cedo nulli
Rotterdam
de nieuwe commissies van S.F.V. Cedo Nulli
Landelijk Congres der Bestuurskunde 2013
wetenschap
De wetenschap achter dronkenschap.
Studentenleven
Rotterdam, Studentenstad?
Credo. Jaargang 4, editie 1 // Februari 2013
! r a Ja 0 5 W S F l: a i c Spe der Molen en en interviews met decaan Henk van Met o.a. een geschiedenis van de FSW Kim Putters vicevoorzitter van de Eerste Kamer
Credo magazine (master).indd 1
8-2-2013 4:58:08
Inhoud
Algemeen Redactioneel 04 Woord van de voorzitter 05 Colofon 35
Cedo Nulli De nieuwe Credo redactie 06 De commissies van S.F.V. Cedo Nulli 08 Credo’s Brievenbus 11 Fotopagina 18
Rotterdam Special: FSW 50 jaar 12 Hard aan het (net)werken voor LCB 2013 20 Credo’s Casus de verhoging van de leeftijdsgrens voor alcohol 22 Rotterdam gedicht 31
Wetenschap De wetenschap achter dronkenschap Ongelooflijke Onderzoeken Dus jij denkt, dat ik denk, dat jij denkt en daarom...
24 26 28
Studentenleven Smakelijk Sam Column 24 Rotterdam, studentenstad? 30 Alternatieve weekplanning 32 Activiteiten agenda 34
2
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 2-3
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
3
8-2-2013 4:58:09
REDACTIONEEL
WOORD VAN DE VOORZITTER
FSW: Al een halve eeuw op weg.
R
uim vijftig jaar geleden werden de eerste voorzichtige stappen gezet op het pad naar de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Wat begon als een klein wandelpaadje met een kleinschalige opleiding sociologie, is uitgegroeid tot een goed toegankelijke vierbaansweg die steeds zichtbaarder wordt op de wetenschappelijke wegenkaart. Ook aan de infrastructuur tussen de faculteit en de niet wetenschappelijke wereld wordt constant gebouwd. Tijdens deze halve eeuw van paden inslaan, paden verbreden en tevens enkele dood gelopen paden stond de tijd niet stil. Zo ontwikkelde de stad Rotterdam zich van een stad met diepe littekens van de oorlog naar een stad waarin hoog tussen de wolken verlichtte bedrijfsnamen op gebouwen prijken. Een stad waarvandaan we weinig meer per boot naar New York vertrekken, maar New York hierheen halen, met sterk op deze stad geïnspireerde bouwstijlen en ambities. De Rotterdamse burger gaat niet meer te voet of met een gammel trammetje naar zijn werkplek, hij (en ook zij) kreeg de beschikking over een eigen rijdend trammetje op vier wielen. Nederland ontwikkelde zich tot een samenleving zonder verzuilde sportverenigingen, scholen en vakbonden. De industrie werd in sneltreinvaart naar goedkopere werknemers buiten de grenzen verplaatst. De betonnen fabrieken met hoge schoorstenen werden vervangen door een diensteneconomie waarbij men, op een door de arbodienst goedgekeurde bureaustoel, naar een beeldscherm zit te turen. De verzorgingsstaat kende in de jaren ‘80 zijn hoogtepunt, waarna de overheid vervolgens hard op de rem trapte. En niet te vergeten schiep ons kikkerlandje met enkele bondgenoten de weg naar het almachtige ‘Europa’.
Vragen, Opmerkingen of suggesties voor de Credo redactie? Mail ze naar: credo@cedonulli.nl
Als we ook de gehele aardkloot meenemen in deze vogelvlucht door een halve eeuw geschiedenis zien we veel kommer en kwel, oorlogen en crises. De klassieke machtsverdeling tussen het blok Verenigde Staten aan de ene kant en het blok van de Sovjet-Unie aan de andere kant behoort tot het verleden. Nieuwe machten zijn - vooral economisch - al veel verder dan we in het Westen willen zien. We hebben in deze halve eeuw een communicatieve infrastructuur ontwikkeld waardoor miljarden mensen binnen enkele seconden op de gehele aarde te bereiken zijn. En een nog groter aantal mensen binnen een paar minuten van de aardbodem kunnen wegvagen doordat we vrijwel elke (vlieg)beweging op en rond de aarde vanuit de ruimte in de gaten houden. In het geweld van deze geschiedenis groeide de sociale faculteit in een halve eeuw tijd uit tot een faculteit met vier studies, ruim 2500 studenten en meer dan 300 werknemers. De faculteit heeft door de tijd heen obstakels op zijn pad moeten nemen, omzeilen en uit de weg moeten ruimen. Ook het pad dat nog volgt zal niet zonder obstakels zijn.
4
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 4-5
Het XXVIIIe Bestuur der S.F.V. Cedo Nulli
De vereniging door de jaren heen. Beste lezer,
B
uiten is het droog en grijs, het is 24 april 1985. Velen van ons zullen nog niet eens onderweg naar deze wereld geweest zijn, maar op die dag zag Cedo Nulli haar eerste levenslicht. Uit een fusie van de studieverenigingen Parlementir, de vereniging voor politicologen en RSFV, de Rotterdamse Sociologische Faculteitsvereniging ontstaat de nieuwe faculteitsvereniging. Cedo Nulli moest ze heten volgens de leden. In de jaren daarop groeide de vereniging in verschillende vormen. Er zijn een tijd lang veel disputen geweest; Ars Administrandi voor de politicologen en het Sociologisch Dispuut. Verder waren er nog de kortstondige disputen: Money Management en Predesse Conamur. Daarna volgde nog het Psychologisch Dispuut met de namen Solon, Odyssee en Equilibrium. Bijna 28 jaar later, terwijl de Rotterdamse skyline bedekt is met een pak sneeuw, heb ik de eer om mijn allereerste voorwoord in de Credo te schrijven. Het achtentwintigste is nu bijna vijf maanden bestuur van de vereniging en heeft zeker niet stil gezeten. Samen met de commissies helpen ze de vereniging vooruit, om de studenten zo goed mogelijk ten dienst te zijn, zoals elk bestuur dat hiervoor ook gedaan heeft. Het onderwijs op de faculteit is anders ingericht afgelopen jaar. De studenten moeten namelijk in hun eerste jaar alle zestig punten halen. Door middel van studiegroepen proberen we deze studenten te helpen met hun voorbereiding van het tentamen. De arbeidsmarkt is moeilijk en dichtbevolkt op dit moment. Met de carrièredag hebben we studenten al enigszins kennis laten maken met deze arbeidsmarkt.
Ook Credo ontwikkelt zich, zo zal menig ouderejaarsstudent het nieuwe jasje van het blad al opgevallen zijn. Dit jaar proberen we enkele stapjes en sprongen te maken buiten de platgetreden paden. We hopen aan de ene kant op positieve reacties en enthousiasme over dit nieuwe pad. Maar hopen aan de andere kant ook op protestacties tegen de verschaling van de lectuur van Cedo Nulli; opmerkingen over de teloorgang van het voormalige Actor en Trio en als absolute hoogtepunt een tiendaagse bezetting van de Cedo-kamer (M720). Ontwikkelingen en verbeteringen gaan nou eenmaal niet volgens een gebaand pad. Daarvoor hoeft u alleen maar in de geschiedenis van de Faculteit der Sociale Wetenschappen of mogelijk ook uzelf te duiken.
Dit zijn twee voorbeelden van zaken die we dit jaar aan deze vereniging toevoegen en die hopelijk ooit, over tientallen jaren ook genoemd worden in de geschiedenis van de vereniging. Deze geschiedenis wordt rijker door dit soort initiatieven.
Quinten Lainert, Hoofdredacteur Credo
Tim Heijkoop, Voorzitter van het 28e bestuur der S.F.V. Cedo Nulli
We willen de vereniging rijk maken, zodat de vereniging elke student aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen iets te bieden heeft. Het staat daarom iedereen vrij om mee te denken met de vereniging, op welke wijze dan ook. We vinden dat we minimaal het maximale uit de vereniging moeten halen. Daar is de vereniging op 24 april 1985 namelijk voor opgericht.
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
5
8-2-2013 4:58:11
De nieuwe Credo redactie Robbert de Hoogh
CEDO NULLI
Quinten Lainert
DE NIEUWE CREDO REDACTIE WEETJE
Beste lezer, Voor je ligt de nieuwste editie van de Credo. Zoals je waarschijnlijk al hebt opgemerkt is de Credo volledig in een nieuw jasje gestoken, of zeg maar gerust een nieuw driedelig pak. Maar niet alleen wat betreft het uiterlijk is er een hoop veranderd. Ook inhoudelijk is de Credo vernieuwd. Om je een beetje wegwijs te maken in de nieuwe Credo zullen we hier de belangrijkste veranderingen toelichten. Bovendien willen wij onszelf, als nieuwe redactie zijnde, graag even aan je voorstellen op de pagina hiernaast. Nieuwe Credo, nieuw formaat Het eerste wat je misschien is opgevallen toen je deze Credo in handen kreeg, is het nieuwe formaat van de credo. Waar de Credo vorig jaar nog op A4 formaat afgedrukt werd, hebben we dit jaar gekozen om over te stappen op een iets groter formaat. Het nieuwe formaat, dat veel gangbaarder is in de tijdschriften wereld, is een paar centimeter breder waardoor er meer ruimte is per pagina. Als lezer vraag je je dan natuurlijk meteen af waar we deze extra ruimte mee gevuld hebben. Het antwoord daarop klinkt in eerste instantie misschien een beetje teleurstellend, maar luidt: ‘helemaal niets!’ Het viel ons namelijk op dat de Credo in het verleden nogal eens zodanig volgepropt stond met letters, dat het je als lezer enigszins begon te duizelen. Om het leesgemak van de Credo te verhogen hebben we er daarom voor gekozen om wat meer ruimtes open te laten, met als doel om wat rust te creëren in de hoofden van onze lezers. Hopelijk ben je dus helemaal zen na het lezen van deze Credo. De kleur paars Tot grote vreugde van de meesten en groot verdriet van een enkeling hebben we de radicale beslissing genomen om de kleur paars als hoofdkleur van de Credo overboord te gooien. In plaats daarvan hebben we ervoor gekozen om de kleuren uit het logo van Cedo Nulli als hoofdkleuren in ons blad terug te laten komen. Dit zie je vooral terug op de cover van de Credo, maar ook her en der door het blad. Wat betreft het uiterlijk hebben we verder nog een hoop kleine details veranderd. Zo hebben we voor andere lettertypes gekozen, hebben we meer afwisseling in de layout van de pagina’s aangebracht, staan er meer foto’s in de Credo en hebben we geprobeerd om alles een wat modernere uitstraling te geven. Ook kun je vanaf deze editie in de rechterbovenhoek terugvinden wat voor artikel je aan het lezen bent en wie de auteur van het betreffende artikel is, hetgeen vooral handig is bij artikelen die meer dan twee pagina’s beslaan. Vaste Rubrieken Ook inhoudelijk is hebben we getracht om de Credo naar een hoger niveau te tillen. De belangrijkste verandering op dit gebied is dat alle artikelen vanaf nu ondergebracht worden in vier vaste rubrieken: Cedo Nulli, Rotterdam, wetenschap en studentenleven. In de eerste zullen bijvoorbeeld foto’s en verslagen van activiteiten en berichten van commissies komen te staan. De Rotterdam rubriek is helemaal nieuw en zal gaan over alles wat te maken heeft met de stad waar wij als redactie zo trots op zijn. In de wetenschap rubriek zullen alle studiegerelateerde artikelen terug te vinden zijn. Dit kunnen artikelen zijn over interessant wetenschappelijk onderzoek, maar ook bijvoorbeeld artikelen over onze eigen Faculteit vallen hieronder. Tot slot is er de rubriek studentenleven. Deze zal over het studentenleven in het algemeen gaan en artikelen bevatten over zaken, die ons als studenten wekelijks bezig houden, buiten onze studie om.
Anne Kielman functie Secretaris & redactielid LEEFTIJD 18 STUDIE Sociologie WEETJE Haar echte naam is Antoinet Elena.
EVA SChinkelshoek
Tot zover de belangrijkste veranderingen van de Credo. Uiteraard zijn we heel benieuwd wat je als lezer van de vernieuwde Credo vindt. Dus heb je vragen, opmerkingen en/of suggesties. Wil je ons complimenteren met de Credo of ons juist overladen met kritiek? Alle reacties worden op prijs gesteld, dus laat het ons weten via credo@cedonulli.nl Dan rest ons alleen nog je veel plezier toe te wensen met het lezen van de nieuwste editie van de Credo.
Redactielid & design team LEEFTIJD 20 STUDIE Sociologie Eva is stekeblind. Ze heeft een sterkte van -6 nodig om mannen van vrouwen te kunnen onderscheiden. functie
WEETJE
Robbert de Hoogh functie Redactielid & design team LEEFTIJD 22 STUDIE Psychologie WEETJE Is bijna dagelijks te vinden in de Smitse.
Jaimy Schutte
functie Redactielid LEEFTIJD 18 STUDIE Bestuurskunde
WEETJE
Meer input van lezers Als Credo redactie vinden we het belangrijk om ook de lezer aan het woord te laten. Vandaar dat we in de hernieuwde Credo meer ruimte besteden aan input van onze lezers. We geven hier invulling aan door middel van onze ´brievenbus´. Een vaste pagina in de Credo waar ingekomen stukken geplaatst worden. Daarnaast is er ´Credo´s casus´. Een nieuw en terugkerend artikel waarin wij zowel experts als studenten en medewerkers van de FSW naar hun mening vragen over actuele maatschappelijke kwesties. Uiteraard is het hierbij van belang dat we ook daadwerkelijk input van lezers ontvangen. Dus heb je een mooi verhaal, een goede vraag of een kritische noot? Stuur het naar onze brievenbus!
Hoofdredacteur LEEFTIJD 19 STUDIE Bestuurskunde Rijdt heel Rotterdam door op een knalroze fiets. functie
Hoewel ze zich regelmatig blesseert tijdens het sporten won ze ooit de prijs voor atleet van het jaar.
Rutger van Aken functie Redactielid LEEFTIJD 21 STUDIE Sociologie WEETJE Grijpt elke sanitaire gelegenheid aan om zijn zangtalent
verder te ontwikkelen.
