TECHNIEK & PRAKTIJKBOEK ACADEMY
FOTOGRAFEREN IN
Be ki pr jk ev hi ie er w de !
RAW
120
PRESETS VAN ZOOM.NL!
Complete RAW-workflow
RAW in Lightroom & Photoshop
De verborgen kracht van RAW
FOTOGRAFEREN IN RAW
Jpg of raw Het blijft een veel gevoerde discussie: fotografeer je in raw of in jpg? Bijna elke fotograaf heeft er een mening over, en wil die graag verkondigen. In dit hele boek gaan we in op het fotograferen in raw. Maar wat is dat eigenlijk? We leggen uit wat het verschil is en wat de voor- en nadelen van beide bestandsformaten zijn. Keuze maken In veel camera’s kun je de keuze maken om in het bestandsformaat raw of in jpg vast te leggen, of om beide bestanden op te slaan. Een raw-bestand is de onbewerkte informatie die van de sensor van je camera is uitgelezen. Je kunt een raw-bestand zien als het klassieke negatief waarmee je in de donkere kamer nog alle kanten op kunt, voordat je de definitieve foto in handen hebt. Je móet een raw-bestand dus nog altijd bewerken. Bij een jpg-bestand wordt níet alle informatie die de sensor ontvangt opgeslagen. De informatie die de sensor waargenomen heeft (de ruwe gegevens) wordt door de camerasoftware gekoppeld aan de camera-instellingen
en vervolgens als verwerkt bestand weggeschreven naar je geheugenkaart. Of je foto’s worden opgeslagen in raw of in jpg stel je in de camera in. Eventueel is er ook een mogelijkheid om te kiezen voor jpg én raw, maar dit kost wel meer ruimte op je geheugenkaart.
Voordelen van raw Om in de nabewerking de beste mogelijkheden te hebben, kun je het best fotograferen in raw. Je hebt dan bijvoorbeeld alle mogelijkheden om de witbalans nog bij te stellen. Stond de witbalans van de camera op ‘schaduw’ terwijl net de zon zich even liet zien, dan heeft je foto een gekke kleurzweem. Heb je het raw-bestand, dan los je dat met een paar klikken
in je bewerkingssoftware op. Bij een jpg-bestand is dit véél moeilijker (en soms ook wel helemaal niet) op te lossen.
Belichting Ook de belichting kun je tot in detail nog achteraf aanpassen. Is je foto per ongeluk bijvoorbeeld twee stops onderbelicht, dan kun je dit met je raw-bestand nog prima aanpassen. Ook een lucht die uitgebeten lijkt, is soms nog prima te redden in de nabewerking. Is er bij het fotograferen een groot verschil tussen de lichte en donkere delen in de omgeving? Ons menselijk oog kan deze contrastverschillen prima aan, maar een camera kan minder goed overweg met zo’n groot dynamisch bereik. Staat je model bijvoorbeeld in de schaduw, maar baadt het strand op de achtergrond in fel zonlicht, dan kun je niet beide delen netjes belichten. Fotografeer je in raw, dan kun je in de nabewerking veel detail en licht terughalen uit schaduwen. Ook hooglichten kun je nog aanpassen zonder kwaliteitsverlies.
In zo’n soort menu in je camera kun je het bestandsformaat aanpassen.
2
FOTOGRAFEREN IN RAW
Ook moet je vaak betalen voor de programma’s die de meeste mensen gebruiken om raw-beelden te bewerken. Voor het bewerken van jpg-bestanden zijn meer goede gratis alternatieven.
Kleiner Bij een jpg-bestand wordt dus niet alle informatie opgeslagen én er wordt compressie toegepast. Dat zorgt ervoor dat het bestand simpel te versturen is via je telefoon of e-mail, omdat het weinig bestandsruimte inneemt. Al zijn tegenwoordig jpg-bestanden ook aardig lijvig met de 24megapixelcamera’s van nu.
