De maatschappij dat ben JIJ is jouw methode voor burgerschap in het mbo. De methode heeft als doel jongeren te vormen tot sociale zelfredzame burgers met een goed beeld van hun rol in de huidige en toekomstige samenleving. Daarmee wordt de basis gelegd voor een bestendige toekomst. Jongeren krijgen kennis en vaardigheden aangereikt en er wordt veel aandacht besteed aan attitudevorming. Het uitgangspunt is dat jongeren inzien dat ze hun eigen rol voor een groot deel zelf (gunstig) kunnen beĂŻnvloeden.
2019 omslag DMDBJ 3|4 - rug15.5mm.indd 1
Methode burgerschap voor het mbo – NIVEAU 3 | 4
www.codenamefuture.nl
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ.
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ.
Methode burgerschap voor het mbo
NIVEAU 3 | 4
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN
JIJ.
15-06-19 11:46
G IN ID LE IN Burgerschap gaat over de spelregels van de samenleving, het gedrag dat daarbij past en hoe jij daar als individu in een bepaalde rol of in een bepaalde groep mee omgaat. Met de methode De maatschappij dat ben JIJ leer je meer over jezelf en de maatschappij waar we in leven. Daarnaast ontwikkel en oefen je kritische denkvaardigheden door te kijken naar de maatschappij. Wat is jouw rol, welke meningen heb je en hoe gedraag je je? Wat is de invloed van de maatschappij op jou en welke invloed heb jij op de maatschappij?
JE IN IEP JE D R E V RMT S C HAP JE VO . R T E R G U R E BU NT G G EB T VAK OK KU LE VI N N O ‘IN HE E E M J E SA G DIE R IN D MENIN N E WAT E G RWO ELOVE W N E E .’. ORDEN O W R VE
Burgerschap gaat over zaken als: samen leven, normen en waarden, nadenken over je eigen rol in de samenleving, elkaar respecteren en begrijpen hoe anderen denken. Je leert denken over bepaalde onderwerpen door ze vanuit verschillende standpunten te bekijken. Je bespreekt ook onderwerpen die belangrijk zijn voor meerdere landen. Bijvoorbeeld diversiteit, mensenrechten of het milieu. Jij bent ten slotte een wereldburger! In de methode noemen we dit wereldburgerschap.
De methode bestaat uit vier dimensies, vier invalshoeken om naar de maatschappij te kijken: XX de economische dimensie XX de sociaal-maatschappelijke dimensie XX de politiek-juridische dimensie XX de dimensie vitaal burgerschap. Elke dimensie sluit je af met een portfolio-opdracht en daarbij kijk je terug op wat je geleerd hebt. Zo werk je aan je burgerschapportfolio. Het portfolio laat je ontwikkeling zien. Het wordt beoordeeld en afgetekend door de docent. Het vak Burgerschap is een verplicht onderdeel van je opleiding.
5
KRITISCHE DENKVAARDIGHEDEN Bij het vak Burgerschap willen we jongeren aan het denken zetten. Je mening geven moet je bijvoorbeeld met argumenten doen of je kan je verplaatsen in het standpunt van iemand anders. Een onderdeel is ook het kunnen beoordelen of nieuws betrouwbaar is. Daarom is er in het vak Burgerschap speciale aandacht voor kritische denkvaardigheden. Je kunt die zien als ‘gereedschap’ bij het denken. Als je een vraagstuk van verschillende kanten of vanuit verschillende dimensies leert bekijken, leer je zaken breder te zien en te begrijpen. Het gaat hierbij om drie vaardigheden:
Je zoekt informatie die je eigen mening, keuze of oplossing ondersteunt of juist tegenspreekt.
Je staat open voor andere meningen of standpunten. Het gaat om de wil om de waarheid te achterhalen, de moed om openheid te tonen, de moed om te (h)erkennen dat je iets niet weet, de bereidheid om je eigen opvattingen te (laten) bevragen.
Je vormt een mening of maakt een keuze, maar bent bereid deze mening of keuze ter discussie te stellen.
Je moet aantonen dat je aan deze vaardigheden hebt gewerkt. Dit doe je door het maken van opdrachten. Je verzamelt hiermee bewijsstukken voor je portfolio. De portfolio-opdrachten worden beoordeeld en afgetekend door de docent. Het overzicht van de opdrachten zie je in het schema op de volgende bladzijde.
6
AFTEKENLIJST Ook digitaal invulbaar via ganaar.link/tdm4a
NAAM:
Score:
Datum:
Paraaf docent:
ECONOMISCHE DIMENSIE Portfolio-opdracht niveau 3 Grip op je geld: op jezelf wonen Portfolio-opdracht niveau 4 Jouw idee voor de wereld van morgen SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE Portfolio-opdracht niveau 3 Waardenmuur Portfolio-opdracht niveau 4 Te boerkini of te mini? POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE Portfolio-opdracht niveau 3 Onderzoek een maatschappelijk onderwerp Portfolio-opdracht niveau 4 Onderzoek politieke stellingen DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP Portfolio-opdracht niveau 3 E-nummers in je eten Portfolio-opdracht niveau 4 Campagne vitaliteit jonge werknemers
7
INHOUD 8
1 BURGERSCHAP?
10
1.1 Waarom Burgerschap? 1.2 Kritische denkvaardigheden
11 12
2
ECONOMISCHE DIMENSIE
18
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Waarom werk je? Werken en de overheid Ik werk Ik heb geen baan Ik ben kritisch Ik ben bewust Uit het rood
19 24 31 39 44 50 54
Portfolio-opdracht voor niveau 3 Portfolio-opdracht voor niveau 4 Reflectie op de economische dimensie
60 64 70
3
72
SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
3.1 Jezelf zijn 3.2 Jezelf zijn met anderen 3.3 De maatschappij dat zijn wij 3.4 Cultuur 3.5 De Nederlandse samenleving 3.6 Diversiteit 3.7 Gelijkheid en vrijheid
73 80 88 97 104 111 120
Portfolio-opdracht voor niveau 3 Portfolio-opdracht voor niveau 4 Reflectie op de sociaal-maatschappelijke dimensie
128 134 140
4
142
POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
4.1 Democratie, hoezo? 4.2 Mijn keuze 4.3 De politiek aan het werk 4.4 Bestuurslagen 4.5 De rechtsstaat 4.6 Rechten, plichten, gevolgen 4.7 Vrijheid en de media
143 148 155 160 166 172 178
Portfolio-opdracht voor niveau 3 Portfolio-opdracht voor niveau 4 Reflectie op de politiek-juridische dimensie
184 190 196
5
DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
198
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Jouw leefstijl en voeding Verbeter je leefstijl Ik en de liefde Online liefde Ik kan er niet mee stoppen Ben je happy? Gezond werken
199 209 214 221 228 237 244
Portfolio-opdracht voor niveau 3 Portfolio-opdracht voor niveau 4 Reflectie op de dimensie vitaal burgerschap
248 254 260
6
262
MAAK JE PORTFOLIO COMPLEET
6.1 Maak je portfolio compleet
263
BEGRIPPENLIJST NODIG? Kijk op ganaar.link/dm4b of scan de QR-code.
Om de QR-codes te scannen in dit boek heb je een app nodig op je telefoon. Ga naar de Play Store of App Store en download een QR-code reader. Open de app. Houd je telefoon zo vast dat de code in de richtvakjes past. Test de QR-code hiernaast. De app zal de camera op je telefoon gebruiken om de code te scannen. Je gaat nu automatisch naar een website of een filmpje.
9
? AP H SC BU
RG
ER
In deze inleiding denk je na over waarom je Burgerschap krijgt. Wat betekent het eigenlijk en wat heb je eraan? Burgerschap leert je de kennis, vaardigheden en houding die je nodig hebt om in de maatschappij mee te doen. En ook om mee te doen op je werk. Doel van het vak is eraan bij te dragen dat je een sociale, zelfredzame burger wordt en dat je weet wat je rol in de samenleving is.
ECONOMISCHE DIMENSIE
SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
1
2
De economische dimensie gaat over: `` Werk en inkomen `` Sociale zekerheid `` Kritische en bewuste consumenten `` Duurzaamheid
De sociaal-maatschappelijke dimensie gaat over: `` Identiteit `` Culturen `` Normen en waarden `` Diversiteit, gelijkheid en discriminatie
Ik verwacht het volgende te leren:
Ik verwacht het volgende te leren:
1
1 BURGERSCHAP?
1.1
WAAROM BURGERSCHAP?
In de digibordles heb je gezien dat Burgerschap uit vier verschillende dimensies bestaat. Elke dimensie gaat over een bepaald thema. Je hebt filmpjes en een plaatje bekeken en besproken bij welke dimensie ze horen en waarom.
OPDRACHT 1 Wat verwacht je te leren?
POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
Bespreek de stelling in tweetallen. Hieronder hebben we voor elke dimensie op een rij gezet welke onderwerpen er aan de orde komen. Lees ze door en schrijf onder iedere dimensie wat je verwacht te leren. Bespreek de antwoorden kort met je medestudenten.
3
4
De politiek-juridische dimensie gaat over: `` Democratie `` Totstandkoming van wetten `` Misdaad en straffen `` Jouw invloed op de politiek
De dimensie vitaal burgerschap gaat over: `` Jouw leefstijl en voeding `` Relaties en grenzen `` Verslaving, mentale gezondheid `` Geluk
Ik verwacht het volgende te leren:
Ik verwacht het volgende te leren:
11
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ.
1.2
KRITISCHE DENKVAARDIGHEDEN
Het uitgangspunt bij burgerschap is dat je je echt verdiept in wat er in de samenleving gebeurt, dat je daarover een goed doordachte mening vormt en die kan uitleggen met feiten en argumenten. Hoe doe je dat? Het komt een stuk sterker over als je niet zomaar iets roept, maar wanneer je je in de feiten rond een onderwerp hebt verdiept. Als je een vraagstuk van verschillende kanten of vanuit verschillende dimensies bekijkt, word je veel wijzer. Daardoor leer je zaken breder te zien en te begrijpen. Daarnaast begrijp je mensen met een andere mening ook beter, doordat je hun perspectief kunt innemen.
Wat is kritisch denken? Kritisch denken is een belangrijke vaardigheid in je werk, in de samenleving en voor je persoonlijke ontwikkeling. In de maatschappij wordt van burgers een grote zelfredzaamheid verwacht. Er wordt van je verwacht dat naarmate je ouder wordt, je steeds meer dingen zelf organiseert en zelf problemen oplost. Kritische denkvaardigheden zijn onmisbaar in je ‘gereedschapskist’: wat is de beste keuze, welke informatie is geschikt en betrouwbaar, wat vind ik van meningen in de media? Je kunt heel veel doen op de automatische piloot. Als je wakker wordt, denk je niet bewust na over de manier waarop je de wekker uitzet en dat hoeft ook helemaal niet. Het is wel heel handig als je kritisch kunt nadenken over ingewikkelde vraagstukken in je leven of je beroep. Bewust nadenken over wat je doet, is handig in de communicatie, bij de omgang met anderen of het maken van keuzes.
12
Kritisch denken is het proces om te komen tot een grondig en door betrouwbare gegevens onderbouwd oordeel. Zelfredzaamheid is het vermogen om voor jezelf te zorgen en je eigen problemen op te lossen.
OPDRACHT 2 Ruzie Bespreek de stelling in tweetallen.
KE DEN H C S I T KR I PAST, ‘ALS JE HEDEN TOE IE .’ IG E L R UZ VA ARD MINDER SN JE KR I J G
Schrijf op of je het eens of oneens bent met de stelling en geef minimaal twee argumenten.
1 BURGERSCHAP?
OPDRACHT 3 Yasmine en Ricardo Bekijk het filmpje: ganaar.link/d401
Welk nut hebben kritische denkvaardigheden voor jou, nu en in de toekomst? Nu:
In de toekomst:
Niet wat, maar hoe Wat zijn de gevolgen als je weinig moeite hebt gedaan voor een mening?
Wat is het voordeel als een mening is gevormd door kritisch denken?
Een onderdeel van kritisch denken is je mening vormen. Het hoeft hierbij niet zo te zijn dat iedereen het altijd met elkaar eens is. Het gaat erom een vraagstuk eerst van verschillende kanten te bekijken en pas daarna tot een oordeel te komen. Dan is het een afgewogen oordeel. Je mening is dus niet het meest interessant, het proces om tot die mening te komen is veel belangrijker. Kortom, het gaat niet om ‘wat’, maar om ‘hoe’.
