Monitor do 1418

Page 1

M O N I T O R V A N D E Le Moniteur du DUURZAME ONTWIKKELING DRIEMAANDELIJKS │ NR 18 │ WINTER 2014

SPECIAL - AGENDA 21


BLZ 2

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

N° 2 0 1 3 / 1 8

INHOUD

Agenda Iris 21: samen voor een duurzaam Brussel Lokale Agenda 21: de Brusselse aanpak Duurzame ontwikkeling in de praktijk in Anderlecht En bij het OCMW van Sint Sint--Lambrechts Lambrechts--Woluwe

03 06 13 17

Deze publicatie is de vrucht van samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de vzw Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) Ze kan gedownload worden op www.vsgb.be Nr. 2013/18 — Winter 2014 Redactie: Philippe Delvaux, Philippe Mertens, Virginie Randaxhe Lay-out: Philippe Mertens Vertaling: Liesbeth Vankelecom - Revisie: Philippe Mertens, Virginie Randaxhe Coördinatie: Philippe Mertens - Verantwoordelijke uitgever: Marc Thoulen Adres: Aarlenstraat 53/4 - 1040 Brussel


BLZ 3

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

N° 2 0 1 3 / 1 8

Agenda Iris 21 : Samen voor een duurzaam Brussel

Op 23 oktober 2013 organiseerde Leefmilieu Brussel in samenwerking met de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een colloquium om de balans op te maken van de zes jaar waarin programma’s Agenda 21 uitgewerkt werden in de lokale besturen.


BLZ 4

O

p woensdag 23 oktober 2013 vond in Bozar een colloquium plaats waar een eerste balans opgemaakt werd van de Brusselse Lokale Agenda’s 21. Inmiddels zijn er 23 Lokale Agenda’s 21 tot stand gekomen in Brussel. Zo werden honderden projecten rond duurzame ontwikkeling op het getouw gezet in 16 gemeenten en 7 OCMW’s. De acties in het kader van deze programma’s hebben betrekking op verschillende bevoegdheden en taken van de lokale besturen. Duurzame ontwikkeling is op vele niveaus aanwezig en biedt allerlei mogelijkheden voor de verbetering van het lokaal bestuur.

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

Het colloquium was een uitstekende gelegenheid om kennis te maken met een waaier aan voorbeeldige acties die de Brusselse gemeenten en OCMW’s voeren en ook te luisteren naar ervaringen en tips van lokale en internationale deskundigen daaromtrent. De voormiddag bestond uit 2 delen. Eerst kwamen de gewestelijke coördinatie en de deskundigen aan bod. Daarna kwamen de lokale besturen aan het woord om concrete acties en resultaten voor te stellen. Regionale coördinatie en deskundigen De Vereniging en Leefmilieu Brussel schetsten er het kader van de ondersteuning en evaluatietools.

N° 2 0 1 3 / 1 8

Pascale Alaime, van Leefmilieu Brussel, begon met een beschrijving en een historisch overzicht van het kader voor de gewestelijke steun inzake duurzame ontwikkeling voor de Brusselse lokale besturen. De Vereniging van haar kant gaf er een uiteenzetting omtrent « Lokale Agenda 21: de Brusselse methode: een succesverhaal? » (zie artikel blz 6-12). Stefan KUHN (Deputy Regional Director van ICLEI Europe - Local Governments for Sustainability) ging er in op de Lokale Agenda’s 21 na Rio+20 en schetste er pistes om na te denken over de toekomst van de duurzaamheid van de lokale besturen.


PAGE 5

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

De vertegenwoordiger van ICLEI stelde er (in het Engels) 8 mogelijke pistes voor die de processen van lokale duurzaamheid kunnen uitgaan:

Francois Jegou (Strategic Design Scenarios) en Sabine François (Ecores) brachten er een evaluatie van het gewestelijke project en aanbevelingen voor de toekomst.

• Share an achievable common vision

De lokale besturen aan de beurt

• Institutionalise sustainability management • Nurture a civil society movement • Move from 'like it' to 'do it’ • Change daily economic practices • Develop regenerative, productive urban regions • Find local solutions in search of the « right balance » • Think beyond here and now

Na de koffiepauze luisterden een honderdtal aanwezigen naar de voorstelling van projecten van gemeenten en OCMW’s. De gelegenheid om goede praktijkvoorbeelden te leren kennen, zoals “goed bestuur en principes: de visie van Schaarbeek”, “burgerinitiatieven: het vrijwilligersnetwerk Wab’s in WatermaalBosvoorde”, “natuur in de stad: volkstuintjes in Etterbeek”, “voeding: de sociale kruidenier van het OCMW van Sint-Agatha-Berchem”, “goede praktijkvoorbeelden: overheidsopdrachten in

N° 2 0 1 3 / 1 8

Anderlecht” (zie artikel blz 13) of nog “duurzame lokale economie: de aanvullende munt Eco-iris in het OCMW van Vorst”. Milieuminister Evelyne Huytebroeck rondde de voormiddag af met een conclusie en de uitreiking van de gedenkplaten ter bekroning van de inzet van elke gemeente en OCMW. De deelnemers werden tevens uitgenodigd op een postersessie waarop alle programma’s Agenda 21 voorgesteld werden, een uitstekende gelegenheid om in contact te komen met projectleiders en -coördinatoren. Virginie Randaxhe Philippe Mertens


N° 2 0 1 3 / 1 8

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

BLZ 6

Lokale Agenda 21: de Brusselse methode

In 2008 werd opgeroepen tot de indiening van projecten in het kader van de Agenda Iris 21. Zes jaar later is het moment gekomen om een evaluatie uit te voeren en de vraag te beantwoorden: Is de Agenda 21 ‘Brusselse methode’ een succesverhaal?


BLZ 7

E

ind 2007 werd voor het eerst opgeroepen om projecten in te dienen in het kader van Agenda Iris 21, de Brusselse versie van een internationaal programma dat ernaar streeft de concepten van duurzame ontwikkeling toe te passen in de lokale besturen: de Lokale Agenda 21.

