Dit is een commerciële uitgave van European Media Partner bij deze krant. SEPTEMBER 2019 | NR. 34
Horti- & Agricultuur
ANALYSE
CONTENT WITH A PURPOSE
Voorwoord:
Dave van Stijn – Chief e-Commerce e-Flora “Net als in andere branches speelt digitale disruptie ook in onze bloemen- en plantensector een steeds grotere rol. In een rapport uit 2017 staat de verwachting dat het online marktaandeel in 2017 toegroeit naar dertig procent. Die prognose gaan we hoogstwaarschijnlijk wel halen.” Lees meer op pagina 4
Lees meer interessante artikelen op analysenederland.nl Verdieping:
Verstedelijking: de drijvende kracht achter duurzame ontwikkelingen
Stadsbesturen realiseren zich dat ze de groei niet kunnen voortzetten door de 'Green Belt' weg te duwen. De mensen die in steden wonen, zullen belangrijke beleidsmakers worden en uiteindelijk de drijvende krachten achter duurzaamheidsveranderingen, aldus Meiny Prins, CEO en mede-eigenaar van technologiebedrijf Priva. Zij stelt dat er elke drie maanden een nieuwe stad van negen miljoen inwoners zal ontstaan, in een lagergelegen deltagebied. Lees meer op pagina 12
‘Mensen hebben respect voor boeren en tuinders, maar ze krijgen niet de beloning die ze verdienen’
MARC CALON
VOORZITTER LTO NEDERLAND
Lees meer op pagina 8
Actueel:
Uitdagingen:
Zaterdag 14 december. Dat is het moment van de waarheid. Vanaf die dag krijgt de agrarische wereld te maken met de nieuwe Europese Plantgezondheidsverordening. En vanaf dan moeten alle voor opplant bestemde planten (en zaden), waaronder dus ook groenteplanten, vergezeld worden van een plantenpaspoort. Lees meer op pagina 6
De agri-food sector is inclusief de horeca
Plantenpaspoort nu echt realiteit
Een leven lang leren in de voedingsindustrie
één van de belangrijkste werkgevers in Nederland. Om die positie te behouden zijn een leven lang leren en een betere aansluiting tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven hoogstnoodzakelijk.
Lees meer op pagina 14
2 INLEIDING – ANALYSENEDERLAND.NL
ANALYSE.
PROFIELEN IN DEZE PUBLICATIE
European Media Partner presenteert Analyse Horti- en Agricultuur. De wereld van de tuinbouw bevindt zich in een interessante tijd. Nieuwe ontwikkelingen, onder andere ontstaan door de in het Klimaatakkoord vastgestelde duurzaamheidsdoelen, volgen elkaar snel op.
horti- en agricultuur sector. Sinds 2012 is het aantal agrarisch ondernemers gedaald met vijf procent. In totaal gaat het om een verlies van 8.000 banen. Hoe kunnen we zorgen dat de agrarische sector interessanter wordt?
De Nederlandse glastuinbouw staat sterk onder druk om het gebruik van fossiele brandstoffen omlaag te brengen. In het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren staat vastgelegd dat de glastuinbouw voor 2020 twee procent energie-efficiënter moet zijn. Ook moet de CO2-uitstoot met twintig procent omlaag gebracht worden. Een grote focus in deze campagne ligt dan ook op het behalen van deze duurzaamheidsdoelen.
Toch gaat het over het algemeen niet slecht met de tuin- en landbouw in Nederland. De export van landbouwgoederen werd afgelopen jaar geraamd op 90,3 miljard euro. 0,2 procent meer dan in het jaar daarvoor.
Ook gaan we in op het tekort aan goede mensen in de
Wij wensen u veel leesplezier!
Marc Calon Voorzitter LTO Nederland
CONTENT WITH A PURPOSE
ALEXANDRE TIPT! Wilt u meer weten over het plantenpaspoort en wat u daarvoor allemaal moet regelen? Kijk dan op pagina 6. Alexandre Marsaoui, Campagne Manager
Dave van Stijn Chief e-Commerce e-Flora
Meiny Prins CEO en mede-eigenaar Priva
Deze en andere ontwikkelingen in de agrarische sector worden in deze campagne breed uitgelicht.
Peter du Crocq Plantenpaspoort specialist
INHOUD 4
Voorwoord: Dave van Stijn
6
Plantenpaspoort nu echt realiteit
7
Imago glastuinbouw in de lift
8
Profiel: Marc Calon
10
Nederland kraamkamer voor landbouwinnovatie
12
Verstedelijking en duurzame ontwikkelingen
14
Een leven lang leren in de voedingsindustrie
ANALYSE.
ANALYSENEDERLAND.NL
EXCLUSIEF VOOR HET WEB
DIGITALE CONTENT
Campagne Manager: Alexandre Marsaoui alexandre.marsaoui@europeanmediapartner.com Managing Director:
Amanda Ghidoni
Chief Content Officer: Mats Gylldorff Redacteur:
Marjon Kruize
Layout: Rowan Brandt, Aileen Reese
POPULAIRE ARTIKELEN OP ANALYSENEDERLAND.NL Productieprocessen standaardiseren in Smart Industry
Volg ons digitaal:
Er bestaan ongeveer 7.000 zeldzame aandoeningen. En ongeveer 1 miljoen Nederlanders hebben te maken met minstens één daarvan. Daarbij geldt nog dat ongeveer 75 procent van deze patiënten jonger is dan achttien jaar. Bovendien is de kans op sterfte gemiddeld hoger bij mensen met een zeldzame aandoening.
Foto: Fotolia
Op Spotify, Soundcloud en iTunes kunt u nu ook luisteren naar onze podcast, Analyse 15 minutes. Host Jerry Huinder sprak onder andere met prof. dr. John van der Oost, expert op het gebied van de CRISPR-Cas technologie.
Begin vorig jaar stuurde Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, een brief naar de tweede kamer waarin zij aangaf achter de Implementatieagenda Smart Industry te ondersteunen. Met dit plan wordt gezorgd dat Nederland in 2021 het meest flexibele en het beste digitale productienetwerk van Europa heeft.
Meer aandacht voor zeldzame ziektes
@europeanmediapartner
Bekijk exclusieve films en video's op onze campagne website.
analysenederland.nl
Tekst: Erzsó Alföldy
Marjon Kruize
Hugo Schrameyer
Coverfoto:
LTO Nederland
Priva Mostphotos
Op onze campagne website vindt u nog veel meer interessante artikelen en interviews.
Foto: Mostphotos
LUISTER OOK ONZE PODCAST
Gedistribueerd:
Het Financieele Dagblad 2019
Drukkerij:
RODI Rotatiedruk
Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
CONTENT WITH A PURPOSE European Media Partner Nederland B.V Keizersgracht 424, NL-1016 GC Amsterdam Tel.: +31 20 808 82 00 Email: nl@europeanmediapartner.com www.europeanmediapartner.com
Recycle of geef het magazine door!
European Media Partner is gespecialiseerd in contentmarketing en native advertising. Wij combineren redactionele inhoud met themakranten die bij toonaangevende dagbladen zijn bijgevoegd. Wij zorgen ervoor dat de boodschap van uw merk wordt overgebracht, en uw doelgroep de juiste beslissingen neemt.
ADVERTENTIE
ZONNEPARKEN OP LANDBOUW GROND – BEDREIGING OF KANS?
Kritische vragen worden gesteld wanneer het gaat over het realiseren van zonneparken op landbouwgrond. Veel gehoorde kritiek is: verspilling van goede landbouw gronden want de grond is nodig voor voedselvoorziening. Zelfs bedreiging van de voedselzekerheid wordt af en toe genoemd om het negatieve beeld kracht bij te zetten. Na 4 jaren blijkt de praktijk anders. Sterker nog, op grote schaal wordt er intensief samen met boeren gekeken naar een duurzame oplossing. En niet zonder resultaat! Solarfields, marktleider in de realisatie en het beheer van grootschalige zonneparken, voert sinds de start van haar organisatie (2014) dagelijks gesprekken met grondeigenaren. In veel gevallen zijn boeren eigenaar van grond die geschikt is voor zonneparken. In Nederland moeten we gezamenlijk 35 TWh aan duurzame productie realiseren. Indien de helft hiervan wordt ingevuld met zonne-energie en tevens de beschikbare daken worden benut betekent dit circa 0.7% van alle landbouwgronden in Nederland. Meer is niet nodig! Dit plaatst de discussie in een heel ander perspectief.
www.solarfields.nl
De boer, een klassieke ondernemer met een rijke historie van zijn of haar bedrijf, denkt veelal in mogelijkheden. Door de jaren heen is de bedrijfsvoering enorm veranderd en liggen
er onzekerheden op de loer. De bouw van een zonnepark op landbouwgrond is een duurzame oplossing voor risico’s waar boeren tegenaan lopen, bedrijfsopvolging, fluctuerende marktprijzen, misoogsten en veranderende wet- en regelgeving. Zonneparken bieden een zekere cashflow voor de komende 25 tot 30 jaar “We hebben wat aan elkaar moeten wennen, maar tegenwoordig staat de koffie vaak klaar om naar elkaar te luisteren” Aldus Gerben Smit, mede-oprichter van Solarfields. De discussie over zonneparken op landbouw grond is volgens Solarfields dus niet zo zwart-wit. Zonneparken op landbouwgrond is dus absoluut een kans. Een kans om boeren zekere inkomsten te bieden binnen een onzekere bedrijfsvoering. En voor wat betreft het grondverbruik, zoals gezegd zal dit 0,7% van het totale landbouw areaal in beslag nemen. Ook niet een percentage waar we erg van hoeven te schrikken. Ondanks de angst van sommigen, zijn zonneparken op landbouwgrond zeker geen bedreiging. Integendeel: ze zijn een kans!
VERRASSENDE VARENS De ontstaansgeschiedenis van varens gaat ver terug. Lange tijd hebben varens en reuzen paardenstaarten de plantengroei op aarde beheerst. Ze kwamen al voor in het Devoon, ongeveer 400 - 350 miljoen jaar geleden. Er zijn in die periode zelfs steenkoollagen ontstaan uit afgestorven resten van ondermeer varens. Varens behoren tot een sterke plantengroep. Je vindt ze vrijwel overal ter wereld en ze groeien in de meest uiteenlopende omstandigheden in de bergen, tuinen, parken en zelfs op bomen en muren. Daarnaast heeft de varen ook in huis een vaste plek gekregen. Varens zijn er in veel verschijningsvormen en maten. Zo is de maanvaren slechts 1 cm hoog, terwijl boomvarens daarentegen gemakkelijk 6 meter hoog kunnen worden. In totaal bestaat de varenfamilie uit meer dan 8000 soorten, die in twee categorieën te verdelen zijn: tropische varens voor in de huiskamer en winterharde varens voor tuinen en parken. Kenmerkend voor varens is de wijze waarop een nieuw blad zich in het voorjaar afrolt vanuit een krul. De meeste varens zijn groen, maar ook rood, bont en blauw/grijs zijn veel voorkomende bladkleuren. Vooral die laatste kleurcombinatie is op dit moment populair. Unieke wijze van voortplanting Varens hebben geen bloemen en vormen geen zaden. De voortplanting verloopt bij varens via zogenaamde sporen aan de onderkant van het blad of aan aparte sporentakken. Na het uitzaaien van de sporen ontstaat er een varen-voorkiem, het zogenaamde prothallium. Dit prothallium bevat zowel mannelijke spermatozoïden als vrouwelijke geslachtsdelen. Omdat deze zich op een zeer vochtige ondergrond bevinden, zwemmen de spermatozoïden naar de vrouwelijke geslachtsdelen, die zich tussen de wortels bevinden. Na deze samensmelting ontstaat er een varenplantje. Er zijn echter ook varensoorten die steriel zijn en geen sporen vormen. Deze worden dan door middel van weefselkweektechniek vermeerderd in een laboratorium.
