AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
27 08 15
Wat betekent asielcrisis voor Brussel?
‘IN MOLENBEEK’ VAN HANS VANDECANDELAERE Laatste deel van de voorpublicatie LEES P. 12-13
FABLABS IN BRUSSEL
Kraamkamers van digitale creatie LEES P. 14-15
BRUSSEL – De asielcrisis is ook tastbaar in de Brusselse straten, op pleinen en in parken. De Dienst Vreemdelingenzaken, waar de asielzoekers zich moeten aanmelden, trekt aan de alarmbel. Ze kunnen de toevloed niet aan en ook die andere instantie, Fedasil, komt het water tot aan de lippen. BDW wou weten wat de asielcrisis betekent voor de komende jaren in de hoofdstad. Vestigen vele oorlogsvluchtelingen – zoals voorheen die uit de Balkan – zich blijvend in Brussel, of trekken ze naar andere oorden in België? En hoe moet de stad deze nieuwkomers integreren? Een vooruitblik op pagina 6-7.
DV, SVG, FVDE
FOTO: © BART DEWAELE
N° 1487 VAN 27 AUGUSTUS TOT 3 SEPTEMBER 2015 ¦ WEEK 35: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-650.10.96, ABONNEMENTEN: 02-650.10.80, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE
BDW 1487 PAGINA 2 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
VAN DE REDACTIE
door Christophe Degreef
Onveilige wereld “And, gentle, do not care to know / where Poland draws her eastern bow/ What violence is done / Nor ask what doubtful act allows / Our freedom in this English house / Our picnics in the sun” schreef de Britse schrijver W.H. Auden aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Daarmee evoceerde Auden de vrijheid die een man tijdens een mooie zomernacht ervoer, de vrijheid van in een democratie te leven, in een gevaarlijke wereld. Een vrijheid die soms hand in hand gaat met twijfelachtige maatregelen elders. Sindsdien is de wereld er niet veiliger op geworden. En is het aantal twijfelachtige politieke beslissingen er zeker niet minder op geworden. In 2011 nog intervenieerde de Navo in Libië om de dictator Muammar Gaddafi mee uit het zadel te helpen lichten. Al sinds 2011 staat onze vrijheid in schril contrast met de gruwelijke Syrische burgeroorlog, waarbij Navo-land Turkije een uiterst dubieuze rol speelt in de doorgang van Syriëstrijders. Momenteel vechten het Westen en Turkije gezamenlijk een oorlog uit tegen Islamitische Staat waarbij de Koerden, toch de meest betrouwbare factor in de Syrische burgeroorlog, het moeten ontgelden. Twijfelachtig? U zegt het. Zulks betaalt het Westen dan ook cash, en wel met de stromen vluchtelingen die van over de Middellandse Zee, of door de instabiele Balkan, naar West-Europa komen. Verwacht wordt dat velen onder hen in Brus-
WAUTER MANNAERT
sel zullen terechtkomen, al dan niet op doorreis. Dat hebben de recente recordaantallen vluchtelingen aan de deur van de Dienst Vreemdelingenzaken in het Noordstation al aangetoond. Ongetwijfeld zullen flink wat onder hen na een tussenstop van onbepaalde duur hun heil verder zoeken, in het nog altijd vrije GrootBrittannië, of in Duitsland, ten tijde van Auden nog de grote vijand. Een gezamenlijke Europese aanpak kan nu ook blijkbaar niet verwacht worden. De demografische druk in de hoofdstad zal dus toenemen. Wij denken daarbij aan toestanden zoals we in het voorjaar in het Noordstation zagen: een geïmproviseerde stad van houten hutjes waar Marokkanen, Roemenen en Italianen op zoek naar werk – dat hen in hun perceptie in hun thuisland wordt afgenomen door vluchtelingen – samenleven. Komen daar nog eens bij: talloze Syrische gemeenschappen, vaak goed opgeleid, zoals de Molenbeekse professor Johan Leman verderop in deze krant betoogt. Het zou dan ook van weinig beschaving getuigen om deze toestroom niet rationeel te begeleiden. Concreet: zorgen voor werk, een strenge integratie, duidelijke regels en een toekomstperspectief. Alleen zo kan Europa uiteindelijk worden wat het nu pretendeert te zijn: een lichtbaken in een onveilige wereld. Maar daarbij mogen we pertinente vragen, zoals bevolkingsdichtheid, het behoud van onze sociale zekerheid, emotionele moeheid van autochtonen, cynisme en samenlevingsproblemen niet onder de mat vegen. Dat was immers hoe we migratie vroeger aanpakten. Doen we dat opnieuw zo, dan handelen we twijfelachtig én geven we onze vrijheid op. En daar wordt nu eens echt niemand beter van.
POLITIEK > ENKEL ‘WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN’ VOLDOET NIET
VLAANDEREN HAALT BRUSSELNORM BRUSSEL – Vlaanderen komt zijn engagementen ten aanzien van Brussel grotendeels na. Op bijna alle beleidsdomeinen haalt Vlaanderen de Brusselnorm. Dat blijkt uit de schriftelijke vragen die Vlaams volksvertegenwoordiger Karl Vanlouwe (N-VA) gesteld heeft aan de Vlaamse ministers. De Brusselnorm wordt door de Vlaamse Gemeenschap gehanteerd als leidraad voor haar beleid ten aanzien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het komt er op neer dat de Vlaamse Gemeenschap 30 procent van de Brusselse bevolking als haar doelgroep beschouwt en komt overeen met 5 procent van de Vlaamse bevolking. De Brusselnorm impliceert dan ook dat 5 procent van de uitgaven van de Vlaamse regering naar Brussel gaat. En dat percentage werd in 2014 op zo goed als ieder beleidsdomein behaald. Het beleidsdomein ‘Inburgering en Integratie’ schiet er bovenuit. 11 procent van de uitgaven voor dat domein gaat naar Brussel. “Uit de cijfers blijkt dat Vlaams minister van Inburgering Liesbeth Homans (N-VA) fors inzet op haar bevoegdheid,” zegt Vlaams Parlementslid Karl Vanlouwe (N-VA), die de cijfers opvroeg aan de Vlaamse ministers. “Het totale budget voor ‘Integratie en inburgering’ is op drie jaar tijd met 1 miljoen euro gestegen tot 6,4 miljoen euro. Het Huis van het Nederlands is hierbij natuurlijk een belangrijke pijler, maar ook andere onthaal- en integratiebureaus en sociale tolk- en vertaaldiensten krijgen een deel van het budget.” Vanlouwe pleit ook voor een decentralisatie van het Huis van het Nederlands. “Zo kan het Huis van het Nederlands meer aanwezig zijn in alle gemeenten, bijvoorbeeld via de gemeenschapscentra, zoals dat al gebeurt in Jette en Elsene. Op die manier worden er meer mensen bereikt en wordt het Vlaamse aanbod in Brussel nog meer getoond.” Het budget voor ‘Stedenbeleid’ loopt in Brussel zo goed als volledig via de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). De laatste cijfers tonen aan dat Vlaanderen met 9,3 procent ruimschoots voldoet aan de Brusselnorm. Ook voor het beleidsdomein ‘Cultuur, jeugd en media’, dat onder andere middelen voor de Vlaamse culturele instellingen en voor de Vlaams-Brusselse media omvat, haalt de Vlaamse regering de norm met 9,18 procent. Voor sport in Brussel werd in 2014 iets meer dan 1,5 miljoen euro begroot, wat neerkomt op 7,13 procent van het budget. Voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel trekt Vlaanderen
KARL VANLOUWE (N-VA):
“Vlaanderen zal de Vlaamse Brusselaars blijven bereiken” zo’n 590 miljoen euro of 5,41 procent van het totale budget uit. Dat is een stijging van 37 miljoen euro ten opzichte van 2012. “In dat bedrag zitten onder meer de lonen, werkingsmiddelen, investeringen in schoolgebouwen en studietoelagen. Je ziet dus duidelijk dat onderwijs een van de belangrijkste punten van het beleid is,” zegt Vanlouwe.
Inhaalbeweging Het enige beleidsdomein dat niet voldoet aan de Brusselnorm is ‘Welzijn, volksgezondheid en gezin’. Met een percentage van 3,04 procent is er wel een fikse stijging in het budget te zien. Op vier jaar tijd is het budget voor dit domein namelijk gestegen van 58 miljoen euro tot bijna 124 miljoen euro, een toename van 66 miljoen euro. “Het Brussels beleid van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) moet toch nog beter. In 2011 ging slechts 1,65 procent van het budget naar Brussel. ‘Welzijn, volksgezondheid en gezin’ haalt al jaren de Brusselnorm niet,” kaart Vanlouwe aan. “Daarom pleit ik voor een grotere en snellere inhaalbeweging. Dan kunnen we bijvoorbeeld een goede Vlaamse zorgverzekering garanderen en de oudere Vlaamse Brusselaars in de rusthuizen beter helpen.” Vlaanderen haalde in 2014 dus de Brusselnorm en zal die volgens Vanlouwe de volgende jaren blijven halen. “De Vlaamse regering investeert de laatste jaren steeds meer in Brussel. Die lijn zal ook de volgende jaren worden verdergezet. Vlaanderen zal de Vlaamse Brusselaars blijven bereiken,” besluit Vanlouwe.
Killyan Dauvillé
BDW 1487 PAGINA 3 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
BDWVOORGROND
ECONOMIE > OCMW BRUSSEL SPEELT MOGELIJK ALLE EUROPESE SUBSIDIES KWIJT
GEEN LOGISTIEK, WEL JAM EN CONSERVEN IN BYRRH te liggen dan het geraamde bedrag. In december besloot het OCMW dan maar om af te zien van het hele plan.
Spenderen
In het gebouw aan de Dieudonné Lefèvrestraat zullen voedseloverschotten verwerkt worden.
LAKEN – Het plan om van het Byrrh-gebouw naast de TIR een logistiek bedrijvencentrum te maken is mislukt. Het OCMW van Brussel-Stad, de initiatiefnemer, dreigt bovendien miljoenen aan Europese subsidies te moeten terugbetalen. Er zullen voedseloverschotten worden verdeeld en verwerkt in het gebouw.
H
et OCMW kocht het industriële gebouw met de mooie sgraffito in 2007. Vier jaar later lanceerde toenmalig OCMW-voorzitter Yvan Mayeur (PS) zijn ambitieuze plan: het depot, dat bijna honderd jaar geleden neergezet werd door de Zuid-Franse producent van het aperitiefdrankje Byrrh, zou een centrum worden voor stedelijke economie. Anders gezegd, kleine ondernemingen uit de logistieke en biosector zouden er onderdak krijgen. Voorts waren er vergaderzalen en een cafetaria gepland en ook een grote crèche. De kostprijs van dit alles werd geraamd op 25 miljoen euro. Dit bedrag moest het OCMW niet alleen ophoesten. Het project kon immers rekenen op 10,8 miljoen euro uit
het Efro-programma 2007-2013, een subsidie die fifty-fifty betaald wordt door het Europees Fonds voor Territoriale Ontwikkeling en het Brussels gewest. Voorts zou er voor de crèche ook een bijdrage van een klein miljoen komen van het wijkcontract Roodhuis.
Crèche geschrapt Het bedrijvencentrum had dit voorjaar moeten opengaan. Maar tot op heden is er nog niets gebeurd. Al vlug na het indienen van de bouwaanvraag, midden 2012, liep het mis. Aangezien Byrrh deels beschermd is, moest de Commissie voor Monumenten en Landschappen een – bindend – advies geven. De Commissie maakte bezwaar tegen de ondergrondse parking die
De Europese Commissie moet beslissen of ze het uitstel aanvaardt.
architectenbureau Ozon had getekend voor het laden en lossen van bestelwagens. De bouwaanvraag moest dan ook worden aangepast, tot grote colère van Mayeur, die beweerde dat het project hierdoor onmogelijk werd en zelfs opriep tot de afschaffing van de monumentencommissie. Volgens hem dreigde het OCMW de Europese steun mis te lopen. De Efro-subsidies zijn immers gebonden aan strikte deadlines, anders vervallen ze. In dit dossier moeten de laatste facturen ingediend worden voor 31 december 2015 en moet het hele project operationeel zijn in maart 2017.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Uiteindelijk ging Evelyne Huytebroeck (Ecolo), de vorige minister verantwoordelijk voor Efro, akkoord met uitstel en beloofde ze ook bij de Europese Commissie te zullen bepleiten dat het project pas operationeel diende te zijn in 2019. Mayeur onderhandelde intussen met de regering over de bouwvergunning. De ondergrondse parking kreeg hij niet maar er mocht wel extra parkeerplek voor de bestelwagens gemaakt worden op het gelijkvloers. De bouwvergunning werd uitgereikt in maart vorig jaar. Hiermee was het dossier nog niet rond. Want door het verlies van ruimte op het gelijkvloers kwam de crèche in het gedrang. Ook zag het er naar uit dat het OCMW de subsidie van het wijkcontract, ook gebonden aan een termijn, zou verliezen. Dus werd de crèche geschrapt en moest de bouwvergunning nogmaals aangepast worden. De gewijzigde vergunning werd in oktober 2014 afgeleverd. Toen het project uiteindelijk werd aanbesteed, bleek de kostprijs veel hoger
Maar wat met de Efro-subsidie? Omdat het duidelijk was dat het OCMW de toegekende 10,8 miljoen nooit helemaal zou kunnen besteden voor 31 december 2015, besloot de Brusselse regering in februari om een derde van het bedrag – 3,3 miljoen euro – toe te kennen aan een ander Brussels Efro-project dat de middelen wel tijdig zou kunnen spenderen. Van de overblijvende 7,4 miljoen heeft het OCMW al twee derde uitgegeven, onder meer voor de aankoop van het Byrrhgebouw. Met het saldo, aangevuld met de 4,4 miljoen euro subsidie die de Brusselse regering vorig jaar toekende voor de restauratie van het pakhuis, heeft het OCMW zopas een nieuw, ‘lichter’ plan bedacht. Byrrh zou ingericht worden als een grote lege ruimte zonder cafetaria en andere comfort. “Het wordt een centrum voor de verwerking van verse voedseloverschotten,” zegt huidig OCMW-voorzitster Pascale Peraita (PS). “Zo gaan we aan de slag met de restanten van de vroegmarkt. Die zullen in Byrrh uitgedeeld worden maar ook verwerkt. Er kan confituur van gemaakt worden of conserven, die verkocht kunnen worden. We willen hiervoor leefloners opleiden en inzetten.” Peraita denkt voorts aan een bakkerij, een sociale kruidenier en mogelijk ook een biomarkt in het gebouw. Op die manier blijft het project volgens haar binnen de doelstellingen van Efro, met name het stimuleren van de economie en werkgelegenheid in een fragiele wijk. Toch blijft het zeer de vraag of de toegekende Europese subsidie behouden blijft. Want de Europese Commissie moet nog altijd beslissen of ze het uitstel aanvaardt. Indien niet zou het OCMW het geld moeten terugbetalen. Minister-president Rudi Vervoort (PS), momenteel verantwoordelijk voor Efro, lijkt niet al te zeker. In het parlement zei hij vorige maand dat de invloed en manoeuvreerruimte van het gewest in deze zeer beperkt is. “We kunnen er niet zomaar van uitgaan dat de Commissie de uitgaven aanvaardt voor een lichter project dat pas in 2019 wordt uitgevoerd.” Bettina Hubo
BDW 1487 PAGINA 4 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
UITGELICHT > BOUWVERGUNNING VOOR LUXEHOTEL IN GESÙKLOOSTER AFGELEVERD
ANTI-KRAAKKUNSTENAARS AAN DE DEUR GEZET SINT-JOOST-TEN-NODE – Na jaren van discussie en leegstand is er een bouwvergunning afgeleverd voor het nieuwbouwproject in het Gesùklooster. Dat betekent ook dat de kunstenaars die daar al vier jaar lang hun atelier hebben, op zoek moeten naar een nieuw onderkomen.
H
et Gesùklooster werd eind 2013 plots nationaal nieuws, toen de burgemeester van Sint-Joost Emir Kir (PS) de 119 bewoners manu militari uit het klooster liet zetten. Sindsdien bleef het stil rond de toekomst van het klooster, maar nu is er eindelijk een doorbraak. Op 12 augustus leverde het Brussels Gewest een bouwvergunning af voor een luxehotel, met een wellnesscentrum, een zaal voor evenementen en een bioscoop. De plannen daarvoor liggen al langer op tafel, maar het was lang wachten op een bouwvergunning. In de tussentijd namen de krakers er hun intrek, maar minder bekend is dat vijftien kunstenaars er al vier jaar hun werkplek hebben. Ze zitten niet in het gedeelte dat gekraakt werd, maar ernaast: het gaat om het witte hoekpand, dat nu is ingepakt met groene veiligheidsnetten. Het
grenst aan het klooster en de kerk.
