AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
02 07 15
DUBBELGESPREK GEERT EN JUDITH PAGINA VAN ISTENDAEL 16-17
Tweede keer, goede keer voor Goethals BRUSSEL – Niets dan gelukkige schrijvers in de Passa Porta Boekhandel, waar vorige week donderdag de prijsuitreiking van de tweede BDWverhalenwedstrijd plaatsvond. Je zou voor minder, als je een illustratie die de Brusselse Nena Peeters speciaal bij de winnende verhalen maakte, mee naar huis krijgt. Maarten Goethals (midden) ging na een derde plaats vorig jaar met de hoofdprijs aan de haal. De winnende verhalen leest u acht weken lang in uw favoriete Brusselse weekblad. Ken Lambeets Lees p.20-21 ‘De Viskom’ en p.22 ‘Over diepe angsten en intolerante zielen’ FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE
TWEE JAAR IN OUD-MOLENBEEK SINT-JANS-MOLENBEEK – Drie jaar na de bestseller ‘In Brussel, een reis door de wereld’ verschijnt in september het nieuwe boek van historicus Hans Vandecandelaere, ‘In Molenbeek’. Twee jaar lang dook Vandecandelaere in de coulissen van Oud-Molenbeek. Hij sprak er met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. Een greep uit zijn reisimpressies leest u zeven weken lang in Brussel Deze Week. KL Lees p. 12-13: Oud-Molenbeekse kakofonie FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE
N° 1481 VAN 2 TOT 9 JULI 2015 ¦ WEEK 27: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
© PETER MACDIARMID
BDW 1481 PAGINA 2 - DONDERDAG 2 JULI 2015
VAN DE REDACTIE
door Danny Vileyn
Niet gedoopt Er was een tijd dat vrouwen in het katholiek onderwijs moesten ophouden met lesgeven als ze in het huwelijksbootje stapten. Van ongetrouwd samenwonen, laat staan van getrouwde lesbische of homokoppels, was in die tijd geen sprake. Dat die tijd ver achter ons ligt, is wel duidelijk, maar omdat niets onomkeerbaars is, moeten we wel blijvend op onze tellen passen. En dat geldt voor de hele samenleving, niet alleen voor het katholiek onderwijs. Dat wordt weleens vergeten. Een brief van een schoolhoofd van een katholieke school die op onze redactie is beland, laat de ouders van kindjes van de derde kleuterklas weten dat hun juf niet kan blijven omdat ze niet kan benoemd worden. En ze kan niet benoemd worden omdat ze niet gedoopt is. We dachten dat dit soort verhalen voorbij waren. Maar neen, ze bestaan nog wel degelijk. Meer nog, de Guimardstraat verdedigt de maatregel. Onderwijzers en kleuterjuffen geven godsdienst en de godsdienstinspectie vindt dat het doopsel een voorwaarde voor benoeming is. Aangezien er een scheiding is van kerk en staat, valt daar niet aan te tornen. Net zoals de kerk niets aan de staat te zeggen heeft, heeft de staat niets aan de kerk op te dringen.
WAUTER MANNAERT
Toch roept het vragen op, ook binnen het katholiek onderwijs. De directrice schrijft zelf dat ze beseft dat dit een voorwaarde is waaruit discussie kan groeien. Haar openheid siert haar. In deze geseculariseerde maatschappij klinken voorwaarden voor benoeming zoals gedoopt zijn inderdaad vreemd in de oren. Ook bij ouders die bewust kiezen voor een katholieke school. Het belangrijkste is toch dat ze een uitstekende juf is? Toch moeten wij er ons voor hoeden om al te vlug schandaal te roepen. Iedere dag leren kinderen op school dat ze tolerant moeten zijn. In deze stad met mensen van hier, maar ook van overal ter wereld, is er geen andere keuze. Sinds 1958 heerst er in dit land schoolvrede, het schoolpact heeft dat bezegeld. Dat betekent dat het katholiek onderwijs – met middelen van de gemeenschap – een sterk net met een sterke identiteit heeft kunnen uitbouwen. Maar dan was er de secularisering en vervolgens kwam er de multiculturele samenleving met in de steden een grote groep moslims (en vele andere godsdiensten). Plots beseften velen dat het wegdeemsteren van de godsdienst sinds de jaren 1960 aan het keren was. Net zoals geen enkele taal nog dominant is in Brussel, is ook geen enkele levensbeschouwing dat nog. Dat een leerkracht die godsdienst moet geven gedoopt moet zijn, is voer voor discussie binnen het katholiek onderwijs. Maar het blijft jammer dat een kleuterleidster met veel talent daarom niet aan de slag kan blijven.
Kunstenaar Ai Weiwei kreeg bezoek van Paul Dujardin.
Schenkingen > Bozar krijgt kunst van Ai Weiwei
CHINESE GIFT AAN BOZAR FOUNDATION BRUSSEL – Paul ridder Dujardin (52), algemeen directeur van het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar), is net terug van de koninklijke missie naar China. Daar bezocht hij gecontesteerd kunstenaar Ai Weiwei, wiens huisarrest zou worden opgeschort door de Chinese overheid.
De kersverse Bozar Foundation wil de vrije meningsuiting via cultuur hoog in het vaandel dragen.
Dujardin kwam met een symbolische geste van Ai Weiwei terug. “Ai Weiwei is de eerste niet-Belg die een belangrijke gift van kunstwerken doet aan de Europese trust Bozar Foundation. De kersverse Bozar Foundation werd door het Paleis voor Schone Kunsten onder auspiciën van José Manuel Barroso opgericht. De stichting heeft de bedoeling om kunstwerken in de belangstelling te plaatsen die de duurzaamheid van cultuur en de vrije meningsuiting hoog in het vaandel dragen.”
heeft ons met veel empathie ontvangen. Zo overhandigde ik hem symbolisch mijn paspoort (te zien op Instagram), waarmee het paradigma werd geprikkeld dat hij een vrij man is onder huisarrest.”
Empathie
Vaste collectie
Dujardin ging niet alleen op visite bij Ai Weiwei. Ook Luc Tuymans ging mee op bezoek. Tijdens Europalia China, in 2009-2010, hadden beide kunstenaars een gezamenlijke expositie in Bozar: The State of Things. Brussels/Beijing. Dujardin: “Bozar heeft altijd gewerkt rond het Europees en mondiaal narratief om kunstenaars met verschillende temperamenten met elkaar te confronteren. Het was de eerste keer in vijf jaar dat beide sterke karakterkoppen elkaar terugzagen. Het gesprek in China was zeer confronterend, zag ik in de hotelkamer. Ai Weiwei
“Zolang Ai Weiwei leeft, beseft hij dat freedom of speech nog mogelijk is. Als hij naar het buitenland reist, mag hij het land niet meer binnen. Daarom blijft hij in China. Eigenlijk is de man een groot patriot, die in China wil blijven. Mensen beseffen die houding niet altijd,” besluit Dujardin. Of de Bozar Foundation een vaste collectie opstart voor het Paleis voor Schone Kunsten dat statutair een ‘museum zonder vaste collectie’ is, wou Dujardin niet bevestigen. Jean-Marie Binst
BDWVOORGROND
BDW 1481 PAGINA 3 - DONDERDAG 2 JULI 2015
CINEMA > UITBATER OP ZOEK NAAR OPLOSSINGEN
BOBIJN AF BIJ
BIOSCOOP STYX
ELSENE - Wie deze zomer eindelijk nog eens afzakt naar de Styx, zal van een kale reis terugkomen. De sympathieke, kleine bioscoop in Elsene sluit twee maanden de deuren. Noodgedwongen.
werk Timbuktu en Mommy, de film waarmee Xavier Dolan vorig jaar in Cannes in de prijzen viel. Een specialiteit van het huis is ook smaakmakers langer dan een jaar op de affiche houden. Zelfs na de release van de dvd. Een recent voorbeeld is Boyhood, de film over de kindertijd waar regisseur Richard Linklater twaalf jaar de tijd voor nam. Styx promoot zichzelf als de bioscoop van het geheugen. In de jaren 1990 vielen de bezoekcijfers zwaar terug. Ook al had de groezeligheid zijn charmes, een opsmukbeurt drong zich op. Een nieuwe Dolby SRD geluidsinstallatie, twee nieuwe schermen en een fraai gerenoveerde voorgevel zorgden in 2004 voor een nieuw elan. Dat is ondertussen weer stilgevallen. Digitalisering dreigt de hindernis te veel te worden.
Officieel is de Styx in juli en augustus gesloten ‘om technische redenen’. Maar oprichter en uitbater Claude Diouri verbergt niet dat hij die tijd ook nodig heeft om een oplossing te zoeken voor zijn bioscoop. Met twee zaaltjes van net geen veertig plaatsen is het een van de kleinste bioscopen in Europa. Ze gevuld krijgen is al jaren een uitdaging. De Styx bevindt zich in een pand in de weinig commerciële Gewijde Boomstraat in Elsene. Op veel toevallige passanten moet de bioscoop er niet rekenen. Diouri noemde de Styx eerder al mecenaat voor het publiek. Hij richtte de bioscoop in 1968 op nadat hij vastgesteld had dat de jonge Belgische regisseurs hun films nergens konden vertonen. Die heette toen nog L’Ecran en bevond zich in de Koninklijke-Prinsstraat. Toen Diouri daar in 1975 buiten vloog, herbegon hij wat ondertussen Styx heette in de Gewijde Boomstraat.
‘Om technische redenen’
Hindernis te veel De programmatie is niet die van een buurtbioscoop maar van een tweederangsbioscoop met de ambities en bezieling van een arthouse. Tweederangsbioscoop is niet figuurlijk maar letterlijk te nemen: op de affiche staan veelal arthousefilms die in de reguliere bioscopen uitgezongen zijn. Om een idee te geven: de voorbije weken vertoonde men er de Amélie Nothomb-verfilming Tokyo Fiancé, het humanistisch meester-
De Styx is een van de kleinste bioscopen van Europa.
© SIMON BLACKLEY / FLICKR CREATIVE COMMONS
De voorbije jaren is de filmsector wereldwijd massaal overgeschakeld op digitaal. Bioscopen ruilden hun analoge apparatuur in voor een dure digitale uitrusting. En ook de filmverdelers schakelden bijna volledig over op digitaal. Met bobijnen zeulen is er niet meer bij. Voor de Styx is dat een groot probleem. De Styx is niet uitgerust om digitaal te projecteren. Hij behielp zich de voorbije jaren noodgedwongen met dvd’s en Blu-ray. Maar die kwaliteit kunnen mensen evengoed in huis halen. Het verplicht de bioscoop ook om te wachten tot een film op die formaten uitgebracht wordt. Met de sluiting ‘om technische reden’ gunt Diouri zichzelf de tijd om naar een oplossing te zoeken. Hij gaat er prat op dat hij tot voor kort nooit met subsidies gewerkt heeft. Niels Ruëll
GUIMARDSTRAAT: ‘DOOPSEL IS NORMALE VOORWAARDE’
Katholieke school ontslaat juf wegens niet gedoopt SCHAARBEEK - Het Boodschapinstituut verbreekt de samenwerking met een kleuterjuf omdat ze niet is gedoopt. De ouders van de kinderen van de derde kleuterklas zijn verbijsterd. “Ze was een uitstekende juf.” De directie liet in een mail aan de ouders weten dat juf Ilse niet langer kleuterjuf kan zijn op het Boodschapinstituut, een katholieke
buurtschool in Schaarbeek. Een van de juffen wordt vastbenoemd. Daardoor is er een kleuterjuf te veel. De directrice heeft gekozen om het contract met juf Ilse niet te verlengen. Dat zij moet gaan, en niet een van de twee andere juffen, heeft niet te maken met haar pedagogische kwaliteiten, zo schrijft de directrice. “Het is een voorwaarde binnen het katholiek onderwijs dat een onder-
wijzer gedoopt moet zijn om te kunnen worden benoemd.” Juf Ilse is dat niet. Daardoor kan ze nog maximaal een jaar aan de slag. En dan is de keuze snel gemaakt, zelfs al heeft ze uitstekend lesgegeven het voorbije jaar. De directrice meldt ook nog dat de juf wist dat ze dat risico zou lopen. “Ik had het haar bij haar aanwerving duidelijk meegegeven.” Met andere woorden: ze had zich het voor-
bije jaar nog kunnen laten dopen. De ouders willen niet met naam en toenaam reageren, maar ze zijn verbijsterd dat het doopsel vandaag nog een voorwaarde is om vastbenoemd te geraken. “Te meer daar ze een uitstekende kleuterjuf is,” zo klinkt het. Bij de Guimardstraat, de koepel van het katholiek onderwijs, wijzen ze erop dat het normaal is dat een kleuterjuf gedoopt moet zijn. “Kleu-
terjuffen geven godsdienst. Ze moeten dus van de godsdienstinspectie een mandaat krijgen.” Wel is het zo dat als de school er nooit een probleem van heeft gemaakt dat de ongedoopte leerkracht godsdienst heeft gegeven de voorbije jaren, het doopsel niet als voorwaarde mag gelden voor de vaste benoeming in die school. Steven Van Garsse
BDW 1481 PAGINA 4 - DONDERDAG 2 JULI 2015
UITGELICHT > STUDIE OVER BUURTEN IN MOEILIJKHEDEN IN BELGISCHE STADSGEWESTEN
ARME WIJKEN ROND CENTRUM WORDEN RIJKER, BEWONERS NIET BRUSSEL – Een nieuwe studie legt de dynamiek van wijken in moeilijkheden bloot. Opvallend is dat de wijken rondom de Brusselse Vijfhoek rijker worden, maar hun inwoners niet. Die trekken naar omliggende wijken die nog wél betaalbaar zijn.
D
e studie, uitgevoerd in opdracht van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid, moet fungeren als atlas over buurten in moeilijkheden en als instrument voor beleidsvoering. De studie werd uitgevoerd door Christian Kesteloot (ISEG-KU Leuven), Christian Vandermotten (IGEAT-ULB) en Bertrand Ippersiel (ICEDD). Ze onderzochten tweeëntwintig variabelen, waaronder huisvesting, onderwijs, socio-economische toestand, inkomen en gezondheid. Zeventien Belgische steden werden onderzocht, waaronder Brussel. Met 295 achtergestelde buurten springt Brussel er bovenuit als stad met de
meeste probleemwijken. “Brussel is verreweg de stad met het grootste aantal personen dat in achtergestelde buurten woont: 761.000 personen op bijna twee miljoen inwoners in het stadsgewest. Zelfs al is het aandeel van de bevolking hoger in Luik en in de Henegouwse industrie-as, dan nog onderscheidt Brussel zich door een zeer sterke polarisatie tussen arme en rijke wijken, met als gevolg dat er talrijke wijken in zeer grote moeilijkheid zijn,” klinkt het. Na Brussel komen Charleroi en Luik. De meest precaire buurten in Brussel bevinden zich ten noorden en ten westen van de Vijfhoek in de sikkel van Sint-Joost-ten-Node over westelijk Schaarbeek, Molenbeek tot SintGillis.
“Nieuwe musea of investeringen in de publieke ruimte zorgen misschien voor een opwaardering van de wijk, maar lossen uiteindelijk de problemen niet op”
Net zoals in Antwerpen en Gent is in Brusselse armere wijken niet zozeer het gemiddelde inkomensniveau of de werkloosheid een probleem, zo zeggen de onderzoekers, maar wel
de geografische concentratie van de meer achtergestelde bevolking in bepaalde delen van de stad.
Emigratie uit arme wijken Eén constante: in alle onderzochte stadsgewesten zien de onderzoekers een tegenstelling tussen een verarmd stadscentrum en een bemiddelde periferie. “Wat er ook wordt beweerd, de randverstedelijking door de bemiddelde klasse gaat aan een gestaag tempo verder, en de plaatselijke processen van gentrificatie vormen geen tegengewicht,” concluderen de onderzoekers. Maar “opvallend is de emigratie uit de klassieke arme buurten,” zegt geograaf Maarten Loopmans. “Gezinnen met meerdere kinderen trekken weg, en in de plaats komen tweeverdieners. De voormalige bewoners trekken in veel gevallen naar de omliggende wijken. Je ziet bijvoorbeeld dat laag-Molenbeek welvarender wordt, maar dat nieuw Molenbeek de rol van transitwijk overneemt. De klassieke arme wijken worden dus
rijker, maar dat maakt niet dat het armoedeprobleem is opgelost.” Bovendien blijkt dat de meest welgestelde wijken in stadsgewesten vaak gesloten blijven voor huishoudens die de armste wijken ontvluchten, maar ook voor de nieuwe migranten. “Derhalve wordt de toenemen-
DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT Voetgangers hebben het vanaf deze week - eindelijk - voor het zeggen in het hart van de stad. Dat geeft aanleiding tot gezellige zomertaferelen: een partijtje pingpong spelen op de Anspachlaan, de krant lezen vanop een bankje op straat, een picnicklaken uitspreiden op het asfalt, waar men maar wil. Dat de centrale lanen autovrij zijn verklaard, heeft een voorgeschiedenis: in mei 2012 riep filosoof Philippe Van Parijs via Brussel Deze Week op tot burgerprotest. Daarop ontstond de burgerbeweging Picnic the Streets, die picknicks organiseerde voor het Beursgebouw. De beweging kreeg na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012 gehoor bij de nieuwe meerderheid (PS-MR), onder leiding van burgemeester Yvan Mayeur (PS).
WEEKOVERZICHT
BDW 1481 PAGINA 5 - DONDERDAG 2 JULI 2015
© ELKE VANOOST
WOENSDAG 24 JUNI NIEUW PARKINGPROTEST IN MAROLLEN. Vorig jaar werd met succes de bouw van een ondergrondse parking onder het Vossenplein tegengehouden. Stad Brussel beslist nu om de parkeergarage onder de woontoren Brigittinen uit te breiden. De woontoren bevindt zich op een boogscheut van het Vossenplein. De bewoners eisen een renovatie van het gebouw in plaats van een nieuwe parking. DERDE MEER BABY’S IN BRUSSEL. Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel maakt de resultaten van het onderzoek naar geboortes in Brussel bekend. In 2012 werden een derde meer baby’s geboren dan in 2000. Het geboortecijfer van 16,2 per 1.000 inwoners ligt hoger dan in Vlaanderen en Wallonië.
DONDERDAG 25 JUNI JETTE BANT PLASTIC ZAKJES. Na de gemeente Anderlecht bant nu ook Jette plastic zakjes. Vanaf 2016 zullen winkeliers en marktkramers niet zomaar een zakje kunnen meegeven aan hun klanten. Jette wil zo de druk op het milieu verlichten, de straten properder maken én een voorbeeld stellen voor de rest van het Gewest. NIEUW LOGO BRUSSEL-STAD. Het nieuwe logo van BrusselStad zorgt voor ophef. Volgens partijen N-VA en Vlaams Belang zou de afkorting BXL te Franstalig zijn. Anderen hekelen de afbeelding van aartsengel Michaël. Die zou een beetje op Batman lijken. Ook het kostenplaatje van 80.000 euro doet vragen rijzen. Brussels burgemeester Mayeur verdedigt het logo en de bijhorende keuzes.
VRIJDAG 26 JUNI VGC WIL JOURNALISTIEKE KWALITEIT. Tijdens de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zegt VGC grotendeels akkoord te gaan met de beslissingen van de raad van bestuur van de Vlaams-Brusselse Media. Die wil tegen 15 oktober een strategische visie klaarhebben voor de komende vier jaren. De VGC benadrukt het belang van overleg en het opzetten van een redactieraad. Nieuw is de vraag naar nadruk op journalistieke kwaliteit. Volgens de studie wordt de tegenstelling tussen een arm Brussels centrum en een rijke periferie verscherpt door de administratieve opdeling tussen het Brussels en het Vlaams Gewest.
de demografische druk op de grote steden, in het bijzonder Brussel, in de eerste plaats gedragen door de armste wijken en hun rand, die iets minder achtergestelde is.”
Armoedebestrijding Maarten Loopmans ziet een gelijk-
“ “ HET GETAL
aardige armoedeverschuiving ook in Antwerpen of Gent, waar dit in Waalse steden niet het geval is. “Mijn these is dat dit te maken heeft met een andere beleidsvoering. In Wallonië staat armoedebestrijding voorop, terwijl in Brussel en Vlaamse steden sterker wordt ingezet op
stadsontwikkeling. Nieuwe musea of investeringen in de publieke ruimte zorgen misschien voor een opwaardering van de wijk, maar lossen uiteindelijk de problemen niet op.” Jasmijn Post en Kim Verthé
Het had iets heel aangrijpends om over onze dansprijs te spreken op een moment dat we hoorden over die vreselijke aanslagen” Anne Teresa De Keersmaeker krijgt in Venetië de Gouden Leeuw voor haar dansoeuvre op een moment dat IS aanslagen pleegt in Tunesië en Koeweit (in La Libre).
