BDW - editie 1464

Page 1

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

05 03 15

KLARAFESTIVAL: DE HRZSCHMRZ VAN SERGE VERSTOCKT En ook: Sioen, Berlin en Manu Bonmariage.

LEES P.6-7

De tentakels van het internetkalifaat

Zazie doet je jumpen MIDDENIN DEZE KRANT

OP ZOEK NAAR GEËMIGREERDE BRUSSELAARS IN ISRAËL

‘IK MIS DE CHOCOLADE, MAAR IK KEER NOOIT MEER TERUG’

EL MESÍAS: Wauter Mannaert en Mark Bellido maken strip over een utopisch Spaans dorp LEES P.18-19

LEES P.8-9 GOUDEN UIL-WINNAAR JOOST DE VRIES VERBLEEF EEN MAAND IN BRUSSEL

‘JE KAN NIET ALLES RELATIVEREN’ P.22-23 LEES

N° 1464 VAN 5 TOT 12 MAART 2015 ¦ WEEK 10: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW 1464 PAGINA 2 - DONDERDAG 5 MAART 2015

VAN DE REDACTIE

door Danny Vileyn

Vrije taxi’s De vorige regering sleepte Uber voor de rechter, de huidige wil Uber toelaten. Tot grote ontevredenheid van de bestaande taxisector, die behoudsgezind is. De taxichauffeurs weten waar ze aan toe zijn en dat willen ze zo houden. Zelfs al verdienen ze naar eigen zeggen het zout in de pap niet. Een deel van de klanten is ontevreden over de taxi’s. De service is inderdaad meer dan eens ondermaats en dan hebben we het nog niet eens over de kennis van het Nederlands. Er wordt ook weleens geklaagd over de prijs van de taxi’s, maar onze ervaring leert dat een taxirit alleen duur is als je ‘s avonds laat van de luchthaven komt of in een eindeloze file staat, maar aan de files heeft de overheid meer schuld aan dan de taxi’s. Maar ook over de gebruikers van taxi’s die voor Uber zijn valt een en ander te zeggen. Of over de Brusselaars die voor Uber zijn, maar zelden of nooit een taxi nemen. Want ook die mengen zich in het debat. En dat is overigens hun goed recht. Ze zijn trouwens niet voor één gat te vangen. Ze zijn niet alleen blauw, maar ook groen en zelfs rood. Eén ding hebben ze gemeen: ze vinden dat de stad hip moet zijn. En daar kan Uber tot bijdragen.

WAUTER MANNAERT

De Brusselse taxisector telt sinds jaar en dag 1.300 taxi’s. Opeenvolgende ministers hebben nooit aan de taxi’s durven te raken. Want dat was miserie zoeken. Door haar immobilisme heeft de sector het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. Ze werd ingehaald door de technologie, die aanspoort tot gemakkelijk geldgewin. De technologie die een regering met een PS’er aan het hoofd dwingt te liberaliseren. In een ideale markt van vraag en aanbod zouden we alleen maar blij kunnen zijn met Uber. Helaas werkt de markt niet perfect. In gemeenten waar vraag en aanbod groot zijn, kan Uber een zegen zijn. In gemeenten met weinig vraag en aanbod, kan Uber niet werken, en zal het waarschijnlijk niet werken. Nu zijn er vaste tarieven, bij Uber hangt de prijs af van vraag en aanbod. Onvoorspelbaar dus. De vrees leeft dat Uber de reguliere taxisector kapot wil maken en uit is op een monopolie, maar dat zijn niet meer dan intentieprocessen, daar kan de wetgever geen rekening mee houden. De ministers Pascal Smet (SP.A) en Rudi Vervoort (PS) moeten nu nog onderhandelen met de taxisector. Dat er meer concurrentie komt, staat in de sterren geschreven, en daar is niets mis mee. De uitkomst moet zijn: meer keuze en service voor de klant, maar zonder sociale achteruitgang voor de reguliere taxichauffeurs. En last but not least: geen zwartwerk en geen ontduiking van sociale bijdragen. n

Frank Van Dessel is de nieuwe baas van de gemeenschapscentra.

SAMENLEVING > NIEUWE START GEMEENSCHAPSCENTRA

FRANK VAN DESSEL IS DE NIEUWE BAAS BRUSSEL – Hij begon zijn carrière in De Bottelarij en de KVS, nadien trok hij naar Pascal Smet (SP.A) om diens adviseur te worden. Nu staat Frank Van Dessel voor de grootste uitdaging in zijn professionele carrière: entiteitsverantwoordelijke van de gemeenschapscentra. Entiteitsverantwoordelijke is een afschuwelijk woord, maar zo zijn er wel meer in de administratie. Grote baas klinkt al een stuk beter. De Brusselse gemeenschapscentra, dat zijn 200 personeelsleden en 500.000 bezoekers per jaar. Dat is een enorm potentieel. Twee jaar lang was er geen entiteitsverantwoordelijke en moest de directeur Cultuur, Jeugd en Sport de baan erbij nemen, drie examenrondes hadden niets opgeleverd. Nu is Frank Van Dessel als eerste geëindigd, maar er zit nog een tweede geslaagde die in de wervingsreserve terechtkomt. De gemeenschapscentra stonden vorig jaar in rep en roer omdat centrumverantwoordelijken en medewerkers massaal gebuisd waren voor hun examens. Een nieuwe verantwoordelijke moet dan ook geïntroduceerd worden, zeker als die van een kabinet komt. Het hoofd van de VGC-administratie, Eric Verrept, is vorige vrijdag naar een bijeenkomst van de 22 centrumverantwoordelijken afgezakt om uit te leggen hoe Van Dessel er geraakt is. Van Dessel zelf was bij de desastreuze examens niet betrokken, Smet was toen minister in Vlaanderen. Zijn de wonden ondertussen al wat geheeld? Van Dessel: “Dat

zindert nog na, er moet ook nog personeel aangeworven worden, maar de ziel is er geenszins uit. De centrumverantwoordelijken zijn aan het werk en kijken vooruit. Er is voldoende energie en veel goesting om de stad mee vorm te geven.” Van Dessel werkte destijds acht jaar in de KVS, daarna acht jaar bij Smet. Nu heeft hij een mandaat van zes jaar. Wat wil hij realiseren? Van Dessel: “Ik loop 24 jaar in deze stad rond en ik durf niet te zeggen dat ik alle gemeenschapcentra goed ken, maar ik heb natuurlijk wel een visie op het geheel. De kerntaak van de centra is gemeenschapsvorming in een versplinterde stad vanuit een Nederlandstalige achtergrond. We moeten bijvoorbeeld ook de hand reiken aan jongeren die in het Nederlandstalig onderwijs les volgen en (nog) niet naar de gemeenschapscentra komen. De gemeenschapscentra zijn het koninginnestuk van wat de Nederlandstaligen de inwoners van deze stad allemaal aanbieden, en dat mag ook geweten zijn. Veel anderstaligen weten dat niet, ze denken dat het de Franstaligen zijn die dat allemaal doen, niet de VGC. Die vaststelling is niet nieuw, ik heb ze al gemaakt toen ik nog bij de KVS werkte.” Van Dessel is ook een verwoed fietser, zijn sociaal engagement maakt hij onder andere waar als voorzitter van de fietswerkplaats Cyclo. Hij staat bekend als loyaal, koppig en temperamentvol. Je weet wat je aan de man hebt. Danny Vileyn


BDWVOORGROND

De poort van het domein Latour de Freins blijft dicht.

© SASKIA VANDERSTICHELE

WETENSCHAPSBELEID > DOMEIN LATOUR DE FREINS LEEG NA VERTREK INNOVIRIS

KASTEEL VERLATEN EN ZONDER BESTEMMING

UKKEL – Het prachtige domein Latour de Freins staat helemaal leeg nu Innoviris en de andere researchorganisaties er weg zijn. Een nieuwe bestemming is er niet, maar het Brussels Gewest moet wel nog twee jaar huur betalen.

H

et gewest huurt het ‘kasteel’ en het bijna zes hectare grote park aan de Engelandstraat sinds 2002. Ooit behoorde het bosrijke terrein, dat nu beschermd natuurgebied is, toe aan Charles de Latour de Freins. Die schonk het eind negentiende eeuw aan de Algemene Raad voor de Godshuizen van Brussel, de voorloper van het OCMW. De Raad bouwde er een hersteloord voor zieken, dat na verloop van tijd een hospitaal werd voor zieke bejaarden. Nadat het hospitaal in 1988 ge-

teisterd werd door enkele dodelijke brandstichtingen, sloot het OCMW het kleine ziekenhuis. Het gebouw werd vervolgens verhuurd aan de ambassade van Tsjecho-Slowakije.

Technologische snufjes In 2001 nam de visionaire, enigszins megalomane ondernemer Walter De Brouwer zijn intrek op het domein. Hij vestigde er Starlab, zijn futuristisch researchcentrum waar wetenschappers van over de hele wereld onderzoek deden.

Maar het sciencefictionsprookje duurde niet lang. Na zes maanden ging het bedrijf over de kop. Het gebouw was door de passage van Starlab uitgerust met allerlei technologische snufjes. Dit bracht minister-president François-Xavier de Donnéa (MR) op het idee om van het domein een oord te maken waar de Brusselse research zou worden gepromoot en waar binnen- en buitenlandse onderzoekers elkaar zouden kunnen ontmoeten. Het gewest sloot een erfpacht van 27 jaar af met het OCMW van Stad-Brussel en richtte twee vzw’s op, Birds en Brains. Die moesten zorgen voor de nodige accomodatie en faciliteiten voor researchers. Het ‘kasteel’ werd verbouwd tot conferentiecentrum, met vergader-

zalen, een restaurant en enkele appartementen waarin buitenlandse onderzoekers goedkoop konden verblijven. Ook het Brusselse Instituut voor Onderzoek en Innovatie, het huidige Innoviris, kreeg zijn stek op het domein. Het instituut werd opgericht om het Brussels wetenschappelijk onderzoek te stimuleren, met name door het verlenen van financiële steun. Tegenwoordig bedraagt die steun jaarlijks een kleine veertig miljoen euro.

Elektriciteitswerken Behalve Innoviris kregen nog enkele kleine, min of meer verwante organisaties onderdak op Latour de Freins. Zo huurden het European Institute for Industrial Leadershop

‘MINIRING ZAL VERKEER AANZUIGEN’ BRUSSEL – De Gewestelijke Mobiliteitscommissie staat erg kritisch tegenover de plannen van de Stad Brussel voor de inrichting van een parkeerlus in de Vijfhoek en het graven van vier parkings. In de commissie zitten naast autoen fietsverenigingen ook gemeente,

politie en werkgevers- en werknemersorganisaties. De leden vragen zich af of de plannen van Brussel-Stad wel stroken met het gewestelijk vervoersplan Iris 2, dat een vermindering van het autoverkeer met 20 procent voorziet tegen 2018. De commissie wijst erop dat het

doorgaand verkeer, dat nu op de centrale lanen rijdt, waarschijnlijk deels verplaatst zal worden naar de parkeerlus. Het transitverkeer in de Vijfhoek zou dus niet dalen, wat nochtans wel de bedoeling was. De parkeerlus zal ook zoveel verkeer aanzuigen dat de automobilist de Vijfhoek niet meer bin-

nenraakt, vreest de commissie. De commissie pleit daarom voor verschillende lussen die auto’s terug de stad uit leiden, in plaats van één parkeerlus op twee rijvakken rond het voetgangersgebied. Ook de verkeersveiligheid laat te wensen over. “De parkeerlus op twee rijvakken garandeert geen vei-

en de European Corporate Security Association er kantoren. Ook enkele start-ups konden er terecht. In 2008 fuseerden Birds en Brains tot Research in Brussels, een vzw die bekendheid moest geven aan de gewestelijke initiatieven voor onderzoek en innovatie, en het domein moest uitbaten. Twee jaar geleden besloot de regering één en ander efficiënter aan te pakken. Beslist werd om Innoviris en Research in Brussels in één ondernemershuis onder te brengen samen met de twee economische agentschappen van het gewest: Impulse Brussels en Atrium. Dit zou leiden tot betere samenwerking en tot lagere huurkosten. Vooral het domein Latour de Freins was een dure vogel. Het gewest betaalt jaarlijks ongeveer 500.000 euro aan erfpachtvergoeding, plus nog enkele honderdduizenden euro’s aan onderhoud en verbeteringswerken. Zo werd de afgelopen jaren de gevel gerenoveerd en werd een ondergrondse parking aangelegd. Maar de kosten bleven komen. Ook nu weer zouden er eigenlijk elektriciteits- en andere werken moeten gebeuren voor zo’n 500.000 euro. Het Brussels Gewest huurt inmiddels, voor een miljoen euro per jaar, het vroegere kantoorgebouw van Siemens op de Charleroisesteenweg. Bedoeling was dat de vier organisaties er vorig jaar hun intrek zouden nemen. Atrium en Impulse verhuisden eind 2014, Innoviris en Research in Brussels pas begin februari.

Erfpachtvergoeding Door allerlei omstandigheden, onder meer de regeringswissel, werd ook vergeten tijdig de erfpacht voor Latour de Freins op te zeggen. Gevolg is dat het gewest de erfpachtvergoeding en het onderhoud voor 2015 moet betalen, plus een verbrekingsvergoeding van één jaar huur. Meer dan een miljoen euro dus. Intussen staat het domein helemaal leeg. Behalve Innoviris en Research in Brussels moesten ook de andere organisaties en de start-ups vertrekken. De toekomst van de vzw Research in Brussel, die het domein uitbaatte, staat ondertussen ter discussie. Overwogen wordt om de vzw te laten opgaan in Innoviris. Wat het OCMW straks met Latour de Freins gaat doen, is niet beslist. “Dat zien we nog wel. Voorlopig hebben we het domein niet in handen,” zegt voorzitster Pascale Peraita. Bettina Hubo

lige oversteek voor voetgangers.” Volgens de commissie moeten er ook overal fietspaden komen op de parkeerlus, in beide richtingen. Die zijn nu niet in de plannen voorzien. Tot slot vraagt de commissie een impactstudie voor de geplande parkings. Het is niet duidelijk of die echt nodig zijn, zegt de commissie. Bovendien rijst de vraag “of de parkings bijdragen tot een vermindering van het autoverkeer, zoals voorzien in Iris 2,” aldus nog het advies. Steven Van Garsse


BDW 1464 PAGINA 4 - DONDERDAG 5 MAART 2015

UITGELICHT > MINISTER SMET (SP.A) KONDIGT LIBERALISERING TAXISECTOR AAN

UBER MAG DE BAAN OP BRUSSEL – Terwijl de vorige regering Uber voor de rechter bracht, zet Vervoort II de deur voorzichtig open. Uber, en andere taxi-applicaties, mogen in de toekomst in Brussel opereren. Dat is een Europese primeur.

E

en en ander staat in het principeakkoord over het taxiplan 2015-2019 dat zopas door de Brusselse regering is goedgekeurd. Erg verrassend is het niet. Minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) had de deregulering al aangekondigd. Ze is ook afgesproken in het regeerakkoord. Dat maakt het voornemen van de regering er niet minder ingrijpend op. Elke minister van Mobiliteit heeft zich de afgelopen vijftien jaar stukgebeten op de Brusselse taxisector. Deze hervorming, in feite een begin van een liberalisering, riskeert wel heel diep in het vel te snijden van de taxisector. Minister van Mobiliteit Smet wil vooreerst de bestaande taxisector, goed voor 1.300 licenties, zelf aanpakken. De tarieven worden vereenvoudigd, waarbij korte ritten duurder worden, en langere ritten goedkoper, maar waarbij ook het nachttarief en tarief II (buiten het Brussels Gewest) worden afgeschaft. Al over een jaar moeten alle taxi’s een kredietkaartlezer hebben en

moeten ze aansluiten bij een smartphone-applicatie. Tegen oktober 2016 moeten de taxi’s met een digitale taximeter rondrijden. Alle ritten zullen geregistreerd worden. Chauffeurs die drie jaar rondrijden zonder klacht of proces-verbaal krijgen een speciaal label (Certificate of Excel-

veel taxi’s rondrijden als in Brussel. Dat zou een stevige streep door de rekening zijn van de bestaande licentiehouders, die nu over een zekere vorm van monopolie beschikken. Een hele boterham met als duidelijke ondertoon dat de Brusselse regering niet echt tevreden is over de taxisector zoals die vandaag functioneert: ze is rigide, niet rendabel, weinig transparant (lees: er is veel zwartwerk) en het schort aan de klantvriendelijkheid. Valt er dan niets positiefs te ver-

De regering wil onderzoeken of ook werklozen Uber-chauffeur kunnen worden.

lence). Het zijn elementen die mutatis mutandis overgenomen lijken uit de Uber-praktijk.

‘Geen legalisering’ Tot slot wil de Brusselse regering onderzoeken of er niet meer taxi’s kunnen worden toegelaten op Brussels grondgebied. Smet maakt de vergelijking met Madrid, waar proportioneel drie keer zo-

nemen voor de huidige taxisector? Toch wel. Zo zal de Brusselse regering groepsaankopen faciliteren voor de kredietkaartlezers, en moeten de taxichauffeurs vanaf volgend jaar niet langer de gewestbelasting van 575 euro ophoesten. Ze behouden ook hun voorrechten: visibiliteit, standplaatsen en de mogelijkheid om op busbanen te rijden. Maar wat als de grootste bedrei-

ging wordt aangevoeld voor de taxichauffeurs is ongetwijfeld het voornemen van de Brusselse regering om smartphone-apps als Uber en Djump toe te laten. Uber ontstond enkele jaren geleden en is in een aantal steden goed op weg om een belangrijk aandeel van de taximarkt binnen te halen. Uber is actief in 280 steden en 50 landen. De consument kan met een simpele app een taxi bestellen. De chauffeur is potentieel iedereen die, al dan niet toevallig, met een auto in de stad rondrijdt. De prijzen fluctueren naargelang vraag en aanbod. De rit wordt afgerekend per kredietkaart. Uber roomt twintig procent van de prijs af. Hoeveel Uber-taxi’s in Brussel rondrijden is niet bekend, maar de formule is alvast bedreigend genoeg om de bestaande taxisector uit haar lood te slaan. Niet alleen in Brussel. En precies de protesten van de bestaande taxisector, zorgen dan weer voor extra publiciteit. Toch zullen smartphone-apps als Uber en Djump niet zomaar actief worden in Brussel, benadrukt minister Smet. “Het is geen legalisering, de apps moeten aan strikte voorwaarden voldoen.”

‘Ruimte voor overleg’ De apps moeten een erkenning

krijgen, de chauffeurs mogen geen strafblad hebben, en mogen alleen als zelfstandige in bijberoep rondrijden, tenzij ze taxichauffeur zijn. De fiscus zal ook inzage krijgen in de lijst van ritten, zodat zwartwerk moeilijk wordt. De regering wil

DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE Het gebeurde misschien niet altijd even uitgesproken, maar de lente was al enkele keren in het land. Deze taxusbol geniet van de eerste zonnestralen en droomt ervan om op een mooie dag de tiende bol van het Atomium te worden.


WEEKOVERZICHT

BDW 1464 PAGINA 5 - DONDERDAG 5 MAART 2015

© IVAN PUT

WOENSDAG 25 FEBRUARI BOMMELDING VLAAMS PARLEMENT. Rond half vijf schorst voorzitter Jan Peumans de debatten in het Vlaams Parlement, omdat er twee bommeldingen zijn binnengekomen. Het halfrond wordt ontruimd. Na twintig minuten beginnen de debatten opnieuw.

DONDERDAG 26 FEBRUARI BANKEN WILLEN STADION NIET FINANCIEREN. Geen enkele Belgische bank wil het nieuwe voetbalstadion op parking C van de Heizel financieren. Dat schrijft De Tijd. Enkel als het Brussels Gewest stevige financiële garanties geeft, zijn de banken bereid om leningen toe te kennen. Federale en regionale politici hebben altijd gezegd dat de overheid geen geld in het project steekt. Over een eventuele bankgarantie doet Brussels minister Guy Vanhengel (Open VLD) er het zwijgen toe. BAAS VSGB TERUGGEFLOTEN. Jef Van Damme (SP.A), vicevoorzitter van de raad van bestuur van de Vereniging van Stad en Gemeenten van Brussel (VSGB), distantieert zich van de uitspraken van Marc Cools, de baas van de VSGB, over de kilometerheffing voor vrachtwagens. Cools vond dat een deel van het geld terug zou moeten vloeien van het gewest naar de gemeenten. Volgens Van Damme is de zaak nog helemaal niet besproken binnen de VSGB. GEEN PARKING ONDER VOSSENPLEIN. De Stad Brussel ziet af van het plan om een parkeergarage te bouwen onder het Vossenplein. Dat kondigt burgemeester Yvan Mayeur (PS) aan. Er wordt wel gezocht naar een plek voor een openbare parking aan de Kapellekerk. Mayeur en schepen van Mobiliteit Els Ampe (Open VLD) spreken elkaar tegen als het gaat over de vraag of die parking gegraven moet worden of niet.

VRIJDAG 27 FEBRUARI ZUURAANVALLER OOK KINDERMOORDENAAR? Richard Remes moet voor het assisenhof verschijnen voor de moord op het 17 maanden oude dochtertje van zijn ex-vriendin. De feiten dateren van 1988. Drie jaar geleden werd de Brusselaar al veroordeeld tot 30 jaar cel nadat hij een andere ex-vriendin met zwavelzuur had aangevallen.

Het nieuwe taxiplan van Pascal Smet (SP.A) kan op weinig enthousiasme rekenen bij de Brusselse taxichauffeurs.

ZATERDAG 28 FEBRUARI intussen wel onderzoeken of ook werklozen Uber-chauffeur kunnen worden. Het tarievenbeleid van de nieuwe operatoren wordt dan weer grotendeels vrijgelaten. Amper een uur na de persconferentie van Smet hadden Uber en Djump

“ “ HET GETAL

al hun communiqué klaar waarin ze zich verheugd toonden over de beslissing van de Brusselse regering. En de taxichauffeurs? Die trokken dinsdag massaal de straat op. Smet wil nog dit jaar de nieuwe taxiwet in het parlement laten goedkeu-

ren. De regering benadrukt wel dat het taxiplan niet te nemen of te laten is. “Er is nog ruimte voor overleg,” zegt minister-president Rudi Vervoort (PS). Steven Van Garsse

Het zijn niet meer pastoors en bisschoppen die in Vlaanderen zeggen wat er moet gebeuren, wel de bedrijfsleiders” Volgens Béatrice Delvaux, editorialiste van Le Soir, ligt het zenuwcentrum van de macht vandaag bij Voka (in Knack).

90 PROCENT VOOR RANDTRAM. 90 procent van de bewoners die de voorbije maanden naar infosessies over de voorgestelde ‘randtrams’ kwamen, staat daar positief tegenover. Dat zegt Johan Van Looy, directeur van De Lijn Vlaams-Brabant. Het gaat om lijnen tussen Willebroek en Brussel-Noord, een ringtram vanuit Jette naar Zaventem en een tram naar Brussels Airport.

ZONDAG 1 MAART GEEN PLAATS VOOR 2.800 KINDEREN. 2.800 kinderen die zijn aangemeld, hebben nog geen plaats in het Nederlandstalig basisonderwijs volgend jaar. Het Lokaal Overplegplatform (LOP) noemt de situatie zorgwekkend en roept op om verder te investeren in capaciteit en om beter gegevens uit te wisselen met het Franstalig onderwijs. Het is onduidelijk hoeveel kinderen daar terechtkomen.   URBAAN DE BECKER OVERLEDEN. Oud-radiojournalist en Vlaams Brusselaar Urbaan De Becker is overleden. Dat meldt de VRT. Hij was politiek verslaggever en presentator van het duidingsprogamma Actueel op Radio 1. In de jaren 1990 werd hij hoofdredacteur van de radionieuwsdienst. De Becker werd 74 jaar oud.

MAANDAG 2 MAART

Hij was een kenner van Expo 58, een wandelende encyclopedie als het over communautaire zaken ging, een Brussel- en Pajottenlanddeskundige zonder gelijke” Lucas Vanclooster schrijft een eerbetoon aan zijn overleden collega en Vlaamse Brusselaar Urbaan De Becker (op deredactie.be).

87%

Berichten over jezelf is altijd een beetje gênant, maar omdat het zo lang geleden is dat we kakelverse cijfers hadden, willen we ze u niet onthouden. Ruim 87 procent van de Nederlandstalige Brusselaars geeft aan week na week één of meer Vlaams-Brusselse media te gebruiken: ze lazen Brussel Deze Week en Agenda, ze

luisterden naar FM Brussel, keken naar tvbrussel en ze consulteerden brusselnieuws.be. Bij de anderstaligen gaat het over meer dan 52 procent. Marktonderzoeksbureaus p-values en Initiative hebben 702 respondenten ondervraagd. Tijdens de week voor de enquête hadden 58,3 procent van de Nederlandstalige Brusselaars Brussel Deze Week gelezen. Print is verre van dood. CEO Michel Tubbax belooft alvast dat we blijven inzetten op kritische journalistiek voor een breed publiek. Genoteerd. Danny Vileyn

ANDERLECHT WIL FEDERAAL GEBOUW ONTEIGENEN. De gemeente Anderlecht wil een gebouw onteigenen van de federale overheid om een nieuwe school te bouwen in Kuregem. De Regie der Gebouwen wil het pand openbaar verkopen, maar dan zou het gemeentebestuur moeten opbieden tegen projectontwikkelaars. De school is dringend nodig. Daarom kiest de gemeente voor de grote middelen.

DINSDAG 3 MAART TAXICHAUFFEURS BETOGEN. De Brusselse taxichauffeurs betogen tegen het taxiplan van het Gewest. Honderden taxichauffeurs nemen deel aan de betoging. Het taxiplan van minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) versoepelt een aantal regels en laat tegelijk Uber toe, maar dan wel binnen een strak juridisch kader. Dat moet oneerlijke concurrentie en sociale dumping vermijden. Samengesteld door Marie Rutsaert en Killyan Dauvillé

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF


BDW 1464 PAGINA 6 - DONDERDAG 5 MAART 2015

BRUSSEL – Ze zijn met ongeveer 140, de Brusselse Syriëstrijders. Over de reden van hun vertrek bestaan vele theorieën. De meerderheid vecht voor Islamitische Staat, een kalifaat met een zevendeeeuwse interpretatie van de islam en een officieel geloof in de apocalyps. De rest gelooft in complotten, voelt zich tekortgedaan, of idealist. “Brussel is geopolitiek erg kwetsbaar.”

