WORKSHOPGIDS
LINUX OP EEN USB-STICK
Mobiel systeem altijd op zak
De ins en outs van Linux Mint
Be ki pr jk ev hi ie er w de !
De mee comple st Linux-g te ids
Scherp je dj-skills aan met Mixxx
Koopgids: Laptops met Linux
Beheer je taken met Taskwarrior
Blokkeer irritante reclame met Pi-hole
Gamen onder Linux: de stand van zaken
Handig door al je vensters navigeren
PLUS
DE BESTE TIPS EN TRUCS VOOR SYSTEEMBEHEER
BP
€ 9,95
THEMA SPECIAL Linux mint
De XFCE-editie heeft het minste geheugen nodig.
Linux Mint edities WELK VERSIE KUN JE HET BESTE KIEZEN?
Linux Mint biedt drie verschillende edities aan: Cinnamon, MATE en XFCE. Maar wat zijn nou precies de verschillen tussen deze drie edities? Wij zochten het voor je uit. Filip Vervloesem Een Linuxdistributie is een selectie van honderden open source programma’s die samen een bruikbaar besturingssysteem vormen. Voor heel wat taken bestaan verschillende open source programma’s. Het is dus aan de makers van een distributie om voor elke component een bepaald pakket te kiezen. De meest zichtbare keuze bij distributies voor desktops en laptops is ongetwijfeld de desktopomgeving. In Windows en macOS zijn de aanpassingsmogelijkheden van de desktop beperkt: je kunt een ander thema kiezen,
62
LINUX WORKSHOPGIDS
extra widgets toevoegen aan je desktop of de positie en grootte van de taakbalk/dock wijzigen. Wil je een ander startmenu of dock? Dan heb je pech: die componenten zijn zelden inwisselbaar. Maar voor Linux bestaan verschillende desktopomgevingen met elk een eigen karakter. Verkies je een dock, zoals op macOS? Dan moet je Gnome 3 eens proberen. Werk je liever met een klassieke taakbalk en een startmenu? Dan is XFCE waarschijnlijk meer iets voor jou. De keuze van een desktopomgeving is dus grotendeels gebaseerd
op persoonlijke voorkeuren. Daarom bieden distributies vaak meerdere versies aan met elk een eigen desktopomgeving. Bij Linux Mint is daar echter een andere reden voor. Om die te begrijpen, moeten we eerst even terug in de tijd.
GEBASEERD OP GNOME Versies 2 tot en met 11 van Linux Mint gebruikten Gnome 2 als desktopomgeving. We geven toe, dat was niet de meest aanpasbare of flitsende desktop voor Linux. Maar juist door die eenvoud
SPECIAL Mint
Een keuze voor een bepaalde desktop betekent dat je meteen ook een tiental basisapps kiest en herkenbaarheid was Gnome voor Windows-gebruikers erg gemakkelijk aan te leren. In 2011 verscheen het radicaal vernieuwde Gnome 3 dat qua uiterlijk nauwelijks op Gnome 2 leek. Beperkte features en stabiliteitsproblemen maakten de eerste versies van Gnome 3 weinig populair. Maar Linux Mint moest wel overstappen, want de ontwikkeling van Gnome 2 was gestopt! Voor Linux Mint 12 probeerden de Mint-ontwikkelaars om de ontbrekende features via extensies op Gnome 3 aan te bieden. Erg goed lukte dat niet, waardoor ze besloten om dan maar een eigen versie van Gnome 3 te ontwikkelen. Dat is de Cinnamon-desktop. Intussen was men elders in de Linux community gestart met het verder ontwikkelen van de oude Gnome 2-desktop onder de naam MATE. Vanaf versie 13 biedt Linux Mint dus zowel Cinnamon als MATE aan als opvolger van de klassieke Gnome 2-desktop. Volgens de makers van Linux Mint verdient Cinnamon de voorkeur: die heeft de nieuwste technologie aan boord en bevat de meeste mogelijkheden. MATE is door zijn Gnome 2-basis op technisch vlak iets ouder en bevat minder functies. Tot slot bestaat ook een editie met XFCE, sinds jaar en dag een populair alternatief voor Gnome. De desktop lijkt sterk op die van Gnome 2 en is een prima keuze voor oudere hardware.
SYSTEEMVEREISTEN Qua schijfruimte ontlopen de drie edities elkaar nauwelijks. Een standaardinstallatie heeft 7.15GB nodig voor Cinnamon, 7.35GB voor MATE en 7GB voor XFCE. Het geheugengebruik is een heel ander verhaal. Meteen na het inloggen, dus zónder extra applicatie te starten, heeft Cinnamon maar liefst 505MB ram-geheugen nodig. MATE doet het met 350MB een stuk beter en XFCE heeft zelfs al genoeg aan 300MB. Voor een redelijk moderne, normale desktop of laptop maakt dat allemaal weinig uit. Maar wil je Linux Mint op een ouder netbook of een Raspberry Pi draaien, dan denk je wel even twee keer na. De Cinnamon-desktop neemt al de helft (!) van het geheugen van een Pi in en XFCE slechts 30%. Je Pi zal dus merkbaar vlotter multitasken in XFCE dan in Cinnamon.