Al vijftig jaar lang doet deze stad het zonder enig onthaalbeleid” Burgemeester Bernard Clerfayt (FDF) van Schaarbeek werkt voortaan samen met de Molenbeekse burgemeester Françoise Schepmans (MR) om allochtone nieuwkomers het reilen en zeilen van de Belgische samenleving te leren kennen (in Le Soir).
3.895
Bijna vierduizend euro per jaar. Dat is wat de Brusselse gemeentebesturen jaarlijks per inwoner uitgeven. Dat is een pak meer dan het Belgische gemiddelde (2.882 euro per inwoner). Volgens Belfius, dat de cijfers bekend heeft gemaakt, ligt de oorzaak bij het sterk stedelijke karakter van het Brusselse grondgebied. Dat zorgt voor
hoge kosten voor veiligheid (politie), sociale bijstand (OCMW) en onderwijs. Tegelijk staat de dienstverlening naar de bevolking onder druk. Zo is Brussel het enige gewest waar het personeelsbestand bij de gemeentebesturen groeit. Het geld moet ergens van komen. De lokale belastingen zijn in Brussel fors hoger dan in de andere twee gewesten. De Brusselaar betaalt 221 euro per inwoner, tegenover 101 in Vlaanderen en 138 in Wallonië. SVG
AUTOHANDEL STAP DICHTER BIJ HAVEN. De Brusselse haven publiceert een oproep tot kandidaatstelling voor een roll-onroll-off-terminal. Op die manier bereidt de haven zich voor op de mogelijke komst van de autohandel, nu nog geconcentreerd in de Heyvaertstraat. De uitbating van de terminal wordt voorzien voor 2017.
ZONDAG 28 JUNI INHULDIGING VOETGANGERSZONE. De nieuwe voetgangerszone in de Vijfhoek, die officieel vanaf 29 juni van start gaat, wordt feestelijk ingehuldigd. Vroeg in de ochtend sluit een deel van het centrum. In de namiddag volgt voor meer dan 100.000 nieuwsgierigen een groots volksfeest. Heel wat beleidsmakers tekenen present. Reus Liédo wandelt de zone officieel in.
MAANDAG 29 JUNI BRAND IN MOLENBEEK. Vroeg in de ochtend breekt een hevige brand uit in de Schipstraat in Molenbeek. De bovenste verdiepingen staan een tijdlang in lichterlaaie. Verschillende bewoners vluchten naar het dak. De brandweer brengt alle bewoners in veiligheid. Veertien bewoners raken gewond. Drie van hen zijn er ernstig aan toe. VERKEERSDRUKTE IN BRUSSEL-STAD. Het nieuwe circulatieplan zorgt voor heel wat verkeershinder, versterkt door enkele grote werkzaamheden in Brussel. De drukke ochtendspits leidt op sociale media tot heel wat kritiek aan het adres van burgemeester Mayeur. Verwacht wordt dat automobilisten zich de komende weken zullen aanpassen aan het nieuwe plan.
DINSDAG 30 JUNI ZEVEN JAAR ONSCHULDIG IN CEL. Een elektricien uit Schaarbeek zit reeds zeven jaar lang opgesloten in de gevangenis van Vorst, hoewel hij vrijgesproken werd door de rechter. In zijn dossier veranderde die vrijspraak om onbekende redenen naar internering. De flater werd pas onlangs ontdekt. De man blijft voorlopig nog vastzitten in de psychiatrische vleugel van de gevangenis van Vorst. WIJKEN RIJKER, BEWONERS NIET. De wijken rondom de Vijfhoek worden welvarender, volgens een nieuwe overheidsstudie. De oorspronkelijke bewoners echter niet. Armere bewoners trekken weg en verhuizen naar omliggende goedkopere wijken, verder weg van de Vijfhoek. De wijken ten noorden en ten westen van de Vijfhoek, de traditionele arme sikkel, trekken steeds meer tweeverdieners aan. Samengesteld door Hanne De Valck
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP
BDW 1481 PAGINA 6 - DONDERDAG 2 JULI 2015
SAMENLEVING > CREATIEF CURSUSAANBOD IN GEVANGENIS SINT-GILLIS BREIDT LANGZAAM UIT
‘Mijn kind zit ook een beetje in de
gevangenis’
SINT-GILLIS – Acht jonge vaders uit de gevangenis van Sint-Gillis schreven verhalen voor hun kinderen. Hun kroost krijgt pas deze week de afgemixte audiotape mee naar huis, maar het publiek kon al kennismaken met de sprookjes via de klankinstallatie ‘Papa vertelt/raconte’ op Supervlieg/Supermouche. Dat die buitenwereld ze hoort, is belangrijk. “Ik wil tonen dat wij niet alleen criminelen zijn, maar mensen met creatieve ideeën.”
D
van twee uur leverden de acht gedetineerden geen filosofisch diepgaande mieren- en eenhoornverhalen à la
Toon Tellegen af. Maar de avonturen van Breksa en Zeta het hondenduo, Junior de groene vogel, Tom de rei© SASKIA VANDERSTICHELE
e gevangenis van Sint-Gillis heeft met zijn zes meter hoge buitenmuren en spitsboogvormige toegangspoort iets weg van een middeleeuwse burcht. Dat papa in het kasteel werkt, is dan vaak zelfs nog een aannemelijk fabeltje waarmee papa’s in detentie hun kinderen eventjes kunnen troosten. Justien Deprez van CAW Brussel leidt ons door de recent gerenoveerde gevangenisvleugels, die samen een ster vormen. Op het einde van een van de lange gangen schijnt veel licht. “Daar is de gevangenisbibliotheek,” wijst een medewerker van de gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek van Sint-Gillis, waaronder de gevangenisbibliotheek sinds januari sorteert. “En ernaast ligt de isoleercel,” weet ze ook.
Dierenverhalen Een viertal bibliotheekmedewerkers zijn hier op bezoek voor de apotheose van Sst papa vertelt/raconte, een samenwerkingsproject tussen de bib, de gevangenis en De Rode Antraciet, een vzw die activiteiten en opleidingen organiseert in Vlaamse en Brusselse gevangenissen. Voor Sst papa vertelt/raconte schreven acht gedetineerden verhalen aan hun dochters en zonen. Vier van hen zijn aanwezig voor de presentatie. Vier anderen moeten verstek geven: één gevangene is intussen op vrije voeten, een andere moet naar het ‘paleis’ (het justitiepaleis, KV), en twee anderen zijn aan het werk in Prefab, het werkatelier in de gevangenis van Sint-Gillis. Na acht intensieve schrijfsessies
zende hond of Jumper de koppige circuspony kunnen kinderoren zeker bekoren. De vertelvorm is vaak eenvoudig en daardoor enigszins puur. De haperende welsprekendheid waarmee de papa’s ze nadien zelf inlazen op een klankband, maakt de luisterverhalen bij momenten aandoenlijk. “Het was aanvankelijk de bedoeling om een puur auditief project te maken,” vertelt Jochem Devens, die het schrijfatelier begeleidde. “maar ik zag dat velen onder hen ook visueel wilden werken, dus hebben sommigen er ook illustraties bij gemaakt.” Brainstormsessies en een stapel kinderboeken moesten de creativiteit doen opborrelen. Zit creatief talent niet diep verborgen bij iemand die 24 uur doorbrengt tussen grijze en grauwe gevangenisgangen? “Bij sommigen niet, bij anderen wel. Het gevangeniswezen is natuurlijk wel een systeem waar alles voor iemand beslist wordt: wanneer hij of zij opstaat, wanneer hij of zij wandelt, een douche neemt, enzovoort. Wij vragen dan ineens om zelf iets te presteren. Sommige gevangenen vinden dat een verademing, anderen hebben er minder behoefte aan.” Naast het creatieve, speelde ook het sociaal contact mee, legt Jochem uit. Deelnemers kenden elkaar niet, omdat ze in andere vleugels verblijven.
Stoom afblazen en bijscholing
De kinderverhalen werden geïllustreerd door de papa’s.
Pieter* (26) heeft een dochtertje van vier. Hij heeft haar al twee jaar niet gezien door onenigheid met zijn ex-vrouw. Sinds vier maanden zit hij ‘binnen’. “Mijn dochter kent mij haast niet meer. Dat is hard.” Waarom hij besliste deel te nemen aan de schrijfcursus? “Op een dag kregen we een brief onder onze celdeur geschoven. Daar stond alles op uitgelegd. Ik heb mijn naam, cel en opsluitingsnummer op het formulier ingevuld, en voilà.” Pieter zit al
“Een kinderverhaal schrijven is niet mijn grootste zorg, maar het lucht wel op”
voor de tweede keer achter de tralies. “Ik heb al twee jaar van mijn leven verloren.” Hij heeft besloten om het tij te doen keren, en zich zoveel mogelijk bij te scholen. “Ik heb hier binnen de gevangenismuren al drie certificaten behaald: ‘hoe leren solliciteren’, ‘basiscommunicatie’ en ‘conflictoplossing’.” Hassan (30) schuift zijn stoel dichterbij. Hij is vader van twee meisjes, van twee en vier. Zijn vrouw komt hem drie keer per week bezoeken samen met de kinderen. “Ik mis
BDW 1481 PAGINA 7 - DONDERDAG 2 JULI 2015
De gevangenen krijgen binnen de gevangenismuren een presentatie van hun project ‘Sst papa vertelt/raconte’. Ze kunnen zien hoe kinderen die ze niet kennen, luisteren naar hun verhalen.
de gevangenis van Sint-Gillis. “We komen van ver,” zegt hij. In 2003 is immers veel van het vrijetijdsaanbod stilgelegd na enkele incidenten. Intussen kunnen gedetineerden van alle vleugels zich inschrijven voor
het sportaanbod. Dat groeit dus gestaag, maar de vraag is nog steeds groter dan het aanbod. Momenteel kunnen 75 gevangenen eenmaal per week fitnessen. Dat heeft te maken met de capaciteit, maar ook met © SUPERVLIEG/SUPERMOUCHE (BANC PUBLIK - WAKUP STUDIO)
de opvoeding en het samen dollen. Ik reken op hun mama.” Een kinderverhaal schrijven, was niet het eerste van zijn zorgen. Financiële beslommeringen des te meer. “Maar het lucht toch op.” Hassan wil de detentieschade zoveel mogelijk beperken. Hij zit al twee jaar achter tralies, en om het uit te houden, heeft hij voor zichzelf een plan opgesteld. “Ik probeer zoveel mogelijk deel te nemen aan de dagelijkse wandeling, sportactiviteiten, creatieve ateliers, lezen… Zo blijf ik tenminste van de medicatie, en al zeker van de drugs af. Mocht ik dat niet doen, kom ik hier buiten als een man van vijftig.” Gevangenen moeten tijdens hun detentiejaren voldoende stoom kunnen afblazen via een gevarieerd cursusaanbod, beaamt Jelle Miechielsen. “Daar komen positieve dingen uit voort.” Hij werkt als cultuur- en sportfunctionaris voor de Vlaamse Gemeenschap, verbonden aan De Rode Antraciet. Miechielsen is pas in 2012 aan de slag gegaan in
Op Supervlieg/Supermouche in het park van Vorst kon het publiek al kennismaken met de klankinstallatie ‘Papa vertelt/raconte’.
© SASKIA VANDERSTICHELE
het beschikbare gevangenispersoneel om gevangenen te begeleiden. “De wachtlijst telt 250 gevangenen. Soms moeten mensen vijf à zes maanden wachten voor ze kunnen sporten,” aldus Miechielsen. Ook het aantal culturele activiteiten voor de gevangenen in Sint-Gillis groeit stilletjes aan. Sarah Michielsen, de door de gemeente aangestelde deeltijdse bibliotheekmedewerker in de gevangenis, stuurt dat culturele cursusaanbod mee.
Statement De gevangen en begeleiders besluiten de presentatie met een stevig applaus voor zichzelf. Meedoen aan Sst papa vertelt/raconte geldt voor velen ook als statement. “Ik wil aan de buitenwereld tonen dat wij niet alleen criminelen zijn, maar dat we meer waard zijn, dat we ideeën hebben. Dat we niet alleen stommiteiten
begaan, maar dat we ook best veel interessante kunnen bereiken mits begeleiding van goede leraren,” zegt Pieter. Zijn medegevangenen vallen bij. “Ik heb ontdekt dat we dat kunnen. En het is belangrijk vreugde te schenken aan kinderen. Dat voelt als een overwinning,” zegt Fouad. Hassan gaat ervoor rechtstaan. “Ik wil iedereen bedanken voor deze kans. We hebben het hier niet gemakkelijk. Wat we hier beleven, is zwaar. Je zou kunnen zeggen dat niet enkel ikzelf, maar ook mijn familie en kinderen in de gevangenis zitten. En ik wil ook mijn collega-gevangenen bedanken. Ik hoop dat we hier snel uit geraken.” Kim Verthé De verhalen van ‘Sst papa vertelt/ raconte’ zullen op 26 september te beluisteren zijn op het Betlehemplein in Sint-Gillis.
*Wegens privacyredenen werden de namen van gevangenen gefingeerd.
BDW 1481 PAGINA 8 - DONDERDAG 2 JULI 2015
MOBILITEIT > FIETSSNELWEG KANAALZONE BRUSSEL KLAAR IN VERKIEZINGSJAAR 2019
NA DE FIETSOSTRADE EEN CONNECTIE TOT IN HARTJE STAD
“Richting Brussel zijn er vandaag niet veel goede fietspaden,” weet Tom Dehaene.
© MARC GYSENS
© MARC GYSENS
VILVOORDE/BRUSSEL – Het Vlaams Gewest en de provincie Vlaams-Brabant stomen zich klaar om de nieuwe Fietsostrade Antwerpen-Mechelen uit te breiden met een Fietssnelweg tot Vilvoorde en de gewestrand met Brussel, van Zenne-oevers tot Vilvoorde en Budabrug (2016). Daar moet Brussel een aansluiting op breien met het FietsGEN.
“De aansluiting op de Rand speelt in het voordeel van iedereen die in Brussel woont”
In de pijplijn een gezamenlijke oefening van de Vlaamse overheid, de provincies, de gemeenten, het Agentschap Natuur & Bos en Waterwegen en Zeekanaal. Omdat Brussel ook fietssnelwegen voor ogen had, hebben we een stuurgroep opgericht. We stemmen de fietssnelwegen af op elkaar.” De AB-route (Asse-Brussel) is daar een eerste samenwerkingsmodel van. Op een verbindingsstuk tussen het Researchpark in Zellik en Ganshoren na, kun je al ver Brussel in. Een tweede prioritair tracé is de kanaalroute, opgesplitst in Noord en Zuid. Een derde prioritair tracé is de hst-route, tussen Leuven en Brussel. Om een en ander te realiseren heeft de provincie Vlaams-Brabant 12 miljoen voorzien.
I
n realisatie hinkt Brussel ver achterop. Nu er 6,8 miljoen van het Economisch Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Efro) beschikbaar is, lijkt de kogel door de kerk. De moeilijkste circulatieknelpunten kunnen worden weggewerkt vanaf 2018. Tom Dehaene, CD&V-gedeputeerde van de provincie Vlaams-Brabant en voorzitter van de nv Waterwegen en Zeekanaal: “Vanuit het potentieel om fietssnelwegtracés (FietsGEN) te ontwikkelen, hebben we 15 routes gedefinieerd, die tot tien kilometer buiten Brussel gaan. Daaruit zijn aansluitend op de fietsostrade Antwerpen-Mechelen, het tracé Mechelen-Vilvoorde en de verdere uitbreiding naar Brussel als prioritair weerhouden. Gemene deler is dat dit fietsplan het woonwerkverkeer zal faciliteren. In onze regio is het
GORIK VAN HOLEN:
provincie gedragen. Een en ander staat in een aangepast reglement, dat ook voorziet om zoveel als mogelijk 4 meter breedte na te streven. Langs de Zenne-oevers is men daar volop mee bezig. Dehaene: “Richting Brussel is er een gigantische opportuniteit, want er zijn weinig goede fietspaden vandaag. Het fietsgebruik in Vlaanderen is gemiddeld 11 procent. In de Rand van Brussel schommelt dit tussen 5 en 10 procent: heel laag dus. Bovendien blijkt dat 70 procent van de bewoners tegen de Brusselse Rand gemiddeld verplaatsingen doen van minder dan 10 kilometer. Heel wat Randbewoners zouden dus verleid kunnen worden door fietssnelwegen: het spaart hen tijd en fileleed, is gezonder en meer ontspannend. Temeer daar er maar 6 procent regendagen zijn.” “Ik ben recent samen met Brusselse minister Pascal Smet (SP.A) en het kabinet van Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) in Kopenhagen de fietssnelwegsituatie gaan bekijken, en onze neuzen staan nu in één richting. In Denemarken wordt zelfs geld uit de sociale zekerheid gehaald om te investeren in fietspadinfrastructuur. Als Vlaams-Brabant en Brussel haar economische groeipool wil handhaven, moet de mobiliteit grondig aangepakt worden. Als het verkeer stilstaat, verliezen we die troef. De return voor ons fietsnelwegenplan op Brussel is dus niet financieel, maar zal een maatschappelijke winst boeken: naar gezondheid en economische opportuniteiten.”
Economische groeipool
De oplossing voor een groot verkeersknelpunt als de Van Praetbrug wordt een onderbruggingspad voor fietsers.
Voor deze fietssnelwegen investeert de provincie 60 procent en Vlaanderen 40 procent, maar alle voorstudiekosten worden volledig door de
Vlaams-Brabant werkt dus haar tracés af, maar Brussel hinkt achterop. Gorik Van Holen, woordvoerder van Brussels minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Pascal Smet (SP.A), bevestigt de langere termijn. “De logische aansluiting op Vilvoorde is de kanaalroute. Het fietspad is grotendeels gerealiseerd maar op drie cruciale punten blijven er obstakels: de Van Praetbrug, Sainctelette en Ninoofsepoort. Daar is de bovengrondse verkeerssituatie een kluwen voor fietsers. Een en ander zit in de planning. Parallel hieraan komt er deze zomer op de Groendreef (langsheen het kanaal tussen het kruispunt De Trooz en het Redersplein, red.) een fietspad, afgescheiden van de rijweg.” Van Holen: “De knelpunten op het kanaal zelf kunnen worden aangepakt dankzij een Europese subsidiepot, die twee weken terug toegestaan werd. Het gaat om 6,8 miljoen euro van het Europees Fonds voor
ADVERTENTIE
BDW 1481 PAGINA 9 - DONDERDAG 2 JULI 2015
Regionale Ontwikkeling (Efro) die binnen Brussel dient om drie fietsverbindingen te bouwen onder de kanaalbruggen en om het fietstraject langs de Vilvoordsesteenweg te verbeteren. Concreet krijgen de Van Praetbrug en de bruggen aan Sainctelette en Ninoofsepoort elk een ‘onderbrug’, naar analogie met het fietspad in Kuregem (Anderlecht). Daardoor lossen we het probleem op dat de fietser een moeilijk verkeerskruispunt moet trotseren. Het budget voor die onderbruggen is goedgekeurd. De procedures om de bouwvergunningen te krijgen zitten in de pijplijn. Een en ander zal in 2018 gerealiseerd worden. In 2019 zou de fietssnelweg in Brussel klaar moeten zijn.”
Onderbruggen Nog in het kader van de Efro-subsidies wordt in 2018 het fietspad op de Vilvoordsesteenweg verbeterd. Een haag zal de steenweg van het nieuwe fietspad afscheiden. Daarmee wordt het probleem opgelost van het opvliegend steenslag, dat door het wegverkeer op het fietspad terechtkomt. Sowieso gaat het afgescheiden fietspad worden doorgetrokken over de gewestgrens; een engagement van het Vlaams Gewest en de provincie Vlaams-Brabant. Aan de overzijde, voorbij de Van Praetbrug richting Budabrug, is er al een fietsstrook. Blijft het oude dossier Havenlaan, dat tijdens de vorige legislatuur (toenmalig bevoegd minister Brigitte Grouwels, CD&V) heel wat discussie losweekte. Van Holen: “Het is onze ambitie om heel binnenkort de definitieve nieuwe plannen voor de Havenlaan uit de doeken te doen. Daar zitten over de volledige lengte afgescheiden fietspaden in. Via de onderbruggen aan Sainctelette en Van Praet zou dit voor een perfecte aansluiting zorgen op de reeds bestaande fietspaden. Deze zomer wordt de bouwvergunning aangevraagd voor de heraanleg van de Veeweidekaai, waar nu een tijdelijke oplossing voor fietsers is gerealiseerd. In 2016 kunnen de werken daar dan beginnen.”
