AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
06 02 14
© WAUTER MANNAERT
isabella rossellini bij bozar: porno in ‘t groen! En ook: Benoît Poelvoorde, Politricks en Bill Callahan.
LEES MEER OP P.2-3
Onderwijs > Negatieve doorlichting voor school Anneessens-Funck
‘Stad investeert te weinig’ BRUSSEL – Anneessens-Funck, de Nederlandstalige beroeps- en technische school van Brussel-Stad, krijgt opnieuw een negatief rapport. Volgens vakbond ACOD investeert Brussel-Stad al jaren te weinig in de school.
A
nneessens-Funck, gevestigd in een prachtig maar oud gebouw aan Groot Eiland, telt vierhonderd leerlingen. Bijna een kwart zit in de onthaalklas voor nieuwkomers, de anderen volgen opleidingen als haarzorg, kantoor, optiek, elektrische technieken en auto. Na de recente doorlichting kreeg de school, net als vorige keer, een negatief advies van de Vlaamse
onderwijsinspectie. Dit heeft voor een flink stuk te maken met de infrastructuur en de veiligheid. De inspecteurs richtten hun pijlen onder meer op de uitrusting en de pedagogische aanpak van de afdeling autotechniek. Die afdeling, in de kelder van het gebouw, ging in 2006 opnieuw open nadat ze een tijd gesloten was wegens gebrek aan leerlingen. Maar de leerkrachten moeten er werken met
verouderde apparatuur. “De problemen slepen al lang aan,” zegt Marc Borremans van onderwijsvakbond ACOD. “De stad heeft in het verleden allerlei beloftes gedaan voor een betere infrastructuur. Zo werd geopperd dat de leerlingen gebruik zouden kunnen maken van de garage van Arts et Métiers of van de stadsgarage.” Maar daar is volgens Borremans nooit iets van in huis gekomen. “Logisch dus dat de leerkrachten, die sowieso al voor een moeilijke leerlingengroep staan, gefrustreerd raken. Ze voelen zich niet gesteund door de inrichtende macht en lopen weg. Logisch ook dat niet altijd de gewenste leerdoelen be-
reikt worden. Als de autohefbrug gevaarlijk is, hebben de leerkrachten schrik om hem te gebruiken.” Borremans vindt dat de stad jarenlang veel te weinig geïnvesteerd heeft in Anneessens-Funck. “De school doet haar best, maar botst op een log apparaat.” Bij Brussel-Stad is schepen Faouzia Hariche (PS) verantwoordelijk voor onderwijs. Maar omdat ze onvoldoende Nederlands spreekt, stuurt ze schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden Ans Persoons (SP.A) naar onderhandelingen over de school. Zelf wil Hariche niet reageren. Persoons zegt dat het duidelijk is dat er geïnvesteerd moet
worden in de school. “Maar ik ben niet bevoegd. Ik kan alleen trekken.” Door het negatieve advies is de procedure tot intrekking van de erkenning in gang gezet. School en stad moeten nu een herstelplan opmaken. De vraag, die ook de directie zich stelt, is of een state-of-the-art autogarage überhaupt mogelijk is in het oude gebouw. Als de afdeling dicht zou gaan, zou de enige Nederlandstalige beroepsrichting autotechniek in Brussel verdwijnen. Sommigen pleiten voor de overheveling van de school naar een ander net zoals het Gemeenschapsonderwijs. Borremans: “Maar wie wil nu een school met zo’n infrastructurele achterstand?” Bettina Hubo ADVERTENTIE
Last van CrèChestress? Ga dan snel naar pagina 7
N° 1412 VAN 6 TOT 13 FEBRUARI 2014 ¦ WEEK 6: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1412 PAGINA 2 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
OPMERKELIJK © GROUPE TECHNÈ
PLAN UIT 1962 MAAKT CENTRUM AUTOVRIJ BRUSSEL – De plannen van de stad Brussel voor een autovrije binnenstad (zie hiernaast) vertonen opvallende gelijkenissen met plannen van de Groep Tekhnè uit 1962. De stad Brussel gaf in 1955 aan de groep Tekhnè de opdracht om een stedenbouwkundig plan uit te tekenen voor de Vijfhoek. In 1962 was dat plan klaar. Daarin wordt het hypercentrum van de Vijfhoek autovrij gemaakt. Daarrond wordt een miniring aangelegd. Die sluit aan op een aantal parkeerzones. Het lijkt een copy-paste van de plannen die de stad Brussel vandaag voorstelt. Zelfs de plaatsen waar de stad Brussel nieuwe parkings plant, liggen in de lijn met de plannen uit de jaren 1960. De parkeerroute zelf wijkt iets af van de parkeerroute die de stad Brussel vandaag voorstelt, maar het principe van het binnenkomend verkeer dat via één parkeerroute naar parkings wordt gestuurd om het centrum verkeersvrij te maken, is hetzelfde. Het plan van Tekhnè is nooit uitgevoerd, maar volgens het boek Straten en Stenen (1983) van het Sint-Lukasarchief heeft het wel sporen nagelaten. Onder meer in de bouw van de talrijke autoparkings in het hypercentrum van de stad, goed voor bijna twintigduizend overdekte parkeerplaatsen. “Door dit soort autoverkeersvriendelijke politiek werd de toekomstige structuur van Brussel overhoop gehaald,” schrijven de auteurs.
Uitgelicht > Verkeersvrije zone in hart van de Vijfhoek
Boulevard wordt winkelwandelstraat BRUSSEL – Het centrum van Brussel wordt autovrij. Dat heeft het college beslist. “Zoals vandaag is het economisch en wat leefbaarheid betreft niet houdbaar,” zegt burgemeester Yvan Mayeur (PS).
D
e burgemeester heeft woord gehouden. Enkele maanden na zijn aantreden komt de stad Brussel met een plan om nog deze legislatuur het stadscentrum autovrij te maken. De voornaamste motivatie? Het hart van de stad leefbaar maken en er de economie aanzwengelen door nieuwe handelszaken aan te trekken. Plannen voor een autovrije binnenstad dateren al van de jaren 1960 (zie hiernaast). En eind de jaren 1990 lag er een mobiliteitsplan op tafel om de centrale lanen (Anspach-, Lemonnier-, Jacqmain- en Adolphe Maxlaan) door te knippen zodat het drukke transitverkeer in de Vijfhoek met lussen naar de Kleine Ring kon worden afgeleid. Het was de periode dat heel veel steden in België en Europa de stap zetten naar een verkeersvrij stadscentrum. Maar noch
komen vier nieuwe parkeergarages en een parkeerroute die de wijken binnen de Vijfhoek met elkaar verbindt.
Hypercentrum burgemeester François-Xavier de Donnea (MR), noch burgemeester Freddy Thielemans (PS) maakten er werk van. In mei 2012 riep filosoof Philippe Van Parijs in een opgemerkt opiniestuk in Brussel Deze Week op dat het genoeg geweest was. Dat ook Brussel nood heeft aan een autovrij stadscentrum. Op zijn oproep volgde de burgerbeweging Picnic the Streets, met onder meer de mediatieke bezettingen van het Beursplein. De beweging heeft na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012 gehoor gekregen bij de nieuwe meerderheid (PS-MR), en met de kersverse burgemeester Yvan Mayeur ligt er nu ook een concreet plan op tafel (zie hiernaast). De stad Brussel verdubbelt zowat de autovrije straten. De auto wordt niet helemaal uit de stad verbannen. Er
Die ‘miniring’ kreeg meteen het meeste kritiek te verduren, want hij ligt wel erg dicht bij de autovrije zone. Bovendien blijft de capaciteit er aanzienlijk: er komen twee rijvakken over de volledige route. De logische idee dat de Kleine Ring het overtollig verkeer van het autoluw centrum moet opvangen heeft het dus niet gehaald. Vraag blijft of de ‘miniring’ het transitverkeer volledig uit de Vijfhoek zal kunnen houden. Oppositiepartij Ecolo waarschuwt alvast voor sluipverkeer. De Lombardstraat wordt niet autovrij. De politie, een belangrijk hotel, maar ook het Brussels parlement blijven toegankelijk met de wagen. Tot op dertig meter van de Grote Markt met de wagen: het zal nog steeds mogelijk zijn. Ook het levendige Sint-Goriksplein blijft toegankelijk met de wagen. De buurtbewo-
NIEUWE PARKINGS BESTAANDE AUTOVRIJE STRATEN GEPLANDE AUTOVRIJE STRATEN PARKEERROUTE
ners hadden hierop aangedrongen. Over de timing kunnen nog vragen worden gesteld. Yvan Mayeur wil eind 2017 lintjes knippen. Dat is over vier jaar. In die tijd moet het circulatieplan gefinaliseerd worden, budgetten worden gevonden, vergunningen worden aangevraagd en aanbestedingen worden gedaan. Dan pas kunnen de werken van start gaan. Het uittekenen van de plannen kan dan weer snel gaan. SumProject won in 2003 de wedstrijd voor de heraanleg van de centrale lanen. Het is een opdracht van Beliris die nog steeds loopt. Yvan Mayeur heeft er dan ook goede hoop op dat het studiewerk met SumProject kan worden verdergezet. Met de MIVB moet nog overlegd worden. De stad wil om esthetische redenen de busstations weg uit het hypercentrum, maar minister van vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) waarschuwde al dat de eindhaltes van de MIVB-bussen in het centrum onder geen beding mogen verdwijSteven Van Garsse nen.
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT
Toevallig Het huidige plan van de stad Brussel en dat uit de jaren 1960 hebben niet met elkaar van doen, reageert mobiliteitsschepen Els Ampe (Open VLD). “Groep Tekhnè? Nooit van gehoord.” Volgens Ampe zal de parkeerroute in niets lijken op een ring. “De Kleine Ring slikt nu 10.000 auto’s per uur. Onze parkeerroute zal slechts 600 auto’s per uur tellen. Vandaag rijden er nog 1.000 auto’s per uur door de Vijfhoek. We gaan ervan uit dat we de autodruk met ons plan met 40 procent kunnen drukken.” Ampe zegt ook dat de snelheid van het autoverkeer gestremd zal worden door verkeerdrempels en door smallere wegen. Steven Van Garsse
Voor het chocoladesalon dat op 7 februari van start gaat in Thurn & Taxis, ontwierpen drie chocolatiers van Valentino samen met modeontwerpster Victoire Verhamme een heuse chocoladejurk. Om van te smullen!
© IVAN PUT
PARKING IJZER
© CARTO UITGEVERIJ
WEEKOVERZICHT WOENSDAG 29 JANUARI EXTRA OPVANG VOOR DAKLOZEN. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie maakt vijftig bijkomende plaatsen vrij voor de winteropvang. De federale regering voegt daar nog eens tweehonderd plaatsen aan toe. Dat zou moeten volstaan om de grootste nood te lenigen. MIVB WERFT AAN. De MIVB zoekt dit jaar duizend nieuwe personeelsleden. Dat zegt directeur Brieuc de Meeûs in Het Nieuwsblad. Vorig jaar werden al 850 mensen aangeworven. De MIVB heeft grote projecten op stapel staan. Tegelijk vertrekken nogal wat personeelsleden op pensioen.
P
SPORTGELD NIET GRONDWETTELIJK. Het Grondwettelijk Hof vernietigt subsidies van het Brussels Gewest voor gemeentelijke sportinfrastructuur. Het gewest is hier niet voor bevoegd. De uitspraak komt er na een klacht van de Vlaamse regering. KIR KRIJGT ONGELIJK. De rechtbank geeft burgemeester van Sint-Joost Emir Kir (PS) ongelijk na zijn klacht tegen de journalisten Mehmet Koksal en Pierre-Yves Lambert. Die hadden gesjoemel met kiesuitgaven aan het licht gebracht en schreven dat Kir de Armeense genocide heeft ontkend. Volgens de rechter gingen de journalisten niet in de fout. GEEN PROCES VOOR CHAMPIGNONMOORD. Het parket heeft het onderzoek naar de moord op Christine Van Hees definitief afgesloten. Er is geen dader gevonden. Van Hees werd in februari 1984 vermoord, verminkt en half verkoold teruggevonden in een verlaten champignonnenkwekerij nabij de Vrije Universiteit Brussel.
DONDERDAG 30 JANUARI VOKA HEEFT NIEUWE VOORZITTER. Jean-Paul Van Avermaet is de nieuwe voorzitter van Voka Metropolitan. Hij neemt de fakkel over van Joris Tiebout. Van Avermaet is directeur bij de bewakingsfirma G4S.
P
GANSHOREN SOLOSLIM. Er komt geen intercommunale voor het beheer van Nereus, het zwembad van Ganshoren. De gemeente gaat het zwembad zelf uitbaten.
VRIJDAG 31 JANUARI Sit wis euismolortio consed magnis nonsectem dolortinim quis nim ex erostie esse vel ut ut lore magna cor secte essim in velisl diam vel ipit nullaore cor sequisis. PARKING VOSSENPLEIN
“ “ HET WOORD
BEURSPLEIN AUTOVRIJ. De stad Brussel wil tegen eind 2017 het hart van de Vijfhoek autovrij maken. Er komen ter compensatie extra parkings en een parkeerroute rond het autovrije centrum.
PARKING JUSTITIEPALEIS
VLAAMS BELANG TERUG ‘VUIL’. Het Vlaams Belang zet de Franstalige Patrick Sessler (ex-Front National) en oudgediende Roeland Van Walleghem op de Kamerlijst. Beiden behoren tot radicale vleugel van de partij. De lijst wordt getrokken door Hilde Roosens.
Dank je Maggie, en voor Brigitte: dit kan beter”
ZATERDAG 1 FEBRUARI
Brussels burgemeester Yvan Mayeur (PS) geeft federaal staatssecretaris Maggie De Block (Open VLD) een pluim en haalt zwaar uit naar Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) omwille van het ‘geïmproviseerd’ opvangbeleid van de GGC ten aanzien van daklozen (op Bel RTL).
BEGROTING UIT HET ROOD. Het Brussels Gewest sluit het jaar 2013 af met een overschot van 30 miljoen euro. Dat laat minister Guy Vanhengel (Open VLD) weten. Er was aanvankelijk een tekort van 132 miljoen euro. De inkomsten uit successie- en registratierechten vallen beter mee dan verwacht. Ook de inkomsten uit de gewestbelastingen stijgen.
Er broeit iets in Brussel. Er ontstaat een generatie gefrustreerde sans-papiers omdat de overheid het hen zo goed als onmogelijk maakt om uit de clandestiniteit te treden.”
MAANDAG 3 FEBRUARI
Volgens Jan Knockaert van de Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten is de regularisatiecampagne van eind 2009 volledig mislukt (in De Standaard).
Keukenbibliotheek
SP.A-gemeenteraadslid Hannes De Geest, die voorstander is van de deeleconomie, wil dat de gemeente Jette een keukenbibliotheek opricht. Daar zouden de Jettenaren keukentoestellen kunnen ontlenen, bijvoorbeeld voor een familiefeest. De bib zou worden samengesteld op basis van donaties. Wie wil meewerken en thuis plaats wil uitsparen, kan spullen leveren. Volgens De Geest zijn de keukenbibliotheken al jaren een succes in
Canada en Amerika. In een tweede fase zou de bib uitgebreid kunnen worden tot een heuse materialenbibliotheek, waar ook grasmaaiers, printers, tafels, tenten, valiezen en andere spullen die maar af en toe gebruikt worden, ontleend kunnen worden. Het Jetse schepencollege zegt dat ze een eventueel particulier initiatief wel wil faciliteren, maar niet kan opleggen. HUB
SLIMME VERKEERSLICHTEN. Minister van Verkeer Brigitte Grouwels (CD&V) stelt de nieuwe verkeerslichtencentrale voor. Daarmee kunnen verkeerslichten op afstand bediend worden. PS-PARLEMENTSLID NAAR PTB. Brussels parlementlid Sfia Bouarfa steunt de komende verkiezingen PTB-PVDA. Ze had eerder al te gezegd dat ze zich niet langer thuis voelt bij de PS.
DINSDAG 4 FEBRUARI MEER VERKEER OP KANAAL. Het vrachtvervoer over het water in Brussel is in 2013 met 3 procent gestegen ten opzichte van 2012. Dat ligt voornamelijk aan het doorgaand vrachtvervoer. In de haven zelf daalde het volume. TE WEINIG SCHOLEN. Er zijn duizend aanmeldingen meer dan vorig jaar in het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel. Vijfduizend ouders zoeken een school voor hun kind, terwijl er maar 3.100 plaatsen zijn. Dat blijkt uit cijfers van het Lokaal Overleg Platform. Samengesteld door Steven Van Garsse
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1412 PAGINA 4 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
Economie > Minister lanceert website met tips
‘Te weinig vrouwen met eigen zaak’ BRUSSEL – Vrouwen met een eigen zaak of zelfstandig beroep zijn relatief schaars in Brussel. Schaarser dan in Vlaanderen en Wallonië, zo blijkt uit een nieuwe studie van Impulse Brussels, het vroegere Brussels Agentschap voor de Onderneming. Een nieuwe website moet de ondernemingslust van vrouwen aanwakkeren.
E
erst de cijfers. Op tien jaar tijd steeg het aantal vrouwen tussen 15 en 64 in Brussel met een vijfde, veel sneller dan in Vlaan-
deren waar een stijging van maar 5 procent opgetekend werd. De fikse groei in Brussel is vooral het gevolg van het grote aantal nieuwkomers.
De werkzaamheidsgraad van de Brusselse vrouwen is echter nog altijd laag. Minder dan de helft van de vrouwen heeft een job: 48,6 procent,
tegen 61 procent in Vlaanderen. De rest studeert of is werkloos. En 28 procent blijft gewoon thuis. Het gros van de werkende Brusselse vrouwen is in loondienst. Slechts een tiende oefent een zelfstandig beroep uit of heeft een eigen bedrijfje. Bij de mannen ligt die verhouding op een op vijf. Nog altijd kiezen veel minder vrouwen dan mannen
RACHIDA AZIZ ‘Tijd nog niet rijp voor crowdfunding’ Rachida Aziz (42) werkte aanvankelijk in de sociale sector. Maar ze werd ziek en zat daardoor enkele jaren thuis. “Op een gegeven moment begon het toch weer te kriebelen. Ik wilde iets doen, me nuttig voelen.” Dat was zes jaar geleden. Ze besloot om haar eigen kledingmerk te lanceren. “Ik heb altijd genaaid. Ik volgde de beroepsopleiding snid en naad en maakte mijn eigen kleren. Daar kreeg ik altijd positieve reacties op, mensen wilden het kopen.” Aziz besloot om mode te maken voor zelfbewuste moslima’s. Of beter gezegd, voor vrouwen met of zonder hoofddoek. “Ik hou er niet van om vrouwen in hokjes te stoppen.” Aan de lancering van haar merk, Azira, ging heel wat denkwerk vooraf. “Ik wilde over de hele lijn ethisch werken en ben een jaar bezig geweest met uit te zoeken hoe ik het allemaal moest aanpakken. Waar stoffen kopen? Waar produceren? België en Frankrijk bleken te duur. Naar Azië, met al die sweatshops, wilde ik niet. Dus werd het Marokko. Maar hoe moest het dan met vervoer en dedouanering? Ik wist niets van import en export.” Haar eerste collectie – 750 stuks – was in enkele weken uitverkocht. Dus besloot ze om een eigen winkel te openen in de Dansaertwijk. “Ik wilde per se in die buurt zitten om zo de brug te kunnen slaan tussen Molenbeek en de Vijfhoek.” Maar een eigenaar vinden die aan een allochtone ondernemer wilde verhuren, koste heel wat moeite. Inmiddels heeft ze ruim vier jaar
haar eigen winkel in de Sleutelstraat. “Het is een parcours geweest van vallen en opstaan.” Zo is gebleken dat een alternatief concept, met name een fairtrade modemerk, nog altijd niet goed verkoopt. “Terwijl iedereen nochtans de mond vol heeft van eerlijke handel.” Ook is het volgens Aziz niet gemak-
kelijk om als allochtone ontwerpster een plek te veroveren binnen het modewereldje. En dan is er de financiering, misschien wel de grootste hobbel. “Zeker als vrouw word je vaak niet au sérieux genomen als het over financiën gaat. Zo maakte ik mee dat een investeerder op het laatste moment
afhaakte. Hij wou uiteindelijk niet in zee met een vrouw die uitgesproken ideeën had en precies wist wat ze wilde. Seksisme is er dus ook volop.” Omdat het vinden van geld zo’n lastige aangelegenheid is, besloot Aziz om haar jongste collectie te financieren via crowdfunding: mensen
voor een bestaan als zelfstandige. Bovendien daalt het aandeel vrouwelijke ondernemers in Brussel. Dik tien jaren geleden maakten de vrouwen in de drie gewesten net geen 30 procent uit van het totaal aantal zelfstandigen. In Vlaanderen en Wallonië zitten ze inmiddels aan bijna 33 procent. In Brussel is het aandeel gedaald naar 28 procent, wat neerkomt op 25.000 vrouwelijke zelfstandigen. En van die groep heeft slechts 15 procent personeel in dienst. Volgens de studie heeft deze daling te maken met het grote aantal nieuwkomers dat in Brussel een eigen zaak begint. In Vlaanderen en Wallonië heeft 6 procent van de zelfstandigen een buitenlandse nationaliteit, in Brussel is dat 36 procent. Een nog groter aandeel is van vreemde origine. Maar bij de ondernemende nieuwkomers zitten veel meer mannen.
