2 9 E J A A R G A N G / / N U M M E R 7 - 2 0 1 5 / / W W W.T E L E C O M M A G A Z I N E . N L
ONAFHANKELIJK VAKBLAD OVER TELECOMMUNICATIE EN NETWERKEN
Cisco
ICT nu middel voor bereiken zakelijke doelstellingen
Strict
Wij hebben een prachtige wereld in het vooruitzicht
Ruckus Wireless
Wifi: de onterechte zondebok bij slechte verbinding
Verbind het met RED
Elke harde schijf heeft een doel. wdc.com/purpose WD en het WD-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Western Digital Technologies, Inc. in de VS en andere landen. WD Red is een handelsmerk van Western Digital Technologies, Inc. in de VS en in andere landen. Andere merken kunnen genoemd zijn die eigendom zijn van andere bedrijven. De productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. De weergegeven afbeelding kan afwijken van het feitelijke product. Bij gebruik voor de opslagcapaciteit is één terabyte (TB) gelijk aan één biljoen bytes en één gigabyte (GB) gelijk aan één miljard bytes. De totale beschikbare capaciteit hangt af van de besturingsomgeving. Mogelijk zijn niet alle producten overal ter wereld beschikbaar. © 2015 Western Digital Technologies, Inc. Alle rechten voorbehouden. 2178-800115-G00 augustus 2015
REDACTIONEEL Onafhankelijk vakblad over de integratie van netwerken, data- en telecommunicatie. Telecommagazine verschijnt zeven keer per jaar en is een uitgave van Channel BV
Hiep hiep…
Algemeen directeur/ uitgever Fred Schuit
Het zal u vast niet zijn ontgaan: Telecommagazine viert in 2016 het dertigjarig bestaan. Mocht u het toch niet hebben opgemerkt, bij deze dan. 360 Maanden lang heeft de redactie van het tijdschrift haar lezers geïnformeerd over de trends en achtergronden in de ICT. Wat ons betreft, gaan wij nog een jaar of dertig daar mee door. En ondertussen natuurlijk ook via onze website.
Redactie-adres Channel B.V. Communicatieweg 1 3641 SG Mijdrecht 020-347 26 70 Hoofdredactie Paul Teixeira, paul@channelbv.nl Eindredactie Marco Mekenkamp, marco@channelbv.nl Medewerkers Dirk-Jan van Ittersum, Friederike van der Jagt Marco Mekenkamp, Hans Steeman, HP van Tilburg, Evert Jan Westera Commercie Channel BV 020-347 26 70 verkoop@channelbv.nl Art direction Annette van de Sluis, annette@channelbv.nl Marketing Meike Peekstok, meike@channelbv.nl De in Telecommagazine opgenomen Nederland ICT-artikelen vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie en uitgever van Telecommagazine. Abonnementen Als vakblad zijnde, hanteren wij de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan ervan uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. Telefoon: 0900-ABOLAND (0900-22 65 263, 10 ct/min) Fax: 0251-31 04 05 Niets uit deze uitgave mag in zijn geheel of gedeeltelijk worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder bronvermelding én uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Hoewel deze uitgave op zorgvuldige wijze is samengesteld, zijn uitgever en auteurs niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of onvolledigheden in deze uitgave. Zij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van generlei aard, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie. Copyright © Channel BV
Het is een cliché, maar desalniettemin gaat het hier ook weer op: in de afgelopen dertig jaar is er veel veranderd. Ter redactie hebben wij oude jaargangen Telecommagazine er eens op nageslagen. In het eerste nummer dat in 1986 verscheen, beschreef de toenmalige hoofdredacteur Chiel Kramer de missie van het tijdschrift: “Het rapporteert over vormen van communicatie, die straks samenvloeien in het al veel-beschreven fenomeen ISDN, wat staat voor Integrated Services Digital Network.” Tja, inmiddels zijn wij een x-aantal technologische slagen verder. Een greep uit de andere onderwerpen van het eerste nummer: “Lokale netwerken: de opbouw en de soorten”, “Beschrijving van IBM’s Token Ring” en “Drie manieren van tele-vergaderen”. Dat laatste kennen wij overigens nog steeds, al is daar inmiddels ook video bij gekomen. Wat ik u ook zeker niet wil onthouden, is de tarieven die voor ‘telefoneren in de auto’ werden gerekend. Wie in 1986 een abonnement op het ‘autotelefoonnet 2’ nam, was de lieve som van 255 gulden (119,32 euro) per maand kwijt. Je kreeg daar wel een mooi toestel bij in bruikleen, de Carvox 2451. Al moest er voor de inbouw van het apparaat bij de PTT het lieve sommetje van 720 gulden (336,90 euro) worden neergeteld. Het mobiele bellen zelf kwam binnen Nederland op 1,05 gulden per minuut, omgerekend 49 eurocent. Los van de vermakelijke items (“PTT wil marktwinst via véél joint ventures”, februari 1990, interview met PTT Telecom-topman Ben Verwaayen), is al bladerend goed te zien hoe de ICT zich in de loop de tijd heeft ontwikkeld. Werd er in 1990 nog een apart katern gewijd aan Electronic Data Interchange, tegenwoordig is dat EDI al een ruimschoots gepasseerd station. Zoals het hoort bij een verjaardag, trakteert Telecommagazine. In deze dikke jubileumeditie treft u niet alleen een terugblik op 30 jaar ICT in Nederland aan, ook schetsen wij de huidige stand van zaken en blikken wij vooruit. Die toekomstvisie strekt zich helaas niet uit tot 30 jaar. De kopstukken die wij voor dit nummer hebben geïnterviewd, zijn ook maar mensen. En om drie decennia vooruit te blikken, is ook voor hen teveel gevraagd. Vandaar dat hun respectievelijke glazen bollen perspectief bieden op ‘slechts’ drie jaar ICT. En dat staat eigenlijk gelijk aan dertig jaar in een gewoon mensenleven. Marco Mekenkamp Eindredacteur 3
INHOUD
30 jaar Telecommagazine
12
Gijs Geurts en Matthijs van Domselaar, Workstreampeople
De veranderingen in telecomland zijn de afgelopen dertig
Martijn ten Kate, Interoute Nederland
Interoute ontstond in 2002 uit KPNQwest, dat ten onder
jaar niet zo enorm groot geweest. Dat vindt althans Gijs
ging in de telecomcrash. Met Martijn ten Kate, Country
Geurts, oprichter en CEO van Workstreampeople, de
Manager Nederland, trekken we een lijn vanuit dertig jaar
Nederlandse producent van Anywhere365.
netwerkgeschiedenis naar de toekomst. “De toekomst is aan de gebruiker,” stelt Ten Kate.
14
Christian Visser, IBM Benelux
Telecommagazine 30 jaar. Maar in het Amerikaanse ICT-concern IBM moeten wij onze meerdere erkennen:
32
Thomas Kaeb, Wacom Europe
De handtekening bestaat al sinds de Babyloniërs
dat bedrijf bestaat namelijk 105 jaar. Christian Visser,
duizenden jaren voor Christus ontdekten dat papyrus, de
Chief Information Officer van IBM Benelux, heeft daar tot
voorloper van papier, gebruikt kan worden om contractu-
dusver zestien jaar van meegemaakt.
ele afspraken vast te leggen. Maar wat houdt het langer
16
vol: het medium of de bezegeling?
Roger Heusschen en Chris Bell, T-Systems Nederland
De afgelopen dertig jaar is IT veranderd van een technologiegedreven markt naar een die wordt geleid door
34
Hans van Zonneveld, IT Winvision
Goed, de Nederlandse ICT-dienstverlener Winvision
functionele wensen van de eindgebruiker. Roger Heusschen
telt nog geen dertig jaar, zoals Telecommagazine, maar
en Chris Bell van T-Systems zitten beide al zo’n dertig jaar
met een geschiedenis van veertien jaar is het ook geen
in het vak en maakten de transitie van dichtbij mee.
nieuwkomer meer te noemen. Hans van Zonneveld is
20
dan ook goed in staat om het een en ander in historisch
Frits Bussemaker, CIONET Netherlands
“Bijna 30 jaar geleden ben ik afgestudeerd aan de TU Delft
als ingenieur geofysicus. Ik was al tijdens het afstuderen werkzaam bij een Delftse start-up die een softwarepak-
perspectief te zien.
36
Michel van Schie, Nederland ICT
De beroemde schrijver Mark Twain zei eens: “Voorspellen
ket ontwikkelde voor de olie- en gasindustrie. En, ik ben
is lastig, vooral als het over de toekomst gaat.” Alexander
gewoon al die tijd blijven hangen in de IT-industrie.”
Graham Bell voorspelde dat “One day every major city in
24
America will have a telephone.” Dat het er zoveel zouden
Edwin Prinsen, Cisco Nederland
worden, ging zijn verbeelding te boven. Ook als we
teruggaan naar de periode rond 1986 zijn de voorspellin-
Eén van de aartsvaders van netwerktechnologie is het 31 jaar geleden opgerichte Amerikaanse ICT-concern Cisco. En het bedrijf speelt, volgens Edwin Prinsen, managing director Cisco Nederland, ook een vitale rol bij de eerstvolgende grote netwerkrevolutie: IoT.
26
gen nog verre van accuraat.
38
Gratis diensten in ruil voor persoonlijke gegevens
Een onderzoek naar big data in Europa van het Vodafone Institute laat zien dat van alle Europeanen de
Jan-Hein Bastiaenen, Strict
Nederlanders het meest bereid zijn persoonlijke gegevens
te verstrekken in ruil voor gratis online diensten. De
Zowel Telecommagazine als Jan-Hein Bastiaenen hebben
Fransen volgen Nederland op de voet, terwijl de meeste
in 2016 een mooi jubileum te vieren. De oprichter en
Italianen en Spanjaarden liever betalen dan dat zij
algemeen directeur van het ICT-adviesbureau Strict heeft
persoonlijke gegevens verstrekken.
de verschuiving van pure telecommunicatie naar ICT in de frontlinies meegemaakt.
4
28
INHOUD
40
52
niet maar het is de allergrootste showroom voor onze
Grootgebruikers (BTG) bestaat – net als Telecommagazine –
industrie. Waar de trein ook rijdt, de hele coupé staat
30 jaar. De branchevereniging kan bogen op een rijke
continu in verbinding met de rest van de wereld. Mensen
geschiedenis. Om dat te illustreren, hebben wij een aantal
zijn aan het werk, checken Facebook, lezen de krant op
mijlpalen uit de ‘oude doos’ opgediept.
Fedor Hoevenaars, Tele2 Nederland
Reist u weleens met de trein of met de bus? Misschien
Dertig jaar BTG in vogelvlucht
De Nederlandse Vereniging van Bedrijfstelecommunicatie
hun tablet of doden de tijd met series op Netflix.
44
Fred Voogt, Ruckus Wireless
Draadloos internet via wifi is de afgelopen dertig jaar zo gewoon geworden, dat vandaag de dag iedereen verwacht
BTG Visie
54
Overheid moet met integrale aanpak en visie op ICT komen
Nederland heeft een minister nodig die ICT-zaken in de
het in alle openbare ruimtes aan te treffen. Toch wordt
portefeuille heeft. Dat is de mening van Bas Eenhoorn,
nog steeds op beurzen, exposities, in hotels en restaurants
digicommissaris en bekend lid van de politieke partij VVD.
geklaagd over ‘de slechte wifi-verbinding’. Het lijkt wel
Eerder hebben diverse ICT-kopstukken een dergelijk pleidooi
alsof daar de laatste jaren helemaal niets verbeterd is. Maar
gehouden. Zo is de BTG eveneens al enige jaren een grote
meestal ligt het probleem helemaal niet aan wifi zelf.
pleitbezorger voor meer ICT-aandacht op kabinets- en
46
parlementsniveau.
David van den Berg, Polycom Benelux
Technologie
Het jaar 1990 markeerde de oprichting van Polycom in een kelder in San Francisco. De oprichters hadden het idee opgevat om audio- en video-oplossingen te ontwikkelen om organisaties efficiënt te laten samenwerken.
56
Communiceren via lampen
Binnen gebouwen is wifi de favoriete manier om telefoons,
Zesentwintig jaar later heeft Polycom zich tot een
laptops, tablets en andere communicatiesystemen met elkaar
multinational ontpopt die dat principe nog steeds hoog in
te laten communiceren. Echter, het beschikbare radiospec-
het vaandel heeft. Al is er in de tussentijd wel het nodige
trum is beperkt en de performance is daardoor steeds vaker
veranderd, zegt David van den Berg.
een uitdaging. Lifi wordt nu ontwikkeld om in de toekomst
48
een passend alternatief te bieden.
Peter van Leest, Citrix Benelux
Uitsmijter
Wat Citrix wilde, ging eigenlijk volledig tegen de tijdgeest in. Waar iedereen door de opkomst van personal computing en mobiele telefonie inzette op decentralisatie, vroeg Citrix zich af waar die ontwikkeling uiteindelijk toe zou leiden en koos voor server based computing.
50
60
Perfecte database voor mobiele apps
De markt van mobiele apps groeit gestaag. Als achter de app een relationele (SQL) database zit, dan is het belangrijk dat alle gebruikers waar ook ter wereld gelijktijdig over exact dezelfde
André van Buiten, Alcatel-Lucent/Nokia (Nuage Networks)
informatie beschikken. De NuoDB SQL database is speciaal voor deze uitdagingen ontwikkeld.
Was voorheen de steeds intelligenter wordende hardware
Columns
ontzettend belangrijk, de laatste vijf jaar zien we een trend die de andere richting uitgaat. Hardware wordt niet langer zo intelligent mogelijk gemaakt, maar de intelligentie
9
Richard Bordes
wordt losgekoppeld van de hardware, ook wel software
23
Evert Jan Westera
defined networking (SDN) genoemd.
5
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Marktontwikkeling
Voortdurende verandering Dat de wereld van communicatie- en IT-technologie zeer snel veranderd, daar zal iedereen het mee eens zijn. Conclusr Research heeft op verzoek van Telecommagazine gekeken naar een aantal ontwikkelingen in de afgelopen tien tot twintig jaar. En daar is een aantal opvallende constateringen te doen.
Door Ruud Allaerds Conclusr Research
De markt voor technologie op gebied van IT en telecommunicatie, maar ook de ingeschakelde diensten is natuurlijk gegroeid in de afgelopen jaren. Begin vorig decennium bedroeg deze markt in omvang (bestedingen door consumenten, bedrijven en instellingen samen) zo’n 27 miljard euro. En de lijn naar 2015 is zeker niet gelijkmatig groeiend te noemen. Zo is de periode 2002 tot en met 2008 nog wel een groei waarneembaar van jaar tot jaar. De financiële crisis in 2008 heeft daarin wel gevolgen gehad. En in die mate dat de markt als het ware zo’n
drie jaar teruggeworpen werd. Het herstel na 2009 is voorzichtig te noemen en al lijkt 2013 een zeer positief jaar. Eerlijkheidshalve moet hier ook de bijstelling (dus trendbreuk) van de meting en methodiek van berekening van bestedingen genoemd worden. Deze ‘trendbreuk’ is ook in onderstaande grafiek af te lezen. In 2013 is de inhoud van wat nu IT en wat nu telecommunicatie is, duidelijk aangepast. Echter de trend is wel duidelijk dat de IT-bestedingen (de IT-markt) een gunstiger verloop heeft gekend in de afgelopen tien tot vijftien jaar dan de telecommarkt.
33,6 34,2 26,7
6
25,9
26,5 27,0
27,7 28,4
30,2 31,0
29,1
29,4
29,8
29,7
35,4
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
maakt de markt!
19,4 15,4 15,2 15,8 15,9
16
11,3 10,7 10,7 11,1 11,7
16,2 16,4 16,5 15,6 15,8 16 16,2 13,8 14,5 13,5 13,6 13,8 13,5 12,3
20,1
21
14,2 14,1 14,4
55% 49%
46% 41% 35%
26% 15%
29% 16%
32% 15%
35%
17%
32% 22%
29% 24% 29%
32% 25% 25%
18%
18%
30% 29%
29% 28%
25%
25%
17%
18%
13% 5%
6%
7%
8%
7
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
Ontwikkeling budgetverdeling spraak- & datacommunicatie diensten
BASIS: VESTIGINGEN VAN BEDRIJVEN EN INSTELLINGEN MET 20 OF MEER WERKNEMERS
Dat er grote wisselingen hebben plaatsgevonden in de ingezette technologie blijkt nog geeneens heel duidelijk uit de bestedingsontwikkeling. Mobiele communicatie en datacommunicatie hebben behoorlijke groei in het budgetaandeel laten zien in de afgelopen tien jaar. Waar eerst vaste telefonie dominant groot was in de bestedingen aan telecommunicatie is dit de laatste jaren fors gedaald. Het totaal aandeel van spraakdiensten in de bestedingen was in 2007 nog 81 procent! In 2015 is dit nog net boven de vijftig (53 procent). De afname heeft vooral met vaste spraakdiensten te maken die vrijwel gehalveerd zijn in de bestedingen in de zakelijke markt. Datacommunicatie is daarentegen duidelijk in belang gegroeid. In 2007 bedroeg het gezamenlijk aandeel van vaste en mobiele datacommunicatie diensten nog 20
procent, in 2015 is dit al 47 procent (dus bijna de helft) van de bestedingen in de Nederlandse zakelijke markt. Ook binnen de datacommunicatiebestedingen is het aandeel van mobiel duidelijk toegenomen en sinds 2012 min of meer gestabiliseerd. Een van de onderliggende verklaringen voor de forse toename van het datacommunicatieaandeel binnen telecommunicatiebestedingen is zeker het gebruik van spraaktoepassingen over datacommunicatieverbindingen. Naast natuurlijk de enorme algemene toename aan toepassingen op het gebied van datacommunicatie. Zeker ook genoemd mag worden dat rond de millennium wisseling vrijwel elke organisatie (met twintig of meer werknemers) in Nederland wel een bedrijfstelefooncentrale had (marktpenetratie 1999: 99 procent). Ondanks de zeer lange (met gemak
47,0% 39,0%
30,0% 26,0%
16,0% 17,0% 8,0% 0,5%
8
1,0%
1,0%
1,5%
2,0%
3,0%
4,0%
10,0%
12,0%
20,0%
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
meer dan zeven jaar) gebruiksduur en relatief geringe beheerimplicaties is in 2015 deze marktpenetratie afgenomen naar 66 procent. De grafiek (links) waarin de ontwikkeling van het gebruik van spraak over dataverbindingen (Voice over IP) is te zien, toont al aan dat in de afgelopen vijftien tot twintig jaar er een enorme ontwikkeling is geweest, die versneld is vanaf 2010. Recente marktonderzoeken door Conclusr Research tonen daarnaast aan dat niet alleen de penetratie maar zeker ook het aandeel bellen via dataverbindingen
binnen maar ook in externe communicatie zeer sterk aan het toenemen is. Traditionele telefonie is langzaam maar zeker naar de achtergrond aan het geraken. Daarbij speelt natuurlijk ook de verandering in de communicatiemix een grote rol. Mail heeft de plaats van telefoongesprek en briefpost ingenomen, om die positie dan vervolgens weer deels kwijt te raken aan sociale media. Nederland kent geografisch toch wel grote verschillen in het gebruik van spraak over dataverbindingen. Zo is er in provincies als Noord-Holland en Drenthe een duidelijk hogere penetratie dan in Groningen,
9
Friesland of toch zeker Limburg. Een overduidelijke verklaring voor deze regionale verschillen is niet direct aan te voeren. Maar duidelijk is dat er nog veel ruimte is voor verdere groei van VoIP in zakelijk Nederland. Al aangehaald is de duidelijke toename van mobiel in
10
onze telecommunicatiebestedingen (zowel in spraak als datagerelateerde uitgaven). Dit is ook te zien in de toename van toepassingen op gebied van mobiele datacommunicatie in de laatste tien jaar. Een zeer gestaag groeiende marktpenetratie is zichtbaar.
COLUMN
De lijn is dood Een eeuw geleden telde het Nederlandsche telefoonboek 74 pagina’s. Inderdaad, u leest het goed… 74 pagina’s met alle telefoonaansluitingen in gansch het land. U mag ervan uitgaan dat die pagina’s alle belangrijke notabelen uit de verschillende provinciën bevatten: burgemeesters, notarissen, artsen en hier en daar een veldwachter, dan had je het wel zo’n beetje gehad. Met een fikse slinger aan het toestel kreeg je contact met de telefonist in de schakelkamer, die met het inprikken van een koperen stekkertje de verbinding met de andere kant tot stand bracht. Een techniek die nog tot midden de jaren ’50 van de vorige eeuw voor gesprekken naar de Oost is blijven bestaan. Bij veel telecomdealers staat er in de showroom of de hal nog een vergelijkbaar apparaat.
