Ondernemend gedrag in je loopbaan, niveau 3 en 4

Page 1

De maatschappij van vandaag vraagt om jongeren met een ondernemende mentaliteit, die initiatieven nemen, kansen zien en grijpen. Jongeren moeten in staat zijn om voor zichzelf op te komen en hun eigen zaken te regelen, voor zichzelf doelstellingen voorop te stellen en ergens voor te durven gaan. Deze ondernemerszin heb je nodig om je eigen leven vorm te geven. Het helpt je je verdere studieloopbaan uit te stippelen en succesvol af te ronden. De methode biedt je inzicht in jezelf en de mogelijkheid om ondernemende vaardigheden te ontwikkelen en te oefenen in situaties die je voorbereiden op je loopbaan.

Methode Ondernemend Gedrag voor het mbo – NIVEAU 3 | 4

www.codenamefuture.nl

ONDERNEMEND GEDRAG IN JE LOOPBAAN

ONDERNEMEND GEDRAG IN JE LOOPBAAN

Methode Ondernemend Gedrag voor het mbo

NIVEAU 3 | 4

ONDERNEMEND IN JE GEDRAG LOOPBAAN


De maatschappij van vandaag vraagt om jongeren met een ondernemende mentaliteit, die initiatieven nemen en kansen zien en grijpen. Je moet in staat zijn om voor jezelf op te komen en je eigen zaken te regelen, voor jezelf haalbare doelen te stellen en ergens voor te durven gaan. Deze ondernemerszin heb je nodig om je eigen leven vorm te geven. Het helpt je je verdere studieloopbaan uit te stippelen en succesvol af te ronden. Ook helpt het bij het betreden van de arbeidsmarkt en je verdere loopbaan. De methode biedt je inzicht in jezelf en de mogelijkheid om ondernemende vaardigheden te ontwikkelen en te oefenen in situaties die je voorbereiden op je loopbaan.


INLEIDING Je volgt in je opleiding beroepsspecifieke vakken. Deze bereiden je voor op een baan. Je volgt ook algemene vakken, zoals Nederlands en rekenen. De beroepsspecifieke en algemene vakken horen standaard bij je opleiding. Daarnaast heb je in je opleiding ook de ruimte om te kiezen voor keuzedelen. Zo kun je een deel van je opleiding zelf invullen. Vanuit je opleiding krijg je keuzedelen aangeboden waaruit je een keuze kunt maken. Dat kunnen keuzedelen zijn waarmee je je verder kunt specialiseren voor je beroep. Of keuzedelen die je voorbereiden op een volgende opleiding.

Als je na je opleiding gelijk aan het werk gaat Ga je na je opleiding gelijk werken? Gebruik je keuzedelen dan om je te onderscheiden van je medestudenten. Zo kun je aan je toekomstige werkgever laten zien wat je allemaal in huis hebt. Als je na je opleiding verder gaat leren Ga je na je opleiding verder leren? Gebruik de keuzedelen tijdens je opleiding dan om je voor te bereiden op je volgende opleiding. Zo kun je vrijstellingen krijgen of zorgen voor een makkelijkere start.

JIJ HEBT GEKOZEN VOOR HET KEUZEDEEL ‘ONDERNEMEND GEDRAG’

5


'Vast contra ct? Dat is niet m eer van deze tijd !'

Ondernemend gedrag wordt steeds belangrijker in arbeidssituaties. Dit geldt voor mensen die (deels) als zelfstandige aan de slag gaan, maar ook voor werk­­ nemers in loondienst. Een ondernemende houding van werknemers helpt een organisatie om vernieuwend te zijn. Ook bij het invullen van vacatures speelt het tegenwoordig een belangrijke rol. Het is een van de belangrijkste selectiecriteria. Ook blijkt uit onderzoek dat het een belangrijke succesfactor is voor de carrière van een werknemer.

Waar gaat het over? Ondernemend gedrag gaat over dingen als: verantwoordelijkheid, omgevings­sensitiviteit, zelfstandigheid, initiatiefrijk, verbeteringsgericht, creativiteit, zelfreflectie, een lerende houding en gemotiveerd zijn. Wij hebben dit vertaald naar tien vaardigheden en noemen dit skills in deze methode. Je doet klassikaal kennis op over deze skills en je krijgt er oefeningen bij.

3

WE

WE

Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie

K1

-K1-

W

2 W

1 W

-K1-

S CE

Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

K1

PR RK O

D

-K1-

D

D

K1

PR RK O

S CE

PR RK O

S CE

WE

Wat moet je doen? De beoordeling en examinering van Ondernemend gedrag verlopen in dit keuzedeel via drie werkprocessen:

Neemt initiatieven in en voor zijn werk

Je moet voldoen aan deze drie werkprocessen om het keuzedeel af te ronden. Hiervoor moet je je kennis over de skills in de praktijk brengen. Dit doe je door het uitvoeren van een opdracht: een challenge. De challenges staan in het methodeboek, of de school heeft een eigen challenge vastgesteld. Door het doen van de challenge verzamel je bewijsstukken voor je examenportfolio. De challenge wordt beoordeeld en afgetekend door de docent. Examinering De examinering gebeurt door middel van een examen, een Panelgesprek of een Proeve (Masterchallenge). Dit wordt door de school vastgesteld. Het examen volgt na afronding van deze methode. 6


