FUTURE OF FOOD
VOEDSELPATRONEN PAS DUURZAAM, ALS HET GEZOND IS
Nederlanse Zuivel Organisatie: bij verduurzaming van voedselsystemen, moet je ook oog hebben voor negatieve gezondheidseffecten
HET VERHAAL VAN NATUURLIJK KAPITAAL
MVO Nederland: samen kunnen bedrijven Nederland mooier eten
BOER IS TOE AAN MEER VERANTWOORDELIJKHEID
Topsectoren Food & Agri en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen: het is niet verkeerd dat er regels zijn, maar ze zijn te algemeen van karakter
Dit is een commerciële uitgave van Contentway bij deze krant mei 2023 Cosun maakt de cirkel rond 02 08 12
“Een voedselpatroon is pas écht duurzaam, als het gezond is”
Om klimaatverandering te beperken en het milieu te ontlasten, wordt wereldwijd en dus ook in Nederland hard gewerkt aan een duurzamer voedselsysteem. Het staat buiten kijf dat dit hard nodig is, maar het is ook belangrijk om oog te hebben voor mogelijk negatieve gezondheidseffecten van een voedseltransitie, zegt dr. Stephan Peters, deskundige voeding en duurzaamheid bij de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). “Een duurzaam voedselpatroon is namelijk niet per definitie een gezond voedselpatroon.”
Voedsel- of eiwittransitie
Dat het bittere noodzaak is om gezonder en duurzamer voedsel te gaan eten, daarover bestaat weinig discussie. De Verenigde Naties voorspellen een groei van de wereldbevolking tot 10 miljard mensen in 2050. Dit betekent dat er anderhalf keer zoveel voedsel geproduceerd moet worden als nu. Daarnaast zal het toenemende welvaartsniveau in andere delen van de wereld leiden tot meer mobiliteit en reizen en een hogere consumptie van vlees en andere producten die van dieren afkomstig zijn. Ook dat zorgt voor een grotere belasting van het milieu.
Gezondheid voorop
De omschakeling naar een duurzamer voedselsysteem is een belangrijke uitdaging voor veel landen. Stephan Peters heeft zich verdiept in de gevolgen van zo’n voedseltransitie. In zijn vorige baan bij het Voedingscentrum was hij verantwoordelijk voor de wetenschappelijke onderbouwing van consumentenvoorlichting. Nu brengt Peters voor de NZO in kaart of en hoe zuivelproducten passen in duurzame eeten drinkpatronen. Hoe kan het menselijk dieet duurzamer en tegelijkertijd gezond worden? Dat is volgens Peters de belangrijkste vraag bij de omschakeling naar een duurzamer voedelsysteem. Gesteund door wetenschappelijke inzichten en de visie van organisaties zoals het Voedingscentrum, stelt Peters dat zuivel een belangrijke rol kan spelen bij de beantwoording van die vraag.
In Nederland wordt de omschakeling naar een duurzamer voedselsysteem ook wel de ‘eiwittransitie’ genoemd. Grofweg houdt dit in dat mensen aangemoedigd worden minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten te consumeren. Dat betekent een dieet waarbij minder vlees, eieren, zuivel en vis wordt gepromoot en meer peulvruchten, tofu en andere groenten. De winst die geboekt moet worden met een transitie naar meer plantaardig eiwit is gebaseerd op de duurzaamheidsaspecten van voedselproductie. “Helaas wordt deze manier van denken ook vertaald naar onze voedselconsumptie,” legt Peters uit. “Alleen eten we geen eiwitten, maar voedingsmiddelen.” Daarom spreekt Peters liever over een voedseltransitie, omdat dit de lading in zijn ogen beter dekt.
ontstaan, en daarmee gezondheidsproblemen. Volgens het Voedingscentrum moet iemand met een veganistisch dieet voor diens eigen gezondheid bijvoorbeeld 20 tot 30 procent meer plantaardige eiwitten consumeren.
Verschil in eiwitkwaliteit
De reden dat veganisten meer eiwitten moeten eten, is dat plantaardige eiwitten minder essentiële aminozuren bevatten. Deze aminozuren kunnen mensen alleen uit hun voeding halen en zijn nodig voor het aanmaken van belangrijke eiwitten in ons lichaam. Daarnaast is bij plantaardige eiwitten de verhouding van de aminozuren minder gunstig en zijn ze lastiger te verteren. Dierlijke producten leveren naast eiwit nog veel meer belangrijke voedingsstoffen legt Peters uit. “Zo is zuivel een belangrijke bron van calcium en kalium en vitamine B12 en B2. Vlees is weer een belangrijke bron van ijzer en vitamine B12.” (Zie figuren) “Bij het verminderen van de inname ervan moet rekening gehouden worden met een gezonde vervanging van ook die voedingsstoffen”, vervolgt Peters. “In de praktijk is dat niet zo makkelijk als het lijkt.”
Peters wijst ook op de specifieke gezondheidsvoordelen die de Gezondheidsraad aan de consumptie van zuivel toedicht. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het aannemelijk is dat de consumptie van zuivel samenhangt met een kleiner risico op darmkanker. De consumptie van yoghurt zou samenhangen met een kleiner risico op diabetes type 2.
Welvaartsziektes
“Zuivel staat in de Schijf van Vijf vanwege de positieve gezondheidsaspecten”, legt Peters uit. Daarom worden halfvolle melk, karnemelk, magere yoghurt en kwark en 30+ kaas aanbevolen in de Schijf van Vijf. De eiwittransitie pleit voor meer plantaardige voeding. Als we doorslaan in die ingeslagen weg, zullen de zuivelaanbevelingen niet worden gehaald. Dit betekent dat de voedingsstoffeninname onder druk komt te staan en dat het positieve effect van zuivel op het voorkomen van welvaartsziektes verloren gaat. We gaan dan op papier misschien duurzamer eten, maar ook ongezonder. En voor mij staat een ding vast: een voedingspatroon dat niet gezond is, kun je niet duurzaam noemen.”
Schijf van Vijf
De eenzijdige focus op eiwitten zorgt volgens Peters namelijk voor problemen. “De Nederlandse overheid heeft een agenda voor de eiwittransitie, die afkomstig is van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Die agenda is gericht op verduurzaming door het verminderen van de inname van eiwit in het algemeen en het bevorderen van de consumptie van meer plantaardige eiwitten. Maar dit beleid levert niet per definitie voordelen op voor de volksgezondheid.” Volgens het Voedingscentrum krijgt iemand voldoende eiwitten binnen als wordt gegeten volgens de welbekende Schijf van Vijf. Binnen die schijf kunnen consumenten vlees vervangen door noten, peulvruchten, zuivel en ei. Bij een verdere vervanging van dierlijke producten door een plantaardig alternatief kunnen tekorten aan belangrijke stoffen
Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) www.nzo.nl
NZO – Partner Content
02
Dr. Stephan Peters, Voeding en Duurzaamheid, Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO)
“We eten geen eiwitten, maar voedingsmiddelen”
Voedingsdeskundigen betrekken
De instanties en organisaties die zich met de voedseltransitie bezighouden, worstelen met de vraag hoe een duurzaam dieet óók gezond kan zijn, ziet Peters. De eenzijdige kijk op eiwitten in het duurzaamheidsbeleid van LNV vindt hij moeilijk te begrijpen als je het vergelijkt met de voedingswetenschappelijk adviezen van de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum. “Het zou goed zijn als de Gezondheidsraad het beleid van de eiwittransitie-agenda toetst. Dan kunnen ze zien en beoordelen wat bij het verminderen van de inname van dierlijke eiwitten de gezondheidsrisico’s zijn.” Peters hoopt dat de in Nederland beschik-
bare kennis van en visie op het voedingsbeleid gebruikt wordt bij het vaststellen van de agenda van het ministerie van LNV, zodat een nieuw en evenwichtiger beleid ontstaat. Het betrekken van voedingsdeskundigen bij een voedseltransitie is volgens Peters essentieel. “Zij hebben veel kennis van de rol die bepaalde voeding speelt voor onze gezondheid.”
Succesfactoren
Een gebalanceerde en geïntegreerde kijk is sowieso nodig om een duurzame voedseltransitie succesvol te laten zijn, aldus Peters.
“De Wereldvoedselorganisatie (FAO) wijst er op dat iedereen in de samenleving erbij
betrokken moet zijn: consumenten, producenten en de overheid. Daarnaast wijzen ze erop dat consumenten alleen enthousiast een ander, duurzamer dieet omarmen, als het voor hen lekker, herkenbaar, gezond en betaalbaar is.”
Dat betekent volgens Peters dat je ook rekening moet houden met de lokale cultuur en eetgewoontes. De FAO stelt dat zuivel een belangrijk onderdeel is van de basisvoeding, omdat het vol zit met voedingsstoffen die helpen het lichaam sterk en vitaal te maken. Dat wordt in Nederland ook bevestigd door de aanbevelingen en voedingsadviezen van de Gezondheidsraad
en het Voedingscentrum. Voor Peters blijft voorop staan dat gezondheid in een nieuw of veranderend voedselsysteem moet zijn gegarandeerd. “Want ik blijf het zeggen: een voedselpatroon is alleen écht duurzaam als het ook gezond is. Wij voelen vanuit de zuivelsector een grote verantwoordelijkheid in de voedseltransitie. Daarom zorgen we ervoor dat zuivel steeds duurzamer wordt geproduceerd, maar wijzen we er tegelijkertijd op dat zuivel een belangrijke rol speelt voor onze gezondheid. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat ons toekomstige voedselpatroon duurzaam én gezond is.”
NZO – Partner Content
Figuur 1. Bijdrage van eieren, vlees en zuivel aan de totale inname van mineralen in Nederland (RIVM)
03 contentway.nl
Figuur 2. Bijdrage van eieren, vlees en zuivel aan de totale inname van vitaminen in Nederland (RIVM)
Campagne Manager
Kim Lak
Managing Director Jonathan Andersson
Redactie
Jerry Huinder
Graphic Design
Liese Oers, Mo Aslan, KONTRAST STUDIOS AB
Tekst
Jerry Huinder, Hugo Schrameyer, Eoin Hennekam, Diederik de Groot, Leendert van der Ent
Coverfoto
AdobeStock
Gedistribueerd met
Het Financieele Dagblad 2023
Drukkerij
RODI Rotatiedruk
Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Uitgegeven door
Contentway B.V.
Keizersgracht 424
NL-1016 GC Amsterdam
Telefoon +31 20 808 82 00
Website contentway.nl
Email info@contentway.nl redactie@contentway.nl
Lees meer op contentway.nl
Volg ons op social media op /contentway.nl
Onafhankelijk meten en monitoren is de basis voor voedselzekerheid
Veilig, gezond en duurzaam voedsel produceren begint op het erf van de boer. Keurmerken op de verpakking garanderen dat voedingsmiddelen voldoen aan de kwaliteitseisen.
“Onafhankelijke data uit analyses bewijzen dat je werkt aan gezonde bodems en gezonde voeding,” stellen Benedicte Sandbaek en Joris van Benthum van laboratoriumorganisatie Eurofins.