Varens kweken, een vak apart Braam Youngplants in De Kwakel is één van de weinige bedrijven ter wereld dat grootschalig varens vermeerderd uit sporen. Het bedrijf is in 1964 gestart met een kas van 200 m2. Inmiddels bestaat het assortiment uit circa 50 soorten tropische varens en 100 soorten tuinvarens, die geteeld worden onder 10.000 m2 glas. Als de jonge varenplantjes nog maar een paar centimeter groot zijn, gaan ze op transport naar kwekers over de hele wereld. Daar worden ze opgekweekt tot volwassen planten die in winkels en tuincentra verkocht worden. Naar vrijwel alle Europese landen levert Braam Youngplants de jonge varenplanten, maar vooral Noord Amerika, Japan en China zijn grote afnemers. Populair en veelzijdig Tropische varens vinden we vooral terug als kamerplant. Dat kan solitair zijn, maar ook in combinatie met andere planten. Winterharde varens treffen we overal ter wereld in tuinen, op terrassen als kuipplant en in parken en bermen als bodembedekker. Daarnaast worden varens tegenwoordig steeds vaker toegepast als levende wandbekleding in kantoren en op buitengevels. Varens zijn populair als kamerplant vanwege de grote luchtzuiverende capaciteit van de bladeren. En ook buiten zijn varens onmisbaar omdat ze een grote bijdrage leveren aan de CO2 opname wereldwijd. Na miljoenen jaren blijken varens in al hun verschijningsvormen nog steeds een grote belangrijke bijdrage te leveren aan ons welzijn op aarde. En dat zal nog lang zo blijven.
CONTENT WITH A PURPOSE
Foto: e-Flora
4 VOORWOORD – ANALYSENEDERLAND.NL
Dave van Stijn, Chief e-Commerce e-Flora.
‘Bloemen en planten vaker online’ Net als in andere branches speelt digitale disruptie ook in onze bloemen- en plantensector een steeds grotere rol. In een rapport uit 2017 staat de verwachting dat het online marktaandeel in 2017 toegroeit naar dertig procent. Die prognose gaan we hoogstwaarschijnlijk wel halen. Daarbij moet je onderscheid maken in de segmenten gifting en gebruik voor thuis. Vroeger moest de consument zijn huis uit om bij de lokale retailers een bloemcadeau te bestellen voor elders in het land. Nu doe je dat online. Tal van cadeaupartijen, maar ook gevestigde retailers als supermarkten,
hebben die optie beschikbaar. Het online segment voor gebruik thuis is nog beperkt, maar groeit zeer snel. Dat segment wordt op termijn groter dan gifting, te meer omdat consumenten steeds vaker boodschappen online bestellen. Ook de aankoop van bloemen hoort vaker in dat patroon, terwijl de aankoop van planten voor binnen en buiten verder raakt ingeburgerd. Online heb je een grote keus, en een online bestelde plant wordt thuis afgeleverd. Hoeft de consument zijn eigen auto niet vies te maken. Een trend die je ziet binnen gifting, is dat bloemen en planten steeds
beter aansluiten bij het cadeaumoment. Ook de gift zelf maakt deel uit van de beleving, zoals verjaardag of minder heugelijk moment. Personalisatie speelt daarbij een belangrijke rol. Tegenwoordig kun je niet alleen een gepersonaliseerde kaart meesturen, maar ook de hoes volledig zelf ontwerpen. Zo kun je met Moederdag een tekening van je kinderen laten digitaliseren tot hoes. Ook het combineren van producten raakt in trek, dus bijvoorbeeld een boeket in combinatie met een reep chocolade of een fles bubbels. Bij planten voor eigen gebruik zie je dat vooral grootbladige planten in trek zijn. De urban jungle-trend is enorm hot op dit moment.
Verder speelt duurzaamheid in onze branche een steeds grotere rol. Daarbij is er aandacht voor het verpakkingsmateriaal bijvoorbeeld, de afstand van het vervoer, maar ook voor de controle voor de totale keten, zodat de afnemer zekerheid heeft dat de bloemen of planten geteeld zijn door een gecertificeerde kweker. Wat betreft de verzending zelf geloof ik sterk in een hybride model. Tijdkritische bezorging, bijvoorbeeld binnen het uur, kan beter in een decentraal model worden toegepast, waarbij lokale aanbieders zijn betrokken. Wie meer behoefte heeft aan controle in de
‘Wat betreft de verzending zelf geloof ik sterk in een hybride model’ keten, zal eerder keuze maken voor een centraal aangestuurde optie. Dave van Stijn, Chief e-Commerce e-Flora
ADVERTENTIE
De Coolblue van de kamerplanten Planten. Ze zijn enorm populair tegenwoordig, Amsterdam is zo onderhand één grote urban jungle geworden, maar vaak zijn ze ook een bron van frustraties. Kies jij maar eens een plant uit die er niet alleen leuk uitziet, maar ook daadwerkelijk een kans heeft om te overleven in dat donkere hoekje waar je wat meer groen wilt. En wanneer je een keuze hebt gemaakt is het verzorgen van jouw groene aanwinst helemaal een uitdaging. Te veel of juist te weinig water, te droge lucht, te weinig zonlicht, allemaal factoren om rekening mee te houden. Dat kan makkelijker.
plekken en collega’s die overijverig water geven of het laatste laagje koffie aan de plant doneren zijn allemaal gevaren voor jouw groene collega’s. We hebben bij Plantsome daarom speciale pakketten samengesteld met planten geschikt voor het kantoorleven. Ze zijn luchtzuiverend, kunnen tegen weinig licht en hebben niet veel verzorging nodig. De ideale groene collega’s dus! Je kiest simpelweg het pakket dat past bij de grootte van jouw kantoor en laat de planten door ons bezorgen. Vervolgens kan je ook hier de app gebruiken voor watermeldingen.
Met die gedachte is Plantsome een kleine drie jaar geleden van start gegaan. Planten een stuk leuker, maar vooral makkelijker maken. Met onze plantenzoeker vind je in enkele minuten de perfecte plant voor jou, die je de volgende dag al netjes kan laten thuisbezorgen. De Plantsome app vertelt jou vervolgens wanneer en hoeveel water je moet geven. Appeltje eitje! En omdat die Latijnse namen niet uit te spreken zijn luisteren onze planten simpelweg naar namen als Joep, Guus en Alfredo.
Overigens is het echt zo dat planten een kantoor er niet alleen goed uit laten zien, maar ook zorgen voor minder stress bij collega’s en een betere luchtkwaliteit. Het verlaagt daardoor ziekteverzuim en het geeft mensen voldoening omdat ze ergens voor kunnen zorgen. Tot zover het promotiepraatje voor planten.
Planten zonder gedoe in huis én op kantoor Zijn planten thuis al lastig, op kantoor is het helemaal een uitdaging. Erg droge lucht, donkere
Bloemetje cadeau? Geef een plant! Het moderne relatiegeschenk is niet een boeket dat binnen 2 weken staat te verwelken in een vaas, geef een toffe kamerplant die jaren staat te pronken bij je relaties of collega’s! Niets zegt ‘Ik waardeer je’ als een grote groene Marty of Howerd die afgeleverd wordt op jouw stoep.
www.plantsome.nl ADVERTENTIE
Veel vraag naar afgestudeerden Tuinbouw en akkerbouw In de tuinbouwsector is een grote vraag naar hoog opgeleide ondernemers en adviseurs die midden in de praktijk staan. Aeres Hogeschool Dronten wil met haar vol- en deeltijd opleidingen Tuinbouw en akkerbouw én Tuinbouw en akkerbouw & Agrarisch ondernemerschap inspelen op deze vraag. Afgestudeerden van beide studies vinden vaak al tijdens hun studie een baan. Studieleider Bettie Tijsseling: “Er is enorm veel vraag naar jonge en goed opgeleide arbeidskrachten in de agri- en foodbusiness. Bijna iedereen die hier zijn of haar diploma in ontvangst neemt, heeft al een baan op dat moment.” Van tuinders en akkerbouwers wordt veel verwacht: ze dienen voldoende voedsel te produceren van hoogwaardige kwaliteit en op een duurzame wijze in een snel veranderende agrarische wereld. Op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen, datamanagement en robotisering gaan de ontwikkelingen snel. Daarnaast laat de maatschappij zich meer dan ooit horen. Aeres Hogeschool Dronten bereidt haar studen-
ten zo goed mogelijk hier op voor. Tijsseling: “Onze opleiding zit sterk in de lift. We hebben begin september ruim honderd nieuwe studenten mogen verwelkomen.” De opleiding kent de laatste jaren een groeiende belangstelling, zowel van mensen binnen als buiten de sector. Ondernemers kiezen al sinds jaar en dag voor de studie in Dronten en doen dat nog steeds. “Zij zorgen jaarlijks voor een grote instroom. We zien daarnaast ook dat de belangstelling voor plantenveredeling toeneemt, met name bij onze faculteit in Almere. Daar bieden we het vierde jaar een speciaal veredelingsprogramma aan: International plantbreeding”, vertelt Tijsseling. Studenten kiezen specifiek twee minoren op het gebied van plantveredeling en kunnen ook hun stage en afstudeerscriptie op dit thema richten. “Deze groeiende belangstelling biedt zeker perspectieven voor onze afgestudeerden, binnen de sector is er veel vraag naar jonge veredelaars.” Praktijk centraal Aeres Hogeschool Dronten heeft de praktijk hoog in het vaandel staan. Studenten werken tijdens verschillende modules aan vraagstukken van bedrijven uit de agri-business. Daarnaast heeft de faculteit eigen praktijkbedrijven (Aeres Farms) waar onder meer een akkerbouwbedrijf (gangbaar en biologisch) gevestigd is. Ook staat er op het terrein van de faculteit een kas waarin onder andere groentegewassen, potplanten en snijbloemen geteeld worden en diverse proeven uitgevoerd worden. Studenten kunnen daarvoor ook in de klimaatcellen met LED-verlichting terecht. Ondernemer en teeltadviseur De studenten Tuinbouw en akkerbouw worden opgeleid voor grofweg vijf beroepsprofielen: ondernemer, teeltadviseur, commercieel manager, praktijkonderzoeker en
beleidsvoorlichter. Veel studenten gaan na de studie als ondernemer of teeltadviseur aan de slag. Binnen de opleiding Tuinbouw en akkerbouw kunnen studenten in het tweede jaar er voor kiezen om zich meer te focussen op tuinbouw. In het derde jaar is er sinds een jaar de mogelijkheid om het internationale Engelstalige tuinbouwprogramma ‘International Horticulture and Management’ te volgen. Nationale en internationale studenten zitten het derde jaar bij elkaar in één klas. Beiden kunnen zo hun netwerk vergroten en leren daarnaast veel over de internationale tuinbouw en ook over interculturele communicatie.
