COMPOSITIE COMPLEET CURSUSBOEK VOOR GEVORDERDEN
BOORDEVOL TIPS EN WORKSHOPS
Compositieleer Do's en dont's Scherpte(diepte) Creatieve onderwerpen Voorkom clichés Kleuren nabewerken
180 PAGINA’S HANDIGE TIPS & TRUCS
COMPOSITIE
Wat heb je nodig? Om alle stappen uit dit boek te kunnen volgen, heb je een paar dingen nodig: de software, een camera en de computer. In het kort vertellen we je de ‘eisen’ (wees gerust, die zijn niet al te hoog). Benodigdheid 1: Geschikte camera
→ w aarbij je zelf de belichtings-
Je hoeft geen peperdure camera te hebben om met de informatie uit dit boek aan de slag te gaan. Wel is het handig als je de sluitertijd, het diafragma en de iso-waarde zelf kunt aanpassen. We vertellen namelijk op diverse plekken hoe je de camera het best kunt instellen, en je leest ook bij de voorbeeldfoto’s met welke instellingen die gemaakt zijn.
instellingen kunt aanpassen, waaronder het diafragma, zodat je controle hebt over hoe je de scherptediepte van je beeld eruit komt te zien; → w aarbij je de mogelijkheid hebt om veel informatie al tijdens het fotograferen weer te geven, zoals een histogram, compositielijnen (een grid) en de gekozen instellingen.
Idealiter gebruik je een camera:
2
1
1 Het is handig als je instellingen op je camera handmatig kunt aanpassen. 2 Voor de nabewerking maken we gebruik van Lightroom, dat Adobe in het fotografielidmaatschap heeft opgenomen.
8
Benodigdheid 2: Computer met software Voor het laatste hoofdstuk uit dit boek heb je een computer met geschikte software nodig. We gebruiken voor de nabewerking Adobe Lightroom Classic CC en Photoshop CC. Veel aanpassingen die we doen kun je ook in andere software maken, al zul je dan even moeten uitzoeken hoe dat precies werkt. Tegenwoordig biedt Adobe de software Lightroom Classic CC en Photoshop CC aan binnen het fotografielidmaatschap van ruim 12 euro per maand, met ook toegang tot de nieuwste versie van Adobe Lightroom CC en de beschikking over 20 GB cloudopslag.
COMPOSITIE
Compositie bij portretten Slimme, doordachte keuzes zijn bij het maken van een portret onontbeerlijk. Niet alleen de modelkeuze. Compositie, diafragma, objectiefkeuze en inkadering maken het verschil tussen een gemiddeld en een topportret.
Technische fase Op het moment dat je met je model op locatie staat, maak je als fotograaf een aantal keuzes. Hoe zorg je dat niets afleidt van je model en dat de kijker direct naar het model wordt geleid? Hoe voorkom je
dat een model vervormd in beeld komt? En hoe leg je de scherpte en onscherpte precies op de juiste plekken? Allemaal zaken die je regelt in de eerste, technische fase. Het is goed deze fase te scheiden van de
tweede: de sociale omgang met je model. Als je namelijk de hele shoot bezig blijft met instellen en veranderen van de techniek, leidt dat niet alleen tot stress bij jezelf: je model wordt er ook onzeker van. Het credo is dan ook: stel alles wat
1 De ogen en mond van dit portret lopen over de lijnen van de compositieregel van de gulden snede. MAAIKE KAMPERT, MAAIKEKAMPERT.ZOOM.NL CANON 5D III · ISO 500 ∙ F 2,8 ∙ 1/800 SEC ∙ 135 MM
2 Een mooi voorbeeld van een ten voeten uit portret. De kleding van de jongen en de omgeving vertellen een verhaal, dus is het relevant het hele lichaam te tonen.
1
2
NICK TEHEUX, NICKMAN.ZOOM.NL CANON 5D III · ISO 100 ∙ F 5,6 ∙ 1/400 SEC ∙ 38 MM
COMPOSITIE
Hulplijnen op je camera → In je cameramenu zit meestal de optie om een grid aan te zetten. Op een deel van de camera’s kun je hierbij ook andere grids kiezen dan alleen de regel van derden. Kijk in de gebruiksaanwijzing of zoek op Google even welke opties jouw camera allemaal heeft.
er in te stellen valt eerst goed in en ga dan pas de interactie aan met je model.