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

Financiële steun Het programma “Agenda Iris 21” werd opgevat als projectoproep die meerjarensteun biedt aan de lokale besturen (gemeenten en OCMW’s) die bij het initiatief aansluiten.

Externe steun Er wordt bijstand aangeboden in de vorm van thematische workshops, individuele Het colloquium “Agenda Iris vergaderingen ter ondersteuning van projecten, methodo21: samen voor een duurlogische steun voor de uitwerzaam Brussel” maakte de king van praktische tools, ... balans op van de Brusselse Voorts is er de creatie van Lokale Agenda’s 21. Een uitstekende gelegenheid om een netwerk voor uitwisselingen van ervaringen onder na te gaan of de methode deelnemers. die in het Brussels Gewest aangewend werd, vruchten De belanghebbenden afwerpt. erbij betrekken De medewerking van de lokaDe Brusselse methode le actoren wordt aangemoeLaten we eerst nagaan wat digd door 10 % van het buder specifiek en origineel is in de aanpak in ons Gewest. get dat door het Gewest toe-

N° 2 0 1 3 / 1 8

gekend wordt, te besteden aan de bevordering van een dynamiek van participatie in samenwerking met externe deskundigen. De gemeente of het OCMW is uiteraard vrij om dit budget aan te vullen teneinde het participatief proces uit te bouwen. Zes jaar later Evalueren is vergelijken en de vooruitgang meten. Daartoe bekijken we de oorspronkelijke doelstellingen en vergelijken we die met de huidige situatie.* Oorspronkelijke doelstellingen Er zijn heel wat bronnen van inspiratie voor een duurzaam beleid. Internationale referentiekaders of Europese thematische campagnes.


N° 2 0 1 3 / 1 8

In 2007 gebeurde de keuze van de Lokale Agenda 21 als instrument voor de ontwikkeling van de duurzaamheid van de lokale besturen op basis van bepaalde voordelen die waargenomen werden op Europees niveau, van de tool Lokale Agenda 21 (LA 21). Welke waren dat? De Lokale Agenda 21: • maakt het mogelijk een lokale visie op duurzame ontwikkeling op middellange of lange termijn uit te stippelen, met doelstellin-

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

gen, strategieën en acties; moedigt aan om na te denken over de toekomst van zijn leefomgeving; draagt ertoe bij dat lokale besturen het goede voorbeeld stellen; brengt een debat op gang, zorgt voor mobilisering, creëert een politiek draagvlak voor duurzame ontwikkeling; vergemakkelijkt de samenwerking tussen betrokkenen (stakeholders), de lokale burgersamenleving, handelaars, verenigingen;

BLZ 8

bevordert de doorsijpeling van het concept duurzame ontwikkeling in de bedrijfscultuur van het bestuur.

Wij overlopen even deze voordelen die opgelijst werden dankzij buitenlandse ervaringen, en analyseren ze naar het voorbeeld van de evolutie van de Brusselse praktijken sinds de start van de oproep Agenda Iris 21 in 2007.

* Daartoe vergeleken wij de situatie bij de aanvang (“pre” Agenda Iris 21) met de huidige situatie na 6 jaar steunverlening aan de lokale acties met het oog op duurzaamheid (2013). Voor het verleden hebben wij ons gebaseerd op de resultaten van de enquête die de Vereniging verrichtte in 2005, om te peilen naar de duurzaamheid van de Brusselse lokale besturen. Voor het heden hebben we ons gebaseerd op de evaluatie en de antwoorden op de vragenlijst van Leefmilieu Brussel, die begin 2013 tot alle deelnemers gericht werd. Anderzijds was een belangrijke bron van informatie voor de evaluatie van de afgelegde weg en de doorgevoerde veranderingen, de ervaring op het terrein in het kader van de begeleiding van de projectoproep Agenda Iris 21: contacten, werkvergaderingen, begeleidingscomités, uitwisselingen van ervaringen, bezoeken, ...


N° 2 0 1 3 / 1 8

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

1. Een lokale visie op duurzame ontwikkeling die de toekomst voorstelt en doorsijpelt in het lokale bestuur

heden en opdrachten van de lokale besturen, gaande van mobiliteit, burgerlijke stand, gezondheid en leefmilieu over onderwijs of cultuur.

Dat is de Lokale Agenda 21 in zijn dimensie “versneller van verandering”. Tot op heden werden 18 actieplannen politiek goedgekeurd en in de praktijk omgezet. Dat is goed voor honderden concrete acties om het lokale bestuur te veranderen en na te denken over de toekomst van de gemeente of het OCMW.

Op die manier sijpelt de duurzame ontwikkeling door op alle niveaus en in alle diensten en biedt het tal van mogelijkheden voor verbetering van het lokaal bestuur.

Volgens de antwoorden die verkregen werden in de vragenlijst van het BIM, ging 83 % van de acties in de gemeenten werkelijk van start en meer dan 90 % in de OCMW’s. De honderden projecten die aan de gang zijn, hebben betrekking op heel wat bevoegd-

BLZ 9

de invoering van ecomanagement, met het oog op de beperking van de milieu-impact en ter verlaging van de overheidsuitgaven.

Dit wordt vaak uitgewerkt in een transversale structuur (soms het eco-team genoemd) waarbij het personeel betrokken is en zij aangemoedigd worden om 90 % van de deelnemers heb- hun gewoontes aan te ben duurzame ontwikkeling passen. als bevoegdheid toevertrouwd aan een schepen of Nagenoeg 50 % van de ineen dienst duurzame ontstanties die op de oproep wikkeling opgericht. ingegaan zijn, hebben deze nieuwe interne structuur 2. Het voorbeeld stellen uitgewerkt. Als men op lokaal niveau een model van duurzamere ontwikkeling wil bevorderen, moeten de lokale besturen het voorbeeld stellen.

Ecologische, sociale en ethische criteria opnemen in overheidsopdrachten is ook aan te bevelen voor lokale besturen.