Sociale sector Volgens minister voor Werk en Economie Céline Fremault (CDH), die opdracht gaf voor de studie, is er bij de Brusselse vrouwen nog
bestellen en betalen vooraf. “Dat zou ideaal zijn voor mij. Het is de meest ethische oplossing. Je hoeft immers niet te lenen bij banken, die in mijn ogen onethisch te werk gaan. Bovendien heb je geen overschotten, want je produceert op vraag.” De afgelopen weken is echter gebleken dat het publiek nog niet warm loopt voor dit procédé. “Ik had het ook wel verwacht. Ik zag het als proef. En het was een mooie aanleiding om te communiceren over ons merk en onze waarden.” HUB
Rachida Aziz van modewinkel Azira: “Als vrouw word je niet vaak au sérieux genomen als het over financiering gaat.”
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1412 PAGINA 5 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
een enorm onontgonnen economisch potentieel. “Brussel telt zo’n 110.000 vrouwen die inactief zijn op de arbeidsmarkt, die thuis blijven. Ik ben er zeker van dat er onder hen heel wat zijn die zin hebben om iets te doen,” zegt ze. “Ik wil het
Hun eigen professionele ontwikkeling komt aldus op een laag pitje te staan. Bij sommige buitenlandse culturen is dat fenomeen nog nadrukkelijker aanwezig. Door die aandacht voor het gezin maken heel wat vrouwen te wei-
Vrouwen zijn heel wat meer beducht voor financiële risico’s en voor de kans op mislukken. Mannen laten zich daardoor veel minder afschrikken. vrouwelijk ondernemerschap stimuleren. Allochtone vrouwen kunnen hier zeker een rol in spelen.” De minister liet dan ook onderzoeken met welke hindernissen vrouwen geconfronteerd worden. Om te beginnen is er het gebrek aan rolmodellen. Het bedrijfsleven in ons land is nog altijd voor een groot deel op mannen geënt. Voorts zetten heel wat vrouwen, vrijwillig of uit noodzaak, de zorg voor hun gezin op de eerste plaats.
nig tijd om te netwerken. En dat is absoluut nodig voor wie een eigen zaak wil opzetten, zo stelt de studie.
Hinderpaal Ook zijn vrouwen tijdens hun opleiding vaak meer geïnteresseerd in de sociale sector of het onderwijs. Als ze op een gegeven moment dan toch een zelfstandige baan overwegen, zijn sommigen onzeker over het feit of ze wel voldoende geschoold
zijn op financieel en juridisch vlak. Sowieso zijn vrouwen heel wat meer beducht voor de risico’s van het ondernemerschap en voor de kans op mislukken. Mannen laten zich daar veel minder door afschrikken. Een hele belangrijke hinderpaal tenslotte is de moeilijke toegang tot kredieten. Voor een alleenstaande vrouw met kinderen bijvoorbeeld, is het bijna onmogelijk om een lening los te krijgen bij de banken. Fremault wil het tij keren. Daarom liet ze Impulse Brussels een nieuwe website ontwerpen, die het vrouwelijk ondernemerschap moet ondersteunen. De site, www.womeninbusiness.be, werd vorige week gepresenteerd. Voorlopig is de info nog wat magertjes, maar het is de bedoeling dat de webstek alle initiatieven van ondersteunende organisaties, zoals Jump en Artemis (Markant), bundelt en adviezen geeft aan vrouwen die overwegen om een eigen zaak te beginnen. “Want,” zo meent Fremault, “je wordt niet als ondernemer geboren, je wordt tot ondernemer gemaakt.” Bettina Hubo
VOLGENDE WEEK IN BDW:
50 JAAR MAROKKAANSE IMMIGRATIE
Op 17 februari is het exact vijftig jaar geleden dat België en Marokko een bilateraal akkoord tekenden om Marokkaanse gastarbeiders naar België te halen. Wat destijds door zowel Belgen als Marokkanen als een tijdelijke arbeidsmigratie werd beschouwd, blijkt vijftig jaar later anders uitgedraaid. Volgende week illustreert BDW die halve eeuw aan culturele, economische en sociale brassage aan de hand van getuigenissen van Marokkaanse families. Hoe beleefde de eerste generatie het Brussel van 50 jaar geleden? Hoe kijken zij daar vandaag op terug? En hoe staan hun kinderen en kleinkinderen in het Brussel van vandaag?
PATRIZIA TROISI ‘De eenzaamheid weegt soms zwaar’ Twee jaar geleden nam Patrizia Troisi (47) de beslissing om een eigen praktijk te beginnen voor schoonheidsverzorging, massage en reflexologie. Ze werkte toen al als schoonheidsspecialiste, maar dan in loondienst en voor een zonnecenter dat ook klassieke schoonheidsbehandelingen deed. Daar had Troisi genoeg van en ze wilde ook meer vrijheid. Maar het duurde even voor ze de stap echt durfde te zetten. Eerst begon ze te werken in de avonduren, als zelfstandige in bijberoep. Uiteindelijk gaf ze haar ontslag. Via de telefonische hulpdienst voor ondernemers in Brussel, de centrale 1819, was ze intussen in contact gekomen met JobYourself, een organisatie voor werklozen die als zelfstandige aan de slag willen. Sinds augustus is ze voltijds bezig met haar zaak Soins de Soi. Behalve massages doet ze schoonheidsbehandelingen met eigenhandig gemaakte biocrèmes. Dankzij het systeem van JobYourself krijgt ze een werkloosheidsuitkering plus maandelijks 300 euro. En dit gedurende anderhalf jaar. Alles wat ze verdient gaat naar de organisatie. Die geeft het aan het eind terug, min 10 procent. Haar uiteindelijke doel is om schoonheidsbehandelingen en massages te geven aan kankerpatiënten. Voor ze in de schoonheidsverzorging terechtkwam, werkte ze ook al met zieke mensen. “Ik had altijd een goed contact met hen. Mensen die chemo gehad hebben, hebben achteraf vaak nog problemen met hun huid en haar. In zie-
Patrizia Troisi werkt sinds augustus voltijds in haar zaak Soins de Soi aan het Jourdanplein.
kenhuizen hebben ze hier al wel aandacht voor. Maar ik wil het uit de ziekenhuissfeer halen.” Zo makkelijk is dat evenwel niet. Troisi vond tot hiertoe nog geen organisaties die willen samenwerken. Met trots toont ze intussen haar praktijkruimte. Het is een sfeervol ingericht, maar piepklein lokaaltje
op de eerste verdieping van Be Positive, een biozaak op het Jourdanplein. “Ik kwam er winkelen en toen ik de ruimte zag, heb ik meteen gevraagd of ik er af en toe een behandeling kon geven. Inmiddels huur ik de ruimte fulltime,” zegt ze. Troisi vindt de locatie ideaal. Via de winkel krijgt ze nieuwe klanten.
En als er even niemand is, gaat ze beneden een soepje drinken. Toch vindt ze het zelfstandig bestaan soms eenzaam. “Ik ben wel graag alleen. Maar ik moet ook alle beslissingen in mijn eentje nemen. En ik heb maar een beperkte opleiding. Ik zit dan ook regelmatig met vragen, bijvoorbeeld over mijn website, over
© SASKIA VANDERSTICHELE
de spelling van een woord, over de hele logistiek eigenlijk. Marketing en boekhouding zijn niet evident. Gelukkig gebeurt de boekhouding voorlopig nog door JobYourself. En ik heb intussen een stage bedrijfsbeheer gedaan. Ik leer dus wel bij.” HUB
BDW 1412 PAGINA 6 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
met hun eigen zeg, waardoor grootse plannen gefragmenteerd op de burger afkomen. “U zegt nu dit, een ander zei ooit dat, en uiteindelijk komt er iets anders,” zo verwoordde iemand het. De stemming was gelaten: iedereen leek er van overtuigd dat de gevangenis er toch komt, inspraak voor de burger of niet. Het is aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de vergunning af te leveren, ergens in de lente van 2014, en aan de Vlaamse overheid om een vergunning voor de toegangsweg aan de aangrenzende Woluwelaan af te leveren. Wie dan de gevangenissite bekijkt, tussen spoorweg, Woluwelaan en Witloofstraat, naast het nieuwe spoorwegviaduct van de Diaboloverbinding, kan zich niet van de indruk ontdoen dat Haren na de bouw van de gevangenis bijna volledig volgebouwd zal zijn. “Tegen een gevangenis zijn we niet, maar die zou best wel meer dan de helft kleiner mogen zijn,” vertelt Laurent Moulin van het buurtcomité 1130. “Anders weegt zo’n gevangenis op het dorp. Maar we wachten af wat het openbaar onderzoek zal brengen en welke compensaties we misschien krijgen als het stadsbestuur zijn zeg kan doen.”
Gevangenisrecht De Wansonsite, waar de gevangenis in Haren komt. Daarnaast het viaduct van Infrabel en Northern Diabolo. Allemaal publiek-privaat-land.
© MARC GYSENS
Samenleving > Stad Brussel trekt kaart van de Harenaars
Gevangenisdorp, ingesloten dorp HAREN – Het laatste dorp van Brussel voelt zich al jarenlang de risee, maar krijgt nu steun uit onverwachte hoek: van het eigen stadsbestuur. Dat bestuur vraagt compensaties voor de bouw van de grootste gevangenis van ons land in Haren. Ondertussen mort het volk.
T
egen eind 2017 wil de federale overheid een gevangenis voor 1.200 gedetineerden in de Brusselse deelgemeente Haren bouwen, ter waarde van 300 miljoen euro. Dit met behulp van een publiek-private samenwerking, waarbij het private Spaans-Belgische investeerdersconsortium Cafasso de komende 25 jaar de gevangenis ontwerpt, bouwt, financiert en onderhoudt. De staat blijft wel 25 jaar eigenaar van het complex, maar is alleen verantwoordelijk voor de kernopdracht: het huisvesten en bewaken van de gevangenen. Volgens buurtbewoners is het een ‘supergevangenis’. Wie naar de plannen van de Regie der Gebouwen kijkt, kan zich ook niet van die indruk ontdoen: er komen niet één, maar vijf gevangenissen voor mannen en vrouwen, een gevangenis voor jongeren, een psychiatrisch
centrum en een klein detentiecentrum. Het gaat om een gevangenis ‘nieuwe stijl’, waarbij het complex eerder op een vakantiedorp lijkt dan op een ommuurde vesting als Vorst of Sint-Gillis. Maar er is een probleem. Het gevangenisdorp wordt niet gesmaakt door de Harenaars, die zich al lang een vuilnisbelt voelen voor allerhande projecten en dito rommel die men elders niet kwijt kan of wil. Vooral Brussel-Stad was in het verleden kop van Jut omdat het Haren vaak ‘vergat’. Voor één keer kiest het stadsbestuur nu echter de kant van de Harenaars. Het is te zeggen, de Brusselse PS-MR-coalitie wil ‘compensaties’ voor de bouw van de gevangenis. “Daarbij denken we aan sportinfrastructuur, meer agenten en meer geld,” legt MR-schepen Alain Courtois uit. Courtois geeft wel toe dat er voor die compensaties
geknokt zal moeten worden wanneer de vergunningsaanvraag loopt. “Maar we hebben iets te zeggen,” maakt de politicus zich sterk.
Acht gevangenissen, 1200 gedetineerden, 300 miljoen euro publiek-privaat en een dorp in de stad
Mooie kleurtjes Courtois en enkele Brusselse schepenen verdedigden de Harenaars ook vorige week donderdag, wanneer de Regie der Gebouwen de plannen voor de gevangenis kwam voorstellen aan de inwoners van het dorp. Er was toen veel protest, en een aandachtige observator kon toen ook zien dat de meeste Harenaars hun stadsbestuur maar moeilijk konden geloven. Algemeen genomen was de toon bij momenten bits op die vergadering, zeker tegenover de Regie der Gebouwen. “U komt ons hier mooie plannen met mooie kleurtjes tonen, maar wat zou er uiteindelijk echt van aan zijn,” zo verwoordde een assertieve bewoner zijn onge-
noegen. Daarnaast was er de traditionele kritiek, dat er groene ruimte wordt opgeofferd voor de bouw - het officieuze natuurgebiedje Keelbeek wordt bebouwd - en dat zulke grote projecten altijd gebouwd kunnen worden, maar dat concrete zaken zoals meer agenten en scholen voor de Harenaars in het verleden altijd achterwege zijn gebleven. Het stadsbestuur wist daar dus deels op in te spelen, maar de buurtbewoners leken niet overtuigd. Meer algemeen heerste er een gevoel van onbehagen, onbehagen tegenover de overheid, en meer nog tegenover de versnippering van overheden, elk
Daarnaast zijn er nog enkele praktische problemen die de nieuwe gevangenis met zich zal meebrengen. Eén daarvan is de langere transporttijd van gedetineerden van en naar het Justitiepaleis in het centrum van de stad, waardoor rechtszittingen vertraagd dreigen te worden. De bouw van een rechtbanken op het grondgebied van de nieuwe gevangenis leek daarom even een optie, maar werd niet weerhouden. “Er is in nieuwe gevangenissen altijd een optie om zittingszalen te bouwen,” zegt Johan Vanderborght van de Regie der Gebouwen. “Maar die worden gebruikt in uitzonderlijke gevallen, wanneer er gevaarlijke gedetineerden berecht moeten worden.” Alain Courtois, die naast schepen ook voorzitter van de commissie justitie in de Senaat is, zegt dat ook. “Ik ben tegen het idee van recht spreken in een gevangenis, maar ik heb van minister van Justitie Turtelboom (Open VLD) de garantie gekregen dat dat alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk zou zijn. Er komt geen correctionele rechtbank of assisenzaal in Haren, alleen een raadkamer.” Tot slot: sommige inwoners van Haren lijken niet tegen de gevangenis om veiligheidsredenen te zijn, maar wel om humane redenen. “Ik heb jarenlang een ex-gedetineerde opgevangen,” zo maakte een kranige senior zich afgelopen donderdag tijdens de uiteenzetting van de plannen sterk. “En door die ervaring weet ik zeker dat een gevangenis met meer dan 300 gedetineerden niet menselijk is. Men moet mensen straffen, zeker, maar met de nodige eerbied.” Een opmerkelijk pleidooi, zeker gezien het volgende zachte cynisme: een van de private investeerders van het consortium Cafasso is Macquarie capital, tevens mede-eigenaar van de nabijgelegen luchthaven. Infrastructuur is infrastructuur, tenslotte. Christophe Degreef
BDW 1412 PAGINA 7 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
Politiek > 10 Geboden volgens Bianca Debaets
P-PRAAT
© UITGEVERIJ LANNOO
Eric Corijn in een en-en-verhaal
BRUSSEL – Brussels parlementsen gemeenteraadslid Bianca Debaets (CD&V) heeft een gebodslijst voor de hoofdstad.
volgens Debaets. Als u echter graag de inzichten van stadsgoeroe Eric Corijn in een en-en-verhaal gegoten ziet, dan moet u het boek lezen. Jammer genoeg blijft 10 Geboden voor Brussel daarin steken: een opsomming van wat tegenwoordig pensée unique is en van dingen waar je eigenlijk niet tegen kan zijn. Of bent u tegen kosmopolitisme, meer scholen en vele talen? Eén hoofdstuk is wel interessant, en dat is het negende gebod: Gij zult uw rand omarmen. Journalist Guido Fonteyn schrijft er een volledige en goede analyse over de Vlaamse Rand en de moeilijke relatie met de stad. Maar dat gaat dus niet over Debaets’ politieke tuin, waar ze nochtans al bewezen heeft een verdienstelijke politica te zijn. CD
Het strekt Vanlouwe tot eer dat hij het teveel aan politici op de korrel neemt. Iemand moet het doen. Wij zijn het echter niet met hem eens, want hoe meer politici, hoe meer fratsen, en hoe meer fratsen, hoe meer vreugd. Maar soit. Nu serieus: wat of wie zou Vanlouwe eigenlijk bedoelen met ‘topjobs voor politieke vrienden’? De vermaledijde socialisten? Zeker niet, want een arm Brussels SP.A-parlementslid greep onlangs nog naast een topjob bij Mobiel Brussel, de mobiliteitsadministratie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Niks te socialisten die een topjob krijgen, dus. Even voortzoeken... Bedoelt Vanlouwe misschien partijgenoot Johan Van Overtveldt, die jarenlang fiscaal-economische meningen verkocht, de hoge loonkosten eigenhandig naar een historisch dieptepunt probeerde te krijgen – zonder succes – en de euro meermaals dood verklaarde – eveneens zonder succes? En daarvoor beloond werd met de lijsttrekkersplaats voor het Europese parlement? In dat geval: klare taal van de N-VA. Weg met politici! Weg met topjobs! Weg met consultancy! Ja, consultancy... Moeilijk kan dat nochtans niet zijn, zeker niet sinds een woordvoerder op onze nieuwjaarsreceptie ons ervan probeerde te overtuigen dat een product verkopen of een politicus verkopen op hetzelfde neerkomt. Tot op de dag van vandaag denken wij nog altijd na over de vraag voor wie dat de grootste belediging is: voor het product of voor de politicus.
CHIEN ÉCRASÉ
‘10 Geboden voor Brussel’, Lannoo, 168 blz, 17,99 euro © CD&V
10 Geboden voor Brussel, naar een wereldstad met wereldklasse heet het nieuwe boek van Debaets en twee medeauteurs. Zoals de titel doet vermoeden is het schrift vooral een opsomming van wat Brussel zou moeten zijn. De christendemocrate poneert dat de stad een wereldstad op mensenmaat moet zijn, er genoeg huisvesting moet zijn en er scholen moeten worden bijgebouwd. Voorts luidt de opsomming dat Brussel internationaal moet zijn, maar ook hoofdstad van Vlaanderen en België, de economische motor, culturele bakermat, etcetera. Enfin, als u de voorbije jaren van uw stad hield en de actualiteit gevolgd hebt dan weet u onderhand wel wat Brussel moet zijn maar nu nog niet is. Of niet is
Lijstjes zijn terug van weggeweest, lezer. Brussels CD&V-parlementslid Bianca Debaets kwam vorige week aandraven met haar tien geboden, en afgelopen weekend hield de N-VA nog maar eens een congres – al het derde, ze zijn daar niet echt zelfzeker – om 25 andere geboden los te laten op Vlaanderen, en euhm, op Brussel. Ook op Brussel? Jawel. In een van de filmpjes die N-VA op haar website plaatst figureert namelijk Brussels senator Karl Vanlouwe met een oproep voor een “fatsoenlijke politiek” en “minder politici.” “Waarom worden topjobs nog altijd gereserveerd voor politieke vrienden?”, vraagt Karl zich hardop af.
POP-UP – U kan tegenwoordig onder het Atomium slapen als u daar zin in zou hebben. Voor XXX euro per nacht. Onder het Atomium is namelijk een Pop-up hotel geopend, een hotel dat heel snel verschijnt en al even snel weer verdwijnt. Het hotel, dat XXX heet, blijft er tot midden april staan. De naam schrijven wij niet, want dit is het journalistieke gedeelte van deze rubriek, nog niet overgeleverd aan de druk van de reclame. Maar u kan er dus slapen. Voor veel geld. Heel veel geld. NINOOFSEPOORT – Laat het ons nog even hebben over het begrip pop-up: dat is iets van de laatste maanden, een of andere uitvinding van computernerds. Komt dus van de computer, waarop ook altijd veel venstertjes ongevraagd en onontwarbaar opengaan en u storen in uw dagdagelijkse bezigheden. Er is ook al eens een pop-up petanque geweest in Brussel, en als we goed geïnformeerd zijn, zijn ze ook bezig met een pop-up park aan de Ninoofsepoort in Molenbeek omdat de overheid daar eerder aan don’t pop-up doet. EN NU – Reclame. -----------------------------------------------------PUB---------------------------------------------------------------
Bianca Debaets.
VALENTIJN – Bent u behoorlijk rijk en wenst u uw geliefde te verrassen met een romantisch nachtje? Boek dan nu de suite van Tender2 onder het Atomium. Voor een luttele 500 euro per nacht slaapt u er onder de fonkelende lichtjes van de negen Brusselse bollen. Als die lichtjes uit zijn, dan slaapt u onder de fonkelende sterrenhemel zelf. Als het slecht weer is slaapt u gewoon in een container onder het Atomium zonder dat u het ziet, iets dat u alleen maar voor de ervaring moet doen.
