BRUZZ editie 1927 (19-03-2025)

Page 1


20 jaar Klarafestival met nethoofd Chantal Pattyn

Vuurspringen en bomen planten tijdens Perzisch nieuwjaar

Brusselse bikers zweren bij Harley-Davidson

Onderhandelingen Kunnen de kemphanen eindelijk echt aan tafel gaan?

De informatieopdracht van Elke Van den Brandt (Groen) en Christophe De Beukelaer (Les Engagés) lijkt op niets uitgedraaid. Iedereen vond dat er constructief gesproken is, er is vertrouwen gekomen, N-VA en PS schoven zelfs voor het eerst samen aan tafel, maar de gesprekken hebben voorlopig niet tot de gewenste doorbraak geleid.

Open VLD wil momenteel niet meegaan in de coalitie die door de informateurs naar voren is geschoven: één met CD&V, maar zonder N-VA.

Dus zit Brussel opnieuw waar het stond net na de verkiezingen van juni 2024: nergens. Het eerste inhoudelijke gesprek voor een nieuwe Brusselse regering moet nog plaatsvinden.

Dat is niet om vrolijk van te worden. Brussel schreeuwt erom om bestuurd te worden. De federale regering zal wellicht al dit jaar een beslissing nemen over de beperking van de werkloosheid in de tijd, wat grote gevolgen zal hebben voor de Brusselse arbeidsmarkt. Er is een gewestelijk veiligheidsbeleid nodig als reactie op een nietsontziende drugsoorlog. De vzw’s weten niet of ze nog op subsidies kunnen rekenen.

plaats de PS. Die houdt al sinds november het been stijf. Niet in een regering met de N-VA, die toen tot de Nederlandstalige meerderheid behoorde. Naar het waarom is het raden. De enige denkbare reden hiervoor is dat de PS haar lijn wil zuiver houden om hard oppositie te kunnen voeren tegen de federale regering waar N-VA het uithangbord van is. Met als perspectief? De verkiezingen van 2029. En in de tweede plaats Open VLD. Die houdt vast aan N-VA. Dat is nog moeilijker te begrijpen, want Open VLD zit nergens in een coalitie met N-VA. Waarom Open VLD zo opzichtig voor N-VA blijft rijden, is moeilijk te vatten. Het argument dat N-VA nodig is in de Brusselse regering klinkt niet onaannemelijk, maar om hiermee de hele formatie in de chaos te storten, is wel erg verregaand.

“PS en Open VLD zijn samen verantwoordelijk voor

de spectaculaire budgettaire neergang van

het Gewest”

Een Brusselse regering is ook dringend nodig door de financiële hellepoorten waar de hoofdstad voor staat. Er is het tekort van 1,6 miljard euro waar Brussel op afstevent, wellicht nog te verhogen met de voorlopige twaalfden die de ontslagnemende Brusselse regering niet onder controle krijgt. Als er in april geen plan van aanpak is – en zonder regering is dat ook niet mogelijk –dan zal Standard & Poor’s de rating verlagen, en dreigt een rentesneeuwbal.

De vraag blijft natuurlijk waarom de partijen weigerachtig zijn om te springen. In de eerste

Wat zeker meespeelt in deze nieuwe vorm van powerplay, is dat de nieuwe voorman van de Brusselse Open VLD Frédéric De Gucht de partij zo wil herpositioneren om weer de nummer één te kunnen worden in Brussel. De PS is dan een handige vijand. Bovendien kan Open VLD zo het beeld van zich afschudden van een partij die, in de periode Vanhengel-Gatz, aan het handje liep van de PS. Het levert De Gucht veel visibiliteit op, die hem, mocht hij opnieuw nationaal kandidaat-voorzitter zijn voor Open VLD, veel winst kan opleveren.

De PS, als leidende partij, en de Open VLD, jaren op begroting, zijn samen verantwoordelijkheid voor de spectaculaire budgettaire neergang van het Brussels Gewest. Het is dan ook aan hen om dat te herstellen, in de eerste plaats door een oplossing te vinden voor de impasse in deze formatie.

Steven Van Garsse Senior politiek analist In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.

Lees meer p.14 ‘Brusselse gemeenten zijn te sterk afhankelijk van Microsoft en president Trump’

Martine Steylemans rijdt al zestien jaar met een HarleyDavidson. Ook haar hondje Louise gaat mee op de motor.

OP DE COVER

18Defensie Brussel gooit zijn troeven op tafel

ACTUALITEIT

03Vooraan Kunnen de kemphanen eindelijk echt aan tafel gaan?

06Het gesprek Chantal Pattyn, nethoofd van Klara

12Fenomeen van de week Iraniërs willen Norouz erkend zien als erfgoed

13Cartoon Delphine Frantzen

14Opinie ‘Brussel is te sterk afhankelijk van Microsoft’

16Publieke ruimte Nieuw openbaar onderzoek naar De Rijpheid

COLOFON

15Debatteer mee Moeten er meer deelnemers worden toegelaten op de 20 km door Brussel?

VERHALEN

24Dieren De bever verovert langzaam maar zeker Brussel

32Portretten Harley-Davidsonbezitters leven voor hun motor

ELKE WEEK

10In beeld Ivan Put: Doedelzak

14 Stadsleven Vergeeld briefje

23Beestig Brussel Brusselse bioboer met een aversie voor smartphones

28 Sporting Flagey Racistische stickers in RWDM-kleuren

29Big City Wat is het verhaal achter het kunstwerk The Whirling Ear?

29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?

32Hang-out Ziya

36Column Sold out

SELECT

37 Helena Casella doet bloesems ontluiken op het Brosella Spring Festival

41 Klein onderhoud Bona Léa

43Eat & Drink Belga Queen

44Inzichten Jef Neve

BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Jazz Brak, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Indra Rypens, Niels Ruëll, Amalia Skalecki, Marjon Udo, Emmanuel Vanbrussel, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

‘Ik ken geen maat, nog steeds niet’

Aan de vooravond van de twintigste editie van het Klarafestival breekt

Chantal Pattyn, nethoofd van radiozender Klara en presentatrice van kunstprogramma Pompidou, een lans voor de openbare omroep én de stad waar ze al jaren heel graag woont. “Het wordt problematisch als cultuur een privézaak wordt. Daar zal de missionaris in mij zich altijd tegen verzetten.”

door Tom Peeters foto’s Saskia Vanderstichele

Nadat ze zich verontschuldigd heeft dat ze iets te laat is, bestelt Chantal Pattyn een fles plat water en een gebakken skrei van het suggestiemenu.

Zelfs dat staat vandaag in Bozar Café Victor in het teken van het festivalthema van de jubileumeditie van het Klarafestival: ‘We Are Now’. Later zal Pattyn zich nog eens excuseren, omdat ze met haar gehavende linkerhand niet volgens de etiquette kan eten. “Mijn rechterarm hangt bijna uit de kom, omdat ik nu al anderhalve week alles met dezelfde kant moet doen.” Maar in haar job moet je tegen een stootje kunnen, zal ze in het gesprek over haar 35-jarige carrière – waarvan ze er tien sleet bij Studio Brussel en 25 bij Klara – meermaals vertellen.

Na al die jaren gaat ze er nog steeds prat op dat er maar twee soorten muziek of

kunst bestaan: goede en slechte. In haar wereld is Mozart net zo belangrijk als Sylvie Kreusch, en leert haar tienerzoon haar via TikTok de nieuwste hit van Kendrick Lamar en Tyler, the Creator kennen, waarop zij hem zegt welke hiphoppioniers ze lang voor zijn geboorte al interviewde voor Update, het Stubru-programma waarmee ze naam maakte.

“Mama, jij had zo’n coole job vroeger,” klinkt het dan. Toch blijft het ook nu haar missie om haar luisteraars de parels uit het culturele aanbod voor te schotelen.

“Iedereen zit tegenwoordig op streamingdiensten als Spotify, maar er gaat niets boven met hart en ziel muziek samenstellen voor de radio,” vertelt ze.

Het thema van de twintigste editie van het Klarafestival is ‘We Are Now’, over leven in het hier-en-nu en de magie van het moment

grijpen. Hoe zorg je ervoor dat dat ook in je eigen hectische leven lukt?

CHANTAL PATTYN: Het lukt net omdat ik alleen maar in het nu leef. Ik ben niet anders gewoon dan living life on the fast lane. Ik kom net terug van een radiocongres in Athene, een week eerder was ik in Vilnius. En tijdens corona werd ik gek van al dat thuiszitten. Veel vrienden zijn met yoga begonnen, maar wij moesten een radiozender in de lucht houden. Toen dat allemaal wegviel, voelde ik pas echt waarom ik deze job zo graag doe. Privé is zo’n hectisch leven soms lastig. Alleen op vrijdag kon ik om halfvier aan de schoolpoort staan. De rest deed onze oppas Agi, waardoor mijn zoon vanaf zijn derde Engels moest leren. Maar leven met kunst is een privilege. Het mooie aan het festivalthema is dat zodra de magie in de zaal werkt alles uit

BIO

• Chantal Pattyn (56) is geboren in Sint-Eloois-Winkel, studeerde Kunstgeschiedenis aan de UGent en woont sinds 1992 in Brussel

• In 1990 begon ze te werken voor de VRT: eerst bij Studio Brussel (in programma’s Update, BaSsta! en Frituur Victoria), daarna bij De zevende dag, om in 2000 over te stappen naar Klara, waar ze nethoofd is en het programma Pompidou presenteert

• Tussen 2016 en 2018 was ze manager Cultuur bij de VRT

je hoofd kan verdwijnen en je meteen in het moment zit.

Klassiek moet leven en evolueren, zegt festivalartieste Patricia Kopatchinskaja. Was dat ook niet jouw motto toen je bij Klara arriveerde?

PATTYN: Ja, maar toen ik hier in 2000 begon, was het wel wennen aan het conservatisme. Ik mocht met het interviewprogramma Alinea de plek innemen van Tafelmuziek, dat al dertig jaar meeging op de middag en kreeg meteen het verwijt dat mensen niet meer op hun gemak konden lunchen. Maar de luisteraars die me eerst vervloekten, zijn me later komen vertellen dat ze niet meer om 12.00 uur maar om 13.00 uur aten, én ze bedankten me omdat ik al die filosofen, schrijvers en kunstenaars in hun levens had geïntroduceerd. We hebben hen meegenomen naar nieuwe muzikale oorden. We mogen dan een eiland en een niche zijn, wat we onze luisteraars aanreiken — klassiek, jazz, experimentele muziek, de hele culturele agenda — bestaat nergens anders.

De vraag is of dat ook overkomt. In 2023 halveerde het marktaandeel van Klara tot 1,2%, waarna het herstelde naar 1,7% en 1,9%, cijfers die nog steeds lager liggen dan vroeger.

PATTYN: Er is echt wel een ondergrens, en hoe hoger de cijfers, hoe beter, maar tegelijk wil ik ze ook nuanceren: voor een kleine zender als Klara zijn de steekproeven waarop de metingen gebaseerd zijn eigenlijk te klein. Daarnaast vinden we de impact die we hebben op onze luisteraars veel belangrijker. Die kunnen we nu van ’s ochtends tot ’s avonds meten in de app, en we zien dat de toewijding groot is. Daar focussen we op, ook tijdens het radio maken. Dat is ook in het nu zijn.

We hebben als presentatoren een lange weg afgelegd en communiceren nu veel meer. Zoals ook Patricia Kopatchinskaja connectie zoekt op het Klarafestival. Na Barbara Hannigan en Claron McFadden is zij onze derde festivalartieste op rij die je niet kan labelen. Hopelijk kunnen we dat niveau in de toekomst aanhouden, maar dat heeft met geld te maken. Bij Bozar kennen ze hun toekomstige budget nog niet. De ogen van alle federale instellingen zijn gericht op Jan Jambon.

Je hebt in die 25 jaar Klara het rendementsdenken belangrijker zien worden bij de openbare omroep. Hoe moeilijk is het om daar weerstand tegen te bieden?

PATTYN: De tijd dat er een zak geld in de gang stond met de boodschap ‘doe maar op’ is voorbij. We werken met een overheidsdotatie van 60 procent en 40 procent eigen middelen. Bij Klara zijn we vrijgesteld van reclame, maar dat betekent niet dat we

“Wat hebben jongeren de voorbije tien jaar niet allemaal meegemaakt? Aanslagen, covid en nu al die losgeslagen wereldleiders. Wat voor een wereldbeeld creëert zoiets?”

geen coproducties opzetten of niet zelf op zoek gaan naar fondsen. Ik vind dat ook niet erg. De hele cultuurwereld doet het. Problematisch wordt het als cultuur een privézaak wordt. Cultuur zou een veel grotere rol moeten spelen in ons onderwijs. Dat is altijd mijn stokpaardje geweest, omdat ik zelf zo’n product ben. Bij ons thuis werd er niet aan cultuur gedaan. Dan moet je het hebben van een leraar die die wereld voor je opent. Stel je voor dat dat wegvalt en cultuur een vrije keuze wordt voor wie er het geld voor en de toegang toe heeft. Daar zal ik me altijd tegen blijven verzetten. Dat is de missionaris in mij.

Onlangs legde de nieuwe Vlaamse minister van Cultuur Caroline Gennez in Pompidou ook al de nadruk op inclusie.

PATTYN: Daar was ik heel blij om. Ik merk sowieso andere accenten. Ik kom haar ook al jaren tegen in het theater en op tentoonstellingen. Ze kent de cultuurwereld van binnen en van buiten en geniet het vertrouwen van de sector. Daarnaast legde ze in haar eerste missive de nadruk op de autonomie van de kunstenaar. Dat is de voorbije legislaturen anders geweest.

Hoe is de sfeer intussen op de werkvloer van de VRT? Is de storm gaan liggen?

PATTYN: Ja, de rust is neergedaald. Hoewel het rumoer zich afspeelde bij de grote tv-budgetten en de bekende Vlamingen, en dus ver weg van de radio, was het in die periode voor geen enkele VRT-medewerker fijn om de krant open te slaan. Het is ook niet handig als je moet onderhandelen met

Chantal Pattyn: “Fabre, De Keersmaeker, Van Hove: het gaat altijd over dezelfde mensen, en het lijkt alsof ze moeten hangen. Maar dat is crazy. We zouden daar omzichtiger mee moeten omspringen, want dat zijn totaal andere verhalen.”

een pak mansplaining bijnemen. Ik klaagde daar niet over, want ik ken zelf geen maat. Nog steeds niet. Intussen heb ik wel geleerd om wat ik van mezelf eis niet op te leggen aan anderen. Je moet het ook in de context van toen zien. In de jaren 1980 en 1990 is hier zoveel ontstaan uit artistieke passie. Kunnen we ook eens naar de resultaten kijken? Je kan toch niet pretenderen dat iedereen een artistiek slachtoffer is?

In een interview fileerde je vroegere partner, schilder Koen van den Broek, vorig jaar de kunstenscene, die volgens hem figuratiever, veiliger en knusser was geworden. Hij weet het aan de onveiligere en complexere wereld.

welke omstandigheden 10.000 mensen hier op straat leven? Vorige week pikten we ons neefje op aan Brussel-Centraal. Ik probeerde het straatbeeld te bekijken door de ogen van die 16-jarige uit het veilige West-Vlaanderen. En we kunnen er niet eens iets aan doen, want we hebben geen regering. Wat hebben jongeren de voorbije tien jaar niet allemaal meegemaakt? Na de aanslagen kwam covid en nu zijn er al die losgeslagen wereldleiders. Welk wereldbeeld creëert dat? Ik praat daar veel over met mijn zoon.

Los van alle problemen lijk je Brussel wel trouw te blijven?

de politiek. Maar ik ben blij met hoe het nu gaat, en dat zeg ik uit de grond van datzelfde hart.

Zijn we als media tekortgeschoten in het aankaarten van thema’s als MeToo en toxisch leiderschap, ook in de wereld van de kunsten?

