FRATERS CMM m aga zine 1/22
| ZINacademie | Thuiszorg in Oyugis | frater Vincenzo, veelzijdig kunstenaar | Verlangen naar nederigheid | jeugdseminar Mosocho | Vorming | Stemmen uit het verleden | Geroepen om anderen te dienen |
Neem ook eens een kijkje op de website www.cmmbrothers.org
Inhoud ONZE MISSIE We zijn geroepen om barmhartige mensen te zijn en te doen wat Jezus heeft voorgeleefd: dienen en verlichten, een verlossend woord spreken, een helpende hand zijn. Ons werk ligt vooral op het terrein van onderwijs, begeleiding van jongeren en pastoraat, in het bijzonder voor armen en behoeftigen. Door goed onderwijs en goede religieuze vorming willen we jonge mensen in hun kracht zetten en bijdragen aan de ontwikkeling van de samenleving. We dragen zorg voor zieken en kwetsbaren, maken werk van gastvrijheid en helpen mensen om zin en geluk te vinden in hun leven. Samen met anderen zetten wij ons in voor de opbouw van een menselijker wereld van gerechtigheid en vrede. We zijn religieuzen en leven in gemeenschap, moedig en vreugdevol, open voor de wereld om ons heen. Vertrouwen in God, eenvoud, broederschap en barmhartigheid kenmerken ons leven en ons werk. We eren Maria als onze Moeder van Barmhartigheid, koesteren de herinnering aan onze stichter Joannes Zwijsen en volgen het voorbeeld van de heilige Vincentius: God dienen in de armen en behoeftigen. In ons hart dragen we het woord van Jezus: "Al wat gij gedaan hebt voor een van de minste van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan."
2
gesprek met de algemene overste
4
ZINacademie
5
Colofon Fraters CMM is het drie keer per jaar verschijnende contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid. Een abonnement is gratis. Een vrijwillige bijdrage is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 (BIC: INGBNL2A). ISSN 1574-9193 Redactie: Nathalie Bastiaansen (hoofd- en eindredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Benyamin T. Robiwala. Met bijdragen van: fr. Lawrence Obiko, Gerie ten Cate, Nathalie Bastiaansen, Mary Mboya, Ester Akech, Anton van der Lee, Bonface Ogari, fr. Geoffrey Sinange, René Munnik, Mascha van Kleef, fr. Gabriel Fatima Soares, fr. Euricio de Fatima Amaral, fr. Ad de Kok. Vertaling: Nathalie Bastiaansen, fr. Edward Gresnigt. Ontwerp: Opmaak en druk:
Heldergroen (www.heldergroen.nl)
Contact:
Fraters CMM Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg 013 5432777 (Nathalie Bastiaansen) magazine@cmmbrothers.nl www.cmmbrothers.org
Tel.: E-mail: Website:
DekoVerdivas (www.DekoVerdivas.nl)
Foto omslag voor: Provinciaal bestuur CMM Indonesië 2022-2027. Foto omslag achter: Beeld door Jaume Plensma (onderdeel van een serie beelden in de steden van de Elfstedentocht), Leeuwarden, Nederland. Foto: frater Ad de Kok.
Thuiszorg in Oyugis
6
8
In de kijker
Reflectie
11
Van de redactie Na een korte onderbreking keert in deze uitgave van Fraters CMM Magazine het gesprek met de algemene overste terug. Frater Lawrence Obiko werd in november 2021 herkozen, en we zetten deze gesprekken graag voort. Ondertussen is de wereld nog steeds niet verlost van het coronavirus. Dat een pandemie niet alleen maar negatieve gevolgen heeft kunt u lezen op pagina 5, waar Gerie ten Cate, directeur van Kloosterhotel ZIN vertelt over de nieuwe ideeën die konden ontstaan toen de wereld even stil stond. Op pagina 6 en 7 laten we twee bevlogen vrouwen uit Kenia aan het woord. Zij vertellen over het thuiszorgproject in het Oyugis Integrated Project. De rubriek ‘In de kijker’ toont een keuze uit het veelzijdige werk van frater Vincenzo, en we lezen hier ook iets over een merkwaardige zwerftocht van een van zijn tekeningen. Op pagina 11 vindt u een reflectie over nederigheid, geschreven door een tweedejaars novice uit Kenia. De reflectie op p. 16 is van frater Gabriel Fatima Soares. De redactie is erg blij met zulke bijdragen van de jonge garde: zij zijn ten slotte de toekomst van de Congregatie. In ‘Apostolaat in beeld’ zien we deze keer beelden van het jongerenpastoraat in Mosocho, Kenia, van frater Geoffrey Sinanga. In de rubriek ‘Verhalen van vroeger’ gaat René Munnik op zoek naar stemmen uit het verleden. Of we die gaan horen? Dat is nog maar de vraag. In ‘Korte berichten’ presenteren we de nieuwe provinciale besturen van Nederland en Indonesië en het nieuwe regionale bestuur van de fraters in Brazilië.