Dat gebeurt onder meer door Het aantal opdrachten


BLZ 10

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

waarin duurzame criteria vervat zijn en het budget dat deze vertegenwoordigen, stijgt geleidelijk (zie ook het artikel over de over-

zaamheid onmogelijk is zonder banden te creĂŤren met de belangrijke actoren op dat grondgebied.

heidsopdrachten in Anderlecht in dit nummer).

Er werd telkens een participatieplan opgesteld. Dat werd voornamelijk uitgewerkt in de diagnosefase, maar ook - in mindere mate - in de fase van de uitwerking van het plan en de acties.

Het laatste voorbeeld betreft het beheer van groene ruimten: 80 % van de gemeenten hebben het gedifferentieerd beheer opgenomen in hun Agenda 21 en 60 % gebruiken helemaal geen pesticiden meer. 3. De betrokkenen Door er de lokale instanties actief bij te betrekken volgt de oproep Agenda Iris 21 de Europese aanbevelingen, waarbij gesteld werd dat een lokaal programma rond duur-

De inbreng van de burgers en de lokale verenigingen kan verschillende vormen aannemen, gaande van de klassieke wijkvergadering of de aanwezigheid op lokale markten tot gesofisticeerdere vormen zoals de opstelling van een diagnose, brainstorming of nog cyber-raadpleging. De gemeente als platform

N° 2 0 1 3 / 1 8

voor engagement van de burger De voornaamste evolutie op het vlak van integratie van de actoren werd vastgesteld voor projecten waarbij de betrokkenheid van de burgers zeer sterk blijft, van de creatie tot de materialisering. Door het project te dragen en samen te werken met hun gemeente verandert de relatie tussen de burger en het lokaal bestuur. De gemeente wordt niet langer gezien als een plaats van diensten, eisen of klachten, maar als een plaats voor engagement van de burger. De inwoner werkt mee aan de uitvoering van projecten en steekt de handen uit de mouwen. Hij draagt actief


N° 2 0 1 3 / 1 8

bij tot de verbetering van het lokale leven. Samen werken De Agenda’s 21 waren een goede gelegenheid om lokale dynamiek tot stand te brengen, om opnieuw vrijwilligers in actie te brengen, maar ook om solidariteit te creëren en de gemeente als een partner te beschouwen. Dergelijke initiatieven werden in het leven geroepen in verschillende gemeenten, bv. WatermaalBosvoorde waar projecten zoals het “Repair-café”, het “Give-kot” en de “Donnerie” tonen hoe de samenwerking tussen een gemeente en haar inwoners er morgen kan uitzien.

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

BLZ 11


BLZ 12

Wab’s Meer dan de projecten zelf is het de manier waarop ze gevoerd worden, die origineel en interessant is: op het terrein worden de initiatieven in goede banen geleid dankzij een netwerk van vrijwilligers (Wab’s) die zich toeleggen op het beheer van de projecten in het kader van de Lokale Agenda 21. Repair-café, Give-kot & Donnerie Het Repair-café is een plaats waar vrijwilligers gratis zaken herstellen, zoals een fiets, kleine huishoudapparaten, kleding en dergelijke. De Donnerie werkt volgens een eenvoudig principe: we hebben allemaal voorwerpen in huis die in goede staat zijn maar die we niet meer gebruiken. Wel, waarom geef je die niet weg (aan de gemeente) zodat ze een tweede leven krijgen? Toch is de Donnerie geen rommelmarkt: alles wat gebracht wordt, wordt gratis aan de bevolking geschonken, zonder tegenprestatie. De opslagplaats wordt aangeboden door de gemeente en de goederen worden beheerd via samenwerking tussen het netwerk van vrijwilligers en het lokaal bestuur. Het Give-kot berust ook op het principe van schenken en uitwisselen van spullen. De gemeente stelt een openbare plaats ter be-

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

schikking waar iedereen giften kan achterlaten. Het dagelijks beheer is in handen van vrijwilligers uit de wijk. De gemeente staat ondermeer in voor de afvoer van het afval. Duurzame ontwikkeling op lokaal niveau De definitie van duurzame ontwikkeling is één zaak: “Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die beantwoordt aan de behoeften van het heden zonder de capaciteit van de toekomstige generaties om aan hun behoeften tegemoet te komen, in het gedrang te brengen.” Deze principes dagelijks toepassen in een instelling via acties en projecten is een andere zaak ... En daar zit net de uitdaging! De 3 acties die met de inwoners van WatermaalBosvoorde op het getouw gezet worden, zijn gericht op afvalvermindering, hergebruik en recyclage. Het zijn ook niet-commerciële micro-systemen die berusten op solidariteit. Deze initiatieven zijn dus gunstig voor het leefmilieu, leiden tot besparingen en brengen solidariteit tot stand binnen een wijk. Zo worden milieubescherming, economie en sociale aspecten harmonieus gecombineerd. Is het een concrete en evenwichtige toepassing van de 3 pijlers van de duurzame ontwikkeling? Aan u om te oordelen …

N° 2 0 1 3 / 1 8

Voorlopig besluit Tot besluit van deze aanzet tot evaluatie geven wij het woord aan coördinatoren van duurzame projecten en geven wij enkele commentaren en bedenkingen weer die opgetekend werden tijdens de begeleidingscomités. Zij wijzen op de voordelen en troeven van een Lokale Agenda 21 voor een lokaal bestuur: « Een LA 21 verruimt de geest. » « Het is een werkinstrument dat als hefboom kan dienen. » « Het heeft bijgedragen tot een wijziging van de werkgewoontes. » « Het is een tool om zaken bij te sturen. » « De LA 21 geeft een kader, maakt het mogelijk om prioriteiten vast te leggen en biedt een project ruimte. » « Het heeft invloed op interne projecten en maakt bijsturing mogelijk. » « De LA 21 doet de mentaliteit evolueren en vergemakkelijkt beslissingen voor bepaalde zaken in verband met duurzame ontwikkeling. » « Het helpt om projecten vorm te geven om subsidies te zoeken. » « Het is een instrument dat legitimiteit verschaft, op basis van een politiek goedgekeurd plan. » Philippe Mertens


N° 2 0 1 3 / 1 8

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

BLZ 13

Duurzame ontwikkeling in de praktijk in Anderlecht en in het OCMW van Sint-Lambrechts-Woluwe

Op 23 oktober 2013 werd de Bozar ondergedompeld in de duurzame ontwikkeling, met de presentatie van diverse projecten in het kader van de “Lokale Agenda 21” van Brusselse gemeenten en OCMW’s. Wij stellen hier twee opmerkelijke acties voor uit de vele interessante projecten die de gemeenten tot stand brengen: het eerste tracht duurzaamheid in de zeer technische materie van de overheidsopdrachten te verweven en het tweede toont dat duurzame ontwikkeling ook mogelijk is in een OCMW.