Waar komt een product vandaan, hoe is het geproduceerd en wat is de nutritionele waarde?
Het zijn vragen die de consument zich tegenwoordig steeds vaker stelt,” zegt Benedicte Sandbaek, algemeen directeur van Eurofins Food.
“Ons eten moet veilig en gezond zijn, en duurzaam zijn geproduceerd. De consument wil zekerheid en bewijs. In de retail zijn daarom allerlei keurmerken in het leven geroepen die de consument moeten informeren, zoals het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’.”
Eurofins
www.eurofins-agro.com
www.eurofinsfoodtesting.nl
Gezonde bodems
“Dat keurmerk is een mooi voorbeeld van hoe de hele voedselketen samenwerkt aan duurzaamheid,” vult Joris van Benthum, algemeen directeur bij Eurofins Agro, aan.
“Een duurzame productie van voedsel begint met zorg voor de bodemgezondheid. Een gezonde bodem bevat een actief bodemleven en levert genoeg voedingsstoffen en water voor een optimale opbrengst en kwaliteit van landbouwgewassen. Bovendien legt een gezonde bodem CO₂ vast in organische stof. Zo draagt de bodem bij aan het terugdringen van de opwarming van de aarde. Onze Soil Health Solutions leveren data waarmee boeren kunnen aantonen dat zij werken aan bodemgezondheid en het vastleggen van CO₂. Een gegeven dat in verschillende keurmerken kan worden opgenomen.” Maar is er meer, legt Van Benthum uit: “Een gezonde bodem is weerbaar tegen ziektes en plagen. Er zijn dan minder pesticiden nodig tijdens de
teelt. Pesticiden die niet worden gebruikt, komen ook niet in voedingsmiddelen terecht.”
“Er komen trouwens meer stoffen via de bodem in ons voedsel terecht. Denk aan PFAS. Eurofins meet PFAS in de hele keten; in grond, in ons voedsel en zelfs in de mens.
Claims bewijzen
Sandbaek: “In de keten wordt steeds meer om bewijslast gevraagd. Niet alleen voor keurmerken. Er is een trend gaande dat de vervuiler moet betalen. Als je als supermarkt bijvoorbeeld kan aantonen dat jij en je leveranciers er alles aandoen om CO₂-uitstoot tegen te gaan tijdens de productie en dat de overblijvende uitstoot zoveel mogelijk wordt vastgelegd in de
bodem van de boer, dan kan dat in de kosten schelen. Bovendien heb je dan ook een marketingvoordeel.” Bij het verifiëren van voedselclaims en van de authenticiteit van producten zijn analysedata onmisbaar. De moderne laboratoria van Eurofins analyseren grond, water, gewassen en levensmiddelen op chemische, fysische én biologische eigenschappen.
Onafhankelijke data
Sandbaek en Van Benthum benadrukken dat Eurofins onafhankelijk is als het gaat om analyses: “Dat maakt dat boeren en levensmiddelenindustrie met de analyserapporten altijd weten waar ze aan toe zijn.”
Eurofins – Partner Content
FUTURE OF FOOD 04
Geef boeren de mogelijkheid om te innoveren met bewezen technieken
Boeren wíllen echt graag stikstof reduceren en een systeem voor 77% ammoniakreductie in de stal is nu al beschikbaar. Toch durven boeren niet te investeren, omdat ze niet weten waar ze aan toe zijn. Lely roept de overheid op om boeren duidelijkheid te geven.
Stikstof reduceren met ‘innovatie’, wat betekent dat eigenlijk? Henk van Dongen van Lely houdt zich bezig met alles wat met de mestkringloop te maken heeft: “De Lely Sphere is een integraal systeem voor precisiebemesting. Maar als ‘bijvangst’ zorgt het voor een flinke ammoniakreductie in de stal. Er ontstaan drie waardevolle mineraalstromen die ingezet kunnen worden op het land: de feces met organische stikstof en fosfaat, de urine met kalium en de circulaire kunstmest met de minerale stikstof. Dit reduceert de behoefte om kunstmest te kopen. Je kunt elk type meststof gebruiken voor een optimale bemesting van bodem en gewassen, precies waar en wanneer dat nodig is.”
Maar boeren zijn huiverig om nu te investeren, zelfs in bewezen technieken
Lely
Als internationaal familiebedrijf in de agrisector zijn we dagelijks bezig het leven van veehouders aangenamer te maken met innovatieve oplossingen en gerichte services. Daartoe bieden we oplossingen voor nagenoeg alle werkzaamheden in de koeienstal: van melken tot reinigen. En advies voor het slim inrichten van het melkveebedrijf met gebruik van managementsystemen. www.lely.com/nl
Wat zijn de overeenkomsten tussen succesvolle ondernemingen?
Welk onderscheid geldt daarbij voor foodbedrijven, cq. voor leveranciers van plantbased producten en voedingssupplementen t.o.v. bedrijven in andere sectoren?
Een succesvolle onderneming kijkt vooruit, weet waar kansen liggen, innoveert en gaat met passie en plezier op zijn doel af. In de foodsector is dit niet anders. Door nieuwe consumententrends tijdig te signaleren en erop in te spelen, blijven succesvolle ondernemingen in de foodsector groeien. Zij spelen in op behoeftes van de consument en durven hierbij ook risico’s te nemen om hun moment te pakken. Denk hierbij aan gemak, maar ook aan voedingssupplementen of plantbased producten.
De plantbased sector groeit snel. Met een verwachte groei van ongeveer 18% de komende 7 jaar is het een sector waar trends en ontwikkelingen de markt voeden. Ontwikkelingen zoals aangescherpte regelgeving in de vleesindustrie, een toename van de wereldbevolking en een toenemende bewustwording bij consumenten (gezondheid en klimaat) zorgt ervoor dat er in deze sector veel gebeurd maar waar je als onderneming ook op in moet (durven) spelen.
gerelateerd aan veroudering of ondersteuning bieden bij overwicht gerelateerde ziekten.
Met een stijgende omvang van de voedingssupplementenmarkt en plantbased producten kunnen we voorzichtig concluderen dat consumenten zich steeds bewuster worden van gezondere keuzes en ook bereid zijn om hier meer geld aan te besteden. Kansen voor (succesvolle) ondernemingen om te groeien.
Welke strategische keuzes maken zij waardoor ze kunnen groeien? Geldt daarbij eveneens een onderscheid voor foodbedrijven? De uitdaging daarbij is het kiezen van de juiste momenten (MapYourMoment).
zoals Lely Sphere. Van Dongen: “De oude ‘emissiearme stalvloeren’ bleken volgens de rechter onvoldoende te werken. Maar veel van die systemen zijn vóór 2020 onderzocht. Lely Sphere is recent nog getest op bestaande boerderijen. En wat bleek: in de praktijk zien we een reductie van ammoniak tot 77% gemiddeld. Dit heeft recent geleid tot een definitieve publicatie op de RAVlijst (Regeling Ammoniak Veehouderij). In het Lely managementsysteem kun je realtime de resultaten van het Lely Sphere systeem volgen, bijvoorbeeld hoeveel kilogram stikstof er is gewassen en hoeveel er in de silo zit. De data van het Lely Sphere systeem kan door overheden altijd ingezien worden. Zo kun je direct aantonen wat de reële stikstofreductie is.”
Volgens Van Dongen willen boeren graag meehelpen de veehouderij toekomstbestendig te maken. Maar hoewel de interesse groot is in de Lely Sphere blijven investeringen uit. Van Dongen: “Boeren willen weten: ‘als ik deze investering nu doe, kan ik de komende decennia dan ook nog boer zijn?’ Er wordt nu gewerkt aan een beëindigingsregeling (LBV-regeling), maar wat voor perspectief ligt er voor de boeren die wél door willen?”
Balthazar den Breems Partner and co-founder, IMAP
IMAP
Ook de voedingssupplementen markt is een snelgroeiende sector. Een trend die we bij plantbased zien, is ook sterk aanwezig bij voedingssupplementen; bewustwording van gezondheid en omgeving. Er is een onmiskenbare shift in de populariteit om gezonder en fitter door het leven te gaan. Maar ook ontwikkelingen zoals vergrijzing en overgewicht bij een groot deel van de (wereld) bevolking draagt bij aan de stijgende vraag naar producten die een positief effect hebben op aandoeningen
Ondernemingen zetten steeds meer in op (technische) groei mogelijkheden door product en service uitbreiding, uitbreiding naar omliggende landen. Maar ook door verduurzaming in het totale productieproces of door een extra distributiekanaal toe te voegen aan hun al bestaande lijn. Het overemen van een andere onderneming (buy-and-build strategie) wordt veelal toegepast als versnelde groei wenselijk is. Met zo’n strategie kunnen ondernemingen
Wij zijn IMAP Netherlands, een adviesbureau met veel ervaring in het aan- en verkopen van bedrijven. We zijn nuchtere Nederlanders maar óók onderdeel van een sterk internationaal netwerk. Wij hebben collega’s in vijf werelddelen en kunnen ervoor zorgen dat potentiële kopers van China tot Chili weten dat uw bedrijf te koop is. www.imap.nl, www.mapyourmoment.com
specifieke kennis overnemen, geografisch uitbreiden, team van gespecialiseerde medewerkers toevoegen aan hun eigen team of een positie in een nieuwe sector bemachtigen.
Bij foodbedrijven is dit niet anders. Ook hier zien we eenzelfde soort strategische groei. Om groei te realiseren binnen de voedingsindustrie is het essentieel om in te spelen op veranderende consumentenbehoeftes, demografische veranderingen en innovaties. Door actief in te zetten op je groeistrategie, kun je je onderscheiden en betere marges realiseren. Consumenten zijn zich bewuster van hun lichaam, gezondheid, omgeving en hun algehele fitheid. Tegelijkertijd willen zij ook de herkomst en oorsprong weten van de producten en hoe ze zijn gemaakt, wat erin zit (plantbased/ clean food) en zijn zij op zoek naar gemak. Daarnaast kan het digitaliseren van processen en gebruik maken van data zorgen voor groei.
Uiteindelijk draait het bij de groei van een onderneming ook om het pakken van de juiste momenten. Wat is het beste moment voor een buy-and-build strategie, hoe en wanneer ga je over op het maken van (nieuwe) strategische keuzes?
Lely – Partner Content IMAP – Partner Content
05 contentway.nl
Zuivel direct van de bron met Mijn Boerderij
INNOVATIE
Waar komt onze zuivel vandaan? In elk geval niet uit één grote melkfabriek. Met Mijn Boerderij kun je precies zien van welke boerderij jouw portie zuivel afkomstig is. En dat is nodig, vindt boer Guus: “De relatie tussen consument en boer moet weer worden hersteld.”
