Jongeren willen slapend rijk worden met trackers
Brusselaar Bernard
Quintin nieuwe minister van Binnenlandse Zaken
De visionaire aanpak van chef-kok Kobe Desramaults
Herverkiezingen Sint-Joost
Jongeren willen slapend rijk worden met trackers
Brusselaar Bernard
Quintin nieuwe minister van Binnenlandse Zaken
De visionaire aanpak van chef-kok Kobe Desramaults
Herverkiezingen Sint-Joost
De podcast (Zw)erfgoed gaat op zoek naar verhalen achter oude (familie)foto’s uit de Erfgoedbank Brussel.
Beluister nu de nieuwste aflevering ‘Woensdag wasdag.
Het verhaal van de Oudergemse wasvrouwen.’ op www.erfgoedbankbrussel.be/podcast of via Spotify.
Helemaal niet jaloers.” Hij zei het op sociale media, weliswaar met een lachende smiley om de boodschap meer tongue in cheek te maken. Maar ergens moet het wel steken bij David Leisterh (MR). De Brusselse regeringsonderhandelaar blijft als enige achter zonder regeerakkoord, nu ook Bart De Wever afgelopen weekend zijn ploeg en project voorstelde.
Het moet dubbel steken omdat het federale regeerakkoord, wat Brussel betreft, op sommige punten donkerblauw kleurt, wat ook Leisterh moet charmeren om ermee aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld de verhoogde aandacht voor drugs rond stationsbuurten, een strengere aanpak van illegale migratiestromen, de werkloosheid in de tijd beperken. Het past allemaal in een meer centrumrechts beleid, dat naar eigen zeggen “orde op zaken” wil stellen.
Dat geldt ook voor veiligheid, en de fusie van de politiezones in Brussel. Arizona wil voor eens en voor altijd het debat beslechten door een verregaande samenwerking van de veiligheidsdiensten van bovenaf op te leggen. Verplicht. De tekst van het regeerakkoord laat op dat punt weinig interpretatie toe.
weekend afwegen welke loyaliteit het zwaarst doorweegt: die tegenover zijn voorzitter en vriend Georges-Louis Bouchez (MR), of de basis die zijn coalitie zal maken of kraken.
De fusie van de politiezones geeft bovendien ook de PS extra munitie om de onderhandelingen voor een Brusselse regering verder te laten slabakken. Niet alleen omdat het idee in hun ogen heel Vlaams en stiefmoederlijk aandoet, maar omdat de PS fundamenteel ook niet gelooft in het model, en in de beslissing het zoveelste bewijs ziet van een “verraad” en een “anti-Brusselse houding” op federaal vlak, aldus PS-patron Ahmed Laaouej.
“Het federale regeerakkoord maakt de formatieopdracht van David Leisterh niet bepaald makkelijker”
Mag Leisterh bijgevolg definitief een kruis maken over zijn formatiepoging? Niet noodzakelijk. Er blijven voldoende redenen voor de PS om deel uit te maken van de Brusselse regeringsploeg. Om te beginnen: de PS blijft een machtspartij pur sang. Vijf jaar de minderheid uitmaken, betekent vijf jaar kwetsbaar zijn voor de invloed van de concurrenten in tal van bestuursorganen, administraties en overheidsinstanties. De ware invloed van een partij schuilt vaak op dat niveau.
De smiley van Leisterh kan daardoor weleens veranderen in een wenend gezichtje. Het vergemakkelijkt zijn formatieopdracht niet bepaald.
Zowel de Brusselse burgemeesters van Les Engagés als die van de MR lieten al openlijk hun ongenoegen blijken over wat de partijvoorzitters over hun hoofden hebben beslist. Als lokaal al geen schisma dreigt, dan wel permanente onrust en tegenkanting. Leisterh moet na dit
Bovendien, met de vorming van Arizona, en de afspiegelingscoalities in Wallonië en Franstalig België, blijft Brussel als enige regio over vanwaaruit de PS politiek nog iets kan forceren. Als meerderheidspartij kunnen de Franstalige socialisten veel directer en efficiënter het federale beleid aanvechten (en bewijzen dat werken met de N-VA niet lukt), dan foeterend op de oppositiebanken tussen Ecolo of PTB.
Dat lijken allemaal sinistere redenen om steun te verlenen aan Leisterh. Maar politici voeren geen beleid met oog op het winnen van een schoonheidsprijs.
Maarten Goethals Coördinator magazine. Op deze pagina werpt een BRUZZ-redacteur een blik op Brussel.
Brusselaars mogen textiel niet langer in de witte zak stoppen. Dat betekent extra sorteerwerk voor Spullenhulp en Oxfam.
06Verkiezingen in Sint-Joost De clash tussen Emir Kir en Philippe Boïketé
03Vooraan Stiefmoederlijke liefde voor Brussel
12M/V/X van de week Eléonore Simonet en Bernard Quintin
13Cartoon Delphine Frantzen
16Interview David Weytsman, voorzitter van het OCMW van Brussel-Stad
18Opinie Geertrui Vernieuwe over volwassenen met ADHD
19Debatteer mee Lig jij wakker van het uitblijven van een Brusselse regering?
28Muziek Al 35 jaar houdt Marksound vast aan de cd
22Milieu Gescheiden textielophaling verontrust inzamelorganisaties
34Economie Brusselse jongeren vallen voor hangmatbeleggen
12In beeld Cato Beljaars Snoepbak/Vuilnisbak
18 Stadsleven Vier seconden
21Beestig Brussel Ardens trekpaard versleept boomstammen in het Zoniënwoud
30 Sporting Flagey Ex-Rode Duivel Geoffrey Mujangi Bia
31Big City Welke Brusselse gebouwen ontwierp de familie Polak?
31Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
32Hang-out Shyne
38Column Gevel en hemel
39 Pianist Alex Koo lanceert zijn nieuwe trioalbum Blame it on my chromosomes in Flagey
43Klein onderhoud Moya Michael
45Eat & Drink Eliane
46Inzichten Tom Schamp
COLOFON BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 46.000 exemplaren ADVERTEREN? Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Jazz Brak, Maya Callizaya, Freya Caris, Jasper Croonen, Andy Furniere, Tom Peeters, Niels Ruëll, Marjon Udo, Matisse Van der Haegen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Verkiezingen Sint-Joost-ten-Node gaat zondag opnieuw naar de stembus
Op zondag 9 februari moeten de inwoners van Sint-Joost-ten-Node opnieuw naar de stembus, nadat de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober ongeldig werden verklaard wegens gesjoemel met volwachten. Huidig burgemeester Emir Kir voelt zich zegezeker, ondanks die tweede ronde. Zijn grootste uitdager, Philippe Boïketé, voelt zich gesterkt in zijn strijd tegen ‘het systeem-Kir’. BRUZZ interviewde beide hoofdrolspelers apart. door Kris Hendrickx en Steven Van Garsse foto’s Saskia Vanderstichele
Verkiezingen Emir Kir zegezeker naar de tweede stembusgang
Kan Emir Kir zijn stunt van 13 oktober herhalen en opnieuw een absolute meerwaarde halen? Hijzelf denkt van wel. “De afstand met de tweede partij is duidelijk: een dergelijk verschil kan je niet bereiken met volmachten.”
Het plan was om een dubbelinterview met PS-lijsttrekker Philippe Boïketé te doen, maar Emir Kir weigerde: “Wij praten niet met mensen die ons de hele dag door beledigen. Er zijn grenzen.”
Voor de verkiezingen vroegen veel mensen zich af hoeveel u zou verliezen na de uitsluiting uit de PS. U won uiteindelijk fors. Hoe verklaart u dat?
EMIR KIR: Sinds Guy Cudell (voormalig burgemeester, red.) was er hier nooit een PS-lijst, wel een Lijst van de Burgemeester. Verder bouwen we vooral aan de gemeente met en voor de bewoners. Ik doe elke drie maanden burgerontmoetingen, in alle wijken. We stellen er onze projecten voor en luisteren naar reacties en vragen. De herlancering van het carnaval van Sint-Joost na zestig jaar kwam er na zo’n vraag. De
nieuwe markt in de Noordwijk ook. Dat noem ik directe en openbare democratie. Onze gemeentediensten werkt niet met afspraken, we hebben aandacht voor de digitale kloof. Administratieve documenten blijven gratis, net als de naschoolse opvang …
U lanceert veel kleine, concrete projecten, die zichtbaarheid opleverden, terwijl grote projecten slabakken, zo luidt een van de verwijten aan uw adres. Het cultureel centrum kent al jaren vertraging. Het blijft wachten op de beloofde Franstalige én Nederlandstalige school, ook de Scailquinparking is nog steeds niet in gebruik …
KIR: Bij het cultureel centrum was er een probleem met de aannemer, dat raakte nu opgelost. We hebben net veel torens vernieuwd, door de termijnen voor werken te
verkorten. Kijk naar de Hoxton, de Iristoren.
De torens zijn niet in de eerste plaats een bevoegdheid van de gemeente, maar van het Gewest.
KIR: Dat is de theorie. Het is de burgemeester die toelatingen geeft. Wat de gemeentedossiers betreft: we zijn van vijf naar negen crèches gegaan sinds mijn burgemeesterschap. En de beslissing om een Nederlandstalige school te bouwen dateert van 2023.
Die school stond al in het meerderheidsakkoord van 2018.
KIR: Ja, maar we hadden toen nog geen plek. We breiden de drie Nederlandstalige vestigingen nu uit met driehonderd plaatsen. Dat doe je niet in een vingerknip.
U zegt dat u dicht bij de bevolking staat, maar dat levert u het verwijt van cliëntelisme op.
KIR:Als je niet dicht bij de bevolking staat, hou je niet van de bevolking. We zijn niet populistisch, maar volks. Uiteindelijk is het de kiezer die beslist.
De gemeenteraadsverkiezingen van oktober verliepen net erg moeilijk en werden geannuleerd wegens onregelmatigheden.
KIR: Het rechtscollege nam die beslissing, die is politiek samengesteld. Mag ik eraan herinneren dat ik niet degene ben die verkiezingen organiseert? Er was veel te doen over de volmachten, maar niet alle volmachten gingen naar de Lijst van de Burgemeester.
Sint-Joost telde wel vier keer meer volmachten per inwoner dan Schaarbeek.
KIR: (Geërgerd) Het aandeel was even hoog als in 2018. Sint-Joost is de gemeente die
Emir Kir: “Er was veel te doen over de volmachten, maar niet alle volmachten gingen naar de Lijst van de Burgemeester.”
ze is. U moet van mij niet de verantwoordelijke voor de verkiezingen maken. Verder is de afstand met de tweede partij duidelijk: zo’n verschil kan je niet bereiken met volmachten.
De aantijgingen zijn meervoudig: veelvuldig gebruik van volmachten, maar ook beïnvloeding in het stemhokje én voor de stembureaus door medestanders.
KIR:Een beetje ernst alstublieft. Ik heb die vrederechter, die de verkiezingen organiseert, niet op straat aangevallen (verwijst naar Philippe Boïketé, red.), daar is een proces-verbaal van.
Wat de rest van die verdachtmakingen betreft: dat zijn verhaaltjes. Is daar ergens een proces-verbaal van?
Men verwijt u ook dat u volmachten tekende de dag van de verkiezingen.
KIR:Dat is onjuist en ook illegaal.
“De auto moet overal kunnen passeren. Waar dat niet zo is, nemen criminelen het over”
Emir Kir
Burgemeester Sint-Joost
De kans lijkt groot dat u de volgende legislatuur burgemeester blijft. Hoe moet Sint-Joost de komende zes jaar veranderen?
KIR: Ik hoop dat de gemeentediensten open blijven, zonder afspraak. Op een moment dat banken, vakbonden, ziekenfondsen steeds minder fysieke loketten hebben, moet je een plek voor menselijk contact houden.
En welke ambities hebt u nog, behalve de manier waarop de gemeente functioneert?
KIR: Ik ben geen professor die doet dromen, maar een terreinwerker. Ik besteed veel aandacht aan de openbare ruimte en de netheid, de kwaliteit van de trottoirs en het stadsmeubilair. We willen nu gekleurde trottoirs aanleggen omdat de zon zo weinig schijnt. (Slaat zich op de borst) We hebben tunnels gerenoveerd die niet onze eigendom zijn.
We werken ook aan groenere straten, met natuurlijke boomvoeten bijvoorbeeld. Dat
laatste vond ik eerst moeilijk, maar experts hebben me overtuigd dat het zuurstof in een straat brengt. We moeten meer doen aan het drugsprobleem.
De renovatie van de trottoirs schiet erg snel op, omdat ik wekelijks met de schepen op werfbezoek ga en de arbeiders aanmoedig. Vergelijk het met je kinderen stimuleren om te studeren. Als je niet toekijkt, stoppen ze met werken omdat het niet belangrijk lijkt voor mama of papa.
Het thema mobiliteit leidde de afgelopen jaren tot frictie in het gewest. Hoe moet Sint-Joost op dat vlak evolueren?
KIR: Ah, een van mijn lievelingsonderwerpen. Wel, wij zullen nooit (het deels autovrije) Louvain-la-Neuve of Gent zijn. We hebben kilometers horeca en hotels. Aan mensen die zoals u uit Gent of elders komen, zeg ik: “Een beetje bescheidenheid alstublieft.” Het is niet omdat u met zeventien bent (het aantal Nederlandstaligen in het Brussels parlement, red.), dat u het recht hebt om de stad voor iedereen te veranderen.
U hebt het over de plaats van de auto in de stad.
KIR: Ik ben van de school van Guy Cudell: de auto moet overal kunnen passeren. Waar dat niet zo is, nemen criminelen het over. Voetgangers en openbaar vervoer moeten voorrang krijgen, maar dat geldt zeker niet voor fietsers en steps.
Mobiliteit moet op doorstroming gericht zijn. Good Move is het tegendeel en blokkeert het verkeer. De oppositie wil ANPR-camera’s die de auto’s weren van mensen die hier niet wonen. Dat is het einde van de handel. Mijn visie op mijn gemeente is de volgende: ik hou van bezoek.
Verkiezingen
Philippe Boïketé is dé uitdager bij de verkiezingen in Sint-Joost, en de grootste criticaster van burgemeester Emir Kir. “Die heeft niet de absolute meerderheid achter zich.”
“De gemeente is afgepeigerd,” zegt schepen Philippe Boïketé in zijn kantoor in het beschermde RVS-gebouw op de Koningsstraat. “Er is niet meer de energie van voordien. De grote sociale projecten die we in de eerste bestuursperiode hebben kunnen realiseren, zijn niet voortgezet. Het is brutaal gestopt op één moment. Toen Emir Kir uit de PS is gezet (in januari 2020, red.). Het enige wat Kir toen nog voor ogen had, was: aan de macht blijven, weer de absolute meerderheid halen. Zijn hele beleid lijkt sindsdien van die gedachte doordrongen.”
Hoe uitte zich dat?
PHILIPPE BOÏKETÉ: Denk aan de beslissing van staatssecretaris Nawal Ben Hamou (PS) om het mogelijk te maken gemeentelijke woningen te verhuren tegen een sociaal tarief. Emir Kir nodigde daarop huurders uit in zijn bureau, om dat nieuws te vertellen. Zo instrumentaliseerde hij een gewestelijk beleid voor eigen gewin.
Sint-Joost zat ook al snel budgettair op het tandvlees. Intussen gebruikte Kir de gemeentelijke middelen om feesten te organiseren,
consumptiecheques uit te delen. De grote projecten, zoals de bouw van het cultureel centrum, vielen stil.
Voor de verkiezingen van oktober luidde de vraag: met hoeveel stemmen zal Emir Kir verliezen?
