BDW - editie 1463

Page 1

SPECIAL OFFSCREEN FILM FESTIVAL Father John Misty, Ibeyi en Pascale Platel.

© ERIK TOORMAN / BRU.WAARNEMINGEN.BE

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

26 02 15

OOIEVAARSTIJD © LUC BOON / BRU.WAARNEMINGEN.BE

© HUGUES DE GARNIER / BRU.WAARNEMINGEN.BE

Ooievaarstijd, ook in Brussel. IJverige ornithologen hebben er sinds half januari al 147 geteld. De grote wit-zwarte vogels die al lang tot de verbeelding spreken, komen uit hun overwinteringsgebied in Afrika en vliegen deze weken naar het noorden. Spectaculair was alvast de waarneming van een groep van zeventig overvliegende ooievaars in de Noordwijk, of van een tiental ooievaars die hoog boven de Wetstraat cirkelden. Jan Rodts van de vzw Vogelbescherming vindt dat laatste niet zo verwonderlijk. “Om energie te sparen, vliegen ooievaars van de ene thermiekbel naar de andere. Ze wachten tot de aarde is opgewarmd en schroeven zich dan naar boven en winnen zo hoogte.” Het verklaart ook waarom er enkele ooievaars pardoes in de stad zijn geland. Rodts: “Ooievaars vliegen niet ‘s nachts, omdat er geen thermiek is. Dus moeten ze ‘s avonds een plek vinden om te overnachten.” SVG Foto’s van ooievaars in de stad vind je op bru.waarnemingen.be.

VUB-PROF

MACHTELD DE METSENAERE: LEES P. 6-7

ELKE ROEX (SP.A):

“Stadshervorming staat nog nergens” LEES P. 11

DEZE WEEK IN LAKEN

Het wordt de Donderberg te veel LEES P. 12 ADVERTENTIE

NIEUW

ONTDEK BINNENIN UW KO R T I N G S B O N N E N DB752387B5

“Feminisme ook goed voor mannen”

©2015 The Coca-Cola Company. ‘Coca-Cola life’ and the Coca-Cola contour bottle are registered trademarks of the Coca-Cola Company.

N° 1463 VAN 26 FEBRUARI TOT 5 MAART 2015 ¦ WEEK 9: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


Rechtvaardig De Stad Brussel verstuurt een brief naar de vele duizenden eigenaars die een pand bezitten met comfort 0. Die code betekent dat de woning in kwestie noch centrale verwarming noch een badkamer heeft. Als de eigenaar antwoordt dat de woning ondertussen centrale verwarming en/of een badkamer heeft, wordt het kadastraal inkomen (KI) verhoogd. Dat betekent dat de eigenaar meer onroerende voorheffing zal moeten betalen. Eerlijke mensen nog maar eens de klos? Misschien. Al kan de Stad natuurlijk altijd controleurs op pad sturen. De Stad volgt hiermee het voorbeeld van Schaarbeek, Evere en Sint-Agatha-Berchem. Het was de FDF-gemeente Schaarbeek die het voortouw heeft genomen. Nu volgt ook de paarse coalitie van socialisten en liberalen in de Stad Brussel. Schepen van Financiën Philippe Close (PS) kon de – milde – kritiek van de groene en oranje oppositie dan ook makkelijk parereren met de verwijzing naar Denis Grimberghs (CDH) en Isabelle Durant (Ecolo) die in Schaarbeek in de meerderheid zitten. Waarom verstuurt de Stad de vragenlijst? Om meer geld in het laatje te krijgen natuurlijk, daar moeten we niet flauw over doen. Hoe verkoopt ze zoiets? Als een rechtvaardige beslissing, want daar gaat het over bij de bevolking. Als ik hetzelfde huis/appartement bezit als mijn buurman, dan vind ik het onrechtvaardig

WAUTER MANNAERT

door Danny Vileyn

BDWVOORGROND

VAN DE REDACTIE

als ik jaarlijks honderd euro meer moet neertellen dan hij. Dat is een eenvoudig voorbeeld. Dat kan iedereen begrijpen. Daar is iedereen voor. Dat is ook wat gemeenteraadslid Bart Dhondt (Groen) zegt: als de doelstelling een rechtvaardigere belasting is, dan zijn de groenen voor. Maar wat voorligt is Dhondt te weinig. En daar heeft hij natuurlijk gelijk in. Als de ene onrechtvaardigheid wordt weggewerkt, dan maar meteen ook die andere: de veel grotere, het herenhuis of de villa die tot luxe-appartement werd vertimmerd. Het kadastraal inkomen (KI) is sinds de jaren 1970 wel geïndexeerd, maar er is geen perequatie (vereffening, red.) gebeurd. Heel concreet betekent dat: in de Bezemhoek in Watermaal-Bosvoorde betaal je voor een huisje dat een paar honderdduizend euro waard is veel minder dan voor een appartement in de buurt van Hoogte Honderd in Vorst. Met andere woorden: het KI komt niet langer meer overeen met de waarde van een pand. Op tijd en stond de vastgoedwebsite Immoweb raadplegen volstaat om dat vast te stellen. Het meest logische zou zijn dat er een perequatie gebeurt voor heel het gewest. Maar geen enkele politicus – tenzij een minister die aan zijn laatste termijn bezig is – durft dat aan. Iedere Belg, Brusselaar, Vlaming of Waal denkt bij een aanpassing onmiddellijk dat hij de sigaar gaat zijn. Om dat verkocht te krijgen zou de overheid moeten beloven dat het alleen om een herschikking gaat, niet om meer inkomsten. Maar dat is haast een onmogelijke zaak. Tenzij CD&V-voorman Kris Peeters een perequatie meeneemt in de grote federale tax shift die hij zo graag wil. Dan moeten gemeentebesturen niet langer morrelen in de marge.

© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW 1463 PAGINA 2 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

Marc Cools (VSGB): “De kilometerheffing niet invoeren zou ingaan tegen de trend die zegt dat je voor gebruik moet betalen.”

BRUSSELSE GEMEENTEN WILLEN DEEL KILOMETERHEFFING

‘GEMEENTEWEGEN ZIJN EEN GROTE KOST’ BRUSSEL – De invoering van een kilometertarief voor gemeentewegen deed vorige week de wenkbrauwen fronsen bij de Vereniging voor Stad en Gemeenten (VSGB). De organisatie die de negentien Brusselse gemeenten vertegenwoordigt was naar eigen zeggen niet geraadpleegd voor advies. “Er zou moeten kunnen gepraat worden over een verdeelsleutel zodat een deel van het geld terug kan vloeien van gewest naar gemeenten,” specificeert VSGB-voorzitter Marc Cools.

V

orige week las u in deze krant (Magnette: ‘Platteland niet straffen’, BDW 1462) over de beslissing van het Brussels, Waals en Vlaams Gewest om een kilometerheffing in te voeren voor vrachtwagens. In Brussel komt er volgens de regering zelfs een dubbel en driedubbel tarief voor vrachtwagens die gewest- en gemeentewegen gebruiken, bovenop de verbruiksheffing die in de drie gewesten gaat gelden vanaf 2016. In de praktijk betekent het dat vrachtwagens boven de 3,5 ton zwaarder zullen belast worden voor elke weg die ze in Brussel gebruiken, of ze nu leveren of door de stad rijden om files op de Ring te vermijden. Maar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan je natuurlijk niet zomaar voorbij de gemeenten. VSGB-voorzitter Marc Cools maakte zich vorige week kwaad dat hij niet op voorhand werd geinformeerd over de extra tarifering in Brussel. Nochtans zou de invoering van een taks die het gebruik van gemeentewegen driedubbel belast een bron van inkomsten kunnen betekenen voor de Brusselse gemeenten.

Verdeelsleutel Ondertussen is het duidelijk dat de gemeenten inderdaad niet betrokken zijn geweest bij de beslissing. Volgens Marc Cools wordt er in de toekomst echter nog onderhandeld over een mogelijke verdeelsleutel om het geïnde geld te herverdelen. “Openbare werkzaamheden zijn een bijzonder zware kostenpost voor gemeenten. Elke weg die moet worden heraangelegd weegt

op de begroting,” zegt Cools. “Als vrachtwagens gebruik blijven maken van onze wegen, dan is het ook normaal dat die driedubbele tarifering er komt.” Cools zegt dat hij zich wel kan vinden in de beslissing over de kilometerheffing. “Die niet invoeren zou ingaan tegen de trend, die zegt dat je voor gebruik moet betalen. Bovendien betekent de invoering van een extra taks een kans voor een nieuwe manier van distributie in de stad. Er lopen nu al proefprojecten waarbij alle goederen naar één punt in de stad worden gebracht, en van daaruit met kleiner vervoer naar winkels en horecazaken. De kilometerheffing is een kans om dit systeem nog verder uit te werken.”

Geen 85 procent Over concrete bedragen voor de gemeenten is nog niets bekend, en zelf heeft Marc Cools nog geen verdeelsleutel in zijn hoofd. “Een verdeelsleutel wordt ook gebruikt bij het gewestelijke parkeeragentschap. Daar vloeit 85 procent van de inkomsten naar de gemeenten. Maar voor alle duidelijkheid: op dat bedrag broeden we zeker niet,” aldus Cools. Het is ondertussen ook duidelijk dat het Duitse bedrijf Satellic - een dochteronderneming van Deutsche Telekom - de technologie voor de satellietgecontroleerde kilometerheffing zal leveren, in samenwerking met Viapass, een openbaar agentschap dat speciaal in het leven werd geroepen door de drie gewesten.

Christophe Degreef


BDWVOORGROND © ORIANE VAN DEN BROECK

Enkele stills uit de documentaire van Izabella Demavlys.

FILM > DOCUMENTAIRE OVER VERMINKTE PATRICIA LEFRANC

‘VROUWEN TONEN ALS OVERLEVENDEN’ SINT-JANS-MOLENBEEK – Er wordt een documentaire gemaakt over Patricia Lefranc, de Molenbeekse die in 2009 met zwavelzuur werd aangevallen door haar ex. De Zweedse documentairemaakster Izabella Demavlys volgt haar al sinds 2012 en is nu op zoek naar geld om het laatste deel van de documentaire in India te kunnen filmen. De Zweedse Izabella Demavlys deed in 2012 research naar zuuraanvallen in Europa, nadat ze drie jaar lang verminkte Pakistaanse vrouwen had geportretteerd. “Ik wilde aantonen dat niet enkel in Pakistan, India of moslimlanden vrouwen verminkt worden met bijtend zuur,” zegt ze.

“Er is absoluut geen link met de islam, zoals velen denken, het is een wereldlijk probleem.” Tijdens haar zoektocht stootte ze op het verhaal van Patricia Lefranc. Zij werd in 2009 door haar ex aangevallen met zwavelzuur in de hal van een flatgebouw in de Sippelberglaan in Sint-Jans-Molenbeek. “Via haar advocaat kwam ik in contact met Patricia. Ik zei dat ik een documentaire wilde maken over haar herstel. Ze zag het meteen zitten en eind 2012 ben ik beginnen te filmen,” zegt Demavlys. Tijdens de opnames reisde Demavlys voortdurend van Brussel naar Zweden, wat te vermoeiend werd. Daarom huurt ze nu al 3 maanden een studio in Elsene. De docu zal de naam Eternal Flame

krijgen. De titel was snel gekozen. “Toen Patricia in coma lag, zong een vriend Eternal Flame van The Bangles. Wanneer ze ontwaakte uit haar coma, zei ze dat dat het enige was dat ze zich herinnerde van de periode dat ze in coma lag,” zegt de Zweedse. De documentaire zal niet gaan over geweld tegen vrouwen, maar over de volharding en moed van mishandelde vrouwen. “Mijn doel is eigenlijk tweeledig: tonen dat het overal gebeurt en dat schoonheid vanbinnen zit. Ik wil de vrouwen tonen als overlevenden en niet als slachtoffers.”

Samen naar India Het was voor Demavlys niet altijd even gemakkelijk om de docu te

maken. “In het begin was het zeer moeilijk voor mij, omdat Patricia de meest verminkte vrouw is die ik ooit ontmoet heb. In Pakistan sprak ik met vrouwen wier gezicht volledig verminkt was, maar bij Patricia is ook een groot deel van haar bovenlichaam verbrand. Ik was nerveus toen ik haar voor het eerst ontmoette. Gelukkig stelde ze me meteen gerust. Nu voel ik dat we elkaar kunnen vertrouwen, dat we vrienden zijn. Soms moet ik wel afstand nemen, professioneel zijn en pijnlijke vragen stellen.” Onlangs stelde ze Lefranc via Skype voor aan Pakistaanse vrouwen die ze ontmoet had in 2009 “Patricia werd enorm emotioneel, omdat ze vrouwen zag die net hetzelfde had-

den meegemaakt als zij. Door die ontmoeting wil ze graag met me naar India om andere vrouwen te ontmoeten die voor het leven verminkt zijn en die hetzelfde voelen als zij.” Volgend jaar zou de documentaire in de zalen moeten verschijnen in België en India. Dat hoopt Demavlys alleszins. De kosten lopen namelijk hoog op en het filmen duurt lang. Via crowdfunding wil ze voldoende geld ophalen om research te doen in India en om de documentaire af te werken. Killyan Dauvillé Doneren kan via de website: www. indiegogo.com/projects/eternalflame-a-documentary

ADVERTENTIE

17.3 2015

20:00 Ancienne Belgique

HRZSCHMRZ

€20 book your tickets klarafestival.be 070 210 217

ChampdAction

Serge Verstockt concept music video Guido Belcanto troubadour

© Werner Van dermeersch

main artistic partners

media partners

main partners

official festival car

public funding


BDW 1463 PAGINA 4 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

ONDERWIJS > CREVITS TREKT STEKKER UIT VOORRANGSBELEID BRUSSEL EN PIEO

MINISTER WIL MEER EFFICIËNTIE MAAR OOK BESPAREN BRUSSEL – Twee Vlaamse initiatieven om de leerprestaties van anderstalige kinderen in Brussel te verbeteren, worden deze zomer stopgezet: Voorrangsbeleid Brussel (VBB) en het Project Innoveren en Excelleren in Onderwijs (PIEO). De subsidies voor VBB gaan naar andere onderwijsondersteuners, het stopzetten van PIEO is een pure besparingsmaatregel.

D

at er vroeg of laat met Voorrangsbeleid Brussel iets zou gebeuren, stond in de sterren geschreven. De vzw, vijftien jaar geleden nog pionier in Brussel, was het kleine broertje geworden van het veel grotere Onderwijscentrum Brussel (OCB), dat in de praktijk hetzelfde werk deed. VBB is het ‘kindje’ van Magda Deckers, een onderwijsdeskundige die in 1999 door de toenmalige socialistische onderwijsminister Eddy Baldewijns vanuit Limburg naar Brussel werd gehaald om de leerachterstand van de groeiende groep anderstalige – en vaak ook kansarme – leerlingen in het Brusselse basisonderwijs te verkleinen. Deckers methode bestond erin om via een intensieve begeleiding van

de leerkrachten het taalvaardigheidsonderwijs te verbeteren. Zeker in de eerste jaren waren de resultaten van deze aanpak duidelijk meetbaar. Het initiatief werd door de volgende onderwijsministers – Marleen Vanderpoorten (Open VLD) en Frank Vandenbroucke (SP.A) – als een succes gezien en VBB kon het aantal begeleiders al snel uitbreiden van zeven naar zestien. Behalve VBB waren er nog andere onderwijsondersteuners aan het werk in de Vlaams-Brusselse scholen, zo bijvoorbeeld Taalvaart, Nascholingscentrum en Schoolopbouwwerk, allen gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In 2007 organiseerde Vandenbroucke, samen met VGC-collegelid Guy Vanhengel (Open VLD), een

Magda Deckers is er vooral verbolgen over dat haar kindje zonder overleg ten grave werd ‘gegooid’. rondetafelconferentie over het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Aanleiding was de toenemende ongerustheid over de kwaliteit. De scholen gaven bij die gelegenheid te kennen dat de veelheid aan ondersteuners verwarrend was. Daarom bracht Vanhengel alle organisaties die de VGC financierde samen in het nieuwe Onderwijscentrum Brussel (OCB). VBB, dat voor tachtig procent gesubsidieerd was door Vlaanderen, bleef er buiten. De vzw zou later opgaan in OCB, maar dat is nooit gebeurd omdat de Vlaamse en Brus-

selse onderwijsministers het niet eens werden over de modaliteiten van de integratie. Vlaanderen wilde zeggenschap behouden en de VBBbegeleiders wilden hun leerkrachtenstatuut niet afstaan.

Versplintering expertise De volgende onderwijsminister Pascal Smet (SP.A) besloot om VBB dan maar te laten fuseren met Broso, een andere door Vlaanderen gesubsidieerde organisatie, die het Brussels secundair onderwijs begeleidt. Beide zouden samensmelten tot een nieuwe vzw, die mogelijk ook voor de rest van Vlaanderen zou werken. Waarop Vanhengel de twintig procent subsidies van de VGC aan VBB meteen schrapte. Maar ook deze fusie is niet gelukt. Broso lag dwars omdat het dan netoverschrijdend moest gaan werken. Smet verlengde de werking van VBB nog voor twee jaar. Zijn opvolger moest dan maar de knoop doorhakken. En dat heeft ze gedaan. Crevits doekt VBB per 31 augustus op. Uit efficiëntieoverwegingen, zo laat ze weten. De subsidies – 1,2 miljoen –

worden netjes verdeeld tussen OCB en de pedagogische begeleidingsdiensten van de netten. Magda Deckers, al drie jaar met pensioen als directeur, maar nog altijd voorzitter, is er vooral verbolgen over dat haar kindje zonder overleg ten grave werd ‘gegooid’. En ze is bezorgd om haar medewerkers. “De minister zegt dat zij kunnen overgenomen worden door de andere onderwijsondersteuners, maar zekerheid is er niet.” Marie-Paule Quix, een van de huidige directeuren, verwijt de minister dat Vlaanderen Brussel loslaat. “Ze geeft nog geld, maar de verantwoordelijkheid geeft ze uit handen.” Ook vreest Quix voor een versplintering van de opgebouwde expertise. “Cre-

DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT Overal ter wereld vierde de Chinese gemeenschap vorig weekend Chinees nieuwjaar. Bij de festiviteiten horen traditioneel dansende draken. Ook dit exemplaar maakte zich op voor het Jaar van de Geit.


WEEKOVERZICHT

BDW 1463 PAGINA 5 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

© BART DEWAELE

WOENSDAG 18 FEBRUARI OOSTENRIJKS EREKRUIS VOOR DE KEERSMAEKER. Anne Teresa De Keersmaeker ontvangt in Wenen het Oostenrijkse Erekruis voor Wetenschap en Kunst. De danscoryfee is volgens de Oostenrijkers een van de invloedrijkste choreografen van deze tijd.

DONDERDAG 19 FEBRUARI TAXIPLAN LAAT UBER TOE. Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) stelt zijn taxiplan 2015-19 voor aan de regering. Volgens La Libre Belgique wil Smet een wetswijziging om de Brusselse activiteiten van het bedrijf Uber te legaliseren. Het plan legt de officiële taxi’s dan weer meer verplichtingen op. De Brusselse regering moet het taxiplan nog goedkeuren. WIJZIGING VLIEGROUTES. Luchtverkeersleider Belgocontrol stelt opnieuw de vliegroutes in van vóór het plan-Wathelet. Een uitspraak van de Brusselse rechtbank heeft de federale overheid daartoe verplicht. De beruchte bocht naar links over Etterbeek, Watermaal-Bosvoorde en Oudergem verdwijnt vanaf 2 april. De kanaalroute boven het centrum van de stad blijft bestaan, maar krijgt minder vliegverkeer.

VRIJDAG 20 FEBRUARI Bij zijn bezoek aan concentratiescholen in Amsterdam kreeg de vorige onderwijsminister Pascal Smet het idee voor PIEO.

vits zegt dat ze de deskundigheid wil borgen, maar onze mensen worden verdeeld over verschillende organisaties en sommigen zullen misschien afhaken.”