De redactie
Robbie Nijsse Bestuursbegeleider LEEFTIJD 24 STUDIE Sociologie Is zelfs tijdens het slapen gekleed in driedelig pak. functie
WEETJE
6
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 6-7
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
7
8-2-2013 4:58:19
De commissies Eva Schinkelshoek
CEDO NULLI
De commissies van S.F.V Cedo Nulli
Het eerste deel van de kennismaking met de verschillende commissies die S.F.V. Cedo Nulli rijk is
Studiegroepen commissie Na een voorzichtige eerste aanzet afgelopen studiejaar, zijn de studiegroepen in het jaar 2012-2013 een volwaardig onderdeel van S.F.V. Cedo Nulli geworden! Studiegroepen zijn kleine klassikale settings waarin ouderejaarsstudenten [studentbegeleiders] Bachelor 1- dan wel Bachelor 2-studenten voorbereiden op de aankomende tentamens. Inhoudelijk bestaat een studiegroep onder meer uit de beantwoording van vragen, uitleg van de lesstof, het behandelen van oefenvragen en het geven van tips & trucs voor het tentamen. De studiegroepen worden georganiseerd door de Commissie Studiegroepen, waarbij ieder commissielid verantwoordelijk is voor een bepaalde studie. De studiegroepen vinden in de week van/voor iedere tentamenweek plaats. Via de digitale leerwegen, aankondigingen bij hoorcolleges en de website van S.F.V. Cedo Nulli worden de studenten telkens op de hoogte gesteld van de aankomende studiegroepen. Als commissie zijn wij zeer succesvol van start gegaan. De studiegroepen worden met gemiddeld 20 deelnemende studenten per studiegroep druk bezocht. De deelnemers die nog geen lid zijn van Cedo Nulli, worden door ons gewezen op de voordelen van het lidmaatschap. De deelnemende studenten zijn overwegend enthousiast en geven aan gebaat te zijn bij een dergelijke voorbereiding op het tentamen. Ook uit de door ons gehouden enquêtes onder de deelnemers komt een positief beeld naar voren, al is er altijd ruimte voor verbetering. Die ruimte ligt onder meer in het uitdenken en opzetten van extra studie-gerelateerde activiteiten. Daarnaast hebben wij de ambitie om de studiegroepen dit jaar nog uit te breiden naar Sociologie Bachelor-2 en Psychologie Bachelor-2. Ben je een ouderejaarsstudent en wil jij je je bij ons enthousiaste team van studentbegeleiders scharen? Elders in dit magazine lees je wat wij jou als studentbegeleider kunnen aanbieden! Ten slotte is onze boodschap aan alle leden die zich zorgen maken over de aankomende tentamens: “Daar kunnen wij wel wat aan doen!”
8
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 8-9
Reiscommissie
Psychologiecommissie Na een nogal blonde commissie vorig jaar (en dan hebben we het over de haarkleur), is het dit jaar niet anders. Met uitzondering van Marije en Vera bestaat de psychologiecommissie uit blonde dames. Echter zegt dit niks over hun IQ, want de dames weten namelijk een hoog gemiddelde te handhaven naast hun drukke agenda bij Cedo. Ze zien ze elkaar elke week, aangezien ze naast hun eigen vergaderingen ook vergaderen met het SPS-NIP waarmee ze samen Master Your Future organiseren. Dat betekent een vergadering met 12(!) dames die een evenement voor zo’n 150 studenten organiseren, want de dames denken graag in grote termen. Vandaar dat FSW 50 dan ook groots belooft te worden. Erg gezellig dus al die vergaderingen en ze zijn meteen een goed moment om even bij te kletsen. Want als je elkaar zoveel ziet is het natuurlijk vanzelfsprekend dat we graag op de hoogte blijven van de in’s en out’s van elkaars leven. Je zou bijna denken dat de voorzitter, Cataline, expres zoveel vergaderingen inplant bij de zaalplanning (ze kent inmiddels de medewerkers bijna persoonlijk). Maar om burn-outs te voorkomen moeten er ook rustmomenten worden ingelast. Met name feestjes en borrels lenen zich hier goed voor weten onze eerstejaars Vera en Rosanne. Zij zijn dan ook erg fanatiek als het om het sprokkelen van commissiepunten gaat. Maar ook cupcakes zorgen voor een hoger glucosegehalte en dus voor een betere concentratie. Daarom is een high-tea bij Ten-to-Three Bakery ook een goede manier om even tot rust te komen. Natuurlijk kunnen we het dan niet laten wat actiepunten voorbij te laten komen, want als deze dames ergens goed in zijn is het wel in actie komen. Viola en Esther weten namelijk als geen ander hoe ze deals kunnen sluiten met secretaresses en cateraars en er is niemand die zo snel kan schrijven als onze notulist Melissa. Al met al blijkt alweer dat er geen mannen nodig zijn in de psychologiecommissie..
De leukste commissie van dit collegejaar is natuurlijk de reiscommissie. Deze commissie, bestaande uit vier dames en twee heren, werkt vanaf het eerste moment al hard aan de organisatie van de studiereis van 2013 naar Edinburgh. De commissieleden dragen een grote verantwoordelijkheid: Het organiseren van een zevendaagse reis voor 50 studenten. Daarom kunnen ze de hulp van hun bestuursbegeleider Marije, de knapste van het bestuur, goed gebruiken! Laat ik de commissieleden aan u voorstellen: Als commissaris algemene zaken hebben we de altijd enthousiaste en soms wat onhandige Ellen. Elske, onze brutale Haagse tante, is verantwoordelijk voor de promotie. Deze was goed geregeld aangezien de reis binnen drie uur vol zat. Onze externe zaken worden geregeld door de sexy Laurens, die tijdens het Commissie Kennismakingsweekend alle vrouwelijke commissieleden trakteerde op een lapdance, genieten! Roos is onze secretaris en verwent ons maar al te graag met lekker eten en zwoele dansmoves. Yannick, het échte studentje van het stel, moet als penningmeester onze financiën in de gaten houden maar besteedt zijn eigen financiën toch iets te vaak in de Smitse. En ik, Nadia, heb het voorrecht deze commissie te mogen voorzitten. De vergaderingen zijn (bijna) altijd productief, op de feestjes en borrels zijn we vaak met een groot deel van de commissie aanwezig en de alcohol vloeit meestal rijkelijk. Met deze toppers belooft de studiereis een groot succes te worden. Ja toppers zijn het zeker, we staan niet voor niets bovenaan met The Battle of the Commissies!
Exchangecommissie Na een fantastisch eerste halfjaar in het buitenland doorgebracht te hebben, zijn wij weer terug in Nederland. Ik, Iris Welvaarts, kan namens ons allen spreken als ik zeg dat een uitwisseling een onvergetelijke, leuke, gekke en leerzame ervaring is. Nu wij allemaal weer in Nederland zijn zullen wij ons als exchange commissie gaan inzetten voor studenten die in 2013 op uitwisseling willen gaan. Wij zullen helpen met zowel het aanmeldingsproces als vragen over een visum, huisvestiging et cetera. De commissie bestaat uit zes vrouwelijke leden (Nini, Rebecca, Sophie, Thera, Merel en Iris) en één mannelijk lid (Floris). Met deze zeven leden is het altijd een gezellige boel! Naast samen vergaderen vinden we het ook leuk om samen te eten, te borrelen in de Smitse of te stappen. Met z’n allen gaan wij ons best doen om deze commissie tot een succes te maken!
Uitgeteld na de inschrijvingen voor de studiereis
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
9
8-2-2013 4:58:22
Credo´s brievenbus Eva schinkelshoek
CEDO NULLI
Credo’s brievenbus De Luie Docent Om drie uur ’s nachts zit een ijverige studente aan haar huiswerk, niet omdat ze leidt aan insomnia, maar omdat ze morgen een deadline heeft. Het gebeurt niet elke keer en het ligt ook niet aan haar slechte planningvaardigheden of zoals je dat mooi kunt zeggen, ‘time management’. Naast haar studie heeft ze een parttime baan, zit ze in verscheidene commissies en zorgt ze voor haar oma. Toch lukt het haar elke keer om op tijd alle opdrachten af te hebben. Zonder plagiaat, uitgestelde deadlines of ellenlange klaagzangen. In ziekte of beterschap, door weer en wind.
Activiteitencommissie
Eerstejaarscommissie Cedo Nulli zorgt goed voor de nieuwste aanwinsten op de universiteit door elk jaar een eerstejaarscommissie aan te stellen. Niek, Eline, Richard, Akash, Romy, Charon, Thijs en Tessa zetten zich dit jaar in om de eerstejaars goed in te burgeren in het studentenleven door middel van een aantal leuke activiteiten. Deze commissie leerde elkaar wel heel erg goed kennen op het weekend voor de actieve leden van Cedo. Dit heeft duidelijk geleid tot een goede samenwerking, want het eerstejaarsfeest in Sorbonne met het thema ‘License to Kill’ was een groot succes. De bondgirls dosten zich op en de mannen leenden vlinderdassen van hun vaders, wat heeft geleid tot prachtige foto’s die ook te zien zijn op de fotopagina van Cedo Nulli. Een andere leuke activiteit waar deze commissie verantwoordelijk voor is, is de ouderdag. Op deze dag krijgen de ouders van de eerstejaarsstudenten een rondleiding over de campus en ervaren zij zelf een werkgroep. Zij zullen hun commissiejaar afsluiten met het organiseren van een gaaf eerstejaarsweekend voor de nieuwe studenten in september 2013. Zij organiseren een weekend kamperen ergens in Nederland om de nieuwe studenten kennis te laten maken met elkaar (en met alcoholconsumptie op studentenniveau).
10
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 10-11
De activiteitencommissie is zoals elk jaar verantwoordelijk voor de gezelligheidsactiviteiten van Cedo Nulli. Guy, Roos, Jeroen, Hester, Marieke en Pasqualle zijn al druk bezig geweest in 2012 met het organiseren van enkele activiteiten. Stijn, die zelf ook niet vies is van een biertje, ondersteunt deze actieve leden als bestuurbegeleider. De commissie is erg gemotiveerd om hun feesten tot een groot succes te maken. Zelfs zo gemotiveerd dat zij zich allemaal in de lederhosen en dirndl hezen voor het Oktoberfest in ‘t Fust. Guy, de voorzitter van deze commissie, liet het hier niet bij. Op de Sinterklaasborrel op 6 december, trok hij ook voor deze gelegenheid zijn verkleedkast open en verscheen als een echte Zwarte Piet. Alsof de verkleedpartijen nooit aan een einde komen: Slaat de activiteitencommissie ook carnaval niet over dit jaar. Herkennen wij deze commissie nog terug aan het eind van het jaar? Wat zal het thema zijn van het volgende feest? De lat ligt hoog na alle succesvolle activiteiten. Het idee van de activiteitencommissie is duidelijk: Feesten, bier drinken en gezelligheid.
Waarom lukt het dan niet om binnen 21 dagen (15 werkdagen) het cijfer te ontvangen voor de practica en tentamens waar ze bloed, zweet en tranen in heeft gestoken? Wat is het dat docenten, of tutoren, het excuus geeft om door ‘ziekte’ (waar is dat doktersbriefje?) wel later te zijn? Is het een ongeschreven regel dat zij op de laatste avond beginnen met nakijken en ben je niet cool als je dat niet doet? Is het omdat iedereen zo druk is met het uitvoeren van onderzoek uitvoeren dat onderwijs er niet meer bij hoort? Of is het iets anders? Laten we eerlijk zijn: Er zijn geen excuses. Als faculteit met een topopleiding onder haar dak kunnen we dat ons niet veroorloven. Neem een voorbeeld aan Dr. Van der Braak, twee keer per jaar kijkt deze man op leeftijd van alle psychologiestudenten (Bachelor 2) meerdere A4’s met lappen tekst na zonder een zucht of steun. Als wij, nietige studenten, om drie uur ’s nachts nog een opdracht kunnen inleveren, laat het dan duidelijk zijn dat er voor docenten en tutoren ook geen excuses zijn. Zoals je juffrouw studievaardigheden vroeger streng over haar bril kijkend zei: “Begin meteen met je opdracht wanneer je die krijgt, dan heb je het altijd op tijd af.” Toentertijd wilde je er niks van horen, maar misschien is het ook een goed advies voor de generatie boven ons. Met vriendelijke groet, Aletta Henriëtte Jacobs
Wil jij ook in de Credo? Wil je reageren op deze brief? Heb je zelf iets te zeuren of te zaniken, wil je iets of iemand complimenteren of heb je een mooie anekdote die je kwijt wilt? Stuur voor 10 april jouw ingezonden brief naar credo@cedonulli.nl De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken niet of in gewijzigde vorm te plaatsen.
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
11 8-2-2013 4:58:26
50 jaar FSW: Een beknopte geschiedenis Quinten Lainert & Robbert de Hoogh
ROTTERDAM
50 Jaar FSW Een Halve Eeuw Evolutie en Revolutie
919 0: S t u d e n t e n p r o t e s t
1987: F a c u lt e it sv e rg a de ri ng m e t de ca a n L e hn in g
Lustrum:
1970: H-G ebo uw in aan bou w
FSW 50 jaar
Wil je meer weten over het 50-jarig bestaan van de FSW en de lustrumviering? Kijk op www.fsw50.nl
12
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 12-13
In 2013 bestaat de Faculteit der Sociale Wetenschappen 50 jaar. Dit mag natuurlijk niet onopgemerkt voorbij gaan en dus wordt er flink uitgepakt met een grootse lustrumviering. Ook in de Credo wordt er uitgebreid aandacht besteedt aan het 50-jarig bestaan van onze faculteit. In deze special vind je o.a. een uitgebreide geschiedenis van de FSW, Interviews met decaan Henk van der Molen en vice-voorzitter van de Eerste Kamer en hoogleraar bestuurskunde Kim Putters. Ook sprak Credo met voorzitter van de lustrumcommissie Lex Cachet over het programma van de lustrumviering. TEKST Quinten Lainert
De Faculteit der Sociale Wetenschappen bestaat alweer 50 jaar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zelfs de meest trouwe langstudeerder heeft het niet zo lang vol kunnen houden. Aan het einde van het FSW50 lustrum zal er dan ook een geschiedschrijving worden gepubliceerd over de afgelopen 10 jaar en bij het 40-jarig bestaan van de FSW verscheen al een geschiedenisboek over de veertig jaar daarvoor. Om tijdens de jubileumfeesten (en natuurlijk de rest van je leven) niet met een mond vol tanden te staan, neemt Credo je alvast in vogelvlucht mee door een halve eeuw van evolutie en revolutie aan de FSW. In de afgelopen vijftig jaar is er veel veranderd; er is zelfs bitter weinig over van hoe het allemaal begon. Waar eerst sociologie de enige en grootste studie was, is deze hedendaags voorbijgestreefd door het elf jaar oude psychologie en door het bijna dertigjarige bestuurskunde. De allerjongste telg van de FSW-familie is de studie pedagogische wetenschappen die twee jaar geleden is opgericht. Jaren ’60: De aftrap Al sinds de jaren ‘30 zijn er initiatieven geweest om sociologie een plek te geven aan de Nederlandse Handelshogeschool, per 1 september 1939 de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH) geheten. De senaat van de NEH zag sociologie echter niet als een studie van toegevoegde waarde aan de al bestaande economisch georiënteerde studies. Sociologie werd tot in de jaren ’50 namelijk gezien als een onderdeel van de economie en niet erkend als een op zichzelf staande studierichting. Hier kwam echter langzaam verandering in en de wens om sociologie aan de NEH toe te voegen groeide. Zeker nadat verschillende onderzoekscommissies (onder andere ingesteld door het ministerie van Onderwijs, Kultuur en Wetenschap) positief oordeelden over de uitbreiding van de NEH met rechten en met sociologie. Op 5 oktober 1961 ging de spreekwoordelijke kogel door de kerk met het oprichten van de Commissie Voorbereiding Sociale Faculteit. De commissie stond onder voorzitterschap van de enige socioloog verbonden aan de NEH: prof. dr. J.A.A. van Doorn (zie ook het kader ‘Dé oprichter: Jacques van Doorn). In de voorbereidingen van de studie werd niet gezocht naar het traditionele recept van de sociologie, maar naar een meer toegepaste variant waarin vaardigheden een belangrijke rol moesten gaan spelen. Een ander aspect van de nieuw op te richten studie sociologie, was dat deze in vijf jaar afgerond moest kunnen worden, dit in tegenstelling tot de
gebruikelijke zes of zeven jaar. In september 1963 opende zich de deuren van de sociale faculteit, die bestond uit de opleiding sociologie, met als eerste decaan Van Doorn. De eerste jaren verliepen niet geheel vlekkeloos met veel discussies over de opzet van de studie. Daarnaast lukte het de faculteit maar niet om uit de schaduw van de grote economische faculteit te komen. Het aantal inschrijvingen viel echter niet tegen. Jaren ’70: Interne problemen In de afgelopen vijftig jaar hadden de studenten en het faculteitsbestuur vaak niet hetzelfde voor ogen. Dit zorgde voor zowel kleinere als grotere opstandjes. Een sprekend voorbeeld van een ‘opstandje’ was de discussieweek van 24 november tot en met 28 november 1969. Colleges werden afgelast en vervangen door films, muziek spellen en cabaret. Met als afsluiting een marathonvergadering waar echter weinig concrete plannen werden vastgelegd. Ook hierna volgden acties die gericht waren op de democratisering van het bestuur van de faculteit. De hoogleraren en lectoren maakten echter ( tot teleurstelling van de studenten) gebruik van hun veto, waardoor ook dit op een dood spoor kwam te staan. Discussiëren werd volgens de geschiedschrijving in 1970 het grootste tijdverdrijf onder studenten en docenten. Vijf jaar later was dit enthousiasme van meningen uitwisselen echter vrijwel geheel verdwenen. Naast onenigheid over de invulling van de studie speelde er ook een ander probleem: Het aantal studenten liep sterk terug. Van 151 eerstejaars sociologiestudenten in 1969 naar 40 in 1973. Een keerpunt in deze daling werd de oprichting van een avondopleiding. Maar liefst honderd studenten begonnen in het collegejaar ’74-’75 aan hun avondopleiding sociologie, een ongekend succes. Ook werd in deze jaren gezocht naar andere mogelijkheden tot uitbreiding van de faculteit. Met als gevolg, jawel, extra discussies en ontevredenheid. In januari 1977 bezetten studenten de senaatszaal omdat zij Van Doorn (voorzitter van de onderwijscommissie) ervan beschuldigden een bestuurssociologische variant als nieuwe studie aan de faculteit te verkiezen boven de politicologische variant. De keuze viel uiteindelijk toch in het voordeel uit van politicologie, omdat er ook al werd gewerkt aan de oprichting van de studie maatschappijgeschiedenis, die mogelijk teveel overeen zou komen met de bestuurssociologische variant. Politicologie startte in september 1978 met 53 studenten. Een sterke nadruk van de
De OPRICHTER
Jacques van Doorn Niet alleen was Jacques van Doorn zeer betrokken bij het oprichten van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, hij was ook van grote invloed op de ontwikkeling van de Nederlandse sociologie, zo legde hij de basis voor de beleidssociologie.