Apostolaat in beeld
12
Verhalen van vroeger
14
Reflectie
16
Korte berichten
17
In memoriam
18
Zie mijn mensen
19 3
gesprek
met de algemene overste
Het motto van het Generaal Kapittel 2021, “Geroepen als barmhartige broeders, moedig en vreugdevol in de wereld van vandaag”, is ook het motto voor de bestuursperiode 2021-2027. Kun je iets meer vertellen over deze woorden? Om met het eerste deel te beginnen: we zijn geroepen om barmhartig te zijn. Het is God die ons uitnodigt om barmhartige fraters te zijn. Het begint met deze roeping, maar dit is niet alleen van belang als we intreden in de congregatie; het blijft de leidraad in ons leven en werken als fraters. In ons leven en werken moeten we ook moedig zijn. Er zijn veel aspecten van het religieuze leven die moed vereisen. Om te beginnen vergt het volgen van de hierboven genoemde roeping moed. Naar een mens in nood gaan, of je begeven in de periferie van de samenleving vraagt moed. En ook het aanvaarden van de verantwoordelijkheid van leiderschap vereist moed. Moed geeft je de vleugels om het onbekende te betreden, om te gaan met veranderingen, en om uitdagingen aan te gaan. En het is niet iets wat je alleen nodig hebt om moeilijkheden het hoofd te bieden: ook voor blijde gebeurtenissen zoals het beginnen van een nieuwe missie is moed nodig. Naast moed heeft het woord “vreugde” een prominente plaats in het motto, en ook in het nieuwe missiestatement wordt “vreugdevol” gekoppeld aan “moedig”. Waarom is vreugde zo belangrijk voor de fraters? In de eerste plaats is vreugde de kern van het Evangelie zelf. Het “brengen van de Blijde Boodschap” is een vreugdevol gebeuren, en als religieuzen is het delen van deze Blijde Boodschap een van onze voornaamste activiteiten. Vreugde is ook een sleutel om deuren van gebrokenheid en moeilijkheden te 4
openen. Het is eenvoudig: als je iemand ontmoet die zich ellendig voelt, en je begroet deze persoon met een glimlach, dan verbreek je de keten van droefheid. Als je alleen maar bedroefd bent om wat je ziet, voeg je alleen maar meer droefheid toe. En hoe zit het met "in de wereld van vandaag"? Zijn het verleden en de toekomst minder belangrijk? Het heden omvat zowel verleden als toekomst. Wat in het verleden is gebeurd, heeft onze wereld van vandaag gevormd. Door zorg te dragen voor ons erfgoed en onze geschiedenis kunnen we de goede dingen uit het verleden meenemen en besluiten de dingen die niet hebben bijgedragen achter ons te laten. Wij hebben geërfd van het verleden, en wij hebben dromen voor de toekomst. Als we willen dat deze toekomst een betere plaats wordt voor alle mensen, moeten we nu beginnen een verschil te maken, in de realiteit van de wereld van vandaag. Dit geldt voor ons allemaal. We zijn wie we zijn door wat geweest is, en in de toekomst zullen we zijn wat vandaag geschapen is. Dus, waar kom jij vandaan, en wie wil je in de toekomst zijn? Hoe kun je vandaag een verschil maken? frater Lawrence Obiko in gesprek met Nathalie Bastiaansen
NEDERLAND
Crisis als kans in Kloosterhotel ZIN Kloosterhotel ZIN is ontstaan uit de wens van de fraters van Tilburg om aan hun klooster in Vught een nieuwe bestemming te geven, passend bij hun spirituele traditie. Kloosterhotel ZIN bestaat nu ruim 20 jaar, en sinds augustus 2019 is Gerie ten Cate er directeur. Al snel na zijn aanstelling bracht de coronacrisis het kloosterhotel in zwaar vaarwater. Toch bracht deze crisis ook goede dingen.
“Deze crisis heeft ons ook geholpen om rust te vinden en terug naar de kern te gaan. Dat was nodig om weer duidelijk richting te kiezen, de richting die de fraters bij de oprichting voor ogen hadden,” aldus directeur Gerie ten Cate. “Er waren sowieso investeringen nodig in het gebouw om bij de tijd te blijven, en ook in de organisatie moest het een en ander veranderen om toekomstbestendig te zijn. Maar toen alles stil lag vanwege de coronacrisis was er ook tijd en ruimte om ècht na te denken over de inhoud,” vertelt Gerie. “Waarom zijn we hier, wat hebben we te bieden? Dat zijn belangrijke vragen.”
ZINacademie Deze brainstorm wordt inmiddels vertaald naar een programma-aanbod onder de noemer ZINacademie. ZIN ontwikkelt hierin, al dan niet samen met partners, programma’s waarin compassie en zingeving de kern zijn. Zo is er onder andere het programma ‘Compassie in de zorg’, een training die speciaal is ontwikkeld voor professionals in zorg en welzijn. Een ander programma is ‘Op verhaal komen’, een tweedaagse training voor ouders of opvoeders van mensen met een verstandelijke of meervoudige beperking. ZIN werkt met trainers die een hedendaagse vorm zoeken voor de spirituele traditie van de fraters. Het trainingsaanbod wordt divers en kan liggen op het gebied van bijvoorbeeld de zorg, onderwijs, leiderschap, of persoonlijke ontwikkeling.
Erfgoed van de fraters, hedendaags en toekomstbestendig Gerie ten Cate ziet het als zijn opdracht om de spirituele erfenis van de fraters vorm te geven in de wereld van vandaag en morgen. “Daarbij gaat het in de eerste plaats om de inhoud, maar ook om de toekomstbestendigheid, en dus het financiële plaatje. Winst draaien is niet het hoogste doel: het doel is
Gerie ten Cate, directeur Kloosterhotel ZIN. het voortbestaan van het erfgoed van de fraters, vormgegeven in de organisatie, als antwoord op de groeiende vraag naar zingeving.” Wat inspireert mij in mijn werk? Hoe houd ik mijn idealisme? Wat voor zin heeft het wat ik doe? Doen we als team wel de goede dingen? In de ZINacademie wordt gezocht naar antwoorden op deze vragen. Het thema compassie is daarbij altijd een belangrijke richtingwijzer. Ook, of juist in een seculiere wereld waarin individualisme hoogtij viert, hebben mensen behoefte aan samenzijn, aan inspiratie, en aan bezieling. Het Kloosterhotel als conferentieoord is hierin ondersteunend: de locatie en de gastvrijheid geven mede vorm aan deze missie. Interview met Gerie ten Cate door Nathalie Bastiaansen
Meer weten? Kijk op www.kloosterhotelzin.nl 5
KENIA
Mary Mboya, verpleegkundige, samen met enkele vrijwilligers van HBC.
