Credo jaargang 4 editie 2

cedo nulli

Rotterdam

Een uitgebreid verslag van NMUN 2013

De strijd van de gemeente tegen straattaal

wetenschap

De wetenschap achter zingen onder de douche

Studentenleven

Een dagje soggen met een intellectueel randje

Credo.

Jaargang 4, editie 2 // Juni 2013

am.

Bestemminvagn imRmiogrttanetenrd .

De (wan)hoop

Algemeen

Inhoud

Redactioneel 04 Woord van de voorzitter 05 Colofon 35

Cedo Nulli De commissies van S.F.V. Cedo Nulli 06 Credo’s Brievenbus 09 NMUN 2013 10 Fotopagina 18

Rotterdam Help!? De Oost-Europeanen komen De eenzame immigrant gedicht De Pauluskerk als laatste hoop ‘Strati takki’ brengt geen ‘doekoe’ in het laatje Credo’s Casus discussie over afschaffing van het Nederlandse koningshuis

12 15 16 17 20

Wetenschap Van krabbels & koppoters tot kleuterkunst

22

Studentenleven Cursus carrière kiezen Smakelijk Sam column Jongerenafdeling PvdA/Bezoek tweede kamer Alternatieve dagplanning Activiteiten agenda

24 25 26 28 30

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

3

REDACTIONEEL

Universitair speelkwartier

“S

tuderen is de grotemensenwereld in het klein. Als lid van een commissie of bestuur werk je met een fractie van de bedragen en verantwoordelijkheden waarmee je later werkt. Fouten hebben minder desastreuze gevolgen en horen bij het leerproces.” concludeerde de Vice President Human Resources van Unilever, Jeroen Wels, tijdens de eerste carrièredag van Cedo Nulli in december. Hij vergeleek in zijn openingswoord studeren aan de universiteit met het spelen in een speeltuin. Een opmerkelijke gedachte, zelfs lichtelijk beledigend omdat ik me een stuk volwassener voel dan toen ik nog het zand uit de zandbak probeerde te nuttigen.

Toch is de vergelijking tussen een speeltuin en studeren niet vergezocht. Toen je als kind door je ouders werd los gelaten in de speeltuin ontwikkelde je een mate van zelfstandigheid en legde sociale contacten met je leeftijdsgenoten. In de veilige omgeving van de speeltuin ontwikkelde de ene speeltuingast zicht tot een snelle en behendige klimmer. Een andere ontwikkelde zich als leider en wist behendig om te gaan met de verschillende wensen van de kinderen, of kon gewoon goed zijn zin doordrukken. En weer een ander experimenteerde met alternatieve gebruikswijzen van de speeltoestellen. In de speeltuin ontwikkelden zich denkers, doeners, kinderen die het beide konden, of allebei een beetje.

Op de evenwichtsbalk zocht je schuifelend met je voetjes naar de balans. Momenteel probeer je op late tijdstippen als student zonder blijvend letsel je voordeur terug te vinden. Daarnaast zoek je naar een evenwichtige balans tussen inzet voor de studie en ontspanning, een speurtocht die zelden te winnen valt. Daarnaast schommelen je cijfers, motivatie en financiën door de tijd heen op en neer. En door de nodige inzet maak je grote en minder grote stappen richting een toekomstige carrière. En dan is er nog beeldspraak mogelijk over de wip, maar deze zal ik overslaan.

Vragen, opmerkingen of suggesties voor de Credo redactie? Mail ze naar: credo@cedonulli.nl

De keuzes die je als student maakt zijn van grote invloed op het verloop van je verdere leven, gelukkig zijn veel studenten zich hier ook van bewust. Er is echter ook een aanzienlijke groep die zich drukker maakt over in welk etablissement hij of zij over een paar uur de eerste alcoholische versnapering van de dag zal nuttigen. Voor diegenen hebben we als redactie in deze editie enkele stappen beschreven die studenten als springplank voor hun carrière kunnen gebruiken.

Het speelkwartier van je leven waarin je je momenteel bevindt is niet geheel zonder risico’s. Bij het vallen in de speeltuin vroeger was er binnen mum van tijd een schouder van een moeder om op te huilen, en de opgelopen schaafwond zou binnen aanzienlijke tijd genezen zijn. Tijdens het universitaire speelkwartier kunnen zich ook diepere wonden vormen.

Verkeerde keuzes worden namelijk ook gemaakt, keuzes waardoor je afglijdt en weer achteraan in de rij kan sluiten. Zijn het de verkeerde vrienden die je in de speeltuin hebt gemaakt? Of ben je gewoonweg avontuurlijker ingericht dan de gemiddelde speeltuinbezoeker? In deze Credo maken we kennis met keuzes van stadsgenoten die professionele hulp hebben moeten zoeken om te leren leven met, of te stoppen met hun verslaving.

Waarschijnlijk probeerde Jeroen Wels in zijn openingswoord te benadrukken dat je je als student binnen de hekken van de universiteitsspeeltuin in een relatieve veilige omgeving kunt ontwikkelen. Het maken van fouten is toegelaten en men zal de student in de speeltuin daarom minder snel veroordelen dan als je eenmaal de stap naar de grotemensenwereld hebt gezet.

Quinten Lainert, Hoofdredacteur Credo

4

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

WOORD VAN DE VOORZITTER

Het XXVIIIe Bestuur der S.F.V. Cedo Nulli

Een tevreden blik op de agenda Beste lezer,

V

andaag is het officieel de eerste warme dag van het jaar 2013, aangezien het kwik in De Bilt de 20 graden Celsius heeft aangetikt. Om mij heen hoor ik alle stadse geluiden van opruimwerkzaamheden; in de verte wordt de rode lantaarn van de marathon door de schoonmakers binnengehaald, ik ben voldaan. Vandaag heb ik samen met dertien andere leden van onze vereniging meegedaan aan de ABN-Amro 10 KM voor het goede doel. Met z’n allen hebben we meer dan vierhonderd euro opgehaald voor Playing for succes. Ik ben trots op ons!

Dat ik mij vandaag zo voldaan voel, heeft niet alleen met het succes van de hardloopwedstrijd in onze Maasstad te maken, maar hangt al langer in de lucht. Zo is Cedo Nulli ook uiterst succesvol geweest in New York, bij de simulatie van de Verenigde Naties, met het behalen vier awards, meer dan ooit. Hier lees je verder in dit magazine meer over.

Ook Master your Future was dit jaar weer een succes. Een kleine honderd psychologen uit bachelor twee en drie hebben zich d.m.v. workshops en presentaties laten informeren over hun carrièremogelijkheden na het beëindigen van hun studie. Dit is slechts een kleine greep uit de inhoudelijke, gezellige, leerzame en succesvolle activiteiten van afgelopen maanden.

Als we vooruit kijken, springt vooral de studiereis in het oog. Met een groep van vijftig studenten reizen we omhoog naar Schotland, waar het minstens net zo veel regent als hier. Hier zullen we acht dagen in Edinburgh verblijven, met verschillende uitstapjes en studie inhoudelijke activiteiten.

Als we iets verder vooruit kijken zijn er twee data groen gemarkeerd, namelijk 16 en 17 mei. Op deze dagen vindt het Landelijk Congres der Bestuurskunde plaats. Er zijn grote sprekers, mooie workshops en gelegenheden tot netwerken. Ik raad iedere student bestuurskunde aan om het congres te bezoeken, omdat het een aanvulling op de studie is.

Als we nog iets verder door bladeren in de agenda, komen we de Diesweek tegen. In deze week wordt de verjaardag van Cedo Nulli gevierd. Ik mag nog niet teveel verklappen, maar het belooft een geweldig mooie verjaardag te worden met veel feestelijkheden!

Rest mij niets anders dan jullie succes te wensen voor de tentamens en hopelijk tot ziens op een van onze activiteiten.

Tim Heijkoop, Voorzitter van het 28e bestuur der S.F.V. Cedo Nulli

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

5

CEDO NULLI

De commissies van S.F.V. Cedo Nulli

Het tweede deel van de kennismaking met de verschillende commissies die S.F.V. Cedo Nulli rijk is

Sociologiecommissie De Sociologiecommissie bestaat dit jaar uit Jan Hagen (Extern), Elmar van de Ree (Algemene zaken), Angela de Pooter (Secretaris), Barbara de Jonge (Promo), mijzelf a.k.a.

Pim Groeneveld (Voorzitter) en Iris Bakker (Bestuursbegeleider). De commissie organiseert verschillende activiteiten zoals de kroegcollege’s, de Nacht van de Sociologie ter ere van FSW-50, een activiteit om carrièremogelijkheden na de studie te belichten en in het weekend van 14 tot 17 juni een weekendje Berlijn. De meeste commissieleden kenden elkaar al van vorige jaren bij Cedo maar Elmar en ik zijn er dit jaar nieuw bij. Elmar heeft dit jaar zelfs voor onze slogan ‘Goed op de weg’ gezorgd door op het CKW na een niet nader te noemen aantal drankjes te besloot om midden in de nacht een dutje te doen op de provinciale weg. Tot nu toe zijn alle activiteiten goed verlopen en ook het tweede kroegcollege was een groot succes, maar wij kijken vooral uit naar het weekend Berlijn aan het einde van het jaar. Ik denk dat die reis een perfecte afsluiter van dit commissiejaar gaat worden.

6

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

Sportcommissie De meest ‘actieve’ commissie. Samen met Daniel, Lamiya, Tom en Kim mag ik, Derek, dit jaar het grootste deel aan sportieve activiteiten organiseren. Met Stijn als begeleider komen de mooiste activiteiten van de grond. Onze commissie zorgt voor de ontspanning na het leren, of om die bierbuikjes weg te werken. Wij begonnen dit jaar met het organiseren van de skireis en van het organiseren hebben wij meteen veel geleerd. Zoals dat in een banaan naar beneden worden gevoerd leuk maar niet goedkoop is, of dat lampen veelzijdig gebruikt kunnen worden. Tijdens het schrijven van dit stukje zijn we alweer bezig met de volgende activiteiten, dus houd ons in de gaten als je ook wat kilo’s kan missen of als je de meest bijzondere sporten ook eens wilt uitoefenen. Maar wie zijn dan die zo sportieve mensen dat ze er een commissie van hebben gemaakt? Ten eerste hebben we Daniel, basketballer en broodbakker , hij zorgt dat jullie op de hoogte zijn van onze activiteiten. Lamiya komt helemaal uit Tilburg rennen om alle paperassen bij te houden. Tom de geldman is eindelijk van zijn krukken verlost en kan eindelijk weer een bal schoppen (nu wel oppassen Tom). Kim heeft het heel gezellig bij Cedo. Zij is zo extern dat ze helemaal naar Kenia vliegt, hopelijk belt ze nog eens. Dan hebben we nog Stijn. Die houdt graag een hockeystick vast. Ikzelf sjans, ehhh dans, graag op elke dansvloer die te vinden is. Hopelijk zien we jullie op onze volgende activiteit: Omdat drinken ook een sport is.

De Commissies van S.F.V. Cedo Nulli Eva Schinkelshoek

Diescommissie Je kunt onze commissie herkennen aan onze mooie broeken, als je de leukste commissie zoekt hoef je niet ver te zoeken. We zijn de leukste, coolste, vetste, dat is de diesco pogo. We doen de gekste dingen, ons tweede motto dat is YOLO. Onze activiteiten vinden allen (behalve de bekendmakingsborrel) plaats in de mooiste week van het jaar. Wij gaan er dan voor zorgen dat heel de vereniging met ons gaat knallen. Om jullie een idee te geven wie jullie hiermee gaan verblijden, bij deze een korte introductie van deze vier leuke meiden (en Stijn). Als eerste hebben we promo-Sam die echt altijd bezig is.

Zit ze niet op Cedokamer dan zit ze wel aan het bier in de Smitse.