AFTEKENLIJST

2 D OORZETTINGSVERMOGEN EN LEF HEBBEN Promoot een fair deal

3 O PENSTAAN VOOR JE OMGEVING EN NIEUWSGIERIG ZIJN Ontwerp een jongerenruimte

4 DOELGERICHT ZIJN EN PLANNEN Maak een magazine voor medewerkers

5 CREATIEF DENKEN Trendwatcher voor een dag!

6 MARKT- EN KLANTGERICHT ZIJN Klanttevredenheidsonderzoek op je werk

7 ONDERHANDELEN EN OVERTUIGEN Een kijkje achter de schermen

8 FLEXIBEL ZIJN Razende reporter

9 B ESLISSEN EN KNOPEN DOORHAKKEN Sightseeing in je eigen buurt

10 S AMENWERKEN EN NETWERKEN Organiseer een netwerkbijeenkomst

3

WE

WE

ü

K1

-K1-

W

2

W

1

W

-K1-

S CE

Maak een visitekaartje en pitch jezelf

K1

PR RK O

D

1 INITIATIEF NEMEN

-K1-

D

D

K1

PR RK O

S CE

PR RK O

S CE

WE

NAAM

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü ü

ü ü

PARAAF DOCENT

ü

ü

ü

OORDEEL

ü ü

ü

ü

ü

ü

ü

7


INHOUD WAAROM ONDERNEMEND GEDRAG? 21STE-EEUWSE VAARDIGHEDEN

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

SKILL  INITIATIEF NEMEN CHALLENGE  Maak een visitekaartje en pitch jezelf

26 34

SKILL  DOORZETTINGSVERMOGEN EN LEF HEBBEN CHALLENGE  Promoot een fair deal

42 52

SKILL  OPENSTAAN VOOR JE OMGEVING EN NIEUWSGIERIG ZIJN CHALLENGE  Ontwerp een jongerenruimte

60 70

SKILL  DOELGERICHT ZIJN EN PLANNEN CHALLENGE  Maak een magazine voor medewerkers

78 90

SKILL  CREATIEF DENKEN CHALLENGE  Trendwatcher voor een dag!

98 110

SKILL  MARKT- EN KLANTGERICHT ZIJN CHALLENGE  Klanttevredenheidsonderzoek op je werk

118 128

SKILL  ONDERHANDELEN EN OVERTUIGEN CHALLENGE  Een kijkje achter de schermen

136 146

SKILL  FLEXIBEL ZIJN CHALLENGE  Razende reporter

154 164

SKILL  BESLISSEN EN KNOPEN DOORHAKKEN CHALLENGE  Sightseeing in je eigen buurt

172 184

SKILL  SAMENWERKEN EN NETWERKEN CHALLENGE  Organiseer een netwerkbijeenkomst

192 202

REFLECTIEVERSLAG VOOR HET EXAMEN SCHEMA WERKPROCESSEN

8

10 20

210 220


3 -K1-

W

WE

2

K1

WE 1

W

PR RK O

D

S CE

-K1-

W

WE

-K1-

S CE

D

D

K1

S CE

PR RK O

K1

PR RK O

Geeft het werkproc es aan waaraan je we rkt in een challenge.

Werk alleen.

Vraag de mening van anderen.

Werk in groepjes.

Werk op een computer met internet.

Kijk een filmpje op je telefoon.

Print een document.

Om de QR-codes te scannen in dit boek heb je een app nodig op je telefoon. Ga naar de Play Store of App Store en download een QR-code reader. Open de app. Houd je telefoon zo vast dat de code in de richtvakjes past. Test de QR-code hiernaast. De app zal de camera op je telefoon gebruiken om de code te scannen. Je gaat nu automatisch naar een website of een filmpje.

9


WAAROM ONDERNEMEND GEDRAG? Ondernemend gedrag betekent: wat kan ik veranderen en aanpakken? Het gaat om gedrag en vaardigheden die jij nodig hebt als werknemer en als deelnemer in de maatschappij. Maar wat is dat gedrag dan precies? En welke vaardigheden horen daarbij? In dit hoofdstuk onderzoek je welk gedrag en welke vaardigheden je nodig hebt om jouw leven en toekomst vorm te geven.

10


WAAROM ONDERNEMEND GEDRAG?

WAAROM ONDERNEMEND GEDRAG? Wat is ondernemend gedrag eigenlijk? Wat moet ik kunnen? Hoe ondernemend ben ik? Dat ga je in dit hoofdstuk onderzoeken. DOEN Onderzoeken wat ondernemend gedrag is. Leren wat werkgevers belangrijk vinden. Uitleggen waarom een ondernemende houding belangrijk is in het beroep waar je voor leert. Wat heb jij nodig voor een succesvolle toekomst? Welke kwaliteiten heb je nodig als werknemer? En welke in je dagelijkse leven? We hebben verschillende mensen om advies gevraagd. Wat zouden ze jou willen meegeven? Ze hebben er elk een top 5 van gemaakt. De top 5 van dingen die je echt nodig hebt:

Youstoub (freelancer)

Romaissa (werknemer)

Martijn (werkgever)

1 Doorzettingsvermogen

1 Betrokken zijn

1 Regie over eigen werk

2 Creativiteit

2 Lef hebben

2 Afspraken nakomen

3 Gevoel voor humor

3 Doelen stellen

3 Mening geven

4 Flexibel zijn

4 Flexibel zijn

4 Plezier hebben

5 Omgaan met kritiek

5 Communiceren

5 Durf te vragen

Tamara (loopbaancoach)

Carlijn (werknemer)

Aart (werkgever)

1 Doorzettingsvermogen

1 Hard werken

1 Initiatief nemen

2 Samenwerken

2 Teamspeler zijn

2 Weten wat je doet

3 Leergierig zijn

3 Inventief

3 Vragen stellen

4 Niet verlegen zijn

4 Goed met cijfers

4 Actief zijn

5 Initiatief nemen

5 Communiceren

5 Afspraak is afspraak

11


21STE-EEUWSE VAARDIGHEDEN De maatschappij vraagt om jongeren met een ondernemende mentaliteit, die initiatieven nemen, kansen zien en grijpen. Jongeren moeten in staat zijn om voor zichzelf op te komen en hun eigen zaken te regelen, om doelen te stellen en ergens voor te durven gaan. De ‘toekomstige’ vaardigheden worden 21steeeuwse vaardigheden genoemd. In dit hoofdstuk leer je daar meer over.

20


21STE-EEUWSE VAARDIGHEDEN

WAT MOET IK MET 21STE-EEUWSE VAARDIGHEDEN? Wat zijn 21ste-eeuwse vaardigheden en waarom heb je ze nodig? In dit hoofdstuk vind je hier informatie over. DOEN Onderzoeken wat 21ste-eeuwse vaardigheden zijn. Leren waarom deze vaardigheden belangrijk zijn voor je toekomst. Bepalen in hoeverre je zelf denkt deze vaardigheden te hebben.