Thuiszorg in Oyugis, Kenia Oyugis Integrated Project (OIP) is een project van de Fraters CMM in Kenia. Het is gestart in 1982, en er zijn nog steeds verschillende fraters actief bij dit project betrokken. Halverwege de jaren tachtig werd ontdekt dat er in Kenia en andere delen van de wereld een ongeneeslijke ziekte opkwam die bekend staat als HIV/AIDS. Het project kwam met een gezondheidscentrum, bekend als Shirikisho, om medische zorg te verlenen. In de loop der jaren heeft het project verschillende activiteiten ontwikkeld om HIV/AIDS in Oyugis en omstreken aan te pakken. Een van deze activiteiten is de thuiszorg onder de naam ‘Home Based Care’ (HBC). Home Based Care (HBC), het programma dat zorgt voor de bedlegerige cliënten van OIP die leven met HIV/ AIDS, lag een tijdje stil wegens gebrek aan fondsen. Gelukkig zijn er gelden beschikbaar gekomen, zodat het programma in juni 2021 kon worden hervat. Om de continuïteit van de activiteit te waarborgen, was er in juni 2021 een vergadering met alle leden van het project om een planning te maken en een tijdschema op te stellen met de data van de bezoeken. Deze zijn op maandag, woensdag en donderdag. Op 14 juni 2021 zijn we weer actief met het programma begonnen, maar helaas moest het aan het eind van dezelfde maand weer worden stopgezet, toen 6
het Covid-19 virus enkele vrijwilligers in onze instelling trof. Dit was nodig om de verspreiding van het virus van vrijwilligers naar de gemeenschap tijdens de huisbezoeken te voorkomen. Na deze onderbreking konden we gelukkig snel weer aan de slag. De gezondheidswerkers in Oyugis zijn blij dat dit programma weer terug is, aangezien zij problemen hadden met het helpen van bedlegerigen tijdens onze afwezigheid. Ze zijn ook van plan om nieuwe gezondheidsvrijwilligers te werven voor gebieden waar nog geen hulp ter plaatse is. De inzet van vrijwilligers voor thuiszorg maakt het gemakkelijker om onze cliënten te blijven helpen
na een bezoek aan het centrum. Het biedt ook mogelijkheden om degenen die niet in staat zijn om de gezondheidsinstelling te bereiken, behandeling te bieden met behulp van onze facilitaire auto. We zijn ook in staat om sommige van onze cliënten te helpen met betere huisvesting. Sommigen wonen in zeer armoedige huizen, met lekkages die hen blootstellen aan infecties, en die hun gezondheid kunnen aantasten en hun leven in gevaar kunnen brengen. Wij danken God dat wij door zijn genade in staat zijn de behoeftigen in ons gebied te dienen. Verpleegkundige Mary Mboya, HBC Oyugis (Kenia) Eerder gepubliceerd in de OIP Nieuwsbrief, nummer 286, augustus 2021.
Verpleegster Mary aan het werk.
Mijn ervaring als vrijwilliger Ik werk nu al tien jaar in het veld als vrijwilliger in de gezondheidszorg; ik loop van deur tot deur op zoek naar mensen die HIV-positief zijn en controleer hun bloeddruk. De meeste mensen die ik ontmoet zijn erg arm. Als ik hun bloeddruk wil controleren vragen ze vaak of ze daar ook geld, voedsel of medicijnen voor kunnen krijgen. Ik moet tactvol te werk gaan om hun status te weten te komen en ik beloof ze dat ze betaalbare medicijnen kunnen krijgen in het Shirikisho gezondheidscentrum.
Ester Akech, vrijwilliger in de thuiszorg van HBC.
Ik word geïnspireerd door mijn cliënten. Er is bijvoorbeeld een vrouw die alleen woont en een heel hoge bloeddruk had. Telkens als ik haar bezoek vraagt ze me om samen te bidden. Soms praten we wat en als ik tijd heb doe ik bijvoorbeeld ook de afwas. Als ik bij haar wegga zegt ze altijd dat het Gods wil is die mij daarheen stuurt. Haar bloeddruk is nu normaal. God wil dat wij onze vaardigheden en krachten edelmoedig aanbieden; wij moeten onszelf opofferen, niet om er zelf beter van te worden, maar voor hen die onze hulp nodig hebben. Ester Akech, vrijwilliger thuiszorg HBC (Kenia) Eerder gepubliceerd in OIP Nieuwsbrief, nummer 287, december 2021.
7
IN DE KIJKER
Frater Vincenzo, veelzijdig kunstenaar Er zijn en waren nogal wat fraters met een zeker creatief talent. Ze maken schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken of ander bijzonder vakwerk. Het geeft een andere, soms onbekende kijk op de makers. Deze rubriek presenteert steeds een selectie uit dit werk. In deel 13 van deze rubriek gaan we terug naar het veelzijdige werk van frater Vincenzo de Kok, en volgen we de zwerftocht van een van zijn tekeningen.
Tafereel met bergen en bossen, zonder jaartal. Olieverf op doek.
