BRUZZ editie 1920 (29-01-2025)

Page 1


Nicole De Moor (CD&V) wil overlastplegers gedwongen terugsturen

Jonge Vlaamse ondernemers verhippen Noordwijk

Op zoek naar sporen van president Mobutu in Schaarbeek

Nederlandstalige stand-up

Comedians zoeken publiek

Radicalisering Hoe gevaarlijk zijn kinderen met extreme gedachten?

Wat bezielt een jongen van amper veertien jaar om een aanslag te beramen op een moskee? Waar komt die virulente haat vandaan? En waarom ondervindt zo iemand weinig morele hinder in zijn ultieme keuze voor geweld?

Die ongemakkelijke vragen maken sinds vorige donderdag justitie, de politiediensten en de radicaliseringsexperten opnieuw zenuwachtig, nadat de veiligheidsdiensten bij een huiszoeking in Molenbeek een jongeman hadden opgepakt die een gebedshuis voor moslims in de buurt viseerde. Volgens communicatie van het Brussels parket lagen bij hem thuis de wapens al klaar – messen – en was het moment van zijn plan niet lukraak gekozen: hij wilde de volgende dag toeslaan tijdens het drukbezochte vrijdaggebed.

De diensten vonden naar verluidt ook een swastika: een nazikruis, wat duidelijk refereert aan een extreemrechts gedachtegoed. Of minstens de fascinatie ervoor, die veel verder gaat dan bijvoorbeeld de dubbelzinnige ‘Hitler-groet’ van Elon Musk.

den – gaat altijd om een hoogst persoonlijke, particuliere beslissing, waarvan alleen de dader de volledige herkomst kan schetsen. En dat zal altijd complexer zijn dan alle bestaande theorieën gecombineerd en gebaseerd op iemands sociaal-economische of cultureelreligieuze achtergrond.

Dat maakt de strijd tegen radicalisering zo lastig: wat de dader ten diepste triggert, en hoe die prikkel tot een soort onbuigzaamheid in het karakter leidt, blijft uit beeld.

Anderzijds gaat het in dit geval om een veertienjarige, een puber, een kind nog. Iemand in de volle ontwikkeling van zijn leven, die zich eerder zorgen moet maken over voetbaltrainingen of prille liefdes op de schoolbanken, dan over een wereldbeeld, gedrenkt in een breed verspreid anti-islamdiscours. Dat van die jonge leeftijd is trouwens een relatief nieuw gegeven.

“Een stil leger van online geradicaliseerde jongeren koestert wrok jegens de Brusselse diversiteit. Angstaanjagend”

Over de identiteit en de nationaliteit van de jongen doen verschillende speculaties de ronde, maar dat verandert niets aan de kern van de zaak: in Brussel lopen een aantal jongeren rond die een bedreiging vormen voor zichzelf en voor anderen. En die niet volgens de gangbare maatschappelijke codes denken.

Dat veroorzaakt onrust. Niet in het minst bij degenen die het fenomeen in kaart willen brengen. Enerzijds omdat elk verklaringsmodel tekortschiet. De keuze voor geweld – in extremis: de keuze om anderen dodelijk te verwon-

Toch moeten die ideeën ergens vandaan komen: is het niet van zijn directe omgeving, dan wel online. En als hij via TikTok of andere sociale media overtuigd raakte van het extreemrechtse geweldsdenken, dan zitten nog andere jongvolwassenen vanachter hun scherm een gelijksoortige wrok te cultiveren jegens een samenleving die gekenmerkt wordt door diversiteit en multiculturaliteit. Dat stille leger van online geradicaliseerde fanaten, hoe jong ook, vormt een angstaanjagend perspectief. Was de jongen in zijn opzet geslaagd, dan voerde men – de pers, de politici, de publieke opinie – momenteel een ander debat. Maar omdat de veiligheidsdiensten (gelukkig) op tijd ingrepen, lijkt de verwondering over wat had kunnen gebeuren, snel te gaan liggen. Dat geeft een vals gevoel van veiligheid, terwijl het best choquerend blijft.

Coördinator magazine

In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.

Lees meer “Wie weet waar hij vandaan komt, radicaliseert minder snel”: in een nieuwe Instagramreeks spreekt Dounia Mohammadi over de invloed van de islam op het Westen p.6

via WhatsApp Volg BRUZZ

en krijg

een handig overzicht van de belangrijkste en mooiste Brusselse verhalen van de dag.

Meer info op BRUZZ.be/whatsapp

16

Koning Boudewijn en de Congolese president Mobutu, die in 1958 voor het eerst in Brussel neerstreek.

OP DE COVER

34Comedy Waarom is Nederlandstalige comedy in Brussel zo moeilijk?

ACTUALITEIT

03Vooraan Radicalisering

06Het gesprek Dounia Mohammadi bestudeert de invloed van de Arabische cultuur

12Interview Nicole de Moor

14Opinie Toch maar opletten met realtimegezichtsherkenning

15Lezersbrief Politieke stilstand

20M/V/X van de week De Nieuwe Lichting-finaliste Salvia vluchtte van Oekraïne naar Brussel

21Cartoon Kim

32Gedichtendag 2025 BRUZZ vroeg aan de Brusselse auteur Tijl Nuyts om een gelegenheidsgedicht te schrijven over de Brusselse actualiteit

VERHALEN

16Geschiedenis De Brusselse jaren van Mobutu

24Economie Vlaamse ondernemers verhippen Noordwijk

ELKE WEEK

10In beeld Ivan Put: Naakte vrouw

14 Stadsleven Manneken Pis

23Beestig Brussel Vogelteller uit Mooi-

Bos-Wijk met 6.400 waarnemingen

28 Sporting Flagey Zeg nooit minivoetbal tegen futsal

29Big City Staat een deel van het oude viaduct van Koekelberg in Bangkok?

29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?

30Hang-out Israa

38Column De oude viespeuken

SELECT

39 Kunstenaar Paulo Nazareth toont veerkracht en verzet in Wiels

43Klein onderhoud Omasta

45Eat & Drink Must

46Inzichten Michaël Pas

COLOFON

BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 46.000 exemplaren ADVERTEREN? Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Luana Difficile, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Jasper Croonen, Elian Coussement, Emilia De Feyter, Andy Furniere, La Morrigasme, Tom Peeters, Maria Saldi, Niels Ruëll, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Dounia Mohammadi maakt Instagramvideo’s over de invloed van de Arabische cultuur

‘De Arabieren waren ooit de Amerikanen van vandaag’

De Arabische en Europese cultuur zijn helemaal geen tegenpolen, maar stenen uit hetzelfde huis. Dat vormt het onderwerp van een reeks Instagramvideo’s waarmee Dounia Mohammadi (33) net is begonnen.

“Wie weet waar hij vandaan komt, radicaliseert niet snel.”

door Kris Hendrickx foto’s Ivan Put

Toen Dounia Mohammadi haar allereerste spreekbeurt moest geven in het lager onderwijs, ging die over het Alhambra in Granada, het wonderlijke juweel van architectuur en technologie dat de Moren optrokken in bezet Spanje. Om maar te zeggen, Mohammadi mag dan nog maar enkele korte video’s van een minuut gepubliceerd hebben, het onderwerp boeit haar wel al van kindsbeen af.

In die filmpjes legt ze elke week uit hoe bepalend de Arabische cultuur en de islam geweest zijn voor het Europa van vandaag: voor de cijfers die we gebruiken en onze taal, maar zelfs voor onze tafelmanieren en waarden. Het is een aspect van de geschiedenis dat vandaag onderbelicht blijft, vindt de digitale maakster, die voor

Les Engagés enkele jaren meedraaide als parlementair medewerkster. “Als tiener had ik die uitleg graag gehoord op de schoolbanken.”

Hoe kwam u op het idee om via sociale media over de invloed van de Arabische cultuur op onze maatschappij te spreken?

DOUNIA MOHAMMADI: Het is een project dat ik al enkele jaren voorbereid, samen met mijn vader. Het onderwerp fascineert me al sinds mijn kinderjaren, vaak doordat mijn vader me lectuur aanbeval. Ik ben Brussels, maar ik weet waar mijn wortels liggen, waar ik vandaan kom. Mijn ouders hebben mij altijd duidelijk gemaakt dat ik onlosmakelijk verbonden ben met twee werelden: deze maatschappij waar ik geboren ben en onze migratie-erfenis.

Waarom is dat bewustzijn zo belangrijk?

MOHAMMADI: Door de vraag die mijn vader ons vaak stelde: hoe komt het dat sommige mensen zich hier veel beter in hun vel voelen dan andere? Om het met een boutade te zeggen: om te weten waar je naartoe gaat, moet je weten waar je vandaan komt. Ikzelf en mijn broer en zussen hebben bijvoorbeeld nooit echt identiteitsproblemen gevoeld, maar we zijn dan ook al heel vroeg geconfronteerd met onze culturele erfenis.

U denkt daarbij niet enkel aan mensen die zich wat slecht in hun vel voelen, maar maakt zelfs de brug met terreur in naam van de islam?

MOHAMMADI: Absoluut: als de hele kwestie van je origine braakliggend terrein is en mensen op zoek zijn naar wie ze eigenlijk

BIO

• 33 jaar, geboren in Brussel

• moeder van Algerijnse origine, vader van Marokkaanse komaf

• studeerde politieke wetenschappen en overheidsadministratie (SaintLouis en ULB) en management (Solvay Business School)

• werkt voor de overheid

• was enkele jaren actief bij Les Engagés

• digitale maker in haar vrije tijd

zijn, is de stap naar radicale ideeën veel makkelijker. Dan wordt de discriminatie waar mensen mee geconfronteerd worden, sneller omgevormd tot een wapen. Dat is helemaal anders als dat terrein al bezaaid ligt met het besef dat we uit een rijke traditie komen, als we beseffen dat die Arabische traditie dit Europa mee heeft gevormd. Dan wordt die radicalisering veel moeilijker. En aangezien de verwevenheid van de Arabische en Europese cultuur niet zo bekend is, vond ik dit project nodig. Het is een manier om mensen te verzoenen met hun wortels.

Thuis zag u geen identiteitsproblemen.

Speelt het milieu waarin u bent opgegroeid daarin ook geen rol? Heel uw Instagramprofiel ademt middenklasse uit: hobby’s als vioolspelen, een vader met een uitgebreide bibliotheek … Uw culturele bagage is anders dan bij dan mensen van wie de ouders geen opleiding hebben en in armoede leven.

MOHAMMADI: Dat speelt zeker mee. Aan de universiteit kwam ik voor het eerst in contact met het concept van het ‘culturele kapitaal’ van socioloog Pierre Bourdieu. Tot dan zag ik mezelf helemaal niet als geprivilegieerd: mijn ouders zijn niet rijk of zo. Toen ik studenten uit gegoede middens ontmoette, besefte ik dat ik in mijn jeugd toegang had gekregen tot exact dezelfde bronnen van kennis en cultuur. Voor mij was dat een extra reden om met dit project te starten. Het is een manier om inzichten door te geven aan wie er geen toegang toe heeft.

Hoe gaat dat in zijn werk, samenwerken met uw vader?

MOHAMMADI: Hij komt voortdurend met boeken aanzetten en soms ook met een idee voor een video. Na het lezen debatteren we ook vaak nog over die thema’s, waardoor onze inzichten scherper worden. Hij legt nooit iets op, maar zet eerder aan

tot nadenken. De hele vertaalslag naar een toegankelijke video doe ik.

Blijft het bij deze erg korte video’s?

MOHAMMADI: We zullen ook een gezelschapsspel over het onderwerp uitbrengen. Na een tijdje wil ik wat langere video’s publiceren, op YouTube bijvoorbeeld. Maar eerst moeten we een publiek opbouwen van mensen die geboeid zijn door het onderwerp. Nu zijn dat iets meer dan duizend mensen, zodra het er tienduizenden zijn, kunnen we volgende stappen zetten. Waarom bijvoorbeeld geen reeks van lezingen over het thema beginnen? Dan bereik je nog eens een

“Vandaag hoor je vaak dat de islam niet in ons DNA zit. Dat klopt niet, veel waarden komen net via de islam”

andere groep. Ik hou er ook van me mondeling uit te drukken.

U wil een wekelijks ritme aanhouden. Wat zit er nog in de pijplijn?

MOHAMMADI: De volgende episode gaat over de Arabische cijfers. Die komen oorspronkelijk uit India, maar zijn in Europa ingevoerd door de Arabieren. Er is zoveel over te zeggen dat ik het niet in zo’n video van een minuut zal krijgen, ik kan er makkelijk vijf of zes over maken.

Waarom zo’n hyperkort format voor een complex thema?

MOHAMMADI: Om meer impact te hebben. Als het enkel aan mezelf lag, zou ik zelfs video’s van drie uur maken. Ik moest mezelf beperken om de aandacht van het publiek ook te vatten. Ik experimenteer wat met de lengtes om te kijken wat werkt.

U las ondertussen al erg veel over de invloed van de Arabische cultuur op onze samenleving. Welke aspecten zijn u daarbij vooral bijgebleven?

MOHAMMADI: Voor ik met die studie begon, kreeg ik altijd de indruk dat die invloed zich beperkte tot enkele geïsoleerde

aspecten: wiskunde, enkele woorden uit het Arabisch … Gaandeweg besefte ik dat die invloed veel dieper gaat. De Arabische en de Europese beschavingen zijn eigenlijk stenen in hetzelfde huis. Als je er een uithaalt, kan ook de rest instorten.

Kijk naar de Arabische cijfers. Die hadden we nodig om de erg ingewikkelde berekeningen te maken die de mens bijvoorbeeld naar de maan hebben gebracht. Met Romeinse cijfers was dat moeilijk geweest. Die verwevenheid van culturen geldt natuurlijk niet alleen voor de Arabische cultuur. Ik focus erop omdat we te weinig over die cultuur spreken en omdat het, als we het al doen, negatief is. Voor die Arabische en islamcultuur geldt trouwens hetzelfde: die kon ook enkel bloeien doordat ze zich inspireerde op de erfenis van de Grieken.

U komt met uw initiatief op een moment dat een heel ander discours aan gewicht wint in Europa: een identitaire en nationalistische visie op geschiedenis, die dit soort invloeden graag weggomt.

MOHAMMADI: Inderdaad, onder meer in Frankrijk hoor je dat steeds vaker: de islam zit niet in ons DNA, in onze waarden, in

Dounia Mohammadi: “De islam wordt als een gewelddadige religie afgeschilderd, maar de Arabische cavalerie introduceerde net een heleboel regels op het slagveld.”

onze geschiedenis. Dat klopt niet, veel waarden komen net via de islam.

Een voorbeeld?

MOHAMMADI: De islam wordt vaak als een gewelddadige religie afgeschilderd, maar de Arabische cavalerie introduceerde net een heleboel regels op het krijgsveld, in een Europa dat van geweld was vergeven. Een geïsoleerde tegenstander werd bijvoorbeeld niet aangevallen, er werd niet aangevallen op feestdagen. Die regels hebben zo ingang gevonden in Europa. Duizend jaar geleden

was het net de islam die een pacifistischer en geraffineerder discours had. Mijn video’s zijn in die zin ook een oproep om kritisch te kijken. Daesh is één realiteit, maar het was niet altijd zo.

In het Moorse Spanje mochten joden en christenen hun religie behouden.

MOHAMMADI: Terwijl andersdenkenden elders vermoord werden. Wat ik ook niet wist, is dat het hele principe van maaltijden met verschillende gangen van de Arabieren komt en zo in Andalusië werd geïntroduceerd.

U hebt het over een ver verleden. Maar waar ziet u vandaag nog islamlanden die een lichtend voorbeeld zijn inzake tolerantie, waarden en mensenrechten?

MOHAMMADI: Ik ben geen expert terzake. Maar het klopt dat moslimlanden daar vandaag niet mee in de kijker lopen. De Arabische cultuur van toen was vooral gekenmerkt door openheid en nieuwsgierigheid. Dat besef kan vandaag misschien opnieuw inspirerend werken, ook in die landen. Hier bij ons kan het onderwijs een rol spelen, de media die vaak een negatief beeld ophangen van de Arabische wereld en ook de filmwereld. Ik ken geen enkele toekomstof sciencefictionfilm waarin Arabieren prominent aanwezig zijn. Je ziet wel zwarten, blanken, Aziaten, Indiërs …

Wat wil u graag anders zien in het onderwijs?

MOHAMMADI: Meer nadruk op hoezeer de geschiedenis van de islam en van Europa verbonden zijn, hoezeer ze met de hulp van elkaar zijn ontstaan. De Arabieren van toen waren een beetje de Amerikanen van vandaag: de trendsetters op tal van gebieden. Dat had ik graag gehoord toen ik zelf op de schoolbanken zat. Er is geen ‘wij’ en ‘jullie’, er is een gezamenlijke ‘wij’.

