-

den misschien wel over.” Schepen van Sport Van Laethem (LB) voegde daar nog aan toe dat het zwembad al zo goed als vol zal zijn met de Ganshorense scholen en er dus eigenlijk geen plaats is voor de scholen van buurgemeenten. De Jetse schepen van sport Benoît Gosselin (LBJ) reageerde ontgoocheld. “Waarom vroeg men ons er dan bij?” Volgens hem is de financiele studie niet objectief. “Wij wilden een zo klein mogelijk deficit. Daarvoor is het echt niet nodig dat het tarief 7 of 8 euro wordt. Je kan ook de bezettingsgraad verhogen. Volgens ons kunnen er veel meer mensen zwemmen dan in de studie wordt gezegd. En er kunnen extra inkomsten zijn van cafetaria en parking.” De oppositie is misnoegd omdat Ganshoren mogelijk alleen opdraait voor een deficit. “En wat een verspilling van tijd en belastingsgeld,” zegt Alain Beeckmans (Groen). “Er is 44.000 euro betaald voor een studie waar niets mee gebeurt. Dat is een buis voor management.” Hij vroeg zelfs het ontslag van Carthé en huidig burgemeester Gillard (MR). Dat was nog voor de recente aanstelling van de directeur van het zwembad ter sprake kwam. Volgens de aanwervingsvoorwaarden moest het iemand zijn met een hoger of universitair diploma. “En wat is het geworden,” fulmineerde ProGanshoren. “Een jongen van 21 zonder diploma of ervaring.” Bettina Hubo

ADVERTENTIE

nschrijven in een Nederlandstalige school in Brussel?

U vindt de juiste weg op e b l. e s s ru b in n e jv ri h c s n www.i Secundair onderwijs

InSchrIjven In het 1Ste jaar van het BrUSSelS nederlandStalIg SecUndaIr onderwIjS: Om in te schrijven in het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel voor het schooljaar 2014-2015 gelden er verschillende regels per school:

1. Voor 19 scholen moet u aanmelden om te kunnen inschrijven in het 1ste leerjaar A: a. 6 - 31 januari 2014: u moet de persoonsgegevens en schoolkeuze van uw kind registreren via de website www.inschrijveninbrussel.be b. 4 - 21 februari 2014: als u tot een voorrangsgroep behoort (Nederlands/ GOK/niet-GOK), dan controleert de school de documenten die dit bewijzen c. 24 februari 2014 13u - 16u: u moet uw kind aanmelden via de website www.inschrijveninbrussel.be; de tijdsregistratie bepaalt de ordening van uw kind d. 10 maart - 4 april 2014: u moet uw kind inschrijven of een bewijs van niet gerealiseerde inschrijving halen e. vanaf 23 mei 2014: vrije inschrijvingen

2. In de andere secundaire scholen in Brussel kunt u uw kind rechtstreeks inschrijven voor het 1ste jaar secundair. Deze scholen organiseren inschrijvingen vanaf 10 maart tot en met 4 april met voorrang voor: a. leerlingen met thuistaal Nederlands (55%) b. GOK-leerlingen (25%) c. niet-GOK-leerlingen (75%) Deze scholen organiseren vrije inschrijvingen vanaf 23 mei 2014.

Informatie over inschrijven in de hogere jaren van het secundair onderwijs, of in het buitengewoon onderwijs: www.inschrijveninbrussel.be.

LOP Brussel SO


BDW 1409 PAGINA 12 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Elsene > Geen dividend, achterstallige betalingen

‘Crisisrekening’ voor Teitelbaum’

“2012 is het jaar waarin de gevolgen van de financiële crisis het sterkst doorwegen op de gemeentefinanciën,” legt Viviane Teitelbaum uit. “Vooreerst is er in de jaren 2009, 2011 en 2012 geen Dexia/ Gemeentelijke-Holding-dividend uitgekeerd. In de jaren voor de crisis was dat goed voor gemiddeld twee miljoen euro per jaar. Ten tweede: administraties innen traag. We hebben nog recht op twee miljoen euro achterstallige belastingen die de federale overheid heeft geïnd. Daarnaast moet de federale overheid ook nog belastingsgeld doorstorten dat aangegeven werd met het elektronische betalingsloket tax-on-web.” Maar niet alleen de federale administratie werkt traag, ook de gemeente zelf heeft te kampen met de bureaucratie. Teitelbaum: “Bij de doorlichting van de gemeentefinanciën door

© SASKIA VANDERSTICHELE

Elsene heeft in 2012 een financieel tekort van acht miljoen euro geboekt. Volgens schepen van Financiën Viviane Teitelbaum (MR) zijn de rekeningen van twee jaar geleden het absolute dieptepunt. “Nu zou het beter moeten gaan.”

Viviane Teitelbaum.

externe revisoren krijgen we steeds de opmerking dat we proactiever op zoek moeten naar nog niet geïnde bedragen. We missen heel wat geld doordat achterstallige betalingen begraven worden onder administratieve vergetelheid. Nochtans kunnen we tot vijf jaar teruggaan in de tijd om zulke bedragen op te eisen. Het gaat dan bijvoorbeeld om nog

niet geïnde taksen op tweede verblijven.” De reserves van de gemeente bedragen 40 miljoen euro. Elsene heeft de voorbije decennia wel 145 miljoen euro geleend. En ook dit jaar voorziet de gemeente om negentien miljoen euro te lenen. Opmerkelijk genoeg verdedigt de liberale schepen dat beleid. “Kijk, Elsene is een grote gemeente die veel aanbiedt aan haar burgers: een museum, vier theaters, veel horeca, en dan zijn er nog twee universiteiten en een heus Europees parlement. Dat kost ons veel geld, maar het loont de moeite om daar geld aan uit te geven want daardoor blijft de gemeente aantrekkelijk.” In het verleden viel de CDH-Ecolooppositie herhaaldelijk de hoge uitgavenstaat van de gemeente aan. Lang kon er in Elsene ook een commissie worden bijeengeroepen die elk gemeenteraadslid de kans gaf om gedetailleerde vragen over de financiën te stellen aan gespecialiseerd gemeentepersoneel. Teitelbaum schafte die mogelijkheid af. “Laat me eerlijk zijn,” zegt de schepen. “Er is een verschil tussen een cijfermatige en een politieke discussie over financiën. De cijfermatige discussie is moeilijk en voer voor specialisten. Dat besteed ik liever uit aan een externe revisor, die misschien wel duurder is, maar veel beter werk levert dan gemeenteraadsleden die naast de politieke discussie ook de cijfermatige discussie willen voeren.” CD

Sint-Jans-Molenbeek > Hoteltaks voor Meininger

Belasting viseert budgethotel Tijdens de laatste gemeenteraad van 2013 heeft het Molenbeekse schepencollege nog snel een hoteltaks ingevoerd. N-VA-oppositieraadslid Dirk Berckmans vreest dat het nieuwe Meininger Hotel daar niet tevreden mee is. En inderdaad.

dat vorige lente de deuren opende. N-VA-gemeenteraadslid Dirk Berckmans vreest dan ook dat ze er bij het Meininger Hotel niet mee kunnen lachen. “Het Meininger Hotel levert een belangrijke bijdrage aan de lokale economie en draagt zo al bij tot de gemeentefinanciën. Men heeft een gemakkelijke prooi gevonden.” Berckmans geeft nog mee dat hij geen problemen heeft met de relatief kleine toeristentaks voor de overnachtingen, maar wel met de kamer- en sterrentaks. Tom Debrabandere, manager bij Meininger, zit op dezelfde lijn. “Een toeristentaks is normaal, dat doen alle steden en gemeenten. Maar die kamertaks kost ons volgend jaar potentieel 280.000 euro. Bovendien stemde de gemeenteraad dit op het einde van het jaar, wanneer onze begroting al was opgemaakt. Ik had op zijn minst wel wat communicatie verwacht.” Volgens Debrabandere wordt de kamerbelasting niet doorgerekend in de prijzen. CD

Schepen van Financiën Abdelkarim Haouari (CDH) voert eigenlijk twee belastingen in: een voor de overnachting en één voor het aantal kamers en sterren dat een hotel heeft. Haouari verdedigt die beslissing door te verwijzen naar de financiële problemen van Molenbeek. “We hebben geld nodig maar willen de hogere belastingen zoals de onroerende voorheffing niet hoger maken. Dus doen we het op deze manier. Trouwens: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was van plan om zelf een hoteltaks te innen, het zou er uiteindelijk toch van gekomen zijn.” In de praktijk viseert de taks eigenlijk maar één hotel, het Meininger Hotel aan de Henegouwenkaai, een succesvol budgethotel

Evere > Het nalatenschap van heemkundige Pieter Cnops gaat naar het AMVB

‘De Everse geschiedenis begint hier’ Een jaar geleden overleed Pieter Cnops (1928-2012), hét geheugen van Evere. Meer dan zestig dozen boordevol materiaal over de lokale geschiedenis van Evere vertrokken naar het Archief voor het Vlaams Leven te Brussel (AMVB). Heemkundige Wim Van der Elst (Laca) ploos ze uit en maakte een eerste inventaris op. Dat leverde een lijst op van vijftig pagina’s op. Van der Elst scande ook 5.000 vaak unieke oude foto’s en dia’s van Evere. “Neem nu deze reeks over steenbakkerijen in Evere,” zegt Van der Elst. “Tot in de jaren 1950 nog werden er op het land stenen gebakken!” Andere foto’s zijn van de hand van Cnops zelf en zijn kort na de Tweede Wereldoorlog gemaakt. Daarop is te zien welke schade de bombardementen er hebben aangericht. Verder zijn er dozen over de geschiedenis van kerken, Everse families, straten, gebouwen, verenigingen, het politieke leven, etc. De verzameling-Cnops is zéér volledig. Toch is volgens Van der Elst niet alles in het archief-Cnops even interessant. “Er zitten veel kopieën in van archiefstukken, uitreksels uit het kadaster en notities. Daar kan

Wijlen Pieter Cnops ging als een echte encyclopedist te werk.

je niet zoveel mee. Maar voor wie de geschiedenis van Evere wil schrijven, is het archief-Cnops wel een uitstekend aanknopingspunt.”

In het archief zitten ook drukproeven van de delen II en III van Evere, Vroeger - Jadis, het monumentale werk van Cnops waarvan in 1997

© SASKIA VANDERSTICHELE

deel I verscheen. “De vraag is natuurlijk altijd wie hier nog in geïnteresseerd is. Het aantal autochtone Everenaars slinkt jaar na jaar. En er

zijn door de band genomen weinig nieuwkomers die het verleden van de eigen gemeente willen kennen. Wat jammer is.” De kans dat de twee delen nog gepubliceerd worden is dus eerder gering. En er is nòg een boek van Cnops drukklaar: over Evere tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt wel kans op postume publicatie. Uit het nalatenschap blijkt dat Cnops als een echte encyclopedist te werk ging. Hij ging bijvoorbeeld alle straten van Evere af, kadaster per kadaster, om het volledige verhaal te kunnen schrijven. Inclusief dat van de families die er achtereenvolgens woonden. “En daar maakte hij dan ook nog eens de stamboom van op,” zegt Van der Elst. Dat maakt het wel niet altijd even makkelijk om een rode draad terug te vinden, vindt Van der Elst. Vraag is intussen of anno 2014 de geschiedenis van Evere al niet helemaal is geschreven. Van der Elst schudt categoriek het hoofd. “Neen. De Histoire des environs de Bruxelles van Alphonse Wauters uit 1855 (!) geldt nog altijd als de standaard. En dat wil wat zeggen. Het terrein ligt dus nog grotendeels braak.”