A

bdel Rahman Ayachi, 33 jaar, afkomstig uit Sint-JansMolenbeek. Gelieerd aan het Centre Islamique Belge, veroordeeld voor terrorisme. Zoon van Bassam Ayachi. Gestorven in de zomer van 2013 in het Syrische Idlib, waar hij zich had aangesloten bij de ‘gematigde’ Suqur As-Sham-brigade. Bassam Ayachi, Frans-Syrische nationaliteit, afkomstig uit Molenbeek. 68 jaar. Controversieel, net als zijn zoon. Houdt op Facebook ‘debatten’ over de relatie tussen soennieten en sjiieten, waarbij die laatste tak binnen de islam vaak wordt vergeleken met ‘duivels’. Raakte twee weken geleden zwaargewond in Idlib, waar hij woonde. Murat Disiçurük, afkomstig uit Schaarbeek. 20 jaar. Niet echt actief op het internet, in 2013 vertrokken naar Syrië. Affiliatie onbekend. Harris Cimpaka-Kapeta. 24 jaar, zoon van een Belgisch-Congolese informaticus uit Ruisbroek en een Belgische vrouw. Militair bij het Belgisch leger. Raakte geïndoctrineerd door zijn broer en bekeerde zich tot de islam. Zijn broer woont in Vorst, Harris vertrok om bij Islamitische Staat te gaan vechten. Raakte zwaargewond, en keerde terug naar België. Iliass Azaouaj, 23 jaar. Trok in 2013 naar Syrië om Syriëstrijders proberen terug te halen. Azaouaj was een invloedrijke prediker in Anderlecht, en een tegenstander van Sharia4Belgium. Na enkele maanden wordt hij ontvoerd door leden van die bekende ronselgroep, en verschijnen er op sociale media foto’s van hem die duiden op een ‘bekering’ tot strijder zelf. In het najaar van 2014 wordt Azaouaj echter onthoofd door Islamitische Staat. Tot op de dag van vandaag bestaat er onduidelijkheid over zijn lot, maar volgens de meeste bronnen zou Azaouaj gespioneerd hebben voor de Marokkaanse of Belgische geheime diensten.

NUSAYRI En zo zijn er nog zeker een 130-tal Brusselaars die de voorbije jaren naar Syrië trokken om te vechten tegen het regime van Bashar Al-Assad, of tegen de talloze fracties die Syrië verdelen. We proberen een gemeenschappelijke noemer te zoeken. Waarom vertrekken jonge, soms veelbelovende, Brusselaars naar een land waar ze niets van afweten, en niets mee te maken hebben? En wie of wat in de Belgi-

sche hoofdstad drijft hen daartoe? Het verhaal begint met een Syriër die in Wallonië woont. Hij is een Alawiet, een lid van een stroming binnen de sjiitische islam. De Syrische dictator Bassar Al-Assad is ook een Alawiet. De man heeft dan ook een foto van Assad in zijn huis staan. Onze bron leidt ons naar een aantal Facebook-profielen van Belgen die in Syrië vechten. De meesten zetten eenzelfde foto op hun pagina: een zwarte vlag met een witte bol in het midden waarop de islamitische geloofsbelijdenis staat, de vlag van Islamitische Staat. Onze bron is met een aantal onder hen ‘bevriend’. Foto’s van lachende jongemannen passeren de revue. En afgehakte hoofden, verbrijzelde ledematen en lijken. Sommige strijders vallen als martelaar in de strijd tegen Nusayri (Alawieten), Nasrani (christenen) of Peshmerga (Koerden). Syrië is een multicultureel land, maar de Brusselse jongeren hebben het blijkbaar niet zo begrepen op de diversiteit

landen als Saoedi-Arabië, waarmee iets te veel Westerse landen ‘bevriend’ zijn. En eigenlijk, zo gaat de redenering verder, kan het toch niet dat geweten is dat Saoedi-Arabië en Qatar én banden hebben met Islamitische Staat, én met het Westen. En wat met Turkije, dat olie koopt van Islamitische Staat, en fungeert als doorgeefluik van strijders? Maar die theorieën brengen ons op zich niet dichter bij de oorzaak van de radicalisering van Brusselse jongeren. We proberen het via een andere Syrische bron, een christen, die in Brussel woont. Polyglot, en iemand die verschillende radicaliseringshaarden in de hoofdstad kent. “Probeer eens enkele boekenwinkeltjes aan de Lemonnierlaan uit, waar islamitische lectuur wordt verkocht. En in Sint-Jans-Molenbeek in de Toekomststraat is een moskee waar ook behoorlijk radicale taal wordt gesproken.” “Maar eigenlijk,” zo gaat de man verder, “volstaat een gewone lezing van de islam om radicaal te worden.

complot, maar bekijkt de zaken wel kritischer dan zijn Alawitische ‘collega’. Maar onze polyglot, zelfverklaard communist en “voorstander van de Syrische staat omdat die de diversiteit waarborgde” heeft zijn informatie over de situatie in Brussel wel juist. Ja, in Molenbeek is er een probleem met de moskee in de Toekomststraat, en ook twee andere gebedshuizen in die gemeente worden in het oog gehouden, zal een officiële bron ons bevestigen. Waar? In de Maritiemwijk, en in de buurt van Zwarte Vijvers. Meer komen we ook niet te weten.

GLOSSY MAGAZINE Ondertussen, begin januari 2015. In Parijs wordt een aanslag gepleegd op de krant Charlie Hebdo, en een paar dagen later vallen in het Waalse Verviers schoten. Twee vermeende terroristen komen om, een derde wordt gearresteerd. Alledrie hebben ze iets gemeen: ze komen uit Sint-Jans-Molenbeek. Sofi-

De twee in Verviers doodgeschoten terroristen figureren breed lachend op de foto, naast hem. Of het interview is afgenomen voor of na de verijdelde aanslag blijft onduidelijk, alsook of A. echt wel terug is in Syrië. Eerder in 2014 werd geclaimd dat A. dood was, trouwens. De verrijzenistruuk wordt vaak door IS gebruikt om Westerse inlichtingendiensten te misleiden.

VAN FACEBOOK NAAR TWITTER Tijdens de maand januari zal er zich nog een belangrijke verschuiving voordoen in het mediabeleid van het islamitische kalifaat: strijders schakelen massaal over van Facebook naar Twitter. Op zich is dat ook goed, want het laat toe om hen en IS-specialisten, ja zelfs inwoners van het kalifaat die berichten vanuit de hoofdstad Raqqa, beter te volgen. Op Facebook moet je namelijk bevriend zijn met elkaar, Twitter is vrij openbaar. We krijgen via Twitter een inkijk in het dagelijkse leven onder Islamitische Staat. In de verschillende provincies van het ka-

DE STROMENDE TENTAKELS VAN HET

INTERNETkalifaat van het Midden-Oosten. Al wie niet aansluit bij Islamitische Staat of Jabhat Al-Nusra, de Syrische tak van Al-Qaeda, is een ongelovige. Overigens zal deze bron ons wijzen op de aanwezigheid in Syrië van Rabea Chaar, een voormalig medewerker van de Brussels-Marokkaanse zender Al Manar, die in Syrië is “voor humanitair werk”, maar wel poseert met wapens. En dat was allemaal voor Islamitische Staat in de zomer van 2014 groot zou worden en een kalifaat zou stichten.

TOEKOMSTSTRAAT, MOLENBEEK Het gaat onze bron echter niet goed. Hij radicaliseert, maar dan op zijn manier. Naarmate het kalifaat ontstaat, groeit en volwassen wordt, en er aanslagen in Parijs worden gepleegd, wijst alles er volgens hem steeds meer op dat buitenlandse geheime diensten verantwoordelijk zijn voor de oorlog in het MiddenOosten. Het is onder ‘gewone’, nietradicale, moslims een theorie die vaak weerkeert. Eigenlijk, zo klinkt het dan, is de strijd die in Syrië uitgevochten wordt een schouwtoneel van de wereldmachten, een entente tussen de CIA en extremistische

“IS heeft hetzelfde esthetiserende effect op mensen als het fascisme” Met de islam op zich is niets mis, maar met vele moslims wel. Eén van de gevolgde bronnen in de soennitische islam is Ibn Taymiyyah, een 13de-14de eeuwse theoloog uit het huidige Syrië die radicaal en antichristelijk was. Hij kent vandaag veel succes bij salafisten en jihadi’s. En ja, hij wordt in Brussel nog altijd verkocht in de winkels die ik kom te noemen.”

NOG TWEE MOSKEEËN “Vreemd toch dat Saoedi-Arabië, een staat met een extreme interpretatie van de islam, de bouw van zoveel moskeeën in Frankrijk en België heeft gesteund,” zo gaat onze Syrische christen verder. “Waarom lieten en laten Westerse overheden dat toe?” Ook hij is niet vies van een vleugje

ane A., Khalid B en Marouane.E.B. Die laatste is de overlevende. We informeren in Molenbeek via een contactpersoon of we kunnen praten met de familie van E.B., die tot op de dag van vandaag zijn onschuld staande houdt en zegt dat hij gewoon op bezoek was in Verviers, in wat een safe house bleek te zijn waar een aanslag in Molenbeek werd gepland. “De ouders hebben verbod gekregen om met de pers te praten,” zegt onze contactpersoon, na aandringen. Zelf kent hij E.B., en gelooft hij de mediaberichten niet. “Die kerel heeft een vrouw en een job. Niemand kent hem als een salafist. Hij is integendeel een persoon waarnaar wordt opgekeken in de gemeente.” Het vermeende brein achter de verijdelde aanslagen, Abdelhamid A., ook afkomstig uit Molenbeek, blijft voortvluchtig. Hij wordt getraceerd in Griekenland, maar ontsnapt daar aan de politie. Enkele weken later verschijnt A. breed lachend in Dabiq, het glossy magazine van Islamitische Staat, waarin hij wordt geïnterviewd. Volgens het officiële IS-verhaal is hij naar België geweest om een aanslag voor te bereiden.

lifaat wordt de verlichting hersteld, het vuilnis opgehaald, worden mediapunten in de straten opgezet zodat de inwoners live executies kunnen meemaken. Oranje overalls, gevangeniskooien, konvooien, en overal die zwart-witte vlag, als teken van duidelijkheid. Overigens denkt IS aan haar burgers: er wordt bericht over het verbranden van pakken sigaretten, want roken is verboden. Homo’s worden van gebouwen geworpen, vrouwen worden van kop tot teen in het zwart gekleed. De staat werkt, ademt elke foto zowat uit. Tot in de details, zelfs. Zo is er in de buurt van de hoofdstad Raqqa een controlepunt op de weg waar een hoofd op een spiets de passant verwelkomt. En zo zijn er trainingskampen voor jonge strijders, nauwelijks tien jaar en genoegzaam ‘welpjes’ genoemd, die klaargestoomd worden om de staat uit te breiden.

RADICALISERINGSCOMMISSIE De bedrijvigheid op Twitter groeit. Accounts van Brusselse Syriëstrijders worden opgericht, verdwijnen weer en komen later terug onder een andere naam. Ook de bedrijvigheid hier te lande


© WAUTER MANNAERT

groeit. In het Vlaams parlement is de radicaliseringscommissie van start gegaan, voorgezeten door N-VA-parlementslid Nadia Sminate. Er komen diverse stemmen aan bod, zeer uiteenlopend ook, zowel van KU Leuven-onderzoeker Nadia Fadil, die zegt dat radicalisering voortkomt uit een gebrek aan respect voor moslims en uit uitsluiting, als van de Nederlands-Vlaamse onderzoeker Marion van San, die al een decennium geleden onderzoek verrichtte naar criminaliteit bij Marokkanen. Van San zegt dat net goed geïntegreerde moslims radicaliseren. “We moeten eerlijk zijn,” zegt Nadia Sminate, zelf kind van een Marokkaanse vader en een Vlaamse moeder: “Er zijn honderden redenen waarom jongeren radicaliseren. Alleen al de analyse van het probleem kan makkelijk een decennium duren. Eigenlijk moet de politiek aan de burger durven zeggen dat we geen goede oplossing hebben.” “Jihadronselaars hebben trouwens zeer goed begrepen dat er vaak van discriminatie geen sprake is, maar dat het beeld van gediscrimineerde moslims goed verkoopt,” voegt Sminate er aan toe. Maar natuurlijk blijft een groot deel van de Molenbeekse jeugd arm en werkloos. In Brusselse regeringskringen blijft dat ook dé verklaring voor het vertrek van jonge strijders. In het Hoofdstedelijk Gewest wordt vooral ingezet op preventie, leren we uit het ‘radicaliseringsdebat’ in het Brussels parlement.

OP DRIE NIVEAU’S “Eerlijk gezegd zijn er te veel uitzonderingen om radicalisering uitsluitend aan discriminatie en armoede

te linken,” zegt antropoloog Johan Leman, tevens voorzitter van integratiecentrum Foyer in Molenbeek. “We redeneren hier te veel vanuit een oorzaak-gevolg-logica. Maar één oorzaak is er niet. Daarvoor zijn de verhalen ook te anekdotisch.” Leman onderzoekt radicalisering al lang, en heeft daarvoor met veel mensen gesproken, van salafistische imams tot families van radicale moslims, tot en met radicale moslims zelf. Hij heeft een theorie ontwikkeld die volgens hem toelaat radicalisering te begrijpen. Leman: “Eigenlijk speelt radicalisering op drie niveau’s. Je hebt de macrohorizon, waarbij heel wat moslims al in het gewone leven denken dat de Westerse wereld tegen de soennitische islam is, en dat er een dubbele standaard gehanteerd wordt, waarbij Joodse doden bijvoorbeeld belangrijker zijn dan kinderen in Gaza.” “Dan heb je een micro-niveau, bij jongeren vaak een tegencultuur die zich ontwikkelt tezamen met de mensen waarmee ze omgaan, vrienden op school, bijvoorbeeld. ‘Men - het gezag, het Westen - is tegen ons,’ denken ze, en dus ontwikkelen ze - zoals jongeren doen - vaak een idealistische utopie. Een staat waarin iedereen respectvol wordt behandeld, bijvoorbeeld.” “Ten slotte is er het individuele niveau. Via het internet is het zeer gemakkelijk om in contact te komen met jihadistische websites en ronselaars. Zo word je dan ook makkelijk overtuigd van het feit dat de wereld echt wel tegen jou is en dat je als goede moslim moet leven. Als een jongere gelooft dat zijn ouders slechte moslims zijn, wat ronselaars vaak zeggen,

dan is de radicalisering een feit.” Het meeste inzicht in radicalisering kreeg de antropoloog naar eigen zeggen wel door een gesprek met een salafistische imam. “Het komt erop neer dat salafisten geloven dat het einde van de wereld nabij is, en alleen nog maar dat zien. Zij zien in de hedendaagse strijd tekenen van de apocalyps.”

APOCALYPS

Hoezeer de hedendaagse Syriëstrijd verweven is met de in de islamitische literatuur goed gedocumenteerde beschrijving van de apocalyps, weet ook Pieter Van Ostaeyen. Van Ostaeyen, historicus en Arabist, volgt al jaren op het internet jihadistische sociale-media-accounts en websites. “Een voorbeeld van apocalyps-denken is de naam van het IS-magazine, Dabiq. Die verwijst naar de plaats waar volgens de overlevering een veldslag moet plaatsvinden tussen een islamitisch en een ‘Romeins’, dus een Westers, leger.” “De eindstrijd moet plaatsvinden in het gebied dat nu Syrië is. In afwachting van de komst van de verlosser probeert Islamitische Staat het kalifaat te verankeren als vrijhaven voor echte moslims die strikt leven naar de zevende-eeuwse norm

van de islam. Om klaar te zijn voor de dag des oordeels.” Dat doet denken aan wat een Brusselse moslima ons tijdens ons onderzoek oppert: Er leven bij moslims verhalen over een op til zijnde oorlog tussen het Westen en de islam. Dat is variatie op de theorie die zegt dat het Westen oorlogen in het MiddenOosten aanwakkert uit haat tegen de islam. Rationeel valt zoiets natuurlijk moeilijk te begrijpen. Al valt volgens Johan Leman een deel van de salafisten wel te deradicaliseren. Grof genomen niet diegenen die verwikkeld zijn in takfir, zij die de wereld opdelen in goede gelovigen en slechte ongelovigen. Maar wel diegenen die uit zin voor avontuur of utopisch idealisme naar Syrië vertrekken, en snel de absurditeit van de strijd inzien. “Maar politici geloven vandaag nog te vaak dat er één pasklare oplossing is voor radicalisering,” zegt Leman. Waarom Brussel en België dan zoveel kandidaat-rekruten leveren? “In Brussel speelt zowel de radicale invloed uit Parijs, de invloed van Sharia4Belgium uit Antwerpen en Vilvoorde, als de eigen salafismen uit bijvoorbeeld Molenbeek. België en Brussel zijn geopolitiek gezien gewoon heel kwetsbaar, want centraal gelegen in Europa.”

DE TIJDSTROOM, HET VERHAAL Verschillende van onze gesprekspersonen zullen niet nalaten dat Islamitische Staat ook een zeer handig spel speelt met het Westen. “De films van executies bijvoorbeeld, dat is zo goed gemonteerd, met veel gevoel voor drama dat jongeren aan het beeld kluistert,” zegt Pieter

Van Ostaeyen. En Johan Leman: “IS heeft hetzelfde esthetiserende effect op mensen als het fascisme. Radicaliseren, dat is figuurlijk het licht zien, en geloven dat je een ander, beter mens bent geworden. Ook al blijf je voor de buitenwereld ogenschijnlijk dezelfde. Eigenlijk zou er ook eens grondig onderzocht moeten worden hoe sociale media inwerken op de mens. Want met internet kan je tegenwoordig erg snel een wereldbeeld in elkaar flansen.” Gek zijn ze dus vaak niet, Syriëstrijders als Oussama Aïdi en Mouad Idrissi Ouali uit Brussel of Hamza Talha uit Sint-Lambrechts-Woluwe. Ze zijn gewoon erg overtuigd van hun zaak, en ze kunnen overweg met sociale media. Begin 2013 schreef de Amerikaanse computerwetenschapper en filosoof David Gelernter van de Yale-universiteit – een Jood, en ironisch genoeg in de jaren 1990 het slachtoffer van een terroristische bomaanslag van iemand die de beschaving wilde omverwerpen – dat het internet zo evolueert dat het een soort tijdstroom wordt, niet meer gebonden aan vaste computers, een bundeling van miljarden informatiestromen, waarop mensen zullen afstemmen alsof ze een radiostation zoeken. “Miljarden internetgebruikers zullen hun eigen verhaal weven, dat zonder veel moeite zal opgaan in een oneindig verhaal: de aarde die zijn eigen verhaal vertelt,” aldus Gelernter. Uiteindelijk sluit dat aan bij de vraag of er één verhaal in de wereld moet zijn, of meerdere. Het eerste is vroeg of laat ‘imperialistisch’, het tweede ‘multicultureel’. Christophe Degreef


BDW 1464 PAGINA 8 - DONDERDAG 5 MAART 2015

© EDOARDO COSTA

© FRANCISCO MARTINS

OP ZOEK NAAR GEËMIGREERDE BRUSSELAARS IN ISRAËL

‘IK MIS DE CHOCOLADE, MAAR IK GA NOOIT MEER TERUG’ JERUZALEM / TEL AVIV – Jaarlijks komen er gemiddeld tussen de honderdvijftig en tweehonderdvijftig Belgische joden naar Israël om zich er permanent te vestigen. Dat zijn uiteraard niet allemaal jonge mensen. Ook oudere mensen en meer en meer gezinnen verhuizen. Brussel Deze Week sprak met enkele geëmigreerde Brusselaars in Israël.

W

e ontmoeten elkaar in een café op Rothschild Avenue in hartje Tel Aviv. Ze is jong en straalt ontzettend veel zelfvertrouwen uit. Bij het begin is er wat verwarring, omdat ze een man verwacht. We hebben elkaar tot nu toe alleen maar gemaild en mijn naam heeft haar duidelijk in de war gebracht.

Kinderlijke nieuwsgierigheid Het is nu vijf jaar geleden dat Laura Goldberg naar Israël verhuisde. Ze was toen achttien, had grote verwachtingen van het leven en zag die niet meer ingevuld worden in België. “Begrijp me niet verkeerd. Ik hou van België, van Brussel. Ik ben Belg, maar ik ben ook joods. En naarmate ik ouder werd, zijn vooral de anderen mij als joods gaan percipiëren en benaderen.” “Dus het is niet omdat je jezelf als joods bestempelde, dat je ‘anders’ was”, vraag ik voor alle duidelijkheid. “Weet je,” zegt ze nogal indringend, “als kind, voel je je niet anders dan de anderen. Ik zat niet op een joodse school en ik had meer niet-joodse vrienden dan joodse vrienden. We vierden Sinterklaas, zetten thuis een kerstboom. Ik gedroeg mij niet anders dan alle andere kinderen in mijn omgeving. Er was geen probleem. Maar als er dan

plots iemand op je toestapt en zegt: “Mijn papa zegt dat jij joods bent” en “Jij bent joods, jij bent anders,” dan verandert dat de zaak. Met dat soort opmerkingen en kinderlijke nieuwsgierigheid (vaak gevoed door de ouders) kon Laura nog overweg, maar toen ze ouder werd en persoonlijk verantwoordelijk werd gesteld voor de Israëlische politiek ten opzichte van de Palestijnen, omdat ze joods was, had ze er genoeg van. Laura was bovendien ongeduldig en ondernemend. Ze trok haar stoutste schoenen aan en kwam op haar achttiende moederziel alleen naar het Beloofde Land.

Laura Goldberg: “Ik ben Belg maar vooral Joods.”

“Het is moeilijk om precies te zeggen hoeveel joden, van al diegenen die naar Israël emigreren, uit Brussel komen,” zegt Sally Zajfman, zelf Belg en directeur van OBI (Association des Originaires de Belgique en Israel). OBI, een organisatie met zetel in Tel Aviv, houdt zich bezig met het organiseren van allerlei activiteiten voor de Belgische joden in Israël. Zij organiseren bijvoorbeeld op dit moment de ticketverkoop van de voetbalmatch van de Rode Duivels tegen Israël eind maart in Jeruzalem. “Zestig procent van de Belgische joden komt uit Antwerpen en veertig uit Brussel,” aldus Zajfman. Het is volgens hem heel moeilijk om de Belgen op het spoor te blijven eens ze in Israël zijn. “Ze assimileren veel makkelijker dan de Fransen. Die zullen zich meer in groep verplaatsen en elkaar opzoeken voor culturele activiteiten. De Belgen gaan vlugger op in het geheel. Dat maakt het moeilijk voor ons om een goeie inschatting te maken.”

Kibboets Diamantvluchten Er komen jaarlijks gemiddeld tussen de 150 en 250 Belgische joden naar Israël om zich er permanent te vestigen. Dat zijn uiteraard niet allemaal jonge mensen. Ook gepensioneerden vinden het prettig wonen in Israël, vooral in een van de kuststeden. Dat zijn de twee grootste, traditionele groepen, maar de laatste jaren komen ook hele gezinnen. De pater familias behoudt in de meeste gevallen zijn job (vaak in de diamantsector) en pendelt elke week tussen Israël en België. De maandagvlucht (heen) en de donderdagvlucht (terug) worden in de Israëlische volksmond ‘de diamantvluchten’ genoemd.

Taly Wachsmann: “Ik wist dat ik hier moest zijn.”

The Jewish Agency heeft een iets betere kijk op de zaak. Dat is een van de eerste aanspreekpunten voor joden in de diaspora, die naar Israël willen verhuizen. Taly Wachsmann is net als Laura Goldberg afkomstig uit Brussel. Ze is ook 23, maar kwam pas negen maanden geleden naar Israël met de hulp van The Jewish Agency. Dat agentschap had tot voor een paar jaar ook aan afdeling in België, maar omwille van budgettaire redenen wordt er nu geopereerd vanuit Parijs. Er komt regelmatig een afgevaardigde naar Brussel om interviews of gesprekken te hebben met potentiele aliyah-kandidaten. Dat zijn joden die graag naar Israël willen verhuizen.


BDW 1464 PAGINA 9 - DONDERDAG 5 MAART 2015

Netanyahu

te werken en onze nieuwe thuis te leren kennen, heeft mij gesterkt en maakt dat ik nu veel beter weet waar ik aan toe ben. Ik krijg kansen die ik in België nooit gehad zou hebben.” Laura studeert en houdt er een job of twee op na. Taly krijg ik trouwens nooit te zien (ik moet me tevreden stellen met een telefonisch interview), omdat zij er maar liefst drie jobs op nahoudt om te kunnen overleven. “In Brussel was alles veel makkelijker, maar hier voelen we ons geborgen en veilig.”

Luchtalarm Ik beslis even op die gedachte door te gaan, want toen ik met mijn gezin naar Jeruzalem verhuisde, verklaar-

den onze vrienden ons voor gek: ‘Dat menen jullie toch niet? Het is daar gevaarlijk. Er zijn daar regelmatig aanslagen!” “Ik voel mij in Brussel niet veilig”, zegt Laura. “Ik ben onlangs nog met mijn moeder en zussen uitgescholden op de metro. Ik voel me geviseerd als joodse. Hier hebben we de Iron Dome om ons te beschermen. We hebben een hightech leger, en elkaar. Hier kan mij niks overkomen.” Ik wil het samen met haar graag geloven. Dat Israël nog een aantal onopgeloste problemen op het schap liggen heeft, daar merken de jonge dames in Tel Aviv weinig van. Cijfers van het ministerie voor de Absorptie van Migranten tonen zelfs aan dat

de stroom van Franse migranten (die aanzienlijk groter is dan die van Belgen) niet verminderd is tijdens de oorlog met Gaza afgelopen zomer. De nieuwe Israëli’s werden op het vliegtuig gebrieft over wat ze precies moesten doen in geval dat het luchtalarm zou afgaan.

