Nieuwsbrief 109

Page 1

ONDER DE LOEP De eBox in het hart van de gemeenten

NIEUWS VAN HET GEWEST DBDMH: sensibiliseren voor een betere mobiliteit

ONZE GEMEENTEN Welbevinden op het werk in het OCMW van Schaarbeek

Nieuwsbrief

Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad

VER. UITG. CORINNE FRANÇOIS - Nr. 7318

De wetgeving betreffende de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de gemeentemandataris evolueert

Nr. 109

AFGIFTEKANTOOR : BRUSSEL X TWEEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018 ERKENNINGSNUMMER P 921662



EDITO

EUROPESE WEEK VAN DE LOKALE DEMOCRATIE De Europese Week van de Lokale Democratie wordt traditioneel georganiseerd rond 15 oktober, de datum van de ondertekening van het Europees handvest inzake lokale autonomie in 1985. Dat handvest werd geratificeerd door de 47 lidstaten van de Raad van Europa en is een bindende tekst die de lokale democratie in heel Europa garandeert. Dit jaar wordt deze Europese Week vanwege de gemeenteraadsverkiezingen een maand uitgesteld en vindt ze meer bepaald plaats tussen 19 november en 16 december 2018. Het thema blijft hetzelfde als vorig jaar: “Participatie, raadpleging en engagement van de burger ter bevordering van de lokale democratie”. Dit jaar zal echter bijzondere nadruk worden gelegd op de betrokkenheid van jongeren en kinderen. Het is immers van jongs af aan dat onze kinderen hun gemeente en haar opdrachten moeten ontdekken. De mening van de jongeren is belangrijk, omdat politici voor hun toekomst werken. Zij moeten de kans krijgen om hun standpunt kenbaar te maken, suggesties te doen en voorstellen te formuleren. Gedurende de EWLD worden er in heel Europa acties georganiseerd om de participatie van burgers op lokaal niveau te bevorderen. De Brusselse gemeenten en OCMW’s hebben er steeds talrijk aan deelgenomen. Ook dit jaar moet dat het geval zijn. Een maand na de verkiezingen laten zien dat participatieve democratie, luisterbereidheid en dialoog met de burger niet ophouden bij de verkiezingen, maar dat dit alles nadien doorgaat, is bijzonder belangrijk! In het Brussels Gewest wordt de Europese Week van de Lokale Democratie reeds twaalf jaar gecoördineerd door Brulocalis. Met als doel de kennis van de burgers over hun lokale overheid uit te breiden en hun participatie te bevorderen. Een tweede doelstelling is de uitwisseling van ervaringen tussen lokale beleidsvoerders, vertegenwoordigers van verenigingen en burgers aan te moedigen. Democratie kan zich niet afspelen vanuit een ivoren toren. Onze medeburgers moeten zoveel mogelijk betrokken worden bij de beslissingen die hen aanbelangen. Maar al te vaak kennen en ze de diensten die hun gemeente of OCMW aanbiedt, onvoldoende. De Europese Week van de Lokale Democratie is een uitstekende gelegenheid om deze extra te belichten. Marc COOLS, Voorzitter Brulocalis

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

03


Nieuwsbrief

Stad en Gemeenten van Brussel-Hoofdstad

Nr. 109

INHOUD ONDER DE LOEP

TWEEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

DE STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN GEMEENTEMANDATARISSEN: WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING ������������������06 ONDER DE LOEP

DIRECTIE: Corinne François

DE FINANCIËN VAN DE BRUSSELSE LOKALE BESTUREN 2018: EEN SPECIFIEKE SITUATIE ���������������������������������������������������������������������������������������08

COÖRDINATIE: Vincent Dewez

ONDER DE LOEP

REDACTIE: Sacha Lefèvre, Clara Van Reeth, Geneviève Kahn, Claire Brabant, François Dambly, Stéphanie Nowakowski, Sofia Douieb

DE FEDERALE DIGITALE BRIEVENBUS “EBOX” VINDT NU OOK ZIJN WEG NAAR DE BRUSSELSE GEMEENTEN ���������������������������� 12

VERTALING: Liesbeth Vankelecom, AV Translations

MOBILITEIT IN BRUSSEL BEMOEILIJKT HET WERK VAN DE SPOEDDIENSTEN ��������� 16 ONZE GEMEENTEN

ABONNEMENTEN: 02 238 51 49 welcome@brulocalis.brussels RECLAME: Target Advertising 02 880 59 14 of 081 55 40 78 www.targetadvertising.be FOTO COVER: Shutterstock

NIEUWS VAN HET GEWEST

HET OCMW VAN SCHAARBEEK DRAAGT WELBEVINDEN OP HET WERK HOOG IN HET VAANDEL ����������������������������������������������������������������20 ONZE GEMEENTEN

EEN PROCES DAT ZIJN WAARDE HEEFT BEWEZEN VOOR HET PROJECT “CULTUUR 1030 IN HET OCMW IN SCHAARBEEK” �������������������������24

Smart Belgium ONZE GEMEENTEN

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100% gerecycleerd papier Samen

DUIVEN IN BRUSSEL: STAND VAN ZAKEN

VANaan EEN de WEERKEREND PROBLEEM EN DUURZAME EN ETHISCHE bouwen OPLOSSINGEN REKENING HOUDEND MET HET DIERENWELZIJN �������������������������28 Laat u inspirere oplossingen van morgen Cette revue existe aussi en français. Si uitdagingen va vous souhaitez recevoir le Trait d’Union, ONZE GEMEENTEN contactez notre secrétariat: welcome@brulocalis.brussels

Sinds 2002 is Nieuwsbrief-Brussel integraal beschikbaar op www.brulocalis.brussels

INPERKING VAN DE DUIVENPOPULATIE: NA DE ENQUÊTE, PLAATS VOOR CONCRETE ACTIES ��������������������������������������������� 31 ONZE GEMEENTEN

GRATIS ONDERSTEUNING VOOR LOKALE TEAMS OM HET JEUGDBELEID IN UW GEMEENTE TE PROMOTEN ������������������������������������33 ONZE GEMEENTEN

HOE KUNNEN WE VERANTWOORD BURGERSCHAP BIJ JONGEREN BEVORDEREN? �������������������������������������������������������������������������������36 ACTUALITEIT

ALTIJD ‘N TAS OP ZAK? �����������������������������������������������������������������������������������������38 ACTUALITEIT

VERONTREINIGDE BODEMS IN BRUSSEL: PREMIES VERHOOGD EN UITGEBREID �������������������������������������������������������������������40

BRULOCALIS, Vereniging Stad en Gemeenten van Brussel Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Tel 02 238 51 40 - Fax 02 280 60 90 welcome@brulocalis.brussels belfius.be/smartbelgium www.brulocalis.brussels belfius.be/smartbelgium Laat u inspireren op belfius.be/smartbelgium

04

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Gepubliceerd met de steun van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest, Belfius en Ethias


NIEUW

UW GEMEENTE AAN HET WOORD IN NIEUWSBRIEF Nieuwsbrief is niet zozeer het magazine van Brulocalis, maar veeleer het magazine van onze leden, de Brusselse gemeenten, OCMW en intercommunales, volledig voor hen gemaakt. Meer nog: door hen gemaakt. Als u ons regelmatig volgt, weet u dat we technische artikels publiceren – niet het soort teksten dat je meeneemt op reis, maar die een nuttige basis bieden voor uw dagelijks werk – en ook verslag uitbrengen van onze acties als belangenbehartiger of boeiende initiatieven, ervaringen, nieuwe regelgeving … die een impact hebben op uw werk. Maar waarom ook niet de schijnwerpers richten op een innoverend gemeentelijk project, een nieuwe methode, een unieke overheidsopdracht, …

Reik ons uw thema’s aan, geef toelichting bij uw acties om meer weerklank te geven aan vernieuwende methodes voor goed bestuur. Nieuwsbrief is het uitgelezen middel om uw ervaring en uw expertise te delen, zowel met Brusselse ambtenaren als mandatarissen. “Nieuwsbrief is het magazine van de Brusselse gemeenten” waartoe zij ook zelf een bijdrage leveren.

ONZE GEMEENTEN > Adelheid Byttebier, schepen van gelijke kansen, Schaarbeek

VROUWENMIX OP LOKAAL VLAK KAN DE WERELD VERANDEREN Acties rond stereotypes in jeugdliteratuur in de bibliotheek, sportcheques voor meisjes, de Internationale Mannendag, Bricoladies, joggen voor vrouwen, … Of hoe een gemeente als Schaarbeek met een lokaal beleid werkt aan meer gelijkheid voor vrouwen en mannen� Wereldwijd komen steeds meer vrouwen op voor hun rechten. Hun rechten in de sport, de media, de politiek, in de openbare ruimte, in het dagelijks leven. We zien vrouwen die bejubeld worden tijdens prijsuitreikingen (hoera!) of wiens protest hardhandig wordt neergeslagen wanneer ze op de Internationale Dag van de Rechten van de Vrouw … hun rechten opeisen. Wat wij vooral hopen, is dat al deze voorbeelden ook steeds meer ‘gewone’ vrouwen en mannen zullen inspireren om het heft in eigen handen te nemen. De wereldwijde #metoo-beweging richt haar pijlen dus maar best op de lokale overheden. Het is hier dat we werk maken van dit globale thema, dat we vrouwen de ruimte geven hun rechten volledig te gebruiken en dat we de gelijkheid meetbaar maken. Schaarbeek is een stedelijke gemeente die zowat 1.300 mensen tewerkstelt, met meer dan 130.000 inwoners en meer dan 160 nationaliteiten. Die diversiteit vindt haar weg naar ons Huis van de

Heeft uw gemeente iets vernieuwends tot stand gebracht? Deel uw ervaring dan met uw ambtgenoten.

Vrouw. Een omgeving die tegelijk vertrouwd en uitdagend is, waar een mix van vrouwen hun talenten en dromen kunnen delen. En die reiken verder dan het huis in de Josaphatstraat. Met beleidstools als gendermainstreaming en genderbudgeting dragen steeds meer gemeentediensten een roze bril. We meten hoeveel vrouwen en mannen aan sport doen, hoeveel jongens en meisjes deelnemen aan de jeugdactiviteiten, hoeveel vrouwelijke en mannelijke artiesten we boeken. Bij de heraanleg van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met de noden van vrouwen, mannen, ouderen en jongeren. We zetten de cijfers naast de feiten en investeren waar nodig. Je hebt geen magische formule nodig, ook geen vijf minuten moed, maar wel een duidelijke keuze om hier continue aandacht aan te besteden. Jaar na jaar hangen we affiches in de straten tegen seksuele intimidatie en organiseren we workshops in de

SUGGESTIES? Neem contact op met onze redactie: Brulocalis, dienst Informatie-Communicatie: publi@brulocalis.brussels

WIST U DIT? HYPERLINKS IN DE DIGITALE NIEUWSBRIEF Sinds Nieuwsbrief 2016/4 (nr 97 als we toen de nieuwe nummering al toegepast hadden) van september vorig jaar is de pdf-versie van het tijdschrift beschikbaar op de website van Brulocalis - of via het tijdschriftenplatform Issuu - met heel wat hyperlinks naar andere inhoud, van Brulocalis of andere bronnen. In het digitale tijdperk blijken eenvoudige voetnoten immers te beperkt en zo wil Brulocalis u zo vaak mogelijk rechtstreeks naar de informatie toe leiden.

Eén klik en je bent er!

38

NIEUWSBRIEF APRIL-MEI 2018

ONZE VOORNAAMSTE RUBRIEKEN Vereniging in actie Een (niet exhaustief) overzicht van de dossiers waarop Brulocalis zich toelegt. Zo hoeft u niet te wachten op het jaarlijkse activiteitenverslag.

Onder de loep Deze hoofdrubriek van het tijdschrift bundelt technische en gespecialiseerde artikels.

In onze gemeenten Deze rubriek stelt gemeentelijke initiatieven voor die inspirerend kunnen zijn voor andere gemeenten.

Nieuws van het Gewest Een voorstelling van verwezenlijkingen of projecten van het Brussels Gewest, die belang hebben voor de gemeenten.

Actualiteit Actuele thema’s (uiteraard vanuit de invalshoek van de tweemaandelijkse publicatie) die niet zozeer vallen onder de rubriek «Nieuws van het Gewest» of «In onze gemeenten».

Nieuw Deze rubriek bleef blijkbaar ondoorgrondelijk... ‘Nieuw’, dat is zoals ‘actualiteit’ maar dan iets nieuws in verband met Brulocalis.

Europagina Deze artikels trachten gemeenten te sensibiliseren voor Europese aangelegenheden, met bijzondere aandacht voor wat ze daar zowel op symbolisch of politiek als materieel vlak kunnen uithalen.

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

05


ONDER DE LOEP >>Sacha Lefèvre, juridisch adviseur bij de studiedienst van Brulocalis

DE STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN GEMEENTEMANDATARISSEN: WIJZIGINGEN IN DE WETGEVING De wet van 11 juli 20181 wijzigt het Strafwetboek en de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering wat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen betreft. De wet heft de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente op, waardoor vanaf nu zowel lokale mandatarissen als publiekrechtelijke rechtspersonen gedagvaard kunnen worden. 1. DE STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN GEMEENTELIJKE MANDATARISSEN: PRINCIPES De orgaantheorie, die ontwikkeld werd door de rechtspraak, bepaalt dat rechtspersonen bij het stellen van rechtshandelingen optreden via natuurlijke personen. Die natuurlijke personen vertegenwoordigen dan de rechtspersonen. Als publiekrechtelijke rechtspersoon bestaat de gemeente uit organen die het openbare gezag uitoefenen. We hebben het meer bepaald over het college van burgemeester en schepenen en de burgemeester2. Personen die als organen van lokale besturen optreden, kunnen bijgevolg strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden voor misdrijven die ze in die hoedanigheid begaan hebben. Bovendien, “wanneer de beslissing die strafbaar gesteld is, genomen werd door een collegiaal orgaan, [..] moeten volgens de regels voor materiële en morele toerekening op strafrechtelijk vlak de personen die persoonlijk in het voordeel van die beslissing gestemd hebben, geïdentificeerd worden”3. Het komt er met andere woorden op aan te bepalen wie de betwiste beslissing genomen heeft.

2. ARTIKEL 5 VAN HET STRAFWETBOEK: HISTORIEK

1. Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van het Strafwetboek en de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering wat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen betreft, B.S., 20/07/2018, Inforum 322805. 2. Parl. St., Kamer, 2001-2002, nr. 1736/001, 23. 3. A. MASSET, “La responsabilité pénale des mandataires communaux”, in Le droit communal : état des lieux, verzamelwerk gecoördineerd door R. CAPART, Limal, Anthemis, 2015, pp. 62-63, nr. 11. 4. A. MASSET, op. cit., p. 61, nr. 8. 5. Ibid.

06

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Artikel 5 van het Strafwetboek, oorspronkelijk ingevoegd door de wet van 4 mei 1999, voerde een complexe regeling in die voorzag in enerzijds de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente en anderzijds de toepassing van de ‘decumulregel’.

Strafrechtelijke immuniteit van de gemeente Artikel 5 van het Strafwetboek klonk als volgt: “Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening zijn gepleegd.”

Het vierde lid voegde daaraan toe: “Voor de toepassing van dit artikel kunnen niet als strafrechtelijk verantwoordelijke rechtspersoon worden beschouwd: [ …], de gemeenten, [ …].” Deze precisering maakte de gemeente dus strafrechtelijk immuun.

Decumulregel Op grond van artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek gold: “Wanneer de rechtspersoon verantwoordelijk gesteld wordt uitsluitend wegens het optreden van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan enkel degene die de zwaarste fout heeft begaan worden veroordeeld.” Bijgevolg werd in geval van onopzettelijk gedrag de decumulregel toegepast en moest de persoon geïdentificeerd worden die de zwaarste fout begaan had. Voor de persoon die de minst zware fout begaan had, was voorzien in een strafuitsluitende verschoningsgrond.

a) Onopzettelijk gedrag Artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek bepaalde het volgende: “Indien de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en willens heeft gepleegd, kan hij samen met de verantwoordelijke rechtspersoon worden veroordeeld.” Bij opzettelijk begane fouten “staat artikel 5 dus toe, zonder dit op te leggen, om de strafrechtelijke verantwoordelijkheden van de rechtspersoon en de natuurlijke persoon te cumuleren”4. De decumulregel was dus enkel van toepassing bij onopzettelijk gedrag.

b) De zwaarste fout Bij onopzettelijk gedrag van de rechtspersoon en de natuurlijke persoon via dewelke de rechtspersoon handelt, “verbiedt artikel 5 de cumul van de strafrechtelijke verantwoordelijkheden van de rechtspersoon en de natuurlijke persoon: alleen de persoon die de zwaarste fout beging, kan veroordeeld worden, met dien verstande dat de persoon die van deze vrijstelling van straf geniet, op burgerlijk vlak wel aansprakelijk blijft”5. De persoon


ONDER DE LOEP

die de minst zware fout beging, geniet dus van een strafuitsluitende verschoningsgrond. Merk op dat de feitelijke rechter soeverein oordeelt over de ernst van de fout.