ADVERTENTIE
Meer crèches, minder zorgen Een kind verwachten, het is een mooie, spannende tijd. Maar voor veel jonge ouders begint dan ook een stresserende zoektocht naar een crèche. Het tekort aan betaalbare crèches is onaanvaardbaar. Omdat kinderopvang ouders toelaat te gaan werken, of even uit te blazen. Omdat het de ontwikkeling van kinderen stimuleert. Vul de enquête in op www.bebebrussels.be en deel uw ervaringen met andere ouders. Zo zorgen we dat kinderopvang hoog op de agenda staat.
Plus de crèches, moins de soucis Attendre un enfant, c’est une période magnifique et émouvante. Mais pour beaucoup de jeunes parents, c’est également le début de la recherche stressante d’une crèche. Le manque de crèches abordables est inacceptable. Parce que l’accueil des enfants permet aux parents de travailler ou de souffler un peu. Parce que cela stimule le développement des enfants. Remplissez l’enquête sur www.bebebrussels.be et partagez votre vécu avec d’autres parents. Ainsi, nous pourrons remettre l’accueil des enfants au premier plan.
eLKe rOeX
Brussels parlementslid
www.spa-brussel.be
BDW 1412 PAGINA 8 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
BDW REGIO
Deze Week in De Bempt > Twaalf appartementen dreigen broos evenwicht te verstoren
Tuinwijk staat op stelten Vorstse Haard niets over horen.”
Geëngageerd
Inwoners van de Fléronlaan zijn misnoegd omdat ze door een nieuwbouw van de Vorstse Haard helemaal dreigen ingesloten te worden.
VORST – De Vorstse Haard wil een binnenperceel aan de Fléronlaan ‘volbouwen’ met twaalf appartementen. En dat zint de omwonenden niet. “Het project zal de buurt onherstelbare architecturale schade toebrengen en dreigt het broze sociale evenwicht te verstoren,” zeggen Delphine Guilmot en Anja Kowalski.
O
p een steenworp van het Sint-Denijsplein ligt een verborgen parel, een tuinwijk met twee derde sociale flats en een derde private eengezinswoningen. De voetpaden zijn er in niet al te goede staat, zoals op wel meer plaatsen in Vorst, maar de Fléronlaan vormt wel een mooi geheel. Het lijkt erop dat ook de private
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
eigenaars zich aan de oorspronkelijke kleuren – groene ramen en luiken – houden. “Dat klopt,” zegt Anja Kowalski, die sinds een paar jaar aan de Fléronlaan woont. “De Vorstse Haard heeft nog altijd een flinke vinger in de pap van de private woningen.” Maar dat is duidelijk geen slechte zaak, vinden ook Kowalski en haar buren Frédéric Boutry en Delphine Guilmot: “Maar dat de Vorstse Haard zijn eigen strenge voorschriften nu met de voeten wil treden, maakt ons des te bozer.” Die boosheid vergt een woordje uitleg. De Vorstse Haard heeft een oud plan opgediept om een binnenblok van 1.600 vierkante meter tussen de Kersbeeklaan, de Fléronlaan en de Familielaan vol te bouwen met twaalf grote appartementen, sommige met vijf of zes slaapkamers. Nu bestaat dat binnenblok uit 36 verloederde garageboxen die al sinds 1999 leegstaan. Kowalski woont nog maar drie jaar aan de Fléronlaan. Voor ze haar huis kocht, schreef ze een brief naar de voorzit-
ter van de Vorstse Haard, maar ze wacht nog altijd op een antwoord. Bij de gemeente hadden ze geen weet van plannen en ook een tech-
© BART DEWAELE
nen stonden, komt de nieuwbouw veel dichter bij de bestaande woningen dan de plannen laten uitschijnen. Anja Kowalski dreigt door de nieuwbouw helemaal ingesloten te worden. Naast haar is een gebouw met vier verdiepingen gepland, met een directe inkijk in haar badkamer. De flats achteraan bieden een recht-
“De kinderen uit de sociale flats hebben geen plaats om te spelen, nu zijn ze verplicht om een groot deel van hun vrije tijd op straat door te brengen”
nicus van de Vorstse Haard vertelde hen dat er geen grote bouwwerken op stapel stonden. Op een informatievergadering kreeg ze te horen dat ze misschien wel op het verkeerde moment gekocht had. Op dezelfde informatievergadering kwam de architect volgens hen met onvolledige plannen zijn ontwerp verdedigen: omdat de veranda’s niet op de plan-
streekse inkijk in haar woonkeuken. Delphine Guilmot en Frédéric Boutry dreigen met een bijkomend probleem opgezadeld te worden: zij hebben hun woonst verbouwd tot een zeer lage energiewoning. Frédéric Boutry: “De nieuwe woningen gaan het ecosysteem van ons huis in de war sturen, maar daar willen de architecten van de
Anja Kowalski, Delphine Guilmot en Frédéric Boutry zijn recent in de buurt komen wonen. Zij die er al langer wonen herinneren zich dat er al meer plannen gemaakt zijn, maar nu hebben ze er naar eigen zeggen genoeg van. De Fléronlaan verenigt zich en wil in de tegenaanval gaan. Het openbaar onderzoek liep op 5 februari af, nu is het wachten op de overlegcommissie. Ze zijn het er wel over eens dat er iets met het binnenperceel moet gebeuren. Het liefst zouden ze zien dat er een park komt – voor 1968 was dat trouwens het geval. Guilmot: “De kinderen uit de sociale flats hebben geen plaats om te spelen, nu zijn ze verplicht om een groot deel van hun vrije tijd op straat door te brengen.” Hiermee ontkracht Delphine Guilmot het verwijt dat de eigenaars asociale mensen zijn die lijden aan het NIMBY-syndroom. “We wisten dat er hier in de buurt een concentratie van sociale woningen is toen we ons huis kochten. Nee, we zijn niet tegen sociale woningen, maar het evenwicht is broos, zo hebben we mogen ondervinden. Er is veel goede wil en het samenleven lukt aardig; ik vrees dat dit project veel schade zal aanrichten. De recente ingebruikname van sociale flats die lang leegstonden heeft de druk op de wijk al enorm verhoogd.” Cité Forest Vert zoals de wijk oorspronkelijk heette – de woningen dateren van 1922 – en nu terug heet, is een duurzame wijk. Ze krijgen subsidies van minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo). Delphine Guilmot: “Ecolo voert participatie hoog in het vaandel, althans in het gewest. Hier in Vorst blijft de participatie dode letter. Nochtans zijn zowel de voorzitter van de Vorstse Haard Guy Berthelomé, als de schepen van Stedenbouw Jean-Claude Englebert lid van Ecolo.” Bertholomé ontkent het gebrek aan participatie: “Het is een oud project dat gelanceerd werd in 2006. Toentertijd hebben we de buurtbewoners ontmoet om een project op poten te zetten dat rekening houdt met hun bezwaren. Het aantal appartementen is al geslonken van zestien naar twaalf. Ik wil de normale processen niet beïnvloeden, de tegenstanders kunnen zich uitspreken op de overlegcommissie. Ik ben helemaal niet zeker dat het project gaat goedgekeurd worden. Het volbouwen van binnenpercelen vergt stedenbouwkundige afwijkingen. Omdat de gemeente betrokken partij is, is het laatste woord aan het gewest.“ Staatssecretaris Christos Doulkeridis (Ecolo) heeft dus het laatste woord. Danny Vileyn
© IVAN PUT
BDW 1412 PAGINA 9 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
Vorst > Burgemeester wil zaal verkleinen
Uitbreiding Vorst Nationaal in koelkast De nieuwe beheerder van Vorst Nationaal zet de uitbreiding van de zaal on hold. Burgemeester Marc-Jean Ghyssels (PS) heeft de uitbaters gevraagd om de capaciteit van de zaal te beperken tot 4.000 toeschouwers. “Dat zou de doodsteek betekenen voor Vorst Nationaal,” zegt directeur Jan Van Esbroeck van nv Sportpaleis. Sinds de herfst van 2013 nam de nv Sportpaleis het beheer van Vorst Nationaal over van Music Hall. Het was dus zeer de vraag of het Sportpaleis de twee jaar geleden voorgestelde plannen voor een Vorst Nationaal 2.0 ging overnemen. Het Sportpaleis is momenteel aan het onderzoeken of de huidige capaciteit van 8.400 plaatsen wordt verhoogd tot 10.000 plaatsen. “We onderzoeken of dit economisch en inzake infrastructuur en mobiliteit mogelijk is”, zegt Jan Van Esbroeck. “Pas als we daar zeker van zijn, dienen we een aanvraag in.” Maar een eventuele uitbreiding is in elk geval niet naar de zin van van burgemeester Marc-Jean Ghyssels (PS) van Vorst. Die deed zelf een vrijblijvend voorstel om de zaal te verkleinen. Aan de krant La Capitale zegt hij dat hij aan de uitbaters heeft gesuggereerd om de capaciteit van de zaal te verkleinen tot 3.000 à 4.000 bezoekers. Bij stadsradio FM Brussel heeft hij het over een zaal van 4.000 tot 5.000 plaatsen. “Maar dit is louter een suggestie, ze doen natuurlijk wat ze willen,” voegt Ghyssels eraan toe. “Ik stel vast dat er nog steeds veel parkeeroverlast en mobiliteitsproblemen zijn rond Vorst Nationaal.” “Nu Paleis 12 de deuren aan de Heizel heeft geopend, is het misschien de gelegenheid voor Vorst Nationaal om een kleinere zaal in te richten en te mikken op een welomlijnd doelpubliek. Dan kan ook het onthaal verbeteren, met een paar nieuwe functies, zoals een restaurant en loges,” aldus Ghyssels. De
burgemeester erkent wel dat Vorst Nationaal inspanningen levert om de mobiliteit te verbeteren, “maar dat is niet voldoende.”
Doodsteek “Een opmerkelijk voorstel,” zegt Jan Van Esbroeck. “Wij doen toch ook geen voorstellen over hoe de burgemeester zijn gemeente moet besturen. Het is ongepast dat de burgemeester zijn persoonlijke opinie in een krant ventileert. De verlaging van de capaciteit is economisch onhoudbaar en zou de doodsteek betekenen voor Vorst Nationaal.” Van Esbroeck wijst ook op de hoge taksen die Vorst Nationaal betaalt. “In tegenstelling tot onze concurrent Paleis 12, die door de Brusselse overheid wordt gesteund, moet Vorst Nationaal dure taksen op vermakelijkheden betalen. Het gaat om een forfaitair bedrag van 3.100 euro vanaf 501 bezoekers, en 4.600 euro vanaf 4.000 bezoekers. Als de capaciteit daalt en de forfaitaire taksen blijven dezelfde, dan gaat de taks per ticket fors de hoogte in.” “In de huidige context is het zo goed als uitgesloten dat de geplande ondergrondse sportzaal voor 3.000 mensen er komt,” zegt Van Esbroeck. “Als de kernactiviteit van Vorst Nationaal – concerten organiseren – niet eens verzekerd is op lange termijn, dan gaan we geen ondergronds sportcomplex bouwen.” Music Hall, de vroegere uitbater en nog altijd de eigenaar van Vorst Nationaal, had in 2011 plannen voorgesteld om een ondergrondse multisportzaal te bouwen. Dat zou gebeuren met de steun van het Brusselse Gewest, via een publiek-private samenwerking. Die komt er dus allicht niet. Het kabinet van minister Guy Vanhengel (Open VLD), bevoegd voor het Internationaal Imago van Brussel, bevestigt dat er nog geen cent subsidie is gegeven aan Vorst Nationaal voor dat project. Eric Vancoppenolle
Brussel-Stad > Bewonersgroep stelt toename horeca in vraag
‘Geen Sint-Goriks in Vlaamsesteenweg’ Bewoners van de Vlaamsesteenweg waarschuwen voor een teveel aan horeca. “Wij willen de straat leefbaar houden, in het belang van iedereen.” Neen, ze hebben niets tegen hotels, restaurants en cafés. Voor dat soort vertier zijn ze zelfs komen wonen in de Vlaamsesteenweg. Waar een groep van vijftien bewoners wél een probleem mee heeft, zijn ‘illegale’ activiteiten en het dreigende overwicht aan horeca. Martin van Berkel (51) en Bart Hellinckx (47) zijn twee van die bewoners die, zo zeggen ze zelf, ook een glas drinken. Maar de ‘illegale’ activiteiten hoeven ze niet, zijnde: handelaars die (ver)bouwen zonder vergunning, uitbaters die drank schenken zonder vergunning, niet-horeca waar opeens luide feestjes worden gehouden. Tegenover drie zaken deden ze al hun beklag bij de stad. Op een zelfgemaakt kaartje, dat de Vlaamsesteenweg weergeeft tussen het Sint-Katelijneplein en de Varkensmarkt, tellen zij 27 gelegenheden waar je kan zitten en drinken. Voor van Berkel en Hellinckx dreigt de balans door te slaan richting horeca. “De straat is al quasi verzadigd. Wij dulden geen Sint-
V.U. Eric Verrept, leidend ambtenaar, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel.
ADVERTENTIE
dé vrijetijdspas voor brussel
PASPARTOEBRUSSEL.BE
Goriks in onze buurt, wij willen inspraak in nieuwe horeca.” De bewoners benadrukken geen enkele handelaar te viseren. Ze willen gewoon dat het aanbod divers en evenwichtig is, dat de wet gerespecteerd wordt en dat er rekening gehouden wordt met de bewoners. Als voorbeeld wijzen ze naar De Roskam, een café dat met een berichtje ‘respect voor de buren’ vraagt. Of dat voldoende is om rokers en anderen op straat in te tomen, valt af te wachten. Erik Baptist, manager bij handelsagentschap Atrium, zegt dat de “saturatie aan horeca in dat deel van de Vlaamsesteenweg stilletjes aan bereikt is, al moet elk project op zijn merites bekeken worden.” Op het kabinet van Brussels schepen van Stedenbouw Geoffroy Coomans de Brachène (MR) luidt het dat de “schepenen van Stedenbouw en Handel niet willen meewerken aan een explosie van horeca in het centrum, want té veel is niet goed. Echter, wanneer een gebouw ‘horeca’ als bestemming heeft, kunnen we moeilijk neen zeggen. Maar van een meubelzaak ‘horeca’ maken, ligt ook moeilijk.” Steven Vandenbergh
BDW 1412 PAGINA 10 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
Schaarbeek > Petitie tegen telt al meer dan 500 handtekeningen
Spanning om gsm-antennes © STEVEN VANDENBERGH
De voorkant van de garage in de Roodebeeklaan, waar nieuwe gsm-antennes zouden worden geplaatst. De buurt protesteert.
De gsm-antennes die Mobistar in de Roodebeeklaan wil plaatsen, zetten kwaad bloed bij buurtbewoners en scholen. Intussen neemt het aantal antennes in het Brussels Gewest fors toe. Om met de gsm in gebouwen vlot bereikbaar te blijven, kan het niet anders. Hetzelfde om een fi lm zonder al te lange wachttijd te downloaden op een smartphone of tablet. Het zijn twee praktische toepassingen waarom nieuwe gsm-antennes
op het dak van een autobandengarage in de Roodebeeklaan, tegenover Colruyt, moeten komen. Dat zei een afgevaardigde van netwerkoperator Mobistar tijdens een overlegcommissie in het gemeentehuis waar het fi at voor het stedenbouwkundig dossier bediscussieerd werd. Vroeger zorgden de antennes van de twee sites in de Reyerslaan samen met de site in de Kortenberglaan voor voldoende bereik, zo legde de man uit. Doordat de regelgeving strenger is geworden, stralen de an-
tennes minder ver. Bijgevolg is een klein station nodig om de afstand te overbruggen. Het gebouw met de garage in de Roodebeeklaan, vijftien meter hoog, kan dat probleem oplossen. Mobistar wou er niet op ingaan, maar de eigenaar van een gebouw zou hiervoor jaarlijks gemiddeld 5.000 à 7.000 euro opstrijken. Of de deal gesloten wordt, moet nog blijken, want dit is al het ‘vierde of vijfde’ gebouw waarmee de netwerkoperator in zee wil. Mobistar, dat
‘minstens twee jaar nodig’ heeft om een dergelijk dossier te voltooien, zegt dat veel deals afspringen omdat mensen angst hebben voor (de straling van) antennes. Bob Nyssen en Kris Keymolen kennen dat gevoel. Het koppel woont in een stijlvol rijhuis in de Opaallaan, net achter de garage. Samen met meer dan 500 andere buurtbewoners en personeel van naburige scholen en crèches tekenden ze een petitie tegen het project. Nyssen (zonder gsm) en Keymolen
(met gsm) halen daarvoor een resem problemen aan. Volgens hen zou het stedenbouwkundig dossier onder meer gemanipuleerde foto’s, maar ook onvolledige en foutieve informatie bevatten. Ruimer bekeken is het ‘onverantwoord’ om antennes dicht bij woningen te plaatsen. Esthetisch vinden ze het zeker niet. Maar er spelen ook persoonlijke motieven. Hun slaapkamer bevindt zich op ruwweg acht meter afstand van de antennes. Zal hun Bed and Breakfast nog evenveel klanten lokken? Daalt hun nog te bebouwen grond in waarde? En alsof dat nog niet voldoende is, gaan hun twee zonen naar een van de vier naburige scholen. Hoe gevoelig zijn zij aan straling? En wat met de baby’s in de crèches in de buurt? Op basis van deze informatie stuurt de gemeente in de volgende dagen een advies naar het Gewest, dat de stedenbouwkundige vergunning al dan niet toekent. Dit buurtprotest verrast Benoît Willocx niet. Bij Leefmilieu Brussel is hij directeur milieuvergunningen. Willocx zag het aantal sites met gsm-antennes van de vier netwerkoperatoren samen stijgen van 1.000 (in 2010) naar 1.350 eind vorig jaar. Te weten: een site telt één of meerdere antennes. Nu de ordonnantie is goedgekeurd om ruimte te geven voor antennes met 4G, is het wachten op het uitvoeringsbesluit en de daarop volgende buurtprotesten van ongeruste burgers. Steven Vandenbergh
ADVERTENTIE
KIES ANTICONCEPTIE DIE BIJ JE PAST!
PRATEN MET JE TIENER OVER VEILIG VRIJEN OUDERS UITGEDAAGD!
CAW Brussel wenst in samenwerking met de Opvoedingswinkel Brussel ouders te ondersteunen in uitdagende opvoedingssituaties.
20 FEBRUARI ‘14 19.30U-21.30U WWW.CAWMOZAIEK.BE
WWW.OPVOEDINGSWINKELBRUSSEL.BE
Je zoon van 17 heeft al een halfjaar een lief. Je dochter van 16 vraagt of ze een nachtje bij haar vriend mag overnachten. Breng je het onderwerp ‘veilig vrijen’ zelf ter sprake? Geef je je zoon een condoom mee? En je dochter gaat aan de pil? Of moeten ze wachten tot ze het huis uit zijn? En is dat realistisch? Op voorhand inschrijven bij : marijke.decanck@cawbrussel.be, 02 2896017 Deelname kost 3 euro. Je kan op de avond zelf cash betalen. Start 19.30u, onthaal vanaf 19.15u.
@CAW BRUSSEL,
PRIEMSTRAAT 19A
ADVERTENTIE
© DIRK LAHAYE
BDW 1412 PAGINA 11 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
WOON IN EEN ICONISCH PROJECT EN WORD BEDIEND OP UW WENKEN Uit ‘De Ket van Jette’ van Dirk Lahaye: Cantabile in Lourdes (1952), met eerwaarde heren Constant Plasmans, Dolf Van Tongerloo en Albert Van Cauwenbergh.
Jette > Heimwee, humor (en ook wel ontgoocheling)
En toen waren er geen ketjes meer Toen professor geneeskunde Dirk Lahaye (1937) in 2002 met emeritaat ging, sprong hij op zijn fiets en reed hij van Heverlee naar de Sint-Norbertusstraat in Jette. Op zoek naar zijn kinderjaren, maar de zoektocht werd een ontgoocheling. Spelende ketjes waren er niet meer, alleen maar auto’s. Hij besloot zijn Jetse jaren (1937-1954) te boek te stellen. Een tijdsdocument van een man die graag en goed vertelt. Even goed als Ernest Claes klonk het bij de voorstelling. Over de toekomst van de Brusselse Vlamingen is Lahaye niet echt optimistisch (gelukkig is er het Nederlandstalig onderwijs). Maar dat belet hem niet om met veel humor zijn kinderjaren en een deel van zijn jeugd in de Norbertusstraat te beschrijven.