Steven Van Garsse


BDW 1409 PAGINA 13 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

In Brussel wordt er al meer dan vijf jaar werk gemaakt van de sociale en pedagogische functie van kinderopvang, onder andere via regiogroepen waaraan de leidinggevenden van kinderopvang mee vorm kunnen geven aan het toekomstige lokaal loket kinderopvang. Dit laat in Brussel een brede ruimte aan kinderdagverblijven om hun eigen accenten te leggen omtrent de voorrang van de kansengroepen. Uiteraard is dit niet eenvoudig als je kinderdagverblijf gelegen is in de arme wijken van Brussel. In Brussel een voorrang willen verlenen aan tweeverdieners, zoals het artikel beoogt, is een ontkenning van het feit dat er zeer veel alleenstaande ouders zijn die nood hebben aan kinderopvang. Deze alleenstaande ouders hebben minder mogelijkheden dan tweeverdieners. Inkomensgerelateerde kinderopvang dient alleenstaande en andere kansarme groepen te helpen als we het Matteüseffect willen milderen. Het probleem in Brussel is dat er nog steeds te weinig inkomensgerelateerde kinderopvang is, vooral in de armere wijken. In Brussel zijn vraag en aanbod niet op elkaar afgestemd. Rijke wijken hebben meer kinderopvang dan arme kindrijkere wijken. Het nieuw decreet heeft uitdrukkelijk de ambitie om tegen 2020 te komen tot een behoeftedekkend aanbod! Tweeverdieners die zich benadeeld voelen omdat ze als ‘rijkerer burgers hogere boetes betalen dan mensen met een zeer laag inkomen dienen zich tot de inrichtende macht van hun kinderopvang te wenden en op dit niveau in overleg te gaan. Het schrijnende plaatstekort aan kinderopvang dienen ze op een ander niveau aan te vechten. Naam en adres bij de redactie bekend

Overstap trein-metro In zijn artikel ‘Een deel van de treinkoek’ in de krant van 19 december (BDW 1407, p.11) schrijft Christophe Degreef heel juist: “Pendelaars die naar de stad komen, zullen moeten leren overstappen in bijvoorbeeld het Weststation en dan met de metro naar het centrum.” Hij voegt daaraan toe: “Pendelaars willen in het Centraal Station kunnen blijven afstappen.” Nog enkele tips: 1.Treinen die in Weststation stoppen, zijn vooraf in het treinstation Simonis gestopt. 2. De metrostations Simonis en Weststation zijn gelijkwaardig aan het metrostation Centraal Station, want de metro’s rijden er in vier richtingen. Blijft natuurlijk het feit dat Centraal Station dat reeds in het centrum ligt, zes treinsporen telt en de twee andere genoemde treinstations elk twee, en dat er bovendien veel meer frequentie is op elk van die zes sporen van het Centraal Station. Odon De Leye, Ganshoren

Daniel Alliët Als overtuigd atheïst en socialist vind ik het schitterend wat priester Daniel Alliët allemaal doet (BDW 1408, p.26-27). Hij is een West-Vlaming die uit het goede hout gesneden is: weinig woorden maar des te meer daden. Het is hartverwarmend om te zien hoe hij blijft strijden tegen onrechtvaardigheid en een stem en hoop probeert te geven aan allen die het moeilijk hebben in onze maatschappij. Daniel Alliët is voor mij een echte inspiratiebron. Beste Daniel, “voortdoen en bluve voortdoen” zoals je moeder het je leerde van jongs af aan. Respect. Rohnny Buyens, Opvolger van Daniel Alliet als voorzitter bij Samenlevingsopbouw Brussel

Kinderopvang Het opiniestuk van Jong N-VA over de Brusselse kinderopvang (BDW 1404, p.14) biedt een amalgaam aan oplossingen, maar zonder grondige kennis van de regelgeving en de inspanningen die op het terrein werden geleverd om tot een ‘eerlijke’ verdeling te komen van de schaarse opvangplaatsen. In het Brussels Gewest wordt gestreefd naar een ‘evenwichtig opnamebeleid’, met enerzijds 20 procent voorrang voor kansengroepen en anderzijds (maximaal) 55 procent voorrang aan kinderen met thuistaal Nederlands. Kinderdagverblijven die ervoor kiezen om méér dan de wettelijk bepaalde 20 procent te reserveren voor doelgroepen worden niet beloond voor hun inspanningen via het nieuwe decreet. Ouders die een beroep doen op de inkomensgerelateerde opvang betalen een dagprijs naargelang hun inkomen. Deze dagprijs is wettelijk bepaald. Het systeem van boetes dat in dit artikel wordt aangeklaagd, wordt bepaald door elke inrichtende macht van het kinderdagverblijf en valt niet onder de wettelijk bepaalde regelgeving. De regeling van boetes neemt een kinderdagverblijf op in het huishoudelijk reglement. Ouders ondertekenen bij aanvang van de opvang dit huishoudelijk reglement voor akkoord. Dit betekent dat ze instemmen met de krijtlijnen van het kinderdagverblijf van hun keuze. Als ze hier niet mee instemmen kunnen ze naar private kinderopvang gaan waar ze een forfait betalen voor hun gereserveerde plaats, ongeacht aanwezigheid of afwezigheid. In gesubsidieerde opvang wordt doorgaans een boetesysteem ingesteld om ouders te doen beseffen dat een gereserveerde niet ingenomen plaats verlieslatend is voor de gesubsidieerde inkomsten van dit kinderdagverblijf. Een erkend gesubsidieerd kinderdagverblijf krijgt subsidie voor de effectieve aanwezigheden.

De vlag en haar strepen © NIELS MICKERS

Ninoofsepoort

Op weg naar onze (ex-) nationale plantentuin in Meise ben ik tijdens de zomermaanden vaak voorbij het Atomium gefietst waar onze Belgische vlag op de bovenste bol prijkt. Ik heb mij steeds afgevraagd waarom ingenieur André Waterkeyn geen wereldfaam geniet. Om de vijftigste verjaardag van het Atomium te vieren werd in 2008 de Belgische vlag door een Seaking op het Atomium neergezet. Het doet mij hartzeer telkens ik kijk naar de toeristen die kiekjes nemen van het Atomium én de vlag, want deze vlag zit onder het vuil! Toegegeven, de zwarte streep verkleurt nauwelijks onder het stof, maar de rode streep wordt roodbruin en de zuiver gele middenstreep wordt grauwgeel. Bovendien is de vlag langs één kant gerafeld alsof een knaagdier er zijn tanden heeft ingezet. Gelukkig zijn er ook uitzonderingsmomenten. Zo hebben op 6 september 2013 de 50.000 toeschouwers die verzamelden in het Boudewijnstadion voor de Memorial Van Damme het vuil op de vlag niet gezien. Zij hebben zelfs geen vlag gezien: het was windstil die avond. Op 1 oktober keek ik verrast op naar de vlag die halfstok hing. Voor welke gelegenheid was onze natie in rouw? Een zoektocht op internet leverde niets op. Een week later hing de vlag nog steeds halfstok en drie weken later was dat nog altijd het geval. Op een ‘warme’ Decemberdag waarop het zelfs mogelijk was te picknicken in het Pachthof van de plantentuin heb ik afscheid genomen van onze vlag, versie 2013. Zij was toen nog wat lager gezakt en de rode en gele streep waren nu haast identiek groezelig. De vlag was inderdaad ‘een vod’ geworden zoals een politicus enkele maanden eerder smalend had opgemerkt. Mijn wens voor 2014? Moge de Seaking opnieuw op het Atomium neerdalen om onze Belgische vlag op te pikken en haar een wasbeurt te geven. Dan zal ik met vertrouwen de verkiezingen van 2014 tegemoet zien.

Brigitte Daenens, Sint-Gillis

Het artikel ‘Niemandsland op zoek naar agenten’ (BDW 1408, p.2-3) sluit af met de opmerking dat de Ninoofsepoort nood heeft aan mensen die er willen (blijven) wonen. Feitelijk heeft heel Brussel nood aan mensen die er willen (blijven) wonen. Ooit werd de Brusselpremie in het leven geroepen voor de ambtenaren van de plaatselijke besturen en de VGC en voor leerkrachten, maar die kende en kent nog steeds geen denderend succes. Het ware nuttig om deze Brusselpremie eveneens toe te kennen aan opiniemakers, journalisten van diverse media, gemeenschapcentrumverantwoordelijken en personeel, beleidmakers, beeldende kunstenaars, zangers, theatermensen, Brussels kabinetspersoneel, ja zelfs aan gemeenteraadsleden en schepenen. Ongeacht of ze nu Vlaming of Franstalig zijn… Kortom aan al diegenen die met hun Brussel de kost verdienen en er zeer dikwijls een uitgesproken mening op nahouden. En aan diegenen die er werden geboren, zijn groot geworden, er school hebben gelopen, er werken en bovenal er zijn blijven wonen en dit hun hele leven lang, zeer dikwijls de mond gesnoerd werden als ze het waagden één en ander aan te kaarten. Dan wordt Brussel weer een bruisende stad en kunnen alle voornoemden na het meepikken van het obligate theaterstuk, optreden, lezing of pintje in de toffe bruine kroeg huiswaarts keren met een fiets van Villo of met tram, bus of metro in plaats van hun auto te moeten gaan opzoeken op Parking 58. Stef Delannoo, Anderlecht

De Radar Na het vernemen in de pers dat er opnieuw deining zou zijn in onze school (BDW 1408, p.2), hadden wij graag als school en als voltallig leerkrachtenteam gereageerd. We zijn een nieuwe school opgericht uit het niets sinds vorig jaar in een Brusselse gemeente. Als leerkrachten spreken we in de school Nederlands. Tijdens vele activiteiten over dagdagelijkse handelingen en in onze thema’s trachten wij de kinderen hun woordenschat Nederlands uit te breiden. Ieder kind neemt deze woordenschat natuurlijk op zijn eigen tempo op en ontwikkelt op zijn eigen tempo. Dit trachten wij als leerkrachten zo veel mogelijk te stimuleren. De veiligheid en toezichten in onze school werden ook aangeklaagd in het artikel. Wij wensen hierop graag te zeggen dat elke leerkracht ingeschakeld is in een beurtrol en dat er steeds en te allen tijden twee leerkrachten op toezicht staan tijdens elk moment van de speeltijden. Ook kunnen wij beroep doen op vrijwilligheid van ouders die ons bijstaan bij de toezichten. Ook de hygiëne zou te wensen overlaten in onze school. Elke leerkracht is verantwoordelijk voor zijn klas. Er werden nieuwe vuilnisbakken gekocht en we streven naar een goed sorteersysteem. Elke leerkracht stofzuigt en veegt zijn klas elke dag. De handen worden steeds gewassen voor en na het eten. We hebben vier plaatsen met sanitaire voorzieningen. We ontvingen reeds veel steun en positieve reacties van ouders We streven naar een gezonde levensstijl en trachten de kinderen hierin zoveel mogelijk te stimuleren. We optimaliseren zoveel mogelijk de leer- en leefomgeving. Ook onze gebouwen en omgeving zoals de speeltuin proberen wij op te waarderen. We hebben bewust als school gekozen voor een mooi gebouw midden in een buurt om samen school te maken en kinderen respect te leren opbrengen voor materialen en omgeving. We zijn als nieuw leerkrachtenteam sterk gemotiveerd om samen met de kinderen, de ouders en de buurt een school uit de grond te stampen zodanig dat elk kind optimaal kansen krijgt om zich te ontplooien en zich goed te voelen. We hopen dat we samen stap voor stap kunnen verderwerken en de kinderziekten wegwerken. We staan met drie voltijdse kleuterleerkrachten, twee leerkrachten voor de lagere graad, twee zorgleerkrachten, een turnleerkracht en een coördinator. Wij als schoolteam staan achter een open communicatie met ouders, kinderen en onze omgeving. Iedereen kan steeds bij ons terecht met vragen, opmerkingen en suggesties. Ine Beyloos, Adelheid Rijk, Lore Vandermosten, Jessica September, Joyce Van Eynde, Elise V.G, Koenraad Bruyneels, Christine Dewitte, Benjamin Vanhaverbeke

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.


BDW 1409 PAGINA 14 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

“Zolang de overheid geen beperkende maatregelen legt op het gebruik van milieunegatieve producten, zullen hun alternatieven geen ontwikkelstimuli krijgen,” zegt een groep Brusselse fietsers.

© BART DEWAELE

Mobiliteit > Brusselse fietsers zijn vervuiling beu

Naar een vervuilbelasting op diesel BRUSSEL – Een groep Brusselse fietsers luidt de alarmbel naar aanleiding van een reeks artikels in de media over fijn stof, de uitbreiding van de Ring en de verdieseling van het wagenpark. Allemaal evoluties die de gezondheid van de bevolking in Brussel in gevaar brengen, klinkt het. Een vervuilbelasting kan de oplossing zijn.

BDWOPINIE Dieselolie. Passie der Belgen. Van de 5,44 miljoen personenwagens die op 1 augustus 2012 rondreden in België, reden er 3,4 miljoen op diesel. Het aandeel dieselwagens nam verder toe tot 62,4 procent van ons wagenpark, waarmee we massaal in de file gaan staan. Wij fietsers zien het met afschuw gebeuren. Wij ondervinden de vervuiling aan den lijve, ook al worden anderen er net zoveel aan blootgesteld: elke Belg verliest één levensjaar door de luchtvervuiling. Een gezonde lucht is een elementaire vrijheid die ons door vervuiling wordt ontzegd.

Dieseluitstoot is een belangrijke boosdoener, niet voor niets de stille massamoordenaar genoemd. Het is hoog tijd voor een nieuwe aanpak. Wij als dagelijkse fietsers zien het huidige autobeleid met lede ogen aan. Fietsend vervuilen wij niet en toch betalen we cash de gevolgen van het gedrag van de vervuiler. Mensen die een auto hebben, willen en zullen ermee rijden, totdat ze in de file tot stilstand komen. Op politiek vlak durft niemand schadelijke status quo’s te doorbreken, uit angst voor de publieke opinie of voor de bedrijfswereld die zwaait met jobs die ze anders op de tocht gaan moeten zetten. Vervuilbelasting? Braindrain! En toch, landen die op het vlak van duurzaamheid grote stap-

pen zetten doen het economisch echt niet slechter, integendeel – zie Duitsland of Zwitserland. Waarop wachten we? Enkel Frankrijk, Spanje en Ierland hebben een nog groter dieselpark dan België. Ondanks dat dieselrijden financieel steeds minder interessant wordt is diesel nog steeds populair, vooral op de tweedehandsmarkt en in het bedrijfsleven. Door een auto met tankkaart deel uit te laten maken van het salarispakket van werknemers wordt het Belgisch loonkostprobleem voor een stuk opgevangen, maar wel op een erg vervuilende manier.