Compositie Allereerst is het belangrijk dat je de goede compositie kiest bij het vastleggen van je model. Wil je een portret met context of een puur portret van alleen het gezicht? Als je de achtergrond mee laat doen, heb je meer met compositiekeuzes te maken. Zo kun je perspectief gebruiken in de achtergrond. Stel je model op in een lange gang en alle lijnen lijken naar het model te lopen. We noemen dit inleidende lijnen. Ze wijzen naar het model, zodat je ook direct die richting op kijkt. Als je op tv naar het journaal kijkt, zul je de geïnterviewde ook vaak in zo’n lange gang zien staan. De cameraman gebruikt dan inleidende lijnen voor zijn compositie.
25% Een andere regel die erg goed werkt bij portretten, is de gulden spiraal. Voor meer uitleg blader je even naar hoofdstuk 2. Leg je vier van deze spiralen over je beeld, dan heb je vier punten, telkens op 25%
2
van de hoek van het beeld. Wetenschappers hebben ooit onderzocht dat je oog een beeld het eerste op deze plekken scant. Bij een portret kun je dus het best de ogen of (bij een ruimer portret) het gezicht van je model op deze punten leggen. Als je dit goed doet,
heb je aan de andere kant van het beeld ruimte over om iets op de achtergrond te plaatsen.
Driehoeksverhouding Bij een portret zonder context zijn de mogelijkheden wat beperkter. Vaak kun je dan werken met
3
COMPOSITIE
1
Architectuur en compositie Ultramoderne stations, vervallen zwembaden en imposante bruggen. Met architectuurfotografie kun je heel veel kanten op en deze tak van sport biedt ook interessante technische uitdagingen! 10
COMPOSITIE
Statief → Bij architectuurfotografie is het vaak handig om een statief te gebruiken. Meerdere seconden of zelfs minuten belichten is met de combinatie van statief en stilstaande meubels/gebouwen goed te doen. Fotografeer je een interieur, dan heb je vaak weinig licht, en kun je hierdoor lekker lang belichten. Het is handig om een wat hoger statief te gebruiken, zodat je de lijnen in beeld recht houdt. Met een laag statief moet je al snel omhoog fotograferen, met meer vertekening tot gevolg.
Oog voor het lijnenspel Ga je gebouwen fotograferen, dan zijn er een paar dingen waar je goed op moet letten. Je wilt bijvoorbeeld niet dat een flat om lijkt te vallen, of dat de aandacht naar precies het verkeerde stukje in de foto gaat. Als je binnen gaat fotograferen wil je niet dat een interieur heel klein of donker lijkt. Houd in elk geval altijd oog voor het lijnenspel, want dat is wat jouw foto’s sterk kan maken.
Objectief Extreme groothoekobjectieven, manshoge statieven en stapels filters. Dat is wat de gemiddelde professionele architectuurfotograaf met zich meesleept. Is dat nou echt nodig? Ja en nee. Met een (extreme) groothoek ziet een interieur er imposanter uit. Met een 14 of 17 mm maak je van een kleine slaapkamer een enorme balzaal, zoals je op Funda vaak ziet. Maar je kunt met zo’n brandpuntsafstand ook te veel laten zien, waardoor je niet meer weet waarnaar je moet kijken. Zet een grote
1 Door een deel van station Luik te isoleren, krijg je een dynamisch en aantrekkelijk beeld. BAS GRAAT, BASGRAAT. ZOOM.NL NIKON D750 · ISO 100 · F 10 · 30 SEC · 16 MM
2 Statige urbex-hal, met hdr-techniek vanaf statief gemaakt. MALOU NIJPELS, COLOURBEX.ZOOM.NL NIKON D610 · ISO 50 · F 11 · 2,5 SEC · 16 MM
ruimte als een bibliotheek ook eens op de foto met een standaardobjectief (50 mm) of zelfs met een teleobjectief (200 mm). Je pikt er een deel van de ruimte uit en stuurt de aandacht daarnaartoe.