OPDRACHT 4 Momenten
Waarom is het doorlopen van de stappen in het filmpje de moeite waard?
Waarom doe je wat je doet? Of waarom doe je sommige dingen niet? De hele dag kritisch denken is heel vermoeiend, dat hoeft ook niet. Op welke momenten vind jij het belangrijk om goed en kritisch na te denken? Noem er twee.
1 Waarom is Yasmine beter af dan Ricardo in haar leven en haar werk?
2
13
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ.
Redeneren Als je iets beweert, is het goed om te onderbouwen waarom je dat beweert. Als je een reden geeft voor iets wat je vindt of iets wat je niet vindt, noemen we dat een redenering. Bij een redenering koppel je twee of meer beweringen aan elkaar.
Geef een voorbeeld van een redenering waarvan de beweringen kloppen, maar de redenering zelf niet klopt. Vergelijk deze naderhand met die van een medestudent. Redenering 3:
Voorbeeld 1: ‘Fietsen is goed voor je [bewering 1], want je verbrandt calorieën [bewering 2].’ Voorbeeld 2: ‘Joost is een slechte docent [bewering 1], want hij heeft krullen [bewering 2].’ Beide voorbeelden zijn redeneringen, maar ze zijn niet even goed. Of een redenering goed is, of ze klopt, hangt af van de argumenten die je geeft. Bij het eerste voorbeeld heeft bewering 1 een goed argument gekregen (bewering 2). Bij het tweede voorbeeld is dat niet het geval. De bewering dat Joost krullen heeft (bewering 2) zegt niets over zijn kwaliteiten als docent (bewering 1). Het kan dus zijn dat de beweringen in een redenering waar zijn, maar dat de redenering zelf niet goed is.
Informatie en bewijzen Een vorm van kritisch denken is het verzamelen en analyseren van informatie voordat je tot een oordeel komt. Je zoekt voor een bewering naar bewijzen of tegenbewijzen. Dit vraagt dat je bereid bent om je mening te veranderen op grond van die bewijzen. Je moet bereid zijn om je eigen opvattingen ter discussie te stellen. Het gaat dus om ontwikkeling van denkvaardigheden, maar ook om houding: de wil om je mening kritisch te bekijken en de bereidheid om van mening te veranderen. Dat vraagt om openheid en lef.
?’ A ARO M W ‘ : F A JE VR A AG
OPDRACHT 5 Redeneren Geef twee voorbeelden van een goede redenering met beweringen die waar zijn. Vergelijk ze naderhand met die van een medestudent.
Als je je mening ter discussie wilt stellen, moet je kritische vragen stellen. Bijvoorbeeld:
Redenering 1: XX Is dit waar? XX Waarom is dat zo? XX Is dat een feit of een mening? XX Zijn de feiten te bewijzen? Redenering 2:
XX Hoe komt iemand tot zijn conclusie? XX Waarom is dit belangrijk? XX K omt deze informatie van een betrouwbare bron? XX Wat zeggen andere bronnen hierover?
14
1 BURGERSCHAP?
OPDRACHT 6 Betrouwbaar?
Aan welke criteria moet een goede bron voldoen?
Bekijk nog een keer het filmpje: ganaar.link/d402
Welke bron gebruikt deze vrouw om haar mening te onderbouwen?
Hoe betrouwbaar is deze bron volgens jou?
Waarom maken die criteria een bron betrouwbaar?
Welke kritische vragen hadden deze vrouw kunnen helpen tot een meer onderbouwde mening te komen?
Feiten en meningen Je kunt je oordeel baseren op meningen (subjectief, persoonlijk) en op feiten (objectief, controleerbaar). Een mening is een opvatting of oordeel. Een feit is iets wat je kunt controleren. Stel, je gooit een fles water naar je medestudent. Je vindt dit enorm grappig. XX Een feit is dat je de fles gegooid hebt, je kunt namelijk controleren (waarnemen) dat dit is gebeurd. → Feit, het was te zien. XX O f het een grappige actie was om de fles te gooien is een mening. → Mening, een persoonlijke opvatting over wat grappig/niet grappig is.
15
E H EC D O IM N EN O M SI IS E C In de economische dimensie onderzoek je het economische aspect van werken, zoals rechten en plichten als werknemer, salaris en werkloosheid. Daarnaast verdiep je je in kritisch en bewust kiezen als consument. Je ontdekt het begrip duurzaamheid en wordt je bewust van de kracht van reclame. Tot slot krijg je inzicht in je inkomsten en uitgaven en denk je na over schulden.
2
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
OPDRACHT 6 Invloed
OPDRACHT 7 Minimumjeugdloon
Bespreek in drietallen en schrijf jullie antwoord op:
Lees het artikel op ganaar.link/d4304
XX Wat vind je van de manieren waarop de overheid een gunstig klimaat schept voor werkgevers?
XX Hoe zou het leven van een werkgever eruitzien zonder de hulp van de overheid?
Zoek op wat het minimumjeugdloon per uur was voor een 21-jarige tot en met 2017. XX Wat vind je van de wetten en regels om werknemers te beschermen?
XX Hoe zou het werk eruitzien als die bescherming er niet was?
XX Wat vind je belangrijker: het beschermen van werknemers of het stimuleren van werkgevers/ bedrijven?
Stel dat je een werkgever bent en mensen in dienst hebt tussen de 15 en 21 jaar. Wat betekent de verandering die in 2018 is ingevoerd voor jou?
XX Bedenk een kritische vraag die je aan de overheid zou kunnen stellen over de bescherming van werknemers.
Hoe zou jij hierop reageren als werkgever? Waarom?
XX Bedenk ook een kritische vraag over het stimuleren van werkgevers/bedrijven.
26
Zoek op wat het minimumloon per uur is voor een 21-jarige sinds 2018.
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
Werkgever versus werknemer?
OPDRACHT 17 Staken
Vaak hebben werkgevers en werknemers hetzelfde belang: dat het goed gaat met hun bedrijf of organisatie, dat er voldoende geld binnenkomt en dat er goed en veilig gewerkt wordt. Maar op sommige punten hebben ze tegenstrijdige belangen: een werkgever wil niet te veel uitgeven, maar een werknemer wil graag zoveel mogelijk verdienen. Zowel werkgevers als werknemers hebben organisaties die voor hun belangen opkomen.
Staken mag niet altijd. Zoek uit wie er bepaalt of er gestaakt mag worden.
Welke redenen kunnen er zijn om een staking te verbieden?
Vakbonden Aan de kant van de werknemer staan de vakbonden. De eerste vakbonden zijn in de tweede helft van de 19e eeuw opgericht om op te komen voor de belangen van arbeiders. Ze onderhandelen met werkgevers over een zo goed mogelijke cao. Als je lid bent van een vakbond, kun je daar vaak ook terecht voor individuele hulp wanneer je bijvoorbeeld een conflict hebt met je werkgever. Als een vakbond het niet eens is met het beleid van een bedrijf of ontwikkelingen in een branche, kan de vakbond druk uitoefenen. Het belangrijkste middel daarvoor is een staking. Werknemers leggen dan voor enige tijd hun werk neer.
Een vakbond is een vereniging van werknemers uit een of meer branches, die opkomt voor de belangen van haar leden.
Leg zo precies mogelijk uit of je wel/niet krijgt doorbetaald als er gestaakt wordt in jouw branche.
N4 OPDRACHT 18 Bezuinigen Werk in vier- of vijftallen. Jullie werken bij een middelgroot bedrijf in jullie branche en zitten in de ondernemingsraad. Het gaat niet zo goed met het bedrijf en er moet flink bezuinigd worden. 11 van de 57 banen moeten verdwijnen. Maar de directie heeft een plan gepresenteerd om dit te voorkomen: alle 57 medewerkers gaan een dag minder werken en gaan dus ongeveer 20 procent minder verdienen. Op die manier hoeft er niemand ontslagen te worden. XX Verdeel de taken (een voorzitter, een secretaris, twee of drie leden). XX Bespreek de voor- en nadelen van het plan van de directie. XX Denk na over eventuele andere oplossingen. XX Zet een advies op papier voor de directie.
38
2 ECONOMISCHE DIMENSIE
2.4
IK HEB GEEN BAAN
Lesdoelen • Je kunt uitleggen wat de begrippen arbeidsmarkt, werkloosheid en UWV inhouden. • Je kunt de persoonlijke en maatschappelijke gevolgen van werkloosheid beschrijven.
Zoek op internet hoe het er op dit moment voor staat met de jeugdwerkloosheid in Nederland. Gebruik een artikel of cijfers en schrijf de bron op. Geef kort aan waarom je vindt dat dit een betrouwbare bron is.
• Je kunt uitleggen hoe de arbeidsmarkt werkt. • Je weet op welke voorzieningen je recht hebt als je geen baan hebt. Je hebt enkele filmpjes gezien over mensen die werkloos zijn en nagedacht over de impact die het kan hebben om geen baan te hebben. Deze les gaat over de arbeidsmarkt, werkloosheid en voorzieningen als je geen baan hebt.
Als je de huidige jeugdwerkloosheid vergelijkt met de afgelopen jaren, zie je dan een stijgende of dalende lijn?
OPDRACHT 19 Jeugdwerkloosheid Wat zijn de gevolgen van werkloosheid voor iemand persoonlijk? Kijk eventueel terug naar paragraaf 4.1 over de redenen om te werken.
Politieke partijen zetten zich vaak in om mensen aan het werk te helpen of werkloosheid te verminderen. Bedenk vijf redenen waarom zij dat belangrijk vinden.
1 2 3 4 5 39
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
2.5
IK BEN KRITISCH
Lesdoelen • Je kunt uitleggen wat een consument is. • Je kent verschillende redenen van consumenten om iets te kopen; je kunt die redenen indelen in vijf categorieën. • Je kunt beschrijven hoe het koopbeslissingsproces verloopt. • Je bent je bewust van je eigen koopgedrag en de invloed van reclame daarop. • Je doorziet verleidingstechnieken in reclame en marketing.
Een consument is iemand die een product of dienst koopt.
OPDRACHT 24 Behoefte Werk in tweetallen. Bespreek onder welke categorie(ën) de volgende aankopen vallen: XX fiets XX lidmaatschap sportschool XX abonnement
Je hebt een filmpje gezien over hoe producten in het echt kunnen verschillen van hoe ze in de reclame zijn voorgesteld. Je hebt nagedacht over reclame, de werkelijkheid en wat te doen als die niet met elkaar overeenkomen. Deze les gaat over jouw rol als consument. Hoe ga je kritisch om met reclame, marketing en verleidingen?
XX sigaretten XX ritje met de bus XX blikje cola XX huur van je kamer XX spijkerbroek XX ziektekostenverzekering XX ID-kaart
Waarom kopen we? Je bent niet alleen werknemer of werkgever, je bent ook consument. Dat ben je op het moment dat je een aankoop doet. Dit kunnen goederen zijn (een auto of een pak muesli) of diensten (een gaatje laten boren bij de tandarts of een ritje met de bus). De redenen waarom je iets koopt, zijn onderverdeeld in onderstaande categorieën:
A Iets is een basisbehoefte. B Iets geeft je een gevoel van veiligheid of zekerheid.
C Iets geeft je het gevoel erbij te horen. D Iets geeft je waardering, succes of status. E Iets geeft je de mogelijkheid jezelf te ontwikkelen.
44
XX pennen XX telefoon Waren er ook aankopen die je moeilijk kon onderbrengen in een van de categorieën? Zo ja, welke categorie zou je daarvoor zelf kunnen bedenken?
F G H
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
N4 OPDRACHT 25 Maslow De Amerikaanse psycholoog Abraham Maslow publiceerde in 1943 een theorie over de menselijke behoeften. Deze theorie is bekend geworden als de piramide van Maslow. Hieronder zie je die piramide.
zelfontplooiing
In de media krijgen vluchtelingen veel kritiek, omdat ze bijna altijd een telefoon hebben, zelfs als er nauwelijks voedsel of onderdak is.
N O EG CH G E O T ON , N BBE TELEFO ’ N ‘ ZE H E E E VOOR IET ZIELIG! G E LD N IJ N ZE Z N A D
behoefe aan waardering en erkenning behoefte aan sociaal contact
Leg deze kritiek uit met behulp van de piramide van Maslow.
behoefte aan veiligheid en zekerheid lichamelijke behoeften
Je kunt de piramide van Maslow ook gebruiken om de kritiek te weerleggen. Hoe? Zoek op internet meer informatie over de piramide van Maslow en beantwoord de vragen. Hoe werkt de ‘hiërarchie’ of ‘ordening’ van behoeften precies?