Enkele kunstenaars die van hun voetstuk zijn gestoten kwamen ook in jouw programma’s geregeld over de vloer.

PATTYN: Hier speelt een aantal zaken. Sinds het Kunstendecreet in de jaren 1990 kon er eindelijk werk worden gemaakt van een echte Vlaamse cultuurwereld. Sommige kunstenaars speelden daar een belangrijke rol in en de media hebben hun carrières terecht ondersteund.

Daarnaast is er nu een heel mondige generatie opgestaan. Ik heb zelf ook heftig leiderschap meegemaakt en was niet altijd mondig genoeg om daar iets tegen in te brengen. Maar ik vind het kwalijk dat alles op één hoop wordt gesmeten. Het gaat altijd over dezelfde mensen en het lijkt alsof ze moeten hangen: eerst was er Jan Fabre, dan ging het over Anne Teresa (De Keersmaeker, red.) en dan moest ook Ivo van Hove eraan geloven. We zouden daar omzichtiger mee moeten omspringen, want dat zijn totaal andere verhalen. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt, maar dat geldt ook voor andere bedrijfstakken.

Die mondigheid heeft veel te maken met hoe jongeren nu leven: erg gericht op work-life balance, heel self-protective. Ik heb altijd heel hard gewerkt en nooit gedacht ‘Fuck, nu wil ik een vrije dag’, al liepen mijn uren de spuigaten uit en moest ik er nog

PATTYN: De papa van mijn zoon heeft daar wel een punt. Ik had deze week nog een figuratieve schilder te gast bij Pompidou en vroeg hem ook waarom iets dat al zes keer doodverklaard is nu ongebreideld terugkomt. Al die figuratie verkoopt natuurlijk goed, maar typeert ook een periode met veel onzekerheid. Dan duikt er een braafheid op die mensen op zoek naar veiligheid en schoonheid geruststelt. Aan de andere kant was de laatste Biënnale in Venetië dan weer een en al activisme. Het voordeel van ouder worden is dat je al die bewegingen ziet komen en gaan.

Die onveiligheid is al langer een Brusselse realiteit. Vroeger, in je Studio Brussel-jaren, wist je dat je kon worden overvallen als je als muziekliefhebber naar de VK ging. Nu is het haast overal uitkijken.

PATTYN: Weet je hoe vaak ik in de jaren 1990 naar de garage ben moeten rijden na een concert daar omdat de spiegel van mijn auto was geslagen? Maar kan je verbaasd zijn over de huidige situatie als je ziet in

PATTYN: Ja, en ik verzet me tegen de soms kwaadwillige gewoonte om Brussel altijd weer in een slecht daglicht te stellen, gewoon omdat de politiek niet opgewassen is tegen de problemen. Ik vind het hier heel leuk om wonen. Het Klarafestival is ook een uitnodiging om Brussel te ontdekken. Na al die jaren is het nog altijd mijn dorp.

Natuurlijk word je hier bestolen. Onlangs is mijn dure fiets nog verdwenen vlak bij De Munt. Er is ook meermaals ingebroken in mijn huis, en toen ik ergens een hamburger aan het eten was, bleek mijn iPhone plots weg. Maar in het buitenland ben ik ook al bestolen. Veel is te herleiden tot sociale ongelijkheid, tot mensen die niets hebben en mensen die alles hebben.

Opnieuw: als je ziet hoe lastig scholen het hebben, investeer dan in cultuur, maar vooral in jeugd, onderwijs en opvang, want die staat voor alleenstaande werkende moeders nog lang niet op punt. Als we allemaal flex moeten werken, mag je toch verwachten dat ook de opvang flex is?

Het Klarafestival loopt van 20 tot en met 30/3, meer info: klarafestival.be

CHANTAL PATTYN FÊTE 20 ANS DE KLARAFESTIVAL

FR Depuis 35 ans, Chantal Pattyn arpente les couloirs de la VRT. D’abord à Studio Brussel, puis dans le talk-show De zevende dag, et depuis 25 ans à Klara, la station radio dédiée à l’art et à la musique classique, où elle est directrice et présente l’émission Pompidou. À l’approche du vingtième anniversaire du Klarafestival, elle défend la radio-télévision publique et sa ville. « Quand la culture devient une affaire privée, c’est un problème. La missionnaire en moi s’opposera toujours à cela. »

CHANTAL PATTYN MARKS 20 YEARS OF KLARAFESTIVAL

EN Chantal Pattyn has been working for the VRT for 35 years. First at Studio Brussel, later in the talk show De zevende dag, and, for the last 25 years, at Klara, the radio station with a heart for art and classical music, where she is the manager and also presents Pompidou. On the eve of the 20th Klarafestival, she shows her support for the public broadcasting company and her city. “If culture becomes a private matter, that is a problem. The missionary in me will always rebel against that.”

In beeld door Ivan Put

Doedelzak

Door het centrum van Brussel trok afgelopen weekend een stoet Ieren en doedelzakspelers om Saint Patrick’s Day te vieren, de nationale feestdag van Ierland. Dat ging gepaard met de nodige muziek en stampij van mannen en vrouwen in kilt. Gezellig, maar misschien iets minder voor wie rustig een koffietje wilde drinken in de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen. MG

Perzisch nieuwjaar Iraniërs willen hun Norouz erkend zien als erfgoed

Rond 21 maart wordt Norouz of Perzisch nieuwjaar gevierd, een feest dat net als de Chinese variant op steeds meer belangstelling kan rekenen in Brussel.

Norouz – het betekent ‘nieuwe dag’ in het Perzisch - is een feest dat zijn oorsprong vindt in het zoroastrisme, een religie die ooit de dominante godsdienst was in het Perzische Rijk, vóór de islamisering van de regio. Het is de eerste dag van het jaar volgens de Perzische jaartelling. Het feest duurt zo’n dertien dagen. Het leven, de natuur na de winter en de overwinning van het licht op het donker worden gevierd. In 2009 erkende de Unesco Perzisch nieuwjaar als immaterieel werelderfgoed.

Ook in Brussel wint Norouz vandaag aan populariteit, met verschillende evenementen de komende dagen. “Dat was lang niet altijd het geval,” vertelt Nazanin Yalda. “Toen ik tien jaar geleden aankwam in Brussel was de Pianofabriek in Sint-Gillis de enige die iets organiseerde.” Yalda is een klassiek geschoolde pianiste die zich na omzwervingen vanuit Iran via Parijs in 2015 in Brussel vestigde. Behalve piano speelt ze setar, een traditioneel Iraans snaarinstrument. Vandaag maakt ze deel uit van het muzikale duo Floèmee, dat elektrische deunen mixt met klassiek Iraanse klanken.

De groeiende populariteit van het feest komt volgens Yalda door het toenemende aantal Iraniërs dat zich in België is komen vestigen: van 539 in 2015 naar 1.102 in 2023, zo leren cijfers van het migratiecentrum Myra. Die exodus komt door de slechte economische situatie in Iran, aldus Yalda. Norouz vieren noemt ze “een moment van samenhorigheid”.

Ook Mobina Mohammadi Tabar ziet een gelijkaardige tendens. In 2015 verhuisde ze naar Brussel om beeldhouwkunst en visuele kunsten te studeren. Vandaag heeft ze haar atelier in Elsene. Met haar vereniging Comment Peut-On Être Persan merkt ze een stijgend enthousiasme op voor het fenomeen. “Norouz is traditioneel een familiefeest, maar veel migranten hebben geen familie in de buurt. Door in Brussel evenementen te organiseren, kunnen ze het feest wel vieren.”

Farideh Ghalandari, voorzitster van de VlaamsPerzische toneelvereniging Zaman-Nou uit Anderlecht en Etterbeek, woont al 34 jaar in België. “Mijn kindertijd in Iran en de manier waarop het gezin het feest daar vierde, blijven

prachtige herinneringen, maar ik zal waarschijnlijk niet meer terugkeren. Norouz wordt al duizenden jaren van generatie op generatie doorgegeven, en dat wil ook ik doen met mijn kleindochter.” Daarom organiseren Ghalandari en ZamanNou op 22 maart zelf een Norouz-feest met optredens, workshops en een marktje in Muntpunt.

Afscheid van de winter

Tot slot sluit de groeiende aandacht voor ecologie perfect aan bij de waarden van Norouz “Het gaat om bomen planten, grote schoonmaak houden en de natuur vieren, om afscheid te nemen van de winter en de lente te verwelkomen.”

De aanwezigheid van de Haft Sin-tafel is een must. Daarbij symboliseert elk

natuurlijk product op die tafel iets specifieks, zoals rijkdom, gezondheid en welvaart. Sommige betekenissen zijn traditioneel en vastgelegd, zoals een stukje knoflook voor gezondheid of sabzeh, een kiemende tarwe die voor wedergeboorte staat. Al sluipen er ook niet-traditionele elementen de tafel binnen.

“Mensen worden creatiever en bedenken alternatieve versies. Soms omdat het moeilijk is om alle benodigdheden te vinden in België,” zegt Yalda. “Alles is mogelijk, zolang het maar met een ‘s’ begint.” Oorspronkelijk was het toeval dat veel objecten met die letter begonnen, maar gaandeweg werd dat belangrijker. Daarom is het de Haft Sin-tafel geworden, want Sin is ‘s’ in het Perzisch.

dagen duurt het feest voor Perzisch nieuwjaar. Het is traditioneel een familiefeest, dat ook in Brussel intens wordt gevierd

1.102

Iraniërs vestigden zich in 2023 in België. In 2015 waren er dat 539, blijkt uit cijfers van migratiecentrum Myra

“Zelf weet ik nog niet precies wat er op mijn tafel zal staan, ik ben nogal last minute met die dingen,” lacht de muzikante.

Behalve zeven voedingswaren met de letter s, staan er vaak een spiegel en kaarsen op de tafel. “De kaarsen verwijzen naar het licht dat de duisternis overwint,” zegt Mohammadi Tabar.

Op de laatste woensdag voor Norouz wordt Chaharshanbe Suri gevierd. Er worden kampvuren aangestoken, waar over gesprongen en rond gedanst wordt. In het Jubelpark en in Evere werd die traditie vorige week al gevierd.

Tijdens het ritueel wordt de leuze “Mijn geel is voor jou, jouw rood is voor mij en we wachten vanaf morgen op de komst van de lente,” gepreveld. “Het idee is dat men alle negatieve energie van het afgelopen jaar, aangeduid als ‘alles wat geel is’, in het vuur gooit, terwijl men hoopt dat het vuur alles brengt wat ‘rood’ is, zoals energie en vitaliteit voor het komende jaar. Op die manier nemen we afscheid van de winter en verwelkomen we de lente,” legt Ghalandari uit.

Norouz wordt beëindigd door op de dertiende en laatste dag van het feest de sabzeh, de kiemende tarwe, mee naar buiten te nemen en ritueel weg te gooien, meestal in een park of op een andere plek in de natuur. Daarna volgt een picknick en is het nieuwe jaar officieel begonnen.

Immaterieel erfgoed

Nadat in 2009 Norouz al werd uitgeroepen tot Unesco Immaterieel erfgoed, wil Ghalandari samen met de toneelvereniging Zaman-Nou en een coalitie van andere organisaties het feest ook in België laten erkennen. “Door erkend te worden in de agenda van officiële culturele feestdagen in België willen we het feest meer zichtbaar maken voor iedereen en ervoor zorgen dat ook de komende generaties Perzen in België het blijven vieren.”

INDRA RYPENS

Opinie

‘Brussel is te sterk afhankelijk van Microsoft’

Een groot aantal Brusselse instellingen gebruikt mailsoftware van Amerikaanse techreuzen. Dat maakt gemeenten en ziekenhuizen kwetsbaar, waarschuwt de Brusselse data-analist Jurgen Gaeremyn.

Jurgen Gaeremyn

• actief in Hackerspace Brussel

• pleitbezorger van digitale autonomie, privacy en open source

• zet zich in voor een vrij en open digitaal landschap

1969. Amerikaanse universiteiten beseffen hoe kwetsbaar één computer kan zijn en zoeken een oplossing. Het Arpanet, voorloper van het huidige internet, verbindt universiteiten en militaire diensten wereldwijd. Het revolutionaire aan dit internet is het decentrale karakter: geen centraal orgaan heeft totale controle. Binnen de twintig jaar ontstaat zo een wereldwijd netwerk op basis van open standaarden (die goed gedocumenteerd en vrij te gebruiken zijn) en gedeelde code.

Nog eens tien jaar later vullen filmpjes van katten en onlinewinkels onze internetkabels. Het internet wordt commercieel en onmisbaar.

Grote spelers zoals Google, Microsoft, Facebook, Apple en Amazon bouwen elk hun eigen centrale netwerk van commerciële diensten, afgeschermd achter hoge digitale muren.

Kijken we naar Brussel vandaag, dan zien we groeiende afhankelijkheid. Van de negentien Brusselse gemeenten gebruiken er acht Microsoft voor hun e-mails, drie

Stadsleven Vergeeld briefje

door Esther De Groot

Retrodag in de kringwinkel. Mensenmassa’s op zoek naar schatten uit lang vervlogen tijden. Ik zit gehurkt voor een Fisher Price-schooltje. Een klok in het torentje, een blonde juf

achter de lessenaar en lachende kindjes op de draaimolen.

Naast me staart een dame met grijze krullen naar de blikken koektrommel in haar handen. Het meisje

beheren hun eigen mailserver, en amper acht doen een beroep op het eigen Irisnet. De Belgische politiediensten vertrouwen volledig op Microsoft. Bij Brusselse ziekenhuizen gebruiken 22 van de 37 Microsoft, en vier Google. De Brusselse brandweer gebruikt Irisnet, maar vertrouwt deels nog altijd op Microsoft. Van 21 instellingen voor hoger onderwijs, maken er 18 gebruik van Microsoft en 7 van Google – sommige gebruiken beide. Geen enkele onderwijsinstelling beheert eigen infrastructuur voor e-mail, zelfs niet als ze IT-opleidingen aanbieden. Die cijfers tonen duidelijk onze afhankelijkheid van slechts enkele techreuzen, met als grootste naam Microsoft. Dat maakt onze samenleving kwetsbaar voor maatregelen vanuit Amerikaanse wetgeving, extra kosten of zelfs embargo’s die onze publieke diensten ernstig kunnen ontregelen. Zo leerde WikiLeaks ons hoe onverbiddelijk de Amerikaanse informatiediensten alle data op Amerikaanse servers konden inzien – ongeacht hun land van herkomst. Als we merken hoe

president Trump met tariffs strooit, lijkt het maar een kwestie van tijd voor die ook op digitale diensten geheven worden. Wat ooit een handige hangmat leek, blijkt nu een venijnig vangnet.

Goed bewaard geheim

De oplossing? Terugkeren naar de grondslagen van het internet: decentralisatie, open standaarden en transparantie. Servers zoals Irisnet in Brussel, onderling verbonden en zonder centraal gezag, kunnen dat mogelijk maken.

met strikjes en pijpenkrullen op het deksel schenkt haar een guitige lach. “Thuis hadden we net dezelfde,” vertrouwt ze me toe.

Aan een rek wat verderop hangt een elegant tasje. Mijn vingers strelen het zachte lamsleer. Ik verwijder het krantenpapier en uit de pochette valt een vergeeld briefje met sierlijke krabbels. 6 april 1963. 20 uur. Théâtre Royal des Galeries. Bernard, mijn geliefde, neemt me in gedachten bij de arm om plaats te nemen op het balkon. Het licht dimt en de rode fluwelen gordijnen schuiven open. Ik laat me

gewillig meevoeren in een hartverwarmende romance. Zo vind ook ik opnieuw geluk in de kringwinkel.