Frater Vincenzo (Jac) de Kok (1911-1997) was een veelzijdig en begenadigd kunstenaar die genoot van muziek, tekenen en schilderen. Zijn artistieke werken werden verspreid over het hele land en ook in het buitenland. Hij beheerste vele technieken en ook de onderwerpen van zijn werk zijn veelzijdig. Frater Vincenzo was een liefhebber van de natuur. Hij genoot ervan om buiten te zijn en vaak ging hij met zijn tekenmateriaal en veldezel op pad. De schoonheid van de natuur legde hij met liefde vast in zijn werk, maar ook maakte hij stadsgezichten, portretten, stillevens, en abstract werk.
8
Avondstad, 1967. Ets/suikeraquatint.
Winterlandschap met bootje, 1985. Olieverf op paneel.
Veermanskade in Hoorn, 1983. Tekening.
Onesimus, 1996. Olieverf op paneel.
Bieten, 1983. Aquarel.
Werststeeg Berlicum, 1981. Aquarel.
Tuin, 1985. Aquarel.
Portret, 1993. Olieverf op paneel.
9
IN DE KIJKER
Empel, 1950.
De zwerftocht van een tekening Anton van der Lee is de gelukkige eigenaar van een van de vele tekeningen van frater Vincenzo. Hij vertelt hoe deze tekening een opmerkelijke weg heeft afgelegd. Het begon zo: in 2006 hielp Anton zijn goede vriend Nico bij het opstellen van een gedachtenisprentje voor de vereenzaamde buur van Nico… Als dank mocht ik bij Nico een tekening uitzoeken uit zijn stapeltje ‘werk van Vincenzo de Kok’. Het werd een potloodtekening in kleur, gemaakt in Empel, april 1950. Het eerste wat ik natuurlijk wilde weten was hoe mijn vriend in het bezit van al die tekeningen was gekomen. Ik kreeg een bizar verhaal te horen. Hij had ze op een openlucht tweedehands boekenmarkt in Tilburg gekocht, waar laat op de avond een jongeman, volkomen stoned, ze zat te verkopen voor 50 cent per stuk! Mijn volgende vraag was: wat stelt het precies voor? Was het naar het leven getekend, dat boerderijtje, kennelijk bij de bevrijding half weggeschoten en provisorisch dichtgemaakt? Ik plaatste de tekening in
het gratis huis-aan-huisblad ‘De Bossche Omroep’ met de vraag of iemand er meer van wist te vertellen. Er kwamen vier reacties op. Het was het huis van Marinus van der Dussen, bijgenaamd Marinus de Kuut, en het stond op een terp aan de Balk, de verbindingsweg tussen Den Bosch, het Slot en Oud Empel. Vanwege de bouw van een viaduct werd het afgebroken. En dan was er ook nog een telefoontje van een gefrustreerd familielid van Vincenzo die mij vroeg hoe die junk in ’s hemelsnaam de hand had kunnen leggen op zoveel werken, terwijl hij na het overlijden van zijn oom zelfs niet één stuk als aandenken had kunnen kopen. Ik moest hem het antwoord hierop schuldig blijven. De tekening van Empel zit nu als een kostbaar bezit bij mij in een grote map, met strikjes dichtgebonden, samen met andere kunst en oude kaarten. God mag weten waar ze na mij weer heen zal gaan. Zou die neef van frater Vincenzo dan nog in leven zijn? Dan zou hij als eerste ervoor in aanmerking komen. Anton van der Lee (Nederland)
10
REFLECTIE
HET VERLANGEN NAAR NEDERIGHEID Nadat ik het boek Barmhartige Liefde van frater Wim Verschuren had gelezen, dacht ik na over wat hij zegt over barmhartigheid, dat meer is dan alleen ‘iets goeds doen’. Barmhartigheid is een houding, een manier van zijn. Eerlijk gezegd, al voordat ik lid werd van de congregatie, wist ik al wel dat barmhartigheid meer is dan alleen daden. Maar nu ik frater ben realiseer ik me dat er nog veel méér te leren valt over de weg van barmhartigheid. Om te beginnen is nederigheid een van de grootste deugden die ik zou moeten hebben. Hoe kan ik dat
bereiken, in deze huidige wereld? Door mezelf te ledigen. En hoe maak ik mezelf leeg? De enige manier om jezelf leeg te maken en nederig te worden, is door te verlangen naar nederigheid. Terwijl ik dit antwoord probeerde te wegen dacht ik bij mezelf: Meen ik wat ik zeg wel serieus? Want het lijkt een van de onmogelijke dingen in mijn leven. Maar toen ik erover nadacht realiseerde ik dat Jezus Christus naar de wereld kwam omwille van de liefdevolle barmhartigheid die Hij voor ons had. Hij kwam om ons de weg naar de Vader te wijzen, naar eeuwig leven, en Jezus is de enige weg. Het voorbeeld van Jezus leert me dat ik op weg ben naar het verlangen naar nederigheid door op een positieve manier te doen wat het minst van mij verwacht wordt (Filippenzen 2,6). Jezus, die Heer was, vernederde zich en nam de gedaante aan van een slaaf. En dat was het minste van wat er van Hem verwacht werd. Voor mij als christen geldt dat ik probeer de weg van barmhartigheid te volgen. Nu ik geleerd heb dat dit mogelijk is door een nederig leven te leiden in de wereld van vandaag, was ik verbaasd dat wat in mijn gedachten kwam het beroemde citaat uit de Bijbel was, namelijk Mattheüs 25,40: "Wat gij gedaan hebt voor een dezer geringste broeders van mij, hebt gij voor Mij gedaan." Door het minste te doen van wat van mij verwacht wordt op een positieve manier tegenover iedereen, maak ik mij leeg zodat God bezit van mij kan nemen, en dat is de manier waarop ik nederig kan zijn. Bonface Ogari Monyancha, tweedejaars novice (Kenia)
“En toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen. Hij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem” (Lucas 15,20). 11
APOSTOLAAT IN BEELD
Evangelisatie door van God gegeven talenten De congregatie wordt wereldwijd geconfronteerd met allerlei vormen van materiële en geestelijke noden. In hun apostolaat proberen fraters deze samen met anderen te verlichten. In de twintigste aflevering van deze rubriek laten we iets zien van de pastorale activiteiten van de fraters in een parochie in Kenia. Frater Geoffrey Sinange is actief in het jongerenpastoraat.