RICHARD BORDES Richard Bordes is Strategic B2B Marketing & Social Media Expert en Founder van de LinkedIn Business Game
De opmars van de telefoon was niet meer te stuiten. Eerst een zwarte bakelieten bak in de gang, toen een standaard draaischijf in de huiskamer, die op zijn plaats weer werd vervangen door een modern apparaat met druktoetsen en een geheel eigen lay-out (of is het u nooit opgevallen dat bij de telefoon de 1 linksboven zit en bij het toetsenbord van de computer linksonder). Enfin, de rest weet u, werkzaam in de telecom, beter dan ieder ander. De ene techniek volgde de andere op en alles werd mobiel. En nu gaan wij afscheid nemen… Ik kan mij nog één van de eerste bijeenkomsten van de Ambassadors of Telecom herinneren, van een jaar of tien geleden. De grootste angst destijds was dat met de komst van VoIP de IT-bedrijven de telecommers uit de markt zouden drukken. Sommige gerenommeerde hardwareproducenten werden zelfs met krachttermen benoemd en gezien als de ijsberg waar telecom-Nederland aan ten onder zou gaan. Dat is door slim te manoeuvreren en de juiste inzet van kennis over intermenselijke communicatie niet gebeurd. Laat u zich dan ook niet verrassen door de veranderingen die u de komende jaren te wachten staat. De telefoon gaat namelijk echt VERDWIJNEN en zijn belang in onze persoonlijke en zakelijke communicatie volledig verliezen. Er blijft slechts een bijrolletje over in het ensemble van mogelijkheden. Generatie Z (voor de ouderen onder ons: de jeugd tussen 13 en 18 jaar) belt allang niet meer. Zij communiceren op één dag meer dan wij op die leeftijd in een jaar deden, maar het gesproken woord is daar niet meer bij. Sterker nog, de term telecom zegt ze helemaal niets. Zij appen, instagrammen en snapchatten erop los. De hele dag in contact met iedereen in hun netwerk. Het contact hebben is belangrijker dan de boodschap. De grote apenpsycholoog Desmond Morris zegt dan ook: “Communicatie bij de mens is geworden wat vlooien is voor apen…” En in de tussentijd worden er nog steeds apparaten neergezet op bureaus met een snoertje en een hoorn. De medewerker van morgen heeft geen idee wat hij of zij daarmee moet. Ik pleit daarom voor het schrappen van het woord telecom uit onze vocabulaire. Want dat lijntje is allang dood..
11
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Gijs Geurts en Matthijs van Domselaar, CEO en COO Workstreampeople
‘De toekomst is aan dialoog management’ De veranderingen in telecomland zijn de afgelopen dertig jaar niet zo enorm groot geweest. Dat vindt althans Gijs Geurts, oprichter en CEO van Workstreampeople, de Nederlandse producent van Anywhere365, een unified contact center-oplossing voor Microsofts unified communications-platform Skype for Business.
Door Paul Teixeira Fotografie Paul Teixeira
12
Het van origine Rotterdamse Workstreampeople vormt zo’n succesverhaal waar managementbladen verlekkerd over schrijven. Opgericht in 2008 door CEO Gijs Geurts, heeft het bedrijf zich in aantal jaren weten te ontpoppen tot producent van zelfontwikkelde software – die samenwerkt met Microsofts Skype for Business – waarmee contactcenters allerhande communicatievormen kunnen afhandelen en beheren. Workstreampeople gaat uit van het principe dat elke medewerker een contactcenter is. De inkomende communicatie – ongeacht de vorm en het medium – worden automatisch naar de persoon doorgezet die op dat moment beschikbaar is én die de juiste kennis heeft. Anywhere365 is via de partners van Workstreampeople zowel ‘on premise’ als op cloudbasis leverbaar. De software van Nederlandse bodem is inmiddels in veertien talen verkrijgbaar, wordt in twintig landen verkocht én telt gebruikers in 70 landen. Dat laatste is te danken aan het feit dat Workstreampeople een aardige schare multinationals tot zijn klantenkring heeft, zoals het 30.000 werknemers tellende Swarovski, de bekende Oostenrijkse producent van luxegoederen. En wat dichter bij huis: verzekeraar Univé gebruikt Anywhere365 voor zijn contactcenter waar 1.500 agents contact hebben met klanten en prospects. De opmars van Workstreampeople heeft het bedrijf niet alleen financieel gezien geen windeieren gelegd: inmiddels staan ook de nodige onderscheidingen (zoals de FD Gazellen Award voor de snelst groeiende Nederland ondernemingen, uitgereikt door het Financieele Dagblad) te prijken in het bedrijfspand.
Dinosauriërs “Ik denk niet dat wij dertig jaar terug kunnen kijken in de telecomsector: naar ons gevoel is dat de tijd waarin bij wijze van spreken de dinosauriërs nog leefden. En eigenlijk is er in die drie decennia voor de eindgebruiker niet eens zoveel veranderd”, zegt Gijs Geurts, CEO Workstreampeople. “Laat ik dat nuanceren: wat de technologie betreft, is er in dertig jaar veel veranderd. Maar voor de gebruiker van die technologie is er veel bij hetzelfde gebleven. Een voorbeeld? Neem de receptie van een organisatie. Die fungeert nog steeds als een ‘switchboard’, net zoals honderddertig jaar geleden. Technologische ontwikkelingen, zoals big data en business intelligence, zie je daar niet terug.” De geneugten van de moderne technologie blijven, zo stelt hij, ook nu veelal voorbehouden aan de techneuten. “Als je kijkt naar de manier waarop technologie voor communicatie binnen organisaties wordt toegepast, dan kun je gerust over het tijdperk van ‘paard en wagen’ spreken, terwijl er met auto’s kan worden gereden”, valt COO (ook verantwoordelijk voor International Market Development) Matthijs van Domselaar hem bij. De paard-en-wagensituatie moet maar eens veranderen wat Geurts betreft. Om te beginnen door bijvoorbeeld communicatie als een logistieke ‘workflow’ te zien, in plaats van als een technologiekwestie. “Elk bedrijfsproces, van sales tot finance, heeft tegenwoordig een systeem gebaseerd op de workflow. Behalve de communicatie. Daar heb je nog steeds te maken met telefoontjes die niet worden beantwoord en naar voicemailboxen gaan. Vaak zie je
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
dan dat een boodschap of vraag via de e-mail naar een collega – waarvan je hoopt dat hij of zij ook de juiste persoon er voor is – wordt gestuurd. Met een beetje geluk krijg je daar dan weer een ‘out of office’-bericht van terug, waardoor de vraag of boodschap blijft liggen. En als de oorspronkelijke beller weer contact opneemt, moet de receptioniste/telefoniste bekennen dat zij geen idee heeft met wie er destijds is doorverbonden. Want dat wordt niet structureel bijgehouden in een timeline. Het is een ongecontroleerd proces. Terwijl communicatie, ongeacht of het nou in- of extern is, juist van levensbelang is voor organisaties. Wij benaderen communicatie als een bedrijfsproces. Met Anywhere365 brengen wij alle soorten communicatie in een workflow. Je zou het dialoogmanagement kunnen noemen.”
Weg met de silo’s De toekomst ziet er zonnig uit, als het gaat om communicatie. Tenminste, dat menen Gijs Geurts en Matthijs van Domselaar. “De komende jaren zul je
zien dat de silo’s in de communicatie – en dan hebben wij het over bijvoorbeeld apparaten en mensen – gaan verdwijnen. Het maakt niet meer uit hoe en met welk apparaat met welke soort medium er met wie of wat wordt gecommuniceerd. Met dank aan technologische ontwikkelingen als The Internet of Things en unified communications. Communicatie wordt contextgevoelig: stel dat je in een lift zit en er is een storing. Nu moet je nog op een knopje drukken of een speciaal nummer bellen. Vervolgens moet je maar hopen dat er snel door een deskundig iemand wordt gereageerd. Straks hou je jouw smartphone tegen het ‘Meld uw storing’-plaatje in de lift en je komt automatisch bij de monteur terecht die in de buurt is en die direct op jouw storingsmelding, via spraak of video, kan reageren. Want al die informatie – over de plek waar de lift staat, de onderhoudsstatus van de lift én de planning van het onderhoudspersoneel plus de realtime locatie van de eigen monteurs – is al beschikbaar bij de liftenfabrikant. Waarom zou je dat dan ook niet gebruiken? De toekomst is aan dialoog management.”
Deel dit artikel met uw netwerk:
MATTHIJS VAN DOMSELAAR EN GIJS GEURTS.
13
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Christian Visser, Chief Information Officer van IBM Benelux
‘Alles raakt met elkaar verbonden’ Met zijn dertig jaar heeft Telecommagazine een respectabele leeftijd bereikt. Maar in het Amerikaanse ICT-concern IBM (ook bekend als ‘Big Blue’) moeten wij onze meerdere erkennen: dat bedrijf bestaat namelijk 105 jaar. Christian Visser, Chief Information Officer van IBM Benelux, heeft daar tot dusver zestien jaar van meegemaakt. Prima uitgangspunt om naar het verleden en het heden te kijken en ook om de toekomst van de ICT te voorspellen. Al heeft ook hij zijn grenzen: “Het wordt voor mij lastig om dertig jaar vooruit te kijken. Zo’n glazen bol heb ik helaas niet.”
Door Paul Teixeira Fotografie Paul Teixeira
14
Op zestien juni 1911 was het zover: in de Amerikaanse stad New York zag de Computing Tabulating Recording Company het licht, het gevolg van een fusie van drie bedrijven die in de ponskaarten, weegschalen en industriële uurwerken actief waren. Dertien jaar later, in 1924, voerde CTRC een naamswijziging door. International Business Machines was officieel een feit geworden. Het bedrijf wist in dat jaar ook het eerste grote IT-wapenfeit op zijn naam te schrijven. Het kreeg destijds de opdracht van de Amerikaanse overheid
(als onderdeel van de Social Security Act die toenmalig president Franklin Roosevelt had geïntroduceerd) om de gegevens van circa 26 miljoen arbeiders op ponskaarten vast te leggen. Je zou het met wat fantasie dat de eerste big-data-exercitie kunnen noemen. IBM kent meer van dergelijke wapenfeiten in zijn 105-jarig bestaan. Uit zijn laboratoria komen onder andere de harde schijf, de relationele database, de mainframe computer, de floppy disk, de personal computer, de eerste supercomputer, de PowerPC-processor en niet te
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
vergeten: de elektrische typemachine met het fameuze ‘bolletje’. De bollebozen bij IBM staan nog steeds niet stil: zo wist het in 2015 het grootste aantal patenten – 7.355 stuks om precies te zijn – in de Verenigde Staten op zijn naam te schrijven. Iets waar IBM al 23 jaar achter elkaar op kan bogen. Het ICT-concern is ook een pionier als het gaat om het ‘intelligenter’ maken van computersystemen. Iets waar schaakgrootmeester Garry Kasparov in 1997 op een onzachte manier achter kwam toen hij in een schaakwedstrijd het onderspit moest delven tegen de door IBM gebouwde Deep Blue II-computer. Enkele jaren later, in 2011, slaagde IBM’s computersysteem Watson er in om tijdens een aflevering van de Amerikaanse televisiekennisquiz Jeopardy twee menselijke tegenstanders te verslaan.
Cognitieve ICT-dienstverlener De ontwikkelingen in ICT-land gaan zeer snel, en dat geldt niet alleen voor de technologie, maar ook voor de veranderingen bij de ICT-bedrijven zelf. Het huidige IBM is bijvoorbeeld een aanmerkelijk ander bedrijf dan pak ’m beet een jaar of tien geleden, zegt IBM’s Benelux CIO Christian Visser: “In de loop der jaren hebben wij ons omgevormd van een ICT-fabrikant en softwaremaker naar wat je als een ‘cognitieve ICT-dienstverlener en een cloudservicepartij’ kunt kenmerken. Waarbij wij overigens nog wel de nodige hardware ontwikkelen en verkopen, zoals mainframe computers en grootschalige opslagsystemen.” Die transformatie heeft zich onder andere geuit in acquisities die je niet bij een ‘traditionele’ ICT-partij zou verwachten. Zoals de overname van The Weather Company, een mondiaal opererende leverancier van informatie over het weer, in het najaar van 2015. Hiermee is IBM in één klap eigenaar van gegevens die voor nagenoeg alle bedrijfssectoren en het gros van de burgers wereldwijd van cruciaal belang zijn. Het is informatie die in andere oplossingen van het ICT-concern kunnen worden verwerkt en aangeboden, aldus Visser. Heden ten dage is ICT niet alleen een cruciaal onderdeel geworden van het leven van alledag, het heeft zich ook ontpopt tot een middel waarmee nieuwe bedrijfs- en businessmodellen kunnen worden gerealiseerd. Een nogal groot verschil met dertig
jaar geleden, toen ICT met name werd toegepast als verbetering van bestaande bedrijfsprocessen en werkmethoden. En door de komst van relatief goedkope en makkelijk bereikbare ICT-middelen vanuit de cloud, zijn landsgrenzen en startkapitaal minder relevant voor een beginnende onderneming. “Vroeger had je tonnen of zelfs miljoenen aan hard- en software-investeringen nodig om als bedrijf te starten of om een volgende stap naar buitenlandse markten te maken. Nu is dat allemaal dankzij de cloudtechnologie financieel en anderszins bereikbaarder geworden. Een start-up met een goed idee heeft tegenwoordig in potentie de wereld aan zijn voeten liggen. Zonder daarvoor miljoenen te moeten investeren in ICT.” Een andere belangrijke ontwikkeling is die van The Internet of Things. Visser: “Alles raakt met elkaar verbonden. Dat biedt ongekende mogelijkheden. Denk aan een koelkast die zelf in staat is om een bestelling te plaatsen als de melk op dreigt te raken. Dat is voor de consument erg prettig, maar het zorgt ook voor de nodige kansen bij leveranciers, zoals de supermarktketen die de melk levert en inkoopt.”
Kinderschoenen In de nabije toekomst, pak ’m beet over zo’n drie jaar, zijn cognitieve toepassingen ‘gewoon de norm’, aldus IBM’er Visser. Ook over de cloud wordt nauwelijks meer gesproken: het is domweg een gegeven waar nagenoeg iedereen gebruik van maakt. Je praat immers ook niet met verwondering over het feit dat er elektriciteit voorhanden is: “Het is dan business as usual.” Een andere ontwikkeling die hij voorziet, is dat The Internet of Things een enorme vlucht zal gaan nemen. “Denk aan de zelfrijdende auto. Die technologie staat nu nog in de kinderschoenen. Maar over drie jaar zal dat een volwassen iets zijn, waarbij er nieuwe bedrijven zijn ontstaan die op basis van bijvoorbeeld die zelfrijdende auto’s nieuwe diensten ontwikkelen en aanbieden. En het schept ook grote mogelijkheden voor ‘klassieke’ ondernemingen. Zij kunnen zich op basis van The Internet of Things en het feit dat mobiele apparaten nog meer gemeengoed worden, omvormen of andere inkomstenbronnen aanboren. Een operator kan bijvoorbeeld zelf bankdiensten gaan aanbieden aan zijn klanten.”
Deel dit artikel met uw netwerk:
15
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Roger Heusschen en Chris Bell van serviceprovider T-Systems
‘IT gaat niet meer om technologie, Door Raymond Luijbregts Fotografie Mirjam van der Linden
De afgelopen dertig jaar is IT veranderd van een technologiegedreven markt naar een die wordt geleid door functionele wensen van de eindgebruiker. Kabels en serverracks maken plaats voor flexibele IT-capaciteit, cloudtoepassingen en apps. Roger Heusschen en Chris Bell van serviceprovider T-Systems zitten beide al zo’n dertig jaar in het vak en maakten de transitie van dichtbij mee.
IT in de jaren ’80 van de vorige eeuw draaide vooral om technologie. De voortschrijdende rekenkracht bepaalde de mogelijkheden. Mainframes werden langzaamaan vervangen door afdelingssystemen en later pc’s. IT leverde steeds meer rekenkracht en dat bepaalde welke functionaliteit beschikbaar was. Functionaliteit was technologie-gedreven”, legt Heusschen, global account executive bij T-Systems uit. In de tweede golf, in de jaren ’90 van de 20ste eeuw, werd die IT samengebald tot grote totaaloplossingen. ERP bepaalde het speelveld van de organisatie. Heusschen: “Het beheer werd gedaan door eigen IT-afdelingen of gedetacheerde krachten op projectbasis. Omdat die taak steeds groter werd en het beheer steeds ingewikkelder, resulteerde dat eind jaren ’90 in de derde fase. Oursourcing werd populair, want organisaties wilden af van de beheerlast. Derde partijen namen zowel het facilitymanagement als het IT-beheer in handen. Maar toch bleek ook die situatie niet ideaal. Organisaties verloren teveel grip op hun eigen zaken en trokken het weer naar zich toe.”
Denken in apps Roger Heusschen (links) en Chris Bell
16
Inmiddels zijn we aanbeland bij de vierde fase. Hierin staat functionaliteit centraal. Heusschen: “Mensen denken tegenwoordig
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
maar om de eindgebruiker’ in apps, niet in techniek. De onderliggende technologie is voor hen minder van belang. Het merendeel heeft bijvoorbeeld geen idee wat voor processor in hun smartphone zit. Ze weten dat het volgende model sneller is en meer geheugen heeft, en voor de rest geloven ze het wel. Die onderliggende techniek moet vooral ‘gewoon werken’.” Die functionaliteit is steeds minder vaak enkel afkomstig van eigen IT-voorzieningen. Want die is vaak niet in staat flexibel mee te bewegen, aldus Chris Bell, business development executive bij T-Systems. “Serviceproviders kunnen meer geavanceerdere IT-functionaliteiten bieden dan organisaties zelf zouden kunnen. Bovendien met een veel hogere uptime. Simpelweg omdat dat hun core business is.”
Flexibiliteit Volgens Bell hebben serviceproviders nog een belangrijk voordeel. “Ze opereren op veel grotere schaal. Dat maakt hen flexibel. Ze kunnen tijdelijk rekenkracht bieden, mocht een organisatie daar om verlegen zitten. Organisaties kunnen dat allemaal niet meer zelf. De investeringen zijn te hoog, net als de benodigde kennis. De technologie ontwikkelt zich veel te snel om het allemaal zelf te willen doen.” Dat is volgens Bell ook de verklaring voor de populariteit van hybride cloudomgevingen. “Daarbij stellen organisaties voor zichzelf een ideale mix samen van functionaliteiten uit hun eigen private cloud en de publieke cloud.
Vaste prijs per gebruiker Toch is ook dat model nog altijd in ontwikkeling. Heusschen: “In de toekomst gaan we veel meer toe naar een systeem waarbij organisaties voor een vaste prijs per gebruiker een volledige functionaliteit afnemen. Een complete werkplek of ontwikkelomgeving uit de cloud, bijvoorbeeld. Inclusief wat vroeger nog onder allerlei verschillende disciplines viel, zoals telecom. Dat soort disciplines en begrippen zijn allang geen losse eilandjes meer, maar integraal onderdeel van de
complete IT-dienstverlening. Eigenlijk zoals nu de bekende kabelbedrijven hun klanten voor een vaste prijs voorzien in al hun mediabehoeften.” End-to-end ontzorging en connectiviteit zijn daarbij zeer belangrijk aspecten. Bell: “Gebruikers willen gewoon altijd bij al hun spullen kunnen. Ongeacht waar ze zijn, welk device ze gebruiken en welke technologie of infrastructuur daaronder ligt. Dat is waar connectiviteit tegenwoordig om draait. Serviceproviders moeten dat end-to-end kunnen leveren.”
