BRUZZ Editie 1925 (05-03-2025)

Page 1


Brussel zet zich schrap voor beperking werkloosheid in de tijd

De ‘sterke, zwarte vrouw’ en andere vooroordelen bij artsen

FEMICIDE

Verzet Een ongemakkelijke waarheid over werkloosheid en migratie

Moet je van je hart een steen maken om Brussel weer te laten floreren? Dat is de hamvraag, waar niet de Brusselse regering – meer dan 268 dagen afwezig intussen – maar haar federale tegenhanger intussen een antwoord op heeft. En dat antwoord luidt: ja.

In het regeerakkoord staan verschillende maatregelen die strenger zijn dan wat we gewoon zijn. Een ervan wordt in dit magazine uitgebreid besproken: de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Tegenstanders noemen de maatregel asociaal en cynisch. Bovendien komt het neer op een verschuiving naar de OCMW’s, zo klinkt het, omdat werklozen die geen uitkering meer krijgen, daar massaal zullen aankloppen voor een leefloon.

Misschien is die reactie cynischer dan de maatregel.

Volgens die redenering is elke beleidswijziging bij voorbaat tevergeefs, het heeft toch geen zin, werklozen zullen werkloos blijven. Dat de werkloosheidsgraad in Brussel twee keer zo hoog is als in Parijs – inclusief de banlieues – en drie keer zo hoog als in Amsterdam, is dan een soort van natuurwet waar niet aan te tornen valt. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.

uitsturen naar toekomstige migranten: “Kom niet naar België. Hier valt toch niks te rapen.”

Of de ontrading werkt, moet nog blijken. Nu al wordt de maatregel druk gedeeld in WhatsAppgroepen, waar migranten onderling info uitwisselen over wat de goede landen zijn om je als asielzoeker aan te melden. Ook in de migratiesector wordt dit, samen met het plan om de gezinshereniging strenger te maken, gezien als een gamechanger.

Verzet tekent zich af. Zo’n beleid leidt tot A- en B-burgers. Juristen twijfelen er ook aan of het wel de toets van het Grondwettelijk Hof zal doorstaan, ook al schermt de regering met rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Nog belangrijker echter is dat die maatregel voor die mensen een groot risico op armoede inhoudt. Vijf jaar lang moeten nieuwkomers hopen dat ze van rampspoed en tegenslag gespaard blijven. Terwijl het vaak om erg kwetsbare personen gaat. Het verzet tegen die maatregel is dan ook begrijpelijk en menselijk.

“Harde maatregelen zijn nodig om de draagkracht van de stad te waarborgen”

Over een andere maatregel uit het federale regeerakkoord is op dit moment veel minder ophef, terwijl die minstens even hard kan aankomen. Toekomstige nieuwkomers zullen vijf jaar moeten wachten voordat ze recht hebben op een leefloon of gelijk welke andere vorm van sociale bijstand. Nieuwkomers: dat zijn asielzoekers, erkende vluchtelingen, gezinsherenigers, arbeidsmigranten ...

De bedoeling van de regering-De Wever is tweevoudig. Enerzijds gaat het om een besparing. Anderzijds, en vooral, wil men een signaal

Tegelijk valt niet te ontkennen dat Brussel vandaag zwaar gebukt gaat onder de instroom van asielzoekers en andere migranten, van wie een groot deel geen erkenning krijgt, maar hier toch blijft, om vervolgens in de illegaliteit zijn weg te zoeken. Mensen die erg weinig hebben, of toch veel minder dan zij die Brussel verlaten. Het is hard om te stellen dat ‘die instroom’ moet verminderen, want het gaat om mensen, op zoek naar een beter leven. Maar als de draagkracht van de stad wordt overschreden, moet er iéts gebeuren. De verpaupering van Brussel ís gelinkt aan migratie, en wil je aan dat eerste iets doen, moet ook dat laatste worden aangepakt. Een ongemakkelijke waarheid, maar in deze turbulente tijden, lijken er geen andere te bestaan.

Bram Van Renterghem Redacteur

In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.

Lees meer Beperking van de werkloosheid in de tijd: ‘Dit is een oorlog tegen de armen’ p.24

de

BRUZZ liep mee in het sorteercentrum in de Gentse havenzone, waar ook alle Brusselse blauwe zakken worden verwerkt.

OP DE COVER

06Het gesprek Fotografe EveAnne HKS doorbreekt de stilte rond femicide met een tentoonstelling

ACTUALITEIT

03Vooraan Verzet

12Fenomeen van de week

Modeafdeling La Cambre op de Paris Fashion Week

13Cartoon Delphine Frantzen

14Gezondheid Raciale vooroordelen in de Brusselse zorg

24Samenleving ’De beperking van de werkloosheid in de tijd zal in

COLOFON

Brussel leiden tot veel meer leefloners’

20Opinie ‘Ook in Brussel staan vrouwenrechten onder druk’

21Debatteer mee Moet Audi Vorst een wapenfabriek worden?

VERHALEN

32Reportage In het spoor van de Brusselse blauwe zak

ELKE WEEK

10In beeld Bart Dewaele: Uniek beeld

20 Stadsleven Het woord

23Beestig Brussel Groen wil verkoop kangoeroevlees in Brussel bannen

28 Sporting Flagey Golfen na zonsondergang

29Big City Hoe wordt de mensenmassa bij een betoging geteld?

29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?

30Hang-out Amira

38Column Brussel kan alles

SELECT

39 Saxofonist, componist en bandleider Robin Verheyen is klaar voor ‘Liftoff’

43Klein onderhoud Vianney Adriaens

45Eat & Drink Sinsenn

46Inzichten Kristien De Proost

BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Annelies Bontjes, Jazz Brak, Elian Coussement, Jasper Croonen, Andy Furniere, Tom Peeters, Niels Ruëll, Maria Saldi, Maya Toebat, Freya Van Nieuwenhuysen, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Freya Caris, Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

‘Femicide is een brandbaar onderwerp’

De Brusselse fotografe Eve-Anne HKS werd tweeënhalf jaar geleden geconfronteerd met vrouwenmoord. Ze doorbreekt de stilte die rond het thema hangt met een aangrijpende expo in het gemeentehuis van Evere. Daar toont ze foto’s van getroffenen en nabestaanden én 232 rode schoenen, evenveel als het aantal slachtoffers in België sinds 2017. “Seksueel of psychologisch geweld is zelden een eenduidig verhaal.”

door Maya Toebat foto’s Ivan Put

Sommige gebeurtenissen zijn te groot om niet vast te pakken, om te laten voorbijgaan, zeker als ze inherent een ‘voorbij’ in zich dragen. Het overlijden van een ouder is zo’n moment, weet de Brusselse fotografe Eve-Anne HKS, die liever onder haar kunstenaarsnaam haar verhaal doet. Tweeënhalf jaar geleden verloor ze haar vader op gruwelijke wijze. Op 19 september 2022 werden hij en zijn vriendin Delphine vermoord door haar ex, die vervolgens zelfmoord pleegde. De femicide kwam hard binnen, vertelt ze. Zeker omdat de zelfmoord verhinderde dat de dader terechtgesteld kon worden. “Eerst ben je in shock,”

zegt ze aan BRUZZ, “maar dan probeer je op de een of andere manier controle over de situatie te krijgen. Al in een heel vroeg stadium was ik aan het nadenken over andere mogelijkheden om gerechtigheid te vinden. Ik zocht naar een doel om mijn energie op te richten.”

Al snel voelde ze dat zo’n project niet haar eigen verhaal centraal zou stellen, wel dat van andere mensen die ook te maken hadden gekregen met femicide. “Vaak worden er twee scenario’s opgeworpen bij vrouwenmoord: ofwel is de moordenaar een monster, ofwel is hij een psychopaat. Die typeringen plaatsen de moorden in individuele hokjes, alsof de dader een

willekeurige man is die worstelde met een probleem, gek werd en vervolgens zijn vrouw, zus of vriendin vermoordde. Een uitzondering, zeg maar. Met mijn fotoproject wilde ik tonen dat het om een breder fenomeen gaat: alle verhalen, hoe verschillend ze ook zijn, hebben een gemeenschappelijke en politieke grond. Vorig jaar waren er minstens 25 vrouwenmoorden in België, dat is niet niks.”

Je bracht zeven slachtoffers en nabestaanden van vrouwenmoord voor je lens. Hoe heb je hen gevonden?

EVE-ANNE HKS: Dat ging vrij gemakkelijk. Ik vroeg aan enkele verenigingen voor

• Fotografe (28), die opgroeide in Charleroi maar intussen in Brussel woont

• Op 19 september 2022 werden haar vader en zijn vriendin Delphine vermoord door haar ex, die vervolgens zelfmoord pleegde

• Haar fotoproject en tentoonstelling Après le féminicide, récits de celles qui restent vloeit voort uit de nood aan gerechtigheid en focust op de impact van femicide op slachtoffers en nabestaanden

• Na een eerste passage in Charleroi is de reizende expo nog tot 22/3 te zien in het gemeentehuis van Evere

• Instagram: eveanne_hks

slachtoffers van seksueel misbruik en huiselijk geweld om mijn oproep te verspreiden. Zo kwam ik in contact met de zeven getuigen. Het interessante is dat ze verschillende relaties hebben tot femicide. Er zijn vrouwen bij die hun dochter of zus hebben verloren, bijvoorbeeld, maar er is ook iemand wier beste vriendin werd vermoord. Meestal denk je bij een moord aan de familie, maar zo’n gruweldaad heeft ook een impact op de chosen family: vrienden, collega’s ... Daarnaast sprak ik ook met twee vrouwen die een poging tot femicide hebben overleefd. Zij vertelden dat het bijna lijkt alsof je moet sterven om gehoord te worden. Dat mensen je niet echt au sérieux nemen of het voorval vergeten omdat je nog leeft. Alsof het nooit is gebeurd.

Femicide is een heftig onderwerp. Waren de zeven getuigen niet terughoudend om hun verhaal te delen?

EVE-ANNE HKS: Integendeel. Ik was verrast door de openheid waarmee ze over hun ervaringen wilden praten. Velen voelen zich eenzaam in hun verwerkingsproces. Juist omdat het een moeilijk onderwerp is, vinden ze het lastig om erover te praten. En hun omgeving weet vaak niet hoe te reageren, of duwt de zwaarte weg. Maar ook

ik voelde me minder alleen door mensen te ontmoeten die hetzelfde hadden meegemaakt. De geportretteerden kwam ook samen tijdens de vernissage van de tentoonstelling in Charleroi. Dat was emotioneel, het publiek kreeg te zien dat de verhalen over echte mensen gingen.

Hebben de ontmoetingen jou ook geholpen in je verwerkingsproces?

EVE-ANNE HKS: Het ging minder over mijzelf, omdat ik zozeer focuste op het project. Natuurlijk begon de vertrouwensrelatie met het feit dat ik zelf iemand ben verloren aan vrouwenmoord, maar ik deed er alles aan om de geportretteerden op hun gemak te stellen. Ik ging naar hun huis of naar een café dat ze leuk vinden, en wilde meer weten over hun verhaal. Het was niet echt een dialoog. Zien hoe vrienden en families bij elkaar blijven in moeilijke tijden heeft me wel kracht gegeven. Al was het ook zwaar om te zien dat mensen begonnen te huilen of overweldigd raakten. Bovendien kon ik die verhalen niet echt delen met mijn omgeving. Ik wilde de fotoreeks eerst opbouwen, voordat ik die aan iemand liet zien. Het was dus een grote opluchting toen de tentoonstelling opende in Charleroi. Al die tijd had ik de verantwoordelijkheid over die verhalen alleen gedragen, net als het besef dat er maatregelen nodig zijn ter preventie en ondersteuning van de slachtoffers. Eindelijk kon ik bezoekers daarbij betrekken, zodat we samen actie kunnen ondernemen.

Met de portretten en verhalen schuif je bewust een ander beeld naar voren dan in de media of in een gerechtelijke context wordt aangereikt. Waarom was dat belangrijk?

EVE-ANNE HKS: De manier waarop nieuwsmedia met moorden omgaan is een ramp.

De ochtend dat ik hoorde dat mijn vader vermoord was, moest ik mijn familie waarschuwen voordat het nieuws hen via de media zou bereiken. Ik ben toen in allerijl van Brussel naar Charleroi gereden, terwijl er een tikkende klok boven mijn hoofd hing.

In de krant verscheen een foto van mijn vader, zijn vriendin en de moordenaar, zonder verduidelijking wie wie was. Dat komt binnen, boven op de puinhoop van je emoties en de nodige administratie. Daarom wilde ik de persoonlijke verhalen brengen van de nabestaanden en slachtoffers. Ik wilde niet de vraag ‘wat is er gebeurd?’ stellen, maar hun wel vragen: ‘wat is er gebeurd voor jou?’ Ik gaf hun de ruimte om over hun eigen ervaringen te praten, in hun eigen woorden. En ik wilde hen waardig presenteren, en dus soms ook lachend. Het mocht niets gruwelijks worden. Daarom praat ik ook niet over de exacte omstandigheden van de gewelddadige moorden.

“Vaak is de dader bij femicide geen onbekende, maar een familielid of partner, een geliefde schoonzoon of vader. Dat maakt de situatie uiterst complex”

Er staan 232 rode schoenen in de expo van EveAnne HKS, als symbool voor het aantal slachtoffers van femicide in België sinds 2017.

“Alleen is die telling gebaseerd op nieuwsberichten en niet op officiele cijfers. Waarschijnlijk gaat het om nog veel meer vrouwen.”

“De ochtend dat ik hoorde dat mijn vader vermoord was, moest ik mijn familie waarschuwen voordat het nieuws hen via de media bereikte”

Je wilt eerder focussen op de impact die de gebeurtenis heeft op de omgeving?

EVE-ANNE HKS: Ja, en die impact uit zich op zoveel niveaus. Denk aan de juridische nasleep van een proces, de manier waarop de media slachtoffers portretteren, en de psychologische maar ook economische gevolgen, zoals het overnemen van schulden. Ik wilde al die dimensies belichten. Bovendien wilde ik aantonen dat seksueel of psychologisch geweld zelden een eenduidig verhaal is. Vaak is de dader geen onbekende maar een familielid of een partner, wat de situatie uiterst complex maakt. Diezelfde persoon kan immers ook een geliefde schoonzoon of vader zijn. Daardoor is de oplossing ook niet zo simpel als iemand uit je leven bannen, daarvoor zijn de onderlinge banden te sterk verweven.

Je tentoonstelling reist rond en staat nu ook in het gemeentehuis van Evere. Hoe kwamen ze bij jou terecht?

EVE-ANNE HKS: Ik woon zelf in Brussel en heb informatie over mijn tentoonstelling

via de sociale media gedeeld. Vorig jaar waren er in Evere ook twee gevallen van femicide, maar of hun wens om mijn expo te tonen daarmee verband houdt, weet ik niet. Er is wel recent een politiecel opgericht: EVA, Emergency Victim Assistance, die zich specifiek richt op slachtoffers van seksueel en seksistisch geweld. Enkele agenten

UNE EXPO BRISE LE SILENCE AUTOUR DU FÉMINICIDE

zullen tijdens de vernissage hun programma komen toelichten. Dat vind ik een positieve ontwikkeling, want zoals in de tentoonstelling naar voren komt, speelt de behandeling door de politie een cruciale rol na een moord, en die laat vaak te wensen over.

De aandacht voor vrouwenmoord neemt toe. Op 8 maart, de Internationale Dag voor Vrouwenrechten, wordt er in Sint-Gillis ook een gedenksteen ingehuldigd ter nagedachtenis aan de slachtoffers van femicide. Welke maatregelen en acties zijn er nog nodig? EVE-ANNE HKS: Femicide en toxische relaties in het algemeen zijn brandbare onderwerpen, die niemand wil aanraken. Net daarom is het belangrijk om ze bespreekbaar te maken, in scholen, publieke ruimtes, en door trainingen te geven aan rechters, politie en leerkrachten. Dit soort moorden, gemunt op een specifieke persoon in je omgeving, roept een gevoel van diepe onrechtvaardigheid op. Dat gevoel verdwijnt niet zomaar door een rechtszaak. Het gaat ook om de zorg die andere mensen je geven, zoals de steun van de politie, de manier waarop mensen je helpen naar antwoorden te zoeken. Daarnaast is er nood aan een betere ondersteuning van slachtoffers, zoals gratis juridisch advies, psychologische hulp en praatgroepen. Momenteel is er ook geen overkoepelende organisatie voor femicide. Er staan 232 rode schoenen verspreid in de expo, als symbool voor het aantal slachtoffers van vrouwenmoord in België sinds de tellingen in 2017. Alleen zijn die tellingen gebaseerd op nieuwsberichten, niet op officiële cijfers verzameld door een instituut, waardoor het waarschijnlijk om nog veel meer vrouwen gaat.