De MATE-editie sluit het beste aan bij de klassieke Linux Mint-desktop van vóór versie 12.
een bepaalde desktop betekent dat je meteen ook een tiental basisapps kiest. Bij XFCE bevatten die meestal minder features dan in Gnome 2. In Gnome 3 zijn die naar onze mening minder intuïtief (en vaak zelfs minder functioneel). Dit is niet zo in Linux Mint: sinds versie 18 bevat elke editie dezelfde basisapps. Dat zijn de zogenaamde X-Apps: Xed (een tekstbewerker), XViewer (om afbeeldingen te bekijken), Xplayer (om video af te spelen), Xreader (om pdf-bestanden te lezen) en Pix (om foto’s te organiseren). Ze zijn gebaseerd op bekende Gnome apps, zoals Totem, Evince en gEdit, maar dan met een klassieke interface met menubalk. Ook de andere apps zijn identiek en bevatten weinig verrassingen met onder andere LibreOffice, GIMP, Simple Scan, Firefox, Thunderbird, VLC en Rhythmbox.
KLEINE VERSCHILLEN
APPLICATIES
Verschillen zijn er ook, bijvoorbeeld bij de bestandsbeheerder en de terminal: Nemo/Gnome Terminal in Cinnamon, Caja/MATE Terminal in MATE en Thunar/XFCE terminal in XFCE. De Cinnamon- en MATE-apps lijken wel érg sterk op elkaar. Verder bevat enkel Cinnamon een Agenda-app. In XFCE zijn de apps voor procesbeheer en het maken van screenshots minder uitgebreid dan die in Cinnamon/MATE. Ook het startmenu is iets anders opgebouwd in elke editie. Tot slot verschillen de configuratiemogelijkheden van de desktopomgevingen zélf. Zo bevat alleen Cinnamon ondersteuning voor widgets op de desktop.
Er is opvallend weinig verschil tussen de drie edities als we kijken naar de standaardsoftware. Meestal bevat een desktopomgeving zijn eigen apps om bijvoorbeeld afbeeldingen te bekijken of tekstbestanden te bewerken. Een keuze voor
Dat brengt ons bij het laatste en enigszins subjectieve punt: de gebruiksvriendelijkheid. Het hele debacle rondom Gnome 3 toont dat
GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID
gebruiksvriendelijkheid geen harde wetenschap is. De Gnome ontwikkelaars hebben ongetwijfeld met de beste wil getracht om hun desktop toegankelijker te maken voor nieuwe gebruikers. Daarbij gingen ze zo radicaal te werk dat veel tevreden gebruikers van Gnome 2 afhaakten. Ook de ontwikkelaars van Linux Mint zagen niets in Gnome 3. Ze bleven dus een klassieke desktop aanbieden met Cinnamon, MATE en XFCE. Welke editie je ook kiest, de algemene look-and-feel is eigenlijk voor 95% hetzelfde. De verschillen zijn vrij subtiel. Zo toont Cinnamon geminimaliseerde vensters enkel als icoontjes en groepeert het meerdere vensters van één applicatie. MATE en XFCE tonen ook de vensternaam, maar groeperen niet. Echter, via de instellingen kun je het Cinnamon-gedrag in MATE/ XFCE configureren of omgekeerd. Het maakt dus eigenlijk weinig uit in welke desktop je werkt.
VERTROUWDE DESKTOP De drie edities van Linux Mint lijken meer op elkaar dan je zou verwachten. Het verschil tussen bijvoorbeeld de Cinnamon- en XFCE-edities is echt véél kleiner dan dat tussen pakweg Ubuntu (met Gnome 3) en Xubuntu (met XFCE). Het is knap hoe de ontwikkelaars erin geslaagd zijn om op basis van drie verschillende desktops de vertrouwde Linux Mint-gebruikservaring aan te bieden. Welke editie moet je nou kiezen? XFCE lijkt ons ideaal voor oudere computers en systemen met weinig geheugen of als je stabiliteit verkiest boven extra features. MATE zal vooral liefhebbers van Gnome 2 charmeren en Cinnamon is wellicht de beste keuze voor beginners. Maar eigenlijk zijn de verschillen zó klein dat je nooit een slechte keuze maakt. Een mooier compliment kunnen we de ontwikkelaars van Linux Mint niet geven!