Stiefmoederlijk behandeld Het is intussen bewezen dat die-

seldamp kankerverwekkend is en dieselwagens de grootste daders zijn van de fijnstofvervuiling in ons land. Dit brengt onze gemiddelde levensverwachting, toch de grootste verwezenlijking van de welvaartstaat, met een jaar terug. Vele miljoenen Europeanen leven in zones die de EU-luchtkwaliteitsnormen niet halen waaronder zo goed als alle Vlamingen en Brusselaars. De maatschappelijke kost loopt in de miljarden. Recente auto’s hebben een roetfilter, maar deze laten de fijnste partikels door en het valt nog te zien of die filters wel zo effectief blijven na enkele jaren gebruik. We kunnen niet wachten op de onzichtbare hand, op de brede verspreiding van groene technologie of op de ineenstorting van de olie-economie. Wat we nu kunnen doen, moeten we nu doen. Het autoverkeer zorgt voor een meervoudig probleem: van volksgezondheid, van mobiliteit, van

loonpolitiek, van technologie en van ruimtelijke ordening. De dieselwagen verscherpt de problematiek nog. Volharden in deze technologie is immers een industriële strijd die op voorhand verloren is, de olie raakt op en we blijven afhankelijk van dictatoriale regimes, ondanks de tijdelijke boom van dure en vervuilende ontginningstechnieken in de VS. De elektrische auto is slechts een lapmiddel, je staat er ook mee in de file, zelfs op een bredere Ring. Het is tijd voor een intergewestelijk masterplan mobiliteit: tijd dat alle vervoers- en mobiliteitsplannen van de Lijn, de NMBS, de MIVB naast en op elkaar gelegd worden. Zo’n masterplan moet kunnen bouwen op nieuwe principes van fiscaliteit, van vrachtvervoer en van nieuwe ruimtelijke ordening. We steken veel te weinig energie in het uitdokteren van alternatieve vervoersmiddelen en technologie. Openbaar vervoer wordt nog steeds


BDW 1409 PAGINA 15 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

stiefmoederlijk behandeld. Het GEN, intergewestelijke trams of light-rail naar en rond de stedelijke kernen blijven toekomstmuziek. Er is nog steeds geen slimme kilometerheffing. Waar is de stadsdistributie met vrachttrams en elektrische bestelbusjes en -fietsen? Het containertransport over binnenwateren? Ook de ruimtelijke planning houdt geen rekening met mobiliteit en vervuiling, getuige onze drie megaprojecten bij de nu al oververzadigde Ring. We blijven open ruimte volbouwen met woonlinten in plaats van te verdichten rond openbare vervoersassen. Zo zorg je ervoor dat straks niemand nog zonder auto kan. De keuze van het beleid valt op het ‘optimaliseren’ van de Ring. Maar meer infrastructuur trekt nu eenmaal meer verkeer aan. Als mensen massaal de fiets namen of het openbaar vervoer zou uitbreiden, dan creëer je op de bestaande wegen ook veel meer ruimte voor alle noodzakelijke autoverplaatsin-

moet samen gaan met een fiscaliteit die afgestemd is op het ontraden van vervuilende keuzes. Maar dan wel doelmatig alstublieft. Het belang van dergelijke fiscaliteit mag niet onderschat worden: landen waar de belastingen op diesel hoog liggen, hebben minder schadelijke uitstoot per inwoner. Andersom zorgen lage heffingen voor misstanden: België transitland, met haar centrale ligging en afwezigheid van enige fiscale belemmering van die transit, rijdt bumper tegen bumper. Van transitland tot fileland, het was maar een kleine stap. Onze welvaart wordt aangetast. Milieu-economen stellen dat belastingen op negatieve zaken zoals vervuiling de enige belastingen zijn die welvaart scheppen in plaats van ze te vernielen. Andere landen zoals Nederland of Denemarken gaan al een stuk verder en hun economie werd heus niet verpletterd door de concurrentie van de buurlanden. Vervuilbelastingen moeten ons

“Dieseldamp brengt onze gemiddelde levensverwachting, toch de grootste verwezenlijking van de welvaartstaat, met een jaar terug”

gen. Maar dat dringt blijkbaar nog steeds niet door. Onze fixatie op de auto maakt ons blind voor andere oplossingen.

Vervuilbelasting Zij die veel te lang hun koolmijnen openhielden werden met hoongelach overladen in hun ongezonde economie du charbonnage. Vandaag is petroleum goed op weg om de charbonnage van de 21ste eeuw te worden, en diesel één van haar keurmerken. Ervan afstappen is niet eenvoudig, maar op middellange termijn absoluut noodzakelijk. Nieuwe technologie of een uitbreiding van het openbaar vervoer

redden uit het moeras van extreme loonlasten, recessie, verslechterende volksgezondheid en onduurzame productie en consumptie. Vervuiling belasten betekent dat je van een externe kost een interne kost maakt: je zal gestimuleerd worden om naar minder belastende en dus ook minder “belaste” oplossingen te zoeken. Zolang de overheid geen beperkende maatregelen legt op het gebruik van milieunegatieve producten, zullen hun alternatieven geen ontwikkelstimuli krijgen. Een significante aanpassing van het fiscaal systeem met als drijfveer de gezondheid op lange termijn, van economie en mens, van onze leef-

BDWOPINIE

omgeving en onze landschappen. Alle partijen hebben een groene verantwoordelijkheid. Vandaag verzaken ze hun plicht aan de burger. De uitdagingen zijn groot, er gebeurt echter niets.

Een slag in het gezicht

Verantwoordelijkheid nemen Net zoals rokers, worden mensen al zenuwachtig als ze zich moeten inbeelden om hun slechte gewoontes aan te passen. Het kan, net als bij roken, echter nagenoeg pijnloos: een korte pijn voor een grote winst. Cadeautjes geven zoals eco-boni voor auto’s, toonden dat het geven van fiscale stimuli werkt maar dat het tegelijk perverse effecten kan veroorzaken. Aankopen van nieuwe auto’s stimuleren omdat ze wat minder CO2 uitstoten, zonder rekening te houden met andere milieuparameters zoals fijn stof, was contraproductief. De auto-industrie heeft ons zelfs massaal de rug toegekeerd. Het werkt enkel als het valide is: als het realiseert wat we beogen en rekening houdt met het groter economisch en ecologisch plaatje. We moeten stoppen met deze aanslag op ons eigen leven. De tijd dringt. Onze kinderen staan elke dag op in die met dieselroet vervuilde lucht. Je kan die niet buiten houden. Een vervuilde samenleving is een gevangenis. We kunnen er niet aan ontsnappen. Ook niet in de groene Rand, ook niet in het verkavelde vroegere platteland, ook niet in je wagen. Maar in naam van onze kinderen en hun kinderen, willen we alle gezaghebbers vragen om hun verantwoordelijkheid te nemen. De kernuitstap is ook gelukt. Lood verdween uit benzine. Nu is het aan de diesel.

door Anne Brumagne De verkiezingen naderen, zoveel is intussen wel duidelijk. Maandag publiceerde staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen) cijfers waaruit blijkt dat het autoverkeer in Brussel de afgelopen tien jaar met 7 procent is verminderd. SP.A was er als de kippen bij om te zeggen dat De Lille die goede cijfers niet aan zijn eigen beleid te danken heeft, maar aan dat van zijn voorganger Pascal Smet. En Open VLD, tot nader order coalitiegenoot van Groen in de Brusselse regering, noemde de cijfers bij monde van Els Ampe ‘een slag in het gezicht van de filerijders’. Volgens haar zijn er nog altijd evenveel files als voorheen. Is die aankondiging daarom nu echt een slag in het gezicht van die filerijders? Eigenlijk vertrek je dan van het uitgangspunt dat de vermindering van het autoverkeer als enige bedoeling heeft om de andere auto’s beter te kunnen laten doorrijden. Alleen weet je dat, zodra die auto’s weer beter kunnen doorrijden, weer een boel mensen het openbaar verkeer laten voor wat het is en opnieuw in de auto springen. De vraag is bovendien welke auto’s we dan wel proberen vrije baan te geven en welke we uit het verkeer proberen te krijgen. Akkoord dat leveranciers en mensen die bejaarden of kleine kinderen vervoeren de auto nemen. Maar hoeveel mensen kiezen niet nog steeds uit gemakzucht voor de auto? Omdat ze nog nooit de moeite hebben gedaan om het netwerk van het openbaar vervoer zelfs nog maar eens te bestuderen? Omdat ze geen 200 meter te voet willen gaan? Tien minuten wachten op de bus al te lang vinden? Omdat we nu eenmaal druk druk zijn of denken dat we druk druk moeten zijn? Dat er nog steeds files zijn ondanks de afname van het autoverkeer, zal voor een deel wel te verklaren zijn doordat het aantal autostroken werd verminderd om er busbanen te maken of fietsstroken aan te leggen, of omdat er zones 30 werden geïnstalleerd. Wetende dat de plaats voor mobiliteit nu eenmaal beperkt is en bijkomende metro nog wel even op zich zal laten wachten, zijn zulke maatregelen zonder meer noodzakelijk. Eigenlijk zijn het maar de eerste kleine pasjes om iedereen die op weg gaat maar niet de auto neemt, een veiligere plek te bezorgen. Laat ons wel wezen, de auto wordt in Brussel hoegenaamd niet ‘gediscrimineerd’. Dat het decennia heeft geduurd vooraleer er op een klein stukje van een stadsautostrade als de Kleine Ring een strookje werd geschilderd voor fietsers; dat er op de Generaal Jacqueslaan zes tot zeven autostroken zijn maar plannen voor betere infrastructuur voor fiets of openbaar vervoer worden tegengehouden; dàt zijn aanslagen op levens in plaats van slagen in gezichten.

Tom Dedeurwaerder, Pierre Yves Lamy, Saddie Choua, Roel de Cleen, Bernard Dehaye, Frederik Depoortere, An Descheemaeker, Jeroen Verhoeven, Fabian Küster, Lewis Dijkstra, Pieter Dehon, David Leyssens, Wim Embrechts, Han de Meulemeester, Cristina Dantas Pereira, Guy Gypens, Geert Cochez, Tom Smeets

WAUTER MANNAERT © BART DEWAELE

“We moeten stoppen met deze aanslag op ons eigen leven. De tijd dringt.”


BDW 1409 PAGINA 16 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK tijd graag zien waartoe dat blinde geloof kan leiden. In het album Herinneringen aan het Eeuwige Heden (2009) kopieert men eerst nog vrolijk zichzelf, maar in de euforie wordt ook de zon gekopieerd, waardoor het veel te warm wordt en er een ramp geschiedt. Schuiten ontving in 2012 de Grote Mangaprijs die nooit eerder een niet-Japanse kunstenaar te beurt viel en De Duistere Steden zijn na de vele Europese vertalingen momenteel de Verenigde Staten aan het veroveren. Maar voor het originele papier moet u straks niet ver lopen.

Stad van het Boek

François Schuiten en de bol Galaxy, in samenwerking met de schrijnwerker Karl Theiss.

© PATRICIA MAHIEU

Originele platenexpo > François Schuiten, Het Tijdperk van de Steden

Elegant tot in de puntjes SINT-PIETERS-WOLUWE – De confrontatie met het gedrukte album is telkens een beetje rouwen voor de Brusselse striptekenaar François Schuiten. In Bibliotheca Wittockiana kan nu ook de gewone lezer de details en kleurlaagjes van zijn grote originele platen en blauwdrukken ontdekken, niet alleen uit ‘De Duistere Steden’, de wereldberoemde reeks met de Franse scenarioschrijver en filosoof Benoît Peeters, maar ook uit ‘De Holle Aarde’ (met zijn broer Luc) en Metamorfoses (met Claude Renard).

D

e oude koffiepot op het tafeltje bij het raam brengt de emotie op gang. Een bejaard echtpaar trekt zich ogenschijnlijk niets aan van de wolkenkrabbers achter het raam, getekend met een duizelingwekkendheid zoals alleen Schuiten dat kan. Het echtpaar leeft in een afgekeurd huis dat

de vooruitgang al 23 jaar door een ongelooflijke onachtzaamheid vergat te slopen. Wie De Duistere Steden (oorspronkelijk Les Cités Obscures, beide talen uitgegeven door Casterman) (her)leest, ziet dit universeel thema geregeld opduiken. Wordt er tijdens een stadsraad over de afbraakwerken ten gevolge van

het overkluizen van de Senne in het album Brüsel (1992) (‘spreek uit Brüzel’) ook al niet opgemerkt “dat het algemeen belang nu eenmaal vergt dat je wel eens een komma moet verplaatsen.” In De Duistere Steden contrasteren de laat 19de-, begin 20ste-eeuwse decors met antieke koffiepotten en leefgewoonten visueel sterk met allerlei technologische revoluties. Het zijn toekomstdromen die nog niet bezoedeld zijn door de nadelige gevolgen ervan. Schuiten en Peeters kunnen ons met gemak mee in vervoering brengen voor zaken die we in het echt zijn gaan verfoeien. Het personage Constant Abeels leurt in het album Brüsel met plasticplanten, het materiaal van de toekomst, dat een eind zal maken aan de treurnis van vallende blaren. Maar de auteurs laten ook al-

In Brüsel wordt een begin gemaakt om de stapels papieren dossiers over te zetten op het ‘automatische brein’, maar Schuiten heeft vorig jaar zijn platen veiligheidshalve toch maar geschonken aan enkele Belgische en Franse instellingen. Zo gaat hij mogelijke erfenisproblemen uit de weg en heeft hij de garantie om zonder kwaliteitsverlies te kunnen herdrukken. In België zijn dat de Koning Boudewijnstichting, het Autrique-huis, het Belgisch Centrum voor het Beeldverhaal en het Centre de l’Image in La Louvière, in Frankrijk de Bibliothèque nationale de France en het Musée de la bande dessinée in Angoulême. De expo in de Bibliothecana Wittockiana put uit de werken die geschonken zijn aan de Koning Boudewijnstichting die nu zowel de Fondsen Schuiten als Wittockiana beheert. Het zijn de originele platen en blauwdrukken van De Duistere Steden die zich afspelen in België, weliswaar op een Tegenaarde, zoals Brüsel (1992), De Onzichtbare Grens (20022004), De Theorie van de Zandkorrel (20072008), Herinneringen aan het Eeuwige Heden (2009), en het vroege werk met zijn broer Luc en Claude Renard. Schuiten was in 2012 al eens de scenograaf van enkele meesterwerken uit het Erfgoedfonds van de Stichting op de kunstbeurs Brafa. In het album De Echo der Steden (1993) is er sprake van een Stad van het Boek, gebouwd aan de oostzijde van Brüsel, waar luchtschepen en zeppelins rondcirkelen en alle wegen naartoe leiden. Bibliotheca Wittockiana als het ware. François Schuiten (1956) begon als twaalfjarige strips te tekenen, aangestoken door zijn twaalf jaar oudere broer en architect Luc die de avonturen van Blake en Mortimer en Lucky Luke niet alleen voorlas maar ook naspeelde. Van hun vader, architect en schilder, leerden alle kinderen perspectieftekenen, compositie en kleurmenging. François debuteerde als zestienjarige in Pilote Belgique met het verhaal Mutations, zijn toegangsticket voor een opleiding als striptekenaar in Sint-Lukas. Tijdens zijn studie publiceerde hij samen met zijn broer het verhaal Pantsers (uit de latere reeks De Holle Aarde) in het experimentele stripblad Métal Hurlant. In een wereld waar iedereen ingesnoerd is met metalen omhulsels is de liefde bedrijven tegelijk de mooiste en moedigste


BDW 1409 PAGINA 17 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Illustratie voor het foedraal met de drie albums van de reeks ‘De Holle Aarde’, 1997, met Luc Schuiten.