Wat heeft de vorm (piramide) daarmee te maken?
46
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
Verleiding
Verdienen aan reclame
Overal om je heen is reclame: billboards, advertenties, banners en commercials. Hoe komt het dat er zoveel uitgegeven wordt aan reclame? Waarom werkt het zo goed? Dat komt doordat reclamemakers de psychologie van de verleiding goed kennen.
Bedrijven maken reclame voor hun producten of diensten. Het doel van deze reclame is om iets te verkopen. Wanneer jij iets koopt, verdient het bedrijf daar uiteindelijk geld aan.
OPDRACHT 27 Verleidingstechnieken Noteer zoveel mogelijk verleidingstechnieken die in reclames worden gebruikt.
Bedrijven maken hun reclames meestal niet zelf. Hiervoor huren zij anderen in. Bijvoorbeeld om flyers te ontwerpen of een reclamevideo op te nemen. Hier zijn meer mensen voor nodig dan je denkt. Op deze manier verdient niet alleen het bedrijf aan de reclame: er zijn veel mensen die hier hun werk van hebben gemaakt!
OPDRACHT 28 Werken aan reclame Denk aan een reclame die je pas nog gezien of gehoord hebt. Dit kan een reclame zijn die je op tv gezien hebt of een reclame die je online bent tegengekomen, maar ook een reclame die je op de radio hebt gehoord. Kies een van de volgende bronnen:
Welke reclame heb je in gedachten? Waar heb je die reclame gezien of gehoord?
XX ganaar.link/d4316 XX ganaar.link/d4317
Schrijf de verleidingstechnieken op die in je gekozen bron genoemd worden en leg uit hoe ze werken. Hoe is deze reclame gemaakt, denk je? Welke mensen heb je daar allemaal voor nodig? Schrijf zoveel mogelijk ideeĂŤn op.
Presenteer kort je bevindingen aan een medestudent. Schrijf tijdens de presentatie van je medestudenten de verleidingstechnieken op die je nog niet kende.
48
2 ECONOMISCHE DIMENSIE
De kritische consument
OPDRACHT 30 Marketing
Het is goed om kritisch te kijken naar je gedrag als consument. Ook is het belangrijk je bewust te zijn van hoe je wordt beĂŻnvloed door reclames. Zo krijg je meer grip op je uitgaven en is de kans groter dat je tevreden bent met je aankopen.
Primark heeft geen webshop. Waarom heeft de Primark besloten om geen webshop online te zetten?
OPDRACHT 29 Miskoop Je wordt de hele dag door beĂŻnvloed door reclameboodschappen. Daardoor kan het moeilijk zijn om de verleiding van reclame te weerstaan.
Spotify biedt een gratis account aan voor iedereen die het wil gebruiken. Je hoort na een paar liedjes steeds een stukje reclame. Waarom zouden de bedenkers van Spotify dit bedacht hebben?
Deze website geeft je tips hoe je de verleiding kunt weerstaan. Kijk op: ganaar.link/d4326
Welke drie tips zijn het meest nuttig voor jou? Schrijf deze op. 1. 2. 3.
Reclame met grenzen Iedereen weet dat reclames de werkelijkheid een beetje mooier maken. Maar mag je glashard liegen in reclame? Nee, dat mag niet. De overheid heeft daarvoor de reclamecode ingesteld. Als een bedrijf iets beweert wat niet waar is, kunnen consumenten hierover een klacht indienen. De commissie die de reclamecode bewaakt, komt dan in actie. Een reclame kan dan zelfs verboden worden.
Bedenk zelf ook nog twee tips.. 4. 5.
N4 OPDRACHT 31 Grenzen Werk in tweetallen.
Marketing Verleidingstechnieken komen vaak voort vanuit marketing. Marketing is de overkoepelende naam voor de visie die een bedrijf of organisatie heeft achter zijn bedrijf. Denk bijvoorbeeld aan:
Doe een kort onderzoek naar de vraag: welke reclames zijn de laatste jaren verboden door de reclamecodecommissie? Maak in tweetallen een korte presentatie over een van deze reclames. De presentatie moet in elk geval de volgende elementen bevatten:
XX Prijzen: standaard laag of met kortingen; XX Plaats: een online winkel, of in een winkelstraat;
-- het tonen of een beschrijving van de reclame;
XX Personeel: zelfstandig of juist met anderen;
-- de reden waarom hij verboden werd;
XX Product: variatie, eigenschappen, verpakking;
-- jullie mening over de reclame en het verbod.
XX Promotie: online reclame, op tv/radio of geen.
49
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
2.6
IK BEN BEWUST
Lesdoelen • Je kunt uitleggen wat duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) inhouden. • Je kunt beschrijven welke invloed de productie van spullen heeft op het milieu en het welzijn van mens en dier. • Je bent je bewust van je eigen ecologische voetafdruk. • Je hebt concrete ideeën voor duurzame keuzes als consument en op je werk of BPV-plek.
Duurzaamheid is een manier van handelen die langdurig respectvol is voor mens, dier en milieu. Bekijk het filmpje op ganaar.link/d4327 waarin een docent het begrip verder uitlegt.
OPDRACHT 32 Duurzaam Kijk nog even naar je T-shirt of een ander kledingstuk dat je aan hebt. Wat kan er allemaal duurzaam of niet-duurzaam zijn aan dit kledingstuk?
De les is begonnen met een kritische blik op je T-shirt en enkele filmpjes over duurzaamheid. Deze les gaat over de gevolgen van productie en consumptie, duurzaamheid en je ecologische voetafdruk.
Kritisch en bewust Als je kritisch bent op je koopgedrag, houd je je inkomsten en uitgaven in balans. Je verzamelt informatie, vergelijkt producten en maakt een bewuste keuze voor een aankoop. Maar er zit nog een andere kant aan kritisch consument zijn, namelijk het milieu, de arbeidsomstandigheden en het dierenwelzijn. Als producten opvallend goedkoop zijn, dan wordt daar vaak ergens anders een prijs voor betaald. Bijvoorbeeld een T-shirt van twee euro. Daar heeft een arbeider in een ver land misschien een halfuur aan gewerkt. Maar die heeft daar slechts een paar cent mee verdiend. En wat is er gebeurd met de giftige verfstoffen die gebruikt zijn bij het verven van het shirt? Die kunnen na afloop in een rivier zijn gedumpt. Een ander voorbeeld is een kilo kip. Als die slechts drie euro kost, weet je haast zeker dat die kip een minder goed leven heeft gehad. Als je bewust consumeert, laat je deze zaken meewegen in je keuze voor een bepaald product.
50
Zoek het merk van jouw T-shirt of de winkel waar je het gekocht hebt op www.rankabrand.nl. Hoe scoort het merk of de winkel op duurzaamheid? Noem een positief punt en een negatief punt.
Overleg met een studiegenoot. Noteer samen zoveel mogelijk aspecten van duurzaamheid:
2 ECONOMISCHE DIMENSIE
OPDRACHT 35 Mijn voetafdruk Doe de voetafdruktest op ganaar.link/d4328
Mijn voetafdruk is: hectare
Vergelijk je uitkomst met die van een studiegenoot. Is zijn/haar voetafdruk groter of kleiner dan die van jou? Hoe kun je dat verschil verklaren?
Bekijk de top 5 tips (die vind je naast het kopje ‘Uitslag’) per categorie. Sommige tips zijn makkelijker uit te voeren dan andere. Noteer per categorie de tip die het makkelijkst en snelst haalbaar is voor jou.
Het aantal aardbollen dat nodig is als iedereen zou leven zoals ik:
Tip Wonen:
aardbollen Mijn voetafdruk is groter of kleiner dan die van de gemiddelde Nederlander: groter / kleiner Bekijk de verdeling van de voetafdruk. Het grootste aandeel van de voetafdruk is bij mij: wonen / voeding / lifestyle / reizen
g:
Tip Voedin
e:
Tip Lifestyl
Wat vind je van de hoeveelheid aardbollen die nodig is met jouw levensstijl?
OPDRACHT 36 Plastic soep Veel plastic artikelen doen er meer dan een eeuw over voordat ze zijn afgebroken. Helemaal verdwijnen doet het nooit: het blijft in de natuur zwerven. Kijk op ganaar.link/dm441 Bekijk de lijst met producten. Bedenk voor ieder product een duurzaam alternatief.
Tip Reizen:
PRODUCT
DUURZAAM ALTERNATIEF
Tandenborstels Plastic rietjes Koffiebekers (bv van Starbucks) Plastic tasjes Wattenstaafjes Water- of frisdrankflesjes
53
E JK LI PE SO M C D A A IA IM T A EN SC LS I HA E P In de sociaal-maatschappelijke dimensie ga je aan de slag met jouw identiteit en hoe die gevormd is. Je leert over rollen in een groep en groepsgedrag. Je ontdekt hoe verschillende culturen kunnen samenleven. Je verdiept je in normen en waarden en hoe die kunnen botsen. Je onderzoekt de Nederlandse cultuur en samenleving. Je denkt na over diversiteit, gelijkheid en discriminatie.
3
3 SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
3.1
JEZELF ZIJN
Lesdoelen
OPDRACHT 1 Eigenschappen
• Je kunt uitleggen wat persoonlijke identiteit is.
Je persoonlijke identiteit bestaat uit eigenschappen die:
• Je weet uit welke aspecten een persoonlijke identiteit is opgebouwd. • Je hebt een goed beeld van je eigen persoonlijke identiteit.
1. zijn aangeboren; 2. zijn ontstaan door opvoeding;
• Je hebt inzicht in welke mensen, gebeurtenissen of plaatsen jouw identiteit hebben gevormd.
3. zijn ontstaan door omstandigheden;
De les is begonnen met een filmpje op het digibord over labels. Daar hebben jullie ook een opdracht bij gemaakt. Op een A4’tje hebben je studiegenoten geschreven hoe zij jou zien en heb je zelf opgeschreven hoe jij jezelf ziet. Deze les gaat over persoonlijke identiteit en hoe die gevormd wordt.
Kun jij bij elk punt iets van jezelf noemen?
Ik ben ... De een maakt ruzie om alles, de ander vermijdt juist conflicten. Je ene vriend gaat het liefst naar concerten met veertigduizend man, terwijl je andere vriend liever alleen op zijn kamer naar muziek luistert. Sommige mensen denken: dit lukt me nooit! Terwijl anderen denken: ik probeer het gewoon, we zien wel. Iedereen heeft een unieke set eigenschappen en kenmerken, dit is een persoonlijke identiteit. Dit onderscheidt je van anderen.
4. te veranderen of te beïnvloeden zijn.
1 2 3 4 Waarom denk je dat deze eigenschappen invloed hebben op je persoonlijke identiteit?
OPDRACHT 2 Labels Kijk op je A4’tje met labels. Noteer wat je had opgeschreven over hoe jij jezelf ziet.
Met persoonlijke identiteit wordt bedoeld: kenmerken die jou onderscheiden van anderen, zoals je uiterlijk, gedrag, afkomst, interesses, hobby’s, karakter en overtuigingen. Omschrijf in één zin wat labels te maken hebben met identiteit.
73
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
3.3
DE MAATSCHAPPIJ DAT ZIJN WIJ
Lesdoelen
Wat zijn normen en waarden?
• Je kunt uitleggen wat waarden en normen zijn en wat socialisatie inhoudt.
Waarden zijn idealen die mensen belangrijk vinden. Bijvoorbeeld respect, gehoorzaamheid, verantwoordelijkheid en eerlijkheid. Normen zijn daarvan afgeleid. Normen kunnen een wettelijke regels zijn, maar ook regels die niet in de wet vastliggen, ‘ongeschreven regels’.
• Je kunt van een norm aangeven wat de onderliggende waarde is. • Je bent je bewust van je eigen normen en waarden. • Je weet hoe normen en waarden kunnen verschillen per groep, cultuur, tijd en situatie. • Je weet dat normen en waarden kunnen botsen.
Op het digibord heb je voorbeelden gezien van asociaal gedrag. Je hebt nagedacht over wat je wel en niet vindt mogen of kunnen. Deze les gaat over normen en waarden, hoe verschillend die kunnen zijn en hoe ze soms kunnen botsen.