www.linuxmag.nl
LINUX WORKSHOPGIDS
03 20193
7
WORKSHOP SPECIAL Software installeren
Software installeren in Mint WELKE TOOLS KAN JE HET BESTE GEBRUIKEN? Linux Mint bevat een aantal ingebouwde tools om software te installeren, zoals Programmabeheer en Synaptic pakketbeheer. Daarnaast bestaan er nog alternatieve app installers, bijvoorbeeld Snap of Flatpak. Maar wat is het verschil tussen al deze tools? Dat zoeken we uit in deze workshop. Filip Vervloesem
De afgelopen jaren zijn er voor Linux-gebruikers heel wat nieuwe methodes ontwikkeld om software te installeren. Vroeger bevatte elke Linux-distributie gewoon één package manager. Dat programma stond in voor alle software-gerelateerde taken. Vergelijken we dat met de laatste versie van Linux Mint, dan zien we dat die taken verdeeld zijn over maar liefst zes (!) programma’s. En dan spreken we nog niet over extra tools, zoals Snap of Flatpak. De bedoeling van al die programma’s is natuurlijk om het installeren van software gebruiksvriendelijker te maken. Maar door de wildgroei aan extra tools dreigen de ontwikkelaars hun doel voorbij te schieten. Veel beginners raken snel de weg kwijt tussen al die tools met soms overlappende functionaliteit. In deze workshop zetten we daarom alles even op een rijtje voor jou. We beginnen met een stukje geschiedenis, want zo begrijp je beter hoe Linux Mint in de huidige situatie is beland. Je vindt alle programma’s terug in het Beheer-menu, behalve het eerste (daarvoor is geen menu entry aanwezig).
PAKKETTEN Software voor Debian, Ubuntu en Linux Mint wordt gebundeld in pakketbestanden met de extensie .deb. Vóór de introductie van package managers -inmiddels alweer zo’n 20 jaar geledeninstalleerde je software door handmatig een aantal pakketbestanden te downloaden en in de juiste volgorde te installeren. Vandaag de dag kom je .deb-bestanden vooral tegen bij closed
4 10
LINUX WORKSHOPGIDS
source software of bij minder bekende software die (nog) niet in een repository is opgenomen. Dubbelklik je op zo’n bestand, dan opent Mint het in de GDebi pakketinstalleerder. GDebi controleert of er nog extra pakketten nodig zijn om het programma te gebruiken: dat zijn de zogenaamde dependancies. Wil je het pakket installeren, dan downloadt en installeert GDebi meteen ook alle dependancies voor jou.
PAKKETBRONNEN Die dependancies haalt GDebi van de servers van Linux Mint en Ubuntu. Daar staan verschillende verzamelingen van pakketten die uitvoerig getest zijn voor één specifieke distributie. Zo’n verzameling pakketten noemt men een repository. In het programma Pakketbronnen zie je welke repositories jouw systeem gebruikt en schakel je specifieke repositories in of uit. De repositories zijn onderverdeeld in drie categorieën: officiële pakketbronnen: bevat de repositories van Linux Mint (voor Mint-specifieke pakketten) en Ubuntu (voor alle andere pakketten). Voor beide repositories kan je een server dichter bij huis selecteren om pakketten sneller te downloaden. PPA’s: dit zijn persoonlijke repositories van allerlei vrijwilligers. Vaak vind je op webpagina’s instructies om een PPA toe te voegen als je een splinternieuw programma wilt installeren. Besef wel dat pakketten uit PPA’s niet getest zijn door de ontwikkelaars van Linux Mint. Inschakelen op eigen risico dus!
extra pakketbronnen: grotere projecten bieden vaak een eigen repository aan met up-to-date software. Zulke repositories activeer je door hier de repository-url toe te voegen. Pakketten uit dergelijke repositories zijn over het algemeen betrouwbaarder en uitvoeriger getest dan die uit PPA’s. Ook closed source pakketten worden soms via extra repositories verspreid. Repositories bieden heel wat voordelen in vergelijking met het manueel downloaden van .deb-pakketten: je hoeft niet voor elk programma naar een andere website surfen; je hoeft geen tientallen dependancies te downloaden voordat je een programma kan installeren; na installatie krijg je automatisch updates zodra ze beschikbaar zijn,
SYNAPTIC PAKKETBEHEER Met een package manager doorzoek je de geconfigureerde repositories om nieuwe software te installeren. Synpatic pakketbeheer was de eerste package manager voor Ubuntu en Linux Mint en is nog altijd aanwezig op elk systeem. Voor beginners is Synaptic niet zo interessant. Het toont veel technische details van het package management systeem en blinkt niet uit in gebruiksvriendelijkheid. Synaptic is immers opgebouwd rond individuele pakketten en niet rond applicaties. Zoek je bijvoorbeeld op “Gimp”, dan vind je 35 pakketten terug. Daarvan heb je er minstens 7
SPECIAL Software installeren
Programmabeheer is de standaard package manager in Linux Mint.
nodig voor een bruikbare Gimp-installatie in het Nederlands. Synaptic is dus vooral geschikt om specifieke, individuele pakketten te installeren of om problemen met het package management op je systeem op te lossen. In normale omstandigheden heb je Synaptic dus zelden nodig.