© FRANÇOIS SCHUITEN, CASTERMAN - FOTO PH. DE FORMANOIR

© CL AU

DE RENA

RD EN FR

ANÇOIS

EN, CA SCHUIT

ST ER M AN

- FOTO

PH. DE

FORM AN

OIR

© FRANÇOIS SCHUITEN, CASTERMAN - FOTO: PH. DE FORMANOIR

Links: ‘De Rail’, in ‘Metamorfoses’ (1982, met Claude Renard). Rechts: Tweede cover van ‘Brüsel’ in ‘De Duistere Steden’ (1992, met Benoît Peeters).

daad,  want  het  is  als  een  insect  waarvan  het  pantser wordt afgenomen.  Met zijn leraar aan Sint-Lukas Claude Renard  tekende en schreef hij vierhandig aan de stripverhalen De medianen van Cymbiola en De Rail  die bijeengebracht zijn in Metamorfoses. Dertig  jaar later weten ze niet meer wie welk stadsgezicht getekend heeft.  Maar het is door de samenwerking met Benoît  Peeters,  zijn  jeugdvriend  uit  het  Don  Bosco  College  in  Brussel,  dat  Schuiten  een  coherenter universum zal creëren. Hoewel ze met  elk  nieuw  album  van  De Duistere Steden  dat

bick: “Ik kan de omweg via Brüsel niet genoeg  aanbevelen. Voor een urbatect bestaat er geen  inspirerender omgeving dan deze plompe, ongeriefl ijke stad.” U herkent vast het Autriquehuis, het Cauchiehuis,  de  Sint-Michielskathedraal,  de  Hallen  van  Schaarbeek,  de  Koninklijke  Serres  (maar  dan  nog  veel  duizelingwekkender),  en  heeft  het  mythische  Buizenstelstel  niet  verdacht  veel weg van het Atomium? Peeters vindt zelf  dat  ze  soms  pas  achteraf  zijn  gaan  beseffen  hoe elk album weer nieuwe elementen uit deze  stad uitvergroot. Was Venetië, Chicago of Parijs  hun  uitvalsbasis,  dan  waren  het  andere  verhalen  geweest:  “Volmaakte  steden  laten  zich niet zo gemakkelijk heruitvinden.” Een  aantal  beelden  en  ‘oplossingen’  blijft  na  de  lectuur  gegarandeerd  hangen,  zoals  het  rijtje doorzeggers op stoelen (de ‘telefoon’ die  het  zelden  doet),  de  wil  van  de  president  om  de  steden  naar  het  platteland  te  verplaatsen  en het platteland naar de steden, of verschuivingen  in  het  medialandschap.  Op  vraag  van  de  abonnees  verdwijnt  de  reclame,  maar  als  de Compensatiebeurs de steun opzegt, is het  blad De Echo der Steden gedoemd te verdwijnen. Het Licht, ‘Eerste volledige fotografi  sche  tijdschrift’,  maakt  komaf  met  de  verouderde  elegantie van de tekening. Nog in al zijn glorie  in Bibliotheca Wittockiana.

universum  verder  aftasten,  beweert  Peeters  dat  ze  nooit  vooraf  weten  hoe  dat  er  zal  uitzien.  Geen  vijf-  of  tienjarenplannen,  de  reeks  groeit bijna vegetatief. Het is vertederend hoe  Peeters beschrijft hoe ze na drie decennia nog  steeds  op  praktisch  dezelfde  manier  werken  als bij hun eerste album De Muren van Samaris (1983), Schuiten tekent, Peeters zorgt voor  de teksten, en al de rest doen ze samen.

schrijvers en historische vergaderingen, maar  Brussel zelf is overal. De archivaris (in het gelijknamige album uit 1987) Isidore Louis, belast met onderzoek aan het Centraal Instituut  der  archieven,  afdeling  mythen  en  legenden,  noteert bij een geheimzinnige afbeelding van  de  Marollen  en  het  Paleis  der  Drie  Machten  een  citaat  uit  de  Reisnotities  van  Eugen  Ro-

Uitvergroot Brussel

Van 16/01 tot 19/04, Bibliotheca Wittockiana. Museum van de Boekband en de Boekkunst, Bemelstraat 23, 1150 Sint-Pieters-Woluwe, van dinsdag tot zondag van 10 tot 17 uur

De Duistere Steden  zitten  vol  directe  en  indirecte  verwijzingen  naar  fi lms,  architecten,

An Devroe


BDW 1409 PAGINA 18 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

© DE DRAAK, TOLLEMBEEK

Of het nu met de boerentram (Leerbeek), de bestelfiets of het ‘bakske’ op het kanaal Brussel-Charleroi (Lembeek) was, alles gleed rustiger dan wat een A8 beloofde.

Erfgoed > Mobiliteitsverhalen uit Pajottenland & Zennevallei

Brussel terminus na lange rit BRUSSEL – Een van de meest landelijk beschermde regio’s in Vlaanderen is het centraal gelegen Pajottenland, leunend tegen Brussel en nog steeds niet evident bereikbaar. Hoe daar in het (verre) verleden van punt A naar punt B werd gereisd, staat in een ‘snuisterboek’ te lezen, aangevuld met luisterfragmenten.

M

et verhalen over boerkozen, bedevaartgangers en fossemannen, zelfs met pastoor Piet Chrispeels die getuigt over zijn protestacties tegen het traject van de A8, krijgt de trage mobiliteit er het label ‘erfgoed des mensen’. Als eindvrucht van het tweejarig project Terug in de MobiliTIJD bracht

de Erfgoedcel Pajottenland-Zennevallei een snuisterboek uit: Bewogen Tijd. Eeuwen onderweg in Pajottenland & Zennevallei. De rijkelijk geïllustreerde publicatie weet met ontluisterende kortverhalen, getuigenissen en pittig-humoristische weetjes, een nostalgische sfeer op te wekken over oude(re) vormen van mobiliteit. Achtereenvolgens gaat

de aandacht naar de holle wegen en kerkveldwegen, met kasjkes (achtermuurvoetwegen, afgeleid van het werkwoord se cacher) waarvan elke gemeente er nog kent. Dan komen de heirwegen van de Romeinen aan bod, tot het steenwegennetwerk in de Oostenrijkse, Franse en Hollandse periode. Zelfs de nazaat van de Reichsautobahn (uit de jaren 1930), de E40 van Calais tot Kazachstan – met zijn 8000 km de langste weg op het continent – komt er even bij. Gewoon omdat Groot-Bijgaarden op de route ligt. Maar ook het kanaal Brussel-Charleroi, uitgetekend door ingenieur Vifquain, is een belangrijk transporttraject dat het gebied uit zijn isolement haalt. Decennialang

terhoek. Generaties Vlaamse mijnwerkers bespaarden zichzelf en hun gezin dankzij het treinvervoer een hongerleven, door in de Waalse en Franse mijnen te werken. En dan zijn er nog de verhalen, herinneringen en anekdotes over de zeer beminde tramlijnen (tot 1972), die nog duidelijke herkenningspunten en verankeringen kent in de stiltedorpen rond de Kesterberg. Velen herinneren zich de rit van pendelaars uit Edingen en Vollezele tot Leerbeek (Gooik). Aan het Leerbeekse terminus- en overstapstation stonden ooit zes cafés ter beschikking waar de ‘gehaaste’ arbeider en ambtenaar die naar Brussel pendelde op correspondentie wachtte. En er was

haalden de Hallenaren hun emmertjes steenkolen aan het ‘bakske’ (typische steenkoolsloep) op. En verder komt al wat traag maar wel degelijk vooruitgaat, van de bakkersfiets tot de boot, vanuit verrassende hoek aan bod in het boekje.

Congoberg Lovenswaardig is dat de volksoverleving, zoals de verhalen van de zwarte fossemannen (steenkoolwerkers naar Roubaix) uit Tollembeek en Vollezele, de door God-en klein-Pierke bewoonde streek rond de Congoberg, geschiedkundig opwaardeert. De nieuwe spoorlijn 123 bracht vanaf 1867 wat soelaas voor de hongerlijder uit die tijd en ach-

Fotografie > Lichtscenografie Grote Markt te boek

Lichtspel op ’s lands mooiste plein © PATRICK RIMOUX

BRUSSEL – Tijdens de eindejaarsweken tekende lichtscenograaf Patrick Rimoux voor het avondlichtspel op de gevels van de Grote Markt. Samen met historicus en stadsgids Roel Jacobs brengt Rimoux nu een boek uit, waarin hij met nachtfotografie de feeërieke sfeer van het veelkleurig LED-lichtspel vastlegt. De Franse lichtkunstenaar Patrick Rimoux tekende in 2013 voor de nieuwe energiezuinige Grote Marktverlichting, waarvoor het federale Brusselfonds Beliris 3,5 miljoen uitgaf. Rimoux was niet aan zijn proefstuk toe. Deze eeuw scoorde hij met lichtinstallaties van de Mandela Bridge in Zuid-Afrika en het Taichung Park in New Delhi tot het Festival de la francophonie. Al in 2005 mocht hij de Heizelpaleizen een aangename avondgloed bezorgen. Ook de Grote Markt kleurde hij al meermaals warm voor het

klank- en lichtspel. In de drietalige publicatie ‘De Grote Markt van Brussel. Beeldend licht’ wordt dat lichtspel vereeuwigd. Het Broodhuis in portorood, indigo, goudhaantjesgeel. De gildenhuizen De Gulden Boot, Den Engel en Den Hert in geel en rood goud. Het imposante huis van de Hertogen van Brabant (KBC-gebouwen) in kersenrood. Of het stadhuis in alle kameleonvariaties: van de okergele gaanderij met oudroze verdiepingen in combinatie met een blauwvlammende toren. Toch worden ook dagfoto’s meege-

Het lichtspel van de Grote Markt wordt statisch vastgelegd in een boek.

geven, voornamelijk van details. Zo zijn een reeks sculpturen die in de negentiende eeuw (en later) werden toegevoegd aan de stadhuisgevel van nabij gefotografeerd. En komt ook het vijf meter hoge beeld van Sint-Michiel, ruim negentig meter hoog op de stadhuisspits, verrassend tot zijn recht. Roel Jacbos licht de iconografie van de beelden en historiek van de gebouwen toe, wat het ‘relatiegeschenkboek’ wat body geeft. De zoveelste bespreking van het Stadhuis, het Broodhuis en de 27 laat zeventiende-eeuwse gildehuizen, met nieuwe foto’s. Jean-Marie Binst De Grote Markt van Brussel. Beeldend licht. Racine, (Fr./Ned./ Eng.), 192 blz., 45 euro.