Technische inplanning De kunstenaars in het Gesùklooster zijn met totaal verschillende projecten bezig. Er zitten schilders,
een Brussels bedrijf dat een nieuwe, tijdelijke invulling aan leegstaande panden geeft. Entrakt doet naar eigen zeggen spreekt aan “leegstandsbeheer.” “Dat is iets helemaal anders dan anti-kraakmaatregelen,” zegt Peter Pernet, accountmanager bij Entrakt. “Bij anti-kraak plaatsen eigenaren vaak één iemand in het gebouw, zodat ze er geen leegstandstaks op moeten betalen. Er gebeurt dan verder niets substantieels mee. Wij zoeken naar een oplossing om het
“Hoelang we het gebouw nog kunnen gebruiken, hangt af van de technische inplanning van de werkzaamheden en van hoe ze de werf gaan spreiden” fotografen die hun foto’s bewerken, houtbewerkers, een mode-ontwerpster en een pottenbakster. De kunstenaars de leegstaande ruimte laten gebruiken is een initiatief van de organisatie Entrakt,
gebouw correct te benutten, en om een meerwaarde te creëren voor de buurt”, aldus Pernet. Het is nog niet duidelijk hoelang de kunstenaars er nog in kunnen blijven. “Het project loopt sowieso op
z’n einde, nu de eigenaar zijn bouwvergunning heeft. Hoelang precies we het gebouw nog kunnen gebruiken, zal afhangen van de technische inplanning van de werkzaamheden, en hoe ze de werf gaan spreiden. Daarvoor moeten we nog samenzitten met de aannemer. Die is nu nog volop zijn planning aan het maken: waar beginnen zij het best, wanneer komen de kranen, en dergelijke.”
Tijdelijk project In de tussentijd blijven de kunstenaars zolang mogelijk in het gebouw. “Om het kraken te voorkomen,” zegt Pernet. “Als wij daar nu zouden weggaan zou het geen week duren vooraleer het gebouw opnieuw gekraakt zou zijn.” De gevolgen van de bezetting door de grote groep krakers waren volgens hem aanzienlijk: “Er lag nergens nog een elektriciteitskabel, en bijna alle ramen waren eruit. Het was voor ons niet meer mogelijk om de rest van het gebouw nog op een zinvolle manier te bezetten.” Na de uitzetting zorgde de eigenaar voor een tijdelijke bewoner in het klooster, om de komst van nieuwe krakers te vermijden. “Ook wij hou-
den een oogje in het zeil”, zegt Pernet. Pernet heeft er geen probleem mee dat hun verhaal in het Gesùklooster bijna afgelopen is. “Ons project is altijd tijdelijk van aard. Onze kunstenaars weten dat ook, zij profiteren van de tijd dat ze erin zitten, maar de voorwaarden en de prijzen zijn afgestemd op dat tijdelijke aspect.”
DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS Op de eerste middag van Boterhammen in het Park, het gratis Nederlandstalig muziekfestival in het Warandepark, won Urbanus samen met De Fanfaar meteen de harten van de luisteraars. Donderdag en vrijdag komen nog Buurman, Waar is Ken? en Jonas Winterland. ‘s Avonds wordt de kiosk traditiegetrouw geruild met muzikanten op de affiche van de sfeervolle Feeërieën.
WEEKOVERZICHT
BDW 1487 PAGINA 5 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
© ENTRAKT
WOENSDAG 19 AUGUSTUS OOSTRAND ZONDER STROOM. Een grote stroompanne heeft ervoor gezorgd dat zo’n 5.000 gezinnen tijdelijk zonder stroom zaten. Vooral inwoners uit Sterrebeek, Tervuren en WezembeekOppem werden getroffen, maar ook Kraainem, Kortenberg, Vossem, Everberg, Leefdaal, Nossegem en Zaventem bleven niet gespaard. Een transformatiestation in Wezembeek-Oppem ligt aan de oorzaak. Gelukkig was rond 10 uur het probleem al opgelost.
DONDERDAG 20 AUGUSTUS ZWAAR ONGEVAL OP BRUSSELSE BINNENRING. Rond middernacht vindt een ernstig ongeval met drie vrachtwagens en twee personenwagens plaats op de binnenring rond Brussel. Twee voertuigen vliegen in brand nadat een vrachtwagen op de staart van een file was ingereden. Twee mensen komen daarbij om het leven. Tegen 16 uur is de binnenring in Strombeek weer vrijgegeven. NIEUW NATIONAAL STADION KRIJGT VORM. De details over het nieuwe voetbalstadion voor de Heizel zijn bekend. Het complex wordt 57 meter hoog, krijgt zes verdiepingen en zal plaats bieden aan 61.450 toeschouwers. Verder wordt er ook ruim genoeg plaats voorzien voor horeca, kantoren en parking. Het stadion dat de thuisbasis zal worden voor RSC Anderlecht en de Rode Duivels moet af zijn op 1 juni 2018. De werken zouden van start gaan in maart 2016.
VRIJDAG 21 AUGUSTUS BOUWVERGUNNING VOOR GESÙHOTEL. De ontwikkelaar die een luxehotel wil maken van het Gesùklooster in Sint-Joost heeft een stedenbouwkundige vergunning verkregen van het Brussels Gewest. In het klooster met kerk dat al jaren leegstaat komt naast een hotel ook een wellnesscentrum, een zaal voor evenementen en een bioscoop. De werken zouden 30 maanden duren, maar wanneer ze starten is nog niet duidelijk. De kunstenaars van Entrakt doen aan leegstandsbeheer.
Intussen zoekt Entrakt naar andere panden. Binnenkort zal de organisatie gebruik kunnen maken van twee nieuwe leegstaande gebouwen, één aan Thurn & Taxis en één aan de Wetstraat. Het vinden van panden is niet altijd een sinecure. “Vooral van de kant van de eigenaars, zij staan vaak toch nogal weigerachtig tegenover onze projecten. Bovendien
“
is dit nog een jonge markt, zeker in Brussel. Maar het lukt ons nu toch om een goede flow te verzekeren, zodat we de kunstenaars een nieuw onderkomen kunnen bieden.” Wie zelf een tijdelijke ruimte zoekt, kan daarvoor een beroep doen op Entrakt. Gebruikers betalen een bijdrage aan Entrakt, dat meestal ook geld krijgt van de eigenaars van het
gebouw. “De omstandigheden variëren van project tot project. Kunstenaars kunnen bij ons een atelier huren van 20 à 30 vierkante meter voor nog geen honderd euro”, aldus Pernet.
Filip Van der Elst
Spike Lee, ons grote voorbeeld, heeft in de jaren 1980 een hele rist zwarte acteurs gelanceerd. Denzel Washington, Wesley Snipes, Martin Lawrence, Samuel L. Jackson. Iets vergelijkbaars doen, hier in Brussel, dat zou geweldig zijn” Regisseur Bilall Fallah over zijn grootse plannen in een dubbelinterview met Adil El Arbi (in Focus Knack).
“ HET GETAL
Om oprecht van sport te kunnen genieten, zijn er mensen nodig zoals Anthony Vanden Borre” Schrijver San F. Yezerskiy neemt het in een column op voor de ontspoorde voetballer van RSC Anderlecht (in De Morgen).
Free 54!
‘Cinq quat’, ‘54’, of nog ‘Saint Cath’ zijn al eventjes de codenamen die de Brusselse jeugd gebruikt als ze elkaar op en rond het Sint-Katelijneplein wil treffen. Maar sinds enkele weken protesteren die jongeren tegen de ‘verterrassing’ van het Sint-Katelijneplein: het leger aan terrassen en verankerde parasols neemt hen,
zo menen ze, hun plek af. Dat er bovendien ook banken werden verwijderd, om ‘hangjongeren’ en ‘daklozen’ te verdrijven, versterkt dat gevoel nog. Vorige vrijdag bracht een flashmob zo’n 500 à 1.000 misnoegde ‘hangjongeren’ op de been. Voor een picknick. Kim Verthé
THALYSSCHUTTER STAPT OP IN BRUSSEL. Op de Thalys Amsterdam-Parijs heeft een man ter hoogte van het Franse Oignies het vuur geopend nadat hij in Brussel-Zuid was opgestapt. De man ging naar het toilet om er zijn kalasjnikov te laden en begint in het rond te schieten bij het buitenkomen. Twee militairen in burger weten hem snel te overmeesteren, maar twee passagiers raken toch verwond. Het zou om een 26-jarige Noord-Afrikaan gaan die al bekendstond bij de inlichtingendiensten in ons land.
ZATERDAG 22 AUGUSTUS HONDERDEN ACTIEVOERDERS VOOR SINT-KATELIJNE. Onder de noemer Free54 bezetten honderden actievoerders het SintKatelijneplein. Het plein moet een openbare ruimte blijven, vinden ze. Het is niet de eerste keer dat de nieuwe inrichting van het plein voor protest zorgt. Ondanks het feit dat de bankjes er recent werden verwijderd werd er vanavond gekookt op Sint-Katelijne. Met muziekinstrumenten, eten en drank willen de actievoerders tonen waar het plein volgens hen voor dient.
ZONDAG 23 AUGUSTUS 1,6 MILJOEN FOORGANGERS IS RECORD. De Zuidfoor sluit dit jaar met 1,6 miljoen bezoekers. Een record en zowat 100.000 foorgangers meer dan de afgelopen jaren, zegt Patrick Decorte, voorzitter van de Brusselse sectie van de Belgische Unie van Foornijveraars. Het magnifieke weer en het feit dat de ramadan buiten de kermisperiode viel hebben bijgedragen tot de grote volkstoeloop tijdens deze 135ste editie.
MAANDAG 24 AUGUSTUS MIVB VERHOOGT FREQUENTIE. De Brusselse vervoersmaatschappij MIVB verhoogt vanaf 31 augustus de frequentie. Zo wordt de spits in de metro verlengd en de frequenties verhoogd tijdens de daluren, ’s avonds, op woensdagnamiddag en ’s nachts op verschillende bus- en tramlijnen. Op die manier wil de MIVB inspelen op het stijgend aantal reizigers en hun comfort op bus, tram en metro verbeteren. OPNIEUW MEER DAN 200 ASIELZOEKERS GEWEIGERD. Asielzoekers die maandag werden geweigerd, krijgen vanochtend voorrang bij Dienst Vreemdelingenzaken. Hierdoor komt vandaag geen enkele nieuwkomer aan de beurt. Het gaat om meer dan 200 mensen die verzocht worden om woensdag terug te komen. De situatie houdt al een tijd aan en is onhoudbaar volgens Dominique Ernould van de Dienst Vreemdelingenzaken. Samengesteld door Ella Van Craen
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF
BDW 1487 PAGINA 6 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
Een ellenlange rij asielzoekers vatte vorige week post aan de Dienst Vreemdelingenzaken in de Noordwijk.
SAMENLEVING > JOHAN LEMAN EN JAN HERTOGEN OVER HET LEVEN NA HET KLEIN KASTEELTJE
‘LATEN WE ONS VOORBEREIDEN OP SYRISCHE GEMEENSCHAPPEN’ BRUSSEL – De asielcrisis slaat ook in Brussel toe. Maar blijven de asielzoekers in de hoofdstad of trekken ze verder? Of er Syrische gemeenschappen in Brussel komen hangt eerst en vooral van de evolutie in hun thuisland af, zegt professor Johan Leman. Socioloog Jan Hertogen verwacht dat ze eerder naar kleinere steden trekken dan naar de grote drie: Brussel, Antwerpen en Gent. Een stand van zaken.
S
inds 1 januari 2015 hebben al 12.133 vluchtelingen, voornamelijk uit oorlogsgebied, asiel aangevraagd. Bijna allemaal kwamen ze in Brussel aan, en trokken zo snel als ze konden naar de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) in de Noordwijk. Sommigen kwamen aan via het Zuidstation, andere met een vals paspoort via de luchthaven, want als ze asiel aanvragen in de luchthaven, wat kan, worden ze meestal stante pede naar een
gesloten opvangcentrum gebracht. Sommigen worden rechtstreeks aan DVZ gedropt. Dat is de service die mensensmokkelaars hen, in ruil voor veel geld, leveren. En dan begint de procedure pas: asiel aanvragen, vragenlijst invullen over hun motivatie, toewijzing van een opvangplaats, als ze zelf geen onderkomen hebben, en wachten tot ze worden opgeroepen door het Commissariaat voor de Vluchtelingen. Wie uit Oorlogsgebied komt,
krijgt meestal asiel in een tijdelijk statuut. Maar wat is de impact voor een gewest als Brussel dat de voorbije eeuw al heel wat migratiegolven achter de rug heeft? Tot de jaren 1970 via de arbeidsmigratie, nadien via gezinshereniging, en de laatste jaren ook via asielaanvragen.
Nieuwe focus Begin augustus kondigde staatssecretaris Theo Francken (N-VA) aan
dat er in heel het land 2.500 nieuwe opvangplaatsen voor asielzoekers bijkwamen. Eén van de oplossingen was het heropenen van het opvangcentrum in Sint-Pieters-Woluwe. Opvallend, want Fedasil heeft dat centrum nog maar in mei van dit jaar laten sluiten. Het moet heropenen als centrum voor niet-begeleide minderjarigen. In eerste instantie moeten er 80 kinderen en jongeren terechtkunnen. Maar de opening is nog niet voor meteen. Ten vroegste half september zal het centrum opnieuw asielzoekers kunnen opvangen. Fedasil moet immers eerst nog geschikt personeel vinden. Er staan 30 vacatures open voor het centrum in Sint-Pieters-Woluwe. “De perso-
neelsleden die er in het verleden werkten zijn nu voor het grootste deel werkzaam in de andere centra,” zegt Mieke Candaele van Fedasil. “Bovendien is de focus van dit centrum gewijzigd: de opvang van minderjarigen vraagt een specifieke begeleiding, anders dan in het verleden. We hebben dus andere soorten medewerkers nodig.”
Syrische gemeenschappen Emeritus professor Johan Leman (KU Leuven) van Foyer hoopt dat de politici met de huidige asielcrisis lessen zullen trekken uit het verleden in het belang van asielzoekers én ‘Belgen’. Leman: “Anders zullen de asielzoekers én blijvers opnieuw als een last gezien worden in plaats
BDW 1487 PAGINA 7 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
“Als Europa en Amerika niet tussenkomen in Syrië, dan krijgen we Syrische gemeenschappen in Brussel en in de rest van het land”
van een kans. Waarom zouden we van de kennis van de Syrische vluchtelingen die hier al dan niet tijdelijk blijven geen gebruikmaken om onze export te bevorderen als de crisis in Syrië opgelost is?” Maar eerst schetst Leman een beeld van de vluchtelingen. De twee routes, de Balkanroute en de Lampedusaroute, zullen blijven asielzoekers leveren. De Balkanroute betreft vooral Syriërs, Irakezen en Afghanen. Via Lampedusa voornamelijk West-Afrikanen. Leman verwacht dat Europa quota – gericht op Syriërs – zal opleggen, maar los van de quota zullen er uit bovenstaande landen ook asielzoekers blijven komen. En de honderdduizenden die naar Europa komen, zullen niet al-
JAN HERTOGEN:
“Op middellange termijn zie ik niet zoveel asielzoekers permanent in Brussel blijven, ze gaan zich eerder vestigen in de kleinere steden en gemeenten”
lemaal teruggaan als ze afgewezen worden. Heel veel van de asielzoekers willen naar Duitsland of GrootBrittannië, maar blijven in België en Brussel omdat ze niet in GrootBrittannië geraken.”
Jonge bevolking Leman verwacht dat Europa en Amerika binnen het jaar zullen tussenkomen in Syrië. Indien dat gebeurt, zal een deel van de Syriërs terugkeren naar huis. Indien niet, dan krijgen we Syrische gemeenschappen in Brussel en de rest van het land. Leman: “De Syriërs die naar het Westen komen behoren tot de middenklasse, ze kunnen uitgroeien tot de ‘nieuwe Armeniërs’.” En zich beroepend op de lessen die
LAND VAN HERKOMST AANTAL 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Irak 1.791 Syrië 1.731 Afghanistan 1.286 Somalië 1.190 Guinée 441 Rusland 434 Kosovo 381 Onbepaald 332 DR Congo 303 Pakistan 284 Andere landen 3.960
BRON: COMMISSARIAAT-GENERAAL VOOR DE VLUCHTELINGEN
JOHAN LEMAN:
HERKOMSTLANDEN ASIELAANVRAGEN DIT JAAR
© BART DEWAELE
TOTAAL 12.133
uit de geschiedenis kunnen worden getrokken: “Na de aankomst van de Syriërs en de West-Afrikanen en zij die hier blijven volgt er gezinshereniging, daarna zoeken ze elkaar op en komen er winkels en cultusplaatsen. In een aantal wijken in Brussel zal de bevolkingsdichtheid toenemen met nieuwe gemeenschappen die ook scholen nodig hebben. De vluchtelingen vormen een jonge bevolking.”
Buiten Brussel Leman hoopt vooral dat het beleid
in tegenstelling tot het verleden nu wel proactief optreedt: “Dat betekekent dat het beleid nu kijkt waar de Syriërs zich vestigen en voor voorzieningen zorgt, het betekent ook dat nieuwkomers met een diploma aan de bak moeten kunnen, anders kweek je gefrustreerde mensen en vooral de tweede generatie die niet begrijpt waarom hun ouders met diploma geen werk hebben. De Brusselse overheden mogen zich niet beperken tot taallessen Frans en Nederlands, ze moeten voor inburgering en integratie zorgen.”
