Nieuwsbrief Brussel nr 2013/01

Page 1

Ver. Uitg. Marc Thoulen - Nr 7317

Nr 2013/01- februari /maart 2013

Actief burgerschap Actief burgerschap wordt het thema van de volgende Europese Week van de Lokale Democratie, die georganiseerd wordt op initiatief van de Raad van Europa, van 14 tot 20 oktober 2013. Het succes van een populistische en antipolitieke partij, zoals die van komiek Beppe Grillo in Italië, roept vragen op. Dat één Italiaan op vier voor de lokale Urbanus stemt, toont dat het land het gehad heeft met de zittende politieke klasse. Ook bij ons is de ontevredenheid van een steeds groeiende groep van de bevolking over de politiek een realiteit. In zo'n klimaat is het belangrijk dat de actie van onze overheid - en van onze gemeenten en OCMW's in het bijzonder – zo goed mogelijk belicht wordt. De Europese Week van de Lokale Democratie biedt de lokale mandatarissen en beleidsvoerders een gelegenheid om hun verwezenlijkingen te tonen en actief burgerschap te promoten. De Raad van Europa wil de Week vooral tot de jongeren richten. Een democratie leeft als de burgers zich voor het openbaar leven interesseren. We moeten strijden tegen de onverschilligheid van onze medeburgers, en van de jongeren in het bijzonder, ten aanzien van de politiek en hen aanmoedigen om zich voor het overheidsbeleid te interesseren. Democratie is niet alleen gaan stemmen om na vier, vijf of zes jaar zijn vertegenwoordigers te vernieuwen. Het is een levend en continu proces. De burger moet zich permanent interesseren voor de politiek en moet daartoe aangemoedigd worden. Hoewel politici veel kunnen, kunnen ze toch niet alles. Gelukkig maar. Anders zouden we geconfronteerd worden met een oppermachtige overheid die individuele en collectieve initiatieven in de kiem kan smoren. Wij moeten de aandacht van onze medeburgers vestigen op het feit dat de actiemogelijkheden van de overheid begrensd zijn.

EDITO

Het openbaar beleid is een driehoek, waarvan de eerste zijde de burger is, de tweede de verkozen mandataris die hem vertegenwoordigt, en de derde de ambtenaar die het beleid uitvoert dat de mandataris uitstippelt om aan de vragen en de behoeften van de burger tegemoet te komen. Die drie actoren spelen allemaal hun rol en moeten dat steeds doen met het algemeen belang voor ogen. Wat we vandaag meemaken, is meer dan een economische, sociale en financiële crisis. Het is een mutatie van de samenleving. In zo'n context is het essentieel zich open te stellen voor innovatie en verandering. Actief burgerschap gekoppeld aan goed bestuur zijn de beste waarborgen om dat te bevorderen. Marc Cools, Voorzitter VSGB

DE VERENIGING IN ACTIE

In memoriam Eerst en vooral willen we de laatste eer bewijzen aan Claude Desmedt, die op 21 december op 73-jarige leeftijd overleed nadat zijn gezondheid plots fel achteruitging. Hij was onder meer schepen, burgemeester en senator, maar wij kenden hem vooral al lange tijd als stichter, bestuurder en lid van het Bureau van onze Vereniging. Hij heeft zelfs kort de functie van voorzitter ad interim waargenomen. Door zijn rijke culturele bagage was hij een gewaardeerd politicus, die plichtsbewust en steeds met het algemeen belang voor ogen zijn verantwoordelijkheden opnam. Zijn tussenkomsten waren altijd sterk onderbouwd en opmerkelijk. We zullen altijd met veel ontroering en dankbaarheid aan hem denken.

INHOUD

De vrouw in de gemeentelijke sfeer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Gelijke kansen op gewestelijk niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Tools voor gelijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Biometrie in de paspoorten : interview met de FOD Buitenlandse en Binnenlandse Zaken . . . . . . . . . .15 Biometrie in de paspoorten : interview met pre-testgemeente Sint-Pieters-Woluwe . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Wetgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Stedenbouwkundige vergunningen inzake wegen : beraadslaging gemeenteraad verplicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Gewestelijke steun helpt voetgangersrijen vooruit . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Brussel opnieuw in de running voor de titel Groene Hoofdstad van Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Minder pesticiden, een goed plan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29


DE VERENIGING IN ACTIE

Ontmoetingen In het kader van de behartiging van de belangen van de Brusselse gemeenten legt en onderhoudt de Vereniging contacten met alle overheden die de omstandigheden kunnen verbeteren waarin de gemeenten werken voor het welzijn van hun bevolking. Zo had de studiedienst op 14 januari een afspraak met het kabinet van Minister-President Charles Picqué om een aantal belangrijke onderwerpen voor de gemeenten te bespreken. Op de agenda stonden de heffing van retributies, de gsm-antennes, diverse kwesties omtrent de Nieuwe Gemeentewet, de stedenbouwkundige lasten, de herziening van het Sociaal Handvest, de toekomst van het Compensatiefonds, ... De aanwezigen kwamen uit de vergadering met een volle agenda! Wat de gemeentefinanciën betreft, heeft het kabinet ons verzekerd dat het Gewest de gemeenten blijft steunen en deze steun zal trachten uit te breiden, rekening houdend met de evolutie van hun eigen middelen. Op 23 januari had de Vereniging ook een gesprek met de gouverneur van het administratief arrondissement BrusselHoofdstad, Jean Clément, om ideeën uit te wisselen over de veiligheids- en preventieproblemen in de gemeenten en om de gevolgen van de KUL-norm voor de financiering van de Brusselse politiezones grondig te bespreken. Ook hier werd besloten dit gesprek later voort te zetten, om te bekijken in welke mate de Brusselse gemeenten aanspraak kunnen maken op gunstigere financieringscriteria voor hun politiezones.

Culturele centra

beleidsprogramma waarbij de gemeentelijke autonomie gerespecteerd wordt en dat gebaseerd is op de ontwikkeling van participatie- en evaluatiemechanismen. Vanuit dat oogpunt kan de Vereniging het perfect vinden met de doelstelling om het beleid te decentraliseren. Niettemin zou onze Vereniging de kwestie van de cofinanciering willen bespreken, en dan vooral die van de versterkte culturele actie. Deze laatste zou moeten voldoen aan grotere behoeften die vooral vastgesteld worden daar waar de behoefte aan samenhang het gevoeligst ligt maar waar we ook zien dat de middelen van de gemeenten erop achteruitgaan door de sociaal-economische omstandigheden die met deze situatie gepaard gaan. De gelijkheid van de cofinanciering is er dan ook moeilijker te realiseren, aangezien de gemeente de lokale structuren die de bevolking bijstaan, doorgaans ook al intensiever en op verschillende manieren steunt. Voor de Brusselse gemeenten moet daarnaast ook rekening gehouden worden met hun tweetalig statuut, dat hen er tevens toe verplicht om gevarieerdere culturele activiteiten te organiseren. Een ander probleem heeft te maken met de gewenste ontwikkeling van de culturele centra in kleinere entiteiten en waarvoor het voorontwerp bepaalt dat ze minstens 100.000 euro zullen moeten investeren in de algemene culturele actie, wat gezien de hoger beschreven context een groot bedrag kan zijn. Er zijn natuurlijk mogelijkheden om samen te werken, maar die kunnen belemmerd worden door de heterogeniteit van het sociaal-culturele weefsel in een stadsomgeving. Net als voor de versterkte actie stelt ze dus voor om soepele voorzieningen in te voeren, zodat de gelijkheid van de cofinanciering enigszins aangepast kan worden naar gelang van de omstandigheden. Via deze vragen tracht de Vereniging zeker geen uitzondering op de toepassing van het decreet te verkrijgen voor Brussel, want de bovengenoemde problemen zullen zich wellicht ook voordoen in andere entiteiten binnen de Franse Gemeenschap, vooral in steden.

Zwerfkatten

De Vereniging had van Fadila Laanan, minister van Cultuur van de Franse Gemeenschap, een vraag om advies ontvangen met betrekking tot een voorontwerp van decreet aangaande de culturele centra. Op 18 januari stuurde zij een brief om uit te leggen dat op algemeen vlak het voorontwerp volgens haar leek te beantwoorden aan de voorwaarden van een echt cultureel

2

Nieuwsbrief 2013/01

Op 21 januari heeft de Vereniging naar Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, een brief gestuurd over het probleem van de verwilderde katten. Na de brief van de Vereniging op 7 september werd het ontwerp van koninklijk besluit tot invoering van maatregelen tegen de verspreiding van verwilderde katten immers gewijzigd, maar de voorgestelde wijzigingen boden geen toereikend antwoord op de bezwaren die het nieuwe ontwerp deed rijzen. Zo


DE VERENIGING IN ACTIE

verandert het niet echt iets aan de verplichtingen van de gemeenten en blijft het te dwingend. De Vereniging kon bijgevolg niets anders doen dan nogmaals te wijzen op haar suggestie om de gemeenten voor te stellen een gestructureerd actiebeleid uit te werken om de zwerfkattenpopulatie binnen de perken te houden, en ze tegelijkertijd de nodige vrijheid te geven om dit beleid concreet uit te voeren.

Strategische preventie- en veiligheidsplannen Tijdens een vergadering op 29 januari werd het Bureau geïnformeerd over een brief van minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet, waarin zij ons op de hoogte bracht van haar beslissing om de zonale veiligheidsplannen en de strategische preventie- en veiligheidsplannen tot 31 december te verlengen. De nieuwe plannen lopen over een periode van vier jaar, zoals voorzien in het regeerakkoord.

alleen het kader ter goedkeuring voorgelegd zou worden aan de toezichthoudende overheid, en niet het organigram en alle wijzigingen daarin. Deze opmerking weerklinkt ook wat de budgettaire impact betreft. Zullen de verplichtingen die opgelegd worden aan de werking van de gemeenten, geen nieuwe opwaartse spiraal van de bezoldigingen teweegbrengen ? Zijn de begrotingen van de gemeenten verenigbaar met de doelstellingen van de ondertekende akkoorden ? De Vereniging vraagt op zijn minst dat het Gewest de budgettaire gevolgen van de herziening van het Handvest voor de gemeenten op zich neemt. Aangezien deze akkoorden bekrachtigd moeten worden in een ordonnantie, vraagt de Vereniging ten slotte dat deze zich beperkt tot de hoofdprincipes en dat alle toepassingsmodaliteiten vastgelegd worden in uitvoeringsbesluiten.

Openbare uitlening

Deze beslissing komt er ondermeer op verzoek van onze Vereniging. Deze verlenging biedt niet alleen meer stabiliteit, maar geeft de nieuwe gemeentelijke meerderheden ook de kans om zich meer op de uitvoering van nieuwe projecten toe te leggen. Maar bovenal geeft de verlenging de tijd om de strategische preventie- en veiligheidsplannen te herzien. De verlenging van de plannen impliceert ook een verlenging van de dispositieven gemeenschapswachten die er sinds 2012 in opgenomen zijn.

Sociaal Handvest Met de ondertekening van de vier protocollen van het Comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de herziening van het Sociaal Handvest volop aan de gang. De nieuwe versie van het Handvest werd tijdens de laatste Raad van Bestuur besproken. Op 29 januari heeft de Vereniging Minister-President Charles Picqué in een brief meegedeeld wat toen besloten werd. De Vereniging wijst er vooral op dat een beperking van de invloed van politici in selectiecommissies of interne mobiliteitsprocedures geen grotere objectiviteit in deze processen zal garanderen. De tekst zou dus verduidelijkt moeten worden, zoals de aanwezigheid van mandatarissen in deze commissies of niet, het belang van het advies van het directiecomité en de afstemming tussen het directiecomité en het college. De Vereniging herinnert eraan dat deze laatste niet alleen een politiek orgaan is, maar ook een administratief en beheersorgaan dat soms bijgestaan moet worden maar dat niet gestript mag worden van zijn bevoegdheden. Ze stelt zich ook vragen over hoe de doelstelling van administratieve vereenvoudiging bereikt kan worden, vooral als bij elke wijziging het personeelsorganigram bezorgd moet worden aan de toezichthoudende overheid. Dat creëert een zeer zware procedure die beslissingen, die soms snel genomen moeten worden, zou vertragen. Ze vraagt dat

Tijdens diezelfde vergadering reageerde het Bureau opgelucht dat er een nieuw koninklijk besluit, gedateerd op 13 december, betreffende de vergoeding voor openbare uitlening verschenen is. Het besluit vervangt, op grond van een Europese richtlijn, het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende de vergoedingsrechten voor openbare uitlening van de auteurs, vertolkende of uitvoerende kunstenaars, ... De Vereniging vreest dat dit nieuwe besluit, waarvan het ontwerp in september ter advies voorgelegd was, met terugwerkende kracht ten laste van de gemeenten zal zijn. Onze Vereniging heeft federaal minister van Economie Johan Vande Lanotte dus haar bezorgdheid kenbaar gemaakt over de financiële gevolgen van dit ontwerp voor de openbare bibliotheken en dus ook voor de gemeentefinanciën. Zij heeft vooral de aandacht gevestigd op de problemen die gepaard zouden gaan met de betaling van achterstallige bedragen voor de referentieperiode van 1 januari 2004 tot 31 december 2012, zijnde een terugwerkende kracht van acht jaar.

Nieuwsbrief 2013/01

3


DE VERENIGING IN ACTIE

Het nieuwe koninklijke besluit, dat op 13 december goedgekeurd werd en op 27 december in het Belgisch Staatsblad verscheen, houdt rekening met verschillende van haar opmerkingen. Hoewel de in dit besluit vastgelegde bedragen grotendeels hoger zijn dan de vermelde bedragen in het voorontwerp, blijft het feit dat er nieuwe overgangsbepalingen toegevoegd werden met een specifieke regeling voor de periode 20042012. Voor deze periode zullen de door het koninklijk besluit ingevoerde verhogingen niet afgewenteld kunnen worden op de uitleeninstellingen en de gemeenten, aangezien de gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie van 30 juni 2011, dat aanzette tot de omzetting van de richtlijn, niet onder hun verantwoordelijkheid vallen en zij er dus niet belast mee kunnen worden. Er kan overigens voorzien worden in een spreiding van de betalingen over drie jaar, die bovendien gecoördineerd kan worden met andere overheden.

Waterretributie

De Vereniging werd door Hydrobu geraadpleegd om de harmonisering van de teruggaveregeling van de retributies voor water in de Brusselse gemeenten te bestuderen. Na de voorstelling van het project op de Conferentie van Burgemeesters, waar het zeer positief onthaald werd, werden bij de Vereniging twee vergaderingen met Hydrobru georganiseerd (op 25 januari en 1 februari), om in samenwerking met de gewestelijke toezichthoudende overheid een modelreglement op te stellen dat de gemeenten vervolgens aan hun eigen situatie kunnen aanpassen.

Nieuwe leden : Hydrobru en Sibelga

Publiek-private samenwerking

In het kader van deze samenwerking zijn we verheugd dat we Hydrobru en Sibelga mogen verwelkomen als nieuwe leden van de Vereniging.

Op 5 februari werd de Vereniging samen met haar Waalse zustervereniging gehoord door de Commissie voor Algemene Zaken van het Parlement van de Franse Gemeenschap, over een voorstel van decreet betreffende publiek-private samenwerking. Beide verenigingen hebben eraan herinnerd dat het kader en de wetgeving momenteel toereikend lijken om de randvoorwaarden van deze samenwerkingen te bepalen : wetgeving op de overheidsopdrachten, vastgoedrecht, handelsrecht, ... Verder hebben ze verduidelijkt dat deze samenwerkingsverbanden meer een operationeel kader vergen, dat rekening houdt met hun specifieke karakter en behoeften, dan een eigen juridisch kader. Ze hebben ook het idee goedgekeurd om een transversale commissie of een centrum voor informatie, analyse en uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden te creëren. Heel wat institutionele operatoren zouden namelijk tot dergelijke samenwerkingsverbanden kunnen oproepen of eraan deelnemen, maar doen dit voorlopig niet omdat ze over te weinig kennis en referenties beschikken.

4

Nieuwsbrief 2013/01

Bij de oprichting van Sibelga in 2003 werd in de statuten immers bepaald dat het aandeelhouderschap van Electrabel ging verdwijnen om te voldoen aan de eisen van de vrije energiemarkt en zo de onafhankelijke positie van transporten distributienetbeheerders te versterken. Meteen na de verandering van aandeelhouderschap heeft Sibelga, dat sinds 1 januari van dit jaar geheel in handen van de Brusselse gemeenten is en dat de distributienetbeheerder voor elektriciteit en aardgas voor de negentien gemeenten is, zich dus in januari bij de Vereniging aangesloten.

Stadsberoepen en beroepen van het openbaar ambt De Vereniging is betrokken bij de oprichting van een “Referentiecentrum voor stadsberoepen en beroepen van het openbaar ambt” en is stichtend lid van de vzw die daartoe opgericht werd. Het Referentiecentrum heeft als doel de coherentie tussen het aanbod aan vorming en de behoeften qua competentie van de werkgevers uit het openbaar ambt te verbeteren, de opleiding van Brusselaars voor de stadsberoepen en de beroepen van het openbaar ambt te bevorderen, en de vorming en tewerkstelling van Brusselaars te bevorderen, o.a. door de terbeschikkingstelling van degelijke infrastructuren en uitrustingen en door de organisatie van een bijkomend opleidingsaanbod.