Helikoptervisie Het Project Innoveren en Excelleren in Onderwijs is een ander verhaal. Pascal Smet kwam ermee nadat hij in 2011 in Amsterdam gezien had hoe de concentratiescholen aldaar hun eigen aanpak hadden. PIEO werd eind 2012 boven het doopvont gehouden. Bedoeling was om nieuwe methodes te vinden waarmee de leerprestaties en het welbevinden van de kinderen in concentratiescholen vergroot konden worden. In Brussel, Gent, Antwerpen en de

“ “ HET GETAL

Limburgse mijnstreek gingen telkens twee coaches in drie basisscholen aan de slag. Het duurde een hele tijd voor het initiatief echt op poten stond omdat er veel wissels van coaches waren en er in twee jaar tijd ook drie managers passeerden. Maar sinds vorig jaar leek het project op stoom te liggen. Dat zegt ook Lieven Lemmens, directeur van de deelnemende SintKarelschool in Molenbeek. “In onze school loopt het heel goed. Zo’n intensieve coaching werkt. Waar OCB en VBB rond één specifieke vraag werken, kijken de coaches van PIEO met een helikoptervisie naar de school. Wat werkt goed en wat niet? Ze reiken innovatieve methodes aan en onderzoeken de overlegcultuur.

Dankzij hen hebben wij nu echte overlegstructuren op school.” Of de leerprestaties van de kinderen verbeterd zijn, is volgens Lemmens op zulke korte tijd niet meetbaar. “We zijn pas vorig jaar met de leerlingen aan de slag gegaan en nu wordt het al afgeschaft.” Het project, waar Smet 4 miljoen euro voor had voorzien, had door moeten gaan tot in 2017. Maar Crevits heeft beslist er eind juni mee te stoppen. Een inhoudelijke reden voor de stopzetting geeft de minister niet. Besparingen dus. Zo komt het dat het moment van de eerste tussentijdse evaluatie, 24 juni, meteen het slotmoment wordt.

Bettina Hubo

Een voorakkoord? Ja, maar ik heb dat van de PS moeten vernemen”

WANPRAKTIJKEN IN BEENHOUWERSSTRAAT. Horeca Brussel vraagt meer controles van het Voedselagentschap en de stad in de restaurants in de Beenhouwersstraat. Aanleiding zijn klachten van toeristen op sociale media. Die klachten gaan over de voedselveiligheid, prijszetting en illegale terrassen. Bovendien gaat volgens Horeca Brussel een aantal restaurants nog steeds agressief te werk om klanten binnen te lokken, hoewel de stad Brussel dat verbiedt. DURE LEOPOLD II-TUNNEL. Het onderhoud van de Leopold IItunnel heeft het Brussels Gewest vorig jaar 1,4 miljoen euro gekost. Dat zegt minister van Openbare Werken Pascal Smet (SP.A). De schoonmaak van de tunnel en het preventief onderhoud om pannes te vermijden zijn de grootste slokop. CONTRAPROPAGANDA TEGEN RADICALISERING. Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) richt een centrum op voor contrapropaganda. Dat centrum moet radicaliserende jongeren weer op het rechte pad helpen, onder meer met campagnes op traditionele en sociale media. Het centrum dat 1 miljoen euro zal kosten, gaat mogelijk al in april open.

ZATERDAG 21 FEBRUARI EINDE VOOR BRUSSELSE KANSENPROJECTEN? De subsidies voor de vzw Voorrangsbeleid Brussel en voor Project Innoveren en Excelleren in het Onderwijs (PIEO) worden stopgezet. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) beslist dit. Bij Voorrangsbeleid verliezen 14 medewerkers hun baan. De projecten ondersteunen Brusselse scholen met sociaal zwakkere leerlingen. Minister Crevits verdedigt haar beslissing en zegt dat middelen herverdeeld worden over de pedagogische diensten in Brussel.

ZONDAG 22 FEBRUARI Burgemeester van Schaarbeek en kandidaat-partijvoorzitter Bernard Clerfayt (FDF) bevestigt dat er voor de laatste Brusselse verkiezingen een voorakkoord was tussen zijn partij en de PS, maar FDF-voorzitter Olivier Maingain heeft het hem nooit verteld (in La Libre).

GENTSESTEENWEG ALS TOERISTISCHE ZONE? Nadat in Schaarbeek is voorgesteld om de Brabantstraat te erkennen als toeristische zone, dient de Molenbeekse PS (oppositie) een voorstel in om hetzelfde te doen met de Gentsesteenweg. Zo kunnen winkels langer en vaker open blijven. Het voorstel staat op de agenda van de gemeenteraad.

Als Catherine Moureaux niet Moureaux heette, dan zou ze nooit zijn verkozen”

MAANDAG 23 FEBRUARI TWEE GEWONDEN BIJ SCHIETPARTIJ. Bij een schietpartij in de Jourdanstraat in Sint-Gillis vallen twee gewonden. Een van hen verkeert in levensgevaar. Het zou gaan om een uit de hand gelopen ruzie die begon in de nachtclub Silver Club op de hoek van de Jourdanstraat en de Dejonckerstraat.

Voormalig PS-kopstuk Merry Hermanus verzet zich tegen de politieke dynastieën binnen zijn partij (in Le Soir).

GOOD KOMPANY OPGEDOEKT. Good Kompany, het café van voetballer Vincent Kompany nabij de Grote Markt, gaat niet opnieuw open. Volgens de Rode Duivel was de omzet goed, maar niet goed genoeg om de kosten te dekken. Ook het café in Antwerpen sluit zijn deuren. Good Kompany ging open in april vorig jaar.

76.920

In Brussel-Stad zijn het afgelopen jaar 76.920 criminele feiten geregistreerd. Dat is historisch laag. Dat was ook zo voor de nationale criminaliteitsstatistieken van de politie. In Brussel-Stad is er een enorme daling na 87.258 feiten in 2013. Het aantal diefstallen uit wagens is nog nooit zo laag geweest. Ook het zakkenrollen, de ramkraken, de inbraken bij bedrijven en de handtassendiefstallen kennen een opvallende daling. Toch is er

DINSDAG 24 FEBRUARI niet alleen goed nieuws. De import en export van cocaïne steeg en de activiteiten van terroristische groepen verdubbelden. De cijfers zijn wel wat vertekend omdat niet alles wordt aangegeven of omdat de politie bepaalde misdrijven niet altijd actief volgt. Dat is vooral zo bij financiële misdrijven.

Marie Rutsaert

AFTELKLOK VOOR INSCHRIJVING SECUNDAIR. Vanaf 13 uur kunnen ouders hun kinderen inschrijven voor het middelbaar onderwijs, voor het schooljaar 2015-2016. Op de website van het Lokaal Overlegplatform Brussel Secundair Onderwijs staat net als vorig jaar al enkele weken een aftelklok. Vroeger verliep de inschrijving via telefoon. Samengesteld door Marie Rutsaert & Killyan Dauville


BDW 1463 PAGINA 6 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

VROUWENSTUDIES: GEWOON HOOGLERAAR MACHTELD DE METSENAERE (VUB) OP PENSIOEN

‘HET FEMINISME KOMT UITEINDELIJK OOK MANNEN TEN GOEDE’

© SASKIA VANDERSTICHELE

BRUSSEL – Voorvechtster van gendergelijkheid en Brusselonderzoekster Machteld De Metsenaere gaat met emeritaat. Haar stokpaardje? “Vraag nooit aan een ouder om te kiezen tussen een van zijn kinderen.” Een gesprek over gelijke onderwijskansen, de vrouwenbeweging en een taai glazen plafond.

O

f we een praline wensen bij de koffie? De boekenkasten in het bureau van Machteld De Metsenaere mogen dan al helemaal leeggehaald zijn, om een warm welkom zit de professor op rust niet verlegen. We zijn in haar kale – en eigenlijk best krappe – bureau om terug te blikken op een rijkgevulde academische carrière. Als jonge historica maakt De Metsenaere een doctoraat over taalverhoudingen in het Brussel van de negentiende eeuw. Daarna bijt ze zich onder meer vast in de collaboratiegeschiedenis en de gelijkekansenproblematiek in het onderwijs. Het zwaartepunt van haar onderzoek ligt bij gender en diversiteit. Ze stampt vanuit die interesse in 1989 mee het Centrum voor Vrouwenstudies, nadien RHEA, uit de grond, dat ze van 1992 tot vandaag heeft geleid.

In de Global Gender Gap Index 2014 van het Wereld Ecomisch Forum komt België op de tiende plaats. Met de genderkloof in ons land lijkt het zo slecht nog niet gesteld? Machteld De Metsenaere: “Opgelet. Die index neemt veel in rekening: welvaartsindicatoren, onderwijs, gezondheid... Het is een globale, samenvattende index. Vrouwen op bestuursniveau’s zijn in België eigenlijk nog altijd niet zo goed vertegenwoordigd. Vrouwen in academische carrières evenmin.” Het debat over het glazen plafond komt regelmatig terug, met telkens dezelfde clichés en argumenten. Verandert er niets of willen we geen evolutie zien? De Metsenaere: “In een aantal sectoren breken vrouwen wel degelijk stilaan door, maar onze arbeidsmarkt kampt nog steeds met een hardnekkig glazen plafond. Veranderingen komen er overigens meestal door een stok achter de deur. Dan spreek je al snel over quota.” U bent voor. De Metsenaere: “‘Niemand is voorstander van quota, maar iedereen weet dat ze helpen,’ luidt de boutade. In de politieke wereld heb-

“Het inzicht dat de samenleving ‘gegenderd’ is, wekt bij studenten vaak verbazing en soms onbegrip op”

ben quota wel degelijk effect gehad. Intussen beweegt er ook iets in de samenstelling van de raden van bestuur van beursgenoteerde ondernemingen. Waarom? Omdat het moet sinds de wet uit 2011. De publiekrechtelijke universiteiten kregen sinds 2012 voorschriften opgelegd. De vrije instellingen, zoals de VUB en de KUL, worden geadviseerd om gelijkaardige inspanningen te leveren. Aan de VUB proberen we het zonder quota.” Jullie genderactieplan (GAP) wordt volgend jaar voor het eerst geëvalueerd. Zien jullie al resultaat? De Metsenaere: “We hebben vooropgesteld dat we minstens twee derde van onze doelstellingen moeten halen. En die halen we. Onze faculteiten formuleren zelf doelen om het genderevenwicht in hun academisch korps te bereiken: dat kunnen doelen zijn op korte of lange termijn. Bepaalde faculteiten kunnen nu eenmaal niet onmiddellijk nieuwe benoemingen doen.” Zijn er veel verschillen tussen faculteiten onderling? De Metsenaere: “Je zou ervan opkijken. Het is niet zo dat de faculteiten met de meeste vrouwelijke studenten het meest vrouwvriendelijke beleid voeren. In de exacte wetenschappen of bij de ingenieurs bijvoorbeeld telt onze universiteit relatief weinig vrouwelijke studenten, maar verhoudingsgewijs is de doorstroming in het academisch personeel behoorlijk sterk. Wijsbegeerte is dan weer traditioneel een vakgebied dat veeleer bezet blijft

Machteld De Metsenaere is onder meer de bezielster van het genderactieplan op de VUB. Het plan streeft ernaar dat ook in academische kringen vrouwen de plaats krijgen die ze toekomen.

door mannelijk academisch personeel. Eens die onbewuste genderongelijkheid doorbroken wordt, zie je dat er veel makkelijker vrouwen worden aangetrokken en dat het mannelijke monopolie verdwijnt. Een volgende stap is dat er dan vaak andere thema’s aan bod komen.”

Kan de slinger ook niet in de andere richting doorslaan? Wat zou uw raad zijn, stel dat men u vraagt of lagere en middelbare scholen nood hebben aan quota? Het lerarenberoep kampt immers met een tekort aan mannen.

De Metsenaere: “Je moet beginnen met ervoor te zorgen dat je een toevoer aan diverse leerkrachten hebt. Maar ik vind het inderdaad belangrijk dat kinderen alle mogelijke modellen voor hun neus zien passeren, dus ook mannelijke kleuterleiders en leerkrachten.”


BDW 1463 PAGINA 7 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

“Alleen vind ik het opvallend dat die zaken nooit geproblematiseerd werden zolang het onderwijs het terrein was van mannen. Op het moment dat vrouwen het overnamen, was het beroep ook al minder prestigieus aan het worden.”

Misschien hebben vrouwen simpelweg geen zin in een carrière? De Metsenaere: “Het spreekt voor zich dat sommige vrouwen dat niet willen. Nochtans werken de meeste hoogopgeleide vrouwen al decennialang en combineren ze een relatie of gezin met een loopbaan. Daarom moeten we er alles aan doen om die combinatie menselijk te maken. Dat is ook wat wij met het GAP beogen voor academische carrières.” “Ik ben ervan overtuigd dat het feminisme en maatregelen ten gunste van vrouwen uiteindelijk zowel vrouwen als mannen ten goede komen. Ook het argument ‘we vinden geen vrouwen want ze willen niet’ is een drogargument. Ik hoor het ook meestal uit de mond van mannen. Zeer lange tijd beweerde men dat vrouwen geen ambitie hebben. Maar uit onderzoek, onder andere bij vrouwelijke wetenschappers, blijkt dat ze die ambitie wél hebben, maar anders uiten.” Welk cliché stoort u het meest? De Metsenaere: “Ik stoor me de laatste tijd vaak aan vrouwelijke ‘queen bees’ die zich in de media uitlaten tegen quota voor vrouwen en allochtonen. Ze beweren dat ze het enkel gehaald hebben op basis van hun bekwaamheden en dat quota afbreuk doen aan de kwaliteiten van vrouwen. Dergelijke argumenten voelen aan als een dubbele tackle.” De VUB heeft altijd het voortouw genomen in genderkwesties. Kunnen genderstudies vandaag

Staat de vrouwenbeweging nog sterk vandaag? De indruk ontstaat dat ze last heeft van navelstaren. Over de eigen sociale klasse en het glazen plafond bijvoorbeeld spreekt ze, maar zelden horen we haar over pakweg het probleem van geïmporteerde bruiden in Brussel. De Metsenaere: “Aan zulke zaken schenkt de vrouwenbeweging wel degelijk aandacht. Alleen lijkt hier minder eensgezinde mediaaandacht voor.” “Maar het is waar dat er een zekere versnippering is van de actiepunten. We kennen nog wel de jaarlijkse vrouwendag, maar je kan niet meer spreken van dé vrouwenbeweging of één belangrijk strijdpunt.” Wordt het dan geen tijd dat de vrouwenbeweging zich herorganiseert, opdat verschillende strijdpunten meer ruchtbaarheid krijgen bij het brede publiek? De Metsenaere: “Communicatie is daarin zeker belangrijk. Je hebt mensen nodig die dat kunnen stroomlijnen. Vaak hang je ook af van een bepaalde ‘courant’: waarom pikken media sommige zaken op en andere niet?” “Daarnaast zie je dat de vrouwenbeweging nog altijd overwegend bestaat uit blanke vrouwen, ondanks inspanningen om andere sociale en etnische groepen erbij te betrekken.” Heeft u tot slot zelf last gehad van het glazen plafond? De Metsenaere: “Ik dacht eerst van niet. Maar uiteindelijk kan je daar zelf zeer moeilijk over oordelen. Bovendien vang je op een bepaald moment in je carrière toch wel een aantal zaken op.” “Ik herinner mij mijn aanstelling als assistente. Ik was hoogzwanger, je kon niet naast mijn buik kijken. Toen gaven hier nog een aantal oudere magistraten les. ‘Ja maar, een vrouw benoemen die voortdurend zwanger zal zijn?’ kwamen ze tussen. Er gaven nauwelijks vrouwen les. Toenmalig decaan Frans De Pauw heeft mij toen verdedigd. Dus ja, ik geloof wel dat je als vrouw vandaag nog meer dan als man de steun moet krijgen van de juiste mensen op het juiste moment. Uiteindelijk heb ik maar één zoon gebaard, hoor (lacht).” Kim Verthé en Danny Vileyn

REISGIDS > FRANÇOIS JANNE D’OTHÉE BLIKT EIGENZINNIG BRUSSEL IN

Gebrek aan burgercement als basis voor een reisgids SINT-JOOST-TEN-NODE – Bekend als wereldjournalist en doorleefde Brusselaar kreeg François Janne d’Othée de opdracht om Brussel in te blikken voor de alternatieve reisgidsenpockets ‘Collection L’âme des peuples’ uit Parijs. Zij die Brussel niet of nauwelijks menen te kennen, van pendelaars tot vooral Fransen – want de intellectualistische reisgids wordt wijdverspreid in Frankrijk – leren hiermee het onvatbare Brussel in een notendop te begrijpen.

© MARC GYSENS

U hebt zich jarenlang verdiept in vrouwenstudies. Wat is uw belangrijkste inzicht geweest? De Metsenaere: “Naast de kennismaking met inzichten van telkens nieuwe generaties genderonderzoekers, zal mij vooral bijblijven dat ik bij studenten zoveel ogen opende. Als ik hen diets probeerde te maken dat je de samenleving niet ten volle kan begrijpen als je het ‘gegenderd’ zijn van die maatschappij niet meeneemt, zag ik vooral verbazing en soms onbegrip.” “En ik begrijp ook waarom. Twintigers komen aan op de universiteit en de wereld ligt nog aan hun voeten. Meisjes doen het dan vaak zelfs beter dan jongens. Eens ze de universiteit ruilen voor het échte leven van werk en relaties, staan ze niet meer gelijk aan de start. Dan beginnen de horden te spelen, subtiel, de ene na de andere. Als ik hen opnieuw ontmoet, vaak jaren later, moet ik meer dan eens vaststellen dat sommigen niet de carrière hebben uitgebouwd waarin ik hen wel had zien functioneren.”

wegen op het beleid? De Metsenaere: “Politici moeten er natuurlijk voor openstaan. De politieke conjunctuur vandaag is niet van die aard om veel aandacht te geven aan de impact van wetenschappelijke genderstudies.” “Maar je moet steeds het onderscheid maken tussen de academische doelstellingen van genderstudies, en haar maatschappelijke opdracht anderzijds. Doordat genderstudies zijn gegroeid vanuit de vrouwenbeweging, is er altijd een strenge vervlechting geweest met de politieke praktijk.”

E

en nieuwe generatie reisgidsen voor zowel toeristen, expats, inwijkelingen als bewoners van een stad mikt op het begrijpen van het aparte karakter van die stad, los van de places to see. Enkel naakte observatie telt, met toelichting. Een eerste Belgisch voorbeeld daarvan is Bruxelles. Ceci n’est pas une ville. van Le Vif-journalist François Janne d’Othée. “Opdat de bezoeker de constellatie van die stad begrijpt en de ontwikkeling kan inschatten,” stelt de auteur. “In Vlaanderen staat het zelfs goed om Brussel zwart te maken (déconsidérer Bruxelles), gewoon omdat die stad niet gevat wordt. Het verzet is gevoed door Vlaams conservatisme. Is het niet vreemd dat er bij Broederlijk Delen in Brussel, van de 80 personen personeel, slechts 5 in Brussel wonen; of dat het kabinet van een Brussels minister vol nietBrusselaars zit?” De 9-europocket wil daarom een handige les in stadskennis zijn, voor de helft gespekt met onthullende interviews van politiek-sociologe Fatima Zibouh, Brusselgids en Flamand de service Roel Jacobs en filosoof Philippe Van Parijs. Zij zijn voor de auteur de ‘gulden snede van de interviewgerechtigden’, die samen het beste beeld van Brussel bieden. “Andere grootsteden mogen jaloers zijn op Brussel, omdat het een hoofdstad op mensenmaat blijft. Als de stad door Europa niet op de wereldkaart werd gehesen, dan was Brussel duidelijk een provincienest gebleven - zeker door de versnipperde negentien gemeenten,” zo zet Janne d’Othée de toon.