Waterpas of niet Het lijnenspel is zoals net gezegd een van de belangrijke gereedschappen van de architectuurfotograaf. Belangrijke keus daarbij: zet ik mijn camera waterpas of niet? Je camera waterpas zetten heeft grote voordelen. Je mag ervan uitgaan dat alle gebouwen (behalve een enkele toren in Italië) waterpas
2
gebouwd zijn. Als je camera ook waterpas staat, lopen alle lijnen dus recht en dat ziet er direct strak uit. Het lijkt misschien een basistip, maar je zult versteld staan hoeveel fotografen hun camera net niet waterpas zetten. Het gevolg is vallende lijnen. Vooral als je de camera naar boven of beneden draait, lopen de lijnen van gebouwen en muren ‘scheef weg’. Het is niet altijd mogelijk om je camera waterpas te zetten en toch alles in beeld te hebben. Veel gebouwen zijn hoger dan de statiefhoogte. Om in dat geval alles in beeld te krijgen, ben je gedwongen
11
COMPOSITIE
Panorama’s
1
Bij een panorama heb je lekker veel ruimte om je onderwerp in beeld te brengen. Maar ook hierbij moet je op je standpunt en je compositie letten. Hoe lang en hoe hoog maak je je panorama, en wat breng je wel en niet in beeld?
Breeduit in beeld Een panoramafoto is bij uitstek geschikt om omgevingen vast te leggen die niet volledig in beeld passen. Denk aan een wijds landschap, maar ook aan architectuur of een interieur. Met een (super) groothoeklens krijg je ook veel in beeld, maar lang niet zoveel als met een panoramafoto mogelijk is. Daarnaast krijg je, zodra je met supergroothoek werkt, aan alle vier de zijden meer in beeld te zien. Dus links en rechts, maar ook bovenin en onderin. En dat is vaak niet de bedoeling. Want soms is de lucht helemaal niet interessant of ziet de voorgrond er saai uit. Zonde om daar dan extra veel van in beeld te nemen?
24
Maak je een panorama, dan kun je heel precies dat prachtig berglandschap, kleurrijke bos of schitterende gebouw vastleggen. Alles dat niet de moeite waard is blijft dan netjes buiten beeld.
Geschikt voor elke lens Een enorm voordeel is dat je met nagenoeg elke lens/camera een panorama kunt maken. Het kan bijvoorbeeld met een groothoek, maar ook met een telelens. Dat geeft je veel vrijheid. Je zoomt simpelweg in of uit totdat je de gewenste uitsnede van de omgeving krijgt. Per situatie bepaal je op deze manier helemaal zelf hoe groot het hoofdonderwerp in beeld komt.
Liggend of staand Panorama’s kun je zowel met de camera in liggende als in staande stand maken. Liggend (ook wel landschapsstand genoemd) is vooral geschikt als je een wat smallere (plattere) reep van de omgeving wilt vastleggen. Je krijgt automatisch minder van de lucht en de voorgrond op de foto. Ideaal als de lucht minder belangrijk is, of er zich een kale vlakte voor je voeten bevindt. Staand (oftewel de portretstand) is het beeld ineens een stuk hoger. Dit komt dan ook vooral van pas als je een bredere reep wilt fotograferen: bij een hoog onderwerp, maar ook als de lucht en de voorgrond dit keer wel op de foto moeten.
COMPOSITIE
1 Een prachtige positie van deze fotograaf, die door de lange sluitertijd glad water met een prachtige reflectie wist te fotograferen. WIM DENIJS, WIMDENIJS.ZOOM.NL CANON 5D II · ISO 50 · F 14 · 98 SEC · 17 MM
2 Een panorama hoeft niet altijd een lange liggende strook te zijn. Hier is met een drone gefotografeerd, en zijn drie foto’s samengevoegd tot deze panorama. HARMEN PIEKEMA PHOTOGRAPHY, HARMEN.ZOOM.NL HASSELBLAD L1D-20C · ISO 100 · F 3,5 · 1/50 SEC · 10 MM
3 Maak je liggende foto’s, dan krijg je een langer maar minder hoog panorama. IRIS POPKEMA, IRISPOPKEMA.ZOOM.NL FUJIFILM X-T1 · ISO 200 · F 5,6 · 30 SEC · 10 MM
2
3
25