BLZ 14

Christophe Bourgois, coördinator Lokale Agenda 21 in Anderlecht, legt uit hoe principes van duurzame ontwikkeling in overheidsopdrachten verwerkt kunnen worden.

Wat houdt een duurzame overheidsopdracht precies in? Christophe Bourgois: “Het zijn overheidsopdrachten waarbij getracht wordt de meerwaarde van de overheidsuitgave op sociaal en milieuvlak te optimaliseren. Bij dit soort opdracht is het belangrijk dat er vooraf nagedacht wordt over de behoeften, om daarna oplossingen te zoeken vanuit een invalshoek die rekening houdt met het leefmilieu of andere aspecten van duurzame ontwikkeling. Als je bijvoorbeeld de werkkledij moet vernieuwen, opteer je best voor stoffen op basis van hennep, aangezien er bij die teelt heel weinig water en geen pesticiden en gebruikt worden. Bij de teelt van katoen, dat traditioneel vaak gekozen wordt, daarentegen worden veel pesticiden gebruikt en is veel irrigatie nodig, waardoor het minder goed scoort op milieuvlak. Onze lastenboeken bevatten in een aantal gevallen clausules in verband met leefmilieu, sociale en ethische aspecten. Op die manier blijven we niet binnen het traditionele denkkader van de aankopen. Zo is het voor de vervanging van dienstvoertuigen belangrijk de tijd te nemen om de voordelen af te wegen van een aankoop in vergelijking tot leasing. In Anderlecht hebben we ons afgevraagd of we het gebruik ervan intern

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

N° 2 0 1 3 / 1 8

moesten combineren of veeleer extern aan de hand van abonnementen op een systeem van gedeelde voertuigen.”

lijke initiatief van de Lokale Agenda 21, op initiatief van schepen voor duurzame ontwikkeling Gaëtan Van Goidsenhoven, waardoor er een medewerHoe is dit soort overheidsopker aangeworven kon worden drachten in Anderlecht tot voor de coördinatie van de duurstand gekomen? zame acties in dat kader. Dankzij die bijkomende werkkracht kon Christophe Bourgois: “Onze eerste overheidsopdracht waarin de dienst duurzame ontwikkeling zich beter toeleggen op de opelementen voor duurzame ontwikkeling verwerkt waren, dateert stelling van een coherent actieal van 2007. Het ging om de ver- plan en vervolgens ook op de uitvoering ervan. In die periode vanging van inktpatronen. Wij hebben toen voor een deel van de heeft de gemeente ook beslist om sociale clausules in haar overopdracht gekozen voor hervulde patronen. Het initiatief kwam van heidsopdrachten op te nemen. de informaticadienst, maar ook de Ik bekleed mijn huidige functie milieudienst - de voorloper van sinds mei 2010. Wij hebben de de huidige dienst duurzame ontduurzaamheid ingang doen vinwikkeling – droeg zijn steentje den bij het tiental diensten die bij. betrokken zijn bij de voornaamOp het vlak van duurzame voeding heeft de dienst sociale zaken twee jaar lang nagedacht, met de bijstand van externe deskundigen, om in 2009 tot de invoering van milieuclausules bij de hernieuwing van de aanbesteding voor warme maaltijden in de schoolrefters. Sinds dit jaar schenken we in dat kader ook aandacht aan sociale clausules. Ook nog in 2009 sloot de gemeente zich aan bij het geweste-

ste overheidsopdrachten: economaat (algemene leveringen), informatica, informatie, stadsvernieuwing, groene ruimten, openbare werken, onderwijs, gebouwen en huisvesting, sociale zaken, … We meten dan de gevoeligheid van elke dienst en de ontvankelijkheid van de betrokkenen voor deze nieuwe thema’s.”