FR Il y a deux ans et demi, la photographe bruxelloise Eve-Anne HKS a été confrontée au féminicide. Elle a décidé de briser le tabou qui existe autour du phénomène à travers une poignante exposition à la maison communale d’Evere avec des photos et 232 chaussures rouges, une pour chaque victime en Belgique depuis 2017. « Je veux montrer qu’il s’agit d’un phénomène beaucoup plus large qu’on le pense. L’année passée, 25 femmes ont été assassinées en Belgique, ce n’est pas rien. »

AN EXHIBITION BREAKS THE SILENCE AROUND FEMICIDE

EN About two years ago, Brussels-based photographer Eve-Anne HKS was confronted with femicide. Now, she breaks the silence surrounding the complex subject with a moving exhibition in the town hall of Evere. She displays photographs alongside 232 red shoes, one for each victim in Belgium since 2017. “I want to show that femicide is a wider phenomenon. Last year, there were at least 25 femicides in Belgium, that cannot be ignored.”

Uniek beeld

Sinds de sloop van het CCN-gebouw is voor het eerst in vijftig jaar het Noordstation in zijn geheel te spotten. Niet omringd door of verborgen achter andere infrastructuur. Lang zal dat niet duren, want vastgoedontwikkelaars Atenor en AG Real Estate willen op de plek van het Communicatiecentrum Noord (CCN) vier nieuwe torens bouwen, waarvan de hoogste dertig verdiepingen zal tellen. Bewoners zien die plannen niet zitten. MG

In beeld door Bart Dewaele

Modeafdeling La Cambre

‘Wij maken kleren, geen kunst’

De naam La Cambre klinkt als een klok in de wereld van de haute couture. Op de Paris Fashion Week 2025, die maandag begon, hebben tal van La Cambre-alumni een hand in de getoonde collecties.

Niet zelden stoten oud-leerlingen van de modeafdeling van La Cambre, die huist in een anoniem kantoorgebouw langs de Louizalaan, door tot de hoogste regionen bij prestigieuze modehuizen: zo komt Anthony Vaccarello, de creatief directeur van Yves Saint Laurent, uit de Brusselse stal. In december werd dan weer de Franse Belg Matthieu Blazy weggeplukt bij het Italiaanse Bottega Veneta en benoemd tot de nieuwe artistieke directeur van Chanel. Dezelfde maand nam Brusselaar Julian Klausner de leiding over in het modehuis Dries Van Noten.

Volgens professor Steve Jakobs, die al zestien jaar verschillende vakken geeft aan La Cambre, verklaart de focus op ‘maken’ voor een deel dat succes. “Het programma bestaat er niet zozeer uit om studenten veel te laten tekenen. Dat ontwerpen op papier is volgens mij een misvatting uit een andere tijd die in veel scholen is blijven hangen. Studenten moeten kleren kunnen maken, daar draait het om. Niet om tekenen. We zeggen liever: hier zijn stof, naald en een pop, en begin maar te experimenteren.”

Kruisbestuiving

Een andere troef is dat La Cambre meer is dan een modeschool. De school werd in

1926 opgericht door Henry Van de Velde als een kunstacademie, pas in de jaren 1980 zag de modeafdeling het licht. Op de campussen in Elsene lopen studenten mode, fotografie, architectuur en schilderkunst kriskras door elkaar. Dat genereert volgens Jakobs een creatieve kruisbestuiving. “Onze filosofie luidt: kijk met een zo open mogelijke blik naar de wereld. Daarom krijgen de studenten ook veel algemene vakken zoals kunstgeschiedenis, literatuur en filosofie. La Cambre biedt een totaalpakket.”

In de visie van La Cambre moeten leerlingen eerst grondig leren stappen alvorens te kunnen rennen. “Studenten leren eerst de woordenschat van de kleren en de patronen. Wat is een broek, een rok of een hemd nu écht? Pas dan kunnen ze echt aan de slag. De school streeft naar creativiteit, maar de ontwerpen moeten draagbaar zijn: het gaat om kleren, niet om sculpturen. Als een jurk mooi is, maar moeilijk om te dragen, is het dan eigenlijk wel een jurk?”

Eerstejaarsstudente Sara Ladevie vond die manier van denken in het begin niet makkelijk. “Ik dacht dat ik meteen creatief aan de slag zou mogen gaan, maar in het eerste jaar volg je echt vooral de leerkracht. Dat was eerst een schok, maar ik besef dat het

Ontwerpen van La Cambre-studenten op vorige eindejaarsshows. In hun laatste masterjaar stellen studenten hun eigen collectie van twaalf stukken voor tijdens een volledige show.

beter is om eerst de technieken onder de knie te krijgen.”

La Cambre heeft lak aan praatjes, vertelt Ladevie. “Ik kom uit Frankrijk en volgde daar een voorbereidende studie. Bij ieder werk moest ik uitgebreid uitleg geven over de psychologie ervan, en wat het politiek en sociologisch betekende. Toen ik in Brussel op gesprek kwam, deed ik dat ook, maar Tony (Delcampe, het hoofd van de modeafdeling, red.) onderbrak me. Hij zei: ‘Dat interesseert me niet. Ik vind het leuk, dus hoef ik geen uitleg.’“

Ieder jaar melden ongeveer 150 studenten zich aan om te beginnen aan de modeopleiding. Tien procent van de kandidaten wordt uiteindelijk toegelaten.

Als publieke, Franstalige school met lage inschrijvingskosten –300 euro – en een goede reputatie lokt La Cambre veel

Fransen. Doorgaans iets meer dan vijftig procent van de sollicitanten.

“In het selectieproces speelt vooral de persoonlijkheid van de kandidaat een doorslaggevende rol,” zegt Jakobs. “Ze moeten getuigen van werkethiek en tonen wie ze zijn en waarom zij dit verdienen. Persoonlijk heb ik ook graag dat kandidaten wat grappig zijn.”

Geen voorkennis nodig

Opmerkelijk: voorkennis of ervaring zijn niet vereist.

“Sommigen hebben nog nooit een naaimachine aangeraakt, soms vind ik die blank pages zelfs leuker, omdat ik ze makkelijker in de goede richting kan sturen.”

Het voordeel van een publieke school te zijn, is dat La Cambre uit een bredere vijver

kandidaten kan vissen dan veel private scholen met hoge inschrijvingsgelden: geld speelt amper een rol. De schaduwzijde is het beperkte budget. “De lokalen en de infrastructuur zijn niet luxueus, maar dat blijkt geen issue voor de studenten. Alle alumni klinken op dat vlak unisono: werken met les moyens du bord en toch iets goeds creëren, dat maakt een ontwerper alleen maar beter, meer creatiever.”

De kleine klassen in de opleiding hebben nog een ander voordeel: het laat leraren toe om studenten veel meer individuele aandacht te geven, en de leerlingen vormen op die manier een hechte groep. Jakobs zegt zich door het recente succes van alumni wel wat zorgen te maken dat er nu nóg meer studenten zullen solliciteren. “Dat is oké, maar kandidaten moeten beseffen dat ze vijf jaar hard moeten werken en dat hun vrije tijd op een zijspoor belandt.”

studenten melden zich elk jaar aan om te beginnen aan de modeopleiding op La Cambre

300 euro

bedraagt het jaarlijkse inschrijvingsgeld voor modeontwerpers in spe

La Cambre-studenten hebben acht uur per dag les, naast hun opdrachten. “Tijdens de vakanties zitten ze in Parijs voor hun stages. Ze hebben er vier tijdens hun schoolcarrière en die worden érg serieus genomen.” Niet iedereen houdt dat vol: in het laatste jaar studeren er maar een vijftal af.

Het uiteindelijke doel van die harde leerschool? Studenten klaarstomen voor een plek op de designafdeling van de grootste modehuizen waar ze uitblinken door hun mix van technische vaardigheid en creatieve ingesteldheid. Ieder jaar wordt hun werk door een jury beoordeeld en in hun laatste masterjaar stellen studenten hun eigen collectie van twaalf stukken voor tijdens een volledige show. “De bedoeling is dat ze daarin hun persoonlijkheid kunnen overbrengen,” vertelt Jakobs. “Dat is tenslotte wat je onderscheidt en hoe mensen je werk herkennen.”

MATISSE VAN DER HAEGEN

‘Omdat ik zwart ben, denkt mijn arts dat ik sterk ben’

Zuiderse types houden van overdrijven, ook als ze ziek zijn. Zwarte vrouwen zijn sterk, dus kunnen veel meer pijn verdragen. Die foute ideeën leven soms bij huisartsen, wat patiënten niet alleen een schuldgevoel geeft, maar ook veel ongemak en gêne.

Om meer bewustzijn te creëren rond gender en raciale bias organiseert belangenorganisatie Afromedica een open gesprek over het onderwerp. “Dokters reageren vaak defensief wanneer ze op hun raciale vooroordelen worden aangesproken.” door Maria Saldi foto’s Saskia Vanderstichele

Hier is uw fucking voorschrift. En ik denk dat je beter een andere dokter zoekt.” Met die woorden wees Zains* huisarts in het centrum van Brussel hem de deur. De Egyptische student had erop gestaan dat ze zijn ontlasting zou testen om zijn blijvende maagklachten te verklaren. Niet nodig, volgens zijn huisdokter. Zijn dieet aanpassen zou meer dan voldoende zijn.

“Ik voelde dat er iets meer aan de hand was, dus bleef ik aandringen op die test. Ze zei dat ik haar niet vertrouwde en na

veel discussie schreef ze dik tegen haar zin een voorschrift om de test ergens anders te laten doen. Toen ik zei dat ik haar scheldwoorden onprofessioneel vond, hield ze zwijgend de deur van haar praktijk open. Mijn witte, Belgische vrienden zijn door haar nooit zo behandeld. Als zij extra vragen stellen, is dat omdat ze meer informatie willen. Ik word als persoon van kleur sneller als te mondig of agressief gezien.”

Zains gevoel dat zijn arts zijn klachten minimaliseerde, is voor veel mensen van kleur herkenbaar. In Frankrijk stierf in

2017 een jonge vrouw aan orgaanfalen, nadat de hulpdiensten haar klachten eerder die dag hadden weggelachen. Belgisch wetenschappelijk onderzoek toont aan dat artsen symptomen van depressie minder serieus inschatten als de patiënt een migratieachtergrond heeft. Bij Unia lopen jaarlijks tientallen klachten binnen over raciale discriminatie in de zorgsector. Om het gebrek aan weten-

Lina komt uit het Midden-Oosten, en gaat naar een arts die uit hetzelfde land afkomstig is. “Omdat ze me de les begon te lezen over mijn seksleven, ga ik voor intieme problemen naar een andere dokter.”

schappelijke data over het onderwerp in België op te vangen, komt het Gelijkekansencentrum binnenkort met meer uitgebreide studies.

‘Ik ben toch niet racistisch?’

Belangenorganisatie Afromedica vraagt al langer aandacht voor de problematiek. De vzw wil de impact van raciale bias in de zorg aan de kaak stellen, en neemt daarom

Zain, een Egyptische student, had het gevoel dat zijn vaste huisarts zijn maagklachten minimaliseerde. “Ze zei dat ik haar niet vertrouwde en wees me de deur. Mijn witte, Belgische vrienden zijn door haar nooit zo behandeld.”

op 10 maart in de bibliotheek Muntpunt deel aan een panelgesprek en een podcastopname over gender en raciale bias.

“Artsen reageren vaak defensief wanneer ze op hun raciale vooroordelen worden aangesproken. ‘Ik ben toch niet racistisch?’ zeggen ze dan.” Aan het woord is Hanane El Kaddouri, huisarts in opleiding en voorzitter van Afromedica.

“Vaak gaat het eerder over onbewuste

overtuigingen. Zo is er het mediterrane syndroom, het idee dat mensen uit de regio rond de Middellandse zee hun klachten overdreven zouden uitdrukken. Dat heeft uiteraard een impact op welke behandeling ze krijgen.”

Ook van zwarte patiënten wordt sneller gedacht dat ze overdrijven. Dat idee komt uit de zeventiende eeuw, toen artsen naar medisch bewijs zochten dat zwarte

▼ mensen tot slaaf gemaakt mochten worden. Zwarte huid zou dikker zijn dan witte en daarom minder pijngevoelig. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat die mythes tot op de dag van vandaag doorleven bij sommige zorgverleners.

“Als ik bij een nieuwe dokter ga, hoop ik altijd dat die mijn klachten niet wegwuift met het idee dat ik het als ‘sterke zwarte vrouw’ wel zal aankunnen,” zegt Marie*, een jonge Brusselse met roots in Rwanda. “Ik was een tijd terug bij een specialist omdat mijn bloedwaarden niet helemaal goed zaten. Nog voor hij de resultaten binnenkreeg, zei hij dat ik er gezond uitzag, dus dat er wel geen probleem zal zijn. Terwijl ik daar net zat omdat ik mij niet goed voelde.”

Vertaalsoftware

Voor een goede ervaring bij de dokter is cultuursensitieve communicatie cruciaal, vindt Fatou Touré, een zwarte huisarts in Anderlecht. “Ik krijg soms patiënten binnen die me zeggen: ‘De dokter zegt dat ik minder

ideeën over geneeskunde en andere culturele waarden in hun praktijk. Touré gebruikt vaak tolken of vertaalsoftware in haar consultatieruimte. “Dat vraagt wat extra moeite, maar het is mijn plicht als zorgverlener om mijn patiënten op hun gemak te stellen. Ik heb op stages of andere werkplekken genoeg gezien dat artsen de moeite niet nemen om grondig te communiceren bij een taalbarrière. Onlangs nog zat een vriend in mijn praktijk met diabetes, die geen flauw idee had dat hij die diagnose heeft.”

Scala aan perspectieven

In de VS werd aangetoond dat zwarte baby’s twee keer zoveel kans lopen om te sterven in het kraambed. Dat risico wordt gehalveerd als de arts ook zwart is. In België bestaat er geen gelijkaardig onderzoek, maar volgens Hanane El Kaddouri van Afromedica kan een diverser personeelbestand wel het verschil maken. “Ik beweer niet dat het enkel aan hen is om goed te

“Vooroordelen bij het zorgpersoneel zijn vaak de uiting van het diepgewortelde koloniale denken in de geneeskunde”

Hanane El Kaddouri

Huisarts in opleiding en voorzitter van Afromedica

zout moet eten, maar ik gebruik dat al zo weinig.’ Veel mensen van niet-Belgische origine gebruiken andere smaakmakers, zoals Maggi. Dan leg ik hen uit dat daar ook zout in zit, en hoe ze hun voedingspatroon kunnen aanpassen op basis van hun eigen eetgewoontes.”

Uit onderzoek van de UCL uit 2014 blijkt dat huisartsen die onder tijdsdruk staan, minder tijd investeren in de patiënt-artsrelatie met patiënten uit een etnische minderheidsgroep. Ook bestuderen ze de medische geschiedenis van die groep minder intensief. Ander onderzoek toonde aan dat Belgische medische professionals zich niet verantwoordelijk voelen om zich aan te passen aan andere talen, andere

luisteren naar mensen van kleur, maar hoe breder het scala aan perspectieven, hoe inclusiever het hele systeem wordt.”