Opdracht 1: Veranderende toekomst Wanneer denk je dat de eerste populaire smartphone uitkwam?

Schrijf belangrijke uitvindingen op van vroeger en nu.

Vroeger:

Nu:

De toekomst verandert snel. Werk verandert door technologie en digitalisering. Robots nemen het werk over van mensen. Mensen gaan nog veel meer ICT gebruiken bij hun werk. Veel beroepen veranderen daardoor heel erg.

Wat moet een verkoper of retailer kunnen, als je denkt aan online winkelen en opkomende webshops? Hoe ga je om met de technologie in de zorg? Hoe gebruik je sociale media in het beroep van beveiliger of politieagent?

21


Crea tie denk f en

tional Computa thinking

Sociale &c vaardig ulturele heden

em le n ob sse Pr plo o

Ze lf r eg ul er in

g

ch Kritis n e denk

21e eeuwse vaardig-

heden

In vaa form rdi atie ghe den

en erk enw Sam

“21ste-eeuwse vaardigheden zijn vaardigheden die je nodig hebt om succesvol te kunnen deelnemen aan de maatschappij van de toekomst. Dit zijn vaardigheden als creativiteit, samenwerken, problemen kunnen oplossen en kritisch denken. Ondernemende vaardigheden horen ook bij deze 21ste-eeuwse vaardigheden.”

Co m

mu

nic ere n

Media wijsheid

is as n - b ede T h C I dig ar va

nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Welke van deze vaardigheden zijn belangrijk voor jouw toekomstige beroep?

ONDERNEMEND GEDRAG KUN JE LEREN Niet iedereen is van zichzelf al onder­ nemend. Maar ondernemend gedrag is te leren! Dat ga je doen door ondernemende vaardigheden in de praktijk te brengen. Weet je dat je dat voor een deel al doet? Bijvoorbeeld bij opdrachten in je BPV of in de lessen Loopbaan en Burgerschap. Voor een succesvolle toekomst zijn een aantal dingen belangrijk. Onder andere: je eigen keuzes (leren) maken en je

24

eigen talenten en vaardigheden goed gebruiken. Maar ook weten hoe je ondernemende vaardigheden inzet. Met de methode Ondernemend gedrag in je loopbaan leer je meer over jezelf. Daarnaast laat deze methode je ondernemende vaardigheden ontwikkelen en oefenen. Dit doe je in situaties die je voor­­ bereiden op je loopbaan.


21STE-EEUWSE VAARDIGHEDEN

Opdracht 4: Digitale ontwikkelingsscan De methode Ondernemend gedrag in je loopbaan biedt een digitale ontwikkelscan aan die je aan het begin na elke challenge of aan het einde van de methode invult. Hoe goed beheers jij de ondernemende vaardigheden? Vul de ontwikkelscan in. De vragenlijst bevat stellingen waarop je moet reageren: in hoeverre ben jij het ermee eens of oneens? Als je de vragenlijst hebt ingevuld, zie je hoe jij nu scoort op de vaardigheden.

Ga naar: ganaar.link/og302 Kies voor 'Alle skills'. Kies de uitspraak die het meest bij je past. Bekijk de uitkomst van je scan en teken het resultaat na in de grafiek hieronder. De uitslag kun je naar jezelf mailen om ’m te bewaren.

Bijvoorbeeld: je hebt voor Initiatief nemen 20 punten gescoord. Zet dan op de streep van Initiatief nemen een stip, ter hoogte van de 20. Doe dit voor alle scores. Verbind tot slot de stippen, zodat je een tekening krijgt. Het wordt een soort ster.

Initiatief nemen Samenwerken en netwerken

40

Doorzettingsvermogen en lef hebben

30

Beslissen en knopen doorhakken

20

10

Openstaan voor je omgeving en nieuwsgierig zijn

10

Flexibel zijn 20

Doelgericht zijn en plannen

30

Onderhandelen en overtuigen

40

Creatief denken

Markt- en klantgericht zijn

25


1 26

SKILL

INITIATIEF NEMEN


1 SKILL INITIATIEF NEMEN

SKILL INITIATIEF NEMEN Deze les gaat over de ondernemende vaardigheid initiatief nemen.

VOORBEREIDEN Initiatief nemen houdt in dat je uit jezelf actie onderneemt en niet afwacht. Initiatiefrijke mensen zien kansen en problemen. Ze doen voorstellen, dragen oplossingen aan of ondernemen zelf actie. Je kunt oefenen in initiatief nemen door het te doen en te durven.

Ben jij initiatiefrijk? Ja, ik ben altijd de eerste die actie onderneemt of iets voorstelt. Best wel, maar ik neem niet altijd het initiatief. Niet zo, ik vind het lastig om te beslissen wanneer ik initiatief kan nemen. Nee, ik wacht liever af wat anderen doen. Leg uit waarom je dat vindt.

Beantwoord de volgende vragen. Je hebt vast weleens initiatief genomen op je BPV, omdat je je verantwoordelijk voelde. Noem een of meer van die momenten. Je hoeft niet meteen een redder te zijn, het gaat ook om kleinere acties. Neem hier een paar minuten voor. Voorbeelden: Je werkt in de supermarkt en doet de deur van de koeling dicht die per ongeluk open is blijven staan. Of je vraagt een klant die zoekend om zich heen kijkt, of je kunt helpen.

DE EERSTE STAP ZETTEN Mensen die initiatief nemen, beginnen uit zichzelf en zetten de eerste stap. Ze doen dingen uit eigen beweging. Je hoeft ze niet te vragen om ergens mee van start te gaan, want dat hebben ze dan allang gedaan. Ze zien kansen en gaan op het goede moment over tot actie. Ook als ze niet alles tot op de bodem hebben uitgezocht. Ze houden van pionieren, slaan nieuwe wegen in en gaan van de gebaande paden af.