BDW 1409 PAGINA 19 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Mariabedevaarten Verdienstelijk aan het werkje is wel dat een aantal mijlpalen uit de streekgeschiedenis, goed voor diepgaander onderzoek, in de kijker worden gezet. Een sepiafoto van de gasballon ‘Le Rêve’, prikkelt alle aandacht. Het fenomeen werd in 1909 met veel pump and circumstance onthaald in Alsemberg, nabij de vroegere herberg De Leeuw van Vlaanderen. De ballon symboliseerde het vooruitgangsideaal, dat werkelijkheid werd met de inhuldiging van de stadsgastoevoer. Het begin van het snelle einde van de petroleumlampen en kaarsverlichting. De dorpelingen moeten de ballon (eigenlijk een gevaarlijke bom)

zeer spectaculair gevonden hebben. En de foto toont meteen ook hoe de standenmaatschappij begin vorige eeuw nog gerespecteerd werd, met de notabelen die het dichtst bij de attractie mochten staan. Het verhaal hierrond wordt ook gebracht als een van de luisterfragmenten op cd, die bij het boekje zit. Daar valt ook te horen hoe pastoor Piet Chrispeels getuigt over het protest tegen de A8 (foto). Het snelspoor (nu TGV) zou het Pajottenland compleet verstoren. “Op 1 april 1972 stond te lezen in de krant: ‘Snelspoor door het Pajottenland. Pieter Bruegel draait zich om in zijn graf,’ we dachten dat het een aprilgrap was,” zo getuigt de priester-historicus. De strijd tegen het tracé was nog gaande toen ook de plannen voor de A8 (DoornikBrussel) uitgetekend lagen, om de voorbehouden agrarische zones van Neerpede tot Geraardsbergen te onsluiten voor koning auto. Chrispeels trok van café tot café met protestacties, tot in Lennik een grote betoging de plannen bombardeerde. Anders was de verbrusseling en de industriezoneverkaveling ook in dit deel van Vlaams-Brabant al realiteit. Andere luisterfragmenten hebben het over de organisatie van de wielerklassieker De Leeuwse Pijl, de doodsteek van de tramlijnen en de Mariabedevaarten van Pamel naar Halle en van Halle naar Lourdes. Die volksdevotie heeft de tand des tijds doorstaan, al was het vaak als inspanningstraining. De verkoop van vaantjes en ex-voto’s mag dan wel met de sluiting van de laatste ‘madoljekeswinkel’ geslonken zijn, biddende stappers in de maand mei blijven een vertrouwd beeld langs de Pajotse wegen. Jean-Marie Binst

Bewogen tijd. Eeuwen onderweg in Pajottenland & Zennevallei (boek en cd). Uitgeverij De Draak, 111 blz, 14,95 euro, www.erfgoedcelpz.be/ erfgoedwinkel

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a

Verzekerd verhuurbeheer

a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

Nick Trachet

© NICK TRACHET

ook de boerentram met wagons vol groenten en fruit, vooraleer de hoogstamfruitgaarden gekapt werden in ruil voor overheidssubsidies. Of de aanhangwagons die de afvalberg van de Brusselaars kwamen storten in Paddenbroek (Gooik), waar Natuurpunt nu aast op landschapsschoon. Er worden genoeg verhalen gewijd aan het succes van de tramsporen doorheen de streek, met terminus Brussel. Maar de ronkende, idyllische verhalen over aardbeien die in de hoofdstad aan de man werden gebracht, staan ver van de onbesproken geschiedenisbladzijden, zoals het afpakken van smokkelwaren in oorlogstijd door een generatie trampersoneel, die zijn kepi opwaardeerde tot die van rijkswachter. Luisteren naar getuigenissen en lezen over streekgeschiedenis brengt nooit alle waarheid aan de man, blijft de handicap van erfgoedkunde. In dat opzicht verschilt de publicatie niet van andere ‘leuke’ verhalenbundels, die de menselijke en ecologische drama’s nog niet in geschiedschrijving verwerkt.

BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Navet marocain Op dit ogenblik staan er voor de Marokkaanse winkels en op de markt grote witte zakken vol uit de kluiten gewassen knollen. Ze zien eruit als suikerbiet, maar dan met een groene kraag. “Wat is dat?” vroeg ik aan de winkelier. Navet marocain, luidde het antwoord, vrij enthousiast. En omdat hij wist dat het moeilijk uit te leggen valt, brak hij er één in twee en gaf mij een stuk te proeven, nadat hij er zelf in gebeten had. Als om te tonen dat de knol niet giftig was. Hmmm, dat viel best mee, een duidelijk peperige raapsmaak, maar dan met een stevigere structuur en een frisse bijsmaak, zoals van appel. Ik kocht er enkele. Een kilo kostte 2,80 euro. Maar ik twijfelde of ik er over zou schrijven. Deze knol, zo wist ik diep vanbinnen, kan geen echte raap zijn. Er klopte iets niet in vorm en structuur. En dan wordt het plots botanisch heel erg ingewikkeld. We zitten hier weer bij de familie van de Brassicaceae (de kool- en mosterdfamilie) en die is genetisch gezien een waar doolhof. We hadden het hier niet zo lang geleden nog over koolzaad en broccolo, maar ook al over witte en rode kool, spruitjes en koolrabi. Al deze planten behoren tot het geslacht (genus) Brassica. In de voorbije jaren zijn er al koolvariëteiten van de ene naar de andere soort verhuisd en nog vandaag is niet iedereen het eens over hoe verwant de ene is met de andere. Wetenschappers zijn het meestal oneens. Om het eenvoudig te houden (nu ja) ga ik te rade bij de tuinders. Hier is het probleem dat de namen van gewassen ook al verschillen van streek tot streek. In onze communicatiemaatschappij zou dat moeten verbeterd zijn, maar het wordt moeilijker wanneer we geconfronteerd worden met planten die we niet kennen of vergeten zijn. Welke Franstalige weet nog dat salsifis en schorsenère twee verschillende gewassen zijn? Wie weet nog dat een meivis iets helemaal anders is dan een geep (een sneppe, zoals ze aan de kust zeggen). Rapen kennen we nog ‘voor naaste winter in de hutsepot ’ uit het liedje van Willem Vermandere (Lat mi mar lopen, 1981). Dat was toen ongeveer de nationale hymne van de groene beweging. Ze liggen hier regelmatig in de groentewinkel en supermarkt en

hebben een paarse kraag. Deze ‘echte’ rapen, in Nederland knolrapen (Brassica rapa L.) zijn een soort koolplanten waarvan de bovenkant van de penwortel verdikt is tot een knol. De bladeren schieten uit aan de bovenkant van de knol in de vorm van een rozet. Koolrabi (een variant van Brassica oleracea L.) is een echte kool, waarbij de verdikking zich vormt op de stengel van de plant. Er groeien bladeren op de bobbel zelf. Wat ik hier in de winkel aangeboden kreeg, is een koolraap (een variant van Brassica napus L.) Hier loopt de verdikking van de bovenkant van de wortel tot de onderkant van de stengel. De bladeren lijken wel bovenaan te groeien, maar wie goed kijkt, ziet littekens van vroegere bladstengels op de huid van het bovenste deel van de knol. Die is in dit geval ook nog groen, zodat we de overgang van wortel naar stengel kunnen zien. Bent u nog mee? Dat is natuurlijk veel te duidelijk. De natuur en de tuinbouw zijn ontstaan in anarchie. U denkt nu dat rapen die knollen zijn met een paarse kraag en koolrapen die met een groene kraag? Tja. Er zijn namelijk ook échte rapen die helemaal wit zijn, en koolrapen met een paarse kraag. Kijk dus toch maar naar de littekens en daarbij zijn koolrapen meestal groter en harder. “Het verschil ligt in de kleur van het vruchtvlees” lees ik hier en daar. Neen. Er zijn namelijk witvlezige knolrapen én geelvlezige knolrapen. Deze laatste noemt men ook wel rutabaga. Rutabaga’s kunnen vanbuiten ook nog geel of oranje zijn! Er is dus keuze (of verwarring) genoeg. De koolraap en rutabaga zijn uit ons land verdwenen, al meer dan twee eeuwen geleden, met de opkomst van de aardappel. Voor die tijd vervulden ze in onze keuken dezelfde functie als de pieper. Gekookt in parten, in de hutsepot, als moes of als stoemp. Koolraap is steviger dan échte raap en bewaart ook langer in de winter. Voor onze voorouders was dat een stevig argument. Maar door het feit dat ze uit ons geheugen zijn gewist zijn juist al die namen door elkaar gaan lopen. De echte raapjes zijn fijner en komen tot in de haute cuisine. Men noemt ze soms ‘meiraapjes’, ook wanneer ze in september worden geoogst. Is dat nu allemaal belangrijk? Toch een beetje. Bij de Marokkanen is de koolraap helemaal terug. Ik vind ze op de markt in alle kleuren en maten. Het lijkt

“U denkt dat rapen de knollen zijn met een paarse kraag en koolrapen die met een groene kraag? Er zijn ook rapen die helemaal wit zijn, en koolrapen met een paarse kraag” alsof Marokko het ware knollenland is. Kijk op YouTube of in kookboekjes, er gaat geen bladzijde voorbij of de Marokkanen gebruiken wel een koolraap of raap in de bereiding! We kunnen er wat van leren. Doe ze zeker bij de couscous, ze garen iets sneller dan ajuin of poivron, maar trager dan courgette. Stoof ze in parten in olijfolie, kook ze als aardappelen en stamp ze al dan niet tot moes. Maar een Waalse dame gaf me pas een originele hint: rasp ze rauw als slaatje, met (of naast) geraspte wortelen en geraspte appel, met een lekkere pittige dressing erbij. Een uurtje laten trekken voor het serveren. Of gewoon uit het vuistje. Een echt raapje is minder lekker. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1409 PAGINA 20 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

© RIDHA BEN HMOUDA

Film > Nieuw filmaanbod op vraag van burgers

Vlaamse films voor De Kroon Cinema SINT-AGATHA-BERCHEM – Eind deze maand start gemeenschapscentrum De Kroon met een jaarprogrammatie van films van eigen bodem. ‘Dood van een Schaduw’ en ‘Het Varken van Madonna’ bijten de spits af.

die op festivals zeer in de smaak viel. Zo staat als eerste het magisch-realistische drama Dood van een Schaduw (20 min.), van Tom van Avermaet op de rol (27/9). Deze film over een soldaat (Matthias Schoenaerts) die omkwam in WO I werd uitgeroepen tot Beste Europese Kortfilm van 2013.

Een nieuwe filmzaal tussen Westrand en De Brouckère, er was nood aan. Als gevolg van een bevraging bij nieuwkomers, via Facebook en andere kanalen van het lokaal cultuurbeleid, brengt GC De Kroon voortaan kort- en langspeelfilms. Het filmaanbod krijgt de naam De Kroon Cinema, en wordt gebracht in de nieuwe polyvalente zaal. Die is uitgerust met professionele projectieapparatuur. “Er is gekozen om Vlaamse films te brengen, met Nederlandstalige ondertiteling om anderstaligen aan te zetten tot cultuurontdekking,“ zegt centrumdirecteur Mark Dubois. “De zaal heeft een capaciteit van 120 personen. De plaatsen zijn niet genummerd. Je betaalt 4 euro, maar daarvoor krijg je achteraf in café Den DK nog een drankje dat 2 euro waard is.” Met een knipoog naar de oude cinema’s waar voor de langspeelfilm een kortfilm werd gedraaid, biedt De Kroon Cinema telkens twee films aan. Eerst wordt een kortfilm getoond,

Pianist Pierre de Surgères bracht een debuutalbum uit over crisis en kiezen.

Familiefilm met ontbijt Nadien volgt de romantische komedie Het Varken van Madonna (111 min.) van Frank van Passel, met Kevin Janssens, Wim Opbrouck, Franck Focketyn, etc. Dit jaar volgen langspeelfilms als Verlengd Weekend met Jan Decleir, Kan door huid heen, Schellebelle 1919, Borgman en Aanrijding in Moscou (normaal op 30 juni in openlucht). Er zitten dus ook Nederlandse producties bij. De filmavond zal elke laatste maandag van de maand plaatsvinden. Elke tweede zondag van de maand wordt in Café Den DK een familiefilm met ontbijt geserveerd. Jean-Marie Binst De Kroon Cinema op maandag 27/01 om 20u, met ‘Dood van een Schaduw’. Om 20u30 ‘Het Varken van Madonna’. Toegang 4 euro, drankje achteraf inbegrepen.

Muziek > Pierre de Surgères debuteert met Krysis

Van cruiseboten naar debuutalbum BRUSSEL – Een diploma op zak maar geen optredens. Pianist Pierre de Surgères koos letterlijk het ruime sop als alternatief, deed overzeese ervaring op, keerde terug en bracht met ‘Krysis’ een ijzersterk debuut uit.

Niet dat hij stilzat. Zo deed hij een project rond Serge Gainsbourg en componeerde hij een aantal soundtracks voor documentaires. De nieuwe cd Krysis zou wel eens een keerpunt kunnen zijn.

Kiezen ADVERTENTIE

Programma VROEGMARKT MABRU zaterdag 1 februari 5 u. ‘s ochtends

BRUSSEL - Werkhuizenkaai 22, (i.s.m. Willemsfonds Schaarbeek-Evere-Sint-Joost) De Brusselse Vroegmarkt bestaat uit maar liefst 5 overdekte hallen met 40.000 m² verkoopsoppervlakte en 1.000 m² koelruimten. Neemt u graag een kijkje achter de schermen, waarna u een ontbijt wordt aangeboden? Met minister Guy Vanhengel. Inschrijven via jbasiliades@bruparl.irisnet.be of 0495 21 05 01

LABO ROBOTICA VUB woensdag 5 februari 20 u.

ELSENE - VUB, Gebouw Z, Peinlaan 2, (i.s.m. Willemsfonds Laken & Willemsfonds Brussel-Centrum) Kom samen met Brussels parlementslid en schepen Els Ampe alles ontdekken over de maatschappelijke relevantie van robots. Professor Bram Vanderborght ontvangt ons voor een uniek kijkje achter de schermen van zijn hoogtechnologisch labo aan de VUB! Schrijf snel in via laken@willemsfondsbrussel.be of 02 549 65 24

BRASSERIE DE LA SENNE zaterdag 15 februari 14 u.