Diewert Seynaeve, een laatstejaarsstudent geneeskunde met een Congolese moeder en een Belgische vader, merkt op stageplekken dat patiënten van kleur graag door hem geholpen worden. “Ze maken vaak een praatje, waar ze naar mijn afkomst vragen of me complimenteren omdat ik geneeskunde studeer.” Dat er in de Brusselse ziekenhuizen meer vertegenwoordiging is dan in Vlaanderen, vindt hij een goede zaak. “In het SintPietersziekenhuis in Brussel heeft het grote merendeel van het personeel een migratieachtergrond. Je vraagt even rond

in het team en je vindt voor elke patiënt wel iemand die zijn moedertaal spreekt.”

Marie* had na jaren van financiële moeilijkheden weer genoeg geld om naar de tandarts te gaan. “Toen die de staat van mijn tanden zag, vond ze het ‘extreem’ dat ik zo lang gewacht had. Ze zei dat het een ‘project’ zou worden om mijn tanden op te lappen. Terwijl ik mijn situatie op voorhand had uitgelegd, gaf ze me elke consultatie een schuldgevoel. Ik veranderde naar een

arts van kleur. Dat bleek een wereld van verschil. Hij gaf me voedingstips, en legde me rustig uit welke stappen hij zou ondernemen voor hij in mijn mond zat.”

Niet-westerse geneeskunde

De patiënten die in dit stuk getuigen, en die wegens de gevoelige en persoonlijke aard van hun verhaal liever niet bij hun echte naam worden genoemd, geven aan dat ze zich sneller op hun gemak voelen bij een

arts met dezelfde culturele achtergrond. Toch is een ruime blik het eerste waar ze naar zoeken bij een arts. Zara*, een studente die in India werd geboren, vindt het belangrijk dat haar artsen ook niet-westerse geneeskunde accepteren.

“Toen ik in Gent woonde, werd ik vaak ziek en had ik vreemde allergieën. Ik dacht dat het misschien aan mijn trauma’s zou kunnen liggen, omdat een vriendin daardoor een auto-immuunziekte had

gekregen. Ik legde mijn bezorgdheden voor aan mijn arts. ‘Wat zeg jij nu, auto-immuun heeft niets met trauma te maken,’ was zijn botte reactie. Ik vind het jammer dat westerse geneeskunde de link tussen geest en lichaam vaak negeert.”

Toen ze enkele jaren geleden in Brussel aankwam, kwam Zara terecht in een wijkgezondheidscentrum aan Flagey. “Mijn arts, die wit is, erkende wel dat trauma in het lichaam zit. Die holistische benadering

Fatou Touré is huisarts in Anderlecht. Ze gebruikt vaak tolken of vertaalsoftware in haar consultatieruimte. “Dat vraagt wat extra moeite, maar het is mijn plicht als zorgverlener om mijn patiënten op hun gemak te stellen.”

“Nog voor mijn huisarts de resultaten binnenkreeg, zei hij dat ik er gezond uitzag, en dat er dus geen probleem zal zijn. Terwijl ik mij echt niet goed voelde”

Marie

Brusselse met Rwandese roots

is heel belangrijk voor mij. Ook mijn psycholoog, een witte vrouw, oordeelt niet over het feit dat ik soms psychedelica zoals ayahuasca neem. Niet alle dokters, of ze nu van kleur zijn of niet, staan open voor die alternatieve vormen van geneeskunde en medicatie.”

Soms kiezen patiënten van kleur net bewust voor iemand die niet dezelfde achtergrond heeft. Lina*, een jonge vrouw uit het Midden-Oosten, kwam enkele jaren geleden voor haar studies naar Brussel. “In het algemeen ga ik graag bij mijn huisdokter. We komen uit hetzelfde land en ik kan mijn problemen uitleggen in mijn eigen taal, maar toen ik haar medicatie vroeg tegen een schimmelinfectie, begon ze me plots de les te lezen over mijn seksleven. ‘Weten je ouders dat je seksueel actief bent?’ vroeg ze. Toen ik zei dat zoiets niet van belang was, kon ze het niet laten om op te merken dat ‘de tijden toch veranderd zijn’. Daarna gaf ze me een preek over veilige seks. Omdat we uit hetzelfde land komen, heeft ze het idee dat ze dat zomaar kan zeggen, alsof ze mijn moeder is. Voor intieme problemen ga ik nu naar een andere arts.”

Onder de radar

Raciale vooroordelen in de medische wereld kunnen niet los gezien worden van gender. Dat zegt historica Tinne Claes, die aan de KU Leuven onderzoek doet naar gender en geneeskunde, en ook op de gespreksavond in Muntpunt het woord zal nemen. “Mensen van kleur die ook vrouw zijn, dragen nog meer de gevolgen van discriminatie in de gezondheidssector. Denk aan de officiële groeicurves die artsen in het medisch onderzoek op school gebruiken om te kijken of iemand ‘op schema’ zit. Die statistieken nemen data van kinderen met een andere achtergrond

niet mee, waardoor ze vaker als afwijkend beschouwd worden. Dat heeft vooral een impact op meisjes, die soms een onnodige medische behandeling, zoals hormonale groeiremmers, voorgeschreven krijgen.”

Claes hekelt dat de geneeskunde voornamelijk gebaseerd is op het witte mannenlichaam. “Daardoor zijn ‘vrouwenziektes’ zoals endometriose, vulvodynie en vaginisme lang onder de radar gebleven,” zegt ze. “Onze maatschappij leert vrouwen aan dat pijn bij je maandstonden normaal is. Dat maakt het nog moeilijker om die ziektes op te sporen. Voor vrouwen van kleur komt daar nog eens bij dat hun klachten minder serieus genomen worden. En in sommige culturen zijn intieme ziektes ook moeilijker te bespreken.”

Handboeken

“Om racisme in de zorgsector te begrijpen, moeten we kijken naar het systeem waarop het gebaseerd is,” zegt Hanane El Kaddouri. “Individuele vooroordelen bij

PRÉJUGÉS RACIAUX DANS LES SOINS DE SANTÉ

FR Un médecin qui minimise vos symptômes, qui ne vous explique pas le traitement qu’il vous prescrit, qui ne parle pas votre langue ou qui vous fait sentir coupable : pour de nombreuses personnes issues de l’immigration, une simple consultation médicale peut devenir une épreuve. « Les racines racistes du système de santé alimentent, souvent de manière inconsciente, des préjugés chez les médecins », dit Hanane El Kaddouri, médecin de famille et membre du conseil d’Afromedica. Le 10 mars, elle débattra avec l’historienne Tinne Claes sur les préjugés racistes et sexistes dans les soins de santé.

het zorgpersoneel zijn vaak de uiting van het diepgewortelde koloniale denken in de geneeskunde. In de lessen dermatologie zijn er amper foto’s van aandoeningen op gekleurde huid te zien. Op de spirometer, die de longcapaciteit van patiënten meet, staat een knopje om iemands ras aan te duiden, wat de resultaten beïnvloedt. Dat stamt uit de tijd dat men nog dacht dat er biologisch verschillende rassen waren. Dat achterhaalde idee heeft bijgevolg tot op de dag van vandaag een negatieve impact op de behandeling van zwarte patiënten.”

“Het probleem is natuurlijk niet opgelost met wat meer foto’s van zwarte huid in de handboeken. Met Afromedica streven we naar een volledige inclusie van geracialiseerde groepen in de wetenschappelijke kennis.” El Kaddouri gaat met Afromedica langs op hogescholen en universiteiten om studenten te sensibiliseren over vooroordelen en gaten in de curricula. “Soms schrikken ze, omdat ze hun aangeleerde kennis plots moeten herbekijken. Het gaat wel de goede richting uit, meer en meer professionals zijn met inclusieve zorg bezig. Er is verandering op komst.”

(*) Om de anonimiteit van de getuigen te verzekeren, kregen ze een schuilnaam. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.

Op maandag 10 maart is er van 19.30 tot 21 uur een debat en een podcastopname in Muntpunt (Auditorium De Wolken).

Meer info is te vinden op: rebelle-vzw.be/activiteiten-overzicht

DISCRIMINATORY HEALTHCARE

EN A doctor who thinks you are overreacting and minimises your symptoms, or doesn’t explain the treatment you are getting. Who doesn’t speak your language or blames you. Many people from migrant backgrounds find going to the doctor an unpleasant experience. “There are still unconscious prejudices in the health sector caused by its racist roots,” says Hanane El Kaddouri, a general practitioner and Afromedica board member. On 10 March, El Kaddouri will come to Muntpunt to discuss the racist and sexist bias in healthcare together with historian Tinne Claes.

27.28.29

OMAH LAY

NATHY PELUSO

DENZEL CURRY

DISTYNCT

KOKOROKO

SAMARA CYN

MAVEE • MAHOM

NOORIYAH

JOE YORKE

KYBBA

MO'KALAMITY MAUREEN SHENSEEA

JALEN NGONDA

ROSA PISTOLA

BNNYHUNNA

DINO D'SANTIAGO

SAÏAN SUPA CELEBRATION

CA7RIEL Y PACO AMOROSO

QUEEN OMEGA & THE ROYAL SOULS • PA SALIEU

JAH VERSION FT. ZACKY MAN • KAREN NGYAME KG

FEMININE HI FI • YOUTHIE

IFE OGUNJOBI • L'ENTOURLOOP

BURNING SPEAR • JUNGELI GROUNDATION

Opinie

‘Ook

in Brussel staan vrouwenrechten onder druk’

Lien Willaert, Stafmedewerker bij Rebelle, een Brusselse vrouwenvereniging, waarschuwt naar aanleiding van Internationale Vrouwendag op zaterdag 8 maart voor de ‘antiwokebeweging’ in eigen land. “Al wat hint naar gelijkwaardigheid en inclusie komt in het vizier.”

Lien Willaert

• Stafmedewerker bij Rebelle

• Inwoner van Brussel (Laken)

Na een dag op kantoor ga ik mijn dochter ophalen in de crèche. Onderweg spookt het wereldnieuws door mijn hoofd. Trump en co. ontbinden hun duivels. Met elk nieuwsfeit wortelt de angst een beetje dieper: wanneer komt het overwaaien? Want laat ons duidelijk zijn, ook hier wint de zogenaamde‘antiwokebeweging aan kracht. Al wat hint naar gelijkwaardigheid en inclusie komt in het vizier. Wie denkt dat wij op dat vlak gebeiteld zitten, is naïef.

Een van hun speerpunten is het recht op abortus. In de VS met succes, want in 2022 vernietigde het Amerikaanse Hooggerechtshof het arrest Roe v. Wade. Heel wat vrouwen hebben er nu geen toegang meer tot abortuszorg. Vrouwen moeten reizen naar een andere staat of ander land voor hulp. Ver-van-uw-bedshow? Helaas. Elk jaar beleeft een vijfhonderdtal Belgische vrouwen een soortgelijke

Stadsleven Het woord

door Heleen Rodiers

Graait. Zesletterwoord. Twee juiste letters. In zes pogingen probeer ik in een spelletje op mijn telefoon het juiste woord te vinden. Een overvolle tram 10. Het helpt me om de duwende vrouw in de stoel links van me en de man rechts met expansiedrang te negeren. Rimpel. Drie juiste letters. De ‘E’ staat op de juiste plaats.

nachtmerrie. Wie een abortus na twaalf weken zwangerschap wil, moet naar Nederland reizen. Het lijkt er niet op dat dat snel verandert. Er moet eerst een consensus over de regeringspartijen heen zijn, voordat er een wetswijziging komt. Dat is een regelrechte voortzetting van de vertragingsmanoeuvres uit de vorige legislatuur.

Ondertussen stap ik de kinderopvang binnen. Wanneer ik door het raam zwaai naar de schattige bende Brusselse peuters zie ik de tekenen

“Door het federale regeerakkoord ziet de toekomst van meisjes er weer wat somberder uit”

“Probeer eens interim,” oppert mijn buurman. “Dat kan niet. De voorlaatste letter moet een ‘E’ zijn,” reageer ik wat gepikeerd. De aardige buurman dringt aan en ik leg hem de spelregels uit. Ik laat hem meekijken op mijn telefoon. “Leuk spelletje,” zegt hij, “goed voor de hersenen.” Naast elkaar is zijn gezicht

“Vrouwendag

is een herinnering dat rechten en vooruitgang en altijd verdedigd moeten worden,” schrijft Lien Willaert.

aan de wand ook al op deze plek. De beleidskeuze op Vlaams niveau om – discriminerende – voorrangsregels in de opvang te installeren, veroorzaakt al in de eerste levensjaren van veel ketjes uitsluiting. Wanneer beide ouders samen minder dan 4/5 werken (of een naar werk gerichte opleiding volgen), krijgen ze geen voorrang in de kinderopvang. De voorbehouden plaatsen voor kwetsbare gezinnen werden gehalveerd. Wie mag meespelen, en wie niet? Dat is niet het gevolg van toeval, maar van bewuste politieke keuzes. Ook het federale regeerakkoord hangt als een onweerswolk boven deze ukjes. Wie straks niet op volle toeren meedraait op de arbeidsmarkt, dreigt kopje-onder geduwd te worden. In het op werk gefocuste

niet te zien. Een beige broek en zijn adem ruikt wat naar alcohol. Hij is na een werkseminarie in een chic hotel in de prosecco gevlogen, bekent hij. We lachen. Ik probeer: intern. Inkeer. Hier moet ik eraf, zegt de man. Hij werpt nog een laatste blik op mijn scherm. “Probeer ‘invoer’ eens.” Ik

zie de letters één voor één groen oplichten. “Correct,” roep ik hem na. Hij lacht en verdwijnt in de nacht.

In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be

nooit vanzelfsprekend zijn

discours telt onbetaaldezorgarbeid nietmee.Omdatvrouwenwaarschijnlijknogdecennialang het leeuwendeeldaarvanopnemen,ziet detoekomsterzekervoorde meisjesweer wat somberderuit.Is dierealiteitvoor het gemak even snel-sneldoordeonderhandelaars onder het tapijtgeveegd?Of simpelwegvergeten?

Apotheker met hoofddoek

Tochdurfikhoopvol te blijven. Want een van deredenenwaaromwij onzedochterinBrusselopvoeden, ennietinpakwegZuid-West-Vlaanderen,isdeuniekediverserealiteit van dezestad.Hoehardde extreemrechtsestromingen het nog proberen, dat kunjenietongedaan maken.Onzepeuter weet uit ervaring dat depediatereenjonge

zwartevrouw kan zijn. Dat haar vriendjesallerleitalenspreken. Dat we onzemedicijnenkopenbijde apothekeropdehoek,eenlieve dame met hoofddoek.Daar stelt zij zichgeenvragenbij. Dat vormtde krachtenrijkdom van dezeplek. Diversiteitalleenbrengtechtergeen rechtvaardigheid. Wat we nodig hebben,is dat dezerealiteitzich weerspiegeltinbeleid.Mensendie doorhungender,afkomst,klasse, beperking,seksueleoriëntatie of zorgsituatiestructureelworden benadeeld,moetengehoordworden. Hunnodenmogennietgenegeerd of ondergeschiktwordengemaakt aaneconomischelogica. Daaromis8maartméérdaneen symbolischedag,maareen herinnering dat rechtenenvooruitgangnooitvanzelfsprekendzijnen altijdverdedigdmoetenworden. Diversiteitisgeendroom, het iseen feit,maarzonderstrijdenvertegenwoordigingblijft het eenfeitzonder macht. We kunnennietachteroverleunenendenken dat diversiteitons vanzelfzalredden van beleidsmakers diehaarondermijnen. Op wat zichaandeandere kant van deoceaanafspeelt,hebben we minder vat. Maarinonzeeigen straat,wijkenstadmoeten we des te meerelkaarsbondgenotenzijn omditsamen te verwezenlijken.

Reageren of zelfeenopiniestuk insturen?Mailnaarredactie@bruzz.be

Debatteer mee

Moet Audi Vorst een wapenfabriek worden?

Ja, maar ik zou me niet op mijn gemak voelen”

Resultatenonlinebevraging,op28februari2025viaRhetoric (52reacties)

Ja

Het iseenmakkelijkewijzeommeer te investerenin defensie. Zo kan Belgiëdevereiste van de NAVO tegemoetkomenenjobscreërenvoor lokale jeugd. Win-win. TimH.