Wat heeft ‘jouw’ koe gedaan vandaag? En wanneer is ze gemolken? Het maakt nogal wat uit voor de smaak en kwaliteit van de melk. En het is natuurlijk ook gewoon leuk om te weten. “Met Mijn Boerderij is de melk precies traceerbaar”, vertel Sergio Ooijens van Lely, dat het platform heeft ontwikkeld: “Normaal gesproken wordt de melk van verschillende melkveehouderijen verzameld in één grote tank. Dan is alle uniekheid weg.” Bij Mijn Melk werkt dat anders: “De Mijn Melk boeren hebben allemaal een mini-melkfabriek op hun erf. De koeien worden door de melkrobot gemolken en de melk wordt direct in een kleine batch gebotteld, met minimale bewerking. Vers in de fles dus. Met een QR-code op de fles kun je precies zien van welk erf jouw melk afkomstig is. Maar ook welke koeien hebben bijgedragen aan jouw melk, wat het verhaal is van die koeien en wat die koeien vandaag gedaan hebben. Dit kan via een platform op basis van data dat wij Mijn Boerderij noemen.”
Eén van de boeren die is aangesloten bij Mijn Boerderij is Guus van Roessel. Hij heeft een biologische melkveehouderij: “Op mijn
Convent Capital – Partner Content
Laat duurzaamheid en circulariteit in agrifood groeien en bloeien
Het Amsterdamse Food & Agri Impact Fund van Convent Capital tikte onlangs de 100 miljoen euro aan geïnvesteerd vermogen aan. Het fonds investeert in duurzaamheid en circulariteit in de agrifood. Principaal Bor Boer: “De sector is enorm in beweging. Er liggen grote mogelijkheden. Bovendien is de duurzame agrifood in vergelijking met de technologiesector nog ondergeïnvesteerd.”
In de agrifood-sector bestaat bij uitstek vraag naar verduurzaming om grote uitdagingen voor de mensheid het hoofd te bieden. Betere benutting van reststromen, bevordering van de biodiversiteit en de overschakeling naar meer plantaardige eiwitten in het menu zijn daarbij enkele aspecten. Boer: “Het gaat allereerst om bestaande producten anders produceren,
Convent Capital
zoals met minder bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Daarnaast gaat het om echt andere producten en productiemethoden, zoals kweekvlees en productie in verticale kassen. Er is veel investeringsvraag. Het geïnvesteerd vermogen neemt al tijden jaarlijks met meer dan tien procent toe, maar de sector blijft relatief ondergefinancierd. Opmerkelijk, want er is een gunstig financieel rendement mogelijk en het gaat om een stabiele, weinig cyclische sector is. Iedereen blijft tenslotte eten.”
Scale-ups
Het Food & Agri Impact Fund richt zich daarmee zowel op nieuwe als bestaande bedrijven. Bor: “We volgen nauwlettend wat er op universiteiten, seed funds en in incubators gebeurt. We krijgen veel
boerderij De Dobbelhoeve ontvang ik regelmatig schoolklassen. We zien dat de kinderen nauwelijks benul hebben van waar en hoe hun voedsel wordt geproduceerd, terwijl ze hier vlakbij wonen. Ik gebruik geen kunstmest, geen gif. En ik zorg goed voor m’n dieren. Ik ga daar graag over in gesprek met mensen.” De melk van Guus en de andere Mijn Melk boeren is te koop in de supermarkt en bij wat kleinere en lokale leveranciers. Je kunt de QR-code op de fles scannen en dan zie je informatie over de boerderij van jouw melk. Guus: “Ik zie wel dat de trend van gezond willen leven en eten groeit. Meer mensen willen weten waar hun eten vandaan komt. Ik hoop ook dat we het gesprek aangaan met elkaar. Iedereen mag mij vragen waarom ik bepaalde keuzes maak. Ik hoop ook dat het andere boeren aanzet om na te denken: wat ben ik aan het doen, en ben ik daar zelf gelukkig mee?”
De mogelijkheden van het platform zijn eindeloos. Sergio: “We weten met dit systeem precies hoeveel vetten, eiwitten en lactose er per batch in de melk zit. Dat kan interessant zijn voor specifieke groepen mensen die een bepaalde smaak of samenstelling zoeken.”
Mijn Boerderij is voorlopig vooral bedoeld om de consument wat meer informatie te geven. Volgens Sergio lijkt dit eigenlijk op de melkboer van vroeger: “Die verkocht ook de melk direct van zijn erf, de mensen kenden ‘hun’ boer. Er was een persoonlijke band. Dat brengen we nu een beetje terug, alleen hoeft de boer niet meer langs ieder huis.” Het scheelt ook transportkilometers: “De melk wordt op het erf verwerkt, het hoeft niet, het hoeft niet nog naar een fabriek gebracht worden, maar kan direct naar de (lokale) winkel.” Volgens Sergio gaat het allemaal om bewustwording en transparantie: “Je voedsel is érgens gemaakt. En nu weet je precies waar.”
verzoeken om in te stappen als de huidige investeerders buiten hun mandaat raken. Dat brengt ons op het pad van de scaleups. Dat is het segment waar in Nederland juist een grote financieringsbehoefte voor bestaat.”
Huidige investeringen
Huidige investeringen van het Food & Agri Impact Fund zijn ChainCraft, BeeHero en Animal Health Concept
Convent Capital is een onafhankelijke Nederlandse investeringsmaatschappij opgericht in 2011. Met ons eerste fonds richten we ons op kleine tot middelgrote ondernemingen binnen de Benelux, die een goed track record hebben en waar we strategische en operationele mogelijkheden zien om duurzame waarde te creëren: organisch, in nieuwe markten of via een buy-&-build strategie. www.conventcapital.nl
(AHC). ChainCraft in Amsterdam maakt vetzuren voor diervoeding, vooral capronzuur en boterzuur, uit agrarische afvalstromen. Het Californisch/Israelische BeeHero staat voor precisiebestuiving door een gemonitorde bijenpopulatie. En Animal Health Concepts (AHC) in Heino maakt additieven voor diervoeding die het antibioticagebruik kunnen verminderen.
06
Guus van Roessel Directeur Business Development, Lely
FARMING THE FUTURE
HLB helpt boer naar duurzamere bedrijfsvoering
Landbouw in de knel? Dat hoeft niet. Door goede innovaties transformeert de landbouw tot een toekomstbestendige sector. Met tools, technieken en onderzoeksfaciliteiten helpt HLB Groep ondernemers daarbij. Van die transitie profiteert ook rest van de agrofoodketen.
Minder uitspoeling en uitstoot van nutriënten, minder chemie, minder residuen. Kortom, het werk van de boer wordt steeds uitdagender door aangescherpt beleid. Het moet in de volle breedte duurzamer. Intussen wordt ondernemen duurder en zijn er steeds meer monden te voeden. Dat betekent dat de productie gelijk moet blijven met minder input. Klinkt als een sector in de knel, maar met goeie innovaties hoeft dat helemaal niet. De landbouw is juist een sector in ontwikkeling.
De HLB Groep helpt agrarisch ondernemers en de agroketen om de gevraagde duurzaamheidsslag met behoud van productie te maken. Dat doet zij met innovatieve meetsystemen, praktische diagnoses, adviezen op maat en toegepast wetenschappelijk onderzoek.
HLB Groep is: Hilbrandslaboratorium in Wijster, De Groene Vlieg Bio Diagnostics in Dronten, De Groene Vlieg Bio Control in Nieuwe-Tonge en drie bedrijven in Wageningen; Nutriënten Management Instituut (NMI), AgroCares, Clear Detections en Ears. Onder het bedrijfsmotto Farming the Future ontwikkelt deze groep bedrijven, die allemaal een eigen expertise hebben op het gebied van duurzame en verantwoorde landbouw, handvatten om beter te boeren.
Een van de vele ontwikkelingen binnen HLB Groep is de digitale diagnostiek en precisielandbouw. Van het opsporen van bodemziekten door intensieve monstername en analyse tot een betrouwbaar advies op maat. Voor dat laatste heeft het bedrijf een team adviseurs in de regio. Dit leidt tot praktische advisering over de beste productiemethodes en een zo duurzaam mogelijke beheersing van ziekten en plagen.
Techniek onmisbaar voor innovatie Techniek is een onmisbare factor van innovaties. Met slimme sensoren en software kunnen bodem en gewas worden onderzocht op alle belangrijke bodemparameters en bepaalde ziekten en verschijnselen. Door wegval van chemische middelen
HLB
worden analyses in bodem, gewas, ziekten en plagen een belangrijke basis voor effectieve maatregelen. Meten is weten. Ook precisielandbouw doet zijn intrede. Veel toepassingen worden plaatsspecifiek. Niet alleen door de beperktere inzet van chemie, maar ook voor een effectief gebruik van groene gewasbescherming en minder-risico-middelen.
Een mooi voorbeeld van digitale diagnostiek is de app Leafspot. Als een teler in het veld een afwijkend blad met vlekken in het gewas ziet, kan hij hiermee direct ter plekke een diagnose krijgen. Perfect om tijdig te kunnen ingrijpen. Ook de handscanner van AgroCares is een innovatief hoogstandje, dat met sensingtechniek realtime bodem- en voerparameters meet.
Ook wordt gewerkt aan digitale insectenherkenning. Hierdoor verloopt monitoring niet alleen sneller, maar kan deze in principe overal ter wereld plaatsvinden. Deze systemen leveren een belangrijke bijdrage aan duurzame landbouw. Op deze manier kan een teler snel en accuraat handelen. Het past bovendien volledig in verantwoord middelengebruik en gezonde voedselproductie.
Maar uiteraard richt HLB Groep zich vooral op preventie. Met de insectenmonitoringsystemen bijvoorbeeld. Voor beheersing van de plaag uienvlieg kweekt HLB-poot De Groene Vlieg steriele insecten die in het seizoen worden uitgezet bij uienpercelen. Deze Steriele Insecten Techniek (SIT) is onderdeel van de SKAL lijst en is Planet Proof , Global GAP en recentelijk ook onderdeel van de nieuwe ecoregeling binnen het GLB.
Ook wordt werkt veelvuldig samengewerkt in programma’s die zijn gericht op minimale milieubelasting en vermindering nitraatoverschotten, zoals Duurzame Bollenteelt Drenthe.
Transparantie in voedselproductie
Transparantie in voedselproductie is een van de belangrijkste trends in de agroketen. Voedselproductie moet aan allerlei wettelijke en bovenwettelijke eisen
voldoen. “We ontwikkelen en passen innovatieve systemen toe waarmee elke boer en tuinder veel sneller en beter kan sturen en ook kan aantonen dat inzet van een bepaald middel nodig is ”, legt Janny Peltjes, oprichter en CEO van HLB Groep uit. “Hiervoor zijn systemen nodig die aangeven of inzet van deze middelen gerechtvaardigd is. Denk hierbij aan nutriënten (stikstof en fosfaat) en gewasbescherming. Daarnaast is het voor de primaire sector belangrijk te weten hoe zo snel mogelijk kan worden ingespeeld op behoeftes van bodem en gewas, inclusief vroege ziekten detectie.”
Een efficiënte en duurzame agrofoodketen is wereldwijd sterk in beweging om de groeiende wereldbevolking te voeden. Tegelijkertijd is West-Europese agrosector in een combinatie van transities terechtgekomen, waarbij duurzame productie een kernbegrip is. De maatschappij vraagt een license to produce, vergroening, kringlopen en digitalisering.