Aeres Hogeschool bestaat uit drie faculteiten: Almere, Dronten en Wageningen. De faculteit in Wageningen is de educatieve faculteit. Zij biedt de studie Docent en kennismanager Tuin- en akkerbouw waar studenten naast vakinhoudelijke informatie meer leren over hoe mensen leren en communiceren.
aereshogeschool.nl
6 ACTUEEL – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Plantenpaspoort nu echt realiteit Zaterdag 14 december. Dat is het moment van de waarheid. Vanaf die dag krijgt de agrarische wereld te maken met de nieuwe Europese Plantgezondheidsverordening. En vanaf dan moeten alle voor opplant bestemde planten (en zaden), waaronder dus ook groenteplanten, vergezeld worden van een plantenpaspoort. Peter du Crocq die gespecialiseerd is in het nieuwe plantenpaspoort, is echter realistisch genoeg om te beseffen dat deze administratieve en logistieke uitdaging niet overal ter harte wordt genomen: “Telers willen het liefst bezig zijn met hun vak en niet met alle administratieve rompslomp erom heen. Dat begrijp ik heel goed, maar tegelijkertijd is het nu heel urgent om aandacht te hebben voor het plantenpaspoort. Jonge planten voor opkweek of stek die nu opgepot worden, maar pas na 14 december uitgeleverd worden, moeten immers straks van het juiste label zijn voorzien.” Het zelfstandige bestuursorgaan
Naktuinbouw, dat de kwaliteit van producten, processen en ketens in de tuinbouw bewaakt, heeft de afgelopen maanden en jaren veel energie gestopt in de bekendmaking van de nieuwe regelgeving. Uiteindelijk blijft het de eigen verantwoordelijkheid van de teler om hun producten van het juiste plantenpaspoort te voorzien. “Zo’n proces moet indalen. In het begin lijkt het misschien een ver-van-mijn-bed-show, maar hoe dichter we tegen de datum aankomen, hoe nadrukkelijker er wordt beseft dat het paspoort rea-
Foto: Persfoto
Telers zijn op alle niveaus herinnerd aan de komst van het plantenpaspoort, maar er bestaat ook twijfel of daarop is geanticipeerd.
label in lijn met persoonlijke wensen is ook mogelijk.” Nog even een paar weetjes. Altijd handig voor wie in de weer gaat met het plantenpaspoort. Wat staat voorgeschreven, is dat alle verplichte informatie op het label moet staan: botanische naam, iso-code voor lidstaat en land van oorsprong/productie, fytosanitair registratienummer en traceerbaarheidscode. En dan dus ook nog netjes ingekaderd én leesbaar. Verder geldt dat het plantenpaspoort
op een label niet in de punt van het label mag komen. Dit omdat als het label in de grond word gestoken het plantenpaspoort niet meer zichtbaar is. Een plantenpaspoort gedrukt op een pot maar bedekt met een potcover is wel toegestaan.
Hugo Schrameyer
Du Crocq: “In het begin lijkt het misschien een ver-van-mijn-bed-show, maar hoe dichter we tegen de datum aankomen, hoe nadrukkelijker er wordt beseft dat het paspoort realiteit wordt.”
liteit wordt. Ik sluit niet uit dat we op 13 december nog een telefoontje krijgen van meerdere telers die tot hun schrik deze beslissing voor zich uit hebben geschoven.” Geen paniek, luidt dan het advies van
Du Crocq. Met de nodige inventiviteit zullen er heus wel tijdelijke oplossingen zijn te ontwikkelen. De vorm, grootte en het lettertype op het plantenpaspoort zijn niet dwingend voorgeschreven, zolang alle verplichte informatie er maar op staat, netjes ingekaderd en leesbaar. Als dat goed zit hoeven telers na 14 december geen sancties te vrezen. En wie wil, kan de pot of het label daarna altijd nog personaliseren.
‘Telers willen het liefst bezig zijn met hun vak en niet met alle administratieve rompslomp erom heen’ Wat du Crocq signaleert, is dat vooral
kleinere ondernemers worstelen met de invoering van het paspoort, te meer omdat deze nieuwe eis een extra investering in apparatuur
kan betekenen. En daar, benadrukt de paspoortdeskundige, moet je niet lichtzinnig over denken. Vooral printers kunnen het zwaar te verduren krijgen in de stoffige ruimtes van telers. “Wat print- en labelbedrijven kunnen doen, is het aanbieden van een specifieke printer in combinatie met labels en software, waarbij we de gebruiker ook kunnen adviseren en ondersteunen bij het ontwerpen van een eigen paspoort. Een koppeling naar een databestand maakt het mogelijk dat de teler zelf kiest voor de gewenste hoeveelheid etiketten, waarbij hij kan kiezen voor de vorm van sleufetiket, steeketiket of voor een sticker. Een volledig ‘custom-made’
FEITEN De huidige regelgeving omtrent fytosanitaire eisen wordt nu vervangen door een nieuwe Europese Plantgezondheidsverordening. De wijziging zorgt ervoor dat de plantenpaspoortplicht wordt uitgebreid naar alle ‘voor oppot bestemde planten’. Dit betekent dat vanaf dat moment ook zaden en pot-, perk- en kuipplanten een plantenpaspoort moeten hebben.
GOED VOORBEREID ZIJN Op 14 december moeten alle planten voorzien zijn van een paspoort, en daarop moeten telers zich voorbereiden. Op analysenederland.nl leest u er meer over. ADVERTENTIE
... ALLES VOOR UW NIEUWE PLANTENPASPOORT! VANDERENG
STEEK ETIKET
SLEUF ETIKET
SPECIALIST IN DE TUINBOUW
PLANTENPASPOORT Alle bedrijven die plantenpaspoorten gaan gebruiken moeten deze laten goedkeuren door de NAK Tuinbouw. VanDerEng is exact op de hoogte van de eisen maar ook van de mogelijkheden om de kosten tot een minimum te beperken. Na controle en goedkeuring geven zij uw toestemming om de goed gekeurde plantenpaspoorten te gebruiken.
VanDerEng is een ambachtelijke, maar uiterst innovaaeve en moderne organisaae. Met ruim een eeuw ervaring in het ontwikkelen en produceren van hoogwaardige labels en eekeeen, worden onze producten wereldwijd ingezet voor de idennficaae van producten binnen de tuinbouw.
LABEL
Al vanaf 1894 is VanDerEng accef in de tuinbouw. Wij mogen ons dan ook al jaren wereldwijd een toonaangevend producent noemen. De labels van VanDerEng zijn internaaonaal te vinden bij zaadveredelaars, kwekerijen, tuincentra en vermeerderaars.
WWW.VANDERENG.NL/PLANTENPASPOORT
ZELFKLEVEND
ETIKET
ADVIES & SUPPORT VanDerEng kan u adviseren en ondersteunen bij een jdige en foutloze implementaae van het plantenpaspoort in uw bedrijfsprocessen. Wij kunnen u hiervoor niet alleen een label aanbieden, maar –zo gewenst- ook printers, sooware en overige toebehoren. Wij adviseren en ondersteunen u bij ontwerpen advise van uw eigen paspoort.
Imago glastuinbouw zit in de lift Er bestaat in Nederland een vorm
‘We hebben straks geen mensen nodig die tomaten kunnen plukken, maar willen dan mensen hebben die een tomaatplukrobot kunnen bedienen’ siast te houden en te krijgen voor het werk in de glastuinbouw. Met name doordat mensen niet bekend zijn met de kansen die de sector te bieden heeft, staat de glastuinbouw vaak niet bovenaan de lijstjes met bedrijven waar mensen willen gaan werken. Bovendien speelt de schaalvergroting binnen de branche van de laatste tien jaar een belangrijke rol bij de behoefte aan nieuwe mensen.”
Verweij: “Kennis en vaardigheden moeten op niveau blijven, zodat ook de oogstmedewerker aan het werk kan blijven.”
Wat Verweij daarmee aangeeft, is dat de bedrijven steeds groter worden en er daardoor functies bij krijgen die een jaar of vijf geleden nog niet eens bestonden. Daarmee komt de sector voor grote uitdagingen te staan, te meer omdat bijvoorbeeld consumentenmarketeers de glastuinbouw niet bovenaan hun lijstje van mogelijke werkgevers hebben staan. Het is niet alleen de zoektocht naar gekwalificeerd personeel die als uitdaging geldt. Ook het thema duurzame inzetbaarheid is buitengewoon actueel. Personeel moet langer doorwerken, maar wat daarbij ook geldt, is dat de ontwikkelingen supersnel gaan. “Vroeg of laat gaan we kennismaken met de oogstrobot. Dan hebben we geen mensen nodig die tomaten kunnen plukken, maar dan willen we mensen hebben die de tomaatplukrobot kunnen bedienen. Dat zijn ontwikkelingen en nieuwe technologieën die tot de opdracht leiden om mensen voortdurend te ontwikkelen. Kennis en vaardigheden moeten immers wel op niveau blijven, zodat ook de oogstmede-
werker uit dit voorbeeld aan het werk kan blijven.” Dat laatste punt, het bijspijkeren van
kennis, dat is toch wel een ding, benadrukt Verweij. Veel medewerkers in deze sector hebben er bewust voor gekozen om met hun handen te werken. Terug naar de schoolbanken is een beeld waar ze niet echt happy van worden. “Dus zul je ook een andere vorm van leertrajecten moeten aanbieden. Leren van je collega’s bijvoorbeeld. Bovendien is het zo dat er bij veel bedrijven nog geen echte leercultuur bestaat. Dat heeft ook te maken met de rol van leidinggevenden. Veel bedrijven sturen nog met name op output, en hebben minder aandacht voor de menselijke factor. Nu zie je dat proces langzaam veranderen. Als er aandacht is voor de mens, groeit de output vanzelf.” Wat de sector nu vooral heeft te doen,
is het zorgen voor zichtbaarheid, reageert de opleidings- en personeelsspecialist. Daar wordt ondertussen in ieder geval hard aan gewerkt, onder andere met behulp van social media-campagnes. Om de vervan-
VRAGEN AAN MANON COLENBRANDER
gingsvraag in het personeelsbestand lucht te geven, is het vooral belangrijk om zij-instromers te attenderen op de kansen in de glastuinbouw. “De vervangingsvraag in deze sector gaan we niet oplossen met leerlingen uit het groene onderwijs. Daar is de uitstroom te beperkt voor. We zien nu dat campagnes inderdaad vruchten afwerpen. De interesse van zij-instromers is zeker geprikkeld.” Deze laatste observatie is een mooi bruggetje naar de nationale overheid, die in de persoon van onderwijsminister Arie Slob benadrukt dat de agrarische sector actie moet ondernemen om groene opleidingen populair te maken. In totaal kampen groene mbo-scholen met een krimp van 30.300 studenten in 2011 naar 24.600 in 2017. Het aantal vmbo-leerlingen daalde in die periode van 57.600 naar 44.200 leerlingen. Volgens Slob is er voor leerlingen te veel onduidelijkheid over toekomstperspectief. Het is mede daardoor dat leerlingen vaak kiezen voor een andere opleiding, terwijl de groene sector deze mensen keihard nodig heeft. Hugo Schrameyer
FEITEN Wat een rol speelt bij de keuze van ‘groen’ onderwijs is de locatie van onderwijsinstellingen. Die liggen namelijk vaak in krimpgebieden, waardoor het aantal potentiële studenten afneemt. De verwachting is dat agrarische onderwijscentra gaan fuseren en dat sommige opleidingen ook fysiek bij elkaar worden gebracht.