DE VERENIGING IN ACTIE

Zo zal het Referentiecentrum maatregelen kunnen nemen om de belangstelling van de Brusselaars aan te scherpen voor het openbaar ambt en de stadsberoepen die vooral nabijheids- of terreinfuncties in uiteenlopende domeinen zijn, zoals sociale begeleiding, lokale ontwikkeling of veiligheid en preventie, en om hun aanwezigheid te versterken bij gewestelijke en lokale overheidsinstellingen en bij andere overheidsinstellingen in het Brussels Gewest. Op lokaal niveau zijn vooral de gemeenten, de intercommunales en de gemeentelijke vzw's erbij betrokken.

Mobiliteit De Mobiliteitscel is op 6 december samen met Mobiel Brussel naar Rijsel gegaan om te luisteren naar vertegenwoordigers van Lille Métropole die er hun plan voorstelden voor het toegankelijk maken van de openbare wegen en ruimten. Dit plannings- en programmeringsdocument is verplicht in Frankrijk en valt onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester van elke gemeente. Het document bepaalt de voorwaarden en uitvoeringstermijnen van de nodige voorzieningen en inrichtingen om de openbare wegen en ruimten vlot toegankelijk te maken, rekening houdend met de bepalingen in het “Plan de Déplacements urbains” (plan voor stedelijke verplaatsingen) en het lokale vervoersplan, als deze plannen bestaan. Mobiel Brussel en de mobiliteitscel van de Vereniging wilden vooral de relevantie van dit type planning bestuderen met het oog op de inspanningen van het Gewest in het kader van het beleid om verplaatsingen te voet te stimuleren. Op 20 december kwam het begeleidingscomité van de Week van Vervoering en Autoloze Zondag samen voor de balans 2012 en een eerste hervatting van het werk voor 2013. Mobiel Brussel, het kabinet van de staatssecretaris van Mobiliteit en de Vereniging maakten van deze gelegenheid gebruik om de agenda en de verantwoordelijkheden vast te leggen. Op 24 januari nam de Vereniging deel aan de eerste vergadering van het begeleidingscomité dat Mobiel Brussel oprichtte voor de voorbereiding van een nieuw multimodaal verplaatsingsmodel. In dat comité zetelen alle organisaties die werkzaam zijn rond mobiliteit in Brussel, openbare vervoersmaatschappijen, BROH, Mobiel Brussel, gemeenten, diverse verenigingen, … Het zal de dienstverlener begeleiden bij de uitwerking van een nieuw tool om de mobiliteitsevoluties te volgen, de gevolgen van de genomen maatregelen te analyseren en de impact van de te nemen maatregelen te bestuderen. Deze tool zal een model aanreiken voor alle verplaatsingen - ongeacht de vervoerswijze - binnen een welbepaalde geografische zone en een bepaalde periode. De bedoeling is het gedrag weer te geven van mensen die zich op een gemiddelde werkdag verplaatsen in het grootstedelijke gebied.

Op 1 februari woonde de Vereniging ook een ontmoeting bij, georganiseerd door Mobiel Brussel, om kennis te maken met de nieuwe mandatarissen belast met mobiliteit en om de diensten voor te stellen die het Gewest aanbiedt aan de gemeenten. In dat kader werden ook de verschillende financierings- en subsidiëringsvormen voor de gemeenten voorgesteld, zoals Bypad, Walkpad, de mobiliteitsdorpen, de voetgangersrijen, ... De mobiliteitscel helpt deze laatste twee trouwens mee organiseren. Op 8 februari organiseerde de Vereniging een vergadering voor de preventiediensten van de zes Brusselse politiezones in het kader van de projectoproep “ Te voet, dat gaat vanzelf ” die staatssecretaris van Mobiliteit Bruno De Lille in maart 2012 lanceerde. Deze bijeenkomst had twee doelstellingen : de opleidingen voor begeleiders van voetgangersrijen organiseren en standaardiseren. De opleidingen zullen gegeven worden in de gemeenten die ingaan op de oproep 2013-2014. De basisopleiding wordt nog altijd verstrekt door de twee zelfde politiezones als in 2012, namelijk Montgomery en Noord, tenzij het aantal begeleiders te groot zou zijn. Deze twee zones zullen ook de preventiediensten van de vier andere zones opleiden. Elke zone staat zelf in voor de follow-up van het project en de praktische vorming van de begeleiders. De gemeentelijke coördinator dient contact op te nemen met zijn zone voor de goede organisatie van het project. U vindt het artikel “ Te voet, dat gaat vanzelf ” in dit nummer terug.

Nieuwsbrief 2013/01

5


DE VERENIGING IN ACTIE

Gemeentelijke Internationale Samenwerking

Afsluiting van de vergadering met de werkgroep Senegal

In het kader van de Gemeentelijke Internationale Samenwerking hebben de Brusselse en de Waalse Vereniging de eerste drie van vijf balans-workshops georganiseerd, waaraan in totaal alle partners zouden moeten deelnemen. Zo kwamen van 10 tot 14 december de Marokkaanse partners samen in Sint-Joost, van 4 tot 8 februari de Congolese partners in Namen en Sint-PietersWoluwe en van 18 tot 22 februari de Senegalese partners in Sint-Agatha-Berchem. De workshops hebben als doel om de best practices van de eerste fase van het programma (2009-2012) te verzamelen en de programmeringsworkshops voor te bereiden die in het eerste semester plaatsvinden in de partnerlanden. We danken de gemeenten waar de workshops mochten plaatsvinden, voor hun warm onthaal. Elf Brusselse gemeenten hebben deelgenomen aan de workshop Marokko, zes aan de workshop Congo en drie aan de workshop Senegal. Alle partners zagen in hoe belangrijk deze collectieve balans is als voorbereiding op de uitwerking van een nieuw samenwerkingsprogramma. De thema's van de samenwerking waren maatschappelijk welzijn voor Marokko, burgerlijke stand voor Congo en de planning van de lokale ontwikkeling voor Senegal. Thema's die wellicht aangepast zullen worden voor de toekomst. De verschillende aanwezige instellingen, nl. de ambassades, de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, WallonieBruxelles International en de Belgische, Marokkaanse, Congolese en Senegalese lokale overheden hebben er het woord genomen. De directie van de Vereniging stond er ook op om officieel op te treden, vooral in het geval van Congo, om te helpen met de plaatselijke ontwikkeling (in het Zuiden) van een ondersteuningsstructuur voor het samenwerkingsproces, naar analogie van wat er in ons land gebeurt. Op 21 januari werd de cel Internationale Samenwerking van de Vereniging opgesplitst. Terwijl een deel van het team de vergadering van de Congo-groep organiseerde, vertrok de

6

1 http://incontext-fp7.eu Nieuwsbrief 2013/01

rest naar Parijs om een vergadering van de werkgroep Marokko van onze Franse collega's van Cités Unies France bij te wonen. De bedoeling was om meer te weten te komen over de evaluatie van het Frans-Marokkaanse programma in het kader van de begeleiding van het Marokkaanse decentraliseringsproces (PAD-Maroc), dat gelijkenissen vertoont met het Belgische programma voor gedecentraliseerde samenwerking. Ook 28 januari was een drukke dag voor de Vereniging. 's Morgens, nog voor de balans-workshops, leidde het team een ontmoeting met de Senegalese groep, terwijl het in de namiddag de vertegenwoordigers van de Burundische ambassade onthaalde, die meer wilden weten over het programma voor gedecentraliseerde samenwerking in ons land. Daarna ontving ons team een grote delegatie uit de ACP-regio (Afrika - Caraïben - Stille Oceaan), die in België op studiereis was en die meer wilde weten over de werking van een vereniging van gemeenten.

Duurzame ontwikkeling

Op 3 en 4 december ging de Vereniging naar Krakau in Polen in het kader van het Europese project Incontext 1 betreffende de participatie en de rol van de lokale overheden in de ondersteuning van bottom-up samenwerkingsinitiatieven tussen de plaatselijke actoren. De Vereniging was vergezeld van de coördinator van de Lokale Agenda 21 van Sint-Jans-Molenbeek. Op het programma van deze Europese bijeenkomst, die door ICLEI georganiseerd werd, stonden de voorstelling van de participatietool “Transition Management” en de uitwisseling van ervaringen, waaraan onze Vereniging zeer actief deelgenomen heeft, tussen deelnemers uit Nederland, Polen, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Duitsland, Portugal, …


DE VERENIGING IN ACTIE

Op 20 februari vond de startvergadering van de nieuwe gewestelijke projectoproep Agenda Iris 21 plaats, om gemeenten en OCMW's te helpen met de concretisering van hun actieplannen. De oproep richt zich tot gemeenten die een door hun politieke instantie goedgekeurde Lokale Agenda 21 hebben maar die niet meer in aanmerking komen voor uitvoerings- of overgangssubsidies. De subsidie bedraagt maximaal 25.000 euro. De thema's van de in aanmerking komende projecten zijn duurzaam verbruik en bescherming van de rijkdommen, duurzame voeding inclusief kantines en moestuinen, het behoud van de biodiversiteit en het ecologisch beheer van groene ruimten, het milieumanagement van het bestuur en duurzame overheidsaankopen, waterbeheer en de evaluatie van de Lokale Agenda 21. De dossiers moeten uiterlijk op 22 maart ingediend zijn.

Democratie en burgerschap Op 11 januari werd de balans opgemaakt van het gemeenschappelijke project dat georganiseerd werd tijdens editie 2012 van de Europese Week van de Lokale Democratie, met zes deelnemende OCMW’s en de leraren en leerlingen van de Paul-Henri Spaak-school. De actie was een groot succes, tot genoegen van alle deelnemers, die er zin in hebben om het in 2013 nog eens over te doen! Er werden nieuwe ideeën aangebracht, die op 5 maart tijdens de officiële startvergadering van editie 2013 voorgesteld zullen worden. We komen hier in een volgend nummer nog op terug.

Ten slotte heeft de Vereniging op 28 januari deelgenomen aan de algemene coördinatievergadering van de Europese Week van de Lokale Democratie in de Parijse kantoren van de Raad van Europa. In de voormiddag had het team een gesprek met de nieuwe politieke coördinatrice Dubravka Suica en werd een algemene evaluatie van editie 2012 van de Week gemaakt. In dat kader mochten de Vereniging en het Gewest trouwens de acties van onze gemeenten en OCMW's voorstellen. Nog maar eens een kans om de dynamiek in onze gemeenten te tonen, evenals de verjaardagsvideo die speciaal voor de gelegenheid gemaakt werd. In de namiddag werden verschillende ideeën gelanceerd voor editie 2013, vooral qua thema. De vergadering werd afgesloten met een voorstelling van de laatste ontwikkelingen van de website van de Raad van Europa die speciaal voor dit project gemaakt is. Wij zullen de betrokkenen via onze site hieromtrent op de hoogte houden.

Afdeling OCMW

De Federaties van OCMW's hebben vernomen dat het ministerie van Binnenlandse Zaken de algemene onderrichtingen betreffende de bevolkingsregisters aangevuld heeft. Het zou voortaan de taak zijn van het OCMW om een sociaal onderzoek uit te voeren in het kader van een referentieadres bij een particulier. Geëist wordt dat voor de registers dezelfde voorwaarden toegepast worden als voor het referentieadres bij het OCMW, terwijl de federaties zich hierover al negatief uitgedrukt hadden tijdens hun maandelijks overleg met de POD MI. Deze procedurevereiste, waarover niet overlegd werd met de Federaties van OCMW's, voegt voorwaarden toe aan de wet en legt deze instellingen een taak op die eigenlijk niet aan hen toekomt en waarvoor geen financiële regeling voorzien is. Op 15 januari vond bij de Vereniging, met alle gemeenten en OCMW's, een evaluatievergadering van de Week plaats, om een algemeen beeld te krijgen van de individuele en groepsacties van de zeventien gemeenten en zes OCMW's die deelnamen aan editie 2012. De groep was erg tevreden over de evolutie van de Week in de loop der jaren, en vooral over editie 2012, niet alleen dankzij de grotere inbreng van het publiek, maar ook door het thema en de verscheidenheid van de acties. In dat opzicht willen we nogmaals wijzen op de motivatie van de lokale actoren die een uitstekend programma samenstelden.

De directiecomités van de drie federaties hebben op deze onderrichtingen gereageerd en wachten op overleg met de bevoegde overheden. In de tussentijd vragen ze de OCMW's geen sociale onderzoeken in het kader van de referentieadressen bij een particulier uit te voeren. Categorie D in rusthuizen, waarvoor de federaties van OCMW's meer dan drie jaar lang gepleit hebben, werd op 1 januari ingevoerd. Eind 2012 werden de besluiten en toepassingscirculaires gepubliceerd, waarbij de federatie actief meegewerkt heeft aan de opstelling van de teksten. Ter herinnering : categorie D omvat alle personen bij wie

Nieuwsbrief 2013/01

7


DE VERENIGING IN ACTIE

dementie gediagnosticeerd werd, ongeacht hun fysieke afhankelijkheid, en biedt hun een specifieke omkadering. De maatregel zou in rust- en verzorgingstehuizen toegepast worden vanaf 1 juli, onder voorbehoud van een raming van de kosten van de maatregel in rusthuizen. Het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector en het raamakkoord van 16 december 2003 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de non-profit, stelt een nieuwe regeling in, de zogenaamde Sociale Maribel, die als doelstelling heeft de werkgevers uit de non-profit sector financiële middelen ter beschikking te stellen voor de creatie van bijkomende tewerkstelling. Via de Sociale Maribel kunnen de provinciale en plaatselijke besturen financiële tussenkomst genieten waarmee zij bijkomende personeelsleden kunnen aanwerven in de sectoren gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening of cultuur. Die financiële tussenkomst wordt toegekend door het “fonds Sociale Maribel van de overheidssector” dat bevoegd is voor alle werkgevers van de overheidssector en dat ingesteld is bij de RSZPPO. Het beheerscomité van het fonds Sociale Maribel beslist over de toewijzing van de nieuwe arbeidsplaatsen bij de overheid.

Maatschappelijke Integratie geïnterpelleerd over een vermindering met minstens 10 % van de subsidies voor projecten rond sociaal-culturele participatie van OCMW's wegens budgettaire inkrimpingen. De federaties hebben toen besloten de Staatssecretaris een brief te sturen om duidelijk te maken dat ze verrast zijn en vrezen dat de OCMW's wegens een gebrek aan middelen projecten zullen moeten opgeven. Als reactie op deze interpellaties is ons verzekerd dat Staatssecretaris Maggie De Block een aanvraag ingediend heeft om het oorspronkelijke bedrag van het Fonds te behouden, ondanks de inspanningen om de globale uitgaven te beperken, zoals gevraagd door de federale regering. In 2013 zijn de 11 miljoen euro dus gegarandeerd voor OCMW-projecten om onder meer de strijd aan te binden tegen armoede die kinderen treft. In zijn berichtgeving verduidelijkt de POD MI dat de op dit bedrag toegepaste lineaire verlaging gecompenseerd werd door reorganisaties en besparingen op andere gebieden. Deze besparingen hebben echter geen rechtstreeks gevolg voor de uitgaven van de OCMW's.

Raad van de Europese Gemeenten en Regio's

Er werd besloten om de marge 2013 te gebruiken voor een verhoging van de tussenkomst, vastgelegd op 486 euro. Dat komt overeen met het standpunt dat de Afdeling OCMW verdedigde, net zoals onze Vlaamse en Waalse collega's. Dit dekt grotendeels de indexering met 2 % van december. Er zullen in 2013 echter geen Maribel-banen geschept worden. In het kader van een nieuw ontwerp van decreet en van besluiten heeft minister Evelyne Huytebroeck, bevoegd voor Jeugd in de Franse Gemeenschap, een nieuwe institutionele architectuur voor jeugdbijstand geschetst, waarin de OCMW's als eerstelijns preventieactoren echter onvoldoende vertegenwoordigd waren. Dit werd rechtgezet na een constructief gesprek tussen de Afdeling OCMW van de Vereniging en van haar Waalse zustervereniging enerzijds en de vertegenwoordigers van het kabinet van de minister anderzijds. De OCMW's zullen voortaan mee vergaderen op elk niveau van de besluitvorming. De uitvoering van het samenwerkingsprotocol tussen de OCMW's en de diensten voor jeugdbijstand in de Franse Gemeenschap heeft trouwens vertraging opgelopen. Dit dossier wordt verder van dichtbij gevolgd door de Afdeling OCMW als lid van het Strategisch Comité dat opgericht werd voor de realisatie van opleidingen en ontmoetingen tussen de twee sectoren. De subsidies voor projecten in het kader van het Fonds voor sportieve en sociaal-culturele participatie blijven behouden. Tijdens het overleg hebben de drie Federaties van OCMW's op 21 januari de POD Maatschappelijke Integratie en het kabinet van de staatssecretaris voor

8

Nieuwsbrief 2013/01

Ten slotte kunnen we dit overzicht van de acties van eind vorig jaar en begin dit jaar onmogelijk afsluiten zonder het te hebben over de beslissing die de Raad van de Europese Gemeenten en Regio's op 28 januari genomen heeft op het laatste Directiecomité in Parijs, namelijk om al zijn activiteiten tegen eind 2013 integraal naar Brussel te verhuizen. Onze Vereniging is daar zeer blij om, niet alleen voor de bijkomende activiteiten die deze overdracht voor onze hoofdstad meebrengt, maar ook voor de coherentie en doeltreffendheid van de acties en de besparingen die deze reorganisatie zal teweegbrengen. Dit verklaart ook waarom de Vereniging bij deze verhuizing betrokken is en dit samen met haar zusterverenigingen zal blijven doen om de hieraan gekoppelde juridische, fiscale en boekhoudkundige veranderingen vlot te laten verlopen.

