Toekomst van de Stad en Mobiliteit

TOEKOMST VAN DE STAD EN MOBILITEIT

DE TOEKOMST IS NU

Marco Wenzkowski “Slimme, duurzame verstedelijking en mobiliteitsvernieuwing worden met behulp van ecosystemen versneld”

DIGITAL TWINNING IN DE STAD?

Jeannine Peek “We moeten echt op een holistische manier naar onze steden gaan kijken”

VERMINDEREN, VERANDEREN EN VERDUURZAMEN

Jan van Burgsteden “Denken over mobiliteit moet fundamenteel veranderen als we een gezonde, leefbare omgeving willen”

Maxem koppelt elektriciteitsvraag optimaal aan het aanbod

Klimaatbeleid is menens geworden. Wet- en regelgeving stimuleren de elektrificatie van de mobiliteit. Voor wagenparkbeheerders is het uitdagend om aanbod voor hun groeiende elektriciteitsvraag te vinden. Maxem speelt daar met een intelligent energiemanagementsysteem op in. Dit systeem stemt het laadgedrag af op de beschikbaarheid van elektriciteit in de tijd en op de vertrektijden van de wagens.

Veel bedrijven willen elektrificeren.

Maar hoe doe je dat als het elektriciteitsnet al zwaar overbelast is, zoals op veel plaatsen in Europa? Een extra netaansluiting met voldoende capaciteit om in de laadbehoefte te voorzien zit er vaak gewoon niet in. Maar waar méér niet kan, is slimmer nog altijd mogelijk.

Slim regelen

Maxem levert een intelligent energie-managementsysteem dat het laadgedrag afstemt op de beschikbaarheid van elektriciteit en op specifieke bedrijfsbehoeften, zoals de vertrektijden van de elektrische voertuigen. Het systeem bestaat uit een cloudoplossing en een lokale controller die de slimme sturing regelt van laadpunten, zonnepanelen

Maxem

en batterijen, rekening houdend met de beperkte netaansluiting. Zo kunnen bedrijven optimaal gebruikmaken van hun bestaande netaansluiting.

Voor iedereen Daarmee helpt Maxem bijvoorbeeld een koeriersbedrijf dat distributiecentra buiten de steden heeft. Van daaruit worden met de geëlektrificeerde vloot emissievrij de binnensteden bevoorraad. Het koeriersbedrijf kan deze opzet dankzij het Maxem energie-managementsysteem zo onafhankelijk mogelijk van het elektriciteitsnetwerk bedrijven. Diezelfde benadering is eigenlijk voor ieder wagenpark, particulier of zakelijk, dat worstelt met beperkte netcapaciteit interessant. Uiteindelijk krijgt iedereen op korte of

lange termijn te maken met een toenemende behoefte en de uitdaging van een beperkte capaciteit. Maxem werkt verder onder meer met de ANWB, ingenieursbureau Unica, netbeheerder Stedin, technisch dienstverlener Spie, Rijkswaterstaat, CBR, SVB en Schiphol.

Schiphol

Royal Schiphol Group heeft de ambitie om in 2030 uitstootvrije luchthavens te realiseren. Dit betekent elektrische laadopties voor voertuigen van zowel reizigers als leveranciers en daarnaast voor zwaarder grondvervoer op de luchthaven, de bussenvloot en de logistiek van de aanwezige kantoren. Om dit mogelijk te maken, plaatst Schiphol tot wel tienduizend nieuwe laadpunten. Maxem levert het platform dat bestaande én nieuwe laadinfrastructuur monitort en aanstuurt om de benodigde laadcapaciteit slim te sturen op basis van bezetting, prioriteit, energiemarkt of (transport)planning,

De wereld neemt in een toenemend tempo afscheid van de fossiele wereld en omarmt de nieuwe realiteit. De transitie naar duurzaam en zelfvoorzienend. www.maxem.io

Rivier laat mobiliteit stromen

Onze reisbehoefte verandert. We forensen niet meer standaard vijf dagen per week naar het werk. De behoefte verschilt per dag en hangt daarnaast af van het weer, de bestemming, het type gelegenheid en persoonlijke voorkeuren. Ook willen we flexibel verschillende vervoertypen kunnen combineren, zonder te hoeven zoeken of wachten. Maatwerk is het sleutelwoord. Rivier – een start-up opgericht in 2021 – biedt daarvoor de oplossing.

Stel: je wilt van Amsterdam-Noord naar Aalsmeer. Hoe kom je daar het snelst? Zijn er files, rijdt het OV, kun je een deelfiets, -scooter of -auto boeken? Je kunt het tegenwoordig allemaal uitzoeken, maar moet de deelvragen één voor één zelf oplossen. Dat is een complexe puzzel. Toch kan juist het combineren van vervoermiddelen een reiziger veel tijdwinst en bewegingsvrijheid opleveren. Rivier realiseert dit door het plannen, boeken en betalen van verschillende vervoermodaliteiten op één platform te integreren. Van trein, metro, bus, tram en taxi tot deelfiets, -scooter en -auto.

Wat is Rivier?

Rivier is een IT-platform dat het best te vergelijken is met een digitale stekkerdoos. Aan de ene kant worden mobiliteitsaanbieders aangesloten (OV, deelvervoer en ook parkeerplekken en laadlocaties); aan de

andere kant sluiten Mobility as a Service (MaaS)-aanbieders aan. MaaS-aanbieders zijn partijen die op een laagdrempelige manier allerhande combinaties van vervoer willen aanbieden aan hun gebruikers, die deze combinaties vervolgens kunnen plannen, boeken en betalen; allemaal in één flow. Reizigers kunnen uiteraard kiezen voor de snelste, kortste of goedkoopste reisroute, maar ook voor de meest duurzame of gezondste optie. Zo draagt Rivier bij aan een efficiëntere benutting van vervoermiddelen en een vermindering van de congestie. Vaste reispatronen worden doorbroken.

Ontzorgen

Door mobiliteitsaanbieders en MaaS-aanbieders met elkaar te verbinden, wordt voor mobiliteitsaanbieders een geheel nieuwe afzetmarkt ontsloten. Met maar één connectie krijgen zij toegang tot alle MaaS-aanbieders die op Rivier zijn

aangesloten. Ook voor MaaS-aanbieders zijn de voordelen duidelijk. Zij hoeven niet langer met iedere individuele mobiliteitspartij een complexe, technische integratie te realiseren. Eén aansluiting op Rivier volstaat voor toegang tot een heel scala aan mobiliteitsaanbieders. Zo zorgt Rivier ervoor dat mobiliteit daadwerkelijk gaat stromen.

NS maakt al gebruik van de oplossingen van Rivier. Zo is het sinds 13 juni mogelijk voor ruim 600.000 NS-Business Card houders om een TIER e-bike te plannen en boeken in de NS-app.

gekoppeld aan de energie die zonnepanelen opwekken.

SHIFT Invest

SHIFT Invest heeft Maxem recent groeifinanciering toegekend om het team en de operatie te kunnen uitbreiden. SHIFT Invest, opgericht in 2009, is een Nederlands impactfonds dat investeert in innovatieve startups in duurzaamheid. Duurzaamheid staat hier voor het tegengaan van klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Mobiliteit & logistiek is naast energie, voedsel & agricultuur en green industries één van de investeringsthema’s. Financiers zijn onder andere EIF, Invest-NL, Rabobank, TNO, RVO, KLM, de Nederlandse Spoorwegen en Royal Schiphol Group. Vijftien ervaren investeringsprofessionals beheren het fonds.

Ondernemingen die ook actief zijn of willen worden als MaaS-aanbieder kunnen aansluiten met hun eigen bestaande app. Ze kunnen ook kiezen voor de white label app van Rivier, die met een onderscheidende look & feel kan worden opgemaakt.

Nieuwsgierig?

Wil je zelf ook je vervoeraanbod verbreden en toegankelijker maken, vraag dan een demo aan op rivier.io.

Rivier – Partner Content

duurzame

Duurzamer werken en reizen is helemaal van nu. De vraag die organisaties zich daarbij stellen: hoe stimuleer ik mijn werknemers om duurzamer te reizen? Mobiliteitspartner Athlon komt met een nieuwe benadering van die afweging: is reizen überhaupt nodig?

Het mobiliteitsgebruik in Nederland bevindt zich middenin een transitiefase. Deels heeft dat te maken met de omschakeling van het wagenpark. De traditionele brandstofauto’s maken steeds vaker plaats voor elektrische auto’s. Maar ook de populariteit van thuiswerken, dat in de coranapandemie een grote vlucht heeft genomen. Bovendien is te zien dat medewerkers steeds meer belang hechten aan duurzaamheid, flexibiliteit en hybride werken. Wat juist weer opviel gedurende de afgelopen maanden was dat werknemers door de hoge energiekosten in de eigen woning terugvielen op hun kantoorplek bij de werkgever. En ook stelde medewerkers meer vragen over de noodzaak van elektrisch rijden. De duurder wordende bijteling helpt hier niet bij. Gevolg was dat elektrisch rijden onder druk kwam te staan. Wat je daaruit in ieder geval kan leren, benadrukt Athlon, is dat de behoeften van de medewerkers veranderen, de duurzaamheidsdoelstelling van bedrijven een belangrijk hoger doel dienen en dat de uitdaging dus blijvende is in hoe je als bedrijf een aantrekkelijke werkgever blijft. Dit vraagt om een mobiliteitsbeleid dat je hierop moet blijven aanpassen.

Athlon

Flexibiliteit

Willemijne de Wit, marketing- en sales director van Athlon Nederland, licht in een reactie toe dat Athlon zijn klanten ondersteunt om tot een ideale mobiliteitskeuze te komen. De nadruk ligt daarbij op flexibiliteit, duurzaamheid en hybride werken. “Met ons mobiliteitsbeleid bieden we organisaties de instrumenten om hun zakelijke mobiliteit te verduurzamen, hun CO2-voetafdruk te verkleinen en daarbinnen employer of choice te zijn”, aldus De Wit.

5-stappenplan

Om de transitie naar duurzame mobiliteit te concretiseren heeft Athlon een 5-stappenplan ontwikkeld, waarmee werknemers eenvoudig en concreet hun mobiliteitsafwegingen kunnen maken. “Dit plan dient als leidraad voor het thuiswerken mobiliteitsbeleid van werkgevers. Het schept duidelijkheid en biedt duurzame, flexibele en gegarandeerde mobiliteit in deze turbulente tijden”, zegt De Wit.

Stap 1: Moet je wel reizen?