Een voorbeeld: in Nederland vinden veel mensen privacy belangrijk (waarde). Daarom is er de ongeschreven regel (norm) dat je de andere kant op kijkt als iemand bij de kassa zijn pincode intoetst. Zo’n norm komt dus voort uit de waarde privacy. Normen en waarden verschillen per plaats, tijd, groep en persoon.
OPDRACHT 17 Norm en waarde De les begon met filmpjes en uitleg over wat normen en waarden zijn.
Een waarde is iets wat een persoon of een groep belangrijk vindt in het leven.
Leg in je eigen woorden uit wat een norm is.
Een norm is een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen.
Leg in je eigen woorden uit wat een waarde is.
Bedenk een eenvoudige pictogram voor een ‘norm’ en een voor ‘waarde’. Teken ze op de volgende bladzijde. Zet het betreffende woord erbij. Maak met behulp van tekeningetjes, pijlen of andere symbolen duidelijk wat het verband tussen beide is.
88
3 SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
PICTOGRAM NORM
PICTOGRAM WAARDE
OPDRACHT 18 Onderliggende waardeN XX Werk in tweetallen.
VRIENDEN Regel:
Onderliggende waarde:
Regel:
Onderliggende waarde:
Regel:
Onderliggende waarde:
XX N oteer allebei drie regels die op school gelden, drie regels die in je vriendengroep gelden en drie regels van thuis. XX P robeer bij elke regel samen te bedenken welke waarde eronder ligt. Doe dat eerst voor de negen regels van de een, daarna voor de negen regels van de ander.
SCHOOL Regel:
Onderliggende waarde:
THUIS Regel:
Onderliggende waarde:
Regel:
Onderliggende waarde:
Regel:
Onderliggende waarde:
Regel:
Onderliggende waarde:
Regel:
Onderliggende waarde:
89
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
Waar komen normen en waarden vandaan? Socialisatie is het proces waarbij iemand bewust of onbewust de normen, waarden en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.
Normen en waarden komen niet uit de lucht vallen. Je leert ze van mensen. Ten eerste van mensen die ouder zijn: ouders, verzorgers, docenten, je voetbaltrainer, de leidinggevende op je werk. Ten tweede van leeftijdsgenoten: je medestudenten, je vriendengroep, je broers en zussen. Meestal gaat het aanleren van normen en waarden niet via een opleiding of uit een boekje. Het gebeurt via feedback. Dit kan positieve feedback zijn: complimenten of iemand die het goede voorbeeld geeft. Of negatieve feedback: straf, kritiek of waarschuwingen.
OPDRACHT 20 Welke normen vind jij belangrijk?
Dit proces van socialisatie duurt een leven lang. In elke nieuwe situatie word je weer een beetje gesocialiseerd. Op je BPV leer je bijvoorbeeld dat het niet okĂŠ is om te laat te komen. Op de judovereniging leer je dat je de buiging aan het begin van een gevecht echt niet kunt overslaan.
XX Lees de tien normen (gedragsregels) in het schema hiernaast goed door. XX Kies de drie belangrijkste voor jou uit. XX M aak er een top 3 van. Schrijf achter de norm het cijfer 1, 2 of 3. XX K ies er ook een uit die je totaal niet belangrijk vindt.
OPDRACHT 19 Normen en waarden doorgeven Bespreek in twee- of drietallen. Stel, je gaat een jeugdteam trainen in de sport die je beoefent. Welke waarden en normen zou je je pupillen dan zeker meegeven? Noem minstens drie punten. Geef ook aan waarom je dit in jouw sport belangrijk vindt.
DE NORM
90
DE WAARDE HIERACHTER
WAAROM VIND JE DIT BELANGRIJK?
3 SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
NORM
IN DE TOP 3
NIET BELANGRIJK
Eerst wachten tot de mensen uitgestapt zijn, voor je in de bus, tram of trein stapt. Niet vreemdgaan als je een relatie hebt. Iets wat je geleend hebt ook weer teruggeven. Bedanken als iemand je helpt. Als een collega een keer voor jou invalt, ook een keer voor hem of haar invallen. Kauwgom niet op straat uitspugen, maar in de prullenbak doen. Opstaan voor een bejaarde of zwangere vrouw in de bus, tram of trein. Je troep in de vuilnisbak gooien. Afstand houden van degene die voor je staat bij de pinautomaat. Doen wat een docent op school of leidinggevende op je werk van je vraagt.
Welke norm staat er bij jou op nummer 1? En welke waarde ligt er onder die norm?
Is die waarde ook niet belangrijk voor jou? Geef redenen bij je antwoord.
Je hebt ook een norm uitgekozen die je totaal niet belangrijk vindt. Welke waarde ligt er onder die norm?
Kun je er een andere waarde tegenover zetten die jij veel belangrijker vindt? Welke waarde is dat en waarom?
91
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
N4 OPDRACHT 26 Botsende waarden
OPDRACHT 27 Niet-gedeelde waarden
Kies een van de drie artikelen.
In opdracht 21 heb je drie waarden opgeplakt die voor jou belangrijk zijn. Denk met elkaar in groepjes na over de volgende vragen en schrijf je antwoord op.
Ik kies: ganaar.link/d421 ganaar.link/d422 ganaar.link/d423
Kun je een relatie of hechte vriendschap hebben met iemand die die waarden niet deelt?
Welke waarden botsen er in dit artikel?
Welke waarde vind jij belangrijker in deze situatie?
Hoe zou je eventuele problemen hierover kunnen oplossen? Een middenweg vinden? Of een heel andere soort oplossing? Stel je nu voor dat je juist de andere waarde belangrijker vindt in deze situatie. Schrijf in vijf zinnen een pleidooi om mensen daarvan te overtuigen. Gebruik de situatie uit het artikel en geef duidelijke argumenten.
96
3 SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
3.4
CULTUUR
Lesdoelen
Cultuur
• Je kunt uitleggen wat cultuur, traditie, subcultuur en tegencultuur betekenen.
Als je een verre reis maakt, zie je andere kleding, voorwerpen, voeding, gebruiken en gewoonten. In Spanje zijn bijna alle winkels in de middag een paar uur dicht, vanwege een lange middagpauze (de siësta). In Amerika wordt ieder jaar op 4 juli vuurwerk afgestoken om de onafhankelijkheid te vieren. Wanneer mensen voor lange tijd met elkaar samenleven, ontwikkelen zij hun eigen cultuur.
• Je kunt het begrip globalisering uitleggen. • Je kent de elementen waaruit een cultuur is opgebouwd; je kunt daar voorbeelden bij geven. • Je kunt concrete voorbeelden geven van uitwisseling tussen culturen. Op het digibord heb je gezien dat er wereldwijd grote verschillen zijn tussen culturen, in hun gewoonten, kleding, voeding enzovoort. Je hebt ook nagedacht over welke elementen er bij cultuur horen. Deze les gaat over cultuur: wat cultuur is, hoe culturen invloed op elkaar hebben en hoe ze samengaan.
Cultuur omvat alle dingen die een groep mensen denkt, doet en heeft: gewoonten, godsdienst, normen, waarden, muziek, eetgewoonten, kleding, bouwwerken, taal, kunst, enzovoort.
Bekijk het filmpje over cultuur op ganaar.link/d417
OPDRACHT 28 Nederland Werk in drie- of viertallen. Overleg met elkaar en vul het schema in. Welke bouwwerken zie je vaak terug in Nederlandse steden of dorpen? Welke drie religies komen in Nederland het meest voor? Wat zijn typisch Nederlandse gerechten? Welke soorten muziek maken Nederlandse artiesten vaak? Wat zijn drie Nederlandse tradities waar iedereen aan meedoet? Welke Nederlandse gewoonten vind jij ingewikkeld, gek of te overdreven? Aan welke Nederlandse gewoonten zou iemand uit het buitenland het moeilijkst kunnen wennen?
97
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
Cultureel erfgoed
OPDRACHT 29 Cultureel erfgoed
Een schilderij uit de Gouden Eeuw, een pot uit de prehistorie of klederdracht uit de 18e eeuw: het wordt allemaal zorgvuldig bewaard, bijvoorbeeld in een museum. Ook tradities en beroepen kunnen zo bijzonder zijn voor een cultuur dat we ze goed willen bewaren. De VN-organisatie Unesco probeert wereldwijd dit ‘erfgoed’ te beschermen.
Wat is het verschil tussen materieel en immaterieel erfgoed?
Tradities zijn gebruiken of gewoonten die van generatie op generatie worden doorgegeven. Bekijk de onderstaande items van de lijst. Omcirkel steeds of het materieel of immaterieel erfgoed is. Immaterieel erfgoed zijn de tradities die je van vorige generaties hebt overgenomen en die je zelf weer door wilt geven. Hierbij kun je denken aan vieringen, rituelen, herdenkingen, traditionele kennis of vaardigheden. Kijk voor een uitlleg op ganaar.link/dm421
ERFGOED
materieel / immaterieel
De Chinese Muur (China)
materieel / immaterieel
Marimbamuziek (Colombia)
materieel / immaterieel
Het Waddengebied (Nederland)
materieel / immaterieel
Stad Petra (Jordanië)
materieel / immaterieel
Franse gastronomie (kookkunst Frankrijk)
materieel / immaterieel
Fjorden (Noorwegen)
materieel / immaterieel
Stad Venetië (Italië)
materieel / immaterieel
Molens in Kinderdijk (Nederland) Vimbuza (genezingsdans, Mali)
Materieel erfgoed bestaat uit tastbare cultuur en overblijfselen uit de geschiedenis. Denk hierbij aan gebouwen, landschappen, boeken of kunstwerken. Als iets tot werelderfgoed wordt benoemd, moet het beschermd worden. De overheid van het land waar het erfgoed zich bevindt, is verantwoordelijk voor de bescherming van dit erfgoed. Dit land betaalt ook voor het onderhoud en eventuele reparaties.
98
MATERIEEL/IMMATERIEEL
De Belgische biercultuur (België)
materieel / immaterieel materieel / immaterieel
Machu Picchu (Incastad Peru)
materieel / immaterieel
Djemaa el Fna (markt, Marokko)
materieel / immaterieel
Olieworstelen (Turkije)
materieel / immaterieel
3 SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
Werk in tweetallen. Bedenk voor elke categorie een voorbeeld van immaterieel of materieel erfgoed. Vul het schema in. CATEGORIE
NAAM
KORTE BESCHRIJVING
LAND
Eten of drinken Een beroep of middel van bestaan Een religieuze traditie Een evenement of iets wat we vieren Een natuurgebied
Een dorp of stad
Een kunstwerk
Muziek of dans Een verhaal of gedicht
Als iets tot werelderfgoed wordt benoemd, moet het beschermd worden. De overheid van het land waar het erfgoed zich bevindt, moet dat regelen en er zo nodig geld in stoppen. Bespreek: vinden jullie het belangrijk dat Nederlands erfgoed of werelderfgoed wordt beschermd? Geef argumenten voor bescherming en argumenten tegen bescherming. ARGUMENTEN VOOR BESCHERMING
ARGUMENTEN TEGEN BESCHERMING
99
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
OPDRACHT 30 Even voorstellen Werk in tweetallen. XX Lees de verhalen van Stefan en Eline. XX Welke elementen van cultuur of subculturen herken je? XX Onderstreep of markeer deze elementen.