Maar hij won. Een verrassing?
BOÏKETÉ: Ja. Dat was serieus schrikken. Daarom hebben we naar de volmachten gekeken, omdat we weten dat in de stemhokjes invloed is uitgeoefend, en ook buiten het stembureau door ronselaars. Dat valt moeilijk zwart-op-wit te bewijzen. Met volmachten kan dat wel. Vandaar de klacht.
De verkiezingen zijn nietig verklaard, maar uiteindelijk gaat het om enkele honderden stemmen. Maken die het verschil?
BOÏKETÉ: Het rechtscollege heeft niet alles willen onderzoeken, omdat er al voldoende aanwijzingen van onregelmatigheden waren. Er is echter veel meer. Zo zijn schepenen en gemeenteraadsleden van de Lijst van de Burgemeester met de auto naar het buitenland afgereisd om er stemmen te ronselen via volmachten van inwoners van Sint-Joost die tijdelijk in het buitenland wonen, in Marokko of Turkije.
Dat is een zware beschuldiging … BOÏKETÉ: Nochtans is het zo.
Nogmaals: het verschil tussen jullie resultaat en dat van de Lijst van de Burgemeester is enorm. Die volmachten kunnen dat niet overbruggen.
BOÏKETÉ: Het is een heel systeem. Wat Emir Kir ook doet, is zich bij de aanwervingen voor het gemeentepersoneel richten op grote families. Dan rekent hij erop dat die hele familie hem zal steunen bij de verkiezingen. Dat personeel werd trouwens ingezet tijdens de kiescam-
de markt, of enkele dagen voor de verkiezingen een parking openen, zonder vergunning. Alles om de kiezer te plezieren.
Is dat systeem van cliëntelisme vergelijkbaar met wat in het OCMW van Anderlecht gebeurde?
BOÏKETÉ: (Ontwijkend) Ik ben schepen van Wonen. Als een inwoner mij iets persoonlijks komt vragen, dan weet ik dat er iets schort in de administratie, en dan zal ik daaraan werken, zodat de burger niet meer bij mij hoeft langs te komen.
“De manier waarop Kir aan politiek doet, valt te vergelijken met Donald Trump”
Philippe Boïketé
Schepen in Sint-Joost
pagne voor de Lijst van de Burgemeester. Ze kregen daar vrij voor.
Het klopt dat Emir Kir een zekere populariteit geniet. Dat ontken ik niet, maar hij heeft niet de absolute meerderheid achter zich, en hij heeft zijn populariteit te danken aan een systeem van ‘Voor wat, hoort wat’. Hij wint kiezers door persoonlijk iets voor hen te doen. Paaltjes plaatsen omdat er auto’s op het trottoir staan, of plantjes uitdelen op
Kunt u een parallel trekken tussen wat elders in de wereld gebeurt, bijvoorbeeld in de VS?
BOÏKETÉ: Ja. Helemaal. De manier waarop Kir aan politiek doet, valt te vergelijken met Donald Trump. Wat heeft Kir gedaan toen de verkiezingen geannuleerd werden? Hij stuurde WhatsApp-berichtjes naar zijn achterban en nodigde hen uit op het Houwaertplein om het volk toe te spreken. Hij beweert ook dat het rechtscollege een orgaan is van socialis-
ten. Hij valt de rechtsorde aan. Er is een permanente verwarring tussen zijn persoonlijke belangen en het algemene belang en hij zoekt de limieten op van wat mag en niet mag.
U bent kandidaat-burgemeester. Wat wil u veranderen in de volgende legislatuur?
BOÏKETÉ: Prioriteit nummer één: de begroting. Die moet op tijd worden goedgekeurd,
zodat de administratie tenminste kan werken. Toen Kir burgemeester werd, kon de gemeente bogen op een reserve van 14 miljoen euro. Die is helemaal opgesoupeerd. Sint-Joost kan zelfs zijn de dotatie aan de politiezone niet meer betalen.
Daarnaast moeten we het gemeentehuis reorganiseren. Je krijgt er een ticketje, en
dan word je afgeroepen. Het lijkt wel een beestenmarkt. Er zijn soms spanningen, getrek en geduw. Ik heb ooit voorgesteld om dat te professionaliseren, met een oproepscherm zoals bij de post of de slager.
Ook het hr-beleid moet anders. Mensen worden nu vaak aangeworven niet omdat ze competent zijn, maar door hun loyauteit.
En wat wil u veranderen, los van de organisatie in het gemeentehuis?
BOÏKETÉ: Ik lag aan de basis van het sluiten van bordelen in Sint-Joost, door ze op te kopen. Ik heb niets tegen prostitutie, maar niet op die plek aan het Noordstation. Het trekt onguur volk aan. Ik ben voorstander van een Villa Tinto, bijvoorbeeld langs het kanaal. Ook de goktenten, drugs en alcohol draaien er goed. Er moet rust komen in die wijk.
En op het vlak van mobiliteit?
BOÏKETÉ: Het zal misschien verbazen, maar Sint-Joost scoort goed op heel wat Good Move-actiepunten, bijvoorbeeld wat parkeerbeleid en veilige kruispunten betreft.
En wat met de circulatieplannen?
Philippe Boïketé: “Kir wint kiezers door persoonlijk iets voor hen te doen. Paaltjes plaatsen omdat er auto’s op het trottoir staan, of plantjes uitdelen op de markt. Alles om de kiezer te plezieren.”
BOÏKETÉ: Sint-Joost is klein, dus één straat van richting veranderen kan meteen grote gevolgen hebben. Parkeerplaatsen schrappen? Dat geeft ontevreden burgers. De cafés en restaurants in Sint-Joost trekken veel klanten aan die vroeger in Sint-Joost hebben gewoond en die hun band met de gemeente willen onderhouden. Daarom hebben we ingezet op meer ondergrondse parkeerplaatsen. Als die er voldoende zijn, kunnen we de openbare ruimte aanpakken.
Ik ben er wel voorstander van om van de Leuvensesteenweg aan Madou een echte winkel-wandelstraat te maken, met ANPR-camera’s, in combinatie met de toekomstige publieke parking aan Scailquin. Alleen heeft Emir Kir me dat dossier ontnomen, hoewel ik schepen van Parkeerbeleid ben. Hij heeft me zelfs verboden om nog in die parking te komen. Zo gaat dat in Sint-Joost.
Snoepbak/vuilnisbak
Kunst? Of puur vandalisme? In Brussel deed zich de afgelopen maanden een nieuw fenomeen voor: op intussen verschillende plekken heeft iemand of een collectief – niemand weet het precies – snoepautomaten gevuld met bergen afval. Een Snickers of een zakje chips kopen tegen de honger die komt, lukt daarom niet meer. Afgelopen weekend was het de beurt aan het toestel in metrostation Montgomery. MG
De ene is een topdiplomaat, de andere een opkomend politiek talent: de belangen van Brussel in de nieuwe federale ploeg worden verdedigd door twee Franstalige liberalen.
Bernard Quintin mag zich na twee maanden in de federale regering al opmaken voor een tweede ministerpost. Na Buitenlandse Zaken krijgt de beroepsdiplomaat nu Binnenlandse Zaken en Veiligheid op zijn bord. Hij wordt ook bevoegd voor Beliris, het federale orgaan voor de ontwikkeling van het Brussels Gewest.
Quintin wordt zo verantwoordelijk voor de controversiële fusie van de zes Brusselse politiezones, het actieplan om de veiligheid in en rond het Zuidstation te verhogen, en de heroriëntering van het federale fonds Beliris, dat zich voortaan zal toeleggen op grote mobiliteitsprojecten in Brussel. Hij krijgt ook de zware taak om de strijd tegen drugsbendes op te voeren en de werking van de federale politie te stroomlijnen.
In november vorig jaar toverde MR-voorzitter GeorgesLouis Bouchez de diplomaat uit zijn hoed als opvolger voor Hadja Lahbib. Zij verdween uit de ontslagnemende Vivaldi-regering om Eurocommissaris te worden, en de Franstalige liberalen moesten voor de laatste twee maanden nog op zoek naar een vervanger.
Met Bernard Quintin koos Bouchez voor een man in de
schaduw, maar met tonnen ervaring in het beleidsdomein.
De 53-jarige Brusselaar draait al meer dan twintig jaar mee in de Belgische diplomatie. Zo was hij onder meer consul in Rio de Janeiro en ambassadeur in Burundi. Later ging hij aan de slag als kabinetschef bij MR-minister Philippe Goffin, toen bevoegd voor Buitenlandse Zaken en Defensie.
Na zijn zijsprongen naar de politiek keerde Quintin tot tweemaal toe terug naar zijn grote liefde, de diplomatie. Diplomaat worden was altijd zijn droomjob, zo vertelde hij aan het Burundese nieuwsplatform Iwacu in 2019, want “het is een stiel die fundamenteel draait rond mensen”. Al gaf hij ook toe niet vies te zijn van andere aspecten van het werk, zoals de “pracht en praal en het uitoefenen van macht”.
Sinds 2 december vorig jaar was Quintin minister in de ontslagnemende federale regering. Hij kreeg er meteen de val van het regime van Bashar al-Assad in Syrië op het bord. De afgelopen weken stonden steeds meer in het teken van het toenemende geweld in Congo.
Quintin werd geboren in 1971 en ging naar de middelbare school in Watermaal-Bosvoorde. Hij studeerde geschiedenis
van de middeleeuwen aan de ULB, later haalde hij nog een master in internationale relaties. De historicus onthulde zelf al dat hij opgroeide in een liberaal nest en altijd geïnteresseerd was in politiek, hij is al sinds zijn studententijd lid van de Franstalige liberalen.
Daardoor is Quintin niet alleen vertrouwd met de ins en outs van de internationale politiek, maar ook met de Brusselse gemeentepolitiek. Hij is immers ook lokaal actief als secretaris van de MR-afdeling in zijn thuisgemeente Ganshoren. Daarnaast is hij bestuurder bij LoJeGa, een openbare vastgoedmaatschappij die meer dan 2.500 sociale woningen beheert in Jette en Ganshoren.
Toch was Quintin, perfect tweetalig, niet de eerste keuze van zijn voorzitter, Bouchez was liever zelf minister van Binnenlandse Zaken geworden. Maar minister en partijvoorzit-
ter “zijn twee functies die meer dan voltijds zijn,” zegt Bouchez daarover.
De andere verrassing van formaat is MR-politica Eléonore Simonet. Met haar 27 jaar het jongste lid van de nieuwe federale ploeg.
Simonet komt uit een machtig politiek nest. Haar grootvader Henri Simonet maakte in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw furore als minister voor de Franstalige socialisten, en was daarnaast ook Eurocommissaris en burgemeester van Anderlecht. Ook haar vader, Jacques, was politiek actief, toen hij Henri in 1992 opvolgde als Kamerlid, en in 2001 ook de Anderlechtse burgemeesterssjerp mocht omgorden. Hij stierf in 2007.
Op dat moment was de jonge Eléonore Simonet amper negen. Veel politieke raad heeft
jaar is Eléonore Simonet, en daarmee is ze de jongste minister in de nieuwe federale regering onder leiding van Bart De Wever (N-VA)
2maanden geleden volgde Bernard Quintin Hadja Lahbib op als minister van Buitenlandse Zaken in de ontslagnemende regering-De Croo
haar vader haar niet kunnen meegeven, maar een blijvende indruk liet hij uiteraard wel na.
“Ik werd geraakt door de politiek, gestimuleerd door een vader die elke dag opstond om te doen waar hij gepassioneerd over was,” liet ze vorig jaar optekenen in L’Echo. In een andere krant zei ze: “Zijn waarden zijn vandaag nog altijd relevant: veiligheid, toegang tot werk en economische ontwikkeling.”
Die economische ontwikkeling moet straks de motor van haar beleid worden: Simonet zal bevoegd zijn voor Middenstand, Zelfstandigen en Kmo’s. Het betekent een carrièreswitch voor de 27-jarige uit Sint-LambrechtsWoluwe, die zich vorig jaar in juni van op de voorlaatste plek op de MR-lijst in het Brussels parlement knokte en in oktober een zitje in de gemeenteraad veroverde.
Daarvoor zette de advocate haar stage aan de Brusselse balie on hold. Vijf jaar geleden studeerde ze aan de UCLouvain af als master in de rechten. Als advocate legde ze zich toe op het vennootschapsrecht.
In een eerste reactie aan Belga zegt ze over haar portefeuille: “Het zijn bevoegdheden die onze liberale basis belichamen: mensen ondersteunen die ’s ochtends opstaan om te werken, die risico’s nemen en jobs creëren.”
Simonet, die in het verleden hockeyde en een supporter is van RSC Anderlecht, wacht nu de moeilijke taak om zichtbaarheid te genereren met een portefeuille die vaak wat overschaduwd wordt.
Wel staat vast dat ze in de loop van de legislatuur zal uitgroeien tot een van de kopstukken van de MR, de grootste Brusselse en Waalse partij, en door haar leeftijd als een wissel op de toekomst geldt.
JOHAN BAETEN EN TIBERT BLOMMAERT
David Weytsman (MR), de nieuwe OCMW-voorzitter van Brussel-Stad
Liberalen die zich op sociaal beleid werpen? Het kan perfect, zegt David Weytsman (MR), die zich sinds maandag officieel voorzitter mag noemen van ‘s lands grootste OCMW, dat van de Stad Brussel. “De wortel is nuttiger dan de stok.”
door Kris Hendrickx foto’s Bart Dewaele
David Weytsman (43), Luikenaar van geboorte, haalde bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober vorig jaar ruim zesduizend stemmen in Brussel-Stad. Toch verzilverde de MR-politicus dat succes niet met een schepenambt in Brussel.
Waarom bent u OCMW-voorzitter geworden en bijvoorbeeld niet eerste schepen?
DAVID WEYTSMAN: Een van de grote thema’s van de MR-campagne was de sociale emancipatie. Het OCMW van de Stad is het belangrijkste van het land en doet niet alleen aan individuele begeleiding, maar ook aan levensbegeleiding, van geboorte tot het levenseinde, met crèches, ziekenhuizen, rusthuizen en ga zo maar door. Daar hoort ook een belangrijk stuk begeleiding naar de arbeidsmarkt bij, waar het OCMW meer met de privésector kan samenwerken. En David Leisterh (tot voor kort OCMW-voorzitter in Watermaal-Bosvoorde, red.) en Vincent De Wolf (burgemeester van Etterbeek) toonden eerder al
dat liberalen op een vernieuwende manier sociaal beleid kunnen voeren.
In het bestuursakkoord legt u veel nadruk op de sociale hefboom die het OCMW moet worden, met onder meer die begeleiding naar werk. Is dat vandaag dan niet het geval?
WEYTSMAN: De bijna 3.000 werknemers van het OCMW leveren fantastisch werk, maar het OCMW moet zich weer op zijn corebusiness concentreren: individuele hulp en begeleiding naar werk. Daarnaast heeft de instelling een hoop andere activiteiten geërfd. Het OCMW is in mijn ogen geen sociale matras, maar een sociale springplank. Tien jaar geleden begeleidde het OCMW nog 1.000 mensen per jaar naar werk, vandaag is dat nog maar de helft. Dat aantal moet weer omhoog en die jobs mogen ook niet uitsluitend in de openbare sector zijn. De privémarkt heeft vandaag krachten tekort, er zijn restaurants die om die reden sluiten.
Focussen op de kerntaken: betekent dat ook sommige activiteiten afbouwen of afstoten?
En welke dan?
WEYTSMAN: Jazeker, maar dat wil ik eerst nog bespreken met de directeurs. Financieel kan het OCMW niet alles aan. Onder meer de ziekenhuizen hebben het op dat vlak niet makkelijk.