Het is echt een topmeid, maar o wee, als je een afspraak met haar afzegt dan verscheurt ze je. Daarna komt penninkje-Griet, een super spontane meid. Haar leuke lompe buien maken iedereen aan het lachen en zorgen altijd voor en top sfeer binnen de commissie. Als derde hebben we seccie-Fa. Ongelofelijk maar waar, zelfs bij proudto-be-fout ziet zij er toch weer goed uit. Daarnaast is het ook echt een meid die wel van aanpakken weet. Dan hebben we de commissiebegeleider Stijn, tussen deze vier meiden heeft hij ’t soms zwaar te verduren. Maar toch houdt hij zich heel goed staande en heeft hij zijn plek mooi weten te vinden. En als voorzitter probeer ik, Selma, dit zooitje ongeregeld nog een beetje in het gareel te houden.

Pedagogische wetenschappen Als je de pedagogische wetenschappen commissie in één woord zou moeten beschrijven, zou je het moeilijk krijgen. Er zijn namelijk veel meer woorden nodig om onze leuke commissie te beschrijven.

‘Gezellig’ bijvoorbeeld. Als we vergaderen met de pedacom, zien de notulen er regelmatig zo uit: Tijd: 18:00, Opening:21:30. Het eten vooraf duurt dan zo lang omdat we van alles met elkaar te bespreken hebben, dat we pas laat kunnen beginnen aan de dingen die we eigenlijk moeten bespreken. Ook ‘gek’ is een goed woord om onze commissie te beschrijven. Ons commissie-uitje naar Antwerpen is hier een goed voorbeeld van. We belandden in een gezellig kroegje in het centrum en hebben daar de avond doorgebracht. De foto’s die van deze avond gemaakt waren, hadden een zeer hoog Hangover-gehalte: Een tovenaar, huwelijksaanzoeken en heel veel oude mannen (geheel vergeten de volgende ochtend).

Zeker voor onze lieve commissaris Externe zaken, Lera, die er dit weekend niet bij kon zijn, was het erg grappig om onze appjes in de Whatsapp-groep van deze avond te lezen… ‘Gek’ is wel een woord wat meerdere acties beschrijft, ook van onze individuele leden.

Bijvoorbeeld Astrid, die overal YOLO bij roept en per se met haar kaassoufflé op de galafoto wilde. Lera, die na een alcoholische versnapering per ongeluk van haar fiets viel en haar been brak.

Marieke, die af en toe zomaar verdwijnt op feestjes. Verder hebben we nog de hyperblonde Kirsten die zelfs nuchter gestoord is, de Zeeuwse praatwaterval Annerieke, Debby de über-Brabander en Marie die de deze gekte goed weet te begeleiden. Maar naast alle feestjes, gezelligheid en gekkigheid, zou je onze commissie ook kunnen beschrijven als hecht. Vorig jaar kenden we elkaar nog niet en nu vormen we een hele leuke groep en hebben we de grootste lol met elkaar. En dat is misschien wel het allerbelangrijkste.

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

7

CEDO NULLI

Bestuurskundecommissie Dit jaar bestaat de Bestuurskundecommissie uit zes leden: Robin, Roel, Jan-Willem, Rosanne, Trâm Anh en Amber, onder toeziend oog van bestuursbegeleider Tim. De kerntaak van de commissie behelst het organiseren van (bestuurskundige) activiteiten die studenten een diepere kijk geven in de wereld van het openbaar bestuur. Naast de leerzame meerwaarde waar deze activiteiten voor staan, worden meerdere activiteiten gecombineerd met ontspanning. Een goed voorbeeld van dit laatste was tijdens de Brusselreis in maart, waarbij studenten na de bezoeken aan de VN en de PVV-fractie van het Europees Parlement, tijd hadden om studentikoos in de zon te borrelen. Dit zagen de deelnemers, maar ook zeker de commissieleden, als totaal niet bezwaarlijk. Ook zijn er al bezoeken gebracht aan de PvdA-fractie van de Tweede Kamer, Amnesty International en opnames van de televisieprogramma ‘Debat op 2’.

Al enkele malen is het woord borrel(en) gevallen en dit indiceert alleen al dat deze commissie der Cedo Nulli niet vies is van het leiden van een goed studentenleven. In die aard bezoeken we ook vaak andere Cedo Nulli-activiteiten en zitten we regelmatig in de Smitse! Wij gaan er vanuit dat we velen van jullie in de loop van het jaar nog zullen tegenkomen en wij wensen jullie veel leerzaamheid en vooral plezier bij de, door ons georganiseerde, bestuurskundige activiteiten!

Smoelenboekcommissie In een land ver weg, waren er eens vier krijgers. Iedere krijger had een speciale gave en samen vormden zij de Commissie der Smoelen. Jade de Machtige was de leider en deelde de opdrachten uit aan haar krijgers. De tweede krijger was Jeffrey de Noterende.

Hij had de taak om alles te notuleren, zodat zij het later weer konden gebruiken. Lindsay de Sparende was de derde krijger, zij beheerde de gouden munten van de Commissie der Smoelen.

Rocher de Ontwerpende was de laatste krijger, hij was in staat om van alles grafisch te ontwerpen. De Commissie der Smoelen werd bij gestaan met adviezen van Iris de Wijze, zij zorgde dat de groep jonge helden op het juiste pad bleef.

De Commissie der Smoelen kreeg de opdracht om een jaarboek in elkaar te zetten. Zij moesten hun krachten bundelen om dit voor elkaar te krijgen. Zal het de groep lukken om samen te werken en een mooi jaarboek te produceren? Dat zie je aan het einde van dit jaar!

8

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

Credo’s brievenbus Een dag uit het leven van het bestuur Een jaar van teamwork, gezelligheid, kameraadschap en uitdagingen. Zo enkele woorden die bij mij opkomen als ik terug denk aan mijn jaar als voorzitter van het 27ste bestuur van S.F.V. Cedo Nulli.

Laat ik vertellen over een typische dag van toen.

09.55 Enkele minuten voor 10 uur open ik de kamer, de vissen zwemmen lekker in het rond en de kamer wordt al lekker opgewarmd door de zon. Zoals altijd is het uitzicht over Rotterdam nog even betoverend. Ik geef de vissen wat te eten, start de computers op en zet koffie en thee klaar voor de rest.

12.00 Met 5 andere faculteitsverenigingen zit ik in een meeting, we zijn bezig met het oprichten van een overkoepelend orgaan voor studieverenigingen. We bespreken wat het doel is, wie wat kan invullen en wat de naam gaat worden. Het wordt uiteindelijk KORF, Koepelorganisatie Rotterdamse Faculteitsverenigingen.

14.00 De psychologie commissie en het SPS-NIP komen samen om de laatste puntjes op de i te zetten. Als bestuursbegeleider van twee commissies geef ik aan zowel de psychologie commissie en de eerstejaarscommissie begeleiding en tips. De commissie heeft vrijwel alles zelf georganiseerd samen met SPS-NIP, toch kon ik het niet laten om met het designen een beetje mee te helpen.

16.00 Dagdiensten eindigen bij Cedo Nulli op een schappelijke tijd en de persoon die in de ochtend als laatste binnenkwam ruimt de boel op. Natuurlijk helpt iedereen mee en duiken we nog even de Smitse in, we hebben nog een lange avond te gaan.

20.00 Na een snelle hap met het gehele bestuur bij mij thuis zitten we in de trein. We gaan naar Utrecht. Vanavond staan twee DIES-borrels op het programma, de verjaardagen van onze zustervereningen. Bij Alcmaeon is het een drukste van jawelste en is het aandringen om het bestuur een leuk cadeau te overhandigen. Natuurlijk willen wij wel onthouden worden en gaan we, na genoeg gratis pils, er vandoor met de pedelstaf. Na een afspraak over een champagne ontbijtje voor ons bestuur krijgen ze de staf weer terug.

09.00 Weer een nieuwe dag om de vereniging vooruit te helpen. Het bestuur vergadert over het beleid dat we voeren en op welke projecten we samen kunnen werken. Iedereen vergeet zijn kater, gaat aan de slag, weer een nieuwe dag als bestuurder van Cedo Nulli!

Floris Wolswijk Voorzitter Cedo Nulli 2011-2012

Wil jij ook in de Credo?

Wil je reageren op deze brief? Heb je zelf iets te zeuren of te zaniken, wil je iets of iemand complimenteren of heb je een mooie anekdote die je kwijt wilt? Stuur voor 25 juni jouw ingezonden brief naar credo@cedonulli.nl De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken niet of in gewijzigde vorm te plaatsen.

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

9

CEDO NULLI

National Model United Nations

Na maanden van voorbereiden, trainen en deadlines stapten zondag 17 maart achttien afgevaardigden van Cedo Nulli op het vliegtuig naar Washington D.C. Veertien delegatieleden, twee trainers en twee begeleiders vanuit het Cedo Nulli-bestuur bezochten de Verenigde Staten twee weken om diverse internationale organisaties te bezoeken, zich in het Amerikaanse leven onder te dompelen en een onvergetelijke ervaring op te doen. Hun einddoel was echter om met succes het op te nemen tegen de andere 5000 deelnemers aan de National Model United Nations in New York van 24 tot 28 maart. Hierin wordt Cedo Nulli ieder jaar financieel gesteund door het Erasmus Trustfonds en de Faculteit Sociale Wetenschappen.

NMUN: Wat is het?

Tijdens de National Model United Nations simuleren meer dan 5000 deelnemers, waarvan de helft van buiten de Verenigde Staten komt, een Verenigde Naties conferentie in het VN-hoofdkantoor in New York. Elke delegatie vertegenwoordigt een land en discussieert over de wereldwijde problemen in de verschillende comités die de Verenigde Naties rijk is.

Het doel van de organisatie achter NMUN, die inmiddels al ruim 40 jaar bestaat, is de horizon van de deelnemers te verbreden en ze na te laten denken over de problemen die in de wereld spelen. Maar ook om hun vaardigheden te verbeteren waardoor ze in de toekomst zelf een bijdrage kunnen leveren om de problemen in de wereld aan te pakken. Ieder land vertegenwoordigd een andere delegatie dan die van het eigen thuisland, in ons geval was dit Somalië.

Pittige voorbereiding Dat het geen ‘snoepreisje’ voor de veertien delegatieleden was, bewijst het lange en intensieve voorbereidingstraject die de leden ondergaan hebben voor ze het vliegtuig naar de Verenigde Staten konden pakken. Na een strenge selectieprocedure begon het trainen van de speechvaardigheden, het debatteren, het lobbyen, het schrijven van resoluties en het verbeteren van de vaardigheden in de Engelse taal. Elke dinsdagavond trainden de delegatieleden onder begeleiding van de twee trainers (zie ook kader: De NMUN-trainers 2012-2013). Vanaf het moment dat de delegatieleden over de drempel het lokaaltje in het T-gebouw stapten werd Engels de voertaal. De trainers begeleidden de trainingen, controleerden de opdrachten die de deelnemers mee hadden gekregen en zorgden voor, niet geheel onbelangrijk als er zoveel druk op de ketel staat, motivatie. Voor de bestuursleden van Cedo Nulli, die het project van begin af aan hebben geleid, was er ook veel werk aan de winkel. Het plannen van de vlucht en binnenlandse reizen, het boeken van ho(s)tels, het organiseren van bezoeken aan vele internationale organisaties en het zorgen voor de huur van zaaltjes en een aantal sprekers. En ook niet onbelangrijk: Zorgen voor de financiering van dit relatief kostbare project voor de vereniging. Gelukkig kregen Tim en Robbie hierbij gedurende het project de volle ondersteuning van penningmeester Marije.

Ter voorbereiding van de simulatie maakten de delegatieleden in koppels een zogenaamd ‘position paper’. In twee pagina’s verklaarden de koppels wat de doelstellingen van Somalië zijn binnen hun commissie van de Verenigde Naties waarin ze waren ingedeeld, zoals UNICEF of de United Nations Conference on Trade and Development. In de simulatie konden drie onderwerpen aan bod komen, welk onderwerp uiteindelijk aangenomen werd hing af van de (groep) landen die hun onderwerpen op de agenda wilden krijgen. Deze position papers werden in februari naar de organisatie in New York opgestuurd. Deze jury beoordeelde de papers op juistheid, realiteit en creativiteit.