Bewerken
Ruis Zelfs het corrigeren van ruis gaat beter met je raw-file: omdat alle informatie is vastgelegd en er geen lossy compressie is toegepast bij het opslaan. Fotografeer je in raw en stel je de camera in op zwart-wit, dan kun je zelfs achteraf beslissen dat je die foto tóch in kleur wilt hebben. Die informatie is namelijk niet verloren gegaan, maar gewoon opgeslagen in het bestand.
Non-destructief Bij het bewerken van je foto worden deze aanpassingen niet ín de foto opgeslagen, maar in een los bestandje erbij. Dat noemen we nondestructief bewerken: je kunt je foto niet stuk maken. In het losse bestand
staat bijvoorbeeld welke instelling voor de schaduwen en hooglichten je hebt gekozen. Open je die foto weer in de bewerkingssoftware, dan wordt ook dit informatiebestand uitgelezen, en zijn de ingestelde waarden direct zichtbaar. Je kunt nu de bewerkingen weer ongedaan maken of een hele andere bewerking uitvoeren. Geen probleem: de originele foto blijft bewaard.
Voordelen van jpg Toch heeft ook fotograferen in jpg z’n voordelen. Een jpg-bestand is universeel leesbaar voor vrijwel alle beeldprogramma’s die er bestaan. Je kunt zo’n jpg-foto daarom makkelijk met anderen delen, die anderen hebben geen speciale software nodig om jouw foto dan te kunnen bekijken.
Een van de grootste nadelen van een raw-bestand is dat het altijd bewerkt moet worden. Natuurlijk kun je ervoor kiezen om het domweg om te zetten naar een jpgbestand zonder verdere bewerking, maar dan houd je niet het mooiste beeld over. Bij het opslaan van een jpg-bestand doet je camera namelijk alvast een paar bewerkingen aan je foto (bijvoorbeeld verscherpen en de kleuren versterken). Hierover lees je later meer.
Een lijstje om te onthouden → Een kleiner bestandsformaat is een eigenschap van een jpg-bestand. → Een jpg-bestand wordt universeel erkend. → De meeste nabewerkingsmogelijkheden heb je bij een raw-bestand. → Een raw-bestand kun je vergelijken met het negatief van een foto, terwijl een jpg-bestand juist de ontwikkelde versie is.
3
FOTOGRAFEREN IN RAW
Opslag mag niet onderschat worden.
Opslag Fotograferen in raw kost meer ruimte. Een raw-bestand is al snel erg groot en daarom is het belangrijk dat je daar vooraf rekening mee houdt. Welke geheugenkaartjes zijn er en welke is het beste om snel grote bestanden mee weg te schrijven?
Geheugenkaartje Jaren geleden was het normaal om op pad te gaan met je camera en een geheugenkaartje met 256 mb opslagcapaciteit. Daar kon je heel de dag mee doen. Tegenwoordig is dat anders, want moderne digitale camera’s maken dermate grote bestanden dat zo’n kaartje na tien raw-beelden al vol zou zijn. Dat betekent dat je goed moet nadenken over opslag. Hoeveel heb je nodig? En, ook heel belangrijk, hoe snel moet het kaartje zijn
8
om snel en zonder problemen veel beelden achter elkaar te kunnen maken? Onderschat het belang van een goede geheugenkaart niet, want de opslag in je camera is een niet te onderschatten aspect in de digitale fotografie. Er is ontzettend veel keuze op het gebied van geheugenkaartjes. Er zijn talloze fabrikanten, die op hun beurt weer talloze varianten aanbieden. Daarom is het niet gek dat je door op een gegeven moment door de bomen het bos niet meer ziet.
Geheugenkaartjes zijn verkrijgbaar in allerlei opslagformaten en met verschillende snelheden.