PROGRAMMABEHEER Zoek je extra software, open dan eerst het nieuwere ‘Programmabeheer’. Dat programma probeert de gigantische hoeveelheid pakketten op een overzichtelijke manier te ordenen. In het startscherm kies je een categorie, waarna je een lijst van populaire programma’s te zien krijgt. Bij elk programma vind je een score (op basis van beoordelingen door gebruikers), een korte beschrijving, enkele screenshots en een link naar de website ervan. Helaas zijn niet alle categorieën verder onderverdeeld. Zo vind je onder ‘Grafisch’ wel de categorieën 3D, Tekenen, Fotografie, etc., maar onder ‘Hulpmiddelen’ staan back-upprogramma’s, rekenmachines en programma’s voor systeembeheer kriskras door elkaar. Gelukkig vind je met de zoekfunctie altijd wel iets van je gading. Let wel op dat de zoekfunctie slechts binnen de gekozen categorie zoekt, tenzij je ze op het startscherm gebruikt.
OVERIGE Tot slot willen we nog twee kleinere tools vermelden. ‘Stuurprogrammabeheer’ is specifiek
Voor ontwikkelaars is het nog steeds véél moeilijker om software te verspreiden voor Linux dan voor Windows of macOS
ontwikkeld om de juiste drivers voor jouw hardware te installeren. Voor bijvoorbeeld videokaarten heb je de keuze uit open source of closed source drivers. Die laatste zijn vooral interessant voor gaming. Stuurprogrammabeheer helpt je om gemakkelijk te wisselen tussen de open source en closed source drivers. Via ‘Bijwerkbeheer’ configureer en installeer je dan weer beveiligingsupdates op je systeem. Meestal start je dat programma niet manueel: een notificatie in de taakbalk toont je wanneer updates beschikbaar zijn.
MOEILIJK VOOR ONTWIKKELAARS Ook al heeft Linux Mint nu veel meer tools voor pakketbeheer dan vroeger, in wezen is in de laatste 20 jaar niet zoveel veranderd. Voor ontwikkelaars is het nog steeds véél moeilijker om software te verspreiden voor Linux dan voor Windows of macOS. Bij die commerciële besturingssystemen hoeft men maar rekening te houden met een
beperkt aantal versies. Windows 7, 8 en 10 hebben elk hun eigen versies van systeembibliotheken, hulpprogramma’s, enzovoorts. Maar je software testen (en eventueel aanpassen) voor drie systemen is nog te overzien. Onder Linux heeft elke distributie mogelijk een andere combinatie van kernelversie, systeembibliotheken, enz. Bovendien bestaan er nog verschillende desktopomgevingen (met hun grafische bibliotheken) én uiteenlopende pakketformaten zoals .deb en .rpm. Je ziet meteen waarom het voor de meeste ontwikkelaars onbegonnen werk is om hun programma voor álle distributies aan te bieden. Het klaarmaken en aanpassen van een programma voor een bepaalde distributie is traditioneel dan ook een taak voor de ontwikkelaars van de distributie en niet voor de maker van het programma.
OUDERE PROGRAMMA’S Die aanpak heeft nadelen. Zo duurt het wel even voor een programma populair genoeg is om opgenomen te worden in de repository van een Linux-distributie. Het is dan soms erg omslachtig om dat programma in jouw distributie te installeren. Ook zit je tijdens de levensduur van jouw distributie vast aan een bepaalde versie van elk programma. De tussentijdse updates dienen immers enkel om beveiligingslekken te dichten. Is er net een nieuwe versie van Gimp uitgekomen met enkele leuke features? Jammer, maar je zal moeten wachten tot er een nieuwe versie van
www.linuxmag.nl
LINUX WORKSHOPGIDS
03 20195 11
THEMA SPECIAL Raspberry Pi
Raspberry Pi als laptop, all-in-one of… GA JE RASPBERRY EENS ‘ECHT’ GEBRUIKEN! Maak eens een laptop van je Raspberry Pi. Of een all-in-one. Of een arcade machine. Of… Ach, er kan zoveel! En voor veel toepassingen zijn hele leuke kant-en-klare behuizingen beschikbaar! Ronald Smit De Raspberry Pi is een alleraardigst microcomputertje. Dát weten we inmiddels wel bij Linux Magazine. Tegelijkertijd is het ook weer geen complete pc. Hoewel? Tegenwoordig draaien steeds meer diensten gewoon in de cloud. Even je mail checken? Start je browser en breng een bezoek aan Gmail of een andere mailprovider met een web interface. Een tekst tikken kan gemakkelijk in een tekstverwerker of desnoods zelfs in de tekstverwerker van OpenOffice. De Raspberry blijkt onder de streep verrassend veelzijdig. En dat nodigt weer uit tot het inzetten van dit kleine systeem voor meer algemene computertoepassingen. Dankzij diverse handige onderdelen (deels in kitvorm) maak je van je Raspberry Pi een complete laptop. Of ga je liever voor een all-inone computerbeeldscherm? Er zijn mogelijkheden genoeg.