Sourcen Die veranderende mindset heeft ook gevolgen voor het sourcingsproces. Vroeger schreven organisaties een RFI (Request for Information) en een RFP (Request for Proposal) uit. In de RFP omschreven ze vrijwel op taakniveau uit wat ze van een leverancier verlangden. Heusschen: “Nu is dat radicaal anders. Tegenwoordig is de uiteindelijke functionaliteit het vertrekpunt. Organisaties omschrijven simpelweg welke functionaliteit zij wensen. Het is aan de provider hoe dat precies tot stand komt. Ook hier geldt weer: de onderliggende technologie is minder interessant. Het gaat uiteindelijk om de geleverde functionaliteit.” Dat heeft grote gevolgen voor bijvoorbeeld app-ontwkkeling. Bell: “Aan de ene kant kiezen gebruikers daarbij uit een brede range van standaardapplicaties, zoals Office 365. Aan de andere kant verschijnen steeds meer heel specifieke apps die gericht zijn op niches. Denk aan een app die zeer nauwkeurig bepaalt hoeveel brandstof wordt meegegeven aan een vliegtuig. Veel nauwkeuriger dan een piloot ooit zelf zou kunnen.”
Service-orchestratie
Deel dit artikel met uw netwerk:
De transitie naar servicegerichte architectuur brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Zeker wanneer organisaties gaan ‘shoppen’ bij diverse providers. Het is dan een grote uitdaging om overzicht te behouden op
17
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
‘Publieke clouduitgaven komen in 2019 uit op 141 miljard dollar’ alle afgenomen services, laat staan om deze succesvol te koppelen. Er is niet voor niets vanuit het grotere MKB en de corporates steeds meer behoefte aan een goede service-orchestratie. Vanuit functioneel oogpunt moeten verschillende clouddiensten naadloos met elkaar samenwerken. Bell: “Bedrijven die hun eerste stappen richting de cloud maken, gebruiken naast een publieke vaak ook nog een private cloud. Organisaties moeten nog best veel engineering doen op de verbindingen daartussen. Dat vereist niet alleen de nodige inspanning, maar ook veel kennis. Kennis die je bovendien continu up-to-date moet houden. Organisaties die deze problematiek bij een enkele leverancier neerleggen, hoeven veel minder te managen. Koppelingen tussen de verschillende clouds zijn dan vaak standaard aanwezig.”
Security Security vormt een andere zwaarwegende uitdaging. Alles is immers steeds sterker in elkaar verweven. Heusschen: “Als je op een plek bepaalde firewall-regels verandert, kunnen ergens anders zwakke plekken ontstaan. Wie gaat dat end-to-end allemaal voor de organisatie regelen? Wie behoudt het overzicht? Het is daarbij een pre als alle infrastructuur onder de vleugels van een enkele provider valt. Die kan veel beter inschatten wat bepaalde maatregelen voor effect hebben op de gehele infrastructuur.” Sowieso is security een lastig aspect. “Neem bijvoorbeeld het draadloze netwerk. Veel organisaties hebben geen idee wat er precies gebeurt en wie ervan gebruikmaakt. Gebruikers nemen steeds vaker eigen devices mee naar kantoor. Maar wie heeft toegang tot welke data? En hoe zorg je bijvoorbeeld dat oud-medewerkers geen toegang meer hebben vanaf de eerste dag dat ze uit dienst zijn? Met dergelijke vraagstukken worstelen veel security officers. Ook hierin kunnen zij ondersteuning goed gebruiken. Ook dan is het goed als een provider het totale servicelandschap overziet.”
18
De opmars van cloud computing is onstuitbaar. Althans, dat voorspelt de Amerikaanse marktonderzoeker IDC in zijn jongste rapport (‘Wordwide Semiannual Public Cloud Services Spending Guide’) over de mondiale markt voor publieke cloud diensten. Het bureau verwacht dat er in 2019 wereldwijd ruim 141 miljard dollar aan publieke cloud-diensten en –producten zal worden uitgegeven. In 2015 werd er nog voor circa 70 miljard dollar aan dergelijke diensten en producten afgenomen. Het leeuwendeel – twee derde om precies te zijn – van de publieke clouduitgaven gaan, zo stelt IDC, naar de zogenoemde ‘Software as a Service’-oplossingen: programmatuur die via de cloud wordt gebruikt. Als het echter gaat om groei, dan spannen Infrastructure as a Service (IaaS) en Platform as a Service (PaaS) de kroon. Deze twee typen clouddiensten gaan jaar op jaar met respectievelijk 27 en 30,6 procent groeien. Grote organisaties zullen de komende tijd de grote aanjagers van de groei van publieke clouddiensten blijken te zijn, zo voorspelt IDC. Zij zijn in 2019 goed voor 80 miljard dollar van de totale uitgaven aan publieke clouddiensten. Het midden- en kleinbedrijf neemt dan wereldwijd circa 40 procent van de clouduitgaven voor zijn rekening. In Europa, Amerika en Afrika zullen in 2019 de grootste afnemers van publieke clouddiensten te vinden zijn in de industriële sector, de bancaire sector en de zakelijke dienstverlening. In Azië neemt de telecommunicatie-industrie echter de koppositie in, aldus IDC. De opmars van publieke clouddiensten heeft ook al de nodige gevolgen gehad voor de software-industrie, aldus IDC. Diverse producenten hebben inmiddels al een verschuiving gezien in hun omzet, waarbij er een daling van de licentieverkoop en een hogere afzet van op cloudgebaseerde software zichtbaar is. Die ontwikkeling zal de komende jaren alleen maar verder doorzetten, stelt de marktonderzoeker.
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
BTG roept Nederlandse overheid op tot investeringen in innovatiekracht Operators KPN, T-Mobile en Vodafone hebben tot en met 31 december 2020 ‘bijgetekend’ voor de instandhouding van hun Nederlandse 3G-netwerkinfrastructuur. Hiervoor heeft elk van hen een bedrag van 23,628 miljoen euro naar de bankrekening van de Nederlandse Staat overgemaakt. Dat blijkt uit een officieel bericht van de overheidsinstantie Agentschap Telecom, onder andere belast met de uitgifte van frequentieruimte in Nederland. De Branchevereniging Telecomgrootgebruikers heeft al ideeën voor de besteding van de gelden die de overheid door de verkoop van frequenties de overheid ten deel vallen: investeer in de innovatiekracht van Nederland.
Door Paul Teixeira
De drie operators hebben in totaal zes vergunningen voor 2100MHz-frequenties tot en met eind 2020 verlengd. Hierdoor kunnen hun respectievelijke 3G-netwerken tot die datum ‘in de lucht blijven’. Het is nog onbekend wat zij na 2020 gaan doen met de infrastructuur. KPN heeft enkele jaren geleden laten doorschemeren dat het zijn 3G-netwerk op termijn uit wilde gaan schakelen. Inmiddels is de telecommer daar minder duidelijk over. Een KPN-woordvoerder bevestigt desgevraagd dat zijn bedrijf voor ruim 23 miljoen euro heeft ‘bijgetekend’, maar zegt daarbij dat KPN daar ‘niets aan toe kan voegen’. Zowel T-Mobile Nederland als Vodafone Nederland zijn eveneens om commentaar gevraagd. T-Mobile heeft een paar jaar geleden laten weten dat het zo lang mogelijk ‘alle netwerken’ in de lucht zou houden. Een woordvoerder van de operator laat nu echter weten: “Alhoewel T-Mobile nog geen beslissing heeft genomen over wat wij na 2020 met de 3G-vergunningen gaan doen, ligt het in de lijn der verwachting dat alles naar 4G zal verschuiven. 4G heeft de toekomst en er wordt ook al met een schuin oog gekeken naar 5G.” Vodafone Nederland houdt vooralsnog de lippen stijf op elkaar. “Wij kunnen er op dit moment niets concreets over melden”, aldus een woordvoerder van de operator. De voorloper van 3G, de 2G-netwerkinfrastructuur, is overigens eveneens van belang: het wordt in de praktijk veelvuldig toegepast voor het verbinden van allerhande apparaten (ook bekend als ‘The Internet of Things’).
“Logisch dat de operators nu nog geen kleur bekennen over hetgeen zij op den duur met 3G beogen”, zegt Jan van Alphen, voorzitter van de Branchevereniging Telecommunicatie Grootgebruikers (BTG). Hij ziet echter wel de nodige mogelijkheden voor de 70 miljoen euro die de Nederlandse overheid binnenhaalt met de verlenging van de 3G-vergunningen en de overige frequentieveilingen die nog in het verschiet liggen: “Het is wel opzienbarend dat de overheid hiervan zoveel rendement heeft. Ik ben benieuwd naar de bedragen die er voor de 4G- en 5G-frequentieruimte zullen worden geïnd. De overheid zou dat geld kunnen reserveren voor een grotere rendementsinvestering ten gunste van de innovatiekracht van Nederland, op het gebied van nieuwe draadloze producten en/of dienstverlening.”
19
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
En l’An 2000 What’s next.
Bijna 30 jaar geleden – in 1988 – ben ik afgestudeerd aan de TU Delft als ingenieur geofysicus. Ik was al tijdens het afstuderen werkzaam bij een Delftse startup – ja, die bestonden toen ook al – die een softwarepakket ontwikkelde voor de olie- en gasindustrie. En, ik ben gewoon al die tijd blijven hangen in de IT-industrie.
Door Frits Bussemaker CIONET Netherlands
In 1988 was ik bij een klant in Duitsland waar ik onze software op een SUN moest installeren. Echter, ik had geen password. Geen probleem, je kon toen gewoon het regionale kantoor van SUN bellen en als je het vriendelijk vroeg kreeg je over de telefoon de rootlogingegevens van die machine en kon je overal bij. Ja, de tijden zijn dus veranderd…
Moore’s Law Hoe de ICT-industrie zich ontwikkeld heeft sinds die tijd kunnen overal wel lezen. Mij is persoonlijk een aantal ontwikkelingen opgevallen. Ten eerste de snelheid. Moore’s Law voor hardware lijkt ook van toepassing te zijn op softwareontwikkeling. Waar
IN 1910 VERWACHTTE MEN DAT VIDEOTELEFONIE ER ZO UIT ZOU ZIEN.
20
vroeger een organisatie was opgetuigd om eens in het jaar dé grote softwarerelease te doen, hebben we nu te maken met continuous delivery. We hebben hierbij ook het bouwen van software geautomatiseerd.
IT is de business geworden Continuous delivery brengt mij ook bij een tweede waarneming: de convergentie van IT en de business. In vele gevallen is IT de business geworden. Hierbij zorgt IT op een aantal manieren ook voor de transitie van een Command and Control- naar een Connect and Collaborate-organisatie. IT doorbreekt de silo’s van organisaties. Toen ik begon te werken schreef ik nog een brief die de secretaresse op de post deed en
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
DE VLOER AUTOMATISCH LATEN REINIGEN ZOALS VOORSPELD EN DE UITEINDELIJKE WERKELIJKHEID.
Deel dit artikel met uw netwerk:
ik was blij als ik dezelfde week een antwoord had. Tegenwoordig een ping via WhatsApp en ik verwacht ook direct een reactie.
Trending topic De derde ontwikkeling, en daar wil ik ook wat langer bij stil staan, is dat ICT zelf een trending topic geworden is. Aan de ene kant bespreken we hoe verkiezingen worden gewonnen (verkiezing Obama 2008), opstanden worden gecoördineerd (Arabische lente), overheidsgeld schijnbaar wordt verspild (parlementair onderzoek naar ICT-projecten), onze privacy wordt geschonden (NSA, Snowdon) of domweg hoe er heel veel geld mee wordt verdiend (de rijkste en een na rijkste man van de wereld zijn ICT’ers: Carlos Slim en Bill Gates; op 1 en 2 onder de 40 jaar zijn dat Sergey
Brin van Google en Mark Zuckerberg van Facebook). Aan de andere kant zien we tegenwoordig overal de discussie over de Digital Disruption of Digital Transition. Analisten voorspellen al een paar jaar de ‘Perfect Storm’ of de ‘Nexus of Forces’. Wat opvalt is dat waar het eerst ging om het samenkomen van sociale media, cloud en mobile, daar inmiddels ook elementen als big data en The Internet of Things zijn bijgekomen. ICT lijkt zelf een big melting pot – een convergence of technology – te zijn waar elke nieuwe technologie toegevoegd de Digital Disruption doet versnellen.
Trendwatchers Wat voor impact hebben deze ICT-innovaties op organisaties en de maatschappij? In ieder geval een grote toename in het aantal trendwatchers. In de
21
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
DE VOORSPELDE MECHANISATIE EN AUTOMATISERING IN DE LANDBOUW.
tijd dat ik afstudeerde, hadden we er maar één in Nederland: nerd avant-la-lettre Chriet Titulaer liet ons de wondere wereld van technologie ontdekken. Tegenwoordig is trendwatching zelf een trend en hebben we tientallen trendwatchers, goede en betere. En, er komen alleen maar meer bij want er zijn zelfs al diverse HBO-opleidingen voor trendwatcher. Vanwaar deze (wild)groei van trendwatchers? Shift happens? Mijn waarneming is het een combinatie van nieuwsgierigheid en vooral angst voor het onbekende. We willen luisteren naar trendwatchers om ons voor te bereiden op de onzekere toekomst. Hoe kan ik mijn organisatie weerbaar maken voor de disruption? Waar komt de concurrentie vandaan? Wat zijn de nieuwe producten? Of, welke vaardigheden moet ik zelf leren om de transitie te overleven? Immers, voorspeld wordt dat vele banen gaan verdwijnen en we moeten opleiden voor banen die vandaag nog niet eens bestaan.
Serie tekeningen Maar, is de toekomst wel te voorspellen? Ontwikkelt de technologie zich niet zo snel dat we met geen mogelijkheid verder kunnen kijken dan hoog uit een
22
paar jaar? Dus kunnen we ons eigenlijk niet voorbereiden? Om die vraag te beantwoorden wil ik u graag attent maken op een serie tekeningen ‘En L’an 2000’ (scan de QR-code). In opdracht van een Franse sigarenproducent werden ten minste 87 tekeningen gemaakt over de technologische ontwikkelingen in het jaar 2000. Deze tekeningen werden eerst als insert bij een sigarendoos en later als briefkaart geproduceerd in de jaren 1899, 1900, 1901 en 1910. De enige bekende set briefkaarten is ooit gekocht door Isaac Asimov die ze in een van zijn boeken publiceerde. Een deel van de voorspellingen zijn niet uitgekomen zoals de ‘walvisbus’, maar een redelijk groot deel van de voorspellingen is min of meer wel uitgekomen. We herkennen in de tekeningen: Skype, smart industry, robotstofzuigers, e-learning, e-farming en meer. Dit laat voor mij zien dat dromen over een verre toekomst wel degelijk zin heeft en nadenken over een wereld ‘beyond’ de Digital Transition mogelijk is. Ik kijk uit naar de toekomst.
COLUMN
Modern bumperkleven Zo, de vuilnisman heeft de kerstboom meegenomen. De kerstballen, de kaarsen en andere versieringen liggen weer op zolder. Het is een feit, de feestdagen zijn voorbij. De woonkamer is weer aan kant en het gewone leven is weer op gang gekomen. En dat is maar goed ook want je kunt toch niet blijven feesten? Je merkt het ook op de weg. In de week voor de kerst had ik een afspraak in België. Best een stukje rijden voor mij, dus vroeg de deur uit. Maar, er was geen kip op de weg en de reistijd was veel korter dan verwacht. Ik arriveerde bijna een uur te vroeg. Deze week maakte ik EVERT JAN WESTERA dezelfde reis, en… u begrijpt het al, beredruk was het. Totaal ruim een uur vertraging over een afstand van normaal een uur en vijfenveertig minuten. Evert Jan Westera Er is de laatste jaren veel veranderd op de wegen en de overheid heeft met wisselend succes veel (info@contera.nl) werkt als aanpassingen gedaan aan het wegennet. Veel beruchte file-hotspots zijn verdwenen en je kunt steeds zelfstandig consultant voor Contera Advies. Sinds 1985 is vaker redelijk tot goed doorrijden, als je het goed timet tenminste. hij actief in de telecombranche In ons vak gaat het vaak over het digitale netwerk. Daarmee bedoelen we de digitale snelweg, internet of en dertien jaar lang was hij als telecom- en informatiespecialist WAN/LAN-verbindingen. De afgelopen jaren zijn deze steeds sneller, betrouwbaarder en uitgebreider verbonden aan de Tweede Kamer geworden. We willen immers moeiteloos en probleemloos kunnen communiceren. Maar ons wegennet wordt der Staten-Generaal. ook steeds digitaler. Langs en in de wegen zitten talloze digitale technieken verborgen. Met al die informatie Fotografie Susanne Middelberg moet ons wegennet veiliger maar ook sneller worden. Files worden gemeten zodra de gemiddelde snelheid van het verkeer onder een bepaald niveau valt. Snelheidsmetingen die, als je de snelheidslimiet overschrijdt, een pijnlijke brief van het CJIB opleveren, etc. Deze digitale ontwikkeling neemt de laatste jaren een enorme vlucht. Niet alleen komt er meer techniek ín de wegen maar ook óp de wegen. Vrachtwagens worden uitgerust met geavanceerde systemen om de bestuurders te assisteren om snel en veilig te rijden. In onze auto’s zit inmiddels veel meer elektronica dan in de eerste spaceshuttle. Voor we het weten is de A1 straks digitaler dan de ‘digitale snelweg’. De Nederlandse overheid heeft de ambitie om Nederland als ‘testland’ in te zetten voor het mobiliteitsvraagstuk. Om dit te realiseren moet er veel gedigitaliseerd worden in en om het wegverkeer. De rijksoverheid wil ook ‘koploper’ zijn in het testen en het gebruik van zelfrijdende auto’s. Onder voorwaarden is het mogelijk om in Nederland met zelfrijdende voertuigen te experimenteren. De auto wordt een echte ‘Auto Mobiel’. Wetenschappers en de rijksoverheid zijn ervan overtuigd dat zelfrijdende auto’s zullen zorgen voor een veiliger en soepeler verkeersbeeld met aanzienlijke brandstofbesparing. Het zou dé oplossing zijn voor het fileprobleem. Heel actueel is het digitaliseren van het vrachtverkeer. Vrachtwagens staan dan met elkaar in verbinding en kunnen op elkaar reageren. Dit maakt het mogelijk om te ‘bumperkleven’. Of minder negatief genoemd: ‘Platooning’. Doordat de wagens met elkaar communiceren kan de onderlinge afstand tussen de vrachtwagens verkleind worden. Niet alleen nemen ze zo minder ruimte in op de weg maar het scheelt ook nog eens in brandstof. Zo zien we dat de netwerken de komende jaren niet alleen maar gebruikt worden voor gegevens maar in de toekomst hangt onze veiligheid er steeds meer van af. Een vrachtwagen die even het contact met zijn voorgangers kwijtraakt kan een ravage op de weg veroorzaken, om nog maar niet te spreken over slachtoffers. Storingen en capaciteits- of dekkingsproblemen zijn in de toekomst niet meer acceptabel. Er wordt steeds meer van de ICT-netwerken en -diensten verwacht. Het gebeurt nu ook al eens dat een computerstoring tot files leidt, bijvoorbeeld storingen in de matrixborden boven de spitstrook. Maar in de toekomst stroomt het verkeer, vooral draadloos, via de digitale snelweg. En dat allemaal om straks in onze ‘automobiel’ ook tijdens de spits, zonder oponthoud naar onze bestemming te ‘platoonen’.
23
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Edwin Prinsen, managing director Cisco Nederland
‘ICT wordt nu echt als middel gezien Het leven is inmiddels nauwelijks meer voor te stellen zonder pc’s, smartphones en tablet computers die met elkaar en het internet zijn verbonden. Eén van de aartsvaders van netwerktechnologie is het 31 jaar geleden opgerichte Amerikaanse ICT-concern Cisco. En het bedrijf speelt, volgens Edwin Prinsen, managing director Cisco Nederland, ook een vitale rol bij de eerstvolgende grote netwerkrevolutie: The Internet of Everything.
Door Paul Teixeira Fotografie Paul Teixeira
Deel dit artikel met uw netwerk:
24
“Als je ruim dertig jaar terug kijkt, dan vind ik het fascinerend om te zien om dat Cisco de eerste vijftien jaar met name bezig is geweest met netwerken”, constateert Cisco-topman Edwin Prinsen, “De laatste vijftien jaar is ons portfolio echter heel snel verbreed met zaken als collaboratie en IP-telefonie. Dat laatste was overigens destijds heel erg revolutionair: het was bijna ondenkbaar dat je met behulp van het internetprotocol kon bellen. De laatste vijf tot zes jaar is Cisco ook actief geworden in de segmenten van datacenters en security. Aan de ene kant is dat nog maar betrekkelijk kort geleden, maar in de ICT-markt staan vijftien jaar eigenlijk gelijk aan een eeuwigheid. Wat je de laatste jaren wel merkt, is dat de ontwikkelingen steeds sneller gaan.” De volgende grote ontwikkelingen in ICT-land hebben zich inmiddels al aangediend, aldus Prinsen. “Dan heb ik het over cloud computing, Realtime Business Analytics, The Internet of Everything en het feit dat software steeds meer centraal komt te staan. Die zaken worden ook in een razend tempo door de markt opgepakt. Neem bijvoorbeeld onze Application Centric Infrastructure (een architectuur waarbij software centraal staat als het gaat om het versnellen en optimaliseren van datacenter- en cloudomgevingen, red.) die wij in 2013 hebben geïntroduceerd. Het is nog nooit voorgekomen dat een dergelijke veelomvattende technologie zo snel door de markt is omarmd en in de praktijk werd toegepast.” Die snelle adoptie van technologie is voor veel organisaties ook een noodzaak geworden, zegt hij.