Audi-arbeidershebbenzekerdeknowhowominde wapenindustrie te werken.Beterdanwapensuiteen anderland (VS) in te voeren. Laurent D.

DeBelgischedefensie-industrieislangetijdeen trotsgeweest. Hetzou prachtigzijnmocht dat weer opleveninBrussel. Wally R.

Ik twijfel

InAudi Vorst moetgebeuren wat het besteisvoor deBrusselaars. Los van politiekeprofileringen ideologischeprincipes. Jos Z.

Alseenwapenfabriek het interessantsteisvoorde Brusselsetewerkstelling,danis het te overwegen. Jaak T.

Nee

Europageeftdriekeermeeraandefensieuitdan Rusland.MensenalsFranckenwillenmiljarden besparenopdesocialezekerheidom ze danin oorlog te stekeni.p.v.in te zetten opdiplomatieen samenwerking. Jan B.

Lievereenplekwaarwerkgelegenheidgeboden wordtengewerktwordtaaneenduurzame samenleving. Liesbeth X.

Gevraagd of ze inhaareentjenogdurft rond te lopeninClemenceauende treinstations van Brussel-Noorden Brussel-Zuidantwoordt

MINISTER VAN JUSTITIE ANNELIES VERLINDEN (CD&V) bevestigend. Humo,25februari2025

Ga naar BRUZZ.be/abo

Een abonnement op BRUZZ magazine is GRATIS voor wie in het Brussel Gewest woont. Daarbuiten betaal je 29 € per jaar.

Buideldier Groen wil verkoop kangoeroevlees in Brussel bannen

De partij Groen wil in Brussel een verbod op producten afkomstig van kangoeroes, zoals vlees en leer, wegens bijzondere bezorgdheden rond dierenwelzijn.

door Andy Furniere

“Ze hebben mij al weleens uitgelachen, gevraagd hoeveel kangoeroes er dan wel in Brussel rondlopen,” zegt Lotte Stoops, Brussels parlementslid voor Groen, die eind vorig jaar het voorstel voor een verbod indiende in het Brussels parlement. “Maar wat niet veel mensen weten, is dat België de grootste Europese importeur blijkt van kangoeroeproducten.”

België voert jaarlijks meer dan 280 ton kangoeroevlees- en huiden in, wat volgens Stoops neerkomt op ongeveer 80.000 geslachte kangoeroes. Nochtans zijn de grote Belgische supermarktketens vijf jaar geleden gestopt met de verkoop van kangoeroevlees, na campagnes van dierenrechtenorganisatie Gaia.

“Maar er zijn nog steeds kleinere winkelmerken die het verkopen en restaurants met kangoeroesteaks op het menu. Daarnaast zit kangoeroevlees in diervoeding voor katten en honden,” aldus de politica.

De Australische autoriteiten staan de jacht op kangoeroes toe, met als belangrijkste argument dat te grote populaties problematisch zijn voor de diersoort zelf, het milieu, en de veeteelt en landbouw – veel boeren spreken zelfs over een ware plaag. De documentaire Kangaroo: A Love-Hate Story bleek erg invloedrijk in de discussie.

Niet alles mag zomaar in de strijd tegen de

• Hun wetenschappelijke naam Macropodidae betekent ‘grootpotigen’, wat verwijst naar hun enorme achterpoten, waarmee ze grote sprongen kunnen maken

• Voornamelijk ’s nachts en ’s morgens

kangoeroe. Er zijn quota op basis van tellingen en jagers moeten de dieren doden met één welgemikt schot door het hoofd.

Voor Stoops gaat het echter om “de grootste slachting van wilde landdieren ter wereld”, en ze uit haar twijfels of het in één keer doden echt gebeurt, want “de dieren worden vooral ’s nachts bejaagd”.

Daarnaast heeft de import van kangoeroeproducten ook op andere domeinen een belangrijke impact, zegt ze. “Op milieuvlak, want de producten worden ingevlogen vanuit letterlijk de andere kant van de wereld. Op het vlak van volksgezondheid ook, want vaak wordt melkzuur aan het vlees toegevoegd om schadelijke bacteriën niet te laten floreren, een praktijk die niet is toegestaan in de EU. Maar ook op cultureel vlak, zeker voor de Aboriginalgemeenschap in Australië.”

Een delegatie vertegenwoordigers van de Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië, kwam vorig jaar in het Brussels parlement getuigen over de situatie. “Voor die mensen is de kangoeroe een heilig dier, hun bestaan is een belangrijke link met hun voorouders en een onderdeel van wie zij zijn.”

Het is na dat bezoek dat Groen besliste om een voorstel in te dienen, dat momenteel door de machinerie van het parlement wordt behandeld. “Brussel kan het goede voorbeeld geven aan de rest van België en Europa. Kangoeroes mogen dan wel ver weg leven, onze acties kunnen een verschil maken.”

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel

Eigenschappen

Brussel zet zich schrap voor de beperking van de

‘Dit is een oorlog tegen de armen’

Brussel telt vandaag zo’n 37.000 langdurig werklozen, die kunnen getroffen worden door de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Sociale organisaties vrezen dat er niet alleen een verschuiving zal zijn naar de OCMW’s, maar dat heel wat van die werklozen van de radar zullen verdwijnen. “Dit voegt armoede toe aan de armoede.”

Steven Van Garsse illustraties Freya Caris

Maria staat aan de deur van een werkwinkel in een Brusselse gemeente. Ze is veertig, alleenstaande moeder en al meer dan twee jaar werkloos. In het verleden heeft ze als poetsvrouw gewerkt, maar ze vindt geen werk meer en vreest dat ze bij het OCMW zal moeten aankloppen. “Zal ik via het OCMW dan wel werk vinden?” vraagt ze zich af.

Ook andere langdurig werklozen gaan door een stressvolle periode. Ze vragen zich af of en hoelang ze nog een uitkering zullen krijgen, nu de federale regering de werkloosheidsuitkeringen wil beperken in de tijd. En wat gebeurt er als ze bij het OCMW aankloppen: moeten ze hun spaarcenten aangeven? Krijgen ze een leefloon als ze een woning bezitten?

Zolang er geen wetteksten zijn, is het gissen naar de manier waarop de federale regering haar plannen precies zal uitrollen.

Op twee punten is het regeerakkoord wel helder: de werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd tot twee jaar, en voor 55-plussers die lang genoeg hebben gewerkt is er een uitzondering. Veel oudere langdurig werklozen in Brussel komen daar niet aan. De grote vraag is ook of er een overgangsfase komt, dan wel of de federale regering de botte bijl hanteert, en meteen alle langdurig werklozen op droog zaad zet.

De federale regering wil daarbij niet talmen, want de maatregel moet helpen om de begroting weer op orde te krijgen. De federale regering verwacht volgend jaar al 900 miljoen euro minder uitgaven door de beperking. Tegen 2027 moet dat ons land maar liefst 1,3 miljard euro opleveren. De meeste waarnemers gaan ervan uit dat ten

laatste in de herfst duidelijk wordt hoe de plannen worden uitgerold, want bij uitstel kloppen de bespaarde bedragen niet langer.

Geen basisinkomen

Brussel telt vandaag zo’n 37.000 langdurig werklozen. De maatregel wil hen natuurlijk niet tot de bedelstaf veroordelen, maar hen net naar de arbeidsmarkt leiden. Klopt dat?

5.261

leefloners zouden er volgens de ACV-studiedienst bijkomen in Brussel-Stad, 2.951 in Anderlecht, en 2.925 in Schaarbeek als de werkloosheid beperkt wordt in de tijd

Is hakken in de werkloosheidsuitkeringen een duw in de rug naar de arbeidsmarkt?

Onlogisch is de beslissing niet: een werkloosheidsuitkering is bedoeld als een vangnet voor wie plots zonder werk komt te vallen, en niet als ‘basisinkomen’. Alleen lijkt bij een deel van langdurig werklozen de werkloosheidsuitkering een overlevingsstrategie geworden te zijn. Arbeidsmarktspecialisten vermoeden dat daardoor de kansen dat die werklozen snel naar de arbeidsmarkt kunnen worden toegeleid eerder klein zijn.

Arbeidseconomen als Stijn Baert (UGent) noemen het daarom al langer een veeleer symbolische maatregel, met weinig effect op de werkzaamheidsgraad. “Welke werkgever zal een werkloze aannemen die net zijn uitkering is kwijtgeraakt?” zo zei Baert onlangs.

Ook Matthias Somers van de linkse Denktank Minerva voorspelt een minimale impact op de werkzaamheidsgraad, en wel omdat de meeste langdurig werklozen in twee groepen in te delen zijn. “Er zijn de 55-plussers die al heel lang werkloos zijn. Van hen weten we dat ze wellicht nooit uitgenodigd zullen worden voor een job. Werkgevers beschouwen hen niet als valabele werkkrachten. Dan zijn er jongeren die langdurig werkloos zijn, met vaak een erg kwetsbaar profiel. Dat zijn werkzoekenden die naar de sociale economie zouden moeten doorstromen. Zij leven al in gezinnen die onder de armoedegrens zitten. Hen nog meer inkomen ontnemen, leidt niet tot activering.”

Bijgevolg is de kans reëel dat grote groepen langdurig werklozen zich tot het OCMW zullen richten om een leefloon aan te vragen. Dat beseft de federale regering, die 400 miljoen euro voor uittrekt om de OCMW’s daarin te ondersteunen. Die ontvangen dat niet zomaar: via een bonus-malussysteem krijgen OCMW’s die het best slagen in activering, meer geld.

Verdwijnen

De cruciale vraag voor Brussel is: hoeveel langdurig werklozen zullen naar de OCMW’s doorstromen? De federale regering gaat ervan uit dat een derde van de langdurig werklozen werk zal vinden, een derde een leefloon zal aanvragen, en een derde ‘in de natuur verdwijnt’ en helemaal geen vervangingsinkomen meer zal hebben.

Maarten Gerard van de studiedienst van het ACV is het niet eens met die eenderderegel. “Veel te optimistisch,” oordeelt hij.

Samenleving Brussel zet zich schrap voor de beperking van de werkloosheid in de tijd

“We hebben geen echte voorbeelden uit het verleden. De federale regering baseert zich voor haar cijfers op het afschaffen van de inschakelingsuitkering (een uitkering voor pas afgestudeerden die nog niet lang genoeg gewerkt hebben, red.), maar dit zijn heel andere profielen. Wie langdurig werkzoekend is, heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Er is wel degelijk een reden waarom ze al lang geen werk hebben. Ze hebben niet de juiste competenties, missen arbeidsvaardigheden, of hebben gezondheidsproblemen. Die krijg je niet zomaar aan de slag.”

Gerard wijst ook op de werkgevers. “De kans is klein dat zij die mensen een job aanbieden. En wie het wel doet, zal eerder met kortlopende contracten werken, met slechte arbeidsvoorwaarden waarmee de werkzoekende geen rechten opbouwt.”

Bovendien, merkt Gerard op, heeft de federale regering maatregelen genomen die de concurrentie voor kortgeschoolden op de arbeidsmarkt net zal verhogen. Een deel van hen zou bijvoorbeeld naar de horeca en kleinhandel kunnen vloeien, maar de regering-De Wever breidt de flexijobs en de studentenjobs uit. “Het zijn precies die sectoren waar er meer mogelijkheden zijn voor langdurig werklozen. Zij zullen toch weer aan de kant blijven staan.”

Voor Brussel speelt specifiek, opnieuw, de mismatch op de arbeidsmarkt. De hoofdstad kent een diensteneconomie, met vooral jobs voor hooggeschoolden, terwijl de werklozen in Brussel vaak laaggeschoold zijn, of zelfs helemaal geen diploma hebben. Actiris werkt daarom al langer op een dubbel spoor: werklozen door vorming klaarstomen voor de Brusselse arbeidsmarkt, én de interregionale mobiliteit stimuleren, want in het hinterland zijn er wél jobs voorhanden, ook voor kortgeschoolden.

Die strategie heeft vandaag echter onvoldoende gewerkt. Er lijkt ook een aanpassing nodig van het sanctioneringsbeleid bij Actiris. Brusselse werklozen worden bijvoorbeeld niet tot de orde geroepen als ze een baan weigeren in Vlaanderen. Uit een audit uit 2022 blijkt ook dat de controle zelf bij werkzoekenden ondermaats is.

Los van dat alles, is de uitdaging voor Actiris enorm, en het feit dat er nog geen Brusselse regering is, bemoeilijkt alles. “Als Actiris de langdurig werklozen niet meer zal begeleiden, zal het zijn beleid fundamenteel moeten bijsturen,” zegt een hoge bron bij Actiris. “Met een veel intensere begeleiding van wie werkloos wordt.”

Toch geven de meesten toe dat dat weinig oplost voor de langdurig werklozen. Gevolg: de OCMW’s dreigen overspoeld te worden met werkzoekenden. De studiedienst van het ACV maakte per gemeente een inschatting van het aantal langdurig werkzoekenden dat bij het OCMW zou aankloppen. Daar zijn de samenwonenden, die er geen recht meer op hebben, van afgehouden. In de top dertig van de getroffen gemeenten zijn maar liefst vijftien Brusselse gemeenten terug te vinden. In BrusselStad zouden er 5.261 leefloners bijkomen, in Anderlecht 2.951 en in Schaarbeek 2.925. Maar ook een rijke gemeente als Ukkel deelt in de klappen. Daar verwacht ACV 1.285 nieuwe leefloners.

Lagere koopkracht

Dat roept heel wat vragen op: is een OCMW organisatorisch in staat om plots duizenden extra leefloners op te vangen? De ervaringen met het OCMW van Anderlecht, na de Pano-reportage over onterecht uitgekeerde leeflonen, wijzen eerder op het tegendeel. Daar is de werkdruk nu al niet te harden. Matthias Somers (Minerva) en Maarten Gerard (ACV) vragen zich ook af of die

“Langdurig werklozen hebben vaak niet de juiste competenties, missen arbeidsvaardigheden, of hebben gezondheidsproblemen. Die krijg je niet zomaar aan de slag”
Maarten Gerard

Studiedienst

ACV

OCMW’s goed geoutilleerd zijn om die werkzoekenden naar de arbeidsmarkt toe te leiden. Sommigen gaan er daarom vanuit dat Actiris en de OCMW’s hierin nauw zullen moeten samenwerken. Dat brengt twee expertises samen: arbeidsbemiddeling én integratie in de samenleving. Dat is een synergie die niet in korte tijd op de rails staat.

Over één zaak is er consensus: de maatregel dreigt tot een verarming te leiden. Als de maatregel er komt en in de veronderstelling dat slechts een klein deel van de langdurig werkzoekenden snel een baan vindt, ontvangen enkele tienduizenden langdurig werkzoekenden geen of een lager vervangingsinkomen. Met andere woorden: de koopkracht bij die groep zal er fors op achteruitgaan. Maarten Gerard (ACV): “Voor Brussel verwachten we daarom een enorme precarisering.”

Saamo Brussel, dat projecten rond wonen en sociale bescherming ontwikkelt, deelt die opvatting. Alles wordt in stelling gebracht om samen met het middenveld en de vakbonden de federale regering op andere gedachten te brengen. “Ik kom net van een vergadering hierover,” zegt Sara Vanhoyland, opbouwwerker bij Saamo Brussel. “Daar klonk het zo: ‘Dit is geen oorlog tegen de armoede, maar een oorlog tegen de armen.’”

“De federale regering gaat ervan uit dat de armoede is opgelost als iedereen werk heeft, maar het is veel ingewikkelder. Ik zie genoeg mensen die willen werken. Ze krijgen dan flexijobs aangeboden, maar voor een alleenstaande moeder bijvoorbeeld is dat vaak geen optie. We zullen veel randproblemen krijgen die op termijn de armoede alleen maar groter zullen maken. Kinderen van zes jaar die alleen moeten thuisblijven, zodat de moeder kan gaan werken, het zou zomaar kunnen.”

Dicht op de huid zitten

“Veel mensen in de armoede moeten schulden aflossen, dat kunnen ze een beetje opvangen door het vervangingsinkomen uit de werkloosheid. Als vele werkzoekenden van de radar verdwijnen na deze maatregel, hoe zullen zij hun rekeningen of hun huur

nog kunnen betalen? Het lijdt geen twijfel: de schuldproblematiek zal alleen maar groeien in Brussel. Eigenlijk voegt deze maatregel armoede toe aan de armoede.”