Staf op bezoek bij jongeren in de parochie van Mosocho, met links onder (in wit overhemd) frater Geoffrey. De jongerengroep van de parochie Mosocho zet zich in voor een actieve deelname van de jeugd aan kerkelijke activiteiten, als een manier om de leer en de levenswijze van Christus te volgen. De parochie bestaat uit 12 buitenwijken, waar deze jongeren wonen. Door hun deelname aan verschillende jeugdprogramma's worden elk jaar veel jongeren aangetrokken tot de kerk. Er worden pastorale programma’s georganiseerd, maar ook seminars, drama-/muziekfestivals, en welzijnsprogramma's.
Leren van elkaar Het belangrijkste doel van deze programma's is om van de deelnemende jongeren sterke en verantwoordelijke christenen in de katholieke kerk te maken, die in de voetsporen van Jezus treden. Ze leren ook van elkaar;
12
ze delen over school, over hedendaagse kwesties die de samenleving beïnvloeden, en over ervaringen in hun thuissituatie. Natuurlijk is er ook tijd voor vermaak. De maand december is het meest geschikt om deze activiteiten te organiseren, omdat veel jongeren dan thuis zijn voor vakantie. Het programma is elk jaar anders, en wordt steeds gedegen voorbereid door de jeugdleiders, onder leiding van de fraters.
Talentenshow Op 31 december 2021 kwamen zo’n 400 jongeren bijeen op de St. Vincent de Paul School in Mosocho. Het thema van het evenement was "Evangelisatie door van God gegeven talenten", met op de agenda verschillende podiumkunsten. Deskundigen op verschillende gebieden waren uitgenodigd om te
Deelnemers aan het jeugdseminar.
Troost voor een van de jongeren die een ouder verloor.
spreken over onderwerpen die hun leven als jongere beïnvloeden. Voor velen van hen was het een moment van zelfontdekking, en zij getuigden van een positieve verandering in hun leven. Tijdens het programma was er ook tijd om na te denken over geestelijke zaken, het lezen van de Bijbel en daarover in gesprek te gaan. Daarnaast voerden de jongeren traditionele dansen, liederen, toneelstukken en moderne muziek/dansen op. De beste performer(s) kregen een kleine attentie als motivatie. Sinds de oprichting van deze groep is er onder de jongeren een grote verbetering te zien in hun gevoel van eigenwaarde en in hun relatie tot anderen.
De straat op In het kader van een welzijnsprogramma brengen de jongeren in de parochie ook bezoeken aan andere jongeren, die het geloof zijn kwijtgeraakt, of die veel twijfels hebben in hun geloof, bijvoorbeeld door ziekte of overlijden van naasten. Dit heeft het aantal gevallen van drugsmisbruik en ander onverantwoordelijk gedrag verminderd. Op elke laatste zaterdag van de maand worden er bijeenkomsten gehouden, onder leiding van fraters en zusters. frater Geoffrey Sinange CMM (Kenia)
Talentenshow tijdens het jongerenseminar.
13
VERHALEN APOSTOLAAT IN BEELD VAN VROEGER
stemmen uit het verleden In het voorjaar van 2019 had ik het voorrecht om wekenlang op de zolder van het Generalaat door te brengen. Die zolder herbergt een bonte verzameling spullen uit de geschiedenis van de congregatie waaronder vele honderden schilderijen, aquarellen en etsen van fraters. Ik selecteerde en fotografeerde die ter voorbereiding van de tentoonstelling ‘Kunstbroeders’. Toen ik daarmee bezig was, viel mijn oog op een oude Edison-fonograaf die daar stond, samen met achtentwintig wasrollen.