BLZ 15

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

N° 2 0 1 3 / 1 8

zoals de titel aangeeft - de opdracht kan voorbehouden voor ondernemingen voor sociale ecoChristophe Bourgois: “Voor de nomie (een initiatief voor SPI of invoering van ethische of milieu- Christophe Bourgois: “De mid- een onderneming voor aangepast clausules baseren wij ons voorna- delen verschillen uiteraard naar- werk). Dat is bijzonder nuttig als gelang het gaat om een opdracht verschillende bedrijven voor somelijk op bestaande labels. Die voor leveringen, diensten of wer- ciale economie werkzaam zijn in moeten we in de eerste plaats goed kennen, om een onderscheid ken. De lastenboeken kunnen het gewenste domein. In 2013 te kunnen maken tussen de dege- verwijzen naar labels, maar ze hebben wij daar gebruik van gemogen daar geen uitsluitingscri- maakt voor de huis-aanlijk gecontroleerde en de minder betrouwbare. Wij gaven de voor- terium van maken. Om billijkhuisverdeling van drukwerk, de keur aan het Europese ecolabel of heidsredenen kan een leverancier inrichting van groene ruimten en de bio-garantie labels. Daarin kan die geen label kan voorleggen het leegmaken en de afbraak van een dienst duurzame ontwikkeling maar toch bewijst dat hij aan de gebouwen. Deze werkwijze is eisen beantwoordt, nog altijd toe- ook mogelijk voor schilderwerk, een meerwaarde bieden aan de gelaten worden. Het lastenboek diensten die de lastenboeken opisolatiewerken, plaatsing van moet dus absoluut in die zin op- wanden, onderhoud van groene stellen. Maar gezien het grote gesteld worden. aantal verschillende labels en de ruimten, catering of digitalisemoeilijkheid om de geschiktste Bij opdrachten voor diensten en ring van archieven. Doorgaans oplossing te vinden, moeten wij werken wordt veeleer de sociale gaat het om repetitief en manuons inspannen om bij te blijven en eel werk.” meerwaarde uitgediept, wat op geregeld vormingen volgen. twee manieren gebeurt. Hoe kan de Anderlechtse Voor de milieuclausules hebben Lokale Agenda de duurzaamEnerzijds kan men voor grote we de vormingen die het Brussels heid in overheidsopdrachten opdrachten eisen dat de kandinetwerk van duurzame aankopers daat zich verbindt tot vormingen bevorderen? organiseert. Dat zijn zowel algeof socioprofessionele inschakeChristophe Bourgois: “Het pomene vormingen als thematische, ling. Zo moest de ondernemer bij litieke initiatief rond duurzame rond onderhoudsproducten, voede bouw van het passief kinder- ontwikkeling maakte het in onze ding, afvalbeheer, … Er wordt dagverblijf in de wijk Lemmens gemeente mogelijk een Lokale ook toelichting gegeven bij de enkele werknemers in dienst ne- Agenda 21 op te stellen. Dat is procedures voor de toewijzing men via maatregelen voor socio- een belangrijk keerpunt in de van een opdracht of de exacte professionele inschakeling (SPI). legitimering van ons initiatief, formulering van documenten. En voor onze aanbesteding rond zowel ten aanzien van de bevolHet netwerk van duurzame aanko- sociale of schoolmaaltijden king als ten aanzien van de dienmoest een aantal uren geprespers werd opgericht door het desten van de administratie. Het is teerd worden onder het stelsel partement duurzame consumptie gemakkelijker om te vragen aan van de SPI. Aangezien dat invan Leefmilieu Brussel en stelt andere diensten om duurzaamhoudt dat men een beroep doet bovendien een zeer nuttige helpheid in hun opdrachten op te neop minder efficiënte werkkrach- men als deze vraag kadert in een desk ter beschikking die lastenten, is dit enkel mogelijk in het boeken herleest. politiek gevalideerd, onderkader van belangrijke opdrachsteund en gepromoot coherent En zoals de naam het zegt, is het ten, waar het hoge aantal uren en beleid. In Anderlecht hebben we netwerk een plaats voor uitwisse- werkdagen voldoende ruimte laat voor onze Agenda 18 strategilingen, zowel van successen als om een deel ervan aan deze soci- sche assen gekozen en één ervan mislukkingen. In de praktijk is het ale maatregelen te besteden. was het voorbeeldkarakter dat de een webplatform dat informatie verspreidt onder de betrokkenen: Anderzijds, voor kleine opdrach- gemeente op het vlak van het referentiedocumenten, uiteenzet- ten, spelen we als dat mogelijk is aankoopbeleid moet tonen. Het college heeft overigens steeds de op de mogelijkheid om de optingen, …” door de gemeentediensten voordracht voor te behouden. Het gestelde duurzame aanbestedingaat om een mechanisme dat gen goedgekeurd. Over welke hulpmiddelen beschikt een coördinator LA21?

Hoe wordt duurzaamheid in een overheidsopdracht bewerkstelligd?


BLZ 16

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

Maar ongeacht de wil van sommigen, hangt de invoeging van sociale of milieuvereisten gewoon af van het marktaanbod. Dat is duidelijk in volle ontwikkeling en de voorbeeldrol van de overheid speelt daar ook in mee, maar tot nu toe is er nog niet voor alle diensten of leveringen een aangepast aanbod. Wij zitten in een materie die volop evolueert.”

te aanbod. We hadden het net over het aanbod. Ook al dekt het nog niet alles, het is wel al in volle ontwikkeling. Als de gemeentediensten niet altijd op de hoogte zijn van het aanbod op het vlak van duurzaamheid, kunnen we daar soms iets aan doen via onze informatiekanalen.

Daarna komt de vrees voor bijkomend werk als aanbestedingen aangepast moeten worden aan Christophe Bourgois: “Om na te sociale of milieuaspecten. Gelukkig kunnen wij daarop inspelen gaan of er een aanbod is op het door onze collega’s ondersteuvlak van sociale economie, kan men zich enerzijds baseren op de ning aan te bieden. Zo steunt de Federatie van Brusselse beschutte cel Agenda 21 de andere diensten werkplaatsen en anderzijds op de actief, zowel in het stadium van de opstelling van de lastenboefederatie voor sociale economie ken als bij de analyse van de ofSaw B. Dat is de andere grote speler die vormingen aanbiedt en fertes. Deze transversale sameneen helpdesk die de lastenboeken werking is overigens een grote bron van motivatie in ons werk. op juridisch vlak herleest om te checken of alle bepalingen releDan komt de kwestie van de vant en wettelijk correct zijn. meerkost die duurzame proSociale clausules werken goed in ducten of diensten teweegbrenBrussel, want er zijn heel wat dergen. Die vrees is niet altijd tegelijke bedrijven in dit Gewest.” recht: bepaalde producten kosten echt niet meer dan hun nietStoot men bij de invoering duurzaam equivalent. En voor van duurzaamheidsclausules degene die wel duurder zijn, zien in overheidsopdrachten op we dat de duurzame producten obstakels? terrein winnen en hun prijzen dus Christophe Bourgois:” De ontgeleidelijk dalen. Anderzijds kan vankelijkheid van de diensten va- een grondigere analyse ook de rieert in functie van de personen, balans in het voordeel van duurde gewoontes. We zien drie groe- zame producten doen overhellen: pen: een derde twijfelt, een derde als we de meerkost bij aankoop schippert tussen terughoudendsamen met de besparingen bij heid, passiviteit of ongevoeliggebruik in beschouwing nemen, heid en een laatste derde is actie- omdat je van een duurzaam onver. Onze rol is twijfelaars te derhoudsproduct minder gebruikt overtuigen en de laatste twee dan van het industriële equivagroepen bij te staan. De duidelij- lent of omdat de energiebespake politieke wil om duurzaam te ring bij bouwwerken de uiteindewerk te gaan en een Lokale lijke energiefactuur beperken. Agenda 21 op te stellen voor de gemeente, helpen uiteraard in die Bij onze studie ter voorbereiding richting. Maar er moet nog vrees van de overheidsopdracht voor overwonnen worden. Die uit zich schoolmaaltijden stelden we vast op drie vlakken: bijkomend werk, dat de hoeveelheden vlees die extra uitgaven en het onaangepas- vroeger geëist werden overdreHoe kunnen we een beeld krijgen van het aanbod?