, ik ben 24 “Ik heet Stefan opleiding jaar en volg de rafisch ven op het G Mediavormge wil ik ijn opleiding Lyceum. Na m afie. en met fotogr graag iets do het tterdam en in Ik woon in Ro De Kuip als regelmatig in ij m je nd vi weekend Feijenoord. supporter van ij ben, vind je m school of BPV op . et ni en ik nd er ie Wanne et mijn vr in het park m of n n aa ee eb l at aa allem op de sk lijk: we hebben ke ak m er s te on t pe tijl. Ik re Je herken atieve kledings rn te al . e, io lfd ud in de st beetje deze mijn rockband et m d on av bijna iedere rist. Ik ben de gita reek ls, maar ik sp el goed Enge he t zo et ni be men alle i ui Ik spreek Mijn ouders ko . ts t ui D da or nd vo ie rhuisd wel vloe Rotterdam ve ar na ie jn nt zi ka r va aa Berlijn, m k vaak op e gaan dus oo W n. re bo ge ik werd .” naar Duitsland
“Hi! Ik b en Eline . Ik ben kom uit 21 jaar e een kle n ik in dorp Maastric in de bu ht, Limb u rt van urg. Ik v opleidin olg een g tot ve m rkoopsp bowerk op ecialist zaterda en g in een Op zon kleding dag kan winkel. ik daar dan zijn niet we de wink r k e n: e ls mensen dicht, o naar de mdat ve k el e katholie rk gaan . Zelf ko k gezin . m ik oo k uit ee Ik ben li n d van d e Jonge D voor jon emocra geren v ten, een an D66 anderen . Ik vind organis in deba atie h e t leuk o t te gaan zoals ge m met over be zondhe la id n g en klim veganis rijke on aatvera tisch. derwer ndering . Ik eet o pen, In mijn ok vrije tijd neem ik mode. Ik video’s hoop d op over at ik da want ik make-u ar later wil graa p en m eer mee g een bek veel an kan doe ende vlo dere me n, g id g en via Y er word hen af. ouTube en. Ik ke Veel va , n e n n mijn vrie spreek en Ned vaak me ndinnen erlands t luistere e rap.” n naar h iphop
100
3 SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
Subcultuur
OPDRACHT 31 Voorbeelden
Binnen een grote groep met dezelfde cultuur vind je weer kleinere groepen met eigen normen, waarden of gewoonten. Zo’n groep noem je een subcultuur. Soms vormt een subcultuur zich op basis van afkomst, bijvoorbeeld de subcultuur van Antillianen in Nederland. Dit is een voorbeeld van een etnische subcultuur. Er zijn ook regionale subculturen. In Limburg vind je andere gebruiken (bijvoorbeeld carnaval) dan in Noord-Holland (bijvoorbeeld Sint Maarten).
Bekijk de onderstaande voorbeelden. Geef aan of dit voorbeeld gezien kan worden als cultuur, subcultuur of tegencultuur.
Subculturen kunnen ook ontstaan uit een gezamenlijke muzieksmaak, denk aan punk of metal. Vaak hoort daar een herkenbare kledingstijl bij. Ook kan een subcultuur ontstaan op basis van een gezamenlijke interesse of hobby. Hierbij kun je denken aan voetbalsupporters of skaters.
VOORBEELD
ANTWOORD
Veganisten Swifties (fans van Taylor Swift) Hipsters Neonazi’s Gabbers
Tegencultuur Sommige subculturen keren zich tegen de dominante cultuur. Zij verzetten zich bijvoorbeeld tegen het gezag van de machthebbers in een land. Ook zijn ze het niet eens met de normen en waarden van de dominante cultuur. Ze gebruiken vaak geweld om zich tegen de dominante cultuur uit te spreken. Soms kan een tegencultuur ook een gevaar vormen voor de dominante cultuur, bijvoorbeeld wanneer de tegencultuur groter wordt dan de dominante cultuur. Een voorbeeld van een tegencultuur is een groep krakers. Dit zijn mensen die gaan wonen in lege gebouwen en daarvoor geen huur betalen. Als zij zich met geweld verzetten tegen de ontruiming van een gebouw, vormen zij een tegencultuur. Gaan ze zonder verzet weg, dan praten we over een subcultuur.
Nederlanders in Utrecht Fitgirls Motorclub Hell’s angels Leden van de katholieke kerk Foodies Fans van Kraantje Pappie Feijenoord-supporters in Amsterdam
Een subcultuur is een onderdeel van een grotere cultuur, waarin afwijkende normen, regels, waarden en doelen gelden. Een tegencultuur is een cultuur die zich verzet tegen de dominante cultuur.
101
E H C IS D RI PO D L I M IT EN IE SI K-J E U In de politiek-juridische dimensie verdiep je je in allerlei aspecten van de politiek: van de inrichting van de democratie tot de totstandkoming van wetten, tot de verschillende lagen van bestuur, de Europese Unie, grondrechten, rechtspraak en straf. Je ontdekt ook op welke manier je invloed kunt hebben op de politiek.
4
4 POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
Niet overal democratie Er is niet overal sprake van democratie. In sommige landen mag je heel weinig of niets beslissen of kiezen en heb je als burger weinig rechten. Bij een dictatuur is slechts één persoon of één partij aan de macht. Die groep of persoon is meestal niet door het volk gekozen. Vaak is die met geweld aan de macht gekomen. Als je als burger in zo’n land kritiek hebt op de regering, dan kun je daarvoor worden opgepakt door de politie.
En jij? In een democratie zoals Nederland kun je heel actief mee doen of het allemaal laten gaan. Aan jou de keus. In ieder geval gelden voor elke burger rechten en plichten. Je hebt bijvoorbeeld de plicht om belasting te betalen als je werkt, maar je hebt ook recht op onderwijs. De overheid let op of je niet te hard rijdt, maar de overheid let ook op of je werkgever jou netjes het minimumloon betaalt.
3. 3 Van de docent krijg je een letter: a of b. Bereid allebei een betoog voor van ongeveer 30 seconden. a. Je bent een voorstander van democratie. Maak in je betoog duidelijk waarom we de democratie moeten behouden. Focus op de voordelen van een democratie. b. Je bent eem tegenstander van de democratie. Maak in je betoog duidelijk waarom we moeten overstappen naar een dictatuur. Focus op de nadelen van een democratie. Maak notities voor je betoog of schrijf het van tevoren uit.
OPDRACHT 5 Democratie versus dictatuur Werk in tweetallen. Doorloop de stappen. 1. Maak individueel een overzicht van wat 1
democratie voor jou betekent. Wat merk jij persoonlijk van democratie in Nederland? En welke gevolgen heeft democratie voor de maatschappij als geheel?
2. Bespreek met een medestudent: 2 XX Wat betekent democratie voor jullie? XX W at zijn de voordelen van democratie voor jullie persoonlijk? Zijn er ook nadelen?
4. 4 Houd om de beurt het betoog. 5. 5 Geef feedback op het betoog van je tegenstander. Wat vond je de sterke punten van het betoog? Wat zou de ander nog kunnen toevoegen? 6. 6 Welke positieve feedback heb je gekregen op je betoog? Wat had je nog kunnen toevoegen?
XX H oe dragen jullie bij aan een instandhouding van de democratie? Schrijf dit op in steekwoorden.
147
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
Welke partij spreekt jullie het meeste aan? Geef drie argumenten bij je keuze.
DE IDEALEN VAN LINKS (SOCIALISME)
Belangrijke waarde: gelijkheid. Deze groep noemen we socialisten. De overheid doet meer, heeft bijvoorbeeld energiebedrijven of bouwt woningen. De welvaart is zo gelijk mogelijk verdeeld: de rijken delen een stuk van hun welvaart met de armen. De groep, de samenleving als geheel, staat voorop. Kleur: rood.
Links, rechts, christelijk, rood? In de politiek hoor je vaak de termen ‘links’ en ‘rechts’. Er bestaan dus linkse partijen en rechtse partijen en sommige partijen bevinden zich ‘in het midden’. Ook wordt er gesproken van politieke kleur, zoals rood, blauw of groen. Al deze termen hebben te maken met politieke stromingen.
Progressief versus conservatief
Een politieke stroming is een geheel van meningen en wensen over hoe we de maatschappij moeten vormgeven. Of een groep mensen met ongeveer dezelfde politieke ideeën. Twee grote en bekende politieke stromingen zijn het socialisme en het liberalisme.
Christelijk of niet
Een politieke stroming is een groep mensen met ongeveer dezelfde politieke ideeën.
Links versus rechts De termen ‘links’ en ‘rechts’ zijn toevallig ontstaan. Het had te maken met de plek waar de stoelen in het parlement van Frankrijk stonden en welke groep op die stoelen zat. In de loop van de tijd zijn de termen ‘links’ en ‘rechts’ gaan horen bij idealen van de politieke groepen die op die plek zaten. Bij links zijn die idealen gelijkheid en de groep, bij rechts zijn vrijheid en het individu belangrijk. Bij links hoort de politieke stroming socialisme, bij rechts het liberalisme. Er zijn ook partijen die ongeveer tussen links en rechts in zitten.
150
Je kunt politieke partijen ook verdelen in progressief en conservatief. Progressieve partijen vinden verandering goed. Een conservatieve partij roept eerder ‘rustig aan’. Die heeft liever dat dingen niet snel veranderen. Of in elk geval niet te ingrijpend.
In Nederland heb je ook nog partijen met een religieuze achtergrond. Die proberen hun standpunten te bepalen met behulp van bijvoorbeeld de Bijbel en de christelijke waarden en normen. Een christelijke partij is niet automatisch links of rechts. Twee christelijke partijen kunnen totaal verschillende standpunten hebben over bijvoorbeeld uitkeringen of milieu.
4 POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
DE IDEALEN VAN RECHTS (LIBERALISME)
Noem een Nederlandse politieke partij die bij deze stroming hoort.
Belangrijke waarde: vrijheid. Deze groep noemen we liberalen. De overheid doet minder, laat meer aan bedrijven en burgers zelf over.
Wat vind jij positief aan deze stroming? Met andere woorden: met welke ideeĂŤn van deze stroming ben je het eens?
De welvaart mag best flink verschillen; wie rijk is of wordt, hoeft dat niet te delen. Het individu staat voorop. Kleur: blauw.
Zitten er ook minpunten aan deze stroming? Zo ja, welke punten zijn dat?
OPDRACHT 7 -isme Zoek op internet een lijst met politieke stromingen in Nederland. Kies een politieke stroming die jij interessant vindt. Welke stroming heb je gekozen?
Doe een kort onderzoek naar de stroming. Met welke woorden wordt de stroming beschreven? Denk aan: links, rechts, midden, rood, groen, blauw, conservatief, progressief, christelijk enzovoort.
Presenteer de politieke stroming die je onderzocht hebt aan twee of drie medestudenten. Doe dat in ongeveer twee minuten. Vertel wat je ontdekt hebt over de stroming. Bespreek na de presentatie: XX Wat was er nieuw voor jullie? XX Welke waarden van de politieke stromingen delen jullie? XX Welke bronnen hebben jullie gebruikt om informatie te zoeken? Zijn de bronnen betrouwbaar?
Wat zijn de belangrijkste waarden van de politieke stroming?
Wat zijn de concrete doelen van de politieke stroming?
151
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
N4-OPDRACHT 8 Populisme
Eerste hulp bij verkiezingen
Populisme is een verzamelnaam voor politieke bewegingen die een aantal gemeenschappelijke kenmerken hebben. Populistische leiders zeggen dat zij namens het volk praten. Zij spreken het deel van de bevolking aan dat weinig vertrouwen heeft in de huidige politieke leiders. Populisme is niet per se links of rechts, en niet per se goed of slecht.
Bij elke verkiezing hebben alle partijen een verkiezingsprogramma. Daarin kun je precies nalezen wat de plannen van deze partij zijn. Maar het is makkelijker om sites als www.stemwijzer.nl te checken. Daar kun je jouw mening vergelijken met die van de partijen. Je kunt natuurlijk ook debatten volgen op tv, krantenberichten lezen of aan anderen vragen wat zij gaan stemmen en waarom.
Bekijk de filmpjes op ganaar.link/dm431 en ganaar.link/dm432
OPDRACHT 9 Wie deelt jouw mening? Leg in je eigen woorden uit wat populisme is.
Kies uit de stellingen hiernaast vijf dingen die jij belangrijk vindt. Kruis aan of jij het ermee eens bent of niet. Zoek daarna een partij die jouw mening deelt. Schrijf de partijnaam in de laatste kolom. Welke partij denk je dat het best bij jou past? Leg je antwoord uit.
In de filmpjes worden verschillende voorbeelden genoemd van populistische leiders. Sommigen zijn op dit moment ook actief in de politiek. Welke politici of bewegingen herkende je? Schrijf hun namen op. Je gaat de StemWijzer invullen. Welke partijen komen voor jou bovenaan te staan, verwacht je?
Welke kritiek op het populisme wordt in het filmpje benoemd?
Vul de StemWijzer in op www.stemwijzer.nl. Wat is jouw uitkomst?
Past dat bij je verwachting? Zo nee, wat verrast je?