Situatie van de gemeentelijke mandatarissen De regeling die de wet van 4 mei 1999 invoerde, is vooral streng voor gemeentelijke mandatarissen: Ten eerste, wat het principe van de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente betreft, kunnen lokale mandatarissen niet genieten van de strafuitsluitende verschoningsgrond die voortvloeit uit de decumulregel. “Alleen de persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid van de gemeentelijke mandataris wordt onderzocht, zonder dat hij vrijgesproken kan worden wanneer de gemeente alleen veroordeeld wordt voor dit onopzettelijk begane misdrijf.”6 Ten tweede, wat het materiële aspect van het misdrijf betreft, stemmen de rechtspraak en de rechtsleer er in het bijzonder mee in dat door na te laten om te handelen, de lokale mandataris strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden als de betrokkene wettelijk of contractueel verplicht was om te handelen7. Indien de burgemeester het bijvoorbeeld nalaat om te handelen, werd geoordeeld dat “art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet de burgemeester belast met een algemene opdracht van politie om de openbare rust, veiligheid en gezondheid veilig te stellen. Hij kan strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden in geval van foutieve nalatigheid te wijten aan zijn persoonlijke toedoen, als die nalatigheid gebleken is binnen een van zijn bevoegdheidsdomeinen. De weigering om alle nodige maatregelen te nemen om een einde te stellen aan de beschouwde misdrijven, kan een nalating vormen die zodanig kenmerkend is dat ze gelijkgesteld wordt met positief en strafbaar gedrag rekening houdend met de medewerking die verleend is aan het begaan van de misdrijven [..] door een derde.”8 Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie ten slotte is de beoordeling van de strafrechtelijke fout in geval van onopzettelijke slagen en verwondingen en onopzettelijke doodslag identiek aan de fout waaruit de burgerlijke aansprakelijkheid voortspruit, namelijk het gebrek aan voorzichtig en toegewijd gedrag van een goede huisvader.

3. ARTIKEL 5 VAN HET STRAFWETBOEK: NIEUWE VERSIE De wet van 11 juli 20189 tot wijziging van het Strafwetboek en de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering wat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen betreft, schaft de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente af, alsook de decumulregel (artikel 2 van de wet).

Afschaffing van de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente Gezien de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente is de decumulregel niet van toepassing

bij samenloop van verantwoordelijkheden van de lokale mandataris en de gemeente. Zoals in de voorbereiding verduidelijkt wordt: “Vermits de rechtspersoon zelf strafrechtelijk onverantwoordelijk is, kan er immers geen situatie van samenloop van verantwoordelijkheden ontstaan tussen de rechtspersoon en een of meerdere natuurlijke personen. Bijgevolg kunnen natuurlijke personen die vervolgd worden voor misdrijven in de schoot van een immune publiekrechtelijke rechtspersoon geen beroep doen op de strafuitsluitende verschoningsgrond van artikel 5, tweede lid van het Strafwetboek, de zogenaamde decumulregel.”10 Wegens dit struikelblok is het vierde lid van artikel 5 van het Strafwetboek, dat de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente invoerde, voortaan opgeheven. Het tweede lid van artikel 5 van het Strafwetboek is gewijzigd om een einde te stellen aan de complexe decumulregel.

En wat met de lokale mandatarissen? Artikel 5, derde lid, van het Strafwetboek voegt het volgende toe: “De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersonen sluit die van de natuurlijke personen, die daders zijn van dezelfde feiten of eraan hebben deelgenomen, niet uit.” Met andere woorden, de gemeente kan voortaan strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden, evenals de lokale mandatarissen die daders zijn van dezelfde feiten of eraan deelgenomen hebben.

Schuldigverklaring Wat de opheffing van de strafrechtelijke immuniteit van de gemeente betreft, wordt in de voorbereiding opgemerkt dat een strafrechtelijke veroordeling van de gemeente aanzienlijke budgettaire gevolgen kan hebben voor de gemeente (betaling van een boete, enz.)11. Bijgevolg wijzigt artikel 3 van de wet van 11 juli 201812 artikel 7bis van het Strafwetboek, volgens hetwelk alleen een eenvoudige schuldigverklaring uitgesproken zal kunnen worden, met uitzondering van andere straffen.

4. ACTIES VAN BRULOCALIS In het kader van de problemen die voortvloeien uit de toepassing van artikel 5 van het Strafwetboek, ingevoerd door de wet van 4 mei 1999, werd Brulocalis in 2015 in de Kamercommissie Justitie gehoord om het stelsel van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor publiekrechtelijke rechtspersonen en lokale mandatarissen te beoordelen. Brulocalis heeft altijd een betere organisatie van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van mandatarissen en de afschaffing van de strafrechtelijke immuniteit van de gemeenten gesteund.

6. Ibid., pp. 61-62, nr. 9. 7. Fr. TULKENS en M. VAN DE KERCHOVE, Introduction au droit pénal, 7e ed., Waterloo, Kluwer, 2005, pp. 419-420; Cass. 23 november 1999, Bull., 1999, p. 1550. 8. Corr. Namen, 24 april 2002, Amén., 2002, p. 339. 9. Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van het Strafwetboek en de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering wat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen betreft, B.S., 20/07/2018, Inforum nr. 322805. 10. Parl. St., Kamer, nr. 54-0816/001, zitting 2014-2015, p. 10. 11. Parl. St., Kamer, nr. 54-0816/003, zitting 2017-2018, p. 20. 12. Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van het Strafwetboek en de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering wat de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen betreft, B.S., 20/07/2018, Inforum nr. 322805.

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

07


ONDER DE LOEP

DE FINANCIËN VAN DE BRUSSELSE LOKALE BESTUREN 2018: EEN SPECIFIEKE SITUATIE Naar jaarlijkse gewoonte brengt Belfius u ook in 2018 de studie Lokale Financiën. Dit jaar analyseren we niet alleen het gemeentebudget van dit werkjaar. Met de lokale verkiezingen voor de deur kijken we ook terug in de tijd naar de evolutie van de lokale financiën tijdens de aflopende bestuursperiode. De rode draad doorheen de afgelopen 6 jaar legislatuur is het begrotingsevenwicht. Er deden zich een aantal markante veranderingen voor, zowel economisch als institutioneel, die invloed hadden op dit centrale thema.

MAATREGELEN OP FEDERAAL NIVEAU? De federale regering heeft in de voorbije legislatuur een aantal maatregelen genomen die hun weerslag hadden op de lokale besturen. • Zo zorgde de indexsprong in 2015 voor een beperking van de stijging van de loonkost voor de gemeenten. • Door de taxshift daarentegen daalden de federale belastinginkomsten en dus ook de aanvullende personenbelasting. • In hetzelfde jaar 2015 werden de hulpverleningszones een feit, met enkele verschuivingen in de gemeentelijke budgetten tot gevolg. • Tot slot vermelden we de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen en daarmee gepaard de verschuiving van de steunaanvragen naar de OCMW’s, met opnieuw een belangrijke impact op de gemeentelijke financiën tot gevolg.

VERANDERINGEN OP GEWESTELIJK NIVEAU? Ook de regionale overheden zetten zwaar in op begrotingsevenwicht voor de lokale besturen, om zo de gezamenlijke inspanning voor de totale overheidsfinanciën te kunnen leveren. • In Vlaanderen werd een ander begrotings- en boekhoudsysteem ingevoerd dat expliciet mikt op een meerjarenstabiliteit. • In Wallonië versterkte de toezichthoudende overheid de bestaande maatregelen voor de lokale besturen. Daarnaast voerde ze met de zogenaamde balise d’emprunt bijkomende maatregelen in voor het beperken van de schuld. • Het Brusselse Gewest zorgde voor een bijkomende financiering met de hervorming van het gemeentefonds.

08

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Evolutie van de financiële situatie van de Brusselse gemeenten (2012-2018) In 2018 beliepen de begrotingen van de Brusselse gemeenten 3 miljard euro, zijnde 2.489 euro per inwoner. Op zich vertegenwoordigen de gemeenten zo 60 % van de financiële middelen van de Brusselse lokale sector in zijn geheel, inclusief o.m. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) en de politiezones. Bijna 78 % van het bedrag gaat naar de exploitatie-uitgaven (personeel, werking,..) terwijl de rest om de buitengewone uitgaven gaat, d.w.z. de investeringen. Tijdens de bestuursperiode zijn de exploitatieuitgaven van de gemeenten toegenomen tegen een gemiddeld jaarlijkse tempo van 2,7 % (analyse uitgaande van de rekeningen 2012-2016 en de begrotingen 2017-2018). Die evolutie is nagenoeg identiek voor alle uitgavenrubrieken, met uitzondering van de schulduitgaven, die door de historisch lage rentestand minder snel stegen (+ 1,29 % per jaar over de bestuursperiode en in 2018 gestabiliseerd ten opzichte van de begrotingen van 2017). Bij de uitgaven kregen 3 rubrieken onze bijzondere aandacht, omdat ze tijdens de voorbije bestuursperiode erg onder druk stonden:

1. Een aanhoudende stijging van de kosten voor het statutair personeel en de pensioenen De personeelsuitgaven vertegenwoordigen gemiddeld 41 % van de exploitatie-uitgaven (iets minder dan 1 miljard euro) in 2018, een verhouding die stabiel is gebleven sinds het begin van de bestuursperiode. Die gemeentelijke lasten stegen tijdens de voorbije bestuursperiode jaarlijks met gemiddeld 2,4 %. De matige stijging van de personeelsuitgaven is nochtans de synthese van tegengestelde evoluties bij de componenten van die uitgaven. Zo tonen de wedden van het statutair personeel (27 % van de totale personeelsuitgaven) tijdens de voorbije bestuursperiode een stabiele evolutie van 0,8 % per jaar. Daartegenover staat dat de wedden van het contractuele personeel (30 % van de personeelsuitgaven) en de pensioenlasten (14 % van


ONDER DE LOEP

de personeelsuitgaven) een jaarlijkse groei laten optekenen van respectievelijk 3,5 % en 3,9 % (+ 4,5 % over de periode 2012-2016). De toename van het aantal contractuele personeelsleden met 651 voltijdse equivalenten (+ 7,0 %) over de periode 20122017 bevestigt dit, samen met een daling van het aantal statutaire personeelsleden met 28 VTE (-0,5 % ).

2. Een aanhoudende stijging van de dotatie van de gemeenten aan hun respectieve OCMW’s De dotatie die de gemeenten uittrekken om de begroting van hun OCMW in evenwicht te houden, vertegenwoordigt in 2018 gemiddeld bijna 15 % van de exploitatie-uitgaven van de gemeenten. De Brusselse OCMW’s kwamen onder druk te staan door de toestroom van vluchtelingen en de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen (uitsluiting van langdurig werklozen en degressiviteit van de uitkeringen). Het aantal leefloontrekkers beliep 31,8 per 1.000 inwoners in het Brussels Gewest (in 2017), tegen 18,1 en 5,6 respectievelijk in Wallonië en Vlaanderen.

3. Hoge toelagen aan de politiezones, maar groei is onder controle De Brusselse gemeenten besteden, net als de andere grote steden van het land, aanzienlijke middelen aan het veiligheidsbeleid, vooral via de dotatie aan hun politiezone. Zo besteden de Brusselse gemeenten voor hun politiezone gemiddeld een dotatie van 15,7 % van hun totale uitgaven (306 euro per inwoner), tegenover respectievelijk slechts 11,2 % (of 153 euro per inwoner) en 9,5 % (of 135 euro per inwoner) voor de Vlaamse en de Waalse gemeenten.

EEN STERKERE TOENAME BIJ DE ONTVANGSTEN DAN BIJ DE UITGAVEN Over de bestuursperiode komen de exploitatie-uitgaven van de Brusselse gemeenten uit op 2,3 miljard euro (1.929 euro/inw.) volgens de begrotingen 2018 en namen ze jaarlijks gemiddeld toe met 3,2 %, sneller dan de uitgaven en de inflatie. Die aangehouden stijging van de ontvangsten komt zowel van de fiscaliteit, als van de nieuwe middelen die het Gewest heeft toegekend in het kader van de hervorming van het Gemeentefonds van 2017 (+ 70 miljoen euro, waarvan 35 miljoen euro bijkomende financiering).

In 2018 komt meer dan de helft van de ontvangsten van de Brusselse gemeenten uit de fiscaliteit (ongeveer 1,2 miljard euro). Die ontvangsten lieten over de hele bestuursperiode een dynamische evolutie van gemiddeld 3,8 % per jaar optekenen. De aanvullende belasting op de onroerende voorheffing (56 % van de belastingontvangsten) stijgt jaarlijks met 3,4 % per jaar, terwijl de aanvullende belasting op de personenbelasting (PB) (19 % van de belastingontvangsten) toeneemt met 2,4 % op jaarbasis, met een vertraging op het einde van de periode (slechts + 0,3 % tussen 2017 en 2018). Voor de aanslagvoeten doet zich voor de beide belastingcategorieën sinds het begin van de bestuursperiode een omgekeerde evolutie voor. De gemiddelde aanslagvoet van de aanvullende belasting op de PB daalde van 6,6 tot 6,45 %, terwijl het aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing steeg van 2.750 in 2012 tot 2.917 in 2018. We wijzen er eveneens op dat de Brusselse agglomeratie (eigenlijk het Gewest) sinds 2017 niet langer haar aanvullende belasting van 1 % heft. Bij de overige gemeentelijke belastingen is er de nieuwe aanvullende belasting op de toeristenbelasting (‘City-taks’ genoemd), die in 2018 25 miljoen euro oplevert aan de Brusselse gemeenten, tegen bijna 4 miljoen euro tijdens het vorige dienstjaar. Bij de specifiek lokale taksen merken we de aanzienlijke en regelmatige stijging op van de taks op de afgifte van administratieve documenten (+ 7,4 % gemiddeld per jaar).

EEN VOLGEHOUDEN INVESTERINGSINSPANNING VAN DE GEMEENTEN De investeringen van de Brusselse gemeenten vormen 75 % van de totale inspanning van de Brusselse lokale overheden. In de begroting 2018 werd daarvoor 624 miljoen euro uitgetrokken. Rekening houdend met de daadwerkelijke realisatiegraad uit het verleden, mogen we uitgaan van een reëel volume van in totaal 360 miljoen euro. In verhouding met het investeringsvolume in de rekeningen 2012, namelijk 273 miljoen, komt dit neer op een jaarlijkse groei van 4,7 %. Over de bestuursperiode van de Brusselse gemeenten zien we bij de investeringen minder duidelijk het effect van de verkiezingscyclus dat doorgaans geldt voor die uitgavencategorie, maar zien we een eerder aanhoudende groeitrend over de hele periode. De Brusselse gemeenten onderscheiden zich daarmee van de

andere gewesten waar de investeringen duidelijk vertragen. Het klopt dat gelet op de uitzonderlijk forse demografische ontwikkeling van de voorbije jaren, de Brusselse lokale besturen met de steun van het Gewest het hoofd moesten bieden aan een dringende nood aan lokale openbare voorzieningen (vooral scholen). Ondanks die investeringsinspanning die dynamisch bleef, lieten de Brusselse gemeenten dankzij de historische lage rentestand een daling van de rentelasten op hun schuld optekenen van 20 % tussen 2012 en 2016, wat een absolute begrotingsruimte oplevert van 23,5 miljoen euro. De top 3 van de investeringsdomeinen omvat onderwijs (27,4 %), openbare netheid (20 %) en algemeen bestuur (21 %).

ALLE BRUSSELSE GEMEENTEN HEBBEN EEN BEGROTING 2018 IN EVENWICHT VOOR HET ALGEMEEN TOTAAL Omdat de exploitatie-uitgaven tijdens de bestuursperiode minder snel stijgen (+ 2,7 % per jaar) dan de ontvangsten (+ 3,2 % per jaar), kon de financiële situatie van de Brusselse gemeenten enkel verbeteren. Voor het eigen dienstjaar van de begrotingen 2018 hebben de Brusselse gemeenten samen een tekort van 19 miljoen euro (0,8 % van hun gewone ontvangsten) tegenover een tekort in 2012 van 34 miljoen euro. Voor het algemeen totaal stijgt het overschot van 126 miljoen euro in 2012 (5,7 % van de ontvangsten algemeen totaal) tot 151 miljoen euro (6,1 % van de ontvangsten algemeen totaal). Voor het eerst tijdens de bestuursperiode hebben allé gemeenten een begroting in evenwicht of een overschot voor het algemeen totaal. De verbetering van de begrotingssaldi kan in hoofdzaak worden toegeschreven aan het financieel herstel van bepaalde gemeenten die aan een beheersplan onderworpen zijn, de aanslagvoet van de onroerende voorheffing verhoogden en profiteerden van de gevolgen van de herfinanciering van het Gemeentefonds. Die financiële situatie omvat ook een nettoschuld (financiële schulden op lange termijn van de liquide middelen van de gemeenten) die stabiel is op 52 % van de gewone ontvangsten tussen 2012 en 2016 (meest recente balans). Die vaststelling gaat eveneens op voor de reserves, die schommelen rond 12 % van de gewone ontvangsten.