N° 2 0 1 3 / 1 8

ven waren en eigenlijk overeenstemden met wat een volwassene nodig heeft. Wij hebben die cijfers aangepast aan de hoeveelheden die kinderen nodig hebben, wat de kosten uiteraard verlaagde. Het geld dat op die manier gespaard werd, werd geïnvesteerd in de kwaliteit van de producten, die uit een biogamma gekozen werden. Dit voorbeeld brengt ons echter bij het probleem van de beschikbaarheid van de producten op de markt: bepaalde producten zijn bio en fairtrade, andere enkel bio en nog andere zijn moeilijk te vinden in de bio-keten. Ook hier was het netwerk van overheidsaankopers zeer nuttig om de markt te verkennen. Tot slot is er nog de aanpassing. Soms heb je een enthousiast diensthoofd, maar wordt die afgeremd door een medewerker die het lastenboek moet opstellen en misschien wel van goede wil is maar niet weet hoe deze clausules erin te verwerken. Ook daar is onze rol deze mensen bij te staan en hen aan te moedigen om vormingen te volgen en te innoveren. Dan is er nog een moeilijkheid – buiten de gemeente dit keer – namelijk het gewestelijk toezicht. Dat heeft in het verleden wel eens milieuclausules die de helpdesk van Leefmilieu Brussel aanbracht, in twijfel getrokken. Hier zien we dat de materie duurzame ontwikkeling nog in volle ontwikkeling is. Begin 2013 heeft het team van het gewestelijk toezicht zich aangesloten bij het netwerk van overheidsaankopers, wat constructieve uitwisselingen teweegbrengt tussen alle betrokken partijen, wat dus ook het voorafgaand overleg versterkt. Interview Philippe Delvaux


MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

BLZ 17

N° 2 0 1 3 / 1 8

Duurzame ontwikkeling vindt ook ingang bij het OCMW

D

e gemeenten zijn niet de enige die zich engageren in een Lokale Agenda 21. Steeds meer OCMW’s sluiten zich ook bij het initiatief aan. Wij gingen een kijkje nemen in Sint-Lambrechts-Woluwe, in het gezelschap van coördinatrice Caroline Legrand. Caroline Legrand: “Het OCMW van Woluwe bestrijkt een terrein van 22.000 m²: in die gebouwen zijn bepaalde

acties uit onze Agenda 21 gecentraliseerd. Maar buiten bakstenen is het in de eerste plaats een openbare dienst waarrond een vzw actief is. Het OCMW stelt 470 mensen te werk, waarvan nagenoeg 300 via de vzw Wolu Social. Daarnaast is het OCMW ook een geriatrisch revalidatiecentrum, een rust- en verzorgingstehuis, een dagverzorgingscentrum, tijdelijke huisvesting, een initiatief met 6 appartementen waar bejaarden samen wonen, 4 opvangwoningen

voor vreemdelingen, 13 diensten om de structuren te organiseren. Al deze diensten samen bereiken meer dan 1.300 personen rechtstreeks. Voor onze Agenda zijn we van nul vertrokken, wat ons alle ruimte liet om het project op te bouwen. We hebben de subsidie begin 2011 verkregen, waardoor we vanaf januari onze eerste acties op het getouw konden zetten.


BLZ 18

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

Van meet af aan werd er beslist geen afzonderlijke dienst op te richten, maar de duurzame ontwikkeling in de werking van het OCMW te verweven. Op dat moment was ik mijn opleiding master in maatschappelijke vorming aan het afronden, waardoor ik de aangewezen persoon was om me toe te leggen op de projectoproep Lokale Agenda 21, die uiteraard transversaal en participatief aangepakt moest worden.”

zijn van het vast Bureau, en de OCMW-voorzitter die de actie ondersteunen. Het project wordt dus zowel gedragen door politiekers uit de meerderheid als uit de oppositie.

Wie werkt er mee aan de Agenda?

Naast drie anderen, maken deze vijf mensen ook deel uit van het Directiecomité, het beheerorgaan van het OCMW. Zij kunnen dus praten met de andere verantwoordelijken van de Agenda, om de coherentie van de acties te waarborgen. De Agenda 21 heeft ook betrekking op de vzw Wolu Social, die op onze site gevestigd is. Hun medewerkers steunen ook onze activiteiten: de voorzitter, de

CL: “De impuls ging uit van een uitgesproken politieke wil om het werk aan te vatten met de sociale coördinatie van het OCMW. Onze Agenda staat onder leiding van een stuurcomité, bestaande uit 17 personen met verschillende achtergrond. Op politiek niveau zijn het de vier OCMW-raadsleden die lid

De hiërarchie van het OCMW is erbij betrokken via verschillende verantwoordelijken: de secretaris, de ontvanger, de rusthuisdirectrice, het hoofd sociale zaken en het hoofd facilitaire aangelegenheden.