DE LAND- EN TUINBOUW AANTREKKELIJK MAKEN Hoe kunnen we dat het beste aanpakken? Op analysenederland.nl leest u er alles over.
Foto: mostphotos
Foto: Persfoto
Marketeers in de agrarische wereld zijn dun gezaaid, terwijl het imago van de sector flinke stappen voorwaarts maakt. van onwetendheid die niet helemaal terecht blijkt. Niet iedereen beseft namelijk dat de agrarische sector van grote betekenis is voor de Nederlandse economie. Dat geldt voor eigenlijk alle divisies, dus ook de glastuinbouw, het hoofdthema waar opleidings- en personeelsspecialist Jeroen Verweij zich om bekommert. “Wij zijn dagelijks bezig om mensen in en mensen buiten de sector enthou-
7
ANALYSENEDERLAND.NL – FOCUS
CONTENT WITH A PURPOSE
Student Tuin- en Akkerbouw aan de Aeres Hogeschool
Wat studeer je? “Ik studeer Tuinbouw en Akkerbouw aan Aeres Hogeschool in Dronten. Bij de projecten waar ik gedurende de opleiding bij betrokken ben geweest, ligt de nadruk vooral op tuinbouw. Wat ook mijn interesse heeft, zijn internationale projecten. Ik zit nu in het vierde jaar, dit jaar studeer ik af. Wat ik nu als eerste op het programma heb staan, is een stage in Tanzania bij een aardappelbedrijf.”
Waarom heb je voor deze opleiding gekozen? “Ik ben opgegroeid op een agrarisch bedrijf, waar naast snijbloemen, ook andere gewassen worden geteeld, waaronder asperges. Van huis uit heb ik de passie voor tuinbouw meegekregen. Het is mogelijk ooit de bedoeling dat ik mijn vader opvolg, hoewel niet op korte termijn.”
Waarom heb je voor deze school gekozen? “Dat heeft vooral een praktische kant: de school is voor mij relatief gemakkelijk bereikbaar, ik ben er binnen het uur. De school staat goed aangeschreven, dus als die in Maastricht was gevestigd, was ik er ook naar toe gegaan. De begeleiding is top. De docenten zijn actief bij de studenten betrokken.”
Marjon Kruize
ADVERTENTIE
Lutgo HR: ‘Met z’n allen sierteelt weer aantrekkelijker maken’ past. Persoonlijke gesprekken zijn daarbij heel belangrijk, dan leer je iemand echt kennen. Grote bedrijven met een HR-afdeling in onze sector kijken vooral naar een CV maar wij kijken liever naar diens mogelijkheden. De match is bij ons gebaseerd op de mogelijkheden en potentie van elke kandidaat in samenhang met de uitgebreide praktijkkennis van onze ervaren consultants,” licht Bouhuijzen de huidige werkwijze van Lutgo HR toe.
AALSMEER - Nog steeds zijn er in de sierteelt en AGF bedrijven die snel kandidaten zoeken voor een vacature; goed opgeleid, de juiste mentaliteit, veel ervaring en jong. Bij Lutgo HR kijken ze er niet meer van op. “Maar die tijd is echt voorbij al realiseren veel bedrijven in onze sector zich dat nog onvoldoende, ” zo zeggen de ervaren consultants Jos Bouhuijzen en Goos Bartels in koor.
“Die werkwijze heeft natuurlijk alles te maken met de tanende belangstelling voor de groene universitaire, Hbo- en Mbo opleidingen. Dat heeft afgelopen jaren bij een bloeiende economie geleid tot een tekort aan nieuwe, gekwalificeerde en gemotiveerde kandidaten voor de sierteelt, ” vult Bartels aan. De vraag naar goedgeschoolde medewerkers zal alleen nog maar groeien, zo weten ze bij Lutgo HR, gebaseerd op eigen ervaring en bevestigd door onderzoek van de Rabobank. Die bank voorspelt dat de mondiale consumptiewaarde van bloemen en planten de komende 10 jaar wereldwijd bijna 50 procent groeit.
“Wij kijken nu eerst naar de persoon, diens ervaring, achtergrond en motivatie en daarna pas welk bedrijf bij hem of haar
“Je vraagt je soms af waar het fout is gegaan. Hoe komt het toch dat er volgens de jeugd een stoffig en suf imago over ons
mooie vak hangt? Eerlijk gezegd, ik weet het niet precies.” Op basis van zijn ervaring kan Bartels wel enkele mogelijke redenen opsommen voor die tanende belangstelling; de concurrentie van andere voor jongeren meer aantrekkelijke sectoren, het niet meer zoals vroeger automatisch in de voetsporen van de (agrarische) ouders willen treden en de steeds grotere en gespecialiseerde bedrijven. “Het gaat om het totale imago van de sector. Te vaak wordt gedacht dat het minder aantrekkelijk, zwaar en fysiek werk is waarbij je vroeg moet beginnen. Terwijl de Nederlandse sierteelt een van de meest vernieuwende en innoverende sectoren ter wereld is. Sommige bedrijven moeten daarbij ook kritisch naar zichzelf kijken, zo zegt Bouhuijzen. ”Er zijn echt bedrijven met een supergoed en mooi product met veel aandacht voor thema’s als duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar dan hebben ze een kantine met zeg maar een mindere uitstraling. Terwijl ik denk dat je moet zorgen dat alles in orde is. Sommigen vinden dat zogenaamde pamperen niet zo nodig, maar het wordt gewaardeerd door de medewerkers.”
lutgohr.nl
8 PROFIEL – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
‘Mensen hebben respect voor boeren en tuinders,maar ze krijgen niet de beloning die ze verdienen’ In een frietje van 2,50 euro zit voor hooguit 5 cent aan grondstof. Aan aardappelen dus. Het is de hoogste tijd dat boeren en tuinders een groter deel van de koek krijgen. Of je nu de passant aanspreekt in Amsterdam of Groningen: gemiddeld genomen is men dik tevreden over de inspanningen van boeren en tuinders. Circa 95 procent vindt boeren niet alleen eerlijk en sympathiek, er bestaat ook waardering voor het harde werken. Drie procent van de bevolking weet het eigenlijk niet zo goed en twee procent schildert boeren af als grondvervuilers, die met hun mest de omgeving verpesten. “Over het algemeen zijn
behoefte en het hoogste gehalte aan inhoudsstoffen per kilogram product ter wereld. Dus daar mogen we trots op zijn. We zijn de grootste exporteur van agrarische producten. We exporteren voor ongeveer 100 miljard euro aan het buitenland, waarvan ongeveer 80 miljard naar West-Europa. Daar verdienen we ruim 40 miljard euro aan. Het overgrote deel van het handelsoverschot in Nederland danken we aan agrarische producten.”
‘Als we kijken naar commodities als graan en melk, dan is prijsniveau eigenlijk te laag’ mensen dik tevreden over de inzet van het boerenbedrijf ”, constateert voorzitter Marc Calon van LTO Nederland, de belangenvereniging van de agrarische sector. “In de media wordt elk incident breed uitgemeten, terwijl de branche het heel goed doet. Er bestaat een vertekend beeld. Daar moeten we iets aan doen, we moeten ons beter verkopen.” Mag Nederland trots zijn op het boerenbedrijf?
“Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie kent het Nederlandse agrarische voedsel de laagste CO2-footprint, de laagste energie-
Waarom zijn we daar eigenlijk zo goed in?
“Grotendeels heeft dat te maken met natuurlijke omstandigheden. Nederland is een delta. Nederland heeft een gematigde temperatuur, voldoende zonlicht en voldoende water. En niet te vergeten: goede grond. Onze ligging maakt het bovendien mogelijk dat we goede verbindingen hebben over zee en via rivieren naar ons achterland. Dat zijn natuurlijke omstandigheden waar je op zich niet veel aan kunt doen, maar bovendien is het zo dat we goed zijn in onderzoek, voorlichting en onderwijs. Nederland is erg goed in het koppelen van
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek aan de praktijk. Dat bewijs wordt geleverd door de vooraanstaande rol van de landbouwuniversiteit in Wageningen. Het is niet meer zo dat mensen zoals na de oorlog honger hebben. We produceren voldoende calorieën, eiwitten en vetten om mensen te voeden. In deze markt van overvloed moet je product beter zijn dan die van de concurrentie. Je product moet goed zijn. Anders wordt het niet verkocht. Dat zie je bijvoorbeeld aan onze tomaten en aardbeien. Die zijn populair in de hele wereld.” Het thema gezondheid is bijzonder actueel. Spelen we daar voldoende op in?
“Vroeger was melk bedoeld als drank of als grondstof voor vla. Tegenwoordig maken we allerlei gezondheidsproducten van melk, zelfs tot medicinale toepassingen aan toe. Dat is een enorme vooruitgang. Wat die producten bovendien interessant maken, is de hogere marge.” Niet alleen gezondheid is een thema. Dat geldt ook voor duurzaamheid, met aandacht voor bodem, water en lucht. Welke rol speelt de agrarische sector daarbij?
“Er bestaat een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven en andere stakeholders om uiteindelijk te komen tot klimaatneutrale
landbouw. Er gebeurt een hoop op dat vlak, bijvoorbeeld met mono-mestvergisting en voermanagement voor koeien om de uistoot van ammoniak en methaan te beperken. Dat doen we beter dan onze concurrenten in het buitenland. Onze sector heeft de laagste CO2-footprint ter wereld.” Heeft de agrarische sector ook een landschappelijke taak?
“Boeren produceren niet alleen producten. In feite produceren ze ook landschappen. Daar is lange tijd weinig aandacht voor geweest. Ook door boeren en tuinders zelf. Daar vindt echt een omslag plaats. Denk bijvoorbeeld aan bloemrijke akkerranden en het herstel van houtwallen. Dat is niet alleen goed voor de biodiversiteit, ook passanten kunnen daarvan genieten. Je moet ook onderkennen dat de sector soms nog niet aan de verwachtingen van de maatschappij voldoet. Schaalvergroting, bijna altijd uit economische noodzaak, heeft een impact op het landschap. We zijn nu aan het onderzoeken hoe we moderne bedrijfsgebouwen kunnen koppelen aan de karakteristieken van het landschap. Het is toch vooral de agrarische sector die het platteland vormgeeft. En dat betekent ook dat we aandacht moeten hebben voor uiterlijke verschijningsvormen van onze gebouwen.”
