AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
13 02 14
DE AMERIKAANSE DROOM VOLGENS DUANE HANSON En ook: St. Vincent, Rick de Leeuw en Pieter De Buysser.
Harissa, de sambal van de Arabische keuken, is een populaire saus bij Marokkaanse gerechten. Mia Trading importeert het pikante goedje naar België en Europa. Ongeveer 50 jaar geleden kwam oprichter Mohammed Mechbal uit Marokko aan in Brussel. Lees zijn levensverhaal, samen met dat van andere Marokkaanse immigranten, binnenin deze krant (p.4-8).
Demografie > 50 jaar na migratieakkoord België-Marokko
Marokkanen thuis in Brussel en de Rand BRUSSEL – De meeste mensen van Marokkaanse herkomst wonen nog altijd in Brussel, maar steeds meer – vooral jonge – Marokkanen trekken naar de Rand. Dat zegt demograaf Quentin Schoonvaere (UCL).
D
e tweede en derde generatie gaat zich steeds vaker vestigen in Randgemeenten van Brussel, zoals Machelen, Dilbeek of Drogenbos. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van demograaf Quentin Schoonvaere die een studie maakt voor het Centrum voor Gelijkheid van Kansen. “Woonde in de jaren 1970 en 1980 nog 55 procent van de Marokkaanse gemeenschap in Brussel, dan is dat vandaag nog maar 47 procent. Er is dus een duidelijk tendens tot uitwaaiering van de Marokkaanse gemeenschap in België.” Schoonvaere ziet vooral de goedkopere huisvesting als verklaring voor de (al bij al bescheiden) stadsvlucht. Brussel blijft wel de belangrijkste
thuishaven voor veel Marokkanen. Schoonvaere: “Opvallend is dat het nog steeds om een jonge populatie gaat, die nog kinderen zullen krijgen. Dat verklaart ook waarom de Marokkaanse gemeenschap nog zal aangroeien de komende jaren.” “Jongere generaties stichten wel kleinere families: daar waar in de jaren 1980 vrouwen van Marokkaanse origine 5,7 kinderen kregen, is dat vandaag gemiddeld 2,6 kinderen per vrouw. Ter vergelijking: de gemiddelde vruchtbaarheidsgraad bij vrouwen in België ligt rond de 1,8.” Sinds de jaren 1980 blijft huwelijksmigratie het belangrijkste motief voor Marokkanen om naar België te immigreren. Schoonvaere: “De jongere generatie gaat wel almaar min-
der een huwelijkspartner zoeken in het land van herkomst. In 2008 werd nog 67 procent van de verblijfsvergunningen aan Marokkanen afgeleverd omwille van huwelijksbeweegredenen. In 2012 ging het om 40 procent van de verblijfs-
keren naar hun land van herkomst: “Van de Marokkanen die in de jaren 1990 naar hier kwamen, dus nieuwe migranten, keerde slechts 15 procent na zeven jaar terug. Van de migranten uit nieuwe Europese lidstaten, de zogenaamde EU12, keert
“Politici moeten blijven investeren in de verbetering van de socioeconomische positie van de jonge generaties” vergunningen. De strengere wet rond familiehereniging, van kracht sinds eind 2011, heeft die daling ongetwijfeld versterkt.” Demograaf Schoonvaere vermoedt dat de huwelijksmigratie ook de verklaring vormt voor het feit dat weinig Marokkanen uiteindelijk terug-
over dezelfde periode 40 procent terug. Die laatste groep is hier gekomen voor werk en minder om een familie te stichten.” Ook nakomelingen van Marokkaanse migranten, die hier dus geboren zijn, keren zelden terug. “Van de tweede generatie, geboren in de
© SASKIA VANDERSTICHELE
jaren 1960, keert zo’n 4 procent definitief terug. De jongste generatie, geboren eind jaren 1970, keert in minder dan 2 procent van de gevallen terug, al onderhouden ze wel nauwe banden met hun herkomstland.”
Sociaal-economisch deficit “Wat het sociaal-economisch profiel betreft, blijft er een sterke integratiekloof,” waarschuwt Schoonvaere. “Het gaat vaak om generaties die van in het begin al te kampen hebben met sociaal-economische achterstelling. De eerste generatie was laaggeschoold, met beperktere vooruitzichten om op te klimmen op de sociale ladder. Politici moeten zeker blijven investeren in de verbetering van de socio-economische positie van die jonge generatie Marokkanen. Die zullen hier opgroeien, als Belgen, en blijven. Niemand heeft er baat bij dat het sociaal-economisch deficit nog verder groeit.” Kim Verthé en Steven Van Garsse
LEES MEER OVER DE MAROKKAANSE MIGRATIE OP DE PAGINA’S 4 TOT 8 ADVERTENTIE
BELOOFD IS BELOOFD Ga snel naar pagina 7
N° 1413 VAN 13 TOT 20 FEBRUARI 2014 ¦ WEEK 7: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK ‘INSPECTEURS MOETEN HIER EENS WEEKJE LESGEVEN’ BRUSSEL – Behalve stadsschool Anneessens-Funck kregen ook enkele katholieke secundaire scholen in Brussel een flinke veeg uit de pan van de onderwijsinspectie. Reactie van het vrije net: “Die inspecteurs kennen de Brusselse realiteit niet.” Het Sint-Guido-Instituut uit Anderlecht, Kunsthumaniora Sint-Lukas uit Schaarbeek en het Lakense Regina Pacisinstituut kregen na de doorlichting aan advies dat deels negatief is. “Maar dat betekent dus niet dat die scholen over de hele lijn slecht scoren, integendeel,” verduidelijkt Petrus Van den Cruyce, directeur van de overkoepelende scholengemeenschap Sint-Gorik. Hij erkent dat er ‘werkpunten’ zijn, maar sommige beoordelingen zijn ‘ronduit ontmoedigend’. “Regina Pacis en Sint-Lukas krijgen een negatief advies voor de gebouwen. Maar beide scholen hebben concrete nieuw- en verbouwplannen.” Ook heeft hij de indruk dat er soms met twee maten en twee gewichten gemeten wordt en dat de inspectie te weinig rekening houdt met de Brusselse realiteit. “Onze beroeps- en technische richtingen trekken een typisch Brussels publiek aan, veel anderstalige jongeren, vaak uit een achtergesteld milieu. De scholen werken keihard, maar vele leerlingen hebben nu eenmaal een achterstand. Dat beseffen de inspecteurs te weinig. Ze bekijken het Brusselse onderwijs door een Kortrijkse of Limburgse bril. Ze zouden hier eens een weekje moeten lesgeven.” Dat vindt ook Piet Vandermot, directeur van het schoolbestuur van Sint-Guido. “Er gebeuren zoveel inspanningen. En dan pinnen ze ons vast op bagatellen. Zo wordt de onthaalklas voor nieuwkomers negatief beoordeeld. In het verslag staat dat er onvoldoende techniek in het lessenpakket zit. Terwijl ons taalbeleid voor nieuwkomers in heel Vlaanderen geprezen wordt. Overal worden we gevraagd om te komen spreken, we zijn een modelschool.” Ook de schildersopleiding van Sint-Guido wordt erg gewaardeerd, met name door werkgevers uit te streek. “En nu krijgen we het verwijt dat de leerlingen te weinig werken met elektronische schilderscatalogi.” Ook de opmerkingen dat te weinig leerlingen verder studeren en te veel scholieren achterstand hebben, zijn bij Vandermot in het verkeerde keelgat geschoten. “Onze oud-leerlingen zijn wel allemaal aan het werk. Kan ik het helpen dat Lukaku niet verder studeert? En achterstand? De meesten komen het beroeps binnen met twee jaar achterstand. Dan kan je de school toch niets verwijten.” Hij vreest dat door zulke beoordelingen het beroeps- en technisch onderwijs in Brussel onder druk komt te staan en dat er nog meer leraren de hoofdstad zullen ontvluchten. “Het wordt hoog tijd dat de inspectie weet wat Brussel is.” HUB
BDW 1413 PAGINA 2 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Uitgelicht > Bruno De Lille (Groen) over Paspartoe, de nieuwe vrijetijdspas
‘Wij willen iedereen uit zijn kot krijgen’ BRUSSEL – Paspartoe, zo heet de nieuwe vrijetijdspas van de Vlaamse Gemeenschapscommissie die de cultuurwaardebon vervangt. De VGC-subsidies voor cultuurparticipatie verschuiven hiermee grotendeels van middenklasse naar kansarmen. “De cultuurwaardebon werd oneigenlijk gebruikt.”
D
e omvorming van de cultuurwaardebon naar een vrijetijdspas heeft wat voeten in de aarde gehad, maar deze week is in Zinnema dan toch de chipkaart Paspartoe voorgesteld. Dat is geen cosmetische opsmukoperatie. De Vlaamse Gemeenschapscommissie wijzigt grondig het gebruik, en stuurt daarmee ook het beoogde doel bij. Tot juni vorig jaar kon de Vlaamse Brusselaar drie cultuurwaardebonnen per jaar aanvragen die korting boden van 6 euro in meer dan honderd cultuurhuizen in Brussel, van KVS tot Flagey. Die waardebon verdwijnt. De nieuwe vrijetijdspas zal een-
malig 5 euro kosten. In ruil krijgt de gebruiker nog één cultuurwaardebon van 6 euro. Hij zal wel van andere voordelen kunnen genieten. De cultuurhuizen kunnen namelijk via spaarpunten kortingen geven aan veelgebruikers. “Een beetje zoals supermarkten dat doen,” zegt collegelid Bruno De Lille (Groen). “Het wordt dus een promotieinstrument voor de cultuurhuizen, zoals het aanvankelijk bedoeld was.” De VGC maakt gebruik van het digitaal platform dat Cultuurnet heeft ontwikkeld en waar Aalst als proefgemeente al van gebruikmaakt. Hoe Paspartoe als spaarkaart zal
evolueren is koffiedik kijken, geeft De Lille toe, maar de hoop is dat de cultuurhuizen zullen samenwerken zodat de voordelen alle gebruikers ten goede komen, en niet alleen de bezoekers van de eigen instelling. Tweede grote verandering is het
“De bedoeling is dat de kansarmen aangemoedigd worden om een eigen kaart aan te vragen” bereik van Paspartoe. De cultuurwaardebon was voorbehouden voor culturele instellingen. Paspar-
toe staat voortaan ook open voor sport- en jeugdverenigingen. De grootste verandering zit echter bij de gebruiker zelf. “De cultuurwaardebon was bedoeld om de cultuurparticipatie te bevorderen,” zegt De Lille. “Uit een studie is gebleken dat een financiële incentive niet volstaat om mensen naar cultuurhuizen te krijgen, en dat de cultuurwaardebon terechtkwam bij wie sowieso al in cultuur geïnteresseerd is (de middenklasse, svg).” De Lille wil een eind stellen aan dat oneigenlijk gebruik en wil dat de subsidie terecht komt bij de doelgroep waar het instrument voor bedoeld was, namelijk de kansarmen. Voor hen wordt Paspartoe gratis, en voor elke voorstelling tot 16 euro zal de kansarme slechts 2 euro betalen. Het verschil wordt bijgepast door VGC (60 procent) en door het cultuurhuis (40 procent). De VGC trekt hier 370.000 euro voor uit. Dat is het bedrag dat vroeger naar de cultuurwaardebon
DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS
Erectiepillen van baksteengruis en blauwe verf, bedreigde diersoorten of een kanariegeel hemdje van ‘Huggo Boss’, niets ontsnapt aan het alziend oog van de dienst accijnzen & douane. In tegenstelling tot de balie van de collega’s op de luchthaven heeft de stand op het vakantiesalon veel succes bij het publiek.
© JO VOETS
WEEKOVERZICHT
BDW 1413 PAGINA 3 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
© BART DEWAELE
WOENSDAG 5 FEBRUARI ‘SCHOOLLOOPBAAN BEPAALT CRIMINEEL GEDRAG’. De slechte schoolervaring van jongeren doet ze criminele feiten plegen, niet hun afkomst. Dat blijkt uit een onderzoek van de KU Leuven waarvoor meer dan 2.500 jongeren in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel werden ondervraagd. tweetalige scholen voor leerkrachten? Guy Vanhengel (Open VLD), binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie bevoegd voor het Nederlandstalig Onderwijs in Brussel, wil een tweetalige school oprichten voor leerkrachten en directeurs. Volgens Vanhengel zouden leerkrachten via een dergelijke opleiding een diploma behalen dat in beide taalgemeenschappen geldig is. marathon eindigt op de brouckere. De aankomst van de marathon van Brussel ligt voortaan op het De Brouckèreplein in plaats van op de Grote Markt. Dat beslist organisator Golazo sports in overleg met Brussels schepen van Sport Alain Courtois (MR). De nieuwe eindmeet moet een oplossing bieden voor het stijgende deelnemersaantal en het plein nieuw leven inblazen. De marathon vindt dit jaar plaats op 5 oktober.
DONDERDAG 6 FEBRUARI De Vlaamse Gemeenschapscommissie maakt gebruik van het digitaal platform van Cultuurnet Vlaanderen dat eerder al in Aalst heeft proefgedraaid.
DIDIER REYNDERS BEGRAAFT KLEINE RING. Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) doet zijn voorstellen voor Brussel uit de doeken in Le Soir. De Brusselse kandidaat-lijsttrekker voor de Kamer wil onder meer de Kleine Ring volledig ondergronds maken. De Grote Ring wil hij sluiten met een ondergrondse tunnel die Drogenbos met het Leonardkruispunt verbindt.
ging. Die subsidie verschuift hiermee dus van (vooral) middenklasse naar kansarmen.
VRIJDAG 7 FEBRUARI
Folder met voordeelbonnen Omdat kansarmen misschien niet snel zelf de stap zullen zetten om naar theater of concert te gaan, kunnen armoedeverenigingen (Werkgroep Maatschappelijke Kwetsbare Jeugd, Verenigingen waar Armen het Woord Nemen, de CAW’s en Lokale Dienstencentra) een groepskaart aanvragen. Daarmee kunnen ze met kansarmen in groep naar een bepaalde activiteit gaan.
“ “ HET WOORD
De Lille: “De bedoeling is wél dat de kansarmen aangemoedigd worden om een eigen kaart aan te vragen, zodat ze in de toekomst zelf naar voorstellingen kunnen gaan. Dat is de emancipatorische functie die met de cultuurwaardebon ondergesneeuwd was geraakt.” Voor activiteiten die meer dan 16 euro kosten krijgen de kansarmen een folder met voordeelbonnen. Daarmee kunnen sportclubs en jeugdverenigingen bijvoorbeeld een goedkoop lidmaatschap aanbieden. De VGC wil de administratieve last niet onnodig zwaar maken. De ver-
enigingen die een groepspas aanbieden, moeten zelf bepalen wie kansarm is en wie hierdoor recht heeft op de gratis vrijetijdspas. Voor De Lille was de ommezwaai naar een vrijetijdspas broodnodig: “We willen mensen uit hun huis krijgen, omdat we ervan overtuigd zijn dat wie deelneemt aan het maatschappelijke leven, zelf ook een interessante bijdrage kan leveren aan de maatschappij. En dan maakt het niet uit of we dat doel bereiken via cultuur, jeugd of sport.”
Steven Van Garsse
Als in Brussel de culinaire geneugten en de trein– verbinding met Parijs niet zo aantrekkelijk waren, zouden veel functionarissen de hoofdstad van Europa net zo lief verruilen voor een of ander gat in de derde wereld.” Jonathan Holslag, professor Internationale politiek (VUB), over diplomaten en expats in zijn nog te verschijnen boek De Kracht van het Paradijs.
Nu is het te veel.”
SINT-GILLISVOORPLEIN OPGEFRIST. Landschapsarchitect Bas Smets heeft de ontwerpwedstrijd voor het autovrije Sint-Gillisvoorplein, die de gemeente Sint-Gillis zelf uitschreef, gewonnen. Het plein wordt volledig heraangelegd. De bomen verdwijnen uit gemak voor de marktkramers en de huidige blauwe steen wordt hergebruikt. De gemeente wil in 2016 met de werken beginnen. De kosten bedragen 1 tot 1,2 miljoen euro.
MAANDAG 10 FEBRUARI ANDERLECHT VERWIJDERT TRAMRAILS. Tegen midden 2015 wil het Anderlechtse gemeentebestuur zich ontdoen van zijn ongebruikte tramsporen. De MIVB en Beliris slaan de handen in elkaar voor de werkzaamheden, die anderhalf jaar zullen duren. Veertien straten in de wijken Het Rad, Veeweide en Debussy-Depauw zien in totaal drie kilometer sporen verdwijnen. Sommige voetpaden worden vernieuwd.
‘BRUSSELSE VASTGOEDMARKT STABIEL’. De vastgoedmarkt blijft stabiel. Dat besluiten de Brusselse notarissen na een analyse van de verkoop in 2013. Grote appartementen zijn flink in prijs gestegen. De mediaanprijs ging met 8,9 procent de hoogte in. Het toenemend aantal eenoudergezinnen is verantwoordelijk voor de relatief grote vraag.
Vluchtstad schrijvers vaak vervolgd of bedreigd worden wegens politieke motieven, wil Icorn de internationale gemeenschap hiertegen laten optreden. Amar richtte in eigen land de eerste onafhankelijke krant op en schreef een kritisch boek over koning Mohammed VI. Als vluchtstad biedt Brussel hem gedurende twee jaar een veilig onderkomen en een beurs aan.
GEWESTEN BEREIDEN KILOMETERHEFFING VOOR. De drie gewesten hebben een akkoord bereikt over de tarieven voor een toekomstige kilometerheffing. Vanaf 17 februari start een proefproject in het gebied dat bediend zal worden door het Gewestelijk Expresnet, waaronder Brussel (GEN). Een gps-toestel registreert dan het traject van de 1.200 deelnemers. Tijdens de spitsuren betaalt u binnenkort wellicht 9 cent per kilometer op stadswegen, 5 cent op autosnelwegen en 6 cent op andere wegen. Wanneer de heffing er effectief komt, ligt nog niet vast. Ze zal de eenmalige inschrijvingstaks en de jaarlijkse verkeersbelasting vervangen.
DINSDAG 11 FEBRUARI
Stromae wint acht prijzen tijdens de zevende editie van de Music Industry Awards (op Eén).
In het Brusselse stadhuis ondertekenen vertegenwoordigers van vier academische instellingen – VUB, HUB, ULB en Saint-Louis – woensdagavond het charter ‘Brussel Vluchtstad’. De Marokkaanse auteur en journalist Ali Amar geeft er een lezing over vrije meningsuiting. Amar is auteur in residentie bij het literatuurhuis Passa Porta via het International Cities of Refuge Network (Icorn). Dat is een wereldwijde vereniging van steden die de vrijheid van meningsuiting beschermt. Aangezien
LEEFMILIEU BRUSSEL SLUIT PARKEN. Door de sterke rukwinden beslist Leefmilieu Brussel de toegang tot parken en bossen te verbieden. Ze worden pas heropend na inspectie en beveiliging. In parken die niet kunnen worden afgesloten, hangt de gewestelijke overheidsdienst een bericht op en lichten parkwachters het publiek in. Het KMI spreekt van windsnelheden van 80 tot 100 kilometer per uur.
Nicolas Cornil
paspartoe vervangt cultuurwaardebon. Paspartoe is de naam van de nieuwe vrijetijdspas voor de Vlaamse Brusselaar. Hij vervangt de cultuurwaardebon. Volgens VGCcollegelid Bruno De Lille (Groen) werd de waardebon oneigenlijk gebruikt. Samengesteld door Nicolas Cornil
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP
BDW 1413 PAGINA 4 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
50 JAAR MAROKKAANSE IMMIGRATIE IN BRUSSEL Vijftig jaar geleden gooiden twee koninkrijken het op een akkoord: Marokko zou sterke jongemannen leveren om de Belgische mijnen te bevolken en de bouwindustrie rendabel te maken. België zou toelaten dat de geïmmigreerde arbeidskrachten het zuurverdiende loon naar hun thuisland mochten opsturen en dat vrouw en kinderen later konden volgen. “De eerste generatie Marokkanen in België was meegaand en wijs. De tweede ging al graag eens uit. De derde en de vierde generatie, daar is niets meer mee aan te vangen,” grapt Mohammed Mechbal. BDW dronk liters thee en sprak met de families Mechbal, Ouahabi en Baroudi.
DRIE FAMILIES, DRIE VERHALEN © SASKIA VANDERSTICHELE
Mohammed houdt van de culturele en professionele brassage die migratie teweegbrengt. “Dat maakt dat een land vooruitgaat. Zonder uitwisseling zou onze samenleving maar steriel zijn.”
IN WELK BRUSSEL WIL U LEVEN?