27


OEFENEN

Waarom verwacht je dat?

Oefening 1: View sunset Hieronder zie je een foto van een kraampje op het strand. De eigenaar heeft het initiatief genomen om het kraampje daar neer te zetten. Op die manier kunnen mensen er voor tien dollar genieten van de ondergaande zon.

Oefening 2: Johan Cruyff Foundation In 1997 richtte Johan Cruyff de Johan Cruyff Foundation op. Hij wilde de jeugd in beweging brengen en houden. Daarvoor liet hij voetbalveldjes in steden aanleggen. Bij elk voetbalveldje hangen 14 regels. Regel 5 is ‘Initiatief’. Scan de QR-code met je telefoon. Of kijk op:  ganaar.link/og311

Wat vind je van het initiatief?

Initiatief nemen, is actie ondernemen als je kansen ziet. De eigenaar heeft actie ondernomen. Welke kans zag de eigenaar, denk je?

Cruyff zei dat hij nooit bang is geweest om iets nieuws te ondernemen. Ben jij weleens bang om iets nieuws te ondernemen?

JA

NEE

Zo ja, waar ben je bang voor?

Verwacht je dat de eigenaar er veel mee gaat verdienen?

28

JA

NEE

Neem je daardoor minder initiatief?

JA

NEE

SOMS WEL, SOMS NIET


1 SKILL INITIATIEF NEMEN

Wat heb je nodig om initiatief te nemen?

Noem er minstens twee: 1 2

Een uitspraak van Johan Cruyff is:

Bob Richters heeft het restaurant Hotspot Hutspot genoemd. Vind je deze naam goed bij het initiatief passen? En waarom?

'Snelheid w

ordt vaak ve rward met inzicht. Als ik eerde r ga lopen dan d e rest, lijk ik sneller.' Wat bedoelde Johan Cruyff hiermee, denk je?

Vind jij Bob Richters initiatiefrijk?

JA

NEE

EEN BEETJE

Leg je antwoord uit.

Oefening 3: Hotspot Hutspot Bekijk het filmpje. Scan de QR-code met je telefoon. Of kijk op:  ganaar.link/og312

Hotspot Hutspot is een buurtrestaurant in Rotterdam. Twintigers leren er aan tieners hoe ze maaltijden moeten koken voor de gasten in het restaurant. De oprichter is Bob Richters. Hij bereikt met dit initiatief meerdere doelen.

AFWACHTEN Het tegenovergestelde van initiatief nemen, is afwachten (passief zijn). Als je afwacht, dan bepalen anderen hoe de dingen lopen. Je eigen inbreng is dan klein. Dat is meestal niet zo goed voor je zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde. Als je afwachtend bent, schuif je je verantwoordelijkheid af op anderen of op gebeurtenissen. Het lijkt of je geen invloed hebt op je eigen leven. Initiatiefrijke mensen richten zich vooral op hun eigen gedrag en hun eigen gedachten. Zij nemen de regie.

29


3

WE

WE

Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie

K1

-K1-

W

2 W

1 W

-K1-

S CE

Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

K1

PR RK O

D

-K1-

D

D

K1

PR RK O

S CE

PR RK O

S CE

WE

Door het doen van de challenge verzamel je bewijsstukken voor je examenportfolio. In deze challenge oefen je met de volgende werkprocessen:

Neemt initiatieven in en voor zijn werk

TIP Een beschrijving van de werkprocessen staat op bladzijde 218.

CHALLENGE INITIATIEF NEMEN 34


1 CHALLENGE INITIATIEF NEMEN

VOORBEREIDEN VAN DE CHALLENGE De challenge:

“MAAK EEN VISITEKAARTJE EN PITCH JEZELF”

Een visitekaartje is een klein kaartje. Daarop staan de gegevens van een persoon en van het bedrijf waar hij of zij werkt. Zo zie je in één oogopslag wat diegene doet en hoe je deze persoon kunt bereiken. Jij gaat een visitekaartje maken en pitcht jezelf bij een of meer ondernemers.

HOE KOMT INITIATIEF NEMEN TERUG? Door je Pinterestbord te pitchen bij anderen neem je zelf het initiatief om jezelf te presenteren.

HOE GA IK AAN DE SLAG? 1 Je maakt een Pinterestbord. 2

Je maakt een visitekaartje.

3 Je reflecteert op het inzetten van de

TIP De criteria van initiatief nemen, waarop je wordt beoordeeld, staan op bladzijde 40.

BEOORDELING De docent beoordeelt de producten die je oplevert. De beoordeling is Je krijgt één mogelijkheid om te herkansen.

skill initiatief nemen. 4 Je evalueert de challenge en je maakt een

reflectie over een werkproces.

BENODIGDE TIJD 10 à 15 studie-uren

OVERLEGMOMENTEN OP SCHOOL Tijdens coachingslessen: bespreek je je Pinterestbord; bespreek je je visitekaartje; overleg je met jouw docent als je hulp nodig hebt. Schrijf de data en tijden van het overleg op:

MET WIE Je werkt alleen.

35


PRAKTISCHE TIPS EN LINKS

Pinterest Pinterest is een digitaal prikbord. Op het prikbord prik je plaatjes en video’s die iets over jezelf vertellen. Een goed Pinterestbord: maakt de kijker nieuwsgierig; maakt duidelijk wat je wilt en wat je vraagt; bestaat uit maximaal vijftien pins en een korte introductietekst. Bekijk hier een korte training hoe je een Pinterestbord maakt: ganaar.link/og313

Er zijn veel goede Pinterestborden die gebruikt worden om werk te vinden. Om die te kunnen zien, moet je ingelogd zijn. Als je nog geen account hebt, kun je die aanmaken op: www.pinterest.com Bekijk de voorbeelden op: ganaar.link/og314 Jouw sterke punten Tips om jouw sterke punten in kaart te brengen: Bedenk waar je weleens complimenten over krijgt. Vraag medestudenten om een positieve eigenschap van jou te noemen. Wat je zoekt Weet je nog niet precies welke baan je wilt? Omschrijf dan het soort baan of BPV waar je naar op zoek bent. Bijvoorbeeld: werken met kinderen, werken met cijfers. Als je nog helemaal niet weet wat je zoekt, schrijf dan allerlei banen op die jou leuk lijken. Bespreek deze met je docent en kies er een. Het aanmaken van een QR-code Ga naar: nl.qr-code-generator.com Voer de URL van het YouTube-filmpje of Pinterestbord in. Kies voor een statische QR-code. Klik op 'QR-code aanmaken'. Klik op 'Downloaden'. Sla het jpg-bestand van de QR-code op.