Moet een OCMW ziekenhuizen hebben?
WEYTSMAN: Een legitieme vraag, waarover ik ook vaak met Georges-Louis Bouchez heb gediscussieerd. We zouden alvast meer kunnen samenwerken met de privéziekenhuizen, die trouwens ook met overheidsgeld worden gefinancierd.
In het bestuursakkoord staat dat u de sociale uitkeringen meer aan voorwaarden wil koppelen.
“Tien
jaar
geleden begeleidde
het OCMW nog 1.000 mensen per jaar naar werk, vandaag is dat nog maar de helft. Dat aantal moet weer omhoog”
WEYTSMAN: Zoals de landstalen leren bijvoorbeeld, een opleiding volgen. Allemaal zinvolle voorbeelden, maar ik denk dat mensen motiveren nog beter werkt. De wortel is nuttiger dan de stok.
In Anderlecht kraakt het OCMW in zijn voegen door personeelsgebrek en doorgedreven cliëntelisme. Hoe zit dat in Brussel-Stad?
WEYTSMAN: Ik ben alvast niet van plan om een extra wachtrij te organiseren voor mijn kantoor en zo de administratie de pas af te snijden. Ik zal ook kijken of de controlemechanismen niet moeten worden versterkt om Anderlechtse toestanden te vermijden. Het personeelstekort in Brussel-Stad is wel onder controle, hoor ik.
Iets anders: de helft van de nieuwe woningen die de Stad bouwt, zullen
voortaan koopwoningen zijn, dat is een stokpaardje van de MR. Riskeert u niet om zo de beleidshefboom uit handen te geven die een sociale huurwoning is?
WEYTSMAN: Er zijn landen waar de overheidshulp voor huisvesting nagenoeg uitsluitend naar eigendomswoningen gaat, zoals in sommige Spaanse steden. Wie eigenaar is van een huis, riskeert veel minder om in armoede te verzeilen. Die publieke koopwoningen helpen ook om meer diversiteit te brengen in grote ensembles van sociale woningen. Er zijn trouwens heel wat voorwaarden aan zo’n woning gekoppeld: je moet er zelf wonen, als je verhuurt is het tegen een vaste prijs, verkopen kan maar tegen een bepaalde prijs. De overheid blijft dus aansturen.
De MR heeft vooral op Good Move geschoten tijdens de gewestcampagne. Tijdens de gemeentecampagne leek u wat genuanceerder. Was het circulatieplan voor de Vijfhoek nu een goed of een slecht plan?
WEYTSMAN: Een slecht natuurlijk. Het is 35 keer veranderd, er was geen overleg met de handelaars, het verkeer werd naar grote assen gestuurd, terwijl daar werken plaatsvonden. Ik vond de perimeter ook véél te groot. Op een kleinere schaal is zoiets wel zinvol, zoals Vincent De Wolf dat in Etterbeek doet. Hij stuurde het verkeer naar de grote assen, waar tegelijk de doorstroming verbeterde, bijvoorbeeld door de verkeerslichten aan te passen.
Blauw lijkt vandaag soms het nieuwe groen, toch zolang het autoverkeer niet in het gedrang komt: jullie begraven het schoolproject op de Donderberg om er een park te maken, er komen meer bomen …
WEYTSMAN: (Lachje) Ik hoor dat weleens, ja. Ik vind het milieu belangrijk. En groene ruimtes blijven cruciaal voor de leefkwaliteit. En wat de technologie betreft om ons te verplaatsen, ben ik neutraal. Alleen vind ik een anti-autohouding als basisprincipe zinloos.
MR is niet bepaald neutraal, maar pro-auto. Denk aan uw voorstel voor één grote en dure autotunnel onder de Louizalaan.
WEYTSMAN: Dat is een manier om opnieuw iets moois te maken van die mismeesterde laan, met een park boven- en een parking ondergronds die het project helpt financieren.
Geeft u het project van een openluchtzwembad in het kanaal nog een kans? Het staat in het bestuursakkoord, maar iemand zal het moeten betalen en het Gewest heeft geen geld.
WEYTSMAN: Er zijn toch investeerders die het willen bouwen en uitbaten (verwijst naar de Finse investeerders die Pascal Smet (Vooruit) al enkele keren naar voren schoof, red.)?
Dan wordt het duur om te gebruiken en verliest het zijn sociale functie.
WEYTSMAN: Een ticketje voor Océade (het pretzwembad met openluchtdeel dat de Stad liet afbreken, red.) was niet goedkoop en toch vervulde het een sociale functie. Waarom zou zoiets niet kunnen in het kanaal?
‘De grootstad kan erg uitdagend zijn voor volwassenen met ADHD’
In Muntpunt loopt momenteel een druk bezochte cursus over laat gedetecteerde ADHD bij volwassenen. “Een onderbelicht onderwerp, dat vaak gepaard gaat met emotioneel lijden,” zegt lesgever en klinisch psycholoog Geertrui Vernieuwe.”
Geertrui
Vernieuwe
• klinisch psycholoog en gedragstherapeut
• eigen praktijk in Brussel
• 20 jaar ervaring in Brussels onderwijs
• beleidsfunctie centrum geestelijke gezondheid
David, een dertigjarige consultant met een uitdagende baan, ervaart moeite om zijn leven in balans te houden. Zijn vriend klaagt regelmatig dat David afspraken vergeet en in de weekenden niet kan ontspannen. Een recente ADHD-diagnose bracht veel duidelijkheid voor hem.
Sara, een alleenstaande moeder van vier kinderen, zit opnieuw zonder werk. Ze heeft geen diploma, wisselt vaak van baan en krijgt geregeld conflicten op de werkvloer, waarna ze ontslag neemt. Hoewel ze nog geen officiële diagnose kreeg, vermoedt Sara dat ADHD een rol speelt in haar leven.
Het zijn slechts twee verhalen die ik mijn praktijk tegenkom.
Wereldwijd schatten experts dat ongeveer 2,5 tot 5 procent van de bevolking ADHD heeft. Slechts een fractie van die mensen krijgt een diagnose – vooral volwassenen
Stadsleven Vier seconden door Ann Bogman
Van de rug af gezien was hij het onmiskenbaar: groot, mager, grijs. Ik fietste wat nader en eenmaal op gelijke hoogte, hield ik in. “Dag G.”
Hij moest twee seconden graven in zijn geheugen, om te ontdekken wie hem toesprak vanonder die helm. Maar zijn ogen stonden helder, hij had één
blijven vaak onder de radar, omdat bijvoorbeeld copingmechanismen pas op latere leeftijd niet meer werken bij het leven dat complexer wordt door de job, kinderen, een eigen huishouden. Dat betekent dat miljoenen mensen dagelijks worstelen met de gevolgen van die aandoening, zonder te begrijpen wat er speelt. Ook in Brussel is dat een realiteit.
“ADHD wordt soms verward met andere aandoeningen, zoals angststoornissen of depressie”
Onzichtbaar
Onbehandelde ADHD bij volwassenen gaat vaak gepaard met emotioneel lijden. Dat kan voortkomen uit bijkomende psychische klachten zoals angst of depressie, maar ook uit factoren als schaamte, een laag zelfbeeld, perfectionisme en het onvermogen om grenzen te stellen, bijvoorbeeld op het werk. Die aspecten hebben vaak een grote impact op het dagelijks functioneren en welzijn.
Wanneer ADHD pas op latere leeftijd wordt vastgesteld, brengt dat zowel opluchting als nieuwe uitdagingen met zich mee. Veel mensen herkennen plotseling patronen uit hun verleden: moeite om projecten af te ronden, impulsieve beslissingen, conflicten in relaties of terugkerende burn-outs. Voor sommigen voelt de diagnose als een bevrijding: eindelijk is daar een verklaring voor de
oorringetje extra. We liepen naast elkaar een eindje verder, en midden op straat wisselden we telefoonnummers uit. Dat ging als volgt: hij belde mij, terwijl ik erbij stond. De vier seconden dat het signaal zich een weg zocht van het ene toestel naar het andere, werd een periode overbrugd van jaren dolen met een plastic zakje, alcohol, stuff. Ik kwam hem in die tijd weleens tegen, laveloos, dakloos, dood, nee, niet dood. Doden bellen niet. Mijn telefoon ging over: een reeks getallen, een nummer zonder naam. Ondanks alle technologie
en het wonder van AI kan mijn toestel hem niet identificeren. Ik heb enkel een rug nodig.
In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be
moeilijkheden waarmee ze al zo lang kampen.
Een diagnose stellen is complex, en binnen de Brusselse context zijn er extra uitdagingen. Het diagnostische proces vraagt tijd, energie en een investering. Bovendien wordt ADHD soms gemist of verward met andere aandoeningen, zoals angststoornissen of depressie. Ook culturele verschillen in de kijk op psychiatrische labels spelen een rol. De invloed van een grootstad als Brussel verschilt van persoon tot persoon. Voor volwassenen met ADHD kan de constante stroom van prikkels – verkeer, geluid, drukte en visuele afleidingen – overweldigend zijn, wat kan leiden tot verhoogde stress en concentratieproblemen. ADHD’ers hebben soms moeite om irrelevante informatie te filteren. Tegelijkertijd kan een stad als Brussel ook voordelen bieden. De dynamische en afwisselende omgeving kan
inspirerend en motiverend werken. De verscheidenheid aan activiteiten en uitdagingen helpt bijvoorbeeld om verveling tegen te gaan. Daarnaast biedt het openbaar vervoer een praktisch voordeel voor wie moeite heeft met autorijden of plannen. Toch blijft het een uitdaging om in een grootstad routines en structuur aan te houden, wat essentieel is om ADHD-symptomen te beheersen. Daar staat tegenover dat de diversiteit en de creatieve mogelijkheden die Brussel biedt, voor sommige volwassenen met ADHD juist kansen creëren. Het is duidelijk dat iedereen uniek is, (neuro)divers. Daarom is het belangrijk om bewust stil te staan bij hoe je functioneert en om hulpmiddelen te ontwikkelen die je ondersteunen in het dagelijkse leven.
Dankzij de middelen van PsyBru, een netwerk dat toegewijd is om professionele en toegankelijke psychologische diensten in Brussel aan te bieden, biedt Kop-Op laagdrempelige bijeenkomsten aan. In groepsverband wordt aandacht besteed aan het functioneren en de uitdagingen waarmee volwassenen met ADHD te maken hebben. In groep staan we stil bij bewezen handvatten zoals een gepersonaliseerde agenda, structuur aanbrengen. Zulke initiatieven helpen niet alleen om inzicht te krijgen in de eigen situatie, maar dragen ook bij aan een betere kwaliteit van leven.
Reageren of zelf een opiniestuk insturen? Mail naar redactie@bruzz.be
Lig jij wakker van het uitblijven van een Brusselse regering?
Resultaten onlinebevraging, op 29 januari 2025 via Rhetoric (74 reacties)
Ja
Er moet orde op zaken komen. Met deze spelletjes blijft Brussel achter.
Elias S.
Een structureel begrotingstekort laten escaleren, staat gelijk aan schulden maken en de volgende generaties ervoor laten opdraaien. Geen enkele ouder wil zoiets voor zijn kind. Maar de politici kan het blijkbaar niet schelen.
Nicolas V.
Er zijn zoveel uitdagingen in Brussel die wachten op beslissingen op het vlak van mobiliteit, economie, cultuur enzovoort.
Jolien D.
Nee
Laat maar verrotten, dan wordt Brussel federaal bestuurd.
Jan G.
Geef jongeren een thuis
De radicalisering (Zie BRUZZ 1920, p.3) is een roep om sociale erkenning en aanvaarding (zij het in een kleine groep); de onzinnigheid van geweld wordt gerechtvaardigd door de bekendheid, het martelaarschap. Simpel, geef deze jongeren een “thuis” met mensen die echt van hen houden, met hun onvolkomenheden incluis, dus zeker niet in de jeugdinstelling.
Luc Bylemans
ELISABETH DEGRYSE
(Les Engagés), minister-president van de Franse gemeenschapsregering. Ze woont in Elsene en geeft een cruciale tip om Nederlands te leren De Standaard, 25 januari 2025
Volg alles over deze uitzonderlijke verkiezingen bij BRUZZ
8u BRUZZ.be Live Center
12u30 extra nieuwsuitzending op BRUZZ tv
18u BRUZZ 24 op BRUZZ tv
+ extra tv-uitzending bij bekendmaking resultaten
9zondag februari
27.28.29 2025
OMAH LAY
NATHY PELUSO
DENZEL CURRY
CA7RIEL Y PACO AMOROSO
MAUREEN • KALASH
IFE OGUNJOBI
KOKOROKO SHENSEEA JUNGELI KYBBA
PA SALIEU
ROSA PISTOLA
JALEN NGONDA
SAÏAN SUPA CELEBRATION
QUEEN OMEGA & THE ROYAL SOULS
L'ENTOURLOOP • MO'KALAMITY
BNNYHUNNA • FEMININE HI FI
DINO D'SANTIAGO AND SO MUCH MORE...
Rotor Deconstruction maakt momenteel een unieke parketvloer met gekapt hout uit het Zoniënwoud. Drie trekpaarden staat in voor het vervoer van de achthonderd kilo wegende boomstammen uit dat bos.
door Andy Furniere
Een bos zoals het Zoniënwoud beheren houdt ook de kap van bomen in. Omdat ze ziek of te oud zijn, en een veiligheidsrisico inhouden. Kappen gebeurt ook om de diversiteit van de bomenpopulatie te vergroten. “Het helpt om een gezonde mix van jonge en oude bomen, en van beuken en andere soorten te krijgen,” zegt Stephan Kampelmann, medeoprichter en directeur van de Sonian Wood Coop.
Sinds vijf jaar waakt de coöperatie erover dat het hout van die gekapte bomen in het Zoniënwoud niet allemaal naar China verdwijnt, maar ook lokaal wordt hergebruikt. “Het massieve hout kan dienen om tafels, kasten, bedden en trappen te maken,” vertelt Kampelmann. De verwerking gebeurt in een schrijnwerkersatelier in Molenbeek. Rotor Deconstruction, een Brusselse organisatie die inzet op herbruikbaar design, maakt momenteel een unieke parketvloer met het verzamelde hout, zo staat te lezen in een post op sociale media.
Een gedeelte van het transport lijkt wel een reis naar het verleden: trekpaarden worden ingezet om de stammen van tussen de andere bomen naar de weg te slepen. “Het lijkt ouderwets, maar eigenlijk is het de toekomst,” zegt Olivier Gillet uit het Waals-Brabantse Nethen, die in de winter met zijn paarden stammen sleept – en in de lente en zomer met de dieren in de land- en wijnbouw werkt.
Het gebruik van paarden past immers in een modern ,ecologisch bosbeheerplan. “Zo wordt de kwetsbare bodem in het bos niet beschadigd, wat met tractoren wel het geval is. Ook als de grond nat is door grote regenval, blijft het aangeraden om paarden te gebruiken.” De krachtpatsers bezitten bovendien geen vervuilende motor, maken geen storend lawaai en bieden bezoekers een fascinerend tafereel.
Gillet gebruikt drie paarden: Elmo, Fangio en Crack – respectievelijk vijf, tien en zeventien jaar oud.
Eigenschappen
• HetArdenstrekpaardiseen massief,gespierdpaardop kortebenen
• Harde,energiekewerker met verrassendewendbaarheiden eengehoorzaamkarakter
• Ardennerswerdeningezetin het leger van Napoleonom zwarekanonnen te trekken
“Een perfecte mix van jeugdige energie en ervaring.” Elmo is een Pools trekpaard, Fangio een Ardens trekpaard. Crack is een echt ‘zinneke’, een kruising van een Ardenner en een ander ras.