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

09


ONDER DE LOEP

EEN VERSCHILLENDE FINANCIËLE SITUATIE AFHANKELIJK VAN DE GEMEENTE We wijzen erop dat de Brusselse gemeenten verre van een homogeen blok vormen. Achter hun globale situatie gaan in werkelijkheid grote verschillen schuil afhankelijk van hun lokale sociaaleconomische context (demografische structuur en dynamiek, werkloosheidsgraad, het gezinsinkomen, economische activiteit,.), wat gevolgen heeft voor zowel de ontvangsten (fiscale draagkracht) als de uitgaven (kosten voor sociale bijstand, onderwijs, veiligheid,.) Om rekening te houden met die realiteit, actualiseerde Belfius zijn ‘Typologie van de gemeenten’ waaronder uiteraard voor de Brusselse gemeenten. De gedetailleerde publicatie van die analyse zal de financiële evolutie inhouden door de diverse groepen van Brusselse gemeenten (clusters).

BESLUIT Op economisch vlak lieten we de crisis achter ons, maar dat uitte zich niet in een heel sterke groei. De werkgelegenheid daarentegen ontwikkelde wel relatief sterk. De inflatie bleef dan weer behoorlijk hoog (o.a. door BTW-verhogingen), zodat het effect van de lage rentebonus gedeeltelijk teniet werd gedaan door oplopende loonkosten. De conjunctuurevolutie was dus niet zeer uitgesproken ondersteunend voor de lokale besturen. Op globaal overheidsniveau houdt dit economische plaatje van gematigde nominale groei en lage rente in dat het federale begrotingsdeficit ’automatisch’ verminderde zonder nood aan veel extra besparingen. Of dit laatste op termijn positief is voor de lokale financiën, is natuurlijk een andere vraag, zeker wanneer lokale besturen de invloed van de vergrijzingsproblematiek meer en meer zullen voelen.

DE LOKALE BESTUREN BLIJVEN KAMPEN MET GROTE FINANCIËLE UITDAGINGEN Tijdens de volgende bestuursperiode (2019-2024) krijgen de lokale besturen blijvend te maken met politieke en maatschappelijke uitdagingen die een

10

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

weerslag hebben op hun financieel beheer en op de beschikbare marge. Onder de belangrijkste financiële uitdagingen rekenen we: • de verdere uitvoering van de hervorming van de pensioenen van het statutair personeel van de lokale besturen (vooral de gevolgen van de onvermijdelijke stijging van de responsabiliseringsbijdrage). Volgens de laatste prognoses voor de implementatie van de pensioenhervorming (2017) zou de responsabiliseringsbijdrage (die een tweede luik vormt naast de reeds hogere basisbijdrage) voor de gemeenten uitkomen op 168 miljoen euro in 2017 en verder oplopen tot 443 miljoen euro in 2023. Als we hierbij ook de OCMW’s rekenen, de politiezones en de hulpverleningszones, besturen waarvoor de gemeenten een toelage voorzien om de werking te verzekeren, dan loopt deze responsabiliseringsbijdrage op van 274 miljoen euro tot 743 miljoen euro. • de uitdagingen van de demografische evolutie, zowel met de problematiek van de vergrijzing van de bevolking (en meer bepaald de gevolgen daarvan op de evolutie van de APB van de gemeenten) als met de sterke demografische expansie in de grote steden (en vooral in de Brusselse gemeenten) • de gevolgen van de taxshift goedgekeurd door de federale regering, die zal leiden tot een geleidelijke uitholling tussen 2016 en 2021 van de belastbare basis voor de gemeentelijke aanvullende belasting (met een vermindering van 8 tot 10 % van de opbrengst van de gemeentelijke APB zonder ‘terugverdieneffecten’ volgens de ramingen van de FOD Financiën) • de problematiek van de lokale overheidsinvesteringen. Aangezien die laatste bijna 35 % van de overheidsinvesteringen uitmaken en niet aangroeien, rijst de vraag of de lokale infrastructuur wel onderhouden en gemoderniseerd zal worden. Meer globaal kan dit ook gevolgen hebben voor onze economie op korte en halflange termijn en houdt dit het risico in dat de aantrekkingskracht van ons land taant.

>> Meer inf over subsidies Zie webpagina’s Subsidies Brulocalis


ONDER DE LOEP

Brusselse gemeenten - begroting 2018 en evolutie over 6 jaar Gewone dienst in milj. EUR 957 267 856 340 365

in EUR/inw. 803 224 718 285 306

Evolutie 2017-2018 3,0% 6,4% 2,1% 4,2% 1,4%

Evolutie 2012-2018 2,4% 2,6% 2,4% 3,8% 2,7%

151 219 20 2 318

127 184 17 1 945

-0,8% 0,4% 41,3% 3,0%

-0,4% 1,3% 40,6% 2,7%

1 211 230 684 36 260 498 355 189 63 7 2 324

1 017 193 574 31 219 418 298 158 53 6 1 950

2,3% 0,3% 3,5% 139,0% -6,3% 14,7% -1,1% 8,4% -17,8% -10,0% 3,9%

3,2% 2,5% 3,2% 7,0% 3,2% 2,3% 3,6% 3,8% 1,0% -16,6% 3,2%

6

5

146,0%

21,7%

Uitg. vorige dienstjaren Uitg. overboekingen Uitgaven algemeen totaal

0 9 2 327

-100,0% 42,4% 2,7%

-32,0% -14,3% 2,3%

Ontv. vorige dienstjaren Ontv. Overboekingen Ontv. Algemeen totaal

176 3 2 503

0 8 1 953 0 148 3 2 101

9,2% 148,7% 4,4%

-3,7% 18,1% 2,6%

Saldo algemeen totaal

176

148

31,5%

7,1%

Personeel Werking Overdrachten OCMW Politiezone Hulpverleningszone Overige dotaties Schuld Overboekingen Totale gewone uitgaven Fiscaliteit APB opc OVH andere aanvullende belastingen Lokale belastingen Fondsen - Dotaties Subsidies Prestaties FinanciĂŤle opbrengsten Overboekingen Totale gewone ontvangsten Saldo eigen dienstjaar

Buitengewone dienst - Investeringen Gemeenten

Functionele verdeling Algemeen bestuur Police Brandweer Wegen

in milj. EUR 624

Evolutie 2017-2018 1,1%

Evolutie 2012-2018 8,5%

2018 (in % totaal) 19,85% 0,50% 0,15% 11,87%

Economie

0,29%

Onderwijs

26,69%

Cultuur, vrije tijd en erediensten

14,92%

Sociale bijstand

in EUR/inw. 523

3,94%

Openbare netheid

20,42%

Niet-uitsplitsbaar

1,37%

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

11


ONDER DE LOEP >>Interview door Sofia Douieb, journaliste

DE FEDERALE DIGITALE BRIEVENBUS “EBOX” VINDT NU OOK ZIJN WEG NAAR DE BRUSSELSE GEMEENTEN De eBox was al geen onbekende meer bij de Sociale Zekerheid, Pensioenen, Financiën en heel wat bedrijven en tracht nu ook ingeburgerd te geraken bij de Brusselse gemeenten. Door deze federale digitale brievenbus tot gemeengoed te maken, wil de regering zo goed mogelijk inspelen op de alsmaar grotere digitale eisen van de burgers. Want met de eBox, die al door vele gemeenten overgenomen is, kunnen burgers alle overheidsdocumenten ontvangen op één virtuele plaats.

>>Minister Alexander De Croo, o.a. bevoegd voor digitalisering en telecommunicatie

“We moeten goed beseffen dat de eBox een ongelooflijke opportuniteit is, zowel voor de gemeenten als de burgers!” Vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecom en Post Alexander De Croo steekt zijn enthousiasme en trots niet onder stoelen of banken bij de start van ons interview. Met zijn expertise en grondige kennis van het onderwerp neemt hij vraag na vraag elke onduidelijkheid weg en tracht hij de gemeenten te overtuigen - voor zover dat nog nodig is - van het belang om zo’n digitale brievenbus in te voeren in overheidszaken.

federale regering en werd in een concrete vorm gegoten door het DG Digitale Transformatie van de FOD Beleid en Ondersteuning, ook BOSA genaamd - nvdr)”

Hoe zou u de eBox in een notendop omschrijven?

Een ander belangrijk doel is - zoals ik daarnet al zei - de administratieve vereenvoudiging, wat voor de overheid gevolgen zal hebben qua doeltreffendheid en besparing.

“De eBox wordt omschreven als een toegankelijke en beveiligde federale elektronische brievenbus waarmee burgers officiële contacten met de Belgische overheidsdiensten kunnen onderhouden. Die contacten, hoofdzakelijk de uitwisseling van documenten, verlopen uitsluitend digitaal: zowel de aanvraag als de ontvangst van officiële documenten gebeurt via de eBox. Gedaan dus met de brievenpost. Maar je moet weten dat de eBox al 15 jaar bestaat en vaak gebruikt wordt bij de Sociale Zekerheid, Pensioenen en Financiën. Ook in vele bedrijven (circa 3 van de 10 geregistreerde ondernemingen in CSAM volgens de cijfers van de FOD Beleid en Ondersteuning - nvdr) wordt de eBox al geruime tijd gebruikt om makkelijker te communiceren met overheidsinstanties. De bedoeling is nu om het grote publiek vertrouwd te maken met de eBox door de gemeenten aan te moedigen deze digitale brievenbus te integreren.” In welke algemene context kadert dit project? “Het project sluit aan op de logica van administratieve vereenvoudiging, waar de meeste gemeenten al mee gestart zijn.” (Het eBox-project was meer in het algemeen opgenomen in de Digitale Agenda 2020 van de

12

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Wat zijn de voornaamste doelstellingen? “Het hoofddoel van de eBox is om te beantwoorden aan de verwachtingen van de burgers op het vlak van digitale interactie met de overheid. Nu alles digitaal wordt, vooral in de interacties met vele instanties, is het logisch dat de burgers ook op die manier willen communiceren met de overheid.

Het is ook de bedoeling om de officiële uitwisselingen sneller te laten verlopen. Stel bijvoorbeeld dat er een document ontbreekt in het dossier voor je bouwvergunning. Het kan twee à drie weken of zelfs een maand duren voordat zoiets in orde gebracht is. Een van de doelen van de eBox is dus om die wachttijd te verkorten en tegelijk de beveiliging te garanderen.” Waarin onderscheidt de eBox zich van andere elektronische brievenbussen? “De eBox is de eerste digitale brievenbus die beschikbaar gesteld wordt voor alle federale, gewestelijke en gemeentelijke besturen. Zo hoeven onze burgers niets te merken van de complexe situatie in ons land. Door samen te werken met de privésector, kunnen we bovendien enerzijds tegemoetkomen aan de vraag van de burgers om hun zaken op één plaats te beheren en anderzijds honderdduizenden burgers bereiken die al vertrouwd zijn met dergelijke tools. Tot slot kan de eBox in feite meerdere bestaande elektronische brievenbussen integreren om dit ecosysteem eenvoudiger te maken voor de gebruikers.”


ONDER DE LOEP

In hoeverre zijn bijvoorbeeld de Irisbox en de eBox complementair? “De Irisbox en de eBox zijn inderdaad complementair. Met de Irisbox kunnen reeds bestaande officiële documenten besteld worden, waarvan dan een papieren versie opgestuurd wordt. Met de eBox kunnen die documenten digitaal verstuurd worden naar de burger. En dat maakt de eBox zo interessant. De regering wil de gemeenten dan ook stimuleren om beide tools te integreren. Met de ene kan men de documenten bestellen en met de andere kan men ze in een digitale brievenbus ontvangen.” Hoe verloopt de interactie tussen de eBox en dienstverleners als Doccle, Pom of Unifiedpost? “Doccle bijvoorbeeld is een onafhankelijk (privaat) platform waarop men documenten, en dan vooral facturen, kan ontvangen van bepaalde ziekenfondsen, telecomoperatoren.. En waarin de eBox geïntegreerd kan worden. Maar de eBox kan ook geïntegreerd worden in andere platformen, zoals Trusto, Pom en Unifiedpost. De burger zal eigenlijk kunnen kiezen tussen een interface van de regering of van privépartijen om al zijn documenten in de eBox te ontvangen. Een ander voordeel van het gebruik van Doccle of Pom is dat deze platformen de betaling integreren. Op termijn zullen burgers die een document ontvangen waarin zij verzocht worden om een belasting, boete of retributie te betalen, die betaling direct kunnen uitvoeren via de toepassing die aan hun bank gekoppeld is. (Want als de betaling geïntegreerd is, zal de burger sneller betalen en geen fouten maken bij de invoer van de betaalgegevens - nvdr)”

Wat zijn de voordelen voor de gemeenten die zo’n digitale brievenbus implementeren? “De voordelen voor hen zullen uiteraard enorm zijn wanneer alle officiële post alleen nog maar digitaal circuleert. Het maakt al een verschil doordat de kosten voor postzegels en brieven wegvallen, maar het grote voordeel is vooral dat de digitale workflows echt zullen kunnen beginnen. Want ook al zijn vele documenten nu gedigitaliseerd, toch worden ze nog altijd afgedrukt, manueel ondertekend en in een enveloppe gestoken. Met de eBox zal hier eindelijk een einde aan kunnen komen. Mits enkele juridische aanpassingen uiteraard, zodat de documenten die via de eBox verstuurd worden, dezelfde waarde hebben als een aangetekende brief…” En wat zijn de voordelen voor de burger?

Waarom zouden de gemeenten uw project moeten implementeren? “De eBox is een enorme kans voor lokale overheden, zoals de gemeenten, om hun digitale ambities concreet te maken. We weten dat elke gemeente al gedacht heeft aan plannen om trachten tegemoet te komen aan de behoeften van burgers die graag volledig digitaal gaan. Deze overheidstool beantwoordt zowel aan die behoeften als aan die van de gemeenten op het vlak van doeltreffendheid, kostenverlaging, verbetering van de diensten.. Bovendien is de eBox een technologie die de regering al ontwikkeld heeft, want hij kan heel eenvoudig - enkele dagen volstaan - in elke dienst geïntegreerd worden. Wij vinden het belangrijk om alle burgers en bedrijven een kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen bieden door alle lagen van de overheid. En dus hebben we besloten om de eBox helemaal gratis te maken.”

“Enkele jaren geleden nog stapelde de brievenpost zich in de meeste gezinnen ergens op een hoekje van de keukentafel op en werd die pas enkele weken later verwerkt en geklasseerd. Nu is dat niet meer zo eenvoudig, want sommige brieven komen nog altijd met de post, terwijl andere naar elektronische brievenbussen gemaild worden. Met de eBox zal dat niet meer het geval zijn, want alle overheidspost wordt op één beveiligde en toegankelijke virtuele plaats verzameld. En ook al verhuist de burger naar een andere gemeente, het systeem zal overal hetzelfde zijn en het grootste deel van de administratieve rompslomp zal wegvallen. (Ander voordeel voor de burger: de eBox gaat mee met zijn tijd en zal binnenkort ook via tablet en smartphone geraadpleegd kunnen worden - nvdr)”

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

13


ONDER DE LOEP

Welke resultaten hoopt u te bereiken? En op welke termijn? “Deze nieuwe versie van de eBox (die opengesteld is voor de gemeenten - nvdr) is sinds 1 september 2018 operationeel en bruikbaar. Maar de reële doeltreffendheid van deze dienstverlening zal afhangen van de gemeenten. Vanaf januari 2019 zullen de burgers via de eBox ook zelf documenten kunnen versturen naar overheidsinstanties. Vanaf dan zal er dus in beide richtingen gecommuniceerd kunnen worden. In dat kader zal het bestuur zijn ‘back-end’ moeten aanpassen om de berichten van burgers te kunnen ontvangen. Als iemand bijvoorbeeld een boete krijgt maar niet akkoord gaat, zal die de boete via de eBox kunnen betwisten. Tegen diezelfde termijn hopen we ook dat er eindelijk aangetekende zendingen digitaal verstuurd kunnen worden en dat die dezelfde waarde als papieren documenten zullen hebben. Zodra dat het geval is, zullen de potentiële besparingen voor de overheidsinstellingen enorm zijn. Wat voor documenten zullen er precies verstuurd worden via de eBox?

Is de eBox al in gebruik genomen? Zo ja, waar? En wat zijn de eerste reacties?

“Over documenten die uitgaan van de gemeenten, beslissen zij zelf. Ik veronderstel dat de gemeenten in een eerste fase bijvoorbeeld administratieve boetes zullen versturen, en geboortebewijzen.. Voor die documenten is geen handtekening van de burgemeester of een schepen nodig. Daarna zullen de complexere documenten volgen, maar ik raad de gemeenten aan om gefaseerd te werk te gaan.

“In Sint-Gillis en Schaarbeek (Vorst komt daar binnenkort bij) heeft het gemeentecollege al beslist om het eBox-project te implementeren. Na de ontwikkelings- en integratiefase zal de eBox in die gemeenten dus operationeel zijn. Op de eerste reacties is het waarschijnlijk wel nog even wachten.” Gaat de implementatie van de eBox gepaard met technische problemen?

(Wat de opgestuurde documenten van andere overheidsinstellingen betreft, dat zullen er zeker heel veel zijn, want een tiental instellingen maken al vaak gebruik van de eBox, waaronder RSZ, RIZIV, Sigedis, RVA, Medex, Famifed.. - nvdr)”

“Het technische aspect is helemaal niet ingewikkeld. Het vraagt een beetje uitbreiding om de eBox te integreren, maar die is echt minimaal. We hebben het over 10 tot 20 informatica-werkdagen. Dat is niets in vergelijking met een programma dat van a tot z uitgewerkt moet worden.