Reizen is niet altijd nodig. Sterker nog, de meest duurzame (en goedkoopste) reis is de reist die je niet maakt.

Nu de energieprijzen weer dalen, is thuiswerken weer een prima optie. Maar ook het nadenken over wanneer je dan reist. Want moet dat wel op die dinsdag en donderdag in de file? Ook voor benzinerijders is het 5-stappenplan dé manier om hun CO2-voetafdruk te verlagen en duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.

Stap 2: Welk vervoermiddel kies je?

Structureel thuiswerken is niet altijd mogelijk. Soms moet de werknemer alsnog een reis maken. De vraag is dan: welk vervoermiddel kies je? In deze periode van toegenomen flexibiliteit is er meer te kiezen dan alleen die auto. Denk aan openbaar vervoer, een e-bike of een (elektrische) deelauto. Deze keuzeopties biedt de werknemer de mogelijkheid om te reizen op een manier die op dat moment het beste past. Met Athlon Flex kies je voor mobiliteit die meebeweegt met jouw wensen. Heb je te maken met werknemers die elektrisch rijden willen uitproberen of op zoek zijn naar een combinatie tussen openbaar vervoer en een leaseauto? Vandaag kiezen, morgen gebruiken. Zo simpel is het, jouw medewerker kan iedere maand binnen haar of zijn mobiliteitsbudget de optimale vervoersmix samenstellen. De medewerker van nu wil namelijk zelf bepalen of én hoe er gereisd wordt.

Stap 3: Ga je met de auto, kies dan voor elektrisch rijden

Inmiddels is één op de drie nieuwe leaseauto’s bij Athlon elektrisch. “Wij adviseren werkgevers om elektrisch rijden te blijven stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan het vergoeden van de kosten voor thuisladen boven het energieplafond.”

Stap 4: Ongeacht je keuze, rij veilig en bewust

Werkgevers hebben een zorgplicht naar hun werknemers. Niet alleen op kantoor, maar ook als werknemers onderweg zijn. Het is eigenlijk opmerkelijk dat er op kantoor veel aandacht is voor een ergonomische werkplek, terwijl deze zorgplicht net

Athlon ontwikkelt innovatieve, duurzame, flexibele en (kosten)efficiënte mobiliteitsoplossingen. We zijn trotse marktleider in Nederland en bestaan al meer dan 100 jaar. Onze klanten en medewerkers zijn onze inspiratie en drijfveer. Onze ambitie? Zorgeloze en duurzame mobiliteit. Vandaag en morgen. Wij zijn, rechtstreeks of via partners, actief in meer dan 20 landen in Europa, met het hoofdkantoor gevestigd in Nederland. Athlon maakt deel uit van Mercedes-Benz Mobility AG. Meer informatie over ons vind je op www.athlon.com

zo geldt voor de auto. Aangezien veel ongelukken worden veroorzaakt door afleiding heeft Athlon een oplossing ontwikkelt zodat je onderweg wel kan telefoneren, maar niet afgeleid wordt door andere activiteiten op je telefoon. Bovendien heeft Athlon met het online e-Driver programma verkeerstrainingen voor werknemers ontwikkeld om hun kennis op het gebied van verkeersveiligheid bij te spijkeren. “Je krijgt uitleg over wat vermoeidheid met je doet, inzicht in de risico’s van afleiding, maar ook bijvoorbeeld uitleg over verkeerssituaties of het belang van de juiste bandenspanning. Want het is toch eigenlijk gek dat de kennis na het behalen van je rijbewijs nooit meer écht bijgespijkerd wordt? Terwijl er in het verkeer toch echt veel is veranderd! Daarnaast bieden we ook fysieke rijtrainingen aan, bijvoorbeeld gericht op elektrisch rijden.”

Stap 5: Compenseer je uitstoot

De eerste keuzes in voorgaande stappen zijn erop gericht om de CO2-uitstoot verder te verminderen. Maar hoe ambitieus die vermindering ook mag zijn, het blijft onvermijdelijk dat er een vorm van uitstoot plaatsvindt. Ook daar heeft Athlon iets op gevonden. “Als organisatie kan je de uitstoot compenseren door bomen te planten in onze duurzame bosprojecten in Nederland en het buitenland.”

Ben je als werkgever op zoek naar een duurzame mobiliteitsregeling voor jouw organisatie? Download onze Best-in-class-mobiliteitsregeling via onze website:

athlon.com/mobiliteitsregeling of scan de QRcode

De meest

(en goedkoopste) reis is de reis die je niet maakt

Willemijne de Wit, marketing- en sales director, Athlon Nederland

TOEKOMST VAN DE STAD EN MOBILITEIT

De toekomst is nu

VOORWOORD

Campagne Manager

Jelle Stekelbos

Managing Director Jonathan Andersson

Graphic Design

Mo Aslan, KONTRAST STUDIOS AB

Tekst

Hugo Schrameyer, Claudia Pyrtriega, Diederik de Groot, Leendert van der Ent, Jerry Huinder

Coverfoto

AdobeStock

Gedistribueerd met

Het Financieele Dagblad 2023

Drukkerij

RODI Rotatiedruk

Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.

Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.

Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.

Uitgegeven door Contentway B.V.

Keizersgracht 424

NL-1016 GC Amsterdam

Telefoon

+31 20 808 82 00

Website contentway.nl

Email info@contentway.nl redactie@contentway.nl

Volg ons op social media op /contentwaynl

Nederland staat voor grote uitdagingen. De cijfers liegen er niet om: met elkaar hebben we nog 8 jaar de tijd om de CO2 uitstoot met 55% te verminderen, de stikstofuitstoot te halveren en 900.000 nieuwe woningen vooral binnenstedelijk te realiseren. En dat terwijl de ruimte toch al schaars was. Dat vraagt om slimmere keuzes, op basis van een beter zicht op de werkelijkheid. Nieuwe oplossingen uit de digitale wereld geven ons niet alleen inzicht in wat er echt in onze steden gebeurt, maar bieden bovenal handelingsperspectief. En daarbij staan mobiliteit, klimaat, energie en de woningbouwopgave niet op zichzelf, maar kijken we daar vooral naar vanuit samenhang. Niet voor niets staan samenhang en samenwerking centraal in het Dutch Metropolitan Innovations (DMI)-ecosysteem. Bedrijfsleven, kennisinstituten, G40- en G4-gemeenten, provincies en de Ministeries van IenW en BZK werken samen om de domeinen van mobiliteit, openbare ruimte en woningbouw te voorzien van nieuwe instrumenten vanuit de digitale wereld onder een gezamenlijk uniform Afsprakenstelsel. Slimme, duurzame verstedelijking en mobiliteitsvernieuwing worden met behulp van het ecosysteem versneld.

Een actueel voorbeeld is de ontkoppeling van stedelijke ontwikkeling en autogebruik. Hoe kunnen we meer woningen bouwen in onze steden en tegelijkertijd meer groen toevoegen ten behoeve van leefbaarheid en klimaatadaptatie. En hoe kunnen we in die context van minder asfalt tegelijkertijd de mobiliteitsvoorzieningen op peil houden? Want een leefbare stad is ook een bereikbare stad. En bewoners willen werk, kinderopvang en supermarkt kunnen blijven bereiken. Dan komt het aan op gedragsverandering, het bieden van een passender aanbod en het beter benutten van bestaande voorzieningen. En daarbij spelen data en informatietechnologie een cruciale rol. Zij bieden inzicht, overzicht én een concreet handelingsperspectief om slim en duurzaam te kunnen sturen op de schaarse ruimte in Nederland.

Om deze nieuwe technologie op een maatschappelijk verantwoorde manier te

kunnen inzetten en vooral ook landelijk te kunnen opschalen, moeten overheden, markt en kennispartijen op een nieuwe manier gaan samenwerken. Daarvoor zet de G40 themagroep ‘Slimme duurzame verstedelijking en mobiliteitsvernieuwing’ zich in. Met zeven koplopergemeenten die het voortouw nemen, werken we samen met andere partijen in het DMI-ecosysteem aan concrete oplossingen, die zo snel mogelijk breed kunnen worden ingezet binnen de G40 en andere gemeenten in heel Nederland. Om die landelijke opschaling ook echt te kunnen realiseren, zetten we als overheden met elkaar ook nadrukkelijk in op meer beleidscoordinatie.

Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van mobiliteitshubs bij stationsgebieden, waardoor reizigers sneller gebruik kunnen maken van deelvervoer. Als we met elkaar heldere regels opstellen voor de inrichting van dergelijke hubs, maakt dat het voor aanbieders eenvoudiger om diensten te ontwikkelen en deze vervolgens snel op tal van plaatsen te implementeren. Hetzelfde geldt voor eenduidigheid van parkeervergunningen voor deelmobiliteit, wat het gebruik ervan voor reizigers ook nog eens veel aantrekkelijker maakt.

Maar data en informatietechnologie gaan over veel meer dan mobiliteit. Ook bij de verdeling van de ruimte en

het uitwerken van nieuwbouwplannen zijn digitale visualisaties (digital twins) van grote meerwaarde. Scenario’s laten zich makkelijker doorrekenen, alternatieven komen helder in beeld. Bewoners krijgen een beter zicht op de uiteenlopende mogelijkheden. Data op het gebied van energieverbruik brengt oplossingen op het gebied van slimmer laden dichterbij.

We zijn nog maar net begonnen. In de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ en in het DMI Ecosysteem werken we samen met de ministeries van IenW en BZK, bedrijfsleven en kenniswereld om onze ambities te concretiseren en te realiseren. Samen komen we tot oplossingen die niet alleen voor onze eigen gemeenten werken, maar die vooral snel schaalbaar en deelbaar zijn in heel Nederland. Zodat slimme en duurzame verstedelijking écht geen toekomst meer is, maar het fundament onder onze duurzame steden en dorpen.

Marco Wenzkowski, Wethouder, Gemeente Apeldoorn

Tekst: Marco Wenzkowski & Maarten Burggraaf

Foto: Peter Lous

Maarten Burggraaf, Wethouder, Gemeente Dordrecht

Sigmax maakt reizen met bankpas mogelijk

Het OV-gebruik zal de komende jaren verder toenemen. Sigmax in Enschede helpt Nederlandse vervoerders met innovaties voor betaling en inspectie. De nieuwste ontwikkeling is het inchecken met betaalpas, creditcard of smartphone, dat op 6 juni werd gelanceerd. Dit maakt duurzaam en efficiënt combineren van eigen vervoer en OV veel gemakkelijker.