Waar kiest u voor, als Brusselaar? Een samenleving waarin tegenstellingen op de spits worden gedreven? Of een samenleving gebaseerd op samenwerking? We hebben in Brussel een hechte ploeg nodig die de komende 5 jaar krachtige antwoorden biedt op de vele uitdagingen. Met een heldere visie en concrete plannen. Voor élke Brusselaar. Het kan. www.bouwenaanbrussel.be
ECONOMISCHE GROEI ZONDER SOCIALE AFBRAAK
#welkbrussel
ADVERTENTIE
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1413 PAGINA 5 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
n Familie Mechbal Op de terreinen van de Vroegmarkt, langs de kanaalzone, heerst bedrijvigheid. Mia Trading, in Europa de tweede grootste importeur van exotische en mediterrane producten, houdt er kantoor. In de opslagplaats lachen kilo’s olijven, dadels, noten en Bourazathee je toe. “Deze importzaak is begonnen als een toevallig project,” zegt Mohammed Mechbal (57), pater familias en oprichter en CEO van Mia Trading. Hij begon zijn loopbaan immers als opvoeder voor de dienst jeugdbescherming. “Op een gegeven moment belandde ik met een zware hernia in Saint-Luc. Een ondernemende neef kwam me daar bezoeken en bleef maar aan mijn mouw trekken om samen een handelszaak op te zetten. Bovendien ontmoette ik in het ziekenhuis een oude man die aardappelen en sjalotten exporteerde naar Marokko en Portugal, en die op het punt stond zijn boerderij in Aalst te verkopen. Ik had toen niet de financiële middelen om die te kopen, maar het gaf me wel de ‘goesting’ om iets op poten te zetten. Ik heb twee jaar verlof zonder wedde genomen, en voilà, ik ben nog altijd op verlof zonder wedde.” Mohammed maakte kennis met ons land als dertienjarige knaap. “Ook dat was toevallig. Een oudere broer werkte toen in Duitsland bij de Bundesbahn. Een andere broer was hem gevolgd. Maar toen die laatste in Brussel-Zuid de overstap zou maken naar Frankfurt, ontmoette hij een werkgever die hem een contract aanbood in een fabriek voor industrieel linnen. In 1970 maakten mijn ouders en ik, op weg naar Mekka, bij beiden een langere tussenstop. De tocht ging via Europa, de Balkan en Turkije, aangezien het in die tijd onrustig was in Algerije en Libië. (In Algerije en Libië hadden respectievelijk de kolonels Boumédienne en Kadhafi staatsgrepen gepleegd en militaire dictaturen geïnstalleerd, nvdr.).”
Louiza (centraal) is als kind van Noord-Marokko naar Molenbeek verhuisd. Haar vader (wiens hand te zien is op de foto) was zes jaar eerder naar België gekomen met een arbeidscontract.
“In het holst van een laatzomerse nacht kwamen we in Brussel aan. Ik herinner me nog steeds de geur van het brood dat ik die eerste ochtend ging halen in de Gentsesteenweg – toen ook al een winkelstraat. Ik had nooit van Walt Disney gehoord, maar ik waande me wel in een sprookjeswereld. Toen Kerstmis naderde, werden overal lichtjes opgehangen en verstuurden we postkaarten – een gewoonte van mijn schoonzus, die Belgische was. Dat positieve, haast feeërieke gevoel deed me besluiten te blijven. Mijn ouders keerden terug naar Marokko, ik bleef achter met een foto van mijn moeder. Uiteraard hing ik toen nog half aan haar navelstreng en heb ik me ontworteld gevoeld. Maar ik wilde hier naar school.” Mohammed ontmoette zijn vrouw Malika toen hij nog opvoeder was. Haar broer kampte met schoolproblemen, en werd begeleid door Mohammed. “We trouwden in 1983. Twee jaar later kregen we ons eerste kind, Ilheme.” Malika’s verhaal liep enigszins anders. “Mijn vader, intussen gestorven, is hier zoals zovelen ongeletterd gearriveerd. Mijn ouders waren in Marokko jong getrouwd, en waren nooit naar school gegaan. In 1964 kon mijn vader als havenarbeider aan de slag aan het kanaal van Willebroek. Hij laadde binnenschepen met kolen of hout, zwaar werk. Vier jaar later is ons gezin naar Brussel gekomen. Toen was ik acht. Ik herinner me vaag dat ik ooit huilend heb staan roepen: ‘Ik wil terug!’. Ik miste de vrijheid van het Marokkaanse platteland. De Belgen verwelkomden ons heel hartelijk, maar
ons eerste appartement in de Guillaume Kennisstraat in Schaarbeek was veel te klein.” “Als kinderen van ongeletterde immigranten waren we een beetje op onszelf aangewezen. Zeker de meisjes wilden zich loswrikken van
“Als kinderen van ongeletterde immigranten waren we een beetje op onszelf aangewezen. Zeker de meisjes wilden zich loswrikken van conservatieve opvattingen”
conservatieve opvattingen. Ik had geen zin in een leven als vrouw aan de haard. Maar ik kon niet revolteren zoals de jeugd dat vandaag kan. Van mijn vader mocht ik enkel de eerste drie jaren van het middelbaar volgen. Ik heb hem kunnen overtuigen om verder te stude-
ren, maar ik moest dan wel een beroepsgerichte opleiding kiezen. Met spijt moest ik het Emile Max-lyceum in Schaarbeek verlaten en secretariaat-talen gaan volgen. Een vervolgstudie aan de universiteit was uitgesloten, maar ik zag een opening via een regentaatsopleiding. Ik had nog meer kunnen studeren, maar toen ontmoette ik een gekkerd met wie ik een gezin heb gesticht.” Malika gaf enkele jaren les, daarna ging ze de boekhouding doen in de zaak van haar man. Intussen houdt ze zich meer bezig met de merkpositionering en de vormgeving en buigt oudste dochter Ilheme (28) zich over de rekeningen, met zus Sarah (21) als assistent. “Niet meteen mijn droomjob”, zegt Ilheme. “Na het middelbaar wist ik niet goed wat ik wilde. Een jaar communicatie aan de Université Saint-Louis beviel me niet. Te theoretisch. Met frisse tegenzin begon ik dan maar in het familiebedrijf. Maar sinds ik echte verantwoordelijkheden heb, vind ik het heel plezant. Intussen heb ik ook marketingstudies aangevat. Maar ik heb dus het geluk gehad nooit te hebben moeten solliciteren.” Broer Mehdi (23), handelsingenieur in spe: “Veel van onze vrienden kiezen voor ‘hardere’ studiekeuzes: rechten, ingenieurs- of doktersstudies. Misschien onbewust, vanuit een nood aan erkenning? Onze grootouders zijn hier gekomen om het vuile werk op te knappen in de
LEES VERDER OP P.6
ADVERTENTIE
IN WELK BRUSSEL WIL U LEVEN? Paul Delva
#welkbrussel
Benjamin Dalle
Brigitte De Pauw
Brigitte Grouwels
Bianca Debaets
Walter Vandenbossche Steven Vanackere
BDW 1413 PAGINA 6 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
© SASKIA VANDERSTICHELE
“Mijn vriendinnen geloven nooit onmiddellijk dat ze mijn oma is. Blonde Marokkanen bestaan nochtans ook, hoor.” Laila’s (29) grootmoeder Aisha (70) kwam ongeveer 50 jaar geleden haar man achterna die als metser werk had gevonden in Brussel.
VERVOLG VAN PAGINA 5 industrie. Wij willen bewijzen dat we ook hoger kunnen mikken. En met een hard diploma sta je sterker op de arbeidsmarkt. Want sommige vrienden constateren dat ze niet altijd aangenomen worden door bepaalde werkgevers, wegens hun huidskleur of hoofddoek.” Ilheme heeft zich nooit anders behandeld gevoeld, “maar dat komt nog wel,” voorspelt Mohammed. “Neem nu de douane. In België wordt statistisch gezien 1,67 procent van de containers in Belgische havens gecontroleerd: ofwel op papier, ofwel fysiek. Van mijn lading wordt soms tot 84 procent gecontroleerd.” De arbeidsmarkt voor Brusselse jongeren schat Mohammed somber in. “Elk jaar komen 12.000 jongeren recht van de Brusselse schoolbanken. De helft vindt geen job en heeft niets om handen. Samen met Beci en futsalclub Bouraza Medina, waar ik respectievelijk bestuurder en voorzitter van ben, werken we aan een project om talentvolle jeugd te motiveren. Als jongeren in staat zijn te voetballen, kunnen ze ook geïntegreerd geraken in het bedrijfsleven. Werkgevers dragen ook verantwoordelijkheid. We zijn niet allemaal Didier Bellens. Winst moeten we maken, uiteraard, maar dat moeten we investeren in het bedrijf én in de jonge generatie.”
n Familie Baroudi Allal wil liever niet op de foto. Hoogstens een schuchtere hand wil hij laten zien. “Ik ben
83. Waarom zou er nu nog een portret van me gemaakt moeten worden?” IJdelheid is hem vreemd. Onopvallendheid is hem dierbaar. “Ik heb me nooit ingelaten met politiek, noch in België, noch in Marokko. Als ik over straat wandel, doe ik dat rustig. Nooit heb ik mijn identiteitskaart moeten bovenhalen voor de politie. Ik had mijn job, en verder ben ik altijd tevreden geweest met een rustig leven.” Allal Baroudi zette voet op Belgische bodem in 1964, het jaar waarin België en Marokko de conventie voor arbeidsmigratie ondertekenden. In zijn geboortedorp nabij Nador, in Noord-Marokko, had Allal via de radio opgevangen dat België gezonde jongemannen zocht voor de mijnsector. “Wie wilde, schreef zich in. Ik was wel al dertig, maar had ervaring als mecanicien. Ik gaf me op. Het was de bedoeling om in de mijnen in Charleroi te gaan werken. Ik kreeg een overeenkomst om naar België te komen en stapte op het vliegtuig. Eenmaal hier, ontmoette ik een patron uit Zaventem die interesse had in mijn ervaring. Hij runde een fabriek in Diegem. Hij kocht tweedehandswerktuigen op, wij repareerden ze en hij verkocht ze opnieuw door. Ik heb altijd voor dezelfde patron gewerkt, tot aan mijn pensioen. Geen hard labeur, zoals in de mijnen. Ergens was ik wel opgelucht. Ik heb altijd gevonden dat ik een goede job had.” Wie als immigrant in de jaren 1960 en 1970 naar Brussel kwam, hoefde zich geen zorgen te maken om een job, herinneren Allal en dochter Louiza (49) zich. “Iedereen vond werk. Het metronetwerk werd aangelegd, net als grote boulevards zoals de Leopold-II-laan, ondergrondse parkings, de Kleine Ring en de tunnels, enzovoort. Veel Marokkanen waren daarbij betrokken.”
Loubna (29), dochter van Louiza en kleindochter van Allal, voelt de huidige arbeidscontext in Brussel helemaal anders aan. “Eenmaal wij een job te pakken hebben, proberen we die te houden. Ik ben lerares van opleiding, maar lesgeven wilde ik uiteindelijk liever niet. Na vijf maanden zoeken vond ik een baan bij het OCMW van Brussel-Stad. Al bij al een relatief
“Ik heb altijd voor dezelfde patron gewerkt. Geen hard labeur, zoals in de mijnen. Ergens was ik wel opgelucht”
korte periode als je ziet hoeveel mensen maar geen job vinden. Ikzelf heb nooit het gevoel gehad gediscrimineerd te worden omdat ik Belgische met Marokkaanse roots ben, maar als je bijvoorbeeld een sluier wil dragen, wordt het al iets moeilijker, denk ik.”
Allal is, in tegenstelling tot zijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen, het Frans nog altijd niet erg machtig. Al kan hij zich behoorlijk uit de slag trekken. Ook die allereerste dagen in België. “Toen ik hier aankwam, was de ontvangst hartelijk. Ik kreeg vijftien dagen opleiding. Men leerde mij de basis: waar ik brood kon halen en inkopen kon doen, hoe ik het een en ander moest vragen.” Tussen 1964 en 1970 moest Allal zijn vrouw en kinderen missen. Hij grijpt naar zijn hart. “Hoef ik uit te leggen hoe gelukkig ik was eenmaal ze hier bij mij waren? De plek deed er niet toe. Als we maar verenigd waren. Die eerste zes jaren had ik in Zaventem gewoond, in een huurhuis. Eenmaal ons werk erop zat, kookten en aten we samen met vrienden en werkmakkers.” “Toen mijn gezin naar België kwam, zijn we naar Molenbeek verhuisd, aangezien daar vrienden en kennissen uit mijn geboortestreek woonden. We huurden een huis in de SintMariastraat. Later trokken we naar de Jubelfeestlaan en nog later naar de Vanderstichelenstraat. Eenmaal mijn kinderen hier waren, is terugkeren nooit meer een optie geweest.” Louiza is samen met zeven andere broers en zussen opgegroeid in Molenbeek. Louiza zelf is er nooit vertrokken. In de Vaartkapoen helpt ze regelmatig bij allerlei evenementen. Aan Marokko heeft ze weinig herinneringen overgehouden. Loubna woont met haar man en kinderen in Vilvoorde. ‘In België, blijf ik altijd de Marokkaanse. In Marokko ben ik de Belgische. Soms stoort me dat, maar ik ben er ook aan gewoon geraakt. Als ik zou moeten kiezen tussen België en Marokko, zou de keuze voor mij niet moeilijk zijn. Maar mijn grootvader zal altijd een voet op beide bodems behouden.”
BDW 1413 PAGINA 7 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
n Familie Ouahabi “Jullie treffen het. Ik ben net terug van Marrakesh. Het was er prachtig weer.” De anders zo blanke huid van Aisha (70) is lichtjes gebruind. “Ik ga regelmatig naar Marokko, op bezoek bij mijn zussen en broers. Maar meestal blijf ik niet langer dan twee weken. Dan begin ik mijn kinderen weer te missen. Vooral de kleintjes.” Aisha heeft een zoon en acht dochters grootgebracht, en talrijke klein- en achterkleinkinderen. “Ze heeft de hele familie opgevoed,” lacht kleindochter Laila’s (29). Haar kinderen, Melina (6) en Aliya (4), noemen hun overgrootmoeder mamie habiba, lieve grootmoeder. “Voor mij is ze maman habiba, lieve mama.” “Ik ben afkomstig uit Tanger, één van de oudste steden van Marokko. Ik ben opgegroeid met de Fransen en de Spanjaarden in mijn achtertuin. Tanger was in mijn kindertijd nog een internationale zone. (Tanger had dat statuut sinds 1923, na overeenkomsten tussen Frankrijk, Spanje en Groot-Brittannië. Bij de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 kwam Tanger onder Marokkaans bestuur, nvdr.). Je had een paspoort nodig om naar Rabat of Marrakesh te gaan. Ik herinner me dat ik met mijn vader langs de douane moest. De douanier hield me tegen. Door mijn blonde haren en mijn blanke huid geloofde hij niet dat ik de dochter van mijn vader was. Nochtans zijn mensen uit het noordelijke Rifgebergte wel vaker blond of ros, of ze hebben groene ogen.” “Mijn vader had het goed in Marokko. Hij was arbeider in een Frans tabaksbedrijf en werkte zichzelf op tot chef. Later had hij een fabriek met bouwmaterialen en badkamermeubelen. In 1958 ben ik getrouwd. Ik was 15. Mijn man wilde liever niet in het familiebedrijf aan de slag. Als metser was hij nieuwsgierig naar de mogelijkheden in Brussel. In 1964 vertrok hij en drukte me op het hart: ‘Later kom ik je halen’. Een jaar later trok ik bij hem in, in de Van Dyckstraat in Schaarbeek, in een huis dat we
toen nog verwarmden met steenkool. Het eerste contact met onze huiseigenaar en de buren was hartverwarmend. Ze vroegen of we iets nodig hadden, en wij nodigden hen uit voor Marokkaanse soep of tajine. Wat ik me uit die tijd als lastig herinner, was het telefoneren naar huis. Telefooncabines waren er nog niet, dus waren we aangewezen op het postkantoor. We stonden uren in de file om te kunnen bellen naar het thuisfront.” “Ook ik wilde snel werk vinden. Waarom? Anders zou ik me maar vervelen. Via een annonce in de krant kon ik starten als kok in een restaurant in de buurt van de Martinitoren aan het Rogierplein. Ik sprak Frans. In Marokko was ik naar een Franse school gegaan. Daarna bewerkte ik hout in een houtbedrijf in Hoeilaart. Ik was er de enige Marokkaanse vrouw tussen allemaal mannen. Ik was jong en voelde me sterk. En ik leverde goed werk. Mijn baas vroeg me of ik nog vrouwen kende zoals ik, en ik introduceerde er drie kennissen.” “Na zeven jaar in België heeft mijn man me verlaten, en stond ik alleen in voor mijn negen kinderen. Nooit heb ik nog een andere man toegelaten in mijn leven. Bovendien ving ik destijds nog twee andere kinderen op in huis: Elvire en Noëlla. Noëlla was een schoolkameraadje van mijn kinderen, alleen op de wereld, zonder vader en moeder. En kort nadat we waren verhuisd van Schaarbeek naar Nossegem, hoorde ik op een nacht iemand huilen aan de voordeur. Daar stond een Vlaams meisje, Elvire. Ze was 14 jaar en snikte dat ze niet meer welkom was bij haar gescheiden ouders. Twee dagen lang had het kind niet gegeten. Ik heb haar een kom soep gegeven en een pyjama en haar in bed gestopt. Ze is bij ons gebleven tot ze trouwde met de zoon van mijn toenmalige huiseigenaar.” “Na zes jaar in het houtbedrijf te hebben gewerkt, waren mijn handen gezwollen. En de lange woon-werkafstand werd me ook wat te veel. Ik ging opnieuw aan de slag in de horeca. Ik zocht ook toenmalig burgemeester Roger Nols op tijdens zijn spreekuur. Ik zei
hem ‘ik zoek werk’. ‘Welk soort werk wilt u?’ vroeg hij me. Ik zei: ‘Luister, ik wil toiletten poetsen, als ik er maar voor betaald word. Ik wil werken voor mijn kinderen.’ Elke ochtend stond ik om vier uur op en ging huizen poetsen. Dan haalde ik mijn kinderen uit bed en bracht hen naar school. Van tien tot drie uur ‘s namiddags werkte ik in het restaurant, en
“Mijn buren zijn altijd als een familie voor mij geweest. Belgen, Marokkanen, we zijn uiteindelijk gelijk? We zijn allemaal naakt geboren”
‘s avonds maakte ik eten en deed ik de was en de plas. Het was goed zo. Mijn kinderen deden het goed op school. Ik heb hen altijd veel liefde gegeven, en soms een schop onder de kont als het nodig was.” Contact met andere Marokkanen zocht Aisha niet speciaal op. “Mijn buren zijn altijd als een familie voor mij geweest. Belgen, Marokkanen, we zijn uiteindelijk gelijk? We zijn allemaal naakt geboren. Ook Nols was heel vriendelijk voor ons (Nols was FDF-burgemeester van Schaarbeek van 1971-1989 en stond er om gekend een antimigrantenbeleid te voeren, nvdr.). Op een dag, rond Kerstmis, werd aangebeld. Nols overhandigde me een cheque van 8.000 Belgische frank, voor de kinderen. De twee zusters die hem flankeerden, hadden
manden bij met kerstgebak. Kan je zeggen dat hij niet goed voor ons was?” Ook op de arbeidsmarkt heeft Aisha zich nooit benadeeld gevoeld. ‘Als je werk zoekt, vind je er. Ook mijn man had altijd werk: in de metro, in de bouwsector. Al mijn kinderen en kleinkinderen zijn aan het werk: in de telecomsector, de bankwereld, het ziekenhuis, als architect of zelfstandige. Ik moet hout vasthouden.” “We hebben natuurlijk wel allemaal goede studies gedaan,” mengt kleindochter Laila zich. “Ik ben in Marokko geboren. Een neef was hier in België op vakantie gekomen en verliefd geworden op mijn moeder. Ze trouwden en gingen in Marokko wonen. Maar mijn moeder kon er niet aarden. Ik ben samen met haar teruggekeerd naar België. Intussen is ze sinds twintig jaar samen met een Belg. Ik heb dus een Marokkaanse en een Belgische papa. Ik hou van de Marokkaanse cultuur, maar ook van mijn Belgische leven. Mijn Belgische papa liet toe dat ik kon uitgaan. Dan ging ik met mijn vrienden naar de Carré.” Voor grootmoeder Aisha is het nooit een optie geweest om terug te gaan naar haar vaderland. “Ik stond achter mijn kinderen. Voor hen ben ik ook uit Brussel verhuisd. Ik wilde een groter huis en wilde hen alle garanties geven om talen te leren. Ik hou van het koude weer. Als ik doodga, hoeft mijn lichaam ook helemaal niet naar Marokko getransporteerd te worden. Waarom zou het? De goede god die daar over iedereen waakt, is hier ook!” “Maman habiba, waar zouden wij dan naartoe moeten om je graf te bezoeken? Trouwens, je zult nog wat geduld moeten hebben, want jij zult zeker honderd worden.” “Mijn god! 100? Om zot te worden!” Kim Verthé, Goele De Cort en Steven Van Garsse
LEES VERDER OP P.8
ADVERTENTIE
Vandaag een autostrade, straks een mensenzee Een 100% autovrij Beursplein was een strijdpunt van sp.a en vele Brusselaars. Nu is er een belangrijke stap gezet: Brussel krijgt een prachtig, majestueus plein in het hart van de stad. Door pleinen terug te geven aan de mensen, wordt Brussel een (nog) fijnere plek om te leven. Want het plein is de tuin, het terras en de living van de stadsmens.