Nieuwe fietsersbrug Ook het dossier Ninoofsepoort komt in stroomversnelling, met nieuwe veilige fietsovergangen. Van Holen: “In het begin van deze legislatuur hebben we een wijziging op de vergunningsaanvraag ingediend, omdat de tram het park in twee deelde, wat niet zo veilig was. Inmiddels is die vergunning afgeleverd. Het park met al wat errond zit wat betreft mobiliteitsinfrastructuur willen we deze legislatuur af hebben. Daar zit dus ook een veilige fietsdoorgang langs het kanaal in en een nieuwe fietsersbrug ter hoogte van het Meininger Hotel. Daarmee hebben we een oplossing geboden voor de belangrijkste knelpunten voor fietsers in het Brussels Gewest. We willen daar onze hand voor in het vuur steken, dat dit alles in 2019 klaar zal zijn. De aansluiting op de Rand speelt in het voordeel van iedereen die in Brussel woont, en van de verbetering van de Brusselse mobiliteit en de luchtkwaliteit.” Jean-Marie Binst
P-PRAAT Het kan anders. Bij het FDF, bijvoorbeeld. De Franskiljonse partij wil van naam en logo veranderen, en huurt daar geen consultant voor in, maar bevraagt haar leden erover. Sympathisanten zijn ook welkom met hun mening. Naast het geloof in eigen kunnen geloven ze bij het FDF ook nog eens in hun eigen waarden, zoals, en nu citeren we uit kwaliteitskrant en partijblad La Libre Belgique, het sociaal-liberalisme “face à la poussée des populismes et extrémismes qui constitue une mauvaise réponse à la profonde lassitude des peuples et au discours devenu caricatural et reposant sur des idées révolues des partis traditionnels.” En dan nog geven ze bij het FDF mee dat de verniewingsoperatie “n’a pas pour vocation de renier les fondamentaux.”
KOM DE IDE ALE INVESTERING BEWONDEREN
Het feit dat sympathisanten ook op de webstek van het FDF hun ei kwijt kunnen is natuurlijk een gedroomde kans voor de N-VA om het FDF wél diepgaand te hervormen. Binnenkort stelt Olivier Maingain dus een paarse leeuw voor. We wilden mijlenver van heel de discussie over het nieuwe BXL-logo blijven – u en ons is niet naar onze mening gevraagd – maar we kunnen toch niet nalaten te benadrukken dat er geen FDF meer nodig is zolang Vlaamse verkozenen BXL blijven zeggen. Goed, u zit nu dus te wachten op een verslag van de Hotel-Gossetakkoorden. Daar zal u toch even op moeten wachten, want de zwijgclausule van ons contract loopt nog 99 jaar. Uw commentator zal dronken moeten zijn vooraleer het in deze kolom verschijnt. Niet dat u dan voorts enig verschil zal opmerken. Trouwens: Pascal Smet (SP.A) wil naar eigen zeggen een slow city, er is dus helemaal geen haast. Behalve om strategische oefeningen te lezen, of helemaal niet te lezen.
Orfeo & Tosca opendeurdag op 12 juli (10u - 17u)
CHIEN ÉCRASÉ Het Brussels Instituut voor Statistiek (BISA) heeft statistieken opgesteld over mannelijkheid. Meer bepaald over de verhouding mannen-vrouwen in Brusselse wijken, in die volgorde. In de Vijfhoek en de kanaalzone kleurt de kaart donkerrood, niet toevallig de kleur van agressie en masculiniteit, want daar wonen meer dan 103 mannen per 100 vrouwen. In de wijken er rond is de verhouding anders, en zeker in de buitenste schillen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals in Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe, waar er maar maximaal 89 mannen per 100 vrouwen zijn. Volgens het BISA komt dat doordat hoe ouder een bevolking is, hoe groter de kans is dat vrouwen met meer zijn dan mannen. Iets dat de gelijkheid manvrouw nog niet heeft kunnen rechttrekken. Volgens de bijbehorende kaart van het BISA - verschenen in de krant La Dernière Heure - zijn er trouwens geen man-vrouwverhoudingen beschikbaar voor het Zoniënwoud. En wij die dachten dat dieren ook hun rechten hadden.
■
ideale investering voor wie zijn rendement graag ziet stijgen perfecte huisvesting voor de groeiende groep expats eigen verhuurdienst gespecialiseerd in verhuur aan expats unieke ligging en prestigieuze uitstraling vlakbij De Munt en het bruisende stadscentrum van Brussel deel van het iconische Chambon-complex riante binnentuin van landschapsarchitect Wirtz
■
meer info: bel 02/201 00 01 of kijk op thechambon.be
■ ■ ■ ■ ■ ■
Ongetwijfeld bent u de afgelopen dagen ook uw rechten gaan opeisen door op de voetgangerszone in het centrum te paraderen, al dan niet met bier, of met uw kroost. Wij hebben het wel gedaan, met kroost noch bier, en het lijkt er alvast een gezellige boel te zijn. Pingpong, petanque, kuieren, cafeetjes, bloembakken, frisse lucht,... Eerlijk gezegd snappen we het probleem van de tegenstanders van de voetgangerszone niet zo goed. Zo er problemen zijn met de voetgangerszone, dan lossen die zich wel spontaan op wanneer er binnen een jaar of tien, twintig zelfrijdende auto’s zijn, het verkeer vlot verloopt en de voetgangerszone opnieuw afgeschaft wordt om plaats te gunnen aan de gevoelens van de auto zonder chauffeur.
Bezoek ons modelappartement op de hoek van de Van Maerlantstraat en de Belliardstraat in Brussel
BDW 1481 PAGINA 10 - DONDERDAG 2 JULI 2015
DEZE WEEK BIJ DE SCHOENMAKER > IN DE FILE BIJ ‘CORDONNERIE DE ROME’
Schoensmeer, oud leer en noeste arbeid SINT-GILLIS – Diamantino, heer en meester in de Cordonnerie de Rome, maakt er weinig woorden aan vuil. “Wat meer plaats zou beter zijn, maar je moet roeien met de riemen die je hebt.” De negen vierkante meter van Cordonnerie de Rome in de Romestraat is een begrip in Sint-Gillis. Aangevuld met het precisiewerk van Diamantino. Woensdagochtend in een van de weinige schoenmakers die SintGillis nog rijk is. De deur van de schoenenwinkel staat open. Klanten stappen achteloos naar binnen. Ze weten dat Diamantino snel en efficiënt werkt. Toch staat er regelmatig een kleine file voor zijn deur. Amper drie klanten kunnen er op het plekje voor zijn toonbank staan. Die open deur is ook een praktische noodzaak. Na 27 jaar kijkt Diamantino niet meer op van de kleine files voor zijn deur. Werken, daar gaat het hem om. Het slijpen gaat gestaag voort. Naast hem het bordje ‘Client Satisfait – Cordonnerie heureux’. Negen vierkante meter. Dat is 1 meter voor de sleutelafdeling, de handtassen, de schoenen, twee meter voor de machines, 1 dikke vierkante meter voor de klanten, eentje voor de toonbank. En 1 meter voor Diamantino. “In de beginjaren nam ik alles aan, om ervoor te zorgen dat mensen terugkwamen. Maar valiezen, die weiger ik ondertussen. Die nemen te veel plaats in en dan kan ik niet meer werken. Ik repareer ook enkel dingen die nog de moeite
Diamantino is al 27 jaar schoenmaker in Cordonnerie de Rome: “De dag dat ik stop, doe ik de deur dicht. Deur dicht en gedaan.”
waard zijn. Tot op de draad versleten schoenen ga ik geen tiende leven meer geven.” De uitbreiding naar sleutelmaker zorgt ervoor dat Diamantino nog steeds kan leven van zijn mini-winkel. “Ik heb ooit, jaren geleden, een sleutel bijgemaakt die volgens de zogenaamde eigenaar niet op de deur paste. Hij was woest en wou zijn geld terug. Ik weigerde. De volgende ochtend was mijn vitrine ingeslagen. Maar het is gelukkig bij één keer gebleven.” Dieven gin-
gen wel al enkele keren aan de haal met een van zijn sleutelmachines.
Sociaal contact Diamantino leerde het schoenenvak in zijn thuisland Portugal. “Ik zou nooit van beroep willen veranderen. Ik hou van de ambacht, van mensen helpen. En ik leer nog elke dag bij.” Hij kwam zowat dertig jaar geleden vanuit het noorden van Portugal naar Brussel, zijn schoonbroer achterna. Die baat brasserie Hôtel
© BART DEWAELE
de Ville uit aan het gemeentehuis van Sint-Gillis. “Vroeger ging ik er elke dag naartoe. Ik had veel contact met de Portugese gemeenschap hier. Als je dagelijks in Portugese cafés zit, gaat dat makkelijk. Maar ik ben het op café gaan wat verleerd met het ouder worden. Mijn sociale contacten haal ik nu uit mijn winkel. Voor mij werkte hier een Italiaanse schoenmaker. Ik heb het cliënteel overgenomen en de winkel verdergezet. En daar heb ik nog geen minuut
spijt van gehad. Ik hou van deze buurt.” Hij heeft de buurt zien veranderen. Van de chiquere winkels voor een gegoed publiek naar meer populaire shops. “Vandaag wordt de helft van de winkelruimte ingevuld door goedkope winkels. Er komt veel minder volk naar de Waterloosesteenweg. Die evolutie voel ik zelf ook. Er wordt nog weinig geïnvesteerd in een goede leren schoen. De herstellingen verminderen.” In Sint-Gillis zijn ze voorlopig nog met drie, de ambachtelijke schoenmakers. Maar de ambachtsmannen worden ouder. De schoenmaker in de Jean Volderslaan denkt aan stoppen. “Maar hij vindt geen kopers. Jonge mensen zijn niet meer geïnteresseerd in het beroep.” Ook Diamantino heeft geen opvolger of extra hulp. Overdag eens een luchtje gaan scheppen of een koffie gaan drinken, zit er niet in. “Vroeger sloot ik onder de middag en ging ik in de buurt iets eten. Nu breng ik iets mee van thuis en blijf ik de hele dag open.” Hij brengt dagelijks bijna tien uur in zijn atelier door, zes dagen op zeven. De deur gaat enkel toe als de nood het hoogst is. Dan haast Diamantino zich naar de binnenkoer van het gebouw. “Op zaterdag gaan mijn vrouw en ik bij mijn schoonbroer eten. Zondag rusten we uit.” De twee dochters zijn het nest uitgevlogen, terug naar warmere oorden. En Diamaninto? Die ploegt voort. Nog enkele jaren. Tot aan zijn pensioen. “En dan doe ik gewoon de deur dicht. Verkopen doe ik niet. Deur dicht en gedaan.” Hanne De Valck
ADVERTENTIE
WO BR S E AK
RD U S LM E R
Beste Brusselaar! Onze stad is een bruisende stad vol uitdagingen. Die willen we graag samen aangaan, want samen maken we de stad! Onze 5 uitdagingen zijn: ONDERWIJS, CULTUUR, ECONOMIE, DUURZAAMHEID EN VERBINDEN IN DE STAD Hiervoor hebben we jou nodig:
WORD EEN BRUSSELMAK ER! Daarom lanceren we de OPEN!STADSATELIERS. Heb je een idee? Kom langs en maak het Brussel van morgen.
www.wordbrusselmaker.be
© NGI
© GHELAMCO
BDW 1481 PAGINA 11 - DONDERDAG 2 JULI 2015
BRUSSEL-STAD > OPPOSITIE KEIHARD VOOR CONTRACT PARKING C
‘Voetbalstadion kan Brusselaar tot 246 miljoen euro kosten’ Voormalig schepen van Sport Bertin Mampaka (CDH), vanuit de oppositie eerder een milde criticus van het voetbalstadion op Parking C, was tijdens de gemeenteraad van maandag snoeihard voor het schepencollege: een erfpacht van 99 jaar aan de privé dat is “du jamais vu.” Ook Johan Van den Driessche (N-VA), Marie Nagy (Ecolo) en Fabian Maingain (FDF) waren niet mals. Van den Driessche vreest de 4,1 miljoen euro – die tot 5 miljoen kan oplopen als de stad de btw moet betalen – die de stad jaarlijks op tafel legt door Europa als een PPS-constructie zal worden gezien. Nagy vreest ook dat de factuur voor de stad, weliswaar gespreid over 60 jaar, kan oplopen tot 246 miljoen euro. Bovendien kost de erfpacht aan privépartner Ghelamco maar 1 euro per jaar. Nagy: “Een besluit van 31 maart 2014 stipuleert nochtans dat de erfpacht niet gratis zal worden toegekend. Er was ook gesteld dat de bodemsanering niet ten laste van de stad zou vallen, terwijl de
UIT DE LUCHT GEGREPEN
De Stad Brussel heeft slecht onderhandeld met Ghelamco en RSC Anderlecht, zegt de verenigde oppositie.
Elk jaar koopt het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) luchtfoto’s aan om zijn databank met geografische gegevens aan te passen. Overlappende luchtfoto’s worden daarop op elkaar gelegd, waardoor een 3D-model ontstaat, dat op zijn beurt vergeleken wordt met de gegevens die het NGI al heeft van plaatsnamen, rivieren, bossen en gebouwen. Zo wordt duidelijk of plaatsen nog overeenkomen met de kaarten die het NGI heeft. Indien nodig past het NGI de gegevens aan. Het NGI beschikt ondertussen al over een indrukwekkend archief luchtfoto’s. Een selectie hiervan vindt u week na week terug in deze rubriek ‘Uit de lucht gegrepen’. Het gaat steeds om (oude) foto’s uit een van de negentien Brusselse gemeenten. Raden waar we zijn, en bij uitbreiding, wanneer een foto is genomen, is een bezigheid die de geest van kaartliefhebbers, geografen, maar ook ‘gewone’ Brusselliefhebbers, scherp houdt. Vorige week zag u inderdaad het Constant Vandenstockstadion in Anderlecht, waar paars-wit (nu nog) speelt. Deze week zoeken we het op bekend terrein. De foto dateert uit 2009, en ligt in een gemeente die nog niet zo lang geleden ook al aan bod kwam in deze rubriek. Er was toen iets met kleine dorpen, en een groot terrein. Maar waar zijn we nu?
stad zich nu bereid verklaart om 3 miljoen euro neer te tellen.” Het is duidelijk dat het venijn in de staart zit, of liever in de details. Nagy: “Wat krijgt de Stad als tegenprestatie voor dat vele geld? Duizend gratis zitjes – hoe zullen die verdeeld worden? – en een vip-loge van 318 vierkante meter voor 250 couverts. Het zal warm worden bij de vips en het eten zal met de helikopter moeten aangeleverd worden.” Meer dan één gemeenteraadslid is ervan overtuigd dat de 4,1 miljoen euro die de belastingbetaler moet ophoesten het verschil is tussen de prijs die Ghelamco vraagt en de prijs die RSC Anderlecht wil betalen. Van den Driessche wil daarom het contract tussen Ghelamco en Anderlecht inkijken. Schepen van Sport Alain Courtois (MR): “De deal is evenwichtig, en de risico’s voor de stad zijn miniem. Het heeft zin om u proberen te overtuigen.“
CD
ADVERTENTIE
Danny Vileyn
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
BRUSSEL-STAD > OPPOSITIE HEKELT NIEUWE LOGO VAN DE STAD
‘PLATTE VLEERMUIS VAN 80.000 EURO’ Gemeenteraadslid Johan Van den Driessche (N-VA) vergeleek tijdens de jongste gemeenteraad het nieuwe logo van de stad met een platte vleermuis. “De draak is niet meer te zien, ze heeft zich weggestoken in de kosten die de Brusselaar gaat betalen voor het nieuwe voetbalstadion op parking C,” aldus Van den Driessche. Daags voordien, tijdens de feesten voor de autovrije centrale lanen, ging vooral de kostprijs van het logo over de tong: 80.000 euro is niet min, het is de bruto jaarwedde van twee mensen die niet eens slecht betaald worden. Er was ook ophef over ‘BXL’ dat de indruk wekt dat Brus-
sel een Franstalige stad is, maar burgemeester Yvan Mayeur (PS) ziet het probleem niet. “De kosten voor het logo staan ingeschreven in de begroting van 2014, de opdracht werd toevertrouwd aan het Brussels bureau BBDO en het college heeft het unaniem goedgekeurd,” aldus Mayeur. En over BXL zegt eerste schepen Alain Courtois (MR): “Veel Nederlandstaligen gebruiken BXL als hashtag en uit onderzoek van BBDO is gebleken dat meer dan de helft van hen akkoord gaat met dit jonge en progressieve logo.” Staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) vindt dan weer dat er één logo moet zijn voor de negentien gemeenten: “In het buitenland kunnen we toch niet met zoveel verschillende logo’s naar buiten treden?” Danny Vileyn
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
BDW 1481 PAGINA 12 - DONDERDAG 2 JULI 2015
DEEL 1/7
VOORPUBLICATIE: ‘IN MOLENBEEK’ VAN HANS VANDECANDELAERE
OUD-MOLENBEEKSE KAKOFONIE
Soms met koffers, andere keren met rugzakken. Het Meininger Hotel zorgt voor de nieuwe uitstraling van een voormalige mentale breuklijn.
Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van OudMolenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. ‘In Molenbeek’ verschijnt begin september bij uitgeverij Epo. Tot dan brengt Brussel Deze Week een greep uit zijn reisimpressies.
Ik hang ter hoogte van de Vlaamsepoort over de balustrade van het kanaal van Charleroi. Onder het gewicht van zijn vracht versmelt een aak met de waterspiegel, wanneer een bezwete man me vragend op de schouder tikt. Of het nog ver is naar het Meininger hotel? Een van zijn kofferwieltjes heeft het begeven.
H
ij lijkt verheugd met het zicht op de eindstreep en sjouwt zijn bagage verder op het fiets- en wandelpad langs de waterkant. Ik glimlach om de ingenaaide Zweedse vlag op zijn vest. Op weg naar huis waren de voorbijvarende boten voor mij lange tijd de enige attractie op deze grensstrook tussen Brussel-
Stad en Oud-Molenbeek. Maar sinds de opening in 2013 van het lowbudgethotel in de voormalige lambiekbrouwerij Belle-Vue geraak ik niet uitgekeken op rugzaktoeristen en huppelende Chinese jongedames.