Dilemma Het is en blijft een vreemde paradox, maar joden uit de diaspora zullen altijd naar Israël blijven komen en de beweegredenen zijn veel complexer dan het geïmporteerde antisemitisme in Europa. Zo speelt ook de economische crisis een rol in de lokroep van de Joods-Israëlische staat. De beurs die afgelopen weekend in

© ELKE VANOOST

Aliyah betekent letterlijk ‘opgaan in’, of in dit geval ‘teruggaan naar’. Taly Wachsmann kwam dankzij The Jewish Agency eerst en vooral in een kibboets terecht, waar ze samen met leeftijdsgenoten kon beginnen aan haar integratie in de Israëlische maatschappij. “Om de een of de andere gekke reden voelde ik mij er meteen thuis. Dat klinkt waarschijnlijk onnozel, maar vanaf het moment dat ik voet op Israëlische bodem zette, voelde ik mij opgelucht en veilig. Net als bij mijn eerste bezoek toen ik twintig was. Ik wist dat ik hier moest zijn. Ik ben nochtans niet religieus opgevoed en het leven is hier alles behalve een lachertje. En toch.” Afgelopen december was Taly een paar dagen in Brussel om familie en vrienden te bezoeken. “Ik mis de chocolade, sure, maar ik ga nooit meer terug.”

Brussel plaatsvond, wordt al jaren georganiseerd en zal nu misschien een piek kennen, maar de leegloop van Europa is nog niet begonnen. Er zijn gelukkig voor de diversiteit van Europa nog altijd joden die in de diaspora willen blijven wonen. Voor ik afscheid neem van Laura, confronteer ik haar nog even met een dilemma. De Rode Duivels spelen eind maart tegen het Israëlische elftal. Voor wie zal Laura supporteren? “Voor de Rode Duivels, tiens! Vincent Kompany en Eden Hazard… Allez!” Juist ja, Laura is en blijft een Belg, een Brusseleir, een kiekenfretter.

Nicky Aerts

denk dat Amerika haalbaarder is.” Ze is niet de enige die er zo over denkt. Betty Dan is een van de organisatoren van de beurs. “Niet iedereen die weggaat, gaat naar Israël. De Verenigde Staten, Australië en Canada beschouwt men ook als opties. Israël is geen gemakkelijke keuze. Je kiest voor een andere taal en een totaal andere omgeving. Toch gaan de meesten naar Israël.” De immobiliënbeurs wordt al tien jaar georganiseerd. Het is de eerste keer dat er ook een aparte Aliyahbeurs bij staat. “Tot vier jaar geleden was er een informatiebureau voor Aliyah in Brussel. Maar er kwamen niet genoeg mensen info vragen over de terugkeer, dus werd het gesloten. De laatste drie jaar vragen steeds meer mensen informatie om weg te gaan uit België en dus leek het ons interessant om de twee te combineren. En terecht, het succes is enorm.”

De Israëlisch regering zet samen met een ontelbaar aantal joodse organisaties alles in het werk om het mogelijk te maken voor jonge mensen als Taly en Laura om hier

“Natuurlijk supporteren wij voor de Rode Duivels! Voor Vincent Kompany en Eden Hazard, allez!”

Plan B hun leven op te bouwen. The Jewish Agency handelt alle papierwerk af en zet Aliyah-kandidaten letterlijk op een gratis vlucht richting Israël. Als ze daar van het vliegtuig stappen, worden ze opgewacht door de mensen van het ministerie voor de Absorptie van Migranten. Ze krijgen hun identiteitskaart in hun handen gestopt, een adres om naartoe te gaan, een financiële bijdrage, een taalcursus… Noem maar op. Er is aan alles gedacht om de overgang zo snel en vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Laura en Taly zijn niet gekomen omdat eerste minister Benyamin Netanyahu hen geroepen heeft en ook niet echt omdat ze Brussel – of bij uitbreiding België – zo vreselijk vinden. Neen, zij voelden dat ze hier moesten zijn. “Mensen die omwille van een negatieve motivatie hun land van origine achter zich laten en aliyah maken, zullen het misschien niet lang uithouden. Je moet hier willen zijn,” meent Taly. “Het moet een wens zijn, geen verplichting. Laura voelde zich bijvoorbeeld wat beknot in haar mogelijkheden in Brussel. “Op je achttiende wordt er van je verwacht dat je al weet wat je met je leven wil aanvangen. Dat je gaat studeren en daarna werken. Wel, ik heb het gevoel dat ik hier de kans krijg om een veel rijker mens te worden. De ervaringen die ik heb opgedaan door naar hier te komen en samen met andere joden van overal ter wereld te wonen en

Een van de standhouders op de Aliyah-beurs in het Brusselse hotel Bristol Stephanie.

JOODSE BEURS VOOR MIGRATIE NAAR ISRAËL IN BRUSSEL

‘WIJ ZIJN ALLEMAAL ANDERS’ BRUSSEL – Het is druk op zondagmiddag in het hotel Bristol Stephanie aan de Louizalaan. Op de tafels in de conferentieruimte liggen kleurrijke folders, gratis balpennen en sleutelhangers. Verkopers bieden hun gasten koekjes aan alvorens ze hun verkooppraatje beginnen. Dit lijkt niet zo heel anders dan Batibouw. Maar het zit hem in details. De affiches promoten nieuwbouw in Jeruzalem en Tel Aviv, op de balpennen en koekjes staan Hebreeuwse slogans en verschillende standhouders dragen een keppeltje. Op deze beurs vindt de Belgische Jood alle informatie over de Aliyah, de terugkeer naar Israël. “Velen zijn er al in geslaagd. Nu is het aan u, veel succes.” Zo sluit een verkoper zijn praatje af. Op zijn

stand promoot hij een nieuw appartementencomplex in de Israëlische kuststad Netanya. Naast hem deelt een jonge vrouw folders uit over drie nieuwe woontorens in Giv’at Shmuel, “vlak bij de zee, niet ver van een goede lagere school en de Bar-Ilan universiteit is ook goed bereikbaar, mevrouw.” Nog wat verder worden luxevilla’s “op korte afstand van Tel Aviv” aangeprezen. Maar de conferentie draait niet alleen rond immobiliën. De bezoekers kunnen er ook terecht om meer te weten te komen over de levensmogelijkheden in Israël. Er zijn standjes over fiscaliteit, werkmogelijkheden en sociale zekerheid.

Informatiebureau De bezoekers worden met een brede glimlach onthaald door Myriam Fuks. “Er is elk jaar veel volk, maar

dit jaar zijn het er meer. Ik denk omdat we nu twee salons houden. Een om huizen en appartementen te kopen en een voor de Aliyah, de terugkeer naar Israël. Er zijn mensen van alle leeftijden. Ik heb al veel ouderen gezien, maar ook heel veel jonge mensen. De aankoop van een appartement is nog niet aan de orde voor de jeugd, maar zij willen informatie over de Aliyah.” De meeste twintigers en dertigers op de beurs willen niet gefotografeerd of gefilmd worden, maar een jonge vrouw die een kinderwagen voortduwt, wil wel anoniem spreken over haar ervaringen. “Ik voel me niet meer veilig in België. Ik wil niet dat mijn kinderen zich zo voelen. Ik denk niet dat ik naar Israël zal gaan. Ik spreek de taal niet. Ik ken er niemand. Mijn familie woont vooral in de Verenigde Staten. Ik

De standen over het leven in Israël en de procedures voor de migratie zijn drukbezocht. In een rij staan oude mannen met een lange baard en een keppeltje op hun kruin te wachten naast twintigers in jeans en jonge vaders met hun kindjes. Dit valt ook op bij Dan: “Vroeger waren de meeste geïnteresseerden gepensioneerd of waren het idealisten die deel wilden zijn van het land van de Joden. Maar nu zijn er families met jonge kinderen bij. Zij denken dat de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen niet meer in België ligt. Israël is voor hen een plan B, dat ze nu uitvoeren.” Een dertiger met een keppeltje en een kind op zijn arm beaamt dit. “Mijn familie en ik denken er serieus aan om België te verlaten. De toekomst van Brusselse Joden ligt niet meer in Brussel. Wij doen dit voor onszelf, maar vooral voor haar,” zegt hij met een blik naar zijn dochter. “Mijn vrouw en ik spreken Hebreeuws en hebben de dubbele nationaliteit. Mijn moeder woonde in Israël, maar ze woont nu allang in België. Zij wil niet terugkeren. Zij heeft het hier goed. Weet u, niet alle Joden willen naar Israël gaan. De ene vindt het hier ideaal, de andere wilt hier echt weg, nog anderen willen er een vakantiehuis voor de zomers. We zijn geen homogene massa, we zijn allemaal anders.”

Marie Rutsaert


be brusseleir

be b

be brusseleir

be b

be brusseleir

be b

be brusseleir

be b

goesting in ‘t Brussels

goesting in ‘t Brussels

goesting in ‘t Brussels

goesting in ‘t Brussels

ADVERTENTIE

BDW 1464 PAGINA 10 - DONDERDAG 5 MAART 2015

STEDENBOUW > STAD MAAKT BBP VOOR HEIZEL

BRAL: ‘OVERHEID IS RECHTER EN PARTIJ IN HET NEO-DOSSIER’ BRUSSEL – Brussel-Stad begint met de opmaak van een Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) voor de Heizelvlakte. Dat betekent ook dat de Brusselaars zich binnenkort kunnen uitspreken over Neo.

De Marck

brussels volkstejoêter auteur: MICHEL ANDRÉ vertaling en regie: MARC BOBER cast: JOSY RESTIAEN CHANTAL VERMEIR KEVIN VAN DOORSLAER NIKI D’HEERE ROBERT DELATHOUWER ELIE DEVUYST FRED DE KEERSMAECKER

VERTONINGEN IN ZINNEMA VAN 30 NOVEMBER 2014 T.E.M. 1 FEBRUARI 2015 INFO EN TICKETS: 02/502 76 93 - 02/524 60 95 - WWW.BEBRUSSELEIR.BE Met de steun van de

be brusseleir goesting in ‘t Brussels tweemaandelijks september – oktober 2014 - nr. 1/2014

v.u. Johan Verminnen, Cellebroersstraat 59, 1000 Brussel - P 917081 / afgiftekantoor: Brussel X

be b

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE

magazine

VU: be.brusseleir vzw, Johan Verminnen, Cellebroersstraat 59, 1000 BRUSSEL

TOÊLLESSE BRUSSELS

be brusseleir goesting in ‘t Brussels

be b

DE GOOI PLANQUE VERVOEGING -tege/-dege

ADVERTENTIE

E ICH IJD S EST AFFDSTR FOND W E G WE LEMSLS IJK L L I E E W USS TED BR OFDS HO

P-PRAAT Het had niet veel gescheeld of de VUB was Charlie-af. Charlie-af? Deze week wordt aan de VUB de Israeli Apartheid Week (IAW) georganiseerd, een serie debatten over het apartheidsregime dat de Staat Israël volgens de organisatoren zou zijn. IAW wilde daarvoor onder anderen skypen met een Palestijnse terroriste. De Israëlische ambassadeur vond dat niet zo fijn, en liet dat weten aan de VUB, waarop rector Paul De Knop de IAW niet wilde laten doorgaan tenzij de Israëlische ambassadeur per lezing vijf minuten kreeg om zijn standpunt uit te leggen. Op zich geen slecht idee natuurlijk, en hey, het is maar vijf minuutjes, maar erg Charlie is het natuurlijk niet.

’S

A M E H

AN URB

2T

AN:

T k e enla ITY en. Maa je buit een C mak en e e e t e m m kt o op mael s n a s ma r Bru el aa ige s n om a s in a n Bru enz to be nPrijs eel eig place te bre r è h ge als d doo nier akantie je v . gen

B

2

: ent glem & re xl.org info rg inb Alle .made inbxl.o w ade 8 ww 8 @m info 218 44 02 /

JD

XL

IN B

TRI

DE MA

ME

SEL aarw RUS K B affiche rs warm E O RIP EZ en nde

EDS

A ANK D T

1

n o l, Ste e l d t e russel fiche z kt r w e ts in B otieaf gemaa nm a n o r e eleme ipla e p unn u lk We r voor k e mag het h ik J a bru van da en? en aar ge m je d r ik o u r o w geb eel, m ing ten Bruss rbeeld die w 0 3 dige al je ve en hoe in 20 n e r voo beeld stelling zien o p e n n t o e n de ‘Ex . in tento n u n k reld zou thema draaie it n u er welk kunne d n u o o r 0’ z 203

W GN

UROT E 0 O 500ZENP J PRI

een

dt ing 030 O 2 er vinn s t e l l 030. EXP t o o in 2 u

I DES

ede fdst e Hoo affich ls n e ees ss ee Bru eer t tieve g ans s is d an on rea n en k uit msf t org oor c n e Willegewes strijd v ntwerp pprijze aag o o d e jk e li ignw e t uro? W e d m n des Wil je één va 5000 E jouw ten. en op ot van ur ons 5 . mak rijzenp en stu ei 201 s de p je kan or 31 m dan erp vo w t on

Brussel-Stad en gewest willen op de Heizel Neo realiseren: een groot shoppingcenter, woningen, een congrescentrum en recreatie. Eind december werd reeds het contract voor het winkelscentrum en de woningen getekend met het geselecteerde bouwconsortium Unibail-Rodamco, Besix, CFE. Om het project te ‘betonneren’ maakt de Stad nu ook nog een BBP voor de Heizelvlakte. De regering had hierom gevraagd. Het BBP, dat maanden in beslag gaat nemen, begint met een milieueffectenrapport, een studie naar de impact van de plannen op de omgeving, waarbij ook alternatieven worden onderzocht. Over dat rapport en het BBP wordt daarna een openbaar onderzoek georganiseerd. Maar er staan nog andere effectenstudies en openbare onderzoeken te gebeuren. Het bouwconsortium zal namelijk niet wachten tot het BBP klaar is om de nodige vergunningen aan te vragen. In juni wil UnibailRodamco al een stedenbouwkundig attest aanvragen, een soort voorloper van de bouwvergunning. “Dat is niet erg logisch, maar wettelijk kan het sinds kort in Brussel,” zegt Steyn van Assche van Bral. Het is dan ook de vraag wat de waarde is van dit Bijzonder

Maar er hangt tenslotte een bordje met de wijze woorden van Henri Poincaré naast Paul De Knops deur, u weet wel, van dat denken dat zich niet mag onderwerpen, enzovoort, dat De Knop bij zijn aantreden zelf

CHIEN ÉCRASÉ Wanneer we dit schrijven trekt een colonne taxi’s door de stad. Zij rijden samen maatschappelijk verantwoord, want zij protesteren tegen het wettelijke kader dat de

Bestemmingsplan. De Stad ziet het alvast als een formaliteit. “Er zal aan het bouwprogramma niets veranderen,” zei Brussels schepen Philippe Close (PS) zaterdag op de wijkvergadering Laken-Noord. “We zitten bij Neo aan het einde van de procedure. Er zijn verkiezingen geweest. De bewoners hebben dus de kans gehad om zich uit te spreken over het project.” Bluf of realiteit? Ook Bral vreest dat aan de essentie van Neo nog weinig te veranderen valt. “Het shoppingcenter krijg je niet meer weg. Het is immers gegund. Toch denk ik dat de burgers hier en daar nog kunnen wegen op het project.”

Schijn van partijdigheid Volgens Bral wordt het hele dossier gekenmerkt door een democratisch deficit. “Voor zo’n project had er vooraf een masterplan met effectenstudie moeten worden gemaakt zodat er in het begin inspraak was geweest.” Bovendien is er sprake van belangenvermenging. Brussel-Stad en het gewest zijn initiatiefnemer van Neo maar het is de stad die zelf het effectenrapport en het BBP opmaakt. In de begeleidingscommissie zit zelfs iemand van Neo. En het is het gewest dat straks alle vergunningen aflevert. Van Assche: “Ze leveren dus vergunningen af aan zichzelf. De overheid is rechter en partij. Er hangt een verblindende schijn van partijdigheid rond dit dossier.” Bettina Hubo

uit de VUB-kelder heeft laten sleuren. Het zal bij de aanblik van dat bordje zijn geweest dat De Knop tot inkeer gekomen zal zijn. En dus mag de IAW gewoon doorgaan, zonder Israëlische ambassadeur. Waardoor het nu natuurlijk een eenzijdig verhaal dreigt te worden. Nu ja, dat zal wel van meet af aan de bedoeling zijn geweest, zeker. Poincaré indachtig heeft het denken zich dus al onderworpen. Maar niet getreurd, want het logo van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is nu officieel een hartje. De vlag hangt immers uit aan het Brussels parlement, en van dat lichtbaken van democratie straalt de liefde af op de stad. Gedaan dus met de Poincarés van deze wereld, de citymarketing heeft het overgenomen. We moeten lief zijn voor elkaar. Allemaal Charlie zijn, en allemaal het juiste denken. Het juiste? De erkenning van Palestina als staat, bijvoorbeeld. Het Brussels parlement is in meerderheid voor. En Palestina wil Israël binnenkort aanklagen voor oorlogsmisdaden. Wat de VUB toelaat is dus gewoon officieel beleid.

Brusselse regering wil voorzien voor de alternatieve taxidienst Uber. Niet dat uw commentator het zo voor Uber heeft, maar het is goed wanneer die grapjassen met hun maatschappelijk verantwoord rijgedrag eens met zichzelf geconfronteerd worden. Zo, en nu staken wij ook, want dat schijnt tegenwoordig in de mode te zijn. Om niet te zeggen: maatschappelijk verantwoord.


ADVERTENTIE

Ex Eve clusie re, f Vo in O rst u en derg Sin em t-P , Et iete ter rs-W bee olu k, we !

Doe mee aan de ophaling van organisch afval. Meer dan 1.500 gezinnen sorteren al. En u? Vervoeg ons op www.be-organic.be

ADVERTENTIE

Be-Organic_2015_encart_BXL-D-W.indd 1

16/02/15 12:15

’Still Alice’ is een Amerikaanse film uit 2014, gebaseerd op de gelijknamige roman van Lisa Genova, die jongdementie haarscherp in beeld brengt. Professor Alice Howland, een gerenommeerd taalkundige, wordt geconfronteerd met de afschuwelijke realiteit van een leven met alzheimer. Ze begint woorden te vergeten en takelt langzaam maar zeker af. De ziekte stelt ook haar relatie met haar man en hun drie kinderen op de proef. Regie: Richard Glatzer & Wash West Hoofdrollen: Julianne Moore en Alec Baldwin

Julianne Moore kreeg net een Oscar voor beste actrice!

DONDERDAG 19 MAART 2015 CINEMA AVENTURE Kleerkopersstraat 57, Centrumgalerij, 1000 Brussel

14.00 u vertoning van de film (13.45 u deuren open /16.00 u einde) Inschrijven voor 13 maart via broes@dementie.be of 02 778 01 70 kostprijs 5 EURO


BDW REGIO

BDW 1464 PAGINA 12 - DONDERDAG 5 MAART 2015

DEZE WEEK IN HET KAA > GEBOUW D EINDELIJK WEER OPEN

KUNST IN VERNIEUWBOUW werken dus toekomstgericht. De opleiding is creatief, maar we blijven wel met de voeten op de grond,” zegt Stefan Tavernier, verantwoordelijke voor de kunstopleiding. Vorig schooljaar besloot het KAA om de richting Handel af te schaffen. Die richting paste niet meer in de profilering van de school. Daarom is Handel verhuisd naar het atheneum Toverfluit in Sint-Jans-Molenbeek, dat zich profileert als ‘school for business’. Volgens Tavernier is dat ook beter voor de leerlingen zelf: “Kunstleerlingen zijn namelijk gevoeliger dan anderen en worden nu minder geconfronteerd met de leerlingen Handel, die soms al eens uitbundiger zijn.”

Algemeen onderwijs

Het gerenoveerde gebouw is op maat gemaakt van de kunstleerlingen.

© SASKIA VANDERSTICHELE

ANDERLECHT – De leerlingen van het Koninklijk Atheneum in Anderlecht kunnen eindelijk weer in hun gebouw D. In 2010 werd het gebouw gesloten omdat het niet meer voldeed aan de veiligheidsvoorschriften. Maar nu is de vernieuwbouw eindelijk af en dat is vooral voor de kunstleerlingen goed nieuws.

V

ier jaar en half nadat de verbouwingen in het achterste gebouw in de Sint-Guidostraat tussen Aldi en Sodexo zijn gestart, is gebouw D van het KAA eindelijk af. De samenwerking met de eerste aannemer werd na een

ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be

paar jaar stilgezet, omdat de renovaties te lang duurden. Pas wanneer een nieuwe aannemer werd aangesteld, kwam er schot in de zaak. In het vernieuwde gebouw komen zes extra klassen, waarvan drie grote klaslokalen, een open leercentrum, een techniekklas en een kunstatelier. Het Koninklijk Atheneum Anderlecht is de enige school binnen het gemeenschapsonderwijs (GO) in Brussel die beeldende kunst aanbiedt en richt zich met de vernieuwbouw duidelijk meer en meer op kunst.

“De lessen in de muziekacademie worden geleidelijk aan afgebouwd, maar de samenwerking met de Academie voor Beeldende Kunsten blijft behouden. Daar zijn namelijk bak-

grote refter te installeren op het gelijkvloers van het gerenoveerde gebouw. “De refter zou dan ook dienen als expositieruimte waar de kunstleerlingen hun projecten en kunstwerken kunnen voorstellen. Maar daarvoor moeten we eerst de nodige vergunningen en middelen krijgen,” zegt directeur Erik Van Den Berghe. De kunstopleiding in het KAA startte in 2007, maar bloeit nu vol-

STEFAN TAVERNIER (VERANTWOORDELIJKE KUNSTOPLEIDING):

“Ik hoop dat we groeien als opleiding en binnen een paar jaar volwaardige klassen kunnen vormen”

Divers publiek Tijdens de werkzaamheden vonden vele lessen plaats in de Academie voor Beeldende Kunsten en de Muziekacademie op het Dapperheidsplein, omdat er te weinig klassen waren in verhouding met het aantal leerlingen. Door de grotere klassen is dit probleem nu weggewerkt.

ovens voor beeldhouwkunst, fotostudio’s en een donkere kamer. Wij hebben die faciliteiten niet en daarom blijven we samenwerken met de academie,” zegt Michèle Van Den Neucker, leerkracht wiskunde. Er zijn ook plannen om in een tweede fase een foto- en filmstudio en een

ledig open. “Toen we met kunst op het KAA begonnen, zag je dat vooral autochtone jongeren de opleiding volgden. Nu is het publiek diverser. We krijgen het vertrouwen van de ouders, omdat we aantonen dat er veel jobs bestaan waarbij een kunstopleiding een groot pluspunt is. We

Voorlopig werken ze op het KAA binnen de kunstrichtingen nog met graadklassen. “Het derde en vierde middelbaar zitten samen en het vijfde en zesde volgen ook samen les. Het leerplan is op twee jaar gemaakt, waardoor we dus nooit twee keer dezelfde les geven aan de leerlingen. In het derde jaar geven we bijvoorbeeld de geschiedenis van de fotografie, terwijl we dan in het vierde de geschiedenis van de film geven,” zegt Tavernier. “Ik hoop dat we op termijn de graadklassen kunnen splitsen en gewone klassen kunnen vormen. In het kunstonderwijs zou een leerkracht eigenlijk les mogen geven aan slechts twaalf leerlingen, want daar is meer individuele begeleiding voor nodig. En nu zijn er in de tweede graad slechts twaalf leerlingen. Ik hoop dat we groeien als opleiding en binnen een paar jaar volwaardige klassen kunnen vormen.” Toch wordt het KAA niet uitsluitend een kunstschool, ook het algemeen onderwijs blijft belangrijk. “Door de grotere klaslokalen in het gerenoveerde gebouw, kunnen we nu ook meer leerlingen toelaten in het aso. Vanaf volgend jaar gaan we dan ook vier klassen vormen in het eerste middelbaar. Aso-leerlingen profiteren dus ook van de vernieuwbouw. Bovendien gaan we op schoolreis naar Albanië met dertig leerlingen van de derde graad aso. En dat is toch een unieke reis,” zegt Van Den Neucker. “Het aso blijft een sterke pijler van onze school. Het KAA is een school met een dubbel profiel. We kiezen voor het harmonieus samengaan van algemene vorming én artistiek talent. Dat maakt onze school uniek in het Brusselse onderwijs,” besluit directeur Van Den Berghe.

Killyan Dauvillé


BDW 1464 PAGINA 13 - DONDERDAG 5 MAART 2015

ADVERTENTIE

ANDERLECHT > WEINIG RUIMTE VOOR EENMALIGE INVESTERINGEN

Begroting met licht overschot Een begroting in evenwicht voor Anderlecht. Met een bescheiden overschot van 1,4 miljoen euro klopt het boekhoudkundige plaatje in Anderlecht. Daartegenover staat dat er weinig ruimte is voor eenmalige investeringen. Het recept voor de begroting in evenwicht is klassiek. Ze bespaart op de grootste begrotingspost, namelijk het personeel – goed voor 55 procent van het budget. Gemeenteambtenaren die op pensioen gaan worden zoveel mogelijk intern vervangen. Een oefening die de gemeente al een paar jaar op rij uitoefent en uitmondt in een keurige boekhouding. Die politiek is grotendeels opgelegd door het Brussels Gewest dat ondertussen al bijna tien jaar bijpast, en de gemeente in ruil in een strakker budgettair keurslijf dwingt. Al spant de riem minder strak dan in het begin van dat begeleidingsprogramma in 2007, toen de buitengewone begroting slechts 23,5 miljoen bedroeg, zowat de helft van de huidige. “De eerste inspanningen waren

inderdaad de zwaarste omdat we toen uit een diepe financiële put kwamen,” zegt schepen van Begroting Fabrice Cumps (PS) daarover. “We hebben nu iets meer ruimte om te lenen, ook al legt Europa strenge beperkingen op. Anderzijds zijn ook de subsidies gevoelig verhoogd om de capaciteit in het onderwijs te verhogen.” Zo komen er in de gemeente in totaal 1.400 schoolplaatsen bij. Ook de gemeente-infrastructuur wordt uitgebreid. Er komt een nieuwe vleugel aan het gemeentehuis om de dienstverlening te verbeteren. Voor de ontwikkeling van wijken richt het gemeentebestuur haar pijlen op de verloederde zuidwijk. Zo wordt er 187.000 euro vrijgemaakt voor een bijzonder bestemmingsplan voor de buurt rond het Zuidstation dat parallel loopt met het bbp van buurgemeente Sint-Gillis. Ook worden er kredieten voorzien voor de kanaalzone. Investeringen die al bij al beperkt blijven door de huidige economische crisis. Bruno Schols

DE VZW VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA IS OP ZOEK NAAR EEN

© SASKIA VANDERSTICHELE

SALES-

(M/V)

MEDEWERKER FUNCTIE:

❏ ❏

Je staat in voor de verkoop van advertenties en spots.

❏ ❏ ❏ ❏

Je staat in voor prospectie met de focus op buitendienst.

Je bouwt een goede relatie op met klanten, zowel particuliere klanten als reclamebureaus en mediacentrales.