Aujourd’hui une autoroute, demain une marée humaine Une place de la Bourse 100% piétonne fut un combat du sp.a et de nombreux Bruxellois. Une étape importante a désormais été franchie : Bruxelles aura droit à une superbe place, majestueuse, au cœur de la ville. Rendre aux citoyens les places publiques fera de Bruxelles un endroit (encore) plus agréable à vivre. Parce que la place est tout à la fois le jardin, la terrasse et le salon du citadin.
ANS PERSOONS
PASCAL SMET
schepen in de stad Brussel
Brusselaar in de Vlaamse regering
www.spa-brussel.be
BDW 1413 PAGINA 8 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Samenleving > Nauwelijks migratie door bilateraal akkoord van 17 februari 1964
Marokkanen kwamen vooral als toeristen © ARCHIEF BDW
BRUSSEL - Vijftig jaar geleden tekenden België en Marokko een bilateraal akkoord voor de rekrutering van goedkope arbeid voor de Belgische steenkoolmijnen. Dat akkoord zelf bracht echter maar een beperkte migratie op gang.
D
e aandacht voor vijftig jaar migratie vandaag (zie kader hiernaast) staat in schril contrast met de aandacht voor het bilateraal akkoord in het jaar dat het werd gesloten. De pers repte er met geen woord over. Het Staatsblad zou de conventie pas na tien jaar na datum publiceren. De diplomatieke inspanningen om tot het bilateraal akkoord van 17 februari 1964 te komen, dienden vooral de industriële belangen, zo blijkt een boek van ULB-onderzoekster Nouria Ouali. Vooral de steenkoolfederatie Fedechar was vragende partij voor goedkope arbeidskrachten. De werkgevers wilden zo snel mogelijk de spanning op de arbeidsmarkt weghalen, om zo de lonen voldoende laag te kunnen houden. Tegelijk was Marokko vragende partij voor het migratieakkoord. Het land kampte met een economische crisis. Het bilateraal akkoord zorgde voor werk en kon buitenlandse geldstromen op gang brengen. Vreemd genoeg zou België minder dan een jaar na het bilateraal akkoord al signalen uitsturen dat de officiële migratiestroom uit Marokko moest stoppen. Tot grote ergernis van Marokko. De eerste tekenen van een crisis in steenkoolindustrie kondigden zich aan en niet veel later zouden tal van mijnen sluiten. Duizenden mijnwerkers stonden op straat. In 1968 sloot Fedechar het rekruteringskantoor in Casablanca. Andere industriële takken zochten in de Golden Sixties wel volop naar mankracht, maar er was intussen een andere filière ontstaan, eerst via Frankrijk, later rechtstreeks via België. Marokkaanse mannen kwamen met een toeristenvisum naar België op zoek naar een job. Werkgever en werknemer hadden een vergunning nodig, maar de overheid kneep een
afzette en in België kwam studeren. De vraag die rest is hoe het komt dat veel Marokkanen zich in Brussel zijn komen vestigen. Vandaag woont 45 procent van de Marokkanen in de hoofdstad. En dan nog vaak eens geconcentreerd in de oude industriële wijken rond het kanaal en in Sint-
“Vooral werk en de huizenmarkt brachten Marokkanen naar Brussel. Niet de aanwezigheid van een Marokkaanse gemeenschap”
Marokkaanse kinderen in de Noordwijk in 1974. Vanaf de jaren 1970 verandert arbeidsmigratie geleidelijk in huwelijksmigratie.
oogje dicht, of regulariseerde snel. Onderzoeker Hassan Bousetta berekende dat er via het bilaterale akkoord slechts 3.292 Marokkanen naar België emigreerden in de periode 1961-1971. In diezelfde periode kwamen er via de officieuze weg bijna veertigduizend Marokkanen naar België, vooral dan met een toeristenvisum. Ook hiermee kon de Belgische industrie haar voordeel doen. De migratie met toeristenvisa was goedkoper en minder omslach-
tig dan via het bilateraal akkoord. Was de Marokkaanse migratie in de jaren 1960 vooral een arbeidsmigratie; dan zou die de decennia daarop – zeker na de migratiestop van 1974 – vooral via familiehereniging gaan. Daarnaast was er nog een beperktere migratie van een elite die zich tegen de Marokkaanse overheid
Joost en Schaarbeek. Voor ULB-onderzoekster Nouria Ouali heeft dit vooral te maken met de zoektocht naar werk: “Toen de steenkoolmijnen geen toekomst meer boden, zochten Marokkanen werk in andere sectoren. En in Brussel waren er in de jaren 1960 en 1970 jobs te over in de voedingsindustrie, dienstensector, transport, horeca, enz.” Andere hypotheses zijn de goedkope woningmarkt, en netwerkvorming: wijken waar al veel Marokkanen wonen, zijn vanzelf aantrekkelijk voor andere Marokkanen. Recent onderzoek van de Universiteit Gent vindt voor dat laatste geen bevestiging. Glenn Rayp, prof Internationale Economie: “Uit onze statistische berekeningen blijkt dat Marokkanen (in de periode 19942007, SVG) eerder kiezen voor Brussel omdat er werk is en omwille van de huizenmarkt en publieke voorzieningen, en in mindere mate omwille van de aanwezigheid van een belangrijke Marokkaanse gemeenschap.” Steven Van Garsse
LAAT JE ONDERDOMPELEN IN 50 JAAR MIGRATIE Vanaf 17 februari, de precieze dag waarop 50 jaar geleden het tewerkstellingsakkoord werd getekend, tot eind juni, regent het in Brussel activiteiten rond de herdenking ervan. Zo loopt op initiatief van de ULB en samen met La Cambre in de Botanique vanaf 22 februari de expo ‘NASS BELGICA’, een reizende tentoonstelling met kunstwerken, getuigenissen, historische verhalen en archieven. Ook het cultuurcentrum Espace Magh bruist en presenteert in 2014 ruim 100 projecten rond 50 jaar migratie, waarvan vele samen opgezet zijn met andere vzw’s, kunstenorganisaties of jeugdcentra: festivals, stages, debatten, films, theater- en videoperformances en concerten. Het openingsgala in Bozar op 17 februari is gratis. De Vaartkapoen onderzoekt met Salon Souvenir waarom veel migranten zich specifiek in Brussel vestigden. Integratiecentrum Foyer zet het Geheugen Collectief op poten. De zoektocht naar levensverhalen van Marokkaanse en Turkse migranten moet uitmonden in een boek en een reizende tentoonstelling. Schaarbeek heeft tot de zomer films, muziek, debatten en tentoonstellingen op stapel staan. Meer info op: www.nassbelgica.be www.50anscestdubelge.be www.1030culture.be www.vaartkapoen.be
Nouria Ouali, Trajectoires et dynamiques migratoires de l’immigration marocaine de Belgique, Academie Bruylant, 2004 ADVERTENTIE
1+1+1=1080
EXPOSITION 07/02/2014 > 15/03/2014
PETER DOWNSBROUGH BEAT STREULI EMILIO LÓPEZ-MENCHERO Huis van Culturen en Sociale Samenhang Van Sint-Jans-Molenbeek
GRATIS TOEGANG Mommaertsstraat 4 1080 Sint-Jans-Molenbeek www.lamaison1080hethuis.be
BDW 1413 PAGINA 9 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
© WWW.ATMOSYS.EU
P-PRAAT MR-vicepremier Didier Reynders is bevallen van een worp; een Brusselboek. Het is de tijd van het jaar daarvoor. Iedereen schrijft Brusselboeken, en geen een daarvan is ook maar goed genoeg om de stoof mee aan te steken, want het moet tegenwoordig ook allemaal dure inkt zijn. En dure inkt geeft blauwe walmen. Vorige week zo’n pittig stukje geschreven over de N-VA en hun nieuwste knuffeleconoom Johan Van Overtveldt, en daar helemaal geen reactie op gekregen. Niks, nada, nougatbollen. Geen telefoon met een kwade nationalist aan de andere kant, geen zaagmail over hoe oneerlijk de journalistiek is, enzovoort enzoverder. Er zijn partijen waarbij een halve letter die afwijkt van de officiële boodschap al een reden is om te klagen, en er zijn er die naar eigen zeggen uw commentator niet meer lezen omdat wij ‘Prietpraat’ (hebt u ‘m?) verkopen. Maar de N-VA: kritiek glijdt ervan af als water van een teflonpan. En ja, daar kunnen wij niet mee om. Om verder te gaan: wij zijn in ons gat gebeten.
Kaart met de koolstofuitstoot waar een mens niet vrolijk van wordt.
Ja, in ons gat gebeten... Ook al omdat wij vorige week dan eens de kaart trokken van de socialisten, en daar eveneens geen reactie op kregen. Geen dankwoordje, geen diner, geen exclusieve informatie... Niks, nada, nougatbollen. Bij dezen kan u uw kroost vertellen dat zij alvast nooit P-praatcommentator hoeven te worden. Zit geen toekomst in. Tenzij wij natuurlijk ook ons Brusselboek schrijven en dat verkopen aan de meestbiedende. Of hoe gaat dat met politici die Brusselboeken schrijven?
Milieu > Kaarten tot op straatniveau
Vervuiling is alom BRUSSEL – Een nieuw kaartenmodel laat de luchtvervuiling tot op straatniveau zien. De kaart is een initiatief van de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (Ircel), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito) en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Een van de grote boosdoeners in Brussel is de uitstoot door het autoverkeer. Vooral het groot aantal dieselwagens weegt
CHIEN ÉCRASÉ
door. Enige voorzichtigheid is wel geboden. Verschillende kaarten laten verschillende soorten vervuiling zien. Bovenstaande kaart laat de koolstofuitstoot zien. Een willekeurige oefening laat zien hoe belangrijk groen is. Bomen kappen is dus uit den boze. DV
HOKJESDENKEN – Het is niet van onze gewoonte, maar gewoontes gedragen zich vaak ook niet naar ons, dus vooruit dan maar: hebt u de politieke advertentie hieronder bekeken? Kijkt u eens goed naar de moslima met paarse hoofddoek en oplichtende ogen. Wat een traject. In vakje één papt ze aan met een rosse kantoorklerk, in vakje twee blijft ze bij ros maar is haar partner plots een vrouw, in vakje drie laat zij zich over haar rug aaien door Chriet Titulaer, in vakje vier is ze al moeder, in vakje vijf wordt ze opnieuw lesbisch en moeder, in vakje zes laat ze zich begeleiden door cowboy én bouwvakker van The Village People, in vakje zeven keert ze terug naar vrouw en kind en op het einde laat ze zich meetronen door een man met een paars hemd. En dat allemaal voor het Mädchen. RECLAME – Wel ja. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De kaart kan u vinden op www.atmosys.eu of via www.brusselnieuws.be
SKYBAR – De Skybar op het Paleizenplein wordt afgebroken. Tot volgend jaar, skybar! ADVERTENTIE
JA!
100%
OUI!
JA!
ZEKER!
DAT WEL!
200%
PAS DU TOUT!
NON!
ZEKER NIET!
200%
OUI!
JA!
ZEKER!
JA!
100%
OUI!
JA!
ZEKER WETEN!
Komt ze op voor meer en betere tweetaligheid in Brussel?
We twijfelen niet meer! Wij stemmen voor Brigitte Grouwels! Lijsttrekker Brussels Hoofdstedelijk Parlement. JA!
Zet Brigitte door, ook als het moeilijker is?
STEEVAST!
100%
OUI!
JA! AL JAREN!
Doet Brigitte dit al lang en consequent?
Verdedigt Brigitte Brussel in Vlaanderen?
Heeft Brigitte iets tegen de Franstalige Brusselaars?
ZONDER TWIJFEL!
JA! ZEKER!
Neemt Brigitte het altijd op voor de Vlamingen in Brussel?
NEEN!
OUI!
YES!
OUI!
DAT IS EVIDENT!
NO DOUBT!
100%
OUI! MIJN GEDACHT!
ZEKER!
Is ze ambitieus voor Brussel en voor ALLE Brusselaars?
Brigitte doet het! www.brigittegrouwels.be
ADVERTENTIE
JOHAN VAN DEN DRIESSCHE, BRuSSEl 60 JAAR, GEmEENTERAADSlID N-VA BRuSSEl
”Ik wil een goed bestuur voor Brussel.” En jij? “Brussel kan uitgroeien tot een creatieve, welvarende en ondernemende stad. Maar dan moeten we de pijnpunten onder ogen durven zien. Een slecht werkende arbeidsmarkt, stijgende criminaliteit, een Franstalig onderwijs dat faalt … Dat zorgt ervoor dat de middenklasse wegtrekt en onze hoofdstad er steeds slechter aan toe is. We hebben nood aan een goed bestuurd Brussel waar mensen graag wonen. En daar wil de N-VA voor zorgen.”
Verandering voor Vooruitgang ONTDEK ONZE 25 VERBINTENISSEN OP N-VA.BE/VERANDERING
© MARDAGA
BDW 1413 PAGINA 11 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Boek > Vóór, tijdens en na het Paleis van Keizer Karel
Nieuwe hypotheses over de site van de Coudenberg te boek ‘W
de wijk op de Coudenberg, is erg informatief. Al is het met veel reserves, hypotheses en vragen geschreven. Laten we enkel bij dit deel stilstaan. De zes auteurs van dit hoofdstuk – een archeoloog, een landschapsherkenner, een stadshistoricus,… – concluderen samen dat er in de elfde eeuw al een embryonaal kasteel zou hebben gestaan op de ‘Koude’ noordenwindberg. En eigenlijk stonden er zelfs twee kastelen, al merk je dat in de huidige site van de Coudenberg niet meer. Het kasteel van de Coudenberg (met daarnaast later het kasteel dat werd uitgebreid tot het paleis van de hertogen van Brabant dat afbrandde in 1731) volgt eigenlijk op een eerste vlakteburcht, die circa 979 door Karel van Frankrijk, bij de Zenne (Sint-Goriks) zou zijn opgetrokken. Er wordt verondersteld dat het een landsheerlijke familie (begin elfde eeuw), genaamd ‘van Brussel’ – met verwanten in Anderlecht – zou zijn. Later de burggraaf genaamd, die een mottekasteel bij de Coudenberg bouwde. Dat er een nederzetting bestond of volgde, met een dries (gemeenschappelijk weiland) met bewoning rondom is ook een hypothese, die de aanzet tot een kasteel zou verantwoorden. Er zijn hier trouwens keramiekscherven gevonden die enkel tussen 700 en 1000 gefabriceerd werden, dus naar bewoning verwijzen.
en heiligenlevens, zoals de ‘vita’ van Sint-Goedele, waarin indirecte gegevens te vinden zijn die - in combinatie met afbeeldingen en plattegronden - inzicht verschaffen in de oudere structuren van het kasteel (zie foto). Na de interpretaties van het boek over de Coudenberg uit 1991, gaat deze historische versie van 2014 weer een stap verder, maar wordt ook nieuwe twijfel gezaaid. “Met dit boek willen we mensen doen nadenken over hoe Brussel is ontstaan, en welke factoren en bouwwerken daarin hebben meegespeeld. In dat opzicht geven historici een voorzet, en mag iedereen zijn eigen veronderstelling bedenken,” besluit Vannieuwenhuyze.
Eigen veronderstelling Dat eerste kasteel – van de burggraaf – is volledig verdwenen en moet gesitueerd worden onder de huidige tuinen en een deel van het Koninklijk Paleis. Al moet die stel-
Boven: Poging tot reconstructie van Brussel in de 13de eeuw: de Coudenberg met kasteel binnen de eerste omwalling. Onder: Aartshertogin Isabella in de tuinen van het Coudenbergpaleis, begin 17de eeuw.
Samenleving > Alzheimerliga verzamelt maandelijks in De Marollen
Mantelzorgers met schuldgevoel BRUSSEL – Greet Pernet is bestuurslid in de Brusselse afdeling van de Vlaamse Alzheimersliga en komt maandelijks samen met mantelzorgers van personen met dementie in Huize Sint-Monika, een dagverzorgingscentrum in de Marollen voor demente ouderen. Zowel partners, broers, zussen en buren van personen met dementie zijn welkom. “Het is moeilijk in Brussel met die vele gemeenten
ling nog bewezen worden met een boring. De complexe structuur van twee kastelen, waarvan één zich ontpopt tot een enorm paleis waar Filips de Goede en Karel V hebben vertoefd en die Brussel op de wereldkaart zetten, wordt uitgeklaard op basis van vele bronnen. Van waar ze die halen? Uit teksten uit het Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek, maar ook uit kronieken
“Met dit boek willen we mensen doen nadenken over hoe Brussel is ontstaan, en welke factoren daarin hebben meegespeeld”
© MARDAGA
e stellen nieuwe hypotheses voor in Het Coudenbergpaleis te Brussel,” bekent historicus Bram Vannieuwenhuyze, gespecialiseerd in de stad, en een van de auteurs die het deel ‘Vestiging van een machtssite’ schreven. “Maar hopelijk komt er over twintig jaar weer nieuw inzicht in de middeleeuwse site, en een nieuw boek.” Daarmee is de hele waarheid van de lijvige publicatie, uitgegeven door Mardaga en (te snel) vertaald voor Uitgeverij Snoeck, in één zin gevat. De thema’s zijn zeer uiteenlopend: van de herontdekking van de hertogelijke residentie in de negentiende en twintigste eeuw, over de dubbelzinnige verhouding tussen de stad en de macht op de Coudenberg (Filips de Goede), tot de landschapsherkenning van een groeiende hofwijk en naburige residenties. In dertien hoofdstukken trachten de auteurs een coherent verhaal te brengen van de Coudenbergsite. Geen sinecure als je om de haverklap moet lezen dat het ‘waarschijnlijk’, ‘mogelijk’, ‘een veronderstelling’ of een ‘denkpiste’ is, waarmee de specialisten zich indekken. Deze voorzichtige wetenschappelijke aanpak maakt het boek niet minder interessant, al is het beter leesbaar in het Frans. Het geïllustreerde megaverhaal van de kunstcollecties, zoals de wapenrusting en de wandtapijten, die doorheen de eeuwen uit de site verdwenen (hoofdzakelijk richting Spaanse en Oostenrijkse Habsburgers), doet dromen van de rijkdom die Brussel kende. Ook de bijdrage over de ‘(h)erkenning’ van het oudste middeleeuwse deel van
© MARDAGA
BRUSSEL – Meer dan twintig jaar na een monografie over de Coudenberg werden nieuwe verduidelijkingen over twee lokale kastelen op de site te boek gesteld. De opgravingen van 1980 tot 2006 verzamelden heel wat nieuwe informatie, voer voor 26 auteurs. Hun historische reconstructie zal stadsgidsen doen kwijlen van hun nieuwe verhalen.
om belangstellenden te bereiken,” aldus Pernet. “Meestal zijn we met een tiental mensen. Een moderator lanceert het gesprek en daarna
is er een grote interactie tussen de mensen, omdat de situaties herkenbaar zijn. De mantelzorgers kampen vaak met grote onrust en koesteren schuldgevoelens. Hier zijn ze even uit de gewone omgeving en wisselen ze van gedachten,” vertelt Pernet. “Soms nodigen we ook sprekers uit. Bijvoorbeeld een advocaat om het
over juridische aspecten te hebben.” Mensen met dementie vergeten vertrouwde dingen zoals de namen van hun kleinkinderen. Daarnaast kennen ze episodes van verwardheid en verandert hun karakter. De neurologische aandoening zou 6 procent van de 65-plussers treffen en komt door de vergrijzing steeds vaker Nicolas Cornil voor. Iedere derde donderdag van de maand tussen 14u00 en 16u00 in Huize Sint-Monika, Blaesstraat 91 in Brussel. Inschrijven via brussel@alzheimerliga.be
Jean-Marie Binst
Het Coudenbergpaleis te Brussel, Uitgeverij Snoeck, 360 blz., 45 euro. (Franse uitgave: Mardaga)
ADVERTENTIE
Lijsttrekker Brussels Hoofdstedelijk Parlement volg mij!
Brigitte Grouwels doet het! www.brigittegrouwels.be
BDW 1413 PAGINA 12 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
BDW REGIO
Deze Week in Sint-Alexius > Psychosociaal centrum tussen nachtopvang en beschut wonen
Sint-Alexius gooit deuren open voor Rick De Leeuw
Mike Michiels bij de opening van de expo Eric Gianquinto in Het Staminee.
© SASKIA VANDERSTICHELE
ELSENE – Het pand laat het niet vermoeden, maar in een van de betere buurten van Elsene huist een nachthospitaal voor mensen met een psychose. Sint-Alexius gooit regelmatig de deuren open en nu treedt ook Rick De Leeuw er op. Een bezoek op voorhand.
