BDW - editie 1465

Page 1

© JASPERS EN ATELIER D’ART URBAIN

12 03 15

de absurdist in stef kamil carlens ontmaskerd En ook: Performatik, Marjane Satrapi en Stuff. AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

WAAROM MIDDELMATIGE ARCHITECTUUR GOED GEDIJT IN BRUSSEL

DAKLOOS IN BRUSSEL HET VERHAAL VAN FILIP EN HUGO. LEES P. 8-9 © MERCATORFONDS

PLAATSTEKORT IN BRUSSELSE SCHOLEN LEES P. 10

© JASPERS-EYERS EN ZZDP

© LACA

© JASPERS-EYERS EN SAMYN & PARTNERS

© JASPERS

HET IMPERIUM-JASPERS DOORGELICHT. LEES P. 6-7

‘Een droevig en diep melancholiek toneel’ LEES P. 18-19

EEN LUXUEUZE ANIMAL FARM Het instituut voor Landbouwhuishoudkunde van Ossegem LEES P. 12 GALERIEHOUDER ERIC GILLIS:

© JASPERS-EYERS EN UN STUDIO

VINCENT VAN GOGH IN BRUSSEL (1)

“Ik droom van een tax shelter voor kunst” LEES P. 25

N° 1465 VAN 12 TOT 19 MAART 2015 ¦ WEEK 11: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


© BART DEWAELE

BDW 1465 PAGINA 2 - DONDERDAG 12 MAART 2015

VAN DE REDACTIE

door Danny Vileyn

Hopstraat 24/7 De criminele feiten in de Dansaertwijk zijn sinds 2014 met de helft gedaald: van 147 naar 76 feiten op drie jaar tijd, minder diefstallen, inbraken in auto’s en woningen en slagen en verwondingen. Burgemeester Yvan Mayeur (PS) heeft de cijfers voor de tweede keer in een maand tijd tijdens de zitting van de gemeenteraad geciteerd. Maar met zes gewapende overvallen, een molotovcocktail in een trendy bloemenzaak en het vandaliseren van een kapperszaak even verderop slaan de cijfers niet meer aan. Meerderheid en oppositie maken zich zorgen, Mayeur en het schepencollege nemen de zaak au sérieux. Maar het is duidelijk dat er een tandje zal moeten worden bijgestoken. De veiligheid van bewoners en bezoekers van de straat staat op spel. Een politieantenne op 200 meter van de bloemenzaak schrikt de misdadigers ook al niet af. Maar machteloos staat de overheid niet. Ook niet als er persoonlijke motieven voor het gooien van de molotovcocktail zouden meespelen, zoals een van de pistes luidt. Met zes gewapende overvallen, een molotovcocktail en een geval van zwaar vandalisme kan niet ontkend worden dat er een zwaar probleem is in de wijk. En niemand doet dat ook, het imago van de Dansaertstraat als hippe winkelstraat is in het gedrang. Ook al

WAUTER MANNAERT

spelen de feiten zich in het tweede deel van de straat af, het deel dat aanleunt tegen het kanaal. De Apple Store is na twee overvallen al vertrokken. Schepen van Handel Marion Lemesre (MR) moet er alles aan doen om de winkels en cafés die er zijn er ook te houden. Telepolitie is één zaak. Andere trendy winkels en horecazaken aantrekken is ook nodig. Er staat te veel op het spel. Twee decennia geleden werd de Sint-Goriksbuurt gemeden als de pest. Er is daar ooit een dode gevallen. Vandaag floreert de horeca er als nooit tevoren, de buurtbewoners klagen steen en been over de overlast die dat succes met zich meebrengt. Maar overheid en privé-investeerders zijn erin geslaagd om het tij te keren. Niemand kan zich nog inbeelden dat Sint-Goriks een te mijden plek in de stad was. Minder dan 25 jaar geleden was de Vijfhoek er slecht aan toe, er was overal leegstand en het stadsbestuur interesseerde zich amper voor het centrum. Toen is het stadsbestuur erin geslaagd om de kentering in te zetten, maar er kwam verzet tegen de ‘gentrification’. De uitdaging waar het huidig stadsbestuur voor staat is niet minder groot dan 25 jaar geleden, al is ze anders. Opnieuw moet de Vijfhoek aantrekkelijk gemaakt worden voor inwoners-middeninkomens die hun geld uitgeven in winkels, cafés en restaurants. In de Dansaertstraat en elders. Maar eerst moeten onveiligheid, en vooral onveiligheidsgevoelens, weg. De politieantenne aan de Hopstraat 24 uur op 24 openen zou een duidelijk signaal zijn. Waar wacht de stad op? n

Politoloog Bilal Benyaich: “Ons onderwijs moet inzetten op de morele lingua franca.”

SAMENLEVING > BILAL BENYAICH SCHRIJFT ESSAY OVER SYRIËSTRIJDERS

‘EXTREMISTEN ZIJN NIET TOT COMPROMIS BEREID’ BRUSSEL — In het nieuwe essay ‘#radicalisme #extremisme #terrorisme’ analyseert politoloog Bilal Benyaich het verschil tussen verschillende, erg actuele -ismen. Hij gebruikt daarvoor categorieën die de politiek zelden of nooit gebruikt. “Men onderschat de grootte van het probleem.” Het essay van Benyaich telt 88 bladzijden en deelt Syriëstrijders op in zeven groepen, gaande van de ‘loser’ tot de ‘hardcore jihadi’. Benyaich vindt ‘radicalisme’ geen slechte term om een deel van de problematiek te duiden, maar vindt die term niet erg nuttig als extremisme en terrorisme bedoeld worden. De verschillende ‘#’-symbolen in de titel zijn knipogen naar het sociale medium Twitter, geliefd bij aanhangers van Islamitische Staat en Al Qaeda. Wat is het verschil tussen alle ismen die u noemt? Bilal Benyaich: “Radicalisering, extremisme en terrorisme kunnen in elkaar overvloeien, maar ze zijn geen synoniemen. Elke extremist is een radicaal, maar niet elke radicaal is een extremist, laat staan een terrorist.” “Radicalen streven naar een andere orde, of die nu politiek, economisch of religieus is, maar blijven binnen de wet, of zijn bereid tot compromissen.” “Extremisten daarentegen zijn niet tot compromis bereid, en hebben een hogere tolerantie voor geweld. Gewelddadige extremisten gaan dan nog een stap verder en begaan zelf geweld in naam van het ideaal. Die moeten wat mij betreft onverbiddelijk uit de samenleving worden verwijderd.” Tot waar kan een radicaal dan gaan? En zijn vele jongeren met radicale denkbeelden niet gevaarlijk voor het sociale weefsel? Benyaich: “We moeten inder-

daad opletten dat een optelsom van groepen of individuen met radicale denkbeelden niet vastloopt in een hardnekkig gesegregeerde samenleving. Oorzaak en gevolg worden dan inwisselbaar, want een gebrek aan sociale samenhang kan dan weer opnieuw leiden tot radicalisering, enzovoort. Daarom vind ik dat onderwijs in tijden van ‘superdiversiteit’ meer dan ooit moet inzetten op burgerschapsvorming. Pluralisme, democratie, gelijke behandeling, de scheiding van kerk en staat krijgen onvoldoende aandacht in ons onderwijs.” “Ook in de moskeeën moeten er imams komen die Nederlands of Frans spreken en die gesocialiseerd zijn in onze samenleving. Op die manier ontsnapt islamitisch onderricht ook aan de radicalere invloed van herkomstlanden of de Golfstaten.” “Het is vooral belangrijk dat het onderwijs meer dan ooit inzet op de promotie van de ‘morele lingua franca’ in onze samenleving.” Heeft de islam niet eerst een werkbare geseculariseerde basis nodig vooraleer Brussel of Vlaanderen imams kan opleiden? Benyaich: “Niet als de Belgische islam waar we naar moeten streven burgerschap als uitgangspunt neemt.” Wat is de grootste fout die de politiek heeft gemaakt in de strijd tegen ‘radicalisering’? Benyaich: “Men heeft de grootte van het probleem onderschat. De radicalisering gaat veel verder dan de 450 Belgische Syriëstrijders. Het aantal jongeren dat mentaal afdrijft van onze samenleving is vele malen groter. En dit in verschillende bevolkingsgroepen.” Christophe Degreef Bilal Benyaich: #radicalisme #extremisme #terrorisme, 88 blz., Van Halewyck, 9,90 euro.


BDWVOORGROND

BDW 1465 PAGINA 3 - DONDERDAG 12 MAART 2015

SAMENLEVING > DRUGSSPUITEN KLAAR VOOR GEBRUIK AAN SAINCTELETTEBRUG

INJECTEREN OP DE MIDDAG

BRUSSEL – Donderdag 5 maart, 13.05 uur. Onze fotograaf ziet, kort nadat kinderen over de Sainctelettebrug lopen, een ‘recht in je gezicht’-kanaaltafereel. Aan de oever doet een man zich aan een shot te goed, een tweede bereidt een spuit voor. Dinsdag 10 maart om 12.35 uur stellen we vast hoe dit middagritueel verworden is tot een stadsbeeld sans gêne. Langs beide zijden van de Sainctelettebrug lopen trappen naar de oeverkade. Niet om aan te zien vanwege de uitwerpselen, maar de kade wordt duidelijk veel gebruikt. Aan de kant van de Koolmijnenkaai, vlakbij de bronssculptuur Agent 15/ Vaartkapoen, staat een laag omheiningspoortje met opschrift ‘Toegang enkel voor bevoegden’ open. Het betreft duidelijk een galante passage. Dinsdagmiddag 10 maart. Van aan de andere kanaalzijde, op de hoek met de Negende Linielaan en de brug, hebben we een perfecte inkijk op de kade met open hokje (foto, red.). Tegen de metershoge art-decosculptuur van Ernest Wijnants (1934), dat met een geïdealiseerde man de rijkdommen van de haven symboliseert, staan we niet lang in de middagzon. Iemand neemt kunstfoto’s. Een koppel geeft commentaar op de troep beneden. De KBC-werknemers genieten tijdens hun middagpauze van de vermeende wijkgrandeur. Om 12.36 uur komt een man van over de brug tot bij mij. Hij bukt zich en grabbelt op dertig centimeter van mijn voeten onder het monument

Op klaarlichte dag zet een man langs de kade, onder het oog van toevallige voorbijgangers, een heroïnespuit.

naar een spuit. Een tweede, lege injectiespuit laat hij achter onder de uitsparing van het arduin. Onverstoord neutraal stapt hij naar de overkant. Daalt de trap af. Gaat in het bewuste hok achter het open deurtje naar binnen. De duif die we

‘BRUSSELSE KINDERRECHTEN VERDEDIGEN' BRUSSEL – Groen en Ecolo willen dat de Vlaamse en Franstalige kinderrechtencommissarissen ook in de hoofdstad de belangen van kinderen en jongeren verdedigen. Dat is vandaag maar gedeeltelijk zo. De Vlaamse kinderrechtencommissaris is opgericht in de schoot van het Vlaams parlement en heeft dus ook alleen maar inspraak in die specifieke bevoegdheden. In Brussel zijn dat alleen Onderwijs, Cultuur en Welzijn. Dat geldt ook voor het Franstalige kinderrechtencommissariaat. Dat is een hiaat in de uitvoering van het VN-verdrag voor de Rechten van het Kind dat door België is geratificeerd in 1991. De partijen Ecolo en Groen willen daar samen wat aan doen. Ze zullen in de verschil-

lende parlementen een wetswijziging indienen die de Vlaamse en Franstalige kinderrechtencommissarissen bevoegd maakt in Brussel. "Daarmee kunnen ze zich uitspreken over problemen in verband met Mobiliteit, Openbare Ruimte en Huisvesting, bijvoorbeeld bij klachten over kinderen die in ongezonde omstandigheden leven," zegt medeindiener en Brussels parlementslid Arnaud Verstraete (Groen). De twee kinderrechtencommissarissen hebben vandaag al informeel overleg over dossiers in Brussel, maar moeten vooral op goodwill rekenen van de Brusselse overheden voor inzage in documenten. Als de wetsvoorstellen goedgekeurd worden, zullen ze meer armslag krijgen. Steven Van Garsse

eerder binnen zagen zitten, schrikt niet op.

Gestold bloed Een kwartier later, om 12.51 uur, komt hij terug naar buiten. De heroïnespuit is gezet. Hij wandelt terug

tot bij ons, aan de overkant van de brug. Hij bukt zich en rolt de lege spuit onder het ideaalbeeld. Wat bloed druppelt na op de plunjercilinder. De zon verblindt ons beider ogen. Als we de man even later in metrohalte IJzer aanspreken, is hij

© BART DEWAELE

zich van geen herkenning bewust. Diverse middaglunchers en toeristen zagen delen van dit alledaagse kanaalleven. Drugsgebruik heeft sinds jaren de laagste vervolgingsprioriteit. Jean-Marie Binst

GEMEENTEN HOUDEN NIET VAN DOOR ROOD RIJDENDE FIETSERS BRUSSEL – Fietsers mogen sinds februari 2012 rechts afslaan als het verkeerslicht op rood staat, in sommige gevallen mogen ze zelfs rechtdoor. Op voorwaarde dat het juiste verkeersbord bij de verkeerslichten staat, natuurlijk. Veel enthousiasme om dat bord te plaatsen is er niet bij de Brusselse gemeentebesturen. Dat blijkt uit een schriftelijke vraag van SP.A-parlementslid Jef Van Damme. De gewestwegen zijn vorige legislatuur goed uitgerust, zegt Van Damme, die de gegevens analyseert, “maar bij de kruispunten van gemeentewegen is de situatie weinig rooskleurig.” Van Damme ziet in het westen heel wat kruispunten met het verkeersbordje (met name in Molenbeek waar hij zelf schepen van Mobiliteit was), maar in de Vijfhoek staan er bijna geen. Ook de gemeenten in het Zuiden en Oosten van Brussel doen niet of

“De wetswijziging heeft dus maar een beperkt succes,” zucht Van Damme. “Bovendien creëert dit voor veel fietsers een bizarre situatie waarbij gelijkaardige kruispunten verschillend worden behandeld.”

Omkering van de regel

nauwelijks mee, zo blijkt uit het antwoord van minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A). Laken en Heembeek? Nauwelijks een bordje te bespeuren.

Van Damme vindt dat de regel moet worden omgekeerd. Dat wil zeggen dat er aan elk kruispunt bordjes zouden moeten komen, tenzij de lokale overheid argumenteert dat het kruispunt te onveilig is. Minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) wil in samenspraak met staatssecretaris voor Verkeersveiligheid Bianca Debaets (CD&V) onderzoeken of en hoe die laatste omkering van de regel er kan komen.

Steven Van Garsse


BDW 1465 PAGINA 4 - DONDERDAG 12 MAART 2015

UITGELICHT > RESTAFVAL NOG MAAR ÉÉN KEER PER WEEK OPGEHAALD VANAF LENTE 2016

WITTE ZAK TE VOL DOOR RESTJES UIT DE KEUKEN BRUSSEL – Staatssecretaris voor Openbare Netheid Fadila Laanan (PS) heeft een akkoord op zak over de nieuwe afvalophaling die in de lente 2016 van start zal gaan. Meteen wordt duidelijk dat het alle hens aan dek is, wil Brussel de Europese sorteernormen halen.

D

e cijfers van 2014 spreken voor zich. De opgehaalde tonnage aan papier en karton (gele zak) en van pmd (blauwe zak) is lichtjes gedaald ten opzichte van vorig jaar. Dat is onlogisch, gezien de bevolkingsstijging. Met andere woorden: de afvalsortering stokt in Brussel, terwijl de hoofdstad, in vergelijking met Vlaanderen, of zelfs met Antwerpen de laatste jaren al een flinke achterstand heeft opgelopen. In een ordonnantie van 2012 staat dat over vijf jaar de helft van het opgehaalde afval gesorteerd moet zijn. Dat is een Europese doelstelling. Vandaag is dat in Brussel maar 35 procent. Als Net Brussel het tegen eind dit jaar niet beter doet, zal het een boete moeten betalen van 29 euro voor elke ton niet gesorteerd afval. Het is dus alle hens aan dek. Voor

de ophaling van pmd, glas, papier en karton zit Brussel op koers. En al kan het altijd nog beter, veel rek zit daar niet meer op. Als het Brussels Gewest het restafval drastisch wil doen dalen, moet het aan de slag met twee andere fracties: grof huisvuil én organisch afval.

“Heel wat Brusselaars in mijn gemeente hebben de plaats niet om vier vuilniszakken te stockeren”

Moeizame onderhandelingen Voor een betere ophaling van grof huisvuil is een paar jaar geleden een vervijfvoudiging van het aantal containerparken aangekondigd, maar erg ver staat het Gewest nog niet met die belofte. Gemeentelijke containerparken zouden voor alle Brusselaars worden opengesteld, zo luidde het. Er is nog maar een akkoord met één gemeente. Eind maart gaat het containerpark van Sint-Pieters-Woluwe over naar het Gewest, en na aanpas-

singswerken zullen alle Brusselaars er hun grof vuil kunnen deponeren. Met Watermaal-Bosvoorde, Evere, Elsene, Sint-Joost, Ukkel en Ganshoren zijn de (moeizame) onderhandelingen nog bezig. Daarnaast plant het Gewest een extra containerpark aan het Kanaal. In afwachting zullen er mobiele containerparken worden ingezet.

Ieper Een tweede belangrijke piste om de

Brusselse afvalberg te doen slinken is de ophaling van organisch afval. Er zijn lokaal al enkele proefprojecten aan de gang, weliswaar op vrijwillige basis. Vandaag bestaat de helft van de inhoud van een witte zak uit organisch afval. Vlaanderen is erin geslaagd om het aandeel organisch afval tot dertig procent te doen slinken. Als Brussel daarin slaagt levert dat 64.000 ton organisch afval op. Een ambitie, die gezien de proefprojecten in enkele gemeenten wellicht moeilijk gehaald kan worden. Daar komt bij dat er geen composteercentrum is in Brussel. Plannen hiervoor zijn opgeborgen. Het organisch afval moet naar Ieper worden getransporteerd. Toch wil de Brusselse regering daar nu op inzetten. Volgend jaar introduceert Net Brussel de oranje vuilniszak waar iedereen, op vrijwillige basis, organisch afval in kan deponeren. De zak zal samen met tuinafval (groene zak) worden opgehaald. Op die manier kan de Brusselaar al gewoon worden aan het sorteren van keukenresten, en ander organisch afval.

Maar het is meteen ook een compromis op zijn Brussels. In januari 2013 voerde staatssecretaris Rachid Madrane (PS) de alternerende ophaling in van gele en blauwe zakken. Dat gaf aanleiding tot heel wat verwarring. “Er zijn vorig jaar 150.000 fout buiten gezette zakken geteld,”

DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS Wie ben ik? Hoe zie ik eruit? Hoe wil ik overkomen op de anderen? En klopt hun beeld van hen met wie ik echt ben? De studenten van de Hogeshool Francisco Ferrer gingen vorig weekend in Bozar op zoek naar het échte spiegelbeeld van de bezoekers van de Museum Night Fever. Hun installatie sloot aan bij de expo Faces Then / Faces Now, nog tot half mei in Bozar.


WEEKOVERZICHT

BDW 1465 PAGINA 5 - DONDERDAG 12 MAART 2015

© DIETER TELEMANS

WOENSDAG 4 MAART MOLENBEEKSE FOTO NEKT WORLD PRESS PHOTO-WINNAAR. Fotograaf Giovanni Troilo moet zijn World Press Photoprijs voor zijn reeks beelden uit Charleroi opnieuw inleveren. In tegenstelling tot wat hij eerder zei, blijkt een beeld uit de reeks in Molenbeek te zijn gemaakt. Volgens Paul Magnette (PS), burgemeester van Charleroi, waren de foto’s ook een “zware vervalsing van de werkelijkheid.”

DONDERDAG 5 MAART NIEUWE ORANJE ZAK VOOR ORGANISCH AFVAL. Staatssecretaris voor Netheid Fadila Laanan (PS) wil de witte zak met restafval nog maar één keer per week laten ophalen. Op een andere dag komt er wel een ophaling van een oranje zak met organisch afval. PVDA-PTB is tegen het plan omdat het voor mensen die in een klein appartement wonen niet evident is om vuilniszakken een week lang bij te houden. NIEUWE PARKING ACHTER LES BRIGITTINES. De parking die het project onder het Vossenplein moet vervangen, komt in een bestaande parkeerruimte in een gebouw van de Brusselse Haard achter cultuurcentrum Les Brigittines. Dat beslist het Brussels schepencollege. Die parking wordt fors uitgebreid en gemoderniseerd.

VRIJDAG 6 MAART MAMA MET TWEE KINDEREN NAAR SYRIË. Een moeder uit Sint-Jans-Molenbeek is zonder medeweten van haar man samen met haar twee zoontjes van 3 en 5 jaar en twee broers vertrokken richting Syrië. Een andere broer van de vrouw zou daar al maanden meevechten met IS. De vrouw en de kinderen werden sinds hun verdwijning nog in Istanbul gezien. De vader is intussen zelf naar Turkije gereisd, in de hoop dat zijn vrouw en kinderen de grens nog niet hebben overgestoken.

Vandaag kunnen Brusselaars twee keer per week hun zak met restafval buitenzetten. Die luxe verdwijnt, al kan het restafval nog steeds twee keer per week op straat worden gezet.

zegt staatssecretaris Fadila Laanan. In het nieuwe ophaalschema van Laanan zullen de zakken terug een keer per week samen worden opgehaald. Maar om dat betaalbaar te houden verdwijnt de dubbele ophaling van de witte zak. Daarmee moeten de Brusselaars

“ “

een stuk aan comfort inboeten. Vandaag kunnen ze twee keer per week hun zak restafval buitenzetten. Die luxe verdwijnt, maar met de nieuwe regeling geeft Laanan de Brusselaars toch nog de kans om organisch afval, wat het meeste geurhinder geeft, een tweede

dag in de week buiten te zetten. Protest kwam er al meteen van de gemeente Molenbeek. Schepen Olivier Mahy (MR) wijst erop dat heel wat van zijn inwoners erg klein wonen, en geen plaats hebben om vier vuilniszakken te stockeren. Steven Van Garsse

Bij CD&V gelooft nog 14 procent van de kiezers dat God kan helpen om problemen op te lossen. Maar bij de PS ligt dat cijfer, met bijna 30 procent, het hoogst. Al rekenen de PS-kiezers niet op God maar op Allah” Professor Mark Elchardus (VUB) vindt dat politieke partijen moslims onvoldoende geïntegreerd hebben in de democratische verzorgingsstaat (in Knack).

Ooit schrijf ik de geschiedenis van Brussel aan de hand van bier” Vlaams minister voor Brussel Sven Gatz (Open VLD) laat zich inspireren door het boek ‘Oesters van New York: Een stadsgeschiedenis’ van Mark Kurlansky (op Radio 1).

NIEUWE BASISSCHOOL IN UKKEL. Op 1 september opent er een nieuwe basisschool van de Scholengroep Brussel in Ukkel. Ze krijgt de naam ‘De Iris’ en heeft in een eerste fase plaats voor een vijftigtal leerlingen. De basisschool komt op de campus van het Koninklijk Atheneum van Ukkel.