Je handelt commerciële dossiers (van bestelbon tot boeking) zelfstandig af. Je draagt bij aan de ontwikkeling van reclameadviezen en strategieën. Je houdt je kennis van de markt up-to-date.

PROFIEL: Het oude gebouw van AZG achter het treinstation in Jette wordt verbouwd tot 182 studentenkamers.

Jette/Elsene > Ngo verhuist van Jette naar Elsene

Artsen Zonder Grenzen koopt gebouw van Electrabel Na een verblijf van twintig jaar in de Dupréstraat in Jette is de ngo Artsen Zonder Grenzen afgelopen weekend verhuisd naar het vroegere gebouw van Electrabel in de Gewijde Boomstraat in Elsene. “Ons gebouw in Jette was echt te klein geworden, legt AZG-woordvoerder Christof Godderis uit. “Artsen Zonder Grenzen België is een van de vijf operationele centra van de organisatie. We zijn hier in Brussel ondertussen met driehonderd mensen en moesten al een tijd bijkomende kantoorruimte huren.” De ngo kocht daarom het veel ruimere kantorencomplex van Electrabel in de Elsense Gewijde Boomstraat. Electrabel trok er vorig jaar uit, na 114 jaar. Suez, de moedermaatschappij van Electrabel, fuseerde enkele jaren geleden met het Franse GDF, waarna alle vestigingen moesten verhuizen naar de nieuwe GDF Suez Tower aan het Noordstation.

Het gebouw in de Gewijde Boomstraat, dat tussen 2004 en 2006 nog volledig gemoderniseerd werd, telt vijf verdiepingen, waarvan AZG er drie bezet. “De overige twee zullen we verhuren aan andere organisaties,” zegt Godderis. AZG heeft zijn gebouw achter het Jetse treinstation intussen verkocht aan Upgrade Estate, een Gentse promotor, gespecialiseerd in studentenhuisvesting. Die gaat het verbouwen tot Jette Upkot, een studentenhuis met 182 koten en studio’s. Upgrade Estate is vlakbij de VUB en ULB in Elsene ook bezig met het project Bru Upkot, de verbouwing van het voormalige kantoorgebouw van Western Union tot 216 studentenkamers en studio’s. Die zullen vanaf september 2016 verhuurd worden aan VUB- en ULB-studenten.

Bettina Hubo

❏ ❏ ❏ ❏ ❏ ❏

Je bent een commercieel talent met een sterke motivatie, gedreven en resultaatsgericht. Je hebt een eerste werkervaring in de sector op zak. Je bent perfect Nederlandstalig met zeer goede kennis van het Frans en het Engels. Je werkt graag in teamverband, maar je kan je werk ook zelfstandig organiseren en plannen. Je bent “Brussel minded” en je kent het Brusselse commerciële landschap. Je bent flexibel en stressbestendig. Je bent open en sociaal en maakt er een erezaak van om je dossiers perfect af te handelen.

WIJ BIEDEN: Een voltijdse opdracht van onbepaalde duur. Een fair loon met extralegale voordelen. Een stimulerende werkomgeving binnen een boeiend mediabedrijf.

INTERESSE? Stuur jouw kandidatuur en cv voor 11 maart op naar Kristel De Wolf – HR manager Vlaams-Brusselse Media vzw Flageyplein 18 – 1050 Brussel Mailen kan naar kristel.dewolf@brusselmedia.be


BDW 1464 PAGINA 14 - DONDERDAG 5 MAART 2015 © BART DEWAELE

Elsene > Viviane Teitelbaum krijgt betere cijfers

Voorlopig geen voogdij voor Elsene In 2015 begroot Elsene een tekort van 1,3 miljoen euro. Toch zegt schepen van Financiën Viviane Teitelbaum (MR) dat de gemeente op de goede weg is. “De rationaliseringsmaatregelen die we sinds 2012 hebben genomen hebben gewerkt,” zegt Viviane Teitelbaum. “Vooral in de werkingskosten van de gemeente is gesnoeid, terwijl we ervoor hebben gezorgd dat de gemeentediensten hun werk naar behoren konden blijven doen. Gegeven de moeilijke financiële situatie in de Brusselse gemeenten is Elsene dus zeker op de goede weg.” Teitelbaum heeft sinds haar aantreden in 2012 de weinig benijdens-

waardige taak om te vermijden dat Elsene onder voogdij van het Brussels Gewest werd geplaatst. Hoewel ze zegt dat het gevaar nog zeker niet geweken is, is ze blij dat ze in 2015 uitzicht behoudt op financiële onafhankelijkheid. De rekening van vorig jaar vertoont een evenwicht, en Teitelbaum hoopt dat op het einde van dit jaar het begrote tekort minstens ook omgezet kan worden in een evenwicht. “Soms zijn er financiële meevallers. Zo hebben de Brusselse gemeenten in 2014 een goed dividend uitgekeerd gekregen van de intercommunale Hydrobru,” klinkt het.

CD

SINT-JANS-MOLENBEEK > INOX KUIP MET OLYMPISCHE TOUCH Sint-Jans-Molenbeek > PS stemt in met komst dochter

ZWEMBAD WEER OPEN IN DE HERFST Catherine Moureaux Het einde van de renovatiewerken aan het gemeentelijk zwembad Louis Namèche is in zicht. Tegen de herfst zouden de Molenbekenaars opnieuw kunnen gaan zwemmen in hun gemeente. Het zwembad wordt gerenoveerd omdat het niet meer voldeed aan de technische normen en de energieprestaties beter moesten. De energiefactuur van het complex zakt enorm. Onder andere de verwarmingsketels en filters worden vervangen. De filters kunnen nu zo’n 830 kubieke meter water per uur zuiveren. Er komt ook een antiverdrinkingssysteem met camera’s in de kuip en in het plafond die de veiligheid moeten verhogen. Als iemand in de problemen is, krijgen de redders een signaal en kunnen ze meteen ingrijpen. Een deel van de bodem wordt ook op een hydraulische constructie gemonteerd. Op die manier kan de diepte aangepast worden voor wedstrijden of als kinderen komen zwemmen. Een andere wijziging is dat de glijbaan is weggehaald,

waardoor het een sportzwembad is geworden en geen recreatief zwembad meer is. Het zwembad krijgt trouwens een olympische touch, want het Oostenrijkse bedrijf HSB dat de inox kuip maakt, bouwde ook het zwembad voor de Olympische Spelen in Londen. De keuze voor inox was snel gemaakt volgens Marianne Hiernaux van Beliris: “Inox is een duur, maar duurzaam materiaal dat gemakkelijk te onderhouden is. Het kleine zwembad voor kinderen wordt wel betegeld, omdat het aangenamer is voor de zwemmers.” De renovatie van het zwembad kost bijna 9 miljoen euro. Beliris betaalde driekwart van de totale kostprijs, het Gewest en de gemeente betaalden de rest. Na Ganshoren in 2014 en Molenbeek dit jaar neemt Beliris de komende twee jaar de zwembaden van Schaarbeek en Elsene onder handen.

Killyan Dauvillé

mag verhuizen Catherine Moureaux krijgt 58 van de 63 Molenbeekse PS-stemmen achter zich, en kan dus verhuizen naar de thuisgemeente van haar vader Philippe.

Catherine Moureaux verhuist naar postcode 1080 om tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 lijsttrekker te worden van de PS. Die is in Sint-Jans-Molenbeek op zoek naar een leider. Huidig oppositieleider en ex-schepen van personeel Jamal Ikazban werd na drie jaar actieve oppositie bedankt voor die taak. Ikazban blijft wel in de gemeente-

ADVERTENTIE

raad zitten, en verwacht wordt dat hij nog een tijdje het gezicht blijft van de PS in Molenbeek. Hoewel er ongenoegen is bij de Parti Socialiste, wordt de komst van dochter Moureaux goed opgevangen. Men sluit de rangen en bereidt zich voor op de kiesstrijd van 2018, waar de liberale Françoise Schepmans van de troon moet gestoten worden. Met Catherine Moureaux, een arts met veel ervaring op het Brusselse terrein, wordt de strijd ook erg links. Dat is dan weer nodig om de PVDA niet te groot te maken. CD

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

BERLIN

LAND’S END Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand

THEATER 11 > 14.03.2015

a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen

HET BRUSSELSE STADSTHEATER WWW.KVS.BE – 02 210 11 00 © BERLIN

Een focus op grenzen en taalkwesties, en hoe beiden overschreden kunnen worden. Geselecteerd voor het Theaterfestival 2012.

a

Verzekerd verhuurbeheer

www.fedsvk.be 02 412 72 44


© NGI

© INTERBUILD

BDW 1464 PAGINA 15 - DONDERDAG 5 MAART 2015

Zo moet de nieuwe hoofdzetel van Axa eruitzien.

UIT DE LUCHT GEGREPEN

BRUSSEL-STAD > VAN WATERMAAL-BOSVOORDE NAAR TROONPLEIN

WERF NIEUWE ZETEL AXA VAN START

Elk jaar koopt het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) luchtfoto’s aan om zijn databank met geografische gegevens aan te passen. Overlappende luchtfoto’s worden daarop op elkaar gelegd, waardoor een 3D-model ontstaat, dat op zijn beurt vergeleken wordt met de gegevens die het NGI al heeft van plaatsnamen, rivieren, bossen en gebouwen. Zo wordt duidelijk hoe de werkelijkheid op het terrein is in vergelijking met de werkelijkheid op de kaart. Als het moet, dan past het NGI de gegevens aan. Het NGI is natuurlijk al zo lang bezig met kaarten maken dat het ondertussen over een indrukwekkend archief luchtfoto’s beschikt. Een selectie hiervan vindt u week na week in deze rubriek ‘Uit de lucht gegrepen’ terug. Het gaat steeds om (oude) luchtfoto’s uit een van de negentien Brusselse gemeenten. Vorige week zag u het Fallonstadion in Sint-Lambrechts-Woluwe, dat inderdaad in de vallei van de Woluwebeek ligt. En wat was er mis met de foto? Wel, hij stond ondersteboven. Deze week nemen we u mee naar een plaats van meer betekenis. Bovenstaande foto dateert uit 1949 en ligt ergens in het zuiden van Brussel. Hoewel, het zuiden... Alles is relatief, en toch ook niet. Wat zien we op bovenstaande foto? CD

Aan het Troonplein en de Regentlaan zijn de grootschalige werken begonnen aan wat de nieuwe hoofdzetel van Axa moet worden. Over twee jaar ruilen meer dan 2.000 werknemers van de verzekeraar hun iconische kantoorgebouw in WatermaalBosvoorde in voor een stek langs de Kleine Ring. Sinds eind november zetten enkele grote bouwbedrijven hun tanden in de oude gebouwen van Electrabel  en Tractebel aan het Troonplein en langs de Regentlaan. De energiebedrijven zijn ondertussen onderdeel  van de multinational GDF Suez en die heeft vorig jaar  alle  Belgische  afdelingen  gegroepeerd  in  een  nieuw  kantoorgebouw in de Noordwijk. De  drie  achtergebleven  panden  zijn  eigendom  van  Axa. De verzekeraar wil er zelf haar nieuwe Belgische  hoofdkantoor  van  maken  en  verhuist  in  2017  meer  dan 2.000 werknemers van de huidige zetel in Watermaal-Bosvoorde naar het Troonplein. Axa verlaat dus  het opvallende gebouw aan de Vorstlaan, in de jaren  1960 opgetrokken door het toenmalige Royale Belge,  een van de voorlopers van de verzekeringsgroep. Voor  de  verhuizing  kan  gebeuren,  is  er  wel  nog  wat  werk  aan  de  winkel.  Het  neoklassieke  pand  aan  het

Troonplein is beschermd en blijft dus bestaan, maar  binnenin wordt het gerenoveerd en het atrium krijgt  een nieuwe glazen koepel.  Het middelste van de drie gebouwen gaat helemaal tegen de vlakte en wordt heropgebouwd. Van het derde  pand blijft enkel het geraamte overeind. De gevels van  beide gebouwen langs de Regentlaan zullen bestaan  uit  driedubbel  glas  en  een  afwerking  met  diagonale  buizen. Dat decoratief element verwijst naar het logo  van Axa. De sokkel krijgt een bekleding met natuursteen om aan te sluiten bij het historische gebouw van  architect Michel Polak. Het  nieuwe  complex  moet  bijna  energie-neutraal  zijn en zal beschikken over een vloeroppervlakte van  48.000  vierkante  meter.  De  werken  zouden  begin  2017 moeten af zijn. Wat  er  moet  gebeuren  met  het  iconische  gebouw  langs de Vorstlaan is nog niet duidelijk. Eigenaar Cofi nimmo wil het graag ombouwen tot woningen, maar  volgens  een  eerste  studie  is  dat  niet  evident  en  erg  duur. Mogelijk blijft het dus een kantoorgebouw. Het  gerucht gaat dat Europa al interesse toonde. Laurent Vermeersch

ADVERTENTIE

€20 klarafestival.be

Klarafestival launches

Classical Clubbing Live

Hilary Hahn violin (US) Piotr Beczala tenor (PL) Avi Avital mandolin (IL)

19.3 2015 20:30 Fuse Main Room

B’Rock XS ensemble (BE) Cory Smythe piano (US) DJ set

Lefto

#1

Le Concert Invisible

© Werner Van dermeersch

main artistic partners

media partners

main partners

official festival car

public funding


BDW 1464 PAGINA 16 - DONDERDAG 5 MAART 2015

BDWOPINIE

Sociale shopping in Brussel? Neen bedankt! BRUSSEL – Brussel moet eenvoudiger, niet complexer, vindt Brussels parlementslid Elke Roex (SP.A). Volgens Roex moeten we vanuit de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) een vernieuwend zorgsysteem uitbouwen op maat van de stad.

D

e Vlaamse zorgverzekering, die in 2001 in Vlaanderen én Brussel ingevoerd werd, moet de basis vormen voor de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB) waar de huidige Vlaamse regering (N-VA, CD&V en Open VLD) luidop van droomt. Dat is een Vlaamse volksverzekering, waarbij Vlaanderen zelfstandig kan bepalen hoe ze de zorg voor haar inwoners in de toekomst bepaalt. In die zogenoemde Vlaamse Sociale Bescherming wordt zo - behalve de zorgverzekering - hulp aan bejaarden, financiering van woonzorgcentra en het ondersteuningsbudget voor personen met een handicap opgenomen,

maar ook onder meer de premie voor jonge kinderen, een maximumfactuur in de thuiszorg en de hospitalisatieverzekering. Klinkt goed, zou je durven te denken. De realiteit voor de Brusselaars is echter minder rooskleurig. Eén: nu, veertien jaar later, zijn we nog met 45.000 die hun zorgverzekering mooi betalen en dus aanspraak maken op die Vlaamse Sociale Bescherming. Een cijfer dat blijft dalen met de jaren. Goed voor de 45.000 onder ons die er heel wat rechten bijkrijgen, maar wat met die andere honderdduizenden Brusselaars? De spelregels verander je niet zomaar “en cours de route”.

“Brussel moet eenvoudiger worden, niet complexer.” ELKE ROEX (SP.A)

Het Brusselse gezin dat de Vlaamse zorgverzekering niet betaalde, omdat ze niet goed geïnformeerd was of krap bij kas zat, ziet zo ook de premie voor zijn jonge kinderen aan zijn neus voorbijgaan. Bedenktijd is er evenmin. Als je vandaag na je 26ste aansluit bij de Vlaamse zorgverzekering moet je eerst een straf-

tijd van tien jaar uitzitten alvorens je er recht op hebt. Vaarwel uitkering, welkom sociale uitsluiting, vooral voor Brusselaars die het nu al moeilijk hebben om op het eind van de maand hun rekeningen te betalen.

Shopping Twee: is het dan een oplossing om

Brusselaars vrij te laten kiezen tussen een Vlaams dan wel een Franstalig aanbod voor hun sociale rechten? Strookt het met ons idee van sociale bescherming om bevolkingsgroepen zelf te laten kiezen welke ‘verzekering’ zij nemen om zich te beschermen in moeilijke tijden? Kun je die keuzevrijheid beperken en de facto gaan naar een gemeenschapskeuze? Is dat de prijs die we willen betalen voor een kopie van een Vlaamse Sociale Bescherming in Brussel? Vlamingen in Brussel worden al lang niet meer behandeld zoals Vlamingen in Vlaanderen, denk maar aan erfenisrechten. Een Vlaamse Sociale Bescherming creëert helemaal geen gelijke behandeling tussen Vlaamse Brusselaars en Vlamingen, maar enkel een ongelijkheid tussen Brusselaars. Het komt neer op een gemeenschapskeuze. Zo ontstaan er twee soorten Brusselaars, elk met

Loslaten Vlaamse zorgverzekering? Geen goed idee! BRUSSEL – Elke Brusselaar – Vlaams of niet – moet zich kunnen aansluiten bij de Vlaamse zorgverzekering om zo ook uitkeringen te kunnen ontvangen, ongeacht of hij in een Vlaamse, bicommunautaire of Franstalige instelling verblijft, zegt Liesbet Dhaene (N-VA). Een ‘verbrusseling’ van de bevoegdheid betekent ‘verwallonisering’, klinkt het.

D

e Vlaamse zorgverzekering, die ervoor zorgt dat zwaar zorgbehoevenden in aanmerking komen voor mantelzorg, thuiszorg of residentiële zorg, was altijd al een Brussels zorgenkindje. Vlaanderen streefde ernaar om een ruime toepassing in Brussel mogelijk te maken. Maar in Brussel kan Vlaanderen enkel op vrijwillige basis een zorgverzekering aanbieden.

In Vlaanderen is de zorgverzekering verplicht, in Brussel niet. En probeer maar eens om jongeren van 26 te overtuigen om vrijwillig een bijdrage te betalen aan een zorgverzekering. Het gevolg is dat minder en minder Brusselaars zich aansluiten.

Minder Vlaanderen in Brussel Het was alsof men het plots begreep: de zo bejubelde zesde staats-

“Een Brussels beleid betekent de facto een Waals beleid.” LIESBET DHAENE (N-VA)

hervorming waarbij bevoegdheden ook naar Brussel werden overgedragen, zorgt niet voor meer eenvoud, maar maakt het ingewikkeld

kluwen van bevoegdheden in Brussel – zo mogelijk – nóg een tikkeltje ingewikkelder. Zelfs Groen, groot pleitbezorger van de overdracht van

bevoegdheden naar Brussel, klaagt nu het “ingewikkeld kluwen van bevoegdheden die het moeilijk maakt voor de Brusselaars” aan. Concreet: door deze staatshervorming kregen niet alleen Vlaanderen en Wallonië, maar ook Brussel er een aantal sociale bevoegdheden bij. Vlaanderen wil de zorgverzekering aanvullen met deze nieuwe sociale bevoegdheden om zo een ‘Vlaamse Sociale Bescherming’ uit te bouwen. Daaronder zou bijvoorbeeld ook de tegemoetkoming voor de hulp aan bejaarden komen. Maar ten aanzien van de Brusselse bejaarden is deze tegemoetkoming een Brusselse bevoegdheid. Vlaanderen kan deze tegemoetkoming eenvoudigweg niet aan de Brusselaars aanbieden. Het


BDW 1464 PAGINA 17 - DONDERDAG 5 MAART 2015

Moet de VLAAMSE

ZORGVERZEKERING een BRUSSELSE BEVOEGDHEID worden? Brussels parlementslid Elke Roex (SP.A) vindt van wel. Roex vindt een gemeenschapskeuze een heel slecht idee. “Brussel moet eenvoudiger, niet complexer.”

Kijk- en luistergeld Trouwens, de discussie is eigenlijk al beslecht in de federale onderhandelingen over de kinderbijslag. We besloten die aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) toe te kennen. Ik pleit om hetzelfde te doen met de Vlaamse Sociale Bescherming. Uiteraard moeten degenen die aangesloten zijn bij de zorgverzekering

hun huidige rechten behouden. Vlaanderen kiest in Brussel best voor een alternatief, en dat kan. Sven Gatz, huidig Vlaams minister, en ikzelf verwoordden het al in 2005 samen als volgt: “Wij pleiten ervoor om de kwaliteit van de Vlaamse instellingen in Brussel op peil te houden en waar mogelijk te verbeteren en het aantal instellingen waar nodig (vooral in de welzijnssector) uit te breiden. Verder breken we ook graag een lans om de Brusselse Vlamingen onrechtstreeks te compenseren voor bepaalde fiscale en andere Vlaamse kortingen die slechts gelden in Vlaanderen. Dit is in het verleden al gebeurd toen enkele jaren geleden het kijk- en luistergeld in Vlaanderen werd afgeschaft: de Vlaamse regering zorgde toen voor een nieuw Vlaams-Brusselfonds om Vlaamse instellingen en projecten in Brussel te financieren. Dit zijn voor ons verantwoorde en noodzakelijke beleidskeuzes. Het invoeren van de subnationaliteit daarentegen is spelen met vuur.” Wellicht is een opgedeelde stad de

prijs die men wil betalen om enkele Vlaamse dromen waar te maken. Voor SP.A is dat een grote neen, want maatschappelijk ontwrichtend en moreel onaanvaardbaar. Voor ons zijn Brusselaars niet alleen belangrijk, maar bovenal gelijk en dragen ze dezelfde familienaam: Brussel. Laten we daarom niet langer twijfelen en de nieuwe bevoegdheidsoverdracht als een kans zien om, vanuit de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), een vernieuwend zorgsysteem uit te bouwen op maat van onze stad. De Vlaamse gemeenschap kan ons intussen compenseren met betaalbare kinderopvang en rusthuizen, met een performant, sociaal thuiszorgnetwerk en met kwaliteitsvolle instellingen en voorzieningen voor personen met een handicap. Werk genoeg dus om hoogstaande, betaalbare zorg voor alle Brusselaars te garanderen! Elke Roex, Brussels Parlementslid (SP.A)

schoentje. Van zodra er sociale bevoegdheden werden overgedragen naar het Brussels niveau, hebben de Franstalige partijen afgesproken om de uitoefening van deze bevoegdheden in Brussel zoveel als mogelijk af te stemmen op het beleid in Wallonië. Dit zijn de zogenaamde SainteEmilie-akkoorden die - bij monde van Paul Magnette - moeten leiden tot “une convergence maximale” tussen het Waalse Gewest en de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

zijn van een eigen Brussels beleid ten aanzien van de overgedragen bevoegdheden, maar van een Waals beleid. In dat geval is er inderdaad geen sprake van “subnationaliteit”, maar wordt elke Brusselaar – Vlaams of niet – in een Waals keurslijf geduwd. De bal ligt in het kamp van de Vlaams-Brusselse politici van Open VLD, SP.A, CD&V en Groen, die de grote verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de Vlaamse Brusselaar om te bewijzen dat ‘verbrusseling’ niet ‘verwallonisering’ betekent. De toekomst zal het uitwijzen… N-VA zal zich hier tegen verzetten.

© ELKE VANOOST

Volgens Brussels parlementslid Liesbet Dhaene (N-VA) moet de zorgverzekering een Vlaamse bevoegdheid blijven. Een verbrusseling staat volgens haar gelijk aan een verwallonisering ervan, waardoor “elke Brusselaar in een Waals keurslijf wordt geduwd.”

hun set van rechten en plichten. Sociale shopping op zijn best. By the way, anno 2015 heeft meer dan de helft van de Brusselaars buitenlandse roots. Voor hen is een gemeenschapskeuze al helemaal absurd. Brussel moet eenvoudiger, niet complexer. Brusselaars zijn en blijven Brusselaars, zij laten zich niet kunstmatig opdelen. Er is overigens weinig kans dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zo’n onderscheid van sociale rechten op basis van taal zou aanvaarden. De Vlaamse Sociale Bescherming moet in Brussel dus anders ingevuld worden.

totaalpakket van de Sociale Bescherming dat aangeboden zal worden in Vlaanderen, kan dus in Brussel niet volledig worden aangeboden.

Regie Vlaanderen, met N-VA, wil een aan Brussel aangepaste Vlaamse Sociale Bescherming uitbouwen. De Brusselse SP.A wil de Vlaamse zorgverzekering in Brussel daarentegen loslaten. Elke Roex (SP.A) bestempelt de Vlaamse zorgverzekering als een vorm van ‘subnationaliteit’. Dat is kort door de bocht. Elke Brusselaar – Vlaams of niet – kan zich aansluiten bij de Vlaamse zorgverzekering en kan ook uitkeringen ontvangen, ongeacht of hij in een Vlaamse, bicommunautaire

of Franstalige instelling verblijft. Elke Roex stelt dat het geld beter gaat naar de (Nederlandstalige) voorzieningen zelf. Maar dit zou een enorme stap achteruit zijn op vlak van de dienstverlening ten aanzien van zorgbehoevende mensen. Efficiënte en klantgerichte dienstverlening moet immers uitgaan van wat deze mensen willen en vragen, niet van wat een instelling kan aanbieden. In Vlaanderen zet men daarom volop in op de omslag van een aanbod- naar een vraaggestuurd beleid. Zo hebben zorgbehoevende mensen zelf de regie over hun zorg mee in handen. Blijkbaar is de Brusselse SP.A bereid om voor de zorgbehoevende Brusselaars met minder genoegen te nemen.

Sommige partijen willen steeds meer bevoegdheden naar Brussel. De Brusselse SP.A, Groen en Open VLD vinden dat de keuze tussen een Franstalig of Vlaams stelsel zoveel mogelijk vervangen moet worden door een ‘Brussels’ beleid, afgestemd op de Brusselse identiteit. Brussel laat Vlaanderen los. De Franstaligen pikken graag in op dit discours: “Bruxellois, avant d’être francophone ou néerlandophone”, aldus Rudi Vervoort bij de opening deze legislatuur. Logisch, want meer Brussel betekent minder Vlaanderen, en daar zijn de Franstalige partijen niet rouwig om. De hamvraag is of minder Vlaanderen wel meer Brussel betekent. Want daar wringt nu juist het

Waals beleid Bij de Vlaams-Brusselse beleidsmakers bleef het – op enkele uitzonderingen na – oorverdovend stil. De kans is reëel dat er geen sprake zal

Liesbet Dhaene Brussels parlementslid (N-VA)


BDW 1464 PAGINA 18 - DONDERDAG 5 MAART 2015

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK © WAUTER MANNAERT/MARK BELLIDO

BRUSSELSE STRIPMAKERS MAKEN STRIP OVER UTOPISCH SPAANS DORP

“DE REALITEIT IS VEEL

KOMISCHER DAN HET BOEK” SCHAARBEEK – Marinaleda is een dorp in Zuid-Spanje. De bewoners keren er het kapitalisme de rug toe en weten van geen crisis. BDW-huiscartoonist Wauter Mannaert en de Spaans-Brusselse scenarist Mark Bellido trokken samen naar het jachtgebied van de utopiejagers. Twee jaar later leveren ze een spot on graphic novel af. “De Messias in ons boek heeft karaktertrekken van Podemos-leider Pablo Iglesias, ja.”