D
e Gewijde Boomstraat 102 in Elsene, een kraaknet neo-gotisch pand dat aan de collegejaren doet denken. Geen enkele aanwijzing duidt erop dat hier een Nederlandstalig psychiatrisch nachthospitaal gevestigd is. Daar werd destijds bewust voor gekozen. Om niet te stigmatiseren. Nu ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
wordt er aan gedacht om toch een uithangbord aan te brengen: je kan ook stigmatiseren door hardnekkig te verbergen wat er achter de gevels gebeurt. Een halfuur later bevind ik me in Het Staminee. Er staat een tennistafel en een biljart, op een centrale tafel liggen de kranten van de dag. Hier knielden ooit de broeders Alexianen op een onchristelijk vroeg uur voor het ochtendgebed. Een brandglasraam met bijbelse taferelen is in 2009 vervangen door een kunstzinnig raam waar ook de patiënten inspiratie voor leverden. Het is in deze ruimte dat Rick De Leeuw met een Open Geest-tournee Te Gek optreedt. De hoek in de linkerdeur leidt naar een tweedehands kledingwinkel gerund door patiënten. “Hier kunnen onze patiënten kleren kopen tegen een zacht prijsje. De kleren komen van patiënten, personeel en sympathisanten. Ze worden gewassen en gestreken, het geld
gaat in een pot waarmee activiteiten gesponsord worden.” Sint-Alexius is al sinds 1962 een nachthospitaal. Voorheen stonden de broeders Alexianen in voor ou-
“Een psychose kan iedereen overkomen”
derenzorg, vluchtelingenopvang en parochiaal werk. Het klooster werd in de tweede helft van de negentiende eeuw opgetrokken in de tuin van de Hertog van Arenberg aan de Gewijde Boomstraat. De legende wil dat er in die tuin een boom stond met een helende kracht: de druppels die bij regenweer van de boom vielen
zouden helende kracht gehad hebben voor zieke kinderen. Sinds 1987 zijn de broeders uit de vzw gestapt; SintAlexius werkt nauw samen met het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jozef in Kortenberg.
Psychotisch Sint-Alexius heeft ook een dienst beschut wonen. Zegt verpleegkundige-begeleider Mike Michiels: “We sturen iedere keer opnieuw onze visie bij, iedere patiënt krijgt individuele begeleiding, iedere bewoner heeft andere noden.” Sint-Alexius staat open voor mensen met een psychose. Psychose heeft ten onrechte een exclusief negatieve connotatie, zegt Michiels: “Al te vaak associëren mensen psychoses met drugs of criminaliteit, terwijl autisme sympathie oproept omdat het met kinderen wordt geassocieerd.” Positieve beeldvorming is daarom geen overbodige luxe. Michiels: “We hebben vorig jaar deelge-
nomen aan de buurtbrocante en we lezen ook teksten waarin over psychische aandoeningen geschreven wordt kritisch.” Regelmatig vinden er ook tentoonstellingen van externe kunstenaars plaats. Nu is Eric Gianquinto te gast. Een psychose kan iedereen op ieder moment overkomen. Psychoses komen in alle gradaties voor, ze kunnen zeer tijdelijk zijn of levenslang. Veel van de patiënten zijn echter jongvolwassenen die aan het begin van hun hogere studies staan of net zijn beginnen te werken. Symptomen van een psychose zijn hallucinaties of wanen. “Hallucinaties betekent dat je zintuigen je beduvelen: je hoort stemmen, maar het kan evengoed zijn dat je rare geuren ruikt of lichaamservaringen hebt. Wanen zijn van een andere orde: je denkt dat je de zoon van god bent of Lodewijk XIV. Of je bent er van overtuigd dat er permanent over je geschreven wordt in de dagbladen, of dat je voortdurend een nieuwsitem op tv bent.” In het instituut heerst er op donderdagmiddag een vredige sfeer. Aan Sint-Alexius is een groot binnenperceel verbonden dat nu half tuin, half parkeerplaats is. In de zomer wordt de tuin heraangelegd: een ex-patiënt die tevens tuinarchitect is, gaat die samen met patiënten aanpakken. Het ontwerp is klaar, het moet de bijwijlen chaotische geest van mensen met een psychose voorstellen.
Kunstzinnig Op naar de Opperstraat 67 waar het kunstzinnig atelier Kaos gevestigd. Het werd in 2011 opgericht in de schoot van het psychosociaal centrum Sint-Alexius – zoals de naam officieel luidt – en omvat de meest uiteenlopende disciplines: muziek, drama, dans, beeldende kunst en fotografie. Uitwisseling met de buitenwereld is cruciaal. Kaos is ervan overtuigd dat contact tussen kunstenaars bevruchtend werkt. Michiels, die zelf een master in de fotografie heeft: “Onze mensen hebben echt talent, dat hoor ik ook van bezoekers van de tentoonstellingen die we organiseren. Het therapeutische komt op de tweede plaats.” Danny Vileyn
Te Gek !? Open Geest met Rick De Leeuw en Jan Hautekiet aan de piano vindt plaats op 21/02 om 20 uur in psc Sint-Alexius, Gewijde Boomstraat 102 te 1050 Elsene. Toegangsprijs: 10 euro. Reserveren op 02-512.90.33 of sandra.bosschaert@psc.elsene.be. Meer info op www.psc-elsene.be en www.vzwkaos.weebly.com
© GEMEENTE ANDERLECHT
BDW 1413 PAGINA 13 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Oudergem > Voor veiliger en vlotter verkeer
© MARCEL VERHULST/MBHG
Metrostation Hankar en De Greefsquare vernieuwd
Anderlecht > Achter de schermen van de Anderlechtse reuzen en folklore
Curieuzereuzen Waar hangen de reuzen uit als ze niet aan het feesten zijn? Raakt iemand wijs uit de kostuums van de Sint-Guido- en Onze-Lieve-Vrouw-vanGenadeprocessie en wie sleutelt er aan de praalwagens? Stel zelf uw vragen tijdens een geleid bezoek op zondag 16 februari.
ten van het leven van Sint-Guido, zoals toen hij werd verleid om koopman te worden, zijn boot kapseisde op de Zenne en hij gered werd door zijn wandelstaf. Alleen door te bidden in het kerkje van Laken kon hij zich van zijn staf losmaken, een teken van God. Er is een replica van de relikwieënkast met zijn gebeente, en scènes van zijn pelgrimage naar Jeruzalem, zijn heiligverklaring en zijn geboortehuis dat in de Edmond Delcourstraat zou gestaan hebben.”
Uitgedost in blauw fluweel en hermelijn - “synthetisch, hoor” - wacht een delegatie van de vzw SintGuido- en Onze-Lieve-Vrouw-van-Genadeprocessie u op aan een depot van de gemeente. Sinds 1994 heeft deze vzw de traditie van de jaarlijkse processie weer opgepikt. Een van hen is Michel “ze boet” Loonen: “De processie evoceert twee taferelen: de historie van Sint-Guido die in 1112 heilig werd verklaard, en de beroemde slag op het Scheutveld in 1356 tussen Brusselaars en troepen van het graafschap Vlaanderen, waarna men Onze-Lieve-Vrouw van Genade begon te vereren.” Als wij gaan kijken, rust het hoofd van sommige reuzen op de grond, is hun kledij veilig opgeborgen en is het karkas zichtbaar, maar zondag zullen ze stralen. “De reuzen begeleiden feesten zoals het Zomerfeest of het Feest van de Luizenmolen en hebben een innige band met de Anderlechtenaren. Onulf, die het vergeten graf van Sint-Guido ontdekte, zijn echtgenote Berta, de boerenjongen Guido en zijn verloofde Goedele, die getuige was van het mirakel waar Guido aardkluiten in broden veranderde. Dan zijn er nog de kroegbaas Sjaak, van de striptekenaar Louis-Michel Carpentier, de draak Dongui en onze laatste aanwinst de hertog van Aumale, uit de Aumalestraat. Niet te vergeten Erasmus, humanist en filosoof, en Rikske, de molenaar van de Luizenmolen.” “Onze praalwagens verbeelden de scharniermomen-
Langgejurkt “Van de kostuums zijn we de tel kwijt. We kunnen moeiteloos een 450-tal volwassenen en kinderen kleden. Er zijn boerenkleren, verwijzend naar de afkomst van Sint-Guido, kostuums van rijke handelaars, hellebaardiers, Romeinen en het rode gewaad met kant, compleet met onderrokken, van de bisschop van Kamerijk die Guido heilig verklaarde. De stoet wordt geclotureerd met politiepaarden met langgejurkte ridders. Je ziet hier ook de hellebaarden voor de uitbeelding van de veldslag bij Scheut, en de verschillende vlaggen, van het hof van Brabant, de graaf van Vlaanderen en Jean van Luxemburg, want er waren drie partijen betrokken bij de slag om de stad Brussel.” “De stoet is een evenement dat ook jongeren en kinderen aanspreekt,” zegt de voorzitter van de vzw Georges Rousseau: “Iedereen is welkom om te figureren. De apotheose met livemuziek in de Sint-Guidokerk is een kippenvelmoment.” An Devroe Rondleiding op zondag 16/03 om 10u30, inschrijven nodig (waarna plaats wordt afgesproken) via 02-526.83.65 of toerisme@anderlecht.irisnet.be
n - exclusie ste f ko
27 GR
ONDE
Bezoek ons op Batibouw Paleis 8 !
N
EN VA
NAF
.968
n - exclusie ste f ko
NIEUWBOUWPROJECT
n - exclusie ste f ko
n - exclusie ste f ko
€ 292
JETTE – De meerderheidspartijen in Jette (LBJ, MR-OPEN VLD, ECOLO-Groen, FDF) dienden afgelopen woensdag een motie in waarbij er bij de Vlaamse, Brusselse en federale overheid op wordt aangedrongen om, vooraleer de Ring te verbreden, eerst te investeren in alternatieven: meer openbaar vervoer, meer fietsroutes, meer binnenscheepvaart, meer overstapparkings. Ook wordt gepleit voor een tolheffing en een verzwaring van de belasting op bedrijfswagens. Oppositiepartij SP.A keurde de motie mee goed. HUB
SCHAARBEEK IS SLIMME GEMEENTE SCHAARBEEK - Burgemeester Bernard Clerfayt neemt samen met de twee slimste mensen van de gemeente, Panagiotis Courcoutelis en Inge Paemen, deel aan de De Slimste Gemeente, een programma van de televisiezender Vier. Schaarbeek is de enige Brusselse gemeente die deelneemt. De ezelsgemeente neemt het op tegen Anzegem en Genk. De opnames zijn al achter de rug, maar de kandidaten mogen niet vertellen of ze gewonnen of verloren hebben. De Schaarbeekse deelname is te zien op maandag 24 februari om 22u. SVG
ADVERTENTIE
Bru M s Guy et Ru sel Van di Ve w r h e Wij engel voort rk Bru (Op (PS) t! e do 13 ssela nVL en
beursschouwburg & Wij Brusselaars* organiseren 3 kiesdebatten
! olo), , t f .2– eis (Ec -VA)van 20: ars. D) & e l 00 N d l rid che ( Bon . e e sss DoulDkrieussssels&e Br(ik u BrChrisVtoan daeanrs,WBronen–20:00 rt! e e g u et an sel op 0.3 o b l e M oh us ht 2 BruBsrisgitte Grouwels (CDss&elaV),ars, J j Br ec do i R
Met ij Bru et (Sp.a), W g. a P scal Smtsersbond & Tourin ie F e D 0:00 do 24.4–2 *Wij Brusselaars is een groep e on 03 positieve Brusselaars. Ze zijn fier mm2–29. a r op onze stad en houden ervan rog 07.0 Ap m maar vinden dat er veel s i t rio moet veranderen. pat
s. k c i lipturlism & o p o an: da, p
r v an ade pag In kr, pro e pow
Sint-Stevens-Woluwe - Kleinenbergstraat
T 054 300 301 www.unicas.be
naar meer openbaar vervoer
W
ADVERTENTIE
PRIJZ
TELEXREGIO
Gluren onder de rokken van de Anderlechtse reuzen.
In Oudergem zijn het vernieuwde metrostation Hankar en de De Greefsquare ingehuldigd. De vloer van het station werd bedekt met blauwe tegels, de hoofdingang werd verbreed en ook de buitengevel kreeg een opknapbeurt. In de Waversesteenweg tussen de Generaal Jacques- en de Vorstlaan moeten veiligere oversteekpunten, verkeersdrempels die op de zone 30 wijzen en een busbaan tot een vlottere doorstroming van het verkeer leiden. De werken kostten de MIVB en het Brussels Gewest 1 miljoen euro. NCO
Laatste 7 loten te koop !
beursschouwburg.be
BDW 1413 PAGINA 14 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Brussel > Marktkramers Sint-Katelijneplein tegen verhuis standplaats
Geen terras voor marktkramers BRUSSEL – De schepen van Handel wil de marktkramers aan het Sint-Katelijneplein inruilen voor terrassen. Kaasverkoper Ignace Sepulchre en zijn collega’s verzetten zich tegen de plannen. Een paar weken terug ontvouwde Marion Lemesre (MR), de Brusselse schepen van Handel, fier haar plan om terrassen voor de horeca op het Sint-Katelijneplein neer te poten. Daarvoor moesten de marktkramers wel verhuizen naar de andere kant van het Sint-Katelijneplein, achter de kerk dus. Het twintigtal aanwezigen ging niet akkoord met de verraste schepen, zo herinnert Ignace Sepulchre zich die woensdagnamiddag in het gemeentehuis. Sindsdien verkeert hij in het ongewisse. De 41-jarige Sepulchre en zijn twee werkneemsters brengen elke woensdagochtend biobrood en –kaas aan de man op het Sint-Katelijneplein, recht tegenover het gerenoveerde gedeelte van de kerk. “Nu de kerk opnieuw proper is, worden wij naar de vuile achterkant geduwd.” Aan de voorkant van de kerk leeft het en is
Ignace Sepulchre heeft heimwee naar zijn oude standplaats. ADVERTENTIE
FILM FESTIVAL LOCARNO Critic´s Week WINNAAR
HESSIAN FILM AWARD Best Documentary WINNAAR
DOK LEIPZIG Documentary Film Prize Goethe Institut WINNAAR
PLANETE + DOC FESTIVAL Jury Prijs WINNAAR
© STEVEN VANDENBERGH
er passage, erachter niet. Hij vindt dat hij intussen deel uitmaakt van het wijkleven. Maar minstens even belangrijk: hij wil zijn clientèle niet verliezen. Ook Christian Abrassart, een 56-jarige verkoper van biofruit en –groenten, is niet opgezet met het plan. “Nu kom ik net rond, ik ben bang dat het na de verhuizing niet meer zo zal zijn.” Abrassart en Sepulchre zijn slechts twee van de marktkramers die hun waar op het Sint-Katelijneplein verkopen. Het kabinet van de handelsschepen schat het totale aantal marktkramers op ‘een twintigtal’. Op woensdag zijn dat een vijftal handelaars met uitsluitend bioproducten, op andere dagen zijn er bijvoorbeeld mattentaarten, planten of cocktails te verkrijgen. Handelsagentschap Atrium reageert niet graag op plannen, maar vindt dat de verhuizing “niet veel verschil zou maken voor de marktkramers, want het volk komt specifiek voor hen. Het aantal passanten dat er op de huidige standplaats méér zou komen, is verwaarloosbaar.” Het kabinet van de schepen van Handel bevestigt het plan voor terrassen, maar zegt dat niets beslist is aangezien de marktkramers tegen het voorstel zijn. “We willen die markt enkel een nieuwe dynamiek bezorgen. Nu zijn er soms heel weinig bezoekers, of zelfs marktkramers. Binnenkort organiseren we een nieuwe vergadering.” Steven Vandenbergh
ECD brOes wordt ♛
Een film van
David Sieveking
en viert deze verjaardag met de filmnamiddag ‘Vergeet me niet’ REGISSEUR David Sieveking WAAR Cinema Aventure, Kleerkopersstraat 57, Centrumgalerij, 1000 Bsl WANNEER dinsdag 18 februari 13.30 u (filmstart 14 u)(einde 16 u) INSCHRIJVEN via broes@dementie.be
VERGISS MEIN NICHT SCENARIO & REGIE D AVID SIEVEKING DOP ADRIAN STÄHLI GELUID JURI VON KRAUSE JOHANNES SCHMELZER-ZIRINGER COMPONIST JESSICA DE ROOIJ SOUNDDESIGNER BJÖRN WIESE MONTAGE CATRIN VOGT CLAUDIA GLADZIEJEWSKI MONIKA LOBKOWICZ JOCHEN KÖLSCH LIANE JESSEN COPRODUCER DAVID SIEVEKING PRODUCERS MARTIN HEISLER CARL-LUDWIG RETTINGER EEN LICHTBLICK MEDIA PRODUCTIE IN COPRODUCTIE MET LICHTBLICK FILM BAYERISCHER RUNDFUNK ARTE IN SAMENWERKING MET FFA DFFF MEDIENBOARD BERLIN-BRANDENBURG FILM- UND MEDIENSTIFTUNG NRW
HESSISCHER RUNDFUNK HESSISCHE FILMFÖRDERUNG DISTRIBUTIE BENELUX: DALTON DISTRIBUTION - WWW.DALTONDISTRIBUTION.BE
ARTWORK: CHRISTIANE JAEGER / PHOTO: MALTE
INHOUD Gretel lijdt aan Alzheimer. Haar zoon David documenteert haar gestage verval, maar vertelt ook het verhaal van haar turbulente verleden als vrouwenactiviste. Een ontroerende film die nooit sentimenteel wordt.
Elder
empowering the elderly
BDW 1413 PAGINA 15 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Anderlecht > Afvalvrije gemeentescholen vanaf 1 september 2014
Met brooddoos en drinkbus naar school De ploeg van burgemeester Eric Tomas (PS) heeft de balans opgemaakt van één jaar nieuw gemeentebestuur. De PS-burgemeesters en schepenen moeten jaarlijks een balans opmaken voor hun mandatarissen. In Anderlecht werd de oefening uitgebreid met SP.A en CDH.
WOON IN EEN ICONISCH PROJECT EN WORD BEDIEND OP UW WENKEN
Netheid Schepen van Netheid en Nederlandstalige Aangelegenheden Elke Roex (SP.A) wil op termijn plastic zakken verbieden op de Zuidmarkt en op de markt in de Slachthuizen. Leefmilieu Brussel subsidieert een proefproject waar naast de gemeente Anderlecht ook de gemeente Sint-Gillis en Abattoir aan deelnemen. Maar omdat jong geleerd oud gedaan is, worden de Anderlechtse gemeentescholen – Nederlandstalige en Franstalige – vanaf 1 september 2014 afvalvrije scholen. Leerlingen mogen alleen nog met brooddoos en drinkbus naar school komen. Het aantal overtredingen inzake huisvuil – niet-conforme zakken of zakken die op het verkeerde moment werden buitengezet – is in 2013 sterk gestegen. Het aantal boetes is opgelopen tot meer dan duizend. Een stijging met 40 procent. En dan zijn er de vooruitzichten voor kinderen en jongeren: in 2015 kunnen er 28 baby’s naar de nagelnieuwe crèche Materiaal en is ook het nieuwe gebouw voor het buitengewoon lager onderwijs De Ladder klaar. Danny Vileyn
© SASKIA VANDERSTICHELE
“PS-SP.A-CDH is niet alleen een electoraal kartel, maar een ploeg die dezelfde visie deelt,” aldus burgmeester Eric Tomas (PS). Antwoord van schepen Fatiha El Ikdimi: “Maar als CDH wordt onze identiteit gerespecteerd.” Tomas heeft ervoor gekozen om naast de bevoegdheden eigen aan de burgemeester, geen zware bevoegdheden te claimen. Hij leidt het schepencollege (waar ook liberalen in zetelen) en staat in voor de veiligheid. En daar heeft hij zijn werk mee: omdat de drugsproblemen zich verplaatst hadden van het Lemmensplein naar de omgeving van het gemeentehuis werden daar acties ondernomen: acht cafés werden gesloten, 85 daders werden betrapt en er werden 28 aanhoudingsmandaten werden uitgeschreven. Schepen van Financiën Fabrice Cumps (PS) heeft de opcentiemen op de personenbelasting laten zakken naar 5,9 procent. Anderlecht is nu de goedkoopste gemeente van Brussel. En dan is er de demografische boom: Anderlecht heeft de capaciteit van haar Franstalige scholen al met 700 plaatsen uitgebreid,
nu staan er nog 2.650 op stapel. Sommige alleen op plan, andere al in een vergevorderde fase. Er is ook geld voor een nieuwe Nederlandstalige school.