Van Doorn (geboren in 1925 te Maastricht) studeerde sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde daar op een studie naar de historische ontwikkeling van het leger. In 1958 werd Van Doorn hoogleraar sociologie in Leiden en twee jaar later ook aan de Erasmus Universiteit, toen nog Nederlandse Economische Hogeschool geheten, en bleef verbonden aan de EUR tot 1987. Tijdens zijn betrokkenheid bij het oprichten van de faculteit heeft hij regelmatig met tegenslagen te maken gekregen. Eén daarvan vond hij de oprichting van bestuurskunde in 1984: “Dat was een praktische opleiding, hier en daar aangevuld met wat theorie. Leuk vak hoor, maar het hoort niet thuis op een universiteit.” Hij schreef na zijn pensionering nog enkele jaren columns voor NRC Handelsblad en HP/De Tijd. Op 83-jarige leeftijd overleed Van Doorn tot groot verdriet van de wetenschappelijke wereld. Prof.dr. Han Entzinger (destijds voorzitter van de capaciteitsgroep Sociologie) schreef in mei 2008 na zijn overlijden: “Onze universitaire gemeenschap zal prof. Van Doorn bovenal blijven herinneren als stichter, eerste decaan en langdurig boegbeeld van de Faculteit der Sociale Wetenschappen”.
studie kwam te liggen op het functioneren van de overheid. In hetzelfde jaar dat politicologie het levenslicht zag werd de sociale faculteit opgesplitst in twee subfaculteiten door de komst van maatschappijgeschiedenis. De ene subfaculteit was voor sociologie en politicologie (de subfaculteit sociaal-culturele wetenschappen geheten), de andere subfaculteit was alleen voor maatschappijgeschiedenis. Bijna tien jaar lang bleven deze subfaculteiCREDO MAGAZINE // Februari 2013
13 8-2-2013 4:58:29
50 jaar FSW: Interview met vicevoorzitter van de Eerste Kamer Kim Putters Quinten Lainert & Robbert de Hoogh
ROTTERDAM ten naast elkaar bestaan, totdat maatschappijgeschiedenis bij de nieuw opgerichte faculteit der historische en kunstwetenschappen onder gebracht werd. Een record dat in de jaren ’70 door FSW-studenten werd gevestigd is dat van de langste bezetting in de geschiedenis van de Erasmus Universiteit. In 1978 hadden zij 9 dagen de veertiende verdieping van het H-gebouw bezet om te protesteren tegen de voorgenomen studieverkorting van de studies naar vier jaar. Hoor ik daar iemand roepen dat records bestaan om verbroken te worden? Jaren ’80: Externe problemen Begin jaren ’80 werden de kosten voor het in stand houden van de Nederlandse verzorgingsstaat onhoudbaar en daardoor werd de Nederlandse overheid gedwongen om drastisch te bezuinigen. Het hoger onderwijs, en daarbij ook de sociale faculteit, werden niet gespaard. Het ministerie drong aan op vergaande samenwerking tussen universiteiten. Zo werd Rotterdam verzocht om samen met Leiden en Delft een opleiding bestuurskunde op te richten. En dit vooral niet allemaal zelfstandig te gaan organiseren. In september 1984 zorgde de samenwerking tussen Rotterdam en Leiden tot een gezamenlijke opleiding bestuurskunde. Delft had zich terug getrokken nadat bleek dat hun visie niet overeenkwam met die van de andere twee steden. Bij deze eerder genoemde bezuinigingsoperatie werd de sociale faculteit ook ‘verzocht’ om zowel politicologie, als maatschappijgeschiedenis, als sociologie over te dragen aan een ander universiteit, waaronder die in Amsterdam en Leiden. De bezuinigingsoperatie zorgde voor een nieuwe stroom aan protesten. Eén van deze protesten was de protestnacht van 29 op 30 oktober 1986. Deze bestond onder andere uit live muziek en een twaalf uur durende marathoncollege van Koen Koch. Bestuurskunde ontwikkelde zich in de jaren na zijn oprichting tot een grote concurrent van de opleiding politicologie. Deze laatstgenoemde moest zich dan ook gaan proberen te onderscheiden. Een nieuwe bezuinigingsronde zorgde in 1986 echter al voor het einde van politicologie, het restant van de opleiding verhuisde naar Leiden. Sociologie kwam echter van Leiden over naar Rotterdam, maar het ministerie eiste wel dat de opleiding sterk moest worden verbeterd. Jaren ’90: Terugval De onderzoekscommissie die de studie sociologie onderzocht had was in de eerste helft van de jaren ’90 tevreden over de verbeteringen die waren geboekt. De studie kreeg na de implementatie van enkele ingrijpende veranderingen een positief advies om voort te blijven bestaan. Ook bestuurskunde deed het goed, met maar liefst 353 eerstejaars in het collegejaar 19891990. Dit bracht echter ook problemen met zich mee. Zo was kwalitatief goed personeel moeilijk te vinden en daardoor kwam er een zware last te liggen op het personeel. In de jaren ’90 sloeg de stemming om; het aantal inschrijvingen daalde drastisch. Van 1640 ingeschreven studenten in 1992 naar 921 in 1997. En natuurlijk werd ook de faculteit in dit decennium niet gespaard voor een nieuwe reorganisatie. In 1996 werd een toekomststrategie opgesteld die de faculteit weer op de kaart moest zetten, mede door de aandacht te richten op nieuwe onderwerpen, zoals de ‘grootstedelijke samenleving’. In deze toekomststrategie werd tevens gesproken over een mogelijke facultaire uitbreiding met de studie psychologie. Jaren ’00-heden: Expansiedrift en experimenteren In 2001 begonnen honderd eerstejaars, twee keer meer dan verwacht, aan de opleiding psychologie. De studie kwam tot stand door het voorbereidende werk van de huidige rector magnificus, prof.dr. H.G. Schmidt. Hij heeft veel nadruk gelegd op een goede aansluiting van de studie op de arbeidsmarkt en stond aan de wieg van de invoering van het probleemgestuurd onderwijs. De angst voor een te groot succes uitte zich in het feit dat al in december 2001 een numerus fixus voor de studie werd ingevoerd. Maar psychologie was niet de enige studie die in de jaren nul het levenslicht zag. In het collegejaar 2011-2012 ging ook de studie pedagogische wetenschappen van start met dezelfde onderwijsopzet als psychologie. Deze studie kreeg door de nadruk op grootstedelijke vraagstukken een sterk Rotterdams karakter. In het vorige collegejaar zorgde de fel bekritiseerde proef met ‘Nominaal is Normaal’ voor een verdere beperking van het langstuderen. Alle studiepunten moesten het eerste jaar gehaald worden, al mochten onvoldoendes boven de vier wel worden gecompenseerd. Deze proef bleek zo succesvol dat afgelopen september vrijwel alle studies aan de Erasmus Universiteit de ‘N=N regel’ hebben ingevoerd. Een kleine kanttekening aan het einde van deze vogelvlucht (weliswaar met straaljagersnelheid) door een halve eeuw FSW geschiedenis, is dat het aantal eerstejaars sinds de invoering van deze ‘N=N regel’ (volgens onderzoek is er echter geen relatie) sterk gedaald is. Hopelijk zal dit niet leiden tot een nieuwe bezuinigingsronde, daar heeft onze faculteit er al genoeg van in de geschiedenisboeken staan.
14
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 14-15
Lex Cachet, voorzitter FSW50 commissie Al tientallen jaren bewandelt Lex Cachet de gangen van de Faculteit der Sociale Wetenschappen en door meerdere verhuizingen zijn het er veel verschillende geweest. Als één van de eerste durfde hij de stap te maken van de Rotterdamse sociologie naar de bestuurskunde. Decennialang is hij verbonden gebleven aan de opleiding bestuurskunde tot hij in 2011 afscheid nam. Hij neemt naar eigen zeggen echter nog lang niet achter de geraniums plaats. We spraken hem over de FSW50 lustrumcommissie en over zijn persoonlijke leven. De lustrumcommissie is al geruime tijd bezig met het toewerken naar het lustrumjaar van de FSW. Op welke wijze is deze lustrumcommissie tot stand gekomen? “Al in 2011 had de faculteitsraad besloten tot oprichting van een commissie die als doel heeft, om een programma samen te stellen ter viering van het 50-jarig bestaan van de faculteit. Uit verschillende wetenschapsrichtingen namen personen zitting.” Cachet die, zoals eerder beschreven, zelf betrokken is geweest bij de opleidingen sociologie en bestuurskunde en ook geruime tijd zitting nam in het faculteitsbestuur, werd begrijpelijk gezien als een geschikte voorzitter. “Henk van der Molen, decaan van de faculteit, vroeg me vervolgens of ik voorzitter van deze commissie wilde worden.” De Faculteit der Sociale Wetenschappen bestaat vijftig jaar, op wat voor wijze gaat dit gevierd worden? “Allereerst zijn er de activiteiten die we zelf organiseren, hieronder vallen de ontbijt- en borrelsessies, het eindfeest en een door het Erasmus Trustfonds gesponsord boekje waarin de geschiedenis van de FSW uiteen wordt gezet. Daarnaast zijn er de extern georganiseerd activiteiten die onder de naam FSW 50 worden georganiseerd. Dit zijn onder andere het Landelijk Congres der Bestuurskunde, per studie een activiteit van Cedo Nulli en een activiteit voor alumni.” Hoe komt het thema ‘Impact’ als rode draad terug in de activiteiten? “De Faculteit der Sociale Wetenschappen is een bijzondere faculteit omdat er vier verschillende onderzoeksgebieden onder één paraplu vallen. Daarnaast zijn er diverse instituten zoals her RISBO, IHS en Drift die aan de FSW verbonden zijn. De activiteiten zijn zo ingericht dat er duurzame relaties tussen de onderzoeksgebieden, de verschillende instituten en de stad Rotterdam kunnen ontstaan.” U bent al decennialang verbonden aan deze faculteit. Hoe kijkt u terug op de ontwikkeling van de FSW? “Het voortbestaan van de FSW heeft regelmatig aan een zijden draadje gehangen. De opleiding sociologie zorgde jarenlang voor een te lage instroom aan studenten om een stabiele basis te kunnen ontwikkelen. De avondopleiding sociologie, door decaan Henk van Maarseveen opgericht, zorgde voor veel nieuwe studenten en was een ongelooflijk belangrijk succes. Dit in tegenstelling tot de opleiding politicologie die nooit echt goed van de grond is gekomen. Inmiddels hebben we een stabiele basis en zijn we een middelgrote faculteit die bijna te lijden kreeg onder haar eigen succes.” Zo herinnert Lex Cachet zich nog goed dat er eind jaren ’80 een grote werkdruk ontstond doordat er in verhouding meer bestuurskundestudenten waren dan kwalitatief goed personeel. “We hadden de keuze om óf personeel van mindere kwaliteit aan te nemen óf om heel hard te werken. We besloten het laatste te doen.” Ook de huisvesting van de nieuwe psychologiestudenten, die door probleemgestuurd onderwijs uit veel kleine onderwijsgroepen bestond, werd erkend als een probleem. “Uiteindelijk hebben we deze studenten niet hoeven te huisvesten in hokjes op het parkeerterrein of een verbouwde school in Kralingen, waar wel degelijk plannen voor waren.” ‘Officieel’ bent u met pensioen, maar u beschikt nog wel over een eigen kantoor in het M-gebouw. Zullen we u hier ook na de afsluiting van het lustrum in december 2013 nog in de gangen zien? “Ik ben zeker niet bang dat ik op korte termijn achter de geraniums beland. Naast mijn functie als voorzitter van de commissie zit ik nog in de politiek in Capelle en in enkele raad van commissarissen van bedrijven die bij de faculteit horen . Daarnaast begeleid ik promovendi en schrijft nog steeds artikelen en boeken. Ik word regelmatig benaderd om deel te nemen aan projecten, ik zit nu in de luxepositie dat ik de leuke dingen kan aanpakken.” Cachet nodigt iedere FSW-student en medewerker uit om deel te nemen aan de activiteiten. Alleen de voorzitter heeft al genoeg gespreksstof over het verleden en de toekomst om een gehele borrel mee te vullen. Ook het laatste woord laten we aan hem: “Haak aan, doe mee, kom langs!”