Troetelachtig Het kanaal liep jaren als een mentale breuklijn door de stad. Nog in
© SASKIA VANDERSTICHELE
2010 maakte kunstenaar Emilio Lopez Menchero er een artistiek statement van door op de kanaalbrug van de Vlaamsepoort het Berlijnse Checkpoint Charlie na te bouwen. Oud-Molenbeek werd daarbij met grensvlaggen gekatapulteerd tot de onvrije, dreigende Sovjetzone vol geïmmigreerd schorremorrie en Brussel-Stad tot VS-gebied. Sindsdien wordt de gemeentegrens poreuzer en evolueert ze naar een nieuwe as met een centrumfunctie. De verlofting is ingezet en de privésector trekt mee aan de kar om van deze kanaalstrook een place to be te maken. Ik zie hoe de Zweed een stip wordt. Fietsers laveren om hem heen. Som-
BDW 1481 PAGINA 13 - DONDERDAG 2 JULI 2015
mige Maghrebijns-Molenbeekse wijkjongeren noemen de nieuwe promenade la voie rapide flamande, de Vlaamse snelweg. ‘Flamand’ is in Molenbeek een gelaagd begrip dat verwijst naar anders zijn en vermeende rijkdom. Ook een Waal of een Congolees kan een Flamand zijn. Het verschil schuilt in zich anders kleden, anders praten. Se flamandiser is er zelfs een werkwoord voor jongeren die hun vriendenkring uitbreiden en nieuwe gewoontes adopteren. Troetelachtiger zijn un flapi of un flamisch. Allicht zijn het de hippe fietsers met hun fluovesten en modieuze helmen die het fietspad zijn bijnaam schonken. De kanaaldynamiek wordt dus ook in Molenbeek opgepikt. Het is een eerste gegeven in een lange rij van recente evoluties die afstralen op de buurt.
economische indicatoren – dieprood kleuren. Het is de klassieke mantra van verschroeiend hoge werkloosheid, slechte luchtkwaliteit, overbevolking, armoede, gebrek aan open ruimte en nijpend kleine huisvesting. De buurt wordt al decennialang opgesloten in zeer problematische clichés: ‘het Marrakesh’ of ‘de Bronx van Brussel’, ‘een arbeiderswijk zonder arbeid’, ‘een alcoholgrens’, een no-go-zone, een getto, bedreigend, intolerant of achtergesteld, ‘een wijk waarvan men nodig meent dat de sociale cohesie er moet worden bijgesteld’, ‘waar jihadisten thuis zijn’, ‘de monocultuur van armoede
naast problemen ook iets anders is. De bedrijvigheid en de investeringen mogen niet bestaan. De formele stad heeft een plek afgebakend die homogeen slecht moet zijn. Alsof Molenbeek niet in de hoofdstad van Europa ligt, maar een soort woestijnbiotoop is waar economisch handelen volledig ontbreekt, waar geen middenstand of scholen zijn, geen Gentsesteenweg met kleinhandel, geen weekmarkt, geen sociaal weefsel of een verenigingsaanbod.’”De laatste jaren maakt een nieuw begrip zijn opwachting. Sinds de publicatie van het boek van Doug Saunders ‘Arrival cities’ is het bon ton om Oud-Molenbeek, en bij uitbrei-
loft naar het andere appartement, van het ene terras naar de andere commerce. Langs scholen, kerken, moskeeën, jeugdhuizen, sociale diensten, kunstenaarsateliers, concertzalen en voormalige fabrieken. “De journalistiek waarin ik geloof,” pende schrijver Pascal Verbeken neer tijdens zijn eigen reis door Wallonië, “is per definitie meerduidig, meerstemmig en kakofonisch. Ze presenteert geen waarheid, maar laat zien dat er vele waarheden, zelfs tegengestelde waarheden, naast elkaar kunnen bestaan. In essentie draait ze om inzicht en begrip, niet om oordelen. Het is een werkelijkheid waarmee handelaars in ideo-
school van haar ket misschien inschakelt in projecten? En hoe anders zullen anderen spreken, zij die geen keuze hebben en op de buurt zijn aangewezen om te overleven. Rauwer, meer verwijtend? Of toch weer niet? Of zij die de wijk helemaal niet als de hunne beschouwen, maar er willens nillens toch kleur aan geven?
Veelzijdigheid Ik denk terug aan het mooiste boek dat ik las over Oud-Molenbeek. Net naast het park publiceerde Buurthuis Bonnevie tien jaar geleden een honderdtal portretten en getuigenissen van wijkbewoners. Het indi-
Kloppend hart De wijk Oud-Molenbeek, daar is het me om te doen. Het Molenbeek van het middeleeuwse dorp, de zone waar alles begon met graan- en graasvelden rond een klokkentoren en een steenweg vanuit Brussel richting graafschap Vlaanderen. Wanneer kranten uitpakken met ‘rellen in Molenbeek’, dan heeft enkel Oud-Molenbeek daar een patent op. Of anders de naburige Molenbeekse Havenwijk. Net zoals Borgerhout, Kuregem of enkele buurten in de Borinage behoren deze twee kleine gebieden tot de meest geframede en gemediatiseerde stadswijken van België. Maar de afgelopen 25 jaar stond Oud-Molenbeek niet stil. Sinds 2005 wordt haar kanaalgrens afgezoomd door veelkleurige windmolentjes. Ze staan symbool voor de nieuwe wind die door de gemeente waait. In 2014 promoveerden ze tot het logo van de campagne ‘Molenbeek, Métropole de la culture de la fédération Wallonie-Bruxelles’. Ik laat de balustrade los, neem een folder uit mijn broekzak en maak een wandeling door de wijk. De gemeente prijst zich aan met tientallen stedenbouwkundige realisaties. Ik loop langs nieuwe crèches, passiefwoningen, nieuwe of heringerichte kleine parken en speelpleintjes, assen bestemd voor zachte mobiliteit, nieuwbouw voor middenklassers en herbestemde industriële gebouwen. De ingrepen liggen verspreid over het hele territorium, maar in een kleine straal rond het gemeentehuis worden ze stilaan door plein- en straataanleg met elkaar verbonden. Vanuit de lucht bekeken moet het lijken op een bijna clean kloppend hart met daarrond een krans waar het nog grauw kan zijn.
Bronx Alle evolutie ten spijt, blijft OudMolenbeek ruimtelijk ingebed liggen in de Brusselse ‘arme sikkel’. Op microschaal vind je er buurten waar de opbouw van de huizen al iets rijker oogt en rechte bredere straten voor een andere ruimtebeleving zorgen. Er zijn ook straten met hoofdzakelijk eigenaars of sociale huurders. De verschillen zijn niet te onderschatten. Maar globaal zit je met een stadsgebied waar met uitzondering van de zelfmoordcijfers – na haast alle meetbare sociaal-
Eigentijdse architectuur in de Zwart Paardstraat. Verspreid over de wijk geven deze ingrepen stilaan een ander cachet aan Oud-Molenbeek.
“Tussen de vernieuwingsbeweging en de armoede die niet alleen aanhoudt, maar zelfs toeneemt, liggen 137 tinten grijs”
heerst’ en kinderen die ontbijten met Aldichips bijna per definitie ongeletterd zijn. De media blinken uit in dit soort veelheid van hetzelfde.
Aankomstwijk In 1996 sloot stadsonderzoeker Paul Blondeel zijn veldwerk in OudMolenbeek af en rapporteerde hij onder meer over deze stereotiepe beelden. “Voor de doorsnee Belg heeft het kansarme Oud-Molenbeek een eeuwigheidswaarde,” schreef hij. “De culturele en economische rijkdom van de buurt blijft onzichtbaar. De buitenwereld houdt dit actief in stand en wil niet weten dat er
ding de Brusselse kanaalzone, te herleiden tot ‘aankomstwijk’ waar niet zo rijke nieuwkomers aan hun weg naar boven timmeren. Wellicht is het een hanteerbaar concept om nu ook eens daadwerkelijk dit deelaspect van de wijk te onderzoeken, maar als het daarbij blijft, dan werkt het verengend.
Verwijtend Ik beslis om een reis te maken doorheen Oud-Molenbeek. Tussen de vernieuwingsbeweging en de armoede die niet alleen aanhoudt, maar zelfs toeneemt, liggen 137 tinten grijs. Een trip van de ene
logieën en installateurs van de pensée unique moeilijk kunnen leven.” De voorraad aan verhaallijnen van een buurt fotograferen in woorden, een momentopname opleveren, telkens of toch zo vaak mogelijk vanuit een historisch perspectief. Maar kan dit wel? Al zwervend beland ik in het Bonneviepark. Een bont amalgaam van ouders houdt in het oog hoe hun kinderen de etage hoge speeltuigen beklimmen. Is een organische wijk met duizenden mensen die er leven, overleven, successen binnenhalen, wroeten, studeren en evolueren per definitie niet iets ongrijpbaars? In welke mate zal ik erin slagen om mijn gesprekspartners evenwichtig te doseren en op die manier een relatief realistisch beeld te schetsen? Hoe anders en gekleurd zullen de meningen klinken van diegenen die investeren in de buurt en misschien gedeeltelijk voor hun eigen kraam praten: de eigenaars van een woning, de handelaars, de sociale werkers die hun werk moeten legitimeren, de leerkrachten, de artiesten, de mama naast mij op de bank die zich in de
© SASKIA VANDERSTICHELE
vidu stond op een voetstuk, zonder enige vorm van interpretatie, voorkennis en kadrering. Onvermijdelijk werkte dat ook beperkend, want hoeveel stemmen moet je aan het woord laten om alle klanken een plaats te geven? Wat zal tijdens mijn reis het hoogst haalbare blijken? Hooguit de suggestie van veelzijdigheid opwekken? Hans Vandecandelaere
ADVERTENTIE
Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak
puzzel@resonansvzw.be
ADVERTENTIE
© ARCHIEF BDW
Daarkom
© FRED DEBROCK
Vishandel De Noordzee aan het Sint-Katelijneplein zoekt een medewerker als een vis in het water op de werkvloer, niet zo gesloten als een oester en een echte haai in verkoop. M/V. Mossel noch vis. En met meer hersenen dan een garnaal. Een tweetalig maatje en een hardwerkend enthousiast neusje van de zalm. De verloning is beter dan boter bij de vis. Bel Veronique op 0475-687908 of mail je cv naar info@vishandelnoordzee.be
BDWOPINIE lezersbrieven@bdw.be
VISHANDEL DE NOORDZEE HEEFT EEN VACATURE VERANTWOORDELIJKE (m/v) VERKOOP
BDW 1481 PAGINA 14 - DONDERDAG 2 JULI 2015
BRIEVEN VAN LEZERS
ADVERTENTIE
In september 2011 opende in hartje Brussel het VlaamsMarokkaans culturenhuis Daarkom, vanuit het Arabisch vertaald “jullie huis”. Daarkom vond, na een tijdlang een nomadistisch bestaan te hebben gekend, zijn onderkomen in het prachtige en inmiddels geklasseerde eclectisch gebouw van het Théâtre de la Gaîte aan de Wolvengracht. Het gebouw deed voorheen dienst als bekende theater –en concertzaal en later zelfs discotheek. Het vreugdegeschal tijdens de opening was geen lang leven beschoren. Ons huis werd van meet af aan geteisterd door een rollercoaster van tegenslagen. Amper vijftien maanden na de opening moest Daarkom de deuren opnieuw vergrendelen door tal van problemen, waaronder de programmatie van activiteiten, de overeenkomst met partnerland Marokko en financiële besognes. Twee crisismanagers volgden elkaar op en de laatste, aangesteld in 2013, besliste om per 1 januari 2014 het gebouw te heropenen en een programmatie op te zetten van zowel eigen als externe activiteiten. De activiteiten die er plaatsvonden pasten dan wel in de missie van Daarkom, maar werden vaak niet door het culturenhuis zelf gerealiseerd. De voorstellingen, tentoonstellingen en ontvangsten die door externen georganiseerd worden brachten echter wel enkele duiten in het Daarkomzakje. Een goeie zaak. De receptieve functie van Daarkom staat voor ons dus ook niet ter discussie. Daartegenover staat de ‘eigen’ werking van Daarkom. De werkingskosten werden jaarlijks vastgelegd op een half miljoen euro, waarvan Vlaanderen en Marokko elk de helft betalen. Sinds maanden wordt er gewerkt aan een eigen programmatie die, zoals gezegd, maar heel moeizaam van de grond lijkt te komen. Een snelle rekensom van een telling leert ons dat het gebouw in 2014 slechts 60 procent van de tijd benut werd. Een pracht van een locatie, met ontvangstruimte, feestzaal, podium en al wat menig Brusselaar vaak zoekt, staat nog al te vaak leeg. Pal in het midden van de stad, waar iedereen vlot toegang kan naar vinden, ligt een schat die we te weinig verzilveren. Marokko en Vlaanderen beraden zich over een toekomstige samenwerking voor het culturenhuis. De Vlaamse Gemeenschap huurt het zeer dure pand tot 2021, met mogelijkheid tot tien jaar verlenging. Het huurcontract vroeger ten einde brengen zal de Vlaamse Gemeenschap handenvol geld kosten. Misschien moeten we durven stellen dat de exclusieve samenwerking tussen Vlaanderen en Marokko voorbijgestreefd is? We zijn voorstander van een verbreding van deze samenwerking en de uitwerking van een duurzaam partnerschap met andere organisaties. Onze stad telt tal van culturen. Kunnen we nadenken over een Vlaams-Maghrebijns culturenhuis? Ook voor de VGC zien we een rol weggelegd. Studenten en jongeren hunkeren naar een plaats om te fuiven. Om aan deze verzuchting tegemoet te komen, zoekt het VGC-college vandaag een goede fuifzaal. Welnu: de plaats is er. Het gebouw biedt een schitterende opportuniteit als fuifzaal. Na de theaterwerking tot 1982 is het gebouw zelfs nog een discotheek geweest. Er wordt wel eens gefluisterd dat de New Beat in ‘La Gaîté’ ontstaan is. Daarenboven verlaag je de drempel voor bepaalde jongeren om kennis te maken met het Vlaams-Marokkaans huis. Door diverse activiteiten in het huis onder te brengen kan Daarkom ook effectief zorgen voor interculturele kruisbestuiving. We geloven in de mogelijkheid om constructieve en breed gedragen partnerschappen aan te gaan hieromtrent en hopen dat het gebouw opnieuw kan schitteren als vroeger. Laten we de kracht ervan niet beperken tot halfslachtige samenwerkingen, maar laten we het nog meer inzetten om Brussel verder op de kaart zetten. Sesam, open u! Paul Delva, Fractievoorzitter CD&V Brussels Parlement Joris Poschet, Vlaams Parlementslid voor CD&V
BDW 1481 PAGINA 15 - DONDERDAG 2 JULI 2015
Open brief Betreft: Open Brief aan de heren ministers Sven Gatz, Pascal Smet en Guy Vanhengel en de leden van de raad van bestuur van de Vlaams-Brusselse Media. Tientallen petities, lezersbrieven, steunbetuigingen, opiniestukken en columns in nagenoeg alle kranten schijnen geen indruk op u te maken. U bent in de reorganisatieplannen van de vzw Vlaams-Brusselse Media vrij vlug teruggekomen op uw voornemen om FM Brussel uit de ether te halen, maar u hebt nog geen woord uitleg gegeven bij, laat staan argumenten aangevoerd waarom u Anne Brumagne, hoofdredactrice van Brussel Deze Week, op staande voet aan de deur hebt gezet. We hoeven niet meer in te gaan op wat honderden cultuurliefhebbers uit het Brusselse al hebben betoogd: Brumagne heeft van BDW een kwaliteitskrant zonder weerga gemaakt, een onmisbare informatie-
bron voor al wie ook maar enigszins geïnteresseerd is in het vooral, maar niet uitsluitend, culturele leven in Brussel. We begrijpen dan ook niet wat u ertoe kan hebben aangezet om haar onschatbare verdiensten te belonen met een ezelsstamp, ongezien in de journalistiek. Of was het nu net niet om journalistiek te doen? We zouden graag zien, geachte heren ministers, dames en heren bestuurders, dat u het wijdverbreide vermoeden ontkracht dat hier politieke en/of commerciële motieven de doorslag hebben gegeven. Nog liever zouden wij zien dat u het ontslag van Anne Brumagne ongedaan maakt en dat u haar liever vandaag dan morgen weer in dienst neemt als hoofdredactrice van het blad dat ons allemaal zo na aan het hart ligt. Ook willen wij dat ze zoals voorheen in alle onafhankelijkheid haar werk kan doen en dat ze geen ‘algemeen hoofdredacteur’ als waakhond boven zich krijgt. Met hoogachtende en hoopvolle groeten,
De initiatiefnemers: Walter Zinzen, Rosanne Germonprez en Karel Anthierens. Getekend: Brigitte Raskin, Freddy Depauw, Paul Vanden Bavière, Jef Lambrecht, Jef Coeck, Rik van Cauwelaert, Geert Van Istendael, William Van Laeken, Gerrit Six, Lode Vanoost, Ludo De Brabander, Jan Jonckheere, Jörgen Oosterwaal, Gal (Gerard Alsteens), Kris Smet, Johan Leman, John Vandaele, Liesbet Walckiers en Johan Depoortere.
De toekomst van BDW (1) Als Vlaamse Brusselaar ben ik al jarenlang geabonneerd op BDW en elke week lees ik het met veel interesse. Ik ben het niet altijd eens met de politieke standpunten van de redactie, maar ik vind het – zoals velen – heel belangrijk dat we een Nederlandstalige stadskrant hebben. In de discussies die thans over BDW gevoerd worden is er één element dat – onbegrijpelijk – nooit aan bod komt: waarom maken we onze stadskrant, waarvan we zo houden, niet betalend? Een jaarlijkse bijdrage van 50 euro zou toch geen enkel probleem mogen vormen voor al die lezers die nu hun onvoorwaardelijke steun aan het weekblad betuigen. Zo zou de redactie zich heel wat onafhankelijker kunnen opstellen dan nu het geval is. François Clemens, Sint-Gillis
De toekomst van BDW (2) We waren de laatste weken in het buitenland, en vernemen nu pas de aanvallen tegen onze kwaliteitsvolle stadskrant. Ik heb als Franstalige Brusselaar BDW twee jaar geleden ontdekt en wil hierbij getuigen hoeveel BDW mij wekelijks bijdraagt aan kennis en informatie. Mijn echtgenote en kinderen, eerst afstandelijk, zijn nu ook volledig bekoord! We steunen jullie 100 procent in jullie werk en hopen dat de raad van bestuur en de CEO meer aandacht aan de opinie van jullie lezers zullen besteden! Baudouin van Caubergh, Elsene
De toekomst van BDW (3) Met droefheid heb ik vernomen dat BDW moet ‘veranderen’. Mijn krant. Als Antwerpenaar ben ik op BDW geabonneerd en ik vind het een fantastische krant. Zo interessant, Jullie overstijgen de blabla van andere kranten zonder pedant te zijn. De levensverhalen en interviews in BDW zijn zo boeiend en zo gevarieerd. Jullie interviewen op een vriendelijke manier,
zonder agressie. Nick Trachet is zo gecultiveerd en brengt zijn kennis op een aangename manier. Er staan zoveel schitterende foto’s in BDW, ik heb er al veel uitgeknipt. Om nog te zwijgen over de info over expo’s, cinema. Interviews met kunstenaars. Architectuur. Geschiedenis. Ik heb al zoveel geleerd in BDW. Moet BDW nu ook eenheidsworst worden? Ik hoop van niet. Marianne Destoop, Antwerpen
Ook Brussel gevelt Op 11 juli is het feest! Aan de gevels van alle openbare gebouwen en bij vele landgenoten wordt gevlagd met de Vlaamse Leeuw. Het is hét uiterlijk teken van het feest van de Vlaamse Gemeenschap. Onder de slogan ‘Vlaanderen feest!’ wordt in elke gemeente – ieder op haar manier – 11 juli gevierd. Ook in Brussel, onze hoofdstad, is de zichtbaarheid van onze taal en cultuur noodzakelijk. Vlaggen, wimpels, ballonnen en bloemen in de gele kleur horen zeker thuis op zo’n feestelijke dag. Daarom de volgende oproep: Zou het niet mooi zijn indien elk huisgezin zijn gevel geel kleurt door gele bloemen in bloembakken of gele bloemen in vazen op de vensterbanken te zetten? Enkele jaren geleden opgemerkt in een bepaalde straat in Mechelen en vorig jaar hier en daar in Vlaanderen, kan en mag Brussel zeker niet achterblijven. Al wie de Nederlandse taal koestert, doet mee. Het is een teken van onze verbondenheid en samenhorigheid. Naar analoog met ‘Vlaanderen vlagt’ kunnen we een nieuwe activiteit toevoegen: Vlaanderen gevelt! Rita Harnie, Oud-directeur Basisschool Sint-Agatha-Berchem
Lindebomen Dapperheidsplein Er is een aanvraag van de gemeente om al de bomen aan het Dapperheidsplein te rooien. Dit zogenaamd om de voetgangers te beschermen en om het historisch zicht op de kerk te herwaarderen. Het weinige groen dat daar nog is wordt gekapt om een plein aan te leggen voor voetgangers. We leven in het jaar
2015. Deze mooie enclave word kapotgemaakt. Welke architect heeft dit op zijn geweten?
Jan Aerts, Anderlecht
Mindere en slechtere jobs Op het eerste gezicht is de analyse in BDW rationeel en juist: shoppingcentra creëren geen extra jobs (BDW 1478, p.2). Maar versterking en modernisering zijn nodig voor de bestaande winkelkernen. Een paar jaar geleden, toen er pas gesproken werd over het NEO-project, dachten we dat handelaars schrik zouden hebben van dit nieuwe ‘mega shoppingcentrum’ en dat wij, als gewone burgers, hun zouden kunnen helpen door onze krachten te bundelen om die ontwikkeling tegen te werken. Jammer genoeg hebben de handelaars, rechtstreeks betrokken bij de drie dichstbijgelegen winkelstraten (Houba de Strooper, De Wandstraat, Neder-over-Heembeek) weinig of niet naar ons geluisterd toen we spraken over het nut van kwalitatieve handel te behouden en van een permanente animatie te voorzien om die straten bekend en aantrekkelijk te maken. Wat ondervinden we nu: het aantal telefoonwinkels, pittazaken en nachtwinkels is vermenigvuldigd. Nooit gebeurt er iets specifieks in die straten. Een braderie en kermissen volstaan niet om dit doel te bereiken. Nooit wordt er zelfs maar gedacht aan autovrije straten, specialiteitsmarkten in de week of op zondag, kiosken met muziek, folkloristische voorstellingen, shuttlediensten naar parkings, enzovoort. Zulke houdingen kunnen alleen maar leiden tot het verdwijnen van de conservatieve handelszaken. Dat zou dus werkelijk jobverlies betekenen. Langs de andere kant, een nieuwe wijk bouwen, met onder andere een commerciële zone, woningen, diensten, vrijetijdsaangelegenheden, bioscopen en het verdwijnen van de wagens, heraanleg en nieuwbouw van verouderde gebouwen in de vrijetijdszone: dat alles kan zeker ook sterk bijdragen aan het aanwerven van veel andere werknemers.