ADVERTENTIE
TI A N E ID
L
S E C I S E R VLUDEktisD che a sten r C p INanbod voannlijke dien A e rs o R en p A A J NU 2 T I S
R ES
A R G
CHAMBON. EEN LUXERESIDENTIE OP EEN HISTORISCHE SITE IN HARTJE BRUSSEL De majestueuze hoofdzetel van de voormalige ASLK, gelegen tussen het Muntplein en het Martelarenplein, wordt in al zijn glorie hersteld dankzij een prestigieuze reconversie tot luxeresidentie. Dit unieke project, de Chambon, combineert historische grandeur met hypermodern comfort. Met als absolute
Anderlecht > 91 eengezinswoningen gerenoveerd
Anderlechtse Haard pakt leegstand aan De Anderlechtse Haard gaat de 381 appartementen in de Grondelwijk aanpakken. Maar minstens even belangrijk: de leegstand in de wijk Het Rad (en Goede Lucht) wordt weggewerkt. Dat is althans wat de raad van bestuur wil. “Eerstdaags verwachten we een positief antwoord van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij,” zegt voorzitter Guy Wilmart. Een wandeling door de wijk is onthutsend: dichtgemetselde ramen en deuren en ondertussen gaat er geen week voorbij of de goegemeente moet aanhoren welke omvang de demografische boom aanneemt. Ook de heraanleg van de openbare ruimte, straten en pleinen in Het Rad wordt verdergezet. Maar
voor wat hoort wat: alle inwoners van Het Rad en Goede Lucht werden aangemaand om hun tuin te onderhouden. Zij die hieraan verzaakt hebben, kregen de tuinman van de Anderlechtse Haard over de vloer. En een factuur. Er is ook één miljoen euro uitgetrokken voor het aanpakken van de directe leefomgeving in beide wijken: schilderwerken, herstellen van de trottoirs, plaatsen van fietsrekken en dies meer. De raad van bestuur moet zich één keer per maand naar een wijk begeven waar werken worden uitgevoerd om naar de bewoners te luisteren. Burgemeester Eric Tomas (PS): “Bestuurders moeten het terrein kennen.” DV
primeur een exclusief pakket aan diensten: de Residential Services. EEN VASTE WAARDE OP EEN UNIEKE LOCATIE • Uniek historisch erfgoed: een duurzame investering • Prime location in het hart van de Europese hoofdstad • Met exclusief dienstenpakket • Een “once in a lifetime opportunity”
www.thechambon.be
Vastgoedprojecten op toplocaties 02/201 00 01
BDW 1413 PAGINA 16 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
brengen, en het andere naar de andere kant van de stad. Activiteiten die lang duren en dicht bij huis of op de site van de school plaatsvinden, zijn daarom aantrekkelijker. We moeten van alle Brusselse scholen ‘Brede scholen’ maken. Begrijpbaarheid: Met een hip gelay-oute brochure of website bereik je geen kansarme ouders. Ze zijn vaak niet vertrouwd met de Belgische invulling van ‘vrijetijd’ en hebben massa’s vragen over de aard van de activiteit, de begeleiding, de plek, wat er van hen verwacht wordt. Er is uitvoerige, heldere duiding nodig voor je hen er van kan overtuigen hun kinderen achter te laten. Daarbij is het belangrijk om de leerwinsten van elke activiteit in de verf te zetten, want ouders hebben vaak een voorkeur voor ‘nuttige’ activiteiten (bruikbaarheid). Ook beschikbaarheid is een drempel. We moeten het aanbod aan open activiteiten uitbreiden, als eerste stap naar het reguliere vrijetijdsaanbod: dat zijn activiteiten die geen enkele vorm van voorafgaande inschrijving, uniform, kost of engagement vragen.
Vrijetijdsparticipatie Er zijn honderdeneen redenen die maken dat ‘iets’ doen in hun vrije tijd het leven van kinderen en jongeren gunstig beïnvloedt, zegt Ans Persoons: ontspanning, een positiever zelfbeeld, betere sociale en taalvaardigheden, etcetera.
© DIETER TELEMANS
Samenleving > Ans Persoons (SP.A) over achterbankkinderen
Paspartoe moet alle Brusselaars bereiken
BDWOPINIE Elke tijd creëert haar eigen modewoorden. De afgelopen jaren verschenen in vele magazines artikels over ‘achterbankkinderen’: kinderen die in de watten gelegd worden, die van hot naar her worden gesleept met de auto, van de muziekschool naar de scouts met tussendoor nog een uurtje ballet. Met euforische ouders die kosten noch moeite sparen om ervoor te zorgen dat zoon of dochter “al zijn/haar talenten ontwikkelt.” Dat er naast deze achterbankkinderen nog een andere generatie opgroeit in onze steden, is een veel onbekender en minder sexy verhaal. Kinderen voor wie vrije tijd niet overeenstemt met ontspanning en vriendjes maken, met chiro, kunst-
academie of tennisles. Kinderen die zich vaak vervelen in te kleine appartementen. In België neemt 80 procent van de 20 procent laagste inkomens niet deel aan sportieve, recreatieve of artistieke activiteiten. Er zijn honderdeneen redenen die maken dat ‘iets’ doen in hun vrije tijd het leven van kinderen en jongeren gunstig beïnvloedt: ontspanning, een groter sociaal netwerk, een positiever zelfbeeld, betere sociale en taalvaardigheden. Ze worden mondiger, weerbaarder, zelfredzamer. Zeker voor kinderen die op school moeilijkheden kennen, is het belangrijk om in hun vrije tijd een activiteit te vinden waarin ze wél kunnen uitblinken. Ook het belang van een stevig sociaal netwerk mag niet onderschat worden: iedereen heeft steunfiguren nodig om op terug te kunnen vallen bij tegenslagen en problemen.
© NAAM FOTOGRAAF
BRUSSEL – In België neemt 80 procent van de laagste inkomens niet deel aan sportieve, recreatieve of artistieke activiteiten, zegt schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden en Participatie in Brussel-Stad Ans Persoons (SP.A). Ze hoopt dat de Paspartoe erin slaagt om ook deze mensen te laten deelnemen aan het Brusselse vrijetijdsaanbod.
ANS PERSOONS (SP.A):
“Er is nood aan een uniform sociaal tarief voor alle Brusselse vrijetijdsactiviteiten, dat op een niet stigmatiserende manier wordt toegekend”
Er zijn ook honderdeneen redenen die maken dat net die kinderen voor wie een zinvolle invulling van hun vrije tijd cruciaal is, de weg naar de naschoolse en weekendactiviteiten niet vinden. De oorzaken zijn zowel materieel als psychologisch. In opdracht van de vzw Jeugd in Brussel bracht Sanne Coppens deze drempels in kaart. Ze sprak met jongerenorganisaties, armoedeverenigingen, scholen en ouders. Haar bevindingen schreef ze neer in een lijvig rapport. Ik haal hieronder haar belangrijkste vaststellingen aan: Betaalbaarheid: Inschrijvingsgeld – hoe laag ook – blijft een belangrijke factor voor ouders om hun kinderen al dan niet in te schrijven. Ook de administratieve rompslomp die gepaard gaat met het aanvragen van een sociaal tarief schrikt af. Bovendien hanteren verschillende overheden, verschillende sociale tarieven. Er is nood aan een uniform sociaal tarief voor alle Brusselse vrijetijdsactiviteiten, dat op een eenvoudige, niet stigmatiserende manier wordt toegekend. Bereikbaarheid: Voor ouders zonder auto en meerdere kinderen is het niet haalbaar het ene kind voor slechts één uurtje naar een plek te
Het VGC-college lanceert binnenkort de Paspartoe, een vrijetijdspas die de cultuurwaardebon vervangt. Een nieuw instrument om mensen aan te zetten om van het rijke aanbod in Brussel te profiteren. Zal de Paspartoe erin slagen om ook mensen in armoede te bereiken? Op het eerste gezicht lijkt de vrijetijdspas de drempels die we net vermeld hebben, niet te overwinnen: het is onduidelijk hoe de pas aan te vragen, wat ermee te doen, waar en wanneer hem te tonen. Het gaat over punten sparen en inruilen tegen voordelen (waar? hoeveel?). Verder lezen we op de website “Mensen die in aanmerking komen voor het kansentarief (omniostatuut, doorverwijzing, etc.) nemen het best contact op met de Vlaamse Gemeenschapscommissie.” Die ene zin zegt het allemaal: onduidelijke communicatie, gebrek aan duiding, administratieve rompslomp. Ik hoop dat het slechts kinderziektes betreft en dat de Paspartoe er op termijn in zal slagen álle Brusselaars te bereiken. Het is bijzonder tekenend voor onze tijdsgeest dat we bij het woord ‘achterbankkinderen’ in eerste instantie denken aan kinderen die in een SUV worden rondgereden naar een overvloed aan vrijetijdsactiviteiten. Voor mij zijn ‘achterbankkinderen’ die kinderen die steeds op de laatste bank belanden en veel meer moeite hebben om toegang te krijgen tot mogelijkheden en activiteiten die andere kinderen als vanzelfsprekend beschouwen. Ik nodig iedereen uit om mee te denken over vrijetijdsparticipatie van kinderen en jongeren in armoede op de inspiratiedag en voorstelling van het rapport “Wie speelt er mee?” die plaatsvindt op 17 februari van 14 tot 17 uur in Muntpunt. Ans Persoons (SP.A), Schepen van Participatie en Nederlandstalige Aangelegenheden, Brussel-Stad Voorzitter vzw Jeugd Brussel
BDW 1413 PAGINA 17 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
CD&V Anderlecht Ik las uw artikel over het feit dat CD&V de meerderheid verlaat in Anderlecht (BDW 1411, p.11). Dat is een goede zaak. De gemeente geeft alleen maar aandacht aan Kuregem, wij worden in de steek gelaten. In Veeweide is nochtans heel veel geld nodig om het hier veilig en leefbaar te houden. Wij hebben als kleine mensen hier dertig jaren geleden een appartementje gekocht. Nu we met pensioen zijn, verhoogt men de belastingen. Schande! Dat de oude burgemeester Van Goidsenhoven nog natrapt naar Walter Vandenbossche vind ik heel erg. Walter Vandenbossche én Anne Mertens blijven de gewone mensen verdedigen, Gaëtan Van Goidsenhoven heeft niet alleen de akkoorden binnen zijn lijst verbroken, nu shot hij zelf op diegenen die op zijn lijst hebben gestemd, zijn kiezers. Dat maakt mij erg boos!
François Demol, Anderlecht
Place Reine Astrid Als klant van brood- en banketbakkerij Sirre wil ik reageren op de muggenzifterij in de lezersbrievenrubriek over Place Reine Astrid (BDW 1411, p.13). Als Nederlandstalige klant word ik altijd met het grootste respect – alhoewel soms met moeite – door alle verkoopsters en aan de kassa in het Nederlands te woord gestaan. En terloops wil ik er ook op wijzen dat dit steeds heel vriendelijk gebeurt, wat niet over alle handelszaken in Brussel kan gezegd worden. Ik ben ervan overtuigd dat deze foute vertaling niet opzettelijk is gebeurd. Alleszins was het voor u beter geweest dit plein Reine-Claude plein te noemen. Nog even dit: in elke grote en minder grote stad in Vlaanderen en vooral aan onze Vlaamse kust zou ik diegenen die hun zaal of restaurants (eethuizen) een Franstalige benaming geven, eerder een blaam geven dan dat u deze uitmuntende brood- en banketbakker Sirre belachelijk maakt door spijkers op laag water te zoeken. Jeanne Brion, Sint-Jans-Molenbeek
Charter Brusselse stadsethiek Brusselse parlementairen dienen een voorstel van resolutie in voor de ontwikkeling van een stadsethiek. Het komt erop neer dat stadsbewoners en mensen die er werken – wie op doortocht is, wordt niet vermeld – respect moeten opbrengen voor alle initiatieven die vanuit de overheid komen. In hoofdzaak gaat het over netheid, publieke ruimte en ambtenaren. Het charter, dat we al meteen van brusselnieuws.be kunnen downloaden, zal op een ongecoördineerde manier verspreid worden via scholen en gemeenschapscentra. De motivatie om dit voorstel in te dienen, is dat: “De resolutie wil een parlementair antwoord geven op recente gevallen van geweld en discriminatie, zoals gaybashing, de reportage Femme de la Rue over seksuele intimidatie op straat, en het schietincident aan de Ninoofsepoort.” Een aantal vragen dringen zich op: - Kunnen we recente gevallen van geweld en discriminatie, gaybashing, seksuele intimidatie op straat en het schietincident aan de Ninoofsepoort in hetzelfde rijtje plaatsen? Het zijn verschillende feiten die elk anders gewogen worden in ons juridisch systeem met elk een an-
dere strafmaat. Lezen we dan het voorstel tot resolutie, dan blijkt het charter vooral te verwijzen naar netheid van de publieke ruimte en respect voor overheidsambtenaren. Hierdoor krijgen een papiertje op de grond gooien, het nafluiten van vrouwen, homo’s in elkaar slaan en iemand in de rug van zijn fiets schieten eenzelfde gewicht en worden er zaken gecriminaliseerd die niet crimineel zijn. Willen we werkelijk iets doen aan voorvallen van overlast of van zinloos geweld, dan moeten we ze vooral eerst goed van elkaar onderscheiden en op zoek gaan naar de oorzaken ervan. - Is de verantwoordelijkheid leggen bij de stadsbewoners en pendelaars niet het omkeren van de rollen? Denkt men echt dat men een antwoord kan bieden op zinloos geweld door op scholen en gemeenschapscentra berispende boodschappen te verspreiden? Geweld is over het algemeen geen diagnose, maar een symptoom van onderliggende problemen. Zo’n charter voor stadsethiek is symptoombestrijding, een paracetamolletje, en daarom volledig naast de kwestie. - Daarenboven is het charter een teken van een gebrek aan respect. Het charter verwijst onder andere expliciet naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In de Verklaring staan basisrechten opgesomd waar iedere mens op aarde recht op heeft. Het is een serieus en internationaal erkend document. Sommige partijen in ons land stellen de basisrechten die in de Universele Verklaring staan in vraag. Zo wijt de partij die dit weekend een congres had werkloosheid volledig aan het individu – weg met artikel 23 – en wil de werkloosheidsvergoeding na twee jaar afschaffen. Volgens die partij bestaat er geen gebrek aan jobs, zijn er geen saneringen, en heeft al wie na twee jaar werkloosheidsvergoeding ontvangt nu wel genoeg geprofiteerd van het systeem. We kunnen 50 procent van de jongeren niet aan een degelijke job helpen met een convenabel loon, maar we gaan ze wel onder hun voeten geven als ze overlast bezorgen in de vaak minimale en overbevolkte publieke ruimte als ze op de grond spuwen? Waar is het evenwicht? Waar is het respect? Er bestaan genoeg studies over Brussel. De vragen die gesteld moeten worden, zijn: Wie pleegt geweld? Waarom plegen mensen geweld? Hoe komt dat en wat kunnen we daar aan doen? Misschien kunnen we beginnen met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens serieus te nemen in de plaats van er te pas en te onpas mee te staan zwaaien om de eigen onmacht of incompetentie te camoufleren.
BDWOPINIE Verstaatsing door Anne Brumagne Afgelopen vrijdag hakte de Vlaamse regering de knoop door. Bon, het Brussels onthaalbureau voor inburgering en Foyer, of althans een gedeelte van de Molenbeekse organisatie, worden opgenomen in het nieuwe agentschap voor inburgering en integratie van de Vlaamse overheid. Het Huis van het Nederlands wist al eerder dat het een zelfstandige koers zou kunnen blijven varen. Erg veel animo is er in de integratie- en inburgeringssector in Vlaanderen nooit geweest om de eigen werking te laten overnemen door dat Vlaamse agentschap. De eerste inhoudelijke reden waarom de steden Gent en Antwerpen hun eigen beleid mogen blijven voortzetten maar de twee Brusselse organisaties worden gedwongen aan te sluiten, tegen de zin van de VGC in, moet nog worden gegeven. Omgekeerd waren er wél redenen om Brussel een uitzondering te geven: hier is inburgering, in tegenstelling tot Vlaanderen, niet verplicht. En bovendien is een goede afstemming met de Franstalige sector in Brussel crucialer dan een stroomlijning met, bijvoorbeeld, West-Vlaanderen. Het agentschap is een initiatief van minister van Inburgering Geert Bourgeois (N-VA), maar het was Pascal Smet (SP.A) die zich vrijdag repte om te melden dat Brussel binnen de structuur wel een bijzondere status en een eigen regiodirecteur zal krijgen. Het klonk alsof hij heel erg zijn best had gedaan om de pil te vergulden. Zeker voor pionier Foyer, die eerder al zijn projecten voor bicultureel onderwijs geschrapt zag, valt de beslissing bijzonder zwaar. In een reactie op de Foyer-site waarschuwt voorzitter Johan Leman dat het verenigingsleven steeds meer ten dienste moet staan van de politiek en monddood dreigt te worden gemaakt. De overheid, aldus Leman, gebruikt daarvoor het argument dat ze het verenigingsleven “wil redden door het in een grotere, veiliger structuur onder te brengen.” Lemans woorden stemmen tot nadenken. Wat er nu in de integratie- en inburgeringssector gebeurt, is een vorm van ‘verstaatsing’ van het middenveld. Het tegengaan van versnippering dreigt er in de praktijk op neer te komen dat organisaties alleen nog maar overheidsbeleid mogen uitvoeren. Het gevaar bestaat dat ze de voeling met hun werkterrein verliezen. En meteen ook dat ze in een sterk gepolitiseerde context terechtkomen. In het geval van het nieuwe agentschap wordt die indruk jammer genoeg gewekt door het feit dat de voorzitster van het nieuwe agentschap, Zuhal Demir, geen gewoon lid maar kamerlid is voor N-VA. En dat is de partij van minister Bourgeois.
Nikki De Jonckheere, Brussel
Verduidelijking In het artikel ‘BNP Paribas Fortis breidt zetelcampus uit met nieuwbouw. Habsburgers mogen voor Bourgondiërs bouwen’ (BDW 1411, p.2-3) van 30 januari 2014 stond dat ‘ook Samyn blufpoker speelde’ in verband met het binnenhalen van de bouwopdracht, vooraleer de bank de keuze van architectenbureau had bekendgemaakt. We kunnen enkel bevestigen dat de aannemers (of hun personeel), die beroepshalve in contact komen met opdrachtgevers (in dit geval de twee bureaus die in de running waren voor het bouwproject op de Warandeberg), elkaar informeerden over de kansen die Samyn & Partners had om het project binnen te halen. De blufpoker beperkt zich bijgevolg tot het rondstrooien van geruchten binnen dat circuit. Dat Samyn, in casu architect Philippe Samyn of het bureau Samyn & Partners, zoals verkeerdelijk uit het artikel kan worden afgeleid, ‘blufpoker’ zou gespeeld hebben, is niet het geval.
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
WAUTER MANNAERT
VADROUILLE BDW 1413 PAGINA 18 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK Jeugdtheater > Nieuwe Bronksproductie Toink laat stedelingen botsen
Humoristisch pleidooi voor meer verbeelding in de stad © BART DEWAELE
BRUSSEL – In de woordloze jeugdtheatervoorstelling Toink confronteert regisseur Bart Danckaert vijf mensen uit de grootstad met elkaar. Het imaginaire raam tussen kunstgalerij en straat doet beter kijken. Hebben we wel oog genoeg voor elkaar?
T
ijdens de repetities is het nog wat zoeken tussen de houten staketsels, die de binnen- van de buitenwereld afschermen. Binnen bevindt zich een kunstgalerij, waar druk en belangrijk gedaan wordt door de galeriehoudster. Buiten gaat het straatleven zijn gewone gang — het bloemenmeisje verkoopt bloemen, de poetsvrouw poetst — en kruisen passanten zonder elkaar echt te zien. Eigenlijk is het aan de Brusselse Varkensmarkt, thuisbasis van Bronks, niet anders. “Ik verbaas me graag als ik door de straten van de stad loop, met name ook over deze buurt”, zegt regisseur Bart Danckaert. Dat zoveel verschillende werelden hier heel dicht bij elkaar komen, bedoelt hij, maar dat de mentale afstand bijzonder groot blijft. “Er zijn hier ook een paar van die kunstgalerijen waarvan je je dan afvraagt wat daar eigenlijk gebeurt. Vorige week nog was er ergens een receptie bezig. Het zag er heel gezellig uit door die façade van glas: het leek allemaal ook erg belangrijk, én select. Ik ben zelf veel met cultuur bezig, lees af en toe een boek en vind kunst interessant, dus ik zou daar eventueel nog kunnen binnenstappen. Maar dan vraag ik mij af wat de beenhouwer van om de hoek van zo’n vernissage denkt als die daar voorbijloopt. En omgekeerd ook.” Het fantaseren over de contrasten tussen al die stedelingen, die elkaar dagelijks kruisen maar niet zien, vormde het raamwerk van Toink. Ze op een speelse manier met elkaar en met elkaars ideeën over elkaar laten botsen vormt de uitdaging. De klanknabootsing in de titel verwijst natuurlijk naar de personages die in een stripverhaal tegen een raam, een vitrine of een muur aanlopen, of gewoon op elkaar botsen en steevast hilariteit veroorzaken. Tijdens ons repetitiebezoek zien we de galeriehoudster een redelijk cartoonesk telefoongesprek voeren. Toch mag het verhaal volgens Danckaert niet alléén grappig zijn. “Het moet ook
Actrice Amber Goethals (rechts): “Als druk doende galeriehoudster probeer ik zoveel mogelijk overzicht te houden, waardoor ik de meest waardevolle dingen uit het oog verlies, ook al staan ze voor mijn neus.”
tot nadenken stemmen over waar de mensen die we opvoeren mee bezig zijn. In eerste instantie valt de duidelijke hiërarchie op: het ene personage vindt zich belangrijker dan het andere. Maar is dat wel echt zo? Je zou je kunnen afvragen of het niet de poetsvrouw is die de galerij runt in plaats van de druk doende galeriehoudster. Hiërarchie is sowieso een dankbaar gegeven om grappige misverstanden te creëren. Mensen hebben de neiging om zich op basis van uiterlijkheden te vergissen.” De taalgevoeligheid werd overigens van meet af aan ontzenuwd. De regisseur koos bewust voor een woordloze voorstelling. De acteurs
houden het bij een neptaaltje dat samen met hun lichaamstaal de verbeelding van het jonge publiek moet aanzwengelen. “In deze stad is taal vak een obstakel,” legt Danckaert uit, “Maar in de voorstelling mocht het geen probleem vormen. Het zonder woorden gezegd krijgen is een extra uitdaging. Gelukkig zijn er verschillende manieren om die aan te gaan en die zitten ook allemaal in de voorstelling.” Amber Goethals, een van de zeven actrices achter het Antwerps-Brusselse gezelschap Compagnie Barbarie, speelt hier de galeriehoudster en past haar communicatie aan. “Soms neigen mijn woorden naar een soort Engels en Frans,
maar dat is vooral omdat de galeriehoudster zich voor de buitenwereld graag chique voordoet. Ze heeft een klein hartje.”