“Er wordt wel eens gezegd dat elk bedrijf inmiddels een ICT-bedrijf is. Tot op zekere hoogte klopt dat ook. Als je wilt blijven innoveren, dan moet je over een flexibele ICT beschikken. Dat is een voorwaarde. Zelfs al ga je niet direct mee in een ontwikkeling als The Internet of Everything: op het moment dat je er wel aan toe bent, dan kun je daar op inspelen mits je een flexibele ICT-architectuur hebt.”
‘Business outcome’ Edwin Prinsen signaleert tevens dat er zich een andere belangrijke verandering heeft voorgedaan: de gebruiker staat nu echt centraal. Werd er voorheen veelal door ICT-leveranciers op technologische merites verkocht, nu geeft de zakelijke waarde de doorslag. “Tegenwoordig hebben wij het bij Cisco over ‘business outcome’ als het gaat om de verkoop van onze oplossingen: het gaat er om wat de klant er daadwerkelijk bij wint op zakelijk gebied. Onze accountmanagers worden daar ook op getraind. Zij kijken allereerst naar het eventuele probleem of de doelstellingen op zakelijk gebied van de klant en komen vervolgens met de elementen uit ons portfolio om dat aan te pakken. En dat strekt zich uit tot zaken als draadloze netwerken, zoals ik laatst bij een exploitant van een voetbal- en evenementenstadion hoorde. Die willen meer weten over hun klanten die van het wifinetwerk gebruikmaken. Want dan kunnen zij hen ook nieuwe en bestaande diensten en producten via datzelfde netwerk aanbieden: bijvoorbeeld een aanbieding voor een drankje in de pauze of het tegen betaling via een videostream het winnende doelpunt laten zien. Het
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
om zakelijke doelstellingen te bereiken’
levert betere klantenbinding en een hogere omzet op. Het gaat dat bedrijf helemaal niet om de technologie van het wifinetwerk, de achterliggende securityoplossingen en de business analytics die er bij komen kijken: zij zien ICT als een middel om een zakelijk doel te bereiken.”
‘Smart country’ Over drie jaar zal de wereld er nog digitaler uit zien, is de verwachting van Edwin Prinsen. Dat klinkt
misschien wat vrijblijvend, maar hij concretiseert zijn uitspraak: “Ik denk dat wij veel verder zijn met zaken als realtime data analytics. Ook verwacht ik dat de The Internet of Everything dan een vast onderdeel van ons dagelijks leven is geworden, waarbij nagenoeg niemand het meer vreemd vindt dat er overal sensoren in zitten die continu verbonden zijn met het netwerk. Of Nederland dan een echt ‘smart country’ is? Wij zijn hier behoorlijk ver, maar het kan altijd nog beter en sneller.”
25
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Jan-Hein Bastiaenen, algemeen directeur en oprichter Strict
‘Wij hebben een prachtige Zowel Telecommagazine als Jan-Hein Bastiaenen hebben in 2016 een mooi jubileum te vieren: beide zijn al 30 jaar actief in de Nederlandse ICT-wereld. De oprichter en algemeen directeur van het ICT-adviesbureau Strict heeft de verschuiving van pure telecommunicatie naar ICT in de frontlinies meegemaakt. Anno 2016 maakt Bastiaenen de balans op en kijkt hij alvast drie jaar vooruit.
Door Paul Teixeira Fotografie Paul Teixeira
26
Zestien jaar geleden koos Jan-Hein Bastiaenen, na een carrière van één jaar bij KPN en ruim dertien jaar als ICT-consultant bij het toenmalige bureau Intercai (later overgenomen door branchegenoot Getronics, dat op zijn beurt weer is gekocht door operator KPN), voor een bestaan als ondernemer. Hij richtte een eigen ICT-adviesbureau op: Strict. De eenmanszaak is in de loop der jaren uitgegroeid tot een bedrijf dat met ruim 100 medewerkers één van de meest bekende bureaus is als het gaat om ICT-advies, met een sterk accent op communicatietechnologie. Het bedrijf doet niet alleen ‘pure consultancy’ voor organisaties, het schrijft ook beleidsplannen voor overheidsinstanties zoals voor de telecomtoezichthouder Agentschap Telecom. Strict is tegenwoordig ook meer dan een bureau alleen, zegt Bastiaenen: “Strict Consultancy beweegt zich onder andere in de terreinen van mobiele communicatie,
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
wereld in het vooruitzicht’ datanetwerken, datacenters, mission critical-omgevingen en mobilityconcepten. Daarnaast is er de dochteronderneming Stipt-ICT, dat zich richt op concepten rond de inzet van projectmanagers en programmamanagers op het gebied van communicatietechnologie. Verder is er de Strict Academy waarin veelbelovende afgestudeerden enkele jaren zowel scholing krijgen als de mogelijkheid krijgen om praktijkervaring op te doen. En wij zijn met onze branchegenoot Mobile Mindz een joint venture aangegaan: Oase App Services. Het richt zich op levering van concepten aan organisaties die grip willen krijgen op de ontwikkelingen rond mobiele apps en enterprise-appstores.”
Mobilityconcepten De wereld is in dertig jaar aardig veranderd, concludeert ICT-veteraan Jan-Hein Bastiaenen: “Dertig jaar geleden lag de focus heel erg op telecomsystemen en deden wij immense projecten, zoals bij de KLM waar wij met een man of 25 bezig waren met de implementatie van PBX-netwerken. Hetzelfde gold voor datanetwerken. Nu zijn wij bezig met grootschalige datacenterprojecten en zijn PBX-netwerken iets van het verleden. In onze adviespraktijk komen wij nog wel complexe ‘vaste’ telecomprojecten voor, zoals omvangrijke meldkamers, maar bij het merendeel van de telecomgerelateerde zaken gaat het over mobiele communicatie, strategisch advies over appontwikkeling en het realiseren van mobilityconcepten bij organisaties, zoals enterprise-appstores. Daarnaast zijn wij volop bezig op het terrein van cloud-infrastructuren. Ik zie ook dat bijvoorbeeld security een veel grotere rol dan vroeger speelt bij organisaties als het gaat om ICT.”
Essentieel “ICT is een essentieel middel voor organisaties geworden. Het automatiseert niet alleen bestaande bedrijfsprocessen, maar het zorgt ook voor de ontwikkeling van nieuwe concepten. Tegenwoordig
kun je binnen een maand een bedrijf opzetten dat op internationaal niveau opereert. Dat kan alleen door snel te schakelen en daar speelt ICT een cruciale rol in. Als je vandaag de dag de mogelijkheden van de ICT niet omarmt, dan sta je straks aan de zijlijn te kijken terwijl de concurrenten er met de bal vandoor gaan.”
Prachtige wereld De rol van ICT zal alleen maar groter worden, zowel bij bedrijven als bij overheid en burgers, verwacht Jan-Hein Bastiaenen. “Hoe de wereld er over drie jaar uit zal zien? Ik denk dat zaken als The Internet of Things, gekoppelde sensoren en mobiele communicatie nieuwe concepten zullen opleveren voor bedrijven waarmee zij efficiënter kunnen werken. Een voorbeeld daarvan is de vastgoedbranche. Het nieuwe werken en de opmars van flexplekken vragen om andersoortige inrichting van gebouwen en ook andere verhuurcontracten. Er ontstaan ook nieuwe, aanvullende ICT-diensten, zoals apps die op basis van sensorinformatie doorgeven aan welk flexbureau je een bepaalde collega kunt vinden. Of waarmee je vergaderruimten kunt reserveren. Een vastgoedspeler als Regus zie je letterlijk groeien dankzij de manier waarop zij het nieuwe werken en flexplekken faciliteren. Bedrijven willen dat. En ICT speelt daar een essentiële rol bij. Naar mijn mening gaat de vastgoedmarkt compleet veranderen. Als je blijft vasthouden aan langdurige contracten als vastgoedbeheerder, dan heb je probleem. Die efficiencyslag voorzie ik ook in andere sectoren, zoals in de gezondheidszorg. Neem de gezondheidszorg, daar is veel te winst te behalen door het inzetten van ICT-oplossingen. De combinatie van draadloze netwerken, sensoren en apps kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat op de Intensive Care één verpleegster tien patiënten kan bedienen, in plaats van het huidige regime van één verpleegster per patiënt. En dat zonder een verlies van de kwaliteit in de gezondheidszorg. Integendeel: die stijgt alleen maar, terwijl de kosten dalen. Wij hebben een prachtige wereld in het vooruitzicht.”
Deel dit artikel met uw netwerk:
27
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Martijn ten Kate, Country Manager Nederland Interoute, over netwerken
Optimaliseren voor de beste Interoute ontstond in 2002 uit KPNQwest, dat ten onder ging in de telecomcrash. Het bedrijf is eigenaar van een van Europa’s grootste netwerken en van een wereldwijd cloudserviceplatform. Met Martijn ten Kate, Country Manager Nederland, trekken we een lijn vanuit dertig jaar netwerkgeschiedenis naar de toekomst. “De toekomst is aan de gebruiker,” stelt Ten Kate.
Door Volkert Deen
“Dertig jaar terugblikken”, lacht Martijn ten Kate. “Mag het ook 5.000 jaar zijn? Want de eerste vormen van informatie opslaan en delen zag je in feite al rond 3.000 voor Christus ontstaan. Maar dat was echt elitewerk: informatie van enkele mensen, voor enkele mensen.” Daarna duurde het nog zo’n vierduizend jaar voor in China, Korea en Europa de eerste drukpersen werden uitgevonden. Dat veranderde meteen veel: plotseling kon informatie van enkele mensen gedeeld worden met vele anderen. “En nu”, vertelt Ten Kate, “in de afgelopen dertig jaar zitten we midden in de derde grote revolutie: ieder van ons creëert, consumeert en deelt informatie in ongekende hoeveelheden. Sterker nog: zelfs apparaten zijn gesprekspartners aan het worden. In 2020 hebben we naar schatting zo’n 3,8 miljard mensen op deze aarde – maar Gartner schat dat we op dat moment ook al zo’n 21 miljard apparaten aan het web hebben hangen.”
Ongelimiteerd delen “De grote verandering waar we nu in zitten, kwam in feite in de jaren ’90 op stoom, met de opkomst van het world wide web. Dat maakte het mogelijk om informatie, die tot die tijd alleen op papier beschikbaar was, bijna ongelimiteerd te delen. Maar eigenlijk is het de fase die daarna kwam, waar we de afgelopen paar jaren in hebben gezeten, waarin de echte revolutie is ontstaan.” Ten Kate denkt aan de opkomst van cloudcomputing, big data, mobility, sociale media: “Die ontwikkelingen hebben ongekende impact op de manier waarop wij leven. Niet voor niets hoor je nu zo veel over ‘digital transformation’: we verlaten
28
nu langzaamaan de fase waarin we op veel grotere schaal en met veel grotere snelheid dezelfde dingen doen. We beginnen nu echt hele nieuwe initiatieven te ontwikkelen die alleen kunnen bestaan bij de gratie van die ongekende informatiedeling.” Dit is de fase waarin we hotelketens beginnen zonder hotels (Airbnb), taxiservices zonder taxi’s (Uber) en waar banken dankzij blockchains buitenspel worden gezet. De wereld gaat op zijn kop doordat we niet langer informatieoverdracht gebruiken om onze business te ondersteunen, maar doordat we van informatieoverdracht onze business maken. Het belang van netwerken is daarbij moeilijk te overschatten, denkt Ten Kate. “4G en steeds goedkopere data-abonnementen voor consumenten zorgen ervoor dat mobility van de grond begint te komen; in de enterprise worden cloudcomputing en software defined networking nu een succes omdat bedrijven als het onze ervoor zorgen dat systemen in een virtueel datacenter beter draaien dan binnen de eigen muren.” Wordt netwerkcapaciteit daarbij een issue, nu de datastromen zo sterk groeien? “Niet als het aan ons ligt”, meent Ten Kate. “Maar daar werken we dan ook voortdurend aan. Onze virtual datacenters hebben veruit de hoogste throughput en laagste latency ter wereld. Ik ben ervan overtuigd dat dat zo blijft, ook als de druk op de netwerken de komende jaren flink wordt opgevoerd.” Wat is dan de grootste uitdaging voor cloud-enabled managed hosters, op dit moment? “Security wordt
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
gebruikservaring
natuurlijk altijd genoemd”, zegt Ten Kate, “maar eerlijk gezegd is dat tegenwoordig niet meer de allergrootste zorg voor onze klanten. Security is een ‘given’: je kunt dit werk niet doen zonder dat je aandacht besteedt aan security in alles wat je doet. Mensen begrijpen heel goed dat wij er alles aan doen om onze diensten veilig te houden. Als cloudhoster heb je geen andere keuze: de bodem valt onder je model vandaan als klanten hun data niet aan je kunnen toevertrouwen.”
Toekomstbestendig “Een discussie die we wel veel voeren met onze klanten is over de toekomstbestendigheid van hun investering. Er komt zo veel op ons af de komende jaren. Je klanten, je medewerkers, je apparaten en zelfs je goederen en diensten produceren steeds grotere hoeveelheden data, en voor een groot deel van die data geldt dat de snelle en accurate verwerking en beschikbaarheid van die gegevens heel snel veel belangrijker worden voor je
Deel dit artikel met uw netwerk:
29
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
business. Big data stelt je in staat op een heel andere en veel actievere manier met je klanten en je voorraden om te gaan. Doe je dat niet, of ben je daar niet klaar voor, dan word je ingehaald door concurrenten die dat beter voor elkaar hebben.” Ten Kate vervolgt: “Pure capaciteit is daarbij het probleem niet. We kunnen zo bijschakelen; dat is het mooie van de ontwikkelingen waar we nu in zitten.” De truc is dat je slim moet omgaan met data. “Bepalen welke data prioriteit krijgt over andere – welke datastromen welke routes volgen, zodat je in staat bent te anticiperen op behoeftes en er nooit onverwachte problemen optreden.” Dat is wat Ten Kate ziet als de belangrijkste uitdaging voor de komende jaren. Hij wijst daarbij op de groeiende erkenning voor het belang van de gebruikservaring. “Bij cloudservices is de kwaliteit van de dienstverlening van het grootste
belang. Wij hebben het voordeel dat we onze diensten draaien op onze eigen netwerken. Cloud Spectator heeft berekend dat de doorvoersnelheid van ons netwerk over de Atlantische oceaan tweemaal zo groot is als die van onze eerstvolgende concurrent. Dat heeft gevolgen voor hoe gebruikers onze diensten ervaren en waarderen.” Bij investeringen in managed hosting is het belangrijk daar rekening mee te houden, meent Ten Kate. “De gebruikservaring wordt de komende jaren steeds belangrijker. Natuurlijk moet je op je centen letten, maar met verkeerde bezuinigingen snijd je jezelf in de vingers. Wat wij steeds proberen uit te leggen aan onze klanten is dat je voor een dubbeltje op de tweede rang zit, en dat zijn niet de beste plaatsen. Wie de komende jaren wil overleven, moet zijn klanten de best denkbare service willen bieden. Zo staan wij erin, en zo vinden we ook dat we onze klanten moeten adviseren.”
The world is going digital. Are you up for the ride? Put the right spin on your digital journey – at CeBIT 2016. 14 – 18 March 2016 ▪ Hannover ▪ Germany
The digital transformation has begun!
cebit.com
Global Event for Digital Business
Hannover Consultancy B.V. · Tel. +31 18 4 69 30 50 · info@hf-netherlands.com · Twitter: @HCnederland
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
Waarom we ook zonder papier blijven ondertekenen De handtekening bestaat al sinds de Babyloniërs duizenden jaren voor Christus ontdekten dat papyrus, de voorloper van papier, gebruikt kan worden om contractuele afspraken vast te leggen. Maar wat houdt het langer vol: het medium of de bezegeling?
Door Kristian van Tuil
Nog maar enkele jaren geleden leek het gebruik van papier in het bedrijfsleven niet weg te denken. Inmiddels weten we dat, met de komst van smartphones, tablets, cloud en wifi, documenten niet meer in papiervorm door een bedrijf en naar klanten hoeven gaan. Maar waar papier langzaam verdwijnt, gaat dat niet op voor de handtekening. Die verandert in een elektronische variant. De opkomst van de elektronische handtekening is volgens Thomas Kaeb, Senior Sales Manager bij Wacom Europe, gevoed vanuit de banking en telecom. “In die sectoren zaten de eerste bedrijven die inzagen dat het werken met papier meer nadelen dan voordelen heeft.” Papier is traag, is fraudegevoelig en vereist fysieke aanwezigheid van degenen die een overeenkomst tekenen. “Technologie heeft toen zijn intrede gedaan en voor veranderingen gezorgd.” Nadat Wacom naar een idee van de Duitse bank Sparkasse begon met de ontwikkeling van een eigen tablet om digitaal documenten te ondertekenen, raakten al snel meerdere partijen geïnteresseerd. “Vooral vanuit telecom was de aandacht enorm”, zegt Kaeb. “Nog voordat wij met onze tablet op de markt kwamen, uitte Orange France Telecom dezelfde behoefte.” Inmiddels zijn we een decennium verder, maar zijn de use cases niet veranderd. “Denk daarbij aan het sluiten van een nieuw contract met je telecomleverancier of het aangaan van een hypotheek met je bank. Gebruikers kunnen dankzij een tablet het document op ware grote inzien en ondertekenen op de manier die ze
gewend zijn. Veel bedrijven opereren hierin nu volledig digitaal. De print is daarmee verworden tot niet meer dan een simpele kopie van de digitale versie.”
Verandering van vorm De handtekening zoals we die al duizenden jaren kennen, zal nog jarenlang blijven. Maar langzaamaan verandert hij wel van vorm. Op papier is het namelijk een schets, maar elektronisch is een handtekening ‘pure wiskunde’, zegt de Fransman. Digitaal wordt de authenticiteit van een document en/of de ondertekenaar niet bepaald door de visuele representatie, maar door de in de handtekening opgeslagen data. “Handtekeningen zijn veranderd in een algoritme”, zegt hij. “Dat maakt ze een stuk beter te controleren en daarmee veiliger.” Bij een elektronische handtekening wordt gekeken naar meer eigenschappen dan bij een geschreven variant. Die eigenschappen zijn bijvoorbeeld volgorde van strepen, snelheid, druk en de hoek waarin de pen gehouden wordt. Variaties in beweging kunnen ook worden geregistreerd als de pen niet tegen de pad aangehouden wordt, zodat een fraudeur ook op basis van deze ‘air time’ tegen de lamp kan lopen. “Bij digitale geschreven handtekeningen vangen we naast de statische afbeelding ook biometrische, dynamische data. Deze is specifiek naar een persoon te leiden en bestaat uit verschillende onderdelen. Iedere handtekening verschilt optisch iets; als je over een uur iets tekent is het anders dan je schrift nu. Maar de manier waarop je tekent blijft altijd hetzelfde.”