In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be

GEBRUIKTE MAILSOFTWARE

Microsoft VS

• Brussel

• Etterbeek

• Jette

• Schaarbeek

• Sint-Agatha-Berchem

• Sint-Gillis

• Sint-Joost-ten-Node

• Vorst Sophos (VS) + Microsoft (VS)

• Sint-Pieters-Woluwe Eigen mailserver (BE)

• Anderlecht

• Ganshoren

• Sint-Lambrechts-Woluwe Irisnet (BE)

• Elsene

• Evere

• Koekelberg

• Oudergem

• Sint-Jans-Molenbeek

• Ukkel

• Watermaal-Bosvoorde

Communicatie via open standaarden en opensourcesoftware, zodat we wéten wat er met onze data gebeurt en zelf kunnen bepalen hoe onze gegevens gebruikt worden. Is ons Brusselse bestuur dan zo dom dat ze het niet doorheeft? Nee, natuurlijk niet. Ze zijn zich hier heus van bewust, maar zitten vast in een historisch gegroeide vendor lock-in, waardoor omschakelingskosten erg hoog oplopen. We gebruiken MS Office al sinds vorige eeuw. Logisch dat we erop blijven bouwen – verandering is duur, en nieuwe software

ziet er nét anders uit of mist functies. Bovendien oogsten politici de vruchten van zo’n overstap pas na hun kiestermijn, als ze al niet worden afgestraft voor de kosten. Maar, met elke upgrade graven we ons dieper in in afhankelijkheid, zonder de optie om op een oudere versie te blijven draaien. En wat we Microsoft precies betalen? Dat blijft een goed bewaard geheim. Probeer maar eens uit te zoeken hoeveel jouw gemeente betaalt. Zelfs op openbudgets.be.brussels is dat een puzzel zonder duidelijke oplossing.

We moeten afstappen van het idee dat één grote ‘olifant’ van een clouddienst beter is dan een zwerm kleinere servers. Versterk Paradigm – de IT-partner van het Gewest – in Brussel, en zet in op opensourcetoepassingen – de ultieme vorm van interoperabiliteit. Bovendien kan dat perfect gebeuren door regionaal ingebedde ondernemers. In de rest van het land kunnen gemeenten de handen ook in elkaar slaan – bijvoorbeeld op provinciale schaal – en elke investering in de software zal ook elke andere gemeente beter maken. Miljarden muggen kunnen zelfs de grootste olifant aan.

Meer info via de website jurgen.gaeremyn.be/ de-brusselse-afhankelijkheid/

Reageren of zelf een opiniestuk insturen? Mail naar redactie@bruzz.be

Ik zal de fusie uitvoeren. Punt. In goed overleg als het kan, gedwongen als het moet”

Debatteer mee

Moeten er meer deelnemers worden toegelaten op de 20 km door Brussel?

Ja 28 %

Ik twijfel 13 %

Resultaten onlinebevraging, op 14 maart 2025 via Rhetoric (43 reacties)

Ja

Dit is een geweldig evenement dat mensen aanmoedigt om te bewegen. Tegelijkertijd kunnen deelnemers Brussel ontdekken via routes die normaal gesproken niet toegankelijk zijn voor voetgangers. Het zou niet al te moeilijk moeten zijn om een of meer starts toe te voegen. Laurent S.

De ‘groepen’ zijn vaak grote bedrijven/organisaties, een echt event zou veel meer individuele lopers moeten toelaten. Arne K.

Jarenlang loop ik al mee en nu plots niet meer mogelijk ... David B.

Ik twijfel Graag meer deelnemers, maar kan het parcours dat aan? Joost H.

Nee

Zelf 15 deelnames en nu jammer genoeg te laat voor de inschrijving. Met 6 waves en 50.000 mensen zijn de start en finish nu al heel druk. Met zo’n massa heb je ook geen reserves als er iets verkeerd gaat, zoals de werken van vorig jaar. B.V.

Ik heb de laatste twee jaar de 20km gelopen en het was al heel erg druk en ongemakkelijk om te lopen. Nog meer mensen zou echt te veel zijn. Florian C.

RECHTZETTING Heeft het Tsjechische woord ‘brusle’, wat schaatsen betekent, iets te maken met Brussel? De reeks Big City maakte onterecht die claim (BRUZZ 1923, 19 februari 2025). Nader onderzoek leert dat het om een wijdverspreide legende gaat, zonder overtuigend bewijs van de etymologische link. Daarom werd de aflevering van Big City offline gehaald.

BERNARD QUINTIN, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN (MR) over de samensmelting van de zes Brusselse politiezones De Standaard 10 maart 2025

Nieuw openbaar onderzoek naar

beeldhouwwerk

‘De Rijpheid’

Het openbaar onderzoek naar de aanleg van een stadspark aan de Ravensteinstraat, vlak bij Brussel-Centraal, moet opnieuw worden gedaan door een procedurefout. In de plannen voor het stadspark is geen plaats voor het beeldhouwwerk De Rijpheid van Victor Rousseau.

door Kevin Van den Panhuyzen

Ruim een eeuw geleden kocht de Stad Brussel een beeldhouwwerk van de gerenommeerde kunstenaar Victor Rousseau om het tracé van de Noord-Zuidverbinding te verfraaien. De Rijpheid, zo heet het werk dat uit zes witmarmeren beelden bestaat. In het midden zit een oudere man die de volwassenheid en wijsheid belichaamt, naast een vrouw met blote boezem die symbool staat voor vruchtbaarheid en vier jongere figuren die de jeugd voorstellen.

Die beeldengroep is sinds 1922 te zien op het pleintje tussen de Houtmarkt, de Warandeberg, de Twaalf Apostelenstraat en de Ravensteinstraat, in de onmiddellijke omgeving van Bozar en de Ravensteingalerij. Net die ruimte vlak bij het Centraal Station wil de Stad Brussel grondig vernieuwen.

Behalve een renovatie van gevel tot gevel moet de buurt verkeersveiliger worden gemaakt, maar wat het meeste opvalt in de plannen van landschapsarchitect Bas Smets is de vergroening. Zo moet er een nieuw stadspark komen met heel wat nieuwe bomen.

In dat parkje zal er geen plaats meer zijn voor De Rijpheid. Het beeldhouwwerk moet verhuizen en die beslissing heeft al heel

wat stof doen opwaaien. De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) verzet zich tegen de verhuizing en diende vorig jaar een verzoek tot bescherming in voor zowel het plein als het kunstwerk. Het beschermde statuut zou de Stad Brussel verplichten om het standbeeld te laten staan, maar de Brusselse regering ging daar niet op in.

Die zette in december vorig jaar alleen de beeldengroep op de bewaarlijst voor erfgoed, een soepeler statuut waarmee de historische waarde van het kunstwerk erkend wordt, zonder een verplaatsing in de weg te staan. In haar motivering haalt de regering aan dat het werk moeilijk past in de nieuwe plannen, dat Rousseaus werk al oververtegenwoordigd is in de stad en dat De Rijpheid bovendien niet specifiek ontworpen was voor de plek waar het nu al enkele jaren staat te verkommeren.

Wokisme

“Overal waar dat mogelijk is, moeten we bomen planten om te vermijden dat Brussel één groot hitteeiland wordt”
Ans Persoons Staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed

Maar het is vooral een andere passage in het regeringsbesluit die veel controverse heeft veroorzaakt, namelijk “dat het waarden uitdraagt die niet meer in overeenstemming zijn met die van de hedendaagse samenleving, met een patriarchale visie op sociale en familiale relaties die door het werk wordt uitgedragen, met vaste stereotypen van het gezin en mannelijke macht”.

Al snel werd staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed Ans Persoons (Vooruit) beschuldigd van wokisme. MR-fractieleider in Brussel-Stad David Weytsman had het over een voorbeeld van “cancelcultuur”. “Wij hebben deze interpre-

tatie nog nooit gehoord van onze bezoekers,” stelt de Beroepsvereniging van Gidsen en Culturele Bemiddelaars van België dan weer. Die hekelt de “ideologische overwegingen” in de beslissing om De Rijpheid te verplaatsen en lanceerde een petitie die al meer dan drieduizend keer werd ondertekend.

Ook andere cultureel-erfgoedorganisaties als Arau en Kunstwijk tekenden verzet aan, maar die protestgolf hield de plannen tot nu toe nog niet tegen. Het openbaar onderzoek naar het stadspark en de

heraanleg van de omgeving ging in februari van start en liep vorige week af. Het leverde meer dan 250 reacties op, alleen blijkt nu dat het openbaar onderzoek opnieuw moet plaatsvinden door een procedurefout bij de gewestadministratie Urban.brussels. “Het dossier is te vroeg volledig verklaard,” zegt de woordvoerder van Anaïs Maes (Vooruit), de schepen van Stedenbouw.

“Door die procedurefout moet er een nieuw openbaar onderzoek komen en moeten er weer adviezen worden aangevraagd,” zei Persoons in het parlement.

Begin februari had de KCML al een negatief advies gegeven voor het hele project.

Het adviesorgaan hekelt het verlies van patrimonium en vraagt de Stad Brussel om af te zien van de “strategie van tabula rasa”. Volgende week zal de KCML haar visie kunnen verdedigen tijdens de overlegcommissie van de Stad Brussel, want ondanks de procedurefout en het nieuwe openbaar onderzoek vindt die toch plaats.

“Het laten doorgaan van de overlegcommissie is er toch al de gelegenheid om in het kader van het tweede openbaar onderzoek rekening te houden met input en opmerkingen van instanties of inwoners,” laat Persoons via haar woordvoerder weten.

Massale mobilisatie

Ze zei vorige week al dat het advies van de KCML tegen de verplaatsing van De Rijpheid niet-conform is. “Het advies is niet bindend, maar we houden er wel grondig rekening mee,” zegt de woordvoerder van schepen Anaïs Maes. Het tweede openbaar onderzoek zal van start gaan na de overlegcommissie van volgende week.

De beroepsvereniging van gidsen roept haar leden alvast op tot een massale mobilisatie voor die commissie en ook tijdens het openbaar onderzoek zal de storm niet gaan liggen, want de plannen blijven onveranderd. In het Brussels parlement bleef Persoons ook achter de visie van landschapsarchitect Bas Smets staan, waarbij De Rijpheid plaats moet maken voor bomen. “Niet alleen erfgoed is van tel voor een stad: ecologie en duurzaamheid zijn dat evengoed. Overal waar dat mogelijk is, moeten we bomen planten om te vermijden dat Brussel één groot hitte-eiland wordt.”

Defensie Brussel gooit troeven op tafel als wapenstad

‘Wie vrede wil, bereidt zich best voor op oorlog’

De Europese defensie-industrie heeft de wind in de zeilen, nu de consensus groeit dat de EU meer eigen militaire slagkracht moet ontwikkelen in het wereldwijde geopolitieke schaakspel. Ook de Brusselse defensiebedrijven, met op kop vaandeldrager Sabca, koesteren de hoop op een nieuw tijdperk. “Je moet investeringen in defensie als een soort verzekering zien.” door Emmanuel Vanbrussel

Defensie is ‘hot’. Europa zet de geldkraan open voor militaire investeringen, terwijl in eigen land minister van Defensie Theo Francken (N-VA) een ‘defensiefonds’ hoopt op te richten én ervan droomt om het teloorgegane Audi Brussels in Vorst om te vormen tot een fabriek voor wapens, drones of legervoertuigen.

Zelden stonden de sterren zo gunstig voor een relance van de Brusselse defensiebedrijven na de moeilijke coronajaren, zo bevestigt Samuel Weynants. De ambitieuze dertiger staat aan het hoofd van Sabca. Die vliegtuigonderdelenmaker, met hoofdzetel in Evere, maakt stukken voor de straaljagers F-16 (vleugel) en F-35 (delen van de staart). Hij juicht het voluntarisme van Francken toe. “Er is een visie, en ik denk dat het de juiste is. Het wordt een belangrijk jaar, voor Sabca en de hele Belgische defen-

sie-industrie. We mogen de boot niet missen.”

Hij wijst op het grote potentieel om Brusselse industriejobs te creëren. “Sabca heeft in Evere capaciteit van 20.000 vierkante meter waar het onmiddellijk met assemblage of metaalbewerking kan beginnen. Ik kan bij een nieuw defensiecontract meteen een onderdelenprogramma opstarten. Ik vind het zeker een goed idee om van Audi Brussels een nieuwe defensiehub te maken. De fabriek heeft sterke logistieke troeven. Daar wil ik wel aan toevoegen: kijk ook naar bedrijven die al actief zijn in militaire industrie.”

Si vis pacem, para bellum Defensie is momenteel maar goed voor 10 procent van Sabca’s activiteiten in Brussel, tegenover 90 procent voor burger- en commerciële toepassingen. Weynants

hoopt in de richting van een verhouding 40-60 te gaan en Sabca nog meer op de kaart te zetten als militaire toeleverancier. Het bedrijf is bijvoorbeeld bereid om mee te werken aan Belgische luchtafweer, een Iron Dome naar Israëlisch model. Zo’n raketafweersysteem moet volgens sommige defensie-experten dé prioriteit zijn, omdat België nu weerloos is tegen luchtaanvallen. Weynants: “De havens van Antwerpen en Zeebrugge zijn belangrijke logistieke knooppunten voor heel Europa. En het hoofdkwartier van de Navo ligt in Brussel. Dat lijken me redenen genoeg voor luchtafweer. We maken de fuselage (wandplaten) van de Ariane-raket en hebben zeker kennis in huis om een rol te spelen in de productie.”

Militaire contracten zijn vaak complexe internationale politieke deals met afspraken over lokale toeleveringscontracten en economische returns. Sabca heeft daarbij

offensief militair materieel niet altijd eenvoudig te trekken valt, waardoor sommige verdedigingstechnologieën ook voor militaire aanvallen gebruikt kunnen worden? “Si vis pacem, para bellum, het is een spreekwoord dat ook minister Francken in de mond neemt. Wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog,” antwoordt hij. “Toen ik jonger was, was ook ik een tijdje anti-oorlog. Je moet defensie echter als een soort verzekering zien. Je betaalt elk jaar een polis om je te beschermen tegen een catastrofe. En wat offensief gebruik betreft: laten we eerlijk zijn, in Europa stelt die vraag zich eigenlijk niet – hier gaat het in eerste instantie over defensie.”

Mirakeloplossing

Nils Duquet, de directeur van het Vlaams Vredesinstituut, heeft toch wat reserves bij de hype rond de hermilitarisering van Europa. Hij waarschuwt voor overhaaste beslissingen. “Defensie wordt nu als een mirakeloplossing gezien voor alle problemen, zoals de reconversie van Audi Brussels. Zo simpel ligt dat allemaal niet. Stel dat we er een wapenfabriek van maken: is dat wel industrieel en economisch leefbaar?

Welk militair materieel willen we zelf maken en wat kopen we beter elders in? Dat zou eerst Europees afgestemd moeten worden, vooraleer je een fabriek in gang zet,

2.000

jobs telt de defensie-industrie in en om Brussel vandaag. Audi Brussels telde tot voor kort 3.000 werknemers

10

procent van de activiteiten van Sabca in Brussel hebben te maken met defensietoepassingen

genoeg tot een verergering van sommige conflicten in de wereld kunnen leiden, wanneer het bijkomende materieel in de verkeerde handen zou vallen.

“Een concreet voorbeeld: de drones die Rusland inzet in de oorlog tegen Oekraïne blijken vol gevoelige westerse componenten van recente makelij te zitten. Hoe kan dat? Omdat vergunningsplichtige componenten via derde landen toch in Rusland zijn geraakt. Waarmee ik wil aangeven: als de politiek beslist om de productie van militair materieel op te drijven, dan moet ze die extra productie zo goed mogelijk afschermen van oneigenlijk gebruik.”

Verborgen parels

De Luikse industriële groep John Cockerill stelde zich eerder deze maand kandidaat om militaire voertuigen te bouwen in de Audi-fabriek. Moet de reconversie van de site in Vorst volledig de militaire toer op gaan, of eerder mikken op een gemengde bestemming? Werkgeverskoepel Agoria, die onlangs een studie maakte over de Belgische defensiesector, wil zich daar niet over uitspreken. De technologiefederatie zegt “met spelers uit zowel defensie als andere industrieën de mogelijkheden voor Vorst in kaart te brengen”.