H

et stripalbum El Mesías opent met de afscheidsbrief van Jesús Hernández, een schatrijke bouwpromotor die in een ver verleden rioolwerker was. Hij heeft een imperium opgebouwd, maar de vastgoedcrisis in Spanje nekt hem. Terwijl je het hoofdpersonage, al aan de strop, zijn brief hardop hoort voorlezen, grijpen de sluwe klauwen van een

kat tevergeefs naar een wegschietende muis. De zelfmoord mislukt, waarna Jesús geld en bezit afzweert en naar Marinaleda trekt. Kat-en-muis, een krachtig metaforisch beeld voor de al jaren sluimerende frustratie van veel Spanjaarden tegenover la casta, politici en de machtige zakenwereld? “Het beeld gaat terug op Maus, de graphic novel van de Ame-

rikaan Art Spiegelman waarin Joden worden voorgesteld als muizen en Duitsers als katten. Het is ook de beeldspraak waarmee de linkse anti-establishmentpartij Podemos vandaag in volksbijeenkomsten van leer trekt tegen de toplaag van de Spaanse samenleving. En het is ook de taal die we in Marinaleda van de straat konden plukken. De rock-’n-rollspeech over

zwarte, witte, gestreepte of gevlekte katten van de burgermeester van Marinaleda hebben we niet moeten uitvinden,” vertelt Wauter Mannaert. We spreken Wauter en Mark Bellido in De Geslepen Potloden, het atelier nabij het Noordstation waar verschillende Brusselse illustratoren samenhokken om elkaars tekenwerk naar een hoger niveau te tillen. Er plakt een verkiezingsaffiche van Juan Manuel Sánchez Gordillo aan de muur, de burgemeester die Marinaleda al bestuurt sinds 1979. De gelijkenis met de ietwat gestoorde Castroachtige burgemeester in El Mesías is treffend.


© SASKIA VANDERSTICHELE

“Ook het personage van Jesús, de geruïneerde bouwpromotor die solidariteit en broederschap herondekt in Marinaleda, is gebaseerd op een bestaand iemand,” zegt Mark. En er lag nog meer materiaal voor het rapen in Marinaleda. De marginale oppositiefiguren bijvoorbeeld, die zich de mond gesnoerd voelen door het eenheidsdenken. Het zelfbedrog. Spaanse politiepatrouilles zonder bevoegdheid binnen de dorpsgrenzen. De asambleas of volksvergaderingen waar het er passioneel, haast religieus, aan toegaat. “Burgemeester Sánchez zegt van zichzelf dat hij een kruising is van Marx, Christus en Ghandi. Zijn dagelijkse retoriek over ‘ik ben de geest en jij bent het lichaam’ konden we niet laten liggen.” Dat maakt het boek bij momenten absurd en erg komisch. “Natuurlijk hebben we dingen uitvergroot, maar de realiteit is eigenlijk nog veel komischer dan het boek. Ik denk dat dat voor Mark een verrassing was,” zegt Wauter.

De observator en de activist

Mark Bellido (l.) schreef het script in Somonte, een bezet stuk land in Zuid-Spanje. Tekenaar Wauter Mannaert (r.): “Het eerste script dat ik onder ogen kreeg, was een pamflet.” © WAUTER MANNAERT/MARK BELLIDO

Mark en Wauter delen een passie voor utopische samenlevingen, maar vieren hun nieuwsgierigheid ernaar anders bot. Wauter observeert, behoudt graag zijn kritische perspectief. “Ik ben geïnteresseerd in de fricties en de absurditeit van utopische gedachten.” Ook in zijn eerste graphic novel, Ondergronds (Oog&Blik/De Bezige Bij, 2010) stuit een ontslagen instrumentenbouwer Harold op een gemeenschap die zich in de crisis van de jaren 1930 heeft ingegraven en er het beste probeert van te maken. Mark duikt graag dieper in zijn onderwerpen, en ontpopt zich haast tot activist. Hij draaide er bijvoorbeeld zijn hand niet voor om om vier jaar als bodyguard een kandidaat-burgemeester in Pamplona te beschermen tegen mogelijke ETA-terreur als hij daaruit materiaal kan putten voor zijn volgende boek (El Salto, samen met Judith Vanistendael, Oog&Blik/De Bezige Bij (NL) nvdr.). Voor El Mesías dompelde de scenarist zich zes maanden onder in Somonte, een bezet stuk land in Andalusië, nabij Córdoba. Hij stond om 06.00 uur op en draaide en werkte mee in de commune. “Mensen zijn er bezig met het herwinnen van terrein en hun beslissingsrecht, bottom-up.” Wauter zit te lachen. “Zes maanden ergens vrijwillig werken, daar moet je een utopist voor zijn. Toen Mark van de radar verdween moest ik erop vertrouwen dat er een script in de maak was. Het eerste dat ik onder ogen kreeg, was een communistisch pamflet. We moeten naar de barricaden en hasta la victoria siempre.”

Dictatuur van het proletariaat Daar waar Somonte een illegale bezetting betreft, is Marinaleda een dorp dat sinds het einde van de Franco-dictatuur leeft volgens zijn eigen regels. De streek rond Marinaleda een cultuurshock noemen, gaat te ver. Maar een eyeopener was het voor Wauter, die Mark twee keer vergezelde naar Marinaleda en Somonte, zeker. “Het gaat slecht in het zuiden van Spanje. De situatie van landarbeiders is er miserabel.” Mark: “Ik vergelijk Andalusië graag met ZuidAmerika of Afrika. Er is veel natuurlijke rijkdom: landbouwgrond, zee, zon, enzovoort, maar de rijkdom vloeit er weg, naar Catalonië, het Baskenland of Navarra, In Andalusië blijven de arbeiders werken zonder contract noch sociale zekerheid. Ze zijn haast slaven. Wie grond bezit, maakt misbruik van hen.” Maakt dat de inwoners van Marinaleda combattief in hun utopie? “Ze zijn heus niet voortdurend aan het discussiëren over grote ideologische vraagstukken. Haast niemand heeft Kropotkin of Marx gelezen. Niemand gaat langs in de bibliotheek. Neen, ze zijn uiteindelijk ook bezig met praktische oplossingen voor problemen zoals huisvesting, werkloosheid… De charismatische burgemeester Sánchez Gordillo kanaliseert en regelt alles, waardoor de rest de verantwoordelijkheid van zich af kan schuiven. Dat is dan ook weer komisch. Heb je een vraag? Een voorstel? Vraag het aan de burgemeester.” Hoe kleurrijk de omslag van het boek, binnenin tref je tekeningen in zwart-wit. Aan de sfeerschepping doet het alleszins geen afbreuk: de

graphic novel ademt Spanje. Voor je er erg in hebt daalt je levensritme en hoor je de glaasjes café con leche klingelen in een tapasbar om de hoek. “De keuze voor zwart-wit was pragmatisch. Minder werk, dacht ik als autodidact. Maar ik ben heel tevreden met het resultaat,” zegt Wauter. Het visuele onderstreept ook de zwart-witretoriek van de burgemeester-priester en zijn volgers in Marinaleda.

Profetisch De publicatie van El Mesías kon zich geen betere timing wensen. Het boek raakt het hart van de actuele politieke evoluties in Zuid-Europa. Linkse partijen als Podemos in Spanje en Syriza in Griekenland danken hun succes aan de afzwering van het dominante neoliberale discours van besparingen en overtuigen hun aanhangers met de belofte dat ze macht en middelen terug zullen geven aan het volk. Zagen de stripmakers dat aankomen? Mark: “Het hele boek voelt een beetje aan als een profetie. Ik ben begonnen aan het scenario toen 15M (naar de burgerprotesten die startten op 15 mei 2011 in Madrid, nvdr.), ook wel de Indignadosbeweging genoemd, op straat kwam voor directe democratie. In het begin kwam dat neer op een paar kampeerders aan de Puerta del Sol in Madrid. Het verraste velen, ouderen en jongeren, mezelf incluis. Meer zelfs, het voelde aan als een slag in het gezicht. Ik ben een kind van het post-Francotijdperk. Ik had geen andere vorm van democratie gekend. Ik woonde toen in Pamplona en algauw nam ik daar deel aan de asambleas populares. Al dacht ik niet dat er snel een charismatische leiderfiguur als Pablo Iglesias zou opstaan.” Of ze het debat over radicaal-links met hun stripverhaal ook willen voeden? “We zouden niet drie jaar van ons leven besteden aan een verhaal als we geen klein verschil zouden willen maken. Maar pretentie om een debat te introduceren, is niet onze bedoeling. Dat zou arrogant zijn. Het zou me al een plezier doen als zowel mensen met een linkse als met een rechtse politieke overtuiging een beetje aan zelfkritiek doen. Want ik kan ook geen heldere conclusie trekken,” zegt Mark. En Wauter: “Ik denk ook niet dat we een antwoord bieden met het boek. En dat is ook mijn persoonlijke overtuiging. Ik zie beide kanten van de medaille.”

Utopie of illusie Die andere kant aan het utopische verhaal, verraad, twijfel en hoop, sijpelt sterk door in het boek. “De vraag is hoelang een utopische samenleving houdbaar is. Zal de volgende generatie ze voortzetten als ze niet voor hetzelfde hoeft te vechten?” vraagt Wauter zich af. Mark blijft geneigd erin te geloven. “Ik ben utopisch ingesteld en dat maakt mij tot een pessimist. Ik zou willen dat ik alles kan veranderen, maar ik weet dat dat een continu gevecht oplevert. De hoop zit in de illusie die maakt dat je actie onderneemt, dat je probeert. Maar op macroniveau zaken veranderen… (schudt het hoofd). Een eigen, kleine utopie dan misschien? Wauter: “Ik ben te sceptisch om utopische dromen te koesteren. Alhoewel, zonder een grote scheut optimisme word je geen striptekenaar die zes dagen per week achter een tekentafel doorbrengt voor een hongerloon. (lacht) Neen, politiek gezien ben ik geen grote dromer, maar ik verwacht wel veel van burgerparticipatie en burgerinitiatieven zoals de G-1000-beweging van David Van Reybrouck of de burgerstem in dossiers zoals de centrale lanen in Brussel of Ringland in Antwerpen.” We kijken naar Mark. “In mijn utopie eis ik mijn recht op om niets te doen, en gewoon te leven. Slimme machines produceren alles wat we nodig hebben en ik kan rustig op het strand zitten met mijn geliefde en met een pintje in de hand. Ik wil primitief leven. Niet erg idealistisch, neen?” Kim Verthé ‘El Mesías’, 288 p., Blloan. Bij het boek hoort ook de expo ‘El Mesías’ in The Gallery in het Belgisch Stripcentrum, tot 19 april. Prijs boek: 27,95 euro


BDW 1464 PAGINA 20 - DONDERDAG 5 MAART 2015

La Muerte anno 2015 (v.l.n.r. bassist Tino de Martino, gitarist Michel Kirby, zanger Marc du Marais, gitarist Didier ‘Dee-J’ Moens en drummer Christian Z.): “Anger is an energy.”

30 JAAR LA MUERTE > NOG ALTIJD DE MISSING LINK TUSSEN DALI EN THE STOOGES

‘JULLIE ZIJN ZOT!’ BRUSSEL – La Muerte was naast een radicale rockgroep ook een luid, surrealistisch Brussels buitenbeentje dat zich zeker in eigen land niet altijd begrepen voelde. Maar uitgespuugd bleven de geluidsterroristen consequent hun zin doordrijven zodat ze anno 2015 als cultband een comeback kunnen maken.

V

oor we in de AB aan ons interview met La Muerte beginnen, lopen we in de Steenstraat nog snel de platenwinkel Electrocution binnen. In dit walhalla zouden we nog iets van La Muerte kunnen vinden. Niet dus, en dat is niet omdat eigenaar Michel Kirby geen fan zou zijn. Meer zelfs, vanaf nu maakt hij deel uit van de band die in 1984 ontstond uit de Brusselse DIY-scene. We merken

het pas wanneer de riff lord van onder andere Deviate en Length Of Time aanschuift bij Didier Moens alias Dee-J., de originele La Muertegitarist. “Heb ik je daarnet ook al niet gezien?” “Ik ben naar de grootste Europese platenbeurs in Utrecht geweest, en ook daar heb ik niets van La Muerte teruggevonden,” vervolgt Kirby, die de groep voor het eerst aan het werk zag in 1997 tijdens hun comeback-

optreden in Dour. “Het typeert de echte cultgroep die altijd op haar onafhankelijkheid is blijven staan: een fan die een plaat heeft gekocht, houdt die gewoon bij!” Moens heeft precies dezelfde ervaring, al vond hij onlangs toevallig hun eerste vinyl terug in een platenbak. “Ik heb wel de prijs niet durven vragen. Dat vond ik belachelijk bij mijn eigen plaat (lacht).” Voor de optredens naar aanleiding van hun dertigste verjaardag krijgen Moens en het andere stichtend lid, brulboei Marc du Marais, het gezelschap van Kirby, Channel Zerobassist bassist Tino de Martino en Lenth Of Time-drummer Christian Z. “Net zoals de eerste ontmoeting tussen Marc en mij zat het vrijwel

Met grootvaders geld

“We zijn nog altijd het buitenbeentje van de Belgische rock”

meteen goed, en dat had ik niet meer verwacht. Want na onze vorige comeback, met een rampzalig optreden op Rock Ternat in 1999, dacht ik dat het definitief gedaan zou zijn. Toen is zowat alles misgelopen wat

ADVERTENTIE

PERFORMATIK 2015 THE BRUSSELS PERFORMANCE ART BIENNALE 18>29/03 PERFORMATIK.BE

A KAAITHEATER FESTIVAL IN ASSOCIATION WITH ARGOS, BEURSSCHOUWBURG, BOZAR, CENTRALE, DON VERBOVEN EXQUISITE OBJECTS, PASSA PORTA, Q-O2, WIELS, WORKSPACEBRUSSELS, ZSENNE ART LAB

kon mislopen. In heel onze carrière hebben we amper Spinal Tap-momenten gekend, maar dat ene optreden was er een aaneenschakeling van.”

ANNE TERESA DE KEERSMAEKER BÁRA SIGFÚSDÓTTIR & NOÉMIE GOUDAL BÉATRICE BALCOU BENOÎT FÉLIX CHRISTIAN BAKALOV COLLECTIVE (3) NAGAO, SCHAITL & COSTA EMILIO LÓPEZ-MENCHERO ESTHER FERRER GAËTAN RUSQUET GERMAINE KRUIP GRACE SCHWINDT HANS ULRICH OBRIST HEINE AVDAL & YUKIKO SHINOZAKI/FIELDWORKS IVO DIMCHEV JOËLLE TUERLINCKX JONATHAN BURROWS & MATTEO FARGION KAREL VERHOEVEN & YANNICK FRANCK MANON DE BOER & GEORGE VAN DAM MARINO FORMENTI MARTHE RAMM FORTUN MIKI YUI / RIE NAKAJIMA / RYOKO AKAMA PHILIPP GEHMACHER THE BOUILLON GROUP ULLA VON BRANDENBURG w wh at* XAVIER LE ROY

Het is ook de reden waarom Moens een nieuwe reünie steeds heeft afgehouden. “Met de originele line-up was het nooit gelukt. Dat zou aangevoeld hebben als terugkeren naar je vrouw na een scheiding van tien jaar. Eén week is dat fantastisch, maar daarna verzeil je in dezelfde sleur. De nieuwe muzikanten werkten voor mij echter als een rode lap op een stier. Ik voelde me plotsklaps opnieuw in 1984. Door het aantrekken van jonge, frisse krachten komen we, ook al is er geen nieuw materiaal, niet in het nostalgierevivalcircuit terecht. Eerlijk waar: ik vreesde dat de AB ons zou vragen voor hun Rewind!-reeks. Met namen als The Neon Judgement, Arbeid Adelt! en Luc Van Acker begon de cirkel aardig rond te raken.” Vreemd klinkt het niet dat een groep die ontstond uit de DIY-punkscène een afkeer heeft van nostalgie. “Zelfs in die scène werd ik bij elke band na drie maanden buitenge-


BDW 1464 PAGINA 21 - DONDERDAG 5 MAART 2015

© DANNY WILLEMS

gooid,” blikt Moens terug. “Daarom  was mijn ontmoeting met Marc, in  de  DNA  in  1983,  zo’n  opluchting.  Eindelijk  had  ik  iemand  gevonden  die  me  begreep.  Ook  onze  eerste  repetitie herinner ik me nog levendig. We hadden een goeie vriend die  percussie  speelde  bij  Lavvi  Ebbel  uitgenodigd om het ritme aan te geven.  Marc  is  beginnen  brullen  terwijl  ik  fulmineerde  op  mijn  gitaar.  Na  tien  minuten  keken  we  elkaar  aan  en  wisten  we:  ‘Dit  is  het.’  Die  drummer heeft mij later nog verteld  dat  hij  er  niets  van  begreep:  ‘Jullie  zijn  zot,’  zei  hij.  Maar  wij  waren  overtuigd.”

John Peel-sessie   et geleend geld van de grootvader  M van Moens werd meteen een eerste  plaat gefi nancierd. “Als de kritieken  te  negatief  waren,  zouden  we  naar  Engeland vertrekken, en dat waren  we  in  eerste  instantie  ook.  Maar  door  goede  recensies  in  toonaangevende  muziekbladen  als   Melody Maker  en   New Musical Express  is  men  ook  hier  langzaamaan  bijgedraaid, al bleven we wel het buitenbeentje  van  de  Belgische  rock.  Dat  zijn we nog altijd, en ik vind dat fi jn  zo.”

La Muerte maakte deel uit van een  indie-rockscène  waar  verder  ook  groepen  als  The  Birthday  Party,  Jesus  &  Mary  Chain,  The  Swans,  The  Young  Gods  en  Executives  Slacks  toe  behoorden.  “Die  kliek,  die  we  persoonlijk  kenden,  werd  steevast uitgenodigd op Pukkelpop,  waar wij niet welkom waren omdat  we  Belgen  waren.  Het  ligt  ook  wel  een  beetje  aan  ons:  vanaf  dag  één  waren we alleen met onszelf bezig.  We dachten niet na over wat anderen  van  ons  vonden.  Dat  heeft  natuurlijk  een  keerzijde:  we  moesten  altijd blijven vechten. Het was zoals  John Lydon zei: ‘ Anger is an energy’.  Zo  zat  ik  ook  in  elkaar:  hoe  meer  tegenwind  ik  kreeg,  hoe  meer  ik  bevestigd  werd  in  wat  ik  deed.  Dat  heeft  ons  na  tien  jaar  ook  de  das  omgedaan. We waren uitgeput.” De  herinneringen  zijn  echter  niet  uitgewist.  La  Muerte  blijft  naast  het Brusselse experimentele combo  Marine (de vroegere band van Marc  du  Marais)  de  enige  groep  die  ooit  werd  uitgenodigd  voor  een  John  Peel-sessie  bij  de  BBC.  “De  technicus  was  de  voormalige  drummer  van Mott The Hoople,” zegt Moens.  “John  Peel  sprak  lovende  woorden  en we haalden de top 10-jaarlijstjes  van  een  aantal  Britse  journalisten.  Als je de huidige reacties op YouTube  er  op  naleest  is  er  eigenlijk  niet  veel veranderd:  either you like us or you hate us.” “Een  Engelse  journalist  schreef  destijds  dat  we  de  missing  link  waren tussen Dali en The Stooges.  Dali kon ook redelijk zot zijn, maar  was tegelijk zeer effi ciënt. La Muerte is altijd meer dan een rockgroep  geweest.  Het  was  een  houding,  en  dat is het nog steeds, ook al zijn de  haren korter en witter dan toen.” Tom Peeters La Muerte speelt op zaterdag 7 maart in de AB. Meer info op www.abconcerts.be

Cultuur > Verbroedering rond treinen en blote vrouwen

Paul Delvaux: Vlaams, Waals en Brussels WATERMAAL-BOSVOORDE – Paul Delvaux en het stationnetje van Watermaal. Paul Delvaux en treinen. Paul Delvaux en blote madammen. Blote madammen en treinen. Als daar geen verbroedering rond mogelijk is. Paul  Delvaux  werd  geboren  in  het  Waalse  Wanze  in  1897,  hij  leefde  en werkte vele jaren in de Brusselse  gemeente  Watermaal-Bosvoorde,  op  het  einde  van  zijn  leven  woonde  hij  in  de  Westhoek,  in  Veurne.  Hij  overleed  er  in  1994.  Zijn  museum  bevindt  zich  in  Sint-Idesbald,  een  deelgemeente van Koksijde.  Burgemeester Olivier Deleuze (Ecolo), de eerste goed tweetalige burgemeester sinds lang, kreeg vanuit de

gemeente de vraag om een verbroedering op het getouw te zetten. Met  Wanze, Veurne en/of Koksijde. Onder  de  ondertekenaars  bevindt  zich  onder  andere  Paula  Semer,  pionier  van  de  toenmalige  BRT,  journaliste  en producer, Lieven Van Hemelrijck,  directeur  van  het  gemeenschapscentrum  WABO  en  Mirko  Popovitch,  voorzitter  en  ere-directeur  van La Vénerie.  Bedoeling  is  om  “de  verbroedering  niet  te  beperken  tot  regelmatige  ontmoetingen  van  gemeentelijke  vooraanstaanden”  maar  ook  “het  middenveld,  de  scholen  van  beide  netten en de culturele centra erbij te  betrekken.”  Danny Vileyn

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Flamberen Ik bluste aangebakken kippenbouten voor een coq au vin. De diepe geur van verhittende wijn vulde mijn neusgaten. De wijndamp nam geur van kippenhuid, sjalotjes en aangebakken spekjes met zich mee. En toen dacht ik: “Zou ik die damp kunnen laten ontvlammen?” Flamberen is een klassieker in de Europese keuken.  In  heel  wat  oudere  kookboeken  is  het  een  stap  in  het koken van voornamelijk wildschotels: overgiet  met  een  glas  (meestal)  cognac,  vuurtje  eraan  en  ‘Wam!’:  een  ontploffi ng  in  de  keuken  die  er  soms  gevaarlijk  kan  uitzien.  Opletten  met  de  dampkap,  overigens. Waarom doen we dat eigenlijk? Om te beginnen is er het spektakel. Een  crêpe Suzette wordt in het restaurant overgoten met Grand  Marnier  en  plechtig  in  brand  gestoken.  Al  de  andere tafels genieten mee van de feeërieke ontploffi ng voor die gasten aan tafel nummer zeven. Weet  maar zeker dat men ze gezien heeft! Niet voor niets  heet die bereiding dan ook wel eens  comédie française, Franse komedie dus. Eten en drinken in brand  steken is op het kitscherige af. Ooit was er aan de  Zavel een zigeunercafé-restaurant dat bekendstond  om zijn  thé slave. Gesuikerde zwarte thee die in de  fi k  stond  van  de  wodka.  Vrienden  van  mij  gingen  er  eens  de  geboorte  van  een  zoon  vieren.  Diep  na  middernacht zijn ze er op handen en voeten buiten  gekropen,  terwijl  het  zigeunerorkestje  hen  vrolijk  uitgeleide deed. Eén van het gezelschap heeft er mij  een week later ook naartoe gebracht: “Dat moet je  eens meemaken.” Hij stak nog maar zijn neus voorbij de voordeur of de cimbalomspeler wees naar mij  en  vroeg  luidop:  “ Il à aussi un fils?”  Het  was  dus  memorabel. Ik bekeek het brandende goedje in de  glazen theekop en dacht dat ik het maar best zolang  mogelijk kon laten branden. Om zo het alcoholgehalte te verminderen. Ik was niet van plan om ook  naar buiten te kruipen.  Een ander geval was tijdens een dienstreis in Port  Moresby,  Papoea  Nieuw  Guinea.  Ik  at  er  alleen  in  een  anoniem  businesshotel.  Het  personeel  deed  zijn  uiterste  best  om  de  zaak  een  internationale  uitstraling  te  geven.  Ook  al  waren  het  zwaar  getatoeëerde  Melanesiërs,  ze  zaten  strak  in  wit  uniform  (met  epauletten)  en  toonden  hun  training  uit de beste hotelschool van de Stille Zuidzee. Om  mijn eenzaamheid wat te blussen bestelde ik na de

maaltijd  een  cognac.  Nietsvermoedend  nam  ik  het  grote ballonglas vast en slaakte prompt een gil. Het  glas was zo gloeiend als de krater van de Tarvurvurvulkaan waar ik enkele uren daarvoor nog over was  gevlogen.  Enkele  vloeken  verder  riep  ik  de  garçon  tot de orde, maar die verzekerde mij dat cognac zo  hoort te worden geserveerd: brandend. Dat had hij  op school geleerd.  Overkill, heet zoiets. Maar is er ook een goede reden  om eten te fl amberen? Suiker  in  de  brandende  alcoholische  vloeistof  gaat  karamelliseren,  wat  een  smaak-  en  kleurverschil  geeft.  Maar  karamel  gaat  al  snel  bitter  worden  en  een  gewoon  bakproces  geeft  al  bruine  kleuren  genoeg. Om de alcohol te verdrijven is fl amberen ook niet  nodig.  Het  volstaat  dat  u  de  drank  opwarmt,  want  ethanol  gaat  koken  bij  78,37  graden  Celsius.  Stoofpotjes  zijn  vaak  aan  het  sudderen  bij  een  temperatuur  net  iets  boven  de  honderd graden. Binnen enige tijd is alle alcohol  weg, verdampt. Toch kan een kleine fractie,  gebonden  aan  andere  ingrediënten  van  de  stoofpot,  overblijven.  Flamberen  zal  hierbij  niet helpen. De  beste  verklaring  komt  misschien  nog  wel  van Herwig Van Hove, in de eerste plaats toch een  burgerlijk ingenieur Scheikunde. Hij schreef in zijn  boek   Eten en laten eten  uit  1991  dat  het  dient  om  geuren ‘op te kuisen’. Wild werd vroeger lang gefaisandeerd  (gehangen),  wat  uiteraard  tot  lijkengeurtjes  leidt.  Aan  de  andere  kant  kunnen  bij  extreem  lange  kooktijden  foute  geuren  ontstaan.  De  vlam  erin  en  die  geuren  worden  geneutraliseerd.  Maar  dan wordt er op het einde gefl ambeerd, niet in het  begin van de bereiding. De plotse verbranding moet  die geuren oxideren. Vergelijk het met de gewoonte  in sommige huizen om een lucifer aan te steken na  toiletgebruik.  De  vlam  maskeert  de  onaangename  geuren die er aanwezig zijn. Flamberen is dus echt wel iets uit de oude keuken.  In  moderne  kookboeken  zijn  bereidingstijden  heel  wat  korter  dan  vroeger.  Aan  fl amberen  is  er  geen  behoefte meer. Maar toegegeven: het is sfeervol. Als u het toch wil  doen, denk dan dat enkel dranken met meer dan 50  procent alcohol gewoon gaan branden, andere moeten opgewarmd worden en dat moet snel gebeuren,  want anders is de alcohol al weg nog voor u er met de  vlam bij kan. Giet de alcohol op een hete vloeistof en  steek  onmiddellijk  aan.  Gebruik  hoogstens  enkele

“Om de alcohol te verdrijven is flamberen niet nodig. Het volstaat dat u de drank opwarmt, want ethanol gaat koken bij 78,37 graden Celsius”

eetlepels, want het is verbazend hoe hoog een glas  whisky kan opvlammen! De beter wijnen en porto’s  kunnen ook fl amberen. Ik had geen succes met een  Tripel Westmalle, maar misschien lukt het een ander wel? Vroeger mat de Britse Navy het alcoholgehalte van  de rum door er buskruit mee te bevochtigen en het  mengsel aan te steken. Als het goedje doofde was de  rum verdund en afgekeurd om aan boord te worden  geschonken.  Deed  het  ‘boem’,  dan  was  dat  het  bewijs (‘proof’) dat de rum op wettelijke sterkte was.  Op  oude  Britse  drankfl essen  ziet  u  soms  nog  de  markering “100% proof”. Vandaar. Smakelijk.  nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1464 PAGINA 22 - DONDERDAG 5 MAART 2015

BRUSSEL – Joost de Vries treedt ons stralend tegemoet. Hij heeft pas te horen gekregen dat zijn essaybundel ‘Vechtmemoires’ de shortlist van de Gouden Boekenuil heeft gehaald, de prijs die hij vorig jaar al op zak stak met zijn roman ‘De Republiek’. “Als ik opnieuw win, moet ik maar meteen Belg worden,” lacht de jonge auteur en cultuurcriticus van De Groene Amsterdammer.