André Verloes, Buurtcomité Verregat-Heizel
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDW 1481 PAGINA 16 - DONDERDAG 2 JULI 2015
VADROUILLE © OOG & BLIK / DE BEZIGE BIJ
© UITGEVERIJ ATLAS CONTACT
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
GEERT EN JUDITH VAN ISTENDAEL HEBBEN BOEKEN OP ORDE
TEKENEN EN DICHTEN ZONDER DE MEDEMENS OP TE LICHTEN
SINT-JANS-MOLENBEEK – De burgerlijke stand kent hen als vader en dochter Geert en Judith Van Istendael. Wij kennen hen onder hun respectievelijke noms de plume Geert van Istendael en Judith Vanistendael als schrijver en tekenaar van tal van boeken die er toe doen.
A
an dat lijstje zijn er alweer twee toegevoegd. Dit voorjaar kwam Het was wat was uit, de nieuwe dichtbundel waarin Van Istendael ding, dier, mens en geld laat spreken. En Vanistendael brengt met Pelgrim of niet? reisverslag uit van haar voettocht naar Santiago de Compostela. We ontmoeten de telgen van dezelfde artistieke genenpoel in het huis van Judith in Molenbeek. Ondanks, maar vooral omwille van een nieuwe nakende deadline, die haar een ‘tekenarm’ heeft bezorgd en haar even uit haar atelier weghoudt. Ook de creatieve tegenhanger van de tennisarm is het gevolg van een overbelasting van steeds dezelfde spieren en pezen. Tijdens het gesprek doet Judith met armen en vingers de rek- en strekoefeningen die de kinesist heeft voorgeschreven, en het lijkt wel alsof vader Van Istendael meedoet, want als hij spreekt hoort daar ook altijd wat gestiek bij.
Waarneming Wat vindt Geert van Istendael overigens van de ongegeneerde mediastilte waarin dichtbundels tegenwoordig ter wereld komen? “Ach, Ik maak me daar al lang geen illusies meer over. Poëzie is totaal marginaal. En ik weet niet eens of ik daar ontevreden over moet zijn, want als poëzie niet marginaal zou zijn, dan vlogen dichters misschien in de bak, moesten
ze in ballingschap, of werden ze opgehangen. Poëzie is van alle kunsten de minst commerciële. Onverkoopbaar. Hoe commerciëler de samenleving – hoe belangrijker de ruilwaarde wordt ten opzichte van de gebruikswaarde – hoe marginaler de poëzie wordt. Maar hoe subversiever ook natuurlijk. Want poëzie wordt dan echt een teken van protest: het zal niet worden verkocht, en toch maak ik het. ‘En waarom maak je het dan?’ wordt me dan wel eens gevraagd. Alsof ik het recht niet heb om iets te maken dat onverkoopbaar is! Iets dat je misschien ook gewoon kan geven.” Over media-aandacht voor haar beeldverhalen heeft Judith vooralsnog niet te klagen, maar dat is geen reden om op de lauweren te rusten. Een eerdere uitgave van Pelgrim of niet? liet ze uit de handel nemen, omdat vormgeving en drukproces door omstandigheden niet aan de kwaliteitsnormen voldeden. Nu is het boek er dus toch. Je zou het ook een bundel kunnen noemen, omdat het voor elke van de veertig voetreisdagen van Saint-Jean-Pied-De-Port over Compostela naar Finisterre één tekening met wat aantekeningen bevat. “Sommige tekeningen zou je misschien beeldgedichten kunnen noemen, maar eigenlijk zijn ze juist minder overdacht en geconstrueerd dan anders. Het is een reisverslag dat er eigenlijk is uitgeknald. We hebben het ook in facsimile en zonder correcties uitgegeven. Je zit direct op mijn huid.”
JUDITH VANISTENDAEL:
“Op zo’n tocht met alleen een rugzak van zes kilo word je teruggeworpen op de essentie”
De tekeningen in Pelgrim of niet? zijn eigenlijk aquarellen. De waterverf maakt de Spaanse vrouwen flamboyanter, de luchten uitdagender, de zere rug en voeten nog pijnlijker. Maar door naar waarneming te tekenen, levert Vanistendael een ongecensureerde, geenszins geïdealiseerde getuigenis. “Ik wilde deze reis sowieso maken, maar ik heb ze ook aangegrepen om het aquarelschilderen en waarnemingstekenen te oefenen. Ik had het Huis van Culturen elke dag een tekening beloofd en me zo gedwongen om anderhalve maand lang iedere dag te tekenen. In mijn vrije tijd teken ik niet graag, maar dit was anders. Ik was alleen en had zes weken lang geen andere taken. En het is als tekenaar belangrijk dat je voldoende blijft oefenen op waarnemingstekenen.”
Ding dier mens Is er in de dichtbundel misschien ook sprake
van ‘waarnemingsdichten’? Geert van Istendael levert er in ieder geval een aantal gedichten in af waarin zowel uiterlijk als gebruik van ding, dier en boom - van het zegevierende orgel, over het gevlekte varken tot de aristocratische beuk - op een vernuftige manier worden beschreven. “Die gedichten over dingen schrijf ik al twintig jaar. In iedere bundel sinds Het geduld van de dingen staan ze. Als ik er zo acht gemaakt heb, weet ik dat ik een bundel klaar heb. Dan is er daarrond genoeg gerommeld, gemorst en gegroeid dat het de moeite waard maakt om alles bij elkaar te rapen.” Gaat hij dan zitten om aan zo’n gedicht te beginnen, of worden ze neergeschreven als ze zichzelf aandienen? Van Istendael: “Ik weet niet hoe dat met tekenen zit, want dat kan ik niet, maar bij dichten is het bijna altijd zo dat je eerst een regel gegeven wordt. Die komt voorbij en moet je in de vlucht pakken. Als je dat niet doet is dat doodzonde, want het gebeurt niet al te dikwijls. De muze is gierig en moet dat ook zijn. Vandaar dat ik altijd papiertjes en stukjes potlood op zak heb. Maar de andere zeven regels erbij fabriceren vraagt vaardigheid en veel werk.” Ook Judith heeft behalve de inspiratie ook heel veel concentratie nodig. “Om te tekenen moet ik me helemaal afsluiten, voor een lange periode, en volgens een bepaalde regelmaat. Ik heb eens gelezen dat bijna alle kunstenaars die regelmaat nodig hebben. Ze werken soms op vreemde uren, maar meestal wel op vaste uren. Ik teken elke werkdag twee pagina’s, anders word ik zenuwachtig.” Op de titelpagina van Pelgrim of niet? staat dan wellicht ook niet toevallig een tekening waarin Judith zichzelf afbeeldt in een transparante capsule die haar van de drukke omgeving af-
BDW 1481 PAGINA 17 - DONDERDAG 2 JULI 2015
op een andere manier terugkomt van die reis.” Toch weer naar de dichtbundel dan, waarin ook een cyclus over Mensen staat. Het geheel is geen gekkenhuis, maar toch een verzameling stemmen die hun besognes, kleine principes en meninkjes ventileren. “Dat was oorspronkelijk een reeks heel korte verhaaltjes bij een fotoreeks van Tim Dirven over het Belgische huis - zoals je weet een onuitputtelijke bron van vreugde, ergernis en vooral verbazing. Die verhaaltjes zijn verschenen in De Morgen, maar ik heb ze onder handen genomen om er een meer poëtische vorm aan te geven. Ik luister graag naar allerlei soorten mensen. Laat een loodgieter, een gevelschilder, een onderwijzer en een slager dezelfde straat beschrijven en je krijgt allemaal andere verhalen. En niet alleen dat is boeiend, maar ook de manier waarop ze het zeggen, de tongval, de herinnering aan de dialectwoorden…”
Aan tafel
foto-onderschrift
Vader Geert, schertsend tegen dochter Judith: “De camino is een wandelend gekkenhuis.”
sluit. “Mensen trekken naar de camino om tot zichzelf te komen. Maar het probleem is dat ze dat met zoveel tegelijk doen dat dat ondoenbaar wordt. De meeste mensen leggen die tocht ook niet af omdat ze thuis diep gelukkig zijn, maar omdat ze een probleem hebben waar ze een oplossing voor zoeken die natuurlijk helemaal niet op die weg te vinden is. Daar komt dus heel veel psychologie bij te pas.” Geert (schertsend): “Het is een wandelend gekkenhuis.”
Judith (onverstoord): “Zo’n capsule, zo’n membraan heb je in elke groep nodig, want je kan jezelf niet voortdurend helemaal bloot geven. Maar het is moeilijk om dat membraan de hele tijd intact te houden. Om het niet te dik of te dun te laten worden. Het fysieke aspect van het wandelen heeft me daarbij geholpen. De endorfine van de voortdurende inspanning heeft het mogelijk gemaakt dat membraan goed te krijgen. Dàt, en de tijdelijke maar totale isolatie van mijn normale sociale omgeving.
© NAAM FOTOGRAAF
© SASKIA VANDERSTICHELE
Je bent daar lange tijd niet wie je normaal bent. Je hebt geen rol te vervullen. Je trekt ook elke dag verder, dus word je elke dag ontworteld. Je kan jezelf telkens volledig heruitvinden en welk verhaal dan ook op opdissen aan wie je maar wil. Dat zorgt ervoor dat je toch
Tot slot uit elk boek nog één citaat. Ze zijn allebei achteraan te vinden - als een conclusie om op voort te bouwen - en ze vertonen een opmerkelijke gelijkenis. “Laten wij zitten in het licht en praten/ wij jong en oud vrouw man buur vreemdeling/ bij een korst brood en een slok goede wijn,” stelt de dichter voor, terwijl Judith schrijft “We kijken naar de ondergaande zon en zingen liedjes in alle talen die we kennen, we worden ontiegelijk zat en zijn voor het laatst op deze tocht één met het universum.” Geert Van Istendael: Dat citaat komt uit het gedicht X Tragoedia of Tragedie, over de waanzin van het geld, en de waanzinnigaards die met dat geld bezig waren toen de boel instortte. Een tragedie beschrijft de ondergang van diegenen die vanwege hun hoogmoed door de goden ten gronde worden gericht nadat ze eerst door hen verblind of verdwaasd werden. Zelfs ik die tamelijk cynisch ben, moet zeggen dat de schurkachtigheid en de schaamteloze roverij die tot de financiële crisis hebben geleid me nog verbijsterd heeft. En de plek waar het helemaal verrot is, is verdorie Griekenland, waar de tragedie ontstaan is. Mevrouw Merkel, de machtigste vrouw van Europa, heeft bovendien de woorden ‘marktconforme democratie’ in de mond genomen, waar ze het natuurlijk over een democratieconforme markt zou moeten hebben. En waar is de democratie uitgevonden? Juist. Maar de Grieken mogen stemmen wat ze willen, wat ze krijgen is marktconforme democratie in de harde praktijk. Dus zeg ik: als de boel moet instorten, laat hem dan instorten. Zodat we kunnen zeggen ‘Het was wat was’ in plaats van ‘Het is wat het is’. Het moet voorbij zijn, zodat we inderdaad kunnen bezig zijn met de dingen die ertoe doen. Met vrienden aan een behoorlijk gevulde tafel zitten en een slok drinken. Meer hoeft niet.” Judith knikt instemmend: “Op zo’n tocht met alleen een rugzak van zes kilo word je teruggeworpen op de essentie, en merk je snel dat iedereen goed weet wat er echt toe doet. Het delen van ervaringen en ideeën door de taal, fysieke uitwisseling door elkaar aan te raken, en het uitwisselen van eten en drinken. Velen zijn dat vergeten, maar op zo’n tocht voel je dat door en door en merk je dat je daar ook perfect tevreden mee bent. Dat drijft mij nu nog altijd. Een essentie die daar voor mij nog bij komt is artistieke creatie - maar dat gaat ook over het delen met anderen van wat je in je hebt.”
Michaël Bellon
Het was wat was van Geert van Istendael, Atlas/Contact, Amsterdam/Antwerpen, 56 blz. Pelgrim of niet? Een voettocht naar Santiago, van Judith Vanistendael, Oog&Blik/De Bezige Bij Amsterdam/Antwerpen, 88 blz.
BDW 1481 PAGINA 18 - DONDERDAG 2 JULI 2015
CULTUUR > KILTI LANCEERT CULTUURZAKJES IN BRUSSEL
‘WE WILLEN CULTURELE GEWOONTES DOORBREKEN’ ‘W
ij willen cultuurliefhebbers nieuwe initiatieven leren kennen, naast lokale artiesten en zalen”, licht Coline Raynaud, projectmedewerker bij Bah Voyons! Toe. “In Brussel gebeurt heel wat op cultureel vlak. Wij willen mensen aanmoedigen om nieuwe locaties te bezoeken, hen laten kennismaken met de vele artiesten die ons omringen, of plekken te herontdekken. De mens is een gewoontedier, maar curiositeit kan je aanwakkeren,” volgens Raynaud. Het initiatief komt van Kilti, die vorig jaar met succes de eerste Paniers Culturel in Lille lanceerden. De jonge Brusselse vzw Bah Voyons! richtte begin dit jaar een Brusselse poot op. In april werd een eerste zakje gelanceerd rond het thema Sacrés caractères. In juni volgde Old School. Culturo’s met grote honger kunnen voor een groot pakket kiezen voor 49 euro. Kleine hongertjes kunnen
© KILTI
BRUSSEL – Cultuur komt in alle vormen. Sinds kort ook in een ‘Cultuurzakje’ of Panier Culturel. Naar analogie met de groentenpakketten willen de uitvinders van het Panier Culturel lokale cultuurconsumptie aanmoedigen. Tweemaandelijks krijgen de abonnees een kleine selectie cultuur op hun bord. gestild worden aan 25 euro. Afhankelijk van het pakket, krijgt u een audiovisueel werk, een literair werk en tickets voor artistieke evenementen. Het geheel wordt gepresenteerd in een stoffen zak, elke editie bedrukt door een andere kunstenaar. Geïnteresseerden tekenen ten laatste de twintigste van de maand voor de lancering van het cultuurpakket in. Het thema is bekend, de inhoud niet. Die blijft een verrassing tot op de dag van de lancering op een speciale locatie.
Verwondering De aftrap van Kilti in Brussel vond op 25 april plaats in Les Ecuries van de tram, het oude MIVB-depot waar sinds kort een wekelijkse biomarkt huist. “Tijdens de lancering is iedereen aanwezig die betrokken is bij die editie, zowel artiesten, programmatoren als cultuurliefhebbers. We willen een gezicht geven aan de mensen en de link tussen de
Het thema is bekend, de inhoud telkens een verrassing.
ADVERTENTIE
Een markthal vol smaak Votre marché gourmand
OPEN I OUVERT: 07:00 > 14:00 Vrijdag, zaterdag en zondag Vendredi, samedi et dimanche Op de site van | Sur le site de l’ Abattoir,
Rue Ropsy Chaudronstraat 24 1070 Anderlecht Parking : Delacroix rue Jules Ruhlstraat Metro : Clemenceau, Delacroix
www.foodmet.brussels
BDW 1481 PAGINA 19 - DONDERDAG 2 JULI 2015
tijd maken we mensen op die manier warm om zich in te schrijven voor de volgende editie. Tijdens de lancering ontdekken de abonnees de inhoud van het zakje. We willen inspelen op die verwondering, zodat mensen met elkaar en de artiesten aan de praat gaan of met andere deelnemers afspreken om samen naar een voorstelling te gaan.”
Solidariteit
makers, organisatoren en de gebruikers zichtbaar maken. Het principe van de korte keten, net zoals bij een groentenpakket.” Deelnemers krijgen tijdens de lancering een voorsmaakje van wat ze in hun zakje vinden in de vorm van een concert, lezing of expositie.
“We proberen een evenwicht te bewaren tussen bekende en onbekende dingen” “De avond zelf kan je geen cultuurzakje meer kopen om overschotten te vermijden, ook weer naar het idee van groentenpakketten. Tegelijker-
e inhoud is heel divers, zowel qua D artiesten als disciplines. Het literaire werk is voorlopig nog Franstalig, de andere werken zijn voor een breed publiek. “We hebben bij de opstart zelf actief gezocht naar interessante partners en artiesten. Ondertussen vinden zij ons ook. Abonnees kunnen zelf suggesties doen. We proberen een evenwicht te bewaren tussen bekende en onbekende dingen. Mensen kunnen ook plaatsen herontdekken, we zijn zeker niet enkel geïnteresseerd in nieuwe initiatieven. De kwaliteit interesseert ons meer dan de ervaring of bekendheid van een plaats of een artiest. Mensen inspiratie geven, daar draait het ons om.” Ondertussen groeit Kilti gestaag voort. Bij de tweede editie werd het panier solidarité gelanceerd, om cultuur voor meer mensen toegankelijk te maken en u n panier à partager, een pakket om te delen. Een maandelijks pakket wil Kilti niet. “We willen mensen rustig cultuur laten beleven, tijd geven om het boek te lezen of samen een tentoonstelling te bezoeken en zo op ontdekkingstocht gaan in Brussel.” Hanne De Valck
Zelf creatief? Kilti lanceert een oproep om het zakje voor oktober te ontwerpen. Wie zin heeft zijn ontwerp op het volgende cultuurzakje te zien, kan nog tot 31 augustus een voorstel indienen. Meer info via bruxelles@kilti.be. Alle info over het cultuurzakje vindt u terug op www.kilti.be, www.bahvoyons.be.