Onder het programma ‘OV-betalen’ van Translink ontwikkelde Sigmax een systeem waarin de betaalpas, smartphone of smartwatch eenvoudig toegang bieden tot tram, bus en trein. Voor het inchecken en de inspectie van betaalpassen door de conducteur dient een handheld-apparaat dat zich uitvoering bewezen heeft voor pinbetalingen in de horeca. René Bal, manager Public Transport van Sigmax: “OV-medewerkers kunnen hiermee tegelijk inspecteren, handhaven, in- en uitchecken en (binnenkort) boetes afhandelen via pin. Het Sigmax-systeem ondersteunt ook de OV-chipkaart.”

De introductie van die kaart, destijds mede door Sigmax, betekende een enorme verbetering. Het nieuwe systeem is weer

Bedrijf

een revolutie. Bij de OV-chipkaart staat de informatie op de kaart zelf, nu staat de informatie online. Het scannen van de kaart geeft als ‘token’ toegang tot die informatie. “De OV-chipkaart is niet ideaal voor mensen die af en toe met het OV reizen. Het nieuwe systeem is dat wel.”

Slimme koppelingen

De ontwikkelingen rondom betaalmogelijkheden gaan razendsnel. Sigmax beoordeelt continu welke nieuwe marktontwikkelingen relevant zijn voor OV-bedrijven.

Bal: “Als systeem integrator brengen we hard- en software in nauwe samenwerking met onze opdrachtgevers samen in een eindoplossing voor conducteur en de reiziger. Voor het reizen met de bankpas passen

we het bestaande systeem van vervoerders én nieuwe betaalmogelijkheden van Apple en Google toe voor betalen met de Smartphone/Smartwatch.”

Uitgangspunt is, dat reizen, betalen en gecontroleerd worden voor de eindgebruiker zo eenvoudig mogelijk is. “Wie zijn betaalkaart, smartphone of smartwatch voor de scanner kan houden, kan de was doen. Vooral jongeren verwachten dat betaalgemak. De uitdaging voor ons is, het technisch te laten werken en te voldoen aan de strenge eisen vanuit de betaalkaartindustrie (PCI)”, zegt Bal. Het systeem moet snel werken en daarnaast uitgebreid getest worden om gecertificeerd te kunnen worden voor betaaltransacties.

Combinaties

Om zo snel en goedkoop mogelijk van A naar B te komen, is een combinatie van auto, trein, fiets, taxi en scooter duurzamer dan alleen de auto nemen. Betaalgemak is de sleutel om dat te laten functioneren.

René Bal, Manager Public Transport, Sigmax

In die zin is het nieuwe systeem een belangrijke stap naar het reizen van de toekomst.

Sigmax ontwikkelt al 25 jaar technologische oplossingen die een positieve impact hebben op het professionele leven van mensen die het verschil willen maken. Veiligheid, leefbaarheid en mobiliteit staan centraal in hun streven naar een duurzame bijdrage aan onze samenleving. Sigmax ondersteunt Nederlandse OV-bedrijven met software voor inspectie, handhaving en check-in/checkout. Daarnaast worden de oplossingen van Sigmax door handhavingsorganisaties in meer dan 250 gemeenten gebruikt, waaronder Amsterdam, Den Haag, Brussel en Antwerpen, voor diverse handhavingsdoeleinden zoals parkeren, milieuzones en stadsafsluitingen.

Bovendien helpt Sigmax servicebedrijven zoals Carglass, Welzorg en Essent efficiënt ter plaatse te werken, waardoor mensen snel en veilig de weg op kunnen en tijdig hun benodigde zorgmiddelen ontvangen en niet in de kou komen te zitten.

Het Tijdperk van Digital Twin: Transformeren van Steden en Mobiliteit

In gesprek met Henk Scholten - Hoogleraar Ruimtelijke Informatica

In de afgelopen decennia heeft technologische vooruitgang een ongekende impact gehad op de manier waarop we leven, werken en ons verplaatsen. De digitalisering heeft nieuwe mogelijkheden geopend om de wereld om ons heen te begrijpen en te beïnvloeden. Nu staat de opkomst van Digital Twin op het punt een revolutie te ontketenen die de toekomst van steden en mobiliteit zal transformeren.

Om inzicht te krijgen in de toegevoegde waarde van Digital Twin, spraken we met Henk Scholten, hoogleraar en oprichter van Geodan, een van de meest toonaangevende bedrijven op het gebied van Geo-IT met diepgaande kennis van Digital Twin en de impact ervan op steden en mobiliteit.

“Stel je voor dat een stad een levend organisme is, dat ademt en verandert met de tijd. Een Digital Twin is als de ziel van die stad. Een virtuele replica die in realtime wordt bijgewerkt en alle aspecten van de stad weerspiegelt: gebouwen, infrastructuur, energienetwerken, vervoerssystemen en zelfs het gedrag van de inwoners”, aldus Henk. Deze krachtige metafoor illustreert hoe een Digital Twin een volledig beeld kan geven van een stad en haar mobiliteitssystemen. Maar wat maakt het zo waardevol voor de toekomst?

“Een Digital Twin biedt een unieke mogelijkheid om scenario’s te modelleren en te simuleren”, vat Henk samen. “Stadsplanners kunnen veranderingen in de infrastructuur, zoals nieuwe wegen of de integratie van duurzaam openbaar vervoer, eerst testen in een virtuele omgeving voordat ze in de echte wereld worden geïmplementeerd. Dit bespaart niet alleen tijd en

Geodan www.geodan.nl

geld, maar minimaliseert ook de impact op de leefomgeving en het dagelijks leven van de inwoners. Denk bijvoorbeeld ook aan het actuele voorbeeld van de plaatsing van windmolens. De eventuele geluidsoverlast voor een wijk of stad kan eerst worden getest en vervolgens met de besluitvormers worden gedeeld. Hierdoor creëer je nog meer inzichten voor een snellere en effectievere besluitvorming. ”

De immense potentie van Digital Twin wordt steeds duidelijker. Het stelt steden in staat om de toekomst te plannen en te beheren op basis van nauwkeurige en

betrouwbare gegevens. Het verbetert de besluitvorming en maakt het mogelijk om complexe problemen effectief aan te pakken.

Een uitstekend voorbeeld van het succes van Digital Twin is het recente project van Geodan dat bekroond is met de prestigieuze juryprijs op de BIM World-conferentie. Het project omvatte het gebruik van Digital Twin voor dijkversterking. “Door nauwkeurige modellering van de dijk en het gebruik van realtime gegevens kon het team verschillende scenario’s testen en de meest effectieve en efficiënte oplossing identificeren”, vertelt Henk. “Dit leidde niet alleen tot kostenbesparingen, maar ook tot een versterking van de dijken, wat essentieel is voor de bescherming van gemeenschappen tegen overstromingen.”

In het tijdperk van Digital Twin hebben

steden de mogelijkheid om slimme, veerkrachtige en duurzame samenlevingen te creëren. Het biedt een holistisch beeld van de stad en haar complexe systemen, waardoor de juiste beslissingen kunnen worden genomen en uitdagingen doeltreffend kunnen worden aangepakt.

Henk: “Als we vooruitkijken, zullen we getuige zijn van de omarming van Digital Twin in steden over de hele wereld. De toegevoegde waarde ervan voor de toekomst van steden en mobiliteit is enorm. Het is een krachtige tool die ons in staat stelt om onze steden te transformeren, onze mobiliteit te verbeteren en een duurzame en veilige toekomst voor ons allen te bouwen.”

Meer weten? https://www.geodan.nl/expertisegebieden/slimme-samenleving/

Digital Twin ondergrond - door Geodan

Digital Twin Lekdijk - door Geodan

Slimmer water geven dankzij data science: zo pakt de gemeente Leiden het aan

In de gemeente Leiden zijn sinds kort sensoren onder de grond te vinden. Ze zijn tactisch geplaatst in de groene ruimte: bij bomen, struiken en andere beplantingsvakken. De sensoren zijn onderdeel van een innovatief project rondom slim watergebruik en -verbruik. Het idee hierachter komt uit de koker van Emiel Hilgersom, asset manager groen bij de gemeente Leiden. Hilgersom: “De dertig sensoren meten de vochtigheid in de grond. Dit omdat we meer grip willen krijgen op het watergeefbeleid in de groene ruimte. Wanneer geef je meer of juist minder water? Het antwoord op deze vraag moet met cijfers onderbouwd zijn.”

Meer dataverzameling, minder onderbuikgevoel

De toenemend droge zomers zijn een eerste reden voor het project. De planten in de openbare ruimte moeten in leven gehouden worden, wat om verhoogde inzet van mankracht en voertuigen vraagt. Dat is een flinke kostenpost voor de gemeente. Anderzijds blijft het waterbeleid punt van discussie. Hilgersom: “Waar sommigen zeggen dat je meer water moet geven, zijn anderen van mening dat minder water prima is. Wat is het juiste evenwicht? En hoeveel uitval mag je hebben qua planten? Want wanneer er planten uitvallen, kost dit ook geld. Daarnaast speelt het sociale aspect een rol. Wat doet het met inwoners als ze vooral dorre, droge of dode planten zien? Iedereen heeft een andere visie. Daarom is het des te belangrijker om door dataverzameling meer te weten te komen over de te volgen koers.”

Omgaan met wisselende ondergrond en natuurverschijnselen

Na een eerste testproject om de potentie van de sensoren te bepalen sloeg de gemeente Leiden eerder dit jaar de handen ineen met IT-dienstverlener ilionx. In dit

partnership wordt de gemeentelijke kennis van de groene ruimte gebundeld met ilionx’ ervaring op het gebied van data science. Samen wordt er gekeken naar de juiste plaatsing van de sensoren. Dit hangt af van een groot aantal variabelen. Zo is er in de gemeente sprake van wisselende ondergrond – veen, klei en zandgrond –en spelen diepte, neerslag, temperatuur en wind ook een rol. Zo loopt water in zandgrond sneller weg en zorgt een hogere temperatuur logischerwijs voor snellere verdamping. En als het gaat regenen, is een dag van tevoren sproeien niet logisch. De hoop is dat de sensoren in de toekomst ook deze fenomenen oppakken en weergeven.

Vermist: sensor

De plaatsing van de sensoren hangt ook van andere factoren af. Hilgersom: “Vergeet niet dat we de sensoren in de openbare ruimte plaatsen. Dat brengt weer andere uitdagingen met zich mee. Zo hebben een aantal nieuwsgierige burgers waarschijnlijk wat sensoren gevonden, aangezien deze van de radar zijn verdwenen. Dat moeten we natuurlijk niet hebben. Vandaar dat we de sensoren nu wat dieper in de grond plaatsen, al moeten we ze nog wel terug zien te vinden. Dit maakt het project anders dan bijvoorbeeld in de landbouw, waar de sensoren ook worden gebruikt. Daar hoeven ze niet verstopt te worden.”