SINT-JANS-MOLENBEEK - Gentsesteenweg 565 (i.s.m. Willemsfonds Jette & Willemsfonds Molenbeek) Maak samen met Brussels parlementslid Herman Mennekens kennis met het brouwproces van het befaamde Zinnebir. Sven Gatz (directeur van de Belgische Brouwers en bierkenner) geeft een toelichting over wat de komst van de Belgian Beer Temple (tegen 2018) voor Brussel betekent. Na het bezoek volgt een degustatie van vier Brusselse bieren! Inschrijvingen bij Herman Mennekens: hmennekens@bruparl.irisnet.be of 02/549 65 38

MIVB dinsdag 18 februari 17 u. OUDERGEM - kiosk metro Delta (i.s.m. Willemsfonds Woluwe) Kom samen met Brussels parlementslid Carla Dejonghe een kijkje achter de schermen van de MIVB. Op het programma: de metrosimulator in Delta, de dispatching in Park en een woordje uitleg over de geplande nieuwe metrolijn richting Schaarbeek-Evere. Inschrijven via: 0497/85.25.91 of kurtdeswert@hotmail.com

Je bent afgestudeerd en daar sta je dan zonder werk, maar je wil wel eens op stap gaan en de huur moet betaald worden. De Surgères koos voor een radicale oplossing. “Na het conservatorium en een jaar journalistiek stond ik eigenlijk nergens. Ik wilde de zon opzoeken en wat plezier maken maar zonder geld gaat dat moeilijk. Tot ik het idee kreeg om als muzikant aan de slag te gaan op cruiseboten in de Caraïben. Door elke avond twee verschillende sets te spelen voor acht- tot negenhonderd mensen deed ik heel wat podiumervaring op. Het was wel keihard werken. Elke morgen werden partituren doorgenomen, ’s namiddags was er repetitie en ’s avonds dan het optreden. Het is een zeer apart wereldje met bepaalde hiërarchieën die je moet respecteren. Artistiek was het niet de top maar iemand als Jaco Pastorius is ook ooit zo begonnen. Onze boot vertrok trouwens uit Fort Lauderdale in Florida, de stad waar hij opgroeide en in zijn beginperiode eveneens aan boord stapte op cruiseschepen om als muzikant aan de kost te komen. Interessant waren vooral de ontmoetingen met andere artiesten. Zo leerde ik iemand kennen uit Trinidad en Tobago die mij een en ander bijbracht over merengue en soca.”

Geen sideman Na zowat twee jaar waren de batterijen opgeladen en keerde de Surgères terug naar België. Zijn verblijf in het buitenland was dus enerzijds de verklaring waarom hij niet meteen in de kijker stond bij ons. Maar er was nog een andere reden. “Ik ben geen echte sideman want ik kan me moeilijk aanpassen. Je zal mij dan ook niet in tientallen andere groepen vinden. Waarschijnlijk heeft het eveneens te maken met mijn stijl die niet overal netjes bij aansluit en zeker niet commercieel is. En wie niet in een vakje past, heeft een probleem. Ook toegeven dat ik misschien niet assertief genoeg ben om mij te integreren in die ganse scène.”

Sterk punt van de cd is dat je respect voor de traditie merkt maar dat je ook duidelijk hoort dat dit jazz uit de 21ste eeuw is en dit zonder expliciet in het spoor te treden van groepen als The Bad Plus of Brad Mehldau. “Ik apprecieer zeker de groepen die je vernoemt. Ze hebben elk hun eigen moderniteit, maar ik vind mij niet terug in die esthetiek. Je klank wordt beïnvloed door wat je beluistert en door wie je ontmoet. Ik heb geen gekunsteld idee nagestreefd maar wilde vooral coherent klinken in overeenstemming met mijn persoonlijke smaken. Op muzikaal gebied zijn mijn voorbeelden eerder Steve Coleman, Octurn, Aka Moon, Magic Malik en Kris Defoort. Allemaal groepen en artiesten die uitgebreide research doen. Dat is ook mijn aanpak.” De cd-titel is natuurlijk een onverbloemde verwijzing naar de Griekse term, zij het met een eigen interpretatie in de schrijfwijze. “Ik wilde benadrukken dat je keuzes moet maken in een conflictsituatie. Ik kan je verzekeren dat ik hiermee geconfronteerd werd voor het uitbrengen van de cd. De belangrijkste beslissing die ik nam, was de cd in eigen beheer uit te brengen. Natuurlijk ben ik gaan aankloppen bij diverse labels, maar overal was er wel een reden waarom het niet ging. Na die eerste stap stelden zich dan de volgende dilemma’s. Wanneer nemen we op? Waar? Wie doet de mixing? Hoe zit het met de hoes? Crisis en kiezen dus.” Met de kunstzinnige zwart-rood hoesfoto maakte de Surgères in elk geval een treffende keuze. Het is een hoes die je eveneens in de klassieke afdeling kan verwachten. “Dat vind ik een compliment want ik hou niet van gescheiden vakjes.” George Tonla Briquet Pierre de Surgères Trio met Teun Verbruggen en Felix Zurstrassen: 22/01 om 20.30 in Sazz’n Jazz (Koningsstraat 241, 1210 Brussel). 10 euro


BDW 1409 PAGINA 21 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Artists in residence Woody Allen in New York

De man van Manhattan Het gros van Allens recentste films spelen zich af op het oude continent. Bij titels als To Rome with love, Midnight in Paris en Vicky Christina Barcelona moeten we natuurlijk geen tekeningetje maken. Nu is Allen in het diepst van zijn gedachten wel een halve Europeaan, maar de drijfveer voor zijn escapades in de romantische Europese metropolen is toch hoofdzakelijk van financiële aard. Genoemde steden betalen namelijk forse bedragen om hun city door Allen in de markt te laten zetten. In zijn recentste film Blue Jasmine keert Allen echter terug naar New York, dat vroeger steevast, en gratis en voor niets een belangrijk nevenpersonage in zijn meest baanbrekende films was. Allen werd in 1935 geboren in Brooklyn, een van de vijf boroughs van New York, als kind van de ruziënde middenstanders Nettie Cherry en Marty Konigsberg, en kleinkind van joodse migranten uit Rusland en Oostenrijk. Het huis uit Allens jeugd staat nog altijd overeind en zijn film Radio Days is een hommage aan het Brooklyn van zijn jeugd. Maar Allen stak al snel de Brooklyn Bridge naar Manhattan over toen hij aan zijn carrière als ghostwriter en stand-up comedian begon. Op YouTube kan je trouwens fijne filmpjes

© DABBLECIOIUS

BRUSSEL – Bij jonge filmfans zou het misverstand kunnen bestaan dat Woody Allen een oude Europese cineast is. Wel, eigenlijk is hij een New Yorker.

Woody Allen en Diane Keaton tijdens een romantische scène aan de Manhattan Bridge.

terugvinden van de jonge Woody die met de microfoon in de hand het wel en wee van de avontuurlijke New Yorker uitvergroot. Door zijn succes kon Allen zich al snel een woonst verschaffen in de rijke Upper East Side, rechts van Central Park, waar de meeste van zijn films zich afspelen. Het New York van Allen is immers nadrukkelijk en moedwillig niet

dat van Scorcese. Criminaliteit is er vooral een farce, zoals in Manhattan Murder Mistery of Crimes and Misdemeanors. De film waarin New York de meest uitgesproken rol speelt is natuurlijk Manhattan. Allen maakte er een expliciete hommage van. Hij koos voor zwart-wit om de stad de glamour te geven die geassocieerd wordt met de glorie-

periode van Hollywood en zo een soort ‘nostalgie van het heden’ te creëren. Manhattan begint met een ouverture van bijna vier minuten vol panoramische beelden van het schiereiland. Op de achtergrond klinkt Rhapsody in Blue van George Gershwin, net als Allen een Brooklynite van Russisch-joodse voorouders, maar dan net een generatie ouder. Tijdens de openingscène zoekt Allens alter ego, de schrijver Isaac Davis, in de voice-over naar een geschikte openingszin. Na vier eerder epogingen wordt het uiteindelijk een staaltje typische Woody Allen-bluf: “He was as tough and romantic as the city he loved. Behind his black-rimmed glasses was the coiled sexual power of a jungle cat. New York was his town, and it always would be.” Voor wie dezer dagen een goedkope vlucht naar New York boekt, kan het een idee zijn om een aantal van de locaties uit Allens films te gaan spotten. Op een bankje op Riverside Terrace gaan zitten met zicht op Queensboro Bridge bijvoorbeeld, zoals Allen en Diane Keaton deden in Manhattan, of even de kalmte van het Planetarium opzoeken. Een andere iconische plek die in de openingsscène van Manhattan voorkomt is het modernistische restaurant Empire Diner op de hoek van 10th Avenue en West 22nd Street in de wijk Chelsea. Het sloot in 2010 de deuren maar zou dit jaar weer de deuren openen. Het dim sum restaurant Nam Wah Tea Parlor, Lanza’s Italiaan, de Yonah Schimmel Knishery (joodse bakkerij) of luxe-kruidenier Dean and Deluca uit zijn andere films zijn goede alternatieven. Tot nader order speelt Allen ook nog geregeld op maandag in het Carlyle Hotel met de Eddy Davis New Orleans Jazz Band, maar daar moet u dan wel wat dollars voor neertellen. Michaël Bellon

ADVERTENTIE

MIJN KIND WOONT IN TWEE HUIZEN JE KIND ONDERSTEUNEN BIJ CO-OUDERSCHAP EEN BOEIENDE AVOND OVER OUDERSCHAP IN EEN UITDAGENDE SITUATIE CAW Brussel wenst in samenwerking met de Opvoedingswinkel Brussel ouders te ondersteunen in uitdagende opvoedingssituaties.

Begeleiding door : Ann Van Malderen, psychologe en bemiddelaar in familiezaken en Katrien Moens, pedagoge en systeemtherapeute.

23 JANUARI ‘14 19.30U-21.30U WWW.CAWMOZAIEK.BE

WWW.OPVOEDINGSWINKELBRUSSEL.BE

Als je als ouders apart gaat wonen, verandert ook het leven van je kind(eren). Dit roept heel wat vragen op: Hoe kan je rekening houden met de vragen en gevoelens van je kind? Hoe kunnen jullie je als apart wonende ouders het best organiseren opdat de kinderen zich er goed bij voelen? Hoe leer je je kinderen omgaan met twee verschillende leefwijzen en omgangsvormen? En hoe ga je zelf om met onderlinge meningsverschillen over opvoeden? Op voorhand inschrijven bij : marijke.decanck@cawbrussel.be, 02 2896017 Deelname kost 3 euro. Je kan op de avond zelf cash betalen. Start 19.30u, onthaal vanaf 19.15u.

@CAW BRUSSEL,

PRIEMSTRAAT 19A


BDW 1409 PAGINA 22 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

GIOVANNI CASCONE: OUTSIDER ARTIST, EXPERT IN GEZONDHEIDSZORG

‘Van niemand en iedereen’ © MARC GYSENS

BRUSSEL – “Brussel is een no man’s land, een niemandsland. Van niemand en iedereen, dat past perfect bij de nomade die ik ben.” Giovanni Cascone is expert in gezondheidszorg, tekenaar en schrijver. Een outsider artist: zijn kunst bedrijft hij naast zijn professionele bezigheden, zonder er een opleiding voor genoten te hebben. Hij heeft in zowat dertig landen gewerkt, Giovanni Cascone. Dat hij zich nomade noemt, is met recht en reden. Een roep naar vele buitenlanden, die deze zoon van Napels pas laat heeft beantwoord. “Na mijn studies klinische biologie ben ik al snel beginnen te werken. Ik ben ook al jong gehuwd en vader geworden. Van een dochter en een zoon. Volgden nog studies epidemiologie, geïnteresseerd als ik was in gezondheidszorg in de brede zin van het woord. Pas op mijn 37ste heb ik besloten om mijn horizon te verbreden. Om verschillende redenen. Ik wilde nieuwe uitdagingen, andere culturen opsnuiven, een huwelijk achterlaten dat niet meer werkte.” Het internationaal samenwerkingsprogramma van het Italiaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken was de boei die Cascone kreeg toegeworpen. “Zo ben ik in Swaziland terechtgekomen. Afrikaans koninkrijkje, ingesloten tussen ZuidAfrika en Mozambique. Een contract van twee jaar. Voor mij was het een test om te zien of het dat was wat ik werkelijk wilde. Ik was er verantwoordelijk voor het op punt stellen van de werking van de drie ziekenhuizen die het minilandje ‘rijk’ was. Er waren slechts enkele gekwalificeerde binnenlandse dokters, 80 procent van het medisch en paramedisch personeel was buitenlands.” “Swaziland zelf was als een paradijs tussen het door Apartheid verscheurde Zuid-Afrika en Mozambique, waar een burgeroorlog woedde. Van misdaad was amper sprake, ik woonde in een villa waarvan ik de deur nooit op slot heb moeten doen. Sedertdien is het daar bergaf gegaan. Aids, misdaad, steeds meer protest tegen de almacht van de koning.” Cascone wilde zijn expertise ten dienste stellen van ontwikkelingslanden. “Na die twee jaar in Swaziland heb ik besloten om bijkomende studies te volgen in Londen, aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine. Waarna ik nog enkele jaren lang heb samengewerkt met het Italiaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Onder meer in Oeganda en Palestina.”

Openheid en zelfspot Na bijkomende studies is Cascone met de jaren zijn focus beginnen verleggen op het economische aspect van de gezondheidszorg. Begin jaren 1990 is hij zo voor het eerst naar Brussel gekomen, op zoek naar nieuwe opdrachtgevers. “Waarop ik onder meer op de Fillippijnen heb gewerkt, in Polen, Jamaica, met de Wereldbank en vier jaar voor de Europese Commissie hier in Brussel. Later heb ik mijn focus weer meer naar de Zuiderse hemisfeer verlegd, onder meer twee jaar Egypte. Maar ik besloot wel Brussel als een uitvalsbasis te behouden. Een plek waar ik steeds terecht kon.” “Ik ben echt wel gehecht aan Brussel. Een ei-

Giovanni Cascone: “Schrijven én tekenen maakt al lang deel uit van mijn leven.”