J

oost de Vries (31) verbleef de hele maand februari in Brussel als writer in residence bij internationaal literatuurhuis Passa Porta. “Door de Gouden Uil had ik een druk najaar waarin ik amper aan schrijven toekwam. Nu kon ik eindelijk opnieuw in het wilde weg schrijven aan een nieuwe roman. Nog geen idee wat het precies wordt. Ik heb enkele personages en daar ben ik wat scènes mee aan het bedenken. Ik kan met een goed gevoel terug naar Amsterdam.” Op de laatste pagina’s van ‘Vechtmemoires’ schrijf je dat België een land is waar je nog nooit iets voor je plezier hebt gedaan. Is daar ondertussen verandering in gekomen? Joost de Vries: “(lacht) Dankzij de Gouden Uil heb ik vorig jaar alle uithoeken van jullie land gezien, voor lezingen of interviews. Daarvoor was ik enkel nog maar in Antwerpen en Brussel geweest, en ook maar vluchtig. Sinds een tijdje ben ik hier kind aan huis. Zelfs in Gent, Brugge, Oostende en Leuven.” Wat zijn je indrukken van Brussel? de Vries: “Het is een heel rare, onvoorspelbare stad. Ik begrijp er helemaal niets van. Het ene moment loop je in een straat met allemaal chique panden. Sla je de hoek om, dan is het helemaal verpauperd en ligt er vuilnis op straat. Achter een andere hoek is het weer gezellig en mooi. En dan stoot je middenin de stad op een half braakliggend terrein.” “Het chagrijn dat Brusselaars kunnen hebben vind ik heel grappig. Vlakbij het appartement waar ik verblijf, is er een drogisterijtje. Ik zag hoe de vaste leverancier zijn busje op de stoep parkeerde. In Nederland zou die man elke week binnenkomen en zeggen: ‘Hé dames, ik ben er weer, helpen jullie me eventjes?’ Hier gaat de deur open en maakt die man enkele boze gebaren. Ik moest er erg mee lachen.” Heb je de tijd genomen om de stad beter te leren kennen? de Vries: “Heel erg. Ik ga een paar keer per week hardlopen en dan ren ik een willekeurige kant op om te zien waar ik uitkom. Ik stond perplex van het Justitiepaleis. Het lijkt wel een soort Parthenon, middenin Brussel. Jullie moeten een heel goede justitie hebben. Als ik in Brussel ben, ga ik er altijd wel langs. Je kan het ook van overal zien.” “In de Amsterdamse parken kan je wel wat grotere toeren lopen. In het Warandepark lopen de mensen in een soort permanente polonaise, omdat het zo klein is.” Even terug naar de Gouden Uil. Wat heeft die prijs voor jou betekend? de Vries: “Op professioneel vlak was het aangenaam: mijn boeken kregen een stickertje en vallen extra op in de winkel. Ik kreeg bijna elke dag een mail met de vraag om ergens op te treden, iets te schrijven of iets anders te doen, al kan je niet op alles ingaan.” “Op persoonlijk vlak werkt het heel ontspannend. Alsof je een schouderklopje krijgt. Je hebt minder het gevoel dat je je moet bewijzen. En nu helemaal, nu ik met mijn essayboek de shortlist heb gehaald.” “Er is natuurlijk een kleine kans dat je de Uil twee keer na elkaar wint. Als dat gebeurt, moet ik maar meteen de Belgische nationaliteit aanvragen (lacht).”

GOUDEN UIL-WINNAAR JOOST DE VRIES VERBLEEF EEN MAAND IN BRUSSEL

‘JE KAN NIET ALLES RELATIVEREN’ Joost de Vries wandelt met een stijlvolle paraplu op het dak van Parking 58. “Mijn carrièreplan? Gewoon heel veel schrijven.”

Een sleutelzin uit ‘Vechtmemoires’ is: “Als je iets wil bouwen, kan ironie nooit je materie zijn.” de Vries: “Voor mij is ironie een soort permanente terugtrekkende beweging, een manier om nooit echt vol voor iets te gaan. Maar je kan toch geen ironische houding aannemen tegenover het boek dat je aan het schrijven bent? Arnon Grunberg is bijvoorbeeld iemand die heel erg zijn eigen creatie bespot en belachelijk maakt. Die afstand, of die airbag, zoals ik het noem, die moet je helemaal loslaten. Anders doe je net alsof je superieur bent aan wat je maakt. En dan komt de onvermijdelijke vraag: waarom maak je dat nou?”

Jeroen Olyslaegers zei onlangs in ‘Oogst’ dat verstoppertje spelen met de lezer hem steeds minder aantrekt, terwijl hij daar in zijn debuut nog last van had. Is ironie een fase waar veel jonge schrijvers mee worstelen? de Vries: “Ik kan me voorstellen dat jonge mensen in het algemeen – niet per se jonge schrijvers – niet zo goed weten waar ze zich aan willen verbinden, en hoe. In dat opzicht vind ik het een mooie opmerking van Jeroen: al die mensen hebben aan de universiteit geleerd dat dé waarheid niet bestaat en dat er veel waarheden zijn, maar je kan niet alles ironiseren.”

©SASKIA VANDERSTICHELE

“P.F. Thomése heeft al enkele keren een groot pleidooi voor ironie gehouden. Maar de liefde voor zijn kinderen kan hij niet relativeren, die is absoluut. Dat zijn de banden die we allemaal hebben in ons leven, en dat is waar kunst en literatuur over gaat.” Heel wat van je cultuurkritieken gaan over televisieseries zoals ‘Girls’ of ‘Downton Abbey’. Nemen die een bepaalde rol van literatuur over? de Vries: “Dat wordt wel gezegd, maar uiteindelijk vind ik van niet. Sommige van die series, zoals Mad Men, hebben een soort van literair gevoel. Er zijn personages waar-


van je nooit helemaal zeker weet waarom ze iets doen. Ook in literatuur worden niet alle antwoorden gegeven. Series als Mad Men en Breaking Bad experimenteren daarenboven met nieuwe vormen, ze gaan niet van gebeurtenis a naar b en c en d. Ook dat kan je literair noemen.” “Maar of ze de rol van literatuur overnemen? Wat betreft populariteit lijkt dat misschien zo, maar ik heb toch het gevoel dat ik iets heel anders doe als ik een boek lees. Het machtige aan een boek lezen is dat het een een-tweetje is tussen de schrijver en de lezer. Als lezer moet je verbeelding gebruiken. Televisieseries hebben die verbeelding zelf al ingevuld.” Is de rol van de literatuur zelf veranderd? de Vries: “Ik denk dat literatuur wel veranderd is, doordat het culturele landschap veranderd is. Ik las net een interview met een Ierse kortverhalenschrijver die beweerde dat de aandachtspanne van mensen korter is geworden, waardoor je maar beter korte verhalen kunt schrijven dan romans. Onzin! Dan kan je net zo goed alleen nog maar WhatsApp-berichten schrijven. Een boek als Het Hout van Jeroen Brouwers, daar kan je geen film van maken. En De Republiek zou wellicht ook niet in een serie te vangen zijn.”

“Een schrijver die niet permanent aan het lezen is, is geen goede schrijver”

“Soms lees ik wel romans van mensen die een film proberen te schrijven, met op de eerste pagina een teaser, een flashforward, dat zijn trucjes die uit de film komen. Je ziet het dus wel, maar ik maak me er geen zorgen over.” Een boek dat onlangs werd verfilmd en dat veel succes heeft, is ‘Fifty Shades of Grey’. Maar volgens jou is de maatschappij net preutser aan het worden. de Vries: “In het weekend was ik weer heel blij met mezelf: een Nederlands tijdschrift had een grote enquête gedaan naar preutsheid. Wat bleek? In 1985 durfden tien keer meer mensen topless op het strand dan vandaag. Al kan tegenwoordig iedereen een foto nemen op het strand en die op de sociale media plaatsen.” “Een ander voorbeeld: Turks Fruit, een film die in de jaren 1960 gemeengoed was – overigens de mooiste Nederlandse film ooit. Als die film nu op televisie wordt uitgezonden, dan worden een paar scènes ingekort of er zelfs helemaal uitgeknipt. De film mag integraal enkel na tien uur ’s avonds worden getoond.” “Dat een slecht boek vol brave seks en de verfilming ervan – die volgens alle recensies ongelooflijk saai is – zoveel succes hebben, onderstreept volgens mij alleen maar dat we preutser zijn geworden.” In een gedachte-experiment in ‘Vechtmemoires’ laat je de protagonisten van enkele jonge Nederlandse schrijvers samenwonen in een pand. Dat zou maar een saaie bedoening opleveren, argumenteer je. de Vries: “Ik zeg niets over de literaire kwaliteit van die boeken, maar als je naar de personages kijkt, dan valt op dat het een stel halve autisten zijn. Je wilt toch dat iemand zich verbindt aan de werkelijkheid? Maar deze per-

sonages verbinden zich nergens aan. Ze staan allemaal in het luchtledige, ze willen met niemand in de wereld iets te maken hebben. Daardoor gaan al die boeken nergens over. Als de personages niets op het spel zetten, dan zet de schrijver ook niets op het spel en dan heb ik als lezer niets om over na te denken. Ik vond het wel belangrijk om dat op te schrijven.” “In de Volkskrant zei ik eens dat ik het jammer vond dat sommige schrijvers klaagden over het gebrek aan debat in de literatuur, terwijl ze er zelf ook niet aan deelnemen. Veel mensen waren het niet eens met mijn stuk. Als ik hen vroeg om een weerwoord te schrijven, antwoordden ze: ‘Ja, maar dat vind ik toch ongemakkelijk, dan moet ik over mensen schrijven die ik goed ken.’” “Dat is het probleem van de literaire scene in Nederland: het is een klein clubje mensen die heel dicht op elkaar zitten en die allemaal voorzichtig zijn. Maar goed: des te meer ruimte voor mij (lacht).”

© STOFFEL VAN DEN EECKHOUDT

BDW 1464 PAGINA 23 - DONDERDAG 5 MAART 2015

Je werd al vaak vergeleken met Harry Mulisch, maar dat ben je wellicht al een beetje beu. de Vries: “(lacht) Een beetje, ja.”

‘Druk in Leuven’ vertolkt op zeer accurate wijze een gevoel dat bij Leuven hoort.

Dan zullen we het eens over een opmerkelijk verschil hebben: Mulisch zei altijd ‘Ik ben een schrijver, geen lezer.’ Jij bent een grote lezer. de Vries: “De grap met Harry Mulisch is dat hij ook gewoon een enorme lezer was. Niemand was beter in zijn eigen imago in stand houden dan hijzelf. Twee jaar terug verscheen het logboek dat hij bijhield tijdens het schrijven van De ontdekking van de hemel. Hij was toen gewoon Paul Auster aan het lezen!” “Ik ben weleens bij hem thuis geweest, in zijn werkkamer. Daar staan heel wat contemporaine romans. Zeggen dat hij niet las: dat was gewoon geouwehoer, dat was imago.” “Elke schrijver die ik ken, is permanent aan het lezen. Een schrijver die niet permanent aan het lezen is, is geen goede schrijver. Als je een roman over overspel wil schrijven en je leest niet eerst Anna Karenina of Madame Bovary, dan ben je niet professioneel met je vak bezig.” “Maar ik lees wel veel in vergelijking met andere mensen. Van boeken van tien jaar terug kan ik meteen zeggen waar ergens in het boek een goede scène staat, wie de personages zijn. Misschien heb ik er wel een heel goed geheugen voor. En ik schrijf erover, ja.”

Op zoek naar warmte

Je zei eens dat je al schrijvend het beste kunt nadenken over een boek. Hoe gaat dat in zijn werk? de Vries: “Niet alleen over boeken, maar over alles. Pas als je erover schrijft, merk je hoe dingen werken.” “Over boeken met elkaar praten is heel gezellig, maar als je schrijft kan je iets rustig neerzetten, citaten laten zien. Het is weleens voorgekomen dat ik niet enthousiast was over een boek toen ik het pas uit had, maar dat ik er tijdens het recenseren toch anders over ging nadenken. Tijdens het schrijven komt er een tweede interpretatie.” Je bent alweer aan je derde roman bezig, tussendoor leverde je een essaybundel af. Heb je een carrièreplan? de Vries: “Walk tall and spit on the graves of my ennemies (lacht). Neen hoor, dat is het motto van Patrick Melrose, de protagonist uit de magistrale romans van Edward St. Aubyn die nu pas bij Prometheus zijn verschenen.” “Toen ik aan De Republiek werkte, dacht ik: het zou wel leuk zijn om een essaybundel te maken. Daarna had ik opnieuw zin in een roman. Ik zal nooit een schrijver worden die om de achttien maanden een nieuwe roman uitbrengt, daarvoor wil ik te veel verschillende dingen uitproberen. Mijn plan is gewoon heel veel schrijven.” Ken Lambeets

Artists in residence Noordkaap in Leuven

BRUSSEL – We vernoemden Leuven al een paar keer in de marge van deze reeks, maar de provinciestad verdient ook eens een keer de volle aandacht. Het probleem is alleen dat er over Leuven zo weinig te vertellen valt. Leuven is eigenlijk in geen enkele kunstdiscipline een populaire topos. Opgesloten binnen de vicieuze cirkel van haar ring, is de stad ook gewoon te klein om haar grootsheid echt te kunnen tonen. De kerk, het stadhuis, het station en de schouwburg staan er netjes opgekuist bij, de straten ademen relatieve rust dankzij een doortastend mobiliteitsbeleid, en de middenstand regeert in samenspraak met een burgemeester die ondertussen zelfs zijn eigen karikatuur heeft overleefd. Als artiest kan je daar niets mee. Het enige wat Leuven onderscheidt van een artificieel beleveniscomplex zoals dat er met Uplace zit aan te komen, is de aanwezigheid van de universiteit en haar meer dan dertigduizend studenten. Dat had Stijn Meuris goed opgemerkt toen hij met Noordkaap het uitstekende nummer Druk in Leuven maakte, een nummer dat op zeer accurate wijze een gevoel vertolkt dat bij Leuven hoort. Druk in Leuven was het openingsnummer van Noordkaaps succesalbum Gigant uit 1994. Een geschikt openingsnummer, dat niet na vijf seconden al voor de eerste keer het refrein laat horen, maar met een kalme doch urgente intro zijn tijd neemt om via een lang in zichzelf gekeerd parlando (“ik ben weer eenzaam in Leuven / ik vraag me af, wat doe ik hier?”) uit te monden in een geloofwaardige schreeuw om aandacht – een onderdeel van de zangkunst dat multitalent Meuris als geen ander beheerst. Hoewel het bemoederende stadsbestuur en de sowieso al flink bemoederde studenten de laatste tijd naar verluidt hun best doen om de scherpe kantjes van het studentenleven af te halen, heeft de massale aanwezigheid van jong volk binnen de

Leuvense stadsmuren (“ze lachen, lopen en ze geuren / ze weten waar studeren om draait”) onvermijdelijk een invloed op het gemoed van de occasionele bezoeker. Zeker wie er vroeger nog zelf gestudeerd heeft, wordt, als hij er zoveel jaar later nog eens passeert, met de harde waarheid geconfronteerd dat het onbezorgde, compleet op zichzelf teruggetrokken, liederlijke studentenleven niet meer voor hem of haar is weggelegd. Op die frustratie om wat nooit meer terugkomt, drijft het nummer van Noordkaap. Een mens is nergens eenzamer dan als buitenstaander temidden van een gezellige drukte, en nooit ouder dan als vertegenwoordiger van een generatie die zijn tijd heeft gehad en uitgesloten blijft van nieuwe beleuvenissen. Op dat moment wordt zelfs de aanblik van ‘duizend gestalde fietsen’ moeilijk te verdragen. Dat heeft Meuris allemaal goed gezien. De enige verzen waarin hij zich wat inbeeldt zijn die waarin hij ‘vanuit de ramen, vanuit de deuren’ meent te worden bekeken ‘als een opgejaagd dier’. Want zelfs die eer valt iemand met een vervallen studentenkaart in Leuven niet te beurt.

Kleine speelplaats Misschien nog even opmerken dat ook De Mens al eens een nummer maakte over een Vlaamse stad, en dat En in Gent eigenlijk in dezelfde lijn ligt als Druk in Leuven. In Gent valt dan wel meer te beleven, maar ook Frank Vander Linden loert in zijn tekst naar de zonden van de studentenstad. Ondanks een helder aforisme als “Vrouwen willen praten en eten / Mannen verkiezen de korte pijn”, geeft die tekst niet al zijn geheimen prijs. Wel weten we dat de verteller met een fiets van een meisje op ‘een kleine speelplaats’ belandt, maar het wordt niet duidelijk of hij daar meer succes boekt dan Meuris. Michaël Bellon

www.brusselnieuws.be/inresidence


BDW 1464 PAGINA 24 - DONDERDAG 5 MAART 2015

Muziekcafé Bonnefooi in de Steenstraat, het eerste café van Maria Coenen, was vroeger een beenhouwerij.

© IVAN PUT

MARIA COENEN: VAN REBEL TOT MADAM VAN DE BRUSSELSE HORECA

‘EEN MUUR DIENT OM ERDOOR TE LOPEN’ ELSENE – Maria Coenen is een Brusseles in hart en nieren. En een wervelwind. In het leven en in de Brusselse horeca. Haar eerste kind, muziekcafé Bonnefooi, is in een mum van tijd uitgegroeid tot een begrip in het Brusselse nachtleven. Met Epaulé Jeté heeft ze eind vorig jaar op Flagey een bar geopend die familiaal wil zijn. Je kan er zelfs je was komen doen, wat niet wil zeggen dat er ’s avonds geen feestje gebouwd kan worden.

M

aria doet me haar verhaal terwijl de beats uit de luidsprekers van de Epaulé Jeté schallen. Onder het goedkeurend oog van haar beste vriend. Dalton, een elfjarige Franse bulldog. Pienter, zacht van karakter, nieuwsgierig. Dalton heeft in Epaulé Jeté, al taffelend tussen de tafels, een paradijs gevonden. Na de dagtaak, zijn buikje gevuld, voert Maria’s Vespa Dalton steevast terug naar huis. Naar zijn warme nestje. Tja, een hondenleven...

“Doodbraaf is hij, een leiband hoeft Dalton niet. Mag natuurlijk niet, omzeggens één keer per week krijg ik een boete omdat ik hem los laat lopen. Het beestje doet potverdorie niets verkeerd en tegelijkertijd kunnen zoveel idioten links en rechts quasi ongestraft hun ding doen.” Het tekent Maria’s haat-liefderelatie met Brussel. “De rijkdom van al die culturen bijeen, prachtig. Een dag in Brussel, is een dag op reis. Voor mijn ma was spaghetti exotisch

eten, nu zit de hele wereld hier. Maar het is en blijft een evenwichtsoefening. En ja, soms kan ik Brussel haten. De kleine criminaliteit waar je niet omheen kan, het vuile Brussel, de zwakke ouderwetse manier waarop 1000 Brussel wordt bestuurd. De hoofdstad van België, de hoofdstad van Europa en toch is er blijkbaar geen plek voor innovatie. Het plein voor de Beurs aan de Anspachlaan gaat nu wel autovrij worden, maar veel verder dan enkele bomen planten, wat grijs beton gieten en hier en daar een fonteintje zetten, zullen ze niet geraken, vrees ik. Laksheid ten voeten uit.”

Waarom? Waarom? Als er nu één ding is dat je Maria Coenen niet kan aanwrijven, dan is het laksheid. Het maakte ook dat ze als tiener een beetje een rebel was. “Mijn ouders zagen het met schrik in het hart aan, inderdaad. Ik bewonder hun moed, dat ze

me toch de vrijheid hebben gelaten om mezelf te zoeken. De vrijheid om te rebelleren. Tot op het randje van het schandalige. Alles trok ik in twijfel. Alles wat was opgelegd, alle regels die er waren. Waarom, waarom? Tot de dag van vandaag heb ik zelfs een beetje medelijden met de leraars die mij indertijd hebben moeten verduren.” “Tegen de ene muur na de andere liep ik en dat is eigenlijk nog steeds niet veranderd. Voor mij dient een muur blijkbaar om ertegen te lopen én erdoor. Niet altijd even prettig natuurlijk, maar tegelijkertijd onvoorstelbaar leerzaam. Het heeft me gehard in mijn zelfstandigheid, geen spatje spijt heb ik ervan. Niemand hoeft mij te vertellen wat ik moet doen. En als dat betekent dat ik het me steeds moeilijk maak, dan is het maar zo. Constant van de zweep krijg ik, constant. Maar het is wie ben, het is wie ik wil zijn.”


BDW 1464 PAGINA 25 - DONDERDAG 5 MAART 2015

gerold. Horeca is in se overal hetzelfde, het is de makkelijkste weg om aan werk te geraken. De taal, de cultuur kan misschien verschillen, maar het DNA blijft hetzelfde. En dan heb ik het niet alleen over de lage lonen.”

DNA “Kort na mijn achttiende heb ik thuis mijn boeltje gepakt en ben ik naar de Verenigde Staten getrokken. Ik was een kind van de jaren 1980, de States waren in mijn ogen de plek waar alles kon. Dat sprak enorm tot de verbeelding van de rebel die ik was, in al mijn naïviteit van toen. Daar ben ik ondertussen wel meer dan een beetje van teruggekomen. Nu zie ik daar een lelijke maatschappij die ontiegelijk hard is voor wie niet in het plaatje past. Neen, geef mij dan maar het sociale weefsel

“Iedereen, van welke rang of stand ook, voelt zich thuis in de Bonnefooi. Je kan er zijn wie je wil zonder dat iemand je beoordeelt. Heel Brussels is dat” van Brussel in al zijn rijkdom, hoe moeilijk het hier ook kan zijn voor iemand die arm van kans is.” Maria stopte toentertijd in elke stad die haar aansprak. “Ik heb een tijdje in New Orleans gewoond, San Francisco, New York... Om in mijn levensonderhoud te voorzien, werkte ik in bars. Zo heb ik de horeca van binnenin leren kennen. Daarna ben ik teruggekeerd om fotografie te studeren. Ondertussen bijklussend in de horeca om m’n studies te bekostigen, aan mijn drang te reizen te voldoen. Eigenlijk was het een beetje een evidentie dat ik achteraf volledig in het leven van pint en toog ben

OP EEN BROMMERTJE De horeca mag dan 24 uur op 24 werken zijn, toch vindt Maria Coenen nog steeds de tijd om aan haar drang naar reizen, naar ontdekken, te voldoen. “Dat is mijn beloning voor het harde werken. Ik trek er elk jaar een volledige maand op uit. Vorig jaar naar Oeganda. Het jaar daarvoor naar China, Nepal, Tibet. Ik ben ooit aan China begonnen op een brommertje. Van een ‘keislecht’ idee gesproken. Zo’n groot land verkennen op twee wielen die amper 60 kilometer per uur kunnen halen. Drie maanden heb ik het volgehouden. Wat mij het meeste is bijgebleven? Schoonheid van natuur, schoonheid van mensen. Het serene, de eerlijkheid, het pure. Hard en mooi tegelijkertijd. Het is iets dat ik voor altijd zal koesteren.”