ZATERDAG 7 MAART 17.000 BEZOEKERS VOOR MUSEUM NIGHT FEVER. 23 musea openen de deuren in de nacht van zaterdag op zondag voor de achtste editie van Museum Night Fever. Het evenement lokt 17.000 bezoekers en is de succesvolste editie tot nu toe. Vooral Bozar en het BELvue Museum trekken veel bezoekers. DAVID VAN REYBROUCK GECARJACKT IN KUREGEM. Auteur David Van Reybrouck is samen met zijn collega Peter Vermeersch het slachtoffer geworden van een carjacking in Kuregem in Anderlecht. Van Reybrouck staat er samen met Vermeersch koffers in te laden in zijn wagen wanneer vier mannen opduiken. Ze dienen Van Reybrouck enkele klappen toe, eisen geld en gaan er met zijn auto vandoor. Er zijn nog geen verdachten opgepakt.

ZONDAG 8 MAART MAINGAIN HERVERKOZEN. Olivier Maingain wordt herverkozen als voorzitter van het FDF. Maingain is al 10 jaar voorzitter en had dit jaar voor het eerst serieuze tegenkandidaten. Bernard Clerfayt, de burgemeester van Schaarbeek en Christophe Magdalijns, waarnemend burgemeester van Oudergem, komen niet in de buurt van de indrukwekkende 61,3 procent van de stemmen die Maingain krijgt.

MAANDAG 9 MAART DREIGINGSNIVEAU OMLAAG. Minister van Binnenlandse Zaken Jambon laat weten dat het dreigingsniveau zakt naar niveau 2. Na de antiterreuracties in Verviers was het niveau verhoogd naar 3. De verlaging betekent niet dat alle soldaten uit het straatbeeld verdwijnen. Voor Joodse gebouwen geldt nog steeds dreigingsniveau drie.

DINSDAG 10 MAART

HET GETAL

5”

Vijf seconden. Na die tijdsduur konden ouders hun kind niet meer inschrijven in het eerste middelbaar van het gerenommeerde Sint-Jan-Berchmanscollege. Enkel 89 broers en zusjes van oudere leerlingen kregen voorrang. De digitale wedloop om tieners ergens te kunnen in-

schrijven, kan moeilijk verenigd worden met het ‘pedagogisch ideaal’ waarnaar gestreefd wordt. “Het systeem van de Cel Ouderbetrokkenheid (COB) garandeert geen vrije schoolkeuze meer voor ouders,” stelt directeur Eddy Van de Velde onomwonden. “De voorrangsregel is te ruim: het snel aanklikken is geen model. Iedereen zou in aanmerking moeten kunnen komen om naar een bepaalde school te gaan.” Jean-Marie Binst

PLANNEN VOOR OVERVAL OP NATIONALE BANK. Volgens de kranten van Sudpresse heeft de Brusselse politie plannen voor een overval op de Nationale Bank ontdekt. De politie arresteerde vorige maand een jongeman na een poging tot inbraak. Bij een huiszoeking vonden ze plannen voor een overval op de Nationale Bank. Het parket zegt dat de plannen niet uitvoerbaar waren. Samengesteld door Marie Rutsaert en Killyan Dauvillé

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1465 PAGINA 6 - DONDERDAG 12 MAART 2015

EEN GREEP UIT DE REALISATIES VAN MICHEL JASPERS IN BRUSSEL:

Boudewijngebouw

North Plaza

KBC Hoofdzetel

1989

1989

1993

1994

Egmont 1 & II 1996

pende strekkingen, administraties, promotoren, bankiers… Dat helpt om belangrijke opdrachten binnen te halen, ze te financieren, en ook om snel de nodige vergunningen te verkrijgen. Promotoren die met Jaspers in zee gaan weten dan ook dat de kans op een snelle vergunning groot is. En voor investeerders is tijd geld. In de woorden van Jaspers: “Het komt er altijd op neer om bouwtoelatingen te krijgen, daar draait het werk van de architect om.” Jaspers heeft zijn netwerk stap voor stap uitgebouwd, omdat hij er keer op keer in slaagt om zowel de opdrachtgever als de vergunnende overheid tevreden te stellen. Daarnaast wordt Jaspers steevast omschreven als vriendelijk en bescheiden, of in elk geval discreet. “Hij schuift zijn projecten naar voor, niet zichzelf,” zegt Laserre. “Hij is een goede verkoper, dat is essentieel voor een architect, maar het is geen showman.” Door zijn contacten voelt hij ook aan waar opportuniteiten liggen, zoals nu met het justitiepaleis. Op die manier is hij de concurrentie vaak te slim af. De ons-kent-ons-aanpak achter de schermen doet soms wel vragen rijzen. Jaspers is een sluwe vos, die dingen kan regelen, maar er zijn geen aanwijzingen voor gefoefel of corruptie. “Jaspers is nooit tegen de lamp gelopen,” zegt Hilde Geens van Bral. “In de jaren 1980 was het bon ton om steekpenningen te geven om opdrachten binnen te halen. Daar is bij Jaspers nooit sprake van geweest.”

STAD > WAAROM MIDDELMATIGE ARCHITECTUUR GOED GEDIJT IN BRUSSEL

JASPERS KRIJGT HET ALTIJD VOOR ELKAAR BRUSSEL – Geen architect die de voorbije kwarteeuw zo zijn stempel heeft gedrukt op Brussel als Michel Jaspers. Velen spuwen op zijn werk, maar toch is zijn bureau vandaag veruit het succesvolste van België. “Elk tijdperk heeft zijn dominante architect.”

D

e meeste kantoorgebouwen in de vaak verguisde Noordwijk zijn ontworpen op de tekentafels van het architectenbureau Jaspers. Maar ook elders in Brussel is er geen ontkomen aan: van het kanaal tot in Woluwe, van het Zuidstation tot de luchthaven, in de Marollen en in de Europese wijk, Jaspers is overal. Geen enkele architect heeft de voorbije 25 jaar zoveel grote projecten gerealiseerd in Brussel en geen enkel ander Belgisch bureau behoort vandaag tot de honderd grootste van de wereld. De laatste jaren is Jaspers-Eyers ook internationaal actief, vooral in Oost-Europa. Maar ook in Brussel blijft het kantoor brandend actu-

Michel Jaspers is ondertussen bijna 80, en de dagelijkse leiding van het bureau is in handen van zijn zoon Jean-Michel en vennoot Johny Eyers. Niemand die er echter aan twijfelt dat vader Jaspers op de achtergrond nog altijd een rol speelt. Een poging tot verklaring van zijn succes.

eel. Getuige het controversieel plan voor een nieuw justitiepaleis in de Regentschapsstraat. Jaspers heeft daarvoor al een bouwaanvraag lopen, nog voor de federale overheid een opdracht heeft gepubliceerd. Voor iemand die zo zijn stempel heeft gedrukt op de stad is er echter zeer weinig bekend over de man en zijn manier van werken. Hij is mediaschuw en was ook nu niet beschikbaar voor een interview. We weten dat hij zich in Brussel heeft gevestigd in 1980. Amper tien jaar later was hij betrokken bij tal van grote projecten zoals het Boudewijngebouw in de Noordwijk en de KBC-zetel aan het kanaal. Daarmee was de toon gezet.

project tot een goed einde te brengen zonder meerkosten.” Door snel resultaat te leveren heeft Jaspers op korte tijd naam gemaakt binnen de Brusselse bouwsector. “Zijn werven zijn goed beheerd, er gaat zelden of nooit iets fout,” vertelt Christian Laserre, verantwoordelijk voor de master Immobiliën aan de Université Saint-Louis. “Het wereldje van de grote promotoren is bovendien erg klein. Als er één goede ervaringen heeft met Jaspers, weet iedereen dat.” Jaspers beseft zelf ook het belang van reputatie. “Eén slecht werk en al je cliënteel valt weg,” zei Michel Jaspers bijna tien jaar geleden in Brussel Deze Week.

GEEN VERRASSINGEN Promotoren en investeerders werken graag met Jaspers-Eyers omdat ze weten wat ze kunnen verwachten: gebouwen worden netjes opgeleverd binnen de vooropgestelde termijn en budget. “Jaspers biedt wat veel opdrachtgevers verwachten: zekerheid over de kosten en efficiëntie in de opvolging,” zegt Philémon Wachtelaer, voorzitter van de Brusselse architectenvereniging Arib. “Kleine bureaus zijn misschien beter in het uitwerken van een concept, maar missen vaak de ervaring om een

© JASPERS

© JASPERS EN ATELIER D’ART URBAIN

© JASPERS EN MICHEL MARIJNISSEN

© JASPERS EN ATELIER D'ARCHITECTURE DE GENVAL EN ARCHITECTEN VANDER ELST, POLAK, RENÉ STAPELS EN GÉO BONTINCK

© JASPERS EN ATELIER D’ART URBAIN

Hotel Radisson SAS

EEN NETWERK ALS GEEN ANDER Geen enkele architect heeft een adressenboekje dat kan tippen aan dat van Jaspers. Hij kan met iedereen overweg: politici van uiteenlo-

NIET ALLEEN Veel architecten willen expliciet

© JASPERS-EYERS EN ZZDP

© JASPERS-EYERS EN SYNERGY

© JASPERS-EYERS

© JASPERS-EYERS EN SAMYN & PARTNERS

© JASPERS-EYERS EN MONTOIS, ART & BUILD

North Galaxy Towers

Rogiertoren

Cortenbergh 71

Thermis Courthouse

Financietoren

2004

2004

2007

2010

2008


BDW 1465 PAGINA 7 - DONDERDAG 12 MAART 2015

© JASPERS-EYERS EN BONTINCK, MONTOIS, VAN CAMPENHOUT EN WILLOX)

© JASPERS-EYERS EN ELD PARTNERSHIP

© JASPERS

© JASPERS EN ATELIER D’ARCHITECTURE DE GENVAL

© JASPERS

Graaf de Ferraris

Espace Jacqmotte

Proximus

Pier A Zaventem

1996

1997

2001

2001

2002

h

© BELGAIMAGE / ROBERT VANDEN BRUGGE

Belgacom

niets met Jaspers te maken hebben, maar zij die wel met zijn bureau in zee gingen zijn meestal vol lof over de samenwerking. “Als jong bureau zonder veel referenties zijn we verplicht om partnerschappen te sluiten als we willen meedoen aan wedstrijden,” zegt Emmanuel Bouffioux. “Hoewel we erg op onze hoede waren, is die met Jaspers-Eyers de beste samenwerking die ik al heb gekend.” Ook Philippe Samyn, die met Jaspers de Rogiertoren ontwierp, is erg te spreken over de alliantie. “Ik houd er goede herinneringen aan over,” zegt Samyn. Jaspers beheerst dan ook de kunst van de samenwerking. Het is via strategische partnerschappen met andere bureaus dat hij zijn reputatie heeft opgebouwd. Bijna alle projecten van Jaspers-Eyers zijn gerealiseerd samen met andere bureaus.

De focus op commerciële projecten en het compromis met de opdrachtgever levert Jaspers geregeld banbliksems op in de architectuurwereld. Generisch en zielloos zijn vaak wederkerende adjectieven. “Hij heeft niets aan de stad bijgebracht waar we trots op kunnen zijn,” zegt Marc Dubois, hoofddocent Sint-Lucas en architectuurcriticus. “De gebouwen zijn niet lelijk, maar je zou toch verwachten dat hij eens om de vijf jaar een gebouw zet waarvan je zegt: wauw.” Ook over de duurzaamheid zijn vragen te stellen. Neem het Boudewijngebouw. Dat wordt 25 jaar na de oplevering misschien alweer platgegooid. Ironisch genoeg ontwerpt Jaspers ook het nieuwe gebouw. De meeste grote promotoren lijken intussen niet wakker te liggen van kwaliteit. “We willen onze architectuur niet opleggen aan anderen,” zei zoon Jean-Michel Jaspers daarover in het Belgisch immobiliënjaarboek 2006. “We luisteren in de eerste plaats naar de wensen en bezorgdheden van onze klanten.”

GEEN STIJL Kantoortorens in glas met grote atriums zijn zowat het handelsmerk van Jaspers, maar als het erop aankomt heeft hij geen echte kenmerkende stijl. “Als een kameleon past Jaspers zich aan en biedt wat de opdrachtgever wil,” aldus Wachtelaer.

is ook te verklaren door de context. België is een land van betonboeren, waar traditioneel een sterke bouwcultuur bestaat, maar een zwakke architectuurcultuur. In Vlaanderen is er op dat vlak wel een kentering gekomen, mede door de komst van de bouwmeester, maar in Brussel gaat die omslag heel langzaam. Voor veel promotoren en overheden blijft architectuur bijkomstig. “Dan is Jaspers gesneden koek,” getuigt een jonge architect. “Mensen met een middelmatige ambitie vinden elkaar makkelijk.” Het lijkt tegenstrijdig dat middelmatige architectuur succesvol kan zijn, maar dat is niet zo, vindt de Brusselse architect Ward Verbakel. “Architectuur heeft een omgekeerde economische logica. Hoe harder je aan een ontwerp werkt, hoe minder je eraan verdient. Het is helaas makkelijker om een slecht project te tekenen.” Collega’s geven nog een andere economische verklaring voor het succes van middelmatige architectuur in Brussel. “De grondprijzen zijn hier veel lager dan in bijvoorbeeld Londen of Parijs,” zegt Wachtelaer. “Daar weegt de meerprijs voor architectuur relatief weinig door. Hier is de bouwkost relatief hoog in verhouding met de grondprijs.”

Toenmalig koning Albert II en Prins Filip, minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke, vicepremier Philippe Maystadt en staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels luisteren naar Michel Jaspers tijdens de inhuldiging van het nieuwe ministerie voor Buitenlandse Zaken in de Karmelietenstraat.

PHILÉMON WACHTELAER (VOORZITTER ARIB):

“Als een kameleon past Jaspers zich aan. Hij biedt wat de opdrachtgever wil”

MARC DUBOIS (HOOFDDOCENT SINT-LUCAS):

“De gebouwen zijn niet lelijk, maar je zou toch verwachten dat hij eens om de vijf jaar een gebouw zet waarvan je zegt: wauw”

promotor zijn. De laatste jaren is Jaspers ook actief als promotor en verwerft hij eigen patrimonium. Dat zou hem in staat stellen om zichzelf aan te duiden als architect. Jaspers wordt door veel collega’s dan ook meer als een zakenman beschouwd dan als een architect. Hij had even goed CEO van een multinational kunnen zijn, klinkt het her en der. Zijn aanpak contrasteert met die van een (jonge) garde van architecten die begaan zijn met esthetiek en maatschappelijke meerwaarde. “Het lijkt wel of er twee werelden zijn: die van de architectuurwedstrijden, en dan Jaspers, die erboven staat,” zegt architectuurcriticus Marc Dubois.

TOEKOMST? Het is niet ongebruikelijk dat één bureau dominant is in een stad. “Eerder hadden andere bureaus een gelijkaardige positie in Brussel,” zegt Christian Laserre. “Polak in het interbellum en later Montois.” Sinds de jaren 1990 is dat Jaspers(-Eyers). De vraag is of het bureau aan de top kan blijven. Met zoon Jean-Michel Jaspers en vooral Johny Eyers lijkt de opvolging verzekerd, en de interne cultuur van flexibiliteit naar opdrachtgevers is een enorme troef. Maar het zou niet het eerste architectenbureau zijn dat wegdeemstert na het verdwijnen van de oprichter. Bovendien komt de prille Brusselse architectuurcultuur de volgende jaren misschien tot wasdom onder impuls van de nieuwe Bouwmeester. Vele (kleinere) architectenbureaus hopen alvast van wel.

OP AMERIKAANSE LEEST Lang voor hij in 1980 met zijn familie naar Brussel verhuisde, was Michel Jaspers ook actief in de Verenigde Staten, waar hij gestudeerd heeft. Daar ontwikkelde hij zijn neus voor zaken en zijn overtuigingskracht. “Jaspers is een dealmaker,” zegt een architect. In de VS zijn overigens heel wat voorbeelden van succesvolle architecten die tegelijk ontwerper en

ZWAKKE ARCHITECTUURCULTUUR Het succes van Jaspers en andere bureaus die in dezelfde geest werken,

Laurent Vermeersch Steven Van Garsse

EEN GREEP UIT DE REALISATIES VAN MICHEL JASPERS IN BRUSSEL: © JASPERS-EYERS EN BENOY ARCHITECTS

© JASPERS-EYERS EN UN STUDIO

© JASPERS-EYERS

© JASPERS-EYERS MET A2RC

© JASPERS-EYERS EN A2RC

South City

Belview

GDF-Suez

Toison d’Or

Uplace

2011

2014

2014

in afwerking

gepland


BDW 1465 PAGINA 8 - DONDERDAG 12 MAART 2015

© BART DEWAELE

Filip, een dakloze met drie universitaire diploma’s, is vaak te vinden in de Brusselse belevenisbibliotheek Muntpunt.

BRUSSEL – Negentien jaar ervaring als politieagent, drie universitaire diploma’s en toch nog dakloos. De wereld van Filip (47) stortte in na zijn echtscheiding. Hij nam ontslag bij de spoorwegpolitie en later ook bij energieleverancier ENI. Zo belandde hij in de marginaliteit. Het opmerkelijke verhaal van een Brusselse dakloze.

FILIP, VAN POLITIEAGENT TOT DAKLOZE

‘IK VOEL ME DE

GROOTSTE PROFITEUR

VAN DE MAATSCHAPPIJ’

‘O

mdat ik zelf ontslag nam bij ENI, kreeg ik geen werkloosheidsuitkering. Dat was een grote stommiteit van mij. In juli ben ik gaan aankloppen bij het OCMW in Brussel, het heeft een maand geduurd vooraleer ik gehoor kreeg. Ik ben doorgestuurd naar de antenne Neder-Over-Heembeek, daar zou ik een Nederlandstalige begeleider krijgen. Tot mijn grote ontgoocheling moest ik mijn uitleg in het Frans doen. Daarna ben ik ook naar de antenne Begijnhof en

het OCMW-loket in de Hoogstraat gestuurd. Nooit kon iemand me in het Nederlands helpen. Ik ben absoluut geen flamingant, maar Brussel is zogezegd tweetalig en dan wil ik in het Nederlands mijn verhaal doen.”

Onthaaltehuis “Van september tot november sliep ik op straat. Ik ben naar het Samucentrum aan de Kruidtuin geweest, maar daar vroegen ze me wat ik er kwam doen. Ik mocht er niet over-

nachten omdat ik er niet uitzag als een dakloze. “Even verderop is een hotel waar je een kamer kan huren,” zeiden ze. Eigenlijk werd ik gestraft, omdat ik er nog redelijk verzorgd uitzag. Uiteindelijk kreeg ik toch een leefloon tot eind november, tot wanneer ik een paar weken mee mocht werken bij Sodexo voor de opstart van een nieuw callcenter.” “In december vond ik een appartementje. Het OCMW zou twee maanden huurwaarborg en een maand huur betalen om me op weg te hel-

pen. Maar de huurwaarborg liet op zich wachten en in januari moest ik vertrekken van de huisbaas. Sindsdien zit ik bij Samusocial, tot mijn grote spijt.” “Begin februari vestigde Samusocial zich in een gebouw aan de Bergensesteenweg in Anderlecht. Ik verhuisde mee en vroeg ondertussen aan het OCMW van Brussel hoe mijn dossier evolueerde, omdat ik nog steeds niet uitkeringsgerechtigd was. Ik kreeg echter te horen dat het OCMW van Brussel niet meer

bevoegd is, omdat ik nu op grondgebied Anderlecht verbleef. Als je van de ene Brusselse gemeente naar de andere gaat, moet er blijkbaar elke keer een nieuw dossier geopend worden.” “Dan ben ik bij het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) in Brussel beland. Het CAW heeft me direct geholpen en een afspraak gemaakt bij het OCMW in Anderlecht. Ik ging naar het OCMW en moest opnieuw mijn verhaal in het Frans vertellen. Daar ben ik voor het eerst in al die maanden uitgevlogen. Ik ben toen grof geweest, maar hoe zou je zelf zijn als je nooit op een deftige manier geholpen wordt? Die man heeft mijn documenten gekopieerd en in de vuilnisbak gegooid. Ik was geschandaliseerd.” “Op datzelfde moment ving ik op dat je op woensdagmorgen bij het OCMW op vrije consultatie mag komen vanaf zeven uur ’s morgens. De daaropvolgende woensdag kwam ik aan om zes uur ’s morgens. Er stonden al 63 mensen aan te schuiven. Daarop zei de man aan het loket dat ik beter zou vertrekken, omdat toch enkel de eerste acht mensen geholpen worden.”

Samusocial “Uiteindelijk heeft het CAW een oplossing voor mij gevonden. Ik mag binnenkort naar een onthaaltehuis in Halle. In zo’n onthaaltehuis heb je een eigen kamer, een gemeenschappelijke keuken en volgen ze je psychologisch, pedagogisch, technisch en sociaal op. Bovendien moet je er bewijzen dat je echt op zoek


bent naar werk, niet iedereen kan er  zomaar terecht.” “Maar voorlopig zit ik dus bij Samusocial  aan  de  Bergensesteenweg  in  Anderlecht. Ik heb er een eigen matras,  iedere  dag  propere  lakens  en  een lavabo om me op te frissen. Dat  is het enige positieve, de rest is een  ramp.  De  douches  worden  gebruikt  als  wc’s  om  je  grote  boodschap  te  doen.  Als  je  uit  een  ander  milieu  komt, is dat echt pijnlijk.”  “In  het  begin  zaten  we  met  veertig  mensen  in  het  gebouw.  Nu  zijn  we  met  136  omdat  het  Samu-centrum  aan  de  Kruidtuin  geleidelijk  aan  wordt  vrijgemaakt.  In  onze  kamer  zitten we met vijftien mensen op elkaar geperst. En er is slechts één wc.  Om  20  uur  is  die  nog  proper,  maar  een kwartier later moet je daar niet  meer  binnengaan,  want  dan  is  die  wc-bril al echt smerig.” “90  procent  van  de  mensen  in  het  gebouw is illegaal of heeft een bevel  om het grondgebied te verlaten. Ook

“Ik wil zo snel mogelijk uit de marginaliteit geraken. Ik voel me nog niet afgeschreven en heb nog doelen in mijn leven die ik zeker wil bereiken”

illegale  Poolse  arbeiders  zitten  bij  Samusocial.  Die  komen  ’s  avonds  aan  met  hun  gereedschap  en  worden  ’s  morgens  met  minibusjes  weer opgehaald. Eigenlijk is het een  goedkoop  hotel  voor  Poolse  zwartwerkers. Het is een bron van zwartwerk  en  drugs.  Voor  onze  neus  worden gsm’s en drugs verhandeld,  maar we kunnen niets bewijzen.” “Zowat iedere week zijn er ook nieuwe begeleiders en nieuwe regeltjes.  Vorige  week  konden  we  onze  spullen  achterlaten  in  een  gesloten  lokaal en mochten we ze nadien onder  begeleiding  weer  ophalen.  Dat  was  een  goed  systeem,  er  kon  niets  gestolen worden. Deze week is er een  nieuwe ploeg en zijn de regels weer  gewijzigd.  Alle  zakken  worden  op  elkaar gegooid en liggen klaar voor  het grijpen. Iedereen kan eraan.”  “Wat  ik  ook  verontrustend  vind,  is

dat er bij Samusocial twee voertalen  zijn: Frans en Arabisch. Als Nederlandstalige  kan  je  op  geen  enkele  effi ciënte manier opgevolgd worden.  Ze  werken  ook  met  twee  maten  en  twee gewichten. Sommigen moeten  helemaal niets aantonen, terwijl wij  elke  week  moeten  bewijzen  hoe  we  onze tijd besteden.”  “Iedere woensdagavond kan je normaal  gezien  gratis  op  doktersconsultatie bij Samusocial. Maar de verpleegster zei me onlangs dat ik naar  mijn  huisarts  moest  gaan,  want  de  dokter  van  Samusocial  is  er  enkel  voor  mensen  zonder  papieren.  Die  mensen  krijgen  dan  vaak  een  medisch  attest  om  langer  in  ons  land  te blijven.”