BDW 1409 PAGINA 23 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

3 VRAGEN AAN AHMAD KHAMAL GHANNAM

Haiku-Bags Op tafel in Cascones ruim en smaakvol ingericht appartement, hartje Brussel: een boekje, Haiku-Bags. “Schrijven én tekenen maakt al lang deel uit van mijn leven. Schrijven: onder meer speeches voor Europese Commissarissen, rapporten, journalistiek werk voor Italiaanse kranten. Zo heb ik onder meer de Australische bevelhebber van de Blauwhelmen in Cambodja geïnterviewd, toen het land onder het beheer stond van de Verenigde Naties. Maar het is steeds vooral schrijven voor mezelf geweest. Poëzie, korte verhaaltjes. Het heeft een rustgevende invloed, omdat het me toelaat om de dagelijkse realiteit los te laten. Al de indrukken die ik opdeed op mijn buitenlandse opdrachten, de gedachten die door mijn hoofd spookten te ordenen. Ordenen, want dat is tenslotte wat schrijven is.” “Inspiratie is er in overvloed, ik heb ondertussen in zowat dertig landen verbleven. Dingen genoeg om te ontdekken en dan nog vanuit een bevoorrechte positie, niet als toerist. Al heb ik wel toeristische ervaringen met de landen waar ik heb gewerkt. Mongolië heb ik mogen leren kennen, aan de hand van autochtonen: een ongelooflijke ervaring die ik zomaar in de schoot geworpen kreeg. Ik was aan vakantie toe, had niets gepland, kreeg een telefoontje van een studiebureau met de vraag of ik niet geïnteresseerd was in een opdracht als consultant. Twee maanden. Het was werk, maar ik beschouwde het als betaalde vakantie. Een betaalde ontdekkingstocht.” Belandden zowat alle pennenvruchten van Cascone in de lade van zijn bureau, dan kwam daar in de zomer van vorig jaar verandering in. Met de installatie Haiku-Bags in de LesbroussART Gallery in Elsene. Zakken van karton

met daarop telkens een haiku en een tekening. “Drie jaar geleden ben ik me beginnen interesseren in haiku’s. Een intellectuele oefening om te zien of ik de regel van vijf, zeven, vijf lettergrepen onder de knie zou kunnen krijgen en tegelijkertijd poëzie op papier kon krijgen. In drie talen: Frans, Engels en Italiaans. Ik heb er ook veel boeken over gelezen, essays om meer inzicht te krijgen in de andere dan de metrische regels. Waarop ik heb besloten het wat soepeler aan te pakken, niet strikt de Japanse regels te volgen, te kiezen voor een meer Europese benadering. Met respect voor de traditie.” “Het begon als een intellectuele oefening, maar gaandeweg heeft de spontaniteit meer en meer overgenomen. Het concept van de Haiku-Bags is er bij toeval gekomen. Ik had een geschenk gekocht voor een vriendin die op het punt stond uit Brussel te vertrekken. In de winkel kreeg ik een anonieme kartonnen zak, een zak die ik besloot een persoonlijke toets te geven. Met een kleine tekening en daaronder een haiku. Op het afscheidsfeestje was zowat iedereen begeesterd door het idee. Waarom maak je er niet meer? En waarom geen tentoonstelling? Ik heb toegehapt, ben opnieuw beginnen schrijven én tekenen. De tentoonstelling van een 50-tal Haiku-Bags was een succes. De tekeningen en haiku’s heb ik vervolgens samengebracht in een boek, waarna ik een uitgever heb gevonden in Marokko.” “Het was een beetje de fusie van twee activiteiten die ik voor mezelf deed. Het zijn anderen die me in de openbaarheid hebben gedreven. Ik ga nu ook tentoonstellen in Marokko en in de lente in Rome. Tevens ben ik bezig met een nieuw project in dezelfde lijn – tekeningen, gecombineerd met haiku’s. Als alles goed verloopt zal het uitmonden in een tentoonstelling in Brussel in de herfst. Met tekeningen op karton gebaseerd op versierd papier, waarin vroeger sinaasappels werden verpakt en waarvan ik een mooie collectie heb. Meer bepaald Siciliaanse sinaasverpakkingen uit de jaren 1970.”

Ahmad Khamal Ghannam: “Van dabkeh geraak je uitgeput.”

‘Ga niet fitnessen, kom dansen’ SINT-GILLIS – Met de opgefokte Islamgerelateerde terreurdreigingen van de voorbije jaren zouden we al eens een totaal verkeerd beeld kunnen hebben van de Arabische wereld. Ga voorbij aan deze angstpsychose en maak kennis met een ontzettend boeiende dans uit het MiddenOosten: dabkeh. De Palestijnse danser Ahmad Khamal Ghannam geeft elke woensdag initiaties in De Pianofabriek. “Maak al dansend kennis met het MiddenOosten.” U bent Palestijn, maar dabkeh is toch traditionele dans uit Syrië? Ahmad Khamal Ghannam: “Het is een traditionele en folkloristische dans uit het hele Midden-Oosten: Syrië, Libanon, Jordanië en Palestina. Zeer populair tijdens huwelijken en allerlei feesten. Er zijn ook dansvoorstellingen waarin een verhaal verteld wordt of ingewikkeldere choreografieën worden uitgevoerd die de traditie vermengen met moderne dans. Dan kan dabkeh echt ingewikkeld zijn.”

Karel Van der Auwera

De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet © EZEQUIEL SCAGNETTI

De Haiku-Bags van Giovanni Cascone.

Is dabkeh wel voor iedereen? Khamal Ghannam: “Jazeker, het is de meest populaire dans tijdens feesten in het Midden-Oosten. Iedereen kan deelnemen, zowel jong als oud. De basis is eenvoudig: iedereen staat in een rij, hand in hand. Er

wordt vooral met de voeten gedanst, iedereen tezamen, vergelijkbaar met Griekse folkdans. Je moet eerst de basisstap leren, dan volgen vele variaties, een twintigtal passen. Dat is iets ingewikkelder want je moet dat allemaal memoriseren.” Is het intensief? Khamal Ghannam: “Zeker, het is als sporten: we bewegen constant, springen veel en bewegen voortdurend handen en voeten. Daarom moeten we op voorhand goed opwarmen. Sommige mensen komen voor de lichaamsbeweging, in plaats van naar de aerobics te gaan. Andere mensen komen uit interesse voor een andere cultuur, om iets meer te weten te komen over Palestina. Mijn vrouw heeft met haar gsm eens gemeten welke afstand ze aflegt terwijl ze veertig minuten dabkeh danst. Het resultaat is verrassend: vijftien kilometer! Ik heb mensen zienderogen gewicht zien verliezen naarmate de lessen vorderen. Één ding is zeker: je hebt energie nodig, want na een uur ben je uitgeput!” Benjamin Tollet Danslessen dabkeh, elke woensdag van 20.30 tot 22.00 in De Pianofabriek. Voor iedereen vanaf 15 jaar. Prijs: 80 euro voor 10 lessen, proefles 5 euro. Meer info op www.pianofabriek.be

GROTE BRUSSELQUIZ VAN FM BRUSSEL. De Grote Brusselquiz van FM Brussel vindt plaats op 14 maart 2013 in Autoworld. Toch is de tijd gekomen om in te schrijven, tenminste als u er met uw groepje van vier zeker wil bij zijn. Er zijn tien rondes met alleen maar vragen over de hoofdstad. Ze bestrijken alle domeinen. Een paar voorbeelden: Wie ontwierp het stadhuis van Brussel? Hoe heten de maandelijkse gayfuiven in de Fuse? In welke gemeente ligt frietkot Chez Clémentine? Inschrijven doe je via www.fmbrussel.be. n KUNSTBENDE IN BEURSSCHOUWBURG. De Beursschouwburg laat op zaterdag 25 januari een hele namiddag lang aanstormend talent zien: JES organiseert van 13u30 tot 18u de voorronde van de Kunstbende met prijsuitreiking. Uit de kweekvijver van de Kunstbende zijn al bekende artiesten voortgesproten zoals Brahim, Steak Number 8, Balthazar en The Compact Disc Dummies. De winnaars van de voorronde mogen zich in mei aanmelden voor de finale. De toegangsprijs bedraagt 3 euro. Adres: Beursschouwburg, A. Ortstraat 20-28, 1000 Brussel. n MUZIEKPUBLIQUE ZOEKT WOONKAMERS. Muziekpublique is met zijn Living Room Music Festival aan zijn twaalde editie toe. Inwoners van de Elsense Scepterwijk die op 4 mei 2013 een unieke wereldmuzikale ervaring willen in hun huis – met beperkt publiek – nemen contact op met An, assistant@muziekpublique.be of 02-217.26.00. Meer DV info op www.muziekpublique.be.

CULTUUR   KORT

land binnen een land, dat van niemand en iedereen is. Brussel meet zich geen sterke identiteit aan – in tegenstelling tot Antwerpen en Luik, de twee andere grote steden van België – en dat is goed zo. Perfect voor de ontwortelde mens die ik ben, de nomade. Ik voel me hier zelfs beter thuis dan in Italië. De openheid inspireert me als kunstenaar; de kosmopolitische dimensie van Brussel is een logisch gevolg van haar verdraagzaamheid.”


BDW 1409 PAGINA 24 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

Bowling > Mats Maggi wil in 2014 het kloofje met de wereldtop dichten

‘De nodige opofferingen getroosten’ BDWSPORT

SINT-JANS-MOLENBEEK – De Belgische bowlingfederatie heeft goud in handen, maar lijkt dat nog niet goed te beseffen. Mats Maggi (24) kan ondanks weinig steun en een mager trainingsregime bij momenten wedijveren met de wereldtop, en werd in december zevende op de wereldbeker in Rusland. Die topprestatie is een trigger om dit jaar voluit zijn kans te gaan. 2014 moet het jaar van Mats Maggi worden. “Door astma kon ik als jongeling amper van sporten proeven,” vertelt Maggi. “Bowlen lukte wel, en bij mijn eerste kennismaking had ik meteen het virus te pakken. Ik was toen negen jaar oud en schreef me vrijwel meteen in bij de club van Bowlmaster. De jeugdwerking was er toen nog uitgebreid en goed. Er hing een leuke sfeer en ik kwam er haast dagelijks over de vloer.” De liefde voor bowling werd bij de Molenbekenaar nog versterkt door zijn talent. Hij behoorde tot de besten en speelde meestal in een hogere leeftijdsklasse om tegenstand te hebben. Belgische titels? Hij verzamelde ze bij de vleet. Zijn motivatie en focus waren groot, terwijl velen van zijn leeftijdsgenoten afhaakten. “Toen de persoon die zich bezighield met de jongeren overleed, zijn de meeste spelers gestopt. Maar dat is nooit een optie geweest voor mij. Mijn passie is daar te groot voor. Het is zo’n leuke sport en je ontmoet rond de baan heel wat mensen. Eigenlijk is het een miskende sport. Het is zeer toegankelijk en veel mensen linken het aan een avondje uit. Maar ik verzeker je: op hoog niveau is het zowel mentaal als fysiek zeer zwaar.” Dat hoge niveau haalt Maggi bij de bowlingclub van Bergen. Bowlmaster was volgens hem in het verleden een van de beste clubs van het land, maar een grote uittocht heeft dat statuut onderuit gehaald. De Brusselaar vond in Bergen een club die zowel op sportief als op menselijk vlak bij hem past. “De afgelopen twee seizoenen hebben we zowel de titel als de beker van België gewonnen, dus het blijkt toch wel een goede keuze te zijn. Ik vraag me nu af of ik nog veel in België moet spelen. Hier lopen goede spelers rond, maar het algemene niveau is niet hoog genoeg. Daardoor zakt mijn motivatie soms wat weg. Dankzij de Europese matchen met Bergen en tornooien met de nationale ploeg heb ik mijn niveau toch nog kunnen opkrikken.” “Op het internationale toneel word je wel op je plaats gezet, hoor. Ik herinner me mijn eerste matchen voor de nationale ploeg nog levendig. Ik was twintig, top in België en trok vol vertrouwen naar een tornooi in Denemarken. Maar snel besefte ik dat het niveau er nog een pak hoger ligt.

Wereldrecordhouder De werkpunten bleken niet van de poes: regelmatiger zijn, spelinzicht en tactiek verbeteren, fysiek sterker worden. En er is ook nog de kennis van het veld, een niet te onderschatten element in de bowlingsport. “Op de velden ligt olie en dat zorgt voor een hogere moeilijkheidsgraad, vooral omdat je het met het blote oog niet ziet. Je moet dat dus inschatten. Het is zeer complex, er zit een hele wetenschap achter. De lengte van de olielaag en de vorm van de baan spelen een belangrijke

Mats Maggi: “Hoe meer ik met de toppers in aanraking kom, hoe beter mijn spel zal worden.”