“De paarden hebben veel kracht en zijn heel explosief, wat ze ideaal maakt om voor die eerste dertig tot vijftig meter uit het bos en op de weg te raken,” zegt Gillet. “Daarna nemen gemotoriseerde voertuigen, zoals tractors, het over. Het gaat om een efficiënt proces met complementaire actoren.”
Ook de wendbaarheid en gehoorzaamheid van de trekpaarden vormen stevige troeven, maar net zoals mensen hebben ze opleiding nodig. “Ze moeten nauwgezet luisteren naar de instructies, precies naar rechts of links gaan wanneer ik dat aangeef. En ze moeten gewend raken aan het gebruikte materiaal en niet schrikken van het geluid van machines of van vallende bomen.”
Gillet benadrukt de zorg voor het welzijn van de paarden. “Ze zijn geen werktuigen, ze zijn mijn collega’s. Ik hou een respectvol werkritme aan, met voldoende rusttijd en correcte eetpauzes. Het werk blijft zwaar, voor hen en voor mij, maar het geeft zin aan onze levens en schept een sterke band.”
Wat gebeurt er na hun leven vol inzet? “Crack wordt oud en is nu al in prepensioen: ik zet hem enkel nog in bij lichte klusjes. In de toekomst stopt dat, maar hij blijft sowieso bij me. Met de vzw Meneurs probeer ik een algemeen pensioensysteem uit te werken, zodat trekpaarden na alle werk op een mooie manier kunnen genieten van hun welverdiende rust.”
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
‘Onze
Van ultra fast fashion tot versleten broeken, slaapzakken, en mauve bh’s: sinds januari mag textiel niet langer in de witte zak, maar moet de Brusselaar zijn oude garderobe dumpen in kledingcontainers. Dat zet het verdienmodel van Spullenhulp en Oxfam, verantwoordelijkheid voor de inzameling, onder druk. “We vrezen de massa extra textiel van slechte kwaliteit, die ons niets opbrengt.”
door Bettina Hubo foto’s Saskia Vanderstichele
Het sorteercentrum van Spullenhulp/Les Petits Riens ligt in een uithoek van Anderlecht, achter Ikea. Hier komt de inhoud bijeen van de achthonderd kledingcontainers die de organisatie binnen en buiten Brussel heeft staan. In de loszone, aan de achterkant van het gebouw, laden enkele vrachtwagens de oogst van hun ophaalronde af op een brede transportband. Keurig gesloten balen, maar ook open of gescheurde zakken en heel veel los textiel. Vodden, jassen, slaapzakken, een babyskipakje, één schoen, alles komt voorbij, ook voorwerpen die niets met textiel te maken hebben: een kookpan, een geopende valies, een krakkemikkig plastic loopwagentje.
De lopende band voert de bulk naar binnen, naar de grote sorteerhal, waar een transportrobot het textiel door het sorteringsproces leidt. “Eerst gebeurt er een voorsortering,” legt Claudia Van Innis uit, woordvoerster van Spullenhulp. “Alle niet-textiel wordt zoveel mogelijk uit de hoop gevist en ook de natte kleding. Nat veroorzaakt schimmels, die ook de rest van de kleding aantasten.”
Dan gaat het textiel naar de eerste sortering. Razendsnel verdelen enkele mannen de aangevoerde kleding per type over zestien bakken: jassen, broeken, jurken, truien, ondergoed ... Ook staat er een bak voor vuilnis, waarin spullen als een cd, een kaarsje, een enkele sok of een schoudervulling verdwijnen. Zodra een kledingbak vol steekt, glijdt die automatisch richting sorteertafels, waar de stukken een tweede keer, nu grondiger, bekeken worden.
Jaarlijks wordt in deze hal achtduizend ton textiel gesorteerd en in de aanpalende hal ligt nog een enorme voorraad aan
ongesorteerd goed. Met de nieuwe sorteerregels voor textiel zal het alleen maar meer worden, waarschuwt Spullenhulp/Les Petits Riens. Sinds 1 januari verplicht Europa het textiel afzonderlijk in te zamelen. De Brusselaars mogen hun afgedankte kleding en huislinnen dus niet meer in de witte zak voor restafval proppen, maar moeten ermee naar de textielbak of het containerpark. “In tegenstelling tot vroeger hoeft de weggebrachte kleding niet in goede staat te verkeren,” verduidelijkt woordvoerder Adel Lassouli van Net Brussel. “Gescheurd of met gaten mag ook. Alleen heel vuile en natte kledingstukken moeten nog steeds in de witte zak.”
Bij niet-naleving van de nieuwe regels kan Net Brussel een boete opleggen, maar voorlopig blijft het bij uitgebreid informeren en sensibiliseren. “Het doel is niet om te straffen, wel om zoveel mogelijk textiel uit de witte zak en dus uit de verbrandingsoven te houden,” zegt Lassouli. Volgens een studie van Net Brussel produceert elke Brusselaar jaarlijks 13 tot 15 kilo textielafval, wat neerkomt op een totaal van vijftienduizend ton. Tot hiertoe werd 29 procent gescheiden opgehaald, doel is om dat naar 65 procent te krijgen tegen 2028.
Afgedankte
In Brussel gebeurt de textielinzameling sinds jaar en dag door de sociale economie. Met name Spullenhulp, Oxfam en Terre hebben elk hun kledingcontainers in de stad, samen zijn dat 350 exemplaren. Met de inzameling en sortering financieren de organisaties hun sociale doelen, de strijd tegen armoede of de creatie van sociale tewerkstelling.
“Ik heb in de vier jaar dat ik dit werk doe al van alles aangetroffen in de kledingcontainers: volle pampers, kattenbakvulling, en zelfs een levende hond”
Chauffeur bij Spullenhulp
De drie vzw’s ondervinden in Brussel geen concurrentie van private spelers, zoals in Vlaanderen, waar heel wat gemeenten ook in zee gaan met bedrijven als Curitas en VICT, die betalen om kledingbollen te mogen plaatsen. “Het is een bewuste keuze van de Brusselse overheden om de sociale economie te steunen,” legt Franck Kerckhofs uit. Hij werkt voor Ressources, de Franstalige federatie van sociaal circulaire organisaties. “Bovendien toonde de privé nooit veel interesse voor Brussel, omdat de textielophaling er behoorlijk ingewikkeld is.”
In heel wat Brusselse gemeenten trekken de kledingcontainers bovendien sluikstorten aan. Kerckhof: “Sommige mensen beschouwen de container als plek waar ze hun afgedankte wc-pot, oude matras of tv kwijt kunnen. De inzamelorganisaties gaan vier keer per week langs en sturen regelmatig een kuisploeg om het trottoir schoon te maken, maar dat helpt niet. Zodra het opgeruimd is, ligt er nieuw afval omheen.”
Om sluikstorten te vermijden werden de afgelopen tijd her en der ondergrondse containers geplaatst, maar die lossen het probleem niet volledig op en zijn duur.. Daarnaast zijn er veel diefstallen: bendes die met een haak de beste stukken uit de bak grissen en de rest op de grond gooien. Spullenhulp en de andere inzamelorganisaties krijgen dan ook veel klachten van
de gemeenten over de viezigheid rond de kledingcontainers. Sint-Pieters-Woluwe en Etterbeek verwijderden om die reden al containers. In Etterbeek staat het gros van de overblijvende bakken nu op een bewaakte plek die alleen overdag toegankelijk is.
Containers weghalen is volgens Kerckhof niet de oplossing. Door de dichte bebouwing telt Brussel er al veel te weinig. “In theorie zou er één container per duizend inwoners moeten zijn. Voor Brussel betekent dat 1.100 bakken, in werkelijkheid staan er maar 350. Logisch dat die heel snel uitpuilen. Alsof je een olifant in een luciferdoosje wilt steken. Het Gewest wil dat de burger sorteert, maar de gemeenten doen moeilijk. Alleen in Jette en Oudergem staan voldoende containers.”
Lingerie inspecteren
Terug naar de sorteerhal waar werkneemster Shaybia vandaag de tweede sortering van het ondergoed voor haar rekening neemt. Ze pakt elk stuk lingerie vast en inspecteert het nauwgezet. Om goed te kunnen voelen, werkt ze zonder handschoenen. Een mauve bh ziet er pico bello uit, proper en zonder beschadiging. Die mag naar de bak Crème, waar de beste stukken, vaak merkkledij, in belanden. Die zijn bestemd voor de tweedehandswinkels van Spullenhulp.
Voorts staat er een bak Export, bedoeld voor uitvoer naar het zuiden, waar Shaybia de iets meer versleten bh’s in gooit. De rest gaat in de bak Recyclage of in de vuilnisbak. Daar komen ook de meeste slipjes in terecht. “Behalve als ze helemaal schoon en zo goed als nieuw zijn,” lacht Shaybia, die al tien jaar bij Spullenhulp werkt. De Crème opduikelen uit de berg kleren vindt ze het
leukst. “Maar kleren van goede kwaliteit zijn er steeds minder,” zegt ze.
Dat de kwaliteit van het gedoneerde textiel achteruitgaat, stellen alle textielinzamelaars vast. “Mensen proberen hun beste stukken eerst op Vinted of eBay te verkopen. De mindere kledij steken ze in de textielbollen,” zegt Franck Kerckhof. “Daar komt bij dat producenten wereldwijd kleding van minder goede kwaliteit maken. De fast fashion wordt tegenwoordig beconcurreerd door de ultra fast fashion uit China van bijvoorbeeld Shein en Temu. Daardoor dalen de prijs en de kwaliteit.”
Daardoor staat het aandeel van de Crème, de kleding bestemd voor verkoop in lokale tweedehandswinkels, onder druk. Bij Spullenhulp gaat het om vijftien tot twintig procent, bij Oxfam om twintig procent en bij Terre om slechts zeven procent. Die laatste organisatie zamelt alleen in Brussel en Wallonië in, waar de kwaliteit van het afgedankte textiel doorgaans slechter is dan in Vlaanderen.
Spullenhulp voert daarnaast dertig procent van wat binnenkomt uit en nog eens dertig procent is bestemd voor de recyclage. Export en recyclage brengen echter nauwelijks nog iets op. “Vroeger was Afrika een belangrijke markt,” zegt Van Innis. “Maar dat continent wordt tegenwoordig overspoeld met nieuwe kleding en zelfs tweedehands uit China.”
Volgens Franck Kerckhof bracht de export vroeger 800 tot 900 euro per ton op. “Dat bedraagt nu 500 euro. De kosten van ophaling en sortering zijn hoger.” Ook de recyclage is verlieslatend. “De recyclage van textiel staat nog in de kinderschoenen,” zegt Van Innis. “Alleen voor katoen en voor wol bestaan er oplossingen, maar niet voor synthetische of gemengde textielvezels.” Ze toont een uitgerekte, synthetische legging, made in China. “Dit soort kleding bevat vaak minderwaardige vezels die niet voor recyclage in aanmerking komen. Vuilnisbak dus.”
Volgens Johannes Eneman van Oxfam wordt er amper één procent van de afgedankte kleding gerecycleerd tot nieuwe kleding. “Wel gebeurt er downcycling, waarbij de kledingvezels verwerkt worden tot poetsdoeken, geluidsisolatie of cement. Maar de producenten van die materialen willen er nauwelijks voor betalen. Die recyclage kost veel geld.”
En dan is nog het aandeel kleding dat naar de vuilnisbak gaat. “Door de verslechterde kwaliteit is dat in tien jaar van tien naar twintig procent gestegen,” zegt Van Innis. “Het gros is onbruikbare kleding, maar er zit ook de rotzooi bij die mensen in en om de textielbollen dumpen. Het kost handenvol geld om dat allemaal af te voeren naar de verbrandingsoven. Vorig
jaar hadden we een factuur van 150.000 euro.”
Het verdienmodel van de inzamelaars is door al die ontwikkelingen uit balans geraakt, een van de redenen waarom Spullenhulp, voor het eerst in zijn bijna negentigjarige bestaan, onlangs 21 mensen afdankte. Ook bij Terre staan de cijfers in het rood en volgens Eneman heeft de textielafdeling van Oxfam dit jaar eveneens klappen gekregen.
Vraag is waarom die organisaties, die nu al met gigantische overstocks zitten, dan toch bereid zijn om mee te werken aan
de nieuwe sorteerverplichting in Brussel. “Het is ons vak, het verschaft werk aan mensen en we willen graag groeien, maar we willen er wel voor betaald worden,” zegt Van Innis. “We zullen vanaf nu nog meer textiel in slechte staat krijgen. Als we dat niet kunnen valoriseren, kost het ons geld. Nog meer dan vroeger verlenen wij een publieke dienst, die vergoed moet worden.”
Voor die vergoeding rekenen de inzamelorganisaties op de door Europa geëiste Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid voor Textiel (UPV). Die bepaalt dat textielproducenten hun verantwoordelijkheid moeten nemen en mee de inzameling en sortering van afgedankte kledij moeten bekostigen, net zoals gebeurt bij huishoudelektro, matrassen en batterijen. In Frankrijk en Nederland bestaat dat systeem al. In België moeten de drie gewesten het nog altijd eens worden over een kader. “Van Europa moet die UPV er binnen de achttien maanden komen. Hopelijk lukt dat. Anders is het niet houdbaar,” zegt Kerckhof.
Intussen blijven aan de loskade van Spullenhulp vrachtwagens aankomen met textiel. De chauffeurs en bijrijders smijten hun lading op de transportband, waar de kledingberg almaar groeit. Wat er overduidelijk niet thuishoort, zoals volle zakken huishoudelijk afval, houden ze apart in een bigbag. “Ik heb in de vier jaar dat ik dit werk doe al van alles aangetroffen in de kledingcontainers,” zegt een van hen. “Volle, stinkende pampers, kattenbakvulling, seksspeeltjes en zelfs een levende hond.”
FR Depuis le 1er janvier, l’Europe impose un ramassage séparé des textiles. Désormais, les Bruxellois ne peuvent plus jeter les vêtements et le linge de maison dont ils souhaitent se séparer dans le sac blanc avec les déchets résiduels : ils doivent les déposer dans l’un des 350 conteneurs à textile ou à la déchetterie. Cette nouvelle obligation intervient alors que les conteneurs sont déjà souvent pleins à craquer. « Avec surtout du textile de mauvaise qualité », redoutent Les Petits Riens, Oxfam et Terre, responsables de la collecte. « Et nous en avions déjà trop. » Portrait d’un secteur en crise.
EN From the start of this year, Europe demands that discarded clothes and household linen no longer go in the residual waste but that it is recycled. That means that the residents of Brussels must bring their textile waste to one of the 350 textile bins in the city or to the recycling centre. Due to the new regulations for waste in Brussels, the fear is that clothing containers, which already often are overflowing, will have even more to cope with. Spullenhulp/Les Petits Riens, Oxfam, and Terre in particular fear poor-quality textiles. “And we already have so much of that.” Portrait of a sector in crisis.
13 16 FEVRIER FEBRUARI
Terwijl muziekliefhebbers massaal streamen of teruggrijpen naar vinyl, houdt Mark Steyaert als een van de laatsten der Mohikanen vast aan de cd. Met zijn winkel Marksound gaat hij tegen alle regels van de markt in, en toch viert hij deze week de 35e verjaardag van zijn shop. “Je moet passie voelen en niet uit zijn op het snelle geld.”
door TOM ZONDERMAN foto IVAN PUT
“Dit is voor liefhebbers een paradijske,” zegt Mark Steyaert met een sappige Brusselse tongval over Marksound, waar hij jazz en klassieke muziek verkoopt ... op cd. Ongelijk kan je hem niet geven, met 100.000 stuks op voorraad is zijn shop in Stokkel, op de grens met Brussel en Kraainem, een walhalla voor melomanen die nog steeds verknocht zijn aan de ooit zo populaire geluidsdrager. “In België ben ik de grootste, ook daarbuiten zal je winkels van dit kaliber niet vaak meer vinden.”