Water in the cloud applicatie

Alle sensorinformatie komt samen in de overzichtelijke water in the cloud applicatie. Hierin zijn de locaties van de sensoren weergegeven, evenals hun batterijstatus en de vochtigheid in de grond. Samen met ilionx wordt besproken op welk moment en waarom er gesproeid wordt. Zo krijgt de gemeente grip op de beste omstandigheden voor de planten. Hilgersom: “De hoop is dat we een getal kunnen binden aan het moment van water geven. Daarnaast zijn er ook nevendoelstellingen te benoemen, zoals de ontdekking van de verschillen in locatie, plantsoort en ondergrond. We hopen eind dit jaar de eerste conclusies te kunnen trekken. Met dit project werken we samen met ilionx en Quantified Sensor Technology toe naar het slimmer geven van water.”

BTG als bruggenbouwer in smart city-omgeving

Gemeenten zien zich geconfronteerd met behoorlijk pittige uitdagingen. Zo bestaan er de Sustainable Development Goals van de VN, waaraan gemeenten in 2030 moeten voldoen. Bovendien wordt de samenleving steeds meer gedomineerd door IT- en Communicatietechnologiegedreven toepassingen. Branchevereniging BTG manoeuvreert in dat speelveld als enabler tussen vraag een aanbod.

De steden van tegenwoordig transformeren tot een omgeving waarin de kwaliteit van leven en leefbaarheid voorop staan. De term Smart City wordt daarbij aangehaald om duiding te geven aan een ontwikkeling waarbij informatietechnologie en ‘Internet of Things’ worden ingezet om de stad te beheren en te besturen. “Grote steden zijn daartoe prima in staat. Op kleinschaliger niveau ontbreekt het vaak aan kennis en voldoende menskracht om goed inhoud te geven aan die ontwikkeling”, stelt Petra Claessen, vice-voorzitter van BTG en Boardmember BTG Services. BTG is de branchevereniging voor IT- en Communicatietechnologie. BTG Services is de dochterorganisatie die onder andere ondersteuning en services biedt aan gemeenten hoe om te gaan met vraagstukken op het vlak van IT- en Communicatietechnologie.

Om de kwaliteit van leven en leefbaarheid

De ontwikkeling van smart cities vergt een holistische benadering, waarbij ambities parallel lopen.

BTG

van smart cities te optimaliseren, zijn er zes doelstellingen geformuleerd die alle zes hun specifieke eigenschappen hebben. Om daar kort op in te gaan:

1. Efficiency – het stimuleren van een hoge mate van leefbaarheid

2. Duurzaamheid – groei in combinatie met de impact op het milieu

3. Mobiliteit – eenvoudige mobiliteitsstructuur

4. Veiligheid en beveiliging – verbeteren openbare veiligheid en veiligheidsbeleving

5. Economische groei – het aantrekken van bedrijven, investeerders, inwoners en bezoekers

6. Stadsreputatie – het voortdurend verbeteren van het stadsimago

Claessen: “Je kunt niet stellen dat specifieke doelstellingen de voorkeur hebben. De ontwikkeling van smart cities vergt een holistische benadering, waarbij ambities parallel lopen. Waar het ons om gaat, is dat we de ontwikkeling van een smart city hub ondersteunen in ons ecosysteem van partners en gebruikers. Enerzijds bestaat er informatiebehoefte bij steden op het gebied van smart cityvraagstukken, anderzijds hebben wij onder

onze leden volop kennis en tools om die vraagstukken te kunnen beantwoorden. BTG is in dat speelveld enabler om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.”

Claessen zelf heeft de rol van eerste aanspreekpunt voor gemeentes. Na evaluatie van het vraagstuk dat op tafel ligt, zoekt de vice-voorzitter van BTG daar de meest geschikte partijen bij. Zo kent BTG een honderdtal aangesloten partners die actief zijn in de ICT- en Telecombranche. Deze partijen hebben hun eigen kennis en ervaring op deelgebieden, zoals veiligheid, telecommunicatie, mobiliteit of gezondheid. Deze kennis wordt bovendien aangevuld met de inhuur van onafhankelijke consultants met eigen deskundigheid en specialismen. “Waar we in de gesprekken met gemeentes op richten is de inhoud van de dienstverlening. In de contacten tussen de gemeentes en onze partner willen we er voor waken dat de sales pitch overheerst. De gemeenten selecteren op basis van inhoudelijke kwaliteiten die aansluiten bij de eigen vraagstukken.”

Branchevereniging voor IT & Communicatietechnologie (BTG) behartigt sinds 1986 de belangen van Nederlandse bedrijven en instellingen die op grote schaal gebruikmaken van bedrijfscommunicatie. BTG organiseert hiertoe netwerkbijeenkomsten, waarbij het delen van kennis en ervaring centraal staat. BTG vertegenwoordigt haar leden bij binnen- en buitenlandse toezichthouders. De vereniging telt ruim 180 leden binnen zowel het bedrijfsleven als de overheid. BTG signaleert trends en vertaalt deze in relevante inhoud en activiteiten. Ledenvoordeel wordt gerealiseerd door bundeling van vraag en daarop gebaseerde dienstverlening.

BTG richt zich op een veertigtal middelgrote steden, terwijl Claessen daaraan toevoegt dat ook de ervaring en knowhow van grote steden als Amsterdam of Den Haag als best-practice kunnen dienen.

Een stad als Amsterdam heeft een dusdanig grote infrastructuur dat er volop kennis bestaat over de kwaliteit van smart cities. “Als die kennis bestaat, kunnen ook kleinere gemeentes dat benutten. Steden verschillen onderling, maar je hoeft niet telkens het wiel zelf opnieuw uit te vinden.”

Om middelgrote steden niet alleen van advies te voorzien, maar ook te ondersteunen in het vervolgtraject bestaat er de BTG Expert Groep Smart Society. Binnen die groep zijn leden en partners actief die gemeentes kunnen adviseren op specifieke deelgebieden. Claessen tot slot: “Bij verschillende gemeentes staan we nu aan de vooravond van een verdere uitrol. De eerste adviezen worden nu geconcretiseerd in aanvullende begeleiding.”

Kader

Almere is één van de eerste steden waar de advisering van BTG heeft geleid tot een praktische uitwerking. In het kader van de Floriade werd een 5G field lab-opgezet, waarbij bezoekers kennis konden maken met wat digitale innovatie kan bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van de stad. Middels sensoren en Internet of Things-apparatuur werden er tal van toepassingen getoond met een hoge mate van connectiviteit.

Petra Claessen, Vice-voorzitter van BTG en Boardmember BTG Services

Opening Green Innovation Hub. Vice-voorzitter BTG Petra Claessen rechts geflankeerd door afdelingsmanager Economie Gemeente Almere en links wethouder Veeningen

Volledig voorzien in je zakelijke laadbehoefte dankzij zonnepanelen en Smart Charging

Ondernemers die hun wagenpark grootzakelijk willen elektrificeren krijgen niet alleen te maken met zaken zoals de technische specificaties van de nieuwe bedrijfswagens, maar ook met het oplaadvraagstuk. Want met alleen een paar laadpalen ben je er niet. Er moet voldoende vermogen beschikbaar zijn om de laadpalen van stroom te voorzien, en dat is nog best een uitdaging met de huidige netcongestieproblematiek.

Mathijs Duijndam, Manager Laadoplossingen, Joulz

Grootzakelijk laden vraagt om andere oplossingen dan laden voor particulieren. Bovendien verschilt de energiebehoefte per bedrijf. “Een kantoor met elektrische auto’s voor woon-werkverkeer heeft een andere laadvraag dan logistieke bedrijven met grote elektrische trucks”, vertelt Mathijs Duijndam, manager laadoplossingen bij Joulz, een energie-infrastructuurbedrijf dat bedrijven helpt met complexe energievraagstukken. “Een kantoor kan waarschijnlijk prima uit de voeten met AC-laders die minder snel laden, terwijl logistieke bedrijven juist snelle DC-laders nodig hebben zodat de trucks weer vlot met hun goederen de weg op kunnen.”

Mobiliteitsvisie

Het mag dan maatwerk zijn, één ding hebben alle bedrijven met elkaar gemeen: namelijk dat verduurzamen niet over één nacht ijs gaat. “Het is een proces. De meesten beginnen met een paar elektrische wagens en twee laadpalen, en breiden dit in de loop der tijd uit.” Om onnodige kosten te voorkomen is het volgens Duijndam belangrijk goed na te denken over de toekomstige energiebehoefte. “Als we met nieuwe klanten om de tafel zitten vragen we altijd wat hun visie is op het gebied van mobiliteit. We stellen dan vragen zoals: Waar wil je zijn over vijf jaar? Wat heb je al gekocht en hoe lang gaat het mee? Hoe ga je om

Joulz

met je routes? Moet je altijd tot honderd of kan je ook tot tachtig procent opladen (state of charge)? Wat is het budget? En heeft jouw netaansluiting en middenspanningsinstallatie voldoende capaciteit om aan jouw vraag te voldoen?”

Netcongestie

Eén van de grootste uitdagingen is nog altijd de netcongestie, oftewel de capaciteit van het net. Het ene bedrijf heeft meer energie nodig dan dat het kan afnemen, terwijl het andere bedrijf juist te veel opwekt en dit niet terug kan leveren. “Een goede oplossing om laadpalen van stroom te voorzien is zonnepanelen op het dak aanleggen zodat je in je eigen energiebehoefte voorziet. Dit kun je aanvullen met een batterij om de zonne-energie op te slaan, zodat je die op een ander moment kunt gebruiken. Daarnaast biedt de batterij additionele verdienmodellen zoals FCR, onbalansmarkt, EPEX.” Ook Smart Charging is een manier om slimmer om te gaan met de bestaande capaciteit. “Door middel

van een cloud based platform en slimme software lezen onze laadpalen uit welke auto’s de meeste stroom nodig hebben en passen hier de capaciteit op aan. Op die manier kunnen er tot tien keer meer laadpunten op één aansluiting geplaatst worden, dit scheelt geld en je gaat een stuk efficiënter met het energieaanbod om.”

