een vooruitblik op het nieuwe culturele seizoen met ruim honderd concert-, theater-, expo- en filmtoppers.
28 08 14
N’Faly Kouyaté stelt zijn vijfde album, Change, voor in AB LEES P.14-15
© Bart Dewaele
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
LOODSEN VOOR JONGEREN BRUSSEL – Heel wat gebouwen in Brussel staan leeg: kantoren, woningen en hangars. Nu en dan komt daar een creatief antwoord op. Zo zijn er antikraakbedrijven opgericht, als Lancelot of Entrakt, die in opdracht van de privésector leegstaande gebouwen beheren. Aan het kanaal van Brussel, op de Materiaalkaai, gaat het anders. Daar heeft de vzw Toestand enkele loodsen in gebruik genomen die in samenwerking met architecten worden omgevormd tot een jongerentrefpunt. “We willen lege gebouwen teruggeven aan de buurt.” Reportage over Alleedukaai op pagina 10.
Mobiliteit > Nieuw parkeerreglement zorgt voor problemen
Gemeenten halen deadline niet BRUSSEL – Veertien van de negentien Brusselse gemeenten hebben nog geen nieuw parkeerreglement goedgekeurd. Op 1 september moeten de gemeenten de door het Gewest bepaalde tarieven en zones invoeren, maar slechts vijf gemeenten halen dat. De nieuwe gemeentelijke parkeerplannen dreigen met maanden vertraging te zullen starten.
A
lle negentien Brusselse gemeenten moesten in principe op 1 januari hun parkeerreglement afgestemd hebben op het gewestelijke parkeeractieplan, dat na jaren palaveren in 2013 eindelijk goedgekeurd werd om het parkeerbeleid te harmoniseren.
Na heftig protest van enkele gemeentebesturen liet de Brusselse regering uitstel tot 1 september toe. Maar tot nog toe heeft parking.brussels, het nieuwe gewestelijke parkeeragentschap, van slechts vijf gemeenten de bevestiging ontvangen dat ze tijdig een nieuw reglement
hebben goedgekeurd. Dat zijn naast Sint-Agatha-Berchem ook Evere, Elsene, Koekelberg en Schaarbeek. Jette bijvoorbeeld ziet nog een aantal problemen met de vrijstellingskaarten voor bepaalde groepen. “Wij voorzien om het nieuwe parkeerreglement tegen 1 januari 2015 gestemd te hebben. Nu is er nog veel overleg”, zegt woordvoerder Tom Holderbeke. Tegen uiterlijk 16 september moeten de gemeenten ook een eigen gemeentelijk parkeeractieplan opstellen en goedkeuren, ofwel melden aan parking.brussels dat ze de bevoegdheid delegeren. Tot nog toe hebben enkel Vorst, Ganshoren en
Molenbeek dat laatste gedaan. Het is mogelijk om die tweede deadline met drie maanden uit te stellen, en daar lijken de overige gemeenten al van uit te gaan. Sommigen zien zelfs die datum als onhoudbaar: “Pas in maart 2015 zouden we een parkeeractieplan kunnen hebben”, zegt Jette. Een medewerkster van de schepen voor Parkeerbeleid in Brussel-Stad, Marion Lemesre (MR), noemt het ook “niet opportuun om nu al beslissingen over te nemen over het parkeerbeleid zonder de mening te kennen van de nieuwe minister. Dit plan is ingevoerd door Brigitte Grouwels. Wij wisten niet of zij zou blijven.”
Er is geen sanctie voorzien voor gemeenten die de deadlines niet halen. Maar in theorie neemt het Parkeeragentschap het half december wel over van gemeenten die dan nog niet klaar zijn met het opstellen van hun parkeerplan. Of dat ook echt gebeurt, zal moeten blijken. Sara De Sloover ADVERTENTIE
academie Inschrijven kan tot beeldende 30 september kunsten
anderlecht + ZIE ZieBLZ. blz 5xxEN 10
www.academieanderlecht.be
N° 1439 VAN 28 AUGUSTUS TOT 4 SEPTEMBER 2014 ¦ WEEK 35: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
OPMERKELIJK
BDW 1439 PAGINA 2 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
GF
Uitgelicht > Lokale overheden worden richting publiek-privaat gestuurd
‘Gemeenten, wees voorzichtig’ GASCENTRALE BLIJFT NOG EVEN DRAAIEN BRUSSEL – Electrabel is nog steeds van plan om de gascentrale van Drogenbos te sluiten, “maar deze winter blijft hij nog draaien,” zegt Electrabel-woordvoerder Anne-Sophie Hugé. Nu er een stroomtekort dreigt deze winter, stelt zich de vraag wat er met de twee nog actieve Belgische gascentrales moet gebeuren. Die produceren elektriciteit op momenten dat er een stroomtekort wordt verwacht, bijvoorbeeld als er te weinig wind is of zon en de duurzame energiebronnen niet voldoende elektriciteit opwekken. In april, nog voor de onheilspellende berichten over de Belgische kerncentrales, had Electrabel de sluiting aangekondigd van de gascentrale van Drogenbos. Electrabel is dat ook vandaag nog van plan. “We hebben dat toen gecommuniceerd omdat we verplicht zijn om een sluiting van 15 maanden vooraf aan te kondigen,” zegt AnneSophie Hugé van Electrabel. Omdat de gascentrale alleen elektriciteit produceert op piekmomenten of bij onverwachte stroomtekorten is het openhouden van de centrale niet langer rendabel. “Maar deze winter zal de centrale nog draaien. Pas in oktober 2015 gaat ze dicht,” aldus nog Hugé. Een definitieve sluiting hoeft dat niet te betekenen. Elia, de transportnetbeheerder, lanceerde deze lente voor het eerst een oproep aan elektriciteitsproducenten voor de ‘overdracht’ van gas- of andere centrales in een zogenaamde strategische reserve. De elektriciteitsproducenten krijgen dan een bedrag om centrales te heropenen, maar mogen de elektriciteit niet op de markt verkopen. Drogenbos kon daar niet op intekenen. “Alleen gesloten gascentrales komen in aanmerking,” zegt Hugé. Elia zal in de lente 2015 een nieuwe oproep lanceren om haar strategische reserve veilig te stellen, waar, naar alle verwachting, de centrale van Drogenbos op zal intekenen. Steven Van Garsse
BRUSSEL – Belfius waarschuwt in een studie voor de hoge uitgaven waar Brusselse gemeenten voor staan. Door de bevolkingsgroei moet er geïnvesteerd worden in collectieve voorzieningen. Probleem is dat de Europese begrotingsregels niet meer toelaten dat overheden zwaar investeren. “Toch zijn publiek-private samenwerkingen uit den boze zolang er geen duidelijk kader is,” zegt Corinne François van de Vereniging van Stad en Gemeenten in Brussel.
B
elfius, de opvolger van Dexia, kwam eind juni al aanzetten met de voorlopige resultaten van hun financiële doorlichting 2012-2014. Die resultaten werden deze week bevestigd en opnieuw voorgesteld. Wat Belfius als belangrijkste punt naar voren schuift is de schuldvraag: als de Brusselse gemeenten de Europese begrotingsregels (ESR) uit 2010 als leidraad zouden nemen, dan zou er een gemeenschappelijk tekort van 123 miljoen euro ontstaan zijn in 2012 (tegenover 70 miljoen euro in 2011, red.). Wat wil dit zeggen? De Europese Commissie heeft in 2010 beslist dat
alle Europese lidstaten en hun respectieve deelstaten of regio’s geen tekorten meer mogen boeken in hun rekeningen en begrotingen. Daardoor kunnen gemeenten bijvoorbeeld geen grote schulden aangaan voor investeringswerkzaamheden. De filosofie die Europa hanteert is dat investeringen in samenspraak met de privésector moeten gebeuren. De overheid schrijft bijvoorbeeld een openbare aanbesteding uit en staat garant, en een privébedrijf zorgt voor het geld.
Verborgene Brusselse Gemeenten hanteren voor zware investeringen momenteel de
zogenaamde ‘buitengewone begroting’, zodat zware kosten niet vermengd worden met dagdagelijkse
In de nabije toekomst moeten alle begrotingen volgens de ESR-regels opgesteld worden. En dan bedraagt het tekort van de Brusselse gemeenten dus 123 miljoen euro.
Vuil water, geld uit China Dat hoge bedrag is te wijten aan de bevolkingsgroei, zegt Belfius. Er moet immers geïnvesteerd worden in voorzieningen als kinderopvang, scholen en mobiliteit. Toch vindt
Volgens de Europese maatstaf hadden Brusselse gemeenten 123 miljoen euro tekort in 2012 beheerskosten van een gemeente. Voor dat laatste staat de gewone begroting garant. Het probleem is dat zulke begrotingsspielereien in het verborgene niet passen in een eengemaakte Europese begrotingsunie.
Corinne François, de voorzitter van de Vereniging van Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) dat gemeenten maar beter zuinig omspringen met publiek-private samenwerkingen
DE WEEK IN BEELD DOOR BART DEWAELE
Over enkele weken zal er weer stevig gekookt worden in de toren van de koksschool Coovi-Elishout. Maar de lift doet het nog steeds niet. Architect, aannemer en VGC zijn hierover in een juridisch imbroglio beland. De liftkooi ligt er intussen bij alsof ze naar beneden is gestuikt. Leerlingen en leraars moeten in tussentijd de goederenlift gebruiken.
© BART DEWAELE
WEEKOVERZICHT
BDW 1439 PAGINA 3 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
© IVAN PUT
WOENSDAG 20 AUGUSTUS ‘VAN TER KAMEREN KOMEN ONGELUKKEN’. Oppositiepartij Ecolo zegt dat de staat van het Ter Kamerenbos te wensen overlaat. Wegen zijn niet onderhouden of gevaarlijk, automobilisten rijden er te snel en de situatie sleept al jaren aan, zeggen gemeenteraadsleden uit Brussel, Elsene en Ukkel. Voor de groenen moet een park van dergelijke omvang door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beheerd worden, en niet door een laks Brussels stadsbestuur. op school, in de kast. Wanneer David D. solliciteert bij een Nederlandstalige school van de Stad Brussel, krijgt hij te horen dat hij tegenover zijn leerlingen beter zwijgt over zijn homoseksuele geaardheid. De directeur van het stedelijke onderwijs, Charles Huygens, bevestigt de keuze van die school. Zwijgen over geaardheid past volgens Huygens binnen het neutraliteitsprincipe. Bijna iedereen aan Vlaamse kant, van Brussels staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) tot Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) schaart zich achter D. Aan Franstalige kant blijft het merkwaardig stil, zo merkt het vanouds christelijke weekblad La Libre Belgique nog op.
DONDERDAG 21 AUGUSTUS Mer du nord met sluiting bedreigd. De twee Belgische winkels van het exclusieve modemerk Mer du Nord moeten mogelijk dicht door problemen bij het moederbedrijf. De directie heeft bij de Brusselse rechtbank van koophandel alvast de gerechtelijke reorganisatie aangevraagd. Bij het bedrijf werken 86 mensen. Belfius houdt ook de geldzaken van de Brusselse gemeenten in het oog. Die moesten de voorbije jaren nogal veel investeren door de toenemende bevolking.
(PPS) zolang duidelijkheid daarover ontbreekt. François: “Voor Eurostat, de Europese dienst voor statistiek, is het zelf ook niet duidelijk op welke manier PPS-samenwerkingen in begrotingen moeten worden ingeschreven. Ook willen we wachten tot de Brusselse regering een kenniscentrum PPS heeft opgericht, zoals in het regeerakkoord staat. Zolang dat niet het geval is, roepen we toch op om voorzichtig om te springen met PPS-constructies als investeringsredmiddel.”
Nu werken vele gemeenten en andere overheden al met PPS-constructies, vaak met een warrig resultaat. Een gekend voorbeeld: de malaise bij het zuiveringsstation Brussel-Noord, waarbij men naar elkaar bleef verwijzen als hoofdoorzaak voor de stillegging van het station in 2009, waardoor ongezuiverd water de Zenne in stroomde. Daaraan gekoppeld: de renovatie van het Brusselse riolennet, waarbij geld bij de Europese Investeringsbank moest gezocht worden. Geld dat uit China komt, zoals
voormalig bankvoorzitter Philippe Maystadt enkele jaren geleden wist. Over ideologische keuzes gaat het al lang niet meer, louter over de vraag in welke mate gemeenten in de toekomst nog meer zullen moeten samenwerken met bedrijven. Tenzij de Brussels-Waalse PS-CDH-as tegengas zou geven en de Europese begrotingsregels op een eigen manier zou interpreteren. Maar of dat protest met ideologie te maken zal hebben? Christophe Degreef
VRIJDAG 21 AUGUSTUS FONCK LEVERT luchthavenRAPPORT AF. Staatssecretaris van Mobiliteit Cathérine Fonck (CDH) levert haar luchthavenrapport af aan de ontslagnemende regering-Di Rupo I. Volgens Fonck zijn er twee oplossingen voor Brussels Airport: teruggaan naar de situatie voor het luchtvaartplan-Wathelet/Schouppe of het vliegverkeer verplaatsen naar andere routes naast of boven Brussel. In het laatste scenario zou het luchtvaartverkeer fors moeten krimpen.
ZATERDAG 23 AUGUSTUS BRUSSELSE WONINGPRIJZEN DALEN LICHT. Hoewel de Brusselse woningprijzen gemiddeld veel hoger liggen dan in Vlaanderen en Wallonië, dalen ze licht. Dat blijkt uit cijfers van de Federale Overheidsdienst Economie die brusselnieuws.be kon inkijken. Zo kost een gewoon woonhuis in Brussel gemiddeld drie procent minder dan tijdens het eerste semester van 2013. In Etterbeek en Anderlecht is de daling het grootst. Alleen in Koekelberg en Sint-Gillis stijgt de gemiddelde prijs dan weer.
MAANDAG 25 AUGUSTUS
“ “ HET GETAL
Het drama van de hedendaagse islam is dat het religieuze gedachtegoed van de moslims niet over de mogelijkheid beschikt om een seculiere staat te bedenken” Felice Dassetto, professor sociologie (UCL) gespecialiseerd in de islam (in La Libre Belgique).
Bij onafhankelijkheid verliest Vlaanderen hoe dan ook Brussel. De N-VA beseft dat, denk ik. Volgens mij hebben ze Brussel al opgegeven” Historicus Bruno De Wever (UGent) (in De Standaard).
7 op 10
Bij de tien gemeenten van België met de jongste bevolking, bevinden zich zeven Brusselse gemeenten. De eerste en allerjongste drie zijn Sint-Joost-ten-Node, waar de inwoner gemiddeld 33,5 jaar is, gevolgd door Schaarbeek (34,7) en Molenbeek (34,8). Dat blijkt uit de recentste statistieken, opgemaakt op 1 juni 2014, door de Algemene directie Instellingen en Bevolking van de
federale overheid. Op de vierde plaats komt Leglise, nadien Koekelberg (35,7), Sint-Gillis (35,8), Brussel-Stad (36), Vaux-sur-Sure, Anderlecht (35,5) – dus op de negende plaats – en ten slotte Attert. De jonge Brusselse populatie blijft goed scoren, want onder de volgende tien gemeenten, dus tot de twintigste rangschikking, zitten nog drie Brusselse gemeenten: Etterbeek (37,5), Elsene (37,6) en Vorst (37,7). Dat maakt tien ‘Brusselse’ op twintig gemeenten in het land. De overige gemeentes liggen overigens allemaal in Wallonië. JMB
BOTERHAMMEN MET REGEN. De 25ste editie van het Nederlandstalige stadsfestival Boterhammen in het Park gaat van start. De eerste dag trekt alvast veel volk, ondanks het druilerige weer. Het dubbelfestival loopt nog tot 29 augustus van 12 tot 14 uur in het Warandepark. ‘s Avonds is er ook het meer alternatieve Feeërieën op dezelfde plaats. moeilijk investeren. Belfius publiceert een studie over de gezondheid van de Brusselse gemeentefinanciën. Door de bevolkingsgroei moeten de Brusselse gemeenten fors investeren. De vraag is of de strenge Europese begrotingsregels dat nog zullen toelaten, want begrotingstekorten zijn uit den boze.
DINSDAG 26 AUGUSTUS ‘1000 kinderen zonder school’. Volgens Fapeo, de Franstalige oudervereniging van het staatsonderwijs, zijn er bij het begin van het nieuwe schooljaar duizend Brusselse kinderen die geen lager onderwijs kunnen beginnen. Vooral in Brussel-Stad, Anderlecht, Molenbeek en Ukkel zou de situatie het ergst zijn. Daarmee zou het vorig jaar door de Franse Gemeenschap vooropgestelde plan om 800 plaatsen te voorzien al bij voorbaat mislukt zijn. De Franstalige liberalen in de oppositie verwijten PS, CDH en Ecolo onvoldoende maatregelen te hebben genomen. lang verhuren, meer verduren. Volgens Le Soir dreigen verhuurders en gemeenten meer bureaucratie te verduren te krijgen door een recente wijziging aan het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening (BWRO). Verhuurders die handelspanden of woningen meer dan negen jaar verhuren moeten voortaan alle lopende bouwaanvragen en gedane werkzaamheden aan een notaris melden. Voor de huurder zou de verandering wel een goede zaak zijn. Samengesteld door Christophe Degreef
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1439 PAGINA 4 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Ziekenhuizen > Marc Noppen, ceo van het UZ Brussel over nodige ‘veranderingen’
‘Minder patiënten zou tot meer inkomsten moeten leiden’ JETTE - “Op de vraag ‘hoe gaat het met het UZ Brussel?’ antwoord ik altijd ‘prima, we liggen vol’. Terwijl ik in het kader van de volksgezondheid liever zou willen zeggen: ‘Het gaat fantastisch met ons ziekenhuis, we tuimelden naar een bezettingsgraad van 12 procent.’ Want dat zou betekenen dat mijn populatie supergezond is.” VUBprofessor Marc Noppen kijkt met BDW in de glazen bol naar de gevolgen van de zesde staatshervorming.
B
evoegdheidsoverhevelingen vanuit de federale overheid zullen veranderingen meebrengen voor zijn uni-communautair, dus Vlaams ziekenhuis. Maar hoe, wanneer en tegen welke prijs komt dit ziekenhuis én patiënt ten goede? De dokter wil in de plaats van de minister visionair zijn.