Veerkracht Een goede reden om het boek te schrijven noemt hij zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog: “Scripta manent, die illusie heb ik nog. Ik ben de laatste generatie die de oorlog heeft gemaakt, onze kinderen en kleinkinderen gelukkig niet. Oorlog is het ergste wat de mens kan overkomen. Ik was een kind tijdens de oorlog. Wat ik me vooral herinner, was de angst van de volwassenen.” Lahaye waarschuwt dat hij geen historicus is, hij vertelt anekdotes. “Onze gestutte kelder diende niet alleen als schuilplaats voor ons gezin, maar ook voor de buren. Op een nacht stond ik naast een buurvrouw in nachtkleed met krulspelden in haar haar. Toen de bommen vielen, vlogen de krulspelden er uit.” Tijdens de oorlog was de leefwereld van Lahaye beperkt tot de huiskamer en de straat, het leven stond stil: “Alleen de bomen groeiden verder.” Lahaye herinnert zich de samenhorigheid, de verdeeldheid en de ontmenselijking, maar ook de veerkracht van de ketjes die er met humor tegenaan gingen. Lahaye heeft altijd veel oog gehad voor taal. Zijn vader was een WestVlaming, zijn moeder kwam uit de Kempen, in zijn straat leefde hij tussen de ketjes met hun Vlaams en hun Frans. Op school hoorde hij ook Brussels, Wemmels, Schaarbeeks en Merchtems. Lahaye: “De academische we-
reld was heel andere koek, daar overheersten de blokbeesten en de droogstoppels.” Om het boek te schrijven had hij tijdsbakens nodig, die vond hij in de palmaressen en de bulletins van het Sint-Pieterscollege. Het Sint-Pieterscollege (opgericht in 1905), waar hij het begin van de Nederlandstalige afdeling heeft meegemaakt.
Retraite In de lagere school heeft hij alleen les gekregen van leken, in de middelbare school van pastoors ‘wier geestdrift groter was dan hun kennis’. Lahaye kon het trouwens met niet alle pastoors goed vinden, al dacht hij er later wel anders over. Hij denkt met heimwee terug aan de parabels van Plasmans waarvan er een aantal in De Ket van Jette opgenomen zijn. Het boek bevat vertellingen, is geschreven in een mengeling van Jets en Nederlands, met hier en daar een Franse zin. Geniet even mee. In de jaren 1950 sloten de leerlingen van de colleges hun zesde jaar af met een retraite waar ze hun toekomstplannen moesten toelichten. Lahaye, die voor geneeskunde kiest, krijgt de vraag of hij geen schrik heeft. Hij antwoordt: “Ik steurf van de schrik, mo ‘ goan toch probeire: riskeiren is kans, en schaaiten ès Ollands.” Voormalig parlementslid en voormalig Jets gemeenteraadslid André Monteyne, die nog altijd in Jette woont, was een klasgenoot van Lahaye. In de inleiding van het boek herhaalt Monteyne zijn analyse: Europa heeft Franstalige Brusselaars verjaagd uit Elsene en Etterbeek die op hun beurt Jettenaars – ketten – verdrongen hebben. Lahaye is erg geschrokken van Monteynes analyse, zo zei hij. Maar dit gezegd zijnde: laat uw leesplezier er niet door vergallen. Danny Vileyn Het boek De ket van Jette van Dirk Lahaye is uitgegeven met de steun van het Algemeen Nederlands Verbond. Het is 350 bladzijden dik en geïllustreerd met (een paar) foto’s van het Sint-Pieterscollege en kost in de boekhandel 22 euro en bij het ANV 19,5 euro plus verzendingskosten. ANV 02/241.31.64. E-post: anv.vlaanderen@edp.net.be
TI A N E ID
L
ES C I V S E R LUDEktisD che a sten r C p INanbod voannlijke dien A e rs o R en p A A J NU 2 T I S
R ES
GRA
CHAMBON. EEN LUXERESIDENTIE OP EEN HISTORISCHE SITE IN HARTJE BRUSSEL De majestueuze hoofdzetel van de voormalige ASLK, gelegen tussen het Muntplein en het Martelarenplein, wordt in al zijn glorie hersteld dankzij een prestigieuze reconversie tot luxeresidentie. Dit unieke project, de Chambon, combineert historische grandeur met hypermodern comfort. Met als absolute primeur een exclusief pakket aan diensten: de Residential Services. EEN VASTE WAARDE OP EEN UNIEKE LOCATIE • Uniek historisch erfgoed: een duurzame investering • Prime location in het hart van de Europese hoofdstad • Met exclusief dienstenpakket • Een “once in a lifetime opportunity”
www.thechambon.be
Vastgoedprojecten op toplocaties 02/201 00 01
BDW 1412 PAGINA 12 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
bemoedigend schouderklopje. Nog wat jaren verstrijken. En dan blijkt dat uw medeburgers de trein toch niet echt mogen als vervoermiddel. Die taks bovenop elk ticket naar de luchthaven is toch wel hoog als je van uit Leuven, Mechelen of Antwerpen komt. En Northern Diabolo mort, want hun investering rendeert niet. De boete van een miljard euro hangt u boven het hoofd. U verhoogt de taks dus, zodat die meer opbrengt en de mensen meer de trein zullen nemen. Opgelost. Voorlopig toch.
Aandeel verkopen
Voor de Diaboloverbinding bouwden Infrabel en Northern Diabolo een viaduct in Haren. De luchthaven is slechts een zucht weg, maar dat kost meer dan we denken.
© ARCHIEF BDW
Opinie > Diabolotoeslag is een onding, zegt BDW-redacteur Christophe Degreef
U betaalt over de hele lijn BDWOPINIE U bent een gulle gever, beste burger. En ook een slimme investeerder. Geef toe. U betaalt belastingen en subsidieert daarmee Infrabel, uw bedrijf, dat dankbaar gebruik maakt van dat geld om treininfrastructuur te bouwen. Een treintunnel naar de luchthaven, bijvoorbeeld. Want u wil aan het milieu denken, en daarom met de trein naar de luchthaven om toch enigszins de kerosine van uw vliegtuigreis te compenseren. Goed. Infrabel heeft echter ook geen geld te veel, het is immers een publiek bedrijf, en moet daarom op zoek naar een privépartner om uw tunnel te kunnen bouwen. Infrabel vindt die privépartner ook, en wel in een bevriend buitenland. Twee kandidaten zijn bereid om uw bedrijfje
te helpen met die investering: International Public Partnerships, een Brits investeringsbedrijf, en HSH Nordbank, een Duitse bank. Om de zaken wat te verhelderen richten die twee Northern Diabolo op, een dochterbedrijf, want we zijn tenslotte in België. En dan wordt er onderhandeld. U wil dus met de trein naar de luchthaven? Northern Diabolo stelt u daarom het volgende voor: u investeert 388 miljoen euro in de bouw van de treintunnel die uw droom moet waarmaken, en Northern Diabolo van zijn kant doet ook zijn duit in het zakje: 290 miljoen euro. Maar boren is duur, en een tunnel op zich brengt op zich nog niets op, en een trein die er door zal rijden ook niet, op zich. Voor wat hoort wat, weet u ook. Northern Diabolo is gelukkig beslagen in dit soort zaken. Hun bijkomende vraag: u betaalt de komende 35 jaar negen miljoen euro
© SASKIA VANDERSTICHELE
BRUSSEL – Vanaf 1 februari betaalt u 5,07 euro in plaats van 4,40 euro extra Diabolotoeslag, een taks op treintickets naar de luchthaven. Bovendien staat de eerste publiek-private samenwerking van de spoorwegen een oplossing voor de grootste openbare vervoersknoop in ons land in de weg.
per jaar, heft op elk treinticket in België een taks van 0,5 procent en stort dat bedrag door naar Northern Diabolo, én u stelt ook een taks in – mét mogelijkheid tot indexering – voor mensen die de komende 35 jaar naar de luchthaven willen treinen.
Investering rendeert niet
CHRISTOPHE DEGREEF:
“Door de Diabolotoeslag kan de luchthaven niet gebruikt worden als overstapstation”
In ruil daarvoor graaft Northern Diabolo de tunnel, beheren zij 35 jaar lang de infrastructuur en mag uw trein daarop rijden. Trouwens, zo voegen ze er nog aan toe: een bepaald aantal passagiers moet verplicht de tunnel gebruiken, anders zal u één miljard euro schadevergoeding moeten betalen omdat de tunnel niet rendeert. U slikt even, want een miljard euro is veel. Ach, denkt u, Northern Diabolo neemt risico, ze zullen dus wel een punt hebben, zeker... Enfin, u vertrouwt uw medeburgers wel dat ze voldoende zullen vliegen en met de trein naar Zaventem zullen sporen. Waarschijnlijk zal u nooit een miljard moeten betalen. De jaren gaan voorbij. Uw tunnel wordt gegraven, en de koning komt langs om hem in te huldigen. Mooi werk, zegt de man, en hij geeft u een
Om uw geldzorgen te vergeten treint u zo nu en dan graag eens naar de zee, of de Ardennen. Het voorbijglijdende landschap inspireert... Het is te zeggen, af en toe, want de trein is vaak te laat. Omdat hij door Brussel moet, en de oude noord-zuid-treintunnel aldaar is zo druk dat hij vrijwel alle treinen later doet aankomen en vertrekken. Een slechte investering, zo denkt u bijna hardop, als u op uw verlate trein klimt. Kunnen ze dan niet een beetje origineel zijn in uw bedrijf? Moeilijk kan dat toch niet zijn: uw treininvestering verbindt immers vrijwel alle Vlaamse steden met de luchthaven, waar een heus busnet aankomt, uitgebaat door De Lijn. Als we nu echt zouden willen, zo denkt u verder, dan kan de luchthaven toch één groot overstapstation worden voor het openbaar vervoer? Zeker voor mensen die in het noorden van Brussel moeten zijn, of in de Vlaamse Rand. Niet alle treinen moeten dan zo nodig door het centrum van Brussel, zodat ze daar plaats hebben om de meest urgente treinen tenminste te laten rijden. Met die andere investering van uw bedrijf, de SchumanJosaphattunnel, zijn trouwens ook heel wat Waalse steden rechtstreeks aangesloten op de luchthaven. Een goed idee, besluit u, en u treint in al uw enthousiasme naar de heren van Northern Diabolo. Die vindt u echter niet hier, want zij wonen in het buitenland. Naar Infrabel dan maar. Zal niet gaan, zegt men daar. U knippert met uw ogen. Niet gaan? Neen, zegt Infrabel. Vergeet de tickettaks niet. Mensen willen niet betalen voor een overstapstation als ze in Brussel drie gratis overstapstations hebben. Kunnen we de taks dan niet opheffen? Neen, herinnert u zich direct. Want ja, dat contract met Northern Diabolo verbreken, dat risico neemt u niet. Dat kost te veel aan de samenleving. Ondertussen. HSH Nordbank heeft besloten dat ze haar aandeel wil verkopen aan International Public Partnerships, zodat die laatsten volledig eigenaar kunnen worden van de tunnel die u wou. Waarom? “De succesvolle beëindiging van onze investering is nog maar eens een ongelooflijk voorbeeld van het feit dat infrastructuurprojecten zoals deze uitermate winstgevend zijn,” klinkt het bij de Duitsers. Uw investering rendeert, met andere woorden. En onze samenleving wordt er beter van. Toch?
Christophe Degreef Redacteur Brussel Deze Week
BDW 1412 PAGINA 13 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
OLV-ter-Sneeuwwijk Ik weet weer iets meer over Brussel en dit dankzij de Braziliaanse vriendin van mijn petekind. Er bestaat zowaar een buurtcomité van de wijk OLV-ter-Sneeuw. Dit comité organiseerde vorige zondag een buurtfeest met muziek en eten en drank ook natuurlijk. Het gebeurde in de IJzerenkruisstraat in de buurt van de Parlementsgebouwen. Deze wijk bestaat eigenlijk bijna volledig uit overheidsgebouwen. Toch wonen er nog meer dan 1.700 mensen die er voor zorgen dat er nog leven is in de wijk wanneer alle pendelaars en parlementsmedewerkers weg zijn. De vroegere bewoners werden er na de onafhankelijkheid van België verdreven om plaats te maken voor modernere gebouwen om er de slippendragers van de hovaardige gezagsdragers te huisvesten. Weg met die arme lui! Ik vraag mij steeds af waar de verdreven bewoners terechtkomen na verplichte ‘saneringen’ van woonwijken zoals die rond het Noordstation, rond het Zuidstation en die van de Europese wijk. Ik ben ook benieuwd wat er zal gebeuren met de gebouwen van het Rijksadministratief Centrum. Een deel ervan zou een bestemming krijgen als woongebied (met betaalbare woningen). Afwachten maar wat de nieuwe eigenaars echt van plan zijn. Aan de mensen van OLV-ter-Sneeuw kan ik alleen maar zeggen: blijf op uw hoede.
Hugo F. E. van Ransbeeck, Dendermonde
Neo
© KCAP
Ongaarne moet ik het FDF gelijk geven in haar protest tegen het megaproject Neo op de Heizel. Dit prestigeproject – bedoeld voor enkele wedstrijden tijdens het Europees voetbalkampioenschap in 2020 – zou 300 miljoen euro kosten aan de federale regering. Het wordt met andere woorden hoofdzakelijk doorgeschoven naar Vlaanderen. Heeft Brussel geld om de toch niet onaanzienlijke restfactuur te betalen? Geen zorgen: Brussel kan (opnieuw, met dank aan Vlaanderen) putten uit de overdracht van 500 miljoen euro in het kader van de Staatshervorming. Parking C ligt in Grimbergen en dus op grondgebied Vlaanderen. Bever zal dan volledig verstedelijken. Rekening houdend met de verbrusseling van Machelen door Uplace (dat Vlaams minister Joke Schauvliege (ACW-CD&V) wil doorduwen), en de vastgoedplannen van Landsverdediging om naast het Hoofdkwartier Kon. Elisabeth op grondgebied Zaventem woonwijk Oasis voor militair personeel te bouwen, is een grote druk te verwachten om bepaalde faciliteiten te bekomen. Er lijkt een nieuwe Franstalige strategie opgestart om via privaatrechtelijke weg haar
BDWOPINIE
invloed buiten het Brussels Gewest uit te breiden. Zo wordt een groot stuk van Vlaams-Brabant de facto aangehecht bij Brussel. Het verbaast dat de Vlaamse meerderheidspartijen klaarblijkelijk dit catastrofale project steunen. Maar nog onbegrijpelijker is dat de Vlaamse oppositiepartijen (N-VA en Vlaams Belang) zich in deze zaak niet laten horen. De gewone Brusselaar wordt opnieuw het slachtoffer. Zoals een lezer uit Laken, de heer Hubert Collaer, een tijd terug in de krant (BDW 1381, p.13) opmerkte zal de verkeersdrukte nog toenemen, wordt bij supportersrellen de ordehandhaving door de politie van Wemmel/ Grimbergen en Brussel/Laken een logistieke nachtmerrie; wordt de overlast voor de inwoners en de horeca van de Houba de Strooperlaan en van Verregat ondraaglijk, etcetera. Waarom het nieuw voetbalstadion (voor zover het nodig is) niet bouwen op de terreinen van Schaarbeek Vorming? Omdat dit zou een streep zou zijn door de rekening van waarschijnlijk lucratieve politiek-financiële afspraken... PS: Kan iemand mij een fitnessclub in de buurt van Jette aanbevelen waar men ook in het Nederlands ontvangen wordt? André Monteyne, Jette
Mobib In de vorige Chien Écrasé (BDW 1411, p.7) staat de volgende zin: “U weet wel, wanneer u verwoed met dat ding over het rode bakje staat te wrijven en er na een zestal pogingen eindelijk een ‘biep’ uit het bakje komt?” Dat heb ik ook maandenlang gedaan. Ik ook zocht naar een gevoelig plekje en dacht dat ik meer kans maakte door te bewegen. Ik ging zelfs urenlang in de file staan bij een Bootik om te klagen dat mijn kaart defect was. Tot op de dag dat ik toevallig stopte met wrijven en het lukte ‘comme un charme’. Zo ben ik tot de conclusie gekomen dat het ding alleen maar functioneert als het een moment stilstaat. Ik heb het niet gemeten, maar blijkbaar is een tiende van een seconde al genoeg, of zelfs veel minder, zolang de kaart ‘een momentje’ stilstaat. Daarna heb ik nooit meer problemen gehad. De boodschap is dus: heel de oppervlakte van de Mobib-kaart is gevoelig, een momentje stilhouden volstaat.
Nooit gezien door Danny Vileyn Met grote woorden moet je opletten, maar de plannen voor een grote voetgangerszone tussen het De Brouckèreplein en het Fontainasplein zijn du jamais vu. De plannen zijn dan ook geen mobiliteitsplan maar een globaal stedelijk plan dat naast mobiliteit ook over handel, wonen, uitgaan, zich ontspannen en nog veel meer gaat. Dit plan moet de Vijfhoek er bovenop helpen, want – dat beseffen nu ook de liberalen – er moet ingegrepen worden. Niet ook voor de handel, maar zeker voor de handel. Cafés zijn er genoeg, maar er hebben de jongste decennia al te veel kwaliteitswinkels de deuren gesloten. En het steekt de Brusselaars (terecht) dat grote internationale merken bijna altijd eerst Antwerpen aandoen voor ze naar Brussel afzakken. Karl Lagerfeld die in november vorig jaar een conceptstore heeft geopend in de Antwerpse Schuttershofstraat is één voorbeeld. Peuterey Italy koos Antwerpen als tweede buitenlandse vestiging. Peuterey is in Italië een echte hype. Het pleit voor burgemeester Yvan Mayeur (PS) dat hij zes weken na zijn aantreden dit plan heeft doorgeduwd. Niemand geloofde dat liberalen en socialisten hierover een compromis konden vinden. Maar de tijden blijken er rijp voor: niemand durfde er op de jongste gemeenteraad nog openlijk tegen te zijn. Natuurlijk zijn de plannen een compromis. Groen heeft een punt door scherpe vragen te stellen over vier bijkomende ondergrondse parkeergarages. En er gaan Berlijnse kussens moeten komen om het verkeer in de Lakensestraat, Van Arteveldestraat en Cellebroersstraat te ontmoedigen. En dan zijn er de korte tijdspanne die het schepencollege zich toegemeten heeft, en het kostenplaatje. De stad rekent er terecht op dat Beliris de heraanleg gaat betalen. Beliris is destijds in het leven geroepen voor de heraanleg van straten en pleinen die bepalend zijn voor het imago van Brussel. Een mooier project dan de centrale lanen kan Beliris zich niet indenken. Ook de vervoersmaatschappij MIVB zal moeten meewerken: de frequentie van metro en premetro gaat tot het maximum opgedreven moeten worden. Het grootste gevaar schuilt echter in de vertragingsmanoeuvres die er zeker aankomen, niet alleen van handelaars en buurtbewoners. Maar: politici of ambtenaren die dit plan zouden tegenwerken, zijn onverantwoord bezig. De Vijfhoek is belangrijk voor de stad Brussel, het gewest en heel het land. We hebben lang genoeg gewacht.
Dominique Meeùs, Brussel
Place Reine Astrid Lezer Nand Staes (BDW 1411, p. 13) stoort er zich aan dat de bakkerij Sirre voor haar adres in Jette in het Nederlands ‘Reine Astridplein’ opgeeft, wat natuurlijk ‘Koningin Astridplein’ zou moeten zijn (hoewel beter bekend als ‘de Spiegel’). Inderdaad een flater. Maar mag ik het even opnemen voor deze bakkerij, die niet alleen brood en gebak van uitstekende kwaliteit levert, maar bovendien wel degelijk tweetalig is? Na een vriendelijk ‘goedendag bonjour’ wordt de klant er consequent in zijn taal bediend. Dat is zelfs aan de Spiegel niet evident. Geen enkele winkel is tenslotte verplicht om tweetalig te zijn. Kijk maar eens hoeveel Brusselse vestigingen van de Nederlandse (!) winkelketens Zeeman en Kruidvat enkel Franse opschriften gebruiken. Misschien kan men zich daar wat meer aan ergeren, in plaats van foutjes van goedbedoelde tweetaligheid aan te kaak te stellen. Tim Trachet, Jette
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
WAUTER MANNAERT
BDW 1412 PAGINA 14 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK Muziek > Rey Cabrera stelt nieuwe album voor bij Muziekpublique
‘Ik zing over Brussel en de Cubaanse heuvels’ BRUSSEL – De Brusselse ambassadeur van de Cubaanse son Rey Cabrera viert vrijdag bij Muziekpublique zijn vijftigste verjaardag als professionele muzikant. De 71-jarige Cubaan die sinds tien jaar in Brussel woont, zal er voor de gelegenheid zijn derde studioalbum Controversía voorstellen. “Met dit album wil ik de stad bedanken die me met open armen ontving.”
R
Liefde op het eerste zicht Intussen gingen vele jaren voorbij, kende Reys carrière zijn ups en down en woont hij al tien jaar in Brussel. Daarover gaat Canto A Bruselas, 10 Años Después, de zevende track van zijn nieuwe album Controversía. “Ik ben in Brussel geland, al zingend. Ik heb de Grote Markt bezocht, Manneken Pis, de mooie hoofdstad
Brussel, daarover gaat de song,” zegt Cabrera. Liefde op het eerste gezicht, en niet enkel met Brussel. “Ik was op tournée met Maria Ochoa en tijdens een concert in de Archiduc heb ik Lydia ontmoet. Ze is op bezoek gekomen in Cuba, we zijn getrouwd en dan zijn we hier in Brussel komen wonen,” vertelt hij over de ontmoeting met zijn geliefde, Lydia Berghmans. In Brussel komen wonen was vooral een praktische oplossing. “Lydia is van hier en voor mij was het een gelegenheid om wat tot rust te komen. In Cuba had ik het erg druk, tussen muziek, familie, mijn kinderen en werken. Ik was toen zestig jaar oud, het was tijd voor een rustigere levensstijl,” zegt Cabrera. “Ik ben echt gelukkig in Brussel. Ik kan hier op mijn gemak aan mijn muziek werken, nummers en teksten schrijven. De koude stoort me niet en mijn geliefde is hier (brede glimlach).”