Coup de foudre De smaak voor muziek, goede muziek, heeft Maria Coenen opgedaan door een tijd te werken in de Archiduc. “Te beginnen met jazz, gevolgd door andere genres. Ik kreeg zozeer de smaak te pakken, dat ik zelf in het avontuur ben gesprongen toen de kans zich voordeed. Al was ik het helemaal niet van plan. Of althans, dat dacht ik toch.” Die kans, dat was nu zes jaar geleden: een leegstaand pand in de Steenstraat, waar voorheen een beenhouwerij was gehuisvest. Het zou de Bonnefooi worden. “Als een coup de foudre was het. Die balkonnetjes, de ruimte, de artnouveau-elementen: ik zag daar onmiddellijk een mooi café in. Dat de huur laag was heeft me helemaal over de streep gehaald om er met mijn zotte kop in te spingen. Een budget had ik amper, op steun van de bank moest ik niet rekenen. Maar gelukkig kon ik wél rekenen op de hulp van een van mijn beste vriendinnen om de zaak in te richten: Margot Ghysels die op de Epaulé Jeté eveneens haar stempel heeft gedrukt, zij het dan meer rond art deco.” “We werkten met het goedkoopste hout. Elke cent die bespaard kon worden, was er één meer. Het gros van het werk deden we zelf, omdat ik me geen vakmannen kon veroorloven. Tafels, banken in elkaar vijzen, schilderen... Wisten we veel dat we aan iets bezig waren dat tot een begrip zou uitgroeien in het uitgaansleven van Brussel-Centrum. Gewoon een cafeetje openhouden, dat was wat ik voor ogen had. Een cafeetje waar goede muziek een kans zou krijgen, waar ik zelf wat achter de bar zou staan, waar de mensen zich welgekomen zouden voelen, waar vrienden zich thuis zouden voelen.” Het succes van de zaak was dan ook een enorme verrassing. “Erop terugkijkend denk ik dat we een gat in de markt opvulden zonder het zelf te beseffen. Je hebt om de hoek de AB, een begrip in de muziekwereld, maar waar het prijskaartje navenant is. Verder had en heb je in Brussel plaatsen zat waar je bij wijze van spreken in een garage een optreden kon gaan zien en de kwaliteit helaas dikwijls navenant was. Er waren maar weinig plekken die een tussenoplossing boden. De ‘Bonnefooi’ is er zo één geworden. Een plek waar je zonder inkom te betalen ongedwongen naar goede muziek kan luisteren. Van muzikanten die nog niet met de nodige adelbrieven kunnen zwieren om een plaatsje te versieren op het podium van de AB. Bij bosjes zijn ze erop gesprongen. Een kruisbestuiving. Het cafeetje werd algauw een nachtgelegenheid die weinig Brusselaars niet kennen.” “Mooi is ook dat we er op de een of andere manier in slagen om een zeer gemengd publiek aan te trekken, tot in de zeer vroege uurtjes. Ik heb er ooit eens een nacht gestaan, bijna met de tranen in de ogen. Daar liep een madam rond, in chique bontjas waar Ukkel stond opgeschreven, met een ‘goede lading’ binnen. Terwijl tegelijkertijd een klant met dwergachtige gestalte zich met onverholen plezier ‘aan het smijten was’. Het tekende perfect tot wat de ‘Bonnefooi’ was uitgegroeid: een plek waar iedereen van welke rang of stand ook, van welke afkomst ook, een goed moment kan beleven. Heel gek is het, dat iedereen zich er op de een of andere manier volledig thuisvoelt. Heel Brussels ook. Je kan er zijn wie je wil zonder dat iemand je beoordeelt.”

Karel Van der Auwera

De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

3 VRAGEN AAN KERLIJNE VAN NEVEL © SASKIA VANDERSTICHELE

Het mag dan ook niet verwonderen dat Maria al heel jong is beginnen te reizen. Met een lege portefeuille, met open geest. Het avontuur, de ontdekking tegemoet.

Kerlijne Van Nevel: “We repeteren vaak in de Sint-Lambertuskerk van Laken.”

‘Wij spelen graag het vrouwelijke uit’ LAKEN – Encantar brengt op zondag 8 maart in de Sint-Lambertuskerk lamentaties en passiemuziek uit de Renaissance. Kerlijne Van Nevel groeide op in Laken. Ze heeft het vocaal ensemble Encantar mee opgericht. “Klopt. Dat was in het Lemmensinstituut in Leuven. Het idee was: vier meisjes die a capella renaissance muziek zingen. Dat is niet zo voor de hand liggend omdat de meeste muziek voor mannen is geschreven. Dat was meteen een hele uitdaging,” zegt Van Nevel die over het onderwerp ook haar masterthesis schreef. Vandaag treden jullie ook op met instrumenten? Van Nevel: “We hebben gemerkt dat een zuiver vocaal programma heel wat vraagt van het publiek. Als vier meisjes samen zingen is er weinig variatie in de klankkleur. Met een orkest erbij kunnen we afwisseling brengen.” Vlaanderen heeft een goede reputatie in het polyfonie en barok-repertoire. Waarin onderscheiden jullie zich van de andere ensembles? Van Nevel: “Er zijn veel mannelijke a capella ensembles, omdat de meeste muziek zich daar ook toe leent. Het gevolg is dat een deel van het bestaande vrouwelijk repertoire zelden wordt gebracht. Daar probe-

ren wij verandering in te brengen. We willen eigenlijk altijd het vrouwelijke uitspelen, in de muziek, maar ook in de teksten.” “We transponeren ook muziek voor mannenstemmen naar hoge sleutels. Daardoor krijgt de muziek, die aanvankelijk een eerder mediterende functie had, een meer engelachtige ijlere klankkleur.” “We vullen, tot slot, ons programma sinds enige tijd ook aan met hedendaagse muziek.” Je voorliefde voor renaissancemuziek is wellicht geen toeval. Zowel je vader Eric als je oom Paul nemen een belangrijke plaats in de vocale muziek in België in. Van Nevel: “Ergens moet me dat toch beïnvloed hebben. De polyfone muziek roert me echt, al kan ik niet zo goed uitleggen waarom. Maar ik was er altijd bij als mijn ouders aan het musiceren waren. Dat heeft zeker zijn sporen nagelaten. Renaissancemuziek is als iets natuurlijks voor mij.” Steven Van Garsse Encantar, ‘Le donne piangenti ai piedi di Cristo’, een passieprogramma rond de klaagliederen uit het Oude Testament, 8 maart 16 u, Sint-Lambertuskerk Laken. Org. Davidsfonds 19 / 17 euro VVK. Info: www.laken.davidsfonds.be, 0479-10.22.89


BDW 1464 PAGINA 26 - DONDERDAG 5 MAART 2015

Frederic Casteels: “Ik werd meteen verliefd op de Tigers. Zowel op de mentaliteit als de familiale sfeer.”

AMERICAN FOOTBALL > FREDERIC CASTEELS WIL MET COLOGNE FALCONS NAAR DE TOP

‘2015 WORDT

EEN TOPJAAR’

BDWSPORT

GANSHOREN – Duitsland is voor heel wat Belgische American Footballspelers het beloofde land. Het niveau ligt er een pak hoger en het imago van sommige ploegen neemt legendarische proporties aan. Frederic Casteels (28) heeft in België alles gewonnen en zet nu de stap naar de Cologne Falcons, waarmee hij de top wil bereiken. “Ik heb honger, veel honger.”

E

en stevige bink van 28 jaar, honderd kilogram droog aan de haak en 183 centimeter groot. Frederic Casteels is een opvallende verschijning, zeker als je weet dat hij over een stevige bos dreadlocks beschikt (vandaar zijn bijnaam ‘Moutony’). Een groot verschil met tien jaar geleden, toen alles wat minder strak zat. “Ik woog in die tijd 115 kilogram, maar dat was vooral vet,” vertelt de Brusselaar. “Ik was dikker en trager dan nu. Ik heb tot mijn achttien jaar gevoetbald en wou toen iets nieuw. Dat vond ik toen ik naar een training van de Brussels Angels ging kijken, waar een vriend speelde. Ik was meteen verkocht.” Casteels had wel heel wat goed te maken. Behalve zijn niet al te strakke lichaam had hij een achterstand wat betreft spelkennis, aangezien hij pas op zijn negentiende was begonnen. Maar hij vloog er stevig in, zowel op als naast het veld. “Na een jaar begin je het spel enigszins te kennen, na twee jaar ben je een goede speler en na drie jaar een complete spe-

BELGEN MET SCHWUNG Frederic Casteels is een van de drijvende krachten achter de Belgische nationale ploeg. Die werd na een valse start afgelopen zomer terug opgericht. “Mensen uit verschillende delen van het land zaten niet op dezelfde golflengte. Nu zijn er krachten die in de schaduw werken om het te doen slagen. We hebben al tegen Nederland en Koeweit gespeeld, en telkens stond er een echte ploeg. Onze ambitie is om ons te kwalificeren voor het Europees Kampioenschap in 2016. Eerst hebben we nog matchen tegen Ierland, Nederland en Koeweit voor de boeg. Het potentieel is er, er zit schwung in deze ploeg.”

ler. Al moet je uiteraard blijven bijleren. Het playbook (waarin de tactieken en strategieën staan beschreven, red.) moet je door en door kennen. Hier valt dat mee, het zijn pakweg dertig pagina’s. In de Verenigde Staten zijn die wel tien keer zo dik.” “Heel wat mensen hebben het beeld dat American Football-spelers dom zijn. Dat is zeker niet het geval. Het is eigenlijk een schaakspel

“Ik trek drie keer per week naar Keulen, na mijn werk. Best zwaar. Het is de passie voor de sport die me drijft” waarin de spelers de pionnen zijn en de trainer ze op de juiste manier moet laten spelen om de tegenstander te verslaan.” Casteels zette zijn eerste stappen bij de Brussels Bulls. Aangezien de ploeg toen nog vrij nieuw was, kreeg hij er snel zijn kans. De ambitieuze Brusselaar ging volledig op in zijn nieuwe passie en verhuisde twee jaar later naar de Brussels Tigers. “Het was een goede keuze, want ik werd meteen verliefd op de club. De mentaliteit, de familiale sfeer, … Andere clubs willen het op zijn Amerikaans doen, maar de mentaliteit is hier anders. Tegenstanders vragen regelmatig hoe die teamspirit gecreëerd wordt. Het is echt iets speciaals.”

Stevige tackle Op het veld kwam Casteels terecht in een gereputeerde ploeg die al verschillende titels had behaald. Een groep mannen met ervaring die een ket van 21 wel eens op de proef wilde stellen. “Ik kan stevig tackelen, dus had ik geen

problemen om me te laten gelden. Op het veld heb ik mijn plaats wat moeten zoeken. Tijdens de eerste jaren was ik vooral actief als blokker, maar ik ben stilaan achteruit geschoven in een positie waar ik meer moet lopen en tackelen. Nu speel ik vooral als linebacker in defence, en soms als running back in offense.” Het werk in de fitness en op het veld wierpen hun vruchten af. Casteels groeide uit tot een basisspeler die zijn verantwoordelijkheid neemt. Hij is een natuurlijk leiderstype en speelde als kapitein van de ploeg een belangrijke rol in opeenvolgende successen. “Ik heb in België alles gewonnen. We zijn onder meer twee keer nationaal kampioen geworden en vorig jaar hebben we de Atlantic Cup gewonnen (een competitie met Belgische, Ierse, Luxemburgse en Nederlandse clubs, red.).” “Dat is niet min, want de competities van onze buurlanden zijn beter. De mentaliteit tussen Frans- en Nederlandstaligen heeft veel afgeremd en heeft ervoor gezorgd dat we zijn blijven steken. Maar daar komt verandering in (zie kaderstuk). Duitsland is absoluut top. Daar combineren ze de juiste mentaliteit met de nodige financiële middelen, met uitstekende resultaten tot gevolg.” Duitsland is voor heel wat Belgische American Football-spelers het ‘beloofde land’, ook voor Casteels. Dankzij zijn goede reputatie en de sterke prestaties van de Tigers, kreeg hij een paar jaar geleden na het Belgische seizoen de kans om mee te draaien bij de Cologne Falcons. Bij zijn terugkeer in Brussel kreeg hij het even moeilijk. “Ik speelde er op hoog niveau en heb er als basisspeler heel wat ervaring opgedaan. Eens je daar van geproefd hebt, is het moeilijk om op een iets lager niveau te spelen. Ik had mijn droom waargemaakt om in de Duitse competitie te spelen, voor duizenden mensen, tegen legendarische ploegen. Ik moest terug motivatie vinden.” “Vorig seizoen had ik bij Düsseldorf kunnen tekenen. Het contract lag klaar, maar ik ben gebleven. De sterke band die ik heb bij de Tigers heeft me hier gehouden. Uiteindelijk hebben we nog de Atlantic Cup gewonnen. Ik heb dus in schoonheid afscheid kunnen nemen.”

Pendelen naar Keulen De Brusselaar trok uiteindelijk toch de grens over, naar Keulen. Hij werd aangetrokken door het project van de traditieclub. De Falcons hebben een rijke geschiedenis, maar zijn de afgelopen jaren teruggezakt. Ze spelen nu in de tweede divisie en willen hogerop. Maar vergis u niet, het niveau is top. “Een pak beter dan in België, dat is zeker. Dat komt door de combinatie van een goede mentaliteit en Amerikaanse trainingsmethoden. De omkadering is top, je moet enkel op je spel focussen. In België is dat soms wel anders.” “We trainen al sinds oktober, aanvankelijk enkel conditioneel. Nu beginnen we stilaan met de bal te trainen. Onze competitie begint later op het jaar. We nemen onze tijd om een goede basis te leggen, want dat maakt het verschil.” American Football is een echte passie geworden van Casteels. Na zijn spelerscarrière wil hij dan ook trainer worden. Nu beleeft hij volop zijn droom, al moet hij daarvoor soms tot het uiterste gaan. “Ik trek drie keer per week naar Keulen, na mijn werk. Gelukkig rijd ik samen met vijf Belgische ploegmaats en kunnen we afwisselen. Tegen half twee ben ik thuis. Dat is best zwaar, ja. De andere dagen lig ik vrij snel in bed om uit te rusten. Het is de passie voor de sport die me drijft. Ik wil een hoog niveau halen en met de Falcons terugkeren naar de eerste divisie. Ik hoop ook van grote Europese competities te kunnen proeven. 2015 wordt een topjaar, ik voel het. Ik heb alvast veel honger!” Tim Schoonjans


BDW 1464 PAGINA 27 - DONDERDAG 5 MAART 2015

@AntistaticTV C’est L’ @UnionStGilloise qui sourit ... Good Sunday Everyone

De kans dat het clublied van Union Sint-Gillis volgend seizoen in tweede klasse te horen is, is afgelopen weekend toegenomen. De Brusselaars maken een grote kans op promotie dankzij het feit dat heel wat clubs uit derde klasse geen licentie voor tweede klasse aanvragen. Maar de fiere Unionisten willen ook op het veld promotie afdwingen. Zaterdag zetten ze die ambitie kracht bij door de te duchten concurrent Ciney in eigen huis met 1-3 te verslaan. TS

DENIS VERLINDEN DOET AAN CRASHED ICE

‘GEEF ME EEN KANS’ BRUSSEL – Denis Verlinden (27) is een doorzetter. Hij neemt al een paar jaar op eigen kracht deel aan manches van Red Bull Crashed Ice, maar hoopt nog steeds op steun en een kans om zich echt te bewijzen. Vier schaatsers, schouder aan schouder, die een ijsparcours aan hoge snelheid afdalen waarin chicanes, bochten en jumps elkaar afwisselen. Bij Red Bull Crashed Ice zijn spektakel en adrenaline altijd aanwezig, en dat trekt Denis Verlinden aan. Hij pikt al een paar jaar af en toe een manche mee. Dit jaar bleef het beperkt tot die ene competitie, in Belfast, anderhalve week geleden. “Ik was een maand voor de eigenlijke competitie al naar Noord-Ierland gereisd om mijn plaats af te dwingen via kwalificatiewedstrijden,” vertelt de Brusselaar. “Dat gebeurde helemaal op eigen krachten en kosten. Daarom dat ik dit jaar maar aan één manche deelneem. Als achtste op een zeventigtal deelnemers heb ik me kunnen plaatsen.” In Belfast toonde Verlinden mooie zaken. Tijdens de finale competitie plaatste hij zich voor de afdalingen van zaterdag en eindigde hij uiteindelijk als 42ste. En zeggen dat hij met materiaalpech had af te rekenen. “Ik heb een schaats moeten vervangen en dat vroeg enige aanpassing. Was dat niet gebeurd, dan had ik wellicht nog beter gepresteerd. Al ben ik niet ontevreden. Het is de tweede keer dat

SPORT   KORT

Brussel ontvangt van 13 tot 16 mei de SPECIAL OLYMPICS NATIONALE SPELEN voor mensen met een verstandelijke handicap. Dat dit een belangrijk evenement is, bewijzen de cijfers: 3.400 atleten zullen in negentien disciplines deelnemen, begeleid door 1.200 coaches en geholpen door duizend VRIJWILLIGERS per dag. Wilt u ook deelnemen aan deze spelen? Surf dan naar www.specialolympics.be en schrijf u in als vrijwilliger. Als vrijwilliger krijgt u een Tshirt, een ontbijt, een lunchbox, een avondmaal en op vraag slaapgelegenheid. n Op de TORNOOIEN van SCHERMCLUB DAMOCLES, die dit jaar haar 25ste verjaardag viert, zal er een aardig deelnemersveld zijn. Op zaterdag vindt hun zesde Internationaal Tornooi met floret en hun zesde Challenge Meester Polet met degen plaats, zondag is er de eerste Challenge Benjamin Van Hoey. De eerste

ik zo ver geraak. Ik ben nu al drie jaar de beste Belg, en dat als niet-officiële schaatser.”

Al 27 De Brusselaar wil doorbreken in zijn discipline en staat te trappelen om zijn kans te grijpen. Nu nog wachten op iemand die hem die kans geeft. “Ik zou tot het Team Belgium willen behoren en steun krijgen om al de manches af te kunnen werken. Nu is er nog één schaatser in de Belgische ploeg, maar die heeft dit seizoen geen enkele competitie afgewerkt. Geef mij een kans, al is het maar één seizoen!” “De sport krijgt in België helemaal geen aandacht of steun. Infrastructuur om te trainen is er niet. Ik ga regelmatig naar de ijspiste en doe aan rollerafdalingen om toch wat te kunnen trainen. Ik ben nu 42ste geëindigd op één wedstrijd, zonder veel training. Als ik aan drie of vier manches kan deelnemen, kan ik misschien in de top twintig eindigen. Ik heb nu toch twee keer de 37ste in de rangschikking van vorig jaar uitgeschakeld. Ondertussen ben ik 27 en de tijd gaat snel. Hopelijk krijg ik mijn kans om te tonen wat ik echt in mijn mars heb.” Tim Schoonjans Op www.facebook.com/brothersiceteam kunt u de avonturen van Denis Verlinden volgen en kunnen geïnteresseerde sponsors contact opnemen met hem.

schermgevechten gaan omstreeks 9 uur van start. Plaats van afspraak is het sportcomplex van Neerstalle (Zwartebeekstraat 23 in Ukkel). Meer info op www.ce-damocles.be. n Studenten die steviger contact verkiezen, kunnen vanaf donderdag 5 maart (van 17.00 tot 18.30 uur) een vierdelige LESSENREEKS SEVENS RUGBY volgen aan de VUB. Deze variant van rugby wordt met twee ploegen van zeven spelers gespeeld, in twee helften van telkens zeven minuten. UAB-studenten kunnen hier gratis aan deelnemen. n Ketjes die nog niet aan hun universiteitsstudies toe zijn, kunnen bij verschillende Brusselse RUGBYCLUBS terecht voor STAGES tijdens de paasvakantie. Het Schaarbeekse Kituro organiseert bijvoorbeeld beide weken rugbyen multisportstages, bij de rugbyclub van Watermaal-Bosvoorde is er enkel de eerste week een stage. Inschrijven kan nu al via de TS websites van de clubs.

ESTAFETTE > KEN LAMBEETS

Vervul mijn velodroom (op Parking C) Enkele weken geleden vond het Wereldkampioenschap Baanwielrennen plaats in het Franse Saint-Quentin-en-Yvelines, op een steenworp van Versailles en twee van de lichtstad. De velodroom was tot de nok gevuld met wielerliefhebbers. Voor eigen volk wonnen de Franse renners vijf gouden en twee bronzen medailles. De Belgen moesten zich tevredenstellen met één bronzen plak. Een mens gaat al snel van dromen van een Brussels WK, maar helaas: geen velodroom in de hoofdstad. Ooit was het anders. In de kerstperiode kreeg ik een erg leuke postkaart, van de start van de allereerste Zesdaagse van Brussel. Die vond plaats in de 125 meter lange ‘Rinking’ Velodroom aan de Elsense Kroonlaan, van 11 tot 17 maart 1912. De eerste editie werd gewonnen door de Belg René Vandenberghe en de Amerikaan Henry Root. Vandenberghe won het jaar daarop opnieuw, maar dan in het gezelschap van voormalig Tour de France-winnaar Octave Lapize. In 1914 verhuisde de Zesdaagse van Brussel van Elsene naar Schaarbeek. Aan het Josaphatpark, meer bepaald op de hoek van de chique Louis Bertrandlaan en de Jerusalemstraat, was inmiddels een heus Sportpaleis verrezen. Binnenin bevond zich een 235 meter lange houten wielerbaan, met een hellingsgraad van 45 graden. Rondom werd een tribune gebouwd voor 2.500 personen, in de galerijen konden nog eens 9.000 personen staan. De Zesdaagse van Brussel werd er alleen maar populairder door. In 1914 en 1915 triomfeerde Cyrille Van Hauwaert, telkens met een andere kompaan. De oer-Flandrien zou zich later aan het IJzerplein vestigen, waar hij een fabriek van fietsen en bromfietsen had. Hij zou er tijdens de Tweede Wereldoorlog heel wat hongerige Brusselaars aan aardappelen en ander lekkers helpen. De eerste editie na de Groote Oorlog werd gewonnen door drievoudig Tour de France-winnaar en tevens mascotte van deze rubriek, Anderlechtenaar Philippe

Thys, in het gezelschap van Marcel Dupuy. Na de Tweede Wereldoorlog begon Rik Van Steenbergen aan zijn Brusselse triomftochten. Grote Rik stond maar liefst acht keer op het hoogste schavotje, onder andere aan de zijde van Stanneke Ockers, die later tragisch om het leven zou komen na een val op de piste van het Antwerpse Sportpaleis. De laatste Zesdaagse in Schaarbeek wordt in 1965 gewonnen door Peter Post en Tom Simpson, die twee jaar later op de flanken van de Mont Ventoux in elkaar zou zakken. Daarna gaat het Sportpaleis onherroepelijk tegen de vlakte. Oorzaak daarvan is het huisvestingstekort in Brussel, onder andere vanwege de op gang komende Marokkaanse en Turkse arbeidsmigratie. Op de plaats van het Sportpaleis staat vandaag nog altijd de honderd meter hoge Brusilia-toren. In 1970 en 1971 wordt er nog twee keer een Zesdaagse op Brusselse bodem georganiseerd, op een ‘uitneembare piste’ in het kersverse Vorst Nationaal. Maar Vorst is geen sportpaleis. De wielerbaan zou overigens nog een hele poos in de kelders van de concertzaal hebben gelegen. Brussel is vandaag velodroomloos. In plaats van een nieuwe wielerpiste te bouwen, moet er een voetbalstadion verrijzen op Parking C. En dat terwijl de Rode Duivels ook matchen kunnen winnen in het Koning Boudewijnstadion, en het Astridpark nog lang niet versleten is. Een vernieuwde Zesdaagse van Brussel, Europese en Wereldkampioenschappen Baanwielrennen, vrije trainingsuren voor recreanten en, waarom niet, de aankomst van Parijs-Brussel indoor: een spiksplinternieuwe velodroom zou Brussel sportief opnieuw op de kaart zetten. Een parking hoeft er niet bij, een verbreding van de Ring evenmin: wielerliefhebbers komen wel met de fiets naar het stadion. Wie vervult mijn velodroom? BDW-eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EIND­REDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Sara De Sloover, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Michel Tubbax. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).



Z azie VOOR KETTEN VAN 9 TOT 13 JAAR

MAART 2015

Architect voor één dag De Z�ie-redactie op het Anima-f�tival + � tra X-pert-tips © FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE


ZAZIE MAGAZINE - DONDERDAG 5 MAART 2015 - PAGINA 2

© ILAH

Rollen, sjotten, struinen, luieren, skaten en pacten sluiten. Daar heb je plaats voor nodig. Maar de stad is al helemaal volgebouwd! Tijd om een potje mee te praten met de stad over speelplekken voor de jeugd (lees op p.4 en 5). In deze Zazie kan je ook met de X-perten nagenieten van Anima, het animatiefilmfestival dat vorige maand in Brussel plaatsvond. Festival gemist? Geen nood, in Brussel zijn er altijd festivals: eind maart krijgen boeken de hoofdrol op het Passa Porta festival. Auteur Gerda Dendooven geeft je hiernaast (p.3) al een voorproefje.

Dwarskij k

De stad is van jullie

ZAZIE

ZAZIE NIEUWS

© KIM VERTHÉ

Ontsnap als je kan! ‘Live escape games’ worden almaar populairder in Brussel. In Sint-Gillis is er net een nieuw gamehuis geopend: ‘Escape Hunt’.

In het gamehuis word je samen met andere spelers opgesloten in een kamer. Je moet raadsels en mysteries oplossen om te kunnen ontsnappen. Het idee komt uit Japan. Zulke spelhuizen zijn al in de hele wereld populair. Enkele maanden geleden opende al een ander reallife gamecomplex in Brussel: ‘Quarantaine’.

Wil je meer weten? Hier vind je info: brussels.escapehunt.com en liveescapegames.be.

Een heel vreemd huisdier Een Belgische familie ging op vakantie naar Mexico. Toen ze gingen eten in een restaurant, kwam er een klein hondje naast hen zitten. Ze vonden het hondje zo lief dat ze het wilden meenemen. Zo gezegd, zo gedaan: het hondje ging met de familie mee naar Brussel! Maar het hondje zag er liever uit dan het in werkelijkheid was, want het beet in Brussel een kat dood. Daarom namen ze het dier mee naar de dierenarts. Misschien kon die hen vertellen wat er mis was. Nadat de dierenarts het hondje lange tijd had onderzocht, kwam hij erachter dat het geen hond was. Het was een enorme rat!

Aurore Van de Winkel weet alles over stadslegendes. Ze onderzoekt waar ze vandaan komen en wat ze betekenen.

Dit verhaal komt uit Amerika, en is helemaal tot in Frankrijk en België gekomen. In de jaren 1980 hadden mensen soms gekke huisdieren, zoals fretten of slangen. Ook dit verhaal gaat over vreemde huisdieren.’

© ESCAPEHUNT BRUSSELS

STADSLEGENDES


ZAZIE MAGAZINE - DONDERDAG 5 MAART 2015 - PAGINA 3

ZAZIE NIEUWS

Er komen heel veel auteurs en tekenaars voorlezen en vertellen. Een van de eregasten is Gerda Dendooven. Zazie kon haar strikken voor een praatje vooraf.