Profiel “  Mijn profi el komt niet overeen met  dat van een dakloze. Ik ben een uitzondering,  maar  toch  zijn  er  ongeveer veertig daklozen in Anderlecht  die  mits  een  beetje  hulp  zich  opnieuw  kunnen  integreren.  Maar  ze  worden gewoon aan hun lot overgelaten.  Zo  verliezen  veel  mensen  de  moed en zoeken ze andere manieren  om aan geld te komen. De enige die  een pluim verdienen zijn CAW Brussel  en  Les  Restos  du  Coeur,  waar  maaltijden altijd in orde zijn.”  “De  meeste  mensen  snappen  niet  hoe  ik  in  de  marginaliteit  ben  beland. Ik heb drie universitaire diploma’s:  Psychologie,  Criminologie  en  Rechten.  Overal  waar  ik  solliciteer,  hoor ik hetzelfde: ik ben overgekwalifi ceerd of te oud. Maar ik wil alles  doen. Als ik achter de vuilniswagen  moet lopen, dan zal ik dat doen. Mijn  enige ambitie is werken en weer een  gestructureerd  leven  opbouwen.  Ik  voel  me  nu  de  grootste  profi teur  van de maatschappij, omdat ik bedel  voor een leefl oon. Ik heb jaren neergekeken op daklozen en nu ben ik er  zelf een. Ik heb eigenlijk 25 jaar voor  de  staat  gewerkt  en  meegeholpen  aan  bepaalde  sociale  integraties.  Maar nu word ik pas geconfronteerd  met wat ‘de staat’ echt is. Ik wil zo  snel  mogelijk  uit  de  marginaliteit  geraken.  Ik  voel  me  nog  niet  afgeschreven en heb nog doelen in mijn  leven die ik zeker wil bereiken.” Filip nam ook zijn vriend Christophe  mee  naar  het  gesprek.  Christophe  komt  uit  Aalst  en  is,  net  als  Filip,  in  de  marginaliteit  beland  na  een  echtscheiding. Na omzwervingen in  Gent en Antwerpen kwam Christophe  ten  slotte  naar  Brussel  om  werk  en een slaapplek te vinden. Hij volgt  nu een cursus Frans. Danny Vileyn en Killyan Dauvillé

‘NA HET WINTERPLAN SLUIT HET GEBOUW’ Laurence  Bourguignon,  pedagogisch  verantwoordelijke  van  Samusocial, reageert kort op de klachten  over  het  gebouw  aan  de  Bergensesteenweg  in  Anderlecht:  “We  hebben dat gebouw inderhaast gehuurd,  omdat  er  plaatsgebrek  was  in  onze  andere  gebouwen.  Het  gebouw  voldoet niet aan alle comfort, maar de  daklozen hebben tenminste een dak  boven hun hoofd. Het is een tijdelijke oplossing, want het gebouw gaat  opnieuw  dicht  als  het  Winterplan

© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW 1465 PAGINA 9 - DONDERDAG 12 MAART 2015

wordt  afgesloten.”  Van  de  drugshandel  in  het  gebouw  is  Bourguignon niet op de hoogte: “Iedereen die  op straat slaapt, kan bij ons terecht.  Als  wij  weten  dat  er  drugsdealers  in  onze  gebouwen  zijn,  doen  we  er  alles  aan  om  de  andere  bewoners  daartegen te beschermen.”  Filip  belde  afgelopen  maandag  en  denkt weer op straat te belanden als  het  Winterplan  afgelopen  is,  maar  Samusocial ontkent dat. De situatie  blijft onduidelijk.  KD/DV

Hugo Van Schuylenbergh woont aan de Anderlechtsepoort, waar de politie vaak zijn dekens afneemt.

SAMENLEVING > DAKLOZEN GEPEST AAN ANDERLECHTSEPOORT

‘IK ZOU GRAAG EENS MET YVAN MAYEUR PRATEN’ BRUSSEL – Hugo Van Schuylenbergh is dakloos en ‘woont’ aan een van de tolhuisjes van de Anderlechtsepoort. Hij wil de draad van zijn leven weer opnemen, en de drank afzweren. “Maar de politie behandelt ons niet als mensen.” Van  Schuylenbergh  (52)  komt  uit  een  bekende  Brusselse  juweliersfamilie  in  de  Boterstraat  en  is  edelsteenspecialist  van  opleiding.  Door  de  liefde  kwam  hij  in  Marokko  terecht,  waar  hij  drie  jaar  geleden echter uit terugkeerde. Hij

raakte  aan  de  drank,  en  is  sindsdien op de sukkel. Zijn familie, die  in  Vlaanderen  woont,  ziet  hij  niet  meer.  Toch  probeert  Hugo  er  elke  dag het beste van te maken. Maar  de  Brusselse  politie  wil  niet  echt  mee. “Vaak  komt  er  ‘s  ochtends  een  patrouille  onze  dekens  weghalen,  met  veel  geduw  en  getrek,”  zegt  Van  Schuylenbergh.  “Ze  gaan  bijzonder agressief te werk. Waarom  de politie dat doet is me een raadsel. Ze zeggen geen woord. Terwijl  wij niemand kwaad doen.” Hugo  is  vaak  bang,  vooral  ‘s

nachts.  “Het  wemelt  hier  van  de  drugsverslaafden, die hier hun roes  komen  beleven  of  dingen  van  ons  proberen te stelen. Waarom doet de  politie daar niets tegen?” Van  Schuylenbergh  krijgt  hulp  van  vzw Bravvo en van de vzw Diogenes.  “Die mensen verrichten goed werk,  maar ze zijn met veel te weinig. En  naar  een  opvangplaats  van  Samusocial ga ik nog maar zelden, want  daar  is  het  agressie-  en  drugsprobleem te erg. Dan liever de straat.” Vastberaden als hij is volgt Hugo nu  een ontwenningskuur. “Binnenkort  gaat alles beter gaan, dat beloof ik.  Maar weet u wat ik graag zou doen?  Eens  praten  met  de  burgemeester  om hem te vragen waarom zijn politie  zich  zo  slecht  gedraagt.  Meer  vraag ik niet.” Op  het  kabinet  van  burgemeester  Yvan  Mayeur  (PS)  zegt  men  alleszins open te staan voor een gesprek,  maar  geen  weet  te  hebben  van  dekens die hardhandig worden gepikt. CD

ADVERTENTIE

DANSFEEST 26 maart 2015

Gemeenschapscentrum De Maalbeek Hoornstraat 97 in 1040 Etterbeek.

s Davnen je leng la

Vanaf 13.30 u verwelkomen we de senioren met een drankje. Inkom: 2,00 EUR. Vooraf inschrijven : Via het lokaal dienstencentrum in uw buurt. Surf hiervoor naar www.ldcbrussel.be. Of via het Brussels Ouderenplatform vzw, Zaterdagplein 6 in 1000 Brussel. Tel.: 02 210 04 60, e-mail: info@bop.brussels Want dansen is leuk, houdt onze senioren fit en helpt om valpartijen te voorkomen. Het dansfeest is een actie binnen de campagne Week van de Valpreventie die plaats heeft van 20 tot 26 april 2015.


BDW 1465 PAGINA 10 - DONDERDAG 12 MAART 2015

ze het resultaat krijgen: geweigerd voor alle voorkeursscholen. Ze kunnen het niet geloven, vragen zich af of er geen discriminatie in het spel is. Dan leg ik ze de procedure nog eens uit.” Anderstalige ouders zoals Rama zijn ook niet altijd perfect op de hoogte van de aanmeldingsregels. “Toen zijn oudste zoon aan zijn schooltijd begon, was er plaats zat. Het was de tijd dat slogans op bussen ouders probeerden te overtuigen om voor het Nederlandstalig onderwijs te kiezen, en een gesprekje met de directie volstond voor een plaats. Het heeft even geduurd voor ouders doorhadden dat die tijd voorbij was. Soms hebben ze dan de boot gemist.” Vandaag ziet Civetta het andere uiterste. “Ouders met kindjes van een half jaar oud die in paniek zijn en zich alvast willen aanmelden. Weet u, in sommige gemeenschappen hebben we jaren moeten hameren op het belang van kleuteronderwijs. En nu iedereen doordrongen is van dat besef, is er geen plaats.”

Pendelen naar Overijse

Een plaats in het Nederlandstalig onderwijs blijft voor sommige ouders in Brussel een droom.

© ELKE VANOOST

ONDERWIJS > OUDERS VERONTRUST OVER PLAATSTEKORT IN BRUSSELSE SCHOLEN

‘ELKE DAG VIJF UUR PENDELEN NAAR SCHOOL’ BRUSSEL – Dardan Lushaj (bijna 4) zou vandaag in de eerste kleuterklas moeten zitten. In plaats daarvan blijft hij al twee jaar thuis, en ook voor volgend jaar heeft zijn vader nog geen school gevonden. Abigael Mani Pobia is dan weer elke dag vijf uur onderweg om haar zoontje in de Rand naar school te laten gaan. Het plaatstekort in het Nederlandstalig kleuteronderwijs is nijpend, en vooral anderstalige kinderen vallen uit de boot. “Zal mijn zoon die achterstand nog kunnen inlopen?”

R

ama Lushaj is boos. Zijn zoontje Dardan wordt binnenkort vier jaar en is nog geen dag naar school geweest. Voorlopig is er geen beterschap in zicht, want na de aanmeldingsprocedure van het LOP is Dardan opnieuw ‘ongunstig geordend’ in de vijf opgegeven voorkeursscholen. Rama heeft alle documenten bij die hij de voorbije jaren verzamelde in zijn zoektocht naar een plekje. “Het schooltje waar ik hem twee jaar geleden wilde gaan inschrijven, ligt op exact 123 meter van mijn huis, en alle kinderen van de familie gingen er naar school,” vertelt de Molenbekenaar van Kosovaarse afkomst. “Maar de directie zei dat ik te laat was en dat ik via het LOP moest werken. Uiteindelijk stond ik hoog op de wachtlijst, maar er kwam geen plek vrij. Ook in andere scholen kreeg ik een negatief antwoord.” Dardan ging dus niet naar de onthaalklas, en Rama wachtte tot

januari 2014 om de nieuwe LOPprocedure te doorlopen. Maar Dardan kon in geen enkele van zijn voorkeursscholen terecht. Rama en zijn oudste zoon gingen in scholen met nog vrije plaatsen aanschuiven, maar kregen telkens te horen dat die al waren ingenomen. Dardan miste zo ook de eerste kleuterklas. En ook dit jaar, na de nieuwe aanmeldingsperiode, kreeg Rama het bericht dat zijn zoon nog geen plaats heeft toegewezen gekregen. Net als 2.800 andere kinderen trouwens. Het LOP berekende dat een anderstalige GOK-leerling als Dardan maar 31 procent kans had om meteen een plaats te vinden. Wie net als hij een plaatsje in de tweede kleuterklas zocht, had slechts 21 procent kans. In enkele scholen staat Dardan wel hoog op de wachtlijst. Maar voor de tweede kleuterklas zijn er in heel Brussel nog maar 15 plaatsen vrij. “Ik begrijp dit niet,” zegt Rama. “We zijn toch geen ontwikkelingsland?

RAMA LUSHAJ:

“Zal mijn zoon nog advocaat kunnen worden, met twee jaar achterstand?”

ABIGAEL MANI POBIA:

“In Overijse blijven is niet haalbaar. Ik ben alleenstaand, we leven van het OCMW”

De overheid weet toch hoeveel mensen hier wonen? Waarom is er dan geen plaats voor mijn zoon?” Thuis spreken vader en zoon Albanees met elkaar. Hoewel hij ook al in die richting zocht, ziet Rama een Franstalige school niet zitten voor Dardan. “In het Nederlandstalig onderwijs is het niveau hoger, en worden de kinderen beter en strikter begeleid. Ik wil nu eenmaal het beste voor hem.” Dardan is al die tijd thuisgebleven bij zijn moeder, die haar zoektocht naar werk moet uitstellen tot hij naar school kan. “Zijn oudste broer spreekt Nederlands met hem, zodat hij niet te veel achterstand oploopt, en we gaan vaak met hem naar het park of de speeltuin. Maar je ziet dat hij het contact met andere kinderen mist. Het is een bijzonder slimme jongen, dat zegt iedereen. Maar zal hij nu nog advocaat kunnen worden, met twee jaar achterstand? Soms denk ik: is dit geen racisme? Willen ze dat we allemaal arbeiders blijven?”

Boot gemist Patrizia Civetta, die ouders begeleidt bij Foyer, herkent de vragen die Rama zich stelt. “Ik zit soms met ouders achter de computer wanneer

Ook jonge moeder Abigael Mani Pobia ondervond hoe moeilijk het kan zijn om een kind in een Brusselse school ingeschreven te krijgen. “Vorig jaar begon ik te zoeken voor mijn zoontje Isaac. Maar ik panikeerde toen ik merkte dat er nergens plaats was.” Pas op de valreep, eind augustus, vond Abigael een plaatsje via een Nederlandstalige vriendin, maar dan wel in Overijse. Vandaag gaan zij en Isaac elke dag om 7 uur in Molenbeek de deur uit en nemen twee metro’s en een bus. Het traject heen en terug naar Overijse duurt bijna twee en een half uur, en dat doet Abigael twee keer per dag. “Ik vind het belangrijk dat hij op tijd is. Maar vaak ben ik daardoor zelf te laat in de Nederlandse les. Voor Isaac was het in het begin ook niet evident, zo lang pendelen en in een nieuwe taal naar school gaan. Maar nu bloeit hij open. Hij houdt al meer van zijn juf dan van mij (lacht).” Toch wil Abigael voor volgend schooljaar koste wat het kost een school in de buurt vinden. “In Overijse blijven is niet haalbaar. Ik ben alleenstaand, we leven van het OCMW. Volgend jaar wil ik starten met een secretariaatsopleiding, maar dat wordt onmogelijk als ik elke dag vijf uur moet pendelen.” Voorlopig blijft haar zoektocht zonder succes, want ook Isaac is ongunstig geordend in alle tien voorkeursscholen. En volgens het LOP is er in de eerste kleuterklas geen enkele plaats meer vrij. Abigael moet nu langs alle scholen op haar lijstje, om te kijken of er misschien nog iets aan te doen valt, of om een weigeringsattest te halen. Maar dat het een Nederlandstalige school moet zijn, staat buiten kijf. “Ik heb ondervonden hoe moeilijk het is werk te vinden als je geen Nederlands spreekt. Dat wil ik hem niet aandoen.” Ook zij heeft weinig begrip voor het plaatsgebrek. “Het wordt werkende en studerende ouders heel moeilijk gemaakt. Kleuteronderwijs zou een recht moeten zijn.” Goele De Cort


BDW 1465 PAGINA 11 - DONDERDAG 12 MAART 2015

opvattingen over Brussel kunnen wegwerken.” Ook Luc Greeven, directeur van De Lettermolen, was mee op uitstap. “Vier maanden geleden stelde een moeder voor om naar Brussel te komen. Zij kende een van de studenten van het project. We waren meteen geïnteresseerd en de ouders hadden geen problemen met de uitstap. De studenten hebben het project tot in de puntjes uitgewerkt. We krijgen een rondleiding in het Brussels stadhuis en in het Vlaams Parlement en spelen ook een stadsspel. Bovendien betalen de initiatiefnemers de hele uitstap. Het enige wat wij moeten betalen, is de busreis.” Tom Vermeire is een van de Brusselse studenten. “Om de kosten te dragen hebben we onder meer wafels verkocht,” legt hij uit. “We moesten voor school een sensibiliseringsproject organiseren en toen we in de krant lazen over die afgelaste uitstap, wisten we dat we daarmee iets wilden doen. We zijn allemaal Brusselaars en begrepen niet dat die schooluitstap geannuleerd werd.”

Niets bijzonders

Felix, student Handelswetenschappen en Brusselaar in hart en nieren, neemt Wout & Witse op sleeptouw door Brussel.

© ELKE VANOOST

SAMENLEVING > LAGERE SCHOOL OP STAP IN HET ‘GEVAARLIJKE’ BRUSSEL

‘Dit is een fait divers’ BRUSSEL – Midden oktober annuleerde een Limburgse lagere school haar klasuitstap naar Brussel omdat ze de hoofdstad te gevaarlijk vond. Dat was het teken voor acht studenten Handelswetenschappen van de KU Leuven campus Brussel om het tegendeel te bewijzen. Ze boksten een daguitstap met de naam ‘BXL-express’ in elkaar en maandag stonden de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar van De Lettermolen in Zonhoven klaar om Brussel te ontdekken. Zo’n vijftig leerlingen werden maandagvoormiddag op het Brussels stadhuis ontvangen door schepen

Ans Persoons (SP.A). “Ik vind het prachtig dat die studenten de Brusselse vibe willen doorgeven aan kin-

LIAM (LEERLING):

“Het is gewoon zever. ik kom elk jaar met mijn familie naar Brussel en ik voel me altijd veilig”

deren. Brussel kwam de laatste tijd vaak negatief in het nieuws en ik hoop dat we hiermee die verkeerde

CHIEN ÉCRASÉ Ah, la folie! Deze rubrieken staan weer omgekeerd. Niet dat dat uitmaakt, want hoe vaak krijgen wij niet te horen dat iets gelezen is in Chien Écrasé terwijl het in P-Praat staat, en andersom. Volgens de geruchten is Chien Écrasé zelfs zo nodig nog venijniger dan P-Praat. Venijn? Zo zouden we het zelf niet noemen. Het gaat gewoon om de gulle lach. Minder gul is men bij British Airways, waar men volgens Vlaams N-VA-parlementslid Lieve Maes geen Nederlands gebruikt bij landingen op Brussels Airport, Zaventem in de volksmond. Maes kaartte dat aan bij Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts van dezelfde partij, die echter te kennen gaf dat hij maatschappijen niet kan verplichten een taal te gebruiken. British Airways zegt op de hoogte te zijn van het probleem, en wijt het gebrek aan Nederlands aan een technisch defect. Dat technisch defect gold wel niet voor het Engels en het Frans. De moraal van het verhaal, dus: voormalige vijanden kunnen perfect samenwerken als ze dat willen. British Airways is daar het beste in, want in 2011 fuseerde de maatschappij ook al met de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia. De Spaanse Armada is dus voor niets op de klippen gelopen, de slag bij Azincourt is een voetnoot in de geschiedenis en België is nog altijd een Britse bufferstaat. Mocht er wel Nederlands gesproken worden dan zouden de Britten, hen kennende, dat trouwens ook een technisch defect vinden. Bankovervallen zijn wat uit de mode, dus als ik het doe, doe ik het meteen groots, moet een 19-jarige Brusselse jongeman gedacht hebben. En dus tekende hij plannen voor een overval op de Nationale Bank. De krant La Capitale had het zelfs over explosieven die daarbij gebruikt zouden worden, maar het parket zwakte dat af en noemde de berichtgeving in La Capitale “sterk overdreven”. De plannen van de jongeman bleken ook niet uitvoerbaar, zei het parket.

De persbelangstelling was groot. Het groepje leerlingen werd achtervolgd door een cameraploeg, een tweetal fotografen en een handvol journalisten. Liam (12) is een leerling van het zesde leerjaar en had een duidelijke mening over het ‘gevaarlijke’ Brussel en de aandacht die zijn klas kreeg: “Het is gewoon zever. Ik kom elk jaar naar Brussel met mijn familie en ik voel me altijd veilig.” Directeur Greeven is het eens met zijn leerling: “De persbelangstelling is overdreven. Er leven duizenden studenten in Brussel en honderden scholen komen naar hier. Brussel is echt niet gevaarlijker dan Gent of Antwerpen. Dit is een fait divers. We doen niets bijzonders. De uitstap is zeker voor herhaling vatbaar. Over twee jaar komen we terug, maar dan met minder pers,” besluit directeur Greeven al lachend. Marie Rutsaert en Killyan Dauvillé

P-PRAAT Het is een beetje onder de radar gebleven, maar vorige week trok een delegatie Brusselse politici naar Turkije om daar een vluchtelingenkamp van Syriërs te bezoeken. U las er in deze krant niets over, want wij waren niet uitgenodigd. La Capitale wel, en zij tekenden uit de mond van Sint-Joosts burgemeester Emir Kir (PS) op: “Wat schandalig is, is dat federaal staatssecretaris Theo Francken (N-VA) moeilijk doet om 150 vluchtelingen te helpen. Hier in Turkije worden twee miljoen vluchtelingen geholpen. Wij zijn onder de indruk van de humanitaire houding van Turkije. Ik ga de staatssecretaris uitnodigen om deze vluchtelingenkampen te bezoeken.” Francken, Francken en nog eens Francken. Hoeveel keer moeten we nu nog zeggen dat Theo Francken soft is? Bezocht vorig jaar met de liberale Brusselse relnicht Alain Destexhe in Nederland een asielcentrum en barstte daar bijna in tranen uit omdat het wat te veel op een gevangenis leek. En nu zegt de emir van Sint-Joost dus langs zijn neus weg dat Turkije een lichtend voorbeeld is. Turkije, waar de Brusselse eminenties een kamp bezochten waar vluchtelingen in containers wonen. Containers! Als Francken zoiets zou voorstellen, dan roept Laurette Onkelinx waarschijnlijk iets met “kampen”. En daarmee bedoelt ze geen gewone vluchtelingenkampen. Gelukkig zijn er wat matuurdere Brusselse politici, zoals Jamal Ikazban, de onttroonde Molenbeekse PS-oppositieleider. Was veelbelovend tot dochter Moureaux plots naar Molenbeek verhuisde. Sindsdien verkoopt Jamal from the block intelligente praat. Zoals: “Turkije toont ons misschien alleen waar het zin in heeft.” Gevolgd door nog iets in de zin van “maar wat hier gebeurt lijkt opmerkelijk.” Lijkt. Wat scheelt er, Jamal? Straks komen er nog dingen van de Brusselse PS bovendrijven die ook anders lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Op Facebook, bijvoorbeeld, waar al eens PS-nestoren de volle lading krijgen.