31
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
32
THOMAS KAEB SENIOR SALES MANAGER BIJ WACOM EUROPE
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
Nieuwe definitie De digitale handtekening is nog volop in ontwikkeling, vertelt Kaeb. “In augustus vorig jaar is Europees besloten tot een nieuwe definitie van elektronische handtekeningen. Hierin is vastgelegd dat allerlei vormen van authenticatie gebruikt kunnen worden om iets te ondertekenen. Een paraaf, je stem of een vingerafdruk kunnen gezien worden als een geldige handtekening. Maar dat maakt de handtekening nog niet gekwalificeerd.” Gekwalificeerde geschreven handtekeningen gaan nog een stap verder in security. Ze stellen namelijk op een accurate manier vast dat een ondertekenaar ook daadwerkelijk is waar hij of zij zich voor uitgeeft. Daartoe zijn ze gekoppeld aan een certificaat. Meestal gaat het hierbij om een Public Key Infrastructure (PKI) sleutel. De manier van beveiligen van documenten met een digitale handtekening is daarmee te vergelijken met hoe websites worden beveiligd met een SSL-certificaat om te laten zien dat ze bonafide zijn. Papierloos werken zonder gebruik van gekwalificeerde handtekeningen is mogelijk, maar volgens de salesmanager niet verstandig. “Niet alleen ga je daarmee voorbij aan het controleren van de identiteit van degene die het document heeft opgesteld of ondertekend, ook verkrijg je op die manier geen zekerheid over de integriteit van de ondertekende data. Zo blijf je dus in het ongewisse als een bedrag in een overeenkomst tussentijds is gewijzigd.” Met name voor gevoelige digitale papieren als bankdocumenten en contracten, waarbij beveiliging de hoogste prioriteit heeft, volstaat een reguliere elektronische handtekening zonder certificaat dus niet.
net zo goed om documenten te beveiligen als andere authenticatiemiddelen zoals irisscans of vingerafdrukken”, zegt Kaeb. “Al die zaken volstaan voor de security.” Toch is er een belangrijk verschil: de handgeschreven handtekening is namelijk sinds mensenheugenis de meest natuurlijke manier om de echtheid van een document aan te tonen. “Dat is in duizenden jaren tijd niet veranderd. Digitaal tekenen met een pen is net zo eenvoudig als het op papier was.” Omdat handtekeningen zijn ingeburgerd en er met smartphones, tablets en aanraakschermen allerlei manieren zijn om de handtekening digitaal toe te passen, blijft het een ideaal instrument voor bedrijven om hun digitale transformatie te vergemakkelijken. “Als een verandering te zeer verschilt van wat je gewend was te doen, komt dat de acceptatie niet ten goede. Een gevoel van vertrouwen in nieuwe technologie is binnen digitalisering noodzakelijk. Iedereen is van jongs af aan gewend een pen in de hand te houden.”
Deel dit artikel met uw netwerk:
Andere oplossingen Maar moet het per se een handtekening zijn? Zijn er geen andere oplossingen denkbaar? “Technologisch gezien zijn geschreven elektronische handtekeningen
33
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Hans van Zonneveld, IT Strategy Consultant Winvision
‘In drie jaar tijd zul je zien dat alle Goed, de Nederlandse ICTdienstverlener Winvision telt nog geen dertig jaar, zoals Telecommagazine, maar met een geschiedenis van veertien jaar is het ook geen nieuwkomer meer te noemen. Hans van Zonneveld, IT Strategy Consultant Winvision en verantwoordelijk voor de telecomactiviteiten gebundeld in Winvision Voice, is dan ook goed in staat om het een en ander in historisch perspectief te zien. En om goed onderbouwd vooruit te blikken op de technologische ontwikkelingen.
“Mijn startpunt lag in de ‘echte’ IT: als consultant bij RAET/Getronics”, zegt Hans van Zonneveld, IT Strategy Consultant bij Winvision. “Telecommunicatie vond ik overigens toen al erg interessant, met name de communicatiecomponenten in de informatietechnologie. Denk aan bijvoorbeeld e-mail, chat en presence.” Inmiddels werkt hij al circa tien jaar bij ICT-dienstverlener Winvision, een partij die sinds 2002 als specialist op het gebied van Microsoftoplossingen in Nederland actief is. “En die al jaar op jaar groeit en winstgevend is”, voegt hij toe. Van Zonneveld is tevens de drijvende kracht achter Winvision Voice,
34
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
communicatievormen samensmelten’ het bedrijfsonderdeel dat oplossingen op basis van Microsofts unified-communicationsplatform Skype for Business aanbiedt. “Eigenlijk ben ik bij Winvision steeds actief geweest als consultant, al dan niet met verantwoordelijkheid voor andere consultants. De laatste tijd ben ik met name bezig met het adviseren van onze klanten als het gaat om de ICT-strategie.” Een rol die hem als geen ander geschikt maakt om zowel achter- als vooruit te kijken op het gebied van ICT.
Honderd jaar weinig veranderd “Telefonie bestaat al heel erg lang en eigenlijk is er in heel veel jaren niet veel veranderd: het ging altijd om spraak en de manier waarop de verbinding tot stand werd gebracht. Eerst ging het met blikjes, vervolgens kwam er koper en daarna werd dat gevolgd door glasvezel en draadloos. De digitalisering, met de mogelijkheid om te bellen via IP, was de volgende stap. De laatste vijftien jaar is het echter heel snel gegaan: er zijn nieuwe communicatiemiddelen bij gekomen die je in de honderd jaar daarvoor niet hebt gehad. De adoptie van die noviteiten is eveneens bijzonder snel gegaan. Overigens gebiedt de waarheid wel te zeggen dat de eerste publieke videotelefoniedienst al in 1936 door de Duitse Reichspost is geïntroduceerd (tussen Berlijn en Leipzig, red.). Maar dat heeft geen lang leven gehad: binnen vier jaar was het weer opgedoekt.”
Mensen willen kiezen “Tegenwoordig willen mensen kiezen met welk middel en medium zij communiceren: e-mail, WhatsApp, chat, Skype of ‘gewoon’ telefoneren. Dat is mogelijk door het feit dat IT en telecommunicatie dichter bij elkaar zijn gekomen. IT wordt telecom en telecom wordt IT: het is nu één communicatieplatform. Het heeft ook gevolgen voor de manier waarop bedrijven met hun klanten communiceren. Wij spreken met heel veel organisaties meer en meer over de manier waarop zij ICT, inclusief unified communications, kunnen inzetten om zowel hun interne processen te optimaliseren als ook om hun klanten beter te bedienen.”
Wat dat betreft, heeft Microsofts entree in de telecomwereld de nodige versnellende effecten gehad, betoogt Van Zonneveld. “Zij hebben met een volledig andere, misschien onbevangenere, blik naar communicatie gekeken. Neem alleen al het simpele feit dat je tot dusver iemand belde zonder te weten of die persoon wel beschikbaar was. Da’s eigenlijk vreemd. Microsoft heeft daar de presence, de beschikbaarheidsstatus, voor. Nu kun je zien of iemand telefonisch, of via chat, bereikbaar is. Waarbij je wel ziet dat ook Microsoft er niet aan ontkomt om traditionele telefoniefunctionaliteit bij Skype for Business in te bouwen, zoals de ingesprektoon. Iedereen wil weliswaar graag veranderen, maar het liefst zonder de verandering zelf.”
Door Paul Teixeira Fotografie Paul Teixeira
Volledig beeld communicatiestromen Hoe ziet de wereld er over een jaar of drie uit? Hans van Zonneveld heeft daar een duidelijk beeld van. “Ik heb nog maar één device: mijn smartphone of tabletcomputer. Daar kan ik alles mee doen. Ik sluit ’m aan op een groot scherm, eventueel met een toetsenbord eraan gekoppeld en ik kan direct aan de slag. Mijn data staat ergens in de cloud, zodat ik daar altijd en overal automatisch over kan beschikken. De pc op het bureau verdwijnt en maakt plaats voor een persoonlijk apparaat dat je altijd bij je hebt. Dat is de hardwarekant. Als je kijkt naar de communicatiemiddelen, dan wordt het voor een organisatie steeds belangrijker om alle mogelijke communicatiestromen samen te brengen, van telefonie tot sociale media en websitebezoek. Omdat je een volledig beeld moet hebben van de bestaande en potentiële klanten. Alleen dan kun je inspelen op hun actuele en zelfs ook op hun toekomstige behoeften. Dat voorspellen van gedrag is geen volledige toekomstmuziek, dankzij de ontwikkeling van machine learning software. Eventuele privacyvraagstukken zullen daarbij steeds minder een obstakel vormen. In drie jaar tijd zul je zien dat alle communicatievormen samensmelten.”
Deel dit artikel met uw netwerk:
35
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
Al dertig jaar succes Door Michel van Schie Nederland ICT
De beroemde schrijver Mark Twain zei eens: “Voorspellen is lastig, vooral als het over de toekomst gaat.” Dat geldt zeker in een dynamische sector als de ICT. Alexander Graham Bell, grondlegger van de telefonie, voorspelde dat “One day every major city in America will have a telephone.” Dat het er zoveel zouden worden, ging zijn verbeelding te boven. Ook als we teruggaan naar de periode rond 1986, het geboortejaar van Telecommagazine, zijn de voorspellingen nog verre van accuraat. In 1983 schreef prof. Jan van Oorschot, buitengewoon hoogleraar in de bestuurlijke informatica, in zijn boek ‘Kijk, automatisering’: “Op basis van [deze] groeicijfers zal de computer over honderd jaar een geheugencapaciteit hebben die gelijk is aan die van 16.000 menselijke breinen.” Het is hem niet kwalijk te nemen. Wie had het grote succes voorzien van mobiele telefonie of van sms? Laat staan dat van internet. Zelfs op relatief korte termijn is het verdraaid lastig. Weet u nog? In 2010 werd de iPad gelanceerd. Een succesproduct dat volgens sommigen nu al zijn langste tijd gehad heeft. Maar terug naar 1986. In Nederland zijn we druk bezig met videotex-experimenten, in navolging van het succes van Minitel in Frankrijk. De PC/ AT, met 80286 Intel-processor, is een groot succes op de markt. De vooruitzichten zijn uitstekend, mede gelet op de nieuwe ‘harde’ 3,5 inch floppydisk, met meer
36
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
Deel dit artikel met uw netwerk:
opslagcapaciteit. Op telecommunicatiegebied wordt volop gedebatteerd over de gevolgen van het rapport van de Commissie Steenbergen over de verzelfstandiging van de PTT. Internationaal liep Nederland nadrukkelijk op de muziek vooruit. Marktwerking werd een gevleugeld begrip. Het is dan ook niet toevallig dat van Telecommagazine juist toen het eerste nummer van de persen kwam. Telecom was ‘hot’. O ja, en in 1986 werd Surfnet opgericht, met het oog op een geavanceerde infrastructuur voor hoger onderwijs en onderzoek. Het Informatica Stimuleringsplan (INSP) was een speerpunt van het kabinet. Automatisering, informatica, computers en telecommunicatie brachten het nodige teweeg. Van ICT was nog geen sprake. Wel in de praktijk natuurlijk, alleen noemden we het nog niet zo. Met Volmac, Raet, Datex, Multihouse en Pandata als vooraanstaande leden timmerde de computerservice- en softwarebranche flink aan de weg. Brancheorganisatie Cosso voorspelde voor 1988 een omzetgroei met 38 procent tot circa 3 miljard gulden voor de circa 50 aangesloten leden op een totale sectoromzet van 5 miljard. Het zijn groeicijfers die vandaag de dag onwerkelijk lijken. In 1995 fuseerden Vifka Informatica (onderdeel van VIFKA) en Cosso tot Fenit. Na een fusie tussen Fenit en Vifka Telecommunicatie en Vifka Office Products en Systems ontstond uiteindelijk ICT~Office en nu dus Nederland ICT met ruim 550 leden en die een sector vertegenwoordigt met een omzet van 30 miljard euro. Nederland ICT is de weerslag van de convergentie die in de sector heeft plaatsgevonden. Van oorsprong hardwareleveranciers werden steeds meer dienstverlener, softwarebedrijven doen steeds meer in de cloud, telecombedrijven leveren pakketten van internet tot aan televisie. Van de vijf eerder genoemde softwarebedrijven bestaat alleen Raet nog onder die naam. De sector is sterk van karakter veranderd. Vrijwel alle grote internationale spelers zijn actief op de Nederlandse markt. Softwarebedrijven van Nederlandse bodem zijn
internationaal actief én succesvol. PTT werd KPN en is nog altijd niet weg te denken in een markt die zeer competitief is. Het resultaat: een zeer hoogwaardige digitale infrastructuur, zowel op het gebied van vast als mobiel. Nederlanders realiseren zich vaak niet hoe belangrijk ons land is in het internationale veld van informatieen communicatietechnologie. Wifi en bluetooth vinden hun oorsprong in Nederlandse laboratoria. Net als de cd, nog altijd een belangrijke datadrager, en de populaire programmeertaal Python. Surfnet en AMS-IX zijn internationaal toonaangevend, net als ASML, NXP, TomTom en het van origine Nederlandse Booking.com. Vanwege de uitstekende digitale infrastructuur is Nederland een populaire vestigingsplaats voor datacenters van grote internationale spelers. De veelgeprezen vaderlandse gaming-industrie rangschikt zichzelf wellicht eerder onder de categorie creatieve industrie dan onder ICT. Toch maken ze gebruik van dezelfde tools en hetzelfde type hoogopgeleide developer. Al die bedrijven zijn onderdeel van de digitale economie en lopen aan tegen dezelfde issues, zoals privacy, security, mogelijke tekorten op de arbeidsmarkt, energie-efficiency en duurzaamheid. We zien dat er – terecht – steeds meer aandacht is voor de rol die ICT speelt in economie en samenleving. De transformatie naar een ‘echt’ digitale economie is nog in volle gang en in feite pas sinds kort daadwerkelijk begonnen. Disruptie lijkt nu het toverwoord, maar is van alle tijden. De komst van de pc was er een voorbeeld van, om over de impact van internet maar te zwijgen. Er staat ons wat dat betreft nog heel veel te wachten in elke sector van economie en maatschappij. Robotisering en sensoring als bouwsteen van het internet-of-things, zijn slechts twee voorbeelden van relevante ontwikkelingen. Waar het naar toe gaat in de komende jaren, valt nauwelijks te voorspellen. Mark Twain had namelijk het grootste gelijk.
37
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
‘Nederlanders hebben geen probleem met gratis diensten in ruil voor persoonlijke gegevens’ Een onderzoek naar big data in Europa van het Vodafone Institute, Vodafone’s denktank in Berlijn, laat zien dat van alle Europeanen de Nederlanders het meest bereid zijn persoonlijke gegevens te verstrekken in ruil voor gratis online diensten (50 procent). De Fransen volgen Nederland op de voet met 48 procent, terwijl de meeste Italianen en Spanjaarden (beide 66 procent) liever betalen dan dat zij persoonlijke gegevens verstrekken. In opdracht van het Vodafone Institute zijn 8.000 Europeanen door het marktonderzoeksbureau TNS ondervraagd in acht verschillende landen, waaronder Nederland.
Door Paul Teixeira
In vergelijking met andere Europese landen zijn Nederlanders relatief goed geïnformeerd over de verzameling en het gebruik van persoonlijke gegevens door bedrijven en instellingen, zo blijkt uit het Vodafone-onderzoek. Italianen en Engelsen zijn het minst goed op de hoogte. Duitsers (62 procent) en Engelsen (60 procent) vrezen dat big data vooral nadelen heeft, terwijl de Ieren meer voordelen (47 procent) dan nadelen (38 procent) zien. De resultaten van het Vodafone-onderzoek geven een inkijkje in de uitdagingen die overheid en bedrijfsleven nog hebben te overwinnen als het gaat om het gebruik van klantgegevens voor Big Data-projecten. Enkele van de belangrijkste resultaten op een rijtje: • Slechts 35 procent van de Europeanen vindt bestaande wet- en regelgeving met betrekking tot privacy passend en proportioneel. Nederland scoort hierin gemiddeld. • Slechts 26 procent van de Europeanen denkt dat bedrijven de privacy van hun klanten respecteren; Nederlanders zijn nog iets wantrouwender met 22 procent. • Nederlanders hebben meer vertrouwen in de overheid dan andere Europeanen, 49 procent denkt dat de overheid hun privacy respecteert (versus gemiddeld 36 procent in Europa).
38
Gezondheidszorg en verkeersadvies Het onderzoek toont echter ook aan dat meer mensen bereid zijn om gegevens te delen als duidelijk is hoe dit hen of de samenleving helpt: • 70 procent van de Nederlanders zou verzameling van grote hoeveelheden anonieme data door gezondheidsorganisaties steunen, versus een gemiddelde van 65 procent in Europa. Twee derde van de Nederlanders (67 procent) zou deze instanties zelfs toegang geven tot zijn of haar gegevens (vs 62 procent gemiddeld in Europa). • Ook is het krijgen van verkeersadvies op basis van verzamelde gegevens door navigatiebedrijven voor 50 procent van de Nederlanders niet bezwaarlijk (versus 55 procent gemiddeld in Europa). 41 procent vindt het ook goed als deze gegevens met lokale overheden gedeeld worden om het wegennet en de doorstroming te verbeteren (versus 45 procent gemiddeld in Europa). • Twee derde (66 procent) van de Nederlanders is voorstander is van zogenaamde ‘smart meters’ omdat deze kunnen helpen bij het analyseren van energieverbruik en daarmee uitstoot kunnen verminderen (versus 68 procent gemiddeld in Europa). Energiebedrijven mogen daarom aan 48 procent van de Nederlanders een persoonlijk aanbod doen op basis van hun verbruik. Gemiddeld in Europa ligt dit zelfs nog iets hoger met 50 procent.
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
• Ook vinden veel Nederlanders het prima als online shops verzamelde data gebruiken om producten of diensten te verbeteren (45 procent), een gemiddelde score. Nederlanders staan iets minder open voor persoonlijke aanbiedingen op basis van shopgedrag (39 procent) dan andere Europeanen (44 procent).
• Wees transparant over wat verzameld wordt en waarvoor dat wordt gebruikt (73 procent); • Gebruik begrijpelijke taal en korte algemene voorwaarden (61 procent);
Vertrouwen vergroten
• Bied de mogelijkheid om mijn persoonlijke privacy-instellingen aan te passen (55 procent);
Op de vraag wat organisaties kunnen doen om het vertrouwen van gebruikers te vergoten bij het beheren en beschermen van gegevens, zeggen Nederlanders:
• Certificering door een onafhankelijk testinstituut (48 procent).
39
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Telecommagazine 30 jaar
Misschien wel de meest onmisbare ’commodity’ Reist u weleens met de trein of met de bus? Misschien niet maar het is de allergrootste showroom voor onze industrie. Waar de trein ook rijdt, de hele coupé staat continu in verbinding met de rest van de wereld. Mensen zijn aan het werk, checken Facebook, lezen de krant op hun tablet of doden de tijd met series op Netflix. Als industrie mogen we best een beetje trots zijn op het feit dat dat kan.
Door Fedor Hoevenaars Tele2 Nederland
4G heeft ervoor gezorgd dat de netwerken eindelijk weer meer kunnen dan de smartphones. En dit zal weer een enorme stimulans zijn voor fabrikanten maar ook talloze start-ups om nieuwe slimme mogelijkheden te introduceren. Ik las niet zo lang geleden een interessant artikel van een van onze branchegenoten. Daarin hadden zij tientallen mensen gevraagd hoe zij denken dat de toekomst eruit zal zien. Grofweg wanneer Telecommagazine zijn 50ste jubileum viert. Het leuke was dat mensen niet werd gevraagd hoe zij verwachten dat de toekomst eruit ziet, maar hoe zij zouden willen dat de toekomst eruit ziet. En vanuit het perspectief van telecomaanbieders komt daar een heel rooskleurig beeld uit. Connectiviteit is een vereiste voor het leven van de toekomst. Of het nu gaat om de manier waarop we reizen, samenwerken, wonen of ontspannen. Alles en iedereen is verbonden en werkt slim met elkaar samen.
Liberalisering Ik denk dat mensen minister (toen nog) Smit-Kroes van Verkeer & Waterstaat in de jaren tachtig toch wat glazig hadden aangekeken als zij een klein simkaartje omhoog had gehouden in de Tweede Kamer als antwoord op het groeiende fileprobleem. Maar zelfrijdende auto’s zullen er binnen enkele jaren toch echt voor gaan zorgen dat wij allemaal moeiteloos tijdens spitsuur van A naar B komen.
40
De technische mogelijkheden zijn eindeloos en connectiviteit brengt oplossingen voor problemen die jarenlang uitzichtloos leken. Maar daarmee rust er ook een zware verantwoordelijkheid op de telecombranche. Wij moeten ontwikkeling stimuleren en mogelijk maken. En het was wederom dezelfde Neelie Kroes die hier een enorm belangrijke rol in heeft gespeeld. Niet alleen was zij degene die in 1988 de aanzet gaf voor de verzelfstandiging van de PTT, de eerste stap op weg naar liberalisering van onze industrie. Uiteindelijk is concurrentie de beste stimulans voor een industrie om zicht te blijven innoveren.