Checkpoint Charlie “Ik ben louter observator van de feiten. Neem nu Sint-Jans-Molenbeek, Culturele Hoofdstad van Europa in 2014. Wat rest er van de investering? Het is duidelijk dat afgunst binnen het Brussels Gewest, en zelfs gebrek aan ondersteuning door de gewestregering, gemaakt heeft dat de aandacht wegdeemsterde. Je begrijpt dit maar als je de regionale structuur kent. Waarom vond Winterpret of het vuurwerk van de nationale feestdag toen niet in Molenbeek

François Janne d’Othée: “Het is begrijpelijk dat dit lappendeken aan culturele identiteiten de toerist doet dichtklappen.”

“Het cement ontbreekt nog steeds, om alle Brusselaars met elkaar te verlijmen in deze stad”

plaats? De burgerbeweging Platform Kanal plaatste ooit een pseudo-controlepost Checkpoint Charlie op de kanaalbrug tussen de hippe Dansaertstraat en de Maghrebijnse Ninoofsesteenweg. De installatie werd in brand gestoken. Als vandalenstreek om te tonen dat die buurt instabiel is, of als symbool voor hereniging van gemeenten? Niemand geeft het antwoord.”

Geen cement “Enkel de toerist, de Parijzenaar op kop, zal beamen dat men zich een bult schrikt als je wandelend door Brussel plots in een patchwork van andere dorpen terecht komt. In SintJoost, waar ik woon, beland je van de art nouveau en Europawijk (Ambiorix) na de Leuvensesteenweg tussen de kebabzaken. In geen enkele stad zijn die wijkgrenzen zo abrupt, als verschillende werelddelen. En in alle aspecten: zowel in beheer van openbare wegen (van propere tot vuile straat) als inzake bewoners, andere huizenstijlen, enzovoort.”

“In Parijs vlakken de verschillen uit, omdat het aspect ‘iedereen republikein en Fransman’ een bindmiddel is. Bij de optochten voor Charlie Hebdo in Parijs voelde ik duidelijk: ‘on est tous Français’. Terwijl het in Brussel maar een zaak was van de intellectuele geëngageerden, de linkse rakkers en groene burgers – niet van de stad. Bij ons liep geen enkele vrouw met een hoofddoek in de stoet. Het bewijst, net als voor de wijken, dat het cement nog steeds ontbreekt om alle Brusselaars met elkaar te verlijmen. Al hoor je evenmin zeggen: ‘Wij zijn allemaal Belgen’. Het is wel zo dat de verkozenen in Brussel, beter en meer dan elders, de samenleving weerspiegelen - wat niet betekent dat er een cement is tussen de vertegenwoordigers of burgers. Fatima Zibouh bevestigt dit: ‘Jongeren van bemiddelde families denken dat Molenbeek de Far West is’. Anderzijds zie je in Café Belga aan Flagey geen migrant.” “Gelukkig kent Brussel geen getto’s, want je mag nog in elke wijk in, en overal zonder gevaar zelfs. Alhoewel: het is wat betreft drugs nu risicovoller op de UCL-campus dan rond het Anderlechtse Lemmensplein. Begrijpelijk dat dit lappendeken aan culturele identiteiten de toerist, zelfs een bobo uit Ukkel, doet dichtklappen.”

Kebabzaak Een plannetje van de gemeenten helpt de situatie te begrijpen in de gids. Want Janne d’Othée heeft het nuchter over de communicatieproblemen tussen de diverse wijken. Hij hamert op het verscheiden karakter van de quartiers: niets dan hoofddoeken rond het gemeentehuis van Molenbeek, nooit een vrouw in de etnisch homogene cafés van de Stalingradlaan, mantelpakjes rond Ter Kamerenbos, geen woord Frans of Nederlands bij het Luxemburgplein. Al is een gegentrificeerd café als homogeen gegeven ook niet ideaal, want het is sociologisch afgebakend: eurocraten, ecologisten, linksen - een Marokkaan durft er niet binnen. Zelfs de theaters in Brussel hebben hun eigen nichepubliek, zelden van de wijk. Leuk en positief is echter dat ik het chique oude heertje, na zijn bezoek aan Théâtre Le Public voor een snelle hap in de kebabzaak zie zitten, naast gasten met een pet omgekeerd op het hoofd. Dat geeft me hoop.” Jean-Marie Binst Bruxelles. Ceci n’est pas une ville, uitgeverij L’âme des peuples, 93 blz., in het Frans, 9 euro. Te koop op de Foire du Livre (Thurn&Taxis, 26/2 tot 2/3), vanaf 18/3 in de boekhandel.


BDW 1463 PAGINA 8 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

kolen niet meer waard. Meer nog, je wint je investering niet meer terug tijdens je leven. Spaar dus geld uit door de juiste volgorde in renovaties te doen.”

Energieverbruik

Goed 92 procent van alle private woningen in het gewest dateert van vóór 1970, met alle ouderdomskwalen van dien.

BRUSSEL – Batibouw gaat dit jaar specifiek focussen op renovatie. Een thema dat in Brussel meer dan in landelijke regio’s aan de orde is. Het gewest sleurt een erfenis aan 164.500 woningen van vóór 1970 mee, of 92 procent van alle private woonsten in Brussel. Met alle ouderdomskwalen vandien. Daarmee zijn Brusselaars wellicht de grootste energieverspillers van het land: hun geld vliegt door de kieren.

L

uchtspouwen tussen twee muren. Het is lang dé gulden bouwregel van de baksteensector geweest om huizen te isoleren met een luchtlaag geprakt tussen de buitenmuur en de binnenmuur. Daar staat Brussel ook vol van. En dat is een van de grote boosdoeners voor energiezuinig wonen. Ook al focust de regelgeving nu op de Passiefcertificatie, die veeleer de nieuwbouw aanbelangt. Maar nieuwbouw is minder aan de orde in de stad, door het beperkt aantal bouwpercelen. Dus wie Brussel zegt, zegt oude(re), particuliere huizen.

Isolatiemateriaal Het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) geeft het volgende mee, bevestigt Leefmilieu Brussel. “Van ongeveer 178.000 residentiële woningen (huizen en appartementsgebouwen) in het Brussels Gewest dateren amper 14.300 woningen van na 1970. Er zijn geen beschikbare statistieken die de gebouwen jonger dan 45 jaar in kaart brengen.” Het jaar 1972 (eerste oliecrisis, red.) staat bekend als het kantelmoment in energiebewuster bouwen. De rekensom is dus snel gemaakt. Voor Brussel dateert 92 procent van de private woningen (164.500 individuele woonsten, red.) van

© BART DEWAELE

WONEN > BATIBOUW FOCUST OP START TO RENOVATE

GELD VLIEGT DOOR DE SCHOORSTEEN VAN DE BRUSSELAAR vóór het eerste energiebewustzijn. “Dit cijfer geeft het ‘vernieuwbaar’ potentieel niet echt mee,” bevestigt Julie Harson, communicatiehoofd bij Leefmilieu Brussel. “Om het renoveerbaar aantal te hebben, zou moeten bekeken worden hoeveel huizen en appartementen de jongste vijftig jaar aangepakt werden. Maar daar is geen statistiek van bijgehouden.” Wel wordt door Leefmilieu Brussel geschat dat “in vijftien jaar tijd (1997-2012) elk jaar gemiddeld 32 van de 10.000 woningen worden gerenoveerd (0,32 procent).” Dat betekent zo’n 4,8 procent van het Brusselse (oudere) woningbestand. “Het gaat hier niet om een potentieel, maar dus wel degelijk over een belangrijk aantal uitgevoerde renovaties,” aldus nog Leefmilieu Brussel. Het is echter duidelijk dat “de private woningen gemiddeld maar om de vijftig tot zestig jaar worden gerenoveerd.” Nog veel renovatie-

werk aan de winkel, met het oud huizenbestand in Brussel. Met reden heeft het salon Batibouw dit jaar dus als leidmotief ‘Start to renovate’. Het zijn de kleine renovatiewerkjes die (cumulatief ) veel opbrengen, zo luidt het. Geert Maes, algemeen directeur Batibouw, ziet het zo: “In een stad als Brussel is werk aan de winkel. Met kleine renovaties bedoelen we bijvoorbeeld de investering in een nieuwe verwarmingsketel, terwijl aan de rest van het huis niets verandert. Of een aanpak met isolatiemateriaal. Of dubbele of driedubbele beglazing, maar nooit vooraleer dak of muren zijn aangepakt. België telt bijna 2,5 miljoen woningen, kant en klaar gebouwd. De helft daarvan is veertig tot vijftig jaar en ouder. Tot twintig jaar geleden stelde de baksteensector dat een luchtspouw de beste isolator was. Nadien kwamen Isover, Rockwool en alle isolatiema-

“Renoveren blijft een goede investering. Omdat het op termijn energie bespaart in de woning en bijgevolg geld in de portemonnee” teriaalvarianten bewijzen dat eerst twaalf, dan veertien, nadien zestien tot achttien centimeter isolatiemateriaal nodig was. Maar ik zeg: men kan blijven isoleren, maar op een bepaald ogenblik is het sop de

Batibouw focust op de particulier, maar die beseft dat de overheidssteun is geslonken anno 2015. Geert Maes: “Inderdaad, vandaar dat we zeggen, als je renoveert, ga dan bewust om met je geld én je tijd. Faseren is meer dan ooit de techniek en aanpak. En begin met de logische zaken. De tijd van overheidstoelagen, - trouwens ook met zijn negatieve kantjes - ligt achter ons. De overheid gaf subsidies voor zonnepanelen, en wat zagen we? Er gingen mensen zonnepanelen op het dak leggen, terwijl de muren niet geïsoleerd waren. Sorry, dat had niet alleen geen zin, het was zelfs dom dat de overheid in die omstandigheden euro’s toeschoof.” En dan, ook en vooral buiten Brussel, is er nog het probleem van het oversized wonen. Maes: “We zien stilaan een zelfregulerend systeem opduiken. De grote huizen en villa’s van de huidige generatie vijftig- en zestigplussers voldoen niet meer aan de EPB en andere normen. En de onderhoudskosten lopen op. De markt zal zichzelf reguleren, door de verkoop van die geldverslindende panden en de terugkeer naar het appartement in de stad. Naast makkelijker wonen (dicht bij winkels, theaterzalen, de (klein)kinderen,...) is het ook beterkoop in energieverbruik. Dat kan weleens de tendens worden. Al zal je daar vóór 2020 nog niets van merken. De overheden zouden daar meer stimulansen mogen toe aanreiken.”

Luxeverwarmingsketel Wat is de interessantste belegging, vragen we de Batibouw-CEO nog, in het besef dat spaargeld niets meer opbrengt en leningen goedkoop blijven. Maes: “Renoveren blijft een goede investering. Omdat het op termijn energie bespaart in de woning en bijgevolg geld in de portemonnee. En omdat het huis hierdoor op termijn meer waard wordt. Je houdt de woning hedendaagser wat betreft materiaal. En ooit komt de dag dat de verplichtingen zo zullen zijn, wat betreft duurzaamheids- en ecologische normen, dat je je huis niet meer kwijtgeraakt als je dat niet hebt gedaan. Daar waar zonnepanelen de kers op de taart zouden geweest zijn, heb ik liever dat men investeert in de taart zelf. En de taart is: isolatie, dubbelglas en een nieuwe verwarmingsketel. Er staan nog veel verwarmingsketels van twintig jaar en ouder, die het wel nog allemaal uitstekend doen, maar die geldslikkers zijn. Zelfs de duurste luxeverwarmingsketel van toen verbruikt stukken meer dan zijn jongste broertje. Als je 5.000 euro hebt, begin dan met de verwarmingsketel, en wacht met de droom van de betere beglazing. Het zal van dag één energie en uitgaven besparen.” Jean-Marie Binst

Batibouw, Brussels Expo, Belgiëplein 1, Laken, van zaterdag 28/2 tot zondag 8/3 (10-18u30), op 5/3 nocturne tot 23u. Voor professionals open op 26 en 27/2, www.batibouw.be/nl


© TVBRUSSEL

BDW 1463 PAGINA 9 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

P-PRAAT Met een prettige verbazing leert uw commentator dat de Brusselse regering een nieuwe minister telt, namelijk een zekere Smets. Dat zegt tenminste Le Vif l’Express in een artikel over hoe de macht verdeeld is in Brussel. Mijnheer Smets is zelfs een Vlaming, zo lezen we, want hij staat in het artikel onder de titel ‘Les Flamands comptent sur Vanhengel’. En dan volgt een opsomming van les trois réprésentants néerlandophones au sein du gouvernement bruxellois, te weten Pascal Smets (SP.A), Bianca Debaets (CD&V) en Guy Vanhengel (Open VLD). Zo, nu kent u de helft van de Brusselse regering dus, compleet met de nieuwe socialistische voorman Pascal Smets. Wie Smets is komen we echter niet te weten, maar wat we wel te weten komen is dat hij ook niet echt invloed heeft, want volgens Le Vif “le pion majeur est le libéral,” Vanhengel dus. Volgt een complete hagiografie van Guy Vanhengel, en daarna “A côté de lui, Pascal Smets a beaucoup plus de mal à exister.”

Televisie > Discovery en National Geographic achterna

tvbrussel gaat dubbel zo hard BRUSSEL – tvbrussel heeft zijn aanbod verdubbeld. Om middernacht koppelt de stadszender het Brussel Vannieuwsmagazine daag aan de beste reportages en reeksen van de voorbije maanden. tvbrussel gaat met deze formule de zenders Discovery en National Geographic achterna. “We hebben heel wat reportages gemaakt die het herbekijken waard zijn. Het is een

weelde die we anders nooit meer te zien zouden krijgen,” zegt hoofdredacteur Robert Esselinckx. Ook de eindwerken van de regisseurs Adil El Arbi en Bilall Fallah, die getoond werden in December Filmmaand, worden heruitgezonden. Hetzelfde geldt voor culinaire bijdragen of tijdloze gesprekken met artiesten zoals Arno. Killyan Dauvillé

Maar in deze wereld moet je je plaats kennen, of roeien met de riemen die je hebt. Dat wist u al van vorige week, toen onze vriend Damien Thiéry, MR-burgemeester van Linkebeek met opties, zei dat hij soms Nederlands praat met zijn Nederlandstalige inwoners omdat hij anders te veel Franstalige heer is. Damien gaat in Le Vif zelfs verder: “Linkebeek est située en Flandre, donc je dois avoir du respect aussi pour les néerlandophones.” U hoort het: aussi. Corvée. Maar eigenlijk vindt Damien burgemeester zijn in een Vlaamse gemeente nog niet zo erg, want: “En Flandre, le travail politique a quelque chose de beaucoup plus concret. On perd moins son temps à parler dans le vide.” Over le vide gesproken, trouwens: hoe zit het met de nieuwe huisstijl van de chapsco mmissie?

CHIEN ÉCRASÉ Zeggen dat Brussel de hoofdstad van het surrealisme is, is ondertussen zoal gelijk aan een open deur intrappen terwijl de veertig rovers van Ali Baba op de uitkijk staan om te verhinderen dat iemand anders met diezelfde deur in huis valt. Maar die slogan “Samen rijden we maatschappelijk verantwoord” op de deuren van de Brusselse taxi’s is zelfs niet meer surrealistisch, maar van een dergelijk ironisch niveau dat we de bedenker ervan willen bedanken met de “consultant-van-het-jaar”-trofee. Ondertussen leren we dat er wordt gewerkt aan een wettelijk kader voor de taxideeldienst Über, en we vragen ons dan ook af wat er op de wettelijk geregistreerde Über-taxi’s zal staan. “Taxidelen, niet voor bobo’s” is een kandidaat. Net als “Als u geen smartphone hebt, kunt u gerust mee”. Misschien worden ironiserend-surrealistische slogans wel dé trend van dit jaar in Brussel. Komt er op de luifel aan het Rogierplein misschien “Dit is geen luifel”, en aan de Ninoofsepoort “Dit is een park”. ADVERTENTIE

VERKEN DE STAD

Schrijf u in voor één van de zes WOONTOURS in 2015. Ontdek de 118 wijken via ‘BRUSSEL OP KAART’. WWW.WONENINBRUSSEL.BE

Waar wilt u wonen? In Brussel. Op zoek naar een plek in Brussel om te huren of te kopen? Alleen, met z’n tweeën of met uw gezin en de hond? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat uit 19 gemeenten en 118 wijken. Van rustige buitenwijken tot het levendige centrum. Ontdek uw stad.


BDW 1463 PAGINA 10 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

WONEN > BRUSSELS DEBATERS BRENGEN DEBATCULTUUR NAAR BELGIË

‘NIET ALLEEN AUTOVERKOPERS MOETEN KUNNEN OVERTUIGEN’ eur, vindt dat een troef: “We hebben Nederlandstalige en Franstalige Belgen, studenten en expats. Maar we hebben allemaal gemeen dat we nieuwsgierig zijn en dingen in vraag stellen. Dat we ons open stellen voor wat anderen denken. En het debatteren zelf helpt me beter met een publiek om te gaan.” Wat de diversiteit nog bevordert, is dat de debatten in het Engels plaatsvinden. Adam: “In debatverenigingen is dat meestal het geval. Het is de taal waarin internationale debatcompetities plaatsvinden. Bovendien is het de ideale taal om achtergrondinformatie bij een stelling te vinden.”

Grand Debate

Iedereen mag mee komen debatteren met de Brussels Debaters.

© JO VOETS

BRUSSEL – Vooral in Angelsaksische landen zijn er talloze debatverenigingen. Sommigen vinden het een aangenaam tijdverdrijf. Maar de meeste personen stellen ze op prijs omdat ze hen leren beter te overtuigen. Intussen waait deze debatcultuur over naar België: in onze hoofdstad is onlangs Brussels Debaters opgericht. Donderdagavond. Vlakbij station Brussel-Centraal bevindt zich een campus van twee onderwijsinstellingen: hogeschool Odisee en KU Leuven Campus Brussel. De lift tilt mondjesmaat een bont allegaartje mensen naar de zesde verdieping. De eerste die aankomt is Gerrit, een Brusselse dichter. Daarna volgt Sokratis, een Griekse, grijzende expat. Even later volgen Anna, Ivan, Jeroen,... uiteindelijk tekenen vierentwintig personen present. Adam Jaburek, een Tsjech, presenteert de spreekster van die avond: Nadia, een Aziatisch ogende Amsterdamse. Ze is een advocate die verslingerd is aan het spelen op de harp. En die avond heeft ze het over de rol die het lichaam speelt bij debatteren en spreken in het openbaar. Stem, lichaamstaal en stijl komen

aan bod. Begeesterd legt ze uit hoe je stotteren voorkomt, hartkloppingen, het gevoel adem tekort te komen. Even later worden zij die willen debatteren, ingedeeld in groepjes. Ze kiezen voor de Brits Parlementaire debatvorm. Dat is één van de meest voorkomende in het internationale wedstrijddebatteren. Het komt erop neer dat een deel van de aanwezigen de ‘regering’ vormt: zij krijgen een stelling te verdedigen. Hun tegenstrevers bekampen net die stelling: zij zijn de oppositie. Alle sprekers krijgen evenveel spreektijd, meestal vijf minuten. De resterende aanwezigen vormen de jury. Vandaag krijgen de debatteerders twee stellingen voor de kiezen: ‘Studeren aan de universiteit moet gratis zijn’ en ‘Toegang tot het in-

ternet is een mensenrecht’. Na de bevlogen speeches, weerleggingen en verdedigingen geven de juryleden de deelnemers feedback over hoe welsprekend ze al dan niet waren, en waarom.

Vier personen -de ‘regering’- nemen plaats tegenover vier anderen - de ‘oppositie’. En dan begint het debat.