BDW 1465 PAGINA 12 -DONDERDAG 12 MAART 2015

Naast leren spitten, zaaien, vee houden, bieten en aardappelen oogsten moesten de topboerinnen- en regentessen-in-wording ook alle huishoudtaken enthousiast onder de knie krijgen.

© LACA

BDW REGIO

DEZE WEEK IN HET INSTITUUT VAN OSSEGEM > ANIMAL FARM IN LAKEN

WAAR DE WAKKERE BOERIN NAAR SCHOOL GING

LAKEN – Waar nu de Heizelpaleizen, het Boudewijnstadion, tuinwijk Verregat en het Ossegempark elkaar schouderen, stond vorige eeuw een van de meest vermaarde opleidingsinstellingen voor boerinnen en regentessen: het Hoger Normaal Instituut voor Landbouwhuishoudkunde Ossegem. Dertig hectare groot was het domein, met kasteel, laboratorium, modelhoeve, landerijen en park. Een luxueuze animal farm.

ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be

© LACA

I

n een speciale editie met titel Instituut van Ossegem, naar aanleiding van 25 jaar Lakense Geschied- en Heemkundige Kring (Laca), en tijdens de Nacht van de Geschiedenis, op 24 maart, komt u alles te weten over de huishoudschool met hogere wetenschappelijke vorming, bekend als Instituut van Ossegem. Precies 95 jaar terug, in 1920, startte de opleiding met twintig gegoede meisjes: tien Franstaligen en tien Nederlandstaligen. Opzet was de vorming van een vrouwelijke elite voor de ‘buitenbevolking’ en van leerkrachten voor het landbouwhuishoudkundig onderwijs. Er waren mobiele landbouwscholen en andere, die hogeropgeleide leerkrachten nodig hadden. De studenten moesten minstens zeventien

En zo kwam de grond via zijn Compagnie des Sites snel in handen van de overheid. Het kasteel en enkele hoevegebouwen, samen dertig hectare, kreeg als bestemming een nieuwe moderne modelschool voor landbouwhuishoudkunde. Er kwam een tweede hoeve bij, een Villa ‘In de bloeiende linde’ voor de directeur, een park, een laboratorium, praktijklokalen, een ommuurde moestuin, broeikassen, proefvelden, boomgaarden, een hoenderkweek, een kruidtuin, hooi en weilanden voor vee, enzovoort.

Hoenderkweek

Het kasteel Rongé, waar de normaalschool in startte.

jaar zijn en een diploma middelbaar onderwijs op zak hebben. In de loop van de jaren zou hun aantal sterk toenemen, tot wel honderd studenten aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. De helft van de geïnteresseerden kwam uit Brussel, Wallonië en Waals-Brabant. Een kwart kwam uit Vlaanderen. En nog een kwart (tot een 25-tal) kwam uit landen als Zweden, Noorwegen, Litouwen, Spanje, Frankrijk, Turkije, Roemenië, El Salvador,... Er waren zelfs kloosterzusters en Poolse prinsessen te zien in Ossegem. Al werd in de jaren 1930 het vreemdelingenaantal afgeremd. De hele site Ossegem – een Fran-

kische benaming – uit de twaalfde eeuw was eeuwenlang landgoedbezit van de Abdij van Affligem. Tot de Fransen de landerijen met hoeve (waar nu de De Strooperlaan ligt) in 1797 openbaar verkochten. Een deel daarvan ligt nu onder de tuinwijk Verregat, een ander deel kwam in handen van industrieel Edouard Goffin. Diens schoonzoon, Charles de Rongé, bouwde het kasteel Rongé (1866), later bekend als het visitebeeld van de normaalschool. Leopold II, die stelselmatig alle gronden kocht van het Heizelplateau, wist de hand te leggen op 50 hectare van Ossegem. Het was een maand voor zijn dood in 1906.

Van de hele site valt vandaag enkel nog wat grandeursfeer op te snuiven in het Ossegempark. Eerst werd een groot terrein ingepikt voor de aanleg van de Wereldtentoonstelling 1935, de school was achteraf nog maar zes hectare groot. De school lag als een enclave in de Heizelheraanleg, gelukkig met een aparte toegang. Maar er kwam wel een Modelhoeve bij. Voor Expo 58 moest zelfs alles verdwijnen, waardoor het instituut eerst naar Jette, dan naar Wemmel verhuisde. Er blijven wel tachtig prentkaarten van het Instituut over, foto’s en dagboeken en registers van leerkrachten en directeur, zodat een goed beeld van het leven in de normaalschool perfect te verfilmen valt. Al-

les bleek geconcentreerd rond het statige kasteel. Landbouwingenieur en boer Jan Lindemans (directeur van 1920-1953), die vertrouwd was met gelijkaardige landbouwkundige instellingen in Amerika, kreeg de opdracht te reizen om te leren. En hij moest ook trouwen van het Ministerie van Landbouw, vooraleer hij schoolhoofd werd van de jonge meisjes. In de ‘actieve paviljoenschool’ werd in groepjes gewerkt. Iedereen kreeg wel een aparte kamer, met verhuisbeurtrol om de drie maanden. Zo konden de meisjes ‘officieel’ de voor- en nadelen van elke ruimte leren kennen. In de praktijk was het een oefening in ‘grote kuis’.

Koningin Astrid De lessen waren gebaseerd op wetenschap, verdiept door observatie en experimentele studie, naast lessen voeding, hygiëne, woning, kleding, huistaken, werk in de stallen en de melkerij, tuinbouw en opvoeding van kinderen. Er was een ‘Semaine de l’homme’ met broeken persen en herenhemden strijken, en een ‘Semaine du porc’, met slachterij en vleesbereidingen. Hulppersoneel kwam er niet aan te pas op de boerderij, iedereen bestuurde het domein mee. Initiatiefzin en enthousiasme voor het buitenleven en het gezin stonden voorop. Op die manier kon de nieuwe boerinnengarde het platteland sociaal verheffen, terwijl ze proefondervindelijk leerden spitten, zaaien, harken, spenen, wieden, aardappelen en bieten oogsten. Maar er waren ook veel toeristische uitstappen en feesten op Ossegem, En de prijskamp Beker van de Wakkere Boerin bleek zeer begeerd. Het was ook in het Instituut van Ossegem dat koningin Astrid, tachtig jaar geleden, een laatste maal in het openbaar verscheen. De volgende dag reisde de vorstin af naar Zwitserland, waar ze enkele weken later door een auto-ongeval overleed. Jean-Marie Binst

Tijdens de Nacht van de Geschiedenis op dinsdag 24 maart, om 20u. brengt het Davidsfonds in samenwerking met Laca een documentairefilm en lezing over het Instituut van Ossegem. GC Nekkersdal, Bockstaellaan 107, Laken, 0479-102.289. Overige lezingen in Brussel: ‘Boerkozen, wie zijn ze?’ (in Ukkel), ‘Witloofteelt’ (in Wezembeek-Oppem), ‘Europese landbouwpolitiek’ (in Sint-Pieters-Woluwe), ‘Brusselse parken’ (in Oudergem). Info: www.davidsfonds.be


BDW 1465 PAGINA 13 - DONDERDAG 12 MAART 2015

SINT-AGATHA-BERCHEM > HANDELAARS KERKSTRAAT TEGEN HERAANLEG

Min twintig parkeerplaatsen Na eerder de tegenargumenten en suggesties in een openbare vergadering te hebben aanhoord, besliste de gemeente tot herinrichting van het Kerkplein. In concreto zullen hierdoor een twintigtal parkeerplaatsen sneuvelen. Het probleem van parkeerplaatsen voor de leerkrachten van de naburige school wordt opgelost door verderop standplaatsen te voorzien op een terrein van de gemeente. “Wat willen we allemaal? We moeten naar een energievriendelijkere stad, dus minder auto’s. Met nog meer parkeerplaatsen wordt het mobiliteits- en energieprobleem niet opgelost,” stelt burgemeester Joël Riguelle (LBR). Vorige week en ook dinsdag kwamen buurtbewoners en handelaars samen om hun onvrede over het verdwijnen van parkeerplaatsen te ventileren. Apotheker Dirk Morias:

© MARC GYSENS

De herinrichting van het Kerkplein en een stuk Kerkstraat moet de zwakke weggebruikers ten goede komen. Maar de handelaars en buurtbewoners met parkeerproblemen zien dat niet zitten.

De handelaars rond het Kerkplein zoeken naar parkeeralternatieven voor de voetgangerszone. ADVERTENTIE

Dubbel zo Brussel tvbrussel verdubbelt aanbod

tvbrussel pakt uit met een verdubbelde programmatie. Herbeleef een mix van de beste programma’s en reportages van de voorbije dagen en weken. Voortaan de hele dag tot aan het nieuws van 18u, op tvbrussel.

tvbrussel.be

tvbrussel

@tvbrussel

”Vorig jaar stelden we voor om de parkeerzone aan het Kerkplein in visgraatvorm te organiseren, en dit na twee jaar te evalueren op gebruikscomfort. Dat zou de zichtbaarheid van de handelszaken verhogen. Nu krijgen we met een wandelzone eerder het tegenovergestelde effect. Zestig procent van de klanten komt per auto. Door de parkeerplaatsen nog meer af te bouwen, hangt de handelsdood ons boven het hoofd.” Burgemeester Riguelle liet het alternatief door een studiebureau inschatten, het voorstel was niet uitvoerbaar. “Ik ben overtuigd dat de handel baat zal hebben bij de heraanleg. Alle grote lijnen van het plan zijn beslist. Als er nog voorstellen, ook een overlegvergadering, volgen, willen we wat mogelijk is integreren in het concept. We staan altijd open voor dialoog, maar op een bepaald moment moet de politiek beslissen. Het is altijd moeilijk om veilig voetgangersverkeer te voorzien en gelijktijdig meer parking en auto’s toe te laten.” De handelaars zijn een petitie gestart. Jean-Marie Binst


BDW 1465 PAGINA 14 - DONDERDAG 12 MAART 2015

© AUBRY, F., VANDENBREEDEN J., VANLAETHEM F., L’ARCHITECTURE EN BELGIQUE :ART NOUVEAU, ART DÉCO & MODERNISME, BRUXELLES, 2006.

© COMITÉ MEUNIER

Villa Dewin ligt in de Meyerbeerstraat in Vorst. Rechts: zo zag de villa eruit in 1925.

VORST > PETITIE VOOR BESCHERMING ART-DECOVILLA

IN ACTIE VOOR VILLA DEWIN Doordat Villa Dewin vele generaties  in  handen  was  van  de  familie  van  de industrieel Jean Dankaert bleven

het  gebouw  en  de  30  are  grote  Engelse  tuin  goed  bewaard.  Dat  geldt  voor de glasramen, lambriseringen,  het  gietijzer,  marmer,  beeldhouwwerk  van  het  interieur  en  voor  de  aanplanting  en  kronkelende  paden  in de tuin. Eind  2014  stelde  Monumenten  en  Landschappen  voor  om  de  villa  en  de  tuin  te  beschermen.  Het  comité  rond  het  Constantin  Meu-

nierplein  wil  door  onder  andere  een  petitie  minister-president  Rudi  Vervoort  en  de  Brusselse  hoofdstedelijke  regering  aantonen  dat  daar  ook  een  draagvlak  voor  is.  Hier  was  niet  alleen  een  belangrijk  architect  –  bij  Jean-Baptiste  Dewin  (1873-1948)  liepen  art-decoarchitecten  en  modernisten  zoals  Louis  Herman  De  Koninck  en  Jean-Jules  Eggericx  stage  –  maar

© COMITÉ MEUNIER

Het wijkcomité Meunier roept buren en erfgoedfans op om de artdecowoning Dewin uit 1922 aan de Meyerbeerstraat 33 samen met zijn Engelse landschapstuin langs de Mutualiteitstraat beschermd te krijgen.

en  de  hoogstammen  langs  de  Mutualiteitstraat  zijn  groene  longen  voor  de  bewoners  en  de  kleuters  en  leerlingen  van  scholen  in  de  buurt. Sober  langs  de  buitenkant,  met  een  raamverdeling  à  la  japonisme,  en  verfi jnde  details  in  het  interieur,  zo  zag  Dewin  het  graag.  Sinds  hij  in  1903  voor  de  chirurg  Antoine  Depage  het  Berkendaelinstituut  (later  het  Belgische  Rode  Kruis)  aan  het  Brugmannplein  in  Elsene  bouwde,  werden  verzorgingsinstellingen  zijn  specialiteit,  al  ontwierp  hij  ook  het  gemeentehuis  van  Vorst  en  tal  van  woningen  zoals  aan  de  Leopold  IIlaan 215 (nu een B&B) en zijn eigen  huis aan de Molièrelaan 151.  In  1913  tekende  hij  de  Belgische  school  voor  Verpleegsters  in  Ukkel  (op  de  plaats  van  het  latere  Edith  Cavellziekenhuis),  verbonden  aan  Depages chirurgisch instituut in het  verlengde van de Edith Cavellstraat.  Ook  het  Longchampsinstituut  aan  de  Winston  Churchilllaan,  een  tuberculoseziekenhuis  voor  kinderen  in  Bredene  en  het  Sint-Pietersziekenhuis  in  de  Hoogstraat,  waaraan  hij  van  1926  tot  1936  werkte,  zijn  van  Dewins  hand.  Behalve  de  modernste  technieken  qua  hygiëne  en  verluchting  gaf  hij  door  fi guratieve  details  en  glasramen  die  het  licht  een  kleurtje  gaven  patiënten  een  vleugje luxe en verstrooiing.

Het architectenplaatje. An Devroe de  tuin  geeft  ook  zuurstof  aan  een  dichtbebouwde  wijk.  De  rozentuin  info over acties via is zichtbaar aan de Meyerbeerstraat  www.notrehistoire.be

ADVERTENTIE

Ex Eve clusie re, f Vo in O rst u en derg Sin em t-P , Et iete ter rs-W bee olu k, we !

Doe mee aan de ophaling van organisch afval. Meer dan 1.500 gezinnen sorteren al. En u? Vervoeg ons op www.be-organic.be


© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW 1465 PAGINA 15 - DONDERDAG 12 MAART 2015

Laken > Politie, Bravvo en parket ingezet

Stadsbende terroriseert senioren Modelwijk Het is geen leven meer in de Modelwijk, zeker niet voor senioren. Dat was de teneur van de tussenkomst die meerderheidsraadslid Clémentine Barzin (MR) hield op de jongste zitting van de gemeenteraad. Burgemeester  Yvan  Mayeur  (PS)  verzekert  dat  de  stad  alle  middelen  inzet  om  aan  de  situatie  te  verhelpen: avondlijke stadswachten, politie en parket. Barzin  spreekt  duidelijke  taal:  “Sinds  half  december  neemt  het  vandalisme  in  de  gebouwen  van  de  Modelwijk  van  de  Lakense  Haard  toe.  Steeds  meer  tags  ontsieren  de  panden,  camera’s  worden  met  ijzeren  staven  stukgeslagen,  er  wordt  met  kasseistenen  naar  auto’s  ge-

gooid en deuren worden geforceerd.  De schade loopt hoog op. De bewoners worden altijd maar banger: senioren laten ons weten dat ze bestolen en uitgescholden worden.”  Het  cultureel  centrum  houdt  ‘s  avonds de deuren dicht omdat het de  veiligheid  niet  langer  kan  waarborgen. Barzin weet dat een stadsbende  van  veertig  personen  hiervoor  verantwoordelijk is. Sommige jongeren  zouden in de Modelwijk zelf wonen. Ook Mayeur is duidelijk: “Ik heb de  Lakense Haard aangeraden om zich  burgerlijke  partij  te  stellen.  Straffeloosheid  kunnen  we  niet  dulden,  ook  niet  als  het  over  minderjarigen  gaat. Dit mag geen no-gozone worden.”

Brussel-Stad wil mogelijk maken dat in de riante achtertuinen van de Meiselaan villa’s worden gebouwd.

LAKEN > MEISELAAN VERDEELD OVER AANPASSING BESTEMMINGSPLAN

Danny Vileyn © NGI

‘STAD LAAT ZICH VOOR KAR VAN PROMOTOR SPANNEN’

Elk jaar koopt het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) luchtfoto’s aan om zijn databank met geografische gegevens aan te passen. Overlappende luchtfoto’s worden daarop op elkaar gelegd, waardoor een 3D-model ontstaat, dat op zijn beurt vergeleken wordt met de gegevens die het NGI al heeft van plaatsnamen, rivieren, bossen en gebouwen. Zo wordt duidelijk hoe de werkelijkheid op het terrein is in vergelijking met de werkelijkheid op de kaart. Als het moet, dan past het NGI de gegevens aan. Het NGI is natuurlijk al zo lang bezig met kaarten maken dat het ondertussen over een indrukwekkend archief luchtfoto’s beschikt. Een selectie hiervan vindt u week na week in deze rubriek ‘Uit de lucht gegrepen’ terug. Het gaat steeds om (oude) luchtfoto’s uit een van de negentien Brusselse gemeenten. Vorige week zag u het Zuidstation in 1949, dat toen ook al ten zuiden van de vijfhoek lag, maar natuurlijk niet in het uiterste zuiden van de grootstad Brussel. Deze week zoeken we het in het verre noorden. Bovenstaande foto is genomen in 1997. U ziet duidelijk spoorlijnen die zich vertakken. Moeilijk kan het niet zijn. Veel succes.

De percelen aan de Meiselaan behoorden ooit tot het  koninklijk domein. Begin vorige eeuw werd de grond  geschonken  aan  Brussel-Stad.  Bedoeling  was  dat  er  een weelderige villawijk kwam. Toen  de  Stad  het  terrein  eind  jaren  1930  verkavelde  werd dan ook bepaald dat er alleen mooie villa’s omringd  door  tuinen  konden  worden  gebouwd.  Enkele  jaren later werden de kavels verlengd. Met het oog op  de latere aanleg van de Rode Kruislaan, parallel aan  de Meiselaan, trok de Stad ze verder door. In de ‘speciale verkoopsvoorwaarden’ stond wel dat het achterste  gedeelte, grenzend aan de Rode Kruislaan, altijd tuin  moest  blijven  en  dat  er  hoogstens  een  garage,  tuinhuis of conciergewoning kon worden neergezet. Nu  wil  de  Stad  Brussel  het  Bijzonder  Bestemmingsplan  Mutsaard  wijzigen  zodat  er  ook  villa’s  kunnen  gebouwd worden. De Stad verwijst hierbij naar de demografi  sche evolutie en de dreigende stadsvlucht van  de hogere bevolkingsklassen. Wim Van der Elst, bewoner van de Meiselaan, kan de  beslissing van de Stad enigszins volgen. “Het was altijd  al een anomalie dat er maar aan een kant van de  Rode Kruislaan gebouwd kon worden,” zegt hij. “Bo-

vendien vergen onze lange tuinen veel onderhoud. En  voor de eigenaars van de Meiselaan is het natuurlijk  een waardevermeerdering.” Toch is er in de Meiselaan ook verzet tegen het plan.  “Wij  zijn  hier  komen  wonen  vanwege  de  magnifi eke  grote achtertuinen met oude bomen. Als op die hellende  tuinen  straks  links  en  rechts  gebouwd  gaat  worden,  is  het  groene  karakter  helemaal  weg,”  zegt  Daniel  Missorten.  Hij  begrijpt  niet  hoe  de  Stad  zomaar  over  de  ‘speciale  verkoopsvoorwaarden’  heen  kan stappen. “Ik heb de indruk dat het BBP aangepast  wordt om één projectontwikkelaar ter wille te zijn.”

Tachtig handtekeningen   nige  tijd  geleden  kocht  promotor  D&B  Immo  een  E domein van 40 are met een verouderde villa aan het  begin  van  de  Meiselaan.  Begin  vorig  jaar  vroeg  hij  een vergunning om het domein te verkavelen zodat er  plaats is voor acht kleine villa’s.  Missorten: “De buurt  heeft  toen  geprotesteerd,  maar  het  lijkt  erop  dat  de  Stad zich voor de kar van de promotor laat spannen.” Ook  de  bewoners  van  de  Rode  Kruislaan  zijn  tegen.  “Vooraan  kijken  wij  uit  op  achtertuinen,  dat  is  heel  rustig,” zegt Jacques Boucquey. Samen met Missorten  heeft hij al bijna tachtig handtekeningen ingezameld  van  buurtbewoners  die  bezwaar  maken.  Het  openbaar onderzoek rond het BBP loopt nog tot 13 maart.  De overlegcommissie is gepland op 25 maart. HUB

© GOOGLE EARTH

UIT DE LUCHT GEGREPEN

BRUSSEL – Brussel-Stad wil mogelijk maken dat er ook villa’s gebouwd worden aan de linkerkant van de Rode Kruislaan, in de riante achtertuinen van de huizen aan de Meiselaan dus. Een flink deel van de buurt verzet zich tegen de plannen.

CD De achtertuinen van de huizen in de Meiselaan lopen nu door tot aan de Rode Kruislaan.


BDW 1465 PAGINA 16 - DONDERDAG 12 MAART 2015

BDWOPINIE

Jongeren weten beter dan het beleid wat een fuifzaal nodig heeft, zegt Brussels parlementslid Annemie Maes (Groen).

UITGAAN > ANNEMIE MAES (GROEN) OVER NIEUWE FUIFZAAL IN BRUSSEL

FIGHT FOR YOUR RIGHT TO PARTY BRUSSEL – In het bestuursakkoord van de VGC staat het voornemen om deze legislatuur samen met de Brusselse studenten en jongeren minstens één fuifzaal te openen. Een uitstekend idee, vindt Brussels parlementslid Annemie Maes (Groen). Ze vindt het belangrijk dat jongeren zelf mee de richting van het dossier bepalen.

J

ong zijn in Brussel, zalig… Samen met vrienden iets gaan drinken in een van de vele cafés die Brussel rijk is, vanop het dak van parking 58 de stad overschouwen of ’s avonds op een feestje je eens helemaal laten gaan, ver weg van toekijkende ouders. Dit kan allemaal in Brussel, maar het is wel niet steeds even evident. Feestjes zijn er zeker wel te vinden in Brussel, maar de mogelijkheid om ze ook zelf te organiseren wordt steeds beperkter. Bestaande organisaties en commerciële concepten winden wel een plek, maar voor be-

ginnende jongeren is het een stuk moeilijker. Zalen zijn vaak te groot en duur of te bekend (en daardoor ook duur), ofwel moeten ze veel te lang op voorhand geboekt worden. Of er is een hele resem bijkomende voorwaarden: ervaring kunnen voorleggen, bewijzen de zaal te kunnen vullen, drank en bewaking bij de zaal afnemen, … Zomaar iets nieuws beginnen is geen eenvoudige opdracht in Brussel. In het bestuursakkoord van de VGC staat het voornemen om deze legislatuur samen met de Brusselse studenten en jongeren minstens één

ANNEMIE MAES:

“Bij het uittekenen van de plannen is het belangrijk dat de jongeren zo veel mogelijk mee aan de tekentafel zitten. Het is hun fuifzaal”

LOWUP PARTY ©ALESSIO MUCEDDA

fuifzaal te openen. Een uitstekend idee waar wij ons ook vorige legislatuur al voor inspanden. Een overheid die gelooft in de kracht van de jeugd, moet die jeugd ook de kans geven zich te ontplooien. De Brusselse jeugd verdient een fuifzaal waar zij hun eigen projecten kunnen realiseren.