Hoe hebben de gemeenten gereageerd op de voorstelling van de digitale brievenbus? Wie reageerde positief?

Bovendien staat de regering - via de FOD Beleid en Ondersteuning - klaar met technische en operationele ondersteuning voor de gemeenten die dat wensen. Er zullen ook tijdig infosessies georganiseerd worden.”

“Tijdens de vergadering tussen Brulocalis en EasyBrussels (agentschap voor administratieve vereenvoudiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - nvdr) hebben verschillende gemeenten meteen gezegd dat ze het project willen implementeren. Het bewijst dat we met de eBox aan een reële vraag en zelfs aan een gemeenschappelijke behoefte tegemoetkomen.”

14

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Met welke moeilijkheden bent u geconfronteerd in het kader van dit project? “De uitdaging situeert zich eerder op organisatorisch dan op technisch vlak. De gemeenten zullen bijvoorbeeld moeten beslissen hoe ze de informatiestroom in hun eigen gemeente gaan beheren.”

Wat ten slotte de verwachte resultaten betreft, zou het echt goed zijn als niet alleen de Brusselse gemeenten maar alle gemeenten van het land het systeem zouden implementeren. (BOSA gaf aan dat op termijn 75 % van de officiële interacties via eBox zou moeten verlopen - nvdr)” Zijn er nog andere punten met betrekking tot dit project die u wilt aanhalen? “Ik ben eerst en vooral zeer enthousiast dat twee gemeenten er al mee gestart zijn. En het zijn bovendien niet de kleinste. Schaarbeek en Sint-Gillis leveren al grote inspanningen op digitaal vlak en ik vind dit een mooi voorbeeld voor de andere gemeenten. Als ze ontwikkeld wordt zoals we dat willen, zal zo’n dienstverlening de stad zeker een digitale dimensie geven. Brussel is de hoofdstad van Europa en zou absoluut ook de digitale hoofdstad van Europa kunnen worden. Ik ben er trouwens van overtuigd dat onze hoofdstad dat echt kan worden. En dat kan niet van alle landen gezegd worden.”


Iedereen vraagt meer data, maar ik moet ergens grenzen stellen, toch?

Transparant datagebruik Voldoende data om mobiel te surfen geeft uw werknemers de kans om hun werk en privĂŠ optimaal te combineren. En dankzij de juiste tools, behoudt u de volledige controle over de kosten.

Met onze mobile data-oplossingen bent u ook morgen mee.

Ondernemen in de digitale wereld start op proximus.be/ookmorgenmee


NIEUWS VAN HET GEWEST >>Clara VAN REETH, journaliste

MOBILITEIT IN BRUSSEL BEMOEILIJKT HET WERK VAN DE SPOEDDIENSTEN Het verkeer in Brussel, een dagelijkse kopbreker voor de automobilist, is ook een probleem voor de hulpdiensten. Bouwwerven, files, versmalde wegen,.. De Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (DBDMH) wordt geconfronteerd met zoveel belemmeringen, dat het risico’s teweegbrengt voor de veiligheid van de burger. In 2016 werd er een “mobiliteitscel” gecreëerd die de bevoegde overheden tracht te sensibiliseren teneinde de nieuwe uitdagingen op het vlak van mobiliteit in Brussel te verzoenen met de noodzaak om dringende interventies te handhaven. Wij hadden een gesprek met het diensthoofd, majoor Laurent Ledeghen. Majoor Laurent Ledeghen, hoofd van de Mobiliteitscel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (DBDMH), heet ons welkom in zijn kantoor, in de gebouwen van de hoofdkazerne van Brussel, aan de Helihavenlaan. “Deze dienst werd opgericht in 2016, omdat we beseften dat een reeks factoren, zoals de groeiende autovrije zone en de ‘tunnelcrisis’, de mobiliteit van de hulpdiensten in het gedrang brachten”, schetst hij. Volgens hem heeft het huidige mobiliteitsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat de plaats voor de auto in de hoofdstad inperkt, een rechtstreekse invloed op de verplaatsingen van de brandweervoertuigen, waarvan de omvang een bijkomende beperkende factor is. “Er is duidelijk een mobiliteitsprobleem in Brussel, zoals blijkt uit de gemiddelde snelheid van de voertuigen, die blijft dalen. Is er sprake van een noodsituatie? Nog niet. Maar moeten wij meer betrokken worden bij de mobiliteit in Brussel? Ja, absoluut.”

Een van de eerste taken die de mobiliteitsdienst van de DBDMH sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd, was het ontwerpen van geografische informatiesystemen (GIS) ter ondersteuning van het personeel bij hun missies: “We hebben bijvoorbeeld applicaties ontwikkeld die hen informeren over lopende projecten die als storend worden beschouwd in het kader van hun interventies.”

DAGELIJKS 250 INTERVENTIES Een andere essentiële taak van de cel is het sensibiliseren van de verschillende mobiliteitsadviseurs en andere ambtenaren belast met de wegenbouw in Brussel. “Op gewestelijk niveau zijn wij voortaan betrokken bij het leveren van adviezen in het kader van wegwerkzaamheden. We trachten ook de gewestelijke overheden aan te moedigen om de mobiliteit van de hulpdiensten te integreren in de regelgeving, zoals het GPDO (gewestelijk plan voor duurzame ontwikkeling) en het GMP (gewestelijk mobiliteitsplan),” legt Laurent Ledeghen uit. Het andere stokpaardje van zijn dienst is de wijziging van de regelgeving betreffende de vrijstelling van advies vanwege de brandweer. In tegenstelling tot stedenbouwkundige vergunningen met betrekking tot gebouwen hoeven stedenbouwkundige vergunningen voor wegwerkzaamheden niet ter advies voorgelegd worden aan de brandweer: “Wij zouden deze regelgeving willen wijzigen, zodat de DBDMH ook zijn visie kan geven over wegwerkzaamheden die een rechtstreekse impact hebben op de mobiliteit van onze teams.”

>>De teams van de DBDMH verrichten in het Brussels Gewest zowat 250 interventies per dag

16

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Om de gewestelijke en de gemeentelijke overheden beter te informeren over de praktische aspecten van het werk van de hulpdiensten, werd er een lijst van voorrangswegen opgesteld voor het hele grondgebied van het Gewest. Dergelijk voorrangswegen – de penetratieassen die regelmatig door de hulpdiensten worden gebruikt


NIEUWS VAN HET GEWEST

>>GPS-tracks van hulpdiensten, waarbij zichtbaar wordt welke voorrangswegen zij het vaakst gebruiken (2015)

– zijn er 760 (op een totaal van 10.000 straten in Brussel): “Elke gemeente werd op de hoogte gesteld van de wegen die wij belangrijk vinden. Wij vragen hun om daar rekening mee te houden en geen belemmeringen te creëren voor het circuleren van onze voertuigen.” De DBDMH-teams voeren jaarlijks zowat 90.000 interventies uit, dus ongeveer 250 per dag. 80 % daarvan zijn ritten met de ziekenwagen, waarbij de FOD Volksgezondheid een maximale interventietijd van 7 minuten hanteert (voor brandweerinterventies probeert de DBDMH de wachttijd van 8 minuten niet te overschrijden). Dit betekent dat snelheid essentieel is voor de effectiviteit van de DBDMHteams, maar die snelheid wordt regelmatig op de proef gesteld door de volgende elementen.

Mobiliteit Meer fietspaden, bredere trottoirs, minder rijstroken voor auto’s en trams in eigen bedding, … Volgens Laurent Ledeghen druist het algemene mobiliteitsbeleid van het Brussels Gewest, dat gericht is op een zachtere mobiliteit, in tegen de logistieke vereisten van de DBDMH (bv. auto’s kunnen zich steeds moeilijker aan de kant zetten om hulpdiensten door te laten). “Ik ben van mening dat een mobiliteitsbeleid rekening moet houden met alle functies die de stad vervult, en dat de veiligheid van de burger daar deel van uitmaakt”, stelt het hoofd van de Mobiliteitscel. Een van de concrete eisen is dat trambeddingen systematisch berijdbaar zouden zijn voor brandweerwagens. “Maar dat is niet altijd het geval, want het Gewest wil graag groene beddingen, begroeid met gras”, betreurt hij. Niet alle evoluties in de mobiliteit in Brussel zijn echter nadelig voor de DBDMH. Zo zal de

aanleg van een eigen bedding voor de bus in beide richtingen op de Kruidtuinlaan (tussen Rogier en Madou) het werk van de teams aan de Helihavenlaan vergemakkelijken: “Zo kunnen onze wagens via de Vooruitgangsstraat en de Kruidtuinlaan zonder de kleine ring over te steken. Dit soort regelingen is positief omdat het ons tijd bespaart.” Deze gunstige uitkomst is het resultaat van overleg tussen Brussel Mobiliteit en de DBDMH: “Sommige mensen binnen deze administratie zijn zich bewust van onze acties en proberen voortaan rekening te houden met de visie van de hulpdiensten in hun projecten. Ook de stad Brussel begint zich bewust te worden en stuurt ons adviesaanvragen”, zegt majoor Ledeghen.

Heraanleg van wegen Nast de mogelijkheid om zich snel door de stad te bewegen, wordt de kwaliteit van de interventies van de hulpdiensten ook bepaald door de toegankelijkheid van gebouwen. Die toegang wordt echter vaak belemmerd door obstakels. Jammer genoeg een frequente vaststelling, aangezien het advies van de DBDMH niet noodzakelijk is voor wegenwerken. “De grootte van onze voertuigen is indrukwekkend (ze zijn ongeveer 2,5 meter breed) en we hebben een extra meter in de breedte nodig om de kleppen te kunnen openen, de opstaptreden te laten zakken,.. In nauwe straten zijn interventies al ingewikkeld, dus als je daar nog straatmeubilair bij plaatst, kan het erg krap worden.” Omdat veel gemeenten problemen hebben met wildparkeren, plaatsen ze steeds vaker paaltjes op trottoirs om parkeren te voorkomen. “Maar dergelijke paaltjes bemoeilijken het keren van voertuigen van hulpdiensten,” betreurt de majoor. Dat geldt ook

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

17


NIEUWS VAN HET GEWEST

>>Gemeenten kampen met wildparkeren

voor verkeersborden of straatmeubilair, als ze op de verkeerde plaats zijn geplaatst. Ten slotte betreurt de mobiliteitsdienst van de DBDMH het uitblijven van een reactie van sommige gemeenten wanneer zij op de hoogte worden gebracht van problematische situaties. “Zodra de gemeenten op de hoogte zijn van een probleem met de toegang tot bepaalde gevels, is het aan hen om daar iets aan te doen, omdat zij verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van de veiligheid van de burger,” stipt hij aan.

Werkzaamheden op grond van een Brusselse ordonnantie moet de brandweer, indien een bouwplaats niet aan bepaalde toegankelijkheidsvoorwaarden voldoet, een advies leveren dat de start van de werken al dan niet valideert. “Het probleem is dat we vaak voor een voldongen feit gesteld worden: de vergunning werd toegekend, ook al voldoet de site niet aan de wettelijke voorwaarden en had er een advies van de brandweer moeten worden gevraagd”, aldus Laurent Ledeghen. Als de toegankelijkheidsvoorwaarden niet vervuld zijn, kan een bouwplaats een vreselijk hindernissenparcours worden voor de hulpdiensten. “Dat zou mensen in gevaar kunnen brengen,” benadrukt majoor Ledeghen, die zich zorgen maakt over het feit dat sommige gemeenten eenvoudigweg niet op de hoogte zijn van hun verplichting om, in bepaalde omstandigheden, het advies van de brandweer in te winnen in het kader van werkzaamheden die op hun grondgebied worden uitgevoerd. “Dat maakt ook deel uit van de sensibilisering waarnaar wij streven.” Op gewestelijk niveau is de DBDMH als expert lid van de Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen: “Voor de belangrijkste wegen in het Gewest hebben

18

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

wij dus de mogelijkheid om aan te geven of een project problematisch lijkt en of een advies van de DBDMH noodzakelijk lijkt.” Wanneer het nodig is en bepaalde werkzaamheden problemen opleveren, kan de DBDMH aanbevelingen doen, zoals het beperken van de lengte van een bouwplaats, om de mogelijkheid te waarborgen om bij een interventie met ladders de bouwplaats langs weerszijden te kunnen bereiken. Ofwel worden de werken afwisselend over de helft van de weg uitgevoerd, om een doorgang te creëren die de toegang voor hulpdiensten garandeert. Ofwel wordt er een toegangshelling aangelegd om de bouwplaats binnen te rijden.

Beveiliging van de openbare ruimte Gemeenten werden de afgelopen jaren met een nieuwe uitdaging geconfronteerd: de bescherming van de openbare ruimte – en de bevolking – tegen mogelijke aanslagen met ramtrucks zoals bij de aanslagen in Nice of Berlijn gebruikt werden. Die beveiliging, vooral voor openbare pleinen, wordt meestal uitgevoerd met paaltjes, waardoor voertuigen niet over het trottoir kunnen rijden. De brandweer beschikt dan over speciale sleutels waarmee ze in geval van nood de doorgang kunnen vrijmaken. “Maar wij vragen om deze systemen binnen alle gemeenten te harmoniseren om onze interventies te vergemakkelijken,” meldt Laurent Ledeghen. Wat we absoluut moeten vermijden, zijn de Jersey-betonblokken (doorgaans gebruikt om rijstroken te scheiden): “Onze teams zijn al meermaals voor dergelijke barrières komen te staan en daar geraken wij helemaal niet voorbij.”

>> Meer inf Nadere info beschikbaar op http://be.brussels/dbdmh


Het gamma van Stradus Infra, fabrikant van prefab betonproducten, leent zich perfect voor de inrichting van begraafplaatsen volgens de hedendaagse visie waarbij groen en parkbeleving centraal staan.

Oplossingen voor de TOTAALINRICHTING van hedendaagse

BEGRAAFPLAATSEN

Funeral Care, een antwoord op de vraag naar nieuwe manieren van herdenken

Funeral

Care

Een breed aanbod met specifieke oplossingen waarbij asbewaring in urnen en asverstrooiing centraal staan. Het omvat zowel elementen voor de modulaire samenstelling van urnenmuren (columbaria), urnenkelders als herdenkingszuilen.

Memento voor eenvoud en ontwerpvrijheid De nieuwe Memento is een samengesteld element bestaande uit 7 nissen met een hedendaagse vormgeving. De grootte van de elementen laat toe te spelen met de compositie en biedt een ruime vormelijke ontwerpvrijheid.

Combineer en creĂŤer een harmonieuze en rustgevende inrichting

Designtegels voor een persoonlijke toets

Het aanbod van Stradus Infra bevat o.a. ook stenen en tegels, straatmeubilair, keerelementen, vloerplaten en maatwerkoplossingen. Perfect voor de totaalinrichting van uw begraafplaats.

Onze designtegels die volledig naar wens gepersonaliseerd worden, brengen sfeer of geven een persoonlijke toets voor de nabestaanden.

Meer info over onze producten vind je op de website:

www.stradusinfra.be


ONZE GEMEENTEN >>Clara VAN REETH, journaliste

HET OCMW VAN SCHAARBEEK DRAAGT WELBEVINDEN OP HET WERK HOOG IN HET VAANDEL In 2017 introduceerde het OCMW in Schaarbeek een nieuw soort management in zijn administratie. Het project werd “Cultuur 1030” gedoopt, is gebaseerd op collectieve intelligentie en tracht het welzijn en de betrokkenheid van de werknemers te verbeteren. Als zij zich deze nieuwe manier van werken en hun vaardigheden te ontwikkelen geleidelijk aan toe-eigenen, hoopt de OCMWvoorzitster om het op termijn volledig te integreren in de werking van de instelling. En dat het uiteindelijk zal leiden tot een betere dienstverlening aan het OCMW-publiek. Sinds een tiental jaar leidt een basispostulaat steeds meer beheerders van organisaties - of het nu gaat om kleine verenigingen, nieuwe bedrijven, openbare instellingen of multinationals: gelukkige werknemers zijn gemotiveerder en dus effectiever in hun werk. Wanneer managementwijzigingen die voortvloeien uit dit postulaat, worden doorgevoerd, leiden ze doorgaans tot een horizontalere verdeling van functies, een democratischere werking en een grotere waardering van alle werknemers.

>>Van links naar rechts: Brice Cohen Projetleider human resources Dominique Decoux OCMW-voorzitster Geneviève Kahn Extern consultant Cédric Le Goupil Hoofd van de keukens van de OCMW-rusthuizen en lid van de stuurgroep Maud Vaneberg Directrice van het departement aankoop-logistiek-techniek (DALT)

Aan dit soort avontuur is het OCMW van Schaarbeek begonnen. Sinds 2017 is er een nieuwe managementcultuur geïmplementeerd binnen de administratie, met als doel een nieuw samenwerkingsmodel tot stand te brengen, dat afstapt van de ‘top-down’ benadering en meer verantwoordelijkheid geeft aan de teams op het terrein. Kortom, het doel was om van het OCMW een aangename en doeltreffende instelling te maken. Zoals elke verandering heeft het bij sommige werknemers angst en wantrouwen gewekt. Wie ‘meer macht’ zegt, ook (mogelijk) meer verantwoordelijkheid, verplichtingen of zelfs meer werkuren … Maud Vaneberg, directrice van het Departement Aankoop, Logistiek en Techniek (DALT), was de eerste spreker op 19 juli in het Schaarbeekse OCMW om het project “Cultuur 1030” voor te stellen. Zij geeft toe: “Samen met enkele collega-directeurs hadden we vragen. Niet echt weerstand, maar veeleer een behoefte om gerustgesteld te worden.”