Interview Kim Putters: veel meer dan alleen hoogleraar Bestuurskunde studeerde Kim Putters aan de Erasmus Universiteit toen de colleges nog afwisselend in Rotterdam en Leiden werden gegeven. Tijdens en na zijn studie werkte hij hard en dit heeft zich dan ook uitbetaald in een al zeer indrukwekkende curriculum vitae. Ondanks zijn drukbezette agenda spraken we duizendpoot Putters op zijn kantoor van het instituut Beleid, Management en Gezondheidszorg (iBMG) waar hij hoogleraar is. Van 1991 tot 1996 studeerde u bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit, hoe heeft u deze tijd als student ervaren? “Ik heb destijds heel bewust voor de studie bestuurskunde gekozen vanwege de vele invalshoeken die de studie rijk is. Daarom gaf ik ook de voorkeur aan bestuurskunde boven politicologie. De studie bestuurskunde bracht nog veel meer interesses in mij naar boven, ook werd mijn interesse in de politiek verder vergroot. Een onvergetelijke ervaring als student was mijn functie als student-assistent van Walter Kickert, die me later ook heeft begeleid in mijn promotietraject. In deze functie heb ik veel geleerd, ben ik op bijzondere plekken geweest en heb veel interessante mensen mogen ontmoeten. Tijdens mijn studie ontwikkelde ik bijzonder veel interesse in de gezondheidszorg. Iedere student zou ik aan kunnen bevelen om zich al tijdens zijn studie te gaan oriënteren op een bepaalde sector of concept binnen zijn of haar studierichting. Zo kan je tijdens je studie al veel kennis vergaren en mogelijk ook al naam opbouwen binnen dit concept.” Waarom was, en bent u geïnteresseerd in de sector van de gezondheidszorg? “Ik was en ben geïntrigeerd door de verschijnselen van het leven en de dood. Dit zijn twee aspecten die in de gezondheidszorg samenkomen. Daarnaast viel het me op dat er in de tijd waarin ik studeerde maar beperkte aandacht binnen de bestuurskunde was voor de wijze waarop de gezondheidszorg georganiseerd is of zou moeten zijn. De zorg is een voorziening die er is en ‘gewoon’ moet functioneren. Mensen maken zich pas druk over de zorg als ze er direct bij betrokken zijn. Dat fascineert me; het moet gewóón goed geregeld zijn!” U was al op zeer jonge leeftijd hoogleraar, slechts 35 jaar jong. Kunt u samenvatten hoe u de weg van student naar het hoogleraarschap zo snel heeft kunnen bewandelen? “Na mijn proefschrift ben ik een paar jaar actief geweest als universitair docent aan de Erasmus Universiteit bij de vakgroep bestuurskunde. Hier was ik als enige gespecialiseerd in de gezondheidszorg. Vervolgens ben ik een paar jaar aan de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg verbonden geweest, ook hier als enige met een specialisatie binnen de gezondheidszorg. In 2008 ben ik vervolgens gevraagd om terug te komen naar Rotterdam om aan het instituut BMG (iBMG), binnen de opleiding BMG, het vakgebied bestuurskunde te komen versterken en te coördineren. Het bestuurskundige aspect heb ik in de verschillende opleidingsjaren van deze opleiding verder uitgebouwd. Ik werd zo dus bestuurskundige binnen de gezondheidswetenschappen, hiervoor was dat precies andersom. Na een jaar
bij het iBMG gewerkt te hebben werd ik hoogleraar. Veel sneller dan verwacht. ” Putters begint te grijnzen: “De benoeming van een hoogleraars is wel een beetje te vergelijken met de benoeming van een paus: Een wat vage procedure, weliswaar met een officiële sollicitatie, met witte rook aan het einde.” Naast uw huidige functie als hoogleraar aan de Erasmus Universiteit bent u ook zeer politiek actief. Hoe heeft u carrière gemaakt binnen de politiek? “Al op 16-jarige leeftijd was ik lid van de PvdA en op mijn 18e werd ik actief bij de gemeenteraad van Hardinxveld-Giessendam. Tot afgelopen zomer was ik fractievoorzitter van de PvdA en plaatsvervangend raadsvoorzitter binnen die gemeente. Deze functies vielen echter steeds moeilijker te combineren met mijn andere activiteiten. Daarnaast moet men niet te lang blijven zitten op een bepaalde functie, een jongere generatie moet ook zijn kansen krijgen. Een oud bestuurskundestudent uit Rotterdam, Niek Verkaik, heeft mijn rol als fractievoorzitter nu overgenomen. Mijn toetreding tot de Eerste Kamer verliep op een meer bijzondere wijze. Na het publiceren van mijn proefschrift, elf jaar geleden, ging ik met vrienden een maand op vakantie om het te vieren en tot rust te komen. Tijdens deze vakantie ontstond er grote belangstelling over mijn proefschrift en deze aandacht reikte zelfs tot in de Tweede Kamer. Bij terugkomst in Nederland had ik een volle mailbox en veel uitnodigingen voor lezingen en congressen. Aan het einde van een PvdA-congres ben ik vervolgens gevraagd of ik interesse had om in de Eerste Kamer zitting te gaan nemen namens de PvdA. Na enkele zeer positieve gesprekken besloot ik om me verkiesbaar te stellen en nam zitting met de gezondheidszorg als beleidsterrein. Na de afgelopen verkiezingen ben ik steeds plaatsen gestegen op de lijst van de partij. Ik ben nu vicefractievoorzitter en Eerste Ondervoorzitter van de Eerste Kamer.” Op de vraag of hij misschien interesse heeft om op termijn zitting te gaan nemen in de Tweede Kamer antwoordt hij: “Ik heb me nooit kunnen concentreren op één baan, ik zou er toch de wetenschap naast willen blijven doen. Daarnaast is de Tweede Kamer een hectisch gebeuren waar ik vaak moeite moet doen om de inhoud van de discussies te ontdekken. Maar zeg nooit nooit…” De gezondheidszorg is momenteel aan grote veranderingen onderhevig, zoals de invoering van marktwerking en de plannen om ziekenhuizen dividend uit te mogen laten keren. Hoe kijkt hier tegenaan? “Als wetenschapper ben ik zeer nieuwsgierig naar de mogelijke gevolgen van bijvoorbeeld het invoeren van dividend bij ziekenhuizen. Het geeft veel stof voor onderzoek en mogelijkheden om te vergelijken met andere landen. Er blijft echter een grote spanning tussen het streven naar winst en de integriteit van een arts. Vanuit politiekoogpunt vind ik het overigens wel ongewenst als de aandelen van een ziekenhuis op de beurs verhandeld gaan worden. Het streven naar winst kan voor efficiëntie zorgen, maar die winst zou in mijn opvattingen binnen de gezondheidszorg besteedt moeten worden.” Wij hebben zeer geboeid zitten luisteren naar het enthousiasme van deze drukbezette hoogleraar, politicus en toezichthouder van verschillende zorginstellingen. Zijn verhaal wordt ondersteunend door vele koppelingen tussen wetenschappelijke theorieën en persoonlijke voorbeelden uit de praktijk, iets wat ongetwijfeld heeft meegeholpen aan zijn verkiezing tot docent van het jaar in 2009. Als we om vijf voor twee, na een gesprek van een klein uur, langs de receptie lopen in het J-gebouw verbaast het ons dan ook weinig dat een jongeman tegen de receptioniste zegt: “Ik had om twee uur een afspraak met meneer Putters.”
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
15 8-2-2013 4:58:30
50 jaar FSW: Interview met decaan Henk van der Molen Quinten Lainert & Robbert de Hoogh
ROTTERDAM
Interview Decaan Henk van der molen: Psycholoog in hart en nieren
De twintigste en tevens huidige decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen is de 58-jarige hoogleraar psychologie Henk van der Molen. Als psycholoog in hart en nieren heeft hij de wetenschap, ruim dertig jaar na afronding van zijn studie psychologie, nog niet verlaten. Een interview met een gedreven decaan die de Faculteit der Sociale Wetenschappen wil blijven steunen en aanmoedigen, net als zijn club Feyenoord overigens. Hoe verliep uw eigen studententijd? Studeren deed Henk van der Molen in Groningen, al was de studie psychologie niet zijn eerste keuze: “Ik werd helaas uitgeloot voor de opleiding geneeskunde. De studie psychologie, en later vooral de specialisatie klinische psychologie gecombineerd met de tweede richting persoonlijkheidspsychologie, beviel me echter meteen zeer goed. De studie op zich vond ik een ‘eitje’ in vergelijking met het gymnasium, ook door het veel lagere aantal contacturen. “Als ik mezelf zou moeten omschrijven als student was ik een redelijk toegewijde en gedisciplineerde student en praatte ik graag met andere studenten over mijn studie. Momenteel is binnen de FSW het praten over wat je bestudeerd hebt iets wat als vanzelfsprekend wordt ervaren door de toepassing van probleemgestuurd- en studentactiverend onderwijs. In het derde jaar van mijn studie werd ik student-assistent bij de vakken gespreksvoering en wetenschapsfilosofie. Een functie die me enthousiast heeft gemaakt voor de ontwikkeling en uitvoering van onderwijs. ” Naast zijn studie besteedde hij aandacht aan voetballen, waarbij hij naar eigen zeggen als spits vaak het net wist te vinden. Daarnaast was hij te vinden op het toneel. Het lidmaatschap van zijn studentenvereniging gaf hij echter al na één jaar op.
Uw studententijd liep helaas ten einde. Hoe gaf u vervolg aan uw studie? “Na mijn afstuderen in 1980 rolde ik, na anderhalf jaar vervangende dienst, het promotietraject in. In 1985 promoveerde ik (cum laude) op een proefschrift met als titel: ‘Hulp als onderwijs. Effecten van cursussen voor verlegen mensen’. Het voordeel van cursussen boven een bezoek aan een psycholoog of psychiater is dat de patiënt zich minder gestigmatiseerd voelt. Daarnaast bleken de cursussen ook nog eens effectiever dan die van de psychotherapie. Na bevorderd te zijn tot universitair docent en hoofddocent, werd ik in 1992 benoemd tot hoogleraar psychologie aan de Open Universiteit in Heerlen, en verhuisde ik van het hoge noorden naar Maastricht in het diepe zuiden. Hier vervolgde ik mijn werk aan de ontwikkeling van een afstudeerrichting Gezondheidspsychologie en aan toegankelijke cursusprogramma’s. Doordat de Open Universiteit afstandsonderwijs aanbiedt kwam het contact met de student wel meer op de achtergrond te liggen. In deze periode was ik tevens voorzitter (acht jaar lang) van het bestuur van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), de beroepsvereniging van psychologen.” Op welke wijze raakte u in 2000 verbonden aan de Erasmus Universiteit en de Faculteit der Sociale Wetenschappen? “Toevallig kwam ik Henk Schmidt in 1995 tegen op een feestje van een promovendus in Maastricht.” De twee psychologen raakten in de jaren die volgden goed bevriend. “In 2000 werden we benaderd voor de nieuw op te richten studie psychologie in Rotterdam. We begonnen destijds met een staf van zeven personen. Inmiddels zijn er meer dan 100 mensen werkzaam, om een indicatie te geven van hoe groot de studie in korte tijd is geworden. In de periode 2001-2005 was ik achtereenvolgens voorzitter van de opleidingscommissie en voorzitter van de examencommissie.
Toen Henk Schmidt decaan van de FSW werd in 2005, nam ik de rol van voorzitter en onderwijsdirecteur van het Instituut voor Psychologie van hem over. In 2009 nam ik vervolgens het decanaat van de sociale faculteit over van Henk Schmidt, die tot rector magnificus werd benoemd.” Sinds u afstudeerde heeft u de wetenschappelijke wereld niet meer verlaten. Welke veranderingen zijn u de afgelopen vier decennia in deze wetenschappelijke wereld opgevallen? “Wat voor mij het meest in het oog springt is de veel grotere druk om te publiceren. In mijn beginperiode in het hoger onderwijs was er nog relatief weinig aandacht voor de output van de wetenschapper. Maar omdat universitair personeel wordt betaalt uit belastinggeld, en zowel taken heeft op het gebied van onderwijs als op het gebied van onderzoek, zie ik de invoering van outputmetingen sinds de jaren ’90 dan ook als een positieve ontwikkeling. Ook hier aan de FSW stellen we strenge eisen aan de onderzoekers, en dat moet vooral zo blijven.” Ook de psychologie heeft niet stilgestaan: “Op het gebied van psychotherapieën is er bijvoorbeeld een veel grotere nadruk komen te liggen op ‘evidence-based’ behandelingsmethoden. Daardoor wordt er veel minder gebruikgemaakt van de zogenaamde inzichtgevende behandelingen, zoals de psychoanalyse en Rogeriaanse therapie, maar veel meer van kortere gestructureerde cognitief-gedragstherapeutische behandelingen.” In het afgelopen jaar is gebleken dat die verhoogde druk om te publiceren ook een keerzijde kan hebben wat betreft de integriteit van de wetenschap. Wat is uw visie hierop? “De affaire, waarbij je waarschijnlijk doelt op de meesterfraudeur Diederik Stapel, is in de psychologie wel een uitzonderlijk geval. Ik ben ervan overtuigd dat er genoeg ‘checks and balances’ in de wetenschappelijke wereld zijn en verwacht niet dat er nog veel meer lijken uit de kast zullen vallen.” Al ruim tien jaar lang bent u verbonden aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Welke veranderingen zijn u opgevallen en op welke veranderingen bent u trots? “Natuurlijk zijn de komst van psychologie en pedagogische wetenschappen van bijzonder grote invloed geweest het afgelopen decennium. De faculteit groeide uit tot een middelgrote faculteit
aan de Erasmus Universiteit. Verder ben ik trots op de hoeveelheid onderzoeksgelden (12,5 miljoen red.) die de capaciteitsgroepen het afgelopen jaar binnen hebben weten te halen voor uiterst interessante onderzoeken. Daarnaast ben ik er trots op dat het onderwijs van de opleidingen hier als heel goed beoordeeld wordt, getuige de recente positieve onderwijsvisitaties voor sociologie en psychologie en vorig jaar ook voor bestuurskunde. Pedagogische wetenschappen eindigde zelfs meteen in het eerste jaar al als nummer één in de Elsevier-enquête.” Toch gaat niet alles goed, de studentenaantallen zijn dit collegejaar voor het tweede jaar op rij gedaald. Hoe komt dit en bovenal hoe gaat de FSW het tij keren? “Hoe deze daling precies te verklaren is weten we niet. Maar de daling van het aantal inschrijvingen, die bijvoorbeeld groot is bij sociologie en bestuurskunde, zis een punt van zorg en die dalingen werken ook een aantal jaren door. De faculteit wordt onder andere gefinancierd op basis van een gemiddelde over drie jaar van het aantal eerstejaars, het totaal aantal bachelor- en masterdiploma’s, het aantal promoties (60.000 euro per promovendus) en het eerder genoemde bedrag aan binnengehaalde onderzoeksgelden. Als de instroom daalt heeft dat op termijn dus nadelige financiële consequenties. Alle capaciteitsgroepen zijn zich hier zeer van bewust en door een intensievere marketing proberen we voor het volgend collegejaar het tij te keren.” Heeft u enig idee hoe het komt dat de studentenaantallen dalen? “In de sociologie is een landelijke trend zichtbaar, al daalt het aantal studenten sociologie aan de FSW harder dan de landelijke trend. Daarnaast ondervinden we met de studie bestuurskunde last van een concurrent uit Den Haag. Het is echter weinig aannemelijk dat de ‘Nominaal is Normaal regel’ invloed heeft gehad op de daling van het aantal studenten. Dat blijkt uit het recente onderzoek dat door ons is uitgevoerd.” De FSW zal ook de komende jaren niet stilstaan. Over welke vernieuwingen en veranderingen worden nagedacht? “Internationalisering wordt het kernbegrip in de strategie van de Erasmus Universiteit de komende jaren, ook als FSW gaan we mee in deze strategie. Zo hopen we in 2014 een internationale bachelor opleiding psychologie aan te kunnen bieden. Daarnaast zijn er plannen om internationale mas-
Activiteitenagenda FSW 50 Februari
Maart
April
13 Psychologie: Bezoek • Eerste ontbijt/borrelsessie 19 Oratie prof.dr. Lidia hersenbank te Amsterdam 3 Bestuurskunde: Bezoek Arends (Psy) 22 Ontbijtsessie over 22 Pedagogische weteninstelling openbaar bestuur verslaving schappen: Bezoek justitiële in Brussel 24 Alumni FSW bijeenkomst jeugdinrichting Hartelborgt en 15 Oratie prof.dr. Geske deelname aan paardentherapie Dijkstra (Bsk) 28 Sociologie: Nacht van de Sociologie
16
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 16-17
Mei
Juni
• Borrelsessie over City • Vierde ontbijt/borrelsessie 7 Oratie prof.dr. Markus Marketing: Katendrecht 16-17 Landelijk Congres der Haverland (Bsk) Bestuurskunde 8 Erasmus Alumni Event 23 Rotterdamlezing 24 Van DoornLezing 2013 26-29 Sarmac Congres Psychologie
Juli/Augustus Nog geen activiteiten
September • Vijfde ontbijt/borrelsessie • Opening academisch jaar 20 Oratie prof.dr. Tamara van Gog (Psy) 27 Afscheidsrede en symposium Han Entzinger
Oktober 4 Borrelsessie Children Zones op Zuid
November • Zevende ontbijt/borrelsessie 8 Uitreiking eredoctoraat sociologie aan prof. Craig Calhoun 8 Symposium ‘Towards a Sociology that matters’
December 19 Slotfeest voor medewerkers en studenten
ters aan zowel de studie sociologie als de studie bestuurskunde toe te voegen. Een ander punt betreft de onlangs opgerichte ‘Graduate School voor de Sociale Wetenschappen en Humaniora’ waar promovendi in worden begeleid en waar binnenkort de eerste cursussen worden georganiseerd. Ook wordt er over een schakelprogramma psychologie en pedagogische wetenschappen voor hbo-studenten gesproken.” Een laatste vraag die gericht was op het toekomstige verloop van zijn eigen carrière bleef vooralsnog onbeantwoord. Voorlopig zal Van der Molen zich vol enthousiasme inzetten om de Faculteit der Sociale Wetenschappen succesvol aan de volgende vijftig jaar te laten beginnen.