FOTOGRAFEREN IN RAW
Wat voor kaartjes zijn er allemaal? De bekendste en ook meest voorkomende geheugensoort is de SD-kaart. SD staat voor ‘Secure Digital’. Ondanks dat de term ‘SD-kaart’ nog steeds overal te lezen is, zijn de originele SD-kaartjes helemaal niet meer te koop. Het originele model SD-kaart had namelijk een opslaglimiet van 2 GB, wat in deze tijden natuurlijk bij lange na niet genoeg is voor opslag van digitale beelden en bijvoorbeeld 4K-video. De SD-kaartjes die we tegen woordig kunnen kopen zijn SDHC en SDXC-kaartjes. SDHC staat voor ‘Secure Digital High Capacity’, deze kaartjes kwamen in 2006 op de markt. Ze zijn sneller dan de originele SD-kaartjes en kunnen ook een grotere opslagcapaciteit aan, met een maximum van 32 GB. Zelfs die hoeveelheid data is tegenwoordig vaak te weinig en daarom is er inmiddels de SDXCkaart met een opslaglimiet van 2 TB. Dit soort kaartjes zijn de juiste keuze als je een resolutie-rijke of snelle moderne spiegelreflex- of systeemcamera gebruikt.
Hoeveel opslag capaciteit heb ik nodig? De opslagcapaciteit die je nodig hebt is afhankelijk van je camera, want iedere camera maakt foto’s van verschillende grootte. Heb je een resolutierijke camera die bijvoorbeeld foto’s met 36 megapixels aflevert, dan is een grote geheugenkaart geen overbodige luxe. Ga dan voor een kaart van bijvoorbeeld 32 of 64 GB, dan heb je eigenlijk altijd genoeg geheugen bij je. Een camera met 24 megapixels
SD- kaartjes zijn er in uiteenlopende opslagcapaciteiten.
heeft aan minder capaciteit genoeg, een kaartje met 16 GB capaciteit kan dan voldoende zijn. Natuurlijk geldt in alle gevallen: beter te veel dan te weinig. Je kunt er ook voor kiezen om meerdere kaartjes te gebruiken. Dat kan overzichtelijk werken indien je een systeem bedenkt om ze uit elkaar te houden. Bijkomend voordeel: meerdere geheugenkaartjes gebruiken zorgt ook voor een spreiding van het risico. Wij raden dat dus altijd aan.
Snelheid Opslagcapaciteit is belangrijk, maar er zijn meer aspecten om rekening mee te houden. Zo is ook de snelheid van de geheugenkaart van groot belang. Een snelle camera heeft om die prestaties te halen ook een snelle geheugenkaart nodig. Een moderne snelle camera combineren met een trage
geheugenkaart levert een hoop frustratie én snelheidsverlies op doordat de camera alle gegevens niet gemakkelijk weg kan schrijven. Hoe langzamer het kaartje, hoe langer het duurt voordat je bestanden op dat kaartje zijn opgeslagen. De snelheid van een SDHC of SDXCgeheugenkaart is aan een aantal verschillende zaken af te lezen. Zo is er de snelheidsklasse, de maximale schrijfsnelheid en de maximale leessnelheid. Ingewikkeld? Jazeker, maar met een beetje oefening best te begrijpen.
Hoeveel snelheid heb ik nodig? Bedenk goed wat je precies gaat doen met je camera, want een top-geheugenkaart kost veel geld en is overbodig als je alleen af en toe wat losse foto’s maakt. Ben je wél van plan veel (grote) foto’s snel achter elkaar te gaan maken, dan is het van belang om goed te kijken naar de diverse specificaties van een geheugenkaartje. De schrijfsnelheid is in dat geval van het grootste belang. Die ‘Speed Class’ staat vermeld als een cijfer in een grote ‘C’. Tegenwoordig staat daar meestal 10 (C10), wat betekent dat
Een moderne en snelle SDXCgeheugenkaart, met klasse C10 en snelheid U3.
Op sommige geheugenkaartjes staat zowel de lees- (R) als schrijfsnelheid (W) vermeld.
9
FOTOGRAFEREN IN RAW
Back-ups Je foto’s zijn belangrijk, dus die wil je niet kwijtraken. Dat gaat zowel om de ‘negatieven’ als om te bewerkte bestanden. Het is daarom belangrijk om een back-up te maken van je beelden.