Tekentafel Deze zaal moet uiteraard goed bereikbaar zijn met openbaar vervoer, ook ’s nachts, zodat de ouders niet hoeven op te blijven om taxi te spelen voor zoon of dochterlief en anderzijds zodat de jongeren zich ook geen zorgen hoeven te maken over hun ouders die hen komen ophalen. Een centrale plaats ligt dus voor de hand, maar we moeten wel opletten dat ze niet midden in een woonwijk terecht komt, met alle overlast die erbij hoort. Voor de jeugd (omdat zij zonder zorgen tot in de vroege uurtjes kunnen feesten) en voor de buurt (omdat zij ook recht hebben op hun nachtrust). Het moet ook een plek zijn waar ouders met een gerust hart hun tieners kunnen laten naar toegaan met voldoende sociale controle. De moeilijke oefening tussen de kinderen loslaten in een grootstedelijke context en toch de verantwoordelijkheid als ouder blijven opnemen. Maar dit project gaat over meer dan infrastructuur. Kansen geven betekent ook van in het begin de kans geven om mee na te denken, om mee vorm te geven aan de fuifzaal die er uiteindelijk zal komen. Alleen zo kan de fuifzaal ook echt een project van de Brusselse jeugd zelf worden.

Het is ook belangrijk dat dit alles zo open en transparant mogelijk gebeurt. Daarom dienden we met Groen een parlementaire discussienota in bij de VGC, om eindelijk duidelijkheid te krijgen over de plannen, zodat ook de jeugd beter betrokken kan worden. De Brusselse jeugd wacht al jaren op een nieuwe fuifzaal, in die periode zijn er vast vele ideeën gerijpt. Het zou zonde zijn om deze niet aan te spreken. Laat deze jongeren zelf mee de richting van de fuifzaal sturen. Jongeren weten zelf beter wat een fuifzaal nodig heeft dan het beleid. Wij zijn tenslotte de generatie van hun ouders en zoals iedereen uit zijn eigen jeugd nog weet: je ouders zijn nooit helemaal mee met wat hip is. Daarom is het zinvoller om hier te kiezen voor een ondersteunende rol. We moeten als politici niet altijd op het voorplan willen staan. Soms volstaat het bestaande dynamieken te ondersteunen. Zeker voor werking met, voor en door jongeren kan de emancipatorische dimensie van zelf een project uit de grond te stampen niet onderschat worden. Het spreekt voor zich dat de jongeren blijvend betrokken moeten zijn. De kans dat er een kant-en-klare fuifzaal gevonden wordt is erg klein. Er zullen waarschijnlijk verbouwingen moeten gebeuren. Ook bij het uittekenen van deze plannen is het belangrijk dat de jongeren zo veel mogelijk mee aan de tekentafel zitten. Het is hun fuifzaal en dus ook aan hen om mee te bepalen hoe die er uit zal zien. Echte participatie is meer dan de keuze over de kleur van de toog en het aantal spots aan het plafond. Tot slot is het ook belangrijk te kijken naar wat er gebeurt eenmaal de fuifzaal er is. Als deze fuifzaal er moet zijn voor en door jongeren, dan bedoelen wij ook alle Brusselse jongeren. Nu vallen heel wat Brusselse jongeren uit de boot in het nachtleven. De nieuwe fuifzaal moet er dus voor zorgen dat ook zij een plek vinden. Hiervoor is een gebouw alleen uiteraard onvoldoende. Wat ons betreft hoort bij de nieuwe fuifzaal ook een jeugdwerker die actief op zoek gaat naar nieuwe jongeren om hen te begeleiden en te ondersteunen in het uitwerken van hun eigen fuifconcept.

Verrijking Deze fuifzaal kan een prachtig initiatief zijn om alle Brusselse jongeren te verenigen. Het is een kans om hen bij het beleid te betrekken via een thema dat hen nauw aan het hart ligt. Het is een kans om de diversiteit die Brussel is aan te spreken en te laten spreken. De veelkleurige stemmen van onze jeugd kunnen enkel een verrijking zijn voor het beleid. Onze Brusselse jongeren zijn klaar om de kansen te grijpen die hen geboden worden: geef hen die ook.

Annemie Maes Brussels parlementslid (Groen)


lezersbrieven@bdw.be

BRIEVEN VAN LEZERS

BDW 1465 PAGINA 17 - DONDERDAG 12 MAART 2015

Constantin, je moest eens weten... De prachtige tentoonstelling Retrospectieve Constantin Meunier in het Brusselse Museum van Schone Kunsten is onlangs afgesloten. Voor, tijdens, en ook na deze prachtige tentoonstelling staat inmiddels één van de meesterwerken van deze grote beeldhouwer te verkommeren op een ranzig terrein aan de rand van het kanaal te Laken (op de hoek van de Claessensstraat en de Lakensebrug). Het is ontstellend om te zien hoe dit monument wordt misbruikt: jonge en minder jonge kinderen klimmen over de afsluiting en gebruiken het als speelterrein en voetbalgoal, liefhebbers van sigaretten en andere rookwaren installeren zich er als in een ‘rookzaal’, het monument doet dienst als hondentoilet en als vuilnisbelt. Een mooi voorbeeld van respect voor ons kunstpatrimonium en hoe we het presenteren aan bezoekers van over de hele wereld. Vandaag zag ik verbouwereerde toeristen foto’s nemen – en ik voelde plaatsvervangende schaamte.

De verwaarlozing van deze site is een van de vele culturele schandalen waarvoor de Stad Brussel verantwoordelijk is. Op 13 februari heb ik dit gemeld aan verschillende ‘excellenties’ van het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Brussel (Karine Lalieux, schepen van Netheid en Cultuur, Ahmed El Ktibi, schepen van Groene Ruimten, Philippe Close, schepen van Toerisme, Yvan Mayeur, burgemeester). Niemand van hen heeft tot op heden op mijn mail geantwoord… Waarschijnlijk zijn ze te druk bezig met andere culturele prioriteiten. Het lijkt me de hoogste tijd voor actie om dit meesterwerk in zijn waarde te herstellen of om het te verplaatsen naar een buurt die meer respect heeft voor het milieu en onze cultuur. Enkele foto’s (genomen op 27 februari) zeggen wellicht meer dan een ellenlang betoog…. Patrick Gillard, Brussel-Stad

Jobs in Zaventem Wat betreft het artikel De wereld op zijn kop (BDW 1462, p.4-5) waarin vermeld wordt dat er 400 jobs open zijn op Zaventem en dat Brusselaars er welkom zijn, wil ik het volgende aanhalen: mijn zoon is zeker drie jaar op zoek geweest naar een job voor ongeschoolden. En in 2013 werd gezegd dat er meer dan 1.000 jobs beschikbaar waren in Zaventem. Er werd op Zaventem het Luchthavenhuis opgestart, wat een samenwerking is tussen Actiris, VDAB en Forem. De enige job die toen uit de computer werd gehaald, was een aanbieding bij DHL. Daar solliciteerde mijn zoon. Mijn zoon kreeg een vriendelijk antwoord dat zijn kandidatuur werd doorgegeven aan een interimkantoor in Mechelen. Hij kreeg als antwoord dat ze geen hulp konden aanbieden op dat ogenblik. Bij een andere sollicitatie bij DHL werd geantwoord dat twee jaar ervaring vereist was. Waar zijn dan al die zogezegde beschikbare jobs? Er is veel ophef over in de media, maar

zeer weinig in werkelijkheid. Of wordt er geen kans geboden aan nochtans tweetalige Brusselaars? Ik ga ook volledig akkoord met de opinies van andere lezers over de werking van Actiris. Deze bieden totaal geen hulp.

Liliane Van der Borght, Brussel-Stad

Rechtzetting In Zazie, de jongerenbijlage van deze krant (BDW 1464, Zazie p.3), sloop een fout. In het artikel ‘De radio bestaat 100 jaar’ werd toelichting gegeven bij het project ‘Radio Flamingo’. Dat project is een initiatief van bredeschool Flamingo (De Knapzak, Zavelput, Zavelberg, Sint-Jozefsschool en Sint-Albertusschool), en niet van bredeschool Bres. Onze excuses voor de verwarring.

© SASKIA VANDERSTICHELE

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

PROTEST flits h

ZONDAG 8 MAART. Onder het motto ‘Meer vrouw op straat!’ organiseerde het Vrouwenhuis in Schaarbeek vorige zondag – op Internationale Vrouwendag – een cursus metselen. Lady Angelina, even daarvoor nog op het podium in het vrouwencafé, moest niet van nul af aan beginnen: recentelijk zette ze eigenhandig een muur bij haar thuis. Al kon ze van de truc met het touw nog iets opsteken. De man rechts in beeld, iemand uit de buurt, was enthousiast. Het vrouwenhuis is een sociaal-cultureel centrum waar vrouwen een brede waaier aan vormingen kunnen volgen.


BDW 1465 PAGINA 18 - DONDERDAG 12 MAART 2015

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

VINCENT VAN GOGH IN BRUSSEL (1)

2

‘EEN DROEVIG EN DIEP

MELANCHOLIEK

1

TONEEL’

BRUSSEL – Vincent van Gogh verbleef negen maanden in Brussel: drie maanden voor en een half jaar na zijn mislukte avontuur als evangelist tussen de mijnwerkers van de Borinage. Tijdens zijn eerste Brusselse periode volgde de diepgelovige Vincent een opleiding als zendeling aan een protestantse school op het SintKatelijneplein. Maar de nachtelijke kleuren en klanken van de havenbuurt fascineerden hem meer dan de lesstof. ILLUSTRATIES UIT “VAN GOGH IN DE BORINAGE. DE GEBOORTE VAN EEN KUNSTENAAR” (MERCATORFONDS)

H

et had gesneeuwd, die dag na Kerstmis in 1878, toen Vincent van Gogh van de trein stapte in het station van het straatarme Borinagedorp Pâturages. Met zijn rode krullen en bleke, diepliggende ogen viel hij meteen op als een buitenstaander. Bovendien was hij “goed gekleed” en vertoonde hij “alle kenmerken van Hollandse reinheid”, zoals een dominee uit een naburig gehucht zich later herinnerde. Van Gogh was vijfentwintig. Hij had enkele donkere jaren achter de rug met lange periodes van angst, twijfel en sluimerende neerslachtigheid. Zijn beroepsleven was een aaneenschakeling van teleurstellingen geweest. Hij was mislukt als bediende in de kunsthandel van Londen en Parijs, als onderwijzer in Ramsgate, als predikant in Isleworth, als boekverkopershulp in Dordrecht en een studie klassieke theologie in Amsterdam bleek te hoog gegrepen. Voorts was hij een verliezer in alles wat sociaal belangrijk werd geacht: hij

h 1. De Nederlandse Evangelische Kerk, Sint-Katelijneplein 5, Brussel 2. Van Goghs verblijfadres tijdens het najaar van 1878 is Trekweg 6 in Laken, ongeveer daar waar de Havenlaan nu begint bij Sainctelette.

had geen werk, hij kon niet in zijn eigen onderhoud voorzien en was er niet in geslaagd een gezin te stichten. De relatie met zijn ouders en andere naaste familieleden was gespannen. Maar nu, in de winter van 1878, nog worstelend met een depressie, zou alles anders worden: hij zou voortaan gaan leven als zendeling onder de mijnwerkers in de Borinage.

Ceders en klimop Zijn plan was gaan rijpen in Brussel waar hij net een driemaandelijkse proefperiode als aspirant-evangelist doorlopen had. Op voorspraak van zijn vader, dominee Dorus van Gogh, had hij zich ingeschreven aan de school verbonden aan de Nederlandse Evangelische Kerk op het Sint-Katelijneplein nummer 5. Van de studenten werd vooral welsprekendheid verwacht. Dat lichte programma moest Vincent beter liggen dan een volwaardige theologiestudie. Bovendien was Brussel hem goed bevallen tijdens eerdere bezoeken. De school, in een omgebouwd, voormalig pak-

huis, bestond bij nader inzien uit welgeteld één lokaaltje. Er was geen secretariaat, geen budget. Er werkte één leraar, de eenbenige Dirk Bokma die regelmatig gratis assistentie kreeg van protestantse evangelisten uit de buurt. Er waren slechts enkele leerlingen. Tijdens de week zat Vincent veertien uur per dag in de klas. Volgens zijn leraar was hij intellectueel superieur aan zijn drie studiegenoten, maar was hij ook tegendraads. Toen hem gevraagd werd naar het verschil tussen de nominatief en de accusatief, antwoordde hij dat hem dit geen zier interesseerde. Hij weigerde om notitie te nemen aan een tafel en wilde niet afwijken van zijn gewoonte om zijn schrift op de dijen te leggen. Het viel hem steeds moeilijker om aanvallen van nervositeit en agressie te onderdrukken. Zo gebeurde het dat hij aan het eind van een les een klasgenoot vol in het gezicht sloeg na een discussie. Na dit soort incidenten was het de schoolleiding duidelijk dat hij niet over voldoende zalvend talent beschikte. Zijn proefperiode werd niet verlengd,


BDW 1465 PAGINA 19 - DONDERDAG 12 MAART 2015

officieel omdat hij onvoldoende bespraakt was om te improviseren als prediker. In Laken begon van Gogh zich steeds meer terug te trekken op de kamer van zijn kosthuis aan de Trekweg 6, ongeveer waar de Havenlaan begint bij Sainctelette (het huis werd begin twintigste eeuw afgebroken). Hij at niet meer, lag ’s nachts slapeloos op de grond naast zijn bed en zonk steeds dieper weg in neerslachtigheid. Om zichzelf te tuchtigen ging hij schaars gekleed langs het koude, tochtige kanaal lopen. Hij bezocht het kerkhof van Sint-Gillis (“vol ceders en klimop en waar men over de stad kan zien”) en verkende Vorst (“De streek is daar zeer schilderachtig. Men ziet er alle mogelijke handwerk verrichten, koren zaaien, aardappels rooien, knollen wassen. Het heeft veel van Montmartre”). Hij voelde zich onweerstaanbaar aangetrokken tot het verweerde Brussel van de maritiemwijk. De schamele straten deden hem nadenken over zijn eigen vergankelijkheid, over leven en lijden, over de zin en onzin van dit alles.

‘Klein estaminet’

© BART DEWAELE

In zijn enige Lakense brief aan broer Theo, gedateerd november 1878, doet hij verslag van zijn wandelingen. In het bijzonder werd hij getroffen door een tafereel dicht bij zijn woonplaats aan het kanaal. Op de Voiriekaai, vlak bij de Citroëngarage, bevond zich de stadsdienst die de straten schoonmaakte. Van Gogh sloeg er de straatvegers gade die ’s avonds na gedane arbeid weer terugkwamen. Hun vuilniskarren werden getrokken door oude witte paarden. Het tafereel deed de romantische Vincent denken aan een gravure van een eenzaam paard onder een stormachtige lucht, geëtst door de Franse kunstenaar Hippolyte Lecomte. “’t Is een droevig en diep melancholiek toneel en dat ieder treffen moet die weet en voelt dat ook wij eenmaal moeten gaan door ’t geen wij sterven noemen. Het treft mij altijd en het is iets eigenaardigs, als wij zien het beeld van onuitsprekelijke en onbeschrijfelijke verlatenheid – van eenzaamheid – van armoe en ellende, het einde der dingen of hun uiterste dan rijst in onze geest op de gedachte aan God. Ten minste bij mij is dit het geval en zegt niet pa zelf ook – ik spreek nergens liever dan op ’t kerkhof want aldaar staan wij allen op gelijke grond.” Een gelijkaardige ‘blauwe’ sfeer spreekt ook uit Café au Charbonnage, een tekening in potlood en inkt op papier die Vincent dubbelgevouwen mee in de enveloppe gestopt had – “een krabbeltje’, zo noemde hij het. Hij tekende toen sporadisch, maar zonder ambitie of plan. Onder een nachthemel, verlicht door een sikkelvormige maan, staat een uitgeleefd café

De Koolmijnenkaai vandaag...

‘Café Au Charbonnage’ aan de Koolmijnenkaai, getekend door Vincent van Gogh: “Een krabbeltje,” zei hij zelf.

dat zich wellicht bevond aan de Koolmijnenkaai waar enkele steenkoolbedrijven gevestigd waren. De naam van het café staat onder het doorbuigende pannendak boven de deur. Er schijnt licht in de gelagzaal en een kamer op de bovenverdieping, maar er zijn geen mensen te zien. Tegen het café is een schuur aangebouwd met een grote, hoge houten poort waarboven het opschrift ‘Charbons, cokes’ staat.

Evangelie voor mijnwerkers “Een klein estaminet alwaar de werklui in hun schofttijd hun brood komen eten en een glas bier drinken,” aldus Van Gogh. Vincent hield van de schemering, l’heure entre

chien et loup wanneer de contouren zachter werden. Hij hield van de avond en de nacht. Op zijn twintigste schreef hij in een brief dat Avondstond van de Antwerpenaar Jan van Beers zijn favoriete gedicht was. Ook daarin komen een café en een maan voor. In de zomer van 1878, een paar maanden voor zijn komst naar Brussel beschreef hij lange wandelingen langs de oever van het Amsterdamse IJ wanneer hij troost vond in de nachtelijke hemel en de stilte: “Gods stem wordt gehoord onder de sterren”. Bepaald indrukwekkend is de lijst iconische Van Gogh-schilderijen die zich afspelen in de donkere uren, zoals De aardappeleters (Nuenen, 1885), Caféterras bij avond (Arles, 1888), Nachtcafé (Arles, 1888), De sterrennacht boven de Rhône (Arles, 1888), De zaaier (Arles, 1888), De Sterrennacht (SaintRémy, 1889). In die lastige Brusselse dagen las Vincent toevallig over de inwoners van de Borinage in een boek. “Ze houden zich alleen bezig met het ontginnen van steenkool. In een indrukwekkend spektakel daalt de geachte arbeidersbevolking dagelijks driehonderd meter onder de grond af. De mijnwerker is een bijzonder mensentype in de Borinage. Voor hem bestaat de dag niet, alleen op zondag geniet hij van de zon. Onder gevaarlijke omstandigheden werkt hij, het lichaam dubbel geplooid, in het flauwe, vale schijnsel van een lamp in een nauwe mijngang. Soms moet hij kruipen. Hij werkt om aan de aarde het zo nuttige mineraal te ontrukken, in duizend, telkens weer opduikende gevaren. Maar toch is de Belgische mijnarbeider gelukkig.” De beschrijving wekte bij Vincent opnieuw een oud verlangen: het evangelie brengen aan de mijnwerkers, de meest vermaledijde arbeiders die in hun nederige, dienende leven zelf

het meest op Christus lijken. Hij besluit om Brussel te verlaten en zonder officiële aanstelling als evangelist naar de Borinage te vertrekken. Hij wil er zijn hemel verdienen, maar vindt er de hel. Pascal Verbeken Volgende week: aflevering 2. Na zijn mislukking als evangelist in de Borinage kiest Van Gogh eind 1880 voor de kunst en Brussel. Hij gaat zes maanden boven een café aan de Zuidlaan wonen en volgt les aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Deze week verschijnt ‘Duistere wegen. Reis naar Vincent van Gogh in de Borinage’ (De Bezige Bij) van Pascal Verbeken. Over de onwaarschijnlijke saga van Vincent van Gogh in de Henegouwse mijndorpen. De schilder van het licht vond zijn ware roeping in het zwarte land. Tegelijk is het boek ook een portret van een industrieel triomferend België, van de mythische Borinage, vroeger en nu. Ook de Brusselse periode komt uitvoerig aan bod.

WIN! We geven vijf exemplaren van het boek weg. Stuur een mailtje naar win@bdw.be met onderwerp ‘van Gogh’ en antwoord op de vraag: “Over welk Brussels kerkhof schreef Vincent van Gogh aan zijn broer Theo?”


© PERTTI NURMI

BDW 1465 PAGINA 20 - DONDERDAG 12 MAART 2015

MUZIEK > VIJFDE EUROPEAN BLUES CHALLENGE

BRUSSEL OP HET RITME VAN DE BLUES BRUSSEL – De volgende drie dagen leeft Brussel op het ritme van de blues met een speciale Belgische avond en een tweedaagse internationale wedstrijd. “The blues is alive and well all over Europe,” luidt de slogan.

H

et is het vijfde jaar op rij dat de European Blues Union op zoek gaat naar de nieuwe bluesmessias. Voor de editie anno 2015 slaat de ganse karavaan haar tenten op in Brussel. Een stand van zaken met Winne Penninckx, de draaiende motor achter de Brussels Blues Society die instaat voor het organiseren van deze European Blues Challenge, samen met de EBU en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met de hulp van de Stad Brussel en Brosella. Het hele gebeuren wordt groots opgevat met een promoclip die internationaal verspreid werd, vermeldingen op diverse gespecialiseerde websites en een samenwerking annex promocampagne met

The Blues Foundation in Memphis. Twintig groepen, verspreid over twee dagen. De blues is dan toch blijkbaar alive and kickin’. Winne Penninckx: “Meer dan ooit. Vandaar in 2010 de oprichting van de European Blues Union met zetel in Brussel! In deze organisatie zetelen promotors, festivalorganisators, clubeigenaars, journalisten, muzikanten, touroperators, managementbureaus, platenlabels,… Kortom, iedereen die connecties heeft in het blueswereldje. De leden komen uit achtentwintig verschillende landen, inclusief Canada en de USA. We hebben een tweemaandelijkse nieuwsbrief en op onze website kan je per land heel wat info terugvinden. Natuurlijk zijn we tevens actief via de diverse sociale media.” Hoe gebeurt de selectie voor de wedstrijd? Penninckx: “Elk land organiseert

Howlin’ Bill op het EBC in 2011, door de lens van Pertti Nurmi.

eigen preselecties en de uiteindelijke winnaar hiervan gaat naar de internationale finale. Een Eurosongfestival voor de blues, zeg maar. Bij ons zetelden onder andere Jan Sprengers (Radio 1), Dr Boogie (Classic 21) en Louis Van Hoef (Blues Peer) in de jury. Uiteindelijk werd Doghouse

Sam and his Magnatones verkozen om ons land dit jaar te vertegenwoordigen.” Jullie konden de Britse bluesman Ian Siegal strikken voor de presentatie van de wedstrijd. Penninckx: “We wilden op dat

ADVERTENTIE

PERFORMATIK 2015 THE BRUSSELS PERFORMANCE ART BIENNALE 18>29/03 PERFORMATIK.BE

A KAAITHEATER FESTIVAL IN ASSOCIATION WITH ARGOS, BEURSSCHOUWBURG, BOZAR, CENTRALE, DON VERBOVEN EXQUISITE OBJECTS, PASSA PORTA, Q-O2, WIELS, WORKSPACEBRUSSELS, ZSENNE ART LAB

ANNE TERESA DE KEERSMAEKER BÁRA SIGFÚSDÓTTIR & NOÉMIE GOUDAL BÉATRICE BALCOU BENOÎT FÉLIX CHRISTIAN BAKALOV COLLECTIVE (3) NAGAO, SCHAITL & COSTA EMILIO LÓPEZ-MENCHERO ESTHER FERRER GAËTAN RUSQUET GERMAINE KRUIP GRACE SCHWINDT HANS ULRICH OBRIST HEINE AVDAL & YUKIKO SHINOZAKI/FIELDWORKS IVO DIMCHEV JOËLLE TUERLINCKX JONATHAN BURROWS & MATTEO FARGION KAREL VERHOEVEN & YANNICK FRANCK MANON DE BOER & GEORGE VAN DAM MARINO FORMENTI MARTHE RAMM FORTUN MIKI YUI / RIE NAKAJIMA / RYOKO AKAMA PHILIPP GEHMACHER THE BOUILLON GROUP ULLA VON BRANDENBURG w wh at* XAVIER LE ROY

gebied zeker geen drietaligheid, wegens te omslachtig. En aangezien het een internationaal gebeuren is, leek het logisch om alles meteen in het Engels te doen. Zo kwamen we al snel uit bij Ian Siegal. Hij is momenteel een van de toppers uit de Europese bluesscène. Zijn aanpak


BDW 1465 PAGINA 21 - DONDERDAG 12 MAART 2015

WINNE PENNINCKX

(ORGANISATOR):

“Zolang jongeren een persoonlijke touch toevoegen aan de traditie, zitten we goed”

gaat  veel  verder  dan  de  traditionele  twaalf maten en drie akkoorden. Bovendien  communiceert  hij  ook  nog  eens  vlot  met  zijn  publiek.  Wie  ooit  een soloconcert van hem meemaakte, weet dat ondertussen.” Wat moeten we ons inbeelden bij de Blues Market die plaatsheeft op zaterdagnamiddag in de conferentiezalen van het Novotel naast de Zwarte Toren?  Penninckx:  “Heel  wat  artiesten,  promotors,  media  en  bluesverenigingen die lid zijn, hebben een eigen  stand  met  informatie.  Netwerking  staat  centraal,  maar  ook  het  grote  publiek  is  welkom,  gratis  nog  wel.  Zeker bluesmuzikanten moeten eens  langsgaan, aangezien ze daar hun eigen visitekaartje kunnen achterlaten  bij  de  juiste  persoon.  Wie  weet  slagen ze er zo misschien in om een optreden in een club of op een festival  in het buitenland te versieren.”