“Het is uiteindelijk wel ontgoochelend dat ik zevende werd op de wereldbeker. Dat is wel een goed resultaat, maar als sportman wil je altijd meer” rol. Ook de spelwijze van je tegenstanders: spelen ze met veel effect, dan gaat de olielaag bijvoorbeeld sneller slijten.” “Ervaring en kennis helpen je bij het uitkiezen van de juiste bal. Ik bekijk regelmatig filmpjes op YouTube waarop tips en voorbeelden worden gegeven. Het is een constant leerproces. Je moet er ook voor zorgen dat je de beste manier van werpen vindt: snel of niet, veel of weinig effect, etc. En dat dan elke keer opnieuw kunnen herhalen. Dat is zeer moeilijk. Zes spellen worden op een drietal uur afgewerkt, het vraagt dus heel wat concentratie.” België heeft een achterstand op het vlak van geoliede velden, maar is dat stilaan aan het inhalen. Al gebeurt het volgens Maggi soms te drastisch, waardoor bijvoorbeeld oudere spelers in opstand komen. Maar het is wel een noodzaak om de rol niet te lossen en de kloof met de (vooral Scandinavische) toppers niet nog groter te laten worden. De Brusselaar bewees eind vorig jaar dat de Belgen er kunnen staan op grote tornooien. “Alles liep goed op de wereldbeker, tot de laatste dag. Ik stond heel de week in de top drie, maar factoren als vermoeidheid en stress deden me de das om. Het is ontgoochelend dat ik zevende werd. Dat is een goed resultaat, maar als sportman wil je altijd meer.” “Het was mijn derde deelname aan de wereldbeker van de afgelopen vier edities. Een alles-

EEN TEGEN ALLEN De moeilijke relatie tussen Maggi en de bowlingfederatie kende een nogal penibel hoogtepunt toen de Brusselaar op zijn 21ste alsnog naar het wereldkampioenschap voor jongeren trok. De federatie was niet van plan om iemand te sturen wegens te zwak, tot Maggi zelf aandrong. Ze lieten hem begaan, maar hij moest wel alleen naar de competitie die in principe door ploegen wordt gespeeld. “Ik heb daar aan alle competities alleen deelgenomen, dus ook de duo-, trio- en ploegencompetitie. Als iemand met mij mee was geweest, zelfs een matige speler, hadden we een medaille kunnen halen, want ik ben er vierde geëindigd in de all event. Ik heb een WK-medaille gemist met elf kegels. Het is uiteindelijk een zeer mooie herinnering, maar tegelijkertijd een grote ontgoocheling. Ik stond daar helemaal alleen. De spelers en trainers van de andere landen trokken grote ogen en konden weinig begrip opbrengen voor de belachelijke situatie waarin ik was beland.” TS

bepalend nationaal tornooi maakt uit welke man en welke vrouw er heen mag. Twee jaar geleden werd ik achtste, maar mijn zevende plek vind ik mooier omdat ik constanter heb gepresteerd. Het is ook mooi meegenomen dat ik een wereldrecord heb verbroken door 1.599 punten te scoren in zes partijen.” De prestatie van Maggi is des te opmerkelijker als men weet dat hij zonder goede voorbereiding naar Rusland was getrokken. Niet zo lang

© BOWLINGDIGITAL’S BEAT GRAUWILER

geleden trainde hij zelfs maar één uurtje per week. Hij beseft dat het anders moet en is ondertussen ook overgeschakeld op een steviger trainingsregime. Maar hij laakt eveneens de tekortkomende federatie.

Geen geld voor WK “We hebben een nationale coach, maar ik heb hem voor de wereldbeker niet gezien en ter plaatse heb je er amper iets aan. Het is allemaal niet echt professioneel. De federatie mist visie en geeft soms geld uit aan bijkomstige zaken, in plaats van bijvoorbeeld clinics te organiseren met topcoaches om onze basisvaardigheden bij te schaven.” “In 2013 was het even ‘oorlog’ tussen de spelers en de federatie omdat we niet naar het wereldkampioenschap mochten, ondanks dat we ons hadden geplaatst. Er was volgens de federatie geen geld voor. Daar waren we zeer boos om. Zo’n groot evenement missen, en dan nog eens in Las Vegas! Ik denk wel dat het stilaan de goede kant opgaat. De federatie is gesplitst en er lijken capabele en gemotiveerde mensen aan het roer te staan.” Sinds zijn terugkeer van de wereldbeker heeft de Brusselaar een nieuw elan gevonden. Hij is zeer gemotiveerd en heeft zijn trainingen opgekrikt. Maggi beseft dat hij zowel op mentaal als fysiek vlak vooruitgang moet maken om te wedijveren met de toppers. “Ik wil dit jaar naast de Europese wedstrijden die ik met Bergen speel ook individueel aan tornooien deelnemen. Met goede resultaten komt de nodige financiële steun en zo kan ik groeien. Hoe meer ik met de toppers in aanraking kom, hoe beter mijn spel zal worden.” “Veel tornooien kan je met de auto bereiken. Dat is geen overbodige luxe, want het is niet evident om met het vliegtuig te reizen: een bal weegt zeven kilo en je hebt er toch een paar nodig. Het stoort me niet om pakweg achthonderd kilometer te rijden en een paar dagen vrijaf op het werk te nemen om tornooien te spelen. Ik zal de nodige opofferingen getroosten.” Tim Schoonjans


BDW 1409 PAGINA 25 - DONDERDAG 16 JANUARI 2014

@DeefPeters Transfer Somé kan bepalend worden in de titelstrijd in de #belgacomleague #missinglink voor #stvv #rwdm

© PADEL BRUXELLES

Er valt altijd wel iets te beleven in het Edmond Machtensstadion. De goede vibe van het seizoensbegin sloeg de afgelopen weken enigszins om: financiële perikelen leidden nog maar eens tot een transferverbod en de spelers staakten om achterstallig loon op te eisen. Alsof dat nog niet genoeg was, kregen de supporters het nieuws dat hun topschutter Ibrahim Somé naar Sint-Truiden trekt. Afgelopen weekend klopten de Brusselaars STVV wel met 1-0, maar zoals voetbalwatcher Dave Peters het stelt: STVV doet een uitstekende zaak met deze transfer. RWDM daarentegen…

Nieuwe sport uit Spanje

Valt ook Brussel voor Padel? EVERE – Padel is hot. Sportminnend Europa valt beetje bij beetje voor de sport waar miljoenen Spanjaarden aan verknocht zijn, en nu is het de beurt aan Brussel. Evere White Star Tennis Club heeft het eerste veld van de hoofdstad. Padel is kort samengevat een mengeling van tennis en squash. Net als bij squash mogen de muren gebruikt worden en net als bij tennis is er een net in het midden van het veld. De strijd wordt aangegaan met een houten racket vol gaten en een bal die op een tennisbal lijkt. “Het succes van de sport is dat het gemakkelijk aan te leren valt,” vertelt Jesus Galende, medeoprichter van de White Star Padel Club. “Je moet geen technische bagage hebben om padel aan te leren. Op één dag heb je het onder de knie. De aantrekkingskracht ligt ook in het feit dat het uitsluitend in dubbels wordt gespeeld. Het is dus zeer sociaal en aangezien je een ploegmaat hebt, is de fysieke inspanning niet te zwaar. Het veld in Evere wordt bijvoorbeeld per anderhalf uur verhuurd, omdat je met minder op je honger blijft en niet het gevoel hebt echt een workout te hebben gehad.” “Iedereen kan padel spelen. We krijgen bijvoorbeeld zeventigjarige sporters over de

SPORT KORT

TAREC SAFFIEDINE maakt naam in de wereld van de Mixed Martial Arts. Hij verliet Brussel een paar jaar geleden om zich in Amerika toe te leggen op zijn sport, met succes. Ongeveer een jaar geleden won hij de titel in de categorie weltergewicht van Strikeforce. Begin deze maand kampte hij voor het eerst in de Ultimate Fighting Championship, de grootste MMA-organisatie ter wereld, en hij versloeg de Zuid-Koreaan Hyun Gyu Lim. Wordt ongetwijfeld vervolgd. ■ Wie JONG VECHTSPORTTALENT aan het werk wil zien, moet zaterdag in de Anderlechtse Kompasstraat 4 zijn. Daar gaat om 18 uur een jongerengala van start. ■ Gaat u liever de strijd aan met de natuur, dan moet u zaterdag in Neder-over-Heembeek zijn voor de R ELAIS GIVRES. Het opzet: vijf deelnemers, waarvan verplicht één vrouw en één veteraan ouder dan veertig jaar, nemen om beurt 8 kilometer voor hun rekening en lopen samen de laatste 4 kilometer. Het start-

vloer. Hun sportkeuze is beperkt en met padel hebben ze een leuke en niet té intensieve optie.”

Embryonale fase Het eerste padelveld van Brussel vindt u sinds november 2013 op de Evere White Star Tennis Club, waar een overdekt tennisveld werd omgebouwd. De sport slaat er aan, en de initiatiefnemers hebben nog heel wat plannen. “Bij Spanjaarden moeten we geen promotie meer maken omdat ze padel zeer goed kennen. We willen dus vooral Belgen aantrekken en dat lukt wel. Het aantal spelers begint in België en de buurlanden te groeien. Er loopt hier wel wat talent rond.” “We hebben al een eerste tornooi georganiseerd en zouden daar graag een vervolg aan breien. Hopelijk gaan er nog wat clubs open zodat we met een interclubcompetitie kunnen beginnen. Momenteel organiseren we nog geen groepstrainingen, maar dat zit wel in de pijplijn. Laat ons zeggen dat de club nog in de embryonale fase zit ( lacht).”

Tim Schoonjans

Meer info op www.padelbruxelles.be

schot wordt om 13 uur gegeven, vijf minuten eerder gaat de mini-Relais Givrés van start: vier kinderen en één volwassene lopen om beurt 4 kilometer en lopen de laatste twee kilometer in groep. Meer info op www.relaisgivres.be. ■ Zit er nog wat fut in de benen, dan moet u vanaf 20 uur in Elsene zijn (Vleurgatsesteenweg 191). Daar gaat de wintereditie van de K IZOMBALOVE PARTY door. Op het programma staan workshops van gerenommeerde lesgevers en vanaf 22 uur (tot 3 uur) zal er stevig gefeest worden. Meer info op www.kizombalove.com. ■ Sportende studenten uit het secundaire onderwijs die van meerdere walletjes willen proeven en nog geen S PORT-NA-SCHOOL-PAS hebben, moeten naar www.sportnaschool.be surfen. Ze kunnen er een bon downloaden waarmee ze van 20 tot en met 24 januari gratis aan een SNS-activiteit mogen deelnemen in de regio Brussel. Dé gelegenheid om dit schitterend initiatief te ontdekken en zich te laten verleiTS den om een SNS-pas aan te schaffen.

ESTAFETTE > DAVID STEEGEN

De minnares van Vitesse Arnhem Ik heb Esther Bal leren kennen. Ze werkt al meer dan een decennium voor Vitesse Arnhem, de Nederlandse voetbalvereniging waar het nooit rustig is. FC Hollywood aan de Rijn. ‘La Bal’ is een begrip in Nederland. Ze heeft een mooie reputatie. Hard Gras, het Nederlands literair tijdschrift, wijdde enkele jaren geleden een heel nummer aan de onrust van Vitesse. Zij speelde een hoofdrol in de neergeschreven saga. Bal houdt zich moeiteloos staande tussen de somtijds overdreven mannelijke ego’s van bestuurders, voetballers en journalisten. Esther Bal laveert subtiel doorheen de stormen, immer ten diensten van haar eerste en laatste grote minnaar: Vitesse Arnhem. Vrouw van de club. Ze is verantwoordelijk voor de communicatie. We zijn het erover eens, de dienende maar strategische rol van de woordvoerder is ondankbaar. De druk van de media doorstaan, tegenslag beheren en de euforie van de overwinning sturen is niet altijd even gemakkelijk. Het ondergaan van de emoties van spelers en trainers en toch, wars van zoveel menselijkheid, een eigen beleidslijn invullen, vergt emotionele intelligentie en kracht. Esther Bal heeft het na vijftien jaar allemaal al eens meegemaakt. Financiële problemen, overnames uit Oosten, sportieve tegenslagen en ontevreden spelers. Het kinderspel voor haar. Ervaring is in alle vakken een meerwaarde. In voetbal is het een voorwaarde. De goedlachse vrouw houdt oprecht van voetbal. Liefde voor het mooiste spel ter wereld overwint alles. Ze oefent geen vak uit, ze leeft. Vaak kom ik collega’s tegen van andere clubs. Binnen afzienbare tijd werken ze voor een internationale hotelketen of een of

andere fi nanciële instelling. Zij kouten over merk- en marktpositionering. Passanten. Mevrouw Bal zal altijd voor Vitesse werken, tenzij Vitesse voor de zoveelste maal overgenomen wordt door de zoveelste exotische miljardair. Voetbal is als het leven. Vergankelijk. Het kan snel gaan. We wisselen herkenbare anekdotes uit aan de rand van de zonnige en haast volmaakte oefenvelden van het Al Zayed Sport City sportcomplex in Abu Dhabi. We praten over de steeds harder wordende media, de bazen, de spelers en trainers. We staan letterlijk tussen de oefenvelden van onze clubs. Links Vitesse Arnhem, rechts Royal Sporting Club Anderlecht. Verderop VFL Wolfsburg en Hamburg SV. Esther Bal heeft een crisis te bezweren. Een van hun spelers, de Israeliër Dan Mori, mocht Abu Dhabi niet in. De Verenigde Arabische Emiraten erkennen de staat Israël niet. De zaak wordt vanzelfsprekend door de politieke wereld opgepikt. Politici halen voorpagina’s dankzij de tweede oudste voetbalclub van Nederland. Voetbal verkoopt. De joodse journaliste Esther Voet heeft haar eigen mening over de affaire en wordt languit in de Nederlandse media opgevoerd. Onder een van die stukken staat de verkeerde foto. De afbeelding van Esther Bal. Esther Voet-Bal. Alsof het zo moest zijn. Het is gezellig keuvelen aan de rand van het veld. John van den Brom, ex-Vitesse, en inmiddels trainer van RSCA roept plots vanop het oefenveld. “David, ga die ballen even halen.” Woordvoerder of ballenraper? Ik veer recht. Voor de club doen we alles. Esther glimlacht. David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.