ADVERTENTIE
IJsrecepten moeten zijn meegekomen naar Frankrijk met de koks van Catharina de Medici (samen met erwtjes en schorseneren), wat het begin betekende van de Franse keuken. De Italiaanse koks maakten ijs allicht door vruchtensap te kloppen in een pan die in zout/ijs staat. Maar het waren vooral de Amerikanen die de techniek zouden verfi jnen en populariseren, en naar ze zelf zeggen, ook het roomijs uitvonden. Zij ontwierpen een houten emmer (isolerend) met daarin een metalen vat. Tussen hout en vat wordt sneeuw/zout-mengsel gestort, in de metalen container komen de melk en de room, of fruitsap of wat dan ook. Met een draaimechanisme en kruk klopt men het mengsel krachtig, tot romig ijs ontstaat. Dat draaien is belangrijk. Hoe meer ijskernen er in het mengsel ontstaan, hoe kleiner de kristallen zullen uitgroeien. Eerst gaat zuiver water kristalliseren, maar daardoor verhoogt het suiker- en zoutgehalte van het overblijvende vocht en kan de temperatuur nog verder dalen zonder te bevriezen. Daarom is ijs maken zonder suiker zo goed als onmogelijk, tenzij je alcohol toevoegt. Goed ijs is een mengsel van kleine ijskristalletjes, omhullend suikerwater, eventuele vetdruppeltjes en ten slotte luchtbelletjes die het geheel schuimig maken. Verder kan uiteraard alles: ijsjes maken met champagne of met geitenkaas, met witte wijn of coca cola, BRUSSEL EN DE WERELD met spinazie of lambiek, met hete pepers of pesto. CULINAIR ONTDEKT Ik erfde een sorbetière uit de jaren 1970 en vond nog een pak met 380 gram kraanbessen (cranberry’s) in de diepvries. Kraanbessen met huid en haar in de mixer, daar 150 gram poedersuiker bij en het sap van een citroen. Draaien tot alles pap is. Het mengsel in de sorbetière storten en het hele ding in het vriesvak van de koelkast. Het snoer van de elektrische motor komt gewoon langs de deur naar buiten. Enkele uren laten draaien. Het resultaat was lekVerleden week hadden we het over koeling en kerder dan sorbet uit de winkel. Maar ja, waar vindt ijsblokjes, maar er bestaan uiteraard ook ijsjes! men in de winkel kraanbessensorbet? Hier is het geen trucje om slechte kwaliteit te Een sorbetière is trouwens niet eens nodig. In de verdoezelen, maar gewoon snoepplezier in een jaren 1960 maakte mijn moeder wel eens orange givrée. Die maakte ze ook zonder elektrische gadgets. kommetje of op een stokje. Het koudegevoel als Snij het hoedje van lekkere appelsienen en haal de smaak zelf, met dan eventueel nog een aroma vrucht leeg met een mes en/of lepel. Het vruchtvlees erbij. kijk je na om de bittere pitten te verwijderen. Zet de Hoe modern ijsjes er ook uitzien, hun geschiede- leeggehaalde sinazen met hun hoedjes in het vriesnis gaat erg ver terug, naar de sjerbet van de antieke vak. Voeg bij het vruchtvlees het sap van een citroen Perziërs. Zij namen sneeuw uit de bergen en meng- en, als je pakweg een halve liter sap hebt, doe er dan den er vruchtensiropen bij. Dat was verfrissend in de zomer. Vandaag vind je zo hier en daar nog ijsverkopers in de tropen. Met felgeschilderde wagens sjouwen ze een grote klomp ijs rond waar ze met een speciale rasp wat van afschaven. Dat gaat dan in een bekertje met een siroop naar keuze erover. B rainfreeze! Het wordt al heel wat gesofi stikeerder als je vruchtensappen of room gaat bevriezen. Maar hoe deden ze dat, voor de tijd van Sadi Carnot (1796-1832) die de koelcyclus bedacht? Dat moeten de Italianen zijn geweest, misschien zelfs de Sicilianen, die sneeuw van de Etna konden combineren met het zout van de zee. Want wie ijs mengt met zout, kan een eigenaardig fenomeen waarnemen, de temperatuur van het mengsel wordt lager dan het koude ijs zelf, we spreken van een cryoscopisch mengsel. Dat is de basis van de temperatuurschaal van Fahrenheit. 150 gram suiker bij (komt niet op een gram). PureDie werd destijds gedefi nieerd met als nulpunt de ren in de mixer. Dat mengsel giet je dan in een stalen temperatuur van een mengsel van zout en ijs. Die kom die je in het vriesvakje van de koelkast zet. Na een half uur ga je kijken: er zal al ijs gevormd zijn ligt op (bijna) -18 graden Celsius. Behoorlijk laag. Dergelijke zout/ijs-mengsels kunnen zelfs gevaar- aan de wand van de kom, schraap dat af. Je roert het lijk zijn. Op YouTube was de Crazy Salt and Ice Chal- mengsel krachtig glad. Terug in het vriesvak zetten. lenge even een rage. De uitgedaagde strooide zout Na nog een half uur herhaal je die operatie. En nog op zijn/haar huid (vaak een arm) en probeerde daar een half uur later is de sorbet nog lepelbaar, maar dan zo lang mogelijk een ijsklontje tegen te houden. klaar. Schep het ijs in de bevroren lege sinaasappeHet resultaat? Brandwonden, nu ja: vrieswonden is len en laat ze een tijd (een nacht) temperen in het juister! In de Stille Zuidzee koelen moderne vissers vriesvak. Een kwartier voor consumptie uithalen. hun vangst snel af door een slurry te maken van Smakelijk. scherfi js en zeewater. Dit komt de kwaliteit erg ten goede, maar de vis mag niet te lang in het meng- nick.trachet@bdw.be sel blijven of hij verkleurt. Na een uur of wat halen ze de vis er dus weer uit en slaan hem op tussen De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet ‘gewoon’ ijs.
Nick Trachet IJs(jes)
“Goed ijs is een mengsel van kleine ijskristalletjes, omhullend suikerwater, eventuele vetdruppeltjes en ten slotte luchtbelletjes die het geheel schuimig maken”
BDW 1481 PAGINA 20 - DONDERDAG 2 JULI 2015
DE LAUREATEN
ACHTSTE PLAATS: BRAM VAN RENTERGHEM UIT SINT-GILLIS
De Viskom ILLUSTRATIE: NENA PEETERS / FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
‘Iedereen naar dezelfde dokter’ Bram Van Renterghem (33) uit Sint-Gillis werkt bij het Agentschap voor Integratie en Inburgering. In mei won hij al een tweede prijs in een wedstrijd voor het beste afgewezen manuscript. “Ik probeer mijn leven zo te organiseren dat ik meer kan schrijven. Momenteel werk ik aan een roman over ecoterrorisme.” “Mijn idee voor De Viskom ontstond door de vaststelling dat alle Nederlandstaligen naar dezelfde dokterspraktijk gaan – de aandachtige lezer zal zeker begrijpen over welke praktijk het gaat. We leven in een grootstad, maar Nederlandstaligen lopen elkaar altijd en overal tegen het lijf. Zelfs bij de dokter.” KL
H
et was al het derde meisje deze maand. Terwijl ze in haar handtas rommelde, bekeek de dokter haar nog eens goed. Het was een mooi meisje, net als de andere. Hij nam het blok voorschriften, scheurde er eentje van en schreef er de naam van het medicijn op. ‘Tweemaal daags. En helemaal uitnemen.’ ‘Ja, dokter.’ ‘De resultaten heb ik morgen. Mochten er nog complicaties zijn, dan bel ik.’ ‘Ok, dokter. Tot ziens, dokter.’
Weekend. Hij was niet van wacht en zijn vrouw had aangedrongen er eindelijk nog eens op uit te trekken. ‘De natuur in’, had ze gezegd, ‘ik heb het eventjes gehad met deze stad.’ Maar dat was straks, eerst een borrel. Hij stak het pleintje over naar La Lune, waar zijn collega’s in het gebruikelijke hoekje zaten. Door de vuile ramen scheen de zon op tafel. Marleen zag hem en veerde recht. ‘Wat wil je?’, vroeg ze. ‘Doe maar een rum.’ ‘En voor mij nog een Zinnebir’, zei Stijn. Terwijl ze aan de bar bestelde, vroeg Dirk aan Stijn of hij recent patiënten met lymfogranuloma venereum had gehad. ‘Ja’, zei hij verbaasd, ‘twee zelfs. Jij ook?’ ‘Drie.’ ‘Drie wat?’, vroeg Marleen, die de tussen haar handen geklemde glazen op tafel zette. ‘Patiënten met agressieve chlamydia.’ ‘Ga weg’, zei ze, ‘ik heb deze week ook iemand gehad.’ ‘Hoogst verontrustend’, zei Dirk. En mag ik vragen hoe zij eruit zagen?’ ’Blond’, zei Marleen. ‘Blond en slank’, preciseerde Stijn. ‘Blond, slank en niet onknap.’ ‘Nederlandstalig?’
Ze knikten. Natuurlijk. Bijna al hun patiënten waren Nederlandstalig. Hij snapte het niet. Lymfogranuloma venereum kwam nauwelijks voor, en dan nog vooral onder homo’s. Jaren geleden was er eens een uitbraakje in de Antwerpse lederscene, maar zelf had hij in zijn hele carrière niet één geval ontmoet. En plots zaten daar op één maand tijd zes jonge vrouwen in de wachtzaal. Allemaal hetzelfde type. ‘Ik vraag me af wat daar achter zit,’ zei Dirk, ‘Of liever: wie.’ ‘Beslist een Vlaming’, zei Stijn. ‘Vlaamse meisjes vrijen niet zo snel buiten de gemeenschap.’ ‘Stijn, alstublieft!’, riep Marleen. ‘Wat? Het is toch waar? Een expat zou misschien nog kunnen, maar een Marokkaan of een Congolees? Neen, dat zie ik niet gebeuren.’ Terwijl Dirk een glimlach achter z’n glas verschool, keek Marleen stuurs opzij, de lippen op elkaar geperst. Ach, hoe vaak had hij die twee niet zien kiften, alleen maar voor het spel? ‘Je bent gewoon jaloers’, zei ze ten slotte. Stijn zweeg, maar ook Dirk was zeer benieuwd naar de man die deze vrouwen versierde en er zonder condoom mee de koffer in dook. Welke troeven had hij? Groot, wellicht, en breed, en financieel gezond. En als hij in Brussel woonde misschien wel een patiënt van hen. Heel wat Vlaamse Brusselaars gingen bij hen, de wachtzaal leek soms wel een gemeenschapscentrum, een plek om oude bekenden tegen het lijf te lopen en te vragen hoe het nog gaat met die en die. Dat de dader één van hen was, was meer dan waarschijnlijk. In gedachten liep hij zijn bovenbemiddelde patiënten af, tot hem plots iets te binnen schoot. De galabals van de Geneeskundige Kring. Zijn studententijd. Elk jaar kwamen van overal jonge dames in hun mooiste avondjurken om een dokter aan de haak te slaan, en elk jaar waren er enkele mannen die op dat bal met de beste hapjes wegliepen. Zij studeerden niet voor arts, droegen geen das en hadden nauwelijks poen. Toch kregen zij alle aandacht. Zij, dat waren de muzikanten. Zelfs zanger-gitaristen van de meest idiote coverbands konden op minstens enkele deernen rekenen die als verdoofd voor het podium wiegelden, hen daarbij behoeftig in de ogen kijkend. Ook de knappe Viviane, met wie hij net samen was, bekende na veelvuldig aandringen niet ongevoelig te zijn voor de artiestengloed. Van toen af aan wist hij dat vrouwen of instrumenten bespelen eigenlijk hetzelfde is. Even overwoog hij zelf gitaar te leren, maar de stage was veel werk en Viviane was toch al de zijne. Hij zou echter nooit de wiegende meisjes vergeten. Ja, de man met chlamydia, de man die Vlaams vrouwelijk Brussel neukte, was beslist een muzikant. ‘Wat ik niet goed begrijp’, zei Dirk, is dat die meisjes niet zo jong meer zijn. Hebben zij dan geen vaste partner?’ ‘Dat is toch typisch Brussel’, zei Stijn. ‘Hoe bedoel je?’ ‘Eind de twintig en nog steeds aan het uitgaan. Alle feestjes en openingen aflopend.’ ‘Familie veraf, moeite met vaste relaties’, vulde Marleen aan. ‘Vermijders?’ Ze knikten. ‘Als ik iemand doorverwijs naar een psycholoog, heeft het meestal daarmee te maken’, zei Stijn. Dat wist Dirk niet. Hij was in Brussel geboren en getogen, en had er bijgevolg nooit iets lopen zoeken. Dat zijn patiënten dat wel deden, was nieuw voor hem. ‘Plannen dit weekend?’, vroeg Marleen, zijn mijmering doorbrekend. ‘Viviane’, zei hij. ‘Ze wil er een weekendje op uit.’
’Wat leuk. Naar waar?’ ‘Daar vraag je me wat.’ Hij keek op zijn horloge. ‘Ik moet maar eens vertrekken.’ In één teug dronk hij zijn glas leeg en stond op. ‘Collega’s!’, en met zijn vingers tikte hij tegen zijn denkbeeldige pet. Thuis trof hij een kwaaie vrouw aan. ‘Wat is er? Ik ben toch op tijd?’ ‘Dat is het niet. Het is onze dochter.’ ‘Fiona? Wat is er mee?’ ‘Het is gedaan met haar vriend.’ ‘Alweer?’ Ze kneep haar ogen dicht, klaar om aan te vallen. ‘Maar waarom ben jij kwaad?’, vroeg hij. ‘Omdat we nu niet op weekend kunnen, natuurlijk!’ Hij keek haar niet begrijpend aan. ‘Ze is verdrietig’, riep ze. ‘Ik moet bij haar blijven.’ ‘Ah. Ok dan.’ Het was een erg toegeeflijk maar ook erg verkeerd antwoord, want als op bevel marcheerde ze de woonkamer uit, om in de keuken met potten en pannen een hels kabaal te maken. ‘Wat is er?’, vroeg Dirk, die haar gevolgd was. Ze zweeg. Ze zweeg wel vaker de laatste tijd. ‘Wat is er?’, vroeg hij nogmaals. ‘Meneer vindt het blijkbaar niet erg om niet op weekend te kunnen?’ ‘Maar, het is … jij bent het die…ach’, en hij liep de gang in, nam zijn jas en ging naar buiten. Discussiëren had nu toch geen zin. Hij maakte graag wandelingen door de wijk. Het liefst liep hij in de straten rond het reusachtige gemeentehuis, als een adelaar op zijn berg, in dit geval een bergje maar het idee was er. Eens beneden Bareel begon het gekrioel, de drukte, de lelijkheid, maar hier boven was schoonheid, was ruimte, hier hoorde je achter beschermde gevels pianospelen, een enkele keer een sopraan. Weinig bordjes te huur, hier. Wanneer hij terugkwam was ze gekalmeerd, veel meer dan wanneer hij thuis was gebleven om haar te proberen kalmeren. Meer zelfs, ze excuseerde zich. In zijn nopjes ging hij in zijn fauteuil achter een krant zitten, en slaagde er werkelijk in te ontspannen, tot zijn dochter binnen kwam. Om een conversatie te vermijden, hield hij de krant hoger, teken dat hij aandachtig aan het lezen was. Tevergeefs. Ze ging op de armleuning van zijn fauteuil zitten. ‘Paps’, klaagde ze. ‘Ik weet het, meisje. Ooit lukt het wel.’ Haar lip begon te trillen, en hij zag hoe zijn krant nat werd door haar tranen. Nat en onleesbaar. Zijn tennisvrienden verweten hem soms apathisch te zijn, als zij bijvoorbeeld een pijntje hadden en hij niet snel genoeg inspecteerde, maar dat was alleen omdat hij alle energie en empathie voor zijn praktijk nodig had. Daar was hij de perfecte dokter, kordaat maar vriendelijk – iemand die de stethoscoop warm wreef voor hij die tegen iemands rug plakte. Dit ging natuurlijk rond in de gemeenschap, en de meeste nieuwe Brusselaars kwamen als vanzelf bij hem terecht. Net na de middag was er weer zo’n nieuwkomer. Uit een wachtzaal vol kwetterende kennissen haalde hij een grote man met stoppelbaard, die hij vaag herkende. Eenmaal in het kabinet gaf hij zonder blikken of blozen aan waar de klacht zich situeerde. Mannen hebben het voordeel niet op de onderzoekstafel te moeten klimmen, iets wat onmogelijk elegant kan, maar pardoes de broek laten zakken is voor velen evenmin evident.
Deze man had daar evenwel geen last van en dokter Dirk begreep meteen waarom. Hij waste uitgebreid zijn handen en nam plaats. De grote man zat alweer aangekleed voor hem, de ogen strak op hem gericht. ‘Hoe agressief en gevaarlijk deze ziekte ook is, de behandeling is vrij eenvoudig’, zei dokter Dirk. Hij scheurde een voorschrift van het blok en schreef hem Doxycycline voor, een antibioticum speciaal voor infecties aan de geslachtsorganen. ‘Tweemaal daags. En helemaal uitnemen.’ ‘Ok.’ ‘De resultaten heb ik morgen. Mochten er nog complicaties zijn, dan bel ik.’ ‘Ok.’ ‘Heb je een vaste relatie?’ Hij fronste. ‘Ik vraag het omdat je je partner op de hoogte moet brengen. We gaan ervan uit dat die ook besmet is, en dus meteen behandeld moet worden.’ ‘Ik heb geen vaste partner’, zei hij, zichtbaar trots. ‘Ook de seksuele partners van de voorbije maanden moeten het weten’, vervolgde dokter Dirk. Nu grinnikte de grote man. ‘Als je anoniem wil blijven, kan ik dat voor je doen’, zei dokter Dirk geërgerd. ‘Neeneen, het zal wel gaan’, zei hij, en opnieuw was er die zweem van trots.
Dokter Dirk vond het welletjes zo. Dat de grote man zich niet schaamde voor z’n losbandig leven, tot daar aan toe, maar er zo mee te koop lopen was ook niet nodig. Onderzoekend keek hij hem aan. ‘Ken ik je ergens van?’, vroeg hij, het groene blad voor de mutualiteit ondertekenend. ‘Niet dat ik weet. Of wacht, ben jij niet de vader van Fiona?’ Hij probeerde een zo neutraal mogelijk gezicht te houden maar voelde hoe het bloed wegtrok. Snel haspelde hij de consultaties af en met een kop vol zorgen holde hij naar huis. Ze zat in de sofa en meteen zag hij dat ze gehuild had. Hij bromde goedenavond, nam de krant en gleed z’n fauteuil in. Zou hij er iets van zeggen? Of zou hij wachten tot Viviane thuis was? Van opzij bekeek hij zijn dochter, die afwezig in een modetijdschrift bladerde. Had hij die kerel hier al thuis gezien? Hij dacht het niet. Maar het idee alleen al maakte hem nerveus. Elke seconde leek te tellen en het wachten op zijn vrouw kwam hem alsmaar zwaarder over. Hij besloot de zaak niet als vader maar als arts ter harte te nemen. ‘Fiona, luister eens. Vrij jij veilig?’ Ze keek op en knipperde met haar ogen. ‘Wát vroeg je?’ ‘Ik vroeg of je veilig vrijt. Gebruik jij een condoom?’ ‘Pa! Dat zijn je zaken niet!’
Niets in dit huis waren ooit zijn zaken. ‘Wel?’ ‘Pa-a! Ik heb niet eens een vriendje meer!’ ‘Fiona!’ ‘Wel pa, als je het dan toch moet weten, ja. Ja, je dochter vrijt veilig. Ja, ze gebruikt condooms. Wil je ze zien?’ Zo, dat had hij weer eens fijn geregeld. Hij sloeg zijn krant terug open, maar lezen lukte niet meer. Hij liep naar de berging om de krant bij het oud papier te gooien. Zijn oog viel op een platgedrukte medicijnverpakking, aan de zijkant van de gele zak. Doxycycline, kon hij lezen. ‘Wel?’, zei hij, het doosje voor haar neus houdend. Zijn gezicht was rood geworden. ‘Wel wat?’ ‘Wat betekent dit?’ Zijn stem ging zelfs omhoog. ‘Dat weet ik niet. Wat is dat?’ ‘Dat weet je best’, riep hij. ‘Doxycycline, een antibioticum tegen geslachtsziektes.’ ‘Maar dat is niet van mij!’ ‘Neen? Als het niet van jou is, van wie dan wel?’ Beneden trok iemand de deur dicht. ‘Schat, ik ben thuis!’ Fiona grijnsde. ‘Probeer nog eens’, zei ze.
BDW 1481 PAGINA 22 - DONDERDAG 2 JULI 2015
gaat over een schrijver die tijdens een tijdelijk writer’s block een sigaret gaat roken op het balkon om te mijmeren over de dertig jaar die hij in Brussel woont, een stad die “frustratie zaait, maar liefde oogst.” De jury apprecieerde de onvoorwaardelijke liefde voor Brussel die in het verhaal naar boven komt. Na een derde plaats vorig jaar, kaapte Maarten Goethals uit Brussel-Stad met Monsieur Norbert de hoofdprijs weg. “De jury zei vorig jaar dat mijn vertelperspectief hier en daar rommelde, wat aan het geheel wat afbreuk deed. Aan die raad heb ik mij nu dit jaar gehouden,” aldus een zichtbaar tevreden Goethals.
LITERATUUR > MAARTEN GOETHALS WINT TWEEDE BDW-VERHALENWEDSTRIJD
OVER DIEPE ANGSTEN EN INTOLERANTE ZIELEN BRUSSEL – Politiek journalist en dichter Maarten Goethals is de winnaar van de tweede editie van de BDW-verhalenwedstrijd. Zestig schrijvers deden mee aan de wedstrijd.