Inmiddels is de directrice, samen met andere collega’s, helemaal gewonnen voor het project, dat volgens haar de motivatie van de werknemers vergroot en tijdwinst oplevert. De vier andere sprekers die ook aanwezig waren (waaronder de OCMW-voorzitster en de externe consultant die het project omkadert), zijn unaniem enthousiast en willen verdergaan in de richting van een duidelijk participatief management.

TRIGGERS Het avontuur “Cultuur 1030” van het OCMW in Schaarbeek is niet op een blanco bladzijde geschreven. Voorzitster Dominique Decoux (Ecolo) vertrouwt ons toe dat ze inspiratie vond bij andere administraties, zoals de FOD Mobiliteit en Vervoer (die de nieuwe werkvormen in zijn organisatie heeft opgenomen: vrijmaking van telewerk, vervanging van uurroosters door doelstellingen, de implementering van een coherent en erkend beleid inzake welzijn op het werk, specifieke managementcultuur) en de FOD Sociale Zekerheid (“Bij ons zijn alle collega’s zelf regisseur van hun eigen leven. We gaan hen dan ook niet meer zeggen wanneer, waar en hoe ze moeten werken,” staat op de homepage van hun website). “Deze ervaringen droegen bij tot mijn bewustwording. Het doel van opnieuw zin te geven aan het werk is een aandachtspunt van mijn werk geworden,” zegt de voorzitster. Bij die bewustwording kwamen er nog twee andere factoren: enerzijds de voortdurende uitbreiding van het OCMW, zowel op het vlak van gebruikers als personeel, en anderzijds de verhuizing van de diensten naar een nieuw gebouw aan de Auguste Reyerslaan in 2015, waardoor alle diensten gecentraliseerd werden op één locatie. “We hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt om na te denken over de rolverdeling binnen de administratie”, preciseert Maud Vaneberg.

REFLECTIE AAN DE TOP In datzelfde jaar verbond het strategisch comité van het OCMW (bestaande uit de voorzitter, de secretaris, de ontvanger, de personeelsdirectie, de

20

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018


ONZE GEMEENTEN

kabinetschef en de adjunct-secretaris) zich er dan ook toe zijn rol en de verdeling van de functies van de leden te analyseren en te herzien. “Het is duidelijk dat de arbeidswereld verandert, evenals de rol van de politiek. We leven niet langer in een samenleving die draait rond gehoorzaamheid: mensen willen zich ontplooien op het werk. Wij zijn daar samen over gaan nadenken,” legt Dominique Decoux uit. Terwijl de analyse met het oog op een nieuwe werkorganisatie voortging binnen het topmanagement - dat door het directiecomité werd aangemoedigd om na te denken over zijn rol en een duidelijke omschrijving van de functies - kwam het management al snel tot de conclusie dat deze participatieve aanpak moest worden uitgebreid naar de hele organisatie. Deze denkoefeningen vonden plaats in dezelfde periode dat het OCMW intern werkte aan de herdefiniëring van zijn visie en waarden. “Deze reflectie heeft geleid tot de ontwikkeling van een cultuur van autonomisering en responsabilisering. Om deze boodschap aan de OCMW-begunstigden over te brengen, moesten diezelfde waarden ook voor het personeel worden gepromoot”, legt Geneviève Kahn uit. Vanaf 2015 werd de externe consultant door het Schaarbeekse OCMW aangesproken om de instelling te ondersteunen bij de overgang naar de nieuwe bestuurscultuur.

“GEEN ENKEL WANTROUWEN” De effecten van deze transformatie waren al snel voelbaar op de verschillende niveaus van de OCMWstructuur. Op het ‘hogere’ niveau heeft de nieuwe bestuurscultuur het volgens de OCMW-voorzitster mogelijk gemaakt om binnen het strategisch comité harmonieuzere relaties tot stand te brengen: “Het comité functioneert vlot, zonder enig wantrouwen tussen de leden, want ieders functie is goed gedefinieerd. We hebben geleerd om in een andere relatie met elkaar te staan. Samen bouwen we aan het beleid van de instelling, in nauwe samenwerking met de administratie, die de realiteit op het terrein kent”, verklaart Dominique Decoux, die stelt een ‘bescheidener politieke positie’ te hebben ingenomen. Maar er moest nog voor gezorgd worden dat deze positieve effecten ‘doordringen’ tot aan de basis en dat al het personeel profiteert van dit meer horizontale en respectvolle beheer. Zo werd in 2017, na de oprichting van een stuurgroep bestaande uit verschillende personeelsleden, die bevoegd was voor de uitvoering van het project, een anonieme enquête gehouden onder alle personeelsleden om te peilen naar de perceptie van de werknemers van hun werk (zin, welzijn, erkenning, communicatie, werking, verandering, zin voor verantwoordelijkheid en autonomie, gevoel bij de instelling te horen,..). Collega’s beter leren kennen Uit de enquête kwamen verschillende prioritaire thema’s naar voren: rond die thema’s werden drie werkgroepen opgericht (communicatie, organisatie/

werking en innovatie/verandering). De werkgroepen werden op vrijwillige basis opgericht en bestaan in totaal uit een dertigtal werknemers van verschillende departementen en hiërarchische niveaus. “Het is zeer verrijkend om in contact te komen met zoveel andere collega’s die we normaal gesproken niet zouden hebben ontmoet. Het geeft een beter inzicht in de algemene werking van de instelling,” zegt Cédric Le Goupil, verantwoordelijke voor de keukens van de OCMW-rusthuizen en lid van de stuurgroep. Samen werkt het personeel aan concrete projecten – zoals de creatie van een nieuw intranet, de opstelling van een intern communicatiecharter, de administratieve vereenvoudiging van de OCMWformulieren – en dit in nauwe samenwerking met afdelingen zoals de IT- en de personeelsdienst. Om de drie of vier maanden presenteren de werkgroepen de resultaten van hun acties op een forum aan de rest van het OCMW-personeel. “Alles is veranderd,” zegt Maud Vaneberg. “We kregen een nieuwe definitie van ‘samenwerken’, van de manier waarop we vergaderen, tot de cultuur van zorgzaamheid, over het ontdekken van nieuwe vaardigheden.”

COLLECTIEVE INTELLIGENTIE Meer plaats en aandacht schenken aan de mening van alle werknemers bevordert niet alleen hun welzijn, maar maakt het ook mogelijk om bestaande middelen intern te ontwikkelen. Toen er bijvoorbeeld in het kader van de creatie van een nieuwe crèche een naam diende gekozen te worden, werd er voorgesteld aan alle werknemers om ‘s middags samen een brainstorming te doen, in goede banen geleid door een collega die dat vrijwillig op zich nam. Op die manier kwamen de deelnemers aan het einde van de sessie tot een naam. Elke vrijdag worden er tijdens de lunch ook ‘toolkit’-trainingen aangeboden aan het personeel om hun nieuwe technieken aan te leren, zoals instrumenten om doeltreffend te vergaderen, maar ook animatietechnieken (brainstormen met post-it’s, SMART-doelstellingen, de zes denkhoeden, …). Volgens Maud Vaneberg “is er bij de werknemers een echt verlangen om bij te leren. Deze minitrainingen trekken altijd mensen aan.”

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

21


ONZE GEMEENTEN

Voor Brice Cohen, project manager human resources bij het OCMW, is het mobiliseren van collectieve intelligentie ook een manier om “de vooroordelen te bestrijden die het personeel aan de basis ervaart”. Zij hebben immers vaak het gevoel dat er niet naar hen wordt geluisterd en dat er geen rekening met hen wordt gehouden door hun hiërarchie. Het is waar dat het Schaarbeekse OCMW met zijn duizend werknemers niet aan die trend ontsnapt, waardoor sommigen de indruk krijgen ‘opzij geschoven’ of ‘machteloos’ te zijn. “Langzaam maar zeker komen de zaken in beweging”, zegt Brice Cohen trots maar voorzichtig. “Het is nog maar een indruk, maar het ziet er zeer bemoedigend uit.”

TIJDWINST Het gaat langzaam, maar dat is zelfs de bedoeling. Omdat deze nieuwe manier van werken geenszins wordt opgelegd aan de meest terughoudende werknemers. “Dat zou indruisen tegen de basisdoelstellingen en waarden van het project”, stelt Dominique Decoux. Geneviève Kahn, van haar kant, richt zich op het effect tijd: “We hebben allemaal tijd nodig om te wennen aan veranderingen. Weerstand is normaal, het maakt deel uit van het veranderingsproces. Ik pas geen al te strikte methodologie toe, maar een die gebaseerd is op luisteren. Mijn gewoonte is mee ‘achter de schermen’ te gaan en niet te forceren.” Tijd was de belangrijkste vrees van de werknemers die terughoudend waren om mee te gaan in het project: zouden deze nieuwe werkwijzen, die weliswaar origineel zijn, niet tijdrovend blijken te zijn? “Het maakte deel uit van mijn eerste vragen”, bevestigt Maud Vaneberg. “Welke tijdsinvestering zal het van ons vergen en voor welke resultaten? Maar ik realiseerde me dat een andere aanpak niet noodzakelijkerwijs meer tijd vergt.”

22

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Ook al kon die verbetering van de motivatie niet precies gemeten worden binnen het OCMW, bevestigt Cédric Le Goupil dat hij het bij zijn teams waarneemt: “Werknemers zijn niet zomaar een getal. Ze voelen het en het motiveert hen. Ook al is het concept nog niet voldoende bekend en door iedereen opgenomen, toch voelen we al dat de houding op het werk veranderd is, dat er meer verantwoordelijkheidsgevoel is.” Het project “Cultuur 1030” heeft ook de verdienste dat het aantoont dat een dergelijke verandering van mentaliteit en werking niet alleen te vinden is in hippe privébedrijven, maar eveneens haalbaar is bij de overheid.

Soms wordt er zelfs tijd gewonnen: met name dankzij de tools die de efficiëntie van vergaderingen verbeteren, zijn ze nu korter, minder talrijk en leiden ze tot concrete beslissingen, zoals de deelnemers aan het panelgesprek getuigen. Andere minitrainingen die tijd leren besparen met dagelijkse computerprogramma’s, zoals Word, Outlook en Excel, worden ook vaak aangeboden aan de OCMW-medewerkers.

Inspiratie voor andere OCMW’s die ook geneigd zijn om zich aan een experiment te wagen? “Hoewel ik uiteraard alle vergelijkbare initiatieven aanmoedig, raad ik andere OCMW’s die geïnteresseerd zijn in een wijziging van bestuurscultuur, aan om onze methode niet klakkeloos over te nemen, maar toe te passen op de manier die het best bij hen past, rekening houdend met hun realiteit,” preciseert de Schaarbeekse OCMW-voorzitster.

EN MEER MOTIVATIE?

LEADERS 1030

Dan is er nog de vraag of de nieuwe managementcultuur de motivatie van het OCMWpersoneel werkelijk heeft verhoogd en zo de studie van Harvard en MIT (2011) bevestigt, die stelt dat werknemers die gelukkig zijn op het werk 31 % productiever zijn, twee keer minder ziek, zes keer minder afwezig, negen keer loyaler en 55 % creatiever. “Volgens mij spreekt dat voor zich”, zegt Maud Vaneberg. “Als je weet waarom je doet wat je doet, je de waarden van je instelling deelt, is er een groter gevoel van saamhorigheid en dus meer motivatie.”

Het doel van het OCMW van Schaarbeek is duidelijk: deze nieuwe werkcultuur integreren in de structuur van de instelling zelf. Het is duidelijk dat alle actoren die op 19 juli rond de tafel zaten, met de voorzitster in de hoofdrol, de uitgesproken wens hebben om het project te laten groeien, totdat het volledig verweven zal zijn in de werking van het OCMW, “veralgemeend binnen elk team en alle afdelingen”, onderstreept Dominique Decoux. Hoewel de verandering zachtjes aan ingezet is, steekt de OCMW-voorzitster haar ambities voor ‘Cultuur


ONZE GEMEENTEN

Last but not least is het de begunstigde die baat zou moet hebben bij deze veranderingen in de interne organisatie van het OCMW. Hoewel die laatste niet verhult dat de voornaamste zorg vooral het welzijn van de werknemers was (en niet de dienstverlening aan de begunstigden), worden er uiteraard positieve neveneffecten verwacht: “De nieuwe instrumenten die aan de werknemers worden aangereikt, zullen uiteindelijk het beheer van de dossiers verbeteren”, stelt Brice Cohen. “Onze eerste streven was het vereenvoudigen van het leven van de werknemers. Wat de begunstigden betreft, daar zijn we nog niet, maar het zal uiteindelijk wel aan bod komen.” 1030’ niet onder stoelen of banken: deze moet op de termijn de verwachtingen van de instelling ten aanzien van haar leidinggevenden en ‘leaders’ bepalen. “We zullen een duidelijke visie hebben op de ‘leader 1030’. Onze evaluaties zullen gebaseerd worden op deze criteria en ze zullen worden geïntegreerd in het aanwervingsproces van nieuw personeel,” vervolgt zij. Hoewel de aanwezigheid van consultant Geneviève Kahn beperkt zal zijn in de tijd, is het de bedoeling dat het proces van de invoering van de nieuwe managementcultuur permanent is en in handen van de werknemers blijft.

VRAAG NU NAAR EEN DEMONSTRATIE!*

GRONDIG. KRACHTIG. ECONOMISCH. Kärcher kent de vereisten en wensen van zijn klanten precies. Als betrouwbare en deskundige partner bieden wij de overheid, gemeentelijke diensten en dienstverleners op het gebied van buitenreiniging oplossingen op maat. Daartoe behoren bijvoorbeeld onze veelzijdig toepasbare werktuigdragers. Kortom: overtuigende techniek voor maximaal rendement. *Meer informatie over onze producten en demonstraties op www.karcher.be

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

23


ONZE GEMEENTEN >>Geneviève Kahn, consultant bij het OCMW van Schaarbeek, project Cultuur 1030

EEN PROCES DAT ZIJN WAARDE HEEFT BEWEZEN VOOR HET PROJECT “CULTUUR 1030 IN HET OCMW IN SCHAARBEEK” In aanvulling op het vorige artikel gaan we dieper in op het proces dat in het kader van dit programma “Cultuur 1030” wordt gevolgd. Het project voor de ontwikkeling van een managementen organisatiecultuur binnen het OCMW van Schaarbeek is gebaseerd op drie hoofdassen. Elke as wordt uitgewerkt volgens de principes van collectieve intelligentie en “agile co-constructie” om de autonomie en de responsabilisering van alle actoren te bevorderen: brainstorming ‘metaplan’, interactieve workshop, wereldcafé, forum, creativiteitstechnieken, ‘agile’ methodes, project management, … dragen allemaal bij tot de denkoefeningen en actieplannen. De vraag naar de betekenis (“waarom?”) staat centraal in elke fase, om iedereen in staat te stellen in eigen tempo de culturele en organisatorische evolutie te volgen.

elke departementsdirecteur om de denkoefening aan te vullen, zodat hun visie op de situatie in kaart kon worden gebracht, teneinde de belangrijkste elementen (SWOT) te inventariseren en mogelijke verbeteringen aan te brengen. De departementsdirecteurs werden ten volle betrokken bij de optimalisering van de collectieve werking. Op basis van deze individuele interviews kon worden vastgesteld op welke gebieden de samenwerking tussen het strategisch comité en de departementsdirecteurs kan worden verbeterd en werden er drie werkgroepen samengesteld op basis van ontwikkelingsthema’s. Een consolidering en/of herdefiniëring werd besproken van de fundamenten, nl. missie, visie en waarden. Tijdens dit proces werd ook zorg besteed aan de uitvoering:

AS 1. OPTIMALISERING VAN DE WERKING VAN HET STRATEGISCH COMITÉ 1. Het strategisch comité bestaat uit de secretaris, de voorzitster, de kabinetschef, de adjunct-secretaris, de ontvanger en de directrice HR.

24

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Er werd nagedacht over de optimalisering van de werking van het managementteam. Het doel was om na te denken over de hervorming van de interne organisatie. Binnen het strategisch comité werden verschillende individuele gesprekken gevoerd met


ONZE GEMEENTEN

• een programma voor leiderschapsontwikkeling (individuele profilering, vormingsmodules en individuele coaching) • een inleiding tot projectmanagement en specifieke methodes/tools voor het beheer van het geïntegreerd operationeel plan • een opvolging van het programma voor leiderschapsontwikkeling via een programma aangepast aan de specifieke collectieve en/of individuele behoeften.