Socioloog Jan Hertogen, die bijna dag na dag de bevolkingsevolutie in ons land registreert, bekijkt de vluchtelingenstroom op middellange termijn: “Ik zie niet zoveel asielzoekers permanent in Brussel blijven, ze gaan zich eerder vestigen in de kleinere steden en gemeenten waar de komende decennia meer woningen gaan vrijkomen dan in Antwerpen, Gent en Brussel.” Kleinere steden en gemeenten, zeker in Vlaanderen, hebben een verouderende bevolking, een vlucht van jongeren en een verminderende economische activiteit, legt Hertogen uit. De migratie- en asielstromen vloeien naar gebieden waar woningen leegstaan. Tot ongeveer 2000 was er nog stadsvlucht in de grote steden, dan is de kentering ingezet. De migratie en de gezinshereniging waren een antwoord op de leegstand in de steden. Om het plaatje duidelijk te maken, vergelijkt Hertogen met de 800.000 vluchtelingen die Duitsland verwacht: “Duitsland kampt met een verouderende bevolking en heeft zoals het heet een generatiewissel gemist. Er zijn niet genoeg jongeren om de ouderen te vervangen. In het voormalige Duitsland staat een kwart tot een vijfde van de woningen leeg en dat weten asielzoekers ook.” Danny Vileyn, Filip Van der Elst en Steven Van Garsse
BDW 1487 PAGINA 8 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
De Vlaamse zorgverzekering biedt geen medische hulp aan zwaar zorgbehoevenden, thuis of in het rusthuis. De Brusselse regering broedt op een gelijkaardige verplichte ‘zelfredzaamheidsverzekering’.
WELZIJN > INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE VRAAGTEKENS BIJ PLANNEN VAN BRUSSELSE REGERING
FRANSTALIGEN WILLEN PLOTS OOK EEN ZORGVERZEKERING BRUSSEL – Meer dan tien jaar na Vlaanderen, is de Brusselse regering van plan om een zorgverzekering op te richten. Die zal voor elke Brusselaar verplicht zijn, zegt minister Céline Fremault (CDH). Vraag is wat er met de tienduizenden Brusselse leden van de Vlaamse zorgverzekering moet gebeuren.
E
r is plots haast bij. Wallonië heeft begin juli beslist om een Waalse sociale zekerheid op te richten. Daarin zit ook een zorgverzekering vervat, naar het voorbeeld van het verzekeringsstelsel dat Vlaanderen in 2001 al oprichtte, en dat niet medische hulp biedt aan zwaar zorgbehoevenden. Wallonië wil die al van
start laten gaan in januari 2017. Ook in Vlaanderen beweegt een en ander. De Vlaamse regering wil de Vlaamse zorgverzekering gebruiken als sokkel voor een nieuwe Vlaamse Sociale Bescherming, een Vlaamse sociale zekerheid, zeg maar. Nu al is duidelijk dat die in Brussel anders zal moeten worden ingevuld. Hoe is niet duidelijk.
En dan is er nog de zesde staatshervorming. Die heeft de bevoegdheid ‘Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden’ naar de gemeenschappen overgeheveld. In Brussel naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC).
Imbroglio Brussel moet op deze nieuwe situ-
atie het gepaste antwoord op geven, maar dat wordt institutioneel én financieel razend complex. En Brussel staat nog helemaal niet ver. De GGC zal in november een studie bestellen. Het lastenboek hierover wordt binnenkort goedgekeurd. Grootste zorg is misschien nog de financiering. Vlaanderen bijvoorbeeld haalt zo’n 100 miljoen euro uit ledenbijdragen, maar voegt daar nog eens 200 miljoen aan toe, uit de eigen middelen. Uiteraard gaat het in Brussel om lagere bedragen, maar de verhoudingen zeggen alles: er zullen ettelijke miljoenen nodig zijn.
Misschien valt er geld te halen uit de bevoegdheid ‘Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden’. In Brussel wordt die (federale) subsidiepot onderbenut. Maar het geld komt wel mee pro rata van het aantal inwoners. Dat zegt OCMW-voorzitter en parlementslid Michel Colson (FDF) die zich voorts ongerust maakt over de invulling van die Brusselse zorgverzekering in de rusthuizen. Daarnaast riskeert er een institutioneel imbroglio te ontstaan. Zo’n vijftigduizend Brusselaars (Franstaligen en Vlamingen) betalen al jaren vrijwillig hun bijdrage voor de
ADVERTENTIE
BDW 1487 PAGINA 9 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
P-PRAAT Denkt niet, waarde lezer, dat Brusselse gemeenten en gewest elkaar niet meer tegenwerken omdat het vakantie is. Of wat moet uw commentator anders denken van volgende Brusselse grap: het Hoofdstedelijk Gewest is begin 2014 een vuilnisproject begonnen in de Elsense Matongéwijk. Dat project – “une expérience pilote” in het Frans – bestaat uit twintig vuilniscontainers waar bewoners en handelaars huishoudelijk afval en vuilniszakken in mogen zetten. De containers kwamen er omdat zo’n vuilnisberg op het trottoir toch niet zo mooi oogt. Anderhalf jaar later blijkt het project toch een flop, want de containers hebben veel weg van een doordeweekse straat in Napels. Dat gaat volgens de krant La Dernière Heure zo: Elsens schepen voor Netheid Viviane Teitelbaum (MR) zegt “La Région s’était engagée à effectuer des collectes trois fois par jour et à également ramasser les déchets à côté des points de dépôts. Dans les faits, Bruxelles-Proprété ne passe au maximum que deux fois par jour.” Waarop La Région in hetzelfde artikel antwoordt: “Il est vrai que la fréquence a baissé en mai et en juin mais on est reparti sur un rythme normal. La commune s’était par ailleurs engagée à sanctionner les dépôts clandestins et de ce côté-là, ça ne suit pas, du coup on a beaucoup d’encombrants.” Waarop Teitelbaum weer: “Tout n’a pas été fait en matière de sanction. Il faut savoir que dans ce quartier sensible, les agents sanctionnateurs doivent être accompagnés par la police car il y a déjà eu des débordements et ils ont été agressés. Or, avec le niveau d’alerte terroriste que nous connaissons, ils étairent souvent occupés par d’autres missions.” De slotconclusie luidt dan ook: het is niemands fout, maar ieders bevoegdheid. En we kunnen ook hier Islamitische Staat de schuld geven van aangebracht leed.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Vlaamse zorgverzekering. Ze behouden uiteraard hun opgebouwde rechten, maar zullen dus verplicht worden om zich aan te sluiten bij een tweede zorgverzekering. Bovendien wil Vlaanderen, zoals gezegd, die Vlaamse zorgverzekering als sokkel gebruiken voor de uitbouw van een Vlaamse sociale zekerheid.
Samenwerkingsakkoorden Parlementslid Elke Roex (SP.A) verwacht hierover een juridische procedureslag, niet in het minst bemoeilijkt door de verschillende politieke meerderheden in Vlaanderen (rechts) en Brussel (centrum-links). En praten zullen ze wel moeten. Beide gewesten zullen bijvoorbeeld samenwerkingsakkoorden moeten tekenen. Elke Roex: “Maar op zich zijn wij voorstander van een Brusselse zorgverzekering. Vandaag zijn er Brusselaars die wel toegang hebben tot een zorgverzekering, en andere die dat niet hebben. Elke Brusselaar moet op gelijke manier kunnen genieten van de bestaande sociale zekerheidsrechten.”
Steven Van Garsse
CHIEN ÉCRASÉ De terrorist van de Thalys-trein was nog maar nauwelijks overmeesterd of daar al was een journalist van La Dernière Heure die met een rugzak, een mes, een pet en een zonnebril ging controleren of er van die verscherpte controles wel iets in huis kwam. Aldus zien wij in de krant foto’s van de journalist in kwestie met een begeleidend tekstje. Zoals: “12h04 - Zone Thalys, BXL-Midi. 12h23 - à bord tu TGV, aucun contrôle. 12h40 - 12h47 - on abandonne le sac, personne ne bronche. 12h02 - arrivée à Lille, toujours aucun contrôle, relooking.” Waarop de journalist een trui met cape aantrekt, en het verhaal voortgaat: “13h22 - 13h29 - sac abandonné, personne ne le signale. 13h31 - l’Eurostar Lille-Bxl arrive, l’armée est là, mais toujours aucun contrôle. 13h36 - on prend place dans l’Eurostar, toujours aucun contrôle. 13h46 dans les toilettes du train avec notre sac. 14h04 - ultime cliché devant le bureau de police de la Gare du Midi.” Moraal van het verhaal, volgens La DH: “Personne ne s’est soucié de notre sac, ni de notre identité, ni de nos billets!”. Misschien moet iemand eens dezelfde ‘grap’ uithalen in de Brusselse voetgangerszone: eens observeren hoelang het duurt eer er een haan kraait naar een achtergelaten rugzak. Ach, misschien maak je er een zwerver nog gelukkig mee.
FEESTWEEK
jAAr
12 13
END
septembe r 2015
OOGSTEN
FEESTTAFEL
KOKEN
FUIF
hET NEErhOF Neerhofstraat 2 1700 Dilbeek
MEEr INFO EN INSchrIjvING?
www.neerhof-vzw.be/nl/oogst-eet-dans-feest v.U.: jAN PILLE - NEErhOFSTrAAT 2 - 1700 DILbEEK
ADVERTENTIE
ONTDEK ONS NIEUW OPLEIDINGSAANBOD Voor elke passie een opleiding. Surf naar www.syntrabrussel.be en schrijf je in.
INFODAG
WOE 09.09.2015 | 14u00 - 20u00 Campus Ukkel | Campus Tour & Taxis
SCHRIJF JE NU IN
BDW REGIO
BDW 1487 PAGINA 10 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
DEZE WEEK BIJ DE BRANDWEER > NIEUWE AANPAK VOOR DIEREN IN NOOD
DIEREN NIET LANGER IN NESTEN
BRUSSEL – Naast mensen redden en branden blussen is de hulpverlening aan dieren altijd al een van de taken van de brandweer geweest, maar dit was vroeger doorgaans een zootje ongeregeld. Sinds kort heeft de Brusselse Brandweer een volledig nieuwe aanpak voor dieren in nood die interventies vlotter moet doen verlopen. Wij namen plaats in de brandweerwagen en namen een kijkje van dichterbij.
K
apitein Nicolas Jalet van de Brusselse Brandweer is enorm enthousiast over de nieuwe aanpak. “In juli vingen we nog drie slangen en het systeem bewees meteen zijn nut. Veel sneller en efficiënter dan vroeger slaagden we erin om de dieren in veiligheid te brengen.” Een van de nieuwigheden is dat interventies vanaf nu gebaseerd worden op de grootte van het dier, en niet op de onderverdeling huisdier/wild dier. Zo worden dieren opgedeeld in de categorieën klein, middelgroot en groot. Daarbij worden nieuwe huisdieren steeds exotischer en krijgt de brandweer hoe langer hoe meer te maken met giftige slangen, spinnen, hagedissen, schorpioenen en noem maar op. Hoe ze best omgaan met deze zogenaamde nieuwe gezelschapsdieren (N.G.D.) hebben de brandweerlui na een intensieve opleiding nu ook onder de knie. Samen met kapitein Jalet en twee brandweermannen nemen we een kijkje in het opvangcentrum in de Veeweidestraat in Anderlecht. We krijgen een lift in de brandweerwagen die speciaal voor kleine dieren met haken en opbergdozen is uitgerust. De indringende geur die ons al van op straat tegemoetkomt verraadt de weg. Het grootste deel van de kleine dieren die de brandweer vangt worden hier bij de Liga voor Vogelbescherming opgevangen. Jalet: “Niet dat de ratten die we uit buizen moeten halen een luxebehandeling krijgen, maar de dieren worden hier over het algemeen heel goed verzorgd.”
vele gevallen worden ze dan losgelaten in het wild. Tijdens een demonstratie krijgen we te zien hoe het er
gewoonlijk aan toe gaat tijdens een interventie. De boa speelt proefkonijn.
De brandweermannen zijn volledig uitgerust met pak en handschoenen. Dat is cruciaal, want in het verleden liep het al wel eens slecht af. Zo was er bij een interventie in Verviers een brandweerman die dacht te weten met welk soort slang hij te maken had: volstrekt ongevaarlijk. Zonder handschoenen nam hij het beestje, dat uiteindelijk uiterst giftig bleek
Streelbeweging Er wordt gewerkt in teams van twee. Constante communicatie en oogcontact zijn de sleutel tot een geslaagde operatie. Met de haak in de aanslag is het de taak van brandweerman 1 om het dier in nood te vangen terwijl brandweerman 2 de opbergdoos klaar houdt. Het deksel van de doos is voorzien van een handvat zodat het tegelijk als schild kan worden gebruikt. De slang is
“In juli vingen we nog drie slangen. Veel sneller en efficiënter dan vroeger slaagden we erin om de dieren in veiligheid te brengen” enorm op zijn hoede en zet zich in aanvalspositie wanneer hij de brandweerman ziet die hem komt vangen. “Meestal blijven de dieren die we komen ontzetten roerloos zitten, omdat ze weten wat hun te wachten staat,” vertelt korporaal Vanmeerbeek. Geen enkele interventie is identiek. Jalet: “Net zoals dat geldt voor alles in het leven baart oefening kunst.” Met een streelbeweging van de haak over zijn buik is de slang min of meer te sussen. In een mum van tijd zit de boa veilig in zijn doos. “Hoewel dieren in nood redden misschien avontuurlijk lijkt, blijft het puur een kwestie van veiligheid,” drukt de kapitein ons op het hart. “In extreme gevallen, als we oordelen dat de situatie te gevaarlijk wordt, kan het zelfs zijn dat we ons genoodzaakt zien om het dier te doden.” Ook dat hoort erbij. Voorlopig is het enkel Brussel dat de nieuwe methode toepast, maar kapitein Jalet hoopt dat ze in de toekomst nationaal zal aanslaan.
Brandweerslang Het centrum is volgestouwd met terrariums en kooien die bedekt zijn met doeken waaronder van alles wild beweegt. Onder andere een vos en een buizerd die de brandweer onlangs moesten ontzetten krijgen hier de beste zorgen terwijl ze op krachten komen. Bij de recente aanwinsten zat ook een boa constrictor. Die blijft in het opvangcentrum zolang de rechtmatige eigenaar niets van zich laat horen, en kan na vijf dagen ter adoptie worden opgesteld. Vaak beschikken houders van deze N.G.D.’s niet over de juiste vergunning of zijn ze gewoonweg niet in staat om voor het beest te zorgen. In
te zijn, op en werd gebeten. Dankzij de tussenkomst van vormer Gaëtan Doppagne is de man zijn hand uiteindelijk niet verloren. “Nochtans zijn slangen niet de meest spectaculaire gevallen, een agressieve hond of slechtvalk is een heel ander paar mouwen,” vertelt Jalet.
Interventies zijn voortaan gebaseerd op de grootte van het dier.
© SASKIA VANDERSTICHELE
Ella Van Craen
© YANNICK ROELS
BDW 1487 PAGINA 11 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
EVERE / SCHAARBEEK > GEMEENTES SCHAFFEN BIKEPOOLING AF
Geen ‘fietstrein’ meer bij start nieuwe schooljaar De gemeenten Schaarbeek en Evere bieden vanaf 1 september geen Bikepooling meer aan om budgettaire redenen. Dankzij de ‘fietstrein’, die in 2001 is opgericht door beide gemeenten, konden kinderen in alle veiligheid naar school fietsen onder de begeleiding van gemeentepersoneel. De gemeente Schaarbeek besloot in juni om vanaf 1 september te stoppen met de fietstochten. De gemeente Evere zegt nu niet anders dan in die beslissing te kunnen meegaan. De gemeente Evere kan het administratieve en praktische beheer namelijk niet alleen aan. De fietsroutes zouden moeten worden aangepast en de dagelijkse opvolging zou helemaal door Evere moeten worden opgenomen.
Bovendien is er nog weinig animo bij de ouders, die het project lanceerden, om met de kinderen ‘s ochtends en ‘s avonds naar school te fietsen. De gemeenten zagen zich genoodzaakt het tekort aan begeleiders op te vangen door eigen gemeentepersoneel in te schakelen. Vorig schooljaar namen amper zestien kinderen gratis deel aan de Bikepooling en dat werd te duur voor de gemeenten. Evers schepen van Mobiliteit Ridouane Chahid (PS) heeft wel al aangegeven dat de zes Everse begeleiders kunnen worden ingezet voor Pédibus, een andere gemeentelijke dienst. De gemeentemedewerkers blijven dus kinderen naar school begeleiden, maar nu te voet.
Anderlecht > Vzw Cultureghem plaatst containerkeuken op Abattoir
Containerkeuken op Abattoir ‘mag hangplek worden’
Killyan Dauvilé
© PHILIPPE DEBROE
SCHAARBEEK > POGGELIED HERUITGEVONDEN
Alles es Just zkt muzikanten Op 9, 10 en 11 oktober wordt tijdens het festival Alles es Just! in en rond het Josaphatpark en café Aux Trois Rois de Schaarbeekse folklore in de kijker gezet. Tijdens een feestelijke optocht wordt het standbeeld van Pogge er door de straten gedragen. Zoals Brussel zijn Manneken Pis heeft, zo heeft Schaarbeek zijn legendarische Pogge. Deze volksfiguur staat erom bekend tijdens menig cafébezoek mensen op hun plaats te zetten en zijn betoog steevast te besluiten met de beruchte woorden “Alles es just”. Voor het muzikale luik van het festival is de organisatie nog op zoek naar enthousiaste muzikanten om met verenigde krachten het Poggelied opnieuw uit te vinden. Van het lied van René Dhelmet bestaat immers nog wel de originele tekst, maar de partituur is verloren gegaan. Het is de bedoeling dat mensen die graag zingen of een instrument bespelen nu de handen in elkaar slaan om een gloednieuw deuntje te componeren dat op zondag
tijdens de optocht zal worden gebracht. Elk jaar krijgt een artiest die er een sterke band met Schaarbeek op nahoudt carte blanche en mag hij de line-up van het festival samenstellen. Dit jaar heeft de gewezen Schaarbekenaar Gianni Marzo, bekend van Isbells en Marble Sounds, het curatorschap voor zijn rekening genomen. Vrijdag en zaterdag wordt het publiek getrakteerd op concerten van Winterslag, Trouveur en Marble Sounds, en een dance party op de schijven van dj Eddy & Patrick. Wie de festivalaffiche in het straatbeeld ziet hangen zou Gianni Marzo wel eens kunnen herkennen tussen de getekende figuurtjes. Ella Van Craen Alle info over het festival van 9, 10 en 11 oktober is te vinden op www.sputnik. brussels of te verkrijgen via info@sputnik.brussels en 0497-28.46.53.