David Weytsman (MR), kersvers voorzitter van het OCMW van Brussel is het niet eens met de analyses van vakbond en middenveld. De Stad Brussel bereidt een studie voor om te kunnen inschatten hoeveel leefloners er zullen bijkomen na de maatregel. Weytsman houdt zich daarom voorlopig op de vlakte over de extra instroom, maar 5.261, zoals de vakbonden hebben voorgerekend, lijkt hem aan de heel hoge kant. “Al wil ik niet minimaliseren dat het een enorme challenge wordt voor de Brusselse OCMW’s,” zegt hij.

Weytsman gelooft vooral dat de OCMW’s net wél de juiste plek zijn om langdurig werklozen aan een baan te helpen. “Dat doen OCMW’s nu al. We zitten leefloners veel dichter op de huid dan bij Actiris, waar iemand misschien drie keer per jaar wordt opgevolgd. Eerst kijken we of er bijvoorbeeld een woonprobleem is, of een verslavingsproblematiek, maar net zo goed zijn er geen dergelijk problemen. Dan kunnen we de werkzoekende via intensieve begeleiding of vorming snel aan een baan helpen.”

Ook andere arbeidsexperten nuanceren de doemberichten. Arbeidssocioloog Ludo Struyven (Hiva, KU Leuven) maakt het onderscheid tussen de doelgroep die vanaf volgend jaar hard getroffen zou kunnen

2jaar en niet langer zouden werklozen volgens het nieuwe federale regeerakkoord recht hebben op een uitkering. Wat de gevolgen zijn voor die werklozen, valt nog af te wachten

15

Brusselse gemeenten staan in de top dertig van gemeenten die het zwaarst getroffen worden door de nieuwe maatregel en waar het hoogste aantal mensen bij het OCMW zal aankloppen

‘CECI

EST UNE GUERRE CONTRE LES PAUVRES’

worden, de langdurig werklozen, en de werklozen van de toekomst.

Voor die eerste groep moeten er inderdaad maatregelen genomen worden zodat zij niet in de armoede vallen. “De federale regering kondigt initiatieven aan in de sociale economie, én de OCMW’s zullen fors ondersteund worden,” zegt Struyven. “Het is bovendien nog afwachten welke overgangsmaatregelen er komen.”

Voor de toekomstige werkzoekenden vindt Struyven de beperking van de werkloosheid in de tijd wél een goede zaak. “Het herstelt het verzekeringsprincipe van de werkloosheid. Dat waren we kwijtgespeeld, met als gevolg werkzoekenden die steeds verder van de arbeidsmarkt verwijderd zijn geraakt,” zegt Struyven. “Wie binnenkort werkloos wordt, zal de spelregels kennen, en weten waar hij of zij aan toe is. Kern van de zaak moet zijn dat activering primeert op de bescherming van de werkzoekende.”

Struyven ziet ook dat goed komen. “Er zal altijd een restgroep zijn die je niet aan de slag krijgt, maar je moet hier ook kansen in kunnen zien. De gewesten zullen hun beleid moeten aanpassen. Wat Brussel zal doen? Dat is moeilijk te zeggen, want er is nog geen regering. Maar in Vlaanderen zullen er bijvoorbeeld gemeenschapsjobs komen. En verder zullen Actiris en VDAB de werkzoekenden nog nauwer moeten opvolgen.”

Volgens Struyven is er nog een reden waarom de beperking van de werkloosheid in de tijd niet langer op zich kon laten wachten. “Als je het oude systeem aanhoudt, dreigt het draagvlak voor de solidariteit in de samenleving af te brokkelen, en verdwijnt het vertrouwen in de sociale zekerheid. Op termijn kan dat onze actieve verzorgingsstaat bedreigen. Alleen al daarom moet je dit doen.”

FR Selon la CSC, limiter la durée des allocations de chômage entraînera une augmentation significative du nombre de bénéficiaires du Revenu d’Intégration Sociale, faisant basculer de nombreux chômeurs (5261 rien que pour Bruxelles-Ville) vers ce dispositif destiné aux personnes dans l’incapacité de se procurer des ressources pour vivre. « On ajoute de la pauvreté à la pauvreté. Ce n’est pas une guerre contre la pauvreté, mais une guerre contre les pauvres. »

‘THIS IS A WAR AGAINST THE POOR’

EN Putting a time limit on unemployment benefits would mean 5,261 more people on other benefits in the city of Brussels, 2,951 in Anderlecht, 2,925 in Schaarbeek/Schaerbeek, and even 1,285 in a wealthy municipality like Ukkel/Uccle according to ACV. It would also mean that a few of the unemployed would disappear off the radar. “This plan makes the poor even poorer. It is not a war against poverty, but a war against the poor.”

Golfen na zonsondergang

Sophie Lacroix, general manager van de golfclub in Anderlecht, wil met opvallende initiatieven een nieuw publiek aantrekken. Al blijft een lidmaatschap van 1.400 euro een belangrijke drempel.

door Elian Coussement

Vanaf maart organiseert de Royal Amicale Anderlecht Golf Club meerdere opendeurdagen, telkens gekoppeld aan een speciaal thema. Komende weken draait alles rond vriendschap: huidige leden mogen een kennis meenemen die nog geen lid is van de club en die niets tot nauwelijks iets van golf kent. Een commercieel slimme zet, maar ook een manier om de sport bekender te maken. “Beginners krijgen een initiatieles,” zegt Sophie Lacroix. “Later op de dag volgen kleine wedstrijdjes onder professionele begeleiding. Ik hoop natuurlijk op veel zon. Daarnaast krijgen nieuwkomers nog een klein aandenken.”

De club van eigenaar Paul Poot is veertig hectare groot en is gelegen rond Neerpede. Momenteel telt ze tussen de vijfhonderd en zeshonderd leden, gaande van kinderen van vijf jaar tot ouderen van tachtig of meer. Een normaal lidmaatschap kost 1.400 euro, en biedt toegang tot de enige 18 holes-golfbaan van Brussel, aldus de website.

Lacroix, afkomstig van Frankrijk, werkt pas sinds januari voor de club, zegt ze. “Hiervoor was ik een hele tijd actief in de verkoop en marketing van apparatuur bij verschillende fabrikanten. Het bleef echter mijn droom om terug te keren naar het golf, want ik speel het al sinds mijn vijfde.”

Na een korte periode als stagiaire bij het management van de golfclub in het Franse Seignosse, zag ze de vacature in Anderlecht. “Ik moest niet lang twijfelen: ik wou altijd al een leidinggevende rol opnemen. Dat mijn nieuwe job in Brussel is, maakt voor mij niet veel uit, want in het verleden werkte ik bijvoorbeeld al in Londen en Luxemburg.”

Lacroix schopte het enkele jaren geleden tot het Franse team in golf, maar door haar

studies pauzeerde ze even.

Nu pikt ze de sport weer op en kent ze een handicap van twee. Een handicap geeft aan hoe goed een golfer is: dat cijfer varieert van 54 tot 0, waarbij een lager getal duidt op een betere speler. Het wordt berekend op basis van de scores en hoeveel slagen een speler gemiddeld nodig heeft tijdens het spelen van rondes. Kortom, twee is niet slecht. In haar functie als general manager zou ze elke dag kunnen oefenen. “Maar soms heb ik gewoon te veel werk en wil ik na mijn uren het liefst van al naar huis,” lacht ze.

Geld en adel

“Hier in Brussel keer ik terug naar golf, dat ik al speel sinds mijn vijfde”

siasme en nieuwsgierigheid voor een sport die traditioneel geassocieerd wordt met geld, adel en exclusiviteit.

Golf kan al een tijdje genieten van een vernieuwde aandacht, zowel bij de pers als bij het publiek. Ook de recente overwinning van de in Ukkel geboren Thomas Detry – hij won in februari de Phoenix Open, in Amerika – veroorzaakt een golf van enthou-

Dat beeld probeert Lacroix te counteren door golf op een andere manier te presenteren aan het grote publiek. Door te wijzen op de inspanningen om de biodiversiteit op het golfterrein duurzaam te onderhouden bijvoorbeeld, of door in juni een golfsessie na zonsondergang te organiseren. “We willen nieuwe mensen laten kennismaken met de sport en hen tonen dat golf voor iedereen toegankelijk is. Iedereen die hier nieuw is, komt terecht in een familiale omgeving. Met deze opendeurdagen proberen we de leden en nieuwkomers een unieke ervaring te geven en golf wat meer op de kaart te zetten.”

In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.

Big City

zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Maarten uit Sint-Gillis.

door Freya Van Nieuwenhuysen

Hoe wordt de mensenmassa bij een betoging geteld?

Vraag Elk jaar vinden er in Brussel zo’n duizend manifestaties plaats, variërend van kleine protestacties tot massale optochten met duizenden mensen. Maarten uit Sint-Gillis vraagt zich af hoe al die betogers worden geteld.

Antwoord Wanneer een grote betoging door de straten van Brussel trekt, krijgen we steevast twee verschillende aantallen te horen: een iets lager van de politie en een hoger van de organisatoren. Dat die getallen zelden overeenkomen, is geen toeval. Beide partijen hanteren een andere manier van tellen.

De politie voert een manuele telling uit langs het parcours. Agenten in burger staan op strategische punten, waar ze een goed overzicht hebben. Ze delen de betoging op in blokken: bijvoorbeeld blokken van vijf rijen. Dan tellen ze hoeveel mensen er in één rij lopen.

Zijn er dat twintig, dat telt één blok honderd betogers. Met een manueel telapparaat, waar ze op klikken, tellen ze hoeveel van die blokken of colonnes er voorbijkomen.

aantal mensen dat zich op ‘aanwezig’ zette op sociale media.

Daarnaast tellen sommige organisatoren ook ter plaatse, al is niet altijd duidelijk of ze een globale telling uitvoeren of enkel steekproeven nemen. Vaak ligt hun schatting iets hoger dan die van de politie, omdat een grote opkomst het gewicht van hun protest onderstreept.

Het verschil tussen beide aantallen komt dus vooral voort uit de manier van tellen. Bovendien kan een manifestatie chaotisch verlopen: mensen sluiten onderweg aan, stappen vroeger uit of verspreiden zich over bredere straten. Dat maakt een exacte telling vrijwel onmogelijk. Wie er ook telt, en hoe er ook wordt geteld, het juiste aantal blijft een schatting.

Omdat het een manuele handeling is, op basis van observatie, bestaat het risico dat er fouten worden gemaakt. Het telwerk van de politie blijft dus een schatting.

Het tweede getal is dat van de organisatoren van de manifestatie of betoging. Zij hanteren een andere aanpak en baseren zich meestal op vooraf verzamelde gegevens, zoals inschrijvingen via lokale afdelingen, het aantal verkochte treintickets en het aantal gereserveerde bussen, en het

Er bestaan wel manieren om nauwkeuriger te tellen, zoals mobiel datagebruik via 4G- en 5G-netwerken tijdens een manifestatie of opkomst analyseren. Dat zou een objectiever beeld kunnen geven van de massa, maar is kostbaar en zelfs dat blijft een schatting. Conclusie Of er nu tien, tienduizend of honderdduizend betogers zijn in de straten van Brussel, de telling blijft een complexe en niet-exacte wetenschap. Het blijft altijd een kwestie van inschatten, en de waarheid ligt ergens tussen de aantallen van de politie en die van de organisatoren. Meer BRUZZ

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity

In een speciale aflevering schuiven de collega’s van Stamnummer 10 mee aan tafel. Union-sterkhouder Noah Sadiki praat over de derby, een blind bestuur en lachen met Loïc Lapoussin.

Beluister de aflevering op BRUZZ.be of in je favoriete podcast-app

VIJF JAAR NA CORONA

Vijf jaar geleden moesten we in ons kot blijven. BRUZZ tv en BRUZZ magazine blikken volgende week terug op die moeilijke periode en zoeken uit wat corona met Brussel heeft gedaan.

THE HANG-OUT

Ben je tussen 10 en 18 jaar? Heb je een plek in Brussel die veel voor jou betekent? Mag BRUZZ je interviewen over opgroeien in Brussel?

Schrijf je in via BRUZZ.be/dossier/hang-out

Maandag 10 maart in BRUZZ 24, volgende week in het magazine en op BRUZZ.be
RADIO RADZINSKI MET NOAH SADIKI

BIO

Naam: Amira

Leeftijd: 13 jaar

Woont samen met: haar ouders en twee zusjes (3 en 7)

Droomjob: binnenhuisarchitect, ik maak heel graag mini-maquettes

Droomvakantie: Thailand. Ik heb er foto’s van gezien op Google. Het is daar heel mooi en volgens mij leven er veel bijzondere dieren daar

The hang-out

‘Voor mij is het nooit te koud om een ijsje te eten’

Elke week toont een Ket zijn favoriete plek in Brussel. Deze keer: Amira (13) die BRUZZ meeneemt naar het parkje tegenover Blondeel, in Koekelberg. “Ik ben een echte zoetebek.”

door Annelies Bontjes foto Saskia Vanderstichele

Waarom heb je deze plek gekozen?

Ik kom hier graag om een ijsje te eten. Mijn lievelingssmaken zijn mango en framboos. Ik ben echt een zoetebek: ik hou van alles met suiker. Ik kom hier graag in de zomer, maar voor mij is het nooit te koud voor ijs. Thuis eet ik elke avond na het eten een ijsje.

Met wie ga je graag ijs eten?

Met mijn mama. Als ik heel braaf ben, mag ik twee bolletjes ijs. Mijn zusjes zijn echt schattig, maar ze kunnen ook luidruchtig zijn, dus zij blijven thuis bij mijn papa.

Er zit veel suiker in ijs, wat doe je met al die energie die je daarvan krijgt?

Dan spring ik het hele huis door en val ik mijn moeder lastig. Soms ga ik verven, dat doe ik graag. Ik kan niet goed mensen verven, maar uitzichten en mooie plaatsen wel. Voor de ramadan heb ik tekeningen gemaakt van moskeeën en bloemen, met Arabische letters. Ik kan ook goed naaien en borduren. Ik koop witte zakken, naai daar iets op en verkoop ze. Ik heb een tas gemaakt voor de kinderen van mijn Arabische leerkracht. Toen kreeg ik 15 euro.

Wat doe je met dat geld?

Ik doe het in mijn spaarpot. Het blijft erin totdat ik het nodig heb. Soms ga ik shoppen. Laatst heb ik een set gekocht met allemaal kleurpotloden, verf en kwastjes.

Heb je nog meer hobby’s?

Twee keer per week ga ik zwemmen. Ik kan niet goed stil blijven zitten, ik moet iets doen met mijn vrije tijd. Op woensdag ga ik naar de Arabische les. Mijn vriendin leert

me dagelijks wat Turks. Ik kan al dieren benoemen, zoals een varken, aap en geit.

Heb je een lievelingsdier?

Mijn kat, want die lijkt op mij: hij eet ijsjes en pizza, en hij slaapt veel. En de witte tijger vind ik ook een heel mooi dier. Er bestaan er alleen niet veel meer. Ik ben al gek op dieren sinds ik klein ben. Vroeger deed ik altijd slakjes of lieveheersbeestjes in een luciferdoosje en nam ik die mee naar huis. Ooit liet ik een vlinder uitkomen op school. Toen ik die vrij moest laten, heb ik gehuild.

Wat doe je graag in het weekend?

Dan ben ik moe, dus ik slaap veel. Ik vraag mijn zusjes dan om mijn klusjes te doen, zoals de afwasmachine leegmaken of de was ophangen. In ruil daarvoor ga ik een week lang met ze spelen.

Wat is iets dat je goed kan?

Kleren uitkiezen in de winkel. Mode is mijn hobby. Ik vind het leuk om kleding te zoeken op mijn telefoon, op de app Shein. Ik mag zelf kleding uitkiezen en bestellen – als ik niet overdrijf.

Hoe vind je inspiratie? Heb je een idool?

