LACHEN ZONDER REDEN de karate kid in thomas gunzig En ook: Lewis Baltz, Mogwai en Geert Van Rampelberg.
DOOR LACH- EN ONTSPANNINGSOEFENINGEN BETER IN JE VEL
30 01 14
LEES P.8
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
MOLENBEEK IN MAJEUR SINT-JANS-MOLENBEEK – De refreinzin van ‘MolemCapitale’, het lijflied van Molenbeek Culturele Hoofdstad 2014, blijft ongenadig in je hoofd plakken. Zaterdag voerde de Molenbeekse rapper Pitcho samen met zeven rappende jongeren van Molenbeekse jeugdhuizen de song voor het eerst op tijdens ‘MolenStart’, het startschot van het culturele jaar voor Molenbeek. Een indrukwekkend klank-, licht- en vuurwerkspektakel maakte menig aanwezige Molenbekenaar alvast fier op KV zijn gemeente.
FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE
Heizel > Gewest pompt 167,5 miljoen euro in nieuwe publieke vennootschap
Neo op een drafje BRUSSEL – Stad en gewest pompen elk 167 miljoen euro in Neo. Die nieuwe vennootschap moet de Heizel ontwikkelen. Het FDF hekelt de snelheid waarmee het supervehikel door het parlement wordt gejaagd.
B
russel-Stad heeft al jaren plannen om de Heizelvlakte een nieuwe bestemming te geven. Ze wil er een winkelcentrum, woningen, recreatie, congrescentrum en een hotel. Het Brussels Gewest wou inspraak. De plannen zijn immers van belang voor het hele Gewest. Beide overheden beslisten in mei formeel om de handen in elkaar te slaan. In decem-
ber paste de Brusselse regering het Gewestelijk bestemmingsplan aan, op maat van het project. Om de samenwerking mogelijk te maken, moest er een nieuwe publieke vennootschap komen, Neo. Donderdag wordt de oprichting besproken in het Brussels parlement. Stad en gewest krijgen elk 50 procent van de aandelen. De stad Brussel brengt gronden in. Het Gewest zal twintig
jaar lang 8,37 miljoen euro ophoesten. De totale inbreng wordt aldus 335 miljoen euro. Daarmee zal de niet-commerciële poot van het project gefinancierd worden. Omdat Neo in een concurrentiestrijd is verwikkeld met Uplace, heeft de stad niet gewacht om de aanbestedingen te lanceren. Half februari wordt bekend welke promotor de opdracht binnenhaalt voor de bouw van het winkelcentrum en de woningen (Neo I). Daarnaast wordt nog een projectontwikkelaar gezocht voor de bouw van een congrescentrum en een hotel (Neo II). Veel ruchtbaarheid is er niet gege-
ven aan de oprichting van de publieke vennootschap. Dat is merkwaardig gezien de omvang van het project en de miljoenen die het vehikel zal beheren. De verklaring ligt voor de hand: zowat alle politieke partijen steunen Neo, hetzij via de stad (PS, SP.A, ADVERTENTIE
Waar ligt jouW gevoelig plekje? Ga snel naar pagina 7
MR en Open VLD) hetzij via het Gewest (PS, CDH, Ecolo, Open VLD, CD&V en Groen). “Je zal ook deze week nauwelijks een debat krijgen,” sneert parlementslid Didier Gosuin (FDF). “We zijn de enige die oppositie voert in dit dossier. Iedereen zit mee in het bad.” Gosuin laakt ook de manier waarop het supervehikel zo vlak voor het einde van de legislatuur door het parlement wordt gejaagd. “De regering, die jaarlijks gaat moeten betalen, heeft de ordonnantie laten indienen door parlementsleden. Zo omzeilt ze het advies van de Raad van State en de Rekenkamer.” Steven Van Garsse en Bettina Hubo ADVERTENTIE
Herrmann Deboeman Laan
zie pagina 9
1 N° 1411 VAN 30 JANUARI TOT 6 FEBRUARI 2014 ¦ WEEK 5: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN:BIANCA_ADV_BDW_DEBOEMAN_DEF.indd 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1411 PAGINA 2 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
NIEUWE BOUWMEESTER KOMT ZO BRUSSEL – Op 20 november zal Brussels Bouwmeester Olivier Bastin zijn ambt neerleggen. Dan is de vijfjarige termijn van de eerste Bouwmeester die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rijk is, verstreken. “Ik ben niet geïnteresseerd in een nieuwe ambtstermijn,” bekent Bastin nu al aan BDW. “Vijf jaar is ruim genoeg om aan één project je maximale creativiteit aan te bieden,” geeft hij mee, zonder met de vinger te wijzen naar andermans verlengingen die de overheid gemakkelijkheidshalve toestaat. In de periode 2009-2013, onder Brussels minister-president Charles Picqué (PS), kreeg Bastin voeling met de ‘plaats’ van de toezichthoudende en sturende Bouwmeester in de beleidsvoering. De huidige minister-president Rudi Vervoort (PS) gaat, normaliter op 20 februari al, een oproep lanceren voor de vacature van een Brusselse Bouwmeester voor de periode 20142019. JMB
Uitgelicht > BNP Paribas Fortis breidt zetelcampus uit met nieuwbouw
Habsburgers mogen voor Bourgondiërs bouwen BRUSSEL – Als het masterplan aanhoudt kan BNP Paribas Fortis in 2021, op haar zetelcampus aan de Warandeberg 7.300 werkposten – goed voor 8.000 personeelsleden – concentreren. De Belgische bank bouwt daarvoor met het Oostenrijkse baumschlager eberle, dat de Ukkelse bouwreus Samyn op zijn honger liet zitten. De hoofdzetel van BNP Paribas Fortis bouwt een nieuwe ‘topgrafische sculptuur’ tussen de Warandeberg,
Ravensteinstraat en Baron Hortastraat (tegenover Bozar). In de basfond van de Koningsstraat en het
Warandepark, zeg maar. Ooit was de Société Générale, in 1822 opgericht door koning Willem I van Oranje-
Nassau, de eerste kredietverschaffer aan de Belgische staat voor 10.000 florijnen (in 1830). Vandaag behoort de oude Fortis tot de Franse groep BNP Paribas. De Belgische tak wil haar hele zetelcampus aan de Warandeberg/Houtmarkt (bij het monument van de Vooruitgang)
DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE © SASKIA VANDERSTICHELE
DE RINCK: KLOKGEVEL BLIJFT STAAN
De nieuwe zetel van BNP Paribas Fortis steekt niet meer boven de huizenrij aan de Koningsstraat uit en biedt met open gaanderijen en patio’s ook publieke ruimtes voor de passant.
ANDERLECHT – Het Brussels Gewest heeft een bouwvergunning afgeleverd voor gemeenschapscentrum De Rinck. De neo-klokgevel moet blijven staan. De Vlaamse Gemeenschapscommissie wou een smal gebouw met klokgevel afbreken en er een hypermoderne gevel in de plaats zetten. Daarmee zouden de ruimtes efficiënter ingericht kunnen worden. Burgemeester Eric Tomas (PS) vond dat niet kunnen omdat de klokgevel mee bepalend is voor het uitzicht van het Dapperheidsplein, hoewel de klokgevel een neo-constructie is van de vorige eeuw. De overlegcommissie gaf een positief advies voor de plannen, maar onder voorbehoud: de klokgevel moest blijven staan. Het Brussels Gewest volgt die redenering. Schepen van Nederlandstalige aangelegenheden Elke Roex (SP.A) is vooral blij dat er nu eindelijk schot in de zaak komt, “want de plannen voor de verbouwing van De Rinck slepen al jaren aan.” Steven Van Garsse
Bovenop de Brussels Skyliner op het Paleizenplein kan je tot twaalf kilometer ver kijken. Toeristen mogen er geen foto’s maken, onze fotografe Saskia gelukkig wel. Dat resulteerde in een prachtig beeld van het Warandepark. De Skyliner staat er nog tot en met 9 februari.
BDW 1411 PAGINA 3 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
© BE BAUMSCHLAGER EBERLE
concentreren. Daarvoor gaan de twee bruine torens van het pand uit 1974-1979, ontworpen door architect Hugo Van Kuyck (1902-1975), tegen de grond. De toelatingen voor het strippen tot op het beton (in 2014) en de asbestverwijdering (in 2015) zijn al binnen. Dat maakte de bank vorige week bekend. In 2013 werd een internationale wedstrijd uitgeschreven omdat renovatie van de oude zetel duurder uitkwam, én de functionaliteit achterhaald is. Een kluizenzaal en grote drukkerij zijn niet meer nodig. Wat men wel wil is daglicht, geothermische verwarming en flexibele kantoorlandschappen voor 4.500 werkplaatsen (baumschlager eberle-pand), als uitbreiding van de 1.350 plaatsen nu (in het Van Kalckgebouw).
“ “ HET WOORD
Uit 25 architectenbureaus werd eerst een shortlist van zeven geselecteerd, nadien bleven twee bureaus in de running. Tot voor kort strooiden Belgische aannemers rond dat de Ukkelse gigant Samyn & Partners de opdracht had binnengehaald, ook Samyn speelde blufpoker. De wedstrijdjury – met naast de bank ook Brussels Bouwmeester Olivier Bastin, vertegenwoordigers van de overheden en externe experten – koos uiteindelijk voor het ontwerp van baumschlager eberle. Het Oostenrijkse bureau heeft het niet-universitaire ziekenhuis AZ Groeninge (Kortrijk) op zijn referentielijst, naast groots werk in Duitsland, China, Vietnam en in het belastingsparadijs Liechtenstein. Baumschlager eberle werkt samen met Styfhals & Partners (Machelen), dat een groot stuk van de uitvoering van de nieuwe site voor zijn rekening mag nemen. “De karaktervolle constructie van Van Kuyck was ons genegen,” stelt de Bouwmeester. “Het debat tussen postmoderniteit en nieuwe moderniteit zal nog gevoerd worden, maar we krijgen nu een beter geïntegreerd gebouw voor de wijk.” Het Gesamtkunstwerk houdt ongezien veel rekening met de publieke ruimte en de passant. Een zuilengaanderij zorgt voor een overdekte passage die langsheen de Ravensteinstraat circuleert. De hele benedenverdieping krijgt open patio’s, met gaanderijen die publieke functies kunnen krijgen, van expositieruimte tot cafetaria. Het dak komt niet hoger meer dan de neoclassisistische rijhuizen aan de Koningsstraat (Warande). En de riante lichtuitsparin-
gen (zie foto links, jmb) moeten de patio’s gebruiksvriendelijk maken. Meer parking dan vandaag krijgt de site niet, het Centraal Station en Metro Park liggen op wandelafstand.
Planning Tijdens de werken in de Koningsstraat en aan het nieuwe auditorium in de Kanselarij begint de procedure voor bouwvergunning voor de nieuwbouw. Eind 2014 moet de kant aan de Baron Hortastraat compleet leeg zijn. Als het asbest afgevoerd is, kan de afbraak beginnen in 2016. In 2017 start de constructie, om in 2021 gebruiksklaar te zijn. Dit is het beste scenario, als er geen crisis uit de lucht valt. “We hebben nog kantoren zat om het ontruimd personeel elders te vestigen,” stelt Frank Bruynsteen, hoofd Facility Management. “Op de zetelcampus (cluster Kanselarij, Koningsstraat, Warandeberg) moeten uiteindelijk 8.000 personen aan de slag kunnen (op 7.300 werkposten). Wat op termijn met de resterende lokalen aan de Kreupelenstraat en Broekstraat (2.000 personen) gaat gebeuren weten, we nog niet (de beschikbaarheid van een repetitiezaal door de Harmonie van de bank komt daarmee in gevaar, want de nieuwbouw voorziet hier niet in, red.). “We zullen altijd buiten de Kleine Ring blijven huren – nu voor 3.000 personen, in het Manhattan Center (WTC), de Botanic Building (Lazaruslaan), en Boréal (Vooruitgangsstraat). Dat is nodig om bij een ramp in de Vijfhoek (afsluiting Ring) altijd bereikbaar te blijven.”
Jean-Marie Binst
Er is een heuse businessdrain aan de gang omdat Brussel een onvriendelijke politiek voert ten aanzien van de ondernemers. De bereikbaarheid van onze hoofdstad is een regelrechte ramp.” Bart Denoodt, CEO van IT-bedrijf Steria Belux heeft beslist om zijn bedrijf grotendeels uit Brussel weg te trekken en ermee naar Groot-Bijgaarden te verhuizen (in De Tijd).
Pas toch op wie je je vriend noemt, Romelu.” Columnist en parlementslid Luckas Vander Taelen (Groen) vindt dat Romelu Lukaku te ver gaat in de verdediging van Nicolas Anelka. Die laatste kokketeerde met de Franse komiek Dieudonné door na een goal het quenelle-gebaar te maken (in De Standaard).
Kattenbordeel
Gaia maakt reclame voor een kattenbordeel. Het bordeel is geen aansporing tot promiscuïteit – promiscue zijn onze poesjes zo al – maar een voorproef op de neopuriteinse golf die ons allen te wachten staat. Gaia vindt dat de poezen te veel sekspartners hebben en daar heeft de dierenrechtenorganisatie wel een punt. Niet dat Gaia vindt dat onze poezen opeens hondstrouw moeten worden, wel omdat bij de poezen 1 + 1 = 6. Gaia wil dat federaal minister van Dierenwelzijn Laurette Onkelinx (PS) sterilisatie van katten verplicht maakt: de dierenasielen zitten barstensvol en jaar na jaar moeten er
poezen geëuthanaseerd worden. Maar terug naar het kattenbordeel. Tot en met 1 februari projecteert Gaia raambordelen uit de rosse buurt op de zuidelijke gevel van het Crowne Plaza aan het Rogierplein. De animatiefilm laat met neo-lampen verlichte ramen zien met schaduwen van krolse katten, meer dan één raam insinueert seksuele taferelen. De taferelen worden afgesloten met: “Katten hebben te veel sekspartners. Vermijd ongewenste kittens, laat je kat steriliseren.” U kan het filmpje ook bekijken op de website van Gaia. Danny Vileyn
WEEKOVERZICHT WOENSDAG 22 JANUARI huytebroeck wil wijziging spreidingsplan. Brussels minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) dreigt naar de Raad van State te stappen als het huidige spreidingsplan voor vliegtuigen niet wordt aangepast. Volgens Huytebroeck wordt er te veel boven de Brusselse kanaalzone gevlogen om de Oost- en Noordrand te ontzien. mivb koopt nieuwe bussen voor MENSEN MET BEPERKING. Binnenkort krijgt de MIVB twaalf nieuwe busjes voor het vervoer van mindervaliden. Die dienst bestaat al sinds 1978 maar had dringend nood aan een nieuwe vloot. De MIVB hervormt de dienst ook en integreert gewestelijke taxi’s mee in het aanbod voor minder mobiele mensen. Jaarlijks zijn er 50.000 ritten.
DONDERDAG 23 JANUARI bnp paribas breidt zetelcampus uit met nieuwbouw. BNP Paribas trekt aan de Warandeberg een nieuwe campus op. Tegen 2021 moeten er 8.000 personeelsleden aan de slag kunnen. Het Oostenrijkse baumschlager eberle ging met de opdracht lopen. De Oostenrijkers werken samen met Styfhals & Partners uit Machelen.
VRIJDAG 24 JANUARI MARINE LE PEN STEUNT VLAAMS BELANG BRUSSEL. De Franse politica Marine Le Pen zal tijdens de komende verkiezingscampagne de Brusselaars oproepen om voor het Vlaams Belang te stemmen. Dat verneemt brusselnieuws.be. Le Pen is voorzitter van het eurosceptische Front National, een partij waarvan wordt verwacht dat ze het de komende Europese verkiezingen goed zal doen in Frankrijk. groen stelt alternatief lussenplan voor. De Brusselse Ecolo-Groenfractie heeft een alternatief klaar voor het circulatieplan dat de stad Brussel eerstdaags zal voorstellen. Voor de groenen moet de Anspachlaan een groot autovrij park worden.
ZATERDAG 25 JANUARI kmskb voert onderzoek naar nazi-roofkunst. De krant De Standaard pakt uit met een bericht over nazi-roofkunst in de Belgische musea. Het Museum voor Schone Kunsten start een onderzoek naar de herkomst van de schilderijen van Frans Heulens. Heulens schonk in 1988 werken van onder andere Pieter Brueghel, Jan Provoost en Gillis Mostaert. Het KMSKB wil niet op het onderzoek vooruit lopen: het is niet omdat Heulens mogelijk betrokken was bij bij de handel van roofkunst dat de schilderijen in het museum roofkunst zijn, luidt het op brusselnieuws.be.
ZONDAG 26 JANUARI GROOTSTE HEEMBEKENAAR. De historicus Jan Verbesselt (1913-2000) wordt op de nieuwjaarsreceptie van Gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard verkozen tot Grootste Heembekenaar. Zo’n 250 aanwezigen nemen deel aan de stemming. Er zijn tien genomineerden. Sint-Lendrik, een heilige uit de zevende eeuw, haalde het minst aantal stemmen. De Heembekenaren willen bij de stad Brussel bepleiten dat er in Neder-over-Heembeek een Verbesseltstraat komt.
MAANDAG 27 JANUARI AUTOSALON LOKT MEER BEZOEKERS. Het Autosalon op de Heizel sluit de deuren. Er kwamen niet minder dan 585.000 bezoekers over de vloer. Dat zijn er 22.000 meer dan twee jaar geleden.
DINSDAG 28 JANUARI bral wil faire discussie over stadstol. De Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL) vraagt een eerlijke discussie over stadstol. Vorige week lekte uit dat onderzoeksbureau STRATEC 12 euro stadstol noodzakelijk acht. Het lek was volgens voorstanders van de stadstol bedoeld om het voorstel te kelderen. GROUWELS EN DE BLOCK KIBBELEN. De winter is nog niet eens echt begonnen en er is al een tekort aan nachtopvang voor daklozen. Federaal staatssecretaris Maggie De Block (Open VLD) en Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) wijzen elkaar met de vinger. Fouad Ahidar (SP.A) roept op om leegstaande ruimtes in de metro en leegstaande overheidsgebouwen ter beschikking te stellen. Samengesteld door Christophe Degreef en Danny Vileyn
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1411 PAGINA 4 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
De Europawijk is in enkele decennia bijna onherkenbaar veranderd. “Niemand kon in de jaren tachtig ook maar vermoeden dat de Europese Unie die omvang zou gaan aannemen.”
© BELGA /GEERT VANDEN WEYNGAERT
Stedenbouw > Hilde Geens van Bral over dertig jaar transformatie in de Europese wijk
‘Niemand is ambitieus geweest’ BRUSSEL – De Brusselse Raad voor het Leefmilieu staat al bijna dertig jaar op de barricaden voor een leefbare Europawijk. De geschiedenis van de talrijke acties is nu te boek gesteld. “Een kaalslag als in de Noordwijk hebben we kunnen vermijden.”