Rey Cabrera met een spotlijster, een mooie zangvogel uit Cuba. Rey begint te zingen, waarop de vogel antwoordt. Daaruit ontstaat een controverse. Vandaar de titel van het nieuwe album. © ANNE DE GRAAF
ey Cabrera, geboren op 23 januari 1943 in het dorp Dos Caminos op vijfentwintig kilometer van Santiago de Cuba, de bakermat van de Cubaanse son, groeide op in een muzikale familie op de heuvels van de provincie Oriente. Als kind had hij een speciale band met zijn vader, die hem graag ‘Rey’ (koning) noemde. Die twee waren onafscheidelijk, zowel tijdens de suikerrietoogsten als wanneer vader Cabrera oefende op zijn tres, een Cubaanse gitaartje waarbij de zes snaren in drie paren gegroepeerd zijn. Het hoeft dus niet te verbazen dat de kleine Rey op vijfjarige leeftijd al op de tres kon spelen. De oudere broers van Rey namen hem zelfs stiekem mee naar optredens en zo won Rey als kind vele lokale muziekwedstrijden. “Mijn eerste professionele groep was Trinchera Agraria met Eliades Ochoa en zijn zus, de zangeres Maria Ochoa, maar daarvoor stond ik al sinds heel jong op het podium met onze familiegroep. Ik was vijf jaar toen mijn vader me voor het eerst uitnodigde om mee te spelen,” vertelt Rey Cabrera. Eliades Ochoa, bekend van de documentaire Buena Vista Social Club, was de zoon van een goede vriend van zijn vader. Beide jongemannen hadden eerste een succesvol duo alvorens Trinchera Agraria op te richten.
tomaat, maniok, bonen... De grond bewerken, tractoren besturen, ik heb het allemaal gedaan.” Het plattelandsleven zit nog vers in Cabrera’s geheugen en hij kijkt met een zekere heimwee terug op die tijd. “Maar ik heb er de leeftijd niet meer voor, het is zwaar fysiek werk. Het was tijd om het rustiger aan te doen.” En daar maakt Brussel dus zijn intrede, ook op het album met nummers als Merci Beaucoup. “Eigenlijk spreek ik slechts enkele woorden Frans,” geeft Rey toe. “Merci beaucoup was een van de eerste dingen die ik leerde, en met dit nummer wil ik dank u zeggen aan de stad die me met open armen ontvangen heeft en aan alle mensen die in Brussel op mijn muziek gedanst hebben.” El Fuiki Fuiki is een nummer met een duidelijk urbaan karakter: je hoort er DJ Proceed op scratchen. “Olaf (DJ Proceed) is mijn schoonzoon. Het is via hem dat ik kennis gemaakt heb met het scratchen. Ik wist niet wat dat was, dus noemde ik het fuiki fuiki.” Het is trouwens een heerlijk dansbaar salsanummer. Het valt trouwens op dat dit album een stuk meer dansbare salsa heeft dan tevoren, toen hij zich eerder hield aan de son cubano.
Scratchen
Bruggen naar Afrika
Voor het derde studioalbum dat Rey Cabrera uitgebracht heeft sinds zijn aankomst in Brussel, heeft hijzelf zeven nummers geschreven. Voor zijn teksten haalt hij zowel inspiratie uit zijn herinneringen aan het Cubaanse platteland als uit zijn nieuwe leven in Brussel. Zo is de titel Controversía een herinnering uit Cuba. “Op het cd-hoesje zie je me met een sinsonte (spotlijster), een mooie zangvogel uit Cuba. Ik begin te zingen, maar de vogel antwoordt. Daaruit ontstaat een controverse. Vandaar de titel.” Me voy a recoger café (ik ga koffiebonen plukken) is ook ver verwijderd van het Brusselse stadsleven. “Ik heb in Cuba allerhande jobs gedaan, onder meer het plukken van koffiebonen. Ik heb ook veel geoogst: suikerriet,
Voor de cd-voorstelling heeft Cabrera enkele verrassingen in petto. “Ik heb hier in Brussel met muzikanten uit heel verschillende horizonten gewerkt: Cubanen uiteraard, maar ook Congolezen, Senegalezen, een Mexicaan. Dat waren prachtige ontmoetingen die in Cuba niet mogelijk geweest zouden zijn,” vertelt Cabrera. “Het concert bij Muziekpublique wordt heel speciaal. Ik nodig de Congolezen Dizzy Mandjeku en zanger Camille Lokombe uit. Dizzy is een van de grootste gitaristen van de Congolese rumba.” “Verder komen ook mijn Senegalese maten van Afrocubelga: zanger Moussa Niang, koraspeler Bao Sissoko en kalbas-speler Octave Komlan. Tezamen laten we Cubaanse en Afrikaanse muziek door elkaar vloeien: muziek
Rey Cabrera, zijn vrouw Lydia en Omara Portuondo, de grote diva van de Cubaanse son, enige dame van de Buena Vista Social Club.
© REY CABRERA
BDW 1412 PAGINA 15 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
Rey Cabrera en de Senegalese zanger Moussa Niang.
© ANNE DE GRAAF
De Senegalees Bao Sissoko is Brussels grootste koraspeler, bekend van de band van Malick Pathé Sow en van het duo met Malick Pathé Sow.
© DJ PROCEED
met dezelfde wortels en dansbare ritmes.” Afrocubelga is een project van Muziekpublique dat in navolging van AfroCubism van het Britse label World Circuit, ook een ontmoeting tussen Cubanen en Afrikanen bewerkstelligt, maar dan met muzikanten die in Brussel wonen.
Geluk bij een ongeluk Rey Cabrera kijkt er alvast naar uit. In afwachting van het concert vroegen we hem nog even wat zijn mooiste herinneringen zijn van zijn vijftigjarige avontuur als professionele muzikant. “Ik heb heel wat mooie momenten beleefd, zowel in de muziek als erbuiten. Maar wat me het meest bijgebleven is, was de eerste keer dat ik mee mocht op internationale tournee. Dat zou met La Vieja Trova Santiaguera zijn, maar die groep heeft me op het laatste nippertje laten zitten ten voordele van een tres-speler uit Havana. Geluk bij een ongeluk was dat Maria Ochoa net een tres-speler nodig had in haar groep Corazon de Son. Ik ben artistiek directeur van haar band geworden en korte tijd nadien zijn we aan een internationale tournee begonnen. Nederland, Frank-
“DJ Proceed is mijn schoonzoon. Via hem heb ik kennisgemaakt met het scratchen. Ik wist niet wat dat was, dus noemde ik het fuiki fuiki”
rijk, Zuid-Afrika... De eerste keer dat ik op een vliegtuig stapte. Allemaal momenten van puur geluk.” Rey Cabrera is genomineerd voor een Octave de la Musique (jaarlijkse muziekprijs van de Franstalige Gemeenschap) in de categorie wereldmuziek. De Brusselse koning van de son werkt momenteel aan een tournee in Cuba met zijn Belgische band. “Niet gemakkelijk om al die muzikanten naar Cuba te krijgen gezien de kostprijs van de vliegtuigtickets, maar het zou o zo mooi zijn om met mijn Brusselse muzikanten voor mijn thuispubliek te kunnen spelen en er een videoclip in Cuba te maken.”
© IVAN PUT
Links: Rey Cabrera met zijn jeugdvriend Eliades Ochoa. De zanger en gitarist Eliades Ochoa was de jongste van de Buena Vista Social Club en is momenteel zowat de grootste ambassadeur van de Buena Vista-generatie. Eind jaren 1950 vormden Eliades Ochoa en Rey Cabrera een begeerd muzikaal duo en later vormden ze voor radio CMKC en televisie Telerebelde de groep Trinchera Agraria op, bekend voor zijn musica campesina (plattelandsmuziek). Na een paar succesvolle jaren gaan de heren hun eigen weg. Rey maakte onlangs een opmerkzaam gastoptreden op het album van Eliades Ochoa. Rechts: Rey Cabrera & Sus Amigos (zijn Brusselse band).
Benjamin Tollet
Voorstelling Controversía op vrijdag 07/02 om 20u bij Muziekpublique, Naamsepoortgalerij, Bolwerksquare 3 te Elsene. Tickets kosten 8/12/14 euro. Meer info op www.muziekpublique.be en reycabrera.weebly.com
Voor het concert nodigt Cabrera ook Dizzy Mandjeku uit, een van de grootste gitaristen van de Congolese rumba.
BDW 1412 PAGINA 16 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
De zes acteurs van ‘BXL - Est en scène’ ontmoetten elkaar voor het eerst in november en repeteerden daarna wekelijks.
Theater > Regisseur Mohamed Ouachen zet ontmoetingen in bonte grootstad in scène
‘De stad is altijd improviseren’ BRUSSEL – “De spontane ontmoeting is de boodschap,” zegt Charles Loos, de ouderdomsdeken in de nieuwe meertalige voor stelling van regisseur Mohamed Ouachen, die eens te meer op zoek gaat naar manieren om te communiceren met elkaar. “Je cherche Jeanneke Pis… Jean-ne-ke Pis.” Een rugzaktoeriste, pas gearriveerd in Brussel, kijkt haar toevallige passant met grote, vragende ogen aan. Hij ziet er sympathiek uit, maar spreekt geen enkele taal die zij ook spreekt. “En toch zullen ze een manier moeten vinden om
te communiceren,” zegt Mohamed Ouachen. De Brusselse acteur en regisseur staat op het podium van Gemeenschapscentrum De Maalbeek en geeft het team dat hij verzamelde voor de voorstelling BXL — Est en scène nog wat aanwijzingen mee. “Probeer eens een glimlach.” De rugzaktoeriste is de 24-jarige Mathilde Monserray. Als actrice maakt ze deel uit van het Etterbeekse collectief BX Stand-Up Comedy Club. Daar ontdekte Ouachen haar. “Ik ben een beetje anders dan de anderen, want ik combineer stand-up met theater, én ik ben Waalse, praat ook wat Waals, wat goed uitkwam
voor mijn personage en de voorstelling, waarin Engels, Frans, Nederlands en Arabisch de revue passeert. Zelf kwam ik dus ook ooit aan in Brussel, en trok ik grote ogen.” Haar tegenspeler is Karim Kalonji, die al mee mocht doen in Ouachens eerste langspeelfilm Battle. De Gents-Brusselse hiphopdanser en straatartiest is het kleurrijkste personage op het podium. In een andere scène hadden we hem al acrobatische toeren zien uithalen rond de piano van de éminence grise van de voorstelling, de Elsense jazzpianist Charles Loos. Ook toen kon je moeilijk om het contrast heen: klassiek,
in het zwart geklede, oudere man versus in bonte sportkleren uitgedoste jongeling. Maar improviseren moeten ze allebei in de verzameling van culturen en individuen die de grootstad is: de ene doet het met zijn vingers op de piano, de andere met zijn soepele ledematen, en onderweg vinden ze elkaar. Ouachen maakte eerder al de voorstelling Bruxelles en scènes. Toen liet hij vooral artiesten uit de Brussels-Marokkaanse gemeenschap de eigenheid en de diversiteit van hun stad illustreren. Op vraag van De Maalbeek en De Pianofabriek breidt hij zijn actieradius nu uit naar Brus-
selaars van alle komaf. Dat brengt een nog bonter gezelschap op het podium, met naast de al genoemde artiesten ook nog jazz-zangeres Natacha Wuyts, de AmsterdamsBrusselse stand-upper Ramzi Zerqane en Manza, rapper en lid van het Brussels Dichterscollectief. “Ik portretteer de stad op basis van de ervaringen van die zes artiesten, die elk met hun eigen verhaal en identiteit de Brusselse diversiteit tonen,” legt Ouachen uit, en daarin is klaarblijkelijk veel ruimte voor improvisatie. “Want ook de stad is altijd improviseren,” springt Loos, die als jazzmuzikant dol is op im-
ADVERTENTIE
PIETER DE BUYSSER Landschap met springwegen 20, 21 & 22/02 20:30 KAAISTUDIO’S
JÉRÔME BEL Jérôme Bel
14 & 15/02 20:30 + 16/02 15:00 KAAITHEATER
‘A cross between Woody Allen and Jan Fabre’.
KAAITHEATER & KAAISTUDIO’S 2 FIJNE ADRESSEN IN BRUSSEL
Een fabel verteld aan de hand van historische objecten.
WE HAVE A DREAM 1/03 20:30 KAAITHEATER
PHILIPPE QUESNE/ VIVARIUM STUDIO Swamp Club
10 Brusselaars uit alle hoeken van de stad nemen het woord. 10 Bruxellois de tous les coins de la ville prennent la parole.
21 & 22/02 20:30 KAAITHEATER
A fantastic, musical fable. Language no problem.
KAAITHEATER & KAAISTUDIO’S 2 FIJNE ADRESSEN IN BRUSSEL
BDW 1412 PAGINA 17 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
© MOHAMED OUACHEN
proviseren, zijn regisseur bij. “Het is dat niet altijd risicoloze improviseren dat we tonen op de scène. Ontmoetingen tussen verschillende culturen, generaties en percepties zijn altijd onvoorspelbaar. Maar als je ervoor openstaat, gebeurt er vaak iets dat je vooroordelen ontmijnt.”
Elke keer anders “In de publieke ruimte is er steeds een zekere spanning,” zegt Monserray. “Zal je iets zeggen, of net niet, want misschien komt dat wel raar over? Durf je de sociale barrière te doorbreken?” Volgens Ouachen zit er iets heel menselijk in onze dagelijkse omgang. “Toen een vrouw viel in de metro, draaide iedereen zich in een natuurlijke reflex om om te helpen. Maar in de fractie van een seconde die volgde sloeg de twijfel toe. Stond je toch niet wat ver? Welke
taal spreek je? Wordt ze misschien liever met rust gelaten? De neiging tot het geven van een helpende hand zit in iedere mens. Als iets er je van weerhoudt, dan heeft dat vaak met cultuur te maken, want mensen willen anderen ontmoeten en dus ook helpen. Wij wilden op het podium momenten mogelijk maken waarop dat helpen mogelijk werd.” De zes acteurs ontmoetten elkaar voor het eerst in november en repeteerden daarna wekelijks. Toch hoedt Ouachen zich voor een voorstelling die er té gerepeteerd uit zou zien. “Het moet een beetje bruut blijven. We willen vooral gebruik maken van het moment en de lichtheid ervan. Het mag, zoals in de dagdagelijkse Brusselse realiteit, elke keer anders zijn.” Tom Peeters
‘Bruxelles – Est en scène’, op 08/02 om 20u en op 09/02 om in GC De Maalbeek, Hoornstraat 97, Etterbeek. Tickets: 5 euro (groepen: 2 euro). Reserveren via demaalbeek@vgc.be of 02-734.84.43. www.demaalbeek.be ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Spätzle Spätzle is voedsel voor winterse dagen. Het is het opstapje voor de gewone sterveling om zelf eens pasta te maken. En een plezier voor het hele gezin. Wat voor wonderlijk voedsel zijn deegwaren! Ze zijn een passend monument voor het menselijk vernuft en zijn drang tot variatie. Beeld je eens in hoe erg het moet geweest zijn, duizenden jaren geleden, om te leven van granen. Hard krakend onder de tanden, slecht verteerbaar. Onze voorouders in het MiddenOosten hadden niet veel keuze. Al wat eetbaar was, werd gegeten, ook die piepkleine graantjes die toen nog alleen of met een paar tegelijk in de aren van de primitieve planten zaten. Waarschijnlijk zullen ze een mengsel hebben geplukt, met wat eenkoorn, boontjes en sesam, lijnzaad en papaverbolletjes, gierst. Wie daarop kauwde, versleet zijn tanden sneller dan hij er dik van werd. De granen stampen en weken in water (of melk) was al een stap vooruit, en zo ontdekten de holbewoners zonder dat ze het wisten de muesli. Toen ze het vuur beheersten, maakten ze van muesli pap. Dat was al beter voor hun gebit. Cato en Caesar, zeg maar de oude Romeinen van voor het jaar 0, waren allemaal overtuigde papeters. Puls, noemden ze die pap, en dat was het basisvoedsel van de Caius-met-de-pet. Maar toen ze de granen fijn leerden maken tussen twee molenstenen begon de gastronomie pas echt. Uiteraard konden van bloem koekjes en brood worden gebakken, maar naast bakken kon men deeg ook koken. Het is een fabeltje dat de Italiaanse pasta uit China is gekomen met Marco Polo. De oude Grieken, Romeinen en Arabieren kenden al itrium en lagana – dat laatste is een soort lasagne. Wie ze in strips snijdt, krijgt tagliatelle. Maar ook deegballen kunnen worden gekookt. Die traditie heeft het overleefd in de knoedels van Centraal-Europa (en de puddings van Engeland). Spaghetti is nog een ander verhaal, maar ook Italië is eigenlijk pas op grote schaal pasta beginnen eten met de industrialisatie in het begin van de twintigste eeuw. De overgrote meerderheid van die fantastische variatie van pasta wordt gemaakt door een stevig deeg van water en bloem te persen door een bronzen matrijs. Traag maar zeker komen aan de andere kant uit de machine de deegwaren naar buiten: maccaroni, bucatini, penne rigate, tortellini, radiatori, lummache
en duizend-en-één andere pastavormen. Italiaans vernuft? Niet noodzakelijk, want over de bergen (bij de zeven dwergen) ligt een land waar ze zo al eeuwen pasta maakten. Over Spätzle (spaetsle, spetsli,...) wordt veel gevochten. Iedereen wil ze uitgevonden hebben. De Fransen beweren (uiteraard) dat ze uit de Elzas komen. De Zwitsers claimen ze voor hun eigen bergen op, maar tussen beide in ligt het hertogdom Zwaben! Een Zwaab is in het hoofd van de gemiddelde Duitsers een soort vereenvoudigde Beier, maar lach er niet te veel mee: Albert Einstein was een Zwaab! Het is ook de Duitse landsstreek waar het meeste geld wordt verdiend. Dus hebben ze daar een complexloze keuken, bijvoorbeeld met Spätzle. Ook Hongaren kennen de drollige dingen en noemen ze nokedli of galuska. Spätzle is het verkleinwoord van spatz, wat mus betekent: musjes, dus. Waarom musjes maken? Omdat ze grappig zijn en lekker bovendien. Er kan ook heel wat mee gevarieerd worden. Neem per persoon 100 gram bloem, een ei en een beetje water. Breek de eieren, meng alles goed dooreen tot een kruimelloos, licht lopend deeg ontstaat, iets dikker dan pannenkoekendeeg. Meng er water bij tot het ongeveer juist is. U kunt onder dat deeg gehakte peterselie mengen, of gekookte pompoen, of geperste look, of gehakte lever, of alles door elkaar, u ziet maar. Laat het deeg enkele uren rusten. Dan moeten de Spätzle geperst en meteen gekookt worden. Oorspronkelijk ging dat door het deeg van een bord af te ‘trekken’ in kokend (gezouten) water, maar daarvoor moet men de dikte van het deeg heel precies kunnen beheersen. Op reis door de Elzas kocht ik enkele jaren geleden een spätzleplaat (zie foto), een reissouvenir dat niet te veel plaats inneemt in de keukenkast en buiten het maken van spätzle ook nog dienst kan doen als fruitvergiet of afdruipschaal. Andere spätzlebereiders gebruiken een aardappelpureepers of een passe-vite met dikke gaten. Het is ook mogelijk met een gewoon vergiet, zo’n ouderwets model met ronde gaatjes. Om het deeg door de gaatjes te drukken gebruikt men een
“Ook deegballen kunnen worden gekookt, die traditie heeft het overleefd in de knoedels van Centraal-Europa en in de puddings van Engeland” buigzame plastic deegspaan. Ik zet de plaat boven de pot met kokend water en we kunnen beginnen te persen. Meestal kookt men Spätzle in verschillende beurten. Het deeg in de zeef of op de plaat mag niet heet worden of het begint al te koken (en te plakken) voor het geperst is: niet leuk. Het geperste deeg valt door de gaatjes in het ziedende water en komt bijna onmiddellijk aan de oppervlakte drijven. Dan zijn de Spätzle klaar. Haal ze met een schuimspaan uit en gooi ze in koud water tot alle deeg geperst en gekookt is. Laat de spätzle uitdruppen en bak ze nog aan met ajuinen en – bijvoorbeeld – wat paprika. Dien op bij een wildschotel of bijvoorbeeld goulash. Of waarom niet met tomatensaus? De kinderen zullen het reuzeleuk vinden. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1412 PAGINA 18 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
© MIM
Boven: Supertramp en Charlie Parker. Hiernaast: de handtekening van Adolphe Sax. Onder: de ateliers in de Rue St. Georges
Tentoonstelling > SAX200: Brussel toont meer dan Parijs, Dinant, Berlijn en de States
Sax, van klank tot kanker V
ariaties van cavalerietrompetten, kornetten, (sax)hoorns, fagotten, basklarinetten, pauken zonder ketel, trombones, saxofonen en trombones met diverse klankbekers, een treinfluitje en orgelwagon: je kan het zo gek niet bedenken of de instrumentenfamilies (vooral saxonen en saxofonen) hebben alles te danken aan het genie Antoine-Joseph, beter bekend als ‘Adolphe’ Sax, en zijn opvolgers. Zijn tweehonderdste geboortejaar is dan ook dé gelegenheid voor het MIM om groots uit te pakken met de vele facetten van de Belg die in zijn Parijs’ atelier, met zijn octrooi van 1847 de klankleur op een hoger niveau tilde. Dinant (dat zijn geboorterecht mag claimen), Berlijn en in mindere mate Parijs en wat jazzgenegen Amerikaanse locaties, doen dit jaar ook wat rond Sax. Maar het MIM, dat de belangrijkste collectie (130 stuks) Sax-instrumenten bezit, en uit de veiling van het laatste faillissement van Sax een stuk van de private instrumentenverzame-
ling (Afrikaanse tot Aziatische stukken) kon kopen, heeft alles in huis om te pronken.