10

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

Washington D.C. Het was zondag 17 maart vroeg in de ochtend op Rotterdam Centraal toen de delegatieleden, na voor de meeste een slechte nacht, afscheid namen van hun vrienden en vriendinnen. Vanaf Schiphol vlogen ze naar het natte en koude Washington D.C. Eenmaal geland bezorgden ze de buschauffeur van de lijndienst een hartverzakking door met achttien zwaarbepakte studenten de bus in te komen. Het hostel dat ruim van tevoren door het team was geboekt werd enkele dagen voor vertrek door het hostel geannuleerd, vanwege een dubbele boeking. Er is met man en macht gezocht om voor de achttien Nederlanders in het volgeboekte Washington, vanwege spring break, nog plek te vinden. Ondanks dat het nieuwe hostel op het eerste gezicht op instorten leek te staan, was er van binnen weinig op aan te merken, op een vastgelopen lift na.

In de hoofdstad van de Verenigde Staten bezochten ze de Nederlandse Ambassade, het Capitool en het Pentagon. Bij de Nederlandse Ambassade werden we hartelijk ontvangen in een prachtig pand en kregen we veel te horen over hun werkzaamheden. In het Capitool, waar het House of Representatives en de Senaat van de VS zetelen wist de groep door aan te pappen met de bewaking zich toegang te verschaffen tot voor het normale publiek ontoegankelijke vertrekken in het Capitool. De werknemers keken de strak in pak geklede studenten met enige argwaan aan. De uitgebreide fotosessie gemaakt door de bewaker, onder andere in de Presidential Room, werd enkele dagen later via de mail naar de trainers gestuurd. Ook tijdens het bezoek aan het hoofdkantoor van het ministerie van Defensie, het Pentagon, werd de groep rondgeleid. De gastvrijheid was hier echter een stuk beperkter, tussen twee ex-militairen in kregen ze in sneltreinvaart een drie uur durende rondleiding langs allerlei collecties die in het gebouw aan de muren hingen. Met als indrukwekkendste bezienswaardigheid de ruimte die was ingericht ter nagedachtenis aan de omgekomen mensen in het Pentagon op 11 september 2001.

‘The Big Apple’ Bijna had de delegatie langer in Washington moeten verblijven, doordat de bus naar New York bijna werd gemist. De website van de busmaatschappij had een foutieve plattegrond geleverd, waardoor er voor vertrek nog een mooi rondje Washington werd gemaakt alvorens bij de juiste locatie aan te komen. Geluk was er door de organisatie rekening gehouden met tegenvallers en kwamen we nog nipt op tijd bij de bus aan.

Het hostel in New York lag gelegen in een echte volksbuurt in Amerikaanse stijl, Queens. Toen de delegatie, na het afzetten van hun bagage in het hostel, de metro uit Times Square opstapte blaakten de vermoeide gezichtjes van genot. Met de groep werd een City Tour gemaakt, maar ook kregen ze veel vrije tijd om te shoppen of een basketbalwedstrijd te bezoeken van de New Yorks Knicks op Madison

NMUN m Quinten Lainert ...

Square Garden. Daarnaast bezochten ze de Permanente Vertegenwoordiging (PV) van Somalië voor de VN in New York. Aan de leiding van deze PV stond Dr. Ahmed Dualeh, oud-minister van Buitenlandse Zaken van Somalia, waar hij na een coup d’etat van militaire dictator Siad Barre tussen 1970 en 1973 gevangen heeft gezeten. Naast Dr. Ahmed Dualeh waren er nog twee andere personen, die tegen weinig of geen betaling hun functie vervulden. Dit stond in groot contrast met de permanente VN-vertegenwoordiging van Nederland, waar tientallen betaalde personen in een zeer aantrekkelijke omgeving hun werk konden doen.

NMUN-conferentie: Beleid is strijd Maar het uiteindelijk doel was de NMUN-conferentie die op zondagavond 24 maart officieel werd geopend. Vanaf de opening begon de simulatie, het informeel lobbyen en netwerken met de andere landen. Ook verhuisde de delegatie van hun hostel naar het Sheraton hotel, op vijf minuten lopen van Times Square. En ook vonden op de eerste dag de eerste vergaderingen plaatsen binnen de comités. De maandag en dinsdag werden ingevuld voor het schrijven van eigen resoluties of het steunen van de resoluties van andere delegaties. Deze resoluties werden uiteindelijk op de woensdag ter stemming gebracht door de comités.

Erkenning in plaats van winnaars De organisatie van NMUN benadrukt dat de opzet van de simulatie is om samenwerking tussen de verschillende culturen en achtergronden te realiseren.

Bewust worden van het feit dat samenwerking nodig is om de wereld verder te helpen. Daarom heeft de organisatie besloten dat de simulatie niet om het winnen van prijzen gaat, maar slechts ‘erkenning’ verleent aan goede prestaties. De NMUN groep van dit jaar kon rekenen op veel erkenning. Maar liefst twee van de position papers vielen in de prijzen. En ook won één van de groepen de Peer Award in een comité, dit voor hun uitmuntende inzet. Punten behaalden de groepen voornamelijk door zichtbaar te zijn, veel betrokken te zijn bij resoluties en goede speeches te houden.

Ondanks dat de simulatie al geslaagd was, vroegen de hele groep zich toch af of er niet nóg een award gewonnen zou worden: De ‘Outstanding Delegation Award’ (de hoogste vorm van erkenning binnen NMUN). Woensdagnacht werden vanaf 4 uur ‘s nachts de lijsten met awards verwacht in de lobby van het hotel. Zo slopen Aniek en Kyra om dit tijdstip, slaapdronken naar beneden om de uitslagen te bekijken, tevergeefs. Om kwart over negen ‘s ochtends hingen de lijsten er eindelijk, de vermoeide oogjes schoten eroverheen. En jawel! Ze waren een ‘Outstanding Delegation’. De rest van de afgevaardigden moest tot de afsluitingsceremonie op donderdagavond wachten voordat ook zij het wisten. Met champagne uit een met honderden ijsklontjes gevulde badkuip en op het afsluitende feest van de simulatie; de ‘Delegate Dance’, werd deze erkenning gevierd.

De kater komt later Een laatste dag in New York vierden de vermoeide, maar zeer voldane, groep rustig.

Net als de verjaardag van de trainer Kyra. Er werden laatste cocktails gedronken in de loungebar. Al in het vliegtuig richting ons kleine kikkerlandje bleek hoe vermoeiend de reis was geweest. De helft van de delegatie was na terugkomst in Nederland ziek geworden en de gehele groep leed aan heimwee.

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

11

12

CREDO MAGAZINE // Juni 201

De onzichtbare inwoners van Rotterdam Over De Bevolkingsgroepen van RotterdaM Die Wij Als Studenten Nooit Zien.

Help?! De Oost-Europeanen komen P. 14-15 / De Pauluskerk als laatste hoop p. 16 Je zou het haast vergeten als je lang genoeg over de campus loopt, maar Rotterdam bestaat niet alleen uit docenten, studenten en surveillanten. Rotterdam is dĂŠ multiculturele stad van Nederland met een zeer uiteenlopende bevolking. In het dagelijks leven als student kom je met bepaalde bevolkingsgroepen van Rotterdam amper in aanraking. Denk bijvoorbeeld aan Oost-Europese gastarbeiders. Misschien weet je toevallig dat de bovenburen Pools zijn en groet je ze wel eens als je ze tegenkomt, maar daar houdt het voor de meeste studenten wel mee op wat betreft de interactie met deze bevolkingsgroepen. Hetzelfde geldt voor illegale vluchtelingen, daklozen en drugsverslaafden. Dit zijn voor ons de onzichtbare inwoners van Rotterdam.

Toch zijn deze mensen er in grote getalen in Rotterdam, met de nodige problemen tot gevolg. Credo doet voor u het verhaal rond deze bevolkingsgroepen uit de doeken.

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

13

ROTTERDAM

De problematiek rond arbeidsmigranten uit Oost-Europa.

Rotterdammers zijn rijk, Rotterdammers zijn arm. Ze werken fulltime, parttime of helemaal niet. Ze hebben een villa, een appartement of helemaal geen huis. Dik of dun, religieus of atheïst, blij of boos, lang of klein, wel of geen schulden, alleen of samen, Rotterdam kent ze allemaal.

Zo’n hectische stad heeft echter wel wat inzicht en structuur nodig om alles in goede banen te leiden.

E

én van de problemen die zich op dit moment voordoet, is dat Rotterdam alle verschillende groepen wel kent maar niet allemaal ziet. Voornamelijk migrantengroepen uit Midden- en Oost-Europa (de zogenaamde MOE-landen) verblijven onopgemerkt in deze grote stad. Om deze ‘blind spot’ te verkleinen is er door onderzoekers van onze faculteit (Snel, Burgers, Engbersen, Ilies, Meij & Rusinovic) onderzoek gedaan naar de Bulgaarse, Poolse en Roemeense arbeidsmigranten in Rotterdam.

Historische achtergrond In 2004 zijn er acht nieuwe MOE-landen toegetreden tot de Europese Unie, waaronder Polen.

Dit hield voor deze landen in dat de grenzen binnen Europa wegvielen en dat de inwoners zich vrij mochten vestigen in andere EU-landen. Er wordt juridisch echter een onderscheid gemaakt tussen wonen en werken. De nieuwe EU-landen waren in mei 2007 pas volledig toegetreden tot de EU en hebben nu ook volledige toegang tot de arbeidsmarkt. Voor die tijd moesten werknemers in het bezit zijn van een tewerkstellingsvergunning (twv) en was er voor hen hierdoor een (zeer) beperkte arbeidsmarkt in de andere EU-landen.

Roemenië en Bulgarije, die in 2007 toetraden tot de EU, vallen nog steeds onder deze twv-regeling en zitten nog in de ‘overgangsperiode’.

14

CREDO MAGAZINE // Juni 201

Legale en illegale arbeid Er zijn ook veel arbeidsmigranten uit MOE-landen in Rotterdam gevestigd. Hoeveel precies is onduidelijk omdat grote aantallen migranten zich niet registreren bij de gemeente. De gemeente Rotterdam heeft hierdoor een beperkt inzicht in de woon- en werksituatie van deze migranten. Er is het minst bekend over de situatie van Bulgaren en Roemenen, omdat zij het meest recentelijk zijn aangekomen in Nederland. Ook dienen zij wettelijk gezien een werkvergunning aan te vragen om te mogen participeren op de formele arbeidsmarkt, maar er zijn aanwijzingen gevonden dat dit niet altijd gebeurt. Voor de migrant zijn er twee manieren om aan een werkvergunning te komen. Voor de eerste optie is er een aanbod van een Nederlandse werkgever nodig om een werkvergunning te krijgen. De andere optie is om als zelfstandige ondernemer aan de slag te gaan. Deze criteria zijn niet voor iedereen die wil migreren haalbaar. Sommige migranten maken toch de keuze om te verhuizen en dit levert problemen op. Er bestaat het gevaar dat migranten op zoek gaan naar andere bronnen van inkomsten om zich alsnog te kunnen vestigen in Nederland.

De informele arbeidsmarkt biedt voor sommigen een oplossing. Er wordt zwart gewerkt, waar de eventuele contracten zijn mondeling besproken, net zoals het salaris. De migranten verrichten ook vaak werk dat beneden hun opleidingsniveau ligt.