Ander onderwerp: hoe staat het met de bedrijfscontinuïteit in de sector?
“Kijken we naar de kosten van het boerenbedrijf, dan hebben we het vooral over arbeidskosten. Er is vrij veel flexibele arbeid nodig in onze markt. De peren zijn niet in januari rijp, maar in juli, de kersen in mei, de asperges in het voorjaar. De overheid maakt tijdelijk werk steeds duurder. Daar zijn we op tegen, want dat heeft uiteraard een slecht effect op onze concurrentiepositie. Als we kijken naar commodities als graan en melk, dan is het prijsniveau eigenlijk te laag. De Nederlanders geeft nog ongeveer elf procent van zijn besteedbaar inkomen aan voedsel. Als je een frietje koopt van 2,50 euro, dan zit daar voor vijf cent aardappels in. Wij willen dat boeren en tuinders een groter deel van de koek krijgen. Daarvoor vinden we gehoor bij onze landbouwminister Carola Schouten en ook bij de vorige landbouwcommissaris Phil Hogan. Er is andere wet- en regelgeving nodig, maar feit is dat het werk van de landbouwer wordt ondergewaardeerd. Boeren nemen grote risico’s, hun eigen vermogen gaat in het bedrijf, maar ze verdienen belachelijk weinig. Ze zijn volledig afhankelijk van de markt en van de natuur. We hebben recht op een hogere vergoeding voor onze producten.” Hugo Schrameyer ADVERTENTIE
INNOVATIE MAAKT AMBITIEUZE GLASTUINBOUW TOT VEELZIJDIGE WERKGEVER Een wereldbevolking die de komende dertig jaar met een derde groeit en een planeet die schreeuwt om duurzaamheid. Grote mondiale uitdagingen die vragen om een gerichte, planmatige aanpak. De Nederlandse glastuinbouw kan daar een belangrijke rol in spelen. Techniek en innovatie kenmerken de sector van oudsher. De focus ligt nu op de instroom van nieuwe, veelzijdige talenten. In de glastuinbouw liggen volop groeikansen.
inmiddels behaalde resultaten vervullen met trots. Bedrijven in de sector, verenigd binnen Glastuinbouw Nederland, zetten zich in om de komende decennia te produceren zonder gebruik van fossiele brandstoffen en uiteindelijk volledig klimaatneutraal te kunnen telen. Bovendien wordt in de kas CO2 – een veelbesproken restproduct van de industrie – ingezet om groenten, bloemen en planten beter te laten groeien.
Modern ondernemerschap gaat hand in hand met veel ontwikkelmogelijkheden voor medewerkers en de vrijheid om met eigen ideeën aan de slag te gaan. De glastuinbouw van de 21e eeuw kent volop loopbaankansen en zeker niet alleen voor mensen met groene vingers. Professionals in marketing, HR, sales, mechanisatie, automatisering en management zijn essentieel voor behoud van de mondiale koppositie van de Nederlandse glastuinbouw. De ambities op gebied van duurzaamheid zijn groot en de
Technische innovaties Maar de duurzaamheidsparagraaf van de sector is breder. Ziekten en plagen worden zoveel mogelijk aangepakt met biologische bestrijders of met gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong. Daar komt bij dat de productie in de kas vele malen hoger ligt dan bij gewassen die in de buitenlucht worden geteeld. Het geavanceerde teeltsysteem onder glas biedt bedrijven voortdurend nieuwe mogelijkheden om zorgvuldig om te gaan met water en energie.
Voorbeelden van technische innovaties zijn: het gebruik van LED-belichting, telen op water en robotisering. Efficiënte productie Prachtige ontwikkelingen die benadrukken hoe belangrijk duurzaamheid is voor de Nederlandse glastuinbouw en welke bijdrage de sector in binnen- en buitenland kan leveren aan de mondiale uitdaging om voldoende voedsel te produceren voor de voortdurend groeiende wereldbexeen noodzaak. Kijk op www.kasgroeit.nl voor vacatures, stages en afstudeeropdrachten en draag ook bij aan het oplossen van de grootste, mondiale uitdagingen van deze eeuw.
ANALYSENEDERLAND.NL – PROFIEL
CONTENT WITH A PURPOSE
9
LUISTER NAAR ANALYSE 15 MINUTES CRISPR-Cas, waar hebben we het dan eigenlijk over? In de derde aflevering van onze nieuwe podcast, Analyse 15 minutes, praat host Jerry Huinder met prof. dr. John van der Oost over de CRISPR-Cas technologie. Een technologie waarmee we veranderingen in het DNA kunnen aanbrengen, wat in planten zeer gunstige effecten kan hebben. Denk daarbij aan meer opbrengst, of smakelijker vruchten. Het zou ook een manier kunnen zijn om de oogst in landen waar planten moeilijk groeien te verhogen, zodat er voedsel geproduceerd kan worden, ook wanneer het klimaat verandert. Analyse 15 minutes praat je in 15 minuten bij over een onderwerp waar jij het fijne van wilt weten. Zodat je op je werk, vanavond als je thuis komt, of ’s avonds in de kroeg een goed verhaal te vertellen hebt. Je luistert de podcast op Spotify, iTunes of Soundcloud. Zo blijf je altijd op de hoogte van de laatste trends en ontwikkelingen.
FEITEN Marc Calon uit Groningen is augustus 2016 tot voorzitter van LTO Nederland. Vanuit die functie is Calon lid van de Sociaal Economische Raad (SER), de Stichting van de Arbeid en de bankraad van de Nederlandse Bank. Bovendien maakt Calon deel uit van het COPA, de organisatie die de belangen van boeren en tuinders op Europees niveau behartigt, en is hij voorzitter van Agriterra, die ondersteuning biedt aan coöperaties en boerenorganisaties in opkomende economieën.
LUISTER DE GEHELE PODCAST OP ITUNES, SPOTIFY OF SOUNDCLOUD ADVERTENTIE
CERESCON: revolutie in arbeidsintensieve tuinbouw Heeze, 23 september 2019 - Cerescon is een zich snel ontwikkelende high-tech scale-up in de Agritech. Het bedrijf richt zich op het ontwikkelen, produceren en vermarkten van automatische selectieve oogstmachines. De eerste succesvolle ontwikkeling is Sparter; ’s werelds eerste selectieve aspergeoogstmachine voor witte asperges. De aspergeoogst is zeer arbeidsintensief; het vinden van handstekers wordt ieder jaar moeilijker. Als de selectieve oogst niet geautomatiseerd wordt, is de kans groot dat de teelt van verse asperges voorgoed uit Nederland en Europa verdwijnt. Aspergeoogst De handmatige oogst van asperges heeft, behalve de beschikbaarheid van personeel, ook nog beperkingen wat betreft kwaliteit en kwantiteit van ‘het witte goud’. Stengels worden soms niet gedetecteerd en steken bij de volgende oogstronde al boven het zandbed uit, met verkleuring en open koppen als resultaat. Het handmatig oogsten veroorzaakt ook veel ondergrondse schade aan de asperges met verminderde opbrengst als resultaat.
ontwikkeld. De unieke ondergrondse detectiemethode met geïntegreerde modules voor aspergesteken, zandbedherstel, aspergetransport en plastic handling resulteert in lagere oogstkosten, hogere opbrengsten en betere kwaliteit asperges. Cerescon presenteert haar jongste productportfolio uitbreiding, een 1-rijige zelftrekkende versie van Sparter, in november 2019 voor het eerst op de EXPO SE in Karlsruhe. Deze versie behoeft geen tractor en chauffeur en is interessant voor grote, maar ook geschikt voor kleinere telers. De éénrijige variant kan 10 – 12 ha oogsten. Financiering Cerescon wordt onder andere gefinancierd door een private investeerder, de Nederlandse overheid en het subsidieprogramma Horizon 2020 van de Europese Unie. Vorig jaar maakte het bedrijf bekend deze subsidie van 1,5 miljoen, bedoeld voor de ontwikkeling van innovatieve oplossingen en het verkennen van nieuwe markten, te hebben binnengehaald. Het project loopt bij Cerescon t/m juli 2020 en wordt gebruikt voor de marktintroductie van Sparter.
Sparter Cerescon heeft als eerste bedrijf ter wereld, in nauwe samenwerking met grote Nederlandse- en Duitse telers, een selectieve aspergeoogstmachine voor witte asperges, genaamd Sparter, VOOR MEER INFORMATIE: CERESCON B.V. ׀W: WWW.CERESCON.COM ׀E: PRESS@CERESCON.COM ׀T: +31 (0)40 200 1041
CONTENT WITH A PURPOSE
Foto: mostphotos
10 MOGELIJKHEDEN – ANALYSENEDERLAND.NL
Niet alleen is Nederland na de VS de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld, van hieruit verspreiden zich ook de nieuwste ontwikkelingen.
‘Nederland is kraamkamer van wereldwijde landbouwinnovaties’ Innovaties tillen de voedselproductie wereldwijd naar een hoger plan. Nee, de verkoop van de modernste technologie helpt de concurrentie niet in het zadel, stelt agricultuurexpert Ruud Huirne. “Onze landbouw is alweer bezig met de volgende vernieuwing.” De groeiende wereldbevolking en de
stijgende welvaart hangen als een zwaard van Damocles boven onze planeet. In 2050 zal de wereldbevolking zijn gegroeid van 7 naar 9 miljard inwoners. Het gemiddeld besteedbaar inkomen ligt tegen die tijd ook een stuk hoger. Om tegemoet te komen aan de vraag naar voedsel van gezondere en welvarender mensen, moet de wereldwijde voedselproductie met minstens 60 procent groeien, heeft de Rabobank berekend. Ruud Huirne heeft niet één toekomst-
visie. Wat betreft kansen voor de Nederlandse food- en agrisector houdt hij er maar liefst drie vergezichten op na. Ten eerste is er de efficiëntieslag. Er moet meer worden geproduceerd met minder input. “De productiviteit moet omhoog. Vraag is: hoe halen we meer uit onze grondstoffen en dieren?
Hoe kunnen we meer produceren met minder energie, kunstmest en chemische middelen? Hoe kunnen we afval- en reststromen nog beter hergebruiken?” Een tweede lijn is die van de voedselketen. In de ogen van Huirne liggen de plek van productie en die van de toekomstige consument niet per definitie bij elkaar in de buurt. Bij alle schakels tussen grond en mond valt nog veel te verbeteren. Transport, verwerking, opslag en bewaring kunnen allen bijdragen aan deze efficiëntieslag en vooral beter op elkaar aansluiten. Een derde visie betreft het voedsel zelf dat sturend wordt in heel deze keten. “In de toekomst wordt meer gekeken naar de doelen van voedsel. En naar de wensen van verschillende doelgroepen.” Huirne noemt sporters, ouderen, patiënten en mensen met gevoeligheden voor bepaalde ingrediënten. Hij voorziet voor iedereen een persoonlijke Schijf van Vijf.
teel nog één op de drie kindersterftes; terwijl slechte voeding ook anderhalf miljard obesitaspatiënten veroorzaakt. Kortom: er liggen genoeg uitdagingen. Juist voor Nederlandse food- en agribedrijven. Want als het om innovaties gaat dan is Nederland de kraamkamer. Er zijn wel twintig soorten innovaties, weet Huirne. “Zelf vind ik big data de belangrijkste.”