AS 2. UITWERKING VAN EEN MANAGEMENT- EN ORGANISATIECULTUUR “CULTUUR 1030” IN LIJN MET DE MISSIE, VISIE EN WAARDEN VAN HET OCMW Samen met het strategisch comité werd er nagedacht over een nieuwe management- en organisatiecultuur (doelstellingen, types, inzet,.) om de rol van het (top)management en de departementsdirecteurs te verduidelijken. We hebben ervoor gezorgd dat alle OCMWmedewerkers via de volgende tools en platformen bij het proces betrokken werden: • de creatie van een structuur ter ondersteuning van het project “Cultuur 1030”: stuurgroep, werkgroepen en forum • een evenementcommunicatie naar het personeel over de wens om de bedrijfscultuur van het Schaarbeekse OCMW te hervormen • de oprichting van een stuurgroep bestaande uit werknemers van de verschillende diensten om het project in goede banen te leiden • de uitvoering van een grote interne enquête onder de werknemers om de mogelijke verbeteringen, het gewenste type cultuur en de elementen van (de)motivatie in kaart te brengen.

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

25


ONZE GEMEENTEN

• de mededeling van de resultaten van de enquête aan alle medewerkers en de manier om ze bij het gebruik van de resultaten te betrekken. De oprichting van drie werkgroepen bestaande uit werknemers van alle niveaus/departementen, op vrijwillige basis, waarbij de volgende thema’s gezamenlijk werden vastgesteld: 1. Communicatie 2. Organisatie & werking 3. Innovatie & verandering Inleiding tot het projectbeheer door de ontwikkeling en het gebruik van specifieke tools (projectfiches) en de invoering van interne communicatie ter bevordering van het project “Cultuur 1030” (communicatieacties, ‘inspiratielunches’, nieuwsbrieven, intranet, specifieke e-mail, contactpersonen,.) In juni 2018 kregen alle medewerkers de boodschap “Cultuur 1030, 1 jaar later”.

AS 3. STRUCTURELE INVOERING VAN CULTUUR 1030 IN DE HELE INSTELLING Deze structurele invoering omvatte de volgende aspecten: • een grondige reflectie in de stuurgroep, met de werkgroepen, HR en de directeurs om ervoor te zorgen dat “Cultuur 1030” structureel in alle afdelingen wordt geïmplementeerd; • de opname van acties rond “Cultuur 1030” in het geïntegreerd operationeel plan van de directeurs;

26

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

• de uitwerking van het concept “leader 1030”: beschrijving van de sleutelcompetenties met mensen die door de werknemers zijn geïdentificeerd als zijnde de belichaming van deze rol, met het oog op de uitwerking van een aangepast HR-proces (selectie, aanwerving, opleiding,…); • de opstelling van een vormingsprogramma voor het management (via HR); • de implementatie van de “middag toolkit” (korte interactieve vormingen rond collectieve intelligentie). Wat was de rol van de consultant die door het Schaarbeekse OCMW ingeschakeld werd? Haar kerntaken kunnen als volgt worden samengevat: • ontwerp, implementatie en omkadering van het culturele en organisatorische ontwikkelingsprogramma • strategisch advies aan het managementteam • operationele begeleiding voor de verschillende projecten in het kader van “Cultuur 1030” • fungeren als coach op verschillende niveaus (managementteam, werkgroepen, individueel) • optreden als trainer/facilitator (programma met het oog op leiderschapsontwikkeling voor het managementteam).


Belfius

018

rds 2 Smart Belgium Awa

anderen r e e ir sp in n e l e e d Neem ct! met uw ‘smart’ proje

8

Uw slimme oplossingen maken onze toekomst beter. Dat wordt vandaag beloond. Laat ons samen tonen dat België klaar is voor de uitdagingen van vandaag en morgen en neem deel aan de Belfius Smart Belgium Awards 2018: de zoektocht naar vernieuwende projecten die maatschappelijke uitdagingen slim aanpakken. Alle deelnemers zetten hun organisatie in de kijker, leggen nieuwe contacten tijdens een wervelend netwerkevent en krijgen uitgebreide aandacht, wekelijkse nieuwsbrieven en dagelijkse socialmediaberichten. Laat ons verder bouwen aan de oplossingen van morgen en bezorg ons uw project op belfius.be/smartawards!

Belfius Bank, Karel Rogierplein 11, 1210 Brussel - IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCCBEBB – RPR Brussel BTW BE0403.201.185 – Nr. FSMA 19649 A

a2+b2=

Smart City Award

Smart Company Award

Smart Care Award


ONZE GEMEENTEN >>Claire BRABANT – B Mundo – Natagora

DUIVEN IN BRUSSEL: STAND VAN ZAKEN VAN EEN WEERKEREND PROBLEEM EN DUURZAME EN ETHISCHE OPLOSSINGEN REKENING HOUDEND MET HET DIERENWELZIJN Dit artikel maakt de balans op van het probleem op basis van de resultaten van een enquête die verricht werd onder de 19 Brusselse gemeenten. Het doel van de rondvraag was om een stand van zaken op te maken van de overlast veroorzaakt door stadsduiven en na te gaan welke maatregelen de gemeenten op dat vlak nemen. De resultaten die hieronder aan bod komen, zijn gebaseerd op de antwoorden vanwege 17 gemeenten. DE ENQUÊTE IN EEN NOTENDOP: • 9 van de 17 gemeenten vinden de stadsduif een grote bron van overlast. Een van de grootste problemen is vervuiling door uitwerpselen. Met de hulp van de gemeenten werden bepaalde gebieden - waar de overlast van duiven bijzonder geconcentreerd is - geïdentificeerd (zie figuur 1). Het zou dan ook interessant zijn om prioriteit te geven aan deze ‘zwarte zones’, met inachtneming van de ethiek en het welzijn van dieren. • In alle gemeenten is het voederen van duiven door het grote publiek verboden. Op dit verbod wordt toezicht gehouden door gemeenteambtenaren: zij stellen processen-verbaal op als ze vaststellingen

doen en sensibiliseren het publiek (met name door het gebruik van borden, flyers en de dialoog met burgers). • Een andere maatregel bestaat erin de gebouwen te beschermen door verschillende obstakels te plaatsen die duiven verhinderen om bepaalde ruimten binnen te komen of er zich te (her)vestigen (in 13 van de 17 gemeenten). • Indien er sprake is van een te grote invasie van duiven, worden ze gevangen en wordt euthanasie toegepast (in 7 van de 17 gemeenten). • 5 van de 17 gemeenten beweren dat de genomen maatregelen weinig of geen effect hebben op de overlast die duiven veroorzaken.

Legende Probleemzones Sites voor reproductie van slechtvalken Contraceptieve duivenhokken

Hinder in de gemeenten Weinig hinder Middelmatige hinder Sterke hinder Zeer sterke hinder Geen antwoord

Aantal genomen maatregelen 1 maatregel 2 maatregelen 3 maatregelen 4 maatregelen 5 maatregelen

>>Kaart van Brussel met de verschillende overlastpercentages waargenomen door de gemeenten, het aantal door hen uitgevoerde maatregelen en de gebieden met felle overlast

28

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018


ONZE GEMEENTEN

ETHISCHE OPLOSSINGEN IN OVEREENSTEMMING MET HET DIERENWELZIJN In België en meer in het algemeen in Europa zijn er verschillende methoden ontwikkeld om het probleem van de stadsduiven aan te pakken. Wij hebben deze methoden geanalyseerd en geëvalueerd op basis van hun effectiviteit en kostprijs. Verschillende daarvan voldoen aan de principes van dierenwelzijn en kunnen worden aanbevolen aan de Brusselse gemeenten: • levering van anticonceptiezaad: met nicarbazine bedekt zaad dat omkeerbare onvruchtbaarheid bij duiven teweegbrengt • contraceptieve duivenhokken: kunstmatige nestplaats met eenvoudige toegang om ervoor te zorgen dat eieren niet uitgebroed worden • vermindering van de voedselvoorraad van duiven via de sensibilisering van het publiek en het ledigen van voederplaatsen • het dichtmaken van toegangen tot gebouwen waarin grote duivenkolonies gehuisvest zijn

Al deze maatregelen worden beschreven en toegelicht in praktische fiches die binnenkort onder de gemeenten worden verspreid.

SOMMIGE METHODES ZIJN AF TE RADEN Verschillende methodes hebben heel wat nadelen en worden die dus niet aanbevolen voor Brussel: • De aanwezigheid van natuurlijke vijanden: Brussel heeft al de hoogste dichtheid van slechtvalken in Europa en hun werking is niet erg effectief tegen duiven: daarom wordt geen enkele actie in dat kader, zoals de plaatsing van nestkastjes, aangeraden. • Lokale uitroeiing: Deze methode is zeer controversieel en wordt moeilijk aanvaard door het grote publiek. Bovendien is ze niet erg efficiënt. De belangrijkste demografische parameters van de soort variëren immers naar gelang van de bevolkingsdichtheid: bij lage dichtheid daalt de emigratie, stijgt de vruchtbaarheid, neemt de mortaliteit af en neemt het aantal jonge exemplaren toe. Duivenpopulaties worden dus beïnvloed door

RENTOKIL DUIVENWERING

VERMIJD SCHOONMAAK- EN REPARATIEKOSTEN

Voor elk duivenprobleem een Rentokil oplossing op maat: • AVIPLAST duivenpinnen • AVITEX duivennetten • AVISTRAND duivendraden Discreet & effectief Geplaatst door specialisten in duivenpreventie Bel voor een GRATIS inspectie: 0800 20 123

Meer info: www.rentokil.be/duivenwering NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

29


Aantal gemeenten

ONZE GEMEENTEN

od

op

n

en

re

de

e vo

uw

n

b er

g

in

V

rm

he

sc

Be

va

lim

g

en

en

en

er

in

o eb

nd

/e

V

n

n

te et

va

t na

re

n

z

In

e

jk

rli

uu

g an

fo

m

iv

re at

d oo

a

m

en

eg

w

br

a

r

St

rs

ge

ve

t aa

ne

et

g

le er

v

O

n

se

m

e nd

o

w

ge

in

e nn

n

le

ge

ja vi

en

e

di

en

m

du

e

on

C

of

ch

he

tre

s ca

sc

le

ke

n

ee

en

aa

m

G

i

m

he

h sc

r iru

l

ge

tra

gi

p

ce

tra

v tie

o nh

e

iv

e

m

tie

en

kk

ag

kl

C

In

Genomen maatregelen

>>Maatregelen die de gemeenten nemen om de strijd aan te binden tegen hinder door duiven

een hoog compensatiepotentieel in vergelijking met een daling van het aantal duiven. • Angst aanjagen (ultrasone geluiden, valse prooien, linten,..): Deze methodes zijn weinig esthetisch en storend voor omwonenden, en werken bovendien slechts op korte termijn omdat de dieren eraan wennen.

ERVARINGEN IN ANDERE GROTE STEDEN IN HET BUITENLAND Andere grote steden, zoals Parijs en Barcelona, hebben gekozen voor de ‘zachte’ aanpak om hun duivenpopulatie binnen de perken te houden. Parijs

gebruikt contraceptieve duiventillen en Barcelona gebruikt contraceptieve zaden. Hoewel deze methoden nog niet zo lang worden toegepast, lijken ze positief te werken: in Parijs beginnen duiven beter aanvaard te worden door de bevolking en in Barcelona daalde het aantal duiven al na één jaar met 24 %. Uit de analyse van de situatie in deze twee grote steden blijkt dat het bestaan van een centrale administratieve dienst belast met het beheer van de duivenpopulatie een doorslaggevende succesfactor is. Een dergelijke organisatie zorg immers voor homogene en gecoördineerde acties in alle districten en een globaal beleid op het vlak van communicatie. Om in het Brussels Gewest hetzelfde succes te garanderen als in deze twee grote steden is het dus belangrijk om samenwerking op te zetten tussen het Gewest, Brulocalis en de gemeenten om het probleem in zijn geheel op te lossen.

30

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018


ONZE GEMEENTEN >>François DAMBLY – adviseur bij Leefmilieu Brussel

INPERKING VAN DE DUIVENPOPULATIE: NA DE ENQUÊTE, PLAATS VOOR CONCRETE ACTIES Het binnen de perken houden van de duivenpopulaties maakt deel uit van het gemeentelijk beleid voor de bestrijding van als schadelijk beschouwde dieren. Aangezien dergelijk beleid vaak met wisselend succes werd uitgevoerd, heeft dit project tot doel een coherente gecoördineerde strategie uit te werken om een globaal resultaat te bereiken op het vlak van het beheer van de populaties stadsduiven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met respect voor het welzijn van de dieren. Dit plan maakt ook deel uit van het plan Nature 2016-2020, dat met name gericht is op het verzoenen van de vrijwaring van fauna en flora enerzijds en stadsontwikkeling door de inperking van overlast door problematisch geachte soorten anderzijds. Het is een gezamenlijk initiatief van de diensten van staatssecretaris Bianca Debaets en minister Céline Fremault. DOEL VAN DE STUDIES Twee studiebureaus (Natagora en Arcadis) werden belast met de uitstippeling van een globaal beleid van gecoördineerd beheer tussen gemeenten, met als doel de duivenpopulatie in Brussel te controleren en te verminderen, en ook het voorstellen van een aangepaste telmethode voor stedelijk milieu. Het beleid zal worden opgemaakt in de vorm van een actieplan met aanbevelingen en concrete maatregelen die door de gemeenten op gecoördineerde wijze moeten worden uitgevoerd. De telmethode heeft meerdere doelstellingen: • een nauwkeurige diagnose kunnen stellen van de huidige situatie • het effect van toekomstige maatregelen kunnen inschatten • de evolutie van de duivenpopulatie in Brussel op lange termijn kunnen opvolgen

VERSCHILLENDE FASEN VAN DE STUDIE UITGEVOERD DOOR NATAGORA Het onderzoek is opgedeeld in 4 fasen: 1. Een update van de literatuur over duivenbestrijdingsmethoden. Het doel van deze fase is om de theorie over dit onderwerp op een beknopte manier te actualiseren en de relevantie van de verschillende methoden (effectiviteit en dierenwelzijn) na te gaan. 2. Een studie over de huidige toestand in Brussel. In dit hoofdstuk worden de schijnwerpers gericht op de juridische

aspecten van het probleem (analyse van de wet- en regelgeving op gewestelijk en gemeentelijk niveau die een impact kan hebben op de duivenpopulatie) en op de instrumenten voor toezicht door de gemeenten, nl. de acties die reeds werden ondernomen door de Brusselse gemeenten en in andere grote Vlaams en Waalse steden. 3. Een actieplan dat voortvloeit uit de vorige fasen voor de gemeenten, met een gedetailleerde beschrijving van te voeren acties. Deze acties kunnen van verschillende aard zijn, bv. Brusselse coördinatie, monitoring van de populaties en de overlast, sensibilisering van de actoren en het publiek of nog interventies op het terrein. 4. Een communicatieplan voor alle gemeenten om het gecoördineerde beleid te bevorderen en de maatregelen uit het actieplan voor te stellen.

BETROKKEN PARTIJEN Naast de gemeenten, die uiteraard het prioritaire doelpubliek van dit project zijn en die dus werden geraadpleegd, werd er een begeleidingscomité opgericht dat toezicht houdt op de uitwerking van het project en verschillende en complementaire zienswijzen op het probleem naar voren brengt. In dat comité zetelen verschillende actoren, waaronder vertegenwoordigers van de Brusselse Raad voor Dierenwelzijn, het Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels, de kabinetten Debaets en Fremault, de administratie en Brulocalis. Als bevoorrechte schakel tussen de gemeenten is het voor Brulocalis immers van essentieel belang om dit project

op een coherente manier uit te voeren, in overeenstemming met de realiteit op het terrein, en te zorgen voor een goede communicatie met deze laatsten, die de verandering in de praktijk zullen moeten omzetten.

VORDERING EN PLANNING VOOR DE KOMENDE MAANDEN Het actieplan wordt momenteel opgesteld door het studiebureau Natagora en zal naar verwachting dit jaar worden afgerond. Er wordt ook nagedacht over de creatie van een onlineplatform voor de uitwisseling van goede praktijken op het vlak van duiven tussen gemeenten, met het oog op een betere coördinatie. In de eindfase van het project zal ten slotte gerichte communicatie met de gemeenten centraal staan. De komende jaren zullen de duivenpopulaties gemonitord worden dankzij de door Arcadis ontwikkelde telmethode. Dat zou een zicht moeten geven op de doeltreffendheid van de maatregelen die in het kader van het voorgestelde actieplan worden genomen.

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

31


! ABATERA annonce 210x148#02 vecto.indd 1

7/08/18 18:14

VERENIGING IN ACTIE

SAVE THE DATE Vorming op maat voor nieuwe mandatarissen Brulocalis heeft het genoegen alle verkozenen uit te nodigen op een vormingscyclus waarin alle aspecten van hun mandaat aan bod komen. Reserveer de volgende datums reeds in uw agenda: • donderdag 6 december • dinsdag 11 december • vrijdag 14 december

Wij zullen er in het bijzonder de schijnwerpers richten op het beheer van de gemeente, de begroting en de financiën van de lokale besturen, de overheidsopdrachten en de nieuwe regels inzake transparantie en goed bestuur. De 3 infosessies vinden plaats in de vooravond, in de lokalen van Passage 44 in Brussel. Het gedetailleerde programma en de inschrijvingsmodaliteiten worden binnenkort via onze website bekendgemaakt. Wij hopen u er talrijk te mogen ontmoeten.