N° 2 0 1 3 / 1 8

directeur-generaal en de verantwoordelijken van de technische dienst en van de huishouddienst hebben er zich bij aangesloten. Tot slot versterkt de aanwezigheid van de coördinatrice van de Lokale Agenda 21 de band met onze gemeente.” Welke fasen doorloopt uw Lokale Agenda 21? Caroline Legrand: “De opstelling van een Agenda is een participatief proces, in verschillende fasen: eerst is er een informatiefase, vervolgens raadpleging, zowel intern (het personeel) als extern (het publiek), overleg en tot slot gezamenlijk beheer.” Eigenlijk zijn er dus twee doelgroepen. Laten we eerst ingaan op uw ervaring met de OCMW-medewerkers. Caroline Legrand: “De eerste fase bestond uit vergaderingen


MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

BLZ 17

met de diensten. In totaal vonden er een twaalftal interne vergaderingen plaats. Op die manier bereikten we het OCMWpersoneel maar ook de vzw Wolu Social. Zo kwamen we in 2013 tot een actieplan, dat voorgelegd werd aan het stuurcomité. Na deze eerste fase hadden we een beter zicht op de mogelijkheden, alvorens na te gaan welk nut en welke voordelen er in ruime zin uit de acties gehaald kunnen worden. We hebben een enquête verricht omtrent duurzame ontwikkeling (leefmilieu, mobiliteit, water, energie, …) en de specifieke problematiek van het bestuur. Zo konden we een stand van zaken opmaken, waaruit bleek dat het personeel vindt dat de instelling een zekere gezelligheid mist en de sociale banden aangescherpt kunnen worden. Zij vroegen ook om meer rekening te houden met leefmilieu en energie. Het tweede jaar van de Lokale Agenda 21 werd besteed aan de invoering van verschillende procedures voor participatie binnen onze administratie. Raadpleging werd regelmatig toegepast, zoals bij de verandering van logo, het personeelsfeest, de communicatie of de herstructurering van de diensten. Op basis van de diagnose die uit de enquêtes naar voren kwam, werden er acties op touw gezet om het concept duurzame ontwikkeling concreter en zichtbaarder te maken,

zoals de renovatie van de tuinen en de oprichting van solidaire aankoopgroepen voor artisanale landbouw. De invoering van een Lokale Agenda 21 vergt regelmatige interactie met de verschillende niveaus van beslissingname binnen de administratie en de partner-vzw. Er werd dus nogmaals vergaderd om de resultaten van de raadpleging voor te stellen, overleg te plegen en nieuwe acties voor te bereiden. De Agenda 21 werd van in meet af aan zo opgevat dat het op elk niveau van het OCMW en de vzw invulling kan krijgen, teneinde de beginselen van de duurzame ontwikkeling in onze werkwijzen op te nemen.” Tegelijk moest u zich ook richten tot de OCMW-gebruikers en de rusthuisbewoners? Caroline Legrand: “Het tweede deel van het participatief proces heeft betrekking op de burgers, waaronder dus de OCMWgebruikers. Daarvoor werd onze werkwijze aangepast. Het eerste jaar was de raadpleging toegespitst op voeding, mobiliteit en burgerleven. We trachtten uit te zoeken hoe onze doelgroepen deze thema’s aanvoelden. Voor de bevolking hebben we informatievergaderingen gehouden in ons rusthuis, in Andromeda, in het lokaal opvanginitiatief en in de algemene sociale dienst, met de steun van een expert in participatie van de denktank “Pour la solidarité”. Het was hun eerste ervaring met een Lo-

N° 2 0 1 3 / 1 8

kale Agenda 21. De keuze om te beginnen met de bewoners van het rusthuis en van Andromeda is te verklaren door de eenvoud van het proces: het is gemakkelijker de participatie van een publiek te bewerkstelligen op de plek waar ze wonen en waar ze gewoonlijk al sociale activiteiten hebben. Op die manier hebben we 20 van de 24 bewoners van Andromeda gemobiliseerd. En ook in het OCMW-rusthuis brachten we een twintigtal van de 130 residenten in beweging. Het moeilijkste is de nietresidenten bij een participatief proces te betrekken. Voor de bejaarden hebben we ervoor geopteerd de informatie via de ergotherapeute door te geven. Dit ligt moeilijker voor het publiek van onze algemene sociale dienst: zij moeten al veel opleidingen volgen of dingen ondernemen, dus is het moeilijker om hen te boeien voor algemenere zaken zoals een Lokale Agenda 21. Maar moeilijk gaat ook. We komen in contact met hen als ze naar het OCMW komen, gewoon in de wachtzaal. Via de milieuadviseur van het OCMW zoeken we ook contact met hen als ze informatie komen vragen over een energie-audit. Dan proberen we verder te gaan en hun persoonlijke situatie op een globaler niveau te beschouwen. Toch blijft het publiek van de algemene sociale diensten veruit het minst vertegenwoordigd van de verschillende doelgroepen die we trachten te bereiken.”

1 Wolu

Social is een diensten-vzw die verpleegkundig, huishoud-, schoonmaak- en technisch personeel te werk stelt.

2 Meer

info over SAGAL “Solidaire Aankoopgroep voor Artisanale Landbouw” op www.sagal.be

3 Andromeda

is een huisvestingsformule waar bejaarden in zekere zin autonoom wonen: het zijn zes bungalows met telkens vijf bewoners.


BLZ 20

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

N° 2 0 1 3 / 1 8

Wat ons brengt tot de tweede fase van het proces … Caroline Legrand: “De resultaten van de raadpleging werden uitgeschreven en omgezet in fiches die dienden in de fase van het overleg. Voor het vervolg van het proces zaten de verschillende deelnemende partijen samen rond de tafel. De terreinwerkers, de diensthoofden en de begunstigden behandelden samen de aangehaalde problematieken. Voor het overleg werkten we opnieuw met de rusthuisbewoners, waarbij we trachtten via vertegenwoordigers van de residenten één stem naar voren te laten komen. Zo brachten we een vijftiental gemotiveerden samen, om samen oplossingen of verbeteringen te zoeken voor problemen. De groep vroeg bijvoorbeeld om het restaurant gezelliger te maken. Daartoe werden enkele kleine aanpassingen doorgevoerd. Wat het medebeheer betreft, organiseren we om de 6 weken een comité voor de menu’s en een comité voor de residenten: een dynamische groep met 30 tot 40 residenten. Zij worden begeleid door een expert in participatie, die een agenda opstelt met punten die de residenten zelf aanbrengen. We proberen dat doeltreffend aan te pakken, met een verslag waarin duidelijk staat wie wat doet binnen welke termijn.” Is er al vooruitgang zichtbaar? Caroline Legrand: “Wij hebben niet gewacht tot het plan volledig af was om actie te ondernemen. Reeds in 2012 hebben we samen acties gevoerd:

schriftjes maken met gerecycleerd papier, creatie van een nieuw logo voor het OCMW volgens een participatief proces waarbij zowel het personeel als de gebruikers betrokken werden, oprichting van een solidaire aankoopgroep voor artisanale landbouw, deelname aan “bike to work”, renovatie van onze tuinen, … Wat de agenda betreft, vloeit de raadpleging over in de actie. Dat maakt het allemaal heel levendig … wat het administratief overigens moeilijker maakt.”

