Veel voorkomende
Juiste voeding voor uw
gedragsproblemen
konijn, ingewikkelder
bij binnenkatten
Braintraining
Martin Gaus Het ontstaan van de naam Gaus toen & nu
Heupdysplasie heb je zelf in de hand!
dan u denkt!
Stage op Aruba!
Frank van de Goot over dier forensisch onderzoek
Matatabi stokjes wat is dat nou?
Coverfoto: Shoot Up! Fotografie
Colofon Uitgeverij Aeres Hogeschool Dronten Adres: De Drieslag 4 Postcode: 8251 JZ Dronten Telefoon: 088-020 6000 E-mail: info@aeres.nl Website: www.aeres.nl Redactie Linda van Eerden Anne Verhoef Met medewerking van: Janet Bloemberg Marco Halff Lisa Klunder Fleur Veldkamp
https://www.facebook.com/DiergezondheidManagement/
DGMagazine | 2
CommunicatiebureauDGM.Hogeschool.Dronten@aeres.nl
Woord van de redactie Het officiële magazine voor de opleiding Diergezondheid & Management is een feit! DGMagazine is begonnen als 'Vilenimal' vernoemd naar de oude naam van de hogeschool, namelijk 'CAH Vilentum', en 'Animal'. Met de naamsverandering van de school naar Aeres Hogeschool is het magazine mee veranderd en werd het; DGMagazine. Vernoemd naar de opleiding Diergezondheid & Management (DGM). Gedurende één jaar zijn wij bezig geweest met het inzamelen van leuke artikelen, interviews en andere leuke onderwerpen. Graag zouden wij de studenten willen bedanken voor het inzenden van hun artikelen. Ook willen we Animo per Animali, Bestuursbureau DGM, Gedragsbureau DGM, Alumni DGM, Leden van de PVB Dierendiploma en leden van de PVB Hondenhuiskamer bedanken voor de fijne samenwerking en inzenden van interessante interviews en artikelen. Ten slotte willen we de docenten bedanken voor hun deelname en hulp bij het ontwikkelen van dit magazine. Dankzij alle inzendingen hebben we een leuk, interessant en vooral vermakelijk magazine voor jullie kunnen ontwerpen. Bedankt aan iedereen die hieraan heeft geholpen om dit mogelijk te maken. Ten slotte willen we onze bestuurder Janet Bloemberg bedanken voor het begeleiden en aansturen van ons proces als beginnende PVB als Communicatiebureau DGM. Ook Marco Halff willen we even in het zonnetje zetten voor de financiële hulp en brainstormsessies voor het maken van het DGMagazine. Met speciale dank aan Dorine van der Voorden van Shoot Up! Fotografie voor de schitterende coverfoto! Wij zijn trots op het eindresultaat en hopen de lezer te verblijden met het DGMagazine. Veel leesplezier!
Communicatiebureau DGM Linda van Eerden, Lisa Klunder, Fleur Veldkamp & Anne Verhoef
DGMagazine | 3
DGMagazine | 4
DGMagazine | 5
Veel voorkomende gedragsproblemen bij binnenkatten Geschreven door: Linda van Eerden & Renske van Schooten
Weer een drol op de grond, een scheur in de gordijnen, planten van de vensterbank en gaten in de bank door het krabben. Een binnenkat kan door zijn frustraties gedragsproblemen gaan vertonen. De signalen zijn soms moeilijk te herkennen waardoor de problemen kunnen escaleren.
DGMagazine | 6
S
teeds meer katten worden binnen gehuisvest. Helaas heeft het binnen houden van katten ook enkele nare gevolgen zoals het vertonen van probleemgedrag. Dit is meestal natuurlijk gedrag wat verkeerd begrepen wordt door de eigenaar. Volgens Diana Kraa, Tinley gedragstherapeut voor katten en eigenaar van Catchy - Praktijk voor kattengedrag, zijn de meest voorkomende problemen: het doen van de behoefte buiten de kattenbak, verveling en agressie tussen katten onderling of naar de eigenaar.
Binnenkat of buitenkat Vóór het bestaan van de kattenbak moest de kat naar buiten om zijn behoefte te doen. Sinds de ontwikkeling van de kattenbak is het makkelijker om de kat geheel binnen te houden. Een binnenkat heeft geen last van de gevaarlijke buitenwereld waarin ongelukken, ziekten en parasieten een grote rol spelen. Hierdoor leven binnenkatten vaak langer. Het binnenhouden van een kat heeft echter ook nadelen. Zo krijgt een binnenkat sneller overgewicht, last van verveling of gebeuren er ongelukjes buiten de kattenbak.
Problemen kattenbak
rondom
de
Sproeien en markeren met urine of ontlasting valt onder het natuurlijke gedrag van de kat. Van nature doen zij hun behoefte op meerdere plekken. Op het moment dat dit buiten de kattenbak gebeurt kan dit als onaangenaam worden ervaren. Bij binnenkatten is dit het meest voorkomende gedragsprobleem. Om het probleem op te lossen moet eerst de oorzaak ervan worden achterhaald. Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan dit probleem. Een voorbeeld hiervan is een medische oorzaak, waarbij urineren pijn doet of juist ongevoelig is. Om dit uit te sluiten kan een dierenarts worden geraadpleegd. Daarnaast kan de kat ook een afkeer hebben tegen de
kattenbak. Hierbij speelt het materiaal, de hygiëne en de plaats een belangrijke rol. Net als mensen heeft elke kat zijn eigen voorkeur. Sommige katten houden van een open kattenbak, waardoor zij de omgeving in de gaten kunnen houden. Bovendien houden open kattenbakken minder geuren vast en is het de meest natuurlijke nabootsing van de natuur. Andere katten kunnen meer hun privacy waarderen met een kap op de bak. Beeld je nu eens in dat je naar de wc moet waar de boodschap van je voorganger nog ligt. Daar willen wij onze behoeften niet doen en zoeken we een schonere toilet op. Dit geldt ook voor de kat. Als er vaak ongelukken buiten de bak gebeuren is het daarom een optie om de bak vaker te verschonen. Sterk geurende middelen worden afgeraden, aangezien de kat hierdoor juist zijn territorium gaat afzetten met zijn eigen geur. Een kat moet zich op zijn gemak voelen bij de kattenbak. De plaats van de bak is daarom van groot belang. De bak kan het beste geplaatst worden op een rustige plek, waar de kat niet gestoord wordt door andere katten, lawaai van de mensen of apparatuur. Een voerbakje dicht bij de kattenbak is niet verstandig. Wij zouden ook niet graag naast het toilet
gaan dineren toch? Dat geldt voor een kat net zo.
“Het aantal kattenbakken moet gelijk zijn aan het aantal katten, plus één extra” Als het huishouden bestaat uit meer katten, komt het vaak voor dat ze geen kattenbak willen delen. Om dit probleem te verhelpen geldt er volgens Kraa één gouden regel: ‘het aantal kattenbakken moet gelijk zijn aan het aantal katten, plus één extra.’ Bovendien moet er voldoende ruimte zijn tussen de kattenbakken. Als ze te dicht bij elkaar staan wordt het door de kat gezien als één kattenbak. Ten slotte is ook de grootte van de bak van belang. Deze kan het beste ongeveer anderhalf keer de lengte van de kat zijn.
Agressie Agressie staat op de tweede plaats van meest voorkomende gedragsproblemen bij katten. Dit kan onderling tussen katten zijn maar ook naar de eigenaar of het gezin. Er wordt vaak gekozen voor een maatje voor de kat zodat hij niet alleen hoeft te zijn. Maar katten leven van nature vaak alleen waardoor er juist conflicten kunnen optreden in groepsverband. Deze conflicten kunnen zowel open als stil
DGMagazine | 7
plaatsvinden. Open conflicten worden het beste herkend. Hierbij gaat de kat bijvoorbeeld stalken, sissen of is er sprake van pilo-erectie (overeind staande haren). Als een kat vaker weg blijft van de familie en meer gaat schuilen dan is er sprake van een stil conflict. Deze vorm wordt vaak niet herkend. Bij dit soort conflicten kan het beste een kattengedragsdeskundige worden ingeschakeld om het probleem op te lossen. Met meerdere katten in huis is voldoende ruimte van groot belang. Het beste is een minimale ruimte van één tot drie meter tussen de katten, zowel horizontaal als verticaal gerekend. Bij ruzie kan een eigen ruimte voor elke kat een oplossing bieden, met daarin zijn eigen voedsel, schuil- en krapplek.
“Katten leven van nature vaak solitaire, waardoor er juist conflicten kunnen optreden in groepsverband”
daardoor noodzakelijk om de kat genoeg uit te dagen door me ze te spelen. Bewegend speelgoed en een goed ingerichte leefomgeving is de beste oplossing. Hoge plekken waar een kat kan zitten, maar ook juist schuilplekken waar hij zich kan terugtrekken, zijn van belang. Door gebruik te maken van verschillende verdiepingen wordt het leefoppervlak van de kat vergroot.
Verveling
Afstraffen werkt niet
Katten zijn van nature actief en nieuwsgierig. Hierdoor heeft de kat behoefte aan uitdagingen en de juiste voorzieningen. Ze hebben een voorkeur om hoog te kunnen zitten om alles in de gaten te houden. Het zijn jagers die voldoende uitdaging moeten hebben. Een valkuil bij katten die binnen leven is dat er snel een ééntonig leven ontstaat. Ze gaan zich vervelen en kunnen probleemgedag gaan vertonen. Het is
Welk gedragsprobleem er ook is opgetreden bij de kat, afstraffen is niet de oplossing. Afstraffen veroorzaakt stress en heeft nauwelijks effect. Volgens mevrouw Kraa zou het corrigeren van het probleemgedrag op de juiste manier en binnen één seconde na de misdraging plaats moeten vinden. Het moet herhaald en consequent worden uitgevoerd. Aangezien niemand hier de hele dag tijd voor heeft zal afstraffen dus niet het gewenste effect hebben. Het is
DGMagazine | 8
beter om ongewenst gedrag te negeren en goed gedrag te belonen. Hierbij wordt assistentie van een kattengedragstherapeut wel aangeraden.
Extra tips! •
Fijn kattengrit lijkt het meest op het natuurlijke zand en vindt de kat vaak het prettigst.
•
Gebruik geen parfum in grint en schoonmaakmiddelen.
•
Katten zitten graag hoog met veel uitzicht.
•
Het beste de bak dagelijks leegscheppen en elke week goed schoonmaken.
•
Afstraffen veroorzaakt stress en heeft nauwelijks effect. Goed belonen heeft een beter effect.
Animo per Animali is de studievereniging voor de opleiding Diergezondheid en Management aan de Aeres hogeschool te Dronten. In het schooljaar van 2013-2014 is de studievereniging opgericht, en heeft daarbij besloten zich aan te sluiten bij de kamer van koophandel. Dit betekend dat Animo per Animali een studievereniging is die haar eigen besluiten kan maken, ook op financieel gebied. De studievereniging wil studenten extra’s bieden tijdens de opleiding, en dit wordt gedaan door het verzorgen van lezingen en activiteiten. Deze lezingen en activiteiten zijn gericht op de gezelschapsdierensector, zodat voor de studenten er een stukje verbreding achter zit. Naast het opdoen van informatie kunnen de studenten kennis uitwisselen en een netwerk opbouwen. Het bestuur van Animo per Animali richt haar lezingen op de gezelschapsdierensector, maar houdt bepaalde lezingen ook beschikbaar voor de andere studies aan de Aeres hogeschool. Lijkt het jou leuk om lid te worden van Animo per Animali? Ga dan naar de website: www.animoperanimali.nl
Animo per Animali als PvB Animo per Animali wordt ieder jaar door vier of vijf nieuwe tweede- of derdejaarsstudenten bestuurd. Het bestuur roteert jaarlijks met het schooljaar. De reden dat dit gedaan wordt, is omdat er een proeve van bekwaamheid gedaan moet worden. Dit is een belangrijk onderdeel om aan te tonen dat je over de competenties beschikt die nodig zijn als professional binnen het bedrijfsleven. De studenten maken onderling een taakverdeling in functies. In het schooljaar 2016-2017 is er een voorzitter, vicevoorzitter, secretaris en een penningmeester. Daarnaast is er een bestuurder, Loes Spit, die het bestuur begeleid, controleert en beoordeeld aan het einde van het studiejaar. Naast de assessor is er ook een co-assessor die aan het einde het bestuur zal beoordelen.