D
e overheid en de vastgoedsector in Brussel, het is geen mooi huwelijk. Nooit geweest. Hoe hard de Brusselse beleidsmakers ook hun best doen om de lead te houden, meestal is het de privésector die bepaalt hoe de stad eruit gaat zien. Dat is vandaag zo, maar dat was in de jaren 1980, toen de Europese wijk uit de grond werd gestampt, ook al het geval. De bewoners van de wijk aan het Schuman- en Luxemburgplein lieten zich echter niet onbetuigd. Ze verzamelden zich in verschillende comités en trokken ten strijde tegen de bruxellisation van een wijk waar ze graag woonden, maar die onderhevig was aan bikkelharde vastgoedspeculatie. Dertig jaar later verschijnt het boek ‘Bewonersactie in de Europese wijk’ dat terugblikt op die periode. De Brusselse Raad voor het Leefmilieu was een vooraanstaande getuige. Ze ondersteunde de bewonerscomités
in hun strijd voor een leefbare buurt met niet alleen kantoren maar ook met (betaalbare) woningen, openbare ruimte, groen en een minimum aan sociaal weefsel. De Brusselse Raad voor het Leefmilieu was pionier. Auteur en stafmedewerker van Bral Hilde Geens: “Het was een duidelijke keuze van onze organisatie, toen nog onder het voorzitterschap van Marcel Rijdams, om ons in te laten met de Europese wijk. We voelden aan dat er dingen te gebeuren stonden die belangrijk waren, niet alleen voor de buurt zelf, maar voor heel Brussel.” De Brusselse Raad voor het Leefmilieu kreeg gelijk. Door de uitbreiding van de Europese bevoegdheden, de toename van het aantal lidstaten en de steeds grotere macht van de Europese Unie tout court, is de Europese wijk in enkele decennia bijna onherkenbaar veranderd. Denk maar aan de bouw van het Europees parlement, het Justus Lipsiusgebouw,
Lex 2000, het Ei aan Résidence Palace, nieuwe woningen en een hotel aan de Belliardstraat en aan het Van Maerlantklooster. En de transformatie blijft aan een ijzingwekkend tempo doorgaan. De Europese Commissie is op zoek naar 200.000 vierkante meter bijkomende kantoorgebouwen. De hele Wetstraat wordt vandaag volledig hertekend met het oog op een herschikking van de gebouwen. Daarbij ook torens tot 160 meter hoog. Volgens Geens is het fout om de urbanistische miskleun die de EUropese vandaag misschien is, volledig op het conto te schrijven van een gebrek aan stadsplanning. “Niemand kon in de jaren 1980 ook maar vermoeden dat de Europese Unie die omvang zou gaan aannemen.” Toch leest ‘Bewonersactie in de Europese wijk’ als een verhaal van ondoordachte beslissingen en gekonkel tussen overheid en vastgoedsector, waarbij de leefbaarheid van de wijk ondergeschikt was aan de economische en diplomatieke logica. “Niemand heeft hier ambitie getoond,” zegt Geens, “De nationale regering niet, de Brusselse regering niet, de lokale besturen niet, maar ook Europa niet.”
De bewoners waren niet te beroerd om zelf voorstellen te lanceren om de wijk te vrijwaren van vastgoedspeculatie. “We stelden voor om buffers in te stellen rond de Europese wijk, die ervoor moesten zorgen dat de vastgoedmarkt er kon worden afgekoeld. Jammer genoeg heeft de overheid daar nooit oren naar gehad,” zegt Geens. Het Europees parlement heeft enkele jaren geleden in een resolutie een soort van schuldbekentenis betuigd aan het adres van de bewoners die de gevolgen van de bouw van het Europees parlement hebben moeten verduren. Voor Geens kan het daar niet bij blijven en is het tijd dat Europa nu haar verantwoordelijkheid opneemt. In welke vorm dan ook. “Ik weet wel dat de Europese Unie geen lidstaten mag bevoordelen. En ik weet ook dat de economische return van de Europese hoofdzetel in Brussel aanzienlijk is, maar het zou van goed bestuur getuigen moest de Europese Unie tonen dat ze écht begaan is met de wijk waar ze te gast is.”
Amateurisme Cruciaal is de vraag of de dertig jaar bewonersacties iets hebben opge-
leverd. Het boek van Bral pretendeert zeker niet om daar een wetenschappelijke antwoord op te geven. “Daarvoor kunnen we te weinig afstand nemen,” zegt Geens “Het is ook nog maar de vraag of je dit soort effecten kan meten. Er zijn zoveel variabelen.” Wel worden de interventies van de bewoners naar soort besproken: overleg, de culturele aanpak, studiewerk, bezettingen. De ene keer proberen de acties een positief klimaat te scheppen, de andere keer zwengelen de acties de eigen expertise aan of is er sprake van echte confrontatie. Geens gelooft dat de acties wel degelijk de besluitvorming hebben kunnen beïnvloeden. “Het Kaderakkoord uit 1988 is zeker een mijlpaal.” Het kwam er na een gerechtelijk arrest waarbij de bewonerscomités hun gelijk hadden gehaald. Het is geen eenvoudig verhaal, maar het toont goed het amateurisme aan waarmee de overheid in de Europese wijk aan de slag ging. De bouw van het Europees parlement had wat voeten in de aarde omdat het niet conform het gewestplan was. De Brusselse regering wou toch ver-
BDW 1411 PAGINA 5 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
gunnen en gebruikte daarbij het argument van publiek belang. Maar de Belgische overheid had altijd beweerd dat de bouw van het Europees parlement, toen nog gewoon Internationaal Congres Centrum, een pure privé-aangelegenheid was. Het argument van het publiek belang hield dus geen steek. De rechter stuurde de overheid terug naar af. Als gevolg van het arrest sloot het buurtcomité Association du Quartier Leopold (AQL) een contract naar
“Het is tijd dat Europa haar verantwoordelijkheid opneemt. In welke vorm dan ook” privaatrecht met de investeerders (Bacob en de Generale, later Société Espace Léopold) waarbij ze als buurtcomité inspraak kreeg en haar belangen kon verdedigen. Geens: “Na het Kaderakkoord is Brussel meer op lange termijn gaan denken. De overheid had helemaal niet door wat de impact was op de buurt van de bouw van het Europees parlement. Het Kaderakkoord verklaart waarom de EU-wijk rond het Europees parlement niet de weg is opgegaan van de Noord- of Zuidwijk.” Een andere geslaagd actie volgens Geens is Sens Unique (1997) waarbij het terrein aan het Van Maerlantklooster een week lang werd bezet. Het geknoei van de Regie der Gebouwen nam daar hilarische proporties aan. In de hoop geld in het laatje te krijgen en zo de staatsschuld te verlichten, stelde de Regie vier terreinen te koop in de Europawijk. Achteraf bleek dat ze van één terrein niet eens eigenaar was, en dat ze een ander terrein helemaal niet kon verkopen. Het resultaat vandaag is gematigd positief. Een terrein is, dankzij de steun van schepen Henri Simons (Ecolo), een openbaar parkje geworden. Het zogenaamde Parc Anonyme, omdat niemand wist wie eigenaar was. De andere terreinen zijn woningen geworden, al zit daar een kanttekening bij: er is een hotel bij, en de andere woningen bevinden in het (erg) dure segment. De strijd
voor betaalbar wonen in de Europese wijk is achteraf gezien een onmogelijke strijd gebleken.
Krakersrestaurant Dat blijkt ook uit het dossier van de Stevinwijk, een huizenblok in de schaduw van Berlaymont, ooit bedoeld voor de uitbreiding van de EUinstellingen, en ingenomen door armere migranten en krakers. Onder meet het krakersrestaurant Kaputt was daar de grote verdediger van het recht op betaalbaar wonen. Geens: “Het is misschien wel onze grootste mislukking, vooral omdat we zo dicht bij een overwinning stonden.” Het was een complexe vastgoedoperatie tussen de federale overheid en de stad Brussel die de huizen uiteindelijk verkocht aan de meest biedende, om zo de stadskas te kunnen spijzen. Vandaag is het een chique residentiële wijk waar alleen hoge inkomens terecht kunnen. “We zijn er niet in geslaagd om de politieke onwil in dit dossier te doorbreken. Dat was enorm frustrerend,” zegt Geens. Uiteindelijk blijft Geens ervan overtuigd dat het schier onmogelijk is om als bewoners in grote dossiers als de urbanisatie van een hele wijk te kunnen wegen. “Over de aanleg van een speelpleintje kunnen bewoners zich nog wel roeren, maar het volgen van complexe dossiers als dat van de EU-wijk vergt tonnnen energie. Het is bijna niet mogelijk om in je vrije tijd de strijd aan te gaan met vastgoedsector en een overheid die fulltime enkele mensen op een dossier zet. Komt daar nog bij dat de bewoners zelf de gevolgen van de beslissingen te verduren krijgen. Dat maakt het actievoeren niet simpel.” Het is meteen ook een van de redenen waarom Geens dit boek wou schrijven. “Er zijn zo veel mensen die met hart en ziel en in hun vrije tijd gestreden hebben voor een leefbare Europese wijk. Dat mag toch ook eens gezegd worden.”
© SASKIA VANDERSTICHELE
Vandalisme treft De Harmonie Vandalisme is alom aanwezig in Brussel, zo ook in de Noordwijk. Al enkele weken moet het Lokaal Dienstencentrum De Harmonie, op de hoek van de Antwerpsesteenweg en de Harmoniestraat, het stellen met vernielde ruiten. “Het is rond eindejaar gebeurd,” zegt coördinator Gert Bouquiaux. “Op een nacht zijn alle ruiten ingeslagen. Het was puur vandalisme, geen poging tot inbraak.” De Harmonie heeft de barsten netjes afgeplakt. “We werken gewoon verder. Het is doenbaar. We weten nog niet of we de ruiten wel laten vervangen. Het gebouw wordt immers helemaal afgebroken en er komt een nieuwbouw.” De Harmonie is een ontmoetingsruimte annex so-
Bettina Hubo
Onderwijs > Negatief doorlichtingsverslag voor freinetschool
‘Stop aanmeldingen voor Radar’ LAKEN – Het ACOD vindt het niet gepast dat er nog kindjes voor volgend schooljaar ingeschreven worden in freinetschool De Radar. De school kreeg onlangs een negatief doorlichtingsverslag.
Steven Van Garsse
Bewonersactie in de Brusselse EU-wijk, Strategieën in de Strijd van 1986 tot nu. door Hilde Geens. Brusselse Raad voor het Leefmilieu, 2014. De publicatie is ook in Frans en Nederlands beschikbaar. Op zaterdag 1 februari organiseert Bral een rondleiding in de Europese wijk. Meer info op www.bralvzw.be © WAY PRESS INTERNATIONAL
Bewoners protesteren in de Froissartstraat tegen de illegale kantooruitbreiding van de Europese Commissie.
ciaal restaurant voor ouderen en zorgbehoevenden uit de wijk. Ook levert het centrum allerlei diensten voor deze doelgroep: klusjes, boodschappen, poetsen, wassen en strijken. In de nieuwbouw komt het lokaal dienstencentrum met het sociaal restaurant op de onderste verdiepingen. Daarboven worden negen rolstoelvriendelijke appartementen ingericht. De werken beginnen in september en zullen twee jaar duren. De Harmonie krijgt tijdelijk een andere stek in de buurt. Bouquiaux: “Er werd nog niet beslist waar, maar er zijn verschillende concrete pistes.”
Al sinds de opening van de basisschool, in september 2012, zijn er geregeld klachten van ouders over de kwaliteit van het onderwijs, de veiligheid en de hygiëne. Ook is het er een komen en gaan van leerkrachten. Enkelen trokken met hun grieven naar vakbond ACOD. “Ze beklaagden zich over het gebrek aan lesmateriaal en aan leerlijnen,” zegt Marc Borremans, regiosecretaris Brussel van ACOD Onderwijs. De Vlaamse overheid gaf opdracht tot een nieuwe doorlichting. Het verslag was volgens Borremans ‘enorm negatief’, een zogenaamd advies 3. Na dergelijk advies wordt de procedure tot intrekking van de erkenning opgestart. “Zo’n procedure kan echter maanden aanslepen. Mogelijk zelfs tot het begin van volgend schooljaar.” Intussen kunnen via de website inschrijveninbrussel nieuwe kindjes aangemeld worden voor de school. Borremans vindt dit onbegrijpelijk. “Er moet iets gebeuren met De Ra-
dar. Eerst werd gedacht aan een overname door het Gemeenschapsonderwijs, maar de directrice verzet zich. Ik zie geen andere oplossing dan sluiten. De verschillende netten zijn intussen bereid om op korte termijn plaats te maken voor de leerlingen van De Radar. Maar als er ook inschrijvingen zijn voor volgend schooljaar, moeten er nog meer kinderen opgevangen worden. Bovendien kunnen andere scholen deze kinderen niet zomaar voorrang geven. Dat kan niet volgens het GOK-
decreet. Ook hiervoor moet een oplossing komen.” Het ACOD roept de Vlaamse overheid op dringend haar verantwoordelijkheid te nemen. “Als vakbondsman pleit ik ervoor dat alle procedures gerespecteerd worden. Maar hier zijn kinderen in het spel. Zij moeten beschermd worden.” Het kabinet-Smet laat weten dat de procedure in gang is gezet en dat er ‘zeer binnenkort’ uitsluitsel komt. Bettina Hubo
ADVERTENTIE
Hulp Rouppe pleIN
zIe pagINa 9
BDW 1411 PAGINA 6 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
© PHILIPPE DURIEUX
PHILIPPE DURIEUX, VOSSENFOTOGRAAF
‘Vroeg opstaan is de boodschap’ Fotograaf en natuurliefhebber Philippe Durieux heeft een bijzondere band met de vossen die hij ontmoet tijdens zijn ochtendlijke wandelingen in Oudergem. “Ik fotograaf ze liefst in een stedelijke omgeving.” Nu de vos steeds dieper in de stad binnendringt, krijgen ook steeds meer Brusselaars ermee te maken. En niet altijd in de meest positieve zin: vossen willen wel eens een kip verschalken, of vuilniszakken openhalen. Maar voor vossenfotograaf Philippe Durieux (60) kan er over de vos niet veel slechts verteld worden. Hij heeft er een zekere sympathie voor ontwikkeld. “Och, die vuilbakken: ook kraaien en katten halen ze open. Het volstaat toch om de zakken ‘s ochtends buiten te zetten?” Durieux werkt voor een Belgische keten van nachtwinkels. Hij staat vroeg op om voor dag en dauw de Brusselse shops te kunnen bevoorraden. Het verklaart meteen hoe hij ertoe gekomen is om vossen te gaan fotograferen. “Vòor ik naar mijn werk vertrek om 6 uur, ga ik eerst met mijn hond wandelen in het Tenreuken- en Senypark (niet ver van Herrmann Debroux, SVG). Daar zag ik wel eens een vos. Maar op een keer werd ik door een vos achtervolgd. Dat was vreemd, want vossen zijn weliswaar nieuwsgierig, maar toch eerder schuw. Zeker als er een hond bij is. Ik vond het in het begin niet zo prettig. Ik wist wel dat hondsdolheid is uitgestorven in België, maar je weet maar nooit.” Geleidelijk aan raakten vos en man aan elkaar vertrouwd. Philippe Durieux begon ook andere vossen te zien, en begon ze herkennen. Hij zag ook kleine vosjes opgroeien. “Een keer zag ik twee vossen copuleren. Dat duurt niet lang, maar het is een tamelijk heftige bedoening, waar veel gejank aan te pas komt. Ik had toen geen fototoestel op zak. Mijn kinderen hebben me niet veel later een reflexcamera cadeau gedaan. Zo ben ik eigenlijk begonnen met vossen te fotograferen.” Durieux heeft intussen een computer vol met vossenfoto’s. De een al beter dan de ander. Het gaat meestal om nachtbeelden en die zijn niet altijd even eenvoudig goed te krijgen. Zeker niet als de vossen zich op grote afstand bevinden. Durieux probeert de vossen in een zo stedelijk mogelijke omgeving te fotograferen. Hij heeft foto’s van vossen onder het Hermann Debroux viaduct, bovenop een auto, op enkele meters van een voorbijwandelende man die op de vos geen enkele acht slaat, op een werf, kijkend naar de arbeiders, of in gevecht met katten, kraaien en eksters, meteen de grootste concurrenten van de vos. Meestal zijn de foto’s in Oudergem genomen, maar hij heeft er ook gefotografeerd in Evere aan de Leuvensesteenweg. Prachtig is ook die ene zwarte foto waar je alleen zes ogen ziet. “Het gaat om een moedervos en twee kleintjes verstopt in de struiken langs de Woluwe. Hoe ik die heb weten vinden? Het was mijn hond die SVG mij erop attendeerde.” Meer foto’s van vossen op bru.waarnemingen.be en op www.prisesdepromenades.be
Een vos kijkt toe op een Brusselse bouwwerf.
BDW 1411 PAGINA 7 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
Stad > Bijzonder ontwerp voor Thurn & Taxis
P-PRAAT
Plan voor loods met zwembad op het dak BRUSSEL – Een tachtig meter hoge loods mét een openbaar openluchtzwembad op het dak. Het is de opmerkelijke inzending van architectenbureau Compagnie-O voor een logistiek centrum op Thurn & Taxis. Het ontwerp is weliswaar meer een statement dan een realistisch plan. De Haven van Brussel gaat op Thurn & Taxis een nieuw logistiek centrum bouwen. Vijf ontwerpteams mochten daarvoor een voorstel indienen. Binnenkort wordt een laureaat bekendgemaakt. Het Gentse bureau Compagnie-O heeft echter niet gewacht op de beslissing om hun ontwerp op het internet te gooien. Centraal in hun visie staat een kubusvormige loods met een opvallende zwarte bekleding. Nog opmerkelijker is echter dat het dak een openbare ruimte zou worden, inclu-
U bent als Vlaamse Brusselaar een enorme gelukzak. Als u ons niet gelooft, dan moet u Nicolas Bouteca maar geloven. Bouteca is politicoloog aan de Universiteit van Gent – ze hebben daar nog andere politicologen – en heeft begin deze week een opiniestuk voor De Tijd geschreven. U moet als Vlaamse Brusselaar zeker stemmen op 25 mei, want anders dreigt u geminoriseerd te worden, zegt Bouteca. U kan daarbij kiezen te stemmen om ideologische redenen, om strategische redenen of om taalkundige. Desnoods stemt u voor een Franstalige partij, aldus Bouteca, want ‘met of zonder de PS’ wordt misschien wel in Brussel beslist. Allemaal leuk en interessant, maar ergens in het opiniestuk staat echter een interessantere passage. “Nochtans kan men zich de vraag stellen of het niet gewoonweg logisch is dat er geen Nederlandstalige Brusselaar meer in het federale parlement zitting heeft. De Nederlandstalige kiezers zijn gewoon met te weinig.”
sief “het openluchtzwembad waar Brussel naar snakt.” Plannen die doen dromen maar niet erg realistisch zijn, zo blijkt. De ontwerpers namen het immers niet zo nauw met de opdracht van de Haven, die volgens CompagnieO erg zou doen denken aan het na bewonersprotest afgevoerde BILC. “Het dreigt een ordinair provinciaal vervoerscentrum te worden”, zegt architecte Joke Vermeulen. “Het komt te diep op de site, ver van het kanaal, en zal dus vooral vrachtwagens aantrekken.” Compagnie-O tekende de loods dichter bij het kanaal, en pleit ook voor een smaller maar hoger gebouw om meer ruimte te laten voor groen. Het zwembad op het dak is een statement. “Wij hopen dat ook de andere bureaus tegenwind bieden voor de plannen van de Haven.” LV
Wel ja, stemt u maar, want het wordt ondanks alles nog interessant, met dank aan P-Praat. Vorige week opperden wij nog dat een Molenbeekse coalitie ook een optie is voor Brussel, te zeggen: een coalitie tussen MR, CDH en Ecolo. En kijk, deze week hoorden wij een belangrijk politicus van de MR zeggen dat zo’n coalitie – une coalition de changement genoemd – nog niet zo’n slecht idee is. Even recapituleren. U hebt dus de keuze tussen een coalitie MR-PS (laïque), een coalitie MR-CD&V (grande alliance) en een coalitie tussen MR, CDH en Ecolo (changement!). Nog kandidaten? Maar we moeten opletten, want straks worden we nog van populisme beschuldigd, of van antipolitiek. Ons komt ter oren dat sommige politici deze rubriek daarom niet meer willen lezen. Ach, bekijkt u het ook eens zo: u hoeft niet in onze voorspellingen te geloven, kijk maar naar economen die al tig keren het einde van de wereld hebben voorspeld. De wereld is er nog altijd, en uiteraard de economen ook, want anders hadden ze geen werk meer. Om de gevleugelde woorden van onze senior writer dan maar eens boven te halen: “Economen? Ge kunt evengoed in kabouters geloven.” Vrij te interpreteren en in te vullen.