Marc Thoulen


ACTUALITEIT

Naar aanleiding van de vrouwendag van 8 maart gaat Nieuwsbrief in op de genderproblematiek in onze gemeenten. Eind 2012 belichtte de Europese Week van de Lokale Democratie ook al deze thematiek tijdens een rondetafelgesprek waaraan het Gewest en de gemeenten deelnamen 1.

DE VROUW IN DE GEMEENTELIJKE SFEER Welke visie heeft het Brussels Gewest ten aanzien van de vrouwen in de overheidsdiensten ? En welke plaats bekleden zij in de gewestelijke en de gemeentelijke sfeer ?

Verkozen ? Ja, maar ook beleidsvoerder ? In het Brussels Gewest zijn 41 verkozenen op 89 vrouwen, dus 46 %. De regering bestaat voor een kwart uit vrouwen (2 van de 8). In de gemeenten werden op 14 oktober jl. 299 vrouwen verkozen voor 685 mandaten, goed voor 43,6 %. Bij de verdeling van de zetels stellen we vast dat de vrouwen 233 zitjes van de 506 innemen, zijnde 46 %. Op uitvoerend niveau vertegenwoordigen de 66 vrouwelijke schepenen en burgemeesters (op een totaal van 187) 35,2 % : een iets lager percentage dan de vorige bestuursperiode. Iedereen zal deze cijfers op prijs stellen, maar ook al benaderen we stilaan een vertegenwoordiging die de bevolking qua genderverhouding weerspiegelt, toch blijven we een verschuiving vaststellen tussen het aandeel door de bevolking verkozen vrouwen en de uitvoerende mandaten die hun toevertrouwd worden. Met andere woorden, de rechtstreekse verkiezing door de bevolking brengt een groot aantal vrouwen naar de gemeenteraad, maar de onrechtstreekse verkiezing tot schepen doet die verhouding dan weer zakken.

Rondetafelgesprek over gelijke kansen, in het kader van de EWLD 2012

Die trend is opmerkelijk, te meer daar het aantal verkozenen gestegen is, als gevolg van de bevolkingsgroei. Er zijn dus meer verkozen vrouwen. Ook het aantal uitvoerende posities is uitgebreid en dus zouden we kunnen verwachten dat er meer plaats is voor de vrouwen. Maar paradoxaal genoeg is het verschil tussen het percentage raadsleden en schepenen nog groter geworden en heeft het de kaap van de 10 % overschreden (46 % vrouwelijke raadsleden versus 35,2 % schepenen), wat niet meer gebeurd was sinds de verkiezingen van 1988 (26 % vrouwen in de gemeenteraad, 16 % schepenen). We duiden hier enkel op het verschil, want het percentage vrouwelijke schepenen is sindsdien gelukkig meer dan verdubbeld.

% vrouwen in de gemeenteraad

% vrouwen met uitvoerend ambt

% vrouwen burgemeester

België 1988 - 1994

14,0

10,0

4,0

Brussel 1988 - 1994

26,0

16,0

10,5

België 1994 - 2000

23,0

15,2

5,6

Brussel 1994 - 2000

26,3

30,0

10,5

België 2000 - 2006

27,0

20,0

8,0

Brussel 2000 - 2006

39,0

30,5 2

16,0 3

België 2006 - 2012

34,4

26,8

Op gemeentelijk niveau

Brussel 2006 - 2012 Brussel 2012 - 2018

206/491, zijnde 41,9 233/506, zijnde 46

9,4

61/167, zijnde 36,5

4

4/21, zijnde 16 tot 19,0 5

66/187, zijnde 35,2

6

2/20, zijnde 10 7

En vroeger ? Naar aanleiding van de verkiezingen van 2006 publiceerde Nieuwsbrief een analyse van het aantal verkozen vrouwen “Mevrouw het raadslid wordt vaker mevrouw de schepen” in Nieuwsbrief 2007/01 (beschikbaar op www.vsgb.be)

1 De basis van dit dossier vormen de uiteenzettingen in het kader van die rondetafel door Julie Lumen, Adjunct-kabinetschef van de Minister-President, Selor, de gemeente Oudergem en tot slot Françoise Goffinet van het federaal Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). 2 Het gaat hier om het volledige college (schepenen en burgemeesters). Als we enkel de schepenen bekijken, krijgen we 47 op 144, zijnde 32,5 % vrouwen. 3 Zonder mevr. Wille, waarnemend burgemeester van Sint-Gillis, mee te rekenen. 4 Het gaat hier om het volledige college (schepenen en burgemeesters, met inbegrip van de “waarnemende”). Als we enkel de schepenen bekijken, krijgen we 47 op 146, zijnde 39 % vrouwen. 5 Een bijzonder geval : twee mannelijke burgemeesters zijn “verhinderd” (de heren De Decker en Picqué) en worden vervangen door twee waarnemende burgemeesters : de ene is een man (dhr Desmedt) en de andere een vrouw (mevr. Wille). Het percentage varieert naargelang men al dan niet rekening houdt met de waarnemende burgemeesters en schommelt tussen 16 en 19 %. 6 Het gaat hier om het volledige college (schepenen en burgemeesters, met inbegrip van de “waarnemende”). Als we enkel de schepenen bekijken, krijgen we 63 op 154, zijnde 40,9 % vrouwen. Vanuit die invalshoek is het cijfer licht stijgend ten opzichte van de vorige bestuursperiode en nuanceert het onze commentaren op basis van de globale cijfers van uitvoerende functies. 7 Net zoals voor de vorige bestuursperiode hielden we rekening met een 20e post voor een waarnemende burgemeester. Mevr. Marcus, waarnemend burgemeester in Sint-Gillis, en mevr. Schepmans in Sint-Jans-Molenbeek zijn dus de enige vrouwen aan het hoofd van een Brusselse gemeente. Nieuwsbrief 2013/01

9


ACTUALITEIT

De vrouw en de gemeenteraadsverkiezingen : scharniermomenten 1920 : De wet van 15 april kent de vrouwen stemrecht toe bij de gemeenteraadsverkiezingen, met uitzondering van prostituees en overspelige vrouwen. Vrouwen kunnen zich ook kandidaat stellen voor Kamer en Senaat, ook al hebben ze geen stemrecht bij die verkiezingen (daarvoor moeten ze nog wachten tot 1948). 1921 : Bij de gemeenteverkiezingen worden 181 vrouwen verkozen tot gemeenteraadslid. De vrouwen krijgen het recht om de functie van burgemeester, schepen, gemeentesecretaris of -ontvanger uit te oefenen. Getrouwde vrouwen moeten wel nog de goedkeuring van hun man krijgen om hun functie te kunnen opnemen. 1994 : De wet Smet-Tobback verplicht de partijen om minimum een vierde van hun plaatsen aan vrouwen toe te vertrouwen, op alle kiesniveaus, van de gemeente tot Europa. Later wordt dat cijfer op een derde gebracht. In Brussel legde de kieswet in 2012 pariteit op - evenveel vrouwen als mannen - en de eerste twee kandidaten moeten van een verschillend geslacht zijn. Voor de gemeenteverkiezingen van 2018 zal de “rits” toegepast worden : twee opeenvolgende kandidaten moeten van een verschillend geslacht zijn (ordonnantie van 15 maart 2012). Bronnen : Evolutie van het stemrecht in België, Wikipedia www.brusselverkiezingen2012.irisnet.be

Ambtenaar ? Ja, maar leidinggevend ? Het is ook interessant om de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de overheidsdiensten te analyseren. Op het niveau van het Gewest bestaat er al enkele jaren een rapport over het gewestelijk openbaar ambt, ondermeer over de genderverhoudingen bij het personeel. Daaruit blijkt dat het personeel bij het Brussels Gewest voor 69 % uit mannen bestaat. Dat percentage schommelt fel van de ene instelling tot de andere. Zo stellen het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, de Haven van Brussel en Leefmilieu Brussel veel mannen te werk, omwille van het type werk : brandweer, vuilnisman, … Het is interessant om de gendergegevens te kruisen met het niveau. Want terwijl er bij de universitairen nagenoeg pariteit blijkt te zijn (niveau A : 51 % mannen tegenover 49 % vrouwen), leert nader onderzoek dat de vrouwen zich meer onderaan de ladder bevinden. Hoe hoger we opklimmen in de hiërarchie, hoe kleiner het aandeel vrouwen. Dat geldt ook in de gemeenten. Daar zien we 15.829 voltijds equivalenten, waaronder 52 % vrouwen. Slechts 9 van de 38 “klassieke” wettelijke graden (ontvanger en secretaris) zijn echter vrouwen, dus nauwelijks 23,8 %. Maar sinds de vorige legislatuur werd er een nieuwe wettelijke graad ingevoerd bij de ordonnantie van 5 maart 2009, nl. human resources manager. Nog niet alle gemeenten hebben die functie ingevuld. Bij het tiental gemeenten die dat wel al gedaan hebben, zien we een meerderheid vrouwen. Deze derde wettelijke graad zou dan

10

Nieuwsbrief 2013/01

enigszins het mannelijke overwicht elders op gemeentelijk topniveau compenseren, maar eerst nog afwachten hoe de andere gemeenten de functie invullen. Op basis van deze cijfers kunnen we alvast een eerste conclusie trekken. Op politiek niveau, waar regels uitgevaardigd werden (het zogenaamde ritsprincipe op de lijsten) en waar de mentaliteit bijzonder open is ten aanzien van gelijke kansen, stellen we een vrij evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen vast. Er bestaan ook regels met betrekking tot de vertegenwoordiging van vrouwen in de beheerorganen van gewestelijke instellingen van openbaar nut. Op het niveau van de overheidsdiensten blijft de vrouw ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies. Er zouden nog maatregelen genomen moeten worden om overheidsdiensten te verkrijgen die onze samenleving beter weerspiegelen. Die kunnen gebaseerd worden op de politieke wil die in het regeerakkoord omschreven is. Uittreksel uit het regeerakkoord 2009-2014 De gelijkheid tussen vrouwen en mannen is een uitdaging voor de democratie en de economie van ons land. Dit is ook een strijd tegen sociale uitsluiting. In dat kader zal de Regering actief de gelijkheid tussen vrouwen en mannen bevorderen, samen met de associatieve sector, en strijden tegen de structurele ongelijkheid waarvan vrouwen nog vaak het slachtoffer zijn. Globaal gezien zal de Regering : • de genderdimensie integreren in al haar beleidsinitiatieven (ordonnantie gendermainstreaming). Op regelmatige basis zal verslag worden uitgebracht bij het Parlement over de ontwikkelingen met betrekking tot het genderaspect in alle domeinen van het regeringsbeleid (cf. ordonnantie betreffende het Rapport van Peking), onder meer door uit te gaan van statistieken voor de beide geslachten afzonderlijk • naar het voorbeeld van wat geldt voor de gewestelijke instellingen van openbaar nut een maximum van twee derde van personen van hetzelfde geslacht vaststellen voor de raden van bestuur van organen en instellingen die door het Brussels Gewest worden erkend en betoelaagd • de cel Gelijke Kansen van het Ministerie uitbouwen • een Brusselse Adviesraad voor Gelijke Kansen in het leven roepen • steun verlenen aan gemeentelijke en associatieve projecten met betrekking tot gelijke kansen • het verder ontwikkelen van het interne gelijkekansenbeleid binnen de gewestelijke administratie, met bijzondere aandacht voor het wegwerken van alle zichtbare en onzichtbare drempels voor de gelijke kansen van mannelijke en vrouwelijke personeelsleden van het Ministerie en de ION en voor de aanwezigheid van vrouwen en mannen in leidinggevende functies. Bron : www.brussel.irisnet.be > Over het Gewest > De Gewestregering > Akkoorden en besluiten


IN ONZE GEMEENTEN

Oudergem pakt uit met een diversiteitsplan Het diversiteitsplan van de gemeente Oudergem werd opgesteld in 2012 en is in uitvoering sinds januari 2013. Het zal het gemeentebeleid de komende twee jaar sturen. In de inleiding wordt gepreciseerd dat de gemeente Oudergem het belangrijk vindt een voorbeeldrol te kunnen spelen. Als eerste Brusselse gemeente analyseren zij hun bestuur vanuit de verschillende invalshoeken zoals gender, handicap, origine, leeftijd en tot slot opleidingsniveau. Op basis van die gegevens kunnen lacunes vastgesteld worden en vergelijkingen uitgevoerd. Een kwantitatieve analyse belicht de verhoudingen vanuit die verschillende invalshoeken onder statutairen, gesco's, contractuelen en schoolpersoneel. Daaruit volgt een kwalitatieve analyse, waarbij de sterke punten opgelijst worden en ook de aandachtspunten. Uit al die gegevens komen de eigenlijk acties voort, zowel omtrent rekrutering,

personeelsbeleid, interne communicatie en externe positionering. Zoals Sébastien Van Loo aanstipte tijdens het rondetafelgesprek in het kader van de Europese Week van de Lokale Democratie, is het belangrijk verder te gaan dan de aanwervingsvoorwaarden om algemener rekening te houden met gender in het gemeentebeheer. Het diversiteitsplan is slechts een instrument om deze dimensie ruimere aandacht te geven. Contact Gemeentebestuur Oudergem Dienst human resources Sébastien Van Loo s.vanloo@auderghem.be

Sébastien Van Loo

NIEUWS VAN HET GEWEST

GELIJKE KANSEN OP GEWESTELIJK NIVEAU Op basis van het regeerakkoord werden dus een reeks beleidsmaatregelen rond gelijke kansen van man en vrouw uitgewerkt door de regering. Een kort – niet exhaustief – overzicht. De opmerkelijkste actie wordt samen uitgevoerd door Charles Picqué, minister-president bevoegd voor lokale besturen, en Bruno De Lille, staatssecretaris bevoegd voor gelijke kansen, voor een budget van 118.000 euro, en is de jaarlijkse projectoproep "gelijke kansen en diversiteit" waarmee gemeenten subsidies kunnen ontvangen voor projecten (theater, film met debat, sensibilisering rond gelijke kansen in bibliotheken, tentoonstellingen …). In 2012 werden er twee oproepen gedaan en werden 25 projecten goedgekeurd op de 41 kandidaturen. Op het ogenblik dat wij dit schrijven, is de oproep 2013 nog niet afgerond, maar dat zal binnenkort wel gebeuren, met een deadline wellicht eind april of mei. De oproep is te vinden in onze gegevensbank subsidies : www.vsgb.be > Een subsidie zoeken Eén van de acties die rechtstreeks gericht zijn tot het gemeentepersoneel, is de opstelling van een brochure gewijd aan het vaderschap, teneinde vaders aan te moedigen om hun recht op geboorteverlof te gebruiken. De brochure is sinds december klaar en zou dit voorjaar onder het gemeentepersoneel verdeeld worden. Rond juni zullen er sensibiliseringsvergaderingen georganiseerd worden voor human resources directeurs en vakbondsafgevaardigden.

De brochure “Kom papa, wees een man en zorg voor mij ! ” is ook te vinden op : www.vsgb. > Actua Sinds 2011 coördineert het Gewest een proefproject met werkvergaderingen met het personeel van de diensten gelijke kansen en preventie van verschillende gemeenten. De stad Brussel, Koekelberg, Etterbeek, Anderlecht, Sint-Joost-ten-Node en Ukkel denken er na over manieren om rekening te houden met de dimensie gender in de beroepen met betrekking tot preventie in de gemeenten. Begin 2013 heeft de cel Gelijke Kansen van het Bestuur Plaatselijke Besturen voorgesteld aan de nieuwe schepenen bevoegd voor deze materies om vergaderingen te beleggen om hun uit te leggen hoe het Gewest hen kan helpen, via de projectoproep, het budget voor vorming, de mogelijkheden om aan networking te doen, … Tot slot kunnen er ook acties opgezet worden voor het grote publiek via samenwerking tussen Gewest en gemeenten. Zo trekt het Gewest 77.500 euro uit voor de uitstippeling van een beleid voor de strijd tegen geweld tussen partners en

Nieuwsbrief 2013/01

11


NIEUWS VAN HET GEWEST

binnen het gezin. De gemeente levert een bijdrage via de lokale verantwoordelijken gelijke kansen. We wijzen ook op de campagne tegen schijnhuwelijken of de steun voor de campagne “wit lint” (de wereldbeweging voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen). Er worden dus heel wat acties gevoerd en sommige hebben rechtstreeks betrekking op de gemeente. Ondanks dat alles blijft er nog veel werk te doen, op verschillende niveaus : - enerzijds regels uitwerken ter ondersteuning van de economische activiteit van vrouwen, met name in leidinggevende functies - anderzijds – een continue actie – een mentaliteitswijziging bewerkstelligen ; ondanks een zekere evolutie is er op dat vlak blijkbaar nog weerstand, maar door die verschuiving zal er een echte duurzame verandering kunnen plaatsvinden.