Sport, gezondheid en leeftijd spelen
en dieren. “Daar is ontzettend veel informatie uit te halen over productie en resistentie die uitstekend te gebruiken is voor veredeling. Nog los van een techniek als biotechnologie.” Maar ook dat laboratorium biedt volop kansen. Gentechnologie
daarin een belangrijke rol, maar ook kwesties als ondervoeding en obesitas. Want niet alleen telt de wereld bijna een miljard inwoners die vrijwel niks te eten hebben, ook ondervoeding veroorzaakt momen-
Met big data kan de hele keten van
grond tot mond beter op elkaar inspelen. De specifieke consumentenvraag wordt kortgesloten met de rassenkeuze. Innovaties en startups spelen hier nu al op in. “Trekkers, percelen en stallen zitten vol sensoren. Er komt steeds meer informatie, van weersomstandigheden tot en met de wens van de consument. Computers schrikken niet meer van enorme ladingen gegevens, maar er is nog veel onontgonnen terrein.” Neem de genenkaarten van planten
levert immers niet alleen transgene voordelen, de genenkaarten an sich geven ook veel inzicht over de aanleg van gewassen en dieren en hoe daarop in te spelen met voeding, medicijnen, bemesting en management. “Je kunt groeiprocessen aan alle kanten corrigeren en zelfs aan de voedingswaarde en de houdbaarheid van het product werken.” Want big data kan worden gebruikt in de precisielandbouw waar de nieuwste technische innovaties als drones met gps en voercomputers het volledige groeiproces van plant en dier bewaken. Wat nog niet zo lang geleden sciencefiction leek, ligt binnen handbereik. Huirne voorziet zelfs dat de biotechnologie op niet al te lange termijn producten als vlees en melk kan ontwikkelen, zonder dat daar nog dieren voor nodig zijn. En niet alleen is Nederland na de VS de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld, van hieruit verspreiden zich ook de nieuwste ontwikkelingen. Nederland blijft wat innovaties betreft de kraamkamer voor de rest van de wereld. “We kennen hier traditioneel korte lijnen tussen het bedrijfsleven, de overheid en kennisinstellingen”, verklaart Huirne. Deze
Gouden Driehoek wordt nog eens versterkt door onze open cultuur. “We zitten in dit kleine land dicht op elkaar, kijken telkens over de heg en dat levert een uitstekende voedingsbodem vol kansen.” Dit leidt tot innovaties die zich over de hele wereld verspreiden. De openheid is geenszins een bedreiging. Zelfs niet de openheid richting concurrerende landen. Nederland bouwt zelfs actief innova-
tiecentra in opkomende markten in China en Afrika. Huirne noemt het uitstekend dat Nederlandse vindingen worden gekopieerd in het buitenland. Dat is alleen maar gunstig voor de wereldwijde voedselproductie en de internationale agrosector. “Intussen zijn wij in Nederland alweer bezig met de volgende ontwikkeling." Die voorsprong moeten we erin houden, “want op kostprijs kunnen we het internationaal niet winnen.” Als voorbeelden noemt hij de energieleverende kas en de melkrobot. “Jaren geleden werd stellig gezegd: ‘het kan niet’. Nu draait het. En het wordt geëxporteerd.” Zo blijft de Nederlandse landbouw z’n voorsprong behouden. Marjon Kruize ADVERTENTIE
AGF BRANCHE OMARMT BRANDBLUSSER INNOVATIE ..... IETS VOOR U? Heeft u ook genoeg van alle wisselende kosten die u moet maken voor brandblussers? Ieder jaar is de rekening anders. STAP OVER OP PRYMAXX! 5 jaar garantie op sprayblussers en 10-jaar op de ONDERHOUDSVRIJE GROTE blussers. ZELF controleren is mogelijk waardoor u uitsluitend aanschafkosten heeft. Dit bespaard al snel 50%! Liever milieuvriendelijk? Ook dan is Prymaxx de juiste keus! De Aramide blusser is maar liefst 60% minder milieubelastend! SCAN!
Bent u geïnteresserd geraakt en heeft u brandende vragen? Wij verwijzen u dan graag naar onze proffessionele partners. Bel ons op 053 888 12 73 of mail naar info@prymaxx.eu
SCAN!
UW PARTNER IN FILTRATIE ELEMENTEN & FILTERHUIZEN • Brandstof • Smeerolie • Hydrauliek • AdBlue • Carterventilatie • Water-Liquid • Koelvloeistof • Ontluchting • Overdruk • Microfiltratie • Magneet units
ADVERTENTIE
Puur tuingeluk Bij Baas geloven we in de kracht van puur tuingeluk en willen we iedereen het hele jaar door blij maken met bloeiende seizoensplanten voor tuin, balkon en terras, ‘Bloeiende blijmakers’ noemen wij dat. Deze planten worden speciaal geselecteerd op kwaliteit, houdbaarheid en tuinprestatie. En ze worden op duurzame wijze geteeld. In onze showtuin testen wij continu nieuwe soorten en kleurencombinaties. Ieder seizoen brengen we een uniek assortiment aan absolute toppers op de markt, waarvan een belangrijk deel verkocht wordt onder ons premium merk: ‘Blooming Joy®’. In het voorjaar starten we met vrolijke violen en prachtige primula’s, eind maart stappen we over op zaai- en stekperkgoed in diverse soorten, kleuren en maten, in de zomer en herfst op onder meer de bolchrysanten en in de winter staat de kerstster centraal. Kweken volgens trends Wij houden het hele kweekproces in eigen hand. Van zaadje tot eindproduct. Dit kweken doen we trouwens ook speciaal voor retailers èn volgens de laatste trends. Blooming Joy® biedt het grootste assortiment outdoor seizoensplanten. Met dit herkenbare merk, maar ook met onze andere producten, bieden wij iedere consument topkwaliteit. Omdat wij Blooming Joy® zelf ontwikkelen, kunnen we deze plantjes van de beste genetica voorzien. Wij werken met de allerbeste leveranciers en kiezen in ieder element van onze kweek het beste van het beste. Kwekerij Baas koos in 2011 bewust voor een houtketel om de kassen van de kwekerij mee te verwarmen. De kwekerij wilde niet langer afhankelijk zijn van fos-
siele brandstoffen. Inmiddels is zij volledig gasvrij. Al onze kassen zijn ‘Groen Label Kassen’; tuinbouwkassen die zo zijn ingericht dat zij een lagere milieubelasting hebben qua energie, nutriënten (fosfaten en stikstof) en gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast recyclen we hier al ons water. Het water dat we in de kassen gebruiken, maar niet opgenomen wordt door de planten, vangen we op en komt via condensgootjes weer terug in ons regenwaterbassin. Binnen de glastuinbouw worden automatisering en robotisering steeds belangrijker. Vooral op het gebied van arbeidsbesparende teelttechnieken. Waar voorheen twaalf personen stekjes staken met hun handen, doen nu drie robots dit werk voor ons. Nog slechts één persoon houdt het toezicht. Het werk verandert steeds meer in controlerende arbeid. En het niveau van onze producten gaat omhoog. Alle stekjes zijn nu, dankzij automatisering, exact hetzelfde. Dat levert continue kwaliteit. Voor iedereen een Bloeiende Blijmaker Kwekerij Baas is al ruim 40 jaar een familiebedrijf. De huidige eigenaren, Jarno en Dieter Baas, zien de toekomst zonnig in. We hebben er zin in, zijn niet bang voor een uitdaging en houden vast aan dat wat wij het allerbelangrijkste vinden: het blij maken van zoveel mogelijk mensen. Onze grootste wens? Dat iedereen over een paar jaar een Bloeiende Bijmaker in zijn of haar tuin heeft.
kwekerijbaas.nl
12 VERDIEPING – ANALYSENEDERLAND.NL
Foto: Priva
Stadsbesturen realiseren zich dat ze de groei niet kunnen voortzetten door de 'Green Belt' weg te duwen. De mensen die in steden wonen, zullen belangrijke beleidsmakers worden en uiteindelijk de drijvende krachten achter duurzaamheidsveranderingen zijn, aldus Meiny Prins, CEO en mede-eigenaar van technologiebedrijf Priva. Zij stelt dat er elke drie maanden een nieuwe stad van negen miljoen inwoners zal ontstaan, in een lagergelegen deltagebied.
'Steeds meer stadsbesturen realiseren zich dat ze de (stedelijke woon) groei niet kunnen voortzetten door de Green Belt weg te duwen' “Het zal niet stoppen bij 10 miljoen,
het zal groeien tot 20 miljoen, of 50 miljoen”, zegt ze. “Mensen verhuizen naar die steden - en dat is belangrijk. Waar zal het groeien en waar wordt het uitgebreid? De mensen die daar wonen hebben schone lucht, veiligheid en gezond voedsel nodig. Die steden hebben een 'Green Belt' - dat is de gordel rond de stad waar voedsel wordt geproduceerd. Steeds meer stadsbe-
van producten of systemen. Een andere transformatie die volgens haar de verandering stimuleert, is de komst van geavanceerde robotica, die de komende twee jaar zal plaatsvinden. Met behulp van de gegevens uit de computersoftware kunnen veranderingen worden doorgevoerd die leiden tot een besparing van 40-50% op het verbruik van gas voor verwarming. Dit kan enorme voordelen hebben voor de tuinbouwsector. “Het is slechts een klein algoritme,
Prins: “Stel dat je overal lokaal fruit en groente kunt telen. Bedenk wat dat kan betekenen voor transport en afval – dat kan drastisch omlaag.”
sturen realiseren zich dus dat ze de (stedelijke woon)groei niet kunnen voortzetten door de Green Belt weg te duwen. Ze moeten deze integreren in de stedelijke gebieden.” De afstand tussen wat we nodig heb-
ben en wat beleidsmakers prediken wordt steeds groter, aldus Prins. “Dus, als elke stem een proteststem is, dan wordt de politiek gedwongen om te veranderen. Steden zullen ontdekken dat de kwaliteit van leven belangrijker wordt dan economische groei, omdat de mensen het niet meer zullen accepteren dat ze in slechte omstandigheden moeten wonen en werken. Steden zullen de drijvende kracht zijn achter duurzame oplossingen waarmee we onze planeet kunnen redden, samen met de ondernemers en consumenten in die steden.” “Ik ontdekte dat we 7.000 miljard
dollar per jaar uitgeven om een sys-
teem in stand te houden dat onze eigen planeet vernietigt, alleen voor de winst van 500 megabedrijven in de wereld die onze beleidsmakers beïnvloeden”, legt Prins uit. “Doordat Europa de Europese landbouw subsidieert, wordt in Afrika het Europese overschot aan geproduceerd voedsel tegen dumpprijzen op de markt gebracht. Dat betekent dat de tomaten uit Spanje daar goedkoper zijn dan de lokaal geteelde tomaten, waarmee de lokale boeren geen bestaansrecht meer hebben. Dus in plaats van landen het recht te geven om hun economische waarde uit hun landbouwontwikkeling te laten groeien, nemen we die waarde weg. En dan is er nog de verspilling.” Volgens Prins zijn er grote veran-
deringen op komst in de manier waarop we omgaan met het milieu en onze omgeving, waaronder het leveren van een producten as a service, in plaats het aanschaffen
en geen grote kostenpost om het toe te passen in een gebouw, en we kunnen enorme hoeveelheden energie besparen,” aldus Prins. “Zo kunnen we van ‘cloud pollution’ naar ‘cloud solutions’ gaan. Stel dat je overal lokaal fruit en groente kunt telen. Bedenk wat dat kan betekenen voor transport en afval – dat kan drastisch omlaag. En de business case is er. We kunnen het. Je kunt elke tomaat en vrijwel elk ander versproduct telen en verkopen in situaties die niet geschikt zijn voor het type kassenbedrijf zoals we dat vandaag de dag kennen. In moeilijkere klimaten kun je hier een winstgevende business van maken. En die ontwikkelingen gaan razendsnel.” Marjon Kruize
DUURZAMER VOEDSEL PRODUCEREN Het kan echt, zeker met digitale hulpmiddelen. Op analysenederland.nl leest u er meer over.