De Wandelaar Eén personage loopt er in de voorstelling een beetje tussendoor, zegt Goethals. “Het velt geen oordeel, heeft geen vooroordelen, stapt overal binnen om te kijken wat er gebeurt, nieuwsgierig en een beetje naïef, zoals ook kinderen dat kunnen zijn.” De spelers hebben hem ostentatief De Wandelaar genoemd, maar zijn doen en laten is grofweg geënt op het Monsieur Hulot-karakter uit de Jacques
BDW 1413 PAGINA 19 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Houten staketsels met doorkijkmuren schermen een hippe kunstgalerij af van de rest van de stad. Theatermaker Bart Danckaert laat de binnen- met de buitenwereld botsen, met als onderliggende boodschap meer oog te hebben voor elkaar.
Tati-films. “Hij laat alles gebeuren,” vervolgt Goethals, “Hij komt overal terecht omdat hij gewoon zijn neus achterna loopt. Voor hem bestaat er geen hiërarchie: de galeriehoudster, de kunstenaar, de poetsvrouw en het bloemenmeisje zijn voor hem evenwaardig. Omdat hij wél evenveel aandacht besteed aan het bloemenmeisje en de galeriehoudster wijst hij er ons tersluiks op dat we vaak andere mensen buitensluiten.”
Overlevingstrategieën
treerd omdat ze niet opvalt, terwijl de kunstenaar dan weer te veel mogelijkheden ziet en begint te twijfelen aan zichzelf. Oppervlakkig bekeken staat De Wandelaar het lichtst in het leven, beaamt Danckaert. “Maar hij heeft dan weer geen thuis,” zegt Goethals. “Hij moet altijd onderweg zijn.”
Te luide eenzaamheid “Die eenzaamheid vind ik problematisch in de stad,” vervolgt de theatermaker. “Te vaak klinkt die te luid. Dat mag gerust een thema zijn.” Maar in de eerst plaats staat het decor van de stad in Toink voor een onuitputtelijke bron van mogelijkheden. “Het maken van deze voorstelling was een persoonlijke nood© BART DEWAELE
“In die zin wil Toink op een grappige manier een pleidooi zijn om met iets meer verbeelding en nieuwsgierigheid, of alleszins minder oordelen en vooroordelen, naar de wereld en de mensen om ons heen te kijken,” zegt Danckaert. “Dat is zeker in deze stad belangrijk. Mensen worden al te gemakkelijk genegeerd. Ik snap wel dat het ook een overlevingsstrategie is om een aantal dingen bewust te negeren zodat je verder kunt met je dag en je zaakjes geregeld krijgt, maar je kan je afvragen of we niet te ver doorgeslagen zijn.” Ook Goethals stelt zich vragen, kijkt zelfs even in de spiegel. Vlak tegenover haar appartement posteert zich elke dag een man naast de nachtwinkel om er een pintje te drinken. “Hij behoort ondertussen tot het meubilair van de straat, en toch zeg ik nooit Bonjour of Goeiemorgen als ik hem passeer, terwijl ik dat wel doe als ik mijn buren ’s ochtends tegenkom. Er zijn x-aantal figuren in je leven die je bewust of onbewust negeert. Waarom we dat doen en of dat wel zo mooi is, daar gaat Toink ook over.” Het bloemenmeisje staat in de voorstelling voor het personage dat niet gezien wordt. Alleen De Wandelaar merkt haar op. “Hij kijkt anders naar de dingen,” zegt Goethals. “Gaat hij achter elk detail aan, dan probeert mijn personage zoveel mogelijk overzicht te hou-
den, waardoor ze waardevolle dingen uit het oog verliest, ook al staan ze voor haar neus.” Au fond zijn het allemaal zoekende mensen die elkaar toevallig op een bepaalde plek ontmoeten. Er gebeurt iets en daardoor ontstaat er ondanks alle verschillen een soort samenhorigheidsgevoel. Het stuk vindt plaats op de avond van een vernissage, maar het gaat nièt over de vernissage, het gaat over mensen. “Geen eendimensionale, bordkartonnen personages zoals in een stripverhaal,” benadrukt Danckaert. “In elk van hen sluimert een zekere donkerte.” En inderdaad, de poetsvrouw wordt opgejaagd door haar werkgeefster, de galeriehoudster door haar agenda. Het bloemenmeisje raakt gefrus-
© BART DEWAELE
zaak geworden na al de bagger die over de stad werd gekieperd, vooral dan door mensen die er geen band mee hebben. Als je kiest om je kinderen in deze stad op te voeden en samen te leven met al de andere mensen die hier zijn, dan heb je aan al die negativiteit geen boodschap. Ik zou het appreciëren als de buitenwereld ook de mogelijkheden van de stad zou zien, in plaats van alleen de problemen. Toink illustreert alvast de mogelijkheid tot schoonheid, tot fantasie, tot poëzie… Maar vooral tot humor, veel humor!” “Hoeveel mensen leggen elke dag niet precies hetzelfde parcours af, omdat ze vooral geen zijstraatje willen ingaan,” vraagt Goethals zich af. “Want: wie weet waar komen ze dan uit? Het is vermoeiend om aan het thuisfront telkens opnieuw te moeten verdedigen dat het wél dik oké is om hier te wonen en dat zo’n zijstraat nemen de moeite loont.” “Het is anders werken voor jeugdtheater dan voor volwassenen,” besluit Danckaert, die in het verleden ook al voorstellingen maakte voor Theater Antigone, de KVS en het Toneelhuis. “Maar het is ook leuker, omdat je iets speelser kan zijn in de verbeelding. En ik blijf er rotsvast van overtuigd dat deze voorstelling naast kinderen ook jongeren en volwassenen moet kunnen aanspreken.” Kortom, voor een publiek bestemd is tussen 7 en 77. Dat heeft Toink dan weer wel met een strip gemeen.
Beeldtaal is belangrijk in een voorstelling die bewust geen taal kiest.
Tom Peeters
Toink (7+) gaat op zaterdag 22/02 om 19u00 in première in Bronks, ook voorstellingen op zondag 23/02 om 15u00 en op woensdag 26/02 om 14u30. Daarna op tournee. Tickets kosten 6/9 euro. Info en reservaties: 02-219.99.21, info@bronks.be, www.bronks.be.
BDW 1413 PAGINA 20 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Opera > 209 Brusselse kinderen werken 6 maand aan ‘community opera’ Sindbad
Nieuwe Brusselaars winnen aan zelfvertrouwen door opera GANSHOREN – Twintig weken van zes lesuren hebben de vijfdeen zesdejaars van Basisschool De Goudenregen geoefend aan Sindbad. Een community opera van De Munt over overleven na de oorlogsgruwel. De voorlaatste repetitie maakte één ding duidelijk: alle spelers krijgen hier dé jeugdervaring van hun leven mee. Met een metamorfose tot gevolg. “Kinderen die wat in zichzelf gekeerd waren, omdat ze zwakker scoorden op taal of rekenen, zijn volledig opengebloeid. Ze hebben andere sterktes in zichzelf ontdekt, waardoor ze veel meer moed hebben gekregen op school.” De juffen Anita en Stéphanie van De Goudenregen zijn dolenthousiast over de vele lesuren die ze prijsgaven voor het operaproject Sindbad, land of the living flame, dat De Munt in hun school oefent. “Die ruimere zelfontwikkelingservaring maakt hen sterker voor de volgende jaren,” luidt de balans. Net als twee jaar terug betrekt De Munt kinderen (209) uit vier Brusselse scholen in een operacreatie waarin ook het Kinder- en Jongerenkoor van de Munt en het orkest van het Conservatorium van Brussel samen met solisten van het Muntorkest hun deel hebben. De twee Nederlandstalige scho-
Mieke Segers (rechts) brengt alle zelfvertrouwen en onvervalste emotie bij de jonge tieners naar boven, die met ‘Sindbad’ veel meer leren dan enkel acteren en zingen.
V.U. Eric Verrept, leidend ambtenaar, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel.
ADVERTENTIE
dé vrijetijdspas voor brussel
PASPARTOEBRUSSEL.BE
© MARC GYSENS
BDW 1413 PAGINA 21 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
len zijn Gemeenschapsonderwijs De Goudenregen (Ganshoren) en Basisschool Lutgardis (Etterbeek). Viermaal presenteren zij het muziektheaterstuk Sindbad in de grote Muntzaal, een kippenvelmoment omdat ze nooit eerder op een scène stonden, en voor de grote meerderheid nooit een klassieke zang-, muziek- en dansopleiding genoten. Sindbad is op kindermaat geschreven en gecomponeerd door Howard Moody. Het verhaal gaat over een overlevingstocht van kinderen, na een bombardement. De schoolkinderen moeten de aan hun lot overge-
“De kinderen hebben zwaar moeten oefenen op stilzitten” laten weeskinderen spelen. Ze zijn bang van skeletten, overleven door samen te schuilen en vluchten uiteindelijk met een boot ‘op de zee die de felste gevoelens kan weerspiegelen’. De moraal van het verhaal is vergiffenis schenken, om met een vreedzaam hart verder te kunnen leven.
Eerlijke emoties Tijdens de voorlaatste repetitie in de school, met de balletdocente Mieke Segers en zanglerares Tineke Vandenhoudt, gaat het er al hard aan toe bij de opwarming. Eerst wordt soepelheid en natuurlijke houding geoefend. “Mooi verdelen. Op één been staan. En nog een keer. Trek eens een gezicht: superblij. Nu, heel kwaad. Nu, heel triest. Gebruik heel uw lichaam. Laat het zien.” Een stoere jongen draait zich eerst nog om naar de anderen, maar snel doet hij toch wat
van de hele groep verwacht wordt. Dan de stemopwarming. Telkens met een toonladder hoger, worden alle muzieknoten uit volle borst gezongen. En dan kan de eigenlijke repetitie beginnen. “De kinderen hebben zwaar moeten oefenen op stilzitten,” geeft Tineke mee. Maar dat moest, want het stuk begint met een bominslag, en iedereen moet schuilen onder stoelen en tafels. Pianiste Griet Greypdonck, die zes maand de begeleiding mocht verzorgen, laat het instrument dreunen. ‘Bombs explose behind us...’ wordt gezongen. “Niemand die Engels kan lezen, en toch zingen ze de hele opera,” zegt juf Anita trots. “De teksten werden vertaald, zodat ze de moeilijke inhoud leerden begrijpen. Nu zingen ze de liederen zelfs terwijl ze naar de bib stappen. De juffen hebben de thema’s in het stuk gekoppeld aan hun lesdoelstellingen, dat maakt het allemaal extra interessant. In Sindbad leren ze hun echte emoties zijn, zoveel is duidelijk. “Meisjes die eerst met overacting de ster wilden spelen, en jongens die stoer gingen doen, hebben dit masker stilletjes aan laten vallen. Ze hebben geleerd om puur hun gevoel weer te geven.” geven de juffen mee. De tocht naar zelfexpressie is duidelijk gelukt. Dit soort ‘opleidingsproject’ laat karakters ontdekken, en talenten die tegengewicht bieden aan zwaktes. “In mijn hele klas zit maar een halve Vlaming, de ouders van de andere kinderen zijn van vreemde origine, van Rusland tot Albanië. Ik ben trots op hun sterke prestaties,” aldus de juf nog. “En ja, de Brusselaars van morgen gaan ervoor.” Jean-Marie Binst Sindbad, op 14 en 15/2 om 19u., op 16/2 om 15u. , op 18/2 om 11u. Info: www.demunt.be, 02-229.12.11
ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Christian Millau Zegt die naam u nog iets? Er lag een boekje onder de kerstboom. ‘Petit dictionnaire amoureux de la gastronomie’ van Christian Millau. Ik moest toegeven dat ik niet veel afwist van de persoon die samen met Henri Gault beroemd werd met zijn culinaire gids. Christian Millau is een Parijzenaar. Hij ontmoette Gault toen ze samen voor Paris-Presse werkten, een allang ter ziele gegane avondkrant. Het blad speelde in op de naoorlogse trend van de ‘vrijetijdsbesteding’. De vorige generatie had die niet gekend en de Parijzenaars wisten nog niet goed hoe ermee om te gaan. Ook in Frankrijk ging men enkel op restaurant wanneer dat nodig was: bijvoorbeeld tijdens verplaatsingen voor het werk. Ook wanneer men grote gezelschappen wou ontvangen, want Parijzenaars zijn doorgaans bijzonder klein behuisd, zeker naar Belgische maatstaven. Na enkele jaren gastronomische wandelingen in de krant en voor een andere culinaire gids, begonnen ze hun eigen ding. De Gault & Millau (de schrijfwijze van de titel van de gids zou regelmatig veranderen) viel in Parijs op het moment dat de straatstenen er in 1968 werden uitgerukt. Oorspronkelijk was het een maandblad, later kwam er een gele gids. De oude generatie had de rode Michelin, een instelling even onaantastbaar en verheven als de Académie française of Maxim’s. Het rode boekje was iconisch, maar hoe er geoordeeld werd, wisten alleen de (anonieme) medewerkers. Gault & Millau deden het luidruchtig, meer subjectief en met open vizier. Dat heeft heel wat voordelen, maar ook het nadeel dat de gids al spoedig een hype werd. Waarom Gault en Millau belangrijk zijn? In mijn herinneringen vooral voor het lanceren van de ‘nouvelle cuisine française’. Christian Millau (Gault stierf in 2000) vindt nog steeds dat zij en niemand anders die naam lanceerden. Uiteraard zijn er in de geschiedenis wel meer nieuwe keukens – omwentelingen in de manier van koken – ontstaan, maar deze, die als manifest verscheen in het oktobernummer 1973 van het blad G&M, was op maat van de Parijse straatrevolte. Zij propageerden een culinaire revolutie tegen de oude keuken van Carême en Escoffier, die gebaseerd was op respectievelijk protserige montages en allesver-
hullende sausen. Het zuivere product moest primeren, smaken moesten natuurlijk blijven en groenten moesten dagvers van de markt komen. Nieuwe keukensterren stonden op (Bocuse!) en wie nog een canard à l’orange of bouchées à la reine durfde te bestellen, maakte zich onsterfelijk belachelijk samen met de kok die het op de kaart had staan. Het probleem, zoals mijn vader destijds opmerkte, is dat huismoeders altijd al zo hadden gekookt. In een tijd waarin men naar restaurants begon te gaan om ‘eens iets anders’ te eten, was dat niet echt aantrekkelijk. Wat toen gebeurde, doet velen die het meemaakten nog steeds schaterlachen. Gezien wat op het bord kwam thuis ook al stoomde, moest men wel met nieuw spektakel uitpakken. Bij gebrek aan inhoud ging de aandacht volledig naar de kok als vedette. In plaats van restaurants met gezellige namen al ‘Het Vissertje’ of ‘Comme chez soi’, stond plots alleen nog de identiteit van de baas op de gevel (Claude Dupont, Eddy Van Maele...). Niet de klant besliste wat hij wilde eten, maar de chef! De menukaart werd een literatuurgenre. De porties werden veel kleiner en dus verdween ook de service à la française. Enkel Chinese restaurants serveren vandaag nog op schotels in het midden van de tafel. Het eten werd in de keuken gedresseerd op gigantische borden. Die werden dan door veel te veel personeel opgediend, verstopt onder zilveren stolpen. De stolpen werden voor iedereen tegelijk opgelicht. De bedoeling was dat dit de gast een soort ‘Aah-belevenis’ zou geven, maar het plots verschijnen van veel te kleine porties op veel te grote borden gaf de nuchtere Belg vooral een spontane lachstuip. Ik mocht in die tijd nog niet mee naar grote restaurants, maar hoorde het verslag van mijn ouders bij het ontbijt, soms met de lachtranen nog in de ooghoeken. Het aantal nouvelle cuisine-moppen was niet bij te houden. Het idee van de marktkeuken werd ook bijzonder vreemd geïnterpreteerd. Een chef branché kon toch geen bloemkool of spinazie opdienen? Dus verschenen sneetjes kiwi en carambole (starfruit) op het bord. De physalis (jodenkers) deed haar intrede en wordt vandaag nog hier en daar geserveerd, steeds zonder dat ze iets toevoegt aan het gerecht, behalve wat show. Want zoals alle revoluties heeft ook deze haar eigen
“Niet de klant besliste wat hij wilde eten, maar de chef! De menukaart werd een literatuurgenre. De porties werden veel kleiner en dus verdween ook de ‘service à la française’” kinderen opgegeten. Weinig, half rauw eten opdienen voor veel geld: dat blijft niet duren. In de wereld der trends maakte de nouvelle cuisine plaats voor de ingewikkelde laboratoriumkeuken van Kurti en This, tot Retzepy en de tijdsgeest teruggingen naar de fijne gastronomie van de holbewoners. De slinger slaat altijd terug. Christian Millau kan er in zijn nieuwe boekje flink om lachen, alsof hij de Franse keuken en haar volgelingen een fenomenale poets heeft gebakken. Blijft er iets positiefs van over? De kortere gaartijden voor groenten: beetgaar is een uitvinding van toen. En misschien mogen we daar toch nog dankbaar voor zijn. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1413 PAGINA 22 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
© CONTREJOUR
Theater > Rederijkerskamer in De Markten
Lange en korte K
BRUSSEL – Met het verhaal van Kaat (K), een sekssymbool met het hart op de juiste plaats, doet de rederijkerskamer ‘t Mariacranske – Theater De Wijngaard in maart mee aan de podiumkunstenprijs Roger Van de Voorde. Het stuk is vijfmaal te zien in De Markten.
groep zelfs sterk verjongd. “Met medewerking van de Erasmushogeschool werd er tien jaar geleden een theaterinitiatie ingericht, en van die nieuwe jonge garde (nu 25 tot 30 jaar) krijgen enkele spelers sindsdien een kans,” stelt voorzitter René Willems. “Dit jaar heeft een van die ‘ontdekkingen’, Goele Loesbergh, zelf een theaterstuk geschreven; ze speelt ook zelf mee.” Het stuk gaat over een gehuwde vrouw, die een en ander geheimhoudt voor haar gezin. Al zijn er heel wat hints of gestes die haar kunnen verraden. In regie van Luc Vierendeels komt ‘K’ eraan in een eerste versie (1u40). “In maart nemen we deel aan de Roger Van de Voorde Prijs, maar daarvoor moet het stuk worden ingekort tot 35 minuten, geen sinecure,” vertelt Willems. “De jury wil nu eenmaal een ingekorte productie.” De originele versie is te zien in de zolderzaal van De Markten, en ook dat blijkt niet evident. Nu al zijn ruim drie van de vijf speeldagen uitverkocht, want de zaal mag van de brandweer maar maximaal 55 mensen tellen. Gezien er al tien acteurs zijn, is het publiek beperkt.” De Markten wacht al enige tijd op subsidies voor een brandtrap, pas dan kan de zaal zijn grotere capaciteit kunnen JMB benutten.
Al sinds 1970 zet De Wijngaard, een afdeling van de oudste rederijkerskamer van de Zuidelijke Nederlanden, ieder jaar een toneelproductie op de bühne. Sinds 2003 is de theater-
Theater De Wijngaard met K, op 16, 21 en 22/2 om 20y30, en op 16 en 23/2 om 15u30. Info: www.wijngaardtheater.be/reservatie, 02-468.20.61
ADVERTENTIE
14 & 15/02 Beursschouwburg A. Ortsstraat, 22-28, rue A. Orts 1000 Brussel, Bruxelles
Seminarie / Séminaire
Indoor Pop Up Park
vr-ven 14/02 • 14:00 - 18:00
za-sam 15/02 • 15:00 - 18:00
seminarie over crowdfunding, burgerschap en stedelijkheid
ontdek in ‘real life’ de projecten op growfunding/BXL
séminaire sur crowdfunding citoyennité et urbanité
découvrez les projets lancés sur growfunding/BXL en ‘real life'
met / avec
met / avec
Kisskissbankbank, voordekunst.nl, Socrowd, Stijn Oosterlynck, Koning Boudewijnstichting Fondation Roi Baudouin, Yamilla Idrissi, Pascal Debruyne,...