Er loopt zelfs een fototentoonstelling in de Sint-Gorikshallen.  Penninckx:  “Op  de  gelijkvloerse  verdieping  wordt  de  geschiedenis  van  de  EBU  geïllustreerd  aan  de  hand van een aantal educatieve posters.  Dit  gedeelte  wordt  aangevuld  met  foto’s  van  de  vier  voorbije  edities van de EBC. In de kelderverdieping is er dan nog een dubbele expo.  Enerzijds  vind  je  daar  foto’s  van  de  Letse  fotograaf  Aigars  Lapsa.  Het  bijzondere  hieraan  is  dat  elke  foto  getekend is door de artiest(en) zelf.  Anderzijds  krijg  je  een  deel  te  zien  uit  de  collectie  van  de  Finse  fotograaf Pertti Nurmi die begin dit jaar  nog  een  onderscheiding  kreeg  van  de  Amerikaanse  Blues  Foundation.  Zijn eerste foto nam hij in 1970 toen  Muddy  Waters  optrad  in  Helsinki.  Sindsdien  is  hij  niet  meer  gestopt.  Er  is  bovendien  een  speciaal  luik  rond BB King met maar liefst veertien foto’s. Wat betekent blues voor jou anno 2015?  Penninckx:  “Het  is  een  levende  muziekstijl  die  nog  continu  evolueert.  Ik  besef  dat  er  stemmen  zijn  die  willen  dat  blues  binnen  het  kader  van  een  welbepaalde  traditie  blijft,  maar  dat  zou  de  doodsteek  betekenen.  Zolang  jongeren  een  persoonlijke  touch  toevoegen  aan  de  traditie,  zitten  we  goed.  Trouwens,  zonder  blues  geen  rock  en  pop. Wie de tijdslijn in omgekeerde  richting volgt, komt automatisch bij  de blues terecht.”  Georges Tonla Briquet

Tijdens de Belgische avond (donderdag) staan er drie groepen op de affiche die België vertegenwoordigden tijdens voorbije edities van de EBC: Howlin’ Bill, Hideaway en Fred & The Healers (die hier hun twintigjarig bestaan vieren met speciale gasten). 12-14 maart, Ancienne Belgique. Info: www.brusselsblues.eu. Tickets: www.abconcerts.be. Expo in Sint-Gorikshallen tot 27 april (vrije toegang van 10.00 tot 18.00 uur). ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Pangasius Er zijn in ons land weinig vissoorten zo gehaat als Pangasius. Noordzeekoks willen de handel in deze vis verbieden, actiegroepen schrijven er pamfletten tegen, er zou niets aan deugen. Waarom verkoopt men er dan zoveel? De panga is een vis uit de delta van de Mekong in  Vietnam.  Eigenlijk  zijn  er  minstens  twee  soorten  vissen  die  verkocht  worden  als  pangasius:  P   angasius bocourti en  Pangasius hypophthalmus, lokaal  gebruikt men de namen  basa en  tra. Zij behoren tot  de  orde  van  de  katvissen  of  meervallen,  waarvan  sommige soorten meer dan honderd kilogram kunnen wegen. Meervallen  komen  in  de  warmere  streken  overal  ter  wereld  voor,  zowel  in  de  zeeën  als  in  rivieren  en  meren.  Vanuit  Afrika  kennen  we  misschien  de  clarias-katvissen, die we gerookt in de Afrikaanse  winkels  zien  liggen.  Ook  in  Zuid-Amerika  wordt  heel  wat  katvis  gevangen  en  gegeten  (christusvis,   jarabaka). In de Verenigde staten kweekt men ze in  de rijstvelden van Louisiana. Met veel succes.  Het is vis, maar nergens lijkt katvis erg geliefd. Hij  heeft  geen  schubben  en  is  dus  niet  koosjer.  Maar  ook niet-joden laten de vis liever staan. In West-Europa heeft men iets tegen de geur en het vet in het  visvlees kan nogal oplopen. Alleen in Duitsland en  verder naar het oosten zie je wel eens Wels op het  menu.  In  Frankrijk  gaven  kwekers  er  de  brui  aan  toen bleek dat niemand vandaag nog aan de silure  wou. In  Amerika  was  het  van  eenzelfde  laken  een  pak,  maar de teeltwijze (zoals gezegd samen met rijst in  de ondergelopen velden) was te interessant om die  effi ciënte vleesteelt te laten liggen. De overheid zette dus grote middelen in met een campagne waarin  s  outhern catfish werd geplaatst als typisch voor de   Southern Cuisine,  met  zijn  imago  van  lui  genieten  en  rust.  Omdat  niemand  echt  meerval  wou,  ging  men de vis ook vermommen als iets anders. In het  Amerikaanse  slang  betekent  catfi  sh  nu  ook:  “iemand die zich voordoet voor iemand anders.” Maar  met kookboeken, posters en de hulp van gerenommeerde chefs ging het lukken. Bijna. En toen kwamen de Vietnamezen! In Zuidoost-Azië is katvis wel in trek. Toen de Vietnamoorlog was afgelopen en het land wat tijd had  gekregen om bij te komen, stortten de ondernemers  zich  op  die  goedkope  staat.  Herinner  u  hoe  Viet-

nam plots een textiel- en schoenenproducerend land  werd. En het werd ook een visland. De ontwikkeling  van  de  pangasiuskweek  ging  razend  snel.  Vergelijk  het met de zalmkweek tien jaar eerder (geen Europese  Jan  Modaal  had  ooit  verse  zalm  gegeten  voor  1980).  Die  snelle  ontwikkeling  ging  gepaard  met  de  gebruikelijke  misstanden:  gebrek  aan  controle,  laissez-fairepolitiek  en  misbruik  van  medicijnen  en  bestrijdingsmiddelen.  Daarenboven  is  de  grond  van de Mekongdelta van nature vervuild met zware  metalen en arsenicum uit de Himalaya. Om van de  snel  groeiende  industrie  maar  te  zwijgen.  Maar  goed: “Iedereen rijk,” dachten ze daar.  De wereld, en dus ook Amerika dat zo zijn best  deed om zijn burgers katvis te laten eten, werd  “onder de duiven geschoten” door die goedkope  Vietnamezen.  Ze  konden  er  niet  mee  lachen en zochten alle vuile middelen om  panga  zwart  te  maken.  Moeilijk  was  dat  niet.  In  2002  startte  de  ‘pangasiusoorlog’. In katvisloos Europa was de weerstand  niet zo groot. De vishandel was dankbaar, want door het gezondheidsimago  van vis was de prijs gaan stijgen. “Vroeger  moesten  we  één  keer  per  week  vis  eten,  nu  kunnen  we  ons  dat  maar  één  keer  per  week  permitteren”  schreef  Steve  Stevaert  in  zijn  kookboek  uit  2003.  Deze  vis  kon  (in  diepvries)  spotgoedkoop  worden  ingekocht  en geen enkele consument kende de ware prijs van  het  spul.  Het  is  zoals  met  de  nieuwewereldwijnen:  restaurants  zetten  ze  maar  al  te  graag  op  de  kaart  omdat  geïnformeerde  lekkerbekken  doorgaans  wel  weten  wat  een  Saint-Amour  of  Pomerol  kost  bij  de  boer,  van  een  Coonawarra  of  een  Skoonuitsig  hebben ze geen idee. De marges die dan kunnen worden  aangerekend... Goedkope vis dus, en iedereen tevreden. De importeur,  supermarkt  en  viswinkel  lopen  lachend  naar  de bank, maar ook de gewone consument vindt vis  die betaalbaar is. En vis is toch gezond? Op  het  web  regent  het  van  vragen  en  verdachtmakingen. Laten we echter voor één keer vertrouwen op  de  Europese  inspecties  en  controles.  Die  gaan  ook  regelmatig  naar  Vietnam  en  wie  daar  naar  Europa  wil exporteren, moet dat doen volgens de Europese  regels. Ook hier worden courant visfi lets gecontro-

“Pangasius is vis voor wie niet van vis houdt: mooi wit, graat- en huidloos, stevig en totaal smaakloos. In keukens waar de saus met alle eer gaat lopen is dat een voordeel” leerd op antibiotica en pesticiden. Het zal niet erger  zijn dan bij Argentijnse wijn of Turkse kaas. Brengt  de verkoop van pangasius onze eigen visserij in gevaar? Uiteraard niet. In onze havens wordt geen 10  procent  van  ons  verbruik  aangevoerd.  Er  is  vis  te  weinig en de vangsten worden bewust beperkt, dus  laat maar komen. Pangasius  is  vis  voor  wie  niet  van  vis  houdt:  mooi  wit,  graat-  en  huidloos,  stevig  en  –  vooral  –  totaal  smaakloos.  In  keukens  waar  de  saus  met  alle  eer  gaat lopen is dat een voordeel. Je kan panga frituren,  pocheren,  verstoppen  onder  roomsaus  in  een  ‘vispannetje’,  gratineren,  roosteren,  pailloteren  of  aan  de kat voeren. En dat allemaal zonder pijn in de portemonnee. Smakelijk.  nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


ADVERTENTIE

BDW 1465 PAGINA 22 - DONDERDAG 12 MAART 2015

KUNSTTIJDSCHRIFT VLAANDEREN > PARALLELLE KUNSTCIRCUITS IN BRUSSEL

NAAR BOVEN GESPITTE KUNST BRUSSEL – In een artistiek hol als het Goudblommeke in Papier was de voorstelling van parallelle, al eens illegale, kunstcircuits in Brussel vorige week op haar plaats. Het is het thema van het nieuwe nummer van Kunsttijdschrift Vlaanderen.

ADVERTENTIE

In de marge van de eerbiedwaardige musea en de chique promotiegalerieën wordt er ook beeldende kunst getoond, en in Brussel is die marge groter dan elders, volgens adjunct-hoofdredacteur Patrick Auwelaert. Niet iedereen die gezegend is met plastisch talent heeft daarom ook de gave om zichzelf te verkopen of het geluk op het juiste moment te komen. Kunsttijdschrift Vlaanderen bericht over zowel brede als richelsmalle niches, van banken als Belfius en ING die hun rijkelijke collecties laten zien tot efemere pop-upgalerieën. Ook zijn er in de benedenstad alleen al zoveel cafés met kunst aan de muren – van artiesten voor wie de naam zondagsschilder nog te flatterend is tot zij van wie het onbegrijpelijk is dat ze niet bekender zijn – dat je een heel parcours zou kunnen uitstippelen. In het Goudblommeke zelf hangen er tot 28 maart cartoons over de aanslag op Charlie Hebdo van de galerie The Cartoonist. Kunst is te vinden in allerlei Brusselse etalages, concept stores, artist-run spaces en ateliers als dat van Jan De Cock in Schaarbeek van waaruit de studenten van SintLukas opereren tijdens de renovatie van hun school. Het verst van de witte kubus galerie staat de street art. Wie door de stad flaneert zal door originele ingrepen af en toe herinnerd worden aan zijn eigen oorspronkelijkheid, vindt filosoof Kevin D’heedene. Soms worden streetartkunstenaars zoals Vincent Glowinski/Bonom zo populair dat ze in gerenommeerde galerieën terechtkomen. Projectontwikkelaars doen al eens een beroep op hen om een buurt te verhippen, maar op

hun beurt worden hun creaties soms weer ‘beklad’ (zie de controverse rond de overschildering van het - legale - portret van Luc Devos in Gent).

Reclamepaneel In een vaste rubriek in het tijdschrift komt wel ook telkens een Brusselse topgalerie aan bod. Volgens galeriehoudster Greta Meert is een galerie de plaats waar je je in een kunstenaar kan verdiepen. Cultuurminister Sven Gatz (Open VLD) omarmt het allemaal. De artistieke undergroundscene van Brussel vergelijkt hij met immigranten die nieuw bloed pompen in een oude en vermoeide stad. Hij laat zich graag ontroeren door een soort oercreativiteit tijdens toevallige ontdekkingen in de buurt van kunstscholen of achter ramen van privéwoningen. Ze doen hem denken aan de Salons des Réfusés in de jaren 1860 in Parijs. Het door kunstenaars beheerde Rectangle geeft artiesten een forum op een reclamepaneel op een dak in Sint-Gillis. Een mooie metafoor voor de schreeuw om aandacht. An Devroe www.goudblommekeinpapier.be

KLASSIEKE MUZIEK > SCHOLIERE KUNSTHUMANIORA WINT BELFIUS CLASSICS

JONGSTE WINNARES OOIT SCOORT 99 OP 100 Het Willemsfonds stelt voor:

Karel Buls, burgemeester op de raaklijn van twee culturen Een nieuw boek van Yvo J.D. Peeters De boekvoorstelling vindt plaats in het AMVB, Arduinkaai 28, Brussel op dinsdag 17 maart 2015 om 12.30 uur. Iedereen is welkom! Het boek is te koop aan 5 euro via jbasiliades@bruparl.irisnet.be of tel. 0495/21.05.01

BRUSSEL – Met een historische score domineerde de 17-jarige Mona Verhas de Belfius Classics. In het vijftigjarig bestaan van de prestigieuze wedstrijd voor jonge muzikanten scoorde nog nooit iemand zo hoog. De violiste kreeg een indrukwekkende score van 99 op 100. De muzikanten kregen in de voorrondes punten van professionele jury’s. De 31 laureaten die in die voorrondes het hoogst scoorden, mochten zaterdag in de Muntschouwburg het beste van zichzelf geven. De drie laureaten met de hoogste score mochten dit doen met het orkest Prima la

Musica onder leiding van Dirk Vermeulen. Mona Verhas begon op vierjarige leeftijd met viool en kwam later terecht op de Muziekacademie van Anderlecht. Daar krijgt ze les van de gevierde violist Erik Sluys. Sinds vorig jaar gaat ze naar school in het Kunsthumaniora Brussel in Laken. Nog drie leerlingen van de academie van Anderlecht waren dit jaar laureaat: Margot Joubart die de cello speelt en Merlijn De Coorde en Lucy Vergaerde, beiden violisten. Aan de wedstrijd mogen alle studenten uit het deeltijds kunstonderwijs meedoen. In zijn vijftigjarige bestaan lauwerde de wedstrijd al verschillende gevierde muzikanten zoals de broers Kolacny (pianisten en dirigenten bij Scala) en Anneleen Lenaerts (eerste harpist bij de Wiener Philharmoniker). Marie Rutsaert


BDW 1465 PAGINA 23 - DONDERDAG 12 MAART 2015

men. Hij tekende en schilderde obsessief op alles wat los en vast zat, en hoewel hij ook wel eens een rivier of strandscènes schilderde, bleef het stadsgezicht en het industriële landschap hem onverminderd boeien.

Artists in residence L.S. Lowry in Manchester

Matchstick-mensjes in Manchester

Vlaggenschip

In de muziek die sommige van de genoemde groepen maakten, vallen wel wat lijnen te ontwaren: de assemblagelijnen van de industrie die Manchester tot de hoofdstad van het noorden van Engeland heeft gemaakt. Het is inderdaad geen toeval dat de niet bepaald opgewekte postpunk van de jaren 1980, en de niet bepaald door intellectuele concepten omlijste Madchester-scene in de jaren 1990, temidden van de working class tot bloei kwamen. En dat een platenlabel met de naam ‘Factory’ en een nachtclub met de naam ‘Hacienda’ daar grote bijdragen toe leverden. Maar we zouden het dus over Lowry hebben. Hij werd in 1887 geboren in het voorstadje Stretford, waar ook de wiegjes van Ian Curtis en Morrissey, en van het Old Trafford stadion van Manchester United staan. Hoewel niet

© HTTP://BECCAMUSIC.BLOGSPOT.BE

BRUSSEL – Als je het over Manchester en de kunsten hebt, dan heb je het over de Manchester muziekscène, die sinds de jaren 1960 tientallen ook buiten Engeland geapprecieerde groepen heeft voortgebracht, zoals The Bee Gees, The Smiths, Joy Division, Happy Mondays, Oasis, Lamb, The Chemical Brothers en blijkbaar ook Take That. Maar de zware industrie waarop de Noord-Engelse steden draaiden, was ook veel directer het artistieke onderwerp in het werk van schilder L.S. Lowry.

L.S. Lowry vat de eigenheid van Noord-Engeland in uitgesproken naïeve schilderijen.

iedereen het daarmee eens is, zou je Lowry een outsider kunstenaar kunnen noemen. Hij was dan wel een moderne schilder die de traditie van het landschapschilderen verderzette op het moment dat dat landschap bezet werd door staal en stenen, en hij heeft op die manier dan wel als een van de enigen die definiërende eigenheid van Noord-Engeland vastgelegd (en zo hoge prijzen gekregen voor zijn werk), zijn

schilderijen zijn toch uitgesproken naïef. De twintig jaar avondschool die hij volgde terwijl hij overdag een baantje had als klerk, heeft nooit tot enige virtuositeit of een significante ontwikkeling van zijn stijl geleid. Hij bleef zichzelf trouwens autodidact noemen, en leidde ook na zijn acceptatie en succes een vrij teruggetrokken leven in een bescheiden huisje waar niet al te veel mensen over de vloer kwa-

Wat volgens mij bijdroeg tot Lowry’s succes is het feit dat hij de mens nooit uit het oog verloor. Die mens is op zijn schilderijen klein en anoniem afgebeeld, en loopt verloren in de massa die zich van en naar de grijze en buitenmaatse loodsen en fabrieken spoedt. Bij de Mancunians staat Lowry overigens bekend als de schilder van ‘matchstick men’. Maar de smalle figuurtjes met de stekkebeentjes zijn er dus altijd wel. En hoewel ze grote panorama’s bevolken, vallen ze toch op, omdat ze regelmatig een rood jasje of een blauwe rok aangemeten krijgen. En ze ontmoeten elkaar en ze hebben contact – weliswaar al eens bij een burenruzie, of een arrestatie, maar ook tijdens een kermis, of bij een voetbalwedstrijd. In die zin doen Lowry’s schilderijen onvermijdelijk denken aan het werk van Bruegel, waarop niet de industrie maar wel God en gebod het doen en laten van de mens stuurde, maar waaruit ook een groot humanisme sprak. Lowry stierf in 1976. Vorig jaar kreeg hij nog een retrospectieve in Tate Modern, maar zijn werk is ook permanent te zien in de Manchester Art Gallery, de Whitworth Art Gallery én in het opvallende kunstencentrum ‘The Lowry’ dat naar hem is genoemd en dat in 2000 werd geopend als vlaggenschip van de reconversie van de Manchester-dokken. Zo won Lowry’s kunst het uiteindelijk zelfs van de industrie hij afbeeldde. Michaël Bellon www.brusselnieuws.be/inresidence

ADVERTENTIE

VERKEN DE STAD

Schrijf u in voor één van de zes WOONTOURS in 2015. Ontdek de 118 wijken via ‘BRUSSEL OP KAART’. WWW.WONENINBRUSSEL.BE

Waar wilt u wonen? In Brussel. Op zoek naar een plek in Brussel om te huren of te kopen? Alleen, met z’n tweeën of met uw gezin en de hond? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat uit 19 gemeenten en 118 wijken. Van rustige buitenwijken tot het levendige centrum. Ontdek uw stad.


BDW 1465 PAGINA 24 - DONDERDAG 12 MAART 2015

© CLTB

© WE TRADE

© KARIN KAPOTTE © KARIN KAPOTTE

Bij de expo in Bozar horen tal van workshops waar iedereen mag aan deelnemen. ‘Iedereen kan We-Trader worden’ is de bottomline.

‘WE-TRADERS’ TOONT BURGERINITIATIEVEN UIT ZES EUROPESE STEDEN WAARONDER BRUSSEL

‘IDEEËN VAN BURGERS VERBINDEN’ BRUSSEL – Tijdens een crisis moeten geen nieuwe helden of lonely cowboys opstaan, maar teamgenoten. Samen kansen zien in verloederde situaties en stadskankers creatief aanpakken, dat is wat burgers tot echte ‘We-Traders’ maakt. De reizende expo ‘WeTraders’ in Bozar zet burgercollectieven van Madrid tot Brussel in de kijker. E en crisis doet wat met Europa. Burgercollectieven die streven naar alternatieve samenlevingsmodellen worden mondiger en zien al-

maar vaker hun kans. Getuige een muurkrant die frisse ballonnetjes oplaat in Lissabon, sociale huisvesting in het voormalig Olympisch dorp in Turijn, een gemeenschapstuin op de terreinen van de vroegere luchthaven Tempelhof in Berlijn. Maar ook Brussel is almaar vaker een voedingsbodem voor bottom-up ideeën voor braakliggende terreinen, leegstaande kantoren of troosteloze wijken. Zo is er CanalPark BXL, dat het vele beton in de stad wil opvrolijken met groene ruimte. Samen met vier andere Brusselse projecten is Ca-

nalPark opgenomen in de expo ‘We-Traders’.