DGMagazine | 9
Braintraining! ´Samen actief bezig zijn, iedere hond verdient het´ Geschreven door Tess van der Heide & Brenda Oude Reimer Hersenwerken met de hond is eigenlijk niets anders dan het aanbieden van iets dat hond graag wilt hebben, te denken aan voer, een snoepje of een speeltje, waarvoor de hond aan het werk moet. Het aanbieden kan op veel verschillende manieren, bijvoorbeeld in de vorm van speurspelletjes of puzzelspelletjes in allerlei verschillende materialen van bijvoorbeeld afvalmateriaal tot huishoudmateriaal. Vervolgens kan de hond aan de slag en doormiddel van het gebruiken van zijn zintuigen het ‘raadsel’ op lossen.
Waarom hersenwerk? Het voornaamste doel van hersenwerk is een positieve samenwerking creëren, die de relatie tussen baas en hond versterkt. Daarbij kan hersenwerk een aanvulling zijn op het leven van uw trouwe viervoeter. Door gebruik te maken van de zintuigen kan de hond op gecontroleerde wijze zijn natuurlijke gedrag vertonen. Natuurlijk gedrag is het gedrag dat een dier van nature laat zien om te overleven. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het zoeken naar voedsel. Er zijn honden die drukker worden bij onvoldoende mentale stimulatie, maar er zijn ook honden die ‘sloom’ ofwel futloos worden. Het aanbieden van enkele minuten hersenwerk per dag zou al een positief effect kunnen hebben op deze honden. Door de hond hersenwerk aan te bieden, wordt de hond mentaal
uitgedaagd en zowel mentaal als fysiek vermoeid. Tot slot zou hersenwerk een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen van ongewenst gedrag. Een voorbeeld hiervan is het likken aan meubels als gevolg van verveling en een gebrek aan zelfbeheersing. Hersenwerk heeft invloed op beide aspecten.
Kan mijn hond dit ook? Natuurlijk kan uw hond dit ook! Iedere hond is geschikt voor hersenwerk. Ook uw hond beschikt over verschillende capaciteiten die benut kunnen worden met hersenwerk. Er bestaan veel verschillende hondenrassen met nogal specifieke ras karakteristieken. Het basale ‘natuurlijke’ gedrag van honden is echter bij alle rassen terug te vinden. Met het doel waarvoor de hond is gefokt in ons achterhoofd kan het aanbieden van hersenwerk worden afgestemd op de hond. Is uw hond van nature een speurder, maak dan voornamelijk gebruik van de neus. Deze honden beschikken namelijk over een excellente neus en kunnen veel lagere geur intensiteit waarnemen en beter geur onderscheiden dan mensen. Wilt uw hond liever samenwerken in plaats van speuren? Geen probleem, mogelijkheden genoeg en het hoeft echt niet duur te zijn! Zoals Marleen van Baal van ‘Hersenwerk voor honden’ zegt: ‘’Iedere hond verdient hersenwerk’’.
DGMagazine | 10
Wilt u graag aan de slag met uw eigenhond? Schroom dan niet en lees gauw de spelregels, daarna kunnen jullie samen aan de slag!
Spelregels Voordat u en uw hond aan de slag kunnen is het belangrijk de volgende aandachtspunten in gedachten te houden. Past het spel en de beloning bij de hond? Leg de lat niet te hoog, bouw de moeilijkheid rustig op. Let hierbij op dat het ene spel het andere niet is. Begin ook een nieuw spel niet te moeilijk. Het niet kunnen oplossen van het hersenwerk kan voor veel frustratie zorgen bij de hond. Ga dus altijd voor succes! Let op het gedrag van de hond, zo geeft de hond bijvoorbeeld zelf aan wanneer hij er genoeg van heeft. Zorg voor een rustige omgeving met weinig afleiding en neem de tijd. Werk met rust. Wanneer u te druk aan het spel begint zou uw hond deze drukte over kunnen nemen.
Aan de slag! Dan is het nu tijd om samen aan de slag te gaan! Voordat u begint met het uitzoeken van een spel, is het belangrijk om in te schatten of uw hond een beginner is of wat meer gevorderd. Heeft uw hond al ervaring of is dit zijn eerste keer? Daarna kunt u bepalen welk doel uw hond motiveert. De ene hond wil liever een bal, terwijl de ander liever een snoepje wilt als beloning. Onderstaand spel geeft u en uw hond een vliegende start! Het spel kan worden aangepast aan het niveau van de hond door middel van variatie in materiaal.
DGMagazine | 11
DGMagazine | 12
Interview Jamie van Kemenade Vierdejaars student DGM Geschreven door: Allumni DGM (Eline van der Donk & Emily Dommerholt) Wij willen jullie graag voorstellen aan Jamie, die als 22-jarige nu vierdejaars student is van onze hogeschool. Op dit moment werkt zij aan haar afstudeerstage- en werkstuk, waar ze ons graag over wilde vertellen.
Animal Science “Zodra ik hier afstudeer wil ik graag Animal Science gaan studeren in Wageningen,” is wat Jamie ons vertelde. Daarvoor heeft ze een minor gekozen, die in Wageningen gevolgd kan worden, zodat er een betere doorstroommogelijkheid is naar de masteropleiding. De minor waarvoor zij gekozen heeft is ‘Animal Production & Health’, welke als goede voorbereiding dient voor de master dient die Jamie wil gaan volgen. Na het afronden van de opleiding zal Jamie onder andere zelf onderzoek kunnen doen naar voeding en gedrag van dieren. Daarbij wil zij zich met name gaan focussen op honden. Katten en paarden ziet zij daarnaast nog als een aardige optie.
OlusPlus Het eerste semester van het vierde jaar loopt Jamie stage bij de nog jonge en innovatieve onderneming OlusPlus. Dit bedrijf ontwikkelt producten voor dieren op een natuurlijke basis, welke sinds kort een huisdierenmerk erbij heeft genaamd ‘Friendly Vets’. Jamie heeft ervoor gekozen haar afstudeerwerkstuk te combineren met de afstudeerstage, zodat zij zich meer kan verdiepen in het bedrijf. De opdracht die OlusPlus haar gegeven heeft, is het onderzoeken van voeding dat net uit de productie komt. Er moet onderzocht worden of dit voer daadwerkelijk het effect heeft, wat ervan verwacht wordt.
gaan lopen als gehoopt, dan wil Jamie misschien de PR & Communicatie richting op, wat haar tijdens de opleiding op onze hogeschool erg is gaan interesseren. Over tien jaar ziet zij zichzelf als afgestudeerd en werkend in onderzoek of als consultant. Wellicht heeft zij dan haar eigen woning en een trouwe viervoeter van het ‘Herder- ras’ uit een asiel. De opleiding Diergezondheid & Management heeft Jamie goed geholpen om een weloverwogen keuze te maken over haar toekomst. Voor de opleiding had zij nog geen duidelijk beeld over wat zij precies wilde, maar met name in het derde jaar is dit voor haar veranderd. “In het derde jaar ga je keuzes maken over wat je wil gaan doen met je opleiding, dus richt je vierde jaar georganiseerd in! Begin met je stage en je werkstuk, zodat je tijdens je minor(en) eventueel nog wat kan bijwerken.”
Kantoorbaan geen optie Jamie wil er echt op uit wanneer zij is afgestudeerd. Zo geeft zij aan dat een kantoorbaan haar niks lijkt, omdat je dan heel de dag in dezelfde ruimte zit. Jamie ziet het werk bij OlusPlus wel zitten als toekomstige baan, vooral omdat het bedrijf nog jong en groeiend is en omdat zij hierbij ook op pad mag voor onderzoeksdoeleinden. “Het bedrijf is een echte aanrader, dus heb je interesse: pak je kans en ga er stage lopen,” geeft zij ons nog mee. Mocht het allemaal niet
DGMagazine | 13
Juiste voeding voor uw konijn, ingewikkelder dan u denkt! Geschreven door Manon van Winden & Liset Blokzijl
Het overkomt iedereen, we gaan naar de dierenwinkel en kopen ons eerste konijn. Konijn, konijnen hok, waterfles, voerbakje en natuurlijk het voer. Zo ingewikkeld zal het niet zijn, maar er komt veel meer kijken bij het juiste voer voor een konijn. Weet u bijvoorbeeld wat eigenlijk het beste dieet is voor uw konijn? Door onjuiste voeding kan uw konijn ernstig ziek worden of zelfs overlijden. Dit wilt niemand toch? De gevolgen van een onjuiste voeding zijn onder andere; geen eetlust en keutels die zwarter en harder of juist zachter zijn dan normaal. Heeft uw konijn dit wel eens gehad dan kan dit betekenen dat u, uw konijn onjuist voert. Onjuiste voeding kan grote gevolgen hebben voor de gezondheid van uw konijn. Maar niet getreurd in dit artikel is alles te vinden over de beste voeding voor uw konijn, wat daarbij komt kijken en de grootste problemen worden onder de aandacht gebracht.
konijn heeft dit nodig doordat planten moeilijk te verteren zijn. Het verschil is voornamelijk te zien aan de blindedarm. De blindedarm heeft bij de mens geen functie meer, terwijl de blindedarm bij het konijn juist een grote rol speelt in de vertering. Op het moment dat het konijn voeding binnenkrijgt begint het verteringsproces. Eerst in de bek waar het konijn de voeding fijn maalt. Als gevolg van het fijnmalen slijten de tanden en kiezen, dit is goed doordat de tanden en kiezen altijd blijven doorgroeien. Vervolgens gaat het
vermaalde voedsel via de slokdarm naar de maag. In de maag worden er zuren en enzymen toegevoegd om de massa te verdelen in kleinere stukken. Dan de dunne darm, door middel van bacteriĂŤn en enzymen wordt de massa hier verder afgebroken en worden de voedingsstoffen opgenomen. Vanaf dit punt kunnen er twee dingen gebeuren. Als alle voedingsstoffen uit de massa zijn opgenomen, gaat de massa direct naar de dikke darm om vervolgens uitgescheiden te worden. Het tweede wat kan gebeuren is dat
Het maagdarmstelsel: hoe zit dat nu eigenlijk? Om een goed beeld te krijgen wat een konijn nodig heeft wordt er eerst uitgelegd hoe het maagdarmstelsel van en konijn werkt. Een groot verschil tussen de mens en het konijn is dat het konijn een echte planteneter is. Daardoor heeft het konijn een lang maagdarmstelsel, de mens veel korter(zie afbeelding 1). Het Afbeelding 1. Maagdarmstelsel van de mens vs. maagdarmstelsel van het konijn
DGMagazine | 14
nog niet alle voedingsstoffen uit de massa zijn opgenomen. Dan aat de massa naar de blindedarm. In de blindedarm bevinden zich andere bacteriën en enzymen, dan in de dunne darm. De bacteriën en enzymen in de blindedarm maken van de overgebleven massa nieuwe vitamines en eiwitten die het lichaam opnieuw kan gebruiken. De massa wordt uitgescheiden via de dikke darm en de anus, deze ontlasting wordt ook wel blindedarm keutels genoemd. Deze keutels eet het konijn weer op omdat deze ontlasting nog voedingsstoffen bevat. Deze keutels zijn te zien op afbeelding 2.
Hetzelfde onderscheid wordt er gemaakt met vetzuren. Vet wordt
Vezels zijn één van de belangrijkste voedingsstoffen voor het konijn. Krijgt een konijn niet genoeg vezels binnen dan kan vertraagt het maag- darmstelsel of het valt zelfs stil. Maar wat zijn vezels nu eigenlijk? Vezels zijn de onverteerbare bestanddelen die voorkomen in plantaardige voedingsstoffen. Ook wel de onderdelen van planten die je niet goed kunt verteren. Afbeelding 2. Blindedarmkeutels
gebruikt voor het leveren van energie, daarnaast transporteert vet de vitamines A,D, E en K.
De voedingstoffen Elk zoogdier heeft zes soorten voedingstoffen nodig. De zes voedingsstoffen zijn: 1. Water 2. Eiwit 3. Vet 4. Koolhydraten 5. Mineralen 6. Vitaminen Water wordt voornamelijk gebruikt als transportmiddel en het afvoeren van afvalstoffen. De hoeveelheid water wat opgenomen moet worden hangt onder andere af van de temperatuur en de luchtvochtigheid. De belangrijkste functie van eiwitten is het opbouwen van weefsels. Er zijn twee soorten eiwitten: essentiële eiwitten en niet-essentiële eiwitten. Essentiële eiwitten kan het konijn zelf niet aanmaken en moet daardoor in de voeding zitten. Niet-essentiële eiwitten kan het konijn wel zelf aanmaken, het is dus niet erg als die eiwitten niet in het voer zitten.
Wat is nu eigenlijk belangrijk?
Koolhydraten zijn ook wel suikers. Eén van de belangrijkste koolhydraten voor konijnen is cellulose dat is ruw vezel. Ruw vezel is zeer belangrijk voor de darmfunctie. Mineralen worden vaak asbestanddelen genoemd. Mineralen als calcium, fosfor en magnesium zijn hoofdbestanddelen van botten en tanden. Er zijn 6 verschillende soorten vitaminen: A, B, C, D, E en K waarvan B uit 8 verschillende soorten bestaat. De functie van vitaminen loopt uiteen van het bevorderen van de weerstand tot rol in de bloedstolling.
De darmbeweging van konijnen is afhankelijk van het aantal vezels. Wanneer het konijn genoeg vezels binnen krijgt, functioneert de darmbeweging goed. Als het konijn te weinig vezels binnen krijgt zal de darmbeweging vertragen. Het gevolg van een traag werkende darm is dat de maag zich ook langzaam gaat ‘legen’ waardoor de maag gevuld blijft, het konijn heeft dan geen hongergevoel meer en stopt met eten. Daarnaast gaan de darmen het vocht wat nog in de maag zit eruit halen als er te weinig vezels aanwezig zijn. Het gevolg daarvan is dat er een harde en droge massa over blijft in de maag die geen kant meer op kan. Ook hiervan is het gevolg dat een konijn stopt met eten. De symptomen van een verstopping is ten eerste een
Afbeelding 3. Èén soort brok, niet gemengd
DGMagazine | 15
verminderde eetlust. Als een konijn 24 uur niet eet moet de dierenarts ingeschakeld worden. Kleiner wordende keutels kunnen ook duiden op een verstopping. Daarnaast kunnen de keutels harder, zwarter zijn en aan elkaar vast zitten. Voedingsstof
Juiste hoeveelheid
Eiwit
13% - 14%
Vetten
3% of minder
Vezels
14%
As, Calcium
10% of minder, 1% of minder
Water
50 ml per kilo lichaamsgewicht
Tabel 1. Juiste hoeveelheid voedingsstoffen
Hier zit niemand op te wachten, gelukkig is het makkelijk te voorkomen door voldoende vezels te voeren, hoe dat moet? Lees verder.
Droog vs. Natvoer Droogvoer is de brok dat aan het konijn wordt gegeven, natvoer is ook wel het groenvoer of de groente en fruit. Van droogvoer mag het konijn 20 tot 25 gram per kilo lichaamsgewicht per dag krijgen. Bijvoorbeeld een konijn van drie kilo mag 60 tot 75 gram brok per dag. Een konijn mag niet te veel droogvoer krijgen, ten eerste omdat het konijn dan te dik zal worden, daarnaast zal het
DGMagazine | 16
konijn niet genoeg hooi meer eten(met als gevolg een slechte darmbeweging) en de blindedarm keutels niet meer opeten, dan zal het konijn niet meer voldoende voedingstoffen binnen krijgen. Ook is het advies om konijn één soort brok te geven, geen gemengd voer. Wanneer het konijn gemengd voer gevoerd krijgt zal het konijn selectief gaan eten, hierdoor eet het konijn niet alles op en zal dus niet alle voedingsstoffen binnenkrijgen. Van het natvoer (groenvoer) mag het konijn 100 gram per kilo lichaamsgewicht per dag krijgen. Voor een konijn van drie kilo is dit dus 300 gram natvoer per dag, bij voorkeur drie verschillende soorten zodat het dieet voldoende gevarieerd blijft. Bij natvoer is het belangrijk dat dit wordt opgebouwd. Er kan begonnen worden met een klein stuk, ten grote van een postzegel, van één soort. Blijft de ontlasting dezelfde consistentie kan dit worden uitgebreid naar twee
soorten. Dit kan herhaald worden tot het gewenste aantal soorten is behaald. Blijft de ontlasting onveranderd kan de hoeveelheid worden opgebouwd. Fruit kan alleen in kleine hoeveelheden gegeven worden doordat er in fruit een hoge concentratie suiker zit, hier wordt het konijn dik van. Als laatste is het zeer belangrijk dat het konijn onbeperkt hooi tot zijn beschikking heeft 24 uur per dag.
De beste voeding De beste voeding voor een konijn is ten eerste onbeperkt beschikking tot hooi, daarnaast 100 gram groenvoer per kilo lichaamsgewicht en 20 tot 25 gram brok per kilo lichaamsgewicht. De brok moet één brok zijn, niet gemengd. In tabel 1 is te zien wat de benodigde hoeveelheid is per voedingsstof voor het konijn.
DGMagazine | 17
Geschreven door: Erwin Cornet & Arijana Muratovic Hoe vaak per dag moet je een hond uitlaten? Waar kun je een kattenbak het beste mee schoonmaken? en Waarom mag een vis niet in een ronde kom? Dit zijn vragen die gesteld worden aan kinderen van groep 5 van verschillende basisscholen door heel Nederland. Maar waarom is dit belangrijk? Steeds meer mensen houden een huisdier, maar worden deze mensen ook juist ingelicht over de manier waarop de dieren gehuisvest dienen te worden? Om ervoor te zorgen dat dit het geval is, is het DierenDiploma in het leven geroepen. Kinderen uit groep 5 kunnen na het afleggen van een examen de trotse eigenaar worden van het diploma én thuis hun ouders haarfijn uitleggen dat Flappy het beste met een maatje gehouden kan worden of dat Rakker 4 keer per dag moet gaan wandelen.
DGMagazine | 18
Hoe werkt het? De lessen worden verzorgd door MBO studenten van groene scholen uit heel Nederland. Zij krijgen lespakketten mee die bestaan uit het voorbereidingsmateriaal, een digitale ‘watmoetjeweten-kaart’ en het examen. Op de digitale kaart staan 25 weetjes die de leerlingen helpen om erachter te komen hoe een huisdier verzorgd moet worden en een vijftal praktijkopdrachten. Na ongeveer anderhalf tot twee uur les, doen de kinderen een examen. Als ze deze goed hebben gemaakt,
gaan ze allemaal naar huis met welverdiende DierenDiploma op zak!
hun
Stichting met dieren meer mens De stichting is in 1998 opgericht met als doen het geven van voorlichting over de positieve effecten die huisdieren hebben op het leven en welzijn van mensen. Zij zijn ook de oprichters van het DierenDiploma en verzorgen al het lesmateriaal dat aan de scholen wordt aangeboden. Het diploma dat de kinderen krijgen is het bewijs dat zij op een verantwoorde manier om kunnen gaan met huisdieren.
PvB op Aeres Hogeschool Lijkt het je leuk om samen met ‘Stichting met dieren meer mens’ actief bezig te zijn met het DierenDiploma? Ben jij goed in leidinggeven en communiceren en wil je op een leuke manier aan je competenties werken? Meld je dan aan voor de PvB DierenDiploma! Het is een jaar PvB die van februari tot februari loopt en veel zelfstandigheid vergt. Kijk voor meer informatie op www.dierendiploma.nl, www.dierendiploma.nl/stichting-met-dierenmeer-mens/ of het vacatureboek op blackboard.
draaiboek bij dat de PvB’ers voor jou samen hebben gesteld. Je neemt contact op met (groene) MBO scholen om ze te vragen of ze interesse hebben in het DierenDiploma en verzorgt een introductie les om de studenten daar klaar te stomen voor hun basisschool ervaring. Je houdt het DD facebookpagina bij en communiceert veel met de opdrachtgever. Verder neem je zelf initiatief en probeer je het DD bekender te maken.
Jouw taken zijn dan als volgt: Je houdt het
DGMagazine | 19
leveren, waarbij dier én eigenaar centraal staan. Loes en Rebecca begonnen dus met z’n tweeën, maar inmiddels is het bedrijf zich aan het uitbreiden met nog meer dieroppassers. Het concept blijft hetzelfde, zij verzorgen nog steeds oppas op maat, waarbij dier én eigenaar centraal staan. Alleen is er nu een keuze uit meerdere oppassers. Meer kans om de perfecte match te vinden dus! De dieroppassers die werken bij Dierenoppas Loes & Rebecca worden zorgvuldig uitgekozen en dienen naast een voorliefde voor dieren ook enige kennis te hebben over dieren. Wil jij ook dierenoppasser worden? Stuur dan een mailtje naar: dierenoppasloesrebecca@gmail.com
Dierenoppas Loes en Rebecca is begonnen in 2014. Loes en Rebecca studeren Diergezondheid en Management en zaten toen in het eerste jaar. Ze begonnen met het oppassen op een groep honden voor een schoolopdracht. Deze groep honden bestond meestal uit een groep van gemiddeld zeven honden welke uit Spanje kwamen en in Nederland op zoek waren naar een nieuw huis. Dit is zo goed bevallen dat er een Facebookpagina is opgericht om op meer honden te kunnen passen. Al snel kwamen er wat blije honden bij, tot ook andere dieren aan dit rijtje werden toegevoegd. Paarden, kippen, konijnen, hamsters en katten. Zolang Loes en Rebecca konden, wilden ze met alle liefde op de beestjes passen. En die liefde voor dieren is er bij deze twee meiden altijd al geweest! Na het starten van de Facebookpagina en het uitbreiden van de diensten is ook een website gemaakt. De visie van Dierenoppas Loes & Rebecca is om dierenoppas op maat te
DGMagazine | 20
Benieuwd naar de services van Dierenoppas Loes & Rebecca? Neem dan een kijkje op onze Website, Facebook of Instagram en vergeet ons vooral niet te volgen! Website: www.dierenoppasloesrebecca.jimdo.com Facebook: www.facebook.com/dierenoppasloesrebecca/ Instagram: www.instagram.com/dierenoppasloesrebecca /
Stage op ARUBA! Geschreven door: Linda van Eerden We weten allemaal hoe moeilijk het kan zijn om een stage te vinden en hoe spannend het is om een stage in het buitenland te doen. Opeens moet je het vliegtuig in, wat je wel heel spannend vind, en moet je wennen aan het ver weg zijn van de familie en vrienden en die nieuwe cultuur die op je af komt. Voor mij was dit allemaal echter niet zo moeilijk. Vanaf het moment dat ik wist dat ik buitenlandstage moest lopen aan het einde van het tweede collegejaar van de opleiding Diergezondheid & Management wist ik waar ik heen wilde: ARUBA! Alleen liep de stage iets anders dan gepland. De achterliggende reden om naar Aruba te gaan voor mijn stage was niet voor het weer of de mooie stranden (Oké misschien toch wel een beetje), maar voor mijn familie. Ik ben namelijk geboren en getogen op Aruba en naar Nederland verhuisd voor mijn studie. Mijn ouders wonen nog op Aruba met mijn 3 lieve honden en 5 landschildpadden. Dit was dus een mooie combinatie om stage te lopen en te genieten van mijn vakantie samen met mijn familie.
broedmachine tot leven komen. Nu bleek het restaurant al enkele jaren geleden te zijn afgebrand en nog steeds in constructie te zijn, de broedmachine was al een aantal jaren stuk, rondleidingen geven was niet echt de bedoeling en de manager helpen was niet nodig. Dan blijft er weinig ander werk over dan zorgen dat de wandelpaden netjes zijn en de tuin er mooi uitziet, aangezien struisvogels zelf geen tot weinig verzorging nodig hebben.
Iets anders dan verwacht
Op zoek naar wat anders
In eerste instantie zou ik stage lopen bij de Struisvogelfarm. Na drie dagen hard tuinieren werd mij al duidelijk dat ik onder valse voorwaarden daar ben komen werken. Ik zou volgens de afspraken namelijk ook rondleidingen mogen geven, helpen in de bediening van het restaurant, helpen met de managerstaken en de baby struisvogels verzorgen die via de
Na veel overleg met school en alle voor- en nadelen te hebben overwogen heb ik toen besloten om direct te stoppen met de stage en op zoek te gaan naar een andere leuke stage. Aangezien ik het eiland ken en daar ook mijn connecties heb kon ik vrij snel een lijst opstellen met mogelijke andere stage adressen en ben meteen op zoek gegaan. Één van mijn opties was de Donkey
Sanctuary Aruba, ofwel de ezelopvang. Ik mocht direct aan de slag want ze hadden een te kort aan vrijwilligers en waren maar al te blij met de extra hulp.
Vroeger Ezels horen bij de Arubaanse cultuur en geschiedenis. In eerste instantie dienden de ezels als vervoersmiddel, waarbij ze vooral mensen, stenen, hout en water transporteerden. Na de komst van de auto werd de ezel overbodig en werden ze allemaal in de loop der tijd los gelaten. Hierdoor veroorzaakten ze veel overlast en heeft de overheid besloten om de populatie te verminderen. De dieren werden dood geschoten of verkocht als leeuwenvoer. De overgebleven populatie werd bovendien ook nog kleiner door de verspreiding van ziektes. Uiteindelijk bleef er een populatie over van ongeveer 20 ezels.
DGMagazine | 21
Inmiddels is de populatie weer gegroeid, waardoor ze een gevaar vormen voor het drukke verkeer en zichzelf. Om deze reden is de opvang begonnen met ezels van straat te halen en ze een veilig onderkomen te bieden. Inmiddels heeft de ezelopvang al 130 ezels om voor te zorgen en lopen er nog een vijftigtal wilde ezels op straat.
Mrs. Tiddles De jongste aanwinst van de ezelopvang is mrs. Tiddles. Zij is ongeveer 1,5 jaar oud. In juni 2015 is zij van straat afgehaald, met verwondingen aan haar hoofd en haar heup. Samen met haar moeder liep zij op straat en zijn aangereden door een auto. Helaas is de moeder ingeslapen omdat ze een niet herstelbare gebroken rug had en is zij van haar pijn verlost. Mrs. Tiddles heeft nog niet een ‘vervangende’ moeder of groep gevonden, waardoor ze nog een beetje een buitenbeentje is in de groep. Hierdoor is ze wel extra toegankelijk naar mensen en is ze heel nieuwsgierig. Als ik poep aan het scheppen was (ja dat hoort er helaas ook bij met zo veel ezels)
kwam ze altijd even kijken of bleef ze bij me staan voor aandacht.
Even langs de tandarts Tja, ook ezels hebben tandverzorging nodig. De dierenarts kwam regelmatig langs om van een selectie van ezels de tanden te slijpen. Hiervoor had hij een hulpje nodig en natuurlijk help ik graag even! Even een tong aan de kant houden en helpen met verdovings-injecties geven. Hij nam de tijd om me precies uit te leggen wat hij deed en waarom, waarna ik het ook mocht proberen. Zo heb ik geleerd hoe ik subcutaan (onderhuids), intramusculair (in de spier) en intraveneus (in de ader) injecties moest toedienen.
Hallo baby Bruno
Even knuffelen met mrs. Tiddles
DGMagazine | 22
Op een rustige dag op stage werd opeens alles overhoop gegooid. Er liep een verdwaald baby schaapje op het veld. Ezels zijn niet zo vriendelijk naar andere dieren die niet thuis horen op hun terrein, dus dit was levensgevaarlijk voor het schaapje. Met veel moeite hebben we het schaapje te pakken gekregen, maar zijn moeder was nergens in zicht. We wilden het dier niet terug op straat zetten zonder moeder in de buurt dus is besloten om een opvang voor hem te vinden. Enkele telefoontjes later hadden we een nieuw adresje voor hem gevonden: hij mocht naar
Bringamosa waar ze ook een kinderboerderij hebben. Echter kon hij er pas de volgende dag terecht.
Baby Bruno voeden Aangezien ik bij mijn ouders verbleef en ons huis toch altijd een soort van dierentuin is heb ik mijn ouders lief aangekeken of ik hem niet voor één avondje mee mocht nemen *puppy oogjes*. Na veel overleg mocht hij meer naar huis. Maar alle dieren thuis hebben een naam, dus gaf ik het schaapje ook een naam: Bruno. Bruno was nog heel jong en had nog melkvoeding nodig. Dus snel naar de supermarkt om een babyflesje te halen en sojamelk. Om de paar uur even lieve Bruno voeden die heel veel honger had! Lieve Bruno heeft me één slapeloze nacht gekost, maar hij was het dubbel en dwars waard. Toen ik hem de volgende dag naar
andere ezels op het eten afstormden. Toen we naar haar toe liepen met eten wilde ze nog niet eten en je kon aan haar zien dat ze niet lekker was. Nadat we haar naar de stal hadden geholpen bleek al snel dat het foute boel was. Surfi had geen kracht om te blijven staan en lag in een ongemakkelijke positie op de grond. Ze had geen energie om anders te gaan liggen en stonk onwijs uit de mond.
Papiamento: de taal op Aruba Bringamosa bracht had ik toch wel een beetje moeite met afscheid nemen van dit kleine beestje, maar ik wist dat hij een goed nieuw huisje zou krijgen.
R.I.P. Surfi Op mijn laatste stagedag heb ik helaas niet alleen afscheid moeten nemen van de stage, maar ook van Surfi. Surfi was een ongeveer 25 jaar oude ezel die op mijn laatste stage dag meteen opviel. Ze stond in haar eentje onder een boom, terwijl alle
De dierenarts heeft nog verschillende pogingen gedaan om haar te redden, maar er kwam maar geen verbetering in. Hierdoor hebben we helaas de beslissing moeten nemen om haar in te laten slapen. Later die middag kregen we uitslag van de bloedresultaten en bleek dat Surfi leed aan nierfalen.
Puppytherapie Naast de verzorging van de ezels, de rondleidingen die ik gaf en alle andere taken die kwamen kijken bij het verzorgen van de ezels ging ik er na de stage op uit. Zo bezocht ik o.a. het dierenasiel op Aruba waar ik jarenlang heb geholpen. Na de afsluiting van mijn stage met een gebroken hart van Surfi ben ik bij het dierenasiel langsgegaan voor puppytherapie.
Nu klinkt dat misschien gek, maar weet je wel niet hoe blij je wordt van allemaal puppies om je heen? Als ik had gekund had ik zelfs alle puppies per direct geadopteerd en meegenomen naar Nederland. Helaas accepteert de huisbaas dat niet.. en mijn portemonnee trouwens ook niet!
Tips voor stage-hunting Ben je zelf op zoek naar een stage hetzij in Nederland of het buitenland? Houd er dan altijd rekening mee dat bedrijven je vaak zien als een goedkope werkkracht en je er af en toe voor moet vechten om op HBO-niveau werk te mogen doen. Weet wat je wilt (en wat niet) en probeer vooral sterk in je schoenen te staan. Je gaat tenslotte op stage om iets te leren, niet om als slaafje te gaan werken. Bevalt je stage je niet? Neem dan meteen contact op met je stagebegeleider vanuit school en bespreek de mogelijkheden. Mocht dit leiden tot een einde van de stage, kijk dan eerst om je heen of je niet nog ergens nodig bent voor een andere topstage! Soms gaat het nu eenmaal de eerste keer mis, en krijg je de tweede keer een veel leuker stage adres!
DGMagazine | 23
De Toekomst visie van Marco Halff Interview docent DGM
Geschreven door: Bestuursbureau DGM
In 2050 zal de aarde bezet worden door tien miljard inwoners in tegenstelling tot de zeven miljard op dit moment, hier zijn nog niet eens de huisdieren bij opgeteld. Dit is een enorme stijging in 30 jaar, mens en dier moet gevoed en gehuisvest worden. In de toekomst zal de opleiding Diergezondheid en management een belangrijke rol kunnen spelen in de huisdierensector. Er zal gefocust gaan worden op het ‘Wereldvoedselprobleem van 2050’, de wereld bevolking groeit en daarmee ook het huisdieren aantal. De vraag zal dan zijn hoe gaan we deze dieren voeden, zullen er dan ‘nieuwe’ huisdieren zijn? Wat zal dit betekenen voor de huisdierensector? Hoe gaan we al het afval verwerken en waar moeten de dieren gehuisvest worden? Allemaal vragen waar op dit moment al over nagedacht moet om goed voorbereid de toekomst in te gaan. De afgelopen jaren is de opleiding gegroeid en verwacht wordt dat de opleiding een kleine groei zal aanhouden. Enige groei aanhouden is prettig om bekendheid te vergroten, maar een te grote groei zoals te zien is bij enkele andere opleidingen kan leiden tot een tekort aan docenten, lokalen en kamers. Bij een te snelle groei ten opzichte van de groei op de arbeidsmarkt, zal het vinden van stageplaatsen en bedrijfsopdrachten moeizamer gaan. Door de groei van de afgelopen jaren is de opleiding bekender geworden in de sector en vinden bedrijven ons makkelijker en hoeven studenten minder opzoek naar een geschikt bedrijf. Dit komt omdat de opleiding beter gebruik is gaan maken van afgestudeerde studenten die in de sector aan het werk konden en natuurlijk de aanwezigheid of verschillende events maakt de opleiding bekender onder verscheidende bedrijven. Het docenten team van DGM is continue bezig om de opleiding en de kwaliteit te verbeteren. Zo is er twee keer per jaar een overleg met het werkveld, te denken aan bedrijven uit de sector, om te kijken waar de kansen liggen en de opleiding te bespreken. Aan de hand van dit overleg worden modules of onderdelen aangepast, dit jaar is er besloten om een nieuwe deeltijd opleiding aan te bieden genaamd, AD Veterinair
DGMagazine | 24
Praktijk Management. De opleiding is druk bezig met veranderen en de inhoud specifieker op de sector te richten, de opleiding valt onder Dier en Veehouderij waardoor er voorheen meer cursussen waren over landbouw en veeteelt, er gaat even tijd overheen om al deze cursussen aan te passen. Om de kwaliteit van de opleiding te kunnen waarborgen gaan de docenten uit het DGM team met regelmaat naar congressen en beurzen waar nieuwe trends en ontwikkelingen besproken worden, die vervolgens in de opleiding geweven kunnen worden. Op korte termijn zal er meer aandacht besteedt gaan worden aan het gebruik van Social Media. De afgelopen jaren hebben gedraaid om de bekendheid van de opleiding in Nederland te vergroten, zoals het ontwikkelen van nieuwe PvB’s om het netwerk te vergroten. In de toekomst is het een mogelijkheid om internationaler te werk te gaan, er worden genoeg nieuwe kansen gezien maar zal er meer gericht worden op een nieuwe markt. Daarbij moet eerst de naamsbekendheid vergoot moeten worden en daarna kunnen de kwaliteiten getoond worden. Op dit moment zijn er weinig studenten van de opleiding die een ambitie hebben om in het buitenland aan de slag te gaan, om hier
toch meer ambities te creëren is de opleiding bezig met een internationaler vierde jaar. Het is de bedoeling dat studenten van andere hogescholen en universiteiten naar Nederland komen om een gedeelte van de studie te volgen. Onlangs zijn een aantal docenten naar Engeland geweest waar onder andere een gesprek is geweest bij Harper Adams University. In de toekomst zal hier een mogelijkheid kunnen liggen voor een samenwerking en uitwisseling van studenten, verder verloop zal onder andere afhangen van de Brexit. In de toekomst zullen ook de competenties een rol blijven spelen op de Hogeschool en de opleiding, denk voornamelijk aan de competentie globaliseren. Het is de bedoeling om deze competentie meer diepgang te geven, het idee is om de student een soort internationaal portfolio op te laten bouwen, waarbij de competentie aangetoond kan worden. Denk hierbij niet alleen aan een buitenlandstage, maar ook contacten met buitenlandse bedrijven, bezoeken van internationale congressen en beurzen of bijvoorbeeld het lezen van internationale vakliteratuur. Maar zoals gezegd is dit nog in ontwikkeling echter, het internationale aspect blijft belangrijk. De visie in voor de toekomst zal niet compleet veranderen, de opleiding blijft gericht op de huisdierensector. Als het aantal aanmeldingen voor de opleiding blijft stijgen zou het een goede ontwikkeling
zijn om in het tweede jaar de mogelijkheid aan te bieden om een richting te kunnen kiezen. Te denken aan de richting management/marketing of gezondheid/welzijn, voor een gerichtere opleiding van de studenten. Voordat deze ontwikkeling doorgevoerd zal worden moet er eerst onderzoek gedaan worden of hier markt voor is. In de toekomst zal er meer onderzoek gedaan gaan worden naar trends, ontwikkelingen en kansen in de markt, zodat de student die afstudeert op de hoogte is van de actuele ontwikkelingen in de markt. Daarnaast lopen er trajecten waarbij studenten eenvoudiger en/of goedkoper certificaten (zoals bv proefdierbeheer of besluit houders dieren) kunnen bemachtigen om zo de CV al te upgraden. Een wijs advies van Marco voor jullie toekomst op de markt, “De grootste invloed op het verkrijgen van een baan ligt in je eigen handen. Gebruik de opleiding om je netwerkt te vergroten, laat goede indrukken achter en investeer ook in je toekomst.” Denk hieraan bijvoorbeeld aan bij excursies, dit is al een kans om gezien te worden door een bedrijf, net zoals het bezoeken van beurzen of andere bijeenkomsten.
“Wij bieden het podium en de middelen, jullie moeten de uitvoering doen.”
DGMagazine | 25
Met dank aan
DGMagazine | 26
Martin Gaus Het ontstaan van de naam Gaus toen en nu Geschreven door: Linda van Eerden Bij de naam Martin Gaus gaan al snel belletjes rinkelen bij de meeste mensen. Martin Gaus is een groot bedrijf bestaande uit meerdere franchise. De naam wordt vaak herkend van de vele dierenprogramma’s en boeken die op zijn naam staan. Naast de vele publicaties staan er meerdere bedrijfstakken op zijn naam, waaronder Martin Gaus geleide- en hulphonden, Martin Gaus academie, Martin Gaus Dierenhotel en –tehuis, Martin Gaus training-s & adviescentrum en de vele hondenscholen die zijn aangesloten bij de Martin Gaus hondenscholen. Vroeger Martin Gaus is geboren op 25 december 1944 te Schiedam. Als jonge man was Martin een getalenteerde honkballer. Hij speelde in het Nederlandse honkbalteam en overwoog zelfs om professioneel te gaan spelen in Amerika. In 1962 komt Gaus uit in twee wedstrijden tijdens de Europese kampioenschappen. Jarenlang heeft Gaus bij Unique Giants in Diemen gespeeld en is daar ook begonnen als coach. Toen hij verhuisde naar Lelystad begon hij als coach bij de Falcons en bleef sponsor van het eerste team, genaamd the Dogs.
Carrière De carrière van Martin begon als directeur van een staalfabriek, maar toch bleef de liefde voor dieren in de voorhand. In 1974 startte hij daarom een dierenhotel in Lelystad. Naast de start van de dierenhotel werd ook een hondenschool opgestart waarmee veel publiciteit kwam en Martin Gaus landelijk bekend werd. De TROS reageerde zeer positief op het concept Dierenmanieren van Martin Gaus, waarna het programma in 1981 voor het eerst op de Nederlandse televisie te zien was. Dierenmanieren bleek een groot succes. Daarna heeft TROS verschillende varianten van het programma gefilmd. Het betreft de spin-off Huisdierenmanieren, een reisprogramma onder de titel Dierenmanieren op reis en later het programma Huisdier van het jaar. In de jaren negentig presenteerde Martin de show Natte neuzen. Dit is een spelprogramma met honden. Later volgden ook andere programma’s waarin
DGMagazine | 27
Gaus hondenscholen en één huisdierencrematorium in de Begische Boom.
Gaus te zien was als presentator of hondendeskundige. Vanaf 2003 was Martin regelmatig in het televisieprogramma De wereld van K3 te zien, waar er enthousiast werd verteld over het gedrag van verschillende dieren. Voor de Europese verkiezingen van 2004 en de Tweede Kamer verkiezingen van 2006 stond Gaus als lijstduwer op de lijst van de Partij voor de Dieren. Naast de televisieprogramma’s staan er ook een reeks publicaties op zijn, waaronder een serie aan boeken als tijdschriften. Naast de werkzaamheden als presentator en hoteleigenaar geeft Gaus een diversiteit aan cursussen, opleidingen en lezingen door het hele land die voornamelijk gericht zijn op het trainen van honden. In Nederland en België zijn er totaal ongeveer 40 Martin
DGMagazine | 28
Tegenwoordig is Martin te zien als presentator van Fikkie TV samen met Dionne Slagter. In Fikkie TV levert hij commentaar bij een race van honden op een parcours met hindernissen. Hierbij worden ook de baadjes geïnterviewd die met de race 2000 euro kunnen winnen. Ook bekende Nederlanders met honden komen in beeld. Zij praten samen met Martin over de band die zij met hun hond hebben en als zij opvoedkundige vragen hebben geeft Martin hier natuurlijk advies op.
Het Dierenhotel In 1974 wilde Martin Gaus de twee tot hem behorende Duitse Doggen onderbrengen in een verantwoord vakantieadres, maar kon deze echter niet vinden. Hierdoor had Gaus in 1975 besloten om samen met een bevriend architect een dierenpension en dierentehuis te ontwerpen dat bedoeld was om dieren een veilig en geborgen onderdak te bieden en moesten professionele verzorgers alle mogelijkheden hebben. Het ontwerp bleek zeer praktisch en diervriendelijk en is gaan dienen
als uitgaanspunt bij de bouwvoorschriften die vele jaren later door de overheid verplicht zijn gesteld aan dierenasiels en dierenpensions. Martin was overtuigd van een superieure kwaliteit in verzorging en klantgerichte service, waardoor het bedrijf de naam ‘dierenhotel’ kreeg. Dit bleek een enorm succes aangezien het hotel in de kortste tijden volstroomde en resulteerde in een noodzakelijke uitbreiding. Na acht jaar bestaan was het dierenhotel in 1983 twee keer groter dan voorheen, was de eerste Nederlandse professionele hondenschool een feit en werd de Martin Gaus Geleidehondenschool officieel erkend door het ministerie.
Hondenscholen In 1994 werd de eerste Martin Gaus Hondenschool opgestart buiten het moederbedrijf. Dit zijn zelfstandige ondernemers onder de franchiseformule die constante bijscholing binnen het moederbedrijf krijgen. Hierdoor wordt de naam Martin Gaus Hondenscholen ook buiten het moederbedrijf in Lelystad gewaarborgd in kwaliteit en kennisoverdracht.
voorlichting volgens de eisen van deze tijd.
Overdracht In 2001 is het bedrijf overgedragen aan de kinderen van Gaus, namelijk Serge en Sacha. Serge nam samen met Tamara (echtgenote van Serge) het dierenhotel, asiel en de geleidehondenschool over en heeft Sacha het gedragscentrum overgenomen. In 2007 is Sacha gaan specialiseren als opleidingsinstituut en is de Martin Gaus academie opgestart. De Martin Gaus academie verzorgt workshops, instructeurscursussen en beroepsopleidingen en verzorgt daarnaast voor presentaties, lezingen en publicaties. Door de opstart van de academie is het gedragscentrum overgenomen door Serge en Tamara. Sinds november 2013 is Sacha weer verantwoordelijk voor Martin Gaus Hondenscholen, wat een franchiseorganisatie is van hondenscholen die staan voor positieve begeleiding van baas en hond. Tegenwoordig bestaat de Martin Gaus franchise dus eigenlijk uit aparte bedrijven die gerund worden door Serge en Sacha. Martin zelf is niet meer actief in deze bedrijfstakken. Om een beter beeld te geven hoe dit in elkaar steekt is het nog even in een overzichtje gezet.
In 1998 werd het bedrijf weer uitgebreid en werd er een gedragscentrum bij het dierenhotel gebouwd. Hiermee biedt het bedrijf ook de mogelijkheid tot het geven van
Serge Gaus Geleide- & hulphonden (opgestart in 1981) Dierenhotel (opgestart in 1975) Dierentehuis (opgestart in 1975)
Sacha Gaus Academie (opgestart in 2007) Gedragscentrum - Trainings- & Adviescentrum (opgestart in 1998) - Hondenscholen (opgestart in 1983)
DGMagazine | 29
Matatabi stokjes; wat is dat nou? Geschreven door: Anne Verhoef
Matatabi stokjes van Puur Natuur© hebben op katten een rustgevende werking bij onrust, frustratie en futloosheid.
Puur matatabi De Matatabiboom is familie van de Kiwiboom en groeit in Azië, met name in China en Japan. Deze gedroogde stokjes hebben op katten een bijzondere uitwerking. Er zit een stof in deze stokjes die katten lekker vinden, die ze kunnen helpen ontspannen. Matatabi bevat Actinicine en matatabi lacton. Dit zijn alkaloïden die de zenuwprikkeling in de hersenen bij katachtigen beïnvloeden. Vaak wordt gezien dat katten die van zichzelf ontspannen zijn minder interesse in de stokjes hebben dan katten die onder spanning staan. Katten die last hebben van onrust, frustratie of futloosheid kunnen baat hebben bij Matatabi. Puur Matatabi biedt afleiding en rust in ongemakkelijke situaties zoals tijdens een reis, verhuizing, na gezinsuitbreiding, opname in pension, oud en nieuw of bij de dierenarts. Overmatige prikkelingen kunnen zich bij katten op verschillende manieren uiten:
Agressiviteit Vernielzucht (krabben aan meubels) Veel miauwen Zichzelf veel likken of haren uittrekken (wat de kans op vorming van haarballen kan vergroten)
Toepassing Matatabi stokjes kunnen gegeven worden als speelgoed. Katten spelen met het stokje, sommigen kauwen erop of bijten het aan stukken. Veel katten gaan rollen en wrijven op plaatsen waar het stokje of restanten ervan gelegen hebben. Na het spelen is de kat rustiger, de pupil verkleint en er wordt vaak
DGMagazine | 30
gewassen en geslapen. Indien de bast van het stokje wordt verwijderd, is het effect nog groter.
Dosering Er wordt aangeraden om niet vaker dan twee tot driemaal per week de stokjes te geven omdat anders gewenning kan optreden en de stokjes minder interessant kunnen worden. Neem het stokje weg zodra de kat is uitgespeeld. In combinatie met medicijnen eerst dierenarts raadplegen. Indien er problemen optreden, stoppen met geven en uw dierenarts raadplegen.
Bijwerking Schadelijke bijwerkingen zijn er niet. Sommige katten kunnen erg bijzonder op de stokjes reageren. Zo waren er eigenaren die rapporteerden dat hun kat 'extatisch' leek van genot en ook gaan sommige katten (licht) kwijlen. Dit is onschuldig.
Mijn ervaring Sinds 2013 ben ik bekend met Matatabi stokjes. Ik kreeg het mee om te geven aan mijn kat om te kijken hoe hij
er op zou reageren. Het was heel snel duidelijk: Mijn kat is er helemaal dol op. Zo nu en dan geef ik een stokje en dan grijpt hij het zowat uit mijn handen. Hij geef kopjes aan het stokje en begint te kwijlen. Kort erna is al duidelijk te zien dat hij rustiger wordt en snel gaat slapen. Ondanks dat mijn kat zo heftig op deze stokjes reageert heeft hij geen last van spanning. Ondanks dat mijn kat zo heftig reageert, reageert de kat van mijn vriendin er totaal niet op. Dat laat dus wel zien dat elke individuele kat er anders op reageert.
DGMagazine | 31
DGMagazine | 32
DGMagazine | 33
DGMagazine | 34
DGMagazine | 35
Hulphond Nederland Mensen kunnen niet altijd helpen, een hond wel!
Geschreven door: Gedragsbureau DGM
Hulphond Nederland helpt mensen met een fysieke of geestelijke zorgvraag door inzet van een hulphond. Een hulphond voorkomt isolement en biedt nieuw perspectief. Hulphond Nederland heeft ruim 30 jaar ervaring in het opleiden en plaatsen van hulphonden. Stichting hulphond is een kwalitatief hoogwaardige organisatie die voor steeds meer ziektebeeld, gedragsstoornissen en leer – of andersoortige problematiek hulphonden inzet. Hulphond Nederland leidt vier soorten hulphonden op; therapie, ADL, Epilepsie en PTSS. Therapie-hulphonden worden door hulphond Nederland ingezet voor kinderen en jongeren met een ontwikkelingsachterstand en psychische stoornissen. Het gaat dan bijvoorbeeld om autisme spectrum stoornissen, adhd, hechtingsproblematiek, pestproblematiek en licht verstandelijke beperkingen. De Therapie-hulphonden van hulphond Nederland worden niet thuis geplaatst bij cliënten, maar door onze therapeuten ingezet tijdens therapie – en coachingsessies. ADL- hulphonden helpen mensen met een lichamelijke beperking bij activiteiten in het dagelijks leven. De hond assisteert bij allerlei dagelijks voorkomende handelingen, zoals het openen en sluiten van deuren en gordijnen, het uittrekken van kleding, het leeghalen van de wasmachine en het oprapen en aangeven van voorwerpen. Ook kan een ADL –
DGMagazine | 36
hulphond helpen bij het boodschappen doen en de portemonnee aangeven bij de kassa. Een ADL – hulphond is voor zijn baas een grote steun zowel binnen – als buitenshuis. De hond kan tot wel zeventig verschillende functies overnemen van mensen die beperkt zijn in hun functioneren, bijvoorbeeld vanwege spierziektes, Multiple Sclerose, een herseninfarct of hersenbloeding, dwarslaesie, dystrofie, spasmes of de gevolgen van een ongeluk. Epilepsie – honden zijn signaleringshonden die erop getraind zij om te handelen als zijn baas een aanval krijgt en hem helpt tijdens en na een aanval. Hierdoor biedt de hulphond een groot gevoel van veiligheid en vermindert de afhankelijkheid van anderen. Een Epilepsie – hulphond kan in staat zijn een aanval van te voren te signaleren en zijn baas te waarschuwen. De aanwezigheid van een hulphond zorgt na de aanval voor een groot gevoel van veiligheid en vertrouwen.
PTSS – hulphonden zijn signaleringshonden me teen extra zintuig voor stress die wordt veroorzaakt door traumatische ervaringen. Deze soort hulphond helpt veteranen en andere geüniformeerde beroepskrachten, zoals politiemensen, ambulancepersoneel en brandweerlieden. Een PTSS – hulphond is in de eerste plaats een maatje: iemand dier er altijd is, aandacht geeft en vertrouwd aanvoelt. Er zijn vele manieren om een bijdrage te leveren aan hulphond Nederland. Kijk voor meer informatie op de website van hulphond: www.hulphond.nl
DGMagazine | 37
Interview Frank van de Goot over Dier forensisch onderzoek Geschreven door: Demi Boudesteijn U bent werkzaam als forensisch patholoog. Kunt u mij vertellen wat uw beroep inhoud? “Correct, een forensisch patholoog houd zich bezig met het oplossen van vragen die rijzen in het kader van strafrechtpleging. Met andere woorden, als mensen een letsel oplopen als ze dood gaan, dan wil het openbaar ministerie graag weten of er iets is wat men deskundig moet vervolgen. Dan kom ik in beeld.” Wat zijn uw dagelijkse bezigheden? “Ik zit zowel in de klinische pathologie, dat houd zich bezig met algemene diagnostiek. Ik zit in de klinische abductie pathologie, alle mogelijke abducties van de regio, nu nog Alkmaar, Noord-Holland. Maar ik zit nu ook aan de Vrije Universiteit, dat houd in dat ik ook de opleiding abductie pathologie voor medische studenten onder mijn hoeden heb. Ik heb de neuropathologie, neuro oncologie voor de hersentumoren in de regio. Ik ben oprichter van de vakgroep voor letseldatering cardiopathologie, dat is samen met AMC en de Vrije Universiteit. Ik zit samen met de gezondheidsdienst voor dieren in Deventer. Daar hebben we samen de forensische dierpathologie opgepakt, met name voor grootvee. Ik zit met Utrecht in het forensisch dieronderzoek. Ik zit nu met twee dierenartsen in een complete vakgroep voor forensische dierpathologie wat we in Nederland opzetten. En ondertussen verdoe ik mijn tijd met het te woord staan van jan en alleman, etc. Mijn dagen wisselen per seconde bijna.” Werkt u nu veel met mensen of met dieren in de pathologie? “Beide.” Wat is de verhouding hier tussen? “De verhouding is nu nog niet gelijk maar ik denk 27 oktober wel. Zoals het nu loopt hebben we een complete toelating zodat we een laboratorium voor dierpathologie kunnen gaan opzetten. We zijn nu nog bezig om partners te zoeken. Utrecht wil wel, de
DGMagazine | 38
faculteit dierpathologie, maar de vraag is of ik Utrecht wil.” “Dus ik ben, denk ik, nu voor 75% bezig met humane pathologie en een kwart met dierpathologie. Eigenlijk moet ik dit forensisch dieronderzoek noemen en niet forensisch dierpathologie, want dit is een beschermd vakgebied. Dus je mag jezelf niet zomaar een dierpatholoog noemen. Ik ben bezig met forensisch dieronderzoek.” Hoe bent u bij forensisch onderzoek bij dieren terecht gekomen? “Haha, heel simpel. Toen er een jaar of tien geleden in Zoetermeer op een kinderboerderij halve geitjes gevonden werden waarbij met de darmen op de picknicktafel, waar de volgende dag gezinnetjes zouden komen, het woord ‘leuk’ geschreven werd en een eindje verderop hing een lammetje aan een boom, wat uitgebrand was. Toen zei het OM van ‘dit is wel heel bizar.’” “Dierenmishandeling, dat staat grotendeels nog te boek als beschadiging van andermans goed. Het is niet zo
zeer dat het beest een intrinsieke waarde heeft. Het gaat meer om beschadiging van materiaal. Het OM zei toen van dit gaat wel heel ver. Toen ben ik samen met een collega Reza Gerrits, antropoloog bij het Nederlands Forensisch Instituut, erop ingegaan, want die beesten waren doorgezaagd. Je kan aan de hand van die zaagpatronen zien wat voor voorwerp er gebruikt is. Dan kun je kijken wat voor link je kan leggen. Er is toen een of andere weirdo aangehouden die, eh, nou ja, zeg maar, het is goed dat die aangehouden is. Als een soort voorbode. Daar zijn me de schellen wel van de ogen gevallen, dat de link tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling zonder meer aanwezig is. Dierenmishandeling, ouder mishandeling, kindermishandeling. Dus toen ben ik eens een beetje verder gaan kijken.” “Toen meldde Lonneke zich een jaar of wat geleden. Zij werkt met bruinvissen, je weet wel, van die spartelbeesten. Toen bleken er regelmatig dooie bruinvissen aan te spoelen en die waren allemaal verminkt of die hadden steekletsel. Toen heeft er nog een stuk in de krant gestaan dat een grote bruinvis moordenaar bezig was. Dat bleek stuk voor stuk allemaal andere oorzaken te hebben maar toen kreeg ik opeens bruinvissen die mijn kant op kwamen.” “Toen kwam ik 4 jaar geleden Monique van Kerk tegen, die is dierenarts, heeft 3 praktijken in de kop van NoordHolland en die zei van ik wil graag de dierenmishandeling op een forensische manier aanpakken. Nou als je dat officieel doet, via het NFI, dan wordt zo’n mishandeld konijntje stervensduur. Dat kost al gauw 50.000 euro. Geen hond die dat ervoor betaald. Daarentegen als je de technieken laat meedraaien op de reeds bestaande humane technieken en je pakt er zo af en toe eens een konijntje bij, dat is zo’n succes. Dat wordt zo breed gedragen, ook in de politiek, bij iedereen. Zo ben ik er in gerold.”
me helemaal niks. Maar dieren gaan me het hart. Dus ik vind het niet erg om alle vrije tijd die ik heb in dieronderzoek te stoppen, ik vraag er ook niks voor. Gewoon om te kijken of je er iets van kan maken.” “Vorige week had ik een hond. De buren hadden de hond gezien, die zat een kip op te eten. Vervolgens hebben ze hem te pakken genomen, de bek dicht getapet en de poten vast gemaakt met tie-wraps. Ze hebben hem toen helemaal in elkaar getrapt en levend begraven. Nou dan is het voor mij een sport om te kijken wat ik daar nu uit kan halen. Of ik iets kan zien dat hij met de pootjes bewogen heeft, of ik iets kan zien aan het tape, of ik iets kan zien met vingerafdrukken, of ik iets kan zien met DNA. Ik doe het voor niks. De dierenpolitie kan er heel veel mee, maar wat krijgt zo’n vent, niks. ‘Joh, niet meer doen’, of een geldboete. De strafmarche loopt niet op tegen de inschattingen die je moet doen. Maar daar gaat het niet om, het gaat er om dat je hem hebt.“ Waar worden de dieronderzoeken gehouden? “Voorheen deed niemand het. Heel vaak blijft het forensisch dieronderzoek hangen bij dierenartsen. Daar klaagt mijn collega Monique van Kerk al jaren over want die wordt daarin überhaupt niet opgeleid. Een deel blijft hangen bij de Gezondheidsdienst Voor Dieren, maar die zijn echt meer toegespitst op veterinaire ziekten, infectie beheersing en dergelijke. Zij weten niet zoveel raad met mishandelde dieren. Laten we absoluut de afdeling dierpathologie van Utrecht niet uitsluiten want daar krijgen ze tientallen beesten binnen. Maar die
Dus u bent er eigenlijk zelf achter aan gegaan? “Nou ja, ik ben er letterlijk ingerold. Ik weet niet of je die koppeling in de krant hebt gelezen, dat er vorige week in Alkmaar overal dooie katten werden gevonden. Dat was een of andere duivenmelker die een hekel aan katten had en die heeft daar van die kipfiletjes met rattengif neergelegd. Ik krijg dan die katten binnen en dan maak je de buik open en kun je meteen zien dat het rattengif is.” Heeft u een voorkeur als het gaat om forensisch pathologie of dierpathologie? “Laat ik het heel simpel houden. En dit is iets wat misschien ooit nog een keer tegen mij gebruikt wordt. Kijk, ik kan met droge ogen zien hoe een kleuterschool met een vlammenwerper wordt uitgebrand. Dat doet
Demi Boudesteijn met Frank van de Goot
DGMagazine | 39
hebben de forensische insteek niet.” “Nu is het NFI 4 jaar geleden begonnen met opzetten van een soort samenwerking met Utrecht. Als er dan mishandelde dieren waren dan deden ze dat samen met Utrecht. Maar het NFI moet zwaar bezuinigen dus hebben ze het dier deel eruit gegooid. Daarentegen heb ik wel een hele goede band met het NFI en zij doen het onderzoek niet meer, maar als ik het dier heb en ik heb echt een probleem waarbij ik zeg, jongens ik heb echt jullie hulp nodig, dan kan ik daar onmiddellijk heen. Maar het gaat allemaal informeel. Het is allemaal tussen de dingen door. Het bestaat in feite niet in Nederland.” Kunt u mij vertellen hoe een onderzoek van een dier in zijn werk gaat? “Je moet een groot onderscheid maken tussen grootvee en kleine dieren. De simpele reden, ik brand mijn vingers echt niet aan grootvee. Punt 1, verzekeringstechnisch. Als er een renpaard dood gaat dan haal je er maar een veearts bij. Punt 2, als ik opeens een schaap bij mij thuis openmaak en twee weken later heeft de buurman blauwtong, dan heb ik een probleem. Daar heb ik dus echt een goed laboratorium, Deventer, voor nodig om dat soort beesten te onderzoeken.” “We gaan naar een katje toe. Een katje is heel simpel. Wij, Monique van Kerk en ik, nemen eigenlijk alleen maar opdrachten aan die binnen komen via de dierenpolitie. Om de simpele reden, anders beland je binnen de kortste keren in buren ruzies. Dat wil ik niet. Er moet een aangifte gedaan zijn. De dierenpolitie is vaak al ter plekke geweest en het beest is vaak al in beslag genomen. 99% van alle sporen ben je dan al kwijt. Het beest komt binnen in een grote zak en er wordt dan gevraagd ‘kun je zien of die geslagen is?’ Je kan geen compleet sporen team op een dooie kat zetten. Dan heb je tien man rond lopen die zijn dan 4 uur bezig. Dat is onbetaalbaar. Het enige wat je probeert is om er foto’s van te maken, om te kijken hoe het beest aangeleverd is en geef maar. Nou als het beest dan op tafel komt wil ik graag weten waar men aan denkt. Denkt men aan een intoxicatie dan ga ik daar anders op in dan wanneer men denkt aan een verkeersongeval. Weet je trouwens hoe je dat kunt zien? Dat is heel simpel. Dan moet je naar zijn pootjes kijken. Als de nageltjes afgebroken zijn dan is het een verkeersongeval. Als die auto eraan komt dan houden ze zich vast en dan worden ze van de sokken gereden waardoor die nageltjes afscheuren. Als je dus zoiets hebt, er wordt een dooie kat gevonden en er is een verhaal bij van ‘ja we hebben gezien dat hij geschopt en geslagen werd’ en de nageltjes zijn afgebroken, dan zit je zo van ‘hoe zeker ben je van die waarneming?’”
DGMagazine | 40
“Je voelt al dat het op een heel ander kwalitatief niveau zit dan bij de humane forensische pathologie waarbij iedere stap bewezen, bewezen en bewezen moet worden. In feite ben je dan met een forensisch dieronderzoek heel sterk bezig om deels uit te sluiten en deels aannemelijk maken en kijk maar wat je ermee kan. Een tijdje terug was er een hond en die had geblaft naar de buurman en de buurman was hem zat. Toen is er een getuigen geweest en die heeft gezien dat hij het beest gewoon met een schep op zijn kop heeft geslagen. En vervolgens heeft hij hem in de kofferbak gegooid en een eindje verderop is een spoort overgang. Daar heeft hij hem met zijn kop opgelegd en de kop is eraf gereden. ” “Ik kan kijken of er drukletsel of scherfletsel is, alleen dan moet ik een stuk bot inleveren bij het NFI. En dan gaan ze er met scanning elektronenmicroscopie op af en dan ben je 15.000 euro kwijt, no way. Het enige wat je zegt is dat het afrijden van de kop niet bij leven is gebeurt. Dat hebben we kunnen bewijzen. Dus de grote vraag is hoe een dooie hond met zijn nek op de rails komt. Nou daar kun je iemand mee confronteren. Dat is heel simpel. Als iemand zegt ‘het is goed met je’, dan ben je kansloos. Maar als ze ermee geconfronteerd worden en ze beginnen te babbelen en zit er ook een ervaren tactisch rechercheur bij, dan heb je ze. Maar het is allemaal nog heel speels.“ Wordt er samen gewerkt met dierenartsen? “Alleen maar. Ik ben namelijk alleen humaan patholoog, humaan forensisch patholoog, humaan klinisch patholoog en ik weet wel hoe een honden hart eruit ziet maar ik ben er niet voor gecertificeerd. En de stomste fout die je kan maken is als je buiten je eigen vakgebied gaat zitten. Zeker als je met strafrecht bezig bent.” Zijn er ook andere humaan pathologen die samenwerken met dierenartsen of bent u de enige? “Ik denk wel dat ik zo’n beetje de enige ben.” [Meneer van de Goot werd toen helaas gebeld en moest het even opnemen. Dit telefoongesprek duurde vrij lang en toen is deze vraag helaas een beetje weggevallen.] Klopt het dat u de dieronderzoeken al vanaf januari 2013 doet? “Ja, toen is het min of meer begonnen.” Was daar toen een aanleiding voor of is dit het zelfde verhaal die u al verteld heeft over de geitjes? “Nee, ik hing toen al een beetje tegen die bruinvissen aan. Toen kwam collega, Monique van de Kerk, en die is momenteel in opleiding voor forensisch dierpathologie in Amerika, en die zei: ‘Dit kunnen we ook wel groter maken.’ Dat klonk mij toen volstrekt krankzinnig in de oren dus ik was er helemaal voor. En toen zijn we er eigenlijk gewoon mee begonnen. Natuurlijk hebben we
ook een hoop moppers gekregen. Een hoop dierenartsen die dan boos gebeld hadden met de vraag of dit nou wel mocht en degelijke. Het was allemaal nieuw, nieuw, nieuw. Maar ondertussen, het draait.“ En er komt dus binnenkort een laboratorium hiervoor? “Ja, dat begint nu wel heel sterk die kant op te gaan ja.” Wilt u nog iets bereiken in de toekomst op het gebied van forensisch dieronderzoek? “Ja, dat is heel simpel. Onze wetgevers hebben in hun wijsheid besloten dat de dierenmishandeling, dan wel verwaarlozing, strafbaar is. Alleen als het je pad kruist dan doen we er niks mee. Nou dan kun je twee dingen doen. Of je schaft de wet af, prima maar dan moet je ook niet komen zeuren als het mis is, of je doet er wat mee. Maar dat is duur, duur, duur. Het is altijd duur geweest omdat het als een solitair centrum opgebouwd werd. De PVV zegt dan ‘dat hebben wij wel over voor onze beestjes’ en dan zegt de VVD van ‘het is goed met je, we moeten aan alle kanten bezuinigen, we gaan niet voor een stel konijnen dat geld opgeven.’ Wat er nu gaat komen is dat er aan de Vrije Universiteit een vooruitgeschoven forensic outpost komt waar zowel humaan forensische pathologie kan worden bedreven met als zijtak de dierpathologie. Dat de technieken die we daar hebben draaien voor zowel second opinions, voor advocaten die vragen hebben, voor schouwartsen die toch iets willen voor mensen die beweren dat het echt geen zelfmoord was, die kunnen daar terecht. En die collega, Monique van Kerk met haar team, hangt tegen dat centrum aan en kan gebruik maken van alle technieken en dergelijke en kan de forensische reportage een beetje overkoepelen. Dan heb je dus een humane kern waar die dier kant bij hangt. Dat is waar ik heen wil. Want het is in Nederland anders niet haalbaar om het als solitair centrum op te zetten.”
waren? “Uiteindelijk gaat Engeland een keer ten onder. Die rotsen daar klotst iedere keer dat water tegenaan. Het duurt een tijdje, maar het water gaat winnen. Dat is dit ook geweest. Ieder succesje dat we hadden, dan kreeg je weer een lekje naar de media. Uiteindelijk als je dat rechtstreeks doet. Heb je al die stropdassen tegen je, dat wordt niks. Het zal je verbazen maar momenteel hebben we het niveau bereikt, dat was er destijds ook al, dat als je bij iemand naar binnen gaat en je zegt ‘ik heb een dooie hond gevonden‘ dan zegt iedereen ‘ah gosh’ en als je zegt ‘ik ben hier naar binnen gegaan en er lag een dooie zwerver’ dan is het ‘gatverdamme.’ Dus je merkt wel het onderwerp heeft een hele hoge aaibaarheidsfactor. Ik ben mij volledig bewust als fulltime asperger dat je van dat soort emotie absoluut gebruik kan maken. En ik heb precies voor ogen wat ik wil. Mensen vinden het aaibaar, mensen vinden het leuk, je kan ermee scoren. Het is een kwestie van dat we het zichtbaar hebben gemaakt. Dat hebben we gedaan.” Heeft u altijd al een forensisch patholoog willen worden op het gebied van mensen? Of had u zelfs al iets met dieren? e “Ik zat in het 3 jaar van de LTS, de opleiding voor elektromonteur. Toen ik het in het hoofd kreeg dat ik perse forensisch patholoog wilde worden. Toen zei mijn klassen leraar ‘vent je bent hartstikke gek, dan ben je minstens 25 jaar bezig.’ Het waren er 22. Toen had ik nog geen seconden bedacht dat daar ook nog dierpathologie bij zou kunnen komen. Dat is pas een jaar of vier geleden ontstaan. Ik moet zeggen, als ik zie hoe mensen met het speelse gemakt elkaar de meest akelige dingen aandoen, ik het eigenlijk niet erg vindt dat een flink deel van mijn tijd richting de dieren gaat. Ik kan je garanderen, soms wordt je echt doodziek van mensen. Er zitten hele nare exemplaren tussen.“
Er komt dus op 27 oktober een nieuw laboratorium door dieronderzoeken. Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen ondanks de vele mensen die er tegen
DGMagazine | 41
DGMagazine | 42
Heupdysplasie heb je zelf in de hand! Geschreven door: Lisa Klunder & Alice Kranenburg
H
eupdysplasie (HD) is een stoornis in de ontwikkeling van het skelet die vaak voorkomt bij de Berner Sennenhond. HD is samen te vatten als een slechte ontwikkeling van het heupgewricht en kan veel pijn met zich meebrengen. HD wordt veroorzaakt door grofweg erfelijke- en omgevingsfactoren. De leeftijd waarop HD zich uit, kan sterk variĂŤren en de symptomen hangen af van de ernst van de aandoening. Het komt vaker voor bij honden die groot zijn en snel groeien. De gemiddelde levensduur van een Berner Sennenhond is 7 jaar, dit is niet zo oud. Heupdysplasie is een van de oorzaken dat de honden niet oud worden. Echter is fokken is niet meteen de oplossing, het welzijn kan verbeterd worden door de eigenaar!
DGMagazine | 43
Wanneer de hond lijdt aan heupdysplasie, is het kapsel in het gewricht niet sterk genoeg en de aansluiting van kop en kom onvoldoende. Het gevolg hiervan, is dat de kom ondiep wordt en de kop abnormale vormen aan gaat nemen. De kop gaat losser zitten en gaat tegen de kom botsen, het kan zelfs uit de kom schieten. Er zijn meerdere symptomen die er op kunnen duiden dat een hond heupdysplasie heeft. De beweging van het dier verloopt slechter en moeizamer dan voorheen, voorbeelden hiervan zijn moeite met opstaan en zitten, met tegenzin rennen of de trap op lopen, kreupelheid, het vermijden van normale bewegingen en slingerende gangen. Ook kan het dier last hebben van pijn, door gespannen spieren of de instabiliteit van de gewrichten. Dit is te merken doordat de hond achterblijft en vaker wil rusten tijdens een wandeling, moeite heeft met springen en traplopen. Er zijn meerdere manieren om een hond te behandelen of het te voorkomen. Er zal echter rekening gehouden moeten worden met de leeftijd, grootte en beweging van het dier om een gepaste balans te vinden. Wanneer het dier al lijdt aan de aandoening is het belangrijk de staat van het ontwikkelde bot mee te nemen in de oplossing.
Omgevingsfactoren Honden die heupdysplasie hebben worden voor tweederde bepaald door omgevingsfactoren. De factoren zijn hieronder genoemd: Snelle gewichtstoename bij jonge honden Te veel/ongezonde voeding Verminderde spiermassa in het bekken Verkeerde verhouding tussen ontwikkeling in de botten en de spieren Tijdens de groei is het goed om rekening te houden met beperkte lichaamsbeweging. Hierbij kan gedacht worden aan beperkingen in draaien, springen, klimmen
DGMagazine | 44
en glijden. De opbouw van de spieren en de conditie moeten gecontroleerd verlopen. Daarnaast is voeding ontzettend belangrijk.
Voeding Voeding speelt bij de voorkoming van heupdysplasie een grote rol. De snelheid van de groei, de manier van voeren, de opname van het voer, de specifieke voedingsstoffen en de balans tussen elektrolyten, beĂŻnvloeden allemaal het ontstaan van heupdysplasie. Een te grote hoeveelheid van koolhydraten, eiwitten, en specifieke vitamines en mineralen zorgen voor een anatomische verandering van het skelet waarbij er wordt gesproken over HD. Grote veranderingen in de verhouding tussen koolhydraten en eiwitten kan de groei van de botten ernstig veranderen. Een verkeerde verhouding in het gehalte aan fosfor en calcium kan te snelle groei veroorzaken, de ontwikkeling van de spieren kan dat niet bijhouden, met als gevolg dat de pup geen kracht genoeg heeft om het gewicht tijdens een langere wandeling goed te blijven dragen. Een calcium percentage van 0.8% tot 1% is ideaal. Te veel voeding veroorzaakt overgewicht. In dit geval neemt de druk op het heupgewricht toe en is al snel sprake van overbelasting waardoor slijtage van het gewricht kan optreden. Een veelvoorkomende voedingsfout is het geven van toevoegingen aan het reguliere voer. Deze toevoegingen zijn kort samen te vatten als alle extraatjes die het dier krijgt, zoals hondensnoepjes. Hondensnoepjes bevatten veelal calcium en vitamine D, die niet bevorderend zijn voor de ontwikkeling. Eiwitten hebben geen negatieve invloed op het skelet, veel eiwitten in het voer bevorderen de ontwikkeling van de spieren. De spieren zorgen voor stabiliteit en ondersteuning van het skelet en iedere hond met gevoeligheid voor HD is daarom gebaat bij goed ontwikkelde spieren. Uit onderzoek is gebleken dat honden met een goede spiermassa minder snel of
minder ernstig HD ontwikkelen. Pups met een gevoeligheid voor skeletaandoeningen mogen relatief weinig calcium in het voer hebben. Calcium bevorderd de botgroei van de pup, een te hoge groeisnelheid kan ervoor zorgen dat de ontwikkeling van spieren achterblijft waardoor instabiliteit van gewrichten kan optreden. De kans op HD wordt hiermee vergroot.
Beweging Ondanks het feit dat lichaamsbeweging onmisbaar is voor de ontwikkeling van de spieren van de jonge Berner Sennen honden, kunnen onverantwoorde bewegingen leiden tot schade aan skelet en de gewrichten. De mate, duur en soort van beweging hebben een sterke invloed op de ontwikkeling van de heupen van de hond. Door wild spelen, draaien en springen kunnen de heupen misvormd ontwikkelen. De bespiering vangt dit in enige mate op. Echter als de bespiering niet optimaal is kan, te lang bewegen schadelijk zijn.
Lekker mollig Het algemene beeld van een pup is dat deze lekker mollig en rond moet zijn, echter is de grootste fout die een puppyeigenaar kan maken het overvoeren van de pup met kilocalorieën. Niet alleen pups kunnen hier hinder van ondervinden, maar ook de oudere hond. Het lichaam van de hond kan vetreserves aanmaken door het overvoeren. Door de toename van het lichaamsgewicht kunnen gewrichten worden overbelast. Van nature zijn honden lenige en slanke rovers. Uit voorgaande studies, met name in de Verenigde Staten en Engeland, is gebleken dat tussen de 18% en 44% van de honden overgewicht of obesitas hebben. Een lange termijn studie heeft honden vergeleken die onbeperkt gevoerd werden met honden die 75% van het voer kregen. De honden die onbeperkt gevoerd werden, hadden vaker overgewicht en hadden een verhoogd risico op ziektes zoals heupdysplasie.
Goede fokker Heupdysplasie is wijdverspreid onder de rassen en komt voornamelijk voor bij grote en snelgroeiende honden en dus ook bij de Berner Sennenhond. Heupdysplasie is bij de geboorte of bij de aanschaf van een pup niet te constateren, omdat de heupen van het jonge dier nog niet ontwikkeld zijn. Als een Berner Sennen eigenaar eenmaal een pup heeft is er aan het genetische deel van de groei niets meer te veranderen. Het is daarom van groot belang om gericht op zoek te gaan naar een gezonde pup. Om vast te stellen welk genetisch materiaal van de voorouders vererven is het normaal om een officiële röntgenfoto te laten maken van de heupen van de ouderdieren. Een van de taken van het HD-panel van de Raad van Beheer, is de beoordeling van deze röntgenfoto's van de heupgewrichten van honden. Met de uitslag is redelijk te voorspellen of de pup gezonde of slechte heupen zal vererven. Er zijn verschillende uitslagen mogelijk: HD-A betekent dat de uitslag negatief is, de hond is op basis van de röntgenfoto vrij van HD. Dit betekent niet dat je hond geen drager van de afwijking kan zijn. HD-B is de overgangsvorm, op de foto’s zijn kleine veranderingen zichtbaar die het gevolg zijn van heupdysplasie. De uitslag HD-C betekent licht positief of HD D betekent positief, de hond laat duidelijke veranderingen zien die passen in het ziektebeeld van HD. Tot slot de uitslag HD-E, dit betekent positief, de heupgewrichten zijn ernstig misvormd. Als hondeneigenaar is het van belang er rekening mee te houden dat een HD-A uitslag niet betekent dat je
DGMagazine | 45
hond nooit last zal krijgen van HD. Omgekeerd betekent een positieve uitslag niet dat de hond last zal krijgen van HD. Er zijn meerdere stappen die puppyzoekenden kunnen gebruiken; het chipnummer kan gezocht worden op de website van de Raad van Beheer, hierdoor kunnen verschillende generaties gezocht worden. Informatie over meerdere generaties kan een duidelijk beeld geven over het potentieel van de pup. Daarnaast biedt de Raad van Beheer ‘’gezondheid online’’. In de database zijn uitsluitend gezondheidsuitslagen opgenomen van screeningsonderzoeken die door de Raad van Beheer geprotocolleerd en geadministreerd worden. Op dit moment zijn dat onderzoeken voor heupdysplasie, elleboogdysplasie, cochleaire doofheid, DNAkoperstapeling en oogaandoeningen. Tot slot is er Stamboek Online, hierin kunnen alle honden gezocht worden. Er kan gezocht worden op onder andere ras, geboortejaar, (kennel)naam, NHSBnummer en kampioenen. Het betreft alle honden ingeschreven in het NHSB, nesten en import, vanaf 1997
Conclusie Verdiep u goed in de fokkers en de geschiktheid van de Berner Sennenhond, voordat u er een aanschaft. Honden die heupdysplasie hebben worden voor tweederde bepaald door omgevingsfactoren. De eigenaar heeft het dus voor een groot gedeelte zelf in de hand. Beweging, voeding en het maken van de juiste keuzes kunnen het leven van uw hond een stuk aangenamer maken.
DGMagazine | 46
Tips voor eigenaren Tips voor eigenaren om de kans op HD zo klein mogelijk te houden bij hun Berner Sennenhond. -
-
Beweging in het eerste levensjaar moet beperkt en gecontroleerd worden o Richtlijn is 5 minuten per korte wandeling en één lange wandeling per dag. De duur van de wandeling kan berekend worden door de leeftijd van de hond in maanden te vermenigvuldigen met 5 minuten. o Laat de hond in zijn eerste levensjaar niet naast de fiets rennen of onbeheerd stoeien met andere honden. o Laat een jonge hond geen traplopen. o Zorg ervoor dat de hond niet aan de riem trekt, dit oefent krachten uit op de heupen. Juiste voeding moet zorgen voor het juiste gewicht van de hond o Een goede, complete voeding, brokken of vers vlees, kunnen worden gevoerd zonder toevoeging van supplementen. Let op een goede calciumverhouding. Een calciumpercentage van 0,8% tot 1% is ideaal.
Informeer goed over de afkomst van de pup en schaf niet zomaar een pup aan.
Buitenlandstage in Griekenland Mijn ervaring bij Corfu Donkey Rescue Geschreven door: Arlette Bakker In de zomer van 2016 heb ik, samen met Kevin Blankenberg, stage gelopen op Corfu, een eiland van Griekenland. Mijn stagebedrijf was een donkeyfarm met ongeveer 40 ezels. Daarnaast had het bedrijf honden, katten en kippen. De eigenaresse, Judy Quin, is een Engelse. Ze kwam op het eiland voor retraite en zag de toestand van de ezels. Ze heeft besloten de CDR op te richten en haar leven te wijden aan de ezels.
schenkingen. Als er toeristen langs kwamen, wat dagelijks ruim voldoende gebeurde, dan gaven we een rondleiding over het terrein. Het voordeel van allerlei Europese vrijwilligers is dat er altijd wel iemand is die toeristen in zijn/haar moedertaal kon rondleiden. Tijdens de rondleidingen zorgden we dat de toeristen een duidelijk beeld kregen van de organisatie, mochten ze knuffelen met de ezels en konden ze zelf meegebrachte wortelen en appels voeren. In onze vrije tijd zaten we in een hostel met (bijna) alle vrijwilligers, waarbij we ’s avonds uit eten gingen en drankjes deden. Op onze vrije dagen hebben we de omgeving ontdekt met hét vervoersmiddel op het eiland: de scooter. Natuurlijk hadden noch Kevin, noch ik ervaring met het rijden op een scooter maar gelukkig leren ze je dat daar in vijf minuten. Het verkeer op het eiland was wel even wennen; diegene die het hardst toeterde, had (lees: nam) voorrang.
Het bedrijf heeft één manager en wordt draaiende gehouden door vrijwilligers. Het werk wat wordt gedaan staat in het teken van dierenwelzijn: zorgen voor een schone omgeving, voeren, hoefverzorging, wondverzorging en nog veel meer. Het leukste wat ik daar geleerd heb, is het samenwerken met vrijwilligers uit alle landen van Europa. Je leert heel veel over de cultuur van elkaar, en samen maak je er een leuke tijd van.
Spanje Naast mijn buitenlandstage op Corfu ben ik ook twee keer in Spanje geweest voor stage en werk. In St. Quinti de Mediona was het bedrijf, op een berg, gevestigd. Op deze farm heb ik ook heel veel geleerd, en dit was een goede basis voor Griekenland. Ik denk dat het, in onze branche, heel goed is om op stage te gaan omdat je je dan heel erg bewust wordt van de overeenkomsten en de verschillen over de dieren en het dierenwelzijn. Juist door je bewust te zijn van de verschillen kan je hier goed een opinie over vormen.
Ik heb, zeker aan het einde, het meeste geleerd over CPR (hartslag, pols, ademhaling). Tijdens ons verblijf waren er een aantal ezels ziek, waarbij de CPR dagelijks of meerdere keren per dag moest worden uitgevoerd. Daarnaast hebben we ook meegemaakt dat er een aantal ezels dood zijn gegaan door ouderdom of ziekte. Het was de gewoonte dat, als de ezel dood ging, de ezel op het terrein werd begraven. Dit vond ik een mooie en respectvolle gewoonte. Het bedrijf wordt draaiende gehouden door vrijwilligers en de onkosten worden grotendeels betaald door de
DGMagazine | 47