• Food & Drinks • Elevator Pitch • Call for projects: submit your growfunding project!
Gratis toegang / Accès libre
Gratis toegang / Accès libre
(inscription/inschrijving via info@growfunding.be)
www.growfunding.be/bxl
14 02 slowfundin
g
14/02 • 22:00 - ... Gratis toegang / Accès libre
Dobet Gnahoré: “Mijn focus gaat naar de toestand in Afrika.”
Muziek > Dobet Gnahoré stelt vierde album voor
‘Voortaan beslis ik alles met mijn hart’ OUDERGEM – Dobet Gnahoré stelt zaterdag haar nieuwe album ‘Na Drê’ voor in het Centre Culturel d’Auderghem, een album waarop ze terugblikt op de belangrijke gebeurtenissen in haar leven. Brussel hoort daar ook bij, gezien de Ivoriaanse zangeres, danseres en percussioniste sinds een jaar in Brussel woont. “Ik had nood aan een kosmopolitische omgeving.” Na Drê betekent ‘Mijn hart’ in Bété, de taal van een kleine gemeenschap in Ivoorkust waarvan Dobet Gnahoré afstamt. “Op een bepaalde leeftijd kijk je terug op de belangrijke evenementen van je leven. Ik ben nu dertig jaar, alles in mijn leven wordt voortaan beslist door mijn hart,” zegt de zangeres. “Elke song van dit album heeft een belangrijke plaats in mijn hart. Ik heb voor het eerst ook alle muziek en tekst zelf geschreven, terwijl mijn echtgenoot Colin (Laroche de Feline, gitarist van haar band, bt) dat voordien deed. Dat maakt van Na Drê mijn meest persoonlijke album.” Dobet Gnahoré heeft van haar beperkte ervaring als componiste een sterkte gemaakt. “Ik wou een eenvoudig album. Om een toegankelijk album te maken, heb ik slechts de drie-vier gitaarakkoorden die ik goed ken gebruikt. De muziek blijft pan-Afrikaans met mijn persoonlijke touch,” legt Gnahoré uit. “Ik heb ook moderne instrumenten als saxofoon, viool, contrabas, piano, dwarsfluit en op enkele tracks een bluesgitaar toegevoegd, naast de gebruikelijke gitaar, bas en drum en de traditionele instrumenten als Peulfluit, percussie en sanza (duimpiano).” De Peul is het grootste nomadenvolk van West-Afrika.
Dubbele persoonlijkheid Het album is verrassend rustig voor wie Dobet Gnahoré live reeds aan het werk zag. De Ivoriaanse schone is een echt podiumbeest boordevol energie. Naast zingen – soms rustig, soms uitbundig – slaat ze met haar gespierde armen genadeloos op de tamtam. En met haar atletisch lichaam pakt ze uit met adembenemende sprongen. Haar verzorgde uiterlijk met Afrikaanse gewaden, talloze
sieraden, dreadlocks en tulband laten niet vermoeden dat Gnahoré ook zo’n rustige kant heeft. “Weet je, die twee kanten zijn sterk in me aanwezig,” zegt ze. “Ik ben een tweeling, ik heb twee persoonlijkheden: een heel zachte en een zeer energetische. Soms ben ik zeer joviaal, soms triest.” Gnahoré zingt voortaan vanuit haar hart, een hart dat volledig in het teken van Afrika staat. “Ik woon al bijna de helft van mijn leven in Europa, maar mijn focus gaat naar de toestand in Afrika.” De zangeres maakt zich zorgen om haar moederland. “Ik ben bang voor Afrika, bang van politici die er steeds hetzelfde discours op nahouden, terwijl er niets verandert. Een land kan zich tien of twintig jaar ontwikkelen, maar al die vooruitgang kan op één dag verloren gaan als er onrust of oorlog uitbreekt. Hier in Europa zie ik dat mensen mogen betogen als ze ergens niet mee akkoord zijn, er heerst vrede in alle landen. Dat moet in Afrika ook kunnen. We moeten ophouden met ruzie te maken, want ontwikkeling zal pas komen op de dag dat we samen zullen leven.” Gnahoré heeft zich een jaar geleden in Brussel gevestigd om dichter bij het culturele leven te zijn. “Ik woonde in de Franse Ardennen, nogal afgelegen. Ik geef ook zang- en danslessen, en dat is in Brussel veel gemakkelijker.” Een keer per maand is er een panAfrikaanse zang- en dansstage in La Tentation. De opbrengst gaat naar een weeshuis in Ivoorkust waar de kinderen naast gewone lessen ook dans- en zanglessen krijgen. “Ik vind het belangrijk dat ze ook een artistieke vorming krijgen. Via Baara vzw organiseer ik stages om geld naar daar te kunnen sturen, met als doel op termijn dans- en zanglessen te laten plaatsvinden in vijf weeshuizen.” Benjamin Tollet
Op 15/02 stelt de Marokkaan Driss El Maloumi zijn nieuwe album Makan voor in CC Auderghem, gevolgd door de voorstelling van Na Drê van Dobet Gnahoré. Tickets kosten 23/25 euro. Concerten starten om 20u30.
BDW 1413 PAGINA 23 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Artists in residence Edouard Empain in Heliopolis
Edouard Empain werd in 1852 geboren in een vrij eenvoudig Waals gezin, maar zou zich stelselmatig opwerken tot bezieler van een machtig industrieel imperium dat op verschillende werelddelen actief was. Hij was zelf geen kunstenaar, maar verschillende architecten profiteerden van zijn ondernemingszin. Empain begon als technisch tekenaar in een bedrijf met hoofdzetel in Brussel dat vooral rollend materieel voor de mijnbouw produceerde. Eens hij er de leiding van had, stortte hij zich voluit op de expansieve sector van tramlijnen en buurtspoorwegen. Hij haalde verschillende grote contracten binnen, realiseerde overnames, en werd actief in het bankwezen, waardoor zijn holding ook in het buitenland kon meedingen naar grote aanbestedingen. Zo mocht Empain rond de eeuwwisseling de eerste lijnen van de Parijse metro aanleggen. Om de fameuze ingangen daarvoor te ontwerpen, engageerde hij de Franse art-nouveauarchitect Hector Guimard die
RG .O
© NL
.WI K
IPE DI
BRUSSEL – Eerder in deze reeks hadden we het al over Brasília, de Braziliaanse hoofdstad die in de jaren vijftig uit het niets werd opgebouwd. Maar Brasília is niet enig en was ook niet eerst in zijn soort. Een straffer verhaal is dat van Heliopolis, dat nog van een halve eeuw vroeger dateert en waarin een onstuitbare Belg de hoofdrol speelde.
© ARCHIEF BDW
A
De zonnekoning en zijn zonnestad
Heliopolis in 1931. Een nieuw luxueus stadsdeel door Edouard Empain gebouwd op woestijngrond net buiten Caïro.
in Brussel het werk van Horta had ontdekt. Omdat de Europese landen plots de deuren voor buitenlandse bedrijven sloten, ging Empain het vervolgens zoeken in Rusland, China, Congo en Egypte. In Egypte wilde Empain meer doen dan sporen leggen. Net buiten de hoofdstad kocht hij achtduizend hectare woestijngrond op om er een nieuwe stad te
laten verrijzen: Heliopolis, stad van de zon. Eigenlijk ging het om een nieuw stadsdeel dat – uiteraard door zijn eigen bedrijven – door trams met Caïro werd verbonden. Heliopolis was een luxeoord, met villa’s, hotels en paleizen, met een paardenrenbaan, een golfbaan en een vliegveld. Opnieuw deed Empain beroep op gereputeerde architecten om zijn pro-
ject cachet te geven. De Belg Ernest Jaspar en de Fransman Alexandre Marcel (ook de architect van Leopold II’s Japanse Toren) creëerden voor hem zelfs de Heliopolische stijl - eigenlijk een duur label voor een wat kitscherige, pompeuze en kolonialistische mengeling van exotische neo-stijlen, die tegelijk verwees naar de klassieke Egyptische, Indische en Cambodjaanse architectuur. In 1930 stierf Empain in Sint-Pieters-Woluwe, dat de Edouard Empainlaan naar hem vernoemde, maar zijn stoffelijk overschot werd naar de Onze-Lieve-Vrouwbasiliek van Heliopolis overgebracht. Ondanks het aanvankelijke succes gingen grote delen van Heliopolis later verloren. Ze werden opgeslokt door de miljoenenstad. Toch zijn de bewoners van de wijk zich nog sterk bewust van het verleden en zijn de verwijzingen naar de Belgische baron er nog talrijk. Zijn eigen paleis staat nog overeind en zou worden gerestaureerd. Al heeft de eigenaar – de Egyptische staat – momenteel andere zaken aan het hoofd. In thuisland België stortte het Empainimperium ondertussen ook langzaam in. Een Brussels overblijfsel is de Villa Empain in art deco, die Edouards zoon Louis-Jean door architect Michel Polak liet bouwen vlak nadat hij en zijn broer het vermogen van zijn in 1929 overleden vader had geërfd. Michaël Bellon
ADVERTENTIE
22.02.2014 19:00 01:00
exhibitions, music, fashion, dance, performance, video
24
brussels museums
afterparty hosted by
www.museumnightfever.be
FREE
shuttle buses
19:00 > 01:00 00:00 > 03:00 made in Josworld
Commission communautaire française
Met steun van de Vlaamse overheid
BDW 1413 PAGINA 24 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Nicolas Spann: “De meeste mensen die ik begeleid moeten zich elke dag opnieuw behelpen, trachten te overleven. Daar kruipt veel energie in: zonder hulp vinden ze hun weg niet in het systeem.”
© MARC GYSENS
Nicolas Spann: antropoloog, sociaal bemiddelaar
‘Ontwikkelingssamenwerking in mijn stad’ SCHAARBEEK– “Ik heb steeds graag gereisd, lang droomde ik ervan om aan ontwikkelingssamenwerking te doen op verre bestemmingen. Nu doe ik aan ontwikkelingssamenwerking in mijn stad.” Nicolas Spann is antropoloog en sociaal bemiddelaar.
S
pann is ook geboren en getogen Brusselaar. Een Zinneken in de beste zin van het woord. Moeder een Oostenrijkse, vader een zoon van de Bahama’s. “Mijn moeder heeft als jong meisje nog de nasleep van de Tweede Wereldoorlog meegemaakt, haar land een tijd bezet gezien door de Russen. In een Oostenrijk dat de littekens van de oorlog droeg, waar amper iets of niets voorhanden was. Ze was ook zeer open van geest, in tegenstelling tot haar omgeving. Ketens waren
het, waarvan ze zich wilde bevrijden. Vertrekken was de enige optie in haar ogen. Eerst naar Londen, waar ze een tijdje au-pair was, daarna naar Brussel waar ze haar bestemming heeft gevonden. Ze heeft me hier alleen grootgebracht. Mijn vader, die lijnpiloot was en nu in Florida van de herfst van zijn bestaan geniet, leidde zijn eigen leven. Wat niet wil zeggen dat hij een compleet afwezige vader was of is. Hij heeft mijn parcours wel degelijk gevolgd, kwam geregeld op bezoek. Mooi ook,
“Samenleven als je niet dezelfde achtergrond hebt: het is niet gemakkelijk, maar mits wat goede wil kan het heel verrijkend zijn”
de vakanties in Oostenrijk bij de familie van mijn moeder, later de bezoeken aan vader op de Bahama’s.”
Volkstuintje Bepalend voor wat volgen zou, zo noemt Spann zijn jaren in het middelbaar onderwijs. De richting Latijn-Grieks. “Het mens-zijn bestuderen, de geschiedenis van de oudheid: het boeide me enorm. Het voelde juist aan. De studies antropologie leken me dan ook een logisch keuze. Met het oog op ontwikkelingssamenwerking: verkennen over de grenzen heen, mensen in moeilijkheden helpen, het is iets wat me steeds heeft aangetrokken. Nog tijdens mijn studies heb ik meegewerkt aan humanitaire projecten om de tempera-
BDW 1413 PAGINA 25 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Positief, negatief Brussel trouw blijven en helpen: het betekent voor Spann ook zich in Brussel bewegen in een smeltkroes van culturen. “Het is al zo veel gezegd, maar je kan er niet omheen. Met alle positieve maar ook negatieve aspecten van dien. Samenleven als je niet dezelfde achtergrond hebt, is niet gemakkelijk, maar mits wat goede wil kan het heel verrijkend zijn. Het past ook bij wie ik ben, bij mijn afkomst. Dus ben ik gebleven. Maar niet vooraleer met mijn vriendin – nu de moeder van mijn twee kinderen – een wereldreis te ondernemen. Zoals vier jaar geleden. Een jaar lang onze planeet verkennen. Azië, Australië, Nieuw-Zeeland, het Paaseiland, Latijns-Amerika, de Bahama’s, Cuba, New York, Quebec... Een prachtig avontuur, vooraleer te beginnen aan het nieuwe avontuur: werken, kinderen grootbrengen in de stad, waar ik ben grootgebracht. Met in mijn rugzak de lessen die ik onderweg heb geleerd over de wereld, de mensen die er zich in bewegen.”
Pleister op een houten been
“Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad dat ik uiteindelijk in Brussel ben gebleven om mijn ding te doen. De vrouw van wie ik houd is hier, mijn kinderen zijn hier, de wereld is hier. Ik kan mensen helpen en op die manier investeren in de stad waar ik ben opgegroeid en waarvan ik houd. In Brussel heb je het grote en het kleine bij de hand. Het welgestelde en het zoekende. Ongemeen boeiend is het, een mooie plaats om mijn kinderen te zien opgroeien. Ik weet het, Brussel boezemt nogal wat mensen angst in. Onterecht. Wat de toekomst van mijn kinderen gaat brengen weet ik niet, maar als er één ding is dat me geen angst inboezemt in de toekomst, dan is het Brussel.”
Brussel waar Spann nu actief is bij Aide a la Jeunesse. Het Home Juliette Herman. “Ik werk er met kinderen en jongeren. Probleemkinderen, probleemjongeren. Van kleuters tot tieners. Opvallend is het dat financiële moeilijkheden meestal aan de basis van de problemen liggen. Het overgrote deel van de mensen die ik begeleid moeten zich elke dag opnieuw behelpen, trachten te overleven. Daar kruipt veel energie in: zonder hulp vinden ze hun weg niet in het systeem. En als de ouders afwezig zijn, loert voor hun kinderen de verlokking van de delinquentie om de hoek. Wat mij ook treft, is dat de mechanismen die van overheidswege op de rails zijn en worden gezet, zich te veel focussen op de gevolgen en te weinig op de oorzaken. Terwijl het eigenlijk net omgekeerd zou moeten zijn. Geef de mensen werk, waardigheid, liever dan het vingertje op te steken en ze te straffen omdat ze uit de boot vallen. We zitten in een vicieuze cirkel: de acties die worden ondernomen, zijn als een pleister op een houten been.”
Karel Van der Auwera
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
3 VRAGEN AAN JEAN-LOUIS RASSINFOSSE
Jean-Louis Rassinfosse: “Iedereen van WRaP! levert een even grote bijdrage.”
‘Wij brengen kamerjazz’ BRUSSEL – WRaP! is een nieuw trio gevormd door zangeres Barbara Wiernik, gitarist Alain Pierre en bassist JeanLouis Rassinfosse. Het zuiver akoestische debuut ‘Endless’ is een mooi staaltje kamerjazz met een sterk poëtische inslag waarbij grenzen tussen pop en jazz vervagen. Net zoals bij je ander akoestisch trio L’Ame Des Poètes is hier evenmin een drummer aanwezig. Een bewuste keuze? Jean-Louis Rassinfosse: “WRaP! is bovenal een ontmoeting van drie personen die op dezelfde golflengte zitten. We kenden elkaar wel maar hadden nooit nauw samengewerkt. Tijdens een festival in Tunesië kregen we die kans en het klikte meteen. We hadden zelfs niet het idee om een vast trio op te richten, maar musiceerden wat rond een repertoire waar we ons alle drie in konden terugvinden. Vooral de juxtapositie van de twee snaarinstrumenten en Barbara haar wendbare stem trokken ons aan. En toevallig is niemand van ons drummer. Toegegeven, ik voel mij in een dergelijke bezetting heel goed omdat ik een veel ruimer klankenpalet kan aanbieden.”
jullie stijl niet echt onder de noemer jazz te plaatsen valt. Of toch? Rassinfosse: “Wat is jazz? Voor sommigen zijn swing en de daaruit vloeiende pulsaties een absolute noodzaak. Dat vind ik sowieso een te beperkende definitie. Voor mij persoonlijk moet er mogelijkheid zijn om te improviseren buiten de partituur. Dan kan je al heel ver komen. Daarom durf ik te stellen dat de muziek van WRaP! zelfs bij fervente jazzliefhebbers aantrekkelijk in de oren kan klinken. We gebruiken zeker geen grote middelen, vergelijk het eerder met kamerjazz.” Mogen we jou en Alain als de twee coloristen van Barbara omschrijven? Rassinfosse: “Zo zien we het niet echt. Elk van ons levert een evenwaardige bijdrage. WRaP! is een echt trio en geen zangeres met twee begeleiders. Zij gebruikt haar stem als een volwaardig instrument om kleur en sfeer mee te scheppen. Maar ik begrijp je opmerking. Met teksten erbij ga je automatisch op een andere manier luisteren en krijgt zang voorrang op de muzikale omlijsting, zelfs als je de taal niet begrijpt. Wij willen net dat cliché doorbreken.”
Nog voor de cd uit was, hadden jullie al een tournee van Les Lundis D’Hortense achter de rug ,terwijl
Georges Tonla Briquet
Cd-voorstelling op 20/02 om 20u30 in Jazzstation. Ingang: 10 euro
TOK TOC KNOCK VALT IN DE PRIJZEN. Het theaterfestival van de KVS Tok Toc Knock krijgt samen met Oostende en Antwerpen de ‘Thuis in de Stad’-prijs van de Vlaamse overheid. Aan de prijs is de mooie som van 25.000 euro verbonden. Tok Toc Knock trok naar de wijken – onder andere naar Sint-Joost-ten-Node – om vanuit de maatschappelijke realiteit theater te maken. De jury ziet Tok Toc Knock als een statement. “Het is een moedige keuze van de KVS om kunstenaars hun werk te laten ontwikkelen in de maatschappelijke realiteit. Op die manier vindt het publiek de weg naar de schouwburg, maar ook omgekeerd.“ n BRUSSELS PHILHARMONIC KRIJGT FRANSE COMPLIMENTEN. Het Franse muziekmagazine Classica plaatst de cd Debussy-La Mer van Brussels Philharmonic uit 2010 helemaal bovenaan de lijst van referentieopnames. Classica spreekt van een unieke interpretatie die de jury heeft verbluft. De stilte en de blikken die werden uitgewisseld na de laatste noot spraken boekdelen,” schrijft Classica. In 2010 lanceerde Brussels Philharmonic het eigen label Brussels Philharmonic Recordings. n JEF VAN DAMME WIL CULTURELE BOUWMEESTER VOOR BRUSSEL. Parlementslid Jef Van Damme (SP.A) vindt dat het cultuurplan van 2009 dode letter blijft. Van Damme zegt dit naar aanleiding van de gezamenlijke informatievergadering van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Franstalige tegenhanger de Cocof. Van Damme wil de aanstelling van een cultureel intendant voor Brussel die een gemeenschappelijke culturele visie en communicatie uittekent. Van Damme wil ook een jaarlijks ‘Brussel Cultuurbad’ waar elke Brusselaar zich moet kunnen DV onderdompelen in ‘de positieve energie van het cultuurplan’.
CULTUUR KORT
Geen angst van Brussel
van de vereniging Le Début des Haricots en Bral. Een lap grond die daklozen en druggebruikers zich hadden toegeëigend. Onder mijn begeleiding hebben een aantal buurtbewoners die grond opgekocht, om er vruchten van de aarde te kweken, bijen en dieren te houden. In samenwerking met plaatselijke organisaties. Niet elk op zijn eigen aantal vierkante meters, neen, samen. Mensen die voorheen amper of geen contact met elkaar hadden, hoe dicht ze ook bij elkaar woonden, hebben zo toch een gezamenlijke bestemming gevonden.” “Simpel was het niet: er diende onderhandeld te worden met de eigenaars van de grond, we moesten subsidies losweken bij de gemeente, buurtbewoners van uitlopende sociale afkomst op één lijn krijgen. En er moest opvang gevonden worden voor de dompelaars die zich voorheen de plek hadden eigen gemaakt. Er zijn enkele jaren voorbijgegaan vooraleer we het hebben kunnen realiseren, maar het is ons gelukt. Een kleine bijdrage tot urbanistische verbetering, tot wat meer sociale cohesie. Een mooie ervaring: ik had de kans gekregen om mensen te helpen om hun verantwoordelijk te nemen in hun woonomgeving. Het was ook geen voorbijgaande bevlieging, het project loopt nog steeds. Alles wordt samen gedaan, de opbrengst wordt gedeeld. Het is een burgerstatement dat er mag zijn: de mens die in Brussel woont en zijn steentje bijdraagt. Hoe klein ook. En, wat het nog schoner maakt, het heeft navolging gekregen.”