Barokke schrijfstijl De keuze voor het cliché van de haatdragende oproerwekkende politicus die na het parlement steevast een bezoek brengt aan een Oegandese hoer bij het Noordstation, wordt hier op een meesterlijke manier neergezet, luidde het in het juryrapport. De man die beest wordt en de destructie van zijn verborgen paradijs eens hij door haar ‘ontdekt’ wordt, staan symbool voor de diepe angsten van intolerante zielen. Fijn om hiervan een schets te krijgen in een authentieke, ragfijne stijl. Goethals is niet enkel politiek journalist bij De Standaard, in november maakte hij zijn debuut als dichter met Hees, dat bij Uitgeverij Vrijdag verscheen. “In dit kortverhaal gebruik ik de politiek als scène, een dankbaar onderwerp. Maar in mijn dichtbundel probeer ik politiek zoveel als mogelijk te vermijden. Al denk ik dat de ietwat barokke, gedetailleerde schrijfstijl wel wat overeenkomsten toont.”
De prijsuitreiking vond donderdagavond plaats bij medeorganisator Passa Porta. Uit de zestig inzendingen maakte de redactie van Brussel Deze Week een voorselectie van zeventien verhalen. De vakjury, bestaande uit auteurs An Mertens en Eric de Kuyper, kozen de winnaars uit, die een illustratie van Nena Peeters, boekenbonnen van de Passa Porta Boekhandel en het boek Brussels in Shorts: Bruss. 2 mee naar huis kregen. De winnende verhalen worden acht weken lang in de krant gepubliceerd.
Onvoorwaardelijke liefde De derde plaats ging naar de winnares van vorig jaar, Sarah van der Maas uit het Nederlandse Middelburg, met een verhaal over een getraumatiseerde oorlogsheld aan het Jubelpark. Dieter Rogiers uit Sint-Jans-Molenbeek kaapte de tweede prijs weg. Zijn verhaal De Parelvisser
Winnaar Maarten Goethals met de illustratie van Nena Peeters.
ADVERTENTIE
© SASKIA VANDERSTICHELE
Ken Lambeets
BDW 1481 PAGINA 23 - DONDERDAG 2 JULI 2015
Artists in residence W.H. Auden in Brussel
Schrijf eens een schilderij Ik was niet meteen van plan om het in deze reeks over het gedicht Musée des Beaux-Arts van de Engelse dichter W.H Auden (19071973) te hebben. Het verhaal van het gedicht waarvoor het schilderij De val van Icarus naar Pieter Bruegel de Oude als inspiratie diende is immers vrij bekend. Toch is het misschien de moeite er wat dieper op in te gaan. Eerst de beter bekende elementen. Auden (die in Brussel overigens ook aanwezig is met de titel van zijn gedicht Stop all the clocks, die te lezen staat op het herdenkingsmonument van het Heizeldrama) schreef Musée des BeauxArts toen hij in de herfst van 1938 even in Brussel vertoefde. Hij stelde daar vast dat de Oude Meesters, zoals Bruegel, het menselijk lijden goed hadden begrepen. Zo begint het gedicht in de vertaling van J. Bernlef: “Wat het lijden betreft vergisten zij zich nooit,/ De Oude Meesters: hoe goed begrepen zij/ Zijn menselijke rang; hoe het plaatsheeft/Terwijl iemand anders aan het eten is of een raam opent of net traag voorbijloopt.” Na nog een aantal verzen volgt dan het concrete voorbeeld van
© HTTP://BLOG.BESTAMERICANPOETRY.COM
© KMSK BRUSSEL
BRUSSEL – Bent u ook vergeten wat ‘ekphrasis’ nu ook al weer precies betekent? We kunnen het geheugen opfrissen aan de hand van een voorbeeld met de Romeinse dichter Ovidius, de Brabantse schilder Bruegel en de Britse dichter W.H. Auden.
naar de Kindermoord te Bethlehem van Pieter Bruegel de Jonge. Ten derde is het nuttig om te melden dat Auden zelf ook uit ervaring sprak. Net voor hij in de herfst van 1938 in Brussel in het museum stond, was hij als dichter-journalist nog getuige geweest van de Spaanse burgeroorlog in ’37, en de Chinees-Japanse oorlog in ’38. Hij zette dus niet zomaar wat schilderijen om in poëzie, maar gebruikte die techniek van ekphrasis – want zo heet het woordelijk weergeven van een schilderij - om zijn eigen inzichten te illustreren. Een interessante bijkomstigheid is dan, dat het schilderij van Bruegel op zijn beurt al een geval van ‘omgekeerde’ ekphrasis was: het is namelijk een geschilderde weergave van een tekst: het verhaal van Daedalus en Icarus uit de Metamorfosen van Ovidius.
Menselijke onverschilligheid
W.H. Auden (rechts) leerde in 1938 in het Museum voor Schone Kunsten het werk van Oude Meesters zoals Bruegel kennen. Links: de Val van Icarus.
het schilderij waarop de overmoedige Icarus ongemerkt in zee stort: “Op Bruegels Icarus, bijvoorbeeld: zoals alles zich/ Op zijn dode gemak van de ramp afkeert; de man achter de ploeg/ Zou de plons gehoord kunnen hebben, de verloren kreet, / Maar voor hem was het geen belangrijk fiasco.” Maar wat meer lectuur leert ons nog meer over het gedicht. Om te beginnen is het grappig dat het aanvankelijk eigenlijk Palais des Beaux-Arts heette, waaruit blijkt dat Auden - net zoals wel meer mensen overkomt - het Paleis voor Schone Kunsten en het Museum
voor Schone Kunsten door elkaar haalde. Ten tweede is het belangrijk om aan te geven dat Auden niet alleen De val van Icarus goed bekeken heeft in het museum. Hij heeft het ook over ‘oudere mensen’ die wachten ‘op de wonderbaarlijke geboorte’ terwijl kinderen die schaatsen ‘Op een vijver aan de rand van het bos’: een verwijzing naar de Volkstelling te Betlehem, waarop Jozef en Maria door Bruegel ook weinig opvallend worden afgebeeld temidden van het gewoel en de op het ijs spelende kinderen. De ‘honden’ en ‘het paard van de beul’ zouden misschien kunnen verwijzen
ADVERTENTIE
VLAANDEREN FEEST
BRUSSEL DANST ZA 11.07
BRUSSELS DANCES / BRUXELLES DANSE
Grote Markt • Grand-Place
RADIO MODERN LIVESHOW
GRAT
13:00
met Nathalie Meskens Pieter Embrechts Lucas Van den Eynde
RADIO 2 MET DE VLAAMSE 100 LIVE
wandelingen rondleidingen kinderanimatie
Muntplein • Monnaie
BLOCK PARTY MET TLP & RAKESH
dance battles street food
Info & inschrijvingen • wandelingen & dance battles Info & registrations • Info & inscriptions brusseldanst.be • brussel danst
Brussel Deze Week
IS
- 02:0
0
En blijkbaar was Bruegel een even goede lezer als Auden een goede observator was – zo merkt criticus Patrick Hunt van Stanford op. Hij geeft immers zowel de door Ovidius genoemde boer, herder als visser weer. Alleen had Ovidius het eerst over Icarus, en dan respectievelijk over de visser, de herder en ten slotte de boer. Terwijl Bruegel ons oog eerst naar de groot geschilderde boer leidt, en dan over de herder en de visser naar de in stilte lijdende Icarus. Bij het schilderen van de mythe verlegde Bruegel dus ook de aandacht van het daarin behandelde thema van de menselijke overmoed, naar dat van de menselijke onverschilligheid, zoals die ook vervat ligt in het Vlaamse spreekwoord “En de boer, hij ploegde voort”. Michaël Bellon www.brusselnieuws.be/inresidence
BDW 1481 PAGINA 24 - DONDERDAG 2 JULI 2015
ELSENE – Ze is er inmiddels 86, maar ze voelt zich nog altijd jong. “Al is de carrosserie wel versleten,” zegt ze met een ontwapenende glimlach. Wij gingen op de koffie bij Lydia De Pauw-Deveen, emeritushoogleraar, voormalig staatssecretaris, voormalig senator, voormalig voorzitter van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, maar bovenal socialiste in hart en nieren.
L
ydia De Pauw - Deveen woont in een stijlvol appartement aan de Kluisstraat in Elsene. Een flat met heel veel boeken, veel moderne kunst ook. Ook nu koopt ze nog altijd kunst: “Vooral van mensen met psychische problemen, daar steken pareltjes tussen. Ik heb de jongste tijd kunstwerkjes gekocht in Den Teirlinck (opvangcentrum voor mensen met psychische problemen, DV) hier in de buurt en in de galerij Art en Marge in de Hoogstraat.” Amper hebben we elkaar begroet, als ook Quinto komt groeten. Quinto is een zevenjarige american curl van zeven kilo. Quinto lijkt me te herkennen. Hij gaat ons voor naar het terras, waar hij zich op het tafeltje installeert. Er is nog net plaats voor mijn opnameapparaatje en mijn schrijfblok. “Toen Frans (de overleden echtgenoot van Lydia, hoogleraar Frans De Pauw, DV) en ik in 1953 voor een jaar naar New York trokken, waar ik aan de Colombia University Kunstgeschiedenis heb gestudeerd, heeft mijn moeder een jaar op onze eerste poes gelet. Het was een mensenschuwe kat die zich wegstak als er bezoek kwam. Toen wij na een jaar terugkwamen, rende hij op ons toe. Ik weet nog altijd niet of het de geur is, of iets anders.” New York was een fantastische ervaring, vertelt Lydia, de visie van Frans en haarzelf werd verbreed, maar toch was het allerminst evident. “De republikeinse families bij wie we op bezoek gingen kenden geen atheïsten. Als je zei dat je atheïst was, volgde onmiddellijk de vraag of je ook communist was. Een vriendin die in een klein stadje ging wonen omdat haar man er werk had, is jaren nergens uitgenodigd
leven te roepen: Kunst en Maatschappij. Het ene jaar gaf ik Kunst en Politiek, het daaropvolgende jaar De Vrouw als Kunstenaar. Ik kreeg toen van een vrouwelijke collega de opmerking: ‘Maar dat is toch geen echte kunstgeschiedenis?’ Daar ben ik nog altijd heel fier op.” Lydia’s talenten zijn veelzijdig maar ook verrassend, ze was hoogleraar Kunstgeschiedenis en ze tekent zelf. Aan filosofie daarentegen heeft ze nooit een boodschap gehad: “Ik kan niet overweg met die begrippen, maar in logica was ik heel goed. Leo Apostel was de enige filosoof die ik echt begrepen heb. Ik heb Latijn-Grieks gevolgd, maar was heel goed in wiskunde.” Haar kleindochter Bregje heeft net haar doc-
“Ik vind het jammer dat er aan de VUB geen zaal naar Frans genoemd is. Zonder hem was het AZ VUB er nooit gekomen. Maar ze zijn hem precies al vergeten”
LYDIA DE PAUW - DEVEEN (86), SOCIALISTE
‘Ik voel me nog altijd jong van geest’ omdat ze atheïst was. Iedereen was er bij een kerkgenootschap, maar ik had zelfs geen hoed, een must in die tijd. Ik heb er ook geen enkele verdienste aan dat ik atheïst ben. Mijn grootvader Louis Deveen, die in 1863 geboren werd, was al niet gedoopt. Kan je je dat voorstellen in die tijd?”
toraat theoretische wiskunde behaald aan de University van Los Angeles, omdat ze met dat diploma geen werk vindt in Amerika emigreert ze met haar Amerikaanse partner naar Australië. Haar dochter Sonja geeft in Antwerpen les als pedagoge, haar zoon Pieter werkt aan de VUB.
Feminisme
Socialisten
Onderwijs en feminisme zijn twee vaste waarden in de familie Deveen. Lydia: “Mijn vader mocht van zijn ouders alleen maar voor onderwijzer studeren. Mijn vader vond het niet kunnen dat zijn twee dochters alleen maar voor onderwijzeres mochten studeren. In die tijd mochten ze zelfs nog niet voor regentes studere. Mijn grootvaders motto luidde: wat mijn dochters niet mogen, mag mijn zoon ook niet.” Lydia is vele jaren hoogleraar Kunstgeschiedenis geweest aan de VUB. “Aan de VUB heb ik de kans gekregen om een nieuwe cursus in het
Lydia mag dan uit een socialistisch nest komen, nog voor ze aansloot bij de PSB/BSP werd ze lid van de socialistische vakbond. De eerste keer dat ze na de terugkeer uit de States moest gaan stemmen voor een nieuwe gemeenteraad in de Stad Brussel hebben Lydia en haar man voor Louis Van Geyt gestemd. “Ik kende geen enkele kandidaat op de lijst van de socialisten, dus heb ik voor de communisten gestemd. We kenden elkaar van aan de VUB. Louis en ik bellen elkaar nog af en toe op, dan zijn we algauw vertrokken voor een half uur.”
Quinto eist heel wat ruimte en aandacht op.
Of het haar geen pijn doet dat een deel van de SP.A wel heel ver is meegegaan in het neoliberale verhaal? Ze aarzelt even: “Ik heb altijd tot de linkervleugel van de partij behoord. Ik ben blij dat John Crombez voorzitter is en niet langer Bruno Tobback. John is een stuk linkser en ook minder anti-Brussel dan vader en
zoon Tobback. Louis is zo provinciaal. Toen Bruno het op een partijcongres presteerde om niet één keer de naam Brussel te laten vallen, heb ik hem daarop gewezen. Het enige antwoord dat hij wist te verzinnen: ‘Ik heb Antwerpen ook niet vernoemd.’ Ik heb ook voor het weekblad Links geschreven onder Marcel
BDW 1481 PAGINA 25 - DONDERDAG 2 JULI 2015
3 VRAGEN AAN LUCIE GHIJSENS © BART DEWAELE
wen het licht zagen, een Brusselse Vlaamse afscheiding van de BSP. “Op een vergadering van de toen nog tweetalige partij werd het me te bar. Ik was in die tijd nog heel verlegen, maar ik heb toen het woord gevraagd. Het anti-Vlaamse discours werd me te veel. Ik heb toen in het Frans de Vlamingen verdedigd. Nadien kwam Marc Galle me verwijten dat ik Frans gesproken had. Ik heb hem geantwoord: ‘Ik heb misschien Frans gesproken, maar gij hebt gezwegen.’ Ik wou dat de Franstaligen me verstonden. Het was maart 1968 en Hendrik Fayat was door de tweetalige partij op een onverkiesbare plaats gezet voor de verkiezingen. Toen hebben we beslist om een eigen lijst in te dienen. Toen ik in 1972 verkozen werd in de agglomeratieraad kwam de tolk me zeggen dat ik de enige was voor wie hij moest werken. Ik was de enige die Nederlands sprak.” De jaren 1970, dat waren de hoogdagen van het FDF. “FDF-voorzitter Lagasse heeft het gepresteerd om me in de wandelgangen van het parlement (Lydia en Lagasse zijn ook beide senator geweest, DV) nooit te groeten. Zelfs een knikje met het hoofd kon er niet van af. Zo groot was de haat. Als ik vandaag FDF-voorzitter Olivier Maingain tegenkom, spreekt hij Nederlands met me. Zijn moeder was tenslotte van Aalst.”
Cinema Nova neemt het trottoir in tijdens het ‘mini string Maxi Ring’-festival.
‘Wij zijn de stad’
Amnestie
Altijd in het rood
© SASKIA VANDERSTICHELE
Deneckere. Toen Patrick Janssens als voorzitter het predicaat socialistisch schrapte, ben ik heel kwaad geworden. Ik voel me honderd procent Brusselse, maar ik ben ook Vlaams. Ik schaam me helemaal niet dat ik een socialiste ben.” Het is aan Lydia te danken dat de Rode Leeu-
Lydia is al sinds haar politieke ontwaken in het rood gekleed: “Maar ik heb me nooit in het rood gekleed aan de universiteit.” De taalwetgeving is aan haar man te danken, maar hij is ook een van de pioniers van de VUB en het is aan hem te danken dat er een Vlaams ziekenhuis is in Brussel, het AZ in Jette. “Iedereen gaf dat ziekenhuis op, maar Frans hield vol. Hij heeft de steun gekregen van P.W. Seghers, een CVP’er, nota bene. Ik vind het jammer dat er geen auditorium of lokaal naar Frans genoemd is, ze zijn hem precies al vergeten.” En op de agenda voor haar verjaardag? Lydia: “Eerst gaan eten met mijn zoon en een paar vriendinnen, en nadien naar de proclamatie van mijn twee jongste kleinkinderen in Asse. Maar eigenlijk is het belangrijkste cadeau de verjaardag van mijn dochter Sonja en kleinzoon Aster op 26 juni.” Danny Vileyn De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
BRUSSEL - Sinds zondag is een deel van de Vijfhoek verkeersvrij, maar niet iedereen staat met vlaggen aan de zijlijn te zwaaien. Cinema Nova, binnenkort op de route van de miniring, neemt de nieuwe ontwikkelingen op de korrel en wijdt er drie zomerse weekends aan. We kennen ondertussen het PleinOpenAir-festival van Cinema Nova in de zomermaanden. Dit jaar trekken jullie de stad niet in, maar opereren jullie vanuit Cinema Nova. Waarom? Lucie Ghijsens: “Doordat de centrale lanen autoluw worden, zal de miniring voor auto’s aan onze deur passeren. Wij zijn niet tegen de voetgangerszone. Wel tegen een stad die voorrang geeft aan Koning Auto en toeristen. Je moet in de eerste plaats de stad leefbaar maken voor wie er woont. Maar in plaats van daar zwaarwichtig over te doen, willen we met ludieke acties lawaai maken. Tijdens het ‘mini string Maxi Ring’-festival is er zowel plaats voor stevige documentaires, muziek, feestjes als debatten. De titel van het festival is ludiek. Maar we vragen ons eigenlijk serieus af wat er aan het gebeuren is met het centrum van Brussel.” Wat gebeurt er tijdens het ‘mini string Maxi Ring’-festival? Ghijsens: “Gedurende de drie laatste weekends van juli zet Cinema Nova zijn deuren open. We beginnen met het thema mobiliteit. Tijdens het openingsweekend 11 en 12 juli verwelkomen we de fietscaravaan van Vélorution Unverselle. Die komen
vanuit heel Europa richting Brussel gefietst. Verder is er ook Franse kolder met Les Gaspards en de fietserotiek van Bike Smut. Het tweede weekend wijden we aan citymarketing en hoe ver dat kan gaan. Naast documentaires, tonen we ook kortfilmpjes, waaronder Automania 2000, een animatiefilm uit de jaren 1960. Pijnlijk om te zien hoe de enge toekomst die ze voorspelden, werkelijkheid aan het worden is. En tijdens het laatste weekend luisteren we naar de stad. Dan draait alles rond geluid. Geluidskunstenaar Peter Cusack brengt opnames mee van over de hele wereld en onze straat. En er worden samen nieuwe opnames gemaakt van onze straat mét miniring. Hopelijk komt er zoveel volk naar het festival dat we een eigen Cinema-Nova-file kunnen creëeren om de miniringfiles tegen te houden.” En dat allemaal samen met Platform Pentagone, en in string? Ghijsens: “Cinema Nova is sterk betrokken bij de acties van Platform Pentagone, een platform van verenigingen en buurtbewoners dat vertrekt van het idee dat de burgers de stad maken. Wij zijn de stad. De hele verandering is doorgevoerd zonder de omwonenden te betrekken. We hebben via de pers vernomen dat de miniring aan Cinema Nova zou voorbijkomen. En als we meer bekijks hebben omdat we lawaai maken in string, des te beter!” Hanne De Valck Mini string Maxi Ring, de laatste drie weekends van juli in Cinema Nova. Meer info op www.nova-cinema.org
JONATHAN FRANZEN OP ANDERMANSLAND. De eerste naam voor het stadsfestival Andermansland is bekend. Op 18 oktober interviewt curator Saskia De Coster Jonathan Franzen in Bozar naar aanleiding van zijn nieuw boek Zuiverheid dat verschijnt op 1 september. n STRAATTENTOONSTELLING ‘GO SHOOT IT’. Curieus presenteert vanaf 25 juni de beste foto’s van hun wedstrijd rond het thema Onderweg. Bewonder het werk van jonge maatschappelijk geëngageerde fotografen nog tot 31 augustus in de vitrine van het Rits-café. n GOUDEN LEEUW VOOR DE KEERSMAEKER. Belgische choreografe Anne Teresa De Keersmaeker ontving afgelopen weekend een Gouden Leeuw voor haar gehele oeuvre tijdens de Biënnale van Venetië. Na de uitreiking voerde De Keersmaeker haar eerste voorstelling uit 1982 op. n THE MAKING OF NERO&CO. Zo heet de nieuwe tentoonstelling in het Marc Sleen Museum. Nog tot volgende jaar kunnen bezoekers een blik achter de schermen van Nero en co werpen aan de hand van foto’s, voorstudies en schetsen. Zandstraat 33-35. Elke dag open, behalve op maandag. Samengesteld door Hanne De Valck
CULTUUR KORT
Lydia wordt nog altijd kwaad als ze over amnestie hoort spreken. “Als ik staatssecretaris Theo Francken hoor, is het nog altijd niet voorbij.” Ze herinnert zich hoe ze ooit bij Rika De Backer uitgenodigd was, samen met de VU’er Lode Claes. Op een bepaald ogenblik ging het over amnestie, ze kreeg geen woord meer over haar lippen. Toen haar gesprekspartners het begrepen hadden, zei ze: “Mijn vader was bij de Weerstand. Hij wist waarom.” Het onderwerp werd afgevoerd. Lydia: “Mijn vader was tijdens de Tweede Wereldoorlog weerstander, hij zorgde voor de distributie van de valse Le Soir. Ik smokkelde als kind ook valse Le Soirs, ik stad ze tussen mijn schrift en de kaften die er toen rond gewikkeld waren. Ik gaf mijn schrift met Le Soir aan de lerares, ik kreeg het ‘s anderendaags terug zonder.” Haar grootvader wordt vermeld in de Vlaamse Leeuw, een sluikblad van Richard van Landuyt tijdens Wereldoorlog I, de grootvader van filosoof Philippe van Parijs. Het blad was koningsgezind en Vlaams, het blad hoopte dat de Vlamingen na de Eerste Wereldoorlog dezelfde rechten zouden krijgen als de Franstaligen. Lydia: “Ik ben allergisch aan alle nationalismen, de triomftocht van Bart De Wever door Antwerpen op verkiezingsdag heeft me koude rillingen bezorgd. Ik weet waartoe nationalisme kan leiden.”