Open vereniging De debatvereniging is ‘Brussels Debaters’ gedoopt. Eén van de deelnemers is Gerrit. “Het was weer erg fijn debatteren vandaag”, zegt hij. “In feite is het jammer dat zulke debatverenigingen zeldzaam zijn. Zeker vergeleken met Nederland, waar elke ietwat grote stad een debatclub heeft. In België is het, los van de Brussels Debaters, een academische aangelegenheid, denk ik. Zo vinden er soms debatten plaats aan de ULB en aan de VUB.” Zo’n academische, politieke of an-

dere debatverenigingen zijn meestal enkel toegankelijk voor een select publiek. Maar Brussels Debaters is een ‘open debatvereniging’. Iedereen is er welkom. Dat draagt bij tot de grote diversiteit van haar leden. David, een Leuvense kennisingeni-

Adam stond mee aan de wieg van de debatvereniging. “We begonnen in oktober 2014,” vertelt hij. “Sedertdien komen we elke donderdag samen. En telkens volgen we hetzelfde patroon. Eerst is er een inleiding met knowhow als: hoe structureer je je argumentatie, hoe overwin je plankenkoorts,... Daarna begint het debat. En elke vierde donderdag van de maand is er een ‘Grand Debate’. De deelnemers krijgen dan enkele dagen op voorhand de stelling die ze moeten verdedigen of bestrijden. Wat ze eerder die maand leerden, integreren ze dan in hun betoog. Da’s een zeer goede oefening.” In Angelsaksische landen bestaan er al veel langer debatverenigingen, stelt hij. “Nu krijgt het concept ook voet aan de grond in continentaal Europa. Het is intussen vrij gangbaar in Nederland. En ook in Duitsland is het in opmars. Da’s niet te verbazen. Want overtuigen hoef je niet enkel te kunnen als je een zakenman bent die auto’s verkoopt. Als je in een bureaucratische omgeving werkt, bijvoorbeeld, moet je eveneens om de haverklap anderen overtuigen van je visie.” “In de toekomst hopen we connecties uit te bouwen met debatverenigingen in andere landen. In Nederland, bijvoorbeeld. Want je leert veel door met andere verenigingen in debat te gaan. We zouden het ook mooi vinden als ons initiatief navolging krijgt in andere steden, zoals Gent.” Wie eveneens de degens wenst te kruisen in een debat, schrijft zich in via de website meetup.com. Op dat platform heeft ‘Brussels Debaters’ een vaste stek.

Koen Vandepopuliere


ADVERTENTIE

© JO VOETS

BDW 1463 PAGINA 11 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

BELEID > ELKE ROEX (SP.A) WIL GESTROOMLIJND NETHEIDSBELEID

INTERNE STADSHERVORMING SLEEPT AAN BRUSSEL – Meer dan drie jaar na het Vlinderakkoord is van de interne stadshervorming nog niet veel in huis gekomen. “Vooral op vlak van mobiliteit, parkeerbeleid en openbare reinheid ligt nog veel werk op de plank,” zegt parlementslid Elke Roex (SP.A). Een slagkrachtige stad door betere afspraken tussen de negentien gemeenten en het Brussels Gewest. Dat was een van de (kleinere) onderdelen van het Vlinderakkoord dat Elio Di Rupo (PS) in de herfst van 2011 met acht partijen sloot. Parlementslid Elke Roex (SP.A) heeft een stand van zaken opgemaakt van wat er intussen is gerealiseerd. Niet veel, zo blijkt. De hervorming van de sociale huisvesting staat het verst. Het aantal openbare huisvestingsmaatschappijen moest van 33 gereduceerd worden tot 16. Het zullen er uiteindelijk wellicht 17 zijn. Er is zoveel mogelijk gezocht naar fusie-opportuniteiten. Er is vandaag nog geen enkele maatschappij gefuseerd – dat zal nog wel even duren, maar de helft van de fusies is wel al erkend en de andere helft heeft een erkenningsaanvraag ingediend.

Sectorisatie Dat de fusies tergend traag verlopen, komt door de verschillen in juridische structuur, en omdat heel wat huisvestingsmaatschappijen erg verankerd zitten in de lokale politiek. De huisvestingsmaatschappij van SintJoost bijvoorbeeld, die aanvankelijk bij Evere zou aansluiten, blijft alleen, “al kan dat later nog wel veranderen,” zegt Roex. Ook Etterbeek behoudt haar eigen huisvestingsmaatschappij. Op vlak van mobiliteit en parkeerbeleid zijn stappen gezet, met een kaderordonnantie en de goedkeuring van een gewestelijk parkeerbeleidsplan, maar op het terrein heeft dat nog niet veel verandering teweeggebracht. “Terwijl dat bij uitstek bevoegdheden zijn die men gewestelijk moet aanpakken,” zegt Roex. Het gewestelijk mobiliteitsplan Iris-2 heeft theoretisch kracht van wet (min 20 procent autoverkeer tegen 2018), en de gemeenten moeten hun lokaal mobiliteitsplan daarin inschrijven, maar veel is daar nog niet van te merken.

ELKE ROEX:

“Is het écht nodig dat elke gemeente apart haar affiches maakt om de inwoners te sensibiliseren?”

Voor het gewestelijk parkeerbeleid is nog niet eens de ‘sectorisatie’ opgesteld van de parkeerzones (niet langer gemeentelijk, maar op wijkniveau). Daardoor permitteert de gemeente Sint-Pieters-Woluwe het zich bijvoorbeeld om in haar nieuw lokaal parkeerbeleidsplan de hele gemeente als één parkeerzone te zien, wat helemaal niet de bedoeling is. Het netheidsbeleid is het grootste zorgenkind. De afspraak was: de lokale besturen houden alle straten schoon (ook de gewestwegen), de gemeenten die over een containerpark beschikken hevelen dat over naar het gewestelijk niveau.

Subsidiepot Daarvoor zijn contracten nodig tussen elk van de negentien gemeenten en gewest. Er is nog geen enkel zo’n contract getekend. “Terwijl het Gewest echt ver zou kunnen gaan om het netheidsbeleid te stroomlijnen,” zegt Roex die tevens schepen van Netheid is in Anderlecht. “Er zijn nu veel ‘doublures’. Veel gemeenten hebben een repressiedienst, het Gewest heeft die ook. Net zoals een sensibiliseringsdienst. Is het écht nodig dat elke gemeente apart zijn affiches maakt om de inwoners te sensibiliseren?” Volgens Roex zou de gewestelijke subisidiepot van 3 miljoen euro voor gemeentelijke netheidsprogramma’s in dat gestroomlijnde beleid kunnen worden opgenomen. “De gemeenten en het gewest moeten hierover dringend de koppen bij elkaar steken.” Steven Van Garsse

L E D N A H K E

BO

L E G O V UK

L P DE

E L A T O T P O O K R E V T I U % 0 8 t o t %

0 3 n Va

G N I T R O K

0 1 € r ) voo

% 0 8 n ns (va

4 roma

9 g e w n e e t s e s l e h c e e d M r o o v l i V 0 0 18 ag d j i r v g– a d n a Ma 8u 1 – 1 1 ag d r e t a Z 7u 11 – 1


BDW 1463 PAGINA 12 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

Het wordt druk in de Tuinbouwersstraat waar nu ook, recht tegenover ‘t Plantsoentje, de toegangsweg komt naar de nieuwe site HoP.

© SASKIA VANDERSTICHELE

DEZE WEEK OP DE DONDERBERG > BUURT VERZET ZICH TEGEN MASSIEF BOUWPROJECT OP GROEN BINNENTERREIN

‘EEN GROTE SCHOOL ÉN WONINGEN, DAT IS TE VEEL’ LAKEN – De buurtbewoners kanten zich tegen het ambitieuze bouwproject dat Brussel-Stad op het groene binnenterrein Donderberg wil realiseren. “Een school voor 672 leerlingen en ook nog eens 75 woningen, dat is te veel.” Ook de aanpak van de Stad krijgt kritiek. “Nu we eindelijk inzage in de plannen krijgen, blijkt alles vast te liggen.” woners gerekend. Die richtten het wijkcomité Donderberg op, dat de bouwplannen wist af te weren en in de jaren nadien allerlei mooie projecten voor de buurt opzette: de eerste speelstraat, gezamenlijke gevelaanplantingen, een verkeerscirculatieplan. Deze keer lijkt de Stad vastbesloten. Door de snelle bevolkingsgroei heeft Brussel nood aan extra scholen en woningen. Vier jaar geleden liet de Stad haar oog dan ook opnieuw vallen op de Donderberg, die ingetekend staat als zone voor uitrustin-

rein en zal bestaan uit vier gebouwen. Ze omvat een polyvalente zaal, een cafetaria en een ondergrondse sportzaal, die ook door buitenstaan© CERAU

D

e Donderberg, in het Frans Clos des Perruches, is een verwilderd, hellend binnenterrein, grenzend aan de SintAlbaansbergstraat en de Tuinbouwersstraat. Ooit behoorde het, samen met de Tuinen van de Bloemist, tot het koninklijk domein. In de jaren 1960 kwam het in handen van het Brusselse OCMW. Intussen is het eigendom van Brussel-Stad. In de jaren 1990 probeerde het OCMW tot twee keer toe om het terrein vol te bouwen met woningen. Maar dat was buiten de buurtbe-

Ouriaghli (PS) en Faouzia Hariche (PS), samen met de architecten van Cerau, de plannen presenteren. De school komt beneden op het ter-

gen van collectief belang. Daar wil ze het project HoP (HorticulteursPerruches) verwezenlijken, een basisschool voor 672 leerlingen en 75 woningen.

Europese school Nadat de omwonenden via de pers lucht hadden gekregen van de plannen, drongen ze bij het stadsbestuur aan op overleg. Maar daar hebben ze bijna vier jaar op moeten wachten, tot 13 februari jongstleden, de vrijdagavond voor de krokusvakantie. Toen kwamen schepenen Mohamed

Een simulatiebeeld toont hoe de Donderberg er moet uitzien.


JOS BRUMAGNE (WIJKCOMITÉ):

“Op de tekeningen lijkt het alsof het een soort parkje wordt, met wandelwegen, een moestuin en hoge bomen. Maar dat is een lachertje”

ders gebruikt kunnen worden. Op het hogergelegen stuk van het perceel worden de 75 woningen neergezet, verdeeld over zes gebouwen. De toegangsweg naar de site komt aan het einde van de Tuinbouwersstraat. Via deze nieuwe weg zullen de nieuwe bewoners tot aan hun ondergrondse garage kunnen rijden. Aan de school of de sportzaal worden geen parkeerplaatsen gemaakt. Het is ook niet de bedoeling dat ouders en leraren de site met de wagen binnenrijden. De presentatie van het project was voor vele buurtbewoners een koude douche. Enkele maanden geleden, tijdens de inhuldiging van een nieuwe wijkantenne in Laken, had burgemeester Yvan Mayeur (PS) het wijkcomité immers nog toevertrouwd dat ook hij het project te massief vond en dat het, wat hem betrof, gedownsized moest worden. Maar de plannen zijn onveranderd gebleven. “Het wordt stampvol,” zegt Jos Brumagne van het wijkcomité. “Een basisschool voor 672 leerlingen, de grootste van de Stad, en dan nog 75 woningen, dat is te veel voor dit terrein en voor de buurt. De Stad houdt geen rekening met de andere scholen in deze omgeving. We hebben hier al de Europese school waar straks 3.000 leerlingen zullen zijn, plus de hele omkadering, en ook het Nederlandstalige scholenblok met de Kunsthumaniora, het lyceum Martha Somers en basisschool ‘t Plantzoentje.”

Beschermde bomen Toch wil het wijkcomité begrip tonen voor de noden van de Stad. Brumagne: “Maar wij zeggen, doe het een of het ander, hetzij de school, hetzij de woningen. De buurt kiest dan voor een school, liefst een secundaire, want dat levert minder verkeersoverlast op in deze smalle straten.” Als de huidige plannen uitgevoerd worden, zijn mobiliteitsproblemen volgens het wijkcomité onvermijdelijk. Om het verkeer vlot te laten verlopen zou een stukje van de Tuinbouwerstraat tweerichtingsverkeer worden. “Maar dit zal niet beletten dat het een chaos wordt,” zegt Brumagne. “De Tuinbouwersstraat is nu al

superdruk tijdens de spits omdat ouders er hun kinderen komen afzetten en ophalen aan ‘t Plantzoentje.” Ook vreest de buurt voor serieuze parkeerproblemen. “Er zullen in de Tuinbouwersstraat twintig parkeerplaatsen sneuvelen voor de aanleg van de toegangsweg en de geplande kiss and ride-zone. Ook zullen de 35 leerkrachten en de bezoekers van de sportzaal hun wagen in de wijk moeten achterlaten. Dat betekent dus minstens 55 plaatsen minder voor de omwonenden.” Het wijkcomité, dat afgelopen week een lange brief stuurde naar de betrokken schepenen, betreurt ook dat er weer een stukje groen verdwijnt in Brussel. “Op de tekeningen lijkt het alsof het een soort parkje wordt, met wandelwegen, een moestuin en hoge bomen. Maar dat is een lachertje. Die bomen moet sowieso blijven want ze staan op de lijst van merkwaardige bomen, ze zijn beschermd.” zegt Brumagne. “Dit is een uniek binnengebied, het zou een onderdeel moeten worden van het groene netwerk in Laken.”

© BELGAIMAGE

BDW 1463 PAGINA 13 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

BRUSSEL-STAD > WERKGROEP BUIGT ZICH OVER KOST BETOGINGEN

MAYEUR EN JAMBON ZWIJGEN SAMEN

Sceptisch Voorts vreest de buurt voor wateroverlast, ook al zijn de architecten van plan om het regenwater op te vangen en te hergebruiken. Brumagne: “Het terrein helt sterk naar beneden en is onderaan moerassig. Als je dat helemaal vol bouwt, wordt de bodem veel minder doorlaatbaar. En de laagste gelegen huizen in de buurt lopen nu al regelmatig onder.” Nog het meeste moeite hebben de omwonenden met de totstandkoming van het project, zonder enig overleg met de buurt. Bij de presentatie op 13 februari zei schepen Ouriaghli dat het ging om een voorproject en dat er dus nog wijzigingen mogelijk zijn. Maar de buurtbewoners zijn erg sceptisch. “De stad heeft het project als geheel aanbesteed. Er is een contract getekend met een aannemer die moest zorgen voor een architect, voor de mobiliteitsstudie en die ook instaat voor de bouw,” legt Tom Cartrysse van het wijkcomité uit. “De stad heeft zich hiermee vastgezet. Voor elke vermindering van het programma zal ze schadevergoeding moeten betalen aan de aannemer. Dat dit contract al getekend is, nog voor er een vergunning is aangevraagd, is een miskenning van de democratische overlegprocedure, het is een slag in het gelaat van de wijk.”

Bettina Hubo

Eén zaak is duidelijk: de (openlijke) oorlog tussen burgemeester Yvan Mayeur (PS) en minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) is voorbij. Mayeur verwees een motie van oppositieraadslid Fabian Maingain (FDF) met de vraag voor meer middelen voor de politiezone naar de Griekse kalender. En een vraag van Johan Van den Driessche (N-VA) over de betoging van 6 november onderging hetzelfde lot. Maingain kreeg als antwoord dat er werkgroepen opgestart zijn om te kijken hoe de federale overheid kan bijdragen aan de Europese toppen en de 800 betogingen per jaar. De betogingen kosten de Brusselaar jaarlijks 18 miljoen euro. Van den Driessche vindt dat

er eerst moet gekeken worden naar hoe de middelen beter kunnen ingezet worden, een fusie van de politiezones zou volgens hem niet alleen besparen maar vooral beter zijn voor de veiligheid. Van den Driessche vindt besparen zelfs minder belangrijk dan een efficiënter veiligheidsbeleid. Mayeur zag een tegenspraak tussen Van den Driessche en Jambon. Ook over het rapport van de betoging die heel erg uit de hand liep wou Mayeur niets zeggen: “De minister van Binnenlandse Zaken heeft gevraagd om er niet over te communiceren,” aldus Mayeur. Danny Vileyn

BRUSSEL-STAD > ROUTEWIJZIGING DOOR CIRCULATIEPLAN

Eerste aanpassing voor bussen 47 en 88 De eerste wijzigingen voor het openbaar vervoer in het kader van het circulatieplan zijn doorgevoerd. Bussen 47 en 88 rijden niet meer naar De Brouckère via de Lakensestraat, omdat die een eenrichtingsstraat is geworden en dichtgaat voor inkomend verkeer vanaf de Kleine Ring. Ook de rijrichting van de Jacqmainlaan en de Adolphe Maxlaan is veranderd. Die maatregelen moesten het verkeer tijdens Winterpret in goede banen leiden en zijn meteen ook de eerste toepassing van het circulatieplan voor de Vijfhoek. Hierdoor worden de haltes Begijnhof en Parking 58 niet meer bediend in de richting van De Brouckère. De bussen stoppen wel nog aan Begijnhof als ze naar de Heizel en het station van Vilvoorde rijden. Het eindpunt van beide bussen is ook veranderd. “Aan De Brouckère is er te weinig plaats voor een terminus.

Daarom dient de halte IJzer nu als terminus van bus 47. De Brouckère wordt wel nog steeds bediend, maar pas na een stilstand van twintig minuten aan IJzer,” zegt An Van hamme, woordvoerster van de MIVB. “Ook de terminus van bus 88 is veranderd. Vroeger hield die bus halt in de Hallenstraat, maar nu kent de bus zijn eindpunt in de Augustijnenstraat.” Die wijzigingen zijn slechts tijdelijk, want in het begin van de zomer worden het circulatieplan en het busplan van de MIVB officieel ingevoerd. Buslijnen 88 en 47 zullen dan nog steeds halt houden nabij het Brouckèreplein, maar krijgen hun terminus op de Jacqmainlaan en de Adolphe Maxlaan. Voorlopig zijn bussen 47 en 88 dus de enige bussen waarvan de route is veranderd door het circulatieplan. Killyan Dauvillé

ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be

VORST > VGC-DIENSTENCENTRUM VINDT ONDERDAK IN COLLECTIEF WOONPROJECT BRUTOPIA

Nieuw dienstencentrum ‘Miro’ van start Vorige vrijdag is in Vorst het nieuwe lokaal dienstencentrum ‘Miro’ ingehuldigd. Het gaat om het negentiende lokaal dienstencentrum in het gewest. ‘Miro’ is ingebed in het passieve samenwoonproject Brutopia. Na een lange opstartfase werd de eerste steen voor Brutopia gelegd in 2012. Brutopia bestaat uit 29 appartementen, waarvan 27 passieve en twee lage-energie-. Intussen heeft het complex aan de Van Volxemlaan de Blue House architectuurprijs gewonnen.