PI-TOP Voordat je met een willekeurig Raspberry-project begint, geldt: bezint eer ge begint. Het ombouwen van je Raspberry naar bijvoorbeeld een laptop is namelijk niet echt heel economisch. Je moet het vooral zien als iets waar je plezier aan beleeft, een echt hobbyproject. Ben je simpelweg op zoek naar een goedkope laptop, dan kun je beter ergens een tweedehandsje of iets als een Chromebook scoren. Aan een Raspberry laptop ben je in totaal ook al snel een bedrag richting de 300-400 euro kwijt. Logisch, want een kit als de Pi-Top (https://pi-top.com) kost je op eBay rond de € 250. Dat is nog zonder de
6
LINUX WORKSHOPGIDS
Raspberry zelf, dus in totaal ben je al snel ergens richting de € 300 kwijt. Een complete Pi-Top mét Raspberry Pi 3 vonden wij op eBay voor circa € 355. Dat is best veel, dus vanuit kostenbesparing hoef je alvast geen Pi-laptop in elkaar te zetten! Wel is het gewoon een leuk project, dat gemakkelijk aanpasbaar is aan eigen wensen. Als je bovendien niet voor het kant-en-klare model kiest, doe je nog wat aardige knutselervaring op en weet je exact wat er in je apparaat zit.
HELEMAAL ZELF DOEN Vind je dit soort bedragen toch net wat te gortig, dan zijn er ook andere mogelijkheden. Als je een beetje handig bent met bijvoorbeeld houtbewerking zou je zelf een mooie ‘laptopkast’ kunnen fabriceren. Koop een passend (liefst touchscreen) LCD-scherm en bouw dat in de behuizing. Dergelijke schermen zijn behoorlijk betaalbaar tegenwoordig. Meest praktisch (ook qua prijs) zijn de exemplaren met een 7 inch schermdiameter en een
Met de Pi_Top maak je in een relatieve handomdraai een laptop van je Raspberry. Maar heel goedkoop is het niet te noemen.
capacitief aanraakscherm. Er zijn ook (flink goedkopere) resistieve touchscreens, maar die werken niet echt lekker. Je moet dan namelijk harder op het scherm drukken – ook tijdens het slepen – om iets gedaan te krijgen. Kortom: om irritatie te voorkomen, kun je het best kiezen voor een capacitief exemplaar. Op eBay vind je die voor rond de 50 euro, dus dat is best te overzien.
www.linuxmag.nl
01 2019
9
SPECIAL
THEMA
Raspberry Pi Gek op retrogames? Dan kat je je Raspberry toch om naar een (mini) Arcade-kast!
TEKENDOOS Koop vervolgens een compact USB-toetsenbord en bouw scherm, Pi en toetsenbord in je houten case. Je zou zelfs voor een ‘tekendoosconstructie’ kunnen kiezen, waarbij je het scherm aan de binnenkant van het deksel monteert en de Raspberry in de kist zelf. Dit heeft als voordeel dat daar bijvoorbeeld ook plek is voor een breadboard, kabels en andere accessoires. Zelfs voor een voeding moet daar wel plek voor overblijven. Als je het een beetje handig aanpakt, ben je onder de €200 klaar en beschik je vervolgens over een praktisch vervoerbaar experimenteersysteem. Omdat de nieuwere Raspberries tegenwoordig ook over ingebouwde Buetooth en WiFi-module beschikken zijn allerlei dongles niet meer nodig. Overigens: om diezelfde reden is het onverstandig om een geheel metalen behuizing te gebruiken. Zou je de Raspberry daar inbouwen, dan zorgt de welbekende Kooi van Faraday er op overtuigende wijze voor dat er geen HF-signaal de Raspberry ooit nog bereikt of (de behuizing) verlaat.