Die fonograaf moest ooit bij fraters in huis gestaan hebben en gebruikt zijn. Dat ding intrigeerde me. Zou hij het nog doen? Zouden dan die wasrollen weer tot klinken kunnen worden gebracht? Zou daar iets belangwekkends op te horen zijn? Dus vroeg ik toestemming aan het bestuur om dat apparaat nader te onderzoeken. Die kreeg ik. De Edison-fonograaf was de voorloper van de grammofoon. Tussen 1893 en omstreeks 1915 werden er bijna een miljoen gemaakt. Daarna kwamen 78-toerenplaten in zwang. Maar hij verschilde ook van de grammofoon. Ten eerste werkte hij niet met platte grammofoonplaten maar met cilinders van was. Ten tweede kon je er, in tegenstelling tot de grammofoon, ook zelf opnames mee maken; een grammofoon kan enkel geprefabriceerde platen afspelen, maar bij een fonograaf zat ook een opnamekop waarmee je je eigen stem op de wasrol kon vastleggen. Verreweg de meeste wasrollen bevatten zulke eigen opnamen. Zo ook die van de fraters. Getuige de patentdata en het serienummer die erop staan, moet deze fonograaf rond 1898 gemaakt zijn. Hij kwam uiteindelijk terecht in de winkel van Carl J. Golichowski, een pianohandelaar in Den Bosch. Fraters van de Ruwenberg hebben het apparaat vermoedelijk vlot daarop daar gekocht. Dat laatste blijkt uit aantekeningen op doosjes van de wasrollen die dateringen bevatten: de oudste eigen opname is uit 1899 en een rol uit 1901 vermeldt: ‘De fraters en kwekelingen van Tilburg maken hun compliment aan de Ruwenbergers over de hartelijke ontvangst’. Na 1915 waren nieuwe wasrollen niet meer verkrijgbaar, en ik vermoed dat de opname- en weergavekop een jaar of twintig na de aanschaf wel 14
René Munnik op de zolder van het Generalaat. Foto's: Mascha van Kleef. versleten waren. Die bevatten veel natuurrubber dat vrij snel verging. Dat betekent dat het apparaat na pakweg 1920 vrijwel niet meer functioneerde. Dat is een eeuw geleden. Het moet al die tijd als een nutteloos curiosum in Sint-Michielsgestel en daarna in de opslag op de zolder van het Generalaat hebben gestaan. Die eeuw had zijn sporen nagelaten. Het vet waarmee de veermotor ooit overvloedig was gesmeerd, was in honderd jaar tijd verhard tot een soort pikzwarte teer: alle tandwielen zaten muurvast. Er zat niets anders op dan het hele apparaat tot op het laatste schroefje uit elkaar te halen en te reinigen. Dat lukte. Inmiddels loopt hij weer soepel: vijftien slagen met de slinger en
De fonograaf. de trommel draait gelijkmatig twee minuten lang… de speelduur van een wasrol. Daarmee komt de mogelijkheid in zicht om die wasrollen daadwerkelijk aan de praat te krijgen, want de meeste zijn onbeschadigd en de groeven zien er op het oog nog puntgaaf uit. Maar zelfs als het zou lukken om de originele weergavekop te herstellen dan zal ik die rollen daar niet mee afspelen. Al in de tijd van Edison waren wasrollen na twintig keer draaien helemaal versleten… en deze meer dan honderd jaar oude rollen zijn extra kwetsbaar. Het geluid dat erop staat zou na een paar keer voor altijd gewist zijn. Daarom zoek ik naar een veiligere manier om de wasrollen af te spelen. Liefst een optische die geen enkele mechanische belasting vormt. Dat gaat nog even duren, maar het zal lukken. Hoop ik.
voor dat je dat weer kunt beluisteren en dat je dan hoort (maar dat verzin ik er nu zelf bij) dat men frater Andreas van den Boer - die er heel goed bij geweest kan zijn - nog eens extra bedankt voor de gastvrijheid… en dat er dan een bescheiden maar onmiskenbaar hoorbare stem antwoordt: ‘Graag gedaan’ of iets monastieks als ‘Deo gratias’. Dat zou toch mooi zijn!... zo’n akoestisch relikwie van twee woorden met een eigen klankkleur. We zullen het zien. U hoort er nog van. Wordt vervolgd. René Munnik (Nederland)
Intussen wachten die wasrollen al een eeuw om nog een keer geluid te mogen maken. Samen bevatten ze ongeveer drie kwartier aan hoorbare levenstekens uit de Ruwenberg van omstreeks honderdtwintig jaar geleden. Als je de etiketten op de doosjes mag geloven, dan zullen we binnenkort kunnen luisteren naar de Serenade van Franz Schubert, naar het Panis Angelicus en liedjes als ‘De hoed der bedeling’… ten gehore gebracht door goeddeels anonieme fraters (fr. Am?, Jan?, Eunachus?) uit een tijd waarin zelfs de oudste thans levende frater nog lang niet geboren was. Maar het meest benieuwd ben ik naar die fraters en kwekelingen uit Tilburg die in 1901 hun compliment maakten aan de Ruwenbergers. Stel je toch eens 15
REFLECTIE
Vorming De vormingsperiode wordt gekleurd wordt door verschillende dingen, en uitdagingen en moeilijke situaties horen daar ook bij. Frater Gabriel F. Soares schrijft daarover: “Ik was soms wanhopig, verdrietig, en soms wilde ik opgeven. Terugkijkend ben ik blij met al deze ervaringen. Waarom zeg ik dat? Het leerde me om op een volwassen manier mijn roeping te kunnen beantwoorden.” De dagen gaan voorbij, als stromend water, en inmiddels ben ik nu ongeveer 3 jaar lid van de congregatie van de Fraters CMM. In het begin wist ik niet precies wie ik was (‘wie ben ik? ’) maar tijdens de vormingsperiode leerde ik mezelf beter kennen. Dat is belangrijk, omdat elk mens een gave van God is, inclusief sterke en zwakke punten. In de sfeer van broederlijke liefde in het samenleven tijdens de vorming heb ik ook de ander leren kennen, en ik leerde de sterke en zwakke punten van anderen te accepteren. Toen ik intrad was ik bang en verlegen, maar na een paar maanden voelde ik me thuis en durfde ik me open te stellen en mijn ervaringen te delen met de novicenmeester. De vormingsperiode werd zo een richtingaanwijzer in mijn spirituele pelgrimstocht met God. Twee dingen zijn heel belangrijk op die weg: gebed en werk. Zonder gebed weet ik niet wat de zin van mijn leven is. Met gebed probeer ik Gods wil in mij te horen. Gebed is ook het antwoord (“Heer, hier ben ik”). Over werk zeggen onze Constituties: “Die de arbeid niet bemint, heeft de geest der congregatie niet” (Const. I, 135). Werk kan heel eenvoudig of routinematig zijn (de vloer vegen, aardappels schillen, bloemen water geven). Toch is het zinvol, zowel voor mezelf als voor mijn roeping. Op mijn pad zullen er vast nog meer uitdagingen en verleidingen komen die ik het hoofd moet bieden, maar mijn geloof dat God altijd aanwezig en trouw is zal mij vergezellen op mijn weg. Het samenleven met medebroeders in de vormingsperiode maakte me blij en gelukkig omdat we elkaar hielpen en elkaar respecteerden. Na de vormingsperiode is het onvermijdelijk dat iedereen naar een andere communiteit vertrekt, maar het gevoel van verbondenheid blijft. Die saamhorigheid zou ik willen omschrijven in een gedicht:
16
God schiep alles in paren, er is dag, er is nacht, er is duisternis en er is licht. Evenzo met ontmoetingen en samenzijn zal er altijd scheiding zijn, omdat niets in deze wereld eeuwig is. Ik ben God nog steeds dankbaar voor alle ervaringen die ik heb gehad, al deze ervaringen hebben me echt geholpen om te komen waar ik nu ben, en om me voor te bereiden op wat nog komen gaat. frater Gabriel Fatima Soares CMM (Oost-Timor)
KORTE BERICHTEN
Nieuw leiderschap in provincies en regio’s Na de verkiezing van het nieuwe generaal bestuur tijdens het generaal kapittel in november 2021, loopt ook de bestuurstermijn van de provinciale en regionale besturen ten einde. Inmiddels hebben de provincies Nederland en Indonesië en ook de regio Brazilië een nieuw bestuur. In de provincie Kenia en in de regio’s Namibië en Oost-Timor wordt zeer binnenkort het nieuwe leiderschap aangesteld.