Uitdagen Sinds de start van Tele2 midden jaren negentig proberen wij continu de markt uit te dagen. Door zaken net even anders en slimmer te doen. En terugkijkend heeft elk initiatief telkens grotere gevolgen gehad. Carrier pre select heeft ervoor gezorgd dat je vandaag de dag niet meer hoeft na te denken of je familie of vrienden aan de andere kant van de wereld belt. Slimme telefonie en dataverbindingen hebben de manier veranderd waarop tienduizenden ondernemers in ons land dagelijks zaken kunnen doen. En natuurlijk de meest recente uitdaging: heel Nederland zorgeloos laten profiteren van de mogelijkheden van razendsnel mobiel internet. Als eerste aanbieder in de wereld wordt Tele2 dit jaar een 4G-only provider. Alle diensten via ons eigen nieuwe 4G-netwerk in combinatie met grote databundels tegen een genadeloos lage prijs.
30 JAAR ICT IN NEDERLAND FEDOR HOEVENAARS IS MARKETING DIRECTOR VOOR DE ZAKELIJKE MARKT TELE2 NEDERLAND
Deel dit artikel met uw netwerk:
Dat geeft alle consumenten en bedrijven in ons land de mogelijkheid om mobiele data te gebruiken zonder de handrem erop.
Over dertig jaar En waar gaat Telecommagazine de volgende dertig jaar over schrijven? De containerbegrippen van vandaag zullen steeds concreter worden. Net zoals je vandaag de dag niet hoeft na te denken of je ergens mobiel bereik hebt, zul je over niet al te lange tijd nooit meer nadenken over cloud-oplossingen, The Internet of Things of big data. Deze dingen worden in hoog tempo gemeengoed. En het is aan ons om samen met onze klanten te bedenken hoe dat in hun voordeel gaat werken. Binnenkort heeft ongetwijfeld elke vuilnisbak van Van Gansewinkel een simkaartje die precies vertelt of de bak al vol is. Maar hoe bak je dit als onderneming in je bedrijfsproces? Hoe ontsluit je als zzp’er de kennis in
jouw netwerk en hoe beloon je iedereen daarvoor? Hoe leer je je monteur om op afstand mee te kijken met een klant om samen een kapotte waterleiding te maken met behulp van een VR-bril? Je kunt het al bijna geen toekomstmuziek meer noemen, het zijn de onderwerpen waar wij vandaag de dag over nadenken met onze klanten. Het zorgt er ook voor dat vrijwel elke dag in onze industrie weer voelt als de eerste. En in 2016 vertelt Tele2 aan Telecommagazine over het bereiken van ons doel om de eerste 4G-only provider te worden ter wereld. In combinatie met hoogwaardige vaste verbinding kunnen wij met zekerheid zeggen dat geen enkele ambitie meer te groot is voor ons netwerk. En we vertellen natuurlijk over nieuwe en slimme manieren om de markt te blijven uitdagen. Niet omdat het moet. Maar gewoon omdat het kan.
41
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Fred Voogt, Ruckus Wireless, over draadloze netwerken
Wifi: de onterechte zondebok Draadloos internet via wifi is de afgelopen dertig jaar zo gewoon geworden, dat vandaag de dag iedereen verwacht het in alle openbare ruimtes aan te treffen. Toch wordt nog steeds op beurzen, exposities, in hotels en restaurants geklaagd over ‘de slechte wifi-verbinding’. Het lijkt wel alsof daar de laatste jaren helemaal niets verbeterd is. Maar meestal ligt het probleem helemaal niet aan wifi zelf.
Door Kristian van Tuil
Allerlei wifi-specifieke implementatieopties kunnen problemen veroorzaken op de steeds drukker bezette wifi-netwerken, zoals te veel of te weinig access points (AP’s), onjuiste kanaalafstellingen, slechte plaatsing van AP’s of te veel netwerknamen (SSID’s). Maar ook als al die zaken geregeld zijn, krijgt wifi de schuld als de internetverbinding niet lekker werkt. Pijnlijk, want toegang tot het web is in de ogen van de consument een eerste levensbehoefte geworden. De grootste uitdaging ligt momenteel niet eens bij het wifi-protocol zelf, als wel aan de manier waarop het wifi-netwerk wordt ingericht. Fred Voogt, Regional Sales Manager bij Ruckus Wireless, vertelt hoe het gros van de problemen die worden toegeschreven aan ‘slechte wifi’ opgelost kunnen worden met een paar eenvoudige maatregelen.
Breedbandtekort Slechte of ontoereikende breedbandcapaciteit is meestal de reden dat wifi de schuld krijgt als ‘het internet traag is’. ’s Werelds snelste wifi-netwerken kunnen verbindingen van honderden megabits met clients opzetten, maar als er onvoldoende bandbreedte naar het internet beschikbaar is, richt dit weinig uit. Zelfs een snelle glasvezelverbinding is te traag als duizenden clients moeten worden bediend. Ook bij slecht netwerkontwerp wordt wifi onterecht als schuldige aangewezen. Switching, routing en
42
andere functies als Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) en Domain Network Service (DNS) zijn soms niet goed geconfigureerd om de explosie aan wifi-verbindingen te ondersteunen. Dat kan een verbinding ontwrichten en de problematiek op een wifi-probleem doen lijken.
DHCP Problemen Er zijn meerdere manieren waarop een slecht ingesteld DHCP problemen veroorzaakt die doen lijken alsof het wifi-netwerk stuk is. DHCP is een methode om automatisch TCP/IP-netwerkinstellingen op computers, printers en andere netwerkapparaten te configureren. Een veelvoorkomend probleem is te lang durende uitgiftes van een IP-adres. Een DHCP-lease bepaalt hoe lang een apparaat een IP-adres mag behouden. In een standaard netwerkconfiguratie gaat het meestal om een periode van uren of enkele dagen. Actieve apparaten willen de lease al verversen als pas de helft van de resterende tijd is verstreken. Een inactief apparaat verliest simpelweg na verloop van de leasetijd het toegewezen IP-adres. Dat adres komt dan vrij voor een ander apparaat. “Als een netwerk druk bezet is, kunnen op een gegeven moment de beschikbare IP-adressen opraken”, vertelt Fred Voogt. “Vergelijk het met een treinstation waar de hele dag mensen komen en gaan. Soms raken de treinen gewoon te vol en moeten er mensen op het
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
perron wachten. Als de leaseperiode te lang is, kan de DHCP-server door de voorraad IP-adressen heen raken en daarmee de indruk geven dat wifi niet meer werkt. Kortere leasetijden zorgen voor een klein beetje extra netwerkverkeer, maar het risico om de voorraad IP-adressen totaal op te verbruiken, wordt hiermee wel sterk verkleind.”
Capaciteit voor DNS en MAC Een DNS is een cruciaal onderdeel van het netwerk. Als een apparaat moet weten naar welke url een IP-adres van een webserver verwijst, wijst de DNS-server hem de weg. Maar als een DNS-server binnen een druk wifi-netwerk te weinig capaciteit heeft, of zelfs crasht, dan lijkt het alsof het wifi-netwerk overbelast is, ook al heeft iedere client een prima verbinding. Voogt: “Hierbij is het inbouwen van DNS-redundantie een verstandige zet, helemaal als bekend is dat het op een wifi-netwerk druk kan worden. Een goed ingesteld netwerk heeft ingebouwde redundantie en biedt meerdere DNS-servers om grote aantallen gebruikers te kunnen bedienen.” Ieder apparaat heeft een uniek Media Access Control (MAC) adres. Netwerkswitches hebben, afhankelijk van het type, een beperking in het aantal MAC-adressen dat zij aankunnen. “Een core switch heeft meestal een grote MAC-tabel waarmee duizenden apparaten gevolgd kunnen worden. Maar een edge switch
43
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
loopt sneller tegen beperkingen aan”, vertelt Voogt. Als de limiet wordt bereikt, verliezen deze switches de mogelijkheid om op de juiste manier verkeer te regelen, waardoor poorten dicht komen te zitten. Als dit gebeurt, krijgen clients last van (enorme) packet loss. Hierdoor lijkt het alsof wifi niet werkt, terwijl het probleem waarschijnlijk niet met wifi te maken heeft. “Door edge switches goed af te stellen, broadcastdomeinen te reguleren, waar mogelijk meerdere VLAN’s te gebruiken, of traffic te tunnellen naar zwaardere core switches, is dit probleem te voorkomen.”
Orkaan in broadcasting Als broadcast (UDP) pakketten door een apparaat over wifi worden verstuurd, gebeurt dit op een lagere snelheid dan wanneer dit direct door een eindapparaat afgevangen wordt (denk aan een webserver, VPN, et cetera). Broadcastverkeer verwacht geen bevestiging. Dit betekent dat een zendend apparaat niet altijd weet of het pakketje is ontvangen. Broadcast pakketjes worden hierdoor vaak meerdere keren verstuurd. Het gevolg is dat broadcast meer tijd vraagt dan unicast (TCP) verkeer. Omdat wifi een gedeeld medium is, waar meerdere gebruikers meedingen naar toegang en moeten wachten op het netwerk voordat ze verkeer kunnen verzenden of ontvangen, kan een teveel aan broadcastpakketten zorgen voor downtime. “Toch zijn bepaalde typen broadcastverkeer nodig, denk aan DHCP-verzoeken en ARP’s (het Adress Resolution Protocol dat DNS gebruikt, red.)”, zegt Voogt. “Broadcast-verkeer uitschakelen is geen optie.”
Deel dit artikel met uw netwerk:
44
Een goed netwerkontwerp houdt rekening met broadcasts, maar beperkt de hoeveelheid zoveel mogelijk. Een groot plat Layer 2-netwerk, zoals wordt gebruikt bij een evenement als een beurs of een sportwedstrijd, is voor broadcasts een ideale gelegenheid om het netwerk plat te leggen. Ieder device ontvangt broadcasts van andere devices – of ze deze
nu gebruiken of niet. En terwijl dit gebeurt kunnen apparaten geen echte, zinvolle data versturen. “Het resultaat is dat het lijkt alsof het wifi-netwerk overbelast is, terwijl dit niet zo is.” Aan de wifi-kant kan client-isolatie helpen dit effect te verminderen”, adviseert Voogt. “Dit biedt aanvullende beveiliging voor draadloze apparatuur.” Wat ook helpt is broadcasts binnen het switched gedeelte van het netwerk te beperken, bijvoorbeeld door gebruik te maken van VLAN’s voor vermindering van het aantal broadcastdomeinen. “Switches die VLAN’s dynamisch aan een enkel apparaat of een groep devices koppelen, helpen ook dit probleem op te lossen.” Draadloze netwerken worden de komende jaren steeds belangrijker, zeker nu meer en meer apparaten verbinding zoeken met het web. Dat een slechte netwerkverbinding voor frustratie zorgt, is begrijpelijk, denkt Voogt, maar het idee dat het probleem ligt in het wifi-signaal is vaak onterecht. “Als het netwerk goed wordt ingericht, zijn veel van de problemen die mensen nu ervaren te voorkomen.”
30 JAAR ICT IN NEDERLAND David van den Berg, Sales Director Polycom Benelux
‘Technologie gebruiken blijft een menselijke keuze’ Het jaar 1990 markeerde de oprichting van Polycom in een kelder in San Francisco, geheel naar goede Amerikaanse traditie. Oprichters Brian Hinman en Jeffrey Rodman hadden het idee opgevat om audio- en video-oplossingen te ontwikkelen om organisaties efficiënt te laten samenwerken. Zesentwintig jaar later heeft Polycom zich tot een multinational – met een omzet van 1,37 miljard dollar en meer dan 415.000 klanten wereldwijd – ontpopt die dat principe nog steeds hoog in het vaandel heeft. Al is er in de tussentijd wel het nodige veranderd, zegt David van den Berg, sales director Polycom Benelux. Door Paul Teixeira Fotografie Paul Teixeira
Wie in een willekeurige bestuurskamer of vergaderzaal ergens ter wereld een kijkje neemt, komt daar in veel gevallen een Polycom audio- of videoconferencingoplossing tegen. De hard- en software van het Amerikaanse bedrijf is in 26 jaar een mondiaal begrip geworden als het gaat om audiovisuele communicatie op afstand. In tegenstelling tot de begindagen van het bedrijf is Polycom anno 2016 een producent die niet alleen oplossingen gebaseerd op zelfontwikkelde technologie en standaarden op de markt brengt: het biedt bijvoorbeeld ook tools voor door anderen ontwikkelde platforms, zoals Microsofts Skype for Business. David van den Berg, sales director Polycom Benelux: “Dat laatste heeft alles te maken met het feit dat Skype for Business een relatief laagdrempelige keuze biedt aan organisaties die op redelijk eenvoudige wijze – in het verlengde van andere Microsoftsoftware zoals Office en Exchange – met Unified Communications aan de slag willen. Onze hardware in combinatie met Microsofts oplossing zorgt voor een betere gebruikerservaring. Wij zien Skype for Business overigens niet als concurrent. Het is een aanvulling op onze eigen samenwerkingsdiensten en -platformen.”
Snelle ontwikkelingen Deel dit artikel met uw netwerk:
Terug naar het begin. Het in 1990 opgerichte Polycom is onder andere bekend geworden door hun ‘ster’: de stervormige hardware (veelal op het midden van een tafel geplaatst) waarmee teleconferencing met meerdere mensen een fluitje van een cent werd. Ook de videoconferencing- en telepresence-oplossingen (systemen waarbij de diverse deelnemers aan de
videovergadering bijna levensecht te horen en te zien zijn) hebben de naam en faam van het Amerikaanse bedrijf door de jaren heen weten te vestigen. Het klinkt als een cliché, maar de ontwikkelingen op het gebied van audiovisuele communicatie zijn razendsnel gegaan. “Een jaar of acht geleden, dat is niet eens zo ver weg, waren zeer prijzige telepresence-systemen nog het neusje van de zalm. Met behulp van die systemen, die vaak hele kamers in beslag namen, kon je dan met mensen aan de andere kant van de wereld in beeld en geluid communiceren. Overigens zijn er nog steeds dergelijke systemen van ons in gebruik”, memoreert Van den Berg. “In de afgelopen acht jaar is er heel wat gebeurd. Allereerst op economisch gebied, waarbij er een verschuiving is gekomen van investeringen (ook wel capital expenditure, capex genoemd, red.) naar lopende uitgaven (operational expenditure, opex, red.). Dat heeft ook de keuzes van Chief Information Officers sterk beïnvloed. Dat zie je bijvoorbeeld aan de snelle opmars van clouddiensten, waarbij organisaties voor hun ICT betalen naar gebruik”, aldus de Polycom-man. “Technologisch gezien is er eveneens het nodige veranderd. Het is haast niet meer voor te stellen, maar destijds had je niet eens een tabletcomputer en waren de slimste mobiele telefoons BlackBerrys met relatief beperkte functionaliteit. Nu kunnen wij met een tabletcomputer of smartphone videobellen.
360 graden Het huidige Polycom is in de basis nog steeds een bedrijf dat audio- en video-oplossingen aanbiedt voor betere samenwerking tussen mensen en organisaties.
45
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
De toekomst volgens Polycom
Al zijn er wel de nodige zaken veranderd, zegt David van den Berg. “Onze diensten, hard- en software vormen een portfolio waarmee wij ons sterk onderscheiden van andere producenten. Dus niet alleen videoconferencing-oplossingen en daaraan gerelateerde diensten, maar ook andere hardware, zoals telefoons voor voice over IP en Microsoft Skype for Business. Voor dat laatste hebben wij een bijvoorbeeld een toestel in de bekende stervorm ontwikkeld, de RealPresence Trio, een vergaderhub met hoge audiokwaliteit voor tele- en videoconferences. Ook hebben wij de CX5100 op de markt gebracht waarmee audio- en videoconferences via Skype for Business in 360 graden rondom zijn op te zetten. Met dat toestel is ook content te delen tussen de gesprekspartners. Beide apparaten zijn overigens ook als node in het netwerk op te nemen.” Het is prettig dat er tegenwoordig op een veelheid aan – al dan niet mobiele – apparaten kan worden gecommuniceerd via realtime video. Al levert dat niet altijd een even goede gebruikerservaring op en het is ook niet altijd gewenst, zegt Van den Berg: “Ik ken een voorbeeld van de directie van een Japans bedrijf die geen gebruik wilde maken van videoconferencing: dat vonden ze teveel ingrijpen op hun persoonlijke levenssfeer. Het druiste tegen hun cultuur in. Dat technologie voorhanden is, wil niet altijd zeggen dat het ook per se altijd zal worden toegepast. Soms is dat teleconferencing en soms is dat videobellen. Juist omdat er nu zoveel technologische mogelijkheden zijn, gaan mensen heel bewust kiezen wat zij wanneer willen gebruiken.”
Polycom komt al enkele jaren met een blik op de toekomst, deels gebaseerd op eigen inzichten en deels op eigen onderzoeken onder gebruikers. Zo ook nu. Voor 2016 voorziet het bedrijf enkele belangrijke ontwikkelingen. Telecommagazine maakte een selectie uit de voorspellingen van Polycom voor 2016.
* Millennials vormen de ‘Werkplek van de Toekomst’ De zogenoemde ‘Millennials’ (ook bekend als de generatie Y, geboren in de periode tussen 1981 en 2000) krijgen meer invloed op de vormgeving en invulling van de ‘Werkplek van de Toekomst’. Een sleutelelement is daarbij het gebruik van video voor communicatie met derden. Dat zijn zij namelijk al gewend in hun privésferen en het is iets dat de Generatie Y ook in de werkomgeving wil toepassen. Visuele communicatie gaat daarom meer en meer gemeengoed worden bij organisaties waar millennials aan de slag gaan. Het is voor die organisaties ook een noodzaak: zonder dergelijke faciliteiten lopen zij het gevaar niet meer als aantrekkelijke werkgever te worden gezien.
* Mobiliteit draait om de samenwerking van allerlei soorten apparaten De Werkplek van de Toekomst is locatieonafhankelijk. Mensen gaan niet langer naar hun kantoor, maar werken waar en wanneer zij willen. Daarbij is naadloze integratie tussen verschillende apparaten en locaties essentieel. In 2016 komt er een grote focus op hoe apparaten met elkaar samenwerkingen om zo een geïntegreerde samenwerkingservaring te leveren.
* WebRTC groeit, maar interoperabiliteit blijft een uitdaging De opkomst van op webbrowsergebaseerde tools zoals WebRTC (waarmee videoverbindingen met behulp van de webbrowser mogelijk worden) zal in 2016 verder doorzetten. De acceptatie en het gebruik van WebRTC neemt echter nog niet de vlucht die men wellicht had verwacht. Reden hiervoor is het gebrek aan één WebRTC-standaard.
* De waarde van de cloud krijgt meer invulling Cloud computing is ‘here to stay’. In 2016 zal de cloud ook meer worden ingezet als platform voor audiovisuele samenwerkingsdiensten. De cloud maakt toegang tot samenwerkingsdiensten laagdrempeliger, waardoor ook kleine bedrijven door schaalvergroting op gelijke voet kunnen komen met hun grotere concurrenten. Daarbij komen er nog aanvullende diensten zoals analytics, diagnostics, vertalingen en natural language processing die een grote rol gaan spelen bij het verbeteringen van de gebruikerservaring. Ook leveren zij belangrijke data(inzichten) en tools om effectiever aan de slag te kunnen gaan.
47
30 JAAR ICT IN NEDERLAND Peter van Leest, Country Manager voor Citrix in de Benelux, over Mobility
Tijd voor beleid
Het was zo lekker rustig en overzichtelijk, in de jaren ’80. Mensen kwamen naar kantoor en deden gewoon hun ding. Natuurlijk: de auto maakte het voor steeds meer mensen mogelijk grotere afstanden te overbruggen om naar dat kantoor te komen; maar daar gebeurde het dan ook allemaal. Het belangrijkste ‘mobile device’ van de jaren ’80 was de aktetas. Pc’s waren nog nieuw en peperduur. Memo’s werden verstuurd op papier. Computers waren mainframes en net toen die langzaamaan verdreven werden door personal computers, was daar Citrix.