Groei van 48 naar 130 laadpunten

Bij het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem realiseerde Joulz dit jaar 24 laadpunten met in totaal 48 laadplekken. “De organisatie van het museum signaleerde dat de bezoeker steeds vaker met de elektrische auto komt en wilde graag in de oplaadbehoefte voorzien. Er was alleen geen elektriciteitsaansluiting en de financiële middelen in de cultuursector zijn beperkt.”

Op basis van een Energy-as-a-Service contract (EaaS) huurt Joulz parkeerplekken van het museum en heeft Joulz de aanleg en het beheer van de laadpunten uit handen genomen. Ook krijgt de instelling een deel van de opbrengst van de laadsessies. “Be-

Als toonaangevende aanbieder van integrale energie-infrastructuren en -diensten helpt Joulz zakelijk Nederland met het ontwerp, realisatie, onderhoud, financiering en exploitatie van energie-infrastructuur. Met haar jarenlange kennis van het net en installaties werkt Joulz aan concrete en duurzame oplossingen voor de energietransitie. Joulz heeft hiervoor alle expertise van infrastructuur, zonne-energie, laadoplossingen, energie-opslag en bemetering in huis. In 2022 bediende Joulz ruim 20.000 zakelijke klanten, en we groeien snel. www.joulz.nl

drijven hebben niet altijd de middelen om laadpalen te kopen. Daarom bieden wij een totaaloplossing waarbij klanten ontzorgd worden, ze verdienen aan de laadsessies en wij zorgen voor het onderhoud en beheer. Bij het Openluchtmuseum is een energieaansluiting gerealiseerd en een transformator geplaatst, zodat ze tot 130 laadplekken, modulair, kunnen uitbreiden. En dat is wel zo duurzaam.”

Gooit netcongestie roet in het eten bij het aanvragen van een aansluiting? Dan is een Solar carport een duurzaam alternatief om elektrische auto’s op te laden. Boven het parkeerterrein wordt een carport geplaatst met zonnepanelen op het dak. De laadpalen worden gevoed met de opgewekte zonne-energie, een handige oplossing voor bedrijven die geen zon op het dak kunnen leggen.

Solar carport

Yamaha schakelt tandje hoger met nieuwe elektrische line-up

De populariteit van elektrisch vervoer heeft een nieuwe impuls gekregen. Mobiliteitsfabrikant Yamaha brengt een aantal innovatieve elektrische tweewielers op de markt die aansluiten bij de actuele vervoerswens van de moderne consument. De introductie van deze innovaties valt bovendien samen met Yamaha’s streven om tegen 2035 een koolstofneutrale fabrikant te worden.

Yamaha is al decennia toonaangevend op vlak van persoonlijke mobiliteit te land, te water en zelfs in de sneeuw. Het mobiliteitsmerk heeft grote invloed op de ontwikkeling van onder andere motorfietsen, maritieme voertuigen en sneeuwscooters. Yamaha gaat nu een stap verder door het tweewielervervoer een nieuwe dimensie te geven. Om deze torenhoge ambities waar te maken, lanceert het bedrijf een volledig nieuwe line-up, met daarin onder andere een nieuwe elektrische scooter, twee nieuwe Urban Mobility-modellen en drie nieuwe eBikes voor verschillende segmenten.

NEO’s:

de nieuwe elektrische scooter

De belangrijke 50 cc-scootermarkt in Europa maakt een transitie door. Dat valt niet in de laatste plaats te danken aan de nieuwe generatie NEO’s van Yamaha, sinds vorig jaar de eerste ’50 cc-equivalent’ in massa geproduceerde elektrische scooters. Het elektrische model heeft duidelijk een eigen karakter door zijn trendy nieuw kuipwerk met rechtopstaande stijl en een minimale overhang voor en achter.

De nieuwste generatie Yamaha Integrated Power Unit (YIPU) zorgt voor aandrijving van de NEO’s. De luchtgekoelde borstelloze elektromotor levert een hoog koppel, waarmee een soepele rijstijl, krachtige acceleratie en een extreem stille werking is gegarandeerd. Onder het zadel in het midden van het chassis bevindt zich een lithium-ion-accu van slechts 8 kg.

De NEO’s Dual Battery versie heeft een actieradius van 68km* en is beschikbaar vanaf € 3.999,-.

*Getest in WMTC Klasse 1 in STD modus, volledig opgeladen batterij bij een temperatuur van 25°C.

Twee nieuwe elektrische Urban Mobility-modellen

Yamaha heeft zijn serie toonaangevende modellen voor stedelijke mobiliteit uitgebreid met de introductie van de BOOSTER Easy eBike en de BOOSTER S-pedelec elektrische bromfiets. De introductie speelt vooral in op de snelgroeiende vraag naar schoon, stil en toegankelijk stadsvervoer.

Yamaha’s nieuwe BOOSTER Easy en BOOSTER zien er vrijwel identiek uit en zijn technisch zeer vergelijkbaar. Beide modellen delen namelijk hetzelfde lichtgewicht chassisontwerp. Het verschil zit hem in de prestaties: de BOOSTER

Easy is een eBike met een maximale trapondersteuning van 25 km/u, terwijl de BOOSTER een S-pedelec is die met een maximale trapondersteuning een snelheid van 45 km/u kan bereiken. De BOOSTER-modellen zijn leuk om mee te rijden, eenvoudig te onderhouden en toegankelijk voor een enorm breed en divers scala aan klanten van alle leeftijden en achtergronden. Verder geldt dat het rijcomfort op een oneffen wegdek wordt gewaarborgd door de dikke 20 inch x 4 inch banden die een uitstekende grip bieden op verschillende soorten wegdek.

Drie nieuwe eBikes

Yamaha introduceert drie nieuwe opvallende eBikes in de drie verschillende segmenten Mountainbike, Gravel en Urban.

De MORO-07 is Yamaha’s premium eMTB in het moutainbikesegment. De MORO-07 kenmerkt zich door een uniek chassisontwerp, het Dual Twin-frame en een PW-X3 aandrijfeenheid met hoog koppel. Het model is ontwikkeld om soepele en krachtige prestaties te leveren op de meest uitdagende heuvelachtige single tracks. De Yamaha Wabash RT laat zich zien als een gestroomlijnde nieuwe fiets voor gravelpaden. Dit nieuwe model is vooral bedoeld voor mountainbikers die zoeken naar plezier, vrijheid en vriendschap als integraal onderdeel van hun totale rijervaring. De stad verlaten, het ontdekken van nieuwe plekken en het genieten van de rit maakt de Yamaha Wabash RT tot een unieke introductie.

CrossCore RC is een toegankelijke allround fiets die Yamaha heeft ontworpen voor een breed spectrum van voornamelijk stedelijke klanten die hun levensstijl willen veranderen en de fiets verkiezen in plaats van de auto of het openbaar vervoer. Met een reeks eenvoudig te monteren trekkingaccessoires is de CrossCore RC de ideale fiets voor dagjes uit in de natuur, en zelfs voor tochten over langere afstanden. Scan

Al deze modellen zijn beschikbaar in de Benelux en verkrijgbaar via officiële Yamaha eBike Experience Centers. Dankzij het omnichannel systeem voor distributie biedt Yamaha een naadloze koopervaring van begin tot eind.

Yamaha – Partner Content

“Denken over mobiliteit moet fundamenteel veranderen als we een gezonde, leefbare omgeving willen”

DUURZAAMHEID

Om de CO2-uitstoot terug te dringen, Nederland te verduurzamen en de bereikbaarheid van zowel steden als landelijke gebieden te verbeteren, moet mobiliteit drastisch veranderen. “Maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan”, zegt Jan van Burgsteden, lid VNG-commissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit en wethouder Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur van Meierijstad.

overheden op hetzelfde neer: hoe kunnen we mobiliteitsbewegingen verminderen, gedrag veranderen en vervoer verduurzamen? In steden zie je bijvoorbeeld dat er zoveel mogelijk in de buurt van voorzieningen en OV-verbindingen wordt gebouwd, zodat het gebruik van het openbaar vervoer, de fiets en lopen wordt gestimuleerd.”

Bredere fietspaden

Hoe kunnen lokale overheden een toekomst creëren waarin de mens en een gezonde, leefbare omgeving centraal staan, en mobiliteit veilig en duurzaam is? Waarin korte afstanden worden gelopen of gefietst? Of als de auto echt nodig is men zoveel mogelijk deelt of voor elektrisch kiest? Volgens Van Burgsteden is het belangrijk om voor dit soort veranderingen uit te gaan van de drie V’s: Verminderen, Veranderen en Verduurzamen. “Iedere gemeente heeft z’n eigen uitdagingen, maar in de basis komt het voor alle

Maar in landelijke gemeenten is niet overal regelmatig rijdend openbaar vervoer, en zijn niet alle voorzieningen dichtbij. Daardoor is men al snel afhankelijker van de auto. Toch zal ook daar, om de luchtkwaliteit te verbeteren en drukte in de spits tegen te gaan, het autogebruik moeten worden teruggedrongen. “Uit onderzoek in Meierijstad blijkt dat de helft van de ondervraagden voor woon-werkverkeer tot tien kilometer nog altijd de auto pakt. Terwijl deze afstand natuurlijk prima kan worden gefietst, al dan niet met een e-bike.” Om meer mensen op de fiets te krijgen moeten fietsroutes dan wel worden verbeterd meent hij. “Die zijn nu niet altijd optimaal waardoor de fietsrit te lang duurt en niet concurrerend is met de auto. Denk aan veilige, vrij liggende, brede en comfor-

Stadsmobiliteit moet zich versneld transformeren

Er is een systeemsprong nodig om ons mobiliteitsgedrag nu werkelijk een keer te veranderen.

tabele fietspaden tussen steden en dorpen en in kernen, op bedrijventerreinen en naar OV-voorzieningen.”

Lange adem

Ook zouden overheden intensiever kunnen gaan samenwerken met andere partijen, zoals scholen en bedrijven. “Mobiliteitsbeleid is een proces van een lange adem, valt over bestuursperiodes heen en slaagt alleen als er breder wordt samengewerkt. Zo kunnen bedrijven investeren in goede fietsenstallingen en vergoedingen voor fiet-

sers. Of vaker thuiswerken stimuleren om verkeer te verminderen en flexibelere werktijden invoeren om drukte in de spits tegen te gaan.” Besluitend voegt Van Burgsteden toe: “Eigenlijk moeten wij allemaal eraan gaan wennen dat we niet altijd alles uit gemak moeten blijven doen. Pak vaker de fiets, ga lopend of neem het openbaar vervoer. Het draait om gedragsverandering bij ons allemaal. Alleen zo creëren we samen een verkeersveilige, duurzame, gezonde en leefbare toekomst.”

Sinds zijn eerste ontwerp is de auto radicaal van aanblik veranderd: de vorm werd aangepast, de motor kreeg een moderne vertaalslag, bovendien kwamen er tal van nieuwe accessoires bij. En toch, als je de mobiliteit van mensen en goederen analyseert, dan is ons vervoersgedrag in feite niet radicaal anders, terwijl we nu tegen de grenzen van de mogelijkheden aanlopen.

Frits van Bruggen, algemeen voorzitter van RAI Vereniging en voormalig ANWB-directeur, zegt als mobiliteitskenner dat er nu volop uitdagingen op het bord liggen. “Er is ooit de opmerking gemaakt dat mensen optimaal gelukkig zijn als ze 1 uur

en 6 minuten per dag mobiel zijn. Mobiliteit zit ingebakken in menselijk gedrag. Dus dat mensen dol zijn op autorijden valt wel te verklaren. Alleen lopen we daarmee nu aan tegen tal van nieuwe uitdagingen: de steden worden steeds voller, we willen toe naar een duurzame leefomgeving, de verkeersveiligheid staat onder druk, Bovendien willen we dat iedereen toegang heeft tot mobiliteit. Mobiliteit moet geen elitefeestje worden zoals het honderd jaar geleden was.”

Van Bruggen heeft geen panklare oplossing om alle uitdagingen te tackelen. Maar hij heeft wel een duidelijke visie op de noodzaak tot transformatie. Eén van de belangrijkste actuele uitdagingen is verdere elektrificatie van het auto- en vrachtwagenarsenaal. De

voorzitter merkt daarbij op dat verschillende vrachtwagenfabrikanten elektrische modellen beschikbaar hebben, terwijl de belangstelling ervoor nog beperkt op gang komt. “Dat is te wijten aan het gebrek van subsidies. Een elektrische variant is aanzienlijk duurder in aanschaf, maar ook de elektrische laadinfrastructuur voor vrachtwagens is nog onvoldoende. Je zou kunnen denken aan faciliteiten, hubs, aan de rand van steden waar er ruimte is voor het elektrisch laden van vrachtwagens”, aldus Van Bruggen, die daarbij tevens aangeeft dat hybride modellen een aantrekkelijke tussenoplossing vormen: op die manier kun je vrachtwagens zowel op snelwegen inzetten als emissieloos in stedelijke omgevingen. “En vergeet de e-fuels en waterstofoplossingen niet, ook dat zijn beloftevolle ontwikkelingen.”

Op de langere termijn ziet Van Bruggen een scenario zich ontrollen waarin verkeersdata een almaar grotere rol krijgen. Alle mobiliteitsonderdelen staan daarbij via data met elkaar in verbinding. Vrachtwagens en auto’s sturen dan data uit, maar dat geldt dan ook voor fietsers, voetgangers, openbaar vervoer, de wegen zelf, noem maar op. Op die manier

ontstaat een slimme mobiliteitsomgeving waarin betrokkenen tot nieuwe overwegingen komen. “Als we iemand willen bezoeken of naar de supermarkt gaan, nemen we nu vaak de auto. In een volledig gedigitaliseerde mobiliteitsomgevingen komen we mogelijk tot andere afwegingen, omdat we duidelijk kunnen inzien dat we met de tram, met de metro of huurscooter bijvoorbeeld veel gemakkelijker of voordeligeruit zijn.”

De overheid moet vooral doen wat er op dit moment wordt gedaan, vindt Van Bruggen, waarbij die het heeft over het mobiliteitsaanbod en het opwaarderen van de infrastructuur. Toch wil die wel graag onder de aandacht brengen dat de overheid twee belangrijke taken niet moet vergeten. En dat is op de eerste plaats de verandering samen met de burger maken “Je moet die burger meenemen in je verhaal. Dat vervoer schoner en veiliger moet, beseffen we allemaal, maar het vervoer willen we ook betaalbaar houden.” Taak twee is het uit elkaar halen van verschillende vervoersfamilies. “Dat is in bestaande steden behoorlijk lastig, maar toch zou ik willen pleiten voor een goed en duidelijk plan voorverkeersstromen. Dat zou de verkeersveiligheid ten goede komen.”

Tekst: Hugo Schrameyer

Jan van Burgsteden, Wethouder Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur, Gemeente Meierijstad

Tekst: Claudia Pyrtriega

Foto: Unsplash

TotalEnergies – Partner Content

TotalEnergies stimuleert energietransitie met slim laden

TotalEnergies in Nederland laat zich steeds nadrukkelijker zien als koploper in de energietransitie. Speerpunt in deze ontwikkeling is verdere uitrol van slim laden in de openbare ruimte en bij bedrijven. Daarmee kunnen elektrische auto’s meer wind- en zonnestroom benutten, waardoor er minder stroom uit gas- en kolencentrales nodig is. Zo wordt de CO2-uitstoot beperkt en wordt het elektriciteitsnet minder belast.

er van op aan kunnen dat zijn voertuig voldoende vermogen heeft op het moment dat hij wil vertrekken, maar aan de achterkant kun je als leverancier beslissen om juist dan te laden als er volop wind- of zonne-energie beschikbaar is. Wij doen dat zonder dat de individuele gebruiker daar veel van merkt, maar door dit op grote schaal in ons publieke netwerk toe te passen, maken we toch impact. Hierdoor is er minder stroom uit gas- en kolencentrales nodig, daalt de CO2-uitstoot en wordt het stroomnet minder belast.”

Dat het mondiale energiegebruik dringend toe is aan een andere structuur behoeft ondertussen amper nog een nadere toelichting. Het klimaatakkoord dat eind 2015 in Parijs werd afgesproken, is in dat opzicht een duidelijk keerpunt geweest. Industriepartijen hebben daarop gereageerd door hun rol in het duurzaamheidsvraagstuk almaar serieuzer te nemen. TotalEnergies behoort als internationaal energiebedrijf tot de voorhoede van partijen die een duidelijke transitie doormaken. Roos van der Ploeg, manager EV Business Development bij TotalEnergies Charging Solutions in Nederland, licht dat toe door te benadrukken dat er stevige ambities bestaan. “De Europese Unie heeft met zijn wetgevingspakket ‘Fit for 55’ aangegeven dat Europa het eerste koolstofneutrale continent moet worden. Ook wij gaan in die ambitie mee door in 2050 geheel klimaatneutraal te zijn. Dat betekent in praktisch opzicht dat we insteken op verduurzaming van brandstoffen voor eindgebruikers. Een deel van die oplossing ligt bij slimme laadoplossingen voor elektrisch rijden, maar ook waterstof zal deel uitmaken van de mogelijkheden,” vult Nick Vissers, manager Sales & Business Development B2B eMobility bij TotalEnergies Charging Solutions, aan.

Slim laden

Speerpunt in het beleid van TotalEnergies is de doorontwikkeling van slim laden. Slim elektrisch laden is een techniek waarbij de laadsnelheid wordt gestuurd door externe factoren zoals de belasting van het net of de beschikbaarheid van groene stroom Van der Ploeg: “De gebruiker moet

TotalEnergies

De volgende stap is actief slim laden, waarbij de gebruiker aanvullende informatie deelt met TotalEnergies. Een gebruiker die aangeeft dat hij zijn elektrische auto niet vanavond, maar pas morgenochtend nodig heeft, kan je op een andere manier opladen dan de auto van de gebruiker die vanmiddag de deur uit wil. “Met actief slim laden kun je zo nog meer betekenen voor het beperken van de netcongestie en de CO2-uitstoot.”

Nu we kennis gaan maken met nieuwe vormen van mobiliteitsoplossingen, zal het laden van auto’s steeds vaker plaatsvinden in de eigen omgeving van gebruikers

Koploper

Met de uitrol van slim laden in combinatie met uitbreiding van het aantal laadpunten voor EV-rijders laat TotalEnergies in Nederland zich duidelijk zien als koploper. Er zijn inmiddels 13.000 openbare laadpunten in Noord-Holland, Flevoland, Utrecht en Friesland. Binnen vijf jaar moet er sprake zijn van minstens een verdubbeling. Van der Ploeg: “Hooguit vijf procent van het wagenpark is nu volledig elektrisch,

maar bijna 1 op de 3 nieuw verkochte auto’s is inmiddels een EV. We hebben die extra laadpunten hard nodig, maar met het oog op de toenemende vraag naar en aanbod van groene stroom óók de techniek om die laadpunten zo efficiënt en duurzaam mogelijk in te zetten.”

Daar waar Roos van der Ploeg zich vooral toelegt op de uitbreiding van slimme laadinfra in de openbare ruimte voor personenwagens, doet Nick Vissers dat voor bedrijfswagens als bestelbussen en trucks. Vissers: “Circa tachtig procent van het nationaal vrachtwagen- en bestelbusvervoer in Nederland legt een afstand af van maximaal 350 km per dag. Voor dat type vervoer kan een laadoplossing op het eigen depot prima volstaan. De groei ervan gaat nu nog geleidelijk, maar de zero emissiezones die je in steeds meer gemeenten ziet, zal een sterke aanjager zijn. Wij nemen onze klanten daarom nu al mee in het toekomstige energielandschap. Met onze ervaring en oplossingen helpen we zo actief bij het verduurzamen van hun wagenpark. We geven ze advies over de optimale laadoplossing voor hun situatie en ontzorgen ze van A tot Z bij het ontwerp, de aanleg en de exploitatie.’

Verkoop tankstations

Onderdeel van de transitie die TotalEnergies doormaakt, is ook de voorgenomen verkoop van de Nederlandse en Duitse tankstations aan de Canadese retailorganisatie Couche-Tard. De verkoop van tankstations is een revolutionaire ommezwaai voor een bedrijf met wortels in de olie- en

TotalEnergies is een multi-energiebedrijf dat brandstoffen en elektriciteit produceert en op de markt brengt. 100.000 medewerkers zetten zich in voor betere energie die betaalbaarder, betrouwbaarder, schoner en toegankelijker is voor zoveel mogelijk mensen. TotalEnergies is actief in meer dan 130 landen en heeft de ambitie om een van de grootste spelers op het gebied van verantwoorde energie te worden. www.totalenergies.nl

gasindustrie, maar is volgens Van der Ploeg toch ook een logische keuze. “In het oude energiemodel worden brandstoffen voor vervoer vooral geleverd via tankstations. Met de groei van elektrisch vervoer, gaat het laden van auto’s niet zozeer meer langs de weg plaatsvinden, maar steeds vaker in de eigen omgeving van de gebruikers. Dat kan met laadoplossingen bij de woning, maar ook via laadpalen in de openbare ruimte, bij bedrijven en bij knooppunten in de stedelijke infrastructuur. Natuurlijk zullen er voorlopig nog tankstations blijven bestaan, maar met het ontstaan van het nieuwe energielandschap, is dat voor TotalEnergies de afweging geweest om ons te heroriënteren op onze energiestrategie.”