HLB Groep wil doorgroeien tot een belangrijke internationale speler op het gebied van bodem- en gewasonderzoek, diagnostiek en advisering. De mix van bijna 200 enthousiaste wetenschappers, onderzoekers, adviseurs, veldmedewerkers en laboranten zorgt voor een goede match tussen wetenschap en praktijk.
The agricultural and horticultural sector holds the key to the challenge of meeting the increasing demand for sustainable food production and clean water all over the world. HLB Group contributes by developing efficient and sustainable practices, sensingsolutions, conducting in-depth research and providing diagnoses and practical advice with real added value for the farmers & agri-chain worldwide. Farming the future! www.hlbbv.nl
Doelstelling en missie HLB Groep De doelstelling en missie van de groep is het beste als volgt samen te vatten:
Passie: wij delen de passie voor het ontwikkelen en implementeren van duurzame oplossingen voor alle boeren.
Kunde: de beste vertaler van kennis naar tools en integrale strategische oplossingen voor uitdagingen in de praktische bedrijfsvoering in de agrisector. Die kunde is onze kracht. Een kennisbron gedreven door data.
Purpose: wij werken aan een betere aarde, door te werken aan vraagstukken tussen maatschappij en markt. Van strijden tegen naar optimaal werken met de natuur.
Winst: wij creëren waarde voor boeren en hun context door innovatieve strategische oplossingen te ontwikkelen en implementeren via kennisproducten en technische tools. Voor de landbouw van morgen.
Samengevat: samen realiseren wij binnen één generatie een landbouw die in balans is met en teruggeeft aan de aarde.
07 contentway.nl
HLB – Partner Content
“Samen kunnen bedrijven Nederland mooier eten”
Zonder duinen is onze kust niet beschermd. Zonder bomen zijn onze steden ’s zomers veel te heet. En zonder gewassen hebben we nauwelijks te eten. Kortom: de natuur levert ons allerlei onmisbare materialen en diensten. De voorraad van al die natuurlijke bronnen – denk aan planten, dieren, bodem, lucht, water, mineralen – noemen we natuurlijk kapitaal. Elk bedrijf maakt gebruik van dat natuurlijk kapitaal. En is er afhankelijk van. Samen met alle bedrijven kunnen we de natuur versterken én de toekomst van alle bedrijven veilig stellen. Dat verhaal is echter niet zo eenvoudig, noch heel erg praktisch. We spreken met Gerard Teuling, sectormanager agrifood bij MVO Nederland over het verhaal van natuurlijk kapitaal – met name gericht op de agrisector.
Wat is de trend van nu als het gaat om bedrijfsadvies en spelen bedrijven in de foodsector daar een onderscheidende rol in?
Bij bedrijfsadvies wordt er steeds meer hoogwaardig advies verlangd. Bij IMAP ligt de toegevoegde waarde vooral op het identificeren van de beste kopers en het strategisch positioneren van de onderneming. Het uitvoeren van een foutloos overnameproces is uiteraard noodzakelijk maar daar wordt het verschil niet op gemaakt. Doordringen tot de kern van een onderneming en die positioneren is cruciaal. In de voedingsketen ligt de marktmacht bij de grote partijen. Schaalvergroting speelt dan ook een belangrijke rol om een goede onderhandelingspositie te creëren. Ook bij de aankoop van een bedrijf is het identificeren van de juiste targets cruciaal. Een adviseur moet daarbij de markt en de partijen kennen om een goede beoordeling te maken van de strategische fit tussen bedrijven.
Teuling begint te vertellen over hoe in een korte tijd bedrijven én de natuur ver van elkaar verwijderd zijn geraakt. “We zien dat water en lucht vervuild zijn, grond onvruchtbaar wordt en de biodiversiteit afneemt. Niet goed voor de natuur én niet goed voor bedrijven. Een belangrijke bijdrage aan de afname van ons natuurlijk kapitaal komt door de manier waarop we met ons reguliere voedsel omgaan. Wist je dat ons landbouwsysteem maar liefst 60 procent van het verlies aan biodiversiteit veroorzaakt? Tel daar de huidige stikstofcrisis bij op en je weet: nog nooit was de manier waarop we met ons voedsel omgaan zo urgent als nu.”
Tij keren
Het tij keren? Dat kan, volgens Teuling. “De landbouw is bij uitstek de sector die klimaatverandering kan remmen en de watercyclus en ecosystemen kan herstellen. Om dat voor elkaar te krijgen,
moet natuurlijke landbouw het nieuwe normaal worden. Dat betekent eten verbouwen op een manier die met de natuur meewerkt; door het herstel van bodemleven centraal te stellen, door van monocultuur naar mengteelt te gaan, door afbouw van kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen en krachtvoer en het zo veel mogelijk stimuleren van de lokale ecologie. Dat heeft zichtbare impact op ons landschap. En op de voedingswaarde van de producten die daaruit komen. Dat zie je al gebeuren in regeneratieve landbouw, agroforestry, permacultuur en bepaalde vormen van biologische en biodynamische landbouw.”
Wat je daar als bedrijf aan kunt doen, weet Teuling. “Begin bij het zo veel mogelijk plantaardig inrichten van je menu. De grote uitdaging daarbij is op dit moment de samenwerking in de keten. Inkopers zeggen dat natuurlijke landbouwproducten nauwelijks beschikbaar zijn. Boeren twijfelen om die kant op te gaan, omdat er niet genoeg inkopers zijn. Het gaat dus om samenwerking, om de handen ineen slaan met de keten. Met andere bedrijven, of misschien wel met zorginstellingen in de buurt. Samen geef je boeren via contracten afzetzekerheid op lange termijn.”
Erv motiveert bedrijven aan de slag te gaan
Nu is het inkopen van plantaardig voedsel een concrete stap, maar voor veel bedrijven is het nog onvoldoende duidelijk dat zij überhaupt kúnnen bijdragen aan een sterkere natuur. Het verhaal van
natuurlijk kapitaal is alleen niet zo eenvoudig, noch erg praktisch. “Precies om die reden ontwikkelde MVO Nederland Erv, de spil in een nieuwe campagne over natuurlijk kapitaal. De komende tijd activeert Erv in video en beeld bedrijven om een eerste stap te zetten op weg naar samenwerken met de natuur. Het doel: natuurlijk kapitaal integreren in alle geledingen van de bedrijfsvoering. Erv moet enthousiasmeren, motiveren en bewust maken van de rol die élk bedrijf heeft in het versterken van ons natuurlijk kapitaal. Zodat bedrijven zélf aan de slag gaan met acties die bijdragen in plaats van afbreken.”
Collectief natuurlijk eten & drinken
MVO Nederland richt de campagne op mensen bij bedrijven die aan de slag kunnen met natuurlijk kapitaal. Er is ook een website ontwikkeld met artikelen, praktijkcases en stappenplannen: natuurlijkkapitaal.nl. Hiermee kan iedereen zélf bepalen wat voor hem of haar een relevante stap is. Ook vind je er meer over het collectief Natuurlijk Eten & Drinken, waarin grote inkopers hebben afgesproken om zo veel mogelijk natuurlijk eten en drinken in te bij agrariërs die zeer actief biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid in hun gebieden stimuleren.
Tot slot geeft Teuling nog aan dat we de natuur werkt. “Voor elk bedrijf. Zodra je in de praktijk merkt hoe blij je wordt van de natuur in jouw bedrijfsvoering, wil je niet anders. Begin bij je menu en zie hoe we samen Nederland mooier eten.”
Wat is de factor X bij bedrijfsverkoop in de foodsector?
Sommige bedrijven hebben de X factor. Zij hebben iets unieks, iets wat een ander bedrijf niet heeft of een marktpositie die niet te evenaren is. Timing en het moment is essentieel en de juiste acties nemen is net zo belangrijk. Elke onderneming is bijzonder wat elke transactie uitzonderlijk maakt. Bij IMAP behandelen we elke transactie alsof het onze eigen verkoop is. Onze expertise kunnen we zowel economisch als strategisch inzetten om het verkoopproces optimaal te begeleiden en er het maximale uit te halen.
Hoe kies je het juiste moment bij bedrijfsbeslissingen of verkoop van het eigen bedrijf?
Het juiste moment vinden voor de verkoop van je bedrijf is een uitdaging. Zeker voor het merendeel van de ondernemers die dit hooguit één keer in hun leven meemaken. Dit moment wordt bepaald door de onderneming, de markt maar ook door de aandeelhouders en is dus voor iedere onderneming anders. Algemene economische omstandigheden spelen, net als de prestaties en levensfase van de onderneming een grote rol. De laatste jaren is een trend ontstaan dat de persoonlijke omstandigheden van de aandeelhouder minder vaak de aanleiding is van een verkoop en dat strategische overwegingen steeds belangrijker worden. Maar ook automatisering, doorgroei mogelijkheden en zaken als regelgeving en milieueisen spelen een rol bij de verkoop van je onderneming. Er is een ‘best moment’ om je bedrijf te verkopen. Het juiste moment pakken, is de kunst.
Productie van varkensvlees is tot op heden aanbod-gestuurd gebleven. Tiny Schepers van de Heyde Hoeve, een samenwerkingsverband van varkensboeren, pleit voor een totaal andere inrichting van dit systeem. “De klant is cruciaal in duurzame ketenvorming. Zonder afspraken met klanten vooraf is elke investering in verduurzaming een onverantwoorde gok.”
Tiny Schepers heeft zijn leven lang in de varkenshouderij gezeten. Voortschrijdend inzicht heeft hem doen beseffen dat de traditionele productie van varkens op een doodlopende weg zit. “Kostprijsgestuurde productie is niet langer houdbaar. Wij
staan in Nederland financieel structureel op achterstand, omdat tweederde van de productie wordt geëxporteerd. Heyde Hoeve pleit voor een volledige omkering van het systeem, waarbij niet het aanbod, maar de vraag van de klant sturend is. We moeten toe naar regionale producten, regionale prijsvorming en een regionale, circulaire invulling.” De missie zoals Schepers die verkondigt, begint inmiddels zijn vruchten af te werpen. Het samenwerkingverband bestaat uit een vijftiental boeren met productie voor een groeiend aantal verkooppunten, waaronder slagers, groothandels, restaurants en retail. Heyde Hoeve heeft daarbij specifiek gekozen voor het Duroc-varkensras en circulaire productiemethoden. Schepers legt uit dat de omslag van een kostprijsstrategie naar een differentiatiestrategie is gebaseerd op drie aspecten.
Smaak en kwaliteit is daar de eerste van. “Je wilt qua kostprijs op een acceptabel niveau
zitten, maar de consument toont zich wel degelijk bereid om iets meer te betalen voor een lekker stukje vlees.”
Aspect twee is transparantie: “We hebben veertig jaar lang verzuimd om de consument te vertellen hoe onze productieketen in elkaar steekt en dat de consument ook mede dit systeem gecreëerd heeft door altijd te kiezen voor het goedkoopste product. Daarmee is het niet gek dat er vooroordelen zijn ontstaan. Nu leggen we consument uit dat hij precies het product kan krijgen dat hij wenselijk acht.”