Sociale leefsituatie Vaak gaat het werken in de informele arbeidsmarkt gepaard met informele huisvesting. Uit het onderzoek, genaamd ‘Arbeidsmigranten uit Bulgarije, Polen, en Roemenie in Rotterdam:

“Het is onduidelijk hoeveel Oost-Europese arbeidsmigranten er zijn in Rotterdam, omdat grote aantallen zich niet registreren”

Help?! De Oost-Europeanen komen Eva Schinkelshoek

sociale leefsituatie, arbeidspositie en toekomstperspectief ’, is dan ook gebleken dat voornamelijk de Bulgaren werk en huisvesting vinden via familie, vrienden of kennissen en het minst gebruik maken van de formele instanties. In het onderzoek gaven veel Bulgaren aan dat zij gratis woonden of minder dan 200 euro huur per maand betaalden.

Dit betekent vaak het delen van appartementen met meerdere huisgenoten, vaak uit hetzelfde land van herkomst. Deze huizen zijn vaak slecht onderhouden en verloederd door de huisbaas.

Opmerkelijk is dat veel Bulgaarse migranten uit de Turkssprekende regio’s van Bulgarije komen en de Turkse taal betrekkelijk goed beheersen. Dit is voor deze migranten een groot voordeel in een stad als Rotterdam, waar ruim 45000 mensen met een Turkse afkomst wonen. De Bulgaren kunnen snel hun netwerk uitbreiden en deze gevestigde gemeenschap in hun voordeel gebruiken. Het blijkt dat Bulgaren vaak een werkgever hebben met een Turkse of Turks-Nederlandse afkomst.

Dit verklaart ook waarom Bulgaren, in tegenstelling tot Polen en Roemenen, ‘taal’ niet meenemen als criteria in hun beslissing om te migreren. Veel Polen en Roemenen gaven aan dat de beheersing van Engels, Nederlands of Duits meewoog in de beslissing om naar Nederland te migreren. Vanwege de affiniteit met de Turkse taal hebben de Bulgaren ook minder kennis van de Nederlandse taal nodig om zich staande te kunnen houden in Nederland en daarmee in Rotterdam.

Toekomst: Kansen of problemen?

Vanaf 1 januari 2014 hoeven Bulgaren en Roemenen geen werkvergunning meer te hebben om te kunnen participeren op de Nederlandse arbeidsmarkt. In tegenstelling tot een vermindering van de zorgen binnen de gemeente Rotterdam, loopt de spanning juist op. Veel Bulgaren zijn op dit moment werkloos, werkzoekend of hebben banen die onder hun niveau zijn. Burgemeester Ahmed Aboutaleb en wethouder Hamit Karakus (met als portefeuille: Wonen, ruimtelijke ordening, vastgoed en stedelijke economie) zijn bang dat het aantal kansarme migranten in 2014 nog meer zal toenemen. Karakus is van mening dat de Rotterdammers geen last mogen krijgen van de arbeidsmigranten. De Bulgaarse en Roemeense autoriteiten hebben hier een andere kijk op en verwachten dat de toename in arbeidsmigranten wel mee zal vallen.

Een hogere toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt kan er ook voor zorgen dat de Bulgaren en Roemenen juist minder uitgebuit worden omdat zij nu ook kunnen werken voor een wettelijk minimumloon. Ook zou het kunnen dat zij meer gebruik gaan maken van de formele instanties en zich sneller zullen laten registeren. Dit zou betekenen dat de gemeente Rotterdam wel beter inzicht krijgt in deze bevolkingsgroep en dat zij zich ook beter kunnen richten op specifiek beleid voor deze groepen.

De eenzame immigrant Een gedicht van Anne Kielman

Hij is het zwarte op het witte, de uitgedroogde cactus in de woestijn.

Waar de winter nooit haar adem slaakt, maar rust in diepe eenzaamheid.

Hij verstaat alleen zijn eigen taal, er is niemand die hem hoort.

Alleen zijn eigen handen bieden warmte, zijn voeten sleept hij voort.

Hij is een litteken van verlangen, blind, zonder religieuze boeken en psalmen, verboden fantasieën en sprookjes, als de daadkracht van zijn armen.

Hij mist het geluid van golven, vogels met prachtige veren.

Niemand om mee te praten, en, niemand die het hem wil leren.

Hij kan alleen maar zuchten, genieten van de eerste lentezon.

Terugdenkend aan zijn vaderland, waar hij alles nog wél kon.

Hij is verliefd geworden, verliefd op zijn eigen uniciteit.

Maar tegelijk alleen bevredigd, thuis, in zijn eigen eenzaamheid.

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

15

ROTTERDAM

De Pauluskerk als laatste hoop Een kijkje in de keuken van de rots in de branding voor illegale vluchtelingen, daklozen en drugsverslaafden.

In Rotterdam bevinden zich naar schatting 20.000 illegalen. Hebben deze mensen dringende medische zorg nodig dan is dat mogelijk. Echter biedt de stad Rotterdam naast deze verplichte dienst geen verdere voorzieningen. Waar bevinden deze mensen zonder verblijfsvergunning zich aangezien wij hen niet bedelend op de hoek van de straat zien zitten.

W

anneer je zoekt naar deze groep mensen wijzen bijna alle pijlen dezelfde richting uit, namelijk naar de Pauluskerk. “Overwin het Kwade, door het Goede”. Deze spreuk van de apostel Paulus is het motto van de Pauluskerk in Rotterdam. De kerk is een diaconaal centrum, dat wil zeggen dat de kerk zorg biedt aan mensen die in een zeer slechte levenssituaties verkeren . De kerk ontfermt zich over daklozen, drugsverslaafden, vluchtelingen en illegalen. Hierbij kan gedacht worden aan medische zorg, onderdak, spreekuren, juridische bijstand, toegang tot scholing, maar ook hulp bij het terugkeren naar het land van herkomst.

Waarom ziet de Pauluskerk dit als haar taak?

De situatie waarin deze mensen zich bevinden vindt de Pauluskerk onrechtvaardig.

Sinds de jaren tachtig zet de kerk zich in voor mensen die zich in moeilijke levenssituaties bevinden. De inzet van de gemeente schoot, en schiet nog steeds tekort. Voor daklozen, illegalen en drugsverslaafden was er jaren geen (goede) opvang aanwezig. Nog steeds is de opvang vanuit de gemeente hoogdrem-

16

CREDO MAGAZINE // Juni 201

pelig en ineffectief volgens dominee Hans Visser. Rotterdam behandelt nu verslaafden en zwervers via een opvangprogramma om hen als nette burgers weer los te kunnen laten. “Zo werkt het echter niet in de praktijk,” aldus dominee Visser.

De Pauluskerk weet haar doelen te bereiken door de inzet van vrijwilligers. De nachtopvang wordt bijvoorbeeld verzorgd door twee mensen per nacht. Iedereen kan zich hiervoor aanmelden en men kan aangenomen worden middels een selectieprocedure. Er zijn vele verschillende manieren waarop de Pauluskerk kansarme mensen te hulp weet te schieten.

Het doel van de kerk ligt op de lange termijn, namelijk mensen verder helpen en in de richting te duwen naar een betere levenssituatie. “Je geeft de mensen niet alleen vis, maar je leert hun tegelijkertijd zelf vissen. Daarbij is het van belang dat de mensen toegang hebben tot de visvijver.” Zoals de Pauluskerk zelf zegt.

De Pauluskerk wordt gefinancierd zonder subsidie van de gemeente Rotterdam. De inkomsten komen uit de Centrale Hervormde Diaconie Rotterdam Centrum, Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en uit giften.

Perron Nul De Pauluskerk kent een roemruchtig verleden. In de jaren ’80 en ’90 lag naast het centraal station in Rotterdam Perron Nul. Dominee Visser van de Pauluskerk zorgde op deze parkeerplaats ervoor dat de vele junks en verslaafde daklozen schone spuiten en

methadon konden krijgen. Perron Nul werd niet alleen in Rotterdam een begrip, maar in geheel Nederland. De hulp van meneer Visser zorgden ervoor dat uit heel Nederland verslaafden naar Perron Nul kwamen. Op het hoogtepunt bivakkeerden maar liefst duizend verslaafden op het parkeerterrein. Tegen deze opvang was veel verzet, de verslaafden zorgden voor overlast rond het centraal station en burgers voelden zich onveilig. In 1994 werd het terrein dan ook ontruimd. Meneer Visser waarschuwde ervoor dat sluiting van Perron Nul, door een gebrek aan alternatieve opvang, voor verspreiding van de verslaafden door heel Rotterdam zou zorgen. In achterstandswijken, zoals Spangen, namen de problemen door drugs na de sluiting inderdaad sterk toe.

De Pauluskerk is beroemd, geroemd en berucht. De spraakmakende steun aan daklozen en verslaafden door dominee Visser met Perron Nul heeft vele discussies op gang gebracht. In juni openen de deuren van de nieuwe Pauluskerk, op ongeveer dezelfde locatie als voorheen, aan de Mauritsweg. De nieuwe Pauluskerk is gericht op vluchtelingen, daklozen en verslaafden, maar ook op de gewone burger. Zo biedt de Pauluskerk straks ruimte aan kerkdiensten, vluchtelingenopvang, een eethuis, de medische dienst, de voedselbank en zelfs enkele hotelkamers.

Jawel, iedereen is welkom bij de Pauluskerk.

Wil je meer weten over het werk van de Pauluskerk, of wil je zelf een steentje bijdragen?

Kijk op www.pauluskerkrotterdam.nl

De Pauluskerk als laatste hoop / ‘Strati takki’ brengt geen ‘doekoe’ in het laatje Rutger van Aken / Anne Kielman

‘Strati takki’ brengt geen ‘doekoe’ in het

k p

or n.

laatje.

Hoe de gemeente Rotterdamse jongeren bewust wil maken van hun taalachterstand.

Ondanks dat taalspelletjes op de iPhone, zoals Wordfeud en Rumble, afgelopen jaar een hit waren in de app-store, is het slecht gesteld met de Nederlandse taal van jongeren, zo stellen verschillende burgermeesters in Nederland. Ook de gemeente Rotterdam maakt zich ernstige zorgen. Vooral vanwege de grote werkloosheid onder allochtone jongeren.

Met de campagne ‘Jouw taal, Zijn taal’ wil de gemeente jongeren bewust maken dat ze met taal als ‘Fa waka’, ‘Doekoe’ en ‘Omin’ niet aan een baan zullen komen.

O

m er achter te komen of je kennis van de Nederlandse taal voldoende is, kun je terecht op de website jouwtaalzijntaal.nl.

Hier kun je testen of je de Nederlandse taal goed beheerst en hier vind je een overzicht van allerlei manieren om aan je taalvaardigheden te werken.

Dat kan via bijlessen op school en meedoen aan een zomerschool, maar ook via allerlei apps, spelletjes en websites. Ook is de gemeente een postercampagne gestart waarop een zin in straattaal vertaald wordt naar het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Het vreemde is dat als je geen geweldige kennis van straattaal hebt, zoals ik, je faalt in het vertalen van de straattaal naar het ABN. Ook ik moet volgens de campagne nu aan mijn taalvaardigheden gaan werken... Aan mijn straattaal taalvaardigheden dus?

Deze hele campagne is nodig omdat uit onderzoek is gebleken dat 60% van de startende MBO-leerlingen een taalzwakte heeft. Twaalf procent van de Rotterdamse jongeren (ongeveer 10.000 jongeren) zouden hierdoor moeite hebben om de leerstof begrijpen en om een sollicitatiebrief op te stellen. De klassen voor extra taallessen op het MBO zijn al jaren leeg. De gemeente probeert door middel van de campagne de jongeren in te laten zien, dat het voor later vereist is om goed ABN te spreken. De campagne heeft de gemeente zo’n 88 .000 euro gekost, wat heeft geleid tot veel argwaan bij poltieke partijen.

De jongeren die straattaal spreken wonen grotendeels in de Randstad. Zij hebben deze straattaal ontwikkelt om zich af te scheiden van de meerderheid van gewone burgers en ze scheppen er een

eigen alternatieve ruimte mee waarin zij zich kunnen defeniëren en beschrijven anders dan de meerderheid dat doet. De straattaal is sinds de opkomst van de rechtse politieke partijen en hun neoliberale beleid een ‘hot topic’ en wordt gezien als een belemmering voor de integratie van migranten en hun nakomelingen. Dit wordt gekoppeld aan hun slechte schoolprestaties en de grote werkloosheid onder de migranten.