VRAGEN AAN EDWIN VAN ARKE Foto: Topgeschenken.nl
Verstedelijking: de drijvende kracht achter duurzame ontwikkelingen
CONTENT WITH A PURPOSE
Edwin van Arkel, directeur Topgeschenken.nl
In het bedrijfsleven gaan flink wat relatiegeschenken over en weer. Dat maakt ’t voor ondernemers niet altijd even gemakkelijk. “Nee, daarom is het voor de zakelijke besteller makkelijk als er volwaardige geschenkenservices zijn waar je alles kunt aanschaffen.”
Wat is dan het voordeel hiervan? “Vooral het gemak en controle over de uitgaven. Je hebt als opdrachtgever volledig inzichtelijk welke uitgaven er gemoeid gaan met relatiegeschenken. En één overzichtelijke maandfactuur vermindert natuurlijk de administratieve rompslomp enorm. Declaraties van werknemers met contantbonnetjes zijn verleden tijd”
Hoe worden deze geschenken dan geleverd? “Wij werken veelal samen met lokale ondernemers en daarom komt er dan twee keer een bezorger aan de deur. Wij zijn dan de afzender, maar we maken er geen geheim van dat we samenwerken met het mkb. Sterker nog, wij zijn trots op de kwaliteit en service die onze lokale mkb partners leveren aan onze klanten. Ondernemers hebben daarbij de mogelijkheid om zichzelf tevens kenaar te maken, bijvoorbeeld met een sticker op de verpakking.”
Hugo Schrameyer
ADVERTENTIE
Professionalisering aardbeiensector blijkt onmogelijk zonder licht De aardbei is niet meer weg te denken uit onze keuken. Niet alleen in het voorjaar en de zomer, maar ook in de winter. Om aan deze continue vraag te voldoen vindt op dit moment een versnelde professionalisering van de Nederlandse aardbeisector plaats. Dit leidt tot nieuwe innovaties om te komen tot een stabiele teelt het gehele jaar rond. Zogenaamde “glasteelt” neemt het over van teelt in de volle grond.
geheel verlichtingsconcept voor de innovatieve aardbeienteler. “We zien een toenemende vraag naar lokaal geproduceerde aardbeien in de winter. Op dit moment is slechts een groepje van een handvol telers in staat om aan deze vraag te voldoen. LUMINAID biedt telers die reeds glasareaal hebben de mogelijkheid om in te springen op deze groeiende vraag”, aldus Dennis Gieselaar, directeur bij LUMINAID.
Een tweede trend is dat meer afzet van aardbeien via vaste ketens plaatsvindt. Dat zorgt voor minder dagprijzen en meer helderheid omtrent prijsniveaus. Dan is het echter wel van belang dat de teler een stabiele output produceert. Met FLORALUX-assimilatieverlichting is de teler in staat het jaar rond een goede, smaakvolle aardbei van Nederlandse bodem te telen. Het biedt een antwoord op de grote veranderingen door consolidatie en geavanceerde teelttechnieken, ingegeven door veeleisende retailers en de hang naar duurzaam voedsel.
FLORALUX stelt telers in staat een vierde teelt uit te voeren tegen relatief geringe investeringskosten. FLORALUX onderscheidt zich door het unieke lichtspectrum, een laag geïnstalleerd vermogen met een optimale lichtverdeling op het blad. “Voor FLORLUX bestaan diverse financieringsmogelijkheden zodat de investeringsomvang geen drempel hoeft te zijn voor de teler”, aldus Gieselaar. De verwachting is dat binnen 5 jaren ruim de helft van de aardbeienteelt onder glas gebruik maakt van een verlichte teelt.
Het Nederlandse LUMINAID neemt een voortrekkende rol in deze marktverschuiving door in te zetten op het bieden van een
ANALYSENEDERLAND.NL – MOGELIJKHEDEN 13
Foto: Mostphotos
CONTENT WITH A PURPOSE
Lupine: een historisch gewas met potentie Prins: “Lupine zit hoog in eiwit, maar heeft weinig zetmeel. In plaats van de gemakkelijke koolhydraten bevat het vooral vezels,”
Lupine is een historisch gewas met grote potentie. Gezonder dan andere peulvruchten, past uitstekend in een modern dieet en is duurzaam bovendien. Het wachten is op een plusje. Akkers vol statige bloemen in aren.
Geel, blauw of wit. Het zou Udo Prins, onderzoeker Duurzame Teelt bij het Louis Bolk Instituut dat werkt aan ras- teelt- en marktverbeteringen, een lief ding waard zijn als het Nederlandse landschap verrijkt zou worden met dit soort percelen. Niet dat hij in de eerste plaats een bloemenliefhebber is; het
En belangrijker nog: de lupine, de statige bloem waar Prins aan denkt, zou een gezonde impuls betekenen voor het huidige voedingspatroon. Lupine is een historisch gewas dat
begin vorige eeuw als groenbemester in het Noordwesten van Europa opdook. Inmiddels is ze verdrongen door de soja die massaal wordt geïmporteerd voor veevoer en humane consumptie. Erg jammer, vindt Prins, want de lupine past volgens hem uitstekend binnen een modern dieet. “Het zit hoog in eiwit, maar heeft weinig zetmeel. In plaats van de gemakkelijke koolhy-
‘De lupine heeft gunstige invloeden op het voorkomen van welvaartsziekten als diabetes en obesitas’ zou vooral een mooie aanvulling zijn voor de akkerbouw, waar al zoveel gewassen zijn weggevallen.
draten bevat het vooral vezels, wat gunstig is voor de darmgezondheid. Het heeft gunstige invloeden op het
voorkomen van welvaartsziekten als diabetes en obesitas.”
nauwelijks veredeling plaatsgevonden. Het Louis Bolk Instituut
‘Wat we nodig hebben is een plusje. Zodat de akkerbouwer een opbrengst naar waarde kan ontvangen’ Vergeleken met andere voedingsmid-
delen mag het dan gunstiger zijn voor de consument, de voedingsmiddelenindustrie er nog niet op is ingesteld. Plantaardige eiwitten in vleesvervangers komen voornamelijk uit soja, geïmporteerd uit met name Zuid-Amerika. Terwijl Lupine ook voor de akkerbouw grote pluspunten heeft. De vlinderbloemige bindt stikstof uit de lucht. Er zijn tal van soorten voor zowel de schralere gronden, de zandgronden en de kalkrijke gronden. Toch moet er wel nog wat verande-
ren. Het historische gewas heeft decennia stilgestaan, er heeft
werkt daarom, samen met andere partijen, aan rasverbetering voor een hogere en stabielere productie. Maar ook aan teeltoptimalisatie. Prins: “Er ligt al een teelhandleiding voor de akkerbouwer”. In Flevoland en Drenthe loopt een
project met innovatiesteun. “Wij maken ons sterk om er een commercieel gewas van te maken”, legt Prins uit. “Wat we nodig hebben is een plusje. Zodat de akkerbouwer een opbrengst naar waarde kan ontvangen.” Prins denkt aan een saldo hoger dan dat van tarwe. Zijn hoop is gevestigd op de levensmiddelenindustrie. “We heb-
ben partijen nodig met een visie van drie tot vijf jaar. Partijen die een duurzame, regionale innovatie willen ondersteunen. “ Zo’n partij kan functioneren als
vliegwiel voor de Nederlandse lupineteelt. Als dat plusje eenmaal geleverd kan worden, komt de teelt van de beoogde duizend hectare in de buurt. “Duizend hectare is ons streven. Bij die omvang wordt het echt een commercieel gewas.” Het Nederlandse platteland krijgt dan een heel ander aanzien. Misschien al binnen vijf jaar.
Marc van der Sterren
GEWASSEN MET POTENTIE Wilt u meer weten over lupine en andere gewassen waar we echt wat aan hebben? Kijk dan eens op analysenederland.nl.
14 UITDAGINGEN – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Een leven lang leren in de voedingsindustrie Foto: mostphotos
De agri-food sector is inclusief de horeca één van de belangrijkste werkgevers in Nederland. Om die positie te behouden zijn een leven lang leren en een betere aansluiting tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven hoogstnoodzakelijk.
‘Leerlingen lopen tegenwoordig niet alleen stage, maar werken ook aan opdrachten in samenwerking met het bedrijfsleven’
Binnen de agri-food sector stond
in de afgelopen decennia alles in het teken van schaalvergroting, ook in het onderwijs. “De huidige MBO-opleidingen zijn uitgegroeid tot een soort leerfabrieken met duizenden leerlingen en docenten die nauwelijks nog feeling hadden met de praktijk”, vertelt Paul Visschedijk, voorzitter van het Centrum Innovatief Vakmanschap Agri & Food (CIV). “Gelukkig is dat aan het veranderen en vindt er meer uitwisseling met het bedrijfsleven plaats.” “Leerlingen lopen tegenwoordig
niet alleen stage, maar werken ook aan opdrachten in samenwerking met het bedrijfsleven. Andersom komen vakmensen uit het bedrijfsleven op school om over hun werk te vertellen. Zo’n persoonlijk stukje is essentieel. Dat leerlingen aan de mensen zelf vragen kunnen stellen
voor het terugdringen van afval en restproducten. Visschedijk: “Maar wat echt belangrijk is, is integraal denken. Duurzaamheid is niet alleen een kwestie van grondstoffen.
Het gaat ook om een duurzame inzet van personeel en om blijvende investeringen in de kwaliteit van het beroepsonderwijs.”