Nieuw provinciaal bestuur Nederland
Nieuw regionaal bestuur Brazilië
In navolging van artikel 201 van deel II van de Constituties heeft de algemene overste, frater Lawrence Obiko, met instemming van de leden van het generaal bestuur en na het provinciaal kapittel van de provincie Nederland gehoord te hebben, een nieuw provinciaal bestuur benoemd voor de provincie Nederland: • fr. Broer Huitema CMM: provinciaal overste • fr. Niek Hanckmann CMM: 1e bestuurslid en plaatsvervangend overste • fr. Ad de Kok CMM: 2e bestuurslid
Overeenkomstig artikel 233 van deel II van onze Constituties heeft de algemene overste, frater Lawrence Obiko, met instemming van de leden van het generaal bestuur en na de regio Brazilië te hebben gehoord, een nieuw regionaal bestuur voor de regio Brazilië benoemd: • fr. Henrique Matos CMM: regionaal overste • fr. Lukas Betekeneng CMM: 1e bestuurslid en plaatsvervangend overste • fr. Rosario de Jesus Martins CMM: 2e bestuurslid
Deze benoemingen zijn voor een bestuursperiode van 6 jaar en gingen in per 10 december 2021.
Provinciaal bestuur Nederland: fr. Niek Hanckmann, fr. Broer Huitema, fr. Ad de Kok.
De benoemingen gingen in op 30 januari 2022, en gelden voor een periode van drie jaar.
Regionaal bestuur Brazilië: fr. Lukas Betekeneng, fr. Henrique Matos, fr. Rosario de Jesus Martins.
Nieuw provinciaal bestuur Indonesië In navolging van artikel 201 van deel II van de Constituties heeft de algemene overste, frater Lawrence Obiko, met instemming van de leden van het generaal bestuur en na het provinciaal kapittel van de provincie Indonesië gehoord te hebben, een nieuw provinciaal bestuur benoemd voor de provincie Indonesië: • fr. Philipus Weridity CMM: provinciaal overste • fr. Paskalis Wangga CMM: 1e bestuurslid en plaatsvervangend overste • fr. Fransiscus Linus CMM: 2e bestuurslid en secretaris • fr. Agustinus Farneubun CMM: 3e bestuurslid • fr. Antonius Sipahutar CMM: 4e bestuurslid
Provinciaal bestuur Indonesië: fr. Antonius Sipahutar, fr. Philipus Weridity, fr. Fransiscus Linus, fr. Paskalis Wangga, fr. Agustinus Farneubun.
Deze benoemingen zijn voor een bestuursperiode van 6 jaar en gingen in per 11 maart 2022. 17
In Memoriam
Ontwikkelingen op Sparrenhof Landgoed Sparrenhof in Tilburg wordt een pedagogische ontmoetingsplaats voor en door jeugd uit Tilburg en de regio. De Congregatie van Fraters CMM, eigenaar van het landgoed, gaat hiervoor de samenwerking aan met zes organisaties: Stichting Landgoed Sparrenhof, Gemeente Tilburg, T-PrimaiR, Portvolio, ContourdeTwern en Fontys Hogeschool Pedagogiek. Het gemeenschappelijke doel is om op Sparrenhof een kansrijke en inclusieve omgeving te creëren waar samen met kinderen en jongeren gewerkt wordt aan brede talentontwikkeling. Het landgoed en de gebouwen zijn sinds 1921 in het bezit van de fraters. Tot begin jaren 80 van de vorige eeuw hadden de fraters het in gebruik als kloosterboerderij. Daarna stelden zij het landgoed beschikbaar voor kinderen en jongeren in kansarme(re) situaties, voor recreatie en voor vakanties in de zomermaanden. De fraters zijn blij met de nieuwe ontwikkelingen. Het ontbrak hen aan menskracht en financiële middelen om het beheer en de organisatie van activiteiten op het landgoed in de toekomst voort te zetten. Het is een van de laatste zendingsactiviteiten die de Nederlandse provincie nog heeft, en de fraters blijven graag nog betrokken bij de samenleving. De samenwerking met andere organisaties maakt dit mogelijk.