Studiegroepen Als studievereniging weten wij dat studeren tegenwoordig meer is dan alleen een diploma halen. Werkgevers kijken meer en meer ook naar ervaring die je als student hebt opgedaan naast je studie. S.F.V. Cedo Nulli biedt jou nu een kans om je verder te ontwikkelen en je zo te onderscheiden van je medestudenten. Hoe? Door een functie als studentbegeleider te vervullen! Studentbegeleiders helpen medestudenten in de voorbereiding op tentamens. Elk blok organiseert S.F.V. Cedo Nulli studiegroepen voor eerstejaars- en tweedejaarsstudenten. Hierbij geven ouderejaarsstudenten uitleg bij de stof, tips & tricks en worden oefenvragen voor het aankomende tentamen behandeld. Als studentbegeleider draag jij zo bij aan de studieprestaties van medestudenten! Wat heb jij hier als studentbegeleider zelf aan? • S.F.V. Cedo Nulli biedt de studentbegeleiders nuttige trainingen en workshops door professionals. Je kunt deze vaardigheden in de praktijk toepassen en perfectioneren tijdens het begeleiden van studiegroepen. • Je herhaalt de stof uit voorgaande jaren waardoor jouw kennis continu geactiveerd blijft. De ervaring van eerdere studentbegeleiders is dat dit enorm kan helpen bij latere vakken. • Alle studentbegeleiders krijgen later dit jaar een mooie activiteit aangeboden als bedankje. Hoe en wat precies blijft nog even een verassing. • Ten slotte is een functie als studentbegeleider een mooie aanvulling op jouw CV, en werk je hiermee aan jouw carrièrekansen na je studie. Ben jij bereid je medestudenten te helpen, wil jij je verder ontwikkelen en je CV aanvullen? Meld je dan aan als studentbegeleider bij S.F.V. Cedo Nulli! Voor het lopende studiejaar 2012-2013 zijn wij specifiek op zoek naar studentbegeleiders voor: • •
Psychologie Bachelor-2 Sociologie Bachelor-2
Kijk je verder vooruit en wil je je voor studiejaar 2013-2014 aanmelden als studentbegeleider? Ook dan ben je meer dan welkom! Bij interesse en voor verdere informatie kun je de Commissie Studiegroepen bereiken via: studiegroepen@cedonulli.nl.
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
17 8-2-2013 4:58:30
Goed weer op het eers tejaarsweekend 2012 Voorzitter Tim heeft het moeilijk tijdens de ALV
Sinterklaasborrel in ca fé Pardoen was zeer geslaagd!
to Mooie jurkjes op het ‘License kill’- feest in Sorbonne
Interesseborrel voor de studiereis naar Edinburgh
Mooi roze is niet lelijk! Stijn in de trui van de Dies commissie
Het 28e bestuur van S.F.V Cedo Nulli op het Oktoberfest Robbert, onze designer, aan het pilsen op het Oktoberfest
18
Commissie kennismakingsweekend CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 18-19
Stevig ontbijt na korte nachten op het commissie kennismakingsweekend
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
19 8-2-2013 4:58:40
Hard aan het (net)werken voor LCB 2013 Quinten Lainert
Hard aan het (net)werken voor LCB 2013 Rotterdams bestuur werkt aan professionalisering van landelijk congres
De organisatie van de dertiende editie van het tweedaagse Landelijke Congres der Bestuurskunde (LCB) is sinds mei 2012 in Rotterdamse handen. Het bestuur, bestaande uit acht bachelor- en masterstudenten bestuurskunde, heeft in september het stokje overgenomen van Utrecht. Sindsdien zijn er grote stappen genomen naar een congres op donderdag 16 mei en vrijdag 17 mei waar elke bestuurskundige in spe en werkende (jong)professional van moet gaan watertanden. Zowel op de donderdag als op de vrijdag worden er driehonderd studenten en (jong)professionals verwacht die geïnteresseerd zijn in het congresthema ‘Nederland als netwerk: Munt slaan uit grenzeloos samenwerken’. Het Rotterdamse LCB-bestuur, onder voorzitterschap van Tijs Heunks, zal de twee meidagen vullen met een openingswoord van de dagvoorzitter, lezingen door prominente personen uit het bedrijfsleven en de overheid, afgewisseld met workshops waarin de gasten actief een koppeling gaan zoeken tussen de gegeven lezingen en voorbeelden uit de praktijk. Voor een smakelijke lunch voor de deelnemers wordt gezorgd. Net als een afsluitingsborrel aan het einde van beide congresdagen, waar het netwerken in de praktijk kan worden gebracht.
Maar ook om het congres op een betaalbare en praktische locatie plaats te laten vinden vergt de nodige inzet: “Het vastleggen van de locatie moet op het juiste moment worden uitgespeeld”, aldus de voorzitter van het bestuur Tijs Heunks. “Zie het als een spel om de potentiële locaties zolang mogelijk te enthousiasmeren. Als je langer wacht kan dat de prijs drukken, wacht je te lang dan ben je de locatie kwijt.” In de aanloop naar het congres zal het bestuur naar schatting 200 potentiële sprekers hebben benaderd om de zes tot acht blokken met lezingen gevuld te krijgen. Naast het regelen van de sprekers moeten er ook nog eens 32 workshops worden geregeld, die verspreid over de twee dagen worden gegeven. Met de rector magnificus van de Vrije Universiteit Amsterdam, oud-premier Balkenende, de burgemeester van Almere en nationaal bekende hoogleraren bestuurskunde heeft het LCB al een aantrekkelijk Comité van Aanbeveling aan zich weten te binden. Dit comité fungeert als visitekaartje voor het congres en kan deuren openen van bepaalde netwerken of binnen bepaalde organisaties.
Nationale reclamecampagne Nederland als netwerk
Donderdag 16 mei zullen de congresbezoekers zich in de lezingen en workshops laten informeren over de netwerken in Nederland. Over onder andere de volgende vragen zal gesproken en gediscussieerd worden: Waarom bestaat er zoveel binnenlandse concurrentie en is dit een goede of slechte zaak? En hoe geven we leiding aan de vele coalities die ons land rijk is? De tweede congresdag gaat in op de positie van Nederland ten opzichte van het buitenland; hoe we onze positie kunnen verbeteren en daarmee onze concurrentiekracht. Is het verstandig om zo zelfstandig mogelijk te handelen of moeten we al onze kaarten op tafel leggen om de samenwerking met buurlanden te bevorderen? Netwerken is niet alleen het thema, ook het congres is zo georganiseerd dat je als student of professional belangrijke nieuwe contacten kan leggen. Netwerken met medestudenten of (jong) professionals kan tijdens de workshops, lunch en de borrels. Mogelijk raak je aan de praat met je toekomstige werkgever of doe je contacten op voor je afstudeerscriptie of stage.
20
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 20-21
Hard aan het werk
Al in maart van het vorige jaar werd het huidige bestuur medegedeeld dat zij in 2013 het Landelijke Congres der Bestuurskunde in Rotterdam mochten gaan verzorgen. Ter voorbereiding op deze taak liep het huidige bestuur in mei vorig jaar al mee achter de schermen in Utrecht. Aan het begin van het huidige collegejaar begon het bestuur officieel aan haar taak. Tijdens deze eerste vergaderingen werd gezocht naar de wijze waarop het pad naar het congres het beste bewandeld kon gaan worden. Dat het organiseren van het congres geen kleine taak is bewijst de inzet die de acht bestuursleden alleen al moeten leveren om de twee dagen te financieren. De financiering van het congres komt gedeeltelijk voort uit de kaartverkoop, waarvan de prijzen voor studenten aanzienlijk lager zullen zijn dan die voor de (jong) professionals. Daarnaast kunnen bedrijven op verschillende manieren partner worden van LCB 2013. Zij kunnen dit bijvoorbeeld doen door plaatsing van het bedrijfslogo op de congresmap of op de website, het financieren van één van de afsluitingsborrels of de inrichting van een eigen informatiestand op het congres.
Het LCB bestuur van 2013 hoopt een ‘professionaliseringslag’ te maken. Dit betekent dat het bestuur zich in gaat zetten om niet alleen dit jaar een stap voorwaarts te zetten, maar ook om de toe-
komstige besturen een solide basis te geven. Eén van deze stappen is het organiseren van een ambassadeursplan. Door gebruik te maken van ambassadeurs in de verschillende studieverenigingen voor bestuurskunde in het gehele land en door het netwerk van de Vereniging der Bestuurskunde aan te spreken, hoopt men op een goede balans tussen werkende en studerende congresbezoekers. Het bestuur, waar de pr-campagne wordt geleid door Aart Verloop, maakt daarnaast dankbaar gebruik van online marketing om potentiële gasten te informeren. Op de website (www.lcb.nl) worden de laatste mededelingen van het bestuur zo snel mogelijk gepubliceerd, net als themagerelateerde artikelen op het weblog. De sociale media worden ingezet om geïnteresseerden zowel te prikkelen, bijvoorbeeld door het starten van discussies op LinkedIn, als om de laatste aankondigingen, op zowel Twitter als Facebook, van het bestuur aan de buitenwereld kenbaar te maken. Voor bestuurskundestudenten is het LCB 2013 een goedkope en ideale gelegenheid om zijn of haar studie in de praktijk terug te zien, contacten te leggen en om buiten de kaders van de lesboeken te denken. Om je nog een laatste zetje in de rug te geven krijg je als bestuurskunde bachelor- of masterstudent vrijstelling voor je werkgroepen op de donderdag en vrijdag.
LCB als onderdeel van landelijk netwerk bestuurskunde De Vereniging van Bestuurskunde (VB) bestaat uit ruim 1000 leden, voornamelijk wetenschappelijke onderzoekers, studenten, bestuurders en ambtenaren. De organisatie hoopt een brug te slaan tussen aan de ene kant de wetenschap bestuurskunde en aan de andere kant ervaringen uit de praktijk. Dit doet men onder andere door vier keer per jaar het blad ‘Bestuurskunde’ te publiceren en het jaarlijkse Festival der Bestuurskunde te organiseren, met als dit jaar het thema ‘Sociale Innovatie’. Een onderdeel van de Vereniging van Bestuurskunde is het Landelijk-Overlegorgaan Bestuurskunde-verenigingen (kortweg LOB), dat wordt geleid door drie bestuursleden. Onder deze naam vergaderen met regelmaat de tien aangesloten (bestuurskunde)studieverenigingen om van elkaar te leren, maar ook om activiteiten te bevorderen en te coördineren. Het toekennen van het Landelijk Congres der Bestuurskunde is één van de kerntaken van dit orgaan. Elk jaar stemmen de aangesloten verenigingen over de vereniging en stad die het LCB mag organiseren.
Meer informatie: www.bestuurskunde.nl www.bestuurskundeoverleg.nl
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
21 8-2-2013 4:58:41
Credo´s Casus Jaimy Schutte & Anne Kielman
ROTTERDAM
Credo’s casus
Credo onderzocht hoe men denkt over de voorgenomen verhoging van de alcoholleeftijd van 16 naar 18 jaar Voor en tijdens het uitgaan wordt er veel gedronken door jongeren. Overmatig gebruik van alcohol is slecht voor de gezondheid, maar leidt ook tot problemen, zoals agressief gedrag tijdens het stappen en verkeersongelukken. Onder jongeren neemt de schade van alcohol steeds meer toe. In 2011 zijn er 762 Nederlandse jongeren, met een gemiddelde leeftijd van iets boven de 15 jaar, opgenomen vanwege alcoholvergiftiging, terwijl dit er in 2007 nog 297 waren. Tevens waren er op de EHBO 24.000 alcoholgerelateerde ongevallen opgenomen van jongeren tussen de 15 en 25 jaar, wat 10% is van alle ongevallen in deze leeftijdscategorie. Niet geheel onbegrijpelijk dat het kabinet per ingang van 1 januari 2013 de nieuwe Drank- en Horecawet heeft ingevoerd. Deze wet houdt in dat jongeren onder de 16 jaar strafbaar zijn als ze alcohol in hun bezit hebben. En in het regeerakkoord is verder besloten dat de minimum leeftijd voor alcohol van 16 jaar verhoogd wordt naar 18 jaar. Naast deze verhoging van de alcoholleeftijd wil de overheid door campagnes en voorlichtingen jongeren en hun ouders wijzen op de risico’s van alcohol. In opdracht van de overheid heeft het Trimbos-instituut het project ‘De gezonde school en genotmiddelen’ opgezet. Dit preventieprogramma over alcohol, drugs en tabak is bedoelt voor de hoogste klassen van het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Echter zal deze nieuwe wet niet voor iedereen positieve geluiden met zich mee brengen. De alcoholindustrie en de horeca kunnen een dalende omzet verwachten. Ook kan het betekenen dat jongeren in minder veilige omgevingen de alcohol zullen nuttigen, wat weer zou kunnen leiden tot meer alcoholongevallen. Maar wegen deze nadelen zwaarder dan de voordelen, de menselijke gezondheid gaat toch boven alles? Credo ging op onderzoek uit en vroeg aan de toevallige voorbijganger:
Peter Krul (65 jaar) – eigenaar oliebollenkraam - heeft wel vertrouwen in het beleid. “Met mijn bedrijf werk ik veel in het buitenland en in bijna alle landen waar ik ben geweest is de leeftijdgrens van alcohol al 18 jaar. Nederland loopt dus eigenlijk achter op de rest. In deze landen werkt het erg goed en, op bijvoorbeeld cruiseschepen, is het al lange tijd ingevoerd. Als je 18 jaar bent, ben je meerderjarig voor justitie en ben je verantwoordelijk voor je eigen beslissingen. Jongeren van 18 denken beter na over hun gedrag en zij hebben vaak meer controle over zichzelf. Zij zullen minder snel agressief gedrag vertonen dan 16-jarigen. Overigens vind ik dat de verkopers, maar ook zeker de kopers aansprakelijk moeten worden gesteld. Nu krijgt vaak de verkoper een boete, maar de koper is natuurlijk net zo aansprakelijk als de verkoper. Voor de horeca zal de klap van de verhoogde BTW en de verhoogde accijns op alcohol een grote klap betekenen, maar daar komen ze zeker overheen. Alleen met deze wijziging van de leeftijd zal de alcoholconsumptie onder jongeren niet verminderen, daar zijn ook andere factoren van invloed op, zoals de ouders van jongeren. Als je ouders overmatig alcohol consumeren zal je zelf ook eerder in aanraking komen met overmatig alcoholgebruik. De ouders zullen dus ook strenger aangepakt moeten worden, zodat jongeren minder in aanraking komen met alcohol.”