Brussel heeft geen traditie in industriële wapenbedrijven, zoals Wallonië dat wel

Defensie Brussel gooit troeven op tafel als wapenstad

heeft met FN Herstal (geweren) en het Henegouwse Mecar (munitie en granaten).

Uit een studie van technologiefederatie Agoria blijkt dat de defensiesector in en rond Brussel relatief klein is – in totaal zowat 2.000 jobs, tegenover 3.000 jobs voor Audi Brussels op zijn eentje – en vooral gespecialiseerd is in lucht- en ruimtevaart.

De vliegtuigonderdelenmakers Asco (Leuvensesteenweg) en Sabca zijn de twee zwaargewichten, met daarnaast een heleboel kleinere spelers in specifieke domeinen zoals geolokalisatie. Een voorbeeld is Space Applications Services (kortweg Space Apps), dat hoogtechnologische diensten levert aan de ruimtevaart, maar ook aan defensieklanten.

Ook in cybersecurity en andere IT-niches staat Brussel sterk. Ilias Solutions uit Machelen, onlangs overgenomen door de Fins-Noorse groep Patria,

maakt bijvoorbeeld softwareplatformen voor legerdiensten. “Veel defensiebedrijfjes in en rond Brussel zijn op technologisch vlak wereldtop, maar zijn voor het grote publiek onbekend en blijven – deels doelbewust – onder de radar,” zegt Agoria.

Opmerkelijk: bij de leden van de koepelvereniging Brussels Aerospace & Defence Group (BAG) is ook het weerinstituut KMI te vinden, wat de Brusselse voorliefde voor de lucht en de sterren onderstreept. Al leidde die

“De havens van Antwerpen en Zeebrugge zijn belangrijke logistieke knooppunten voor heel Europa. En het hoofdkwartier van de Navo ligt in Brussel. Dat lijken me redenen genoeg voor luchtafweer”
Samuel

Samuel Weynants is CEO van Sabca. “Het wordt een belangrijk jaar, voor Sabca en de hele Belgische defensie-industrie,” oordeelt hij.

© BART DEWAELE

lobbygroep de voorbije jaren een slapend bestaan.

De meeste Brusselse defensiebedrijven zijn net als Sabca of Space Apps dual-use, dus met zowel een civiel als een militair toepassingsgebied. Sabca-CEO Weynants is een grote pleitbezorger van die combinatie. “Er zijn zoveel spill-overs van militaire ontwikkelingen naar burgerlijke. Wat we ontwikkelen voor het militaire vrachtvliegtuig A400-M, kunnen we ook gebruiken voor de commerciële Airbus A350. Het is een beetje zoals de Formule 1, waar het ABS-remsysteem ontwikkeld werd en daarna ingang vond in gewone wagens.”

Belgische krachtenbundeling

Maar eigenlijk zijn de activiteiten in Brussel te beperkt om een volwaardige defensiecluster van Europees niveau te worden, zegt zowel Agoria als Sabca. Brussel is goed voor 12 procent van de jobs in de brede Belgische defensie-industrie, tegenover telkens 44 procent voor Vlaanderen en Wallonië.

“Laten we daarom de krachten bundelen op Belgisch niveau. Elke regio heeft haar specifieke competenties,” zegt Weynants. “Kijk naar ons eigen bedrijf. Ons hoofdkwartier ligt in Evere, waar we onder meer de vleugelstukken voor F-16’s produceren. We hebben een grote fabriek in Lummen, die de vleugelonderdelen voor de F-35 vervaardigt en Sabca Technologies in Wallonië maakt actuatoren (bewegingsregelaars) voor de F-16. Ons zusterbedrijf Sabena Engineering, dat zowel burger- als militaire vliegtuigen onderhoudt, heeft een belangrijke site in Charleroi, en ook in Zaventem.”

“We moeten een Belgisch defensieecosysteem uitbouwen op wat we vandaag al hebben, waarbij de grotere en ‘klassiekere’ defensiebedrijven en de vele kleinere technologiebedrijven elkaar kunnen aanvullen en versterken. Zo kunnen we internationaal onze plek in de keten opeisen,” zegt defensie-expert Pascal Acket van Agoria.

Dat neemt niet weg dat er in de omgeving van Evere en Brussels Airport toch een soort Brusselse defensiehub groeit, met het nieuwe Navo-hoofdkwartier als centraal punt. Die hub zal nog meer allure krijgen zodra het ultramoderne hoofdkwartier van de Belgische Defensie klaar is, zo hoopt Sabca. Dat is gepland langs de Leopold III-laan en gedeeltelijk op de site van het oude Navo-hoofdkwartier.

wandplaten maakt.

© BART DEWAELE

Volgt de Belgische defensie-industrie de wereldwijd verwachte groeitrend, dan kan ze de komende acht jaar verdubbelen in omvang, zo berekende werkgeverskoepel Agoria. Een voorwaarde is wel dat de banken hun terughoudendheid om defensiebedrijven krediet te verlenen – een gevolg van het negatieve imago van de sector in de voorbije decennia – van zich afschudden. Bankenkoepel Febelfin heeft, geïnspireerd door het gewijzigde maatschappelijke sentiment rond defensie, al signalen over een positievere houding uitgestuurd.

Herindustrialisering

Weynants hoopt dat het momentum rond defensie niet alleen tot een boost voor IT-diensten als cybersecurity of hoogtechnologische ontwikkeling van drones zal leiden in Brussel, maar ook tot creatie van een pak arbeidersjobs voor kortgeschoolden.

“We mogen de industrie niet vergeten. Ik was wat verbaasd te horen dat Sabca na de sluiting van Audi Brussels het grootste industriebedrijf van het Brussels gewest werd, met 550 werknemers.”

“Hoogtechnologische jobs – België blijft een ingenieursland – gaan hand in hand met laagtechnologische. Onze sector is ook minder gerobotiseerd dan autoassemblage, omdat de volumes lager liggen. Denk aan het frezen en ontbramen (metaal gladstrijken) van de F16-vleugels. Dat is vandaag nog altijd mensenwerk. We zoeken op dit moment vijftig ouvriers die we zelf kunnen opleiden en zullen onze vacatures ook op de Job Day voor Audi-werknemers presenteren.”

‘INVESTIR DANS LA DÉFENSE, C’EST COMME PRENDRE UNE ASSURANCE’

FR L’industrie européenne de la défense est en plein essor, alors que le consensus au sein de l’UE en faveur d’une force de frappe européenne renforcée se développe, en réponse aux évolutions de l’échiquier géopolitique mondial. Les entreprises de défense bruxelloises, avec la SABCA (Société Anonyme Belge de Constructions Aéronautiques) en tête, nourrissent également l’espoir d’une nouvelle ère. « Un investissement dans la défense doit être vu comme une forme d’assurance », explique-t-on.

‘PAYING FOR DEFENCE IS LIKE PAYING FOR INSURANCE’

EN The European defence industry is growing like never before as the consensus grows that the EU needs to develop more of its own military clout in the chess game of global geopolitics. The defence companies in Brussels, with SABCA (Société Anonyme Belge de Constructions Aéronautiques) up front, also have high hopes for a new era. “You have to see investment in defence as a kind of insurance,” SABCA says.

Oude chocoladefabriek van Schaarbeek zoekt nieuwe

invulling

icht bij het station van Schaarbeek vind je een vergeten stukje Brusselse geschiedenis. Wandel je langs het vredige Huart Hamoirpark, dan merk je er op het eerste gezicht niets van, maar achter de statische belle epoque gevels staat de indrukwekkende oude fabriek van Chocolat Meyers. Het merk ontstond in Laken en verhuisde later naar dit grote pand in Schaarbeek.

Ooit waren we in Brussel verzot op de chocolade van Meyers. En ook in Parijs was de fanbase groot. De mooie handgetekende reclamepanelen deden ons watertanden met namen als Moderne Meyers (fondant met amandelen), Le Croqça, Miela Meyers (fondant met honing) en Pailleté Meyers.

Door de grote ruimtes en de overvloed aan natuurlijk licht kan er gedacht worden aan creatieve bureaus, ateliers, lofts, co-housing, …

Naar de winkel rennen op zoek naar een reep Meyers chocolade heeft evenwel geen zin. Het Brusselse chocolademerk bestaat al lang niet meer. Wat overblijft is het volumineuze gebouw dat momenteel leeg staat. Als je er doorheen wandelt, doen de oude fabrieksramen en vervaagde reclameschilderingen dromen van een vervlogen tijd.

Doorheen de jaren kreeg de fabriek andere invullingen en recent nog deed ze dienst als

Er staat een stukje Brusselse geschiedenis te koop. Het is de oude fabriek van Chocolat Meyers, ooit een geliefde Brusselse chocolade met klanten tot ver buiten België.

artistiek atelier van de Brusselse kunstenaar Senne Dehandschutter (www.sennedehandschutter.com). Maar met haar 1200m2 was het fabrieksgebouw te groot als atelier. Daarom besloot Senne het, met pijn in het hart, opnieuw van de hand te doen.

De rijke geschiedenis zit hier in de stenen gebakken. Het gebouw heeft een ziel en een karakter.

Nu staat het gebouw te wachten op een nieuwe eigenaar en een nieuwe invulling. Door de grote ruimtes en de overvloed aan natuurlijk licht kan er gedacht worden aan creatieve bureaus, ateliers, lofts, co-housing, …

Interesse?

Extra informatie en foto’s via www.chocolatefactory.brussels

Adres van de chocoladefabriek: Huart Hamoirlaan 58/60, 1030 Schaarbeek

Neem rechtstreeks contact op met Senne: T +32 487 55 65 85

E send@sennedehandschutter.com

Guillaume De Perlinghi Brusselse bioboer met een aversie voor smartphones

Guillaume De Perlinghi stoomt zich klaar voor het tweede seizoen van zijn zelfpluktuin in Ganshoren. “Ik teel een zestigtal soorten groenten.”

door Andy Furniere

Zeven jaar geleden overleed de beroemdste boer van Brussel, Theo Hoogstijns. De man was vooral bekend om zijn koeienweide langs de Keizer Karellaan, maar hij verbouwde in de jaren tachtig van de vorige eeuw ook maïs op een veld naast het moeras van Ganshoren. Daar leeft zijn naam voort dankzij de biologische zelfplukboerderij CSA Theo, waar het team van zijn ‘opvolger’ Guillaume De Perlinghi zich klaarstoomt voor het tweede seizoen van het project. Dat gaat van start op 1 april, als ze ook weer buiten beginnen te planten.

“Leden kunnen het jaar rond groenten komen plukken, de voorbije weken waren dat spruitjes en spinazie,” zegt De Perlinghi, terwijl hij zijn velden en serre laat zien op het terrein van een halve hectare. Door de averij van vorig jaar moest hij goede bescherming zetten tegen konijnen. Ook legde hij een kruidenveldje aan. “Alles staat echt op poten, nu nog hopen op wat minder regen.” In de zelfpluktuin kunnen leden een zestigtal soorten groenten plukken.

De Perlinghi werkte eerder op een andere stadsboerderij, de Cycle Farm in Linkebeek, maar hij deed ook ver buiten de landsgrenzen ervaring op. “Ik kreeg de smaak te pakken toen ik als student druiven ging plukken in Frankrijk. Daarna werkte ik er op een aantal boerderijen, maar ook in Duitsland en Denemarken. Als seizoenarbeider sliep ik enkele jaren in de zomer in een tentje en tijdens de winter bij vrienden.”

Een half jaar lang was hij ook aan slag op een grote boerderij in het Amerikaanse Californië. “Tussen de Redwoods (mammoetbomen, red.), prachtig.” Voor De Perlinghi was dat geen enorme stap, want hij groeide op in de Verenigde Staten – in Chicago. “Ik ben geboren in

Eigenschappen

• GeboreninEtterbeek,groeide opinChicagoindeVerenigde Staten

• Volgdeeenmastersociologiein Duitsland

• Werkteeerderopverschillende boerderijeninEuropaende VS

Etterbeek, maar ons gezin verhuisde nadat mijn ouders de Amerikaanse greencardloterij hadden gewonnen. Toen ik volwassen werd, voelde ik echter dat de Amerikaanse ratrace, met lange werkweken en weinig vakantie, niet de levenskwaliteit bood die ik zocht.”

Na zijn studies sociologie kwam hij snel tot het besef dat een kantoorjob evenmin iets voor hem was, al komt die sociale achtergrond wel van pas bij Theo. Als sociale-economieproject verschaft het werkervaring aan mensen die moeilijk toegang vinden tot de arbeidsmarkt. “Ik hecht groot belang aan het collectieve en aan diverse sociale banden. In Brussel woonde ik eerst enkele jaren in kraakpand Hôtel Flambeau in Sint-LambrechtsWoluwe. Nu woon ik samen met mijn vriendin in een colivingruimte in Schaarbeek.”

Toen hij de vacature voor boer – officieel ‘instructeur’ – bij de zelfpluktuin zag, voelde hij meteen aan dat het een sterke match zou zijn. Toch is er één aspect dat om een aanpassing vroeg: een smartphone. “Ik wilde die nooit, ik verkies een ouderwetse Nokia, maar voor de job heb ik er een nodig om efficiënt te communiceren en af en toe iets te posten op sociale media. Al krijg ik voor dat laatste gelukkig veel hulp van enkele leden. En als ik thuiskom, blijft die smartphone in de garage.”

Op 5 en 6 april organiseert CSA Theo gratis infosessies op het veld. Inschrijven kan via theo@grooteiland.brussels

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel

‘De bever doet gratis ons snoeiwerk’

In het noorden van het gewest woont sinds kort een bijzondere migrant uit Vlaanderen: de bever. Ooit helemaal verdwenen in ons land, maar nu geeft het grootste knaagdier van Europa ook de Brusselse omgeving vorm. “En dat doet hij helemaal zonder vergunning.”

door Kris Hendrickx

Op een zucht van Vilvoorde bevindt zich een idyllisch stukje Zenne. Het streepje rivier van 200 meter biedt op de grens met Vlaanderen een wat onwerkelijk uitzicht: centraal het snelstromende water omzoomd door oevervegetatie, eromheen de terreinen van een luidruchtig recyclagebedrijf voor oud metaal, inclusief hoge metaalpiramide. Een zwerm meeuwen en een koppel ooievaars hoog in de lucht vervolledigen het plaatje.

“Hier, een omgeknaagde boom. Toen ik vorige week kwam kijken, stond die nog recht. De knaagsporen zijn vers. De bever is er nog.” Benjamin Thiébaux van Leefmilieu Brussel is in zijn nopjes tijdens de rondleiding. “Die boom heeft hij niet alleen omgelegd, maar ook in stukken verdeeld. Bouwhout om zijn hol te camoufleren, vermoed ik. Bevers zijn echte architecten.”

Amper vier jaar geleden werd de overdekte rivier in dit gedeelte opnieuw

opengelegd. Een zinvolle ecologische ingreep, wist Thiébaux toen al. Dat de beloning zo groot zou zijn, had hij niet verwacht. “Een collega vroeg me in juni of ik een boom had omgezaagd. Ik ontkende, waarop ze opmerkte dat de schapen die hier soms grazen toch geen bomen omhakken (grijnst). Toen we gingen kijken, werd duidelijk wat er aan de hand was.”

Acht maanden later is de Brusselse bever er nog steeds. De habitat die het beest uitkoos, oogt op het eerste gezicht bizar, pal naast het lawaaierige recyclagebedrijf. “Bevers passen zich aan de stad en hun omgeving aan,” legt Thiébaux uit. “Als die rustig is, zijn ze veel vaker overdag actief. Dit dier heeft al snel gemerkt dat er ‘s avonds niet meer gewerkt wordt. Dus komt hij enkel dan in actie.”

Via Dijle en Zenne

Waar komt het dier vandaan? Naar alle waarschijnlijkheid overgezwommen uit Vilvoorde, waar in natuurdomein Dorent, naast de Zenne, al een bever-

populatie zit. “Zodra de dieren twee jaar oud zijn, moeten ze het nest verlaten om plaats te maken voor nieuwe jongen,” vertelt Thiébaux. De Brusselse en Vilvoordse exemplaren stammen op hun beurt vrijwel zeker af van bevers die activisten in de jaren 1990 uitzetten in de Dijle. Het traject dat ze de voorbije decennia aflegden, ligt voor de hand: de Dijle afzwemmen tot ze ter hoogte van het Zennegat de Zenne inkunnen. Wie bever zegt, denkt meteen aan dammen en overstroomde gebieden. Zover zal het in Brussel niet snel komen. De

Zennevallei is hier immers vrij steil, het water stroomt snel en kan vooral heel hard stijgen bij sterke regenval, waardoor de sterkste beverdam geen kans maakt. “Het dier is geen idioot en weet dat zelf ook wel,” vertelt Thiébaux. “We denken dat hij daarom een hol heeft gemaakt in de oever.”

Even later wijst hij naar een subtiele plooi in het oeverreliëf, met een amper zichtbaar gat achter de oevervegetatie.

“Daar moet hij wonen. Op een nacht wil ik eens met een specialist een camouflagetentje opzetten, om de bever ook live te zien. De enige beelden die ik vandaag heb,

zijn die van cameravallen. Diezelfde camera’s filmden in de buurt al vossen en roofvogels, de fauna vindt zijn weg terug naar de rivier.”

De komst van de bever is goed nieuws voor Brussel, vindt de projectbeheerder voor het blauwe netwerk in Brussel, zoals Thiébauxs titel officieel luidt (maar binnen de milieuadministratie wordt hij ‘meneer Zenne’ genoemd). “In de eerste plaats omdat hij mijn werk in mijn plaats doet (glimlacht). Die boompjes langs de oever moesten we in deze periode stilaan snoeien. Anders dreigden ze om te vallen

en zo stukken uit de oeverstructuur te rukken. Dat snoeien doet de bever nu. Hij of zij doet dat niet erg snel, waardoor ik denk dat er maar één exemplaar zit, maar het helpt wel.”

Variatie in de rivierbedding

Thiébaux vraagt of we het recente nieuwsbericht over de Tsjechische bevers hebben gelezen. In een Tsjechisch natuurgebied hebben acht bevers een dam gebouwd op de plek waar gelijkaardige plannen van de lokale overheid verzand waren in een administratieve mallemolen.

Bij natuurliefhebbers is er enthousiasme over de terugkeer van de bever. Dat hij vochtige omgevingen creëert, kan zelfs een voordeel zijn in tijden van klimaatverandering.

“De bevers (…) bespaarden ons 1,2 miljoen euro,” liet het hoofd van de lokale natuurbescherming optekenen. “Ze bouwden de dammen zonder enige projectdocumentatie en gratis.” De constructiewerken kunnen volgens experts jaren mee en creëren de gewenste, vochtige biotoop voor het gebied. Ook in Brussel is het een beetje een running gag geworden onder collega’s, grinnikt Thiébaux: “Alweer vijf bomen omgeknaagd. Heeft hij wel een vergunning aangevraagd?”

Zelfs zonder dammen kan het knaagdier in Brussel een positieve impact genereren, aldus Thiébaux. “Een deel van de bomen die hij omknaagt, valt in het water. Als die blijven liggen, krijg je veel meer variatie in de rivierbedding, waardoor de vissen een rijkere leefomgeving met luwteplekken hebben. Die hebben ze nodig als de riolering weer eens overstroomt in de Zenne, waardoor er plots véél en vervuild water is.”

Twee bevers

De komst van de Zennebever leidde afgelopen jaar al tot korte nieuwsberichten. Daarin klonk het steevast dat het dier het eerste en enige gevestigde exemplaar in het gewest is sinds de negentiende eeuw. Dat blijkt niet helemaal juist. In het Zoniënwoud woont al ruim een jaar een bever, leert navraag bij boswachter Willy Van de Velde. “Hij verblijft in het dal van de Verdronken Kinderen en heeft zich waarschijnlijk met een hol in de oever van een vijver gevestigd. Hij bouwde er glijbanen om makkelijker van de oever in het water te komen.”

Er is één groot verschil met de Zennebever, vertelt Van de Velde. “Heel waarschijnlijk gaat het niet om een exemplaar dat hier op eigen kracht raakte. Daarvoor is de plek te geïsoleerd, een bever kan hier niet zomaar naartoe zwemmen. Ik hoorde dat een verzorger uit een Vlaams opvang-

centrum een gevangen bever uitgezet zou hebben in het woud.”

De boswachter betreurt de vermoedelijke uitzetting. “Die arme bever zit helemaal alleen, terwijl het om een groepsdier gaat. Ik merkte dat hij bomen markeert om de aandacht van soortgenoten te trekken, maar die kans lijkt me vrijwel nihil.”

De Zenne- en de Zoniënbever kennen elkaar niet, maar hebben wellicht wel een gemeenschappelijke voorgeschiedenis. De kans is groot dat ze allebei afstammen van de dieren die Olivier Rubbers en kompanen in de jaren 1990 uitzetten aan de Dijle. “Ik heb toen 101 dieren uitgezet in Wallonië en een veertigtal in Vlaanderen,” herinnert Rubbers zich. Hij haalde de bevers destijds in Duitse opvangcentra. “Men vroeg me daar of ik alle toelatingen had en ik heb laten weten van wel. De Europese richtlijn over uitzettingen was immers nog niet in Belgisch recht omgezet, waardoor geen enkele toelating nodig had, vond ik.”

“Ik hoorde dat een verzorger uit een Vlaams opvangcentrum een gevangen bever uitgezet zou hebben in het Zoniënwoud”

de

Als Rubbers van de bever in het Zoniënwoud hoort, spitst hij de oren en neemt hij er meteen een digitale landkaart bij. “De vallei van de Verdronken Kinderen? Dat is wat afgelegen, maar ook niet onbereikbaar voor de dichtstbijzijnde beverpopulatie. Die zit bij het kasteel van Argenteuil. Als het veel regent, kan een bever via de zijbeken van de centrale beek en via de grachten een heel stuk het Zoniënwoud in. Ik hoorde niets over een uitzetting daar.” Net als Thiébaux wijst Rubbers erop dat bevers op de leeftijd van twee jaar het nest worden uitgegooid. “Ze nemen dan vaak risico’s om een nieuw gebied te vinden.”

Ook de beveractivist heeft het nieuwsbericht over de Tsjechische bevers gelezen. “Leuk dat het dier eens positief in het nieuws komt, maar je hoeft niet zo ver te zoeken voor positieve beververhalen. Het dier verricht de hele tijd wonderen. Neem het dorpje Fratin in Wallonië. Het afvalwater ging daar ongefilterd de beek in, tot de bever kwam en een dam bouwde die het water filterde. Sindsdien is het water dat uit die dam stroomt véél schoner.”

De woeste wasbeer

Als natuurliefhebbers, boswachters en Zennebeheerders zo enthousiast zijn over de bever, heeft dat veel te maken met zijn inheemse status en zijn plaats in het ecosysteem. Dat hij vochtige omgevingen creëert, kan zelfs een voordeel zijn in tijden van klimaatverandering.

Delen van de bomen die de bever omknaagt, vallen in het water. “Als die blijven liggen, krijg je veel meer variatie in de rivierbedding, waardoor de vissen een rijkere leefomgeving met luwteplekken hebben,” zegt Benjamin Thiébaux van Leefmilieu Brussel.

Helemaal anders ligt dat bij exotische diersoorten. Als biologen van één soort echt gruwen, dan wel de wasbeer. Het dier heeft al een stevige voet aan de grond in de Ardennen, waar duizenden exemplaren leven. En de voorbije jaren klopte de wasbeer steeds nadrukkelijker aan de poort van het Brussels gewest. Er werd eentje gefilmd in een tuin, Leefmilieu Brussel ving een – tam – exemplaar aan het Rood Klooster, fotovallen maakten beelden van het dier op een ecoduct, en er zijn sporen en uitwerpselen gevonden.

“Als de wasbeer zich in Brussel vestigt, wordt dat een ramp voor de biodiversiteit,” waarschuwt Van de Velde. “Het gaat niet enkel om een exotische soort waar onze natuur helemaal niet op voorbereid is. Het

is een roofdier dat zich zowel in het water, op de grond als in de bomen prima in zijn element voelt. Hij kan nesten leegroven, en schelpdieren en amfibieën eten. Alle alarmsignalen staan echt op rood voor die soort.”

Het is meteen de reden waarom Leefmilieu Brussel alle meldingen van wasberen met argusogen volgt. Zo werd meteen een gespecialiseerd vangteam naar Sint-Pieters-Woluwe gestuurd toen in 2022 een exemplaar werd gefilmd, overigens zonder succes. “Als er nog maar één of enkele dieren zijn, heb je nog een kans,” zegt bioloog Olivier Beck van Leefmilieu Brussel. “In Wallonië is het eigenlijk al te laat.”

Een bijkomend obstakel bij de wasbeer is zijn aaibaarheidsfactor. “Het dier brengt een enorm kapitaal aan sympathie mee,” zucht Van de Velde. “In tekenfilms wordt het steevast als charmant voorgesteld. Dat het dier handen heeft, waarmee het zijn eten wast, draagt daar toe bij.”

Terug naar de bever. Hoe moet het verder met de twee Brusselse knagers? Dat ze kunnen overleven in de stad staat buiten kijf. “Er zijn beverkolonies in Berlijn en München, maar ook in Luik en Leuven,” merkt Olivier Rubbers op. Boswachter Van de Velde heeft een concreet ideetje. “We hebben daar geen plannen voor en ik betwijfel dat het makkelijk zou zijn, maar het beste lijkt me om de Zoniënbever te vangen en naar een plek te brengen die aansluit op waterwegen en een bevergebied. Waarom niet naar de Brusselse bever in het noorden? Wie weet kunnen ze dan een familie beginnen? Dan moeten het wel toevallig een mannetje en een vrouwtje zijn, die elkaar ook zien zitten.”

‘DÉSORMAIS, C’EST LE CASTOR QUI FAIT LE BOULOT’

FR Dans le nord de la région, un migrant particulier a récemment fait son apparition, venu tout droit de Flandre : le castor. Jadis disparu du pays, le plus grand rongeur d’Europe contribue désormais à redonner vie à l’environnement bruxellois. « Il fait mon travail », explique Benjamin Thiébaux, de Bruxelles Environnement. « En cette période de l’année, nous taillons habituellement les petits arbustes le long des rives.

Aujourd’hui, c’est le castor qui s’en charge. Et il le fait sans permis. »

‘THE BEAVER DOES ALL THE WORK NOW’

EN A different kind of Flemish migrant has arrived in the northern parts of our capital region: the beaver. At one point, they were completely extinct in our country but Europe’s largest rodent is now back in Brussels. “He does my work for me with the trees along the bank that we would normally cut down in the spring,” Benjamin Thiébaux from Leefmilieu Brussel/ Bruxelles Environnement says. “The beaver does all that now, and entirely without a permit.”

24.10.2025

Racistische stickers in RWDM-kleuren

Wie in de omgeving van het Edmond

Machtensstadion woont, heeft ze misschien al gezien: stickers in de kleuren van voetbalclub RWDM met extreemrechtse en racistische boodschappen. De vermoedelijke dader is geïdentificeerd. door Jasmijn Post en Rojin Ferho

Op lantaarnpalen in de Edouard Bénèslaan hangen verschillende stickers. Eén met de tekst ‘Islam hors Europe’, een andere met ‘Europe, Jeunesse, Révolution’, een slogan die extreemrechtse demonstranten vaak scanderen. Dat deed ook de Groupe Union Défense, een extreemrechtse groep die vorig jaar werd ontbonden in Frankrijk.

Tegenstanders betichten die groep van antisemitische en racistische opvattingen.

De Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin verklaarde bij de ontbinding: “Dit zijn mensen die denken dat er blanke suprematie bestaat.”

Een rood-witte sticker bevat de tekst ‘White Boys’, wat lijkt op een verwijzing naar ‘white’ in Racing White Daring Molenbeek. Op dezelfde sticker staat een logo dat verwijst naar een Keltisch kruis, oorspronkelijk een christelijk symbool, dat vaker opduikt in extreemrechtse kringen. Ook Groupe Union Défense betoogde – voor de ontbinding – met zwarte vlaggen waar dat symbool opstond.

Buurtbewoners proberen de stickers soms te verwijderen of te beschadigen, maar ze keren altijd terug. Dat bevestigt OCMW-voorzitter Ahmed El Khannouss (Molenbeek Autrement), die in de wijk woont en in het verleden al een klacht indiende tegen racistische uitlatingen van RWDM-supporters. “Een persoon plakt op systematische wijze nieuwe stickers,” betreurt hij. Volgens hem zijn de stickers problematisch, omdat ze haatspraak normaliseren en daardoor op langere termijn kunnen aanzet-

ten tot fysiek geweld. “Ik heb gevraagd om dat op de agenda van het college te zetten. De verantwoordelijken moeten worden opgespoord en bestraft.”

“Onze supporters zijn niet extreemrechts”

RWDM is op de hoogte van wie de vermoedelijke dader is en dient een klacht tegen hem in. De persoon in kwestie krijgt een stadionverbod. Het gaat volgens de club om één iemand, en om een geïsoleerd geval.

Hoewel de ‘harde kern’ van RWDMsupporters regelmatig de pers haalt, is dat nooit vanwege politieke overtuigingen, benadrukt RWDM-woordvoerder Damien Bytebier. “We weten dat onze fans die ideologie niet aanhangen. Onze supporters zijn niet extreemrechts.”

Bytebier maakt zich bovendien sterk dat hij in het stadion nooit boodschappen van discriminatie, seksisme of racisme heeft gehoord. “Natuurlijk kunnen sommige fans hun eigen ideeën hebben, zoals iedereen in onze samenleving, maar die worden nooit in

het stadion verkondigd. Er is geen plaats voor politieke overtuigingen in een voetbalstadion, en dat begrijpen onze supporters heel goed.”

De politie van de zone West is op de hoogte. Iets gelijkaardigs deed zich vorig jaar in de maanden april en mei voor. De ‘spotters’ – een ploeg van de politie die gespecialiseerd is in voetbalsupporters – hebben ook nu de stickers gesignaleerd die op verschillende plaatsen rond het RWDM-stadion hangen.

“We hebben niemand op heterdaad betrapt, maar er is een proces-verbaal opgesteld en doorgestuurd naar het parket,” klinkt het bij de politiezone. “Het is aan de procureur om te beslissen over verdere stappen.”

In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.

Big City

zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Sascha uit Elsene.

door Amalia Skalecki en Luana Difficile

Wat is het verhaal achter het kunstwerk The Whirling Ear?

Vraag Bovenaan de trappen van de Kunstberg staat het kunstwerk The Whirling Ear. Een beeld dat eerder lijkt op een walvis dan op een oor, merkte Sascha uit Elsene op. Wat is het?

Antwoord Alexander Calder maakte die sculptuur van 6,30 meter hoog voor Expo 58. Calder was een Amerikaan en modernistisch beeldend kunstenaar. Schilder- en beeldhouwkunst waren belangrijke bezigheden in het gezin waarin hij opgroeide. Na zijn ingenieursopleiding studeerde hij nog schilderkunst bij. Door die twee opleidingen kon hij een persoonlijke stijl ontwikkelen. Op de wereldtentoonstelling in 1958 in Brussel werden vooruitgang in technologie, kunst en architectuur in de kijker gezet. Het kunstwerk The Whirling Ear stond in een grote vijver voor het Amerikaanse paviljoen, omringd door fonteinen. Dat Amerikaanse paviljoen staat nog altijd in het Ossegempark, al was het de bedoeling om het na de expo af te breken.

met elkaar in contrast: mobiliteit versus stabiliteit.

Na de wereldtentoonstelling kreeg de Belgische staat het kunstwerk cadeau van de Verenigde Staten, als vriendschapscadeau voor het gastland. België liet het beeld echter jarenlang op de Heizel staan, zonder enig onderhoud, zodat het helemaal verloederd raakte. Toen Calder foto’s te zien kreeg van zijn eigen kunstwerk in zo’n slechte staat, was hij ontdaan. Hij probeerde met eigen middelen het kunstwerk terug te kopen. Als reactie hierop probeerden de Stad Brussel en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten The Whirling Ear te restaureren. Dat lukte, en sinds 21 juni 2000 heeft het een nieuwe plek in de stad, bovenaan de trappen van de Kunstberg.

Toen hij The Whirling Ear ontwierp, had Calder eerst het idee om het werk te laten draaien door de waterstralen van de fonteinen, maar uiteindelijk besloot hij toch om een elektrische motor te gebruiken. Zo kon hij een rotatie van één omwenteling per minuut verwezenlijken. De kunstenaar had de fonteinen zo geplaatst dat de aandacht naar zijn werk werd getrokken, met succes overigens. De naam van het beeld refereert aan de vorm. Het bovengedeelte, een gebogen lijn, verwijst naar een oor dat luistert naar zijn tijd, het onderste gedeelte naar stabiliteit. Boven- en onderkant staan

Meer BRUZZ

Conclusie The Whirling Ear stond eerst op de Heizelvlakte voor Expo 58. België liet het kunstwerk, gekregen van de Verenigde Staten, echter jarenlang verloederen.

Kunstenaar Alexander Calder wou zijn eigen beeld terugkopen. Toen pas kwamen de Stad Brussel en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in actie. Na een restauratie kreeg het een plek bovenaan de trappen van de Kunstberg, waar het intussen al bijna een kwarteeuw staat.

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity

BRUZZ ICE OP INSTAGRAM

Alles wat uit de buik van de stad komt, alternatief en jong is, is ICE. Op Instagram rondde BRUZZ ICE onlangs de kaap van 10.000 volgers. Volg jij ICE al?

Volg @bruzzice op Instagram

LEKKERSTE IJS

Al voor de tweede keer is een ijsje van Brusselaar José verkozen tot beste ijsjessmaak. BRUZZKetreporter Astrid ging proeven.

Check de video op Instagram of TikTok @bruzzket

HET MIDDENVELD

Door het uitblijven van een regering komt het Brusselse middenveld onder druk. De organisaties hebben één vraag: bestaan we volgend jaar nog?

Maandag 24 maart in BRUZZ 24

BIO

Naam: Ziya

Leeftijd: 17

Woont samen met: woont alleen

Gemeente: WatermaalBosvoorde

Wil laten worden: sociaal werker

Beste saus op frietjes: samourai (“Net zo pittig als het eten in Afghanistan”)

The hang-out

‘Ik zag vanuit mijn kamer het Atomium’

Elke week toont een straffe Ket zijn favoriete plek in Brussel. Ziya (17) kiest voor het opvangcentrum voor niet-begeleide minderjarigen van Fedasil in Schaarbeek. “Ik zou graag een job vinden om met mensen te kunnen samenwerken.”

Waarom wil je graag op deze plek afspreken?

Hier woonde ik acht maanden, ik heb er heel goede herinneringen aan. Het is de plek waar ik mijn buddy Anne kreeg en ook mijn papieren voor België. Eerst woonde ik in Oudergem, drie maanden. Daarna kwam ik hier. Toen ik mijn positief (Groen licht voor verblijf in België, red.) kreeg, moest ik weg en ben ik verhuisd naar Watermaal-Bosvoorde. Ik zal deze plek nooit vergeten.

Heb je hier vrienden gemaakt?

Mahdi, met wie ik op de kamer sliep, kende ik uit het centrum in Oudergem. Hij is mijn beste vriend geworden. Hij komt ook uit Afghanistan. Wij hadden de beste kamer, we konden het Atomium zien. Met Anne, mijn buddy, spreek ik vaak af. We gaan wandelen of op restaurant. Ze maakt me altijd blij.

Hoe was het om hier te moeten vertrekken?

Voor jongeren in het centrum is het gemakkelijk om te leven, dat weet ik nu. De werknemers zijn er dag en nacht, er is goede hulp en begeleiding. Ik zei altijd tegen mijn leraar: “Wanneer zal ik verhuizen?” Ik wilde graag weg. Maar toen ik vertrok naar mijn sociale woning in Watermaal was dat een moeilijk moment. Ik moest huilen.

Wat maakte het zo moeilijk?

In het centrum ga je in de ochtend naar beneden, er is ontbijt en dan vertrek je naar school. Als je alleen woont, moet je vroeger opstaan, moet je koken. Als ik iets nodig heb, moet ik zelf een afspraak maken. Hier krijg je een papier en moet je gewoon gaan. Nu ben ik alleen en doe ik alles alleen.

In Brussel zijn een paar Afghaanse winkels, daar kan ik alles vinden om te koken. Anders ga ik naar Antwerpen. Mijn neef woont daar. Vroeger ging ik vaak naar hem toe, maar nu niet meer.

Hoe komt dat?

Ik heb het razend druk. Om acht uur in de ochtend vertrek ik en om tien uur in de avond ben ik pas terug. Ik ga eerst naar de OKANklas en daarna naar het Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) om Nederlands te leren. Soms is het moeilijk en ben ik moe.

Waarom koos je voor het Nederlands?

Ik woon hier, ik moet een taal leren. Ik had geen informatie over België en welke taal er gesproken wordt. Ik vroeg mijn neef welke taal ik moest leren en heb dan beslist om Nederlands te leren. Ik moet een job vinden en met mijn leven doorgaan.

Spreek je Frans?

Een beetje, want ik ben in Brussel. Het is moeilijk. Bij Nederlands is wat je zegt en hoort ook wat je opschrijft. Op school in Afghanistan leerde ik al Engels. Meer talen is meer toekomst. Ik zou graag ook Spaans leren. Ik luister soms naar Nederlandstalige muziek. Ik ken de artiest niet, maar er is een leuk liedje met ‘ik neem je mee op reis’.

Welke job zou je graag doen?

Ik ben heel sociaal en zou graag met mensen werken, als maatschappelijk werker bijvoorbeeld. In de toekomst zal ik misschien bij Fedasil in dit centrum werken. Wie weet kan ik deze zomer als vrijwilliger komen.

Ben je graag in Brussel?

Ik zou graag in Brussel blijven, ik zie hier verschillende mensen, culturen en talen. Niet iedereen is dezelfde, je kan van elkaar nieuwe dingen leren.

Wil jij ook je favoriete plek tonen? Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.

Gerecht

Thuis maak ik meestal kabuli pulao, dat is een Afghaans gerecht met rijst, vlees en wortelen. Soms eet ik spaghetti.

België-Afghanistan

Alles is anders. In Afghanistan is leeftijd bijvoorbeeld niet belangrijk. In Europa wel. Toen ik hier aankwam, moest ik mijn moeder bellen om te vragen hoe oud ik ben. De politie in Griekenland had mijn paspoort verbrand.

Interview

Op school gaf onze leerkracht ons BRUZZ magazine. Elke week neemt iemand ons mee naar zijn slaapkamer, zo leerde ik BRUZZ kennen. Ik wist niet dat er een organisatie was die elke week een interview doet met iemand. In Afghanistan hebben we zoiets niet. Toen ik de eerste keer BRUZZ zag, dacht ik: “Misschien heb ik ook ooit een interview.”

Hun hart ronkt voor hun Harley

De verkoop die wereldwijd met zeventien procent daalt, en Europa dat importheffingen plant op staal uit de Verenigde Staten als reactie op president Trump: de populariteit en het commerciële succes van HarleyDavidson staan zwaar onder druk. Voorlopig laten de Brusselse liefhebbers het niet aan hun hart komen. “De mythe, het imago, de stijl, dat is Harley. En een groepsgevoel, dat geen enkel ander merk heeft.”

door Michiel Leen foto’s Emiel Viellefont

Martine Steylemans Pascal Sermon Arnaud Vandercappellen Marc Cooman Ronald Bernaerts
‘Een echte Harley moet ronken’

Ronald Bernaerts

Dealership manager bij verdeler

HD Capital Brussels

Acht jaar werkt Ronald Bernaerts al bij Harley-Davidson Capital Brussels, waar de liefhebber behalve de motoren, ook een hele garderobe en het grootste deel van zijn uitzet met HD-logo kan krijgen. En net als al zijn collega’s heeft ook hij een Harley: een Road King. De vijfde in acht jaar tijd. “Ik wissel graag af,” zegt hij. “En de modetrends veranderen. De typische chopper met veel chroom zie je nu minder. Vandaag moet het Full Black zijn.”

Waarom Harley? “Het geluid. Maar ook de trekkracht bij lage toerentallen. De mythe rond het merk. Dat bestaat intussen 120 jaar. American spirit, de beelden uit Easy Rider, de lange, lege weg. Er is een echte community rond het merk. Dat groepsgevoel ontbreekt bij andere merken. Bovendien behoudt een Harley zijn herverkoopwaarde, sommige stijgen zelfs in waarde, dat kan geen enkel ander merk zeggen.”

“De typische Harleyrijder is de veertig voorbij. Klanten doen daar echt niet flauw over: ze hebben de leeftijd, ze hebben het budget én een midlifecrisis: het is tijd voor een Harley in hun leven. Dat gezegd zijnde: het publiek is heel divers, van gemeentearbeiders tot advocaten, mannen en vrouwen.”

Met wisselend succes voegde het merk toer- en sportmodellen aan het gamma toe. Ook elektrische exemplaren. “Harley was het eerste grote merk met een elektrische motor, maar dat verkoopt voor geen meter, hoewel zo’n ding fantastisch rijdt. Een echte Harley moet ronken, hè.”

De dreiging van wederzijdse importtarieven tussen de VS en Europa maakt Bernaerts niet ongerust. “Bij de eerste ronde Trump-tarieven verhoogde Europa de invoerkosten met 25 procent. Harley heeft die kosten twee jaar geabsorbeerd tot Biden ze weer afschafte. Voorlopig zie ik geen impact in de verkoop.”

‘Ik praat tegen mijn Harley’

Martine Steylemans is al aan haar tweede Harley toe

Door Martines aderen stroomt benzine. Ze begon pas op haar vijftigste met rijden, maar zestien jaar later heeft ze die schade ruim ingehaald. “Een vriend nam me vaak mee achterop de motor. Zo kreeg ik het virus te pakken. Ik ben nog van de generatie die geen apart motorrijbewijs moest voorleggen. Al had ik dat misschien beter gedaan: ik had mijn motor drie dagen en ik belandde er al mee in het decor. Daarna heb ik een tijd met schrik gereden, maar op een dag volgde de déclic op het viaduct van Vilvoorde. Plots durfde ik weer tussen de auto’s te laveren. Dat gaf een enorme kick: ik riep van blijdschap in mijn helm.”

Intussen is Martine aan haar tweede Harley toe, een Sportster. “Elle est trop belle. Ik praat tegen haar in de garage.” Zoals alle Harleys is ook deze motor aangepast aan de smaak van het baasje. “Mijn armen waren te kort voor het brede ‘bikini’-stuur, daarom heb ik een kleiner stuur laten monteren.” Hondje Louise gaat mee op de motor, ook in Harley-livrei.

Als vrouw in een mannelijk milieu is Martine in de minderheid, maar dat deert haar niet. “Soms proberen mannen je uit te dagen om te zien of je volgt. Ja, ik volg, tenzij ze echt te zot doen. Les gars schrikken soms wel als

ze een vrouwengezicht onder de helm uit zien komen. Ik zit trots rechtop op de motor, niet als een patattenzak, zoals veel anderen. Een zekere elegantie vind ik wel gepast.

Vrouwen hebben nu en dan last van le creux: op een zeker moment ebt hun enthousiasme voor de motor weg. Het gewicht van een Harley, al snel een paar honderd kilo, zit daar voor iets tussen.

Vrouwen zullen sneller voor een sportmodel kiezen.”

Het clubleven in Brussel is niet meer zoals vroeger, meent Martine. “Je had sterkhouders, zoals Louis Martot, ‘le boss de Bruxelles’. Hij was een verenigende kracht in het Brusselse Harley-circuit. Sinds hij overleden is, veranderden de sfeer en de clubs.”

Ook de regelgeving dreigt roet in het eten te strooien:

“Mijn motor is nog vrij nieuw, ik verwacht geen problemen met de lage-emissiezone. Het geluid daarentegen, dat kan een radar weleens triggeren, maar geef toe: une Harley qui ne pète pas, c’est pas une Harley hein ! Iedereen die een nieuwe Harley koopt, vervangt de uitlaat om te kunnen brommen.”

Op haar verlanglijstje staat nog één droomrit: het parcours van de televisieserie Outlander verkennen. “Ik vind helaas niemand die mee wil. Zijn ze bang om links te rijden?”

‘Wij zijn de enige politiezone in heel Europa met een Harley’

Brusselse politie

kreeg negen Harleys cadeau van oud-burgemeester Freddy Thielemans

Zelfs de Brusselse politie heeft nog negen klassieke Harleys in de vloot, een cadeau van voormalig burgemeester Freddy Thielemans. Ze worden ingezet bij escortes die een zeker cachet vereisen, zoals het bezoek van de Amerikaanse president of de nationale feestdag. “Wij reden er vroeger dagelijks patrouille mee en natuurlijk gaf het ons een serieus aanzien als we met een Harley op een verkeersinbreuk aankwamen,” zegt Dominique Debroux, eerste inspecteur en opleider

bij het Eskadron Motorrijder van politiezone BrusselHoofdstad-Elsene.

“Mensen spraken ons onmiddellijk aan en waren benieuwd naar het hoe en waarom van onze Harleys. Wij zijn de enige politiezone in heel Europa die met een Harley rondrijdt.”

De Harleys zijn 21 jaar oud en intussen gebruikt de Brusselse politie voor de dagelijkse inzet BMW-motoren. Ook privé rijdt Debroux met zo’n BMW. “Als ik met pensioen ga, zou ik misschien wel een Harley kopen.”

‘Sommige mensen hebben het niet voor motards en snijden je de pas af’

Pascal Sermon en Arnaud Vandercappellen

MC Zinnekes

Pascal Sermon, vicevoorzitter van de MC Zinnekes, was amper twaalf jaar oud toen hij – zo vertelt hij toch – met de motor begon te rijden. “Ik probeerde andere merken uit, maar wilde altijd al een Harley. De mythe, het imago, de stijl trokken mij aan. Geen twee Harleys zijn dezelfde, je kunt de motor helemaal personaliseren.”

Dat motorrijden in Brussel niet evident is, ondervinden de bikers van de Zinnekes elke dag: “Sommige mensen hebben het niet voor motorrijders, ze snijden je de pas af, of ze hebben je niet gezien omdat ze op hun telefoon bezig zijn.

Gelukkig vind je ook in België mooie routes, waar je de vrijheid hebt om relaxed te rijden.”

Het duo begon met de Zinnekes in 2017. “Tevoren waren we lid van een Brusselse Harley Owners Group (HOG). We wilden meer vrijheid in de organisatie van activiteiten, onze clubkleuren dragen wanneer wij het wilden. Daarom hebben we een onafhankelijke club opgericht,” zegt Pascal.

Arnaud kwam als novice en was enkele jaren ‘in opleiding’ om te zien of hij wel in de groep paste. “Het is geen vrijblijvend clubje, we willen

elk weekend iets organiseren. Leden moeten zich een beetje willen engageren. Daar komt de focus op de Harleys vandaan: sportmotoren rijden agressiever, wij rijden iets meer cool, op het gemak. Een klassieker is de rit naar de kust. Of internationale uitstappen naar de Opaalkust of Saint-Tropez. 1.100 kilometer. Limoges ook.”

Komt er een nieuwe generatie Harleyliefhebbers aan? “Jongeren en vrouwen zie je vandaag vaker met de Harley. Ook de populariteit van de sportmodellen zit daar voor iets tussen.” Dat betekent niet dat ze bij een club aansluiten. De Zinnekes tellen een harde kern van vijf leden.

“Soms zijn we met meer, maar de gemiddelde leeftijd stijgt. De nieuwe generatie kiest minder snel voor het clubleven. Ze organiseren zich meer in vriendengroepen of trekken er alleen op uit,” zegt Pascal.

Marc Cooman van de Brusselse politie op een van de Harleys, die uitzonderlijk nog worden ingezet.
“Op het podium, in dat ene uur, gaat het gebeuren, moet het goed zijn”

Sold out

De Tour is begonnen! Turnhout en Leuven zijn achter de rug. Deze week is het tijd voor Antwerpen en Brussel, beide shows zijn sold out en dat zullen ze geweten hebben. Ik kom namelijk niet alleen, behalve mijn dj Stab komen ook Treza en Absolem het podium bestormen. In Brussel, waar de show plaatsvindt in de gangen van het NMBSstation Congres, zal Frontal een underground-afterparty verzorgen. Treinen zullen er dan niet meer rijden … misschien maar goed ook.

Na twee jaar bokstraining bij Studio Boksstal die gerund wordt door goede vriend – en ondertussen steracteur – Pierre Boeraeve en zijn vrouw, heb ik me begin dit jaar ingeschreven in de plaatselijke gym aan de blokken van Ossegem. Gesitueerd tussen waar ik woon en waar ik lesgeef is het de perfecte pitstop om een paar keer per week te gaan trainen. En dat doet me goed. Behalve 34 kilo minder moeten rondzeulen elke dag, heeft fitter zijn ook mentaal zo zijn voordelen. Een beter geheugen, meer creativiteit en vooral meer energie. En vooral dat laatste kan ik wel gebruiken tijdens een show.

We komen altijd in de vroege namiddag aan bij de zaal waar we laat in de avond spelen. Alles opbouwen, soundchecken en dan wachten op het uur van de waarheid. Op het podium, in dat ene uur, gaat het gebeuren, moet het goed zijn.

onze spullen pakken en richting Brussel vertrekken. Een stop aan een tankstation zit er altijd nog in, dus ik denk dat we ze met de jaren echt allemaal al gezien hebben. Waarloos, Wetteren, GrootBijgaarden, Drongen, Jabbeke … en dan noem ik er maar een paar.

Familiaire BBQ’s

De laatste twee weken is het opvallend rustig in de gym. De start van de ramadan heeft daar veel mee te maken. Ook de algemene toestand in de buurt verandert tijdens deze vastenmaand. Zo is er in de ochtend veel minder volk op de been, maar dat wordt in de avond dan weer rechtgetrokken. Rond 17 uur beginnen de snacks en slagers de dagelijkse BBQ voor te bereiden op de stoep van hun pand. In onze wijk is er een overvloed aan snacks en slagers, dus verandert bijna elke hoek hier na 19 uur in een eetfestijn. Je hoeft zelf niet te vasten of moslim te zijn om water in de mond te krijgen van een verse kippenbrochette op het vuur. Misschien moeten die familiaire BBQ’s voortgezet worden na maart? Laten we dat gewoon doortrekken naar alle dagen dat de zon hier schijnt, het brengt mensen samen en is goed voor de lokale economie, wie is pro? Ik in ieder geval wel. En aangezien kip boordevol proteïne zit en relatief weinig calorieën bevat past het ook perfect in het trainingsschema waar ik me probeer aan te houden. Win-win voor mezelf en de buurt.

Na de show zit je boordevol adrenaline en maak ik tijd voor de fans die een T-shirt of een foto willen. Ik vind dat persoonlijk heel belangrijk, want zonder hen geen optreden en dus ook geen Jazz Brak. Het moment dat ik daarna weer in de loges kom, kan ik landen. Vaak duurt het dan nog zeker een uur voor we Reeks nalezen?

Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

Uw gids door de culturele agenda 21 > 27/3

‘Het

loont om na te denken voor je iets zegt’

Brosella laat een lentebries door de Brusselse jazz en folk waaien tijdens zijn nieuwe Spring-editie. Onder meer Sonic Hug, Julie Rains en Donder wakkeren mee de wind aan, maar vooral de warme neosoul die de Gentse Helena Casella etaleert op haar debuut Pit of impressions doet bloesems ontluiken.

door Tom Zonderman

Festival Helena Casella doet bloesems ontluiken op het Brosella Spring Festival

Why try to put it into words?” vraagt de Gentse zangeres Helena Casella zich af op haar bedwelmend mooie debuutalbum Pit of impressions, “They make imaginary windows / They can see you but not hear you.” Woorden als raamwerken die weergeven wat we waarnemen. Maar zoals een venster een beperkt uitzicht biedt, laten woorden slechts een deel van de werkelijkheid zien. Een spel van onthullen en verhullen, waarin het glas transparant is maar ook een grens. “Vandaag spreken we al te vaak voor we denken,” vertelt de zangeres via Zoom vanuit haar woonplaats in Gent. “Het loont om te wachten vooraleer je iets zegt, en je eigen standpunt te ontleden of te weten waar je zelf voor staat. Er is een opbod aan opinies en meningen, zeker sinds sociale media zo’n groot deel van ons leven zijn gaan inpalmen. Het lijkt onderdeel van onze cultuur geworden.”

Buikgevoel is daarin een krachtig hulpmiddel, zingt Casella in ‘Power plants’, een van haar nieuwe songs. “Alles wat op ons pad komt, heeft een invloed op de keuzes die we maken. De mensen die je opvoeden, wat je leert op school ... Maar tegelijkertijd is er altijd ook de intuïtie, waarbij je al die bagage kan loslaten en vertrouwen op jezelf. Dat is die power plant.” Toch klinkt het dat “doubt has been eating me” in datzelfde nummer. “Ik ben net als zoveel mensen vaak onzeker, maar die energiecentrales geven moed en kracht.”

Casella wikt haar woorden. Haar teksten zijn vaak cryptisch, omdat ze schroom heeft om haar mening direct weer te geven en bang is voor de reacties die ze daarop zou kunnen krijgen. Gelukkig schiet muziek te hulp waar betekenis tekortschiet. In het nummer ‘Tortoise’, en zijn spiegelbeeld ‘Esiotrot’, zijn lettergrepen vervangen door klanken. “Muziek maken en teksten schrijven geven mij de vrijheid om een

soort openheid te behouden. Ik zie mijn artistieke output een beetje als een masker, ik wil niet te veel over mezelf onthullen.”

Artistiek nest

Helena Casella groeide op in Gent, maar haar roots liggen in Brazilië. Haar moeder trok in het zog van de liefde naar België, daarna kwamen ook haar zus en broer hier wonen. Tijdens haar middelbareschooljaren woonde Casella een tijd in Rio de Janeiro, elk jaar keert ze minstens één keer terug. “Mensen zijn er heel open en sociaal, minder gesloten dan hier,” vertelt de zangeres. Casella heeft er veel vrienden en familie, en onderhoudt de band met de Braziliaanse cultuur door de traditionele

“Sinds mijn moeder er niet meer is, heb ik een nieuwe manier gevonden om met haar om te gaan. Voorbij het leven”

muziek die ze speelt met haar oom Pablo. Ze komt uit een artistieke familie, haar tante Luanda Casella is theatermaker. Casella werkte mee aan dier voorstelling Killjoy quiz, een stuk over hoe taal gebruikt wordt om mensen te onderdrukken en uit te sluiten. “Killjoy quiz heeft mij aangezet om taal te bestuderen. Maar ook om te reconstrueren, om te onderzoeken wat we gebruiken als tools om onszelf te uiten. Maar dat stuk heeft heel donkere humor, die hoor je dan weer niet in mijn muziek. Ik hou het liever poëtisch en metaforisch.”

Dat poëtische, bijna spirituele zet zich op Pit of impressions mooi door in ‘We are everything, always’, een bezwerend parlando van Casella’s vader Michiel, die als een neef van jazzdichter Alabaster DePlume een mantra over verbondenheid debiteert. “Pit of impressions gaat in se over transities, over stijlen en genres die samenvloeien. ‘We are everything, always’ is een cirkelbeweging, en verwijst naar hoe je jezelf terugvindt in andere dingen, zoals de maan. Zo heb je altijd ergens een houvast.”

Tijdloze Kiwanuka

Casella laat in haar eigen songs haar Braziliaanse roots minder doorschemeren, en kiest resoluut voor het Engels, en voor

Helena Casella noemde haar debuutplaat Pit of impressions. “Ik wilde iets creëren, een pit waar je in kan rusten. Maar die pit staat ook voor de core, voor diepgang, graven in jezelf en je omgeving. Het is de plek waar alles samenkomt.”

Amerikaanse soul en fusion. “Ik wil als artiest uiteenlopende projecten doen. Voor deze plaat vond ik Portugees of Braziliaanse ritmes geen meerwaarde, dat doe ik al met mijn oom Pablo. Nu wilde ik andere stijlen op de voorgrond zetten. Er zitten wel Braziliaanse hints in, zoals de vocale improvisatie in ‘Tortoise’.” In Casella’s muziek hoor je echo’s van de seventiessoul van Donny Hathaway en de fusion van Weather Report, of recenter Solange en James Blake. “Als tiener was ik geobsedeerd door de eerste plaat van Michael Kiwanuka, ik heb daar ontzettend veel naar geluisterd. Die organische, vintage sound die je doet vergeten in welke tijd je zit, vond ik heel inspirerend.”

In Amsterdam studeerde Casella jazzzang. “Het curriculum is er heel breed. Ik heb er veel dingen ontdekt, veel geëxperimenteerd ook. De opleiding duurt een jaar langer dan in België, je hebt meer tijd om je sound te zoeken. Amsterdam was sowieso een grote stap, meteen na het middelbaar ben ik daar alleen gaan wonen. Ik ben nogal timide, maar daar heb ik mezelf echt leren ‘promoten’.”

Zo traag als een schildpad

In Amsterdam verwerkte Casella ook de dood van haar moeder, die in 2019 stierf aan borstkanker. “Ze was een grote muziekliefhebber, maar was zelf niet zo muzikaal. Ze speelde graag piano en ze zong, maar niet zo toonvast. (Lacht) Ze creëerde vooral ruimte voor mij en anderen om zich te ontwikkelen. Ze heeft mij ook geholpen op zakelijk vlak, en om mijn muziek te verspreiden en een platform op te bouwen.”

C’EST LE PRINTEMPS

FR Le festival Brosella insuffle une brise printanière à la folk et au jazz bruxellois avec sa nouvelle édition Spring. Parmi les artistes présents, Sonic Hug, Julie Rains et Donder apportent leur souffle, mais c’est surtout la chaleur de la neo soul d’Helena Casella, chanteuse de jazz gantoise aux origines brésiliennes, qui éveille les sens. Sur son premier album Pit Of Impressions, elle fusionne la soul des seventies de Donny Hathaway, la fusion de Weather Report et la neo soul de Solange. « Mon album parle de transitions, de l’évolution, mais aussi des genres et des styles qui se rencontrent. »

Het verlies van haar moeder zit niet rechtstreeks in de plaat. “Ik denk wel dat ze aanwezig is in mijn manier van schrijven en denken, maar ik zing niet specifiek over haar. Sinds ze er niet meer is, heb ik een nieuwe manier gevonden om met haar om te gaan. Voorbij het leven. Ze is meer een ondersteuning en een guide. Een kracht.”

De “All sight shapes forms of grief” waarover ze zingt in ‘Trees’ gaan over haar bezorgdheid over het klimaat. “Ik haal veel inspiratie uit de natuur. Mensen nemen daar zo weinig verantwoordelijkheid in. Ik zie veel negativiteit en hopeloosheid in de samenleving, terwijl er zoveel meer zou kunnen gebeuren.” Schildpadden voelen die klimaatverandering heel hard. Gaat het woordloze ‘Tortoise’ daar dan over, proberen we? “Die titel is een verwijzing naar de sfeer van het nummer, heel sloom. Ik hou niet van haasten, ik ben een héél trage persoon. (Lacht) Soms leidt dat tot conflicten met tempo’s van andere mensen. Ik ben ook voortdurend in beweging, met al de spullen die ik meezeul voel ik mij soms een schildpad.”

Casella beeldt de titel van haar album letterlijk uit op de hoes, in een put op een strand in Malaga. “Ik wilde iets creëren dat comfort biedt. Iets waar je in kan rusten. Dat is het letterlijke van die pit. Maar ik zie het ook als de pit van een vrucht, de core Voor mij staat die voor diepgang, voor graven in jezelf en je omgeving. Het is de plek waar alles samenkomt.”

Helena Casella speelt op 22/3 op het Brosella Spring Festival, dat loopt van 20 tot en met 22/3 in LaVallée, brosellafestival.be

SPRING IS FINALLY HERE

EN With its new Spring edition, the Brosella festival lets a gentle spring breeze flow through Brussels’ jazz and folk. Sonic Hug, Julie Rains, and Donder will help it blow, but it is the warm neosoul of Helena Casella, the jazz singer from Ghent with Brazilian roots, who will add the most blossom. On her debut album Pit of Impressions, she mixes the seventies soul of Donny Hathaway with the fusion of Weather Report and the neo-soul of Solange. “My album is about transitions, about how you yourself evolve, but also about how genres and styles merge,” she says. A L B U M Amandine Laval 25—29.03.2025

21 > 23 MARCH

Pop & Jazz Film

Prikken met perencider

Who let the dogs out heet het debuutalbum van Lambrini Girls, maar gelukkig is de knipoog naar de 25 jaar oude hit van Baha Men maar een geintje. Blaffen doet het punkduo van Phoebe Lunny en Lilly Macieira-Boşgelmez uit Brighton anders wel. Als een vrouwelijke versie van Idles gaan ze tekeer tegen alles wat ruikt naar misogynie, homofobie, corruptie, nepobaby’s, big dick energy en cuntology. Prikt alvast harder dan de perencider waar hun naam naar verwijst.

LAMBRINI GIRLS 22/3, Ancienne Belgique, abconcerts.be

Country op een piëdestal

Country, altijd al een genre dat vooral aanhangers kende in de VS, deed de voorbije jaren aan expansie. Met dank aan supersterren als Beyoncé, die de muziek op een piëdestal zette op haar recentste plaat, en nieuwlichters als Shaboozey. Een van de interessantste figuren op het snijpunt tussen traditie en vernieuwing is Sturgill Simpson, die in La Madeleine ons verlangen naar ontroerende levensliederen uitdiept met zijn album Passage du désir

STURGILL SIMPSON 21/3, La Madeleine, la-madeleine.be

Congres van Brak

Jazz Brak ontpopte zich de voorbije paar jaren tot een nieuwerwetse ambassadeur van Brussel, die zijn stad koestert maar ook kotert waar het pijn doet. Voor Couleur Café stelt de hoofdstedelijke straatdichter een voorjaarsvoorafje samen in station BrusselCongres, waar hij een avond laat ontsporen in het gezelschap van de Franstalige rappers Absolem en Treza, producer, muzikant en dj Victor Deroo en de dj-crew Frontal. (TZ)

COULEUR CAFÉ: JAZZ BRAK INVITES 22/3, Brussel-Congres, couleurcafe.be

Bedwelmend bergleven

De bergen in het Italiaanse Vermiglio zijn bedwelmend mooi in elk seizoen. Maar het leven was er rond het einde van de Tweede Wereldoorlog verre van idyllisch. Niet alleen door de soms barre levensomstandigheden, ook de patriarchale cultuur en familiale machtsverhoudingen konden bikkelhard toeslaan. Zo geeft Vermiglio mee, een bloedmooie, aangrijpende pastorale van Maura Delpero, die zich liet inspireren door haar familiegeschiedenis en de bergen.

VERMIGLIO IT, BE, dir.: Maura Delpero, act.: Martina Scrinzi, Tommaso Ragno, Roberta Rovelli

Dood en liefde op Mykonos

Offscreen trekt in zijn tweede week twee keer naar het mythische Mykonos. In Rivals in love spoelt een man aan op het Griekse eiland en raakt verstrengeld met twee sexy vrouwen, maar hij is vergeten dat hij gezocht wordt voor moord. Mykonos wordt ook prachtig in beeld gebracht in de stijlvolle en schokkende cultklassieker Island of death, waarin een Brits stel zijn huwelijksreis opleukt met het vermoorden van zondaars.

OFFSCREEN > 30/3, verschillende locaties, offscreen.be

Wildcard en weduwen

Waar investeer je het geld in dat op je rekening komt wanneer het Vlaams Audiovisueel Fonds je afstudeerfilm met een wildcard beloont? De in Brussel aangespoelde Kinshuk Surjan koos voor een documentaire over de veerkracht van vrouwen in een Indiase landbouwregio die geteisterd wordt door een zelfmoordepidemie. De patriarchale cultuur sluit de weduwen uit, maar ze vinden steun bij elkaar en lijken samen de weg te vinden naar een beter leven. (NR)

MARCHING IN THE DARK BE, IN, dir.: Kinshuk Surjan

Vermiglio
Lambrini Girls

Klein onderhoud

Bona Léa geeft vrouwen van kleur een plek in de Jabanè Sessions

‘Als zij exclusief boeken, doe ik dat ook’

Toen Bona Léa zich op het einde van de jaren 2010 als dj in het Brusselse nachtleven begon te begeven, merkte ze dat ze als vrouw, en als persoon van kleur, een witte raaf was. Daar wilde ze verandering in brengen, en ze richtte prompt de Jabanè Sessions op: clubavonden met uitsluitend vrouwen van kleur in de line-up. “Ik dacht, als zij voor dat soort exclusieve line-ups met witte mannen gaan, dan doe ik dat ook, maar dan met vrouwen van kleur,” vertelt Bona Léa over haar initiatief.

Vandaag is er gelukkig al veel ten goede veranderd, zegt ze, maar vrouwen worden in het nachtleven nog steeds niet altijd naar waarde geschat. “Toen er een keer iets schortte aan het mengpaneel waarmee ik aan de slag wou gaan, praatte de technicus, een man, alleen met een vriend van mij die naast mij stond, alsof ik niet bestond. Terwijl ik wel degene was met de hoofdtelefoon op en duidelijk klaarstond om te draaien.”

Intussen bevatten line-ups vaak evenveel mannen als vrouwen, “maar nooit meer vrouwen dan mannen. Vrouwen zijn ook zelden headliner, of staan op plekken die minder zichtbaar zijn. In de cultuurwereld is er nog veel tokenisering, minderheden zijn vooral symbolisch aanwezig, als vakjes die afgevinkt kunnen worden.”

Jabanè komt uit het Duàlà, een Kameroense taal, legt Bona Léa uit, die zelf roots in Kameroen heeft en daar nog geregeld naartoe trekt. “Het betekent ‘delen’.”

Dat uitwisselen werd een centraal idee voor de Jabanè Sessions: vrouwen van kleur een zorgzame en inclusieve plek bieden om hun ervaringen en expertise te kunnen delen. “Ik heb vooral gemerkt dat die avonden een andere dynamiek hebben. De mensen die er aanwezig zijn, zijn meer geïnteresseerd in elkaar, er is onderling een beter contact, zowel tussen het publiek als de artiesten. Dat klinkt misschien wat spiritueel, maar ik geloof erg in energieën.” (Lacht)

Voor de editie die ze in elkaar bokste in de schoot van Black History Month nodigde ze de Brusselse soulstem Stace uit voor een workshop songwriting. De Antwerpse r&b-zangeres Jazz Sanusi treedt live op, waarna de avond afgesloten wordt met dj-sets van BEA, Monicashflow, Lola Ondi Kwa en Bona Léa zelf.

“Ik was heel erg geïnspireerd door wat bijvoorbeeld een organisatie als Fatsabbats deed, met haar safespaces voor de queer gemeenschap. Ik zou graag nog meer multidisciplinair werken, maar daarvoor is er meer budget nodig.” TOM ZONDERMAN

Bona Léa cureert de Jabanè Sessions op 21/3 in de Ancienne Belgique, abconcerts.be

NI NI YA MOMO

Guilhem Chatir 27 > 29.03.25

Select Aanraders van de week

PodiumExpo

Vormvrij

In Freie Form speelt choreograaf Marc Vanrunxt een spel met de kleine verschuivingen in de bewegingen en de trajecten van zijn dansers op het podium. Zo creëren danseres Samantha van Wissen en danser Igor Shyshko doorheen de voorstelling een weefsel van herinneringen en resonanties. Mezzosopraan Els Mondelaers zingt ondertussen Morton Feldman, songs van Yoko Ono en een smartlap of twee.

KUNST/WERK & STUK / MARC VANRUNXT / SAMANTHA VAN WISSEN / IGOR SHYSHKO / ELS

MONDELAERS: FREIE FORM 21/3, KVS BOX, kvs.be

Psychisch lijden

Marc Vanrunxt verzorgde ook de choreografie van 4.48 psychosis, het laatste stuk dat de vroeggestorven Britse culttoneelschrijver Sarah Kane schreef vlak voor haar zelfdoding, waardoor ze er nooit de opvoering van zag. Sara De Bosschere brengt de monoloog 4.48 niet als een afscheidsbrief, maar als een indringend verslag van psychisch lijden. Danser Robson Ledesma vergezelt haar op het podium.

DE ROOVERS & KUNST/WERK: 4.48 25/3, KVS BOX, kvs.be

Vertrouwd en vervreemd

Sinds begin dit jaar zit Polen de Raad van de EU voor. Dat politieke mandaat leidt in Bozar tot een artistieke focus op het land op vele fronten, en met Familiar strangers ook op het gebied van de kunsten. De groepsexpo zet een ontmoeting op tussen hedendaagse kunstenaars die vanuit diaspora’s, minderheden en hun politieke strijd een eigen kamer proberen te bewonen in een heterogene postcommunistische samenleving.

FAMILIAR STRANGERS. DE OOST-EUROPEANEN VANUIT EEN POOLS PERSPECTIEf 29/6, Bozar, bozar.be

Deepfake de Donald

De wereld draait door. En eens in je arm knijpen stopt het spinnen niet. Vandaag zijn vrede in Palestina en Trumps geloof in basale democratische waarden helaas makkelijker als deepfakes te herkennen dan een zoveelste geile grab naar Groenland. Doe ons dan maar artificiële intelligentie, denkt Seed Factory, en de grafische tempel zet een expo op vol computergegenereerde beelden, parodieën en visuele ongelukken.

ART¿FICIAL INTELLIGENCE 20/3 > 30/6, Seed Factory, seedfactory.be

« Ni Ni Ya Mo Mo c’est la comptine qui m’a vu grandir. C’est aussi la première chose à laquelle je pense en lien avec mon héritage arabe. »

Guilhem Chatir

Les Halles de Schaerbeek|22a, rue Royale Ste-Marie 1030 BXL|reservation@halles.be|+32 (0)2 218 21 07

Feest in het verleden

De Iraanse choreograaf Sina Saberi recreëert een huisfeestje in het Teheran van 1991. De gastheer van het feestje reist samen met het publiek door bewegende beelden van een verleden. Aan het publiek om te kiezen: als gast enkel observeren, of participeren aan de dans. Narges is in het Perzisch het woord voor narcis, maar ook een eigennaam voor vrouwen en een toespeling op het oog van de geliefde. (MB)

SINA SABERI: BASIS FOR BEING – NARGES 26 & 27/3, La Raffinerie/Charleroi Danse, kaaitheater.be

Verglijdende doeken

Michiko Van de Velde maakt er haar missie van om het onverbeeldbare te verbeelden en dat wat haar ontglipt te vangen. Zoals het vervliegen van de tijd, het verglijden van het licht of het vervormen van landschappen vanuit een voortrazend treinstel. Twee expo’s gunnen je een moment van verdieping in een schilderkunstig oeuvre dat zulke momenten koestert en creëert. (KS)

MICHIKO VAN DE VELDE: REVISITED LANDSCAPES > 31/8, Train World, trainworld.be & UNDERNEATH THE TREES, THE SKY > 26/4, Michèle Schoonjans Gallery, micheleschoonjansgallery.be

Familiar strangers
Freie Form

Een markant Brussels adres, de Belga Queen, herrijst onder nieuw management. Een verzorgde ervaring in een uniek kader, maar tegen een prijs die de markttrend volgt.

Met 1.000 vierkante meter aan strakke lijnen en een historische setting, waarin de voorbije eeuwen nog doorklinken, maakt de Belga Queen indruk. Dit Brusselse instituut, ooit het Hôtel de la Poste en later een filiaal van Crédit du Nord, sloot in 2021 de deuren. Een doorstart leek riskant, zo onhaalbaar scheen het concept in deze voor de horeca uitdagende tijden. Toch heropende het etablissement eind vorig jaar onder leiding van het duo LuyckxMiskaryan, twee Vlaamse ondernemers die vertrouwd zijn met XXL restaurants.

De zaal, gedomineerd door majestueuze zuilen en de wapenschilden van Belgische

provincies, zat bij ons bezoek vrijwel vol. Aan de inrichting merk je duidelijk de ambitie om het DNA van de plek te bewaren en tegelijk ook een nieuwe dynamiek te creëren. De omvang van de uitdaging valt af te lezen aan de energie die uitgaat van het perfect georkestreerde ballet van het zaalpersoneel. Bij de opening werd de Belga Queen bekritiseerd om een wisselvallige service, maar tijdens onze lunch verliep alles vlekkeloos.

Wat de gerechten betreft, zette de forel (25 euro), verrijkt met een luchtige crèmeux, een karnemelkvinaigrette en geroosterd briochebrood, meteen de toon. Eenzelfde meesterschap vonden we terug in de ‘Mer du Nord’-waterzooi (36 euro), waarin witte vis en grijze garnalen perfect samengingen dankzij een bisqueachtige toets. Hoewel de gerechten de toets

doorstonden, overtuigde het dessert minder: een saffraanrijstpap (13 euro) met een wafeltje van witte chocolade sloot de maaltijd onnodig zwaar af.

Uiteindelijk bespeelt de Belga Queen meerdere registers: een gerestaureerd instituut, een perfect afgestemde gastronomische ervaring en de wil om opmerkelijk architecturaal erfgoed levend te houden. Deze terugkeer in versterkte vorm imponeert, al hangt er een prijskaartje aan vast. Reken op ongeveer 90 euro voor een voorgerecht, hoofdgerecht, dessert, mocktail en een halve liter water – prijzen die stilaan de norm worden in Brusselse adressen van dit kaliber. Maar wie op zoek is naar een unieke plek met verfijnde gerechten, wordt niet teleurgesteld.

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

Offscreen

5x2 tickets voor vijf filmevents

Offscreen, het festival dat filmfans rooie oortjes en koude rillingen bezorgt, heeft vijf duotickets te geef voor vijf filmevents: Kill list (Cinematek, 22/3, mail ‘Kill’), Matinee: Watership down (Cinema Nova, 23/3, mail ‘Watership’), Miguel Llansó presents (Cinema RITCS, 24/3, mail ‘Miguel’), Suntan (Cinema Nova, 26/3, mail ‘Suntan’) en Le big bang (Cinematek, 27/3, mail ‘Bang’).

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

Wolvengracht 32, Brussel, belgaqueenbrussels.be
Suntan

Inzichten

Wat weet pianist en componist Jef Neve van het leven?

‘Men denkt dat ik voor de mannen ben, zelfs mijn man gelooft dat’

Wat helpt jou als je creatief droog staat?

Een echt writer’s block heb ik zelden of nooit, maar natuurlijk zijn emotionele gebeurtenissen – of het nu om blij of droevig nieuws gaat – steeds een grote bron van inspiratie. Ook het vele reizen heeft een enorme invloed. Zo heb ik nummers geschreven met titels als ‘Lake Kivu’, ‘Sofia’, ‘Flying to Diani Beach’ …

Welke zin mag er op je doodsprentje?

“Here’s to life, here’s to love, here’s to you,” uit de fenomenale song van Shirley Horn.

Met welke quote pak je graag uit?

Het leven is te kort om slechte wijn te drinken.

Welk nutteloos feitje wil jij met ons delen?

Een adelaar kan tot 3,2 kilometer ver scherp zien, een giraf tot 2 kilometer!

Als je jezelf een andere naam kon geven, welke zou dat dan zijn?

Ik reis met mijn manager Pieter vaak de wereld rond. Ondertussen hebben we de gewoonte om elkaar dan Jos en Fons te noemen.

Welke misvatting bestaat er over jou?

Dat ik voor de mannen zou zijn. Zelfs mijn echtgenoot Andy gelooft dat!

Welke lifehack verbeterde je leven?

Wat is een lifehack?

Voor welke breed gebezigde uitvinding ben jij bijzonder dankbaar?

De stoel. Die maakt pianospelen een pak minder lastig.

Wat kan jij dat de meesten niet kunnen?

Kitesurfen. Een heerlijke sport. Er zijn natuurlijk nog veel mensen die dat (veel beter) kunnen, maar misschien niet in de muziekwereld.

Wat helpt je er weer bovenop als je down bent?

Mensen zien. Ik kruip nooit weg in mijn miserie. Ik ben een open boek en heb altijd mensen rond me nodig.

• Jef Neve (Turnhout, 1977) is pianist en componist

• Met Piet Verbist (contrabas) en Lieven Venken/ Teun Verbruggen (drum) vormt hij sinds 2003 het Jef Neve Trio, maar hij werkt ook samen met andere muzikanten, van Liebrecht Vanbeckevoort tot Natalia

• Neve componeert jazz en klassiek voor zijn eigen albums, maar componeert ook voor theater en film

• Met trompettist Teus Nobel presenteert hij dit voorjaar het album Esho funi, info: jefneve.com

© ROB WALBERS

Doe je iets heel speciaals op je verjaardag?

Niet direct, maar vrienden in de buurt hebben is altijd leuk op zo’n dag. Welke kooktruc moeten wij ook kennen?

Haal mijn man in huis en je weet het meteen. (Lacht)

Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?

De releaseshows van mijn nieuwe album Esho funi, samen met mijn muzikale broer

Teus Nobel.

Wie is de bekendste persoon met wie je ooit sprak?

Oei, onze koning, Angela Merkel, U2, Jamie Cullum, Branford Marsalis …

Van welke beroemdheden ben jij maar een paar personen verwijderd?

Wel, als ik de koning al verschillende keren sprak, dan zijn de ‘nog grotere’ namen zeker niet ver te zoeken.

Bij welke historische gebeurtenis was je graag aanwezig geweest?

Ik had toch heel graag een vlieg aan de muur willen zijn ten tijde van Louis XIV in Versailles.

Welke wet zou je meteen invoeren?

Verplicht elke dag één minuut kussen of knuffelen met je lief of partner.

Wat was er vroeger beter?

Vroeger is voorbij, we leven in het nu en we go with the flow, beter of minder goed. Kan je Brussel omschrijven in drie woorden?

Brussel is één grote Mengelmoes waar de Schoonheid in de Wanorde zit.

Welke vraag ontbrak in dit interview?

Hoe ver kan een adelaar kijken?

MICHAËL BELLON

Jef Neve en Teus Nobel stellen op 23/3 hun album Esho funi voor in de Ancienne Belgique, abconcerts.be

EMBRACE BRUSSELS.

NIEUW PROJECT NIEUWBOUW APPARTEMENTEN TE KOOP

• Ontdek nieuwbouwappartementen in het historische hart van Brussel.

• Een warme buurt met de charme van een dorp, middenin de bruisende vijfhoek.

• Vind hier de perfecte combinatie van ruimte, rust en stedelijk woonplezier.

Meer info op brouck-r.be of 02 335 02 29

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.