BDW 1481 PAGINA 26 - DONDERDAG 2 JULI 2015
VECHTSPORTEN > BRUSSELS BRAZILIAN JIUJITSU ACADEMY BEWIJST WAAROM HET ERKENNING VERDIENT
HET DIERENPARADIJS VAN BBJJA BDWSPORT
© BBJJA
BRUSSEL – Goud, zilver en drie keer brons. De leden van de Brussels Brazilian Jiujitsu Academy (BBJJA) hebben op het afgelopen jeugdwereldkampioenschap een knalprestatie geleverd. Het is het resultaat van een werking die op maat is gemaakt van ketjes. Een project dat op verschillende vlakken vernieuwend is en nu stilaan de erkenning krijgt die het verdient.
‘H
eel wat politiekers opperden het idee om het kindergeld af te nemen van ouders die hun kinderen op straat lieten rondlopen,” schetst oprichter Dieter Truyen (49) de periode waarin de BBJJA is ontstaan. “Het was eind jaren 1990 en er waren op dat moment nog niet zoveel sportclubs in Brussel. Ik was actief bij Fire Gym in Laken en kreeg net veel vragen van ouders die op zoek waren naar een activiteit voor hun kroost.” Dus besloot Truyen het heft in eigen handen te nemen en in 1999 de Brussels Brazilian Jiujitsu Academy op te richten, met als eerste leerling zijn driejarige zoon Luis. Hij begon er wel aan met een paar premissen. “Ten eerste: de ouders zijn onze partners, want zij gaan op zoek naar een club voor hun kind. Ten tweede: er zijn geen slechte kinderen, alleen slechte trainers. Je moet je pedagogie afstellen op de kinderen, ervoor zorgen dat de les toegankelijk is voor zoveel mogelijk leerlingen. Daarom hebben we hen ingedeeld in verschillende leeftijdsgroepen. Vandaag zitten onze zowat 380 ingeschrevenen in acht verschillende leeftijdsgroepen.” “De meeste clubs hebben twee groepen: onder en boven de twaalf jaar. Maar in Brussel is er net veel vraag van ouders die hun jonge kinderen in een club willen inschrijven. Wij beginnen vanaf vier jaar. Tot zeven jaar is het vooral een bewegingsschool waarbij de kinderen op een leuke manier aan sport doen.” Braziliaanse Jiujitsu was voor Truyen de geknipte discipline om naar zijn hand te zetten. Het was namelijk nog een jonge sport en er bestond nog geen cursus van bij Bloso. Hij ontwikkelde zijn eigen pedagogische inzichten en een werking op maat van de kinderen. “We hebben al de gevechtsposities een dierennaam gegeven. Het hondje op zijn poep, de koala op de rug van de tegenstander, enzovoort. En er komen nog steeds dieren bij. Onlangs nog de struisvogel: poep omhoog en hoofd naar beneden, waarmee je een stabiele positie hebt om iemand op de grond te houden.” “Al die dieren kunnen elkaar ontmoeten in een gevecht. We hebben er ook voorwerpen aan toegevoegd. Bijvoorbeeld: een duizendpoot ligt op de grond met een muts op zijn hoofd en moet met zijn benen zijn tegenstander proberen af te weren, zodat die zijn muts niet kan afnemen. Spelenderwijs werken de kinderen zo aan hun techniek.”
Vechten op school De ontwikkeling van het dierenparadijs van de BBJJA maakt de lessen leuker en vergemakkelijkt het leerproces. Die aanpak is de eerste in zijn genre en lokt dan ook interesse. De video’s die de Brusselaars op YouTube posten, zijn bijvoorbeeld al duizen-
beek waren dat dit jaar twaalf scholen met om en bij de zeshonderd kinderen! We gebruiken zeer eenvoudige regels om het laagdrempelig te maken: als je iemand in de positie van een koala, als ruiter op een paard of met de krokodillengreep kan blokkeren, heb je gewonnen.” De interesse in die interscholenwedstrijden groeit. Met de worstelspelletjes leren de ketjes zaken bij als respect, discipline en kunnen ze zich afreageren. Zonder dat het uit de hand loopt. In Koekelberg nemen ondertussen Nederlands- en Franstalige scholen samen deel aan de wedstrijden, een initiatief dat een schot in de roos blijkt te zijn. Door elk jaar een school uit een andere gemeente te betrekken, bouwt BBJJA zijn netwerk uit. “Een van onze dromen is schoolgrappling in heel Brussel te organiseren. Dat zou fantastisch zijn, want via de scholen bereik je zowat al de kinderen, zonder uitzonderingen. Maar voor dergelijke projecten is er geld nodig.” Ook de worstelspelletjes die tijdens de middagpauze en na de lessen op verschillende basisscholen worden georganiseerd, kunnen op enthousiasme rekenen. Leerlingen die beslissen aan te sluiten bij de club, worden sportief getriggerd door de interclubcompetitie van BBJJA. Ook daarin speelt de club een voortrekkersrol, want ze laten niet toe dat kinderen van vier jaar klemmen en wurgingen uitvoeren. “Wij werken met posities: eens je een bepaalde positie hebt ingenomen, krijg je punten. Dat gaat zo tot de twaalfjarigen.”
Eigen kimonolijn
Dieter Truyen: “Onze ambitie is dat ons boek opgenomen worden in de opleiding om het begrip trekken en duwen, nu nog vrij arm, op te waarderen.”
DE SPORT VAN BRUSSEL De Belgische delegatie presteerde sterk op het jeugdwereldkampioenschap in Athene, maar met een gouden (Zsa-Zsa Truyen), een zilveren (Luis Truyen) en drie bronzen medailles (Kamal Ben Ali, Mohamed Nakrachi en Mohamed Boulfihim) waren de Brusselaars de uitblinkers. “Aanvankelijk hadden wij schrik van de tegenstand, maar na verloop van tijd hadden zij vooral schrik van ons,” zegt Truyen. “Volgend jaar willen we terug iets neerzetten op het WK, dat in de Verenigde Arabische Emiraten plaatsvindt.”
den keren bekeken. Op heel wat Brusselse scholen is men er al mee vertrouwd, want in
“Een van onze dromen is schoolgrappling in heel Brussel te organiseren” 2002 werd met schoolgrappling begonnen. “Onze werking heeft snel succes gekend, maar ik constateerde dat we niet al de beoogde kinderen bereikten. En waar vind je die? Op school. Dus ben ik naar de Vier Winden school in Molenbeek gestapt om er een club op te richten. Daar is de spelvorm in onze lessen nog versterkt, want kinderen die na hun schoollessen nog een activiteit krijgen voorgeschoteld, moeten zich kunnen ontladen. Daarom hebben we het pedagogisch toegankelijker gemaakt en zijn we met schoolgrappling begonnen. ” “Om de kinderen sportief uit te dagen zijn we ook met een interscholenwedstrijd gestart, die we dit jaar al voor de achtste keer hebben georganiseerd. Daar nemen kinderen uit het eerste en tweede leerjaar aan deel. In Molen-
Ook het aantal wekelijkse trainingen is met een totaal van 43 niet van de poes. Van maandag tot zaterdag kan al wie het wil vier keer trainen. “Of één keer, dat kiezen ze zelf. Door een ruim aanbod te creëren, kunnen onze leden sport combineren met bijvoorbeeld de muziekschool. Competitieve leden kunnen dan weer uitvoerig komen trainen. De volwassenen trainen vijf keer per week, vanaf volgend jaar zes keer.” “Onze club is ook een levensschool en een kleine community. Onze leden kunnen hulplesgever worden en zo iets bijverdienen. Daarmee leren ze verantwoordelijkheid en discipline. Een paar gasten hebben onlangs nog een eigen kimonolijn gelanceerd.” BBJJA heeft al heel wat verwezenlijkt, maar ze hebben nog minstens evenveel plannen. Via het boek waarin hun aanpak staat beschreven, willen ze bijvoorbeeld steun voor hun werking verzamelen. Truyen zou dat ook graag een plaats zien innemen in de opleiding Lichamelijke Opvoeding. “Ik heb al op zowat al de Vlaamse universiteiten en hogescholen les gegeven. Onze ambitie is dat ons boek opgenomen wordt in de opleiding om het begrip trekken en duwen, nu nog vrij arm, op te waarderen.” “Sinds we lid zijn geworden van de Vlaamse Jiujitsu federatie heb ik ook over heel Vlaanderen les gegeven om onze aanpak voor te stellen. We hebben eveneens meegewerkt aan het beleidsplan van Bloso wat kleuterjiujitsu betreft. Je kunt dat zien als een blijk van waardering, ja. Al is het toch nog wat wachten op erkenning.” Tim Schoonjans
BDW 1481 PAGINA 27 - DONDERDAG 2 JULI 2015
@teambelgium He does it!!! Toma Nikiforov gives Team Belgium another BRONZE in the -100 kg! #Baku2015
© JF VANWELDE
Judoka Toma Nikiforov heeft afgelopen zaterdag als tweede Brusselaar eremetaal behaald tijdens de Europese Spelen. Net als taikwandotalent Si Mohamed Ketbi pakte hij een bronzen medaille. Nikiforov was tevreden met zijn derde plek, temeer de Europese Spelen voor judo als Europees kampioenschap gelden. Maar van euforie was er geen sprake bij de Brusselaar, want hij was naar eigen zeggen voor goud gekomen. TS
ZEVENDE BRUSSELS GRAND PRIX
MEETING VOOR ALLE ATLETEN BRUSSEL – Tijdens de voormiddag de recreatieve atleten, na de middag de toppers. De Brussels Grand Prix geeft iedereen de kans om de bekende piste van het Koning Boudewijnstadion te betreden. Maar voor hoe lang nog? “We verwachten om en bij de achthonderd atleten tijdens de voormiddag,” vertelt Frédéric Xhonneux (32), verantwoordelijke voor de atleten tijdens de Brussels Grand Prix. “Iedereen mag deelnemen, zolang hij of zij bij een atletiekclub is aangesloten en zich heeft ingeschreven. De combinatie van recreanten en toppers komt ook wel voor bij andere meetings, maar de verhouding weegt bij ons toch zwaarder door naar de kant van de recreanten.” De Brussels Grand Prix is voor zijn zevende editie een samenwerking aangegaan met International Flanders Athletic Meeting (IFAM). Zij hebben een uitstekende reputatie, onder meer dankzij de organisatie van de meeting van Oordegem. “We hebben hun sterke punten met die van ons gecombineerd. Het zal er professioneler aan toegaan, en zij beschikken over een uitgebreid en aantrekkelijk adressenboekje.” “Van toppers mag je onder meer Anne Zagré verwachten, Chamberry Muaka en al de Borlées, uitgezonderd Jonathan. Hij volgt een ander programma. Dat zijn allemaal Brusse-
SPORT KORT
BRUSSELS RUGBY SEVENS is komende zaterdag aan zijn vierde editie toe. Een internationaal deelnemersveld van zestien mannenploegen en vier vrouwenploegen zal het tegen elkaar opnemen in deze rugbyvariant waarin twee teams van zeven spelers het tegen elkaar opnemen in twee helften van zeven minuten. Iedereen is welkom vanaf 10 uur in het Georges Pètrestadion zijn (Gemeenschappenlaan 6 in Sint-Lambrechts-Woluwe). Er zal heel wat animatie zijn, onder meer met een Amerikaans tintje. De toegang is gratis, meer info op www.brussels7s.com. Zaterdag wordt op het Muntplein de Brusselse editie van het 3X3 MASTERS TORNOOI georganiseerd, een variant van basketbal die door twee ploegen van drie spelers op een half terrein wordt gespeeld. Van tien uur ‘s ochtends tot half zeven in de namiddag zullen spelers in zeven verschillende categorieën (van U13 tot 35+)
laars, ja. Zij willen geen enkele kans missen om in dit prestigieus stadion te schitteren.”
Catastrofe Xhonneux verwacht meer dan duizend toeschouwers. Het is dan ook een uitgelezen kans voor atletiekfans om hun helden van dichtbij te zien en om een handtekening te vragen. Of ze nog lang zullen kunnen genieten van deze toegankelijke meeting valt nog af te wachten, gezien de ontwikkelingen rond het nieuwe Eurostadion. “Een groot stadion als de Heizel is voor ons niet absoluut nodig, maar alleszins wel een aangepast stadion. Ik heb geruchten gehoord dat men denkt aan een stadion met een piste en een centraal synthetisch veld, voor hockey. Dat zou een catastrofe zijn voor de werpnummers.” “We hebben evenementen nodig om de atletiek te doen leven. Het Koning Boudewijnstadion is er niet alleen voor voetbalwedstrijden en de Memorial Van Damme. Je hebt het Belgisch kampioenschap atletiek, de werking van Excelsior, wij, … Brussel heeft een goed atletiekstadion nodig.” Tim Schoonjans De ingang voor de Brussels Grand Prix kost zeven euro, -13-jarigen mogen gratis binnen. Alle informatie vindt u op www.brusselsgrandprix.be
het tegen elkaar opnemen. Er wordt ook voor de nodige show gezorgd, onder meer met een dunk contest. Meer info op www.3x3tour.be. Indien u van verschillende sporten wilt proeven in een zomerse setting, dan moet u vanaf vrijdag op BRUSSEL BAD zijn, aan de Akenkaai. De veertiende editie belooft terug heel wat actie. Voetbalclub BX Brussels organiseert elke woensdag van 11 tot 18 uur een pannatornooi, fitnessclub Basic-Fit zal dagelijks gratis groepslessen organiseren op het strand (zumba, bodycombat, bodybalance, etc.), op 11 en 12 juli vindt de Lotto Petanque Cup plaats, er wordt terug een beach soccer (25 en 26 juli) en beach volley (1 en 2 augustus) tornooi georganiseerd, enzovoort. Wie eerder een zwak heeft voor denksporten, kan er terecht voor bijvoorbeeld een spelletje schaken. Het volledige programma vindt u op www.brusselbad.be. Brussel Bad loopt nog tot en met zondag 9 augustus. TS
ESTAFETTE > KEN LAMBEETS
Herinneringen aan mijn Tourtijdritten Zaterdag 4 juli staat al maandenlang aangekruist in mijn agenda. Utrecht, schreef ik erbij, en dat mag u lezen als een metonymie voor het bijwonen van de proloog van de 102de Tour de France. Om alvast in de sfeer te komen, lees ik enkele verhalen uit de prachtige bloemlezing De Nederlandse wielerliteratuur in 60 en enige verhalen, die net bij Prometheus verscheen. Ik lees over de eerste buitenlandse Tourstart, op donderdag 8 juli 1954 in het Amsterdamse Olympisch Stadion. Met die start wilde organisator L’Équipe een concurrerend tijdschrift met plannen voor een Ronde van Europa te snel af zijn – met succes, want de eerste Ronde van Europa kreeg geen vervolg. Het Parool schreef over die Tourstart in Amsterdam: “Rond een uur of tien zat alles vast. Foeterend, toeterend en bellend, hetgeen voor de onpartijdige toeschouwer een hoogst amusant gezicht was.” Volgens een andere krant leek het tafereel sterk op een vooroorlogse Koninginnedag. Dat belooft voor zaterdag. Op mijn persoonlijke Tourpalmares prijken drie tijdritten. De eerste voert me terug naar een van mijn vroegste herinneringen, zoniet de vroegste. 13 juli 1992, tijdrit in Luxemburg. Omstreeks zes uur ’s ochtends zit ik, nog geen vijf jaar oud, samen met mijn ouders en zus op klapstoeltjes langs het licht glooiende parcours, te wachten tot de renners een voor een passeren. Volgens mijn vader kalkte ik om de tijd te doden de naam van streekrenner Jim Van De Laer op het wegdek, maar wellicht deed hij dat zelf, want ik kon destijds nog niet schrijven. Ik weet niet of de volgende beschrijving het gevolg is van mijn reeds op jonge leeftijd sterk ontwikkelde observatievermogen of van wat de overlevering ervan gemaakt heeft, maar één renner stak net op het moment dat hij ons passeerde zijn tong uit zijn mond. Die renner was Dirk De Wolf, en voor hem zou ik de rest van mijn leven supporteren, zelfs wanneer hij als praatgast in een Tourtalkshow opdraaft. Een ander hoogtepunt is de klimtijdrit naar Alpe D’Huez in de Tour van 2004. We over-
nachtten in een geïmproviseerde camping op een weide aan de voet van de klim. Mijn zus en ik in een tentje, mijn ouders in de auto, met hun voeten uit de open kofferbak. Uit schrik voor de fratsen van feestvierende Duitsers, klapten ze die even later zelf dicht. Voor dag en dauw klommen we een bocht of vijf naar boven. Meer dan vier uur wachtten we op een twee meter hoog muurtje op de passage van de eerste renner. Ik hield het niet meer van de spanning en klom de steile bergflank op, waar ik op een klein plateau achter enkele bomen mijn gevoeg deed. Op de terugtocht schoof ik van de steile bergwand naar beneden en kon ik maar net op tijd tot stilstand komen. Het scheelde niet veel of ik had enkele Britse supporters van het muurtje gekegeld, maar mijn darmen waren me dankbaar. Eindelijk vlamden de renners naar boven. Onze aanmoedigingen voor Axel Merckx verbleekten in het niets met het applaus voor Thomas Voeckler, de chouchou van het Franse publiek. De Duitse supporters werden helemaal gek toen Jan Ullrich passeerde, en gooiden even later met bier naar aartsvijand Armstrong. De voorlopig laatste tijdrit die ik bijwoonde, was de proloog in de Tour van 2012 in Luik, waar ik samen met mijn vader met de trein naartoe reisde. Met een tikkeltje geluk bemachtigden we een goede plaats op 500 meter van de finish, waar de renners tegen meer dan 50 kilometer per uur voorbij scheurden. Om de grote massa voor te zijn, keerden we iets voor het einde huiswaarts. Op de terugweg naar het station passeerden we enkele renners die aan hun bus op de rollen reden, waaronder het Baskische pluimgewicht Amets Txurruka, mijn grootste held uit het wielerpeloton. In september trek ik zelf naar Baskenland, voor een twee weken lang durend etnografisch veldonderzoek naar de de roots en de levensomstandigheden van de moedigste renner die Euskal Herria ooit heeft gekend. Daarover meer in een toekomstige column. Eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65, fax 02-650.10.38, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-650.10.80, 02-650.10.38. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-650.10.66, 0474-67.03.84, fax 02-650.10.38 MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Steven Van Garsse (ad interim). COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Sara De Sloover, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Steven Van Garsse, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE N.N.. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).