Ambassadors of a Worldwide Brotherhood op Sparrenhof, 2016.
18
Frater
Frans (F.M.A.E.) van de Meulengraaf Hij werd geboren te Eindhoven op 8 maart 1940 en trad in de Congregatie van de Fraters CMM te Tilburg op 29 augustus 1957. Hij overleed op 12 februari 2022 in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen te Tilburg. Op 17 februari hebben medebroeders, familieleden en vrienden in een eucharistieviering afscheid van hem genomen. Vervolgens is hij begraven te midden van zijn overleden medebroeders op het Landgoed Steenwijk te Vught. In 1960 behaalde frater Frans zijn onderwijzersakte en ging hij aan het werk als onderwijzer in Oss. In 1963 werd hij naar Cork (Ierland) gestuurd om een studie te volgen, om daarna, in 1966, naar Namibië te gaan, waar hij tot 1996 zou blijven. Van 1984 tot 1990 was hij lid van het regionaal bestuur in Namibië. Hij werkte als onderwijzer in Döbra, en woonde enkele jaren in Katutura in antwoord op de roep om tussen de armen aanwezig te zijn. Terug in Nederland woonde hij in de Elimgroep. Hij was verantwoordelijk voor de financiën van het huis, digitaliseerde de bibliotheek van de communiteit en die van het Generalaat. Jarenlang maakte hij zich verdienstelijk als secretaris en archivaris van het provinciaal bestuur van de fraters in Nederland. Hij was erg gesteld op rust en stilte, maar stond voor mensen klaar wanneer dat nodig was. In de Elimgroep maakte hij met veel genoegen jam van bessen die hij zelf ging plukken. Heel wat mensen hebben in die tijd een potje jam van hem gekregen. In 2011 verhuisde hij naar woonzorgcentrum Joannes Zwijsen. Zijn laatste jaren werden gekenmerkt door afhankelijkheid en steeds meer los moeten laten. Moge God, de Barmhartige, frater Frans opnemen in de heerlijkheid van de verrezen Heer.
‘Zie mijn mensen’
Geroepen om anderen te dienen Wie zijn die fraters eigenlijk? Wat houdt hen bezig? Wat zijn hun dromen, hun idealen? Hoe geven ze in het dagelijks leven gestalte aan ‘barmhartigheid’ en ‘broederschap’ - de twee kernbegrippen in het charisma van de Fraters CMM? In deze rubriek ‘Zie mijn mensen’ laten we steeds één van de fraters aan het woord. Deze keer is dat Frater Eurico de Fátima Amaral. Hij is werkzaam in Oost-Timor, in het internaat St. Vincent de Paul in Gleno. Dit internaat is verbonden aan de school van de fraters in Gleno, een middelbare school voor beroepsonderwijs. Eerst begreep ik niet wat mijn roeping betekende. Waarom word ik geroepen? Waarvoor? En waarom zou ik? Ik heb zoveel tekortkomingen. Deze vragen hielden me bezig in mijn begintijd binnen de Congregatie van Fraters CMM. Maar na mijn vormingsperiode kreeg ik het vertrouwen om als onderwijzer te werken en pastoraal werk te gaan doen, met name in het jongensinternaat St. Vincent de Paul. Het internaat is een van onze sociale werken in de regio Oost-Timor. Hoewel ik en wij allemaal onze tekortkomingen hebben, doe ik mijn best om voor de jongeren te zorgen. Het is niet altijd gemakkelijk voor hen, en voor mij ook niet. We zijn allemaal verschillend: in karakter, etniciteit, of cultuur. Soms zorgen deze verschillen voor ruzies en creëren ze een scheidingsmuur. Dan probeer ik met veel geduld om me te verplaatsen in hun situatie, zodat ik ze kan helpen. Vertellen over de spiritualiteit van de fraters is dan een manier om hen weer bij elkaar te brengen. Ik vertel ze over de manier waarop wij ons leven leiden in gemeenschap. Wat ze daarvan kunnen leren? Een leven van gebed, broederschap, nederigheid, eenvoud, eerlijkheid, discipline, manier van werken, respect voor ouderen en iedereen die ze ontmoeten. Zo probeer ik hen te begeleiden en te vormen.
Ondanks hun ups en downs en de vele uitdagingen die ze tegenkomen, ben ik er zeker van dat ze zullen opgroeien tot verstandige en goede mensen. De ervaringen in mijn werk helpen mij ook om mijn roeping beter te begrijpen. De vele vragen die ik eerst had worden nu beantwoord. Ik realiseerde me dat het mijn roeping is om anderen te dienen, vooral degenen die iets meer hulp nodig hebben, zoals de kinderen in het internaat. Door hen ben ik geroepen om frater te worden. Zoals geschreven in onze Constituties (I,209): “Vanuit deze zending in de kerk en vanuit de historie zijn wij meer gevoelig voor de ontwikkeling van de wereld rondom ons door opvoedingswerk: de begeleiding van jonge mensen in velerlei vormen, vooral van hen die arm en hulpbehoevend zijn.” En hoe mooi is het om kinderen van deze tijd te begeleiden. Hier word ik door God op de proef gesteld of ik God werkelijk met een zuiver hart dien. En hier krijg ik de kracht, het enthousiasme, de motivatie en het geluk om mijn levensroeping als CMM-frater te leven. frater Eurico de Fátima Amaral CMM (Oost-Timor) 19
Wij hopen zo te mogen leven dat anderen uitgenodigd worden, zich bij ons aan te sluiten omwille van onze zending in de kerk. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid