Werken aan je Toekomst niveau 3-4

Page 1

Heb jij al een duidelijk beeld van jouw toekomst? Weet je wat je wilt bereiken in het leven? Of laat je het allemaal maar gewoon op je afkomen? Welke kant ga jij op? Verder studeren, een baan zoeken of voor jezelf beginnen? Het kan en mag allemaal. Maar je hebt niet alles zelf in de hand. Hoe je daar invloed op hebt ontdek je in Werken aan je Toekomst. Deze lessen helpen je goede keuzes te leren maken. Dat is belangrijk, want de keuzes die je nu maakt hebben invloed op jouw toekomst!

WERKEN AAN JE TOEKOMST

WERKEN AAN JE TOEKOMST

Methode Loopbaan voor het mbo

NIVEAU 3 | 4

WERKEN

AAN JE

Methode Loopbaan voor het mbo – NIVEAU 3 | 4

www.codenamefuture.nl

TOEKOMST


WERKEN AAN JE TOEKOMST – NIVEAU 3 | 4

Individuele opdracht

Samenwerken met

Werk op een computer met internet

Een begrip De betekenis kun je opzoeken in de begrippenlijst aan het eind van elk hoofdstuk.

Om de QR-codes te scannen in dit boek heb je een app nodig op je smartphone. ``Ga naar de Play Store of App Store en download een QR-code reader. ``Open de app. Houd je telefoon zo vast dat de code in de richtvakjes past. ``Test de QR-code hiernaast. ``De app zal de camera op je telefoon gebruiken om de code te scannen. ``Je gaat nu automatisch naar een website of een filmpje.

6

ganaar.link/OG301


Aftekenlijst Maak de portfolio-opdrachten en laat ze aftekenen door de docent. Door het maken van deze portfolio-­ opdrachten verzamel je bewijsstukken voor een loopbaan-portfolio. HOOFDSTUK

PORTFOLIO-OPDRACHT

2

1  Zo werk ik over vijf jaar

2

2  Plan je dag

3

3  Check jouw kwaliteiten

3

4  Elevatorpitch

4

5A  Welke BPV past bij mij

4

5B Welke BPV past absoluut niet bij mij

4

6  Mijn eigen salarisstrook

5

7  Netwerkgesprek voeren

5

8  Maak of verbeter je LinkedIn-profiel

6

9  Een sollicitatiebrief schrijven

6

10 Maak een video-cv

7

11  Mijn baan in de toekomst

DATUM

PARAAF DOCENT

OVER MIJ

Naam:

Klascode:

Opleiding:

School:

7


WERKEN AAN JE TOEKOMST – NIVEAU 3 | 4

Inhoudsopgave

1

2

3

4

8

WERKEN AAN MIJN LOOPBAAN

10

1.1 Wat is LOB? 1.2 Mijn keuzes tot nu toe 1.3 Leren door reflecteren

11 15 18

WAT WIL IK EN WAAROM WIL IK DAT?

24

2.1 Mijn toekomst 2.2 Mijn visionboard 2.3 Doelen bereiken 2.4 Hoe besteed ik mijn tijd? 2.5 Hoe plan ik mijn tijd?

25 26 30 35 38

WAT VOOR TYPE BEN IK EN WAT KAN IK?

50

3.1 Wat voor type ben ik? 3.2 Wat kan ik?

51 55

WELK WERK WIL IK EN HOE KRIJG IK DAT?

66

4.1 Wat vind ik belangrijk? 4.2 De droombaan 4.3 Wat wil ik leren op mijn BPV? 4.4 Hoeveel verdien ik met mijn BPV? 4.5 Wat kan ik met mijn mbo-opleiding verdienen?

67 70 77 82 89


5

NETWERKEN OM WERK TE VINDEN 5.1 5.2 5.3 5.4

6

7

8

Mijn netwerk Netwerken via sociale media Netwerken via LinkedIn Opvallen met je online sollicitatie

98 99 103 108 112

SOLLICITEREN 116 6.1 Vacatures zoeken die bij je passen 6.2 Een curriculum vitae opstellen (cv) 6.3 Een goede voorbereiding 6.4 Het sollicitatiegesprek 6.5 Vooroordelen, discriminatie en ongepaste vragen

117 121 126 130 133

WELKE KEUZES KAN IK MAKEN?

142

7.1 Wat ga ik doen na mijn opleiding? 7.2 Aan het werk 7.3 Een leven lang leren 7.4 Verder leren op het hbo

143 145 150 154

MIJN PLAN VOOR DE TOEKOMST

162

8.1 Eindreflectie 8.2 Maak je portfolio compleet

163 166

9


HOOFDSTUK 1

WERKEN AAN MIJN LOOPBAAN Je loopbaan begint als je aan het werk gaat. Dat kan in een echte baan zijn, maar ook op een BPV-plek, in een bijbaan of bij vrijwilligerswerk. Al dat werk bij elkaar, dat is je loopbaan. Je kunt je loopbaan zelf beïnvloeden. Bijvoorbeeld door te weten waar je goed in bent en wat je leuk vindt. Door uit te zoeken wie jou kan helpen bij het vinden van een geschikte baan. En door te weten wat voor banen er zijn, hoe je een baan krijgt en wat werkgevers van je verwachten. Werken aan je toekomst gaat over al die onderwerpen.

10


1 werken aan mijn loopbaan

1.1 Wat is LOB? LOB staat voor Loopbaanoriëntatie en -begeleiding, afgekort LOB . Het is een verplicht onderdeel van je opleiding. Je moet het vak volgen. Dat heeft de overheid beslist, ze heeft de kwalificatie-eisen voor LOB vastgelegd in een wet. In deze les leer je wat het vak LOB inhoudt. Ook kun je na dit hoofdstuk vertellen waarom het vak belangrijk is voor je toekomst. Aan het einde van deze les: weet je wat het vak LOB inhoudt en wat je eraan hebt; weet je welke vaardigheden je nodig hebt om je loopbaan te beïnvloeden; kun je voorbeelden noemen van loopbaanvaardigheden.

arbeidsmarkt je biedt. Daardoor weet je beter wat je na je opleiding wilt en kun je je eigen toekomst beter beïnvloeden.

Opdracht 1 Wat heb je tot nu toe aan LOB gedaan? Wat heb je op de middelbare school of in je vorige opleiding aan LOB gekregen? Heb je bijvoorbeeld een beroepentest gedaan of een map gemaakt met banen die je leuk vindt? Wat heb je daarvan geleerd? Vul dat in de tabel in. OPLEIDING

1 2 3

Nadenken over je loopbaan Bij LOB denk je na over wat je wilt bereiken in je werk en hoe je dat voor elkaar kunt krijgen. Dat is nodig, want de arbeidsmarkt verandert steeds sneller. Dit komt onder andere door de ontwikkelingen in de technologie. Daardoor verdwijnen beroepen en komen er nieuwe beroepen bij. Vroeger was het heel gewoon dat je je hele leven voor dezelfde baas werkte. Nu wil een werkgever flexibel zijn en kunnen inspelen op alle veranderingen. Jij krijgt in je loopbaan ook te maken met de veranderingen op de arbeidsmarkt. Misschien ga je later wel een beroep doen dat nu nog niet bestaat. Het is een uitdaging om goed met die veranderingen om te gaan en de juiste keuzes te maken in je loopbaan. Het vak LOB helpt je hierbij. Je leert waar je goed in bent en wat je leuk en belangrijk vindt in een baan. Je zoekt uit wat werkgevers van je verwachten en welke mogelijkheden de

DIT HEB IK AAN LOB GEDAAN

1 2 3 DIT HEB IK ERVAN GELEERD

1 2 3

Loopbaanvaardigheden Bij het vak LOB ontwikkel je vaardigheden om je loopbaan zelf te beïnvloeden. Je weet steeds beter wat je kunt, wat je wilt en wat voor baan bij je past. Daardoor kun je goede keuzes maken en actief met je loopbaan bezig zijn.

11


WERKEN AAN JE TOEKOMST – NIVEAU 3 | 4

Die vaardigheden heten loopbaancompetenties . Ze behoren tot de kwalificatie-eisen waaraan jij moet voldoen om je mbo-diploma te halen. Het zijn er vijf.

Motievenreflectie

Geef nu zelf bij elke loopbaancompetentie een voorbeeld. Het liefst uit je eigen leven. Motievenreflectie

wat wil ik, wat inspireert mij?

Kwaliteitenreflectie wie ben ik, wat kan ik? Werkexploratie

welk soort werk past bij mij?

Netwerken

wie kan mij daarbij helpen?

Loopbaansturing

wat wil ik worden?

Kwaliteitenreflectie

Werkexploratie

Opdracht 2 Loopbaancompetenties toepassen Hieronder zie je de vijf loopbaancompetenties staan en vijf voorbeelden. Welke loopbaancompetentie hoort bij welk voorbeeld?

Netwerken

Loopbaansturing

sprek atiege it ic ll o en s an en voor e goed k orden.” ik “ Ik zet t a w rij wil w op een og beter in n waar ik welke “ Ik zoek op stagemarkt.nl buurt de in mij bij ik BPV-plekken .” den kan vin end wat an een vri “ Ik vertel a e mbod aan dez ik leuk vin opleiding.”

buurvrouw of “ Ik vraag aan mijn n bij het vinden va ze mij kan helpen een bijbaan.”

opbaan udielo t s n g ij et m leidin eze op en.” preek m “ Ik bes er dat ik na d o il gw d id pleidin begele o o b nm nog ee

12

tie xplora ij mij? Werke past b k r e w oort Welk s e nreflecti ij? Motieve pireert m , wat ins ik il w t a W

lpen? erken rbij he a Netw a d an mij Wie k uring Loopbaanst orden? Wat wil ik w

Kwaliteitenreflectie Wie ben ik, wat kan ik?


1 werken aan mijn loopbaan

Zijn er loopbaancompetenties die je nog nooit hebt toegepast? Zo ja, welke?

Opdracht 3 De loopbaancompetenties meten Hoe goed beheers jij de loopbaancompetenties? Vul de vragenlijst in. Na elk hoofdstuk vul je de vragenlijst van de competentie waar je aan gewerkt hebt nog een keer in. Dan kun je zien hoeveel je hebt geleerd. Door de vijf loopbaancompetenties te ontwikkelen, weet je steeds beter wat je wilt, wat je kunt en wat je nodig hebt in je loopbaan. Dat stelt je in staat goede keuzes te maken en actief met je loopbaan bezig te zijn.

Welke competentie vind je het belangrijkst voor je loopbaan? Leg je antwoord uit.

``Ga naar ganaar.link/w321 ``Geef antwoord op de vragen en stellingen. ``Bekijk je scan en teken het resultaat hieronder in. ``De uitslag kun je naar jezelf mailen en bewaren.

MOTIEVENREFLECTIE 70 60 50 40

10

20

30

40

40 50 60

LOOPBAANSTURING

70

50

30

30

20

20

10

10

0

40

10

60

50

KWALITEITENREFLECTIE 20

70

60

70

30

WERKEXPLORATIE

10 20 30 40 50 60 70

NETWERKEN

13


WERKEN AAN JE TOEKOMST – NIVEAU 3 | 4

Reflectiecyclus van Korthagen 5 Uitproberen en ervaren

1 Handelen en ervaren

2 Terugblikken

4 Alternatieven bedenken

3 Bewust worden

Opdracht 12 Wekelijks leren, reflecteren en ontwikkelen Blik terug op afgelopen week. Kies één doel dat je niet naar wens hebt bereikt. Doorloop de reflectiecyclus:

3 Bewust worden Wat betekent dat nu voor jou?

Welk doel wilde je bereiken?

22

1 Handelen en ervaren Wat heb je gedaan om je doel te bereiken?

4 Alternatieven bedenken Wat kun je de volgende keer doen om je doel wel te bereiken?

2 Terugblikken Hoe kijk je terug op je handelen?

5 Uitproberen en ervaren Wanneer ga je dat uitproberen?


1 werken aan mijn loopbaan

Begrippenlijst Arbeidsmarkt Op een echte markt verkopen marktkooplui spullen. Daar komen mensen naartoe die de spullen willen kopen. De arbeidsmarkt is geen echte markt, maar het is wel hetzelfde idee. Er zijn bedrijven die banen hebben en mensen die op zoek zijn naar een baan. Die komen elkaar tegen op de arbeidsmarkt.

Mbo Middelbaar beroepsonderwijs, het beroeps­ onderwijs dat aansluit op het vmbo en voorbereidt op een beroepskwalificatie.

Eigenaarschap Betrokken bij zijn en de verantwoordelijkheid nemen over je eigen leerproces, loopbaan en leven.

Motievenreflectie Nadenken over wat je wilt en waarom je dat wilt.

Kwaliteitenreflectie Nadenken over wat je kunt en waar je minder goed in bent. LOB Afkorting voor het vak waarbij je les krijgt in LoopbaanoriĂŤntatie en -begeleiding. Loopbaan Al je banen bij elkaar, dat is je loopbaan. Loopbaancompetenties Vaardigheden die je nodig hebt om jezelf te blijven ontwikkelen (in je werk).

Mindset Een mindset is een manier van denken en oordelen; een houding tegenover bepaalde zaken.

Netwerken Contact houden met mensen die je kent en die je kunnen helpen bij het vinden van een baan. Reflecteren Terugkijken op hoe je iets gedaan hebt om daarvan te leren. Reflectiecyclus Reflecteren doe je in een aantal stappen. Alle stappen samen vormen de reflectiecyclus. Werkexploratie Onderzoeken welk werk je wil. En welke vaardigheden en kennis je voor dat werk nodig hebt.

Loopbaansturing Nadenken over welk werk je wil en hoe je dat krijgt.

23


HOOFDSTUK 2

WAT WIL IK EN WAAROM WIL IK DAT? Jij bepaalt je eigen toekomst. Wat zijn jouw wensen? Wat is belangrijk voor jou in je loopbaan? Wat is belangrijk voor jou in het leven?

Je werkt in dit hoofdstuk aan de competentie: MOTIEVENREFLECTIE KWALITEITENREFLECTIE WERKEXPLORATIE NETWERKEN LOOPBAANSTURING 24


2 WAT WIL IK EN WAAROM WIL IK DAT?

2.1 Mijn toekomst Over niet al te lange tijd heb je een mbo-diploma in je hand. Op dat moment ga je een volgende stap in je leven zetten. Ga je werken, doorleren of iets anders doen? Hoe kun jij je keuze bepalen?

Maak een filmpje waarin je vertelt over jouw volgende stap na het mbo. Het maakt niet uit of je het ook echt gaat doen, het gaat erom dat je nadenkt over wat jouw volgende stap zou kunnen zijn.

Aan het einde van deze les: weet je wat je dromen zijn voor je toekomstige werk en leven; heb je nagedacht over jouw volgende stap na het mbo.

Opdracht 1 Maak een film over jouw volgende stap

Bekijk het filmpje van studenten op het mbo Scan de QR-code of kijk op: ganaar.link/w331

Kies je voor een voor de hand liggende stap of voor een verrassende stap? Kies je voor iets waar je van droomt of kies je voor een realistische of praktische stap? Vertel in het filmpje welke keuze jij maakt en leg uit waarom je tot die keuze bent gekomen.

``Het filmpje duurt maximaal 1,5 minuut. ``Bereid voor wat je wilt zeggen in het filmpje. ``Bewerk het filmpje zo nodig, bijvoorbeeld in Windows Movie Maker. ``Upload je filmpje op YouTube en stuur een link naar je docent. Kies bij het uploaden voor ‘Verborgen’ in plaats van ‘Openbaar’. Hoe vond je het om over je volgende stap te vertellen? Werd je er enthousiast van of juist niet?

ganaar.link/w331

Wat herken jij in de verhalen van de personen uit het filmpje? Om je volgende stap te kunnen zetten, is het goed om alvast verder in de toekomst te kijken. Dan weet je welke kant je op wilt en kun je makkelijker je volgende stap bepalen. In de volgende les kijk je daarom tien jaar vooruit.

25


HOOFDSTUK 3

WAT VOOR TYPE BEN IK EN WAT KAN IK? Werk moet bij je passen en jij moet bij het werk passen. Als je je werk goed wilt doen, moet je weten wat je kunt en wat bij jou past. Hou je van veranderingen of van een vertrouwde omgeving? Ben je van de grote lijnen of van de details? Werk je graag samen of liever alleen?

Je werkt in dit hoofdstuk aan de competentie: MOTIEVENREFLECTIE KWALITEITENREFLECTIE WERKEXPLORATIE NETWERKEN LOOPBAANSTURING 50


3 Wat voor type ben ik en wat kan ik?

3.1 Wat voor type ben ik? Jouw eigenschappen, voorkeuren, kennis en vaardigheden maken jou tot een unieke persoon. Als je weet wat je kunt en wat bij je past, kun je jezelf goed presenteren aan werkgevers. In een elevatorpitch bijvoorbeeld.

en kwaliteiten de drie personen uit het filmpje volgens jou hebben. Schrijf er minstens vijf op. Kies uit de eigenschappen onderaan de bladzijde. JONGEN MET KORT, DONKER HAAR

Aan het einde van deze les: kun je jezelf beschrijven aan de hand van jouw eigenschappen en voorkeuren; kun je beschrijven wat voor type werknemer je bent; MEISJE

begrijp je dat je jezelf beter kunt presenteren aan werkgevers als je een goed beeld hebt van jouw eigenschappen en voorkeuren.

Opdracht 1 Identiteit: wie ben jij? Scan de QR-code of kijk op: ganaar.link/w341

Wat kom je te weten over de identiteit van de drie hoofdpersonen? Schrijf in drie minuten op welke persoonlijke eigenschappen

JONGEN MET STEIL, BRUIN HAAR

Bespreek dit met je klasgenoot en leg uit waarom je vindt dat deze personen die eigenschappen en kwaliteiten hebben.

Zelfstandig

Team-speler

Betrouwbaar

Werkt graag met mensen

Geduldig

Vrolijk

Behulpzaam

Werkt graag met dieren

Creatief

Gastvrij

Verantwoordelijk

Is handig/technisch

Enthousiast

Stress-bestendig

Durft veel

Kan goed luisteren

Gezellig

Flexibel

Heeft veel energie

Is graag buiten

Netjes

Klantgericht

Werkt graag alleen

Ziet er graag mooi uit

51


WERKEN AAN JE TOEKOMST NIVEAU 1 | 2

STAP 1

Reflectie LOOPBAANCOMPETENTIE In hoeverre beheers jij de competentie KWALITEITENREFLECTIE  ? Kruis per onderdeel aan welke optie het best bij jou past. ONDERDEEL

ONVOLDOENDE

VOLDOENDE

GOED

ZEER GOED

Jezelf kennen

Ik weet niet wat mijn kwaliteiten, mijn talenten en mijn zwakke punten zijn.

Ik vind het moeilijk mijn kwaliteiten, talenten en zwakke punten te beschrijven. Dat kunnen anderen beter doen.

Ik kan aangeven wat mijn kwaliteiten en mijn talenten zijn. Ik kan aangeven wat mijn zwakke punten zijn.

Ik kan goed aangeven hoe ik gebruik maak van mijn kwaliteiten en talenten. Ik kan aangeven hoe ik mijn zwakke punten probeer te verbeteren.

Kwaliteiten en opleiding

Ik weet niet welke kwaliteiten ik heb en of ze passen de opleiding die ik doe.

Ik weet niet of ik de juiste kwaliteiten heb voor de opleiding die ik doe.

Ik kan met hulp bedenken welke van mijn kwaliteiten van pas komen in de opleiding die ik wil gaan doen.

Ik weet hoe mijn kwaliteiten van pas komen in de opleiding die ik doe.

De mening van anderen

Ik sta bijna nooit stil bij de manier waarop ik overkom.

Ik kom vaak anders over dan ik denk. Ik kan mezelf alleen met hulp van anderen verbeteren.

Ik weet niet altijd hoe ik overkom. Ik heb tips van anderen nodig om mezelf te verbeteren.

Ik weet hoe ik overkom en ik kan aangeven op welke punten ik mezelf wil verbeteren.

STAP 2

Bron: Adri Pijnenburg

64

JOUW LOOPBAANKEUZES In dit hoofdstuk heb je uitgezocht wie je bent, wat je kunt en wat voor type jij bent. Welke inzichten heb je gekregen die invloed hebben op je werk in de toekomst?


STAP 3

3 Wat voor type ben ik en wat kan ik?

ONTWIKKELING METEN Vul de digitale ontwikkelscan in die hoort bij dit hoofdstuk: KWALITEITENREFLECTIE

``Ga naar: ganaar.link/w322 ``Kies allĂŠĂŠn voor KWALITEITENREFLECTIE. ``Bekijk je scan en teken het resultaat op bladzijde 164. ``De uitslag kun je naar jezelf mailen om deze te bewaren.

STAP 4

ganaar.link/w322

REFLECTEREN Je gaat reflecteren op een situatie. Denk aan een opdracht uit dit hoofdstuk die niet helemaal goed ging. Of een opdracht die prima ging, maar die je de volgende keer beter wilt doen. Je kunt reflecteren op verschillende manieren. Vraag aan jouw docent op welke manier je moet reflecteren: de manier van Korthagen of de STARR-methode. Vind je het lastig om een reflectie in te vullen? Bekijk dan het voorbeeld op ganaar.link/reflecteren

``Begin jouw reflectie. KORTHAGEN-METHODE

Je reflecteert op een gebeurtenis in vijf stappen: wat is er gebeurd? Wat deed je precies? Waar liep je tegenaan? Wat kun je de volgende keer anders doen? Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken? Scan de QR code en vul jouw reflectie in.

1

2

3

4

5

Wat is er gebeurd?

Wat deed je precies?

Waar liep je tegenaan?

Wat kun je de volgende keer anders doen?

Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken?

ganaar.link/r1

STARR-METHODE

Je kijkt terug op een gebeurtenis in vijf stappen: de situatie, jouw taak, jouw acties, het resultaat en de reflectie daarop. Scan de QR code en vul jouw reflectie in.

S

T

A

R

R

Situatie

Taak

Actie

Resultaat

Reflectie

Beschrijf een situatie waarin je de loopbaancompetentie hebt laten zien.

Wat was jouw taak in de beschreven situatie?

Wat heb je gedaan in die situatie?

Wat was het effect van je actie?

Wat heb je geleerd van deze situatie? Hoe ga je het de volgende keer doen?

ganaar.link/r2

65


HOOFDSTUK 4

WELK WERK WIL IK EN HOE KRIJG IK DAT? Werk neemt een belangrijk deel van je leven in beslag. Het vinden van een leuke en goede baan helpt je om je dromen te kunnen realiseren. Welke wensen heb je en welke waarden vind jij belangrijk in je werk? Wat is jouw droombaan? In de nabije toekomst kun je door een BPV alvast uitproberen wat je leuk vindt en waar je goed in bent.

Je werkt in dit hoofdstuk aan de competentie: MOTIEVENREFLECTIE KWALITEITENREFLECTIE WERKEXPLORATIE NETWERKEN LOOPBAANSTURING 66


4 Welk werk wil ik en hoe krijg ik dat?

4.1 Wat vind ik belangrijk? Je hebt zelf vast wel ideeën over het werk dat je wilt gaan doen. Om keuzes te kunnen maken, is het handig als je weet wat je belangrijk vindt in je werk. Je stelt er bepaalde eisen aan. Niet iedere baan past daarom bij jou. Werk kan veel voldoening, energie of lol geven of juist veel stress. Het heeft ook invloed op je privéleven. Iedereen stelt andere eisen aan werk. Het is fijn als je werk goed bij je past. Aan het einde van deze les: weet je welke voorwaarden je belangrijk vindt voor een baan; weet je wat anderen belangrijk vinden in een baan.

Opdracht 1 Wat ik belangrijk vind in mijn werk Benodigdheden: vel papier Tijd: 20 minuten

Wat vind jij belangrijk in je werk? Wat staat bij jou op nummer één? Ontdek het door het maken van de volgende opdracht.

``Vorm een groepje van maximaal vier personen. `` Teken de onderstaande vorm na op een groot vel papier. `` Leg het papier op een tafel en gaom de tafel zitten. `` Eén persoon bewaakt de tijd. `` Schrijf in het vak dat het dichtst bij jou is binnen twee minuten zoveel mogelijk voorwaarden op waaraan werk zou moeten voldoen. De middelste rechthoek blijft nog leeg. `` Na twee minuten stop je met schrijven. Ben je met minder dan vier personen in je groepje, dan blijven één of twee randvakken leeg. Klaar? `` Lees om de beurt voor wat je hebt opgeschreven in je vak. `` Overleg daarna samen welke vijf voorwaarden je kiest om in het middelste vak te schrijven.

67


WERKEN AAN JE TOEKOMST – NIVEAU 3 | 4

Opdracht 9 Fouten durven maken Van fouten kun je leren en kun je groeien. Daarom is het goed als je fouten durft te maken op je BPV. Dat gaat makkelijker als fouten maken op je BPV-plek geaccepteerd wordt en je collega’s en leidinggevende begrijpen dat fouten maken zelfs noodzakelijk is om nieuwe dingen te kunnen leren.

“SORRY” maar ik wil la ter net zo goed worden als u!

Hoe zorg jij er op je BPV voor dat je collega’s en leidinggevende accepteren dat je af en toe fouten maakt?

Ontwerp een sticker, cartoon of andere communicatie-uiting ``Je mag deze opdracht alleen doen of samen met een studiegenoot. ``Gebruik deze om op je BPV duidelijk te maken dat fouten maken onvermijdelijk is als je nieuwe dingen wilt leren. `` Zorg dat de communicatie-uiting bijdraagt aan begrip en respect op je BPV voor mensen die fouten maken. `` Neem de communicatie-uiting mee naar je werk en laat deze aan collega’s en je leidinggevende zien, bijvoorbeeld tijdens werkoverleg. Of hang hem op bij de koffiehoek, boven de kopieermachine of iets dergelijks. Maak er een foto van. `` Schrijf hieronder op hoe je collega’s en leidinggevende reageerden. Geef ook aan of je doel is bereikt. `` Print de communicatie-uiting en de foto en maak deze met een paperclip vast aan je werkboek.

DOEL

Reacties van mijn collega’s en leidinggevende

78

Een bijdrage leveren aan meer begrip en respect voor mensen die fouten maken.

 BEHAALD   NIET BEHAALD


4 Welk werk wil ik en hoe krijg ik dat?

Opdracht 10 Omgangsvormen Bespreek in groepjes van maximaal vier personen welke afspraken er op jouw BPV of bijbaan zijn over: `` kleding; `` sieraden, make-up en tatoeages; ``wat je moet doen als je te laat komt; `` wat je moet doen als je ziek bent; `` hoe je collega’s aanspreekt; `` hoe je de telefoon opneemt; `` aan wie je hulp kunt vragen. .TIP. Heb je geen bijbaan en nog geen BPV

gevolgd? Bedenk dan welke afspraken je BPV zou willen volgen. Schrijf hier een kort verslag van het gesprek:

Opdracht 11 Breng de bedrijfscultuur op je BPV of bijbaan in beeld De bedrijfscultuur is de manier waarop het er dagelijks aan toegaat in een bedrijf. Als je ergens werkt, merk je al snel hoe de bedrijfscultuur is en of die bij je past. Hoe gaan collega’s met elkaar om? Welk gedrag wordt van je verwacht? Hoe hard wordt er gewerkt? Hoe zijn je collega’s gekleed?

``Maak een dag lang foto’s op je BPV met je telefoon of een fototoestel. Met de foto’s breng je de bedrijfscultuur in beeld. ``Van de foto’s maak je daarna een fotostrip, bijvoorbeeld in Word, PowerPoint, Paint of op canva.com. Plaats praatwolkjes en tekst bij de foto’s. ``Print de fotostrip en bevestig deze met een paperclip aan je werkboek. Let op: ``Leg op je werk uit waarom je de foto’s maakt. ``Stem met je leidinggevende af wanneer je deze foto’s gaat maken en waarvan. ``Fotografeer alleen collega’s die geen bezwaar hebben tegen het maken van de foto’s.

79


HOOFDSTUK 5

NETWERKEN OM WERK TE VINDEN Netwerken is dé manier om een baan of BPV-plek te vinden. Je legt en onderhoudt contacten met mensen die jou kunnen helpen. Online doe je dat vooral via sociale media. En wie weet, kun jij ook mensen uit je netwerk verder helpen door kennis, informatie of contacten te delen. Want netwerken, dat is geven en nemen.

Je werkt in dit hoofdstuk aan de competentie: MOTIEVENREFLECTIE KWALITEITENREFLECTIE WERKEXPLORATIE NETWERKEN LOOPBAANSTURING 98


5 netwerken om werk te vinden

5.1 Mijn netwerk Er zijn heel wat definities van netwerken. Dit is er één:

“ Met mensen kijken of je wat voor elkaar kunt betekenen en waarde aan elkaar kunt toevoegen.”

Aan het einde van deze les: weet je wat een netwerk is; weet je hoe jouw netwerk eruitziet; heb je een idee hoe je jouw netwerk kunt gebruiken bij het zoeken naar een baan;

``Zet om elke naam een cirkel en zet daaromheen wie jouw bekenden kennen. Denk aan: ``het werk van je ouders en familie; ``de ouders en vrienden van klasgenoten; ``enz. ``Hoe groot is jouw netwerk? Tel het aantal namen dat je verzameld hebt. ``Kleur nu de namen groen van de mensen die in dezelfde beroepssector zitten als waarin jij een opleiding doet. ``Kleur de namen oranje van mensen waarvan jij verwacht dat ze jou nuttige informatie of tips kunnen geven. Hoe kun je dit netwerk gebruiken op het moment dat je een baan zoekt?

weet je hoe je jouw netwerk kunt uitbreiden.

Opdracht 1 Hoe ziet mijn netwerk eruit? Je netwerk kan je helpen bij het vinden van werk. Hoe ziet jouw netwerk eruit? In deze opdracht breng je je netwerk in kaart.

Wie zou jij het eerst benaderen? Waarom deze persoon?

Benodigdheden: vel papier Tijd: 20 minuten

``Neem een groot vel wit papier. ``Zet je eigen naam in het midden. ``Zet daaromheen de mensen met wie je contact hebt. Denk aan: ``je gezin/familie ``je sportclub ``je familie ``je vrienden ``je klasgenoten ``je werk/BPV

Hoe pak je dat aan? Beschrijf hoe jij deze persoon zou benaderen.

99


5 netwerken om werk te vinden

Begrippenlijst Connectie Een bekende van je waar je voordeel van kunt hebben.

Pins Een pin geeft een afbeelding, video of artikel weer op Pinterest.

Functie Het werk dat je doet binnen een bedrijf.

Twitterbio Een beschrijving van jezelf en je functie (of de functie die je zoekt) in 160 tekens.

Netwerk Een netwerk is een web van personen die met elkaar verbonden zijn. Alle mensen die jij kent, horen bij jouw netwerk.

FOTO

113


6 solliciteren

Begrippenlijst Antidiscriminatiebureaus In Nederland heeft iedere gemeente een antidiscriminatiebureau. Daar kun je vragen stellen over discriminatie of een klacht indienen. Het bureau kan advies geven over wat je kunt doen als je gediscrimineerd wordt. Cv Een afkorting van curriculum vitae, dit betekent levensloop. In je cv staan de dingen die je in je leven hebt gedaan. Hierin zet je belangrijke zaken, zoals werkervaring en opleidingen. Ook staan in een cv persoonlijke vaardigheden en eigenschappen. Discriminatie Discriminatie is het daadwerkelijk anders (nadelig) behandelen van iemand, omdat hij/zij tot een bepaalde groep behoort. Discriminatie is verboden. Dat is vastgelegd in de Grondwet en de Algemene wet gelijke behandeling. Ongepaste vragen Ongepaste vragen hebben niets met de sollicitatie te maken. Bijvoorbeeld vragen naar je gezondheid of een kinderwens. De werkgever mag daar niet naar vragen.

Open sollicitatie Er is geen vacature bij het bedrijf of de organisatie, maar je stuurt toch je cv en een brief. Je solliciteert ‘ongevraagd’. Sollicitatiegesprek Een gesprek waarin je jezelf presenteert, zodat de werkgever een indruk krijgt van wie je bent, wat je kunt en wat je weet. Je praat over je vaardigheden en over wat de baan die jij wilt, inhoudt. Uitzendbureau Een uitzendbureau is een marktplaats voor werk. Bedrijven vertellen het uitzendbureau dat ze iemand zoeken voor een baan. Mensen die werk zoeken, vertellen het uitzendbureau welke baan ze zoeken. Het uitzend­bureau probeert de juiste persoon bij de juiste baan te vinden. Vooroordeel Een vooroordeel is een mening over iemand of een groep, die niet op feiten is gebaseerd en niet (volledig) overeenkomt met de werke­lijkheid. Bijvoorbeeld: ‘dikke mensen zijn gezelliger’, of ‘meisjes met een hoofddoekje spreken slechter Nederlands’.

139


HOOFDSTUK 6

SOLLICITEREN In je sollicitatiegesprek moet je vertellen wat je goed kunt, wat je wilt en waarom jij geschikt bent voor een BPV-plek of (bij)baan. Je moet weten wat de baan te bieden heeft en wat er van jou gevraagd wordt. Hoe zorg je dat je wordt uitgenodigd voor een gesprek? Hoe bereid je je voor? Welke kleren doe je aan? Hoe vermijd je dat je straks met een mond vol tanden staat? In dit hoofdstuk bereid je een sollicitatie voor en ga je een sollicitatie­gesprek oefenen.

116


6 solliciteren

6.1 Vacatures zoeken die bij je passen Je kunt je netwerk inzetten om een BPV-plek of (bij)baan te vinden. Maar er zijn nog meer manieren. Veel bedrijven zetten hun vacatures op hun website en sociale media. Ook zijn er vacature­ sites speciaal voor BPV-plekken. Heeft een bedrijf waar je graag wilt werken geen vacatures? Dan kun je altijd nog een open sollicitatie sturen.

In welk opzicht past het werk bij jou? En past de visie van het bedrijf ook bij jou?

Aan het einde van deze les: weet je dat je op verschillende manieren op zoek kunt naar vacatures voor BPV-plaatsen; houd je, als je een BPV-plaats zoekt, rekening met wat je belangrijk vindt in je werk;

.TIP. Lees op bladzijde 166 nog eens na wat jij

belangrijk vindt in je werk. Hoe breng je jezelf onder de aandacht bij dit bedrijf?

weet je hoe je een sollicitatiebrief moet schrijven.

Opdracht 1 Wat wil jij?

HANDIG voor je SLB-g esprek!

Bij welk bedrijf zou jij graag je BPV willen volgen of een (bij)baan willen?

Kan iemand uit je netwerk je hierbij helpen? Zo ja, wie en waarom?

Kijk op de website van dat bedrijf. Hebben ze op dit moment een vacature of BPV-plek die past bij jouw opleiding?

Wat voor werk zou je daar willen doen?

117


6 solliciteren

Opdracht 5 Stel je eigen cv op

HANDIG voor je SLB-g esprek!

Maak je eigen curriculum vitae. Dit doe je als volgt:

TIP.

Stel je cv op ``Stel je eigen cv op. Dit kan bijvoorbeeld op ganaar.link/wa231. Je mag ook een andere app gebruiken of zelf een cv ontwerpen. ``Sla je cv op en print het. ganaar.link/wa231

TIP.

Bespreek je cv ``Bespreek je cv met je ouders/verzorgers, praktijkbegeleider of SLB-docent. ``Wat vinden ze goed aan je cv? Vraag twee tips om jouw cv te verbeteren. Pas je cv aan Pas je cv aan, print het en bevestig het met een paperclip aan je werkboek.

Opleiding

Marco Meyer Curriculum vitae

Werkervaring

Lorem ipsum

Personalia

ganaar.link/wa255

Geboortedatum: Geboorteplaats: Adres: Postcode: Woonplaats: Mobiel: BSN: Nationaliteit: marco@gmail.com

05-06-2000 Lorem ipsum Arnhem Bospad 16 1001 AA Waterdorp 061234 1234 998991229 Nederlands

Eerdere functie: Werk Bedrijf: Karwei Taken: Vakken vullen, klanten helpen, spiegelen, magazijn en klanten orders klaar zetten. Eerdere functie:Stage Bedrijf: Praxis Taken : Vakken vullen, klanten helpen en spiegelen Huidige functie: Werk zoekend

Judith de Bie Mediavormgever

PERSOONLIJKE GEGEVENS Naam: Adres:

Judith de Bie Buitensloot 3

Postcode: Email: Geboorte datum: Plaats: Nationaliteit:

1111 JJ, Roermond Judith@gmail.com 1/10/2002 Hilversum Nederlands

VAARDIGHEDEN After effects Premiere Pro Illustrator Indesign Photoshop XD

OPLEIDING RSG Pantarijn || 2014 - 2018, Hoorn, MAVO-diploma

TALEN Nederlands Engels

ROC Rivor || 2018 - Heden, Amsterdam, Mediavormgever

Diversen Rijbewijs: Hobby’s:

Beroepsonderwijs: MBO niveau 4 Instituut : ROC Rivor Te behalen in: mei/juni 2021 Uitstroomrichting: niveau 4 Medivormgeving Middelbare School: VMBO-TL Instituut : Wellant college en ROC Rivor VAVO Behaald in / periode: 2017/2018 Vakkenpakket: Zorg en Welzijn

Judith

Marco

Zoë

Bekijk deze drie voorbeelden van creatieve cv’s op ganaar.link/wa255. Kruis het voorbeeld aan dat jou het meest aanspreekt.

Auto rijbewijs B Game en films kijken Krachttraining Vechtsport Met vrienden chillen Aan eigen film werken

INTRESSES Hobby: Gitaar, ukelele, piano, tekenen, schilderen Sport: Korfbal

COMPETENTIES Mijn competenties zijn: nauwkeurig werken, samenwerken, doelgericht zijn, creatief zijn en ik kan de leiding nemen.

Kwaltiteiten & Vaardigheden Wat mij uniek en bijzonder maakt is dat ik veel fantasie heb en van alles wel wat leuks kan maken. Brede belangstelling en doorzettingsvermogen is mij mij niet vreemd. Goed obseveren en luisteren vind ik belangrijke competenties die ik goed beheers. Ik denk veel over dingen na wat ik doe en over de toekomst. Zo kan ik dingen goed aanpakken. Samenwerken kan ik ook goed maar ook zelfstanding werken. Ik ben rustig en kan goed met mensen omgaan.

123


WERKEN AAN JE TOEKOMST – NIVEAU 3 | 4

PORTFOLIO-OPDRACHT 9

Maak een video-cv Met een video-cv kun je opvallen. Je kunt goed laten zien wie je bent en wat je kwaliteiten en passies zijn. Je persoonlijkheid komt er duidelijker in naar voren dan in een geschreven cv. Ben je niet zo goed in het schrijven van een sollicitatiebrief, dan kun je toch een goede indruk achterlaten met je video-cv. Bij traditionele organisaties zijn mensen er misschien niet aan gewend. Bel eventueel van tevoren of ze een video-cv op prijs stellen.

Tijd: 2 à 3 studie-uren Werkvorm: in tweetallen

Leerdoel Je leert hoe je je cv op een video kunt presenteren.

Voorwaarden video-cv `` De video duurt maximaal 2 minuten. `` Zorg voor een rustige omgeving zonder achtergrondgeluiden met voldoende licht om te kunnen filmen. `` Let op je taalgebruik. `` Vertel over jezelf, alleen je cv voorlezen op camera is niet genoeg. `` Tips voor het maken van een video-cv

Bekijk de u

rl’s

ganaar.link/w377

ganaar.link/w378

ganaar.link/w379

Wat moet je doen? De inhoud bepalen van jouw video-cv 1 Bepaal welke onderdelen uit je cv je wilt benoemen en hoe je die wilt presenteren. Welke opleiding doe je, wat is kenmerkend voor jou, welke vaardigheden en ervaring heb je? Schrijf het uit in een tekst voor je video. 2 Oefen je verhaal een paar keer hardop voor de spiegel. Voorbereidingen treffen voor het maken van een video-cv 3 Zoek een locatie uit waar je jouw video-cv wilt opnemen. 4 Zorg voor een opnameapparaat, bijvoorbeeld je smartphone, tablet of videocamera. Maak een filmpje in landscape, dus liggend beeld. 5 Bepaal welke kleding je aandoet als je de opnames gaat maken. .TIP. Kies dezelfde kleding die je bij een sollicitatiegesprek aan zou trekken.

124


WERKEN AAN JE TOEKOMST NIVEAU 1 | 2

STAP 1

Reflectie LOOPBAANCOMPETENTIE In hoeverre beheers jij de competentie SOLLICITEREN? Kruis per onderdeel aan welke optie het best bij jou past. ONDERDEEL

ONVOLDOENDE

VOLDOENDE

GOED

ZEER GOED

Voorbereiding van sollicitatie

Ik weet niet hoe ik me moet verdiepen in het bedrijf waar ik solliciteer. Ik weet niet welke vragen ik kan verwachten.

Ik kan me vluchtig inlezen in het bedrijf waar ik solliciteer. Ik weet ongeveer welke vragen ik kan verwachten.

Ik kan mij tot zekere hoogte verdiepen in het bedrijf waar ik solliciteer. Ik weet ongeveer welke vragen ik kan verwachten en welke documenten ik moet meenemen.

Ik kan mijn verdiepen in het bedrijf waar ik solliciteer, ik weet met wie ik het gesprek heb, welke vragen ik kan verwachten en welke documenten ik moet meenemen.

Overkomen bij een sollicitatie

Ik weet niet wat ik moet doen om een goede indruk achter te laten. Ik weet niet wat mijn kwaliteiten zijn. Ik weet niet hoe ik moet omgaan met ongepaste vragen.

Ik betwijfel of ik weet wat ik moet doen om een goede indruk achter te laten. Ik weet wat mijn kwaliteiten zijn. Ik weet niet hoe ik moet omgaan met ongepaste vragen.

Ik weet ongeveer wat ik moet doen om een goede indruk achter te laten. Ik weet wat ik kan toevoegen aan het bedrijf. Ik antwoord niet op ongepaste vragen.

Ik weet wat ik moet doen om een goede eerste indruk achter te laten. Ik kan vertellen wat ik kan toevoegen aan het bedrijf. Ik weet hoe ik kan reageren op ongepaste vragen.

Verwerken van een sollicitatie

Ik leg een mislukte sollicitatie snel naast me neer en ga door met de volgende.

Ik wacht een telefoontje af. Als er niet wordt gebeld, zal dat wel afwijzing betekenen. Ik bedenk wat ik de volgende keer anders zou doen.

Ik wacht een telefoontje af. Ik luister aandachtig naar de tips die ik meekrijg. Ik noteer voor mezelf actiepunten die ik de volgende keer anders zou willen doen.

Ik neem zelf initiatief om te bellen voor de uitslag van het gesprek. Ik vraag naar verbeterpunten als ik word afgewezen bij een sollicitatie. Ik noteer voor mezelf actiepunten die ik de volgende keer anders zou willen doen.

STAP 2

Bron: Adri Pijnenburg

140

JOUW LOOPBAANKEUZES In dit hoofdstuk heb je geleerd hoe je je kunt voorbereiden op een sollicitatie. Je hebt geoefend met solliciteren en weet wat je kan leren van een sollicitatie. Welke inzichten heb je gekregen die invloed hebben op je werk in de toekomst? Schrijf die inzichten hieronder op.


STAP 3

6 solliciteren

REFLECTEREN Je gaat reflecteren op een situatie. Denk aan een opdracht uit dit hoofdstuk die niet helemaal goed ging. Of een opdracht die prima ging, maar die je de volgende keer beter wilt doen. Je kunt reflecteren op verschillende manieren. Vraag aan jouw docent op welke manier je moet reflecteren: de manier van Korthagen of de STARR-methode. Vind je het lastig om een reflectie in te vullen? Bekijk dan het voorbeeld op ganaar.link/reflecteren

``Begin jouw reflectie. KORTHAGEN-METHODE

Je reflecteert op een gebeurtenis in vijf stappen: wat is er gebeurd? Wat deed je precies? Waar liep je tegenaan? Wat kun je de volgende keer anders doen? Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken? Scan de QR code en vul jouw reflectie in.

1

2

3

4

5

Wat is er gebeurd?

Wat deed je precies?

Waar liep je tegenaan?

Wat kun je de volgende keer anders doen?

Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken?

ganaar.link/r1

STARR-METHODE

Je kijkt terug op een gebeurtenis in vijf stappen: de situatie, jouw taak, jouw acties, het resultaat en de reflectie daarop. Scan de QR code en vul jouw reflectie in.

T

A

Situatie

Taak

Actie

Resultaat

Reflectie

Beschrijf een situatie waarin je de loopbaancompetentie hebt laten zien.

Wat was jouw taak in de beschreven situatie?

Wat heb je gedaan in die situatie?

Wat was het effect van je actie?

Wat heb je geleerd van deze situatie? Hoe ga je het de volgende keer doen?

S

R

R ganaar.link/r2

141


HOOFDSTUK 7

WELKE KEUZES KAN IK MAKEN? Je hebt straks je diploma op zak. Wat wordt dan de volgende stap in je leven? Werken? Een eigen bedrijf beginnen? Verder leren? Het is goed om daarover na te denken, want daarmee geef je richting aan je loopbaan. Neem het heft in eigen handen en bepaal jouw toekomst. In dit hoofdstuk onderzoek je wat de beste stap is voor jou.

Je werkt in dit hoofdstuk aan de competentie: MOTIEVENREFLECTIE KWALITEITENREFLECTIE WERKEXPLORATIE NETWERKEN LOOPBAANSTURING 142


7 welke keuzes kan ik maken?

De meeste mbo’ers gaan na hun diploma aan het werk. Anderen gaan naar het hbo of gaan een andere mbo-opleiding doen. Aan het einde van deze les:

Aantal studenten

7.1 Wat ga ik doen na mijn opleiding? 20

15

weet je wat de mogelijkheden zijn na jouw huidige mbo-opleiding; weet je wat andere studenten in je klas na hun opleiding willen doen en waarom.

10

Opdracht 1 Wat wordt jullie vervolgstap?

5

Maak een staafdiagram van de uitslag van de poll ‘Wat wordt jullie vervolgstap?’, vul de aantallen in de grafiek hiernaast in.

A

C

D

Gegeven antwoorden

Er zijn vier categorieën: A studenten die direct aan het werk gaan; B studenten die naar het hbo gaan; C studenten die een andere mbo-opleiding gaan doen; D studenten die een tussenjaar nemen

Wat doen mbo’ers na hun opleiding? Bekijk de grafiek en beantwoord de vragen.

Percentage mbo’ers dat direct aan het werk gaat (niveau 3 en 4)

BOL

39%

BBL

80%

Alle

B

Hoeveel procent van alle mbo’ers gaat direct na de opleiding werken?

Kun je het grote verschil tussen BOL en BBL verklaren?

50% Bron: CBS, 2018

143


WERKEN AAN JE TOEKOMST NIVEAU 1 | 2

STAP 1

Reflectie LOOPBAANCOMPETENTIE In hoeverre beheers jij de competentie LOOPBAANSTURING  ? Kruis per onderdeel aan welke optie het best bij jou past. ONDERDEEL Opleidingen onderzoeken

ONVOLDOENDE

VOLDOENDE

GOED

ZEER GOED

Ik denk er (nog) niet over na welke vervolgopleiding ik wil gaan doen.

Ik praat soms met anderen over mijn interesses, kwaliteiten of toekomstmogelijkheden.

Ik zoek informatie op internet over mijn interesses, kwaliteiten of toekomstmogelijkheden en praat er met mijn vrienden en familie over.

Ik spreek de docent over mijn interesses, kwaliteiten of toekomstmogelijkheden. Ik ga naar open dagen en meeloop-dagen. Ik zoek informatie op internet en praat er met mijn vrienden en familie over.

Toekomstdoelen bedenken

De docent helpt mij om te weten wat ik in de toekomst wil gaan doen.

Met hulp van de docent bedenk ik mijn eigen toe-komstdoelen. Ik heb ook hulp nodig bij het aanpassen.

Ik bedenk mijn eigen toekomst-doelen. Ik heb soms hulp nodig om ze aan te passen.

Ik bedenk mijn eigen toekomstdoelen en pas ze aan als dat nodig is.

Haalbare doelen stellen

Ik laat de docent bekijken of mijn doelen haalbaar zijn en of ze passen bij mij en bij de mogelijkheden op de arbeidsmarkt.

Ik heb hulp van een docent nodig om te bekijken of mijn toekomstdoelen haalbaar zijn. En of ze passen bij mij en bij de mogelijk-heden op de arbeidsmarkt.

Ik bekijk met hulp van mijn docent of mijn toekomst-doelen haalbaar zijn. Hij kijkt mee of ze passen bij mij en bij de mogelijkheden op de arbeidsmarkt.

Ik zorg dat mijn toekomstdoelen haalbaar zijn: ze passen bij mij en bij de mogelijkheden op de arbeidsmarkt.

STAP 2

Bron: Adri Pijnenburg

160

JOUW LOOPBAANKEUZES In dit hoofdstuk heb je uitgezocht waar je goed in bent en wat bij je past. Welke inzichten heb je gekregen die invloed hebben op je werk in de toekomst? Schrijf die inzichten hieronder op.


STAP 3

7 welke keuzes kan ik maken?

ONTWIKKELING METEN Vul de digitale ontwikkelscan in die hoort bij dit hoofdstuk:

LOOPBAANSTURING

``Ga naar: ganaar.link/w322 ``Kies allĂŠĂŠn voor LOOPBAANSTURING. `` Bekijk je scan en teken het resultaat op bladzijde 164. ``De uitslag kun je naar jezelf mailen om deze te bewaren.

STAP 4

ganaar.link/w322

REFLECTEREN Je gaat reflecteren op een situatie. Denk aan een opdracht uit dit hoofdstuk die niet helemaal goed ging. Of een opdracht die prima ging, maar die je de volgende keer beter wilt doen. Je kunt reflecteren op verschillende manieren. Vraag aan jouw docent op welke manier je moet reflecteren: de manier van Korthagen of de STARR-methode. Vind je het lastig om een reflectie in te vullen? Bekijk dan het voorbeeld op ganaar.link/reflecteren

``Begin jouw reflectie. KORTHAGEN-METHODE

Je reflecteert op een gebeurtenis in vijf stappen: wat is er gebeurd? Wat deed je precies? Waar liep je tegenaan? Wat kun je de volgende keer anders doen? Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken? Scan de QR code en vul jouw reflectie in.

1

2

3

4

5

Wat is er gebeurd?

Wat deed je precies?

Waar liep je tegenaan?

Wat kun je de volgende keer anders doen?

Welke aanpak ga je in het vervolg gebruiken?

ganaar.link/r1

STARR-METHODE

Je kijkt terug op een gebeurtenis in vijf stappen: de situatie, jouw taak, jouw acties, het resultaat en de reflectie daarop. Scan de QR code en vul jouw reflectie in.

S

T

A

R

R

Situatie

Taak

Actie

Resultaat

Reflectie

Beschrijf een situatie waarin je de loopbaancompetentie hebt laten zien.

Wat was jouw taak in de beschreven situatie?

Wat heb je gedaan in die situatie?

Wat was het effect van je actie?

Wat heb je geleerd van deze situatie? Hoe ga je het de volgende keer doen?

ganaar.link/r2

161


HOOFDSTUK 8

MIJN PLAN VOOR DE TOEKOMST Je hebt straks je diploma op zak. Wat wordt dan de volgende stap in je leven? Je hebt in hoofdstuk 7 de mogelijkheden bekeken. Nu is het tijd om alles nog een keer op een rij te zetten.

162


8 MIJN PLAN VOOR DE TOEKOMST

8.1 Eindreflectie

Opdracht 1 Werken of doorleren?

HANDIG voor je SLB-g esprek!

Kruis één van de keuzes aan en vul de vragen in.

Ik ga na mijn mbo-opleiding een baan zoeken. Ik wil gaan werken als:

Mijn kansen op een baan bij mij in de buurt zijn (omcirkel): GOED Indien matig of slecht: Dit ga ik doen om mijn kansen op een baan te verbeteren:

Ik ga doorleren op het mbo: mbo-4 van mijn huidige studierichting; een andere mbo-studierichting, namelijk:

MATIG

SLECHT

Ik ga doorleren op het hbo. Studierichting:

Ik wil deze studie doen, omdat:

Ik ga doorleren, omdat:

Ik denk dat ik dit kan, omdat:

Ik ben geschikt voor deze opleiding, omdat:

Ik ga me verbreden of verdiepen, omdat:

Aandachtspunten:

Aandachtspunt:

Bespreek met je studieloopbaanbegeleider je keuze voor het vervolg van je mbo-opleiding. 163


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.