Wat kunnen we verwachten van de Lokale Agenda 21 van het OCMW in de toekomst? Caroline Legrand: “Ons OCMW dingt naar een eerste ster in het ecodynamisch label van Leefmilieu Brussel. In 2014 komt er een projectoproep voor duurzame refters. Het grote probleem is dat streven te combineren met de zeer strenge eisen van het Voedselagentschap. Maar we kunnen rekenen op het hele keukenteam van Wolu Social, dat zeer gemotiveerd is. Het OCMW bereidt 755 maaltijden per dag, dus de uitda-


BLZ 17

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

ging is aanzienlijk. Wij hebben vastgesteld dat bejaarden erg gesteld zijn op de smaak van het voedsel, dus dat criterium moet absoluut in aanmerking genomen worden als we het project willen doen slagen. Een van de grote dossiers voor de toekomst ligt op architecturaal vlak. De OCMW-raad heeft een project opgestart rond de renovatie van de tuinen van het OCMW, die aanvankelijk helemaal niet aangelegd waren in functie van de mobiliteit van de residenten. Dat denkproces hebben we opgenomen in de Lokale Agenda 21 en dankzij participatie hebben we het project kunnen bijsturen. Onze visie op het belang van de resident wordt soms weerlegd door de betrokkenen zelf. Zo dachten wij er een speeltuintje in aan te leggen, om de ontmoeting tussen verschillende

generaties te bevorderen, maar de residenten zelf vroegen om meer rust. Wij hebben nota genomen van hun wensen om verschillende sferen te creëren in de groene ruimten, een terras bij het restaurant, schaduwzones in de zomer, een gezellig hoekje om te lezen. Achter het gebouw komt er tevens een moestuin en een boomgaard, voornamelijk met inheemse planten en honingbloemen want er staan bijenkorven op onze gebouwen. Dan gaan we ook nog de ingang herinrichten, want momenteel is alles te fel gericht op het gemotoriseerd verkeer. Dat is een complex probleem, want ook al wordt het openbaar vervoer voor het personeel volledig terugbetaald, toch blijft de parking vol staan. En die is echt niet aangenaam

N° 2 0 1 3 / 1 8

zodra je je wagen verlaat. We moeten dus bepaalde ruimten omtoveren in wandelwegen, een vijver graven, … Voor de gebouwen zelf willen we de isolatie verbeteren en zonnepanelen op het dak plaatsen. Voor die werken zijn er sociale en milieuclausules opgenomen in de aanbesteding (o.a. het gebruik van gecertifieerd hout). Na drie jaar is ons enthousiasme en goede wil absoluut niet verminderd. Vandaag tonen we onze verwezenlijkingen en tekenen we nieuwe projecten voor de toekomst uit, die ook van de toekomst van de Lokale Agenda’s 21 zullen afhangen.” Interview door Philippe Delvaux


BLZ 22

MO NI T O R V A N D E D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG

N° 2 0 1 3 / 1 8

Elektronisch … dusc’est ook ecologisch! C’est électronique… écologique ! Ons engagement voor duurzame ontwikkeling indachtig maar ook om papierverspilling tegen Par soucis de cohérence et d’engagement en faveurOntwikkeling d’un développement plus te gaan, wensen wij de Monitor van de Duurzame prioritair perdurable e-mail mais onderaussi afin gaspillages inutiles de papier, nous souhaitons diffuser le Moniteur du onzed’éviter lezers tedes verspreiden. Développement Durable prioritairement par courriel. Neem een abonnement! Inscrivez-vous ! van de Duurzame Ontwikkeling niet persoonlijk ontvangen? Wenst u de Hebt u de Monitor Vous n’avez pas reçu MoniteurNeem du Développement Durable volgende nummers tepersonnellement ontvangen? Geenleprobleem! een abonnement via de? website Vous êtreUtenu de la parution prochains >numéros ? Pas de problème ! van desouhaitez Vereniging. kanau hetcourant formulier invullen op des www.vsgb.be Diensten > Publicaties Abonnez-vous sur le site internet de l’Association. > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling. Pour remplir le formulaire : www.avcb.be>publications>moniteur du développement durable. Download via onze website! Téléchargez-le U kan de Monitor! van de Duurzame Ontwikkeling tevens gratis downloaden op Vous pouvez également gratuitement le moniteur à l’adresse suivante : www.vsgb.be > Dienstentélécharger > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling. www.avcb.be>publications>moniteur du développement durable. Geen e-mailadres? Pas d’adresse électronique ? U hebt geen rechtstreekse toegang tot internet en wil de Monitor van de Duurzame Vous n’avez pas accès à internetBel et ons vousensouhaitez même recevoir le Moniteur du Ontwikkeling toch ontvangen? we zullenquand samen een oplossing zoeken. Développement Durable. Téléphonez-nous, ensemble nous trouverons une solution. Contact Contact: Forum voor Duurzame Ontwikkeling van de Forum pour un Développement Durable Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) Association de la Ville et des Communes de la Région Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel de Bruxelles-Capitale. Tel: 02 238 53 51 Boîte 62 - Fax: 02 280 60 90 Rue d'Arlon 4 à 1040 Bruxelles E-mail: philippe.mertens@avcb-vsgb.be Tél: 02/238.51.62 Fax: 02/280.60.90 Courriel : philippe.mertens@avcb-vsgb.be

Winter 2014


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.