Aspect drie is de volhoudbaarheid. “In feite is dat een duurzame keten, maar dan op zo’n manier ingevuld dat we de productie tot in lengte der tijden kunnen bestendigen zonder afbreuk te doen aan de natuurkwaliteit van de aarde. In een circulair systeem is het varken cruciaal: een varken is namelijk in staat reststromen om te zetten hoogwaardig eiwit.”
08
GERARD TEULING
“Changing The Foodgame” - volgens Heyde Hoeve
Q&A - IMAP PROFIEL INTERVIEW
Gerard Teuling Sector Manager Agrifood, MVO Nederland
Pluimveesector toont zich sterk
vooruitstrevend
De Nederlandse pluimveesector levert een belangrijke bijdrage aan het voeden van de wereldbevolking. Kip is de meest gegeten vleessoort in de wereld en de verwachting is dat de consumptie ervan verder zal toenemen. Niet alleen doordat de wereldbevolking groeit, maar ook door een toenemende vraag naar kwalitatief hoogwaardige eiwitten. Gert-Jan Oplaat, voorzitter van zowel de Europese- (AVEC) als de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) vertelt over deze buitengewoon innovatieve sector.
keer onze verduurzamingsslag onderuit. Ik kan mij ook niet voorstellen dat de overheid met dit handelsverdrag gaat instemmen, te meer omdat dit direct in conflict is met de intentie van een convenant dierwaardige veehouderij of het landbouwakkoord.
“
De pluimveesector heeft de laagste carbon footprint en het minste waterverbruik ten opzichte van overige vleesaanbieders. We kunnen zelfs op onderdelen wat dat betreft concurreren met vegetarische producten. Pluimvee is aanzienlijk duurzamer dan avocado’s, bananen, cashewnoten of koffie bijvoorbeeld. De productie van koffie en cashewnoten vergt aanzienlijk meer waterverbruik dan de productie van pluimveevlees.”
Kunt u een beeld geven van de economische waarde van de sector?
“We hebben vorig jaar meer dan vier miljard euro aan export gerealiseerd. Dat is dan binnen de EU. Naar landen buiten de EU werd nog eens 800 miljoen euro geëxporteerd. In de hele EU zijn er 370.000 mensen werkzaam in circa 25.000 hoofdzakelijk familiebedrijven. We produceren met elkaar voor 38 miljard euro aan producten.”
Eén van de pijnpunten op dit moment is het voorgenomen handelsverdrag tussen de EU en de Mercosur-landen, Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay. Waar zit voor u de onvrede?
“Als Nederlandse sector zitten we in een transitiefase. We spelen in op de vraag van supermarkten om toe te groeien naar een norm van minimaal 1 ster Beter Levenkip. Als je met het Mercosur-verdrag toestaat dat minstens 180.000 ton extra kippenvlees voor de EU beschikbaar komt, waarvan de kwaliteit niet aan onze standaarden voldoet, dan haal je in één
NEPLUVI
De EU importeert op jaarbasis 850.000 ton kippenvlees. Met het Mercosurhandelsverdrag komt daar nog eens 180.000 ton bij. Dat brengt een enorme verstoring van de Europese markt met zich mee. Onze sector is absoluut voor vrij handelsverkeer, maar dat moet dan wel onder gelijke voorwaarden. Als je aan onze kant de eisen opschroeft wat betreft duurzaamheid en dierenwelzijn en je aan de andere kant de poort openzet voor kippenvlees dat niet aan onze standaarden voldoet, dan ben je niet goed bezig.”
Als we het hebben over de tariefvrije export van Oekraïense kip naar de EU. Zit daar ook voor de sector ook een pijnpunt?
“Om het land te ondersteunen heeft de EU afgesproken dat Oekraïne zijn producten een jaar lang tariefvrij naar de EU mag exporteren. Er gaan nu stemmen op om de regeling met nog een jaar te verlengen. Probleem is: daar help je de bevolking niet mee. Er is één oligarch in Oekraïne die zo ongeveer een monopolie heeft op de handel in pluimveevlees. Met het verlengen van de tariefvrije afspraken maak je hem nog rijker. Wat ons betreft gaat de regeling dan ook van tafel: je helpt er de bevolking niet mee, bovendien voldoet het aanbod niet aan onze standaarden.” En gaat het verdienmodel van onze boeren en sector eraan.
NEPLUVI vindt het vaccineren tegen vogelgriep van groot belang, maar de wetenschap mag niet te activistisch zijn. Wat bedoelt u daar precies mee?
“Probleem is dat wetenschappers de neiging hebben om elkaar tegen te spreken. Erasmus MC-hoogleraar Thijs Kuiken pleit voor het verkleinen van veestapels om vogelgriep te weren, maar als ik hoogleraar Sjaak de Wit van de Universiteit Utrecht beluister, dan houdt hij een heel ander verhaal. Hij ziet
juist wel heil in de inzet van vaccins om vogelgriep de wereld uit te helpen. Daar wil onze sector zeker aan meewerken. Het is ook in ons belang dat vogelgriep een halt wordt toegeroepen. Probleem is dat een land dat als eerste vaccinatie toestaat het gelag daarvoor betaalt: niet elk land wil gevaccineerd pluimveevlees toelaten. Het is onze taak om deze handelsbarrières weg te nemen en te benadrukken dat niet het verkleinen van de veestapel, maar dat het gebruik van vaccins de oplossing is om vogelgriep te weren.”
Over het verkleinen van veestapels gesproken: het extensiveren van de pluimveesector staat op gespannen voet met de groeiende vraag door de wereldbevolking.
“Ik denk dat de pluimvee-veestapel met circa dertig, veertig procent gaat krimpen. In Nederlandse verkoop hebben we gekozen voor langzamer groeiende dieren en 1 ster Beter Leven. Je hebt daardoor minder dieren per vierkante meter. En bovendien leven ze langer. Je komt zo tot minder productie. En dat staat inderdaad in contrast met de groeiende wereldvraag. Tot 2050 zal de groei met vijftig tot zestig procent stijgen, met name ook door de groei van de wereldbevolking.
In de EU zelf zal de consumptie van pluimveevlees ook stijgen, maar dan met circa vijf procent. Een groot deel van de productie is afgestemd op de Europese standaarden, maar als je de milieu- en dierenwelzijnstandaarden te hoog maakt, zul je de concurrentie met landen buiten
de EU onherroepelijk verliezen.”
De prijs is een belangrijk issue voor de consument. Heeft een hogere prijs een remmende werking op verduurzaming?
“Als je prijzen vijf procent wordt verhoogd door aanvullende eisen, dan zie je de consument in grote getallen afhaken voor aanschaf. Als je mensen interviewt als ze de supermarkt ingaan, dan hebben ze de mond vol van duurzaamheid en dierenwelzijn. Interview je ze naderhand opnieuw, dan liggen er toch vooral scherp geprijsde artikelen in het winkelwagentje. Wat wij proberen te doen is een evenwicht zoeken tussen dierenwelzijn, milieu en een behapbare verkoopprijs. Het is zoeken naar een balans tussen alle belangen, zowel die van de consument als de aanbieders.”
Kader
Het is niet direct gebruikelijk, maar nu vonden NEPLUVI en de Dierenbescherming het de hoogste tijd voor samenwerking. In een gezamenlijke brief hebben beide partijen de minister van LNV opgeroepen niet akkoord te gaan met het Mercosur-handelsverdrag. Het kan niet zo zijn dat goedkoper importen uit desbetreffende landen het diervriendelijker en duurzamer in Nederland geproduceerde pluimveevlees vervangt.
NEPLUVI is een slagvaardige organisatie die sinds 1977 opkomt voor de belangen van aangesloten ondernemers in de Nederlandse pluimvee-verwerkende industrie zowel op nationaal als internationaal niveau. Bij NEPLUVI zijn ondernemers aangesloten die pluimvee slachten en/of pluimveevlees be- en verwerken, alsmede ondernemers die handelen in pluimveevlees en/of levend slachtpluimvee. De bij NEPLUVI aangesloten bedrijven zijn goed voor tenminste 75% van de werkgelegenheid in de pluimvee-verwerkende industrie. Daarnaast vertegenwoordigen de leden tevens belangrijke marktaandelen in de pluimvee-verwerkende industrie. Zo verrichten de aangesloten pluimveeslachtende bedrijven gezamenlijk meer dan 99% van de slachtingen in Nederland. www.nepluvi.nl
NEPLUVI – Partner Content
Gert-Jan Oplaat, Voorzitter van AVEC en NEPLUVI
09 contentway.nl
“Fascinating” Groningen: Meer gezondheid per hectare!
“Wat is onze stip op de horizon met het open innovatieprogramma ‘Fascinating’ in Groningen? Meer gezondheid per hectare! En dat in drie opzichten. Voor de gezondheid van consumenten: gewassen en voedsel met een hoge voedingswaarde, voor planeet en klimaat: een gezond, circulair en regeneratief voedsel- en landbouwsysteem en voor de boer: een gezonde opbrengst en verdienvermogen.“
Volgens Tjeerd Jongsma, directeur van het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) en een van de ‘founding fathers’ van het innovatieprogramma ‘Fascinating’, zijn inzet en doel voor alle betrokken partijen kristalhelder. De provincie Groningen gaat voorop om de toekomst van de Nederlandse landbouw te schrijven. En dat is mogelijk omdat de provincie een aantal unieke zaken in huis heeft zoals agrarische bedrijven met veel grond voor akkerbouw, een grootschalige infrastructuur voor industriële verwerking van biomassa, relatief veel duurzame energie, de aanwezigheid van kennisinstellingen en een sterke chemische sector. In het hart van de samenwerking zit de
Fascinating
gebundelde kracht en kennis van vier landbouwcoöperaties - Agrifirm, Avebe, Cosun en FrieslandCampina – die nauw samenwerken met de belangenbehartiger van de boeren LTO Noord en 25 andere partijen zoals Gasunie, Rabobank, Vreugdenhil, NOM en Invest-NL.
Hier worden belangrijke innovatieprogramma’s voor duurzame teelt en verwerking – juist ook van reststromen - opgezet en aangestuurd zoals voor gras en zuivel, voor aardappelen en suikerbieten, granen en nieuwe akkerbouwgewassen, bijvoorbeeld voor plantaardige eiwitten. Die eiwitten zijn weer belangrijk voor de snelgroeiende markten voor veganproducten.
Volgens Jongsma zijn de uitdagingen in de landbouwtransitie groot: “kijk naar stikstof, vervuiling van het oppervlaktewater, de uitputting van de bodem, verlies van biodiversiteit, etc. We moeten de regie weer zien terug te krijgen met elkaar in de voedselketens, kennis en krachten bundelen en gezamenlijk investeren – publiek en privaat. Dan kunnen we meters maken in het belang van onze eigen gezondheid als consument, in het belang van de boeren en de toekomst van onze voedselvoorziening. En uiteraard in het belang van ons leefmilieu en klimaat. “We moeten ook ‘groot’ durven denken”, zegt Jongsma.