De term straattaal wordt in de neoliberale politiek vaak op een negatieve manier gebruikt. Zij hameren er al jaren op dat migranten goed moeten kunnen integreren en dus het ABN moeten beheersen. De term ‘straattaal’ blijkt zeer problematisch. Deze is immers verzonnen en geïntroduceerd in de media en door een taalkundige, dus niet door de sprekers zelf. In taalkundig onderzoek en in de media komt het gebruik van het label straattaal vaak voor omdat zij de jongeren als aparte groep willen zien en onderzoeken. De reactie hierop is dat de jongeren zich dus ook in

een bepaalde groep gedrukt voelen waar binnen cohesie ontstaat. Zij isoleren zich op deze manier af van de rest van de maatschappij. Daarbij komt dat door het label straattaal de indruk gewekt wordt dat jongeren een taal spreken die geheel verschilt van het ABN. Nog een consequentie is dat het label de indruk geeft dat straattaal een gebrekkig of in elk geval deviant Nederlands is.

Het wordt vaak gerelateerd aan niet-succesvolle migranten. Uiteindelijk worden de negatieve kenmerken die aan het label straattaal worden gekoppeld, automatisch ook aan de sprekers van de straattaal toegeschreven.

Het is dus maar de vraag of er een echte correlatie bestaat tussen werkloosheid onder jongeren en het spreken van straattaal. En daarbij komt ook nog de vraag of de campagne wel de jongeren aanspreekt…

Wil je meer weten over deze campagne van de gemeente Rotterdam?

Kijk op www.jouwtaalzijntaal.nl

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

17

D e di eh ar ds va n de sk ir ei s

Afte r tenta menb orrel #5

The`proudvillageto bepeople op het fout’ feest

Kijk voo r mee r fot o’ s op Ce don ulli .nl fsw 50 - In Br uss el me t Be stu urs kun de

Int er fac ult air Ga la

fs w 50 - N ac ht va n de S oc io lo gi e 18

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

tie bijdamde Cedo’ s ondelega marath van Rotter

Ka ra ok e tij de ns he t ac tie ve le de n ui tj e

Actieve Leden Uitje

In te r fa cu lta ir G al a

Maste r Your F uture dag

A ft er te nt a me nb or re l #6 O n z e NMU N d e le g a te s o p Ti m e s S q u a re

H oo fddekdeselskireavondis tijden s

fs w 50 - M et P sy ch ol og ie na ar Am st er da m

De reiscommissie was ook goed fout op het foute feest CREDO MAGAZINE // Juni 2013

19

ROTTERDAM

Credo’s Casus Discussie over het koningshuis Ook deze editie is hij er weer, Credo’s Casus! De redactie heeft deze rubriek echter in een nieuw jasje gestoken. Dit keer werd er samen met twee eerstejaars bestuurskunde studenten en twee bestuurskunde tutoren gediscussieerd over de monarchie. Dit actuele onderwerp is de laatste tijd veel in het nieuws geweest, aangezien koningin Beatrix op maandag 28 januari 2013 heeft aangekondigd afstand te doen van de troon op 30 april 2013.

Nederland is sinds 30 november 1813 een monarchie, waarbij de koning veel macht had, onder andere over het leger. Deze macht werd beperkt door de komst van de grondwet van 1848. De koning had niet langer een autoritaire rol, maar was ondergeschikt aan de ministers (ministeriële verantwoordelijkheid). De ministers werden verantwoordelijk voor de uitspraken en het gedrag van de koning. Nederland werd een constitutionele monarchie, waarbij het koningschap een steeds meer symbolische functie heeft gekregen. Het huidige takenpakket van de koning bestaat uit formele en symbolische taken. Onder de formele taken vallen het ondertekenen van wetten, voorzitter van de Raad van State en het voorlezen van de troonrede. Naast de formele taken beschikt de Koning(in) ook over symbolische functies: Een samenbindende functie, vertegenwoordigende functie (staatsbezoeken) en tot slot een aanmoedigende functie. De hoofdvraag die Credo heeft gesteld was: Moet de monarchie worden afgeschaft?

20

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

Credo’s Casus Jaimy Schutte

Naam: Tiuri van Rossum Functie: Tutor en onderzoeker aan de EUR, capaciteitsgroep bestuurskunde

Naam: Yannick van Riet Opleiding: Eerstejaars bestuurskunde student

Vraag 1: Wat vinden jullie van de huidige rol van het koningshuis?

Yannick: “Op dit moment is er een prima rol voor de koning(in) weggelegd. Wat mij betreft mag dit ook zo blijven. De formateur benoemen is alweer afgeschaft en we hebben afgelopen kabinetsperiode gezien dat dit niet heel soepel verliep. Dus ik vind dat hij deze functie wel weer terug mag krijgen.”

Warda: “Het koningshuis speelt een bepaalde rol, zeker in de huidige samenleving waarin er sprake is van individualisering. Mensen kunnen zich tegenwoordig moeilijk identificeren met bepaalde zaken, zo is bijvoorbeeld de kerk weggevallen. Het koningshuis kan in die zin toch voor een eenheid zorgen, zodat mensen het idee hebben dat ze ergens bijhoren. In termen van kosten, vind ik dit wel een probleem. Het gaat om miljoenen en ik vraag me af of dit nodig is voor een goed functionerend koningshuis.”

Tiuri:“Buiten die waarde en traditie die daarbij komen, vind ik dat het koningshuis ook stabiliteit kan geven. Als we kijken naar het buitenland, de koning(in) gaat vaak op staatsbezoeken. De ministers doen dit ook, alleen veranderen de ministers iedere vier jaar, of zelfs elke twee jaar. Soms is het voor het buitenland moeilijk om daarin te investeren.

Gelijk gekoppeld naar de kosten ben ik het daar niet mee eens. Het bedrag is ongeveer 45-48 miljoen euro, dit is een prima bedrag. ” Warda:“Ik vind 48 miljoen een groot bedrag, vooral in tijden van crisis. Als we kijken naar de kosten die gemaakt worden voor de hoeden die voor Beatrix gemaakt worden of naar de kosten voor haar kapsel, denk ik dat je daar zeker op kunt bezuinigen. In de loop der tijd is de koning(in) haar bevoegdheden kwijtgeraakt. In dat opzicht is ze voor weinig verantwoordelijk, dan mag je ook in haar beloning gaan korten.”

Yannick: “Als we gaan korten op de kosten van het koningshuis, zal dit kunnen betekenen dat ze minder staatsbezoeken aan het buitenland kunnen brengen. En dan kan zij de symbolische functie niet goed vervullen.”

Warda:“Ik ben het met je eens dat op deze zaken niet gekort moet worden. Maar er zijn andere kostenposten waarop wel bezuinigd kan worden.”

Naam: Warda Belabas Functie: Tutor en onderzoeker aan de EUR, capaciteitsgroep bestuurskunde

Jan-Willem:“Daar ben ik het helemaal mee eens. Nu is er ook veel onduidelijk omtrent de kosten. De waarde en het vermogen van het koningshuis wordt geschat op ongeveer 5 miljard. Ik denk dat ze deze hoge vergoedingen helemaal niet nodig hebben en dat we daar best in mogen snijden.”

Vraag 2: Een koning in plaats van een koningin. Heeft dit gevolgen voor Nederland?

Yannick en Jan-Willem: “Positieve gevolgen.”

Jan-Willem:“Willem-Alexander heeft aangegeven dat hij een ceremoniele rol wilt aannemen, daarbij is hij natuurlijk ook een moderne man. Hij heeft een bepaald charisma en naar mijn mening is iedereen lovend over hem.”

Yannick: “Hij heeft er afgelopen jaren hard aan gewerkt om zijn imago als ‘Prins Pils’ weg te werken, zodat hij nu ook wel iets serieuzer wordt genomen. Begin april hebben we met de bestuurskundecommissie een bezoek gebracht aan de Raad van State. Hier werd verteld dat Beatrix in de afgelopen 33 jaar dat zij koningin is geweest welgeteld acht keer een bezoek heeft gebracht, terwijl Willem-Alexander probeert eens in de zes weken een vergadering bij te wonen. Hij zal niet op de voorgrond treden wat betreft de formele taken, maar ik denk dat het wel belangrijk is dat hij bezig blijft met de formele taken door de Raad van State te blijven bezoeken.”

Tiuri: “Ik kan me heel goed vinden in wat zij zeggen, het enige wat ik ook in Beatrix heb gezien is dat ze in mijn ogen overkwam als een soort burgermoeder. Dat is een rol die WillemAlexander minder goed kan innemen.”

Warda: “Dat heeft ook te maken met haar ervaring die ze heeft heeft opgedaan.”

Tiuri: “In mijn ogen is Beatrix een strenge, maar lieve vrouw. Dat zal Willem-Alexander nooit worden. Daarbij denk ik dat Maxima deze rol wel kan innemen.”

Vraag 3: Is het koningshuis democratisch verantwoord? Past dit bij ons land?

Warda:“Nederland is niet een democratie in de puurste zin, maar dat hoeft helemaal niet erg te zijn. Ik denk wel dat het belangrijk is dat een land bestuurd wordt door de mensen die de capaciteiten hebben om een land te besturen.

Naam: Jan-Willem Roeloffs Opleiding: Eerstejaars bestuurskunde student

Mijn grootste bezwaar tegen het koningshuis zijn de bevoegdheden die je erft, maar als je vervolgens besluit om deze bevoegdheden te beperken ben ik van mening dat het goed samen kan met een democratie.”

Yannick: “Dan is er altijd nog de vraag of de koning capabel genoeg is voor de functie die hij toebedeelt krijgt. Maar dan moeten we ons ook afvragen of een minister capabel genoeg is voor zijn taak. Een koning wordt jarenlang voorbereid op zijn rol, terwijl een minister pas een paar maanden van te voren krijgt te horen dat hij minister wordt.”

Tiuri: “Democratie betekent de stem van de volk. Een koning staat daar altijd haaks tegenover, omdat een koning een bloedlijn is die doorloopt en die is dan alleenheerser van het land en is niet het stem van het volk. Wij kunnen allemaal minister-president worden, als wij hier heel hard voor werken, maar wij kunnen nooit koning worden.”

Vraag 4: Tot slot de hoofdvraag, moet het koningshuis worden afgeschaft?

Warda: “Voor mij hoeft het koningshuis niet weg, maar ik ben wel van mening dat je de bevoegdheden mag beperken tot de ceremoniële taken. En zoals ik al eerder heb gezegd zijn de kosten een belangrijk punt van aandacht.”

Jan-Willem: “Je hoort van teveel Nederlanders dat het koningshuis zorgt voor enige troost, daarom moet het niet weg. Echter uit veel onderzoeken is gebleken dat 65% van de bevolking van mening is dat er een meer ceremoniële functie voor de koning moet komen. Het lijkt mij verstandig om de bevoegdheden in te perken.”

Yannick: “Ik vind dat de koning op dit moment al niet heel veel te zeggen heeft. Hij benoemde voorheen de formateur, maar deze ging toch zijn eigen gang. In de Raad van State heeft hij eigenlijk ook niks te zeggen, ook al is hij voorzitter. Daarom ben ik van mening dat de formele taken moeten blijven.”

Tiuri: “Ik vind dat het koningshuis moet blijven.

Het is zowel intern als extern een stabiele factor. Dat weerspiegelt in de formele taken die ze heeft, daarom mag ze van mij de wetten blijven ondertekenen en de formateur benoemen.”

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

21

WETENSCHAP

&

k rabbels koppoters kleuterkunst Van

f je nou een klein kunstenaartjes was, of je altijd moest uitleggen wat die ene krabbel daar voorstelde, getekend hebben we allemaal. Wat men niet zo vaak weet is dat kindertekeningen al heel lang worden gebruikt voor onderzoek naar het cognitief-, sociaalen emotioneel functioneren van kinderen. Credo zocht uit wat er allemaal aan kindertekeningen af te lezen valt.