© MIM
BRUSSEL – Na dik dertien jaar ‘van hetzelfde’ heeft het Muziekinstrumentenmuseum een hele verdieping vaste collecties weggehaald. Daar komt tot 2015 de tentoonstelling ‘SAX200’, een rijke verzameling instrumenten van Sax-signatuur. Met demo-concerten, van klassiek tot jazz, wil het MIM ook tonen dat een museum best pittig en levend kan zijn.
Sax in de opera Het arsenaal aan geëtaleerde instrumentencollecties is maar het decorum van SAX200. Waar het in de expositie om gaat, is het veelzijdige genie Sax uitleggen. De innoverende fabrikant-commerçant, de akoesticus, de verzamelaar, de concertpromotor, de orkestleider (voor de Opéra de Paris – met eigen intrumenten voor Aïda, bijvoorbeeld) én de uitvinder. “Iedereen kent Sax van de saxofoons, al is dat maar 20 procent van wat hij ontwierp,” zegt curator Géry Dumoulin. “Hetzelfde principe paste Sax uitvoeriger toe op de saxoons (een instrument met konische boring en een mondstuk, terwijl een saxofoon mét riet is, jmb). Van sopranino tot contrabas en bourdon: we hebben het allemaal te danken aan Sax. De bugel in bes, bariton, tuba en tenorhoorn zijn allemaal Sax-kinderen.” “Sax’ roem is volledig te danken aan de vernieuwingen die hij op technisch vlak realiseerde, hij wou een homogene klank produceren met veel meer volume dan strijkers aankonden. Daar waren de openluchtconcerten mee gebaat. En straatconcerten betekenden tijdens de Juliordonnantie, Tweede Republiek en vooral het Tweede Keizerrijk, militaire kapellen – elk regiment had een orkest – dé goudmijn die Sax een afzetmarkt
Trombone met zeven klankbekers. bezorgde. Voordien speelden militairen op ophicleïdes, serpenten, instrumenten die het van grote en kleine ventielen en kleppen moesten hebben. De octrooien die Sax verkreeg, mochten dan wel geen lang leven beschoren zijn, hij onderhandelde met concurrenten die zijn kwaliteitslabel mochten gebruiken.” Of het nu in het thema Zakenman, de Uitvinder, het familie- en entourageleven van Sax of het post-Sax-tijdperk is, de expo onthult verrassing na verrassing. De eerste saxofoonklas zag al in 1847 het licht in het Conservatoire de Bruxelles, terwijl Parijs daar maar in 1942 mee begon. En nooit zou Sax gedroomd hebben dat één saxofoon die in 1853 in New York
belandde, tot het succes van straatbands en later de nieuwe (zwarte) jazz zou leiden. Nog zo een geïllustreerd verhaal is dat van Sax uitvinding, de goudronnière. Sax zou als oudste die een gezin van elf kinderen overleefde en zelf vader van een rits kinderen die hij pas erkende nadat zijn lief overleed, twee varianten ervan ontwikkelen. Enerzijds was er het ontsmettingstoestel voor ziekenhuizen. Anderzijds was er het model inhalator, voor behandeling van longziektes. In zijn familie had hij vastgesteld dat de overlevenden enkel zij waren die een muziekinstrument bespeelden, vandaar de link met een beademingstoestel. “Stel je voor dat je tijdens het trompetspelen een sigaret rookt,” legt Jo Santy van het MIM het plastisch uit. Al kwam er teer bij te pas. Vreemd genoeg kocht Louis Pasteur er twee toestellen van; ze speelden een rol in het aantonen dat teer zwaar kankerverwekkend was. Of hoe te veel genialiteit ook fataal kan zijn. Jean-Marie Binst Sax200, van 8/02/14 tot 11/01/15 in het MIM, Hofberg 2, Brussel. www.mim.be, 02-545.01.30. Gratis openingsconcerten in de Sint-Jacob-op-Koudenbergkerk, Koningsplein, op zaterdag 08/02 om 20u, Eric Sleichem & B!indman, en op zondag 09/02 om 14u Swiss Army Band en Saxofoonkwartet van de Gidsen
BDW 1412 PAGINA 19 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
als vertrekpunt, maar Mondriaan nam snel afstand van de realiteit als inspiratiebron.
Artists in residence Mondriaan in Parijs
Oorlog in zwart-wit
Een schilder in oorlogstijd
De naam van Piet Mondriaan (1872-1944) is verbonden met een aantal steden. Hij werd geboren in Amersfoort en ligt begraven in New York, waar hij de laatste zes jaar van zijn leven doorbracht. Daar maakte hij zijn laatste werken, de jazz-schilderijen Broadway Boogie Woogie en Victory Boogie Woogie. Aan Victory Boogie Woogie werkte Mondriaan twee jaar en dan was het nog niet af. Het schilderij kreeg zijn naam postuum, omdat de overwinning in de Tweede Wereldoorlog ondertussen in zicht kwam. Daar was alleen nog een atoombom voor nodig, maar die bleef Mondriaan gespaard want hij stierf op 1 februari 1944. Zijn laatste schilderij is inmiddels te zien in het Gemeentemuseum Den Haag omdat de Nederlandse staat het in 1997 doodleuk aankocht voor zo’n 40 miljoen euro. Hallucinant en wat ons betreft fantastisch, want als u ooit moeite ondervindt om actuele kunst te verdedigen, dan vindt u in Mondriaan een sterke medestander. Ooit had hij een diepgaand conflict met zijn De Stijl-compagnon Theo
© GERARD STOLK
BRUSSEL – We herdenken vanaf dit jaar vijf jaar lang de Eerste Wereldoorlog, en daarvoor zijn wel een paar redenen te bedenken. Maar waarom herdenken we, om één en ander in perspectief te zetten, in dezelfde periode bijvoorbeeld niet ook de geboorte van Piet Mondriaan als abstract kunstenaar?
De Victory Boogie Woogie werd gemaakt in New York en hangt in Den Haag, maar het was in Parijs dat Mondriaan als schilder evolueerde naar de totale en radicale abstractie.
van Doesburg over het gebruik van diagonale lijnen in hun schilderwerk, en waar zulks bij andere kunstenaars als gekoketteer geïnterpreteerd zou kunnen worden, geloof ik zo dat het Mondriaan bittere ernst betrof. Mondriaans eerste nagenoeg abstracte schilderijen dateren al van 1912. Dat is het jaar dat hij naar Parijs verhuisde en daar een atelier nam in de straat met de toepasselijke naam
rue du Départ. De kubisten Picasso en Braque waren toen al een paar jaar aan de slag. Maar Mondriaan, die tot dan toe al een paar stromingen had doorzwommen en net daarvoor nog hoofdzakelijk landschappen schilderde, evolueerde wel veel sneller en radicaler naar de totale abstractie. In zijn eerste tot lijnen en grijsvlakken gereduceerde composities dienden een blinde muur of de Parijse daken nog
De stad, in casu Parijs, diende Mondriaan dus om eerst inspiratie op te doen en vervolgens de motivatie te vinden radicaal zijn eigen weg te gaan. Ook zijn kleuren waren in het begin nog de grauwtinten van de stad, maar al in 1917 gebruikte Mondriaan voor het eerst de primaire kleuren geel, blauw en rood, en schilderde hij zo tijdloos en essentieel dat het voor iedereen herkenbaar zou worden. Als je naar een doek zoals Compositie in Kleur A (1917) kijkt, dat in Kröller-Müller museum hangt, en dan naar de datum waarop het geschilderd is, dan vraag je je af of er geen vergissing in het spel is. 1917! Stonden onze armen van geest toen niet in de loopgraven te sneuvelen voor een morzel gronds? Vóór de oorlog was Mondriaan wel van Parijs naar het neutrale Nederland teruggekeerd, maar het besef dat die vuile, primitieve oorlog in zwartwit op hetzelfde moment heeft plaatsgehad als de geboorte van Mondriaans overbekende oeuvre noopt ons toch om even een en ander mentaal te synchroniseren. Leerkrachten zouden het moeten doen op school: een foto van de loopgraven naast een reproductie van Mondriaan hangen, en dan aan de leerlingen vragen hoeveel tijdsverschil ze denken dat tussen de twee zit. Alleen als je zijn schilderijen in het echt ziet, riskeer je er de ouderdom van te kunnen aflezen. De strakke lijnen en helderwitte vlakken van de reproducties blijken dan zwaarbevochten partijen olieverf te zijn, geteisterd door het schadelijke petroleum dat Mondriaan gebruikte om de verf sneller te laten drogen. Een beetje oorlog voerde de schilder dus wel. Michaël Bellon
ADVERTENTIE
rs. urs tou w nto / on oo m o wo / .c k m o o o .c b k e o c o a b .f e w c w a .f w w w w
Tijdens een woontour verkennen we alle wijken van Brussel met een woonbril. U verneemt alles over huren en kopen in de hoofdstad. U krijgt er een heleboel praktische informatie over de buurten bovenop: de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de aanwezigheid van scholen en groen, de sfeer … Info en inschrijving via 0800 20 400 of www.woneninbrussel.be.
BDW 1412 PAGINA 20 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
Gaetan Saint-Remy: “Mocht ik hier op het Flageyplein, nu vandaag, die publieke ruimte claimen, dan kan ik het. Zolang dat het binnen de grenzen van het fatsoenlijke blijft.”
GAETAN SAINT-REMY, FILMMAKER
‘Een zooitje, een mooi zooitje’ ELSENE – “Hier zit alles bijeen. Van de notabele tot de dompelaar. En wij moeten er op de een of andere manier zien uit te geraken. Het geeft problemen, maar tegelijkertijd maakt het mijn Brussel charmant, boeiend. Een zooitje, een mooi zooitje.” Gaetan Saint-Rémy is geboren en getogen Brusselaar én filmmaker.
H
et Brussel waarin Saint-Remy zich graag beweegt, is vooral Schaarbeek, Sint-Gillis, Elsene. “Dit is een plek waar iedereen zich op stort. Van hoog tot laag. Van de eurocraat tot de sans-papiers. Wie hoog staat wordt gelokt door de hoofdstad van Europa, wie laag staat hoopt hier misschien een toekomst te vinden. Of gewoonweg vergetelheid. Ook wat cultuur betreft is Brussel een trekpleister. Omdat hier zoveel gebeurt. Alweer van hoog tot laag: prestige, tot het ultieme kleinschalige. Het beweegt, het leeft, niemand eigenlijk die Brussel kan claimen of echt weet waar het naartoe zal gaan.”
dat het binnen de grenzen van het fatsoenlijke blijft. Dan kunnen de mensen er op afkomen. De politie – begrijpelijk – eveneens. Maar met begrip. Zoiets in Parijs doen, vergeet het. En dichter bij huis, in Antwerpen. No way.”
Europalia India “Het is een beetje de anarchie, zowel op vlak van de burger, als op dat van de politicus. Laisser aller, laissez faire. Het doet soms pijn om te zien, maar tegelijkertijd maakt het de charme van Brussel uit. Een mens kan hier nog mens zijn, ieders verantwoordelijkheid wordt gerespecteerd. De keerzijde van de medaille is helaas dat nogal wat inwoners daarvan misbruik maken. Is het een warboel, toch kan er iets moois uit groeien. Het beweegt, het leeft, het zal groeien, maar niemand die echt kan zeggen hoe. De toegang tot de publieke ruimte valt ook toe te juichen. Mocht ik hier op het Flageyplein, nu vandaag, die publieke ruimte claimen, dan kan ik het. Zolang
In Brussel is hij niet, Gaetan Saint-Remy, op het moment dat u dit leest. Wel in India. In het kader van zijn bijdrage aan Europalia India. “Ik ben er nu zeven of acht keer geweest, heb er best wel een sterke band mee. Ik heb er ook al twee documentaires gedraaid. Eén ervan is Au-delà du Miroir Occidental, waarvoor ik heb gefilmd in nog andere landen. In Congo onder meer, in Canada bij de laatst overgebleven Indiaanse autochtonen. Het is een document dat tracht een beeld te schetsen van hoe de anderen denken over de Westerse Wereld. De Westerse Wereld die zich superieur voelt en gemakkelijk het woord ontwikkelingsland in de mond neemt. Om het bij de visie van de Indiërs
© MARC GYSENS
Politieke grootvader De grootvader van Gaetan, André Saint-Remy, was ooit burgemeester van Sint-Joost, volksvertegenwoordiger. In de jaren 1960 heeft hij zelfs een politieke partij opgericht: de Rassemblement Social Chrétien de la Liberté, centrumlinks. “Zijn aantal voorkeursstemmen met die partij was indrukwekkend. Waarop de toenmalige PSC hem in de armen heeft gesloten. Hij was ook de laatste burgemeester voor het fameuze Guy Cudell-tijdperk. Mooi is ook hij mijn grootvader heeft gevochten tegen de bruxellisation. Helaas heeft hij in Cudell zijn meerdere moeten erkennen. Het huidige Sint-Joost is daarvan het levende bewijs. Er wordt niet goed genoeg nagedacht vooraleer te handelen. Zowel urbanistisch als sociaal.”
te houden, is dat vermeende superieure evengoed een ballon die zo doorprikt kan worden.
BDW 1412 PAGINA 21 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
maal. Er zijn heel wat problemen tussen al het moois, maar hetzelfde kan gezegd worden van de landen van de Westerse wereld.”
Ecoles poubelles Op Saint-Remy’s palmares: enkele kortfilms (fictie), verscheidene clips, een roman, poëziewerken, novelles... Maar vooral documentaires. Antropologisch, sociologisch. Gedraaid in het buitenland, gedraaid in België. Met tvzenders als belangrijkste afnemers. “Ik kan me niet veroorloven elke documentaire op zelfstandige basis op poten te zetten, in de hoop hem te kunnen slijten aan festivals, televisie. Daarom maak ik eveneens reportages in opdracht. Zo heb ik er dit jaar drie van telkens één uur voor de RTBF gedraaid. Reportages over jongeren die voor het beroepsonderwijs hebben gekozen en in hun laatste jaar zitten. In een school in Ath, het noorden van Henegouwen. Beroepsonderwijs waar dikwijls denigrerend over wordt gedaan, des écoles poubelles. De slotsom, die ik uit dat avontuur heb mogen trekken is schoon. De jongeren, laatstejaars, die ik voor mijn camera kreeg, zijn niet gefocust op eventueel verder studeren. Neen, zij hebben bewust hebben gekozen voor een beroepsopleiding, gevolgd door een positionering op de arbeidsmarkt. Ten tijde van het uitbreken van de bankencrisis waren ze veertien, vijftien. Het maakt dat ze wel degelijk met veel zin voor realiteit in het leven staan, met beide voeten op de grond. Voor hun leeftijd zijn die jonge mannen en vrouwen ook goed op de hoogte van wat er te rapen en niet te rapen valt. Over hoe het allemaal ineen zit in onze maatschappij. Misschien zelfs meer-
Super 8 Het mag duidelijk zijn, Gaetan Saint-Remy heeft in het filmen een passie gevonden. Toch is het geen jeugddroom die werkelijkheid is geworden. “Ik was achttien, negentien, wist niet goed welke studierichting te kiezen. Zoals zo veel jongeren. Uiteindelijk heb ik me ingeschreven aan het IAD, later eveneens aan de ULB. Voor scenarioschrijven. Was het niet van ‘Ik wil en ik zal’, toch moet het zaadje al jong gestrooid worden. Mijn vader, een jurist, is een cinefiel in hart en nieren. Mijn grootvader, die overleden is toen ik nog kind was, was eveneens jurist, heeft carrière gemaakt in de politiek, zowat heel de wereldbol gezien toen hij zich als volksvertegenwoordiger bezighield met commerciële en culturele delegaties. Waarbij hij steeds onderweg was met zijn super 8 camera. Het vliegtuig was nog niet geland, of hij haalde zijn camera boven. In mijn kindertijd en adolescentie heb ik dikwijls beeldmateriaal gezien van mijn grootvader, gedraaid in Azië, Afrika, Latijns-Amerika. Cultuur zat in zijn lijf en leden. Niet alleen film, ook muziek, een discipline waarin hij meer dan zijn streng kon trekken. Nog iets wat ik van hem heb meekregen. Ik heb het nog allemaal liggen, zijn beeldmateriaal, dozen vol. Ooit zal ik er nog wel iets mee doen, met die historische documenten.” “Maar nogmaals: een jeugddroom was het niet, dat filmen. Schrijven wel. Al van toen ik twaalf, dertien jaar was. Op school liep het allemaal niet op rolletjes, ik schreef veel om kwijt te geraken wat me echt beroerde. Momenten dat ik mezelf kon zijn. Het was de aanzet om te zeggen: ‘Ik wil schrijver worden.’ Tegen mijn achttiende was echter mijn frank gevallen dat het ver, heel ver zoeken was achter een opleiding tot schrijver, dus heb ik voor film gekozen.” “Na mijn studies ben ik al snel weer bij het schrijven beland, heb ik geregeld gewerkt als scenarist. Te beginnen met een documentaire, gedraaid in Indië. Een documentaire waarvoor de geluidsman in laatste instantie had afgehaakt, waarop de cameraman – een vriend – me vroeg: Wil jij het niet doen? Je speelt muziek, je kent iets van klank... Zo is de bal aan het rollen gegaan. Bij onze terugkeer, ik was nog geen 25, heb ik samen met Corentin Adolphy de productiefirma Sep Tigo Films opgericht. Wat me toestond voor eigen rekening te schrijven, te regisseren en te produceren. Veel dingen tegelijkertijd, maar dat is wat me drijft, ik kan me onmogelijk vastpinnen op één enkel ding. Noem het gerust werkboulemie.”
“De festivalperiode in september viel ongelukkig , voortaan wordt het maart.”
‘KlaraFestival brengt live radio vanuit Muntpunt’ Al in maart komt The Birthday Edition (10 jaar) van het KlaraFestival eraan. Productiecoördinator Charlotte Gyselinck breekt een lans voor de nieuwe creaties. “Het festival eigent zich daarmee een plaats toe onder de internationale muziekfestivals.” Eerst de hamvraag: waarom plots in maart? Gyselinck: “Het bleek nooit evident om dit festival ‘praktisch’ te organiseren in september, meteen na het zomerreces van ensembles en programmatoren als De Munt. Ergens tussen de krokus- en paasvakantie bleek het enige alternatief. Zo komen we niet in concurrentie met andere festivals. Enkel het tweejaarlijkse evenement van Passa Porta vindt dan ook plaats, maar we staan open voor samenwerking.” Alweer de anciens op de affiche, naast creaties, waarom? Gyselinck: “Het zorgt voor een connection met het festivalverleden en de Belgische artiesten. Kris Defoort is artiest in residentie. Sophie Karthäuser, barokorkest B’Rock, Philippe Herreweghe (nu met het Orchestre des Champs-Elysées), René Jacobs, Collegium Vocale, Huelgas Ensemble en Paul
Van Nevel,... Ze zijn het tien jaar waard geweest om in onze belangstelling te staan. We gaven dit jaar drie creatieopdrachten. Organist Bernard Foccroulle brengt een wereldcreatie in de kathedraal met projecties van videaste Lynette Wallworth. Ook Schuberts Winterreise door Ensemble Intercontemporain (7/2 in première in Parijs) werd door ons besteld, met een opdracht aan Michaël Borremans voor de enscenering. En als derde opdracht, aan Muziektheater Transparant, is er Arthur, muziektheater met referenties naar de wereldoorlog op tekst van Peter Verhelst naar Henry Purcell, met de Veenfabriek, Cappella Amsterdam en B’Rock (in première in Flagey).” Voegt radiozender Klara iets nieuws toe? Gyselinck: “De betalende lunchconcerten in Flagey worden vervangen door Club Midi, tien gratis live middagconcerten met artiesteninterviews door Piet Van Bockstal en Liesbeth Devos, in het auditorium van Muntpunt.” Jean-Marie Binst KlaraFestival, van 15 tot 29/03, www.klarafestival.be, 070-210.217
Karel Van der Auwera
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet © SEP STIGO FILMS
‘Au-delà du Miroir Occidental’ (boven) en ‘General Congo’: documentaires van Saint-Remy.