32

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018


ONZE GEMEENTEN

GRATIS ONDERSTEUNING VOOR LOKALE TEAMS OM HET JEUGDBELEID IN UW GEMEENTE TE PROMOTEN Naar aanleiding van een pilootproject in 2016 en 2017 heeft de minister van Jeugdzaken van de Federatie Wallonië-Brussel aan CRECCIDE de opdracht gegeven de projectoproep “Ça bouge dans notre commune” uit te werken. Deze oproep heeft tot doel om vanaf 2018 de participatie van jongeren te mobiliseren in beslissingen die hen op lokaal niveau aangaan, en streeft ernaar dat er echt rekening wordt gehouden met hun stem.

PARTNERSCHAP EN CENTRALE OPDRACHTEN VAN CRECCIDE Sinds 1998 ontwikkelt de vzw CRECCIDE haar activiteiten in samenwerking met: • pedagogische teams in het kader van het basis- en eerste

Het project “Ça bouge dans notre commune”, dat steunt op lokale openbare en particuliere structuren en op de verenigingssector die met de jeugdsector samenwerkt, is gericht op twee grote uitdagingen: • de gecoördineerde uitvoering van lokaal jeugdbeleid aanmoedigen, gebaseerd op een geëmancipeerde visie die de jongere beschouwt als een hulpbron, als een volwaardige burger; • de actieve participatie van jongeren bevorderen in beslissingen die hen rechtstreeks aanbelangen of via interne participatieprocessen in verenigingen. Het proces bestaat uit vier fasen, die over een periode van 12 tot 24 maanden kunnen worden gepland, en leidt tot de opstelling van een

graad secundair onderwijs in alle onderwijsnetwerken en op het hele grondgebied van de Federatie Wallonië-Brussel: de vereniging stelt ervaren leraars als pedagogische animatoren ter beschikking om ludieke pedagogische activiteiten aan te bieden in scholen en de uitvoering van burgerprojecten te begeleiden; • de lokale besturen bij het opzetten van en het toezicht houden over participatieve structuren voor kinderen en jongeren; • andere instellingen en verenigingen die werkzaam zijn op het gebied van onderwijs en de ontwikkeling van burgerparticipatie.

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

33


ONZE GEMEENTEN

met de coördinatie, de raadpleging van de jongeren en contact met de gemeentelijke structuren. Als centrale kern van het project op lokaal niveau kan dit team idealiter steunen op een netwerk van partners. Aan het einde van deze eerste fase, die gericht is op de raadpleging van alle actoren en die moet leiden tot de goedkeuring van een handvest en een actieplan, kan elke gemeente een project opzetten in samenwerking met de jongeren. Om deze actie te promoten, kan elk project in aanmerking komen in het kader van een projectoproep georganiseerd door de administratie van de Jeugddienst van de Federatie Wallonië-Brussel en gefinancierd worden tot een bedrag van 5.000 euro. handvest van verbintenissen en een mogelijkheid tot financiering van de acties. Dit overlegproces met jongeren moet vooral gebaseerd zijn op een inventaris van de lokale jeugdsector. Er moet dus een overzicht opgesteld worden van de actoren en netwerken die eventueel partners kunnen worden, maar ook een lijst van de reeds bestaande acties op het gebied van het jeugdbeleid. Om dit project tot een goed einde te brengen, biedt de vzw CRECCIDE gratis ondersteuning aan de lokale teams die het project dragen, met waarborgen voor de lokale autonomie, voor alle gemeenten van de Federatie Wallonië-Brussel. Deze ondersteuning wordt geleverd in de vorm van pedagogische instrumenten, vormingen en omkaderingsvergaderingen. De lokale teams bestaan uit drie vrijwilligers die door de gemeente worden aangewezen, en die belast zijn

34

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

>> Meer inf www.cabougedansnotrecommune.be Creccide (vzw) rue de Stierlinsart 45 5700 Fosses-la-Ville tél. 071 71 47 61 creccide@skynet.be www.creccide.be


www.contracteo.be :: vind2 met muisklikken en clics,2trouvez vos alle inschrijvers pour soumissionnaires voor uw opdracht  !  ! votre marché public

Ga snel kijken op www.contracteo.be en Visitez www.contracteo.be vind demaintenant toekomstige intekenaars op uw

Zeyzijn aldéjà aanwezig: Ils sont présents  :

et trouvez vos futurs adjudicataires ! aanbestedingen!

Contracteo.be is een online gids van Contracteo.be est un annuaire en bedrijven die klaar staan om in te ligne d’entreprises prêtes à répondre schrijven op uw (niet-gepubliceerde) à vos marchés publics (non publiés) overheidsopdrachten en stevige et présentant de solides références referenties in de openbare sector dans le secteur public. kunnen voorleggen. Uw pluspunten overheidsinkoper  Vos plus en tantals qu’acheteur public  :: • gain de temps tijdswinst opzoekingpar persecteur bedrijfssector • recherche d’activité geografische targeting • ciblage géographique

Contact et information Contactpersoon en informatie

• fiche détaillée des entreprises gedetailleerde fiche van de inschrijvende bedrijven soumissionnaires

Tel  : +32 (0)81 40 40 91 57 Direct  :: +32 (0)81 91 Direct  +32 (0)81 40 91 57 57 E-mail  E-mail  :: valentine.dewulf@targetadvertising.be valentine.dewulf@targetadvertising.be

Valentine Valentine DE DE WULF WULF


ONZE GEMEENTEN >>Stéphanie Nowakowski, projectmedewerker Erasmus+ bij het BIJ (Bureau International Jeunesse)

HOE KUNNEN WE VERANTWOORD BURGERSCHAP BIJ JONGEREN BEVORDEREN? De betrokkenheid van jongeren bij de uitwerking van het jeugdbeleid en de besluitvorming is een prioriteit voor het internationaal jeugdbureau BIJ. Het bevorderen van de individuele en collectieve participatie van jongeren door het aanleren van verantwoordelijk, actief, kritisch en solidair burgerschap is immers een van de hoofddoelstellingen van het jeugdbeleid in de Federatie Wallonië-Brussel. Jongerenparticipatie is het meest zichtbaar op lokaal niveau, omdat dit het niveau is dat het dichtst bij de jongere staat en tevens het niveau dat een rechtstreekse impact heeft op zijn of haar leven en omgeving. Als meest nabije besturen lijken de lokale overheden dan ook de actoren en plaatsen bij uitstek om dit te concretiseren. De lokale en regionale overheden ondersteuning bieden die hen in staat stelt in te spelen op de behoeften en de belangen van jongeren, en hen tegelijk actief betrekken bij het zoeken naar en het ontwikkelen van oplossingen die aan hun verwachtingen voldoen, vergroot de individuele en collectieve participatie van jongeren bij hun leefomgeving, bij de besluitvorming en bij de uitvoering ervan.

bijgewoond door 24 deelnemers uit Portugal, Estland, Hongarije, Italië, Frankrijk, Slowakije, Spanje, Kroatië, Polen, Quebec en België. Tijdens deze vier werkdagen konden de deelnemers, in de lokalen van de Jeugddienst van de gemeente Molenbeek, instrumenten en praktijken uitwisselen, bespreken en ervaren die de participatie van jongeren op lokaal niveau bevorderen. Tijdens de presentatie van de jeugddienst van de gemeente Sint-Jans-Molenbeek door Philippe Eloy ontmoetten de deelnemers leden van de Molenbeekse jeugdraad die enthousiast hun inzet en hun projecten voor de gemeente deelden.

Het internationaal bureau BIJ heeft in dat kader een strategische aanpak ontwikkeld, waarbij met name aandacht gaat naar vorming, samenwerking, networking en de uitwisseling van praktijken tussen verschillende Europese landen.

Manuela Iezzi, verantwoordelijk voor de jeugddienst van de gemeente Sint-Gillis, en Said Ahruil, schepen voor jeugd in SintGillis, openden eveneens hun deuren en presenteerden het “jongerenhandvest.1060” en hun actieplan “jeugd.1060” (2017-2021), de resultaten van een participatief proces van raadpleging van jongeren, dat in 2016 van start ging.

Het BIJ, de overheidsinstelling die verantwoordelijk is voor de uitwerking van het programma Erasmus+, organiseerde van 24 tot 29 juni 2018 een studiebezoek aan de Federatie Wallonië-Brussel. Het bezoek werd

Daarnaast gingen de deelnemers ook naar Esneux, waar de jeugddienst, geleid door Arnaud Caparos, zijn plannen en beschouwingen deelde over hoe de jeugddienst de participatie van jongeren in de

WAT IS HET BIJ? Het internationaal jeugdbureau BIJ is een dienst van Wallonië-Bruxelles International onder gezamenlijk beheer van de Federatie Wallonië-Brussel, dat opgericht werd met het oog op het beheer van internationale programma’s voor jongeren uit Wallonië en Brussel buiten het schoolkader. Elk jaar maken meer dan 5.000 jongvolwassenen van deze financiering gebruik.

36

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

Het BIJ biedt gespecialiseerde ondersteuning aan jongeren en jeugdwerkers om hen te helpen bij het opzetten van internationale projecten. Het organiseert opleidingen, informatiesessies, contactseminaries, projecten in verband met prioritaire thema’s,..

gemeente ziet. Arnaud Caparos presenteerde ook de verschillende tools en acties die uitgewerkt werden om de betrokkenheid van jongeren binnen de gemeente aan te moedigen. Tot slot was het ook een gelegenheid voor de deelnemers om tijdens de bezoeken de ‘competentiekaart’ te testen van de vaardigheden die nodig zijn voor de vertegenwoordigers van lokale en regionale besturen om jongeren te betrekken bij besluitvormingsprocessen. Dit instrument is het resultaat van Europese samenwerking tussen verschillende agentschappen van het programma Erasmus+.

>> Meer inf Raadpleeg www.lebij.be >> Meer inf over subsidies http://www.avcb-vsgb.be/nl/subsidies. html?sub_id=542


VERENIGING IN ACTIE TRANSPARANTIE: NIEUWE ONVERENIGBAARHEDEN

Nieuwe onverenigbaarheden voor OCMW-voorzitters

Nieuwe onverenigbaarheden voor burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters

Tot nu toe waren de onverenigbaarheden die werden ingevoerd door de ordonnanties van 12 juli 2018 en 27 februari 2014 niet van toepassing voor OCMW-voorzitters. Een nieuwe ordonnantie van 19 juli 1976 past dezelfde beginselen op hen toe, door een artikel 25, § 4bis toe te voegen aan de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976. Bijgevolg zal een OCMW-voorzitter niet langer mandataris kunnen zijn noch een leidende functie kunnen uitoefenen in een gewestelijk, gemeenschaps- of gemeenschappelijk gemeenschapsbestuur, in een Brusselse ION, in een intercommunale waarvan de gemeente deel uitmaakt, of een gemeentelijke vzw of een autonoom gemeentebedrijf. Een OCMW-voorzitter mag ook niet langer vast lid zijn van het directiecomité van een Brussels ION, van een intercommunale waarvan zijn gemeente deel uitmaakt, van een gemeentelijke vzw of van een autonoom gemeentebedrijf van zijn gemeente.

Twee nieuwe ordonnanties, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 24 juli, verruimen de functies die niet verenigbaar zijn met het mandaat van burgemeester, schepen en OCMW-voorzitter. Artikel 72 van de Nieuwe Gemeentewet (NGW) voorziet in een reeks onverenigbaarheden voor burgemeesters en schepenen: zo mogen zij bijvoorbeeld niet tegelijkertijd lid zijn van hoven en rechtbanken of bedienaar van de eredienst. Sinds de wijziging door een ordonnantie van 27 februari 2014 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, bepaalt artikel 72 NGW ook dat de burgemeesters en schepenen geen mandaat of leidende functie mogen bekleden in een gewestelijk, gemeenschaps- of gemeenschappelijk gemeenschapsbestuur, in een Brusselse instelling van openbaar nut (ION) of in een intercommunale waarvan de betrokken gemeente deel uitmaakt. Krachtens die laatste wijziging mogen zij evenmin vast lid zijn van het directiecomité van een Brusselse ION of van een intercommunale waarvan de betrokken gemeente deel uitmaakt. Een nieuwe ordonnantie van 12 juli jl. wijzigt artikel 72 NGW nogmaals en breidt de onverenigbaarheden uit tot “elke andere structuur die onderworpen is aan het toezicht van de Regering, van de Gemeenschapscolleges of van het Verenigd College”. Met andere woorden, burgemeesters en schepenen kunnen niet langer een functie van mandataris uitoefenen, noch een leidende functie bekleden of vast lid zijn van het directiecomité van een gemeentelijke vzw of een autonoom gemeentebedrijf van hun gemeente. Deze instellingen, evenals de intercommunales, komen immers in de toekomst onder gewestelijk toezicht krachtens de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten. Ter herinnering, de leidende mandaten en functies, begrippen ingevoerd in de NGW in 2014, duiden eigenlijk op hoge ambtenaren, van graad A4 en hoger in het Brussels gewestbestuur: “Minister-president Rudi Vervoort zegt dat dit artikel er niet toe strekt om een uitermate verregaande onverenigbaarheid in het leven te roepen; die moet coherent zijn en verband houden met het niveau van de concrete functie die door de persoon wordt uitgeoefend. Het zou overdreven zijn om het lagere kader daaronder te laten vallen. De bepaling moet betrekking hebben op de graden A4 en hoger (houders van een mandaat en algemene ambtenaren).” (ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet, Verslag, Doc., Parl. Bru., 20132014, A-467/2, p. 44)

Inwerkingtreding en overgangsbepalingen De wijzigingen treden in werking op 3 augustus 2018, maar een overgangsbepaling geeft de mandatarissen op wie de nieuwe onverenigbaarheden van toepassing zijn, tot 31 december 2018 (dus na de volgende verkiezingen) de mogelijkheid om hun situatie aan te passen. Bestaande onverenigbaarheden mogen dus voortbestaan tot het einde van de huidige ambtstermijn. Alle vermelde onverenigbaarheden - met inbegrip van die welke werden ingevoerd bij de ordonnantie van 27 februari 2014 - moeten dus worden nageleefd door burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters vanaf 1 januari 2019.

Wettelijke basis • Ordonnantie van 12 juli 2018 tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet, B.S., 24 juli 2018, Inforum 322949. Gecoördineerde versie van de NGW, zie http://brulocalis.be/nl/Publications/ nieuwe-gemeentewet • Ordonnantie van 19 juli 2018 tot wijziging van de organieke wet betreffende de OCMW’s van 8 juli 1976, B.S. 24 juli 2018, Inforum 322947.

NIEUWE ORDONNANTIE VOOR INVESTERINGEN IN GEMEENTELIJKE INFRASTRUCTUUR Wij vestigen de aandacht op de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de ordonnantie

van 31 mei 2018 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur, waarmee de gewestelijke bevoegdheid om deze investeringen te financieren en te subsidiëren na de zesde staatshervorming ten uitvoer wordt gelegd. Deze ordonnantie vereenvoudigt de procedure en verbetert de communicatie tussen de overheidsdiensten. De budgetten worden verhoogd voor de projecten die beantwoorden aan de prioriteiten van de regering: een betere toegankelijkheid voor personen met een handicap, de installatie van infrastructuren in minder goed uitgeruste zones en de conformiteit van gebouwen met de energie- en milieunormen.

Investeringen die in aanmerking komen: • de bouw, de uitbreiding, de renovatie, de restauratie en de aankoop van de zakelijke rechten van sportinfrastructuren • de bouw, uitbreiding, renovatie, restauratie en aankoop van de zakelijke rechten van gebouwen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de infrastructuren vermeld in 1° • de bouw, uitbreiding, renovatie en restauratie van de onmiddellijke omgeving van de sportinfrastructuren bedoeld in 1° • de aankoop van de eerste sportuitrusting die noodzakelijk is voor het functioneren van de onroerende voorziening bedoeld in 1°, met inbegrip van de aankoop van veiligheidsuitrustingen voor de gebruikers • het realiseren van technische installaties verbonden aan de veiligheid, de informatieverschaffing en de toegankelijkheid voor de gebruikers, in het bijzonder de personen met een beperkte mobiliteit • de studie- en ontsluitingskosten of de kosten van daadwerkelijk uitgevoerde technische tests die een noodzakelijke voorwaarde waren voor de voornoemde investeringen

>> Meer inf Meer info in de volgende rubrieken van onze webpagina Subsidies : • Databank Subsidies: zie subsidies verleend door het Brussels Gewest en andere subsidiërende overheden • Agenda Projectoproepen: zodra de projectoproepen gelanceerd zijn • Zesde staatshervorming: “Gemeentelijke sportinfrastructuur” Wettelijke basis Ordonnantie van 31 mei 20188 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur (BS 11 juli 2018 – inforum 322682)

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

37


ACTUALITEIT

ALTIJD ‘N TAS OP ZAK? Vanaf 1 september 2018 kiest Brussel resoluut voor zero afval door alle lichte plastic zakjes te verbieden. Neem deel aan de vermindering van plastic afval in de hoofdstad door vanaf vandaag altijd en overal uw herbruikbare verpakkingen mee te nemen. Gebruik de herbruikbare tas en vergeet ze vooral niet: zo maakt u er een vaste gewoonte van! Vertrouw mij … Voorkom dat de stad vol plastic ligt, ’n ssslechte gewoonte, zo viesss … Maak een bewuste keuze en volg deze leuze: hergebruik je zakjes! Verzin listige trucjesss en slinkse kneepjesss om je herbruikbare tassen nooit meer te vergeten: altijd ’n tas op zak! Altijd ’n tasss op zak! Altijd ’n tassssss op zak! Je zal het ssssnel gewoon worden!

alle winkels van het Brussels Gewest. In 2018 – het jaar van ‘Zero afval’ – gaan we nog een stap verder: vanaf 1 september geldt er een verbod op alle ‘lichte’ plastic zakjes. Het gaat om zakjes om bulkproducten te verpakken: groenten en fruit, noten, korrels, accessoires, onderhouds- en klusproducten, …

SINDS 1 SEPTEMBER 2018

IN ALLE WINKELS VAN HET GEWEST

Sinds september 2017 is het verboden plastic kassazakjes voor eenmalig gebruik te verdelen in

De nieuwe regel betreft alle winkels in het Brussels Gewest, ongeacht het soort koopwaar: voeding, kleding, schoonheidsproducten, geneesmiddelen, klusmateriaal, … Het verbod geldt ook voor marktkramers en andere straatverkopers: curiosa, deur-aan-deurverkoop,. De lichte plastic zakjes zullen vervolgens moeten worden vervangen door duurzamere en herbruikbare alternatieven: papieren of stoffen tassen, bokalen,. Informeer nu reeds bij uw handelaar over de alternatieven die hij aanbiedt en aanvaardt.