ALL-IN-ONE Je kent ze vast wel: duurdere pc’s, die er op het oog uitzien als slechts een beeldscherm. Systemen dus
Voordat je met een willekeurig Raspberry-project begint, geldt: bezint eer ge begint 10
Met een betaalbare behuizing als deze - ook nog eens voorzien van een aanraakgevoelig scherm - bouw je snel een all-in-one-systeempje op.
waarbij computer en monitor één geheel vormen, zoals bijvoorbeeld de iMac. Je kunt zelf iets dergelijks in miniatuur opbouwen met de Raspberry. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van deze wel heel betaalbare (€17,95) behuizing, die we vonden op https://www.kiwi-electronics.nl/ raspberry-pi-7inch-touchscreendisplay-behuizing-zwart?gclid= EAIaIQobChMIp_XjpffM3wIVWOd 3Ch2bkwd2EAQYAyABEgJoVPD_ BwE. Het is niet alleen een behuizing voor je Raspberry, maar ook een touchscreen. Ideaal voor bijvoorbeeld projecten, die een aanraakinterface nodig hebben. Denk aan bijvoorbeeld een mediaspeler of een regelpaneel. Het betreft een geheel kunststof behuizing, dus ook de nieuwste Raspberries met onboard WiFi en Bluetooth werken er probleemloos in. Alle beschikbare poorten zijn aan de buitenkant beschikbaar, dus je kunt zo een bedraad toetsenbord en muis aansluiten. Een dergelijk systeem voldoet natuurlijk ook best als snelle internetterminal. We gokken echter gezien de prijs, dat de resolutie van het scherm niet bijzonder hoog is. Helaas wordt deze niet vermeld bij het product, maar het zal vermoedelijk iets van 800 x 480 pixels zijn. Prima voor een aanraakinterface met lekker duidelijke en ruim gedimensioneerde knoppen, maar minder geschikt voor lappen tekst op een webpagina. Wil je dat wel? Dan sluit je de Raspberry natuurlijk gewoon via HDMI aan op een televisie of monitor. Op die
manier is natuurlijk ook een all-inone te fabriceren. Koop een simpele (kunststof, we kunnen het niet vaak genoeg herhalen) behuizing voor je Pi en monteer deze achterop een scherm of tv. Of verwerk hem in de voet, mits daar plek voor is. Voor inspiratie kun je eens een kijkje nemen op http://www.mdpub.com/ pi/allinone/index.html.
uitvoeren. Zeker Chinese leveranciers bieden aardige opsteekprinten aan, die weinig kosten en toch al beter klinken dan wat de Raspberry zelf aan geluid produceert. Zo’n set is in te bouwen in bijvoorbeeld een oude radio. Zo maak je een apparaat met een retro-uiterlijk, voorzien van de modernste techniek.
MEDIASPELER
Een laatste aardigheidje dat we je zeker niet willen onthouden, is de Pi als (mini) arcadekast. Daarvoor zijn complete kits beschikbaar, bestaande uit een behuizing, knoppen, joysticks, et cetera. Bekijk bijvoorbeeld het exemplaar op https:// www.kiwi-electronics.nl/picade. Als je handig bent, is het natuurlijk ook mogelijk om een eigen arcadekast te bouwen. Zeker de oudere games trekt de Pi qua emulatie moeiteloos. Als software is RetroPie (https:// retropie.org.uk) beschikbaar. Of probeer https://www.recalbox.com eens.
Je kunt natuurlijk nog veel meer met je Raspberry Pi doen als het gaat om creatieve projecten. We noemden al even de functie als mediaspeler. Als softwarebasis kan daar het best Volumio (https://volumio.org) voor gebruikt worden. Je Raspberry verandert daarmee tot een compleet op afstand bedienbare streaming mediaspeler. Dat kun je zo laten als het is en je systeem op een hifi-installatie aansluiten via de audio-uitgang. Probleem daarbij is dat de standaard DAC op de Raspberry niet bijzonder goed klinkt. Beter is het om een externe DAC te gebruiken. Hiervoor kun je kiezen voor een universeel exemplaar dat je op een van de USB-aansluitingen inprikt. Of je gaat voor een specifieke Raspberry DAC, die je op het moederbord van het systeem prikt. Op https:// www.sossolutions.nl/raspberry-pi/ hifiberry vind je diverse oplossingen. Sommige opties zijn behoorlijk aan de prijs, maar je krijgt daar een uitstekende geluidskwaliteit voor terug. Ook kun je een zoekactie op eBay naar Raspberry DAC’s
ARCADEKAST(JE)
CONCLUSIE Al met al zijn diverse kant-en-klare apparaten met je Raspberry te realiseren. Van laptop tot all-in-one naar mediaspeler en arcade-machine. Omdat de Pi zo lekker goedkoop is staat niets je in de weg om zelfs meerdere van dit soort apparaten te bouwen. In het overgrote deel van de gevallen heb je er dankzij al even kant-en-klare softwaredistributies niet eens programmeerkennis voor nodig.