36


1 CHALLENGE INITIATIEF NEMEN

UITVOEREN VAN DE CHALLENGE 1

n product Op te levere BORD PINTEREST

Breng je sterke punten en wensen voor een baan in beeld: Kies vijf sterke punten van jezelf. Laat een medestudent ook vijf sterke punten van jou kiezen. Geef aan wat de verschillen zijn en in hoeverre je het eens bent met de punten die je medestudent noemt. Kies twee van jouw sterke punten en geef aan waarom deze twee belangrijk zijn voor jou. Deze ga je in jouw Pinterestbord gebruiken. Bedenk welke held jou inspireert. Beschrijf wat voor (bij)baan of BPV je zoekt.

Maak een Pinterestbord: Maak een Pinterestbord. Je brengt daarmee je sterke punten en de wensen voor een baan onder de aandacht bij ondernemers. Het Pinterestbord bestaat uit een naam voor het bord, een introductietekst en maximaal vijftien pins. Van de pins maak je er minimaal vijf zelf. Maak een QR-code die verwijst naar het Pinterestbord. Stuur de link van je Pinterestbord naar je docent.

37


2

n product Op te levere RTJE VISITEKAA

Het maken van een visitekaartje: Bepaal wat je op je visitekaartje gaat zetten. Ontwerp een enkelzijdig visitekaartje van 5,5 x 8,5 cm. Print vijf exemplaren van het visitekaartje.

Pitch jezelf bij bedrijven met behulp van je visitekaartje: Kies twee bedrijven waar je zou willen werken. Zoek er informatie over op. Overhandig je visitekaartje bij deze twee bedrijven. Pitch jezelf. Onderdelen van je pitch: wensen voor een BPV of (bij)baan, jouw sterke punten, de opleiding die je nu doet, waarom je bij het bedrijf wilt werken. Vraag of de bedrijven je visitekaartje willen bewaren. Wijs ze op de QR-code naar jouw Pinterestbord. Vraag om verbeterpunten van je Pinterestbord en visitekaartje. Maak een verslag van maximaal 150 woorden over jouw bezoek bij de bedrijven.

Verbeter je visitekaartje en Pinterestbord: Verbeter je visitekaartje en Pinterestbord. Gebruik hiervoor de verbeterpunten die bedrijven hebben genoemd. Mail je aangepaste visitekaartje en de URL van je Pinterestbord naar je docent.

38


1 CHALLENGE INITIATIEF NEMEN

3

n product Op te levere REFLECTIE

Reflecteer: wat heeft het je opgeleverd? Welke inzichten heb je gekregen? Schrijf een reflectieverslag. Toon aan hoe je initiatief nemen in de challenge hebt ingezet en waar. Wat heeft het je opgeleverd? Welke inzichten heb je gekregen? Neem in het verslag mee: wat kan volgende keer anders of beter? Hoe ga je initiatief nemen in de toekomst inzetten? Hoe heb je je sterke punten overtuigend laten zien in het Pinterestbord? Maak dit duidelijk. Hoe heb je voor elkaar gekregen dat je je visitekaartje aan de mensen in de bedrijven kon overhandigen?

39


EVALUATIE VAN DE CHALLENGE

4

Bekijk de beoordelingscriteria van de skill initiatief nemen. Wat ging goed?

Wat vond je lastig?

CRITERIA VOOR INITIATIEF NEMEN

Schrijf kort op waarom je dit vindt. WAAROM VIND JE DIT?

1 Is proactief en onderneemt zelfstandig de nodige acties.

2 Investeert actief in het opbouwen van een goed netwerkt, zowel voor het werk als persoonlijk. 3 Onderneemt acties op het gebied van eigen ontplooiing en ontwikkeling.

4 Ziet kansen en doet daar iets mee.

5 Bedenkt alternatieven om doelstellingen te realiseren.

Vul de digitale ontwikkelscan in die hoort bij de skill initiatief nemen.

40

Ga naar: ganaar.link/og303 Kies voor de skill initiatief nemen. Kies de uitspraak die het meest bij jou past. Teken de score in de cirkel op bladzijde 220. De uitslag kun je naar jezelf mailen om ’m te bewaren.

n product Op te levere EVALUATIE


1 CHALLENGE INITIATIEF NEMEN

3

WE

WE

K1

Neemt initiatieven in en voor zijn werk

-K1-

W

2 W

1 W

-K1-

PR RK O

S CE

K1

Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie

D

-K1-

PR RK O

D

D

K1

Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

S CE

PR RK O

S CE

WE

In deze challenge heb je gewerkt aan de volgende werkprocessen:

Je gaat nu reflecteren. Dat doe je zo: Kies een van de twee WERKPROCESSEN . Laat zien hoe je dit werkproces hebt geoefend in de challenge. Dit doe je met de Korthagen-methode of de STARR-methode. Vraag aan je docent welke van de twee je moet kiezen. Vind je het lastig om een reflectie in te vullen? Bekijk dan het voorbeeld op ganaar.link/reflecteren2 Scan de QR-code en begin met reflecteren. KORTHAGEN-METHODE

Je reflecteert op een gebeurtenis in vijf stappen: wat is er gebeurd? Wat deed je precies? Waar liep je tegenaan? Wat kun je de volgende keer anders doen? Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken? Scan de QR-code en vul jouw reflectie in.

1

2

3

4

5

Wat is er gebeurd?

Wat deed je precies?

Waar liep je tegenaan?

Wat kun je de volgende keer anders doen?

Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken?

ganaar.link/r1

STARR-METHODE

Je kijkt terug op een gebeurtenis in vijf stappen: de situatie, jouw taak, jouw acties, het resultaat en de reflectie daarop. Scan de QR-code en vul jouw reflectie in.

S

T

A

R

R

Situatie

Taak

Actie

Resultaat

Reflectie

Beschrijf een situatie waarin je de loopbaancompetentie hebt laten zien.

Wat was jouw taak in de beschreven situatie?

Wat heb je gedaan in die situatie?

Wat was het effect van je actie?

Wat heb je geleerd van deze situatie? Hoe ga je het de volgende keer doen?

ganaar.link/r2

41


10 192

SKILL

SAMENWERKEN EN NETWERKEN


10 SKILL SAMENWERKEN EN NETWERKEN

SKILL SAMENWERKEN EN NETWERKEN Deze les gaat over de ondernemende vaardigheid samenwerken en netwerken.

VOORBEREIDEN Succesvol omgaan met andere mensen en samen doelen bereiken. Mensen die goed zijn in samenwerken en netwerken, zijn gericht op anderen en leggen gemakkelijk contact. Zo kunnen ze hun werk beter doen. Samenwerken en netwerken is geven en nemen, je helpt elkaar.

SAMENWERKEN Samenwerken doen we allemaal. Mensen zijn immers sociale wezens. Als je heel jong bent, leer je om samen te spelen. Eenmaal op school leer je om samen te werken. Dat is handig voor als je later een baan hebt. Want ook op het werk wordt veel samengewerkt. En wat dacht je van vrije tijd? Ook daarin werk je samen: in je sportteam, in een band of bij de dance-act.

OEFENEN Oefening 1: Wat heb jij nodig?

Beantwoord de volgende vraag.

Kun jij goed samenwerken? Kies het antwoord dat het beste bij je past:

Jazeker, ik bereik samen vaak meer dan alleen. En het is nog leuker ook.

Bekijk het filmpje. Scan de QR-code of kijk op: ganaar.link/og3102

Wat heb jij nodig om goed samen te kunnen werken? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.

Best wel, maar het hangt er wel van af met wie. Soms doe ik dingen liever alleen.

Niet zo heel goed, ik begrijp niet zo goed wat anderen bedoelen.

Dat anderen naar mij luisteren.

Nee, ik kan beter alleen werken dan met anderen samen.

Dat ik naar anderen luister.

Dat het doel waar we samen aan werken, duidelijk is.

Hoe goed kun jij samenwerken? Doe de test op: ganaar.link/og3101.

Dat we elkaar begrijpen.

Dat we de taken goed verdelen.

Wat ben jij volgens de test?

Dat we lol kunnen maken.

Dat iedereen zich aan de afspraken houdt.

Dat ik ook af en toe iets alleen kan uitwerken.

Anders, namelijk

Ben je het eens met de uitslag?

JA

NEE 193


3

WE

WE

Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie

K1

-K1-

W

2 W

1 W

-K1-

S CE

Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

K1

PR RK O

D

-K1-

D

D

K1

PR RK O

S CE

PR RK O

S CE

WE

Door het doen van de challenge verzamel je bewijsstukken voor je examenportfolio. In deze challenge oefen je met de volgende werkprocessen:

Neemt initiatieven in en voor zijn werk

TIP Een beschrijving van de werkprocessen staat op bladzijde 218.

CHALLENGE SAMENWERKEN EN NETWERKEN

202


10 CHALLENGE SAMENWERKEN EN NETWERKEN

VOORBEREIDEN VAN DE CHALLENGE De challenge:

“ORGANISEER EEN NETWERKBIJEENKOMST”

Netwerken is een goede manier om nieuwe mensen te ontmoeten. Door je netwerk uit te breiden, leer je steeds meer mensen kennen die jou misschien kunnen helpen. Bijvoorbeeld als je op zoek bent naar een BPV-plek of een baan of als je voor jezelf wilt beginnen. Daarom ga je met de klas een netwerkbijeenkomst met bedrijven uit de buurt organiseren. Jullie verdelen de taken en zorgen met zijn allen voor een geslaagde bijeenkomst met een leuk thema.

HOE KOMT SAMENWERKEN EN NETWERKEN TERUG? In deze challenge leer je hoe je met de klas een netwerkbijeenkomst organiseert. Je maakt gebruik van je eigen netwerk en dat van je groepje. HOE GA IK AAN DE SLAG? 1 Je organiseert een netwerkbijeenkomst met je

klas en maakt een draaiboek. 2

Je maakt een gastenlijst.

TIP De criteria van samenwerken en netwerken, waarop je wordt beoordeeld, staan op bladzijde 208.

BEOORDELING De docent beoordeelt de producten die je oplevert. De beoordeling is Je krijgt één mogelijkheid om te herkansen.

3 Je reflecteert op het inzetten van de

skill samenwerken en netwerken. 4 Je evalueert de challenge en je maakt een reflectie over een werkproces.

BENODIGDE TIJD 10 à 15 studie-uren

MET WIE Je werkt in twee- of drietallen.

OVERLEGMOMENTEN OP SCHOOL Tijdens coachingslessen: bespreek je het draaiboek voor de organisatie van de netwerkbijeenkomst; bespreek je welke bedrijven je uitnodigt voor de bijeenkomst; overleg je met jouw docent als je hulp nodig hebt. Schrijf de data en tijden van het overleg op:

Er zijn twee overlegmomenten met de hele klas: 1. Bij de start van de challenge; 2. Een week voor de netwerkbijeenkomst. Maak praktische afspraken met elkaar over de organisatie van de netwerkbijeenkomst.