EFB Medewerkster (28 jaar) heeft geen vertrouwen in het beleid. “De leeftijdsverhoging naar 18 jaar is een goed idee, maar ik ben van mening dat het echter niet gaat werken. Jongeren vinden altijd wel een andere manier om aan alcohol te komen, bijvoorbeeld door hun oudere vrienden alcohol te laten kopen. De extra voorlichtingen zullen wel een positieve invloed hebben, al moeten de ouders ook deze voorlichtingen krijgen. Zo kan er ook meer openheid tussen de ouders en jongeren ontstaan, waardoor zij beter met elkaar kunnen praten over de voor- en nadelen van alcoholgebruik. Door deze openheid zouden de jongeren eerder thuis alcohol drinken onder toezicht van hun ouders, wat veiliger is dan dat zij alcohol nuttigen op straat of in de stad. Daarbij ontstaat er de kans dat door deze strengere eisen rondom alcohol dezelfde taferelen als in Amerika ook hier in Nederland kunnen voorkomen, waar veelvuldig illegaal alcoholgebruik onder jongeren plaatsvindt. In Amerika zijn veel dingen taboe of verboden zoals seks, drugs en alcohol terwijl Amerika toch de grootste pornoindustrie, drugshandel en het aantal alcoholverslaafden kent. Hard aanpakken werkt dus niet.”
Medewerkster The Bakery (58 jaar) heeft wel vertrouwen in het beleid. “Ik heb zelf een kleindochter van 15 jaar en die krijgt absoluut geen alcohol voor haar 16e verjaardag. Mijn eigen kinderen hebben ook nooit alcohol mogen drinken voor hun 16e verjaardag. Ik denk dat het vooral belangrijk is dat zowel de kinderen als de ouders voorlichting krijgen, zodat zij er ook samen over kunnen praten. Met de leeftijdsverhoging naar 18 jaar is de kans minder groot dat jongeren onder de 16 jaar aan alcohol komen door hun oudere vrienden alcohol te laten kopen. Zij zullen minder snel bevriend zijn met iemand van 18 jaar, dan iemand van 16 jaar. Dit betekent dat deze jongeren niet in staat zijn alcohol te drinken en dus ook geen gezondheidsschade op kunnen lopen door alcohol. Het beste zou zijn als, net zoals in Amerika, ook de toegangsleeftijd voor kroegen naar 18 jaar wordt verhoogd. Zo komen de jongeren ook niet in de verleiding om alcohol te nuttigen met hun vrienden.”
“Wat vindt u van de leeftijdsverhoging naar 18 jaar voor alcoholconsumptie?”
Mayla (22 jaar) - student - heeft wel vertrouwen in het beleid. Druk studerend aan een tafel zat Mayla. Ze is afkomstig uit Bulgarije, maar studeert een master Law and Economics aan de Eramus Universiteit. Op de vraag “Wat vindt u van de leeftijdsverhoging naar 18 jaar omtrent de alcoholconsumptie?” had ze meteen haar antwoord klaar. “In mijn thuisland Bulgarije is de leeftijd wanneer er alcohol mag worden gekocht en gedronken ook al 18 jaar. Ik vind dat Nederland dit ook zou moeten invoeren, aangezien jongeren van 16 jaar nog geen goede rationele beslissingen kunnen nemen en de consequenties van hun gedrag niet zullen inzien. Als de leeftijd verhoogd wordt naar 18 zullen er minder gezondheidsproblemen zijn onder jongeren, ” aldus Maya.
22
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 22-23
Richard Heijnen (20 jaar) – student - heeft wel vertouwen in het beleid. “Ik ben het eens met deze nieuwe regeling. De jeugd is slechter geworden. Ik hoorde laatst een verhaal dat er in de tweede klas al gerookt en gedronken wordt, deze kinderen zijn 14-15 jaar. Toen ik die leeftijd had, kreeg ik niet het idee dat er zoveel kinderen tussen de 14 en 16 dronken waren en verkeerde dingen deden. Ik heb het gevoel dat dit de laatste tijd meer is veranderd binnen een hele korte tijd. Op dit moment zou ik zeggen dat deze wijziging naar 18 jaar een goede aanpassing is, maar toen ik 16 was, had ik deze verhoging echt niet leuk gevonden! Voorlichtingen zullen waarschijnlijk niet zo heel veel invloed hebben, omdat de meeste jongeren de gevolgen wel weten. Deze voorlichtingen zullen voor een groot deel helpen, maar voor een ander deel zullen deze geen effect hebben. De cultuur is gewoon veranderd. Nu doe je stoer bij je vrienden door te roken en vroeger deed je stoer bij je vrienden door bijvoorbeeld nieuwe voetbaltruckjes te laten zien. Dit beleid zal op korte termijn niet werken, aangezien de jongeren die nu tussen de 13 en 15 jaar oud zijn bijna alcohol hadden mogen drinken. Daarentegen zal dit op lange termijn wel werken, omdat deze kinderen nog niet in aanraking zijn geweest met alcohol en hier nog niet over nadenken.”
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
23 8-2-2013 4:58:43
De wetenschap achter dronkenschap Robbert de Hoogh
WETENSCHAP
De
wetenschap achter Wat er precies in je hersenen gebeurt als je te diep in het glaasje kijkt.
Komt dit scenario je bekend voor? Je wordt met knallende hoofdpijn wakker in een onbekende kamer naast een onbekend persoon, die op z’n zachtst gezegd enigszins afwijkt van je schoonheidsideaal. Zo stil mogelijk probeer je dus om je uit de voeten te maken, maar helaas kom je erachter dat je schoenen nergens te bekennen zijn. Je werpt nog een blik op de persoon naast wie je net wakker werd en denkt: ‘Dan maar op blote voeten naar huis’. Eenmaal buiten aangekomen blijkt helaas ook je fiets verdwenen te zijn en dus vertrek je barrevoets richting je vrienden om te kijken of zij opheldering over de gebeurtenissen van de avond ervoor kunnen verschaffen. Onderweg vraag je jezelf af hoe het komt dat je je niets meer kunt herinneren. De kans is groot dat het antwoord ‘te veel bier en/of wijn gedronken’ luidt. TEKST Robbert de Hoogh
ok al is dit misschien een extreem voorbeeld, dronkenschap is voor de gemiddelde student geen onbekend verschijnsel. De meerderheid van de studenten drinkt weleens een biertje of wijntje en een groot deel daarvan drinkt er ook met enige regelmaat ééntje te veel, met als mogelijke gevolgen dat we niet meer in een (rechte lijn) kunnen lopen, met een dubbele tong praten, voornamelijk onzin uitkramen en ons de volgende dag moeten afvragen waar de inhoud van onze portemonnee gebleven is en waar toch al die blauwe plekken vandaan komen. Echter, niet elke student weet waarschijnlijk hoe het precies komt dat ons geheugen en onze motoriek onder invloed van alcohol minder goed werken. Vandaar dat de Credo dat voor u uiteen heeft gezet in dit artikel, zodat u volgende keer volledig geïnformeerd kunt beginnen aan uw sessie in de Smitse Simpel gezegd heeft alcohol een sterke invloed op de ‘informatiestroom’ tussen zenuwcellen in de hersenen (neuronen). Om te weten hoe dit precies in elkaar zit moet je natuurlijk eerst weten hoe informatie normaal wordt verstuurd tussen neuronen. De ruimte tussen twee neuronen noemt men een synaps. Als er een signaal verstuurd moet worden tussen twee neuronen scheidt een neuron een bepaald stofje af. Dat stofje belandt de synaps en bindt zich uiteindelijk aan receptoren op de volgende neuron. Die vangt zo het signaal op en kan dat weer op dezelfde wijze doorsturen naar weer een volgende neuron. Zulke stofjes noemt men neurotransmitters. Neurotransmitters zijn er in vele soorten en maten, met allemaal een verschillende functie. Zo zorgt het vrijkomen van dopamine ervoor
24
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 24-25
dat je vrolijk wordt en leidt het vrijkomen van adrenaline ertoe dat je in een verhoogde staat van alertheid raakt. Het handige van neurotransmitters is dat elke neurotransmitter zich maar aan één soort receptor kan binden. Vandaar dat er een breed scala aan verschillende signalen mogelijk is in de hersenen. Maar hoe komt het nu dat alcohol zo’n invloed heeft op deze processen? Welnu, alcohol kan zich net als neurotransmitters binden aan receptoren met zeer uiteenlopende gevolgen. Bij sommige neuronen remt alcohol de afscheiding van neurotransmitters, bij anderen versterkt alcohol die afscheiding juist. Zo zorgt alcohol er bijvoorbeeld voor dat er meer dopamine wordt afgescheiden waardoor je vrolijk wordt als je drinkt. Ook wordt er meer gamma-aminoboterzuur (GABA) afgescheiden waardoor je je minder zorgen maakt en je makkelijker op dat knappe meisje of die leuke jongen durft af te stappen. Daarentegen zorgt alcohol er ook voor dat sommige neurotransmitters, zoals glutamaat, zich niet meer kunnen binden aan neuronen. Wanneer dit gebeurt in het cerebellum –het gedeelte van je hersenen dat de motoriek regelt– zorgt dit ervoor dat bepaalde signalen geblokkeerd worden, met als gevolg een verminderde motoriek. Wanneer dit echter gebeurt in de hippocampus –het gedeelte van je hersenen waar je dingen in je geheugen opslaat– zorgt dit ervoor dat informatie uit je kortetermijngeheugen niet meer in het langetermijngeheugen kan worden opgeslagen waardoor je het de volgende dag niet meer weet.
‘Alcohol zorgt ervoor dat er meer dopamine wordt afgescheiden waardoor je vrolijk wordt als je drinkt.’ opgeslagen. Zo is het bijvoorbeeld lastiger om informatie die je hebt opgeslagen onder het genot van een muziekje terug te halen in een stille tentamenzaal dan wanneer je wederom naar dat muziekje luistert. Dezelfde psycholoog toonde aan dat dit in extreme mate geldt voor alcohol. Informatie die je opslaat in beschonken toestand is dus vaak vrijwel onmogelijk terug te halen in nuchtere toestand. Echter, de kans is groot dat je bepaalde dingen weer kunt herinneren tijdens de volgende keer dat je wat pilsjes achterover hebt getikt. Tot slot hoop ik niet dat dit artikel je ook maar van één drankje weerhoudt. Maar mocht je ooit wakker worden in een situatie zoals de bovenstaande, dan weet je in ieder geval hoe het precies komt dat je je vrijwel niets meer herinnert. En wellicht komt deze informatie je ooit nog van pas als de persoon waarnaast je wakker wordt in woede uitbarst vanwege het feit dat je zijn of haar naam niet meer weet en je wanhopig zoekt naar een bevredigende verklaring.