152
4 POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
STELLING
EENS
ONEENS
PARTIJ
Winkels moeten zelf kunnen bepalen of ze op zondag open of dicht zijn. Iemand met een hoog inkomen moet minder kinderbijslag krijgen dan iemand met een laag inkomen. Studiebeurzen moeten worden afgeschaft. Studenten moeten voortaan geld lenen voor hun studie. Alle mbo-scholieren (ook onder de achttien) moeten recht hebben op een ov-studentenkaart. De huur voor een woning mag maar met maximaal 3 procent per jaar worden verhoogd. Het minimumjeugdloon moet worden afgeschaft. Ook voor jongeren moet het gewone minimumloon gelden. Disco’s moeten een hoge boete krijgen als ze alcohol schenken aan mensen onder de achttien. Agenten moeten meer dingen mogen op het gebied van aanhouden, identiteitspapieren vragen en fouilleren. Als je rookt, moet je een hogere premie voor je ziektekostenverzekering betalen. De overheid moet duurzame energie stimuleren.
OPDRACHT 10 Jouw persoonlijke partij Verdiep je verder in de drie partijen die bij jou als meest geschikt uit de StemWijzer kwamen. Doe dat door de websites van de partijen te bezoeken en bijvoorbeeld het verkiezingsprogramma te lezen.
Zoek op welke plannen of punten er in het programma staan. Noteer er twee of drie die jou in het bijzonder aanspreken:
1 2 3
153
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
4.4
BESTUURSLAGEN
Lesdoelen • Je kunt uitleggen wat de Europese Unie (EU) inhoudt. • Je begrijpt de verdeling van verantwoordelijkheid over vier lagen: Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk bestuur. • Je kunt per bestuurslaag voorbeelden geven van zaken waarvoor die bestuurslaag verantwoordelijk is. • Je weet hoe je als burger invloed kunt hebben op elk van de bestuurslagen. Op het digibord heb je gezien hoe de overheid in Nederland is georganiseerd in lagen. Ook de Europese Unie, waar Nederland bij hoort, kun je zien als bestuurslaag. Elke bestuurslaag heeft op een bepaalde manier invloed op het dagelijks leven. Andersom heb jij ook invloed, door te gaan stemmen.
Nederland: drie bestuurslagen De verantwoordelijkheid en de macht liggen in Nederland bij de overheid. Die werkt op drie niveaus: landelijk, provinciaal en gemeentelijk. Er zijn verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende bestuurslagen.
Landelijk De rijksoverheid gaat over landelijke zaken, bijvoorbeeld belastingen, onderwijs of de verdediging van het land. Met verkiezingen wordt bepaald wie er in de Tweede Kamer komen te zitten. Ook de Eerste Kamer wordt democratisch gekozen. Het dagelijks bestuur ligt in handen van de regering.
Provinciaal De provinciale overheid beslist over een kleiner gebied, de provincie. Zij bepaalt onder andere waar bedrijfsterreinen komen en waar natuur komt. Het dagelijks bestuur van de provincie heet Gedeputeerde Staten.
Gemeentelijk
EU
R IJ K
PROVIN
CIE
De gemeentelijke overheid is verantwoordelijk voor een dorp of stad. Zij houdt bijvoorbeeld bij wie er in de gemeente wonen, geeft paspoorten uit en verstrekt uitkeringen. Met verkiezingen wordt bepaald wie er in de gemeenteraad komen. Die beslist of plannen wel of niet doorgaan. Het dagelijks bestuur van de gemeente is in handen van het college van burgemeester en wethouders. G EMEE
NTE
Europees Naast de drie bestuurslagen in Nederland heb je ook nog de Europese Unie, waar Nederland lid van is en die invloed heeft op de maatschappij en economie.
Verschillende bestuurslagen
160
4 POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
OPDRACHT 18 Jongerenpartijen.
Europese Unie
Bijna iedere politieke partij die in het Nederlandse parlement zit, heeft een jongerenpartij. Dit worden politieke jongerenorganisaties genoemd. Zoek informatie over politieke jongerenorganisaties en beantwoord de vragen.
Sommige dingen kun je effectiever regelen als je samenwerkt met andere landen. Dat is een van de redenen dat de Europese Unie is ontstaan. Dat is een samenwerkingsverband tussen een aantal lidstaten (landen) in Europa. Nederland is een van die lidstaten.
Hoe oud moet je zijn om lid te worden? Iedereen tussen de en kan lid worden van een politieke jongerenorganisatie. Welke jongerenorganisaties horen bij de politieke partijen? Verbind de juiste namen met elkaar.
CDA
PerspectieF
ChristenUnie
Jongeren FVD (JFVD)
D66
Jonge Socialisten in de PvdA
DENK
PINK!
Forum voor Democratie (FVD)
ROOD
GroenLinks
Jonge Democraten (JD)
PvdA
SGP-Jongeren (SGPJ)
VVD
DWARS
Partij voor de Dieren
OPPOSITIE
SP
Christen Democratisch Jongeren Appèl
SGP
Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie
De Europese Unie (EU) is een samenwerkings verband tussen een aantal landen in Europa.
Wat merken we van de EU? Naast de drie bestuurslagen binnen Nederland, heb je als Nederlander dus ook te maken met de EU. Sommige richtlijnen van de EU merk je duidelijk. Je betaalt bijvoorbeeld met een Europese munt en je hoeft aan de grensovergang met België of Duitsland je paspoort niet te laten zien. Er is echter ook veel wet- en regelgeving uit de EU waar je weinig of niets van merkt, zoals: XX Een belangrijk deel van de Nederlandse milieuwetgeving wordt bepaald door Europese milieurichtlijnen. XX Veel wetten en regels over voedsel komen uit Europa, bijvoorbeeld wat er op een etiket vermeld moet staan. XX Door EU-regels kost bellen en internetten sinds 2015 in andere EU-landen hetzelfde als in je eigen land.
Europese verkiezingen Je hebt invloed op Europa. Elke vijf jaar zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement. Dat is de volksvertegenwoordiging van de EU. Er zitten 750 volksvertegenwoordigers in, een aantal daarvan komen uit Nederland. In het Europees Parlement zitten partijen die je ook uit de landelijke politiek in Nederland kent. Ze werken in Europa meestal samen met partijen uit andere landen die dezelfde politieke ideeën hebben.
163
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
Lees de drie casussen. Verplaats je in de regering van ‘jullie’ land. Bedenk wat jullie zouden beslissen in deze situaties. Leg ook uit waarom.
CASUS 1: Er is een krant die zee r kritisch schrijft over he t werk van de regering. Beslissing:
Waarom:
CASUS 2: inzet voor de rechten zich die Een organisatie houden in het van lhbt’ers wil een demonstratie centrum van de hoofdstad. Beslissing:
Waarom:
CASUS 3: De regering denkt ero ver een dam aan te leggen waardoor een stuwmeer zal ontstaa n. Op die manier kan ele ktriciteit voor het hele land worden opgewe kt. Nadeel is wel dat er 100.000 mensen zulle n moeten verhuizen. Beslissing:
Waarom:
168
4 POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
N4-OPDRACHT 26 Mensenrechten Binnen Nederland zijn de rechten van Nederlandse burgers vastgelegd in de Nederlandse Grondwet. Een deel van deze rechten is gebaseerd op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Deze is opgesteld door landen die lid zijn van de Verenigde Naties, een internationale organisatie waar bijna alle landen lid van zijn. Bekijk de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op ganaar.link/dm433
Er zijn internationale organisaties die zich bezighouden met het beschermen van mensenrechten. Dit doen ze over de hele wereld. Een voorbeeld van zo’n organisatie is Amnesty International. Bekijk het filmpje over Amnesty International. Kijk op ganaar.link/dm434
Op welke manieren voert Amnesty International actie?
In de verklaring zijn dertig mensenrechten opgeschreven. Deze rechten heeft iedereen, gewoon omdat we mensen zijn. Welke mensenrechten vind jij het belangrijkst? Maak een top 3. Wat vind je van deze acties? Hebben ze veel effect, denk je?
VERANTWOORDING
WIJ VINDEN DIT BELANGRIJK OMDAT ...
171
REFLECTIE OP POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE ONTWIKKELING METEN Vul de digitale ontwikkelscan in die hoort bij de politiek-juridische dimensie.
`` Ga naar ganaar.link/dm4e `` Kies de POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE. `` Vul bij het inloggen jouw naam, klascode en jouw resultaatcode in. `` Bekijk je scan en teken het resultaat op bladzijde 17. `` De uitslag kun je naar jezelf mailen om deze te bewaren.
BEOORDEEL JEZELF Wat weet jij na het afronden van de politiek-juridische dimensie? Zet een vinkje of kruisje bij wat je hebt gedaan. Ik heb kennis over en inzicht in de volgende onderwerpen die bij de politiek-juridische dimensie aan bod komen: ZIE OPDRACHT: BLADZIJDE(N): de Nederlandse parlementaire democratie en de scheiding van de machten de belangrijkste politieke stromingen en hun ideeĂŤn, en welke bij mij past de vorming van een regering na de verkiezingen en de rol van het parlement het bestuur van Nederland door gemeenten, provincies en rijksoverheid het bestuur van de EU en de invloed van de EU op Nederland de rechtsstaat, de Grondwet en grondrechten het Nederlandse rechtssysteem en de gevolgen van misdrijven en overtredingen persvrijheid en de verschillende media
196 196
REFLECTIE OP POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
Dit heeft het me opgeleverd:
Deze inzichten heb ik gekregen:
Wat komt in het burgerschapportfolio?
Portfolio-opdracht
Evaluatie
Eindreflectie van de dimensie
Beoordelingsformulier docent
197 197
L D BU IM RG E N ER SIE SC V I H TA AP A In de dimensie vitaal burgerschap kijk je kritisch naar je leefstijl en naar hoe je die zou kunnen verbeteren. Je denkt na over relaties, seks, internetdaten en sociale media. Je verdiept je in verslaving, psychische problemen en mogelijkheden om je eigen geluk te beĂŻnvloeden. Je ontdekt ook hoe je een vitale werknemer kunt zijn en blijven.
5
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
5.1
JOUW LEEFSTIJL EN VOEDING
Lesdoelen
Welke zijn bij jou opvallend?
• Je kunt uitleggen wat er bedoeld wordt met leefstijl. • Je bent je bewust van de relatie tussen leefstijl, voeding, gezondheid en geluk. • Je weet in hoeverre je eigen leefstijl voldoet aan de adviezen. Jouw leefstijl heeft invloed op hoe je je voelt. De keuzes die je maakt op het gebied van bijvoorbeeld voeding, beweging en andere (dagelijkse) gewoonten, hebben invloed op jouw gezondheid en geluksgevoel.
Onder leefstijl verstaan we de keuzes die je maakt op het gebied van voeding, beweging, kleding, relaties en vrije tijd.
Positieve en negatieve kring Je gezondheid en geluksgevoel hangen voor een groot deel samen. Als je je gezond en fit voelt, ben je happy. Als je ziek bent of weinig energie hebt, ervaar je minder geluksgevoel. Voor een deel heb je dat in de hand, door de keuzes die je maakt. Maar het is de ene keer makkelijk om voor het goede te kiezen en de andere keer moeilijk. Je kunt in een positieve of negatieve kring zitten. Bekijk onderstaande figuur:
LEVENSHOUDING
OPDRACHT 1 Bijzondere stijl Bekijk de definitie van leefstijl. Noem bij elk aspect iemand die je kent of een beroemdheid die daar een specifieke stijl of specifieke keuzes op nahoudt.
DAGELIJKSE KEUZES
LEEFSTIJL
Positieve kring Voeding
Beweging
Kleding
Je hebt een goede leefstijl. Gezond eten, bewegen en ontstressen hebben een positieve invloed op je. Je voelt je fit, bent bereid gezond te leven en regelmatig te sporten. Daardoor heb je energie en voel je je happy. En daardoor lukt het je de goede gewoonten vol te houden.
Negatieve kring Huisinrichting
Relaties
Vrije tijd
Je weet dat je moet bewegen of gezonder moet eten, maar het lukt je maar niet of je vindt het toch niet zo belangrijk. Door deze houding wordt het moeilijk de stap te zetten naar een actievere, gezonde leefstijl. Daardoor heb je minder energie en wordt het steeds moeilijker om het roer om te gooien.
199
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
OPDRACHT 2 En jij? In welke kring zit jij meestal? Wat herken je daarin vooral?
Kies een onderwerp, bijvoorbeeld voeding, beweging, verslaving of relaties. Beschrijf zo precies mogelijk de positieve of negatieve kring waar jij meestal in zit over dit onderwerp.