Marktplaats van ideeën Eerder kon het publiek met de reizende expo al kennismaken in Madrid, Lissabon, Toulouse en Berlijn. “Voor Bozar is het een precedent, een oefening,” zegt Charlotte Bonduel, een van de twee curatoren van We-Traders Brussel. “Daar waar collega-curatoren objecten en verleden verzamelen, brengen wij in deze expo acties en de toekomst samen.” Het idee voor het grensoverschrijdende project is gegroeid in de schoot van het Goethe Instituut. “We beseften dat we een heel diepe crisis doormaken, met rampzalige gevolgen voor veel jongeren. Steden kreunen onder de problemen,” zegt Susanne Höhn van het GoetheInstitut in Brussel. “Het belangrijkste is dat we met de We-Traders een agora creëren, waar we gaan discussiëren over steden, hun problemen en opportuniteiten. We willen opnieuw een emotioneel Europa.” De tentoonstelling wil ook de begrippen ‘handel drijven’ en ‘uitwisseling’ herwaarderen. “Sinds de financiële crisis hebben ze een negatieve bijklank gekregen,” zegt Angelika Fitz, samen met Rose Epple bedenkster van het hele concept. Fitz ontwaart een rode draad in veel geëngageerde stadsprojecten: het gaat niet enkel om het protest an sich, maar ook om de uitgestoken hand naar overheden. Een voorbeeld in eigen stad is Community

Land Trust Brussel (CLTB), dat sinds 2010 een alternatieve oplossing zoekt voor de huisvestingscrisis. “Het CLT-model komt overgewaaid uit de Verenigde Staten. Het opzet is betaalbare woningen bouwen en verkopen, met achterliggend idee dat de aarde, de grond gemeenschappelijk goed blijft,” zegt Geert de Pauw van CLTB. Dankzij de steun van het Brussels Gewest heeft CLTB al vier belangrijke projecten gerealiseerd. Maar die steun van de gevestigde orde krijgen, is vaak geen sinecure. “Veel projecten worden in het begin niet serieus genomen. Vaak zijn ze bij de start ook niet zo tastbaar, niet fysiek. Ze willen vaak eerder muren wegnemen in plaats van muren te bouwen. Het begint met een informeel idee, of start in de illegaliteit,” legt Hanne Van Reusel uit. Van Reusel maakt een doctoraat over bottom-up architectuur en won ook de open call die bij de reizende tentoonstelling hoort. Op de vraag ‘Wat doe je met 100 vierkante meter stadsruimte?’ ontwierp ze Bazaar Festival, een soort nomadische structuur om het debat te vieren. “Ik wilde letterlijk en figuurlijk een framework maken, waar ideeën kunnen uitgewisseld worden. De structuur moest zo open mogelijk zijn.” Nog Brusselse deelnemers aan We-Traders zijn Commons Josaphat, dat Schaarbekenaren inspraak wil geven bij de invulling van de Josaphat-site, en W-o-l-k-e, een kunstenaarscollectief in een bezette kantoortoren in de Vaartstraat. “W-o-l-k-e verenigt zo’n zeventig artiesten. We wonen allemaal in Brussel. Maar vroeger leefden we allemaal apart, werkte ieder van ons in zijn eigen atelier. We voelden aan dat het zo niet werkt,” legt kunstenaar Jan Verbruggen uit. “In het WeTradersopzet appreciëren wij dus heel erg de ‘wij’”. Ook het Brussels Dichterscollectief, dat diverse poëzie van en over Brussel wil uitdragen, is opgenomen in ‘We-Traders’.

Interactief De tentoonstelling speelt tot slot met het interactieve. “We dachten aanvankelijk dat we statistieken moesten tonen op deze expo: hoeveel Europese jongeren lijden onder de crisis bijvoorbeeld. Maar toen bedachten we dat dat niet de juiste taal is. Mensen zijn de statistieken beu. Dus kozen we voor ‘soft statistics’: als bezoeker kan je bijvoorbeeld in je eigen woorden aangeven hoe ‘Zinneke’ je bent: 1-49 procent, 50-99 of 100 procentt? Of je kan nadenken over het volgende: geef je meer aan de stad dan dat de stad aan jou geeft? Kim Verthé De expo ‘We Traders. Ruil crisis voor stad’ loopt nog tot 12 april in Bozar. Gratis toegang.

VOLKSTEJOÊTER BOUWT FEESTJE

LEPORELLO BLOEMLEEST TSJECHOV

ANDERLECHT – Vrijdag gaat een nieuwe voorstelling van het Brussels Volkstejoêter in première. Een komedie uiteraard, waarvoor ditmaal uit het laat twintigste-eeuwse Engelse repertoire werd geput.

SINT-PIETERS-WOLUWE – Het Brusselse gezelschap Ensemble Leporello doet deze week nog eens zijn thuisbasis aan, in de loop van een tweejarige internationale tournee met hun ‘a capella opera’ Het laatste feest.

Abigail’s Party is een stuk van de Britse toneelschrijver en cineast Mike Leigh uit 1977, dat onder meer door de tv-adaptatie uitgroeide tot een absolute hit. Het Brusselse gezelschap Tristero heeft het stuk al een tijdje op zijn repertoire staan en nu doet het Beeveetee er nog een schepje bovenop. Bij hen heet het stuk De Surboum van Cindy, of ‘het feestje van Cindy’. Het verhaal speelt zich af in de jaren 1970. De nogal dominante Wendy en haar man Laurent, een deftig koppel in een deftige

buurt, organiseren een cocktailparty voor hun nieuwe buren, en ook voor hun gescheiden buurvrouw, wier dochter Cindy bij haar thuis een feestje houdt voor haar vrienden. De kennismaking bij het eerste glas verloopt vlot, het vervolg heel wat minder. Claude Lammens stond in voor de ‘verbrusseling’ van dit stuk over schone schijn en persoonlijke naijver, Marc Bober is regisseur. Kathleen Seghers, Kevin Van Doorslaer, Anouk Van Doosselaer, Geert Dehaes en Ani Leroy staan op de planken. MB Abigail’s Party of ‘De Surboum van Cindy’, van 14 tot 29 maart in Zinnema Anderlecht, 02-502.76.93, www.bebrusseleir.be, www.zinnema.be

Het gaat om een ambitieuze maar goed ontvangen voorstelling met een cast van 35 acteurs en zangers die zich een weg zingen door vijf beroemde stukken van de Russische auteur Anton Tsjechov: Oom Wanja, De meeuw, Ivanov, Drie zusters en De kersentuin. In de voorstelling zit ook tekst, maar de meerstemmige a capella koorzangen waarvoor Kurt Bikkembergs zich liet inspireren door Russische volksmuziek en de choreografische en-

scenering en vindingrijke theatrale beeldtaal van Dirk Opstaele bepalen het geheel. Getrouwe Leporello-acteurs en leden van lokale koren leiden het publiek langs een vijftigtal dromerige, melancholische ‘tableaus chantants’ naar de kern van Tsjechovs universum, waarin de kleine mens zijn driften, blinde ambities, verliefdheden, dwaasheden en heldendaden achterna loopt. MB Het laatste feest van Ensemble Leporello, op 16 maart om 20u15 in CC Sint-PietersWoluwe (Kunst en Cultuur), Charles Thielemanslaan 93. 02-773.05.92. Meer info op kunst.cultuur@woluwe1150. irisnet.be, www.leporello.be, www.woluwe.be/kunstencultuur


BDW 1465 PAGINA 25 - DONDERDAG 12 MAART 2015

KUNST > BRUSSELSE GALERIST ERIC GILLIS NEEMT VOOR EERST DEEL AAN TEFAF

‘IK DROOM VAN EEN TAX SHELTER VOOR KUNST’ rust nodig, want de tijd dat je als galerist niet hard moet werken, is voorbij. Dat is meteen ook een van de voornaamste redenen waarom

ik niet in Londen of Parijs zit. Bovendien kan ik zo meer tijd vrijmaken voor mijn klanten. Als we samen gaan eten in restaurants die voor © KONING BOUDEWIJNSTICHTING

BRUSSEL – Amper een jaar geleden vestigde Eric Gillis zich in de Wolstraat, vlakbij het Egmontpaleis. Intussen krijgt hij in zijn galerij een internationaal cliënteel over de vloer, en mag hij zijn collectie op Tefaf tonen.

D

at Eric Gillis meteen aan Tefaf, de meest prestigieuze kunst- en antiekbeurs ter wereld in het Nederlandse Maastricht, mag deelnemen, komt natuurlijk niet uit de lucht gevallen. Jarenlang studeerde en werkte hij in het buitenland, tot hij in 2011 besloot om terug te keren naar Brussel. “Na mijn studie Kunstwetenschappen in Lausanne begon ik te werken in het Musée Jenisch in Vevey. Dat op zich niet zo bekende museum heeft een zeer goede collectie met onder meer heel veel werken op papier uit de vijftiende tot zeventiende eeuw en schilderijen uit de negentiende eeuw. Zo specialiseerde ik me in die materies. Daarna werkte ik onder meer in het British Museum aan een tentoonstelling rond Rembrandt, vooraleer ik mijn job als conservator inruilde voor een in de kunsthandel bij het toenmalige Artemis Fine Arts.” Problemen leidden ertoe dat Artemis opgesplitst moest worden, en zo kon Gillis in 2004 een van de partners van de nieuwe kunsthandel en specialist in tekeningen op papier GC Boerner worden. “De financiële crisis van 2008 zorgde ervoor dat de investeerders niet meer op lange termijn dachten, maar hun geld meteen verzilverd wilden zien. Toen we ook geen eigen stock meer mochten uitbouwen, maar enkel als een soort depot voor de werken van verzamelaars moesten functioneren, heb ik er de brui aan gegeven. Ik heb mijn deel verkocht, en ben terug naar België gekomen.”

Lemonnier

Moederkloek Tefaf

© KMSK

De voorbije jaren specialiseerde Gillis zich in de Belgische symbolisten, en werkte hij vooral met zijn bestaand contactenbestand. “Een jaar geleden kon ik dit pand op de kop tikken. Het ligt vlakbij de Zavel, maar toch is het hier rustig omdat er minder passage is. Bovendien is de galerij enkel op afspraak toegankelijk. Ik heb die

ons niet eens zo bijzonder zijn, vinden ze dat meestal echt super. Ze zijn ook altijd erg blij dat ze eindelijk naar Brussel kunnen komen.” Om zijn klantenbestand uit te breiden richt Gillis zijn pijlen nu ook op beurzen. “Aangezien het heel moeilijk is om een vaste plaats te krijgen op Tefaf, heb ik mijn kandidatuur ingediend voor showcase, een deel van de beurs waar vijf jonge galeristen eenmalig de kans krijgen om hun werk te tonen. Samen met vier anderen ben ik uit 120 kandidaten verkozen. Bovendien heb ik een soort peter gekregen om me met raad en daad bij te staan, en is de organisatie achter Tefaf een soort moederkloek voor ons.” Op Tefaf zal Gillis zowel schilderijen, sculpturen als tekeningen tonen, en dat zowel van Belgen als Léon Spilliaert en James Ensor als van internationale kunstenaars als Georges Seurat en Pierre Bonnard. Sculpturen zijn er van Oscar Jespers, en George Minne. “Minne heb ik pas zeer laat ontdekt, maar ik hou enorm van zijn werk. Ik hou van sterke beelden, waarin je de woede van de kunstenaar als het ware nog voelt. Vaak zijn die beelden voor verzamelaars te krachtig, terwijl musea ze wel appreciëren. Bovendien snap ik de aankooppolitiek van musea dankzij mijn achtergrond goed. Zo heb ik in de loop der jaren het vertrouwen van heel wat institutionele klanten gewonnen.”

‘Camille Lemonnier in het atelier van de kunstenaar’ van Alfred Stevens: “Jarenlang waren er alleen foto’s van het werk beschikbaar, tot ik het bij een belangrijke Franse familie ontdekte. “

“Als we willen dat mensen hun geld investeren in kunst, moeten ze er op zijn minst een klein voordeel voor krijgen.”

Links: ‘Sept femmes en noir’ van Léon Spilliaert.

Rechts: Eric Gillis.

Recent verkocht Gillis het schilderij Camille Lemonnier in het atelier van de kunstenaar (ca. 1880) van Alfred Stevens aan de Koning Boudewijnstichting, die het op haar beurt in bruikleen geeft aan het Fin-de-Sièclemuseum. “Jarenlang waren er alleen foto’s van het werk beschikbaar, tot ik het bij een belangrijke Franse familie ontdekte. Oorspronkelijk stelde ik het werk voor aan het museum van Elsene, aangezien zowel Stevens als de geportretteerde schrijver uit die gemeente afkomstig zijn. Maar het museum had geen budget, en verwees me door. Na zes maanden heeft de Stichting dan besloten het werk aan te kopen.” “Hoewel die lange procedures het vaak moeilijk maken om aan een museum te verkopen, ben ik blij dat het werk in Brussel blijft, want Lemonnier was de vader van de kunstkritiek. Bovendien heeft hij dat genre opnieuw geïntroduceerd in Brussel, en vormde hij zo de brug tussen Brussel en Parijs. Dankzij hem zijn Belgische kunstenaars als Félicien Rops en Alfred Stevens naar Parijs getrokken, en kwamen er in de twintigste eeuw ook Parijse kunstenaars naar Brussel. Daarnaast is dit werk belangrijk omdat het van Stevens is, en een voor hem zo typisch atelier voorstelt.” Aan wie Gillis het liefst verkoopt, hangt vooral af van het enthousiasme van de potentiële koper. “Enkel aan pure investeerders verkoop ik niet. Want ik hou echt van die werken, en wil dus dat de nieuwe eigenaars dat ook doen. Pas dan geeft mijn job me intellectueel voldoening. Ik vind het dan ook jammer dat de relatie kunst-geld in Europa zo gevoelig ligt. In de Verenigde Staten zullen museumconservatoren bijvoorbeeld zelf adressen van privéverzamelaars geven aan kunsthandelaars, en iedereen verzamelt daar kunst. Omdat het een manier is om te tonen dat je erbij hoort, omdat de musea allerlei evenementen organiseren waar je interessante contacten kan leggen en het fiscaal gunstig is. In België bestaat zo’n structuur niet, waardoor geld uitgegeven wordt aan auto’s en grote villa’s. Als we willen dat mensen hun geld investeren in kunst, moeten ze er op zijn minst een klein voordeel voor krijgen. Daarom droom ik van een tax shelter voor kunst, zoals we dat voor cinema hebben.” Elien Haentjens Tefaf, van 13 tot 22 maart, MECC Maastricht. www.eg-fineart.com


BDW 1465 PAGINA 26 - DONDERDAG 12 MAART 2015

Roger Charlier werd in 1949 door Cary Grant als kapitein en ‘oorlogsbruid’ Rochard vertolkt in ‘I was a Male War Bride’.

ROGER CHARLIER, OCEANOGRAAF EN FILMINSPIRATOR

NEPTUNUS ALS BRUID VOOR EEN FILM ELSENE – Roger Charlier kan er nog pittig om lachen. Als Belgische majoor in Duitsland trouwde hij in 1946 met een Amerikaanse luitenante en wou hij expatriëren naar Amerika. Daar moest hij eerst administratief hemel en aarde voor verzetten. Het bleek een uniek verhaal voor een filmscenario. Ietwat met de haren getrokken speelde Cary Grant de levenswandel van Charlier na, in de oorlogskomedie ‘I was a Male War Bride’.

Z

oals hij een paar keer per jaar doet, vliegt majoor en ereprofessor dr. Roger Henri Charlier (1921) volgende week naar Amerika. “Op verplicht bezoek bij mijn twee kinderen, echte Amerikanen, die mijn tijd bij hen in twee verdelen, net als mijn geld,” lacht hij. In zijn ruim hoekappartement van het artdeco Palais du Congo aan de Congolaan is zijn kater koning te rijk. Het dier wandelt tussen de tot tunnels geplooide voederdozen. “Beterkoop in Amerika, vanwaar ik ze altijd meebreng,” stelt Charlier kordaat. Om me te

laten schrikken duwt hij op een rode knop, die in verschillende stemhoogtes ‘No! No! Noooo!’ roept. “Gekregen van mijn dochter, je moet niet vragen waarom.” Charlier was het gros van zijn leven professor Oceanografie aan het Finch College in New York. Dat was toentertijd de duurste universiteit, waar de dochters van Nixon, Sanders, Roberto Rossellini en Ingrid Bergman studeerden. De kranige negentiger, die sinds zijn pensioen in 1989 in Elsene woont, werd in Antwerpen geboren. Hij begon Geografie te studeren

aan de Koloniale Hogeschool (nu Universiteit Antwerpen, met het oog op een verhuis naar Congo, red.). Het liep fout toen de Duitsers België binnenvielen. “Mijn ouders dachten: ‘België mag zijn kolonie Congo vergeten, dus die studie dient tot niets meer.’ Het kwam hen goed uit, want ze wilden niet dat ik naar Congo wegliep. Dus vloog ik naar de ULB, voor Geografie. Ze hadden horen zeggen dat er na de oorlog veel vacatures in het onderwijs zouden komen. Het diploma Oceanograaf haalde ik in Parijs.”

Staatsgeheim Veel later, in 1958, deed ik research bij oceanograaf Jacques Bourcart op het schip Calypso van commandant Cousteau. Ik specialiseerde me in de Energy of the Oceans: de golven, de getijden en het zoutgehalte. Mijn bekendheid heb ik daar aan te danken. Mijn doctoraat Oceanografie was in de mode voor de Amerikanen, en ze betaalden me het hoogste salaris van Finch College, opdat ik zou blijven (van 1958

© MARC GYSENS

tot 1983), for Publicity reasons of the College. Ik werd ook gastprofessor in Bordeaux (19721975). Ik ben hertrouwd in Amerika, want mijn eerste vrouw (waarover de film gaat, red.) stierf al na tien jaar huwelijk.” Of de oceaan de wereld kan redden, willen we weten, nu er enkel nog in Luik Oceanografie gedoceerd wordt. Charlier: “In mijn wetenschappelijke bijdrage in Tide and Tidal Energy (Getijden en Getijdenenergie, red.) vat ik samen hoe verschillende energieën werken: offshore windenergie, zeegolven-energie, getijdenenergie,... De levenslengte van een getijdenenergiecentrale is 75 jaar, terwijl een atoomcentrale op land maar 25 jaar meegaat. De rekening is dus vlug gemaakt, ook al kost de investering bij de opstart meer. De afbetaling duurt vijftien jaar, terwijl een landstation op vijf jaar afbetaald is. Er is dus nog een grote toekomst voor deze wetenschap weggelegd. De wereld heeft elektriciteit nodig! Buiten het getijdenstation in Orange Bay (Chili), een klein station op de Saint Lawrence River in Canada en eentje op de zee van Moermansk zijn er geen die goede resultaten geven. De Chinezen beweren dat ze 108 getijdenstations hebben, maar ik krijg ze niet te zien wegens staatsgeheim. En inderdaad, ik heb er twee kleine aan een riviermonding gevonden. Van een ander systeem, de Pelamis Wave Power, bestaat één golvenstation in Hammersfest (Noorwegen) en één offshore van Porto. Het gaat allemaal om heel goedkope energie. Enkel in Schotland maakt men er echt werk van.”

Communistisch wespennest Maar niets van dat professioneel leven in de film I was a Male War Bride, uitgekomen toen Charlier ook redacteur voor Volksgazet was (1949), en waarin het personage Henri Ro-


BDW 1465 PAGINA 27 - DONDERDAG 12 MAART 2015

“Veel Europese vrouwen waren in en na de oorlog met Amerikaanse militairen getrouwd, maar mijn geval - het omgekeerde - was ongezien en uniek”

Paardenstaart “Als Belgische majoor geraakte ik Amerika niet in. Mijn vrouw zei me: ‘If you think fighting a war is complicated, wait till you taste the American army’. En onze onvoorstelbare lijdensweg door administratieve rompslomp en slechte wil van de Amerikanen om me als ‘expat’ met een vrouw binnen te laten, begon. Er waren veel Europese vrouwen die met Amerikaanse militairen waren getrouwd in en na de oorlog, maar mijn geval, het omgekeerde, was ongezien en uniek. De Amerikaanse consul in Frankfurt heeft me gelukkig de wet leren lezen: (war) spouse betekent zowel ‘bruid’ als ‘bruidegom’ in het Engels. Zo is mijn situatie erkend geraakt.” “Mijn volharding werd uiteindelijk beloond met She can have him. Het verhaal kwam achteraf in de pers, er verscheen een boek over. Het inspireerde cineast Howard Hawks tot een romantische komedie. De feiten werden wel bij de haren getrokken in de film, maar soit. Hawks maakte er een klucht van, terwijl het destijds een lijdensweg was. Hij haalt er passages bij als de verfplekkenscène, een oubollige Chaplingrap. Of de scène op de rivier Main (bij Frankfurt) waarop Rochard van een barrage dreigt te varen, terwijl die rivier dat niet heeft. En wat paarden in Bremerhaven bij de Amerikanen doen, dat zou ik wel eens gezien willen hebben. Alle paarden werden opgeëist in oorlogstijd. Ik vond het al vreemd dat men de staart van een paard afknipte in de film om er een damespruik van te maken voor Cary Grant. Zelf heb ik nooit vrouwen-

© CINEMATEK

Duitsland. Om die taken te mogen uitvoeren werd ik als snotneus gebombardeerd tot majoor zonder dienstplicht.” “Hoe men bij mij kwam? Ze zochten iemand die Vlaams sprak en met la morgue (de arrogantie) van de Franstalige legeroversten overweg kon. Die persoon moest vooral de juiste politieke kleur hebben. Zonder me iets te zeggen was mijn Antwerpse vader, die goed vertrouwd was in liberale ministeriële kringen en de loge, gaan zeggen dat zijn zoon beschik-

handrem van mijn wagen losgemaakt, ik lag eronder. In het Amerikaans militair hospitaal in Nürnberg leerde ik – uit verveling – mijn vrouw kennen, een luitenante van de Medical Service uit Massachusetts. Daar begint het filmverhaal.”