Vzw Cultureghem, actief op en rond de slachthuizen, heeft er een nieuwe telg bij. Met hun ‘Barattoir’, een keuken in een container, willen ze buurtbewoners en bezoekers bijeenbrengen rond een hapje en een drankje. “Dit mag uitgroeien tot een hangplek,” zegt Eva Debaerdemaeker van Cultureghem. Afgelopen weekend mochten de kunstenaars van KAK (Koekelbergse Alliantie van Knutselaars) de container alvast feestelijk openen. Sinds maandag ontfermt vzw Cultureghem zich over de werking. De container schotelt de komende drie weken tussen 11 en 16 uur aan iedereen die wil een gezonde, goedkope lunch voor. Afwisselend kokerellen ploegen van drie sociale Brusselse restaurants: “Op maandag hebben we de mensen van EAT vzw te gast, op dinsdagen die van de Heksenketel, en op woensdag de koks van Cosmos,” zegt Yannick Roels van vzw Cultureghem. “Het is een nieuw experiment. Voor het eerst werken die drie sociale restaurants voor eenzelfde
project,” vult Eva Debaerdemaeker van vzw Cultureghem aan. Met de opbrengst van Barattoir hoopt Cultureghem de container dan verder om te bouwen tot de moederkeuken van Kookmet, de mobiele keukens die nu al vaak worden ingezet om scholieren in aanraking te laten komen met gezonde voeding door hen zelf te laten koken. “De Barattoir moet uitgroeien tot een plek waar iedereen gebruik van zal kunnen maken om gezonde en goedkope voeding klaar te maken, elkaar te ontmoeten, informatie uit te wisselen en samen te eten,” legt Eva Debaerdemaeker uit. Het mag een ‘hangplek’ worden in de positieve zin van het woord, “waar consumeren niet verplicht zal zijn.” De Barattoir kan ook inspelen op Court Circuit, een andere realisatie van vzw Cultureghem. Court Circuit is een permanente speelkoer onder de overdekte hal, en houdt het midden tussen het grondplan van een bordspel en van een sporthal. Kim Verthé
Schaarbeek > Boempatat Josaphat op 5 september
Tafeltje dek je in het park De picknickformule van Boempatat Josaphat is die van de auberge espagnole. Eenvoudig maar ze werkt al jaren. Iedereen brengt wat mee om te eten, en deelt zijn of haar kookkunsten met de rest van de aanwezigen. De dienst Nederlandstalige cultuur van de gemeente faciliteert: er worden tafels en stoelen aangesleept en er is randanimatie voor de kinderen. Dit jaar is het circus wat de klok slaat. 15feet6 zorgt voor explosieve circusvoorstellingen met een absurd kantje. Les Fragiles zorgen voor de humor. De picknick gaat van start om 12 uur. Wie geen tijd heeft om iets klaar te maken kan voor 5 euro toch mee aan tafel schuiven. Bij erg slecht weer gaat de reuzenpicknick niet door. SVG
Boempatat Josaphat op 5 september in het Josaphatpark (aan het clubhuis van de Sint-Sebastiaansgilde). Meer info op www.1030cultuur.be
BDW 1487 PAGINA 12 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
DEEL 7/7 (SLOT)
VOORPUBLICATIE: ‘IN MOLENBEEK’ VAN HANS VANDECANDELAERE
IMPULSEN VAN BUITEN
De brousse van het Westelijk Ringspoor ter hoogte van Oud-Molenbeek. Vooralsnog braakland met sporenbundels en drie metrohaltes. Maar de komende jaren wordt het een gebied met gigantische mogelijkheden.
Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van OudMolenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. In Molenbeek verschijnt begin september bij uitgeverij Epo. Tot dan brengt Brussel Deze Week een greep uit zijn reisimpressies.
SINT-JANS-MOLENBEEK – “Het centrum van Brussel schuift op naar het westen en Oud-Molenbeek zal daar deel van uit maken,” aldus hoogleraar Eric Corijn. Wat zijn de verwachtingen en de uitdagingen van de grootstedelijke bewegingen?
D
e neiging bestaat om Oud-Molenbeek voor te stellen als een enclave die gesandwicht zit tussen twee harde grenzen: het kanaal en het Westelijk Ringspoor. De bewoners zouden zich binnen deze zone opsluiten en nauwelijks hun wijk verlaten. Nochtans vind je er jeugd die doorstroomt naar secundaire scholen en universiteiten elders in de stad of volwassenen die dagelijks vanuit het ‘dorp’ naar hun werk pendelen. Wie er een blindedarmontsteking krijgt, moet naar buiten omdat er geen ziekenhuizen zijn. De mobiliteitsgraad kan het best worden gelezen in functie van leeftijd en sociaal-economische achtergrond. Werkende versus niet-werkende Oud-Molenbekenaars. Meer honkvaste, dorpse eerste generaties versus meer
mobiele derde generaties. “En vergeet de internationale connecties niet,” voegt de voorzitter van Foyer Johan Leman eraan toe. “De jaarlijkse vakanties, het verwerven van bezit in het buitenland, het regelen van huwelijken of de uitbouw van handelsnetwerken.” Oud-Molenbeek is helemáál niet dat vreemde lichaam. Het draait mee in de stad en de wereld. Zijn buitengrenzen zijn poreuzer dan dat beeldvorming laat geloven. Niettemin zit er op het kanaal en het Ringspoor een verandering aan te komen die op termijn nog meer stad in de wijk zal binnenloodsen. Het Westelijk Ringspoor werd in 1870 aangelegd om het Noord- en het Zuidstation met elkaar te verbinden. De spoorwegbundel die OudMolenbeek afzoomt, is vandaag een ga-
© SASKIA VANDERSTICHELE
pende leegte. Braakland met treinsporen en drie metrohaltes. Van de ene zijde van het ringspoor naar de andere stappen, kan enkel via de ongeveer honderd meter lange, sinistere voetgangerspasserelle die je ’s nachts liever mijdt. De dynamiek slaapt nog, maar het ligt voor de hand dat ze zal ontwaken. Twee factoren zijn hierin bepalend.
Westelijk Ringspoor In 2009 werd de metrolijn doorgetrokken van het Weststation naar de halte Delacroix. Het zorgde voor een gesloten metroring die niet alleen het historische centrum, maar ook een uitstulping omvatte met daarin Oud-Molenbeek en delen van Koekelberg en het Anderlechtse Kuregem. Door deze ontsluiting kwam het kanaal in het midden van de metroring te liggen. De waterstrook evolueert hierdoor van een grens naar een nieuwe centrumas, terwijl het zwaartepunt van het autoverkeer zich in de toekomst naar het Westelijk Ringspoor zal verleggen. Bovendien is dit spoor een schakel in het
BDW 1487 PAGINA 13 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
Gewestelijk Expres Net. Hoe er dat zal uitzien, blijft afwachten. Wordt het vooral uitgebouwd om pendelverkeer met de trein vlotter naar de stad te brengen? Of zal het tevens een knooppunt worden voor intrastedelijk vervoer? Hoe dan ook is er een nieuwe as in de maak met sterke vervoersmodaliteiten en gigantische onbenutte terreinen.
Extreme versnippering “We zitten voorlopig in een periode waarin de gronden worden verkocht en de kaarten geschud,” zegt gids en secretaris van Brukselbinnenstebuiten Joris Sleebus. “Maar binnen enkele jaren zal hier een grootstedelijke beweging ontstaan. Je hebt een dwarsstrook van pakweg acht kilometer rond het centrum en LaagMolenbeek waar je continu iets mee kan doen. Rond of boven de spoorlijn kan je een nieuwe lijnstad ontwerpen met pleintjes rond elk metrostation. Je hebt een enorm potentieel om woningen bij te bouwen, maar ook om zachte mobiliteit te realiseren en nieuwe verbindingslijnen te trekken. Het probleem vandaag is dat het Ringspoor gefragmenteerd wordt aangepakt. Er wordt niet gedacht vanuit de grootstedelijke bewegingen die eraan komen.” Meer oostwaarts, langs het kanaal tussen de Ninoofsepoort en de Sainctelettebrug, draait de motor van de stedelijke verandering wél op volle toeren. “Als transportinstrument is het kanaal ter hoogte van Molenbeek en de Vijfhoek helemaal stilgevallen,” vertelt Joris verder. “Je ziet hier enkel doorgaand verkeer omdat de wijken geen bedrijven meer hebben om boten vast te houden. Vandaag krijg je met verlofting een nieuwe invulling van de kaaien. De stad legt geen functionele link meer met het water, wel een emotionele. Het kanaal wordt steeds meer een menselijk scharnier dat steunt op de charme van wonen met zicht op water en de bekoring van horizontale perspectieven. De meeste plannen spelen hierop in en zijn dus vooral van esthetische aard.” Stadsgeografe Sofie Vermeulen schreef een doctoraat over de ruimtelijke planning van de kanaalzone. “We hebben het credo ontwikkeld dat er geen visie zit achter de upgrading van het kanaal,” maakt ze me duidelijk. “Maar het probleem is eerder de veelheid aan visies, waarbij iedereen zijn eigen ei legt. De optelsom van al deze zienswijzen verhinderde de realisatie van een breed gedragen plan. De extreme versnippering van de bevoegdheden zorgt ervoor dat niemand het leiderschap op zich neemt en vastgoedbonzen vrij spel krijgen. Er worden nergens duidelijke keuzes gemaakt. Woningen, economie of recreatie? Auto’s, voetgangers of fietsers? Het is altijd een beetje vanalles, en dus regeert de middelmaat.”
Pralinewinkels De recente heraanleg van de Kleine Ring spreekt boekdelen. “Een gebrek aan planning, te veel overheden die ermee gemoeid waren,” onderlijnt ook Wim Embrechts van Platform Kanal. “Het centrum is zodanig verschoven dat het kanaal geen randzone meer is. Maar qua
Zonnebaden langs de waterkant. De oostgrens van Oud-Molenbeek wordt herontdekt door steeds meer sociaaleconomisch gevarieerde groepen.
“Het is een uitdaging om de toenemende uitstraling van Oud-Molenbeek te harmoniëren met het behoud van de armere klassen”
infrastructuur heeft men het opnieuw uitgewerkt als een ring die voor een vlotte verkeersdoorstroming moet zorgen. Het inzicht dat de echte nieuwe ring zal verschuiven naar het Westelijk Ringspoor werd niet opgepikt. Op korte tijd zijn hier meerdere duizenden mensen komen wonen. Die zitten allemaal tegen het kanaal gedrukt, in wijken waar een enorm gebrek is aan openbare ruimte. Een goede herinrichting van de waterkant kan dit opvangen. We spreken over leefkwaliteit. Ook de dwarsverbindingen over het kanaal schieten zwaar te kort. De verschillende wijken staan vandaag te veel op zichzelf. Iemand die in Oud-Molenbeek woont, zou via de Ninoofsepoort gezellig moeten kunnen doorstappen om te gaan shoppen op de markt van Abattoir. Met dwarsverbindingen hef je blokkades op en kan je buurten ontsluiten, ook op mentaal vlak. Nu is er een ruimtelijk probleem met visuele verbindingen. De geplande, smalle fietsersbrug tussen de Locquenghienstraat en de voormalige metrosleuf zal dit niet verhelpen. Het moet allemaal een stuk ambitieuzer. In de wijkcontracten heb je bovendien het probleem dat er te weinig wordt nagedacht over de aansluiting op de globale stedelijke processen.” Oud-Molenbeek promoveert in elk
geval naar een gebied met zicht op twee nieuwe grootstedelijke assen. De verwachting dat de wijk een deel van een opschuivend centrum wordt, impliceert dat er meer verschillende groepen mensen zullen komen: toeristen, zakenreizigers,
© SASKIA VANDERSTICHELE
studenten of nog meer middenklassepubliek dat niet meer bang is voor de stad. “Er zullen waarschijnlijk op meerdere niveaus verschuivingen plaatsvinden,” vermoedt Joris. “De kleinhandel zal zich verder diversifiëren van eerste- en tweedelijnshandel naar derde en vierde: dus van kruideniers en textielzaken naar cafés, kranten- en pralinewinkels. Maar wellicht krijg je op termijn met kantoren en manufacturen ook een grotere variatie aan werkvormen. De vermenging van kansarme en kansrijke bevolkingstypes zal toenemen en allicht ook de verdere ontdekking van cultuur en ontspanning op Molenbeeks grondgebied.” Is de buurt op weg om bruisender en nog hybrider te worden? Zal ze weldra een groter aanbod van winkels, terrascultuur, kleding- en levensstijlen omarmen? Hoe zal de dominante islamitische meerderheid zich in deze processen profileren? Hoe zal de tolerantie evolueren ten aanzien van homoseksualiteit of het tonen van verliefdheid in de publieke ruimte? En omgekeerd. Zal toenemende vermenging de tolerantie voor de islam verhogen?
ternatieven om ermee om te gaan.” En daarmee raak je aan fundamentele uitdagingen. Alle dynamiek en evolutie ten spijt, de structurele problemen van Oud-Molenbeek blijven bestaan. Het er niet in slagen om processen van maatschappelijke achterstelling om te buigen, was voor mij de hardste ervaring van twee jaar reizen. Om inwoners te wapenen tegen verdringing moet er veel forser en rechtstreekser geïnvesteerd worden in sociale stijgingskansen. Eigenlijk zouden 25 jaar zweet en impulsen voor de buurt alleen nog maar een begin mogen zijn. Oud-Molenbeek is immers geen vrijblijvend gegeven. Kijken naar de wijk is kijken naar de eigen toekomst. Of die nu in Brussel, Vlaanderen of Wallonië ligt. Hoeveel kansen geven we als brede samenleving aan armoedebestrijding, onderwijs, degelijke huisvesting en volwaardige tewerkstelling? Hoeveel ruimte zit er in onze hoofden voor samenleven in het verschil? Hans Vandecandelaere www.brusselnieuws.be/ inmolenbeek.
Marktmechanismen
‘IN MOLENBEEK’ IS VANAF 1 SEPTEMBER VERKRIJGBAAR IN DE BOEKHANDEL (19,90 EURO). DE BOEKVOORSTELLING VINDT PLAATS OP 4 SEPTEMBER OM 20U IN DE VAARTKAPOEN, SCHOOLSTRAAT 76, 1080 MOLENBEEK (GRATIS INKOM).
“De uitdaging is om de toenemende uitstraling van Oud-Molenbeek te harmoniëren met het behoud van de armere klassen,” analyseert Sofie. “De manier waarop bewoners en beleidsmakers die externe druk gaan opvangen, wordt heel belangrijk. In de toekomst zal de nieuwe centrumfunctie van het kanaal blijven zorgen voor een impact op de huizenmarkt en de aantrekking van bepaalde activiteiten. Zo ontstaat er een risico op sociale verdringing. Maar je kan je moeilijk verzetten tegen gentrificatie, want die marktmechanismen zullen altijd meespelen. We moeten vooral zoeken naar al-
ADVERTENTIE
Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
✆ 0800-15045
alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30
Bezoeken enkel op afspraak
puzzel@resonansvzw.be
BDW 1487 PAGINA 14 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© SASKIA VANDERSTICHELE
Stijn De Mil van FabLabXL en oprichter van FabLabFactory: “De Fablabcommunity beschouwt technologie als water: voor iedereen.”
TECHNOLOGIE > OPEN SOURCEBEWEGING INSPIREERT ARTIESTEN EN HOBBYISTEN
Kraamkamers van digitale creatie BRUSSEL – De tijd van eenpitters in hobbykamers is voorbij. Wie wil creëren en do-it-yourselven op niveau, moet vandaag in een ‘fablab’ of een ‘makerspace’ zijn. Er zijn er van verschillende soorten: voor de artiest, de student, de knutselaar. Wat ze gemeen hebben: het zoemt er van de digitale machines en u bent overal welkom. Brussel haalt zijn achterstand in en telt almaar meer zulke ateliers.
M
isschien heeft u nog nooit van een fablab gehoord, maar de term is intussen wel hot. Laat ons eerst even het actuele aanbod in Brussel schetsen: er is
de HackerspaceBXL nabij de Ninoofsepoort voor ‘constructieve hackers’, het FabLab van het digitaal kunstencentrum iMAL, het UrLab van de ULB, het FabLabXL van de VUB
en de Erasmushogeschool aan de Slachthuizen, het OpenFab van de gepassioneerde Nicolas de Barquin, en Micro Factory, een prettig gestoord atelier in de achterkamers
van Micro Marché aan de Steenkoolkaai. Dat er nog groeipotentieel is, is zeker: iMAL kan straks fors uitbreiden dankzij een Europese subsidie, het FablabXL is sinds een jaar aan het kruisbestuiven met een medialab, en in de nabije toekomst worden drie nieuwe fablabs geïntegreerd in woonprojecten van CityDev met steun van het Brussels Gewest: Da Vinci in Evere, Newton in Anderlecht en Greenbizz op de Tivoli-site. Ondertussen heeft ook het
BDW 1487 PAGINA 15 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
© SASKIA VANDERSTICHELE
presentatie. Het klassiek businessplan raakt voorbijgestreefd.”