‘LES ARABES ÉTAIENT LES AMÉRICAINS D’AUJOURD’HUI’

FR Les cultures arabe et européenne ne s’opposent pas, elles partagent les mêmes origines. C’est le thème d’une série Instagram créée par Dounia Mohammadi (33 ans). À travers ses vidéos hebdomadaires, elle démontre comment la culture arabe et l’islam ont joué un rôle clé dans la construction de l’Europe actuelle : qu’il s’agisse des chiffres ou de la langue que nous utilisons. « Connaître ses racines, c’est se prémunir contre la radicalisation. »

‘THE

ARABS WERE ONCE THE AMERICANS OF TODAY’

EN Arab and European culture are not opposites, but rather chips of the same old block. That is the theme in a series of Instagram videos that Dounia Mohammadi (33) has just launched. In her weekly videos she explains how decisive Arab culture and Islam have been for today’s Europe: for the numbers we use, our language, our table manners, and our values. “Those who know where they come from are less likely to become radicalised.”

In beeld door Ivan Put
Naakte vrouw

Nog tot 2 februari kunnen bezoekers van BRAFA Art Fair, ontstaan in 1956 als de Foire des Antiquaires, kennismaken met de kunsten, van de oudheid tot hedendaagse kunst. Het gaat over schilderijen van oude meesters, tot klassieke Afrikaanse kunst, antiek en designmeubilair en zilverwerk, tapijten, textiel, zeldzame boeken en juwelen. En af en toe eens een blote vrouw, zo blijkt. Dit jaar is het zeventigste editie met in totaal 130 kunstenaars uit 16 landen. MG

‘Overlastplegers moeten we terugsturen’

Streng maar rechtvaardig, zo wou Nicole de Moor (CD&V) de hondenstiel van staatssecretaris voor Asiel en Migratie te lijf gaan. “Vandaag zitten er te veel mensen in het systeem die dat niet nodig hebben, dat moet je oplossen.”

door Johan Baeten

“Een warme Margaret Thatcher.” Met die woorden stelde CD&V-partijvoorzitter Sammy Mahdi zijn opvolger als staatssecretaris voor Asiel en Migratie in de zomer van 2022 voor. Vandaag heeft De Moor een golf aan crisissen achter de kiezen die ze volgens tegenstanders ook met de kilte benaderde die bij een iron lady past. Zelf ziet de Oost-Vlaamse, die tien jaar in Kuregem woonde, het anders. “Ik wist dat die woorden zouden terugkeren.”

U staat er niet achter?

NICOLE DE MOOR: “There is no such thing as society,” zei Thatcher. Daar sta ik ideologisch heel ver van. Ik ben een gemeenschapsmens.

Toch hebben velen die warmte te weinig gezien.

DE MOOR: Het asieldebat is heel gepolariseerd. Vaak komt dat tot uiting in het beeld dat men maakt van de politiek verantwoordelijke die het gezicht is van dat beleid. Dat men mij in de koude hoek plaatste, daar heb ik het moeilijk mee gehad. Alsof je enkel maar voor of tegen migratie kan zijn, enkel links of rechts, enkel koud of warm. Ik heb het krakende migratiesysteem

willen hervormen om de basis ervan overeind te houden. En dan word je blijkbaar al snel in de harde hoek geplaatst.

Het blijft wrang voor velen: een christendemocrate onder wier beleid de wachtlijst met asielzoekers die recht hebben op opvang drieduizend mensen telt.

DE MOOR: We hebben deze legislatuur tienduizend extra opvangplaatsen gecreëerd, waarvoor we van de kust tot de Ardennen tegenwind hebben gekregen. U focust op de kritiek die van links komt, maar ik hoor evenveel de andere zijde die zegt dat ik de grenzen wijd openzet. Gelukkig is er ook een grote groep mensen die zich zorgen maakt. Die niet hardvochtig zijn tegenover mensen die écht bescherming verdienen, maar wel een rechtvaardig systeem willen. Dat betekent: bescherming voor wie het nodig heeft. Vandaag zitten er te veel mensen in het systeem die dat niet nodig hebben, dat moet je oplossen. Anders haal je het systeem en het draagvlak onderuit.

Het gaat over rechten en plichten: een heel cruciale gedachte in de christendemocratie. Wie die bescherming krijgt, willen we meenemen in een gemeenschapsverhaal, maar dan moet die persoon ook de nodige inspanningen doen.

U heeft het over rechtvaardigheid, maar ontzegt mensen die daar recht op hebben een plek in het opvangsysteem.

DE MOOR: We hebben naar noodoplossingen gezocht. Samen met het Brussels Gewest voorzien we in tweeduizend noodopvangplekken. Onder mijn beleid is de samenwerking tussen Brussel en de federale autoriteiten verstrekt, dat is een trendbreuk met vroeger. Ik vind het niet oké dat we drieduizend mensen niet kunnen opvangen, maar die slapen niet allemaal in de Brusselse straten.

“Ik vind het niet oké dat we zoveel mensen niet kunnen opvangen, maar die slapen niet allemaal in de Brusselse straten”

Nicole de Moor, staatssecretaris voor Asiel en Migratie: “Asiel is moeilijk in begrotingstabellen te gieten, je bent altijd afhankelijk van wat elders in de wereld gebeurt en het rommelt vandaag in de wereld.”

De beslissing om alleenstaande mannen geen opvang te verlenen, resulteerde zelfs in duizenden veroordelingen voor de overheid.

DE MOOR: Ik ben daar altijd heel eerlijk over geweest. Elke asielzoeker heeft recht op opvang, maar we slagen daar niet in omdat het aantal aanvragen zo hoog ligt.

U wil de instroom verlagen, maar vorig jaar registreerden de asieldiensten bijna veertigduizend aanvragen.

DE MOOR: Laat me één voorbeeld geven. Het is vanzelfsprekend dat Palestijnen die de wreedheden in Gaza ontvluchten bescherming krijgen. Maar meer dan de helft van de Palestijnen die hier asiel aanvragen, heeft al bescherming in een ander EU-land. Dat kan niet blijven duren.

Zij komen bijvoorbeeld uit Griekenland, een land dat geen schoonheidsprijzen wint als het op de behandeling van asielzoekers aankomt.

DE MOOR: Griekenland is veilig. Dat is de basis. Natuurlijk zijn er wel welvaartsverschillen tussen Griekenland en België.

Het gaat niet over welvaart, het gaat over de veiligheid voor mensen op de vlucht voor brute oorlogen.

DE MOOR: Exact, en dan ben je ook in een ander Europees land veilig.

Ondertussen bent u ook van plan om Afghanen die hier geen bescherming krijgen naar Afghanistan terug te sturen.

DE MOOR: Dat gaat over mensen die hier onwettig verblijven. We beschermen Afghanen die op de vlucht zijn voor vervolging, maar vandaag wordt niet elke Afghaan erkend. Het erkenningspercentage is net gedaald, terwijl Afghanistan al jaren in de top drie staat van nationaliteiten die in ons land bescherming aanvragen. Die mensen belanden dus in onwettig verblijf. Dat is een leven van miserie en ellende, en het weegt op een stad als Brussel.

Ik wil me niet neerleggen bij een realiteit met honderdduizend mensen in onwettig verblijf. Dus, dan organiseer je terugkeer, of ga je massaal verblijfsdocumenten uitdelen. Voor die tweede optie pas ik, maar terugkeer blijft ontzettend moeilijk.

Je hebt voldoende eigen capaciteit, begeleiding en juridische mogelijkheden nodig. Maar je bent ook heel vaak afhankelijk van de samenwerking met de herkomstlanden.

Toch maakt u er een speerpunt van.

DE MOOR: Opvang organiseren en instroom verminderen zijn even belangrijk, maar terugkeer is het moeilijkste deel. Maar het is nodig, zeker voor een stad als Brussel. Weet u hoeveel Brusselse burgemeesters – ook PS-burgemeesters – mij vragen om extra werk te maken van terugkeer van mensen in onwettig verblijf? In Brussel werken we aan specifieke projecten om overlastplegers gedwongen terug te sturen. Burgemeesters zijn daar vragende partij voor.

Wil u meer mensen in onwettig verblijf – die geen overlast plegen – ook effectief op een vliegtuig zetten?

DE MOOR: In onze terugkeerloketten gaan we met hen na of er mogelijkheden zijn om hen naar een wettig verblijf te leiden. Voldoen ze niet aan de voorwaarden, dan willen we hen helpen bij de terugkeer naar een herkomstland. In Tunesië heb ik bijvoorbeeld een man ontmoet die na tien jaar onwettig verblijf in ons land een elektrozaak is gaan runnen in Tunis. Daar helpen wij graag aan mee. Die mensen hier laten verkommeren in onwettig verblijf, vind ik onmenselijk.

U hoopt op minder instroom via het Europese migratiepact, maar Brussel zal zijn rol van aankomstplaats blijven spelen.

DE MOOR: Brussel zal voor heel veel nieuwkomers de aankomstplek blijven. Net daarom heb ik in extra financiering voor Brussel voorzien en de samenwerking versterkt. Dat gaat over opvang en oriëntering van mensen in onwettig verblijf tot terugsturen van overlastplegers. Ik kom daarover vaak overeen met Brusselse burgemeesters, maar die behoren dan wel tot partijen die mij over dezelfde ideeën in het federaal parlement niet volgen.

Ondertussen horen hulporganisaties in Brussel dat de volgende regering van plan is om tot 1,6 miljard euro te besparen op asiel.

DE MOOR: Asiel is moeilijk in begrotingstabellen te gieten, je bent altijd afhankelijk van wat elders in de wereld gebeurt en het rommelt vandaag in de wereld. Op termijn willen we het aantal opvangplaatsen afbouwen, want de grootste hap uit het asielbudget gaat vandaag naar opvang. Door de instroom te verlagen, zullen we ook minder opvang nodig hebben. Maar we gaan geen centra sluiten waar asielzoekers in leven.

Opinie

Let toch maar op met die gezichtsherkenning

De AI Act, die op 4 februari van kracht wordt, laat de deur open voor realtimegezichtsherkenning voor politie en veiligheidsdiensten. Slecht nieuws voor privacyminnende Brusselaars, zeggen experts

Michaël Van den Poel en Rosamunde Van Brakel.

Rosamunde Van Brakel criminologe (VUB), doet onderzoek in het domein van de digitale criminologie

Michaël Van den Poel doctoraal onderzoeker gegevensbeschermingsrecht (VUB)

Na veel legislatief borstgeroffel keurde de EU vorig jaar de AI Act, of Verordening artificiële intelligentie goed. Na een overgangsperiode laat die verordening op 4 februari voor het eerst haar tanden zien met de toepassing van een eerste set regels, die onder andere het realtimegebruik van camera’s met gezichtsherkenning in de publieke ruimte streng moet reguleren.

Nu al wordt de Brusselse burger in de publieke ruimte bijna continu gefilmd: honderden camera’s met nummerplaatherkenning voor de lage-emissiezone en Good Move, 1.200 camera’s in de Brusselse treinstations en een veelvoud daarvan voor toezicht op publieke en private plaatsen. De monitoring van die beelden gaat daarbij steeds meer over van de politie die de beelden bekijkt en opvraagt naar het automatisch analyseren door artificiële intelligentie. Camera’s in Kortrijk en de Joodse buurt in Antwerpen detecteren zo bepaald gedrag, en onlangs geplaatste camera’s bevatten vandaag al de mogelijkheid om realtimegezichts-

Stadsleven Manneken Pis

Ik neem mijn oma Betty mee op een rondleiding door Brussel. Ze is nog goed ter been en enorm nieuwsgierig. Met haar

leesbrilletje bestudeert ze elke steen en muurschildering tot in het uiterste detail. Daardoor gaan we traag vooruit. Zodra we

herkenning toe te passen, zoals met een proefproject in Brussels Airport.

Dat intussen afgevoerde proefproject was, zoals alle continue gezichtsherkenning verboden in België bij gebrek aan rechtsgrond. De AI Act handhaaft dat verbod, maar opent wel een deur naar de toepassing van dergelijke realtimegezichtsherkenning voor politie en veiligheidsdiensten. Behalve een juridisch wankele uitzondering voor nationale veiligheid, is realtimegezichtsherkenning toegestaan om

“Realtimegezichtsherkenning inzetten tegen sluikstorten? De nieuwe Europese verordening laat het mogelijk toe”

op het Poelaertplein zijn, genieten we van het adembenemende uitzicht over de stad. In de verte schitteren de negen bollen van het Atomium in de zon.

“Oh, kijk! En daar heb je Manneken Pis!” roept

bepaalde verdachten en slachtoffers op te sporen, en om ernstige (terroristische) dreigingen te voorkomen. Wel koppelt de AI Act daaraan de noodzaak van een wet die ook voorziet in controle door een rechter en een toetsing om de risico’s na te gaan van de toepassing voor fundamentele rechten. Het laat echter de deur open om realtimegezichtsherkenning in te zetten voor minder zware misdrijven zoals sluikstorten.

Reeks risico’s

Behalve realtimegezichtsherkenning kunnen politiediensten dezelfde technologie op een retroactieve manier toepassen op opnames. Geput uit een voldoende sluitend cameraweb kan dat gebruikt worden om routes die personen in hun dagelijkse leven volgen te traceren.

mijn oma plots enthousiast.

Ik kijk om me heen, verbaasd. Die staat hier toch helemaal niet? Ik begin te twijfelen. Maar dan zie ik het: achter een struikje staat een man ongemerkt te plassen.

Manneken Pis, maar dan in levenden lijve.

In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be

Zo ontsloeg de Antwerpse politie na analyse van camerabeelden een agent die een fietsvergoeding opstreek, maar met de auto ging werken. Dat soort function creep, waarbij technologie die initieel bedoeld was voor zware misdaden gebruikt wordt om misbruik ter waarde van slechts enkele tientallen euro’s vast te stellen, is slechts het begin van een reeks risico’s verbonden aan het gebruik van slimme camera’s, waarbij het nog maar de vraag is of de nieuwe AI Act in voldoende waarborgen voorziet om die technologie op een rechtvaardige manier in te zetten. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het gebruik van dit soort technologie een impact heeft op wie wel goede bedoelingen heeft. Zulke chilling effects werken ontmoedigend voor bijvoorbeeld

demonstranten, uiterst relevant in een stad met elk jaar meer dan duizend betogingen. Bijkomend toonden onderzoekers veelvuldig aan dat gezichtsherkenning inaccuraat is en kan leiden tot discriminatie. In de VS heeft dat geleid tot de valse identificatie van al acht personen van wie er verschillende onterecht opgesloten werden in de gevangenis en van wie er hierdoor significante schade hebben opgelopen. Bovendien, blijkt uit onderzoek dat niet enkel de technologie problematisch is, maar ook de manier waarop ordediensten ermee omgaan en de interventies die erop volgen.

Privacyminnende Brusselaars kunnen dus niet opgelucht ademhalen nu de AI Act van kracht wordt. Het gebruik van risicovolle technologie blijft alsnog mogelijk. De strijd is evenwel nog niet gestreden, veel zal ook afhangen van hoe de overheden en ordediensten de afweging zullen maken over wanneer het gebruik rechtvaardig is, en welke waarborgen er in de praktijk geïnstalleerd zullen worden. De AI Act geeft lidstaten de mogelijkheid om strenger te zijn en gezichtsherkenning verder aan banden te leggen, en in Brussel kunnen het Gewest en de lokale overheden afzien van het gebruik van zo’n technologie op het openbaar domein. Het is niet omdat het kan, dat het moet.

Reageren of zelf een opiniestuk insturen? Mail naar redactie@bruzz.be

Een metrostation, waar treinstellen door razen en waar stroomleidingen liggen met 900 volt spanning, is geen plek om te leven”

Sinds november trekt een nieuw Includo-team van de MIVB langs de Brusselse metrostations om daklozen en drugsverslaafden aan te spreken

Lezersbrief

Politieke stilstand

Het kiesstelsel moet op de schop, schreef Philippe Van Parijs, met het oog op de patstelling in de regeringsvorming in Brussel (BRUZZ 1917, 8 januari). Het aparte kiesstelsel voor Nederlandstaligen als schuldige aanwijzen, zoals de filosoof deed in zijn bijdrage, gaat voorbij aan de manier waarop de politieke stilstand in Brussel eerder gevolg is van kille electorale berekening. Het presenteren van die politieke berekening als ultiem redmiddel voor Brussel is daarom bijzonder cynisch. De onbestuurbaarheid van de hoofdstad is namelijk al jaren in de maak. Het debacle rond mobiliteit vormt het beste voorbeeld. Vanuit de oppositie trok MR ten strijde tegen de stadstol Smart Move en gooide hiermee minister van Financiën Sven Gatz (Open VLD) voor de bus. In de strijd tegen het lage-emissiezoneplan torpedeerde Les Engagés het werk van haar eigen minister Céline Fremault in de vorige regering. En wat te denken van de oppositie van partijen binnen de Brusselse regering rond Good Move? PS, Défi en Vooruit zorgden voor een merkwaardig schimmenspel, mede met steun van hun lokale besturen. De circulatieplannen werden weer ingetrokken na de minste weerstand. De dooddoener was om nog eens goed te luisteren naar de mensen. Het tegendeel gebeurde.

Good Move kwam terecht in wat socioloog Bruno Latour een “epistemologisch delirium” noemde: het zaaien van verwarring was de beste manier om elk normaal gesprek onmogelijk te maken. De grens tussen oppositie en coalitie vervaagde. Linkse en rechtse standpunten werden inwisselbaar. Elke poging om paranoia te weerleggen, droeg bij aan de verwarring.

Minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen) hield moedig stand, maar de steun was gering, ook bij de zusterpartij. Ecolo kampte met interne verdeeldheid over het thema; deze verkiezingskoorts zijn ze niet te boven gekomen. De groene schepenen deden er het zwijgen toe, wellicht in de hoop dat de storm zou overwaaien – opnieuw gebeurde het tegendeel. Politiek gekibbel is niet eigen aan kleine partijen, het is de verlammende ziekte waarmee de gevestigde partijen al jaren de status quo bewaken.

Gideon Boie, architect-filosoof (KU Leuven)

CLAIRE MASSON, HOOFD PREVENTIE VAN DE MIVB

Het Nieuwsblad, 24 januari 2025

De Brusselse burger wordt vandaag al bijna continu gefilmd.
Joseph-Désiré Mobutu kwam in 1958 op 28-jarige leeftijd voor het eerst naar België. Hij was toen journalist en bracht verslag uit over Expo 58.

Geschiedenis

Het Brusselse verleden van de Congolese president Mobutu

Van een flatje in Schaarbeek tot absolute macht

Bijna dertig jaar na zijn dood werpt de VRT-documentaire Mobutu’s game een nieuw licht op het leven van de Congolese dictator. Hij regeerde 32 jaar, als chouchou van het Westen, maar ook als strateeg die eenheid in een versnipperde ex-kolonie bracht. Maanden voor hij zijn eerste staatsgreep pleegde, zat ‘l’homme-léopard’ nog op de schoolbanken in Schaarbeek en maakte hij de dancings rond de Naamsepoort onveilig. BRUZZ reconstrueert het belang van Brussel in de opgang van Mobutu. door Maria Saldi

De eerste keer dat Joseph-Désiré Mobutu voet op Belgische bodem zet, is tijdens de wereldtentoonstelling in juni ’58. Uitgestuurd door het dagblad L’Avenir Congo brengt de toen 28-jarige journalist enthousiast verslag uit. “Ik kijk ernaar uit om de heilige heuvel van de Heizel te bezoeken,” schrijft hij. Onderweg met de tram van zijn verblijf in de Antwerpsesteenweg bewondert hij “de boulevards, drie keer zo breed als bij ons in Leopoldstad (tegenwoordig Kinshasa, red.). Brussel mag trots zijn op zijn lanen, tunnels en viaducten.”

Mobutu was een van de zeshonderd Congolezen die de Belgische staat liet overvliegen voor de wereldtentoonstelling. Ze kwamen als journalist, als gast, of werden prompt tentoongesteld in een menselijke dierentuin. Daarover rept Mobutu met geen woord in zijn reportages, hij vervolgt zijn lofrede voor de expo in de metropool. “Het

Congolese paviljoen is het belangrijkste en opvallendste van allemaal.” De foto-expo 75 jaar beschaving door België die er hangt, is volgens Mobutu geen propaganda, wel “een toonbeeld van grootse menselijke arbeid”.

Hoewel hij duidelijk onder de indruk is van Brussel, ergert Mobutu zich aan de onwetendheid van de Belgen. “Het verbaast me dat de meerderheid van mijn gesprekspartners Congo, hun Congo, niet kennen,” schrijft hij. “Tiens tiens, zijn er ook Congolezen die Frans spreken? Meneer, we hebben twee universiteiten in Congo.” Zijn bezoek aan de ULB geeft hem even rust van de “vragen over slangen en kakkerlakken”.

Hij spreekt er af met een oude vriend: Justin Bomboko, die later zijn minister van Buitenlandse Zaken zal worden. In 1958 is Bomboko student politieke wetenschappen, en boezemvriend van Herman De Croo, toen assistent aan de ULB. In Bomboko’s kielzog loopt Mobutu, die zelf de middelbare school

niet afmaakte, een dagje mee op de campus. “Ik was blij om eindelijk jonge intellectuelen te ontmoeten die me verrasten met hun kennis over de Congolese realiteit.”

Hij maakt van de gelegenheid gebruik om verder op ontdekkingstocht in Brussel te gaan. Naar de Marollen bijvoorbeeld, volgens Mobutu “het bewijs dat perfectie niet bestaat op deze wereld”. Met Rik Lefèbre, een Vlaamse arbeider uit Schaarbeek, beleeft hij een echte Brusselse zondag. Terwijl zijn madame het eten klaarmaakt, gaan ze op zwier in de straten rond de Naamsepoort. “We dronken een filterkoffietje par-ici, een pils of een geuze par-là.” De avond eindigt op het bescheiden appartement van Rik in Schaarbeek, dat Mobutu beschrijft als “de chicste en dichtstbevolkte wijk van Brussel”.

Tijdens zijn eerste bezoek aan België krijgt Mobutu al meteen zendtijd op de RTB. Nog steeds op de ‘heilige Heizelheu-

vel’ neemt hij deel aan een congres voor de koloniale pers. Hoewel hij tijdens het interview goed standhoudt tussen de drie Belgische kolonialen, rapporteert Mobutu later dat hij niet zeker weet of het congres een succes was. De Afrikaanse journalisten hadden meer hun mond moeten opentrekken, vindt hij. “Maar ze kregen wel de kans om internationale contacten te leggen.” Mobutu is daarop geen uitzondering. Als hij na drie weken terug in Congo is, vraagt hij een studiebeurs in Brussel aan. In de tussentijd wordt hij eindredacteur van de sectie ‘Actualités Africaines’ bij L’Avenir. Patrice Lumumba, habitué op de redactie in Leopoldstad, bewondert zijn werk en de twee worden dikke maatjes.

Schaarbeeks appartementje

In februari ’59 zet Mobutu weer koers naar Brussel, dit keer voor een persconferentie van luchtvaartmaatschappij Sabena. Nog steeds op zoek naar een studiebeurs klopt hij aan bij de redactie van Inforcongo, een pr-orgaan dat het leven in de kolonie verheerlijkt. Terwijl de kreten van de onafhankelijkheid steeds luider klinken, is een beurs voor een lumumbisthors de question voor de koloniale gouverneur. Na wat lange-armwerk begint Mobutu dat voorjaar toch aan een stage bij Inforcongo in Brussel. Tegelijkertijd volgt hij een opleiding journalistiek in het Huis van de Pers.

Iets dieper in Schaarbeek, in de Georges Garnirstraat 44, settelt Mobutu zich in een klein appartementje. Wanneer zijn echtgenote Marie-Antoinette en hun twee

kinderen overvliegen, lijkt het leven van de jonge Joseph-Désiré in de plooi te vallen. Om zijn diepgelovige vrouw een plezier te doen, trouwen ze nog eens voor de kerk, deze keer in het missiehuis van Scheut in Anderlecht. Priester van dienst op die vijftiende juli: Père Arthur, ex-missiepater en beschermengel van de Congolese gemeenschap in Brussel. Hij doopt ook de tweeling van Max Mayunga, een van de eerste Congolese profvoetballers in België. Mobutu en Marie-Antoinette tekenen present.

“Hij was sterk verweven in de Congolese gemeenschap in Brussel,” zegt Jean Omasombo, politicoloog bij het AfricaMuseum. “Hij hing rond op de ULB en op de UCLouvain met figuren zoals Justin Bomboko en Jonas Mukamba, die later postjes kregen in zijn regime.” En wie studentenmiddens zegt, zegt uitgaan. Mobutu werd regelmatig gespot in dancings zoals de Black & White en de Anges Noirs aan de Naamsepoort, in de huidige Matongewijk.

Om zijn journalistieke geloofwaardigheid te behouden, houdt Mobutu zich tijdens zijn tijd bij Inforcongo politiek afzijdig. Sommige collega’s vinden het al erg genoeg dat de nieuwe stagiair een partijkaart van Lumumba’s Mouvement National Congolais (MNC) heeft. Gelukkig heeft de directeur het volste vertrouwen in Mobutu. Hij laat hem tijdens zijn stage zelfs naar de ‘Ecole Sociale’ in de Poststraat gaan, die tegenwoordig de ISFSC-hogeschool heet.

Mobutu’s drukke agenda wordt volgens zijn hofbiograaf Francis Monheim alleen

maar chaotischer wanneer Lumumba in november ‘59 in de gevangenis terechtkomt. Om zijn vriend vrij te krijgen, gooit Mobutu zijn politieke neutraliteit meteen overboord. Elke Belgische politicus die hij tegenkomt, moet en zal zijn pleidooi horen. In het Volkshuis, een art-decogebouw waar nu de Zaveltoren staat, krijgt hij Léo Collard te pakken. De PS-voorzitter lijkt enthousiast om te helpen, maar uiteindelijk komt er niets van in huis.

Tijdens de fameuze Rondetafelgesprekken in januari 1960 bereiden de Congolese en Belgische autoriteiten de onafhankelijkheid voor. De grote afwezige in het Congrespaleis op de Kunstberg: Lumumba, die nog steeds vastzit. Mobutu roept in allerijl de MNC-kopstukken samen in zijn Schaarbeeks appartementje. Zolang Lumumba niet vrijkomt, zullen ze niet komen opdagen op de Kunstberg. Twee dagen later staat Patrice Lumumba op het tarmac in Zaventem. De welbespraakte Lumumba laat tijdens de Rondetafelgesprekken een sterke indruk achter. De onafhankelijkheidsdatum wordt vastgelegd, net als de Congolese verkiezingen. Mobutu, met zijn goede banden in Brussel en scherpe pen, is geknipt als secretaris voor Lumumba. Tijdens de gesprekken verblijven ze in het Grand Hotel Cosmopolite aan het Rogierplein, waar volgens journaliste en Mobutu-experte Colette Braeckman “tot in de vroege uurtjes Congolese muzikanten over de vloer kwamen”. Na afloop van het congres keert Lumumba terug naar huis, terwijl Mobutu in Brussel blijft om het MNC-kantoor te leiden. Omdat hij zijn studies graag wil afmaken, keert hij pas op het laatste nippertje, enkele

De later vermoorde Patrice Lumumba, met naast hem president Mobutu, in 1960, toen Congo onafhankelijk werd.
Het château Fond’Roy in Ukkel was het buitenverblijf van Mobutu.
“Is het niet ironisch dat Mobutu zijn überafrikaanse abacost-kostuums bij een kledinghuis in Zellik liet maken?”

Herman De Croo

weken voor de onafhankelijkheid op 30 juni, terug naar Congo.

Luxevilla in Ukkel

Twee staatsgrepen, de ‘neutralisatie’ van Lumumba en de helft van zijn 32-jarige regeerperiode later, koopt Mobutu een buitenverblijf in Ukkel. Voor hij het pand in 1973 aan zijn Brusselse vastgoedimperium toevoegt, was château Fond’Roy in handen van de Belgische koninklijke familie. “Met zes hectaren Franse tuinen, kunstmatige vijvers en veertig kamers in hartje Brussel, is het een echt juweeltje,” schrijft Pierre Janssen, Mobutu’s schoonzoon, in zijn boek Aan het hof van Mobutu.

De feestjes, recepties en officiële politieke bezoeken zorgen voor ambiance in de Prins van Oranjelaan 49. “Al snel werd het de place to be voor de Zaïrese gemeenschap in België,” schrijft Janssen. De centrale voor satelliettelefonie die er stond kwam handig van pas om naar het buitenland te bellen. “Vanaf elf uur ’s avonds reden auto’s op en af aan de poort. De ene moest zijn moeder bellen, de andere zijn dochter die in de VS studeert.” Mobutu betaalt steeds braafjes de telefoonrekeningen, die

tot tienduizenden dollars per maand oplopen.

“Hij kon inderdaad flink wat geld uitgeven,” zegt Herman De Croo, die net als andere prominente Belgische politici makkelijk de weg naar Ukkel vond. “Hoewel ik hem meer dan twintig keer heb ontmoet, beschouwde ik hem niet als vriend. Onze gesprekken in Fond’Roy waren een-op-een en puur politiek, ik ben er nooit ’s avonds geweest.” De Croo schaamt zich niet over

LES ANNÉES BRUXELLOISES DE MOBUTU

FR Presque trente ans après sa mort, le documentaire de la VRT Mobutu’s Game montre un nouvel aspect de la vie du dictateur congolais. Il a régné pendant 32 ans, en tant que chouchou de l’Occident et fin stratège, réalisant l’unité dans une ancienne colonie fragmentée. Quelques mois avant son premier coup d’État, « l’homme-léopard » fréquentait encore les bancs de son école à Schaerbeek et les boîtes de nuit autour de la Porte de Namur. BRUZZ reconstruit l’importance de Bruxelles dans la montée de Mobutu.

zijn contact met controversiële dictator. “Ik sta recht in mijn schoenen, omdat hij me niet voor zijn kar kon spannen. Hij wist dat en apprecieerde mijn kritische stem.”

Mobutu had zijn journalistieke trekjes nog niet verleerd, zegt De Croo. “Hij was nieuwsgierig en gevat. Toen een collegaminister hem vroeg of er corruptie in zijn land was, antwoordde hij fijntjes: “Natuurlijk is er corruptie, en van wie denk je dat we het geleerd hebben?” Mobutu bleef altijd ergens met een minderwaardigheidscomplex tegenover België zitten, vindt De Croo. “Hoe ironisch is het dat hij zijn überafrikaanse abacost-kostuums bij een kledinghuis in Zellik liet maken?”

Ook met het Belgische koningshuis was Mobutu’s relatie wisselvallig. Een uitnodiging voor koning Boudewijns begrafenis blijft uit, terwijl ze ooit innig bevriend waren. “Mobutu was kind aan huis in Laken,” zegt politicoloog Jean Omasombo. “Hij was in hetzelfde jaar als Boudewijn geboren en beschouwde hem als een neef.” De relatie verzuurt helemaal in 1989, als Mobutu de koninklijke familie openlijk beledigt. In datzelfde jaar zet hij voor de laatste keer voet in château Fond’Roy. Tegenwoordig huurt Félix Tshisekedi, de huidige Congolese president, een villa enkele huizen verderop. Tot op de dag van vandaag woont er nog heel wat nageslacht van Mobutu in Brussel. Zijn kleindochter Shadai Mobutu prijkte afgelopen gemeenteraadsverkiezingen op de MR-lijst in Brussel-Stad. Zij vindt het niet lastig om de naam van haar controversiële grootvader te dragen. “Het is heel uitzonderlijk dat mensen me daardoor scheef aankijken. Vaak zijn ze net enthousiast en nieuwsgierig. Ikzelf zie hem nog steeds als de man die Congo samenbracht.”

MOBUTU’S BRUSSELS YEARS

EN Almost 30 years after his death, the VRT documentary Mobutu’s game sheds new light on the life of the Congolese dictator. He ruled for 32 years and was the darling of the West, but also a strategist who unified a fragmented ex-colony. Months before he staged his first coup, “l’homme-léopard” was still at school in Schaarbeek/Schaerbeek showing off his dance moves in the clubs around Naamsepoort/Porte de Namur. BRUZZ reconstructs the importance of Brussels in Mobutu’s rise.

Salvia De Nieuwe

Lichting-finaliste vluchtte van Oekraïne

naar Brussel

Twee maanden nadat de oorlog in Oekraïne uitbrak, vluchtte Nicole Selivan, alias Salvia, naar Brussel. Vrijdag weet ze of ze een van de laureaten wordt van De Nieuwe Lichting, het talentenconcours van Studio Brussel.

Wandelend langs de leegstaande sociale woonblokken aan de Papenvest zegt Nicole Selivan (23) dat het desolate, winterse straatbeeld haar wat doet denken aan Ukrainka, haar thuisstad op een uur sporen van het centrum van Kiev. De rauwe, modernistische architectuur van beton, met muren vol graffiti en kapotte ramen, vervult haar met warme nostalgie. Op vraag van de fotograaf trekt ze zelfs even haar mantel uit. Wat zijn temperaturen van rond het vriespunt vergeleken met de -15° Celsius die ze elke winter in Oekraïne doorstond? Haar artiestennaam Salvia – Latijn voor salie – koos ze omdat er ook een salvia funerea, begrafenissalie, bestaat. Recent raakte ze in de problemen met haar socialemedia-accounts, omdat haar pseudoniem volgens de algoritmes ook naar drugsverkoop kan verwijzen. Maar Selivan koketteert niet zomaar wat met de dood. Schouderophalend vertelt ze dat de naam waarmee ze nu ook voet aan de grond begint te krijgen in de Belgische muziekscene een knipoog was naar de begrafenisonderneming die haar ouders vroeger runden. Die laat nog steeds haar sporen na in

haar muziek – die schatplichtig is aan donkere Slavische postpunk – en haar attitude –waarmee ze zonder de dood te verachten door het leven schrijdt. Inclusief vestimentaire keuzes. “Alleen als al mijn zwarte kleren in de was zijn, draag ik een andere kleur.” Op haar Instagram-account staat in gothic lettertype: “The dirtiest place on the planet is the human soul.” “Zelfs mijn ouders vragen me soms waarom ik zo donker ben,” lacht ze.

“Maar wat wil je? Sinds mijn kindertijd zag ik al die kisten en rouwkransen passeren. De esthetiek verbonden aan het levenseinde sprak me altijd al aan. Ik ben opgegroeid met het besef dat doodgaan normaal is. Maar ik verafschuw het idee dat het in een oorlog veel te vroeg moet gebeuren.”

Toen Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel, had dat ook verregaande gevolgen voor haar prille muziekcarrière. “Ik had net een label gevonden dat me wou steunen, en stond in mijn thuisstad met een song op doorbreken. Door de oorlog stuikte dat allemaal in elkaar.”

Trauma en droom

Selivan bleef nog twee maanden in Oekraïne voor ze naar België kwam, waar haar vader

“Als kind van begrafenisondernemers besef ik dat doodgaan normaal is. Maar het idee dat dat in een oorlog veel te vroeg moet gebeuren, verafschuw ik”

al drie jaar aan de slag was als elektricien. Haar moeder bleef achter. “Maar de oorlog deprimeerde me. Ik ging elke avond met schrik slapen, en overdag zat ik vaak te huilen in de badkamer – statistisch gezien de veiligste plek in huis, leer je in een oorlog. Ik herinner me nog levendig hoe de Russen Trypilska ТЕС, een belangrijke krachtcentrale aan de Dnjepr, probeerden te bombarderen. Van het bombardement op de luchthaven in Boryspil ben ik letterlijk wakker geschrokken. Ik was gechoqueerd. Ook een plek waar ik eerder een videoclip had gefilmd werd onder vuur genomen. Heel angstaanjagend.” Ondanks het oorlogstrauma bleef Selivan haar muziekdroom koesteren. Die had vorm gekregen op haar 15e, toen ze gitaar begon te spelen en haar liedjes opnam met haar smartphone. “Het eerste waar ik aan dacht toen de regering de

© IVAN PUT

bevolking opriep om altijd een vluchtkoffer te hebben klaarstaan, was mijn gitaar!”

Intussen woont ze in SintGillis en volgt ze drie keer per week integratiecursussen. Frans vindt ze moeilijk, maar ze kan er zich intussen in behelpen.

“Nederlands lijkt me makkelijker, maar die lessen beginnen binnenkort pas. Mijn eerste maanden hier waren erg zwaar, ook omdat ik amper Engels sprak, haast niemand kende, en geen euro op zak had – in Oekraïne ging ik gewoon naar de winkel, hier was ik plots afhankelijk van bijstand en vrijwilligers. Daarvoor zal ik jullie altijd dankbaar blijven. Via mijn videograaf, die ik op café in Jette heb leren kennen, heb ik nieuwe vrienden gemaakt en een team muzikanten rond me verzameld.” Haar livegitarist

Tom Stokx, van The Haunted Youth, dropte haar demo bij het Mayway Records-label, en zo

belandde haar carrière in een stroomversnelling. Met haar finaleplaats in De Nieuwe Lichting als voorlopig hoogtepunt.

Donker en weird

Vanochtend heeft Selivan haar hypnotiserende debuutsingle ‘Time’ voor het eerst op de radio gehoord. Op het door Studio Brussel geselecteerde nummer, dat je gedachten doet afglijden naar synthgeluiden uit de eighties, speelde ze alle instrumenten zelf in, nog steeds onder supervisie van mixer Nikita Nezhyvov. “We houden contact via Discord. Mannen mogen Oekraïne niet uit. Mijn stijl is hier wel geëvolueerd: vroeger schreef ik elektronischer, nu werk ik meer met instrumenten, al heb ik ‘Time’ op een computer gecomponeerd. Mijn muziek zal altijd donker en wat weird blijven.”

Op andere demotracks combineert ze haar invloeden met een strakke Oekraïense post-Sovjetstijl en zingt ze onder meer over toxische relaties. “Als ik provoceer, is het om een punt te maken, maar muziek is voor mij vooral een manier om mijn gevoelens te uiten.” Een mogelijke opvolger van ‘Time’ is lichtvoetiger, maar even meeslepend. “Vroeger kende ik op relationeel vlak veel problemen. Ik dacht dat het aan mijn karakter lag, tot ik mijn huidige vriend Vitaly ontmoette. In onze relatie is er geen strijd. Daar gaat ‘You and me’ over.”

Ze heeft het opgegeven om constant het nieuws over de oorlog te volgen, zegt ze. Wel kijkt ze vol verwachting uit naar de komst van haar moeder, die binnenkort op bezoek komt, en meer pril muzikaal succes, “want nu ik mijn draai hier gevonden heb, wil ik blijven en deel uitmaken van de Belgische muziekscene.”

De finale van De Nieuwe Lichting 2025 vindt plaats op 31/1 in de Beursschouwburg

Ook in 2025 al het nieuws uit de Rand in je hand!

Avec
soutien du Bourgmestre, de l’Échevin de la Culture et des membres du Conseil communal de la Commune d’Ixelles / Met de steun van de Burgemeester, de Schepen van Cultuur en het Schepencollege van Elsene

Vogeltelweekend De vogelteller uit

Mooi-Bos-Wijk met 6.400 waarnemingen

Komend weekend organiseert Natagora opnieuw zijn jaarlijkse grote telling van vogels in tuinen. Een van de vaste Brusselse deelnemers is Bozena Lagasse – Gugala (69) uit Sint-Pieters-Woluwe. “Mijn favoriete waarnemingen? Die van een sperwer in mijn tuin, in de sneeuw.”

door Andy Furniere

Het is de tijd van het jaar om de vogels in je tuin te tellen. Vorig weekend was er het Grote Vogelweekend van Natuurpunt, komend weekend is de Franstalige natuurvereniging Natagora aan zet met haar ‘Le Grand Recensement des oiseaux de jardins’. Die gegevens verzamelen helpt om een beter inzicht te krijgen in de meest voorkomende soorten.

Zoals iedere winter zal Bozena Lagasse –Gugala (69), lid van Natagora sinds 2009, op post staan om de gevleugelde bezoekers in haar tuin in Sint-Pieters-Woluwe op te lijsten. Haar ecologische bewustzijn gaat terug tot haar kindertijd in Polen, legt ze met veel vuur uit. “Ik heb heel sterke herinneringen aan de tijd die ik bij mijn grootouders op het Poolse platteland doorbracht, in een prachtig landschap met bossen, velden, rivieren en meren. Een plek waar je leeuweriken hoorde zingen in de lucht. Sindsdien heb ik een grote liefde voor de natuur in het algemeen, en specifiek voor vogels. Ik vind het fascinerend om hun gedrag te bestuderen.” Begin de jaren 1990 verhuisde Lagasse –Gugala naar de hoofdstad van België uit liefde voor een Brusselaar, haar huidige echtgenoot. Na verloop van tijd ging ze aan de slag voor de Europese Commissie, specifiek bij het departement landbouw. In 2018 ging ze op pensioen, “waarna ik nog meer tijd kreeg voor natuurobservaties”. Ook daarvoor bleek ze echter al bijzonder actief, zo tonen haar statistieken op de site waarnemingen.be. Sinds 2009 heeft ze meer dan 18.600 observaties ingevoerd, van 1.340 soorten, waaronder meer dan 6.400 waarnemingen van vogels.

Lagasse – Gugala woont dan ook ideaal in de toepasselijk genaamde Mooi-Bos-wijk van Sint-Pieters-Woluwe. “We hebben onze eigen tuin, zicht op een parkje en het Zoniënwoud is werkelijk vlakbij.” Ook op de Witte Vrouwen-site deed ze talloze waarnemingen tijdens haar natuurescapades.

Eigenschappen

• GeboreninPolen,kwam voordeliefdenaarBrussel enwerkteaandeEuropese Commissie

• Woontomringddoornatuurin deMooi-Bos-wijk

• Heeftmeerdan18.600 observatiesopwaarnemingen. beophaar conto

“Ons huis ligt vol schriftjes waar ik mijn waarnemingen in noteer, al gebruik ik daarvoor de laatste jaren ook de verschillende apps. En mijn fototoestel ligt altijd klaar.” Een van haar dierbare kiekjes is die van een prachtige sperwer die haar thuis bezocht. “Hij bleef een tijdje op ons terras, rustte uit zonder haast te maken. Het had gesneeuwd in die periode, wat het beeld nog magnifieker maakte.”

Door gegevens te verzamelen wil Lagasse –Gugala haar steentje bijdragen tot het behoud van die natuurpracht. Daarom werkt ze mee aan de ontwikkeling van de nieuwe Brusselse Vogelatlas.

“De natuur heeft het overal zwaar te verduren. Ook dat landschap in Polen waar ik zo van genoot als kind, is veel minder divers aan soorten geworden. Vervuiling jaagde er bijvoorbeeld de rivierkreeften en amfibieën weg. Onze Brusselse buurt verandert door bouwprojecten, bijvoorbeeld op de Witte Vrouwen-site, en zelfs onze eigen tuin is door een burengeschil erg getroffen. Daardoor hebben we een hele rij oude bomen moeten kappen, een tragedie, ook voor de vogels die er kwamen.” Dat geschil weegt om nog andere redenen zwaar op haar, benadrukt ze. “Ik ben ook kunstenares, onder de artiestennaam Bona, maar raakte door die situatie een hele tijd mijn creativiteit kwijt. Gelukkig houdt de liefde voor de natuur me recht.”

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/ beestigbrussel

geven nieuwe dynamiek aan ongure buurt

Vlaamse ondernemers verhippen Noordwijk

Steeds meer Nederlandstalige start-ups, ondernemers en influencers vinden hun weg naar moderne coworkingplekken in de Noordwijk. Reden voor dat succes? De uitstekende ligging en de voordelige huurprijzen. “Kantoren in de Noordwijk zijn zeker dertig procent goedkoper dan in het stadscentrum.”

door Eva Christiaens foto’s Emiel Viellefont

Hun hoofdkantoor in de Vlaamse rand was niet altijd even bereikbaar, vond Fantail. Daarom verhuisde het designbureau voor functionele accessoires voor huisdieren, zoals hondenkussens, begin januari naar een nieuw, halfopen bureau in hoteltoren

The Hoxton aan de Kruidtuin. Die locatie helpt ook om “jonge profielen aantrekken en stagiairs aan te trekken, die vaak niet over een wagen beschikken,” zegt productmanager Elisa Van Hauwermeiren. “De centrale ligging vlak bij het Noordstation is dus ideaal. Bovendien telt Fantail maar vier werknemers. Dan is het inspirerend

om in een gedeeld kantoor andere ondernemers te leren kennen.”

Ook de aanwezigheid van een fitnesszaal en een koffiebar helpt om contacten te leggen. Deze maand ook staat een pannenkoekenfeest met alle coworkers op de agenda. “De locatie straalt rust uit, en tegelijk vormt het een dynamische omgeving,” zegt Van Hauwermeiren. “Perfect dus.”

Dat beleid lijkt te werken, want de Noordwijk trekt meer en meer jonge, Vlaamse spelers aan. “Ongeveer zestig procent van onze huurders zijn Nederlandstalig,” zegt engagementmanager Gennesis Pineda van Working From_Brus-

Gennesis Pineda van Working From, dat de kantoren in The Hoxton uitbaat: “Ongeveer zestig procent van onze huurders zijn Nederlandstalig.”

“We bezochten in Brussel kantoren rond het Centraal Station, maar die bleken te duur,” zegt Lucas Moreau, medeoprichter van gezonde frisdrankenmerk Dripl.

sels. Dat bureau baat de kantoren in The Hoxton uit. “De ondernemers komen vaak uit Gent of de Vlaamse rand, de andere grote groep zijn internationale huurders.”

Pineda: “Elk bedrijf zal in de eerste plaats een kantoor kiezen op basis van locatie, prijs en faciliteiten. Daarna volgt de factor emotie. Daar maken wij het verschil. The Hoxton heeft bijvoorbeeld een dog friendly policy, goed voor startups zoals Fantail.” Alle gebruikers krijgen trouwens korting in de hotelkamers, zelfs in zusterfilialen wereldwijd. Enkele journalisten en regisseurs komen er ondertussen freelancen, er huist een boekenclub, en ook energieleverancier energie.be, het Sip & Paint-bedrijf Paintly en Guud Woman, een Vlaams bedrijf met vitaminesupplementen voor vrouwen, houden er kantoor.

The Hoxton is niet de eerste coworkingplek rondom het Noordstation. In 2022 opende Silversquare al een filiaal van achtduizend vierkante meter langs de Koning Albert II-laan. En net voor de covidcrisis trok het Amerikaanse WeWork naar de twee bovenste verdiepingen van de Botanic Tower, pal tegenover The

Pieterjan Verhaeghen, CEO van energieleverancier Bolt: “Nergens anders in België vind je zo’n hoog zicht voor een betaalbare prijs. Dit is toch de beste reclame voor Brussel?”

Hoxton. “WeWork kwam al snel in de problemen en het was financieel interessant om hier te huren,” zegt directieassistent Nele Vanderelst van Fortitude Nation. Dat creatieve bureau voor artiesten komt eigenlijk uit Namen. Nog altijd kiezen de meeste van hun werknemers voor telewerk. “In dit kantoor ontvangen we vooral artiesten, maar nu houden we echt van de locatie. Elsene is natuurlijk mooi, maar ver van alles. In Noord heb je het treinstation, metrohalte Rogier en voldoende parkings, vanwaar je ook komt.”

Boks- en zwemclub

Fortitude Nation deelt de zeventiende verdieping met bedrijven als energieleverancier Bolt, ook zeer actief in Vlaanderen, en het Gentse frisdrankmerk Dripl. De meeste begonnen er te huren onder WeWork en bleven plakken na het faillissement van dat bedrijf vorig jaar. Intussen is de kantoortoren in handen van vastgoedspeler Wanaka Partners.

“Vooral de wat grotere spelers zijn gebleven,” zegt CEO Pieterjan Verhaeghen van Bolt. “Ik ben verliefd geworden op de locatie. Ook de eigen loopclub, boksclub

“Brussel is ideaal om te groeien en te internationaliseren. Daarvoor is Gent te Vlaams”

Lucas Moreau

Medeoprichter Dripl

en zwemclub helpen natuurlijk. En nergens anders in België vind je zo’n hoog zicht voor een betaalbare prijs. Dit is toch de beste reclame voor Brussel?”

Dripl volgde pas een jaar geleden. “Wij willen groeien en internationaliseren. Daarvoor is Gent te Vlaams,” zegt medeoprichter Lucas Moreau. “We bezochten in Brussel kantoren rond het Centraal Station, maar die bleken te duur.”

Hetzelfde is te horen bij Van Hauwermeiren van Fantail. “Coworkings in de Noordwijk zijn zeker dertig procent goedkoper dan in het stadscentrum. Het is nog wat gewaagd en wij lijken nu misschien de early adopters, maar het slaat wel aan.”

Administratie hub.brussels heeft geen gegevens over de komst van nieuwe ondernemers naar de Noordwijk, want het handelskarakter van de kantoorwijk registreren ze niet apart. Ondernemersorganisatie Voka ziet nog geen unieke trend in het noorden van de stad.

“Brussel telt sowieso het hoogste aantal start-ups van België, vaak in softwareontwikkeling, cybersecurity en fintech. Die vinden vooral hun weg naar coworkings in de centrale zones,” zegt René Konings van Voka Metropolitan.

Daaronder rekent hij de Vijfhoek, Europese wijk, Thurn & Taxis en de Noordwijk. Ook incubatoren als BeCentral aan de Kantersteen of rond de Arsenaalsite in Etterbeek lokken heel wat start-ups, zegt hij. “En de Noordwijk is deel van de stad. Je zit op wandelafstand van het centrum en geniet dus mee van de ambiance van de horeca en de winkels. In die zin bruist de Noordwijk nu al veel

Zangeres Lous and the Yakuza liet haar fantasie de vrije loop, kunstenaar Lars De Valk en zijn team installeerden haar sprookjesbos in coworkingspace Silversquare North.

meer dan anonieme bedrijfszones in de eerste of tweede kroon.”

In de centrumwijken staan volgens Konings veel minder kantoren leeg dan in randgemeenten zoals Evere of Anderlecht.

“Dat wil niet zeggen dat de kwaliteit van de openbare ruimte er niet beter kan en moet,” benadrukt hij. “Het is absurd dat privébedrijven moeten investeren in shuttlediensten of begeleiding voor een veilige verplaatsing,” zegt Konings. Dat onbehagen kennen ook de aangesproken ondernemers. “Zeker vrouwelijke collega’s houden niet van de wandeling naar het station. De lege galerijen aan het station zijn nog een stukje jungle,” zegt Pieterjan Verhaeghen van Bolt. “Ik vind wel dat de wijk op de goede weg is. En als wij meer ondernemers kunnen aantrekken, des te beter.”

Gemengde woonwijken

Die aantrekking is één zaak, de komende jaren moet nog blijken welk type ondernemer echt zal blijven. Proximus kondigde zopas een verhuizing naar Thurn & Taxis aan vanaf 2027, energiebedrijf Engie trekt volgend jaar naar het Muntplein. “Veel zal afhangen van hoe de Noordwijk wordt ingevuld,” zegt René Konings. “Elk nieuw project creëert een nieuw ecosysteem voor ondernemers. Het draagt zeker bij aan het succes van de stad als je jonge creatievelingen kan helpen en laten doorgroeien tot een scale-up. Maar ze moeten natuurlijk in Brussel blijven. Dat moet nog blijken in de Noordwijk.”

Met het ZIN-project, het herontwikkelingsproject van het huidige WTC 1 en 2,

Axel Kuborn (links) van Silversquare: “Hier werken meer marketingspelers en zelfstandige influencers, bijna altijd jonge mensen, vanaf begin de dertig, met big brains.”

komt daar alvast nog tweeduizend vierkante meter aan privékantoren bij, maar huurders zijn nog niet bekend. Silversquare twijfelde nog even om daar een coworking te installeren, maar besliste dan toch om naar de Koning Albert II-laan te trekken. Het filiaal North is hun zevende in de hoofdstad. De muren zijn er gehuld in streetart, ontworpen door zangeres Lous and the Yakuza, feeërieke trappen kronkelen tussen de drie verdiepingen door. Dat valt zelfs letterlijk te nemen: een decorontwerper van Tomorrowland liet zich los op een passerelle waar bezoekers onder grote paddenstoelen lopen. In een auditorium is een sprookjesbos op de muren geschilderd. Coworkers kunnen in zitzakken achter hun laptop ploffen.

Na twee jaar is bijna zestig procent van de kantoren hier verhuurd, zegt Axel Kuborn van Silversquare. “Aan grote

LES ENTREPRENEURS FLAMANDS S’EMPARENT DU QUARTIER NORD

namen uit de telecom- en energiesector, Europese vakbonden en een callcenter. Sinds de inflatie is dat wel vertraagd. Nu werken hier meer marketingspelers en zelfstandige influencers, bijna altijd jonge mensen, vanaf begin de dertig, met big brains,” zegt Kuborn.

Marktonderzoekbureau Human37 is bijvoorbeeld een scale-up in eigen huis en het Finse Nokia huurt aan Noord enkele bureaus voor de Belgische medewerkers. Aan Nederlandstalige kant verhuisde pr-bureau Brum Smith onlangs uit Aalst naar Silversquare North. “Het is te vroeg om echte trends te herkennen, maar ik verwacht de komende jaren meer creatieve profielen in de Noordwijk. Onze aanwezigheid duidt op vertrouwen in de wijk. Met de komst van gemengde woonprojecten en een sterk merk als hotelgroep The Standard komt er bovendien nieuw leven aan, en dus een extra markt.”

FR Un nombre croissant de start-ups, d’entrepreneurs et d’influenceurs néerlandophones s’installe dans les espaces de coworking modernes du quartier Nord. Pourquoi donc ? Une localisation stratégique et des loyers attractifs. « Les bureaux du quartier Nord sont en moyenne 30 % moins chers que ceux du centre-ville. De plus, la gare, le métro Rogier et de nombreux parkings rendent le quartier facilement accessible, peu importe d’où l’on vient. »

FLEMISH BUSINESSES ARE TAKING OVER THE NORTHERN QUARTER

EN More and more Dutch-speaking start-ups, entrepreneurs, and influencers are finding their way to modern coworking spots in the area around the Brussels North station. Why is that? The excellent location and affordable rents. “Offices here are at least 30 per cent cheaper than in the city centre, and you have the train station, the Rogier metro stop, and plenty of space to park, regardless of where you come from.”

Zeg nooit minivoetbal tegen futsal

RSCA Futsal verloor twee weken geleden voor het eerst in drie jaar tijd een wedstrijd, nota bene tegen RWDM. Tom Cardoen, de doelman van de Anderlechtse ploeg, bekijkt het positief: “Dat bevordert de nodige, gezonde Brusselse rivaliteit.” door Elian Coussement

Terwijl Koning Voetbal regeert over de sportwereld, groeien in zijn schaduw ook andere balsporten. Een daarvan is futsal. De discipline zit al een tijdje in de lift in Zuid-Europa, maar de populariteit waait nu ook over naar België en Brussel. “Dat professionele voetbalclubs hun naam willen linken met futsalploegen, helpt de sport vooruit,” vertelt Tom Cardoen (20), afkomstig uit Ternat en de doelman van RSCA Futsal.

Elk futsalteam begint met vijf spelers, inclusief de doelman, aan een wedstrijd die twee keer twintig minuten telt. Slidings zijn niet toegelaten. Nog opmerkelijk: een ploeg mag een vrije trap op tien meter van het doel nemen als de tegenstander in totaal vijf teamfouten heeft gemaakt. Een muur opstellen is daarbij niet toegestaan. Bovendien mag de keeper de bal slechts vier seconden vasthouden.

“Veel mensen verwarren futsal met minivoetbal, omdat beide sporten in een zaal gespeeld worden,” legt Cardoen uit. “Het grote verschil is dat spelers geen contact mogen maken bij minivoetbal, in futsal mag dat wel. Dat fysieke aspect wordt zwaar onderschat. Het kan er soms hard aan toegaan.”

Daarnaast speelt de dribbelvaardigheid van een speler een grote rol, zegt Cardoen, ook voor de keeper. “Een meevoetballende doelman is een enorm pluspunt in het futsal. Het gebeurt zelfs dat ik kan scoren.”

“Meer en meer mensen komen in contact met futsal, onder meer omdat de sport professioneler wordt en de digitale zichtbaar-

heid verhoogt. Zuid-Amerika, waar futsal vandaan komt, en landen als Spanje en Portugal staan al een pak verder. Toch maakt de sport ook bij ons een positieve evolutie door. Bijna drie jaar geleden fuseerde Futsal Project Halle-Gooik met voetbalclub RSC Anderlecht. Het was de eerste profclub die haar naam linkte aan een futsalploeg. Nu willen Standard en Genk hetzelfde doen.”

Minder stuiterende bal

“Dat professionele clubs hun naam willen linken met futsal helpt de sport vooruit”

Veel jongens en meisjes zetten hun eerste sportieve stappen in het veldvoetbal en dromen stiekem van een professionele carrière. Kiezen voor futsal is vaak geen optie op jonge leeftijd.

“Ik heb tot de U19 bij FCV Dender gespeeld als doelman,” beschrijft Cardoen zijn traject. “Het was geen gemakkelijke keuze om de volledige switch te maken naar futsal, ik trachtte beide een tijdje te combineren. Toch koos ik finaal voor futsal. Het

heeft me wat tijd gekost om me volledig aan te passen aan de sport. Vooral de manier waarop ik een bal moet pakken voelt anders dan op een grasveld, want de bal bij futsal is kleiner en stuitert minder dan in het gewone voetbal.” Cardoen combineert futsal met zijn studies marketing in Gent. Op 17 januari stond er een Brusselse derby op het programma. RSCA Futsal trok naar RWDM en was voor die confrontatie drie jaar ongeslagen in de Belgische competitie. Daar maakte de Brusselse buur RWDM een einde aan, het won verrassend met 4-3. “Onze ambitie was om die reeks te behouden. Jammer dat mijn ploeg uitgerekend tegen RWDM voor het eerst verloor. RWDM speelde vroeger onder de naam Koekelberg en is dus ook gelinkt aan een professionele veldvoetbalclub. Dat geeft een nodige, gezonde Brusselse rivaliteit.”

In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.

© RSCA STUDIO

Big City

zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Alex uit Koekelberg.

door Luana Difficile

Staat een deel van het oude viaduct van Koekelberg in Bangkok?

Vraag Op zijn vakantie in Thailand stootte Alex uit Koekelberg op de Thai-Belgian Bridge en ontdekte hij dat die ooit op onze Brusselse ring stond. Hoe belandt een Brussels viaduct in Bangkok?

Antwoord Het viaduct dat momenteel op een druk kruispunt in het hartje van Bangkok staat, stond inderdaad bijna veertig jaar geleden nog op het drukke Brusselse kruispunt van Sainctelette.

Maar het is geen deel van het viaduct van Koekelberg.

Dat viaduct werd gebouwd op de Brusselse ring in aanloop naar Expo 58. Voor die wereldtentoonstelling zouden immers mensen van her en der naar de hoofdstad afzakken, wat het verkeer aanzienlijk zou doen toenemen.

Met een viaduct boven op de stadsring kwamen er drie rijstroken bij.

er op de brug bijna 45.000 auto’s per dag. Voor de buurtbewoners was de situatie niet meer vol te houden, maar het stadbestuur zag ook in hoe belangrijk de verkeersas geworden was voor het steeds drukkere verkeer. De oplossing kwam in de vorm van tunnels: een voor de auto’s, een andere voor de metro.

Chauffeurs konden de brug oprijden aan het Rogierplein en zo naar het Simonisplein bollen. Daar dankt het bouwwerk de naam viaduct van Koekelberg aan. De stadssnelweg was anderhalve kilometer lang. Dat was handig voor de pendelaars, maar niet voor de buurtbewoners, van de Leopold II-laan bijvoorbeeld. Plots was de wandelboulevard een nog drukkere autobaan en hadden de inwoners zicht op een autoweg ter hoogte van hun slaapkamer. Hoewel het stadsbestuur beloofde dat de constructie tijdelijk was, werd het in de jaren na de wereldtentoonstelling duidelijk dat de extra rijbanen niet meer weg te denken waren. Een berekening voorspelde dat er per dag 30.000 auto’s over zouden rijden, maar dat aantal bleef jaar na jaar stijgen. In de jaren 1970 reden

Om die tunnels te kunnen graven, moest het viaduct afgebroken worden. Hoe moesten die duizenden auto’s dan over de bouwput geraken? Met een nieuw, alweer tijdelijk viaduct, van staal dit keer. Die brug was een pak korter en overspande de werkzaamheden van de metrotunnel. In 1986 opende de toen nog Leopold II-tunnel voor de auto’s, korte tijd erna was de metrolijn 2 officieel af en het viaduct was niet langer nodig. Zo’n stalen brug is vrij gemakkelijk te demonteren en elders weer op te bouwen. Zo geschiedde: de brug kreeg een nieuwe plek, niet op een andere plaats in de stad of in België, maar een heel eind weg, in de Thaise hoofdstad Bangkok. Sinds 1988 staat het viaduct daar en is het omgedoopt tot de Thai-Belgian Bridge.

Conclusie In het hartje van Bangkok staat een brug die vroeger op de Brusselse ring stond, maar ze is geen deel van het betonnen viaduct van Koekelberg. Het gaat om een tijdelijk viaduct dat werd opgetrokken toen de metrotunnel werd gegraven.

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity

ACHTER DE SCHERMEN VAN DE MUNT

Krijg een unieke kijk achter de schermen van de Munt en ontdek hoe decors en kostuums worden gemaakt.

Vier weken

NIEUWE VERKIEZINGEN

Op 9 februari moet Sint-Joost-tenNode weer naar de stembus. Met extra televisie-uitzendingen en liveverslaggeving vanaf 8 uur covert BRUZZ alles van heel nabij.

SELECT

De BRUZZ Select van februari is uit, met Berlinde De Bruyckere en Adil el Arbi. Een hele maand cultuur vervat in één magazine.

Select is gratis voor abonnees en ook te vinden in de cultuurhuizen in Brussel

Meer BRUZZ
BRUZZ
Volg het via BRUZZ tv, BRUZZ radio en BRUZZ.be, de hele dag op 9 februari
lang, elke dinsdag op BRUZZ tv en via BRUZZ.be

BIO

Naam: Israa

Leeftijd: 12 jaar

Woont samen met: mama in Anderlecht

Lievelingsserie: The Rookie, een politieserie op Netflix

Hobby’s: modellenwerk, gitaar en theater

The hang-out

‘Alles is moeilijk, tot je het probeert’

Elke week toont een straffe Ket zijn favoriete plek in Brussel om rond te hangen. Deze keer: Israa, die je wekelijks kan terugvinden in het shoppingscenter City2 in de Nieuwstraat.

door Emilia De Feyter foto Saskia Vanderstichele

Wanneer kom hier naartoe?

Bijna elke week. Hier vind ik alles wat ik nodig heb, want het is hier heel groot. Of je nu iets nodig hebt of niet, het is gewoon fijn om hier te zijn. Je kunt hier ook andere mensen tegenkomen of ontmoeten. Ik kom altijd samen met mijn moeder. Mijn favoriete plek is beneden, waar je kunt eten. Vooral de cheesecake vind ik geweldig. Ik hou echt van cheesecake.

Heb je dan vaak iets nodig?

Niet per se, maar soms kom ik hier en zie ik dingen waarvan ik ineens denk dat ik ze nodig heb. Ik verlies bijna elke week wel iets. Kleding kopen doe ik ook het liefst, want ik hou van fashion. Ook accessoires vind ik heel leuk.

Waar woon je?

In Anderlecht. Het is best een gevaarlijke buurt, maar alles wat je nodig hebt, is vlakbij. Ik woon aan de grens met Molenbeek. Er gebeurt hier veel; je hoort vaak in het nieuws over mensen met wapens. Naast ons huis zijn zelfs auto’s ontploft. De straten zijn een beetje onveilig.

Je bent ook model. Wat houdt dat in?

Ik ben finalist bij Topmodel Belgium Kids. Eigenlijk zou ik naar Monaco mogen gaan, maar daar ben ik nog te jong voor. Binnenkort zal ik opnieuw een fotoshoot doen, en als ik win, mag ik naar de Dominicaanse Republiek. Dat zou echt een droom zijn die uitkomt. Ik hoop ooit te mogen poseren voor Vogue en Dior

Wat zou je aan je idool Zendaya vragen, als je haar ooit zou ontmoeten?

Ik zou haar vragen hoe ze omgaat met kritiek en hoe ze zich daardoor niet

laat beïnvloeden. Soms vinden mensen het misschien raar wat je doet, en dat kan je aan het twijfelen brengen. Het lijkt me moeilijk om elke dag zulke opmerkingen te horen en toch door te gaan.

Wat is je doel?

Ik wil graag professioneel model worden, maar ook dokter. Dokter worden lijkt me geweldig, omdat ik graag mensen wil helpen. Ook films hebben me geïnspireerd. Ik wil graag spoedarts worden, zoals in The Good Doctor

Ik droom er ook van om te studeren aan Harvard en miljonair te worden, zodat ik mijn moeder kan bedanken voor alles wat ze voor mij heeft gedaan.

Waar lig je soms wakker van?

De oorlog in Palestina. Wat daar gebeurt, raakt me diep. Kinderen van mijn leeftijd, of zelfs jonger, zouden zulke dingen niet mee moeten maken. Dat is echt niet normaal.

Waar ben je trots op?

Ik ben trots op mijn schoolresultaten. Veel mensen zeggen dat het middelbaar moeilijk is, maar ik ben blij met hoe ik het doe. Ik ben ook trots op mijn moeder. Als zij gelukkig is, ben ik dat ook. We zijn megaclose. Daarnaast ben ik trots op mijn persoonlijkheid en eigenlijk gewoon op mezelf.

Wil jij ook je favoriete plek tonen?

Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.

Mijn motto

Als je iets niet probeert, lijkt het natuurlijk moeilijk. Maar je weet pas of iets echt moeilijk is wanneer je het probeert. Neem bijvoorbeeld een nieuwe hobby. In het begin kan het lastig zijn, maar als je het leuk vindt, blijf je oefenen en word je er steeds beter in. Dus: alles is moeilijk, tot je het probeert.

Mijn voorbeeld

Voor modellenwerk kijk ik op naar Zendaya. Ik volg haar al sinds ik klein was. Toen ik ontdekte dat ze ook model is, dacht ik: “Oh my god!” Ik leerde haar kennen als actrice in een van mijn favoriete series, K.C. Undercover

Lievelingsdrank

Bubble Tea, een drankje dat je in verschillende soorten kunt krijgen. Wat het zo speciaal maakt, zijn de kleine balletjes die erin zitten. In die balletjes zit sap, en wanneer ze in je mond poppen, is dat echt superlekker.

Elke keer als ik hier kom, drink ik een Bubble Tea. Als ik er eentje zie, moet ik hem gewoon kopen. Mijn favoriete smaak is die met Oreo.

Naar aanleiding van gedichtendag, donderdag 30 januari, vroeg BRUZZ aan de Brusselse auteur Tijl Nuyts om een gelegenheidsgedicht te schrijven over de Brusselse actualiteit

‘In Brussel speel je voor de eer, niet voor het geld’

Terwijl de jongste generatie comedians op kleine Brusselse podia alle moed bijeenschraapt om een carrière uit te bouwen, laten stand-upsterren als Alex Agnew en Xander De Rycke de hoofdstad gewoon links liggen. Waarom is Nederlandstalige comedy in Brussel zo moeilijk? “Een grap valt anders in Buizingen dan in Brussel.”

door Michaël Bellon

Stand-up comedy is booming in Brussel. En toch ook weer niet. Franstalige en Engelstalige comedy is overal, Nederlandstalige comedy in cafés en kleinere zalen is in opmars. Alleen de comedians die in Vlaanderen zowat alle zalen platspelen, laten Brussel vaak links liggen. De Nederlandse cabaretier Hans Teeuwen stond recent nog in het Koninklijk Circus, net als Wouter Deprez of Lieven Scheire. Voorts is Wim Helsen weleens in de KVS gesignaleerd. Toch dringt de hausse op het gebied van de Nederlandstalige comedy in Vlaanderen nauwelijks door tot in Brussel. Comedians als Alex Agnew en Xander De Rycke verkopen meermaals het Antwerpse Sportpaleis uit, en de meeste

van hun collega’s doen zowat alle culturele centra in Vlaanderen en Nederland aan. Maar niet onze hoofdstad. Hoe komt dat?

Dure huur

Eind vorig jaar speelde comedian Jeroen Leenders – sinds zijn succesvolle aantreden in De slimste mens ter wereld bijzonder populair – zowaar twee keer in Brussel: in gemeenschapscentrum De Markten en in Vlaams-Nederlands Huis deBuren. Leenders is een buitenbeentje, omdat hij de meeste van zijn optredens, die moeiteloos uitverkopen, zelf regelt. Hij werkt zelden met een promotor of boekingskantoor, en dat hij na lang zoeken toch in Brussel optrad, is eerder dankzij dan ondanks dat eigengereide parcours.

“Eigenlijk is de Vlaamse comedy afwezig in Brussel,” zegt Leenders met veel aplomb. “En dat is toch bijzonder, want Brussel is een logische en bereikbare plek om aanwezig te zijn. Ik blijf daar dus naar streven, maar het is waanzinnig moeilijk.”

De hoofdoorzaak ligt volgens Leenders bij het gebrek aan zalen om te spelen. Of je wordt geprogrammeerd door theaters, die je dan boeken tegen een uitkoopsom en zelf de promotie en ticketverkoop verzorgen. Of je huurt als comedian, manager, booker of promotor zelf een zaal, regelt zelf de promotie en ticketverkoop, en incasseert zelf de recette. “Mijn zoektocht naar een zaal in Brussel heeft zo twee jaar geduurd,” zegt Leenders. “Zelf lijken de theaters namelijk niet erg geïnteresseerd. Zij hebben hun

bewust van het probleem. Het gros van onze comedians speelt véél in Vlaanderen en in de rand rond Brussel – van Asse tot Overijse en van Tervuren tot Wemmel –, maar binnen de ring hebben wij bijna geen shows. Niet dat we niet willen. Integendeel, als we aanvragen krijgen, gaan we daar graag op in. Onze tournees worden ook alleen maar groter, met meer comedians en meer shows in grotere zalen. Zalen voor 2.000 toeschouwers, zoals de Capitole in Gent of de Stadsschouwburg in Antwerpen, vulde een bekende comedian vroeger twee keer, en nu tien. Maar de meeste Brusselse cultuurinstellingen zijn Franstalig, en de Vlaamse zijn toch eerder op Brussel dan op een breed Vlaams publiek gericht. Een huis als de Ancienne Belgique is wél breed bekend bij Vlamingen, en wij hebben daar ook al eens gepolst, maar ik begrijp ook dat zij waken over hun profiel als muziekhuis. Het Koninklijk Circus is dan weer heel mooi, maar bij de gemiddelde Vlaming minder bekend, waardoor die minder snel de stap zet. Dat Arnout Van den Bossche er nu toch speelt, is niet omdat hij daar geprogrammeerd werd, maar omdat wij huren en het commerciële risico nemen.”

Waarom dan toch net als Jeroen Leenders dat risico nemen? “Misschien uit een soort eergevoel,” zegt Verhaeghe. “Toen Wouter Deprez en Lieven Scheire in het Koninklijk Circus stonden, heb ik daarover wel gepraat met hun entourage. Ik vergelijk het een beetje met naar het buitenland gaan. Je wilt graag, al vertrek je opnieuw van nul. Omdat de Brusselse ring toch samenvalt met een scheidingslijn tussen medialandschappen en communicatiekanalen.”

eigen programma, hun eigen missie en maken hun eigen keuzes, wat ik deels kan begrijpen. Maar dat ik in die stad van een miljoen inwoners ook maar twee zalen vond om tegen een min of meer haalbare prijs te huren, is toch bizar? In Antwerpen kan je als groep beginnende comedians weleens een risico nemen met kleinere zaaltjes voor 150 tot 300 euro. Maar in Brussel wordt de marge heel klein. Bij een Brussels theater had ik een zaal voor 100 toeschouwers kunnen huren voor 1.500 euro. Dan moet je al minstens 20 euro voor een ticket vragen om iets over te houden, als je zelf geen overheadkosten hebt. Anders moet je naar 25 euro per ticket gaan voor een solo-optreden. Een line-up met een grote naam, zou dan al 50 euro moeten kosten.”

Toch wil Leenders volgend jaar opnieuw in Brussel spelen. “Voor mij is dat eerder een prestigeproject, geen financiële vetpot. Maar comedians met minder bekendheid lopen hierop vast. Als je gratis speelt, kan je natuurlijk makkelijk succesvol zijn, maar de middenklasse van Nederlandstalige comedians komt op die manier niet aan de bak. Zo bouw je ook geen lokaal publiek op.”

Burn-out voor beginners

Dat wat Leenders ervaart breed gedeeld wordt, bevestigt Chris Verhaeghe van boekingskantoor 5to9, dat comedians als Gunter Lamoot, Guga Baúl, Jade Mintjens, Lukas Lelie, Amelie Albrecht en Arnout Van den Bossche vertegenwoordigt. “Ik ben al zestien jaar actief in de comedy en ben me

Aardig is dat 5to9 de scheidslijn ook overschrijdt met een opmerkelijk initiatief. Arnout Van den Bossche staat in februari niet alleen met zijn huidige Nederlandstalige show Coach in het Koninklijk Circus, maar zal in het Théâtre de la Toison d’Or ook met een tweetalige versie van zijn vorige show Burn-out voor beginners/ Burn-out pour les débutants staan. Verhaeghe: “Arnout speelde de show al zo vaak in het Engels en het Frans dat de tweetalige Olivier Vanhuysse de show in het Frans nu overneemt als ‘Arnaud Dubois’. Maar de twee spelen de show ook zij aan zij in een tweetalige versie.”

Humus onder de toplaag

De toplaag van Vlaamse comedians komt dus maar mondjesmaat naar Brussel. De

Arbi el Ayachi © ALBERT LOOS

Comedy Waarom heeft Nederlandstalige stand-up het zo moeilijk in Brussel?

tussenlaag ontbreekt in grote mate. Maar met de humuslaag van jonge comedians die aan de weg timmeren in cafés en kleinere zaaltjes, gaat het wel goed. Brusselaar Yannick Joos treedt op in het Frans bij What The Fun en Yourire, én in het Engels, waardoor hij ook organisaties kent als Comedy Brussels, Brussels Comedy, Insecure & Dangereux, Countdown Comedy Club, Belgian Comedy Network en Side Splitters Comedy. In 2018 pionierde hij samen met Iwein Segers met Nederlandstalige comedy in Les Brasseurs. Vervolgens organiseerde hij samen met Austin Shale Engelstalige comedy onder de naam Punch Drunk Comedy in KFK Hope Bar. Door dat algemene succes kwam hij nagenoeg gelijktijdig met zijn goede vriendin, schrijfster en comedian Laurien Vereecken op het idee om in KFK Hope ook Nederlandstalige comedy te programmeren.

Net als de eerste drie edities van Choux Choux Comedy is ook de vierde op 13 februari na een simpele Instagram-story alweer volzet. De avonden zijn gratis maar crowd-funded. Door een publiek dat weet dat ook comedians graag wat betaald worden, en dus gerust tien tot vijftien euro willen afstaan. Al kan een student met een klein budget ook met een beperktere bijdrage comedians ontdekken die niet per se de televisie halen.

“Ik wist dat Choux Choux zou aanslaan,” zegt Joos, “want we hadden al een visie, een mooi logo van Jango Jim, een goede zaal en een netwerk om te zorgen voor line-ups met gevarieerde vormen van humor. Voor onszelf is het ook handiger om met de fiets naar een optreden te kunnen gaan, in plaats van anderhalf uur in de auto naar Antwerpen of Gent te zitten.”

Vereecken: “Er zijn genoeg jonge Nederlandstaligen in Brussel die ook van

“De magische aantrekkingskracht van Brussel bleek omgekeerd evenredig met de speelgelegenheden”
Bas Keemink
Comedian en curator van Lachen met deBuren

comedy willen genieten, en we hebben hier ook talent zoals Kathleen Peters, Quinten Leon, Dena Vahdani of Serine Ayari. Daarbij zijn ook Vlaamse comedians als Tim Loobuyck, Seppe Toremans, Thomas Smith, Bert Gabriëls en Roosje Pertz enthousiast om hier een progressief publiek te vinden waarvoor zij de perfecte comedy maken.”

Veilig of uitdagend

Staat Brussel misschien voor een bepaald soort comedy? Daar kan Arbi el Ayachi wel iets over zeggen. De comedian, die ondertussen in Rotterdam woont maar familie heeft in Brussel en hier ook regelmatig optreedt in het Engels, geeft momenteel een workshop stand-upcomedy voor Nederlandstaligen in Zinnema. “Diep in Vlaanderen mag je als comedian uit de grote stad toch vaak uitleggen waarom jij zo ‘raar’ bent. Als je in een Vlaams dorp zegt dat je je broodjes haalt bij Mustafa de bakker, dan is ‘Mustafa de bakker’ een grap, terwijl dat in Brussel gewoon een herkenbare context is. Hier hoef je je niet bezig te houden met het verklaren of verantwoorden van jezelf.”

Vereecken: “Yannick en ik maken ook weleens comedy over de slechte naam die Brussel soms heeft, en hoe onnozel dat is als je bekijkt wat hier allemaal te doen is. Onze mantra bij Choux Choux is in ieder geval ‘alles liefde’. We willen dat comedians zich gesteund en veilig voelen, en ook het publiek weet dat het niet voor schut wordt

Jeroen Leenders
Yannick Joos

gezet. Al is de comedyscene sowieso heel supportive. Er wordt veel aan community building gedaan via gezamenlijke schrijfsessies en workshops. En die is ook welkom. Want comedy is eigenlijk waanzinnig, omdat je er in het begin helemaal niet goed in bent. Nu ik drie, vier jaar bezig ben, begint het eindelijk te lukken. Je moet blijven voortdoen om beter te worden, maar je leert en plein public, en dat maakt de stiel hard.”

Dat laatste herkent ook comedian Kelia Kaniki Masengo, een van de namen op de affiche van Lachen met deBuren op 7 februari. Die avond treden zes Belgische en Nederlandse comedians aan, onder wie ook BRUZZ-columniste Kathleen Peters en de Nederlandse comedian Bas Keemink – die de avond cureert en ook zelf initieerde bij deBuren, omdat “de magische aantrekkingskracht die Brussel op mij uitoefende omgekeerd evenredig bleek te zijn met de speelgelegenheden hier.”

Kaniki Masengo deelt haar ervaringen als beginnende comedian met haar studenten communicatie aan de Odisee Hogeschool, en met de luisteraars van Culture club op Radio 1. Zelfs met haar beperkte ervaring – “zestien optredens, waarvan er twee een beetje goed gingen” – weet zij ook hoe een publiek kan verschillen. “Als ik vertel dat mijn mama wit is, mijn papa zwart, en dat mijn eigen kleur ‘in de war’ is, dan valt die grap anders in Brussel dan in Buizingen. Tegelijk kan en wil ik zo’n onderwerp ook

niet onbesproken laten, en wil ik niet ‘cateren’ op maat van een bepaald publiek. Door in uitdagende contexten te spelen, ga je harder aan je materiaal werken.”

Identiteit en intimiteit

Wat zouden tot slot verklaringen kunnen zijn voor de groeiende populariteit van comedy? Yannick Joos wijst op de vaste waarde van humor als copingmechanisme, als manier om maatschappelijke kwesties en taboes te belichten of gewoon je zorgen te vergeten. “Er is zoveel in de wereld dat je aan het lachen of huilen kan brengen, en het is jouw keuze welk van de twee je kiest. Er zitten in ons publiek zowel diehard stand-upcomedyfans als mensen die voor het eerst een liveshow bijwonen. Ik voel dat we hier iets waardevols aan het opbouwen zijn.”

Kaniki Masengo: “Ik ben zoals velen comedian geworden omdat vrienden en familie mijn dwangmatige grappen op een gegeven moment beu werden. Maar ook omdat ik een midlifecrisis en problemen heb. (Lacht) Toen ik bij deBuren deelnam aan het traject voor jonge opiniemakers ‘Nieuw geluid’, werd Dalilla Hermans net publiek gebasht, en vond ik opinie maken te onveilig. Met humor kan ik ook mijn stem laten horen, en tegelijk ongelofelijk veel energie terugkrijgen van het publiek.”

El Ayachi kan daarop inpikken, maar wil de hausse in de comedy eerst nog even nuanceren. “Sinds corona zijn veel comedyavonden eigenlijk veranderd in open mic-avonden, die voor organisatoren meer een manier zijn om goedkoop comedy aan te bieden en comedians minder te

betalen. Dat zorgt ervoor dat de grote namen wegblijven en dat beginnende comedians een professionele set proberen te spelen, terwijl ze daar nog niet klaar voor zijn.”

Als lid van het comedycollectief Hakims of Comedy zag Al Ayachi de inclusie in de mainstream wel toenemen. Hij merkt nu vooral een grote behoefte aan inclusiviteit en diversiteit in het geven van workshops, met een aanpak die breder gaat dan afkomst en kleur, maar ook aandacht heeft voor gender, seksuele geaardheid en beperkingen. En zoals comedians hard moeten werken aan hun identiteit, heeft een comedyscene in een stad als Brussel ook tijd nodig om te groeien. “Het idee dat je de identiteit van een Nederlandstalige in Brussel ook via comedy kan uitdrukken, bestaat nog maar pas. En beginnende comedians hebben toch ook best al iets meegemaakt in hun leven, waardoor ze een verhaal te vertellen hebben. Het is dat verhaal dat bepaalt hoe groot de zaal moet zijn. Een populair verhaal dat veel mensen raakt, kan in grote zalen en op verschillende plekken. Maar we hebben ook behoefte aan intieme verhalen, die gebaat zijn bij de samenhorigheid in kleine undergroundzaaltjes.”

Op 7/2 kan je Lachen met deBuren, deburen. eu. Arbi el Ayachi geeft tot 25/2 stand-upworkshops bij Zinnema, zinnema.be. En shows zijn er van Choux Choux Comedy in KFK Hope Bar op 13/2, Arnout Van den Bossche in het Koninklijk Circus op 28/2, en Arnout Van den Bossche & Arnaud Dubois in het Théâtre de la Toison d’Or op 13/2

LE STAND-UP NÉERLANDOPHONE SOUFFRE À BRUXELLES

FR Il arrive qu’un Hans Teeuwen ou un Lieven Scheire débarque par hasard sur une scène bruxelloise, mais la plupart de leurs collègues comédiens brillent par leur absence. Pourquoi des stars comme Alex Agnew ou Xander De Rycke remplissent-elles des salles géantes comme le Sportpaleis à Anvers, sans jamais jouer dans la capitale ? Et comment les cafés bruxellois contribuent-ils à façonner l’avenir du stand-up néerlandophone ? « Les théâtres semblent peu intéressés », lance le comédien Jeroen Leenders. « Je comprends, mais je n’ai trouvé que deux salles à louer à un prix raisonnable. C’est étonnant. »

TITEL SAMENVATTING

HARD TIMES FOR STAND-UP IN DUTCH IN BRUSSELS

EN Bodytekst samenvatting

EN There is the occasional appearance by Hans Teeuwen or Lieven Scheire on a stage in Brussels, but many of their colleagues from Dutch-language stand-up rarely make it inside the ring. Why is it that stars like Alex Agnew and Xander De Rycke can fill the arenas of Antwerp but tend to ignore the capital? And what are the young performers in the city’s cafés doing for the future of Dutch-language comedy? “The theatres don’t seem very interested,” comedian Jeroen Leenders tells us. “I get that but the fact that I only found two venues that I could rent at a reasonable price is crazy.”

Kelia Kaniki Masengo

Dagboek

De oude viespeuken

Ik ben een ‘erotisch performer’. In de praktijk betekent dat dat ik me uitkleed op het podium voor onbekenden, of dat nu in cabarets, nachtclubs, kunstencentra of stripclubs is. Het bijzondere aan mijn werk in stripclubs, in tegenstelling tot die andere locaties, is dat de dienstverlening zich niet beperkt tot het podium, maar ook – en vooral – privésessies omvat waarbij er fysiek contact is met klanten.

Wanneer mensen horen wat voor werk ik doe, is de meest gebruikte uitdrukking om mijn cliënteel te beschrijven “oude perverten” of “oude viespeuken”. Meestal volgt er dan een vies gezicht en een meelijwekkende blik die lijkt te zeggen: “Wat is zij toch dapper.”

Het systematische gebruik van het bijvoeglijke naamwoord ‘oud’ zet me aan het denken. Het suggereert twee dingen. Ten eerste dat je ‘weerzinwekkend’ wordt als je ‘oud’ wordt. En ten tweede dat ik me aangetrokken zou moeten

“Mijn cliënteel is niet meer of minder dan een afspiegeling van de maatschappij”

voelen tot mijn klanten om mijn werk te kunnen doen – of dat het dan op zijn minst makkelijker zou zijn.

Beide veronderstellingen kloppen niet. Of iemand nu oud of jong is, rijk of arm, lang of kort, dik of dun, met of zonder beperking, zwart of wit, noem maar op ... geen van die criteria bepaalt de kwaliteit van een ontmoeting met een klant. Het belangrijkste criterium is wederzijds respect. En

La Morrigasme

is een erotisch performer, paaldansdocent en in hun vrije tijd ook domina. Hen treedt op in burlesque- en dragcabarets, op culturele festivals, undergroundraves en privéfeesten, in nachtclubs en stripclubs, en dat zowel in België, Brussel als het buitenland. Hun is altijd geëngageerd, fel feministisch en fier queer, met als slogan ‘Le cul au service de l’ARTivisme’. Instagram: la.morrigasme

daarnaast het verlangen om een leuke tijd

Mijn taak als professional is om iemand die daar behoefte aan heeft een magisch moment buiten de tijd te bezorgen, ongeacht waar die persoon vandaan komt. Want ik ben er diep van overtuigd dat iedereen een moment van zorg verdient. Of die zorg nu bestaat uit de tederheid van een omhelzing of de rilling van een intense erotische ervaring.

Wat het woord ‘pervert’ betreft: ja, sommige klanten zijn problematisch – daar wijd ik nog wel een aparte column aan – maar een sekswerker bezoeken maakt je nog geen ‘pervert’. Mijn cliënteel is niet meer of minder dan een afspiegeling van de maatschappij. Het zijn jullie echtgenoten, vaders, vrienden en broers. Denk aan eenzame mannen op zakenreis die liever met ons komen praten dan alleen in hun hotelkamer te blijven of het risico te lopen iemand lastig te vallen in een bar, verlegen jongemannen die met vrouwen willen leren praten, vriendengroepen van vroeger die samenkomen voor iemands verjaardag of aanstaande bruiloft, gescheiden gepensioneerden die zich niet meer zien daten en liever professionals bezoeken, feestvierders die in hun nachtelijke roes op zoek zijn naar een adrenalinestoot ...

Sommigen vond ik onuitstaanbaar, met anderen heb ik oprecht fijne momenten beleefd. Met enkelen heb ik zelfs een langdurige vriendschap opgebouwd. Want uiteindelijk zijn we, ook al is er geld mee gemoeid, gewoon twee mensen die elkaar ontmoeten.

Reeks nalezen? Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

Uw gids door de culturele agenda 31/1 > 6/2

‘Mijn oma’s geschiedenis geeft me richting’

Al meer dan twintig jaar lang creëert de Braziliaanse artiest Paulo Nazareth zijn kunst al reizend, veelal wandelend, terwijl hij focust op de veerkracht van gemeenschappen getekend door kolonialisme, verplaatsingen en racisme. In Wiels opent dit weekend de eerste grote Belgische overzichtstentoonstelling van zijn werk: Patuá/Patois. door Andy Furniere

Braziliaanse kunstenaar Paulo Nazareth beschermt en vervloekt in Wiels

Een van de meestbesproken artistieke reizen van Paulo Nazareth dateert van 2011, toen hij te voet en per bus van Brazilië naar de Verenigde Staten trok. Hij ondernam die epische trip op teenslippers en waste zijn blote voeten pas bij aankomst in New York, met een soort rituele reiniging in de Hudson-rivier. Sinds die lang uitgesponnen performance, gedocumenteerd in de video-, foto- en tekstreeks Noticias de America, heeft Nazareth niet stilgezeten. Hij doorkruist al meer dan twee decennia de continenten Amerika en Afrika. Maar een reis naar Europa is voorlopig uitgesloten, en hij zal dus ook niet naar Brussel komen voor Patuá/Patois, zijn eerste Belgische overzichtstentoonstelling in Wiels.

“Ik weiger een voet op Europese bodem te zetten totdat ik alle landen in Afrika heb bezocht,” legt de kunstenaar uit vanuit zijn uitvalsbasis in het Braziliaanse Belo

“Ik weiger een voet op Europese bodem te zetten totdat ik alle landen in Afrika heb bezocht”

Horizonte. Dat statement is deel van zijn bredere kritiek op de koloniale geschiedenis en de machtsverhoudingen tussen het Noorden en het Zuiden, in het verleden maar ook vandaag.

Op zijn reizen en in zijn kunst concentreert de Braziliaanse artiest, geboren in 1977, zich op de slachtoffers van die koloniale geschiedenis en wereldwijde migratie. De overzichtstentoonstelling in Wiels richt zich specifiek op twee symbolen van de veerkracht en het verzet

van deze gemeenschappen: patuá en patois.

Grootmoeders amulet

“Patuá verwijst naar het Afro-Braziliaanse gebruik van amuletten die op een spirituele manier bescherming bieden, bijna zoals bij voodoo,” vertelt Nazareth. “Die amuletten kunnen een stoffelijke vorm hebben, zoals bijvoorbeeld een zaadje afkomstig van je geboortegrond, dat je verbonden houdt met je afkomst. Maar sommige draag je mee in je geest. Zo is mijn naam Nazareth voor mij een patuá.” Die naam kreeg hij door zijn grootmoeder, Nazareth Cassiano de Jesus, en verwijst naar een afkomst getekend door geweld. Nazareths grootmoeder was een van de vele duizenden slachtoffers van marteling en massale sterfte onder gemarginaliseerde Braziliaanse bevolkingsgroepen. “Haar geschiedenis geeft me richting.”

Met patois refereert de expo aan taalvarianten die niet aan de standaardnorm voldoen, een linguïstische vorm van verzet tegen bijvoorbeeld koloniale overheersers of van migranten in de marge van de maatschappij. “Vaak wordt gezegd dat dit geen echte talen zijn, slechts afwijkingen van de oorspronkelijke taal, maar die uitspraak vloeit voort uit een vooroordeel tegenover de sprekers ervan,” stelt Nazareth. “Patois ontwikkelen zich op een dynamische manier, worden door opeenvolgende generaties doorgegeven, als volwaardige vormen van cultuur. Mijn werk gaat over beweging. Wel, dit is een voorbeeld van hoe taal beweegt.”

In het fotografische en auditieve werk Kaáguy rupigua documenteert hij een aspect van de taal van de Guarani-Kaiowà, een Braziliaanse gemeenschap die al eeuwenlang lijdt onder geweld – van koloniale etnische zuiveringen tot landroof voor sojaplantages en veeteelt. De betekenis van kaáguy rupigua is ‘wilde dieren’. Voor zijn werk maakte Nazareth onder meer opnames van kinderen uit deze gemeen-

© PAULO
NAZARETHMENDESWOOD DM, SÃO PAULO,BRUSSELS, PARIS, NEW YORK.
Voor het werk Kaáguy rupigua maakte Paulo Nazareth opnames van kinderen van de Braziliaanse Guarani-Kaiowàgemeenschap, die hem de inheemse woorden voor dierennamen aanleerden, als mondelinge amuletten.

schappen, die hem de inheemse woorden voor dierennamen aanleerden, als ontastbare, mondelinge amuletten die kennis bewaren en beschermen.

In een ander werk, de videoinstallatie Ol ori buruku, staat een Nigeriaanse immigrant boven op de Edifício Itália-wolkenkrabber in São Paulo en vervloekt de stad in het Yoruba – een taal gesproken in West-Afrika. “São Paulo is een van de meest geglobaliseerde steden van Brazilië, waar zogezegd iedereen welkom is, maar dat geldt alleen voor immigranten met westerse trekken. Het gevloek van de immigrant in de video is gericht tegen die krankzinnige hiërarchie.”

Vlucht en verzet

In Patuá/Patois verwijst Nazareth ook expliciet naar de manier waarop landen zoals België omgaan met migranten. In het project The immigration cooperative worden in een bureaucratische setting de verhalen van immigranten en hun ervaringen met het doorlopen van de complexe immigratiesystemen tot leven gebracht. “Met het project willen we migranten ook welkom heten, geven we de boodschap mee dat België ook hun land, hun thuis is. Met taal willen we het gevoel van een veilige thuis creëren. Zo willen we een artistiek zaadje planten voor iets wat zeker ook vandaag zo belangrijk is.”

De koloniale geschiedenis van België pakt de Braziliaanse kunstenaar onder meer aan met beelden van het Ishangobeentje, een 20.000 jaar oud, gekerfd beentje, dat de oudste complexe wiskundige vondst van de mensheid wordt ge-

noemd. Het werd in 1950 ontdekt door een Belgische geoloog van het huidige Instituut voor Natuurwetenschappen in toenmalig Belgisch-Congo. “Nog steeds geloven veel mensen dat er in Sub-Saharaans Afrika geen beschavingen bestonden voor de kolonisatie, dit is een krachtig bewijs van het tegendeel.”

Met zijn For sale-reeks legt hij indirect ook een link met de etnologische tentoonstellingen of mensentuinen, zoals die in het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika in Tervuren werden georganiseerd. Maar door zijn ‘exotische’ identiteit expliciet als handelswaar aan te bieden, transformeert hij ze tot een instrument van verzet, dat ook een kritiek op de kunstmarkt en het kapitalistische systeem zelf inhoudt.

Ondertussen broedt de kunstenaar in Belo Horizonte op nieuwe projecten. “Hier, thuis in Belo Horizonte, houd ik halt, kom ik tot rust en laat ik de indrukken van mijn reizen bezinken. Zo kan ik ze daarna in relatie brengen met de brede raciale en sociale geschiedenis van migratie, van globalisatie.” Uiteraard trekt hij binnen afzienbare tijd ook weer de hort op, maar waarnaartoe is ook voor hem nog onduidelijk. “Ik heb geen duidelijk omlijnd plan voor mijn volgende tochten, en vaak raak ik onderweg verloren,” zegt hij. “Ik laat me als het ware meevoeren op een stroom, waarna ik aan land ga en alles op me af laat komen, wacht en observeer. Het is cruciaal om de controle los te laten.”

Paulo Nazareths expo Patuá/Patois loopt van 1/2 tot en met 27/4 in Wiels, wiels.org

8.02.25

The aim of the evening is to raise funds that will be donated to two organizations working for the health and dignity of Palestinians living under occupation and as refugees: the NGO Medical Aid for Palestinians and Dr Moghrabi’s association, Compassionate Hearts For Palestine.

L’ARTISTE PAULO NAZARETH PROTÈGE ET MAUDIT AU WIELS

FR Depuis plus de vingt ans, l’artiste brésilien Paulo Nazareth crée en voyageant, souvent à pied, explorant la résilience et la résistance des communautés marquées par le colonialisme, les migrations et le racisme. Ce week-end, le Wiels inaugure Patuá/Patois, la première grande rétrospective belge de son œuvre, en absence de l’artiste même. « Je refuse de poser un pied sur le sol européen tant que je n’aurai pas visité tous les pays d’Afrique », confie-t-il à BRUZZ depuis Belo Horizonte.

ARTIST PAULO NAZARETH

BOTH PROTECTS AND CURSES AT WIELS

EN For more than 20 years, Brazilian artist Paulo Nazareth has been creating his art while travelling, mostly by foot, while focusing on the resilience and resistance of communities scarred by colonialism, displacement, and racism. The first major Belgian retrospective of his work opens at Wiels this weekend: Patuá/Patois. But the artist himself won’t be there. “I refuse to set foot on European soil until I have visited all the countries in Africa,” he explains to BRUZZ from his base in Belo Horizonte.

Adèle Haenel • Adnan Joubran • Anuna De Wever • Baloji• Bilou • Blanche Gardin • Brian Eno • Caballero & Jeanjass • Carice Van Houten • Dena • Dr Ahmad Moghrabi • Emel Mathlouthi • Flavien Berger • Hala (Quarter Tone) • Iliona • Juicy• le talu • L’Or du Commun • Mara Taquin • Noé Preszow • Nicolas Michaux • Rori • Sama’ Abdulhadi • Sami Bouajila • Tawsen • Tsar B • Winter Family • Yolande Moreau • Youssef Swatt’s • zonmai • +++

Les Halles de Schaerbeek 22a, rue Royale Ste-Marie 1030 BXL| reservation@halles.be|+32 (0)2 218 21 07

Roland Barthes

Anna & Bernhard Blume

Dirk Braeckman

Sophie Calle

Rebekka Deubner

LaToya Ruby Frazier

Paul Graham

Hervé Guibert

Michel Journiac

Lebohang Kganye

Ragnar Kjartansson

Anna Maria Maiolino

Pier Paolo Pasolini

Mark Raidpere

Ilene Segalove

Art & Lit Film

Nobel sanatorium

In 1913 komt de jonge student en longlijder Mieczysław Wojnicz terecht in een sanatorium in Pruisisch Silezië, waar een mansplainend gezelschap, filosofische reflecties en mysterieuze gebeurtenissen hem in de ban houden. Met Empusion breit Olga Tokarczuk een intrigerend vervolg aan een al imposant en eigenzinnig oeuvre – zie: Jaag je ploeg over de botten van de doden en De Jacobsboeken. Bij Bozar spreekt de Poolse Nobelprijswinnares over de kracht van literatuur.

MEET THE WRITER: OLGA TOKARCZUK 5/2, Bozar, bozar.be

Parelvissers

Met Artists Print organiseert Jeunesse et Arts Plastiques al sinds 2013 een beurs die alleen maar oog heeft voor de creatie in de papieren rafelranden van de kunstmarkt. Ruim 35 (inter)nationale parelvissers tonen er hun kunstenaarsboeken en multipels. Van Peter Downsbrough, de Amerikaans-Molenbeekse kunstenaar die ons vorige zomer ontviel, wordt een expo opgezet rond enkele van zijn belangwekkendste boeken.

ARTISTS PRINT XII 31/1 > 2/2, La Maison des Arts, lamaisondesarts.be

Repeteren repeteren

De Rotterdamse kunstenaar Willem Oorebeek noemt Brussel al sinds de jaren 1990 thuis. In onze door beelden verzadigde wereld waart hij al wat langer rond. In een overzichtstentoonstelling bij Wiels toont hij op twee verdiepingen een veertigtal reeksen kunstwerken die, vanuit die context van verzadiging, via herhaling en overlapping vragen opwerpen naar auteurschap, representatie en perceptie. (KS)

WILLEM OOREBEEK : OBSTAKLES 1/2 > 27/4, Wiels, wiels.org

Perzische liefdestaart

Een 70-jarige weduwe herinnert zich de tijd dat genot of plezier niet afketsten op de verboden en de repressie van het religieuze regime in Iran. Ze bakt een Perzische liefdestaart om een 70-jarige man te verleiden en een romantische avond te beleven. Als dat maar goed afloopt. Een erg mooie, tragikomische parabel van Maryam Moghadam en Behtash Sanaeeh (Balad of a white cow). Het is trouwens niet goed afgelopen: Iran verbood hun liefdesfilm.

MY FAVOURITE CAKE IR, dir.: Maryam Moghadam & Behtash Sanaeeha, act.: Lili Farhadpour

Niet zo’n goed gezelschap

Hoe minder je weet over de complexe, snedige scifithriller Companion, hoe beter. Een vriendengroep blijkt tijdens een weekendje weg niet in een boshut te logeren maar in het paleis van een schimmige Russische miljardair. Hij overleeft een verkrachting niet. Het blijft niet bij één dode. Houd rekening met gruwelijke taferelen en houd Sophie Thatcher, de scream queen die Hugh Grant trotseerde in Heretic, in het oog.

COMPANION US, dir.: Drew Hancock, act.: Sophie Thatcher, Jack Quaid, Harvey Guillén

Daarboven in de bergen

Marie-Louise Chapelle stond in 1952 als eerste Franse vrouw op de top van een nog onbeklommen berg in de Himalaya. Dat ze de helft van het jaar niet thuis was bij man en kinderen en dat haar dat werd aangewreven woog op haar. Ellen Vermeulen treedt in haar voetsporen en reconstrueert haar zware beklimming. Stap voor stap. Ook zij botst tegen fysieke, persoonlijke en maatschappelijke grenzen aan. (NR)

UNE FEMME QUI PART BE, dir.: Ellen Vermeulen, avant-premiere in Cinema Galeries op 1/2, release: 5/2

My favourite cake
Meet the writer: Olga Tokarczuk

Klein onderhoud

Omasta verlegt de grenzen van de Poolse jazz

‘In ons publiek zitten jazzcats én hiphopkids’

Na hun passage op Gent Jazz vorige zomer is het Poolse vijftal Omasta straks voor de tweede keer te gast in België, en dat terwijl hun debuut nog moet verschijnen. “Ons allereerste optreden vond ongeveer een jaar geleden plaats, maar we kennen elkaar al veel langer,” zegt bassist Wojciech Roman vanuit thuisbasis Krakau. “Uiteindelijk bracht onze huidige manager ons samen als Omasta. Al zou je ook kunnen stellen dat J Dilla ons bijeenbracht. Die eerste show, in platenwinkel Paul’s Boutique, was een eerbetoon aan zijn muzikale erfenis.”

Dat tribute aan de invloedrijke Amerikaanse hiphopproducer vond plaats op de dag dat hij 50 zou zijn geworden, als hij tenminste achttien jaar (en drie dagen) eerder niet overleden was aan een hartstilstand. Reden waarom februari omgedoopt is tot Dilla Month en Omasta straks in de AB staat. “We zijn enorme fans, maar interpreteren hem vanuit ons perspectief,” zegt drummer Nikodem Wikieł. “Zijn timing is erg precies en moeilijk te reproduceren. We hebben onze set aangevuld met eigen repertoire dat past bij zijn stijl. We grapten al dat mensen misschien zullen denken dat hij het geproducet heeft.” Al helt hun palet meer over naar de seventies. “We zijn gek op Herbie Hancock en Roy Ayers, die hun jazz met funk vermengden,” vervolgt Roman. “Onlangs jamden we met Irreversible Entanglements. Trompettist Aquiles Navarro is in de AB onze special guest.”

Het publiek van Omasta is vaak jonger dan henzelf. “Het zijn niet de typische jazzliefhebbers, maar hiphopkids die hun geest willen verruimen.” Toch is er ook een wisselwerking met de rijke Poolse jazztraditie. Onlangs trad Omasta op met de 79-jarige saxofonist en “mentor” Leszek Żądło, een combinatie die gensters gaf en straks resulteert in een album. Daarop zullen de “hardere Poolse jazzvibes” prominenter aanwezig zijn dan op het losser uit de pols geschudde debuut dat in de zomer verwacht wordt.

“Je mag niet vergeten dat jazz hier na de Tweede Wereldoorlog lang verboden is geweest, omdat het genre uit Amerika kwam,” legt Roman uit. Omasta staat voor de verdere bevrijding van de jazz uit een te strak keurslijf. Het potentieel daarvan sijpelt langzaam ook elders in Europa door. Wikieł: “Paweł, onze trompettist, postte in 2019 een foto van zichzelf voor de Londense jazzclub Ronnie Scott’s op zijn Instagram-profiel, met de woorden: ‘Misschien speel ik hier ooit.’ Binnenkort is het zover.” TOM PEETERS

Omasta plays J Dilla op 4/2 in de Ancienne Belgique, abconcerts.be

Podium Klassiek

Een nieuw begin?

Met Première is BRONKS toe aan de eerste première van 2025. Over Première is nog niet veel geweten, behalve dat het een nieuw theaterstuk betreft van de immer geestige Compagnie Barbarie. Die gaat over beginnen, en zal, geheel terecht, ook beginnen bij het begin, meer bepaald met de openingsscène. Daarna volgt pas de vraag of een nieuw begin wel bestaat, of een wit blad echt wit is, en of het begin bepalend is voor wat nog moet komen.

COMPAGNIE BARBARIE: PREMIÈRE 1 & 2/2, BRONKS, bronks.be

Tamilijk moeilijk

Ex-voetballer en theatermaker Ahilan

Ratnamohan (Football x fashion, Josse jnr., Michael Essien I want to play as you...) spreekt Engels, leerde onder meer Duits, Frans en Nederlands, en maakte van taal een belangrijk onderwerp in zijn werk. Opmerkelijk is dat de voormalige Australiër van Sri Lankaanse afkomst nooit zijn moedertaal sprak, het Tamil. Tot hij tijdens covid aan zijn moeder vroeg om het hem te leren.

THE TAMILIZATION OF AHILAN RATNAMOHAN 6 & 7/2, Kaaistudio’s, kaaitheater.be

Zonder woorden

TOM staat voor ‘théâtre, objet, matière’, het TOM Festival staat voor een vijfdaagse van objecten- en marionettentheater voor een familiepubliek in Ukkel. Het cultureel centrum zorgt op zaterdag, zondag en dinsdag telkens voor een nieuwe voorstelling die een stem geeft aan wie of wat er geen heeft: dieren, objecten en de natuur. Het publiek zoomt in op insecten, kleine ecosystemen en de wondere wereld onder tafel. (MB)

TOM FESTIVAL 1 > 5/2, Centre Culturel d’Uccle, ccu.be

Pop & dance

In de wolken

Het Antwerpse label Cloudshaper stuurt zijn wolkenmachine richting De Vaartkapoen. In die dampen ontwaren we onder meer Baely, die hyperpop verbindt met punk en avant-garde, de drum-‘n-bass van het Antwerpse KRANKk en het Brusselse Bombataz, dat op een eigengereide manier onvermoede links legt tussen jazz, funk en pop. Uitkijken is het ook naar stadsgenoot Karel Piot, alias Pyo, die cyberpunk laat condenseren met new wave en postpunk.

CLOUDSHAPER LABEL DAY 2/2, De Vaartkapoen, vaartkapoen.be

Gerecycleerd chanson

De Stad Brussel plant een nieuwe culturele hub onder de sporen van station Kapellekerk, de vroegere site van Recyclart, maar het kunstencentrum liet weten niet van plan te zijn om terug te keren. En dus zet het zijn eigenzinnige werking aan de Manchesterstraat in Molenbeek voort, onder meer met een avond in het gezelschap van de naar Brussel verhuisde Charlène Darling en haar psychedelische visie op Frans chanson.

BALLADUR + CHARLÈNE DARLING GROUP 5/2, Recyclart, recyclart.be

Zeven

C12 mag deze week zeven kaarsen op zijn verjaardagstaart zetten. De nachttempel in de catacomben van Brussel-Centraal zal die uitblazen met ademstoten van de naar Berlijn uitgeweken Parijse dj Quelza, de Franse, eveneens naar de Duitse hoofdstad verkaste dj en oprichter van het queer collectief Spectrum Waves Léa Occhi en de Brusselse dj a. brehme. Verwacht je aan een soundtrack van hypnotiserende house en techno met tribale toefjes. (TZ)

7 YEARS C12 1/2, C12, c12space.com

Van je sokken geblazen

Natuurlijk: ga naar deze matinee voor het kleurrijke spel van Pierre Fontenelle, en ontdek er in de eerste plaats zijn debuutplaat Roots. Daarop zoekt de in Amerika opgegroeide Belg geïnspireerd en gepassioneerd naar zijn muzikale identiteit. Maar let tijdens het concert toch ook goed op de sokken van de cellist. De jonge strijker staat immers bekend om zijn bonte collectie kousen, die hij gretig deelt op zijn Instagram-pagina.

PIERRE FONTENELLE: ROOTS 31/1, Flagey, flagey.be

De ring is rond

Der ring des Nibelungen, de opperopera in vier luiken van Richard Wagner, sluit af met Götterdämmerung. Twee seizoenen (en met twee regisseurs) is er opgebouwd naar dit denderende slotakkoord. Goden donderen van hun sokkel, protagonisten vallen als vliegen, water en vuur verzuipen en verzengen de bühne, en na grofweg vijftien uur muziek ontdek je eindelijk wat er met dat titulaire sieraad gebeurt.

GÖTTERDÄMMERUNG 4/2 > 2/3, De Munt, lamonnaiedemunt.be

Levenslang vraagstuk

Hoe laat je het onbepaalde toe in je muziek? Voor componist Morton Feldman was het een levenslang vraagstuk. Hij probeerde alternatieve manieren uit om muziek te noteren, en schreef noten op zonder hun duur te specificeren. “Elk instrument leeft zijn eigen individuele leven in zijn eigen individuele klankwereld,” zei hij daarover. Met de musici van Het Collectief belooft dat een razend interessant bestaan te worden. (JC) HET COLLECTIEF: CRIPPLED SYMMETRY 6/2, Les Brigittines, bozar.be

Pierre Fontenelle: Roots
Compagnie Barbarie: Première
Cloudshaper Label Day: Baely

Eat & Drink

Amerikaansestraat 124, Elsene, must-restaurant.be

Must, een zaak die zo uit de jaren 1990 lijkt te zijn geteleporteerd, maakt indruk met haar verfijnde keuken en uitmuntende service. Heerlijk anachronistisch. Herinner je je de Classico nog? Dat hoekrestaurant, geïnspireerd op de sfeer van Parijse brasseries, was bijna tien jaar lang een vaste waarde in de Kasteleinswijk. Na de overname door twee nieuwe, ervaren eigenaars – Alain Van den Hove en Abdon Chobli – onderging de zaak onlangs een radicale make-over. Weg ongedwongen sfeer en schotels voor de gewone man, in plaats daarvan ontdekken de tafelgasten nu een etablissement met een intieme inrichting, fluweelzachte zitjes en een waaier aan texturen, ontworpen door Michele De Maertelaere.

Eerlijk gezegd voelen wij ons niet meteen thuis in zo’n zaak waarvan de stijl

aansluit bij de lounge-esthetiek van de jaren 1990 – de naam Must alleen al ademt een vervlogen tijdperk. En toch moeten we toegeven dat we er een heel aangename tijd beleefden.

Van het uiterst hartelijke en professionele onthaal tot de smetteloos witte tafellakens: niets wordt aan het toeval overgelaten. Zeker omdat beide eigenaars voortdurend op de loer staan – een noodzakelijke waakzaamheid nu het businessmodel van zulke ‘middensegment’-restaurants kwetsbaarder wordt.

De menukaart getuigt eveneens van die anachronistische aanpak: je vindt er voornamelijk vleesgerechten, world food-uitstapjes, luxeproducten en veelal bordeauxwijnen op. We besluiten het spel mee te spelen en bestellen de rundercarpaccio met truffel (47 euro). De sublieme, in

een pot bewaarde truffel wordt royaal over het bord geschaafd. Het koele Holsteinrundvlees en de verse rucola zorgen voor een volle smaak. Vreemd genoeg ontbreekt de aangekondigde Parmezaanse kaas, maar dat doet geen afbreuk aan dit uiterst pure gerecht.

Als hoofdgerecht wordt een perfect goudbruin gebakken sole meunière van 400 gram (49 euro) opgediend. De smaak is boterig, briocheachtig en geruststellend. Het pureetje en de bijbehorende groenten – sperziebonen en broccolini – hebben precies de juiste bite, net zoals het hoort. Voor een dessert hadden we geen plaats meer, maar uit betrouwbare bron vernamen we wel dat de café glacé (8 euro) de moeite waard is.

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

Inzichten

Wat weet acteur Michaël Pas van het leven?

Blijkbaar vinden mensen me echt klein’

Wat leerde je werk je over het leven?

Als acteur moet je je kunnen verplaatsen in elk mogelijk personage en elke mogelijke levensvisie. Je hoeft het niet met je personage eens te zijn, maar je moet het wel kunnen en willen begrijpen. Zo probeer ik zelf ook andere mensen te benaderen.

Welke fout maak je keer op keer in het creatieve proces?

Te hard mijn best doen. Niemand wil een artiest zien die aan het zwoegen is. Het moet er moeiteloos uitzien.

Welke tip kreeg je ooit van je publiek?

Laat het onverwachte toe tijdens je optreden. Het publiek deelt enorm graag het hier-en-nu met je.

Welke levenswijsheid kreeg je mee van je ouders?

Mijn moeder zei me ooit: je moet je geen zorgen maken over iets waar je nu niets aan kan doen. Dat hielp mij toen. Nu zeg ik soms hetzelfde tegen haar. (Lacht)

Welke levenswijsheid wordt overschat?

Willen is kunnen, dat soort onzin. Soms lukt het niet, en dat is oké. We moeten niet alles kunnen.

Typeer Brussel in drie woorden. Onbekend. Onbemind. Onwaarschijnlijk.

Voor welke breed gebezigde uitvinding ben jij bijzonder dankbaar?

De fiets in het algemeen, en mijn vouwfiets in het bijzonder.

Bestaat er een god?

Gelukkig niet. Je kan perfect leven zonder goden. Vereffen al je rekeningen hier op aarde, dat gebeurt niet in het hiernamaals. Welke misvatting bestaat er over jou?

Mensen die me voor het eerst ontmoeten, vinden me klein van gestalte. “Amai, gij zijt klein in het echt!” Er bestaat dus blijkbaar een misvatting over mijn lengte. (Lacht) Wat kan jij dat anderen niet kunnen?

Een kaarsrechte handstand. En een dozijn goocheltrucs.

Michaël Pas is van 1966 en wordt nooit oud

Films als Blueberry Hill, Daens en Team spirit zouden zonder hem niet hetzelfde zijn geweest, de televisieserie Kulderzipken al zeker niet

Zelfs de stem van Kuifje is die van Michaël Pas

Onlangs speelde hij ook in de theaterhits De zaak Shell en Fight night

Wat helpt je er weer bovenop als je down bent?

De natuur, om in te wandelen, en de verrekijker gaat mee. Als ik een bijzondere vogel kan spotten, maakt mijn hart een vreugdesprongetje, en dan zijn we weer vertrokken.

Welke minder bekende app raad je iedereen aan?

TjilpOMatic: een Shazam om vogelgeluiden te herkennen, zalig. Een banaal fwiet, fwiet wordt plots een tjiftjaf.

Welke zin mag op je doodsprentje?

Kort en bondig: Pas wás!

Welk cliché over Brussel stoort je het meest?

Dat mensen met een andere moedertaal niet zouden kunnen samenwerken. Ik merk zo vaak het tegendeel.

Welk vreemd voorwerp slingert rond in je huis?

In mijn living ligt altijd een verrekijker in de aanslag voor als er valken of andere bijzondere stadsvogels voorbijvliegen. Als de slechtvalken op de kerktoren gaan zitten, haal ik er zelfs mijn telescoop bij.

Waar kijk je naar uit de komende tijd?

De reünie van Team spirit. Na twintig jaar maken we weer een film: Team spirit: NXT G3N. De hoofdrollen zijn voor de kinderen van de originele hoofdcast. Maar we doen allemaal weer mee.

Doe eens een toekomstvoorspelling.

Zondag om 15.00 uur breng ik een familievoorstelling met fabels en livemuziek in het Rood Klooster in Oudergem.

Welke andere vraag hadden we je beter gesteld?

Wat doe je komende zondag, tiens.

MICHAËL BELLON

Michaël Pas, Benjamin Macke en Birgit Goris verwarmen op 2/2 het Rood Klooster met een Winterse muzikale vertelling, gcdendam.be

Word de nieuwe uitbater van het eetcafé in GC de Bosuil, hartje Jezus-Eik! Gezocht: gepassioneerd horecatalent met zin voor ondernemerschap.

Ben jij op zoek naar een unieke kans om een bruisend eetcafé uit te baten op een toplocatie? Vzw ‘de Rand’ is op zoek naar een zelfstandige uitbater voor het gezellige eetcafé in gemeenschapscentrum de Bosuil. Gelegen in de Vlaamse Rand en op de grens met het prachtige Zoniënwoud, in het groene hart van Jezus-Eik, biedt dit café dé ontmoetingsplaats voor buurtbewoners, verenigingen, wandelaars en andere bezoekers.

WAT BIEDEN WIJ?

•Een volledig uitgeruste caféruimte met ingerichte keuken.

•Een ruime uitbaterswoning is ter beschikking.

•De vrijheid om naast de basisuitbating ook jouw eigen commerciële ideeën te ontwikkelen.

•Een nauwe samenwerking met het gemeenschapscentrum en haar activiteiten.

WIE ZOEKEN WIJ?

Een enthousiaste en klantvriendelijke ondernemer met een hart voor horeca, die bezoekers en verenigingen warm ontvangt en bruisende ideeën hee om van het eetcafé een bloeiende plek te maken.

We staan open voor jouw suggesties en creatieve invulling – jouw visie maakt het verschil!

KLAAR OM DE UITDAGING AAN TE GAAN?

Vraag snel de infobundel aan en bezorg je kandidaatsdossier vóór 28 februari 2025 aan:

•Stefaan Gunst, Kaasmarkt 75, 1780 Wemmel

• Mail: stefaan.gunst@derand.be

• Telefoon: 0495/15.04.90

Je kunt de infobundel ook ophalen aan het onthaal van GC de Bosuil, Witherendreef 1, 3090 Overijse Grijp deze unieke kans en geef jouw horecadroom vorm in een prachtige omgeving!

VACATURE CONSUMER DATA EXPERT

Als Consumer Data Expert maak je deel uit van ons dynamisch Customer Lifecycle team. Je richt je specifiek op het opslaan, verrijken en beheren van consumentengegevens, die essentieel zijn voor het werven en behouden van abonnementen. Met jouw expertise zorg je in no time voor een optimale balans tussen de zakelijke doelstellingen en een transparante omgang met persoonsgegevens.

SCAN TO SWITCH mijntoekomstbijroularta.be

BELEEF JE WOONDROOM OP HET GROENSTE

DAK VAN BRUSSEL

Stijlvolle appartementen met 1-4 slpk.

Indrukwekkende daktuin

Strategische locatie in het hart van Europa

Schrijf je nu in op de wachtlijst thegardenbrussels.be/nl 02 307 44 44

Kolonel Bourgstraat 101, 1030 Schaarbeek
BRUSSEL

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.