Info Séverine Van Herzeele - Coördinatrice gelijke kansen Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bestuur Plaatselijke Besturen Directie specifieke initiatieven Tel. 02 800 32 74 SVanHerzeele@mrbc.irisnet.be

In Vlaanderen Het Vlaamse beleid voor gelijke kansen is vastgelegd sinds november 2009, en dit tot de regionale verkiezingen van 2014, door het kader van de oriëntatienota “Samen gelijke kansen versterken”. Initiatiefnemer, minister van Gelijke Kansen Pascal Smet, schrijft: “Het wegwerken van ongelijkheid tussen vrouwen en mannen is het doel van het genderbeleid. Daarmee leg ik de klemtoon op structureel verankerde mechanismen die de leefsituatie van mannen en vrouwen bepalen, eerder dan op een achterstandsgedachte van het ene geslacht op het andere. Die mechanismen zijn vaak zo impliciet dat ze onherkenbaar worden. Het gaat dus in de eerste plaats om bewustmaking. Op een concreter niveau wil ik, samen met mijn collega van Bestuurszaken, werken aan een meer evenwichtige participatie van vrouwen en mannen aan het maatschappelijk leven, door bijvoorbeeld de invoering van een ritssysteem voor de eerste twee plaatsen op lijsten voor lokale verkiezingen.” www.vlaanderen.be/beleidsnotas

12

Nieuwsbrief 2013/01

En bij onze buren ? Ook buiten Brussel beweegt het. Zo kwam op initiatief van de Waalse minister van Volksgezondheid, Gelijke Kansen en Maatschappelijke Actie eind 2011 de brochure “ Pour une commune égalité ” uit, die opgesteld werd in samenwerking met het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding en het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. De brochure behandelt discriminatie in ruime zin, dus meer dan op basis van geslacht. Zoals Edouard Delruelle en Michel Pasteel, respectievelijk directeur van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding en van het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, stellen zijn sensibiliseringscampagnes, vormingen en infosessies, projectbegeleiding, gemeentelijke netwerken voor discriminatiebestrijding, … allemaal acties die aan de gang zijn of verwezenlijkt zijn. In dat kader is de gemeente een essentiële schakel: door de nabijheid met de burger, het soort bevoegdheden en de dagelijkse dienstverlening is dit het terrein bij uitstek om discriminatie op te sporen, te informeren, oriënteren of begeleiden als mensen er zich het slachtoffer van voelen. De gemeente moet ook zorgen dat openbare plaatsen en diensten toegankelijk zijn voor iedereen, ongeacht zijn herkomst, seksuele voorkeur, eventuele handicap, gezondheidstoestand of geslacht. Daarom is de brochure vooral gericht op het lokale niveau, om duurzaam en concreet de geest van het decreet in Wallonië te verankeren. Er komen 4 dimensies aan bod : het lokaal beleid, dienstverlening aan de bevolking, personeelsbeleid en overleg met de bevolking. “Pour une commune égalité ”, Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, 11-2011, 68 blz. U kan deze brochure downloaden op : -

de website van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding : www.diversiteit.be

-

de website van het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen www.igvm.belgium.be

-

de website : www.stop-discrimination.be


EUROPAGINA

Europese website De Raad van Europese Gemeenten en Regio's (REGR) stelt online een tool ter beschikking om de gemeenten en gewesten bij te staan in hun streven naar gelijkheid tussen vrouwen en mannen op lokaal niveau. De website www.charter-equality.eu werd in het leven geroepen in het kader van het observatorium voor het Europees handvest voor gelijkheid tussen man en vrouw in het lokaal leven. Hij bestaat in het Frans en het Engels en biedt : - een handleiding voor de opstelling, uitvoering en followup van actieplannen voor gelijkheid op lokaal niveau - een atlas van de ondertekenaars van het Europees handvest en de meest innoverende actieplannen van lokale besturen in Europa - een online platform waar Europese gemeenten uitwisselingen kunnen doen over de opstelling en de uitvoering van een actieplan voor een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in hun lokale besturen : deze collectiviteiten krijgen ook de mogelijkheid samenwerking tot stand te brengen op het vlak van de gelijkheid als ze hun samenwerking willen voortzetten - inspiratie voor de gebruikers om van hun gemeente een model te maken inzake gelijkheid, informatie over het handvest en de verschillende thema's die erin aan bod komen.

De website van het observatorium is nog in de maak : nieuwe hoofdstukken zullen gewijd worden aan een maandelijkse e-nieuwsbrief, een zoekmachine met een database vol inspirerende voorbeelden op lokaal niveau en informatie rond financieringsmogelijkheden in elk land. Het observatorium volgt de uitvoering van het Europees handvest van de REGR voor de gelijkheid van man en vrouw in het lokaal leven, dat ondertekend werd door meer dan 1.300 territoriale overheden.

Fatiha Saïdi is voorzitster van de Belgische afdeling van de commissie van de lokaal verkozen vrouwen en lid van de permanente commissie voor de gelijkheid van man en vrouw in het lokale leven van de REGR.

Zoals u kan lezen in de rubriek “Vereniging in actie” van dit tijdschrift, heeft de Vereniging meegewerkt aan de creatie van de website, via haar vertegenwoordigers in de permanente commissie voor de gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven, nl. Fatiha Saïdi, en anderzijds in het observatorium van het Europees handvest voor de gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven, nl. Marc Thoulen. De nieuwe website werd officieel voorgesteld op 1 februari tijdens het Congres van de UCLG te Parijs, waar de Vereniging aanwezig was.

Info

www.charter-equality.eu

Nieuwsbrief 2013/01

13


NIEUWS VAN HET GEWEST

TOOLS VOOR GELIJKHEID Françoise Goffinet, attachee bij het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), stelt enkele instrumenten en acties voor ter bevordering van de gelijkheid van kansen, die door verschillende instellingen ontwikkeld werden. “Sinds wanneer staat de gelijkheid tussen man en vrouw in de Grondwet ? 1831 ? 1948 ? Wel nee, pas sinds 8 maart 2002 ! Precies 10 jaar dus. En tegelijk werd ook pariteit in de kieslijsten opgelegd en dat er in alle uitvoerende organen in België minstens Françoise Goffinet één vrouw moet zitten. Een regel die geldt voor alle regeringen en gemeenten of OCMW's van het land.” Françoise Goffinet 1. In mei 2012 publiceerde de raad voor Franstalige vrouwen van België (CFFB) een memorandum voor een gemeentelijk beleid “vrouwen toegelaten”, dat nog steeds actueel is (in het Frans, beschikbaar op www.cffb.be).

25 november 2013 en biedt verenigingen de gelegenheid een project uit te werken rond gelijke kansen en diversiteit. Het centrale thema van dit jaar is niet specifiek gericht op vrouwen : respect voor jongeren en senioren in Brussel. 6. In Wallonië hebben het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen (voor discriminatie op basis van gender en verwante thema's zoals zwangerschap, bevalling, materniteit en geslachtsverandering) en het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding, bevoegd voor andere vormen van discriminatie (leeftijd, seksuele geaardheid, gezondheid, vermogen, handicap, …) hebben een rondvraag gedaan naar de indrukken omtrent discriminatie in de gemeenten en op basis van de resultaten hebben zij de brochure “Pour une commune égalité” uitgegeven (zie kader).

Vorming voor vrouwen die naar een leidinggevende functie dingen 2. De online databank Valorisering van Experten en Aandacht voor Gender (VEGA) wil de media en het grote publiek een waaier aan knowhow aanbieden door meer zichtbaarheid te geven aan vrouwelijke experten. Men kan er vrouwen zoeken die gespecialiseerd zijn in bepaalde domeinen, of nieuwe kandidates toevoegen. Info op www.vegastar.be 3. Felink (www.felink.be) is een netwerk met focus op vrouwen. Het ondersteunt vrouwen in de federale overheid bij de uitbouw van hun netwerk en hun carrière. Felink stimuleert tevens de diversiteit binnen de federale administratie, door de aandacht te vestigen op de gelijkheid man/vrouw in professionele context en door het management te sensibiliseren. 4. “Femmes Prévoyantes socialistes” publiceren een barometer van de pariteit in adviesorganen. Tot nu toe is de barometer ingegaan op cultuur, gezondheid en sinds december jl. is men dieper ingegaan op tewerkstelling, sociale zekerheid en gelijkheid man/vrouw. www.femmesprevoyantes.be of www.lebarometredelaparite.be 5. In Brussel wijzen we op : www.gelijkekansenbrussel.irisnet.be. Recent stond daar de oproep tot indiening van projecten (afgesloten sinds 8 maart) voor de 4e “14-daagse van de gelijke kansen en de diversiteit”. Die loopt van 8 tot

14

Nieuwsbrief 2013/01

Via het project Top Skills wil Selor meer vrouwen stimuleren om een job als manager op te nemen. Tijdens een simulatie van een managementinterview worden de kandidates getest op 5 van de 12 competenties die eigen zijn aan de functie van manager : • flexibel en vernieuwend denken • visie en integrerend vermogen • verantwoordelijkheidszin en initiatief nemen • overtuigen en onderhandelen • samenwerken en uitbouwen van netwerken) Darbij moeten zij een casestudy presenteren voor een jury. Na afloop van dat gesprek krijgen de kandidates feedback over hun sterke punten en die welke voor verbetering vatbaar zijn. Daarnaast krijgen ze ook interessante achtergrondinformatie over het ideale profiel en de vereiste eigenschappen van een manager. De uiterste indieningsdatum voor editie 2013 van Top Skills zijn nog niet gekend bij het ter perse gaan van dit artikel, maar vallen wellicht in de eerste helft van het jaar. Info op www.selor.be > Testen > Top Skills (managementscreening) Nog meer info www.rosadoc.be www.amazone.be


ACTUALITEIT

HET BIOMETRISCH PASPOORT DOET ZIJN INTREDE 2013 wordt voor België een cruciaal jaar in de overschakeling van het klassieke paspoort naar de versie die biometrische gegevens bevat. Dat systeem wordt opgelegd door Europa en wordt momenteel getest. In de tweede helft van het jaar zal het geleidelijk aan ingevoerd worden in de 589 Belgische gemeenten. Dit project is het resultaat van samenwerking tussen de Federale Overheidsdiensten Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken, en Nieuwsbrief had er een gesprek over met Serge Wauthier, Directeur-generaal consulaire zaken, en Orlane Courtois, attachee bij de dienst paspoorten (C2) van de FOD Buitenlandse Zaken . Serge Wauthier : “in tegenstelling tot andere Europese landen blijft de afgifte van paspoorten in België een gemeentelijk domein. Dat is een bewuste keuze, die de dienstverlening aan de burger koppelt aan de nabijheid van de instelling. Daarom is het aantal kantoren waar men een paspoort kan aanvragen, hoog, te meer daar er in grote steden vaak ook gedecentraliseerde wijkkantoren bestaan. Uiteindelijk hebben we in België niet minder dan 700 plaatsen waar men een paspoort kan aanvragen, wat ons op dat vlak op de derde plaats in Europa brengt, na Duitsland en Frankrijk. De federale overheid doet dus een aanzienlijke financiële inspanning om de gemeenten uit te rusten. Momenteel wordt 10 % van onze paspoorten afgeleverd door de consulaten voor onze residenten in het buitenland, terwijl de overige 90 % in België uitgereikt worden, voornamelijk door de gemeenten. De overheveling naar de gemeenten berust op de test die we reeds uitgevoerd hadden in de consulaten, waar we al sinds 2010 de papieren aanvraag vervangen hadden door een elektronisch systeem. Dat leverde heel wat tijdswinst op voor de Belgen in het buitenland. Sinds eind vorig jaar werden alle consulaten bovendien uitgerust om biometrische gegevens te registreren. Onze ambassades kampen met een probleem van afstanden: soms ligt het kantoor heel ver van de woonplaats van de aanvrager. Daarom hebben we mobiele kits samengesteld, zodat men de biometrische gegevens bij de betrokkene kan gaan opnemen. Die mogelijkheid bestaat momenteel niet voor de Belgische gemeenten, omdat de afstand tussen de woonplaats en het gemeentebestuur hier uiteraard veel kleiner is.” Waarom worden die biometrische gegevens nu opgenomen ? Orlane Courtois : “deze nieuwigheid vloeit voort uit een verplichting die Europa aan zijn lidstaten oplegt. Europa eist dat er voortaan biometrische gegevens in het paspoort opgenomen worden. Het systeem dat tot nu toe in België gebruikt wordt, leent zich daar al gedeeltelijk toe, omdat de foto al sinds november 2004 op de chip staat. Nieuw zijn dus alleen de vingerafdrukken. Europa vraagt de afdruk van twee vingers, bij voorkeur de wijsvingers.

Serge Wauthier & Orlane Courtois

Visueel blijft het document hetzelfde : formaat en uitzicht wijzigen niet. De vingerafdrukken zijn niet zichtbaar : ze worden bewaard op de chip, die al sinds 2004 deel uitmaakt van het paspoort. De foto is uiteraard wel zichtbaar. De normen die Europa oplegt, zijn gebaseerd op de regels en aanbevelingen uitgevaardigd door de organisatie voor internationale burgerluchtvaart ICAO 1, een gespecialiseerde instelling die afhangt van de UNO.” Wat was het doel van deze verandering ? Serge Wauthier : “het doel van deze nieuwigheid is de bestrijding van fraude en pogingen tot vervalsing van paspoorten. De Belgische documenten waren al van heel goede kwaliteit en bevatten reeds verschillende beschermingen, waardoor ze moeilijk na te maken zijn. De tijd ligt ver achter ons dat paspoorten manueel ingevuld werden en soms blanco exemplaren uit de gemeentediensten gestolen werden. Door in 1998 de productie te centraliseren op één plaats en er het manueel invullen van te voorkomen, werd het paspoort moeilijk te vervalsen. Door biometrische gegevens op te nemen in de chip, wordt het document nog moeilijker na te maken. De bescherming is dus van een zeer hoog niveau.” Wordt fraude dan onmogelijk ? Serge Wauthier : “neen. De keerzijde van de medaille is dat we ons mogen verwachten aan een ander soort poging tot fraude. Nu fraudeurs niet langer kunnen trachten het document na te maken of in te vullen op basis van een blanco exemplaar, zal veeleer getracht worden om een geldig document te verkrijgen door zich een andere identiteit toe te eigenen. Bij de aanvraag zal men bij het gemeentebestuur dus zeer alert moeten zijn, om zich van de echte identiteit van de aanvrager te vergewissen. In dat kader zal het programma Belpas de ingescande foto van de aanvrager op het scherm tonen naast de foto uit het rijksregister voor die identiteit. Dat is geen wondermiddel, maar die mogelijkheid tot vergelijking zal de ambtenaar wel helpen bij zijn controle.”

1 Zie www.icao.int > Publications > Séries des documents > “Doc. 9303” – “Documents de voyage lisibles à la machine” – “Partie 1 - Passeports lisibles à la machine.” Nieuwsbrief 2013/01

15


ACTUALITEIT

En hoe staat het met de beveiliging van de aanmaak van het document ? Orlane Courtois : “de aanmaak van het paspoort is momenteel toevertrouwd aan een firma uit Rijsel. De toekenning van het nieuwe contract is aan de gang. De lastenboeken werden heel nauwgezet opgesteld om zeker te zijn van een volledig veilig en vertrouwelijk proces: de verzending van de aanvraag en de gegevens, de aanmaak van het paspoort en de verzending ervan. Voor die beveiliging genoten we kostbare bijstand van de federale politie voor de lastenboeken.” Hoe worden de biometrische gegevens geregistreerd ? Orlane Courtois : “voor de burger is de aanvraagprocedure nauwelijks veranderd. Het enige verschil is dat er vingerafdrukken genomen worden en dat de handtekening elektronisch geregistreerd wordt. De foto die men overhandigt, wordt ook ingescand en op de chip bewaard. Door het nemen van vingerafdrukken duurt de samenstelling van het dossier wel iets langer aan het loket, maar wij denken dat dit gecompenseerd zal worden door het feit dat de verzending door het gemeentebestuur van de papieren aanvraagformulieren in verzegelde zakken voortaan vervangen wordt door een online aanvraag via het programma Belpass.” Het nemen van vingerafdrukken roept vragen op bij de mensen. Hoe kunnen we ze geruststellen ? Serge Wauthier : “het is makkelijk om de vragen en angst en weg te nemen. De vingerafdrukken worden niet in een grote gegevensbank bewaard. De gegevens worden enkel opgenomen in de chip van het paspoort, maar worden niet elders bewaard buiten de tijdelijke registratie in het kader van de aanmaak van het document. De biometrie dient dus enkel voor de controle van de grenzen op een “one to one” manier, als een politieagent de vingerafdrukken die op een bepaald moment genomen worden, vergelijkt met die op de chip van het paspoort. Het verloopt dus anders dan bij de vingerafdrukken die genomen worden voor visums : die blijven 5 jaar lang bewaard in een Europese gegevensbank, overeenkomstig de Europese regelgeving. Bovendien moeten we hier ook het belang van het paspoort relativeren : een Belg kan momenteel gewoon met zijn identiteitskaart al door 50 landen reizen. Tot slot hebben wij op basis van de Europese regelgeving uitzonderingen vastgelegd op het nemen van de vingerafdrukken, nl. enerzijds voor kinderen onder de 12 jaar en anderzijds voor gehandicapten (geamputeerd, verbrand, …) : de gemeenteambtenaar dient die geval per geval te beoordelen.” Deze vernieuwing is het resultaat van samenwerking tussen Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken. Kan u daar wat meer over vertellen ? Serge Wauthier : “een jaar geleden sloot de FOD Buitenlandse Zaken aan bij een project dat op touw gezet werd door Binnenlandse Zaken. Dankzij die synergie kon al het