BEER EN MUIS VALLEN IN DE PRIJZEN. De Brussels-Franse animatiefilm Ernest et Célestine heeft drie Magrittes binnengehaald op de Magritte du Cinéma, de Franstalige filmprijzen. De film gaat over een muis en een beer die een ogenschijnlijk tegengesteld leven leiden. Fien Troch kreeg met Kid de Magritte de prijs voor de beste Vlaamse film en Ozark Henry werd bekroond voor de beste originele muziek in de film Le monde nous appartient. n RUBY RED LIGHT OVER EENZAAMHEID EN ZELFMOORD. TINT - Teenage in Teater - brengt in Ruby Red Light zeven ‘suicide girls on wheels’ op de Bühne. Het is al de tweede keer dat regisseur Eline George meisjes tussen twaalf en achttien jaar samenbrengt om theatraal gestalte te geven aan hun leef- en denkwereld. Voorstellingen op 14 en 15 februari om 20u30 in Zinnema, Veeweydestraat 24-26, 1070 Brussel. n FIN-DE-SIECLE-MUSEUM: GOED BEGONNEN IS HALF GEWONNEN. Het Fin-de-Siècle-museum heeft tussen 6 en 31 december 17.000 bezoekers kunnen lokken. Op jaarbasis zou dat goed zijn voor 200.000 cultuurliefhebbers. Overigens kregen De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in totaal 661.593 bezoekers. Het Magrittemuseum lokte bijna 300.000 kijklustigen. n CHINEES EXPORTPORSELEIN IN JUBELPARKMUSEUM. Na de sluiting van het Chinees Paviljoen – wegens onveiligheid voor bezoekers en personeel – zijn toeristen en Brusselaars Oosterse kunst ontzegd. Tegen de zomer plant het Jubelparkmuseum een expo over Chinees exportporselein. Eind maart komt er een gasttentoonstelling over Djengis Khan, de stichter van het Mongoolse rijk. De geplande tentoonstelling van Japanse prenten Ukiyo-e wordt om budgettaire redenen verplaatst naar het voorjaar van 2015. DV
CULTUUR KORT
“Ik kan me niet veroorloven om elke documentaire op zelfstandige basis op poten te zetten, in de hoop hem te kunnen slijten aan festivals, televisie”
3 VRAGEN AAN CHARLOTTE GYSELINCK
dan de ‘knappe koppen’ die hun weg maken in het ASO, met het oog op hogere studies. Zij hebben er hard voor moeten knokken opdat hun ouders hun keuze zouden respecteren en aanvaarden. Ze mogen er fier op zijn.”
© MARC GYSENS
Hoewel onze prestatiegerichte sociaal-economische cultuur door de Indiërs als dusdanig erkend wordt, zitten wij tegelijkertijd in hun ogen nog steeds in de ontwikkelingsfase op cultureel en spiritueel vlak. Kunnen wij op dat vlak nog heel veel leren.” “Voor mij was het min of meer een les in nederigheid. Indrukwekkend hoe India in spiritualiteit is ingebed. Voor 90 procent van de Indiërs is mediteren, aan yoga doen een dagelijks weerkerende voedingsbron. Niet dat het daar allemaal op rolletjes loopt, dat weten we alle-
BDW 1412 PAGINA 22 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
Ski > Maxime Vanderstichelen kan opofferingen voor skicarrière niet meer opbrengen
‘Eenzaamheid maakte me gek’ BDWSPORT
BRUSSEL – Topsport vereist dat de sporter zijn grenzen opzoekt. Voor Maxime Vanderstichelen (17), voormalig lid van het Brussels Ski Team, vroegen de gemaakte opofferingen te veel van hem. De eenzaamheid die hij voelde tijdens zijn stages in de Oostenrijke bergen dreven hem tot de beslissing om ermee te kappen. Of hij spijt heeft van zijn keuze om voluit voor het skiën te gaan? “Zeker niet.” “Eigenlijk moest ik aanvankelijk niets van skiën hebben,” vertelt Vanderstichelen over zijn eerste ervaring als vijfjarig ketje. “Ik viel altijd, het was nat; het zei me niets. Maar toen ik een paar jaar later een paar lessen volgde op de piste van Yeti Ski in Anderlecht, ter voorbereiding van een familiereis naar het Franse La Plagne, liep het veel vlotter. Zo goed zelfs dat men mij aanraadde bij hun Racing Team aan te sluiten. Ik volgde die raad.” De kick, vooral dat sprak hem aan. De hoge snelheid, tussen de paaltjes zoeven. In de bergen haalde hij naar eigen zeggen snelheden tot 120 kilometer per uur. Ondanks het feit dat Vanderstichelen pas rond zijn tiende serieus begon te skiën – andere toppers gaan al van hun derde levensjaar in de sneeuw ploeteren – sloot hij vrij snel aan bij de top. “In mijn beginjaren lag het niveau minder hoog dan nu. Nu heb je gasten als Dries Van den Broecke en Armand Marchant die echt doorbreken. Ski werd vroeger vooral als hobby gedaan, maar sinds onze generatie ontwikkelt het zich sterk.” “Op nationaal vlak haalde ik snel een goed niveau, dus trok ik voor wedstrijden steeds meer naar het buitenland. Ik kreeg in mijn omgeving regelmatig te horen dat ik verder kon in deze sport en haalde onder meer op Belgische kampioenschappen mooie podiumplaatsen. Thuis zat ik altijd in mijn garage om mijn ski’s te waxen..” De agressiviteit en power bestempelt hij als zijn grootste troeven. Maar in het kopje zat het niet altijd goed. Hij streed constant met zichzelf. “Ik heb altijd faalangst gehad. Dat is bij de meeste zaken zo, maar meestal overwin ik dat. Bij het skiën ging dat maar niet over. De ene dag presteerde ik boven mijn niveau, de volgende dag verkrampte ik helemaal. Ik heb nooit echt constant kunnen presteren. Stress kon mij echt wel verlammen tijdens competities.”
Eenzaam en alleen Toen de jonge skiër in het tweede middelbaar zat, werden zijn inspanningen nog eens opgevoerd. Het was voor hem een evidente keuze om voluit voor zijn sport te gaan. Door de vele reizen naar het buitenland werd het zeer moeilijk om de combinatie met Belgische wedstrijden vol te houden. Het waren vooral zijn schoolverplichtingen die hem hier hielden. “Ik ben naar sportschool Campus Wemmel gegaan, waar ze me wel steunden. De federatie tekende een document dat ik pakweg van 10 januari tot 10 februari afwezig zou zijn voor stages en dat werd aanvaard. De school hielp dus wel. Ski is een sport waarvoor je voluit moet leven. Een topsportstatuut kreeg ik niet.” “Ik ben dan overgestapt naar middenjury, waardoor ik alleen kon studeren in het buiten-
Maxime Vanderstichelen: “Ik heb altijd faalangst gehad. Ski is een sport waarbij je mentaal sterk moet staan. Stress kon mij echt wel verlammen tijdens competities.”
“Toen ik terug in Oostenrijk zat, beleefde ik een van de zwaarste maanden uit mijn leven” land. Dat is niet evident, het vraagt veel discipline en doorzettingsvermogen. Maar het ging wel. Ik had het doel om het te maken als skiër. Maar naarmate de jaren voorbij gingen, begon ik daar toch steeds meer over na te denken.” Tijd om na te denken had Vanderstichelen meer dan genoeg. Door zijn aangepaste schooluren kon hij meer tijd in de bergen doorbrengen, maar hij moest daar wel grotendeels alleen trainen. “Ik skiede daar soms met Oostenrijkers, Japanners, Australiërs, etc. Je leert wat volk kennen, maar meestal ben je daar alleen. Mijn trainingsbasis lag in het Oostenrijkse Pitztal, een gebied waar zeer weinig mensen wonen. Er viel dan ook niets te beleven en het internet viel er constant uit.” “Ik heb voor die regio gekozen omdat mijn latere trainingspartner Dries Van den Broecke er trainde. Achteraf gezien had ik dat misschien beter niet gedaan, want ik zat er altijd alleen. Het was er wel goed om te skiën. We trokken er ‘s ochtends al omstreeks half zeven met de sneeuwscooter naar de top van de berg, zodat we op een harde piste konden trainen.” 2013 was een sleuteljaar voor Vanderstichelen. De nodige opofferingen waren tot dan nooit echt een probleem, maar het begon stil-
LANGE LIJST AFHAKERS Topsport is een harde wereld waarin een select groepje alles in het werk stelt om succes te hebben. De sneeuwsportwereld blijkt voor velen te zwaar om door te wegen. “Ik heb zeer veel skiërs zien afhaken,” stelt Vanderstichelen. ‘Van tien toppers die tot mijn generatie behoren, zijn er zeker zes gestopt. Neem nu Thomas Fierens: een echte topper die in de Europacup skiede, en er dan ineens mee stopte.” “Of ik het iemand aanraad? Ja en nee. Ja, omdat je aan sport doet en zo op het rechte pad blijft. Skiën is zeer leuk. Maar het blijft toch moeilijk als Belg. We hebben nu eenmaal geen bergen.”
aan te knagen. De twijfels over zijn topsportcarrière werden nog even verdrukt door een leuk seizoenseinde, maar een laatste eenzame trainingsperiode deed hem de knoop definitief doorhakken. “De laatste competitie van het seizoen was in Val Thorens, waar we met heel de Belgische ploeg samen waren. Er heerste een leuke sfeer en het was echt tof om te skiën. Dat motiveerde me om terug door te zetten. Deze zomer heb ik dan ook zwaar getraind. Ik had een conditietrainer en die legde er zwaar de pees op. Het was verschrikkelijk, soms train-
© FAMILIE VANDERSTICHELEN
de ik tot ik overgaf. Maar ik had een doel voor me en besefte dat ik moest volhouden.” “Toen ik terug in Oostenrijk zat, beleefde ik een van de zwaarste maanden uit mijn leven. Ik stond om vijf uur op, skiede tot tien uur en na het eten en wat rust deed ik nog wat conditietraining. En dan zat ik daar, terug moederziel alleen, in het midden van niks. Op een bepaald moment heb ik mijn moeder gebeld om te zeggen dat ik het niet meer aankon. Ik werd er gek.”
Fulltime student Na gesprekken met zijn omgeving en trainers besefte Vanderstichelen dat hij moest kiezen: sport of studies. Combineren was geen optie meer. De slechte ervaring van eenzaamheid en de constatering dat er nog een pak skiërs op een hoger niveau presteren, deed hem in oktober beslissen te stoppen met topsport. “Ik was gewoon niet meer gelukkig. Ik had zo’n druk leven. Dat was dan bijvoorbeeld een week trainen, op de rustdag naar Slovenië rijden, drie dagen trainen en twee dagen competitie. Op de rustdag reden we dan naar Duitsland waar hetzelfde stramien volgde, vervolgens reden we naar Zwitserland, etc.” “Nu zit ik rustig thuis en leid ik mijn leventje. Ik ga me volgend schooljaar inschrijven aan de VUB (criminologie of kinesitherapie) en me daar volledig op toeleggen. Ik denk niet dat het nog gaat kriebelen. Uiteraard zal ik nog regelmatig gaan skiën, en neen, ik heb zeker geen spijt van de afgelopen jaren. Misschien was ik wel doorgegaan indien ik een ploeg en teammaats rond me had gehad. Dat zou wel een oplossing geweest zijn. Maar ach, het is genoeg geweest. Ik word nu voltijds student.” Tim Schoonjans
BDW 1412 PAGINA 23 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014
@brusselsbulls App to follow your Brussels Bulls Senior team this season..... no reason anymore not to cheer your team to victory. Een moderne sportclub moet niet alleen op het veld presteren, ook extra-sportief moet ze haar mannetje staan. Dat beseft American Footballploeg Brussels Bulls maar al te goed. Om nog meer volk te lokken naar hun matchen (hun thuisbasis is het sportcomplex in de Lusthuizenstraat 1 in Sint-Agatha-Berchem) hebben ze een app ontwikkeld waarmee u hun matchprogramma altijd op zak hebt. Het is een aanrader, want de Brussels Bulls zijn top in België. Meer informatie vindt u op hun Facebookpagina. TS
In de ban van Sotsji
Winterspelen in Brussel BRUSSEL – De Olympische Winterspelen worden vrijdag op gang getrokken met een grootse openingsceremonie. België vaardigt een relatief kleine selectie af, maar mag dromen van medailles. U hoeft er niets van te missen. Brusselse atleten zult u niet vinden in het Russische Sotsji, waar de Winterspelen doorgaan. Het enthousiasme lijkt in de hoofdstad dan ook niet echt groot te zijn. Alhoewel, heel wat expats uit landen met een sneeuwsportcultuur kijken met genoegen uit naar het sportevenement. Deze vrijdag spreken sommigen alvast af in bar The Big Game om samen naar de openingsceremonie kijken. Het is trouwens voornamelijk in de bekende sportbars – FatBoys bijvoorbeeld – dat u moet zijn om de Winterspelen te bekijken. Let wel op: voetbal en rugby krijgen hier (vooral tijdens het weekend) voorrang. Bij de Brusselse ijs- en sneeuwpiste worden geen speciale evenementen op touw gezet. Al bestaat de kans uiteraard wel dat de televisies van schaatsbaan Poseidon en skipiste Yeti Ski afgestemd zijn op de Winterspelen. Indien u liever op uw eentje geniet van de hoogstaande wintersporters, dan kunt u bij de openbare omroep terecht. Dagelijks
SPORT KORT
Leerkrachten en studenten lichamelijke opvoeding, trainers en begeleiders van sportclubs, speelpleinwerkers, etc. Iedereen die in aanraking komt met en interesse heeft in de begeleiding van KINDEREN MET GEDRAGSMOEILIJKHEDEN, moet op dinsdag 18 februari in het Administratiehuis van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zijn. Daar zal tijdens een clinic onder meer inzicht gegeven worden in de verschillende gedrags- en persoonlijkheidsstoornissen en meer uitleg gegeven worden over een aangepaste, didactische aanpak van sport en spel. Inschrijven kost 15 euro en kan tot 10 februari. Meer informatie op www.vgc.be/sport. ■ Jongeren met te veel energie kunnen zich in vechtsporten volledig uitleven. De BRUSSELS BOXING ACADEMY is uitgegroeid tot een bekende club en blijft zich dit jaar inzetten om ketjes aan het boksen te zetten. Deze week zet het zich mee in voor de promotie van de sport-na-schoolpas en tijdens de tweede week van februari ont-
brengt Canvas minstens vier uur verslag uit, en ook OP12 en Radio 1 besteden ruimschoots aandacht aan het evenement.
Duimen voor de Belgen Om de sfeer van de Olympische Winterspelen echt op te snuiven, zult u even de auto moeten nemen. De Bloso ijshal in Liedekerke wordt namelijk van 7 tot 23 februari omgetoverd tot het Sotsjihuis. Het programma is er even aanlokkelijk als ruim: de Winterspelen worden vertoond op een groot scherm, er worden verschillende initiaties en internationale ijshockeywedstrijden georganiseerd, de snowboardsimulator staat klaar om uitgeprobeerd te worden, etc. U kunt deze vrijdag al afzakken naar de ijshal om de openingsceremonie live te volgen, en achteraf uit de bol te gaan tijdens Beats On Ice. De ingangsprijs bedraagt 5 euro (de huur van schaatsen, een gadget en een drankje zijn inbegrepen). Het loont alvast de moeite om onze toppers er aan het werk te gaan zien, want indien een Belg een medaille haalt, krijgt iedereen een Sotsjihuis-T-shirt. Meer informatie vindt u op www.bloso.be.
Tim Schoonjans
vangen ze een groep boksers uit Zwitserland. Voor competitief thaiboksen moet u op 8 en 9 februari in de Chokmuay Gym zijn. Op zaterdag kampen de jongeren en de dames, zondag zijn de mannen aan de beurt. ■ Zelfverdediging is een van de CURSUSSEN die kinderen uit de lagere school vanaf vijf februari kunnen volgen in jeugdcentrum AXIMAX. Kinderen uit het derde en vierde leerjaar die trekken en duwen maar niets vinden, kunnen ook een cursus volgen om te leren fietsen (vanaf 12 februari). Kinderen uit het vijfde en zesde leerjaar die al stevig op de tweewieler zitten, kunnen dan weer veilig leren fietsen, zelfs in Brussel (vanaf 23 april). Meer informatie over de cursussen vindt u op aximax.vgc.be. ■ Getrainde wielrenners vindt u bij CUREGHEM SPORTIEF. Zij hebben zich tijdens het tussenseizoen versterkt met verschillende jonge talenten en pakken dit seizoen uit met een nieuwe outfit. Al de nieuwtjes stellen ze vrijdag voor, tijdens de ploegpresentatie. TS
ESTAFETTE > DAVID STEEGEN
De besten van Brabant Het voetbalveld in de schaduw van het UZ Jette bestaat al jaren niet meer. Verkaveld. De stad slibt dicht. We hebben seizoenen lang gevoetbald op het kale maar degelijke veld dat gedeeld werd met zusterclub Ritterklub Jette. Die zondag, aan het begin van het seizoen, had ik drie keer gescoord voor de scholieren van SCUP Jette. Na de wedstrijd nam de coach, de hartelijke monsieur Munoz, een voetbaldier zoals ik er maar zelden ben tegengekomen, me even apart. Ik heb veel aan hem te danken. Hij zou me opgeven voor de Brabantse selectie. Als beloning voor mijn goals en inzet. De selectiewedstrijden om de beste voetballers van de provincie Brabant in een team te verzamelen, werden destijds in het jeugd- en trainingscentrum van RSC Anderlecht in Neerpede georganiseerd. Na de heuglijke tijding onderging ik enkele opwindende slapeloze nachten. Wie weet zou ik wel niet ontdekt worden? De druk was groot voor een dertienjarige voetbalverliefde jongen. We moesten op woensdagmiddag aanwezig zijn. De zenuwen gierden door mijn jonge lichaam. Gespannen, bijna overspannen, snelde ik huiswaarts waar vader me zou opwachten voor de belangrijkste lift van mijn jonge leven. Maar hij was er niet. Verhinderd door zaken. Destijds was ik woedend, vandaag, op zevenenveertigjarige leeftijd, heb ik spijt. Nu ik zelf verantwoordelijkheid draag, besef ik hoe druk het leven van een vader kan zijn. Ik zat in zak en as. Ik kreeg hulp van mijn vriend Sven. Zijn vader, leraar, was vrij op woensdagmiddag, zou mij snel even brengen. Wij kenden elkaar van de scouts. Onze ouders waren bevriend. Mijnheer Gatz zorgde er voor dat ik net op tijd in Neerpede aankwam. Hij tufte mij ijlings in zijn
witte DAF Variomatic naar West-Brussel. Ik moest vrijwel onmiddellijk de wei in. Enkele tientallen jongeren stonden al op het veld en werden ingedeeld in verschillende elftallen. Jongens verenigd door dezelfde droom, strijdbaar om bij de besten van Brabant te behoren. Tot mijn grote verbazing werd ik als centrumspits geschaduwd door Evert, klasgenoot van Sven. Evert, de sierlijke centrale verdediger van opleidingsclub Hoger Op Merchtem, destijds de kweekvijver van grote talenten zoals Leo Van der Elst en Gilles De Bilde. Als vrienden elkaar tegenkomen op een voetbalveld, gescheiden door clubkleuren en, in dit geval, door een virtueel elftal, worden ze tijdelijk vijanden. Mannen blijven altijd mannen. Mijnheer Gatz, geflankeerd door zijn zoon Sven, keek rokend toe naar de broederstrijd. Tijdens de rit naar Neerpede had ik mijn strategie bepaald. Ik zou het brutaal en zelfbewust aanpakken. Bij het eerste balcontact zou ik de bal zo opvallend en volmaakt mogelijk tot mij nemen en Evert meedogenloos uitspelen. Helaas. Hij had ook een plan. Evert zou ook laten voelen dat hij er stond. Ik kermde van de pijn en zakte in elkaar. De harde tik op mijn knie schakelde mij onmiddellijk uit. Afgevoerd zonder ook maar een bal te raken. Ontroostbaar was ik. Vader Gatz reed mij stilzwijgend naar huis. Het is allemaal goed gekomen. Sven en Evert zijn nog steeds vrienden en mijn kantoor biedt zicht op het vermaledijde voetbalveld. Ik denk elke dag nog even aan mijnheer Gatz. Hij is vorige vrijdag gestorven. Hier blijft hij leven.