Wat ga je vertellen op het festival? Gerda Dendooven (GDD): ‘Ik ga voorlezen uit mijn boek De wondertuin. Het is een verhaal over een koning en zijn twaalf dochters. De meisjes mogen niet buiten de paleismuren, en de jongens komen er niet in. Eén slimme jongen, die alles weet over sterren en planeten, geraakt toch binnen en mag kiezen met wie hij wil trouwen.’ Waarover gaat het? GDD: ‘Het gaat over je eigen weg zoeken in het leven, ook al lijkt jouw levenspad al uitgestippeld. Het is goed om te ontdekken waar je goed in bent, en te kiezen voor wat je zelf graag wilt.’ ‘Het verhaal past bij wat er in de wereld gebeurt, want het sprookje spreekt ook over onderdrukking. Er zal ook muziek zijn en ik zal beelden tonen.’ Hoe ben je schrijver geworden? GDD: ‘O jeetje. Ik was eerst tekenaar. Plots vroeg het ministerie mij om een boek te maken. Ik zei: “Ja, maar, ik teken.” “Niet erg. Ook goed,” zeiden ze. En zo ben ik begonnen.’ Wat doe je het liefst: schrijven of tekenen? GDD: ‘Als ik teken, kruip ik gemakkelijk in de huid van mijn personages. Als ik schrijf, moet ik mijn hoofd er een beetje bij houden.’ Wat is het leukste aan je job? GDD: ‘Het fijnste is dat elke dag een andere dag is. Ik plan wel, maar ik kan beslissen wanneer ik ga slapen en wanneer ik opsta. Dat vind ik al heel fijn.’

Waar? In Bronks en in Le Wolf. Wanneer? Op zaterdag 28 en zondag 29 maart. Het hele programma vind je op www.passaporta.be, of op www.bronks.be.

© TERESA SDRALEVICH

Schotelantenne

© TERESA SDRALEVICH

Passa Porta is een huis vol boeken in Brussel. Het boekenhuis organiseert eind maart een heel groot festival. Ook voor jonge lezers!

Ik haat je!

Misschien flap je dat er wel eens uit. Maar je bedoelt het helemaal niet zo. Echte haatgevoelens tegenover mensen van een ander ras of religie bestaan vandaag jammer genoeg wel nog altijd in onze maatschappij. Zo’n haat noemen we racisme. Kijk maar eens om je heen in Brussel. Moslims en niet-moslims, Afrikanen en Aziaten, mensen van Oost-Europa. We leven allemaal samen en door elkaar in dezelfde stad. Daarom noemen we Brussel een ‘multiculturele’ stad. Maar we zijn een tikkeltje anders: verdragen we dus wel altijd alles van elkaar? Als er iets ergs gebeurt in de wereld, worden verschillen tussen mensen soms weer wat scherper gesteld. Sinds de aanslagen in Parijs en Kopenhagen zijn velen bang dat gevoelens van afkeer sterker worden. Moslims vrezen dat hun geloof mis begrepen wordt. En sommige Joden zijn zelfs zo bang dat ze willen verhuizen naar Israël. Daar wonen sinds 1948 – toen de staat Israël werd opgericht – al heel veel Joden. Hoe kunnen we deze haatbrand blussen volgens jou?

ZAZIE NIEUWS

© KIM VERTHÉ

Snoepen van boeken

Elke maand richt Zazie haar schotelantenne op een thema, geplukt uit het wereldnieuws. Deze maand: RACISME.

De radio bestaat 100 jaar ‘Video Killed The Radio Star’. Ken je dat liedje uit de ‘seventies’ (= de jaren 1970)? Het was de tijd van de eerste videoclips. Mensen dachten toen dat de radio zou verdwijnen. Niets is minder waar: de radio bestaat 100 jaar! Daarom gaat bredeschool BRES uit Jette straks een hele week radio maken met ‘Radio Flamingo’. De leerlingen van de Vande Borneschool, de Sint-Michielsschool en het SintPieterscollege trekken op reportage naar Anderlecht en doen verslag van een voetbalmatch. Ze zullen je ook laten luisteren naar Brusselse liedjes. En in een hoorspel (=een radioverhaal) kom je te weten waarom de inwoners van SintAgatha-Berchem vroeger de ‘lastigen’ genoemd werden. En nog veel meer, tijdens de radioweek van 23 tot 27 maart.

Luister naar Radio Flamingo via www.bredeschoolbrussel.be/flamingo. Je kan de radiomakers ook live achter de microfoon zien zitten op vrijdag 27 maart (van 16u tot 19u) in GC De Kroon in Sint-Agatha-Berchem.


ZAZIE MAGAZINE - DONDERDAG 5 MAART 2015 - PAGINA 4 © ELK E VANOOS T

*

OUMI * v al een festi Anima is m a al met alle ar films. Da animatie den w e inter view t. n denr y d Karin Va ee m iseer t Zij organ val. Ze het festi rst d a t ze e e ver telde ad theker h vo o r ap o t a d er d en gestude te a beslis ze d a a r n lm ts met fi dat ze ie llig a v e n. To w ou do e atie im n bij a e z m a w k dol Ze is nu terecht. atiefilms op anim ef t e r m aar he n nooit éé zelf nog t e o t . Ze d gem aak r a al 15 ja haar job h et n o g en vindt h. ntastisc steeds fa at ik mijn Ik hoop d uk ook zo le job later n. ga vinde

MATEO * We deden een inter view met Isaäk de H Maar ten eer. Hij m aakte een stillevenfi lm.

AYOUB (A): W A OM ZO’N FILM T HEEFT JOU GEÏNSPIREE RD TE MAKEN? Kunstena

ar (K ): Vo o r a l zo e k Kennen ju prenten. llie ‘Wally ’? Ik heb v ook al tek r o e ger enfilms g emaakt, m kreeg ik h a ar d an et idee om een anim te maken atiefilm waarin va n alles te gebeur t. gelijker ti jd

MATEO (M): E E ALLEMA AL T N TEKENFILM, DAT ZIJN EKENINGEN D IE SNEL NA E WORDEN GES LK P LANG DUREN EELD. DUS MOET HET TOC A AR H V K: Ja, aan OOR JE KLA AR BENT?

© EL KE

VA NO OS

T

heb ik toc

*

een filmp je van 30 minuten h wel twe e jaar gew erkt.

A: PLOTS Z IEN FILM UIT DE K WE ALLE FIGUREN IN JOU E W K: Ik kan he RK LOPEN. WAT GEBEUR T t jullie nie ER? t

ver tellen d aar o m h w a nt eb ik net d e film gem bedoeling aakt. De is dat jull ie fantase w at e r g e r en over beur t.

Voor één dag architect Wat heb je liever? Een skatebaan of een fontein? Een bosje om je in te verstoppen of toch liever een voetbalveld? Tussen het kanaal en Thurn & Taxis is een stuk grond waar nog niets is. Wat er moet komen? Daar denken de leerlingen uit 6L van de Regenboog hard over na.

Vandaag wil de architect horen wat de leerlingen willen. Maar wat doet een architect eigenlijk? Wel, hij tekent parken en gebouwen. “Dat is ‘m,” zegt Muriel en wijst naar architect Bart. Hoewel Bart een grappenmaker is, kan hij serieuze ideeën goed gebruiken. Nadenken dus!

Groen = goed Vandaag voert begeleider Francis het woord. Hij laat foto’s zien van wat er zou kunnen komen: een speeltoestel, een zwembad, een moestuin. Het is een beetje zoals de echte politiek: als je het goed vindt, stem je voor.

Iedereen krijgt een rood en een groen kaartje. Maar het is niet zo makkelijk als het lijkt: in totaal mag je maar vijf keer stemmen. Er gaan tien groene kaartjes de lucht in bij de speeltuin. ‘Ooooh,’ klinkt het bij het basketbalveld.

Aan de slag ‘Kijk, we kunnen bouwen op deze strip,’ zegt Francis. Met zijn vinger tekent hij op het stadsplan. ‘Weten jullie wat een strip is? Dat zeggen architecten tegen een leeg gebied.’ De jongens lachen. Ze kennen strips vooral van Kuifje. Als echte architecten gaan ze aan de slag. Ze kleuren de gebieden in. Aïman pakt de gele stift.


ZAZIE MAGAZINE -DONDERDAG 5 MAART 2015 - PAGINA 5

ST

E VA N

O O ST

© GILLES MOINS

Buzz en Woody van Toy Story nag edaan. Toen kwamen we héél bez weet uit onz e pakken.

© EL K

E: GAAN JULLIE OOK NAAR CONVENTIES IN HET BUITENLAND?

ELINE *

B&B: We zijn al op de ‘Japan exp o’ geweest, in Parijs. ‘Japan expo’ is een gro te beurs waar ook het Europees kampioe nschap plaatsvindt.

populair. alleen in Japan Cosplay is niet splayers: steeds meer co er jn zi er hi Ook onages rkleden in pers ve ch zi e di n mense ze tegen het ries. Wij liepen uit strips of se lijf op Anima.

BEDOELING VAN ELINE (E): WAT IS DE JD’? RI EEN ‘COSPLAY WEDST ): Je moet je

ead (B&B Beavis & Butth bootsen. ed mogelijk na go zo e ag on rs pe utthead wij Beavis en B en do et zi je s Zoal ry van MTV. De ju na, twee iconen k je houding stuum maar oo beoordeelt je ko p het einde rsonage lijkt. O pe je op je of en oorbeeld uitgereikt. Bijv en ijz pr er n de wor act’. voor de ‘Beste

JULLIE HET NIET AJOUB (A): HEBBEN EN? WARM IN DIE PAKK bben ooit eens B&B: Ja, zeker!

We he

MATEO: HEBBEN JULLIE OOIT AL IETS GEWONN EN?

B&B: Meestal winnen we als ‘Be ste groep’. Maar ook de publieksprijs winnen we vaak omdat we nogal luchtig uit de hoe k komen.

E: HOE ZIJN JULLIE HIER OOIT MEE BEGONNEN?

B&B: Dat is een grappig verhaal. Vroeger zaten we in de Chiro. Op kamp met de jeugdbeweging moesten we ons elk jaar verkleden. Wij kwamen altijd af met zelfgemaakte, spectaculaire kos tuums. Toen we een flyer vonden voor een cosplay wedstrijd dachten we: ”Wa arom doen we niet gewoon mee?” We wonnen de publieksprijs en toen hadden we de microbe te pakken. En zeg nu eens eerlijk, wie wil er nu niet rondlopen als zijn favoriete superheld?

© SASKIA VANDERSTICHELE

‘Voilà, hier is mijn huis.’ Naoufal mag de weg naar het centrum rood kleuren. Ook de Citroëngarage is belangrijk, want daar blinken de mooie auto’s. ‘Broem, broem,’ zegt Nara en ze geeft ook de garage een kleur. Nu het landschap in kaart is gebracht, kunnen ze beginnen met inrichten. De jongens leggen pictogrammen (=kleine tekeningetjes) op het stadsplan. De meisjes planten bomen in een minizandbak. Ook komt er een vijver. Wat nog? Touwtjespringen? In bomen klimmen? Spelen in de wilgenhut? Anas kiest een groot speeltoestel en een struik om je in te verstoppen. Naoufal kiest het waterrad. Enkele jongens willen ook een skatebaan in het kanaal. Maar dat is natuurlijk wel héél moeilijk.

eenwieler rijden... Dat gaat niet op het gras. In het midden van de strip hebben de jongens pictogrammen met water gelegd. Aïman wil er graag kunnen zwemmen. ‘Bij 35 graden in je onderbroek!’ roept Naoufal. Of schaatsen, stel je voor! In de zomer water, in de winter ijs. Nog één kans om de pictogrammen te verschuiven. ‘Hier stappen, daar spelen, dáár een restaurant en muziek,’ wijst Aïman. Ze lijken al echte architecten! Jasmijn Post © SASKIA VANDERSTICHELE

ent op het Het tofste mom ij was het festival voor m film ‘When bekijken van de ere’, omdat Marnie was th otie zit. Het de film vol em vig, maar ook was soms droe ook enge en leuk. Er waren enten, en dat spannende mom n film! Voor de allemaal in éé n onder jullie nieuwsgierige envatting van heb ik een sam even. de film geschr nna. Haar Het gaat over A or ven toen ze ouders zijn gest Ze woont dus twee jaar was. t Op school voel bij haar tante. dus moet ze ze zich droevig, re stad bij haar naar een ande vindt daar andere tante. Ze a ll en ze gaat een geheime vi Ze ziet daar daar naar toe. een raam: een meisje aan leef t veel Marnie. Anna be Marnie. Er is avonturen met te beleven in nog veel meer raad jullie deze dat verhaal. Ik t er van al s film aan. Genie ! jullie hem zien

ELK E VANOO

DE ZAZIE-REDACTIE * OP HET ANIMA-FESTIV A L R A * T KAW *

De moo�te strip Overal groen gras lijkt Naoufal het beste. ‘Eén groot voetbalveld!’ fantaseren ze. ‘Maar de bal kan in het water vallen. We hebben een muur nodig,’ legt Naoufal uit. Misschien moet er toch ook een skatebaan komen. Waar moeten ze anders rijden op wieltjes? Skaten, steppen, op een

MEER WETEN OVER HET PROJECT VAN DEZE KLAS? GA NAAR WWW.KLASINDEMEDIA.BE! Een samenwerking tussen de Vlaams-Brusselse Media (FM Brussel, tvbrussel, brusselnieuws.be en BDW) en Onderwijscentrum Brussel.


ZAZIE MAGAZINE - DONDERDAG 5 MAART 2015 - PAGINA 6

Kettenklets

Als iemand een dikke fout heeft gemaakt of er volledig naast zit kan je zeggen: ‘Heb je een vogel gezien?’

@OUMI: ‘KOPPENTAARTENVIEREN’

@CAS: ‘SWAG’

‘Koppentaartenvieren’ betekent: ‘Het kan me niet schelen.’ Bijvoorbeeld: iemand pronkt met zijn nieuwe schoenen. Dan kan jij roepen: ‘Koppentaartenvieren!’

ZAZIE

‘SWAG’ komt van ‘Secretly We Are Gay’. Je kan je maat zo plagen als hij bijvoorbeeld op jou komt liggen. Maar je kan het ook gewoon als tag gebruiken, zonder veel betekenis. Of je kan ook zeggen: ‘Swag’ of ‘Doe even swag’ als je tegen iemand wilt zeggen: ‘Doe even kalm aan’.

De lounge bar © ELKE VANOOST

Billen bloot

@JOSSE: ‘HEB JE EEN VOGEL GEZIEN?’

Als iemand een slechte mop heeft verteld, kan je tegen hem of haar zeggen: ‘Caillou’. Je kan er nog een zacht stootje tegen zijn of haar schouder bij geven.

‘Op het einde van het jaar organiseren we altijd een soort van loungebar op onze school. Dan is het feest. Het is dan heel druk in de loungebar. Toen ik wat kleiner was, was ik tussen alle mensen op zoek naar mijn papa. Daar liep een meneer rond die dezelfde broek en dezelfde schoenen droeg als mijn papa. Toen ik in de gaten had dat ik de verkeerde papa wilde knuffelen, zei ik: ‘Oeps!’ en liep ik heel snel weg,’ lacht Jeanne.

ZAZIE

Groeten uit mij n kamer

Leul (11), woont in Ethiopië Ik woon in Lafto. Dat is een deelstad van Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. Ik deel mijn kamer met mijn twee broers: Fikremariam en Firaol. Dat is tof want ze spelen graag met mij en ze doen gekke dingen. We studeren ook samen.

Wat � er leuk aan je kamer?

DE TIP VAN JANNE (12): Alice Kristiansen Dat is een meisje dat heel mooi covers van Taylor Swift kan zingen. Ze lijkt ook op Taylor Swift. Eigenlijk is het zonde dat zij nog niet beroemd is.

Heb jij een goede YouTubetip voor andere Brusselse ketten? Mailen maar, naar zazie@bdw.be!

Ik hou van mijn bed. Ik zou ook mijn paraplu niet willen missen. Als de zon fel schijnt en het is heet buiten, dan gebruik ik hem.

Wat � speciaal aan jouw land?

In Ethiopië leven er meer dan achttien verschillende culturele groepen.Ze dragen verschillende kleren en ze spreken een andere taal. Ze dansen en eten anders. Ze wonen ook in verschillende huizen. Mijn cultuur is de ‘Oromo’ cultuur.

Wat � jouw droom?

Mijn droom is om arme mensen te helpen. Ik wil mijn land graag heel sterk maken. Zo kan het de arme mensen beschermen. Armen hebben geen geld en sommige kinderen hebben geen vader en moeder. Ik zou graag president worden van Ethiopië.

© ELKE VANOOST

@SWI: ‘CAILLOU’


ZAZIE MAGAZINE - DONDERDAG 5 MAART 2015 - PAGINA 7

X-PERTS Zazie-redacteurs vertellen over hun favoriete boek, film, fashiontip of dierennieuws van de maand: kwam jij nog ideeën te kort??

Ayoub (11), de movie man Vandaag zal ik over de nieuwe film Nacht in het Museum, deel drie schrijven. Dat is dus de derde keer dat we Larry en zijn vriendjes weerzien. Deze keer gaat de film over de nachtwachter (Larry) die zijn vriendjes wil redden. Hij wil ze beschermen tegen een toverspreuk die de magische tablet van Ahkmenra aan het uitdoven is. De magische tablet zorgt ervoor dat de standbeelden in het museum ‘s nachts tot leven komen en avonturen beleven. Het probleem in deze film is dat de farao (Ahkmenra) niet weet hoe hij de toverspreuk weg moet doen, dus moet Larry naar het British Museum in Londen in Engeland, om er de ouders van Ahkmenra te ontmoeten. Maar onderweg zijn er Chinese zilveren slangen en leeuwen. Lancelot kan de slangen bijna doden, maar Larry elektrocuteert ze. Natuurlijk heeft een nachtwachter een lamp bij zich. Dus Larry gebruikt zijn lamp om de leeuwen te laten spelen. Uiteindelijk ontmoet Larry de ouders van Ahkmenra, die zeer blij zijn om hun kind terug te zien. De ouders van Ahkmenra weten dat de magische tablet in het licht van de volle maan moet liggen. Lancelot, Larry’s vriend, wordt dan zijn vijand. Ik ben vergeten te schrijven dat Larry naar Engeland moest met

zijn zoon. Lancelot kidnapte het kind van Larry en zei: ‘Geef mij de tablet, anders dood ik uw kind.’ Larry geeft de tablet aan Lancelot en krijgt zijn zoon terug. Lancelot gaat dan weer weg en gaat naar het theater. Die nacht speelt er een toneelstuk over Camelot. Camelot is het kasteel van koning Arthur. Lancelot is een personage in de bekende legende over koning Arthur. In de film begrijpt Lancelot niet dat het om een toneelstuk gaat, en stapt op het podium. Hij ziet de valse koning en valse Guinevere en wordt zeer kwaad. Hij gaat op het dak van het theater staan. Even later komen Larry en zijn vrienden eraan, die al bijna weer standbeelden geworden waren. Larry spreekt met Lancelot, maar Lancelot wil de magische tablet niet geven. Hij ziet de vrienden van Larry doodgaan. Dus dan worden de tot leven gewekte standbeelden weer gewoon standbeelden. Dan begrijpt Lancelot het en geeft hij de tablet toch aan Larry. Kan Larry ze toch nog tot leven wekken? Voor ik eindig, moet ik jullie nog iets uitleggen: het personage van de president van Amerika (Theodore Roosevelt) wordt gespeeld door Robin Williams, die gestorven is voor de film uitkwam.

© PICTUREBYPALI.DEVIANTART.COM

Mateo (10), de dierenvriend Fretkat. Dag iedereen, hier ben ik weer. Mag ik jullie voorstellen aan de fossa of fretkat. Je hebt dit dier misschien al gezien in de film Madagaskar (zie foto). De fossa heeft een lang, slank lichaam, ronde oren, grote naar voor gerichte ogen en een lange

staart die bijna even lang is als zijn lichaam. Hij is bijna een meter lang en 60 centimeter groot. Hij weegt 7 tot 14 kilo. Fretkatten eten vooral lemuren (=nachtdieren), vogels, slangen en kleine knaagdieren. Ze wonen alleen, in holle bomen. Maar

tijdens de paartijd leven ze in groep. De vrouwtjes houden zich in de bomen wanneer de mannetjes vechten op de grond. De winnaar paart met het vrouwtje. Nog wat weetjes: fretkatten worden soms gehouden als huisdieren. Omdat ze zo zeldzaam zijn geworden, mag je ze niet houden in België. De dieren worden bedreigd door boeren die bossen kappen om akkers aan te leggen, of ze worden gevangen om op te eten.

Emile (11), mister strips Dag jongens en meisjes, ik ga het hebben over de strip De Staf van Plutarchus. Deze strip behoort tot de stripreeks Blake en Mortimer. De strip gaat over de jonge kapitein Blake die als piloot in dienst is bij het Engelse leger. Blake’s beste vriend Philip Mortimer speelt in dit verhaal een niet zo grote rol, wat raar is want in de andere strips heeft Mortimer meestal de hoofdrol. Het verhaal begint tijdens de Tweede Wereldoorlog: een Duits straalvliegtuig moet het Brits parlement verwoesten. Gelukkig houdt Blake het straalvliegtuig tegen. Daardoor moet hij een missie uitvoeren, die een Derde Wereldoorlog kan voorkomen. De eerste verschijnselen van deze stripreeks kwamen er in 1946 (in het Frans) in het weekblad Tintin. Hergé was namelijk een goeie vriend van Edgar P. Jacobs (de oorspronkelijke auteur/ tekenaar van Blake en Mortimer). Deze strip zelf is geschreven en bedacht door Yves Sente en getekend door André Juillard want Edgar P. Jacobs is gestorven. De eerste Blake en Mortimer-strip was Het Geheim van de Zwaardvis (deel 1), De staf van Plutarchus speelt zich eigenlijk af vóór Het geheim van de Zwaardvis, want dat album gaat dan over een Derde Wereldoorlog. De tekeningen zijn realistisch met veel details en zeer mooi ingekleurd. De tekstballonnen zijn groot en soms moeilijk. Ik vind deze strip heel spannend en leuk, omdat hij vol zit met militaire missies en gevaarlijke luchtgevechten, een aanrader voor fans van vliegtuigen en uniformen dus. Veel succes met het lezen en tot de volgende keer.

Dora (10), celebrity lady Hey, ik ga het hebben over Martina Stoessel. Zij is een Argentijns meisje van 1,65 meter. Ze is bekend als Violetta uit de Disneyserie Violetta. Martina komt op 14 en 15 maart naar Brussel. De eerste twee concerten waren in een mum van tijd uitverkocht. 13 maart kwam erbij als extra concert, en dat is nog NIET uitverkocht. Haar liedjes zijn in het Spaans dus moeilijk om mee te zingen, maar je kan altijd proberen :-). Over heel de wereld kan je merchandisings kopen zoals wekkers, boeken, mappen, poppen,... Bye!


ZAZIE

Uitkij k KRAAK JE BREIN

DEMOCRATIEFABRIEK

Zijn jij en je klasgenoten een bende wijsneuzen? Discussiëren jullie graag over jullie mening? Willen jullie dan ook weten hoe jullie gedachten en ideeën nog beter kunnen uitleggen aan andere mensen van allerlei culturen? Ga dan met de hele klas eens langs in de Democratiefabriek, in het BELvue museum. Informatie op www.belvue.be. Gratis. Reserveren is verplicht!

J4 h00r, j3 k4n D1t V4N4f d3 33rst3 k33r l3z3n! Gek toch, dat je brein dit kan ontcijferen? Een mens heeft 700 miljard hersencellen. Geen enkel ander dier heeft er meer. Wil je weten hoe jouw hersenpan werkt? Leer erover in het Museum voor Natuurwetenschappen: de tentoonstelling ‘Hersensenkronkels’ loopt nog tot het einde van de zomer 2015. Info op www.natuurwetenschappen.be. WANNEER: alle dagen, behalve maandag

win!

DOOR ALEX DEFORCE

WANNEER: alle dagen, tot eind mei

WIN! Zazie geeft 3 familietickets (voor 4) weg. Mail ‘hersenkronkels’ + naam/leeftijd/ adres naar zazie@bdw.be.

WIE BEN JIJ?

ACADEMIX © KIM VERTHÉ

Flagey en de 26 muziekacademies in Brussel slaan de handen in elkaar. Kom luisteren naar de beste leerlingen van de Brusselse muziekscholen! Beginners, gevorderden, klassiek, jazz, koorzang: een swingend feestje voor iedereen! Helemaal gratis. Meer informatie kan je vinden op www.flagey.be.

Wie ben jij? Hoe komt het dat je bent wie je bent? Op moeilijke vragen als deze vind je (een beetje) een antwoord op de reizende tentoonstelling ‘Ikjij-wij’ van Rasa. Je kan er nu gratis heen in CC Westrand in Dilbeek. Er hoort ook een toffe app bij: ga met je smartphone naar www.ikjijwij.be/app. WANNEER: alle dagen tot 15 maart

© KIM VERTHÉ

De koptelefoon

WANNEER: Zondag 29 maart, hele dag

Elke maand zoekt een Zazie-X-pert naar een toffe, geheime, mooie of coole plek in de stad. Raad jij als eerste waar de X-pert deze maand staat? Dan win je misschien wel deze hippe koptelefoon.

staat Emile?? TIP: Poppentheater, zo oud als België win! Waar Mail het antwoord naar zazie@bdw.be + naam, leeftijd en adres!

rk te w afgewe u jo n a v o gina: t een fot cebookpa a f Piep! Pos e z n o rant! aan op ongerenk knikkerb .j ie z a Z / .com Facebook

Zazie is een maandelijkse bijlage bij Brussel Deze Week en is gratis. Concept en samenstelling: Kim Verthé (kim.verthe@bdw.be, 02-226.45.59). Vormgeving: Peter Dhondt. Tekeningen: Ilah, Teresa Sdralevich, Wauter Mannaert, Alex Deforce, Kim Verthé. Redactie: Kim Verthé. Eindredactie: Kim Verthé, Ken Lambeets. Foto’s: Saskia Vanderstichele, Elke Vanoost. X-perts: Ayoub, Emile, Mateo, Dora. Contact? zazie@bdw.be. Like! facebook.com/Zazie.jongerenkrant. Adverteren? lisa.decrick@bdw.be. Abonnement: abo@bdw.be. Verantwoordelijke uitgever: BDW, Anne Brumagne, Flageyplein 18, 1050 Brussel.

Volgende Zazie op 2 april! www.brusselnieuws.be/zazie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.