© KATE SICURELLO
tuur van het water te testen. Ik vond helaas niet wat ik voor ogen had, moest tot mijn scha en schande vaststellen dat mijn visie op ontwikkelingssamenwerking te idealistisch was voor de realiteit. Mijn uitgangspunt: mensen helpen vooruit te gaan met respect voor hun eigenheid, hun waardigheid. De realiteit: geld dat niet steeds terechtkwam waar het terecht moest komen, het betuttelende vingertje vertrekkende van een gevoel van suprematie. Het Westen dat het allemaal beter weet, beter doet. Daarop ben ik van mijn plannen afgestapt, maar die periode binnen de ontwikkelingssamenwerking heeft me toegelaten om Afrika te ontdekken en ervan te houden. En om te leren: ons beeld als modale Westerling van Afrika is er één van miserie, terwijl er zo veel ongerepte schoonheid is. Zowel wat betreft de natuur als de mensen zelf. Wij denken steeds in termen van oorlog en honger, terwijl er zo veel moois is.” De plannen voor ontwikkelingssamenwerking ver van huis werden opgeborgen. Maar de intentie is gebleven: nu is er de ontwikkelingssamenwerking in de stad waar Spann is opgegroeid en zijn kindertijd, zijn jeugd en zijn volwassen leven doorbracht. “Na nog een jaar studies voor een leraarsdiploma, heb ik een stageplaats gevonden bij de vzw Groupe One, mijn ontkerstening in de sociale sector. Ik deed er aan vorming van mensen van compleet uiteenlopend allooi. Van asielzoekers, over universitairen, tot gevangenen en stempelaars.” “Een jaar verder volgde de vzw BRAVVO, Bruxelles Avance Brussel Vooruit. Als sociaal bemiddelaar. Zeven jaar lang heb ik er gewerkt. Banden leggen tussen wijkbewoners, verenigingen en de gemeente. Dat heb ik bijna vier jaar gedaan. Passionerend werk. Alweer met mensen van allerlei slag, van jongeren tot ouderen. Trachten sociale banden te smeden. Met Brusselaars die moeten pogen om samen te leven op de een of andere manier, hoe groot de verschillen ook zijn. Een uitdaging, een werk van lange adem. Het was zaadjes strooien en ze met een beetje geluk zien kiemen.” “Eén project dat ik in die periode, nu zowat acht jaar geleden, mee heb heb mogen realiseren en me steeds zal bijblijven, is de gemeenschappelijke volkstuin, op een braakliggend stuk terrein bij Thurn & Taxis. Een initiatief
BDW 1413 PAGINA 26 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
Freestyle ski > Aanstormend talent Maxime Lemaitre gaat niets uit de weg
‘Op mijn ski’s kan ik mezelf zijn’ BDWSPORT
SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – Maxime Lemaitre (17) is een jongeman zonder vrees. Hij leeft voor zijn sport en smijt zich in alles wat hij doet. Dat daar wel eens breuken bij komen kijken, neemt hij erbij. Want hij heeft een doel: het maken in de wereld van freestyle ski en zoveel mogelijk op zijn skilatten kunnen staan. “Want dan ben ik pas echt gelukkig.” “Mijn voornaamste drijfveer is de kick die ik voel tijdens het skiën,” vertelt Lemaitre. “Op mijn ski’s staan betekent gewoon alles voor mij. Vergelijk het met iemand die de lotto wint, zo voel ik me. Ik hoor van anderen wel eens dat ik zot ben omdat ik aan freestyle ski doe, maar ik doe tenminste wat ik graag doe. Het gevoel dat je hebt bij een goede landing na een moeilijke trick is onbeschrijflijk.” De zoektocht naar kicks zorgde ervoor dat de Brusselaar heel wat sporten ontdekte. Aanvankelijk was dat freestyle rolschaatsen, later BMX en onlangs zelfs freestyle waterskiën. Als het maar freestyle is. De liefde voor de sneeuw groeide jarenlang, tot het hem als prille tiener helemaal innam. “Ik ging jarenlang een à twee keer per jaar skiën, onder meer met mijn gehandicapt broertje. Tot mijn twaalfde was dat slalomski. Ik nam onder meer deel aan competities van ESF, de Franse skischool, en zonder al te veel training deed ik dat niet slecht. Maar ik werd het beu en ben dan stilaan wat freestyle beginnen te doen. Ik wou wat anders doen dan de klassieke skidisciplines.” “Op mijn veertiende heb ik freestylestages gevolgd in Frankrijk, waar ik heel wat nieuwe tricks heb bijgeleerd. Toen is het voor mij echt begonnen. Ik ben dat jaar een viertal keer in de bergen gaan skiën en heb er onder meer getraind met de freestyleclub van La Rosière. Ik wou niets anders meer doen.” Lemaitre gaat helemaal op in zijn sport. De sfeer in de scene vindt hij fantastisch en hij heeft de kicks waar hij naar op zoek is. “Het is een manier om mijn gevoelens te uiten en mezelf te zijn. Je mag doen wat je wilt, zijn wie je wilt. Kritiek hoort er niet bij, want iedereen heeft zijn eigen stijl. Freestyle is vrijheid. Het is een manier om te ontsnappen naar een compleet andere wereld. Als ik op mijn ski’s sta, ben ik de echte Maxime Lemaitre.”
Luchtgevoel kweken Die echte Lemaitre is een skiër die er altijd voor gaat, zonder te veel na te denken over de gevolgen. “Ik durf veel,” zegt hij. “Soms te veel.” Het bewijs: vorig jaar brak hij zijn duim en zijn pols. Als hij valt deert de pijn hem niet echt, maar wel de vraag of hij eventueel buiten strijd is. Dat de Brusselaar dolverliefd is op zijn sport, bewees hij ook door (tijdelijk) te verhuizen naar Genk. “Ik ben een jaar op internaat gegaan om dichter bij de indoorskipiste van Peer te zijn. Mijn moeder staat volledig achter me en steunde me ook bij die keuze. Maar mijn idee om regelmatig te gaan skiën bleek niet echt te lukken. Het was toch een eindje rijden met mijn brommer en ik had in die periode ook wat last van blessures. Uiteindelijk ben ik teruggekeerd. Op sportief vlak bracht het niet wat ik hoopte, de mentaliteit was er
Maxime Lemaitre: “Freestyle is vrijheid. Het is een manier om te ontsnappen naar een compleet andere wereld. Als ik op mijn ski’s sta, ben ik de echte Maxime Lemaitre.”
“Ik ga er volledig voor en zie wel waar ik eindig. Zelfs al is dat met een gebroken rug” te verschillend en ik miste mijn vrienden.” “Een topsportstatuut is ongelooflijk moeilijk te verkrijgen als freestyle skiër. Dat begrijp ik niet goed. Hoe wil je dat de sport hier dan evolueert? Hopelijk kan de volgende generatie genieten van onze inspanningen. Ik wil daar een bijdrage aan leveren. Dat moet onder meer gebeuren door onze sport meer in de aandacht te brengen.” Om de media te halen, moet je presteren. En om goede resultaten te halen moet je veel trainen, waarvoor je dan weer de nodige financiële middelen nodig hebt. Want ski is nu eenmaal geen goedkope sport. Gelukkig kan Lemaitre op sponsor Peak Performance rekenen om hem van skikleding te voorzien. Steun van de federatie is naar eigen zeggen nooit een optie geweest. “Ik probeer mijn trainingen elk jaar op te drijven. Momenteel brengt mijn moeder me twee keer per week naar de piste in Peer. Daar train ik op zaterdag met Airborne, het team waar onder meer topper Katrien Aerts les geeft. En als ik de kans heb, ben ik weg naar de bergen. Vorig jaar was dat een zevental keer. Daarnaast loop en fitness ik regelmatig, en ik ga
GEEN FREESTYLE SKI OP WINTERSPELEN Maxime Lemaitre zal de komende weken niet kniezen terwijl hij naar de Olympische Winterspelen in Sotsji zit te kijken. Het is zelfs niet zijn ambitie om aan het prestigieuze tornooi deel te nemen. Geef hem maar de X Games. “Ik ben niet akkoord met het invoeren van freestyle sporten op dergelijke evenementen,” stelt de Brusselaar. “Freestyle is uitgevonden om vrij te kunnen zijn. Je moet kunnen doen wat je graag doet, zonder verplichtingen. We hebben onze eigen Spelen: de X Games. Als ik daar ooit kan staan, gooi ik me helemaal. Het maakt me niet uit welke risico’s ik moet nemen.”
ook drie keer per week turnen – ik doe er vooral trampoline – om mijn luchtgevoel te trainen.”
Gebroken rug De jonge Brusselaar heeft naam gemaakt in de Belgische freestyle skiscene. Zijn spectaculaire stijl en goede resultaten zorgen ervoor dat er veel van hem wordt verwacht. Dat bleek
© MAXIME LEMAÎTRE
nog maar eens tijdens het afgelopen Belgisch kampioenschap. “Ik heb er twee van de drie disciplines gewonnen, maar wat me vooral fier maakt is de prijs van Most Progressive Rider. Die wordt toegekend aan de skiër die de meeste vooruitgang heeft geboekt. In België ben ik degene waar het grootste aantal mensen in geloven. Dat voel ik ook: verschillende organisaties nodigen me uit en steunen me. Ik probeer me zo veel mogelijk te tonen en aan zo veel mogelijk evenementen deel te nemen om die rol waar te maken.” “Ze noemen mij soms de kleine Benji (naar Benjamin Declercq, zie BDW 1411) omdat ik er altijd voor ga, net als hem. De backflip is ook een van mijn favorieten, maar nu train ik op een trick waarbij je een 360 doet, maar dan horizontaal. Daar werk ik volop aan, met vallen en opstaan.” De toekomstplannen van Lemaitre zijn simpel: zo veel mogelijk skiën. “Ik ga wellicht deeltijds onderwijs volgen en zou dan graag werken bij een snowboardshop bij mij in de buurt. Ik ken de uitbaters goed en zou dankzij goede afspraken met hen meer tijd in de bergen kunnen doorbrengen. En eens ik mijn diploma heb, trek ik naar de bergen.” “Ik mik op de Europese top, met de wereldtoppers strijden is wellicht te hoog gegrepen. Ik ga er volledig voor en zie wel waar ik eindig. Zelfs al is dat met een gebroken rug, ik wil achteraf vooral geen spijt hebben. Na mijn carrière wil ik jongeren helpen met het halen van de wereldtop. Mijn doel is echt niet om rijk te worden. Ik wil gewoon skiën.” Tim Schoonjans
BDW 1413 PAGINA 27 - DONDERDAG 13 FEBRUARI 2014
@WhiteStarHockey The @WhiteStarDames1 lost to @antwerpdames1 in the @hockeybe indoor finals (4-2) and packed silver. Congratulations to all! #whitehockey
© OLIVIER DELVIGNE PHOTOGRAPHY
Onze Brusselse hockeyploegen spelen zowel indoor als outdoor een voorname rol in de Belgische competitie. Dat bewezen ze dit weekend nogmaals tijdens de finales van de zaalkampioenschappen, in Namen. De damesploeg van White Star Hockeyclub nam het op tegen Antwerp. White Star moest uiteindelijk de duimen leggen na een 4-2 nederlaag. TS
Flying Turtles hebben plannen klaar
Wie investeert in schaatspiste? BRUSSEL – Krijgt Brussel een ecologische schaatsbaan? Als het van de Flying Turtles Brussels afhangt, kan er meteen met de bouw begonnen worden. Zij hebben de nodige plannen klaarliggen en zijn op zoek naar steun. Vijfentwintig jaar geleden was er amper sprake van een zoektocht naar beschikbaar ijs. Dat bewijst het verhaal van de Flying Turtles Brussels (FTB): tijdens een diner beslisten Harold Du Roy en een paar vrienden om met een ijsschaatsploeg te beginnen, ze stapten naar de directie van de schaatsbaan in Vorst en verkregen er trainingsuren. “En zeggen dat wij aanvankelijk zelfs niet konden schaatsen,” vertelt erevoorzitter Du Roy al lachend. “We hadden het op de Olympische Winterspelen gezien en wouden het zelf eens proberen. Het sloeg aan, we leerden schaatsen en zijn stilaan uitgegroeid tot een competitieve ploeg. Op recreantenniveau, dat wel.” De vriendenploeg werd snel aangevuld met buitenlanders die gepassioneerd waren door ijshockey. Canadezen, Tsjechen, Russen; een leuke mengelmoes. Maar hun succesverhaal kreeg een fameuze knauw toen de ijsbaan in Vorst sloot. “Gelukkig zijn we naar de ijspiste in Liedekerke kunnen uitwijken. Daar trainen en spelen we nu, nog altijd in de recreantencompetitie. We tellen momenteel een vijftigtal leden. Een internationale mix waardoor Engels de voertaal is. Wie wil, kan
SPORT KORT
Royal Sport Nautique de Bruxelles roeit zijn seizoen naar goede gewoonte op gang met de BRUSSELS WINTER ROWING REGATTA. Komende zondag staan er twee wedstrijden op het programma: in de voormiddag de klassieke Head Of The River en in de namiddag de Grote Winter Handicap. Het actieterrein van de roeiers is het kanaal van Willebroek. De start ligt vlakbij de Van Praetbrug en de finish niet ver van de brug van Vilvoorde. Clubs uit heel het land zakken met verschillende boottypes af om deel te nemen. Meer informatie vindt u op www.royal1865.be. ■ Een andere vaste sportafspraak is uiteraard de 20 KILOMETER DOOR BRUSSEL. De loopwedstrijd vindt dit jaar op zondag 18 mei plaats, tijd dus om te beginnen met uw voorbereiding. Om u te helpen topfit aan de start te staan, organiseert de Vlaamse Gemeenschapscommissie de lessenreeks ‘Op naar de 20km’. Veertien weken lang bereidt een professionele trainer u voor op het moment de gloire. De trainingen vinden op zondagvoormiddag plaats, steeds op verschillende locaties. De eerste
zeker aansluiten. Er hangt momenteel een dynamiek rond het ijsschaatsen en daar hopen wij van te profiteren.”
Reizende Brusselaars Die sfeer kan hun bouwplannen een duw in de rug geven. Die ontstonden toen FTB Vorst verliet. Een paar Canadese leden opperden het idee om zelf een ijsbaan te bouwen en binnen de club werden concrete plannen uitgewerkt. Nu is het zaak om geïnteresseerden te vinden. “Het is het principe van een ecologische baan, die vind je momenteel nog niet in België. We hebben al de nodige plannen klaar liggen om meteen te beginnen. Ik ben er zeker van dat dit zou aanslaan. Er is zo veel vraag naar ijs. Mijn zoon trekt elke week bijvoorbeeld met een groep vrienden naar de piste in Leuven om er van elf uur tot middernacht ijshockey te spelen. De Brusselaars moeten reizen om ijshockey te kunnen spelen. Er wordt niet alleen ‘s avonds gespeeld: heel wat Canadezen spelen ‘s ochtends vroeg, voor ze gaan werken. Zo’n nieuwe zaal zou heel de dag en tot een stuk in de nacht open kunnen zijn.” “Indien we een terrein en financiële steun vinden, kunnen we aan de slag. Onder meer de stad Charleroi heeft al interesse getoond, maar wij willen in Brussel blijven om hier onze tempel op te richten.” Tim Schoonjans Meer info op www.chacals.be
training wordt deze zondag in het Jubelpark gehouden. Leuke plus: alle deelnemers zijn ook verzekerd van een borstnummer voor de 20km. Inschrijven kan op www.vgc.be/ sport. ■ Brusselse VOETBALDERBY’S staan zowat elk weekend op het programma, maar dit weekend wordt er met RWDM Brussels – White Star Bruxelles toch een pittig onderonsje gehouden. De huidige bestuurders van White Star probeerden vorig seizoen voet aan de grond te krijgen in Molenbeek, maar werden uiteindelijk doorgestuurd. En dat is nog niet helemaal verteerd. ■ Maar laat ons op een positieve noot eindigen: de Shinobis Riders, onze Brusselse rollersoccerploeg, pakt uit met MOBILENSEMBLE. Daarmee zetten ze zich in om mensen met een handicap te laten genieten van sport. Wie in een rolstoel zit en bijvoorbeeld aan een rollerparade wil deelnemen, kan bij hen terecht om een persoonlijke begeleider te krijgen. Voor meer informatie kunt u op www.shinobisriders.be terecht. Wie zich geroepen voelt om als begeleider op te treden, is uiteraard ook van harte welkom. TS
ESTAFETTE > BRAM VAN DE VELDE
De patroonheilige van de lekke banden We schrijven de laatste zondag van januari. Lembeek viert feest. Maar dat wist ik toen nog niet. Dat ik die dag drie keer lek zou rijden evenmin. Het was bezwaarlijk warm te noemen. Maar het was droog en te zacht voor de tijd van het jaar. Tijd om het broekvet nog eens boven te halen. Het was van september geleden dat mijn koersfiets de blote buitenlucht nog had gevoeld. Maar die dag zou het nog eens gebeuren. Met twee vrienden trok ik erop uit voor een tochtje langs het kanaal. Tot aan de sluis van Ittre en terug. Vijftig kilometer. Nog niet zelfs. Om onze benen uit hun winterslaap wekken. Net voorbij Halle reed ik een eerste keer lek. Te enthousiast van een stoeprand gewipt. De kou bemoeilijkte de fijne motoriek, maar met verkleumde vingers en vereende krachten voorzagen we mijn achterwiel van een nieuwe binnenband. Wij verder naar Ittre. De wind blies in ons nadeel, maar dat veranderde van zodra we rechtsomkeer maakten aan de sluis. De pret begon. Ons minipeloton reed plots moeiteloos tien kilometer per uur sneller. Maar de pret leek van korte duur. Het was zacht beginnen te regenen. Met Vlaanderen terug in zicht begaf mijn achterwiel het opnieuw. Geen klapband deze keer, maar een trage leegloper. Behalve mijn kompanen hoorde niemand langs het kanaal mijn dondervloek. De band was snel gewisseld. De techniek zat nog fris in de vingers. Wij verder, terug naar Brussel. Geen vijfhonderd meter verder, met de Vlaams-Waalse gewestgrens net achter ons, liet mijn achterwiel me voor een derde keer in de steek. Dat mijn stalen ros een technische keuring nodig heeft is ondertussen duidelijk. Nog eens een nieuwe binnenband steken had geen zin meer. Ik besloot mijn vrienden te laten rijden. Ik zou wachten in een café in de buurt. Een van hen zou me later komen ophalen met de wagen. En zo kwam het dat ik op zondagnamiddag op café belandde in Lembeek, een deelgemeente van Halle. Zo desolaat het kanaal was, zo bruiste het van het leven in café Belle Vue. De bruine kroeg zat afgeladen vol met mannen in deftige pakken gemaakt
van groene stof, vergulde knopen en een bijhorende kepie. De ene mannenborst was al rijkelijker met medailles gedecoreerd dan de ander. En het bier ging rond. Het was gezellig en lekker volks. Patron André begroette deze gestrande wielertoerist vriendelijk. Een heer met een kepie en een fijn getrimde snor kwam langs me staan. Hij bestelde een pint en voor de rest van zijn piekfijn uitgedoste vrienden ook iets. Hij stelde zich voor als de porte-drapeau van het gezelschap. De trots stond op zijn gezicht te lezen. Hij vertelde hoe hij al 25 jaar de vlag draagt van de soldatenclub Congo in Lembeek. De vaandeldrager stelde me voor aan zijn kapitein-commandant Jan Neef. “Vandaag vieren we de heilige Sint-Veroon.” Van Neef begreep ik dat iedere laatste zondag van januari een mis wordt opgedragen voor de hun patroonheilige. Sint-Veroon verhuisde in de Middeleeuwen van Frankrijk naar Lembeek en beschermde zijn parochie van de pest. Zo had ik het tussen al dat bier toch begrepen. Na zijn dood werd er een regiment opgericht om zijn relieken te beschermen. U raadt het: de soldaten van de Congo, genoemd naar een gehucht van Lembeek. En die soldaten hadden gemakkelijk de weg van de kerk naar de toog gevonden. De porte-drapeau gaf een rondje. Zijn zoon was net verkozen tot prins carnaval in Halle. Een grote eer in de streek. Dat verraadden de tranen in zijn ogen. Hij entertainde me met verhalen over de Paasprocessie op tweede paasdag en liet me zijn beeltenis zien op de officiële poster. Ik onderging het met een glimlach en een nat achterwerk. Ondertussen zag het gitzwart buiten. Het regende oude wijven toen mijn kameraad kwam aangereden. Ik dankte de heilige Sint-Veroon en zijn soldaten om het lange wachten aangenaam te maken, nam afscheid van de porte-drapeau en hing mijn fiets aan de porte-bagage. Ik stop graag nog eens in Lembeek. Ook zonder lekke band. Bram Van de Velde (@bram_vandevelde op Twitter) is presentator op FM Brussel en actief vrijetijdssporter
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).