LINUX WORKSHOPGIDS
7
WORKSHOP SPECIAL Printen in Linux
Printen in Linux Mint
VOEG SIMPEL EEN PRINTER OF MULTIFUNCTIONAL TOE
Heb je een printer aan je computer hangen, dan wil je daar vast graag mee kunnen afdrukken. Linux staat vanwege de wat mindere reputatie op dit vlak bekend als complex qua afdrukken. Of beter: moeilijker met ondersteunde printers. Toch kan je in de meeste gevallen prima printen met Linux Mint. Ronald Smit
Anno 2019 zijn de printerproblemen grotendeels verholpen. Ten eerste herkent het besturingssysteem veel printers ‘out of the box’. Daarnaast produceren fabrikanten ook bijna standaard een Linuxdriver. Dat laatste is vooral noodzakelijk voor multifunctionals. Dat zijn en blijven soms vervelende dingen. De printer daarvan krijg je meestal nog wel aan de praat, maar scannen en faxen vereist in sommige gevallen software van de printerfabrikant (maar lang niet altijd, zie laatste alinea van dit artikel). Gelukkig beschikken veel van deze apparaten over een webinterface, van waaruit je genoemde zaken ook kunt regelen. Installeer je alleen een –desnoods generieke, daarover straks meer– printerdriver en gebruik je de webinterface voor scannen, dan ben je hier ook onder de pannen. In dit artikel focussen we ons op het toevoegen van een printer op de manier zoals wij dat willen.
EMULATIE Veel moderne printers beschikken over een netwerkaansluiting (bedraad of wifi). Dat zijn feitelijk de meest eenvoudig aan de praat te krijgen printers. Meer problemen kan je verwachten bij budgetprinters. Zijn daar geen fabrieksdrivers voor Linux voor en dan heb je mogelijk een probleem. Al is ook hier de kans best behoorlijk dat Linux Mint je apparaat toch herkent. Kwestie van aansluiten en kijken wat er gebeurt dus. In het geval van een netwerkprinter ligt de zaak eenvoudiger. Ten eerste zijn dit geen ‘domme’ Windows GDI-printers die heel specifiek voor Windows zijn ontworpen. Daar heeft de fabrikant flink bezuinigd op computerhardware in de printer.
8 52
LINUX WORKSHOPGIDS
eens op laserprinters aantreft. Dit levert heel precieze afdrukken op die op elke printer exact hetzelfde eruit zien. Nadeel is dat het verwerken van afdruktaken langer duurt en dat er flink wat RAM (in de printer) voor nodig is. Desondanks: ook een Postscript-printer werkt prima onder Mint.
KIES ZELF DE DRIVER
Hier vind je ‘Afdrukbeheer’.
Al het rekenwerk betreffende de paginaopbouw wordt door Windows afgehandeld. Het levert een ultra goedkope printer op met een minimale processor en al even minimale hoeveelheid RAM. Niet de meest fijne printers. Meer geavanceerde exemplaren, en dat zijn zonder uitzondering die met een netwerkaansluiting, beschikken over betere computerhardware en ingebouwde software die de afdruktaken verwerkt. Daarnaast ondersteunen ze veelal diverse emulatiemodes. Heb je een ‘antieke’ printer waar geen driver meer voor beschikbaar is? Dat is geen enkel probleem, want dan kies je voor een generieke driver. Zo ondersteunen de meeste printers één van de PCL-versies. PCL is een printertaaltje dat ooit is bedacht Daar is onze printer!
door HP, maar universeel wordt ingezet in printers van allerlei pluimage. Ook is er Postscript, dat je nog wel
De kans is, zoals gezegd, vrij groot dat Mint je (netwerk)printer automatisch detecteert en de benodigde drivers installeert. Punt is wel dat het soms nét niet de drivers zijn die je wilt. Heb je bijvoorbeeld een laserprinter staan, die zowel PCL als Postscript ondersteunt, dan zal je zien dat de tragere Postscript-driver wordt gekozen. Het is dan ook beter om handmatig een driver toe te voegen en die helemaal naar je eigen wensen in te stellen. Klik daarvoor op de startknop linksonder in beeld en daarna in het startmenu onder ‘Beheer’ op ‘Afdrukbeheer’.
SPECIAL Printen in Linux
Linux herkent ook veel multifunctionals.