Prof. Marc Noppen: “We zullen moeten afwachten wat een en ander in de praktijk zal geven. Het is alleszins voorspelbaar dat er meer diverse overlegplatformen en overeenkomsten tussen gemeenschappen, gewesten en het federaal niveau moeten komen. We merken echter al dat de Vlaamse sociale zekerheid – een visie van de Vlaamse overheid – allicht een verhoogde complexiteit zal betekenen voor een ziekenhuis als het UZ Brussel, waar 40 procent van de patiënten uit Brussel komen. Onder die Brusselse patiënten heb je Brusselse Vlamingen die al dan niet kunnen kiezen om een Vlaamse sociale zekerheid te volgen. En hier komen ook Vlaamse patiënten en buitenlandse patiënten. Wat het individu kiest, maakt mij niet uit.” U laat de vrije keuze aan de patiënt, maar kan u daar intern mee om? Prof. Noppen: “Meer verschillende systemen naast elkaar in een ziekenhuis waar iedereen tegelijk binnenkomt: dat wordt zeer complex. Het bemoeilijkt niet enkel de ziekenhuiswerking, maar ook de organisatie van de eerste lijn, de revalidatie, de ouderenzorg, enzovoort: alles wat gemeenschapsmaterie wordt. Bekijk het eens concreet: in één kamer kan een patiënt uit Wemmel liggen en een kamergenoot uit Jette. Dan moet er niet louter gekeken worden naar de complexiteit in het ziekenhuis, maar ook naar het
verdere traject van de patiënt. Voor de opvang na hospitalisatie kunnen die personen misschien in een ander systeem terechtkomen. Akkoord, het is niet gezegd dat het allemaal zo ingewikkeld zal worden, maar het staat wel zwart op wit in het Vlaams regeerakkoord.” Ziet u ook lichtpunten in de intenties? Prof. Noppen: “Positief zijn enkele eindpunten die gedefinieerd werden, zoals de fameuze vermaatschappelijking van de zorg, zoals de patiënt zoveel mogelijk in zijn eigen omgeving behandelen. Of de vraaggestuurde zorg en het geld dat de patiënt zou volgen. Dat zijn allemaal positieve evoluties. Maar we werken in een systeem dat gekenmerkt is door een waanzinnige verticaliteit
“ Iedere professional weet dat de geïntegreerde aanpak de enige juiste is” aan ‘schotten’, ik noem het silo’s. Er bestaat eerste, tweede en derde lijn, revalidatie, geestelijke gezondheidszorg, enzovoort. Binnen het ziekenhuis heb je de nursing, de artsen, de apotheek, etcetera. Binnen de artsen heb je specialisatie A, B, C,… En zo zijn er veertig. Dat blijkt historisch gegroeid, en ook onze boekhouding is analytisch opgesteld. Maar de patiënt – en dit staat los van de zesde staatshervorming – heeft geen enkele boodschap aan hoe iets georganiseerd
wordt. De patiënt komt horizontaal binnen met een probleem – soms ook letterlijk (lacht) – en eigenlijk zou de zorgorganisatie op hem gericht moeten zijn, en niet op wie wat organiseert, met welk geld en waarom. Ik weet dat men streeft naar een meer geïntegreerde gezondheidzorg. Dat systeem bestaat elders in de wereld, en het werkt. Maar ik vrees dat we net het omgekeerde aan het doen zijn en nog meer gaan ‘compartimenteren’. Staat u open voor verandering in de ziekenhuisfinanciering? Prof. Noppen: “In allerlei gremia, overlegplatformen en adviesorganen zijn we bezig met die nieuwe ziekenhuisfinanciering (het federaal stappenplan van uittredend minister Laurette Onkelinx, red.). Dit staat los van de staatshervorming. Er komen teksten over aanpassingen van de ziekenhuisfinanciering. Veel geld daarbuiten gaat naar de gemeenschappen, en dat schept toch vragen. Wie gaat waarover beslissen vanuit een helikopterstandpunt? Ik mis een globale visie bij de politiek. Ik mis een minister met een realistische horizon die zegt: binnen tien of twintig jaar willen we daar eindigen. Iedereen is het er gelukkig over eens dat het huidige systeem op het einde van zijn krachten loopt, ook over de noodzaak aan verandering. Maar wat ik van een politicus of gemandateerd technicus nog niet gehoord heb, is een beeld van waar naartoe en hoe, los van dat technisch document van de ziekenhuisfinanciering. Het blijft me een raadsel waar men naartoe wil met deze complexe materie. Er is een venster van vijf jaar, en ik durf te hopen dat er een minister van Sociale Zaken komt met een uitgesproken visie.” En welke kenmerken zou de gezondheidszorg volgens u moeten dragen? Prof. Noppen: “De hoofdkenmerken zijn toegankelijkheid, streven naar kwaliteit, een vorm van vrije keuze (wel minder dan nu), een vorm van fee for service, maar minder uitgesproken dan nu het geval is, want het is een onbetaalbare manier om aan geneeskunde te doen, een zekere vorm van volgehouden en rationele programmatie ook: dure
WIE IS MARC NOPPEN? Marc Noppen (1960, Luik) studeerde geneeskunde aan het Limburgs Universitair Centrum (nu Universiteit Hasselt) en de VUB (grootste onderscheiding in 1984) en specialiseerde zich in Interne Geneeskunde, later Pneumologie. Hij volgde ook Farmaco-Economie (Universiteit Antwerpen) en management (Vlerick Business School, Insead Fontainebleau). Na een kort intermezzo in Antwerpen, werd hij oprichter en hoofd van de Kliniek voor Interventionele Pneumologie aan het UZ Brussel, een Europees top- en opleidingscentrum. Sinds mei 2006 is prof. Noppen gedelegeerd bestuurder van het UZ Brussel (VUB). Hij blijft deeltijds docent van de faculteit Geneeskunde van de VUB, en is gastdocent aan de Université de Montréal, Université de Lille, Harvard Medical School of Boston en de University of Western Australia in Perth. De ceo van het UZ Brussel houdt van reizen, lezen, wetenschapsfilosofie, schilderen, joggen, tennissen, skiën, paardrijden en motorrijden. JMB
apparatuur, en de kennis moet geprogrammeerd worden – want het is nu onbetaalbaar geworden én onvoldoende kwalitatief. Terwijl de incentive van ons systeem nu niet de kwaliteit is, maar het volume, ‘fee for service’, dienstverlening: daarop worden wij beloond.” Hoe vindt u zich financieel afgestraft, als dat zou kunnen gebeuren? Prof. Noppen: “De grote meerderheid van de ziekenhuizen heeft meer erkende bedden dan verantwoorde bedden; fysiek gezien zijn er dus te veel bedden. Onze capaciteit is historisch gegroeid; we hebben 721 erkende bedden. We worden wel maar voor de verantwoorde bedden gefinancierd. Het teveel aan infrastructuur is niet de kost; 62 procent van onze totale kost (400 miljoen per jaar) is personeelskost. We zijn een bijzonder arbeidsintensieve dienstverlenende industrie, en we willen werken aan het doelmatig inzetten van personeel, mocht er een arbeidswetgeving bestaan die dat toelaat – en dit laatste is een verzoek van de verpleegkundigen zelf.” Voor welke uitdagingen staat u inzake personeel? Prof. Noppen: “Mijn grootste bekommernis is dat we binnen afzienbare tijd een tekort krijgen aan
gekwalificeerd personeel. We zijn er al proactief mee bezig, en weten perfect hoeveel personeel in welk jaar het ziekenhuis gaat verlaten. En we weten ‘ongeveer’ hoeveel er op de markt komen. Het probleem is de kloof. De piekgemiddelde leeftijd van artsen (ziekenhuis- en huisartsen) is ongeveer 55 jaar. Als het huidige zorgaanbod (rusthuizen, ziekenhuizen, …) hetzelfde blijft – wat niet het geval is want door de vergrijzing neemt de zorgvraag toe – dan dreigt er een personeelstekort. Ik zie twee opties als instelling: ofwel worden we een enorme magneet en interessanter dan de andere ziekenhuizen om voor te komen werken, ofwel importeren we personeel. Langs Franstalige zijde zijn er al ziekenhuizen volop bezig met het massaal importeren van verpleegkundigen uit de Filippijnen, Tunesië en andere landen.” Anderstaligheid is toch ook in het UZ Brussel te horen? Prof. Noppen: “In het UZ Brussel werken 70 verschillende nationaliteiten. In Vlaanderen wordt soms nog niet beseft dat Brussel niet meer de stad met Franstaligen en Vlamingen is, zoals twintig jaar terug. Het UZ Brussel weerspiegelt perfect de Brusselse realiteit: een heterogeen publiek. Ons personeel komt voor 89 procent uit Vlaanderen, maar
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1439 PAGINA 5 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Prof. Marc Noppen in het UZ Brussel: “Ik mis vaak een globale visie bij politici.”
wordt geconfronteerd met het echte Brussel. Voor ons is diversificatie ook een werkwoord; we werken aan meertaligheid omdat de taal van de patiënt primeert. Gewoon omdat bewezen is dat als de taal van de patiënt niet gesproken wordt, de kwaliteit van de verzorging daalt. In het geval van hartinfarcten neemt de mortaliteit toe met tien procent als men de taal van de patiënt niet kent. En voor mij staat de patiënt centraal.” Blijft het systeem van ziekenhuisfinanciering, het enige wat federaal blijft, geen rem op een ziekenhuisbeheer dat snel wil handelen? Prof. Noppen: “Daar heeft u een punt. De financiering is vandaag zo complex geworden, dat het geen instrument meer is om het beleid bij te sturen. De ligdag (BFM) is gebaseerd op een activiteit van drie jaar geleden; daar kun je niets mee sturen. Alles zou veel sneller ter beschikking moeten zijn. De impact van de beleidsmaatregelen op onze financiering is bovendien soms onvoorstelbaar groot. We worden in een gesloten pot vergeleken met andere collega-ziekenhuizen, om te bepalen of we beter of slechter worden. Eigenlijk valt dit niet snel bij te sturen. Bovendien worden de spelregels ‘en cours de route’ veranderd. We hebben dit de afgelopen vier jaar elke jaar zien gebeuren (koppelingen met ligdagen werden veranderd,
honoraria werden gewijzigd, forfaits,….). Voor gelijke welke strategische keuze botsten we plotsklaps op veranderingen. Zonder vijfjarenportefeuille kunnen we echt geen ernstig businessplan meer afwerken. Ik zou de toekomstige regeringen toch willen vragen ons tenminste een vijfjarige stabiliteit toe te staan. En nog eens: ik zou heel graag een visie over gezondheidszorg kennen, die congruent is in Vlaanderen en elders in dit land. Want de patiënt is overal dezelfde.” Bestaat er wel zoiets als een heiligmakende, geïntegreerde aanpak voor de gezondheidszorg? Prof. Noppen: “Iedere professional weet dat de geïntegreerde aanpak de enige juiste is. Er is een machtig artikel verschenen over de Inuitgemeenschap (Canada/Groenland); iedereen weet dat Inuits met veel gezondheidsproblemen kampen ten gevolge van diabetes, alcoholmisbruik, overconsumptie aan medicatie,… Het probleem betrof ook het schaarse budget voor de gezondheidszorg. De oplossing bestond hierin dat er een doos met geld gegeven werd, met de vraag: organiseer het. Men heeft het bestaande systeem afgeschaft en is overgestapt op een soort Kaiser Permanente-verhaal zonder schotten (een geïntegreerd Californisch systeem met één kas, red.), met als enig doel: we willen een betere volksgezond-
heid met eindpunten als minder diabetes, minder alcoholisme, minder roken,… Het begon bij preventie, diëtisten en eerstelijnszorg. De horizontale organisatie leidde tot een daling van de hospitalisaties met
Brussel maar voor 12 procent bezet zijn, zou dit betekenen dat de populatie in mijn omgeving supergezond is. En mocht een huisarts, die gemiddeld 2.000 patiënten heeft, er 500 minder hebben omdat
“ Verschillende systemen naast elkaar in een ziekenhuis waar iedereen tegelijkertijd binnenkomt, dat wordt zeer complex” dertig procent – en hospitalisatie is de duurste vorm van geneeskunde, en zou men zoveel als mogelijk moeten vermijden. Hetzelfde experiment is gedaan, maar minder uitgesproken, in de eerstelijnsziekenhuissector in Engeland. De financiering van de gezondheidszorg werd afgestemd op ‘outcome’ dus ziekenhuisontslag en niet-opname en niet op activiteit. En waarbij je dus als ziekenhuis of arts meer kan verdienen als je patiënten gezonder zijn. Denk eens na over de paradox van mijn uitspraak. De incentive is ‘patiënten gezond houden’, terwijl onze incentive is ‘dit ziekenhuis moet zoveel mogelijk patiënten hebben – om goed te functioneren’. U wil minder en minder patiënten, houdt dit steek? Prof. Noppen: “Mocht het UZ
ze gezonder zijn, dan zou hij meer mogen verdienen. Het is een totaal andere insteek. Bij proeven in bepaalde counties in Engeland (voor diabetici, cholesterolgehalte en rookgedrag) werd tegen de huisarts gezegd: u krijgt meer middelen als uw populatie gezonder wordt. Wat deden die artsen? Zij focusten zich meer op preventie, opvolging,… en het werkte. Daarvoor heb je wel een horizontale structuur nodig en geen schottensysteem zoals nu.” Weet de minister dit? Prof. Noppen: “Ja. Het momentum is echter dat we naar meer versnippering gaan – tenzij we naar overlegplatformen gaan waar weer alles bij elkaar komt, maar dat lijkt me alweer een omweg. Maar ik begrijp het onafwendbare. We gaan naar aparte lokale systemen; ook al staan er in
het Vlaams regeerakkoord intenties om dit te doorbreken. Ik lees dat we naar geïntegreerde zorg moeten gaan, dat we een continuüm moeten maken van wonen, preventie, leefgewoontes, eerstelijn, ziekenhuis, revalidatie, ouderenzorg, enzovoort. Maar de methodiek om er te geraken lijkt me voor een Vlaams ziekenhuis in Brussel zeer complex. Alles moet eerst gesplitst om het nadien terug aan elkaar gelijmd te worden. Dat heeft in wezen niet veel met partijpolitiek van N-VA of wie dan ook te maken. Het is gewoon een methodiek die ik intellectueel niet begrijp. Vooral omdat er in het buitenland voorbeelden voor het rapen liggen, die bewijzen dat je een meerwaarde kan creëren door het precies geïntegreerd te benaderen.” Jean-Marie Binst
ADVERTENTIE
Inschrijvingen tot 30 september Kinderateliers (6 tot 11) Jeugdateliers (12 tot 17) Volwassenen (vanaf 18) beeldende kunsten: beeldhouwkunst, fotokunst, interactieve media (mediakunst), keramiek, schilderkunst, tekenkunst, toegepaste grafiek (grafische vormgeving), vrije grafiek Volwassenen (vanaf 18) kunstambachten / conservatie-restauratie: glas-in-lood, hout-meubel, polychromie, schilderen, smeden, steen-beeld en textiel.
www.academieanderlecht.be info@academieanderlecht.be
BDW 1439 PAGINA 6 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
ADVERTENTIE
Hernieuw je abonnement op mivb.be en beleef de start van het nieuwe schooljaar met Ed Sheeran ! OP 1 AAN KO 1 BONUS TRACK GRATIS
l
WEDSTRIJ D mivbmusic .be 20 CONCERT x 2 TICKETS 2x2 M EET AN D GREETS
ED S H EER AN
NEEM DEEL AAN DE ED SHEERAN-WEDSTRIJD VAN DE MIVB EN MAAK KANS OP : • 2 x 2 meet & greets op de dag van zijn concert op 4/11 in Brussel • Tientallen concerttickets • Gesigneerde albums • En heel wat Ed Sheeran goodies: sweatshirts, armbandjes,… Waag je kans op mivbmusic.be! Daarbovenop krijg je bij elke aankoop via het nieuwe BOOTIKonline platform een gratis download van een exclusief Ed Sheeran-nummer.
www.mivb.be
BDW 1439 PAGINA 8 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Wereldoorlog I in Brussel > Focus 5: humor in een bezette stad
Brusselse zwans uit het Anti-Moffensalon BRUSSEL - Op een dag komt er tijdens de bezetting een Duitse soldaat aan in de hoofdstad. Hij kiest een luxueus hotel uit en vraagt aan de hotelier of iemand van het personeel hem kan begeleiden door de stad om hem de belangrijkste toeristische attracties te tonen. De hotelier stemt toe en een jonge piccolo toont de Duitse soldaat-toerist de trekpleisters van de stad. Maar de Brusselse gebouwen vervullen de militair slechts met minachting want voor elk gebouw krijgt de jonge Belg dezelfde reactie: “Sehr klein, aber in Berlin kolossal.”
Z
elfs het stadhuis van Brussel vindt hij maar een dwerggebouw in vergelijking met dat van Berlijn. Na de rondleiding brengt de hotelbediende braaf verslag uit bij zijn baas. “Wacht maar, we zullen die Duitser eens kennis laten maken met onze Brusselse zwans”, sprak de hotelier waarop hij besloot een schildpad in het bed van deze aanmatigende Duitser te verstoppen. Toen de Duitse soldaat ’s nachts wakker werd van het gewriemel, trok hij verschrikt aan de bel. “Was ist das?”, vroeg hij het kamermeisje dat in allerijl was toegesneld. “Een bedluis”, antwoordde ze gelaten en voegde er laconiek aan toe: “In Berlijn zeer klein, maar in Brussel: kolossaal!” Het is niet geweten of tijdens de Eerste Wereldoorlog een Duitse soldaat in Brussel écht het slachtoffer werd van deze practical joke, maar het verhaal circuleerde wel bij de Brusselse bevolking. Deze en talloze andere grappen werden gepubliceerd in boekjes ter grootte van een zakhorloge zodat ze gemakkelijk stiekem konden worden doorgegeven. Het was een van de weinige wapens die de bevolking nog had om zich tenminste op een mentale manier te verzetten tegen de Pruisische militaire arrogantie. Veel van die grappen situeren zich in de Marollen waar die typische volkse spot of ‘zwans’ hoogtij vierde. Het was ook in de Marollen dat kinderen ’patrouilles’ organiseerden waarbij ze een wortel door hun pet staken, kwestie van de Duitse pinhelmen accuraat te imiteren... In die spot wil men vooral de Duitse onmacht etaleren. Zo komt in een aantal grappen het feit ter sprake dat het Duitse leger er, in tegenstelling tot hun eigen optimistische verwachtingen, niet in was geslaagd om in een zestal weken Parijs te bereiken. Een streek die wel eens vaker werd uitgehaald door belhamels op een tram – het liefst ook in aanwezigheid van een aantal Duitse officieren – bestond erin om op de bel van de tram te duwen, luidkeels te roepen “Parijs. Iedereen uitstappen!” en vervolgens snel via de openstaande
WO I IN BDW Dit is de laatste bijdrage van een dubbelreeks van artikels over de Grote Oorlog zoals die in Brussel werd beleefd. Stefan Moens focuste op feiten die de zwarte bladzijden hebben gekleurd. Jean-Marie Binst bundelde thema’s uit de versnipperde oorlogsverslaggeving van Karel van de Woestijne, die een tijd in Laken woonde. Voor het onderzoekswerk kon gerekend worden op het archief en fotomateriaal van Laca, de geschiedkundige kring van Laken. U kunt de hele reeks nalezen op www.brusselnieuws.be.
deuren weg te rennen. In een andere grap wordt een Duitse soldaat die in een plas urine - achtergelaten door een ketje – trapt, nageroepen: “Dat wil over de IJzer geraken maar geraakt nog niet over een plasje pis!” Ook werd het verhaal overgeleverd van een dame die op de tram zat en op haar jas een tricolore strik had gespeld. Een Duitse soldaat gaf haar te kennen dat ze die strik moest wegnemen. De dame gaf geen kik, waarop hij de strik van haar jas scheurde en kwaad op de vloer gooide. Waarop de dame hem stoïcijns toesprak: “Dat was gemakkelijker dan Parijs in te nemen, niet?” Superieure smeerlap De Brusselaar maakte ook handig gebruik van het feit dat de Duitsers het Brusselse dialect niet kenden. Zo had een Duitse soldaat vastgesteld dat in zijn gezelschap de Brusselaars vaak het woord “smeerlap” hadden gebruikt maar hij had de betekenis ervan nooit begrepen. Na verloop van tijd wilde hij eigenlijk wel eens weten wat men met dat woord bedoelde en hij vroeg het aan een Brusselse marktkraamster. Die
antwoordde hem in alle ernst: “Een ‘smeerlap’, dat is een man die rechtschapen, intelligent, gedistingeerd... kortom in alles superieur is.” “Oh”, antwoordde de soldaat. “In dat geval is het begrip op mij niet van toepassing, want ik ben maar een gewone soldaat. Maar onze keizer in Berlijn, dat moet een echte smeerlap zijn!” Dat de bezettende overheid ook weinig kennis had van de Belgische geschiedenis blijkt uit een grap die hen wel veel manuren moet hebben gekost. Een van de grote frustraties van de Duitsers was dat ze er nooit in waren geslaagd om te weten waar de verzetskrant La Libre Belgique werd gedrukt. Op een dag had iemand die zich uitgaf voor spion naar de Kommandantur gebeld om te melden dat de hoofdredacteur van de krant ene Vesalius was die op het Barricadenplein woonde. Luttele minuten later belde een groep Duitse soldaten aan bij de huizen op het plein maar nooit kregen ze duidelijk antwoord of die Vesalius daar woonde. Tot bij het
De Brusselaar maakte handig gebruik van het feit dat de Duitsers het Brusselse dialect niet kenden zoveelste huisbezoek een schoonmaakster de Duitsers duidelijk maakte dat Vesalius in het midden van het plein woonde... In de grappen en karikaturen die via de clandestiene pers worden verspreid is niet alleen de Duitse bezetter of de keizer Wilhelm de kop van Jut: ook de Belg die zich ondanks de schaarste verrijkt of heult met de bezetter is voorwerp van bittere spot. De oorlogsprofiteur kreeg in die cartoons de naam van M.A.K. Pareur of in het Nederlands: Dhr. Op. Koper. De schepen en later burgemeester van Watermaal-Bosvoorde, Eugène Keym, verzamelde tijdens de Eerste Wereldoorlog een onovertroffen collectie spotprenten. Een maand na de bevrijding wordt in een huis aan de Koningsstraat een tentoonstelling georganiseerd met deze cartoons onder de titel Het Anti-Moffensalon. De Brusselaar kon nu in alle openheid, na vier jaar besmuikt glimlachen, zijn bulderlach de vrije loop laten.
Stefan Moens
Amper een maand na de bevrijding werd in de Koningsstraat de cartoontentoonstelling ‘Het Anti-Moffensalon’ georganiseerd, met spotprenten uit 1914-1918.
BDW 1439 PAGINA 9 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Verslaggeving 1914-1918 > Karel van de Woestijne vanuit Gross Brüssel
‘Opeens ronkt een wonderbare blijheid’ © ARCHIEF LACA
De Elsense liberalen hebben hun geheime wapen bovengehaald: Dominique Dufourny, schepen van Handel, en vanaf volgend jaar burgemeester van de paisibele oasis de l’Hexagone. Is al zeker twee jaar – haar voltallige schepenambt dus – bezig met haar promocampagne voor haar aangekondigde burgemeesterschap, en zie, nu gaat Dufourny de Matongewijk eens onder handen nemen. Nu moet u weten dat Matonge al eens tot de val van een liberale vrouw heeft geleid, te weten Delphine Bourgeois, de voormalige Elsense FDF-schepen van netheid, die de boel niet proper kreeg, de weg dan kwijt geraakt is, ontslag heeft genomen bij het FDF (dat is dan wel verstandig) en dan maar voor de Elsense MR schepen van dierenwelzijn is geworden. Nu ja, dat is alleszins een betere job dan commentator, dus wie lacht hier eigenlijk?
Het dagelijkse verzetje: vissen, pelote spelen, zeppelins bekijken en... ramptoerisme.
BRUSSEL - “Men went aan alles.” Karel van de Woestijne heeft als oorlogscolumnist voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant oog voor de relativeringszin van de Brusselaar, en het zich optrekken aan het allerkleinste geluksgevoel - soms een plezierige ontspanning of verwondering om de beroerde bezetting te verbijten. Van de Woestijne in 1915: “De Brusselse volksaard nu, die ’t gemakkelijk leven van vroeger optimistisch en gul, goedgeefs en goedlachs gemaakt heeft, kon van de ene dag op de andere zomaar niet zwartgallig en bitter, nijdig en bits gaan worden. / Als ik dus zeg dat het Brusselse volk (…) zich op de toestand heeft aangepast, dan moet gij begrijpen, niet dat het er zich bij neergelegd heeft, maar dat het zijn gelukkige karaktereigenschappen heeft weten te bewaren, en ze met goed gevolg bij de omstandigheden aanwendt. / Waarbij komt, dat het ons alles behalve aan ontspanning ontbreekt.” 15 augustus 1916 - “Gelukkig is het vakantie. Naar zee kan men niet, en om naar de Ardennen te gaan moet men veel meer geld hebben dan vroeger. De tijden zijn trouwens onzeker: men waagt zich niet gaarne ver van huis. En de omstreken van Brussel zijn immers prachtig. De Brusselaar met vakantie gaat dan ook die omstreken ontdekken.”
ken, maar niettemin een der allerschoonste volksvermaken is, die men zien kan; de ‘pelote’, die ons uit het land van Charleroi is overgewaaid en die thans in de hoofdstad door duizenden wordt gespeeld. / Elke zondag dus, en ook ‘s maandags in de middaguren, ziet men de mannen, de ‘ploeg’, de ‘equipe’ van Laken of Molenbeek optrekken tegen die van Anderlecht of Vorst, tenzij die van Calevoet of Stokkel opkwamen tegen gene van Jette of Koekelberg.” Eind maart 1915 – “Een andere eveneens vernieuwde emotie dank ik aan een vriend, die mij per fiets kwam bezoeken. Legt, bid ik u, de nadruk op: per fiets. / En daar vertelt hij mij, onder een kopje koffie, dat het thans weer mocht: weer kon ieder per fiets langs de opfleurende voorjaarswegen gaan zwieren. / Voortaan mogen brieven uit Brussel naar Brussel gesloten worden opgestuurd. Het is een vrijheid, die wij zeer op prijs stellen.” 13 januari 1915 – “Als nieuws, die onveranderde officiële mededelingen, wat flauwe grapjes in de plaatselijke bladen (...) die zich het nobele doel hebben gesteld ons tegen heug en meug te amuseren.” 10 januari 1915 – “Opeens ronkt een wonderbare blijheid in de lucht: als een reuzentor in een hoge zomerochtend. / Wij
19 juni 1916 - “De Brusselaar gaat gaarne op vissen uit in een van de talrijke, mooie vijvers der omstreken (...); de oorlog heeft die liefhebberij te meer aangemoedigd, dat zij kon verhelpen in de schaarste en duurte van het voedsel./ (...) en waar de mindere man (...) het gretigst van geniet.”
Oktober 1915 - “Het balspel dat al de buitenwijken van Brussel voor het oog van de argeloze wandelaars onveilig is gaan ma-
zien op; enkele meters boven het huis (...) hangt oorverdovend snorrend een zeppelin.” 24 december 1914 – “Staat daar zeer alleen een schildwacht (...) in zijn dikke wollen wanten houdt hij een mondharmonica; en daar blaast hij, tussen zijn natte snor en zijn puilende onderlip, een haperend en teder kerstliedje op.” 20 december 1914 – “Als kerstgeschenk krijgen wij van de gemeentebesturen van Groot-Brussel echt wit brood. / Iedereen gaat er hebben, twee dagen lang. En nu zijn wij allen blij als kinderen om dat schamele geschenk: een eerlijke gezonde vreugde.” 21 oktober 1914 - “Te Eppegem (de Brusselaars op uitstap, eerder ramptoerisme, red.) zien wij het afschuwelijke: de kerk (...) geheel leeggebrand. (...) Op sommige huizen heeft het schroot merken gelaten (...), de kogels zijn afgeketst. / Maar hier is geen sombere desolatie: hier loopt veel Brussel rond. Allerlei voertuigen hebben de reizigers aangebracht, als naar een monsterachtige picknick. Langs de weg staan kramen opgesteld, waar men bier verkoopt. Daar is wel niemand, die enige vreugde zou durven laten blijken voor de dankbaar aanvaarde gelegenheid van een geboden uitstapje. Maar er zijn er die met zelfvoldaanheid bekennen, nu reeds driemaal gekomen te zijn, en dat het schouwspel ze nog lang niet verveelt...” 31 augustus 1914 - “Sedert een paar dagen mag in geen enkel koffiehuis van Brussel nog alcohol worden verkocht. Echter wel in de voorsteden, in enkele althans. Zo kan men te Laken bijvoorbeeld tot ‘s middags vijf uur een lekkere borrel bekomen. En aldus is iedereen bevredigd.” En in december: “Er is een café, waar men weer echt Duits bier verkoopt. En ik ken Brusselaars die branden van verlangen er te gaan drinken, en het toch niet doen.”
Maart 1916 - “Het kan niet gezegd dat de vrouwen de oorlog zo tragisch opnemen, dat zij er pronkzucht en mode aan offeren zouden. / En de vrouw, die voortgaat zich te kleden naar de eisen der mode, bewijst de ontmoediging tegen te willen werken.”
Een zeppelin boven de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal.
P-PRAAT
Jean-Marie Binst
Soit. Dufourny dus. Krijgt een groot interview in Le Soir waar ze de journalist in kwestie een ‘actieplan voor Matonge’ opdringt. Dufourny kondigt harde maatregelen aan: bar Mambo moet ‘s nachts dicht, en bar Président moet het rustig houden na tien uur ‘s avonds. Maar Dufourny gaat nog verder: ook de African Dream is administratief gesloten, en naast Espace Matonge wordt er illegaal karaoké gehouden en dat mag dus ook niet meer. Het zou gaan tijd worden, denkt de modale lezer waarschijnlijk, en gelijk heeft hij, want Dufourny geeft de journalist nog een stapel brieven van buurtbewoners mee die zich beklagen over vijfentwintig jaar klachten zonder resultaat. Vijfentwintig jaar. Mocht uw commentator uitbater van bar Mambo zijn, hij zou zeker nog meer investeren in Elsene. Men heeft daar krachtdadig beleid voor luidruchtige Afrikaanse bars.
CHIEN ÉCRASÉ We hadden onszelf beloofd niet meer over de vliegtuigen te berichten, maar alla, de werkelijkheid haalt ons steeds in. Een krasse Molenbeekse zeventiger was het overvliegen zo beu dat hij er niets beters op gevonden had Belgocontrol te bellen met de mededeling dat hij op vliegtuigen ging schieten, omdat de zaken dan misschien wat vooruit zouden gaan (het afschaffen van de vliegtuigen zou vooruit gaan, niet de vliegtuigen als er op geschoten zou worden. Hoewel...). Waarop de arme man enkele dagen later een oproepbrief in de bus kreeg met het vriendelijke doch ferme verzoek zich aan te melden bij de federale politie wegens ‘dreigen met een aanslag’. Wat de man gedaan heeft, al is hij er niet gerust in, want een echte terrorist is hij naar eigen zeggen niet. Wel blijft hij achter zijn telefoontje staan. Wie het ook niet meer ziet zitten, maar nog niet naar Belgocontrol belt, is Molenbeeks gemeenteraadslid Jef Van Damme (SP.A). Die weet in De Morgen van afgelopen weekend dat vooral zijn vrouw last heeft van de vliegtuigen. Tot zover het Algemene Belang. Voorts vindt Van Damme het zelf wel cynisch dat het planSchouppe/Milquet/Wathelet/Fonck/ (schrappen wat niet past) opzettelijk alle vrachtverkeer boven de arme kanaalzone stuurt, boven de sociaal zwaksten. En dan, zo zegt Jef, is het niet meer de politicus die ijvert voor zijn wijk, neen, het gaat dan over keuzes. Er broeit duidelijk iets in Molenbeek, waarde lezer.
BDW REGIO
BDW 1439 PAGINA 10 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Deze week aan de Materiaalkaai > Op bezoek bij wijkcentrum Alleedukaai
Leegstand voor het collectief belang
Brusselse jeugdhuizen Bruksellive, goot haar ambitieuze plan in een dossier en al snel schaarden Leefmilieu Brussel en de Vlaamse Overheid zich achter het project. De jonge ondernemers kregen een vergeten plek aan de Materiaalkaai toegewezen en doopten ze ‘Alleedukaai’. Een buitenbeentje tussen de vele nieuwbouwprojecten en verfraaiingswerken langs het kanaal. Alleedukaai ontwikkelde zich op enkele maanden tijd tot een excentriek allegaartje van miniprojecten en verfrissende activiteiten. “Of ze nu klein, groot, realistisch of utopisch zijn, alle positieve, buurtgerichte ideeën en acties zijn hier welkom,” klinkt het. In de ene loods staat een gigantische boksring, waar de Brussels Boxing Academy elke woensdag gevechtsportinitiaties organiseert. Iets verder pootte de vzw Skateboarders een mobiele ramp neer en in de hoek staat een afgedankte bus van vervoersmaatschappij MIVB, die filmstudenten van Sint-Lucas omvormen tot kleine cinemazaal. In een andere loods komt een drukkerij en ruimte voor gemeenschappelijke ateliers. Daarnaast bouwt het dagcentrum voor psychisch kwetsbare mensen Den Teirling, aan een keuken en bar. Vzw Jhob - die ondersteuning biedt aan de de Brusselse jeugdhuizen - werkt dan weer mee aan een speelruimte voor jong en oud, met kickertafels, een airhockey, kinderpark en zelfs een kleine bibliotheek. Alleedukaai heeft één opvallende troef: ruimte.
Van en voor jongeren
Gezocht: ruimte
Alleedukaai gebruikt zo veel mogelijk recuperatiemateriaal en laat hiermee de verbeelding van jongeren de vrije loop. “Ze ontdekken dat je met weinig middelen ook geweldige dingen kan verwezenlijken. Fantasie en creativiteit als alternatief voor videogames en Facebook,” klinkt het. Daarbij wil het socio-culturele labo ook een zo divers mogelijk publiek aantrekken. Interculturele interactie en sociale mix creëren onder jongeren staat hoog op de agenda. Coppens: “Een geëngageerde kunstenaar boordevol boeiende ideeën kan bij ons terecht, evengoed als een kansarme jongere die thuis niet de ruimte heeft om te ontspannen. Alleedukaai wil het verlengde zijn van hun privéruimte.” Infrastructurele problemen bezorgden het project een moeizame start. “Nu deze van de baan zijn kunnen we ons volledig focussen op onze missie”, bekijkt Coppens het pragmatisch. In samenwerking met vzw Toestand bekommert kunstencollectief Oiseaux Sans Tête zich om het participatieve en operationele luik, terwijl architectenbureau Brussels Cooperation de vormgeving van de site voor zijn rekening neemt. Binnenkort verwelkomt het buurtcentrum ook drie stagiairs om voluit in te zetten op jeugdwerk. “Daarnaast onderhandelen we nog met enkele andere jeugdorganisaties om gerichter samen te werken,” aldus Coppens. Lucas Destrycker
Vzw Toestand, dat dit jaar zelf een podium bouwde op het festival van
Meer info op www.toestand.be
“Het wordt dringend tijd dat we het slapend potentieel van leegstand optimaal benutten,” vindt het trio van Alleedukaai.
SINT-JANS-MOLENBEEK – Een braakliggend terrein aan de Materiaalkaai heeft sinds kort een gloednieuw grasveldje, keurig afgebakend met planten en fantasierijke houten constructies. De verloederde loodsen aan de Materiaalkaai ondergingen een opknapbeurt met verf en graffiti en het vroegere strookje niemandsland is omgetoverd tot de thuishaven van het eigenzinnige jongerentrefpunt ‘Alleedukaai’. BDW ging er langs en ontmoette jonge dromers met een ambitieus project.
H
et verhaal van Alleedukaai, dat zichzelf omschrijft als spontane actiezone, begint met de oprichting van vzw Toestand, zo’n drie jaar geleden. “We organiseren tijdelijke, spontane wijkprojec-
ten in leegstaande ruimtes.” Aan het woord is Niels Coppens, met Felix Aerts een van de dragende krachten achter vzw Toestand en hun nieuwste project, Alleedukaai. Waarom gebruik maken van leegstand? “On-
benutte ruimtes zijn goedkoop en bieden ongelooflijk veel vrijheid en mogelijkheden. Daarenboven vinden we het noodzakelijk om het probleem aan te kaarten, verloedering tegen te gaan en daarmee de leefbaarheid van
ADVERTENTIE
Inschrijven kan tot 30 september info@academieanderlecht.be www.academieanderlecht.be www.facebook.com/ academiebeeldendekunsten.anderlecht fabriekartistiek.tumblr.com Volwassenen (vanaf 18 jaar) Beeldende kunsten + Kunstambachten / conservatie-restauratie Kinderateliers (6 tot 11 jaar) Jeugdateliers (12 tot 17 jaar)
Dapperheidsplein 17, B-1070 Anderlecht T 02 523 03 71
• woensdag 10/09 (13.30 u. - 21.15 u.) • zaterdag 13/09 (9 u. - 17 u.)
Alle ateliers staan voor u open. U kan er deelnemen aan:
DEMONSTRATIES • LEZINGEN ACTIVITEITEN•WORKSHOPS (aangepaste kledij kan gewenst zijn)
Breng familie, vrienden en kennissen mee! Tot dan!
© BART DEWAELE
een buurt op te krikken,” aldus de vijfentwintigjarige Brusselaar. “Het wordt dringend tijd dat we dat slapend potentieel optimaal benutten.” “De laatste jaren schieten antikraakof vastgoedbeschermingsfirma’s als paddenstoelen uit de grond,” gaat Coppens verder. Woningzoekenden kunnen voor lage huurprijzen, maar onder strikte voorwaarden, gebruikmaken van leegstaande panden. Als verbindingsorgaan tussen eigenaar en huurder creëren antikraakbedrijven als Entrakt en Lancelot een winwinsituatie, waarbij bewoners – vaak uitzonderlijke - ruimtes huren voor een appel en een ei, terwijl eigenaars leegstandtaksen ontwijken en genieten van spotgoedkope bewaking. “Maar welke meerwaarde biedt dit aan buurtbewoners en de gemeenschap?”, stelt Coppens. Volgens vzw Toestand zijn er duurzamere, creatievere en vooral socialere alternatieven voor leegstandbeheer en leegstandontwikkeling. “Waarom leegstand niet benutten als wijkcentrum of sociale ontmoetingsplek voor jongeren?”
© ARCHIEVEN VAN DE GEMEENTE SCHAARBEEK
BDW 1439 PAGINA 11 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Ook in de jaren 1930 was men er zich al van bewust hoe snel de de bevolking in Schaarbeek gegroeid was.
Schaarbeek > Expo over de metamorfose van een negentiende-eeuwse stad
Terugblik op een explosieve groei Schaarbeek werd niet op één dag gebouwd. De gemeente heeft er een kleine maar fijne tentoonstelling over opgezet in de gaanderijen van de prachtige lokettenzaal van het gemeentehuis. Een grote lege wand in de lokettenzaal, een rijk gemeentearchief en een schepen, Cécile Jodogne (FDF), met een bovenmatige interesse voor de ontwikkeling van het negentiende-eeuwse Brussel. Het wekt weinig verwondering dat er vroeg of laat een tentoonstelling van zou komen. “We krijgen heel wat scholen over de vloer,” vertelt Anne-Cécile Marchel van de gemeente Schaarbeek. “We nodigen al enige tijd twee keer per jaar de nieuwe inwoners van Schaarbeek uit in het gemeentehuis.
Nu kunnen ze ook zelf op een didactische manier uitleg krijgen over hoe Schaarbeek is kunnen worden wat het vandaag is.” Het verhaal is al vaak verteld: hoe de boerkozen uit Schaarbeek in het begin van de negentiende eeuw langs de Ezelsweg (de huidige Josaphatstraat) hun groenten en fruit naar de stad brachten, en die in de bas-fonds van Brussel aan de man probeerden brengen. Vanaf half de jaren 1800 gaat het hard. De stad dijt uit. Er worden grote assen getrokken, de stations bloeien, en er wordt aan een razend tempo verkaveld. Ook in Schaarbeek. “Waar de stadsontwikkeling in het begin een louter privé-aangelegenheid is,“ vertelt Maréchal, “wordt vanaf 1866 ste-
Promotieaffiche uit 1904, afkomstig uit de archieven van de gemeente Schaarbeek.
denbouw in handen genomen door de stad zelf, eerst met Victor Besme (die het ruime Brussel onder handen neemt) en enkele decennia later met Octave Houssa (die in opdracht van de gemeente Schaarbeek aan de slag ging), en die minder bekend is.” Onterecht overigens. De ontwerpen van Houssa werden tot in de puntjes uitgevoerd. Hij week af van het klassieke dambordpatroon en bracht ster- of waaiervormige stratenpatronen in de stad, soms zelfs in de vorm van een spinnenweb. De stad wordt een promenade. “De gemeente begint rond de eeuwwisseling erg veel aandacht te besteden aan de uitstraling,” vertelt Maréchal. “Er worden gevelwedstrijden georganiseerd, er komen art-nouveauscholen, er wordt een
oversized gemeentehuis gebouwd. Schaarbeek wou tonen dat het een gemeente is van de welvarende ondernemende burger.” Opvallend is hoe snel de bevolking van Schaarbeek in die periode groeit. Waren er in 1780 1.158 inwoners in het dorpje Schaarbeek, dan zouden het er tijdens interbellum bijna 120.000 inwoners zijn, een aantal dat maar vrij recent opnieuw is gehaald. Ook de naoorlogse periode komt in de tentoonstelling aan bod, met de aanleg van enkele tuinwijken, en de huidige en toekomstige uitdagingen. “Die hebben we opgedeeld in de grote ontwikkelingsgebieden (Josaphat en Reyers) en de talrijke kleinere projecten waarbij de-densificatie van de huizenblokken en de herwaardering en creatie van openbare ruimte de speerpunten zijn.” Steven Van Garsse Metamorfoses, drie eeuwen stadsontwikkeling, een ontwerp van de ‘Association pour l’Etude du Bâti’ in Lokettenzaal van het gemeentehuis, Colignonplein, 1ste verdieping, vanaf 28 augustus
Elsene > Eerbetoon aan een monument
Brussel-Stad > Potentieel en problemen van buurt in kaart gebracht
Julio Cortazar, de Elsenaar
Curieus naar het Kanaal
De Argentijnse schrijver Julio Cortazar, die dezer dagen geëerd wordt door de gemeente Elsene, werd honderd jaar geleden geboren aan de Louis Lepoutrelaan in Elsene, waar ook een borstbeeld staat van de auteur. In 1983 besloot Cortazar een lezing die hij in Brussel hield met: ”...ik kwam terecht in de duivelse wereld van Ghelderode; ik las de surrealisten van dit land en kroop in de obsessieve wereld van Paul Delvaux (...) En dat, daar in mijn zo ver verwijderde Buenos Aires, heeft mij enkel in mijn overtuiging gesterkt
dat de dingen niet altijd zijn wat ze lijken.’ Ter herinnering: Cortazar is de auteur van Geheime wapens, De mierenmoordenaar en Rayuela, een hinkelspel. Cortazar is 70 jaar geworden. Het eerbetoon begon vorige dinsdag in het gemeentehuis van Elsene, dinsdag 12 september vindt in de Franstalige gemeentebibliotheek een voordracht plaats van het verhaal L’homme à l’affût. Dezelfde avond vindt in het Klein Mercelistheater een jazzavond ter ere van de auteur plaats. DV
BRUSSEL – Het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO) pakt uit met een nieuw en fraai verzorgd boek waarin het alle hoeken en kanten van de kanaalwijken uit de doeken doet. Het boek biedt in de eerste plaats leesplezier aan liefhebbers van grafieken en kaartjes. Al blijven de cijfers voor de kanaalwijken indrukwekkend: de 14 kilometer waterweg die Brussel doorkruisen zijn de thuis van 190.000 bewoners, of 17 procent van de Brusselse bevolking. Het blijft ook een buurt met toekomst. Letterlijk, want meer dan vier op de tien kinderen tussen 0 en 4 jaar oud woont in de kanaalbuurten. De revival van het kanaal wordt al jaren aangekondigd, maar blijft toch een werk van lange adem, ondanks een aantal belangrijke woon- en andere projecten in de buurt. De bewoners blijven kwetsbaar: een kwart van de Brusselse werkzoekenden woont er en van hen
is 60 procent al meer dan een jaar op zoek naar werk. Toch is het niet alleen maar kommer en kwel. Zo kwamen er tussen 2000 en 2011 meer dan 2.000 bedrijven bij in de zone. Het gebied blijft in het verleden en het heden genieten van een opvallende culturele dynamiek: met diverse kunstdisciplines, undergroundmuziek en een bloeiend verenigingsleven. Het boek moet volgens ATO alvast het startpunt zijn om de kanaalzone nauwgezet in het oog te houden. “Daardoor moeten we in staat zijn om opkomende elementen en evoluties in het kanaalgebied te detecteren voordat veel Brusselaars er zich bewust van worden”, zegt Dirk Van de Putte, adjunct-directeur van ATO. Jelle Couder Kanaal? Hoezo kanaal?!, 241 blz., integraal en gratis te lezen op de website van ATO www.adt-ato.irisnet.be.
BDW 1439 PAGINA 12 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
ontginning van primair aluminium vraagt veel energie en is enorm milieubelastend. De vervaardiging van secundair aluminium uit recyclage heeft daarentegen maar 5 procent energie nodig. Met een statiegeldsysteem zullen consument en producent meer worden geresponsabiliseerd en kan men de afvalkringloop sluiten. Een mooie toepassing van het ‘cradle to cradle’-systeem, waarbij afval grondstof wordt. Een statiegeldsysteem kan er voor zorgen dat de verpakkingsindustrie gestimuleerd wordt om te investeren in beter af breekbare en herbruikbare materialen.
Opruimactie
“De invoering van een statiegeldsysteem heeft veel voordelen,” vindt Annemie Maes (Groen).
© IVAN PUT
Milieu > Annemie Maes (Groen) over statiegeld, blikjes en drankverpakking
Brussel verdient een ambitieuzer afvalbeleid
Betere recyclagecijfers
Tegen 2020 moet Brussel volgens Europa 50 procent van zijn afval sorteren. Vandaag zitten we op slechts 30 procent. Extra inspanningen zijn dus nodig. Het warm water uitvinden hoeft niet, andere landen werkten al haalbare formules uit. Op initiatief van Groen bezocht een parlementaire commissie installaties die op geautomatiseerde wijze glazen flessen, petflessen en drankblikjes terugnemen en al dan niet statiegeld teruggeven. Het systeem bestaat al in tal van landen. Soms parallel met de huisaan-huisophaling van pmd. Veel supermarkten zijn al voorzien van
RV
BRUSSEL – De nieuwe Waalse regering wil statiegeld invoeren op drankblikjes en plastieken drankverpakkingen. Een goede zaak, vindt Brussels parlementslid Annemie Maes (Groen). Voorbeelden uit het buitenland tonen dat het kan. De Brusselse regering moet hierover spoedig duidelijkheid scheppen.
BDWOPINIE
leeggoedautomaten. Vaak kunnen die goedkoop en gemakkelijk worden aangepast voor de terugname van alle drankverpakkingen.
zakken zijn handig. Maar je moet al plastiekexpert zijn om te weten wat er al dan niet in een pmd zak mag zitten. Bovendien is plastiek vaak niet af breekbaar in het milieu of valt het in microplastics uiteen om als ‘plactic soup’ oceanen te vervuilen. Dat de consument zelf geen vragende partij is, klopt ook niet.
Afvalkringloop
Niet afbreekbaar De communicatie van de Waalse minister lokte niet alleen positieve reacties uit maar stuit ook op weerstand. Unizo vindt het niet haalbaar voor de kleine buurtwinkels. In landen waar het systeem al bestaat, is die begrijpelijke angst intussen verdwenen. Meer nog, het systeem wordt zelfs verdedigd door een deel van de sector. De grootste tegenstanders zijn de verpakkingssector en de producenten. FOST Plus, de belangenvereniging van de verpakkingsindustrie, zweert bij het huidige systeem. Begrijpelijk: de pmd-
Het huidige ophaalsysteem is in Brussel onvoldoende performant. Sinds 2010 is elke Brusselaar verplicht om zijn afval te sorteren. Na een goede start, daalde het gebruik van blauwe pmd-zakken intussen fors. Waar dat in 2010 nog 16.000 ton bedroeg, was dat in 2012 nog amper 11.000 ton. Een ander voordeel is jobcreatie: uit de Waalse studie bleek dat de invoering van een statiegeldsysteem 500 tot 1.300 extra arbeidsplaatsen zou creëren. En ten slotte: meer netheid in onze straten en parken! Volgens een studie van de Waalse regering van 2012 zou het aandeel drankverpakking in zwerfafval globaal 9 procent bedragen. Op de bermen langs autostrades zelfs 50 procent! Het opruimen ervan kost jaarlijks ettelijke miljoenen. Er valt heel wat beters te doen met dit geld, indien iedere consument financieel aangespoord wordt om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Ook de Vlaamse gemeenten klagen steen en been over blikjes en plastiek op de openbare weg. Zo wil de stad Gent ook een statiegeldsysteem want ze moeten permanent 130 VTE’s inzetten om dit zwerfvuil (op sommige plekken met 50 procent drankverpakking) op te ruimen. Dit komt ook overeen met wat menig natuurliefhebber of buurtcomité aan den lijve ondervindt bij een opruimactie.
“Sinds 2010 is elke Brusselaar verplicht om zijn afval te sorteren. Na een goede start, daalde het gebruik van blauwe pmd-zakken intussen fors”
In Nederland wordt onder druk van de producenten overwogen om het statiegeldsysteem af te schaffen. Dit stuitte op veel protest, onder anderen op sociale media met actiegroepen als ‘Een echte held kiest statiegeld’. Een enquête in 2012 gaf aan dat 85 procent van de Nederlanders het statiegeldsysteem wél wil behouden. De invoering van een statiegeldsysteem heeft veel voordelen. Om te beginnen zuiverder recyclage van het materiaal waaruit de verpakkingen gemaakt worden. Aluminium is een duur materiaal, zowel in aankoop als in productie. De
Statiegeld is evenwel geen wondermiddel of makkelijk te realiseren. De productnormen (bv streepjescode die op blikjes zou komen) zijn federaal, het afvalbeleid gewestelijk. Waals Ecolo-minister Philippe Henry nam daarom vorige legislatuur het initiatief voor een begeleidingscomité, waarin zowel federaal als de drie gewesten zitten. Groen roept het Brussels Gewest op een positief signaal te geven nu de Waalse regering het probleem wil aanpakken en ook Vlaanderen zegt het systeem te willen onderzoeken. Op die manier vermijden we onduidelijkheid en problemen in grensgebieden. Aangezien het Brusselse regeerakkoord hierover bijzonder vaag is, moet de Brusselse regering spoedig hierover duidelijkheid scheppen. Een Europese studie toont alvast aan dat landen met een statiegeldsysteem betere recyclagecijfers kunnen voorleggen. Annemie Maes, Brussels parlementslid (Groen)
BDW 1439 PAGINA 13 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
Pont Albert Ik heb aan de Pont Albert (BDW 1435, voorpagina) gewoond waarover u schreef. Mijn broertjes kropen en liepen over de bogen van die brug. Met pijn in het hart zie ik de huidige staat, in vergelijking met die van 2005. Het is niet het enige ‘monument’ dat verwaarloosd wordt.
Hendrika Herrebosch, Laken
Kunst en cultuur Hier is mijn bijdrage in verband met het pleidooi van Yamila Idrissi over Kunst en Cultuur (BDW 1438, p.12). In Brussel, mijn stad heb ik veel toneel bijgewoond als toeschouwer. Mijn dochter is actrice en mijn schoondochter hedendaagse danseres. Als de Vlaamse regering een budget heeft en een zeker bedrag in een spektakel investeert, moet er een weerslag komen (return) in geld, maar ook wat betreft inhoud zodat de toeschouwer vindt dat het boeiend is, ontroerend, en dat hij zich betrokken voelt. In de praktijk moet de overheid ervoor zorgen dat artiesten betaald worden op een eerlijke manier. Mevrouw Idrissi, u spreekt van risico’s nemen als artiest. Misschien zullen wij ideeën kunnen uitwisselen een debat over deze kwestie. Ik bedank Brussel Deze Week en mevrouw Idrissi bij voorbaat voor bovenvermeld artikel. Roselyne Lories, Vorst
Reservaat Vlaanderen Aan Bruno Floré uit Wetteren (BDW 1438, p.13): Wat ben ik blij dat jonge leraars nog voor een Brusselse school kiezen. Ik heb een dochter die al 22 jaar les geeft in een Brusselse school. Dankzij de inzet van dit moedige team gaan nu veel van hun leerlingen naar het hoger onderwijs en zelfs naar de unief. Weet je, als ik na zeventig jaar anders piep, zoals je zo oneerbiedig schreef aan dat moedige meisje, zal ik zeker niet in uw reservaat komen wonen maar naar Wallonië verhuizen. Daar doen ze nooit smalend over een Brusselaar die Nederlands spreekt. In Wallonië willen en kunnen de Vlamingen zelf geen Frans spreken. Ik wil het tevens eens gezegd hebben: dank u, Vlaanderen, om ons Vlaamse Brusselaars te laten vallen.
Helene Van Lier, Ganshoren
Ringroute Ik heb de laatste lezersbrief over de ringroute gelezen. ik vind dat het stilaan genoeg is geweest met over de vliegroutes te blijven te zagen. We moesten met zijn allen fier zijn op onze nationale luchthaven en ervoor zorgen dat de werkgelegenheid behouden blijft. Wat gaat er nog overblijven als die verdwijnt? Waar niemand zich zorgen over maakt is het ebolavirus dat langs Parijs of een ander Europees land ons land kan binnendringen en de mensen die daar door kunnen besmet worden. We zouden beter daar eens aan denken. Edward Degent, Evere
‘Dorp’ Denderleeuw Uw reporter ter plaatse, Nick Trachet, heeft het over het ‘dorp’ Denderleeuw, dat lijkt me wat overdreven.
Vroeger was het de Stad Denderleeuw, nu wordt het geen stad meer genoemd, maar gemeente. Soit. Ook heeft hij in het station van Denderleeuw niet goed rondgekeken. Daar hangt namelijk een mooie plaat met een bekend gedicht van Guido Gezelle in gegraveerd en geschonken door de VTB. Het verhaal wil dat Guido Gezelle op 26 juli 1877 van Kortijk naar Leuven spoorde om zijn vriend Gustaaf Verriest, professor in de Geneeskunde te bezoeken. Terwijl de trein in Denderleeuw een tijdje stilstond schreef hij het gedicht ‘O Dichtergeest’. O Dichtergeest, van wat al banden hebt gij mij, armen knecht, verlost, en, uit uw’handen, wat heeft uw dierste gunst mij weinig werks gekost! Gij Godlijk wezen doet mij leven waar menig andre sterven zou, en ongegeven is nog de groote gift waarom ‘k u derven wou. Gij zijt genezing, en de wonden, de diepe, o wondre, toen gij, teer, die hebt gevonden, getint en toegetast, zijn gave en zonder zeer. Hoe menig werf, hoe duizend malen hebt Gij, o Geest, mij dit gezeid: maar hoe verhalen? ‘ k gevoel ‘t, en zuchte, eilaas, naar uw’ welsprekendheid! En als je het toch over een ‘toeristische’ uitstap hebt. Nog een tipje. Te voet van het ‘Dorp’ (naam van het plein van de kerk) de Dender over via de Schiptrekkersbrug en langs een recent aangelegd wandelpad, met mooie flora, naar het station van Liedekerke. En, ik ben geen ‘messentrekker’. Els Grootaers, Denderleeuw
Sportieve cultuurminister Sinds er in 1981 een eerste cultuurminister werd aangesteld is er nog nooit een sportieve cultuurminister geweest. Sven Gatz (Open VLD) profileert zich bovendien met een nogal verscheiden cultuur-en kunstbelangstelling. In tegenstelling tot zijn voorgangster is het te hopen dat hij de beschikbare financiële middelen die voorzien zijn voor Nederlandstaligen in Brussel effectief besteedt. Als Brusselaar en als cyclotoerist zou het aangewezen zijn dat hij prioritair overlegt met zijn nieuwe collega in de Brusselse regering Pascal Smet (SP.A) om de infrastructuur van de fietspaden dringend te onderzoeken inzake capaciteit, kwaliteit, veiligheid. Want klaarblijkelijk geeft hij er momenteel nog altijd de voorkeur aan om als wielertoerist het fietsen in zijn eigen hoofdstad te mijden... In de huidige omstandigheden zal het wellicht moeilijk zijn om tijdens deze legislatuur twee zaken te realiseren: zowel in Vlaanderen als in Brussel voldoende comfortabel berijdbare en onderhouden fietspaden plaatsen, en het ontbrekende museum voor hedendaagse kunst in Brussel installeren. Niettegenstaande zijn sportiviteit en zijn enthousiasme om als politicus er opnieuw in te vliegen zal er héél veel goodwill nodig zijn om er het maximum uit te kunnen halen, tenzij de minister geconfronteerd wordt met het fenomeen van de chasse patate... Jonas Wille, Oudergem
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Bureaucratie door Danny Vileyn Dat we in een neoliberaal tijdperk leven, durft de (conservatieve) Leuvense filosoof Herman De Dijn niet zeggen. Wel dat de bureaucratie al 20 jaar lang dag na dag ons leven nog meer beheerst. De Dijn deed de uitspraak toen Brusselaar Steven Vanackere (CD&V) hem eind april op de rooster legde over zijn nieuwe boek Vloeibare Waarden. Bureaucratie is geen abstract begrip, bureaucratisering is ook niet het monopolie van één politieke familie. Een steeds voortschrijdende bureaucratie is niet onschuldig. Als de bureaucratisering al kritiek krijgt, beperkt deze zich tot het financiële aspect. Bureaucratie is alleen verkeerd als ze te veel kost, terwijl het natuurlijk over veel meer gaat. Instellingen worden organisaties, beroepskrachten worden professionals, zorgbehoevenden, rechtszoekenden en leergierigen worden klanten of gebruikers. In naam van de grote objectiviteit. Sinds 1 augustus moeten Brusselse gemeenten die appartementen verhuren – geen sociale – zich aan strikte regels houden. Dat er een minimaal aantal regels moeten zijn, daar twijfelen weinigen nog aan. Lang geleden kregen belangstellenden voor een appartement van de stad Brussel bijvoorbeeld het advies toch even bij de bevoegde schepen aan te kloppen. Dat maken we niet meer mee – mogen we hopen. Maar eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat wie niet op de suggestie inging, ook een appartement kreeg. Een paar jaar geleden stond de gemeenteraad van Sint-Joost-ten-Node op zijn kop omdat een woordvoerder van de gemeente in een appartement van diezelfde gemeente woonde. Eigenlijk kwam de discussie erop neer dat de man, alhoewel het geen sociaal appartement was, te goed zijn brood verdiende en in een te groot appartement woonde. Er waren kandidaten die het meer nodig hadden, luidde de kritiek van de groene oppositie. Terwijl het toekennen van een appartement aan een loontrekkende middenklasser evengoed kan verdedigd worden, zeker in de armste gemeente van het land: hij zorgt voor sociale mix en betaalt belastingen. Maar rationele argumenten zijn in deze zaak als vloeken in de kerk. Ook de Vereniging van Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft vragen bij het nieuwe reglement. In de toewijzigingscommissie mogen bijvoorbeeld geen politieke mandatarissen meer zetelen. De Vereniging vreest dat hiermee heel wat terreinkennis verloren gaat. Een mix zou veel beter zijn: specialisten, politici en burgers moeten elkaar in dergelijke commissies in evenwicht houden. De Grote Objectiviteit is vaak even onrechtvaardig als willekeurig.
WAUTER MANNAERT
BDW 1439 PAGINA 14 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
Wereldmuziek > N’Faly Kouyaté stelt zijn vijfde album Change voor in AB
‘De wereld snakt naar verandering’ ANDERLECHT – De zanger/koraspeler N’Faly Kouyaté is een van de opmerkelijkste Afrikaanse artiesten van Brussel. Hij weet zijn West-Afrikaanse roots te vermengen met popmuziek, zowel aan de zijde van Peter Gabriels Afro-Celt Sound System als aan die van zijn eigen groep Dunyakan. Op zijn nieuwe album Change doet hij er een stevige dosis elektronica bovenop. “Ik was voorbestemd om elektronische muziek te maken.”
W
e ontmoeten N’Faly Kouyaté in zijn huis vlakbij metro Sint-Guido in Anderlecht. Omgeven door traditionele instrumenten en Afrikaanse kunst toetsen we eerst naar de culturele bagage van deze immer glimlachende reus. “Mijn geboorteland, Guinee-Conakry, maakte deel uit van het Mandinkarijk dat zich in de twaalfde eeuw uitstrekte over gans West-Afrika: Mali, Senegal, Burkina Faso, Gambia, Ivoorkust, Guinee-Bissau en Guinee-Conakry. Ik kom uit een familie van griots, de bibliotheken van het volk. Al mijn voorouders waren muzikant, vergelijkbaar met de Keltische barden. Via muziek en zang gaven ze raad aan de koning, informeerden ze het volk en bemiddelden ze bij conflicten. De muziek diende uiteraard ook om het volk gelukkig te maken,” vertelt Kouyaté, een meester van de kora, de 21-snarige harp-luit, een prachtig instrument zowel qua klank als qua vorm. Als kleine knaap leerde hij de knepen van het vak bij zijn vader, zijn broers en nonkels. “Nadien kreeg ik de kans om me in de hoofdstad bij te scholen, mijn schoonbroer was er directeur van het instrumentaal ensemble dat met Sory Kandia Kouyaté gewerkt heeft, de Afrikaanse Harry Belafonte (een van de populairste Caribische popsterren, koning van de calypso, bt). Dat was een fantastische leerschool en ik werd er geïntroduceerd in polyfonische zang,” vertelt Kouyaté. Een beurs om digitale muziek te studeren bracht hem in 1994 naar België. Maar toen die afspraak alsnog in het water viel, kreeg hij van de toenmalige Vlaamse minister van
Cultuur de kans om naar het conservatorium te gaan. “Door een regeringswissel is het plan om als eerste koralessen te geven op de conservatoria ook niet kunnen doorgaan, maar intussen kan ik wel muziek lezen. Zo heb ik kunnen deelnemen aan een symfonisch orkest op de Olympische Spelen van Athene.” Uit zijn interesse in klassieke muziek is ook Kora Strings ontstaan, een project met de Gentse violist Wouter Vandenabeele, een kora en
Dunyakan, de groep van N’Faly Kouyaté.
een strijkerskwartet. “Zonder de Belgische en vooral Vlaamse steun, zou ik nooit zo ver zijn geraakt.”
Afrotronix Na Afropop en klassiek komt Kouyaté op de proppen met wat hij zelf tot ‘Afrotronix’ gedoopt heeft, een mix van Afropop met elektronica en polyfonische zang. Een onverwachte wending in zijn carrière, twintig jaar na zijn
aankomst in België? Niet zo zeker van. “Ik was voorbestemd om elektronische muziek te maken, daarvoor ben ik oorspronkelijk ook naar België gekomen. Nu ben ik eindelijk zo ver!” zegt Kouyaté. Afrotronix is een knipoog naar de Congotronics, de verzamelterm die het Brusselse label Crammed Discs gevonden heeft om de tradi-moderne Congolese muziek aan de man te brengen. “Ik ben al jaren met de mix van Afropop en elektro bezig, maar telkens belandde het project op een zijspoor. Ik was er nog niet klaar voor, het idee moet nog rijpen in mijn hoofd. Ik heb al mijn ervaringen gekoppeld om te komen tot het beste van mezelf. Mijn stem en traditionele instrumenten als kora, krin (percussie) en djembé zijn omgeven door een gospelkoor en versterkt door elektronica. Daarnaast is er een mix van hiphopdans en moderne Afrikaanse dans. Alles waarvan ik hou in muziek,” legt Kouyaté uit, die naast een geboren verteller en entertainer ook niet vies is van een paar danspassen op het podium. De titel Change slaat niet enkel op de muziek. “Deze muziek is ontstaan in een wereld die nood heeft aan verandering. Sinds een jaar of vier zien we in verschillende landen dat de bevolking wakker schudt, er zijn dingen die ze niet langer pikken. De Arabische lente die in Tunesië opkomt tegen een minderheid die al jaren aan de macht is. De huidige escalatie van geweld in Palestina, maar ook in Europa waar mensen een veel makkelijker leden leiden, komt men op tegen de machthebbers, tegen misbruik op het werk. Mensen die na twintig jaar trouwe dienst plots aan de deur gezet worden.” Op het nummer Change zingt Kouyaté dat we eerst en vooral aan onszelf moeten werken. “Verandering begint bij jezelf. Of zoals we in Afrika zeggen: veeg eerst voor je voordeur alvorens je buur te zeggen dat zijn trottoir vuil is.” Op Dominimba richt Kouyaté zijn pijlen op de politieke leiders. “Machtsmisbruik is overal ter wereld een plaag. Als de regeringsleider in
BDW 1439 PAGINA 15 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
N’Faly Kouyaté: “Ik plaats al wie zijn handen vuil maakt aan wapenhandel in het rijtje van de moordenaars, van zij die profiteren van de verkoop tot het gebruik, dus ook zij die wapens fabriceren.”
Frankrijk de macht verlaat, komt plots boven hoe hij zijn macht misbruikte om een fortuin bijeen te rapen. Maar in Afrika is dat echt flagrant. Presidenten denken dat de centrale bank hen toebehoort, ze zien de media als hun persoonlijke communicatiekanaal. Als je het publieke geld als het jouwe beschouwt, wees dan maar op de hoede voor de dag waarop het volk dat zal inzien.”
Wapenen voor vooruitgang Als Afrika vooruit wil, dan moet het ook gedaan zijn met de oorlogen, en dus met de wapenverkoop. Op Vente d’armes noemt Kouyaté zowel gebruikers als verkopers van wapens moordenaars. Zijn de arbeiders van FN Herstal dan moordenaars? “Ik plaats al wie zijn handen vuil maakt aan wapenhandel in het rijtje van de moordenaars, van zij die profiteren van de verkoop tot het gebruik, dus ook zij die wapens fabriceren. Hoe zouden de arbeiders van FN Herstal zich voelen als de wapens die ze vervaardigen naar hun eigen kinderen gericht worden?” Kouyaté heeft een paar alternatieven in petto: “We zouden die wapenfabrieken moeten omvormen tot laboratoria zodat de wetenschap kan vooruitgaan, om te vechten tegen ziektes als ebola en malaria die ware ravages aanrichten. Maar aangezien het ‘Afrikaanse ziektes’ zijn, is het niet de moeite erin te investeren aangezien de Afrikanen het vaccin niet kunnen betalen... De wapenfabrieken kunnen ook omgevormd worden om elektronische apparaten te maken, computers, auto’s, tractoren, dingen die de mensen vooruit helpen. Zo kunnen de arbeiders van wapenfabrieken hun fa-
De Afrikaanse zanger geeft in Anderlecht muziekles aan jonge kinderen.
milies voeden zonder bloed aan de handen te hebben.” Het gras is groener aan de andere kant, een bekend gezegde dat sterk leeft bij Afrikanen die denken dat het in het westen zoveel beter is, maar op Paradise waarschuwt Kouyaté dat het net allemaal rozengeur en maneschijn is. “We zoeken het geluk altijd elders, ver weg, waardoor we de rijkdom die ons omringt niet zien. In Afrika is dat geen financiële noch materiële rijkdom, wel de familie en vrienden waarop we kunnen terugvallen. Het sociale netwerk dat
ons omringt als de nood hoog is. Dat valt helemaal weg in Europa, hier sta je er alleen voor,” vertelt Kouyaté. “De zonen van Afrika moeten de kans krijgen om in een veilige omgeving op te groeien, te studeren, toegang te hebben tot gezondheidszorg om in Afrika hun eigen paradijs te creëren. Want ons paradijs bevindt zich waar we ons geluk vinden.”
Muziek zonder grenzen N’Faly Kouyaté heeft voor de opname van dit album een nieuwe groep opgericht, de Urban
Contemporary Gospel Singers. “Het is een volledig nieuw project waarvoor ik me omringd heb met Afrikaanse gospelzangers die in Brussel wonen, maar het is helemaal geen religieuze gospel, het heeft niets te maken met de negrospirituals. In ons polyfonisch koor zitten zowel atheïsten als gelovigen en animisten.” Twee muzikanten van zijn voormalige groep Dunyakan en Kouyaté zelf zorgen voor de muzikale omlijsting, naast de elektronische beats uiteraard. Als speciale gasten heeft Kouyaté niemand minder dan Marie Daulne (Zap Mama) en Ialma uitgenodigd. Zij zullen er ook bij zijn tijdens de cd-voorstelling in de AB. “Het zijn artiesten die ik erg apprecieer omwille van hun talent, hun inzet en hun menselijke warmte. Marie Daulne is een diva van de stem, ze heeft een ongelooflijke podiumprésence en een groot hart,” vertelt Kouyaté, die al door Daulne uitgenodigd werd en nu de gunst terugkeert. “De dames van Ialma hebben alle vijf prachtige stemmen. Hun traditionele Galicische zang, hun timbre en de manier waarop ze hun stem gebruiken, herinnert me aan de griottes van bij ons. Het is ook een manier om te tonen dat muziek geen grenzen heeft.” Benjamin Tollet
Cd-voorstelling Change op zaterdag 13 september om 20u in de AB, Anspachlaan 110 te Brussel. Tickets kosten 18 euro. Meer info op www.nfalykouyate.com en www. abconcerts.be
BDW 1439 PAGINA 16 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Het Vergotedok, met zijn surrealistische schrootopstapeling (met hier en daar een tram in geperst), is plots een ruime watervlakte en een verborgen waterplein in de stad. Niet voor niets dacht ik als kind dat dit het “vergrote dok” heette. Elk jaar zit er trouwens een zwanenfamilie. Dan gaat het tuffend voorbij het monument van de arbeid (dat de andere kant op kijkt) en onder de Lakenbrug door. Nu volgen wij een statig parcours met een nette kaaimuur aan de kant van het Koninklijk Domein en de vroegmarkt en fruitveiling aan de andere.
OP VADROUILLE MET NICK TRACHET MET DE WATERBUS... NAAR HUIS
Een kanaal is een doorgeefluik
Zwaluwenkolonie Net voorbij de Lakenbrug (aansluiting trams 62 en 93) stopt de waterbus achter de spoorwegbrug. aan de Van Praetbrug (trams 3 en 7) ook. Voor wie zijn auto liever ver van het centrum achterlaat, is de halte aan de Heembeekkaai een oplossing. Dat is maar een boogscheut van de Van Praetbrug, maar de parking is er wel gratis! Tussen de twee haltes liggen de jachten van de BRYC afgemeerd, wat op zichzelf al doet dromen van vakantie. Van Praet was de laatste vaste brug op het kanaal. Van hier tot de zee kunnen schepen, hoger dan 9 meter, binnenvaren. Zeeschepen dus (maar uiteraard geen reuzen). Er is een containerterminalletje en kaaien voor stookolie en staal, graan en afval. De bermen zijn groen en we worden vanaf de kant toegewuifd door hengelende Roemenen en Polen die er op karper uit zijn, een lekkernij in hun keuken. Goed kijken ook naar de watervogels. Naast meeuwen, aalscholvers (cormorants) en de zwaluwenkolonie op de Maalderij (Ceres), hadden wij het voorrecht om ook drie ooievaars te zien zitten op een afvalsorteercentrum. Een zeldzaam zicht. Men zag hier al een bruinvis en een bever!
Jean-Luc Dehaene De ideale afsluiter van de grote vakantie: een deugddoend ijsje op de Brusselse waterbus.
BRUSSEL – De vakantie loopt ten einde en de vadrouille mag weer naar huis. Maar laten we dat in stijl doen. Reizen gaat immers niet over de bestemming, maar over het onderweg zijn. Een boot is daar het beste middel voor. Of een waterbus.
S
Vivaldi Dat kan. Brussels By Water wil de mensen een idyllischer spitsuur aanmeten. De waterbus vaart drie keer per week tijdens de spits naar Vilvoorde en terug. Voor drie euro bent u verlost van verkeerslichten en opstoppingen. U kunt er een boek lezen, want het is er minder druk dan in de metro en er is ook nog een
bar aan boord! En er is natuurlijk ook het uitzicht. Ik sta om 14 uur aan de terminus van de waterbus op de Becokaai. Een landbus van Lijn 230 zette mij aan de overkant van Leopold II-laan af, maar je geraakt er ook te voet via het metrostation IJzer. Stipt vertrok de oude motorboot ‘Vivaldi’ Noordwestwaarts. Men betaalt 2 euro voor een traject binnen het gewest, 3 euro naar verderop in Vilvoorde. De fiets mag mee voor een extra euro of twee, kinderen aan halve prijs.
ook naar de kanaalzone. Zoals de lemming wordt de mens aangetrokken door het water en de activiteiten erop. “Werk? Ik kan er uren naar zitten kijken”. Voor wie geld heeft kan dat vanaf een loft. Maar ik geniet op waterniveau van het gestamp van de trage dieselmotoren van schepen, het gepiep van kranen en het stoffig storten van puin in wachtende lichters. Wonen doe ik wel elders. © SASKIA VANDERSTICHELE
tel je het leven voor van de arme pendelaar. Door de grijze oktoberregen naar het werk, geen parking vinden in de buurt en dan in de kletsnatte file weer huiswaarts, de medemens nauwelijks zichtbaar achter de beregende ruit van de auto in het andere baanvak. Hoeveel mooier zou het niet zijn om de dag te beëindigen met bijvoorbeeld een boottocht richting de ‘groene’ Vlaamse Rand?
hier moet in de toekomst weer een groot deel van de goederen de stad in raken, en anderzijds moeten onze overschotten best langs het water afgevoerd. Tot de dag van de grote heropleving van het kanaal ziet de havenkant er nogal roestig uit. Schrootbedrijven, bouwmaterialen en cementmolens zijn voorlopig de enige actieven in het centrum. Daarom lonken grondspeculanten
© SASKIA VANDERSTICHELE
‘Vergrote dok’ Vanaf het water ziet Brussel er helemaal anders uit. Bedrijven en individuen verzorgen doorgaans hun voorgevel aan de straatkant, wat aan de achterkant gebeurt is minder afgeborsteld. Maar een kanaal is eerst en vooral een doorgeefluik. Langs
De kapitein van de Brusselse waterbus.
Voor ons gaat de Budabrug nu open. De automobilisten kijken ons verwijtend aan, maar de boot schrijdt statig voort, wars van alle drukte. Aan deze brug zou in de toekomst ook een halte kunnen worden aangelegd. De waterbus zit nog vol ideeën voor de toekomst. Dan varen we Vlaanderen binnen, links stoppen we aan de ingang van Domein Drie Fonteinen en even verder aan de Watersite van Vilvoorde, waar Jean-Luc Dehaene zijn laatste maanden woonde. Het is een futuristisch Vilvoorde dat hier pronkt. Tijdens de spits is Sainctelette goed vijftig minuten ver. Vaak is dat sneller dan met de auto. Maar er is uiteraard niets te zien op dit traject, tenzij groen, schepen, industriële archeologie en moderne bedrijvigheid. Mooi kan dat zijn. Ik spring in Laken van de boot en wuif nog even naar fotografe Saskia, de tientallen vakantiekinderen en hun grootouders die genieten van een trappist. Tot de volgende vakantie wellicht? Nick Trachet
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ opvadrouille
BDW 1439 PAGINA 17 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Sociaal-artistiek > Van Noordwijk naar Moutstraat
Globe Aroma verhuist BRUSSEL – Vzw Globe Aroma verhuist van de Noordwijk naar de Moutstraat. De organisatie, die kansen wil bieden aan nieuwkomers met artistiek talent, werkt al tien jaar vanop de Sint-Jorissite in de Cellebroersstraat. Maar vanaf 1 september heeft de vzw haar vaste stek in de binnenstad. “Op onze huidige site zijn werken aan de gang. Bovendien hadden we nood aan een grotere plek, met meer visibiliteit,” vertelt Els Rochette, directeur van Globe Aroma. “We werken graag met buurt- en wijkbewoners, en in de Noordwijk is dat niet evident. Onze overburen zijn er een ziekenhuis en een schoolomgeving. Straks bevinden we ons vlakbij de Nieuwe Graanmarkt en de sociale
woontorens van de Papenvest. Dat zal zeker nieuwe kansen creëren.”
Helpende handen Aangezien de nieuwe plek van Globe Aroma best groot is – het OCMW van de Stad Brussel had er tot begin januari zijn meubelatelier – zoekt de sociaal-artistieke organisatie nog naar een vzw of organisatie die er op een vrije verdieping haar kantoor wil vestigen. De hele verhuis wordt in goede banen geleid door een grote schare vrijwilligers. Wie op woensdag 28 of donderdag 29 augustus tijd heeft en zijn verhuisplunje vanonder het stof wil halen, kan vzw Globe Aroma een handje toesteken.
Kim Verthé
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
VZK Een huiselijk recept voor het beginnende schooljaar. Vogels zonder kop of loze vinken zijn ouderwets volksvoedsel, maar toch geen primitieve hap. Het is verfijnde voeding.
Erfgoed > Partituren van René Dhelmet ontdekt
Nieuw leven voor Mars van de Ezels SCHAARBEEK – Er zijn de partituren ontdekt van een Ezelsmars uit 1975 van de hand van Schaarbeeks componist René Dhelmet. Philippe Debroe wil die veertig jaar later opnieuw laten klinken in het Schaarbeekse Josaphatpark. Debroe heeft zich vastgebeten in de volkse geschiedenis van Schaarbeek en dat levert meer dan eens verrassingen op. “Iemand van de Harmonie van Sint-Pieters-Woluwe heeft me gecontacteerd. De dirigent is overleden en op zolder zijn partituren gevonden van een Marche des Ânes. Via het erfgoedproject Kriekenboomsaga (waar Debroe coördinator van is, SVG) is de man bij mij terechtgekomen, en kreeg ik de originele partituren in handen.” Die zijn van René Dhelmet, pseudoniem van René Licoppe (1917-1992),
een verzekeringsagent en gemeenteraadslid voor de PVV die in de jaren 1960 door het leven ging als de ‘burgemeester van Helmet’. Maar Licoppe was ook een verdienstelijk componist en arrangeur. Zo schreef hij La Chanson de Pogge, et La Gueuze, Champagne de Bruxelles. De Ezelsmars, die hij in 1975 schreef en voor het eerst werd uitgevoerd door de harmonie van Néthen, was in de vergetelheid geraakt. Debroe wil de marsmuziek terug tot leven brengen, en heeft aan de fanfare ?? gevraagd om de partituren te herangeren zodat de mars begin oktober, wanneer het erfgoedfestival Alles Es Just plaatsvindt, kan worden opgevoerd. Debroe zoekt wel nog muzikanten. “Alle instrumenten zijn welkom,” zegt hij. Er zijn twee repetities gepland in Novanoïs in de loop van september. Steven Van Garsse Meer info: info@allesesjust.be of 0497-28.46.53
“Faute de grives, on mange des merles,” zegt een Franse uitdrukking. Kleine vogeltjes eten is zo oud als de mensheid. Het volk mocht dat in de oude wereld, want mussen en spreeuwen waren geen écht wild zoals herten en everzwijnen, gereserveerd voor de adel. Daarenboven wisten onze voorouders al dat zangvogels schadelijke insecten opeten in de moestuin. Dit in tegenstelling tot duiven, die “vliegende ratten” die het graan op de velden kwamen stelen. De mensen gingen dus vogeltjes houden. Ze hingen hun hofjes vol nestkastjes, soms kunstig gedraaid uit klei, soms als uitgespaarde holen in de muur van huis of stal. De vogeltjes aten rupsen en vliegenlarven, de mensen aten de vogeltjes die in hun luxeappartementjes meer nesten per jaar konden grootbrengen dan in de wilde natuur. Win-win, heet dat vandaag. Max Labbé, een zonderling die hele boekenplanken heeft gevuld met uitgaven over ‘alternatieve’ voedingstechnologieën, vulde er een boekje mee, met daarenboven veel verwijzingen en illustraties. Het idee van nestkastjes, schreef hij, zou ontstaan zijn in de Lage Landen in de vijftiende eeuw en later via de rivieren stroomopwaarts zijn verspreid. Zelf heb ik in 1982 nog mussen gegeten in Mandello, aan het Comomeer in Italië bij gewone mensen (landbouwers) thuis. En een cafébaas in Brussel heeft mij ooit spreeuwen uit de diepvries toegestopt. Maar dat moest al in het geheim gebeuren. Kleine vogeltjes eten is geen mode meer, het is voor de meeste wilde vogelsoorten zelfs verboden! Maar de herinnering blijft en de mens ‘conterfeit’ graag voedsel. Men imiteert in de keuken. Dat kan fraude zijn, maar ook creativiteit. Kalfskop en tortue bevat geen schildpad. De goujonettes op de menukaart zijn geen grondeltjes (riviervisjes), een aspic is ook geen slang. De ‘vogel zonder kop’ (VZK) van vandaag is gehakt dat werd opgerold in een lapje kalfs- of rundvlees (het kan ook kalkoen zijn) en voorzien van een barde, een reepje spekvet tegen het aanbakken. In Nederland spreken ze van blinde vinken (slavinken zijn een simpeler variant met enkel spek). Het recept bestond al in de achttiende eeuw in de
Provence waar men ze alouettes sans tête noemt (alouette = leeuwerik). De algemene Franse keuken heeft het over paupiettes. Ik dacht eerst dat dat ook een vogelsoort betrof, iets zoals mauviettes. Dat zijn vette veldleeuweriken, klaar om naar het Zuiden te trekken en dus nog lekkerder in de pan volgens de lekkerbek. Maar het woord schijnt van het Italiaans polpette te komen, wat vleesballetjes betekent. De Italianen kennen de involtini. Maar bij deze zuidelijke versies gaat het meer om rolletjes, terwijl de VZK’s van onze streken echte pakketjes moeten zijn, niet gesloten met een prikker, maar met een eindje huishoudtouw. Koop ze bij de slager. Er zijn goede, er zijn neutrale en er bestaan dieptreurige VZK’s. Het hapje is zo goed als de slager. Mijn grootste kritiek: ze zijn vaak te groot. Dat is een flauw trucje van de slager; je koopt ze per stuk, maar je betaalt ze per gewicht. VZK’s moeten klein zijn. Verder mogen ze niet lek zijn. Ik mag van buiten de inhoud niet kunnen zien, dat oogt slordig en is moeilijk bakken. Ook wil ik ze graag opgebonden met een echt, niet te dun katoenen koordje, zo mooi dat dat is. Sommige slagers gebruiken veel te dun garen of soms zelfs helemaal niets. Het ding moet het maar uithouden in de pan. Het is als het verschil tussen een liefdevol geknoopt cadeautje van een suikertante en een reclamedrukwerk dat bij aankomst al uit de enveloppe valt. Maar men kan er natuurlijk ook zelf maken. Vraag aan de slager om kalfsvlees, dun gesneden op de snijmachine. Thuisgekomen legt u ze tussen twee bladen stevige plastic en dan mept u er vrolijk op los met een stomp en zwaar voorwerp. Ik kocht daarvoor ooit een batticarne, een Italiaanse loden stempel (met een laagje inox rond voor de gezondheid). Het vlees wordt dunner en breder. U snijdt er dan
“In 1982 heb ik nog mussen gegeten in Mandello, aan het Comomeer, bij landbouwers thuis. En een Brusselse cafébaas heeft mij ooit spreeuwen uit de diepvries toegestopt”
velletjes uit van geschikte grootte om de vulling ruim te kunnen verpakken. Wees dan ook eens creatief met de vulling. Er kan naast gehakt – ik zeg maar wat – eerst nog een dun sneetje ossentong tussen, of geblancheerde bladgroente (even voorgekookt, omdat ze dan beter rond het gehakt wikkelen) of kaas, een kwartelei of... een muntstuk: een originele manier om zakgeld uit te delen. Dan het pakketje netjes dichtplooien en voorzien van een barde wit spekvet. Die van bij de slager is meestal symbolisch klein, neem maar een groter stuk. Verzegelen met katoenen huishoudkoord. De VZK’s worden nu bruin aangebakken in boter en daarna gesmoord (braiser). Dat betekent vloeistof (water, bier, wijn) tot halve hoogte van het vlees, kruiden, onder deksel op klein vuur (niet te kort, die muntstukken moeten gesteriliseerd worden). Dien vervolgens op met een feest van meegestoofde groenten (minstens ajuin). En vergeet bij het opdienen de mosterdpot niet. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1439 PAGINA 18 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
DE LAUREATEN VAN DE BDW-VERHALENWEDSTRIJD
Hier wil je wonen Tweede plaats: Peter Heymans uit Koekelberg ILLUSTRATIE: BRAM ALGOED
De politieagent ontmoette de verpleegster twee maanden terug tijdens de wekelijkse yogales die zijn huisarts hem had aangepraat. Hij hoopte dat de lessen hem zouden helpen begrijpen waarom zijn echtgenote hem verlaten had voor een veertigjarige stadsambtenaar met een volstrekt alledaags voorkomen en zonder noemenswaardige hobby’s of begaafdheden. Enkel een fijnzinnige lispel, die je slechts kon ontwaren in donkere afgesloten ruimtes met veel echo en weinig zuurstof, onderscheidde de man enigszins van de doorsnee Brusselaar. Misschien, indien niet onmogelijk, wilde de politieagent de ex-vrouw vergeven en de zaken door haar ogen zien, want de afkeer die hij de laatste tijd voor haar
koesterde was zo overheersend geworden dat hij medicijnen op voorschrift moest slikken, tegen slapeloosheid, hartkloppingen en nu en dan, op sommige regenachtige en buitengewoon betrokken dagen, tegen kortademigheid en paniekaanvallen. Dit was geen leven. Soms verafschuwde hij zelfs de twee kinderen die het huwelijk met de ex-vrouw had voortgebracht. Wanneer de kinderen bijvoorbeeld een bepaalde handeling uitvoerden of een zin met een bepaalde stembuiging uitspraken en die handeling of stembuiging herinnerde hem aan de ex-vrouw, dan voelde de politieagent een voorvaderlijke hang naar geweld in zich opwellen, zelfs indien de handeling of zin in kwestie uitdrukking gaf aan een uitermate vertederende vorm van kinderlijke genegenheid. Het maakte hem bang. Hij wilde niet een van die mannen worden die zijn kinderen kwaad berokkent enkel en alleen om hun moeder te jennen. Het was de yogalerares die de politieagent aan de verpleegster voorstelde toen na een drietal sessies de yogatherapie geen gunstig effect op zijn gemoed bleek te hebben. De somnolente bewegingen en melodieloze sitarmuziek versuften hem wel een poos, maar wanneer de lerares hem bij een meditatieoefening opdroeg om zich een vredige plaats in te beelden die hij in het verleden had bezocht en waar hij zich intens gelukkig en geborgen had gevoeld, kon hij geen plek bedenken die niet op een of andere manier met de ex-vrouw verbonden was. Elk idyllisch verlaten strand of rustiek glooiend grasland, zelfs locaties uit zijn jeugd die ze samen nooit hadden bezocht, leek verontreinigd met haar aanwezigheid. En wanneer de lerares hem opdroeg om aan iemand dierbaar te denken, iemand die misschien psychisch of lichamelijk ontzettend veel pijn leed, en om dan die persoon positieve, heilzame energie toe te sturen, kon de politieagent enkel aan de ex-vrouw denken, aan wat ze hem had aangedaan en wat hij haar wilde aandoen. Na de yogales van vorige week informeerde de politieagent bij de verpleegster of ze een hapje met hem wilde gaan eten en dan naar een film of zo. Iets eenvoudigs. Dat zou leuk zijn. Dat zou ook het geschikte moment zijn, meende de politieagent, om de verpleegster eindelijk de vraag te stellen die sinds de eerste ontmoeting op zijn lippen brandde, een vraag die een zekere graad van intimiteit vereiste om niet schaamteloos nieuwsgierig te klin-
© SASKIA VANDERSTICHELE
Nadat de politieagent het rauwe vlees in hapklare stukken heeft gesneden, plaatst hij het mes aan de linkerzijde van het bord om dan de vork in de rechterhand te nemen en zo het voedsel naar de mondholte te brengen. Ondertussen onderricht hij de verpleegster over het gerecht. Het vlees moet zo vers zijn, zegt hij, dat je de hartslag van het kalf nog op je tong voelt nakloppen. Het moet een dieprode kleur hebben, niet bruin, grijs of paars, en het dier moet een betrekkelijk vreugdevol leven achter de rug hebben, want ellende zorgt voor een ijzerachtige nasmaak en die krijg je slechts met veel moeite uit je mond gespoeld. De politieagent heeft deze woorden en de pauzes tussen de woorden zorgvuldig ingestudeerd, ’s ochtends in het park met de hond nog voor het ochtendverkeer op gang kwam en ’s nachts alleen in het bed dat hij niet lang geleden van zijn moeder erfde. Iemand, de politieagent weet niet meer precies wie, misschien was het een collega of een verre vriend, zei dat het een geluk bij een ongeluk was dat de moeder zonder voor de hand liggende reden overleden was in de week nadat de politieagent de echtscheidingspapieren had ondertekend en op zoek moest naar een eigen woonst. Nu diende hij zich tenminste geen nieuw meubilair aan te schaffen; dat was een hele hoop geld uitgespaard. Wanneer de politieagent zijn bord heeft leeggegeten, enkel de vier decoratieve blaadjes rucola blijven over, besluit hij dat het kalf stressvrij geslacht dient te worden. Een dier dat beseft dat het zal sterven, wordt onrustig, waardoor de spieren verkrampen en dat is niet lekker. Een schot van een metalen pin loodrecht door de hersenen is het beste, zegt de politieagent. Snel en onverwacht. Dat is het lekkerste.
‘Bijzondere plek met belachelijke naam’ Peter Heymans (31) uit Koekelberg schreef een doctoraat over Britse literatuur aan de VUB, dat in 2012 in boekvorm verscheen onder de titel ‘Animality in British Romanticism’. Momenteel geeft Heymans avondles aan het CVO Brussels Education Centre. “Waar ik de inspiratie vond voor mijn kortverhaal? Dat is moeilijk te zeggen,” zegt Heymans. “Restaurant Meat Me ken ik al langer, het is een bijzondere plek met een beetje een belachelijke naam. Ik probeerde de plek ooit te verwerken in een langer verhaal dat ik na een tijdje opzij heb gelegd. Maar toen ik over de schrijfwedstrijd van ‘Brussel Deze Week’ las op internet, besloot ik om het restaurant dan maar in mijn kortverhaal op te nemen.” KL
ken. De verpleegster stemde in, want hoewel ze weinig in de politieagent zag – hij leek haar dat soort man dat er ’s ochtends bij het aankleden genoegen in schept om de elastiek van zijn ondergoed luid tegen zijn buikvet te laten kletsen – begonnen de stiltes die meer dan eens achtenveertig uur aanhielden en slechts onderbroken werden door een kassierster of
bankbediende steeds zwaarder te wegen. Nadat ze op tweede kerstdag de vierjarige relatie met haar partner abrupt had afgebroken, enkel en alleen vanwege de vage intuïtie dat wat ze samen hadden niet zo bevredigend en betekenisvol leek als wat ze in Angelsaksische tv-series had gezien, werd ze elke ochtend wakker met een gevoel van totale zinledigheid, waardoor de voorbije maanden en jaren haar leeg en onwerkelijk leken, en ze was beginnen denken dat deze eerste heldere minuten van de dag, wanneer ze zich het laatste specimen van een uitgestorven diersoort voelde, misschien een louter biologische respons was op een bed zonder partner en dat indien ze samen met iemand anders zou ontwaken, gelijk wie, gewoon een ander lichaam met min of meer dezelfde temperatuur als het hare, dit gevoel misschien zou verdwijnen of toch zou verflauwen tot een zeurende en niet geheel ondraaglijke aanwezigheid. Het restaurant, een recent geopende brasserie die luistert naar de naam Meat Me, bevindt zich aan het eind van de Adolphe Maxlaan, tussen seksshops, kebabzaken en een handvol prijzige hotels. Aan de muren van de zaak hangen grote sepiakleurige prenten van opgepompte stieren, waarvan het moeilijk te zeggen is of het nu om schilderijen of foto’s gaat. Daar praten de verpleegster en de politieagent een tijdje over. Ze besluiten dat het foto’s zijn. Als voorgerecht raadde de politieagent de carpaccio van kalfsvlees aan. Hij bestelde het elke keer hij het restaurant bezocht, wat hij minstens één keer per maand deed, meestal in het gezelschap van zijn kinderen, soms alleen. Het gerecht was een open wonde. Het zag er zo bloederig uit dat de verpleegster zich pijnlijk bewust werd van haar eigen lichaam, zoals soms ook de lectuur van een gedetailleerd medisch artikel over de werking van de hartspier haar een licht beklemmend gevoel in de borststreek kon bezorgen. En nu de politieagent zijn mes dwars over het bord gleed, ervoer de verpleegster een pijnscheut die zich diagonaal over haar aangezicht voortplantte, vanaf haar rechteroog tot haar rechtermondhoek. Na het hoofdgerecht – Japanse biefstuk, handgesneden frieten en brokkelige bear-
BDW 1439 PAGINA 19 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
© BRAM ALGOED
ten in de muren te boren. Misschien blijft hij hier niet lang. Misschien komt ze nog terug. Terwijl de politieagent koffiezet in de keuken, zoekt de verpleegster het toilet op. Ze voelt zich loom, licht onpasselijk. Het vlees ligt dood en hard in haar lichaam. In de badkamer laat ze haar handen over de muur glijden tot ze de lichtschakelaar voelt. Ze sluit zachtjes de deur. Er is geen slot. Boven het bad kleeft het behang als een rijp abces tegen de wand. De verpleegster verzet zich een tijd, dan doet ze het toch en drukt ze de vingertoppen van haar rechterhand diep in het papier tot een puskleurige straal langzaam de badkuip inrolt, en voor het eerst vanavond besluipt haar een gevoel dat sommige mensen zouden typeren als opwinding of toch een zeker welbehagen waarvan ze dacht dat ze lichamelijk niet langer in staat was om het te ervaren. Ze wast de handen en neemt plaats op het toilet. Nagenoeg meteen verzinkt ze in een gedachteloosheid waaruit ze pas ontwaakt wanneer ze in het donkere deurgat de jongen opmerkt. Hij draagt een Spidermanpyjama met kap. Hij wrijft zijn rechtervuist in zijn rechteroog en zegt dan zacht en haast smekend, met een lichte slaapreutel in zijn stem: “Mama?”. De verpleegster antwoordt niet. Roerloos kijken de twee elkaar een tijdlang aan tot de jongen zich omdraait en traag wegslentert zonder de deur achter zich te sluiten.
naisesaus met een dof membraan – haalt de politieagent een paar foto’s van zijn kinderen uit zijn portefeuille. De jongen zit in de laatste klas van de kleuterschool. Hij is kleurenblind maar kan ontzettend goed tuimelen, zowel voorwaarts als achterwaarts. Het meisje is tien, heeft heldblond haar en een wonderlijk bleke huid die nauwelijks iets van het onderliggende aderwerk verhult. Ze ziet eruit alsof ze op jonge leeftijd zal overlijden aan een zeldzame slepende ziekte. Schattig, zegt de verpleegster. Het dessert is een dame blanche waarvan de lauwe chocoladesaus stolt tot een petroleumachtige smurrie zodra ze in aanraking komt met het vanille-ijs. Terwijl de politieagent het glazen schaaltje optilt en uitschraapt, zegt hij dat hij een diepe verwantschap met de verpleegster ervaart. Ik als politieagent, jij als verpleegkundige. We voeden de stad op. We slaan en zalven. Ik sla, jij zalft. De politieagent stelt een kop koffie voor bij hem thuis. Dat is niet ver van hier, net over het kanaal. Daar, in de beslotenheid van de woonkamer, zal hij de vraag stellen. Dat is het plan. Het is een mooie zomeravond voor een wandeling, zegt hij. De kinderen logeren bij hem deze week. Misschien liggen ze al in bed. Dat kan, het is al laat. Wat ging de tijd snel daarbinnen, niet? Er is een babysit. Een kleine zachtmoedige vrouw van veertig uit Ecuador met een ingenieursdiploma. Woont hier nog maar pas, spreekt geen Nederlands of Frans, maar voor de rest is ze heel gedienstig. Ze wast elk glas dat ze gebruikt onmiddellijk weer af en als ze een koekje uit de voorraadkast neemt, schrijft ze dat steeds keurig op een papiertje met tussen haakjes
de geschatte kostprijs die ze dan later bij het afrekenen correct aftrekt van haar uurloon (tot op twee cijfers na de komma). De verpleegster aanvaardt het verzoek. Het gaat snel, dat begrijpen zowel de politieagent als de verpleegster, maar beiden zijn op dit punt gekomen dat het nog weinig zin heeft om tijd te verliezen met etentjes en bioscoopfilms en gratuit gefriemel. Ze zijn volwassen. De lucht is zwaar en warm. Aan de wolkenloze hemel staat een bijna volle maan. Onderweg houdt de politieagent hier en daar halt om een woordje uitleg te geven bij een voorwerp (op deze zitbank vroor vorige winter een vrouw dood) of plaats (hier verdween een jongen in een dode hoek) of persoon (deze keurig gekamde man heeft zijn zwager verwond met een middelgroot huishoudapparaat). De verpleegster luistert toegewijd, soms reageert ze met een ingetogen ah of oh, soms vraagt ze om bijkomende informatie. Het is vreemd, besluit de politieagent, hoe weinig de dingen zo op het eerste gezicht prijsgeven over hun verleden, alsof hier nooit iets gedenkwaardigs heeft plaatsgevonden. Ook deze woorden heeft de politieagent nauwgezet uit het hoofd geleerd. Ze komen uit een boek over een detective en een moord in een stad. De politieagent en de verpleegster wandelen de ringweg verder op tot aan het modernistische theatergebouw dat de verpleegster eenmaal met de ex-partner bezocht. Het was een droefgeestig stuk over eindigheid en eenzaamheid en zo, met veel beladen stiltes en nu en dan een ludiek bedoelde adempauze, maar het had geen van beiden weten te beroeren. Zulke dingen hadden de verpleeg-
ster en de ex-partner gemeen. Aan het theater slaan de politieagent en de verpleegster linksaf naar het kanaal, met aan de ene kant één enkel uitgewoond herenhuis, geperst tussen een meubelzaak en een papierhandel, en aan de overkant karakterloze nieuwbouwappartementen en een Lego-achtige impressie van een middeleeuwse burcht die destijds gebruikt werd om krijgsgevangenen in op te sluiten en nu onderdak biedt aan asielzoekers. We zijn er bijna, zegt de politieagent. Het zal niet lang meer duren. Even overweegt hij om de vraag nu reeds te stellen, snel en terloops, dan hoeft hij het antwoord de rest van de avond niet te vrezen, maar hij kan zich er niet toe brengen en ziet af van het plan. Op de balustrade van het kanaal leunen een paar jonge asielzoekers. Ze dragen te grote, bleekgewassen kleren die iemand niet langer modieus achtte en waarin ze zich enkel slungelig kunnen voortbewegen. Ze wijzen naar het donkere water en praten opgewonden door elkaar, alsof ze net een voorwerp hebben zien voorbijdrijven dat ze al heel lang kwijt waren. De politieagent woont op de bovenste verdieping in een huis van drie hoog, honderd meter van de dichtstbijzijnde supermarkt, vijf minuten wandelen van het dichtstbijzijnde metrostation. De verpleegster wordt begroet door een oude Duitse herder met een door artrose verkreupelde achterpoot en dan door de babysit. De kinderen liggen al in bed. De babysit ontvangt het geld, bedankt de politieagent en neemt afscheid. De woonkamer van de flat kijkt uit op een zandkleurige huizenrij waar smoezelige bedlakens dienstdoen als gordijnen. In de flat van de politieagent hangen geen gordijnen. Iedereen ziet alles. De politieagent huurt de flat sinds een jaar maar is bang om ga-
Wanneer de verpleegster terug in de woonkamer komt, zit de politieagent al aan de kleine vierkante tafel. Op het tafelblad, onder de kale lichtpeer, staan twee identieke koppen. Geen melk of suiker. De politieagent fluistert enkele woorden tegen de jongen, die nu op de schoot van zijn vader een beker chocolademelk zit te drinken. Boven het dressoir hangt een schilderij van een zonsondergang ergens niet ver weg. Ook het schilderij erfde de politieagent van de moeder. De muren zijn mosterdgeel. Ze zijn flinterdun, zegt de politieagent. Je hoort altijd wel gestommel of geruzie bij de buren. Je voelt je hier nooit alleen. Hij brengt de kop koffie naar de lippen maar drinkt niet. Hij kucht droog en krabt driemaal traag aan zijn slaap. Nu moet het gebeuren. Hij plaatst de kop terug op de tafel, licht zijn rechterarm op zodat deze een hoek van vijfenveertig graden vormt met het tafelblad en wijst zo met uitgestrekte wijsvinger naar het benige aangezicht van de verpleegster. Hij hoort zichzelf het eerste woord uitspreken en hoewel dit hoogst onaangenaam voelt, misschien zoals wanneer je voor het eerst een opname van je eigen stem beluistert, weet de politieagent dat de onzekerheid die hem sinds twee maanden meermaals per dag heeft geplaagd weldra voorbij zal zijn en ja, nog voor hij de zin heeft voltooid, valt een last van zijn schouders. Dit is verlossing. Het antwoord interesseert hem niet langer. De verpleegster zegt dat ze op tweede kerstdag door het doucheraam viel. Zomaar. Ze was niet dronken of uitzonderlijk vermoeid, gleed niet uit. De wonde in haar aangezicht heelt langzaam, maar uiteindelijk zal je er amper nog iets van merken. Iemand die de voorgeschiedenis niet kent, zal denken dat het gewoon een rimpel is die zich logisch en vanzelfsprekend in het vlees heeft gevormd. De politieagent en de verpleegster praten nog een poos verder, over het meubilair van de dode moeder en de wonde in het aangezicht, en als je in het huis aan de overkant van de straat zou wonen en je de vier lichamen zo in het honingkleurige licht zag zitten – de jongen op de schoot van de politieagent, de linkerhand van de verpleegster op de hond, haar rechterhand rond de kop koffie en haar verwonde gelaat afgewend van het venster – dan zou je zweren dat je getuige was van het volmaakte huiselijk geluk: de vader, de moeder, het kind, de hond. Hier wil je wonen. n
BDW 1439 PAGINA 20 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Tentoonstelling > Brusselse herdenkingsexpo ‘14-18 Brussel tikt Duits’
Zinnekes en Bürger in één bedje BRUSSEL – De kringen rond de Brusselse filantroop Ernest Solvay moeten er stiekem en duchtig mee gelachen hebben: de ingekleurde spotprenten, die clandestien circuleerden over het wel en wee tijdens Wereldoorlog I. Vandaag zijn de artistieke cartoons een historische bron om te beseffen hoe de Brusselaar de bezetting onderging. Meteen de kern van de herdenkingsexpositie ‘14-18 Brussel tikt Duits’, opgewaardeerd met memorabilia, straatfoto’s en de vreemdste documenten. En de vergelijking met wat de Duitse burger verplicht onderging is nooit ver weg. Ook die moest inleveren, ontberen en overleven. Ter verduidelijking eerst wat over de tentoontellingsnaam. De on-Nederlands klinkende titel Brussel tikt Duits is een vertaalprobeersel van Bruxelles à l’heure allemande. Het uur in België werd tijdens 14-18 afgesteld op de Duitse tijd: één uur verschil, en bij zomeruur twee uur. “Daarmee zullen ze een uur rapper thuis zijn,” gekscheerde de Brusselaar toen, zich niet bewust dat het vier magere jaren zou duren.
De kijkkasten herbergen rariteiten als juweeltjes (rechts) voor passieve resistentie.
© MARC GYSENS
een galerie van spotprenten die de gruweltijd hekelen die Brusselaars ondergingen. Het is eens wat anders als rode draad voor een sfeertentoonstelling over 14-18. Wellicht waren het toen ‘bekende’ kunstschilders die zich met de cartoons ‘amuseerden’. Ze waren vertrouwd in de hoogste kringen, bij Ernest Solvay, Emile Franqui en Herbert Hoover, die met hun nationale hulpacties een soort schaduwregering vormden. De karikaturen circuleerden intern, op recepties, en kregen soms een publiek leven in de clandestiene pers. Er werd gespot met alles: de nouveaux-riches aan boerkozen, de papierschaarste in de toiletten of ‘le rutabaga (koolraap) est servi, madame’, de slechte en schaarse voeding als grap. Aandoenlijk zijn echter de foto’s van voedselstocks in de Magdalenazaal, de receptenboekjes voor Amerikaanse rijst (voordien een ongekend product) en illustraties van de ingezaaide plantsoenen in de Lambermontlaan - de stadsmens en werkloze werd tuinier. Verder is voldoende korte lectuur in de kijkkasten voorhanden, zoals het dagboek van Paul Max, neef van burgemeester Adolphe Max.
Flamenpolitik Berlijnse archieven De expositie moet het kroonjuweel zijn van de schaarse herdenkingstentoonstellingen die in de stad de dienst uitmaken. Het Broodhuis is namelijk een door buitenlandse toeristen (en scholen) druk bezocht geschied- en heemkundig museum. In die zin werd dan ook vertrokken van objecten en memorabilia die dicht bij de burger stonden: voedselbonnen, aanplakbrieven, patriottische objecten, foto’s en tien procent van de spotprenten uit het Archief van de Stad Brussel. Verder werkten ook enkele Duitse collecties mee, om aan te tonen dat ook de Bürger ginds, en zelfs menig soldaatje, eenzelfde leed en honger ondergingen. Het enige gekende burgercijfer van de Groote Oorlog is namelijk Duits-Pruisisch: 750.000 burgerslachtoffers. Een hoofdstuk Nach Paris heet toepasselijk Bezet Brussel, waar het voor menige Duitser eigenlijk halt hield. En in de overige kleine hoofdstukken - Schaarste en rantsoenering, Soepbedeling en volksrestaurants, Bescherming van de kinderen, Bezetting en industriële mobilisatie, Werkloosheid, Weerstand en Burg-
De Stad lanceerde vorige winter een oproep aan burgers om memorabilia voor deze expo te bezorgen; maar daar is amper wat van te merken. Tenzij een ogenschijnlijk verzorgd poëzieboekje van de vrouw van een stafhouder - zij schrijft dat haar kleinkinderen de haat tegen de Duitser moeten doorgeven. En een gedeelte over de Flamenpolitik zal menig verzetsnazaat niet onberoerd laten. “Het ging er wel wat triester aan toe dan de flauwe grappen die het leed, het profitariaat en het dom zwijn van een bezetter illustreren,” horen we ter plekke van een dochter van Brusselaars. De zwans maakt alles draaglijk, misschien ook tijdens een oorlog. Jean-Marie Binst De bedreigende pin op de Duitse helm geraakte halverwege 1914-1918 in onbruik.
frieden, Steun aan Belgische gevangenen en Bevrijding – komt af en toe een vergelijkbare toestand in Duitsland in beeld, dankzij ma-
© MARC GYSENS
teriaal uit Hamburgse en Berlijnse archieven. De expo over de Groote Oorlog wordt opgehangen aan een ‘stripmuur’ avant-la-lettre,
‘14-18 Brussel tikt Duits’, tot 3 mei 2015 in het Broodhuis, Grote Markt, Brussel. Open van dinsdag tot zondag van 10 tot 17u en op donderdag tot 20u. Info: 02-279.43.50 en www.museumvandestadbrussel.be
Minifestival > Jeugdhuis De Branding lokt ministers naar de jaarmarkt
Jetlag in Jetse camionette JETTE - Tijdens de derde editie van Jetlag, het gratis festival ingericht door jongerenvereniging JH De Branding, wordt weer volop ingezet op muziek en randanimatie op de jaarmarkt. Nieuw en verrassend voor het grote publiek wordt een kijkje in de bar- en babbelcamionette waarmee de jongeren het als clubhuis moeten stellen. Kersvers ministers Sven Gatz (Open VLD) en Pascal Smet (SP.A) zijn uitgenodigd. En waarom? De Mobiele JH van het jeugdhuis is er gekomen als tijdelijke oplossing voor het clubhuis waar de jongeren op wachten. In september 2013 moest JH De Branding haar tijdelijke stek verlaten. De bouw van een nieuw lokaal werd in handen gegeven van
de jongeren zelf, die ervoor uitkomen dat de complexiteit ervan hen parten speelt. Daardoor vordert het bouwdossier niet, en dus trekken de (Jetse) jongeren aan de alarmbel: Vlaams minister Sven Gatz (Open VLD) en Brussels minister Pascal Smet (SPA) worden
gevraagd de toestand te komen inschatten. In afwachting van het vaste dak boven het hoofd van JH De Branding werd een oude bestelwagen vertimmerd met urban sportmateriaal, banken, een bar en uiteraard de obligate geluidsinstallatie. De vierwieler doet nu dienst als onderdak voor de groepswerking. Het design van de Mobiele JH is trouwens het resultaat van een grafisch concours in samenwerking met het KTA-Jette.
Voor het minifestival Jetlag gaat het jeugdhuis dit jaar trouwens breed: Scouts, VKSJ, de Jeugdraad, Foyer, JES en Cultureghem sluiten zich dit jaar aan bij het Jetlagproject. Afspraak op 31 augustus aan de Mobiele JH, zonder stijlbreuk voor de Brusselse containerklasjesgeneratie. Jean-Marie Binst Meer info op jeugdhuis-de-branding.tumblr.com
BDW 1439 PAGINA 21 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Artists in residence Peter Ackroyd in Londen
Biografie van een wereldstad BRUSSEL – Je hebt zo van die schrijvers die niet te stoppen zijn. In het Engels hebben ze daar een term voor die zich niet zo elegant laat vertalen: prolific writers. Peter Ackroyd is zo’n vruchtbare schrijver. De Londenaar (1949) begon eigenlijk als dichter, maar heeft inmiddels een gigantische oeuvre van fictie en non-fictie bij elkaar geschreven.
Ackroyd focust ook hoofdzakelijk op de sociologische microcosmos van de stad in plaats van op de grote, droge administratieve en politieke bewegingen. En wat het nog aantrekkelijker maakt - althans voor wie niet op zoek is naar verbeeldingsloze, neutrale geschiedschrijving, is dat Ackroyd ook binnen de non-fictie nog balanceert op de grens tussen fictie en nonfictie. Hij kijkt ook naar cartoons, opschriften op straat, krantenberichten en historische data, maar baseert zich nog liever op de mensen door wie de stad op eloquente wijze heeft gesproken: de literatoren, kunstenaars en intellectuelen die we hierboven ook al hebben opgesomd. Ackroyd schenkt dus veel aandacht aan het denkbeeldige Londen dat hij vaak beschrijft als een theaterscène. Daardoor ligt er over zijn thematische hoofdstukken over dronkenschap, prostitutie, misdaad, geesten, armoede, architectuur, (het gebrek aan) stadsplanning, de grote brand van 1666 (13.200 verwoeste huizen), of de oorlogsjaren… vaak een mythische sluier. Die hang naar de ‘Unreal city’ zoals T.S. Eliot Londen noemde, zullen historisch correcte lieden verdacht vinden, maar Ackroyd vergeet nooit de feiten. Als je bijvoorbeeld weet dat door Londen niet alleen de Thames loopt, maar ook nog tien andere rivieren onder de gebouwen verstopt zitten, en dat voor de Londense metro een oppervlakte van 620 vierkante kilometer is uitgegraven, dan kan je een Londenaar zijn romantische opwinding
En dat oeuvre is bijna uitsluitend geïnspireerd en gefocust op de Engelse maatschappij en cultuur: Chaucer, Shakespeare, Milton, Blake, Dickens, Pound, Wilde, Turner, Thomas More, Newton: Ackroyd heeft er allemaal fictieboeken of biografieën over geschreven. Momenteel is hij bezig aan een monumentale, meerdelige geschiedenis van Engeland, want ook het globale plaatje interesseert hem. Op die manier schreef hij eerder, in 2000, ook al een kanjer van een boek over Londen, de stad waar hij vandaan komt en waar ook heel wat van zijn romans gesitueerd zijn. Dat boek is, niet eens opschepperig, London: The Biography getiteld. London: the Biography is een klepper van 822 bladzijden en is dus niet meteen het boek dat je uitleest als je niet langdurig in Londen moet zijn of geweest bent. Maar de opbouw van het boek is behalve chronologisch (en af en toe geografisch), vooral thematisch geordend in een tachtigtal vrij korte en vlot geschreven hoofdstukken. Dat vergemakkelijkt het selectief lezen.
voor de ‚ondergrondse stad’ niet verwijten, en is die opwinding ook een historisch feit dat Londen maakt tot wat het is. Enkel vlak na de oorlog en de heropbouw, in de jaren 1950, was Londen volgens Ackroyd ‘zo grijs en saai dat het een beetje beschamend werd’. Maar toen volgden alweer snel de cultureel en politiek roerige jaren 1960 en 1970, en begon in de jaren tachtig de City te transformeren tot het financiële wereldcentrum dat het nu is. En zo kom je toch bij een paradox die Ackroyd wel inziet maar misschien toch wat onderbelicht laat omdat het zijn discours over de ‘unieke stad’ wat ondergraaft: Londen mag dan unieke en zeer particuliere trekken vertonen, de stad is als ‘city of nations’ ook al 250 jaar onderhevig aan universele invloeden. Het was de eerste metropool ter wereld, het centrum van een echt wereldrijk, en is door de globalisering en de sterk integrerende kracht van het Engels en de kracht van Anglosaksische cultuur ver aan haar eigen grenzen en zelfs aan de landsgrenzen ontstegen. Wij gaan hier in Brussel nog wel eens prat op ons multiculturele stadje, maar misschien is Londen vandaag wel de beste kandidaat voor de titel ‚hoofdstad van de wereld’ – ook een uniek statuut. Michaël Bellon www.brusselnieuws.be/inresidence
ADVERTENTIE
Evenement > Twee dagen Brussels Creative Forum
Cultuurhuizen trekken naar Kunstberg BRUSSEL – In navolging van de Antwerpse cultuurmarkt, vindt in Brussel voor het tweede jaar op rij het Brussels Creative Forum plaats waar culturele programmatoren, kunstenaars en het grote publiek elkaar vinden. Het was al langer zo dat de Brusselse culturele sector zich weinig van de deelstaatlogica aantrekt, die cultuur heeft opgesplitst volgens de taalgemeenschappen. Ook volgend weekend komt het meertalige Brusselse culturele veld samen om van gedachten te wisselen, te netwerken en om, aan het begin van het culturele seizoen, zicht te krijgen op het nieuwste aanbod. Zoals bij een boekenbeurs auteurs en uitgevers hun waren aanprijzen, tonen de cultuurhuizen hier wat ze in petto hebben. Brussels Creative Forum is zo ook voor het grote publiek een uitstekende staalkaart van het culturele seizoen 2014-2015 in Brussel, zegt Sanne De Troyer van het eventbureau Be Culture. “Het publiek kan er komen shoppen en de cultuurhuizen kunnen er een showcase geven. Er is bijvoorbeeld een Kidsvillage, waarbij ouders zicht krijgen op het
KIES NU VOOR JE NIEUWE TOEKOMST. VOOR ELKE PASSIE EEN OPLEIDING.
culturele aanbod in Brussel voor kinderen.” In de marge van de cultuurbeurs is er veel aandacht voor street art en urbane cultuur met hiphopvereniging Alerte Urbaine, het graffiticollectief Propaganza en Collectif Costik dat installaties in de publieke ruimte brengt, gemaakt van onder meer recuperatiemateriaal. Je vindt ze aan de Kunstberg, in en om het congrescentrum Square. Foodtrucks van diverse culinaire pluimage (Thais, Italiaans, Oriëntaals, ...) zorgen voor de catering.
Digitale wereld Vrijdag zijn er debatten en conferenties over tewerkstelling in cultuursector, sponsoring en de rol van de creatieve cultuurindustrie in aanloop naar de Europese Culturele Hoofdstad 2020, waar Brussel mogelijk voor kandideert. Zaterdag vraagt De Wereld Morgen zich af of, en zo ja waarom, cultuur een blanke privilege is. Het gaat verder nog over bijvoorbeeld hedendaagse architectuur (Civa) en de voor-, en nadelen van de digitale wereld in de culturele sector. De debatten en lezingen staan open voor iedereen, maar voor sommige is een inschrijving vereist.
SCHRIJF JE NU IN!
INFODAG WOE 03.09.2014 | 13u - 20u Campus Tour & Taxis I Campus Ukkel
Steven Van Garsse Brussels Creative Forum, 29 en 30 augustus, Square en Kunstberg www.brusselscreativeforum.be
www.syntrabrussel.be
BDW 1439 PAGINA 22 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Etienne Bertozzi: “Ik heb geen spijt van mijn jeugdige onbezonnenheid.”
© MARC GYSENS
Expo ’58 bracht Etienne Bertozzi naar Brussel
‘Ik heb hier steeds kunnen doen wat ik wilde’ EVERE – “Brussel is de plek waar ik het leeuwendeel van mijn leven heb gewoond. Een leven dat me veel vrienden heeft geschonken, waarin ik bijna steeds heb kunnen doen wat ik echt wilde doen. Al moest ik soms voor mijn brood werken. Samen blik ik met Etienne Bertozzi, decorateur en kunstenaar, terug op een leven dat nu bijna negen decennia overspant. Een best bewogen leven.
B
ertozzi ontvangt me in zijn appartement, dertien verdiepingen hoog. Vooraan zie ik in de verte de Basiliek van Koekelberg, de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, het Atomium, het Koninklijk Domein... Achteraan zet Zaventem dan weer de toon. De majestueuze pracht van opstijgende vliegtuigen. Al is niet iedereen daar even gelukkig mee. Het lawaai, weet je wel. “En er is natuurlijk ook nog het risico, hoe klein ook, dat er ooit eens eentje neerstort. Dan heb je een catastrofe,” zegt mijn gastheer, die er onmiddellijk aan toevoegt dat hij met zijn gat in de boter is gevallen.
“Zeker ’s avonds, bij zonsondergang, kan het zicht je af en toe werkelijk de adem benemen. En achteraan heb ik dan weer de zonsopgang, al mis ik die gewoonlijk. Ik ben hier pas sinds het begin van dit jaar, daarvoor woonde ik vlakbij het Daillyplein in Schaarbeek. Het was het appartement van de moeder van een vriend van mijn zoon. Die vriend wilde hier om sentimentele redenen niet komen wonen. Het stond al twee jaren leeg. Toen mijn zoon me vroeg of ik geïnteresseerd was, heb ik de kans met beide handen gegrepen.” Etienne woonde een tijdje in Londen (zie kaderstuk, red.), maar verhuisde later naar
België. “Naar Antwerpen, waar vader een hotel-restaurant heeft overgenomen in de Breydelstraat, hartje centrum. Hij is daarna steeds actief gebleven in dezelfde sector. Zo heeft hij lang als maître gewerkt in het Century Hotel, het eerste Amerikaanse hotel op Europese bodem. En uiteindelijk heeft hij een brasserie overgenomen aan de Oude Korenmarkt. Le Duc de Brabant. De brasserie bestaat al lang niet meer, het pand bestaat zelfs niet meer.” Het is daar in Antwerpen dat Bertozzi als tiener heeft kennis gemaakt met de collaboratie, de ijzeren vuist van de bezetter.
Twee wereldoorlogen “Tja, mijn jeugdige onbezonnenheid, maar spijt heb ik er niet van. Ik had een klasgenoot die lid was het het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), zo fanatiek dat hij de andere leerlingen bestookte met propagandatekeningen. Het stootte me als Brit, die de Duitsers verafschuwde, tegen de borst; zekere dag heb ik zijn
papieren bijeen gefrommeld en in het midden van de speelplaats in de fik gestoken. Waarna mijn klasgenoot zijn beklag is gaan doen bij de gendarmerie.” “Na een eerste aanhouding, gevolgd door vrijlating met meldingsplicht, wilde mijn vader me naar Italië sturen. vanwege de illusie van glorie onder het bewind van Mussolini. Maar dat wilde ik niet: ik verkocht mijn fiets voor 3.000 frank – toentertijd een aanzienlijke som – pakte mijn boeltje en vertrok naar Chimay, waar ik tot aan het uitbreken van de oorlog samen met mijn broer op pensionaat heb gezeten. Algauw ben ik daar in contact geraakt met weerstanders, die me een valse identiteitskaart hebben bezorgd en een onderkomen op een boerderij. Kost en inwoon. Iets langer dan een jaar heb ik het daar volgehouden, toen is een bezoekje aan mijn moeder me fataal geworden.” Daarop volgde de deportatie naar Duitsland. “Met een valiesje in de hand, dat moeder me
BDW 1439 PAGINA 23 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Tienduizend vlinders leeftijd, die hun taak uitvoerden omdat het nu eenmaal moest. Soldaten die zich menselijk opstelden. Onze bevrijding is dan ook zonder slag of stoot verlopen. Op een blauwe maandag stond een oorlogscorrespondent in zijn jeep voor de toegangspoort, kort daarna de Canadezen. Dat was het. Vervolgens werden we op een vrachtwagen gezet die ons naar... Napels heeft gebracht. Vandaar ging het per boot naar Glasgow. Begeleid door oorlogsbodems, al was de oorlog voorbij. Daarna heb ik nog zes maanden bij mijn tantes en ooms in Londen verbleven, dan ben ik teruggekeerd naar Antwerpen. En heb ik studies aan de Academie aangevat. De Waaslandtunnel – de konijnenpijp in de volksmond – was er nog maar net, het water van de Schelde kabbelde nog tot aan de Italiëlei.”
Geboren in Londen In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, heeft de krasse ouderling met wie ik gezellig zit te keuvelen de Britse nationaliteit. “Ik ben geboren in Londen, in 1926. Mijn moeder was een Belgische die in de oorlog van 1914-1918 samen met haar twee zussen over het Kanaal was gevlucht voor de Duitse agressor. Mijn vader was een Italiaan die al jong zijn geboortedorp, waar armoe troef was, achter zich had gelaten. Om te werken in het hotelen restaurantwezen aan het Lago Maggiore, waar veel rijke Engelsen kwamen genieten van een verblijf in het warme zuiden. Hij deed zijn werk zo goed, dat hij op een bepaald moment het voorstel kreeg om in Londen te komen werken. Daar heeft hij mijn moeder leren kennen.”
Het was een tijd dat alles mogelijk leek. Bertozzi besloot in Brussel te blijven én zijn ambities als kunstenaar na te streven. “De stad bruiste van het leven, algauw had ik een grote vriendenkring. Onder wie Panamarenko en Marcel Broodthaers, die exposeerde in dezelfde galerie als ik. Ik leefde me uit in abstracte schilderijen die een zekere vorm van (golf )beweging oproepen én bas-reliëfs, een beetje rond hetzelfde thema. Angst voor de toekomst kenden we niet. Veel mocht, alles kon. Met 500 frank op zak voelden we ons de koning te rijk en keken we uit naar het volgende avontuur. We zouden wel zien waar het schip zou stranden.” “Iemand met wie ik dikwijls heb samengewerkt, maar dan onder de noemer conceptuele kunst, is Raphaël Opstaele. Hij was de eerste vriend die ik in Brussel heb gemaakt. Het was 1957, we woonden in het centrum op hetzelfde adres. Hij op de eerste verdieping, ik op de tweede.” “Onze gezamenlijke liefde was het collectief Mass Moving. Een wilde bende, die hij samen met Helen ‘Pink’ Scheerder en Jef Degroote in het leven had geroepen. Kunst in de straat, de artiest uit zijn atelier laten breken. Eveneens waagden we ons aan projecten met een sociaal of ecologisch tintje, of een snuifje Libertijnse vrijheid.” Kunst, dat was bijvoorbeeld het Shadow Project. “Het schilderen van onze slagschaduwen op straat. Niet alleen in Brussel, op het De Brouckèreplein. Maar ook in Parijs, Londen, Amsterdam, Berlijn. Of nog het Dix Mille Farfale project in het kader van de Biënnale van Venetië. Een reusachtige cocon op het San Marcoplein – meer dan zes meter hoog, vijftien meter lang, zes meter breed. Met daarin 10.000 cocons van vlinders die we in Parijs zijn gaan zoeken en die we na het ontpoppen hebben losgelaten binnen en boven de Dogenstad.” “Ook heb ik in de loop der jaren samengewerkt mat architecten. Voor de grootste opdracht wat dat betreft moet ik teruggaan naar 1970. De aankleding met modernistische bas-reliëfs van de buitenmuren het zwembad van Laken. Helaas hebben ze de tand des tijds niet doorstaan. Blijkbaar vond na verloop van tijd iemand het interessanter om mijn werk te vervangen door grijze bakstenen. Zoiets riskeer je natuurlijk ook eens af en toe tegen te komen in een voor de rest gezegend leven.”
Karel Van der Auwera
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
3 VRAGEN AAN INGE WAUTERS & AN BUTS
Inge Wauters en An Buts van de gemeente Schaarbeek: “Taartjes en kaartjes voor de tiende verjaardag van de reuzepicknick in het Josaphatpark.”
Boempatat Josaphat met véél taart SCHAARBEEK – Boempatat Josaphat, de jaarlijkse picknick in het gelijknamige park van Schaarbeek bestaat tien jaar. De gemeente viert dat met taart. Veel taart. Dat valt tenminste te verwachten. Want de gemeente vraagt de picknickers om taart mee te brengen voor deze verjaardag. Iedereen krijgt een attentie, de mooiste taart wordt beloond met een prijs. “En wie geen taart maakt, kan ook een wenskaartje schrijven. Die worden daarna allemaal omhoog gehangen.” Boempatat Josaphat bestaat tien jaar. Het betekende de start van een Nederlandstalig cultuurbeleid in Schaarbeek. Inge Wauters: “We hadden het jaar voordien al Een Bijzondere Dag in het Park gehad in het park, maar het klopt dat Schaarbeek zowat tien jaar geleden begonnen is met een heus cultuurbeleidsplan. We wilden van Boempatat Josaphat meteen een jaarlijkse evenement maken. Een soort grande bouffe à l’italienne met circus.” De picknick was meteen een begrip in Nederlandstalig Schaarbeek,
maar één keer moesten jullie de boel afgelasten. Wauters: “Ja, het was erg hevig aan het regenen. De artiesten hadden sowieso niet kunnen optreden. Nu zetten we het duidelijk in de flyer. Bij regen, geen picknick.” Wat is er nieuw dit jaar? An Buts: “Buiten onze verjaardagsactie blijft het concept grotendeels hetzelfde. Het is één grote picknick, dus iedereen brengt wat mee en deelt dat met de rest. Wie niets meebrengt, kan voor 5 euro mee aanschuiven. Wij zorgen daarnaast voor animatie. Dit jaar met Stefaan Paridaen, Belgisch kampioen jongleren en met het acrobatengezelschap Acrobarouf.” Wauters: “De picknick vindt net zoals vorig jaar plaats aan het boogschieterspaviljoen van Paula en Leo. Leo zal ook een demonstratie wipschieten geven. Wie zich al lang afvraagt wat die witte masten in het park staan te doen, krijgt daar op 6 september meteen het antwoord op.” Steven Van Garsse Boempatat Josaphat op zaterdag 6 september vanaf 12u. Meer info op www.1030cultuur.be
BUTLERSCHOOL VERKAST NAAR KASTEEL. De ‘School for butlers and Hospitality’ verhuist naar het 18de-eeuwse Kasteel Den Brandt in Antwerpen. Niet dat de school Brussel verlaat, de opleiding begint nog altijd in de hoofdstad maar ze wil de cursisten ook laten proeven van dienstverlening in een 18de-eeuwse omgeving. Zegt directeur Vincent Vermeulen van de school: “We gaan onze butlers opleiden in verschillende omgevingen. We blijven trainen in Brussel waar we een moderne setting hebben die ook het meest strookt met de werkelijke wereld waarin de butler terechtkomt. Echter, we willen onze studenten ook tonen waar het beroep zijn oorsprong vond.” De studenten komen uit alle hoeken van de wereld, ze komen na de opleiding terecht in België of in China. Op 7 september start een nieuwe opleiding. Geïnteresseerden kunnen er ook terecht voor etiquettelessen, personal coaching of een nanny opleiding. n TASTE OF BRUSSELS: TUSSEN WATERKERS EN AQUAPONIE. Wil u weten wat aquaponie betekent? Kweekt u champignons in uw kelder of wil u weten of uw buurman er kweekt? Zou u graag kennis maken met kleinschalige groenteboeren (zoals uzelf )? Zou u graag (collega-)insectenkwekers ontmoeten? Dan kan u in het Partnerdorp in de Fernand Bernierstraat 15 in Sint-Gillis terecht op vrijdag 19 september vanaf 14 uur waar Taste of Brussels plaatsvindt. n SPORAE. Alvast te noteren voor het najaar: in het Tournay-Solvaypark in Watermaal-Bosvoorde stellen Chris Christoffels en José Roland van 30 september tot 17 oktober een interactieve installatie met muziek Sporae. So Much Rooms voor. DV
CULTUUR KORT
“Onze bevrijding is zonder slag of stoot verlopen. Op een blauwe maandag stond een oorlogscorrespondent in zijn jeep voor de toegangspoort, kort daarna de Canadezen. Dat was het”
In Brussel belandde Bertozzi dankzij de Expo van ’58. “Ik heb er als decorateur mogen meewerken aan de inrichting van het Amerikaans paviljoen. Een avontuur was het, we wisten bij god niet waar we aan begonnen. Het was dan ook een primeur voor ons land, een onderneming van zo’n omvang, zo’n complexiteit.” “Onze ploeg stond in voor de opbouw van de maquette van Philadelphia die het verleden, het heden en de toekomst uitbeeldde. Een maquette, zo groot als de kamer hier. Over de grote plas bestond ze al, wij moesten ze reproduceren. Op basis van foto’s van één vierkante meter. Helaas niet genomen met perspectief corrigerende camera’s, onmogelijk om te calqueren. Bovendien was het herfst, moesten we werken in een enorme tent. De temperatuuren vochtigheidsschommelingen maakten dat ons calqueerpapier de ene keer uitzette, dan weer kromp. Soms tot 20 centimeter. Van geen kanten werkte het. Toen de Amerikanen een kijkje kwamen nemen, hebben we in overleg besloten met foto’s te werken op basis van de stadsplannen.”
© SASKIA VANDERSTICHELE
nog had kunnen toestoppen. Zo ben ik terechtgekomen in een interneringskamp. Met eenzelfde regime als datgene waarvan gevangen genomen militairen genoten. Al bij al viel dat nog mee. De kampoverste en de bewakers waren allemaal Oostenrijkers van een zekere
BDW 1439 PAGINA 24 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
Si Mohamed Ketbi: “Als ik een gevecht zie, dan wil ik er meteen zelf aan beginnen.”
© Marc Gysens
Taekwando > Si Mohamed Ketbi pakt brons op Jeugd Olympische Spelen
‘Ik wil titels verzamelen’
niet, neen. In taekwondo moet je altijd je concentratie bewaren. Op elk moment kan je tegen de grond liggen, het gevaar van de knockout loert altijd om de hoek.” KO’s deelde Ketbi de afgelopen jaren vooral uit. Het liep zo goed dat hij dit jaar in april al bij de senioren begon. Normaal gezien kan dat pas vanaf je zeventiende, maar er wordt toegelaten dat je een jaar eerder begint, als voorbereiding. “Toen ik de senioren bezig zag, kriebelde het omdat ik me met hen wou meten. En het is de moeite waard, er giert heel wat meer adrenaline door je lijf dan bij de junioren. Ik voel wel dat ze me aankijken als een jonge ket, maar dat maakt me niets uit. Het zijn gewoon maar mensen, net als ik.” “Als ik een gevecht zie, dan wil ik er meteen zelf aan beginnen. Taekwondo is een combinatie van fysiek, techniek, uithouding, souplesse, … Het is zeer compleet. Het is eigenlijk schermen met de benen. Met de vuisten mag alleen het gedeelte tussen het gezicht en de romp geraakt worden. Ook tactiek is belangrijk. Je moet niet constant aanvallen, als je genoeg punten hebt verzameld kan je je bijvoorbeeld best verdedigend opstellen.” De overstap naar de senioren verliep verbazend vlot. Ketbi won ook in zijn nieuwe categorie Opens. In Korea kampte hij bijvoorbeeld met de absolute wereldtop en pakte hij een knappe derde plaats. Hij moest er de duimen leggen tegen een oudere Iraniër die zijn kracht goed uitbuitte en de gepaste tactiek toepaste, maar Ketbi bewees er nogmaals zijn talent. “Een voordeel dat ik heb, is dat ik het nieuwe technische systeem goed onder de knie heb. Oudere concurrenten zijn daar misschien minder goed aan aangepast.” Het scheelde niet veel of Ketbi zat in Vlaanderen op internaat om er voluit voor zijn sport te gaan, maar uiteindelijk won de Waalse het van de Vlaamse federatie om de topper aan zich te binden. Het leverde hen eind vorig jaar een bronzen medaille op het Europees kampioenschap voor junioren op. “Dat was eigenlijk een ontgoocheling. Ik had daarvoor alles gewonnen en wou daar het goud pakken. Maar ik had toen te veel vertrouwen in mezelf.”
Nieuwe generatie
BDWSPORT
SCHAARBEEK – Hongerig, zo kan je Si Mohamed Ketbi (16) het best omschrijven. De Brusselaar combineert een carrière bij de junioren en de senioren om zijn drang naar titels te voeden. Hij trok naar de Jeugd Olympische Spelen om prijzen te pakken en slaagde er in een bronzen plak te veroveren. Een knappe prestatie waar hij de komende jaren ongetwijfeld op voort zal bouwen. De catacomben van de faculteit Bewegingswetenschappen van de Université Libre de Bruxelles, in Anderlecht. Een grote sportzaal, geflankeerd door een uitgebreide fitnesszaal, is zowat de tweede thuis van Si Mohamed Ketbi. Terwijl de studenten van hun vakantie genieten en het gebouw zo goed als leeg is, valt er alleen het geluid van zijn inspanningen te horen. Dat harde werk heeft hem ver gebracht. “Daar schrijf ik alles aan toe,” aldus de Brusselaar. “Toen ik op mijn vierde op speelse wijze met taekwondo begon, was ik een dikkerdje en had ik niet uitzonderlijk veel talent. Maar na een korte break en een nieuw begin, een paar jaar later, veranderde alles. Het liep beter en mijn honger naar competitie werd steeds groter.” Het was de vader van Ketbi die hem in aanraking bracht met taekwondo. Hij heeft zelf een zwarte gordel en gaf zijn passie door aan zijn zoon. Zonder te pushen. “Voor mij moet je het niet doen, anders stop je er maar mee,” zegt mijn vader altijd. Hij speelt een belangrijke rol in mijn carrière: hij brengt me elke dag (be-
FACILITEITEN, MET MATE Het leven van een topsporter is zwaar, en dan zeker van een schoolgaande puber. Ketbi krijgt wel de toelating om regelmatig deel te nemen aan buitenlandse competities, maar op veel faciliteiten kan hij niet rekenen. “Ik ben altijd wel geslaagd, maar het is echt wel zwaar. Op school heb ik amper vrijstellingen en de leerstof moet ik zelf bij mijn klasgenoten verzamelen.” “Maar ik ga hier niet te veel over klagen. De waarden die een gevechtsport als taekwondo meegeven, helpen me ook in het dagelijkse leven. En op school. Ik besef maar al te goed dat je zonder hard werken niet ver komt.”
halve zondag) naar de training in Anderlecht – een rit van een uur – en komt me omstreeks tien uur ‘s avonds halen: een terugrit van een veertigtal minuten. Zonder hem zou ik niet zo ver staan.”
“Dat taekwondo een Olympische sport is, speelt voor mij een belangrijke rol. Dat verhaal sprak me meten aan. Vroeger was het eerder de sterkste die won, maar door die evolutie als Olympische sport is taekwondo technischer en completer geworden. Toen ik toppers aan het werk zag op de Spelen groeide mijn passie pas echt. Een gouden medaille op de Olympische Spelen is absoluut een doel voor mij.”
Gevaar van de KO De echte voorbereiding om die bekroning te behalen begon Ketbi op zijn dertiende, bij de
Op het kwalificatietornooi voor de Jeugd Olympische Spelen faalde Ketbi niet. Hij stond nochtans oog in oog met de Aziatische en de Europese kampioen, maar hij wist zich toch te plaatsen. De Brusselaar trok met één doel naar China: “Mijn voorbereiding was goed, dus ga ik resoluut voor het goud.” Het hoogste schavotje haalde hij niet, want hij verloor in zijn min 55 kilogram klasse nipt van de Koreaan Donghun Joo. Toch brengt hij een mooie bronzen medaille mee naar huis. Deze Jeugd Olympische Spelen zijn een etappe op weg naar het ultieme doel van Ketbi: Olympisch kampioen worden. In 2016 zal hij
“Het is mijn ambitie om titels te verzamelen: Europees kampioen, wereldkampioen, Olympisch kampioen,...” cadetten. Zijn overschakeling naar de junioren, een jaar later, luidde een hoger trainingsritme in en was het begin van wat als een succesreeks omschreven mag worden. “Ik was aangesloten bij een club in Elsene en ging vanaf mijn veertiende ook in Sint-Joost-ten-Node trainen, bij een van de beste clubs van het land. Ik trainde bijna elke dag met één ambitie: kampioen worden.” “Mijn eerste competitie was ok, de tweede ging beter en vanaf de derde was ik helemaal vertrokken. Op mijn eerste Open – competities waar de beste vechters samenkomen – werd ik derde. Daarna won ik die van België, Spanje, Oostenrijk, etcetera. Te gemakkelijk was het
net de leeftijd hebben om eventueel naar Rio te mogen, maar daarvoor zal hij nog heel wat punten moeten sprokkelen. “De top zes op de wereldranglijst krijgt meteen een ticket, verder zijn er intercontinentale competities waar de overige tickets worden uitgedeeld. Ik geloof er in, alles is mogelijk.” “Het is leuk om zien dat er in België een nieuwe, gemotiveerde generatie sporters is die aan taekwondo doet. Het is mijn ambitie om hogere studies met mijn sport te combineren en titels te verzamelen: Europees kampioen, wereldkampioen, Olympisch kampioen … Ik wil het allemaal.” Tim Schoonjans
BDW 1439 PAGINA 25 - DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2014
@AlexisBorisavlj Disappointed about my races but I enjoyed my experience, especially my semifinal 100 free! Now time to relax here in China! :) #Nanjing2014
ESTAFETTE > BRAM VAN DE VELDE
Meten is (z)weten
© NADIA DE BUYST
Alex Borisavljevic heeft de verwachtingen niet echt ingelost op de Jeugd Olympische Spelen. De Brusselse zwemmer werd op de 50 en 200 meter vrije slag meteen uitgeschakeld, op de 100 meter vrije slag sneuvelde hij in de halve finales. De opgedane ervaring zal hem alleen maar sterken in het verdere verloop van zijn carrière. Het culturele en educatieve programma dat wordt aangeboden, zal de ontgoocheling ongetwijfeld verzachten. TS
Basic-Fit Brussels mikt hoger
‘Wij zijn ambitieuze mannen’
BRUSSEL – Basic-Fit Brussels is klaar om te bevestigen. Hun eerste seizoen in de hoogste klasse was bevredigend, maar dit jaar hopen ze nog een stap vooruit te zetten. De nodige versterking is alvast binnengehaald.
verdedigend spel zo slecht draaide. We hebben ons in functie daarvan versterkt. We zouden ook eens moeten kunnen winnen zonder echt goed te spelen. Dat is noodzakelijk om een stap vooruit te zetten.”
Nieuwe zaal Dit seizoen is er, net als het vorige, geen degradant. Dat zorgt toch voor een zekere geruststelling en stabiliteit binnen de club. “Er is sprake dat niemand in de toekomst nog uit de hoogste klasse zal kunnen zakken, eventueel kunnen er ploegen bij komen. Zoals in de NBA. Maar daar is helemaal nog geen zekerheid over.” “Basic-Fit Brussels groeit op alle vlakken. Je voelt dat er een zekere dynamiek rond de ploeg hangt. Als we elk seizoen ons budget beetje bij beetje kunnen verhogen, dan zullen we steeds sterker worden. Voor onze club en het Brusselse basketbal is het belangrijk om een nieuwe zaal te hebben. Ik heb horen waaien dat er sprake is om binnen een paar jaar een nieuwe sportzaal te bouwen op de Heizelvlakte. Dat zou fantastisch zijn.”
De zomervakantie zit er bijna op en dan worden in Neder-over-Heembeek traditiegetrouw de DOLLE DORPSDAGEN gehouden. Komende zaterdag is er vanaf 9 uur ’s ochtends een volleybaltornooi en in de namiddag een mega familiezumba. Zondag is er de stratenloop rond de kerk: vanaf half elf de wimpelloop van 2 kilometer, vanaf elf uur de stratenloop van 5,5 of 11 kilometer. Het volledige programma vindt u op www.heembeekmutsaard.be. n Zaterdag rekent de gloednieuwe voetbalclub Woluwe FC op dol plezier tijdens de OPENDEURDAG die wordt georganiseerd in het FALLONSTADION. Daar wordt het nieuwe synthetische veld ingehuldigd met wedstrijden waaraan ook ROFC Stockel, RUN Oudergem en RRC Bosvoorde zullen deelnemen. Om 17 uur wordt de sportdag afgesloten met de officiële inhuldiging van het veld. n Ook de hockeyspelers beginnen stilaan op volle toeren te draaien, dus worden er terug verschillende
HOCKEYTORNOOIEN georganiseerd. Royal Leopold Club houdt deze vrijdag bijvoorbeeld zijn gentstornooi, zaterdag is het de beurt aan de spelers ouder dan 35. Daring Molenbeek geeft dit weekend dan weer de jongeren een kans om te schitteren: op zaterdag is het de beurt aan de ploegen van de U7 tot en met de U14, zowel jongens als meisjes. Zondag is het aan de U16. n De basketballers van Basic-Fit Brussels zijn deze week begonnen aan hun voorbereiding. Woensdag spelen ze in Frankrijk tegen Le Portel en zaterdag staat de terugmatch op het programma, vanaf 18 uur. Opgepast: de wedstrijd wordt in de zaal van Royal Linthout BC gespeeld. Daar wordt namelijk het WOLU GALA BASKET gehouden, met nog verschillende andere matchen op het programma. Na de wedstrijd van Basic-Fit Brussels wordt er ook een meet and greet georganiseerd. Alle informatie vindt u op www.brusselsbasketball.be.
SPORT KORT
“Met een gemiddelde van negenhonderd à duizend toeschouwers per match hebben we een onverwacht succes geboekt,” vertelt trainer Serge Crevecoeur. “We hebben bewezen dat we mensen goed kunnen ontvangen en een gezellige sfeer kunnen creëren. Sportief hebben we een goed begin en een sterk einde gekend, en hebben we zowel Pepinster als Kangoeroes Boom achter ons gelaten. Het was dus een goed eerste seizoen.” Stilstaan is achteruitgaan, dus beginnen de Brusselaars aan het nieuwe seizoen met ambitie. Ze willen hun organisatie verbeteren en nog meer spektakel en evenementen organiseren op wedstrijddagen. Daar moet ook de vernieuwde spelersgroep voor zorgen. “Wij zijn ambitieuze mannen. Met Depuydt, Giancaterino, Gorremans, Loubry en Lichodzijewski hebben we vijf uitstekende Belgische spelers in onze rangen. We hebben ook een paar Amerikanen aangetrokken, maar het is altijd afwachten hoe zij zich aanpassen aan onze competitie en onze stad.” “Het was vorig seizoen frustrerend dat ons
Tim Schoonjans
Wilt u Basic-fit Brussels steunen? Surf dan naar www.facebook.com/BrusselsBasket en like hun pagina
TS
Ik ben verhuisd. Naast wat huisraad, kleren, een cactus en wat meubilair veranderde afgelopen weekend ook heel wat sportgerief van postcode. Een koersfiets waar mijn grootvader nog op rondtoerde. Een stuk of wat loopshirts als aandenken van de wedstrijdjes tussen Hasselt en Oostende. Tien paar – ik wou dat ik loog – amper gedragen loopschoenen die u mogelijk binnenkort op Ebay ziet staan. Kilo’s aan leesvoer, genre tijdschriften en boeken over trainingsleer. En ook een brief met onderzoeksresultaten van het Blits. Blits staat voor Brussels labo voor inspanning en topsport en is een deel van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie van de VUB. Het is een keuringscentrum waar u de staat van lijf en leden kan laten opmeten. Blits staat open voor iedereen. De professionele Lotto-Belisol-ploeg komt er langs voor inspanningstesten. Doorgewinterde marathoniens laten hun verzuringsdrempel in kaart brengen. Maar ook voor hu i s-t u i n-en-keukenlopers als mezelf en aspirant-start-torunners staat de Blitsdeur open. Ook ik was vier winters geleden benieuwd naar de limieten van mijn lichaam. In de spiegel zag ik misschien geen kathedraal, maar toch een statige dekenale kerk met het potentieel van een basiliek. Zo maakte ik mezelf wijs. Maar dacht de wetenschap daar ook zo over? Ik toog met een rugzakje vol loopgerief en een handdoek naar de VUB. Voordat er gelopen of gefietst moet worden, verschijnt een Blitser eerst op het appel bij de sportarts. Bij mij nam dokter Buyse de honneurs waar. Een sympathieke, zachtaardige West-Vlaming die in zijn carrière al uiteenlopende bouwwerken op zijn onderzoekstafel heeft zien voorbijkomen. Van bouwvallige kapelletjes tot lijven die de
concurrentie met de dom van Keulen niet schuwen. Weinig nieuws onder de zon dus toen deze zelfverklaarde dekenale kerk in zijn onderbroekje tegenover hem zat. Even blazen voor de longfunctietest. Check. Even vooroverbuigen om te beweeglijkheid van rug en heupen te testen. Check. Even platliggen met wat zuignappen op mijn vel geplakt voor een elektrocardiogram. Check. En dan komt het echte werk. Lopen bijgod. Een doctoraatsstudente nam het van de sportarts over. Ik nam plaats op de loopband. Die startte aan wandeltempo. Minuut na minuut voerde de doctorandus de snelheid op. Tussendoor tapte ze met een prikje in mijn oorlel wat bloed af om mijn verzuring te meten. Een kleine twintig minuten hield ik het vol. Daarna lonkte de douche en de nabespreking. Die nabespreking duikelde ik afgelopen weekend dus terug op. RV Enkele vellen papier met cijfertjes en grafiekjes. Of de cijfertjes op het papier nog stroken met de lijfelijke realiteit durf ik te betwijfelen. Een nieuw onderzoek dringt zich op. En niet het minst omdat ik niet de enige ben met een nieuwe stek. Het Blits zelf heeft ook een nieuwe woonst. De vakgroep menselijke fysiologie heeft blok L verlaten voor het nagelnieuwe U-residence, vlak aan de Generaal Jacqueslaan. De loopband waarop ik vier jaar geleden een plasje zweet achterliet, staat nu in een klimaatkamer. Handig, want stel: u haalt het in uw hoofd om volgend jaar in Ecuador de marathon van Quito te lopen, dan simuleert de VUB voor u een training op 2800 meter hoogte. Of u wil in oktober deelnemen aan de Polar Circle Marathon – the coolest marathon on earth? Dan kom ik persoonlijk aan de thermostaat prutsen. Bram Van de Velde is presentator op FM Brussel en actief vrijetijdssporter
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE François Bettens (a.i.). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).