Fascinating is een open innovatieprogramma dat (landbouw)bedrijven, kennisinstellingen en de samenleving verbindt. Samen werken we aan circulaire landbouw: duurzaam en met ruimte voor natuur, met gezonde voeding en gezonde opbrengst als resultaat. www.fascinating-groningen.nl
Ingrediënten voor de juiste functies en voedingswaarde
Het eiwit en het zetmeel uit Avebe’s aardappels is bij uitstek geschikt om een sleutelrol te spelen in een aantal wereldwijde voedingstrends. Het biedt plantaardig eiwit van uitzonderlijke kwaliteit en is geschikt voor clean label vlees- en zuivelvervangers. Daarnaast is het ook nog eens de basis voor biobased chemicaliën. Innovatiedirecteur Gerard ten Bolscher licht toe.
Mogelijk leven er in 2050 tien miljard mensen op aarde.
Allemaal hebben ze voedsel met de juiste voedingswaarde nodig. Er is onvoldoende landbouwareaal om die behoefte met dierlijk eiwit in te vullen. Plantaardige eiwitten zullen die behoefte moeten aanvullen. Naast die eiwittransitie is een tweede macrotrend de vervanging van chemicaliën uit fossiele bronnen door biobased producten. “Avebe zit midden in die beide revoluties. We produceren naast aardappelzetmeel en -eiwit als voedingsmiddeleningrediënten namelijk ook polymeren en lijmen voor industriële toepassingen, bijvoorbeeld als bouwmaterialen”, zegt Ten Bolscher.
Avebe
Breed palet
Plantaardige vleesvervangers hebben een enorme vlucht genomen. Ten Bolscher: “Inmiddels schuiven we naar varianten op die minder processing nodig hebben: e-nummervrij en bovendien volledig plantaardig. ‘Clean label’ en vegan zijn belangrijke trends. Avebe is met aardappeleiwit, aardappelzetmeel en aardappelvezel uitstekend gepositioneerd om daarop in te spelen.” Daarbij gaat het zowel om de functionele als de nutritionele aspecten. “Aardappeleiwit kan binden, schuimen, emulgeren en daarnaast structuur en mondgevoel geven.
Bovendien bevat aardappeleiwit als plantaardige eiwitbron voor humane
voeding alle vier de essentiële aminozuren die de mens nodig heeft, maar niet zelf kan aanmaken. Geen enkel plantaardig eiwit heeft zo’n breed functioneel en nutritioneel palet als aardappeleiwit.”
Combi’s
De hoofdfocus ligt voor Avebe dan ook op de aardappel, maar er is daarnaast oog voor andere plantaardige eiwitten. Ten Bolscher: “Vooral omdat vleesvervangers om blends van plantaardige eiwitten vragen, die samen aan alle eisen tegemoet komen. Daarom kijken we ook naar bijvoorbeeld de rol van veldbonen als eiwitbron. Die ‘nieuwe horizon’ is één van de pijlers van onze strategie ‘Versterken en versnellen’. Met elegante plant-based oplossingen kunnen we de transitie van dierlijk naar plantaardig versnellen.” De juiste combinatie van aardappeleiwit en -zetmeel geeft ongekende bind- en extrusiecapaciteiten aan vleesvervangers. (Aardappel)vezels voegen aan die combi nog iets extra’s toe. Ze zorgen voor een langzamer vertering, waardoor de bloedsuikerspiegel stabieler blijft.
Stabiel ijs
Behalve vleesvervangers maakt Avebe ook melkadditieven en -alternatieven mogelijk. “Onze producten dienen als natuurlijk verdikkingsmiddel voor bijvoorbeeld vla. Uitgekiende combinaties van
Royal Avebe levert ingrediënten en de aardappel is onze grondstof. Wij produceren aardappelzetmeel en aardappeleiwit. Om het maximale uit de aardappel te halen, zijn we altijd op zoek naar innovatieve oplossingen en producten. www.avebe.nl
“We hebben het hier immers over een systeemaanpak.”
Een ander voorbeeld van een innovatie - naast de eerdergenoemde duurzame teelt van eiwithoudende gewassen en de duurzame verwerking ervan in een nieuwe fabriek, waarvan het ontwerp nu op de tekentafel ligt – is de verwerking van dagverse mest in vergisters. Deze methode is belangrijk om de uitstoot van schadelijke broeikasgasemissies (methaan) te verminderen en groengas te produceren als alternatief voor aardgas.
Nu wordt er ook gewerkt aan en methode om de belangrijke nutriënten uit mest die bodem en planten nodig hebben –kalium, fosfaat en stikstof – zoveel mogelijk terug te winnen bij dit vergistingsproces. Zo hoef je immers minder kunstmest te gebruiken dat veel energie vraagt bij de productie ervan en een relatief grote carbon footprint heeft. “Misschien hebben we hier wel de essentie te pakken van het open innovatieprogramma Fascinating”, zegt Tjeerd Jongsma. “Met elkaar een win-win realiseren, niet alleen voor alle betrokken partijen maar ook voor ons leefmilieu, natuurbehoud en een gezond klimaat. Met een goed toekomstperspectief voor de boeren, in evenwicht met alle partijen in de keten.
aardappeleiwit en -zetmeel zijn uitstekende vetvervangers: dezelfde romige smaak met minder calorieën. Onze producten zorgen ervoor dat ijs twintig minuten stabiel blijft voordat het begint te smelten.” Momenteel neemt ook plantaardige kaas een hoge vlucht. “Dierlijke kaas trekt bij smelten lange draden, wat moeilijker eet. Voor de gerapte kaas als topping op bijvoorbeeld pizza’s heeft de plantaardige variant een groot functioneel voordeel, omdat de draadlengte na verhitting uitstekend te sturen is”, zegt Ten Bolscher. Verder in opkomst: eivervanging met aardappeleiwit voor vegan mayonaise en banket. “De mogelijkheden zijn haast onbegrensd”, concludeert Ten Bolscher.
Geen enkel plantaardig eiwit heeft zo’n breed functioneel en nutritioneel palet als aardappeleiwit
10
Fascinating – Partner Content
Tjeerd Jongsma, Directeur Institute for Sustainable Process Technology (ISPT)
Avebe – Partner Content
Hoe Cosun-telers innovatie borgen op de akker
Innovatie vindt door de gehele voedselketen plaats, juist ook in een van de eerste schakels van de keten: op de akker. De ondernemers die hier verantwoordelijk zijn voor onze voedselgewassen, werken elke dag aan een toekomstbestendige teelt. Zo maakt de één gebruik van autonome robots, zoals de FarmDroid, waar de ander inzet op alternatieve meststoffen om nitraatuitspoeling tegen te gaan. Vier akkerbouwers van de coöperatie Royal Cosun leggen uit hoe zij innovatie en verduurzaming borgen in hun bedrijfsmodel.
Peter van den Hoek:
Extra inkomsten en energiepositief
Door de jaren heen is Peter gegroeid van 66 tot wel 2.500 zonnepanelen op de daken van zijn schuren. Een accu van 500 kWh slaat op wat hij niet verbruikt. Dit wordt weer verhandeld op de energiemarkt bij gunstige prijzen. Bovendien zorgt een automatisch systeem dat zijn koelingen uitgaan wanneer het kan, om zo energie (én geld) te besparen.
Henk Klein Velderman:
Beter zorgen voor de bodem
De percelen van Henk liggen op het overgangsgebied tussen zand-, zavelen rivierkleigronden, waardoor hij op verschillende percelen kon experimenteren met het vruchtbaar houden van zijn bodems. Door uitvoerig gebruik van groenbemesters en bodemanalyses behaalde hij zonder kunstmest toch een indrukwekkende oogst.
Jos Heermans:
Biodiversiteit in de rand
Biodiversiteit in akkerranden staat niet alleen fraai, maar is ook nuttig voor de teelt, weet Jos. Met artemisia trekt hij vroeg in het jaar sluipwespen en andere predatoren aan, die de luizen op het oogstgewas opeten. Dit was zo’n succes dat hij in de afgelopen vier jaar slechts één keer insecten hoefde te bestrijden.
Har Frenken:
Waterbeheer op hoge zandgronden
Har teelt in Zuidoost Limburg en moet zorgen dat het water op zijn land niet te snel wegvloeit. Door schotjes en stuwtjes te plaatsen bespaart hij ruim 300.000 kuub water per jaar. Zo spaart hij niet alleen het grondwaterpeil, maar ook zijn portemonnee.
Cosun
Royal Cosun is een toonaangevende, agrarische coöperatie. Sinds 1899 verwerken we onze gewassen tot producten voor iedere dag. Samen ontsluiten we de volledige potentie van planten door op duurzame wijze slimme oplossingen te produceren voor huidige en toekomstige generaties. www.cosun.nl
contentway.nl 11 Cosun – Partner Content
©Twan Wiermans
‘Boer is toe aan meer verantwoordelijkheid’
OPLOSSING
Boeren en tuinders in Europa hebben zich te houden aan dwingende middelenvoorschriften. Op zich is het niet verkeerd dat er regels bestaan om bepaalde Europese landbouwdoelen te halen. Probleem is volgens zegsmensen uit de landbouwsector echter wel dat voorschriften te algemeen van karakter zijn. Er gaan nu stemmen op om meer gewicht te geven aan doelvoorschriften.
Dirk Duijzer, boegbeeld van de topsector Agri & Food, vindt het de hoogste tijd voor een cultuuromslag. Nu koerst de landbouwsector vooral op een stelsel van wetgeving, regels en voorschriften. “Er bestaat een opvatting: gebruik dit middel in de landbouw, dan komt het wel goed”, reageert Duijzer, die er in één adem achteraan roept dat deze opvatting zijn langste tijd heeft gekend. Supermarkten bijvoorbeeld willen niet zozeer dat de landbouw wordt gedirigeerd door regelgeving, maar willen vooral weten wat er in het voedsel zit wat ze verkopen. Jaap Bond, boegbeeld van de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, weet die opvatting verder te illustreren. Zo wordt er op Europees niveau nog altijd gewerkt met het aantal kilo’s gewasbeschermingsmiddelen per hectare. Die regel is van bovenaf aan opgelegd zonder specifiek rekening te
houden met omstandigheden ter plekke. “De regionale verschillen zijn enorm. Nederland is een ander land dan Roemenië, Hongarije of Frankrijk. Wij zijn veel verder met het signaleren van doelmiddelen. Een Nederlandse tuinder kan prima verantwoordelijkheid nemen voor middelengebruik en komen tot een registratie daarvan.”
De opvatting die beide heren vertegenwoordigen, laten in ieder geval meer ruimte aan ondernemerschap en eigen regie van boeren en tuinders. De Europese landbouwstructuur loopt volledig vast, benadrukken Duijzer en Bond. “In plaats van vertrouwen, waarbij certificering een rol speelt om boeren en tuinders te controleren, leggen Europa liever een dwingende middelenverplichting op. Als een boer niet mag bewijzen dat hij kiest voor een individuele aanpak, zal die altijd voor de gemiddelde koers gaan. Dan zal
die nooit laten zien dat die het anders en beter kan doen dan de buurman die zich aan precies dezelfde regels dient te houden”, aldus Duijzer, die daar ook aan toevoegt dat deze omslag ook een andere mindset vraagt van ondernemers. Eigen verantwoordelijkheid, eigen meetsystemen en eigen registratie leiden mogelijk tot meer kosten, maar beloont tevens de serieuze ondernemer.
Bond haakt daarop aan door te benadrukken dat we in een soort transitiefase zitten, waarin er breder begrip ontstaat voor de eigen verantwoordelijkheid van de landbouw. “Het is wel zo dat als Europa een stuk chemie uit de gereedschapskist van de landbouw haalt, je ook met een alternatief moet komen. Er moet wel een balans blijven bestaan tussen voorschriften en ondernemersperspectief.”
Eerlijk is eerlijk: wie de regelgeving omtrent het land- en tuinbouwbestaan doorneemt, begint het behoorlijk te duizelen. Zo heeft de agrarisch ondernemer te maken met Kaderrichtlijn Water, derrogatierichtlijnen, 7e actieprogramma Nitraat, Uitvoeringsprogramma
Gewasbeschermingsmiddelen en de Verordening Natuurherstel, die er ook nog eens aan zit te komen. Bond: “De Verordening Natuurherstel kwam recent ook aan de orde binnen de topsector Tuinbouw. In het kader daarvan wordt er gesproken over natuurherstel binnen zogenaamde habitats. Dat is dus nog eens naast of bovenop de 162 Natura2000gebieden waarover nu zoveel te doen eens. Ik zeg: laten we nu eerst eens iets afmaken voordat we weer met nieuwe regels komen. Dat zorgt voor een enorme onrust.”
Al met al blijft er zeker nog hoop voor nieuw politiek inzicht, besluit Duijzer. Een veelgehoorde klacht in ondernemerskringen is dat Europa zijn eigen bureaucratie organiseert. Wie regel op regel stapelt, loopt vroeg of laat ook de kans om de voedselzekerheid in gevaar te brengen. Zo bestaat er een Europese ambitie om het percentage biologische landbouw fors te verhogen. Op zich is dat een nobel streven, maar in een dichtbevolkt land is het maar de vraag of daar voldoende ruimte voor is. “We willen uiteindelijk wel voedsel blijven produceren voor mensen die daar
Johan Remkes: “Samen investeren versnelt landbouw- transitie Groningen.”
De initiatiefnemers van Fascinating, provincie Groningen en Nationaal Programma Groningen versnellen met dit programma de transitie naar een duurzame agrofoodsector door samen te investeren. Een perspectief dat van start gaat in Groningen”, aldus Johan Remkes voorzitter van Nationaal Programma Groningen.
Nationaal Programma Groningen gaat de komende jaren fors inzetten op deze vijf grote baanbrekende investeringsthema’s: waterstofeconomie, landbouw en voedsel, circulaire economie, gezondheid en vrijetijdseconomie. Met als randvoorwaarde in de thema’s: onderwijs en arbeidsmarkt. Het programma Fascinating is een mooi voorbeeld van de baanbrekende ontwikkeling die wij voor ogen hebben binnen het thema landbouw en voedsel.
Nationaal Programma Groningen werkt aan een goede toekomst voor elke Groninger, jong en oud. Het brengt mensen en ideeën samen en bundelt de krachten van inwoners, organisaties, bedrijven en overheden. Samen voeren ze plannen uit die Groningen vooruithelpen. Nationaal Programma Groningen is een samenwerkingsverband van Rijk, provincie Groningen en de vijf gemeenten in het aardbevingsgebied.
12
Dirk Duijzer, Boegbeeld van de topsector Agri & Food
Jaap Bond, Boegbeeld van de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen
Tekst: Hugo Schrameyer
Het Fascinating schema van circulaire landbouw.
Nederlandse akkerbouwsector is eensgezind: de toekomst biedt prachtige kansen
milieuprestaties te monitoren en waar nodig bij te sturen. “Om dat alles voor elkaar te krijgen, is een publiek-private samenwerking noodzakelijk. De sector wil daarvoor langjarig samen met de overheid optrekken.”
Circulaire grondstoffen
De Nederlandse akkerbouwsector is volop in beweging. Dat is ook nodig, want er wachten grote maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaatverandering, bevolkingsgroei en de stikstofproblematiek. Daarom hebben partijen in de keten samen ‘Ruimte voor de Nieuwe Akker!’ opgesteld, waarin ze aan de hand van vijf fundamenten en zeven perspectieven uiteenzetten hoe de akkerbouwsector ook in de toekomst kan blijven bloeien.
nze akkerbouwsector is van groot belang voor de voedselvoorziening in Nederland en ver daarbuiten”, vertelt André Hoogendijk, directeur van brancheorganisatie BO Akkerbouw. “Het is zeer waarschijnlijk dat je elke dag wel iets eet dat van een Nederlandse akker afkomstig is. Nederlandse akkerbouwers verbouwen namelijk een breed scala aan gewassen, zoals aardappelen, suikerbieten, tarwe en groenten. Die worden weer verwerkt tot allerlei alledaagse producten. Denk aan brood, ontbijtgranen en potjes met bruine bonen.
Het is dus in het algemeen belang dat de akkerbouw ook in de toekomst deze rol kan blijven vervullen. Dat kan niet als alles bij het oude zou blijven, want de maatschappelijke uitdagingen dwingen elke sector tot verandering. De partijen binnen de akkerbouwketen hebben dat vertaald in een eigen perspectief, onder de noemer ´Ruimte voor de Nieuwe Akker!´.
De hele keten op één lijn
De focus ligt daarin op de nieuwe kansen die de verschillende transities voor de sector bieden, evenals de veranderende vraag naar bijvoorbeeld meer plantaardig voedsel. Het perspectief is een initiatief van BO Akkerbouw en de twaalf leden: Agrifirm, Avebe, Cosun, CZAV, Het Comité van Graanhandelaren, LTO, NAJK, NAO, NAV, Plantum, Van Iperen en VAVI. Met het perspectief vraagt de sector aandacht voor wat de akkerbouw de maatschappij te bieden heeft.
BO Akkerbouw
Voordat het plan er was, is veel energie gestoken om iedereen binnen de akkerbouwsector op één lijn te krijgen. Hoogendijk: “We hebben de tijd genomen om met veel mensen te praten. Uiteindelijk duurde het een jaar voordat we er waren. We vroegen ze welke uitdagingen ze op zich af zien komen, maar ook waar zij denken dat de mogelijkheden liggen. Daaruit kwamen prachtige kansen voor de toekomst naar voren. We hebben alle inbreng meegenomen en daarvan een stuk gemaakt dat wordt gedragen door de hele keten. Dat je met al die belanghebbenden in staat bent om te zeggen: ‘deze kant gaan wij met zijn allen op’, dat is in de Nederlandse landbouw uniek.
Het nieuwe perspectief van de akkerbouw is gebouwd op vijf fundamenten: data & digitalisering, onderwijs en ondernemerschap, sturen op doelen, sterke ketens en onderzoek en innovatie. Het bijzondere aan dat laatste fundament is dat alle akkerbouwers eraan meebetalen, zegt Hoogendijk. “Dankzij het geld dat de boeren inleggen komen elk jaar miljoenen voor onderzoek beschikbaar en dat is essentieel voor onze sector. We kunnen in Nederland bijzondere dingen maken, dankzij technologie en het hoge kennisniveau. Maar dat moet je wel onderhouden en wil je uitbouwen. Daar zijn onderzoek en innovatie voor nodig.”
Klimaatadaptatie
De enorme impact van klimaatverandering op de voedselvoorziening en het waterbeheer, maakt het extra belangrijk dat de akkerbouwsector werkt aan klimaat-
bestendige gewassen en een adaptief watersysteem. Het ontwikkelen van robuuste rassen die beter bestand zijn tegen droogte en verzilting is daarbij van groot belang. Het vergroten van het organischestofgehalte in de bodem en het tegengaan van bodemverdichting dragen bij aan een betere bodemkwaliteit en weerbaarheid. Deze klimaatadaptieve maatregelen hebben niet alleen een positief effect op de bodemkwaliteit, maar dragen ook bij aan het voorkomen van af- en uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu.
De akkerbouwsector doet onderzoek naar het zuinig omgaan met zoet water en het tegengaan van verzilting binnen onze vruchtbare delta. Door de veredeling van belangrijke gewassen te versnellen en te werken met bestaande en nieuwe veredelingsmethoden, kan de sector inspelen op de snelle verandering van het klimaat en bijdragen aan een klimaatbestendige toekomst.
Digitalisering
Ook over het fundament data en digitalisering is veel te zeggen. Digitalisering zorgt ervoor dat steeds meer bruikbare data beschikbaar komt voor de landbouwsector en andere schakels in de keten. Consumenten willen steeds vaker gedetailleerde informatie over de herkomst van producten en gebruikte teeltmethoden. Bovendien hebben telers behoefte aan goede managementinformatie om hun bedrijfsvoering te verbeteren.
“Het is belangrijk om al deze data te standaardiseren, zodat de hoge kwaliteit en betrouwbaarheid zijn gegarandeerd”, stelt Hoogendijk. “Een Europese aanpak kan hierbij helpen en Nederland kan daarin een belangrijke rol spelen. Om de datapositie van telers te verbeteren, werkt BO Akkerbouw aan een roadmap voor de data-infrastructuur in de open teelten. Het is daarbij belangrijk dat telers eigenaar blijven van hun eigen data en deze dagelijks kunnen gebruiken voor hun bedrijfsvoering.”
Het standaardiseren van data zou volgens Hoogendijk moeten gebeuren volgens de FAIR-uitgangspunten. Daarnaast moeten telers in staat worden gesteld om op basis van een digitaal dashboard hun bedrijfs- en
Krachten bundelen en zaken oppakken die verder reiken dan het individuele bedrijf. Dat is wat BO Akkerbouw doet. Daarmee ondersteunt BO Akkerbouw circa 20.000 bedrijven die actief zijn in de veredeling, teelt, handel en verwerking van akkerbouwgewassen. BO Akkerbouw zorgt voor één krachtig geluid van de Nederlandse akkerbouw, draagt de ambities van de sector uit en komt met oplossingen voor collectieve vraagstukken. www.bo-akkerbouw.nl
Door slimme veredeling, teelt, handel en verwerking werkt de akkerbouwsector aan duurzame oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Dat moet bijdragen aan een gezonder voedselsysteem, een circulaire economie en een vitaal platteland. In Ruimte voor de Nieuwe Akker! zijn zeven concrete richtingen (perspectieven) voor de toekomst geformuleerd, waarmee de sector een bijdrage kan blijven leveren aan een betere wereld: duurzaam voedsel, eiwittransitie, groene energie, biodiversiteit & landschap, circulaire samenleving, klimaatbestendige omgeving en biobased materialen.
De biobased materialen hebben de speciale aandacht van Hoogendijk, vanwege de mogelijkheden en de urgentie. Veel materialen in onze huidige consumptie-economie worden gemaakt op basis van eindige grondstoffen. Dit zorgt voor uitstoot van broeikasgassen en uitputting van de fossiele bronnen. Gelukkig bestaan er goede mogelijkheden om gebruik te maken van circulaire plantaardige grondstoffen. De verwachting is dat de bouw en de chemie gaan overstappen op het gebruik van plantaardige grondstoffen. Voor biobased toepassingen kan gebruik worden gemaakt van vezelgewassen, zoals vlas en hennep, van zetmeelaardappelen of van reststromen, zoals bietenpulp.
“De toenemende vraag naar circulaire grondstoffen is een kans voor de akkerbouw”, zegt Hoogendijk. “Belangrijk is dat we als sector toegevoegde waarde creëren en vasthouden binnen onze ketens. Gewassen en reststromen die geschikt zijn voor biobased toepassingen dragen bij aan de transitie van fossiele naar circulaire grondstoffen. De teelten die geschikt zijn voor biobased materialen leveren ook een positieve bijdrage aan de bodemgezondheid en de waterkwaliteit. Met andere woorden: dit biedt heel veel mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan het leefbaar houden van de planeet.”
BO Akkerbouw – Partner Content
“O
contentway.nl 13
Lees hier het document: Ruimte voor de Nieuwe Akker!
André Hoogendijk Directeur BO Akkerbouw
Bioriginal maakt gezonde levensstijl toegankelijk met betere voeding
Er valt een duidelijke trend te zien in consumptiegedrag. Mensen kiezen namelijk steeds doelbewuster voor een gezonde levensstijl, in combinatie met betere voeding. Bioriginal, dat het hoofdkantoor in Canada en een vestiging in Nederland heeft, ondersteunt die trend, als wereldleider in het leveren van natuurlijke voedingsingrediënten en -supplementen aan de voedingsindustrie.
Marketing Professional Laura Maduro van Bioriginal signaleert dat steeds meer mensen actief zoeken naar voeding met een functionele toevoeging. Deels bestaat deze groep uit consumenten die om gezondheidsredenen, zoals overgewicht, belangstelling krijgen. Daarnaast is er een diverse groep mensen die om andere redenen zoeken naar aanvullende supplementen. Bijvoorbeeld om een betere performance te leveren.
Het is in dit deel van de levensmiddelen-
Bioriginal
markt waarbinnen Bioriginal actief is. Veel van de ingrediënten van superieure kwaliteit worden in eigen beheer vanaf de bron geproduceerd. Het gaat daarbij om producten als plantaardige en marine omega-oliën, plantaardige eiwitten, nutraceuticals, kokosolie en MCT’s. Armand van de Putte, Senior Vice President, vertelt dat Bioriginal in veel nichemarkten zich inmiddels heeft gevestigd als preferred partner om waarde toe te voegen. Een belangrijk voorbeeld om dat te illustreren, is de toevoeging van meervoudig onverzadigde vetzuren aan babyvoeding. Multinationals in de babyvoedingsindustrie maken daar gretig gebruik van. “Een Omega 3-vetzuur als DHA stimuleert de cognitieve capaciteiten van een opgroeiend kind. Vroeger werd DHA vooral gewonnen uit de bijproducten van de tonijnvangst, tegenwoordig ontstaat er vanuit de sustainable-trend meer aandacht voor het kweken van algen in fermentatietanks. Zo kun je het ontwikkelingsproces volledig controleren en heb je de beschikking over sustainable DHA.”
Duidelijke voordelen
Bioriginal is als onderdeel van een mondiaal vertakte leverancier in staat om trends die zich aftekenen in dit vakgebied nauwlettend te volgen. Maduro vertelt dat er een samenwerking bestaat met de Universiteit van Saskatchewan op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. “NoordAmerika loopt in veel opzichten voor op ons in Europa. Wij zijn vaak al eerder op de hoogte van ontwikkelingen die zich later pas bij ons aftekenen.”
De mondiale samenwerking maakt het mogelijk om tot een hoge graad van innovatie te komen. Bovendien heeft innovatie niet alleen tot doel om producten zelf te verbeteren, maar heeft innovatie ook een rol bij het verbeteren van productietechnologie. Van de Putte: “Innovatie speelt een duidelijke rol om meer sustainable te kunnen werken, bijvoorbeeld door zuinigere technieken te gebruiken of andere technieken die volgen die kansen bieden. Zo kunnen we ons onderscheiden in de
Bioriginal is a global leader in delivering complete nutritional solutions to the Food and Nutraceutical industries. With nearly 30 years of global expertise, Bioriginal has carved out a niche by scientifically combining nutritional ingredients from all over the world, directly from the source, to create unique and efficacious solutions. www.bioriginal.nl
The Food Directors maakt lokale inkoop toegankelijk
Een toenemend aantal particulieren en bedrijven toont belangstelling voor lokaal inkopen. Die interesse is er weliswaar, maar waar het vaak aan ontbreekt, is een facilitaire afhandeling om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. The Food Directors heeft dit gemis gerepareerd en biedt de oplossing om producenten, telers, boeren en afnemers met elkaar in contact te brengen.
De belangstelling voor het lokaal inkopen van verse producten direct vanaf de bron wint aan beide zijden betekenis, zowel aan particuliere zijde als aan de kant van het bedrijfsleven. Het groeiend besef bij particulieren, vertelt CEO Eloïse van Rijswijk van The Food Directors, valt deels ook te herleiden tot de voorgaande coronajaren. “Mensen zijn er zich steeds meer bewust van dat lokaal vers eten gezonder, duurzamer, maar vooral ook lekkerder is. En boeren aan hun kant zien het
The Food Directors
als prima kans om producten rechtstreeks aan afnemers te verkopen en een eerlijkere prijs te krijgen voor hun producten.” Ook het bedrijfsleven toont toenemende interesse voor lokaal inkopen, reageert medeoprichter en CIO Michel Jansen van The Food Directors. “Bedrijven zijn zich er collectief van bewust dat ze zich duurzamer en milieubewuster moeten opstellen. Een korte, directe keten tussen aanbod en afnemer kan deze ontwikkeling verder versnellen.”
De belangstelling voor lokale inkoop staat buiten kijf. Probleem zit ‘m in de facilitaire afhandeling. “Iedereen wil graag, maar niemand weet hoe dat precies moet.” Vandaar dat The Food Directors het voortouw heeft genomen om alle partijen met elkaar in contact te brengen. Hiervoor wordt een inmiddels ruim 20 jaar lang bewezen multitenant-platform ingezet onder de noemer BEUKK, wat een afkorting is van Beter Eten Uit de Korte Keten. The Food Directors acteert daarbij in feite als centrale regisseur, waarbij
door slim gebruik te maken van data een duurzame, transparante en efficiënte food supply chain ontstaat van ‘boer tot bord’.
Waar deze constructie in feite op neerkomt, is dat afnemers via het bestelsysteem BEUKK direct kunnen inkopen bij verschillende foodleveranciers, lokale specialisten, maar ook direct bij de bron. Het grote voordeel voor de klant is dat deze zo direct toegang krijgt tot een brede waaier aan lokaal aanbod. Aanbieders hebben de mogelijkheid om hun afzetkansen sterk te vergroten. Met het complete overzicht van orders en leveringen ontstaat er in feite een volledig inzicht, overzicht en controle over de gehele supply-chain. Van Rijswijk: “Om dit proces goed te kunnen faciliteren, is er regie nodig tussen de driehoek logistiek, aanbieders en afnemers. De sleutel zit hem in samenwerking en het wiel hoeft niet steeds opnieuw te worden uitgevonden. Zo helpen wij huidige B2C marktplaatsen en B2B initiatieven om te kunnen opschalen door
The Food Directors zijn een groep ondernemers die een bijdrage willen leveren aan een oplossing van de uitdagingen in de voedselketen. Ze bieden een platform met een systeem om de keten echt te verkorten en daarmee ook beter in te richten. Zij vervullen daarmee de behoefte om dingen efficiënter, eenvoudiger en inzichtelijker te doen, uiteraard met respect voor mens, product milieu en de toekomst. De meerwaarde van The Food Directors zit in de jarenlange kennis en expertise, een sterk professioneel netwerk en de toegang tot het eigen BEUKK-platform. www.thefooddirectors.com
markt en blijven we interessant voor klanten die op hun beurt weer willen inspelen op vragen vanuit de consument.”
Bioriginal maakt deel uit van het samenwerkingsverband Ingredients for Food Innovators. Net als de link met het Canadese moederbedrijf is ook IFFI een bron van informatie en inspiratie. “Het netwerken biedt ons de kans om te horen waar andere bedrijven mee bezig zijn. En het geeft ons de mogelijkheid om linken te ontwikkelen met bedrijven die innovatie eveneens belangrijk vinden.”
middel van bijvoorbeeld een consumenten app en met hun logistieke uitdagingen.”
Grotere bedrijven en organisaties lopen vaak tegen de weerbarstigheid aan van Europese (aanbestedings)regels, waardoor het bijna onmogelijk wordt om lokaal in te kopen. Ook daar heeft The Food Directors iets op gevonden. In samenwerking met de provincie Overijssel is nu een Dynamisch Aankoop Systeem aan het platform toegevoegd, waarmee aan alle regels wordt voldaan om lokaal te kunnen inkopen. Zo kunnen ook de kleinere lokale leveranciers aanhaken. Jan Hak: “Als nestor en partner van The Food Directors ben ik ervan overtuigd dat zij korte keten initiatieven versterken en zo efficiënt mogelijk maken door een integrale en regionale aanpak. Ieder gebied, iedere regio heeft haar unieke, specifieke kenmerken, kansen en uitdagingen waar The Food Directors als onafhankelijk facilitator kan inspringen.”
14
Bioriginal – Partner Content
The Food Directors – Partner Content
Neem contact met ons op voor een op maat gemaakte oplossing. Onze nieuwe Content als een dienst, Content Marketing, Native Advertising en Programmatische oplossingen helpen jouw bedrijf groeien. Meer weten? www.contentway.nl info@contentway.nl +31 (0)20 808 82 00 Heeft jouw bedrijf een verhaal dat verteld moet worden? #movingyourcompanyforward
Cosun maakt de cirkel rond
De toekomst is plant
Cosun benut de potentie van planten. Daarbij gaan wij en onze partners tot het uiterste. Zo maken we bijvoorbeeld veevoer van de restpulp van suikerbiet. Wat daarvan overblijft, wordt samen met bietenpuntjes en bladresten vergist. Zo produceren we groen gas. Genoeg om onze trucks zo’n drie miljoen kilometer per jaar fossielvrij te laten rijden, en om onze fabrieken deels op te laten draaien. Wat er dán nog overblijft, is een fantastische meststof waarmee we de mineralenkringloop sluiten.
Als vooruitstrevende agrifoodcoöperatie bouwen we samen met onze telers en partners aan een toekomstbestendige en duurzame keten. En dat doen we al 125 jaar. Dit alles met als doel: het ontwikkelen van innovatieve toepassingen met een positieve impact op het klimaat en de aarde.
Meer weten? Kijk op cosun.nl/detoekomstisplant