David Steegen is persverantwoordelijke van RSC Anderlecht.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
© FEMKE UYTTEBROECK - SINT-LUKAS KUNSTSCHOOL
N°13
6 FEBRUARI 2014
URBAN SKETCHERS OREN DIE ALLES HOREN BLAZEN OP BUIZEN EN TROMPETTEN
ZAZIE MAGAZINE N° 13 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014 - PAGINA 2
Onze zintuigen, ze bedriegen ons niet. Ze vertellen ons over alle eigenaardigheden die we rond ons zien, ruiken, voelen en horen. Klinkt er goede muziek? Wees maar zeker dat Zazie het gehoord heeft. Lees er alle details over, verderop in deze Zazie. Maar ook al is er iets niet helemaal pluis met je oren, dan nog hoef je lang niet alles te missen, hoor. Daar getuigt Matthias Dejonghe over in het interview hieronder. © ILAH
TROMPETGESCHAL
Vragen? Opmerkingen? Suggesties? Laat maar komen, op zazie@bdw.be!
© SASKIA VANDERSTICHELE
Matthias en Aurelio verstaan elkaar als geen ander als het op voetballen aankomt
OREN DIE (TOCH) ALLES HOREN! Voetbalvrienden, zwemkameraden en fietsfanaten. Dat zijn Matthias Dejonghe en Aurelio Varano. Ze zitten in dezelfde klas in het Koninklijk Atheneum in Etterbeek. Dat voor Matthias alles veel stiller klinkt langs één kant, en er daarom een vreemd apparaatje in zijn ene oor steekt, is voor Aurelio de normaalste zaak van de wereld. En bij uitbreiding voor Matthias’ hele klas!
Aurelio (A): Eigenlijk merk ik dat echt nooit meer op. Ik moet niet trager of luider spreken bijvoorbeeld, want het gehoorapparaatje helpt Matthias. Maar sinds zijn apparaatje eens gevallen is tijdens de speeltijd, denk ik er wel een beetje meer aan. Matthias (M): Ja, iemand heeft er toen op getrapt. Meestal blijft het wel goed zitten, maar het hangt nu
M: Vroeger kreeg ik veel vragen over mijn oorprobleem. Nu is dat wat minder. En soms geraak ik dat ook wel beu. A: Ja, maar sommigen stellen hun vragen ook niet aan Matthias zelf. Dat is toch nog altijd beter.
aan een draadje vast aan mijn trui. Ik heb ook nog een ander apparaat. Daarvoor moet de leerkracht een microfoontje gebruiken. Maar ik draag het liefst het eerste. Dat is allemaal een vervelend gedoe, maar het gaat wel.
Heb jij zelf ontdekt dat je minder goed hoorde? M: Eigenlijk was het vooral mijn mama die het opmerkte. Ik heb dan testen moeten doen. Ik moest een koptelefoon opzetten. Er klonken woorden in, en die woorden moest ik herhalen. Ook lieten ze geluiden horen, zoals het geluid van de zee. Blijkbaar gaf ik niet altijd antwoord zoals het moest.
Zijn anderen vaak nieuwsgierig, zoals Zazie nu eigenlijk?
Wat dacht je toen allemaal? M: Ik vond dat niet zo erg. Soms zou ik wel willen
© JURGEN WALSCHOT
ZAZIE MAGAZINE N° 13 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014 - PAGINA 3
dat het ooit overgaat. Dan moet ik al die apparaten niet meer dragen. Maar ik weet wel dat het nooit kan genezen. Zo hebben de dokters het mij gezegd. Ofwel blijft het altijd zoals het nu is, ofwel gaat het achteruit. Maar daar heb ik nu ook wel niet echt schrik voor. Op welk oor slaap je? Op je goede of op je slechte oor? M: Op mijn goed horend oor! Handig, want dan hoor ik de lawaaierige vliegtuigen niet. Als ik slaap, doe ik het apparaat uit, want het zou pijn doen. Als ik dan opsta ‘s morgens, is het ook niet het eerste dat ik opzet, hoor. Meestal doe ik dat pas als ik thuis vertrek. Moet je er soms voorzichtig mee zijn? M: Om te zwemmen doe ik het uit, want het mag niet nat worden. Maar in een zwembad hoor je toch alles goed. Het geluid weerkaatst tegen de zwembadmuren. En ook om te fietsen zet ik het niet op. Als ik val, kan het kapotgaan. Ik ga vaak met mijn opa fietsen. Aurelio, ben jij niet nieuwsgierig naar wat Matthias precies hoort met zijn hoor-app? A: Jawel! Maar ik kan het niet aandoen. M: Het past maar in één oor, want het is op maat gemaakt. Om het te maken, steken ze een soort plastiek in je oor, dat dan hard moet worden. Dan geven ze dat aan een gehoorapparatenmaker. Ik weet dus precies hoe mijn oor er vanbinnen uitziet. Kunnen jullie je inbeelden hoe het is om nog minder, of helemaal niets te horen? M: Ik wel. Dan moet je van die hele dikke gehoorapparaten dragen. Je kan niets horen. Je moet met je handen praten. Overkomt het jou, Matthias, dat je iemand moet vragen om te herhalen wat hij zei? M: Soms moet ik dat doen, vaak tegen mensen die mij niet kennen of die ikzelf niet ken. Van mensen die ik ken, ken ik de manier van praten en de stem. Dat maakt het gemakkelijker.
Ha! Lekker minder opletten dus? Nog één vraagje, heren. Heeft iemand het ooit gedurfd om met Matthias’ gehoorapparaatje te lachen? A: Dat denk ik niet. M: Dat heb ik ook nog niet gemerkt. Iedereen heeft toch wel iets bijzonders? Niemand is perfect. Je draagt een bril, of een gehoorapparaat. En iedereen heeft een talent en iets dat hij minder goed doet. Toch? Kim Verthé
ER T
HÉ
Schets je stad © KI MV
Aurelio, kan je tegen Matthias fluisteren als je naast hem zit in de klas? A: Ja, geen probleem! M: Ik moet dan wel zeggen dat hij zich wat naar mijn goede oor draait. Maar vaak doe ik dat zelf al. Het is een gewoonte geworden. En voorlopig zit ik altijd vooraan, maar na de krokusvakantie verandert dat. De leerkrachten willen eens proberen.
Urban Sketching, Sketching ooit al van gehoord? Dat is wat de leerlingen van Sint-Lukas onlangs hebben uitgeprobeerd. Ze maakten eerst hun eigen schetsboek. Daarna trokken ze de stad in. ‘Zodra iemand iets interessants zag, stopten we even om te schetsen,’ legt workshopbegeleider Jurgen Walschot uit aan Zazie-X-perte Rula en aan Kris Bauwens, directeur van de kunstschool. ‘Urban Sketchers is opgestart door de Spaanse journalist en illustrator, Gabriel Campanario. Hij startte met een Flickr-groep in 2007. Artiesten die schetsten op locatie, konden er hun tekeningen posten. Intussen komen in meer dan 30 landen tekenaars regelmatig samen om te schetsen. Ook in België bestaat zo’n groep (kijk maar op www.urbansketchers.org). Femke Uyttebroeck (18) van Sint-Lukas kreeg alvast inspiratie aan het Noordstation (zie coverbeeld van deze Zazie). Maar dat was niet de enige activiteit tijdens de workshopdagen van Sint-Lukas. X-pert Rula, die er zelf schoolloopt, vroeg aan directeur Kris wat er zo bijzonder aan is. ‘Tien jaar geleden hadden wij het idee om jong en oud op onze school samen te laten werken. En dat valt elke keer heel goed mee. Als ik rondloop in de school, merk ik dat iedereen heel erg geïnteresseerd is, dat jong van oud leert en omgekeerd, en dat iedereen hard zit te werken.’ ‘Maakt u zelf ook kunst?,’ wil Rula nog weten. ‘Ik heb daar helemaal niets mee! Ik was vroeger leraar wiskunde en wetenschappen,’ lacht Kris. KV
e ka
n
na de
chtdieren.wordp
ss
.c
Kika leef t onde r de grond. In een kelder of grot. Daar heef t ze haar holletje gemaakt. ’s Avonds kom t ze naar bove n. Via riolen, pijp en en buizen komt ze op de meest vreem de plaatsen. ’s Nachts loop t ze door de st Ze praat met ad. dieren. Ze kijkt naar mensen. Ze neemt foto ’s en schrijf t op .
ki
om
Dit is haar da gboek. Of beter: haar NACHTBOEK.
/
htt p:/ /
re
ZAZIE MAGAZINE N° 13 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014 - PAGINA 6
SINT-JOZEF UIT WATERMAAL-BOSVOORDE MUSICEERT MET JEUGD EN MUZIEK BRUSSEL AFLE VERING
4
Blazen op buizen en trompetten
©2009 Turtle Industries ™
© SASKIA VANDERSTICHELE
WIST J E DAT? Een kop
Moâtez, muziekinstrumentenliefhebber en voetballer, krijgt verbazend mooie klanken uit de trompet van Bart Maris.
Op een doodgewone dag waant Zazie zich op een bijzondere plek. Het is alsof we ronddwalen door een oeroud bos, vol treurige geluiden en spannende klanken. Als we onze ogen dichtdoen tenminste, net zoals muzikant Bart Maris dat doet wanneer hij muziek voor ons begint te spelen. Bart bespeelt trompetten, vuvuzela’s, schelpen en koehoorns, zolang hij er maar op kan blazen! Na een uurtje toeteren we allemaal de longen uit ons lijf. Bart heeft een arsenaal aan blaasinstrumenten op een tafel uitgestald. Vooraleer hij iets zal vertellen over zijn passie voor koperblaasinstrumenten, laat hij ons liever gewoon luisteren.
Hij pakt een grote, roze zeeschelp en sluit zijn oogleden. Pauline en Nessrine trekken grote ogen wanneer Bart er een volle klank uittovert. Net zoals bij een echt instrument! En wat straffer is: Bart
e se uit k rblazer helem oper is aal n tegenw gemaakt? E iet per r be s oordi trombo nen bijv g ook plastiek taan en oo Of de co rnetto ( rbeeld, de P-b o = trompe t), een k de voorloper v nen. a o gemaak perblaasinst n de ru t van eb benhou ment t.
heeft zijn zeeslakkeninstrument zelf gemaakt! ‘Ja, dat is heel simpel. Ik heb er een klein gaatje in gemaakt. De trillingen die ik er langs het kleine gaatje inblaas, draaien er als klanken langs de grote opening weer uit,’ toont hij. ‘Zo werkt elk blaasinstrument.’
Hij blaast, wij blazen Bart kan wel twintig blaasinstrumenten bespelen: van trompetten, bugels tot tuba’s. Nicolas is onder de indruk. ‘Mijn kamer thuis staat vol! Mijn collectie verzamel ik als sinds 20 jaar,’ zegt Bart. ‘Het is begonnen met enkele instrumenten, maar ik heb
ZAZIE MAGAZINE N° 13 - DONDERDAG 6 FEBRUARI 2014 - PAGINA 7
er intussen meer en meer en meer.’ Maar waarom fascineren blaasinstrumenten Bart dan zo? ‘Je moet in groep werken. Je moet samenspelen. Alleen een blaasinstrument bespelen, is een hele droevige zaak. Als je met velen samenspeelt, kan je grote akkoorden maken. En een blazende muzikant, die mag je niet onderschatten. Het is zoals bij een vechtsporter: hoeveel lawaai hij ook maakt, blazen is het meest ontspannende dat bestaat!’ Bart wil ons absoluut overtuigen van ‘zijn jongens’. Het duurt dus niet lang voor de muzikant ons allemaal een stuk buis in de handen duwt. Een buis? Jawel, een stukje regenpijp, waarop een mondstuk is gezet. Want ook met een regenbuis kan je muziek maken!
X-perts
Zazie-redacteurs vertellen over hun favoriete modemust, beestje of lekkernij van de maand. Laat je inspireren!
‘Zo dr ik h aag het em lief st’
Protjesklanken Op het teken van dirigent Bart zetten we onze trillende lippen aan de buizen. We persen er brommende klanken uit, tot onze kaken kraken en onze lippen ervan gaan slapen. Clémence en Nessrine zijn aangenaam verrast. ‘Het is gemakkelijker om op een plastieken buis te blazen dan op een echt instrument. Het voelt minder zwaar,’ zegt Nessrine. ‘Maar het lijkt wel of we voortdurend protjes laten,’ grapt Clémence. Zodra we de knepen van het blaasvak onder de knie hebben, vertrouwt Bart ons zijn lievelingen toe. We mogen al zijn instrumenten één voor één uittesten. Nicolas houdt van de tuba. Hij beweegt als een rasmuzikant en gooit zijn torso af en toe naar voren.
Rosa (11), de modemeid HOT: DE BEANIE. De beanie is een muts die je waarschijnlijk al eens (of 1.000 keer) op straat hebt gezien. Een beanie kun je op verschillende manieren dragen: je kunt hem zo dragen dat hij een beetje overhangt op het einde, of met het einde recht omhoog. Je kunt ook de boord van je beanie omplooien om zo een gewone muts te krijgen. Voor een supergepersonaliseerde beanie
kan je er glitters, studs of strijkpatroontjes op zetten. Als je kan breien of haken, kan je met verschillende soorten en kleuren wol gewoon zelf zo’n hippe muts maken. En een tip: als je niet veel of geen geld wilt uitgeven, kijk dan eerst eens bij de oude mutsen op zolder of op rommelmarkten. Zo heb ik een beanie van 30 jaar oud gevonden, bij oma en opa in een kist. De beanie is een MUST deze winter!!
Orkest in spe ‘We waren precies een voltallig orkest: het beste ter wereld!’, joelen Alain en Grégoire na afloop. Maar dan moet er dringend een naam gevonden worden voor het blaasensemble van Sint-Jozef. ‘Het babyorkest?’ aarzelt Camille. ‘Neen, het jongensorkest,’ plaagt Alain alle meisjes. Tja, het is bijna Valentijn, denkt Zazie bij zichzelf... Kim Verthé
Mateo (9), de dierenvriend
© SASKIA VANDERSTICHELE
VOGELBEKDIER. Dag allemaal. Ik ga jullie iets meer over de platypus vertellen (=vogelbekdier). Ik vind het een bijzonder beest omdat het het lijf van een mol heeft, de bek van een eend en de staart van een bever. De platypus leeft in Australië net boven de waterspiegel, in een hol. Hij graaft gangen van 5 tot 10 meter lang, met op het einde een kamer. In die kamer vind je een nest. De platypus eet weekdieren zoals zeeslakken en wormen. De levende dieren doodt hij met gif dat in zijn langste nagel zit. Wist je dat de Aboriginals (=de eerste bewoners van Australië) geloofden dat de eerste platypus een jong was van een waterrat en een eend? Ik vind het dier speciaal omdat het vrouwtje eieren legt, maar wel haar jongen zoogt. Het zogen gaat voor, dus is het vogelbekdier een zoogdier.
Kawtar (10), de lekkerbek Hallo. Ik heb onlangs een recept uitgevonden samen met mijn tante. Het zijn notencakejes. Ik ga vaak bij mijn tante langs. Zij vindt altijd recepten uit.
Bart houdt het buizenorkest strak in de hand.
Wil je horen wat Bart voor ons speelde? Luister naar een klankfragmentje op onze facebookpagina: facebook/Zazie. jongerenkrant. Ben je gebeten door muziek en op zoek naar leuke concerten, workshops of kampen? Trek dan even aan de mouw van Jeugd en Muziek Brussel. Zie www.jeugdenmuziekbrussel.be.
N NTE D IË e n E R IN G 0 0 g n o t r 1 b o te 80g ocolade c g h 100 eieren 3 iker g su 100 e pakjes e r en t w illesuike v an
Stap 1: Knip de noten in stukjes. Snijd dan de chocolade in stukken. Stap 2: Doe de chocolade in een pot. Zet die pot op het vuur en laat de chocolade zacht smelten. Doe de boter, eieren, suiker, vanillesuiker, de gesmolten chocolade, en de noten dan in een andere kom en meng alles. Zo krijg je een deeg. Smeer boter in de gietvormen. En doe de deeg in de gietvormen. Stap 3: Leg de gietvormen 20 minuten in de oven op 180 graden. Het is gemakkelijk. Eet smakelijk!!
DRIE tips van Zazie om er deze maand februari met je ouders of vrienden op UIT te trekken:
THEATER - ZOUTLOOS
© KIM VERTHÉ
UIT–gestippeld
15 EN 16/2
Een bejaardentehuis is geen toffe plek omdat het er wat muf ruikt en naar ‘oud’ smaakt? Studio Orka trekt zich daar niets van aan en voert er een theatervoorstelling op. Zoutloos gaat over iemand moeten missen. Of liever vergeten? Over beregezellige oma’s, drukdrukdrukke papa’s en zotte verpleegsters. Waar & wanneer? 15 en 16/2, in het rusthuis Magnolia, in Jette. Kaartjes via www.bronks.be.
WELKE VRAAG LIGT ER OP JE MAAG?
FILM - CINEKETJE
Rapper Pitcho geeft zijn liefde voor het rappen graag door.
16/2
Lekker wegzakken in een cinemastoel? Dat kan op zondag 16 februari in Cinematek. Dan speelt bijvoorbeeld Ruzz&Ben, over een meisje en een jongen die hun vlieger uitproberen in de stad. De draad gaat kapot en de vlieger vliegt weg. Op zoek naar hun vlieger, komen ze terecht in een verlaten fabriek. Daar ontmoeten ze een heel bizar wezen. Of Für Mathilde, over een meisje dat de pianolessen beu is en door de stad zwerft om haar gevoel voor muziek terug te vinden. Info via 02/511.24.77.
CONCERT - RAVEL, KIPPENVEL!
20/2
Violen, dwarsfluiten, pauken en harpen... Alles door elkaar?? Wil je nu wel eens weten hoe een groot symfonisch orkest als het Brussels Philharmonic werkt? Donderdagavond 20 februari ben je welkom in het Flageygebouw. Samen met Jeugd & Muziek Brussel kom je achter de schermen alles te weten over het leven en de muziek van de beroemde componist Maurice Ravel. Na de pauze kan je inpikken in het concert, met muziek van Ravel. Kippenvel!
Elke maand polst Zazie bij een Bekende Brusselaar naar wat hij/zij wil vragen aan jullie, de Jeugd van Tegenwoordig. Deze keer is Pitcho aan de beurt. Pitcho Womba Konga is een artistieke duizendpoot. Hij is rapper, slammer, acteur en komiek. Soms treedt hij solo op, soms met zijn groep Onde de Choc. Hij heeft ook zijn eigen bookingkantoor, Skinfama. Eind dit jaar schittert hij in de film Waste Land van regisseur Pieter Van Hees. En samen met Molenbeekse jongeren maakte hij MolemCapitale, het lijflied voor Molenbeek Culturele hoofdstad 2014. De vraag die hij aan hen, en nu ook aan jullie stelt, is:
Kunnen jullie dromen helpen om het Brussel van morgen te bouwen? Fantaseer daar maar even over. Gooi er dan een goede rapbeat onder. Teksten of dromen mailen mag altijd, naar zazie@bdw.be. Benieuwd naar het rapnummer MolemCapitale? Je kan het beluisteren via de facebookpagina I Like Molenbeek. Let op: het lied blijft gemakkelijk in je hoofd hangen!
Kamerijklaan 46 1700 Dilbeek
EEN PITTIG MUZIEKFESTIVAL (+3) Muzikale workshops Installaties en animatie Voorstellingen
© TERESA SDRALEVICH
ADVERTENTIE
HO,
blijf even hangen hier! Wat zie/denk/voel jij bij deze tekening? Mail naar zazie@bdw.be of laat je mening los op facebook.com/ Zazie.jongerenkrant
Kunstenares Teresa Sdralevich maakt elke maand voor Zazie een posterzegel. Een miniposter dus, zoals ook een postzegel een piepkleine poster is. Je kan de posterzegels verzamelen en downloaden op www.brusselnieuws.be/ posterzegel
Zondag 23 februari vanaf 13.30 uur info en tickets: www.westrand.be - 02 466 20 30 www.westrand.be/pepernoot
Zazie is een maandelijkse bijlage bij Brussel Deze Week en is gratis. Samenstelling: Kim Verthé (kim.verthe@bdw.be, 02-226.45.59). Vormgeving: Peter Dhondt. Tekeningen: Ilah, Teresa Sdralevich. Redactie: Kim Verthé. Eindredactie: Kim Verthé. Foto’s: Saskia Vanderstichele. Cover: Femke Uyttebroeck. Vragensteller: Pitcho. X-perts: Rosa, Mateo en Kawtar. Contact met Zazie? zazie@bdw.be. Like! facebook.com/Zazie.jongerenkrant. Adverteren in Zazie? lisa.decrick@bdw.be. Neem een abonnement: abo@bdw.be. Verantwoordelijke uitgever: BDW, Anne Brumagne, Flageyplein 18, 1050 Brussel.
Volgende Zazie op 6 maart! www.brusselnieuws.be/zazie