16

Nieuwsbrief 2013/01

materiaal voor verschillende doeleinden in één set samengebracht worden. Zo biedt de apparatuur ook de mogelijkheid om biometrische gegevens op te nemen die nodig zijn voor de afgifte van verblijfsdocumenten voor onderdanen van derde landen. Een troef van die krachtenbundeling is dat het een aanzienlijke financiële besparing oplevert. Daarnaast werden er ook informaticatoepassingen ontwikkeld. Zo hebben wij een specifiek programma ontwikkeld, Belpass, voor de elektronische registratie en verzending van de paspoortaanvraag. Maar voor de registratie van de biometrische gegevens gebruiken we Belpic, de toepassing die door Binnenlandse Zaken in het leven geroepen werd.” Om biometrische gegevens te registreren heeft men specifiek materiaal nodig: een lezer voor vingerafdrukken, een scanner voor de foto, een pad voor de handtekening. En dan zijn er ook nog de toepassingen Belpic en Belpass. Wie betaalt dat allemaal ? Orlane Courtois : “de FOD Binnenlandse Zaken draagt de kosten van de kits die ter beschikking gesteld worden in functie van de behoeften van de gemeenten. De kosten werden geraamd aan de hand van een formule, die vorig jaar op haar beurt geverifieerd werd door een enquête op het terrein (“site survey”). De formule gaat uit van het principe dat de uitrusting de aanvragen moet kunnen verwerken tijdens een piekperiode (traditioneel is dat de zomer en de kerstperiode) en in functie van de verwerkingstijd die als traag beoordeeld wordt voor de volledige registratie van een aanvraag (20 minuten). Aangezien de combinatie van beide gevallen zelden voorkomt, zou dat in de praktijk weinig problemen mogen stellen. De gemiddelde verwerking van de registreerde gegevens duurt doorgaans 3 tot 5 minuten. De “site survey” bekrachtigde de behoeften die met de formule geraamd werden. Als de gemeenten meer materiaal wensen, staat het hun vrij om zich er op eigen kosten aan te schaffen. De kit zal geleverd worden door één van de zes door de federale overheid erkende leveranciers en de gemeenten kunnen er zich aanschaffen volgens de procedure van de overheidsopdrachten.” Hoe zien de volgende fasen van het project eruit ? Serge Wauthier : “na de pre-testfase van december tot maart met de gemeente Sint-Pieters-Woluwe start een testfase, waarbij het systeem verruimd wordt tot een tiental gemeenten in het hele land. In functie van eventuele bijsturingen beginnen we nadien geleidelijk met de invoering in alle gemeenten. Ons doel is ze allemaal uit te rusten voor het einde van het jaar. De pretestfase dient om het systeem te testen, de testfase om de invoering te testen en wij denken dat daarna alles vlot zal verlopen om het systeem tot alle gemeentebesturen van het land te veralgemenen.”

Interview door Philippe Delvaux


IN ONZE GEMEENTEN

BIOMETRISCH PASPOORT : BESTEMMING SINT-PIETERS-WOLUWE Sinds half december past Sint-Pieters-Woluwe in het kader van een pre-test het nieuwe systeem toe met biometrische paspoorten, dat binnenkort over heel België ingevoerd zal worden. Wij hadden een gesprek met de spilfiguren van het project, namelijk mevr. Dominique Vaeye, diensthoofd Bevolking - Burgerlijke Stand, en mevr. Martine Sauvenier, administratief medewerkster.

Nieuwsbrief : wat is biometrie ? Wat is de rol van Sint-Pieters-Woluwe op dit moment ?

[NVDR: bij het ter perse gaan van dit artikel zou in het Brussels Gewest Elsene waarschijnlijk ook proefgemeente zijn, naast Sint-Pieters-Woluwe]

Nieuwsbrief : hoe werd Sint-Pieters-Woluwe geselecteerd ? Dominique Vaeye : “Sint-Pieters-Woluwe kan met haar 40.000 inwoners nog beschouwd worden als een middelgrote gemeente. Wij verwerken zo'n 2.500 paspoorten per jaar.

Martine Sauvenier, administratief medewerkster

Martine Sauvenier : “sinds december geven we paspoorten af volgens de nieuwe Europese ICAO-normen die eindelijk in Belgisch recht omgezet zijn. Volgens deze normen moeten er biometrische gegevens opgenomen worden. Dit betekent dat de aanvragers naast een elektronisch geregistreerde handtekening en een ingescande foto ook digitale afdrukken voor hun tien vingers moeten laten nemen. De combinatie van de vingerafdrukken met de foto en de handtekening vormen de sleutels tot de identificatie van de betrokkene.”

Aanvankelijk ging het verzoek uit van het kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken, Joëlle Milquet. Het kabinet drong erop aan dat Sint-Pieters-Woluwe de voorafgaande test zou uitvoeren. Dat is wellicht niet zo vreemd, aangezien onze gemeente ook al testgemeente was in 2003, bij de invoering van de elektronische identiteitskaart. De samenwerking met de FOD Binnenlandse Zaken verliep toen prima. Kortom, ik ben blij dat wij proefgemeente mogen zijn. Door van meet af aan bij een project als dit betrokken te zijn, krijg je de kans om de ontwikkeling ervan te beïnvloeden en er mee voor te zorgen dat het zo geschikt mogelijk is voor het gebruik in de praktijk.”

Nieuwsbrief : hoe verliep de samenwerking met de Federale Overheidsdiensten ? Martine Sauvenier : “sinds december zijn wij een bron voor verbeteringen, op basis van onze feedback aan de FOD Buitenlandse Zaken. De FOD Binnenlandse en Buitenlandse Zaken komen bijna dagelijks bij ons langs om het systeem verder op punt te stellen.

Dominique Vaeye, hoofd van de dienst bevolking – burgerlijke stand

Dominique Vaeye : “Sint-Pieters-Woluwe kreeg de eer om de pre-test voor heel België te verrichten. Wij bijten de spits af voordat het systeem uitgebreid wordt tot een tiental proefgemeenten. Afhankelijk van deze ervaringen zal het systeem eventueel bijgestuurd worden met het oog op de invoering in alle Belgische gemeenten.”

Het systeem maakt trouwens gebruik van Belpic (programma van de FOD Binnenlandse Zaken, waarmee de biometrische gegevens geregistreerd worden), dat sinds 2003 bestaat voor de elektronische identiteitskaarten, en Belpass (programma van de FOD Buitenlandse Zaken dat het formulier voor de aanvraag van het paspoort aanmaakt), een nieuw programma waarover we dus opmerkingen mogen geven. Het Belpass-programma werd sinds december al meermaals aangepast.”

Nieuwsbrief : wat vinden de burgers van het systeem ? Dominique Vaeye : “tot nu toe hebben we nog geen echte problemen ondervonden aan de loketten. Maar ik moet zeggen Nieuwsbrief 2013/01

17


IN ONZE GEMEENTEN

dat het momenteel niet zo druk is : we verwerken op dit ogenblik 5 tot 15 aanvragen per dag. De seizoenen hebben een grote invloed op het aantal paspoortaanvragen. Ons “hoogseizoen” loop van april tot eind september. Je zou verwachten dat sommigen vreemd opkijken als hun vingerafdrukken genomen worden, maar in de realiteit is daar niets van aan. Het gaat dan ook om een wettelijke verplichting die voortvloeit uit Europese richtlijnen en die trouwens overal in de Europese Unie al van kracht is. En aangezien de betrokkenen nu eenmaal een paspoort nodig hebben, zetten ze zich snel over hun eventuele terughoudendheid heen. Wat de mogelijke wachttijd aan de loketten betreft, reageren de mensen vrij goed als we hen uitleggen dat we een voorafgaande proef uitvoeren. Vergeet ook niet dat dit nieuwe systeem onze relatie met de burger ingrijpend verandert. Het ligt gevoelig wanneer je iemand om zijn vingerafdruk vraagt, doordat het op een politiemethode lijkt. Het is indringender dan de gewone handtekening en foto zoals bij het vroegere aanvraagsysteem. Buiten de toevoeging van de biometrische gegevens blijft het resultaat voor de burger hetzelfde: de prijs van het paspoort en de geldigheidsduur blijven dezelfde.”

Nieuwsbrief : hoe gaan jullie om met de nieuwe procedures ? Dominique Vaeye : “in Sint-Pieters-Woluwe staan we met vier personeelsleden in voor de paspoorten. Iedereen kreeg een opleiding om alles te doen en iedereen doet dat ook. Nieuwe procedures gaan natuurlijk ook gepaard met stress voor sommigen die zich door verandering laten afschrikken. Maar we zullen deze weerstand wel overwinnen. Ook de kinderziekten van het systeem kunnen spanning veroorzaken, maar dat is nu net eigen aan een proefproject.”

Nieuwsbrief : welke grenzen of moeilijkheden hebben jullie vastgesteld ? Martine Sauvenier : “de nieuwe procedure neemt meer tijd in beslag dan de vorige, vooral doordat er vingerafdrukken genomen moeten worden. Omdat we dat nu al weten, kunnen we ons erop voorbereiden. De FOD Buitenlandse Zaken heeft de Europese normen al zoveel mogelijk versoepeld: hoewel alle vingers gescand moeten worden, kiest het systeem uit de beste resultaten de bruikbare vingerafdrukken. Niet alle vingers moeten dus perfect gescand zijn. De federale overheidsdiensten willen de gemeenten zo weinig mogelijk verantwoordelijkheid geven: de machine bepaalt welke scans de beste resultaten opleveren, en laat deze verantwoordelijkheid dus niet over aan de ambtenaar. In de praktijk zullen er natuurlijk nog gevallen voorkomen waaraan in de ontwikkelingsfase moeilijk gedacht kan worden. Zo zijn er mensen die aan een vinger gewond zijn of van wie

18

Nieuwsbrief 2013/01

een of meerdere vingers zelfs geamputeerd zijn: dan zijn vrijstellingen mogelijk. Hetzelfde geldt voor kinderen jonger dan twaalf jaar: hun vingerafdrukken zijn niet vereist. Als we aan kinderen die al kunnen schrijven, vragen om hun handtekening te plaatsen, is die handtekening ook niet meer dan een feitelijk beoordelingselement, aangezien hun grafie nog niet vastligt en zij geen rechtsbekwaamheid hebben. Voor een kind blijft de foto dus het enige echt relevante element. Dominique Vaeye : “de nieuwe procedure vereist wel dat de aanvrager naar het gemeentebestuur komt, aangezien de machines en aansluitingen niet zomaar verplaatst kunnen worden. Het is dan ook niet uitgesloten dat we problemen zullen ondervinden met aanvragen van motorisch gehandicapten bijvoorbeeld. De eerste tests wezen uit dat de verwerking van een aanvraag een twintigtal minuten duurt, waarbij een groot deel van de tijd Het nemen van vingerafdrukken gaat naar het nemen van de vingerafdrukken. Iedere huid is anders. Sommigen hebben een minder duidelijke afdruk dan anderen (te droge of te ruwe huid). Zo is het moeilijker om de vingerafdruk van bejaarden te nemen. Vooral om die reden ging de FOD ermee akkoord dat alleen de beste scans bijgehouden en gebruikt worden. Het grootste probleem is dan ook het scannen van de vingerafdrukken. Soms zijn er meerdere pogingen nodig om geldige resultaten te verkrijgen. Gelukkig staan we permanent in contact met de FOD, waardoor technische problemen snel opgelost worden. Voor de toekomst moeten we er rekening mee houden dat er nog pogingen tot misbruik zullen gebeuren. Sommigen zullen trachten het scannen van vingerafdrukken te omzeilen. We vinden het dan ook belangrijk dat het nemen van de vingerafdrukken in het openbaar gebeurt, aan hetzelfde loket, en dat eenzelfde ambtenaar de verschillende fasen van elk dossier uitvoert. Het is een onderdeel van het contact met de burger.”

De 4 fasen van het Belgisch paspoort In 15 jaar tijd zal het paspoortsysteem 4 wijzigingen ondergaan hebben : -

Vóór 1998 maakten de gemeenten papieren paspoorten.

-

Daarna schakelden we over naar een elektronisch systeem.

-

In het midden van de jaren 2000 kreeg dit paspoort een chip waarop de gegevens staan.

-

In 2013 wordt het systeem met biometrische gegevens ingevoerd.


IN ONZE GEMEENTEN

Nieuwsbrief : over welke apparatuur beschikken jullie ? Martine Sauvenier : “ons gemeente heeft twee sets van apparaten gekregen : een scanner voor de foto's, een toestel voor het nemen van vingerafdrukken, een tablet voor het registreren van handtekeningen en een identiteitskaartlezer voor verdere ontwikkelingen. Daarbij komen nog de pro-gramma's Belpic en Belpass. De FOD Binnenlandse Zaken beslist hoeveel apparatuur elke gemeente nodig heeft : elk bijkomend toestel moet de gemeente zelf betalen.”

Nieuwsbrief : wat zijn jullie eerste indrukken ? Dominique Vaeye : “de gemeenten moeten deze verandering positief moeten bekijken, want je kan er niet omheen. Iedereen moet er zich bewust van zijn dat de verwerking van een dossier iets meer tijd in beslag zal nemen. De gemeenten doen er dus goed aan zich goed voor te bereiden en na te denken over de organisatie van hun dienst.

Nieuwsbrief : hebben jullie handige tips ? Martine Sauvenier : “een detail dat pas duidelijk wordt in de praktijk, is dat de vingerafdruklezer telkens gereinigd moet worden. Om hygiënische redenen uiteraard, maar ook omdat het glas anders nog de sporen van de vorige burger vertoont, die dus op de afdruk van de nieuwe aanvrager bewaard zouden worden.”

Nieuwsbrief : nog een laatste advies voor de gemeenten ? Dominique Vaeye : “Mijn voornaamste advies voor de gemeenten : wees geduldig en zet voldoende personeel in. Als pionier is Sint-Pieters-Woluwe bereid om, binnen de perken van onze mogelijkheden, andere gemeenten te helpen wanneer zij het systeem moeten invoeren. De dienstverlening van de overheid is in beweging en evolueert voortdurend. We moeten de oude werkmethodes aan de kant durven schuiven en ons aanpassen aan moderne technieken.

Voor Woluwe verwachten we geen grote problemen, maar dat zou wel eens anders kunnen zijn in gemeenten met arme bevolkingsgroepen waar niet iedereen kan schrijven (voor de handtekening) of kroostrijke gezinnen waar de verwerking van de dossiers noodzakelijkerwijs meer tijd in beslag neemt.

Van links naar rechts : Martine Sauvenier, het team van de bevolkingsdienst, de vertegenwoordiger van de FOD, die dagelijkse ondersteuning biedt in de pretestfase, en Dominique Vaeye.

Dat uitdaging.? Enis een watgrote metmaar de boeiende verblijfstitels De biometrie wordt binnenkort ook ingevoerd voor de verblijfstitels. Ook hier zal Sint-Pieters-Woluwe de rol van proefgemeente op zich nemen. Anders dan voor het paspoort zullen de vingerafdrukken tweemaal genomen moeten worden: één keer bij de aanvraag en een tweede keer bij de afgifte van de titel. De tweede keer dient als controle, om de vingerafdrukken te vergelijken, zodat de gemeentelijke ambtenaar er zeker van is dat de persoon die de titel ontvangt wel degelijk de aanvrager is. Natuurlijk zal de vraag rijzen over welke vaardigheden het personeel moet beschikken en welke middelen nodig zijn om dergelijke controles uit te voeren. De testfase begint in mei 2013.

Interview door Philippe Delvaux & Boryana Ruslanova Nikolova Nieuwsbrief 2013/01

19


WETGEVING

bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10.12.2012 t/m 10.02.2013 BESTUURLIJKE POLITIE 01.07.2011 Wet tot invoeging van een art. 134quinquies in de NGW, met betrekking tot de politionele bevoegdheid van de burgemeester in het kader van de strijd tegen netwerken van mensenhandel en mensensmokkel B.S.,28.12.2012 270560 Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 145/2012 van 06.12.2012 - De beroepen tot vernietiging van de wet 01.06.2011 tot instelling van een verbod op het dragen van kleding die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt B.S.,25.01.2013 270056 BIJZONDERE BESTUURLIJKE POLITIE Kansspelen Kansspelcommissie. Lijst verboden websites, B.S.,13.12.2012

21.12.2012 Ordonnantie tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - B.S.,08.02.2013 271793

21.12.2012 Omz. Nieuwe prijs van de identiteitsdocumenten die uitgereikt worden aan Belgen en vreemdelingen - inwerkingtreding : 01.04.2013 - FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Instellingen en 270501 Bevolking - Rijksregister -

GEMEENTEBEHEER

11.01.2013 Omz. betr. het opmaken van de lijsten van gezworenen B.S.,15.01.2013 270865 11.12.2012 KB wijz. KB 08.10.1981 betr. de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen B.S.,07.01.2013 270650

Verkeer

Loop van de bevolking en cijfers van de werkelijke bevolking, per gemeente, op 01.01.2012 2400 [oorsprong : http://statbel.fgov.be]

29.11.2012 BBHR tot vastlegging van de modaliteiten voor de eindverdeling en de stortingsmodaliteiten van de opbrengsten van het 271572 parkeerbeleid - B.S.,05.02.2013 -

17.01.2013 KB tot vaststelling van de lijst van landen waar het verkrijgen van akten van geboorte onmogelijk is of op zware moeilijkheden botst - B.S.,30.01.2013 271415

28.06.2012 BBHR Ô zie Gemeentebeheer BRANDWEERDIENSTEN 21.01.2013 KB wijz. art. 23 van de bijlagen 2 en 3 van het KB 06.05.1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betr. de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten - B.S.,07.02.2013 271741 BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING 04.12.2012 Wet wijz. Wetboek van de Belgische Nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken - B.S.,14.12.2012 270083 20.12.2012 Beslissing van de Voorzitter van het Directiecomité van de FOD Financiën tot aanduiding van de registratiekantoren bevoegd voor de heffing van het speciaal registratierecht op de procedures tot verkrijging van de Belgische nationaliteit - B.S.,31.12.2012 12.12.2012 Omz. nr. 203 - Toepassing van art. 10 van de wet 31.07.2009 betr. diverse bepalingen met betrekking tot het Centraal Straf270526 register - B.S.,27.12.2012 27.12.2012 Programmawet B.S.,31.12.2012 270260

20

31.12.2012 Wet houdende diverse bepalingen inzonderheid betr. justitie B.S.,31.12.2012 270390

Nieuwsbrief 2013/01

24.01.2013 KB wijz. KB 23.01.2003 aangaande de consulaire bevolkingsregisters en identiteits271746 kaarten - B.S.,07.02.2013 31.01.2013 KB tot indeling van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers over de kieskringen - B.S.,14.02.2013 - 271853 CULTUUR 13.12.2012 KB betr. de vergoeding voor openbare uitlening en tot intrekking van het KB 25.04.2004 betr. de vergoedingsrechten voor openbare uitlening van de auteurs, vertolkende of uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en producenten van eerste vastleggingen van films 270517 B.S.,27.12.2012 FINANCIËN/BELASTINGEN 17.12.2012 Financiewet voor het begrotingsjaar 252435 2013 - B.S.,24.12.2012 Ontwerp van Gewestelijk Parkeerbeleidsplan Bericht van openbaar onderzoek, B.S., 16.01.2013 29.11.2012 BBHR tot vastlegging van de modaliteiten voor de eindverdeling en de stortingsmodaliteiten van de opbrengsten van het parkeerbeleid 271572 B.S.,05.02.2013-

10.12.2012 KB wijz. art. 12 en 14 van het besluit van de Regent van 23.08.1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State B.S.,02.04.2013 271545 13.02.2013 Bericht aan de instellingen die gemachtigd zijn kwijtschriften uit te reiken voor giften die recht geven op een belastingsvermindering voor de schenker 189967 B.S.,13.02.2013 Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 154/2012 van 20.12.2012 - De prejudiciële vraag betr. art. 14ter van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12.01.1973 - B.S.,14.02.2013 271857 [Het Grondwettelijk Hof bevestigt dat de Raad van State de effecten van geannuleerde reglementaire beschikkingen kan behouden indien nodig] 28.06.2012 BBHR betreffende de personeelsformatie van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, B.S., 13.02.2013 HUISVESTING l06.12.2012 Ordonnantie wijz. art. 18 van de ordonnantie 17.07.2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode - B.S.,18.12.2012 - 270323 [Deze ordonnantie verplicht de Brusselse intercommunale voor waterverdeling en –sanering en de beheerder van het elektriciteitsnet om aan het Gewest een lijst over te maken van de woningen waar het jaarlijks verbruik van water en elektriciteit lager is dan het verbruiksminimum dat vastgelegd werd door de Regering in uitvoering van art. 18, § 2, 2° van de Huisvestingscode] 06.12.2012 Ordonnantie wijz. ord. 28.01.2010 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering en de Brusselse Huisvestingscode en betreffende de regelgeving voor de woningen die gebouwd of gerenoveerd worden in het kader van de wijkcontracten 270319 B.S.,18.12.2012 13.12.2012 BBHR wijz. BBHR 26.09.1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen 270566 B.S.,28.12.2012 -


WETGEVING

LEEFMILIEU 26.11.2012 MB wijz. MB 24.07.2008 tot vaststelling van de regels voor berekening van de transmissieverliezen 270556 B.S.,28.12.2012 24.01.2013 Omz. over de toepassing van een aantal bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode B.S.,07.02.2013 271754 MANDATARISSEN/ORGANEN 30.01.2013 Bericht - Wetgevende assemblees [Cumulatiegrens wedde lokale mandataris en wedde parlementslid ] B.S.,30.01.2013 167725 OCMW 18.12.2012 Bericht over de indexering van de bedragen vermeld in art. 1, vierde lid, van het KB 27.12.2004 ter uitvoering van art. 1409, par. 1, vierde lid, en 1409, par. 1bis, vierde lid, Ger.W. inzake de beperking van de inbeslagneming wanneer er kinderen ten laste zijn - B.S.,18.12.2012 227132 13.12.2012 KB tot uitvoering van art. 1409, par. 2, Ger.W. - B.S.,19.12.2012 78476 10.01.2013 Omz. van FOD MI betr. het uniek 244363 verslag Maatschappelijk welzijn 04.10.2012 KB houdende toekenning van een subsidie voor het jaar 2012 aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de kosten voor het samenstellen van huurwaarborgen ten gunste van personen die ze niet kunnen betalen - B.S.,18.12.2012 - 195982 Kruispuntbank van de sociale zekerheid Grondwettelijk Hof - Arrest nr. 131/2012 van 30.10.2012 - De prejudiciële vraag over de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12.01.1973, in het bijzonder art. 14 ervan, de wet 15.01.1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid en de wet 17.07.2001 betr. de machtiging voor de federale overheidsdiensten om zich te verenigen met het oog op de uitvoering van werkzaamheden inzake informatiebeheer en informatieveiligheid B.S.,21.01.2013 269262

Centra voor dagverzorging 13.12.2012 MB wijz. MB 22.06.2000 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in art. 37, par. 12, van de wet betr. de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, in de centra voor dagverzorging B.S.,21.12.2012 270450

31.01.2013 Omz. van FOD MI betreffende de wijziging van het KB van 23.09.2004 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor de begeleiding en de toeleiding van een gerechtigde op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp naar een tewerkstelling in een onderneming - zie www.mi-is.be

RMI

Ten laste nemen van steun

27.12.2012 Programmawet - Sociale fraude en correcte toepassing van de wet - Wijziging van de wet 26.05.2002 betr. het recht op maatschappelijke integratie (art. 44) B.S.,31.12.2012 270425

27.12.2012 Wet houdende diverse bepalingen inzake de toegankelijkheid van de gezond270273 heidszorg - B.S.,31.12.2012 -

Vreemdelingen

Bericht. Overheidsopdrachten. Rentevoet van de verwijlintresten. Art. 15, par. 4, van de algemene aannemingsvoorwaarden (Overheidsopdrachten gepubliceerd na 01.05.1997) 2408

01.2013 Omz. van FOD MI - Hervestiging van 270904 vluchtelingen Werking 20.12.2012 Wet wijz. art. 7 van de organieke wet 08.07.1976 betr. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn B.S.,21.12.2012 270461 18.01.2013 Omz. van GGC houdende het afsluiten van de rekeningen van het dienstjaar 2012 van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - B.S.,07.02.2013 271271 Energielevering 04.01.2013 Omz. betr. de verwarmingsperiode 2013 in het kader van het Sociaal 244360 Stookoliefonds Rust- en verzorgingstehuizen 05.12.2012 MB wijz. MB 06.11.2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in art. 37, par. 12, van de wet betr. de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden B.S.,17.12.2012 270293 Tewerkstelling 13.11.2012 MB tot vaststelling van de lijst van steden en gemeenten waarvan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen genieten van een verhoogde staatstoelage voor specifieke initiatieven gericht op sociale inschakeling 215279

OVERHEIDSOPDRACHTEN

14.01.2013 KB tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken B.S.,14.02.2013 260128 16.07.2012 KB plaatsing overheidsopdrachten speciale sectoren B.S.,11.02.2013 271795 POLITIE 18.12.2012 KB wijz. KB 07.04.2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone B.S.,15.01.2013 236600 27.12.2012 KB houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage ter financiering van de lokale politie voor het jaar 2012 B.S.,25.01.2013 183708 27.12.2012 KB houdende de toekenning van een federale basistoelage aan de gemeente of aan de politiezone en een toelage voor uitrusting handhaving openbare orde voor de lokale politie voor het jaar 2012 B.S.,25.01.2013 184681 27.12.2012 KB houdende de toekenning van een bijkomende federale toelage voor indexering van de financiering van de lokale politie voor het jaar 2011 B.S.,25.01.2013 198871 27.12.2012 KB houdende de toekenning van een federale dotatie voor het jaar 2012 om het aanwervingsbeleid in politiezones te stimuleren B.S.,25.01.2013 252459

Nieuwsbrief 2013/01

21


WETGEVING

27.12.2012 KB houdende de toekenning aan de gemeente of aan de meergemeenten-politiezone van een federale sociale toelage voor het jaar 2012 - B.S.,12.02.2013 182280 REGIE/VZW 18.12.2012 KB wijz. KB 19.12.2003 betr. de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoog-merk en stichtingen - B.S.,31.01.2013 271464

VERKEERSVEILIGHEID 09.01.2013 KB wijz. KB 30.09.2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het 271470 wegverkeer - B.S.,31.01.2013 28.01.2013 MB betr. de toekenning van de financiële hulp van de Staat in het kader van de verkeersactieplannen 2012 - geïndexeerd bedrag 2007 toegekend aan de politiezones en de federale politie - B.S.,06.02.2013 - 206256

18.07.2012 Wet wijz. wet 16.03.1968 betr. de politie over het wegverkeer betr. de inlevering van het rijbewijs bij het verval van het recht op 271815 sturen - B.S.,12.02.2013 18.07.2012 Wet wijz. wet 16.03.1968 betr. de politie over het wegverkeer wat betreft het rijden spijts het verval van het recht tot sturen B.S.,12.02.2013 271817

ONDER DE LOEP

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN INZAKE OPENBARE WEGEN Beraadslaging binnen de gemeenteraad is nog altijd verplicht Momenteel staat het feit ter discussie dat de gemeenteraad vooraf moet beraadslagen over de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning voor stedenbouwkundige projecten waarbij werken op de openbare weg toegestaan worden of betrokken zijn. De rechtspraak van de Raad van State eist dit niet, maar stipt toch interpretatieproblemen aan. Want hoewel een voorafgaande beraadslaging niet noodzakelijk is, moet de gemeenteraad wel een uitspraak doen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werpen de stedenbouwkundige vergunningen met betrekking tot “wegenkwesties” een procedurele controverse op. Alleen de gemeenteraad is bevoegd om uitspraak te doen over het tracé van gemeentewegen, terwijl het college van burgemeester en schepenen belast is met de afgifte van stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen die werken op de openbare weg toestaan of inhouden. Wat zegt het BWRO ? Artikel 197 van het BWRO bepaalt dat, wanneer een aanvraag om een verkavelingsvergunning de aanleg van nieuwe verkeerswegen of de tracéwijziging, verbreding of opheffing van bestaande gemeentelijke verkeerswegen omvat, de verlening van de vergunning voorafgegaan wordt door een openbaar onderzoek gevolgd door een beraadslaging binnen de gemeenteraad. Deze beraadslaging bindt het college over dit aspect van de aanvraag. Het BWRO bepaalt niets vergelijkbaars voor stedenbouwkundige vergunningen. Ter vergelijking voorzien artikel 128 en 129 van het Waalse CWATUPE in een soortgelijke procedure voor stedenbouwkundige vergunningen 2.

22

De Nieuwe Gemeentewet regelt niet duidelijk de onderlinge afstemming van de bevoegdheden van beide organen. En hoewel het BWRO 1 de verkavelingsWat zegt de Nieuwe Gemeentewet ? We zijn gewoon te schrijven dat de gemeenteraad de volheid van bevoegdheid geniet onder voorbehoud van de bevoegdheden die de wet toekent aan andere gemeentelijke organen. Met andere woorden, de gemeenteraad is belast met alle bevoegdheden die niet uitdrukkelijk toegekend zijn aan andere organen, nl. de burgemeester of het college. Het is de taak van het college van burgemeester en schepenen om stedenbouwkundige vergunningen te verlenen waarbij werken op de openbare weg toegestaan worden (art. 123, 7° van de Nieuwe Gemeentewet). De gemeenteraad oefent een exclusieve bevoegdheid uit voor de aanleg, de opheffing of de verbreding van gemeentewegen of voor elke wijziging aan de voorzieningen op deze wegen (art. 117 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet). De vraag of dit ook geldt voor kleine of bijkomstige wijzigingen, blijft ter discussie 3.

1 BWRO = Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening. 2 Zie hierover : T. CEDER, A. PONCHAUT, “Voirie communale – 2e partie”, De Gemeente, 2011, p. 24-34; D. LAGASSE, “Les « questions de voirie” au sens des articles 128 et 129 du C.W.A.T.U.P.”, Amén., 2007, pp 3-9. 3 Zie hierover : D. LAGASSE, “Jurisprudence en bref”, Amén., 2008, p.56; A. MAITRE, “Equipement des voiries : vers un élargissement du champ d’application de l’art. 129 du C.A.T.U.P. ?”, De Gemeente, 2003, p. 183-185. Nieuwsbrief 2013/01


ONDER DE LOEP vergunningen voor dergelijke projecten onderwerpt aan een bijzondere procedure, zegt het niets over stedebouwkundige vergunningen. Het feit dat dit niet in de wetgeving opgenomen is, doet verschillende vragen rijzen. Moet de gemeenteraad nog beraadslagen als de werken onderworpen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning ? Zo ja, moet die beraadslaging plaatsvinden vóór de afgifte van de vergunning ? Moet de gemeenteraad uitspraak doen over alle aspecten, zoals de aanleg van een verbindingsweg en latere wijzigingen, zelfs kleine ? Het Solvay Buisiness School-arrest In deze zaak werden twee stedenbouwkundige vergunningen verleend voor de uitbreiding van de infrastructuur van de ULB. Het project bestond uit de bouw van nieuwe gebouwen en de aanleg van een berijdbare verbindingsweg die twee bestaande wegen met elkaar verbindt en die voor verkeer afgesloten zijn door twee wegneembare paaltjes. De berijdbare weg loopt door privéterrein, maar is zowel toegankelijk voor studenten als het grote publiek. Voor de aanleg ervan moesten de voetpaden heraangelegd worden en moest de bestaande weg versmald worden. De eisers vroegen de nietigverklaring van de stedenbouwkundige vergunningen, omdat er vooraf geen beraadslaging had plaatsgevonden in de gemeenteraad, die zich over wegenkwesties moet uitspreken. De gemeenten die toestemming gegeven hadden voor de werken, beweerden dat het college van burgemeester en schepenen wel degelijk bevoegd was om de stedenbouwkundige vergunning te verlenen zonder tussenkomst van de gemeenteraad, ook al had het goedgekeurde project in bijkomende orde betrekking op de aanleg van een beperkt deel van de voetpaden, terwijl de gemeenteraad enkel bevoegd is voor grote wijzigingen. Als tussenkomende partij voegde het Gewest toe dat er in het BWRO geen bijzondere bepalingen staan voor stedenbouwkundige vergunningen met betrekking tot de wijziging van een gemeenteweg. Volgens het verslag van de Auditeur van de Raad van State vullen de algemene bevoegdheid van de gemeenteraad inzake openbare wegen en de specifieke bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen inzake de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen elkaar aan en sluiten zij elkaar niet uit. Bovendien heeft het feit dat het BWRO op het gebied van wegenkwesties niet uitdrukkelijk

bevoegdheden toekent aan de gemeenteraad, geen weerslag op de bevoegdheid van dit orgaan op grond van artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet. Volgens het verslag was een voorafgaande beraadslaging dus noodzakelijk en moesten de aangevochten handelingen dus nietig verklaard worden. De Raad van State verwierp het verzoek tot nietigverklaring als volgt : “Artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet, dat in algemene bewoordingen opgesteld is, mag niet op een zodanige manier geïnterpreteerd worden dat het de uitdrukkelijk aan het college toegekende bevoegdheid om uitspraak te doen over vergunningsaanvragen, beperkt”. De Raad van State besluit dat “geen enkele bepaling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest oplegt dat de gemeenteraad moet beraadslagen vóór de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning waarbij wijzigingen aan de gemeentewegen toegestaan worden of betrokken zijn” 4.