Door Volkert Deen
Wat Citrix wilde, ging eigenlijk volledig tegen de tijdgeest in. Waar iedereen door de opkomst van personal computing en mobiele telefonie inzette op decentralisatie, vroeg Citrix zich af waar die ontwikkeling uiteindelijk toe zou leiden en koos voor server based computing. “Eigenlijk is het heel logisch”, meent Peter van Leest, Country Manager voor Citrix in de Benelux. “Door decentralisatie creëer je mobiliteit. De ultieme vorm van personal computing is natuurlijk dat je IT gewoon gebruikt om je werk te doen waar en wanneer jou dat uitkomt, op een apparaat dat het beste past bij jou, je situatie en de toepassing die je wilt gebruiken.” Maar wat Iacobucci, oprichter van Citrix, in de jaren ’80 heel scherp heeft gezien, is dat dit consequenties heeft voor data en toepassingen. Iacobucci kwam van IBM. Hij begreep dat decentralisatie zou leiden tot empowerment: werknemers die zelf vorm gaan geven aan de manier waarop ze hun werk doen, in plaats van zich te laten dicteren door systemen. Hij voorzag ook dat die decentralisatie uiteindelijk alleen een succes kon worden als al die apparaten weer ergens konden samenkomen in een centrale bron.
Deel dit artikel met uw netwerk:
Ouderwets of tijd vooruit? Server based computing? Gecentraliseerde apps en data? Begin jaren ’90 klonk dat hopeloos ouderwets, maar inmiddels kunnen we alleen maar constateren dat Iacobucci en zijn collega’s hun tijd vooruit waren.
48
We noemen het nu anders – het mainframe heet nu de cloud – maar onze mobiele devices zijn in feite nog steeds terminals: onze toegangspoorten tot de centrale toepassingen en gegevens waarmee we gezamenlijk onze organisaties vormen. “Het beste van beide werelden”, meent Van Leest. “Onze krachtige devices geven ons onafhankelijkheid, terwijl we tegelijkertijd dankzij virtualisatie effectiever en efficiënter aan een gezamenlijk doel kunnen werken.” “Applicaties en data op een veilige manier beschikbaar maken is de kern van wat we doen”, vertelt Van Leest. “Dankzij de virtualisatie van apps, desktops, servers, stelt Citrix mensen al jaren in staat zo effectief mogelijk te werken, op de manier, de plaats en het moment dat dat het beste uitkomt.” Het klinkt bijna utopisch en er is inderdaad nog wel een weg te gaan. “We hebben onlangs onderzoek gedaan naar mobiliteit in Nederland”, vertelt Van Leest. “Dan zie je dat er een duidelijke behoefte bestaat: er is een grote groep, tweederde van onze 500 respondenten, die grote voordelen ziet in mobiel werken. Denk aan betere bereikbaarheid, minder reistijd, hogere productiviteit. Maar die wens wordt vooral gedragen door werknemers. Bedrijven zien de voordelen wel, maar passen er hun beleid niet op aan.”
Een soort van beleid Uit het onderzoek van Citrix, dat in november 2015 werd uitgevoerd, blijkt dat slechts drie procent van de
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
organisaties een duidelijk beleid heeft geformuleerd ten aanzien van mobiliteit. “Bij 36 procent is sprake van ‘een soort van beleid’, waarbij eigenlijk niemand precies weet waar hij of zij aan toe is.” Opmerkelijk, vindt Van Leest. “Het onderzoek bevestigt in feite wat Forrester internationaal ook al heeft geconstateerd (Bridge the mobility gap with application and data access from anywhere – maart 2015, red.): werknemers willen niet alleen mobiel werken, ze doen het ook gewoon en bedrijven laten het gebeuren. Terwijl je je als bedrijf kunt onderscheiden door dit goed te regelen. Dat is niet alleen belangrijk voor het welzijn van je medewerkers, maar ook voor het welzijn van je organisatie.”
staat Digital Transformation centraal. Mobility maakt daar deel van uit, net als cloud en big data. Ik ben ervan overtuigd dat we de komende jaren opnieuw de vruchten gaan plukken van de basis die Citrix daarvoor in de afgelopen dertig jaar gelegd heeft.”
Tekenend zijn de bezwaren tegen mobiel werken die medewerkers laten optekenen in het Nederlandse onderzoek: ergernis over trage verbindingen en verbindingsproblemen staan veruit bovenaan, terwijl zorgen over security ongeveer als laatste worden genoemd. “Voor een bedrijf is dat niet goed”, benadrukt Van Leest. “We hebben de tools om dit allemaal goed te regelen, maar als je het als organisatie geen prioriteit geeft, kweek je frustratie bij je medewerkers en onveilige situaties.”
De business bestaat uit mensen Positief vindt Van Leest de constatering dat er langzamerhand meer aandacht begint te komen voor de gebruiker. “IT om de IT kan echt niet meer. Wij roepen dat al veel langer, maar het begint nu door te dringen: IT behoort de business te ondersteunen en de business bestaat uit mensen, niet uit systemen. Je ziet het aan de opkomst van schaduw-IT: als je IT-afdeling niet biedt wat je mensen willen, dan halen ze het ergens anders.” Over de nabije toekomst is Van Leest dan ook optimistisch. “Op alle fronten is nu behoefte aan nieuw beleid. In de voorspellingen van vrijwel alle grote onderzoeksbureaus voor de komende jaren
49
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
Van intelligente hardware naar Door André van Buiten Nuage Networks Fotografie Kees Krick
De technologische vooruitgang gaat razendsnel. Een van de opvallendste ontwikkelingen in de laatste dertig jaar heeft betrekking op de inzet van hardware binnen de telecombranche. Hardwareelementen, zoals een switch of een router, vormden jarenlang de basis voor telecomleveranciers. Naarmate de technologie ontwikkelde, werden fysieke componenten steeds intelligenter gemaakt. Door alsmaar nieuwe features toe te voegen, konden er andere prijzen voor de hardware worden gevraagd. Telecomleveranciers behaalden concurrentievoordeel met intelligente hardware en deze ontwikkeling hield aan tot zo’n vijf jaar geleden. Wat gaat de rol van hardware de komende jaren zijn? Was voorheen de steeds intelligenter wordende hardware ontzettend belangrijk, de laatste vijf jaar zien we een trend die de andere richting uitgaat. Hardware wordt niet langer zo intelligent mogelijk gemaakt, maar de intelligentie wordt losgekoppeld van de hardware, ook wel software defined networking (SDN) genoemd. SDN is een oplossing waarbij netwerktaken worden beheerd, gebruikmakend van een overlay-netwerk: een zogenoemde paraplu-oplossing. Het is een methode waarbij je de controle van het netwerk als geheel scheidt van het fysieke apparaat. Voor deze vorm van virtueel beheer wordt ook wel de term cloudmanagement gebruikt.
Koppel intelligentie los van hardware Met een scherp oog op deze ontwikkeling, voorzag Alcatel-Lucent een aantal jaar geleden de unieke uitdagingen voor cloudserviceproviders en grote ondernemingen bij het leveren en managen van clouds. De virtualisatie van computing en opslag ontwikkelde zich snel, maar het netwerk bleef achter. Hierdoor kon ook niet optimaal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van de cloud. Twee jaar geleden richtte Alcatel-Lucent daarom Nuage Networks op. De visie van Nuage Networks is een wereld te creëren waarin innovatie niet wordt tegengehouden door
50
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
intelligentie in de cloud de fysieke infrastructuur. Door het combineren van de nieuwste technologieën en deskundigheid op het gebied van netwerken, creëert Nuage Networks SDN-oplossingen die dit mogelijk maken.
Oudere hardware niet uitgerangeerd SDN zorgt voor automatisering van een groot aantal netwerkdiensten, waardoor bedrijven sneller applicaties kunnen uitrollen tegen lagere kosten. Met SDN zorg je er in feite voor dat de huidige hardware een andere softwarematige invulling krijgt. Organisaties gebruiken een standaard protocol dat met templates in het netwerk wordt beheerd. Hierdoor is SDN relatief eenvoudig te implementeren. De opkomst van deze nieuwe dienst betekent niet dat oudere apparatuur, zoals routers en switches, is uitgerangeerd. Oudere hardware wordt met een kabeltje verbonden en krijgt een nieuw leven. Apparatuur zonder een x86-processor, die nodig is voor SDN, wordt gekoppeld middels een service gateway die de oude apparatuur koppelt met de overlay-structuur. Als organisaties mee willen gaan in de ontwikkeling van IT en een moderniseringsslag willen maken, hoeven ze daardoor niet alle oude apparatuur te vervangen. De ontwikkeling van SDN betekent niet dat er geen nieuwe hardware meer wordt verkocht. Voor cloudmanagement is namelijk ook hardware nodig. ‘Virtualisatie’ en ‘cloud’ zijn mooie termen die een ontwikkeling in IT aanduiden, maar in principe is een cloudomgeving ook gekoppeld aan een fysiek datacenter. De hardware zelf zal dan wellicht minder intelligent zijn, de capaciteit die de hardware moet leveren is en blijft wel van belang. Niet in alle gevallen zal de oude hardware herbruikbaar zijn en is er dus andere hardware nodig.
Een compleet virtueel netwerk Op dit moment is het al mogelijk om vanuit een datacenter een compleet virtueel netwerk op te bouwen. We zijn in staat om de traditionele wereld
van ‘bare metal’ (veel hardware), virtueel te maken. Datacenters in Nederland, maar ook verspreid over andere landen en werelddelen, kunnen aan elkaar worden gekoppeld. Naast datacenters geldt dit ook voor kantoren en winkels wereldwijd. De komende jaren zal de ontwikkeling van het virtualiseren van netwerken en het managen van de netwerktaken steeds verder worden doorgevoerd. Dit zal zo ver gaan dat hardware niet alleen steeds minder intelligent wordt, maar een andere rol krijgt en dus ook andere functies moet leveren; veel meer performance en wellicht minder intelligentie. Telecomleveranciers moeten zich daarom niet enkel bezighouden met het ontwikkelen van hardware; bewustwording van het belang van virtualisatiesoftware is essentieel. Ook in de toekomst zullen de ontwikkelingen rondom virtualisatie en cloudmanagement zich voortzetten. Mensen zullen de komende jaren met veel meer apparaten toegang tot het internet zoeken dan nu. Alle digitale apparaten worden ‘slim’ gemaakt door ze te verbinden met het internet, ook wel Internet of Things (IoT) genoemd. Een reactie daarop is de ontwikkeling van steeds meer apps voor deze slimme apparaten. Ook nieuwe spelers die kansen zien in de ontwikkeling van IoT betreden de markt. Zij mengen zich in de strijd op het gebied van dienstverlening door het creëren van innovatieve oplossingen in de vorm van apps. Door deze groei van apparaten en apps worden de eisen die aan mobiele netwerken worden gesteld alsmaar groter. Om eindgebruikers in hun behoeften te voorzien, krijgen mobiele netwerken de komende jaren steeds meer capaciteit. Het 4G-netwerk wordt intelligenter en de komst van 5G laat niet lang op zich wachten. Het dataverkeer ‘explodeert’ nog steeds en daarom is het transportnetwerk van steeds groter belang. Dit is de onderlaag voor de nieuwe SDN-structuur en is nodig om de nieuwe en snellere netwerk-services te ondersteunen. Dus ook in de nieuwe wereld geldt Moore’s Law nog steeds.
Deel dit artikel met uw netwerk:
51
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
Dertig jaar BTG in vogelvlucht Door Bart Schutte en Paul Teixeira
De Nederlandse Vereniging van Bedrijfstelecommunicatie Grootgebruikers (BTG), de onafhankelijke Nederlandse vereniging van grote telecomafnemers in de profit- en nonprofitsectoren, bestaat – net als Telecommagazine – 30 jaar. De branchevereniging kan bogen op een rijke geschiedenis. Om dat te illustreren, hebben wij een aantal mijlpalen uit de ‘oude doos’ opgediept.
1986 Oprichting Belangenvereniging BTG. Het monopolie van PTT Telecom is een doorn in het oog van de grootzakelijke markt die geconfronteerd wordt met prijsverhogingen en een slechte kwaliteit van de dienstverlening. Ook de liberalisatie van de telecommarkt staat hoog op de agenda. BTG heeft onderhandelingscommissies, organiseert werkgroepen en jaarlijkse themadagen waar actuele onderwerpen worden behandeld.
1994 BTG verhuist in oktober naar landgoed Klein Heidestein.
1992 BTG gaat professionaliseren en komt een verenigingsbureau die werkgroepen en onderhandelingscommissies zal gaan ondersteunen. Ook komt er een directeur met een secretariaat. Veel ministeries en grote bedrijven sluiten zich aan bij BTG.
1993 Ton de Liefde wordt in november aangesteld als directeur van de BTG.
1994 In maart regelt BTG mogelijkheden voor korting bij PTT Telecom voor zijn leden.
1994/5 Start van het opzetten van werkgroepen voor telefooncentrales die sinds de liberalisatie door leden zelf beheerd mogen worden. Hierdoor ontstaan onder meer VOX, LACIS en Siemens Hicom en Aspect gebruikersgroepen.
52
1995 In januari vindt de oprichtingsvergadering van Telegrootgebruik BV plaats. Deze BV gaat alle geldstromen regelen die voortvloeien uit de PTT kortingsregelingen. Deze kortingen kunnen oplopen tot hoge bedragen vanwege gezamenlijke deelname van de leden. De heer Bijvoet wordt directeur van Telegrootgebruik BV.
1995 Vanaf november sluiten ook andere leveranciers, onder wie France Telecom, kortingsregelingen af met TGG.
1995 BTG maakt bezwaar tegen de plannen voor het veilen van GSM1800-band.
30 JAAR ICT IN NEDERLAND
1996 Tweede Kamervoorzitter Wim Deetman bezoekt BTG themadagen en minister Annemarie Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) sluit themadagen af.
1998 In januari 1998 is BTG een belangrijke speler in de discussie over bedrijfsgebonden nummers (088) in het Nationaal Nummer Overleg. BTG is uiteindelijk de partij die door vasthoudendheid over dit onderwerp een belangrijke rol in de realisatie hiervan heeft gespeeld.
Begin 21e eeuw De TGG start als een van de eersten met de verkoop van mobiele telefoons. De operators worden hierdoor genoodzaakt om sim-only-abonnementen te gaan aanbieden.
1996 BTG heeft als een van de eerste verenigingen een homepage op internet: www.verbtg.nl.
1996 In september wordt de klankbordgroep ‘Wetgeving’ opgericht door Ton de Liefde.
1997 Vanaf januari kunnen ook aanbieders van telecom lid worden van BTG. Kleinere concerns kunnen geassocieerd lid worden.
1997 In december wordt de heer C. Tromp benoemd als directeur TGG.
1998 BTG organiseert in februari samen met TMA het Millennium Seminar.
In werkgroepen met operators worden nieuwe diensten zoals fixed fee- en roamingcontracten besproken waarna deze opgenomen worden in de nieuwe dienstverlening. BTG is vanaf 2000 een toonaangevende vereniging waarbij het leden aantal tot circa 250 is gestegen. De werkgroepen en jaarlijkse themadagen worden druk bezocht. Ook organiseert de BTG bezoeken aan telecomleveranciers in binnen- en buitenland. Deze jaarlijkse studiereizen worden bijzonder gewaardeerd door de bedrijven. BTG participeert in allerlei overlegorganen van de overheid, onder meer bij het ministerie van Economische Zaken, en wordt als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven erkend. Ook de OPTA (inmiddels opgegaan in de Autoriteit Consument & Markt) die de telecommarkt moet reguleren, is een veelgeziene gast bij de BTG.
2016 BTG viert het dertigjarig bestaan met verschillende events, een nieuwe strategie gericht op innovatie en een vernieuwd elan. Tijdens het jubileumjaar organiseert de branchevereniging verschillende evenementen, waaronder diverse expert sessies, een Startup Day, de verkiezing van de ICT/Telecom manager van het Jaar én de uitreiking van de ICT/Telecom Enterprise Award.
Deel dit artikel met uw netwerk:
53
BTG VISIE Jan van Alphen, voorzitter Branchevereniging Telecommunicatie Grootgebruikers (BTG)
Overheid moet met integrale Door Paul Teixeira
Nederland heeft een minister nodig die ICT-zaken in de portefeuille heeft. Dat is de mening van Bas Eenhoorn, digicommissaris en bekend lid van de politieke partij VVD. Hij pleit voor een dergelijk bewindspersoon in een interview met het zakendagblad Het Financieele Dagblad. Zijn oproep krijgt steun van onder andere de VVD. Eerder hebben diverse ICT-kopstukken een dergelijk pleidooi gehouden. Zo is de Branchevereniging Telecommunicatie Grootgebruikers (BTG) eveneens al enige jaren een grote pleitbezorger voor meer ICT-aandacht op kabinets- en parlementsniveau.
“Wij missen bij de Nederlandse overheid nog een duidelijke integrale visie op ICT in het bijzonder en een koestering van de ICT-sector in het algemeen”, zegt Jan van Alphen, voorzitter van de Branchevereniging Grootgebruikers (BTG). Hij reageert daarmee op de oproep van Bas Eenhoorn, de digitale commissaris van Nederland, om het instellen van een ICT-minister. Van Alphen: “Daar ben ik persoonlijk geen direct voorstander van: ICT moeten wij niet tot doel verheffen. ICT is geen doel op zich, maar dient een doel. Ik vind het overigens prima dat er een hoge functionaris is, zoals de CIO van de Rijksoverheid, die de ICT-kar trekt om over alle ministeries heen tot een integrale aanpak en visie te komen. Hiermee kan de overheid op achterstanden inlopen.”
Buitenland De BTG-voorzitter wijst in dat verband naar voorbeelden in het buitenland: “Als je kijkt naar Singapore en Zuid-Korea, dan zie je dat de overheid daar al langer bezig is met een integrale aanpak als het gaat om investeren in ICT en de transitie naar een kenniseconomie. De Nederlandse overheid zou in dat verband een coördinerende rol kunnen spelen of het voortouw kunnen nemen in de discussie rond de disruptieve impact van ICT op organisaties en de ondernemerskansen die het schept. Die bereidheid is er wel bij de overheid, bijvoorbeeld bij de ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken die heel
54
duidelijk een nauwe dialoog nastreven met zowel de vraag- als de aanbodzijde van de ICT-markt.” BTG participeert daar eveneens als partij in. “De overheid zou overigens een scrum-achtige methodiek kunnen implementeren in die dialogen met organisaties in het algemeen en start-ups in het bijzonder. Daarmee zou het een en ander aanmerkelijk kunnen worden versneld en effectiever worden georganiseerd. BTG is uiteraard bereid om daar wederom een actieve rol in te spelen.”
Verdelen ICT is te belangrijk om als onderwerp over diverse ministeries te worden verdeeld, stelt Bas Eenhoorn, de digitale commissaris van Nederland, een baan die het belang van Informatie en Communicatie Technologie voor Nederland moet benadrukken. Eenhoorn zegt in het FD-artikel dat het tijd is om een bewindspersoon aan te stellen met ‘crossdepartementale bevoegdheden en een serieus budget van zo’n 800 miljoen euro per jaar’. Dat bedrag bestaat uit 650 miljoen euro die nu al beschikbaar is bij de verschillende ministeries voor besteding aan de digitale infrastructuur en dDaar bovenop acht de digitale commissaris minimaal een slordige 150 miljoen euro noodzakelijk. Eenhoorn verbindt daar wel een voorwaarde aan: “De bevoegdheden (van de ICT-minister, red.) moeten dan wel worden geaccepteerd. Dat is heel ongewoon in de Nederlandse verhoudingen. Daarom denk ik
BTG VISIE
aanpak en visie op ICT komen dat het verstandig is het ene niet te laten vallen voordat het andere werkt. Dus we zouden de digicommissaris in stand moeten houden en tegelijk de minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk maken voor ICT. Als blijkt dat het werkt, dan kan de digicommissaris vervallen en komt er een aparte minister voor ICT.”
On-Haags “Dit is on-Haags”, beseft Eenhoorn zich in het interview met Het Financieele Dagblad. “Maar langzamerhand vraag ik me af of het oude model nog wel werkt.” Volgens hem moet de bewuste minister ervoor zorgen dat ‘alle inwoners hun zaken met de overheid net zo gemakkelijk kunnen regelen als hun bankzaken en hun bestellingen bij webwinkels als Bol.com’. In andere landen, waaronder Afghanistan, België en Duitsland, is er reeds een bewindspersoon die als hoogste verantwoordelijke acteert als het gaat om ICT-gerelateerde (overheids)zaken. De noodkreet van Bas Eenhoorn staat niet op zichzelf. In 2012 heeft Kees Verhoeven (Tweede Kamerlid voor D66) al aangedrongen op het bundelen van ICT-verantwoordelijkheden bij één ministerie. Voor een aparte ICT-minister vond Verhoeven het destijds echter nog ‘te vroeg’. De afgelopen drie jaar hebben tevens diverse kopstukken uit de vaderlandse ICT-industrie in meerdere publicaties van het ICT-managementblad ICT Update een lans gebroken voor de benoeming van een bewindspersoon.