Overigens toonde een beroemde cognitief psycholoog aan dat informatie veel moeilijker terug te halen is uit het geheugen wanneer dit in een andere context moet gebeuren als waarin het is CREDO MAGAZINE // Februari 2013
25 8-2-2013 4:58:44
Ongelooflijke onderzoeken Jaimy Schutte
WETENSCHAP
Smakelijk Sam
Ongelooflijke Onderzoeken Je slaat de krant of een tijdschrift open en je oog valt op een bijzonder, raar of verrassend wetenschappelijk onderzoek. Je fronst je wenkbrauwen en denkt: Welk wetenschappelijk nut heeft dit belachelijke onderzoek? Je nestelt je in een comfortabele stoel en probeert door het lezen van het artikel antwoord te krijgen op deze vraag. Tijdens het lezen verschijnt er een grijns op je gezicht en valt je mond open van verbazing, maar halverwege het artikel besef je je dat het onderzoek lang zo onzinnig niet is…
Dit soort onderzoeken worden genomineerd voor de Ig Nobelprijzen (waar Ig staat voor ‘ignoble’, wat vrij vertaald gemeen, van lage kwaliteit en onwaardig betekent), een parodie van de echte Nobelprijzen. Eerdere winnaars van deze Ig Nobelprijzen zijn onder andere: Het laten zweven van een kikker door een magneet, het onderzoeken of een ritje in de achtbaan astmasymptomen kan verzachten en waarom discuswerpers wel, maar kogelslingeraars niet, duizelig worden bij het gooien. Credo heeft voor jou de drie meest opvallende onderzoeken van de Ig Nobelprijsuitreiking uit 2012 geselecteerd. Credo’s nummer 3: Hoe voorkom je geknoei met je koffie? Nadat je de vorige nacht te lang in de Skihut hebt doorgebracht en slapen niet meer de moeite was, is er nog maar één manier om de dag door te komen: Koffie. Met bibberende hadden schenk je de koffiemok vol en loopt naar de bank. Helaas kan je door je brakke hoofd je aandacht er slecht bijhouden en klotst er koffie over de rand van de mok heen, een paar kostbare slokken vallen op je vloer. En waar heb ik het schoonmaakdoekje gelaten toen er gisteren over dezelfde vloer een flesje bier werd verspild? Gelukkig er is nu een oplossing om een einde te maken aan dit ritueel. Want de natuurkundige Rouslan Krechetnikov en en zijn promovendus Hans Mayer hebben voor hun onderzoek naar geknoei met koffie de Ig Nobelprijs in de categorie vloeistofdynamica ontvangen. Krechetnikov en Mayer zagen tijdens een congres hun collega’s onhandig koffie inschenken, waarna vervolgens regelmatig de koffie over de rand van de mok ging tijdens het lopen naar hun zitplek. Geboeid door dit alledaagse verschijnsel besloten ze de wetenschap hierop los te laten. Je zou het misschien niet denken, maar achter zoiets eenvoudigs als lopen met een koffiemok gaat veel wetenschap schuil. Naast de loopbewegingen van de mens heb je ook te maken met een ingewikkeld samenspel van krachten tussen koffiemoleculen in de mok. De onderzoekers lieten een aantal mensen op verschillende snelheden rondlopen met een koffiemok in hun handen en observeerde deze nauwkeurig. Elke stap die je zet zorgt ervoor dat de koffie heen en weer schommelt in de koffiemok. De kans dat de koffie over de rand klotst hangt af van de onregelmatigheden in het looptempo van de persoon die de mok vasthoudt. Als het looptempo wordt verhoogt zal de koffie dus eerder over rand heen klotsen. Uit cameraobservatie bleek dat er bij de proefpersonen de grootste kans was om tussen de
26
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 26-27
zevende en tiende stap koffie te morsen. Om dit te voorkomen hebben de onderzoekers drie tips opgesteld, die van grote waarde zijn als je geen zin hebt om je kostbare koffie op de vloer te laten belanden. 1. Loop langzaam. Hoe langzamer je loopt, hoe minder kans er is dat de schommelingen zo hevig worden dat de koffie over de randen klotst. 2. Vul je mok niet te vol, hou ongeveer één centimeter van de bovenrand vrij. 3. Kijk altijd naar je mok als je loopt. De proefpersonen die dit deden morsten hun koffie minder snel dan diegenen die dit niet deden. Credo’s nummer 2: Herkennen apen geslachten aan de hand van de apenkont? Een onderzoek naar de mogelijkheid dat apen de gezichten van hun soortgenoten kunnen koppelen aan hun achterwerk om zo het geslacht te bepalen lijkt een lachwekkend. Welke wetenschappers zijn geobsedeerd door dit kennisprobleem? Dit waren dus de biologen Frans van der Waal en Jen Pokorny, die voor dit onderzoek met de eerste prijs beloond werden in de categorie anatomie van de Ig Nobelprijzen. Frans van der Waal is al geruime tijd geboeid door de overeenkomsten tussen mensen en apen. Wij als mens herkennen het verschil tussen mannen en vrouwen aan het gezicht, aan de kleding, makeup of de haardracht. Apen hebben deze alternatieve aanwijzingen niet om het geslacht te herkennen. Toch kunnen ze wel onderscheid maken tussen de verschillende geslachten, maar hoe? Er was al eerder bewijs gevonden dat chimpansees met hun achterwerken hun seksualiteit tonen aan de apen in de omgeving. Om te achterhalen
‘‘De apen moesten door de joystick te bewegen de foto van het achterwerk aan het juiste geslacht koppelen. ‘‘ of deze apen een gezicht als mannelijk of vrouwelijk ervaren moet deze verbonden worden aan het achterwerk van de apen. Tenminste dit was de theorie van Van der Waal. Om dit te onderzoeken gaf hij zes chimpansees (drie vrouwelijke en drie mannelijke) een joystick. Van der Waal maakte de zes apen duidelijk dat ze een beloning zouden krijgen (in de vorm van een banaan, meloen of appel) als ze de taak correct zouden uitvoeren. Er werd een foto van een achterwerk weergegeven op een beeldscherm met daaronder twee foto’s van gezichten van apen van twee verschillende geslachten. De apen moesten door de joystick te bewegen de foto van het achterwerk aan het juiste geslacht koppelen. Dit onderzoek toont aan dat chimpansees erg intelligent zijn, aangezien ze hun soortgenoten kunnen herkennen op foto’s. Het herkennen van het gezicht bij het achterwerk werkte trouwens alleen bij apen die in hun eigen gemeenschap leefden, bij vreemde apen werkte dit niet. Credo’s nummer 1: Hoe laat je iemand stoppen met praten? Saaie hoorcolleges, telefoongesprekken in de trein of zeurende ouders, soms zou je willen dat mensen gewoon hun mond hielden. Maar om dit nou persoonlijk te zeggen, wordt als redelijk ongepast gezien. Kazatuka Kurihara en Koji Tsukada hebben hier de perfecte oplossing voor bedacht en wonnen hiermee de Ig Nobelprijs in de categorie akoestiek. De ‘speech jammer’ is een apparaat dat de gehekelde spraakwaterval verstoort door een spreker zijn eigen stem met een kleine vertraging te laten horen. Ken je het gevoel dat als je aan de telefoon zit en je hoort je eigen stem met vertraging terug door de telefoon? Dit is precies het effect wat deze twee onderzoekers wilden bereiken. Het apparaat, dat lijkt op een soort pistool, richt je op de storende spreker. Nadat deze machine het geluid heeft ontvangen verstuurd hij het met een vertraging van ongeveer 200 meter per seconde terug naar de spreker. De sprekers horen zichzelf als een echo alles herhalen wat zij zeggen. Ze gaan stotteren en zullen uiteindelijk stoppen met praten, wat een rust.
Snooze. Snooze. Wat duren die 9 minuten kort. Snooze. Hoe laat is het eigenlijk? l veel te laat! Mijn mond voelt aan als een Sahara waar zojuist een compleet arsenaal aan vreemde diersoorten is overleden en die piep in m’n oren is nog vervelender dan de kwetterende vogels voor het raam. Waarom werd ik ook alweer wakker? Een blik op de telefoon leert me dat het iets te maken heeft met die werkgroep die over een uur begint. Zucht, steun, waarom wilde ik ook alweer studeren? Opeens lijkt een vrij hippiebestaan waarin ik vanuit een tentje hele dagen muziek op een panfluit speel niet zo’n heel slecht idee. Bij het opstaan vliegt er nog een berg kleingeld uit bed, dat is weer een mooie meevaller! Al heb ik ergens het vermoeden dat ik vannacht mijn halve stufi heb gedoneerd aan de plaatselijke horeca. En de shoarmaboer. Duidelijk de shoarmaboer. Nou, mooi tijd te weinig om te douchen, dus ik prop de pluizenbol op mijn hoofd die ooit nog de naam ‘kapsel’ droeg in een elastiekje. Ik kan vast overtuigend faken dat ik voor een nieuwe chic-de-clochard stijl ga. Een attje mondwater tegen de knoflookwalmen en gaan! Op zulke momenten is het zo jammer dat ik nog steeds geen bekerhouder op mijn fiets heb gemonteerd, die koffie-to-go zou echt een uitkomst zijn. Op de uni snel de fiets ergens half in een rek, zodat de campusgestapo hem niet aan de ketting legt, en dan naar mijn dagelijkse acteerprestatie van niveau: De werkgroep. Als er een Golden Globe uitgereikt zou worden in de categorie ‘onderwijsbijeenkomsten’ zat ik jaarlijks bij de genomineerden. De truc is het veinzen van interesse en het verpakken van gebakken lucht in een korstje van random termen uit de literatuur, in de vijf minuten voor de werkgroep gemarkeerd en gememoreerd. En vooral op die dagen waarop het lokaal ook nog eens draait alsof je net in de Villa Volta bent gaan zitten kan dit moeilijk zijn. Na deze intensieve start van de dag komt de rest nog. Ruzie zoeken met Bureau Onderwijs over inschrijvingen voor het tentamen en je indeling in de vrijdagochtendwerkgroep, die bizar slecht in je weekplanning past. De sociale contacten even op orde houden, door achtereenvolgens een kopje koffie te drinken in de L-mensa, een extra skinny latte triple espresso friebelccino de-luxe bij Starbucks, een kop thee op de Cedo-kamer en een blonde Leffe in de Smitse. En meteen daar een kleffe pizza laten bezorgen, aangezien de gigantische afwas het toch onmogelijk maakt om nog gebruik te maken van de keuken thuis. En dat vijf dagen lang. En als ik dan op vrijdagavond uitgeteld neerplof op de bank, vragen mijn ouders weer bezorgd of ik het niet te druk heb. Nee hoor paps en mams, niet druk, ik heb een heerlijk leven. Samantha Langendoen Derdejaars sociologiestudente CREDO MAGAZINE // Februari 2013
27 8-2-2013 4:58:45
Dus jij denkt , dat ik denk, dat jij denkt en daarom Rutger van Aken
WETENSCHAP
Dus jij denkt, dat ik denk, dat jij denkt en daarom.. Credo neemt je mee in de wonderbaarlijke wereld van identiteitsvorming
B
este lezer, wat zijn er toch veel mogelijkheden waar we in ons mooie Nederland uit kunnen kiezen. Zeker wanneer je studeert of werkzaam bent bij de universiteit zijn er veel dingen mogelijk: Een commissie bij de studievereniging, tientallen sporten, taalcursussen en nog veel meer kan aan ons rijtje hobby’s toegevoegd worden. Maar wat te kiezen? Om een goede keuze te kunnen maken, wordt onze hersenpan serieus geraadpleegd. Waar ga ik veel plezier aan beleven? Of wat past goed bij mijn identiteit? Het antwoord op deze vraag is per persoon verschillend. De socioloog Charles Cooley biedt een interessant kijk op de keuzes die mensen maken met betrekking tot hun identiteit.
Ruim een eeuw geleden kwam Charles Cooley (1864 – 1929) met een theorie over de wijze waarop de identiteit van mensen vorm krijgt. Deze theorie stelt dat wij “Volgens Charles Cooley vormen we onze identiteit vormen door in te schatten hoe anderen ons beonze identiteit door in te schatten hoe oordelen. Op basis van dit eigen anderen ons beoordelen” ingeschatte oordeel van anderen, ontwikkelen wij een zelfbeeld. Wat vindt hij van mijn manier van lopen, gebruik van de taal en uiterlijke kenmerken? Bij dit gevormde zelfbeeld behoren ook gevoelens van voldoening of bijvoorbeeld ongemak. Credo vraagt zich echter af of mensen in deze huidige tijd nog steeds veel waarde hechten aan het mogelijke oordeel van anderen, wat dus tot vorming van je eigen identiteit zou leiden. Tegenwoordig veranderen trends namelijk sneller dan een eeuw geleden en het is makkelijker geworden om uiterlijke verschijningsvormen te veranderen. Eén keer de juiste kleren uit het H&M assortiment halen, zwarte make-up op doen en je gaat door het leven als ‘emo’ in plaats van ‘laid back surfdude’. Door de globalisering komen wij met veel verschillende mensen in aanraking die allemaal een eigen observatie doen. In eerste opzicht word je door mensen beoordeeld op basis van je uiterlijk en houding. Om zelf een inschatting te kunnen maken over je uiterlijk en houding kan je een observatie doen door in de spiegel te kijken.
28
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 28-29
Een mooie mogelijkheid om met de theorie van George te spelen en te checken of mensen in de spiegel kijken vlak voordat zij gezien worden door anderen. En wie zijn er meer geschikt als proefkonijnen dan wij als studenten aan de Erasmus Universiteit? Studenten zijn namelijk op een punt in hun leven beland waar zij gaan reflecteren op eerder gemaakte keuzes, zoals hun studiekeuze. En studenten leren kritisch kijken naar de wijze waarop ze hun toekomst willen invullen. Niet minder belangrijk: Deze lopende oestrogeen en testosteron kanonnen hebben alle vrijheid om zich te kleden naar eigen keuze. Het plan van aanpak is als volgt: Voor de observatie is een plek gezocht waar studenten bewust zijn van het feit dat zij zodadelijk een openbare ruimte betreden waar mogelijk veel mensen aanwezig zijn. We danken hiervoor voor Campus in Ontwikkeling, die het ons eenvoudiger heeft gemaakt door de werkzaamheden. Gekozen is voor het looppad tussen L-gebouw en de parkeergarage P4 op campus Woudestein. Dit pad vormt de enige looproute tussen Tinbergen Plaza, waar veel universiteitsgebouwen aan grenzen, en de andere kant van de campus met onder andere de universiteitsbibliotheek en het hoge H-gebouw. De ramen aan de zijkant van L-gebouw functioneren goed als spiegels. Wanneer een student daar langsloopt heeft hij of zij genoeg tijd om de eigen houding en uiterlijk te bestuderen. Daarnaast is het de enige goede mogelijkheid om jezelf te bestuderen voordat je van de ene kant van de campus de andere kant betreedt. Om een goed overzicht te hebben van de omgeving en passief te observeren, zodat dat de natuurlijke habitat van de studenten niet wordt beïnvloedt, is het observatiepunt gestationeerd bovenop de parkeergarage. Uiteraard werd de observatie uitgevoerd toen de temperaturen nog voor korte broeken en rokjes zorgde. Zo zijn wij dan ook wel weer. Opmerkelijk was dat maar liefst één op de drie studenten die in eerste instantie afgeleid waren (door bijvoorbeeld hun telefoon) alsnog opkeek en zichzelf een blik gunde tijdens het passeren van de ramen. Studenten zijn zich dus zeker wel bewust van het feit dat zij zichzelf goed kunnen bestuderen op het ‘spiegelpad’. Van alle studenten die langsliepen keek er 45% naar zichzelf in de ramen. Evenveel man-
nen als vrouwen. Echter, gekeken naar de omgevingssituatie, bevond 70% van de niet-kijkers zich in een drukke omgeving. Studenten die zichzelf lang observeerden of een correctie gaven aan hun uiterlijk bevonden zich vrijwel allemaal in een rustige omgeving. Onder een rustige omgeving wordt verstaan dat de proefpersoon op de hoogte is van de aanwezigheid van maximaal twee mensen. Het is met regelmaat voorgekomen dat er geen tegenliggers gespot waren en er zelfobservatie plaatsvond, terwijl er meerdere mensen achter de student liepen. Als de student zich bewust is van een drukke omgeving, dan waagt bijna niemand een blik op zijn spiegelbeeld. Komt dit verschil in gedrag tussen een rustige en drukke omgeving doordat studenten denken dat zij dan misschien blijk van onzekerheid geven? Een mogelijk antwoord op deze vraag komt van de ‘frontstage/backstage’ theorie van Erving Goffman. In deze theorie stelt Goffman dat mensen zich in de ‘frontstage’ (het openbaar) presenteren op de manier waarop zij willen overkomen op anderen, bijvoorbeeld stoer of intelligent. Mensen maken hiervoor gebruik van houding, gedrag en uiterlijke kenmerken. In de ‘backstage’ (op de achtergrond; buiten het openbaar) kan een mens zijn kwetsbare zelf uiten. De meer ware identiteit. Tussen de frontstage en de backstage vormen mensen een barrière. Dit doen zij om de opvoering in de frontstage zo goed mogelijk uit te voeren en om zichzelf in de backstage te beschermen.
“Eén keer de juiste kleren uit het H&M assortiment halen, zwarte make-up op doen en je gaat door het leven als emo”
Kijkend naar de observatieverschillen zouden mensen dus expres niet naar zichzelf kijken wanneer er mensen om hen heen zijn. Jezelf observeren in een spiegel kan aantonen dat de kwetsbare, meer pure ik, kijkt of hij/zijn zijn opvoering in de frontstage goed uitvoert. Jezelf observeren kan onnatuurlijk of onzeker overkomen op andere mensen. De studenten willen dit wellicht vermijden in een drukke omgeving waardoor zij zichzelf niet observeren. Het is twijfelachtig of de vraag over identiteitsvorming beantwoord is. George en Erving geven echter wel nieuwe inzichten om na te denken over plastische chirurgie…
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
29 8-2-2013 4:58:45
Rotterdam, studentenstad? Anne Kielman
STUDENTENLEVEN
Rotterdam, Rotterdam
studentenstad?
De centrale bibliotheek bij Blaak
Al eeuwenlang zijn mensen gefascineerd door steden met een dorpskarakter. Neem Utrecht, Leiden en Amsterdam met hun historische gebouwen, knusse steegjes en gezellige grachtjes. Nog steeds associeert men deze historische dorpse elementen met gezelligheid en dat koppelt men weer aan het studentenleven. Hoewel men verbaast zou opkijken bij het zien van onze Oude Haven of het mooie Kralingen. Daarbij stuiten we op het volgende probleem: Eigenlijk kent men Rotterdam niet goed. Hoog, modern en lelijk zijn veelgehoorde termen als de stad Rotterdam ten sprake komt. Maar de kleine historische plekken zoals de Oude Haven, historisch Delfshaven en Kralingen zijn vrijwel onbekend bij de gemiddelde Nederlandse burger. Wat men over het algemeen als lelijk beschouwd zijn de vele confronterende bouwstijlen die Rotterdam rijk is en lukraak door elkaar lijken te staan. Neem bijvoorbeeld de centrale bibliotheek bij station Blaak, die is gebaseerd op het Centre Pompidou in Parijs.