Wat kunnen we hieruit leren ? De gemachtigde ambtenaar Bij wijze van uitzondering op artikel 123, 7° van de Nieuwe Gemeentewet is de gemachtigde ambtenaar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen die aangevraagd worden door een publieke persoon (bv. een gemeente) of die als voorwerp de “infrastructuur voor weg-, spoorweg- of waterwegverkeer” hebben. Het begrip 'infrastructuur voor wegverkeer' wordt niet gedefinieerd in de wetgeving. Het lijkt er in elk geval op dat het geen betrekking heeft op de lokale verbindingswegen . 5

6

Een ommezwaai in de rechtspraak Het arrest gaf aanleiding tot twee soorten interpretaties. Sommigen staan op zijn zachtst gezegd kritisch tegenover deze ommezwaai in de rechtspraak 7. Want hoewel de Raad van State, in een arrest uit 1984 met soortgelijke feitelijke omstandigheden, van oordeel was dat de beraadslaging van de gemeenteraad over openbare wegen niet beschouwd mag worden als een formaliteit waarvan de geldigheid van een bouwvergunning zou afhangen, meende de Raad van State echter dat deze beraadslaging absoluut moet plaatsvinden voordat de bouwvergunning verleend kan worden, anders zou de bouwvergunning door onregelmatigheid aangetast zijn. Volgens anderen legt niets een voorafgaande beraadslaging binnen de gemeenteraad op, tenzij het BWRO dit uitdrukkelijk bepaalt. Het gaat om een tekstueel argument 8.

4 R.v.S. (XVe kamer), 25 juni 2010, De Muylder, nr. 205.798, J.T., 2010, p. 484 e.v. Zie ook: R.v.S., 12 juni 2008, de Servigny et crts, nr. 184.150. 5 Besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 12 december 2002 tot vaststelling van de lijst met handelingen en werken van openbaar nut waarvoor de stedenbouwkundige attesten en de stedenbouwkundige vergunningen afgegeven worden door de gemachtigde ambtenaar. Besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 24 juni 1993 tot bepaling van de publiekrechtelijke rechtspersonen voor wie de stedenbouwkundige vergunningen, de verkavelingsvergunningen en de stedenbouwkundige attesten worden afgegeven door de gemachtigde ambtenaar. 6 R.v.S., 16 maart 2000, nr. 86.047. 7 D. LAGASSE, “Le Conseil d’Etat se prend-il pour la Pythie de Delphes ? “, obs. onder R.v.S., (XVe kamer), 25 juni 2010, nr. 205.798, De Muylder, J.T., 2010, p. 485-487. Zie ook: D. LAGASSE, opmerking bij R.v.S., 12 juni 2008, nr. 184.150, de Servigny et crts, “Jurisprudence en bref”, Amén., 2009, p. 49-50. 8 C. THIÉBAUT ET L. VANSNICK, “Les permis et les questions de voirie”, Rev. Dr. commun., 2010, p. 6-21. Nieuwsbrief 2013/01

23


ONDER DE LOEP Volgens ons kan men uit de beknopte woorden van het Solvay Business School-arrest niet afleiden dat een beraadslaging binnen de gemeenteraad niet meer noodzakelijk zou zijn wanneer de werken gebonden zijn aan een stedenbouwkundige vergunning. De Raad van State past gewoon het principe toe van de onafhankelijkheid van naast elkaar bestaande wetgevingen die samentreffen. De bevoegdheid van de gemeenteraad

een wetgeving of rechtstak vereist is, nog niet toegekend of gevraagd werd, en zelfs geweigerd werd, behoudens door de wet bepaalde uitzondering . 11

Evenzo zou een overheid het bestaan of de kracht van de toelating die zij verstrekt, niet kunnen laten afhangen van een gunstig advies dat nadien door een andere overheid uitgebracht wordt, want dat zou neerkomen op een weigering om de bevoegdheid die de wet haar toekent, concreet uit te oefenen . 12

De bevoegdheid van de gemeenteraad vloeit rechtstreeks voort uit artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet . In dat opzicht willen we eraan herinneren dat de gemeenteraad beslist over de samenstelling, de afbakening en de inrichting van het gemeentelijk openbaar domein, en de rooilijnplannen van de gemeentewegen en de aanvullende reglementen op het wegverkeer goedkeurt. 9

Volgens de vaste rechtspraak van de Raad van State ligt de grondslag van de voorafgaande tussenkomst van de gemeenteraad in het onderzoek van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunningen in het Waalse Gewest hoewel deze tussenkomst uitdrukkelijk geregeld wordt door het CWATUPE (Waalse wetboek van ruimtelijke ordening, stedenbouw, patrimonium en energie) - in artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet . 10

Uit de voorbereidende werken van de organieke wet van 29 maart 1962 blijkt met betrekking tot artikel 57bis van deze wet - en waarvan de tekst letterlijk staat in artikel 197 van het BWRO - dat de wetgever de exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad op het gebied van openbare wegen wilde behouden op grond van een basisregel van de gemeentewet. Geen regels voor samenloop van wetgevingen van verschillende domeinen Aangezien beide besluiten niet op elkaar afgestemd zijn, staat er nergens dat de gemeenteraad vóór het college een uitspraak moet doen. De Raad van State besluit dus terecht dat het feit dat de gemeenteraad niet vooraf beraadslaagd heeft, geen invloed heeft op de geldigheid van de stedenbouwkundige vergunning. Want uit het principe dat de regels van die verschillende rechtstakken los staan van elkaar, vloeit voort dat een bestuurlijke overheid een goedkeuring niet zou kunnen weigeren om de enige reden dat de goedkeuring, die door

24

Ten slotte, wanneer twee toelatingen nodig zijn, op grond van twee verschillende wetgevingen, om een project uit te voeren, waarbij de ene zonder uitwerking is zonder de andere en omgekeerd, kan de onwettigheid van de ene niet afgeleid worden uit het geval dat de administratieve overheid de chronologische volgorde voor de toekenning van de toelatingen niet gevolgd heeft, zoals de logica aanbeveelt maar wat geen enkele tekst oplegt” . 13

Besluit De stedenbouwkundige vergunning en de beraadslaging over wegenkwesties zijn allebei noodzakelijk om werken inzake openbare wegen uit te voeren. Maar doordat de stedenbouwkundige regelgeving en die met betrekking tot de openbare wegen niet opgenomen zijn in een specifieke procedure, heeft de volgorde van beide handelingen geen invloed op hun wettelijkheid. Deze situatie blijft weinig bevredigend, in die zin dat het moeilijk - of zelfs onmogelijk - lijkt voor de uitreikende overheid om haar beoordelingsbevoegdheid met kennis van zaken uit te oefenen, zonder zich vooraf geïnformeerd te hebben over het resultaat van de beraadslaging van de gemeenteraad inzake openbare wegen 14. Daarom wordt in de praktijk aangeraden om wegenkwesties te laten onderzoeken door de gemeenteraad voordat de stedenbouwkundige vergunning uitgereikt wordt.

De openbare wegen Het Hof van Cassatie zegt het volgende : “Een communicatieweg die toegankelijk is voor de circulatie van het publiek is een openbare weg, ook al werd hij geopend door een particulier en blijft de bodem waarop hij gelegen is diens eigendom” . 15

Olivier Evrard

9 Art. 76, 7° van de Gemeentewet (intussen opgeheven) vermeldde in de opsomming van de handelingen die onderworpen zijn aan goedkeuringstoezicht, de beraadslagingen van de raad met betrekking tot “de aanleg van nieuwe straten en de verbreding en opheffing van bestaande straten”. De opheffing van deze bepaling heeft niet tot gevolg gehad dat deze bevoegdheid de gemeenteraad ontnomen werd, aangezien de grondslag ervan terug te vinden is in artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet. 10 Zie vooral : R.v.S. (XIIIe kamer), 4 maart 2009, Kumps, nr. 191.102 ; R.v.S. (XIIIe kamer), 8 februari 2007, S.A. G.C., Valeco, nr. 167.620 ; R.v.S., 31 mei 2005, commune de Walhain, nr. 145.187 ; R.v.S., 12 april 1999, nr. 79.789, Demaerschalk et crts. Zie ook : J.-F. NEURAY, “Aperçu de la jurisprudence du Conseil d’Etat en matière d’urbanisme”, A.P.T., 2009, p. 16 en de vermelde referenties. 11 R.v.S., 15 december 2011, nr. 216.881, Persoons et crts ; R.v.S., 24 juni 2003, nr. 120.877, Iserentant. 12 R.v.S., 19 mei 2004, nr. 131.614, Gabriel. 13 R.v.S., (XIIIe kamer), 2 juli 2008, Carton de Tournai, nr. 185.084. Zie ook : R.v.S., 7 december 2011, Ingrao et crts, nr. 216.711, B. PAQUES “Jurisprudence en bref”, Amén., 2012/4, p. 176-177. 14 Zie hierover: R.v.S., 16 juni 1995, nr. 53.791, Lambrecht et crts. 15 Cass., 14 september 1978, Pas., 1979, I, p.43. Zie hierover: O. EVRARD, “Openbare wegen op private grond: wie doet wat ?”, Nieuwsbrief Brussel, 2009/3, p. 14-15, en de vermelde voorbeelden. Dit artikel kan geraadpleegd worden op www.vsgb.be. Nieuwsbrief 2013/01


NIEUW

GEWESTELIJKE STEUN HELPT BEGELEIDE VOETGANGERSRIJEN VOORUIT Nieuwe oproep tot indiening van projecten “Te voet, dat gaat vanzelf” Op dinsdag 19 februari 2013 gaf Staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille het startschot voor de tweede editie van de projectoproep “Te voet, dat gaat vanzelf ”. Omdat we trots mogen terugblikken op de eerste resultaten in 5 testgemeenten (Anderlecht, Jette, Ukkel, Evere en Sint-Pieters-Woluwe), wil het Gewest de steun uitbreiden tot nieuwe Brusselse gemeenten die begeleide voetgangersrijen willen organiseren in scholen op hun grondgebied. Door dit vergeten gebruik nieuw leven in te blazen, zal de druk van het autoverkeer in schoolomgevingen op termijn verminderen en kan men jongeren doen kennismaken met de geneugten van het wandelen in een veilig en begeleid kader. Voetgangersrijen zijn een ideaal instrument om het autogebruik in het Brussels Gewest in te perken. Nagenoeg 20 % van het autoverkeer tijdens het spitsuur is immers toe te schrijven aan woon-schoolverplaatsingen, terwijl 45 % van de leerlingen op minder dan 1 km van hun school wonen en 67 % op minder dan 2 km. Toch komt de meerderheid van de leerlingen in de lagere school met de auto, tegenover slechts 29 % te voet en 2 % per fiets.

groeiden en ouders en kinderen raakten steeds meer gemotiveerd. In juni 2013 zal nogmaals een evaluatie uitgevoerd worden, na een volledig schooljaar dus. Wat de modale verschuiving betreft, stellen we vast dat ongeveer de helft van de ondervraagde kinderen die in een rij meestappen, vroeger de wagen namen voor een deel of het geheel van hun traject naar school. Ook daar zien we dus een stap in de goede richting.

Wat houdt de nieuwe projectoproep precies in ? De projectoproep “voetgangersrijen” wordt in goede banen geleid door de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest (VSGB) en Mobiel Brussel, onder de supervisie van het kabinet van de Staatssecretaris voor Mobiliteit, met in de hoofdrol uiteraard de gemeenten en de scholen.

Voetgangersrijen kunnen dus een grote bijdrage leveren om de verkeersdrukte, lawaaihinder, luchtvervuiling en uitstoot van broeikasgassen, de inname van de ruimte en de onveiligheid in het verkeer een halt toe te roepen. Het is voor kinderen overigens nooit te vroeg om goede gewoontes aan te nemen. Zo kunnen we hopen dat een aantal leerlingen die in de lagere school deelnemen aan de voetgangersrijen, ook in het secundair die verplaatsingswijze behouden en daarna ook nog als volwassene.

Bewijs van een toenemend succes De eerste vergaderingen en evaluatie-enquêtes over de testfase tonen zeer bemoedigende trends. Bij de aanvang van de eerste projecten (in oktober 2012) in de gemeenten Ukkel, Evere, Sint-Pieters-Woluwe waren er in totaal 18 rijen, goed voor 130 kinderen en 15 PWA-begeleiders. Vier maanden later (in februari 2013) sloot Anderlecht bij het initiatief aan en telden we in totaal 19 rijen, goed voor 255 kinderen en 23 begeleidende PWA'ers : de projecten

De projectoproep biedt de gemeenten financiële ondersteuning aan, om hen aan te moedigen in de Brusselse lagere scholen, minstens 's morgens, voetgangersrijen van huis naar school te organiseren in de loop van schooljaar 2013-2014. De afstand mag niet meer dan één kilometer bedragen. Een gemeente kan dus verschillende projecten indienen naargelang de rijen de scholen niet met elkaar kunnen verbinden als ze te ver van elkaar gelegen zijn. Anders vallen ze onder eenzelfde project. De financiering kan in de startfase de kosten dekken van het personeel (begeleider), verzekering, kosten van een promotie-event en de aankoop van materiaal voor informatieverspreiding. De subsidie per project bedraagt maximaal 15.000 euro. Dat bedrag zakt tot 75 % als de gemeenten die in schooljaar 2012-2013 reeds deelnamen, een financieringsaanvraag indienen voor de verlenging van het project, zonder enige uitbreiding. Op termijn zullen de gemeenten samen met hun scholen het proces volledig zelf in handen hebben en de rijen van jaar tot jaar voortzetten.

Samenwerking en welomlijnde rollen Mobiel Brussel stelt zijn knowhow met betrekking tot schoolvervoerplannen ter beschikking en biedt de laureaten een kaart aan met de woonplaats van de leerlingen, om de

Nieuwsbrief 2013/01

25


NIEUW

organisatie van de rijen te vergemakkelijken. De communicatiedienst van Mobiel Brussel levert de scholen het nodige sensibiliserings- en communicatiemateriaal.

Stapsgewijze planning

De VSGB heeft de projectoproep opgestart en coördineert het geheel. Ze steunt de gemeenten bij de uittekening en de uitvoering van hun projecten. De gemeente draagt het project en is verantwoordelijk voor de uitstippeling in samenspraak met de deelnemende school of scholen. Ze staat ook in voor de verzekering en de aansprakelijkheid ten aanzien van de deelnemers.

De uiterste datum voor de indiening van projecten is 1 mei 2013. De jury zal zijn beslissingen midden mei aan de gemeenten bekendmaken. Vervolgens wordt er een startvergadering georganiseerd met de laureaten, zodat de rijen van start kunnen gaan in de loop van de Week van Vervoering en uiterlijk op 1 oktober 2013.

Barbara Decupere, Virginie Randaxhe, Jean-Michel Reniers Tot slot zorgen de politiezones Montgomery en Noord voor de basisopleiding van de begeleiders. Die krijgen er een opfrissing van de verkeersregels en tips rond verkeersveiligheid en risicosituaties waarmee ze geconfronteerd kunnen worden bij de begeleiding van kinderen in de stad. De twee politiezones bieden ook vorming aan voor het personeel van de preventiedienst van de vier andere politiezones. Zo kan elke zone de initiatieven op haar grondgebied in goede banen leiden en vervolgens zelf instaan voor de vorming van de begeleiders.

Info Als u vragen hebt betreffende de projectoproep, kan u contact opnemen met Barbara Decupere, mobiliteitsadviseur bij de VSGB : barbara.decupere@avcb-vsgb.be De formulieren van de projectoproep en de verschillende informatiedocumenten zijn beschikbaar op www.vsgb.be > Agenda [01.05.2013].

Zie ook “Te voet, dat gaat vanzelf ” [interview met de coördinatrice in Evere], in Nieuwsbrief 2012-4. Dit artikel is beschikbaar op www.vsgb.be > Documenten > Mobiliteit [21.09.2012]

26

Nieuwsbrief 2013/01


ACTUALITEIT

BRUSSEL OPNIEUW IN DE RUNNING VOOR DE PRIJS VAN EUROPESE GROENE HOOFDSTAD In oktober 2011 werd Brussel vijfde in het klassement voor de titel van Europese Groene Hoofdstad 2014. Deze prijs beloont een stad die het voorbeeld geeft voor een milieuvriendelijke levenswijze. Dat goede resultaat moedigde de beleidsvoerders aan om opnieuw mee te dingen naar de titel voor het jaar 2015. Om te weten te komen wat de kandidatuur van Brussel precies inhoudt, hadden wij een gesprek met Catherine Vanderstichelen, attachee bij de algemene coördinatie in het BIM, die dit dossier in goede banen leidde. Zeven andere steden – waaronder Dublin, Bristol, Glasgow en Ljubljana – stelden zich ook kandidaat. Een groep internationale deskundigen zal elke kandidatuur op technisch vlak evalueren op basis van twaalf indicatoren met betrekking tot de klimaatverandering en energieperformance, duurzaam lokaal transport, levenskwaliteit en lawaaihinder, groene zones en duurzaam gebruik van de oppervlakte, bevordering van natuur en biodiversiteit, afvalverwerking, waterverbruik en behandeling van afvalwater, eco-innovatie en duurzame tewerkstelling, alsook de gebruiken inzake milieubeheer van de lokale overheden.

Wat houdt de kandidatuur van Brussel als Europese groene hoofdstad zoal in ? Catherine Vanderstichelen : “Brussel Groene Hoofdstad 2015" zou in de eerste plaats een fantastische erkenning zijn van de inspanningen die al jaren door de hele Brusselse samenleving geleverd worden op het vlak van leefmilieu en energie. Het zou ook een boost geven aan het milieubeleid van de Brusselse regering. Gewoon al het feit dat er een kandidatuursdossier ingediend wordt, is overigens al een gelegenheid om de Brusselse ervaring te delen met andere steden en zich aan elkaar te spiegelen.”