Al 35 jaar zweert Steyaert bij het plastic schijfje dat na zijn introductie in de jaren 1980 een hoge vlucht nam, maar sinds de opkomst van streaming en de revival van vinyl in het verdomhoekje zit. Is hij een witte raaf? Volgens de BRMA (Belgian Recorded Music Association) genereerde de verkoop van cd’s in 2018 in België nog 20 miljoen euro omzet, vijf jaar later, in 2023, was dat geslonken tot 5 miljoen euro.
“Ik ken die cijfers niet,” haalt Steyaert zijn schouders op, “maar ik mik dan ook op een nichepubliek.” Eigenlijk druist zijn winkel in tegen alles wat de markt dicteert, maar dat deert hem niet. “Vandaag is alles heel erg gesegmenteerd. Niet iedereen is
geïnteresseerd in vislijnen of patronen om zelf kleren te maken, maar toch zijn er winkels die daarmee goed verkopen. Dat is met de cd ook zo. Maar mensen vergelijken nog graag met de successen zoals we die gekend hebben in de jaren 1990.”
Met Record Store Day, waarbij onafhankelijke platenzaken zichzelf jaarlijks in de kijker zetten met exclusieve (vinyl)releases en in-store shows, heeft Steyaert niets. Maar ook zonder die schijnwerpers houdt hij het vol. “Vorige week was het de Week van de Belgische Muziek. Ik heb massa’s Belgen in mijn collectie, maar niemand die in de aandacht loopt tijdens dat event.”
Stabat mater
Steyaert zit sinds 1994 in dit pand, waarin hij ook woont. Vijf jaar eerder opende hij zijn eerste zaak, recht tegenover zijn huidige shop. “De platenwinkel waar ik dagelijks voorbijwandelde, kwam te koop te staan. Twee uur later had ik hem overgekocht.” Hij was 23 toen, en vooral geïnteresseerd in harde rock. In het fotoalbum dat hij aan het samenstellen is ter gelegenheid van 35 jaar Marksound prijkt hij met hardrockcoupe en bijbeho-
Mark Steyaert met een cd-box van de Amerikaanse jazzsaxofonist Don Byas, een van die unieke uitgaven waarmee hij al 35 jaar uitpakt in zijn winkel Marksound.
rende snor. “Via de oudere zus van een vriend had ik Led Zeppelin en Deep Purple leren kennen. Maar bij mijn grootvader hoorde ik ook de Negende van Beethoven, en zo ontdekte ik dat die rockgroepen veel klassieke motieven gebruikten.” Dankzij een ticket dat hem toegestopt werd, belandde Steyaert op een avond op een uitvoering van het Stabat mater van Pergolesi in de romaanse kerk van La Hulpe. “Ik zat achter zo’n dikke pilaar en ik zag niks, maar ik sloeg helemaal tilt.”
Hij volgde muziekgeschiedenis op de avondschool en specialiseerde zich in klassieke muziek. Via Jimi Hendrix en de blues raakte hij ook verslingerd aan jazz. De
2012 heb ik bij een groothandelaar die met pensioen ging 70.000 jazz-cd’s op de kop getikt. En ik had ooit een klant die alles twee keer aanschafte, één keer om te luisteren, één keer om te bewaren. Na zijn overlijden hebben zijn erfgenamen mij gecontacteerd om die cd’s weer over te nemen. Drie vierde was niet meer te verkrijgen.” Net dat is een van Steyaerts unique sellingpoints: hij heeft veel uniek spul. “Als ik het alleen zou moeten doen met nieuwe releases, is het over en uit.”
Glazen bol
“Als ik ook vinyl zou willen verkopen, kan ik minder cd’s stockeren en snijd ik in mijn eigen vel”
lp-collectie die hij mee had overgenomen, deed hij van de hand. Cd’s verkochten in die jaren als zoete broodjes, vinyl werd bij het vuilnis gezet. Vandaag is het omgekeerd. Het aantal cd’s in ketens als Fnac of muziekwinkel Caroline is drastisch geslonken, bibliotheken als Muntpunt en De Krook schrapten zelfs hun hele cd-aanbod. “In de kleinere gemeenten zie je toch een ander verhaal,” weerlegt Steyaert. “De bib van Vilvoorde is een trouwe klant van mij. Zij hebben, net als ik, een kleine doelgroep die wel nog cd’s koestert.”
Steyaert hield vast aan de cd omdat hij houdt van het fysieke product. De geluidskwaliteit is bovendien superbe en minder onderhevig aan slijtage dan vinyl. “En als ik ook met vinyl aan de slag wil, moet ik alles twee keer aankopen, nieuwe kasten maken enzovoort. Daar heb ik de plaats niet voor. Ik zou minder cd’s kunnen stockeren en een deel van mijn trouwe cliënteel afstoten. Dan snijd ik in mijn eigen vel.”
Daarbij ging hij slim om met de aanleg van zijn collectie. “Ik kocht oude stocks op en deed overnames van faillissementen. In
Steyaerts klanten komen grotendeels uit Brussel, maar ook van ver daarbuiten, tot het buitenland toe. Dat ze naar het onooglijke Stokkel moeten afzakken, is een deel van zijn succes. Het pand was goedkoper, hij kon met een lagere verkoop rondkomen en moest geen extra personeel aanwerven. “Ik heb een slagzin,” grijnst hij: “Het is ontzettend duur om meer te verkopen.” Steyaert hééft ooit ook winkels geopend in De Munt in Brussel, in Antwerpen en in Namen. “Maar die heb ik van de hand gedaan. Na mijn 55e wilde ik het kalmer aan doen. En wat ik aanbood in de ene winkel, had ik weer niet in de andere. Het is duidelijker voor de klant om alles op één plek te hebben.” Dat besef is alleen gegroeid. “’Mark, bij jou vinden we alles,’ hoorde ik vaak. Terwijl ik voor 97% van de mensen niks te bieden heb. Maar de mensen die in dezelfde bubbel zitten als ik, vinden hier inderdaad alles, omdat ik mijn winkel naar die bubbel heb gecreëerd.”
Zal de cd, net als vinyl, ooit weer hip worden? “Ik heb geen glazen bol,” zegt Steyaert, “maar vorig jaar heb ik, ondanks de concurrentie van streamers en internetwinkels als Bol en Amazon, wel mijn beste jaar in twaalf jaar winkel gehad.” En dus mag hij deze week vieren, met een privéfeestje met een concert van de Brusselse gitarist Vitja Pauwels. “Een klant die leraar economie was in een college in Brussel heeft mij ooit gevraagd om over mijn winkel te komen praten in de klas. Hij vertelde al twintig jaar het tegenovergestelde, zei hij.” Wat was het geheim dat hij aan die leerlingen meegaf? “Je job moet je passie zijn. En je moet durven investeren en niet verwachten dat je je geld onmiddellijk terugverdient. Geduld loont.”
Twee keer mocht Geoffrey Mujangi
Bia het truitje van de Rode Duivels dragen. Vandaag neemt het gewezen enfant terrible jongeren op sleeptouw bij vierdeklasser FC Ganshoren.
door Johan Baeten
Het zou een vraag kunnen zijn die zelfs doorgewinterde voetbalquizzers in verlegenheid kan brengen: welke ex-Rode Duivel komt dezer dagen aan de bak in onze vierde klasse? Het antwoord: de 35-jarige Geoffrey Mujangi Bia, die ooit met verve de kleuren van Standard en Charleroi verdedigde, maar vervolgens na omzwervingen in Zwitserland, Turkije en Israël nooit meer de weg naar het hoogste niveau terugvond.
Anderhalf jaar geleden spoelde de gewezen woelwater aan in Ganshoren, de ploeg waar de vrijzinnige voorzitter Michaël Vossaert – ook MR-gemeenteraadslid in Molenbeek – een abonnement heeft op kleurrijke figuren. De lokale aanhang maakte immers ook al kennis met de oudere broer van de Franse voetbalster Paul Pogba: Mathias. Die belandde in Ganshoren nadat hij enkele maanden in de gevangenis had doorgebracht, omdat hij zijn wereldvermaarde broer had proberen af te persen.
“Het was op fysiek vlak niet gemakkelijk voor hem,” herinnert Mujangi Bia zich, in een telefoongesprek enkele uren voor een partij tegen de beloftenploeg van Eupen. “Maar Mathias komt af en toe nog langs.”
Les in bescheidenheid
De in Kinshasa geboren Mujangi Bia is aan zijn tweede seizoen bezig bij de familieclub.
“Mijn ervaring overbrengen aan de jongeren zie ik als mijn hoofdtaak,” zegt de aanvaller.
“Ik zal eerlijk zijn: op het veld leer ik niets meer bij. Ik heb mijn verwachtingen moeten temperen, qua snelheid van uitvoering is de tweede amateurklasse een wereld van
verschil in vergelijking met wat ik gewoon ben. De jongens raad geven op sportief én mentaal vlak vind ik waardevol. Dat gaat zowel over positionering en beslissingen nemen op het veld als in jezelf geloven en je leven goed proberen te organiseren.”
“Ik heb veel geld verdiend, maar daarom voel ik me nog niet superieur”
Levenservaring heeft Mujangi Bia bij de vleet. De Congolese Belg kan niet alleen terugkijken op een eigenzinnig professioneel parcours, hij botste weleens met zijn werkgever en kwam in aanraking met het gerecht. In 2021 verbleef de spits even in de gevangenis van Sint-Gillis nadat er duizend wietplanten in zijn woning gevonden werden.
“Ik ben altijd weer kunnen opstaan,” blikt Mujangi Bia terug. “Fall seven times, stand up eight – zoiets. Wat ik nu meemaak, is een les in bescheidenheid. Ik heb een mooi cv en
ik heb veel geld verdiend, maar daarom voel ik me niet superieur. Die boodschap probeer ik door te geven. Op het veld werken we allemaal aan een gezamenlijk doel.”
Ook bij zijn geloof, kinderen en de nabijheid van familie en vrienden vindt hij het nodige houvast. “Dat is belangrijk. Mijn naasten komen vaak kijken en de sfeer bij de club is heel joviaal en ongedwongen.”
Komende zondag staat alvast een Brusselse kraker op het programma: FC Ganshoren, twaalfde in de competitie, trekt naar het veld van Crossing Schaarbeek. Crossing staat op dit moment tweede, op vier punten van de Naamse club Meux.
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.
Big City
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Wannes uit Brussel-Stad. door Maya Callizaya
Vraag Bekende architecten genoeg in Brussel, maar Wannes uit Brussel-Stad vraagt zich af welke gebouwen de bijzondere architectenfamilie Polak op haar naam heeft staan.
Antwoord Michel Polak werd geboren in 1885 in Mexico, waar zijn ouders toen verbleven, op zoek naar koloniaal succes. Toen ze terugkeerden naar Europa – Michel was op dat moment zeven jaar oud – stierven zijn beide ouders tijdens de lange boottocht. Zijn grootmoeder voedde hem en zijn zus op. Ze was een aristocrate die hem naar de beste scholen van Frankrijk en Zwitserland stuurde. Hij studeerde niet alleen architectuur, maar ook beeldende kunst. In Zwitserland bouwde hij nadien luxueuze art-nouveauresidenties.
In 1921 kwam hij naar Brussel, toen hij de opdracht kreeg voor de bouw van het appartementencomplex Résidence Palace in de Wetstraat. Dat leidde tot heel wat jaloezie bij zijn Belgische collega’s. Niet onbegrijpelijk, want het Résidence Palace was een zeer prestigieus project. Het gebouw bestond uit elf verdiepingen, goed voor 180 appartementen en chique restaurants, winkels, een theater, sportscholen, een zwembad … Het luxueuze appartementsgebouw had alles van een vijfsterrenhotel.
waarbij hij oog had voor elk detail. Net zoals bij zijn andere werken, stonden luxe en moderne technologie hier centraal.
Polak haalde later nog verschillende Brusselse opdrachten binnen. Het laatste project waarvoor hij plannen tekende, was de Ceria-Coovi-campus in Anderlecht. Helaas zag hij dat nooit voltooid worden, want Polak stierf in 1948, 63 jaar oud. De naam Polak bleef wel een begrip in de Belgische architectuur, zijn zonen André en Jean werden eveneens succesvolle architecten.
Het waren die gebroeders Polak die het Atomium ontwierpen en bouwden, naar het idee van ingenieur André Waterkeyn, hun schoonbroer. Later waren de broers ook betrokken bij de bouw van het Berlaymontgebouw, het World Trade Center in de Noordwijk, het Muntcentrum, de nieuwe Innovation en zelfs bij de renovatie van het Résidence Palace. Ze hielpen hun vader ook met het uittekenen van de Ceria-Coovi-campus. Ook de kleinzoon en achterkleinzoon van Michel Polak werden architect. Vandaag bestaat het bureau The Architects Polak nog altijd.
Meer BRUZZ
Polak bleef in Brussel wonen en ontwierp verschillende vijfsterrenhotels, onder meer het hotel Plaza. Zijn meesterwerk is zonder twijfel de art-decoparel Villa Empain. Louis baron Empain, de opdrachtgever van de villa, gaf Polak vrijwel volledig carte blanche om het huis te ontwerpen. De architect leefde zich uit en creëerde een totaalkunstwerk,
Conclusie De familie Polak is een begrip in de Brusselse architectuur, al doet de naam niet meteen een belletje rinkelen. Nochtans staan met Villa Empain en het Atomium twee Brusselse monumenten op hun naam.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
HERBELEEF DE WEEK VAN DE BELGISCHE MUZIEK
BRUZZ dook diep in de wondere wereld van de Belgische muziek, met interviews, onze kijk op de jonge garde artiesten en véél muziek.
Herbekijk alle bijdragen op BRUZZ.be
VOLG LIVE DE VERKIEZINGEN IN SINT-JOOST
Zondag moeten de inwoners van Sint-Joost-ten-Node opnieuw naar de stembus. Zal Emir Kir de sjerp kunnen houden?
Volg het live op BRUZZ.be.
OPINIES & COLUMNS
BRUZZ biedt ruimte aan prominente stemmen, experts in hun veld en Brusselaars met een scherpe mening over fenomenen of tendensen in de hoofdstad. Lees alle bijdragen op BRUZZ.be/opinie
Naam: Shyne
Leeftijd: 12 jaar
Woont samen met: zijn ouders en een oudere broer van vijftien
Gemeente: Sint-Jans-Molenbeek
Droomjob: voetballer – of als dat niet lukt advocaat
Elke week toont een straffe Ket zijn favoriete plek in Brussel. Deze keer: Shyne (12) die BRUZZ meeneemt naar het voetbalpleintje aan de Papenvest. “Als ik hier kom, ben ik zo blij dat de school gedaan is.”
door Marjon Udo foto Saskia Vanderstichele
Waarom wil je graag op deze plek afspreken?
Ik kom hier elke dag voetballen met mijn vrienden. Als het te koud is, spelen we iets verderop naast de supermarkt, daar is het wat kleiner. Drie dagen per week heb ik training, maar vaak kom ik na school hierheen.
Welk gevoel krijg je hier?
Als ik hier kom, ben ik zo blij dat ik klaar ben met school en weer kan voetballen. Het laatste stuk van de straat trek ik vaak een sprintje om hier sneller te zijn. Ik ben altijd een beetje ongeduldig om weer te kunnen voetballen.