De bewoners van Brutopia wilden van meet af aan hun woningcomplex duurzaam verankeren in de wijk. Zo willen ze verschillende generaties in de multiculturele buurt met elkaar verbinden. De gelijkvloerse verdieping en de binnentuin stellen ze daarom open voor een nieuw lokaal dienstencentrum, waar ouderen en hulpbehoevenden terechtkunnen voor vragen, zorg of ontmoetingsmomenten, zodat ze zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. KV


ADVERTENTIE

Wist je dat Brussel al na 3 dagen zonder voedsel zou zitten indien de toevoer volledig afgesloten wordt? 2015

Wat als we er tegen 2040 in zouden slagen om hier 30 dagen van te maken door volop in te zetten op ecologische stadslandbouw in en rond Brussel? De voordelen zijn divers: meer lokaal geproduceerd voedsel, een stijgend aantal arbeidskansen, in het bijzonder voor de laaggeschoolde Brusselaars, enz…

UW O B D N A L S D A T S G A D STUDIENAMID vrijdag 2O maart

12u30 13u00

14u20 14u40

15u20

Ontvangst met hapjes/koffie/thee 4 sprekers delen hun ervaring en visie: • VELT • PERMAFUNGI • URBAN FARM (Abattoir) • LE DÉBUTS DES HARICOTS Voorstelling Bx-Grown (Neerhof) Debat met ministers Sven Gatz, Pascal Smet en burgemeester Willy Segers (Dilbeek). Buitenreceptie

JAAR

Info & inschrijvingen: www.neerhof-vzw.be 02/569 14 45 of info@neerhof-vzw.be Adres: Neerhofstraat 2 - 1700 Dilbeek Makkelijk bereikbaar vanuit Brussel met de bussen van De Lijn (118-128-129)

ADVERTENTIE

Dubbel zo Brussel tvbrussel verdubbelt aanbod

tvbrussel pakt uit met een verdubbelde programmatie. Herbeleef een mix van de beste programma’s en reportages van de voorbije dagen en weken. Voortaan de hele dag tot aan het nieuws van 18u, op tvbrussel.

tvbrussel.be

tvbrussel

@tvbrussel

Met de steun van de


© JO VOETS

BDW 1463 PAGINA 15 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE > HEISA OVER EENTALIG GEMEENTEBLAD

‘GEMEENTE MARGINALISEERT DE VLAMINGEN’ Open VLD en CD&V verzetten zich met klem tegen de nieuwe communicatiepolitiek van FDF-burgemeester Olivier Maingain in zijn gemeente. Die heeft beslist om het glossy gemeenteblad alleen in het Frans uit te geven. De Vlamingen krijgen een apart blad. “Regelrechte apartheid,” zo klinkt het bij de Nederlandstalige oppositie. Hoe scherp het communautair profi el van  Olivier  Maingain  in  de  nationale  politiek  ook  is,  als  burgemeester  leek  hij  zich  tot  nog toe altijd als een legalist te gedragen.  In  dat  beeld  komen  nu  serieuze  barsten.  Zo heeft Maingain onlangs beslist om het  gemeentelijk informatieblad  Wolu-Info alleen in het Frans uit te geven. De Vlamingen krijgen, bij hen thuis, een aparte, gereduceerde variant in het Nederlands. Zo  wekt Maingain de indruk, bij de inwoners  en bij de internationale gemeenschap, dat  zijn gemeente eentalig Frans is. “Deze  beslissing  is  volledig  in  strijd  met  de  taalwet  van  1966,”  zegt  gemeenteraadslid  Philippe  Geelhand  (Open  VLD).  “Een gemeentebestuur moet de bevolking  tweetalig inlichten.” Geelhand wijst erop  dat de vorige edities van het gemeenteblad  wél  Nederlandstalige  artikels  bevatten.  “Ze namen weliswaar maar een klein deel  van  de  plaats  in,  maar  het  blad  was  tenminste tweetalig.” “Er  is  nog  een  tweede  reden  waarom  de  gemeente  de  wet  overtreedt,”  zegt  Geelhand. “Maingain gebruikt adressenlijsten

van  inwoners  die  in  het  Nederlands  zijn  ingeschreven.  Dat  is  onwettig.  Dat  mag  alleen voor kiesverrichtingen.” Geelhand ziet nog een derde reden om de  beslissing  aan  te  vechten.  Twee  aparte  bladen  uitgeven  is  geen  voorbeeld  van  deugdelijk bestuur. “De kost ligt een stuk  hoger dan de uitgave van één blad. En de  gemeente  heeft  het  al  niet  breed.  In  het  OCMW  heeft  men  zopas  acht  mensen  moeten afdanken.” Ook  gemeenteraadslid  Georges  De  Smul  (CD&V) trekt fel van leer tegen wat hij een  vorm van ‘apartheid’ noemt. “Het marginaliseren  van  de  Nederlandstalige  inwoners  gaat  weer  een  stap  verder,”  zegt  De  Smul,  die  opmerkt  dat  de  burgemeester  op  de  laatste  pagina  van  W   olu-Info  wensen stuurt in vele talen (Engels, Italiaans,  Spaans,  Duits)  maar  niet  in  het  Nederlands. Volgens  De  Smul  worden  de  Vlamingen  in  de  gemeente  nog  regelmatlig  geschoffeerd, ook door gemeentepersoneel. “Onlangs  vroeg  ik  een  politieagent  om  Nederlands  te  spreken.  Hij  antwoordde  me  ‘C’est un défaut que je n’ai pas’. Dat zegt  toch genoeg.” De Smul dient klacht in bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) en de vicegouverneur van het Brussels Gewest, bevoegd voor de naleving van de taalwet. Op  16 maart zullen Geelhand en De Smul de  burgemeester interpelleren over het taalgebruik in  Wolu-Info. Steven Van Garsse

UIT DE LUCHT GEGREPEN

© NGI

Elk jaar koopt het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) luchtfoto’s aan om zijn databank met geografische gegevens aan te passen. Overlappende luchtfoto’s worden daarop op elkaar gelegd, waardoor een 3D-model ontstaat, dat op zijn beurt vergeleken wordt met de gegevens die het NGI al heeft van plaatsnamen, rivieren, bossen en gebouwen. Zo wordt duidelijk hoe de werkelijkheid op het terrein is in vergelijking met de werkelijkheid op de kaart. Als het moet, dan past het NGI de gegevens aan. Het NGI is natuurlijk al zo lang bezig met kaarten maken dat het ondertussen over een indrukwekkend archief luchtfoto’s beschikt. Een selectie hiervan vindt u week na week in deze rubriek ‘Uit de lucht gegrepen’ terug. Het gaat steeds om (oude) luchtfoto’s uit een van de negentien Brusselse gemeenten. Vorige week zag u de Europese wijk en het Luxemburgstation in 1978, voor het Europees parlement werd gebouwd. Als er een Europese top is, kan de wijk zeer moeilijk door te komen zijn. Deze week tonen we u een vrij recente foto van een sportstadion in de buurt van een beek. Om het wat uitdagender te maken is er trouwens ook iets ‘mis’ met de foto. Wat zien we, en waar? CD

BRUSSEL-STAD > ZET HET WEEKEND GOED IN AAN THURN & TAXIS

GERECYCLEERDE HUISJES VOOR DAKLOZEN Bij  Thurn  &  Taxis  organiseert  Fridaysnice  sinds kort elke vrijdag activiteiten om het begin van het weekend goed in te zetten. Naast  drank- en eetstandjes zijn er ook workshops en  een daarvan is het project  Tiny little Houses for homeless of piepkleine huisjes voor daklozen.  De  huisjes  worden  gemaakt  van  gerecycleerd  materiaal en elk huisje heeft een bed, verwar-

ming en ventilatie en is waterbestendig en geisoleerd.  Het project is gebaseerd op het werk  van kunstenaar Gregory Kloen. Vanaf vrijdag  om 16 uur zullen er wekelijks workshops zijn  in het Goederenstation van Thurn & Taxis om  de huisjes zelf te bouwen.

ADVERTENTIE

Marie Rutsaert


BDW 1463 PAGINA 16 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

BDWOPINIE

INITIATIEF R E G R U B S L E VER BRUSS O Y R D N A C E ITECTE ELIS H C R A > IT E MOBILIT

E D N A V E H T Y M DE S G N I K R A P VOLLE

BRUSSEL – Op vlak van mobiliteitsbeleid loopt Brussel achter in vergelijking met veel andere Europese steden, zegt architecte Elise Candry. Het burgerinitiatief ‘Brussels parking myth’ wil een handje helpen. Door te tellen hoeveel lege parkeerplaatsen er in de hoofdstad zijn, tonen ze aan dat er geen parkeerprobleem maar een mobiliteitsprobleem heerst in Brussel.

O

ver Brussel en zijn publieke ruimte is reeds veel gezegd en geschreven. Niet zelden vergezeld van een bedenkelijke blik. Onnodig om alles hier opnieuw aan te halen. Maar wat zeker ook gezegd mag worden, is dat de Brusselaar in ieder geval van zich laat horen. Niet alleen in Brussel trouwens, maar in steden over de hele wereld wijzen burgerinitiatieven op een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de stad waarin men leeft. Gebrek aan tijd en middelen wordt gecompenseerd door energie en inventiviteit. Enerzijds reflecteren ze enthousiasme, anderzijds een scherpe kritiek op de hedendaags stad. Een van die kritieken, en hot topic, is de Brusselse mobiliteitsproblematiek. Kort geschetst: in Brussel is de auto de baas. Een erfenis van de bijzonder agressieve planningspoli-

tiek uit de jaren 1940 en 1950, ook bekend als ‘brusselisatie’. De auto stond destijds symbool voor vrijheid en vooruitgang, in die mate zelfs dat de stad ontwikkeld werd op maat ervan. Iconisch voorbeeld hiervan is Parking 58. Dit tien verdiepingen hoge parkeergebouw werd neergepoot in ruil voor een antieke markthal uit de late negentiende eeuw. Dit voorbeeld treft echter het geluk dat het ondertussen geliefd wordt voor zijn publieke (ja, gratis) dakterras, met 360 graden zicht op het Brusselse gebouwenlandschap. Het was de eerste parkeertoren die werd gebouwd in Brussel, om tegemoet te komen aan de extra parkeerbehoefte gegenereerd door Expo ‘58.

Cynisch onderschrift Maar goed, dat was toen. Zouden we niet verwachten dat we ondertus-

“Op een zaterdag tijdens de eindejaarssolden telde ‘Brussels parking myth’ 3.024 lege parkeerplaatsen in Brussel”

sen al een stapje verder staan? Dat we aan het uitrekenen zouden zijn hoeveel parkeerplaatsen inmiddels geschrapt kunnen worden? Op vlak van mobiliteitsbeleid loopt Brussel achter in vergelijking met veel an-

dere Europese steden. Beslissingen nemen duurt lang, heel lang. De complexe administratieve structuur maakt hiervan natuurlijk geen gemakkelijke taak. Maar toch lijkt ook de boodschap van de verschillende ‘Picnic the Streets’ acties niet volledig te zijn begrepen. In december 2014 werd door de Brusselse gemeenteraad het voorstel goedgekeurd om vier nieuwe ondergrondse parkings te bouwen in de Brusselse vijfhoek: op de Nieuwe Graanmarkt, het Vossenplein, het IJzerplein en het Rouppeplein. Deze beslissing werd gevolgd door luid protest van heel wat Brusselaars. Een bijzonder protest kwam er onder de vorm van ‘Brussels parking myth’. Deze groep, bestaande uit een twintigtal Brusselaars, werd opgericht naar aanleiding van het ongemakkelijke gevoel dat een tweet van Brussels schepen voor Mobiliteit Els Ampe (Open VLD) opriep. Op 7 december 2014 deelde Ampe op Twitter twee foto’s van volle parkings in het centrum van Brussel, met een cynisch onderschrift over de “mythe van de lege parkings”. De oprichters van ‘Brussels parking myth’ wilden haar maar al te graag het tegendeel bewijzen.

Een eerste keer gingen zij op een zaterdag in december, in de drukke kerstperiode, op zoek naar lege parkeerplaatsen binnen de Brusselse vijfhoek. Deze werden geteld, gefotografeerd en vervolgens op sociale media gedocumenteerd. Op slechts anderhalf uur werden 1.700 vrije parkeerplaatsen geteld. Hoewel de tellers slechts met een twintigtal waren, werd de actie veelvuldig gedeeld op de sociale media. De actie kreeg ook de nodige media-aandacht, maar werd vaak ook als ‘onwetenschappelijk’ opzij geschoven. Midden januari werd dus een tweede telling georganiseerd. Opnieuw een zaterdag, deze keer tijdens de eindejaarssolden. Nadien kwamen de tellers samen – waar anders – op het dak van Parking 58 om de optelsom te maken. Het resultaat: maar liefst 3.204 lege parkeerplaatsen. Beide op zijn minst vermeldenswaardige getallen. Hierna werden de acties opgepikt, onder andere door Els Ampe zelf. De organisatoren van ‘Brussels parking myth’ werden uitgenodigd voor een gesprek op het kabinet van Ampe, alsook op dat van Brussels minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Pascal Smet (SP.A).

Blinde muur Hoewel de acties van ‘Brussels parking myth’ geen wetenschappelijke studie vormen, willen ze aantonen dat er geen parkeerprobleem heerst in Brussel, maar wel degelijk een mobiliteitsprobleem. Uiteraard gaat het om een zeer complexe, vaak ook politieke kwestie. ‘Brussels parking myth’ biedt hierop geen antwoord of oplossing. Maar met hun bijna ludieke acties zijn ze er wel in geslaagd de aandacht te vestigen op het probleem. Ze tonen aan dat bij de Brusselaars een draagvlak bestaat, een betrokkenheid voor wat met hun stad gebeurt. Bovendien werden de acties opgepikt door de bevoegde instanties, en waren ze bereid de dialoog aan te gaan. Die zogenaamde ‘blinde muur’ blijkt dus toch meer toegankelijk dan vaak verwacht. Protestacties zoals die van ‘Brussels parking myth’ roepen een kritische houding op. Niet alleen tegenover de bevoegde instanties, maar ook tegenover de stad en haar publieke ruimte, en de manier waarop we die gebruiken. Dat inwoners het op dergelijke spontane manier opnemen voor hun publieke ruimte, vormt op zijn minst al goed nieuws. Elise Candry, architecte, maakte een masterthesis over stadsactivisme in Brussel


© BART DEWAELE

lezersbrieven@bdw.be

BRIEVEN VAN LEZERS

BDW 1463 PAGINA 17 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

Mondmaskers Ik wil u proficiat wensen met uw inleidend woord in de laatste krant (BDW 1462, p.2). U zegt wat ik al een tijdje denk, maar dan uitermate goed verwoord! Ik woon zelf in Schaarbeek en rijd elke dag met de fiets naar mijn werk in Etterbeek. Ik worstel met het dilemma: mondmasker of niet? Het is vooral de machteloosheid waar ik triest van word, het feit dat je je gezondheid hypothekeert door mee te helpen aan een leefbare stad. Het feit dat hier vanuit de overheid niet de kaart wordt getrokken van de fietser. Dat de auto nog steeds koning is, is bijna crimineel te noemen en getuigt van een gebrek aan moed en visie. Het paradijs zou het kunnen zijn, zoals u het omschrijft… Ik sta 200 procent achter uw artikel. Proficiat! Frederik Maes, Schaarbeek

Jihadisme In een helder analyserend opiniestuk over het probleem van de Syriëstrijders (BDW 1462, p.16) stelt Foyervoorzitter Johan Leman een aantal ‘goedkope’ suggesties voor om het jihadisme bij ons te bestrijden: het creëren van een ‘groen telefoonnummer’ (een kliklijn?), zelfhulpgroepen, jongeren-imams die dichter in de leefwereld van de jongeren zouden kunnen zitten en die hun taal en tools kennen. Los van de vraag of deze low-budgetaanpak iets kan uithalen, stelt zich de vraag of onze samenleving zich in deze, gezien de ontzaglijke kostprijs aan menselijke trauma’s en het gevaar van religieus-etnische polarisatie, wel goedkope oplossingen kan veroorloven? De Vilvoordse burgemeester Hans Bonte (SP.A) vraagt aan de federale overheid zonder schroom 2,28 miljoen euro voor een integraal veiligheidsbeleid waarin het radicaliseringsprobleem wordt aangepakt in velerlei facetten, inclusief jeugdwelzijn en onderwijs. Dat kan een smak geld lijken, maar voor dit bedrag betaal je wat onderdelen voor een F-35. Uit de affaire Charlie Hebdo hebben we geleerd dat IS een van de dodelijkste oproepen aller tijden weet te verspreiden en strijd levert tegen de westerse democratie met wel heel goedkope soldaten die gerekruteerd en gebrainwasht

worden op de bodem waar ze nooit hebben kunnen aarden. In volle gijzelingspsychose wist de Frans-Joodse neuropsychiater Boris Cyrulnik op TV7 enkele ijzingwekkende zaken te poneren. Terwijl de hysterie omtrent de vrijheid van expressie zich repte in de richting van een volksmars die werd aangevoerd door een bedenkelijke line-up van internationale politieke kopstukken, wist hij ons vast te pinnen op het daderprobleem. “Het zijn gekken, noch monsters. Men zaait haat in de wijken, kinderen worden gerecupereerd en men biedt hen stages en opleidingen aan. Deze kinderen werden verlaten, zitten in pyschosociale en educatieve moeilijkheden en men zou hen in de eerste plaats moeten opvoeden. (…) Ik wil spreken over de verantwoordelijkheid van onze leiders die onze jongeren cultureel verlaten hebben en hen overlieten aan manipulatoren. (...) De (Franse) moslimgemeenschap loopt gevaar.” Cyrulnik stelt koudweg dat deze terroristen op dezelfde manier gemaakt worden als diegene waarmee de nazi’s aan de macht kwamen. Als theatermaker hoop ik dat Bonte eraan denkt ook geld te vragen voor artistieke projecten. Ik word geraakt door de archieffilmpjes van de dansende broeders Kouachi. Ik bekijk met stollend bloed de gestileerde mise-en-scènes

van mannen in oranje overalls en hun gemaskerde beulen. De foto van de Molenbeekse Syriëstrijder Ayachi lijkt een still uit een romantische film die als poster elke meisjeskamer kan versieren. Kunstenaars zouden veel meer de kans moeten krijgen om jongeren te laten ontploffen. Maar dan op scène, natuurlijk. Kris Kaerts, Jette

Actiris Ik zou nog even willen terugkomen op de drie lezersbrieven over Actiris (BDW 1462, p.17). In een briefwisseling met de heer Didier Gosuin (FDF), minister van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering, bevoegd voor Tewerkstelling, stond dat ik een talentest diende te doen bij Actiris. Dit om zo gemakkelijker een job te vinden. Ook daar was ik verbaasd over. Want bij deze minister zijn er zeer weinig ambtenaren die tweetalig zijn. Na veel tijd verspild te hebben aan de telefoon had ik eindelijk een Nederlandstalige medewerkster aan de lijn. Bij Actiris zelf in de antenne van Anderlecht moet men ook veel geduld hebben om een Nederlandstalige arbeidsconsulent(e) aan het woord te krijgen. Wim Muylaert, Anderlecht

© WIM VAN MOL

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

PROTEST flits h

WOENSDAG 18 FEBRUARI, 17.30 UUR. Wim Van Mol uit NederOver-Heembeek neemt tijdens een fietstochtje langs de Havenlaan enkele foto’s van de platanen, die pootjebaden in het afval. “Van aan Sainctelette tot de brug van Laken ligt het vol met vuilnis,” klinkt het.


BDW 1463 PAGINA 18 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

© COLLECTIE MUSEUM VAN ELSENE

Constant Montald, Allégorie des genres littéraires, sd, Coll. Museum van Elsene (2013)

TENTOONSTELLING > MUSEUM VAN ELSENE LAAT BELGISCHE KUNST VAN DE 19DE EEUW TOT BEGIN 21STE EEUW ZIEN

Tussen Montald en Panamarenko ELSENE – De vaste collectie van het Museum van Elsene is opnieuw te bezichtigen. En dat is een groot geluk. Eindelijk opnieuw genieten van de uitzonderlijke collectie en de toch wel bijzondere sfeer. Tegelijk lopen er twee tijdelijke tentoonstellingen met werken van affichekunstenaar Lucien De Rouck en van de Chinese schrijver-schilder Gao Xingian.

G

edurende meer dan een jaar was de vaste collectie van het Museum van Elsene alleen maar te zien in Zwitserland en het Franse Biarritz, waar de tentoonstelling Belgische Kunst. Tussen droom en werkelijkheid behoorlijk wat succes boekte. Vanaf deze week is de expo in het museum zelf te zien. In het museum zijn een jaar lang alleen tijdelijke tentoonstellingen te zien geweest. In die tijd werd de verwarming vernieuwd, kregen de muren een laagje verf en werden de houten vloeren geschuurd. Maar we kunnen u verzekeren: het museum heeft niets van zijn charmes verloren. Het gebouw, ook het recentere gedeelte, ademt geschiedenis. De romp van het muse-

um is een voormalig slachthuis dat in 1890 de deuren sloot.