Centre Pompidou in Parijs
Historisch delfshaven
30
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 30-31
aarschijnlijk ken je het wel: Mensen die zich afvragen wat je in hemelsnaam doet als student in Rotterdam. “Rotterdam is lelijk, crimineel, heeft geen uitgaansleven, is afstandelijk, dus vooral géén studentenstad.” Verbazingwekkend is dat er toch veel studenten zijn in Rotterdam. Hoe komt het dat Rotterdam ondanks de vele studenten en de hoge onderwijskwaliteit toch een negatief imago heeft wat betreft het studentenleven? Welk type student kiest er eigenlijk wel voor om in Rotterdam te gaan studeren? Credo zocht het uit in een gesprek met universitair docent bestuurskunde, tevens specialist in alles omtrent steden, Mark van Ostaijen.
Eigenlijk zijn al de grote steden over de hele wereld zoals Rotterdam. Een groot - maar verspreid modern centrum met veel winkelgelegenheden en een afstandelijk karakter. In een grote stad is
er een grote diversiteit aan mensen waarbij men alleen diegene hoeft tegen te komen die men wil tegenkomen. Vandaar dat minderheidsgroepen, zoals homoseksuelen of allochtonen, zich vaak fijn voelen binnen een grote stad. Ieder vormt zo zijn eigen honk zonder “vijanden” tegen te hoeven komen. Steden als Utrecht en Leiden met een historische kleine binnenstad zijn eigenlijk uitzonderingen binnen de studentensteden op de wereld. Toch voldoen grote wereldsteden niet aan de dorpse harmonie waarnaar de meeste van ons terugverlangen. De stad moet toch iets dorps hebben; een ontmoetingsplek voor vrienden met veel gezelligheid. Rotterdam is te groot en verspreid, zonder één vaste ontmoetingsplek, waardoor het niet kan voldoen aan deze harmonie. Nu vraag je je af: Wat maakt Rotterdam dan toch aantrekkelijk voor sommige studenten? Rotterdam is een internationale ‘Amerikaanse stad’. Er zijn ook mensen die een uitdaging willen en juist naar deze vreemde grote stad willen. Dit zijn de meer avontuurlijke ‘open minded’ mensen. Ook trekt het internationale karakter veel studenten van buiten de Europese grenzen aan, die over het algemeen juist helemaal weg zijn van Rotterdam. In de landen waar zij vandaan komen zijn waarschijnlijk alle grote plaatsen zoals Rotterdam zonder grachtjes en andere tierelantijntjes. Het nadeel is dat zij vaak meer voor hun carrière gaan, dan voor de gezelligheid van het studentenleven. Zoals ik hiervoor al eerder heb beschreven, neemt een echte stad geen genoegen met slechts één centrum. Elke subcultuur heeft zijn eigen gebied nodig. Vandaar ook dat er geen vaste ontmoetingsplek is in Rotterdam. In de stad hoef je alleen de mensen tegen te komen die je wilt tegenkomen. Hierdoor kunnen in Rotterdam ook zoveel culturen samengaan. Deze kleine subculturen kiezen dus juist wel eerder voor Rotterdam als studentenstad.
Een gedicht van Anne Kielman
Natuurlijk zijn er ook studenten die slechts voor de universiteit kiezen omdat deze in de buurt ligt van hun woonplaats en het onderwijs van hoge kwaliteit is. Dat zijn de volgende problemen die Rotterdam als studentenstad kent: Rotterdam is erg goed bereikbaar en de universiteit ligt ver buiten het centrum. Door de goede bereikbaarheid zijn weinig studenten geneigd om op kamers te gaan en komt bijvoorbeeld het uitgaansleven van studenten niet echt op gang in Rotterdam. Omdat de campus ver buiten het centrum ligt hoef je als student van de Erasmus Universiteit eigenlijk niks te maken te hebben met het centrum van stad. Uit ervaring weet ik dat veel studenten liever niet in het centrum van Rotterdam komen omdat zij Rotterdam maar ‘niks vinden’. Het nadeel is dat men niet echt een band met Rotterdam heeft en krijgt. Als zij die wel zouden hebben, zouden zij misschien ook eerder op kamers gaan en dit zou het studentenleven bevorderen. Een mogelijke oplossing om Rotterdam meer tot een studentenstad te maken, is door studenten meer te binden aan de stad door de universiteit meer te betrekken bij het centrum. Er zouden bijvoorbeeld colleges kunnen worden gehouden en/of er zou (meer) veldwerk kunnen worden verricht in het centrum. Wellicht dat een nieuw groot cultureel centrum de studenten aan de stad kan binden. Rotterdam is misschien nog niet een echte studentenstad, het economische en internationale imago overweldigt haar. Maar er is zeker heel veel potentie om van Rotterdam dé studentenstad van de toekomst te maken.
Haar gestalte had me bevangen, alsof niemand me ooit beter had gekend. Haar sluierbewolking danste, mijn haren zwierden mee. Het had mij nooit bekoord; de pastelkleuren van de aarde. Slechts de kleuren van beton en zand, En die van haar winterse waterpracht. Met hoge gestaltes, havens met meeuwen en boten, Haar immensheid van mensen, gelach bij de Oude Haven, ongeëvenaard. Hier, waar verloren wezens vereenzelvigen, het verlaatte niet alleen is. Waarin stenen muren overweldigen, en het bos haar adem zucht. Niemand ziet men als eenheid, toch; sprankelt zij van stadsverbintenis. Waar regenbogen waaien aan huizen met elegant Kralingen in het verschiet. Het centrum vol licht en kleur, waar alle culturen paraderen op vervaagde zebrastrepen, Rotterdam, niemand of wat, heeft mij ooit zo snel gegrepen.
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
31 8-2-2013 4:58:46
Een alternatieve weekplanning Rutger van Aken
STUDENTENLEVEN
Bird
H olly wood
Ca fé Bed
Ca f é f o u t de S ki hu t
de Beurs
D o e l e n c a f é Corso
M el ie f B en de r
Tik i’ s
EEN Alternatieve
Weekplanning en jij net als wij af en toe helemaal klaar met elke week dezelfde mensen, dezelfde muziek en hetzelfde matige bier in de standaard uitgaansgelegenheden in Rotterdam, zoals café Bed en de Beurs? Wees niet getreurd, Rotterdam heeft nog veel meer te bieden dan alleen deze twee tenten. Je moet alleen wel weten waar je moet zijn en daar gaat Credo je een handje bij helpen! Het enige wat je hoeft te doen is je wandelstok uit de kast te trekken, want we nemen je mee naar de gouden plekken van Rotterdam. Potentie als een bruisende studentenstad heeft ons 010 zeker. Met het diverse publiek dat er te vinden is, zijn er ook diverse horecagelegenheden met een gezellig karakter. Volg de planning, en een enerverend avondleven komt u tegemoet!
32
To ffler
Nr c
Sij f
d e Wi t t e a a p
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Een frisse start van de week is ’s avonds goed voort te zetten in Concordia aan de Oostzeedijk. Dit eetcafé heeft de uitstraling van een western bar, met als gunstige bijkomstigheid dat er voor gunstige prijzen saté en spareribs te eten zijn. Op maandag en woensdag is dit een ontmoetingsplek waar veel internationale studenten langskomen om gebruik te maken van het Happy Hour tussen 10 en 11 uur ‘s avond. Hoewel de internationale studenten vooral met elkaar mengen, zijn er ook de levensgenieters die op maandag Concordia binnen stappen. Zij zijn allemaal wel in voor een goede babbel, mocht je door de stoere verhalen heen zijn over het weekend bij je vrienden. Het mooiste aan deze uitgaansgelegenheid is dat je er een goed potje kan poolen en darten ondersteund door de kleine prijzen. Een ander voordeel is dat je op tijd je bed kan opzoeken aangezien deze avond vroeg van start gaat.
Aan het Schouwburgplein zitten veel horecagelegenheden. Bij één daarvan is het op de dinsdag altijd raak met live jazz vanaf 21.30 uur. Het Doelencafé bestaat al een lange tijd waardoor het aangetrokken publiek in leeftijd varieert. De uitspraak dat Rotterdam niet kan voldoen aan de harmonie die in de dorpse steden wel te vinden is, wordt door het Doelencafé met gemak omvergeworpen. Hier vind je het gevoel van thuis. De muziek die er gespeeld wordt is fijn om naar te luisteren en de mensen zijn er opgewekt. Veel studenten van het conservatorium laten hier hun kunsten horen en zijn er op de dinsdag te vinden voor een drankje. Welke muzikanten de huisband deze week mee het podium op neemt, is altijd een verrassing. Aansluitend is er de mogelijkheid om mee te jammen wat kan leiden tot muziekspel tot sluitingstijd.
Een leuke afwisseling die veel studenten vergeten zijn de shisha lounges gevestigd ten westen van het centrum. Dit zijn cafés waar je lekker onderuitgezakt een waterpijp kan roken. De VIP is een lounge waar je altijd gezellig naar binnen kunt stappen. De Marokkaanse muziek wordt afgewisseld met nummers van Rotterdamse bodem en de toegankelijkere uitgaansmuziek. Met goede zorg word je waterpijp voorbereid en met kooltjes onderhouden door de medewerkers. Heb je al een zware avond achter de rug deze week, liggen er een paar in het verschiet of ben je toe aan een ontspannen babbel met je vrienden? Ga lekker zitten in de ruime banken boven of op de heerlijke stoelen beneden en heb het er eens even over. De vruchtendrankjes en de thee zijn aanraders.
Donderdagavond is vaak dé uitgaansavond voor studenten. Iedereen heeft op deze avond zo zijn voorkeur. Maar ben jij stiekem de tenten met een stinkende vloer, matig bier en diskjockeys zat die elke minuut een ander nummer erin gooien? Kies dan eens voor een andere donderdagavond en stap binnen bij Bar Restaurant Sijf. Zonder twijfel is dit een van de mooiste horecagelegenheden van Rotterdam. Het heeft een mooie bar met, als leuke bijkomstigheid, een flinke variëteit aan bieren op de tap en uit de fles. Sijf besteedt aandacht aan haar muziek en laat je wat anders horen dan bij de andere horecagelegenheden. Dit is geen bar waar je doelloos staat te ‘bouncen’, dit is een bar waar je op je gemak kan socializen.
Het beroemde jazzcafé Dizzy is al 35 jaar een begrip in Rotterdam. In het verleden traden hier legendes als George Coleman, Art Taylor en Chet Baker op. Prima begin van het weekend dus! Get your groove on, op naar Jazzcafé Dizzy. Een tent als Dizzy kan je alleen vinden in de grotere steden. Pakken die mogelijkheid. Tijdens de werkdagen vind je hier vaak het koperwerk dat voor de muziek zorgt, maar de vrijdagavonden zijn voor de dj’s die weten hoe het er op de dansvloer aan toe moet gaan. Met deze jazz, groove, funk en soul dans jij jezelf lekker het weekend in.
Wanneer er gesteld wordt dat Rotterdam de potentiële studentenstad van de toekomst is, dan heeft de stad uiteraard kanten waarmee het zichzelf van de andere steden weet te onderscheiden. Ben jij tijdens de werkdagen er al op uitgetrokken, dan weet je waar wij het over hebben. Nog niet helemaal overtuigd van de mogelijkheden van Rotterdam met behulp van deze alternatieve planning? Dan wordt het vanavond de Tiki’s bar. De gezelligheid van de multiculturele stad is hier te vinden. Studentikoos is het niet, maar erg leuk is het wel! Tiki’s is een stijlvol Hawaiiaans ingerichte bar met op zaterdagavond exotische ritmes en swingende oldies muziek die iedereen vrolijk krijgt.
De werkweek gaat morgen weer beginnen, maar dat hoeft je er niet van te weerhouden om ’s avonds nog even de deur uit te gaan. Waar het Doelencafé aanvoelt als thuis, bekleedt Locus Publicus de rol van de woonkamer. Er heerst een zeer gemoedelijke sfeer waar de gasten niet bang zijn om zich met elkaar te mengen. De Locus is een paradijs voor liefhebbers van speciaal bier. Mocht je daar nog niet zo in thuis zijn, geen zorgen. Het personeel weet met je mee te denken en komt met leuke suggesties. Met dit winterse weer staat de openhaard wellicht al aan, staan de fauteuils klaar en wellicht komt de toffe huiskat ook een kijkje nemen.
Eetcafé Concordia Oostzeedijk 56b
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 32-33
Perron
Het Doelencafé Schouwburgplein 52
The VIP Lounge Nieuwe Binnenweg 135
Bar/Restaurant Sijf Oude Binnenweg 115
Jazzcafé Dizzy ‘s-Gravendijkwel 127a
Tiki’s Hartmanstraat 16a
Bierlokaal Locus Publicus Oostzeedijk 364
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
33 8-2-2013 4:58:49
Artikelnaam Colofon
STUDENTENLEVEN
FEBRUARI
Activiteiten Agenda
11 Carnaval 13 Psychologie: Bezoek Nederlandse Hersenbank te Amsterdam 14 Gala 18 Landelijk Sociologie Congres te Utrecht 20 Bestuurskunde: Mensenrechten 21 Credo Presentatieborrel 22 Pedagogische wetenschappen: Bezoek justitiële jeugdinrichting Hartelborgt en deelname aan paardentherapie 23 Ouderdag 26 Afterskiborrel 27 Psychologie: Lezing 28 Sociologie: Nacht van de Sociologie
MAART
3 Bestuurskunde: Bezoek instelling openbaar bestuur te Brussel 7 Feest door activiteitencommissie 20 Dansen georganiseerd door sportcommissie 21 Sociologie: Kroegcollege 22 Pedagogische wetenschappen: Bezoek Stichting Bont 27 Psychologie: Master your Future 28 Pubnight 17-30 NMUN
APRIL
2 Pedagogische wetenschappen: Lezing beroepsmogelijkheden 4 Cedo Nulli bestuursinteresseborrel 4 Bestuurskunde: Debat 5 Liftdag 11 Pre-reisborrel 11 Bestuurskunde: Debat 23 Psychologie: Bezoek gevangenis 29-30 Studiereis Edinburgh
MEI
1-5 Studiereis Edinburgh 8 Presentatieborrel Dies 10 Surfen georganiseerd door sportcommissie 14 Psychologie: Kroegcollege 16-17 Landelijk Congres der Bestuurskunde 20-23 Diesweek
34
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
Credo magazine (master).indd 34-35
Colofon
Jaargang 4, Editie 1
Partners
Redactie Rutger van Aken Robbert de Hoogh Anne Kielman Quinten Lainert Eva Schinkelshoek Jaimy Schutte Vormgeving Robbert de Hoogh Eva Schinkelshoek Namens Cedo Nulli Robbie Nijsse Oplage 1500 stuks Met dank aan Cora Boele Lex Cachet Henk van der Molen Mark van Ostaijen Kim Putters Tim Heijkoop Samantha Langendoen Foto’s FSW 50 Collectie historisch fotoarchief EUR Contact S.F.V. Cedo Nulli Kamer M7-20 Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam 010 – 408 17 98 credo@cedonulli.nl
Wil je op de hoogte blijven van de laatste activiteiten van Cedo Nulli? Kijk dan op cedonulli.nl of like de Facebookpagina van S.F.V. Cedo Nulli.
CREDO MAGAZINE // Februari 2013
35 8-2-2013 4:58:49
Credo magazine (master).indd 36
8-2-2013 4:58:51