Welvaart en welzijn ‘Geld maakt niet gelukkig.’ Dit hoor je vaak, maar de meningen zijn hierover verdeeld. Veel mensen in Nederland hebben genoeg geld om te voorzien in hun eerste levensbehoeften. Ook zijn de voorzieningen in Nederland, zoals wegen, scholen en ziekenhuizen, prima. Er is over het algemeen voldoende welvaart.
OPDRACHT 3 Echt gelukkig?
‘GELD
M A AK
T NIET
GELUK
KIG .’
Zoek op internet een artikel over iemand die de loterij won. Wat waren de gevolgen voor deze persoon?
A AR T OMEN WELV ‘DE TOEGEN D E K AN S O M G EEF T ONS EVEN.’ L AN G E R TE L N E R E D N O G EZ
Leg bovenstaande uitspraak uit.
Maar welvaart zorgt niet automatisch voor welzijn. Om lekker in je vel te zitten, heb je meer nodig. Welzijn is breder en gaat over je happy en gezond voelen en een prettig leven hebben in een goede omgeving, met fijne relaties. Heb je het idee dat mensen die kans inderdaad aangrijpen? Waarom denk je dat?
200
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
Uit onderzoek onder jongeren blijkt dat de groep van 16 jaar en ouder meer eet, meer rookt, meer drinkt en minder beweegt. Hoe komt dat, denk je?
Zijn we door de toegenomen welvaart gelukkiger dan honderd jaar geleden, denk je?
Gezonde voeding Op televisie, in de kantine op school, in de supermarkt: overal vliegen de euroknallers en kassakoopjes je om de oren. Een patatje hier, een gevulde koek daar en een blikje cola om het af te toppen. De voordelen van onze welvaartsmaatschappij zijn duidelijk: lekker, snel, gemakkelijk en goedkoop. We consumeren meer dan ooit. Maar dat heeft ook een keerzijde. Voor je het weet eet je meer dan goed voor je is. En dat zijn vaak ook nog eens de verkeerde dingen. Overgewicht en obesitas zijn serieuze problemen. Voor degenen die eraan lijden, maar ook voor werkgevers en de hele maatschappij. Hoe kun je weten wat gezond eten is?
‘GELUK M
A AK T G E
ZONDER .’
Leg de quote uit. Op welke manier maakt gelukkig zijn je gezonder?
Geef een concreet voorbeeld uit je eigen leven.
201
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
OPDRACHT 4 Voedingscentrum Onderzoek met een medestudent jullie dagelijkse leefstijl door te kijken hoe goed jullie eigen leefstijl in de buurt komt van de gebruikelijke richtlijnen. XX Ga naar de website www.voedingscentrum.nl. XX Klik op ‘Schijf van Vijf’ (linksboven). XX Klik bij ‘Onderwerpen’ op ‘Hoeveel en wat kan ik eten’. XX Vul je gegevens in en klik op ‘Jouw porties’.
CATEGORIE
Je krijgt nu een overzicht van hoeveel je zou moeten eten om een gezond gewicht te hebben dat past bij je lengte en leeftijd . Vul de hoeveelheden in die voor jou gelden. Soms staat er ‘een portie’, dan kun je verder klikken om te kijken hoeveel dat is.
WAT IS DE RICHTLIJN?
ZOVEEL EET IK
groente fruit bruine/volkoren boterhammen aardappelen of opscheplepels volkoren graanproducten vis / peulvruchten / vlees ongezouten noten zuivel kaas smeer- en bereidingsvetten vocht Omcirkel nu per onderdeel of je een goede hoeveelheid ervan eet, iets te veel/weinig of veel te veel/weinig. goede hoeveelheid iets te veel/weinig veel te veel/weinig
Wat eet je verder nog regelmatig?
Kijk of dit wel of niet in de Schijf van Vijf staat. En zo nee, wat de alternatieven zijn: ganaar.link/d441
202
Trek een conclusie: op welk gebied zijn je eetgewoonten goed? En op welk gebied kan het beter?
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
N4 OPDRACHT 5 Voedselzandloper Naast de adviezen van het Voedingscentrum zijn er nog meer instrumenten om gezonde voedingskeuzes te maken. De Voedselzandloper is daar een van. Gebruik de website www.voedselzandloper.com voor het beantwoorden van de volgende vragen. Beschrijf uit welke delen de Voedselzandloper is opgebouwd.
smoothie (met vezels)
Hoe moet je de Voedselzandloper gebruiken om gezonder te leven?
suiker-alcoholen (erythritol), appelmoes, geplette bananen of gemalen dadels.
Bespreek met een studiegenoot waarom jij die drie verschillen het belangrijkst vindt. Alcohol: maximaal 2 consumpties per dag (mannen) of 1 consumptie per dag (vrouwen), met alcoholvrije dag(en). Smoothie: bij voorkeur gemaakt van groente en laag-suiker fruit (blauwbessen, aardbeien, frambozen, ...).
Er zijn verschillen tussen de Voedselzandloper en de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Noteer de drie verschillen die in jouw ogen het belangrijkst zijn.
Als je de Voedselzandloper vergelijkt met de Schijf van Vijf, welke zou jij dan het liefst gebruiken om gezonde voedingskeuzes te maken? Leg je antwoord uit.
1 Maak een filmpje of vlog van maximaal twee minuten. Hierin leg je uit:
2
XX wat de Schijf van Vijf is; XX wat de Voedselzandloper is; XX waarom jij de ene beter vindt dan de andere.
3
203
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
OPDRACHT 6 Wat zit er in je eten? Werk in drietallen. Bekijk het filmpje: ganaar.link/d442
Kies samen de verpakking van een product dat je vaak eet of drinkt of dat je laatst gegeten of gedronken hebt. Vul samen het volgende schema in.
Product: INGREDIËNT
WAT IS HET? (ZOEK OP INDIEN NODIG)
Bespreek in drietallen de lijst van ingrediënten. XX Zit er iets in wat je niet verwacht had? XX Zit er veel in van een bepaald ingrediënt, zoals suiker of vet? XX Welke ingrediënten zijn jullie het meest opgevallen?
204
WAAR IS HET VOOR? (ZOEK OP INDIEN NODIG)
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
Schrijf op de geeltjes de ingrediënten die jullie het meest zijn opgevallen.
OPDRACHT 7 Vlogger Er zijn verschillende vloggers en bloggers die het onderwerp ‘gezond eten’ behandelen. In deze opdracht ga je op zoek naar tips die jou kunnen helpen je eetpatroon te verbeteren. Kijk terug naar opdracht 4, 5 en 6. Wat zou jij willen veranderen aan je eetpatroon? Wil je bijvoorbeeld meer groenten en fruit eten, minder snoepen, minder E-nummers eten of juist op een gezonde manier aankomen?
Zoek op YouTube naar filmpjes met tips die jou kunnen helpen.
TIP Wees kritisch en let op de betrouwbaarheid van de bron.
Welk filmpje heb je gevonden? Titel van het filmpje:
Bron van het filmpje:
Welke tips worden er in het filmpje gegeven?
Ga je na deze opdracht andere dingen eten? Ga je meer op etiketten letten? Of maak je je er niet druk om?
1 2 3 Welke tip is voor jou de beste? En waarom?
205
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
Reageer op de volgende stellingen:
IET, N W E R KE N N E T IË D E L IA ‘SPEC ER ETEN.’ WOON MIND J E MO E T G E
‘ONGEZO N D E TE N ZOU VEE DU URDE L R G EMA A K T MO E T WORDEN EN .’
‘JE KUNT ER WEI NIG A AN DOEN ALS JE TE DIK B ENT, OVER AL O M ONS HEEN IS ET EN.’
Relatie met eten Het klinkt zo simpel: je houdt je gewoon aan de adviezen van het Voedingscentrum of de Voedselzandloper, dan blijf je fit, gezond en goed op gewicht. Maar helaas is het niet altijd zo makkelijk. Sommige mensen zijn altijd op dieet, of ontwikkelen vreemde eetgewoonten. Anderen ontwikkelen een verstoorde relatie met eten en krijgen een eetprobleem of zelfs eetstoornis.
S OF ER FILMPJE D N O Z T N ‘JE KU E N KE N K WE L B E D O O N E K E O B .’ ND ETEN IS WAT GEZO
Een verstoorde relatie met eten kan leiden tot overgewicht of obesitas (extreem overgewicht) of juist ondergewicht. Het is niet altijd aan iemands gewicht te zien of hij of zij aan een eetstoornis lijdt. Iemand met een eetstoornis is vaak ook niet gelukkig. Het is belangrijk om ontspannen met eten om te gaan, om ervan te kunnen genieten. Kies dus lekkere, gezonde voeding in gezonde hoeveelheden. Als dat (vaak) lukt, ben je goed bezig! Twijfel je of jouw relatie met eten gezond is? Of maak je je zorgen over iemand in jouw omgeving? Voor meer informatie over eetproblemen en hulp kun je bijvoorbeeld terecht op www.proud2bme.nl of www.anorexiajongens.nl. Je kunt ook terecht bij de huisarts.
206
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
5.2
VERBETER JE LEEFSTIJL
Lesdoelen • Je kent de voor- en nadelen van je eigen leefstijl. • Je hebt een plan van aanpak gemaakt om één aspect van je leefstijl te verbeteren. • Je bent je bewust van jouw valkuilen bij het verbeteren van je leefstijl. • Je weet wat jou kan helpen om gemotiveerd te blijven. De les is begonnen met een filmpje over een Heart Attack Restaurant in Amerika. Je hebt daarna gediscussieerd over leefstijl, acceptatie en het veranderen van gewoonten.
OPDRACHT 10 Ideeën Stel, je wilt een gewoonte veranderen. Hoe doe je dat? Stap 1 Schrijf je ideeën op geeltjes. Stap 2 Lever de beste drie ideeën in. Stap 3 De docent leest alle ideeën voor. Stap 4 Noteer de twee ideeën die het beste bij jou passen.
Kies uit bovenstaande twee ideeën één idee dat het beste bij jou past:
209
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
OPDRACHT 13 Motivatie
G , M A AR EN IS ÉÉN DIN R E D N A R E V UDEN – ‘WILLEN – EN VOLHO N E O D T H C EDR AG H E T OOK E E KUNT JE G J . S R E D N A AN N E E R IS IETS AN D E R E N W R E V IG R U D DOEN.’ PAS L ANG T OM DAT TE N E B D R E E JE GEMOTIV
Als je je doel wilt halen en vervolgens de nieuwe leefstijl lang wilt volhouden, is motivatie heel belangrijk. XX Maak een filmpje over motivatie. Gebruik hiervoor korte fragmenten uit andere video’s met liedjes, tips of beelden. XX Check voor inspiratie filmpjes zoals ganaar.link/d445
Het mag gaan over motivatie in het algemeen of over motivatie voor een specifiek voornemen. Bijvoorbeeld stoppen met roken, minder stress of meer sporten. XX Presenteer je filmpje.
213
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
5.3
IK EN DE LIEFDE
Lesdoelen
OPDRACHT 14 De perfecte partner
• J e kunt uitleggen waar lhbt voor staat en wat dit inhoudt.
Iedereen krijgt twee lege briefjes. Schrijf op het ene blaadje ‘voorwaarde’ en op het andere ‘afknapper’. Denk na over je perfecte partner. Noteer nu een voorwaarde en een afknapper op de blaadjes. Denk bijvoorbeeld aan: moet iemand dezelfde religie hebben? Zijn er bepaalde uiterlijke kenmerken die je belangrijk vindt?
• J e bent je bewust van wat jij belangrijk vindt in een relatie. • J e kunt beoordelen of iets wel of geen gezond seksueel gedrag is. • J e kent je eigen grenzen op seksueel gebied; je kunt die bewaken. De les is begonnen met een filmpje over zoenen met iemand die je nooit eerder hebt gezien. Je hebt ook gediscussieerd of je partner even ambitieus moet zijn als jij. De perfecte partner bestaat misschien niet, maar misschien is er wel iemand die erg dicht daarbij in de buurt komt. Reden genoeg dus om na te denken over hoe jouw ideale partner eruitziet. Wat vind je belangrijk in een partner? Wanneer voel je je tot iemand aangetrokken? Moet je hetzelfde in het leven staan of juist niet?