Dat ben ik zelf! Ik weet goed wat ik mooi vind en wat niet. Nu draag ik een wijde broek met een wijd shirt, Air Force-sneakers en sieraden, en ik heb mijn nagels gedaan. Ik combineer stoer met prinsessenachtig.

Wil jij ook je favoriete plek tonen?

Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.

Lievelingsartiest

Ik luister graag naar muziek, vooral naar Gims. Hij maakt Franstalige muziek. Hij is de enige die geen scheldwoorden gebruikt in zijn liedjes, dat vind ik leuk. Hij heeft mooie zomerliedjes, zoals ‘Spider’. Ik ken die songtekst uit mijn hoofd.

Lievelingseten

Mijn lievelingseten is suikerspinnenshake. Dat is suikerspin met een beetje water en daarbovenop hagelslag, confetti en slagroom.

Advies

Het is niet goed om je ergens zorgen over te maken. Van zorgen krijg je stress en dan voel je je niet goed. Als je problemen hebt, kun je er beter over praten.

Een blik achter de schermen van de sorteerinstallatie voor plastic Milieu

In het spoor van de blauwe zak

U sorteert thuis ijverig? Dan vraagt u zich wellicht af wat er gebeurt met al dat verpakkingsafval. BRUZZ bezocht de hypermoderne sorteerinstallatie in de Gentse havenzone, die jaarlijks 2.500 vrachtwagens uit Brussel ontvangt. Het afval wordt er op ingenieuze wijze gesorteerd, maar het systeem roept ook vragen op. “Dit is een monster dat je moet blijven voeden.”

Overweldigend, behoorlijk luid en met een licht geurtje. Dat zijn de eerste indrukken als BRUZZ de sorteerinstallatie van PreZero binnenstapt, die voor het eerst haar deuren opent voor de pers. In een uit de kluiten gewassen fabriekshal bewegen tientallen transportbanden in alle mogelijke richtingen, een beetje zoals een achtbaan op de kermis, maar dan zonder het gejoel. De banden – vijf kilometer in totaal – brengen de inhoud van de blauwe zakken naar een wonderlijke waaier aan technologieën die het afval sorteren. Kostprijs van de hele installatie in Evergem – er zijn er slechts zes in het land –: 46 miljoen euro.

De hal met de transportbanden is de tweede etappe in het bezoek aan de sorteerfabriek, onder leiding van preventieadviseur Kevin Braems van PreZero. Stap één toonde de aankomsthal, waar de hele dag vrachtwagens af- en aanrijden om hun blauwe zakken te deponeren. “We krijgen 350 ton per dag à rato van 7 ton per vrachtwagen binnen, verpakkingsmateriaal is nu eenmaal licht en volumineus,” vertelt Braems. Zowat een vijfde van het afval komt uit Brussel.

Dat verpakkingsafval zo licht is, verklaart meteen waarom er jaarlijks circa 2.500 vrachtwagenritten nodig zijn om de Brusselse blauwe zak tot in de Gentse kanaalzone te krijgen. “We testen momenteel of het via het water kan, maar dat is niet zo eenvoudig te organiseren,” vertelt Valerie Bruyninckx, communicatiemanager bij Fost Plus. die het bezoek bijwoont. “Je wil bijvoorbeeld niet dat afval in het water belandt.” Fost Plus is een vzw die door de verpakkingsindustrie is opgericht om de ophaling, sortering en verkoop van verpakkingen te organiseren. Producenten van verpakkingen blijven immers verantwoordelijk voor het leven van hun verpakkingen na de verkoop.

Meergangenmenu voor afval

Terug naar de vers geleverde zakken. In de aankomsthal brengt een bulldozer die naar een machine die de zakken openrijt. Via een transportband vertrekt de inhoud vervolgens naar de eigenlijke sorteerhal. Daar begint een hoogtechnologisch meergangenmenu, dat het afval tot zestien verschillende fracties sorteert.

In grote lijnen gaat dat als volgt: in eerste instantie scheidt een grote trommelzeef – denk aan een reuzenwastrommel – het

afval op grootte. Vervolgens passeert de afvalstroom langs een enorme stofzuiger die de lichtste onderdelen zoals folies en zakken opzuigt. Bij een derde tussenstation treedt dan weer een grote elektromagneet in werking, die het staal van onder meer conservenblikken isoleert.

In de hele sorteerketen zitten verschillende optische scheiders die via infraroodtechnologie items herkennen. Een drankkarton gespot? Dan blaast de installatie die via perslucht uit de verpakkingsstroom. Aluminium? Daarvoor is er nog een andere

die de petschaaltjes moet bewaken, lijkt dan weer weggelopen uit Modern Times, waarin Charlie Chaplin worstelt met een te snelle transportband.

Stilstaan doet de band hier nooit echt: de hele sorteerinstallatie in Evergem draait de klok rond in drie ploegen, waardoor er dagelijks een vijftigtal manuele sorteerders aan de slag zijn.

Wat na het sorteren? De verschillende materiaalfracties – zuiverheid minstens 95 procent – worden tot balen geperst en verkocht aan recyclagebedrijven die er

”We krijgen 350 ton per dag à rato van 7 ton per vrachtwagen, want verpakkingsmateriaal is nu eenmaal licht en volumineus”
Kevin Braems
Preventieadviseur PreZero

technologie: een zogenaamde wervelstroomscheider pikt er onder meer drankblikjes uit door een magnetisch veld te creëren rond het object.

Beetje bij beetje blijven zo enkel nog harde plastics over, die in verschillende materiaalsoorten en ten slotte ook kleuren worden gesorteerd. “Hoe specifieker je polyethyleentereftalaat (pet) van petflessen sorteert, hoe meer die restfractie waard is,” legt Braems uit. “Dus scheiden we kleurloze, blauwe, gekleurde én ondoorzichtige petflessen van elkaar. Op die manier kunnen recyclagebedrijven die tot nieuwe flessen verwerken.”

Modern Times

Hoe hoogtechnologisch de sorteerhal ook is, zonder mensenhanden lukt het niet. Helemaal aan het einde van de keten is er een apart gebouwtje onderaan de sorteerhal. Aan zestien verschillende sorteerbanden staan er evenveel arbeiders, meestal met migratieachtergrond. Vliegensvlug proberen ze de laatste onzuiverheden uit de stroom te vissen. Eén vrouw doet dat met een cool alsof ze aan de kassa van de supermarkt staat. Haar mannelijke collega

nieuwe producten uit maken. “Voor ongeveer de helft van de fracties krijgen we geld,” legt Mik Van Gaever, chief operations officer (COO) bij Fost Plus uit. “Denk aan metalen of op kleur gesorteerde pet voor flessen. Bij de andere helft van de materialen betalen we recyclagebedrijven om ze te verwerken. Vooral de nieuwe fracties, die erbij zijn gekomen sinds de uitbreiding van de blauwe zak, kosten ons geld.”

Eén van de zestien fracties, goed voor een forse 21 procent van het totaal, bestaat trouwens uit residu, dat grotendeels naar de verbrandingsoven gaat. Twee derde daarvan zijn sorteerfouten van de burger, de rest zijn andere zogenaamde ‘procesverliezen’.

Hoe zorgvuldig het afval ook gesorteerd is in Evergem, de recyclagebedrijven die het ophalen, gebruiken het materiaal niet allemaal. In een Pano-reportage van 2019 getuigde een Franse recycleur die Belgische verpakkingen verwerkt hoe het rendement van zijn fabriek bij 68 procent ligt. BRUZZ ging op zoek naar een representatief en actueel cijfer van het residu van plasticafval bij recyclagebedrijven, maar dat blijkt moeilijk. Zowel de recyclagefederatie Denuo

Milieu Achter de schermen van de sorteerinstallatie voor plastic

als Fost Plus en de Interregionale verpakkingscommissie moeten het antwoord schuldig blijven.

Wie plasticafval zegt, denkt wellicht aan beelden van plastic soup in de oceaan of vervuilende stortplaatsen in verre landen. Fost Plus maakt zich sterk dat die scenario’s alvast niet gelden voor het afval uit de blauwe zak. “78 procent van die gesorteerde restfracties gaat naar Belgische recyclagebedrijven, de rest vooral naar Nederland, Frankrijk en Duitsland,” zegt operationeel directeur Mik Van Gaever. “Wij controleren zelf of die bedrijven de materialen wel echt recycleren. Bovendien bouwen we zelf nieuwe recyclagefabrieken in België, zo kunnen we de export naar het buitenland nog kleiner maken.”

Downcycling

Wat doen recyclagebedrijven met het gesorteerde verpakkingsafval? Dat verschilt erg van de grondstof. Bij de waardevolle metalen en petfracties ligt het antwoord

“Er komt steeds meer goedkoop nieuw plastic uit het buitenland, waardoor recycleren vaak duurder is dan nieuw plastic kopen”
Chloé Schwizgebel Fair Resource Foundation

voor de hand. Blikjes worden opnieuw blikjes. Doorzichtige plastic flessen vormen de basis voor nieuwe drankflessen. In 2023 bestond gemiddeld 41 procent van elke petfles die in België geproduceerd werd uit gerecycleerd polyethyleentereftalaat. Het betekent dat nieuwe virgin plastic nog steeds ruim de helft van die flessen uitmaakten.

Bij ondoorzichtig HDPE-plastic van bijvoorbeeld melkflessen lukt een nieuw leven als drankfles niet meer, maar wenkt

een toekomst als afvoergoot of non-foodverpakking. Nog moeilijker liggen de zaken bij fracties als gemengde folies. “Dan moet je eerder aan dikwandige toepassingen denken, zoals verkeerspalen of tuinafboordingen,” legt Van Gaever uit. Heel wat plastic belandt op die manier in een cyclus van downcycling, naar steeds minder kwalitatieve toepassingen.

Is het hele systeem met de blauwe zak duurzaam? Voor Fost Plus en de verpakkingsindustrie wel. Toch werpt het bezoek

aan de sorteerinstallatie ook vragen op. Zo belandt lang niet alle verpakkingsafval in de blauwe zak. België mag dan wel als sorteerkampioen gelden in Europa, de laatste officiële cijfers van de Interregionale verpakkingscommissie tonen dat slechts 54 procent van ons verpakkingsplastic ook gerecycleerd wordt, een cijfer dat weliswaar in stijgende lijn gaat. Bijna de helft van het plasticafval wordt dus niet gerecycleerd. Dat aandeel bevat ook plastic van bedrijven, dat niet via de blauwe zak passeert.

Brusselse cijfers verspreidt de commissie niet, maar het aandeel zal er lager liggen. Want terwijl de gemiddelde Vlaming 25 kg plastic in de blauwe zak stopt, is dat in Brussel slechts 18 kg per inwoner. Heel wat Brusselaars sorteren immers niet of slecht, waardoor veel verpakkingen naar de verbrandingsoven gaan, via de witte zak of de container van een appartementsgebouw. “Hoogbouw is een pijnpunt, mensen voelen er niet dezelfde sociale controle als bij de blauwe zak,” zegt Van Gaever.

Het hongerige monster

Een fundamentelere kritiek luidt dat we door het systeem met de blauwe zak de prioriteiten omdraaien. “Preventie van afval en hergebruik zouden voorop moeten staan,” vindt Chloé Schwizgebel van de Fair Resource Foundation, die ijvert voor een duurzamere omgang met grondstoffen.

“Die hele afvalcyclus met de blauwe zak is net afhankelijk van een voortdurende stroom aan plastic, die groot genoeg moet blijven om de investeringen in dure sorteerinstallaties te laten renderen. We hebben een hele economie gebouwd die eenmalig gebruik van verpakkingen in stand houdt. Vergelijk het met een monster dat je voortdurend moet voeden. Ook het totale volume aan verpakkingsafval blijft nog stijgen.”

Voor Schwizgebel moet België net meer inzetten op bulkverkoop en hergebruik. “Alleen gaat het nieuwe federale regeer-

akkoord niet in die richting. Daarin staat dat de taksen op eenmalige verpakkingen minder hoog moeten worden als producten duurder zijn dan in het buitenland, en dat die op herbruikbare verpakkingen worden afgeschaft. Als de taks op eenmalige verpakkingen echter te goedkoop wordt, riskeren we nog méér verpakkingsafval te produceren dan we nu al doen.”

De experte wijst erop dat het economische model rond de blauwe zak onder druk staat. “Er is steeds meer goedkoop nieuw plastic beschikbaar uit het buitenland, waardoor recycleren vaak duurder is dan nieuw plastic kopen.”

Bedorven bulk

Dat de marktomstandigheden de voorbije jaren bepaald niet makkelijker werden, geeft Mik Van Gaever van Fost Plus grif toe. “Nogal wat recyclagebedrijven in Europa gaan daardoor failliet, maar die problemen gelden toch vooral voor de mindere kwaliteiten van plastic. Voor pet krijgen we nog steeds een goede prijs.” De COO wijst erop dat er nieuwe Europese regels aankomen, die bedrijven zullen

‘UN

MONSTRE QU’IL FAUT SANS CESSE NOURRIR’

verplichten tot hogere recyclagepercentages in hun verpakkingen (35 procent in 2030 en 65 procent in 2040). Die maatregel moet het gebruik van nieuw plastic terugdringen.

Het klopt niet dat Fost Plus geen aandacht heeft voor preventie en hergebruik, zegt Van Gaever. “Onze nieuwe erkenning door de overheid bepaalt dat die twee prioriteiten zijn. Daarnaast legt Europa ons 5 procent minder verpakkingsafval op tegen 2030 (en 15 procent tegen 2040, red.). Zelf zijn we trouwens begonnen met een proefproject met herbruikbare champignonbakjes.” Toch ziet Van Gaever ons niet snel op grote schaal overschakelen op bulk. “Dat klinkt misschien goed, maar je zit dan al snel met veel meer voedselafval dat bederft.”

Dat de investeringen in sorteren en recyclage aanzienlijk zijn, de COO van Fost Plus spreekt het niet tegen. “Maar hoogtechnologische installaties als die in Evergem zijn de enige manier om goed te recycleren. We moeten daar realistisch in zijn. Over vijf jaar zullen er niet plots 20 procent minder verpakkingen in omloop zijn.”

FR Qu’advient-il des déchets que nous trions consciencieusement à la maison ? BRUZZ a visité l’installation de tri ultra-moderne de la zone portuaire de Gand, où 2 500 camions de Bruxelles déversent leurs déchets chaque année. Récemment ouverte à la presse, cette installation trie les déchets de manière ingénieuse grâce à un ensemble technologique avancé : robots, tapis roulant de 5 kilomètres, trieurs optiques, aspirateurs géants et cinquante employés triant manuellement à la chaîne. Un système qui soulève aussi des questions : « C’est un monstre qu’il faut sans cesse nourrir. »

‘A MONSTER THAT YOU HAVE TO KEEP FEEDING’

EN Do you make sure that your waste at home is sorted? Then you may wonder where all that packaging goes. BRUZZ visited the state-of-the-art sorting plant near the Port of Ghent. Every year, 2,500 trucks arrive here from Brussels and now, for the first time, they open their doors to the press. Their waste sorting is ingenious and they use, among other things, a high-tech multi-course menu with robots, five kilometres of conveyor belt, optical separators, giant hoovers, and 50 people who sort waste manually. But the system also raises questions. “This is a monster that you have to keep feeding.”

Aan het einde van het geautomatiseerde proces gebeurt de laatste sortering nog door mensen.

Brussel kan alles

Brussel kan alles. Vuil zijn en stinken, vrij zijn en vrijgevig, druk en beklemmend, grijs zijn en lelijk, mooi en gevaarlijk, of juist helemaal het tegenovergestelde van dit alles, maar alles behalve saai zijn. En ‘saai’ is echt het laatste woord dat ik zou willen gebruiken als ik de stad of buurt waar ik woon moet omschrijven.

We kochten zeven jaar geleden een huis in de buurt van Zwarte Vijvers, hartje Molenbeek. Een buurt die door de toenmalige Amerikaanse president omschreven werd als een “hellhole” of het hol van de duivel. Op zich niet erg verschillend van Schaarbeek of Evere waar ik heel mijn jeugd heb doorgebracht. Ben ik dan geboren in een “hellhole”? Of weet de nu weer herkozen president niet echt waar hij het over heeft ?

leggen aan een op de grond spuwende drugsverslaafde die van de lift naar het metrostation zijn huis heeft gemaakt. Tevergeefs.