Feiten

TotalEnergies Charging Solutions

Nederland wil met slim laden vraag en aanbod van groene stroom beter op elkaar afstemmen. Een slim algoritme houdt rekening met verschillende omstandigheden waaronder: het aantal auto’s dat gelijktijdig laadt, hoe lang iemand al is aangesloten, hoeveel stroom een auto daadwerkelijk nodig heeft, de beschikbaarheid van groene stroom. Zo is het mogelijk dat wanneer veel stroom uit zon en wind beschikbaar is het vermogen van de laadpalen wordt verhoogd. Daardoor wordt er minder gebruik gemaakt van fossiele energie.

Foto: Willem Jan de Bruin/TotalEnergies Marketing Services Nederland

Nick Vissers & Roos van der Ploeg, Manager Sales & EV Business Development

Onderschrift

Odit plam con (±4 woorden.)

LABEL

Laat het ov niet kopje onder gaan

INNOVATIE

Itas quid qui cus moloreium imus moluptam quae nis duntem quatias esciam faceaque dolora nonsequam untusda nimet es delit dolorehendi dusa volecea consedita secaese nimus, tecum nimin corectiam imaio derecatur alis mi, esti odistem ut lam hillit odi corisu untotam blat. (±40 woorden.)

Tekst: Schrijver

Foto: Fotograaf

Minder ov-reizigers leidt tot minder opbrengsten en tot schralere dienstregelingen. En dat leidt weer tot minder reizigers. Maar het tij in het openbaar vervoer kan gekeerd worden, zeggen provincies. ‘Als je nu investeert, houd je de groei erin.’

Tekst: Diederik de Groot

Foto: Unsplash

Door de COVID-pandemie is thuiswerken heel gewoon geworden. Dat heeft consequenties voor het mobiliteitsbeleid van organisaties. Een flexibele mix van oplossingen ligt voor de hand. Daarin kan de deelauto een plek krijgen naast de leaseauto.

Het verkeer lijkt alweer net zo druk als vóór COVID. Dat valt mee: het aantal autokilometers in Nederland lag in 2021 nog elf procent lager dan in pre-coronajaar 2019. Dat komt omdat thuiswerken heel gewoon is geworden. Medewerkers zijn inmiddels gewend om via Teams of Zoom gesprekken te voeren, zonder dat ze de halve dag onderweg zijn. Dit is gunstig voor de productiviteit. Het bespaart daarnaast duizenden autokilometers en daarmee tonnen CO2-uitstoot.

Nieuw mobiliteitsbeleid

De nieuwe situatie vraagt organisaties om hun mobiliteitsbeleid te heroverwegen.

MyWheels www.mywheels.nl

Voor en achternaam, Functie

Het zijn zware tijden in ovland. In de coronajaren, waarin reizigers massaal thuisbleven, hield het Rijk de ov-bedrijven overeind. Die steun loopt eind dit jaar af. Maar zelfs nu corona een lang gepasseerd station is, blijft het aantal reizigers nog sterk achter. We zitten nu op 85 procent van de ov-reizigers die in 2019 instapten. Terwijl er een groei in ov-gebruik was voorzien.

Fugiant etusant, quidia sitaquidem fugit es ea con cus magnatene pratur? Quissit auda doluptas et iundit porest prature rferfer ciligni hitiissum dolore serchil is volessimpost fugiam sit et alia eium explab ium con prem reperum ut volorporem fugitaspitas dolum a nonsent, volorrovidus maximustia dolupta ectae. Faci cum fugiate mporiam, quas ulparcitati dollit est, sedigenis andipsant ium nim res exerum quiasse quodis dolorescipis ad moditae ssequidemque re lautem re vitatur?

Alignie ndipsamus quatin consequi sundam untur sandus, ad ma voles eosam qui ium volorep erunti undam unt, qui odicimpost, quam faci tes repra sit dolupta tistrumet pratio es mo qui nobis doluptatio. Estrupt aquiaest, aborum fugite explitaero iminiscia

“Aan de ene kant is dat logisch”, zegt gedeputeerde verkeer en vervoer Frederik Zevenbergen van de provincie Zuid-Holland. “Mensen werken nog steeds vaker thuis dan vóór de pandemie. Aan de andere kant is dat een groot probleem voor de ov-bedrijven. Ze kunnen niet met 85 procent van de reizigersinkomsten honderd procent van de dienstregeling blijven uitvoeren.” De gevolgen zijn groot, volgens een prognose van het Interprovinciaal Overleg (IPO), het samenwerkingsorgaan van de twaalf provincies. Dat voorziet een kwart minder dienstregelingsuren in 2024 in vergelijking met vijf jaar ervoor. Tenminste, wanneer het Rijk niet ingrijpt. Als concessieverlener betalen de provincies altijd mee aan het openbaar vervoer. Maar ze hebben niet de middelen om alle verliezen op te vangen.

MyWheels – Partner Content

Terwijl trein- en buskaartjes vanaf volgend jaar weer flink duurder zijn. Het ov dreigt daarmee op achterstand te komen in de concurrentiestrijd tegen de auto. Dat staat haaks op doelen van het kabinet om de CO2-uitstoot terug te brengen. De ‘vervoersarmoede’ neemt toe: het zijn vooral mensen zonder auto en rijbewijs, zoals scholieren, die hier de dupe van zijn.

eic tes di aut es autessimus ipit, odi ad ut voluptatem into tendi ilignis enistiis sequibus nem uteniment a cus doluptas il enimiliatur moluptassi nus.

Odit ullatur iorera diate ium quo velestorit architi busdae si voluptum, aut volupta sperupt atatemquunt fuga. Gendae volut unt a vellaccusto il et alibusd aectionsequi non rem qui invelit vollori

Ibusapid mo ipiet intiae explimaximincidi duciunt volesti quatur ra cum et ist, same (±15 woorden.)

Dan heb je maar één keus: de dienstregelingen versoberen. Dan heb je maar één keus: de dienstregelingen versoberen.

ant officia nducidem re eos ex et magnatur?

Alignie ndipsamus quatin consequi sundam untur

Fic torempo rporendae plit ellabor aut et quos es simetum esti destiis siminctia pero dolora nullibus.pliquat quo vendelentem vel ma nam fugit et unt as mosam, est et, quist, quaecea qui blabore rrovit, occum dollest sunt aut aut eum ea sam arum quidere ptaquis

Of het zo’n vaart gaat lopen? Het doel van het IPO is om te behouden wat we al hebben aan ov en daarmee door te groeien. En de Tweede Kamer heeft al unaniem opgeroepen om de verschraling van het ov tegen te gaan. De warme woorden van de Kamer stelt Zevenbergen op prijs. Maar eerst zien, dan geloven. “Op de

Mobiliteitsbeleid: denk aan de deelauto

Een bijkomend effect van thuiswerken is namelijk: leaseauto’s staan vaker stil. Een nieuw mobiliteitsbeleid vraagt om meer flexibiliteit en meer variatie.

Leasen is een uitstekende oplossing voor medewerkers die 20.000 of 30.000 zakelijke kilometers rijden. Bij minder kilometers komen alternatieven in beeld: eigen vervoer, OV of autodelen. Die laatste oplossing heeft sinds de introductie een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Wat eens een tijdelijke uitkomst voor stedelijke jongeren was, is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardige mogelijkheid voor mobiliteit – ook zakelijk. Het is ook een duurzaam alternatief: aanbieder MyWheels heeft nu meer dan 60% elektrische auto’s en bouwt dit uit naar 100% in 2025.

Gemak en duurzaamheid

Specialist in buitenreclame JCDecaux koos voor MyWheels. CEO Hannelore

Majoor: “We hadden eerst acht poolauto’s bij ons kantoor. Ze stonden vaak stil en we hadden hoge parkeerkosten. Bovendien

werken veel collega’s thuis. Dan is een auto voor de deur handiger dan eerst naar kantoor reizen.”

Een andere zakelijke klant is bloemenbezorger Bloomon, die klimaatneutraal werkt. Het bedrijf wil in 2030 de directe uitstoot hebben gehalveerd. Deelauto’s dragen daaraan bij. In de afgelopen jaren reden de medewerkers zo’n 85 procent van hun ritten met elektrische deelauto’s van MyWheels.

Kan een deelauto ook voor jouw organisatie een oplossing zijn? Probeer nu MyWheels Zakelijk met de eerste drie maanden gratis abonnement. Meer informatie: www.mywheels.nl/zakelijk.

Urgentieconferentie OV hebben we met verschillende organisaties vastgesteld wat er nodig is”, zegt hij. “Eigenlijk zegt de Kamer tegen het kabinet: zoek daar het budget bij. Maar daar heeft de Kamer ook zelf een rol in: de staatssecretaris dwingen tot onmogelijke keuzes binnen de portefeuille brengt de oplossing niet dichterbij. Je kunt er niet omheen: zonder extra financiering van het Rijk zien we een achteruitgang van het ov als onontkoombaar.”

exerorae cumque.

Ipid qui sit ma culpa quam et aut quati volum eos sunte vid quiam que enihit quiatio exceate recabores prerupti voluptur? Henis volum lique re maiorem. Ani quam faccabores pliquat quo vendelentem vel ma nam fugit et unt as mosam, quidere ptaquis exerorae cumque conem audi doloritatem volupta ducim restrum, esequas ulluptam si commolo rrumquunt, none sequam ab ipitatia nosanderis netur? Archicient, sime conecep eribusapid molore num quidus.

Ximincte occum cus mo quamusc imaiores dessi de mosanto taectatem si ra parum quam, etum harci cus dolorro volores arciis est acium qui voluptas solore conseque dem voluptiis de expere estrum alis moluptatures apiciis sus quatiis dolore, ut pellabor aut eum et escimus.

Alignie ndipsamus quatin consequi sundam untur

Lenihil icaessimpore res doluptisquis di si doluptis am nem in con onsequid modis aliam reptasp rem eatemod eatem velitasi corrum dolupta tectatiunt a niatium eaquas nonsectorae.

Re consequunt laut debis intiisit et quo et aut as de venimus et et

MyWheels

My Wheels is de grootste aanbieder van deelauto’s in Nederland. De vloot bestaat uit bijna 3.000 auto’s die door het hele land te vinden zijn.