Lightroom-catalogus Werk je met Lightroom, dan werk je met een foto-catalogus. Die bevat je hele foto-organisatie, de beeldbewerkingen en andere metadata. Lightroom heeft een ingebouwde mogelijkheid om regelmatig een back-up van de catalogus te maken. De back-up stel je in Lightroom in bij Catalogusinstellingen, Algemeen. De locatie van die catalogus-back-up kun je hier niet instellen, en dat is een beetje vreemd. Standaard kiest Lightroom daar een ‘Back-ups’-map voor, die in de catalogusmap wordt aangemaakt. Dat is geen logische plek, want als je die catalogusmap om wat voor reden dan ook kwijtraakt, ben je dus ook de back-ups van de catalogus kwijt.
maken. Als je hebt ingesteld dat er iedere keer dat je Lightroom sluit een back-up wordt gemaakt (dat is uiteraard het beste), dan is het dus een kwestie van Lightroom
Op welke momenten moet Lightroom back-uppen?
Locatie kiezen De locatie van de back-up zou in ieder geval niet binnen dezelfde map moeten liggen, en het beste is uiteraard als de back-up ook niet op dezelfde harde schijf wordt bewaard. Dat kun je gelukkig ook wel instellen, maar dat gebeurt op een beetje onverwachte plek. Wacht totdat Lightroom voor de eerste keer een catalogus-back-up wil gaan
12
Stel wel altijd zelf een handige locatie voor de back-up in!
afsluiten. Nu krijg je een dialoogvenster met de vraag of je een back-up wilt maken, en in dít venster kun je ook de locatie van die back-up veranderen door op de
FOTOGRAFEREN IN RAW
knop Kiezen te drukken. Let op: Lightroom maakt géén back-up van de foto’s zelf! Dat is heel belangrijk om je te realiseren, want daar moet je dus zelf voor zorgen. Lightroom slaat in zijn catalogus alleen een verwijzing naar jouw foto’s op. Verplaats je die op je harde schijf (of verwijder je per ongeluk die map, of raakt die locatie beschadigd), dan kan Lightroom deze bestanden niet meer vinden.
Foto’s back-uppen Met welk programma je je foto’s ook bewerkt: het is belangrijk om je foto’s zelf te back-uppen. Zoals gezegd zorgt de back-functie van Lightroom niet voor een reservekopie van je foto’s. Om je foto’s te back-uppen heb je een paar opties. Zo kun je een externe harde schijf aanschaffen waarop je zelf af en toe een kopie maakt van al je foto-mappen. Die schijf koppel je daarna gelijk weer van je computer af en bewaar je op een locatie waar hij niet zomaar gestolen kan worden. De kopie kun je maken via de back-up-opties
Je foto’s moet je wel zelf nog backuppen, dat doet Lightroom niet voor je.
van Windows, maar die is niet altijd even overzichtelijk. Je kunt hiervoor ook gespecialiseerde software gebruiken, bijvoorbeeld met de gratis versie van EaseUS Todo (Windows) of TimeMachine (macOS). Het voordeel van het gebruiken van gespecialiseerde software, is dat het veel korter duurt: je kunt dan namelijk instellen dat alleen wijzigingen en nieuwe bestanden worden gekopieerd. Heb je thuis een NAS (network attached storage), dan is het verstandig
om je back-up op dat apparaat op te slaan. Veel NAS-apparaten hebben hier een back-up-app voor, die bijvoorbeeld elke dag aan het einde van de dag een kopie van de gewijzigde bestanden maakt. Een ander schema is ook in te stellen. Wil je dat je bestanden veilig zijn én dat je er altijd bij kunt, dan kun je zorgen voor een back-up in de cloud. Je moet hier wel voor betalen, aangezien je veel cloudopslagruimte nodig hebt. De gratis diensten bieden hiervoor bijna nooit
13