Boeiend, fascinerend, geanimeerd, interessant, spannend en speels.

En toch koester ik een grote liefde voor deze stad. Mijn en vooral ons Brussel. Want Brussel is van iedereen. Inwoners, pendelaars, nieuwkomers, toeristen, vluchtelingen, studenten en al wie niet in een van de voorafgaande hokjes past. Ik ben ervan overtuigd dat juist die mengelmoes van culturen, leeftijden en achtergronden de basis is van een samenleving die we alles behalve ‘saai’ kunnen noemen. En door het tegenovergestelde van saai op te zoeken lees ik dus dat Brussel … boeiend, fascinerend, geanimeerd, interessant, spannend en speels is.

“99 procent van de tijd komen mensen hier gewoon goed overeen”

Vuil kan het hier wel zijn. En ik weet niet of het met ouder worden te maken heeft of het op de wereld zetten van twee kinderen, maar dat kan me soms echt storen. Hoeken waar bouwafval, kapotte wasmachines en zakken brood elkaar vinden. De gemeente doet echter wel dagelijks de moeite om het allemaal op te ruimen, maar eigenlijk maken ze gewoon plaats voor de volgende lading, die soms slechts enkele uren later aankomt. Tevergeefs.

En vuil trekt vuil aan. Het feit dat er veel zwerfvuil rondslingert, zorgt dan weer voor nonchalante voorbijgangers die dan ook maar hun lege blikje tussen de auto’s en het voetpad gooien. – Qu’est-ce que ça change ?

Inderdaad één iemand of één blikje verandert de situatie niet, maar we moeten met heel de gemeenschap werken aan een betere thuis. Moeilijk uit te

Ja, je stuit weleens op iemand met andere ideeën. Andere normen en waarden. En dat leidt misschien tot discussie of onenigheid met een goed gesprek of gevecht als resultaat, maar goed toch ook dat we anders kunnen zijn? Want 99 procent van de tijd komen mensen hier gewoon goed overeen. En ik kan het zo mooi vinden dat mensen met roots van uiterste delen van de wereld, met een ander geloof en verschillende ideeën toch gewoon vriendelijk en behulpzaam zijn tegenover elkaar. En dat zie je hier elke dag! En dat ziet een Amerikaanse president natuurlijk niet.

Reeks nalezen?

Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

Uw gids door de culturele agenda 7 > 13/3

‘Ik was klaar voor

een nieuw avontuur, voor rust’

Na zestien jaar had hij het gevoel dat zijn verhaal in New York uitverteld was, en dus verhuisde saxofonist, componist en bandleider Robin Verheyen naar een oude boerderij in de Bourgogne. In de rust daar componeerde hij het trioalbum Liftoff, dat hij samen met muzikale helden Drew Gress en Billy Hart voorstelt in de Ancienne Belgique. door Tom Peeters

Liftoff is in de eerste plaats een term uit de ruimtevaart, die wordt uitgesproken bij een raketlancering,” vertelt de Kempische saxofonist, componist en bandleider Robin Verheyen over de titel van de nieuwe plaat van zijn jazztrio. “Zo’n raketlancering vond ik altijd heel symbolisch. Het deed me denken aan hoe Billy (Hart, red.) met één slag op zijn snaredrum alles een andere richting kan doen uitgaan. Maar er is ook de analogie met een concert, waarop je mensen meeneemt op een reis. Die leidt soms naar de sterren, soms naar Afrika. Je weet het nooit op voorhand, maar in het begin is alles nog mogelijk.”

De titel zou ook symbool kunnen staan voor Robin Verheyens vertrek uit New York, waar hij in 2007, na studies aan onder meer het Lemmensinstituut en de Manhattan School of Music, was gaan wonen. Het bruisende jazzleven daar gaf zijn energieniveau én carrière een boost. Verschillende kwartetten zagen er het levenslicht en voor MiXMONK, waarin de geest van Thelonious Monk rondwaart, ging hij er drummer Joey Baron halen, terwijl hij tegelijk de band met zijn geboorteland onderhield door met Tom Barman TaxiWars op te richten. “Muzikaal heeft New York me nooit verveeld, maar na zestien jaar had ik het gevoel dat mijn

“Er is niets mooiers dan als kind ergens in op te kunnen gaan. Dat gevoel heb ik ook als volwassene steeds proberen terug te vinden”
Robin Verheyen

Saxofonist, componist en bandleider

verhaal daar uitverteld was,” zegt Verheyen. “Ik was klaar voor een nieuw avontuur en wou vooral meer rust in mijn leven. Na corona was New York niet meer dezelfde stad. Er zijn veel clubs verdwenen en muzikanten weggetrokken. Ik heb bewust gekozen voor een oude boerderij in de Bourgogne, waar ik 24 uur per dag muziek kan maken zonder dat het iemand stoort. Dat lukte niet meer in New York, waar ik vervelende buren had die me het leven bij momenten zuur maakten.”

Dat nieuwe, bevrijdende begin is ook voelbaar op Liftoff, dat naast de openingstrack – een speelse shuffle met een hoek af van goede vriend Marc Copland – en een pakkende vertolking van de standard ‘Over

Robin Verheyen (links) vormt een droomtrio met twee muzikale helden die hij in zijn beginjaren vaak in New York zag spelen: drummer Billy Hart (midden) en bassist Drew Gress.

the rainbow’ alleen uit vers, origineel materiaal bestaat. “Ik luister zelf ook graag naar trioplaten met sax, contrabas en drums. Zonder harmonisch instrument als een piano of een gitaar ligt er een leegte, en dus ook veel ruimte om in te duiken. Dat geeft een gevoel van vrijheid.”

Elke take anders

Zijn keuze voor bassist Drew Gress (65) en drummer Billy Hart (84) noemt hij evident. “Billy, die nog met Miles Davis heeft gespeeld, heeft ondanks zijn hoge leeftijd de energie van een twintiger en huppelt van het ene naar het andere concert. In de week van onze opnames speelde hij ’s avonds nog in de Village Vanguard. Ik heb hem gewoon zijn ding laten doen. Hij speelde ook elke take anders. Dat houdt de muziek fris. Tijdens de tournee zal het niet anders zijn. Ik ontmoette hem op mijn 14e tijdens een jazzstage in Dworp. De manier waarop hij zijn snaredrum aansloeg tijdens een avondlijke jamsessie is me altijd bijgebleven. Sinds we acht jaar geleden op When the birds leave een eerste keer samenwerkten, klinken we nog hechter.”

In zijn beginjaren in New York zag Verheyen niet alleen Hart maar ook Gress, die uit de entourage van John Zorn komt, vaak spelen. “Ik zat toen in een kwartet met Thomas Morgan, maar toen die eens niet kon, heb ik Drew gevraagd. Het was meteen duidelijk dat hij een muzikale partner voor het leven zou worden. Zo’n connectie heb ik daarna met geen enkele andere bassist gevoeld. Hij heeft een groots en warm geluid, een echte bassound ook, diep én speels, en hij is altijd zoekende. Ik zie zijn aandacht nooit verslappen. Zijn sterke beat maakt dat drummers makkelijk met hem samenspelen. En als ik zelf op pakweg ‘Over the rainbow’ een lage noot speel, zit ik in zijn register en kunnen we blenden. Dan voelt zijn sound als een warm bad.”

Het lied, dat geschreven werd voor The wizard of Oz, heeft Verheyen altijd ontroerd. “Als kind had ik een muziekdoos met de prachtige melodie gekregen nadat ik onder de indruk was van de film. Ik heb ook veel geluisterd naar de versie van Keith Jarrett op zijn soloalbum La Scala. Als ik zelf zo’n stuk speel, zit de melodie altijd in mijn achterhoofd. Net als in veel standards van Monk is ze zo sterk dat je haast niet anders kan dan ze de helft van de tijd te spelen of eraan te refereren.”

Verwondering in de natuur

Op de compositie ‘Sur la route de Tamba’ blikt Verheyen terug op een cruciale residentie in het Senegalese Tambacounda. “Op de weg naar Mali bulkt de transitstad van de handelsreizigers, maar ook van de muzikanten. Het is de plek waar de Malinese djembé, de sabar – een Senegalese trommel – en de kora – een prachtige Afrikaanse harp – elkaar kruisen. Ik speelde er tot in de vroege uurtjes met de locals, een ervaring die mijn denken en schrijven nog steeds beïnvloed, in die zin dat ik nu ook elders op zoek ga naar de aarding die ik daar vond. Onlangs was ik voor een solotournee in Japan en voelde ik een soortgelijke energie toen ik de boeddhistische tempels in Kamakura bezocht. Maar ook hier in de buurt, bij de rotsen van de Morvan of de vulkanische gebieden in de Auvergne, zijn er zulke plekken. Weer in de natuur gaan wonen riep herinneringen op aan mijn kindertijd, waarin ik in de bossen rond Turnhout naar de vogels luisterde.”

Die verwondering, die ook de origamivogel op de hoes van het album evoceert, wil

LE ROBIN VERHEYEN TRIO PRÊT POUR LE DÉCOLLAGE

FR « Après seize ans à New York, j’avais fait le tour », confie Robin Verheyen, installé depuis dans une ancienne ferme en Bourgogne. C’est dans ce havre de paix, loin du tumulte urbain, que le saxophoniste, compositeur et leader du groupe, connu pour des projets tels que MiXMONK et TaxiWord, a composé Liftoff, un album trio qu’il présentera à l’Ancienne Belgique aux côtés de ses héros musicaux Drew Gress et Billy Hart. « Quand on est enfant, rien n’est plus excitant que de se consacrer pleinement à sa passion. J’ai toujours cherché à retrouver cette sensation. »

hij ook zijn dochter aanreiken. “Ze wordt deze maand 10, een leeftijd waarop je goede gesprekken kan voeren, wat we graag doen tijdens onze wandelingen in de natuur.”

Met ‘Sophie’s musings’ lijkt de opvolging trouwens verzekerd. “Toen ze aan de piano de noten die ze net gespeeld had op een klein papiertje aan het schrijven was, heb ik haar in haar wereld gelaten. Dat papiertje is er daarna lang blijven liggen: ik vond het een mooie melodie en heb het een paar keer voor haar gespeeld. Voor het album heb ik ritmisch een paar dingen veranderd en enkele noten in een andere tessituur gezet, maar het grootste deel heb ik behouden. Daar is ze nu ontzettend trots op. Het is haar droom om een singer-songwriter te worden. Het to-dolijstje daarvoor is intussen bijeen gegoogeld. Vandaag hebben ze hier in het dorp carnaval gevierd en had ze zich verkleed als een zangeres. De drang van een kind dat iets echt wil vind ik een van de mooiste dingen om te zien. Dan bestaat er niets anders meer in de wereld. Het doet me denken aan mijn begin als saxofonist. Ik zat toen ook te wachten tot het 22 uur was en men eindelijk de concerten van het North Sea Jazz Festival of Jazz Middelheim begon uit te zenden. Dan was ik een en al concentratie, omdat er een wereld voor me openging. Er is niets mooiers dan als kind ergens in op te kunnen gaan. Dat gevoel heb ik steeds proberen terug te vinden.”

Liftoff is uit bij InnerVoice Jazz. Het Robin Verheyen Trio speelt op 10/3 in de Ancienne Belgique, abconcerts.be

ROBIN VERHEYEN TRIO IS READY FOR “LIFTOFF”

EN “After 16 years, I felt that I was finished with New York,” says Robin Verheyen, and so he moved to an old farmhouse in Burgundy. The saxophonist, composer, and bandleader who made his name with bands such as MiXMONK and TaxiWars, used the peace and quiet there to compose the trio album Liftoff, which he will present at the Ancienne Belgique together with his musical heroes Drew Gress and Billy Hart. An album fueled by wonder. “There is nothing more beautiful than that child-like absorption, that is a feeling that I’ve always tried to return to as an adult too.”

Pop & JazzArt & Lit Film

A-Maze-ing!

Jazz toont zich in zijn meest elastische gedaante in de handen van de naar Brussel verkaste Franse producer, multi-instrumentalist en dj Edouard Gilbert alias Kuna Maze. Gilbert heeft roots in de dance, en die zetten zich ook door in de composities met zijn band, met housebeats, funky dub en proggy synths die hij onder zijn jazzdekentje laat sudderen. De Britse smaakmaker, labeleigenaar en radiohost Gilles Peterson is fan, net als de Franse platenruiter Laurent Garnier. Geef hen eens ongelijk.

KUNA MAZE 7/3, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Yeehaw!

Met haar album Cowboy Carter richtte Beyoncé haar pijlen op een zonevreemd genre voor Afro-Amerikanen: country. De Amerikaanse superster trommelde daarvoor onder meer Collins Obinna Chibueze, alias Shaboozey, op, een Nigeriaans-Amerikaanse rapper en countryzanger. Met het met fiddles en klapdeuren getooide ‘A bar song (tipsy)’ wierp die ondertussen zelf zijn lasso rond een monsterhit, waarmee hij Taylor Swift én Beyoncé van de troon stootte.

SHABOOZEY 12/3, La Madeleine, la-madeleine.be

Jazzy birthday to you!

Klasbakken als David Linx, Jean-Paul Estiévenart en Ivan Paduart nemen grote happen uit de verjaardagstaart van het tiende River Jazz Festival. Maar er smikkelen ook jonge honden mee, zoals Bodies, de band rond saxofoniste en componiste Alejandra Borzyk. Of de contrabassist Basile Rahola, die zich laat omringen door drummer Pierre Hurty, tenorsaxofonist Matthias Van den Brande en pianist Wajdi Riahi. (TZ)

RIVER JAZZ FESTIVAL 12 > 29/3, verschillende locaties, riverjazz.be

Pixar, inside out

Niemand blijft onaangeroerd bij de films die de Amerikaanse animatiestudio Pixar al dertig jaar uit oogverblindende beelden en bezielde verhalen optrekt. Even hartverwarmend als die parels wordt Mundo Pixar Experience wellicht niet, even speels misschien wel. De reizende virtuele ervaring strooit met sterrenstof en dropt je op plekken als Andy’s kamer uit Toy story, het hoofd van Riley uit Inside out, de cuisine uit Ratatouille en het koraal uit Finding Nemo

MUNDO PIXAR EXPERIENCE 12/3 > 13/7, Brussels Expo, mundopixar.com

Bücher machen Spaß

Maart maakt duidelijk dat literatuur een feest is. Terwijl de Jeugdboekenmaand op volle toeren draait en de spanning rond het nakende Passa Porta Festival en de uitreiking van de Boon stijgt, doet de Foire du Livre een deftige duit in het zakje. Met een ‘Romance Corner’, een focus op Duitstalige schrijvers en beeldende scheppers als Daniel Kehlmann, Nino Haratischwili, Bernard Schlink, Ulli Lust en Anna Sommer, een Manga-wijk en meer literair lekkers.

FOIRE DU LIVRE 13 > 16/3, Thurn & Taxis, flb.be

Hofnar

De snelste vorm van maatschappijkritiek zijn ze niet, maar de gravures van de Belgische meester Thierry Lenoir snijden wel zoveel meer hout dan de niet-aflatende stroom tweets, comments, likes en emoji’s die de mensheid tegelijk dolgedraaid en uitgeblust achterlaten. Voor zijn nieuwe expo bij het onvolprezen Le Salon d’Art duikt hij in de geschiedenis van de wereld en de kunst voor een messcherp narrenfeest. (KS)

THIERRY LENOIR: LE FOU DU ROI 10/3 > 19/4, Le Salon d’Art, lesalondart.be

An offer you can’t refuse

Megalopolis was dé teleurstelling van 2024, maar doet geen afbreuk aan de duizelingwekkende verdienste van Francis Ford Coppola. Het boegbeeld van New Hollywood maakte enkele van de beste films aller tijden en leverde in de jaren 1970 vier opeenvolgende meesterwerken af: The godfather, The conversation, The godfather part II en Apocalypse now. De retrospectieve in Cinematek is de kans om ook andere toppers te ontdekken. An offer you can’t refuse

RETROSPECTIEVE FRANCIS FORD COPPOLA > 21/5, Cinematek, cinematek.be

Reality-tv als uitweg

Agathe Riedinger mocht met haar debuutfilm meteen naar de Gouden Palm dingen. Diamant brut is dan ook een Rosetta voor het tijdperk van de influencer. Om de zoveel uur stuurt de 19-jarige Liane pikante foto’s naar haar vele volgers. Ze wil aan haar deprimerende milieu in het Zuid-Franse Fréjus ontsnappen door het via een realityshow tot influencer te schoppen. Nieuwkomer Malou Khebizi blijkt zelf een ruwe diamant.