CHIEN ÉCRASÉ
© COMPAGNIE-O
BIG MIVB – Hebt u zich al afgevraagd, beste lezer, wat er gebeurt wanneer u uw Mobib-kaart ontwaardt op bus, tram of metro? U weet wel, wanneer u verwoed met dat ding over het rode bakje staat te wrijven en er na een zestal pogingen eindelijk een ‘biep’ uit het bakje komt? Welk ingenieus proces vindt er op dat moment plaats? Wel, wij hebben daarover nagedacht. Stel u eens voor dat er ergens onder de stad een gigantische octopus huist, verbonden met allerlei draadjes en met gigantische hersenen die oplichten wanneer iemand bovengronds mobiept. Die octopus is een beetje het geheime wapen van de MIVB, want dankzij die octopus – laten we hem Brieuc noemen, voor de gemakkelijkheid – weet de MIVB waar u bent, welk transport u neemt, wanneer u overstapt en binnenkort ook waar u uitstapt. Niet gebiept? Dan wordt u voor de octopus geleid die eenzijdig beslist over uw lot: uw abonnement wordt ingetrokken, u wordt gedeconnecteerd en u kan dan niet meer genieten van de fantastische ervaring die met de metro, tram of bus rijden is. U wordt als het ware uit een mooie virtuele cocon verbannen en zal voortaan te voet moeten gaan. Of met de fiets. Altijd al geweten dat die fietsers ooit eens iets ergs hebben meegemaakt dat ze zo verwoed hun plaats opeisen. DAT WAS DAT – En dan is het nu tijd voor reclame. ---------------------------------------------------- PUB --------------------------------------------------------------
Compagnie-O tekende het openluchtzwembad waar Brussel al zo lang naar snakt.
LEKKER PORTUGEES ETEN – Snakt u naar een authentieke ervaring in een rustiek Portugees kader? Café Braga in de Lesbroussartstraat, vlakbij het Flageyplein, heeft onze redactie al menigmaal gered van de hongerdood. Voor een zacht prijsje hebt u al een dagschotel mét drank. Smakelijk.
ADVERTENTIE
terreinwinst Stadsvernieuwing hoeft niet altijd gepaard te gaan met grote werven. Ook kleine ingrepen kunnen het verschil maken. Ongebruikte terreinen worden pocket-parks of een speelpleintje. Buurtbewoners ontdekken vaak zelf de interessante plekjes: kinderen voetballen in een verlaten parkeergarage; joggers lopen langs een oude spoorwegbedding. Aan ons om te investeren in wat bewoners ‘aan het licht’ brengen.
gagner du terrain La rénovation urbaine ne nécessite pas toujours de grands chantiers. Des interventions modestes peuvent faire la différence. Les terrains inexploités deviennent de petits parcs ou une petite plaine de jeux. Les riverains sont souvent les premiers à découvrir les lieux intéressants: des enfants jouent au foot dans un parking abandonné, des joggers courent le long d’une voie de chemin de fer inutilisée. Il ne tient qu’à nous d’investir dans les lieux «mis au jour» par les habitants.
aNS perSooNS schepen in de stad Brussel
www.spa-brussel.be
BDW 1411 PAGINA 8 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
BDW REGIO
Deze week in de lachclub > Door lach- en ontspanningsoefeningen beter in je vel
Laat maar los: lachen zonder reden
De sessies slaan aan, zoveel is duidelijk. En niet alleen bij de 30 lachclubs in België, allen verenigd onder de tweetalige vzw Lachacademie van België. Ooit kleinschalig door Dr. Kataria in een park in India begonnen, zou de beweging wereldwijd nu al meer dan 5.000 clubs tellen.
Pijn verzachten Lachen is gezond, klinkt het in de volksmond. Maar wat zegt de wetenschap hierover? Hersenen produceren endorfine tijdens het schuddebuiken, zo laat de Nederlandse professor Mark van Vugt weten. Endorfine is een stof die ons een prettig gevoel bezorgt. Lachen leidt volgens wetenschappers tot een beter humeur, minder stress, meer creativiteit, het leren van nieuwe dingen, een verhoogde kans op een baby bij IVF, een beter huwelijk én langer bij elkaar blijven. Tegelijk wijst de professor op de risico’s: schuddebuiken is erg intens, vermoeiend en vergt veel energie. “Dat zou schadelijk kunnen zijn als het te regelmatig en intensief wordt.” De evolutionair psycholoog aan de Vrije Universiteit Amsterdam toonde met collega-onderzoekers aan dat flink lachen met vrienden de pijn helpt verzachten. “De positieve effecten van de lach op pijntolerantie werken alleen na de bulderlach, ook wel de duchenne lach genoemd. Het werkt niet bij een glimlach of beleefdheidslach,” zegt hij via e-mail. “Misschien is het niet makkelijk om die spontane, natuurlijke bulderlach op te wekken in een lachclub. Het kan beter zijn om de deelnemers te laten kijken naar America’s funniest homevideos of een goede stand-up komediant in een groep. Dan lachen ze vanzelf.”
Slappe lach Het is lachen geblazen tijdens de lachyoga in de gymzaal van de school Saint-Joseph in de Boondaalsesteenweg.
ELSENE – Lachen zonder humor, tot wat kan dat leiden? In het geval van de Lachacademie van België, die tien kaarsjes uitblaast en intussen al dertig clubs telt, tot gierende cursisten. De Nederlandse onderzoeker Mark van Vugt ziet heel wat gunstige effecten bij ongeremd lachen.
S
meulend Heilig Hout, een aromatische houtsoort uit ZuidAmerika genaamd Palo Santo, verspreidt zich in slierten door de gymzaal van de christelijke school Saint-Joseph in de Boondaalsesteenweg. Enkele spots verlichten de geelwit geverfde muren. Terwijl op de achtergrond langzame mu-
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
ziek speelt, haast lachanimator Paul Flasse zich om de turnmatten te schikken. Waar doorgaans de zweetgeur van kinderen de gymzaal vult, is dat elke andere woensdagavond het gelach van een groep volwassenen. Nu ja, volwassen, de jongste deelnemer is 15 jaar oud, de oudste voelt zich 81 jaar jong. Vrouwen zijn talrijker tijdens de lachyoga, maar dat komt omdat ze makkelijker de controle durven los te laten, zo meent Paul Flasse. Flasse, 47 jaar oud, is naast professor communicatie aan verschillende universiteiten ook werkzaam in een bedrijf dat zich specialiseert in welzijn op het werk. Stressbeheer, positieve communicatie, omgaan met manipulatie, het passeert allemaal de revue in de bedrijven waar hij langsgaat. Slechts één regel geldt: elke werknemer doet actief mee aan de oefeningen. Dat geldt trouwens ook voor de baas. Terug in de gymzaal, tijdens de
lachyoga, wandelt hij rond op rode sokken. Gekleed in zwarte broek, rood hemd en bijpassende donkerblauwe sjaal, zet hij de toon voor de dertien deelnemers: het gaat er hier los aan toe. Voelt u zich gelukkig? Goed zo. Bent u depressief? Wees welkom. Welke job u dag in dag uit uitvoert? Het interesseert hem niet
© SASKIA VANDERSTICHELE
Zwangere vrouwen en mensen die net een (buik)operatie achter de rug hebben, raadt hij af deel te nemen. Een sessie, die 6 euro kost en tot anderhalf uur duurt, bestaat uit vier delen: opwarming, lachoefeningen, lachmeditatie en relaxatie. Niemand tapt moppen en er wordt gelachen zonder elkaar uit te lachen. Het is dus lachen zonder humor, zonder reden. Tijdens een sessie wordt er bijvoorbeeld in de handen geklapt, ho-ho-ha-ha-ha gezegd, door de benen gebogen, ho-ho-ha-ha-ha herhaald, worden ingebeelde regen-
“Sommige vrienden vinden dit soort lachen geforceerd, maar dat is niet erg, want het doet me goed”
echt. Wél polst hij bij aanvang van de sessie snel of iedereen goed in zijn vel zit, zonder in de rol van een therapeut te stappen, want dat is hij niet. Hij adviseert de deelnemers om te stoppen wanneer het lichaam tijdens de oefeningen tegenspartelt.
druppels gevangen – steeds gevolgd door een lachsalvo. Dat mist zijn effect niet. Na verloop van tijd staan de meesten trouwens al te lachen, de ene uitbundiger dan de andere, nog voor de komende opdracht uitgelegd is.
Tijdens de lachyoga van de goedlachse, opgewekte begeleider Flasse beperken de participanten zich allerminst tot beleefdheidslachjes. Vrij gauw maakt een gewone lach plaats voor een meer intense, wat dan weer aanstekelijk werkt op andere deelnemers. Dat is nog het meest merkbaar bij het derde gedeelte, wanneer de slappe lach opgewekt wordt. Na een twintigtal seconden gieren de meeste deelnemers en dat houdt een hele tijd aan. Ook Pauline Reggers (26) en Greet Reynders (30), vriendinnen sinds vele jaren, gillen van het lachen. Voor Reggers, die als job de contacten tussen scholen en lokale organisaties verzorgt, is het “puur ontspanning. Het klinkt misschien cliché, maar je kunt het niet begrijpen als je het niet gedaan hebt.” Reynders, werkzaam in een expertisecentrum voor dementie, zegt na elke sessie met de glimlach naar buiten te wandelen. “Bij sport haak ik snel af, hiervoor motiveer ik mij makkelijker. Het schept ook een band met de anderen. Sommige vrienden vinden dit soort lachen geforceerd, maar dat is niet erg, want het doet me goed.” Steven Vandenbergh Meer informatie: www.lachacademie.be en www.yoga-du-rire.be
BDW 1411 PAGINA 9 - DDONDERDAG 30 JANUARI 2014
Ukkel > Bezwijkt het groene zuiden van Ukkel onder vastgoeddruk?
Op de barricaden voor de natuur Verrewinkelbos, het Kinsendaelbos, Kauwberg en Avijlplateau, ze maken allemaal deel uit van het prachtige zuidelijke deel van Ukkel. Maar hoe lang kunnen wandelaars nog genieten van dit prachtige stadsdeel? De stedelijke immobiliëndruk weegt ook op deze laatste stukken groene pracht van de stad. Wie de volledige Groene Wandeling heeft gedaan, zal de groene oase van rust in het zuidelijkste puntje van het gewest op de grens met Linkebeek wel opgevallen zijn. Het is een van de laatste overblijfselen van het rurale karakter van het uitgestrekte Ukkel. Een gedeelte van het natuurgebied is door Europa uitgeroepen tot Natura 2000-gebied, ofwel een beschermd reservaat met uitzonderlijke biologische waarde. Afgelopen jaar heeft een deel van het Kinsendaelbos er alvast aan moeten geloven. Het luidde het einde in van een tien jaar lange strijd van de bewoners van het Engelandplateau. In 2001 kregen de bewoners voor het eerst te horen dat de bank ING, eigenaar van een 11,5 hectare groot terrein op het plateau, niet minder dan vierhonderd woningen wilde bouwen, een regelrechte bedreiging voor het natuurgebied. “We stonden als bewoners op de barricaden,” zegt Thérèse Verteneuil van het wijkcomité Engeland. Het wijkcomité heeft geijverd voor de bescherming van het volledige gebied en heeft uiteindelijk kunnen verkrijgen dat een deel (4,5 hectare) beschermd werd, een groot deel van de bouwgrond (6,5 hectare)
Het traject van de Groene Wandeling loopt langs het vooralsnog groene Kinsendaelbos in Ukkel.
werd evenwel behouden. “Eigenlijk is er geen twijfel over dat het volledige plateau waardevol natuurgebied is of was, maar als men het bos echt had willen behouden, had men de bank moeten onteigenen. Voor zo’n kostelijke onderneming om een stuk natuur te beschermen is er natuurlijk weinig politieke wil te vinden, zowel bij de gemeente als bij het Gewest.” ING verkreeg uiteindelijk een bouwvergunning en begon vorig jaar aan
de werkzaamheden. In maart vorig jaar werden er 1.500 bomen geveld. Ze moeten plaatsmaken voor 298 woningen, een nieuwe woonwijk dus, temidden van een prachtig natuurgebied.
Beperkte impact Of er op het Engelandplateau nog andere stukken bos aan zullen moeten geloven is zo goed als uitgesloten. Enkel het voormalige Pasteurinstituut, een gebouw van de
© SASKIA VANDERSTICHELE
federale overheid dat al jaren staat te verkommeren en waarschijnlijk verkocht zal worden, is nog een potentiële verkaveling. “We kunnen alleen maar hopen dat de densiteit van deze toekomstige verkaveling zal meevallen,” aldus Thérèse. Een ander verhaal is het Avijlplateau. De groene heuvel ligt even ten noorden van het Engelandplateau aan de Sint-Jobsesteenweg. Weideland en stukjes bos worden op de charmante heuvel afgewisseld met
moestuintjes. De gemeente heeft de grond meer dan tien jaar geleden gekocht, met het idee er woningen te bouwen. Het eerste Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) voorzag in de bouw van zo’n zeshonderd woningen maar stuitte op massaal protest van de bewoners. Een nieuw BBP werd opgesteld waarin het maximum aantal werd beperkt tot 195 woningen en waarbij het behoud van 77 procent van het plateau werd verzekerd. “Op dit moment is het nog de vraag hoeveel woningen daadwerkelijk zullen gebouwd worden. We zullen met de verkiezingen in het achterhoofd er alles aan doen om ons plateau zo veel mogelijk te behouden. Veel hangt af van de toekomstige meerderheden in de gemeente.” zegt Baudouin Hannecart van het wijkcomité Avijl. Marc Cools, sinds jaren schepen voor Openbare Werken in de gemeente, geeft alvast aan dat de huidige plannen slechts een beperkte impact zullen hebben op het domein. “Deze legislatuur zullen we twintig woningen bouwen voor zowel lage als middeninkomsgezinnen,” antwoordt Cools, “die we langs de flank van de Berg van Sint-Job zullen bouwen. Verder zijn er nog twee bouwgronden aan de Jean Benaetsstraat en de Oude Molenstraat. Het zal echter aan de volgende meerderheid zijn om de bouwmogelijkheden te bestuderen en hierover te beslissen,” vervolgt de schepen die aangeeft dat hij nu al de pensioengerechtigde leeftijd heeft. Bruno Schols
ADVERTENTIE
Uitnodiging debat
vrouwen & veiliGheiD in De puBlieke ruimte zaterdag 8 februari van 10u tot 12u de Markten, oude graanmarkt 5, 1000 brussel sprekers erik Feekes – expert sociale cohesie Rotterdam Anne Leemans – studiebureau openbare ruimte Anja Bijnens – parket Brussel “WeL vrouW, niet WeerLoos”: tips & tricks voor vrouwen in de stad Brigitte Grouwels lijsttrekker Brussels parlement www.brigittegrouwels.be inschrijven: stadvoorvrouwen@hotmail.be
Bianca Debaets lijsttrekker Vlaams parlement www.biancadebaets.be
BDW 1411 PAGINA 10 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
BDW REGIO
© SASKIA VANDERSTICHELE
Sint-Agatha-Berchem > Uitbreiding klasjes (on)zeker
Groen en rood licht voor Berchemse scholen Een tekort aan klassen, het wordt nijpender dan ooit. Terwijl de Franstalige gemeentescholen eindelijk groen licht hebben om hun capaciteitsuitbreiding te realiseren, blijven de Nederlandstalige gemeentescholen op hun honger zitten. Waar kunnen kleuters in september doorstromen naar het ‘eerste leerjaar’?
ken. Heel even. “Er start binnenkort een testfase die drie maanden zal duren,” legt schepen Caroline Désir uit. “De impact op de doorstroming was onvoldoende bestudeerd dus hebben we bekomen dat de plannen van Mobiel Brussel (de gewestelijke mobiliteitsadministratie, red.) aan de realiteit getoetst zouden worden. Er wordt gedurende drie maanden een rijstrook afgeschaft en we zullen zien wat dat met de buurt doet.” Wanneer de testfase start, is nog niet geweten.
Vorig jaar werd de moeilijke oefening gerealiseerd om de kleutertoename te stroomlijnen richting Gemeentelijke Basisschool, met Nederlandstalige klassen in de hoofdschool (Soldatenstraat), wijkschool Openveld (Openveldstraat) en wijkschool Zevensterren (Poolsterstraat). Drie klasjes van Zevensterren worden opgevangen door de hoofdschool. Het probleem voor september 2014 is dat er nu drie kleuterklassen zijn (zestigtal kinderen), maar dat er slechts één klas eerste leerjaar is. “Ofwel moeten we voor het schooljaar 2014-2015 plaats vinden voor ontdubbeling in de hoofdschool, ofwel moeten we zoeken naar een definitieve oplossing,” stelt schepen van Nederlandstalig Onderwijs Agnès Vanden Bremt (CD&V). “In het verleden zijn er al kinderen vertrokken na de kleuterklasjaren; ik wil ze nu hier houden.”
Gemeentelijke eigenheid
Extra Franse klassen
Caroline Desir - nog maar sinds de zomer Mobiliteitsschepen - denkt dat het compromis met gewestelijk Vervoersminister Grouwels (CD&V) een goed compromis is. Over wat er gebeurt als de testfase verkeerd uitdraait, als de afschaffing van een rijstrook voor vele opstoppingen zou zorgen, wil ze nog niets kwijt. De Elsense Ecolo-oppositie vindt die aanpak totaal verkeerd, maar heeft tijdens de vorige gemeenteraad niet geïnterpelleerd over het compromis. Wel schaart Ecolo zich achter de kritiek die MIVB-voorzitter Alain Beeckmans (Ecolo) vorige week uitte: dat Elsene een mobiliteitspolitiek uit de jaren 1950 voert. Feit is dat Elsene veel uit de brand heeft kunnen slepen tegenover een machtige instantie als het Brussels gewest. Zoals steeds beroept de gemeente zich op haar gemeentelijke eigenheid zonder al te veel gewestelijk weerwerk. Zolang Elsene bestaat, zal dat waarschijnlijk ook zo blijven. Christophe Degreef
Aan Franstalige kant werd, door de instroom van jonge burgers, ook een toename genoteerd in de gemeentescholen. Net voor kerst 2013 werd echter de omzendbrief gepubliceerd, waarin Frans gemeenschapsminister voor het Kind, Jean-Marc Nollet (Ecolo), de Franstalige scholen toelating geeft om voorlopig of definitief te vergroten. Ook kunnen zij onbezette lokalen – bijvoorbeeld in de gemeente – (tijdelijk) laten inrichten als klassen. Hiermee stond de deur open voor uitbreiding, iets waar Berchem meteen op intekende. Pierre Tempelhof (MR), schepen van Franstalig onderwijs: “We hebben vorige week (20 januari) een project ingediend om vier paviljoenen (containers vindt de schepen een fout woord, red.) ter beschikking te stellen op de site Openveld, Die paviljoenen moeten tegen september de boom in het Franstalige onderwijs opvangen: één extra kleuterklas en drie extra klassen eerste leerjaar. Een correcte verdeling zullen we pas kunnen maken als het nieuwe schooljaar is gestart, en we over precieze leerlingencijfers beschikken.” De urgentiemaatregel Nollet, die geld voor extra klassen toesteekt, is niet van toepassing voor andere infrastructuur, zoals toiletten, een cafetaria of personeelskamer. Tempelhof: “Als we dergelijke infrastructuur bovenop de klasjes nodig zouden hebben, moet de gemeente dit zelf financieren. Met de nieuwe paviljoenen die we krijgen zullen we
Protest op de Buyllaan, tegen de MIVB.
Elsene > Compromis over Buyl- en Generaal Jacqueslaan
Ook getest op auto’s Er is een compromis tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Elsene over de heraanleg van de Adolphe Buyllaan. Op de heraanleg van de drukke Generaal Jacqueslaan is het nog wachten tot een door Elsene onderhandelde testfase voorbij is. “De impact op het verkeer was onvoldoende bestudeerd,” zegt schepen van Mobiliteit Caroline Désir (PS). In de zomer van vorig jaar leverde de gemeente Elsene een negatief advies af voor de heraanleg van beide verkeersaders. Volgens de gemeente hield die heraanleg te weinig rekening met de wensen van de buurtbewoners en met de doorstroming wanneer een rijstrook op de Generaal Jacqueslaan zou afgeschaft worden. In principe hoeft het Brussels gewest geen rekening te houden met de gemeente bij de heraanleg van de Generaal Jaqcueslaan, maar in Brussel zou het moeilijk liggen om zulks te doen. De Buyllaan is dan weer een gemeenteweg die op kosten van de MIVB wordt gerenoveerd. Het protest daar is vooral zeer sterk ingegeven door de vrees van handelaars om klanten te verliezen wanneer die moeilijker kunnen parkeren en maar in één richting mogen rijden. Maar er is nu dus een compromis. De Buyllaan wordt alleen een eenrichtingsstraat vanaf de Banningstraat tot aan de Generaal Jacqueslaan en de tram krijgt nagenoeg over de hele lengte een eigen bedding zodat er geen conflict meer is tussen auto- en tramverkeer. Ook komen er enkele nieuwe haltes. De heraanleg van de Generaal Jacqueslaan wordt dan weer even in de koelkast gesto-
ADVERTENTIE
n - exclusie ste f ko
27 GR
ONDE
PRIJZ
N
EN VA
€ 285
NAF
.000
n - exclusie ste f ko
NIEUWBOUWPROJECT
n - exclusie ste f ko
n - exclusie ste f ko
Sint-Stevens-Woluwe - Kleinenbergstraat
T 054 300 301 www.unicas.be
Laatste 7 loten te koop !
tout juste toekomen om september 2015 te halen.” Dat is een cruciaal jaar, want de gemeente plant een nieuwbouw voor het Franstalig basisonderwijs met vier kleuterklassen en twaalf klassen basisonderwijs op het terrein Hunderenveld. “De locatie werd gekozen omdat we dan de gemeentelijke sportzaal als turnzaal kunnen gebruiken,” aldus Tempelhof. “De overheid (Franstalige gemeenschap) geeft fiat en geld (zestig procent van de kost) voor bijkomende Franstalige klassen. De bouwplannen zijn goedgekeurd, en krijgen anderhalf jaar de tijd om uitgevoerd te worden. De Nederlandstaligen moeten een oplossing vinden binnen bestaande infrastructuur.
Geen extra Vlaamse klassen Inmiddels ‘focust’ de Basisschool op (ver)nieuwbouw. “We kunnen geen oplossing voorstellen voor de kleuterklassen en het eerste leerjaar in september 2014, omdat we eerst uitsluitsel wil hebben over de volledige uitbreiding van de Basisschool richting Soldatenstraat,” zucht Vanden Bremt. “Daarvoor
“De overheid geeft haar fiat en geld voor bijkomende Franstalige klassen, Nederlandstaligen moeten een oplossing vinden binnen bestaande infrastructuur” moet eerst de Franstalige bibliotheek verhuizen. En daar is eerst een bouwgrond voor nodig. Pas dan kan er een nieuwe Nederlandstalige Basisschool komen. Tot die tijd hebben we geen concrete piste. En omdat we geen concrete bouwplannen hebben kan er ook geen aanvraag ingediend worden bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie om voorlopige containerklasjes te krijgen.” De vicieuze cirkel speelt de Nederlandstalige kleuters dus parten. De oplossing voor opvang in 2014-2015 lijkt te gaan richting opvang in andere onderwijsinstellingen dan de gemeentelijke, of richting anderstalige. Eerder deze maand kregen we van Vanden Bremt te horen: “Waarom sturen ouders hun kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs? Om de kwaliteit, en omdat ze hopen dat hun kinderen goede tweetaligen worden, als ze zelf de handicap ervaren van het niet te zijn.”
Jean-Marie Binst
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1411 PAGINA 11 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
Brussel > Ontmanteling Schaarbeek-Vorming begint
Pas bouwen rond 2025 Nadat het richtschema Schaarbeek-Vorming vorig jaar werd goedgekeurd, komt er nu schot in de herwaardering van Brussels grootste grondreserve. Schaarbeek-Vorming (S-V) is het grote voormalige spoorwegterrein in het noorden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er bestaan al geruime tijd plannen om het grote voormalige rangeerstation om te vormen tot stadsgebied. Die plannen worden nu concreet. Het Federale Fonds voor Spoorweginfrastructuur bezit het grootste deel van de terreinen, de NMBSHolding een kleiner deel. De terreinen worden nu onder handen genomen door spoorbeheerder Infrabel. Verwacht wordt dat de ontmanteling en sanering van S-V (600.000 kubieke meter grond) een zware
dobber zal zijn en pas klaar zal zijn tegen het eerste lustrum van 2020. Na de sanering worden de gronden overgedragen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat er tezamen met de Haven van Brussel twee logistieke centra zal bouwen, een voor grote distributie en een voor de plaatselijke bevoorrading van Brussel. De Vroegmarkt en het Europees Centrum voor Fruit en Groenten zullen hun intrek nemen in het grote logistieke centrum. Het grote centrum zal aangesloten worden op het spoorwegnet en mogelijk ook op Brucargo. De ontwikkeling van S-V past in een breder plan van het Brussels Gewest om tegen 2030 5.400 nieuwe jobs te creëren die vooral laaggeschoolde Brusselaars aan het werk moeten zetten. CD
Het Poesjkinplein werd vorig jaar nog voor veel geld opgeknapt.
Laken > Verzet tegen nieuwe tramlijn Bockstael-Noordstation
Ook Poesjkinstichting protesteert
Elsene > Franstalig onderwijs krijgt extra capaciteit
400 kinderen in containers Er komen 400 plaatsen bij in de Franstalige Elsense scholen. Langs Nederlandstalige zijde zijn extra plaatsen niet prioritair, hoewel er volgens Nederlandstalig schepen Maite Morren (SP.A) ook capaciteitsproblemen zijn. Elsene is niet de enige gemeente die extra onderwijsplaatsen creëert (zie artikel hiernaast). Volgens Elsens schepen Marinette De Cloedt (MR) is de nood hoog. “Alle Brusselse gemeenten zijn de voorbije weken op zoek gegaan naar middelen om de scholen uit te breiden. In Elsene kunnen we volgend schooljaar 400 nieuwe leerlingen ontvangen als onze aanvraag wordt goedgekeurd tenminste, zowel in de lagere als de middelbare scholen. We doen dit voornamelijk door containers bij te plaatsen en renovatiewerkzaamheden versneld uit te voeren. Scholen bijbouwen is haast onmogelijk, want de ruimte daarvoor ontbreekt,” zegt De Cloedt.
Sinds december loopt in de buurt van de Bockstaellaan een petitie tegen de komst van een tram tussen Bockstael en het Noordstation. Nu heeft ook de Internationale Stichting Alexander Poesjkin zich achter het verzet geschaard.
De nood aan Franstalige schoolplaatsen is hoog, en evenzo de nood aan Nederlandstalig onderwijs. Zijn er plannen van de gemeente Elsene om Nederlandstalig onderwijs in te richten? De Cloedt: “We hebben sinds drie jaar immersieonderwijs in de Boondaalwijk.” Schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden Morren zegt dat er vorig schooljaar in de Nederlandstalige basisschool De Wimpel ongeveer 300 leerlingen geweigerd werden, er zou dus evenzeer nood zijn aan extra plaatsen in het Nederlandstalige onderwijs. Maar Elsene is voor het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie geen prioritaire gemeente voor uitbreiding. “Ik wil inzetten op de bestaande Nederlandstalige scholen De Wimpel (gemeenschapsonderwijs) en Lutgardis (katholiek onderwijs) en ze blijven ondersteunen,” geeft Morren nog mee.
Begin december maakte de Vlaamse regering het tracé bekend van de geplande tramverbinding tussen Willebroek en Brussel-Noord. De tram van De Lijn zal Brussel binnenrijden via de Heizel. Wat verderop zal ze het traject volgen van de tramverbinding die de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB wil aanleggen tussen Bockstael en het Noordstation. Dat traject loopt via de Bockstaellaan, het Poesjkinplein, de Charles Demeerstraat en Thurn & Taxis, zo besliste de Brusselse regering enkele maanden geleden. Meteen na het nieuws over de Lijntram in Brussel werd in de buurt van de Bockstaellaan een petitie gelanceerd. De ondertekenaars zijn tegen de komst van de tram omdat die enorm veel schade in de wijk zal aanrichten. Immers, de Bockstaellaan, waar tot veertig jaar geleden een tram liep, is in de jaren 1990 helemaal opnieuw aangelegd, met hoge bomen op de middenberm. En vorig jaar werd het Poesjkinplein voor veel geld opgeknapt. Op het plein staat sinds vijftien jaar een kolossaal standbeeld van de Russische dichter Alexander Poesjkin, een geschenk van de Russische staat. Vanwege de bedreiging van het pleintje en het beeld komt nu ook de Internationale Stichting Alexander Poesjkin met
Christophe Degreef
Anderlecht > Vandenbossche en Mertens verlaten meerderheid
CD&V officieel in oppositie Walter Vandenbossche en Anne Mertens hebben vorige week de Lijst van de Burgemeester (LB), waarvoor ze samen met Gäetan Van Goidsenhoven opkwamen, verlaten. Ze zullen voortaan als CD&Voppositielid in de gemeenteraad zetelen. “Ik kan geen deel uitmaken van een meerderheid die haar beloftes niet nakomt,” zo motiveert Vandenbossche de beslissing. Na de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar was het al duidelijk dat
Walter Vandenbossche geen grote rol ging spelen in de nieuwe paarse
meerderheid van Eric Tomas (PS). Hij werd geen schepen en moest het met een zetel in de politie- en in de OCMW-raad stellen. Hij was officieel meerderheidsgemeenteraadslid, maar een vurige verdediger van de meerderheid heeft hij zich nooit getoond, integendeel. Vandenbossche benoemt drie pun-
een internetpetitie. De stichting is opgericht door de laatste afstammelingen van de schrijver, die toevallig in Ukkel wonen. Zij werken mee aan het huldebetoon dat het Lakense Willemsfonds jaarlijks op het plein organiseert. “Een extra tram is niet nodig. Er rijden al zo veel bussen en trams door de buurt. Sommige daarvan zouden gerust langs Thurn & Taxis kunnen passeren,” zegt Rosanne Germonprez, buurtbewoonster en organisator van de jaarlijkse Poesjkinhappening. Als er dan toch per se een nieuwe verbinding Bockstael-Noordstation moet komen, zijn er volgens Germonprez alternatieven. “Trek de metro door tot Thurn & Taxis en Noord. Een moderne stad kiest voor de metro.” Andere optie is een tramlijn, maar een die vlak langs het kanaal loopt. “Met alle bouwprojecten wonen daar straks heel veel mensen.” Germonprez hekelt ook het gebrek aan transparantie en inspraak in dit dossier. “Wat we weten, vernamen we via de media. Wij krijgen geen extra informatie van het kabinet of de MIVB. Wij vrezen dan ook dat alles nu al beklonken is en dat het de bedoeling is om er na de verkiezingen mee uit te pakken. Dan staan we voor een voldongen feit.” Voor beide petities samen zijn inmiddels 400 handtekeningen verzameld. Bedoeling is om ermee naar Brussel-Stad te trekken. Germonprez: “Ook de stad moet zich uitspreken over het tram. Hopelijk wijst zij het tracé af.” Bettina Hubo
ten die zijn partij tot het afscheid dwong: “De verhoging van de onroerende voorheffing is een klap in het gezicht voor de middenklasse die wordt ontmoedigd in een woning te investeren. Deze meerderheid zou werk maken van de renovatie en verfraaiing van handelsbuurten, maar in de begroting zien we alleen maar budgetten voor braderieën. Verder investeert de gemeente niets in verloederde wijken als Scheut en het Rad. De PS sluist al het geld naar Kuregem en LB laat maar begaan,” stelt Vandenbossche. “Door de
meerderheid te verlaten, kan CD&V nu harde oppositie voeren,” maakt de kopman zich verder sterk. LB-topman Gaëtan Van Goidsenhoven is allesbehalve onder de indruk. “Dit is een zoveelste Walter Vandenbossche-show,” zegt hij. “Vandenbossche heeft deze meerderheid nooit verdedigd, eigenlijk verandert er niets. Hij heeft ook geen officiële aankondiging gedaan over zijn ontslag, dus wat mij betreft is het vooral een media-offensief.”
Bruno Schols
BDW 1411 PAGINA 12 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
daag eigendom van de stad Brussel en bevinden zich in een gebied voor Havenactiviteiten en Vervoer in het Gewestelijk Bestemmingsplan. Het zijn dus bedrijfsterreinen; door er woningen van te maken valt er veel geld te verdienen.
Paard van Troje
De Familistère Godin aan de Werkhuizenkaai staat opnieuw te koop. Een schande, vindt Marcel Rijdams.
© IVAN PUT
Stedenbouw > Marcel Rijdams (Ecolo) begrijpt de bocht van het OCMW niet
Waarom geen sociale woningen in Familistère Godin? BRUSSEL – Dat het OCMW de Familistère Godin terug te koop zet op de privémarkt en afstapt van het woningproject, is een onaanvaardbare stap achteruit, zegt architect-stedenbouwkundige Marcel Rijdams. Waarom gaat de planning voor de bouw van 6.500 sociale en middenklassewoningen niet door, vraagt hij zich af.
BDWOPINIE In 2008 kocht het Brusselse OCMW de Familistère Godin langs het kanaal aan de Werkhuizenkaai te 1000 Brussel, voor vierenhalf miljoen euro. De Familistère Godin is een origineel woningencomplex gebouwd in 1888 door de sociaalutopische industrieel Jean Baptiste Godin (kachelfabrikant) en bedoeld als huisvesting voor zijn arbeiders en deel uitmakend van een geheel van diensten die in een coöperatief systeem georganiseerd waren. De Familistère Godin is een uniek voorbeeld van sociale voorzieningen, woningbouw en coöperatieve dienstverlening avant la lettre, een uniek stuk van ons sociaal-bouwkundig patrimonium. Vandaag wil het OCMW er terug vanaf en wil de Familistère terug verkopen. Is er dan niemand die zich daarbij vragen stelt? Hebben de diensten
van het OCMW, die nochtans een zeer goede reputatie hebben op het vlak van immostrategie en woningontwikkeling, zich dan vergist? Of betreft het een voorbeeld van nieuwe meesters, nieuwe wetten? Het behoud van dit stuk sociaalbouwkundig patrimonium en het terug in ere herstellen als woningen – het werd lange tijd misbruikt als mislukt privé bedrijvencentrum – lag mee aan de oorsprong van de aankoop. Daarenboven kan het OCMW rekenen op subsidies, gezien het hier een beschermd gebouw betreft. Zijn deze subsidies dan onvoldoende om een rendabel project te kunnen ontwikkelen? Daar kan over gediscussieerd worden. Zeggen dat het te duur is omdat het een beschermd gebouw is, is evenwel een beetje kort door de bocht. Ten eerste omdat men dat op voorhand wist en ten tweede mag de gemeenschap wel eens wat meer investeren in het behoud van sociaal-bouwkundig erfgoed. Doorgaans gaat er heel
MARCEL RIJDAMS (ECOLO):
“De Familistère Godin terug te koop zetten op de privémarkt en afstappen van het woningproject, is een onaanvaardbare stap achteruit”
veel monumentengeld naar symbolen van rijkdom en macht, naar paleizen en kerken, en wordt het sociaal-industrieel patrimonium verder afgebroken. Wat rest er ons van de vele arbeiderscités, of zijn we beschaamd voor deze getuigen van miserie en uitbuiting? Het is uiteraard niet aan het OCMW om hier extra geld in te pompen; daarvoor moet het Gewest bevoegd voor Erfgoed zijn verantwoordelijkheid nemen. De Familistère Godin terug te koop zetten op de privémarkt en afstappen van het woningproject, is een onaanvaardbare stap achteruit – het zou helemaal te gek worden als men het dan nog zou verlappen aan de lokale speculanten. Ik lees dat gebuur Equilis, de promotor achter het Brussels Dockx shoppingcentrum, de doodgraver van de Godinfabriek, in aanmerking zou komen. Ongehoord. De architecten van het Brusselse Docksproject (voorheen Just Under The Sky) liggen aan de oorsprong van de grootschalige speculatie op gemeenschapsgronden. Zij hebben het idee hebben gelanceerd om op de site van de vroegmarkt Mabru en het Europese Centrum voor Groenten en Fruit een gemengd project van hoofdzakelijk woningen en kleine bedrijven te ontwikkelen. Deze gronden zijn van-
Om een efficiënte stedelijke ontwikkeling te sturen en te realiseren moet de overheid zeggenschap bewaren over voldoende strategische reserves, zij moet de gronden en panden die in publiek bezit zijn marktregulerend inzetten. Publieke eigendommen mogen dus niet lichtvaardig verkocht worden en zeker niet in speculatiegevoelige gebieden. Ook daarom moet de Familistère in openbaar bezit blijven. Grote immobiliënkantoren azen natuurlijk op zulke hapklare brokjes, zij lanceren via hun waterdragersarchitecten ‘ideeën’. We zien spijtig genoeg dat hun ‘methoden en geduld’ dikwijls beloond wordt en dat het feitelijk zij zijn die de stadsontwikkeling dicteren ten nadele van het algemeen belang. Terug naar het geval Godin en de Vroegmarkt: wij stellen vandaag vast dat de onschuldige schetsen van het Just under the Sky architectenbureau inmiddels ‘gebetonneerd’ zijn in het Demografisch Gewestelijk Bestemmingsplan. De Werkhuizenkaai werd opgenomen in ‘Ondernemingsgebied in Stedelijke Omgeving’. Naast de economische activiteiten die er kunnen behouden/ontwikkeld worden zegt men: “Ze bevinden zich in een interessant stedelijk kader dat geschikt kan worden gemaakt voor de woonfunctie.” Dat er in het gehele GBP nergens toekomstplannen zitten voor de belangrijkste gewestelijke toeleveranciers van verse groenten en fruit zal waarschijnlijk wel een vergetelheid zijn. Och ja, er is Schaarbeek Vorming, maar voor wanneer is dat realiseerbaar en is er al gedacht aan budgetten om de groothandelsmarkten te verhuizen? Zo wordt het Demografisch Gewestelijk Bestemmingsplan een echt Paard van Troje dat inbreekt op een groot deel van de bedrijfsterreinen waarvan citydev.brussels er al lang te weinig heeft om aan de aanvragen van bedrijven te kunnen voldoen. Zie ook de omgeving van het Biestebroekdok in Anderlecht waar de speculatie (Les Rives intussen omgedoopt tot City Docks) welig tiert, eveneens gedekt door het GBP en het Bijzonder Bestemmings Plan. Waarom wordt de piste van het Gewestelijke Huisvestingsplan waarbij de Familistère Godin opgenomen zou worden in de planning voor de bouw van 6.500 sociale en middenklaswoningen, niet verder gevolgd? Waarom kan men in de Familistère naast woningen op de verdieping ook geen centrum voor sociaal-industriële geschiedenis in de geest van de oorspronkelijke coöperatieve onderbrengen en zijn patrimoniumwaarde aldus in de verf zetten? Marcel Rijdams architect-stedenbouwkundige Voormalig OCMW-raadslid Ecolo 2001-2013
BDW 1411 PAGINA 13 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
Fietsen in Brussel Graag ga ik in op het voorstel van de heer Jonas Wille uit Oudergem (BDW 1410, p.13) om in Brussel Deze Week het fietsenprobleem in onze hoofdstad onder de aandacht te brengen. Ik sluit mij volledig aan bij de twee voorgaande lezersbrieven over dit thema. Zoals de burgemeester van Knokke over het aanleggen van fietspaden eens opmerkte: “ze trekken een paar lijntjes op de grond en denken dat het een fietspad is.” De fietser in Brussel staat voor fietspaden die opeens ophouden, of scheuren in het beton vertonen, of waarvan de witte markeringen half uitgewist zijn, waarbij hij al mag tevreden zijn dat er een fietspad bestaat, zelfs indien dit in sommige gevallen, bijvoorbeeld de rotonde aan Schuman en de Wetstraat, levensgevaarlijk is. Wie in de streek rond Brussel wil fietsen zet best de fiets op de metro om pas aan een terminus zijn tocht aan te vangen, zonder echter het uur uit het oog te verliezen. Tussen vier uur en halfzeven mogen op werkdagen immers geen fietsen op de metro geplaatst worden. Dit armzalige beleid van de overheid staat in schril contrast met de veiligheidsmaatregelen die getroffen werden voor het parcours van De Groene Wandeling, een realisatie van Leefmilieu Brussel, waar de fietser in alle veiligheid een parkoers van 63 km rond Brussel kan afleggen. Waarom is een dergelijke aanpak in de stad niet mogelijk?
Brigitte Daenens, Sint-Gillis
Rudi Vervoort Heb je het ook gehoord? Vlaams minister-president Kris Peeters beschouwt onderwijs en cultuur in Wallonië als zijn belangrijkste campagne bij de volgende gewestverkiezingen. Neen, natuurlijk heb je het niet gehoord. Vlaamse politici houden zich aan de spelregels. Er zou trouwens nogal een francofoon orkaan losgebarsten zijn. Maar de Brusselse minister-president Rudi Vervoort verklaart onderwijs als zijn belangrijkste campagnethema en hij wil ook het gewest inzetten voor cultuur (BDW 1409, p.5). Hoorde je enige Vlaamse politieke reactie? Onderwijs en cultuur behoren nochtans tot de uitsluitende bevoegdheid van de Nederlandse en de Franse Gemeenschap, geenszins aan een Gewest. Franstalige politici overtreden echter zonder schroom wetten en Grondwet, met de stilzwijgende medeplichtigheid van de Vlaamse meerderheidspolitici. In Brussel werd de taalwet nooit toegepast en dat is nog steeds het geval – alleen de Duitse bezetter in 1940 deed de Belgische taalwet toepassen, beschamend. De Vlaamse school in Komen wordt door Vlaanderen gefinancierd, omdat de Franstalige overheid weigert de wet toe te passen en de school financieel te steunen. De grondwet-
telijk voorziene ‘splitsing’ van Brussel-Halle-Vilvoorde werd slechts verwezenlijkt na onaanvaardbare Vlaamse toegevingen, onder meer de afstand van de kinderbijslag, een fundamenteel Vlaamse bevoegdheid, aan het Hoofdstedelijk Gewest. Deze en nog vele andere Franstalige onwettelijkheden doen ons de vraag stellen: ‘Waar zit het incivisme?’ Steven van Haelst, Anderlecht
Akkoord van Sainte-Emilie In Les enjeux des élections de 2014 pour Bruxelles, pas uitgegeven door het Crisp, wordt wél aandacht besteed aan de internationale rol van Brussel, maar wordt volledig voorbijgegaan aan de grondwettelijke tweetaligheid en de grondwettelijke hoofdstedelijkheid van het Brussels Gewest. Dit ‘geheugen-falen’ weerspiegelt een bepaalde Franstalige ingesteldheid ten opzichte van de rol van Brussel en in het bijzonder de functie van Brussel in de institutionele toekomst van België. Franstalig Brussel én België vertrekken niet meer van de verbindende rol van Brussel als federale hoofdstad, maar wel als een Brussel dat dient geïntegreerd te worden in de Fédération Wallo-Brux, zoals door de Franstalige partijvoorzitters gesteld werd in het Sainte-Emilieakkoord. Dit mentale proces werd reeds ingezet in 1963 toen voorgenomen werd om de taalwetgeving in Brussel nooit correct toe te passen, wat vandaag resulteert in een Brusselse burger die tweetalig moet zijn terwijl de gemeentelijke ambtenaar, OCMW-verpleegster, politieagent en andere het mogen houden bij eentaligheid. Trouwens typerend dat de Brusselse taalwetgeving geboycot wordt, maar dat diezelfde Franstaligen een krachtige toepassing van de federale taalwetgeving eisen omwille van een overtal aan Vlaamse generaals. Over het overtal aan honderden Franstalige soldaten moet dan wel zedig gezwegen worden. Het Belgisch model was gebaseerd op de gelijkheid van de gemeenschappen, zowel in Brussel als in België. Franstalig België verlaat dit model. De Brusselse Vlaming of Vlaamse Brusselaar kan maar hopen dat er voor 25 mei niets meer getransfereerd wordt naar de regionale bi-communautaire instellingen. Dat zou een institutionele zelfmoord kunnen worden. De kwade trouw die het Sainte-Emilie-amandement uitstraalt, moet nu maar als argument gebruikt worden om niet meer te bewegen tot na de moeder van alle verkiezingen. Voor wanneer een gemeenschappelijk project van de Vlaamse partijvoorzitters als tegengewicht voor la Sainte-Emilie ? Guido Ghekiere, Brussel
Place Reine Astrid Hoe vertaal je ‘Place Reine Astrid’ naar het Nederlands? Da’s toch simpel, ‘Reine Astrid Plein’ natuurlijk! Waarschijnlijk hebben ze bij bakkerij Sirre niet voldoende tijd gekregen om het woord ‘koningin’ op te zoeken. Nand Staes, Jette
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Stratego door Danny Vileyn MR-voorzitter Charles Michel haat nationalisten en hij zegt dat luidop; vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders wil best in een regering met Bart De Wever. Bart De Wever, mocht het iemand ontgaan zijn, is voorzitter van de N-VA. En Michel en Reynders behoren allebei tot de MR, de partij van de Franstalige liberalen. Beiden willen laten zien dat Wallonië en bij uitbreiding Franstalig België niet samenvalt met de PS. Michel en CD&V-voorzitter Wouter Beke verklaarden samen in De Standaard en in Le Soir dat ze onafhankelijk naar de verkiezingen trekken. Michel en Beke ontkennen dat ze naar elkaar lonken om de volgende regering te vormen. En ondertussen rekent Reynders op Open VLD-minister Guy Vanhengel om hem in de kiesstrijd te steunen. Reynders is kandidaat in Brussel. Reynders’ démarche is allicht vanuit Brussel te verklaren: bij (minstens een deel van) de Franstalige politieke klasse leeft de overtuiging dat de Franstalige stemmen voor de N-VA de kiesuitslag van de Vlaams-Brusselse partijen gaan bepalen, niet de verschuivingen binnen het VlaamsBrussels electoraat. En dat maakt de Franstaligen zenuwachtig. Zonder het cliché van de ‘moeder aller verkiezingen’ boven te halen: deze verkiezingen zijn te belangrijk om ze tot stratego te herleiden. We kiezen zowel Europees, federaal als regionaal. En een partij als de MR wil een zitje in alle regeringen of in geen enkele. De MR is zeker niet de enige partij die dat wil, al huldigen de andere partijen zich in stilzwijgen. Dat betekent tandenknarsen voor wie er niet bij is, de kiezers en hun partijen. Maar dat schept ook kansen om problemen aan te pakken. Neem nu de mobiliteitsproblematiek. Brussel slibt dicht. Dat is al lang geen discours meer van dromerige groenen, dat zegt ook de bedrijfswereld. Bedrijven trekken weg, wat normaal tot nadenken zou moeten stemmen. Maar zover zijn we nog lang niet. Het politieke spel wordt herleid tot een spel voor of tegen de auto. Of tot oplossingen op lange termijn. Een uitbreiding van de metro is nodig maar kost veel geld en is er ten vroegste over tien jaar. De regeringen die na de verkiezingen aantreden moeten afspraken maken over mobiliteit van en naar de hoofdstad. Het financiële plaatje kan hierbij als uitgangspunt dienen: volgens het VRT-programma De Zevende Dag kosten bedrijfswagens de belastingbetaler 4,1 miljard euro per jaar. Het openbaar vervoer in heel België krijgt 2,4 miljard euro subsidies. Hoe wordt de mobiliteitsknoop na 25 mei ontward? Dat doet ter zake, niet of partijkopstukken elkaar haten.
WAUTER MANNAERT
BDW 1411 PAGINA 14 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Ovenladers, korfdraagsters, zinkbewerker en voorboorders uit het fotoalbum van Saint-Paul de Sincay, een topstuk uit 1868.
Expo > Levens van zink. Portretten van arbeiders, beelden van ondernemingen
In zink zit leven
SINT-JANS-MOLENBEEK – Ze heten Paul Krauss, Emile Delchef of Lady Dradon, en ze oefenen het beroep uit van mijnwerker, zinkbewerker op opvulster. Het fotoalbum dat Saint-Paul de Sinçay in 1868 liet maken van het personeel van de Vieille Montagne, een erfgoedschat van de Franse Gemeenschap, is tot 25 mei te zien in het Brussels Museum voor Arbeid en Industrie.
L
a Fonderie koppelt er lezingen aan over de beeldvorming over arbeiders, de levenscyclus van zink en de hoge lernfaciliga factor van Esperanto. Het verband? Zink! Het was ongewoon dat een directeur-generaal portretten bestelde van zijn individuele werk-
nemers. Fabrikanten zagen snel het nut van fotografie voor propagandadoeleinden maar dat resulteerde traditioneel in foto’s van de imposante fabrieksgebouwen, het machinepark en groepsportretten van het voltallige personeel.
Maar Louis-Alexandre Saint-Paul de Sinçay van de Société des Mines et Fonderies de Zinc de la Vieille Montagne laat twee albums maken met busteportretten van het directie- en het administratief personeel, en een derde album met de arbeiders, ten voeten uit, van
de verschillende Luikse, Duitse, Franse en Zweedse vestigingen. Naast een unieke kijk op de arbeid in de negentiende eeuw tonen de foto’s ook op welke manier de onderneming naar buiten wilde komen. Behalve een occasionele oven krijgen we nochtans niet veel werkplekken te zien, maar de arbeiders en arbeidsters poseren wel in hun werkkledij en met hun gereedschap. De mannen houden hun lamineertang of gietlepel in de aanslag, de stappeuse die gaten opvulde met puin draagt de broek en bij de chefs mag
BDW 1411 PAGINA 15 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
enkele afgewerkte zinkproducten. Zoals zinken Venussen waarvan de originelen in het Louvre worden bewaard en die vervaardigd werden voor de Wereldtentoonstelling van Luik, of een Allegorie van de industrie. Hoe zou de fotograaf dat vandaag aanpakken? Ter vergelijking zijn er dan ook hedendaagse foto’s te zien, onder andere uit de reeks Les Gestes du patrimoine van Guy Focant. We zien een loodgieter-zinkbewerker aan het werk op de werf van de kathedraal van Doornik of hoe men bij Umicore omgaat met de reusachtige zinkbobijnen.
Ossenogen De historische wortels van Umicore, de internationale materiaaltechnologiegroep met hoofdzetel in Brussel, liggen bij de zinkmijn van de Vieille Montagne in het Duitstalige plaatsje Kelmis bij het drielandenpunt. In
La Fonderie, begon zijn activiteiten in hartje Brussel met de productie van zinken armaturen. In 1859 groeide daar de Compagnie pour la fabrication du zinc, du bronze et des appareils d’éclairage uit voort. Voor de conservator van La Fonderie Pascal Majerus moet de Brusselse zinkgeschiedenis nog geschreven worden: “Wat een schat aan informatie is niet te vinden in de jaarboeken van de Brusselse neringdoenders met daarin de loodgieterszinkverwerkers en zo verder. Je mag ook niet vergeten dat een bronslegering nog altijd een klein percentage zink bevat. Er waren nog andere Brusselse bedrijven die het achtste metaal, zoals zink genoemd wordt, verwerkten. In 1847 werd in Molenbeek een filiaal van de Vieille Montagne opgericht dat zinkwit produceerde, een stof die werd gebruikt bij de productie van glas of keramiek. Cahier nr. 47 van La Fonderie over arbeidsziekten behandelt ook de zinkvervuiling.” Industrieel archeoloog Patrick Viaene over enkele vroege toepassingen: “Van de Vieille Montagne staan vandaag nog een paar gebouwen overeind in Angleur, langs de Ourthe. In Kelmis werd zink in onzuivere vorm ontgonnen in groeven, daarvan is maar weinig overgebleven. Alleen het lokale Göhltalmuseum, uitgebaat door een plaatselijke heemkundeclub, presenteert een kleine afdeling over Vieille Montagne. De Zinkhütte in Stolberg
“Een beeld is nooit helemaal echt, nooit helemaal vals. Een portret kan mooi zijn, maar het is daarom nog niet waarachtig”
© MAISON DE LA MÉTALLURGIE ET DE L’INDUSTRIE DE LIÈGE
er een fijn meubel mee op de foto. De botteresse of hotteuse, typisch voor de regio, was een leurster met een draagkorf (botte of hotte). Ontdek verder de smelter, de walser, de kuiper, de steenbakker, want er waren ook vele nevenberoepen. De foto’s werden afgedrukt op visitekaartjesformaat, en ook de minutieuze vermelding van de fotograaf, de naam van de arbeider, zijn beroep en de naam van de fabriek, getuigt van een gevoel van fierheid over de knowhow. In die periode was de Vieille Montagne wereldleider in de zinkindustrie. Zo staat er bij de foto met de man en het kind: ‘Zeyen, Léonard-Hubert, Pierre Clajot et Joseph Ghys, sondeurs, Colladios, 1868.’ De foto’s van de Vieille Montagne zijn afkomstig van het Huis van de Metallurgie en Industrie van Luik (MMIL), die de tentoonstelling maakte, en worden aangevuld met archiefdocumenten van het voormalige zinkbedrijf. La Fonderie put uit zijn eigen verzameling met werktuigen die op de foto’s te zien zijn en met
1989 ging de Vieille Montagne op in de Union Minière groep, voorloper van Umicore. In 1810 had de Luikse chemicus Jean-Jacques Dony van Napoleon verkregen dat hij zink mocht produceren. Hij was er namelijk in geslaagd om zink als metaal te extraheren uit kalamijnerts. Zelf kreeg hij de productie echter niet op gang, dat deed de Brusselaar François-Dominique Mosselman die in 1837 de Société des Mines et Fonderies de Zinc de la Vieille Montagne oprichtte. Maar aan de latere directeur Saint-Paul de Sinçay – in functie van 1856 tot 1890 – hebben we de fotoalbums te danken. De drie albums openen met het sierlijke anagram van de directeur en het devies ‘Geen woorden, maar daden’. De zinkwinning was hoofdzakelijk een Luikse aangelegenheid, maar de verwerking ervan gebeurde natuurlijk ook in een industriestad als Brussel en het materiaal werd er ook op grote schaal gebruikt. Cormann et Compagnie, de voorloper van de Compagnie des Bronzes die lange tijd gevestigd was op de site van
nabij Aken is wel de reis waard, geïnstalleerd in een zinkgieterij en fabrieksgebouwen uit de achttiende en negentiende eeuw. In Vlaanderen werd zink gemaakt in Overpelt, Lommel en omgeving, in de eertijds zeer dun bevolkte Kempen, logischerwijs ver van de stad want zink is een erg vervuilende industrie. In Brussel werd ongelooflijk veel zink gebruikt in de loodgieterij, en ook bij de bekleding van daken, de ornamentele oeil de boeuf of ossenogen (ronde dakvensters) en allerlei smeedwerk.” Op zondag 23 februari zal professor toegepaste geologie Eric Pirard van de Universiteit van Luik (ULg) een lezing geven over de rijkdommen van de Waalse ondergrond tot en met de recyclage van onze auto’s met zink als rode draad. En wat met de nog steeds aanwezige ertsrijkdommen in de Waalse bodem? Pirard doet suggesties voor een toekomst.
Zink doet leven Na de nederlaag van Napoleon in 1815 werd op het Congres van Wenen Europa hertekend, maar zowel het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als Pruisen aasden op de zinkmijn van de Vieille Montagne. Als belangrijke grondstof voor oorlogsmateriaal kon zink nog erg goed van pas komen. Het Grensverdrag van Aken uit 1816 bracht uitsluitsel. Een deel van Moresnet (het huidige Kelmis) werd bij de Nederlanden gevoegd en een deel bij Pruisen. De centraal gelegen mijn werd een neutrale ministaat. Neutraal More-
snet, met een eigen munt, eigen postzegels, en eigen brigadiers die verbonden waren aan de zinkmijn, heeft bestaan van 1816 tot 1919. Na de Eerste Wereldoorlog moesten de grenzen opnieuw vastgelegd worden en de Oostkantons en Neutraal Moresnet werden aan België toegewezen. Nog steeds is Neutraal Moresnet een inspiratiebron voor Seán Ó Riain, voorzitter van de Europa Esperanto Unio (EEU), die op 27 april daarover een lezing komt geven in La Fonderie. Aan het begin van de vorige eeuw werd Esperanto de officiële taal van Neutraal Moresnet en werden voorbereidingen getroffen om het Esperantostaatje Amikejo (‘vriendenplaats’) op te richten. Ó Riain zal het hebben over de actualiteit van het Esperanto als gemeenschappelijke taal in een Europese Unie met 24 officiële talen. Even terugblikken: “Esperanto was goed ingeburgerd in Neutraal Moresnet in de periode na 1908, maar het staatje was te klein om politiek te overleven, en werd slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog.” Overal waar hij komt, pleit hij voor een korte spoedcursus Esperanto, 50 tot 100 lesuren zouden volstaan, als springplank tot het leren van een volgende taal. Het aanleren van 500 van de meest gebruikt morfemen (betekenisvolle woorddeeltjes), met een equivalent van 2000 woorden in andere talen, en een grammatica zonder uitzonderingen vergemakkelijkt het aanleren van elke nieuwe taal. Esperanto als lernfaciliga, u had het woord al begrepen.
Façade of echt? Een fotostudio katapulteert kinderen terug naar de arbeidsomstandigheden van de zinkfabriek. Het is de bedoeling ze te doen nadenken over hoe portretten tot stand komen. In twee lezingen voor volwassenen wordt daar ook dieper op ingegaan. Op 25 mei kan je een lezing bijwonen van Muriel Andrin van de ULB die vaststelt dat het vooral mannelijke arbeiders zijn die in documentaire films worden afgebeeld. Waar zijn de arbeidsters gebleven, en als ze wel opgevoerd worden, gelden er dan andere filmwetten? En op 23 maart plaatst Georges Vercheval, eredirecteur en stichter van het Fotografiemuseum Charleroi, kanttekeningen bij soortgelijke foto’s: “Ik zal zowel historische als hedendaagse voorbeelden geven. Een duik in de geschiedenis met portretten van kinderen die aan het begin van de vorige eeuw twaalf uur aan een stuk moesten doorwerken, bij ondernemingen bij ons of in de Verenigde Staten (Lewis Hine), foto’s van kompels van Gustave Marissiaux voor de Wereldtentoonstelling in Luik in 1905, of van de Duitse twintigsteeeuwer, die August Sander vastlegde. Ik zal ook niet nalaten te wijzen op het portret dat vandaag gemaakt wordt van arbeiders die in hartje Europa hun job kwijtraken.” “Zijn deze beelden façade of écht?” vraagt Vercheval zich af: “Een beeld is nooit helemaal echt, nooit helemaal vals. Een portret kan mooi zijn, maar het is daarom nog niet waarachtig. Wordt het portret niet echt op het moment dat de arbeider of arbeidster voor zichzelf beslist om zijn beeltenis aan zijn naasten te schenken? Hij zal dan zeker zijn alaam in de fabriek laten en zijn beste kleren aantrekken. De portretten die La Fonderie toont werden in de schoot van het zinkbedrijf gemaakt. We krijgen de werktuigen te zien en kunnen het beroep aflezen. Het is dus didactisch materiaal, wat niet zo vreemd is voor een onderneming. Er bestaan zoveel manieren om een mens af te beelden, daarover kan je blijven filosoferen.” An Devroe
Van 30/01 (vernissage om 18u30) tot 25/05, La Fonderie, Brussels Museum voor Arbeid en Industrie, Ransfortstraat 27, 1080 Sint-Jans-Molenbeek, van maandag tot vrijdag van 10u tot 17u, weekends van 14u tot 17u, 02-410.99.50, lezingen telkens om 15 uur, www.lafonderie.be
BDW 1411 PAGINA 16 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
Gedichtendag > Geert Buelens heeft veelkleurig palet
Een stad, een huis, een thuis G
eert Buelens (°1971) is hoogleraar moderne Nederlandse literatuur aan de universiteit van Utrecht. Hij geniet onder andere bekendheid als opiniemaker van De Standaard. Buelens is ook een begenadigd dichter. En dat is toch een zeldzame combinatie. Buelens’ gedichten zijn intelligent, maar nooit cerebraal. Ze zijn bijwijlen speels, maar verliezen hun inhoud en hun gelaagdheid niet. En af en toe grijpen ze naar de keel, zoals het gedicht Ziekenhuisbed. Het gedicht Grootstad dat u hiernaast kan lezen kan op iedere grote stad slaan, al komt er in Nederland – waar Buelens sinds negen jaar woont – maar één stad in aanmerking: Buelens: “Rotterdam is de enige stad waar je het gevoel hebt in een metropool te leven en niet in een groot uitgevallen dorp zoals Utrecht. De enige stad die vergelijkbaar is met Brussel.” Met die grootstedelijke mentaliteit mocht Buelens een paar jaar geleden kennismaken: “Op een ochtend stapte ik mijn hotelletje in de buurt van de KVS uit, werd ik daar in het Frans uitgescholden door een paar jonge-
tjes. Zeer onaangenaam. Niet direct een viering van het samenleven.” De eerste versregels zijn voor heel wat Brusselaars heel herkenbaar: Beginnen we dag als hoerenzoon / invectieven uit een kindermond / zo fris. Hoe onaangenaam ook, het voorval raakt Buelens ook niet buitengewoon. Het was ‘maar’ verbaal. Buelens: “Het is een kleine anekdote in de orde van incidenten die de jongste tijd uitvergroot zijn tot dé grootstadsproblematiek. Ik volg de Brusselse actualiteit van op afstand, maar nauwgezet. We moeten er ons voor hoeden persoonlijke ervaringen niet te extrapoleren.” Toch prijkt Brussel – samen met Berlijn – nog altijd bovenaan het lijstje met lievelingssteden. Buelens: “Een aantal van mijn beste vrienden wonen in Brussel, ik heb er destijds ook vaak gelogeerd. Iedere keer ik naar Brussel ga, is het feest. Ik ontmoet er ook altijd nieuwe mensen.” En nog: “Ik vind de houding van Vlaanderen tegenover Brussel weinig productief, waarmee ik niet gezegd wil hebben dat de samenlevingsproblemen in Brussel aan Vlaanderen te wijten zijn. Op het
© MERLIJN DOOMERNIK
BRUSSEL – Hij is aan zijn derde dichtbundel toe. Geert Buelens zoekt in Thuis zijn plaats in de wereld. Van Stellenbosch tot Berlijn. Tussen teddyberen, tatoeages, tuinkabouters en ziekenhuisbedden. En veel meer.
(Buelens is gastprofessor aan de universiteit van Stellenbosch, dv).” Poëzie is volgens Buelens muzikaliteit en beelden omzetten in taal. En hij bewijst dat dit vele kanten uit kan. Een paar voorbeelden: Kansas verlaat niemand ongestraft maar wat met Kontich, Duffel, Oude God ... Bibliotheken om voor te sterven om in uit te gaan als een kaars
Geert Buelens: “Het heeft wat geduurd eer ik vond dat de gedichten een geheel vormden.”
bestuur in Brussel valt ook wel een en ander af te dingen.”
Rome Het gros van de gedichten werd geschreven tussen de zomer van 2004 en het najaar 2013, een tijdspanne van tien jaar. Dat ze nu pas uitgege-
ven worden heeft zo zijn redenen: “Het heeft wat geduurd voor ik vond dat ze een geheel vormden. Het eerste gedicht is geschreven in Rome, de volgende op andere plekken. Ik heb nadien twee keer een half jaar in de States gewoond, en ik verblijf regelmatig in Berlijn en in Zuid-Afrika
Het gedicht heet Dorothy (Ontworteling). Worden er in opgevoerd: hangjongeren, ADHD-bejaarden en bedompte cultuurdragers. Dat Duffel er in voorkomt, is geen toeval. Buelens woont in Utrecht, maar is van Duffel afkomstig. De bundel is bestemd voor het hele Nederlandse taalgebied. Dat Vlaanderen en Nederland ver uit elkaar liggen, wordt duidelijk in bijvoorbeeld het gedicht Schuurtje (Koterij). Wat bij de krapwonende noorderburen schuurtje heet, zijn in Vlaanderen gewoon koterijen. De tweede strofe van Schuurtje (Koterij) klinkt benauwend: Ziehier het microkrediet van de eerste wereld waarom recycleren als je ook kunt stockeren
ADVERTENTIE
Festival > Intercultureel en literair parcours
SEBASTIAN NÜBLING
ILONA. ROSETTA. SUE. THEATER – 08 > 15 FEBRUARI
© ENE-LIIS SEMPER
STARLETTE MATATA (ILONA)
De Duitse regisseur Sebastian Nübling liet zich voor deze productie inspireren door de hoofdpersonages uit drie films: Aki Kaurismäki’s Drifting Clouds, Rosetta van de broers Dardenne en Sue van Amos Kollek. Drie verhalen over vrouwen die zich staande proberen te houden in tijden van crisis, in een wereld waar alles om geld draait. PRODUCTIE KVS, NO99 TALLINN, MÜNCHNER KAMMERSPIELE
WWW.KVS.BE 02 210 11 12
Interlitratour gaat dichtbij vreemd BRUSSEL – Met zijn interculturele en literaire activiteitenkorf doet het minifestival Interlitratour dit jaar diverse locaties aan in Anderlecht, Schaarbeek, Etterbeek, Sint-Joost-ten-Node en BrusselStad. Het parcours start op 1 februari met een open debat rond ‘Iedereen Migrant’. Om kansen op ‘ontmoeting en discussie’ te organiseren, liet het programma van Interlitratour zich leiden door de specifieke interesses van lokale organisatoren, als de bibliotheek van Anderlecht (boekbespreking van het Albaans-Belgische Rode Sneeuwvlokjes), Arthis (Roemeens avantgardetheater) of Passa Porta (de Sloveense schrijver Miha Mazzini). De documentairefilm Iedereen Migrant van Benjamin Pattin
en Greet Brouwers wordt gangmaker bij de gesprekken met nieuwkomers in de stad. Leden van het Internationaal Comité, de Mangoboom in Bloei (Congolese vrouwen) en de Vermeylenkring houden een nagesprek. De kortfilm brengt de geschiedenis van de migratie gebald in beeld, met veelzijdige – soms ludieke – portretten. Het festival wil ook elders dan in het evidente Passa Porta de dialoog aanwakkeren tussen literatuurliefhebbers en internationale artiesten. Er wordt ook gepolst naar de bijdragen die iemand kan leveren aan de voorgespiegelde geschiedenislessen over Brussel. Brussels historicus Hans Vandecandelaere doet hier zijn zegje JMB over. www.interlitratour.be
BDW 1411 PAGINA 17 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
Grootstad (Couleur locale) Beginnen we de dag als hoerenzoon invectieven uit een kindermond zo fris Wijkbewegingen zijn dan nodig ruimtes die ons naar lucht doen happen die er is die er zou moeten zijn al die uren waarin we ons wentelen in wee en ach als van weleer Voor onze ogen verkleurt dit gebied komen er gaten in die we niet hoeven te zien als ze licht doorlaten wie we vervolgens aantreffen in de tuin
© NICK TRACHET
Nick Trachet
wordt het groter en als vanzelf
BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Plat op de buik terugvallend als vanouds geven we mee
Chinese waterkastanje
We komen van ver zo komen we er
Terwijl de vierde strofe geruststellend-deprimerend : Thuis is waar de boel is gebleven als voorheen En om het af te leren, een brok puur taalplezier. Het gedicht heet Op de bank (Vastenavondblues):
Buelens’ woordenschat is van een benijdenswaardige rijkdom, op zijn beeldend vermogen lijkt geen rem te staan, zijn muzikaliteit roept extreme stemmingen en alles wat er tussenin ligt op. En toch stelt hij zich maar één vraag: Wat is thuis? Waar gaat dit over? Gaat dit over een gemeenschappelijke taal of gaat dit ook over andere dingen?
rommelen rommelen in de pot
Danny Vileyn Thuis van Geert Buelens is verschenen bij Ambo/Anthos, telt 64 blz. en kost 17,95 euro
waar is classified waar is zot
ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a
Verzekerd verhuurbeheer
a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
Op het einde van de week, op 31 januari, is het Chinees Nieuwjaar. De Chinezen hebben hun eigen jaarsysteem, dat zij laten beginnen op de tweede nieuwe maan na de winterzonnewende. Maan en zon bewegen niet harmonisch met elkaar, vandaar dat in alle kalenders wat paswerk nodig is om die twee grosso modo gelijk te zetten. Maar Chinees Nieuwjaar duurt langer dan één dag. Op de 31ste begint het nog maar pas. Er zijn zelfs Chinezen die, zoals wij, al op de vooravond beginnen te feesten. Daarna gaan de feestelijkheden nog een goede twee weken door, met een reeks van opgemerkte deelevenementen. Daar moeten we, als oude Belgen, daar niet lacherig om doen. In onze cultuur lopen de eindjaarsfeesten toch ook van vier weken voor Kerstmis (Advent) tot de maandag na Driekoningen (Verloren Maandag). Dat zijn zelfs zes weken! Het ‘nieuwjaarsfestival’ is onder Chinezen het moment om grote schoonmaak te houden, schulden te vereffenen, familie te bezoeken en vooral om veel en lekker te eten. Veel Chinese auteurs getuigen dat Nieuwjaar het belangrijkste feest is van het jaar, waar iedereen naar uitkijkt voor cadeautjes en lekker eten. Het huis wordt met rood versierd en iedereen geeft elkaar geld in rode enveloppen. Wat eten ze zo allemaal? Dat kan nogal variëren naargelang de bron en blijkbaar ook naargelang de taal die ze spreken. Want Chinees is wel verenigd in één schrift, maar men spreekt het nogal anders in Peking en in Shanghai. Het klimaat is ook erg verschillend: van de woestijn in het binnenland over het koude Harbin in Mantsjoerije tot het tropische Hong Kong. Overal eet men dus traditioneel iets anders. Het valt op dat de Chinezen voor het kiezen een soort woordspel hanteren. Het voedsel moet een associatie hebben met vreugde, vriendschap, geluk, rijkdom of lang leven. Zo eet men vis (liefst rode vis) omdat het woord voor vis in een bepaald soort Chinees klinkt als het woord voor overvloed. Dat ‘klinkt als’ geldt voor heel wat ingrediënten. Verder horen er nieuwjaarstaart bij van kleefrijst (het kleven symboliseert samenhorigheid) en een stoofpot waar iedereen van eet, wat ook samenzijn benadrukt.
Dit jaar stootte ik in de Chinese supermarkt op waterkastanje. Deze groente hoort bij het Chinese nieuwjaar en wordt vaak verwerkt in een cake omdat het woord voor cake in het Cantonees klinkt als ‘hoog’. En hoog willen we allemaal zijn, of minstens onze bankrekening. Waterkastanje is een vreemde groente. Hij hangt niet aan bomen, zoals de naam zou kunnen doen vermoeden, maar groeit in het slijk van tropische moerassen, vastgehecht aan de ondergrondse stengel van Eleocharis dulcis (Burm.f.), een plant uit de familie van de cypergrassen (Cyperaceae). Tot dezelfde familie behoort ook de papyrus, zowel de echte – waar het oorspronkelijke papier van wordt gemaakt – als de sierplant in de woonkamer. Nog meer verwant is de chufa (Cyperus esculentus) die ook knollen heeft en waarmee de Spanjaarden horchata de chufa bereiden, een zomers drankje met een amandelachtige smaak. Waterkastanjes zijn dus stengelknollen of ‘cormen’. Ze gelijken wat op raapjes met een bruine schil. Ze groeien in warme klimaten, vooral in Azië, maar ook al in Amerika. Ze worden gekweekt in vijvers en andere natte gronden. Andere Eleocharis-soorten werden gegeten in het oude Egypte. Bovengronds ziet de plant eruit als een rus (bies), een gras zonder herkenbare bladeren, maar enkel groene stengels. Er is ook een andere vrucht die men wel eens waterkastanje noemt, Trapa natans, waarover ik het in mijn boekje al had onder de titel Ling Kio, maar daar heeft deze waterkastanje verder niets te maken. Onze Chinese waterkastanje hier bewaart zeer goed. Gezien hij in zeer rotte en gistende omstandigheden leeft, is de knol uitgerust met allerlei bederfvoorkomende installaties. Ik kocht er een halve kilo van (2,90 euro) en legde ze thuis in een emmertje met water. Sinds een week begint het water er vies uit te zien, maar de knollen zelf zijn nog altijd in goede doen. Men zegt dat het best mogelijk is ze op te kweken in een emmer met wat natte grond, om volgend jaar weer nieuwe ‘kastanjes’ te oogsten. Eén exemplaar, dat ik in de fruitmand had gelegd, is ondertussen al zwaar verdroogd en gerimpeld. Ik wist dat ze moesten worden geschild, en ik deed dat, net zoals een appeltje. Binnenin zit stevig wit vruchtvlees. De smaak van rauwe waterkastanje is in één woord samen te vatten: liefelijk! Het vlees is zacht zoet, met een smaak die sommigen van een roos doen dromen (denk aan litchi), iemand anders herkende
“Dit jaar stootte ik in de Chinese supermarkt op waterkastanje. Deze groente hoort bij het Chinese nieuwjaar en wordt vaak verwerkt in een cake” er oester in. En dan de beet, de textuur! Aangenaam krokant zoals er geen andere groente te vinden is. Als zure appel, maar dan nog meer knapperig. In de Chinese keuken gaan waterkastanjes in stoofpotjes of in roergebakken gerechten, maar iedereen is het er over eens dat rauwe waterkastanje, zo uit het vuistje, nog het lekkerst is van al. In heel kleine blokjes snijden en over een oester sprenkelen, bijvoorbeeld, prachtige tegenstelling tussen knapperig en smeuïg. Het spul bestaat ook in blik, maar daar is het beste van verdwenen. Verse Chinese waterkastanjes zijn een echte ontdekking. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1411 PAGINA 18 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
© CH. BASTIN & J. EVRARD © GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL. © SOFAM 2014
© CH. BASTIN & J. EVRARD © GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL. © SOFAM 2014
© A. DE VILLE DE GOYET © GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL. © SOFAM 2014
© A. DE VILLE DE GOYET © GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL. © SOFAM 2014
Linksboven: Huis van baron en Staatssecretaris voor Congo Edmond van Eetvelde, Brussel, 1895. Rechtsboven: Private woning en atelier van Victor Horta, Sint-Gillis, 1898.
Van het Aubecqhuis, 18991902 (afgebroken in 1949) resten enkel de gevelstenen; de mooiste glasramen gingen naar Parijs.
Tentoonstelling > Reizende expo over Horta’s topcreaties even thuis
Met dank aan Congo-Vrijstaat
De gewestelijke Dienst voor Monumenten en Landschappen liet samen met VisitBrussels, 27 tweezijdige foto- en tekstpanelen maken over de meesterwerken van Victor Horta (1861-1947), opgeleid door Alphonse Balat, architect van koning Leopold II. De idee hiertoe kwam nadat de directrice van het Institute of Architects uit Washington in Brussel een tentoonstelling over het Aubecqhuis zag; ze wou graag iets etaleren tijdens de Brussels
Days in haar stad (2012). De scenografie werd opgevat als mobiele, educatieve appetizer om de schat aan art-nouveaupanden in Brussel toeristisch te promoten, en kan dus reizen. In één klap worden hiermee ook de verenigingen die fiets- en wandeltours over art nouveau in Brussel organiseren, gepromoot. Waar de panelen na de maand maart naartoe gaan, staat nog niet vast. Recent kreeg het kabinet Vervoort wel de bestelde studie binnen die een reflectie bundelt over wat met de afgebroken Aubecqgevel (1949) moet gebeuren. Die ligt al 65 jaar in een puzzel te wachten (foto), en werd eigendom van het gewest.
© CH. BASTIN & J. EVRARD © GEWESTELIJKE OVERHEIDSDIENST BRUSSEL. © SOFAM 2014
BRUSSEL – Na een reis langs het American Institute of Architects, de Belgische Ambassade in Washington DC (2012) en de Boekenbeurs in Taipei (2013) staat de expositie ‘Naar de bronnen van de art nouveau’ tot half maart in de Sint-Gorikshallen. Een visueel festival over vier huizen van Victor Horta, precies op het moment dat minsterpresident Vervoort kan beslissen over de bestemming van Horta’s Aubecqgevel.
materiaal (koper, hout, ivoor,...) gretig werd omgezet in luxueus ambachtelijk maatwerk. In een stijl die ook aandacht had voor het warme evenaarslicht, geëvenaard dankzij het wintertuinglas. De riante woning van Leopolds Staatsscretaris voor Congo-Vrijstaat, Edmond van Eetvelde, die na verplichte terugkeer door malaria vanuit Brussel zijn kroondomeinopdrachten verderzette; komt met de nieuwe foto’s buitenissig tot zijn recht. Met de verwerking van onyx en mahoniehout is het huis ‘een uitnodiging voor een reis naar een fascinerend Congo’, stelt de tentoonstelling. Op de muren verwijzen gestilleerde motieven naar hoorns. Alles verwijst ook naar de opdracht van Van Eetvelde om afzetmarkten te zoeken voor de uit Congo-Vrijstaat ingevoerde materialen. Van Eetvelde zou trouwens ook curator van de Congo-promotentoonstelling in Tervuren (1897) worden, waar de art-nouveaukunst in al zijn rijkdom werd geëtaleerd. Een jaar later in 1898 had Horta voldoende middelen om zijn eigen, riante woning te bouwen in de Amerikaansestraat.
Eretrap van het Tasselhuis, Brussel, 1893.
Luxe uit Congo De fotoreportage focust op vier huizen van Horta die op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staan: de hôtels Tassel, Van Eetvelde, Solvay en de atelierwoning van Horta zelf (nu museum). Tekstueel ligt het accent op spi-
tante citaten van Horta, zoals “Men heeft het tegenwoordig over een ‘esthetische revolutie’; hilarisch gewoon.” Wat opvalt is dat het om Horta’s topcreaties gaat, waarin het exotische
Jean-Marie Binst
Naar de bronnen van de art nouveau, tot 16 maart in de Sint-Gorikshallen, Sint-Goriksplein 1, Brussel. Elke dag open van 10 tot 18 uur. Gratis toegang.
BDW 1411 PAGINA 19 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
Artists in residence Jacques Brel in Amsterdam
Zanger met zeezucht
Het is opvallend hoe in Brels dollerithit Vesoul de enige stad waarin de ik-persoon zélf zin heeft, Antwerpen is. Tevergeefs natuurlijk, want: ‘J´ai voulu voir Anvers/ On a revu Hambourg’. En als ze dan toch lijkt bij te draaien, loopt het nog mis: ‘T´as voulu voir Anvers/ On a vu qu’ ses faubourgs’. Pas later zou duidelijk worden waarom de chansonnier naar Antwerpen wilde. In Bruxelles treurt Brel om de malaise in zijn geboortestad, op basis van de romantische herinneringen die hij aan het Brussel van vroeger heeft. Maar het romantische idee dat Brel van havensteden heeft, staat hem nog nader bij. Hoewel ook daar zeker niet alles alleen rozegeur is, trekt vooral Amsterdam hem aan. De naam Amsterdam valt al terloops in het drinklied La bière, terwijl de jolis quartiers van de stad ook worden genoemd in KnokkeLe-Zoute tango. De haven van de Nederlandse hoofdstad dient ook als dramatische point of no return in Je ne sais pas.
© BELGA
BRUSSEL – Jacques Brel mag dan al gestorven zijn aan het snelle leven dat hij leidde in door hem bezongen steden als Brussel en Parijs, het feit dat hij nu begraven ligt op zijn eiland in de Stille Oceaan, was wellicht te voorspellen door de passie waarmee hij ook kust- en havensteden als Oostende, Antwerpen, en Amsterdam omarmde.
Amsterdam, 4 februari 1974: Jacques Brel krijgt in het Van Goghmuseum een hommageplaat. Ernst van Altena (links van Brel) stond in voor vertaling en productie.
Maar het is natuurlijk in Amsterdam zelf, dat alle remmen los gaan, en de zeelieden zingen, slapen, sterven, weer opstaan, vreten, dansen en ten slotte pissen op de femmes infidèles die hen hun ziel en zaligheid hebben gegeven. Hoewel Brel het nummer nooit in de studio heeft opgenomen, en het alleen verscheen in de live versie op Enregistrement public à L’Olympia uit 1964, werd het een van zijn be-
kendste chansons, dat vele malen vertaald en gecoverd werd, zelfs door David Bowie. Brel zou het nummer geschreven hebben in zijn strandhuisje in Roquebrune-Cap-Martin aan de Franse Middellandse zee, maar het idee om een nummer over Amsterdam te schrijven zou volgens de Amsterdammers wel degelijk ontstaan zijn in Amsterdam zelf. Brel kwam voor het eerst in Amsterdam in 1954 om er op
ADVERTENTIE
Bruno goes to Brussels (USA)
VRIJDAG VANAF VENDREDI À PARTIR DE FRIDAY FROM
18:15 tvbrussel.be
tvbrussel
@tvbrussel
te treden in het Nieuwe de la Mar Theater in de Marnixstraat. De haven lag toen nog dicht bij de oude binnenstad, en het zou tijdens een koegentocht met zijn vertaler Ernst van Altena zijn geweest, dat hij in 1963 aanbelandde in Café De Kuil in de Oudebrugsteeg. In die muziekkroeg had Johnny Jordaan na de oorlog als zingende kelner zijn levensliederen gezongen, en ook toen Brel er kwam, werd er nog op de ‘ranzige accordeon’ gespeeld die in Amsterdam wordt genoemd. De unieke relatie tussen Brel en Van Altena zorgt ervoor dat zijn liedjes ook in Nederland enorm populair worden. Zangeres Liesbeth List had er zelfs een conflict met haar en Brels platenmaatschappij Phonogram voor over om in 1969 List zingt Jacques Brel te kunnen opnemen. Uiteindelijk werd de lokroep van de haven Brel te sterk en werd het duidelijk waarom hij nodig naar Antwerpen wilde. Hij kocht er de Askoy II, een jacht dat in Antwerpen was gebouwd voor Hugo Van Kuyck, die we in Brussel kennen als de architect die mee de Prévoyance Sociale, het Rijksadministratief Centrum, de Generale Bank en de Financietoren uittekende. Brel bevoer met het zeiljacht vanuit Antwerpen zowel de Atlantische als de Stille oceaan. Vanaf dan behoorde hij tot een andere mensensoort, want zoals hij in L’Ostendaise bezong: ‘Il y a deux sortes de gens / Il y a les vivants / Et ceux qui sont en mer.’ Brel liet wel geen Ostendaise achter, want hij nam zijn vriendin Maddly Bamy gewoon mee naar het markiezeneiland Hiva Oa, waar hij tot vlak voor zijn dood in een ziekenhuis in Parijs bleef en nadien ook werd begraven. Vlakbij het graf van die andere kunstenaar met zeezucht, Paul Gauguin. Michaël Bellon
BDW 1411 PAGINA 20 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
Eric Beauduin maakt unieke handtassen van gerecycleerde kleding
‘Brussel is patina’ SINT-GILLIS – “Ik verkoop mijn leven. Dat is de essentie van creëren. En Brussel inspireert. Ongetwijfeld. Heb ik er meer dan eens aan gedacht om een andere werkplek te zoeken, steeds is het bij een denkoefening gebleven. Ik hou van patina en patina, dat is Brussel.” Na een carrière in fashionbrand, heeft Eric Beauduin zich toegelegd op het recycleren van gedragen kledingstukken tot unieke handtassen.
I
n Brussel is Beauduin – geboren in Ciney, opgegroeid in Rixensart – terechtgekomen door zijn studies. “Eerst Saint-Luc in de Ierlandstraat – toen pendelde ik nog – vervolgens La Cambre. Voor mij was het de big bang. Mode creëren, ik voelde en wist dat het was wat ik in mijn leven wilde doen. Als een vis in het water voelde ik me. Tegen het einde van mijn studies heb ik het geluk gehad enkele internationale prijzen te winnen. Het maakte dat ik in contact kwam met andere designers, modeontwerpers. Onder meer met Anne Masson, eveneens met een La Cambre-verleden. Daaruit is uiteindelijk het fashionbrand Beauduin-Masson gegroeid. Drie jaar lang, zes seizoenen. We hadden succes, verkochten goed in Japan, de Verenigde Staten, Frankrijk en ook in België. Maar het was niet vol te houden: ik gaf ook les aan La Cambre, werkte daarbovenop nog eens voor Delvaux. Dag in dag uit tot tegen middernacht in de weer zijn, eiste zijn tol: leeggezogen voelde ik me door de verplichting elk modeseizoen met een nieuwe collectie uit te pakken.”
Tweede leven “Eveneens in die periode heb ik geleerd dat de modewereld, zeker de confectie, toch wel een erg grote ecologische voetafdruk achterlaat. Verspilling. Zo is langzamerhand het idee gegroeid om bestaande kleding, die zijn tijd heeft gehad, een tweede leven te geven. In de vorm van handtassen, unieke stukken. Aanvankelijk textiel, maar gauw ben ik bij leder beland. Leder, een materie die me goed vertrouwd was en is. Het is er gekomen zonder veel bij na te denken eigenlijk, instinctief: vintage heeft me steeds geïnteresseerd, ook om te verzamelen. Met zin voor afwerking en detail. Trash in creaties is niet echt aan mijn besteed.” “Mijn klanten zijn Belgisch, maar ook in andere Europese landen en Japan slaat het aan. Waar ik voorheen met een agent werkte die mijn stukken onder meer bij Sonja Noels ‘Stijl’ in de Dansaertstraat plaatste, heb ik uiteindelijk een aantal maanden geleden besloten om mijn eigen Brusselse winkel-atelier te openen. Gecombineerd met verkoop, twee keer per jaar, op de modevakbeurs in Parijs. Een beetje noodgedwongen, omdat boetieks steeds minder financiële speelruimte hebben door de concurrentie van de grote ketens. Ik heb het me nog geen seconde beklaagd: het rechtstreeks contact met de klant is boeiend, het schept een persoonlijke band. Feedback is interessant, maar toch heb ik geleerd te ziften. Mocht ik elke opmerking ernstig nemen, dan zou ik zes collecties per jaar moeten maken.”
De vier windstreken Brussel, Sint-Gillis, is nu al meer dan 25 jaar
“Ik ben een atelierrat” De kledingstukken van Beauduin vind je een beetje overal. “De idee is enkel kledingstukken binnen te halen die me bevallen, ze zo efficiënt mogelijk te gebruiken. En wat ik niet gebruik voor de handtassen, wend ik aan voor patchwork. Daarvoor zit ik in Brussel perfect. Zo heb ik vijf jaar lang exclusief samengewerkt met Les Petits Riens, ik schuim brocanterieën af – iets typisch Brussels – Oxfam, vlooienmarkten. En soms zijn er klanten die zelf met een kledingstuk komen om het te laten recycleren. Het zoeken staat me tevens toe geregeld mijn atelier te ontvluchten, wat goed is. Anders zou ik me hier constant opsluiten tussen vier muren. Want ik ben echt wel een atelierrat.”
een constante in Eric Beauduins leven. Nu nog een beetje meer in het mooie negentiendeeeuwse pand langs de Charleroisesteenweg. “Mijn eerste kennismaking met Brussel was Sint-Gillis, met even een uitval naar Vorst. Ik zit niet in dé fashion hotspot van Brussel – dat is nu eenmaal de Dansaertwijk – maar toch voel ik me hier goed. Zeker met de nabijheid van het Hortamuseum, dat heel wat buitenlandse toeristen lokt. Zeg maar dat ik Brussel schatplichtig ben voor wie en wat ik ben, voor wat ik heb bereikt. Je hebt hier mensen die komen uit de vier windstreken om hun ding te doen, de interessante contacten liggen hier als het ware op de straatstenen te rapen. Mensen die contact houden met mekaar, elkaar bestuiven als het even kan. Een uiterst interessante mix.”
De modewereld in Brussel, is een beetje een sekte, zegt Beauduin nog. “Met zoveel zijn we niet, het is een beetje ‘iedereen kent iedereen’. Misschien is dat wel de belangrijkste reden dat ik gebleven ben: het past perfect bij wie ik ben. Ik heb in Italië gewerkt, in Brazilië, in Frankrijk... Maar Brussel is steeds de basis geweest en gebleven van waar ik teken en ontwerp. Al ben ik dikwijls in het buitenland om materiaal, klanten en contacten te zoeken.” “Brussel is nederig. En dat gaat in mijn ogen eveneens op voor de modewereld, die van het design, hoe interessant de mensen die erin bewegen en werken, ook mogen zijn. Het is niet Antwerpen hé, dat sedert de jaren 1980 het modehart van België is. Toch doen we het zeker niet slecht. Het talent is er. De uitstraling is dan wel minder prestigieus dan pakweg die van Antwerpen, Parijs en Milaan, maar tegelijkertijd is het charmant en interessant.” “Door het openen van mijn eigen winkel, gecombineerd met atelier – de sfeer is een beetje die van thuis – heb ik al tal van interessante ontmoetingen gehad. Ik voel me er goed bij, de klanten voelen er zich goed bij en het heeft deuren geopend naar andere dingen. Naar de theaterwereld bijvoorbeeld, voor kostumering, en nu ben ik bezig met het ontwerpen van een zetel, samen met de designer Armand Jonkers. Jonckers die onder meer het interieur van L’Ultime Atome heeft gecreëerd. Een zetel waarvan de kussens handtassen zijn. Ik heb er lang mee gewacht vooraleer de stap te zetten naar die zelfstandigheid, maar de tevredenheid is des te groter.”
Brussel opzuigen En vrije tijd? “Heb ik niet veel. Ik werk veel en graag, doe het nauwgezet. Vlug-vlug is niet aan mijn besteed. Het moet niet snel gaan, het met goed zijn. Soms zeg ik wel eens dat ik aan slow fashion doe en dat is ook zo. De weinige vrije tijd die mijn partner – afkomstig van Antwerpen – en ik hebben, trachten we zoveel mogelijk te reizen. Liefst naar verre bestemmingen, want Europa ken ik door mijn werk ondertussen goed. Zo zijn we net terug van twintig dagen Laos. Relax. Al is het zo dat als je creatief bezig bent, ontspanning steeds toch een beetje werk blijft, ontdekken. Je ogen openhouden, opslorpen, zelfs als je het op dat moment niet echt wil. Zeker toen ik nog jonger was. Maar het betert. Onze tijd hier op aarde is beperkt, hem zo goed mogelijk besteden is belangrijk. Meer en meer voor mij. En daarvoor past Brussel mij perfect. In tegenstelling tot Parijs, bijvoorbeeld, waar de druk om telkens weer opnieuw uit te pakken toch zo groot is.” “Wie in Brussel leeft en werkt, zuigt Brussel op. Je kan er moeilijk naast kijken. Het maakt je een beetje trash, punk, vergeleken met het cleane dat onze Parijse collega’s hebben. Relax ook, op maat gesneden van de plek waar we leven en werken. Dat Brussel een beetje in het verdomhoekje zit, dat nemen we er graag bij. Al stoort het me, de mensen die van Brussel profiteren. Die hier hun kost verdienen, welkom worden geheten, maar er voor de rest niets mee te maken willen hebben. Zowel Belgen, als buitenlanders. Mensen die erop neerkijken. Het is Chicago, het is de Bronx...”
© MARC GYSENS
“Toegeven, soms is het wel een beetje le bordel. Maar dat maakt ook deel uit van de charme. Wordt er kritiek uitgeoefend op Brussel, wordt Brussel zwart gemaakt, dan voel ik me als een van de eersten geroepen om tegengas te bieden. Het is niet uniform, het is zoeken
BDW 1411 PAGINA 21 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
© NAAM FOTOGRAAF
3 VRAGEN AAN LEO VAN BIESEN
Gewoon hoogleraar aan de VUB Leo Van Biesen koestert een passie voor de saxofoon.
‘Brussel gaf Sax geen erkenning, Parijs wel’ BRUSSEL – 2014 wordt een Adolphe Sax-jaar. Exact 200 jaar geleden zag de vader van de saxofoon het levenslicht in Dinant. Leo Van Biesen ondernam als ingenieurswetenschapper een zoektocht naar de manier waarop Sax muziekinstrumenten ontwierp. Wat is u opgevallen? Leo Van Biesen: “Adolphe Sax heeft zowel koper- als houtblazers ontworpen. De constante in zijn werk was het experiment met kegelvormen. Kegelvormige instrumenten waren in zijn tijd niet nieuw. Toen bestonden al bijvoorbeeld de fagot of de hobo, ook konisch gebouwd. Maar dat zijn rechte kegels. Sax experimenteerde met de parabolische vorm. Zo ontwierp hij de es-bugel, ook gezien als de sopraan-saxhoorn. Welnu, op de instrumentenfamilie van Adolphe Sax kan je wiskundige modellen loslaten die de voortplanting van geluidsgolven modelleren. Het is me hierbij vooral opgevallen dat het timbre – dus het gehalte aan harmonieken – veel hoger ligt dan bij andere instrumenten die toen bestonden.” Adolphe Sax wordt niet automatisch met Brussel in verband gebracht.
en trachten te vinden. Net als het werk dat ik doe. En dat is mooi zo. Al is het soms vermoeiend, al heb ik er soms genoeg van. En als het
zover is, is het tijd om even afstand te nemen. Te reizen.” Karel Van der Auwera
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
Tijdens lezingen vertelt u niet alleen. U speelt ook saxofoon. Wat laat u horen? Van Biesen: “Mijn publiek houdt nogal van mijn vertolking van Misty, een jazznummer van Erroll Garner. Dat zal dus niet mankeren.” Kim Verthé 13/2: My SAXlife is beautiful. Performance van Leo Van Biesen. Muntpunt, 20u, 4 tot 6 euro. Inschrijven via 02-502.38.80
FRIE LEYSEN KRIJGT ERASMUSPRIJS. Festivalorganisator en curator Frie Leysen (63) krijgt de prestigieuze Erasmusprijs omdat “ze bijdraagt tot de vernieuwing van het internationale theater en een onverschrokken voorvechtster is van de podiumkunsten.” Aan de prijs is het bedrag van 150.000 euro verbonden. Leysen was de stuwende kracht achter De Singel in Antwerpen en stond samen met Guido Minne aan de wieg van het KunstenFestivaldesArts, op dit ogenblik is ze directeur van de Wiener Festwochen. Leysen verkeert in goed gezelschap. Eerder kregen Henry Moore, Maurice Béjart en Vaclav Havel de Erasmusprijs. De prijs werd voor het eerst uitgereikt in 1958. n WEBSITE EN TENTOONSTELLING OVER BEZET BRUSSEL. Aan de IJzer werd gevochten; de stad Brussel daarentegen is vier jaar lang een bezette stad geweest. Het Broodhuis brengt verslag uit van de bezette jaren met een website en een tentoonstelling. De website www.14-18.brussel.be wil meer doen dan de getuigenissen ter beschikking stellen. Ze wil ook mensen die niet vertrouwd zijn met de geschiedenis van de stad kunnen bereiken met het buitengewone erfgoed van de stad. Een eeuw lang werden brieven, foto’s, dagbladen, prentbriefkaarten, dagboeken, karikaturen, affiches, en patriottische voorwerpen in Belgische en geallieerde kleuren bewaard. De tentoonstelling opent op 21 augustus. n BOXERSHORT MAYEUR IS TERUG. Jan Bucquoy juicht, de zwarte boxershort van burgemeester Yvan Mayeur die vorige week gestolen werd uit het slipmuseum boven De Dolle Mol, is teruggebracht. Collectie compleet. DV
CULTUUR KORT
Eric Beauduin: “De weinige vrije tijd die mijn partner en ik hebben, trachten we zo veel mogelijk te reizen. Liefst naar verre bestemmingen, want Europa ken ik door mijn werk ondertussen goed.”
Onterecht? Van Biesen: “Deels wel. Adolphes vader, een befaamd instrumentenbouwer, had een fabriek voor blaasinstrumenten in Brussel. De jonge Adolphe bracht zijn jeugd deels door in Brussel, en ging later aan het Brusselse Conservatorium dwarsfluit en klarinet studeren. Toen Sax junior in 1841 op de industriële beurs in Brussel zijn saxofoon voorstelde, kreeg hij niet de gouden medaille waarop hij had gehoopt. Hij kon niet om met een tweede prijs en is naar Parijs verkast, waar hij net als zijn vader een bedrijf uit de grond stampte: ‘Adophe Sax & Cie’.”
BDW 1411 PAGINA 22 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
Freestyle Ski > Benjamin Declercq zet schouders onder ontwikkeling van zijn sport
BDWSPORT
‘Een salto is niet meer speciaal’ BRUSSEL – Benjamin Declercq is 29 jaar oud en nu al een ancien. Een extreme sport als freestyle ski trekt nu eenmaal jonge knapen aan. Als hij niet op de piste staat, zet hij zich actief in voor de ontwikkeling van zijn sport.
“Al van kleins af doe ik kunstjes op de skipiste,” vertelt Declercq. “Ik heb het geluk gehad dat we vanaf mijn derde elk jaar de bergen introkken om te gaan skiën. Ik keek er altijd naar uit en was ter plaatse niet van de piste te houden. Toen ik achttien was, zeiden mijn ouders me dat ik vanaf dan zelf moest instaan voor mijn kosten. Ik stak er al mijn geld in en trok de bergen in zodra ik kon. Ze verklaarden me zot (lacht).” Declercq verzint in de bergen zijn eigen moves en freestylet er op los. Op dat moment doet hij dat met gewone ski’s, wat uiteraard moeilijker is dan met specifieke freestyle ski’s. Vol vertrouwen trekt hij naar zijn eerste wedstrijd in de indoor skizaal van Peer, maar dat draait enigszins anders uit dan verwacht. “Ik was achttien en dacht dat ik er bij de besten zou horen. Maar er bleek een freestyle ski scene te bestaan die ik tot dan niet kende. Er waren veel betere skiërs dan mij. Dat gaf me een boost om door te zetten en om nog meer in mijn sport te investeren.” Freestyle ski is dan ook niet van de poes. Het vraagt de nodige portie lef en heel wat behendigheid. “Ik omschrijf het als iets creatief doen op ski’s, dat ook nog eens technisch moeilijk is. Je hebt de officiële disciplines: halfpipe en slopestyle, waarbij je de moeilijkste moves probeert uit te voeren. De uitdaging is het er zo gemakkelijk mogelijk te laten uitzien. Als je naar de Olympische Spelen in Sotchi zit te kijken en het lijkt alsof je het zelf wel zou kunnen, dan is die sporter goed bezig. Nu heb je ook nieuwere varianten, zoals urban. In grote steden waar veel sneeuw ligt, in Scandinavië trekken ze met hun ski’s de stad in.”
Verkeerde dansbeweging De diversificatie van de sport bewijst dat ze aan het evolueren is. De Brusselaar heeft dat aan den lijve meegemaakt. Moves waar vroeger de monden van openvielen, wekken vandaag amper nog enthousiasme. “Mijn eerste stappen zette ik tijdens de beginjaren van freestyle ski in België, ik ben dus samen met de sport gegroeid. Een salto was toen nog iets speciaals, nu krijg je daar op een Belgisch kampioenschap geen punten meer voor. Je kunt vandaag duidelijk de stijlen van de verschillende skiërs onderscheiden, ook omdat het een klein wereldje is. Ik schat dat er in België een honderdtal mensen deze discipline beoefenen, waarvan een kleine vijftig in competitie.” Declercqs carrière kwam in een stroomversnelling nadat hij op zijn 21ste een jaar lang buiten strijd was met een gebroken voet door een verkeerde dansbeweging. Hij vierde zijn terugkeer op het Belgisch kampioenschap, waar hij meteen bewees dat hij het nationale niveau aankon. “In het winterseizoen zit ik dertig à veertig dagen in de bergen. Wanneer dit artikel verschijnt, zit ik bijvoorbeeld op een drie weken
Benjamin Declercq met een ‘Benji double’: “Als je naar de Olympische Spelen in Sotchi zit te kijken en het lijkt alsof je het zelf wel zou kunnen, dan is die sporter goed bezig.”
“Er lopen hier echt wel talenten rond, maar je moet ze goed begeleiden” durende skivakantie in Amerika. ‘s Zomers trek ik zeker een keer per week naar de indoorskipiste. Het voordeel van die zalen is dat je zeer veel kunt herhalen totdat je move perfect is. Ze hebben er nu ook bijvoorbeeld rails geïnstalleerd waar we af kunnen glijden.” “Ik heb al mooie ereplaatsen verzameld. Ik ben onder meer vierde op het Belgisch kampioenschap slopestyle geworden en vorig jaar werd ik derde op het BK freeride. Daarin moet je een flank afskiën en een zo moeilijk mogelijke lijn uitkiezen.”
Commentator bij RTBF De Brusselaar behoort ondanks zijn – voor deze discipline – gezegende leeftijd tot de betere landgenoten. Net als topper Katrien Aerts, die in Sotchi zal deelnemen aan de freestyle ski halfpipe discipline, bewijst hij dat ervaring een niet te miskennen voordeel is. “De jongeren pushen en motiveren me om beter te doen, maar zij gaan me uiteraard nog voorbijsteken. Zolang ik mee kan, doe ik mee. Ik blijf ervan genieten. Ik heb ook wel het geluk dat ik een paar sponsors heb. Dat heb ik te danken aan het feit dat ik altijd wel iets spectaculairs doe – zoals backflips – en dat spreekt aan.”
GEEN WAAGHALZEN “Freestyle ski is een risicovolle sport. Een jump is zo’n 25 meter lang en een zestal meter hoog. Je neemt die sprong aan een snelheid van 60 à 80 kilometer per uur, dus een valpartij kan pijn doen. Het is vooral zaak een goede inschatting te maken. Als je in de lucht hangt, moet je controle hebben en duidelijke beslissingen nemen. Ervaring speelt hierin een rol. Het is ook altijd aanpassen aan de omstandigheden. De wind kan bijvoorbeeld een bepalende rol spelen, maar ook het parcours zelf verandert altijd.” De Brusselaar wil het beeld van freestyle skiërs ten slotte even rechtzetten. ‘Wij zijn geen waaghalzen. Probeer het eens en je zult er snel mee weg zijn. De sport is voor iedereen toegankelijk.’ TS
“Een kwalificatie voor de Olympische Winterspelen in Sotchi is voor mij nooit een optie geweest. Op Belgisch niveau draai ik mee, maar internationaal niet. Wij kunnen niet op tegen gasten die opgroeien in de bergen. Of je moet dicht bij een indoorpiste wonen. Ik ben pas op mijn achttiende begonnen, maar je moet op
© BENJAMIN DECLERCQ
je twaalfde beginnen om echt top te kunnen worden.” Declercq wil zijn passie doorgeven aan de jeugd. Onze snowboarders dienen daarbij als voorbeeld. Neem nu Seppe Smits: wereldtop in het snowboarden en een kanshebber voor een medaille op de komende Winterspelen. “Ik geef training bij de Freestyle Club van Terneuzen (Skidôme Ski Team). Daarnaast ben ik ook actief bij het freestylecomité van Sneeuwsport Vlaanderen. We proberen de sport zo goed mogelijk te laten evolueren. We staan nog niet zo ver als de snowboarders, maar net als hen willen we bijvoorbeeld topsportonderwijs kunnen aanbieden. Er lopen hier echt wel talenten rond, maar je moet ze goed begeleiden. Ik wil dat zij de kansen en infrastructuur krijgen die wij niet hebben gehad. Het is zo’n grote passie van mij, ik wil dat echt wel doorgeven.” “Ons doel is een van onze jongeren naar het Europees niveau te brengen, om te beginnen. Daarop kunnen we dan bouwen en rustig aan groeien.” De Brusselaar heeft nog veel dromen. Hij maakte er al een paar waar, zoals zijn deelname aan het grote evenement Antwerpen Big Air en het uitvoeren van een (zeer moeilijke) backflip van een rots. Tijdens de Olympische Winterspelen zet hij een volgende stap in de promotie van zijn sport. Hij zal dan namelijk commentaar leveren op de RTBF. “Ik ga proberen de freestyledisciplines zo goed mogelijk te verkopen. Ik wil deze sporten verspreiden en zal mij daar voor blijven inzetten.”
Tim Schoonjans
BDW 1411 PAGINA 23 - DONDERDAG 30 JANUARI 2014
@SepDeBa Goed nieuws ivm nek. Beste vrienden van de rugbysport...I’m back!!!
© ISBF
Dat rugby een harde sport is die uw lichaam nogal zwaar belast, daar kan Sep De Backer van meespreken. De speler van rugbyclub Bosvoorde sukkelde een hele tijd met drie nekhernia’s en stelde zich tijdens de maand augustus zelfs even de vraag hoe het nu verder moest met zijn rugbycarrière. Vijf maanden later is de vrees voor een vroegtijdig einde helemaal weg. De Backer kan dus aansluiten bij zijn makers en meestrijden voor een nieuwe kampioenstitel. Het ziet er alvast goed uit, want Bosvoorde is momenteel leider in onze eerste rugbyklasse. TS
Te weinig schaatsbanen in Brussel
‘Genoeg van rondjes draaien’ BRUSSEL – De schaarste aan schaatsbanen in de Brusselse regio levert de leden van Ice Skating Brussels Freestyle (ISBF) kopzorgen op. Ze willen zich nog meer kunnen uitleven op het ijs, maar dat blijkt allesbehalve evident te zijn. “We hadden er genoeg van om steeds rondjes te draaien op het ijs,” vertelt Quentin Thys (25), organisator en freestyler. “Op dat moment ontdekten we freestyle: een mix van bewegingen – onder meer afkomstig uit breakdance en slalomroller – en allerlei jumps en moves. Dat sprak ons aan en zo werd ISBF een tweetal jaar geleden opgericht. Wij wouden ons ook onderscheiden van de andere schaatsers in schaatsbaan Posseidon.” De discipline was op dat moment volgens Thys nog niet echt doorgedrongen in Brussel. Het Hasseltse Xisth was één van hun voorbeelden en inspireerde hen om met de baas van de Brusselse schaatsbaan te gaan praten over hun plannen. Met succes. “Freestyle was er aanvankelijk verboden, maar de eigenaar stond ons toch toe om op bepaalde momenten een deel van de baan te gebruiken. Wij wouden onze activiteiten eigenlijk nog verder ontwikkelen, maar kregen daar niet echt de mogelijkheden voor. Dat leidde tot een meningsverschil, maar dat is ondertussen uitgepraat.”
SPORT KORT
Hebt u uw nieuwjaarsvoornemens om nu eindelijk eens te beginnen sporten nog niet waargemaakt? Dan biedt de sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie u een helpende hand. Op 11 februari beginnen zowel in Koekelberg, Schaarbeek als in Vorst (Jette volgt in maart) STARTTO-RUNLESSEN met het doel om in veertien weken tijd 5 kilometer te kunnen lopen. Meer ervaren lopers kunnen in diezelfde gemeentes (en in Sint-Pieters-Woluwe, vanaf 13 februari) terecht om in dezelfde tijdspanne 10 kilometer in één ruk te overbruggen. Meer informatie vindt u op www.vgc. be/sport. ■ Vijftigplussers die dan toch een kijkje nemen op die website, kunnen meteen de sportlessen raadplegen die op hun maat zijn samengesteld. In de Koekelbergse VGCsporthal kunnen ze nu bijvoorbeeld terecht voor BOKWA, de nieuwste fitnessrage. En er is ook DRUMS ALIVE, waarbij met drumsticks op een fitball wordt geslagen. Dat kunt u deze vrijdag eveneens in Koekelberg uitproberen. ■ Dit weekend zal het er iets verfijnder aan toegaan bij biljartkring Leopold.
“Posseidon is een familiale schaatsbaan, het is niet evident om er een plek voor onze trainingen te bemachtigen. Vrijdagavond mogen we ons ding doen en we gaan nu ook op dinsdag- en zaterdagavond langs omdat het dan kalmer is. Dan mag er ook wat gefreestyled worden, al moeten we dan niet beginnen met drie meter hoge sprongen te doen. In de zomer gaan we ook soms naar de schaatsbaan in Leuven, maar Brussel blijft toch onze thuisbasis.”
Hoog niveau ISBF telt momenteel achttien leden, voornamelijk twintigplussers. Ze staan open om nieuwe freestylers te verwelkomen, al zullen die wel opgenomen moeten worden in de hechte vriendengroep. “Wie het wil leren, zal bij ons zeker tips krijgen. Iedereen kan het leren. Maar bij ons moet je geen gestructureerde trainingen verwachten. Het is echt freestyle: iedereen doet zijn ding en we geven elkaar tips om onze moves te verbeteren. Sommige gasten halen een hoog niveau en hopen ooit prof te worden. Ik hoop vooral dat wij een plek vinden om onze sport in alle vrijheid te kunnen uitoefenen.” Tim Schoonjans
Zij organiseren van vrijdag tot en met zondag een nationaal ARTISTIEK BILJARTTORNOOI. Onder meer Eric Daelman, wereldkampioen in 2009 en Europees kampioen in 2013, en Belgisch kampioen Erik Vervliet zullen hun opwachting maken. De inkom is gratis, meer informatie vindt u op www.crbleopold.be. ■ Voor topsport moet u zondagavond ook in sommige Brusselse cafés zijn. In Amerika wordt dan namelijk de SUPER BOWL gespeeld tussen de Seattle Seahawks en de Denver Broncos. De leden van American Footballploeg Black Angels spreken om 23 uur bijvoorbeeld af in Valera’s Irish Pub aan het Flageyplein. Wie eerder in het stadscentrum wil blijven, kan onder meer terecht bij O’Reilly’s. ■ Dé sportdisciplines van het moment zijn de wintersporten (de Olympische Winterspelen staan voor de deur) en daar hangt Bloso graag zijn karretje aan vast. Op donderdag dertig januari stelt het in Muntpunt de actie wintersport SPORT VAN HET JAAR 2014 voor. Wij zullen dat uiteraard aandachtig volgen om u de activiteiten voor te stellen die in Brussel worden georgaTS niseerd.
ESTAFETTE > KEN LAMBEETS
Een markiezin op skilatten Van 7 tot en met 23 februari vinden in het Russische Sotsji de Olympische Winterspelen plaats. Traditiegetrouw is er in de aanloop naar de Spelen heel wat discussie over de vraag of politici én atleten wel moeten afzakken naar een gebied waar de mensenrechten worden behandeld als een vodje papier. Daar gaan we het in deze column niet over hebben. Er nemen zeven Belgen mee aan de Spelen. Dat is exact evenveel als aan de Winterspelen van 1964, die plaatsvonden in het Oostenrijkse Innsbruck. De enige Belgische vrouw toen was Patricia du Roy de Blicquy, lid van de Ski Club de Bruxelles. Niet dat wij cijferfetisjisten zijn, maar op dat moment was du Roy de Blicquy de zevende Belgische vrouw ooit die deelnam aan de Olympische Winterspelen. En dat in maar liefst in drie verschillende disciplines: de afdaling, de reuzenslalom en de slalom. Patricia du Roy de Blicquy, die uit een Belgische adellijke familie stamt, maakt kennis met de sneeuw in het Oostenrijkse Sankt Anton. “Mijn ouders stuurden me er acht dagen per jaar op wintersport,” zegt de markiezin in een zeldzaam interview in 2001 in Le Soir. “De Oostenrijker Ton Spiss was er mijn skileraar: dat was mijn groot geluk. Hij behaalde op de Olympische Winterspelen van 1952 in Oslo de bronzen medaille op de reuzenslalom. Gedurende één uur per dag volgde ik hem zo dicht mogelijk in zijn zog. De passie en de aanleg die ik voor het skiën heb ontwikkeld, is ontstaan door zijn gedrag zo nauwkeurig mogelijk te imiteren.” Omdat er in België op dat moment geen skifederatie die naam waardig bestond – du Roy de Blicquy is de eerste skister van een ‘plat pays’ die meestrijdt voor de prijzen – is de markiezin aangewezen op de Franse skifederatie. Frankrijk en België stichten samen een ‘regionaal Frans comité’. ‘Pattyla-glisse’ leert op die manier veel bij, want
Frankrijk domineert aan het begin van de jaren zestig het Alpijns skiën. Zo wordt du Roy de Blicquy een teamgenoot en vriendin van Christine en Marielle Goitschel, twee Franse zussen die samen heel wat olympische en wereldtitels verzamelen. “Veel mensen dachten dat ik de derde van de zussen Goitschel was,” zegt de markiezin daarover. Beetje bij beetje komt du Roy de Blicquy dichter bij hun niveau. In Innsbruck levert dat een dertiende plaats op de afdaling op, een zeventiende op de reuzenslalom en een achtste op de slalom. Enkele jaren later, op het hoogtepunt van haar carrière, wordt ze door de internationale pers beschouwd als de beste glijdster ter wereld. In tussentijd wordt Patricia’s vader, baron Roland du Roy de Blicquy, de eerste voorzitter van Racing for Citadins, een vereniging die skiwedstrijden organiseert voor personen die niet in skigebieden wonen. Het stichtend congres van deze organisatie vindt in 1963 plaats in... Brussel. Tussen de vergaderingen door wordt er geluncht in het Atomium en trakteert Roland op cocktails in de Martini Club. De belangrijkste vraag die op tafel ligt: wie mag er deelnemen aan de wedstrijden? Het antwoord: skiërs die de voorgaande drie jaren niet hebben gewoond of gewerkt op minder dan 25 kilometer afstand van een skigebied. Sporters die twee jaar voor de wedstrijd voor hun nationale team hebben geskied, of het jaar daarvoor hadden deelgenomen aan trainingen met het nationale team, worden uitgesloten van competitie. Skiërs uit België, Nederland, Groot-Brittannië en Denemarken moeten niet voldoen aan de laatste twee regels, tenzij het comité besliste dat hun niveau te hoog is. Dat is helaas het geval voor de dochter van de voorzitter. Gelukkig zijn er nog de Olympische Winterspelen. Ken Lambeets is BDW-eindredacteur en sport zowel actief als passief.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474 67 03 84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).