TOEVOEGEN Klik in het geopende venstertje op de knop ‘Toevoegen’. Je kunt het IP-adres van de –in dit geval– netwerkprinter handmatig invullen. Of kies je printer in het lijstje onder ‘Netwerkprinter’. Wij gaan hier voor de gevonden printer die we willen toevoegen: de Brother HL-5250DN. Er zijn meer netwerkprinters in ons netwerk, maar het gaat om deze. Klik na selectie op ‘Vooruit’ en wacht even tot de juiste drivers zijn gevonden en binnengehaald. Je kunt nu eventuele, extra geïnstalleerde opties op je printer melden. Denk daarbij aan zaken, zoals extra papierbakken. Klik weer op ‘Vooruit’, pas eventueel de printernaam aan en klik op ‘Apply’. Druk een testpagina af door middel van de daarvoor bestemde knop. Komt deze goed uit de printer, dan is de missie tot zover geslaagd.
De scanner werkt.
uit de database’. Klik in het rijtje dat je nu ziet helemaal bovenaan op ‘Generic’ en dan op ‘Vooruit’. Kies de hoogste PCL-versie die jouw printer volgens de handleiding ondersteunt en klik na eventuele selectie van het aanbevolen stuurprogramma in de kolom ernaast op ‘Vooruit’.
AFDRUKRESOLUTIE EN ANDERE PRINTEROPTIES Loop alle beschikbare printeropties even door. Check met name de afdrukresolutie. Kies de voor jouw printer meest praktische resolutie. Een printer die geoptimaliseerd is voor 600 dpi werkt het snelst en het best op die resolutie. Sommige printers ondersteunen ook hogere resoluties, maar als in de handleiding vermeld wordt dat het afdrukken dan langer duurt, kies dan toch voor die 600 dpi. Bovendien scheelt dat toner.
Heb je alles naar wens ingesteld, dan klik je op ‘Apply’ en ‘OK’. Druk wederom een testpagina af. Blijkt dat troep geprint wordt, stop dan de afdruktaak op je printer en kies een andere, lagere PCL-versie. Eén van de PCL-varianten moet –mits je printer deze taal ondersteunt natuurlijk– probleemloos werken.
MULTIFUNCTIONAL: SCANNEN ERBIJ Dat een multifunctional gebruiken onder Linux lang niet altijd complex hoeft te zijn, bewijst onze OfficeJet 6700 van HP. Deze blijkt simpelweg op dezelfde manier toegevoegd te kunnen worden via ‘Afdrukbeheer’. De printer wordt automatisch herkend als multifunctional en na installatie van de benodigde drivers werkt niet alleen de printer, maar ook de scanner (en waarschijnlijk
VAN POSTSCRIPT NAAR PCL Nu zien we in ons geval direct een probleem: de BR-Script 3 (ofwel Postscript-driver van Brother) is geïnstalleerd. Heel mooi voor grafische fanatiekelingen die zeer precieze afdrukken wensen, maar te traag voor de gewone kantoor- en/ of thuisgebruiker. Omdat we uit de handleiding van onze printer hebben geleerd dat deze eveneens het veel snellere PCL 6 als printertaal ondersteunt, willen we dat instellen. Klik daarvoor achter het veld ‘Merk en model’ op de knop ‘Veranderen’. Activeer de optie ‘Selecteer een printer
Met slechts één simpel terminal-commando voeg je uitgebreide scanmogelijkheden toe aan GIMP.
ook de fax, maar dat hebben we voor dit artikel verder niet getest).
SCANPROGRAMMA Wordt jouw multifunctional ook gewoon herkend en geïnstalleerd, dan kun je de scanfunctie snel testen. Klik daarvoor op de startknop en dan onder ‘Grafisch’ op ‘Scannen’. Klik op de knop ‘Scannen’ en –als je iets op de glasplaat van je scanner of in de ADF hebt gestopt– verschijnt dit al snel in het programma. Via de schaarknop is een afbeelding eventueel nog netjes te selecteren, waarna de scan bijvoorbeeld als PDF opgeslagen kan worden.
GIMP Het is ook mogelijk om vanuit GIMP –de standaard met Linux Mint mee geïnstalleerde fotobewerker– te scannen. Daarvoor moet nog wel een plug-in toegevoegd worden aan het programma. Dat doe je het snelste via de Terminal. Open deze en tik het commando sudo apt install xsane gevolgd door een druk op ‘Enter’. Voer je Mint wachtwoord in en druk op ‘Enter’. Tik dan J ter bevestiging (zodra hierom gevraagd wordt) en druk weer op ‘Enter’. De plug-in installeert nu, waarna je terminal kunt sluiten. Start Gimp, klik in het menu Bestand onder Aanmaken en XSane (de net toegevoegde scan-plugin) op ‘Device dialog’. Vervolgens verschijnt een wat onhandig in venstertjes opgedeelde tool waarmee je rechtstreeks, met een zee aan opties, kunt scannen naar Gimp. LINUX WORKSHOPG I D 2019 S www.linuxmag.nl 03
9 53