55
TECHNOLOGIE Communiceren via lampen
Lifi: een krachtig alternatief voor wifi Binnen gebouwen is wifi de favoriete manier om telefoons, laptops, tablets en andere communicatiesystemen met elkaar te laten communiceren. Het is de facto de draadlozecommunicatiestandaard. Echter, het beschikbare radiospectrum is beperkt en de performance is daardoor steeds vaker een uitdaging. Het schuiven naar bijvoorbeeld het 5GHz-spectrum zal maar tijdelijk verlichting geven. Lifi (Light-Fidelity: het verzenden van data via gemoduleerd licht) wordt nu op verschillende universiteiten en onderzoeksinstituten ontwikkeld om in de toekomst een passend alternatief te bieden.
Door Hans Steeman
Wifi is dankzij de breed gedragen standaard de beste oplossing voor het realiseren van een draadloos netwerk. Lifi kan daarop een aanvulling vormen doordat het zorgt voor een draadloos netwerk met een zeer hoge dichtheid op locaties waar zeer hoge bandbreedtes gewenst zijn. Men zou een lifi-verbinding
kunnen omschrijven als een optische, glasvezelachtige verbinding, maar dan zonder de glasvezel. In zijn algemeenheid levert lifi een hogere bandbreedte, is het stabieler, heeft het een hogere beschikbaarheid en ook nog een verbeterde beveiliging, in vergelijking tot een wifi-verbinding. Maar bovenal zijn de zeer hoge datasnelheid die ondersteund kan worden en de eenvoud van het concept de meest markante eigenschappen. De zender van een lifi-station is een ledlamp, een van de goedkoopst denkbare lichtbronnen. De helderheidsmodulatie gebeurt met zo’n hoge frequentie dat het menselijk oog deze nooit zal waarnemen. Daarmee is lifi de snelle optische variant van wifi. Het gebruikt zichtbaar licht in plaats van een stuk radiospectrum.
Veiligheid
EEN SIMPELE LEDLAMP KAN BIJ LIFI ALS TRANSMITTER GEBRUIKT WORDEN. HET IS EEN GOEDKOPE EN KLANTVRIENDELIJKE AANPAK OMDAT VEEL COMPONENTEN VAN DE INFRASTRUCTUUR STANDAARD AL IN GEBOUWEN AANWEZIG ZIJN.
56
Hoewel lifi nog in de kinderschoenen staat, kan het in de nabije toekomst een zeer krachtige infrastructuur zijn om grote hoeveelheden data in huis of op kantoor te distribueren. De security van het netwerk is een minder groot issue, immers als het licht niet waargenomen kan worden (dankzij gesloten ramen en deuren of scheidingsmuren), is data ook niet te ontvangen. Het afschermen van een netwerk is daarmee wezenlijk eenvoudiger dan bij een radionetwerk het geval is. Ook voor zeer vertrouwelijke
TECHNOLOGIE
toepassingen, zoals militaire applicaties, is het concept in essentie veel veiliger dan traditionele wifi-netwerken. En die laatsten behoren, mits goed geconfigureerd, al tot de meest betrouwbare.
De systeemarchitectuur Harald Haas, een Duitse hoogleraar die verbonden is aan de universiteit van Edinburg, is de uitvinder van de lifi-techniek. Lifi is een goedkope optische variant van wifi. Het maakt gebruik van zichtbaar licht (visible light communication oftewel VLC), een drager met een frequentie tussen de 400 en 800 THz (oftewel een golflengte van 780 tot 375 nm). De optische drager zorgt zowel voor de verlichting van de ruimte als de gewenste datatransmissie. De digitale informatie is via snelle pulsjes gemoduleerd op de lichtbundel annex optische drager. De infrastructuur bestaat uit: een hoge-helderheidsled die als zender ingezet wordt. Daarnaast is er een halfgeleider fotodiode met een hoge schakelfrequentie die de signalen in het zichtbare spectrum weer opvangt en omzet in elektrische informatie. De led kan als modulatie aan/uitgeschakeld worden om een op licht gemoduleerd digitaal datakanaal te vormen.
Een datastroom is te coderen door de combinatie van enen en nullen die verbonden moeten worden, in te zetten om de modulatie van het lichtkanaal aan te passen. Voor het menselijk oog is de led een constante lichtbron omdat de modulatiefrequentie zo hoog is dat het menselijke oog deze niet kan waarnemen. Communicatiesnelheden ver boven 100 Mbps zijn mogelijk bij het gebruik van highspeed-leds en het gebruik van verschillende multiplexingtechnieken. De VLC-datasnelheid kan vergroot worden door een array van leds te gebruiken die elk een andere datastream vertegenwoordigen.
Keten Het zijn de nieuwe high-densityleds die het systeemontwerp sterk vereenvoudigen (ze zijn monochroom, simpel aan te sturen, energiezuinig en duurzaam) waardoor zij zorgen voor de meest simpele manier waarop het systeem opgezet wordt. Bij een logische 1 is het licht aan, bij een logische 0 het licht juist uit. Omdat de leds een hoge helderheid combineren met een korte schakeltijd (een alternatief zou eigenlijk alleen een laser moeten zijn) hoeft er weinig aan geoptimaliseerd te worden. De keten is de led aan de
57
TECHNOLOGIE
DE COMPLETE KETEN VAN EEN LIFI-COMMUNICATIEKANAAL. EIGENLIJK KAN HET NIET SIMPELER. BESTAANDE INFRASTRUCTUUR HOEFT AMPER AANGEPAST TE WORDEN.
ene kant en de fotodiode aan de andere kant. Is de lamp aan dan wekt de fotodiode ook een logische 1 op, is de led uit dan is het een logische nul. Vervolgens is het een combinatie van meerdere leds in een array en/of de keuze voor meerdere kleuren licht die bepalend is voor de maximale transmissiecapaciteit. Standaard is een bandbreedte van een Git/s nu al haalbaar, maar op laboratoriumniveau is er al veel meer gerealiseerd. De complete opzet van het systeem laat weinig verrassingen. Een ledlamp wordt via een modem of server gevoed met de te verzenden data, de receiver die in het lichtveld staat levert na verwerking de data weer aan een gebruiker, bijvoorbeeld een laptop.
Kleuren Omdat het schakelen van de lichtbron met een extreem hoge frequentie mogelijk is, zal het menselijke oog het nooit kunnen waarnemen. Naast steeds hogere schakelsnelheden kunnen ook andere technologische aanpassingen ingezet worden om meer data over het kanaal te krijgen. De universiteiten van Edinburg en Oxford richten hun pijlen op het parallel verzenden van data via led-arrays, terwijl er ook gekeken wordt naar het combineren van rode, groene en blauwe leds. Met een andere kleur wordt ook direct een andere transmissiefrequentie gekozen.
58
Door gebruik te maken van gewone witte leds heeft het Heinrich Hertz institute in Berlijn (Duitsland) al meer dan 500 megabit per seconde kunnen realiseren. Maar ook simpelere oplossingen hebben al mooie resultaten opgeleverd. Twee smartphones die op een beperkte afstand van zo’n tien meter van elkaar gehouden werden konden tijdens een recente CES (Consumer Electronics Show) in Las Vegas data uitwisselen door de schermhelderheid te moduleren.
De verschillen Gemeenschappelijk hebben de technologieĂŤn de toepassing: draadloze transmissie van digitale informatie. Verschillend is de gebruikte technologie en ook de impact daarvan. Wifi en lifi zijn de snelste draadloze communicatiesystemen voor gebruik in huis of op kantoor. Wifi zal in de nabije toekomst ook ingezet gaan worden om publieke mobiele netwerken
Bandbreedte per technologie Technologie
snelheid
Wifi (802.11n)
150 Mbps
Bluetooth
3 Mbps
IrDA
4 Mbps
Lifi
>1 Gbps
TECHNOLOGIE
HET KANTOOR VAN DE TOEKOMST. TAL VAN APPARATEN COMMUNICEREN VIA LICHT MET HET INTERNET EN/OF ELKAAR.
te ondersteunen (LTE-U). Daar zal de downloadsnelheid vergroot gaan worden door extra 5GHz-spectrum voor LTE te gebruiken. Lifi daarentegen wordt een standaloneoplossing die een aantal voordelen heeft bij gebruik op kantoor of in huis. Bij wifi is de toenemende vraag naar capaciteit een steeds groter issue, want zeker op de 2,54GHz-band is op dit moment congestie al het grootste probleem. De nieuwe 5GHz-netwerken zullen daar op termijn ook last van gaan krijgen. De capaciteit van lifi is zeker honderd keer groter dan die van wifi waardoor de kans dat er gebrek aan bandbreedte in de nabije toekomst ontstaat, kleiner is. Ook de radiosystemen voor een wifi-netwerk en de installatie daarvan zijn uiteraard weer een kostenpost. Bovendien staan de systemen constant aan en verspreiden daarmee elektromagnetische straling en verbruiken continu energie. Bij gebruik in omgevingen zoals vliegtuigen, chemische industrie, bezinepompen en ziekenhuizen is dat een onderwerp dat vanwege risicovolle situaties barrières opwerpt. Ten slotte verspreiden radiosignalen zich gelukkig ook door muren naar andere gebouwen; dat is vaak een voordeel maar het zorgt er ook voor dat het netwerk ook beschikbaar is op plaatsen waar de eigenaar zich er niet van bewust is. Licht gaat niet door muren heen, dus de afscherming is simpel te regelen.
Het aanleggen van de lifi-infrastructuur is redelijk simpel. Alle armaturen waarin lampen gebruikt worden moeten omgebouwd worden. Traditionele gloei en/ of halogeenlampen dienen vervangen te worden door ledlampen met de juiste eigenschappen. Een proces dat redelijk recht-toe-recht-aan is. De backbone van het lifi-netwerk kan door de lampen zelf geregeld worden in een mash-structuur.
Ook nadelen Uiteraard is het niet alleen hosanna, lifi heeft naast veel voordelen uiteraard ook nadelen. Handovers tussen de verschillende zenders (access points) zijn mogelijk maar er is steeds een line of sight (zichtverbinding) nodig. Dit is minder handig dan de dekking die wifi geeft. Dit nadeel komt naar boven als tussen ruimtes wordt gewisseld en als het in de open lucht gebruikt wordt. Vandaar dat lifi zich in eerste instantie zal manifesteren als een oplossing om internettoegang te geven in ruimtes met beperkte omvang. Daarna kan het aantal toepassingen verder groeien. Binnen vier tot vijf jaar kan de technologie dan gemeengoed geworden zijn. Het belangrijkste is dat op dit moment alle noodzakelijke componenten goedkoop en eenvoudig beschikbaar zijn, en dat de technologie werkt.
59
UITSMIJTER NuoDB: een perfecte database voor mobiele apps
Ontwikkeld met de cloud De markt van mobiele apps groeit gestaag. Zo ook het gebruik daarvan. Als achter de app een relationele (SQL) database zit, bijvoorbeeld bij een webwinkel zoals eBay of een sociale mediasite als Facebook, dan is het belangrijk dat alle gebruikers waar ook ter wereld gelijktijdig over exact dezelfde informatie beschikken. De NuoDB SQL database is speciaal voor deze uitdagingen ontwikkeld.
Door Hans Steeman
Niets is zo complex als de dynamische markt van mobiele gebruikers. Is een product, dienst of app een succes, dan groeit de schare gebruikers in rap tempo. Dropbox begon een paar jaar geleden klein en is nu op bijna elke pc of smartphone te vinden. Veilingen van eBay worden steeds vaker mobiel gevolgd dan via een pc. Facebookpagina’s worden wereldwijd geraadpleegd en aangevuld. Allemaal voorbeelden van recente ontwikkelingen die de eisen die we aan databases stellen onder druk zetten.
Complex Het volume aan verkeer groeit in de pas met die ontwikkeling, maar – wat mogelijk nog complexer is – ook de geografische spreiding van de gebruikers. Niet alleen dat overal ter wereld klanten de dienst afnemen, ook klanten van de dienst raadplegen deze waar ook ter wereld. Voor gebruikers is daarbij een aantal zaken van belang: de betrouwbaarheid en de snelheid. En juist die twee laatste eigenschappen maken het leven van de databasebouwer en -beheerder extra moeilijk. Vandaar dat de databasemarkt flink in beweging is. Veel wordt er geroepen over niet-relationele databases, de zogenaamde NoSQL- of lineaire-databaseservers. De verandering in dat segment ontstaat door de exponentieel groeiende vraag naar cloudstorage, een opslag die niet gestructureerd is. Niet gestructureerde data is bijvoorbeeld een back-up van een telefoon, een
60
logbestand of gewoon een virtuele diskdrive. Ook het Internet of Things gaat de komende jaren voor een snelgroeiend aanbod van data zorgen die op online databases opgeslagen moet worden. Het is onmogelijk om aan de klantwensen te voldoen met louter op één locatie opgestelde databaseservers.
Schaalbaar Omdat het aanbod van data snel groeit, is het gegeven dat een platform schaalbaar moet zijn geen wens maar een randvoorwaarde. Daarnaast zijn er performanceeisen die steeds dominanter worden. Gebruikers verwachten zeer korte laadtijden, bij voorkeur minder dan enkele seconden; apps met een laadtijd van bijvoorbeeld meer dan zes seconden worden niet meer geaccepteerd. Als alle data vanuit een server in Europa naar Azië of de Verenigde Staten verzonden moet worden is het bijna onmogelijk om dit waar te maken. De latency is te groot door de te overbruggen afstanden. Als meerdere klanten wereldwijd de database benaderen ten behoeve van bijvoorbeeld een veiling, moet de beschikbaarheid qua timing synchroon zijn om eerlijke transacties te waarborgen. Zeker in de financiële wereld kan een timingverschil gigantische impact hebben. Ten slotte, en dat is zeker tegenwoordig een steeds groter issue: klanten en overheden leggen strenge beperkingen op inzake de plaats waar data (geografisch) wordt opgeslagen. Sommige landen eisen
UITSMIJTER
als uitgangspunt dat dit binnen de landsgrenzen gebeurt. Opslag in het buitenland met een niet te ontrafelen versleuteling is soms zelf tegenstrijdig met de veiligheidsregels die ter plekke gelden. Een gedistribueerde clusteropstelling van een databasemanagement en servernetwerk helpt daarbij.
Scale-up is nu scale-out geworden Dan blijft de vraag: wat maakt deze database architectuur zo bijzonder? De nieuwe door NuoDB ontwikkelde SQL-database (de volgende generatie SQL RDBMS oftewel SQL- Relational Data Base Management Systemen) heeft een horizontale schaalbaarheid, waardoor additionele clusters toegevoegd kunnen worden en ze realtime met elkaar gesynchroniseerd blijven. Scale-up (het toevoegen van opslagcapaciteit) is nu scale-out (het toevoegen van nodes) geworden. Het is allemaal in de cloud mogelijk en dus geoptimaliseerd voor internetgebruik, aldus Barry Morris, de CEO van NuoDB. NuoDB is qua design de oplossing voor databases met een geografische spreiding van de servers. Klanten kunnen hun database in deze omgeving ontsluiten via meerdere locaties en op basis van meerdere kopieën. Ondanks die spreiding zijn de transacties gesynchroniseerd en blijven ze dus consistent.
Historisch werd alle data op één locatie opgeslagen: data opslaan in Nederland en bijvoorbeeld gebruiken in Japan. Technisch is dat mogelijk maar het introduceert vertragingen. Bij toepassingen zoals sociale media is het evident dat de gebruiker op tal van uiteenlopende locaties zijn netwerk raadpleegt. Cloud is daarvoor de oplossing. Vandaar dat Barry Morris zeker van zijn zaak is: “Met de explosie van cloudservices en de groeiende populariteit van Internet of Things, is het evident dat een database op één fysieke locatie niet meer houdbaar is.
Zelf proberen? Theorie is één, praktijk is vaak net weer iets anders. Toch is de NuoDB ook zelf te testen. Voor eigen gebruik is de gratis versie te downloaden van de NuoDB website (scan de QR-code). De gratis versie ondersteunt één node en is geschikt voor servers op basis van Windows 7 en 8 (64 bit) en Windows server, Ubunto, OSX en Linux (RHEL). De testversie is ACID compliant, heeft een rijke ondersteuning voor ANSI SQL-commando’s en een simpele administratorinterface. De maximale opslagcapaciteit is 4GB, voldoende voor veel basic toepassingen. Een uitbereidere
VOOR MOBIELE GEBRUIKERS IS HET BELANGRIJK DAT APPS ALTIJD TOEGANG HEBBEN, WAAR OOK TER WERELD, TOT DE CORRECTE DATA.
61
UITSMIJTER
ER ZIJN VERSCHILLENDE STRUCTUREN VOOR DATABASES SERVERS DENKBAAR; NUODB IS ONTWIKKELD MET DE CLOUD ALS UITGANGSPUNT.
versie zonder beperkingen is voor ontwikkelaars (niet commercieel gebruik dus) beschikbaar.
ACID Om de voorspelbaarheid en accuraatheid van de data te garanderen zijn de zogenaamde ACID-regels opgesteld, een viertal eigenschappen waar ze aan moeten voldoen. Zonder deze strikte set regels kan een database in een situatie belanden waarbij twee transacties tegelijkertijd schrijfrechten verlangen op een enkel object of tupel (een eindige rij van objecten). Dat betekent dat transacties voldoen aan de volgende eisen: Atomic: de mate waarin het DBMS garandeert dat een transactie ofwel geheel wordt uitgevoerd, of juist nietig is. Consistent: een transactie creëert een nieuwe geldige staat of herstelt de staat die er was, hij corrigeert een fout. Dit impliceert dat na de transactie alle integriteitsregels van de database moeten gelden. Isolated: transacties worden geïsoleerd van elkaar uitgevoerd, gelijktijdig uitgevoerde hebben geen inzicht in elkaars tussenresultaten. Durable: een voltooide transactie kan later niet ongeldig gemaakt worden. Databases die voldoen aan de ACID-regels worden veelal gebruikt bij financiële instellingen of in andere bedrijfkritische toepassingen zoals online veilingen en boekingssystemen.
62
Sinds een tiental jaren gebruiken steeds meer sociale netwerksites zoals Facebook juist databases die niet aan de ACID-regels voldoen. Deze databases zijn geschikt voor gedistribueerde gegevensverwerking als consistentie geen vereiste is. Het verschil tussen een gewone database- en een NuoDB databaseserver is evident. Het concept is ontwikkeld door NuoDB Cambridge Massachusets (USA). “Vergelijk onze opzet van een database met de manier waarop een Tesla automobiel ontwikkeld is. Aan de buitenkant lijkt een Tesla een gewone moderne auto, je ziet feitelijk geen verschil. Bij een nadere analyse blijkt het echter een compleet nieuw concept te zijn met andere componenten en technieken”, aldus Barry Morris, CEO van NuoDB.
BARRY MORRIS, CEO VAN NUODB.
‘Tijdens de innovatie van onze processen zijn we er voor onze klanten.’
Met Om als bedrijf effectiever te werken, wilt u dat uw mensen, applicaties en data altijd in verbinding staan. Ook tijdens het innoveren van uw bedrijfsprocessen. Dat kan met Cloud van KPN. Daarmee zijn de legacy-systemen en de ICT van nu altijd verbonden. Zodat uw bedrijf optimaal is voorbereid op de nieuwste technologieën zoals het Internet of Things. KPN levert u snelle verbindingen naar elke vorm van cloud, zoals public, private of hybride. Bovendien begeleiden we u bij elke stap, vanaf het eerste advies tot en met de implementatie en het beheer. Benieuwd wat Cloud van KPN voor u kan betekenen? Kijk op kpn.com/zakelijk.
ONS NIEUWE 4G-NETWERK GEEFT ZAKELIJK NEDERLAND MEER
MEER MASTEN, MEER CAPACITEIT, MEER 4G: KLAAR VOOR MEER. Zakelijk Nederland vraagt om steeds meer mobiele data. Het dataverkeer verdubbelt jaarlijks en dat wordt de komende jaren alleen maar meer. Om aan deze groeiende vraag te kunnen voldoen heeft T-Mobile een compleet nieuw 4G-netwerk gebouwd. Met meer masten voor meer capaciteit en daarmee nu al klaar voor meer. Zo geven we zakelijk Nederland alle ruimte om te blijven groeien. Nu. En in de toekomst.
www.t-mobile.nl/meer4G