Het valt op dat er hier geen meisjes zijn. Heb je er een idee van hoe dat komt?
Ik denk dat meisjes hier voetbal niet leuk vinden. Omdat ze er niet zijn, kunnen we hard schieten en moeten we ons minder inhouden. Ze mogen wel komen, maar ze moeten het zelf komen vragen.
Wat is het grappigste dat je hier al meegemaakt hebt?
We waren aan het voetballen en mijn vriend schoot de bal, maar zijn schoen zat los en die kwam mee en is toen boven op het grote hek gevallen. We konden daar niet aan, hebben met stokjes en takken geprobeerd om de schoen eraf te krijgen en het aan anderen gevraagd. Pas toen het donker werd, kwam de schoen los.
Welke rol heeft voetbal binnen jullie gezin?
Mijn vader speelde ook voetbal, hij heeft mijn broer en mij alles geleerd. En mijn moeder werkt heel hard, zodat wij alles kunnen krijgen wat we willen en kunnen blijven voetballen.
Hoe is de band met je broer?
Ik leer veel van hem. Hij is een heel goede voetballer. Van hem ik geleerd dat ik niet moet stressen als er iemand in een match op mij afkomt, hoe je een goede pass moet geven. Hij is een soort van coach voor mij. We spelen niet meer zoveel samen, want meestal heeft hij training. Soms lukt het in het weekend als er geen match is.
Ben je makkelijk om te coachen?
Ja, ik luister gewoon naar wat ik moet doen. Als ik het niet snap, vraag ik het.
Veel jongens willen graag voetballer worden. Wat maakt voetbal zo aantrekkelijk?
De bal is als een extra voet die niet aan mijn lichaam is geplakt. Ik wil geen voetballer worden voor het geld. Dat interesseert mij niet. Ik wil gewoon spelen en doen wat ik het liefste doe. Voetbal is mijn passie.
Wat heb je nodig om het te maken als voetballer?
Geloof in jezelf. Hard werken. En je moet om kunnen gaan met kritiek. Soms zeggen mensen dat ik iets niet kan, dat ze mij niet goed vinden, maar ik luister daar niet naar. Je moet altijd door blijven gaan. Ik antwoord er niet op en ik laat zien wat ik kan.
Wil jij ook je favoriete plek tonen?
Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.
Droomvakantie
Ik zou graag naar Tokio willen gaan. Ik heb daar al een paar video’s van gezien en ik vind Japan een mooi land. Mijn lievelingseten is sushi, maar zonder wasabi. En ik lees ook de manga’s van Dragonball en Naruto
Toen ik tien jaar was, kreeg ik een shirt van Real Madrid met mijn naam erop. Het was een cadeau van mijn oom die op reis was geweest naar Madrid en wist dat mijn broer en ik allebei Madrid-fans zijn.
Ik droom ervan om ooit in het Koning Boudewijnstadion bij het Atomium te spelen. Dat is toch het voetbalterrein van mijn land.
Het klassieke spaarboekje verliest aan populariteit onder Brusselse jongeren, die steeds meer hun spaargeld beleggen in trackers, een financieel product met zogenaamd weinig risico. “Ik zit een speciale chatgroep met vrienden waar het de hele tijd gaat over koersen, indexen, en exchange-traded funds.”
door Matisse Van der Haegen illustraties Freya Caris
Ken jij miljonairs die rijk werden met een spaarrekening?” vroeg de Amerikaanse beleggingsadviseur Robert Allen zich enigszins provocerend af in zijn bestseller Creating Wealth. “I rest my case.” Allen maakte zijn punt in 2006, maar de boodschap geldt vandaag des te meer: sparen brengt nauwelijks iets op. Dat besef begon de voorbije jaren ook bij veel Brusselaars te dagen, mede door de genadeloze inflatie die een winkelkar of cafébezoek bijzonder snel duurder maakte.
Wat dan wel doen met al dat spaargeld? Beleggen? Is dat niet erg risicovol, moeilijk en tijdrovend? Niet per se, beweren de auteurs Yoran Brondsema en Tim Nijsmans in hun populaire boek De hangmatbelegger dat in 2023 uitkwam, en waarin ze een lans breken voor beleggen in exchange-traded funds (ETF’s), ook wel trackers genoemd.
Wie aan hangmatbeleggen doet, investeert in zulke ETF’s. Dat zijn beursgenoteerde beleggingsfondsen die een mandje van honderden of soms duizenden aandelen volgen binnen een bepaalde regio of sector. Zo zijn er trackers die een index (een mandje) met de grootste bedrijven van de VS volgen, of de belangrijkste ondernemingen uit de gezondheidssector. In plaats van te beleggen in één bedrijf volgt een ETF een hele markt. Stijgt de index met vijf procent, dan bedraagt het rendement van de ETF ook ongeveer vijf procent, al geldt hetzelfde natuurlijk als er verlies wordt gemaakt.
Een ETF maakt het mogelijk om in één beweging gespreid te beleggen – dat wil zeggen: verdeeld over verschillende domeinen en landen. Een belegger moet zo niet langer op zoek naar de geschikte appel of peer – aparte aandelen, van één specifiek bedrijf – maar koopt meteen een hele fruitmand.
Tweede voordeel: een belegger heeft geen tussenpersoon bij een bank nodig, iedereen kan met een paar klikken in een app zelf ETF’s kopen. Hierdoor vallen heel wat beheerskosten weg die klassieke beleggingsfondsen wel aanrekenen. Daar moet een fysiek persoon, een bankier of fondsenbeheerder, de aandelen in het fonds uitpikken.
Bij een ETF volgt een computerprogramma, niet zelden op basis van artificiële intelligentie, automatisch een korfje met aandelen. Volgens Brondsema en Nijsmans moet een belegger vooral het programma zijn werk laten doen, en weinig
actief tussenbeide komen. Vandaar de term ‘hangmatbeleggen’ of ‘passief beleggen’.
Koudwatervrees
Het idee is niet nieuw, maar het boek van Brondsema en Nijsmans blies het wel opnieuw leven in en plakte er een catchy term op. Sindsdien scheert het fenomeen hoge toppen: in de eerste negen maanden van 2024 kochten maar liefst 39.000 Belgische beleggers voor het eerst een ETF. Dat is dubbel zoveel als in dezelfde periode in 2023. Dat het echt om een hype gaat, werd bevestigd toen ‘hangmatbeleggen’ in december verkozen werd tot Woord van het Jaar door woordenboekenuitgever Van Dale.
“Meer en meer jonge mensen zijn met trackers bezig,” vertelt de 26-jarige VUB-doctoraatsstudent Thijs. “Afgelopen zomer kwam het besef dat ik iets moest doen met het geld dat op mijn spaarrekening stond te verkommeren. Toen ik op mijn werk om raad vroeg, bleek dat iedereen met trackers bezig was.”
Toch zat hij zelf nog met koudwatervrees. De beurs blijft immers een risico. “Ik vond het best eng om te beginnen, maar ik las mij in over het onderwerp, en besloot uiteindelijk enkele erg brede trackers met aandelen uit Europa en Amerika te kopen. Inmiddels stort ik iedere maand nog wat bij, het is bijna een automatisme geworden.”
Ook Hannelore Van Laer, een 29-jarige vertaalster uit Brussel-Stad, moest een drempel over, zegt ze. “In het begin voelde het voor mij allemaal een beetje als cryptomunten. Artificiële intelligentie die beleggingen stuurt? Daar had ik mijn twijfels bij, maar door de vele positieve artikels begon ik mij altijd maar geruster te voelen.”
Inmiddels bezit Van Laer een zestal trackers en koopt ze er maandelijks bij. “Telkens maximaal voor 333 euro, ik hou van leuke cijfers.” Ze heeft ook een aantal aandelen in portefeuille, maar die koopt ze niet meer bij. “Omdat ik besef dat ik er niet genoeg van ken, waardoor het bijna op gokken leek.”
Bij de trackers vond ze een goede tussenoplossing. “Je moet er niet al te veel van kennen om mooie rendementen te boeken,” zegt ze, al omschrijft Van Laer zichzelf wel als “een hangmatbelegger met één voet op de grond”. “Ik controleer het trackrecord van wat ik koop en check of de samenstelling van de tracker niet al te geconcentreerd is.”
Het was ook het gemak van het passieve beleggen dat onderzoeker Mathias De Roeck (37) uit Anderlecht overtuigde om de sprong te wagen. “Ik heb niet veel tijd om me echt te verdiepen in individuele aandelen. Dan zijn ETF’s interessant door
“Sommige mensen zullen uit hun hangmat vallen en een beetje onzacht terechtkomen, maar dat hoeft niet het einde van de wereld te zijn”
Pascal Paepen Beursexpert
het bijna gegarandeerde rendement, zeker als je wereldwijd investeert. Het idee is dat de wereldeconomie altijd met een bepaald percentage groeit, en dus ook je tracker. Dat geeft meer garanties dan op één bedrijf in te zetten. Ik beleg nu nog maar in één mondiale tracker, waar ik maandelijks ongeveer 250 euro bijstort. Ik zie dat als een vorm van sparen.”
De Roeck zegt met zijn mondiale tracker de afgelopen twee jaar een rendement van 50 procent te hebben gehaald. Gemiddeld wordt geschat dat ETF’s op de lange termijn, als ze goed gespreid zijn, 6 tot 7 procent per jaar behalen, al blijft rendementen voorspellen altijd moeilijk en gevaarlijk.
Sparen voor een eigen woning
Het valt op hoe hangmatbeleggen zich vaak via mond-tot-mondreclame verspreidt, waarbij nieuwe beleggers zich ontpoppen tot ware apostelen. “Ik heb de neiging om de mensen rond mij aan het investeren te helpen,” zegt Hannelore Van Laer. “Laatst nog sprak ik erover met het meisje bij wie ik een broodje kocht.”
Doctoraatsstudent Thijs zette intussen zijn hele gezin aan het hangmatbeleggen en ook zijn vrienden probeerde hij al te overtuigen. “Omdat het over geld en financiën gaat, helpt het altijd als iemand die je kent de nodige uitleg geeft. Daarnaast speelt volgens mij het collectieve gevoel mee: andere mensen doen hetzelfde. Als het dan wat minder gaat, voelt het niet zo erg aan.”
“Bij veel vrienden zie ik angst over hun oude dag, zeker zoals de wereld vandaag evolueert. Door te beleggen, willen ze zelf hun lot in handen nemen”
Daan De Witte
Rapper
Ook opvallend: hangmatbeleggers zijn door de band een stuk jonger dan hun ‘actieve’ tegenhangers. De gemiddelde ETF-belegger in België is een veertiger, terwijl de leeftijd voor aandelenliefhebbers rond de vijftig schommelt en voor beleggers in obligaties (waarbij de belegger voor een bepaalde periode geld leent aan een bedrijf of de overheid) zelfs rond de zestig jaar.
Voor Schaarbekenaar Daan De Witte (23), ook bekend als rapper LeBlanc, komt het succes van trackers niet als een verrassing. “Bij veel vrienden zie ik angst over hun oude dag, zeker zoals de wereld vandaag evolueert. Door te beleggen, willen ze zelf hun lot in handen nemen. Ik zit zelfs in een speciale chatgroep met vrienden waar het de hele tijd over onze trackers gaat.”
Zelf stapte De Witte al zo’n 2,5 jaar geleden in ETF’s. “Ik probeer op die manier wat geld – maandelijks 200 euro – opzij te zetten om ooit een woning te kopen.” De Witte zegt het afgelopen anderhalf jaar een rendement van 26 procent te hebben gehaald.
Spieken
Toch blijkt het échte hangmatbeleggen niet zo simpel. “Ik heb met opzet mijn beleggingsapp niet op mijn gsm staan, om het spieken tot een minimum te beperken,” vertelt De Witte. “Ik bekijk de voortgang zowat één keer per maand.”
Bij doctoraatsstudent Thijs lukt dat minder goed. “Ik stres er nu minder over, maar check mijn beleggingen nog altijd
dagelijks. Als ik naar het toilet ga bijvoorbeeld doe ik de app enkele seconden open.”
Beursexpert en medeoprichter van de beleggerswebsite Spaarvarkens.be Pascal Paepen juicht de hangmathype toe. “Ik vind het fantastisch. In de eerste pensioenpijler (het wettelijk pensioen, red.) zit geen geld meer, dus mensen moeten echt beleggen voor later.”
Volgens Paepen is het daarom goed dat passief beleggen de beurs heeft gedemocratiseerd. “Bij ETF’s moet je je nooit afvragen wat de volgende Apple of Nvidia is: je koopt gewoon alles en verkoopt nooit. Dat is volgens mij de beste manier van beleggen voor negentig procent van de mensen.”
Slecht huiswerk
Critici beweren weleens dat een teveel aan hangmatbeleggers de natuurlijke werking en prijsefficiëntie van de beurs – waarbij geïnformeerde beleggers gezonde bedrijven doen groeien – zou verstoren. Hangmatbeleggers kopiëren immers simpelweg indexen zonder de onderliggende aandelen echt te analyseren. De professor wuift die kritiek weg: “In de praktijk zie ik dat veel beleggers in individuele aandelen hun huiswerk slecht maken. Dat blijft gewoon erg moeilijk. Dan koop je beter een ETF, die erg gespreid zit. In dat mandje zitten dan misschien naast goede ook wel slechte bedrijven, maar dat compenseert voor het feit dat je weinig of geen research doet.”
Een andere veelgehoorde kritiek is dat het succes van al dat passieve beleggen vooral te danken is aan de hype die rond die beleggingsvorm hangt. Omdat steeds meer mensen er hun geld insteken, blijven
ETF’s en indexfondsen uitblinken, maar dat is een zelfversterkend proces: die bubbel zal ooit barsten.
Paepen wijst naar een lightversie van dat scenario toen het Amerikaanse steraandeel Nvidia (dat in veel indexen is opgenomen) in één klap 560 miljard euro aan beurswaarde verloor, na een artikel in de Financial Times over DeepSeek, de veel goedkopere en minstens even efficiënte Chinese variant van ChatGPT. “Het gevaar is dan dat iedereen tegelijk wil uitstappen, en trackers automatisch gaan verkopen. Dan zakt de beurs, waardoor nog meer mensen gaan panikeren wat leidt tot een hangmatcrash.”
Volgens Paepen zal dat in de toekomst zeker nog gebeuren. “Sommige mensen zullen uit hun hangmat vallen en een beetje onzacht terechtkomen, maar dat hoeft niet het einde van de wereld te zijn. De beurs draait op emoties en schommelt nu eenmaal soms.”
Blijft de vraag: is het hangmatbeleggen een lang leven beschoren en kan het de doodsteek betekenen van het klassieke spaarboekje? Dat zou alvast passen in de plannen van de nieuwe federale regering die, aldus het regeerakkoord, het “spaargeld van onze burgers wil mobiliseren en het opnieuw wil investeren in onze economie”. Voorlopig blijft het passieve beleggen in Europa, ondanks de forse groei, echter nog veel kleiner dan zijn actieve tegenhanger. Begin vorig jaar was ‘slechts’ 26,7 procent van het Europese beleggingsgeld in fondsen passief belegd.
“Ik zie de trend nog verder groeien,” zegt Paepen. “Mensen zijn op zoek naar gemakkelijke en goed geprijsde beleggingsproducten. Dat zal niet ineens veranderen.”
‘LES JEUNES VEULENT S’ENRICHIR EN DORMANT’
FR Le compte d’épargne classique perd en popularité parmi les jeunes de Bruxelles, qui investissent de plus en plus leur épargne dans des trackers, un produit financier soi-disant peu risqué et offrant un rendement stable. Plutôt que d’investir dans une entreprise, l’Exchange Traded Fund (ETF) suit un marché entier. Si l’indice augmente de cinq pour cent, le rendement de l’ETF augmente d’environ cinq pour cent, mais l’inverse est également vrai.« Je suis dans un groupe en ligne avec des amis où l’on parle constamment de cours, d’indices et d’ETF. »
‘YOUNG
EN The classic savings account is losing popularity among young people in Brussels. Instead, they are increasingly investing their savings in trackers, a financial product with supposedly low risk and stable returns. Rather than investing in one company, an exchange-traded fund or ETF tracks an entire market. If the index rises five per cent, the return on the ETF is also about five per cent, though of course any loss is equally big. “I’m in a dedicated chat group with friends which is all about quotes, indices, and ETFs.”
“Laat het maar snel eind van de maand zijn. Ik ben het wachten beu”
Nu de Mia’s en de mazelen achter de rug zijn kan 2025 pas echt beginnen. Ik kijk alweer uit naar de zomer. Natuurlijk voor de festivals en de vakantie, maar vooral voor de zon. Die is blijkbaar zelf even op vakantie naar het buitenland en laat ons achter met regenachtige dagen waar grijs in verschillende tinten de ruimte boven de huizen kleurt. Verschrikkelijk, die dagen zonder licht waar gevel en hemel gevaarlijk dicht naar elkaar toe groeien. Het werkt op je gemoedstoestand en niet enkel bij mij … de mensen op de straat, mijn leerlingen in de klas … iedereen kijkt uit naar een periode van overvloed aan vitamine D.
Het jeugdhuis
We moeten er nog even door. Eind februari beginnen mijn zaalshows opnieuw. Turnhout, Leuven, Gent, Kortrijk, Antwerpen en Hasselt, en er komt nog een show bij extra dicht bij huis, maar die is nog niet aangekondigd. Surprise! Na zo’n pauze van een paar maanden – die altijd onvermijdelijk tussen december en februari valt – is het elke keer weer even wennen. De combo van gezonde stress en zelf altijd de controle over alles willen behouden, dwingt mij een paar repetitiedagen in te plannen. We repeteren doorgaans in ‘het jeugdhuis’, niet echt een jeugdhuis natuurlijk, maar zo noemen we de extra ruimte naast onze studio die is ingericht als living en al een paar jaar dienst doet voor zowat alles wat niet in de studio gebeurt. Chillen, drinken, eten, schrijven, lachen en dus ook repeteren. De studio bevindt zich hartje Brussel, we zien het gerenoveerde beursgebouw van op het balkon en
ook de beste concertzaal van het land, de Ancienne Belgique!
Zo’n repetitie begint vaak serieus met het overlopen van de set, met hier en daar wat aantekeningen van zaken die vorige keer nog beter konden. Na het vastleggen van een paar aanpassingen en het opfrissen van de teksten, kom ik weer tot de constatatie dat ik me voor niks zorgen maakte en dat de opkomende shows, net zoals de voorbije, een reeks mooie momenten met vrienden en publiek zullen opleveren.
Wachten, wachten en wachten
De dag van een show houdt veel wachten in. We vertrekken hier in Molenbeek met een Mercedes V-klasse en komen altijd een paar uur voor de show aan. Er wordt in genoeg tijd voorzien, zodat de mannen van sound & licht alles kunnen klaarzetten en vervolgens soundchecken ... checken of de sound goed zit dus. Vrij belangrijk, want ik wil namelijk, wanneer ik oploop, dat alles in orde is. Daarna volgt weer een paar uur wachten, vaak het moment om te eten, maar voor een show probeer ik zo min mogelijk binnen te spelen. Heb geen zin in een zware maag op het podium. En achteraf zorgt de adrenaline ook niet meteen voor honger.
Behalve de zon begin ik de shows wel echt te missen. Laat het maar snel eind van de maand zijn. Ik ben het wachten beu!
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 7 > 13/2
‘Zingen is een oefening in kwetsbaarheid’
Als zaalvoetballer zit Alex Koo door een blessure noodgedwongen enige tijd op de bank. Als pianist speelt hij gewoon topfit in de spits. In Flagey lanceert de Brusselaar deze week Blame it on my chromosomes met zijn vertrouwde jazztrio, met ook contrabassist Lennart Heyndels en drummer Dré Pallemaerts in de rangen.
door Tom Peeters
Alex Koo mankt een beetje als hij met twee koffies en een tablet pure chocolade komt aansloffen. Gisteren ging zijn teen uit de kom tijdens zijn wekelijkse partijtje zaalvoetbal. “Een botsing met een tegenspeler, voet tegen voet, en slecht geland,” klinkt het. “Ik tierde van de pijn. Lennart Heyndels, die meevoetbalde, kon er niet naar blijven kijken, omdat het er zo onnatuurlijk uitzag. Op de spoed hebben ze alles weer rechtgezet en vastgesteld dat er niets gebroken was.”
Gelukkig draait het in de professionele carrière van Alex Koo Derudder (34), zoon van een West-Vlaamse vader en een Japanse moeder, niet om tenen maar om vingers. In zijn Anderlechtse appartement op de vierde verdieping, vanwaar hij met vrouw en dochter uitziet op de Brusselse rand, neemt de piano een centrale plek in. Daarnaast springt ook het speelgoedpianootje van dochter Luna in het oog. Maar no pressure
Hoewel Koo werd klaargestoomd om als concertpianist concours te winnen, voelde ook hij zich al snel meer thuis in de jazz dan in het competitieve klassieke veld. Na zijn jeugd in Waregem en muziekstudies in Den Haag, Amsterdam, Kopenhagen en New York streek hij neer in Brussel, waar
hij deze week de tournee van zijn nieuwe trioalbum Blame it on my chromosomes lanceert.
Buiten de lijntjes
Wordt Koo in zijn recreatieve zaalvoetbalploegje vooral uitgespeeld als flankspeler, dan is hij in zijn pianotrio zonder meer de spits. Na een jazzalbum met Mark Turner en Ralph Alessi, zijn leraars in New York, en een plaat met etudes, waarop hij solo terugblikte op zijn klassieke wortels, komt de toevoer nu van generatiegenoot Heyndels en zestiger Dré Pallemaerts, de drummer naar wie hij als tiener al opkeek. “De klik is er met beiden van meet af aan geweest,” zegt hij. “Bij hen hoef ik niets te forceren. Elke tien seconden komt er wel een nieuw idee voorbij, en dan is het aan mij om te kiezen welk idee ik doorzet.”
Koo leerde Heyndels kennen aan het conservatorium in Den Haag. Hij werd er de bassist van het allereerste Alex Koo Trio, toen nog met de Italiaanse drummer Francesco De Rubeis. “Lennart is waanzinnig virtuoos, heeft een perfecte intonatie en zijn timing zit altijd goed. Maar misschien nog belangrijker: hij blijft altijd luisteren. Ik heb veel van hem opgestoken, ook
“Ik graaf graag diep, wil in mijn muziek tot de kern komen, en dan moet alle ballast weg. Net dat lijkt in de huidige tijdgeest een steeds grotere uitdaging”
Op het nieuwe album van zijn jazztrio hoor je pianist Alex Koo ook zingen en fluiten. “Mijn respect voor vocalisten is nog gestegen.”
omdat hij met eigen projecten vaak buiten de lijntjes kleurt.”
Pallemaerts ontmoette hij in een jazzbar in Den Haag. “Ik had gemerkt dat hij op de jamsessie na zijn concert aandachtig naar mijn pianospel aan het luisteren was. Ik heb hem dan uitgenodigd voor een trio-optreden in The Black Cat in Torhout, met ook bassist Clemens van der Feen. Sindsdien is mijn respect voor hem alleen maar toegenomen. Ik ben een grote fan van zijn lyrische spel, uitzonderlijk voor een drummer. Dré speelt in wolken en golven. Terwijl hij energie en feedback geeft, lanceert hij voortdurend nieuwe ideeën. Dat is enorm dankbaar voor een bandleider.”
Naast de vaste line-up is ook de gerenommeerde Amerikaanse trompettist Ambrose Akinmusire te horen op Blame it on my chromosomes. “Ik vind het een hele eer dat hij daar, tussen zijn eigen projecten en tournees met pakweg Joni Mitchell en Kendrick Lamar, tijd voor heeft vrijgemaakt. Omdat ik hem niet
persoonlijk kende, heb ik hem een mailtje gestuurd met de vraag of hij een bijdrage wou leveren op twee tracks. Eerst stuurde ik naast mijn demo nog wat suggesties mee, maar onmiddellijk daarna heb ik hem gemaild dat hij zich daar niets van moest aantrekken en vooral zijn ding moest doen. En dat heeft hij supergoed gedaan.”
Fluitje van een cent
Op de naar Ennio Morricone lonkende single ‘Eagle of the sun’ hoor je Koo naast pianospelen ook fluiten. “Ik wist al langer dat ik dat goed kon, al hebben we er wat extra galm onder gezet om de westernsfeer beter te benaderen. Als je goed luistert, hoor je zelfs een geluid dat lijkt op het klikken van de sporen van cowboylaarzen. Zingen was voor mij een grotere uitdaging dan fluiten, al had ik dat op Kimono garden al eerder gedaan. Maar dat was een studio-opname, gekozen uit misschien wel dertig takes. Nu is het de bedoeling dat ik de twee nummers met zanglijnen ook live zing. Dan kan je niets
opnieuw proberen. Mijn respect voor vocalisten is nog gestegen (de vrouw van Koo, Lorena del Mar, is ook zangeres, red.). Voor mij was het vooral een oefening in kwetsbaarheid. Mijn ongeschoolde stem is niet perfect en moet het dus hebben van fragiliteit en onschuld.”
Op het introspectieve ‘Slowly’ is de stem van Koo alvast op maat van de boodschap, die het overaanbod aan prikkels in onze maatschappij op de korrel neemt. “De jongste jaren komen die impulsen alleen maar heviger binnen. Hoe ouder je wordt, hoe meer er op je bord komt en hoe meer je aan de slag moet met het beetje tijd dat overblijft. Om me nog beter te kunnen focussen, zou ik liefst alle sociale media laten vallen, maar dat kan natuurlijk niet. Ik probeer het eerste deel van de dag, als mijn geest nog fris is, wel voor te behouden voor mijn instrument: Bach spelen, componeren en improviseren, werken aan
specifieke stukken. Zelf muziek spelen geeft me nog altijd de grootste voldoening. Begint mijn creatieve energie in de namiddag uit te doven, dan doe ik wat administratie of pik ik mijn dochter op van school.”
De andere 90 procent
“Ik graaf graag diep, wil in mijn muziek tot de kern komen, en dan moet alle ballast weg. Precies dat lijkt in de huidige tijdgeest een steeds grotere uitdaging. Neem de productie, de mix en het melodietje van veel muziek weg, en er blijft haast niets over. Maar het melodietje en de akkoorden zijn maar 10 procent van een stuk. Voor mij draait het om de andere 90 procent: met welke kleuren, instrumenten en muzikanten je dat alles vormgeeft. Het toffe aan het trio is dat we onze stukken gebruiken als springplank om op trip te gaan. ‘Eagle of the sun’ is misschien wat meer gedefineerd met zijn gezongen melodie en proberen we zo oprecht mogelijk te spelen. Maar op pakweg ‘Desert messiah’ kan je met de solo’s overal naartoe.”
Het is een synergie die mijlenver staat van de competitiegeest die in de klassiekemuziekwereld heerst en waar Koo als jongeling nog van droomde, maar die nu alleen nog op een voetbalveld rest. “Ook al hangt er niets af van zo’n zaalvoetbalwedstrijdje onder vrienden, ik wil wel winnen. En dus zet ik mijn voet, waardoor ik weleens een blessure oploop. Als een ploegmaat gewoon staat te wachten op de bal en niet meeverdedigt, dan wordt die op de vingers getikt.” (Lacht)
Alex Koo Trio stelt het album Blame it on my chromosomes voor op 7/2 in Flagey, flagey.be
FR Blessé, Alex Koo est actuellement sur le banc de touche du futsal. Mais en tant que pianiste, il est au sommet de sa forme et à la pointe de son art. Cette semaine, le Bruxellois a lancé Blame it on my chromosomes à Flagey, le nouvel album de son trio jazz avec le contrebassiste Lennart Heyndels et le batteur Dré Pallemaerts.
ALEX KOO: BETWEEN THE
EN As an indoor footballer, Alex Koo is forced to spend some time on the bench due to an injury. As a pianist, he is in top shape. At Flagey this week, the Brussels-based musician launches Blame it on my chromosomes, the new album by his trusted jazz trio, which also includes double bassist Lennart Heyndels and drummer Dré Pallemaerts.
THE BRUSSELS INTERNATIONAL ANIMATION FILM FESTIVAL
“Inwendige werking die iemand tot niet vooraf overwogen of onbeheerste handelingen brengt,” vertelt de grote Van Dale over het woordje ‘drift’. Die onaflaatbare menselijke drang heeft ons naar grote hoogten gestuwd, maar ook naar diepe dalen. De Brusselse analoge elektrojazzers van Tukan (de Franstalige broertjes van STUFF., zeg maar) bouwden er hun tweede, even snedige als verslavende album Human drift rond met zonevreemde pulsen, ruimtetuigen van synths en groovy baslijnen.
TUKAN 7/2, Ancienne Belgique, abconcerts.be
In de Namibische woestijn staat er een kunstinstallatie die de monsterhit ‘Africa’ van TOTO tot in de eeuwigheid loopt (op zonne-energie, god bless). Wie aan één luisterbeurt genoeg heeft, moet deze week koers zetten richting de zandvlaktes van Vorst Nationaal, waar de Amerikaanse eightiesiconen ook andere virtuoze rockhits als ‘Hold the line’ en ‘Rosanna’ van druppels levenselixir en extra schoudervullingen zullen voorzien.
TOTO 7/2, Vorst Nationaal, vorst-nationaal.be
Toen Philippe Zdar in 2019 van een gebouw viel in Parijs en dat niet overleefde, leek het ook over en uit voor Cassius, het duo dat de Franse producer vormde met zijn confrater Hubert ‘Boombass’ Blanc-Francard. Maar intussen heeft die laatste beslist dat hij de erfenis van de French house-pioniers wil voortzetten, ter nagedachtenis aan zijn verloren vriend en medemuzikant. Het wordt ongetwijfeld heerlijk bouncen op ‘Cassius 1999’, ‘Feeling for you’ en ‘Toop toop’. (TZ)
CASSIUS 8/2, Botanique, botanique.be
“Zwart zijn betekent meer dan afstammen van slaven,” titelde onze Select van februari over When we see us. In die tentoonstelling in Bozar gunt Koyo Kouoh, directrice en hoofdcurator van Zeitz MOCAA in Kaapstad én artistiek directrice van de Biënnale van Venetië in 2026, ons een blik op een eeuw zwarte figuratieve schilderkunst. Goed 150 werken van een 120-tal kunstenaars tonen hoe zwarte levens in alle nuance worden verbeeld via onder meer het alledaagse, sensualiteit, spiritualiteit en emancipatie.
WHEN WE SEE US 7/2 > 10/8, Bozar, bozar.be
De zestiende editie van de Affordable Art Fair kondigt zich aan volgens het aloude, beproefde recept: een 85-tal Belgische en buitenlandse galeries biedt een 1.000-tal kunstwerken te koop aan voor bedragen die niet meteen een gat in je geldbeugel dreigen te branden. Aan de ‘Under €1000’-muur hangen de grootste kleine prijzen, bij The Skate Room vind je twee limited-editionskateboards ontworpen door Roméo Elvis.
AFFORDABLE ART FAIR 5 > 9/2, Thurn & Taxis, affordableartfair.com
Bozar ontvangt de Turkse journaliste en schrijfster Ece Temelkuran (bekend van onder meer Verloren land. De zeven stappen van democratie naar dictatuur en Het geluid van bananen) voor een gesprek over haar nieuwe boek Nation of strangers. Daarin onderzoekt Turkijes ‘meest gelezen politieke columnist’ wat thuis, gemeenschap en identiteit nog betekenen op een moment dat grenzen vervagen. (KS)
MEET THE WRITER: ECE TEMELKURAN 11/2, Bozar, bozar.be
‘Ik wil de San niet exotiseren maar eren’
Het werk van de Zuid-Afrikaanse choreografe Moya Michael (Coloured swan, Outwalkers) ontstaat uit ontmoetingen. In It’s like a finger pointing a way to the moon staat haar ontmoeting met een bijzondere San-familie uit Namibië centraal. De San, de verzamelnaam voor de nomadische volkeren in zuidelijk Afrika, werden vroeger met de koloniale term ‘Bosjesmannen’ omschreven. Moya Michael: “Het zijn oorspronkelijk jagers en verzamelaars die hun nomadische leven vandaag letterlijk begrensd zien. Ze leven in zeer afgelegen reservaten, maar zijn een van de meest bestudeerde en door toeristen bezochte ‘traditionele’ volkeren. Oorspronkelijk wilde ik werken rond de bedreiging van talen en mondelinge overlevering. Maar de toeristische exploitatie waarmee de San worstelen heeft me aan het denken gezet over hoe de ontmoeting met !Amache, Be en hun familie het best verliep.”
Moya Michael was ter plaatse aanwezig met camera’s, maar heeft zelf ook een bepaalde mate van bloedverwantschap met de San, en koos voor een open aanpak op basis van vertrouwen. “Eerst zouden we hen ontmoeten in een soort ‘levend museum’ in het reservaat, waar ze traditionele kleding dragen en dansen. Maar we wilden geen toerist zijn. Ik wilde dicht bij hen zijn, dansen, zonder op een objectiverende afstand over hen te praten. Ik ben er meermaals geweest en zal blijven terugkeren. Ze beschouwen me als familie. Ze hebben me een naam gegeven en ik ben betrokken bij het tot stand brengen van een correcte relatie tussen hen en hun klanten.”
It’s like a finger pointing a way to the moon is een gelegenheid om !Amache, Be en hun familie te ontmoeten, door getuige te zijn van de reis die Michael maakte. “Ik wil hen niet exotiseren maar eren. Door de oren te openen en te luisteren naar wat je ziet. De beelden die Victoire Karera Kampire filmde zijn niet documentair, maar tonen wel hun dagelijkse realiteit, hun toegankelijkheid en hun kracht om te overleven en kennis door te geven. De dans zal geen reproductie zijn van hun traditionele dans, maar tonen hoe zij mijn dans getransformeerd hebben. Hetzelfde geldt voor de compositie van Simon Thierrée, die luisterde naar de plaatselijke geluiden en hun liederen om zijn manier van werken te transformeren. We horen ook hun taal en verhalen, herschreven door dramaturg Joachim Ben Yakoub. Allemaal om de ervaring van die bijzondere ontmoeting te delen en te eren.” MICHAËL BELLON
It’s like a finger pointing a way to the moon speelt op 13 en 14/2 in de KVS BOX, kvs.be
Michiel Vandevelde ging aan de slag met het iconische ballet Le sacre du printemps van componist Igor Stravinsky en choreograaf Vaslav Nijinsky. Vandevelde gebruikt de muziek van Stravinsky voor dit verhaal over de wisselwerking tussen mens en natuur, maar confronteert de twee dansers ook met Fallon Mayanja’s elektronische muziek, de textielkunst van Elen Braga en videowerk van Juan Ferrari.
MICHIEL VANDEVELDE/THEATER NEUMARKT: LE SACRE DU PRINTEMPS 7 & 8/2, GC De Kriekelaar, kaaitheater.be
Hoe lang is een piemel? Kan je dood gaan van masturbatie? Is porno echt of geacteerd? Moet ik mijn schaamhaar scheren? En wat met seks voor het huwelijk? Het Brusselse gezelschap Tint ziet theater als glijmiddel om jongeren dichter bij elkaar te brengen, en toont hoe dat dan in zijn werk gaat met de originele, geestige en ontwapenende theatervoorstelling Q&A. Daarin stellen jongeren zelf honderduit vragen over seks, liefde en relaties.
TINT: Q&A 10 & 11/2, Zinnema, zinnema.be
De Brusselse producer en dj GAIKO brengt zijn eerste plaat uit, maar houdt het bij de presentatie in de Gouden Zaal van de Beursschouwburg niet bij zijn gloomy tracks en tunes. Samen met regisseur Alexander Wolfgang, visuele artiest Larpie en scenografe Marie Malingreau creëerde hij een audiovisuele show die van theatrale en filmische elementen gebruikmaakt om zijn artistieke universum te completeren. (MB)
GAIKO ALBUM RELEASE PARTY + BASILE3 7/2, Beursschouwburg, beursschouwburg.be
“A classical Americana electro-gospel acid trip.” Geen zorgen, ook hier op de redactie waren we even sprakeloos na deze pitch van Davóne Tines’ recital. Wat er precies te gebeuren staat: wars van stijlen en genres schetst de Amerikaanse bas-bariton een muzikaal portret van politiek activist Paul Robeson. Van Johann Sebastian Bach naar ‘Ol’ man river’ met als rode draad de velours stembanden van Tines – die vorig jaar nog schitterde als Hadrian in Rufus Wainwrights gelijknamige opera.
DAVÓNE TINES & THE TRUTH 8/2, Bozar, bozar.be
Die schöne Müllerin, Winterreise, An die ferne Geliebte. Er bestaat slechts een handvol liedcycli die een werkelijk iconisch statuut bereikt hebben. Dankzij sopraan Elsa Dreisig kan je er binnenkort eentje van je bucketlist schrappen: Dichterliebe, het hoogtepunt van de vruchtbare samenwerking tussen Robert Schumann en dichter Heinrich Heine. Het beste nieuws? Je eigen lieveling kan lekker dicht tegen je aanschuiven, want je plus-one mag gratis mee!
DICHTERLIEBE 13/2, De Munt, lamonnaiedemunt.be
Een nieuw jaar, een nieuwe jubilaris. In 2025 staan de programmaboekjes propvol muziek van de anderhalve eeuweling Maurice Ravel. Het Belgian National Orchestra trapt de festiviteiten af met een dubbele dosis pianoconcerto. Alexandre Tharaud tekent zowel voor het swingende stuk in sol groot als voor het aartsmoeilijke orkestwerk waarbij hij alleen zijn linkerhand mag gebruiken. (JC)
BELGIAN NATIONAL ORCHESTRA, GABEL & THARAUD 7/2, Bozar, bozar.be
Met The brutalist waagt Brady Corbet zich aan zijn Citizen Kane. Het ontzagwekkend ambitieuze en monumentale immigrantenepos is voor tien Oscars genomineerd. Adrien Brody vindt de uitzonderlijke vorm van The pianist terug en speelt een joodse architect uit Hongarije die na de Holocaust in Philadelphia aanspoelt. Van de bouw van een gemeenschapscentrum voor een steenrijke industrieel maakt de man zijn levenswerk. Ver voorbij de rede.
THE BRUTALIST US, dir.: Brady Corbet, act.: Adrien Brody, Guy Pearce, Felicity Jones
Gorik van Oudheusden schoof Zwangere Guy even opzij voor zijn filmdebuut. In de eerste film van broers Jan en Raf Roosens speelt hij een zorgzame vader die goed opschiet met zijn 14-jarige dochter Ava. Hij denkt ‘putain’ wanneer Ava weer meer contact heeft met zijn ex en haar moeder, een techno-dj die haar carrière wil reanimeren. Veerle Baetens en Billie-Louise Vlegels zijn én spelen moeder en dochter. Familie boven alles.
COMEBACK BE, dir.: Jan & Raf Roosens, act.: Veerle Baetens, Gorik van Oudheusden, Billie-Louise Vlegels
Ieder zijn specialiteit. Die van Maria Callas was sterven op de scène en met intense aria’s operafanaten in trance brengen. Die van Pablo Larraín is met Hollywood-sterren films maken over iconische vrouwen uit de twintigste eeuw. In Jackie regisseerde hij Natalie Portman als Jackie Kennedy, in Spencer Kristen Stewart als prinses Diana. Voor Maria, een evocatie van de laatste dagen uit het leven van de operadiva, ging hij in zee met Angelina Jolie. (NR) MARIA UK, US, dir.: Pablo Larraín, act.: Angelina Jolie
Met Eliane brengt Kobe Desramaults naar Brussel wat de stad nog miste: een nederige en ambachtelijke benadering van de haute cuisine.
De komst van Kobe Desramaults naar Brussel is een evenement. De Belgische chef met een visionaire aanpak toonde zich van Dranouter (In de Wulf) tot Gent (Chambre Séparée) al als een toonaangevende en ontwrichtende figuur binnen de wereld van de fine dining. Eliane, gevestigd op de benedenverdieping van platenlabel PIAS, blijkt hem op het lijf geschreven te zijn: intiem, bescheiden, vrij en veeleisend. In een gedempt decor, opgebouwd rond een toog met zes zitplaatsen, nodigt de chef zijn gasten uit voor een totaalervaring. Hier geen vooraf bepaald menu: de gerechten volgen elkaar op, geleid door de inspiratie van het moment. Deze formule, geïnspi-
reerd op de Japanse omakase, nodigt uit tot ontdekking en overgave. De scenografie is tot in de puntjes verzorgd: lichte gordijnen, stapels vinylplaten, een open vlam op een draagbare barbecue van diatomeeënaarde en een gevarieerde soundtrack – die middag schalde bijvoorbeeld de Duitse band Saâda Bonaire door de boxen.
Elke handeling en elk gerecht betoverde en zette aan tot bezinning. Drieënhalf uur lang leek de tijd stil te staan. Het menu, bestaande uit achttien hapjes en gerechten, nam de gasten mee langs een waaier aan smaken. Enkele opvallende creaties: een wafel met Bretonse zee-egel, ravioli van knolselderij en truffel, wilde eend met boekweit en barbajuan, een sardine die door citroenmelisse naar een hoger niveau wordt getild, en krab in combinatie met de zoetheid van kastanje. De composities
getuigden van technisch meesterschap en een compromisloze creativiteit.
De rekening, een vaste prijs van 285 euro (plus 120 euro voor een alcoholvrije pairing, met als hoogtepunt L’Antidote, een met kruiden doordrenkt druivensap) weerspiegelt het hoge niveau en de exclusiviteit van de ervaring. Zo’n bedrag is niet voor iedereen weggelegd, maar het is een eerlijke prijs voor een chef die kiest voor ambacht en menselijkheid.
Desramaults blijft trouw aan zijn principes, weigert compromissen te sluiten of zich te conformeren. Met Eliane schenkt hij Brussel een uniek adres, waar gastronomie in haar puurste, meest essentiële vorm kan worden ervaren en weer een moment van uitwisseling wordt.
TEKST:
Wat weet illustrator Tom Schamp van het leven?
Welke fout maak je keer op keer tijdens het creatieve proces?
Tijdsonderschatting en/of zelfoverschatting blijven een constante.
Wat heeft je werk je geleerd over het leven of over jezelf?
Enkel imperfecte mensen streven naar perfectie. Echte perfectionisten weten dat perfectie niet bestaat. (Lacht)
Welke belangrijke tip kreeg je ooit van je publiek?
Mijn publiek is redelijk stil, maar een reactie uit een ander land of een andere cultuur toont de relativiteit van taal en grenzen.
Welke levenswijsheid kreeg je mee van je ouders?
Klant is koning.
Welke levenswijsheid wordt overschat?
Klant is koning.
Welke zin mag op je doodsprentje staan?
Waar was ik weer gebleven ...
Met welke quote pak je graag uit?
Een beeld zegt meer dan duizend woorden.
Welk nutteloos feitje ligt nu op het puntje van je tong?
Duizend beelden zeggen dus meer dan een miljoen woorden.
Bestaat er een god?
Wie weet dat?
Als je jezelf een andere naam kon geven, welke zou dat dan zijn?
Tom Schamps, want nogal wat mensen willen graag een ‘s’ achter mijn achternaam schrijven.
In welk ander vak of beroep zou je ook top zijn?
Lesgever in nutteloze feitjes.
Welke misvatting bestaat er over jou?
Bestaan er misvattingen over tekenaars?
Misschien dat het stille mensen zijn?
Wat was het beste persoonlijke nieuws van de afgelopen weken?
Dat de tweede druk van mijn abc-boek eindelijk in de winkel ligt.
Tom Schamp (1970) volgde toegepaste grafiek aan Sint-Lukas Brussel
Hij is zelfstandig illustrator van reclamecampagnes, speelgoed, verpakkingen en intussen meer dan 35 boeken
Zijn kleurrijke avonturen van Otto en grappige kijkboeken-met-woordgrapjes over kleuren, voertuigen of letters worden gelezen van Parijs tot Tokio Voor het tweede jaar op rij is hij in de running voor de Astrid Lindgren Memorial Award
Wat had jij pas op erg late leeftijd door dat de rest van de wereld eigenlijk allang wist?
Dat er waarschijnlijk wel zoiets bestaat als talent. Vroeger geloofde ik enkel in 50% goesting en 50% ijver en doorzettingsvermogen.
Welke lifehack verbeterde je leven?
In de loop van de werkdag op verschillende stoelen zitten is veel beter voor de onderrug.
Welke kooktruc moeten wij ook kennen?
Kook eerst je water met een snelkoker voor je de groenten begint te garen op het gasfornuis.
Welk vreemd voorwerp slingert er rond in je huis?
Een soort borstel met kleefstroken om kattenharen van stoelen te halen.
Kijk je vaak in de spiegel?
Zo min mogelijk. Om mijn zelfbeeld niet te veel te verstoren.
Waar kijk je naar uit de komende maanden?
De lente.
Wat was er vroeger beter?
Ik koester warme herinneringen aan de tijd toen DéliChoc nog Bichoc heette, en de meeste merken, politieke partijen en banken hun oorspronkelijke naam nog hadden.
Welke minder bekende app raad je iedereen aan?
De rekenmachine is een zwaar onderschatte app op een iPhone.
Welke app ontbreekt er in je leven?
Zoals het bovenstaande antwoord duidelijk maakt, ben ik een very late digital adopter Meestal merk ik pas achteraf wat er al die tijd ontbrak in mijn leven. MICHAËL BELLON
Tom Schamps Het Allermooiste, Buitengewone en Complete boek van alle letters (27,99 euro, 72 pagina’s) is uitgegeven bij Lannoo en ligt opnieuw in de winkel, tomschamp.com
Althans, dat vinden wij. Maar wat vind jij van BRUZZ?
BRUZZ belicht Brussel in al zijn facetten. We zetten onze schijnwerpers op de mooie en de minder mooie kanten van onze hoofdstad. Dat doen we via verschillende media en kanalen. BRUZZ is een website, een app, een radiozender, een magazine en een televisiezender. We zijn ook actief op verschillende sociale media, we maken podcasts en hebben een jongerenwebsite, BRUZZ Ket.
Vandaag vragen we graag jouw mening. Welke van onze media volg je? Ben je tevreden, wat vind je goed en wat minder goed?
Ga naar bruzz.be/enquete en WIN een Museumpass of AB concertcheques.
Version française disponible English version available bruzz.be/enquete