ALTERNATIEVEN VOOR DE PLASTIC ZAK: EEN HERBRUIKBARE TAS Er bestaat een eenvoudige oplossing die praktischer en milieuvriendelijker is voor iedereen, handelaars en klanten: de herbruikbare tas! Stoffen tassen, netzakjes of andere gaan veel langer mee dan de lichte plastic zakjes en zijn veel milieuvriendelijker. Natuurlijk moet u eraan denken en ze altijd bijhebben! En ze zo veel mogelijk hergebruiken en vervolgens recycleren op het einde van hun levensduur.

Vous finirez bien par y penser Ed. resp. : F. Fontaine & B. Dewulf – 86C/3000 Av. du Port · 1000 Bruxelles – Imprimé à l’encre végétale sur papier recyclé

DE NADELEN VAN PLASTIC

Dès le 1er septembre 2018, avec encore moins de sacs plastiques, Bruxelles va plus loin vers le Zéro déchet.

Elk jaar worden er 800.000 ton plastic zakken voor eenmalig gebruik in Europa gebruikt. Met een gebruiksduur van enkele minuten en een levensduur van 100 tot 400 jaar vertegenwoordigen deze plastic zakken een enorme hoeveelheid afval. Zonder te spreken over de ecologische impact die dit betekent voor de fauna en flora.

DE UITZONDERING DIE DE REGEL BEVESTIGT Om de overgang te vergemakkelijken mogen de handelaars tot begin 2020 een biogebaseerde en thuis composteerbare zak aanbieden voor

AStepForward_594Hx420L•BE_Sac_180808_OK_FRNL.indd 1

38

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

13/08/18 16:52


ACTUALITEIT

groenten en fruit en vochtige etenswaren zoals vis, vlees, olijven,. Deze maatregel is tijdelijk: neem dus alvast de gewoonte aan om uw eigen herbruikbare verpakkingen mee te nemen en neem deel aan de collectieve inspanning om ons plastic afval in Brussel te verminderen.

MAAK ZELF UW HERBRUIKBARE TAS Er worden in Brussel meerdere workshops georganiseerd om zelf een bulkzak te maken. Leefmilieu Brussel organiseert 5 gratis workshops op de site van Thurn&Taxis: op zaterdag 22 en 29 september, 6 en 20 oktober en 24 november, telkens van 10 tot 17 uur. Door deel te nemen aan de workshops kan u gratis BELEXPO bezoeken, de nieuwe permanente en interactieve tentoonstelling van Leefmilieu Brussel. Om kennis te maken met de andere workshops die in Brussel worden georganiseerd, kan u surfen naar https://neemdeel.leefmilieu.brussels

>> Meer inf Download onze publicaties over “zero afval” via http://document.leefmilieu.brussels/opac_css Of bestel via info@leefmilieu.brussels of tel. 02 775 75 75: • de folder “Zero afval: 10 tips” • de brochure “Minder afval produceren door beter te consumeren” Volg een “zero afval”-workshop: www.zerowastebelgium.org of https://neemdeel.leefmilieu.brussels

Tassen in voorraad • vanaf 250 stuks • levering in 2 tot 4 weken • bedrukking via zeefdruk of transfer

BeFre, uw herbruikbare tassen specialist in Brussel

Ontwerp uw eigen tas • vanaf 2.000 stuks • levering tussen 6 en 14 weken • maat, design en bedrukking naar keuze

WWW.BEFRE.EU • INFO@BEFRE.EU Tel. +32 2 213 86 70 • Fax. +32 2 213 86 47 Huidevettersstraat 58-62 B-1000 Brussel


ACTUALITEIT

VERONTREINIGDE BODEMS IN BRUSSEL: PREMIES VERHOOGD EN UITGEBREID Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft onlangs een verhoging van de financiële steun voor particulieren en ondernemingen voor de onderzoeken of saneringen van verontreinigde bodems goedgekeurd. Voortaan zullen de premies de kosten van de bodemonderzoeken voor 100 % dekken. Bovendien werd het plafond voor de terugbetaling van de saneringswerken ook verhoogd. Bij de verkoop van een kadastraal perceel is een bodemonderzoek verplicht in het Brussels Gewest indien er een vermoeden van verontreiniging is. Men zegt dan dat het terrein is opgenomen in categorie 0 van de inventaris van de bodemtoestand. Deze wettelijke verplichting leidt voor de verkoper dikwijls tot niet-verwaarloosbare kosten (boringen, bodemanalyses, sanering) terwijl hij niet altijd rechtstreeks verantwoordelijk is voor de historische verontreinigingen op zijn terrein (weesverontreinigingen). Deze situatie is niet zeldzaam in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op basis van de inventaris van de bodemtoestand is nagenoeg 19 % van het grondgebied van het Gewest verontreinigd en 80 % van dit percentage betreft weesverontreinigingen.

PREMIES VERHOOGD EN UITGEBREID Om de burgers, kleine en middelgrote ondernemingen, overheidsdiensten of vzw’s te ondersteunen, kent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sinds 2008 premies toe als het om weesverontreiniging gaat. Eind juli heeft het Brussels Gewest een nieuw “Bodempremiebesluit” goedgekeurd, met als voornaamste doel de financiële steunmaatregelen te versterken en in fine de

kwaliteit van het leefmilieu op het grondgebied te verbeteren. Concreet werden het percentage van de kosten die door de premies worden gedekt en het plafond van de premies aanzienlijk verhoogd. Voortaan wordt het plafond van de bodemonderzoeken opgesplitst om de kleine en grote bodemonderzoeken gelijkmatiger te dekken. De voornaamste wijzigingen van dit nieuwe besluit zijn opgenomen in de onderstaande tabel. Voortaan zijn de kosten van de bodemonderzoeken voor 100 % gedekt door de premies voor elke natuurlijke of rechtspersoon die een aanvraag indient. Bovendien werd het plafond van de premies ook verhoogd. Voor elk type van bodemonderzoek werden de premies opgesplitst om de kleine en grote bodemonderzoeken gelijkmatiger te dekken. Samengevat wordt er voortaan rekening gehouden met het aantal boringen voor de verkennende bodemonderzoeken en de gedetailleerde bodemonderzoeken met premies die variëren van 3.500 tot 7.000 euro. Bij de risico-onderzoeken is het de oppervlakte van het onderzochte terrein die in aanmerking wordt genomen, met premies van 2.600 tot 5.700 euro.

Percentage van de premie en plafond Verkennend bodemonderzoek Gedetailleerd bodemonderzoek

Risicoanalyse

Natuurlijk persoon

70 % 3.703 €

70 % 3.703 €

Rechtspersoon

60 % 3.175 €

60 % 3.175 €

100°/o 3.500 à 7.000 € afhankelijk van het aantal boringen

100°/o 2.600 à 5.700 € afhankelijk van de terreinoppervlakte

Risicobeheersproject Saneringsproject

Eindbeoordeling

Saneringswerkzaamheden

/ /

70 % 4.232 €

70 % 3.703 €

80 % 33.848 €

/ /

60 % 3.703 €

60 % 3.175 €

70 % 29.617€

100°/o 5.250 €

100°/o 2.100 €

Vereenvoudigde risicobeoordeling 2014-2018

Vanaf augustus 2018 Natuurlijk persoon Rechtspersoon

40

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

250 €

80 % 90.000 € 70 % 60.000 €


ACTUALITEIT

>>Uitgraven van verontreinigde grond bij werken

PREMIES VOOR SANERING Voor de saneringswerkzaamheden zijn de plafonds aanzienlijk verhoogd: deze bedragen voortaan 90.000 euro voor natuurlijke personen en 60.000 euro voor rechtspersonen.

VOORWAARDEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN DE PREMIES De voorwaarden voor het verkrijgen van de premies zijn dezelfde gebleven: het moet gaan om een weesverontreiniging en er werden

>>Afname van een bodemstaal

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

41


ACTUALITEIT

bodemonderzoeken of bodemsaneringen uitgevoerd die conform de bodemordonnantie werden verklaard door Leefmilieu Brussel.

PROCEDURE De premieaanvraagprocedure blijft ook dezelfde. Het volstaat een aanvraagformulier in te vullen en via elektronische weg te bezorgen aan bodeminfosol@ environnement.brussels of via de post (Leefmilieu Brussel, Havenlaan 86 C, 1000 Brussel) en er een kopie van uw identiteitskaart en de facturen en betalingsbewijzen betreffende de aanvraag bij te voegen.

>> Meer inf leefmilieu.brussels/bodempremies https://leefmilieu.brussels/themas/bodem/ wetgeving-betreffende-de-verontreinigdebodems Contact: bodeminfosol@leefmilieu.brussels

Vereniging voor het beheer van het merk BENOR Association pour la gestion de la marque BENOR rue du Lombardstraat 42 - 1000 Bruxelles/Brussel T 02 511 65 95 - F 02 514 18 75 info@benor.be - www.benor.be >>Water wordt opnieuw geloosd na sanering

42

NIEUWSBRIEF 2018 7515_210x99.indd AUGUSTUS-SEPTEMBER 1

29/03/18 10:15


VERENIGING IN ACTIE EEN OVERWINNING: HET EUROPARLEMENT BEKRACHTIGT DE ROL VAN STEDEN Schitterend nieuws voor de lokale overheden en hun verenigingen: op 3 juli heeft het Europees Parlement in Straatsburg een resolutie aangenomen over de “Rol van de steden in het institutionele kader van de Unie”. De tekst creëert een wettelijke basis die steden en hun verenigingen in staat stelt formeel en systematisch deel te nemen aan het Europese besluitvormingsproces. Voor steden, en meer in het algemeen voor verenigingen van lokale besturen, is dat bijzonder goed nieuws. In de resolutie wordt gepleit voor de consolidering van de betrokkenheid van verenigingen van lokale besturen, zoals de REGR, bij de uitstippeling van Europees beleid. Voorts wordt in de tekst aanbevolen dat zij vaste partners van de Europese instellingen worden via een permanent mechanisme van gestructureerde dialoog. In zijn reactie op de uitslag van de stemming zei REGR-voorzitter Stefano Bonaccini: “Voor de Raad van Europese Gemeenten en Regio’s is er geen alternatief voor het bestuursmodel in partnerschap, dat ervoor zorgt dat alle lokale en regionale overheden en hun vertegenwoordigende organisaties een beslissende rol spelen bij de ontwikkeling, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie van beleid en wetgeving. Thans heeft het Europees Parlement in de plenaire vergadering een resolutie aangenomen die gevolg geeft aan het verzoek van het Comité van de Regio’s om door middel van een gestructureerde dialoog voortdurend betrokken te worden bij het uitstippelen van Europees beleid wanneer er lokale en regionale belangen in het geding zijn. Deze stemming betekent een belangrijke stap voorwaarts voor de rol van nationale verenigingen in het institutionele kader van de Europese Unie.” Nu het Parlement beslist heeft in te zetten op lokale overheden, zijn wij van mening dat organisaties die de lokale besturen vertegenwoordigen, zoals de

REGR, volledig moeten worden erkend als partners in het Europese bestuur. Verenigingen van lokale overheden hebben drie sterke argumenten om een formele rol toegewezen te krijgen in het institutionele kader van de Unie: hun nabijheid, hun ‘prelegislatieve’ inbreng en hun deskundigheid. Door hun verankering bevinden burgemeesters en lokaal verkozen vertegenwoordigers zich in een unieke positie om de behoeften en aspiraties van de burgers te begrijpen en er zo voor te zorgen dat de Europese wetgeving aansluit bij de realiteit op het terrein. Lokale verkozenen kunnen individueel echter geen expertise opdoen en ten dienste stellen op Europese schaal. Alleen verenigingen van lokale overheden met sterke banden op het terrein kunnen dat. Hun bijdragen zijn waardevol in alle stadia van de beleidscyclus en zelfs wanneer het beleid nog niet vastligt, d.w.z. in een prelegislatieve fase. Deze inbreng is gebaseerd op de ervaring van duizenden burgemeesters en deskundigen die geconfronteerd worden met de realiteit op het terrein.

Een reeds aangegane verbintenis In 2001 had de Commissie in haar Witboek over governance al gewezen op de nood aan stelselmatige dialoog met vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden via hun nationale en Europese verenigingen. Vijftien jaar later werd dit idee – althans gedeeltelijk – werkelijkheid met de vastlegging van de Stedelijke Agenda voor de EU, die leidde tot de creatie van twaalf partnerschappen. Dit model van bestuur in partnerschap is de aangewezen methode. Het roept de lidstaten, de Commissie, het Parlement en in het bijzonder de lokale overheden op, om op voet van gelijkheid, samen te werken aan de herziening van de bestaande wetgeving maar ook aan de bepaling van het toekomstige EU-beleid.

In een Europa waar nogal wat verdeeldheid heerst, moeten de lidstaten en de Europese instellingen hun verankering in de regio’s versterken. En wie anders dan de lokale overheden en hun verenigingen kunnen die onmisbare schakel vormen? De tijd is gekomen voor de Commissie en de Raad om de door het Parlement uitgestippelde weg te volgen en een officiële rol toe te kennen aan de steden en hun verenigingen.

HERVORMING VAN HET PENSIOEN WEGENS LICHAMELIJKE ONGESCHIKTHEID: BRULOCALIS IN ACTIE! In samenspraak met de VVSG en de UVCW reageerde Brulocalis op de plannen van minister Bacquelaine omtrent de hervorming van het pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid, waarvan de aangekondigde maatregelen een zware impact zouden kunnen teweegbrengen op de lokale financiën. Brulocalis interpelleerde, in nauwe samenwerking met de VVSG en de UVCW, minister Bacquelaine over deze hervorming, die het kwetsbare financiële evenwicht van de lokale besturen dreigt te verstoren. Brulocalis en haar zusterverenigingen vroegen: • in detail op de hoogte worden gehouden van de voortgang van het dossier en de concrete maatregelen die worden overwogen; • een nauwkeurige berekening van de budgettaire gevolgen op korte, middellange en lange termijn voor de lokale besturen, met een algemene visie per gewest en een raming van de kosten voor elke gemeente; • overleg met een vertegenwoordiging van de drie verenigingen om het dossier verder in detail te bespreken.

Download de brief van 10 juli 2018 aan Minister van Pensioenen Bacquelaine

Maar daar stopt het niet. Het is nu aan de Commissie en de Raad om te tonen hoe in toekomstige wetgevingsvoorstellen rekening kan worden gehouden met de concrete voorstellen die uit deze partnerschappen voortvloeien.

NIEUWSBRIEF AUGUSTUS-SEPTEMBER 2018

43


U HEEFT NU MEER DAN 15 900 REDENEN OM EEN BRUSSELAAR AAN TE WERVEN. Romain (Anderlecht), zoekt werk in de Horeca. “HET CONTACT MET KLANTEN VERLOOPT ALTIJD ZEER VLOT.”

15 900 EURO AAN PREMIES: GENIET NU VAN ACTIVA.BRUSSELS. Wanneer u een Brusselaar aanwerft via Select Actiris, de gratis advies- en rekruteringsdienst van Actiris, staat u als eerste in de rij voor de premie activa.brussels. Want wij stellen u kandidaten voor die voldoen aan de juiste voorwaarden. Wist u trouwens dat uw kandidaat in aanmerking komt voor activa.brussels vanaf de eerste dag van zijn inschrijving bij Actiris als hij een stage of opleiding heeft gevolgd via Actiris, VDAB Brussel of Bruxelles Formation? Ontdek activa.brussels en tal van andere goede redenen om te rekruteren via Select Actiris op www.actiris.be/activabrussels.

Met de steun van het Europees Sociaal Fonds


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.