203


PRAKTISCHE TIPS EN LINKS

Taken voor de organisatie van de netwerkbijeenkomst Denk aan: Deelnemerslijst maken, bevestiging opstellen en mailen aan de deelnemers Catering regelen Een plan maken voor de inrichting van de ruimte Materialen verzamelen en de ruimte inrichten Ontvangst regelen met naambadges, ontvangsttafel bij de entree en verwijsbordjes naar de juiste ruimte Welkomstwoord voorbereiden en uitspreken Foto’s maken van de voorbereidingen en de netwerkbijeenkomst zelf. Er een filmpje van maken en dat naar de bedrijven mailen. Bedankje regelen voor de genodigden De ruimte opruimen

TIP Overleg zo nodig met de conciërge over het inrichten van de ruimte en de catering.

Op de genodigdenlijst zet je: - de bedrijven die je hebt uitgenodigd; - de personen bij die bedrijven die je gesproken hebt; - de personen die wel en niet naar de netwerkbijeenkomst komen; - de e-mailadressen van de personen die naar de bijeenkomst komen.

TIP Nodig personen uit door langs te gaan bij bedrijven of door ze te bellen. In gesprek met de deelnemers van de netwerkbijeenkomst: Heb je de challenge Ontwerp je visitekaartje en pitch jezelf gedaan? Neem de visitekaartjes mee naar de netwerkbijeenkomst en deel ze uit aan de deelnemers.

204


10 CHALLENGE SAMENWERKEN EN NETWERKEN

UITVOEREN VAN DE CHALLENGE 1

n product Op te levere K DRAAIBOE

Bereid de organisatie van de netwerkbijeenkomst voor: Maak een lijst met activiteiten die je moet doen om de taken van jouw groepje goed uit te voeren. Bespreek wie welke activiteit wanneer uitvoert. Leg dit vast in een draaiboek.

Organiseer de netwerkbijeenkomst: Voer de activiteiten uit die je in het draaiboek hebt beschreven. Stem de activiteiten zo nodig af met andere groepjes.

205


2

n product Op te levere ST GASTENLIJ

Breng bedrijven in kaart: Breng in kaart welke bedrijven uit de buurt je wilt uitnodigen voor de netwerkbijeenkomst. Onderzoek wie je kent bij die bedrijven.

Nodig bedrijven uit: Nodig bedrijven uit voor de netwerkbijeenkomst. Start met personen die je kent. Heb je nog niet genoeg deelnemers gevonden? Ga dan langs bij bedrijven waar je niemand kent. Maak een gastenlijst.

Ga in gesprek met bedrijven tijdens de netwerkbijeenkomst: Bedenk welke vragen je wilt stellen aan de deelnemers van de netwerkbijeenkomst. Bedenk ook vragen die te maken hebben met het thema van de bijeenkomst. Ga tijdens de netwerkbijeenkomst in gesprek met de deelnemers.

206


10 CHALLENGE SAMENWERKEN EN NETWERKEN

3

n product Op te levere REFLECTIE

Reflecteer: wat heeft het je opgeleverd? Welke inzichten heb je gekregen? Schrijf een reflectieverslag. Toon aan hoe je samenwerken en netwerken in de challenge hebt ingezet en waar. Wat heeft het je opgeleverd? Welke inzichten heb je gekregen? Neem in het verslag mee: wat kan volgende keer anders of beter? Hoe ga je samenwerken en netwerken in de toekomst inzetten? Hoe ging het organiseren van de netwerkbijeenkomst? Hoe heb je je netwerk ingezet? Wie heeft jou geholpen? Wat heb je geleerd van de gesprekken tijdens de netwerkbijeenkomst?

207


REFLECTIEVERSLAG 210


11 REFLECTIEVERSLAG VAN HET EXAMEN

Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie

3 -K1-

W

WE

2 W

WE

1 W

Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

K1

-K1-

S CE

-K1-

PR RK O

D

K1

D

D

K1

PR RK O

S CE

PR RK O

S CE

WE

De beoordeling en examinering van Ondernemend gedrag’ verlopen via de volgende drie werkprocessen:

Neemt initiatieven in en voor zijn werk

In dit laatste hoofdstuk reflecteer je op deze werkprocessen. Dat doe je in een reflectie­ verslag. Hierin moet je aantonen dat je deze drie werkprocessen beheerst.

Hoe toon je dit aan? Op elk werkproces reflecteer je met de STARR-methode. Je neemt elk werkproces door aan de hand van de volgende punten:

S

T

A

R

R

Situatie

Taak

Actie

Resultaat

Reflectie

Beschrijf een situatie (uit een challenge) waarin je het werkproces hebt laten zien.

Wat was jouw taak in de beschreven situatie?

Wat heb je gedaan in die situatie?

Wat was het effect van je actie?

Wat heb je geleerd van deze situatie? Hoe ga je het de volgende keer doen?

211


1 W

-K1-

WE

Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

S

Leg uit: in welke challenge(s) heb je laten zien dat je dit werkproces hebt geoefend?

Situatie

D

K1

S CE

PR RK O

Beschrijf de situatie:

Waar vond de situatie plaats?

Wie waren er bij de situatie betrokken? Denk aan je BPV-begeleider, collega’s, studiegenoten.

Wat was jouw taak of wat was de opdracht? Wat heb je gedaan?

Taak

T

Actie

A

212

Hoe heb je dit aangepakt? Beschrijf dit kort.


REFLECTIEVERSLAG VOOR HET EXAMEN

Resultaat

R

Welke reacties heb je van anderen gekregen?

Denk terug aan de situatie en hoe je het werkproces liet zien. Wat ging goed en vond je lastig?

Reflectie

R

Wat heeft het je opgeleverd? Wat was het resultaat van de actie(s) die je deed?

Ben je tevreden over het resultaat van je acties?

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Wat heb je van deze situatie geleerd?

Kun je wat je geleerd hebt, ook in een andere situatie gebruiken? Geef een kort voorbeeld.

213


2 W

-K1-

WE

Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie

S

Leg uit: in welke challenge(s) heb je laten zien dat je dit werkproces hebt geoefend?

Situatie

D

K1

S CE

PR RK O

Beschrijf de situatie:

Waar vond de situatie plaats?

Wie waren er bij de situatie betrokken? Denk aan je BPV-begeleider, collega’s, studiegenoten.

Wat was jouw taak of wat was de opdracht? Wat heb je gedaan?