Kunst of geen kunst
In een fablab mogen niet ontbreken: 3D-printers en lasercutters. In FabLabXL zijn ook instrumenten voor handen om elektronica te maken en te testen.
onafhankelijke collectief Hackistan.brussels grootse plannen.
Fablab = makerspace = hackerspace? En dan loopt Brussel nog achterop. Het afgelopen decennium zijn wereldwijd, vooral in steden, almaar meer dergelijke collectieve ateliers opgericht. De gemene deler van deze plekken: het staat er vol high-end digitale machines zoals 3D-printers, lasercutters en CNC-frezen. Sommigen bestempelen zich als fablab, andere als maker- of hackerspace. “Als ik met uitbaters van verschillende ateliers spreek, hebben we in het begin het gevoel dat we hetzelfde doen,” zegt Gilles Pinault die Micro Factory doet draaien. “Maar al snel merken we verschillen op.” Gilles leidt ons rond in het atelier dat lijkt op een grot van Ali Baba, met een badkuip met daarin een zeefdrukraam, een robot in de maak, naaimachines, een keramiekoven, een videogamemachine en tal van kleine geprinte gadgets. Er is een afsluitbare plek voor het vuile werk – lassen, boren, zagen, frezen – en er is een rustiger werkruimte met daarin de obligate digitale 3D-printers rond een imposante groene tafel. Voor Gilles is de Micro Factory duidelijk een ‘makerspace’: “Ook wie niet digitaal wil werken, is welkom. We willen mensen samenbrengen die willen ‘maken’ in de ruime zin van het woord.” Zijn intussen aangeschoven aan tafel: Laurent Ernes die in zijn vrije tijd bouwt aan een loopband voor blinden, Piet Baeten die een fietskunstkar ineensteekt, en Thomas Paillaugue, industrieel informaticus, die knutselt aan een doos: “Dit is mijn vluchtoord.” De term ‘makerspace’ bestond tien jaar geleden nog niet. In 2005 lanceerde het magazine Make - dat we zien rondslingeren op de groene tafel - het concept voor het eerst. De oprichter van het magazine, Dale Doherty, verwees ermee naar een publiek toegankelijke plek om te ontwerpen. Doorgaans is een ‘makerspace’ iets breder van aanpak dan een fablab. Naast digitale machinerie vind je er een ruimer assortiment aan old school werkinstrumenten, zoals houtboren en cirkelzagen. Fablabs dan – fablab is een samentrekking van ‘fabrication laboratories’ – zijn meer aan regels gebonden. Twintig jaar geleden zijn ze ontstaan in de schoot van het MIT (Massachusetts Institute of Technology) in Boston.
Oprichter Neil Gershenfeld vertrok van het basisidee dat iedereen, zowel it-bollebozen als beginnelingen, dankzij de toegang tot digitale machines en handleidingen in engineering en ontwerp haast alles moesten kunnen maken, met nadruk op digitale fabricage. Fablabs wereldwijd moeten zich houden aan een charter, dat omschrijft dat ze welbepaalde technologie moeten aanbieden, zich wekelijks moeten openstellen voor het grote publiek en verplicht moeten documenteren waarmee geëxperi-
of Catalunya) aan het platform Smart Citizen, waarmee via open sourcetechnologie burgerparticipatie gestimuleerd wordt. In 2012 beschreef de Amerikaanse journalist Chris Anderson in zijn boek Makers: The New Industrial Revolution dat die revolutie zal plaatsvinden in steden. Stijn De Mil, die vijf jaar geleden het FabLabXL van de Erasmushogeschool mee in het leven riep en via zijn piepjong bedrijf FabLabFactory nieuwe initiatieven wil helpen opstarten, gelooft daarin:
Gilles Pinault: “Makerspaces dichten de kloof tussen ambacht en massaproductie. Interessant is dat je kleine series kunt maken.”
menteerd wordt. iMAL bijvoorbeeld documenteert alle creaties, in lijn met het Fab Charter, op de site wiki.imal.org. Het concept van de ‘hackerspace’ tot slot ontstond in Europa rond een collectief van programmeurs die een ruimte deelden. De eerste onafhankelijke ‘hackerspace’ opende in Duitsland in 1995: c-base. De navolgelingen voegden daar al snel electronic circuit design en ontwerp aan toe. Een ‘hacker’ was voortaan ook iemand die werkt aan tastbare prototypes.
Nieuwe industriële revolutie Anno 2015 springen almaar meer steden, ook Brussel, op de kar van de smart city. En daar spelen fablabs en makerspaces vaak een rol in. In Barcelona bijvoorbeeld werkt het gerenommeerde Fab Lab Barcelona samen met het IAAC (Institute of Advanced Architecture
“De fablabcommunity is overtuigd van het open model: open software én open hardware. Iedereen moet technologie kunnen ontwikkelen, voortbouwend op andermans zoekproces. Technologie is als water: voor iedereen.” De Mil gelooft dat open source ons economisch model van de toekomst wordt. “Er is wel een transitieperiode nodig. Bedrijven kunnen onmogelijk van vandaag op morgen hun ontwerpen vrijgeven. Ons economisch model is er nog niet op afgestemd.” Voor De Mil is het al bewezen dat dergelijke ateliers de ideale broedplaats zijn voor startups. “Je kan relatief goedkoop en snel prototypes ontwikkelen. Met een prototype kan je veel makkelijker klanten en investeerders benaderen, en kan je beter je eigen productieproces en slaagkansen inschatten. Een prototype is veel aantrekkelijker dan een powerpoint-
Als je Stijn De Mil vraagt of in fablabs ook kunst wordt gemaakt, is hij categoriek: “Veel projecten balanceren op de rand van het artistieke, maar daarom is het nog geen kunst. Kunst maken vormt ook niet de essentie van de fablabbeweging.” Maar in bepaalde labo’s is dat wel degelijk het opzet. We gluren binnen bij het iMal-fablab, waar artiesten in residentie verblijven en waar samengewerkt wordt met kunstscholen zoals La Cambre. Het is er strakker en op het eerste zich minder stoffig dan in Micro Factory en in het FabLabXL. De geur van verbrand hout is dan weer wel herkenbaar, net als een rek met bakjes vol Arduino-plaatjes, bouten en moeren, en persluchtslangen. Er hangt toewijding in de lucht. Yann Leguay, Frans-Belgische geluidsartiest, en Arnoudt Jacobs van het collectief Overtoon bedienen achtereenvolgens de lasercutter. Ze werken aan individuele installaties. Maar ook hier: “Dit is een plek waar je niet zomaar binnenkomt en je ding doet. Je spendeert hier wat tijd en deelt je kennis met anderen,” zegt Felix Luque, artist in residence en vrijwilliger voor het openhouden van het fablab. Geloven ze bij iMAL in de nieuwe revolutie? “Er doen veel utopieën de ronde over digitale fabricage. Maar als je een 3D-printer voorstelt als iets nieuws, is dat niet helemaal correct,” zegt Luque. Hij wijst erop dat 3D-printers een product zijn van de jaren 1980, geïnspireerd op de replicator uit Star Trek. Voor Luque schuilt de revolutie vooral in de steeds makkelijkere toegang tot de technologie: “Als kunstenaar kan ik voortaan zelf mijn prototypes maken. Ik hoef dat niet meer uit te besteden.”
Citymarketing Een gevaar tot slot, zo wijst De Mil erop, is dat het concept ‘fablab’ vandaag te pas en te onpas in de mond wordt genomen, zowel door artis-
© KIM VERTHÉ
tieke collectieven als door stadsbesturen. Binnen de internationale FABfoundation, waar De Mil lid van is, wordt daarom nagedacht over een kwaliteitslabel. Want “het volstaat niet om ruimtes vol te proppen met machines.” Hij wijst op de noodzaak van handleidingen en een goed team. “Wat in een lab gemaakt wordt, hangt af van wie het uitbaat.” Bij Micro Factory, dat zich tot nog toe autofinanciert, juichen ze het toe dat er in de toekomst nog meer fablabs en makerspaces zullen bijkomen in Brussel, gefinancierd door de overheid of niet. “Er bestaat een studie rond coworking-ruimtes. Hoe meer er bijkomen, hoe succesvoller de rest blijkt te worden.” Al houden ze het zelf graag wat meer ‘bazarique’: “Wij willen zo weinig mogelijk hiërarchie. Dan doorprik je de geest van: ‘Ik heb een idee, Kim Verthé ik maak het.’”
BDW 1487 PAGINA 16 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
KANAAL > OP TOCHT LANGS DE ZENNE EN HET ‘ZENNEKANAAL’
BRUSSEL AAN BOORD V
ia boot- en fietstochten van bron tot monding wilde de vzw Coördinatie Zenne de interregionale aanpak van het waterlopenbeleid in het Zennebekken bevorderen. Sinds de zesde staatshervorming zijn de gewesten namelijk bevoegd voor waterwegen. De waterlopen van het Zennebekken, die door de drie gewesten stromen, zijn dus gevoelige materie. In Vlaanderen zijn er stemmen die meer vrachtvervoer langs het kanaal willen, terwijl anderen meer woningen en toerisme in gedachten hebben. In Brussel wil minister-president Rudi Vervoort (PS) met het Kanaalplan voor 25.000 nieuwe woningen en 7.500 bijkomende jobs langs het kanaal zorgen. Het Kanaalplan voorziet in een verdichting van het stadsweefsel in de kanaalzone, met vooral nieuwe woongebieden. Daarnaast worden ook specifieke zones gepland die voorbehouden blijven aan de industrie. Om te zien hoe het er vandaag in de kanaalzone aan toegaat, ging BDW mee op boottocht.
Autokerkhof De boottocht op het kanaal, door
© MARC GYSENS
BRUSSEL – Ter gelegenheid van haar tiende verjaardag organiseerde de vzw Coördinatie Zenne een driedaagse verkenning van de Zenne en het ‘Zennekanaal’ van bron tot monding. BDW stapte aan boord en voer mee van Brussel naar Vilvoorde. de organisatoren het ‘Zennekanaal’ genoemd, vertrekt aan Sainctelette. We stappen aan boord aan de Becokaai. In de notoire nachtclub K-Nal is het nog akelig stil. Door een paar gebarsten vensters zien we nog een paar champagneglazen staan van de avond voordien. Binnen een paar uur zal er waarschijnlijk weer een feestje losbarsten. Aan de andere oever worden de laatste resten van Brussel Bad weggehaald. Enkel de tonnen zand die op een heuvel gestort zijn, doen nog denken aan de tropische feestjes.
Waterkwaliteit Na een verfrissend welkomstdrankje en amuse-bouche vertrekt het schip. Via de kleurrijke loodsen van de Materialenkaai en de imposante Up-site, ’s lands hoogste woontoren, komen we in het Vergotedok waar het kanaal meteen een pak breder wordt. Terwijl gastspreker Michel de Bièvre, CEO van Thurn & Taxis en voorzitter van de Brusselse Havengemeenschap, vertelt over de Romeinse resten die onlangs op de site zijn gevonden, valt ons iets helemaal anders op. Honderden roestige autowrakken staan op el-
Met het Kanaalplan wil Rudi Vervoort voor 25.000 nieuwe woningen en 7.500 bijkomende jobs zorgen.
De waterkwaliteit voldoet nog niet aan de Europese normen. Tientallen plastic zakken, luiers, flessen en kleren drijven op het troebele water.
kaar gestapeld op het autokerkhof van een recyclagebedrijf. Auto’s van alle soorten zijn verwerkt tot vierkanten blokken, onmogelijk om uit te maken hoe ze er vroeger uitzagen. Enkel een camionette van Coca-Cola valt nog te herkennen in de berg. Toch een opmerkelijk zicht, een berg van wrakken net
ADVERTENTIE
Een markthal vol smaak Votre marché gourmand
OPEN I OUVERT: 07:00 > 14:00 Vrijdag, zaterdag en zondag Vendredi, samedi et dimanche Op de site van | Sur le site de l’ Abattoir,
Rue Ropsy Chaudronstraat 24 1070 Anderlecht Parking : Delacroix rue Jules Ruhlstraat Metro : Clemenceau, Delacroix
www.foodmet.brussels
BDW 1487 PAGINA 17 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
voor de hoogbouw van de Noordwijk. We varen langs het koninklijk domein en onder de Van Praetbrug door, waar een vijftigtal arbeiders aan het winkelcentrum Docks Bruxsel werken. Het schip maakt genoeg snelheid waardoor een briesje door ons haar waait. Zonder dat briesje zou het waarschijnlijk wat te warm worden op het water. Een plons in het water is zeker niet aan te raden. De waterkwaliteit is volgens de organisatoren de laatste jaren verbeterd, al maken ze snel genoeg de opmerking dat er nog een lange weg te gaan is om aan de Europese normen te voldoen. En dat zie je ook tijdens de tocht. Tientallen plastic zakken, luiers, fl essen en kleren drijven op het troebele water.
Waterbus an de Van Praetbrug komt de ZenA ne eindelijk weer even boven. In de tweede helft van de negentiende eeuw was de Zenne zo vervuild dat ze een serieuze bedreiging voor de volksgezondheid vormde. Bovendien overstroomde de rivier regelmatig en zette daarbij de benedenstad onder water. Om die redenen werd de Zenne overwelfd in de stad. Net na de brug bevindt zich ook de Brussels Royal Yacht Club aan de voet van een benzinestation. Meer dan honderd boten liggen er aan de ketting. Het clubhuis is gebouwd in de stijl uit de jaren 1930 en schreeuwt om een likje verf.
e varen langs het oude molengeW bouw van de Meunerie Bruxelloise, waar de graanmaalderij Ceres is ondergebracht. Daarna doemt aan het waterzuiveringsstation van Brussel-Noord de Budabrug op, een industriële hefbrug met een metershoge metalen constructie. Na drie kwartier varen, komen we aan het viaduct van Vilvoorde en duiken we Vlaanderen in. Op onze rechterkant verschijnt de Kruitfabriek waar in 1919 een felle brand de grote stock buskruit tot ontploffi ng bracht. De explosie maakte dertien dodelijke slachtoffers en veroorzaakte lichamelijke en materiële schade bij meer dan duizend mensen. Wat verderop eindigt de heenreis. We zetten voet aan wal op de site waar de stad Vilvoorde het Watersite-project op poten zet. De oude fabrieken zijn afgebroken en ruimen plaats voor moderne woningen en kantoren. Dat alles met aandacht voor het kanaal én de Zenne. In een van de gebouwen die al klaar zijn, heeft wijlen Jean-Luc Dehaene zijn laatste maanden gewoond. Vilvoorde leefde met de rug naar het kanaal en daar moet met dit project verandering in komen. Net als Brussel wil Vilvoorde het kanaal en de Zenne dus opwaarderen. Na een uurtje keren we terug naar Brussel. Er varen opvallend meer boten dan een paar uur geleden. Op de Van Praet-brug staan honderden auto’s al in de fi le. Op vijftig minuutjes ben je vanuit Vilvoorde in Brussel. Vaak is dat sneller dan met de auto. Het is dus misschien toch de moeite waard om in de toekomst met de Waterbus van Brussels By Water naar de stad te gaan in plaats van met de auto.
Killyan Dauvillé
ADVERTENTIE
Sociale Verhuurkantoren (SVK)
Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen
a Gegarandeerde huur elke maand a
Verzekerd verhuurbeheer
a
Onderhoud van uw woning
a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen
www.fedsvk.be 02 412 72 44
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Zwienemutse Het is zo West-Vlaams als Brugse kant en zalig als broodbeleg. Maar er zijn nog meer mogelijkheden mee. Het aangename van voedingscolumnist zijn, is dat iedereen die ik tegenkom mij aanspreekt over eten. Ik vind dat niet zo erg, praten over lekkers verenigt de mensen (meestal). Het is niet omdat ik mijn grof boerenbrood verdien met praten over eten dat ik mijn job niet graag ook eens onbetaald doe. Raar genoeg is dat met artsen nooit het geval. Op een middag stond ik aan de toog met een Bruggeling, nu kunstenaar in Brussel. Hij vroeg mij of ik z wienemutse kende. Neen, dat woord had ik nog niet gehoord. Zijn ogen staarden dromerig naar het nep-houten reclamebord ‘Belle-Vue au tonneau’ achter de bar en hij vertelde mij dat het gekookte varkensmaag was. Bij zijn oma thuis in Brugge werd die koud gegeten met boterhammetjes. Zo lekker! “Je moet ze koken met héél veel laurier,” voegde hij er aan toe. Bij een eenvoudig charcuteriekraam op de markt van Nieuwpoort vond ik het voor de eerste keer in de handel. “Zwienemutse” stond er netjes op het plaatje. De twee gezette West-Vlamingen – vader en zoon beeld ik mij in – verkochten ook nog boulogneworst en andere eenvoudige dingen als vette derms en z wienepaté, maar de zwienemutse is toch het meest zeldzaam. Ik kocht er van en genoot op het terras, een stukje afsnijden op een plankje, koud, zonder poespas, en dan met een snee goed brood. Ik had de pot mosterd ernaast gezet, maar ik ben er niet aan geweest. De stevige maar gewillige textuur van de (lang) gekookte zwijnenmaag, het zachte aroma met een toets van laurier en witte peper. Een zekere ‘westfl amitude’ bekroop mij. Maar in de meeste slagerijen valt vandaag geen zwijnenmuts meer te bespieden. Waar is de tijd dat het varken in al zijn glorie werd geapprecieerd. “ Dans le cochon, tout est bon,” zeggen de Fransen. “ Even the oink,” zelfs de ‘knor’ is nuttig, voegen de Amerikanen eraan toe. Zij noemen zwienemutse hog maw. En toen, onverwacht, struikelde ik bijna over verpakte zwijnenmuts in de Chinese supermarkt – daar weer, ik had het kunnen denken. Enthousiast grabbelde ik een pakje mee met één schoongemaakte en voorgekookte varkensmaag. Varkensmaag moet lang koken, de meeste boeken spreken van twee tot twee en een half uur. Hoe lang deze maag al was gezoden, daar had ik het raden naar, maar ik vermoedde dat het maar even was,
net genoeg om het vlees te stabiliseren en de houdbaarheid te verlengen. Orgaanvlees bewaart slecht in rauwe staat. Dat is de reden waarom boeren net na de slacht pensenkermis organiseerden, om dit meest bederfelijke deel van het dier zo snel mogelijk op te maken. Daarom associëren wij orgaanvlees met feest. Waar pensen zijn, is er overvloed. Trouw aan het recept van mijn Bruggeling, gooide ik het dierlijke ingewand opnieuw in kokend water, met zout en peper en een hele tak verse laurier. Er gaat niets boven verse laurier. Wie gedroogde laurier gebruikt, weet niet wat hij mist. Droge laurier ruikt naar kruidenkast, verse naar vluchtige oliën en zuiderse landen. Om zo’n genot in huis te halen, moet u een laurierboompje aanschaffen. De laurierboompjes die hier verkocht worden, zijn vrij winterhard en mijn moeder heeft al jaren in volle grond een boompje staan dat gedijt en groeit, meer dan wij ervan kunnen gebruiken. Na een uur pocheren, net onder het kookpunt, prikte ik in de gekookte maag. Die leek mij niet taai meer. Te lang koken is ook niet lekker, het vlees kan draderig worden. Net zoals de mantel van de pijlinktvis smeekt zo’n maag er eigenlijk om gevuld te worden. Het zwijn ( Sus scrofa domesticus) is een alleseter, net als de mens, en zijn maag ziet er ook uit als een menselijke. Niet zoals de magen van koeien en schapen, die bestaan uit meerdere kamers waarvan de binnenkant bladen, netten of noppen vertoont. De wand van een varkensmaag is glad: zoals een handtas... of een geldbeugel. De Duitsers vullen zo’n maag met dobbelsteentjes aardappel en varkensvlees, kruiden en ajuin, alles even voorgebakken en dan in de maag. De beide kanten worden dichtgeknoopt en dan pas gekookt. Opdienen met puree en zuurkool. Dit is de plat national van Rijnland-Palts. Bondskanselier Helmut Kohl zette hem destijds voor aan Margareth Thatcher en Ronald Reagan. In elke Metzgerei in Duitsland kan u saumagen kopen, kant en klaar. Meestal gaat het alleen over de vulling, de maag zelf is vervangen door een kunst-
“Snijd de zwienemutse in dunne strips en meng hem met een rijke vinaigrette met gehakte peterselie, kappertjes en augurkjes. Ziet er mooi uit in de boterhammendoos” darm of blik. Flauw. Maar er wordt daar ook meer maag gegeten dan er varkens zijn, en een zwijn van honderd kilo heeft maar één maagje. Bedenk echter dat alle worsten die bolvormig rond zijn, hun vorm lenen van de gevulde en afgeknoopte maag van het zwijn. Ik liet mijn maag afkoelen en zette hem dan weg in de ijskast, voor het ontbijt. Voor wie een stukje maag op een stuk brood te eenvoudig is: snij de zwienemutse in dunne strips en meng hem met een rijke vinaigrette met gehakte peterselie, kappertjes en augurkjes. Ziet er mooi uit in de boterhammendoos die nu op 1 september weer uit de kast komt voor Juf Katleen. Starfish and coffee? M ove over, Prince: zwienemutse en een boterham. Als het moet met maple syrup of jam. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1487 PAGINA 18 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
DE LAUREATEN
TWEEDE PLAATS: Dieter Rogiers uit Sint-Jans-Molenbeek
De Parelvisser ILLUSTRATIE: NENA PEETERS / FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
‘Hoofdstuk één. De stad is een oester. Je hebt een bot mes nodig om haar open te wrikken.’
had hij geen enkele reden om aan te nemen dat het ditmaal anders zou zijn. Maar nu was het vrijdagavond en had hij zestien woorden, een knipperende cursor en niets meer.
De cursor knipperde. En daaronder: de oneindige leegte van duizenden pixels.
Na het succes van zijn eerste roman had hij zijn werkwijze lichtjes verfijnd. Zodra hem ter ore kwam dat zijn huisbaas een bezoekje aan België bracht, zocht hij een logeerplek, telkens in een andere wijk van de stad. Geen kelderverdiepingen meer, maar appartementen met een balkon dat uitkeek op de buurt. Op voorhand schreef hij een ruwe plot uit, met grof geschetste personages. Die modelleerde hij dan naar mensen uit de wijk: kleurrijke volksfiguren die over het trottoir strompelden, de Marokkaanse kruidenier om de hoek, Vlaamse hipsters met hun scharrel van de dag. De échte stad, waar een onverwachte gebeurtenis altijd om de hoek loerde. Een recensent had ooit geschreven dat niemand het Brussel van vandaag kon beschrijven zoals hij dat kon. Wellicht was dat toen de waarheid. Maar ergens, in de chaos, was hij de ziel van de stad uit het oog verloren.
*** Ze flikkerden al een week op zijn scherm. Zestien woorden. Zestien perfecte woorden. Ze voerden hem mee naar een grijze ochtend, naar een norse politie-inspecteur en een onherkenbaar verminkt lijk, gedumpt op kassei nummer 13 van het Vossenplein. Tweehonderd pagina’s verder zou je weten wie het gedaan had. Tenminste één raadsel opgelost. ‘Maar in deze stad heeft elke kassei een geheim’ zou de inspecteur zeggen, slurpend van een oester aan de toog van De Noordzee, ‘en ik ben niet langer het botte mes dat Brussel nodig heeft’.
‘Brussel is een prachtige stad’ Dieter Rogiers (37) uit SintJans-Molenbeek werkt bij de communicatiedienst van de N-VA. In de loop der jaren schreef hij een knap palmares bij elkaar. “Vijf jaar terug werd mijn graphic novel, Tunguska, een jaar lang in Focus Knack gepubliceerd. Daarvoor won ik al eens een verhalenwedstrijd van P Magazine. Ik heb ook eens een jaar lang iedere dag een kortverhaal in het Engels geschreven. Een bundeling van die beste kortverhalen verscheen in boekvorm. Momenteel werk ik aan een Engelstalig boek, non-fictie, over Amerikaanse films die in het jaar 1999 zijn uitgekomen.” “In De Parelvisser wou ik aantonen dat Brussel ondanks de negatieve perceptie een stad is die voortdurend in verandering is. Veel pendelaars weten het niet, maar het is een prachtige stad.” KL
Hij had er zo wel honderd geschreven. Soms zag hij ze staan in de rekken van de krantenwinkeltjes in de metro. Een muur van bloed, seks en wanhoop, tussen de hagelwitte tanden van de buitenlandse glossy’s en de Robbedoes. Ze verkochten nog steeds als zoete broodjes. Zei dat iets over deze stad? Over haar inwoners? Of zei het iets over hemzelf? Veel passie kon hij in ieder geval niet meer ontwaren op de pagina’s. Maar ze brachten brood op de plank. En dus bleef hij ze schrijven. Vijf per jaar. Op het ritme van de grillen van zijn huisbaas. Zijn huisbaas was een wiskundige en een verdomd goede ook. Zo goed dat hij al dertig jaar doceerde aan een Ivy League-universiteit. Zijn appartement op een steenworp van de Parvis – boven de open haard in de woonkamer hing zijn Fields Medal – verhuurde hij wanneer hij in de Verenigde Staten zat. De huur was spotgoedkoop maar het contract kwam met één niet onbelangrijke voorwaarde. Telkens de huisbaas in het land was, moest de huurder er voor een week uit. De eerste keer gebeurde dat nu bijna twintig jaar geleden. Hij had voor zeven dagen een welwillende sofa gevonden bij een vriend in Molenbeek, in de kelderverdieping van een huis in de Rue du Cheval Noir. De sofa had echter zijn beste tijd gehad en dus had hij op een slapeloze nacht verveeld door het appartement zitten snuisteren. Onder de gootsteen had hij de typmachine gevonden, een aftands jaren-zeventigexemplaar met verbogen hamertjes, maar het ding werkte nog. Getroffen door een plotse, onverklaarbare inspiratie, was hij beginnen schrijven: ‘De kelder lag op het diepste punt van de stad. Dichter bij de hel kon je in Brussel niet zitten.’ Tegen dat zijn huisbaas weer in Amerika zat, had hij zijn eerste roman af. Niet zo lang geleden had hij het boek nog eens doorbladerd. Het was niet het meest hoogstaande debuut, maar de kunst van de pakkende openingszin, die had hij toen al. De cursor knipperde nog steeds; een baken van nervositeit in een kalme, lege, witte zee. Maandag, bij het eerste kopje koffie, had hij de eerste twee zinnen getypt. Routineus haast. De plot van dit verhaal zou een eitje zijn. De contouren ervan stonden in de Atoma-schriftjes die hij altijd en overal met zich meezeulde. Een gruwelijke moord. Een half dozijn verdachten. En de grommige rechercheur die deed alsof het hem allemaal niks meer kon schelen. De gewoonlijke ingrediënten, een recept voor succes. Het enige dat nog ontbrak was een vleugje couleur locale. Zo was hij altijd te werk gegaan en op maandagochtend
Vanop het balkon kon je bijna de volledige stad zien. Het bloedrode kruis op de Basiliek. De flikkerende lichtjes van de straatfeestjes in de Matonge. Het silhouet van de boomtoppen in het Ter Kamerenbos tegen de laatste lichtstraaltjes van de einder. En de reflectie van het volle maanlicht in honderden, op elkaar gepropte satellietschotels aan de kant van het kanaal waar je je vanaf dit uur niet meer waagde. Dit was zijn stad. De stad waar hij van hield. Zijn inspiratie. Al twintig jaar lang. Maar deze week had ze hem finaal de rug toegekeerd. Hij stak een sigaret op en sloot de ogen. Op een zachte bries na was het zo goed als stil. Dit was zijn fatale blunder geweest, dacht hij. Zijn roman schreeuwde om de tierende buurtbewoner die vastzit achter een wagen van de autoschool, met een arme jongen die de Rogierstraat niet omhoog raakt. Om een trip in de claustrofobische straatjes tussen de Boulevard Jacqmain en de KVS: een obscuur, Dickensiaans anachronisme. Om de Marollen. Het schreeuwde om de Marollen. Niet om de 42ste verdieping van een kille koude woontoren aan het kanaal, zo ver verwijderd van het geroezemoes van de straat dat je vergat dat de mieren onder je voeten mensen waren. Was dat het nieuwe Brussel? Een ontmenselijkte glazen toren? Iedereen had de mond vol van stadsvernieuwing en sociaal inclusieve herwaardering. Goedbedoelde projecten in de armste gemeenten schoten als paddenstoelen uit de grond. Alles wat voor de oorlog gebouwd was, lag al grotendeels tegen de grond en ook alles wat later verrezen was, was niet meer veilig. De slogan ‘bruisend Brussel’ was terug van nooit weggeweest. Vooruitkijken naar de toekomst zonder te raken aan de tradities. Wat waren het mooie, hoopvolle woorden. Maar het was vooral bullshit. De grootste denkfout die de stadsplanners en de politici – en ja, misschien ook de inwoners – maakten, was dat de stad nood had aan verbetering. De onzinnige eenrichtingsstraten, schokkende trams waarin je meer stilstond dan vooruitging, de volhardende lelijkheid van de huizen, de eindeloze graffiti-tags onder bruggen en op muren, de traag aanschuivende rij geilaards in de Rue d’Aerschot, de asbakken die na middernacht plots onder de toog vandaan kwamen in rookvrije cafés: ooit zou men er heimwee naar hebben. Hij miste het nu al een beetje.
BDW 1487 PAGINA 19 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
En hij vreesde dat hemzelf een deel van de blaam trof. Wie Brussel alleen maar kende van zijn romans zou van minder schrik krijgen. Een goddeloze stad op de rand tussen beschaving en verlichting. Een marginaal dorp met een groezelige, almaar zwellende onderbuik van armen, criminelen, fortuinzoekers en malcontenten, waar één verkeerde blik een knipmes in je darmen kon planten. Het Brussel dat begin jaren negentig al definitief naar het graf was gedragen maar dankzij hem overleefde in de hoofden van de Vlaamse pendelaar, die elke avond tegen de kinderen kon opscheppen dat hij weer eens een dag in de poel des verderfs had overleefd. Was er zoiets als te veel nostalgie? De stad die hij beschreef in zijn boeken had echt bestaan. Ze had hem wrang toegelachen toen hij hier toekwam in het begin van de jaren tachtig, twintig jaar oud, zonder job, zonder geld. Het kneuterige Vlaanderen versmachtte hem. En als je avontuur en gevaar zocht, dan moest je in Brussel zijn. Soms droomde hij er nog over, over die dagen. Over het naakte mieke dat zich tegen hem aanschurkte
na een nachtje feesten. Over de keren dat hij hardhandig door de politie uit een kraakpand ontzet werd. Over die ene koude winter onder de aan en uit pinkende lichtbakken. Hij had haar met hartstocht gehaat, de stad. Hier boog je het hoofd, keek je naar de gebarsten trottoirtegels en ging je anoniem op in de massa. Want wie zijn hoofd boven de massa uitstak, riskeerde het om neergemaaid te worden. Dat was hoe je overleefde toen. Dat was de grote boze stad waarvoor zijn ouders hem gewaarschuwd hadden. De zonde, de verspilling, de waanzin in betonvorm. Maar langzaam had ze zijn vertrouwen gewonnen. Wanneer een wildvreemde hem aansprak voor een bevlogen filosofisch gesprek. Wanneer hij picknickte op de zonovergoten trappen van de Kunstberg. Wanneer hij meegezogen werd in de nachtelijke feestroes van de kampioenenploeg. Dit was een stad die frustratie zaaide, maar liefde oogstte. Niet dat je daarvan ook maar iets terugvond in zijn romans.
Daar bleef Brussel een grauwe jungle. Her en der smokkelde hij een vrolijke anekdote of een sappig, sympathiek personage in zijn vertelling, maar ook die waren na honderd volumes nagenoeg volledig verdwenen. Zijn literaire stad was een dystopische fantasie geworden, gevuld met vage herinneringen aan een woelig recent verleden. En zijn lezers snoepten er gretig van. Dit was het Brussel dat zij graag zagen. De vijand. De opstandige, rebelse provincie die zij zouden temmen. Hij had een monster geschapen en de woedende menigte stond aan de deur met vlammende toortsen. Ze zouden haar platbranden. Niets dan verbrande aarde zou overblijven. En op de assen zou Nieuw-Brussel verrijzen. Een stad van glas en beton, waar je je ’s middags in een omgebouwde fabrieksloft kon tegoed doen aan een culinaire stoemp en
LEES VERDER OP P. 20
BDW 1487 PAGINA 20 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
© NENA PEETERS
VERVOLG VAN P. 19 waar je je ’s avonds terugtrok voor een feestje op de 42ste verdieping van een woontoren. Waar mensen elkaar vriendelijk groetten op straat en het rode licht respecteerden. Waar gezinnen en toeristen geen krotten en hoeren tegenkwamen als ze het station binnen spoorden, maar nette winkelstraten met hun favoriete megamerken. Waar culturen elkaar verrijkten. Waar Vlaams en Waals en expat en Maghrebijn vervangen werden door één allesomvattende inwoner: de ‘Brusseleir’. Een stad zonder conflict. Zonder verhalen. De nacht had de lucht nu volledig in zijn greep. Een verdieping lager stapte een jonge vrouw het balkon op. Ze droeg enkel een slipje en een T-shirt en haar wilde, bezwete haren maakten duidelijk dat ze net seks had gehad. Ze trachtte een sigaret op te steken, maar haar aansteker wilde niet mee. Hoe oud zou ze zijn? Dertig? Ze zag er jonger uit. Zo jong en al volledig afgesloten van de stad. Een zelfgekozen verbanning naar de rand van de waanzin. Dit soort appartement kreeg je op vijfentwintig jaar niet afbetaald. Ze zat hier voor de rest van haar leven. Een Brusseleir zonder stad. “Hey!” Ik gooide haar mijn aansteker toe. Ze ving hem met een vinnige reflex en stak haar sigaret aan. Met een woordeloze zwaai van haar hand bedankte ze me, waarna ze haar rug naar me draaide en over de balkonrand leunde, lurkend van de sigaret, de blik op oneindig. Geen dankjewel. Geen impromptu gesprek. Niet de minste menselijke connectie. Als de stad een monster was, dan waren haar toekomstige bewoners robots. Want waar keek ze naar op haar balkon? Naar glimmende reflecties van een gebeurtenis die al voorbij was. Dichtbij genoeg om de illusie van een intieme band te creëren. Te ver om de stad te omarmen. Ze flikte haar sigaret over de rand, keek omhoog en sprak me aan.
“De aansteker?” “Hou maar.” “Ben jij een vriend van Peter? Je ziet er bekend uit.” “Ik heb een van die gezichten.” “Goedele”, zei ze. “Fijn je te ontmoeten, Goedele.” Ze glimlachte zoals alleen vrouwen van haar leeftijd dat kunnen: alwetend en ondeugend tegelijkertijd. Over haar schouder wierp ze een laatste blik op Brussel. “De stad is een oester, weet je,” zei ze. “Je hebt een bot mes nodig om haar open te wrikken?” “Neen, af en toe vind je een parel.” Ze trok de deur van haar appartement achter zich dicht.
Niets was veranderd maar niks zou nog hetzelfde zijn. *** De cursor knipperde. En daaronder: de oneindige leegte van duizenden pixels. Hij drukte op de backspace-toets tot geen woord van zijn originele openingszin overbleef. Hij wist wat hij moest schrijven. ‘Hoofdstuk één. Ook vanop deze hoogte frustreerde Brussel. Maar ze had haar nooit mooier gezien. Dit was haar stad. En dat zou ze altijd blijven.’
ADVERTENTIE
Misha houdt van voetballen, tekenen, zwemmen en een knuffel voor het slapengaan. Hij zoekt een lief gezin met een goal in de tuin, veel tekenpapier en misschien zelfs andere kindjes. Fijne mensen die hem een knuffel willen geven voor het slapengaan. Misha is één van de vele wachtende kinderen in onze regio die hoopt om in een warm pleeggezin terecht te kunnen. Is er plaats voor een kind als Misha bij jullie thuis ? Vraag dan zeker meer info aan op www.pleegzorgvlaanderen.be of kom langs op één van de infoavonden in uw buurt.
PLEEGGEZIN GEZOCHT VOOR MISHA
Je thuis delen, verrijkt je leven.
n
ADVERTENTIE
VERNIEUW uw abonnement in 2 minuten 80
4
77
69
32
6
Ga gewoon naar een GO-automaat Student 18 – 24 jaar? Stuur ons eerst je schoolattest op school.mivb.be
BDW 1487 PAGINA 22 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
Marcello Faraggi, voor het Berlaymontgebouw: “Iets wat niet werkt weggooien zal je mij nooit zien doen.”
© SASKIA VANDERSTICHELE
MARCELLO FARAGGI (52), SCHOENPOETSER
‘NIEUW LEVEN SCHENKEN GEEFT VOLDOENING’ BRUSSEL - Sinds kort heeft de Brusselaar geen excuus meer om erbij het Zuiden. Reizen doet je beseffen dat er nog te lopen met onverzorgde schoenen. Marcello Faraggi blies het beroep andere continenten zijn met elk hun eigen problemen. Om zicht te krijgen op je eigen situatie van schoenpoetser nieuw leven in en verplaatst zich sindsdien met moet je af en toe de deur uitgaan.” zijn bakfiets door de stad waar hij op iedere hoek van de straat zijn borstels bovenhaalt. Onder de schoenblink schuilt een man van de Verandering van spijs wereld. Het avontuurlijke beroep kan hem echter niet
M
et zijn witte hemd, rode bretellen en vlinderdas ontsnapt hij onmogelijk aan uw aandacht. Marcello Faraggi’s roots liggen in het land dat de vorm heeft van een schoen. Zijn familie komt uit het Italiaanse Livorno, zelf is hij geboren in Berlijn. In Italië brengt hij zijn eerste schooljaren door, maar het is de lokroep van zijn geboorteland die hem in Freiburg doet neerstrijken.
Op het moment dat hij naar Brussel besluit af te zakken heeft hij al een heel leven achter de rug als journalist. “Er is niets wat met media te maken heeft dat ik niet heb gedaan. Ik heb voor de geschreven pers gewerkt, voor de radio, voor televisie… Dat heeft me ook de kans gegeven om veel te reizen. Zo heb ik meermaals in Afrika gezeten voor SOS Faim, een vzw die vecht tegen honger en armoede in
blijven bekoren. “Op een gegeven moment had ik er gewoon genoeg van. In 1989 werd ik gevraagd om als woordvoerder te komen werken op het Europees Parlement in Brussel. Voor ik het wist waren de rollen omgedraaid en bevond ik mij aan de andere kant van het beroep dat ik al die jaren had uitgeoefend. Vanaf dag één was ik gefascineerd door Brussel: op een relatief klein oppervlak leven zoveel mensen uit verschillende cultu-
MEERTALIGHEID “Ik spreek Frans, Engels, Duits en Italiaans. Mijn Nederlands is spijtig genoeg nog niet wat het moet zijn, maar daarom volg ik les. Ik hecht enorm veel belang aan meertaligheid. Als je in de winkel of op de hoek van de straat één woordje kan zeggen in de taal van iemand anders is dat sympathiek, toch?”
BDW 1487 PAGINA 23 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
ren samen, en dat lijkt nog te werken ook.” Een grijze muis kan je Marcello niet noemen. Het moet bewegen, verandering is een constante in zijn leven. Een tijd geleden voelde hij dat het weer eens tijd was om van koers te veranderen. Dit keer op drastische wijze. “Ik dacht eerst in de richting van ‘restaurants op vier wielen’, foodtrucks, zoals we ze kennen. Ze laten je toe in zekere mate je onafhankelijkheid te behouden, maar daartegenover staat dat je ’s nachts moet staan koken als een gek, je weet nooit hoeveel klanten je zal hebben en je trapt misschien op de tenen van de restaurants in de stad. Bovendien heb ik een dochtertje van zes dat één week op twee bij mij woont, een drukke horecazaak was dus geen optie.” Hij kwam tot het besef dat hij altijd al een voorliefde heeft gehad voor leer. “Ik vind het geweldig hoe een stuk leer een leven lang zijn schoonheid kan behouden, als het op de juiste manier behandeld wordt tenminste.” Het idee om mobiel te blijven behoudt hij wel. “De bakfiets is een uniek model dat ik zelf in elkaar heb gebokst. Je raakt sneller de stad door dan met de auto en bovendien is het nog ecologisch ook.” Het begon allemaal op het Londenplein, met een foto die een voorbijganger van hem op Twitter zette. “Twee uur later is het volledig losgebarsten, ik kreeg opeens oproepen langs alle kanten.”
Retro Het concept om van een oud beroep iets moderns te maken, dat spreekt aan. Zelfs Brussels minister Guy Vanhengel (Open VLD) is een paar weken geleden in het midden van de straat gestopt om Marcello te feliciteren. “Mijn dochter vindt het natuurlijk ook geweldig. Het is gemakkelijker om aan een kind uit te leggen wat een schoenpoetser doet dan wat journalistiek inhoudt. En ja, thuis kuisen we de schoenen samen.” Schoenpoetsen mag dan wel een oude ambacht zijn, maar Marcello is allesbehalve een ouderwets man. “Iets wat niet werkt weggooien zal je mij nooit zien doen. Ik steek eerder uren in het herstellen van een van de lievelingsspeelgoedjes van mijn dochter dan dat
“Je kan niet geloven hoeveel mensen er piekfijn bijlopen, tot je naar beneden kijkt. Dat mensen 30 of 40 euro kunnen uitgeven aan een paar schoenen en het dan niet de moeite vinden om ze te verzorgen maakt mij ongelukkig. Je moet je rekening maken: als je eenmalig wat meer geld uitgeeft aan goede schoenen heb je ze voor het leven.” In deze haastige maatschappij is het bijna ondenkbaar dat mensen nog tijd hebben om stil te staan bij de staat van hun schoenen. “Ik pas me aan aan het levensritme van klanten die niet de tijd hebben om ook nog eens zelf een schoenpoetser én schoenmaker te gaan zoeken. Dat regel ik allemaal voor hen. Van tijdbesparing gesproken! En even halt houden bij mij kan trouwens rust bieden tijdens een drukke dag. Je kan niet geloven hoe hard mensen genieten van vijf minuutjes zitten in mijn bakfiets.” Het gevoel dat hij mensen een plezier kan doen is zijn grootste drijfveer. “Ik put enorm veel voldoening uit het schenken van een tweede leven aan een paar schoenen dat ten dode opgeschreven was. Het gevoel wanneer je na lang zwoegen de originele kleur van het leer herontdekt is onbeschrijflijk!” Niet alleen de creatieve maar ook de menselijke kant van de job spreekt Marcello aan. “Ik raak elke dag aan de praat met mensen die allemaal zo ontzettend verschillend zijn. Op voorwaarde dat ze willen praten natuurlijk, want er zijn er ook die aan het scherm van hun smartphone gekluisterd zijn, of een krant mee hebben. En dat is dan ook geen enkel probleem, bij de kapper heb je ook mensen die een babbeltje willen slaan en anderen die in stilte willen genieten.”
Pantoffeldag Marcello is een ambitieus man. “Ik ben natuurlijk nog maar net uit de startblokken, maar de kaap van 300 paar schoenen is al overschreden! En ik heb nog heel wat in petto. Ik ben van plan om in de winter lessen aan te bieden in het verzorgen en poetsen van schoenen voor mensen die het thuis zelf willen proberen. Het ultieme project is een ‘pantoffeldag’: tegen volgend jaar ga ik op zoek naar een enthousiast bedrijf waar iedereen – tot de CEO toe – die dag in pantoffels naar het werk komt terwijl ik me met hun schoenen bezig houd.” Als menselijke defibrillator deelt Marcello Faraggi tweede levens uit: een tweede leven voor de ambacht, een tweede leven voor schoenen, en zelfs een tweede leven voor zichzelf. “Dit blijven doen voor de rest van mijn leven? Waarom niet? Ik kan tot nu toe geen reden bedenken om ermee op te houden. “Ça brille toujours (lacht)!”
Ella Van Craen
Vlei je op zaterdag 29 augustus neer in Marcello’s troon op het Dapperheidsplein in Anderlecht. Tijdens ‘Anderlecht in Feest’ zet hij zich daar achter het project ‘100 propere schoenen’ in samenwerking met de vzw Old Dreams die de dromen van senioren helpt waarmaken.
De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet
Ode aan de Joodse cultuur BRUSSEL - Binnenkort viert Europa weer haar Dag van de Joodse Cultuur. Zondag 6 september kan je het Joodse erfgoed in Brussel komen ontdekken aan de hand van verschillende activiteiten. Zahava Seewald is zangeres van Joodse muziek en conservator van het Joods Museum en leidt ook dit jaar het evenement in goede banen. In heel Europa staat de Dag van de Joodse Cultuur in het teken van eenzelfde thema. Hoe zit het dit jaar? Zahava Seewald: “Dit jaar draait alles rond ‘Bruggen’, een thema dat heel ruim wordt opgevat. Op 6 september willen we een brug slaan tussen verschillende culturen, tussen traditie en moderniteit, zelfs tussen man en vrouw, arm en rijk, tussen blinden en zienden… Zo wordt er bijvoorbeeld een theatervoorstelling op poten gezet over een gemengd koppel waarvan de vrouw joodse is en de man moslim. Daarnaast krijgen de mensen ook de kans om het Kerkhof van Dieweg te bezoeken, waar Joden naast niet-Joden begraven liggen, armen naast rijken. Als museum in de diaspora is het onze taak om een brug te slaan naar ons publiek dat hoofdzakelijk niet-Joods is.” Hoe kijkt Brussel aan tegen het Jodendom en de Joodse cultuur? Seewald: “Brussel is een diverse stad waar cultuur een belangrijke rol speelt. Brusselaars tonen interesse voor cultuur in het algemeen en staan ook open voor andermans cultuur. Met het groot aantal musea in Brussel is er natuurlijk een enorm cultureel aanbod. De interesse in de Joodse cultuur mag hier dan wel niet zo groot zijn als in Amsterdam, Berlijn of New York, maar met haar specifieke karakter en de Joodse gemeenschap die haar best doet om open en dynamisch te zijn denk ik dat het Joodse erfgoed zeker zijn plaats kent in Brussel.” Mogen mensen zich verwachten aan een reis terug in de tijd? Seewald: “Er is aandacht voor de Joodse geschiedenis en het traditionele, maar
Zahava Seewald: “De kloof tussen traditie en moderniteit wordt overbrugd.”
daarbij wordt ook steeds de link gelegd met de eenentwintigste eeuw. Zo geven twee jonge choreografen een workshop collectieve dans waarin traditionele Israëlische dans en moderne dans elkaar ontmoeten. Ook tijdens het concert van ensemble Altland wordt een hedendaagse interpretatie gebracht van Joodse muziek. Het thema keert altijd terug: de kloof tussen traditie en moderniteit wordt overbrugd.” Ella Van Craen Maak op 6 september kennis met het Joodse culturele erfgoed op verschillende plaatsen in Brussel. Alle activiteiten en toegangen zijn gratis. Raadpleeg het programma op www.new.mjb-jmb.org.
GALLOPING MIND. Dinsdag 1 september gaat de eerste langspeelfilm van choreograaf Wim Vandekeybus in première in Bozar. Galloping Mind is het verhaal van Racha en Pancho, een tweeling die van elkaar wordt gescheiden. Het meisje komt terecht in een middenklassegezin, de jongen in een straatbende. Vandekeybus zelf en hoofdrolspelers Natali Broods en Jerry Killick zullen aanwezig zijn op de première in de Henry Le Boeufzaal. Op 9 september komt de film in de zalen. n TRAP HET AF! Met niet meer dan een euro op zak kan je op zaterdag 5 september terecht in de openbare bibliotheek van Brussel. Voor die prijs kan je daar boeken, spelletjes en nog veel meer aanschaffen terwijl Gemeenschapscentrum Nekkersdal het nieuwe seizoen aftrapt. Afspraak in de Emile Bockstaellaan 107, 1020 Laken, van 10 tot 17 uur. n #BRUSSELSPOETRYFEST. Brussels International Underground Poetry Fest zet een heel weekend lang de verschillende experimentele dichtvormen die er zijn in de verf. Klankpoëzie, performance poëzie en visuele poëzie wordt ter plekke gecreëerd en u voorgeschoteld. Het festival concentreert zich volledig op de hedendaagse avant-garde, van bij ons maar ook internationaal. Van 10 tot en met 13 september op diverse locaties in Brussel. Het festival is gratis maar reserveren is wel verplicht op www.deburen.eu of 02-212.19.30. n LES CHEVALIERS BLANCS. Les chevaliers blancs van Brussels regisseur Joachim Lafosse is geselecteerd voor het internationale filmfestival van Toronto in Canada. Met zijn zesde langspeelfilm kan Lafosse 25.000 dollar in de wacht slepen, als hij de prijs van de beste film wint tenminste. Les chevaliers blancs is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en vertelt over de missie van Jacques Arnault om 300 weeskinderen uit Tsjaads oorlogsgebied naar Frankrijk wil brengen. Die operatie loopt uiteraard niet van een leien dakje. Het festival in Toronto loopt van 10 tot 20 september. Samengesteld door Ella Van Craen
CULTUUR KORT
De schoenen maken de man
3 VRAGEN AAN ZAHAVA SEEWALD
© BART DEWAELE
“Ik ben van plan om in de winter lessen aan te bieden in het verzorgen en poetsen van schoenen voor mensen die het thuis zelf willen proberen”
ik naar de supermarkt snel om een of andere nieuwe prul te kopen. Maar het is niet zo dat ik dweep met het verleden, je moet met je tijd meegaan.” Vandaar dat hij nieuwe technologieën niet afzweert. “Ik ben maar een simpele schoenpoetser, maar als je met bankkaart of kredietkaart wil betalen is dat geen enkel probleem. Ik ben ook erg afhankelijk van sociale media, want ik heb nu eenmaal geen winkelpand met uithangbord dat de mensen in het voorbijlopen kunnen ontdekken. Aan de andere kant vind ik dat je elektronica ook op tijd moet weten af te zetten, er zijn belangrijker dingen in het leven.”
BDW 1487 PAGINA 24 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
ATLETIEK > CYNTHIA BOLINGO BELEEFT DROOMSEIZOEN: WK EN TICKET VOOR DE OLYMPISCHE SPELEN
‘Ik ben klaar om te bevestigen’ BDWSPORT
© BELGAIMAGE/JASPER JABOBS
BRUSSEL – De Belgische atletiekfans hebben een nieuw talent ontdekt: Cynthia Bolingo (22). De Brusselse sprintster is momenteel actief op het wereldkampioenschap in Peking en heeft haar ticket voor de Olympische Spelen van volgend jaar al op zak. Van zenuwen heeft ze absoluut geen last. Ze beseft dat ze nog veel progressiemarge heeft en ons nog heel wat kan laten zien.
‘S
port interesseerde me vroeger eigenlijk niet zoveel, ik speelde veel liever met mijn vrienden,” vertelt Bolingo. “Mijn leraars lichamelijke opvoeding spoorden me wel aan om er iets mee te doen aangezien ik er goed in was. Uiteindelijk ben ik op mijn vijftiende met atletiek begonnen, nadat Jean Pécher me had opgemerkt tijdens een interscholencompetitie. Hij heeft onder meer Anne Zagré ontdekt en heeft me in zijn trainingsgroep opgenomen.” Maar Bolingo was eigenlijk nog altijd niet overtuigd. Ze ging af en toe trainen, zonder meer. Atletiek boeide haar aanvankelijk niet zoveel. Maar de leuke groep waar ze mee trainde en het besef dat lopen toch wel iets voor haar was, deden haar van gedachten veranderen. Ze kreeg van de Franstalige atletiekfederatie vrij snel de elitestatus en trok er steeds vaker op uit om aan competities deel te nemen. “Als alles goed gaat en je voelt dat je prestaties in de goede richting gaan, dan is de motivatie uiteraard hoog.” “Ik combineer de honderd, tweehonderd en vierhonderd meter. Ik ben een polyvalente sprintster. Men zegt me dat ik op termijn zal moeten kiezen, en dan zal ik wellicht de honderd meter laten vallen. Aangezien ik gevoelige hamstrings heb, verteert mijn lichaam die kortere nummers moeilijker. Maar momenteel boek ik op de drie disciplines nog vooruitgang, dus blijf ik ze combineren.” De carrière van Bolingo is nog maar zeven jaar oud en dat heeft zo zijn gevolgen. Ze heeft nog steeds een frisse blik op atletiek en beseft dat ze nog heel wat moet bijleren. En dat zal ook gebeuren. Ze bevindt zich zeker nog niet bovenaan haar progressiecurve. “Ik ben blij met wat ik vandaag presteer, maar je hebt het beste van mij nog niet gezien. Als ik loop voel ik dat ik nog veel moet bijschaven. De evolutie die je meemaakt is een van de leuke facetten van sport. Ik heb nog heel wat te ontdekken, ook op vlak van menselijke relaties.” “De drie trainingen die ik vroeger wekelijks afwerkte zijn ondertussen uitgebreid naar zes doorgedreven trainingen. De klik om mijn trainingsarbeid serieuzer te nemen is er op mijn achttiende gekomen. Daarvoor zag ik atletiek nog iets te veel als hobby. De ambitie om op grote competities te staan is toen echt gegroeid.”
Groen gras Die ambitie is Bolingo aan het waarmaken. Ze doet dat nu wel met een andere trainer dan Jean Pécher. “Ik wou iets anders ontdekken en zien of het gras groener was aan de overkant. Het contact dat ik had met Carole Bam, die net met haar eigen carrière was gestopt, was meteen zeer goed. Aangezien zij actief is bij de Cercle Athletique du Brabant Wallon, ben ik
hoe het er aan toe gaat op zo’n grote competitie en heb ik geleerd stress te beheren, zelfs al ben ik eerder stressbestendig. In navolging daarvan heb ik me met mijn trainer op een iets andere manier voorbereid op dit seizoen. We hebben de nadruk meer op de 200 meter gelegd.” De Brusselse kende maar al te goed het belang van dit seizoen. In samenspraak met haar coach stelde ze een programma op om zich te plaatsen voor de grote tornooien. Een moeilijke opdracht waarin ze toch slaagde. “Mijn eerste doel was me te plaatsen voor het wereldkampioenschap. Na twee gemiste pogingen – waarvan de tweede op twee honderdsten van een seconde! – slaagde ik er begin augustus in. Weinigen geloofden er in, maar mijn entourage en ikzelf hebben er nooit aan getwijfeld.” “Toen ik in Oordegem de minima liep, beleefde ik natuurlijk een fantastisch moment. Ik heb me met die tijd ook meteen voor de Olympische Spelen geplaatst, twee vliegen in één klap dus.” Met deze kwalificatie treedt Bolingo voor het grote publiek uit de schaduw. Aan haar puike prestaties hangen ook verwachtingen die steeds groter zullen worden. Maar dat weegt zeker niet op haar. “Ik ben klaar om te bevestigen.”
Slechte luchtkwaliteit
“Ik ben blij met wat ik vandaag presteer, maar je hebt het beste van mij nog niet gezien”
naar hen overgestapt. Ik beweer niet dat het gras er groener is, maar de structuur is er wel zeer goed. Ze leveren daar goed werk.” Dat merk je aan de resultaten van Bolingo, zelfs al moest zij de afgelopen seizoenen afrekenen met blessures. Toen ze zich vorig jaar niet kon plaatsen voor het algemene Europees kampioenschap, trok ze naar het EK voor de U23 in Tallinn. Haar goede prestaties op de vierhonderd meter zorgden voor een stevige boost. “Ik heb er zonder al te veel problemen de finale gehaald, een prestatie die ik eigenlijk voor het eerst neerzette in een individueel nummer. Ik heb er van elk moment genoten, onder meer van de uitstekende sfeer tussen de atleten.” “Die prestatie heeft me vertrouwen gegeven voor dit seizoen. Tijdens dat EK heb ik gezien
Cynthia Bolingo: “We hebben eerst nog een stage afgewerkt in Japan. Die gebeurde niet in China omdat de luchtkwaliteit er te slecht is.”
VS GEEN ELDORADO Cynthia Bolingo studeert Politieke Wetenschappen aan de universiteit Saint-Louis. Studies die ze dankzij haar topsportstatuut kan combineren met haar loopcarrière. De ambitie om die combinatie in de Verenigde Staten te doen, heeft ze niet. “Ik ben al benaderd door Amerikaanse universiteiten,” aldus Bolingo. “Hun voorstellen waren aanlokkelijk, maar ik zit hier goed. Veel atleten zien de VS als een Eldorado, maar ook hier kan je goede resultaten halen. Je kunt af en toe naar het buitenland trekken voor stages en dergelijke. Ik heb hier een goede coach, een goede omkadering, familie en vrienden die me steunen, enzovoort.”
We zullen deze week meteen kunnen zien of de Brusselse sprintster er klaar voor is. Het wereldkampioenschap atletiek vindt namelijk van 22 tot 30 augustus plaats in het Chinese Peking. Bolingo loopt er de tweehonderd meter. “We hebben eerst nog een stage afgewerkt in Japan. Die gebeurde niet in China omdat de luchtkwaliteit er te slecht is. We zijn pas een paar dagen voor onze competitie naar Peking vertrokken.” “Mijn eerste ambitie is ervaring opdoen. Het zal fantastisch zijn om in dat prachtige Vogelneststadion te lopen, voor zoveel toeschouwers en tussen al die toppers. Ik denk niet dat ik onder de indruk zal zijn, maar ik zal mijn ogen zeker de kost geven. Mijn ideaal scenario is mijn persoonlijk record breken en goed presteren. De halve finales halen zou zeer mooi zijn.” Om die volgende stap te zetten moet Bolingo naar eigen zeggen zeker nog werken aan haar start en concentratievermogen. Haar focus moet nog beter. Aangezien haar carrière zich in een redelijk vroeg stadium bevindt, zal die progressie wel geboekt worden. Die moet haar tot successen leiden, liefst zo snel mogelijk. “Ik wil me volgend jaar plaatsen voor het Europees kampioenschap, dat in juli plaatsvindt in Amsterdam. Dat kan een goede voorbereiding zijn voor de Olympische Spelen.” “Ik denk nog niet te veel aan de Spelen, ik doe alles stap per stap. Het is natuurlijk fantastisch dat ik er aan zal deelnemen, maar dat is iets voor volgend jaar. In mijn carrière wil ik zeker een paar edities van de Olympische Spelen meemaken. Met hard werk moet dat lukken. Ik presteer nu goed op nationaal niveau, dus is de logische volgende stap Europees niveau. En, wie weet, later ooit internationaal niveau.” Tim Schoonjans
BDW 1487 PAGINA 25 - DONDERDAG 27 AUGUSTUS 2015
@loictim Another world cup is over and I’m happy with my climbing ! A strong 12th place and not so far again…
© MARC GYSENS
De Brusselse klimmer Loïc Timmermans was inderdaad niet zo ver verwijderd van een finaleplaats tijdens de vierde manche van het wereldkampioenschap bij de senioren, dat afgelopen weekend plaatsvond in het Noorse Stavanger. Van ontgoocheling om zijn twaalfde plaats was helemaal geen sprake. Timmermans vond een goede route en klom zoals hij wou. Al bij al een uitstekende prestatie die hem mag doen hopen op nog heel wat moois in de toekomst. TS
HOCKEYCLUB WIL GEZOND GROEIEN
NIEUW ELAN VOOR DARING SINT-JANS-MOLENBEEK – Hockeyclub Daring Molenbeek kan komend seizoen uitpakken met twee gloednieuwe velden. Dankzij het extra veld kunnen ze nog meer mensen de kans bieden om van hockey te proeven.
trekken van nieuwe leden en geeft een nieuw elan aan de club.”
Geen kampioen
Het laatste weekend van de zomervakantie gaat in Neder-over-Heembeek traditioneel gepaard met de DOLLE DORPSDAGEN. Op zaterdag wordt vanaf 9 uur gestart met een Kubbtornooi, een variant van petanque met houten blokken. Zondag wordt om 10 uur het startschot gegeven van een stratenloop. Meer info op www. Zaterdag is het heembeekmutsaard.be. ook FEEST in en rond het FALLONSTADION. Het sportfonds van Sint-Lambrechts-Woluwe bestaat zestig jaar en dat wordt gevierd met sportieve activiteiten. Vanaf 10 uur kunt u in het sportcomplex terecht voor demonstraties, initiaties, ateliers en wedstrijden van de verschillende disciplines die er wekelijks worden beoefend zoals hockey, atletiek, schermen, enzovoort. Kinderen kunnen ook nog op een leuk aanbod op maat rekenen. Het evenement is gratis en duurt tot 18 uur. Diezelfde gemeente ontvangt zaterdag
ook het WOLU GALA BASKET. Vanaf 15 uur spelen de finalisten van het BK bij de U16, United Basket Woluwe en Leuven Bears, tegen elkaar in de zaal van de school Parc Malou/Robert Maistriau. Om 18 uur moet u in sportcomplex Poseidon (Dapperenlaan 2) zijn. Daar zal Basic-Fit Brussels het opnemen tegen het Franse Nanterre. Het hele gala is gratis. Wilt u eens een COMPETITIE GEWICHTHEFFEN live meemaken? Dat kan, zaterdag in het sportief centrum van Elsene (Voltastraat 18). Daar vindt vanaf 14 uur een competitie plaats waar alleen dames aan mogen deelnemen, en niet van de minste. Voor meer show moet u volgende maandag naar de esplanade aan de Marnixlaan 24, in 1000 Brussel. Daar zal vanaf 12 uur een MOBIEL SKATEPARK staan waar verschillende shows gegeven zullen worden. Onder meer Brusselaars Jimmy Van Belle en Kevin Marron Lopez zullen er te zien zijn. Zelf proberen TS kan natuurlijk ook.
SPORT KORT
“We speelden ondertussen al acht jaar op ons hoofdveld, een vernieuwing was dus noodzakelijk,” vertelt voorzitter Gérald Cosyns. “Dat is een dossier waar we al een jaar mee bezig zijn en nu dus gerealiseerd wordt. Het is toeval dat het tweede terrein, waar al een paar jaar niet meer op wordt gespeeld, nu tegelijkertijd heraangelegd wordt. Alles wordt in één keer gerealiseerd en daar zijn we uiteraard zeer tevreden mee.” Deze uitbreiding komt niet toevallig na sterke prestaties van de club. Afgelopen seizoen eindigde Daring vierde tijdens de Euro Hockey League en met Tanguy Cosyns hebben ze een speler die ondertussen een vaste waarde is bij onze nationale hockeyploeg. “Die goede resultaten zullen wel geholpen hebben. Je ziet ook dat de club meer aantrekkingskracht heeft op nieuwe spelers.” “Voor onze eerste ploeg zal de heraanleg niet zoveel verschil maken, omdat zij al op een goed veld speelden. Het is vooral voor de ontwikkeling van de club en onze jeugdwerking dat dit een boost is. Dit helpt ons bij het aan-
Nieuwe leden hebben zich ondertussen al in groten getale gemeld. De Green Devils uit Ternat zullen dit seizoen zelfs hun trainingen en wedstrijden afwerken in Molenbeek. “En dan spreek je toch over twaalf ploegen. Tel daar een tiental nieuwe ploegen bij van Daring en je komt nu al aan een tweehonderdtal nieuwe spelers die onze terreinen zullen gebruiken.” Met deze uitbreiding maakt Daring zijn ambitie duidelijk. Al blazen ze zeker niet hoog van de toren en willen ze rustigaan groeien. “We willen ons settelen in de Belgische top zes en kansen grijpen als die er zijn. Maar kampioen worden is niet meteen ons doel. We proberen gezond te groeien.” “Aangezien we voor deze infrastructuurwerken geholpen worden door de gemeente, de stad en de regio, hebben we onze eigen middelen kunnen aanwenden voor het sportieve project. Maar om te concurreren met de topploegen heb je veel geld nodig. Dat is zoals in het voetbal. Wij willen een volksclub blijven en iedereen de kans geven om hockey te spelen. Dankzij deze werken zullen we daar nog beter in slagen.” Tim Schoonjans
ESTAFETTE > DAVID NASSEL
Op eenzame hoogte Het kriebelt overal. Dit weekend is het weer zover. Dan barst het sportseizoen van tvbrussel in alle hevigheid los. En dat is geen overdreven, gekleurde columntaal, want in de meeste sporten viel de afgelopen weken al heel wat interessant nieuws te rapen en dat moest ik zomaar laten liggen. Auwtch! De praktiserende en informerende sportmensen onder ons weten maar al te goed dat je dan iets moet aanvangen met die adrenalinekriebels. Stevig tokkelen op een klavier om een column te klaren doet maar een percentje afvloeien. De oplossing vinden we in de slogan van Bloso: als het kriebelt, moet je sporten. En zo kreeg mijn reis door Colombia plots een extra dimensie: “Ik trek op hoogtestage,” waande ik me even een professionele atleet. Een wederkerende waan, want elk jaar vat ik de maanden juli en augustus aan met grootse sportplannen én sluit ik ze af met even grootse illusies en een vuilniszak vol goede voornemens. Het gründliche ritme van de werkman ruimt in de zomermaanden nu eenmaal plaats voor het ritme tropical van de vakantieganger en daarin wordt elk initiatief tot sporten herleid tot een maat voor niets. En dan zou het me plots wel lukken in het land van de salsa? Wel, ja! Gewapend met een bodyweight programma van mijn coach, push-up bars, power bands en een stretching strap, zou het deze keer wel lukken. Op voorwaarde dat ik die Engelse terminologie hanteer natuurlijk. Geef toe. Military press, prisoner squats en dead lift, het klinkt toch als een kwestie van leven of dood. In mijn eerste week Colombia koos ik alleszins vol voor het leven, de recuperatie. Cultuur opsnuiven, goed uitrusten en ’s ochtends – dat uurverschil toch – een demarrage meepikken van lokale held Quintana in de Tour de France. Het inspireerde me om de week erop mijn sportvoornemens voorzichtig in te lossen met enkele spurtjes bergop. Dat in de hoofdstad van Colombia, Bogotá, op 2.600 meter boven de zeespiegel! De inzinking à la Nibali bleef niet lang uit. Na het derde spurtje was het verdict hoogteziekte. Hoera, mijn ‘hoogtestage’ was ingezet. Ik had nog wel een hele weg af te leggen, want in de weken nadien zag ik redelijk wat Colombianen bergen opstuiven, op z’n Herrera’s. Wat zoveel betekent als ‘niet vatbaar voor inzinkingen’.
Ik waande me zelfs even in Vlaanderen met al die wieleruitrustingen en gladgeschoren beentjes op de trappers. Wielrennen en mountainbiken, het zit er echt in de lift. Daarom dat onze eigen wielerhelden al even de weg naar de buitenlandse bergen hebben gevonden, om in ijle lucht conditie op te bouwen voor de grote wielerrondes. Zo trok Tim Wellens in opbouw naar de Tour naar de Sierra Nevada en Avoriaz. Het verhoogde niet alleen de druk op zijn longen, maar ook op zijn schouders, want hij moest de Tourhoop van vele Belgen torsen. En net dan loopt het fout in Frankrijk. Wellens heeft té hard getraind en plukt de vruchten van zijn
noeste arbeid uiteindelijk enkele weken later dan gepland. In de Ronde van België rijdt hij op ruime afstand van de finish iedereen uit het wiel om dan op een aankomst bergop alleen toe te komen, op eenzame hoogte. Alle proporties in acht genomen, overkwam me dat kippenvelmoment ook. In een buitenverblijf in Colombia begon ik aan mijn ‘fameus’ fitnessprogramma. Het uitzicht was schitterend, de nood om mijn lichaam uit te putten hoog. Man versus nature, dat gevoel. Dat maak je er tenminste van, het drijft je vooruit. Die wondermooie start zorgde ervoor dat ik voor het eerst de maanden juli en augustus sportend doorkwam. Benieuwd of ik er zal staan aan de start van ons sportseizoen. Zoniet vraag ik de mediagebruiker – met het voorbeeld van Tim Wellens in het achterhoofd – krediet in plaats van kritiek, als ik de start mis, wetende dat er een maand later vuurwerk volgt. Tvbrussel-sportman David Nassel ziet sport als een onontbeerlijk deel van zijn levensvisie
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65, fax 02-650.10.38, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-650.10.80, 02-650.10.38. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-650.10.66, 0474-67.03.84, fax 02-650.10.38 MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Christophe Degreef (ad interim). COÖRDINATIE Kim Verthé. EIND REDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Sara De Sloover, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Christophe Degreef, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Jo Mariëns. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).