Zo’n diagnostisch onderzoek kan om verschillende redenen worden afgenomen. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt om het ontwikkelingsniveau of de intelligentie van het kind te bepalen of hoe men het beste met bepaald gedrag van het kind kan omgaan. Er wordt daarbij gekeken of het kind de ontwikkelingsstadia van kindertekeningen goed en op tijd doorloopt.

De ontwikkeling van kindertekeningen Over het algemeen worden er drie fasen in de ontwikkeling van kindertekeningen onderscheiden. Dit zijn de krabbelfase, de schematische fase en de realistische fase. Het tekenen begint als een peuter ongeveer 18 maanden oud is. Hij of zij ontdekt dan dat er een streepteken achterblijft als hij of zij een potlood over papier beweegt. Vanaf dit moment is de peuter bewust van dit motorische verband met het verschijnsel, de streep op het papier. Hierna volgt een periode van krabbelen en krassen. Dit is vooral een oefening van de oog-handcoordinatie. Deze krabbels zijn niet bedoeld om iets uit te beelden, maar puur ter oefening en spel. De peuter vindt het in deze fase nog erg moeilijk binnen het blad te blijven kleuren. Zo

22

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

krabbelen zij ook graag op het behang, de tafel of op hun eigen kleding.

Als de kinderen ongeveer twee jaar oud zijn, zijn zij instaat om enkele figuren te onderscheiden en te tekenen. Zo tekenen zij bijvoorbeeld driehoeken, vierkanten, cirkels en kruizen.

Deze ontstaan puur door het maken van toevallige vormen. De peuter is zich nu beter bewust van zijn of haar motoriek en is beland in het stadium van het beheerst krassen.

In de leeftijd vanaf drie tot acht jaar bevindt het kind zich in het schematische stadium.

Hierbij streven zij ernaar om vorm aan hun kindertekening te brengen. De eerste herkenbare vorm is meestal die van de mens. De ‘koppoter’, die bestaat uit een cirkel voor het hoofd, met daarin cirkeltjes voor de ogen en mond.

Meestal tekenen zij nog geen neus. Twee verticale lijnen vormen meestal de armen en benen.

Men blijft mensen tekenen en steeds worden deze tekeningen realistischer. Eerst tekenden de kinderen mensen altijd hetzelfde, ongeacht het geslacht of de leeftijd. Vanaf dit moment worden er details als wenkbrauwen, wimpers en haar bij het figuur aangebracht. Ook begint

men nu de onderkant van het blad als grondlijn te gebruiken. Later is het kind in staat zelf een grondlijn aan te geven op het blad.

Als het kind tussen de 9 en 12 jaar oud is, doorloopt zij het realistische stadium. Zij proberen een natuurgetrouwe tekening neer te zetten. Zo worden lichaamsvormen, die voorheen bestonden uit rondjes en lijnen, vervangen door realistischere mensenvormen. Ook tekent men de poppetjes in beweging, zijn de proporties meer in verhouding en brengen ze steeds meer details toe. Zij tekenen nu mensen na zoals een vader met kort haar en een moeder met krullen en een jurk.

In de puberteit raakt men bewust van de beperkingen die men heeft om de realiteit in een tekening af te beelden. Hierdoor wordt tekenen als vorm van zelfexpressie naar de achterkant gedrongen en vervangen door het gebruik van taal. Vanaf 12 jaar neemt het tekenen van kinderen dus af.

Jongens en meisjes Jongens en meisjes lijken over het algemeen dezelfde tekenontwikkeling door te maken. Wel

Van krabbels, koppoters tot kleuterkunst Anne Kielman

Daarnaast vormen kindertekeningen ook een basis voor het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen of sociaal-emotioneel disfunctioneren.

Karen Machover is de grondlegger van het idee dat een kindertekening informatie verschaft over het ‘geprojecteerde zelf ’. Zij veronderstelde dat er een sterke relatie bestaat tussen de getekende mens en de persoonlijkheid van het kind dat deze getekend heeft. Hierbij duidde zij erop dat een kind met een duidelijke gender identiteit de

Tijdlijn

De krabbel fase

18 mnd - 3 jaar

25%

15%

5%

vu k ld ra e ss k r en a on o sp sse p af g ira n ge ev m ul ci len aa de rk kt c els po irk p e po pe ls pp tje et je zo n gr a lu s c bo ht om di vo h er or ui vo we s ge z ee er r p om / tu et ris ve stra ig ch rsi nd e er i vo n rm g en

Het gebruik van kindertekeningen voor diagnostisch onderzoek Hoewel projectieve tekentests als instrument voor de diagnostiek over het algemeen onbetrouwbaar en niet- valide zijn, worden de tekentests nog steeds frequent gebruikt. Al in 1926 werd door Goodenough de ‘Draw-a-Man test’ geïntroduceerd. Hierbij wordt de kwaliteit van een mensentekening gebruikt om de cognitieve vermogens van een kind in te schatten. Hierbij stelde Goodenough dat bepaalde kenmerken van de kindertekening correleren met de mentale leeftijd van een kind. Dit werd dus gebruikt als maatstaf voor de intelligentie van een kind. In 1963 ontwikkelde Harris nieuwe normen voor de test en maakte een gedetailleerd scoringssysteem. Hierdoor werd de ‘Draw-a-Man test’ een echt pedagogisch meetinstrument voor de intellectualiteit en intelligentie van een kind.

De onderwerpen van kindertekeningen bij

jongens envan meisjes De onderwerpen kindertekeningen bij jongens en meisjes

op ge

lopen de meisjes vaak wat voor en hebben meestal meer tekentalent. Dit komt doordat jongens meer geinteresseerd zijn in figuren in actie en de meisjes meer in details en decoraties. Meisjes tekenen dan ook vaak hun figuren een stuk groter. Zij lijken rekening te houden met de hoeveelheid details die zij nog in hun figuur willen tekenen. Ook blijkt dat het per geslacht vastligt wat zij graag tekenen.

Zo tekenen meisjes graag poppetjes, dieren en versieringen en jongens voertuigen, geometrische vormen en natuurelementen (zie hierbij de grafiek hiernaast).

eerste mensentekening van zijn eigen sekse maakt.

Men identificeert zich dus met hetgeen wat hij of zij tekent. Als een kind de andere sekse tekent, kan dit duiden op een seksualiteit- of identiteitsprobleem. Ook speculeerde zij dat het niveau van zelfwaarde van het kind te meten valt aan de grootte van de tekening. Tevens zou de plaatsing van de tekening op het papier informatie verschaffen over de gemoedstoestand van het kind. Daarbij veronderstelde ze dat als een jongetje een groter vrouwelijk mens tekende dan een mannelijk mens, hij mogelijk werd gedomineerd door zijn moeder.

Uit empirisch onderzoek bleek dat er slechts een bewijs geldt voor de hypothese dat de grootte van de tekening het niveau van eigenwaarde van het kind reflecteert.

kinderen ook betekenis verlenen aan huizen en bomen. Door de variatie aan tekenelementen ten opzichte van het enkele poppetje van de ‘Drawa-Man methode’ is er meer interpretatie mogelijk bij deze nieuwe manier. Mocht het onderzochte kind minder presteren dan kinderen van dezelfde leeftijd, dan is het aanbevolen alert te zijn op sociaal-emotionele problemen.

Mocht je later kinderen krijgen, wees dan alert op de mannetjes, vrouwtjes, bloempjes en autootjes.

Haal ook eens je eigen kindertekeningen van zolder en ontdek waar sommige ietwat rare gedragingen vandaan komen en misschien had je moeder toen al de broek aan...

In 1948 werd als tegenhanger van de ‘Draw-a-Man methode’, de House Tree Person (HTP) geintroduceert. Hierbij speelde men met de gedachte dat

De Schematische fase 3 - 8 jaar

De Realistische Fase

9 - 12 jaar

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

23

STUDENTENLEVEN

elemaal geweldig dat studeren, rollend de kroeg uit en de volgende ochtend kruipend naar je colleges. Tussen de middag een vet broodje bij één van de Turkse zaken in de stad, aansluitend een bezoekje aan de bioscoop, om vervolgens deze effectieve dag na te bespreken op een barkruk. Toch zal je studentenleven, hoe lang je deze ook zal proberen te rekken, een keer eindigen. En dus moet je als student ook tijd vinden, of beter gezegd maken, om je te oriënteren op de tijd na je studie en de positie waar je op de arbeidsmarkt naar toe wilt werken. In gesprek met Judith van den Berg, studieadviseur bestuurskunde, gaat Credo opzoek naar het stappenplan voor je carriere.

Stap 1: Oriënteren

Na het bezoeken van open dagen, het eten van vele kleffe broodjes en vele slappe bakjes koffie op verschillende universiteiten door het gehele land heb je één of enkele jaren geleden de keuze gemaakt voor je huidige studie. Een belangrijke

24

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

stap in je carrière, echter moet je tijdens je studie al verder gaan denken over wat te doen nadat je afgestudeerd bent.

alleen aandacht voor het soort werk dat je verricht, maar ook of de organisatiecultuur aansluit bij je wensen’’, aldus Van den Berg.

Vervolgens is het zaak om te kijken wel“Ontdek allereerst wat jou als student moke vaardigheden aansluiten bij de banen tiveert tijdens je studie. Waar ben ik goed op de arbeidsmarkt. Judith: “Sla gerust tijin? Wat zijn mijn capaciteiten en waar ligdens het ontbijten eens de vacaturebijlage gen mijn interesses,” vertelt Judith van den van de Volkskrant open. En lees aandachBerg. De vaardigheden waarin je goed bent tig welke kwaliteiten kan je zelf opschrijven, door werkgevers gemaar laat ook mensen zocht worden.” Deze direct uit je omgeving, “Er komen bij mij wel eens studenten die bijv. je ouders apart hun hele carrière al hebben uitgestippeld. Ik gezochte kwaliteiten je vergelijken met oordelen over jouw adviseer ze om die keuzes niet allemaal zo kan je eigen, eerder opvaardigheden, zo krijg strak vast te leggen.” - Studieadviseur Judith van den Berg geschreven, vaardigje een compleet beeld heden. Dit kan je ook van je capaciteiten. omdraaien, door te kijVaardigheden ontdek ken welke bedrijven je interessant vindt en en ontwikkel je ook door je bijbaan, vrijwaarom, vervolgens verdiep je je in de vaarwilligerswerk en nevenactiviteiten, kijk kridigheden en eisen die aan een werknemer tisch naar welke aspecten je leuk en minbinnen dit soort bedrijven worden gesteld. der leuk vindt om te doen. “Ook tijdens je stage doe je praktijkervaring op. Heb niet

Cursus carrière kiezen Quinten Lainert

“Ook is het van belang dat je je goed oriënteert voor je minor- en masterkeuze.

Deze keuzes kunnen richting geven aan je verdere carrière. Deze keuzes zorgen er niet alleen voor dat je bepaalde vaardigheden verder ontwikkeld, maar ook of je de gekozen richting interessant genoeg vindt. Praat met studenten om erachter te komen of je verwachtingen ook overeenkomen met de praktijk.”

Stap 2: Verdiepen

Als je de oriënterende fase grotendeels achter je hebt gelaten, stap je over naar de verdiepende fase. In deze fase ga je vooral zoeken of je verwachtingen van een beroep of sector overeenkomen met de praktijk.

Twintig procent van de werknemers geeft in aan een totaal verkeerdere carrière te zijn beland. Switchen is altijd nog mogelijk, maar als je je verdiept kan je eventuele omscholing en teleurstellingen voorkomen.

“Een absolute pre tijdens je studie is om een netwerk op te bouwen”, adviseert Judith van den Berg. “Dit netwerk bouw je op door actief deel te nemen aan bedrijfspresentaties, excursies die vooral tijdens je master georganiseerd worden en te praten met werknemers binnen organisaties. Achterover in een hoekje gaan zitten tijdens bedrijfspresentaties heeft geen zin. Je moet laten zien dat je actief bent, en bovenal interessant bent voor de organisatie.” Vacatures en bedrijfsprofielen geven natuurlijk maar een oppervlakkig beeld van de werkelijkheid. Door werknemers binnen een bepaalde organisatie of van een bepaald beroep te benaderen kom je veel beter te weten hoe het in de praktijk zit.

Indien het beroep of de sector toch niet zo interessant lijkt als je had gehoopt kan je opnieuw gaan oriënteren. “Er komen bij mij ook wel eens studenten die hun carrière al helemaal hebben vastgelegd. Eerst een propedeuse van deze studie, dan een vervolgstudie met aansluitend een bepaalde master. Ik adviseer ze om deze keuzes niet allemaal zo strak vast te leggen. Er moet genoeg ruimte blijven om te ontdekken wat je leuk en minder leuk vindt.”

Mocht je toch al ouderejaars zijn, en nog steeds geen antwoord kunnen geven op de vraag: ‘Wat wil je later worden?’ kan het heel behulpzaam zijn om een bezoekje te brengen aan de loopbaanadviseur van de universiteit, Dorianne van Schaijk. Zij kan je helpen met het ontdekken van je kwaliteiten, maar ook met het schrijven van een goede sollicitatiebrief. Voor nu moet je niet vergeten dat je carrière gisteren al begonnen is, en je vandaag verder werkt aan je carrière van morgen.

Agenda oriëntatieDagen Het Careerevent & De Masterbeurs 10 & 11 oktober 2013 Jaarbeurs Utrecht

De Nederlandse Carrièredagen 29 & 30 november 2013 Amsterdam RAI

Het Nationaal Overheidscongres 14 & 15 maart 2014 Amsterdam RAI

Erasmus Recruitment Days 29 januari - 12 februari 2014 Erasmus Universiteit Rotterdam

Smakelijk Sam6 Ze bestaan, die dagen. Met het verkeerde been uit bed stappen is een understatement, het lijkt eerder op met je geblesseerde heup uit bed storten middenin het ontbijtje wat er nog stond van het weekend. Ik moet zeggen dat ik er in principe weinig last van heb. Een ochtendmens pur sang. De wekker fungeert als het teken dat er een nieuwe, fijne, mooie dag begint, met allerlei gezelligheden en leuke mensen en feest en hiephoi. Maar juist daarom komen die off-dagen extra hard aan. Van die mensen met een chronisch ochtendhumeur zijn we het gewend. Men weet het, men ontwijkt ze expres, om het ze niet nog moeilijker te maken dan het al is. Dat maakt het extra jammer op die dagen dat ík wakker word met een levensmoe humeurtje en niemand rekening met mij lijkt te houden.

Nadat mijn favoriete outfit in de was blijkt te zitten, het brood op is en mijn ontbijtje samengesteld moet worden uit een oude cracker met wat resten pindakaas én buienradar tot overmaat van ramp aangeeft dat er stortregen en hoosweer op komst is spring ik grommend op de fiets. De hoek om rijd ik meteen de ochtendspits in: Een rij met zeker dertig tweewielers onderweg naar school, werk of bed. De rij bestaat uit allerlei stereotypische fietsers. Je hebt de Voorbijrijder, het nare typ dat je eerst met een noodvaart inhaalt om daarna op de remmen te gaan en hinderlijk voor je wiel blijft rijden. Dan is er nog de Afslag-aso, die nooit zijn verkeersdiploma heeft gehaald op de basisschool en denkt dat afslaan op elk gewenst moment zonder even een handje of knipperlicht geen problemen oplevert. Ook de Oplettende Oma levert frustraties op, omdat zij zo’n 400 meter voor aankomend kruispunt al netjes anticipeert door op de remmen te gaan, midden op het fietspad. En niet te vergeten: De International. Vaak te herkennen aan een Student Hotel fiets. Het heeft geen idee wat het doel van een fiets is, trapt zo’n twee keer per minuut, net vaak genoeg om niet om te vallen. En dit natuurlijk met zijn drieën naast elkaar, want sociaal zijn ze wel! En daar zit ik dan net weer achter, joy.

Een vrouwtje uit de categorie ‘huismoeder met teveel tijd’ rijdt op haar gemak middenin mijn spitsuur. Omdat ik zelf te belabberd ben om in te halen blijf ik achter haar rijden. Heel, heel dicht op het achterwiel. En dan achteloos kuchen en proesten. Ze begint langzamer te rijden, waarschijnlijk een teken dat ik er wel voorbij mag. Maar zo makkelijk komt ze niet van me af! Ik blijf er netjes vlak achter terwijl ik demonstratief nog wat achteruit trap.

Ze kijkt met een blik vol onbegrip en een beetje gestrest een paar keer achterom, en daarna fietst ze als een idioot voor me uit. Ik moest toch de afslag hebben, 1-0 voor mij! De voorspelde hoosbui wijkt voor een zonnetje en de uni is al in zicht. Ik grijns.

Het leven: Makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker!

Samantha Langendoen Derdejaars sociologiestudente CREDO MAGAZINE // Juni 2013

25

STUDENTENLEVEN

de (on)zin van

jongeren partijen Nederland staat bekend om haar grote aantal verschillende politieke partijen. Van de meest linkse partijen, tot de meest rechtse partijen.

Ieder individu heeft een andere mening en een ander stemgedrag. Echter is het tegenwoordig erg populair om de ‘zwevende kiezer’ te zijn, men weet vaak niet op wie of wat hij of zij moet stemmen. Het is daarom eigenlijk uniek als je al vanaf jongs af aan weet welke politieke partij jouw steun krijgt. Als je dit weet en je wilt graag meer betekenen voor deze partij, is er de mogelijkheid om lid te worden van de jongerenafdeling binnen deze moederpartij.

26

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

De (on)zin van jongerenpartijen Jaimy Schutte & Rutger van Aken

oe gaat zo’n jongerenpartij precies te werk? Wat heeft een jongerenpartij te bieden en wat heb jij de jongerenpartij te bieden? Credo heeft dit voor jullie onderzocht door een kijkje te nemen bij de Jonge Socialisten (de jongerenpartij van de PvdA) en in gesprek te gaan met John Kuijt, oud bestuurslid van het CDJA, en Samir Ahraui, lid van de Jonge Socialisten.

Verhouding jongeren- en moederpartij Bijna alle politieke partijen beschikken over een jongerenafdeling binnen hun eigen partij.

Zo heeft bijvoorbeeld de VVD als jongerenafdeling de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie (JOVD), de PvdA heeft de Jonge Socialisten (JS) en het CDA het Christen Democratisch Jongeren Appèl (CDJA). Om te weten wat er speelt onder de jongvolwassenen en een frisse aanwas van nieuwe leden te werven, is een politieke jongerenpartij zeer handig. Wel is een jongerenpartij onafhankelijk georganiseerd van de moederpartij, maar de partijen onderhouden zowel formele als informele banden met elkaar en delen dezelfde idealen. Zo vertelt John Kuijt dat bij het CDA het belangrijk wordt gevonden dat leden van de jongerenpartij actief betrokken worden bij activiteiten van de moedervereniging. Beide partijen verbreden zo hun netwerk en wisselen ideeën uit, maar het is bovenal leuk de jongeren te betrekken.

Zij brengen levendigheid met zich mee. Ook wordt er vanuit de moederpartij gekeken naar actieve jonge leden wanneer er een aantal functies open staan. Wie is er enthousiast, actief betrokken of heeft iets moois neer weten te zetten? Naast contact via activiteiten zit de voorzitter van het CDJA Rotterdam ook in het algemeen bestuur van het CDA Rotterdam. Zo houden de partijen elkaar op de hoogte van hun visie. Ook op de algemene ledenvergadering (ALV) van de moederpartij is er een delegatie leden van de jongerenpar-

tij aanwezig. Lid van een jongerenpartij kan je zijn tot rond je dertigste. Van het CDJA is dit van 18 tot en met 31 jaar. Bij de Jonge Socialisten tot en met 27 jaar. Volgens John zie je dat de jongvolwassenen echt actief zijn bij de jongerenpartij tussen de 18 en 25 jaar.

Activiteiten van een jongerenpartij Veel mensen met een politieke carrière zijn begonnen bij een politieke jongerenafdeling.

Een goed voorbeeld is onze huidige premier Mark Rutte, die landelijk voorzitter is geweest van de JOVD. Actief zijn bij een jongerenpartij is een mooie opstap wanneer je een politieke carrière ambieert.

Vaardigheden die je er leert, komen later van pas en ook de mensen die je er leert kennen, kan je later weer tegenkomen. Wat wordt er zoal georganiseerd bij een jongerenpartij? Maandelijks organiseren de verschillende jongerenafdelingen activiteiten voor hun leden. Tijdens de activiteiten staan verrijking van kennis en vaardigheden centraal, welke gepaard gaan met gezelligheid. “De meeste jongvolwassenen komen in aanraking met de jongerenafdeling op een borrel in het politiek café,” aldus John Kuijt. Hier komt bijvoorbeeld een Tweede Kamerlid vertellen over de achtergrond van een bepaald thema. Zowel actieve als inactieve leden komen graag op zo’n activiteit af. Daarnaast zijn er verschillende commissies die bijvoorbeeld de organisatie draaiende houden, debattrainingen en debatten verzorgen, het nieuwsblad schrijven, nieuwe leden werven en werkgroepen organiseren waarbij je je kan aansluiten.

Het voordeel van actieve deelname is dat je de processen binnen politieke partijen al leert kennen. Samir Ahraui zegt veel te leren door

actief te zijn bij de JS: “Je zou denken dat tijdens de discussies iedereen dezelfde mening heeft, aangezien we lid zijn van dezelfde partij, maar toch is dat vaak heel verschillend.

Tijdens de discussies van een activiteit van de partij kan iedereen verschillende meningen hebben, maar door goed naar zaken te kijken vindt men altijd een consensus.” Wanneer iemand een fout maakt binnen de jongerenpartij is dat niet zo erg. Maar dezelfde fout kan bij de moederpartij grotere gevolgen met zich meebrengen. Wel stellen zowel Samir als John dat de ervaringen die je opdoet binnen een jongerenpartij voor iedereen interessant kunnen zijn, en dus niet alleen voor mensen die een politieke carrière nastreven.

“De ervaring die je op doet bij een jongerenpartij is voor iedereen interessant”

“veel politici zijn hun carrière begonnen bij een politieke jongerenafdeling.”

Organisatie jongerenpartijen Elke jongerenpartij heeft een basisstructuur met een landelijk bestuur en verschillende afdelingen verspreid over Nederland. Tijdens de landelijke ALV wordt het beleid bepaald van de vereniging. Het landelijk hoofdbestuur wordt verkozen door haar leden en is op zijn beurt verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en vertegenwoordigt de jongerenafdeling naar buiten toe. Daarnaast heeft ook elke vereniging zijn eigen ledenblad welke bijvoorbeeld achtergrondinformatie bieden bij politieke verschijnselen.

Naast het landelijk hoofdbestuur zijn er verschillende afdelingen door heel Nederland, die elk hun eigen leden ontplooien.

Elke afdeling heeft op zijn beurt weer een eigen bestuur dat gekozen wordt door de leden van de desbetreffende jongerenpartij.

Wil je meer weten over de specifieke jongerenpartijen? Kijk op js.nl (PvdA), cdja.nl (CDA), jovd.nl (VVD) of jongedemocraten.nl (D66).

Op bezoek bij de Jonge Socialisten De avond van woensdag 27 maart was geen doorsnee activiteit die wij als redactie konden bijwonen bij de Jonge Socialisten. In samenwerking met het Netwerk Defensie van de PvdA organiseerde de Jonge Socialisten (JS) de activiteit: ‘In gesprek met de Commandant Luchtstrijdkrachten’. Tussen grijze, kale mannen en een enkele vrouw uit de werkgroep defensie van de PvdA, zitten tien jonge socialisten met aandacht te luisteren naar de Commandant Luchtstrijdkrachten Schnitger. De aanleiding van deze bijeenkomst is dat de Nederlandse Militaire Luchtvaart dit jaar een eeuw bestaat. In die 100 jaar is de luchtmacht uitgegroeid van één houten vliegtuig tot een gespecialiseerd onderdeel van de Nederlandse strijdkrachten. Komend jaar moet er duidelijkheid komen over de rol van de luchtmacht binnen de Nederlandse strijdkrachten. Tijdens deze bijeenkomst kreeg de heer Schnitger het woord waarbij enkele actuele gebeurtenissen binnen defensie en de luchtmacht aankaartte. Denk aan de commotie over de te dure Joint Strike Fighter (JSF), de bezuinigingen op defensie, de verkeerde keuze om in Syrië niet militair in te grijpen en zijn eigen belevenissen in het buitenland, waaronder Uruzgan. Er was de mogelijkheid om met de Commandant Luchtstrijdkrachten in discussie te gaan en verdere vragen te stellen. Al met al een zeer interessante avond om mee te mogen maken!

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

27

STUDENTENLEVEN

EEN Alternatieve

Dagplanning e computer staat al uren aan, je hebt elk filmpje op YouTube al bekeken en je weet dat je nu toch echt iets nuttigs moet doen. Je scrolt nog maar een keer door 9GAG heen om tot de ontdekking te komen dat je echt elk plaatje al een keer gezien hebt. Facebook is niet veel interessanter; je oma heeft je nu zelfs toegevoegd als vriend, vaarwel dronken partypics. Maar voordat je uit verveling toch aan je studie gaat beginnen, komt Credo je redden.

Bij deze een lijst met inspirerende, educatieve, interessante artikelen, films, boeken en blogs die zorgen voor afleiding zonder dat je je schuldig hoeft te voelen.

Een alternatief dagje Studie Ontwijkend Gedrag, met een intellectueel randje!

28

11:00

12:00

13:00

ted.com/talks

everydaysociologyblog.com

Recept: tropische tosti

De wekker staat al twee uur op snooze en de eerste tekenen van leven zijn zichtbaar. Gauw een bakkie koffie zetten en met de laptop terug in bed. De website ted.com is al flink in populariteit gestegen afgelopen maanden en dat is ook logisch. Het motto van de oprichters is ‘Riveting talks by remarkable people, free to the world’ en dit wordt zeker waargemaakt. Inspirerende mensen, met een uitzonderlijk presenteertalent, vertellen over hun ervaringen. Ondernemers leggen uit hoe hun bedrijf in de economische crisis alsnog drie keer zo groot is geworden, een topmodel vertelt over de media en schoonheidsidealen onder jongeren en een boeddhistische monnik legt uit hoe ‘mindfulness’ werkt (terwijl hij jongleert). Al deze fascinerende mensen en verhalen laten zien dat alles mogelijk is. We hebben nog wel een lange weg te gaan. Een verlamde vrouw die met rolstoel en al gaat duiken, daar kun je niet tegenop. Of motiveert het je juist om meer uit het leven te halen?

Het is zover, de ochtend is voorbij en je hebt bijna de motivatie gevonden om de boeken in te duiken. Bijna.

Een studie gerelateerd onderwerp Googlen, dat is toch ook al bijna studeren? Speciaal voor de sociologen in ons midden; een leuke, korte blog over sociologische onderwerpen.

Deze website wordt ondersteund door een uitgever van sociologieboeken en de schrijvers daarvan plaatsen elke dag een kort verhaaltje. De introductie van de site zelf geeft een goed beeld van de sfeer die er heerst: ‘What if sociologists ran the world? Okay, that’s probably not going to happen any time soon, but what if they commented on everything from politics, religion, race, and inequality to pop culture on a colorful, fun, website? That’s more like it. Welcome to Everydaysociologyblog.com.’ Naast blogs worden er af en toe interessante YouTube-filmpjes op geplaatst, kun je zien welk sociologisch nieuws er afgelopen dagen in de kranten heeft gestaan en kun je je eigen blog insturen. Deze site is absoluut een bezoekje waard voor zowel sociologiestudenten als andere geïnteresseerden.

De zware inspanning en het harde nadenken van deze dag moeten beloond worden. Het lichaam en de hersenen hebben tenslotte voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Het zou geen alternatieve dagplanning zijn zonder een alternatieve lunch. Dus gooi die soep door de gootsteen en smijt je broodje kaas maar uit het raam, want Credo heeft hier hét recept voor de heerlijke Tropische Tosti. Benodigdheden voor één Tropische Tosti: - 1 Banaan - Chocoladepasta - 2 Boterhammen (oud brood voldoet ook) - Pan of tosti-ijzer Men smeert een boterham in met chocoladepasta. Bij voorkeur uiteraard Nutella, de koning(in?) van de chocopasta’s, maar Euroshopperpasta mag ook. Men snijdt de banaan in plakjes en belegt de besmeerde boterham. Vervolgens smeert men de tweede boterham ook in met pasta en legt deze op de ander. De tosti moet nu alleen nog gebakken worden. Eet smakelijk!

Ted Talks

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

Everyday Sociology (blog)

Alternatieve lunch

Een alternatieve dagplanning Eva Schinkelshoek & Robbert de Hoogh

15:00

17:00

19:00

21:00

The 7 Habits of Highly Effective People

what-if.xkcd.com

Steven D. Levitt & Stephan J. Dubner

Filmpje voor het slapen gaan

De chocolade en de banaan zorgen voor een echte energieboost! Een goed boek over het bereiken van succes klinkt als muziek in de oren.

Stephen Covey, vader van 9 (!) kinderen, is bekend geworden met zijn boeken over succes. Zijn bestseller ‘The Seven Habits of Highly Effective People’ gaat over succes en hoe dat gedefinieerd wordt. Succes gaat tegenwoordig over het meten van persoonlijke prestaties, vaardigheden en status. Dit succes is alleen mogelijk door de zeven ‘eigenschappen’ na te streven (zoals een proactieve levenshouding, doelgerichte inzet, prioriteiten stellen en voldoende rust nemen). Dit boek is niet alleen interessant voor de ondernemers onder ons maar leert alle lezers over de houding van mensen en wat je daarmee kunt bereiken.

Het is tijd om de laptop dicht te doen en de e-Reader aan te zetten.

Stephen Covey zegt het zelf; Voldoende rust nemen is van belang om succes te bereiken. Tijd voor een ontspannende pauze. Totaal niet studie gerelateerd maar wel briljant en hilarisch. What if?; ‘Answering your hypothetical questions with physics, every Tuesday.’ Deze omschrijving is correct, maar moet ook met een korreltje zout genomen worden. Zo beantwoorden ze op deze website bijvoorbeeld vragen als ‘van welke hoogte moet je een steak laten vallen, zodat het vlees gaar is als het de grond raakt?’ of ‘met hoeveel B.B. guns zou je op een vrachttrein moeten schieten om deze tot stilstand te brengen?’

Hoe ‘origineel’ de vraag ook is, hij wordt zeer serieus genomen en aan de hand van natuurkundige formules en striptekeningen volledig uitgedacht en uitgewerkt. Zoals al gezegd is; totaal niet studie gerelateerd, wel briljant en hilarisch. Na het lezen van deze blog heb je wel weer even pauze verdiend en is het tijd om een pizza’tje in de oven te gooien.

Het begint donker te worden en je lichaam reageert hierop. Je bloeddruk daalt, net als je lichaamstemperatuur. Je hersenactiviteit neemt af en je spieren verslappen.

Het zou tegen de natuurwetten ingaan om het lichaam nu nog te laten studeren. Met een boek terug naar bed dan maar. Dit lijstje is namelijk niet compleet zonder dit wereldberoemde boek van Steven D. Levitt en Stephan J. Dubner. Eén van de schrijvers is een econoom en dat proef je enigszins terug in de onderwerpen in dit boek. Het is echter moeilijk om het in een genre te plaatsen, omdat het werkelijk over alles gaat. Ze schrijven bijvoorbeeld over het verband tussen abortus en de afname van criminaliteit, waarom drugsdealers bij hun moeder wonen en wat docenten en sumoworstelaars met elkaar gemeen hebben. Dit boek leert je geen morele levenslessen, maar is vermakelijk en informatief. Het laat je op een andere manier naar dingen kijken. Zodra je dit boek uit hebt, kun je meteen beginnen aan SuperFreakonomics, het vervolg, zodat je meer kunt leren over de economie van prostitutie en waarom zelfmoordterroristen een levensverzekering zouden moeten afsluiten.

De dag begint alweer bijna z’n einde te naderen. Tot slot nog maar even een filmpje kijken voor het slapen gaan. De film Samsara is in alle aspecten een unieke film. Het is een soort documentaire, maar ook weer niet. Er wordt namelijk geen woord gesproken in deze film. Het concept is eigenlijk heel simpel; De film laat alleen beelden zien, met daaronder muziek. Dit klinkt wellicht saai voor een anderhalf uur durende film, maar niets is minder waar. Samsara neemt je namelijk mee in een unieke reis rond de wereld. De beelden die je daarbij voorgeschoteld krijgt lopen uiteen van de zandduinen in de Sahara, tot de door orkaan Katrina verwoeste stad New Orleans tot een Filippijnse gevangenis tot de rituelen van Tibetaanse monniken. Dit krijg je achter elkaar zonder enige context voorgeschoteld en het enige wat de beelden gemeen hebben is dat ze allemaal bijzonder indrukwekkend gefilmd zijn. Het effect hiervan wordt nog eens versterkt door de geweldige muziek. Zeker de moeite waard om te kijken dus. Let er wel op dat deze film beelden bevat die als schokkend kunnen worden ervaren.

Na deze film is het bedtijd, want morgen moet er toch echt gestudeerd worden. Welterusten!

Stephen Covey

What if?

Freakonomics

Samsara

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

29

STUDENTENLEVEN

Activiteiten AGENDA MEI

1-4 Studiereis Edinburgh 7 Generation R 10 Deadline sollicitaties bestuur 10 Surfen georganiseerd door sportcommissie 14 Psychologie: Kroegcollege 15 Post-reisborrel 16–17 Landelijk Congres der Bestuurskunde 21 Presentatieborrel Dies

JUNI

3-6 Dies 5 Bestuurskunde: Bezoek ministerie Buitenlandse Zaken 6 Kroegentocht door activiteitencommissie 14–17 Sociologie: Berlijnreis 19 Psychologie: Lezing 21–23 Commissiebedankweekend (CBW) 28 Pedagogische wetenschappen: Lezing

JULI

5 Aftertentamenborrel 9 Liftdag 10 Workshop Trimension 11 Eindfeest

Wil je op de hoogte blijven van de laatste activiteiten van Cedo Nulli?

Kijk dan op cedonulli.nl of like de Facebookpagina van S.F.V. Cedo Nulli.

DE VOLGENDE EDITIE...

Credo bereidt je voor op de zomer! Een overzicht van activiteiten zodat jij de zomervakantie overleeft, we blikken terug op de hoogtepunten van afgelopen maanden, een plan om je bierbuik te verliezen en nog veel meer!

30

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

Colofon

Colofon

Partners

Jaargang 4, Editie 2

HoofdRedacteur Quinten Lainert Redactie Rutger van Aken Robbert de Hoogh Anne Kielman Eva Schinkelshoek Jaimy Schutte Vormgeving Robbert de Hoogh Eva Schinkelshoek Namens Cedo Nulli Robbie Nijsse Oplage 1700 stuks Met dank aan Samir Ahraui Warda Belabas Judith van den Berg John Kuijt Samantha Langendoen Yannick van Riet Jan-Willem Roeloffs Tiuri van Rossum Contact S.F.V. Cedo Nulli Kamer M7-20 Burgemeester Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam 010 – 408 17 98 credo@cedonulli.nl

CREDO MAGAZINE // Juni 2013

31