Nederland heeft een aardige reputatie als het gaat om innovatie in de agricultuur.
als: wat vind je nu zo leuk aan je werk?” Nederland heeft een aardige repu-
tatie als het gaat om innovatie. Binnen de agri-food sector gaat
‘Nederland is echt goed in de ontwikkeling van nieuwe landbouwmachines en technologie voor voedingsbedrijven’
het niet alleen om het primaire product en de verwerking daarvan, maar ook om de technologie. Visschedijk: “Daar is Nederland echt goed in, zoals de ontwikkeling van allerlei nieuwe landbouwmachines en technologie voor voedingsbedrijven. Maar door die nieuwe technologie verandert ook de hele logistiek. In plaats van handwerk krijg je bijvoorbeeld een meer computer bediende manier van werken. Zulke ontwikkelingen vragen om meer flexibiliteit. Van
het bedrijfsleven, maar ook van de kant van de opleidingen en van de leerlingen zelf.” Zo is er een groeiende vraag naar
duurzaam en gezond voedsel. Consumenten worden zich steeds meer bewust van wat ze willen eten: daar spelen bedrijven ook op in met hun aanbod van specialistisch voedsel, zoals de pakketten van ‘Hello Fresh’. Ook komt er in de agri-food sector steeds meer aandacht voor circulair denken en
CERESCON: revolutie in arbeidsintensieve tuinbouw
Empas is ruim 40 jaar fabrikant van ijzersterke spuitapparatuur voor gewasbescherming in de tuinbouw. De naam Empas is een afkorting voor: Eigentijdse Machines, Praktisch en Altijd Safe. Dit dragen we ook uit met machines voor gewasbescherming.
Gewasbescherming kan op verschillende plekken ingezet worden. Van sierteelt tot fruitteelt en van groenteteelt tot boomkwekerijen. Voor optimale gewasbescherming werken onze motorvatspuiten vaak in combinatie met een spuitboom, spuitmast of spuitrobot.
Professionele gewasbescherming van Empas Wereldwijd is Empas de specialist in machines voor gewasbescherming. De spuitapparatuur van Empas draagt bij aan een gezonder gewas voor de tuinbouw. De praktische- en klant specifieke oplossingen worden geproduceerd in onze eigen fabriek. Hierdoor is men verzekerd van een krachtige machine met degelijke Hollandse kwaliteit.
Kennis over spuittechniek Empas is altijd op zoek om zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen op de planten te hebben, maar de toepassing moet natuurlijk wel goed gaan. We zien steeds meer telers die, i.p.v. het gehele gewas te bespuiten, alleen lokaal waar de ziekte zit, de plant behandelen.
Gewasbescherming op maat We bieden de mogelijkheid om spuitapparatuur voor gewasbescherming volledig op maat te bouwen. In samenwerking met de dealer en teler zoeken we naar de meest efficiënte en meest praktische manier om gewasbeschermingsmiddelen te spuiten. Bij Empas staat ontzorgen door service, advies en flexibiliteit centraal.
Erzsó Alföldy
Het scouten (op zoek gaan naar waar de ziektes zitten) is voor ons één van de belangrijkste (de behandeling zelf natuurlijk ook) voor een gezond gewas. Zodra de teler weet waar er behandeld moet worden, pakt hij een mobile unit en zal alleen die plekken behandelen. Onze uitgangspunten zijn met minder middelen meer resultaat behalen. Hiervoor zijn we altijd op zoek naar een betere methode. We geven uiteraard graag advies op het gebied
Voor meer informatie: Empas BV ׀W: www.empas.nl ׀E: info@empas.nl ׀T: +31(0)318-525888
GROEIENDE VRAAG NAAR GEZOND VOEDSEL Wilt u meer lezen over de manieren waarop de agricultuur inspeelt op veranderingen in de voedingsindustrie? Kijk dan op analysenederland.nl. ADVERTENTIE
van spuitechniek (toedienen van gewasbeschermingsmiddelen) in een specifieke situatie. We zijn met technieken bezig om een betere indringing van het gewas te hebben, zodat we alles, waar nodig, kunnen behandelen. Omdat er elk jaar gewasbeschermingsmiddelen verdwijnen, is de toediening van cruciaal belang. We willen geen middelen op plekken hebben waar het niet hoort ( alleen op de plant zelf ).
ANALYSENEDERLAND.NL – OPINIE 15
Foto: Mostphotos
CONTENT WITH A PURPOSE
Prins: “Stel dat je overal lokaal fruit en groente kunt telen. Bedenk wat dat kan betekenen voor transport en afval – dat kan drastisch omlaag.”
Nederland heeft een duurzaamheidssymbool nodig Bijna elke week komen er buitenlandse delegaties het Nederlandse agrocluster bekijken vanwege onze indrukwekkende prestaties. Ook de media weten ons land te vinden; van National Geographic “This tiny country feeds the world” tot Al Jazeera. Eén van de kleinste landen in de wereld die tot de meest dichtbevolkte ter wereld behoort, is de op één na grootste netto exporteur van agrarische producten. We zijn echter al snel tegen grenzen
aangelopen. In de jaren ’80 van de vorige eeuw ontstonden de eerste problemen zoals overproductie van mest en uitbraken van dierziekten.
Duurzaamheid kwam zo al vroeg hoog op de agenda staan van zowel de Nederlandse overheid als het bedrijfsleven. Mede daardoor is een voorsprong opgebouwd ten opzichte van sommige andere landen. Nergens is zoveel duurzaamheidsdata beschikbaar als in Nederland en vele innovaties zijn hier ontwikkeld. Nederland speelt een belangrijke rol in wereldwijde duurzaamheidinitiatieven als Global Reporting Initiative (GRI), World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) en The Sustainability Consortium (TSC). Nederlandse agroconcerns als Unilever en DSM staan hoog in
'Wij hebben niet de mooie Ierse green fields die we als duurzaamheidsymbool kunnen gebruiken dus daar moet nog iets op gevonden worden. Zetten we bijvoorbeeld Doutzen Kroes in als ons duurzaamheidsymbool of is er een beter alternatief?’
‘De Nederlandse productie verder opvoeren, is beperkt mogelijk en hierbij lopen we tegen duurzaamheidgrenzen aan’
de internationale duurzaamheidsranglijsten zoals de Dow Jones Sustainability Index. De Nederlandse productie verder opvoeren, is beperkt mogelijk en hierbij lopen we tegen duurzaamheidgrenzen aan. Het toekomstige exportsucces zal op een andere manier moeten worden gerealiseerd. In een eerdere blog gaf mijn collega Petra Berkhout al aan dat Nederland meer moet inzetten op kennis. Ik wil dat hier verder vernauwen en inzetten op kennis van duurzaamheid. Niet alleen onze agrobedrijven maar ook Wageningen University & Research staat wereldwijd aan de top van diverse ranglijsten op het gebied van onderwijs, onderzoek en impact. We zouden echter een sterkere positie krijgen als we met onze hoog productieve landbouw, “practice what you preach” kunnen laten zien. Om als uitblinker op duur-
zaamheid te worden beschouwd, zijn nog stappen te maken. In de afgelopen periode hebben diverse grote Nederlandse retailers ambitieuze plannen op tafel gelegd voor de Nederlandse aardappel-, groenten-, fruit- en zuivelsector waarmee we internationaal koploper zouden worden op gebied van duurzaamheid. Meer dan 60 procent van de Nederlandse agrarische productie gaat echter de grens over. Om te voorkomen dat we een tweedeling krijgen in de manier waarop in Nederland producten worden geproduceerd, afhankelijk van de bestemde markt, moeten we zorgen dat onze superieure duurzaamheidprestatie ook in het buitenland verzilverd kan worden. Ierland is enkele jaren geleden
gestart met het “Origin Green” -initiatief waarin alle bedrijven in alle schakels van de Ierse voedselketen
en de Ierse overheid participeren. Op al die bedrijven wordt intensief gewerkt aan verduurzaming en worden prestaties op alle niveaus nauwkeurig bijgehouden. Tegelijkertijd is een grote wereldwijde publiciteitscampagne gestart om alle Ierse producten te promoten als duurzaam. Wij hebben niet de mooie Ierse green fields die we als duurzaamheidsymbool kunnen gebruiken dus daar moet nog iets op gevonden worden. Zetten we bijvoorbeeld Doutzen Kroes in als ons duurzaamheidsymbool of is er een beter alternatief? Ik ben erg benieuwd naar uw suggesties. Drs. Koen Boone, Director Europe TSC
MEER WETEN OVER LANDBOUWINNOVATIE? Op onze campagne website, analysenederland.nl, vindt u nog veel meer interessante artikelen.
‘s Were ds eerste Hier gebeurt Het.
Uniek in de wereld. De biologisch afbreekbare infosteker Voodstoc voedt planten gedurende 10 weken. Het verhaal achter Voodstoc Begin 2017 besloten we om ons actiever bezig te houden met de circulaire economie. We kwamen op het idee om een infosteker te ontwikkelen die geleidelijk voedsel zou afgeven aan de plant. Maar die moest ook biologisch afbreekbaar zijn. Deze infosteker moet niet alleen biobased (gemaakt van biologisch materiaal) zijn, maar ook biologisch afbreekbaar. Kortom drie eisen: geeft geleidelijk voedsel aan de plant, het is biobased en is biologisch afbreekbaar. Niet elk biologisch materiaal bleek afbreekbaar te zijn. Hernieuwbare grondstoffen zoals zetmeel, glucose of plantaardige oliën zijn niet per definitie biologisch afbreekbaar. Dus zo eenvoudig was het niet. Samen met onze strategische partner Rodenburg Biopolymers en de Universiteit van Wageningen gingen we de uitdaging aan om een biobased infosteker te ontwikkelen die tevens 100% biologisch afbreekbaar zou zijn. We besloten om de infosteker van Solanyl te maken. Een bioplastic dat wordt gemaakt van materiaal dat vrijkomt uit de aardappelindustrie. En dan gaat het om het zetmeel restafval wat in het afvalwater zit. diervoeder frites aardappel
chips fabriek
afvalwater aardappelresten
rodenburg biopolymers
biologisch afbreekbaar granulaat
+
mineralen
voodstoc
geeft gedurende 10 weken voeding aan plant
biodegradable
Het resultaat is een unieke biologisch afbreekbare infosteker die gedurende tien weken voedsel afgeeft aan de plant. Uiteraard staan de ontwikkelingen niet stil. We gaan verder met het ontwikkelen van andere producten met dezelfde eigenschappen en voordelen als van deze infosteker. En natuurlijk ook zonder toevoeging van plantenvoeding zoals de nieuwe biologisch afbreekbare infosteker met hennep. Ook vindt u bij Growfun de collectie biopotten in verschillende maten, kleuren en samenstellingen, zoals bijvoorbeeld met olifantengras.
We kunnen ons voorstellen dat u wellicht meer informatie wilt over de mogelijkheden. Neem dan contact op met uw media partner of met de accountmanager van Voodstoc, Marjolein Beuzel. Bel haar rechtstreeks op nummer 06 22 72 06 91 of stuur een mail naar marjolein@growfun.nl. U kunt ook onze stand (nr 151) tijdens de Trade Fair Aalsmeer op 6, 7 en 8 november 2019 bezoeken.
www.voodstoc.com www.growfun.nl sales@growfun.nl
INNOVATION BY CREATIVITY