Taak

T

Actie

A

214

Hoe heb je dit aangepakt? Beschrijf dit kort.


REFLECTIEVERSLAG VOOR HET EXAMEN

Resultaat

R

Welke reacties heb je van anderen gekregen?

Denk terug aan de situatie en hoe je het werkproces liet zien. Wat ging goed en vond je lastig?

Reflectie

R

Wat heeft het je opgeleverd? Wat was het resultaat van de actie(s) die je deed?

Ben je tevreden over het resultaat van je acties?

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Wat heb je van deze situatie geleerd?

Kun je wat je geleerd hebt, ook in een andere situatie gebruiken? Geef een kort voorbeeld.

215


3 W

-K1-

WE

Neemt initiatieven in en voor zijn werk

S

Leg uit: in welke challenge(s) heb je laten zien dat je dit werkproces hebt geoefend?

Situatie

D

K1

S CE

PR RK O

Beschrijf de situatie:

Waar vond de situatie plaats?

Wie waren er bij de situatie betrokken? Denk aan je BPV-begeleider, collega’s, studiegenoten.

Wat was jouw taak of wat was de opdracht? Wat heb je gedaan?

Taak

T

Actie

A

216

Hoe heb je dit aangepakt? Beschrijf dit kort.


REFLECTIEVERSLAG VOOR HET EXAMEN

Resultaat

R

Welke reacties heb je van anderen gekregen?

Denk terug aan de situatie en hoe je het werkproces liet zien. Wat ging goed en vond je lastig?

Reflectie

R

Wat heeft het je opgeleverd? Wat was het resultaat van de actie(s) die je deed?

Ben je tevreden over het resultaat van je acties?

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Wat heb je van deze situatie geleerd?

Kun je wat je geleerd hebt, ook in een andere situatie gebruiken? Geef een kort voorbeeld.

217


3

WE 2

W

-K1-

-K1-

W

WE

1 W

WE

S CE

K1

K1

D

-K1-

D

DK1-K1-W1

PR RK O

S CE

D

K1

S CE

PR RK O

PR RK O

Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

Is gemotiveerd om zelfkennis op te doen: staat open voor de mening van anderen over zichzelf en zijn handelen; test zichzelf herhaaldelijk en op verschillende manieren uit; vraagt regelmatig anderen om feedback. Is nieuwsgierig naar zijn omgeving: observeert nauwgezet welke dingen gedaan worden, hoe en door wie; stelt actief vragen; praat bewust met verschillende mensen om zaken aan de weet te komen; probeert erachter te komen hoe de hazen lopen’ (formele en informele organisatiestructuur). Kijkt objectief en eerlijk naar zijn eigen gedrag in een bepaalde situatie; is zich ervan bewust hoe anderen zich gedragen; zoekt actief naar rolmodellen; probeert te achterhalen en/of te doorgronden welke factoren bij hun (voorbeeld)gedrag een rol spelen.

DK1-K1-W2

Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie

Ziet en onderkent kansen en mogelijkheden om zaken te verbeteren, zowel bij zichzelf als in zijn omgeving. Blijft niet hangen in klaaggedrag; analyseert wat erachter zit en probeert dit te vertalen naar oplossingen. Benadert situaties oprecht en met respect voor anderen; ziet eigen fouten’ evengoed als de fouten’ van anderen; probeert een positieve insteek geven aan zijn veranderingsvoorstellen. Overlegt bij voorkeur met (meer ervaren) anderen over zijn waarnemingen en mogelijke oplossingen; geeft open zijn eigen mening over zaken; neemt de mening van anderen serieus. Bedenkt voor gevonden problemen meerdere oplossingsrichtingen; betrekt hierbij niet alleen de eigen situatie, maar ook die van andere betrokkenen.

DK1-K1-W3

Neemt initiatieven in en voor zijn werk

Weet anderen voor zijn ideeën, initiatieven en/of plannen te winnen; laat zich niet gemakkelijk van de wijs brengen; heeft doorzettingsvermogen. Pakt taken direct, enthousiast en met energie op.

Initieert activiteiten om zijn ideeën en initiatieven uitgevoerd te krijgen en/of steun voor zijn plannen te verkrijgen; neemt verantwoordelijkheid voor zijn ideeën/initiatieven/plannen.

218


STARTCHALLENGE

INITIATIEF NEMEN

DOORZETTINGSVERMOGEN EN LEF HEBBEN OPENSTAAN VOOR JE OMGEVING EN NIEUWSGIERIG ZIJN DOELGERICHT ZIJN EN PLANNEN

CREATIEF DENKEN

KLANT- EN MARKTGERICHT ZIJN ONDERHANDELEN EN OVERTUIGINGEN

FLEXIBEL ZIJN

BESLISSEN EN KNOPEN DOORHAKKEN SAMENWERKEN EN NETWERKEN

start 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü

ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü

ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü

start 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

ü ü ü ü ü

ü ü ü ü ü

ü ü ü ü ü

ü ü ü ü ü

ü ü ü ü ü

start 1 2 3 9 10

ü

ü

ü

ü 4 5 6 7

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

ü

8

219


Eindmeting van je ontwikkelscan Na elke challenge heb je in de evaluatie de ontwikkelscan ingevuld. De scores heb je in de grafiek hieronder getekend.

Initiatief nemen 40

Samenwerken en netwerken

Doorzettingsvermogen en lef hebben

30

20

Beslissen en knopen doorhakken

Openstaan voor je omgeving en nieuwsgierig zijn

10

10

Flexibel zijn

Doelgericht zijn en plannen

20

30

Onderhandelen en overtuigen

40

Creatief denken

Markt- en klantgericht zijn Wat valt je op als je deze score vergelijkt met de eerste ontwikkelscan (opdracht 4, bladzijde 25)?

Welke skill heb jij het meest verbeterd?

Had je dat verwacht? Waarom (niet)? Licht je antwoord toe.

Welke challenges hebben bijgedragen aan die verbetering, denk je?

Welke skill had je graag meer willen verbeteren? Waarom?

220


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.