DIAMANT BRUT FR, dir.: Agathe Riedinger, act.: Malou Khebizi, Idir Azougli

Bong is back

Met Parasite won de Koreaan Bong Joon-ho de Gouden Palm én vier Oscars. De veel te lang uitgebleven opvolger is een even mooie als maffe scifiparabel over het koloniseren en misbruiken van mensen die als vervangbaar worden beschouwd, omdat je ze via een printer kan herdrukken. Robert Pattinson amuseert zich als wat sullige expendable, Mark Ruffalo schmiert als een dictator die wauwelt als Donald Trump. (NR)

MICKEY 17 KR, US, dir.: Bong Joon-ho, act.: Robert Pattinson, Naomi Ackie, Mark Ruffalo

Retrospectieve Francis Ford Coppola
Mundo Pixar Experience
Kuna Maze
© JOHAN POEZEVARA

Klein onderhoud

Vianney Adriaens prikkelt zijn reptielenbrein in Burning city

‘Wat doe je als je wordt overmand door angst?’

Verstoppen, vechten, vluchten of verstarren: dat zijn de instinctieve reacties op angst, stress en gevaar die door ons goede oude reptielenbrein in stand worden gehouden. In de voorstelling Burning city prikkelt een groep jongeren dat reptielenbrein bij zichzelf en het publiek. Een van die jongeren is acteur en muzikant Vianney Adriaens, die regisseur Junior Mthombeni al kent van toen die nog optrad met Belgium Afro Beat Association. Die optredens zetten de 14-jarige Adriaens op weg naar het theater, de kunsthumaniora in Brussel en het SOCHA-collectief, dat Mthombeni voor corona met Tom Kestens opstartte. SOCHA lanceerde Adriaens’ muzikale solocarrière, introduceerde hem in de cast van KVS-productie Hannibal en in die van Burning city

“Wat doet je brein als je wordt overmand door angst, als de wereld rondom je instort? Hoe handel je? Ga je de strijd aan? Bevries je? Of vlucht je?” vertelt Adriaens. “Vanuit dat vertrekpunt gaf Junior ons de vrijheid om onze eigen kwetsbaarheden op te zoeken en daar een tekst of lied over te schrijven. Ik heb het in de voorstelling over iets wat ik nog nooit heb uitgesproken, ook niet tegenover mijn moeder, die van Rwandese afkomst is. Ik heb het over de dualiteit in mezelf – ik ben half Rwandees, half Belgisch – en mijn dubbele verhouding tegenover de genocide van 1994, waar België ook een rol in heeft gespeeld. Ik weet nog dat ik met mijn moeder in de auto zat toen ik op mijn 6e het nieuws over de genocide hoorde. Naar dat punt ben ik pas veel later teruggekeerd, in Burning city kaart ik het aan.”

De titel Burning city kan je letterlijk lezen als ‘de stad die in brand staat door geweld.’ Maar als je alle persoonlijke ervaringen van het dozijn jongeren op het podium optelt, zie je ook de metaforische betekenis “van een maatschappij waarin iedereen met grote wereldproblemen en kleine persoonlijke problemen moet omgaan. In plaats van naar oorzaken en oplossingen te zoeken, worden vaak alleen brandjes geblust. Naar het ontstekingsmechanisme wordt niet gezocht.”

Burning city veegt met muziek, dans en tekst de grens tussen theater en concert uit. “We zijn op zoek naar reactie en participatie van het publiek,” knikt

Adriaens. “Er staat een catwalk in het midden van de zaal, en we kijken en spreken de mensen van dichtbij aan, zodat ook bij hen even het reptielenbrein wordt geactiveerd. Tijdens de try-outs zagen we al hoe enthousiast het publiek reageert. Dat is ons doel.”

Burning city van hetpaleis, theater arsenaal en KVS is te zien op 11 en 12/3 in de KVS BOL, kvs.be

Sonic Hug

Casimir Liberski

Helena Casella Julie Rains

This is the Omen

Blind IO

TEUN VERBRUGGEN / BRAM DE LOOZE INGRID LAUBROCK / IKUE MORI

Donder in het donker

"Lysis"

Select Aanraders van de week

PodiumKlassiek

Jongleren met gedachten

Het gezelschap Cie Ea Eo bestaat al vijftien jaar. Met zijn creaties is het al jarenlang een vaste gast in het Brusselse circuscircuit. De voorstelling Biographies koppelt een jongleur en een rapper aan elkaar. Zij jongleert niet alleen met balletjes maar ook met haar gedachten, die even ritmisch worden opgevangen en opgeworpen door de rapper die haar gedachten leest. Timing en rhymes zijn alles in deze verbale pingpongwedstrijd.

CIE EA EO: BIOGRAPHIES 13 > 23/3, UP Circus & Performing Arts, upupup.be

Dans op de vriendschap

Federaal muzikaal

Oké, het aantal uitvoerders van Mahlers ‘Symphonie der tausend’ ofte Symfonie nr. 8 ligt misschien niet écht in de duizendtallen, maar het is niettemin een indrukwekkend allegaartje. Zo indrukwekkend dat de drie federale instellingen de krachten moeten bundelen om dit werk op de planken te krijgen. Alain Altinoglu zwaait in Bozar de baton voor de koren van De Munt, het Belgian National Orchestra én een handvol regionale afgevaardigden van het Vlaams Radiokoor.

MAHLER SYMPHONY 8 8 & 9/3, Bozar, bozar.be

Voorbij de trekpleisters

Feel the Jazz, Share the Feeling.

De Brusselse danscompagnie Narcisse, genoemd naar de gelijknamige mythische figuur die de liefde voor zijn spiegelbeeld met de dood bekocht, maakt kleine en intieme creaties. Met Taste of friendship verkennen Paola Zampierolo en Luca Arrigoni de vriendschap tussen een man en een vrouw, die ook artistieke verwanten zijn. Ze delen lief en leed, en zijn innig verbonden zonder dat Eros de boel bemoeilijkt.

CIE NARCISSE: TASTE OF FRIENDSHIP 15/3, Theater Mercelis, compagnienarcisse.com

Bronstige herten

KTV De Noordstar is een van de oudste Nederlandstalige amateurtoneelverenigingen van de stad. Liefhebbers van het genre kunnen in Ukkel terecht voor het blijspel Geweide geschiedenis, dat zich afspeelt in een Ardens hotelletje. De patron is uit op een ster in de Michelin-gids, maar heeft af te rekenen met zijn verwaarloosde vrouw, een onvoorspelbare kok, een horde toeristen en een roedel bronstige herten. (MB)

THEATER KTV DE NOORDSTAR: GEWEIDE GESCHIEDENIS 9/3, GC Het Huys, hethuys.be

Pianist Leif Ove Andsnes is verre van de eerste die zijn hart verliest aan het Parijse interbellum. Maar zelfs wanneer de Noorse virtuoos je een zoveelste tripje naar la ville lumière aanbiedt, weiger je niet. Zeker wanneer het programma niet voor de grijsgedraaide ‘Les Six’ uit Montmartre kiest, maar met muziek van Villa-Lobos en Vierne wil laten horen wat voor een artistieke smeltkroes de stad aan de Seine toen was.

LEIF OVE ANDSNES & MUSICIANS OF THE MAHLER CHAMBER ORCHESTRA 11/3, Flagey, flagey.be

Vaderlandsliefde

Dat het Desguin Kwartet een boon heeft voor repertoire uit eigen land is geen geheim meer. In 2022 kregen ze namelijk de Fugatrofee, een erkenning voor de vele aandacht die ze besteden aan Belgische componisten. Ook tijdens hun lunchconcert in het Muziekinstrumentenmuseum mogen dus geen zwart-geel-rode noten ontbreken. Het viertal koppelt er Gentenaar Georges Lonque aan Beethoven. (JC)

DESGUIN KWARTET 13/3, Muziekinstrumentenmuseum, lunchconcerts-brussels.be

Mahler Symphony 8
Cie Ea Oa: Biographies

Vanderschrickstraat 20, Sint-Gillis, sinsenncuisine.be Sinsenn •••

In een klein maar bijzonder innemend etablissement met de allures van een Tokiose izakaya bereidt Yu Yulong sushi en kip karaage met finesse en respect. Eerlijk? We hadden het een beetje gehad met sushi nadat de Japanse specialiteit Brussel de voorbije jaren overspoelde. De wereldwijd erg populaire bereiding leek haar ziel te hebben verloren – en dan zwijgen we nog over de milieuproblemen, zoals overbevissing, die ermee gepaard gaan. Sushi verdraagt geen massaproductie en vraagt de handen en toewijding van een vakman om de traditie in ere te houden.

Bovendien hoort sushi, zoals in Japan, een feestelijk gerecht te blijven dat je slechts af en toe savoureert. Toch wist Sinsenn, een gloednieuw etablissement in de Vanderschrickstraat in Sint-Gillis ons opnieuw te verleiden.

Avant-première ‘Soft leaves’

5x2 tickets, Cinema Palace, 18/3

De Brusselse Miwako Van Weyenberg debuteert met een intieme coming-of-agefilm. Mail ‘Soft’

Dat hebben we te danken aan Yu Yulong, een jongeman van Chinese afkomst, die een nomadisch parcours achter de rug heeft. Na het behalen van een diploma in public relations in Brussel en een passage bij Godiva trok hij naar Yokohama om er de finesses van de Japanse keuken onder de knie te krijgen. Bij zijn terugkeer naar Brussel vestigde de chef zich in een klein, met hout bekleed pand met minimalistisch meubilair: een toonbank waarop een sushi neta case – een sushivitrine – prijkt, krukken en een lage tafel met twee dienbladen voor wie ter plaatse wil eten.

Het pluspunt? Yu Yulong bereidt sushi, temaki en andere rolls à la minute, zoals de traditie voorschrijft. Zijn chirashi met zalm, tonijn, garnaal en avocado (17,30 euro) laat ons de geneugten van deze keuken herontdekken: vis geserveerd op kamer-

Ni ni ya momo

5x2 tickets, Les Halles, 27/3

Choreograaf Guilhem Chatir baseert zijn nieuwe productie op het slaapliedje waarmee hij opgroeide. Mail ‘Momo’

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

temperatuur (en niet ijskoud), Homare-rijst die je doet beseffen hoe lekker en zacht van textuur kortkorrelige rijst kan zijn, en een bolletje verse, huisgemaakte wasabi. Alleen de gember en sojasaus worden niet ter plaatse gemaakt.

Gul als hij is, laat Yu Yulong je proeven van zijn kip karaage (8,50 euro voor 5 stuks), die des te meer in de smaak valt omdat het vlees van het gevogelte niet opgaat in de smaak van het frituurvet. Fun fact: men zegt dat Japan deze bereiding tijdens de Edo-periode ontdekte dankzij Chinese migratie.

En de dranken? In de koelkast vind je de klassieke Fanta en Coca-Cola (2 euro), maar ook bijvoorbeeld de meer exotische Ramune (3,50 euro).

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

Novastar

5x2 tickets, CC Westrand, 28/3

In The best is yet to come blikt Joost Zwegers terug op zijn dertigjarige carrière. Mail ‘Novastar’

Inzichten

Wat weet theatermaker Kristien De Proost van het leven?

‘Ik heb nooit gerookt, maar heb blijkbaar wel een rokerskop’

Wat helpt jou als je creatief droog staat?

Gaan wandelen in een regio met weinig volk. Minstens een paar uur, en als het moet dagen aan een stuk.

Welke belangrijke tip kreeg je ooit van je publiek?

Dat als mensen ernstig kijken dat niet per se wil zeggen dat ze er niets aan vinden.

Met welke quote pak je graag uit?

“Dat zijn zo van die mensen van wie het wc-water gekleurd is, dat ze hun eigen stront niet onder ogen moeten zien.” Van Daniël Robberechts in TOT. Nagelaten werk

Bestaat er een god?

Ik ben nogal fan van de ‘gok van Pascal’.

Wat kan jij dat de meeste anderen niet kunnen?

Mij 37 keer aan dezelfde steen stoten.

Welke misvatting bestaat er over jou?

Mensen vragen mij vaak of ik gestopt ben met roken, terwijl ik nooit heb gerookt. Blijkbaar heb ik een rokerskop.

Van welk vooroordeel had je soms last?

Dat een medewerker van Proximus geen dichter zou kunnen zijn.

Wat had jij pas op erg late leeftijd door dat iedereen allang wist?

Je kan van de tafels vallen waarop je danst. Welk vreemd voorwerp slingert er rond in je huis?

Een levensgrote kartonnen Marilyn Monroe, die ik nog moet teruggeven aan iemand.

Kijk je vaak in de spiegel?

Ik logeerde ooit drie weken in een huis zonder spiegels. Ik had dat niet door, tot ik mezelf in een café plots weer weerspiegeld zag en schrok. Leven zonder spiegels was bijzonder rustig, en toch lukt het mij niet om ze uit mijn huis te bannen.

Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?

Ik ga voor het eerst intens samenwerken met mijn lief voor twee voorstellingen, en dat is wel bijzonder.

•Kristien De Proost (1972) studeerde aan Studio Herman Teirlinck

•Van 2004 tot 2017 maakte ze deel uit van het Brusselse theatercollectief Tristero

•Met haar eerste solovoorstelling Toestand (2013) werd ze geselecteerd voor het TheaterFestival

•Recent maakte ze met Bwanga Pilipili Simon, Garfunkel, my sister and me, en met Frederico Araujo In the middle of nowhere

•Ze speelde ook in stukken van onder meer Julian Hetzel en Milo Rau, in films (Problemski Hotel), en in tv-series (Professor T., De twaalf)

Wie is de bekendste persoon met wie je ooit sprak?

Ik weet niet meer of ik iets gezegd heb, maar ik heb als 5-jarige wel de hand van toenmalig Amerikaans president Jimmy Carter geschud. Hij is lang verguisd, maar voor zijn overlijden eind vorig jaar gelukkig in ere hersteld. Hij wordt nu bewonderd, als de absolute tegenpool van Trump. Van welke beroemdheden ben jij maar een paar personen verwijderd?

Ik kreeg ooit een handtekening van Walter Meeuws, die toen bij KV Mechelen speelde. Meeuws werd daarna trainer van Antwerp, waar hij regelmatig de hand schudde van voorzitter Eddy Wauters, die ooit naast Marilyn Monroe op de achterbank van een open Cadillac in New York zat. Daarnaast heb ik dus de hand van Jimmy Carter geschud, die de hand schudde van Mandela, Obama, Kim Il-sung, Trump ... Doe eens een toekomstvoorspelling. Ik wens dat we niet dieper zullen zakken als samenleving voor we weer opveren.

Wat was er vroeger beter?

Dat je afhankelijk was van het toeval om degene op wie je verliefd was te zien. En dat je dat toeval kon helpen door eindeloos door zijn/haar/hun straat te lopen.

Welke minder bekende app raad je aan?

OutDoors, een app met alle stafkaarten van Frankrijk.

Welke app ontbreekt er in je leven?

Een app met alle stafkaarten van België. Welk cliché over Brussel stoort je?

Dat er niets mogelijk zou zijn.

Wanneer verbaasde Brussel jou?

Toen ik er begon te fietsen en alle wijken aan elkaar linkte die ik tot dan alleen ondergronds had verbonden.

Motherbaby van Kristien De Proost en theaterduo Marieke&Sophia speelt op 7 en 8/3 in de Kaaistudio’s, kaaitheater.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.