3 VRAGEN AAN SASKIA DE COSTER

‘Alles mag, behalve tapdansen’ BRUSSEL – Tijdens de verbouwingen bij de VUB gaat KultuurKaffee op de dool. Vier keer zullen ze op een Brusselse locatie met een gastcurator samenwerken. In oktober nodigt curator en schrijfster Saskia De Coster alle Brusselse studenten uit om na te denken over stedelijkheid met het festival Stad van Verbeelding in Bozar. De studenten mogen hun ideeën in alle vormen insturen. Daarnaast zal er ook elke week een creatieve Brusselse organisatie in de kijker staan. Hoe is KultuurKaffee bij u terechtgekomen en bij de locatie Bozar? Saskia De Coster: “Ik heb een lange liefdesgeschiedenis met Brussel. Ik heb er zeven jaar gewoond. Maar ik denk vooral dat KultuurKaffee iemand zocht met verschillende interesses. Ik vind het leuk om buiten de kaders van de literatuur te kijken. En nu kan ik ook mensen uitnodigen die ik interessant vind. Vandaar de thematische insteek.” “Studenten van de VUB en de ULB zitten in de marge van de stad en met Bozar als locatie kan ik de studenten de stad intrekken. We plaatsen er een pop-upcafé dat het centrum van het festival wordt. Bozar is een oude cultuurtempel, maar er gebeurt zoveel. Het heeft ook catacomben en ruimtes die gewoon niet gekend zijn. Zo zullen we de ingewanden van de stad verkennen.” “Naast Bozar werken ook de AB, Passa Porta en anderen mee. Het is trekken en sleuren om alle organisaties te laten samenwerken, maar iedereen ziet het zitten. Terecht, stedelijkheid is heel actueel. Het is meer dan een thema, het is realiteit. En realiteit pak je best aan met verbeelding en nieuwe mensen.” Hoe koos u de organisaties die u in de kijker plaatst? De Coster: “Het zijn organisaties die jong zijn, stedelijk zijn en leemtes vullen.

baar was. Zo werd ik als eenentwintigjarige eremajoor-voor-het-leven benoemd door de Prins Regent. Ik moest geen legerdienst doen. Ik vreesde dat ik de toiletten zou moeten poetsen, zo afgunstig waren alle legeroversten.” “Eerst vloog ik als verzetsstrijder (Charlier had als student al gevangenisstraf in Sint-Gillis en Breendonk uitgezeten, red.) naar het ‘communistische wespennest’ Limburg, waar ik de leiding van de troepen moest nemen. Met mijn culot klaarde ik alles. Nadien werd ik aangesteld in de inlichtingendienst. En toen het Belgisch leger bijna gedemobiliseerd was, vond men voor mij een job bij de Verenigde Naties, bij de UNRRA (nu UNWRA) in Brussel, vanwaar ik een jaar lang een vluchtelingenkamp in Ansbach (Nürnberg) moest beheren.” “Op een dag hadden kinderen al spelend de

kleren of een pruik moeten aantrekken om in Amerika te geraken. Dat sleurde Grant zelf bij het verhaal, volgens Amerikaanse recensenten omdat Grant graag vrouwenkleren aantrok en zich tot beide geslachten aangetrokken voelde, al is dat nooit bewezen. Maar dat filmverhaal, en mijn hele avontuur als expat zijn natuurlijk wel uniek.” Jean-Marie Binst I was a Male War Bride (1949) van Howard Hawks wordt vertoont op donderdag 19 maart om 19u30 in Cinematek, Baron Hortalaan 9, Brussel, met introductie door Roger Charlier, 02-551.19.19., www.cinematek.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

Saskia De Coster: “Iedereen begrijpt de taal van de wetenschap.”

Kleine initiatieven zoals naaiateliers, groen in de stad en de Velofixer zijn eigenlijk heel banale dingen, maar iedereen gebruikt ze of kan ze gebruiken. Die initiatieven brengen een touch van menselijkheid in een anders anonieme stad. Dat soort ideeën zijn ook welkom in de wedstrijd.” Alle Brusselse studenten mogen meedoen aan de wedstrijd. Denkt u dat u ook de Franstalige studenten kan bereiken? De Coster: “Dat hoop ik. De wedstrijd is breed, niet alleen de creatievellingen kunnen hun ideeën insturen. We vragen ook wetenschappelijke inzendingen en ik denk dat dat de kloof kleiner maakt. Iedereen kan de taal van wetenschap begrijpen, Nederlandstalig of Franstalig. Met het programma zullen we ook Franstaligen lokken. We zijn nog op zoek naar een Franstalige klepper voor het festival.” “Ik ben erg benieuwd naar de inzendingen. Studenten kijken anders en creatief naar de dingen vanuit hun eigen ogen en noden.” “De meeste wedstrijden zijn rechtlijnig. Bij The Voice moet je zingen, bij So you think you can dance moet je dansen. Wij doen het anders. Alle mogelijke media en alle kunsten of wetenschappen kunnen deelnemen. Alles mag, behalve tapdansen, dat mag echt niet.” Marie Rutsaert

GROOVALICIOUS VIERT TWEEDE VERJAARDAG. Maart belooft groots te worden, dat belooft Groovalicious met een party in La Tricoterie, Theodor Verhaegenstraat 158, 1060 Sint-Gillis. Groovalicious nodigt op 14 maart Rocky Marsiano uit, een expert in het mengen van hiphop en Portugees-Afrikaanse muziek. Marsiano is een Portugese Amsterdammer. De deuren gaan open om 22 uur en ze sluiten om vier. Hoe vroeger je komt, hoe minder je betaalt. Vijf euro voor middernacht, acht euro erna. n EEN MACONNE IN HET TIJDSGEWOEL. In de reeks Donderse Denkende Dames heeft Gerlinda Swillen het op donderdag 26 maart over Germaine Hannevart (1887-1977). Hannevart studeerde Biologie aan de ULB, werd lerares aan het stedelijk lyceum Emile Jacqmain en was woordvoerster tegen de wet Rutten die gehuwde vrouwen thuis wou houden. Binnen de gemengde metselarij van Le Droit Humain zette ze vrouwenrechten op de agenda. Ze was ook verantwoordelijk voor de opvang van kinderen die de Spaanse burgeroorlog ontvluchtten. Donderse Denkende Dames vindt plaats op donderdag 26 maart om 20 uur in Ten Noey, Gemeentestraat 25, 1210 Sint-Joost. Het is een initiatief van het Masereelfonds en Ten Noey. n VEERTIEN FOTOGRAFEN MET DE KRACHT VAN EIGENHEID. Veertien afgestudeerde cursisten van het CVO Coovi stellen tentoon in het gemeenschapscentrum WABO aan de Delleurlaan 39-43 in 1170 WatermaalBosvoorde. Thema van de foto’s is De kracht van eigenheid. Op zaterdag 14 en zondag 15 maart is er een happening van 11 tot 18 uur. Een selectie blijft te bezichtigen tot 31 maart. Meer info op www.wabo.be. Samengesteld door Danny Vileyn

CULTUUR   KORT

Cary Grant (links) en Ann Sheridan (midden) in de film ‘I Was a Male War Bride’ uit 1949.

© JOHAN JACOBS

chard gebaseerd is op de jeugdige lotgevallen van Roger Henri Charlier. Acteur Cary Grant en Ann Sheridan (zie foto) speelden na wat Charlier en zijn Amerikaanse vrouw Mary Helen Glennon meemaakten. “Ik vertegenwoordigde in die tijd België, als mede-aanklager bij het proces van de oorlogsmisdadigers van Nürnberg. Ik moest er onder meer Von Falkenhausen en Raeder (eigenlijk anti-nazi’s) ondervragen namens de Amerikanen. Ook moest ik de dossiers onderzoeken over de industriële exploitatie van (dwang)arbeiders in


BDW 1465 PAGINA 28 - DONDERDAG 12 MAART 2015

VOETBAL > MAIZA DA SILVA IS VROUWELIJKE BELOFTE VAN HET JAAR IN MOLENBEEK

‘IK HEB STANDARD AFGEWEZEN’ BDWSPORT

SINT-JANS-MOLENBEEK – “Ik kom uit Brazilië, dus speel ik voetbal.” Zo eenvoudig verklaart Maiza Da Silva (15) haar liefde voor het spelletje. Behalve spelvreugde zorgt voetbal er ook voor dat ze zich hier beter in haar vel voelt. Bij FC Molenbeek Girls vond ze een tweede familie en die wil ze niet in de steek laten. Zelfs al trekken nationale topploegen aan haar mouw. “Ik heb het moeilijk gehad om me hier in te passen,” vertelt Da Silva. “Ik ben opgegroeid in Manaus, in het Braziliaanse Amazonegebied, en ben in 2011 met mijn moeder en broertje naar Anderlecht verhuisd. We spraken de taal niet en voelden ons echt vreemdelingen. Maar daar is beterschap in gekomen, mede dankzij FC Molenbeek Girls.” Dat voetbal ook in Brussel een voorname rol zou spelen in het leven van Da Silva, stond in de sterren geschreven. In haar thuisland werd ze op school al door mensen van de lokale voetbalacademie aangesproken over haar talent, maar mede door de te hoge kostprijs speelde ze enkel op straat voetbal, met de jongens. Ook hier begon ze op straat. “Ik speelde voornamelijk in het Crickxpark (in Kuregem, red.). Net als in Brazilië jongleerde ik veel met de bal – tot wel driehonderd keer – en tijdens de wedstrijdjes dribbelde ik heel wat jongens. Dat viel blijkbaar op, want terug werd me gevraagd waarom ik me niet bij een ploeg inschreef. Toen een medewerker van Buurtsport Brussel me aansprak en over FC Molenbeek Girls vertelde, heb ik het eens bij hen geprobeerd.” “Ik ben blij dat ik die stap heb gezet, want FC Molenbeek Girls is mijn tweede familie geworden. Op school heb ik niet zo veel vrienden, bij de club des te meer. We zien elkaar ook buiten het voetbal en gaan bijvoorbeeld samen naar het park.” Dat Da Silva goed in de groep ligt, zal niemand verrassen. Ze is spontaan, altijd goedgeluimd en kan ook nog eens een aardig potje voetballen. Zoals onlangs tegen Grez-Doiceau (6-1 winst), waarin ze de bal mooi in de hoek legde na een slalom tussen verschillende tegenstanders. Haar Braziliaanse flair valt meteen op. “Er zijn zowel onderlegde meisjes als iets minder goede speelsters in onze groep, maar we trekken allemaal aan hetzelfde zeel. Of ik me nooit verveel? Helemaal niet! We zijn hier om te leren. Daarbij, onze ploeg en ons niveau groeit. Een ploegmaat van mij was naar Anderlecht getrokken, maar ze raakte er niet van de bank en is uiteindelijk teruggekomen. Het is nochtans een goede speelster. Hier heb ik mijn plaats en word ik gewaardeerd. Dat is belangrijk.”

Grote Duitsers Dat de Molenbeek Girls het goed doen, bewijst de titel die de U16 vorig seizoen behaalden. Met een puntertje zorgde Da Silva voor het doelpunt van de titel. Logisch dus dat haar naam opduikt in het boekje van de trainers van de Red Flames. “Eind 2014 ben ik voor het eerst opgeroepen voor de U15 van de nationale ploeg. Dat is echt wel leuk omdat ik er met meisjes speel die een hoog niveau halen. Ik leer er andere trainingstechnieken aan en kan

Maiza Da Silva: “Sommige speelsters van Standard keken neer op mij. ‘FC Molenbeek Girls? Wie zijn dat?’ Dat was hun reactie. Maar ik heb hen op het veld getoond wat ik kan.”

in uitstekende omstandigheden werken. Soms moeten ze wat geduld met me hebben omdat ik die trainingen nog niet goed ken, maar dat is geen probleem.” “Ik ben al met de ploeg naar Duitsland getrokken, waar we wel met 13-0 hebben verloren. Die Duitse meisjes zijn sterk, en groot! We hebben ook al tegen jongensploegen gespeeld en binnenkort spelen we een match in Nederland.” De Brusselse heeft haar plaats bij de Red Flames wel moeten afdwingen. En dat is als speelster van FC Molenbeek Girls, tussen meisjes van onder meer Standard en Ander-

lecht, niet zo gemakkelijk. “Sommige speelsters van Standard keken aanvankelijk neer op mij. FC Molenbeek Girls? Wie zijn dat? Dat was hun reactie. Maar ik heb hen op het veld getoond wat ik kan, want ik was steeds titularis. Ik heb bewezen dat ik het niveau aankan en dat ze op mij kunnen rekenen.” Dat hebben de bestuurders van nationale topploegen ook gezien. Da Silva heeft al een paar voorstellen op zak, maar heeft er geen oren naar. Ze zit goed waar ze zit. “Tijdens de matchen van de nationale ploeg zijn er mensen van de verschillende Belgische ploegen aanwezig en daar zullen ze me opgemerkt heb-

© JENNIFER TAELMAN

ben. Ik heb onlangs een voorstel gekregen van Standard, maar ik heb geweigerd. Ik heb mijn ploeg, waarom zou ik veranderen? Die man zei dat ik een slechte keuze heb gemaakt door voor FC Molenbeek Girls te kiezen, maar volgens mij heb ik net goed gekozen.” “Hier zijn mijn vriendinnen, het is mijn tweede familie. Ik ga hen niet achterlaten. Mijn plaats is bij de Molenbeek Girls. Daarbij, we zijn aan het groeien. Op internationale tornooien hebben we al mooie resultaten behaald en ben ik al uitgeroepen tot een van de beste speelsters. Niet zo lang geleden hebben we tegen Standard gespeeld en 2-1 verloren, maar het was zeer nipt. Dat zegt volgens mij veel.”

Werk in het huishouden

GIRLS MET AMBITIE Ramzi Bouhlel viel eveneens in de bloemetjes tijdens de uitreiking van de sportverdienste van het jaar van de gemeente Molenbeek. Hij werd uitgeroepen tot beste trainer, maar is voor Maiza Da Silva meer dan dat. Hij begeleidt haar en rijdt met haar naar de trainingen van de nationale ploeg. “Maiza is een meisje boordevol talent,” aldus Bouhlel. “Maar voor haar zijn er in de Brusselse regio geen andere ploegen van een behoorlijk niveau. Anderlecht gaat achteruit, de referentie

is nu Standard. FC Molenbeek Girls heeft na twee jaar een honderdtal speelsters en we schrijven iedereen in. Wie uiteindelijk niet meer wil spelen, begeleiden we om bijvoorbeeld trainer of scheidsrechter te worden. Met onze eerste ploeg willen we van derde zeker naar eerste provinciale promoveren. We krijgen nu meer steun van de gemeente en beschikken over beter materiaal en meer mogelijkheden om velden te gebruiken. Met de nodige middelen kunnen we zeker hoger mikken.” TS

Verre verplaatsingen zijn ook onmogelijk voor Da Silva. Dat laat haar thuissituatie niet toe. Op jonge leeftijd is ze al volwassen en weet ze goed wat haar mogelijkheden zijn. “Nadat de schoolbel gaat, moet ik mijn klein broertje gaan halen en met hem naar huis gaan. Ik neem ook heel wat huishoudelijk werk op mij omdat mijn moeder veel moet werken. Voor ik op dinsdag kan gaan trainen, moet ik bijvoorbeeld wachten tot zij thuis is. Ik heb nogal drukke weken.” “Ik weet dat je altijd een back-up plan moet hebben. Het damesvoetbal is hier nogal klein, daarom moet ik zien dat ik de juiste keuzes maak. Ik ga bijvoorbeeld Nederlands leren, want dat is nodig om werk te vinden. Ik houd van voetbal, het is een passie. Maar ik moet slim zijn en goed kiezen.” Tim Schoonjans


BDW 1465 PAGINA 29 - DONDERDAG 12 MAART 2015

ESTAFETTE > DAVID STEEGEN

@BroothaertsD WHAAAAAAAAAATT!!!!!!!! Gold medal, European record! This is crazy! #KABOOM #4x400m #praha2015 @Euro_Indoors

Vive L’Espérance

© KET2SPORT

De Brusselaars hebben afgelopen week uiteenlopende resultaten behaald op het Europees kampioenschap indoor atletiek in Praag. Anne Zagré ontgoochelde op de zestig meter horden en Damien Broothaerts kon in diezelfde discipline de finale niet halen, maar de broertjes Borlée maakten alles goed. Dylan Borlée behaalde een zilveren medaille op de 400 meter en samen met zijn broers Kevin en Jonathan en Julien Watrin behaalde hij een gouden medaille op de 4X400 meter, met een Europees record. Tot blijdschap van hun maatje Damien Broothaerts. TS

De lente is in het land. Anderlecht speelt uitzonderlijk als vanouds op zaterdagavond. Dat betekent een heuse vrije dag op zondag. Luxe. Fietsen met ‘De Bleiters’. We starten in de schaduw van de Basiliek van Koekelberg. In Sint-Agatha Berchem en Groot-Bijgaarden pikken we de ontbrekende leden op. De Bleiters wonen overal. Schaarbeek, Jette, Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem, Oudergem, Ternat, Dilbeek en Groot-Bijgaarden. Er wordt gekozen voor een tocht langs de Dender. Een mooie 70 kilometer lange rit die we willen afsluiten in ons stamcafé De Linde in Dilbeek. Helaas, het is gesloten. Een lichte domper. Gelukkig leidt de ultieme fietsende Brusselaar en voorzitter van het clubje ons naar een nieuwe afspanning. Zonder voorzitter Dirk geen Bleiters. Hij gidst ons naar een geweldige kroeg in Sint-Agatha-Berchem, aan de kerk. Ik ontdek A l’Espérance. Een echt Brussels café. Figuren. Daar komt Gust binnen, trappenmaker en voormalig afgevaardigde van VK Berchem waar twee van onze Bleiters nog voor gevoetbald hebben. Rechts van ons zit een oud koppeltje, in hun zondagse kleren, stilzwijgend naast elkaar. Het is zondagmiddag. L’apéro. Zij drinkt mondjesmaat van een wit wijntje, hij bewondert een rosé. De cigarillo’s liggen uitgestrekt voor hem klaar, symmetrisch zij aan zij in een afgeleefd metalen doosje. De bood-

TIENDE VERJAARDAG KET2SPORT

BREKEN KETJES WERELDRECORD SIT-UPS?

SPORT   KORT

Wie is de SPORTIEFSTE KLAS VAN BRUSSEL? De Stichting Vlaamse Schoolsport gaat sinds afgelopen maandag on tour in de hoofdstad. Leerlingen van het vijfde leerjaar uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs worden gedurende veertig minuten getest op fitheid, behendigheid en samenwerking. De winnaars worden uitgenodigd op het provinciaal domein in Huizingen voor een sportdag op dinsdag 9 of maandag 15 juni. n Liefhebbers van vechtsporten kunnen zaterdag hun kunnen tonen tijdens de negende INTERCLUB van de Brussels Brazilian JIUJITSU Academy, in sportzaal Victoria (Léon Autriquestraat 4 in Koekelberg). Zowel kinderen (vanaf 4 jaar), jongeren als volwassenen kunnen deelnemen. Vanaf 13 uur is het aan de ketten tussen 4 en 12 jaar, vanaf 15.00 uur aan iedereen ouder dan 12 jaar. Meer info op www.bbjja.be. n In het Koekelbergse Elisabethpark

sie en de Stichting Vlaamse Schoolsport. “Dit is een zeer goede ervaring die ons zeker en vast zal helpen tijdens onze verdere loopbaan. We werken allemaal goed samen met het doel zoveel mogelijk ketjes te laten aansluiten bij een sportclub.”

Water en ijs De ketjes, leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar van de Nederlandstalige Brusselse scholen, zullen informatie over het sportaanbod in hun stad krijgen en uit verschillende pakketten kunnen kiezen: Ket2Sport biedt de keuze uit een dertigtal sporten, met Ket2Adventure kunnen de leerlingen aan uitdagendere activiteiten als speleobox en klimmen deelnemen, tijdens Ket2Ice wordt er op het ijs gesport en met Ket2Swim wordt het zwembad van de VUB ingepalmd om allerlei activiteiten uit te voeren. “Als de kinderen een leuke voor- of namiddag hebben gehad en de sportclubs toch wat nieuwe leden hebben aangetrokken, dan is onze missie geslaagd. Ket2Sport is een leuk concept en elk jaar proberen de organisatoren het iets beter te maken. Hopelijk slagen we daar dit jaar opnieuw in.” Tim Schoonjans

David Steegen is persverantwoordelijke van RSC Anderlecht

© GOOGLE STREET VIEW

BRUSSEL – Ket2Sport viert op 16 en 17 maart zijn tiende verjaardag. De organisatoren willen dat niet onopgemerkt voorbij laten gaan en plannen een heuse officieuze wereldrecordpoging. “We willen zoveel mogelijk leerlingen simultaan sit-ups laten doen,” vertelt Elke De Maeght, coördinator van Ket2Sport. “Ik weet niet wat het exacte cijfer is, maar indien meer dan driehonderd leerlingen deelnemen, verbreken we het record. Er worden zowat tweeduizend leerlingen verwacht (vijfhonderd per halve dag), de kans zit er dus zeker in.” “De recordpoging zal op dinsdag 17 maart plaatsvinden, in de groene zaal van de VUBcampus in Elsene. Om het allemaal nog wat op te vrolijken gaan we een jury samenstellen die de leerlingen zal beoordelen, zal de Ket2Sport-mascotte er rondlopen, enzovoort.” Dat Ket2Sport met deze feestelijke tiende editie kan uitpakken, komt door de negen succesvolle edities die eraan zijn voorafgegaan. Een van de hoofdredenen van dat succes is het sterke organisatieteam: een samenwerking van studenten uit de derde bachelor Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel, Bloso, de sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommis-

schappen staan op de stoelen voor hen. Naast het aandoenlijk koppeltje zit een oudere dame met paars haar. Een volmaakt getapte drieëndertiger staat uitnodigend voor haar klaar. Haar glimlach is eeuwig. Aan de bar staat een man te wankelen op zijn benen. Hij is behoorlijk aangeschoten. De gezellige dronkaard draagt een T-shirt van RWDM. Hij roept plots. Iets onverstaanbaars, niets agressiefs. Een andere stamgast maant hem vriendelijk aan tot kalmte door hem vriendelijk op de rug te kloppen. Even later is hij verdwenen. Aan de muren hangen voetbalfoto’s. Voornamelijk van RWDM en Union Saint-Gilloise. Ingekaderde truien uit Sint-Gillis. Niets van Sporting Anderlecht. “Ben je niet op je ongemak?”, vraagt een collega. Waarom zou ik? Brusselse zwans lost veel op. We lachen en we drinken wat. De oud-voorzitter van de bierfederatie fietst bij ons. Met een andere Bleiter, het grootste laweit, hebben ze jaren geleden een nog steeds springlevende bierclub opgericht. ‘Groot laweit’ roept steevast, bij elke bestelling, de brouwersdatum van zijn lievelingsbier. “2013,” roept hij. De reden ontgaat ons, maar we liggen dubbel. Dat fietsen en dat uurtje lachen en keuvelen per week mogen ze mij nooit afpakken. Vive L’Espérance! De patron is overigens supporter van RSC Anderlecht.

Meer info op www.ket2sport.be

(vertrek aan de VGC-sporthal) organiseert de sportdienst van de VGC vanaf 16 maart op maandag, woensdag en vrijdag (van 10.30 tot 11.30 uur) wekelijks de lessenreeks 50+ LOOPT 30‘. Onder begeleiding van ervaren sportbegeleiders leren de deelnemers er in veertien weken tijd dertig minuten aan een stuk te lopen. De kostprijs is 14 euro. Deelnemers wordt aangeraden om op vrijdag 13 maart de CONDITIETESTEN af te leggen om na te gaan hoe goed of slecht hun basisconditie is. Meer info op www.sportinbrussel.be. n De conditie van onze nationale rugbyploeg is uitstekend, zo bewijzen hun resultaten. Om de ZWARTE DUIVELS live aan het werk te zien, moet u zaterdag (aftrap om 16.30 uur) naar de kleine Heizel trekken. Daar spelen ze tegen Moldavië, een poulematch van de European Championship of Nations. Ticketprijzen gaan van 5 tot 19 euro, jongeren onder de 14 jaar mogen gratis binnen. TS

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EIND­REDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Sara De Sloover, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Michel Tubbax. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.