VOORWAARDE
214
Lever de briefjes zonder je naam in bij de docent. De docent leest willekeurig een aantal briefjes voor. Reageer op de briefjes en voer hierover een klassengesprek. Wees nieuwsgierig en probeer te begrijpen waarom iemand dat heeft opgeschreven. Schrijf de leukste of interessantste antwoorden hieronder op.
AF KN AP P E
R
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
OPDRACHT 15 Waar vind je die?
OPDRACHT 16 Jouw waarden in een relatie
Werk in viertallen.
Er zijn eindeloos veel manieren om een relatie te hebben. Of om een relatie te beginnen. Wacht je af of diegene ook verliefd wordt op jou? Of probeer je met hem of haar te gaan daten? Probeer je eerst vrienden te worden of begin je gewoon meteen te zoenen? Of denk je eerst diep na of diegene echt bij je past? Is hij of zij leuk genoeg om het een tijdje bij uit te houden? Zou hij of zij jou gelukkig maken? En andersom?
Het doel van deze opdracht is een antwoord te vinden op de vraag: hoe vind je een partner die bij je past? Dat ga je doen door middel van een omgekeerde brainstorm. Het gaat als volgt: je denkt samen na over hoe je het tegengestelde kunt bereiken. De vraag voor de omgekeerde brainstorm is dus: hoe vind je een partner die totaal niet bij je past? Schrijf alle ideeën op op een blaadje. Presenteer dat idee aan de klas. Kies uit de volgende mogelijkheden: XX een uitgewerkte poster; XX een filmpje van maximaal 2 minuten; XX een fotostrip van minimaal 8 plaatjes; XX iets anders, eigen idee. Je hebt nu een aantal ideeën gezien over hoe je iemand vindt die totaal niet bij je past. Wat kun je daaruit afleiden over hoe je iemand vindt die wél bij je past? Noteer de tips:
Kortom: welke waarden zijn belangrijk voor jou in een relatie? Werk in drietallen. Ieder krijgt vier lege briefjes. Schrijf op elk briefje iets wat je belangrijk vindt in een relatie. Bijvoorbeeld: nieuwsgierigheid, elkaar vrijlaten, samen dingen doen, de ander blind kunnen vertrouwen, veel seks, goed overweg kunnen met de familie van de ander enzovoort. XX Leg alle briefjes kriskras door elkaar ondersteboven op tafel. XX Pak, om de beurt, blind twee kaartjes. Lees ze voor en vertel welke van de twee waarden voor jou belangrijker is als je moet kiezen. Probeer er ook een voorbeeld bij te geven.
Relatie, en dan … Hoe geef je invulling aan je relatie? Wat vind je belangrijk? Lig je het liefst de hele dag samen op bed of wil je liever een dag vol activiteiten? Vind je het belangrijk om veel tijd met zijn tweeën door te brengen of ben je liever samen in een groter gezelschap? Zoek je vooral herkenning in de ander of heb je iemand nodig die flink tegengas kan geven? En wat als de eerste verliefdheid voorbij is? Hoe kun je elkaar dan nog gelukkig maken? Wat heb je te geven en wat hoop je te vinden?
215
DE MAATSCHAPPIJ DAT BEN JIJ
5.7
GEZOND WERKEN
Lesdoelen • Je kunt uitleggen wat er bedoeld wordt met employability; je weet hoe je daaraan kunt werken. • Je bent je bewust van de gezondheidsrisico’s in je eigen branche. • Je kunt uitleggen waarom de vitaliteit van werknemers belangrijk is voor een werkgever. • Je weet op welke manieren een werkgever de vitaliteit van werknemers kan verbeteren.
De les is begonnen met een foto van het bedrijf Solae Ieper, met informatie over hoe lang geleden de laatste bedrijfsongevallen plaatsvonden. Dit zegt iets over de manier waarop bedrijven om kunnen gaan met de gezondheid en veiligheid van hun werknemers. Deze les gaat over gezond werken en interessant zijn voor de arbeidsmarkt.
Denk aan jezelf op die leeftijd. Hoe zie jij er dan uit, denk je? En hoe ziet jouw leven eruit? Denk aan: huis, gezondheid, kinderen of kleinkinderen, sport, hobby’s, vrienden, woonplaats. Hoe ziet de wereld eruit? Het klimaat?
Vitaal in je werk Je gaat binnenkort de arbeidsmarkt op. Je hebt dan je diploma op zak en hebt er zin in. Maar heb je weleens nagedacht over het einde van je werkende leven? Je moet waarschijnlijk werken tot je in de zeventig bent. Daarom is het zaak ervoor te zorgen dat je al die jaren vitaal blijft in je werk. Dat houdt in dat je lichamelijk gezond blijft: genoeg energie voor je werk, geen lichamelijke klachten, genoeg sporten, gezond eten enzovoort. Maar ook de mentale kant is belangrijk. Dat je er zin in houdt, dat je werk interessant voor je blijft en voldoening geeft.
OPDRACHT 48 67 plus’er?
67
Tot welke leeftijd moet jij werken? Bereken je pensioenleeftijd op ganaar.link/d4437
244
+
Bespreek met elkaar: XX Vind je dit een goede leeftijd om te stoppen met werken? XX Waarom is het nodig om tot deze leeftijd te werken?
OPDRACHT 49 Branche Wat voor werk zou je willen doen over twintig, dertig of veertig jaar? En hoe oud ben je dan?
20 30 40
Over twintig jaar:
jaar
Over dertig jaar:
jaar
Over veertig jaar:
jaar
5 DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
Werkstress Zoek op internet informatie op over de gezondheidsrisico’s van je toekomstige werk. Zijn de beroepen in deze branche belastend?
Zijn er specifieke gevaren of risico’s?
De gezondheidsrisico’s van je werk zijn per sector verschillend. Maar er is één oorzaak van ziekteverzuim die overal vaak voorkomt: werkstress. Dit is stress die ontstaat door of tijdens jouw werk. Een beetje stress is normaal en kan zelfs nuttig zijn, maar wanneer we te veel last hebben van stress gaat dat tegen ons werken. Wanneer je te veel stress hebt, kun je last krijgen van klachten: XX (vaak) hoofdpijn; XX rug- of nekpijn; XX slecht slapen; XX blijvende vermoeidheid.
Zijn er veelvoorkomende beroepsklachten?
Wat zou jouw werkgever moeten bieden om deze klachten en risico’s te voorkomen?
Blijf je te lang met deze klachten doorlopen, dan loop je het risico dat je uiteindelijk een burnout krijgt. Je lichaam reageert dan zo heftig op stress, overbelasting en vermoeidheid, dat je even helemaal niets meer kunt. Dit komt onder jonge werknemers steeds vaker voor.
Een burn-out is een lichamelijke reactie op stress en overbelasting. Het lichaam geeft dan aan: ‘ik kan even niet meer’. Je voelt je opgebrand.
Wat zou jij zelf kunnen doen om deze klachten en risico’s te voorkomen?
Heb je last van werkstress?
TIP Check hier of je risico loopt
op een burn-out: ganaar.link/dm451
Als je werkt met asbest, metaal, hout, machines of in de garage, doe dan de test over veiligheid op www.veiligvakmanschap.nl. Kijk nog eens terug naar de eerste vraag van deze opdracht. Denk je hier nu anders over, nu je de risico’s beter kent?
245
D R BU IM TF RG ENS OL ER IE IOSC VIT OP H A A DR AP L A CH T
N3 PO
In deze portfolio-opdracht oefen je met de volgende kritische denkvaardigheid:
E-nummers in je eten Je hebt vast weleens gehoord van E-nummers. Je vindt ze in voedingsmiddelen. Hoe denk jij over E-nummers? En is die mening ergens op gebaseerd? In deze portfolio-opdracht is het vertrekpunt je eigen mening over E-nummers in je eten. Vervolgens ga je op onderzoek uit. Op basis van de informatie die je vindt, besluit je of je je mening wilt bijstellen.
Hoe ga ik aan de slag?
248
STAP 1
Schrijf op wat je weet of denkt over E-nummers.
STAP 2
Zoek informatie die jouw mening ondersteunt en tegenspreekt.
STAP 3
Concludeer of je jouw mening bijstelt of niet.
STAP 4
Discussieer over de stelling ‘E-nummers zijn een gevaar voor onze gezondheid’.
STAP 5
Reflecteer op je eigen denken.
STAP 6
Evalueer de opdracht en het oefenen van de vaardigheid. Verzamel bewijzen voor je portfolio.
Benodigde tijd 3 à 4 studie-uren
Met wie • Alleen • Klassikaal (discussie)
Beoordeling • D e docent beoordeelt de portfolio-opdracht en jouw evaluatie. • D e criteria waar je docent je op beoordeelt, staan op bladzijde 252. • De docent geeft je de beoordeling
of
.
PORTFOLIO-OPDRACHT DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
STAP 1 Schrijf op wat je weet of denkt over E-nummers. Zoek daarna informatie die jouw mening ondersteunt en tegenspreekt. Doe onderzoek op internet. XX Wat is een E-nummer? Geef een algemene omschrijving of een definitie. XX Welke functies kunnen E-nummers hebben? XX In welke (soort) producten vind je E-nummers? XX Waar worden E-nummers van gemaakt? XX Vind jij dat E-nummers in je voeding thuishoren? XX Geef je eigen mening en leg die uit.
Zoek een bericht op internet dat bij jouw mening past. Het mag ook een filmpje of een andere bron zijn.
Link naar artikel
Noteer de gegevens in je verslag zoals het lijstje hiernaast.
: Bron van bericht
Zoek daarna een bericht op internet dat niet bij jouw mening past. Het mag ook een filmpje of een andere bron zijn.
:
erd op:
t artikel is gebase
De mening in he
Samenvatting:
n dit artikel:
trouwbaarheid va
de be Mijn oordeel over
249
STAP 6 Evaluatie van de portfolio-opdracht.
Vul het schema met de beoordelingscriteria in. Wat vond je goed gaan? Waar kun je nog verbeteren? BEOORDELINGSCRITERIA
WAAROM VIND JE DIT?
1 Je hebt je mening en kennis duidelijk beschreven voor je op onderzoek uitging.
2 Je hebt op internet twee bronnen gevonden met tegengestelde meningen.
3 Je hebt twee producten onderzocht op E-nummers en uitgezocht wat die stoffen doen.
4 Je hebt je mening scherp onderzocht en op basis van argumenten bijgesteld of niet.
5 Je hebt actief deelgenomen aan de discussie: je hebt je mening gegeven, ondersteund met een of meer argumenten. 6 Je hebt gereflecteerd op je eigen denken en het veranderen van mening.
folio. Je PORTFOLIO oor je port v n e z ij w e e en de lt b t, de reflecti Je verzame h c ra d p -o o e portfoli aar je. opgeleverd docent bew je n a v g n beoordeli
252
PORTFOLIO-OPDRACHT DIMENSIE VITAAL BURGERSCHAP
Reflectie op kritische denkvaardigheden Je hebt ook geoefend met de kritische denkvaardigheid:
Hoe heb je laten zien dat je de vaardigheid hebt geoefend tijdens de portfolio-opdracht? Je kunt reflecteren op verschillende manieren. Vraag aan jouw docent op welke manier je moet reflecteren: de manier van Korthagen of de STARR-methode. Vind je het lastig om een reflectie in te vullen? Bekijk dan het voorbeeld op ganaar.link/reflecteren1
``Begin jouw reflectie. KORTHAGEN-METHODE
Je reflecteert op een gebeurtenis in vijf stappen: wat is er gebeurd? Wat deed je precies? Waar liep je tegenaan? Wat kun je de volgende keer anders doen? Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken? Scan de QR-code en vul jouw reflectie in.
1
2
3
4
5
Wat is er gebeurd?
Wat deed je precies?
Waar liep je tegenaan?
Wat kun je de volgende keer anders doen?
Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken?
ganaar.link/r1
STARR-METHODE
Je kijkt terug op een gebeurtenis in vijf stappen: de situatie, jouw taak, jouw acties, het resultaat en de reflectie daarop. Scan de QR-code en vul jouw reflectie in.
S
T
A
R
R
Situatie
Taak
Actie
Resultaat
Reflectie
Beschrijf een situatie waarin je de loopbaancompetentie hebt laten zien.
Wat was jouw taak in de beschreven situatie?
Wat heb je gedaan in die situatie?
Wat was het effect van je actie?
Wat heb je geleerd van deze situatie? Hoe ga je het de volgende keer doen?
ganaar.link/r2
253