Fier Twee jaar later opende het Museum voor Schone Kunsten van Elsene de deuren. Onmiddellijke aanleiding was de schenking van dierenschilder Edmond de Pratere, een Kortrijkzaan die in Elsene woonde en werkte en door zijn geboortestad wandelen was gestuurd toen hij zijn oeuvre wou schenken op voorwaarde dat er een museum voor gebouwd werd. Ook in Elsene was er weerstand. “Je kunt van een slachthuis geen heiligdom van de kunst maken,” was maar een van de kritieken. Voor-

standers wezen er op dat het museum andere kunstenaars zou aantrekken en ook dat het museum de achterstandswijk ten goede zou komen – toen al moesten musea meer doen dan de kunsten dienen. Met het aantrekken van kunstenaars en de schenkingen viel het best mee. Het gemeentesbestuur van Elsene had goed contacten met Octave Maus van Les XX. Elsene begon ook al vlug met werk op te kopen zoals doeken van Emile Claus in 1902. En naast mecenassen als Maus en Edmond Picard kwamen ook schilders naar Elsene afgezakt: Guillaume Vogels, Rodolphe en Juliette Wytsman, Anna Boch, Constantin Meunier en Fernand Khnopff. Van

Anna Boch hangt overigens een pareltje op de expo over de Belgische schilderkunst. Boch was een dochter van de industrieel Boch, die tijd en mogelijkheden had om zich aan schilderkunst te wijden. Ze leerde Theo Van Rysselberghe kennen in de kunstkring Les XX. Elsene is altijd al fier geweest op zijn museum, zegt Anne Carre, verantwoordelijke voor de vaste collectie. Zelfs in tijden van besparingen op alle niveaus slaagt het museum er – dankzij het gemeentebestuur – nog altijd in om kunstwerken aan te kopen zoals Paradox van Panamarenko en De allegorie van de literaire genres van Constant Montald. Het museum koopt zowel hedendaagse kunst aan als oudere werken die de leemten moeten opvullen. Claire Leblanc, die de bekende Nicole d’Huart heeft opgevolgd aan het hoofd van het museum, legt zoals haar voorgangers eigen accenten. Zo toonde de expo Black Paris - Black Brussels uit 2008 de invloed van de Afrikaanse


BDW 1463 PAGINA 19 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

© MUSEUM VAN ELSENE

© FONDS LUCIEN DE ROUCK

‘Belgische Kunst. Tussen droom en werkelijkheid’ loopt tot en met 31 mei in het Museum van Elsene, Jean Van Volsemlaan 71, 1050 Brussel. Open van dinsdag tot en met zondag van 09.30 tot 17 uur. Gesloten op maandagen en feestdagen. De toegangsprijs tot het museum bedraagt 8 euro, met korting (studenten, senioren, groepen) 5 euro. Gratis voor -18 jarigen en uitkeringsgerechtigden. Gao Xingjian en Lucien De Roeck (zie hiernaast) hebben dezelfde looptijd. ‘Belgische kunstenaars tussen ballingschap en melancholie’ loopt tot 20 september.

© COLLECTIE MUSEUM VAN ELSENE

© COLLECTIE MUSEUM VAN ELSENE

Panamarenko, Paradox, 1980-1986.

kunstenaars op Europese collega’s. In 2010 liet de tentoonstelling Fotografie is geen kunst – de collectie Sylvio Perlstein – zien dat fotografie een van de aandachtspunten blijft. Het museum voert ook nog altijd een genereuze politiek: jongeren tot 18 jaar mogen nog altijd gratis binnen.

Belgische kunst De vaste collectie van het museum van Elsene telt zo’n 10.OOO kunstwerken van de zestiende tot de eenentwintigste eeuw. De expo Belgische kunst. Tussen droom en werkelijkheid biedt een overzicht van de voornaamste kunststromingen uit de negentiende en de twintigste eeuw in een notendop. Dankzij de zorgvuldige keuze van grote namen en minder bekende, zelfs bijna onbekende kunstenaars – soms alleen aan de andere kant van de taalgrens zoals de begenadigde Waalse expressionist Anton Carte – krijgt de bezoeker een overzicht van de Belgische kunstgeschiedenis, maar ook een zeer persoonlijke keuze. Die combinatie maakt de expo zo aantrekkelijk. Er is onder andere werk van Meunier, Laermans, Van Rysselberghe, Claus, Lemmen, Khopff, Schirren, Delvaux en Alechinsky. Stuk voor stuk kunstenaars die balanceren tussen de verknochtheid aan de realiteit, het tastbare en de liefde voor de verbeelding: kunst tussen droom en realiteit. Verbeeld in impressionisme, expressionisme, symbolisme, kubisme en het abstracte. Didactisch en toch mooi. De tentoonstelling Belgische kunstenaars.

Georges De Geetere, Portrait de la femme de l’artiste, zonder datum.

Tussen ballingschap en melancholie loopt een paar maanden langer. Nochtans vormt ze een mooie aanvulling bij de Belgische kunstexpo. Tussen ballingschap en melancholie past binnen de evenementen die de gemeente Elsene opzet in het kader van de herdenkingen van De Groote Oorlog. Een twintigtal kunstwerken, schilderijen en beeldhouwwerken van onder andere Rik Wouters, Walter Sauer en Louis Thévenet zorgen voor een andere kijk op de tragische gebeurte-

nissen, de kijk van de kunstgeschiedenis. Lucien De Roeck (1915-2002), de man van de ster met attributen van Expo 58, had steeds zijn potlood en schetsboek op zak. De planken van zijn bibliotheek begeven het bijna onder het gewicht. In de zaal van het museum van Elsene die gewijd is aan ‘s mans affichekunst liggen er een paar honderdtallen in een gesloten glazen bak. Ze vormen een mooie introductie op de affiches van De Roeck die België op zijn hoogtepunt verbeelden: een affiche

voor Ostende Dover en trois heures of reclame voor Antwerpen, wereldhaven en kunststad, centrum van toerisme. De Roeck stond 40 jaar in voor de opleiding van grafisch ontwerpers. De Roeck staat ook in voor de vormgeving van de krant van het Paleis voor Schone Kunsten, voor La Lanterne, La Cité, Phare en Le Quotidien. Voor Pan verzorgt hij de illustraties van de toneelrubriek.

Retrospectieve Gao Xingjian Goa Xingjian werd in 2000 bekroond met de Nobelprijs Literatuur. Maar benevens romancier, dramaturg, regisseur, cineast is hij ook beeldend kunstenaar. Xingjian is Fransman van Chinese origine. Samen met de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België – waar een zaal speciaal werd ingericht voor zes werken – presenteert Elsene een retrospectieve van Xingjians werk. Xingjians oeuvre is een zoektocht naar de vernieuwing van de traditionele Chinese inkttekening. Xingjian in een interview: “Eigenlijk kun je al mijn schilderijen beschouwen als illustraties van mijn literaire werk – hoewel ze niet als dusdanig zijn opgevat – want ik laat ze bewust openstaan voor de verbeelding, de meditatieve beschouwing...” Het werk van Xingjian wordt omschreven als een gevoelige getuigenis van het menselijk lot tegenover de barbarij van de geschiedenis. Michel Draguet, algemeen directeur van de KMSKB, is curator van de expo.

De permanente collectie van het museum van Elsene is opnieuw te bewonderen.

Danny Vileyn


BDW 1463 PAGINA 20 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

JAZZ > TOINE THYS FOCUST MET NIEUWE DRUMMER MEER OP GROOVE

‘VASTROESTEN IS NIETS VOOR MIJ’ BRUSSEL – Een nieuwe drummer en een lichtjes gewijzigde sound zijn de twee troeven waarmee de Brusselse saxofonist Toine Thys de fans van zijn internationaal Hammond-trio deze keer weet te verrassen.

en jazzmuzikanten hebben in elk geval veel fantasie en dat ontbreekt in de wereld. Ik probeer dat op mijn manier aan te vullen.” De jonge generatie is zich daar duidelijk meer en meer bewust van, in tegenstelling tot heel wat van jouw leeftijdsgenoten. Thys: “Daar heb je ergens wel een punt, al denk ik dat het vooral hun houding op het podium is en niet zozeer de muziek zelf. Als het publiek merkt dat muzikanten zich onderling op het podium amuseren en goed communiceren, heeft dat een rechtstreekse invloed op de sfeer in de zaal.”

In 2010 verscheen The End Of Certainty, de debuut-cd van het Toine Thys Trio met Arno Krijger (Hammond) en Joost van Schaik (drums). Ondertussen is deze laatste vervangen door de jonge drummer Antoine Pierre, die eveneens de vaste sidekick van Philip Catherine is. Andere vernieuwing is dat de focus nu wat scherper gesteld werd op groove. Toine Thys: “Er verliepen vier jaar tussen beide platen, dan is het normaal dat er iets verandert. Vastroesten is niets voor mij. Dan zou mijn eigen interesse verzwakken en dat kan je als muzikant niet maken. Ook het publiek pikt dat niet. Met Antoine ontstond er een nieuwe energie-impuls. Zijn jeugdige speelhonger werkt erg aanstekelijk. Door zijn specifieke ritmische aanpak is de sound verschoven naar soul en Hammond-groove, iets wat ik op de eerste cd net afhield. Het accent komt meteen meer te liggen op het feestelijke aspect.” Je kiest graag filmische titels. Voor ‘Grizzly’ is dat ook zo. Thys: “Ik ben een hevige fan van Werner Herzog. Vooral de manier waarop hij fictie en documentaire in elkaar laat overlopen, vind ik

Binnenkort stelt Toine Thys (midden) met zijn Trio de nieuwe cd ‘Grizzly’ voor in het Marnitheater in Elsene.

grandioos. Ook de wijze waarop hij muziek in zijn films gebruikt, is heel apart. Met Grizzly brengt hij het verhaal van een gek en tegelijk dramatisch personage. Het gaat over een man die gefascineerd is door grizzlyberen. Hij drijft het zo ver dat hij tussen die vleeseters gaat kamperen. Dat hij er uiteindelijk ook het leven bij laat, is het minder gelukkige einde. Het onderwerp boeide mij

en het is meteen een korte en krachtige cd-titel. Opgelet, ook al sta ik op de hoes, ik beschouw mezelf niet als een grizzly (lacht).” Moet een jazzmuzikant ook niet wat gek zijn zoals het hoofdpersonage uit die film? Thys: “Wat mezelf betreft, vind ik van wel. Ik heb de indruk dat het er soms te serieus aan toegaat in jazz.

© LARA HERBINIA

Maar gelukkig heb je dan iemand als drummer Han Bennink die met dennentakken speelt en volop gaat schreeuwen. Je kan ook op een meer discrete wijze buiten de lijntjes kleuren. Door een rare wending in akkoorden, bijvoorbeeld. Artiesten

Toine Thys Trio, 27/03, 21.00 uur, Marni (cd-voorstelling ‘Grizzly’). Meer info op www.theatremarni.com

ADVERTENTIE

PERFORMATIK 2015 THE BRUSSELS PERFORMANCE ART BIENNALE 18>29/03 PERFORMATIK.BE

A KAAITHEATER FESTIVAL IN ASSOCIATION WITH ARGOS, BEURSSCHOUWBURG, BOZAR, CENTRALE, DON VERBOVEN EXQUISITE OBJECTS, PASSA PORTA, Q-O2, WIELS, WORKSPACEBRUSSELS, ZSENNE ART LAB

Een van de composities heeft als titel ‘Twin Lotus’. Refereer je hiermee aan Flying Lotus? Thys: “Toen ik dit nummer uitwerkte, liet iemand mij diens recente plaat You’re Dead! beluisteren. Jazz zit bij hem in het bloed, want er is een verre familieband met John Coltrane. Ook al werkt hij gefragmenteerd, toch kan ik zeker heel wat dingen appreciëren. Maar als je wil weten hoe ik die rechtstreekse link verwerk, verwijs ik naar mijn ander trio dERVISH, waar ik mij net toeleg op de kruisbestuiving tussen jazz, beats en electro.” Georges Tonla Briquet

ANNE TERESA DE KEERSMAEKER BÁRA SIGFÚSDÓTTIR & NOÉMIE GOUDAL BÉATRICE BALCOU BENOÎT FÉLIX CHRISTIAN BAKALOV COLLECTIVE (3) NAGAO, SCHAITL & COSTA EMILIO LÓPEZ-MENCHERO ESTHER FERRER GAËTAN RUSQUET GERMAINE KRUIP GRACE SCHWINDT HANS ULRICH OBRIST HEINE AVDAL & YUKIKO SHINOZAKI/FIELDWORKS IVO DIMCHEV JOËLLE TUERLINCKX JONATHAN BURROWS & MATTEO FARGION KAREL VERHOEVEN & YANNICK FRANCK MANON DE BOER & GEORGE VAN DAM MARINO FORMENTI MARTHE RAMM FORTUN MIKI YUI / RIE NAKAJIMA / RYOKO AKAMA PHILIPP GEHMACHER THE BOUILLON GROUP ULLA VON BRANDENBURG w wh at* XAVIER LE ROY


BDW 1463 PAGINA 21 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

STRIP > BRIEVEN HERGÉ NAAR KONING BOUDEWIJNSTICHTING

‘PROFESSIONELE ÉN PERSOONLIJKE CORRESPONDENTIE’ SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – Een honderdtal brieven van Hergé, de geestelijke vader van Kuifje, en zijn vriend en secretaris Marcel Delhaye zijn overgemaakt aan de Koning Boudewijnstichting. Het betreft een schenking van de familie Dessicy. De brieven en postkaarten zullen bewaard worden in de Bibliotheca Wittockiana in SintLambrechts-Woluwe. De correspondentie bevat privébrieven van 1947 tot 1949. Bij sommige brieven heeft Hergé ook tekeningen gemaakt. De inhoud van de brieven is bekend en werd deels gepubliceerd in twee biografieën over Hergé. Kuifjekenner Philippe Godin schreef de biografie Hergé: levenslijnen en las de brieven. “De intense correspondentie tussen Hergé en Delhaye is tegelijk persoonlijk en professioneel,” vertelt hij. “Hergé was in het buitenland om een depressie te behandelen en schreef over zijn men-

Nick Trachet

tale toestand. De brieven zijn belangrijk om Hergé te leren kennen, maar niet essentieel. Uit die periode hebben we ook een uitgebreide briefwisseling met zijn vrouw.” De brieven kwamen na de dood van Delhaye in handen van de familie Dessicy. Guy Dessicy kende Hergé al sinds zijn jeugd en leerde bij hem het vak van colorist. Dessicy stond jaren aan het hoofd van reclamebureau Publiart dat vaak stripverhalen gebruikte als reclamemedium. In de jaren 1980 lag hij mee aan de basis van het Belgisch Stripcentrum. Zijn eerste plan was een Kuifjemuseum in het Cauchiehuis, een van de mooiste art-nouveaugebouwen in Brussel, waarin de familie Dessicy veel energie en geld voor de renovatie hebben gepompt. Uiteindelijk kwam het centrum in een andere art-nouveauparel, het warenhuis Waucquez dat nog door Victor Horta is gebouwd. Marie Rutsaert

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a

Verzekerd verhuurbeheer

a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Knoedels Ik krijg het woord maar met moeite op papier: knoedel. Noedel en poedel, dat gaat nog, maar knoedel? In het Engels heten ze dumplings, dat gaat nog, maar ik zocht een vertaling en zo kwam ik bij knoedels uit. Ik had er nog nooit gemaakt dus daar moest maar eens verandering in komen. Het is ook niet echt voedsel uit onze traditie. Meer uit het Oosten, daar wel. In Tsjechië en Hongarije, in Duitsland en Oostenrijk, daar eten ze knedliki, Klosen en Knödel, maar niet in le plat pays qui est le mien. In Engeland zou het gebruik ook bestaan hebben, maar ik heb het er nooit ontmoet. Verder naar het Zuiden, in Italië, spreken ze van gnocchi. Eigenlijk zijn dat ook knoedels, maar dan kleintjes. Het is een grote familie van bereidingen die van Scandinavië (komperduse) tot in de dim sum van China voorkomen, alleen niet in de Belgische keuken. Vreemd, toch? Knoedels zijn in de eerste plaats deegballen in de grote familie van deegwaren. Deeg wordt gebakken in ovens, gekookt in water of gefrituurd als smoutebollen. Allemaal variaties op hetzelfde thema. Knoedels worden zelden puur bereid, er gaat bijna altijd iets bij: aardappelen, bijvoorbeeld, of oud brood, of pompoen. De Engelse versie waarover ik het hierboven had bestaat uit tweemaal zoveel zelfrijzende bloem als gehakt niervet. Dat is ongeveer het puurste recept dat ik kon vinden. En dat wordt dan grondig gemengd en in de soep gekookt en zo ook geserveerd. Lepel per lepel gaat het deeg in de kokende soep. De ballen zwellen door het koolzuurgas dat bij de verhitting wordt geproduceerd. Ik probeerde een recept van Tsjechische knoedels (Böhmische Knödel ). Ik vond het in een Bayrisches Kochbuch dat ik ooit kocht in de kloosterwinkel van de abdij van Benediktbeuern, weet u wel? Waar de Carmina Burana vandaan kwamen. Het zijn knoedels op basis van brood. De meeste lezers weten wel dat ik iets heb met oud brood. Ik vind het heel erg dat er zoveel brood wordt weggegooid en ik zoek dus allerhande toepassingen: panneermeelrecepten, broodoepen bread and butter cake, en bodding in al zijn vormen zijn hier al geprobeerd, maar de knoedels zelf nog niet. Het recept vraagt om 6-8 semmeln. Dat heb ik moeten opzoeken. Het blijkt Duits te zijn voor broodjes, pistolets. De Duitsers

kennen wat van brood: niet dat zware zure desembrood van rogge, maar hun kleine witte broodjes zijn uitstekend. Naar het schijnt heeft het iets te maken met lange rijstijden op lagere temperatuur. Zo’n broodjes moeten het zijn. Die had ik niet, dus heb ik maar gewoon oud brood gebruikt. Nu vermoed ik dat knoedels maar zo lekker zijn als het brood dat erin gaat. Of op zijn minst: hoe beter het brood, hoe beter de knoedels. Ik nam 200 gram brood en evenveel bloem (geen zelfrijzende, dat stond niet vermeld) daar dan 125 centiliter melk bij en 60 gram boter en drie eieren, gehakte peterselie. Daar de klopper door. Het wordt een stug deeg dat mijn elektrische klopper deed hijgen. In een pan werden ajuinringetjes uitgezweet en licht gekleurd in wat boter, daarop gingen dan het oude brood dat in kleine dobbelsteentjes ( Würfel ) was gesneden om kort te bakken, peper en zout bij, wat tijm... Wanneer alles gebakken en weer afgekoeld was, ging dit bij het deeg. Goed mengen en kneden en dan een uur laten rusten. Volgens de Duitse instructies moet al het deeg dan tot één of twee ballen worden gerold, die dan vijftig minuten in ruim gezouten water moeten worden gekookt. Het is de bedoeling dat deze superknoedel dan in schijven wordt gesneden. Dat vond ik overdreven groot, dus maakte ik een zestal kleinere ballen. Het deeg was nog behoorlijk kleverig en wou niet zo goed van mijn handen. In het ziedende water zakten ze eerst naar de bodem, maar al spoedig gingen ze drijven. Net zoals met vleesballetjes die gekookt worden draait de massa zich vanzelf om tijdens het koken. Ze tollen bij wijze van spreken in het water. Eénmaal goed op gang kon het vuur wat lager en kookte ik deze ballen gedurende ongeveer een half uur. Zo’n knoedels kunnen worden opgediend in een bouillon, als einlage, maar ook in en rond stoofschotels zoals gulash of sauerbraten. Of, zo schrijven ze in het kookboek, in stukjes door de sla of bij de groenten. Het resultaat leek op een ‘vleesvervanger’. Door de ajuin en kruiding kregen de ballen een vleessmaak.

“De kleine witte broodjes van de Duitsers zijn uitstekend. Naar het schijnt heeft het iets te maken met lange rijstijden op lagere temperatuur” Ook koud vond ik ze wel lekker. Er was nog een klein beetje broodstructuur in het midden, verder proefden ze als ‘boddingballen’, maar dan hartig, niet zoet. Er bestaan tientallen en tientallen recepten voor knoedels. Ik ga er in de toekomst nog een paar proberen, met gekookte aardappel erdoor, of met meer groenten, er kan ook vlees bij, restjes van het avondeten van gisteren, bijvoorbeeld. Maar ik ga zeker opteren voor nog kleinere balletjes, meer zoals gnocchi dus. De Italianen hebben niet altijd ongelijk. En zoete versies behoren ook tot de mogelijkheden. Als er over zijn, kunnen ze in stukjes gebakken worden en dan met groenten worden opgediend. En daarenboven: knoedels koken is een heerlijke kliederende bezigheid. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1463 PAGINA 22 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

© LUC HOENRAET

SCHILDERKUNST > LUC HOENRAET IN SINT-MICHIELSKATHEDRAAL

Het lijden van een mens BRUSSEL - Het lijden van een mens. Het lijden van de zoon van de God van de christenen. Het lijden dat Luc Hoenraet schildert, overstijgt het christelijke. En dat is geen gemeenplaats.

H

et lijden is universeel en dus wordt wereldwijd de vraag gesteld naar de zin van het lijden, gisteren en vandaag. Vroeger was het hier gemakkelijk, je was (meestal) katholiek of (soms) was je vrijzinnig, de agnosten niet meegeteld. Vandaag is het allemaal een stuk ingewikkelder. Je hebt van alles wat. En als er geen levensbeschouwing – godsdienst, atheïsme, agnosticisme – meer helpt, dan zijn er cursussen filosofie of mindfulness. In de Sint-Michielskathedraal hangen er tot 14 april twaalf schilderijen van ‘het kruis’. De lijdende Christus hiernaast is er een van. Hoenraets lijdende Christus, de zoon van de God van de christenen, overstijgt het christelijke. En misschien zelfs het religieuze. Hij staat voor het menselijke lijden. Dat dringt langzaam tot je door als de tijd neemt om de schilderijen in volstrekte stilte te aanschouwen. De schilderijen van Hoenraet, die de strijd tussen orde en chaos verbeelden, bestaan uit een spel van krassen en inkervingen met als resultaat het beADVERTENTIE

zwerende teken, het kruis. Hoenraet: “De twijfel is mijn kruis,” aldus Hoenraert. “Ik weet niet of schilderen voor mij een vorm of een uiting van geloofsbeleving inhoudt, maar ik weet wel dat het iets is dat ik moet doen. In elke creatie zit er, als je wil, een vorm van religiositeit, het is ook een manier om jezelf te bevragen. Mijn werk is multiinterpretabel.” Brusselaar Luc Hoenraet, die in 1941 in Aalst geboren werd, is al heel zijn leven bezig met het kruis. Het kruis heeft voor Hoenraet niet alleen een religieuze betekenis, het kruis staat ook voor revolteren, mathematisch plus-teken en plastisch teken. Hij studeerde in 1963 af aan het Sint-Lucasinstituut bij Maurits van Saene. In zijn schilderijen zijn ook extra-picturale elementen zoals spijkers, touw, hout en kant verwerkt. Zijn oeuvre beperkt zich niet tot schilderijen, er zijn ook etsen, litho’s en zeefdrukken. Hij heeft ook lang in Parijs gewoond. Danny Vileyn Luc Hoenraet is in de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele te bezichtigen tot en met 14 april tijdens de openingsuren van de kathedraal en buiten de uren van de liturgische diensten.


BDW 1463 PAGINA 23 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

Artists in residence Rem Koolhaas in Rotterdam

De generieke stad

Koolhaas is bezig sinds 1975, en bouwde ondermeer de Kunsthal in Rotterdam, een Guggenheim in Las Vegas en het concertgebouw van Porto. In België heeft hij zijn handtekening vooralsnog niet kunnen zetten, maar OMA is wel een van de bureaus die nog meedingen in de wedstrijd voor de bouw van het nieuwe VRT-gebouw. Koolhaas verwierf echt mondiale bekendheid toen in 2008, net na de Olympische Spelen in Peking, zijn gebouw voor de Chinese staatstelevisie CCTV werd voltooid. Het gebouw, dat ook wel eens de grote broek of de onderbroek wordt genoemd, is een exponent van de hedendaagse spektakelarchitectuur. Vorig jaar werd op het schiereilandje Kop van Zuid in zijn thuisstad Rotterdam dan zijn ambitieus project ‘De Rotterdam’ opgeleverd. De Rotterdam is met de enorme oppervlakte die de tweemaal vier grillige maar massieve torens op hun gemeenschappelijke sokkel ver-

© ROMAN BOED

BRUSSEL – Rem Koolhaas is een van die mythische namen uit de wondere wereld van de internationale hedendaagse architectuur. Net als rond Renzo Piano, Zaha Hadid, of Norman Foster hangt rond hem het aura van bouwmeester van de wereld. Zijn Office for Metropolitan Architecture (OMA) heeft filialen over de hele wereld, waartussen hij voortdurend heen en weer reist om zijn megaprojecten in goede banen te leiden.

haas precies bedoelt met de ‘Generieke stad’. Zijn tekst zit immers vol interne contradicties, evolueert zomaar van het abstracte naar het anekdotische en terug, maakt geen duidelijk onderscheid tussen wenselijkheid en feitelijkheid, noch tussen heden, toekomst en verre toekomst. De visioenen zijn niet gebaseerd op onderzoek of gegevens, houden geen rekening met economische of andere maatschappelijke realiteiten en vormen samen een louter speculatieve, ondoordachte dystopie. Het enige dat je eruit kan distilleren is dat Koolhaas de kans groot acht dat de ‘steden van de toekomst’ – op zich een loos begrip – weleens steden zouden kunnen zijn die zich niet langer blindstaren op een historisch centrum, maar die zichzelf zonder plan en dus ook zonder uitgesproken identiteit organiseren en herorganiseert vanuit steeds veranderende behoeften. Steden die er overal ter wereld grotendeels hetzelfde uitzien - zoals luchthavens dat nu al doen.

Leegstand

Rechts: ‘De Rotterdam’ van Rem Koolhaas.

tegenwoordigen (160.000 vierkante meter) het grootste gebouw van Nederland. Het zou moeten gaan functioneren als een soort stad in de stad, want het herbergt zowel kantoren, woningen, hotels, diensten als vrijetijdsfuncties. In theorie zou je in het gebouw kunnen leven zonder er ooit buiten te hoeven komen. Daarmee is het woord theorie gevallen. Koolhaas is namelijk minstens evenveel architectuurtheoreticus als architect. Dat zijn de meeste van die toparchitecten. Want bij gebouwen horen, zoals bij conceptuele heden-

daagse kunst, praatjes. Koolhaas begon zijn carrière zelfs hoofdzakelijk met praatjes, want zijn eerste gebouwen bestonden hoofdzakelijk op papier en niet in stenen. Berucht is het concept van de ‘Generieke stad’ dat Koolhaas halverwege de jaren 1990 lanceerde. Als je het schotschrift daarover leest, een warrig manifest waarvan de cijfermatige indeling in kleine hoofdstukjes enige structuur moet suggereren, dan vraag je je wel af waarom het concept voor zoveel beroering zorgde. Om te beginnen is het onmogelijk samen te vatten wat Kool-

Koolhaas ziet in de generieke stad een belangrijke rol weggelegd voor hoogbouw, en in die zin zou de multifunctionele, weinig gedefinieerde blokkendoos die De Rotterdam is in dit toekomstvisioen kunnen passen. Anderzijds hebben een aantal critici zich al afgevraagd of dit gebouw wel voldoet aan een andere vraag dan die van de stad en de architect om uit te pakken met iets buitengewoons. Om De Rotterdam te kunnen bevolken heeft men zelfs andere gebouwen tot leegstand moeten veroordelen. Met zelfregulerende stedenbouw heeft dat weinig te maken. Michaël Bellon

www.brusselnieuws.be/inresidence

ADVERTENTIE

j i j Ben chrijver s n ? ee g n i d r o w in E PEN ENATIE? T T O L V EN IR HEB JE ERUSSEL JE INSP n de GEEFT B editie va

word weede aan de t el Deze Week en e e m n Doe da an Bruss tad! dstrijd v e w ofds jf ri h c s in de ho d m e ro e wereldb thema met als l a a rh e ortv s jouw k laag’. Stuur on ij hoog en bij b l ‘Brusse

uit en verhalen rd worden e t s e b e e ry kiest d epublice Een vakju e inzendingen g er nog heel wat n elk beslist w nt. Bovendien zij boekenbonnen ra k n e e k z oe en in on n zoals b e jz ri p re je op ande ent vind . m n le e g n re in te w strijd rijd dige wed rijfwedst Het volle elnieuws.be/sch ss www.bru T LIGGEN KANS NIE E K IJ R ZE ROEM ! LAAT DE N IN JE PE EN KRUIP

L I R P A 9 1 : E N I L D DEA Brussel Deze Week

i.s.m.:


BDW 1463 PAGINA 24 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

Aleksi Malmberg: “Hier enkel Finse cultuur presenteren zou eenrichtingsverkeer van ons zijn, belangrijker is om de ‘wederzijdse kruisbestuiving’ tussen artiesten te stimuleren.”

ALEKSI MALMBERG, CEO FINS CULTUREEL INSTITUUT

ARTIESTEN SPAREN GELD UIT VANUIT BRUSSEL BRUSSEL – Alhoewel het elf keer groter is, heeft Finland niet eens de helft van het inwonersaantal van België – vandaar veel stilte rond de cultuurbeleving van de Suomi. Het Fins Cultureel Instituut probeert daar met vier man wat aan te doen. “De 150ste verjaardag van Sibelius is het geknipte moment om de cultuurcontacten tussen beide landen aan te zwengelen,” zegt kersvers directeur Aleksi Malmberg, die ijverig Nederlands studeert. Geen makkie, maar een echte Fin maakt alles verteerbaar met bakken koffie.

Z

oals vele Finnen heeft Aleksi Malmberg (°1980 in Espoo) zijn jeugd en studies in Helsinki doorgebracht. “Ik wou eerst viool studeren, maar eindigde als musicoloog aan de Helsinki University,” bekent hij in het Fins Cultureel Instituut voor de Benelux, dat in 2015 tien jaar onder die naam in Brussel zit. ”Nadien volgde ik nog Economie en trok

voor één jaar naar Parijs, waar ik sociologie en Frans studeerde. Dat was mijn eerste reis naar het Zuiden.” “Ik herinner me dat ik werd afgehaald aan de luchthaven. In Parijs ervoer ik meteen een cultuurschok. De allereerste avond wou ik uitgaan en had het uitgaansblad Pariscope gekocht. In Helsinki valt wel wat te beleven,

maar toen ik die honderd bladzijden in heel kleine druk zag, wist ik niet waar ik het had. Ik begon te lezen om een keuze te maken, maar kwam die avond niet verder dan doorlezen en doorlezen. Om uiteindelijk niet meer buiten te geraken. Zo overweldigend was het aanbod. Naast mijn studies hielp ik het Fins Cultureel Centrum in Parijs met de organisatie van con-

© MARC GYSENS

certen. Dat bleek een goede ervaring. Terug in Helsinki heb ik me dan jaren bezig gehouden met de productie, promo en organisatie van concerten, vooral voor gemeentebesturen, festivals en een orkest. Veel tegelijk eigenlijk, zodat ik kon ondervinden hoe de cultuursector in Finland functioneert. Toen begon ik bij het Helsinki Festival, het grootste kunstenfestival in het Noorden, met The Night of the Arts, urban acts, city events, muziek, dans, theater,... en artiesten die uit heel de wereld kwamen. Allemaal heel inspirerend.” “Gedurende vijf jaar bleef ik er programmaverantwoordelijke. Vorig jaar hadden we 240.000 bezoekers, met een budget van 4,5 miljoen euro, waarvan een derde van sponsors. Ik vind dat een sterke overheidstoelage in de kunstensector nodig is om de grote diversiteit aan kunsten te garanderen, maar het economische luik mag niet vergeten worden. Het is mijn eerste keer dat ik nu echt in het buitenland werk (Malmberg begon in november in Brussel te werken, red.). Ik voel me nog een bleu, een jonge idealist die het beste uit de kunsten wilt halen.”

Veranderingsgedachte Malmberg bracht zijn jong gezin mee naar Brussel, en liet zich zoals alle Finnen snel ‘inburgeren’ dankzij de Suomi Klubi, die expats helpt. “Mijn vrouw ontwikkelt researchprojecten voor ‘future internet’ voor de Aalto University; dat kan ze gelukkig van thuis uit in Elsene doen. Ze speelt ook barokhobo op professionele basis, maar daar vonden we hier nog geen afname voor. Ze hoopt nog een lesgever in Brussel te vinden.” Maar terug naar die ‘cultuurmissie’ die hij zich voorhoudt. “Kunst heeft een significante rol te spelen in de samenleving. In vele opzichten. Neem nu ons nationaal symbool,


BDW 1463 PAGINA 25 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

ook dankzij zijn muziek (en andere kunstvormen) dat het nationalisme ‘verklankt’ werd, en dat de onafhankelijkheid van Finland in 1917 mogelijk werd. Van dezelfde orde als de Arabische Lente. Als je het effect van die Arabische Lente analyseert, besef je al te goed het topbelang van kunsten en literatuur. Ik denk dat kunst ook buiten de grote spanningen en de tegenstellingen een belangrijke rol speelt in de maatschappij. Het heeft diepere betekenis. De creatieve industrie is de zevende grootste werkgever in Europa, terwijl iedereen zich fo-

EERST DE SCHOOL, DAN HET HUIS “Toen vorig jaar beslist werd dat wij voor enkele jaren vanuit Helsinki naar Brussel zouden verhuizen, polsten we naar een school voor onze kleuters. En wat bleek in juli? Het lukte niet zomaar met één telefoontje om onze kinderen van vier en een half jaar en tweeëneenhalf jaar in een klasje te krijgen. Wat een heksenketel hier. We hebben wel twintig scholen in het Brusselse moeten contacteren vooraleer we plaats vonden voor hen. En vermits dat in Elsene was, zijn we pas achteraf gaan zoeken naar een appartement in die buurt. Een beetje de omgekeerde wereld van in Finland dus. Gelukkig is het hier 30 procent goedkoper wonen.” JMB

3 VRAGEN AAN OZARK HENRY

Piet Goddaer: “Het orkest verbergt zichzelf nooit.”

Veel projecten “In het algemeen gaat kunst en cultuur over communicatie, over dialoog en interactie. Het sterft als het niet gevoed wordt. Het verraste me enorm toen ik in Brussel kwam, hoeveel meer kansen artiesten van hieruit hebben. Gewoon al omdat Brussel zo centraal gelegen is in Europa. De artiest heeft het hier makkelijker om te toeren en ’internationaal’ te zijn. De interactie met alle culturele velden wordt vergemakkelijkt door de korte afstanden. Brussel zit op een kruispunt tussen steden, wat veel geld uitspaart. Als je vanuit Finland – een uithoek van Europa – de Baltische Zee overmoet, ben je met inchecktijden voor je vliegtuig snel vijf uur kwijt en 200 euro om nog maar in Brussel te geraken. Tel maar op wat dat voor een individuele artiest of muziekband kost. Terwijl je van Brussel zo naar Parijs of Amsterdam rijdt.” “Vandaar dat maatschappelijke steun voor een individuele artiest uit het Noorden echt nodig is, al was het om de Europese cultuur in stand te houden. Dàt is hier mijn job. Vandaar dat ik direct contacten heb vernieuwd met Recyclart, Wiels, Flagey, Bozar,... Mensen waarmee we nieuwe projecten willen ontwikkelen. Dit jaar focussen we op drie items. Ten eerste: het hedendaagse circus, dat erg verfrissend is in België en sinds tien jaar ook boomt in Helsinki en daarbuiten. Daarnaast het residentieprogramma voor (video)kunstenaars, met Wiels. En tot slot het herdenkingsjaar van Sibelius, waar België wel wat meer van mag leren kennen. Vooral jonge artiesten, als de folkband Sväng die herwerkingen voor harmonica’s heeft gemaakt van Sibeliusmuziek die op folk is geïnspireerd. Dat zou toch gezien mogen worden. En dan de achterkleinzoon van Sibelius, Lauri Porra. Hij speelt elektrische basgitaar in de Finse heavy metal band Stratovarius en experimenteert met transcripties van muziek van Sibelius. Lijkt me ook zeer de moeite om dit hier te kunnen tonen. Dus zoek ik partners voor de herfst. Verder ook een project rond computernerds die zich 24 uur opsluiten om zich te laten inspireren door Sibelius (eerst te zien tijdens Classical Next in Rotterdam, red.), dat we naar Brussel willen halen. Al start er eerst een tentoonstelling over de componist in Flagey (vanaf 26/2), waar het Muntorkest Sibeliusconcerten brengt. Ik weet, het lijkt allemaal kort dag om dit te organiseren, want ik woon nog maar sinds november in Brussel. Maar ook dat ging snel en lukte (zie kaderstuk).” Jean-Marie Binst Concertenreeks Schubelius (Schubert/ Sibelius) door het Muntorkest in Flagey op 26 en 28/2 en 5/3. Info: www.demunt.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

‘Alsof alles veel dichter bij z’n roots staat’ BRUSSEL – In 2012 stond Piet Goddaer alias Ozark Henry al eens op het podium met het Nationaal Orkest van België. Toen arrangeerde de Brusselaar Arnould Massart vier Ozark Henry-composities voor symfonisch orkest en zaten die live nog tussen werk van Tsjaikovski en Ravel geprangd. Nu is er met Paramount een volledig album, met nieuw en oud materiaal en met de David Bowie-interpretatie ‘We Could Be Heroes’. Ozark Henry gaat symfonisch, is dat een logische stap? Piet Goddaer: “Ja, toen ik drie jaar geleden van het podium stapte, besefte ik dat die orkestrale arrangementen dicht bij mezelf lagen. De nieuwe tracks die ik specifiek voor het orkest schreef, heb ik dan ook niet anders aangepakt. Bijzonder is ook dat er nog leerlingen van mijn vader (de componist en arrangeur Norbert Goddaer, red.) in het orkest zitten. Die gaf harmonie, contrapunt en fuga aan het conservatorium in Gent en heeft mij als kleine jongen de verbanden uitgelegd tussen de verschillende genres.” De nieuwe arrangementen leggen soms opvallende accenten. Waarom moest wat vroeger bombastisch was nu soms ‘kleiner’ klinken? Goddaer: “Die contrasten zijn een bewuste keuze. We hebben geen kopieën gemaakt van al bestaande songs. Ik heb me afgevraagd wat een nummer uit pakweg 2004 vandaag voor mij betekent. En zo krijg je composities die terughoudender en beschouwender klinken dan de originele

versie, zoals At Sea. Los daarvan onderlijnt de orkestratie ook details en metaforen die er altijd al geweest zijn, maar die je vroeger misschien niet onderkende. Alsof alles veel dichter bij z’n roots staat.” Je bent nochtans nooit wild geweest van de cross-over tussen klassiek en pop, omdat die volgens jou nooit echt veel verder ging dan het orkestreren van popsongs. Hoe heb je daar tegengas aan geboden? Goddaer: “Door geen enkel compromis te sluiten wat het behouden van de puurheid van het orkest betreft: een kleur die zo rijk is heeft ruimte nodig, en moet niet nog eens extra gemengd worden met pakweg iets elektronisch. Het orkest verbergt zichzelf nooit. Het mocht zijn eigen tempo, ademhaling en dynamiek aanhouden. We hebben niet op een ‘moderne’ manier ingegrepen. Ik vond het belangrijk dat de live-beleving ook in de opname tot uiting kwam. Het moest een virtuele ervaring worden die je het gevoel geeft echt tussen het orkest te zitten. De oplossing was werken in surround, niet gewoon in 5.1 maar in Auro-3D 9.1. Zo konden we de opname een 3D-dimensie meegeven die je als het ware in een orkestraal landschap doet belanden.” Tom Peeters Ozark Henry en Het Nationaal Orkest van België onder leiding van Stefan Blunier spelen op donderdag 5 maart in het Paleis Voor Schone Kunsten. Het album ‘Paramount’ verschijnt op vrijdag 6 maart via Sony.

EERBETOON AAN CHARLIE HEBDO. Cinematek brengt heel de maand maart een eerbetoon aan Charlie Hebdo, aan zijn journalisten en cartoonisten die in januari door religieuze fundamentalistische terroristen vermoord werden. Het satirische tijdschrift vond (en hopelijk blijven ze dat vinden) er een uitzinnig plezier in om de grenzen van het toelaatbare – wat mag gezegd worden – te verkennen. De bioscoop heeft meer dan eens een beroep gedaan op de verbeelding van Gébé, Georges Wolinski, Jean-Marc Reiser en Riad Satouff. De cyclus begint op 4 maart met de documentaire C’est dur d’être aimé par des cons. Onderwerp van de documentaire van Daniel Leconte uit 2008 is het proces tegen Charlie Hebdo uit 2007 omwille van de publicatie van de gewraakte Mohammed-cartoons die origineel in het Deense dagblad Jyllands-Posten verschenen waren. De titel komt uit een tekening van Cabu die ze in de mond van Mohammed legt. Cinematek 4 maart om 20.30 uur, Ravenstein 3, DV 1000 Brussel. www.cinematek.be.

CULTUUR   KORT

“De achterkleinzoon van Sibelius, Lauri Porra, is bassist van de heavy metal band Stratovarius. Hij experimenteert met transcripties van muziek van Sibelius. Lijkt me zeer de moeite om dit hier te kunnen tonen”

cust op de voedingsindustrie en de bouwsector. Ook bewijzen wetenschappelijke studies dat kunstbeleving een positieve invloed heeft op de gezondheid van mensen. Het gaat om veel meer dan om welzijn of een goedgevoel. Niet alleen heeft muziek spelen in een ziekenhuis een positief effect op de pijnervaring, het draagt zelfs bij tot een verkorte opname, doordat de patiënt zich sneller beter voelt. Ik denk dat er in die richting meer oplossingen te vinden zijn om met stressgerelateerde werksituaties om te kunnen. Kunst en cultuur reiken hiervoor zeker een deel van de oplossing aan.” Dat brengt ons bij de werking van het Fins Cultureel Instituut, dat oorspronkelijk, 21 jaar terug, als een cultuurcentrum in Antwerpen ontstond. “Initieel betrof het een privaat project, van Finnen die begeesterd waren door cultuur in de Benelux. Hun stichting had tot doel om de culturen van beide landen te ontdekken en te bevorderen. Pas nadien zag de overheid dat ‘uitwisseling’ interessant bleek om te promoten.”

© VEERLE VERCAUTEREN

de componist Jean Sibelius (1865-1957), van groot belang voor de onafhankelijkheidsgedachte (Sibelius haalde inspiratie uit de sagenliteratuur Kalevala, red.). Hij was duidelijk een van de key triggers om Finland te ondersteunen. In die jaren onder de Russische onderdrukking mocht niemand het woord onafhankelijkheid in de mond nemen. Maar je mocht wel concerten organiseren. En dat werd dus de plek waar de Finse elite zich geschouderd voelde rond een gezamenlijke doom en een doel. Daar werd de veranderingsgedachte gevoed en doorleefd.” “Sibelius kwam trouwens in 1900 ook in Brussel eigen werk concerteren. Het is vast


BDW 1463 PAGINA 26 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

WIELRENNEN > KEVIN SUAREZ GAAT NIEUW SEIZOEN MET ANDER GEMOED TEGEMOET

‘Ik heb de economische crisis gevoeld’ BRUSSEL – Kevin Suarez Martinez (25) is klaar voor het nieuwe seizoen. Met Brussel-Opwijk staat dit weekend een eerste grote afspraak op het programma. Al gaat de Brusselaar met een ander gevoel het seizoen in. Hij is wat minder ongeduldig dan anders omdat hij naast het fietsen nu ook deeltijds moet werken. De stap naar het profstatuut heeft hij niet kunnen zetten.

BDWSPORT

jonge gast nodig zou hebben gehad. Kijk naar Philippe Gilbert: hij kreeg als jonge gast meteen een driejarig contract, omdat ze wisten dat hij zich de eerste twee seizoenen moest aanpassen. Nu geven ze nog een contract van één jaar en als die jongere niet presteert, dan nemen ze iemand anders. Dat breekt heel wat renners, denk ik. Het zorgt er ook voor dat er tot de laatste wedstrijd van het seizoen voluit wordt gegaan, zodat de renners toch nog een contract kunnen binnenhalen. Vroeger was het relaxter.” De afgelopen jaren moest Suarez nogal wat ontgoochelingen incasseren. Hij focuste volledig op het wielrennen en dacht steeds een nieuwe start te nemen bij de ploegen waar hij tekende. Het programma dat men voorlegde gaf hem goede moed, maar werd niet altijd gevolgd. Zijn grootste ontgoocheling was het mislopen van een Rosetta-contract, toen hij 21 was. Die startbaanovereenkomst liep via Actiris en garandeerde een klein loon, waardoor talenten een sportcarrière konden uitbouwen. “Ik heb die kans nooit gekregen, nochtans verdiende ik het. Ik had betere resultaten dan zowat zeventig procent van de renners die wel een contract hebben gekregen. Aanvankelijk kwam ik er nochtans voor in aanmerking. De secretaresse van de minister heeft me zelfs gebeld om mijn gegevens te vragen, zodat ze die in een contract kon gieten. Maar bij het bekendmaken van de nieuwe contracten was ik er niet bij. Op dat moment heb ik willen stoppen. Het was even genoeg geweest. Maar ik heb me in vraag gesteld en heb besloten hun ongelijk op de fiets te bewijzen.”

“Het heeft niemand verrast dat de fiets mijn grote liefde is geworden,” vertelt Suarez. “Mijn grootvader, vader en broer waren fervente fietsers, ik ben dus enigszins opgegroeid in het fietsmilieu. Zodra ik de leeftijd had om een eerste licentie aan te vragen – in die tijd was dat elf jaar – heb ik dat ook meteen gedaan.” Suarez liet zijn hockeystick staan om zich voluit op de fiets te storten. Een keuze die noodzakelijk was – de combinatie is haast niet te doen – maar waar hij vandaag een beetje spijt van heeft (zie kader). Mocht hij terug kunnen kiezen, dan zou hij het wellicht anders hebben gedaan. “Vandaag kan je al op je achtste beginnen met fietsen, maar ik zou zelfs nog later dan elf jaar begonnen zijn. Op die leeftijd neem je sport namelijk zeer professioneel op. Je hebt jongeren die er serieuzer mee bezig zijn dan sommige profs. Een aangepast dieet, geen enkele training willen missen, enzovoort. Met de jaren weet je dat je jezelf dan te veel druk oplegt, helemaal onnodig. Daarbij is de ervaring die je in die jeugdjaren opdoet niet onmisbaar in je verdere carrière.” De carrière van Suarez kende een moeilijk begin doordat hij op zijn twaalfde klierkoorts kreeg, zonder het te weten. Hij slaagde er wel in zich af en toe op het podium te plaatsen, al moest hij toch regelmatig lossen. Maar twijfelen? Dat heeft hij nooit gedaan. “Renners die als jonge ket alles winnen en dat in hogere leeftijdsklassen niet meer doen, gaan sneller afhaken. Ik won af en toe een koers en had steeds die drang om eerste te zijn. Ik ben nog steeds geen veelwinnaar, maar wel een goede finisseur die misschien iets meer overwinningsdrang heeft dan anderen.” “Ik ben snel in de sprint en daar focussen heel wat concurrenten op. Ze willen niet met mij naar de streep en vallen me om beurt aan. Daar heb ik wel wat last van. Regelmatig eindig ik derde of vierde, als snelste van de achtervolgende groep. Heel wat mensen hebben het beeld van een sprinter die heel de wedstrijd niets doet en de laatste honderden meters profiteert. Dat is mijn stijl niet. Ik ben een aanvaller, een rouleur, die het kan afmaken als hij de kans krijgt.”

Secretaresse van de minister Suarez veranderde sinds 2010 zowat elk jaar van ploeg. Hij onderscheidde zich onder meer tijdens professionele kermiskoersen, waar hij regelmatig bij de vijf of tien beste eindigde. Als jonge amateur bewees hij dat hij heel wat in zijn mars had en in 2012 kreeg hij een contract bij Colba-Superano Ham, een continentale

Van Guadeloupe tot Indonesië Kevin Suarez: “Heel wat mensen hebben het beeld van een sprinter die heel de wedstrijd nietsdoet en de laatste honderden meters profiteert. Dat is mijn stijl niet.”

“Ploegen geven nog een contract van één jaar en als een jongere niet presteert, dan nemen ze iemand anders” ploeg. “Ik heb tijdens al die seizoenen maar één etappekoers gereden en dat is te weinig. Bij Colba heb ik top tien plaatsen behaald in wedstrijden van de Europa Tour, maar de stap naar het profstatuut kwam er niet. Rond mijn eenentwintigste was ik echt goed bezig, maar in die periode brak de economische crisis uit.” “Wielerploegen zijn als bedrijven: ze willen zoveel mogelijk goede renners aan de beste prijzen. Door de crisis zijn heel wat ploegen gestopt en zijn er een pak renners op de markt gekomen. Gasten die al iets bewezen hadden en geen inlooptijd nodig hadden, iets dat ik als

OLYMPISCHE DROOM IN DUIGEN Kevin Suarez zat tijdens de Olympische Spelen van Londen, in 2012, met wat pijn in het hart naar de hockeymatchen te kijken. Hij had er zelf tussen kunnen lopen… “Ik speelde tijdens mijn jeugdjaren bij Royal White Star HC,” vertelt de Brusselaar. “Ik zat in een zeer sterke ploeg, we wonnen zowat al onze matchen.” “Toen ik tijdens de Spelen exploegmaats als Tom Boon en Vincent Vanasch aan het werk zag, had ik toch even spijt. Ik had daar ook kunnen staan. Maar spijt dat ik voor de fiets heb gekozen? Nee, dat heb ik zeker niet.”

Ook afgelopen seizoen leverde niet op wat de Brusselaar had verwacht. De beloftes om buitenlandse rondes te rijden, zoals de Ronde van Guadeloupe en de Ronde van Indonesië, werden nooit waargemaakt. Hij slaagde er wel in om een paar mooie prestaties neer te zetten, maar toch was de ontgoocheling groot. Suarez besloot deeltijds te gaan werken in een fietswinkel. “Dat is noodzakelijk om mijn financiën te doen kloppen. Ik rijd in een continentale ploeg en daar kan je in België niet van leven. In landen als Italië en Frankrijk krijg je met dat statuut bijvoorbeeld een loon. Hier heb je zoveel renners en ploegen dat het niet mogelijk is om er van te leven.” “Ik heb terug getekend bij Colba-Superano Ham, mijn eerste continentale ploeg. Ik had een goed souvenir van mijn eerste passage bij hen en kreeg een aantrekkelijk programma voorgeschoteld. Ik rijd heel wat wedstrijden met de profs en hoop iets te kunnen tonen, al zal het niet gemakkelijk zijn doordat ik minder kan trainen. Ik ben door dat werk ook wat minder ongeduldig dan de andere jaren. Maar ik heb wel veel goesting! Ik hoop ook dit seizoen iets te tonen tijdens het Belgisch kampioenschap. Dat is mijn koers.” Tim Schoonjans


BDW 1463 PAGINA 27 - DONDERDAG 26 FEBRUARI 2015

@GregBroekmans Na de 10km van Parijs en die van Berlijn, is er nu ook de 10km van #Brussel. Inschrijvingen zijn net geopend. #golazo

ESTAFETTE > BRAM VAN DE VELDE

Een voxpop in het Jubelpark

© RUNBIKESWIMDAILY

Onze hoofdstad heeft er een nieuwe loopwedstrijd bij. Op zondag 19 april start op de piste van het Koning Boudewijnstadion de eerste editie van de tien kilometer van Brussel. De wedstrijd is een ode aan de 10.000 meter die elk jaar voor spektakel zorgt tijdens de Memorial Van Damme. De finish ligt in concertzaal Paleis Twaalf en belooft eveneens spectaculair te worden. Inschrijven kan via www.sport.be/brussels10k. TS

Om den brode gebeurt het al eens dat ik een onbekende aanspreek op straat. Een voxpop heet dat dan in het radiojargon. Van het Latijnse ‘vox populi’ dat ‘stem van het volk’ betekent. Vorige week nog peilde ik naar de mening van Jan met de pet over de staat van het station van Vilvoorde. Jan en zijn collega’s antwoordden met “afschuwelijk”, “gevaarlijk” of “decor voor een oorlogsfilm”. In radiomilieus staat de voxpop bekend als een klote-opdrachtje. Voorbijgangers storen om een leuk antwoord los te peuteren op een vraag waar ze zich helemaal niet aan verwachten, daar heeft eigenlijk niemand zin in. Daarom – en dat is een publiek geheim – outsourcen we zulke opdrachten liefst aan stagiaires. Ik heb een haat-liefdeverhouding met de voxpop. De haat zit hem in het onverwacht overvallen van mensen. Sommige mensen hebben nu eenmaal geen tijd of geen zin. Sommige mensen hebben ook geen oren of ogen en lopen je klakkeloos voorbij. De liefde, want die is er weldegelijk, zit hem in het eindresultaat en de durf. Een polemische vraag kan een schat aan leuke en originele antwoorden opleveren. Mits wat montageskills kan iedere radiomaker daar een leuke minuut luisterplezier uit puren. En net zoals bij in de sport is het goed om zo nu en dan buiten je comfortzone te trainen. Alleen daar word je beter van. Tijdens een trainingsrondje in het Jubelpark heb ik mijn microfoon doorgaans niet

EUROPA POSITIEF OVER VOORSTEL

VUB ONDERZOEKT BEGELEIDING TOPSPORTERS

SPORT   KORT

De voorbereiding op de 20 KM DOOR BRUSSEL is ingezet. De VGC-sportdienst organiseert een lessenreeks die de deelnemers op veertien weken tijd klaarstoomt voor de grote afspraak, op zondag 31 mei. De trainingen vinden vanaf 1 maart elke zondag plaats van 10.00 tot 12.00 uur, telkens in een ander Brussels park of bos. De eerste les vindt plaats in het Jetse Boudewijnpark. De lopers betalen hier 30 euro voor en zijn zeker van een plaatsje bij het ‘Brussel Loopt’ team tijdens de twintig kilometer (deelnamegeld niet inbegrepen). Meer info op www.sportinbrussel.be. De inschrijvingen voor de loopwedstrijd gaan van start op zaterdag 21 maart, om 9 uur ’s ochtends. n Wie liever op zijn eentje traint, kan vanaf maandag 2 maart genieten van de allereerste BRUSSELSE LOOPROUTE met TWEETALIGE SIGNALISATIE. In het Jetse Boudewijnpark zullen twee combineerbare lussen van

analyseren en leren, maar eveneens actief inspeelt op de noden in de begeleiding van studerende topsporters.”

Van blog tot boek Maximaal 9.000 topsportstudenten (van 12 tot 25 jaar) uit de negen deelnemende landen zullen in een eerste fase bevraagd worden over hun ervaringen met de combinatie van topsport en studie. Zij zullen ook moeten aangeven hoe ze met bepaalde dilemma’s omgaan om een beter inzicht te krijgen in hun situatie. Bijvoorbeeld: je hebt een examen voor de boeg, maar hebt in diezelfde week verplichtingen met de nationale ploeg. Hoe pak je dat aan? “Naast het nagaan van de competenties die de atleten moeten hebben, willen we ook onderzoeken welke instrumenten gebruikt kunnen worden om die competenties aan te leren. Dat kan een blog zijn, een boek, een opleiding, enzovoort. We willen de begeleiders sterker maken door hen betere middelen te geven. We zullen er wel voor moeten zorgen dat het toepasbaar is in de verschillende deelnemende landen, want niet iedereen heeft hetzelfde schoolsysteem. Hiermee moet elk land de organisatie en begeleiding van zijn studerende topsporters kunnen optimaliseren.”

Bram Van de Velde is presentator op FM Brussel en actief vrijetijdssporter

© FLICKR CREATIVE COMMONS / KEVIN TROTMAN

BRUSSEL – De Vrije Universiteit Brussel (VUB) is een referentie op vlak van Topsport en Studie. Het zet nu zijn schouders onder het project ‘Gold in Education and Elite Sport’, waarin zowel de competenties van topsporters als die van hun begeleiders worden onderzocht. Welke competenties moeten twaalf- tot vijfentwintigjarige atleten hebben om hun studies met hun topsportcarrière te combineren? Over welke competenties en instrumenten moeten de studie- en carrièrebegeleiders beschikken om de atleten zo goed mogelijk te begeleiden? Op deze vragen moet het tweejarige project Gold in Education and Elite Sport een antwoord bieden. “We werken hiervoor samen met het Franse topsportinstituut Institut National du Sport, de l’Expertise et de la Performance,” vertelt professor Paul Wylleman, hoofd van de dienst Topsport en Studie aan de VUB. “Wij nemen voornamelijk het inhoudelijke voor onze rekening, zij het administratieve en de logistieke ondersteuning. We werken ook samen met Bloso, want in ieder deelnemend land zijn er twee partners: één universiteit en een topsportpartner.” “Het voorstel dat we bij Europa hebben ingediend is zeer positief beoordeeld, waardoor we het maximale budget krijgen (ruim een half miljoen euro, red.). Dit is dan ook een vernieuwend project dat zich niet beperkt tot

op zak. Maar onlangs viel het daar ook voor dat ik zomaar een onbekende aansprak. “Excusez-moi, est-ce que ça vous dérange si je cours un peu avec vous?” Ik liep al een paar honderd meter achter een jogster aan. Ze liep perfect. Niet te traag, niet te snel. Van nature versnel ik steeds. Terwijl er geen reden was om mijn hart een slag te veel te laten doen. Ik wilde mijn karretje aan het hare haken om zo in een goede cadans mijn training af te werken. Na wat twijfel – zou ik, zou ik niet – sprak ik haar aan. Ze stemde toe om samen te lopen. We wikkelden rondje na rondje af. Ze kloeg over zwakke knieën. Ik gaf haar wat tips om knieversterkende oefeningen in haar training op te nemen. Ze vertelde over haar intellectueel beroep. Iets met hersenonderzoek. Ik vertelde over een winkel in Ukkel die gepersonaliseerde taarten verkoopt. Zij sloeg altijd de trapjes aan de musea over om steeds zo vlak mogelijk te blijven lopen. Ik deed dat voor de gezelligheid ook. Gezellig was het zeker. Drie rondjes in het Jubelpark vlogen voorbij. En zo plots en anoniem als deze loopdate begonnen was, eindigde hij ook. Ik zwaaide af. Ik prevelde nog iets van radio en 98.8, maar zij zat alweer bij de trapjes aan de musea, die ze ook deze keer links zou laten liggen.

Tim Schoonjans

2,7 kilometer (blauw) en 7,1 kilometer (rood) onthuld worden. Op de stationsparking van Jette zal een startpaneel met legendes te vinden zijn en over heel het parcours zal er signalisatie en kilometermarkering zijn. Dit is een proefproject en zal hopelijk een vervolg krijgen in nog meer Brusselse parken. n Ketjes van 4 tot 8 jaar die nog niet geoefend zijn in het fietsen, krijgen met START 2 BIKE 4 KIDS lessen op maat. Vanaf 1 maart begint een eerste lessenreeks in Thurn & Taxis (in de Maritieme loods achter de circusschool), elke zondag van 10.00 tot 11.30 uur. Ze leren de basis fietsvaardigheden aan en trekken tijdens de laatste les, indien mogelijk, de straat op. Elke ket moet door een ouder begeleid worden. Inschrijven kan op de website van de VGC-sportdienst en kost 30 euro. Op zondag 31 mei begint in het Roodebeekcentrum (Sint-Lambrechts-Woluwe) een lessenreeks voor hetzelfde doelpubliek. TS

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EIND­REDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Sara De Sloover, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Michel Tubbax. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.