Kosten

Rekenvoorbeeld: een zakelijke deelauto kost de werkgever bij 12.000 kilometer per jaar maandelijks 452 euro. Voor een vergelijkbare leaseauto is dit 573 euro. De deelauto biedt extra flexibiliteit: een MyWheels-abonnement is maandelijks opzegbaar. Daarbovenop komen alleen gebruikskosten, wat bijvoorbeeld de combinatie met OV-gebruik aantrekkelijk maakt.

Een deelauto heeft ook voordelen boven het declareren van kilometers met de eigen auto van medewerkers. De gemiddelde autokosten bedragen volgens de Vereniging Zakelijke Rijders namelijk bijna 30 cent per kilometer, terwijl de belastingvrije kilometervergoeding slechts 21 cent bedraagt. Hier legt een medewerker dus 9 cent per kilometer bij. Bij gebruik van een deelauto hoeven medewerkers verder geen kilometerregistratie bij te houden, dit gebeurt automatisch in de app.

Frederik Zevenbergen, Gedeputeerde verkeer en vervoer, Provincie Zuid-Holland

Veel vraag naar oplossingen voor nieuwe

CO2-registratieverplichting zakelijke mobiliteit

Voor bedrijven met meer dan 100 werknemers gaat per 1 januari 2024 in Nederland iets belangrijks veranderen. Het betreft een nieuwe maatregel van de overheid om inzicht te krijgen in de CO2-uitstoot van zakelijke mobiliteit. Het is een nieuwe verplichting die inhoudt dat alle reisgegevens van werknemers –zowel woon-werkverkeer als zakelijke ritten – geregistreerd en gerapporteerd moeten worden. Dat kan een zware administratieve last gaan vormen voor heel veel bedrijven. Niet gek dus dat velen op zoek zijn naar efficiënte oplossingen om aan de nieuwe CO2-rapportage-eisen te voldoen. Dit verklaart waarom ze het bij Shuttel momenteel steeds drukker krijgen, vertelt directeur Klaas Pieter Roemeling.

Shuttel is een innovatieve speler in de mobiliteitsbranche die bedrijven met hun gebruiksvriendelijke mobiliteitsplatform onder meer helpt om te voldoen aan deze nieuwe wetgeving, terwijl het tegelijkertijd helpt bij het realiseren van duurzaamheidsdoelen. “Shuttel probeert mobiliteit voor iedereen leuker te maken, met als kernonderdeel van onze dienstverlening de efficiënte CO2-rapportage.”, zegt Roemeling. “Met Shuttel registreren bedrijven alle reisbewegingen van medewerkers, ongeacht het vervoermiddel. Het maakt niet uit of werknemers reizen met openbaar vervoer, deelfietsen, eigen vervoersmiddelen of dat ze thuiswerken, Shuttel legt alles vast.”

Een cruciaal aspect is de registratie van de CO2-uitstoot per rit. Dit stelt bedrijven in staat om de uitstoot als gevolg van mobiliteit van werknemers zeer nauwkeurig bij te houden en daarover op te stellen die voldoen aan de nieuwe regelgeving. Roemeling: “Van groot belang is natuurlijk dat daarbij de privacy van de medewerkers wordt gerespecteerd, door alle gegevens te verzamelen volgens de AVG-regels.” Op basis van de verzamelde data stelt Shuttel overzichtelijke rapporten op. Deze kunnen bedrijven eenvoudig indienen bij het e-loket van het Rijk, waardoor ze snel en eenvoudig voldoen aan hun wettelijke verplichtingen.

Daarnaast biedt Shuttel tijdens de contractperiode doorlopend ondersteuning en advies, legt Roemeling uit. “Of er nu vragen zijn over het gebruik van het mobiliteitsplatform, of advies nodig is over het verder verduurzamen van de bedrijfsmobiliteit, Shuttel staat klaar om te helpen.” Shuttel ziet de nieuwe wetgeving volgens Roemeling niet alleen als een verplichting, maar ook als kans om te verduurzamen. “We stimuleren werknemers om milieuvriendelijke vervoersmiddelen te kiezen en optimale routes te plannen. Dit heeft een

Shuttel

Sinds onze start in 2014 werken we bij Shuttel elke dag aan de mobiliteit van morgen. Als grootste aanbieder van mobiliteitskaarten in Nederland bieden we een antwoord op uiteenlopende mobiliteitsvraagstukken. Of je nu stuurt op duurzaamheid, hybride werken, flexibiliteit, kosten of juist vitaliteit. Zo helpen we werkend Nederland met mobiliteitsadvies en gebruiksvriendelijke mobiliteitsoplossingen voor constant veranderende mobiliteitsbehoeftes. www.shuttel.nl

positieve invloed op zowel de leefomgeving als het milieu. Het verduurzamen van mobiliteit is een essentieel onderdeel van de strijd tegen klimaatverandering. Shuttel wil bedrijven en hun werknemers helpen om deel uit te maken van de oplossing.”

Shuttel blijft daarnaast innoveren om bedrijven te helpen bij hun duurzaamheidsinitiatieven en voegt voortdurend nieuwe mobiliteitsdiensten toe aan het platform, variërend van nieuwe vormen van openbaar vervoer en innovatieve fietsdeelsystemen tot technologieën die thuiswerken effectiever maken. Roemeling: “Het doel van Shuttel gaat verder dan alleen het voldoen aan wettelijke vereisten. We streven ernaar bedrijven te helpen bijdragen aan een slimmere, schonere en duurzamere toekomst. Door middel van onze uitgebreide mobiliteitsdiensten geven we bedrijven de middelen en expertise om hun milieu-impact effectief te verminderen. In een tijd waarin steeds meer bedrijven zich bewust worden van hun verantwoordelijkheid voor milieu en klimaat, positioneert Shuttel zich als een waardevolle partner in deze transitie.”

Klaas Pieter Roemeling, Directeur, Shuttel

Ac ademic a z et d e toon in de academische wereld met B C ORP ­ Cert i ficering

“ We streven naar het vergrot en van de positieve impact en het voort durend verbeteren van prestaties, wat leidt tot veerkracht voor individuen en de samenleving op de lange termijn”

Met gepaste trots maakt Academica University of Applied Sciences bekend dat zij met ingang van 1 juni 2023 officieel erkend is als een B Corp, waarmee Academica haar positie als toonaangevende instelling voor geaccrediteerd Hoger Onderwijs in de academische wereld versterkt.

Academica richt zich vanuit haar vestiging in Amsterdam op onderzoek en ontwikkeling van organisaties en professionals via eigentijdse bachelor- en master-opleidingen. Dankzij de toetreding tot de internationale B Corp-community kan Academica haar missie 'een beter leven door beter onderwijs, transparant bestuur en leiderschap, en een focus op duurzaamheid', verder inhoud geven. Margareth de Wit, bestuurder van Academica: “We zijn bijzonder trots op deze certificering, omdat deze naadloos aansluit bij onze ambitie om duurzame impact te genereren met ons motto ‘een leven lang leren’.”

Academica bestaat uit twee faculteiten die een breed scala aan (geaccrediteerde) opleidingen en programma’s aanbieden. De School of Education & Society richt zich op programma’s zoals de Master In Leading and High Performing Education, de Schoolleidersopleiding, High Perfoming Schools en van Intern Begeleider naar Kwaliteitscoördinator. Daarnaast biedt de School of Leadership www.academica-group.com

& Sustainability opleidingen en programma’s aan zoals de MBA Leadership in Sustainability, Sustainable Control, Sustainable Leadership en Bedrijfskunde in Sustainability.

Krachtige leiders die het verschil maken

Centraal in het werk van Academica staat het vormgeven van krachtige leiders, uitstekende professionals en toekomstbestendige organisaties. Academica biedt gedegen, geaccrediteerd, blended en m odulair onderwijs, waardoor studenten, scholen en organisaties flexibel kunnen profe ssionaliseren, ervaringen kunnen delen, onderzoek kunnen doen en publiceren. Academica stelt het collectieve welzijn van de samenleving voorop door professionals op te leiden die op lange termijn een verschil kunnen maken in onze wereld. De B Corpcertificering bevestigt de toewijding van Academica om een positieve impact te maken en maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.

Margareth de Wit, Bestuurder van Ac ademica

"We streven naar het vergroten van de positieve impact en het voortdurend verbeteren van prestaties, wat leidt tot veerkracht voor individuen en de samenleving op de lange termijn,” voegt Margareth de Wit eraan toe.

In onze master- en MBA-programma’s staat persoonlijk leiderschap centraal, met de vraag: “Wat voor impact heb ik op mijn omgeving, op ME, WE, WORK en WORLD?” Duurzaamheid is meer dan eenzijdige, thematische formats of indicatoren. “We meten jouw professionaliteit aan de hand van maatschappelijke meerwaarde. Als leider ben je cruciaal voor het bereiken van de VN Sustainable Development Goals, die grens o verschrijdend impact hebben. Het analyseframework van B Lab versterkt onze benadering. Hiermee identificeer, beoordeel en herdefinieer je vijf duurzaamheidswaarden voor je organisatie, Workers, Customers, Community, Governance en Environment. Zo bouw je aan een duurzame bedrijfsvoering die hét verschil maakt,” weet Margareth de Wit

Nieuw segment in onderwijslandschap “De complexiteit en wisselwerking tussen overheid, maatschappelijk m iddenveld en bedrijfsleven vereisen

een integrale aanpak,” stelt De Wit. “In deze context vertegenwoordigt Academica een nieuw segment in het onderwijslandschap Onze dagelijkse focus ligt op het investeren in de ontwikkeling van excellente professionals. ‘Kennis gaat vooraf aan vaardigheden’ dient als het ontwerpprincipe voor al onze onderwijsactiviteiten. Als onderdeel van de B Corp-community kunnen we nu onze inspanningen versterken als drijvende kracht achter een betere samenleving.”

Met een lerende houding en een sterke nadruk op sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en inclusiviteit als kernwaarden, blijft Academica een voorbeeldrol vervullen in de academische wereld. Met de behaalde B Corp-certificering, streeft Academica ernaar om de kwaliteit van het onderwijs en het leiderschap te verbeteren opdat gelijke kansen worden gecreëerd, diversiteit wordt omarmd om zo onze planeet duurzaam in te richten Door de inzet voor duurzaamheid en door maatschappelijke verantwoordelijkheid te tonen, inspireert Academica andere organisaties in de academische wereld om soortgelijke stappen te zetten. Hiermee zet Academica de toon met haar certificering in het Academische landschap.