Welke troeven heeft Brussel ? Catherine Vanderstichelen : “ons Gewest beschikt over een unieke ervaring die gedeeld kan worden. Enerzijds zijn er de sociale aspecten van het milieubeleid, waarbij we maatregelen van de regering (top-down) koppelen aan maatregelen die burgerinitiatieven steunen en ontwikkelen (bottom-up). Anderzijds is er de mogelijkheid om snelle veranderingen te bewerkstelligen en concrete resultaten te tonen. Daarnaast denk ik ook aan de impact op internationaal niveau. Tot slot kunnen we ook de aandacht vestigen op het gewestelijk plan voor duurzame ontwikkeling, dat al het overheidsbeleid zal sturen, rekening zal houden met de bestaande links met de andere Gewesten en een monitoring van de duurzaamheid van het beleid van het hele Brusselse Gewest inhoudt.

Al deze troeven bewijzen dat een stad kan streven naar echte vooruitgang op milieuvlak en dat dit geen prerogatief is van steden met een lang “milieuverleden”.”

Wat zijn de sterke thema's in de kandidatuur van Brussel ? Catherine Vanderstichelen : “Brussel heeft in 2011 al haar kandidatuur gesteld voor de titel van Groene Hoofdstad 2014 en werd toen 5e op 18 steden, vlak na Kopenhagen, Bristol, Frankfurt en Rotterdam. We scoorden dus beter dan Wenen, Gent, Antwerpen, Turijn en dergelijke. Die vijfde plaats is een goed resultaat bij een eerste deelname. Onder die 18 kandidaat-steden waren er immers 8 niet aan hun eerste poging toe. Van de nieuwe kandidaten eindigde enkel Frankfurt beter dan Brussel. Eindigen in de top 5 betekent dat je goed scoorde voor verschillende onderdelen. Zo is er ondermeer een eerste plaats in “natuur en biodiversiteit”, tweede voor “lawaaihinder”, vierde voor “afvalverwerking”, vijfde voor “lokale bijdrage tot de klimaatverandering”, "waterverbruik” en “behandeling van afvalwater”.”

Welke lessen kunnen we trekken uit die kandidatuur 2011 ? Catherine Vanderstichelen : “Brussel behaalt een aardige plaats onder 18 kandidaten. De analyse van het rapport van de deskundigen toont echter dat er nog reële mogelijkheden waren om ons dossier te verbeteren, zowel qua vorm als inhoud. Uit de evaluatie van de deskundigen bleek immers dat het gewestelijk plan voor duurzame ontwikkeling GPDO een positief element vormt voor een volgende kandidatuur, omdat het waarborgt dat milieuaspecten in aanmerking genomen worden in alle vormen van beleid.”

De Europese groene steden : 2010 Stockholm 2011 Hamburg 2012 Vitoria-Gasteiz 2013 Nantes 2014 Kopenhagen

Nieuwsbrief 2013/01

27


ACTUALITEIT

Hoe zal het Gewest de titel trachten te verkrijgen ? Catherine Vanderstichelen : “het Gewest maakt reeds deel uit van verscheidene internationale netwerken op het vlak van leefmilieu of energie (ICLEI, Eurocities, Energie-cité,…). Dat biedt verschillende mogelijkheden, zoals de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden onder steden en de belichting van de Brusselse troeven. In 2011 ontving het Gewest de “Train of ideas”, georganiseerd door Hamburg, de toenmalige Groene Hoofdstad. Dit jaar vindt het evenement dat georganiseerd wordt door Nantes Groene Hoofdstad 2013, ook plaats in ons Gewest. Als Brussel Groene Hoofdstad wordt, zal het op zijn beurt in 2015 een Europees event organiseren met allerlei seminaries waar het milieu- en energiebeleid in de schijnwerpers geplaatst kan worden. Kortom, het zal de voorbeeldrol spelen, zoals dat van de Europese Groene Hoofdstad verwacht wordt.”

Hoe kunnen de gemeenten het project steunen ? Catherine Vanderstichelen : “de Brusselse gemeenten kunnen zich aansluiten bij het milieu- en energiebeleid van het Gewest via de Lokale Agenda 21, duurzame aankopen, “Plage”, het beheer van hun groene ruimten, inrichtingen voor fietsers en voetgangers, hun medewerking aan duurzame wijkcontracten en steun aan burgerinitiatieven,… De gewestelijke kandidatuur is dus ook een gelegenheid voor de gemeenten om hun acties te belichten.

De gemeenten kunnen als bijkomende schakel fungeren om hun concrete verwezenlijkingen in het kader van het milieubeleid te promoten. Als Brussel de titel Groene Hoofdstad 2015 krijgt, zullen de gemeenten zeker een rol spelen in het evenementenprogramma.”

Planning : November 2012 – Maart 2013 : evaluatie van de kandidaturen door een panel deskundigen April 2013 : bekendmaking shortlist geselecteerde steden Mei 2013 : beraadslaging van de jury Juni 2013 : bekendmaking van de winnaar 2015

Begin april worden de finalisten voor de titel Groende Hoofdstad 2015 bekendgemaakt. Als Brussel daartoe behoort, zal er een grote communicatiecampagne opgezet worden voor de burgers en de burgersamenleving, om het publiek te informeren over de troeven van Brussel en ze warm te maken voor de acties.

Ook gunstig voor het toerisme Werd de impact van een dergelijke nominatie reeds geëvalueerd bij vorige laureaten ?

28

Brussel duurzame stad, dat is : •

Catherine Vanderstichelen : “de evaluatie van de vorige Groene Hoofdsteden werd nooit in cijfers uitgedrukt. Zij ontvingen allemaal een groot aantal internationale delegaties, studibezoeken en internationale conferenties tijdens hun jaar als Groene Hoofdstad.

• •

We kunnen ervan uitgaan dat de titel Groene Hoofdstad 2015 een reeks positieve effecten zou teweegbrengen: motivatie voor onze politici om nog verder te gaan op het vlak van milieubeleid, meer toerisme, investeringen en ook een toestroom van hooggeschoolden die aangetrokken worden door een erkende levenskwaliteit dankzij de titel van Groene Hoofdstad van Europa.”

Nieuwsbrief 2013/01

• •

een intensief programma voor duurzame stadsontwikkeling snelle en opmerkelijke resultaten een actieve en coherente politieke strategie door de jaren heen een referentie op het vlak van participatieve politieke strategie een engagement van de burger voor een duurzame ontwikkeling van de stad een stad vol groen …

Website voor Brussel groene hoofdstad 2015 : www.sustainablecity.be/brusselsgreencapital


NIEUWS VAN HET GEWEST

MINDER PESTICIDEN, EEN GOED PLAN Hoewel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sterk verstedelijkt is, telt het toch naast enkele landbouwdomeinen heel wat groene zones, in de meeste gevallen beheerd door de gemeente. Voor het onderhoud worden pesticiden gebruikt. De Europese richtlijnen hebben het Gewest ertoe aangezet een plan voor de terugschroeving van het gebruik van pesticiden op te stellen. Momenteel loopt het openbaar onderzoek.

Deze programma’s moeten aan openbaar onderzoek voorgelegd worden en om de 5 jaar herzien worden. Voor eind 2012 moet een eerste nationaal programma ingediend worden bij de Commissie.

De vermindering van de impact van pesticiden op de gezondheid van de mens en op het milieu en meer algemeen een pesticidengebruik dat verenigbaar is met duurzame ontwikkeling, zijn prioritaire doelstellingen op het vlak van milieu, gezondheid en levenskwaliteit.

Het ontwerp van gewestelijk programma voor pesticidenreductie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of GPPR–BHG omvat 32 acties die specifiek zijn voor het Brussels Gewest (genummerde acties BHG) en 8 nationale acties die geprogrammeerd worden met de andere gewesten en het federale niveau (genummerde acties BEL). Deze acties zullen door Leefmilieu Brussel gecoördineerd worden en zijn gericht op de diverse betrokken doelgroepen: naast het grote publiek zijn dat de beheerders van openbare ruimten, de beheerders van plaatsen en gebouwen die door kwetsbare bevolkingsgroepen worden gebruikt, professionele gebruikers van pesticiden en particulieren die pesticiden gebruiken. Meer info over het federaal programma op www.health.belgium.be > Milieu > Chemische stoffen > Programma voor de Reductie van Pesticiden en Biociden (PRPB)

Op Europese schaal werden deze doelstellingen opgenomen in het zesde Europese milieuactieprogramma en werd richtlijn 2009/128 goedgekeurd om een gemeenschappelijk rechtskader te creëren dat moet leiden tot een duurzaam gebruik van pesticiden.

Dit belangt ook de gemeenten aan

Om die richtlijn in Belgisch recht om te zetten, moeten de bevoegdheden van de federale staat en van de 3 gewesten op elkaar afgestemd worden. De omzetting van deze richtlijn in Brussels recht is aan de gang.

Heel wat acties zijn typisch gewestelijk of hebben uitsluitend betrekking op professionele gebruikers of het grote publiek, maar bepaalde andere zijn rechtstreeks gericht tot de lokale besturen. Wij belichten er enkele.

Hoewel de richtlijn een duurzaam gebruik van pesticiden beoogt, heeft zij eigenlijk slechts betrekking op een deel van de bestrijdingsmiddelen, namelijk de gewasbeschermingsmiddelen, en niet op de biociden.

Zo gaat actie BHG 4.9 erom voorbeelden van goede praktijken te verzamelen bij burgers, ondernemingen, scholen, overheidsdiensten, ... Deze oproep - nog niet gelanceerd op het ogenblik dat dit tijdschrift ter perse ging - heeft tot doel aan te tonen dat buitenruimten (tuin, moestuin, boomgaard, terras, …) kunnen worden onderhouden zonder gebruik te maken van pesticiden. De actie wil het publiek bewust maken en informeren, en goede praktijken aanmoedigen : goede praktijkvoorbeelden worden beloond en aangemoedigd bij het grote publiek.

De richtlijn bepaalt onder meer dat de lidstaten nationale actieprogramma’s moeten uitwerken teneinde kwantitatieve doelstellingen, streefcijfers, maatregelen, indicatoren en tijdschema’s vast te stellen om de risico’s en de effecten van het gebruik van pesticiden voor de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen en de ontwikkeling en invoering van geïntegreerde plaagbestrijding en alternatieve benaderingswijzen of technieken aan te moedigen om de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden te beperken.

Vervolgens is er ook actie BHG 4.11, de Week zonder pesticiden, die met de gemeenten georganiseerd zal worden.

Nieuwsbrief 2013/01

29


NIEUWS VAN HET GEWEST

In het kader van actie BHG 5.1 zal er regelmatig een enquête uitgevoerd worden bij de andere pesticidengebruikers dan de gezinnen, in het bijzonder bij de actoren op wie de ordonnantie tot omzetting van de richtlijn 2009/128 gericht is. De actie heeft tot doel de risico's te bepalen die aan het gedrag van andere pesticidengebruikers dan de gezinnen verbonden zijn en de evolutie van de gedragingen op te volgen. De resultaten van die enquêtes zullen als basis dienen om de indicatoren voor de doeltreffendheid van de genomen maatregelen in te vullen en op te volgen. Volgens actie BHG 5.2 zal er een besluit getroffen worden dat de minimuminhoud van de pesticidentoepassingsplannen in de openbare ruimten vastlegt. Deze toepassingsplannen worden ingediend door beheerders van openbare ruimten die willen afwijken van het principe van het verbod op pesticidegebruik in openbare ruimten. De voorbereiding van de technische elementen van dit besluit wordt toevertrouwd aan een gespecialiseerd team.

De gemeenten kunnen zich bovendien verwachten aan bijkomende informatie, als beheerders van openbare ruimten en de professionele gebruikers van pesticiden, om hen in te lichten over de voorschriften van de ordonnantie tot omzetting van richtlijn 2009/128 (actie BHG 5.3). Verscheidene acties beogen de begeleiding van beheerders van openbare ruimten, professionele gebruikers en verantwoordelijken van plaatsen en gebouwen die gebruikt worden door kwetsbare bevolkingsgroepen.

Meer info Ontwerp van gewestelijk Programma voor pesticidenreductie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2013 - 2017, januari 2013, kan geraadpleegd worden op www.leefmilieubrussel.be Het openbaar onderzoek was aanvankelijk gepland tot 15 maart, maar werd verlengd tot 30 maart 2013.

PRAKTISCH HANDBOEK VOOR GEMEENTEMANDATARISSEN Deze publicatie is bestemd voor alle Brusselse gemeentemandatarissen : burgemeester, schepen of raadslid. Het is een leidraad doorheen hun bevoegdheden en taken, die soms erg complex zijn. Fiches De gids bestaat uit fiches. Iedere fiche bevat : •

een korte beschrijving van het doel

de wettelijke basis van het onderwerp

een uiteenzetting van de problematiek

bijkomende wettelijke referenties over precieze punten, rechtspraak of rechtsleer.

De fiches zijn gegroepeerd in hoofdstukken over algemene begrippen, gaande van het statuut, de bevoegdheden van burgemeester en schepenen en materies zoals leefmilieu, huisvesting, economie en financiën, overheidsopdrachten, ... Juridisch werk, praktische benadering Er werd geopteerd voor een praktische benadering van juridische thema's. De materie wordt uitgediept door te kijken naar de wetgeving die van toepassing is op de Brusselse gemeentemandataris, met een beschrijving van zijn taken en verantwoordelijkheden.

Naar gelang van de materie gaan de fiches in op de bevoegdheid van de burgemeester, de schepen of het college. Sinds 2012 werd het werk opengetrokken tot de materies die de gemeenteraadsleden aanbelangen. Voor burgemeesters, schepenen ... en gemeenteraadsleden Schepen of burgemeester, de Brusselse uitvoerende gemeentemandataris was de voornaamste doelgroep van deze fiches. In een tweede fase richtte deze publicatie de schijnwerpers ook op de materies van het gemeenteraadslid. Maar ook anderen die door hun functie iets met de gemeente te maken hebben, zullen er nuttige informatie in vinden, zoals gemeentepersoneel of studenten die zich willen verdiepen in de werking van de gemeente. Abonnementen : www.vsgb.be > Publicaties

30

Nieuwsbrief 2013/01


OCMW-gids Nieuwe editie bij de installatie van de nieuwe raden voor maatschappelijk welzijn !

Nieuwsbrief Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus 4-1040 Brussel Tel 02 238 51 40 - Fax 02 280 60 90 welcome@avcb-vsgb.be www.vsgb.be Redactie : philippe.delvaux@avcb-vsgb.be

Nr 2013-01

februari /maart 2013

Directie : Marc Thoulen Coördinatie : Philippe Delvaux Redactie : Marc Cools, Barbara Decupere, Philippe Delvaux, Olivier Evrard, Céline Lecocq, Boryana Nicolova, Virginie Randaxhe, Jean-Michel Reniers, Nathalie Sterckx, Marc Thoulen Vertaling : Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest Secretariaat : Chantal Matthys Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49 • patricia.dekinne@avcb-vsgb.be Publiciteit : Agentschap Publiest - 02 550 38 04 - office@publiest.lu

De nieuwe papieren editie van deze gids, die bijgewerkt is tot 31 januari 2013, is beschikbaar. De wijzigingen die eind 2012 doorgevoerd werden, zijn er reeds in opgenomen (bv. de invoering van de elektronische medische kaart). Het werk bundelt voornamelijk de 3 wetten betreffende openbare maatschappelijke bijstand : de wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's, de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's. Deze wetten worden aangevuld met verwijzingen naar uitvoeringsbesluiten en ministeriële of administratieve omzendbrieven. In deze publicatie vindt u tevens : • de bepalingen van de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur die betrekking hebben op de OCMW's • een rubriek met essentiële wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de opdrachten van de OCMW's die niet in de basisteksten opgenomen zijn • overzichtstabellen van de bedragen uit de federale wetgeving betreffende de maatschappelijke bijstand op 1 december 2012 • de inforum-nummers van verwijzingen die niet integraal opgenomen werden • een gedetailleerde inhoudstafel en een index van de organieke OCMW-wet en de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie, om de raadpleging van het werk te vergemakkelijken

Nieuwsbrief wordt gedrukt op 100 % gerecycleerd papier Cette revue existe aussi en français. Si vous souhaitez recevoir le Trait d'Union, contactez notre secrétariat : welcome@avcb-vsgb.be Sinds 2002 is Nieuwsbrief-Brussel integraal beschikbaar op www.vsgb.be Gepubliceerd met de steun van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest, Belfius en Ethias

Formaat : A5 Taal : Nederlandse en Franstalige versie apart verkrijgbaar Prijs : 29 euro voor leden * 33 euro voor niet-leden 29 euro voor studenten * Genieten het ledentarief : aangesloten gemeenten, OCMW’s en intercommunales ; mandatarissen en personeel van deze administraties, indien hun functie duidelijk vermeld is. Korting : een korting van 5 % wordt toegekend indien minstens 15 exemplaren tegelijk besteld worden (1 bestelbon, 1 factuur). U kan de nieuwe OCMW-gids bestellen aan de hand van het formulier op www.vsgb.be > Afdeling OCMW > OCMW-gids. Voor bijkomende inlichtingen kan u contact opnemen met de Afdeling OCMW van de VSGB, tel. 02 238 51 57.

Nieuwsbrief 2013/01

31


32

Nieuwsbrief 2013/01


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.